Torhoutsesteenweg 52, BE-8400 Oostende T +32 59 808 804, www.boeckx.be
DEEL III : BESCHRIJVING DER WERKEN
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
2/232
00
VOORAFGAANDELIJKE EN SPECIFIEKE WERKEN
01
INRICHTING VAN DE BOUWPLAATS
01.10
Inrichting bouwplaats
01.11
Inrichting bouwplaats door 1ste aannemer
Uitvoering Deze voorzieningen moeten worden uitgevoerd in huidig perceel en blijven ter beschikking gedurende de hele duur van alle werken of zolang als noodzakelijk en worden afgebroken op bevel van de LA. De duur van de werken wordt geschat op : volgens bijgevoegde planning Deze voorzieningen dienen voor alle aannemingen, onderaannemingen en nevenaannemingen alsook voor alle personen die de werf betreden. ð Het duidelijk aanbrengen en beschermen met plastiek van de bouwvergunningkaart, geleverd door de bouwheer ð De werfinrichting volgens plan en volgens richtlijnen van de LA - zie werfinrichtingsplan ð De afsluiting van de bouwplaats : ter goedkeuring voor te leggen aan de LA ð Toegang tot de werf Het aanleggen van de nodige werfwegen, parkeerzones en tijdelijke verhardingen voor het kunnen organiseren van de uitvoering van de werf, alsmede het onderhouden en voortdurend droog houden ervan (oa stof en/of modder verwijderen, ...). De hierbij horende verlichting en signalisatie moet ook voorzien worden. Alle te nemen maatregelen om de toegang tot het gebouw te laten gebeuren en het gebouw afgesloten te laten ten opzichte van de rest van het gebouw, alsmede allerhande te treffen maatregelen om, gedurende de uitvoering der werken, het verkeer van rijtuigen en voetgangers op de openbare wegen te vergemakkelijken en te beveiligen Na de werken dienen deze verhardingen terug weggenomen het het terrein hersteld in oorspronkelijke toestand. ð Alle te nemen maatregelen om te voorzien in de waterafloop van beken, bronnen, riolen, enz..., alsmede alle werken om wateroverlast te vermijden ð Beschermingsmaatregelen voor eventueel te behouden bomen, plantengroei en/of andere bestaande en te behouden elementen ð Alle nodige werken om de veiligheid, de bescherming en het gemakkelijk verkeer op de bouwplaats te verzekeren (formelen, steigerwerken, schoeiingen, dammen, afleiding van beken, draineerbuizen, riolen, enz ...) ð Oprichten van aanduidingborden met vermelding van opdrachtgever, diverse ontwerpers en aannemers volgens model goed te keuren door de LA. ð oprichten van kantoor waarin werfvergaderingen tussen opdrachtgever, architect, studiebureaus en aannemer (+ eventuele onder- en nevenaannemers) kunnen plaatsgrijpen + het onderhoud van dit kantoor. Eveneens dient dit kantoor voorzien van een draadloos netwerk. ð De 1ste aannemer meldt de werf en dient alle gegevens hiervan door te geven aan de bouwheer, architect, veiligheidscoördinator en alle nevenaannemers die volgen. Wijze van betaling
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
3/232
Van de te betalen som zal, mits goedkeuring in de vorderingsstaten,1/3 betaald worden bij de 1ste vorderingsstaat. Betaling van de resterende 2/3 wordt evenredig gespreid over de hele duur van de werf. Meting TGP 01.12
Inrichting bouwplaats door iedere aannemer
Uitvoering Omvat alle zaken en eisen vermeld in typebestek nr. VL100 van 2002 vervolledigd en/of gewijzigd door onderstaande bepalingen : ð Alle voorzieningen ten einde de werf en de werken in overeenstemming te brengen met de plaatselijke en algemene verordeningen en reglementen betreffende bouwwerken, alsmede het herstellen van beschadigingen aan openbare wegen, voet- en fietspaden De eventuele vergoedingen en taksen dienen betaald uit hoofde zijner aanneming ð Diverse maatregelen en werken zoals : • alle voorlopige bouwwerken nodig voor de goede uitvoering van de definitieve, alsmede het verwijderen ervan na de uitvoering der werken • herstel aan de eigendommen van derden, al of niet noodzakelijk beschadigd tijdens de werken bv trottoir, aansluitingen, ... De aannemer dient de nodige inlichtingen in te winnen bij UZG. Alle kosten zijn ten laste van de aannemer, hetzij hij zelf de werken uitvoert, of deze door de betrokken dienst worden uitgevoerd. • Tijdens alle werken moeten alle nutsleidingen zonder onderbreking blijven functioneren. ð De aanvoer van elektrische stroom op de bouwplaats. De bouwheer levert de stroom maar de aannemer dient een elektrisch werfbord tussen te plaatsen en dit met keuring. ð De aanvoer van water op de bouwplaats. De bouwheer stelt water ter beschikking. ð Oprichten van : • nodige lokalen voor de aannemer • nodige bergplaatsen voor materiaal en gereedschappen. Materialen moeten ordelijk en stabiel gestapeld worden, beveiligd tegen weersinvloeden, in afspraak met de LA in de voorziene zones (zie inplantingsplan of te bespreken op de opstartvergadering). De aannemer blijft tot op het moment van de voorlopige oplevering verantwoordelijk voor zijn materiaal. ð Het ter beschikking stellen aan de opdrachtgever van het werk van het nodige materiaal, leveringen en personeel om al de door hem nuttig geachte controles en proeven uit te voeren. ð Plaatsbeschrijving van de aangrenzende gebouwen en bij renovatie van de bestaande gebouwen ð Het voortdurend reinigen van de bouwplaats en de omgeving tot bij het einde der werken. Elke onderneming moet minstens dagelijks zijn werkposten opkuisen en het afval afvoeren. De wegen, doorgangen en trappen moeten ten allen tijde vrij zijn van obstakels en hindernissen. Soepele leidingen en kabels mogen de doorgang niet belemmeren. Kruisen zij een doorgang, dan worden zij beschermd tegen beschadiging.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
4/232
ð ð ð ð
ð
ð
Alle afval zal in containers worden gesorteerd en verzameld en onmiddellijk van de werf worden verwijderd. De bouwheer kan op kosten van de onderneming die in gebreke blijft de opdracht geven aan derden om de werkposten op te ruimen van de in gebreke blijvende onderneming. De containers : Een specifieke aannemer nl aannemer perceel 1 bouwwerken staat in voor het aanleveren van de containers en het afvoeren ervan. Het reinigen van het gebouw en van alle werken begrepen in de aanneming en/of bevuild door de uitvoering van de aanneming voor de voorlopige oplevering. Alle verticale transport en stellingen of hoogtewerkers nodig voor de werkzaamheden. Er is geen werflift in het gebouw ter beschikking. Alle transport dient vanaf buiten via nieuwe toegang 00 (1ste fase) en -1 (2de fase) te gebeuren. De afbakening der werken, waaronder het aanbrengen van voldoende hoogtepeilen, en het in stand houden ervan gedurende de hele uitvoering der werken. Bij de aanvang der werken : • het voorleggen van een plan werfinrichting 10 dagen na bevel tot aanvang der werken • het opstellen van een planning der werken • het voorleggen van monsters der modellen en technische fiches. Iedere aannemer is verantwoordelijk voor de elektronische aanwezigheidsregistratie volgens de wet van 8 december 2013 van al zijn mensen evenals die van zijn onderaannemers op de werf. De 1ste aannemer op de werf nl aannemer huidig perceel, meldt de werf en zal alle gegevens hiervan doorgeven aan de bouwheer, architect, veiligheidscoördinator en alle nevenaannemers die volgen. Voor de voorlopige oplevering : (zie ook administratieve bepalingen) • het leveren van de in de diverse artikels gevraagde as built plans Overeenkomstig de gestelde eisen in het bijzonder bestek dient de aannemer de nodige “as-built” plannen te leveren aan de opdrachtgever. Het betreft de respectievelijk grafische weergave van de uitgevoerde riolering, technische installaties en leidingen (gas, sanitair, verwarming, elektriciteit, liften, …) over hun volledig verloop tot aan de aansluiting op de openbare distributieleidingen. Zij worden opgemaakt op schaal 1/50 en worden op papier in tweevoud en op ook in digitale vorm in AutoCad leesbaar formaat aan de bouwheer en aan de VCV overhandigd alvorens tot de voorlopige oplevering wordt overgegaan. Als basis hiertoe kan gebruikt worden gemaakt van de uitvoeringsplans zoals aanwezig in het aanbestedingsbundel en kunnen desgevallend de gedigitaliseerde plannen worden opgevraagd bij de ontwerper. • het leveren van de in het bestek voorziene of door de LA gevraagde brandattesten
Omvang Een reeks voorzieningen worden gemeenschappelijk getroffen en worden voorzien in het lot van de 1ste aannemer (nl aannemer perceel 1 bouwwerken). Deze voorzieningen blijven ter beschikking tot het einde van de werken of tot de noodwendigheid ervan. De gemeenschappelijke voorzieningen ontslaan de aannemer er niet van om de voorzieningen specifiek en noodzakelijk voor huidige aanneming te treffen. Worden gemeenschappelijk voorzien door de 1ste aannemer (nl aannemer perceel 1 bouwwerken) : ð bouwvergunningkaart ð afsluiting van de werf ð toegang tot de werf (werfwegen, parkeerzones en tijdelijke verhardingen, toegang tot het gebouw, ...)
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
5/232
ð ð ð ð ð
maatregelen om wateroverlast te vermijden beschermingsmaatregelen bomen, plantengroei aanduidingborden met vermelding opdrachtgever, diverse ontwerpers en aannemers werflokaal containers voor afvalverwijdering
Worden gemeenschappelijk voorzien door de bouwheer : ð nutsvoorzieningen stroom ð nutsvoorzieningen water Wijze van betaling Van de te betalen som zal, mits goedkeuring in de vorderingsstaten,1/3 betaald worden bij de 1ste vorderingsstaat. Betaling van de resterende 2/3 wordt evenredig gespreid over de hele duur van de werf. Meting TGP 01.20
Werfvoorzieningen
01.22
Afsluiting van de werf
01.22.30
Stofschermen
01.22.32
Stofschermen volgens richtlijnen bouwheer
Materiaal ð Stofschermen te beantwoorden aan volgende richtlijnen van de bouwheer : - basisframe in hout van aan de basisstructuur plafond (dus ook in verlaagd plafond) tot aan de vloer bekleed met harde afwasbare platen (bv melamine) -spleten, kieren, verbindingen tussen vloer, wand en plafond worden allen met stevige plakband of een dichtingskit dicht gemaakt (niet op lampen ) - moeilijke aansluitingen zoals rond buizen, worden met plastic en plakband gedicht of een evenwaardig materiaal. Spuitlijm is ter vervanging van plakband mogelijk op voor het publiek onzichtbare plaatsen. - de in- en uitgang is een stevige werfdeur met slaglatten en klink met codeklavier. Uitvoering ð Leveren en plaatsen van de stofschermen waar de werken dienen afgeschermd van de rest van het gebouw.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
6/232
ð Deze stofschermen kunnen bij werken in verschillende fasen verschillende malen geplaatst en afgebroken worden. Zie planning en plannen. ð De stofschermen dienen in stand gehouden totdat ze overbodig zijn. Dan worden ze eigendom van de aannemer die ze van de werf verwijdert. Omvang Het betreft de specifieke op plan aangeduide stofwanden die gedurende langere periode moeten blijven staan. De stofwanden met plastiekfolie die tijdelijk worden opgesteld (maximaal 5 dagen) zijn inbegrepen in de algemene werfinrichting. Meting m1 op de vloer Meting m - lopende meter schofscherm 01.30
Werfcoördinatie
01.31
Pilootopdracht
Deze post omvat : ð volledige coördinatie van alle werken in tijd en in ruimte : Dit zijn de eigen bouwwerken als ook de technieken alle bijkomende uitvoeringswerken van diverse onder- of nevenaannemers. De voorziene percelen zijn : o perceel 01: bouwwerken (huidig perceel) o Perceel 11: electriciteit o Perceel 12: HVAC o Perceel 13: sanitair en brandbestrijding o Perceel 14: buizenpost o Perceel 15: lift De aannemer zal een persoon met de nodige kwalificaties ter beschikking stellen voor de coördinatie. Deze persoon zal constant op de werf aanwezig zijn. De coördinatie zal gebeuren in samenspraak met de bouwheer en met de architect en studiebureau. De persoon zal telefonisch steeds bereikbaar zijn (GSM) voor de diverse aannemers alsook voor de bouwheer en de architect. ð volledig planning van de uitvoering. De aannemer dient vooraf aan de hand van bijgevoegde fasering bij het bestek een volledig gedetailleerde planning op te maken en die op te volgen en bij te sturen en dit voor alle percelen. Eventuele aanpassingen hieraan volgens omstandigheden moeten steeds gebeuren.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
7/232
De aannemer houdt er bij zijn inschrijving rekening mee dat de werken gefaseerd uitgevoerd dienen te worden. Er zijn 2 soorten faseringen: 1. hoofdfasering: Deze fasering is bindend en de termijnen ervan zijn bepaald in de administratieve bepalingen. De gebouwen en de afdelingen blijven deels in gebruik: hiertoe zijn de werken opgesplitst in fase 1 en 2. a. Fase 1: • Omvat de totale inrichting (ruwbouw, afwerking én technieken) van 0P8 • Omvat de installatie van alle technieken op -1P8 muv. de installatie van de luchtgroepen in lokaal 301T te -1P8 (lokalen huidig PET/CT centrum). • Omvat alle technische werken op het dak, de aansluitingen van de diverse technieken,…etc. • Lokalen 111 én de schacht boven lokaal 101S worden niet afgewerkt, noch zullen de openingen in de vloerplaat in deze fase gerealiseerd worden. • De geplaatste hvac-installatie 0P8 wordt volledig in dienst gesteld muv. de lucht toe-en afvoer. • Omvat de levering, plaatsing én indienststelling van de buizenpost. • De lift dient in dienst gesteld te worden. • Na de afwerking van fase 1; zal er een PET/CT geïnstalleerd worden in lokaal 113. • Bij het voltooien van fase 1, moeten de nieuwe SPECT/CT en PET/CT afdeling volledig operationeel zijn. • Vervolgens kunnen de afbraakwerken (deels door derden) in het huidige PET/CT -1P8 aanvatten (lokaal 301T). b. Fase 2: • Omvat de totale inrichting (ruwbouw, afwerking én technieken) van het technisch lokaal 1P8 evenals lokaal 111 én de schacht boven lokaal 101S. • Omvat eveneens de indienststelling en inregeling van de totale HVAC-installatie. 2. deelfasering: a. 0P8: • Op 0P8 werd reeds een deel van de nieuwe SPECT/CT-lokalen in gebruik genomen. • Hiertoe werd ook in een (tijdelijk) inspuitlokaal voorzien. • Alle werken dienen zo ingepland te worden opdat deze toestellen én de werking van deze afdeling tijdens de normale kantooruren in dienst kunnen blijven. • Werken uit te voeren binnen deze lokalen dient steeds in overeenkomst met het UZ Gent ingepland te worden. • De nodige stofwanden dienen geplaatst én desnoods verplaatst te worden om deze werken uit te voeren. • De inschrijver houdt ermee rekening dat bepaalde werken in deze omgeving zullen moeten uitgevoerd worden in kleinere deelfaseringen. b. -1P8:
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
8/232
• De werken in de kelder dienen opgesplitst te worden in kleinere delen. In de kelder bevindt zich onder meer het huidige PET/CT-centrum, de melkkeuken, een cleanroom, … van het UZ Gent. Dit dienen continu in bedrijf te blijven. • De aannemer dient zich ervan bewust te zijn dat zich hier eveneens steriele producten bevinden. • Omdat deze lokalen niet vrijgemaakt kunnen worden zullen alle werken hier in overleg met het Bestuur en de gebruikers dienen te gebeuren. • De te plaatsen stofwanden uit PE-folie, teneinde stofhinder te vermijden, maken deel uit van de aanneming. ð Coördinatie van de technieken: dit betekent dat er op basis van de plannen en ontwerp van de technieken een coördinatie wordt gedaan voor de exacte plaatsing van de technische installaties in de tijd en de ruimte. Alle technische installaties (electriciteit, zwakstroom, ventilatie, verwarming, koeling, sanitair, afvoeren, buizenpost, medische gassen, enz.) moeten zowel in de plafonds als in de wanden op een vlotte en technisch verantwoorde manier worden samengebracht. Hiervoor worden de nodige vergaderingen, plannen en documenten opgemaakt zodat alle aannemers exact weten wat waar te plaatsen. Deze coördinatie gebeurt in samenspraak met de aannemers techniken, het studiebureau technieken en de bouwheer. ð coördinatie en installatie van de volledige werfinrichting. Dit van de zaken voorzien in onderhavige aanneming (zie punten 01.10 tem 01. 20 en onderartikels), maar tevens de coördinatie van de werfinrichting van de percelen technieken. ð de coördinatie van de veiligheidsvoorzieningen. Dit van de zaken voorzien in onderhavige aanneming (zie punten 02 en onderartikels), maar tevens de coördinatie van de veiligheidsvoorzieningen van de percelen technieken. ð Verslaggeving van de interne vergaderingen tussen aannemers. Verslagen dienen elke week op de werfvergadering voorgelegd en besproken.
Meting TGP 02
VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN
Algemeen De aannemer neemt op zijn verantwoordelijkheid alle nodige organisatorische en technische maatregelen om gedurende het ganse verloop der werken de veiligheid te verzekeren van zijn personeel, de bouwheer en zijn afgevaardigden, en van alle op de werf toe gelaten personen. Iedere persoon die de algemene veiligheidsvoorschriften overtreedt, kan van de bouwplaats worden gestuurd. Als referentienormen gelden de meest recente voorschriften van het ARAB (Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming), de CODEX, de wet betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk en publicaties van het NAVB (Nationaal Actiecomité voor de Veiligheid en hygiëne in het Bouwbedrijf - http://www.navb.be/).
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
9/232
De inschrijver dient rekening te houden met de bepalingen van het KB van 25/01/2001 betreffende tijdelijke of mobiele bouwplaatsen. De bouwheer heeft dienaangaande een veiligheidscoördinator-ontwerp en een veiligheidscoördinator-verwezenlijking aangesteld. De aannemer zal zich schikken naar de aanbevelingen van de veiligheidscoördinatorverwezenlijking. 02.10
Veiligheidsvoorzieningen, inrichten bouwplaats
02.11
Veiligheidsvoorzieningen, inrichten bouwplaats door 1ste aannemer
Uitvoering Deze voorzieningen moeten worden uitgevoerd in huidig perceel en blijven ter beschikking gedurende de hele duur van alle werken of zolang als noodzakelijk voor het veilig uitvoeren van de werken. De duur van de werken wordt geschat op : zie bijgevoegde planning Deze voorzieningen dienen voor alle aannemingen en onderaannemingen alsook voor alle personen die de werf betreden. De kosten voor het onderhoud en de instandhouding van deze voorzieningen vallen ten laste van huidige aanneming ð Leuningen - balustrades De aannemer is verantwoordelijk voor het aanbrengen van voldoende leuningen aan openingen in gevels, trappenhuizen, liftschachten, kokers, koepels en dergelijke, en dit volgens de vigerende voorschriften van het ARAB en aanbevelingen van het NAVB. De leuning bestaat zeker uit 3 delen (bovenste plank, plint 15cm en tussenplank) en heeft een hoogte van 1m. De bevestiging is stevig en duurzaam. ð Openingen in vloeren De aannemer is verantwoordelijk voor het permanent aanbrengen van voldoende afschermingen aan (wacht-)openingen in vloer- en dakplaten, doorboringen en dergelijke, en dit volgens de vigerende voorschriften van het ARAB en aanbevelingen van het NAVB. De aannemer stelt een systeem voor aan de veiligheidscoördinator-verwezenlijking ter goedkeuring en aangepast aan de grootte en vorm van de openingen. Het systeem moet ook toelaten de nodige werkzaamheden uit te voeren in en rond de openingen. ð Verlichting De bouwplaats moet voorzien zijn van een kunstverlichting wanneer moet worden gewerkt voor zonsopgang en na zonsopgang of in lokalen met ontoereikende natuurlijke verlichting. De verlichting en de lichtsterkte moeten overeenstemmen met de voorschriften van het algemeen reglement op de arbeidsbescherming. Naast de werkverlichting moet de circulatie (trappen, gangen, ...) zeker worden voorzien van kunstverlichting, welke bediend kan worden vanop het goed bereikbare plaats en/of tijdsgestuurd Wijze van betaling Van de te betalen som zal, mits goedkeuring in de vorderingsstaten, 1/3 betaald worden bij de 1ste vorderingsstaat. Betaling van de resterende 2/3 wordt evenredig gespreid over de hele duur van de werf.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
10/232
Meting TGP 02.12
Veiligheidsvoorzieningen, inrichten bouwplaats door iedere aannemer
Algemeen Iedere aannemer is verplicht alle wettelijke veiligheidsmaatregen te treffen. Informatief wordt verwezen naar het bijgevoegde veiligheids- en gezondheidsplan. Meting Pro memorie - verdeeld over alle eenheidsprijzen. 02.30
Gezondheidsinrichtingen
02.31
Gemeenschappelijke gezondheidsinrichtingen door aannemer perc 1
Uitvoering De volgens het ARAB en CAO dd. 5.01.1984 wettelijke voorziene gezondheidsinrichtingen in volgende artikels worden door de aannemer ter beschikking gesteld gedurende de ganse duur van alle werken of zolang als noodzakelijk. Geschat aantal werknemers op de bouwplaats : perceel 1 bouwwerken + percelen technieken Deze inrichtingen dienen voor alle aannemingen en onderaannemingen alsook voor alle personen die de werf betreden. De kosten voor het onderhoud en de instandhouding van deze inrichtingen vallen ten laste van huidige aanneming. De voorzieningen blijven eigendom van de aannemer, maar moeten blijven tot einde der werken. ð De sociale voorzieningen (kleedkamers, refters, wasplaatsen, toiletten) worden ondergebracht in één of meer lokalen die volledig van de arbeidsplaatsen zijn gescheiden. De voorzieningen mogen opgericht worden met uitneembare of verplaatsbare constructies. Ze moeten bestand zijn tegen de invloed van uitwendige en atmosferische agentia (wind, regen, sneeuw,...). De wanden houden tocht en schadelijke infiltraties tegen. De vloeren en de muren moeten effen en waterdicht bekleed zijn, zodat ze veelvuldig gereinigd kunnen worden. De lokalen moeten voldoende verlucht, verlicht en verwarmd kunnen worden. Zij moeten op slot kunnen gedaan worden en de deur moet naar buiten opengaan. De verantwoor-delijke aannemer staat in voor het onderhoud en de bijhorende kosten. Er worden voldoende (zelfdovende) vuilnisbakken met deksel voorzien op de gepaste plaatsen. ð Een voldoende en aangepaste uitrusting voor de brandbestrijding moet door de werkgever aangebracht worden. Een blusapparaat type ABC van minimum 6kg is verplicht. ð Het is verboden te rusten in gevaarlijke of ongezonde plaatsen. De werknemers zijn verplicht de installaties die hen ter beschikking gesteld worden en de richtlijnen die hen hieromtrent verstrekt worden na te leven.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
11/232
ð Dranken en maaltijden: naargelang de klimatologische omstandigheden worden aangepaste dranken ter beschikking gesteld door de werkgever. Het is verboden te eten op de arbeidsplaatsen en alcoholische dranken te nuttigen. ð Refters zijn inzake oppervlakte en luchtinhoud aangepast aan het aantal werknemers. De vloer is makkelijke schoon te maken. ð Wasplaatsen. Deze inrichtingen voorzien minimum : • een toevoer van water • een lozingssysteem voor het gebruikte water • een voldoende voorraad zeep, bij voorkeur wegwerpzeep of automaat) • een voldoende hoeveelheid gepaste middelen om zich te drogen. ð De toiletten voor het personeel op de bouwplaats moeten ongeacht de aard van het werk of het aantal tewerkgestelde werknemers, zo dicht mogelijk bij de arbeidspost voorzien zijn. Zij zijn op behoorlijke wijze ingericht en beschermd tegen regen en tocht en zo gelegen dat de uitwasemingen zich niet in de werkplaatsen verspreiden. Chemische wc's mogen geïnstalleerd worden in overleg met de syndicale afvaardiging of het personeel van de bouwplaats. Er wordt minstens 1 toilet voorzien per 15 personen en 1 urinoir per 10 personen. ð De ruimtes zijn dagelijks te onderhouden volgens huishoudnormen en vrij van rommel. ð De kleedkamers zijn voorzien van aangepast materiaal voor het drogen, ophangen en opbergen van kledingstukken, met de mogelijkheid de persoonlijke en de werkkledij afzonderlijk op te bergen. Wijze van betaling Van de te betalen som zal, mits goedkeuring in de vorderingsstaten, 1/3 betaald worden bij de 1ste vorderingsstaat. Betaling van de resterende 2/3 wordt evenredig gespreid over de hele duur van de werf. 02.31.11
Lokalen voor personeel
Meting TGP 02.31.12
Sanitaire voorzieningen
Meting TGP 04
AFBRAAKWERKEN
Zie ook de procedures UZG Uitvoering ð De afbraakwerken zullen met de meeste zorg gebeuren volgens een planning voor te leggen aan de LA. Het bestuur houdt zich het recht voor hieraan wijzigingen aan te brengen. ð De aannemer is verantwoordelijk voor alle schade veroorzaakt door de afbraakwerken, aan de omliggende gebouwen en aan de opritten. Beschadigingen door de aannemer veroorzaakt
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
12/232
zullen worden hersteld of vervangen met gelijkwaardige materialen op zijn kosten. Hetzelfde geldt voor te veel uitgevoerde afbraakwerken alsmede voor openingen in blijvende bouwwerken, ontstaan door diverse afbraakwerken. ð Gedurende de uitvoering van de werken zal hij alle voorzorgsmaatregelen treffen teneinde geen enkele boven- en ondergrondse leidingen, hetzij van elektriciteit, gas of water te beschadigen door neervallen brokstukken of door het opstellen van tuigen of welke handeling ook. De aannemer draagt de kosten voor werken, leveringen, testmetingen uitgevoerd door de gas- en elektriciteit- en/of waterleverende maatschappijen indien deze nodig worden bevonden. ð De afbraak mag geen hinder veroorzaken (geen gebruikshinder, geluidshinder, trilhinder, diensthinder, enz ...) noch aan eigen werken, noch aan derden bij renovatie en ombouwwerken waar de gebouwen nog in gebruik zijn. • Gebruikshinder : op geen enkel ogenblik mag de aannemer lokalen, doorgangen, parkeerplaatsen of rustplaatsen die niet rechtstreeks raken aan de af te breken of aan te passen lokalen en/of zones, afsluiten en/of belemmeren. Mede wordt als belemmering aanzien : stofwolken, watergeluidshinder, evenals elke gevaarzone die wordt geschapen. Omwille van deze eis dient de aannemer een 100% gecontroleerde afbraakmethode te gebruiken en iedere stofwolk te dempen door besproeiing. • Geluidshinder : het lawaai mag in geen geval de volgende waarden overschrijden : ú 90 phon, gemeten op 3 meter afstand ú 80 phon, gemeten op 3 meter afstand, voor een tijdsduur langer dan 10 seconden met tussenperiodes van 10 minuten ú 70 phon, gemeten op 3 meter afstand, voor een tijdsduur langer dan 5 minuten, met tussenperiodes van 10 minuten. Omwille van de hierboven gestelde eis is het de aannemer verboden explosieven of zware trilhamers te gebruiken. • Trilhinder : de amplitude van de veroorzaakte trillingen mag nooit hoger zijn dan 0,2 mm gemeten op een willekeurige plaats in het bestaande gebouw. Trillingen die omwille van hun frequentie geluidshinder of trillingen produceren door resonantie moeten ogenblikkelijk worden stopgezet. Trillingen die verzakkingen, scheuren, enz... kunnen veroorzaken worden ten strengste verboden. • Diensthinder : onder diensthinder wordt verstaan het onderbreken van een voeding- of afvoerleiding zoals telefoon, elektriciteit, riool, enz ... Leidingen die moeten beschermd worden voor en/of gedurende de afbraak worden aangeduid door de LA. 04.20
Afbraak bouwelementen af te voeren van de bouwplaats
Uitvoering ð Al het afbraakmateriaal en het puin worden eigendom van de aannemer die het wegvoert van de bouwplaats ð Alle vreemde elementen die zich in of op de af te breken elementen bevinden worden mee afgebroken en zijn inbegrepen in de prijs van het af te breken element. Bv pleisterwerk op muren, plinten op vloeren, leidingen in muren, ... ð De aannemer zal de nodige schoringen aanbrengen en in stand houden waar nodig. Hij zal eveneens alle aanpalende bouwdelen beschermen.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
13/232
ð ð 04.22
Afbraak af te voeren primaire elementen bovenbouw
04.22.10
Afbraak af te voeren primaire elementen buitenwanden
04.22.12
Afbraak buitenwanden uit panelen of platen
04.22.12.30
Afbraak panelen buitenwanden gebonden met cement
04.22.12.34
Afbraak panelen buitenwanden in gepréfabriceerd architectonisch beton
Uitvoering ð Afbreken van de panelen in gepréfabriceerd architectonisch beton met inbegrip van eventuele wapening, alsmede alle elementen welke zich op op of in de af te breken panelen bevinden zoals verankeringen, haken, isolatie, pleisteringen, bezettingen, bekledingen, plinten, profielen, ... ð Omvat zowel het afbreken van gehele gevelpanelen als gedeelten ervan. Daar waar de gevelelementen doorgesneden dienen te worden en de structuurelementen geen verankering meer hebben dient ofwel extra ondersteuningen en verankeringen aan het bestaande gebouw te gebeuren en dit volgens analoog systeem zoals bestaande en in overleg met de LA. Indien dit echter niet mogelijk is, dient de aanneme de gevelpanelen tussen de steunpunten af te breken en een nieuw gevelelement te voorzien. ð Een volledige waterdichte aansluiting dient te gebeuren tussen te behouden panelen en het gebouw. Meting m² - geveloppervlakte af te breken wandpaneel in gepréfabriceerd architectonisch beton onafhankelijk grootte panelen. Openingen kleiner dan 0,5 m² worden niet afgetrokken. 04.22.20
Afbraak af te voeren primaire elementen binnenwanden
04.22.21
Afbraak binnenwanden uit metselwerk
Materiaal ð lateien bij het maken van openingen : préfablateien met breedte = muurbreedte. Oplegging, sectie, wapeningen volgens gegevens fabrikant en in functie van de op te nemen belasting. Ter goedkeuring voor te leggen aan de LA. Uitvoering
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
14/232
ð Afbreken van de metselwerkelementen met inbegrip van eventuele wapening, alsmede alle elementen welke zich in of op het volume metselwerk bevinden zoals lateien, dorpels, muurblokken, plinten, verankeringen, haken, isolatie, pleisteringen, bezettingen, bekledingen, ... ð Omvat zowel het afbreken van muren als gedeelten ervan (bv deuropeningen) ð Het metselwerk wordt afgebroken tot op de constructievloer. Omvang Inbegrepen : ð Eventuele herstellingen aan vloerafwerkingen metselwerkwanden zijn inbegrepen. ð lateien bij openingen in niet-dragend metselwerk
ter
plaatse
van
de
afgebroken
Worden in een afzonderlijk artikel verrekend : ð lateien bij openingen in dragend metselwerk (metselwerk die vloer- of balkconstructies dient op te nemen andere dan de muren zelf) Meting m³ - netto af te breken volume metselwerk onafhankelijk materiaal (klei, beton, glazen bouwstenen, ...) Deur- en raamopeningen worden gemeten tot onderkant latei (zie afmetingen deur- en raam op plannen) 04.22.23
Afbraak binnenwanden uit draagstructuur en bekleding
Uitvoering ð Afbreken van de montagewanden alsmede alle elementen welke zich in of op de wand bevinden zoals verstevigingen, tabletten, plinten, verankeringen, haken, isolatie, bezettingen, bekledingen, ... ð Omvat zowel het afbreken van wanden als gedeelten ervan (bv deuropeningen) Meting m² - netto oppervlakte af te breken montagewand Deur- en raamopeningen worden gemeten tot onderkant latei (zie afmetingen deur- en raam op plannen) Openingen kleiner dan 0,5 m² worden niet afgetrokken. 04.22.30
Afbraak af te voeren primaire elementen vloeren
04.22.31
Afbraak vloerconstructie
04.22.31.16
Afbraak vloerconstructie in hout
Uitvoering
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
15/232
ð Afbreken van de houten vloerconstructie met inbegrip van eventuele versterkingen, bevestigingen, alsmede alle elementen welke zich in of op de vloerconstructie bevinden zoals dekvloeren, vloerafwerkingen, afwerking onderaan, plafond, plinten, verankeringen, haken, isolatie, pleisteringen, bezettingen, bekledingen, ... ð Omvat zowel het afbreken van totale vloerconstructie als gedeelten ervan (bv openingen) Omvang Inbegrepen : ð Eventuele herstellingen aan vloerafwerkingen naast de afgebroken opening Meting m² - netto af te breken oppervlakte vloerconstructie 04.22.80
Afbraak af te voeren primaire elementen draagstructuren
04.22.83
Afbraak draagstructuren gebonden met cement
04.22.83.30
Afbraak draagstructuren in ter plaatse gestort beton
04.22.83.32
Afbraak draagstructuren in gewapend ter plaatse gestort beton
Uitvoering ð Afbreken van de betonelementen met inbegrip van eventuele wapening, alsmede alle elementen welke zich in of op het volume beton bevinden zoals dorpels, muurblokken, plinten, verankeringen, haken, isolatie, pleisteringen, bezettingen, bekledingen, ... ð Omvat zowel het afbreken van muren als gedeelten ervan (bv deuropeningen) Omvang Inbegrepen : ð Eventuele herstellingen aan vloerafwerkingen ter plaatse van de afgebroken wanden Meting m³ - netto af te breken volume beton Deur- en raamopeningen worden gemeten tot onderkant latei (zie afmetingen deur- en raam op plannen) 04.23
Afbraak af te voeren secundaire en afsluitende elementen bovenbouw
04.23.10
Afbraak af te voeren secundaire elementen buitenwanden
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
16/232
04.23.13
Afbraak buitenramen en -deuren
Uitvoering ð Afbraak van zowel raam en/of deur, de omlijstingen, de bevestiging ervan, beglazing, vulpanelen, vastgemaakte metalen dorpels, raamtabletten en al het beslagwerk. ð Verwijderen van het pleisterwerk op de dagzijden van muren, indien daarop met metselwerk dient aangesloten. Meting m² - oppervlak af te breken raam- of deurgeheel gemeten volgens dagopening geveloppervlak 04.23.50
Afbraak af te voeren elementen opgehangen plafonds
04.23.52
Afbraak uitneembare opgehangen plafonds
Uitvoering ð Afbraak van het plafond als van de draagstructuur, randafwerkingen, evenals alle ingewerkte elementen zoals verlichting, rails, ... ð Omvat zowel het afbreken van gehele plafonds als gedeelten ervan. Daar waar de plafonds gedeeltelijk worden afgebroken, moet de verankering van het blijvend gedeelte zo aangepast worden dat het blijvend gedeelte een volledig stabiel geheel vormt met afgewerkte randen. Meting m² - oppervlakte af te breken plafond onafhankelijk materiaal 04.24
Afbraak af te voeren elementen afwerking
04.24.30
Afbraak af te voeren elementen afwerking vloeren
04.24.31
Afbraak vloerafwerking in stijve platen en tegels tot op constructievl
Uitvoering Het afbreken van de vloerafwerking, eventuele ondervloeren, zandbed en isolaties tot op de constructievloer, alsmede ingewerkte elementen zoals deurtussendorpels, vloermatramen, zettingsvoegen, plinten ... Meting m² - oppervlakte af te breken vloerafwerking onafhankelijk materiaal (natuursteen, klei, hout, ...)
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
17/232
04.24.33
Afbraak vloerafw. in soepele vellen en tegels met behoud ondervloer
Uitvoering ð Het afbreken van de vloerafwerking, verlijming, bevestiging en de eventuele tussenlagen en isolaties tot op de ondervloer, alsmede ingewerkte elementen zoals deurtussendorpels, vloermatramen, zettingsvoegen, plinten ... ð Na afbraak wordt de ondervloer gecontroleerd op beschadigingen. Deze bechadigingen dienen hersteld. Scheuren dienen uitgekapt en bijgewerkt met epoxymortel zodat terug een volledig draagkrachtige ondervloer klaar om te egaliseren wordt afgeleverd. Meting m² - oppervlakte af te breken vloerafwerking 05
AANPASSING- EN HERSTELLINGSWERKEN
05.20
Aanpassing- en herstellingswerken primaire elementen bovenbouw
05.28
Aanpassing- en herstellingswerken draagstructuren
05.28.30
Aanpassing- en herstellingswerken draagstructuren gebonden met cement
05.28.33
Betonrenovatie
05.28.33.10
Betonherstelling
Uitvoering Vooraleer de betonherstelling mag uitgevoerd worden dient er een onderzoek te gebeuren van de bestaande toestand omvattende : ð het opsporen van de aangetaste zones door afkloppen van de totale betonoppervlakte. De hol linkende zones dienen te worden aangeduid op het beton. ð De afbakening van de te herstellen zones gebeurt door de aannemer in aanwezigheid van de architect met verificatie en opmeting. ð ð 05.28.33.13 Betonherstelling van niet-zichtbaar structureel beton Omvang Omvat het afbikken van alle losse betondelen en het vrijmaken van losgekomen wapeing (minimaal 1cm vrij achter deze wapening), het ontroesten van deze wapeng en het herstellen met epoxymortel tot de oorspronkelijke geometrische sectie van het betrokken betonelement.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
18/232
Materiaal ð Hydraulische gemodificeerde mortel type PCC, klasse 2 volgens het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap - Departement Leefmilieu en Infrastructuur - Werkgroep CEP/LIN/MET - subgroep 4 - deel 1 - Betonherstelling met gemodificeerde cementgebonden mortels - Technische voorschriften. De herstellingen worden uitgevoerd met mortels op basis van gemodificeerde hydraulische bindmiddelen (GHB), speciaal voor betonherstellingen. Dit zijn cementgebonden mortels, waaraan polymeren zijn toegevoegd om de kwaliteiten ervan te verbeteren. De mortels worden geleverd in voorgedoseerde verpakking. de mortel dient getest en goedgekeurd te zijn door een erkend laboratorium en aan de vereiste specificaties te voldoen. • de aanhechting van de mortel aan het betonskelet overtreft de treksterkte van het beton; • hardheid: druk groter dan 500kg/cm², trek groter dan 50 kg/cm²; • de aangewenste mortel is vorstvrij, zuur- en corrosiebestendig en bestand tegen scheikundige invloeden van zout en alkaliën, olie, agressieve atmosfeer, enz... Uitvoering ð alle loszittende en bros- en holklinkende betondelen wegbikken tot op harde betonondergrond; ð de vrije wapeningen worden volledig roestvrij gemaakt, ontroestingsgraad volgens Zweedse norm STS 55900: SA2 1/2. Alle vrijgemaakte wapeningsstaven dienen metallisch blank ontroest te worden door middel van grintstralen. Andere technieken zijn kwalitatief minderwaardig. Na ontroesting dienen de staven binnen de 4 uren zorgvuldig te worden beschermd met een dicht anti-roestcoating; ð na droging dient een tweede ant-roestlaag te worden aangebracht, welke liefst een verschillende kleur heeft dan de eerste. Eventueel wordt ovengedroogd kwartszand ingestrooid ter verbetering van de hechting met reparatiemortel; ð de te bewerken betonondergrond moet ruw, droog en vetvrij zijn; ð vooraleer te herstellen wordt deze ondergrond met perslucht ontstoft; ð de omgevingstemperatuur moet hoger zijn dan de minimale verwerkingstemperattuur door de fabrikant der mortel opgegeven; ð aanbrengen van de nodige bekisting; ð aanbrengen van de hechtlaag; ð nat in nat inbrtengen van de reparatiemortel met een fijn truweel. Indien de hechtlaag reeds gedroogd is, moet een nieuwe hechtlaag worden aangebracht. Goed aandrukken zodat geen holtes blijven, inzonderheid rond de wapeing; ð de uitvoeringvoorschriften van de fabrikant dienen nauwgezet gevolgd, ook in verband met de hechtlaag vooraf en de nabehandeling nadien; ð de hechtsterkte van de mortel zeal minstens 1,50 N/mm² bedragen. Scheurvorming of barstjes in de reparatiemortel zijn niet toelaatbaar en zal aanleiding geven tot uitbreken en herstelling op kosten van de aannemer; ð de bestaande oppervlaktestructuur moet zo dicht mogelijk worden benaderd. na overschildering met de verf mag de reparatie quasi niet meer zichtbaar zijn.
Meting
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
19/232
-m², voor lokale betonoppervlakken in zijn geheel te herstellen De herstellingsllaag is maximum 4 cm dik. Plaatselijke dikkere herstellingen worden per 4 cm als lagen bijgerekend. -lm, vrijgemaakte wapening voor herstelling van geroeste wapening of wapening die in gecarbonateerd beton liggen. 05.40
Aanpassing- en herstellingswerken afwerking
05.43
Aanpassing- en herstellingswerken vloerafwerking
05.43.40
Aanpassing- en herstellingswerken bezet- en ondervloerlagen
05.43.44
Aanpassings- en herstellingswerk dekvloeren voor loodwanden
Uitvoering Omvat alle nodige werken en herstellingen aan de bestaande dekvloeren om de loodwanden tot op de constructievloer te laten doorlopen (het lood in de wanden). ð uitbreken van de vloer tot op de constructieplaat ter plaatse van de loodwanden ð inwerken van het lood tot op de constructieplaat ð herstel van de dekvloer met de nodige aangepast materialen zoals epoxymortel zodat een volledige aansluiting wordt bekomen en de montagewanden kunnen geplaatst worden. Meting m - lopende meter lood(wand) in te werken tot op constructievloer in de dekvloer 06
EENHEIDSPRIJZEN MATERIALEN EN LONEN
06.20
Eenheidsprijzen lonen
06.24
Supplement avond- en nachtwerk
Omvang Omvat het supplement kostprijs voor de uren die na de gewone werkuren (met uitzondering van het weekend) uitgevoerd moeten worden. Alleen de uren in overleg en goedgekeurd door de bouwheer en de architect vooraf aan de uitvoering komen in aanmerking. Er wordt geen onderscheid gemaakt in het soort werk dat uitgevoerd wordt tijdens deze uren. De in aanmerking komende uren zijn deze waarop effectief gewerkt wordt. Verplaatsingsduur van en naar de werf of andere werkplaatsen worden niet in rekening gebracht. Meting
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
20/232
aantal uur 06.25
Supplement weekendwerk
Omvang Omvat het supplement kostprijs voor de uren die in het weekend uitgevoerd moeten worden (vanaf zaterdag 00u00 tot zondag 24u00). Alleen de uren in overleg en goedgekeurd door de bouwheer en de architect vooraf aan de uitvoering komen in aanmerking. Er wordt geen onderscheid gemaakt in het soort werk dat uitgevoerd wordt tijdens deze uren. De in aanmerking komende uren zijn deze waarop effectief gewerkt wordt. Verplaatsingsduur van en naar de werf of andere werkplaatsen worden niet in rekening gebracht. Meting aantal uur 10
BODEM EN ONDERBOUW
13
LAGEN EN VLOEREN OP VOLLE GROND
13.20
Reinheidslaag onder beton
13.23
Reinheidslaag gebonden met cement
13.23.30
Reinheidslaag in ter plaatse gestort beton
13.23.31
Reinheidslaag in ongewapend ter plaatse gestort beton
Materiaal ð Ongewapend beton C16/20 met milieuklasse 2b, consistentieklasse maximum korrelgrootte D 20
S3
en
nominale
Uitvoering ð De reinheidslagen worden aangebracht als werkvloer onder het gewapend beton van de funderingen zowel zolen, balken, platen, enz... ð Het beton wordt op ongeroerde grond, gestabiliseerd of verdicht zand aangebracht en goed aangedamd. De bovenzijde is glad, horizontaal en vlak. ð De funderingsbodem wordt door beneveling volledig bevochtigd (geen waterstralen) vlak vooraleer het beton gestort wordt. ð In het beton mag geen enkele holle ruimte voorkomen.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
21/232
ð De laag moet minimum 5 cm uitsteken buiten de erboven komende elementen in gewapend beton. ð Dikte van de laag : volgens meetstaat met een minimum van 10 cm, verticaal gemeten. Omvang Inbegrepen : ð Eventuele verticale bekistingen aan de zijden ð m.i.v. 2 lagen waterdichte rok cfr. detail stabiliteitsplan 01 en bovendzijde glad af te strijken voor branden waterdichte rok. Meting m³ - netto volume De afmetingen zijn deze van de horizontale projectie van het gewapend beton waaronder het mager beton wordt geplaatst; alle zijden vermeerderd met 5 cm, ermee rekening houdend dat geen volume 2 maal in rekening wordt gebracht. Het volume ingenomen door andere bouwelementen evenals openingen groter dan 0,30 m² worden afgetrokken. 16
FUNDERINGEN EN KEERMUREN
Algemeen ð De aannemer is ertoe gehouden alle openingen, aangeduid op de plans alsmede deze opgedragen door de LA tijdens de werken, te verwezenlijken door uitsparingen zonder in het metselwerk en/of het beton te moeten hakken. Het betreft in eerste instantie alle openingen of doorboringen voor werken begrepen in deze aanneming. Het betreft eveneens alle openingen en doorboringen welke de LA bij uitvoering der werken, of alle openingen welke op uitvoeringsplans worden aangeduid, ook wanneer deze niet op de aanbestedingsplans voorkomen. Het betreft zowel openingen voorkomend op de diverse architectuurplans als deze voorkomend op de stabiliteitplans. Openingen tot 0,3 m² worden uitgevoerd zonder aftrek van volume. Bij openingen groter dan 0,30 m² worden de volumes afgetrokken. ð Openingen, bevestigingsmiddelen, enz... die in een element vooraf dienen aangebracht te worden, zijn begrepen in de prijs van dit element, tenzij hiervoor een afzonderlijke post wordt voorzien. ð Voor sanitaire leidingen en luchtkanalen doorheen wanden en regenwaterleidingen doorheen vloeren en/of balkons zal een doorvoerhuls aangebracht worden. Het leveren en plaatsen van deze hulzen, evenals de waterdichte afwerking er rond is uit te voeren door de aannemer van de ruwbouwwerken en wordt in een afzonderlijk artikel opgemeten. ð Metselwerkconstructies mogen nooit dienen als bekisting of verloren bekisting. ð Geen enkel afval, het weze cement, cementmelk of samenstellend zand of grond mag in de rioleringen terecht komen. Mocht zulks toch per ongeluk gebeuren dan moet de aannemer onmiddellijk de rioleringen doorspuiten en volledig reinigen. Indien de aannemer deze reiniging(en) nalaat zal de LA ambtshalve doen optreden op kosten van de aannemer.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
22/232
16.10
Onderschoeiing van bestaande constructies
16.12
Onderschoeiing in beschoeide sleuf
16.12.30
Onderschoeiing gebonden met cement in beschoeide sleuf
16.12.33
Onderschoeiing in ter plaatse gestort beton
Materiaal ð Gewapend beton C30/37 EE1 beantwoordend aan art. 28.33.20. ð Wapening S500 Uitvoering Omvat alle uitvoeringen voor het bekomen van een zettingsvrije (horizontale en verticale) onderschoeiing in gewapend beton. ð Beantwoordend aan art. 28.33.20. ð Het beton wordt gestort van beperkte hoogte en verdicht. ð Op het verwerken zijn de voorschriften van bundel TB 104 en de normen NBN B15 van toepassing. Er wordt steeds in de massa getrild. De continuïteit tussen de verschillende moten wordt verzekerd door uit te plooien wapeningen aangebracht in geprefabriceerde verankeringsdozen (apart gerekend). De lengte van de moten is maximum 1m, mits instemming van de LA, mogen op verantwoordellijkheid van de aannemer de moten verlengd worden. ð Alle bekistingen worden in de enheidsprijs van het beton begrepen; In de werksleuf wordt de keerwand op minstens 120 cm van de te onderschoeiien fundering geplaatst. ð De beschoeide sleuf, per mootlengte, wordt afzijdig gestut tijdens het graven (max. vrijgegraven hoogte 0,40 m vooraleer beschoeiing aan te brengen en op te spannen tegen de achtergelegen grondmassa met opvulling met gestabiliseerd zand van envetuele holtes) en an uitvoering betonkeerwand opgevuld met verdicht zand, dit om ontspanning grond te voorkomen onder de bestaande fundering. De verloren beschoeiing achter de te storten keerwand wordt uitgevoerd ing ewapend betonnen prefabplaatjes van beperkte hoogte (max 0,40m), uitvoering aaneensluitend zodat ten alle tijde geen enkele achtergelegen grond of zandverlies optreedt, zoniet dienen de voegen gedicht te worden (stijfheid betonplaatjes in functie van stutafstand max 1 cm vervorming toelaatbaar). ð De aannemer voorziet tevens de nodige en voldoende stutwerken van de vrijgegraven niet onderkelderde gemene muren, gevelmuren of onderschoeiingen. Indien de achtergelegen grondmassa te laag is om te stutten dient deze opgehoogd tot minimaal 0,40 m onder het peil van het straatniveau, of vloerniveau gelijkvloers van de te onderschoeien muur. Alle gemene muren dienen steeds minstens 40 cm dieper uitgeschoeid te worden dan het laagste peil uitgraving, ten behoeve van de nieuwbouw. De uitvoeringswijze van de beschoeiing is een uitvoeringsmodaliteit van de aannemer, waarbij evnetuele hierdoor ontstane schade een last is van de aanneming. ð Prefabsysteembeschoeiing die mechanisch in de grond geduwd worden tijdens mechanische uitgraving zijn niet toegelaten wegens het continu ongestut open komen van de beschoeiing
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
23/232
onder def underingsmuur en de verhoogde kans op wegvloeien van de grond onder de vloerplaten en de fundering. ð De aannemer voorziet tevens al het nodige om het ontstaan van het schouweffect te verhinderen. Omvang inbegrepen : ð alle delf- en wederaanvullingsweken, manueel of mechanisch ð de fasering en schoringswerken (steeds alternerende uitvoering moten, volgens voor te leggen motenplan) ð eventuele waterstandsverlaging, steeds lokaal in de omgeving van de onderschoeiingsput ð waterdichting bouwkuip indien deze beïnvloed wordt door het beschoeiingssysteem (waterdichte aansluiting aansluitende moten) ð het plaatsen van de continuïteitswapening tussen de aansluitende moten ð de krimprvrije en volledige aansluiting onderschoeiingsbetonwand tegen de onderijde fundering ð het voorzien van de nodige doorvoering en bevestigingspunten in de onderschoeide wand of betonconsoles voor de eventueel voorziene te boren trekankers ð het achteraf verwijderen van alle hinderlijke uitvoeringen ten gevolge van deze beschoeiing ð bij de eventuele trekankers het boren en het achteraf verwijderen van klemmen en consoles ð de hrur van privaat en publiek domein voor het uitvoeren van de beschoeiing ð cementlaag aan binnenkant liftkuip ð ð 16.12.33.10 Onderschoeiing - beton C30/37 EE1 16.12.33.12
Onderschoeiing - beton C30/37 EE1 voor funderingswanden
Meting m³ - volume 16.12.33.20
Onderschoeiing - wapening
16.12.33.21
Onderschoeiing - wapening BE500S
Meting kg 16.12.33.30
Enkele rij continuïteitswapening in gepref. verankeringsdozen
16.12.33.31
Enkele rij continuïteitswap. in gepref. verankeringsdozen diam 12/15mm
Meting
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
24/232
m - lopende meter 16.40
Funderingen
16.43
Funderingen gebonden met cement
16.43.30
Funderingen in ter plaatse gestort beton
16.43.33
Funderingen in gewapend waterdicht ter plaatse gestort beton
Materiaal ð Gewapend beton beantwoordend aan art. 28.33.20 ð Toeslagstof voor waterdicht beton Scheikundige toeslagstof in de beton voor het bekomen van waterdicht beton, naar keuze van de aannemer, door de SI goed te keuren. Voldoet aan NBN T 61-001, NBN T 61-002, NBN T 61-101. ð Voor waterdicht beton wordt CEM III/B 32,5 gebruikt wegens zijn lage hydratatiewarmte. het togepaste cementgehalte mag niet hoger zijn dan het minimaal vereiste cementgehalte volgens NBN EN 206-1 en NBN B 15-001. ð Voor waterdicht beton moeten de minimale hoeveelheden cement zoals voorzien in NBN EN 206-1 aangewend worden en mogen geen hogere gehaltes toegepast worden. Verder mogen enkele cementsoorten van de klasse 30 (oa CEM III/B32,5 - LA) met lage hydratatiewarmte toegepast worden voor massieve delen (dikte groter dan 30 cm). De scheurwijdte dient steeds beperkt te blijven tot 0,2 mm. ð Waterdicht beton - agressief milieu Voor al het ondergronds beton bedraagt het cementgehalte minstens 350 kg/m³ beton. Het gebruik van superplastificeerder is verplichtend om de verdichtinggraad te verhogen. De cementsoort is steeds van het type HSR. ð Stortvoegbanden: Samenstelling: vlakke rubberplaat (dikte minstens 0,5 cm) met aan één zijde 6 uitstekende doorlopende rubbernokken, minstens 3,5 cm hoog. De opstaande nokken zijn voldoende stijf om tijdens de betonneringsfase recht te blijven; Breedte band: minstens 33 cm. Het rubbermateriaal moet aan volgende kwaliteitseisen voldoen: • hardheid: 50-70 shore A • treksterkte: minimum 17,5 N/mm² • rek bij breuk: minimum 375 % • verouderingsweerstand: proeven uit te voeren volgens Geer-Evans na 15 dagen in droge luchtoven tot 70°C ù hardheid: maximum verandering van 8° shore A ù treksterkte en rek bij breuk: max. verandering van 25 % ù blijvende deformatie na 3 dagen tot 20 °C: max. 25 % ð Waterdichte injectie stortvoegen: Injectiekanaal in de stortvoeg in te brengen. Na verharden beton injectie met chemische grout. ð Bescherming beton in aanraking met de grond dmv bestrijkingsproduct samengesteld op bitumenbasis (ca 60% bitumen, 40% oplosmiddel) welke na aanbreng een beschermende
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
25/232
laklaag op het behandelde oppervlak vormt waardoor de inwerking wordt tegengegaan van humuszuren, zwakke zuren en basen, algen en schimmels, agressief grondwater. Het product mag niet oplosbaar zijn in water en is temperatuurbestendig tot 125°C. Uitvoering ð Beantwoordend aan art. 28.33.20. ð De aannemer treft de nodige en voldoende maatregelen om waterdicht aan de binnenzijde droge vloeren en wanden (zonder vochtige plekken) te bekomen, ttz.; • toeslagstof voor uitvoering waterdicht beton • indien de aannemer het nodig acht, het nemen van een grotere dikte voor de wanden van de kelderbekuiping (enkel de voorziene hoeveelheid kan aangerekend worden, eventuele verzwaring is ten laste van de aannemer en is begrepen in de prijsvorming van de betrokken betonartikels). • stortvoegen en hernemingvoegen ten gevolge van de bepalingen van art."Verwerking van het beton" worden verplichtend uitgevoerd met een waterdichtheidsprofiel (rubber, PVC of stalen voegbanden + de mogelijkheid tot scheikundige waterdichting der voeg) naar keuze aannemer ter goedkeuring voor te leggen aan de leidende Ingenieur • het uitvoeren van de nodige bevestigingen in deze beton, voor sanitair, verwarming en elektriciteit, enz... bedraagt maximum 6 cm, en mag slechts toegepast worden 1,00 m boven het grondwaterpeil vermeld in het grondmechanisch onderzoek. • het herstellen d.m.v. injectie met een inert en tijdsstabiel product van de ondichtheden in de beton teneinde een volkomen waterdichte beton te bekomen. • de aanvaarding van de aangewende waterdichtingsmaterialen door het Bestuur vermindert niet de uitvoeringsverantwoordelijkheid voor waterdichte constructies van de aannemer. • voor waterdicht beton moeten de minimale hoeveelheden cement zoals voorzien in NBN EN 206-1 aangewend worden en mogen geen hogere gehaltes toegepast worden (gebruik van vliegas als compenserende faktor is wel toegelaten) ð Stortvoegen a) Stortvoegen funderingswanden De stortvoegen moeten gerealiseerd worden middels een verticale zijbekisting, waardoor de overlappingwapening en voegband (bij waterdicht beton) uitsteekt. Na het wegnemen van deze zijbekisting moet de aan te betonneren oppervlakte verticaal zijn en over haar totaliteit geruwd worden met een luchtdrukbikkelhamer; alle grindnesten in het aan te sluiten oppervlak moeten verwijderd worden. Bij de zichtbare betononderdelen moeten ter plaatse van de stortvoegen steeds hoeklatjes geplaatst worden. Indien als zijbekisting een met ribben versterkt gerekt metaalgaas wordt aangewend, moet de aannemer de nodige hulpmiddelen aanwenden om het gaas in verticale positie te behouden. Het metaalgaas moet derwijze gekozen worden dat de cementmelk niet door dit gaas kan treden, zodat grindnesten in de gestorte betonmassa aan de stortvoegen ontstaan. Alle betonspecie die zich vastgezet heeft op de vrije zijde van het gaas moet voorafgaandelijk aan het aanbetonneren verwijderd worden. De rand van het metaalgaas wordt eveneens verwijderd, zodat na aanbetonneren volgende stortfase alle metaaldelen de normale betondekking hebben. De stortvoegen en de aangewende materialen moeten voorafgaandelijk aan de uitvoering der werken ter goedkeuring aan het Bestuur worden voorgelegd. b) Stortvoegen funderingsplaat op volle grond De stortvoegen der vloerplaten op volle grond hebben een minimale breedte van 1,0 m à 1,5 m ter overlapping van de wapening, zodat de moten onafhankelijk van elkaar gebetonneerd kunnen worden. De uitvoering der voeg geschiedt zoals voor de funderingswanden.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
26/232
In de stortnaad wordt steeds een stalen- of rubbervoegstrip ingebetonneerd. Overlapping of verbindingen der voegstrippen worden steeds gelast of gevulkaniseerd. ð Stortvoegbanden: • plaatsing op geëffende zuiverheidbeton, vlak aan te brengen, rubber nokken omhoog; • de nokken in te betonneren in 2° stortfase zijn volledig betonvrij en gezuiverd van alle vreemde materialen; • lassen • Het plaatstaal aan beide uiteinden over enige lengte uit de rubber laten steken en aan elkaar lassen. Daarna de rubber tot één geheel lassen door warme vulkanisatie. • de rubberstrook mag op geen enkele plaats beschadigd of doorboord zijn; ð Waterdichte injectie stortvoegen • Montage injectiekanaal tussen de wapening op een zuiver gemaakte strook van 5 cm, bevestiging met vlechtdraad aan de wapening, alle 20 cm. • Het injectiekanaal wordt op regelmatige afstanden voorzien van PVC-injectiemonden, uitstekend uit de bekisting. Injectiekanaaluiteinden overlappen elkaar steeds minstens 20 cm. • Het injectiekanaal zal zo opgebouwd zijn dat zijn steunspiraal van staaldraad het platdrukken van de buitenmantel en daardoor het afklemmen van het injectiekanaal voorkomt. Een binnenste zeefmantel van geweven kunststofvezels fungeert als drager van het hierover aangebrachte vliesmembraan. Een vliesmembraan uit niet geweven glasvlies met polyester finish, filtreert de fijnste cementdeeltjes tijdens het betonstorten en voorkomt het dichtslibben van het injectiekanaal. Een buitenste zeefmantel beschermt het onderliggende systeem. • Plaatsing en uitvoering volgens voorschriften van de leverende firma. • Injectie van het geplaatste kanaal met een uiterst dun vloeibaar elastisch blijvend injectiehars dat niet corrosief is voor de wapening, chemisch stabiel, niet afbreekbaar door grondwaterstroming. • De aannemer garandeert de volkomen waterdichtheid gedurende een periode van minimum 10 jaar. • Na injectie worden de injectiewanden afgesneden effen met het betonoppervlak en wordt het injectieproduct, dat uit de voegen komt, verwijderd en de voeg gereinigd en geëffend. ð Aanbrengen bestrijking op een met mortel geëffende ondergrond met behulp van een kwast of spuit op de onderrond aangebracht in twee lagen a rato van 200 - 250 g/m³ per laag. De bestrijking mag niet uitgevoerd worden bij te vochtige ondergrond. ð ð 16.43.33.15 Funderingswanden in gewapend waterdicht beton Materiaal Beton sterkteklasse C25/30 omgevingsklasse : EE3 consistentieklasse : S3 nominale maximum korrelgrootte : 20 Meting m³ - netto volume conform NBN B06-001 van 1982 (metingen voor gebouwen).
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
27/232
16.43.33.16
Funderingsplaten in gewapend waterdicht beton
Materiaal Beton sterkteklasse C30/37 omgevingsklasse : EE3 consistentieklasse : S3 nominale maximum korrelgrootte : 20 Meting m³ - netto volume conform NBN B06-001 van 1982 (metingen voor gebouwen). 20
PRIMAIRE ELEMENTEN BOVENBOUW
Algemeen ð De aannemer is ertoe gehouden alle openingen, aangeduid op de plans alsmede deze opgedragen door de LA tijdens de werken, te verwezenlijken door uitsparingen zonder in het metselwerk en/of het beton te moeten hakken. Het betreft in eerste instantie alle openingen of doorboringen voor werken begrepen in deze aanneming. Het betreft eveneens alle openingen en doorboringen welke de LA bij uitvoering der werken, of alle openingen welke op uitvoeringsplans worden aangeduid, ook wanneer deze niet op de aanbestedingsplans voorkomen. Het betreft zowel openingen voorkomend op de diverse architectuurplans als deze voorkomend op de stabiliteitplans. Openingen tot 0,3 m² worden uitgevoerd zonder aftrek van volume. Bij openingen groter dan 0,30 m² worden de volumes afgetrokken. ð Openingen, bevestigingsmiddelen, enz... die in een element vooraf dienen aangebracht te worden, zijn begrepen in de prijs van dit element, tenzij hiervoor een afzonderlijke post wordt voorzien. ð Voor sanitaire leidingen en luchtkanalen doorheen wanden en regenwaterleidingen doorheen vloeren en/of balkons zal een doorvoerhuls aangebracht worden. Het leveren en plaatsen van deze hulzen, evenals de waterdichte afwerking er rond is uit te voeren door de aannemer van de ruwbouwwerken en wordt in een afzonderlijk artikel opgemeten. ð Metselwerkconstructies mogen nooit dienen als bekisting of verloren bekisting. ð Geen enkel afval, het weze cement, cementmelk of samenstellend zand of grond mag in de rioleringen terecht komen. Mocht zulks toch per ongeluk gebeuren dan moet de aannemer onmiddellijk de rioleringen doorspuiten en volledig reinigen. Indien de aannemer deze reiniging(en) nalaat zal de LA ambtshalve doen optreden op kosten van de aannemer. 21
BUITENWANDEN
21.90
Hulpstukken en onderdelen buitenwanden
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
28/232
21.92
Wandisolatie buitenwanden
21.92.10
Spouwmuurisolatie
21.92.18
Spouwmuurisolatie in kunststof
21.92.18.10
Spouwmuurisolatie in thermoplastische kunststoffen
21.92.18.13
Spouwmuurisolatie in geëxtrudeerd polystyreen (XPS)
21.92.18.13.20
Geëxtrudeerd polystyreenisolatie (XPS), volledige spouwvulling
Materiaal ð Isolatieplaten in homogeen geëxtrudeerd hard eenlagig polystyreenschuim met gesloten cellenstructuur, gekleurd in de massa, met enkel lucht als celgas zodat er geen sprake is van aantasting van de ozonlaag of broeikaseffect. De platen zijn voorzien aan beide zijden van een gladde gesloten schuimhuid. De platen worden gebruikt met tand en groef verbinding waarbij de tand naar boven gericht geplaatst wordt. . Het isolatiemateriaal en het systeem hebben een technische goedkeuring met certificaat en zijn onderworpen aan een permanente externe kwaliteitscontrole door een erkend organisme.. Volumegewicht : ± 33 kg/m³ gedeclareerde warmtegeleidingscoëfficient : variërend van 0,031 W/mK (dikte 30 mm) tot 0,035 W/mK (dikte 80 mm tot 0,40 W/mK (dikte 180 mm) Brandklasse A1 volgens NBN S 23-203 Maximale wateropname van 0,2 vol% na 28 dagen volledige onderdompeling. Afmetingen : ± 2500 x 600 mm Druksterkte : 300 kPa bij 10% vervorming volgens EN 826 Elasticiteitsmodulus : 20.000 volgens EN 826 ð Achthoekige PVC-clips, welke over de spouwhaak geklemd de isolatie op hun plaats houden. Uitvoering ð De ondergrond moet vrij zijn van bekistingolie, losse delen en stof. Grote oneffenheden, zoals uitpuilende voegspecie en betonbramen dienen verwijderd te worden. ð Plaatsen van de isolatieplaten in de spouwen tijdens de uitvoering van de gevelmetselwerken. Het buitenspouwblad wordt pas opgetrokken na uitvoering van de isolatie over het gevelvlak, teneinde controle te hebben over de goed aansluitende plaatsing ervan. De platen worden nauwsluitend geplaatst met tand en groef. Ze worden tegen het binnenspouwblad aangedrukt. ð Bevestiging volgens richtlijnen fabrikant, ter goedkeuring voor te leggen. De bevestigingsankers worden op maximum 60 cm van elkaar geplaatst. ð De platen worden aan de kanten recht versneden om perfect aan te sluiten tegen de andere bouwelementen. ð Het uitvoeren dient met de grootste zorg te gebeuren, zodanig dat er geen metselmortel tussen de isolatieplaten komt.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
29/232
ð Bij tussentijdse beëindiging van het werk dient de isolatie beschermd tegen bevuiling, beschadiging en bevochtiging. ð ð Geëxtr polystyreenisolatie dikte 60 mm, volledige spouwvulling 21.92.18.13.23 Meting m² - netto oppervlakte. Openingen groter gevelopeningen worden de dagmaten genomen.
dan
0,30
m²
worden
21.92.18.20
Spouwmuurisolatie in thermohardende kunststoffen
21.92.18.26
Spouwmuurisolatie in polyisocyanuraatschuim (PIR)
21.92.18.26.30
Harde polyisocyanuraatisolatie (PIR) achter gevelbekleding
afgetrokken.
Van
Materiaal ð Isolatieplaten in hard polyisocyanuraatschuim (taufoam) aan beide zijden voorzien van een gewafelde zuivere aluminium van 50µ waarvan één zijde een raster heeft. De platen hebben een tand- en groefkliksysteem aan de vier zijden. De platen hebben een technische goedkeuring en een CEN Keymark, hierdoor zijn ze onderworpen an een permanente kwaliteitscontrole, uitgevoerd door een erkend organisme Volumegewicht : ± 30 kg/m³ Gedeclareerde warmtegeleidingscoëfficiënt : max. 0,024 W/mK Druksterkte bij 10% vervorming >= 150 kPa (1,5 kg/cm²) Afmetingen van de platen : ± 1200 x 600 mm. brandreactie A1 volgens KB 19/12/1997 en euroclass D s2 d0 volgens EN 13501-1 ð Mechanische bevestigingen met voldoende grote aandrukschotel volgens richtlijnen fabrikant platen, ter goedkeuring voor te leggen aan de LA. ð folie : dampopen, waterdicht en UV-bestendige folie Uitvoering ð De ondergrond moet vrij zijn van bekistingolie, losse delen en stof. Grote oneffenheden, zoals uitpuilende voegspecie en betonbramen dienen verwijderd te worden. ð Plaatsen van de isolatieplaten strak tegen de draagmuur door middel van minstens 3 mechanische bevestigingen per plaat. De pluggen worden homogeen verdeeld. Een goede aansluiting tegen de ondergrond moet verzekerd zijn om convectiestromingen rond de isolatie te vermijden. De plaat wordt met de tand naar boven geplaatst. ð De platen worden aan de kanten recht versneden om perfect aan te sluiten tegen de andere bouwelementen. ð Bij tussentijdse beëindiging van het werk dient de isolatie beschermd tegen bevuiling, beschadiging en bevochtiging. ð De naden dienen afgeplakt met een daartoe bestemde tape van de fabrikant van de isolatieplaten. De tape wordt aangebracht op een droge, propere ondergrond en wordt over zijn volledige lengte goed aangedrukt.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
30/232
ð Via regelschroeven, aangebracht doorheen de isolatie in de draagstructuur wordt het lattenwerk volledig uitgelijnd, waarna de gevelafwerking kan aangebracht worden. Het aantal regelschroeven, onderlinge afstand, secties van de draagstructuur en de plaatsing van de gevelbekleding wordt voorzien en beschreven in het artikel van de gevelbekleding. ð Bij open voegen in de buitengevelbekleding wordt over de hele oppervlakte een folie aangebracht tegen de geplaatste isolatie. ð ð 21.92.18.26.37 Polyisocyanuraatisolatie dikte 100 mm, achter gevelbekleding Meting m² - netto oppervlakte. Openingen groter gevelopeningen worden de dagmaten genomen.
dan
21.94
In te werken elementen in buitenwanden
21.94.10
Plintblokken
0,30
m²
worden
afgetrokken.
Van
Materiaal ð waterkerende laag : butyl-rubber folie, een laag elastomeer met geringe onverzadigheid, die bekomen wordt door co-polymerisatie bij lage temperatuur van isobutyleen en kleine hoeveelheden isopreen. Dikte : 1,2 mm Trekweerstand : min. 10 N/mm² scheurweerstand : min. 40 daN/cm breukrek : min. 400% Lijm : op basis van butyl en oplosmiddelen, koud aan te brengen, en geschikt, zowel voor het kleven van folie onderling, als voor het kleven op de draagvlakken. Uitvoering ð De plintblokken vormen het onderste deel van de muren. De plintblok ondersteunt het daarop komende metselwerk of wandplaten. ð De plintblok wordt extra aan het skelet bevestigd dmv hulpstukken uit roestvrij staal. De bevestigingsgaten met een diameter van 8 mm worden geboord in de zijkanten van de plintblokken. ð De plintblokken worden vlot in de mortel gelegd en opgevoegd met cementmortel. ð Hoeken en richtingsveranderingen worden als hoekstukken uitgevoerd. ð De plintblokken worden door een waterkerende laag van het metselwerk, wandplaten en fundering gescheiden. Zie principeschets. De banen van zullen zoveel mogelijk uit 1 stuk bestaan. Indien er toch lassen voorkomen zullen de verschillende banen elkaar ten minste 10 cm overlappen. De overlappende stroken worden over het volledige oppervlak aan elkaar gekleefd door middel van een hechtstrip en lijm. ð Indien de onderzijde van de plintblok zich onder het maaiveld bevindt, dient de waterdichting van de fundering opgetrokken tot boven de voeg tussen plintblok en fundering. ð ð
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
31/232
21.94.11
Plintblokken in natuurproducten
21.94.11.20
Plintblokken in natuursteen
21.94.11.26
Plintblokken in blauwe hardsteen
Materiaal Blauw hardsteen : crinoïde kalksteen 'petit granit' categorie B. Afkomstig uit één en dezelfde geologische étage, gelijkmatig van kleur, tint en samenstelling. De stenen zullen gaaf zijn en een heldere klank geven. Ze zullen afkomstig zijn uit een groeve die voor haar volledige uitbating, voor alle banken beschikt over een door de Butgb afgeleverde technische goedkeuring. Volumegewicht volgens NBN B24-213 : max. 2700 kgm³ Druksterkte volgens NBN B15-220 : gem. 170 N/mm² Poreusheid (onder vacuüm van 740 mm HG) volgens NBN B24-213 : max. 0,51 vol% Slijtvastheid (Amsler methode) volgens NBN B15-223 : 3,37 mm/1000m Vorstbestendig volgens de normen NBN B24-213 en NBN B27-009 Niet capillair. Bestand tegen aantasting door sulfaten. Afwerking plintblok in blauwe hardsteen : De stenen worden gezaagd. De zichtbare verticale vlakken worden ook gezaagd. Meting m³ - netto volume van de omgevende balkvorm met als minimum per plintblok ... 0,01 m³ en dit zonder rekening te houden met voegen tenzij deze samenvallen met een richtingsverandering. 22
BINNENWANDEN
22.10
Binnenwanden uit metselwerk
Materiaal ð waterkerende laag : butyl-rubber folie, een laag elastomeer met geringe onverzadigheid, die bekomen wordt door co-polymerisatie bij lage temperatuur van isobutyleen en kleine hoeveelheden isopreen. Dikte : 1,2 mm Trekweerstand : min. 10 N/mm² scheurweerstand : min. 40 daN/cm breukrek : min. 400% Lijm : op basis van butyl en oplosmiddelen, koud aan te brengen, en geschikt, zowel voor het kleven van folie onderling, als voor het kleven op de draagvlakken. Uitvoering
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
32/232
ð Na elke werkonderbreking wordt de gebonden mortel weggenomen die boven de laatste laag stenen werd gelegd. ð Bij droog weer worden de materialen voldoende bevochtigd om een goede aanhechting te bekomen, tenzij een speciaal product aan de mortel is toegevoegd om de kleef te bevorderen. ð De hoeken en de verbindingen tussen muren worden uitgevoerd in verband. Het uitsparen van een gleuf met het oog op het later inlaten van een andere muur is verboden. ð Al het metselwerk wordt uitgevoerd met ongeschonden en niet gebarsten steen. ð Toleranties : op de verdiepingshoogte : + 1 of - 1 cm op de openingen : + of - 1 cm ð Een staal van de steen dient voorafgaandelijk aan de architect ter goedkeuring voorgesteld. Na goedkeuring zal één vierkante meter gemetst worden volledig gevoegd en behandeld. Eventueel kunnen meerdere proefvlakken bevolen worden. De stenen dienen geleverd op stevige laadplanken of paletten en met de meeste zorg verhandeld. Geschonden stenen worden onmiddellijk van de werf verwijderd. ð Bij traditioneel metselwerk zal de aannemer onder zijn verantwoordelijkheid, vooraf de metsel- en voegmortel onderzoeken om de verenigbaarheid van de mortels en stenen na te gaan om uitbloeiingen te vermijden. ð De muren worden te lood en goed vlak uitgevoerd. Horizontale voegen hebben overal dezelfde dikte en zijn perfect horizontaal. Verticale voegen zijn om de twee lagen perfect in elkaars verlengde. Waar verticale voegen doorlopen over meerdere lagen zal een verankering in de horizontale voegen worden toegepast om de 2 lagen. Het draagvlak is goed effen, de randen recht en zuiver te lood gesteld. Metselstenen worden lichtjes nat gemaakt, zonder dat het water eraf stroomt, nat maken door onderdompeling is niet toegelaten. ð Metselblokken en -stenen die afwijken van de standaard afmetingen worden bekomen door verzagen ofwel worden speciale blokken besteld. In zichtbaar blijvende vlakken komen nooit zaagvlakken voor. ð Alle muren worden geplaatst op de draagvloeren tenzij uitdrukkelijk anders vermeldt in de hierna volgende artikels. ð Alle binnenwanden zullen worden voorzien van een waterkerende laag. De bovenzijde van het metselwerk wordt met cementmortel effen gestreken ter hoogte van de aan te brengen strook. Op deze afstrijklaag wordt de waterkerende laag gelegd. De banen zullen ter hoogte van de overlapping aan elkaar worden gekleefd en elkaar ten minste 10 cm overlappen. De overlappende stroken worden over het volledige oppervlak aan elkaar gekleefd door middel van een hechtstrip en lijm. De waterkerende laag wordt aangebracht ter hoogte van de plint (noch boven de plint, noch eronder). Tot bepaling van deze hoogte zal de aannemer tijdig de nodige inlichtingen inwinnen. De waterkerende laag wordt ingewerkt over de volledige breedte en zal minstens 1 cm uit steken uit de muurvlakken. Overal waar nodig om contact van het funderingsmetselwerk met binnenmetselwerk te vermijden zal een 2de waterkerende laag worden aangebracht. ð Verankering van muren aan bestaande constructies. In principe worden de muren verankerd door het inwerken in verband in de bestaande muren. Is dit niet mogelijk dan wordt om de 50 cm een voegband in het metselwerk ingewerkt en aan de bestaande constructie verankerd. Analoge verankeringen worden aangebracht om de 0,50 m horizontaal en verticaal tussen de 2 gedeelten van een muur, samengesteld uit 2 maal een halve steen. ð Al het metselwerk dat niet voorzien is van het supplement meegaand voegwerk of nietmeegaand voegwerk is bestemd om bepleisterd te worden. Het zal voldoende ruw zijn. De voegen zullen worden uitgekrabd, de lateien zullen zo uitgevoerd worden dat een goede hechting van het pleisterwerk op de muren mogelijk is.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
33/232
ð Na vermetsen dient het metselwerk doelmatig beschermd tegen bevuiling of beschadiging. ð De muren worden uitgevoerd in halfsteensverband. ð Verticale bewegingsvoegen Bewegingsvoegen moeten voorzien worden met een maximale dilatatie-afstand : • voor metselwerk in klei : 30 m • voor silicaatsteen : 8 m • voor beton : 8 m • voor cellenbeton : 6 m • voor gipsblokken : 5 m Afhankelijk van de omgevingstoestand (vochtigheid, temperatuur), de krimp van de gebruikte gevelsteen, de constructieve kenmerken van de muur (verbindingen, openingen, wapening, ...) dient de afstand tussen de voegen te worden aangepast. Dit in overleg met de LA. De bewegingsvoegen moeten aangebracht worden op de plaatsen waar de mogelijkheid tot scheurvorming het grootst is. Dit is daar waar een verandering of verkleining in de doorsnede optreedt die spanningsconcentraties teweegbrengt. De voegen gaan doorheen de hele dikte van de muur en hebben een wijdte van ongeveer 1 à 1,5 cm. De voeg wordt opgevuld met een elastische voeg volgens art. 49.11.10. Er dienen glijankers van diameter 6 mm ingewerkt. Brandwerende voegen dienen uitgevoerd in S-vorm en opgevoegd met een brandwerende voegdichting zodanig dat de wand dezelfde brandweerstand heeft met als zonder uitzettingsvoeg. ð Bij niet-dragende binnenwanden dient de voeg tussen de wand en het constructieplafond opgevoegd met polyurethaanschuim. Na uitharding dient het overtollige schuim afgesneden. De binnenmuur opgespoten met polyurethaanschuim dient dezelfde brandweerstand te bezitten als dragende binnenmuren. Omvang Inbegrepen : ð het opbreken van vloerafwerkingen om de muren te plaatsen op de draagvloeren alsmede het aanwerken van de vloeren tot tegen de muur door middel van mortel, effen gestreken tot op het peil van de afgewerkte vloer. ð de nodige spouwhaken en bandijzers, bloketten ð doorvoer- en/of vastzettingshulzen ð het eventueel aanpassen van de laaghoogte zodat de waterkerende laag op de juiste hoogte aangebracht kan worden ð het ter plaatse uitleggen van de eerste lagen ð het voorleggen van stalen en laten uitvoeren van de geëiste proeven ð het verzagen van de stenen en/of blokken ð het uitvoeren van hoeken groter of kleiner dan 90° Worden in een afzonderlijk artikel verrekend : ð voegwerk ð uitzettingsvoegen doorheen de hele ruwbouwconstructie ð ð 22.14 Binnenmetselwerk in klei 22.14.10
BOECKX ARCHITECTS
Binnenmetselwerk in gebakken klei
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
34/232
22.14.14
Binnenmetselwerk in geperforeerde baksteen
Omvang Inbegrepen : ð uitcementeren van alle dagkanten ramen zodat de bevestiging van de ramen op correcte en voldoende stabiel wijze kan gebeuren ð uitcementeren van de bovenste laag van de borstweringen van de ramen met opvulling van de gaten tot op voldoende diepte zodat een stevig en stabiel geheel ontstaat voor de bevestiging van de ramen. ð ð 22.14.14.10 Traditioneel binnenmetselwerk in geperforeerde baksteen (SB) Materiaal ð Geperforeerde baksteen volgens NBN B23-003 en B23-003 add.1, type voor dragende wanden. volumemassaklasse 1,6 (1000 kg/m³ < droog volumemassa <= 1600 kg/m³) f-klasse f10 (karakteristieke druksterkte fbk >= 10 N/mm²) akoestische isolatie : vermetst op 19 cm alsmede bepleisterd op beide zijden categorie IIb volgens NBN S01-400. De aannemer kiest vrij de afmetingen van de blokken, mits de op de plan aangeduide muurdikte en hoogte te eerbiedigen. ð Metselmortel met gemiddelde druksterkte na 28 dagen 12 N/mm² (klasse M2 volgens NBN B24-301 of klasse M12 volgens Eurocode 6) ð lateien : préfablateien met breedte = muurbreedte. Oplegging, sectie, wapeningen volgens gegevens fabrikant en in functie van de op te nemen belasting. Ter goedkeuring voor te leggen aan de LA. Omvang Inbegrepen : ð lateien bij niet-dragend metselwerk Worden in een afzonderlijk artikel verrekend : ð lateien bij dragend metselwerk (metselwerk die vloer- of balkconstructies dient op te nemen andere dan de muren zelf) ð ð 22.14.14.12 Geperforeerde baksteen (SB) dikte > 9 cm Meting m³ - netto volume gemeten in de as van de wand, verticaal van draagvloer tot onderkant plafond. Als onderkant plafond wordt genomen : ð onderkant balk of rib wanneer de wand evenwijdig loopt aan een balk of rib en ertegen aansluit. ð onderkant plaat in andere gevallen.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
35/232
ð wanden dwars onder balken of ribben, sluiten aan tot tegen de vloerplaten en worden ook gemeten tot tegen deze vloerplaten. Netto volumes uitsparingen kleiner dan 0,30 m² worden niet afgetrokken. Holle ruimten zoals spouwen, rookkanalen of verluchtingskanalen enz. ... worden niet als metselwerk opgenomen. 22.30
Binnenwanden uit draagstructuur en bekleding
Uitvoering ð Van zodra de dekvloer van een verdiep of een deel van het gebouw begaanbaar is, dient de aannemer goed zichtbaar en onuitwisbaar erop zijn wanden af te tekenen, met aanduiding van de plaatsen waar openingen voorzien zijn. De wand dient telkens aangeduid over haar volle dikte. Aard en kleur van de merktekens dient vooraf goedgekeurd door de LA. Dit moet de aannemers van de technische uitrustingen toelaten de nodige doorboringen van beton en dekvloer op de juiste plaats uit te voeren, vooraleer de wand zelf geplaatst mag worden. ð Deuropeningen : De op de plans aangeduide afmetingen zijn als volgt breedte : breedte deurbladen + 7 cm hoogte : hoogte deurblad + 4 cm voor kaders aan 1 zijde open, hoogte deurblad + 8 cm voor gesloten kaders (bv kokerdeuren) bv deurblad breedte 83 cm, dagmaat 90 cm De werkelijk te verwezenlijken opening zal afhangen van de wandtypes en de daarmee samenhangende bevestigingswijze van de omlijstingen. De openingen dienen zich echter zodanig te situeren dat de as van de deuropening ongewijzigd blijft tov de opgegeven maten. Metalen deur- en raamomlijstingen zullen geplaatst worden tijdens de opbouw van de wanden. 22.32
Montagewanden met gipsplaten en calciumsilikaatplaten
22.32.40
Montagewanden met gipsplaten
22.32.41
Gipsmontagewanden met metalen structuur
Materiaal De profielen en platen dienen geleverd door dezelfde fabrikant. ð Gipsplaten met een harde kern van onbrandbaar gips die aan beide zijden bekleed is met sterk karton. De langskanten van de platen dienen over een breedte van ± 5 cm afgeschuind te zijn voor voegafwerking tot een effen oppervlak. Platen gebruikt in lokalen met een relatief hoge vochtigheidsgraad (sanitaire cellen, badkamers, ...) dienen een met siliconen behandelde gipskern en een waterafstotende kwaliteit van karton te hebben zodat ze een geringe waterabsorptie en wateropzuiging hebben. In de meting wordt geen onderscheid gemaakt en bijgevolg ook geen prijsaanpassing. Bij dubbele beplating dienen beide platen van waterafstotende kwaliteit te zijn.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
36/232
ð Metalen profielen vervaardigd uit minimum 0,6 mm dik staal, gegalvaniseerd door elektrolyse. Afmetingen van de profielen in functie van de wanddikte en de aan de wand gestelde eisen. De als stijlen gebruikte profielen moeten op regelmatige plaatsen voorzien zijn van openingen welke de doorvoer toelaten van buizen tot diam. 24 mm, en dit alle 60 cm. ð Alle gebruikte bevestigingsmiddelen moeten corrosiebestand zijn en mogen niet loskomen onder invloed van trillingen (nagels zijn niet toegelaten). ð Elastische isolatiestrook uit soepele polyethyleenband met gesloten cellenstructuur en éénzijdig klevend. Densiteit ± 33 kg/m³. Te gebruiken tussen de profielen en de ruwbouw. Enkele band 3 mm tot profielbreedte 5 mm, dubbele banden 10 mm voor de bredere profielen. ð Voegband uit versterkte papierband met verdunde langskanten, fijn geperforeerd, breedte 50 mm of zelfklevende glasvezelband. ð Voegspecie op basis van gips of kunstharsen. De specie moet na verwerking en droging een harde goed schuurbare laag vormen. Bij droging en verharding mogen geen krimpbarsten ontstaan. De voegspecie mag de latere verflagen en/of kleefmiddelen niet afstoten en/of aantasten. ð Akoestische dichtingspecie, naar gelang de toepassing vervaardigd op basis van synthetische polymeren of acrylische polymeren. Het type dat aangewend wordt op zichtbaar blijvende plaatsen moet overschilderbaar zijn. ð Beschermingshoeken in warm verzinkt staal, bestaande uit een volle afgeronde hoek en 2 vleugels in gerekt metaal. Minimum vleugelbreedte ± 3 cm. De beschermingshoeken zijn uit 1 stuk en gaan van basis hoek tot boven verlaagd plafond, met een maximum van 3 m. ð Pleisterstopprofielen vervaardigd in warmverzinkt staal, voorzien van een volle neus, hoogte ca 15 mm, en een flens van gerekt metaal, breedte ca 30 mm. ð In te bouwen verstevigingspanelen standaard inbegrepen in alle wanden : • In wanden met spouwbreedte >= 10 cm : multiplex, beantwoordend aan STS 52 index 04.5 kwaliteit verlijming min. 03-67. Dikte min. 20 mm. • In wanden met spouwbreedte < 10 cm : gemetalliseerd staal, dikte 2 mm. Bij voorzetwanden wordt het verstevigingspaneel in staal gebruikt. Vorm en afmetingen volgens principeschetsen. Uitvoering ð Nadat alle nodige doorboringen door de dek- en constructievloer gemaakt zijn (door de aannemer(s) technische uitrustingen) dient de metalen kern van de wand aangebracht evenals de voorziene supplementaire voorzieningen. De metalen kern dient te bestaan uit • U-vormige bodem- en plafondprofielen welke aan de constructie en/of dekvloer vastgehecht worden, met tussenvoeging van een elastische isolatiestrook. Ter plaatse van de doorboringen voor de nutsvoorzieningen dienen de profielen (zowel op de vloer als aan het plafond) eveneens doorboord of onderbroken, naargelang de diameter van de opening groter of kleiner is dan de profielbreedte. Ter hoogte van uitzettingsvoegen dienen de profielen onderbroken (voegbreedte 2 cm). • Verticale geplaatste C-vormige stijlen, die tussen het vloer- en het plafondprofiel aangebracht worden. De afmetingen en onderlinge afstand van deze profielen dienen zodanig te zijn dat aan alle gestelde eisen voldaan wordt (stabiliteit, brandwerendheid, ...) De breedte van het draagvlak van de metalen steunen welke gelegen zijn waar de platen elkaar raken dient minstens 48 mm te bedragen. Maximale afstand (as op as) van de verticale steunen is 60 cm. Tussen de profielen en andere bouwconstructies dient steeds een elastisch blijvende voeg aangebracht, welke geen afbreuk doet aan de aan de wand gestelde eisen.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
37/232
ð ð
ð
ð ð
• Op plaatsen waar de verticale doorgang van de profielen wordt verhinderd (bv luchtkanalen) zal door middel van een horizontaal dwarsprofiel een constructie gerealiseerd worden, die even sterk is als het verticaal versterkingsprofiel zelf. De aannemer dient zich vooraf te vergewissen van de plaats en de afmetingen van deze doorgangen. Waar nodig dienen de verticale stijlen en onderregel opgehangen te worden aan de bovenregels. • Ter plaatse van T- of L-verbindingen dient een bijkomende staander geplaatst. • Aan alle randen, zowel vrije wandpenanten als randen van deuropeningen, raamopeningen, enz ... dienen eveneens staanders voorzien waarop bekledingen of omlijstingen kunnen bevestigd worden. Indien nodig moeten deze staanders verzwaard worden teneinde op deze plaatsen ook aan de gestelde criteria voor de wand te kunnen voldoen. • Bij wanden waar de beplating slechts aan 1 zijde aangebracht kan worden (bv wand op dubbel geraamte, voorzetwand, ...), dienen de nodige aanpassingen aangebracht (bv plaatsen van extra stijlen, dikkere beplating of dergelijke) zodat deze halve wand aan dezelfde criteria als een volledige wand voldoet op gebied van stabiliteit. Laspunten dienen beschermd dmv 2 lagen zinkchromaatverf van verschillende kleur. Tijdens het plaatsen van de metalen wandkern zullen de metalen deur- en raamomlijstingen geplaatst worden in de wand. Verstevigingen dienen standaard in alle wanden aangebracht aan beide zijden van de wanden (eenzijdig bij overlangs halve wanden). Bij wanden die bekleed zijn met afwerkingplaten zoals gelamineerde kunststofplaten moet er geen versteviging aangebracht worden aan de zijde met de bekleding door die afwerkingplaten. De verstevigingen inbegrepen in de artikels van de wanden, dienen doorlopend aangebracht van stijl tot stijl op een hoogte van 70 tot 90 cm (plaathoogte 20 cm) en van 180 tot 210 cm (plaathoogte 30 cm) tov het afgewerkt vloerpeil. Ze worden onwrikbaar aan de stijlen verankerd dmv vijzen (of lassen voor de metalen). Tussen de beplating en de verstevigingen mogen geen holle ruimtes voorkomen. Daartoe dient de profilering van de verstevigingen eventueel aangepast. Wanneer de stijlen op onregelmatige afstanden staan, dient de lengte van de verstevigingen aangepast. De bevestiging dient zodanig te zijn dat op de verstevigingen, per vak tussen twee stijlen een belasting van 1000 Nm kan uitgeoefend worden zonder dat beschadiging optreedt aan wand en/of bekleding. De beplating van de wand wordt aan één zijde aangebracht over de volledige hoogte. De beplating dient aan de metalen kern bevestigd dmv zelftappende schroeven. Aantal en plaats van de schroeven overeenkomstig de voorschriften van de platenfabrikant. Men dient onderaan een noodzakelijke speling te houden om vochttoetreding te vermijden. Nadat alle door derden aan te brengen nutsvoorzieningen aangebracht zijn, wordt de isolatie in de kern doorlopend aangebracht, zonder 1 enkele onderbreking (tenzij de bladdikte van de stijlen) en voldoende vastgezet en/of gehecht zodat ze niet loskomt en/of verzakt. De overige beplating wordt bevestigd dmv zelftappende schroeven aan het geraamte. Ingeval van dubbele beplating moet de bevestiging der buitenste beplating eveneens tot in het metalen kader bevestigd worden. De zelftappende schroeven dienen verdiept aangebracht om later op te stoppen. De platen dienen verticaal geplaatst en zoveel mogelijk uit 1 stuk te bestaan in de hoogte. Kopse voegen tussen rijen verticale panelen moeten onderling verspringen. De voegen tussen de panelen bij dubbele beplating moeten eveneens verspringen. In de beplating dienen alle openingen uitgespaard waar doorgaande elementen (buizen,
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
38/232
ð
ð ð ð
kokers, elektrische dozen enz ...) aangebracht. Aanduiding gebeurt door de techniekers. Doorboringen door de aannemer wanden. Na plaatsing van de beplating dienen alle voegen, zowel tussen beplating onderling als tussen beplating en andere wanden, gedicht met voegspecie met inwerking van de voegband. Aan kopse voegen dienen de platen verdund zodat het inwerken van voegband mogelijk is zonder uitbulting. Aan alle uitspringende hoeken dient, over een hoogte van 3 m een hoekbeschermer ingewerkt. Aan zet- en uitzettingsvoegen worden stopprofielen ingewerkt over de volledige wandhoogte. Deze stopprofielen dienen vastgezet aan de metalen wandkern, en dit minimum alle 15 cm. De rug van de profielen dient volledig gesteund. De profielen dienen rechtlijnig geplaatst. Opstoppen van alle vijsgaten en afwerken van de wand zodat een schilderklare wand bekomen wordt. De geëiste afwerkingsgraad is F2a.
Omvang Inbegrepen : ð Alle voorzieningen zodat de afgewerkte wand voldoet aan de gevraagde stabiliteit : De wand dient te weerstaan aan volgende proeven : • schok door een zacht voorwerp met een massa van 50 kg en een energie van 900 Nm. De proef dient uitgevoerd volgens de voorschriften van STS 23 index 00.33.21.1. De wand mag niet doorboord worden en niet loskomen van zijn verbindingen aan andere elementen. • schok met een hard voorwerp met een massa van 5 kg en energie van 50 Nm. De proef dient uitgevoerd overeenkomstig de voorschriften van STS 23 index 00.33.21.2. De wand mag niet doorboord worden en de wandzijde, afgewend van de inslag, mag niet gebarsten en/of beschadigd zijn. • De proeven betreffende de schokweerstand (duurzaamheid) vereist in STS 23 index 23.32 voor wat betreft het klein zacht voorwerp en het harde voorwerp (proeven uitgevoerd overeenkomstig STS 23 index 00.33.22). De stabiliteiteisen dienen voldaan op elke plaats van de wand, en zowel bij een volle wand als bij een wand met openingen. Weerstand van de beplating : • De beplating moet een belasting toelaten van minimum 120 kg/m, tegen de wand aangebracht en 40 kg/m met werklijn op 30 cm van de wand. • De doorbuiging van de beplating moet kleiner zijn dan 1/125 van de tussenafstand van de steunprofielen, bij een strookbelasting van 40 kg/m aangrijpend in het midden tussen de draagprofielen en evenwijdig hieraan. Tevens moet een veiligheidscoëfficiënt van 2,5 tov de breuk bekomen worden. ð Het leveren van de nodige berekeningsnota's, proefverslagen en eventueel uitvoeren van de proeven om aan te tonen dat de wanden aan de gestelde voldoen. ð Het leveren van de proefverslagen als basis voor de uitvoering die aantonen die de gevraagde brandweerstand aantonen. ð Het verlenen van alle nodige technische medewerking om aannemers van andere loten toe te laten hun uitvoeringsdetails op te maken ð Het eventueel uitsnijden van de beplating voor aanbrengen van sanitaire leidingen. Beide buitenste platen dienen intact te blijven. Worden in een ander artikel verrekend : ð Bijkomende verstevigingen op andere hoogtes dan van 70 tot 90 cm en van 180 tot 210 cm Wijze van betaling
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
39/232
Van de te betalen som zal, mits goedkeuring in de vorderingsstaten ð 5 % betaald worden na het traceren van de wanden ð 25 % na het plaatsen van de metalenkern + verstevigingen ð 30 % na aanbrengen van de beplating aan 1 zijde ð 40 % na volledige afwerking ð ð 22.32.41.10 Gipsmontagewanden met metalen structuur zonder isolatie
22.32.41.15
Gipsmontagewanden zonder isolatie - Uitbouwwand hangtoilet
Uitvoering ð Leveren en plaatsen van een uitbouwwand voor hangtoilet welke de mogelijkheid moet bieden om : • een toilet aan op te hangen • een spoelreservoir in te bouwen • de nodige toe- en afvoerbuizen in te werken ð De uitbouw dient aangebracht van vloer tot constructieplafond of tot op een zekere hoogte (zie plans) ð De wand dient aan de buitenzijden voorzien van een dubbele beplating dikte 2 x 12,5 mm. ð Het metalen raamwerk van de uitbouw dient voldoende stevig te zijn om naast de gestelde stabiliteitseisen aan gipsmontagewanden ook het gewicht te kunnen dragen van het toilet + een erop komende schokbelasting van 100 kg neerkomend vanop een hoogte van 50 cm. ð Ter hoogte van de spoelreservoirs dient een opening aangebracht waarin een toezichtluik kan aangebracht worden. Afmetingen en inplanting in overleg met de LA. Meting m² - netto oppervlakte vooraanzicht Verticaal gemeten van bovenpeil dekvloer (of draagvloer, indien geen dekvloer aanwezig) tot onderzijde constructieplafond, of tot onderkant balk wanneer de wand over zijn volledige dikte onder en evenwijdig met deze blak geplaatst is. Bij ribbenvloeren wordt hetzelfde principe toegepast. Niet tot aan het plafond doorlopende uitbouwwanden worden gemeten volgens hun werkelijke hoogte. 22.32.41.20
Gipsmontagewanden met metalen structuur en isolatie
Materiaal De afgewerkte wand is voorzien van minerale wol als isolatiemateriaal. 22.32.41.22
BOECKX ARCHITECTS
Gipsmontagewanden met isolatie - EI60
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
40/232
22.32.41.22.10
Gipsmontagewand met isolatie EI60 op enkel geraamte
Materiaal De afgewerkte wand bezit een weerstand tegen brand van EI60 volgens NBN EN 13501-2. 22.32.41.22.11
Gipsmontagewand met isolatie EI60 op enkel geraamte - 100 mm
Materiaal De totale wanddikte bedraagt 100 mm, de spouw 50 mm. Isolatie minerale wol : minimum 40 mm dik Rw : minimum 50 dB Meting m² - netto oppervlakte Verticaal gemeten van bovenpeil dekvloer (of draagvloer, indien geen dekvloer aanwezig) tot onderzijde constructieplafond, of tot onderkant balk wanneer de wand over zijn volledige dikte onder en evenwijdig met deze blak geplaatst is. Bij ribbenvloeren wordt hetzelfde principe toegepast. Niet tot aan het plafond doorlopende wanden worden gemeten volgens hun werkelijke hoogte. Horizontaal : Bij ontmoetingen en kruisingen wordt de dikkere wand, of deze met de hoogste eisen doorgemeten. Openingen en/of uitsparingen kleiner of gelijk aan 1 m² worden niet afgetrokken. 22.32.41.22.13
Gipsmontagewand met isolatie EI60 op enkel geraamte - 125 mm
Materiaal De totale wanddikte bedraagt 125 mm, de spouw 75 mm. Isolatie minerale wol : minimum 60 mm dik Rw : minimum 51 dB Meting m² - netto oppervlakte Verticaal gemeten van bovenpeil dekvloer (of draagvloer, indien geen dekvloer aanwezig) tot onderzijde constructieplafond, of tot onderkant balk wanneer de wand over zijn volledige dikte onder en evenwijdig met deze blak geplaatst is. Bij ribbenvloeren wordt hetzelfde principe toegepast. Niet tot aan het plafond doorlopende wanden worden gemeten volgens hun werkelijke hoogte. Horizontaal : Bij ontmoetingen en kruisingen wordt de dikkere wand, of deze met de hoogste eisen doorgemeten. Openingen en/of uitsparingen kleiner of gelijk aan 1 m² worden niet afgetrokken. 22.32.41.22.40
Gipsmontagewand met isolatie EI60 tussen plafonds
Materiaal
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
41/232
De afgewerkte wand bezit een weerstand tegen brand van RI60 volgens NBN EN 13501-2. Uitvoering De wanden dienen geplaatst ð in de ruimte tussen de later te plaatsen verlaagde zoldering (al of niet deel uitmakend van onderhavige aanneming) en het constructieplafond dienend als tussenschotten. ð boven deuren dwars geplaatst in doorlopende gangen. Boven deze deuren dient de wand aangebracht tussen bovenkant deuropening en constructieplafond. Ze dienen tussen de wanden en aan het constructieplafond bevestigd. Het aanbrengen van deze wanden mag slechts geschieden nadat de nutsvoorzieningen (deel uitmakend van andere aannemingen) aangebracht worden. De aansluitingen rond deze elementen en aan wand en plafond moeten volkomen dicht zijn. Wanneer noodzakelijk dient een elastisch blijvende dichtingspecie aangewend. Aan de onderzijde van deze wanden mogen geen profielen zichtbaar blijven. 22.32.41.22.41
Gipsmontagewand met isolatie EI60 tussen plafonds - 100 mm
Materiaal De totale wanddikte bedraagt 100 mm, de spouw 50 mm. Isolatie minerale wol : minimum 40 mm dik Rw : minimum 50 dB Meting m² - netto oppervlakte Verticaal gemeten van verlaagde zoldering of deurhoogte (deuropening) tot onderzijde constructieplafond, of tot onderkant balk wanneer de wand over zijn volledige dikte onder en evenwijdig met deze blak geplaatst is. Bij ribbenvloeren wordt hetzelfde principe toegepast. Horizontaal : Bij ontmoetingen en kruisingen wordt de dikkere wand, of deze met de hoogste eisen doorgemeten. Openingen en/of uitsparingen kleiner of gelijk aan 1 m² worden niet afgetrokken. 22.32.41.23
Gipsmontagewanden met isolatie - EI120
22.32.41.23.14
Gipsmontagewand met isolatie EI120 op enkel geraamte - 150 mm
Materiaal De totale wanddikte bedraagt 150 mm, de spouw 100 mm. Isolatie minerale wol : minimum 75 mm dik Rw : minimum 52 dB Meting m² - netto oppervlakte
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
42/232
Verticaal gemeten van bovenpeil dekvloer (of draagvloer, indien geen dekvloer aanwezig) tot onderzijde constructieplafond, of tot onderkant balk wanneer de wand over zijn volledige dikte onder en evenwijdig met deze blak geplaatst is. Bij ribbenvloeren wordt hetzelfde principe toegepast. Niet tot aan het plafond doorlopende wanden worden gemeten volgens hun werkelijke hoogte. Horizontaal : Bij ontmoetingen en kruisingen wordt de dikkere wand, of deze met de hoogste eisen doorgemeten. Openingen en/of uitsparingen kleiner of gelijk aan 1 m² worden niet afgetrokken. 22.32.41.24
Gipsmontagewanden met isolatie - voorzetwanden
Materiaal De voorzetwand mag niet aan de evenwijdig lopende constructie bevestigd worden. 22.32.41.24.20
Voorzetgipsmontagewand met isolatie met dubbele beplating
22.32.41.24.23
Voorzetgipsmontagewand met isolatie met dubbele beplating - 75 mm
Materiaal De totale wanddikte bedraagt 75 mm, de spouw 50 mm Isolatie minerale wol : minimum 40 mm dik De afgewerkte voorzetwand dient een minimale geluidsverbetering van 8 dB te verwezenlijken.. Meting m² - netto oppervlakte Verticaal gemeten van bovenpeil dekvloer (of draagvloer, indien geen dekvloer aanwezig) tot onderzijde constructieplafond, of tot onderkant balk wanneer de wand over zijn volledige dikte onder en evenwijdig met deze blak geplaatst is. Bij ribbenvloeren wordt hetzelfde principe toegepast. Niet tot aan het plafond doorlopende wanden worden gemeten volgens hun werkelijke hoogte. Horizontaal : Bij ontmoetingen en kruisingen wordt de dikkere wand, of deze met de hoogste eisen doorgemeten. Openingen en/of uitsparingen kleiner of gelijk aan 1 m² worden niet afgetrokken. 22.32.41.24.25
Voorzetgipsmontagewand met isolatie met dubbele beplating - 100 mm
Materiaal De totale wanddikte bedraagt 100 mm, de spouw 75 mm. Isolatie minerale wol : minimum 60 mm dik De afgewerkte voorzetwand dient een minimale geluidsverbetering van 15 dB te verwezenlijken. Meting m² - netto oppervlakte
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
43/232
Verticaal gemeten van bovenpeil dekvloer (of draagvloer, indien geen dekvloer aanwezig) tot onderzijde constructieplafond, of tot onderkant balk wanneer de wand over zijn volledige dikte onder en evenwijdig met deze blak geplaatst is. Bij ribbenvloeren wordt hetzelfde principe toegepast. Niet tot aan het plafond doorlopende wanden worden gemeten volgens hun werkelijke hoogte. Horizontaal : Bij ontmoetingen en kruisingen wordt de dikkere wand, of deze met de hoogste eisen doorgemeten. Openingen en/of uitsparingen kleiner of gelijk aan 1 m² worden niet afgetrokken. 22.90
Hulpstukken en onderdelen binnenwanden
22.94
In te werken elementen in binnenwanden
22.94.30
In te bouwen verstevigingen in binnenwanden
22.94.31
In te bouwen verstevigingen in montagewanden
Materiaal ð In wanden met spouwbreedte >= 10 cm : multiplex, beantwoordend aan STS 52 index 04.5 kwaliteit verlijming min. 03-67. Dikte min. 20 mm. ð In wanden met spouwbreedte < 10 cm : gemetalliseerd staal, dikte 2 mm. ð Bij voorzetwanden en halve wanden wordt het verstevigingspaneel in staal gebruikt. ð Vorm en afmetingen volgens principeschetsen. Uitvoering ð Aanbrengen van de verstevigingselementen aan de wand en structuur, inplanting en aantal in overleg met de LA en de onderaannemers; de aannemer maakt een overzichtsplan op van de te plaatsen verstevigingen en legt deze ter goedkeuring voor. Tussen de beplating en de verstevigingen mogen geen holle ruimtes voorkomen. Daartoe dient de profilering van de verstevigingen eventueel aangepast. De bevestiging dient zodanig te zijn dat op de verstevigingen, per vak tussen twee stijlen een belasting van 1000 Nm kan uitgeoefend worden zonder dat beschadiging optreedt aan wand en/of bekleding. Meting stuk Indien 2 elementen of meerdere elementen nodig zijn voor 1 op te hangen toestel worden er ook 2 of meerdere stuks opgemeten. 22.94.40
In te bouwen elementen voor deuren in binnenwanden
22.94.43
In te bouwen elementen voor deuren in montagewanden
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
44/232
22.94.43.20
In te bouwen elementen voor schuifdeuren in montagewanden
22.94.43.21
In te bouwen verstevigingen voor schuifdeuren in montagewanden
Materiaal ð Verstevigingsprofiel uit gegalvaniseerd staal, U-vormig minimum 2 mm dik, hoogte gelijk aan de breedte van de wandkern, breedte minimum 50 mm. ð Bevestigingsmiddelen : hoekijzers in gegalvaniseerd staal, bouten in RVS Uitvoering ð Inbouwen van verstevigingsprofielen welke een kaderwerk vormen bestaande uit (zie ook principetekening) • verticale stijlen van vloer tot constructieplafond, waarvan 2 de normale stijlen aan de randen van de opening verstevigen, en bijkomend aan het einde van de horizontale versterking bij enkele schuifdeur 1 en bij dubbele schuifdeur 2 bijkomende stijlen • horizontale versterking, aan bovenzijde van de opening en dit over de breedte van de opening + over éénzelfde breedte zijdelings ter bevestiging van de geleidingsrail van de deur. Bij dubbel schuifdeuren + aan weerszijden van de opening met lengte halve breedte opening. ð De verticale stijlen dienen bevestigd aan vloer en constructieplafond dmv stalen hoekijzers. ð De horizontale versterking dient bevestigd aan de stijlen dmv lassen of hoekijzers en bouten. Laspunten dienen beschermd dmv 2 lagen zinkchromaat van verschillend kleur. Meting m - lopende meter verticale en horizontale verstevigingen 22.94.50
Afscherming in montagewanden
22.94.55
Metaalafscherming in montagewanden
22.94.55.60
Loodafscherming in montagewanden
Materiaal ð Bladlood of loodequivalent of loodtegels of loodstenen afhankelijk de dikte van het lood Uitvoering Afhankelijk van de gevraagde dikte van het lood : ð Plaatsen van het lood ingewerkt in de montagewanden door het lijmen van het bladlood onder druk op de eerste aan te brengen plaat. ð Plaatsen van het lood ingewerkt in de montagewanden door middel van het lijmen van loodtegels tussen 2 MDF-platen.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
45/232
ð Plaatsen van het lood ingewerkt in de montagewanden door middel van loodstenen op elkaar met een watervaste MDF-plaat als ondergrond. ð De zijde aan de spouw wordt afgewerkt door een watervast multiplex. ð Teneinde stralingsdoorgang te beletten, dienen alle naden en doorgaande bevestigingen overdekt met een loodstrook van dezelfde dikte en dit tot minimum 5 cm voorbij deze elementen in elke richting van het loodvlak. Aan de wandranden en randen van openingen dient het lood over 5 cm uit te steken tov de beplating. ð De buitenste beplating dient vervolgens aangebracht met kleefgips, lijm, ... ipv schroefbevestiging. Principe van de diverse wanden wordt uitgetekend als basis. 22.94.55.61
Loodafscherming in montagewanden dikte 2 mm
Meting m² - netto plaatoppervlakte, openingen en/of uitsparingen kleiner dan 0,3 m² worden niet afgetrokken. 22.94.55.62
Loodafscherming in montagewanden dikte 3 mm
Meting m² - netto plaatoppervlakte, openingen en/of uitsparingen kleiner dan 0,3 m² worden niet afgetrokken. 22.94.55.63
Loodafscherming in montagewanden dikte 12 mm
Meting m² - netto plaatoppervlakte, openingen en/of uitsparingen kleiner dan 0,3 m² worden niet afgetrokken. 22.94.55.64
Loodafscherming in montagewanden dikte 17 mm
Meting m² - netto plaatoppervlakte, openingen en/of uitsparingen kleiner dan 0,3 m² worden niet afgetrokken. 22.94.55.65
Loodafscherming in montagewanden dikte 3 + 19 mm
Meting m² - netto plaatoppervlakte, openingen en/of uitsparingen kleiner dan 0,3 m² worden niet afgetrokken.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
46/232
22.94.55.66
Loodafscherming in montagewanden dikte 22 mm
Meting m² - netto plaatoppervlakte, openingen en/of uitsparingen kleiner dan 0,3 m² worden niet afgetrokken. 27
DAKEN
27.10
Dakconstructie
27.16
Dakconstructie in hout
Materiaal ð Alle hout moet preventief worden behandeld overeenkomstig STS 04.3. Een certificaat, afgeleverd door een de BUtgb goedgekeurd station (via een ATG) wordt beschouwd als een nodige en voldoende voorwaarde als bewijs van overeenkomstigheid. Behandeling hout in binnenklimaat : procédé A1 Behandeling hout blootgesteld aan buitenomstandigheden, niet in contact met de grond, of hout in binnentoepassingen met zeer hoge vochtproductie of vochtaanwezigheid : procédé A3. ð Het op de bouwplaats geleverde hout moet voldoende droog zijn overeenkomstig STS 31. Uitvoering ð De houten dakconstructie of onderdelen dienen uitgevoerd volgens de bepalingen van STS 23 en 31. ð De constructies worden bepaald door de ontwerper. De secties zijn minimum secties. De aannemer dient een uitvoeringsplan en berekeningsnota voor te leggen ter goedkeuring vóór de uitvoering. ð Al het hout dat in aanraking komt met metselwerk wordt geschilderd met 2 lagen menieverf. ð Het hout dient afdoende beschermd tegen vocht en vuil. Omvang Inbegrepen : ð levering, plaatsing en samenvoeging van de verschillende elementen, ð alle materialen voor de samenvoeging zoals nagels, bandijzers, nieten, lijmen, knoopplaten, hoekijzers, enz.... ð ð 27.16.10 Dakconstructie in naaldhout Materiaal ð Houtsoort : Oregon nr. 416 van NBN 199 beantwoordend aan de voorschriften van het interfederaal houtvoorlichtingscentrum. Kwaliteit uitgekozen timmerhout (selected
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
47/232
Merchantable. Minimale nominale massa per volume bij een vochtigheid van 20 % is 450 kg/m³. Houtkwaliteit : C24 volgens EN 338 of S8 volgens STS 04 uitgave 1990. Houtvochtigheid : max. 18% bij plaatsing opgegeven secties ongeschaafd : zie meting ð Bevestigingen en verbindingen uit gegalvaniseerd staal. ð ð 27.16.11 Vlak dakconstructie (balklagen) in naaldhout Materiaal ð De balken zijn geschaafd op vier zijden. Uitvoering ð Volgens STS 31.1. ð De aannemer staat in voor de bevestiging van de constructie aan de ruwbouw, alsmede voor de onderlinge verbindingen. ð De balklagen worden stevig aan de ruwbouwconstructie verankerd door middel van nagels, vijzen, bouten, verankeringen of bijzondere houtbevestigingsmiddelen. ð De balklagen worden dermate opgelegd en opgespied dat de bovenzijden in vlak komen te liggen. Omvang Inbegrepen : ð uitvoeren van speciale constructies en raveelconstructies Meting m³ - netto volume van de ongeschaafde balken volgens de nominale secties overeenkomstig NBN 219 De lassen en overlappingen worden niet meegerekend. Alle metalen verbinding- en verankeringselementen zijn in de eenheidsprijs begrepen. 28
DRAAGSTRUCTUREN
28.30
Draagstructuren gebonden met cement
28.33
Draagstructuren in ter plaatse gestort beton
28.33.20
Draagstructuren in gewapend ter plaatse gestort beton
Materiaal Al de materialen en uitvoeringen van het gewapend beton beantwoorden in het algemeen aan de hiernavolgende voorschriften :
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
48/232
ð TB 104 uitgave 1999 ð TB 800 van 1967 Voorlopige voorschriften bij vriesweer en de bijhorende toelichtingsnota's ð De normen : NBN EN 12620 normaal en zwaar granulaat, NBN EN 13055-1 licht granulaat, NBN EN 197-1 gewone cementsoorten, NBN B12-108 sulfaatbestendig cement, NBN B12-109 cement met beperkt alkaligehalte, NBN B12-110 cement met hoge aanvangssterkte, NBN EN 206-1 Beton - deel 1 : specificatie, eigenschappen, vervaardiging en conformiteit, NBN B15001 aanvulling op NBN EN 206-1 Beton - speificaties, eigenschappen, vervaardiging en conformiteit, NBN EN 1991 eurocode 1 - blastingen op constructie, NBN serie T61 Hulpstoffen voor mortels en beton, NBN I 10-001 Voorspanstaal : draagstrengen en draad, NBN I 10-003 Voorspanstaal : strengen ð Zijn eveneens van toepassing alle Eurocodes (1 tot 8) geregistreerd door het BIN als Belgische norm, o.a. NBN EN 1992 Eurocode 2 - ontwerp en berekening van betonconstructies, NBN EN 1994 Eurocode 4 - ontwerp en berekening van gemengd staal betonconstructies, NBN EN 1993 eurocode 3 - ontwerp en berekening van staalconstructies, NBN EN 1090-2 uitvoering van stalen draagsystemen. ð PTV 200 (en addenda) Geprefabriceerde structuurelementen van gewapend beton en voorgespannen beton, PTV 201 (en addenda) geprefabriceerde holle vloerelementen van gewapend beton en voorgespannen beton, PTV 202 breedplaten van gewapend beton en van voorgespannen beton (herziening 3), PTV 231 geprefabriceerde heipalen van gewapend beton en voorgespannen beton, PTV 302 gewapend betonstaal - geribde warmgewalste staven en draad (herziening 4), PTV 303 Gewapend betonstaal - geribde koudvervormde draad, PTV 304 gewapend betonstaal - gelaste wapeningsnetten (herziening 2), PTV 305 Gewapend betonstaal : tralieliggers (herziening 3), PTV 306 gewapend betonstaal - bewerken van betonstaal (rechten, knippen, plooien, schikken en lassen), PTV 311 voorspansstaal strengen (herziening 4), PTV 314 voorspanstaal - koudgetrokken draad (herziening 3) ð De omzendbrieven en dienstorders van het Ministerie van het Vlaams Gewest, verder vermeld in de beschrijvingen. ð de standaardbestekken SB250 2.2 en SB230 indien hiernaar verwezen wordt Uitvoering ð Alle uitvoeringen in gewapend beton betreffende uitvoeringen in ter plaatse gestort beton ð Indien de aannemer wijzigingen aan de goedgekeurde stabiliteitplannen wil aanbrengen of bepaalde betononderdelen wil prefabriceren moet hij dit schriftelijk aan het Bestuur aanvragen. Het Bestuur beslist eigenmachtig over het al of niet toestaan van deze uitvoeringswijziging. Deze beslissing wordt binnen de 2 weken aan de aannemer overgemaakt. ð Indien op de plannen van de Architect en van de SI verschillende afmetingen voorkomen voor constructieelementen in gewapend beton, moet de aannemer onmiddellijk de ontwerpers hiervan op de hoogte brengen, teneinde de correcte uitvoeringsgegevens te bekomen. ð Samenstelling en vervaardiging van het beton voor gewapend beton zie NBN B15-001, NBN EN 206-1, NBN EN 197-1, NBN B12-108, NBN B12-109, NBN B12-110 en NBN EN 1992-1-1 (Eurocode 2). Het beton is BENOR-gekeurd. • Bestandheid tegen alkali-silicareactie : Het gebruik van cementsoorten met een gewaarborgd beperkt alkaligehalte (LA-cement) is verplicht voor beton voor milieuklasse 2 en hoger. Een afwijking op deze algemene regel is alleen toegestaan als de ongevoeligheid van de gebruikte granulaten of van het voorgestelde betonmengsel ten opzichte van alkaliën, door de producent kan aangetoond worden zoals voorzien in punt 5.7 van de omzendbrief LI 94/80 (Ministerie Vlaamse Gemeenschap).
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
49/232
De te gebruiken cementsoorten worden hierna vermeld, samen met het max. toegelaten alkaligehalte, uitgedrukt in Na2O-equivalent % Na2O-equivalent = % Na2O + 0.658 % K2O Cementsoorten met een beperkt alkaligehalte Gewaarborgd max. Na2O-equivalent in % Toegelaten voor alle beton CEM I 42.5 LA en CEM I 52.5 LA 0.6 CEM I 42.5 HSR LA en CEM 52 HSR LA Enkel toegelaten voor betonwerken op de bouwplaats en niet voor geprefabriceerde onderdelen (CEM III B 42.5 LA)
0.9
Voor de aanvang van eender welke betonneringswerken levert de aannemer het bewijs dat de samenstellingen van de betonsoorten zodanig is gekozen dat geen alkali-silicareacties zijn te vrezen. Daartoe maakt hij de totale balans op van het alkaligehalte van alle bestanddelen van iedere betonsoort, aanmaakwater en de hulpstoffen. Het aldus bepaalde totale gehalte aan actief alkaligehalte (uitgedrukt in natrium-equivalent) mag niet groter zijn dan 3 kg/m³ beton. • het beton mag betrokken worden bij een betoncentrale in de volgende voorwaarden: 1 steeds dezelfde goedgekeurde samenstelling moet gewaarborgd blijven. Bij de aankomst op de werf kunnen niet conforme leveringen (bons altijd ter beschikking van de SI) geweigerd worden en hun vernietiging bevolen 2 het op de werf geleverde beton mag niet aangevuld worden met op de werf vervaardigde beton 3 de aannemer moet van de betoncentrale de nodige waarborgen bekomen en aan de Architect voorleggen, dat het geleverd beton de gelijkwaardigheid van kleur heeft, die verder voor het zichtbaar beton wordt geëist; • indien betonpompen worden aangewend, zal de gepaste samenstelling worden in acht genomen, en zal op dezelfde wijze worden gehandeld als niet gepompt beton wat betreft de aanvaarding van de samenstelling. Proeven zullen genomen worden aan het einde van de persleiding. • voor alle ondergronds beton in kuststreek (4 km) : overgesulfateerd cement HSR. • Het Cl-ionen gehalte van het beton (tov cement) is max 0,3 % van de cementmassa voor ter plaatse gestort beton en max. 0,1 % voor voorgespannen betonelementen. • de W/C factor is steeds maximum 0.55. Indien betere vloeibaarheden van het beton gewenst worden mag enkel toepassing gemaakt worden van een superplastificeerder. Toevoeging van water is verboden. • Voor alle ondergrondse beton is toepassing van een superplastificeerder verplicht. ð Bekistingen en aanbrengen van de wapeningen zie TB 104, serie NBN B15. • Alle bekistingen zijn derwijze dicht uitgevoerd zodat geen cementmelk kan wegvloeien. • Alle zichtbaar blijvende betonranden en stort- en hernemingvoegen moeten uitgevoerd worden met een hoekprofiellatje volgens advies van de LA. • Afstandshouders voor verticale wanden: de aannemer zal tussen de bekistingpanelen buisvormige afstandshouders in PVC met conische stoppen aanspannen. Ze hebben een grijze kleur en een diameter van maximum 2 cm. De assen van de afstandhouders zijn horizontaal. Ze zijn in een regelmatige opstelling en in een rechthoekig raster op tussenafstanden van minimum 1.00 m aan te brengen. Na het ontkisten zullen de gaten ter plaatse van de afstandhouders in de diepte vlak worden opgestopt met een fijne betonspecie (die dezelfde kleur van het beton bezit) na het verwijderen van de PVCafstandhouders aan het oppervlak. Er wordt hierbij bijzondere aandacht verleend aan de
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
50/232
randen van deze opvulling zodat de betonoppervlakte geen onregelmatige polygonale vlakken vertoont. • Alle wapeningen worden steeds voorafgaandelijk aan het betonstorten geplaatst, en dit op betonnen of PVC-afstandshouders of wapeningsafstandshouders voor bovenwapeningen. • Afstandshouders voor de wapeningen zijn steeds van toepassing op alle vlakken om de juiste betondek-kingen te garanderen. Alle betondekkingen zullen voldoen aan NBN B15-104 en zullen in functie zijn van de vereisten voor brandweerstand (Rf). ð Verwerking van het beton ; semi-prefabricatie • Uittreksel TB 104 -1999, art. 04 semi-prefabricatie. 0.4.1. VOORWAARDEN VAN TOEPASSING VAN SEMI-PREFABRICATIE De aannemer kan aan het Bestuur voorstellen om delen van elementen van de betonconstructie te prefabriceren, maar het Bestuur behoudt het recht om deze semiprefabricatie te weigeren als ze onvoldoende waarborgen biedt inzake conceptie of uitvoering. Het voorstel tot semi-prefabricatie moet gelijktijdig voldoen aan de volgende administratieve en technische bepalingen. 0.4.1.1. Administratieve bepalingen Op de uitvoeringsplanning zal de aannemer de tijdstippen van voorlegging van de detailen werktekeningen van de semi-prefabricatie en van de verwerking ervan op de werf, aanduiden. De voorlegging van de detail- en werktekeningen gebeurt binnen een termijn die de verwezenlijking van de werken toelaat volgens de planning en overeenkomstig de goedkeuringstermijnen die bepaald zijn in art. 4, § 2 van de bijlage van het KB van 26.09.1996. Het opmaken van de studie van het prefabricatievoorstel en de verplichtingen die eruit voortvloeien vallen volledig ten laste van de aannemer. De prefabricatiestudie moet volledig in overeenstemming zijn met de studie voor de ter plaatse gestorte constructie. Bij afwijking tussen de geleverde studie en het prefabricatievoorstel wordt de stabiliteit gewaarborgd door een voorafgaandelijk aangebracht visum van de SI door het Bestuur aangesteld, op dit ingediende prefabricatievoorstel, vooraleer dit voorstel ter goedkeuring aan het Bestuur wordt voorgelegd. 0.4.1.2. Technische bepalingen : De detail- en werktekeningen zullen volgende aanduidingen geven : ù ligging en afmetingen van alle semi-geprefabriceerde betondelen (grondplan algemene en apart detail van ieder préfabonderdeel) ù ligging, aantal, aard en diameter van alle wapeningen, inbegrepen de bijkomende wapeningen eigen aan de prefabricatie, evenals de lengten van de uitstekende wapeningen ù details van de knooppunten. • het verdichten door trillen is verplichtend. De aandacht van de aannemer wordt erop gevestigd dat een te lange trillingsduur de segregatie van het beton kan verwekken. Dit verschijnsel komt tot uiting door een overdreven opstijgen van cementspecie aan het oppervlak. • restbeton mag niet aangewend worden voor lokale op- of aanstorten. Alle betonelementen moeten in 1 stortfase gebetonneerd worden. • De bovenzijde van de gestorte constructie waarop de waterdichte rok van kunstwerken of daken aangebracht wordt is steeds mechanisch te ruwelen (taloncheren, doch geen gladde afwerking) met maxium niveau verschillen op de 2 m lat van 1 cm. • te treffen voorzorgen tegen krimp in ter plaatse gebetonneerd beton: ù maximum lengte van in 1 maal gebetonneerde betonelementen: 12 m ù aangebetonneerde betondelen moeten minimum met 2 weken tijdsverschil gebetonneerd worden
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
51/232
ù de stortnaden worden verplichtend uitgevoerd met gestrekt metaalgaas (verzinkt), een ruwe bekisting of een bekisting in combinatie met een bindingsvertrager betonoppervlak met na het storten beton ruwen van het oppervlak, en worden verticaal uitgevoerd. Voor balken en dikke platen zijn eveneens ingerichte gedeuvelde voegen voor dwarskracht van toepassing (cfr. PTV serie 200 en WTCB voorschriften voor préfabbeton); • geprefabriceerde beton: waarborgt steeds een gelijke sterkte van uitvoering als ter plaatse gestort beton: ù voor dwarskracht: ingerichte gedeuvelde ruwe verticale aansluitvlakken (een lichte helling van het verticale vlak is wenselijk, zodat het préfabstuk steunt op de aan te betonneren massa) ù voor wapening: de normale overlappinglengte in geval van onderbreking de wapening. • Voor semi-geprefabriceerde betondelen zijn de typevoorschriften PTV reeks 200 (laatste editie) van toepassing. Bij de semi-prefabricatie moeten volgende punten in acht worden genomen : 1) Alle knopen en verbindingen worden op de werf toegegoten (trillen beton verplichtend). 2) De wapeningsomhullingen moeten gerespecteerd worden. 3) De geprefabriceerde delen bevatten de wapeningen van de goedgekeurde wapeningsplans. 4) Alle semi-geprefabriceerde structuurelementen worden uitgevoerd volgens de technische bepalingen vervat in de typevoorschriften PTV-reeks 200. 5) De aannemer is op zijn eigen kosten verantwoordelijk voor de voorafgaande technische keuring van alle semi-geprefabriceerde structuurelementen. De levering onder het merk van overeenkomstigheid BENOR of het ATG-certificaat, verleent een vrijstelling van voorafgaande technische keuring. 6) Alle werken en leveringen eigen aan de prefabricatie, de verhandeling, de opstapeling en de montage worden als een uitvoeringswijze aanzien. Hefhaken, tralieliggers, e.d. kunnen dus niet in rekening gebracht worden. 7) Vloerplaten welke in twee richtingen dragen kunnen niet in aanmerking komen om te worden opgedeeld. 8) Er wordt geen cementpapverlies geduld bij het toegieten van de semi-prefabelementen noch in de knopen, noch in de voegen. 9) Alle vlakken welke in aanraking komen met latere betonstortingen, worden ruw uitgevoerd. • Belangrijke noot i.v.m. de semi-prefabricatie : ù Het opmaken en het nazicht van het prefabricatievoorstel is een aannemingslast. ù Het opmaken van de detail- en werktekeningen gebeurt computermatig en wordt 2x op papier overgemaakt aan de SI ter nazicht. Na goedkeuring worden 2 exemplaren van de definitieve voorstellen op papier bezorgd aan SI, voor het aanbrengen van het visum en wordt het definitief voorstel eveneens op elektronische drager bezorgd (mailen - schijf) in compatibele versie (af te spreken met SI). ð stortprogramma : de aannemer legt het stortprogramma ter goedkeuring voor aan het bestuur ð stortnaden : de stortnaden worden daar gemaakt waar ze de weerstand en het uiterlijk van de constructie het minst schaden. Stortnaden worden vermeden op plaatsen waar de betondwarssnede plots verandert evenals in zichtbaar blijvende dagvlakken. het uitvoeren van stortnaden is slechts toegestaan op de plaatsen voorzien in het goedgekeurd storprogramma. ð Afwerking- en beschadigingtoleranties van betonelementen Volgende betonelementen worden geweigerd, afgekeurd en moeten door de aannemer vervangen worden:
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
52/232
• alle elementen die over de ganse oppervlakte grindnesten vertonen; • alle elementen die holtes (groter dan 5 x 5 x 10 cm) vertonen en die zich uitstrekken binnen het wapeningsnet; • alle elementen die gebarsten zijn; • alle elementen waarvan de stabiliteit in het gedrang komt; • alle elementen welke niet juist geplaatst zijn en meer dan 0.5 cm uit verband staan; • alle elementen die niet de vereiste afmetingen (horizontaal of verticaal) hebben volgens de plannen van de SI, met een tolerantie van 0.5 cm op de lineaire afmetingen en de vlakheid • niet-conforme zichtbeton; • beton met overmatige krimpscheuren, tengevolge van het niet naleven van de maximum toegestane betonneringslengte; • geprefabriceerd beton die niet beantwoordt aan de specifieke vereisten van het bijzonder bestek, de Belgische normen en technische voorschriften van desbetreffende publicaties van het WTCB; PTV serie 200, 201, 202, 203. Worden aanvaard mits de nodige herstellingen: • alle ter plaatse gebetonneerde elementen met minimale gebreken. • gladde zichtbeton met minimale gebreken die door herstelling met kleureigen reparatiecement uitgeplamuurd kunnen worden, ingeval deze zichtbeton voorzien wordt van verdere afwerkingslagen. NB. Niet conforme, niet verder te bekleden zichtbeton en niet conforme préfabbeton worden steeds geweigerd en komen niet voor herstelling in aanmerking. Omvang Inbegrepen : ð de gewone bekistingen (en eventueel verloren bekistingen); de gladde bekisting bij prefab en bij ter plaatse gestorte uitvoeringen met wand of plaatbekistingen; de zichtbekisting van geprefabriceerd beton; bekistingshoogtes groter dan 3,50 m. ð de nodige waterlijsten die op de bekistingen genageld worden, de bevestigingsklossen of latten, als verloren bekisting die in het beton ingebetonneerd worden (bijvoorbeeld bij niet zichtbare ribbenbeton, minimum 2 cm dikte). ð de uitzettingsvoegen in gewapend betonnen elementen worden verwezenlijkt met geëxpandeerd polystyreen. De betrokken volumes van dit polystyreen worden niet afzonderlijk gerekend, maar als betonvolumes meegerekend bij de betrokken betonelementen. ð de toeslagstoffen in het beton (bijvoorbeeld een vochtwerende toeslagstof voor waterdichte beton, vloeibaarmakers oa superplastificeerders, enz...). ð de nodige en voldoende maatregelen voor het bekomen van een waterdichte betonconstructie (oa vochtwerende toeslagstoffen, stortvoegbanden, injecties, bestrijkingen, enz ...). ð de afstandhouders voor de wapeningen. ð de isolatie (houtwolcementplaten), dikte 3 cm (max. lambda G = 0.05 kcal/m h°C) als verloren bekisting inbegrepen de bevestiging in beton wordt gerekend als betonvolume. ð nemen van proefkubussen voor de drukproeven. ð sparingsbuizen in PVC of isomovulstukken voor het maken van sparingen, t.b.v. de technische uitrusting. ð bij semi-prefabricatie : het opmaken van de studie van het prefabricatievoorstel en de verplichtingen die eruit voortvloeien. De prefabricatiestudie moet volledig in overeenstemming zijn met de studie voor de ter plaatse gestorte constructie. De studie van de betonconstructie in functie van de semi-prefabricatie, conform ter plaatse gestorte betonplans, de controle, aanpassingen en goedkeuring ervan geschieden door het door het bestuur aangestelde betonstudiebureau op kosten van de aannemer
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
53/232
ð de nodige en voldoende voorzorgsmaatregelen ter bescherming van het zichtbeton (PVC bladen, speciale dichtingen van voegen tegen wegvloeien cementmelk; de eventuele toegestane reinigingen). ð de uitvoeringswapeningsplans zijn ten vroegste leverbaar 2 maanden voor uitvoering van de betrokken elementen (in samenspraak met de aannemer) ð het geprefabriceerd gewapend beton wordt gemeten als ter plaatse gestort beton Worden in een afzonderlijk artikel opgemeten : ð het wapeningsstaal ð de speciale bekistingen van het ter plaatse gestort beton, door de architect aangeduid (worden als supplement ten opzichte van de gewone bekistingen in rekening gebracht). ð ð 28.33.22 Wanden in gewapend ter plaatse gestort beton 28.33.22.11
Wanden in gewapend ter plaatse gestort beton
Materiaal Beton sterkteklasse C30/37 omgevingsklasse : EE3 consistentieklasse : S3 nominale maximum korrelgrootte : 20 Meting m³ - netto volume conform NBN B06-001 van 1982 (metingen voor gebouwen) nl. wanden worden gemeten tussen balken en kolommen. 28.33.24
Platen in gewapend ter plaatse gestort beton
28.33.24.11
Volle platen in gewapend ter plaatse gestort beton
Materiaal Beton sterkteklasse C30/37 omgevingsklasse : EE3 consistentieklasse : S3 nominale maximum korrelgrootte : 20 Meting m³ - netto volume conform NBN B06-001 van 1982 (metingen voor gebouwen) nl. De platen worden gemeten met de voor de vloer voorgeschreven dikte tussen de dragende elementen in beton. Bij vloeren opgelegd op metselwerk worden de werkelijke maten van de vloer in acht genomen.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
54/232
De overlopen op vloerplaatniveaus van trappen worden bij de platen gerekend. De tussentrapbordessen (tussen de vloerplaatniveaus) worden meegemeten met de trapsleden. 28.50
Draagstructuren in metaal
28.52
Draagstructuren in staal en staallegeringen
Materiaal ð Al de materialen en uitvoeringen voor deze staalconstructies beantwoorden in het algemeen aan de volgende voorschriften en normen: • het algemeen bestek voor de uitvoering van privé bouwwerken, tweede deel technische voorschriften, aflevering 8 "Bouwconstructies in metaal" • eurocode NBN ENV 1993-1-3 ontwerp van stalen draagsystemen, NBN ENV 1993-1-4 supplementaire regels voor RVS, NBN ENV 1993-2 stalen bruggen en alle hierin vermelde normen, ENV 1090 1 tot 5 uitvoering van stalen draagsystemen en alle hierin vermelde normen (o.a. blz. 8 tot 14). ð staalsoort voor gelaste staalconstructies: S235JR of JO en S355J2G3 Uitvoering ð De plannen worden door de SI geleverd. De aannemer controleert de afmetingen en peilen van de profielen en maakt de nodige detail- en traceerplannen. De traceerplannen zijn de werkhuisplannen van de staalconstructeur (sij- en constructieplannen met hun verbindingen) met aanduiding van alle onderdelen (sectie, afmetingen, aansluitingsdetails) en verbindingsdetails oa lassen en bouten met hun dimensionering en afmetingen. ð De gebruikte bouten hebben minimaal de kwaliteit 8.8, hogere kwaliteiten worden in de meetstaat vermeld. Alle aangewende bouten, moeren en sluitringen zullen van een elektrolytisch verzinkt type zijn of gelijkwaardige roestwerende eigenschappen bezitten. Het gebruik van sluitringen aan de moerkant is verplichtend. ð De verbindingen op de werf zijn bout- en lasverbindingen. Dze hebben een gelijke sterkte als de aanliggende stukken (sectie en materiaal), tenzij anders vermeld op de plannen. De lassen in rechtlijnig doorlopende oppervlakten dienen perfect volgens de rechte lijn in het oppervlak afgeslepen te worden, zodat deze las na de schilderwerken niet waarneembaar is aan het oppervlak. Slechte en onregelmatige lasoppervlakken dienen hersteld en gelijkmatig afgewerkt te worden (uitvlakken, slijpen); ð Bij metaalstructuren van profielen onderling door lassen verbonden moet de aannemer in de werkplaats en op de werf al de nodige voorzorgen nemen om vervorming van de samen te lassen stukken en de samengelaste metaalstructuur te voorkomen. Daartoe moet hij oordelen of de opgegeven minimum diktes der samenstellende delen van de metaalstructuur voldoende zijn om vervorming door samenlassen te voorkomen. Scheef of kromgetrokken structuren of structuuronderdelen worden geweigerd en de vervanging ervan is ten laste van de aannemer. De aanname, door de aannemer van grotere diktes voor de metaalprofielen dan deze die op de plannen van het Bestuur vermeld zijn, kunnen geen verrekening in meer voor gevolg hebben. ð Indien zich bevoorradingsproblemen van bepaalde profielen voordoen, kunnen in samenspraak en mits goedkeuring van het Bestuur kleine aanpassingen toegelaten worden; Omvang
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
55/232
Inbegrepen: ð vervoer, montage, de materialen, de verbindingen, uitsparingen in bekistingen, het op maat brengen van de profieldoorsnede (bijvoorbeeld afbranden van lijfplaat en aanlassen van flensplaat). ð de tijdelijke windverbanden en steunconstructies tijdens de montage tbv het aanbrengen van andere stabiliserende structuren dan staal. ð het voorzien van openingen in of wachtstaven aan profielen voor verbinding van gewapend beton met het staalprofiel, het staafstaal, kop- en voetplaten of metalen schoenen. ð het ondergieten met krimpvrije mortel van de kolommen na montage op gewapend beton Worden in een afzonderlijk artikel verrekend : ð brandwerende bescherming draagstructuren in staal ð schilderwerk draagstructuren in staal ð ð 28.52.20 Draagstructuren in thermisch verzinkt staal Uitvoering Voor de plaatsing der stukken : ð het aanlassen van bevestigingsverbindingen (zie uitvoeringsdetails) en verbindingselementen ð het staal ontdoen van walshuid, roest, vet, vuil, enz... door middel van stralen. Teneinde corrosie bevorderende insluitingen in het staal te voorkomen, stralen met inert, doch niet grof straalmiddel. Na het stralen dient het oppervlak te voldoen aan de Zweedse norm STS 05 5900 - 1967, ontroestingsgraad Sa2 1/2; ð thermisch verzinken van het staal (warm galvaniseren) volgens NBN EN ISO 1461 en NBN EN ISO 14713 : minimum dikte van de deklaag op elk oppervlak 85 µm. Na de behandeling zijn enkel nog boutverbindingen toegelaten. 28.52.21
Thermisch verzinkt profielstaal voor draagstructuren
Meting kg - Het gewicht in aanmerking te nemen voor de staalprofielen wordt berekend door de vermenigvuldiging van de netto-lengte van elk profiel met een eenheidsgewicht. Er wordt geen bijkomende hoeveelheid gerekend voor uitvoeringsverbindingen van staalprofielen zoals bouten moerverbindingen, lassen, wachtstaven, veiligheidsbouten voor de bevestiging van hoekijzers als parementopleg, nivelleerplaten, enz... De bijkomende hoeveelheden voor de verbindingselementen (hulpstukken) van deze staalprofielen (zoals metalen platen, hoekijzers, metalen schoenen, enz...) worden wel gerekend. 28.60
Draagstructuren in hout
Materiaal ð Alle hout moet preventief worden behandeld overeenkomstig STS 04.3. Een certificaat, afgeleverd door een de BUtgb goedgekeurd station (via een ATG) wordt beschouwd als een nodige en voldoende voorwaarde als bewijs van overeenkomstigheid.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
56/232
Behandeling hout in binnenklimaat : procédé A1 Behandeling hout blootgesteld aan buitenomstandigheden, niet in contact met de grond, of hout in binnentoepassingen met zeer hoge vochtproductie of vochtaanwezigheid : procédé A3. ð Het op de bouwplaats geleverde hout moet voldoende droog zijn overeenkomstig STS 31. Uitvoering ð De houten constructie of onderdelen dienen uitgevoerd volgens de bepalingen van STS 23 en 31. ð De constructies worden bepaald door de ontwerper. De secties zijn minimum secties. De aannemer dient een uitvoeringsplan en berekeningsnota voor te leggen ter goedkeuring vóór de uitvoering. ð Al het hout dat in aanraking komt met metselwerk wordt geschilderd met 2 lagen menieverf. ð Het hout dient afdoende beschermd tegen vocht en vuil. Omvang Inbegrepen : ð levering, plaatsing en samenvoeging van de verschillende elementen, ð alle materialen voor de samenvoeging zoals nagels, bandijzers, nieten, lijmen, knoopplaten, hoekijzers, enz.... ð ð 28.61 Draagconstructie in naaldhout Materiaal ð Houtsoort : Oregon nr. 416 van NBN 199 beantwoordend aan de voorschriften van het interfederaal houtvoorlichtingscentrum. Kwaliteit uitgekozen timmerhout (selected Merchantable. Minimale nominale massa per volume bij een vochtigheid van 20 % is 450 kg/m³. Houtkwaliteit : C24 volgens EN 338 of S8 volgens STS 04 uitgave 1990. Houtvochtigheid : max. 18% bij plaatsing opgegeven secties ongeschaafd : zie meting ð Bevestigingen en verbindingen uit gegalvaniseerd staal.Het hout is niet geschaafd. ð Bevestigingen en verbindingen uit gegalvaniseerd staal volgens richtlijnen STS 31. Uitvoering ð Volgens STS 31. ð De aannemer staat in voor de bevestiging van de constructie aan de ruwbouw, alsmede voor de onderlinge verbindingen. ð Alle houtconstructies worden stevig aan de ruwbouwconstructie verankerd door middel van nagels, vijzen, bouten, verankeringen of bijzondere houtbevestigingsmiddelen. ð Opleggingen van spanten op de ruwbouw gebeuren dmv muurplaten verankerd aan de ruwbouw. ð De spanten en/of gordingen worden dermate opgelegd en opgespied dat de bovenzijden in 1 vlak komen te liggen. Omvang
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
57/232
Inbegrepen : ð uitvoeren van speciale constructies en raveelconstructies ð windverbanden Meting m³ - netto volume van de ongeschaafde houtsecties volgens de nominale overeenkomstig NBN 219 De lassen en overlappingen worden niet meegerekend. Alle metalen verbinding- en verankeringselementen zijn in de eenheidsprijs begrepen. 28.90
Hulpstukken en onderdelen draagstructuren
28.93
Wapening voor draagstructuren
28.93.50
Wapening in metaal voor draagstructuren
28.93.52
Wapening in staal en staallegeringen voor draagstructuren
28.93.52.10
Wapening in blank staal voor draagstructuren
28.93.52.11
Wapening in BE 500 S voor draagstructuren
28.93.52.11.10
Staal voor gewapend beton in BE 500 S
secties
Materiaal Wapening BE 500 S dragende het kwaliteitslabel BENOR beantwoordend aan NBN B15 en PTV 303, 305, 311, 314. Uitvoering Plaatsen wapening volgens richtlijnen NBN B15 en PTV 303, 305, 311 en 314. Omvang Inbegrepen ð het op maat brengen, knippen, plooien, binden, enz... ð het maken van netten of korven zoals op de wapeningsplannen aangeduid ð afstandhouders, verstijvings-staven, enz... ð ð 28.93.52.11.11 Staven met verbeterde hechting BE 500 S Meting
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
58/232
kg - gewicht, zonder onderscheid in diameter Enkel de netto lengtes van de conforme wapeningsplannen van de Ingenieur worden in rekening gebracht. Er wordt geen meerhoeveelheid gerekend voor supplementaire préfaboverlappingen, restlengtes, afstandhouders, tralieliggers van predallen, voegoverlappingswapeningen van predallen, verstijvingsstaven e.a. 28.93.52.11.12
Gelaste wapeningsnetten BE 500 S
Meting kg - gewicht, zonder onderscheid in diameter. Enkel de netto lengtes van de conforme wapeningsplannen van de Ingenieur worden in rekening gebracht. Er wordt geen meerhoeveelheid gerekend voor supplementaire préfaboverlappingen, restlengtes, afstandhouders, tralieliggers van predallen, voegoverlappingswapeningen van predallen, verstijvingsstaven e.a. 28.93.52.20
Wapening in thermisch verzinkt staal voor draagstructuren
28.93.52.21
Wapening in BE 500 S thermisch verzinkt voor draagstructuren
28.93.52.21.20
Verankeringstaven in BE 500 S thermisch verzinkt - chemisch verankerd
Materiaal ð verankeringsproduct : 2 componenten-epoxy verankeringsmortel voor het bevestigen van betonstaalwapening en draadstangen in beton of metselmassieven. Chemisch inert product, water en vorstbestendig. ð verankeringsstaven BE 500 S thermisch verzinkt (min. 45 micron) volgens NBN EN ISO 1461. Uitvoering ð De verankeringen moeten worden uitgevoerd door een gespecialiseerde firma, waarvan de referenties vóór de aanvang der werken aan de SI moeten worden voorgelegd. ð Boren van aangepaste opening tot op de voorgeschreven diepte richtlijnen fabrikant ð Mechanisch reinigen en onstoffen (met perslucht) ; ð Injecteren van het boorgat met een 2 componenten epoxy-verankeringsmortel (min. 50 % van de opening) ; ð Alle nodige stellingwerk nodig om de uitvoeringen op plan vermeld te kunnen uitvoeren, zonder onderscheid van horizontale of verticale uitvoering ð Het te verankeren staafstuk : het op maat brengen staal. De staaflengte in te brengen staafstuk is de totale boordiepte, vermeerderd met 60 x de diameter van de te verankeren staaf. ð Het mechanisch aanbrengen van de te verankeren staaf (hier te rekenen) tot op de achterliggende bodemgat middels draai- of schokbeweging. Hierbij dient het vullingproduct volledig de opening te vullen aan de monding bij beëindiging inbrenging staaf. ð Het reinigen van de boormond na de plaatsingen staaf. ð Het aanbrengen en achteraf verwijderen van de nodige stellingen om een degelijke uitvoering van de boorgaten en verankering toe te laten
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
59/232
ð De richtlijnen voor de goede uitvoering van de leverende firma verankeringsproduct zijn strikt na te leven. Omvang Inbegrepen het uitvoeren van de trekproeven ; ð één staaf op 200 staven moet worden beproefd. Het belasten geschiedt nadat de mortel ongeveer 2/3 van de normale sterkte van het beton van de wand na 28 dagen heeft bereikt. De proefinrichting mag niet op de wand steunen binnen een zone die begrensd is door de snijding van de kegel, waarvan de top gelegen is aan het uiteinde van de verankering en de halve openingshoek van 45° met de binnenzijde van de wand. ð De breuk moet steeds ontstaan in de volle staaf. Indien de breuk zich voordoet aan een belasting die kleiner is dan 1,67 maal de bedrijfsbelasting waarvoor de staaf werd berekend (ongeacht of de breuk zich voordoet in de staaf of in het beton), dan is de aannemer verplicht het aantal staven op zijn kosten te verhogen volgens de volgende verhouding : 1,67 maal de bedrijfsbelasting Belasting bereikt bij breuk 28.93.52.21.23
Verankeringstaven in BE 500 S nom. diam. 12 mm
Meting stuk 28.93.52.21.25
Verankeringstaven in BE 500 S nom. diam. 16 mm
Meting stuk 28.93.52.21.26
Verankeringstaven in BE 500 S nom. diam. 20 mm
Meting stuk 28.93.52.21.50
Drukplugbouten in thermisch verzinkt staal
Materiaal ð Drukplugbouten thermisch verzinkt (min. 45 micron) volgens NBN EN ISO 1461, tweezijdig opspanbaar in de massa Uitvoering ð De verankeringen moeten worden uitgevoerd door een gespecialiseerde firma, waarvan de referenties vóór de aanvang der werken aan de SI moeten worden voorgelegd. ð Boren van aangepaste opening tot op de voorgeschreven diepte richtlijnen fabrikant
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
60/232
ð ð ð ð
Mechanisch reinigen en onstoffen (met perslucht) ; Inbrengen van de drukplugbouten in de openingen Het vast aanspannen met behulp van een momentsleutel van deze bouten Alle nodige stellingwerk nodig om de uitvoeringen op plan vermeld te kunnen uitvoeren, zonder onderscheid van horizontale of verticale uitvoering.
ð ð 28.93.52.21.56
Drukplugbouten thermisch verzinkt staal nom. diam. 16 mm
Meting stuk 28.93.52.21.57
Drukplugbouten thermisch verzinkt staal nom. diam. 20 mm
Meting stuk 28.96
Bescherming en behandeling draagstructuren
28.96.10
Brandwerende bescherming draagstructuren
28.96.15
Brandwerende bescherming metalen draagstructuren
28.96.15.50
Brandwerende bescherming metalen draagstructuren binnen dmv verflagen
Materiaal ð Oplosser Oplos- en verdunningsmiddel op basis van ketonen, esters en alifatensche koolwaterstoffen. ð Grondlaag : dekkende zinkfosfaat primer/caoting op basis van gemodificeerd alkydhars. Eigenschappen : • anti-corrosie eigenschappen • lood- en chromaatvrij • sneldrogend • overschilderbaar met één of twee componenten coatings • soortelijk gewicht : ca 1,5 gr/cm³ • vast stofgehalte : ca 55 vol% • stofdroog na ca 30 min • overschilderbaar na min. 4 uur bij 75 µm laagdikte • vlampunt : 28°C ð Brandverf binnenstaalconstructies : niet giftige, schuimvormende verf op solventbasis geschikt voor alle stalen binnenconstructies Eigenschappen : • kleur : wit • densiteit : ca 1,24 g/cm³
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
61/232
• volume vaste stof : ca60% • vlampunt : >26°C • beschermduur van 30 - 120 minuten • attest Universiteit van Gent (NBN 713-020) • stofdroog na 2 uur afhankelijk van de laagdikte • overschilderbaar na min 24 uur afhankelijk van de laagdikte • volledig verhard na 48 uur afhankelijk van de laagdikte ð Eindlaag : gemodificeerde acrylaatafwerking geschikt als afwerkingslaag brandwerende zwelverf. Eigenschappen : • kleur : te kiezen door de architect uit de volledige NCS en Ral-kleurenkaart zonder uitsluiting van enig kleur; Er kunnen meerdere kleuren gebruikt worden zoals afdelingen, accenten, ... zonder prijsconsequentie. • densiteit : ca 1,1 gr/cm³ • volume vaste stof : ca 35% • stofdroog na 30 min bij 20°C • overschilderbaar na min. 4 uur bij 20°C • vlampunt : ca 30°C • glans : zijdeglans Uitvoering ð Alle vlakken die niet, in een andere kleur of met een ander product behandeld of geschilderd worden, dienen volledig afgedekt. Elke beschadiging door stellingen of door verf aan al of niet te behandelen oppervlakken dient perfect hersteld. Alle verontreinigingen door verfwerk aan tegels, vloeren, wanden, natuur- en kunststeen enz ... dienen door de aannemer te worden verwijderd. ð Er wordt geen onderscheid gemaakt volgens de ondergrond. Zoals nieuwe structuren en bestaande reeds behandelde structuren. De aannemer zal rekening houden met de aard van de ondergrond en zal een degelijke hechting van de verf op de ondergrond waarborgen. Hiertoe dienen aangepaste grond- en hechtingslagen te worden aangewend en dit zonder meerprijs. In het bijzonder zal bij afrukken van plakband aangebracht tot 14 dagen na uitvoering van de schilderwerken, geen verf mee afgerukt worden. ð Het te behandelen oppervlak goed reinigen, Bij reeds aangebrachte verflagen, deze controleren op hechting. Slecht hechtende delen verwijderen door afsteken, afschuren. Lopers, rimpelplekken en onregelmatigheden afsteken, vlak schuren en eventuele roestplekken zorgvuldig ontroesten. ð Blank staal dient volledig gestraald en ontroest te worden. Gestraald tot ISO-Sa 2 1/2. Lasnaden en brandplekken volgens SPSS-Pt 3. ð Bij schilderwerken aan de kust zoutuitslag verwijderen met water. ð Ontvetten met oplosser. Regelmatig verse doeken gebruiken. ð Schuren en grondig ontstoffen. ð Aanbrengen van de primer met een droge laagdikte van 50 - 75 µm. Voor een goede hechting op verzinkt staal dient een geschikte primer gebruikt. Bij thermisch verzinkte profielen dient een aangepaste primer gebruikt te worden volgens de richtlijnen van de fabrikant van het totale verfsysteem. ð Brandverf aanbrengen met laagdikte en verbruik in functie van de massiviteit en de gewenste Rf met de airless spuit. Bij plaatsen waar dit onmogelijk kan is toegestaan de brandverf aan
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
62/232
ð ð ð ð ð
ð
te brengen met borstel of rol. De airlessapparatuur dient geschikt te zijn voor de brandverf en voor de fabrikant van deze verf. Aanbrengen volgens richtlijnen van de fabrikant. Indien meerdere lagen brandverf dienen aangebracht dan moet gewacht worden tot de voorgaande laag stofdroog is alvorens een nieuwe laag aan te brengen. Let hier vooral op in hoeken en andere plaatsen waar overspray waarschijnlijk is. Alvorens de finale afwerkingslaag wordt aangebracht dient een droogtijd van minimaal twee dagen in acht genomen te worden. Indien zeer hoge laagdiktes gevraagd worden (> 3kg/m²) moet dit verlengd worden tot 1 week. Aanbrengen van 1 à 2 lagen eindlagen met laagdikte 40 - 50 µm per laag in functie van de dekking. Afwerkingsgraad volgens TV 159 van het WTCB : graad III. Condensatie tijdens het aanbrengen en het uitdrogen van de brandverf moet ten alle prijze vermeden worden. Hiertoe dient eventueel extra verwarming worden voorzien. Om een afdoende brandbeveiliging te kunnen garanderen is het zeer belangrijk dat de laagdikte van de brandwerende verf voldoet aan de eisen gesteld door de berekeningen uitgevoerd door de fabrikant van de brandverf. Teneinde dit te garanderen dient tijdens de werken steeds met een natte laagdiktemeter gecontroleerd te worden en na droging dient de droge laagdikte vergeleken te worden met de vooropgestelde laagdikte vermeld in de berekeningen van de fabrikant van de brandverf gebaseerd op het principe van permanent magnetisme of elektromagnetische inductie. Vereist aantal metingen op I-profielen : lijf 2 metingen per 50 cm, andere delen 1 meting per 50 cm. Van alle laagdiktes wordt het gemiddelde genomen. Een rapport van de fabrikant dient voorgelegd dat de aangebrachte brandverf voldoet aan de gevraagde eisen met de gevraagde diktes en dat de gevraagde brandweerstand bekomen wordt volgens NBN EN 13501-2.
ð ð 28.96.15.53
Brandwerende bescherming metalen draagstructuren dmv verf - R120
Meting m² - oppervlakte te schilderen kolom of ligger. 30
SECUNDAIRE EN AFSLUITENDE ELEMENTEN BOVENBOUW
Uitvoering ð Alle op het plan of in de beschrijving en opmeting aangegeven afmetingen zijn gegeven ten titel van inlichting. De aannemer dient rekening te houden met de mogelijk voorkomende toleranties en andere afwijkingen en zal zelf ter plaatse de juiste maten nemen. ð De nominale afmetingen en de te gebruiken profielen zijn deze zoals beschreven of op de principeplans aangeduid, deze details zijn bindend voor wat algemene vormgeving en de dichtingsprincipes betreft. De secties zijn minimum secties. De tekeningen zijn principetekeningen. Het bestuur kan ten allen tijde voor elk der verdere artikels de juiste uitvoeringstekeningen opvragen. 31
BOECKX ARCHITECTS
SECUNDAIRE ELEMENTEN BUITENWANDEN
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
63/232
Algemeen Al het buitenschrijnwerk moet beantwoorden aan e algemene prestatiecriteria inzake luchtdoorlatendheid, waterdichtheid, mechanische sterkte en bestendigheid tegen winddruk, inbraakwerendheid, geluidswerendheid enz zoals vermeld in NBN B 25-002-1 angevuld met TV 222 - dimensioneren van schrijnwerk onder windbelasting (WTCB, 2001), TV 221 - plaatsen van glas in sponningen en TV 188 - plaatsen van buitenschrijnwerk. De prestatieniveaus van de hoogst gesitueerde of meet ongunstige elementen zijn van toepassing voor alle gevelelementen van het gebouw, vervaardigd uit hetzelfde basismateriaal. Alle gevelelementen vertonen het CE conformiteitskenmerk. De kenmerken van de ramen en de gebruikte matrialen (profielen sluitwerk - dichtingen - beglazing) worden vastgelegd in een ITT (initiële proeftest) waarnaar verwezen wordt in het CE label. De ITT wordt uitgevoerd door een daardoor erkende aangemelde instantie (notified body). Al het buitenschrijnwerk dient te voldoen aan de voorwaarden opgelegd op het gebied van de EPB-regelgeving : u-waarde profielen : zie onderscheiden artikels u-waarde glas : zie artikels 39 en volgende u-waarde totaal raam (met inbegrip van zonweringskast, ventilatieroosters, ....) : max 1,5 W/m²K Hiervoor dient de aannemer van elk type een volledige gedetailleerde berekening voor te leggen ter goedkeuring met daarin de duidelijke vermelding van elke u-waarde en van de totale uwaarde zodat bewezen wordt dat het geheel voldoet aan de opgelegde voorwaarden. Na uitvoering dient terug een volledige lijst van alle types ingediend met als bijlage de detailberekeningen voor de architect, bouwheer en de EPB-verslaggever. Indien volgens de EPB-verslaggever nog bijkomende berekeningen en informatie nodig zijn, dient de aannemer deze te verschaffen en dit zonder bijkomende meerkost. Pas na goedkeuring architect en EPB-verslaggever van alle types mogen deze in productie genomen worden. 31.30
Buitenramen en -deuren
31.35
Buitenramen - en deuren in metaal
31.35.30
Buitenramen - en deuren in aluminium
Materiaal ð Aluminiumprofielen zijn geëxtrudeerd uit de legering EN-AW6060B volgens EN 573-3 met bijkomende vereisten om de corrosieweerstand te verhogen: Zn ≤ 0,15 %, Cu ≤ 0,02 %, Pb ≤ 0,022 %, Si: 0,30 – 0,55 %, Fe: 0,10 – 0,30 %, Mg: 0,35 – 0,60 %, Mn ≤ 0,10 %, Cr ≤ 0,05 %, Ti ≤ 0,10 %, andere elementen individueel ≤ 0,05 %, samen ≤ 0,15 %. De mechanische kenmerken beantwoorden aan de norm EN 755-2 met nabehandeling T66 of aan norm DIN 1748-1 met F22 . De toleranties zijn gebaseerd op de norm EN 12020-2 of aan DIN 17615-3. De profielen zijn samengesteld uit twee afzonderlijke profielschalen verbonden door doorlopende isolatiestrippen uit polyamide versterkt met glasvezels (min. 25%) en voorzien van lijmstrippen. Een doorlopende technische BUtgb-goedkeuring met certificaat op het
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
64/232
verbindingssysteem door de polyamide strippen dient voorgelegd en eveneens op e gebruikte isolatiestrippen en de aterialen waaruit ze zijn samengesteld. . De vereiste profielen dienen gekozen in functie van het gewenste gebruiksdoeleinde. • Wanddikte profielwanden : min. 1,6 mm. • Kamersysteem : 3-kamersysteem. Profielsecties : de profielafmetingen van de blindramen, bewegende vleugels en deurvleugels worden bepaald door de grootte van het raam en de op te nemen windbelasting. Hiervoor dienen de nodige proefverslagen voorgelegd ter goedkeuring. De dynamische basis-winddruk waarmee rekening gehouden moet worden in functie van het vereiste prestatieniveau. De prestatieniveaus lucht, water en windklasse dienen te voldoen aan : luchtdoorlatendheid max testdruk volgens EN 1026, EN 12207 : klasse 4 (600 Pa) waterdichtheid volgens EN 1027, EN 12208 : klasse E (900 Pa) weerstand tegen windbelasting, max testdruk volgens EN 12211, EN 12210 : klasse 5 (2000PA) weertand tegen windbelasting, relatieve doorbuiging volgens EN 12211, EN 12210 : klasse C (<= 1/300) Deze prestaties dienen aangetoond door een loorlopende technische BUtgb-goedkeuring met certificaat. Minimum bouwdieptes (indien de plannen andere profieldiepten voorschrijven dan zijn deze uiteindelijk bepalend). De bouwdiepte van de vaste kaders en de T-profielen kan vergroot worden in functie van de over te dragen winddruk en van het traagheidsmoment van de profielen. buitenkader : min. 65 mm bewegende vleugel : min. 75 mm De breedte van de vleugelprofielen wordt bepaald door de afmetingen van de opengaande delen. De posten- en regelprofielen worden eventueel inwendig statisch versterkt. De profielsecties dienen steeds te beantwoorden aan de berekeningsmethodes volgens de normen NBN B03-002, NBN B25-201 tem NBN B25-211. • Het buitenaanzicht van het buitenkader en van de vleugel is vlak. • Uf-waarde profielen : max. 2,0 W/m²K volgens EN 10077-2 (en dit voor elk gebruikt profiel - geen gemiddelde waarde). Kopijen van deze certificaten en testverslagen moeten gevoegd worden bij de offerte. Een berekening dient voorgelegd per type raam ter goedkeuring vóór de uitvoering in functie van de EPB-berekening. Slechts na goedkeuring kan de productie gestart worden. Voor het bekomen van een betere isolatiewaarde kan een bijkomende isolatiedichting geplaats worden in de glassponning van de kader- en/of vleugelprofielen waardoor het warmtetransport rond het glas beperkt wordt. • De profielen beantwoorden aan de EURONUT-maatvorming zodat de meeste Europese types van hang- en sluitwerk ingebouwd kunnen worden. • Voor een goede waterdichtheid onderaan de ramen, zijn alle kader- en T-profielen voorzien van een verlaagde waterdrempel. • De verbindingsprofielen (hoekprofielen, verbindingsprofielen tussen verschillende raamtypes, koppelprofielen, ...) zijn in de lengte voorzien van groeven voor voorgevormde zachte, ronde rubbers. Deze dichtingen zorgen voor een perfecte wind- en waterdichtheid van de geschroefde profielverbindingen zonder gebruik te maken van siliconen. • Voor een goede waterdichtheid onderaan de ramen zijn alle kader- en T-profielen voorzien van een verlaagde waterdrempel. Het niveauverschil tussen het drainageniveau en de bovenzijde van de binnenschaal bedraagt min 7,5 mm. ð Glaslatten in de legering EN-AW6060B.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
65/232
ð ð
ð
ð
• De glaslat heeft een rechthoekig aanzicht. • Sponningshoogte is min. 25 mm ( volgens STS 38 en NBN S23-002) • De glaslatten liggen in hetzelfde vlak als het vleugelprofiel en bij vaste ramen als het vaste kader. Roestvrij stalen onderdelen : Alle verankeringen of verstevigingen dienen uitgevoerd in AISI 316. Lasnaden, ontstaan tijdens de montage, moeten nadien opnieuw corrosievrij gemaakt worden. Verbindingen De hoekverbindingen tussen de profielen worden gevormd door de in verstek gezaagde aluminium profielen pneumatisch te persen of te schroeven. • Twee aluminium pershoeken of schroefhoeken. Het persen en schroeven van de verstekken is mogelijk dankzij de gegoten aluminium pershoeken en schroefhoeken die in de binnen- en buitenkamers van de profielen zitten. Alvorens de pershoeken/schroefhoeken worden geperst/geschroefd, worden de doorsneden van de profielen afgedicht met behulp van een neutrale elastische dichtingskit. De lijminjectiegaten worden in de profielen geponst, ofwel voor het persen/schroeven, ofwel tijdens het persen. In de lijminjectiegaten wordt 2-componentenlijm in het verstek geïnjecteerd, die door de voorgevormde kanalen in de pershoeken/schroefhoeken, naar de juiste plaatsen in het verstek wordt geleid. De profieldoorsneden worden bij het persen/schroeven tegen elkaar getrokken. • Een verhoogde steunhoek in aluminium wordt in de aanslaglip geschoven en zorgt ervoor dat het verstek perfect vlak is. Ook deze steunhoek dient verlijmd te worden dmv een tweecomponentenlijm. • De dwarsprofielen worden bevestigd met T-verbinders of met schroeven door het buitenkader. De T-verbinder wordt in het buitenkader vastgezet met schroeven en/of doordrukschroeven. De T-verbindingen worden afgedicht met aangepaste vulstukken en een afdichtingsproduct met een blijvende elasticiteit. Deze hoek- en T-verbindingen doen geen afbreuk aan de isolatie-eigenschappen van de constructie. Dichtingen De opengaande ramen zijn voorzien van een middendichting en een akoestische dichting in ethyleen-porpyleenrubber (EPDM) volgens TV 110. Alle dichtingen dienen zodanig geplaatst dat ze langdurig voldoen aan de eisen van de verlangde ramencategorie. Ze moeten tevens uitwisselbaar zijn. • De middendichting zit op de buitenkader en sluit aan tegen de aanslaglip van de isolatiestrip in de vleugel. In de hoeken wordt de middendichting in EPDM in verstek gesneden en gevulkaniseerd of er worden voorgevormde hoekstukken gebruikt. Deze dichting vormt een afscheiding tussen de koude en de warme kamers, en geeft geen koude door naar de profielen aan de binnenzijde. De middendichting beschermt de volledige stripbreedte en zorgt ervoor dat het raam over de hele omtrek wind- en waterdicht is. Bovendien zorgt de vorm van de dichting voor een goede afvoer van insijpelend water naar de afwateringskanalen van de dwarsprofielen. • De akoestische dichting is qua vorm symmetrisch en bevindt zich aan de binnenzijde van de vleugels. Deze akoestische dichting wordt nooit onderbroken, ook niet ter hoogte van de scharnieren en ter hoogte van de verstekhoeken. De deuren zijn voorzien van twee aanslagdichtingen, een buitendichting en een akoestische dichting, die beiden doorlopen ter hoogte van de verstekhoeken. Afwatering en ontluchting van de constructie Alle raamtypes moeten voorzien zijn van een drainagesysteem in de onderregels of in de horizontale T-profielen.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
66/232
• In elk raam dienen een aantal drainage-openingen te worden voorzien (3 ronde gaten van min. diameter 8 mm of sleufgat van ± 6 x 34 mm). Voor een raambreedte van 1 m moet men 2 openingen voorzien. Voor elke bijkomende 500 mm breedte dient een extra opening aangebracht te worden. Bovendien bedraagt de maximale afstand van een opening tot een hoek 250 mm. • Bij opengaande ramen worden aan de onderzijde van de vleugel drainage-openingen geponst van ± 5 x 15 mm. Voor een raambreedte tot 1 m moet men 2 openingen voorzien. Voor elke bijkomende 500 mm breedte dient een extra opening aangebracht te worden. Bovendien bedraagt de maximale afstand van een opening tot een hoek 250 mm. Aan de scharnierzijde en aan de krukzijde van de vleugel wordt steeds 1 opening met een diameter van 5 mm geboord. Dit realiseert de drukegalisatie rond de beglazing. • De drainage van het onderste buitenkader wordt verzekerd door drainage-openingen in een onderdorpelprofiel. Deze oplossing zorgt ervoor dat de drainage aan de buitenzijde onzichtbaar is. Bij ramen in een gordijngevel mag de drainage gebeuren door drainage-openingen in de buitenkader, zichtbaar aan de buitenzijde en afgedekt met kunststof kapjes in dezelfde kleur als het aluminium. • De drainage-openingen van vleugel en buitenkader moeten verspringen ten opzichte van elkaar. ð Thermische dichting in isolatie tussen spouwisolatie en schrijnwerkprofielen : De speling tussen de spouwisolatie en de schrijnwerkprofielen wordt VOLLEDIG opgevuld over de hele breedte van de thermische onderbreking. • bij spouwisolatie in glaswol : met een stijve glaswolplaat, onbekleed met een gedeclareerde warmtegeleidingscoëfficiënt van max 0,030 W/mK. • bij spouwisolatie in PUR : met een stijve isolatieplaat met een kern in hard polyurethaanschuim bekleed aan beide zijden met een matgrijs gasdicht meerlagencomplex van kraftpapier en metaalfolies, met een gedeclareerde warmtegeleidingscoëfficiënt van max 0,023 W/mK ð Akoestische en thermische dichting tussen schrijnwerk en ruwbouw Indien er kleine stelruimten niet opgevuld geraken met bovenstaande isolatie mag de stelruimte tussen raamkozijn en muur opgevuld worden met een ééncomponentig polyurethaanschuim dat uithardt door vochtopname uit de lucht. DFK-, HCFK- en HFK-vrij. Warmtegeleidingscoëfficiënt : max 0,025 W/mK. Een attest dient voorgelegd dat de gebruikte polyurethaanschuim geen vocht opneemt. ð Dichtingslabben bij alle gevelbekleding, bv met prefabelementen in beton, metalen cassetten en platen, afwerkingsplaten in vezelcement, rotswol, kunststof, hout, bepleistering, gevelparement ... De aansluiting tussen de ruwbouw en de raamprofielen (buitenzijde profielen) wordt gerealiseerd door middel van EPDM-folie of kunststoffolies op basis van een dampopen polypropeenvlies, gelamineerd met wederzijdse butyl- rsp. zelfklevende zijde. De folie is uitgerust met een geïntegreerde bewegingsreserve. Deze folie is slagregendicht volgens DIN 1027 600Pa. De folie bepleisterbaar dus toepasbaar voor buitenbepleistering. De dichtingsslab dient rondom te worden aangebracht. Zie ook eventueel bijgevoegde detailplans. ð Dichtingsvoeg tussen buitenschrijnwerk en buitengevel : • schuimband : opencellig zacht plyurethaan-schuimstof geïmpregneerd met acrylaatpolymeren. Slagregendicht volgens EN 1027 tot 600 Pa en beschikt over een doorlopende technische BUtgb-geodekruing. • Elastische voeg volgens art. 49.11.10. ð Afwerking tussen raamprofiel en binnenmuren.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
67/232
Luchtdichtheid dient verzekerd door een textielversterkte, scheurvaste aluminiumfolie, voorzien van een butylkleefband of een poyethyleencopolymeerfolie (duofolie) voor tegen de wand en een zelfklevende strook voor op het raam. De tape is voorzien van een geïntegreerde bewegingsreserve die de zettingen van het schrijnwerk kan volgen. Overpleisterbaar. De dampdichting van deze luchtdichting dient hoger te zijn dan deze van de EPDM-slabben zodat er zich nooit condensatie vormt tegen de EPDM slabben. Uitvoering ð Het geheel van de constructie met de gebruikte dichtingsvoegen en onderdelen zal voldoen aan de prestatieniveaus op basis van NBN B 25-002-1 (2009). De nodige berekeningen en proefverslagen dienen hiervan voorgelegd. ð Voorleggen van alle rekennota's waaruit moet blijken dat de constructie beantwoordt aan de gestelde normen. ð Voorleggen van uitvoeringstekeningen met alle gedetailleerde aansluitingen aan de ruwbouw vóór de uitvoering ter goedkeuring oa horizontale en verticale doorsneden, hoekverbindingen, afsluitsystemen (dichtingen, ...), akoestische en thermische aansluiting tussen ruwbouw en schrijnwerk, dichtingslabben bij gevelbekleding, schuimband en elastische voegen, luchtdichte aansluiting aan binnenmuur, aansluiting dorpel, aansluiting raamtablet, aansluiting gordijnplank, ... ð De verankering van de aluminiumelementen aan het gebouw dienen zo uitgevoerd dat bewegingen van het gebouw en de elementen opgevangen worden zonder dat hierdoor belastingen op de aluminiumconstructies worden overgedragen. De verankering gebeurt met aangepaste ankerstukken in aluminium, RVS of gegalvaniseerd staal. Om een koude-overdracht tussen de muren en de ramen te vermijden worden deze ankerstukken bevestigd achter de isolatie in de binnenmuur. Een bevestiging op de buitenmuur is toegestaan wanneer een speciaal geïsoleerd ankerstuk wordt gebruikt. De montage van de aluminiumbouwelementen moet lijn- en loodrecht gebeuren overeenkomstig de vloeraslijnen die door de aannemer zelf dienen aangebracht. Het aantal bevestigingen en de plaatsing ervan dienen te gebeuren op een manier dat de belasting van de ramen wordt overgedragen op de ruwbouw. In de hoogte langs beide raamzijden moeten er steeds minimum 2 bevestigingen staan met een maximum afstand tot de hoek of tov een horizontale tussenstijl van 200 mm. De bevestigingsafstand onderling bedraagt maximum 700 mm. Op de plaats van de sluiting wordt een bijkomende bevestiging geplaatst om eventuele vervorming tijdens het sluiten tegen te gaan. In de breedte wordt minimum 1 bevestiging per meter en in elk geval een bevestiging ter hoogte van elke tussenstijl geplaatst. ð De beglazing en vulpanelen worden geplaatst met doorlopende beglazingsdichtingen in EPDM. De EPDM-dichtingen worden niet onderbroken in de verstekken zodat een optimale waterdichtheid gegarandeerd wordt. Ontluchting en drainage van het glas of de panelen dienen te worden voorzien. ð Rechtstreeks contact tussen aluminium en andere metalen dient vermeden te worden door het aanbrengen van een isolerende laag (bv EPDM-dichtingsband). ð Het opvullen van de extra ruimte tussen de spouwisolatie en het schrijnwerk gebeurt door isolatie De isolatie wordt zodanig aangebracht de de ruimte tussen het schrijnwerk en de gevelisolatie volledig wordt opgevuld. Hierbij wordt de thermische onderbreking van de profielen volledig afgedekt. Rechtstreeks contact tussen het schuim en het buitenspouwblad
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
68/232
met vermeden worden. Het schuim is ermate felxibel dat het de bevegingsverschillen tussen schrijnwerk en ruwbouw kan opvangen. ð Uitvoeren van de aansluitingen volgens goedgekeurde uitvoeringstekeningen tussen schrijnwerk en ruwbouw. Voor de uitvoering dient nagegaan of de sectie van de voegen doorgaans correct is, rekening houdend met de voorzienbare verlengingen. Indien de voegbreedte buiten de toegelaten toleranties valt, zal het raam/deur uitgenomen worden en opnieuw geplaatst tot aan de gevraagde eisen beantwoord wordt. Bij zonwering mogen de geleiders slechts geplaatst worden na het dichten. De aansluiting van het raam met de ruwbouw dient uitgevoerd met een schuimband en een elastische voeg. Aan de buitenzijde wordt de waterdichtheid gerealiseerd door EPDM slabben. Aan de binnenzijde wordt de volledige luchtdichtheid gerealiseerd door een luchtdichting. Aan de schrijnwerkzijde wordt de folie met een zelfklevende strook verlijmd tegen ofwel de zijkant van het raam/deurgeheel. De indraaibevestigingsankers van het strijnwerk blijven toepasbaar. De folie wordt aangebracht in het atelier; ofwel de achterijde van het raam/deurgeheel, al dan niet verbreed met aansluitingsprofiel. De folie wordt op de werf aangebracht. Aan de ruwbouwzijde wordt de folie verkleefd met behulp van een MS_polymeer hechtpasta die geschikt is voor elke ondergrond. Eventuele extra-folies dienen aangebracht volgens de bijgevoegde tekeningen om een volledige luchtdichtheid te verzekeren. Omvang Inbegrepen : ð alle noodzakelijke bevestigingsmiddelen ð tijdelijk beschermen van het buitenschrijnwerk ð reinigen (schoonmaken, etiketten en tijdelijke bescherming verwijderen, ...) voor de voorlopige oplevering ð evnetuele nodige aansluitingsprofielen rondom met breedte van 15 mm rondom het eigenlijke raam. het profiel bevindt zich ter hoogte van de binnenschaal van de kaderprofielen. Het vergemakkelijkt de plaatsing van de raamverankering en kan de luchtdichtheidsfolie extra goed op zijn plaats houden. ð ð 31.35.32 Buitenramen - en deuren in gelakt aluminium Materiaal ð Oppervlaktebehandeling : de gelakte uitvoering draagt het Qualicoat-label. Voorbehandeling : chemisch ontvetten, beitsen, neutraliseren, chemische conversiebehandeling Elektrostatisch aanbrengen van thermohardende polyesterpoederlaag., ingebakken in een oven bij temperatuur van 200°C, laagdikte min. 60 micron. ð Oppervlaktebehandeling indien gebouw aan de kust gelegen is (± 5 km) of in eenagressieff milieu : 2 lagen systeem met Qualicoat-label. Voorbehandeling : chemisch ontvetten, beitsen, neutraliseren Anodisatie volgens het gelijkstroomzwavelprocédé. De anodisatie is maximum 5 micron dik. Na reinigen wordt de anodisatielaag verricht (sealing) gedurende 90 seconden. Daarna worden de profielen gedroogd.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
69/232
Het lakken van de profielen moet gebeuren binnen de 4 uur na het toepassen van de preanodisatie. De profielen ondergaan vervolgens een chemische conversie. Aanbrengen van een thermisch verhardende laklaag op basis van polyester toegepast onder elektrostatische spanning. Laagdikte min. 60 micron. Nabehandeling met een afsluitend product anti-corrosie op elke zaagsnede, frees, ponsing, ... ð Kleur : kleur te bepalen uit het hele kleurgamma. Kleurstalen dienen ter goedkeuring voorgelegd samen met de stalen van de profielen. In principe zijn alle kleuren leverbaar zonder meerprijs. 31.35.32.20
Buitendeuren in gelakt aluminium
Materiaal ð De dichting aan de onderkant van de deur is verzekerd met een automatische rubberdichting, met een borsteldichting in het sokkelprofiel of met een aanslagdichting. Deuren met een aanslagdichting worden gerealiseerd door middel van een aanslagprofiel dat aanslaat tegen een bodemprofiel. Om de buitendichting en de akoestische dichting ter hoogte van de hoeken continu te laten doorlopen, zijn zowel het bodemprofiel als de onderkant van de vleugelprofielen voorzien van eindstukken in hard PVC. Deze eindstukken zijn geschroefd. ð De deuren worden opgehangen dmv ingeklemde scharnieren, horizontaal regelbaar. Met inoxstift als dievenklauw. Kleur scharnieren idem als de kleur deurprofielen.. Er dienen minimum 4 scharnieren geplaatst per deur. ð De secundaire vleugel van een dubbele deur is voorzien van twee sluitpunten. Omvang Worden in een afzonderlijk artikel verrekend : ð beglazing ð vulpanelen ð beslagwerk behalve scharnieren ð roosters ð horren ð supplement voor geïsoleerde opstelling van de deur ð ð 31.35.32.21 Rechthoekige buitendeuren in gelakt aluminium Meting m² - dagmaatopening zonder onderscheid tussen openingswijze deur 31.80
Buitenroosters, traliewerk en horren
31.81
Buitenroosters
31.81.50
Buitenroosters in metaal
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
70/232
31.81.53
Buitenroosters in aluminium
31.81.53.20
Buitenroosters in gelakt aluminium
Materiaal ð Oppervlaktebehandeling : de gelakte uitvoering draagt het Qualicoat-label. Voorbehandeling : chemisch ontvetten, beitsen, neutraliseren, chemische conversiebehandeling Elektrostatisch aanbrengen van thermohardende polyesterpoederlaag., ingebakken in een oven bij temperatuur van 200°C, laagdikte min. 60 micron. ð Oppervlaktebehandeling indien gebouw aan de kust gelegen is (± 5 km) of in eenagressieff milieu : 2 lagen systeem met Qualicoat-label. Voorbehandeling : chemisch ontvetten, beitsen, neutraliseren Anodisatie volgens het gelijkstroomzwavelprocédé. De anodisatie is maximum 5 micron dik. Na reinigen wordt de anodisatielaag verricht (sealing) gedurende 90 seconden. Daarna worden de profielen gedroogd. Het lakken van de profielen moet gebeuren binnen de 4 uur na het toepassen van de preanodisatie. De profielen ondergaan vervolgens een chemische conversie. Aanbrengen van een thermisch verhardende laklaag op basis van polyester toegepast onder elektrostatische spanning. Laagdikte min. 60 micron. Nabehandeling met een afsluitend product anti-corrosie op elke zaagsnede, frees, ponsing, ... ð Kleur : kleur te bepalen uit het hele kleurgamma. Kleurstalen dienen ter goedkeuring voorgelegd samen met de stalen. In principe zijn alle kleuren leverbaar zonder meerprijs. Ook bestaat de mogelijkheid tot verschillende kleuren buiten zonder prijsconsequentie bv per blok, niveau een andere kleur, ... 31.81.53.21
Muurroosters in gelakt aluminium
31.81.53.21.10
Muurroosters vrije doorlaat 43% in gelakt aluminium
Materiaal Verluchtingsroosters vervaardigd uit aluminium profielen AlMgSi 0,5. Minimum dikte profielen 1,5 mm. Aluminium lamellenhouders vastgepopt op de geperforeerde verticale kaderprofielen. De Z-vormige lamellen met een hoogte van 33,5 mm zitten in de lamellenhouders vastgeklipst. De onderlinge afstand tussen de lamellen bedraagt 20 mm. Op de achterzijde van het rooster wordt een anti-statisch RVS-muggengaas (18/8) strak gespannen in het kader dmv een nylonkoord. Visueel vrije luchtdoorlaat : 59% Fysisch vrije doorlaat : 43% K-factor : 25,77 Ce-coëfficiënt : 0,197 Co-coëfficiënt : 0,197 niet akoestische dempend
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
71/232
31.81.53.21.11
Inbouw muurrooster met kader vrije doorlaat 43% in gelakt aluminium
Materiaal L-vormig kaderprofiel met een totale hoogte van ± 26,5 mm in een verstek gezaagd van 45 graden en geassembleerd door samenpersing en een klameerhoek. Voor grotere breedten dan 700 mm wordt een geperforeerd U-profiel voorzien, waarop supplementaire lamellenhouders worden gemonteerd als versterking. Inbouwdiepte : ± 28,5 mm Totale dikte : ± 33,5 mm Het rooster is voorzien van een watergoot, gemonteerd onder de onderste lamel die zorgt voor een optimale waterdichtheid conform HEVAC-testprocedure. Uitvoering ð De vastzetting van de roosters gebeurt dmv speciale klipsveren of doken afhankelijk muurafwerking. ð Na plaatsing dient de voeg tussen rooster en ruwbouw opgespoten met een elastische voeg beantwoordend aan art. 49.11.10. Meting m² - dagmaatopening 31.90
Hulpstukken en onderdelen secundaire elementen buitenwanden
31.91
Raam- en deurdorpels
31.91.10
Raam- en deurdorpels in natuurproducten
31.91.12
Raam- en deurdorpels in natuursteen
31.91.12.60
Raam- en deurdorpels in blauwe hardsteen
Materiaal ð Blauw hardsteen : crinoïde kalksteen 'petit granit' categorie B. Afkomstig uit één en dezelfde geologische étage, gelijkmatig van kleur, tint en samenstelling. De stenen zullen gaaf zijn en een heldere klank geven. Ze zullen afkomstig zijn uit een groeve die voor haar volledige uitbating, voor alle banken beschikt over een door de Butgb afgeleverde technische goedkeuring. Volumegewicht volgens NBN B24-213 : max. 2700 kgm³ Druksterkte volgens NBN B15-220 : gem. 170 N/mm² Poreusheid (onder vacuüm van 740 mm HG) volgens NBN B24-213 : max. 0,51 vol% Slijtvastheid (Amsler methode) volgens NBN B15-223 : 3,37 mm/1000m Vorstbestendig volgens de normen NBN B24-213 en NBN B27-009
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
72/232
Niet capillair. Bestand tegen aantasting door sulfaten. Afwerking dorpels in blauwe hardsteen : De stenen worden gezaagd. De bovenvlakken worden fijn geschuurd (licht grijze toon). De verticale vlakken worden gefrijnd. ð waterkerende laag : butyl-rubber folie, een laag elastomeer met geringe onverzadigheid, die bekomen wordt door co-polymerisatie bij lage temperatuur van isobutyleen en kleine hoeveelheden isopreen. Dikte : 1,2 mm Trekweerstand : min. 10 N/mm² scheurweerstand : min. 40 daN/cm breukrek : min. 400% Lijm : op basis van butyl en oplosmiddelen, koud aan te brengen, en geschikt, zowel voor het kleven van folie onderling, als voor het kleven op de draagvlakken. ð isolatie PUR : stijve isolatieplaat met een kern in hard polyurethaanschuim bekleed aan beide zijden met een matgrijs gasdicht meerlagencomplex van kraftpapier en metaalfolies, met een gedeclareerde warmtegeleidingscoëfficiënt van max 0,023 W/mK Uitvoering ð De dorpels worden vlot in de mortel gelegd en opgevoegd met cementmortel. Helling naar buiten toe 1,5 cm/m. ð Onder de voegen tussen twee stukken wordt een gootje geplaatst uitgevoerd met omgelooid lood (dikte 1 mm). Zie eveneens principetekening. Tot 1,50 m dienen de dorpels in 1 stuk uitgevoerd. ð Hoeken en richtingsveranderingen worden in verstek uitgevoerd. ð De dorpels worden door een waterkerende laag van het metselwerk en wandplaten gescheiden. De waterkerende laag wordt zo omgeplooid dat de dorpel aan de 3 zijden volledig is ingepakt. Zie principeschets. De banen van zullen zoveel mogelijk uit 1 stuk bestaan. Indien er toch lassen voorkomen zullen de verschillende banen elkaar ten minste 10 cm overlappen. De overlappende stroken worden over het volledige oppervlak aan elkaar gekleefd door middel van een hechtstrip en lijm. ð Bij raamdorpels wordt achter de dorpel een PUR-isolatiestrook over de hele breedte van het raamprofiel zodat een aanvaardbare bouwknoop volgens de EPB-regelgeving wordt bekomen. Deze isolatiestrook dient afgescheiden van de ruwbouw en vloer door middel van een waterkerende laag (volledige inpakking rondom zoals de dorpel). ð ð 31.91.12.62 Deurdorpels in blauwe hardsteen Omvang Inbegrepen : ð de nodige aanpassingen zodanig dat de voeg tussen vloer en dorpel zich bevindt onder de deur en wel 1 cm achter het binnenvlak van de deur. Meting m³ - netto volume van de omgevende balkvorm met als minimum per dorpel ... 0,01 m³ en dit zonder rekening te houden met voegen tenzij deze samenvallen met een richtingsverandering.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
73/232
32
SECUNDAIRE ELEMENTEN BINNENWANDEN
32.30
Binnendeuromlijstingen, binnenramen en schrijnwerkwanden
32.35
Binnendeuromlijstingen, -ramen en schrijnwerkwanden in metaal
32.35.20
Deuromlijstingen, ramen en schrijnwerkwanden in staal en staallegering
32.35.25
Deuromlijstingen, -ramen en schrijnwerkwanden in geëpoxyfieerd staal
Materiaal Alle metalen delen van de omlijsting krijgen, na het plooien en lassen, een elektrostatische poedercoating. Voordat het product gecoat wordt doorgaan ze een aaneensluitende behandeling in dompelbaden: ð Alkalische ontvetting: alle metalen delen worden ontdaan van alle vetten en oliën en volledig gespoeld. ð Fosfatatie: dmv ijzerfosfatering krijgt het oppervlak een metaalfosfaat laag voor een goede corrosiebestendigheid en vormt een goede hechtingslaag voor het poedercoaten. De metalen delen worden nogmaals gespoeld voor een volledige zuiverheid en worden dan gedroogd bij 120° ð Poedercoaten: is een elektrostatisch procedé waarbij het poeder positief opgeladen wordt en het af te werken stuk negatief. De stukken worden opgehangen aan een automatische lijn en in de poederkabiene wordt de nodige laagdikte opgespoten. Daarna loopt de lijn doorheen de moffeloven die volgens de voorschriften van de poeder fabrikant gemoffeld worden ca 15 à 20 minuten bij 120°C. De laagdikte is gemiddeld tussen 80 en 120 micron. De architect kan kiezen uit de volledige gamma RAL-KLEUREN en NCS-kleurkaart. Een keuze kan gemaakt worden in: mat fijn textuur of mat effen. Na het poeder coaten worden geen bewerkingen aan de verschillende delen meer toegelaten. 32.35.25.10
Binnendeuromlijstingen in geëpoxyfieerd staal - plaatsing na afwerking
Algemeen Alle deuromlijstingen worden gemonteerd na de afwerking van de muur volgens het droge montagesysteem. De omlijstingen hebben dezelfde afmetingen en omwikkeling als omlijstingen voor brandvrije deuren. De omlijsting is aangepast aan de muurdikte en kan gemonteerd worden op elk type wand, onafhankelijk van zijn uitvoering (metselwerk, gipskarton….) Materiaal ð Deuromlijsting Koud geplooide staalplaat met een nominale dikte van minimum 1,5 mm in overeenstemming met STS 53.1
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
74/232
De deuromlijsting is van het type blokkozijn met aan de paumellezijde een spiegel van 35 mm en aan de niet-paumellezijde een spiegel van 55 mm. De voorstand tov de muur is 18mm. De omlijsting bestaat uit 2 samengestelde delen, een voor- of deurkant en een tegenkant. Elk deel bestaat uit 2 verticale stijlen en 1 horizontale regel. Deze worden op de werf samen geschroefd tot 1 geheel (lasverbindingen zijn niet toegelaten). Alle schroeven worden bevestigd in speciale klipsen om de stevigheid te garanderen. De verbinding tussen de verticale stijlen en horizontale regel van het deurkader zijn in verstek (45°) en liggen in hetzelfde vlak. De slaglat en deklatten zijn, al of niet, volgens gevraagde brandweerstand, voorzien van stroken gipskartonplaten. Profilering overeenkomstig principeschetsen en voor te leggen aan de LA ter goedkeuring. In de aanslagholte wordt een soepel, akoestisch, brandwerend neopreenprofiel geplaatst Deze dichtingsband dient gevat door de metaalprofilering en mag noch gehecht, noch gekleed zijn zodat ze ten allen tijde gemakkelijk vervangbaar blijft. Alle omlijstingen hebben standaard een RVS verwijderbare slotplaat, versterkingen en inkepingen voor paumelles en slotkast. De omgezette verwijderbare RVS 304 slotplaat is vlak ingewerkt met de omlijsting voor een standaard krukhoogte van 1050mm. De openingen in de slotplaat, volgens de DIN-norm, zijn aanpasbaar aan de dikte van het deurblad of type slot. Aantal en aard van de bevestigingen dienen zodanig te zijn dat aan de gestelde stabiliteitseisen van het deurgeheel (deurblad - omlijsting) voldaan wordt. ð Bevestigingsschroeven in roestvrij staal 18/8 ð De omlijsting is voorzien van RVS paumellen met een hoogte van 100mm en een diameter van 16mm met RVS loopring voorzien van kogellagers. De paumellen worden bevestigd met een inbus M6 klemschroef in een achterliggend, gelast warm verzinkt paumellekastje voorzien van een moer met minimum dikte van 4mm. Een 2-dimentionale instelling en uitlijning moet mogelijk zijn. Uitvoering ð Leveren en plaatsen van deuromlijstingen beantwoordend aan STS 53 en in het bijzonder aan art. 53.05. ð De montage kan gebeuren met speciaal gevormde, stalen, verzinkte beugels of een multiplex plaat 18mm in functie van het Benor-Atg attest en/of de keuze van de plaatser. De holle ruimten worden geïnjecteerd met akoestisch/brandwerend schuim of opgevuld met Zadur specie in functie van het Benor-Atg attest. ð De deurbladkant wordt op de stalen beugels of multiplex stroken geschroefd en volledig haaks en op niveau in de deuropening geplaatst en op de muur bevestigd d.m.v. speciale afstandbouten. ð De tegenkant van de omlijsting wordt in de deuropening geschoven en eveneens volledig haaks en op niveau vastgeschroefd aan de beugel of multiplexstrook en onzichtbaar in de aanslagholte van de dichtingrubber van de deurbladkant. ð Omlijstingen welke uitzettingsvoegen verbergen dienen zo opgevat dat deze voegen in de omlijsting doorlopen. ð Omlijstingen voor kokers (deur boven gemetste of montagewand plint) : de kokers hebben een omlijsting aan de 4 zijden. ð Ophanging van de deuren. Elk deurblad voor draaiende deuren dient opgehangen aan de omlijstingen dmv van minimum 4 paumellen. Documentatie en berekening van aantal scharnieren in functie van gewicht en grootte
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
75/232
deurblad dient voorgelegd. Bij zware deuren dienen bijgevolg de bijgeplaatst.
nodige
paumellen
Omvang Inbegrepen : ð leveren en plaatsen van aangepaste omlijstingen bij zettingsvoegen in de constructie. Detail voor te leggen ter goedkeuring. ð de nodige aanpassingen aan de deuromlijstingen volgens de beweging van de deur (schuifdeur, doorslaande deuren, ...) Wordt in een afzonderlijk artikel verrekend : ð supplement op scharnieren voor doorslaande deuren en schuifdeuren ð supplement voor Rf deurgehelen (deuromlijsting + deurblad) ð supplement voor loodafscherming (deuromlijsting + deurblad) ð supplement voor akoestische verbetering (deuromlijsting + deurblad) ð supplement voor faradisatie (deuromlijsting + deurblad) ð supplement voor geïsoleerde opstelling ð ð 32.35.25.11 Binnendeuromlijsting enkele deur in geëpoxyfieerd staal Meting Stuk binnendeuromlijsting enkele deur, welke ook de deurafmeting, de muurdikte of de beweging (draairichting, schuifdeur, doorslaande deur, ...) of supplementen zijn met betrekking tot de deur. 32.36
Binnendeuromlijstingen, -ramen en schrijnwerkwanden in hout
Materiaal ð Het hout beantwoordt aan de technische steekkaarten van het interfederaal houtvoorlichtingscentrum. De aannemer dient attesten van de houtsoorten en hun behandelin voor te leggen aan de LA. ð Al het hout, de behandeling en verwerking ervan zal gebeuren overeenkomstig STS 53 deel II voor zover in de hierna volgende artikels hiervan niet wordt afgeweken. ð Al de vergaringen zijn uit te voeren door dubbele vorkverbindingen. De vergaringen zijn gelijmd met behulp van synthetisch lijm van ten minste het type 03-100 (index 04.50.4 van STS 52) ð Houtafwerking. Al de in zicht komende delen worden zodanig bewerkt dat alle sporen van werktuigen en bewerkingen verdwenen zijn. Al de nagels in het zichtbaar hout worden ingedreven en de openingen opgestopt met stopverf in dezelfde kleur als het hout. Is de schroefkop groter dan 8 mm dan dient een houten stop van dezelfde houtsoort aangewend. ð Nagels, houtschroeven, bevestigingsplatijzers of bevestigingschroeven en hulzen zijn in roestvrij staal 18/8 of 18/8/3 beantwoordend aan index 06.71.1 STS 52. ð Opvulling tussen schrijnwerk en wanden in minerale wol. De minerale wol is onbrandbaar en blijvend waterafstotend.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
76/232
Volumegewicht ca 34 kg/m² 32.36.20
Deuromlijstingen, ramen en schrijnwerkwanden in loofhout
Uitvoering Behandeling van het hout : alleen loofhout uit tropische streken (bv Framiré, Limba, Samba/Ayous, enz...) waarvan het spinthout of al het hout bijzonder gevoelig is voor insektenaantasting (Lyctus) dienen behandeld volgens het procédé B (STS 31-32 addendum 04.32). 32.36.21
Deuromlijstingen, ramen en schrijnwerkwanden in Amerikaanse esdoorn
32.36.21.10
Binnendeuromlijstingen in Amerikaanse esdoorn
Materiaal ð Deuromlijsting (binnenkast, blokkader, aanvullende binnenkast, afdeklatten, aanslaglijst, ...) in hardhouten schrijnwerk beantwoordend aan STS 53 deel II art 04. Profilering overeenkomstig principeschetsen en voor te leggen aan de LA ter goedkeuring. ð De deuren worden opgehangen door 3 onderhoudsvrije en driedimensionale verstelbare onzichtbare scharnieren. De grootte van de scharnieren is afhankelijk van het gewicht van de deur. Een berekeningsnota dient voorgelegd ter goedkeuring. Oppervlakteafwerking : inoxkleurig Ze beantwoorden aan de norm EN 1935 : 2002 en zijn zowel voor linkse als rechtse deuren bruikbaar. Het kippen bij belasting van de deur wordt verhinderd door het 4-arm gewricht en de 5 assen. De kinematische geleiding wordt gerealiseerd door horizontale assen die de krachten opnemen. De deuren kunnen driedimensionaal afgesteld worden zonder de geleiding te beïnvloeden. De aftelling van de speling tussen deur en deurvlak wordt bereikt door horizontale draadeindes. De isntelling van de hoogte of dichting wordt bereikt zonder demontage van de scharnier, maar door vertande massieve salen klemplaten. Een grotere uitfrezing in de omlijsting en deurblad voor het verstellen van het scharnier is niet toegelaten. Afstelling : +2/-1 mm voor de aandruk, +/- 3 mm voor de speling en +/- 3 mm in de hoogte (bij 180 mm hoge scharnieren). Uitvoering ð Leveren en plaatsen van deuromlijstingen beantwoordend aan STS 53 en principeschetsen. ð De binnenkasten dienen opgespied en vastgezet aan de wanden dmv roestvrij stalen vijzen. De vijzen hebben een platte kop en worden lichtjes verdiept aangebracht. Kozijnen (blokkaders) dienen vastgezet met geplooide RVS bevestigingsplatijzers of dmv gegalvinseerde metalen pluggen en RVS schroeven doorhee het schrijnwerk tot in het metselwerk of beton. De bevestigingen mogen na afwerking niet zichtbaar blijven. Het systeem van bevestiging dient vooraf ter goedkeuring voorgelegd aan de LA. Aantal bevestigingen : minimum 3 in de hoogte, waarvan 1 onderaan, 1 in het midden en 1 bovenaan. Bij muurdiktes vanaf 15 cm en breder dient een dubbele rij bevestigingen aangebracht. De bevestigingen dienen op een regelmatig stramien aangebracht te worden.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
77/232
ð ð ð ð
ð ð
Bij omlijstingen breder dan 1 meter dient in het bovendagstuk eveneens een bevestiging aangebracht in het midden van de deuropening. Omlijstingen welke uitzettingsvoegen verbergen dienen zo opgevat dat deze voegen in de omlijsting doorlopen. Omlijstingen voor kokers (deur boven gemetste of montagewand plint) : de kokers hebben een omlijsting aan de 4 zijden. De ruimte tussen binnenkasten en wand dient opgestopt met minerale wol. Bij toepassing van binnenkasten dient een aanslaglijst ingewerkt, verlijmd over de volledige lengte. De afdeklatten dienen vastgevezen op de binnenkasten en dit minimum alle 4 cm en op max. 10 cm van de hoeken. De vijzen zijn voorzien van een platte kop en worden lichtjes verzonken aangebracht. De inplanting van de vijzen dient op een regelmatige wijze te gebeuren (tussenafstanden gelijk) en zodanig dat wanneer de tegenover elkaar liggende vijzen met elkaar verbonden worden er een raster van gelijke rechthoeken bekomen wordt. De afdeklatten sluiten tegen elkaar aan in verstek. Alle vrije randen moeten afgerond worden zodat scherpe randen vermeden worden. Ophanging van de deuren. Elk deurblad voor draaiende deuren dient opgehangen aan de omlijstingen dmv van minimum 3 scharnieren. Documentatie en berekening van aantal scharnieren in functie van gewicht en grootte deurblad dient voorgelegd. Bij zware deuren dienen bijgevolg de nodige scharnieren bijgeplaatst. Het blad van de scharnieren dient verdiept aangebracht. Van deze scharnieren zal er minimum 1 bovenaan, 1 in het midden en 1 onderaan aangebracht worden.
Omvang Inbegrepen : ð leveren en plaatsen van aangepaste omlijstingen bij zettingsvoegen in de constructie. Detail voor te leggen ter goedkeuring. ð de nodige aanpassingen aan de deuromlijstingen volgens type omlijsting (omlijsting met binnenkast en afdeklatten, blokkader, omlijsting van deur geïntegreerd in schrijnwerkwand, ... volgens bijgevoegde deurlijst) ð de nodige aanpassingen aan de deuromlijstingen volgens de beweging van de deur (schuifdeur, doorslaande deuren, ...) ð opvoegen bij blokomlijstingen zonder afdeklatten tussen omlijsting en wand met elastische voeg beantwoordend aan art. 49.11.10. Wordt in een afzonderlijk artikel verrekend : ð behandeling of schilderwerk van het hout ð supplement op scharnieren voor doorslaande deuren en schuifdeuren ð supplement voor Rf deurgehelen (deuromlijsting + deurblad) ð supplement voor loodafscherming (deuromlijsting + deurblad) ð supplement voor akoestische verbetering (deuromlijsting + deurblad) ð supplement voor faradisatie (deuromlijsting + deurblad) ð ð 32.36.21.11 Binnendeuromlijsting enkele deur in Amerikaanse esdoorn Meting
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
78/232
Stuk binnendeuromlijsting enkele deur, welke ook de deurafmeting, de muurdikte, het type (omlijsting met binnenkast en afdeklatten, blokkader, omlijsting van deur geïntegreerd in schrijnwerkwand, ... volgens bijgevoegde deurlijst) of de beweging (draairichting, schuifdeur, doorslaande deur, ...) of supplementen zijn met betrekking tot de deur. 32.36.21.12
Binnendeuromlijsting dubbele deur in Amerikaanse esdoorn
Meting Stuk binnendeuromlijsting dubbele deur, welke ook de deurafmeting, de muurdikte, het type (omlijsting met binnenkast en afdeklatten, blokkader, omlijsting van deur geïntegreerd in schrijnwerkwand, ... volgens bijgevoegde deurlijst) of de beweging (draairichting, schuifdeur, doorslaande deur, ...) of supplementen zijn met betrekking tot de deur. 32.36.21.14
Binnendeuromlijsting dubbele kokerdeur in Amerikaanse esdoorn
Meting Stuk binnendeuromlijsting dubbele kokerdeur (4zijden), welke ook de deurafmeting, de muurdikte of de beweging (draairichting, ...) of supplementen zijn met betrekking tot de deur. 32.36.21.20
Binnenramen in Amerikaanse esdoorn
32.36.21.21
Vaste binnenramen in Amerikaanse esdoorn
Materiaal ð Ramen in hardhouten schrijnwerk beantwoordend aan STS 53 deel II art 04. Profilering overeenkomstig principeschetsen en voor te leggen aan de LA ter goedkeuring. Uitvoering ð Leveren en plaatsen van de ramen volgens bijgevoegde principeschetsen. ð De binnenkasten dienen opgespied en vastgezet aan de wanden dmv roestvrij stalen vijzen. De vijzen hebben een platte kop en worden lichtjes verdiept aangebracht. Kozijnen (blokkaders) dienen vastgezet met geplooide RVS bevestigingsplatijzers of dmv gegalvaniseerde metalen pluggen en RVS schroeven doorheen het schrijnwerk tot in het metselwerk of beton. De bevestigingen mogen na afwerking niet zichtbaar blijven. Het systeem van bevestiging dient vooraf ter goedkeuring voorgelegd aan de LA. Aantal bevestigingen : minimum 3 in de hoogte, waarvan 1 onderaan, 1 in het midden en 1 bovenaan. Bij muurdiktes vanaf 15 cm en breder dient een dubbele rij bevestigingen aangebracht. De bevestigingen dienen op een regelmatig stramien aangebracht te worden. Bij binnenkasten breder dan 1 meter dient in het bovendagstuk eveneens een bevestiging aangebracht in het midden van de raamopening. ð Ramen welke uitzettingsvoegen verbergen dienen zo opgevat dat deze voegen in de omlijsting doorlopen. ð Glaslatten
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
79/232
Alle glaspartijen worden vastgezet met houten glaslatten. Deze worden vastgezet dmv RVS vijzen. Aantal : min. 2 vijzen per glaslat. Max. afstand tussen 2 vijzen : 40 cm. Max. afstand 1ste vijs - hoek : 10 cm. De hoeken waar de glaslatten elkaar ontmoeten mogen in verstek uitgevoerd worden. De glaslatten hebben een minimum hoogte aan de glaszijde van 18 mm. De breedte zal aangepast zijn aan de dikte van de beglazing. ð De ruimte tussen binnenkasten en wand dient opgestopt met minerale wol. ð Alle vrije randen moeten afgerond worden zodat scherpe randen vermeden worden. Omvang Inbegrepen : ð leveren en plaatsen van aangepaste omlijstingen bij zettingsvoegen in de constructie. Detail voor te leggen ter goedkeuring. ð de nodige aanpassingen aan de ramen volgens type (raam met binnenkast en afdeklatten, blokramen, ... volgens bijgevoegde schetsen) ð opvoegen bij blokramen zonder afdeklatten tussen raam en wand met elastische voeg beantwoordend aan art. 49.11.10. ð leveren en plaatsen van aangepaste ramen bij beglazing met een brandweerstand, zodat het geheel (= raam + glas) de gevraagde Rf van het glas heeft. Wordt in een afzonderlijk artikel verrekend : ð behandeling of schilderwerk van het hout ð beglazing en vulpanelen (artikels 39 en volgende) Meting m² - muuropening voor raam onafhankelijk type raam (raam met binnenkast en afdeklatten, blokramen, ...) 32.40
Binnendeurbladen
32.46
Binnendeurbladen in hout
Materiaal ð Het hout beantwoordt aan de technische steekkaarten van het interfederaal houtvoorlichtingscentrum. ð Al het hout, de behandeling en verwerking ervan zal gebeuren overeenkomstig STS 53 deel II voor zover in de hierna volgende artikels hiervan niet wordt afgeweken. ð Al de vergaringen zijn uit te voeren door dubbele vorkverbindingen. De vergaringen zijn gelijmd met behulp van synthetisch lijm van ten minste het type 03-100 (index 04.50.4 van STS 52) ð Houtafwerking. Al de in zicht komende delen worden zodanig bewerkt dat alle sporen van werktuigen en bewerkingen verdwenen zijn. Al de nagels in het zichtbaar hout worden ingedreven en de openingen opgestopt met
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
80/232
stopverf in dezelfde kleur als het hout. Is de schroefkop groter dan 8 mm dan dient een houten stop van dezelfde houtsoort aangewend. 32.46.20
Binnendeurbladen in loofhout
Materiaal ð Deurbladen in hardhouten schrijnwerk beantwoordend aan STS 53 deel II art 04. Profilering overeenkomstig principeschetsen en voor te leggen aan de LA ter goedkeuring. Uitvoering ð Leveren en plaatsen van de deurbladen volgens bijgevoegde principeschetsen. ð Behandeling van het hout : alleen loofhout uit tropische streken (bv Framiré, Limba, Samba/Ayous, enz...) waarvan het spinthout of al het hout bijzonder gevoelig is voor insektenaantasting (Lyctus) dienen behandeld volgens het procédé B (STS 31-32 addendum 04.32). ð Glaslatten Alle glaspartijen worden vastgezet met houten glaslatten. Deze worden vastgezet dmv RVS vijzen. Aantal : min. 2 vijzen per glaslat. Max. afstand tussen 2 vijzen : 40 cm. Max. afstand 1ste vijs - hoek : 10 cm. De hoeken waar de glaslatten elkaar ontmoeten mogen in verstek uitgevoerd worden. De glaslatten hebben een minimum hoogte aan de glaszijde van 18 mm. De breedte zal aangepast zijn aan de dikte van de beglazing. ð Alle vrije randen moeten afgerond worden zodat scherpe randen vermeden worden. Omvang Inbegrepen : ð de nodige aanpassingen, voorzieningen en inwerken van deurroosters geleverd door de bouwheer en vermeld in de deurlijst. ð leveren en plaatsen van sommige deurbladen die 1 cm korter zijn dan de hoogte, zodat onderaan een ventilatiespleet ontstaatde nodige aanpassingen en voorzieningen voor het inwerken van het deurbeslag ð de nodige aanpassingen aan de deurbladen volgens de beweging van de deur (schuifdeur, doorslaande deuren, ...) Wordt in een afzonderlijk artikel verrekend : ð beslag ð beglazing en vulpanelen (artikels 39 en volgende) ð supplement voor Rf deurgehelen (deuromlijsting + deurblad) ð supplement voor loodafscherming (deuromlijsting + deurblad) ð supplement voor akoestische verbetering (deuromlijsting + deurblad) ð supplement voor faradisatie (deuromlijsting + deurblad) ð behandeling of schilderwerk van het hout ð ð 32.46.21 Binnendeurbladen in Amerikaanse esdoorn
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
81/232
Meting stuk, welke ook de deurbladafmeting, de draairichting, supplementen zijn met betrekking tot de deur ... Dubbele deuren (2 deurbladen) worden bijgevolg ook als 2 stuks opgemeten. 32.46.60
Binnendeurbladen met kern in massieve spaanplaat
32.46.62
Gestratifieerd deurblad met kern in mas. spaanpl en zichtb randlat
ALGEMEEN Indien in 1 project inrichting in massieve gelamineerde kunststofharsplaten EN in gestratifieerde spaanplaat is voorgeschreven dienen de stratifié en de massieve gelamineerde kunststofharsplaten 1 en hetzelfde merk te zijn. Zo kunnen de kleuren van alle materialen op elkaar aansluiten en kan dezelfde tint gebruikt worden zonder kleurverschil. Dit is een eis en dit zonder enige prijsconsequenties. Materiaal ð Raamwerk uit PNG nr. 414 van NBN 199 beantwoordend aan de voorschriften van het interfederaal houtvoorlichtingscentrum. Minimale nominale massa per volume bij een vochtigheid van 20 % is 450 kg/m³. Sectie : ± 32 x 40 mm ð Vulling : vooraf geperste, hoogfrequent verlijmde massieve hardhout spaanderplaat. De vulling moet toelaten dat op eventueel er in aangebrachte vijzen een trekkracht kan uitgeoefend worden zonder dat deze loskomt (bv trekkers, deurdrangers, ...) ð Dekblad : hardboard dikte 3,2 mm ð Randlat : • 4-zijdige zichtbare kunststof randlat van 7 mm kunststof randlat vervaardigd uit een 2 component polyurethaan hars dat in vloeibare vorm door middel van een spuitgietprocédé tegen de zijkant van het deurkader wordt geïnjecteerd in een malsysteem. De solide aanhechting tussen randlat en deurblad wordt tot stand gebracht door het uitharden van het polyurethaan giethars, waarbij de dubbele tand –en groefverbinding zorgt voor een grotere aanhechtingsoppervlakte. Er worden geen lijmen gebruikt om de aanhechting tot stand te brengen. De randlat wordt zichtbaar aangebracht na het verlijmen van de HPL en is aan beide zijden 7mm dik. De overgang tussen HPL en randlat is naadloos en volledig vlak met het deurblad. Bij brandwerende deuren wordt het schuimvormend product langs 4 zijden onzichtbaar ingebouwd. Het polyurethaan hars zorgt voor een sterke, stootvaste kantafwerking, is niet poreus, wat in combinatie met naadloze overgang tussen HPL en kantlat bijdraagt tot een verhoogde hygiëne. De kunststof kantlat is in de massa gekleurd en hoeft geen nabewerking (vernissen, schuren…). Keuze uit minimum 4 kleuren (wit, licht grij, midden grijs en donker grijs) Afmetingen : zie principeschets ð Bekleding : gelamineerde kunststofplaten (stratifié), dikte minimum 1,1 mm Kern : met fenolplasten en epoxyharsen geïmpregneerde cellulosebanen. Toplaag : met melaminehars geïmpregneerde cellulosebanen.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
82/232
Deze geïmpregneerde cellulosebanen worden onder hoge druk en bij verhoogde temperatuur tot homogene platen geperst. De platen zijn volledig vlak. Eigenschappen volgens EN 438-2 (2005) : • Optische eigenschappen : geen veranderingen onder invloed van hitte in glans, kleur en scheurvorming • Krasvastheid : >= 3 N, behalve blinkende afwerking 2 • Slijtvastheid : >= 450 omwentelingen (opgave omwentelingen verplicht) • Vormvastheid bij verhoogde temperatuur : lengterichting <= 0,18% en breedterichting <= 0,35% • kleurechtheid bij kunstlicht : min. wool standard 7 • vlekweerstand volgens : minimum 5 rating • sigaretbestendigheid : minimum 4 rating • stoomweerstand : minimum 4 rating, behalve glanzende afwerking 3 • De materialen dienen antistatisch te zijn en te weerstaan aan de gewoonlijk gebruikte ontsmettingsmiddelen. Kleur : naar keuze uit het volledige kleurengamma zonder uitsluiting van enig kleur. Dit gamma dient minimum 100 effen kleuren en min. 40 houtimitaties en min. 40 decorpatronen te omvatten. De architect kan meerdere kleuren kiezen (bv verschillende lokalen, niveaus, onderdelen ...) en dit zonder prijsconsequentie. Oppervlakte structuur : vloeiende gelijkmatige textuur aan zichtzijde of mat (dit naar keuze architect zonder prijsconsequentie), opgeruwd aan rugzijde Uitvoering ð De deurbladen zijn samengesteld uit een raamwerk van PNG, gevuld met een massieve spaanplaat. Ter hoogte van de in te werken elementen (sloten, ...) dienen de nodige versterkingen aangebracht. ð Raam- en vulling dienen afgedekt met dekblad van hardboard, over de volle oppervlakte verlijmt op kader en vulling. De verlijming van dekblad op de kern dient zodanig uitgevoerd dat deze onder normale gebruiksomstandigheden of bij het uitvoeren van de gestelde proeven, niet van elkaar lossen. Het dekblad dient uit 1 stuk vervaardigd zodat in het deurblad geen enkele las voorkomt. ð De bekleding in stratifié dient altijd uitgevoerd in 1 stuk. Naden zijn niet toegelaten. Hiervoor dienen extra grote platen gebruikt voor brede deurbladen. Hiervoor kan geen meerprijs aangerekend worden. ð Aan de randen dient rondom een kunststof randlat aangebracht. Het deurblad wordt voor het aanbrengen van de kantlat 3° gearmschaafd aan slot - en scharnierzijde waarna de kantlat schuin wordt aangegoten. Ingeval van dubbele deuren, schuifdeuren, enz ... dient deze randafwerking aangepast in functie van de beweging van de deur. Omvang Inbegrepen : ð de nodige aanpassingen, voorzieningen en inwerken van deurroosters geleverd door de bouwheer en vermeld in de deurlijst. ð leveren en plaatsen van sommige deurbladen die 1 cm korter zijn dan de hoogte, zodat onderaan een ventilatiespleet ontstaat ð de nodige aanpassingen en voorzieningen voor het inwerken van het deurbeslag
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
83/232
ð de nodige aanpassingen aan de deurbladen volgens de beweging van de deur (schuifdeur, doorslaande deuren, ...) Wordt in een afzonderlijk artikel verrekend : ð beslag ð supplement beglazing (artikels 32.46.69 en volgende) ð supplement voor brandweerstand deurgehelen (deuromlijsting + deurblad) ð supplement voor loodafscherming (deuromlijsting + deurblad) ð supplement voor akoestische verbetering (deuromlijsting + deurblad) ð supplement voor faradisatie (deuromlijsting + deurblad) Meting stuk, welke ook de deurbladafmeting, de draairichting, supplementen zijn met betrekking tot de deur ... Dubbele deuren (2 deurbladen) worden bijgevolg ook als 2 stuks opgemeten. 32.46.67
Gestratifieerd binnendeurblad met bovenpaneel met kern in mas spaanpl
ALGEMEEN Indien in 1 project inrichting in massieve gelamineerde kunststofharsplaten EN in gestratifieerde spaanplaat is voorgeschreven dienen de stratifié en de massieve gelamineerde kunststofharsplaten 1 en hetzelfde merk te zijn. Zo kunnen de kleuren van alle materialen op elkaar aansluiten en kan dezelfde tint gebruikt worden zonder kleurverschil. Dit is een eis en dit zonder enige prijsconsequenties. Materiaal ð Raamwerk uit PNG nr. 414 van NBN 199 beantwoordend aan de voorschriften van het interfederaal houtvoorlichtingscentrum. Minimale nominale massa per volume bij een vochtigheid van 20 % is 450 kg/m³. Sectie : ± 32 x 40 mm ð Vulling : vooraf geperste, hoogfrequent verlijmde massieve hardhout spaanderplaat. De vulling moet toelaten dat op eventueel er in aangebrachte vijzen een trekkracht kan uitgeoefend worden zonder dat deze loskomt (bv trekkers, deurdrangers, ...) ð Dekblad : hardboard dikte 3,2 mm ð Randlat : • 4-zijdige zichtbare kunststof randlat van 7 mm kunststof randlat vervaardigd uit een 2 component polyurethaan hars dat in vloeibare vorm door middel van een spuitgietprocédé tegen de zijkant van het deurkader wordt geïnjecteerd in een malsysteem. De solide aanhechting tussen randlat en deurblad wordt tot stand gebracht door het uitharden van het polyurethaan giethars, waarbij de dubbele tand –en groefverbinding zorgt voor een grotere aanhechtingsoppervlakte. Er worden geen lijmen gebruikt om de aanhechting tot stand te brengen. De randlat wordt zichtbaar aangebracht na het verlijmen van de HPL en is aan beide zijden 7mm dik. De overgang tussen HPL en randlat is naadloos en volledig vlak met het deurblad. Bij brandwerende deuren wordt het schuimvormend product langs 4 zijden onzichtbaar ingebouwd.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
84/232
Het polyurethaan hars zorgt voor een sterke, stootvaste kantafwerking, is niet poreus, wat in combinatie met naadloze overgang tussen HPL en kantlat bijdraagt tot een verhoogde hygiëne. De kunststof kantlat is in de massa gekleurd en hoeft geen nabewerking (vernissen, schuren…). Keuze uit minimum 4 kleuren (wit, licht grij, midden grijs en donker grijs) Afmetingen : zie principeschets ð Bekleding : gelamineerde kunststofplaten (stratifié), dikte minimum 1,1 mm Kern : met fenolplasten en epoxyharsen geïmpregneerde cellulosebanen. Toplaag : met melaminehars geïmpregneerde cellulosebanen. Deze geïmpregneerde cellulosebanen worden onder hoge druk en bij verhoogde temperatuur tot homogene platen geperst. De platen zijn volledig vlak. Eigenschappen volgens EN 438-2 (2005) : • Optische eigenschappen : geen veranderingen onder invloed van hitte in glans, kleur en scheurvorming • Krasvastheid : >= 3 N, behalve blinkende afwerking 2 • Slijtvastheid : >= 450 omwentelingen (opgave omwentelingen verplicht) • Vormvastheid bij verhoogde temperatuur : lengterichting <= 0,18% en breedterichting <= 0,35% • kleurechtheid bij kunstlicht : min. wool standard 7 • vlekweerstand volgens : minimum 5 rating • sigaretbestendigheid : minimum 4 rating • stoomweerstand : minimum 4 rating, behalve glanzende afwerking 3 • De materialen dienen antistatisch te zijn en te weerstaan aan de gewoonlijk gebruikte ontsmettingsmiddelen. Kleur : naar keuze uit het volledige kleurengamma zonder uitsluiting van enig kleur. Dit gamma dient minimum 100 effen kleuren en min. 40 houtimitaties en min. 40 decorpatronen te omvatten. De architect kan meerdere kleuren kiezen (bv verschillende lokalen, niveaus, onderdelen ...) en dit zonder prijsconsequentie. Oppervlakte structuur : vloeiende gelijkmatige textuur aan zichtzijde of mat (dit naar keuze architect zonder prijsconsequentie), opgeruwd aan rugzijde Uitvoering ð De deurbladen en bovenpanelen zijn samengesteld uit een raamwerk van PNG, gevuld met een massieve spaanplaat. Ter hoogte van de in te werken elementen (sloten, ...) dienen de nodige versterkingen aangebracht. ð Raam- en vulling dienen afgedekt met dekblad van hardboard, over de volle oppervlakte verlijmt op kader en vulling. De verlijming van dekblad op de kern dient zodanig uitgevoerd dat deze onder normale gebruiksomstandigheden of bij het uitvoeren van de gestelde proeven, niet van elkaar lossen. Het dekblad dient uit 1 stuk vervaardigd zodat in het deurblad geen enkele las voorkomt. ð De bekleding in stratifié dient altijd uitgevoerd in 1 stuk. Naden zijn niet toegelaten. Hiervoor dienen extra grote platen gebruikt voor brede deurbladen. Hiervoor kan geen meerprijs aangerekend worden. ð Aan de randen dient rondom een kunststof randlat aangebracht. Het deurblad wordt voor het aanbrengen van de kantlat 3° gearmschaafd aan slot - en scharnierzijde waarna de kantlat schuin wordt aangegoten. Aanslag vulpaneel - deurblad is niet voorzien van randlat in kunststof. ð Ingeval van dubbele deuren, schuifdeuren, enz ... dient deze randafwerking aangepast in functie van de beweging van de deur.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
85/232
Omvang Inbegrepen : ð de nodige aanpassingen, voorzieningen en inwerken van deurroosters geleverd door de bouwheer en vermeld in de deurlijst. ð leveren en plaatsen van sommige deurbladen die 1 cm korter zijn dan de hoogte, zodat onderaan een ventilatiespleet ontstaat ð de nodige aanpassingen en voorzieningen voor het inwerken van het deurbeslag ð de nodige aanpassingen aan de deurbladen volgens de beweging van de deur (schuifdeur, doorslaande deuren, ...) Wordt in een afzonderlijk artikel verrekend : ð beslag ð supplement beglazing (artikels 32.46.69 en volgende) ð schilderwerk ð supplement voor brandweerstand deurgehelen (deuromlijsting + deurblad) ð supplement voor loodafscherming (deuromlijsting + deurblad) ð supplement voor akoestische verbetering (deuromlijsting + deurblad) ð supplement voor faradisatie (deuromlijsting + deurblad) Meting stuk, welke ook de deurbladafmeting, de draairichting, supplementen zijn met betrekking tot de deur ... Dubbele deuren (2 deurbladen) worden bijgevolg ook als 2 stuks opgemeten. 32.46.68
Supplement digiprint voor deurbladen met kern in massieve spaanplaat
Uitvoering ð Omvat het supplement om de deurbladen met stratifié-afwerking of massieve gelamineerde kunststofbekleding te voorzien van een stratifié (hpl) of massieve stratifié (hpl) uni-kleur met digitale print Hiervoor zal het architectenbureau een fotobetand aanleveren in tif van minstens 300 dpi op schaal 1:1 voor elke print. Elke deur kan een andere print krijgen of zelfde print. Er wordt hiervoor geen prijsverschil gemaakt. 32.46.68.11
Supplement digiprint 1-zijde deurbladen kern in massieve spaanplaat
Materiaal Supplement om 1-zijde van het deurblad te voorzien met een digitale print. Meting stuk, onafhankelijk de afmetingen van het deurblad
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
86/232
32.46.68.12
Supplement digiprint 2-zijde deurbladen kern in massieve spaanplaat
Materiaal Supplement om de 2 zijden van het deurblad te voorzien met een digitale print. Meting stuk, onafhankelijk de afmetingen van het deurblad 32.70
Binnenluiken
32.72
Binnenrolluiken
32.72.50
Binnenrolluiken in metaal
32.72.52
Binnenrolluiken in staal
32.72.52.20
Binnenrolluiken in verzinkt staal
32.72.52.22
Brandwerende rolluiken in verzinkt staal
32.72.52.22.20
Brandwerende rolluiken in verzinkt staal - EI1 60
Materiaal Brandwerend rolluik EI160 volgens EN 1634-1-2008 (Rf 1uur volgens NBN 713.020) ð Pantser (rolluikblad) Het panster wordt in elkaar geschoven of geklikt met dubbelwandige stalen profielen. Deze profielen bestaan uit een buitenbekleding en een binnenbekleding in verzinkt staal, dikte 0,8mm met isolatiekern uit hoge densiteit rotswol dikte 60mm (K= 0,65W/m²K – dB(A)= 35). Totale dikte rolluikprofiel 65mm. De onderlinge delen worden verstevigd met inwendige ribben om de +/-1250mm bestaande uit 2 stalen U profielen onderbroken door middel van MDFRF. De ribben worden verbonden met de binnen en buitenprofielen door stalen popnagels. Om het onderling verschuiven van de lamellen te voorkomen worden lateraal op elk profiel slijtagewerende eindstukken aangebracht. Deze eindstukken bestaan uit een verzinkt stalen hoekprofiel 50x50x2 bevestigd aan de stalen bekleding dmv stalen popnagels. Het L profiel wordt voorzien van een MDFRF plaatje zodanig dat de eindstukken onderling scharnieren. De toegepaste rotswol zorgt voor een extra thermische afdichting. In functie van gebruiksintensiteit worden de eindstukken voorzien van kogellagers, rolluik: electromechanisch getest 55.000 cycli (NBN EN 14201). Ter versteviging wordt de poort onderaan voorzien van een stalen hoekprofiel 50x50x2 in combinatie met een strip MDFRF bevestigd met stalen poprivetten. Op het hoekprofiel wordt een zwelband gevat in kunststof behuizing aangebracht. Het onderprofiel wordt afgewerkt met een rubber afdichtingprofiel. Bovenaan wordt de poort voorzien van een verzinkt stalen L profiel 50x50x2 in combinatie
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
87/232
met een strook MDRF en superwool. De binnen en buitenbekleding worden verbonden door draadstang/inbus combinatie. Er bevindt zich 1 volledig dubbelwandig rolluikprofiel boven de dag. Dit profiel wordt uitgerust met een vlamkerende haakconstructie bestaande uit twee delen: deel gemonteerd op het profiel: 2 stalen hoeklijnen 40x20x2mm, deel gemonteerd op de latei: 1 stalen hoeklijn 40x20x2mm voorzien van een zwelband gevat in kunststof behuizing en 1 stalen montagekoker 30x15x2mm met afdichtingrubber. Enkel bij brand of test grijpen deze twee delen in elkaar. ð Zijgeleiders (lopers) De dubbelwandige U-vormige geleiders in verzinkt staal (uitgevoerd zonder hinderlijke versterkingsribben of haken) zijn samengesteld uit 2 delen: deel 1 een plaat 100x3 waarop een zwelband gevat in kunststof behuizing is aangebracht. Op het andere uiteinde wordt een koker 60x15x2 gelast waarover deel 2 schuift. Deel 2: Bestaat uit 2 L profielen in verzinkt staal, samengevoegd door een koker 60x15x2. Beide delen worden afgewerkt met een kunststof afwerking en beschermingsprofiel (stootrubber). De opening van de geleider is regelbaar zodat de diktetolerantie van de pantser kan opgevangen worden, en de zwelband bij brand kan uitzetten om de periferische afdichting te garanderen. ð Aandrijving De aandrijfas (max. doorbuiging 1/500) wordt verbonden met het poortblad door toepassing van enkelwandige rolluikprofielen. De aandrijfas wordt gedragen door 2 lagers waarvan 1 lager dienst doet als afrolbeveiliging (parachute). De kussenblokken worden gedragen door de consolestoelen. De as wordt aangedreven, via een kettingoverbrenging (veiligheidsfactor 7) door een brandmotor, regelbaar gemonteerd in een spaninrichting los of op één van de consolestoelen . De aandrukrol zorgt dat bij normaal gebruik de wrijving tussen panster en geleiders gereduceerd wordt en dat enkel bij brand de haakconstructie in elkaar past. De drukrol wordt regelbaar gemonteerd dmv spanrails op de consolestoelen. De consolestoelen, samengesteld uit warmgewalst L of U-profiel en plaatstaal dragen de complete aandrijving met opgerold luik. ð Brandmotor met automatische reset De brandmotor, intern voorzien van electromagneet en centrifugale rem, drijft via een externe kettingoverbrenging, de rolluikas aan. Bij rookontwikkeling of verhoogde omgevingstemperatuur sluit de poort automatisch door haar eigen gewicht, afgeremd door de centrifugale rem (anti-guillotine effect). De poort is hierdoor FAILSAFE gezien er geen stroomtoevoer (noch 400 V, noch 230 V, noch 24V) noodzakelijk is om de poort te laten sluiten bij brand, maar enkel de zwaartekracht, waarop men altijd kan rekenen. Zolang de stroomtoevoer van de aandrijving voor handen is, kan de poort elektrisch geopend worden. Bij het bereiken van haar open standpositie, rolt de poort onmiddellijk terug dicht (afgeremd door de centrifugale rem). Hierdoor wordt gewaarborgd dat de brandafsluiting van de poortopening behouden blijft. Na het herinstellen van de branddetectiecentrale en/of detectoren gebeurt het resetten van de brandmotor volautomatisch. (geen manuele reset noodzakelijk, de brandmotor hoeft dus niet bereikbaar te zijn.) Uitvoering ð Bediening : één inbouwschakelaar per rolluik Plaats schakelaars : ter plaatse te bepalen in samenspraak met de LA. ð Het rolluik wordt geplaatst in een gordijnkast ingebouwd in het verlaagd plafond. De afsluitplaat onderaan de kast moet steeds een afgeronde boord hebben en over de totale breedte wegneembaar zijn Omvang
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
88/232
Inbegrepen : ð voorleggen van het brandattest ð voorleggen van utvoeringsplan ð Afregelen van het rolluik, elektrisch aansluiten, aansluiten met brandcentrale. Alleen de voeding (220V) wordt voorzien door de aannemer elektriciteit. Alle andere nodige voorzieningen (alle bekabeling, contact brandcentrale, ...) zijn inbegrepen in dit artikel. Omvang Wordt in een afzonderlijk artikel verrekend : ð gordijnkast inbouw in verlaagd plafond ð ð 32.72.52.22.21 Brandwerende rolluiken in verzinkt staal type 1 - EI60 Materiaal Brandwerend rolluik met afmetingen : breedte : 428 cm hoogte : 260 cm Meting stuk 32.90
Hulpstukken en onderdelen secundaire elementen binnenwanden
32.91
Raam- en muurtabletten
32.91.80
Raam- en muurtabletten obv kunststof
32.91.82
Raam- en muurtabletten in thermohardende kunststof
32.91.82.40
Raam- en muurtabletten in massieve gelamineerde kunststofharsplaten
ALGEMEEN Indien in 1 project inrichting in massieve gelamineerde kunststofharsplaten EN in gestratifieerde spaanplaat is voorgeschreven dienen de stratifié en de massieve gelamineerde kunststofharsplaten 1 en hetzelfde merk te zijn. Zo kunnen de kleuren van alle materialen op elkaar aansluiten en kan dezelfde tint gebruikt worden zonder kleurverschil. Dit is een eis en dit zonder enige prijsconsequenties. Materiaal ð Massieve gelamineerde kunststofharsplaten - minimum dikte 10 mm
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
89/232
Kern : aantal lagen stevig papier dat geïmpregneerd is met fenolhars onder hoge druk en temperatuur samengeperst samen met decorpapier. Toplaag : Decorpapier geïmpregneerd met melamine Deze geïmpregneerde cellulosebanen worden onder hoge druk en bij verhoogde temperatuur tot homogene platen geperst. De platen zijn volledig vlak. Eigenschappen volgens EN 438-2 (2005) : • Optische eigenschappen : geen veranderingen onder invloed van hitte in glans, kleur en scheurvorming • Krasvastheid : >= 3 N, behalve blinkende afwerking 2 • Slijtvastheid : >= 450 omwentelingen (opgave omwentelingen verplicht) • Vormvastheid bij verhoogde temperatuur : lengterichting <= 0,18% en breedterichting <= 0,35% • kleurechtheid bij kunstlicht : min. wool standard 7 • droge hitte weerstand : minimum 5 rating behalve glazende afwerking 3 • vlekweerstand volgens : minimum 5 rating • sigaretbestendigheid : minimum 4 rating • stoomweerstand : minimum 4 rating, behalve glazende afwerking 3 • De materialen dienen antistatisch te zijn en te weerstaan aan de gewoonlijk gebruikte ontsmettingsmiddelen. • brandreactie : B-s2,d0 volgens En 13501-1 of A1 volgens NBN S21-203 Kleur : naar keuze uit het volledige kleurengamma zonder uitsluiting van enig kleur. Dit gamma dient minimum 100 effen kleuren en min. 40 houtimitaties en min. 40 decorpatronen te omvatten. De architect kan meerdere kleuren kiezen (bv verschillende lokalen, niveaus, onderdelen ...) en dit zonder prijsconsequentie. Oppervlakte structuur : vloeiende gelijkmatige textuur aan zichtzijde of mat (dit naar keuze architect zonder prijsconsequentie) Uitvoering ð Leveren en plaatsen van de tabletten in massieve gelamineerde kunststofharsplaten. De afmetingen opgegeven zijn de planmaten. De aannemer dient zelf op de werf de werkelijke afmetingen en beschikbare ruimte na te meten en zijn productie aan te passen aan deze afmetingen. ð De tabletten dienen volkomen vlak en waterpas geplaatst. ð Alle bevestigingen dienen verdoken uitgevoerd. ð Vrije randen dienen lichtjes afgeschuind en hoeken dienen in verstek uitgevoerd. ð De tabletten dienen aan de zijkanten tegenaan de muren te eindigen met een tussenvoeg van 0,5 mm en te worden opgespoten dmv een elastische voeg beantwoordend aan art. 49.11.10. ð Aan het schrijnwerk dienen de tabletten ingewerkt in de daartoe voorziene gleuf tenzij anders vermeld op de tekening. ð De tabletten dienen derwijze bevestigd dat ze niet beschadigd worden en/of loskomen onder een belasting van 200 kg/m². ð ð 32.91.82.41 Raam- of muurtablet type 1 in massieve gelamineerde kunststofharsplate Materiaal Tablet volgens principetekening met diepte 21cm.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
90/232
Meting m - lopende meter nachtmaatopening 32.91.82.42
Raam- of muurtablet type 2 in massieve gelamineerde kunststofharsplate
Materiaal Tablet volgens principetekening met diepte 24cm. Meting m - lopende meter nachtmaatopening 32.93
Gordijnplanken, dagkanten en bekledingen
32.93.60
Gordijnplanken, dagkanten en bekledingen in hout
32.93.65
Gordijnplanken, dagkanten en bekledingen in houtvezelplaten
32.93.65.20
Gordijnplanken, dagkanten en bekledingen in MDF
Materiaal Homogene opgebouwde MDF-plaat. Beide zijden van de plaat hebben zeer gladde oppervlakken om oppervlakte behandeling zoals betisen, lakken, bedrukken, schilderen of bekleden toe te laten. Gelijkmatige dichtheid, ideaal voor profielfrezen. Er zal een plaattype worden aangewend dat geschikt is voor meubilair in een vochtige omgeving. Omvang Worden in een ander artikel verrekend : ð behandeling van MDF-plaat ð ð 32.93.65.21 Gordijnplanken in MDF Materiaal ð MDF-platen met plaatdikte : minimum 15 mm. ð Bevestigingen in RVS, voor te stellen door de aannemer, zodanig dat de gordijnplank kan weerstaan aan een trekkracht op een pak gordijnen van 100 kg. Uitvoering
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
91/232
ð Aanbrengen van een kaderwerk bevestigd aan de ruwbouwconstructie. ð Aanbrengen van de MDF-panelen, die volkomen horizontaal liggen. Elke rand van de panelen dient gesteund, evenals elke voeg tussen verschillende panelen. ð Alle bevestigingen dienen gevezen en verdoken uitgevoerd. ð Alle randen dienen gaaf en rechtlijnig afgewerkt ð Aansluiting van de gordijnplank met schrijnwerk, muren, ... dient uitgevoerd met een elastische voeg, overschilderbaar beantwoordend aan art. 49.11.10. ð ð 32.93.65.21.20 Gordijnplanken in MDF aansluitend op raam met uitloopzones Uitvoering Uitvoeren van gordijnplank aansluitend op raam met uitloopzones van lopend van wand tot wand lokaal volgens principeschets, 32.93.65.21.22
Gordijnplank MDF aansluit op raam met uitloopzones, 20
Meting m - lopende meter gordijnplank inclusief uitloopzones. 32.97
Afwerking binnenschrijnwerk
Algemeen De aannemer moet de producten gebruiken die de fabrikant heeft aanbevolen voor hun toepassingswijze, afhankelijk van: - het soort ondergrond; - de blootstellingsvoorwaarden. Ze zijn bovendien: - van eerste kwaliteit; - overeenkomstig de vereisten; - niet giftig – met gelijke prestaties; er wordt steeds gekozen voor een product waarvan het gedrag, vooral tijdens brand, de gezondheid van de gebruikers niet in gevaar brengt door dampen of schadelijke rook af te geven; - overeenkomstig de Europese richtlijn inzake de emissie van VOS; - volledig verenigbaar met de aard van de ondergronden waarvoor ze bestemd zijn; - volledig onderling verenigbaar opdat ze een coherent geheel realiseren. Het verfsysteem bestaat uit slechts één merk van verf. De aannemer is verantwoordelijk voor de verenigbaarheid van de producten die hij gebruikt. Materiaal ð Op het werk mogen alleen die materialen aanwezig zijn, die in het bestek worden genoemd of door de LA na bespreking zijn toegestaan. Veranderingen in de samenstelling van de te gebruiken materialen die strijkklaar op de werf worden aangevoerd of op samenstelling zijn gekleurd behoeven steeds de toestemming van de LA tenzij door de fabrikant op de bus aangebrachte gebruiksaanwijzing een toevoeging van een der genoemde producten
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
92/232
noodzakelijk maakt of toestaat. In dat geval dient men zich stipt aan de voorgeschreven percentages te houden. Uitvoering ð Alle vlakken die niet in een andere kleur of met een ander product behandeld of geschilderd worden dienen volledig afgedekt. Elke beschadiging door stellingen of door verf aan al of niet te behandelen dient perfect hersteld. De beschermmiddelen worden door de aannemer verwijderd en afgevoerd tegen uiterlijk de voorlopige oplevering. De bevestigingsmiddelen van deze beschermingen mogen geen enkel spoor nalaten. De aanmemer voert op zijn kosten alle bijwerkingen en correcties uit om dergelijke sporen te verwijderen. De levering, plaatsing, het onderhoud en de verwijdering van de beschermmiddelen zijn ten laste van de aanneming en de kost is begrepen in de eenheidsprijzen van de uit te voeren werken. ð De aannemer ziet erop toe dat de omgevende ventilatie-, temperatuuren vochtigheidsvoorwaarden die zijn aanbevolen door de fabrikant van de gebruikte producten en die nodig zijn voor een goede uitvoering van het werk, worden gerespecteerd. Hij ziet er ook op toe dat de voor de ondergronden aanbevolen droogtegraad en temperatuur bereikt zijn bij de aanvang van de werken. Behalve indien anders bepaald, worden de verwarmingsmiddelen (warmtekanon, andere…) die eventueel nodig zijn om te voldoen aan de verwerkingsvoorwaarden geplaatst, in bedrijf gesteld, gevoed, bewaakt, onderhouden en na gebruik gedemonteerd. Zij zijn ten laste van de aanneming en begrepen in de eenheidsprijzen. ð Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen oude of nieuwe ondergrond (oud of nieuw schrijnwerk, ...) De aannemer zal rekening houden met de aard van de ondergrond en zal een degelijke hechting van de verf op de ondergrond waarborgen. Bij ondergronden die zijn bedekt met oude verf die geen beschadiging vertoont, moet een ‘cross-cut'- hechtingstest ISO 2409 worden uitgevoerd in aanwezigheid van de architect. Het resultaat van deze test moet beantwoorden aan klasse 2. Aangepaste grond- en hechtingslagen dienen te worden aangewend. In het bijzonder zal bij afrukken van plakband aangebracht 14 dagen na uitvoering van de schilderwerken, geen verf mee afgerukt worden. ð De gevraagde laagdikten en hoeveelheden verf zijn minimale hoeveelheden. Indien blijkt dat na uitvoering nog onvoldoende gedeelten voorkomen, dan dient een extra laag aangebracht te worden. Eventuele kleurverschillen in de ondergrond of markeringen die op de ondergrond aangebracht dienen volledig weggewerkt tot zich geen enkele doortekening noch kleurverschil vertoont. Ingeval van kleurloze of doorschijnende afwerking dienen bij de voorbereiding van de ondergrond alle markeringen, vlekken en bevuilingen grondig verwijderd. ð Met het zetten van een volgende bewerking mag niet eerder worden begonnen dan nadat de voorgaande voldoende droog is en door de LA is goedgekeurd. ð Alle bescherming en verontreinigingen door verfwerk (vloeren, wanden, ...) dienen door de aannemer te worden verwijderd. ð Aansluitingen aan wanden, andere bouwelementen gebeuren door opspuiten met overschilderbare silicone en zijn inbegrepen in de artikels van het schilderwerk. ð De gegevens van WTCB TV 159 zijn strict te volgen : Gevraagde uitvoeringsgraad : afwerking mat of satijn : graad II
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
93/232
afwerking glanzend : graad III 32.97.60
Afwerking houten binnenschrijnwerk
32.97.63
Afwerking houten binnenschrijnwerk - lakken
Materiaal ð Kleur : de architect zal kleuren kiezen uit de volledige NCS- en RAL-kleurenkaart zonder uitsluiting van enig kleur. Er kunnen meerdere kleuren gekozen worden of een combinatie van kleuren (bv diverse lokalen, niveaus, blokken, maar ook wanden in een bepaald lokaal of gang, ...) en dit zonder prijsconsequentie. Na een keuze gedaan te hebben van één of meerdere kleuren zal de aannemer ter plaatse stalen zetten in de gekozen tinten op een zelfde ondergrond waarvoor ze bestemd zijn. De architect behoudt zich het recht voor indien sommige kleuren na het zetten van een staal niet voldoen, andere stalen te laten zetten en dit zonder meerprijs en ongelimiteerd. Slechts na goedkeuring door de architect en bouwheer van de kleurstalen mag het schilderwerk aangevangen worden. ð Oplosser : oplos- en verdunningsmiddel obv ketonen, esers en alifatische koolwaterstoffen. Uitvoering Voorbereiden van de ondergrond : ð Het te behandelen hout controleren op gebreken en volledig ontdoen van vuil, vet, mortelspecieresten en andere ongerechtigheden ð Het vochtgehalte mag maximum 14% bedragen in de buitenlaag en maximum 18% in de kern van het hout ð reeds aanwezige lagen controleren op hechting, wanneer deze hechting onvoldoende is, dienen deze lagen volledig verwijderd ð Smalle naden tussen glas en sponning opzuiveren, kieren en open houverbindingen tot maximum 4 mm uitschrapen en opzuiveren; Vervolgens vullen met een kleurloze acrylaatkit. De kit in de naden drukken met een met water bevochtigde voegspijker. De kit dient overschilderbaar. ð Het te behandelen oppervlak schuren en ontstoffen ð Het geheel grondig ontvetten met cellulosethinner en goed laten uitdampen alvorens verder af te werken ð bestaande verfsystemen grondig reinigen en zorgvuldig opruwen ð het houtwerk in de richting van de houtnerf zorgvuldig schuren, poloodstrepen enz; wegschuren ð Alle schuurstof uit de houtporiën borstelen. ð ð 32.97.63.20 Krasvaste lakverf obv polyurethaanacrylaat op houten binnenschrijnwerk Materiaal ð Plamuur : watergedragen mesplamuur voor binnen en buiten op acrylaatdispersie eigenschappen :
BOECKX ARCHITECTS
basis
van
100%
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
94/232
• goede vulling • gemakkelijk en soepel verwerkbaar ook op grote vlakken • sneldrogend met goede doordroging • goed schuurbaar • soortelijk gewicht : ca 1,87 g/cm³ • vaste stofgehalte : ca 55 vol% • bindmiddel : ca 10,9 gew% • pigment : ca 64,4 gew% • schuurbaar bij laagdikte van 500 µm na 3 uur • overschilderbaar bij laagdikte van 500 µm na 3 uur ð Grondlakverf : watergedragen grondlakverf voor binnen op basis van acrylaatpolyurethaan en hybride technologie. eigenschappen : • isoleert in water oplosbare inhoudstoffen, aanwezig in specifieke tropische houtsoorten • gemakkelijk verwerkbaar • goede dekking • zeer goede vloeiing • zeer goede hechting • snelle droging • geurarm • dichtheid : ca 1,34 g/cm³ • vaste stofgehalte : ca 39,6 vol% • stofdroog na ca 1 uur • kleefvrij na ca 3 uur • overschilderbaar na ca 4 uur en ca 16 uur bij specifieke torpische houtsoorten • verbruik : 13,2 m²/liter • glans : mat ð lakverf : kras- en slijtvaste, watergedragen lakverf voor binnen op basis van acrylaatpolyurethaan met LTA (vetafstotend) en vlug drogend systeem technologie eigenschappen : • goede vloei • zeer goed bestand tegen (hand)vet en vuil • slijt-, stoot- en slagvast • snelle droging • reukarm • uitstekende verwerking • zeer wit • niet vergelend • lange open tijd • goede dekking • onverzeepbaar • dichtheid : ca 1,3 g/cm³ • vaste stofgehalte : ca 42 vol% (mat) en ca 39 vol% (satijn) • stofdroog na ca 1 uur • kleefvrij na ca 2 uur (mat) en ca 3 uur (satijn) • overschilderbaar na ca 5 uur • verbruik : ca 14 m²/liter (mat), ca 12 m²/liter (satijn) • glans : zijdeglans of mat naar keuze architect zonder prijsconsequentie Uitvoering
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
95/232
ð Na voorbereiden ondergrond het gehele oppervlak schilderen met een dekkende laag grondverf. Droge laagdikte van 30 µm. Minimum 4 uur laten drogen ð De gegronde gedeelten na goede doordroging uitplamuren in dunne lagen, met een maximale laagdikte van 500 µm per laag. Deze plamuur is na ca 3 uur schuur- en overschilderbaar. ð Het geheel schuren en afstoffen ð Vervolgens een dekkende tussenlaag grondverf aanbrengen met een droge laagdikte van 30 micrometer. Minimum 4 uur laten drogen. ð Het geheel schuren en afstoffen ð Afwerken met een dekkende eindlaag kras- en slijtvaste lak in de gewenste kleur à rato van ca met een droge laagdikte van 30 micrometer. ð ð 32.97.63.21 Krasvaste lakverf obv polyurethaanacrylaat op houten omlijstingen Meting m - lopende meter houten omlijsting (beide zijden dienen geschilderd, maar de omlijsting wordt maar 1 maal opgemeten). Er wordt geen onderscheid gemaakt in de ondergrond (loofhout, naaldhout, platen zoals MDF, ..., nieuw of oud schrijnwerk) 32.97.63.22
Krasvaste lakverf obv polyurethaanacrylaat op houten volle deur&paneel
Meting m² - oppervlakte paneel of volle houten deurbladen. De oppervlakte van de kopkanten, onderkant en bovenkant worden bij deurbladen niet gerekend, maar zijn wel inbegrepen om te schilderen. Voor deurbladen dienen beide zijden opgemeten indien beiden zijden worden geschilderd behalve kokerdeur (1 zijde en kopkanten geschilderd) Panelen bv gordijnkasten, ... : te schilderen oppervlakte wordt opgemeten Er wordt geen onderscheid gemaakt in de ondergrond (loofhout, naaldhout, platen zoals MDF, ..., nieuw of oud schrijnwerk) 32.97.63.23
Krasvaste lakverf obv polyurethaanacrylaat op houten raam & begl. deur
Meting m² - oppervlakte beglaasd raam of deurblad (glasoppervlakte of vulpaneeloppervlakte wordt niet afgetrokken) Beide zijden dienen opgemeten indien beiden zijden worden geschilderd. Er wordt geen onderscheid gemaakt in de ondergrond (loofhout, naaldhout, platen zoals MDF, ..., nieuw of oud schrijnwerk) 32.98
Supplementen op binnenschrijnwerk
32.98.10
Supplement brandweerstand op deurgehelen
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
96/232
Uitvoering ð Deze artikels omvatten het supplement om bepaalde deurgehelen (deuromlijsting, deurblad, sluit-en beslagwerk, beglazing, vulpanelen, ...) aan te passen zodat de gevraagde weerstand tegen brand bekomen wordt volgens de Europese normgeving (brandweerstand volgens NBN EN 1634-1, evaluatie hang- en sluitwerk en klassering volgens NBN EN 13501-1, duurzaamheid van de zelfsluitendeheid NBN EN 1191 en klassering volgens NBN EN 14600). Dit kan zowel werken omvatten aan deuromlijsting, deurblad, brandwerende beglazing, ... Eveneens kan een grotere dikte noodzakelijk zijn van het deurblad (bv 5 cm ipv 4 voor deuren breder dan 1,23 m) ð De hulpmaterialen (bv onder invloed van warmte zwellende producten) mogen niet in de zichtvlakken van de deuren komen, noch in open noch in gesloten stand. De doelmatigheid van de gebruikte materialen om deze weerstand tegen brand te bekomen dient aangetoond dmv testrapporten. ð Het uitzicht van de deuren moet identiek blijven aan de deuren zonder brandweerstand. ð De aannemer dient de nodige proefrapporten voor te leggen waaruit blijkt dat aan de gevraagde weerstand tegen brand wordt voldaan. Alle brandwerende deuren dienen te beschikken over CE-markering of een BUtgbrapport en dienen geplaatst volgens de plaatsingsvoorwaarden waarvoor ze hun classificatie inzake brandwerendheid verkregen hebben. De deuren dienen voorzien van het Benor-ATG-label op de deur en het ISIB-label van gecertifeerde plaatser. 32.98.11
Supplement brandweerstand EI1 30 op deurgeheel
32.98.11.20
Supplement EI1 30 op deurgeheel 2,05 <= hoogte <= 2,20m
32.98.11.22
Supplement EI1 30, 2,05 <= h <= 2,20m, 0,70<= breedte < 1,2m
Meting stuk deurgeheel met ruwbouwafmeting hoogte >= 2,05 m en <= 2,20 m en breedte >= 0,70 m en < 1,20 m Er wordt geen onderscheid gemaakt gemaakt tussen het soort deuren (enkele, dubbele, draaideuren, schuifdeuren, ...) en materiaal deuromlijstingen en deurblad, aanwezigheid van ingewerkte beglazing 32.98.11.23
Supplement EI1 30, 2,05 <= h <= 2,20m, 1,20 <= breedte < 1,5m
Meting stuk deurgeheel met ruwbouwafmeting hoogte >= 2,05 m en <= 2,20 m en breedte >= 1,20 m en < 1,50 m Er wordt geen onderscheid gemaakt gemaakt tussen het soort deuren (enkele, dubbele, draaideuren, schuifdeuren, ...) en materiaal deuromlijstingen en deurblad, aanwezigheid van ingewerkte beglazing
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
97/232
32.98.11.24
Supplement EI1 30, 2,05 <= h <= 2,20m, 1,50 <= breedte < 1,8m
Meting stuk deurgeheel met ruwbouwafmeting hoogte >= 2,05 m en <= 2,20 m en breedte >= 1,50 m en < 1,80 m Er wordt geen onderscheid gemaakt gemaakt tussen het soort deuren (enkele, dubbele, draaideuren, schuifdeuren, ...) en materiaal deuromlijstingen en deurblad, aanwezigheid van ingewerkte beglazing 32.98.11.25
Supplement EI1 30, 2,05 <= h <= 2,20m, 1,80 <= breedte < 2,2m
Meting stuk deurgeheel met ruwbouwafmeting hoogte >= 2,05 m en <= 2,20 m en breedte >= 1,80 m en < 2,20 m Er wordt geen onderscheid gemaakt gemaakt tussen het soort deuren (enkele, dubbele, draaideuren, schuifdeuren, ...) en materiaal deuromlijstingen en deurblad, aanwezigheid van ingewerkte beglazing 32.98.11.30
Supplement EI1 30 op deurgeheel hoogte > 2,20 m
32.98.11.32
Supplement EI1 30, hoogte >2,20m, 0,70<= breedte <1,2m
Meting stuk deurgeheel met ruwbouwafmeting hoogte > 2,20 m en breedte >= 0,70 m en < 1,20 m Er wordt geen onderscheid gemaakt gemaakt tussen het soort deuren (enkele, dubbele, draaideuren, schuifdeuren, ...) en materiaal deuromlijstingen en deurblad, aanwezigheid van ingewerkte beglazing 32.98.11.33
Supplement EI1 30, hoogte >2,20m, 1,20<= breedte <1,5m
Meting stuk deurgeheel met ruwbouwafmeting hoogte > 2,20 m en breedte >= 1,20 m en < 1,50 m Er wordt geen onderscheid gemaakt gemaakt tussen het soort deuren (enkele, dubbele, draaideuren, schuifdeuren, ...) en materiaal deuromlijstingen en deurblad, aanwezigheid van ingewerkte beglazing 32.98.11.36
Supplement EI1 30, hoogte > 2,20m, 2,2 <= breedte < 2,8m
Meting stuk deurgeheel met ruwbouwafmeting hoogte > 2,20 m en breedte >= 2,20 m en < 2,80 m Er wordt geen onderscheid gemaakt gemaakt tussen het soort deuren (enkele, dubbele,
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
98/232
draaideuren, schuifdeuren, ...) en materiaal deuromlijstingen en deurblad, aanwezigheid van ingewerkte beglazing 32.98.12
Supplement brandweerstand EI1 60 op deurgeheel
32.98.12.20
Supplement EI1 60 op deurgeheel 2,05 >= hoogte <= 2,20m
32.98.12.22
Supplement EI1 60, 2,05 <= h <= 2,20m, 0,70 <= breedte < 1,2m
Meting stuk deurgeheel met ruwbouwafmeting hoogte >= 2,05 m en <= 2,20 m en breedte >= 0,70 m en < 1,20 m Er wordt geen onderscheid gemaakt gemaakt tussen het soort deuren (enkele, dubbele, draaideuren, schuifdeuren, ...) en materiaal deuromlijstingen en deurblad, aanwezigheid van ingewerkte beglazing 32.98.12.23
Supplement EI1 60, 2,05 <= h <= 2,20m, 1,20 <= breedte < 1,5m
Meting stuk deurgeheel met ruwbouwafmeting hoogte >= 2,05 m en <= 2,20 m en breedte >= 1,20 m en < 1,50 m Er wordt geen onderscheid gemaakt gemaakt tussen het soort deuren (enkele, dubbele, draaideuren, schuifdeuren, ...) en materiaal deuromlijstingen en deurblad, aanwezigheid van ingewerkte beglazing 32.98.14
Supplement EI1 30 op deurgeheel met beglaasd deurblad en houten kader
32.98.14.30
Supplement EI1 30 op beglaasd deurgeheel hoogte > 2,20 m
32.98.14.33
Supplement EI1 30, hoogte >2,20m, 1,20<= breedte <1,5m
Meting stuk deurgeheel met ruwbouwafmeting hoogte > 2,20 m en breedte >= 1,20 m en < 1,50 m Er wordt geen onderscheid gemaakt gemaakt tussen het soort deuren (enkele, dubbele, draaideuren, schuifdeuren, ...) en materiaal deuromlijstingen en deurblad met houten kader (hardhout, ...) en type beglazing 32.98.20
Supplement afscherming op deurgehelen
32.98.25
Supplement metaalafscherming op deurgehelen
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
99/232
32.98.25.60
Supplement loodafscherming op deurgehelen
Uitvoering ð Onderhavige post omvat het supplement om bepaalde deurgehelen (omlijsting, deurblad(en), beglazing, ...) aan te passen door het inwerken van lood of loodequivalent zodat een stralingsdoorgang belet wordt. Zowel In de omlijsting als in het deurblad dient een doorlopende loodlaag aangebracht. Dit kan zowel werken omvatten aan deuromlijsting, deurblad, beglazing, ... Eveneens kan een grotere dikte noodzakelijk zijn van het deurblad (bv 5 cm ipv 4 voor deuren of meer) ð De loodbladen moeten ononderbroken zijn, of elkaar voldoende overlappen zodat geen stralingsdoorgang kan plaats vinden. ð De hulpmaterialen mogen niet in de zichtvlakken van de deuren komen, noch in open noch in gesloten stand. De doelmatigheid van de gebruikte materialen om deze loodafscherming te bekomen dient aangetoond dmv testrapporten. ð Het uitzicht van de deuren moet identiek blijven aan de deuren zonder looddafscherming. ð De aannemer dient de nodige proefrapporten voor te leggen waaruit blijkt dat aan de gevraagde loodafscherming wordt voldaan. Voor de oplevering zal de loodafscherming in situ nagemeten worden door een erkende organisatie. Een deur die de prestatie in situ niet bereikt, wordt hersteld of vervangen zonder meerkost, tot de prestatie bekomen wordt. De prestatie in situ heeft voorrang op de prestatie in labo: indien nodig moet de aannemer een deur met een betere loodafscherming voorzien, om de prestatie in situ te bekomen. Bij de uitvoering zijn alle toebehoren inbegrepen die de loodafzcherming van de deuren in situ garanderen. Omvang Inbegrepen : ð het eventueel vervangen van de paumellen door zwaardere of bijplaatsen van paumellen door het grotere gewicht van het deurblad ð het verzwaren van de krukken aangepast aan de zwaardere deuren ð bij deuren met een vast bovenpaneel, behoren eveneens alle aanpassingen aan dit bovenpaneel ð Deze deuren zijn relatief zwaar. In de gipskarton wanden wordt daarom met stalen profielen een versteviging ingebouwd zodat de deuren stevig vastzitten en bij het sluiten de lichtere gipskarton wanden niet doen trillen. De verstevigingsprofielen zijn bovenaan bevestigd aan de betonnen plafondstructuur. De versteviging bestaat uit stalen kokerprofielen 60 mm x 40 mm x 4 mm. Twee verticale profielen en 1 horizontaal profiel volgen de omtrek van de deur horizontaal en verticaal. Onderaan worden de beide verticale kokerprofielen star bevestigd in de dekvloer of in de structurele betonplaat. Bovenaan worden de beide verticale kokerprofielen steeds bevestigd aan het constructieplafond. De verstevigingen van de deuren worden gelijktijdig met de wand aangebracht. Rond de verstevigingen worden de stijlen en regels van de gipskarton wand gemonteerd.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
100/232
32.98.25.62
Supplement loodafscherming op deurgehelen dikte 3 mm
Meting m² ruwbouwmaat deuropening Er wordt geen onderscheid gemaakt gemaakt tussen het soort deuren (enkele, dubbele, draaideuren, schuifdeuren, ...) en materiaal deuromlijstingen en deurblad, aanwezigheid van beglazing of vulpanelen. 33
SECUNDAIRE ELEMENTEN VOOR VLOEREN
33.10
Verhoogde vloeren
33.18
Verhoogde vloeren met kunststof afwerking
Materiaal De verhoogde vloer is samengesteld uit onderling verwisselbare panelen met gelijke afmetingen die gedragen worden door een in de hoogte verstelbaar metalen vijzelsysteem waardoor een vrije ruimte ontstaat tussen vloer en oorspronkelijk draagvlak. ð De onderconstructie is voor alle varianten van vloertegels identiek en daarom universeel bruikbaar. Ze bestaat uit in de hoogte verstelbare voetsteunen, met draadstang M16, volledig verzinkt en vervolgens gebichromateerd en moeiteloos tot op de juiste hoogte af te stellen en dit millimeterprecies. Bouwhoogte : vanaf 80 mm tot 2400 mm (=afgewerkt vloerpeil). Na definitieve instelling wordt de regelstand geblokkeerd door het aanbrengen van borglijm in de vijzelkop. Op de vijzelkopplaat wordt een elektrisch geleidende en geluidempende oplegschijf uit kunststof geplaatst waardoor afleiding van elektro-statische ladingen verzekerd is. De kopplaat is zo opgebouwd dat bijkomende dwarsverbindingen zowel los als verschroefd kunnen gemonteerd worden. ð Verstevigingsdwarsliggers, dubbele dwarsliggers in gegalvaniseerd staal. Dwarsliggers verplicht vanaf hoogte van 450 mm en volgens de vereiste belasting. ð Stofwerende verf op basis van een wateroplosbare copolymeer dispersie en hechtingslaag : specifieke verf voor het stofvrij maken van de vloer en wand. Uitvoering ð De aannemer zal een legplan op schaal voorleggen van de verhoogde uitneembare vloer en bij de uitvoering rekening houden met de opmerkingen die door de architect en bouwheer worden gemaakt inzake noodzakelijke uitsparingen of doorboringen. ð De aannemer zal de dikte van het vloerpaneel rechtvaardigen aan de hand van een berekeningsnota inzake gelijkmatig verdeelde belasting (N/m²) en/of puntlasten (N). Per tegel wordt de doorbuiging beperkt tot 3 mm. ð De aannemer kijkt de constructievloer na en doet de nodige herstellingen zodat een volledig egale stabiel draagvlak bekomen wordt ð De oppervlakte van de dit draagvlak en van de muurvlakken van de ruimte onder de verhoogde vloer dienen vrij gemaakt van resten verf, dekvloer, pleisterwerken, morten ... en gestofzuigd te worden en behandeld met een hechtingslaag en stofwerende verf op de horizontale en verticale vlakken. .
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
101/232
ð Het plaatsen van het volledig draagstelsel en de uitneembare vloerpanelen met bekleding dient te gebeuren volgens de richtlijnen van de fabrikant. Hoogte tussen verhoogd niveau en oorspronkelijk draagvlak volgens bijgevoegde plannen. ð Sluitpanelen in het zelfde materiaal worden gebruikt aan de zijkanten. Afgezaagde tegelranden worden ingestreken met een waterafstotoend product, een verdunde contactlijm, teneinde alle mogelijke vochtopzuiging te voorkomen. ð De vloeren worden perfect horizontaal geplaatst. Daarbij zal de uitvoerder rekening houden met het tegenpeil der vloerplaten in beton. De vloer zal geplaatst worden na het afwerken, het pleistern van de muren, de plaatsing van alle leidingen centrale verwarming, elektriciteit, sanitair, ... De aannemer zal vooraf met duidelijke merktekens min of meer d eplaats aanduiden van de vijzels op de betonvloer. ð De vloetplaat met steunvlak 100 cm² wordt op de onderbodem bevestigd door middel van een -component polyurethaanlijm ofwel mechanisch (met pluggen). Omvang Inbegrepen : ð maken van de nodige openingen, doorboringen en uitsparingen ð opkuisen van de verhoogde uitneembare vloer ð aarding en alle bijhorende aansluitingen voor het uitvoeren van beveiliging van de verhoogde vloer ð de noodzaak tot het aanbrengen van versterkingsribben ð ð 33.18.10 Verhoogde vloeren met thermoplastische kunststofafwerking 33.18.11
de
elektrostatische
Verhoogde vloeren afgewerkt met polyvinylchloride (PVC)
Materiaal ð Vloerplaten : sterk verdichte houtspaanderplaat met een dichtheid van 750 kg/m³. De zijkanten zijn voorzien van een (over volle hoogte reikend) profiel in geëxtrudeerd aluminium en stevig verankerd in de kern. Op ongeveer driekwart van de hoogte vormt het een kraag waarin een PVC bies zit gevat. Bies in kleur zwart, vorm C, wordt gedragen over de gehele lengte door een profiel in aluminium en duidt de omtrek aan van de tegelplaat. De onderzijde van de plaat is voorzien van een 0,5 mm dik thermisch verzinkte staalplaat die exact op de maat van de houten kern is gefreesd. Afmetingen : 60 x 60 cm. Dikte 38 mm + dikte van de staalplaat 0,5 mm + dikte bekleding 2 mm Gelijkmatig verdeelde belasting : > 2200 daN/m² bij doorbuiging L/300 = 2 mm. Puntlast stempel (40 mm x 40 mm) : > 560 daN in het midden en > 460 daN 10 cm van de rand bij doorbuiging L/300 = 2 mm. ð Afwerking vloerplaten : De platen worden bekleed met een soepele, homogene, éénlagige door en door in de massa gespikkelde PVC-vloerbekleding, niet georiënteerd, vervaardigd door extrusie, dubbelgeperst en onder hoge druk herbakken over het gehele oppervlak. De bekleding heeft een anti-soiling effect (vuilafstotend) volgens DIN 16951. Tijdens het productieproces wordt een beschermlaag aangebracht die het onderhoud vereenvoudigt Bij afslijten mogen geen optische veranderingen optreden. De vloerbekleding dient aan volgende eigenschappen te voldoen : stroefheidsklasse : minimum R9
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
102/232
Dikte volgens EN 428 : 2 mm Gewicht volgens EN 430 : tussen 2900 en 3050 g/m² rolbreedte : minimum 1,20 m belastingsgraad : K5 slijtweerstand volgens EN 660-1 : ca 0,11 à 0,14 mm Restindruk volgens EN 433 : max. 0,02 mm Brandweerstand : klasse M2 Elektrostatische geleiding volgens EN 1081 : 109 à 1011 Ohm Elektrische isolatie capacteit volgens VDE 0100§24 : > 5 x 104 Ohm Contactgeluidsisolatiewaarde volgens ISO 717/2 : ca 4 dB Warmteweerstand volgens DIN 52612 : 0,02 m²k/W Lichtechtheid volgens ISO 105-B02 methode A : klasse 7 Rolstoelvast en geschikt voor vloerverwarming. Kleur : naar keuze van de architect uit een normaal productiegamma dat minimum 19 kleuren dient te omvatten zonder uitsluiting van enig kleur. Er kunnen meerdere kleuren voorzien worden en/of plaatselijke accenten in een andere kleur worden voorzien en dit zonder meerprijs. Bv per niveau, lokaal een andere kleur. In ruimte combinatie van 2 kleuren (midden- en zijstroken), tekeningen in de vloer, ... Meting m² - oppervlakte verhoogde vloer. Openingen kleiner dan 0,5 m² worden niet afgetrokken. 35
OPGEHANGEN PLAFONDS
Uitvoering ð De aannemer zal op duidelijk leesbare schaal de details van ophanging en profilering der plafondelementen aan het bestuur bezorgen. ð De aannemer zal eveneens de nodige uitvoeringstekeningen aan het bestuur bezorgen waarop zeker volgende zaken dienen aangeduid : • hoogte van de plafonds en/of gedeelten van plafonds • plafondelementen : hun breedte en hun richting; aanduiding voegen tussen de diverse panelen • randlatten en eventuele passtukken (horizontaal - verticaal) • alle in het plafond in te werken elementen zoals verlichtingstoestellen, ventilatieroosters, toestellen voor brandmelding, diverse ophangingen, ... op basis van de uitvoeringsplannen aannemers technieken. • bij gemengde plafondsystemen dient duidelijk het onderscheid weergegeven tussen de systemen De aannemer zal hiervoor tijdig de nodige informatie aan het bestuur vragen teneinde de uitvoeringstekening tijdig klaar te hebben. De tekeningen worden gemaakt op schaal 1/50 en ter goedkeuring voorgelegd vóór de uitvoering. ð Bij de inplanting van modulaire plafonds bij lokalen waar de lengte of breedte verschillend is van een aantal keer de plafondmodule dient aan beide zijden een passtuk voorzien met breedte bepaald door volgende formule : (rest + module)/2 zodanig dat de breedte van het passtuk aan de zijkant altijd groter is dan de helft van haar modulaire afmeting.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
103/232
bv lokaalbreedte 2 m, plafondmodule : 300 mm 6 x 300 = 1800 mm, rest = 2000 - 1800 = 200 mm breedte passtukken (200 + 300)/2 = 250 mm. Bijgevolg krijg je 5 modules van 300 mm en 2 passtukken van 250 mm ð De afgewerkte plafonds zullen voldoen aan volgende vlakheidseisen : • plaatselijke vlakheid : onder een regel van 0,20 m geen afwijkingen > 1 mm. Evenmin plotse niveauverschillen. • algemene vlakheid : onder een regel van 2 m geen afwijkingen > 5 mm • horizontaal stellen : de afwijking tov de referentie moet kleiner zijn dan 3 mm/m en kleiner blijven dan 2 cm Omvang Inbegrepen : ð De aannemer moet rekening houden dat boven het plafond heel wat technische installaties (grote kanalen, koelbalken, ... enz) zijn geplaatst, die in veel gevallen reeds aangebracht zijn voordat de verlaagde plafonds komen. De moeilijkheidsgraad en de daaruit volgende meerkosten zijn steeds inbegrepen in de diverse artikels van de plafonds. ð ð 35.10 Niet-uitneembare opgehangen plafonds 35.16
Niet-uitneembare opgehangen plafonds in hout
35.16.30
Niet-uitneembare opgehangen plafonds in multiplex
35.16.35
Niet-uitn opgehangen plafond in multiplex met overschilderbare afwerkl
Materiaal ð Houten constructie uit latwerk in Noors grenen (PNG) nr. 414 van NBN 199 beantwoordend aan de voorschriften van het interfederaal houtvoorlichtingscentrum. Minimale nominale massa per volume bij een vochtigheid van 20 % is 450 kg/m³. Houtkwaliteit : C24 volgens EN 338 of S8 volgens STS 04 uitgave 1990. Houtvochtigheid : max. 18% bij plaatsing Alle hout moet preventief worden behandeld overeenkomstig STS 04.3. Een certificaat, afgeleverd door een de BUtgb goedgekeurd station (via een ATG) wordt beschouwd als een nodige en voldoende voorwaarde als bewijs van overeenkomstigheid. Behandeling hout in binnenklimaat : procédé A1 Behandeling hout blootgesteld aan buitenomstandigheden, niet in contact met de grond, of hout in binnentoepassingen met zeer hoge vochtproductie of vochtaanwezigheid : procédé A3. Minimum afmetingen : Kepers tegenaan draagstructuur (eerste latwerk) : afhankelijk van spouw (met isolatie) met minimum van 34 x 75 mm, zie ook bijgevoegde detailtekeningen Bevestigingsregels voor de bekleding (tweede latwerk) : dikte min. 1,5 maal van de schroten met een minimum van 22 mm, breedte min. 48 mm. Onderlinge afstand regels tussen 400 en 600 mm afhankelijk matriaalkeuze, bevestiging en winddruk. ð Bevestigingen : draadnagels met een lengte van min. 2,5 x de dikte van de schroot of houtschroeven met een lengte min. 2 x de dikte van de schroot.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
104/232
Alle bevestigingen dienen in RVS te zijn. Koppen van de nagels of schroeven worden juist gelijk met het houtoppervlak ingeslagen (houtoppervlak niet beschadigen!). ð Houten niet-uitneembaar plafond uit : Multiplex plaat van zorgvuldig geselecteerd duurzame ineren, tenminste verlijmd volgens klasse MR. Afwerklaag : direct overschilderbare afwerklaag mt totale dikte van ca 100 micrometer. De afwerklaag wordt onder hoge druk en temperatuur met behulp van persinstallaties op de multiplex plaat verlijmd. De vrije randen dienen afgewerkt met dezelfde afwerklaag. Oppervlaktestructuur : glad kleur : wit glans : zijdeglans Lineaire uitzettingscoëfficiënt lengte en breedte : 10.10-6 Warmtegeleidingscoëffciënt : 0,15 W/mK Er zal een plaattype worden aangewend dat geschikt is voor meubilair in een vochtige omgeving. Uitvoering ð Leveren en plaatsen van het latwerk en het plafond uit platen volgens principetekeningen. ð De bevestiging dient onzichtbaar te gebeuren en voorgelegd ter goedkeuring. Omvang Inbegrepen : ð voorleggen van de nodige uitvoeringstekeningen van aansluitingen aan de zijkant ð voorleggen van de nodige gegevens ivm de doorbuiging en de constructieve veiligheid. Wordt in een afzonderlijk artikel verrekend : ð isolatie ð behandeling (schilderen) van multiplex-plaat Meting m² - oppervlakte 35.17
Niet-uitneembare opg plafonds obv plantaardig, dierlijk stof, anog vez
35.17.40
Niet-uitneembare opgehangen plafonds obv minerale wol
35.17.42
Niet-uitneembare opgehangen plafonds obv rotswol
Omvang Worden in een afzonderlijk artikel verrekend : ð de nodige uitsparingen voor doorvoeren, verlichtingstoestellen, roosters, enz ... Indien de opening dezelfde afmetingen heeft als het paneel dan is het uitvoeren van deze opening wel begrepen in de artikels van het plafond. (bv lichtarmatuur met zelfde module als paneel). ð
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
105/232
ð 35.17.42.40
Niet-uitneembare opgeh. plafonds met vlakke stijve platen obv rotswol
35.17.42.42
Niet-uitneemb. plafond met dampopen vlakke stijve platen obv rotswol
Materiaal ð Gecoate dampopen gevelbekledingsplaat voor niet-geventileerde buitentoepassingen. De platen bestaan uit minerale wolvlokken die onder hoge druk geperst worden met een kleine hoeveelheid bindmiddel. Ze worden gecoat met hoge-temperatuuruitharding. Als oppervlaktebehandeling worden de platen voorzien van primers en afgelakt met een zeer duurzame kleurlaag (lak op waterbasis). Het resultaat is een gladde gevelplaat met met unieke eigenschappen (dampopen, vormvast en verwerkbaar als hout). Volumieke massa : nominaal 1050 kg/m³ Buigsterkte (EN 310, EN 1058) : >= 27 N/mm² Druksterkte loodrecht op plaatvlak : ± 16,4 N/mm² Treksterkte : ± 17,6 N/mm² E-modulus gemiddeld (EN 310) : >= 4015 Brandvoortplanting (NBN S21-203) : klasse A1 Dikte platen : 8 mm Kleur : te kiezen uit de volledige Ral-kaart zonder uitsluiting van enig kleur. Er kunnen meerdere kleuren gevraagd worden (combinatie van kleuren, logo, ...) en dit zoals aangeduid op de plannen zonder prijsconsequentie. ð Houten constructie uit latwerk in Noors grenen (PNG) nr. 414 van NBN 199 beantwoordend aan de voorschriften van het interfederaal houtvoorlichtingscentrum. Minimale nominale massa per volume bij een vochtigheid van 20 % is 450 kg/m³. Houtkwaliteit : C24 volgens EN 338 of S8 volgens STS 04 uitgave 1990. Houtvochtigheid : max. 18% bij plaatsing Alle hout moet preventief worden behandeld overeenkomstig STS 04.3. Een certificaat, afgeleverd door een de BUtgb goedgekeurd station (via een ATG) wordt beschouwd als een nodige en voldoende voorwaarde als bewijs van overeenkomstigheid. Behandeling hout in binnenklimaat : procédé A1 Behandeling hout blootgesteld aan buitenomstandigheden, niet in contact met de grond, of hout in binnentoepassingen met zeer hoge vochtproductie of vochtaanwezigheid : procédé A3. Minimum afmetingen : Kepers tegenaan draagstructuur (eerste latwerk) : afhankelijk van spouw (met isolatie) met minimum van 34 x 75 mm, zie ook bijgevoegde detailtekeningen Bevestigingsregels voor de bekleding (tweede latwerk) : 34 x 75 mm voor voegen tussen twee panelen, 34 x 45 mm voor tussen- en eindstijlen/regels ð Bevestigingsmiddelen : RVS schroeven diam. 4,5 x 35 mm met torx inslag en geringe kop diam. 9,5 mm met schroefkop gecoat in zelfde kleur als de platen. Uitvoering ð Aanbrengen keperwerk met daartussen eventuele isolatie. As op as afstand van het stijlwerk is 600 mm. ð Aanbrengen van het latwerk ð De regels of latten waarop zich een plaataansluiting bevindt, dienen beschermd te worden tegen vocht dmv een verticale strook gecoate gevelplaat obv rotswol, waarop de panelen
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
106/232
worden gemonteerd ofwel door een breed UV- en weerbestendig PVC of EPDM voegband op deze regels te plaatsen (breedte 100 mm) (voegband met vinnen is niet toegelaten). ð Zichtbaar mechanisch bevestigen van de panelen op de houten onderconstructie door RVSschroeven met coating. Omvang Wordt in een afzonderlijk artikel verrekend : ð isolatie Meting m² - plafondoppervlakte Openingen kleiner dan 1 m² worden niet afgetrokken. 35.20
Uitneembare opgehangen plafonds
35.25
Uitneembare opgehangen plafonds in metaal
35.25.20
Uitneembare opgehangen plafonds in staal en staallegeringen
35.25.24
Uitneembare opgehangen plafonds in gelakt staal
35.25.24.20
Breedpaneelplafond in voorgelakt staal
Materiaal ð Stalen breedpanelen gevormd uit 0,6 mm dikke gegalvaniseerde en gemoffelde stalen band aan beide zijden voorzien van een hechtlaag en langs de zichtzijde van een lichtbestendige laklaag van gemiddeld 22 µm en en een beschermlaag op de achterkant van ongeveer 6 µm dik, die in de moffeloven worden ingebrand. De sterke en duurzame polyester afwerking in een dubbele coilcoating is via een coninu coilcoatingproces gemoffeld. Hierdoor dient de afwerkingslaag overal even dik en dient absolute adhesie gewaarborgd. Kleur : kleurenkaart met minimum 6 standaardkleuren, verschillende kleuren kunnen gekozen worden, bv als accent, lokalen of gangen met andere functie andere kleur, ander niveau andere kleur en dit zonder prijsconsequentie. Het aldus behandelde band met een glad oppervlak wordt geprofileerd tot panelen met een breedte van 300 mm met vellingkant en een hoogte van ± 30 mm. Door de vellingkant van 5 mm lijkt het alsof de V-aansluitingen gesloten zijn. De paneellengte is afhankelijk van de afmetingen van de lokalen. Voor inleg-gangsysteem is de maximale lengte 2400 m, Voor grotere overspanningen en andere ruimten dienen paneeldragers gebruikt, waardoor een maximale lengte van 6 m mogelijk is. Zowel voor het monteren als het demonteren van de panelen is geen speciaal gereedschap nodig.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
107/232
ð Paneeldragers : V-profielen vervaardigd van 1 mm dik verzinkt staal, zwart gemoffeld. Ze zijn voorzien van uitstansingen waarop de panelen worden geklemd met een hoh afstand van 300 mm. Op afstanden van 100 mm zijn inkepingen en gaten aangebracht voor de bevestiging van de ophangconstructie. ð De ophanging zal bestaan uit een gemakkelijk regelbaar en stijf systeem, teneinde een volkomen horizontaal plafond te bekomen. ð Kantlijsten : L-vormige kantlijst (45 x 21 x 21 x 18,5 mm) gemaakt van 0,8 mm dik gegalvaniseerd staal, gelakt in Ral-kleur te kiezen door de architect. Uitvoering ð De breedpanelen dienen geplaatst met systeem inleg op kantlijsten in combinatie met paneeldragers indien inlegsysteem niet van toepassing is (overspanning groter dan 2,4 m). Bij gebruikt van dragers worden de panelen op deze dragers bevestigd door de ene kant van het paneel op te hangen aan de uitstansingen van de drager en vervolgens de andere kant in een opwaartse beweging vast te drukken. Bij panelen aan de rand die versneden worden, dient een L-profiel vastgemaakt zodat ook deze zijde versterkt wordt en het paneel niet kan doorbuigen. De panelen kunnen eenvoudig met de hand worden gedemonteerd om toegang te krijgen tot de voorzieningen en installaties in het plenum. Zelfs na talrijke demontages dienen de panelen onbeschadigd en recht te blijven en perfect te monteren. Bij systeem met drager kunnen de panelen zonder gereedschap worden gedemonteerd door de zijkanten van twee panelen omhoog te drukken. ð Een brandstabiliteit van minstens 1/2 uur zal bekomen worden. Een attest van een erkend laboratorium bewijzend dat de gehele constructie van het plafond voldoet, zal worden overhandigd. ð Zowel aan de kopse als de langszijde van de panelen zal een W-vormige kantlijst aangebracht worden, om een strakke afwerking rondom het plafond te bekomen. Omvang Worden in een afzonderlijk artikel verrekend : ð de nodige uitsparingen voor doorvoeren, verlichtingstoestellen, roosters, enz ... Indien de opening dezelfde afmetingen heeft als het paneel dan is het uitvoeren van deze opening wel begrepen in de artikels van het plafond (bv lichtarmatuur met zelfde modulebreedte als paneel). ð ð 35.25.24.22 Vlakke breedpaneelplafond in gelakt staal 300 mm - geperforeerd Materiaal ð De panelen zullen geperforeerd worden met een perforatiegraad van 23% met diameter van 1,5 mm. Geperforeerde panelen hebben een nominale ongeperforeerde rand van 8,5 mm in de lengterichting van het paneel. ð Een akoestisch vlies met een dikte van 0,2 mm wordt in de fabriek aan de binnenzijde van de panelen geplakt. Meting
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
108/232
m² - plafondoppervlakte Openingen kleiner dan 1 m² worden niet afgetrokken. 35.27
Uitneembare opg. plafonds obv plantaardig, dierlijk stof, anog vezels,
35.27.40
Uitneembare opgehangen plafonds obv minerale wol
35.27.42
Uitneembare opgehangen plafonds obv rotswol
Materiaal ð Ophangconstructie : In de hoogte verstelbare hanger van gegalvaniseerd staal passend bij het draagprofiel. ð Draagprofielen : draagsysteem van hoofd- en tussenprofielen met een aansluiting langs de omtrek. De draagprofielen dienen brandwerende voorzieningen te bevatten. T-profiel bestaande uit gewalst gegalvaniseerd staal. De zichtzijde is gemoffeld in kleur wit ð Aansluiting langs de omtrek : • L-profiel met onderflens in gewalst gegalvaniseerd staal, flensbreedte gelijk aan breedte van T-profiel, lijfhoogte 38 mm. Zichtzijde gemoffeld in kleur wit Uitvoering ð Plaatsen van L-profiel, ophangconstructie en draagprofielen volgens richtlijnen van de fabrikant. ð Plaatsen van platen : kopse voegen dienen zo geplaatst dat de rotswol niet zichtbaar blijft Omvang Worden in een afzonderlijk artikel verrekend : ð de nodige uitsparingen voor doorvoeren, verlichtingstoestellen, roosters, enz ... Indien de opening dezelfde afmetingen heeft als het paneel dan is het uitvoeren van deze opening wel begrepen in de artikels van het plafond. (bv lichtarmatuur met zelfde module als paneel). ð ð 35.27.42.60 Rotswolplafonds met extreem wit mat oppervlak, vlakke inleg Materiaal ð Zelfdragende plafondpanelen samengesteld op basis van onbrandbare en kiemvrije rotswol (geclassifieerd conform EU-richtlijn 97/69 noot Q). Volumieke massa : 80 kg/m³ Dikte : 20 mm De panelen zijn aan de zichtzijde afgewerkt met uitert mat en extreem wit mineraalvlies voorzien van een akoestisch-open finishing, en aan de rugzijde van een naturel mineraalvlies. De zijkanten zijn duurzaam geverfd. De gladde niet-leg richtinggebonden oppervlak verkort de montagetijd en resulteert in minder materiaalverlies.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
109/232
Het oppervlak dient anti-statisch te zijn en bijgevolg bestand tegen stofvorming op de werkplaats. Het extreem wit oppervlak heef een L-waarde van 94,5 getest in overeenstemming met ISO7724 en gemeten op een schaal van 1 (zwart) tot 100 (wit). Glansgraad : 0,8% onder een hoek van 85°. Llichtreflectie 87% volgens ISO 7724-2 en > 99% lichtdiffusie. Geluidsabsorptie (getest volgens ISO 354 (EN 20354)) : aw : 1,00. Absorptieklasse A. NRC = 0,95. Reinigbaarheid : stofzuiger, met natte doek, natte veegweerstand klasse 1 De platen zijn 100% vormvast, zelfs bij een zeer hoge relatieve luchtvochtigheid > 95% (RHDS-100). Brandstabiliteit (getest volgens NBN 713.020) : > 30 minuten Brandweerstand (getest volgens NBN 713.020) minimum 30 minuten Brandreactie : CE klasse A1 volgens EN 13501-1 ð T-profiel : flensbreedte 24 mm, vlakke inleg ð ð 35.27.42.61 Rotswolplafond met extreem wit mat opp, vlakke inleg - 600 x 600 mm Meting m² - plafondoppervlakte Openingen kleiner dan 1 m² worden niet afgetrokken. 35.80
Openingen in plafonds
Uitvoering Het vervaardige van openingen in de verlaagde uitneembare plafonds voor het aanbrengen verlichtingsarmaturen, ventialtieroosters, ...
van
Omvang Inbegrepen : ð eventuele versterkingen indien bijkomende eisen aan de platen en belastingen gesteld worden door het maken van deze openingen. Wordt in een afzonderlijk artikel verrekend : ð openingen met breedte = breedte paneel (bv verlichtingsarmaturen of roosters met zelfde module-afmetingen als de plafondpanelen) zijn inbegrepen in de artikels van de plafondpanelen. ð ð 35.81 Opening in één plaat Uitvoering Het vervaardige van openingen in de verlaagde plafonds waarvan de afmetingen of de diameter <= aan de breedte van de plafondpanelen.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
110/232
Meting Stuk, er wordt geen onderscheid gemaakt volgens het type plafond, of naar de vorm van de opening 35.82
Opening over 2 of meerdere platen
Uitvoering Het vervaardige van openingen in de verlaagde plafonds waarvan één afmeting of de diameter groter is dan de breedte van de plafondpanelen of openingen die aangebracht worden over meer dan 1 plafondpaneel. Meting Stuk, er wordt geen onderscheid gemaakt volgens het type plafond, of naar de vorm van de opening 35.90
Hulpstukken en onderdelen opgehangen plafonds
35.94
In te werken elementen in opgehangen plafonds
35.94.20
In te werken gordijnkasten in opgehangen plafonds
35.94.26
In te werken gordijnkasten in hout in opgehangen plafonds
35.94.26.50
In te werken gordijnkasten in houtvezelplaten in opgehangen plafonds
35.94.26.52
In te werken gordijnkasten in MDF in opgehangen plafonds
Materiaal ð Homogene opgebouwde MDF-plaat. Beide zijden van de plaat hebben zeer gladde oppervlakken om oppervlakte behandeling zoals betisen, lakken, bedrukken, schilderen of bekleden toe te laten. Gelijkmatige dichtheid, ideaal voor profielfrezen. Er zal een plaattype worden aangewend dat geschikt is voor meubilair in een vochtige omgeving. Plaatdikte : minimum 15 mm. ð Bevestigingen in RVS, voor te stellen door de aannemer, zodanig dat de gordijnkast kan weerstaan aan een trekkracht op een pak gordijnen van 100 kg. Uitvoering ð Aanbrengen van een kaderwerk bevestigd aan de ruwbouwconstructie.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
111/232
ð Aanbrengen van de MDF-panelen, die volkomen horizontaal liggen. Elke rand van de panelen dient gesteund, evenals elke voeg tussen verschillende panelen. ð Alle bevestigingen dienen gevezen en verdoken uitgevoerd. ð Alle randen dienen gaaf en rechtlijnig afgewerkt Omvang Worden in een ander artikel verrekend : ð behandeling van MDF-plaat ð ð 35.94.26.52.11 In te werken gordijnkast type 1 in MDF in opgehangen plafonds Materiaal Gordijnkast in te bouwen in verlaagd plafond volgens principetekening Meting m - lopende meter in te bouwen gordijnkast type 1 35.95
Verticale elementen opgehangen plafonds
35.95.20
Verticale elementen opgehangen plafonds obv kalk en gips
35.95.24
Verticale elementen opgehangen plafonds obv gips
35.95.24.10
Verticale elementen opgehangen plafond in gipskartonplaten
Materiaal ð Gipsplaten met een harde kern van onbrandbaar gips die aan beide zijden bekleed is met sterk karton. De langskanten van de platen dienen over een breedte van ± 5 cm afgeschuind te zijn voor voegafwerking tot een effen oppervlak. Platen gebruikt in lokalen met een relatief hoge vochtigheidsgraad (sanitaire cellen, badkamers, ...) dienen een met siliconen behandelde gipskern en een waterafstotende kwaliteit van karton te hebben zodat ze een geringe waterabsorptie en wateropzuiging hebben. In de meting wordt geen onderscheid gemaakt en bijgevolg ook geen prijsaanpassing. Minimum dikte platen : 12,5 mm. ð Alle gebruikte bevestigingsmiddelen moeten corrosiebestand zijn en mogen niet loskomen onder invloed van trillingen (nagels zijn niet toegelaten). ð Voegband uit versterkte papierband met verdunde langskanten, fijn geperforeerd, breedte 50 mm of zelfklevende glasvezelband. ð Voegspecie op basis van gips of kunstharsen. De specie moet na verwerking en droging een harde goed schuurbare laag vormen. Bij droging en verharding mogen geen krimpbarsten ontstaan. De voegspecie mag de latere verflagen en/of kleefmiddelen niet afstoten en/of aantasten.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
112/232
ð Akoestische dichtingspecie, naar gelang de toepassing vervaardigd op basis van synthetische polymeren of acrylische polymeren. Het type dat aangewend wordt op zichtbaar blijvende plaatsen moet overschilderbaar zijn. ð Beschermingshoeken L- of [-vormige gegalvaniseerde profielen ð Draagconstructie : metalen geraamte Bevestiging van ophangconstructie aan structuur dmv aangepaste metalen pluggen en roestvrije schroeven. Alle metalen onderdelen zijn gegalvaniseerd. ð Pleisterstopprofielen vervaardigd in warmverzinkt staal, voorzien van een volle neus, hoogte ca 15 mm, en een flens van gerekt metaal, breedte ca 30 mm. Uitvoering ð Aanbrengen van de draagstructuur volgens de richtlijnen van de fabrikant. Alle bevestigingen aan de ruwbouw dienen uitgevoerd met aangepaste metalen pluggen en roestvrije schroeven. Plaats en aantal ophangelementen dienen aangepast aan de reeds door andere aannemers en/of uitrustingen. ð Bevestigen van de gispkartonplaten op de draagstructuur volgens de richtlijnen van de fabrikant. ð Na plaatsing van de beplating dienen alle voegen, zowel tussen beplating onderling als tussen beplating en andere plafonds en wanden, gedicht met voegspecie met inwerking van de voegband. Aan kopse voegen dienen de platen verdund zodat het inwerken van voegband mogelijk is zonder uitbulting. Een perfecte aansluiting aan wanden en andere verticale delen dient uitgevoerd zodat alle scheurvorming tussen verticale en horizontale afwerkingen vermeden wordt. ð Aan alle vrije randen dienen stopprofielen ingewerkt over de volledige lengte. Deze stopprofielen dienen vastgezet aan de metalen wandkern, en dit minimum alle 15 cm. De rug van de profielen dient volledig gesteund. De profielen dienen rechtlijnig geplaatst. ð Opstoppen van alle vijsgaten en afwerken zodat een schilderklaar plafond bekomen wordt. Omvang Inbegrepen : ð Het afwerken van doorgangen of andere aansluitingen die door derden rechtstreeks aan de structuur worden bevestigd. Bij openingen waarvan de zijde groter is dan 0,60 m worden de randen eveneens verstevigd door een L- of [-profiel. ð Afwerken (egaliseren) van openingen die archteraf door derden worden gemaakt en die door hen ruw zijn opgestopt. 35.95.24.12
Overgangen verlaagde plafonds in gipskartonplaten
Uitvoering ð Aanbrengen van de gipskartonplaten, die volkomen horizontaal liggen als overgang tussen twee verschillende plafondhoogtes (verticaal paneel tussen hoog en laag gedeelte van het plafond) volgens principetekening. Omvang Inbegrepen :
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
113/232
ð alle brandvertragende behandelingen en voorzieningen plafondconstructie een brandstabiliteit van 1/2 uur heeft
zodanig
dat
de
gehele
Meting m² - zichtbare oppervlakte verticaal paneel tussen de 2 plafondhoogtes 35.95.60
Verticale elementen opgehangen plafonds in hout
35.95.65
Verticale elementen opgehangen plafonds in houtvezelplaten
35.95.65.20
Verticale elementen opgehangen plafonds in MDF
Materiaal Homogene opgebouwde MDF-plaat. Beide zijden van de plaat hebben zeer gladde oppervlakken om oppervlakte behandeling zoals betisen, lakken, bedrukken, schilderen of bekleden toe te laten. Gelijkmatige dichtheid, ideaal voor profielfrezen. Er zal een plaattype worden aangewend dat geschikt is voor meubilair in een vochtige omgeving. Omvang Worden in een ander artikel verrekend : ð behandeling van MDF-plaat ð ð 35.95.65.23 Uitbekleding dakopeningen in MDF Materiaal ð MDF-platen met plaatdikte : minimum 12 mm. ð Bevestigingen in RVS, voor te stellen door de aannemer. ð Minerale wol : onbrandbaar en blijvend waterafstotend. Volumegewicht ca 34 kg/m³, warmtegeleidingscoëfficiënt min. 0,037 W/mK Uitvoering ð Aanbrengen van een kaderwerk bevestigd aan de ruwbouwconstructie. ð Aanbrengen van de MDF-panelen, die volkomen horizontaal liggen als uitbekleding van dakopeningen (bv dakkoepels, lichtstraten, ...) aan de binnenzijde volgens principetekening. Elke rand van de panelen dient gesteund, evenals elke voeg tussen verschillende panelen. ð Alle bevestigingen dienen gevezen en verdoken uitgevoerd. ð Alle randen dienen gaaf en rechtlijnig afgewerkt ð Het opstoppen van de ruimte tussen wand en bekleding met minerale wol. Omvang Inbegrepen :
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
114/232
ð alle brandvertragende behandelingen en voorzieningen plafondconstructie een brandstabiliteit van 1/2 uur heeft
zodanig
dat
de
gehele
Meting m² - netto oppervlakte uitbekleding 37
SECUNDAIRE ELEMENTEN VOOR DAKEN
37.60
Dakranden
Uitvoering ð De dakrandprofielen en muurafdekelementen moeten waterindringing vermijden op de rand van het dak, overloop van het regenwater beletten, afdruipend regenwater weg leiden van de gevel en een esthetische afwerking van de dakrand garanderen. ð De ondergrond ter plaatse van de dakrand moet voldoende vlak gemaakt en aangepast zijn aan de te verwerken materialen. ð De druiplijn van de dakrandafwerking moet minstens 10 mm van de dakrand verwijderd zijn. ð De dakrand moet naar het dakvlak afwateren, tenzij uitdrukkelijk anders vermeld of op de plannen getekend. ð De afwerking van de dakrand dient hoger te liggen dan het dakvlak. Bij daken met een helling tussen 2 en 5% moet minimum een opkant aan de dakrand worden verwezenlijkt boven het afgewerkte dak van 150 mm. ð Bij toepassing van spouwmuren dient de spouw altijd afgedekt. Ofwel is dit reeds voorzien in de ruwbouw (met metselwerk). Indien dit niet zo is dient de spouw afgedekt met een waterbestendige multiplexplaat. Deze afdekking is inbegrepen in onderscheiden artikels. ð ð 37.61 Dakrandprofielen 37.61.50
Dakrandprofielen in metaal
37.61.53
Dakrandprofielen in aluminium
37.61.53.20
Dakrandprofielen in gelakt aluminium
Materiaal ð Dakrandprofielen uit geëxtrudeerd aluminium AlMgSi 0,5. ð Oppervlaktebehandeling : de gemoffelde uitvoering draagt het Qualicoat-label. Voorbehandeling : chemisch ontvetten, beitsen, neutraliseren, chemische conversiebehandeling Elektrostatisch aanbrengen van thermohardende polyesterpoederlaag., ingebakken in een oven bij temperatuur van 200°C, laagdikte min. 80 micron. Kleur : Ral-kleur te bepalen uit het hele kleurgamma. Kleurstalen dienen ter goedkeuring voorgelegd. In principe zijn alle kleuren leverbaar zonder meerprijs.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
115/232
ð Oppervlaktebehandeling indien gebouw aan de kust gelegen is (± 5 km) of in een agressief milieu : 2 lagen systeem met Qualicoat-label. Voorbehandeling : chemisch ontvetten, beitsen, neutraliseren Anodisatie volgens het gelijkstroomzwavelprocédé. De anodisatie is maximum 5 micron dik. Na reinigen wordt de anodisatielaag verricht (sealing) gedurende 90 seconden. Daarna worden de profielen gedroogd. Het lakken van de profielen moet gebeuren binnen de 4 uur na het toepassen van de preanodisatie. De profielen ondergaan vervolgens een chemische conversie. Aanbrengen van een thermisch verhardende laklaag op basis van polyester toegepast onder elektrostatische spanning. Laagdikte min. 80 micron. Nabehandeling met een afsluitend product anti-corrosie op elke zaagsnede, frees, ponsing, ... Kleur : Ral-kleur te bepalen uit het hele kleurgamma. Kleurstalen dienen ter goedkeuring voorgelegd. In principe zijn alle kleuren leverbaar zonder meerprijs. 37.61.53.22
Dakrandprofielen in gelakt alu voor rubber of kunststof dakdichting
Materiaal ð Dakrandprofiel volgens principetekening met oplegvlak. De bovenrand helt min. 2° naar het dak zodat het water niet over de gevel stroomt. Oplegvlak : afhankelijk materiaal, voor houten staande band min. 23 mm, voor metselwerk of beton min. 50 mm. Dikte : afhankelijk grootte 1,6 tot 2,8 mm hoogte rand : 60 mm ð Speciale verbindingsstukken voor de verbinding van 2 lengten. ð Hoekstukken : gelaste prefab hoekstukken vervaardigd in de werkplaatsen van de fabrikant. Uitvoering ð Na plaatsing van de dakdichting van de opstand door volledige kleving wordt het profiel geplaatst en om de 30 cm vastgemaakt door middel van roestvrije gecadmiëerde schroeven en rotvrije nylonpluggen. ð Een uitzettingsvoeg van 3 mm moet door de plaatser tussen elke lengte gelaten worden. Een reepje dakbedekking van min. 10 cm wordt op de horizontale voeg gekleefd. Een verbindingsstuk wordt dan over de uiteinden van de 2 lengten geschoven. De stukken moeten gelijkmatig verdeeld worden over de uiteinden. Er dient een perfecte waterdichtheid en een optimale uitlijning bekomen. Door deze koppeling dienen afloopstrepen op de gevels vermeden. ð Een tweede laag dakdichting wordt op het oplegvlak gekleefd en op de schuin opstaande rand. ð De hoeken worden uitgevoerd met prefab hoekstukken. Meting m - lopende meter rechte dakrand gemeten langs de buitenzijde 37.62
Muurafdekelementen
37.62.10
Muurafdekelementen in natuurproducten
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
116/232
37.62.12
Muurafdekelementen in natuursteen
37.62.12.60
Muurafdekelementen in blauwe hardsteen
Materiaal ð Blauw hardsteen : crinoïde kalksteen 'petit granit' categorie B. Afkomstig uit één en dezelfde geologische étage, gelijkmatig van kleur, tint en samenstelling. De stenen zullen gaaf zijn en een heldere klank geven. Ze zullen afkomstig zijn uit een groeve die voor haar volledige uitbating, voor alle banken beschikt over een door de Butgb afgeleverde technische goedkeuring. Volumegewicht volgens NBN B24-213 : max. 2700 kgm³ Druksterkte volgens NBN B15-220 : gem. 170 N/mm² Poreusheid (onder vacuüm van 740 mm HG) volgens NBN B24-213 : max. 0,51 vol% Slijtvastheid (Amsler methode) volgens NBN B15-223 : 3,37 mm/1000m Vorstbestendig volgens de normen NBN B24-213 en NBN B27-009 Niet capillair. Bestand tegen aantasting door sulfaten. Afwerking muuurafdekelementen in blauwe hardsteen : De stenen worden gezaagd. De bovenvlakken worden fijn geschuurd (licht grijze toon). De verticale vlakken worden gefrijnd. ð waterkerende laag : butyl-rubber folie, een laag elastomeer met geringe onverzadigheid, die bekomen wordt door co-polymerisatie bij lage temperatuur van isobutyleen en kleine hoeveelheden isopreen. Dikte : 1,2 mm Trekweerstand : min. 10 N/mm² scheurweerstand : min. 40 daN/cm breukrek : min. 400% Lijm : op basis van butyl en oplosmiddelen, koud aan te brengen, en geschikt, zowel voor het kleven van folie onderling, als voor het kleven op de draagvlakken. ð Elastische voeg beantwoordend aan art. 49.11.10. Uitvoering ð De muurafdekelementen worden vlot in de mortel gelegd en opgevoegd met elastische voeg volgens art. 49.11.10. ð Onder de voegen tussen twee stukken wordt een gootje geplaatst uitgevoerd met omgelooid lood (dikte 1 mm). Zie eveneens principetekening. ð Hoeken en richtingsveranderingen worden door middel van hoekstukken uitgevoerd. ð De muurafdekelementen worden door een waterkerende laag van de opstand in metselwerk of beton gescheiden. Bij dakranden met dakopbouw met dakdichting wordt de dakdichting van de opkant doorgetrokken onder het muurafdekelement. Muurafdekelementen bij vrijstaande muren (geen aansluiting met dakverdichting) wordt een waterkerende laag geplaatst onder de muurafdekelementen. De banen van zullen zoveel mogelijk uit 1 stuk bestaan. Indien er toch lassen voorkomen zullen de verschillende banen elkaar ten minste 10 cm overlappen. De overlappende stroken worden over het volledige oppervlak aan elkaar gekleefd door middel van een hechtstrip en lijm. 37.62.12.61
BOECKX ARCHITECTS
Muurafdekelementen in blauwe hardsteen type 1
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
117/232
Materiaal Muurafdekelement volgens principeschets. Breedte : breedte afgewerkte muur (miv dakdichting) + 2 x 5 cm (uitsprongen). De twee uitsprongen zijn voorzien van waterlijsten van ± 5 mm diep om te beletten dat het afvloeiingswater de muren zou bereiken. Afgewerkte muurbreedte : 20 cm Afschuining : 1 afschuining Meting m - lopende meter dakrand gemeten langs de buitenzijde 38
BORSTWERINGEN EN BALUSTRADEN
Algemeen In overeenstemming met de aanduiding in de verdere artikels en bijgevoegde principetekeningen betreft het ofwel prefab-aanbouwsystemen ofwel maatwerk in overeenstemming met bijgevoegde tekeningen. Alle stukken worden geprofileerd en vervaardigd volgens de voorschriften van het bestek en de goedgekeurde werktekeningen. De nodige documentatie, stalen en werktekeningen worden aan de architect ter goedkeuring voorgelegd. Alle borstweringen en balustraden dienen te beantwoorden aan NBN B 03-004 (2010) Borstwering van gebouwen. De voorschriften van NBN B 25-002-1 en NBN S 23-002 zijn van toepassing voor wat de eisen betreft voor structuren en beglazingen die zich in de beschermingszone bevinden. 38.50
Borstweringen en balustraden in metaal
38.53
Borstweringen en balustraden in aluminium
38.53.20
Borstweringen en balustraden in gelakt aluminium
Materiaal ð Oppervlaktebehandeling : de gelakte uitvoering draagt het Qualicoat-label. Voorbehandeling : chemisch ontvetten, beitsen, neutraliseren, chemische conversiebehandeling Elektrostatisch aanbrengen van thermohardende polyesterpoederlaag., ingebakken in een oven bij temperatuur van 200°C, laagdikte min. 60 micron. Nabehandeling met een afsluitend product anti-corrosie op elke zaagsnede, frees, ponsing, ... ð Kleur : kleur te bepalen uit het hele kleurgamma. Kleurstalen dienen ter goedkeuring voorgelegd samen met de stalen. In principe zijn alle kleuren leverbaar zonder meerprijs. Ook bestaat de mogelijkheid tot verschillende kleuren buiten zonder prijsconsequentie bv per trap, onderdeel leuning, ...
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
118/232
38.53.23
Borstwering en balustrade met veiligheidsglas in gelakt aluminium
Materiaal ð borstwering met stijlen en beglazing volgens bijgevoegde principetekening. ð Alle profielen dienen ter goedkeuring voorgelegd. ð De enkele beglazing is veiligheidsglas waarvan de glasbladen minimum 4 mm dik zijn. De diktebepaling dient te geschieden volgens de voorschriften van STS 38 en TV 113 "glaswerken" van het WTCB alsmede volgens de gegevens van de fabrikant. Het gelaagd glas voldoet aan de voorschriften van NBN S23-002 De veiligheidsbeglazing is samengesteld uit 2 of meer bladen helder floatglas samengehouden door min. twee PVB-lagen. Uitvoering ð Het geheel dient te beantwoorden aan NBN B 03-004 (2010) Borstwering van gebouwen (bv hoogte, dimensionering openingen, stabiliteit, bevestigingen, ...) ð Het leveren en plaatsen van de borstwering/balustrade in gelakt aluminium ð Hoogte boven afgewerkt vloerpeil : minimum 1,10 m en 1,20 m vanaf valhoogte 12 m of hoger volgens plannen ð Alle verbindingen worden blind verwerkt. De te verbinden buisstukken zullen zodanig in elkaar passen dat ze een doorlopend profiel vormen waarvan de doorsnede niet varieert. Meting m - lopende meter borstwering, balustrade Opgenomen afmetingen zijn de op de plans aangegeven wandafmetingen. Er wordt geen rekening gehouden met de oversteek aan hoeken. 39
HULPSTUKKEN EN ONDERDELEN SEC. EN AFSL. ELEMENTEN BOVENBOUW
39.10
Beglazing
Materiaal ð Al het materiaal dient te beantwoorden aan de voorschriften van STS 38. ð Steunblokjes : hout of neopreen. Bij gebruik van hout, dient de lengte van het blokje aangepast in functie van hun hardheid, en van het gewicht van de beglazing. De minimum lengte dient steeds 50 mm te bedragen. Bij gebruik van neopreen, mogen deze geen fysische interacties veroorzaken met de afdichtingskitten. De steunblokjes dienen breed genoeg te zijn om de totaliteit van de beglazingsdikte erop te kunnen laten rusten. Aantal en plaats volgens STS 38. ð Stelblokjes Het materiaal moet de vrije uitzetting van het glas, na de plaatsing nog toelaten. Minimum lengte 30 mm. De breedte van de blokjes moet minstens gelijk zijn aan de totale beglazingsdikte.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
119/232
ð Al het materiaal dient te beantwoorden aan de voorschriften van NBN S23-002. Uitvoering ð Het opnemen van de juiste afmetingen van de platen, rekening houdend met de nodige speling ð Het voorbereiden van de sponningen door het afnemen van de glaslatten, drogen, reinigen en ontvetten van de sponning en de glaslatten ð Het plaatsen van de beglazing afhankelijk schrijnwerk minstens binnen de 2 weken na plaatsing van het schrijnwerk. Bij houten schrijnwerk wordt de beglazing geplaatst volgens de natte methode omvattende • aanbrengen van een zelfklevend cellulair vulprofiel met minimum dikte 3 mm, welke voldoende stijf is om de spatieblokjes te vervangen. Dit vulprofiel moet voldoende ruimte laten voor het aanbrengen van de afdichtingskit. • na plaatsing van de steunblokjes, beglazing en stelblokjes volgens STS 38 wordt een 2de zelfklevend cellulair vulprofiel geplaatst. • na terugplaatsen van de glaslatten dmv RVS vijzen (bevestiging max. alle 40 cm van elkaar en op max. 10 cm vanaf de hoeken) wordt een elastische ééncomponentkit op basis van siliconen geplaatst met een hoogte van min. 5 mm in de sponning. Aan de bovenzijde dient de kit de helling van het hout te volgen (15°). Na aanbrengen dient de kit geëffend te worden. Er dient steeds eenpassende hechtprimer aangebracht. Bij metalen en kunststof ramen en deuren wordt de beglazing geplaatst volgens de droge methode omvattende • plaatsen van de buitenste EPDM-strip wordt in de daartoe voorziene sponning van het profiel • na plaatsen van de beglazing volgens STS 38, reinigen en drogen van de delen welke in de sponning zullen komen worden de glaslatten geclipst. • plaatsen van de binnenste EPDM-strip in de sponning van de glaslat, of men gebruikt glaslatten met aangehechte dichtingen. In de hoeken worden de strips gelijmd, of zijn ze rondlopend waarbij de eindstukken aan elkaar verbonden worden. Bij metalen gordijngevels : plaatsing zie beschrijving gordijngevels. Omvang Inbegrepen : ð het verwijderen van etiketten en het grondig reinigen van de beglazing ð het voorleggen van de lijst met gebruikte glasdiktes op basis van berekeningsnota's ter goedkeuring. Deze nota's kunnen door de architect opgevraagd worden.
ð Indien de beglazing (enkele en beide zijden van dubbele beglazing) onderhevig kan zijn aan thermische breuk (bv glas met isolatie erachter geplaatst, glas voor wand, ...) dient dit glas thermische behandeld of gehard zodat er geen thermische breuk kan optreden. De meerprijs voor deze behandeling is inbegrepen in de eenheidsprijzen van het glas waar nodig. De aannemer dient hiervoor de nodige berekeningen uit te voeren en voor te leggen waaruit blijkt dat al waar nodig thermische breuk wordt vermeden door aangepast beglazing.
ð ð 39.19
Beglazing in glas
39.19.20
Enkele veiligheidsbeglazing in glas
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
120/232
Materiaal ð De beglazing beantwoordt aan de voorschriften van NBN S 23-002. ð De enkele beglazing is veiligheidsglas waarvan de glasbladen minimum 4 mm dik zijn. De diktebepaling dient te geschieden volgens de voorschriften van STS 38 en TV 113 "glaswerken" van het WTCB alsmede volgens de gegevens van de fabrikant. De beglaasde delen van een raampartij dienen allen in dezelfde dikte uitgevoerd, gelijk aan deze bepaald voor de grootste oppervlakte. Deze dikte kan wel variëren per type raam, in functie van het hoogte-niveau. ð Alle beglazing dient hetzelfde uitzicht te hebben (kleur), veiligheidsbeglazing of niet. ð ð 39.19.21 Enkele heldere veiligheidsbeglazing Materiaal De beglazing bestaat uit helder veiligheidsglas. 39.19.21.12
Enkele heldere gelaagde veiligheidsbeglazing, bescherming tg ongevalle
Materiaal Het gelaagd veiligheidsglas dient te beantwoorden aan de voorwaarden opgelegd in NBN S 23002 in functie van de toepassing. De veiligheidsbeglazing is samengesteld uit 2 of meer bladen helder floatglas samengehouden door min. twee PVB-lagen. Meting m² - oppervlakte schrijnwerk waar dit glastype voorkomt. Bij niet-rechthoekige oppervlakken zoals rond en ovaal wordt de oppervlakte gerekend van de omschreven rechthoek. 39.19.21.16
Enkele veiligheidsbeglazing, bescherming tegen brand EI60
Materiaal Het geheel gelaagd glas met kader heeft een brandweerstand van EI 60 volgens NBN EN 135012. De gelaagde beglazing, verbonden dmv tussenlagen zonder enige draad of vezelversterking, welke opzwellen onder invloed van warmte. De brandwerende beglazing dient een CE-markering te hebben. Meting m² - oppervlakte schrijnwerk waar dit glastype voorkomt. Bij niet-rechthoekige oppervlakken zoals rond en ovaal wordt de oppervlakte gerekend van de omschreven rechthoek.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
121/232
39.19.21.17
Enkele heldere veiligheidsbeglazing, bescherming tegen straling - 3mm
Materiaal Stralingwerend glas met zware metalen zoals lood en barium oxyden. Het loodgehalte dient meer dan 51 % (gewichtspercent) te zijn. In totaal dient er meer dan 68% zware metalen aanwezig te zijn. Eigenschappen : densiteit : 4,8 à 8 gr/cm³ licht transmissie bij glas tot 11 mm : >= 85% Loodequivalent : 3 mm Omvang Inbegrepen : ð alle noodzakelijke werken aan de ramen in hout zoals inbouw loodstroken en loodequivalent zodat het gehele raam een totale loodafcherming bied gelijk aan 3 mm lood Meting m² - oppervlakte schrijnwerk waar dit glastype voorkomt. Bij niet-rechthoekige oppervlakken zoals rond en ovaal wordt de oppervlakte gerekend van de omschreven rechthoek. 39.19.21.18
Enkele heldere veiligheidsbeglazing, bescherming tegen straling - 10mm
Materiaal Stralingwerend glas met zware metalen zoals lood en barium oxyden. Het loodgehalte dient meer dan 51 % (gewichtspercent) te zijn. In totaal dient er meer dan 68% zware metalen aanwezig te zijn. Eigenschappen : densiteit : 4,8 à 8 gr/cm³ licht transmissie bij glas tot 11 mm : >= 85% Loodequivalent : 10 mm Omvang Inbegrepen : ð alle noodzakelijke werken aan de ramen in hout zoals inbouw loodstroken en loodequivalent zodat het gehele raam een totale loodafcherming bied gelijk aan 10 mm lood Meting m² - oppervlakte schrijnwerk waar dit glastype voorkomt. Bij niet-rechthoekige oppervlakken zoals rond en ovaal wordt de oppervlakte gerekend van de omschreven rechthoek.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
122/232
39.19.40
Dubbele veiligheidsbeglazing in glas
Materiaal ð De dubbele beglazing is altijd samengesteld uit 2 glasplaten (al of niet veiligheidsglas) met verschillende dikte. Het glasblad gericht naar de binnenzijde is minimum 4 mm dik. Het glasblad gericht naar de buitenzijde is minimum 5 mm dik. De diktebepaling dient te geschieden volgens de voorschriften van STS 38 en TV 113 "glaswerken" van het WTCB alsmede volgens de gegevens van de fabrikant. De beglaasde delen van een raampartij dienen allen in dezelfde dikte uitgevoerd, gelijk aan deze bepaald voor de grootste oppervlakte. Deze dikte kan wel variëren per type raam, in functie van het hoogte-niveau. ð Alle beglazing dient hetzelfde uitzicht te hebben (kleur), veiligheidsbeglazing of niet. Uitvoering De voegdichting tussen de glasbladen, evenals de randafwerking mag niet aangetast kunnen worden door de ermee in aanraking komende elementen (behandelingsproduct hout, afdichtingskit van de sponning, EPDM-profielen, vocht, enz...) De aannemer dient vooraf een staal van de randafwerking voor te leggen. 39.19.42
Dubbele heldere zonwerende veiligheidsbeglazing
39.19.42.20
Dubbele heldere zonwerende veiligheidsbeglazing - u max 1,0 W/m²K
Materiaal Dubbele heldere veiligheidsbeglazing met verbeterde thermische isolatie en zonwerende eigenschappen ð De beglazing bestaat uit heldere glasbladen die door een thermisch verbeterde afstandhouder in kunststof van elkaar worden gescheiden. De gehele constructie is hermetisch gesloten door middel van een dubbele elastische dichting, die garant staat voor een optimale cohesie van het geheel. Het gelaagd veiligheidsglas kan zich bevinden aan de binnen- of buitenzijde of aan beide zijden: zie onderscheiden artikels.Het gelaagd veiligheids dient te beantwoorden en toegepast volgens NBN S23-002. ð De spouwzijde van het buitenglasblad is bedekt met onzichtbare ononderbroken dunne metaalcoating, die door middel van een kathodisch sputtersysteem onder vacuüm wordt aangebracht. De coating heeft een lage emissiviteit en zorgt vor sterk verbeterde zonwerende en thermisch isolerende eigenschappen ð De ruimte tussen beide glazen is gevuld met een thermisch gas dat beter isoleert dan lucht (= argon). Deze spouw bedraagt 15 mm. ð Eigenschappen : • thermische isolatiecoëfficiënt ug : max 1,0 W/m²K • lichtdoorlaatbaarheid (LTA) : min. 71 % • lichtreflectie : 12 à 13 % • zonnefactor : 38 à 41 % • •
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
123/232
39.19.42.22
Dubbele heldere zonw veiligheidsbegl 1,0 bescherming tg ongevallen
Materiaal Het veiligheidsglas dient te beantwoorden aan de voorwaarden opgelegd in NBN S 23-002 in functie van de toepassing. De veiligheidsbeglazing is samengesteld uit 2 of meer bladen helder floatglas samengehouden door min. twee PVB-lagen. 39.19.42.22.13
Dubbele heldere zonw beglazing 1,0 binnen- en buitenzijde gelaagd gla
Materiaal Het gelaagd veiligheidsglas bevindt zich zowel aan de binnenzijde als aan de buitenzijde. Meting m² - oppervlakte schrijnwerk waar dit glastype voorkomt. Bij niet-rechthoekige oppervlakken zoals rond en ovaal wordt de oppervlakte gerekend van de omschreven rechthoek. 39.40
Beslagwerk
Algemeen Alle hang- en sluitwerk wordt vooraf ter goedkeuring voorgelegd. Het is aangepast qua materiaal, vorm, afmetingen en sterkte aan de afmetingen van de profielen, de grootte van de vleugels en de mogelijkheid van bediening door één persoon. Voor normale toepassingen bedraagt de bedieningskracht 100 N. Het hang- en sluitwerk wordt door de fabrikant van het schrijnwerk voorgesteld in functie van het gewicht en de afmetingen van de ramen en deuren. Het hang- en sluitwerk dient maximaal ingewerkt te wordeen, doch gemakkelijk vervangbaar. Alle hang- en sluitmechanismen moeten makkelijk, zonder speling, feilloos en geruisloos werken. Het hang- en sluitwerk maakt de voorgeschreven openingsrichting mogelijk. Materiaal ð De materialen waaruit het beslagwerk is samengesteld en de afwerking ervan dienen te beantwoorden aan de voorschriften van STS 36. ð Van al het voorziene beslagwerk legt de aannemer van elk type minimum één exemplaar ter goedkeuring voor. ð De sterkte van het beslagwerk dient aangepast aan het gewicht van de bewegende delen, inclusief het gewicht van de beglazing, zelfs daar waar momenteel geen beglazing voorzien is. ð De aannemer is verantwoordelijk voor de coördinatie in verband beslagwerk - schrijnwerk, alsmede het in elkaar passen van het verschillend beslagwerk. ð Al de verschillende onderdelen die ingewerkt worden in het hout, worden na levering geopend en compleet ingestreken met kogellagervet. Tijdens het inbouwen worden de niet zichtbare blijvende delen eveneens ingestreken met kogellagervet. Omvang
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
124/232
Al het beslagwerk wordt in afzonderlijke artikels opgemeten, behalve de scharnieren voor draaiende deuren die inbegrepen zijn in het artikel van de deuren. 39.42
Beslagwerk deuren
39.42.50
Zichtbaar deurbeslag in metaal
39.42.52
Zichtbaar deurbeslag in staal en staallegeringen
39.42.52.60
Zichtbaar deurbeslag in roestvrij staal (RVS)
Materiaal In principe is al het zichtbare beslagwerk uit RVS AISI 316, tenzij uitdrukkelijk anders vermeld. Afwerking : glad geborsteld of geslepen (mat) 39.42.52.61
Zichtbaar deurbeslag in RVS - sloten en cilinders
Materiaal ð Afdekplaatjes in RVS volgens principeschets. ð De sloten dienen aangewend met afmetingen passend voor het door de bouwheer gekozen cilindertype. Uitvoering Het volledig verdekt inwerken van de sloten, waarbij alleen het deurhandgreepgarnituur zichtbaar is. 39.42.52.61.10
Zichtbaar deurbeslag in RVS - sloten zonder cilinder
Materiaal ð Gesloten, geschroefde slotkast in verzinkt staal, gepoedercoat Voorplaat in roestvrij staal 18/8, geslepen en gepolijst. Eendelige schoten in hoogwaardig messing uit 1 stuk vervaardigd. Gelagerde klemtuimelaar voor verhoogd comfort en lange levensduur. De zware tuimelaarveer is gemaakt van gehard verenstaal waardoor de krukken niet gaan hangen. Geluidgedempt door aanslagbuffers. Onderhoudsvrij door gebruik van thermostabiele smering. Verzinkte binnendelen. Eenheidsslotkast met zelfde afmetingen voor alle slot-functies (alle sloten hebben gelijke kastafmetingen en doornmaten - zelfde uitsparingen ongeacht welk slot). ð Sluitplaten aangepast aan type en materiaal deuromlijsting en deurtype in roestvrij staal 18/8.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
125/232
ð ð 39.42.52.61.11
Zichtbaar deurbeslag in RVS - dagslot
Materiaal De dagschoot wordt bediend door de deurkruk. Meting stuk 39.42.52.61.20
Zichtbaar deurbeslag in RVS - cilindersloten
Materiaal ð Gesloten, geschroefde slotkast in verzinkt staal, gepoedercoat Voorplaat in roestvrij staal 18/8, geslepen en gepolijst. Eendelige dagschoten in hoogwaardig messing uit 1 stuk vervaardigd. Eendelige nachtschoten in hoogwaardig messing uit 1 stuk vervaardigd. Gelagerde klemtuimelaar voor verhoogd comfort en lange levensduur. De zware tuimelaarveer is gemaakt van gehard verenstaal waardoor de krukken niet gaan hangen. Geluidgedempt door aanslagbuffers. Onderhoudsvrij door gebruik van thermostabiele smering. Verzinkte binnendelen. Eenheidsslotkast met zelfde afmetingen voor alle slot-functies (alle sloten hebben gelijke kastafmetingen en doornmaten - zelfde uitsparingen ongeacht welk slot). Sluitplaten aangepast aan type en materiaal deuromlijsting en deurtype in roestvrij staal 18/8. Omvang Worden in een afzonderlijk artikel verrekend : ð cilinders ð ð 39.42.52.61.21 Zichtbaar deurbeslag in RVS - dag- en nachtcilinderslot Materiaal De dagschoot kan zowel door de deurkruk als door de sleutel bediend worden. De nachtschoot is enkel bedienbaar door de cilindersleutel. Meting stuk 39.42.52.61.22
Zichtbaar deurbeslag in RVS - nachtcilinderslot
Materiaal
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
126/232
De dagschoot kan zowel door de deurkruk als door de sleutel bediend worden. De nachtschoot is enkel bedienbaar door de cilindersleutel. Meting stuk 39.42.52.61.30
Zichtbaar deurbeslag in RVS - 3-puntcilindersloten
Materiaal ð 3-puntcilindersloten, bestaande uit 3 nachtschoten. De 3 nachtschoten zijn niet uitschuivend maar tuimelend zodat er een even grote metaalmassa binnen de slotkast als er buiten blijft en het moeilijk is om deur met een koevoet open te breken. Het 3-puntcilinderslot is voorzien van een speciaal mechanisme in de slotkast en van conische nachtschoten onder en boven. Hierdoor wordt bij het vergrendelen van de deur de vleugel zowel onderaan als bovenaan tegen het kaderprofiel aangetrokken. De nachtschoot van het hoofdslot is voorzien van twee onzichtbare hardmetalen stalen rolstiften. De bovenste en onderste nachtschoot zijn elk voorzien van een zichtbaar staafje in hardmetaal op de boven- en onderzijde van de schoot. Daardoor zijn de 3 schoten ondoorzaagbaar. Voorplaat is in roestvrij staal 18/8. Twee doorgangen, onder en boven het krukgat bieden de mogelijkheid de deurkrukken dwars door het slot aan elkaar vast te schroeven, zodat aan de buitenzijde van de de deur geen schroeven zichtbaar zijn. Het slot is links en rechts bruikbaar. Het 3-puntsslot is volledig vervaardigd uit niet-roestwerende materialen. Slotkasten zijn uit zamak, zilverkleurig gelakt. De schoten zijn uit zamak vernikkeld. ð Slotplaten met kastje in zamak, natuurkleurig gelakt. De slotplaten zijn regelbaar in de breedte dmv getande plaatjes. Het regelbereik is 3 mm. De slotplaten zijn gesloten dmv een kastje. ð Afdekplaatjes in RVS 18/8 volgens principeschets, clipssysteem zodat er geen schroeven zichtbaar zijn. Omvang Worden in een afzonderlijk artikel verrekend : ð cilinders ð ð 39.42.52.61.31 Zichtbaar deurbeslag in RVS - dag- en nacht-3-puntcilinderslot Materiaal Het 3-puntcilinderslot is naast de 3 nachtschoten voorzien van een dagschieter. De dagschoot kan zowel door de deurkruk als door de sleutel bediend worden. De nachtschoten zijn enkel bedienbaar door de cilindersleutel. Meting
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
127/232
stuk 39.42.52.61.50
Zichtbaar deurbeslag in RVS - elektrisch sluitplaten
39.42.52.61.54
Zichtbaar deurbeslag in RVS - plaatsen elektrische sluitplaat
Uitvoering Omvat het inbouwen van de elektrisch bediende sluitplaten geleverd door de bouwheer in de omlijstingen volgens de richtijnen van de fabrikant. Omvang Inbegrepen : ð nodige doorboringen, uitfrezingen voor het inwerken van de sluitplaat en de bedrading. Materiaal Stuk 39.42.52.61.70
Zichtbaar deurbeslag in RVS- cilinders
39.42.52.61.74
Plaatsen cilinders geleverd door bouwheer
Uitvoering Omvat het plaatsen van de cilinders geleverd door de bouwheer. Meting stuk, onafhankelijk lengte 39.42.52.62
Zichtbaar deurbeslag in RVS - deurbediening
39.42.52.62.10
Krukken in RVS
Materiaal en uitvoering Systeem voor intensief gebruikte deuren (gebruikersklasse 4 volgens EN 1906, duurzaamheidklasse 7, veiligheidsklasse 1 en corrosiebestendigheid klasse 4); Geschikt voor branddeuren. ð Stalen onderrozet gecombineerd met kunststofonderdelen voorzien van 4 hooghoudveren links en rechts te gebruiken ð een onderhoudsvrije glijlager zorgt ervoor dat de kruk op een snelle en betrouwbare manier vastdraaibaar kan gemonteerd worden
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
128/232
ð de kruk wordt door 2 vergrendelschijven via een speciale groef in de kruk vastdraaibaar gelagerd aan de rozet. Deze kan mits het gebruik van een circlipstang terug losgemaakt worden ð de onderrozet is voorzien van stalen nokken aan de doorgangszijde en aan de schroefzijde die het schuiven op het deurblad verhinderen. Deze wordt bevestigd met doorgaande schroeven (M4). De krukrozetten zijn in gelijkaardig materiaal uitgevoerd en worden onzichtbaar bevestigd. De krukken zijn voorzien van een massief stalen vierkantstift van 8 of 9 mm. Bij haaksloten (schuif-, plooi- en vouwdeuren) worden de krukken verticaal naar geplaatst. 39.42.52.62.11
boven
Rechte krukken in RVS
Materiaal Rechte krukken in mat gesatineerd roestvrij staal met afdekplaatjes volgens principeschets. De deurkrukken zijn L-vormig met diameter 20 mm, lengte ± 135 mm. Meting stuk per enkele kruk Dubbele krukken worden als 2 stuks opgemeten. 39.42.52.62.20
Vaste trekkers in RVS
Uitvoering Na het maken van de nodige openingen dienen de trekkers en eventuele afdekplaatjes geplaatst. De afdekplaatjes dienen vastgezet met door het slot doorlopende hulsschroeven. De 2 deurtrekkers worden dwars door de deurstijl verdoken aan elkaar of aan een kruk bevestigd dmv aanspanbare stiften. De trekkers dienen volkomen verticaal of horizontaal geplaatst. De bevestiging dient zodanig te zijn dat bij uitoefening van een trekkracht van 1 kN op de trekker, deze niet loskomt van het deurblad. 39.42.52.62.21
Rechte trekkers in RVS
Materiaal Rechte trekkers volgens principeschets Meting stuk per enkele trekker Dubbele trekkers worden als 2 stuks opgemeten. 39.42.52.62.29
BOECKX ARCHITECTS
Inbouwschild in RVS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
129/232
Materiaal Inbouwschild volgens principeschets Meting stuk per enkel schild 39.42.52.64
Zichtbaar deurbeslag in RVS - deurvergrendeling
39.42.52.64.10
Zichtbaar deurbeslag in RVS - deurgrendels
39.42.52.64.11
Zichtbaar deurbeslag in RVS - inbouw deurschuiven
Materiaal ð In te bouwen schuif met hefboombediening voor boven- of ondervergrendeling. Ofwel dient de grendel regelbaar in de hoogte ofwel zijn schieters in verschillende lengten verkrijgbaar. Schieter in roestvrij staal. ð Tegenplaatje voor bovenregel in roestvrij staal voorzien van passend gat voor schieter ð Sluitpot in roestvrij materiaal met veer in reostvrij staal. Het veerbediend klepje sluit de opening van de sluitpot af, waardoor de kans op vuilinfiltratie zeer klein is. ð Bevestigingsmiddelen in roestvrij staal. Uitvoering ð De schuiven worden ingewerkt in het deurblad onder en boven. ð Tegenplaatje wordt bovenaan aangebracht ð Sluitpot wordt in vloer ingewerkt. Meting stuk 39.42.52.66
Zichtbaar deurbeslag in RVS - deurstoppen
39.42.52.66.11
Vloerstop in RVS
Materiaal Vloerbuffer in RVS met zwart rubber stootdop volgens principetekening. Uitvoering
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
130/232
De vloerstop dient in de vloer vastgehecht dmv een in te boren PVC-plug en een roestvrij stalen vijs. Het plaatsen mag slechts geschieden na afwerking van de vloerbekleding. Bij deuren met spleet (bv sanitaire deuren) of deuren met oploopscharnieren of combinatie dienen de vloerstoppen voldoende verhoogd te worden of dient een hogere vloerstop gebruikt. Meting stuk 39.42.52.66.12
Wandstop in RVS
Materiaal Wandbuffer in RVS principetekening.
met
zwart
rubber
stootdop
met
drukverdelingsrozet
volgens
Uitvoering De aard van de bevestigingsplug dient aangepast aan de wandsamenstelling. Bij gipsmontagewanden dient de plug uit te zetten in de kern van de wand en niet in de gipsplaten zelf. De bevestiging dient zodanig te zijn dat de buffer niet met de hand kan afgerukt worden. Het plaatsen mag slechts geschieden na afwerking van de wanden. Meting stuk 39.42.53
Zichtbaar deurbeslag in aluminium
39.42.53.10
Zichtbaar deurbeslag in geanodiseerd aluminium
Materiaal In principe is al het zichtbare beslagwerk uit geanodiseerd aluminium, tenzij uitdrukkelijk anders vermeld. Oppervlaktebehandeling : Het volledige anodisatieproces geschiedt volgens de specificaties van Qualanod, een kwaliteitslabel uitgegeven door de Europese organisatie EWAA-EURAS. Voorbehandeling : chemisch ontvetten, beitsen, neutraliseren. Anodische oxidatie : kunstmatige oxidelaag met een dikte van minimum 25 micron. Kleur : natuurkleur of kleuranodisatie te bepalen uit het hele kleurgamma. Kleurstalen dienen ter goedkeuring voorgelegd. In principe zijn alle kleuren leverbaar zonder meerprijs. 39.42.53.12
Zichtbaar deurbeslag in geanod. alu - deurbediening
39.42.53.12.30
Bedienbare trekkers in geanodiseerd aluminium
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
131/232
Uitvoering Na het maken van de nodige openingen dienen de trekkers en eventuele afdekplaatjes geplaatst. De afdekplaatjes dienen vastgezet met door het slot doorlopende hulsschroeven. De 2 deurtrekkers worden dwars door de deurstijl verdoken aan elkaar of aan een kruk bevestigd dmv aanspanbare stiften. De trekkers dienen volkomen verticaal of horizontaal geplaatst. De bevestiging dient zodanig te zijn dat bij uitoefening van een trekkracht van 1 kN op de trekker, deze niet loskomt van het deurblad. 39.42.53.12.32
Schuifdeurtrekkers in geanodiseerd aluminium
Materiaal Schuifdeurtrekkers volgens principeschets in gegoten aluminium, voor openen van schuifdeuren. Bij het openen moeten de dichtingsprofielen 5 mm vrijkomen van wand en vloer. De deur moet eenvoudig en licht te openen zijn. Meting stuk per enkele trekker Dubbele trekkers worden als 2 stuks opgemeten. 39.42.53.13
Zichtbaar deurbeslag in geanod. alu - deursluittechnieken
39.42.53.13.10
Zichtbaar deurbeslag in geanod. alu - opbouwdeurdrangers
39.42.53.13.11
Deurdranger met glijarm in geanod. alu
Materiaal Deurdrangers uitgevoerd met lineaire aandrijving en hartvormige nokkenas zodat bij het openen van de deur de te overwinnen weerstand onmiddellijk wordt gereduceerd. Hydraulisch gedempte deursluiter met afnemende openingsweerstand en glijarm. Het huis is samengesteld uit een in één stuk gegoten aluminium legering met zeer hoge corrosieweerstand en is gehouden in een vooraf op de deur gemonteerde console en voorzien van een geanodiseerd aluminium afdekkap. De sluiter is zonder demontage links en rechts bruikbaar. Instelbare en hydraulische gecontroleerde sluitsnelheid en eindslag. Montageconsoles met universele bevestigngsgaten volgens DIN 18263 - deel 2. De sluitfuncties zijn verdeeld over zowel de deursluiter als de glijarmrail. Grootte afhankelijk grootte en gewicht deurblad, voor te leggen ter goedkeuring. De sluitkracht is traploos instelbaar van EN 2 tot 5 en 5 tot 7 voor deuren vanaf 1,25 m breed. De sluitsnelheid is onafhankelijk van teperatuurschommelingen en traplooos regelbaar van 180 tot 7 graden. De regelbare eindslag van 7 tot 0 graden duwt de deur in het slot. De deursluiter heeft een instelbare sluitvertraging tussen de 120 en 70 graden waardoor de deur langer open blijft om de doorgangstijd te vergroten. Door de instelbare openingsdemping wordt de beweging van een krachtig opengeworpen of door de wind openvliegende deur opgevangen.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
132/232
Uitvoering Zowel montage aan scharnierzijde als aan tegenscharnierzijde mogelijk. Na plaatsing wordt de deurdranger afgeregeld. Meting stuk, onafhankelijk openingsrichting deur. 39.42.53.13.14
Deurdranger met glijarm en vrijloopfunctie in geanod. alu
Materiaal Deursluiter met glijarm voorzien van een elektrohydraulische vastzetinrichting en vrijloopfunctie vanaf een deuropeningshoek > 0°. Het pompgedeelte is van gietijzer. De bevestiging is onzichtbaar dor het gebruik van een gelakt aluminium afdekkap in één stuk met inliggende eindkappen. De afdekkap en eindkappen hebben een hoogwardig design en worden gekenmerkt door ee kubistische architectuur met strakke lijnen. De deurdranger heeft een traploos instelbare sluitkracht EN 2-5 voor deurbreedtes tot 1250 mm en is zowel voor DIN L als voor DIN R deuren bruikbaar. De sluitsnelheid en eindslag zijn onafhankelijk van temperatuurschommellingen en traploos regelbaar. Maximale openingshoek 180° (mits 3° terugvering). Deursluiter conform EN 1154, met CE-aandiding en elktrohydraulische vastzetinrichting getest conform EN 1155. Bedrijfspanning 24 V DC (gestabiliseerd ± 15%). Bij het openen van de deur wordt de vrijloopfunctie al vanaf een deuropeningshoek van > 0° geactiveerd. Door de vrijloopfunctie kan de deur nu geopend en gesloten worden zonder veerweerstand te ondervinden. De deur kan geopend blijven in om het even welke stand. Uitvoering Altijd kozijndorpelmontage aan de scharnierzijde (kopmontage). De deursluiter wordt aangesloten op de brandcentrale waardoor bij detectie of stroomonderbreking de veerblokkering wordt opgeheven en de deur automatisch gesloten wordt. Na plaatsing wordt de deurdranger afgeregeld. De voeding en de verbinding met de brandcentrale gebeurt door de aannemer elektriciteit. Aansluiting, plaatsing en afregeling door aannemer van onderhavig bestek. Meting stuk, onafhankelijk openingsrichting en grootte deur. 39.42.53.13.15
Deurdranger dubbele deur met sluitregelaar in glijarm in geanod. alu
Materiaal
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
133/232
Deurdrangers uitgevoerd met lineaire aandrijving en hartvormige nokkenas zodat bij het openen van de deur de te overwinnen weerstand onmiddellijk wordt gereduceerd. Hydraulisch gedempte deursluiter met afnemende openingsweerstand en glijarm. Het huis is samengesteld uit een in één stuk gegoten aluminium legering met zeer hoge corrosieweerstand en is gehouden in een vooraf op de deur gemonteerde console en voorzien van een geanodiseerd aluminium afdekkap. De sluiter is zonder demontage links en rechts bruikbaar. Instelbare en hydraulische gecontroleerde sluitsnelheid en eindslag. Montageconsoles met universele bevestigngsgaten volgens DIN 18263 - deel 2. De sluitfuncties zijn verdeeld over zowel de deursluiter als de glijarmrail. Grootte afhankelijk grootte en gewicht deurblad, voor te leggen ter goedkeuring. De sluitkracht is traploos instelbaar van EN 2 tot 5 en 5 tot 7 voor deuren vanaf 1,25 m breed. De sluitsnelheid is onafhankelijk van teperatuurschommelingen en traplooos regelbaar van 180 tot 7 graden. De regelbare eindslag van 7 tot 0 graden duwt de deur in het slot. De deursluiter heeft een instelbare sluitvertraging tussen de 120 en 70 graden waardoor de deur langer open blijft om de doorgangstijd te vergroten. Door de instelbare openingsdemping wordt de beweging van een krachtig opengeworpen of door de wind openvliegende deur opgevangen. De deursluiter met doorlopende afdekkap boven beide deuren is voorzien van een ingebouwde mechanische sluitvolgregelaar die voorkomt dat de passieve deur zich sluit voor de actieve deur. Uitvoering Zowel montage aan scharnierzijde als aan tegenscharnierzijde mogelijk. Na plaatsing wordt de deurdranger afgeregeld. Meting stuk per dubbele deur, onafhankelijk openingsrichting dubbele deur. 39.42.53.13.40
Zichtbaar deurbeslag in geanod. alu - automatische draaideuren
39.42.53.13.42
Automatische draaideuropener in geanod. alu met impulsgevers
Materiaal ð Automatische compacte en krachtige draaideuropener. De motor eenheid opent de deur elektro-hydraulisch en sluit deze nadien op veerkracht. Motor- en veerkracht zijn individueel regelbaar. De motor is geluidsarm en volkomen stil in open stand. Voedingsspanning : 240 V AC, 50 Hz werkspaning : 13 - 20 V DC / 24 V DC Opgenomen vermogen : maximum 230 W Zowel geschikt voor trekkende als duwende uitvoering (naar binnen als naar buiten draaiende deuren). Maximum deurgewicht is 250 kg. Maximale deurbreedte is 1600 mm. Maximale openingshoek tot 120°. Het systeem is voorzien van een lock-kick-systeem zodat bij het sluiten de eventuele weerstand van elektrische sluitplten, vloerveren, enz probleemloos overwonnen worden.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
134/232
ð ð
ð ð ð
ð ð
De deur dient bijgevolg bestand te zijn tegen het willen handmatig dichttrekken. Dit dient zonder problemen te gebeuren. Een testrapport dient hiervan voorgelegd als bewijs, evenals een testplaatsing vooraleer de draaideuropener wordt goedgekeurd. Pas na een positieve test kan de technische fiche worden goedgekeurd. Elektrische sluitplaat te gebruiken in stand gesloten Handbedienbaar bij stroomuitval en brand (indien niet gesloten). De elektro-hydraulische motor en de besturingseenheden zijn discreet ingebouwd in een geanodiseerd aluminium afdekkap. Deze kap is verlengd zodat de automaat even breed is als het deurblad. 3-standenschakelaar ingebouwd Deze schakelaar heeft volgende keuzemogelijkheden : • automatisch (aan) • gesloten (uit) • openhoudstand (deur blijft in open positie staan, bij strommuitval deblokkeert deze stand automatisch ensluit de deur op veerkracht). ingebouwde elektronische noodsluiter die bij stroomuitval of door sein van de brandcentrale de deur(en) automatisch sluit. De ingebouwde batterij van dit systeem wordt constant gecontroleerd door de microprocessor. reservevoeding die tijdens korte stroomonderbrekingen een normale werking van de deur voor een beperkte tijd waarborgt impulsgevers volgens deurlijst en plannen • elleboogschakelaar inbouwmodel • badge • drukknop inbouwmode • richtingsgevoelige radarimpulsgever inbouw plafond/opbouw goedgekeurd door Belgacom volgens het Doppler prinicpe zonder nadelige invloed op pace-makers Veiligheidsfotocel : Inbouwmodel<; deze fotocel doet dienst als dagbeveiliging en voorkomt dat de deuren sluiten indien iemand nog in de deuropening staat. actief infrarood aanwezigheidsdetectiesysteem montage bovenaan de deurvleugel. Detectiegebied : : 0,7m tot 2,5 m. Instelhoek van de modules : 0°, 5°, 10°, 15°, 20°, 25°. Diameter van de infrarood-spot op 2 m hoogte :0,13m. Reactietijd < 50msec. Voeding12-24 V AC/DC ±10% uitvoer tijdvertraging : 0, tot 4,5 sec instelbaar instellingen : detectiegebied met een draainok, tijdvertraging met een potentiometer. materiaal aluminium, ABS en plexiglas, afwerking zwart mate van bescherming : IP52
Uitvoering ð Voorleggen van uitvoeringstekeningen en schema's ter goedkeuring ð Leveren en plaatsen van het draaideurbeslag, aard van de bevestiging in functie van het wandtype, het schrijnwerk en het gewicht van de deurbladen ð Afregelen van het draaideurbeslag, elektrisch aansluiten, aansluiten met brandcentrale. Alleen de voeding (220V) wordt voorzien door de aannemer elektriciteit. Alle andere nodige voorzieningen (alle bekabeling, contact brandcentrale, ...) zijn inbegrepen in dit artikel. ð De deur moet eenvoudig en licht te openen zijn en afneembaar blijven. ð Bij sasdeuren (bv inkomgeheel) dient een sluisfunctie voorzien zodat de eerste deur moet sluiten voordat de andere kan openen. Dit wordt uitdrukkelijk in de deurlijst vermeld.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
135/232
Omvang Inbegrepen : ð het volledig in bedrijfstellen van de draaideuren en opleiding van de bouwheer ð Alle veiligheidsmaatregelen volgens de EN 16005 (impact bij aanstoten door een openende of sluitende deurvleugel, bescherming tegen snijden door scherpe delen, bescherming tegen aanraking door de deurvleugel bij specifieke groepen personenverkeer, bescherming tegen inklemmen bij specifieke type personenverkeer in de deuropening en aan de scharnierzijde, ...) door instellen open en sluitbeweging, scharnier beveiliging met flexibele beveiligingsstrippen voor vingerbeknelling aan de scharnierkant, door plaatsing van actief en zelfcontrolerende veiligheidssensoren voor bescherming tijdens het openen en sluiten. ð onderhoud tijdens de eerste 2 jaar conform EN 16005. Daarna dient een onderhoudscontract voorgesteld. Meting stuk, onafhankelijk openingsrichting en grootte deur. Dubbele deuren worden als 2 stuks opgemeten. 39.42.53.13.50
Zichtbaar deurbeslag in geanod. alu - automat. doorslaande draaideuren
39.42.53.13.52
Automatisch doorslaande draaideuropener met impulsgevers
Materiaal ð Automatische elektro-mechanische pendeldeuraandrijving voor inbouw in bovenregel bij doorslaande deuren met geruisloos loopgedrag. Geruisloze gelijkstroom-aandrijfmotor 24 V DC Voedingsspanning 220 V AC Volledig microprocessor gestuurd Handbedienbaar en zelfsluitend bij stroomuitval en brandalarm Instelbare onafhankelijke open- en sluitsnelheden regelbaar tussen 25-45°/sec Instelbare opneings- en sluitdemping Instelbare openhoudtijd 0 - 60 sec Instelbare aanstuurvertraging 0 tot 10 sec Veiligheidsfunctie 4°/sec Aansluiting voor elektrische vergrendeling Aansluiting voor sensoren Beveiliging tegen blikseminslag via het lichtnet ð 3-standenschakelaar ingebouwd Deze schakelaar heeft volgende keuzemogelijkheden : • on/off • automatisch • openhoudstand (deur blijft in open positie staan, bij stroommuitval deblokkeert deze stand automatisch en sluit de deur op veerkracht). ð reservevoeding die tijdens korte stroomonderbrekingen een normale werking van de deur voor een beperkte tijd waarborgt
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
136/232
ð Veiligheidsaanwezigheidssensor. Deze sensor dient er voor te zorgen dat er geen ongecontroleerde of ongewenste beweging van de deur voorkomen. Ze zorgt niet voor het openen of sluiten van de deur, maar wel dat ze niet opent of sluit indien een obstakel wordt gesignaliseert in het gebied die door de sensoren bestreken wordt. De sensor is van geëxtrudeerd aluminium vervaardigd. Montage ingebouwd in de deur. Normale hoogte 850 mm : voor het plaatsen na te vragenof deze hoogte voldoet aan de te verwachten obstakels. Reikwijdte instelbaar van 100 - 1500 mm Aan beide zijden van de deur : afhankelijk van de draairichting zal de automaat stoppen of de deur terug openen bij detectie. ð Veiligheidsfotocel : Inbouwmodel; deze fotocel doet dienst als dagbeveiliging en voorkomt dat de deuren sluiten indien iemand nog in de deuropening staat. ð impulsgevers volgens deurlijst en plannen • elleboogschakelaar inbouwmodel • badge • drukknop inbouwmode • richtingsgevoelige radarimpulsgever inbouw plafond/opbouw goedgekeurd door Belgacom volgens het Doppler prinicpe zonder nadelige invloed op pace-makers Uitvoering ð Voorleggen van uitvoeringstekeningen en schema's ter goedkeuring ð Leveren en plaatsen van het draaideurbeslag, aard van de bevestiging in functie van het wandtype, het schrijnwerk en het gewicht van de deurbladen ð Afregelen van het draaideurbeslag, elektrisch aansluiten, aansluiten met brandcentrale. Alleen de voeding (220V) wordt voorzien door de aannemer elektriciteit. Alle andere nodige voorzieningen (alle bekabeling, contact brandcentrale, ...) zijn inbegrepen in dit artikel. ð De deur moet eenvoudig en licht te openen zijn en afneembaar blijven. Maximale deurbreedte 1500 mm, maximaal deurgewicht 150 kg. ð De vleugel of beide vleugels (bij dubbele deuren) gaan open in de bewegingsrichting. Omvang Inbegrepen : ð het volledig in bedrijfstellen van de doorslaande draaideuren en opleiding van de bouwheer ð pivots onder- en bovenaan ð sluitplaten ð aanbrengen van een sparing in 1 omlijstingstijl voor het plaatsen van de fotocel ð Alle veiligheidsmaatregelen volgens de EN 16005 (impact bij aanstoten door een openende of sluitende deurvleugel, bescherming tegen snijden door scherpe delen, bescherming tegen aanraking door de deurvleugel bij specifieke groepen personenverkeer, bescherming tegen inklemmen bij specifieke type personenverkeer in de deuropening en aan de scharnierzijde, ...) door instellen open en sluitbeweging, scharnier beveiliging met flexibele beveiligingsstrippen voor vingerbeknelling aan de scharnierkant, door plaatsing van actief en zelfcontrolerende veiligheidssensoren voor bescherming tijdens het openen en sluiten. ð onderhoud tijdens de eerste 2 jaar conform EN 16005. Daarna dient een onderhoudscontract voorgesteld. Meting
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
137/232
stuk, onafhankelijk grootte deur. Dubbele deuren worden als 2 stuks opgemeten. 39.42.53.15
Zichtbaar deurbeslag in geanod. alu - supplement op scharnieren
Omvang Deze artikels omvatten het eventueel supplement/minprijs voor het leveren en plaatsen van de beschreven elementen tov de scharnieren beschreven in de artikels waardoor ze vervangen worden. 39.42.53.15.30
Zichtbaar deurbeslag in geanod. alu - supplement schuifdeuren
39.42.53.15.31
Supplement gewone schuifdeur
Materiaal ð Geanodiseerd aluminium profiel voor de geleiding voor plafond- en wandbevestiging. Model en grootte in functie gewicht deurblad, type ter goedkeuring voor te leggen. ð Aluminium rail en kunststof wielstelsels met kogellagers met beperkte inbouwhoogte ð De twee rolstelsels bestaan telkens uit een kunststoflichaam en vier uit kunststof vervaardigde loopwielen elk voorzien van stofvrij afgedichte kogellagers, het geheel gemonteerd op een stalen plaat ð Eindstopper met klem, verstelbaar volgens het deurgewicht ð aluminium U-profiel geanodiseerd wordt bevestigd in een gleuf onderaan in de deur en de bijhorende nylon geleider wordt op de vloer gemonteerd. ð Aluminium U-profiel te monteren bovenaan in het deurpaneel met bijbehorende grijze rubberen afsluitstukjes. ð Alle noodzakelijke toebehoren voor bevestiging aan muur of plafond volgens toepassing ð Kunststof meeneemblokje (U-vormig met ongelijke benen) en kunststof inschuifstuk, omvattend een gasveer en een wegklapbare meenemer uit staal. Uitvoering ð Het deurblad wordt opgehangen aan de rolstelsels waarvan het aluminium vierkant in een aan de bovenkant van het paneel ingefreesd profiel schuift en moet steeds loodrecht hangen. ð Afregeling in de hoogte is mogelijk tot de bovenkant van de deur 3 mm onder de rail komt. De deur kan afgeregeld worden nadat het geheel gemonteerd is. ð De deur wordt onderaan geleid door een nylon geleider die naast de opening gemonteerd wordt en die glijdt in het aluminium U-profiel in de onderzijde van de deur. De vangstukken zijn in de rail gemonteerd. ð De ingebouwde regelbare vangstukken klemmen zich rond de eindstoppers, die in de rolstelsels geïntegreerd zijn. ð De deur moet eenvoudig en licht te openen zijn en afneembaar blijven. ð Het kunststof meeneemblokje wordt bovenaan het paneel bevestigd met de bijhorende bevestigingsmiddelen. Het inschuifstuk wordt in de aluminium rail van het schuivend paneel vastgezet met de bijhorende schroeven. De wegklapbare meenemer grijpt in op het meeneemblokje.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
138/232
Bij het openen van de deur wordt het softclose sluitsysteem gewapend. Als de deur ca 10 cm geopend is, lapt de meenemer weg en komt deze los te staan van het meeneemblokje. Bij het sluiten grijpt de wegklapbare meenemer terug in op het meeneemblokje. De gasveer ontspant zich en sluit de deur tot op het einde met een zachte snelheid. Als de deur te hard zou gesloten worden, remt de gasveer eerst af om dan zacht te sluiten. Omvang Wordt in een afzonderlijk artikel verrekend : ð railbekleding Meting stuk per deurblad Dubbele deuren worden bijgevolg als 2 stuks opgemeten 39.42.53.15.35
Supplement automatische schuifdeur met impulsgevers
Materiaal ð Automatische schuifdeuropener gestuurd door een zichzelf controlerende microprocessor. De opener is modulair gebouwd en bestaat uit de motor, overbrenging, controle-unit, noodopener en elektromechanisch slot. Iedere deurvleugel wordt bevestigd aan een deurdrager die zowel in hoogte, breedte als diepte kan worden afgesteld. Dubbel gelagerde stalen looprollen op een hoogwaardig uitwisselbaar kunststof loopvlak waarborgen een soepele en geruisloze deurbeweging. De elektronica is in een plug-in unit ondergebracht. Iedere unit is voorgeprogrammeerd voor het automatisch lokaliseren van een storing. Als een ingegeven signaal in de microprocessor niet overeenkomt met hetgeen is voorgeprogrammeerd, vertraagt de microprocessor automatisch de deursnelheid en verhoogt de gevoeligheid. De automaat heeft een grote betrouwbaarheid. Kenmerken : • traploze instelbare zomer/winterschakeling • maximum stroomverbruik 250 W • voedingsspanning 230 V, 50 Hz • elektronische omkeerinrichting • open- en sluitsnelheden individueel instelbaar tot 1,4 m/s • openhoudtijd van 0 tot 60 sec • omgevingstemperatuur van -20°C tot +50°C • relatieve vochtigheid (niet condenserend) van 5% tot 85% • traploos elektronische snelheidsregeling, acceleratie opening- sluitsnelheid + afremming (geen eindschakelaars) • uitwisselbare componenten, zelfs van de geleiderail • deurdragerprofiel over de volledige breedte van de deurvleugels voor een totale en stabiele verbinding tussen automaat en de deurvleugel • handbedienbaar bij stroomuitval (indien niet gesloten bij nachtstand) ð 5-standenschakelaar met resetfunctie en sleutelvergrendeling - inbouwmodel Deze schakelaar heeft volgende keuzemogelijkheden : • dicht : de binnen- en buitenimpulsgevers worden uitgeschakeld. De deur wordt
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
139/232
ð ð ð ð ð
ð
vergrendeld met het elektromechanisch slot. De deur kan met een noodknop/sleutelimpuls worden geopend. • éénrichtingsverkeer : doorgang door de deur alleen van binnen uit. De deur wordt vergrendeld door het elektromechanisch slot. De deur kan alleen worden geopend met een binnen-impulsgever en met een noodknop/sleutelimpuls • automatisch : normale positie van de deur. De deur kan volledig worden geopend dmv de binnen- en buitenimpulsgevers en met de noodknop/sleutelimpuls. • winterstand : de deur kan gedeeltelijk worden geopend dmv de binnen- en buitenimpulsgevers. Bijinstallatie kan de klant kiezen tussen deze normale winterstand of de automatisch zelfdenkende stand. Normale winterstand : de deur kan gedeeltelijk worden geopend met de binnen- en buitenimpulsgevers en met de noodknop/sleutelimpuls Automatisch zelfdenkende stand : indien deze functie wordt geactiveerd door de CT programmeermodule dan selecteert de deuropener, naargelang het verkeersvolume, volledige of een gedeeltelijke opening. De deur kan worden geopend met de binnen- en buitenimpulsgevers en met de noodknop/sleutelimpuls. Zowel de breedte van de gedeeltelijke opening als de tijdsduur openhouden voor de automatisch zelfdenkende stand zijn instelbaar. • continu open : de deur blijft permanent open staan ingebouwde elektromechanisch slot voor hierboven genoemde schuifdeuropener ingebouwde elektronische noodsluiter die bij stroomuitval of door sein van de brandcentrale de deur(en) automatisch sluit. De ingebouwde batterij van dit systeem wordt constant gecontroleerd door de microprocessor. manuele ontgrendeling voor het handbediend vrijmaken van het elektromechanisch slot reservevoeding die tijdens korte stroomonderbrekingen een normale werking van de deur voor een beperkte tijd waarborgt impulsgevers volgens deurlijst en plannen • elleboogschakelaar inbouwmodel • drukknop inbouwmodel • badge Veiligheidsfotocel : deze fotocel doet dienst als dagbeveiliging en voorkomt dat de deuren sluiten indien iemand nog in de deuropening staat.
Uitvoering ð Voorleggen van uitvoeringstekeningen en schema's ter goedkeuring ð Leveren en plaatsen van het schuifdeurbeslag, aard van de bevestiging in functie van het wandtype, het schrijnwerk en het gewicht van de deurbladen ð Afregelen van het schuifdeurbeslag, elektrisch aansluiten, aansluiten met brandcentrale. Alleen de voeding (220V) wordt voorzien door de aannemer elektriciteit. Alle andere nodige voorzieningen (alle bekabeling, contact brandcentrale, ...) zijn inbegrepen in dit artikel. ð De deur moet eenvoudig en licht te openen zijn en afneembaar blijven. ð De plaats van de bediening (5-standenschakelaar) wordt ter plaatse door de LA aangeduid. ð Bij sasdeuren (bv inkomgeheel) dient een sluisfunctie voorzien zodat de eerste deur moet sluiten voordat de andere kan openen. Omvang Inbegrepen : ð voorleggen indien vereist van de verplichte wettelijke afwijking van het Federaal Ministerie
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
140/232
van Tewerkstelling en Arbeid voor het leveren en plaatsen van automatische deuren conform de nieuwe ARAB-reglementering, artikelen 52.5.12, 52.5.15 en 52.5.16. ð het volledig in bedrijfstellen van de schuifdeuren en opleiding van de bouwheer Alle veiligheidsmaatregelen volgens de EN 16005 (impact bij aanstoten door een openende of sluitende deurvleugel, bescherming tegen snijden door scherpe delen, bescherming tegen aanraking door de deurvleugel bij specifieke groepen personenverkeer, bescherming tegen inklemmen bij een openende deur ingeval van specifieke groepen personenverkeer, ...) door instellen open en sluitbeweging, door vormgeving afgeronde hoeken, vermijden vingerinklemming, door plaatsing van actief en zelfcontrolerende veiligheidssensoren voor bescherming tijdens het openen en sluiten. onderhoud tijdens de eerste 2 jaar conform EN 16005. Daarna dient een onderhoudscontract voorgesteld. Wordt in een afzonderlijk artikel verrekend : ð railbekleding Meting stuk per deurblad Dubbele deuren worden bijgevolg als 2 stuks opgemeten 39.42.53.20
Zichtbaar deurbeslag in gelakt aluminium
Materiaal In principe is al het zichtbare beslagwerk uit gelakt aluminium, tenzij uitdrukkelijk anders vermeld. Oppervlaktebehandeling : de gemoffelde uitvoering draagt het Qualicoat-label. Voorbehandeling : chemisch ontvetten, beitsen, neutraliseren, chemische conversiebehandeling Elektrostatisch aanbrengen van thermohardende polyesterpoederlaag., ingebakken in een oven bij temperatuur van 200°C, laagdikte min. 80 micron. Kleur : Ral-kleur te bepalen uit het hele kleurgamma. Kleurstalen dienen ter goedkeuring voorgelegd. In principe zijn alle kleuren leverbaar zonder meerprijs. 39.42.53.22.50
Anti-panieksluiting met pushbaar in gelakt aluminium
39.42.53.22.54
Panieksluiting met pushbaar in gelakt alu - dubbele deur met makelaar
Materiaal De loopdeur is voorzien van een opbouw anti-panieksluiting met horizontale vergrendeling. De passieve deur is voorzien van een opbouw anti-panieksluiting met verticale vergrendeling onder en boven. De schootblokkering zorgt ervoor dat in open toestand de schieter ingetrokken blijft zodat beschadiging van de vloer vermeden wordt. De panieksluiting is omkeerbaar en kan zowel gebruikt worden voor een linkse als rechtse deur. De schoten zijn uit roestvrij staal. De roestvrij stalen schieter is beveiligd tegen manipulatie. Dogging (hold open) mechanisme is standaard voorzien, te bedienen met inbussleutel. De bediening van het mechanisme gebeurt door het naar beneden drukken van een horizontale
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
141/232
ovale baar waardoor de vergrendelingsschoten onder en boven worden ingetrokken en de deur wordt ontgrendeld. De ontgrendeling aan de buitenzijde gebeurt dmv cilinder en deurgreep. Afwerking paniekbaren : gelakt aluminium. Dagtoestand (ontgrendelde toestand) door middel van de cilinder. Omvang Inbegrepen : ð ingewerkte grondvastzetting dmv een roestvrij stalen inbouwhuls Worden in een ander artikel verrekend : ð cilinder Meting stuk 39.90
Hulpstukken en onderdelen voor onderdelen sec. en afsluilt. elementen
39.91
Films voor op glas
39.91.10
Films voor glasdecoratie
Materiaal ð Stevige, dimensioneel stabiele, translucent folie voor het maken van decoratie op ramen. ð Eigenschappen : • lage glanswaarde • stopt UV licht tot 99% • verwijderbaar zonder warmte en/of chemische middelen • 5 jaar garantie • dikte film min 0,075 mm • maatvastheid : geen krimp • treksterkte bij 23°C : 191 N/25mm ð Lijm : drukgevoelige verwijderbare transparante lijmlaag. • lijmkracht : minimum 8 N/25 mm Uitvoering Aanbrengen van de film op het glas volgens richtlijnen van de fabrikant en bijgevoegde principetekeningen. 39.91.11
Films met gezandstraald glaseffect voor glasdecoratie
Materiaal film met gezandstraald glaseffect mat
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
142/232
Meting m² - filmoppervlak aan te brengen op glas 39.91.12
Films met digitale print voor glasdecoratie
Materiaal Film met digitale print. De digitale files worden door het architectenbureau geleverd. Er wordt geen onderscheid gemaakt volgens type digitale print. Er kunnen dus meerdere digitale prints geleverd worden. Bv ieder raam kan voorzien zijn van een andere print. Meting m² - filmoppervlak aan te brengen op glas onafhankelijk print 40
AFWERKING
41
AFWERKING BUITENWANDEN
41.10
Afwerking buitenwanden met stijve platen en tegels
41.17
Afwerking buiten stijve platen en tegels obv plant en dierl. stof, ano
41.17.40
Afwerking buitenwanden met stijve platen en tegels obv minerale vezels
41.17.42
Afwerking buitenwanden met stijve platen en tegels obv rotswol
41.17.42.40
Afwerking buitenwanden met vlakke platen obv rotswol
41.17.42.41
Afwerking buitenwanden met vlakke platen obv rotswol - geventileerd
Materiaal ð Gecoate gevelbekledingsplaat voor geventileerde buitentoepassingen. De platen bestaan uit minerale wolvlokken die onder hoge druk geperst worden met een kleine hoeveelheid bindmiddel. Ze worden gecoat met hoge-temperatuuruitharding. Als oppervlaktebehandeling worden de platen voorzien van primers en afgelakt met een zeer duurzame kleurlaag (lak op 2-componentenbasis). Het resultaat is een gladde gevelplaat met lichte structuur afwerking en met unieke eigenschappen (oplosmiddelbestendig, vormvast en verwerkbaar als hout). Volumieke massa : nominaal 1050 kg/m³ Buigsterkte (EN 310, EN 1058) : >= 27 N/mm²
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
143/232
ð ð
ð ð
Druksterkte loodrecht op plaatvlak : ± 16,4 N/mm² Treksterkte : ± 17,6 N/mm² E-modulus gemiddeld (EN 310) : >= 4015 Brandvoortplanting (NBN S21-203) : klasse A1 Dikte platen : 8 mm Kleur : te kiezen uit de volledige Ral-kaart zonder uitsluiting van enig kleur. Er kunnen meerdere kleuren gevraagd worden (combinatie van kleuren, logo, ...) en dit zoals aangeduid op de plannen zonder prijsconsequentie. Waterkerende dampdoorlatende diffusie-folie (membraan) UV-bestendig Houten constructie uit dubbel latwerk in Noors grenen (PNG) nr. 414 van NBN 199 beantwoordend aan de voorschriften van het interfederaal houtvoorlichtingscentrum. Minimale nominale massa per volume bij een vochtigheid van 20 % is 450 kg/m³. Houtkwaliteit : C24 volgens EN 338 of S8 volgens STS 04 uitgave 1990. Houtvochtigheid : max. 18% bij plaatsing Alle hout moet preventief worden behandeld overeenkomstig STS 04.3. Een certificaat, afgeleverd door een de BUtgb goedgekeurd station (via een ATG) wordt beschouwd als een nodige en voldoende voorwaarde als bewijs van overeenkomstigheid. Behandeling hout in binnenklimaat : procédé A1 Behandeling hout blootgesteld aan buitenomstandigheden, niet in contact met de grond, of hout in binnentoepassingen met zeer hoge vochtproductie of vochtaanwezigheid : procédé A3. Minimum afmetingen : Kepers tegenaan draagstructuur (eerste latwerk) : afhankelijk van spouw (met isolatie) met minimum van 34 x 75 mm, zie ook bijgevoegde detailtekeningen Bevestigingsregels voor de bekleding (tweede latwerk) : 34 x 75 mm voor voegen tussen twee panelen, 34 x 45 mm voor tussen- en eindstijlen/regels Bevestigingsmiddelen : RVS schroeven diam. 4,5 x 35 mm met torx inslag en geringe kop diam. 9,5 mm met schroefkop gecoat in zelfde kleur als de platen. Afwerkstukken, druiplijsten en druiplijstbekledingen, binnen- en buitenhoeken, ... dienen in gelakt aluminium met dezelfde kleur uitgevoerd
Uitvoering ð Ventilatie Een geventileerde luchtspouw van tenminste 28 mm diepte bij bekledingen vanaf meer dan 1 m hoogte. Bij bekledingen minder dan 1 m hoog voldoet een spouw van 8 mm. De openingen aan boven- en onderzijde die de verbinding vormen met de buitenlucht, dienen ten minste 1000 mm² per lopende meter gevel te bedragen. ð Aanbrengen keperwerk met daartussen spouwisolatie. As op as afstand van het stijlwerk is 600 mm. ð Aanbrengen van waterkerende dampdoorlatende diffusie-folie op het keperwerk ð Aanbrengen van het latwerk ð De verticale regels of latten waarop zich een plaataansluiting bevindt, dienen beschermd te worden tegen vocht dmv een verticale strook gecoate gevelplaat obv rotswol, waarop de panelen worden gemonteerd ofwel door een breed UV- en weerbestendig PVC of EPDM voegband op deze regels te plaatsen (breedte 100 mm) (voegband met vinnen is niet toegelaten). Een vlak aluminium profiel met neus wordt geplaatst in de horizontale voeg waardoor de hoeveelheid binnendringend regenwater sterk wordt verminderd en tevens de UV-straling de archterliggende materiaal niet kan bereiken (materiaaldikte aluminiumprofiel minimum 0,8 mm).
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
144/232
ð Zichtbaar mechanisch bevestigen van de panelen op de houten onderconstructie door RVSschroeven met coating. ð De open spouw tussen de achterzijde van de plaat en de dragende wand moet onderaan afgesloten worden met een geperforeerd aluminium afsluitprofiel. Dit profiel belet het binnendringen van vogels en knaagdieren. Het opstaande been zit geklemd tussen stijl en gevelplaat. Het afsluitprofiel kan in de voegen tussen de platen op de onderliggende stijlen bevestigd worden. Zie ook principetekening. ð De afwerking bovenaan gebeurt met een waterkeringsprofiel in PVC. Het profiel klemt zichzelf vast op de bovenkant van de gevelplaat. Zie principetekening aansluiting met dakrand of muurafdekprofiel. ð Buitenhoeken : aan de buitenhoeken wordt gebruik gemaakt van een speciale, verstelbare winkelhaak en op de hoekstijl wordt een 90 mm brede EPDM-band aangebracht. Zie principetekening buitenhoek. ð Binnenhoek : voor de binnenhoek wordt gebruik gemaakt van een 90 mm brede achterliggend EPDM voegdekband. Zie principetekening binnenhoek. ð Raamafwerking zie bijgevoegde prinicpetekeningen ð De zttingsvoegen in het geobuw moeten ook in de bekleding opgenomen worden. Ze wordt gerealiseerd door een stijl aan weerszijden van de voeg te plaatsen. Zie ook prinicipetekening. ð Druiplijst onderaan bekleding, aansluiting bovenaan, uitbekleding opening in gevel, binnenen buitenhoeken volgens principeschets. Omvang Inbegrepen : ð voorleggen van uitvoeringstekeningen (aansluiting boven- en onderzijde, dakranden, ramen, ...) Wordt in een afzonderlijk artikel verrekend : ð spouwisolatie Meting m² - geveloppervlakte. Openingen kleiner dan 1 m² worden niet afgetrokken. Gebogen vlakken worden gemeten volgens de boog. 42
AFWERKING BINNENWANDEN
42.10
Afwerking binnenwanden met stijve platen en tegels
42.12
Afwerking binnenwanden met stijve platen en tegels obv kalk en gips
42.12.40
Binnenafwerking wanden met stijve platen en tegels obv gips
42.12.41
Binnenafwerking wanden met gipskartonplaten
Materiaal
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
145/232
ð Gipsplaten met een harde kern van onbrandbaar gips die aan beide zijden bekleed is met sterk karton. De langskanten van de platen dienen over een breedte van ± 5 cm afgeschuind te zijn voor voegafwerking tot een effen oppervlak. Platen gebruikt in lokalen met een relatief hoge vochtigheidsgraad (sanitaire cellen, badkamers, ...) dienen een met siliconen behandelde gipskern en een waterafstotende kwaliteit van karton te hebben zodat ze een geringe waterabsorptie en wateropzuiging hebben. In de meting wordt geen onderscheid gemaakt en bijgevolg ook geen prijsaanpassing. Minimum dikte platen : 12,5 mm. ð Alle gebruikte bevestigingsmiddelen moeten corrosiebestand zijn en mogen niet loskomen onder invloed van trillingen (nagels zijn niet toegelaten). ð Voegband uit versterkte papierband met verdunde langskanten, fijn geperforeerd, breedte 50 mm of zelfklevende glasvezelband. ð Voegspecie op basis van gips of kunstharsen. De specie moet na verwerking en droging een harde goed schuurbare laag vormen. Bij droging en verharding mogen geen krimpbarsten ontstaan. De voegspecie mag de latere verflagen en/of kleefmiddelen niet afstoten en/of aantasten. ð Akoestische dichtingspecie, naar gelang de toepassing vervaardigd op basis van synthetische polymeren of acrylische polymeren. Het type dat aangewend wordt op zichtbaar blijvende plaatsen moet overschilderbaar zijn. ð Beschermingshoeken in warm verzinkt staal, bestaande uit een volle afgeronde hoek en 2 vleugels in gerekt metaal. Minimum vleugelbreedte ± 3 cm. De beschermingshoeken zijn uit 1 stuk en gaan van basis hoek tot boven verlaagd plafond, met een maximum van 3 m. ð Pleisterstopprofielen vervaardigd in warmverzinkt staal, voorzien van een volle neus, hoogte ca 15 mm, en een flens van gerekt metaal, breedte ca 30 mm. ð Kleefgips op basis van pleister, geleverd door de fabrikant van de platen en aangemaakt volgens de richtlijnen van de fabrikant. ð Houten latwerk in Noors grenen (PNG) nr. 414 van NBN 199 beantwoordend aan de voorschriften van het interfederaal houtvoorlichtingscentrum. Minimale nominale massa per volume bij een vochtigheid van 20 % is 450 kg/m³. Houtkwaliteit : C24 volgens EN 338 of S8 volgens STS 04 uitgave 1990. Houtvochtigheid : max. 18% bij plaatsing Alle hout moet preventief worden behandeld overeenkomstig STS 04.3. Een certificaat, afgeleverd door een de BUtgb goedgekeurd station (via een ATG) wordt beschouwd als een nodige en voldoende voorwaarde als bewijs van overeenkomstigheid. Behandeling hout in binnenklimaat : procédé A1 Het latwerk is minimum langs 2 zijden geschaafd en heeft minimum afmetingen van 47 x 22 mm. Uitvoering ð Kleven of bevestigen op latwerk van de gispkartonplaten volgens de richtlijnen van de fabrikant. De uitvoeringswijze is afhankelijk van de effenheid en de aard van de ondergrond. Uitvoeringswijze wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de LA. De platen dienen verticaal geplaatst en zoveel mogelijk uit 1 stuk te bestaan in de hoogte. Kopse voegen tussen rijen verticale panelen moeten onderling verspringen. ð In de beplating dienen alle openingen uitgespaard waar doorgaande elementen (buizen, kokers, elektrische dozen enz ...) aangebracht. Aanduiding gebeurt door de techniekers. Doorboringen door de aannemer wanden.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
146/232
ð Na plaatsing van de beplating dienen alle voegen, zowel tussen beplating onderling als tussen beplating en andere wanden, gedicht meet voegspecie met inwerking van de voegband. Aan kopse voegen dienen de platen verdund zodat het inwerken van voegband mogelijk is zonder uitbulting. ð Aan alle uitspringende hoeken dient, over een hoogte van 3 m een hoekbeschermer ingewerkt. ð Aan zet- en uitzettingsvoegen worden stopprofielen ingewerkt over de volledige wandhoogte. Deze stopprofielen dienen vastgezet aan de metalen wandkern, en dit minimum alle 15 cm. De rug van de profielen dient volledig gesteund. De profielen dienen rechtlijnig geplaatst. ð Opstoppen van alle vijsgaten en afwerken van de wand zodat een schilderklare wand bekomen wordt. De geëiste afwerkingsgraad is F2a. ð Waar onderhavige wandbekleding aansluit op gipsmontagewanden dienen de voorvlakken in eenzelfde vlak te liggen. Omvang Inbegrepen : ð Het afwerken van doorgangen of andere aansluitingen die door derden rechtstreeks aan de structuur worden bevestigd. Bij openingen waarvan de zijde groter is dan 0,60 m worden de randen eveneens verstevigd door een C-profiel. ð Afwerken (egaliseren) van openingen die archteraf door derden worden gemaakt en die door hen ruw zijn opgestopt. Meting m² - oppervlakte gemeten vanaf afgewerkt vloerpeil tot tegen de vloerconstructrie of tot 10 cm boven het verlaagd plafond. Openingen kleiner dan 1 m² worden niet afgetrokken. De genomen afmetingen zijn de afmetingen op de plannen (de plaat en bevestiging wordt standaard getekend als 2 cm totale dikte). Te bekleden dagzijden worden meegerekend, behalve bij ramen kleiner dan 1 m². Geen onderscheid wordt gemaakt volgens de ondergrond waarop de beplating dient aangebracht. 42.14
Afwerking binnenwanden met stijve platen en tegels in klei
42.14.20
Afwerking binnenwanden met stijve platen en tegels in geglazuurde klei
Materiaal ð Faience : bekledingstegels van faience 1ste kwaliteit bestaande uit mengsel van kleisoorten, zand, veldspat of enige andere anorganische stof, geperst en gebakken. Ze zijn voorzien van een glazuurlaag. De tegels zijn op het zetvlak voorzien van een in diepdruk of reliëfdruk aangebracht merk, ten einde de fabrikant te kunnen identificeren. Het merk is vergezeld van een patroon om de goede hechting van de tegel aan de zetmortel in de hand te werken. Het geglazuurde oppervlak is zijdemat. De glazuur is zo fijn uitgevoerd dat krassen van een stift zonder veel moeite kunnen verwijderd worden
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
147/232
Het licht wordt niet weerkaatst dwz van alle kanten gezien is de glazuur gelijkmatig. De glazuur is bestand tegen zuren en basen. Krasbestendigheid : min. 3 volgens EN 101 Wateropname : max. 18 % volgens EN 99 Kantrechtheid : ± 0,5 % volgens EN 98 Buigweerstand : min. 15 N/mm² volgens EN 100 Kleur : de architect zal kleuren kiezen uit een volledige gamma zonder uitsluiting van enig kleur dat minimum 50 kleuren omvat. Uitzicht : effen Glansgraad : mat Er kunnen meerdere kleuren gekozen worden of een combinatie van kleuren (bv diverse lokalen, niveaus, blokken, maar ook wanden in een bepaald lokaal, motieven, banden ...) en dit zonder prijsconsequentie. Na een keuze gedaan te hebben van één of meerdere kleuren zal de aannemer ter plaatse stalen zetten in de gekozen tinten. De architect behoudt zich het recht voor indien sommige kleuren na het zetten van een staal niet voldoen, andere stalen te laten zetten en dit zonder meerprijs. Slechts na goedkeuring door de architect en bouwheer van de kleurstalen mag het zetwerk aangevangen worden. ð Superelastische vochtbestendige pastategellijm op acrylaatsipersie basis. Soortelijk gewicht 1,4 kg/liter. De lijm kan toegepast worden op alle ondergronden zals de cementgebonden raaplaag, gipsplaten, bestaand tegelwerk, pleisterwerk, ... Na droging is de lijm vochtbestendig en daarom zeer geschikt voor toepassing in de natte ruimten en op buitengevels. ð Barstoverbruggende polyethyleen afdichtingsstrook met aan weerszijden een vliesweefsel voor de verankering van de strook op de tegellijm ð Voegmateriaal flexibel en waterdicht voegateriaal voor keramische tegels. Universeel, snelafbindend voegmateriaal op basis van cementmoeder met toeslagstoffen en een hoog gehalte aan kunststofbindmiddel Kleur : wit, grijs, kleur passend bij kleur tegels) naar keuze van de architect. Geschikt voor vrijwel alle ondergronden. Stalen dienen gezet ter goedkeuring Uitvoering ð Voorbereiden van de ondergrond afhankelijk van de ondergrond : • faience op metselwerk : Het metselwerk wordt rijkelijk met water besproeid. Een vertinning met cementmortel, van dezelfde samenstelling als de zetmortel, wordt op het metselwerk aangebracht onmiddellijk vóór het zetten van de tegels (inbegrepen in onderhavig artikel) • faience op beton : Ofwel dient het beton gebouchardeerd en rijkelijk nat gemaakt door herhaaldelijk besproeiingen met tussentijden van verscheidene uren; Ofwel wordt het beton, na herhaaldelijke besproeiingen met tussentijden van verscheidene uren, gespritst met mortel bestaande uit gelijke gewichtsdelen grof zand en cement. Dat spritsen dient minstens 2 dagen en hoogstens 4 dagen voor het zetten van de tegels uitgevoerd. • gipsachtige, sterk zuigende en enigzins zandende ondergronden : voorstrijken met een acrylaat-dispersieprimer De ondergrond dient vooraf gereinigd.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
148/232
ð
ð
ð ð
ð ð ð ð
Om de hechting te bevorderen dient de grond indien nodig geimpregneerd om de hechting te bevorderen en beschermd tegen vocht. De wanden van douches en badkamers met geïntegreerde douche dienen volledig voorzien van een waterdichte polyethyleen afdichtingsstrook met vliesweefsel als afdichting aangebracht op de voorbereide ondergrond. De afdichting dient vastgelijmd over de volledige oppervlakte met de vereiste overlappingen en aansluitingen inbegrepen. Voor binnen- en buitenhoeken moeten de voorgevormde hoekstukken worden gebruikt. Aansluitingen op buisdoorboringen en vloerkolken zijn eveneens inbegrepen. Ter hoogte van bestaande bewegingsvoegen wordt de afdichtings gescheiden. Over de naden wordt een ultraflexibele afdichtingsband van polyethyleenfolie, aan weerszijden voorzien van een vliesweefsel en een ± 30 mm brede vliesvrije middelste strip. De wand/vloer aansluiting en de verticale hoeken insmeren met een afdichtcoating waarna een 150 mm brede polyester/propyleenband in de nog natte afdichtcoating wordt geplaatst. Vervolgens de kimband geheel dekkend afsmeren. Droogtijd ca 12 uur. Gipsplaten ter plaatse van het sproeibereik (tot 1,1 m uit de douchehoek) volledig voorstrijken met deze coating. De afdichticoating ook gebruiken voor het afdichten van kieren rondom leidingdoorvoeren, afvoerput, ... De wandtegels verlijmen met een elastisch blijvende vochtbestendige bouwpastalijm. De bovenste lijmrillen horizontaal trekken. De tegels in de hoekenniet struikend verlijmen. Alle voegen dienen even breed, evenwijdig en haaks. Bij tegelvloer dienen de voegen samen te vallen met die van de tegels indien mogelijk en de module het toelaat. Tot op een diepte, gelijk aan de dikte van de tegels dienen de voegen uitgekrabd en naderhand opgevoegd met voegmortel. De wandtegels afvoegen na minimum droogtijd van de lijm van 24 uur. Voor al de randafwerking en buitenhoeken dienen PVC-profielen gebruikt (kwartrond en hoekprofielen). Kleur naar keuze van de architect uit min. 15 kleuren. Alle binnenhoeken dienen opgevuld met elastische voeg beantwoordend aan art. 49.11.10. De voegen tussen de faience en de vloerafwerking, de deuromlijstingen, doorvoerhulzen van leidingen, verschillende ondergronden zoals metselwerk, beton, gipsmontagewanden, voegen tussen verschillende muurvlakken in faience, enz ... dienen opgevuld met elastische voegdichting beantwoordend aan art. 49.11.10. De voegen dienen zo uitgeoverd dat een waterdichte aansluiting bekomen wordt.
Omvang Inbegrepen : ð Uitsnijden openingen voor doorgaande leidingen, inbouwstopcontacten en schakelaars, ... ð Opkuisen en reinigen van de faience met water en zeep, geen enkel cementrestant mag op de wand zichtbaar zijn. Wordt in een afzonderlijk artikel verrekend : ð afwerken uitzettingsvoegen die doorlopen in de ruwbouwconstructie ð ð 42.14.28 Faience binnenwanden in geglazuurde klei - 30 x 90 cm Meting m² - netto oppervlakte te bekleden wand. Openingen kleiner dan 1 m² worden niet afgetrokken.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
149/232
Te bekleden dagzijden worden meegerekend, behalve bij ramen kleiner dan 1 m². Geen onderscheid wordt gemaakt volgens de ondergrond (bv metselwerk, beton, gipsmontagewanden, ...) waarop de faience dient aangebracht. De cementering op metselwerk achter de faience wordt standaard getekend op 2 cm dikte op de plannen. 42.16
Afwerking binnenwanden met stijve platen en tegels in hout
42.16.30
Binnenwandafwerking in multiplex
42.16.32
Binnenwandafwerking in water- en weerbestendige multiplex A/B
Materiaal ð Water- en weerbestendige multiplex, kwaliteit A/B door en door uit dezelfde houtsoort met een garantie van minimum 10 jaar. ð Verlijming platen : 71 100 volgens STS 31 deel II art. 04.5. ð dikte platen : minimum 20 mm Uitvoering ð De platen worden vastgenageld op de onderconstructie. De platen worden zo geplaatst dat hun lange zijde loodrecht op de balken staat en hun uiteinde op de balken ligt. De dwarse voegen tussen de panelen mogen niet doorlopend zijn, ze moeten in verband lopen. ð Nageling volgens de richtlijnen van STS 23.11.23. Meting m² - netto oppervlakte Openingen kleiner dan 0,3 m² worden niet afgetrokken. 42.30
Afwerking binnenwanden met soepele vellen en tegels
Materiaal ð Herstelmiddel in poedervorm Een poederplamuur aan te maken met water, bestaande uit vormgips en vertragers en hydroxyethlcellulose. Moet gedurende minstens 45 minuten en maximaal 90 minuten verwerkbaar zijn. Kalkvrij. ð Plamuur op basis van vinyl-emulsie. Een loodwitte plamuur voor binnen. Moet minimaal 68% vaste bestanddelen bevatten. Mag maximaal 3,5 % water bevatten. Het pigment mag maximaal voor 50% uit krijt bestaan en maximaal 10% pijpaarde bevatten. Dichtheid : 1,65 g/cm³, bindmiddel 6 gew.% ð Isolatiemiddel : watergedragen, geurarme isolerende muurverf voor binnen op basis van speciale acrylaatdispersie. Isoleert nicotine-aanslag, houtvezelplaten, bitumen, markers, zuigingsverschillen na reparaties.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
150/232
Geurarm, onverzeepbaar, waterdampdoorlatend, schrobvast uitzicht : wit mat kleefvrij na ca 1 uur, droogtijd ca 4 uur dichtheid 1,48 g/cm³, vaststofgehalte : 53,5 vol% Uitvoering Voorbereiding van de ondergrond. ð Ongerechtigheden op pleisterwerk afwrijven met een houten blokje en afstoffen. Alle losse oude verf, sterk gebarsten oude verflagen, slecht gehechte oude verf, enz ... verwijderen door afsteken of afschrapen. Scheuren en naden uitkrabben. Losse delen pleister verwijderen. Afstoffen. Intact gebleven verflagen, die niet verwijderd zijn, afwassen met sterk amoniakwater, goed laten drgen. Houtvezel- en andere platen : nagelgaatjes dichten, voegen opstoppen, voorlijmen. Gipsplaten gronden. ð Natte vochtkringen, bruine vlekken, roet, teer en anilinekleuren, bladkoper, bladmetaal isoleren met isolatieverf (wit). Sterk zuigende ondergronden voorstrijken met fixeermiddel. Twee lagen (gekruist) aanbrengen. ð Na het ontstoffen en inwateren grotere reparaties en scheuren vullen met het herstelmiddel in poedervorm, aangemaakt met water of fixeermiddel waterverdunbaar. Indien nodig in meerdere lagen. De vooraf gevulde scheuren, barsten, enz ... afschuren en afstoffen. De scheuren beplakken met zelfklevende glasweefselband of dergelijke en direct overplamuren met plamuur. ð Bijplamuren en waar nodig geheel voorplamuren met plamuur in dunne lagen van maximaal 200 micrometer per laag. Plamuur afschuren en afstoffen. 42.38
Afwerking binnenwanden met soepele vellen en tegels obv kunststof
42.38.10
Binnenwandafw. met soepele vellen of tegels obv thermoplast. kunststof
42.38.11
Binnenwandafwerking met soepele vellen of tegels obv polyvinylchloride
42.38.11.20
PVC-binnenwandafwerking op geweven katoenen drager
Materiaal ð Voorstrijkmiddel : waterverdunbare acrylaatdispersie voorstrijkmiddel Bindmiddel : ca 17 gew.%, vaste stofgehalte : ca 16 gew.% soortelijk gewicht : ca 1,02 g/cm³ kleefvrij na ca 5 uur, overschilderbaar na ca 16 uur ð Soepele wandbekleding bestaande uit een deklaag van polyvinylchloride, weekmakers, stabilisatioren, brandvertragende middelen en pigmenten op een geweven katoenen drager. Eigenschappen : • brandklasse : A1 • kleurechtheid volgens ISO 105/B02 : min. 7
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
151/232
• chemische bestendigheid : bestand tegen alle soorten huishoudelijke chemcaliën • Er wordt een extra doorzichtige beschermfolie aangebracht zodat het behang extra bestendig is tegen vuil, chemicaliën en bacteriën. Door deze folie zijn de wanden absoluut bestand tegen vlekken en vuil, van welke aard ook. Zelfs beruchte stoffen die normaal venijnige vlekken achterlaten, zoals jodium, zilvernitraat, ballpointinkt en verf kunnen gemakkelijk – en volledig – worden verwijderd. • Kleur : De architect zal kleur en dessin kiezen uit de kaarten met corresponderende gewicht zonder uitsluiting van enig kleur of dessin. Er zal een minimum keuze zijn uit ten minste 10 verschillende collecties (min. 5 1- kleurige collecties en minimum 5 meerkleurige collecties) en dit zonder prijsconsequenties. Er kunnen meerdere kleuren en dessins gekozen worden of een combinatie van kleuren en dessins (bv diverse lokalen, niveaus, blokken, maar ook wanden in een bepaald lokaal of gang, ...) en dit zonder prijsconsequentie. Na een keuze gedaan te hebben van één of meerdere kleuren en dessins zal de aannemer ter plaatse stalen zetten in de gekozen tinten op een zelfde ondergrond waarvoor ze bestemd zijn. De architect behoudt zich het recht voor indien sommige kleuren en dessins na het zetten van een staal niet voldoen, andere stalen te laten zetten en dit zonder meerprijs. Slechts na goedkeuring door de architect en bouwheer van de stalen mag het plakwerk aangevangen worden. ð Lijm : ethyleenvinylacetaat dispersie. ¨Pasteuse witte lijm met hoge eindsterkte en soortelijk gewicht 1,1. Uitvoering ð Na voorbereiding van de ondergrond het geheel voorgronden met fixeermiddel op acrylaatdispersiebasis 1:4 verdund met zuiver water à rato van ca 125 ml/m². Deze laag minimaal 16 uur en maximaal 3 x 24 uur laten drogen. ð Aanbrengen van de wandbekleding welke over de gehele oppervlakte gelijmd wordt op de wand. Lijmopbrengst volgens gewicht wandbekleding in instructies fabrikant. De wandbekleding moet uit één productiepartij op volgende worden verwerkt. Bij verwerking van meerdere rollen dient begonnen te worden met het hoogste rolnummer. Op het verloop van plafond en plint op te vangen dienen de banen gesneden te worden op wandhoogte + 4 cm. Stort- en stootinstructies op de rol opvolgen. Loodlijnen plaatsen met zwart grafiet potlood zodat het materiaal 2 cm door de beginhoek komt.Ondergrond inlijmen met een vachtroller (baanbreedte + 10 cm). Baan nr.1 tegen loodlijn plakken zodat hetmateriaal bij het plafond, plint en hoek enkele centimeters doorloopt. Met behulp van spatel het materiaal in de looprichting van de baan strijken. Na het inlijmen van de ondergrond voor de tweede baan, de eerste baan ± 10 cm bij de naad loshalen en extra dun inlijmen. De tweede baan ca 6 cm droog overlappend over de eerste baan heenplakken en op dezelfde wijze met spatel aanstrijken. Bij het plafond door de beide overlappende stroken met een afbreekmes, een verticale insnijding maken van ± 4 cm. Met een speciaal snijapparaat met voetje de banen in verticale richting doorsnijden. Na het snijden de onderste strook verwijderen. De naad sluiten en ontstane ruimte vlakstrijken met een spatel. Na plaatsen van 3 à 4 banen de overmaat bij plafond en plint wegsnijden. Inspringende hoeken : indien de hoek rechtis, wordt deze doorgeplakt. Is de hoek nietrecht dan in de hoek afsnijden en opnieuw aanzetten. Uitspringende hoeke : materiaal doorplakken.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
152/232
Tussen wand en bekleding mogen geen luchtblazen voorkomen. De voegen tussen de banen dienen volkomen rechtlijnig te zijn. ð De aansluiting met plinten, faience, omlijstingen, leidingdoorgangen, ... dienen uitgevoerd dmv opspuiten met siliconen. ð Alle lijmresten dienen verwijderd, eveneens dient de wandbekleding gereinigd. ð ð PVC-binnenwandafwerking op geweven katoenen drager, 340à360 gr/m2 42.38.11.21 Materiaal Soepele wandbekleding met totaal gewicht van 340 à 360 gr/m² Meting m² - netto oppervlakte te behangen wand. Openingen kleiner dan 1 m² worden niet afgetrokken. Te behangen dagzijden worden meegerekend, behalve bij ramen kleiner dan 1 m². Geen onderscheid wordt gemaakt volgens de ondergrond (materiaal, oud, nieuw) waarop het behang dient aangebracht. 42.38.11.29
PVC-binnenwandafwerking - supplement digitale print
Materiaal en uitvoering Omvat het supplement digitale print op pvc-binnenwandafwerking op geweven katoenen drager. De digitale print wordt geleverd door het architectenbureau. Een test-print dient ter goedkeuring voorgelegd vooraleer de productie wordt gestart. Meting m² - netto oppervlakte te behangen wand waar digitale print wordt voorzien. Geen onderscheid wordt gemaakt volgens de keuze van het type pvc-binnenwandafwerking. De pvc-binnenwandafwerking op geweven katoenen drager wordt in afzonderlijk artikel opgemeten. 42.38.11.80
Zelfklevende decoratieve vinylfilms
Materiaal ð Zelfklevende, decoratieve, duurzame, maatvaste folie geschikt voor computersnijden - opaak De film bestaat uit een kleurfilm met transparante lijmlaag (permanent, drukgevoelig) en rugpapier uit wit papier. Het materiaal heeft volgende eigenschappen : • makkelijk snijden van kleine letters of complexe tekeningen • goede vakliggendheid • vocht- en waterbestendig • geschikt voor vlakke ondergronden of licht glooiende ondergronden • folie en lijm kunnen eenvoudig worden verwijderd zelf na jaren met een door de fabrikant geleverd systeem • Kleuren : minimum 60 standaard kleuren
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
153/232
• • 42.38.11.81
Zelfkl. decoratieve vinylfilms, decoratieve figuren op wanden & deuren
Uitvoering Het snijden en aanbrengen van de zelfklevende decoratieve vinylfilms volgens bijgevoegde tekeningen van de aan te brengen figuren en volgens de voorschriften van de fabrikant. Meting stuks figuren Er wordt geen onderscheid gemaakt volgens soort of aantal kleuren, moeilijkheidsgraad figuren of grootte. 42.40
Afwerking binnenwanden met bezetlagen
Materiaal ð De verschillende voorgeschreven materialen vormen een systeem en dienen van dezelfde fabrikant te komen. Ze zullen worden gebruikt en toegepast overeenkomstig de voorschriften en volgens de technische fiches door deze fabrikant geleverd. ð De gipspleisters zullen beantwoorden aan de norm EN 13279-1: Gips en pleisters op basis van pleister voor het gebouw [deel 1: definitie en voorschriften]. De toepassing van deze pleisters op betonnen ondergronden zullen trouwens overeenkomstig het referentiedocument zijn uitgaande van de BLGV (ABLG). ð De minerale pleistermortels zullen aan de norm EN 998-1 beantwoorden: Definities en specificaties van mortels voor metselwerk [deel 1 : minerale pleistermortel voor binnen en buiten]. Uitvoering ð De aannemer dient ermee rekening te houden dat verzorgd werk zal worden geëist zowel wat betreft de horizontaliteit, verticaliteit als rechtlijnigheid. Voor wat te schilderen wanden en plafonds betreft, dient rekening gehouden met de volgende afwerkingsgraad : "pleisterwerk uitgevoerd volgens de regels der kunst opgesteld door het Nationaal Verbond plafoneerders cementeerders : Speciale afwerkingsgraad wordt geëist voor alle vlakken die geschilderd worden behalve waar glasvezel komt, daar volstaat de normale afwerkingsgraad. Deze toestand zal door de schilder worden onderzocht en eventuele onvolkomenheden dienen vóór aanvang van het schilderwerk volgens de instructies van de LA te worden hersteld. ð Alle gegevens van TV 199 en 201 van het WTCB (1996) voor zover ze betrekking hebben op het gekozen type zijn te volgen, zowel wat betreft materiaal, uitvoering, uitvoeringsdetails en keuring. ð Op de plannen wordt het pleisterwerk getekend met een dikte van 2 cm. ð Pleisters kunnen pas enkel toegepast worden als het gebouw helemaal gesloten is en de door de fabrikant voorziene voorwaarden van temperatuur en hygrometrie zullen worden bereikt. De temperatuur van het lokaal, de materialen en de ondergronden dient boven 5°C te zijn en lager dan 30°C. De aannemer zal verplicht zijn het vochtgehalte van de ondergrond te meten en de aanbevelingen van de fabrikant te respecteren.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
154/232
Na het aanbrengen dienen hygrothermische schokken te worden vermeden tijdens het in werking stellen van het verwarmings- of koelingssysteem. Een goede natuurlijke of mechanische ventilatie zal vochtafvoer mogelijk maken en bevordert een snelle droging van de pleisters. Het naleven van de vereisten zal onder de verantwoordelijk van de aannemer vallen gedurende de uitvoering van de werf en onder de verantwoordelijkheid van de bouwheer wanneer de aannemer de werf heeft verlaten. Indien niet aan deze voorwaarden kan worden voldaan, is het de plicht van de aannemer de projectontwerper daarvan te informeren die dan zijn schikkingen kan nemen. 42.42
Bezetlagen binnenwanden op basis van kalk en gips
42.42.10
Traditionele 1-lagige bepleistering binnenwanden obv kalk en gips
Materiaal ð Primer voor gladde of weinig zuigende ondergrond : De primer zal worden samengesteld uit een alkalibestendige kunststofdispersie, kwartszand en fijngemalen calciumcarbonaat. Hij zal worden bestemd voor binnenwerken als behandeling van vlakke minerale ondergronden en/of weinig zuigende ondergronden. De toepassingsgebieden en verwerkingstechnieken zullen overeenkomstig de technische fiche van de fabrikant zijn. ð Primer voor sterk zuigende ondergrond De primer zal worden samengesteld uit een alkalibestendige kunststofdispersie. Hij zal worden bestemd voor binnenwerken als behandeling van sterk zuigende of onregelmatig zuigende ondergronden. De toepassingsgebieden en verwerkingstechnieken zullen overeenkomstig de technische fiche van de fabrikant zijn. ð Beschermingshoeken in warmverzinkt staal met een dikte van 0,5 mm en koud gevormd. Ze zullen bestemd zijn ter versterking en afwerking van buitenhoeken, voor een pleisterdikte van minimum 10 mm. De twee kanten zullen identiek zijn en geperforeerd voor de optimale hechting van het pleister. Minimum vleugelbreedte 27 mm. ð Pleisterstopprofielen vervaardigd in warmverzinkt staal met een dikte van 0,5 mm en koud gevormd. Ze zullen bestemd zijn voor het verzorgd uitvlakken van bepleisterde ondergronden en voor het verwezenlijken van uitzetvoegen of verbindingen met raam- of deurkaders. De profielen zullen voorzien zijn voor een pleisterdikte van 6 of 10 mm. De brede kant zal geperforeerd zijn voor de optimale hechting van het pleister. Breedte van opstaande zijde 6 of 10 mm, breedte geperforeerde zijde : 45 mm. ð Het gipspleister zal een mineraal pleister zijn op basis van lichte gips, in de vorm van een wit poeder bestaande uit gips (CaSO4, ½ H2O), kalkhydraat, bindingsvertragers, perliet en waterretentiemiddelen. De pleisters zullen in de fabriek voorgemengd zijn en bestemd om in zuiver water te worden aangemaakt. Geen enkel ander product zal mogen toegevoegd worden. Het pleister zal voorzien zijn voor de machinale verwerking in één laag. Indien nodig zal het ook manueel kunnen aangebracht worden. Het zal voorzien zijn voor gemiddelde diktes van 10 mm (precieze dikte van minimum 5 mm en maximum 25 mm). Het zal bestemd zijn voor een vlakke afwerking. Zijn eigenschappen zullen beantwoorden aan de van kracht zijnde norm en zullen gewaarborgd zijn door de Belgische technische goedkeuring ATG.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
155/232
ð Wapening : De wapening zal bestaan uit een glasvezelweefsel. Ze zal speciaal ontwikkeld zijn voor het gebruik bij pleisters op basis van gips en voor binnentoepassingen. De toepassingsgebieden en de verwerkingstechnieken zullen overeenkomstig de technische fiche van de fabrikant zijn. Ze zal in rollen geleverd worden. Uitvoering ð Voorbereiding van de ondergrond overeenkomstig TV 201 van het WTCB. De staat van de ondergrond zal vooraf worden nagekeken om alle eventuele vreemde voorwerpen te verwijderen zoals nagels, stukken hout, blokkelen of andere onverenigbare voorwerpen die een verstoring in het pleister kunnen scheppen. De ondergrond zal daarna stofvrij gemaakt worden door eenvoudig borstelen. Vlakke betonnen oppervlakken zullen geschuurd worden met behulp van een stalen borstel en gereinigd met zuiver water. De ondergrond zal in alle gevallen droog moeten zijn alvorens het verderzetten van de werken. Er zal bijzondere aandacht moeten gegeven worden aan heterogene, onstabiele ondergronden of deze die niet overeenkomstig zijn met de richtlijnen van de fabrikant. Bij aanwezigheid van oude pleisters of ondergronden die belangrijke oneffenheden, een hoge vochtigheidsgraad of verdachte sporen vertonen (ontkistingsolie, scheidingsstoffen, roet, verf, ongebluste kalk, ammoniak, dolomiet, salpeter, ijzeroxide, nitraten, hygroscopische zouten of andere) zal de aannemer contact opnemen met de fabrikant of de projectontwerper teneinde een technische oplossing te overwegen. In alle gevallen zullen eventuele verflagen tot op de ondergrond verwijderd of gezandstraald moeten worden. ð Voorafgaande behandeling van de ondergrond : De onderneming zal de verantwoordelijkheid dragen de absorptie van de ondergrond na te kijken, overeenkomstig de richtlijnen van de fabrikant en hem te behandelen met de aangepaste primer. Aanbrengen van primer voor gladde of weinig zuigende ondergrond : Vlakke en/of weinig absorberende ondergronden zoals glad beton, spanbeton, breedvloerplaten, vlakke betonelementen of elke andere ondergrond waarvan het oppervlak een risico kan zijn, zullen met een aangepaste primer behandeld worden. Het product zal aangebracht worden overeenkomstig de richtlijnen van de fabrikant. De pleisterwerken zullen slechts kunnen starten wanneer de primer droog is en niet plakkerig. Er zal geen stof op mogen vallen vóór het aanbrengen van het pleister. Aanbrengen van primer voor voor sterk zuigende ondergrond : Te absorberende ondergronden zoals cellenbeton, kalkzandsteenblokken, sterk zuigende bakstenen of oude metselwerken zullen behandeld worden met behulp van een aangepaste primer. Het product zal vooraf gemengd en verdund worden met water (1/1 tot 1/3). Het product zal toegepast worden overeenkomstig de richtlijnen van de fabrikant. De pleisterwerken zullen slechts kunnen starten wanneer het product droog is, dit is een minimum van drie uur en een maximum van drie dagen. De bevochtiging van de ondergrond in plaats van een behandeling die de absorptie beperkt zal verboden zijn. ð Plaatsen van hoek- en stopprofielen : De metalen profielen zullen aan de ondergrond bevestigd worden met behulp van een pleistermortel over de gehele hoogte van de te bepleisteren wand aangebracht. Ze zullen perfect loodrecht geplaatst worden en haaks vastgemaakt. De hoekprofielen zullen in het bijzonder voorzien zijn en toegepast worden wanneer de verbinding tussen twee wanden, verticaal of horizontaal een uitstekende hoek vormen. De stopprofielen zullen in het bijzonder voorzien zijn en toegepast worden bij de verbindingen tussen de bepleisterde zone en alle materiaal anders dan gips (vb. : raam- en deurwerken, betegelde oppervlakken, enz.). Ze zullen eveneens dienen om uitzetvoegen te creëren.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
156/232
Het profiel mag niet uitsteken uit de hoekvlakken. Verticale hoeken dienen beschermd vanaf de basis van de hoek tot 3 m boven het afgewerkte vloerpeil. De profielen dienen over de volle hoogte uit 1 stuk te bestaan. ð Plaatsen van synthetische wapeningen : Er zal door de onderneming een wapeningsband voorzien zijn en aangebracht worden op alle plaatsen die latere problemen zouden kunnen veroorzaken (slecht muurverband, heterogene ondergronden, verandering van materiaal, kleine scheurtjes, enz.). Naargelang het risico zal het plaatsen gedeeltelijk of volledig zijn over het gehele oppervlak. De wapening zal in het bovenliggende derde deel van het pleister geplaatst worden ten einde elk risico van scheurvorming te beperken. Bij twee lagen pleister zal er altijd een wapening in de basislaag voorzien zijn. Bij onstabiele ondergronden of bij de aanwezigheid van actieve scheuren in de ondergrond zal een alternatieve oplossing (bv. mechanische wapening) ter goedkeuring aan de architect worden voorgesteld. ð Aanbrengen van het pleister : Het pleister zal vooraf met zuiver water gemengd worden zonder toevoeging van additieven. Het zal daarna machinaal tegen de ondergrond gespoten worden en loodrecht gezet. Na een lichte bevochtiging zal het worden opgeschuurd en perfect glad gezet volgens de gewenste afwerkingsgraad. In het algemeen wordt het pleister verwerkt in één enkele laag van ongeveer 10 mm dikte. Voor diktes groter dan 25 mm zal het bepleisteren in meerdere lagen van minimum 10 mm en maximum 25 mm gebeuren. Tussen elke laag zal een voldoende droogtijd in acht worden genomen en het verse pleister zal horizontaal gekamd worden met een pleisterkam. Voor plafonds zal de dikte van de pleisterlaag nooit 15 mm overschrijden. Pleister dat begint te drogen kan niet meer terug aangemaakt of gebruikt worden. Tijdens de afwerkingswerken zal het pleistervet van het polijsten verwijderd worden en niet uitgestreken op het oppervlak. ð Uitvoering van uitzettingsvoegen : Er zal bijzondere aandacht gegeven worden aan de uitvoering van uitzettingsvoegen. De behandeling van deze aansluiting zal overeenkomstig zijn met de technische oplossingen door de fabrikant voorgesteld. Deze details zullen namelijk toelaten te beantwoorden aan de voorschriften gelinkt aan de luchtdichtheid van het gebouw. Uitvoering van structurele voegen : De pleisterwerken zullen niet ononderbroken kunnen gedaan worden indien er structurele voegen bestaan wat ruwbouw betreft. Bij aanwezigheid van deze voegen zal de bepleisterde zone onderbroken moeten worden door het plaatsen van een uitzettingsvoeg. De aannemer zal het plaatsen van twee stopprofielen voorzien, rug aan rug geplaatst met een ruimte van ongeveer 4 mm. De ruimte tussen de profielen zal gedicht worden met een ontkoppelingsband en een soepele afwerkingsvoeg. Uitvoering van verbindingsvoegen : De verbindingen tussen de bepleisterde oppervlakken en de aangrenzende elementen van verschillende aard (vast raam- of deurkader, betegelde zone, enz.) zullen op dergelijke manier uitgevoerd worden dat ze elk risico van differentiële spanning, die scheuren kan voortbrengen, vermijden. Wat deze verbindingen betreft zal de aannemer het plaatsen van een stopprofiel voorzien, vastgehecht en op ongeveer 4 mm van het aangrenzende element. De ruimte tussen het profiel en dit element zal gedicht worden met een voegband en een soepele afwerkingsvoeg. Als variante, en op voorstel aanvaard door de projectontwerper, zal de onderneming kunnen voorzien deze onderbreking uit te voeren door middel van een fijne uitsnijding van het pleister met een aangepast mes. ð Tussen dekvloer en pleisterwerk dient een voeg van ± 0,5 cm gelaten. Bijzondere zorg zal worden besteed dat het pleisterwerk geen contact heeft met dekvloer of vloerafwerking noch met het metselwerk gelegen onder de waterkerende laag.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
157/232
ð Inpleisteren ramen : De ramen worden ingepleisterd volgens aanduidingen op de plannen. Er wordt eerst een strook XPS-isolatie geplaatst (overpleisterbaar) volgens bijgevoegde detailtekeningen. Hierover wordt aangesloten met de bepleisterde wand met een hoekprofiel en een stopprofiel met elastische kit obv silaanpolymeer aan de ramen. De aannemer dient als voorbeeld 1 raam in te pleisteren. Pas na goedkeuring van deze uitvoering mag gestart worden met alle ramen. ð De pleisters bestemd om te betegelen zullen gewoon worden vlak gezet, aangesloten en afgeschraapt om voldoende hechting te verzekeren (niet afschuren noch polijsten). Ze zullen een minimale dikte van 10 mm moeten hebben. ð Zeer vochtige lokalen en zones met waterprojectie : De gipspleisters zullen in geen geval mogen toegepast worden in zeer vochtige lokalen of lokalen waar water wordt gespoten. Ze zullen hetzij bedekt worden met tegels, hetzij vervangen door een pleister op basis van cement, hetgeen ter goedkeuring aan de architect zal voorgelegd worden. In dit geval zal men elk contact tussen de gipspleisters en de cementpleisters vermijden. De hoekelementen, pleistergeleiders en elk ander profiel in gegalvaniseerd staal of aluminium zullen verboden zijn ten einde hun corrosie in vochtige omgeving te vermijden. Omvang Inbegrepen : ð beschermen van niet te pleisteren oppervlakten, ramen, deuren, ... ð het opspuiten tussen stopprofielen ingewerkt in pleisterwerk en schrijnwerk (ramen, deuren, ...) met 1-component, vochtuithardende elastische voegkit obv silaanpolymeer speciaal ontwikkeld voor smalle elastische voegen voor ramen en deuren. Na volledige uitharding dient de voeg overschilderbaar te zijn. Eigenschappen : zeer goed verwerkbaarheid (gemakkelijk uitspuitbaar en glad te strijken). Silicone vrij en overschilderbaar. Uitstekende hechting op PVC. Goed bestand tegen weersinvloeden en veroudering. Bewegingscapaciteit van 25 % (ISO 9047). Goede hechting op poreuze en niet poreuze ondergronden. Geurloos en vrij van oplosmiddelen (volgens EU reglementeringen). ð het bepleisteren van zichtbare betonnen kolommen en balken bovenaan muren ð het controleren van de afwerkingsgraad en de geometrische eigenschappen volgens TV 199 van het WTCB en ISO 7078 en 7976-1. Speciale afwerkingsgraad wordt geëist voor alle vlakken die geschilderd worden behalve waar glasvezel komt, daar volstaat de normale afwerkingsgraad. 42.42.11
Nieuwe 1-lagige bepleistering binnenwanden obv kalk en gips
Meting m² - oppervlakte gemeten vanaf afgewerkt vloerpeil tot 10 cm boven verlaagd plafond zo dit verlaagd plafond aansluit tegen de wand, zoniet wordt gemeten tot tegen de vloerconstructrie. Voor luchtdichte gebouwen wordt hiervan afgeweken en wordt alles tot tegen de vloerconstructie opgemeten.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
158/232
Openingen kleiner dan 1 m² worden niet afgetrokken. De genomen afmetingen zijn de afmetingen op de plannen (standaard wordt het pleisterwerk getekend op 2 cm). Te bepleisteren dagzijden worden meegerekend, behalve bij ramen kleiner dan 1 m². Geen onderscheid wordt gemaakt volgens de ondergrond waarop het pleisterwerk dient aangebracht. Zie ook principetekeningen voor het meten van het pleisterwerk bij : ð Nieuwe muur aansluitend op bestaande bepleisterde constructie : herstelling begrepen in pleisterwerk nieuwe muur. Indien de nieuwe muur niet gepleisterd wordt, herstellingszones op te meten in art 42.42.12 ð dicht gemetste opening : te bepleisteren zone = opening + 30 cm ð ð 42.42.12 Herstellingen bepleistering binnenwanden obv kalk en gips Meting m² - oppervlakte gemeten volgens principetekeningen : ð Nieuwe niet te pleisteren muur aansluitend op bestaande bepleisterde constructie : herstellingszones van 30 cm te meten aan weerszijden ð Nieuwe opening in bestaande bepleisterde constructie : herstellingszones van 30 cm te meten rondom opening ð Weg gebroken muur tegen bestaande bepleisterde constructie : totale herstellingszone met breedte = 30 cm + dikte weggebroken muur + 30 cm ð Inkappen leidingen in bestaande bepleisterde constructie : van as zone ingekapte leidingen 25 cm aan weerszijden ð vlakken met slecht te herstellen pleisterwerk : oppervlak aan te duiden samen met de LA ð ð 42.50 Verf- en impregneerlagen binnenwanden Algemeen De aannemer moet de producten gebruiken die de fabrikant heeft aanbevolen voor hun toepassingswijze, afhankelijk van: - het soort ondergrond; - de blootstellingsvoorwaarden. Ze zijn bovendien: - van eerste kwaliteit; - overeenkomstig de vereisten; - niet giftig – met gelijke prestaties; er wordt steeds gekozen voor een product waarvan het gedrag, vooral tijdens brand, de gezondheid van de gebruikers niet in gevaar brengt door dampen of schadelijke rook af te geven; - overeenkomstig de Europese richtlijn inzake de emissie van VOS; - volledig verenigbaar met de aard van de ondergronden waarvoor ze bestemd zijn; - volledig onderling verenigbaar opdat ze een coherent geheel realiseren. Het verfsysteem bestaat uit slechts één merk van verf. De aannemer is verantwoordelijk voor de verenigbaarheid van de producten die hij gebruikt. Materiaal
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
159/232
ð Kleur : de architect zal kleuren kiezen uit de volledige NCS- en RAL-kleurenkaart zonder uitsluiting van enig kleur. Eveneens is het mogelijk een bepaald kleur te kiezen dat niet voorkomt op bovenstaande kleurkaarten en die dan door inscanning gemaakt wordt en dit zonder uitsluiting van enig kleur of aantal kleuren en zonder meerprijs. Er kunnen meerdere kleuren gekozen worden of een combinatie van kleuren (bv diverse lokalen, niveaus, blokken, maar ook wanden in een bepaald lokaal of gang, ...) onbeperkt en dit zonder prijsconsequentie. Bij dekkende verfsystemen dient de kleur van de voorafgaande laag aangepast te zijn aan de kleur van de eindlaag. Na een keuze gedaan te hebben van één of meerdere kleuren zal de aannemer ter plaatse stalen zetten in de gekozen tinten op een zelfde ondergrond waarvoor ze bestemd zijn. De keuze van de kleuren wordt pas bevestigd nadat de aannemer verschillende ‘in situ' geverfde stalen ter goedkeuring heeft voorgelegd aan de architect, in de kleuren die werden gekozen. De architect behoudt zich het recht voor indien sommige kleuren na het zetten van een staal niet voldoen, andere stalen te laten zetten en dit zonder meerprijs. Slechts na goedkeuring door de architect en bouwheer van de kleurstalen mag het schilderwerk aangevangen worden. ð Op het werk mogen alleen die materialen aanwezig zijn, die in het bestek worden genoemd of door de LA na bespreking zijn toegestaan. Veranderingen in de samenstelling van de te gebruiken materialen die strijkklaar op de werf worden aangevoerd of op samenstelling zijn gekleurd behoeven steeds de toestemming van de LA tenzij door de fabrikant op de bus aangebrachte gebruiksaanwijzing een toevoeging van een der genoemde producten noodzakelijk maakt of toestaat. In dat geval dient men zich stipt aan de voorgeschreven percentages te houden. Uitvoering ð Alle vlakken die niet in een andere kleur of met een ander product behandeld of geschilderd worden dienen volledig afgedekt. Elke beschadiging door stellingen of door verf aan al of niet te behandelen dient perfect hersteld. De beschermmiddelen worden door de aannemer verwijderd en afgevoerd tegen uiterlijk de voorlopige oplevering. De bevestigingsmiddelen van deze beschermingen mogen geen enkel spoor nalaten. De aanmemer voert op zijn kosten alle bijwerkingen en correcties uit om dergelijke sporen te verwijderen. De levering, plaatsing, het onderhoud en de verwijdering van de beschermmiddelen zijn ten laste van de aanneming en de kost is begrepen in de eenheidsprijzen van de uit te voeren werken. ð De aannemer ziet erop toe dat de omgevende ventilatie-, temperatuuren vochtigheidsvoorwaarden die zijn aanbevolen door de fabrikant van de gebruikte producten en die nodig zijn voor een goede uitvoering van het werk, worden gerespecteerd. Hij ziet er ook op toe dat de voor de ondergronden aanbevolen droogtegraad en temperatuur bereikt zijn bij de aanvang van de werken. Behalve indien anders bepaald, worden de verwarmingsmiddelen (warmtekanon, andere…) die eventueel nodig zijn om te voldoen aan de verwerkingsvoorwaarden geplaatst, in bedrijf gesteld, gevoed, bewaakt, onderhouden en na gebruik gedemonteerd. Zij zijn ten laste van de aanneming en begrepen in de eenheidsprijzen. ð Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen oude of nieuwe ondergrond (oud of nieuw pleisterwerk, ...). De aannemer zal rekening houden met de aard van de ondergrond en zal een degelijke hechting van de verf op de ondergrond waarborgen.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
160/232
ð
ð
ð ð ð
Bij ondergronden die zijn bedekt met oude verf die geen beschadiging vertoont, moet een ‘cross-cut'- hechtingstest ISO 2409 worden uitgevoerd in aanwezigheid van de architect. Het resultaat van deze test moet beantwoorden aan klasse 2. Aangepaste grond- en hechtingslagen dienen te worden aangewend. In het bijzonder zal bij afrukken van plakband aangebracht 14 dagen na uitvoering van de schilderwerken, geen verf mee afgerukt worden. De gevraagde laagdikten en hoeveelheden verf zijn minimale hoeveelheden. Indien blijkt dat na uitvoering nog onvoldoende gedeelten voorkomen, dan dient een extra laag aangebracht te worden en dit zonder meerprijs. Eventuele kleurverschillen in de ondergrond of markeringen die op de ondergrond aangebracht dienen volledig weggewerkt tot zich geen enkele doortekening noch kleurverschil vertoont. Ingeval van kleurloze of doorschijnende afwerking dienen bij de voorbereiding van de ondergrond alle markeringen, vlekken en bevuilingen grondig verwijderd. Met het zetten van een volgende bewerking mag niet eerder worden begonnen dan nadat de voorgaande voldoende droog is en door de LA is goedgekeurd. De laatste laag mag maar na overleg met de architect en bouwheer aangebracht worden na plaatsing van het vast meubilair om zo veel mogelijk beschadigingen van het afgewerkte schilderwerk te vermijden. Alle bescherming en verontreinigingen door verfwerk (vloeren, wanden, ...) dienen door de aannemer te worden verwijderd. Aansluitingen aan binnen- en buitenschrijnwerk, kasten, andere bouwelementen gebeuren door opspuiten met silicone en zijn inbegrepen in de artikels van het schilderwerk. De gegevens van WTCB TV 159 zijn strict te volgen : Gevraagde uitvoeringsgraad : graad III
42.52
Verf- en impregneerlagen binnenwand op ondergrond obv kalk, gips
Materiaal ð Herstelmiddel in poedervorm Een poederplamuur aan te maken met water, bestaande uit vormgips en vertragers en hydroxyethlcellulose. Moet gedurende minstens 45 minuten en maximaal 90 minuten verwerkbaar zijn. Kalkvrij. ð Plamuur op basis van vinyl-emulsie. Een loodwitte plamuur voor binnen. Moet minimaal 68% vaste bestanddelen bevatten. Mag maximaal 3,5 % water bevatten. Het pigment mag maximaal voor 50% uit krijt bestaan en maximaal 10% pijpaarde bevatten. Dichtheid : 1,65 g/cm³, bindmiddel 6 gew.% ð Isolatiemiddel : watergedragen, geurarme isolerende muurverf voor binnen op basis van speciale acrylaatdispersie. Isoleert nicotine-aanslag, houtvezelplaten, bitumen, markers, zuigingsverschillen na reparaties. Geurarm, onverzeepbaar, waterdampdoorlatend, schrobvast uitzicht : wit mat kleefvrij na ca 1 uur, droogtijd ca 4 uur dichtheid 1,48 g/cm³, vaststofgehalte : 53,5 vol% Uitvoering
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
161/232
Voorbereiding van de ondergrond. ð Ongerechtigheden op pleisterwerk afwrijven met een houten blokje en afstoffen. Alle losse oude verf, sterk gebarsten oude verflagen, slecht gehechte oude verf, enz ... verwijderen door afsteken of afschrapen. Scheuren en naden uitkrabben. Losse delen pleister verwijderen. Afstoffen. Intact gebleven verflagen, die niet verwijderd zijn, afwassen met sterk amoniakwater, goed laten drgen. Houtvezel- en andere platen : nagelgaatjes dichten, voegen opstoppen, voorlijmen. Gipsplaten gronden. ð Natte vochtkringen, bruine vlekken, roet, teer en anilinekleuren, bladkoper, bladmetaal isoleren met isolatieverf (wit). Sterk zuigende ondergronden voorstrijken met fixeermiddel. Twee lagen (gekruist) aanbrengen. ð De nog alkalisch reagerende ondergrond neutraliseren met gemengd fluaat tot Ph 7, vast te stellen met behulp van indicatorpapier en gedemineraliseerd water. ð Na het ontstoffen en inwateren grotere reparaties en scheuren vullen met het herstelmiddel in poedervorm, aangemaakt met water of fixeermiddel waterverdunbaar. Indien nodig in meerdere lagen. De vooraf gevulde scheuren, barsten, enz ... afschuren en afstoffen. De scheuren beplakken met zelfklevende glasweefselband of dergelijke en direct overplamuren met plamuur. ð Bijplamuren en waar nodig geheel voorplamuren met plamuur in dunne lagen van maximaal 200 micrometer perlaag. (alle nodige plamuurwerk is inbegrepen). Plamuur afschuren en afstoffen. 42.52.12
Zeer goed reinigbare acrylaatdispersie op binnenwand obv kalk, gips
Materiaal ð Voorstrijkmiddel : waterverdunbare acrylaatdispersie voorstrijkmiddel vaste stofgehalte : ca 26 vol.% soortelijk gewicht : ca 1,0 g/cm³ kleefvrij na ca 2 uur, overschilderbaar na ca 6 uur ð Waterverdunbare 100% matte acrylaatmuurverf met een hydrofoob en lipofoob karakter op basis van een oplosmiddel- en weekmakervrije 100% acrylaatdispersie Eigenschappen : • zeer goed reinigbaar (met zuiver water dienen balpenstrepen verwijderd te kunnen worden, zonder dat er zelfs glansverschil optreed) • water- en vuilafstotend : zeer geringe vuilabsorptie • combineert een hoge esthetische afwerking met een hoge functionaliteit • zeer lage gevoeligheid tov van opglimmen (nat en droog) • zeer schrobvast na volledige uitdroging - schrobklasse volgens EN 13300 : klasse 1 • resistent tegen de meeste watergebaseerde desinfecteermiddelen • weinig poreus, zodat de eerste laag geen nadelige invloed heeft op de open tijd van een eventuele tweede afwerkingslaag • onverzeepbaar • Zeer laag gehalte aan VOC : oplosmiddel- en weekmakervrij VOC < 1g/l • geen hinderlijke geur • dichtheid : 1,30 g/cm³ • vaste stof : ca 43 vol%
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
162/232
• bindmiddel : ca 22 gew% • pigment : ca 29,4 gew% De neutrale samenstelling geldt voor de kleur wit, tenzij anders vermeld • glans : mat, glansgraden gemeten volgens ISO 2813: 3-5% (85°)- 3-5% (60°). Uitvoering ð Na voorbereiding van de ondergrond het geheel voorgronden met fixeermiddel op acrylaatdispersiebasis 1:4 verdund met zuiver water. Bij gasbeton, kalkzandsteen en oude krijtende lagen geen verdunning toevoegen. Deze laag minimaal 6 uur laten drogen. ð Aanbrengen van de eerste afwerkingslaag volledig egaal en dekkend in de kleur passend bij de eindafwerking verdund met 2,5% leidingwater. Verbruik ca 110 ml/m². Bij bepaalde keluren (zoals rood) dient vooraf gegrond in een aangepaste kleur gemaakt uit wit met ca 20 % van de eindkleur. Minimum 6 uur laten drogen ð Aanbrengen van de eindafwerkingslaag na droging, volledig egaal in de gewenste kleur. Indien het resultaat niet bevredigend is, dient een 3de afwerkingslaag aangebracht wat vooral bij donkere en felle kleuren kan voorkomen. Verbruik ca 110 ml/m² ð De totale afwerking dient volkomen dekkend te zijn en egaal van matheidsgraad. Meting m² - netto oppervlakte te schilderen wand. Openingen kleiner dan 1 m² worden niet afgetrokken. Te schilderen dagzijden worden meegerekend, behalve bij ramen kleiner dan 1 m². Kolommen worden meegemeten, de ontwikkelde lengte wordt gemeten. Geen onderscheid wordt gemaakt volgens de ondergrond (oud, nieuw) waarop wordt geschilderd. 42.95.60
Binnenwandbeschermingen in hout
Materiaal ð Het hout beantwoordt aan de technische steekkaarten van het interfederaal houtvoorlichtingscentrum. De aannemer dient attesten van de houtsoorten en hun behandelin voor te leggen aan de LA. ð Al het hout, de behandeling en verwerking ervan zal gebeuren overeenkomstig STS 53 deel II voor zover in de hierna volgende artikels hiervan niet wordt afgeweken. ð Al de vergaringen zijn uit te voeren door dubbele vorkverbindingen. De vergaringen zijn gelijmd met behulp van synthetisch lijm van ten minste het type 03-100 (index 04.50.4 van STS 52) ð Houtafwerking. Al de in zicht komende delen worden zodanig bewerkt dat alle sporen van werktuigen en bewerkingen verdwenen zijn. Al de nagels in het zichtbaar hout worden ingedreven en de openingen opgestopt met stopverf in dezelfde kleur als het hout. Is de schroefkop groter dan 8 mm dan dient een houten stop van dezelfde houtsoort aangewend.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
163/232
ð Nagels, houtschroeven, bevestigingsplatijzers of bevestigingschroeven en hulzen zijn in roestvrij staal 18/8 of 18/8/3 beantwoordend aan index 06.71.1 STS 52. ð ð Binnenwandbeschermingen in houtvezelplaten 42.95.65 42.95.65.20
Binnenwandbeschermingen in MDF
Materiaal Homogene opgebouwde MDF-plaat. Beide zijden van de plaat hebben zeer gladde oppervlakken om oppervlakte behandeling zoals betisen, lakken, bedrukken, schilderen of bekleden toe te laten. Gelijkmatige dichtheid, ideaal voor profielfrezen. Er zal een plaattype worden aangewend dat geschikt is voor een vochtige omgeving. Omvang Worden in een ander artikel verrekend : ð behandeling van MDF-plaat ð ð 42.95.65.25 Afdeklat voegen in MDF Materiaal Afdeklat volgens principetekening Uitvoering ð Leveren en plaatsen van afdeklatten aan verticale zet- en uitzettingsvoegen in wanden. De afdeklatten worden aan 1 kant bevestigd door bevestigingsmiddelen in RVS 18/8 zodat bewegingen van de wanden zonder beschadiging kunnen gebeuren. Deze bevestigingen dienen op maximum op 40 cm van elkaar en op maximum 10 cm van de uiteinden te gebeuren. Alle bevestigingen dienen verdoken uitgevoerd. ð Aan de plinten dienen de nodige uitkavelingen te gebeuren. ð Aansluiting aan stootborden en handgrepen volgens principetekeningen ð Opspuiten MDF-lat aan de wand met overschilderbare silikone Meting m - lopende meter voeglat. 42.95.65.27
Plint in MDF
Materiaal ð Plint dikte 8 mm, hoogte 5 cm. ð Bevestigingen in RVS
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
164/232
Uitvoering ð Leveren en plaatsen van de plinten. De schroeven zijn verzonken en worden opgestopt dmv stopverf van dezelfde kleur als het hout. ð De buitenhoeken dienen in verstek uitgevoerd, de binnenhoeken niet. De plinten zullen goed aansluiten aan de deuromlijstingen en muurbekledingen en beschermhoeken volgens tekeningen. ð Opvoegen tussen plint en vloer met elastische voeg beantwoordend aan art. 49.11.10 ð opvoegen tussen plint en wand bovenaan met overschilderbare silikone Meting m - lopende meter plint. De afmetingen zijn de op de plans aangegeven wandafmetingen. 42.90
Hulpstukken en onderdelen voor afwerking binnenwanden
42.95
Binnenwandbeschermingen
42.95.50
Binnenwandbeschermingen in metaal
42.95.52
Binnenwandbeschermingen in staal en staallegeringen
42.95.52.60
Binnenwandbeschermingen in RVS
Materiaal ð Profielen in RVS 18/8 met afwerking geslepen of glad geborsteld in korrel 320, matte uitvoering. ð ð 42.95.52.64 Beschermhoek in RVS Materiaal ð Beschermhoek volgens principetekening ð kleefmiddel : elastische ééncomponent voegkit op basis van PU. ð bevestigingen in roestvrij staal 18/8 Uitvoering ð Leveren en plaatsen van de beschermhoek in RVS. ð Te voorziene hoogte : 110 cm of in geval aansluitend op stootbord of handgrepen tot onderzijde stootborden of handgrepen. ð De bevestigingen dienen zodanig te gebeuren dat bij een stootbelasting van een massa van 50 kg en een energie van 900 NM de hoekbescherming niet loskomt van de wand.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
165/232
Meting stuk 42.95.52.66
Handgreep in RVS
Materiaal ð Handgreep volgens principetekening. De handgreep dient ter goedkeuring voorgelegd. ð Bevestigingen in RVS Uitvoering ð Het leveren en plaatsen van de handgreep met afstandhouder in RVS tegenaan de wand. ð Hoogte boven vloer : zie tekeningen ð Alle verbindingen worden blind verwerkt. De te verbinden buisstukken zullen zodanig in elkaar passen dat ze een doorlopend profiel vormen waarvan de doorsnede niet varieert. ð De bevestigde handgreep dient te weerstaan aan een trekkracht en/of duwkracht van 100 kg met een contactoppervlakte van maximum 10 cm² op de handgreep. Meting m - lopende meter handgreep. Opgenomen afmetingen zijn de op de plans aangegeven wandafmetingen. Er wordt geen rekening gehouden met de oversteek aan hoeken. 42.95.53
Binnenwandbeschermingen in aluminium
42.95.53.20
Binnenwandbeschermingen in gelakt aluminium
Materiaal Oppervlaktebehandeling : de gemoffelde uitvoering draagt het Qualicoat-label. Voorbehandeling : chemisch ontvetten, beitsen, neutraliseren, chemische conversiebehandeling Elektrostatisch aanbrengen van thermohardende polyesterpoederlaag, ingebakken in een oven bij temperatuur van 200°C, laagdikte min. 60 micron. Kleur : Ral-kleur te bepalen uit het hele kleurgamma. Kleurstalen dienen ter goedkeuring voorgelegd. In principe zijn alle kleuren leverbaar zonder meerprijs. 42.95.53.27
Plint in gelakt aluminium
Materiaal ð Plint in gelakt aluminium volgens principetekening; dikte 2 mm Hoogte : 5 cm De dient dient ter goedkeuring voorgelegd.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
166/232
Uitvoering ð Het leveren en plaatsen van de plint tegenaan de wand door onzichtbare bevestiging. Bevestiging voor te leggen ter goedkeuring. Meting m - lopende meter plint Opgenomen afmetingen zijn de op de plans aangegeven wandafmetingen. 42.95.80
Binnenwandbeschermingen obv kunststof
42.95.81
Binnenwandbeschermingen in thermoplastische kunststoffen
42.95.81.10
Binnenwandbeschermingen met vinylbekleding
Materiaal Acrylaat-vinyl bekleding Eigenschappen : ð Schokvast ð chemische bestandig ð Voorkomt het vormen van bacteries en kiemen door inwerken van stabilisator tributil in de vinyl ð geen enkel deel is toxisch ð Brandgedrag : A1 Kleur : naar keuze uit het volledige kleurengamma zonder uitsluting van enig kleur. Dit gamma dient minimum 50 kleuren te omvatten. De architect kan meerdere kleuren kiezen (bv verschillende lokalen, niveaus, ...) en dit zonder prijsconsequentie. 42.95.81.13
Stootzone in vinylplaat
Materiaal ð Stootzone volgens principetekening uit een in de massa gekleurde acryl-vinyl plaat, dikte 1,5 mm. ð Kleefmiddel : volgens de richtlijnen van de fabrikant platen en voor te leggen ter goedkeuring Uitvoering ð Leveren en plaatsen van de stootzones in acryl-vinyl plaat. ð De buitenhoeken dienen in verstek uitgevoerd, de binnenhoeken niet. De stootzones zullen goed aansluiten aan de deuromlijstingen en muurbekledingen en beschermhoeken volgens tekeningen. ð Alle bevestigingen dienen verdoken uitgevoerd. ð De stootzones dienen zo bevestigd dat ze kunnen weerstaan aan een trekkracht en/of duwkracht van 100 kg met een contactoppervlakte van maximum 10 cm² op het stootzone.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
167/232
Meting m² - oppervlakte stootzone De afmetingen zijn de op de plans aangegeven wandafmetingen, er wordt geen rekening gehouden met oversteek aan hoeken. 42.95.81.14
Stootzone in vinylplaat met digitale print
Materiaal ð Digitale-file wordt door de bouwheer en architect bezorgd welke op de stootzone dient te komen in jpg-formaat. ð Stootzone volgens principetekening uit een in de massa gekleurde acryl-vinyl plaat, dikte 1,5 mm. ð Kleefmiddel : volgens de richtlijnen van de fabrikant platen en voor te leggen ter goedkeuring Uitvoering ð Leveren en plaatsen van de stootzones in acryl-vinyl plaat. ð De buitenhoeken dienen in verstek uitgevoerd, de binnenhoeken niet. De stootzones zullen goed aansluiten aan de deuromlijstingen en muurbekledingen en beschermhoeken volgens tekeningen. ð Alle bevestigingen dienen verdoken uitgevoerd. ð De stootzones dienen zo bevestigd dat ze kunnen weerstaan aan een trekkracht en/of duwkracht van 100 kg met een contactoppervlakte van maximum 10 cm² op het stootzone. Meting m² - oppervlakte stootzone De afmetingen zijn de op de plans aangegeven wandafmetingen, er wordt geen rekening gehouden met oversteek aan hoeken. 42.95.82
Binnenwandbeschermingen in thermohardende kunststof
42.95.82.40
Binnenwandbeschermingen in massieve gelamineerde kunststofharsplaten
ALGEMEEN Indien in 1 project inrichting in massieve gelamineerde kunststofharsplaten EN in gestratifieerde spaanplaat is voorgeschreven dienen de stratifié en de massieve gelamineerde kunststofharsplaten 1 en hetzelfde merk te zijn. Zo kunnen de kleuren van alle materialen op elkaar aansluiten en kan dezelfde tint gebruikt worden zonder kleurverschil. Dit is een eis en dit zonder enige prijsconsequenties. Materiaal Massieve gelamineerde kunststofharsplaten
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
168/232
Kern : aantal lagen stevig papier dat geïmpregneerd is met fenolhars onder hoge druk en temperatuur samengeperst samen met decorpapier. Toplaag : Decorpapier geïmpregneerd met melamine Deze geïmpregneerde cellulosebanen worden onder hoge druk en bij verhoogde temperatuur tot homogene platen geperst. De platen zijn volledig vlak. Eigenschappen volgens EN 438-2 (2005) : • Optische eigenschappen : geen veranderingen onder invloed van hitte in glans, kleur en scheurvorming • Krasvastheid : >= 3 N, behalve blinkende afwerking 2 • Slijtvastheid : >= 450 omwentelingen (opgave omwentelingen verplicht) • Vormvastheid bij verhoogde temperatuur : lengterichting <= 0,18% en breedterichting <= 0,35% • kleurechtheid bij kunstlicht : min. wool standard 7 • droge hitte weerstand : minimum 5 rating behalve glazende afwerking 3 • vlekweerstand volgens : minimum 5 rating • sigaretbestendigheid : minimum 4 rating • stoomweerstand : minimum 4 rating, behalve glazende afwerking 3 • De materialen dienen antistatisch te zijn en te weerstaan aan de gewoonlijk gebruikte ontsmettingsmiddelen. • brandreactie : B-s2,d0 volgens En 13501-1 of A1 volgens NBN S21-203 Kleur : naar keuze uit het volledige kleurengamma zonder uitsluiting van enig kleur. Dit gamma dient minimum 100 effen kleuren en min. 40 houtimitaties en min. 40 decorpatronen te omvatten. De architect kan meerdere kleuren kiezen (bv verschillende lokalen, niveaus, onderdelen ...) en dit zonder prijsconsequentie. Oppervlakte structuur : vloeiende gelijkmatige textuur aan zichtzijde of mat (dit naar keuze architect zonder prijsconsequentie) 42.95.82.47
Plint in massieve gelamineerde kunststofharsplaten
Materiaal ð Plint dikte 10 mm, hoogte 10 cm. ð Bevestigingen in RVS Uitvoering ð Leveren en plaatsen van de plinten. De plinten worden gekleefd. ð De buitenhoeken dienen in verstek uitgevoerd, de binnenhoeken niet. De plinten zullen goed aansluiten aan de deuromlijstingen en muurbekledingen en beschermhoeken volgens tekeningen. ð Opvoegen tussen plint en vloer met elastische voeg beantwoordend aan art. 49.11.10 ð opvoegen tussen plint en wand bovenaan met overschilderbare silikone Meting m - lopende meter plint. De afmetingen zijn de op de plans aangegeven wandafmetingen.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
169/232
43
AFWERKING VLOEREN
43.10
Afwerking vloeren met stijve platen en tegels
Uitvoering ð Voor het aanbrengen van de harde vloeren zal het buitenschrijnwerk met glaswerk aangebracht zijn. De binnenmuren in metselwerk zullen reeds aangebracht zijn met eventueel het pleisterwerk. Met het leggen van de tegels voor de vloerafwerking wordt slechts aangevangen na voltooiing van het loodgieterswerk, de verwarmings- en elektricteitsinstallatie, wanneer daarvoor gaten in de vloeren moeten worden gemaakt of pijpen of buizen onder de te bedekken ondervloer moeten worden doorgevoerd. ð Zichtbaar blijvend metselwerk- en betonoppervlakken mogen noch beschadigd noch bevuild worden. ð De opgegeven dikten van de vloeren is de nominale dikte en kan afwijken in min of meer te wijten aan oneffenheid van de draagvloer (uitvoeringstoleranties, voorbuiging van de elementen, ...). Verschillen tov deze nominale dikte zowel in min als in meer worden niet verrekend indien deze maximaal 2 cm bedragen. ð Voor het plaatsen van de plinten dient het pleisterwerk, de metalen deuromlijstingen en de vaste metalen scheidingswanden aangebracht. ð ð 43.14 Afwerking vloeren met stijve platen en tegels obv klei 43.14.30
Afwerking vloeren met stijve platen en tegels in gres
43.14.31
Afwerking vloeren met tegels in geperst gres
Materiaal Niet-geglazuurde tegels uit fijn geperst gres. Grondstoffen : kaolienklei, plastische veldspaathoudende klei. De tegel is massief en heeft een volkomen homogene structuur. Het oppervlak is gelijkmatig in de massa aangekleurd en glad. De tegels zijn niet-gepolijst. Tegels 1ste kwaliteit met rechte hoeken. De tegels zijn monokaliber gerectifieerd, waardoor de tegels met minimale voeg van 2 mm kan gelegd worden. Uitzicht : imitatie natuurstaan licht genuanceerd In elke reeks moeten minimum 7 kleuren beschikbaar zijn. (grijs, bruin en wittinten) De gehele staalkaart dient voorgelegd zonder uitsluiting van enig kleur. De architect kan een keuze maken uit gelijk welke reeks met gelijk welke kleur. Ook kunnen meerdere kleuren en afwerkingen gekozen worden en dit zonder prijsaanpassing. Bv combinatie van kleuren in de gang (middenstroken, zijstroken, figuren op kruispunten, ...), dambordpatronen, diverse lokalen en niveaus andere kleur, tekeningen in de vloer, ... Eigenschappen : ð waterabsorptie volgens EN 99 : <= 0,05 % ð oppervlakte-hardheid (Mohs) volgens EN 101 : 8 à 9
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
170/232
ð ð ð ð ð ð ð
buigsterkte volgens EN 100 : >= 45 N/mm² vorstvastheid volgens EN 202 : geen beschadiging slijtvastheid volgens EN 102 : gemiddeld slijtvolume <= 150 mm³ zuurvastheid volgens EN 106 : geen zichtbare veranderingen lineaire thermische uitzetting voglens EN 103 : gem. < 7 MK-1 temperatuurswisselbestandheid volgens EN 104 : geen beschadiging na de proef maatafwijking volgens EN 98 : max. ± 0,1 % behalve voor de dikte ± 5 %, rechtheid max ± 0,2%
43.14.31.10
Vloertegels in geperst gres gelijmd op dekvloer
Materiaal ð Cement- en mortellijm beantwoordend aan STS 45 en TV 137 van het WTCB. Een technische documentatie dient ter goedkeuring voorgelegd. ð Voegmortel beantwoordend aan TV 137 van het WTCB. Kleur voegmortel : te kiezen door de architect Kleurstalen worden geplaatst om juiste kleur te bepalen. Uitvoering ð Aanbrengen van de tegels dmv kleven op de dekvloer volgens de richtlijnen van TV 137 van het WTCB. De dekvloer is zoveel weken oud als zijn dikte (in cm) met een minimum van 28 dagen. Het aanbrengen van de lijm en de tegels mag slechts gebeuren wanneer de vochtigheid van de dekvloer kleiner is dan 5%. Verwerking van de lijm overeenkomstig richtlijnen fabrikant en STS 45 en TV 137 van het WTCB. Groot formaat tegels vanaf 40 x 40 cm moeten met dubbele verlijming geplaatst worden om geen holle ruimten te creëren. ð De voegen tussen de tegels dienen zo klein mogelijk mogelijk uitgevoerd (2 à 3 mm) ð Uitvoering van nodige voegen volgens TV 137 van het WTCB. Rond door de vloer gaande elementen (leidingen, hulzen, enz ...) en rond in de vloer ingewerkte elementen (afvoerkolken, vloervoegprofielen, ...) dient een elastische voeg aangebracht volgens art. 49.11.10. ð Na voldoende droging en verharding dienen de voegen tussen de tegels opgevoegd met voegmortel volgens de voorschriften van TV 137 van het WTCB. Omvang Inbegrepen : ð voorleggen van een legplan met alle voegen vóór de uitvoering ter goedkeuring ð aanwenden van tegels met afgewerkte, afgeronde kopstukken bij vloerbeëindigingen zoals betegeling van sokkels, ... ð verwijderen van de cementsluier, opkuisen en reinigen van de vloer. Deze reiniging gebeurt met water en zeep . Geen enkel cementrestant mag op de vloer zichtbaar zijn. ð in helling leggen van vloer naar afvoerputjes of -goten Worden in een afzonderlijk artikel verrekend : ð afboordingsprofielen en voegprofielen zettingsvoegen
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
171/232
ð dekvloer ð ð 43.14.31.15
Vloertegels in geperst gres gelijmd op dekvloer - 45 x 45 cm
Meting m² - vloeroppervlakte. Openingen en/of uitsparingen kleiner dan 0,5 m² worden afgetrokken. 43.14.31.16
niet
Vloertegels in geperst gres gelijmd op dekvloer - 60 x 60 cm
Meting m² - vloeroppervlakte. Openingen en/of uitsparingen kleiner dan 0,5 m² worden afgetrokken. 43.14.31.90
niet
Plinten in geperst gres
Materiaal ð Afmeting plinttegel : breedte volgens tegel x hoogte plint x dikte. De bovenrand van de tegel is afgewerkt om zichtbaar te blijven. ð Cement- en mortellijm beantwoordend aan STS 45 en TV 137 van het WTCB. Een technische documentatie dient ter goedkeuring voorgelegd. ð Voegmortel beantwoordend aan TV 137 van het WTCB. Kleur voegmortel : te kiezen door de architect Kleurstalen worden geplaatst om juiste kleur te bepalen. Uitvoering ð Aanbrengen van de plinten dmv mortel of lijm afhankelijk ondergrond. De verticale voegen van de plint moeten samenvallen met de voegen van de vloertegels. ð Opvoegen van de voegen met voegmortel volgens TV 137 van het WTCB. ð De voeg tussen de plinten en de vloer dient opgevoegd met elastische voeg beantwoordend aan art. 49.11.10. ð ð 43.14.31.91 Rechte plinten in geperst gres Meting m - lopende meter rechte plint 43.14.33
Afwerking vloeren met tegels in geperst gres - houtstructuur
Materiaal Niet-geglazuurde tegels uit fijn geperst gres met houtstructuur.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
172/232
Het betreft een in de massa gekleurde keramische tegel, kwaliteit beantwoordend aan EN-ISO 10545 - groep BIa. De tegels zijn gerectificeerd, en hebben bovendien een kleine facetrand aan de vier zijden. Kleur en textuur : zeer duidelijke houtstructuur, textuur uitzicht van eiken planken, voelbare houtnerfstructuur in reliëf. Kleur : te kiezen door de architect uit het volledige gamma van minimum 10 kleuren en dit zonder uitsluiting van enig kleur. Er kunnen ook meerdere kleuren gekozen worden (bv andere lokalen, patronen, ander niveau, ....) en dit zonder meerprijs. De tegel is massief en heeft een volkomen homogene structuur. Rugzijde : geprofileerd, teneinde een goede hechting te bekomen met de lijm. Het logo van de fabrikant is in de onderzijde geperst. Tegels 1ste kwaliteit met rechte hoeken. De tegels zijn haaks gerectificeerd, waardoor de tegels met minimale voeg van 1,5 mm kan gelegd worden. Dikte : 11,7 mm Eigenschappen : ð waterabsorptie volgens ISO 10545-3 : <= 0,03 % ð buigsterkte volgens ISO 10545-4 : >= 55 N/mm² ð buigweerstand volgens ISO 10545-4 : ± 4209 N ð vorstvastheid volgens ISO 10545-12 : 0 tegels stuk op 100 ð chemische bestendigheid volgens ISO 10545-13 : resistent ð lineaire thermische uitzetting voglens ISO 10545-8 : gem. < 6,4 MK-1 ð temperatuurswisselbestandheid volgens ISO 10545-9 : resistent ð vlekbestendigheid volgens ISO 10545-14 : reinigbaar ð weerstand tegen haarscheuren volgens ISO 10545-11 : hoger dan de norm ð ð 43.14.33.10 Vloertegels in geperst gres houtstructuur gelijmd op dekvloer Materiaal ð Cement- en mortellijm beantwoordend aan STS 45 en TV 137 van het WTCB. Een technische documentatie dient ter goedkeuring voorgelegd. ð Voegmortel beantwoordend aan TV 137 van het WTCB. Kleur voegmortel : te kiezen door de architect. De kleur van de voeg dient dezelfde te zijn als van de tegel (toon op toon). Kleurstalen worden geplaatst om de juiste kleur te bepalen. De architect kan diverse kleurstalen eisen tot het juiste kleur bekomen wordt. Dit staal dient dan als referentie voor de voegwerken. Uitvoering ð Aanbrengen van de tegels dmv kleven op de dekvloer volgens de richtlijnen van TV 137 van het WTCB. De dekvloer is zoveel weken oud als zijn dikte (in cm) met een minimum van 28 dagen. Het aanbrengen van de lijm en de tegels mag slechts gebeuren wanneer de vochtigheid van de dekvloer kleiner is dan 5%. Verwerking van de lijm overeenkomstig richtlijnen fabrikant en STS 45 en TV 137 van het WTCB. Groot formaat tegels vanaf 40 x 40 cm moeten met dubbele verlijming geplaatst worden om geen holle ruimten te creëren.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
173/232
ð De voegen tussen de tegels dienen zo klein mogelijk mogelijk uitgevoerd (1,5 mm) ð Uitvoering van nodige voegen volgens TV 137 van het WTCB. Rond door de vloer gaande elementen (leidingen, hulzen, enz ...) en rond in de vloer ingewerkte elementen (afvoerkolken, vloervoegprofielen, ...) dient een elastische voeg aangebracht volgens art. 49.11.10. ð Na voldoende droging en verharding dienen de voegen tussen de tegels opgevoegd met voegmortel volgens de voorschriften van TV 137 van het WTCB. Omvang Inbegrepen : ð aanbrengen van filmvormende voorstrijk bij anhydrietdekvloeren ð voorleggen van een legplan met alle voegen vóór de uitvoering ter goedkeuring. De tegels worden in stroken gelegd, dwarse voegen nooit meer dan op 1/3. ð aanwenden van tegels met afgewerkte, afgeronde kopstukken bij vloerbeëindigingen zoals betegeling van sokkels, ... ð verwijderen van de cementsluier, opkuisen en reinigen van de vloer. Deze reiniging gebeurt met water en zeep . Geen enkel cementrestant mag op de vloer zichtbaar zijn. ð in helling leggen van vloer naar afvoerputjes of -goten Worden in een afzonderlijk artikel verrekend : ð afboordingsprofielen en voegprofielen zettingsvoegen ð dekvloer ð ð 43.14.33.11 Vloertegels in geperst gres hout gelijmd op dekvloer - 120 x 19,3 cm Meting m² - vloeroppervlakte. Openingen en/of uitsparingen kleiner dan 0,5 m² worden afgetrokken. 43.14.33.90
niet
Plinten in geperst gres - houtstructuur
Materiaal ð Afmeting plinttegel : breedte 60 (596 mm) x hoogte plint 7,2 cm x dikte. De hoogte dient identiek te zijn als die van de plinten van art. 43.14.21.91. Hiervoor dient de plint ingekort of dienen de plinten uit een tegel gezaagd. De bovenrand van de tegel is afgewerkt om zichtbaar te blijven. ð Cement- en mortellijm beantwoordend aan STS 45 en TV 137 van het WTCB. Een technische documentatie dient ter goedkeuring voorgelegd. ð Voegmortel beantwoordend aan TV 137 van het WTCB. Kleur voegmortel : te kiezen door de architect. De kleur van de voeg dient dezelfde te zijn als van de tegel (toon op toon). Kleurstalen worden geplaatst om de juiste kleur te bepalen. De architect kan diverse kleurstalen eisen tot het juiste kleur bekomen wordt. Dit staal dient dan als referentie voor de voegwerken. Uitvoering
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
174/232
ð Aanbrengen van de plinten dmv mortel of lijm afhankelijk ondergrond. ð Opvoegen van de voegen met voegmortel volgens TV 137 van het WTCB. ð De voeg tussen de plinten en de vloer dient opgevoegd met elastische voeg beantwoordend aan art. 49.11.10. ð ð Rechte plinten in geperst gres voor tegelvloeren - houtstructuur 43.14.33.91 Toepassing Plinten voor vloeren art. 43.14.32.17 Vloertegels in geperst gres gelijmd op dekvloer - 30 x 60 cm Meting m - lopende meter rechte plint 43.30
Afwerking vloeren met soepele vellen en tegels
Omvang Inbegrepen : ð Na plaatsing dient de vloerbekleding beschermd te worden met tetrakarton of een gelijkwaardig product over de hele oppervlakte ð ð Afwerking vloeren met soepele vellen en tegels obv kunststof 43.38 43.38.10
Vloerafwerking met soepele vellen of tegels obv thermoplast. kunststof
43.38.11
Vloerafwerking met soepele vellen of tegels in polyvinylchloride (PVC)
Materiaal ð Egaliseerproduct : op basis van cementpoeder en toeslagstoffen met toevoeging van kunstharsdispersie ter verbetering van de hechting. Rolstoelvast. Bij anhydrietdekvloer dient vóór het egaliseren de dekvloer supplementair behandeld met een speciale kunststofvoorstrijk. ð Lasdraad : PVC-laskoord diam. ± 4 mm, kleur naar keuze architect uit een normaal productiegamma dat minimum 50 kleuren dient te omvatten. Er kunnen meerdere kleuren voorzien worden en/of plaatselijke accenten in een andere kleur en dit zonder meerprijs. Uitvoering ð Vooraleer de werken aan te vangen dient de vochtigheidsgraad van de dekvloer met een CM-
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
175/232
ð
ð
ð ð
apparaat gecontroleerd. Het vochtigheidspercentage mag de hierna vermelde waarden niet overschrijden : • 0,5 % bij anhydriet- of plaasterbedekking • 2,0 % bij cementgebonden dekvloer • 4,5 % bij geëxpandeerde betondekking • 8 % bij hout en/of vezelplaatbedekking De ondergrond dient gereinigd en voorbereid wat onder meer inhoudt • mechanisch schuren en stof verwijderen • opvullen van barsten • volledig egaliseren • mechanisch schuren en stof verwijderen zodat een vlak oppervlak bekomen wordt met volgende klasse van effenheid : • max. 2 mm afwijking onder een stijve rij van 2 m lengte • max. 1 mm afwijking onder een stijve rij van 1 m lengte • geen afwijking onder een rij van 0,60 m lengte De egalisatie dient rolstoelvast te zijn. Eventuele hoogteverschillen dienen weggewerkt met egalisatie (ten hoogste 2 mm). Bv aansluitin vloeren met kurkonderlaag en zonder kurkonderlaag. De vloerafwerking moet aan volgende eisen voldoen : • bestandheid tegen afrukken : afrukkracht door afpellen > 0,5 N/mm (proef overeenkomstig 12.1.2 - prestatiegids nr. 5 voorgebouwen uitgegeven door het WTCB). • bestandheid tegen pons : waarde P3 (proef overeenkomstig 12.1.3 - prestatiegids nr. 5 voorgebouwen uitgegeven door het WTCB). • bestandheid tegen water : 1 cm water-hoogte mag na 24 uur geen waterinfiltratie veroorzaken Alle aansluitingen dienen waterdicht uitgevoerd met een PU-kit beantwoordend aan art. 49.11.10 oa deuromlijstingen, opbouwplinten, leidingsdoorgangen, ... Aan afvoerputjes en -goten dient de aansluiting volledig waterdicht te gebeuren afhankelijk van het type putje of goot. Methode voor te leggen ter goedkeuring.
Omvang Inbegrepen : ð Na plaatsing dient de vloerbekleding gereinigd volgens de voorschriften van de fabrikant. Deze voorschriften dienen voorgelegd. ð ð 43.38.11.20 Gespikkelde homogene PVC-vloerafwerking Materiaal Soepele, homogene, éénlagige door en door in de massa gespikkelde PVC-vloerbekleding, niet georiënteerd, vervaardigd door extrusie, dubbelgeperst en onder hoge druk herbakken over het gehele oppervlak. De bekleding heeft een anti-soiling effect (vuilafstotend) volgens DIN 16951. Tijdens het productieproces wordt de vloer met polyurethaan verdicht voor een gemakkelijker onderhoud. Attest dient bijgevoegd dat de PUR-laag levenslang wordt gegarandeerd. Bij afslijten mogen geen optische veranderingen optreden. De vloerbekleding dient aan volgende eigenschappen te voldoen : ð stroefheidsklasse : minimum R9 ð Dikte volgens EN 428 : 2 mm
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
176/232
Gewicht volgens EN 430 : tussen 2500 en 3050 g/m² rolbreedte : minimum 2 m Europese classificatie volgens EN 685 : klasse 34-43 groep slijtvastheid volgens EN 649/660 : T (deze eigenschap is bepalend en hier kan niet van afgeweken worden - groep P is dus niet toegelaten) ð Restindruk volgens EN 433 : max. 0,03 mm ð K classificatie : K5 ð Brandclassificatie volgens EN 13501-1 : minimum Bfl-S1 ð Elektrische eigenschappen volgens EN 1815 : < 2 kV ð Lichtechtheid volgens EN 20105 - B02 : min. klasse 6 ð Rolstoelvast en geschikt voor vloerverwarming. Kleur : naar keuze van de architect uit een normaal productiegamma dat minimum 24 kleuren dient te omvatten zonder uitsluiting van enig kleur. Het kleurenpallet dient meerdere grijstonen (7 tal tinten) te bevatten met daarnaast kleuren in groen, blauw, rode en gele tinten. De kleuren gebruikt zijn altijd toon op toon zodat een zacht effect wordt bekomen. Uitzicht : volledig mat zonder glans. Er kunnen meerdere kleuren voorzien worden en/of plaatselijke accenten in een andere kleur worden voorzien en dit zonder meerprijs. Bv per niveau, lokaal, gang een andere kleur, in gang combinatie van 2 kleuren (midden- en zijstroken), tekeningen in de vloer, ...
ð ð ð ð
43.38.11.21
Gespikkelde PVC-vloerafwerking rechtstreeks op dekvloer
Materiaal Lijm : zeer emissie-arme, harsvrije vezelversterkte natte dispersielijm. De lijmsoort zal geen afbreuk doen aan de rolstoelvastheid en dient bestand te zijn tegen een trekkracht van minimum 1,4 N/mm². Te gebruiken volgens de voorschriften van de fabrikant. Zeer aschuifsterk, geurneutraal tijdens en na de verlijming, zeer grote maatstabiliteit, zeer laag verbruik, vermijd stipnaden, oplosmiddelvrij, zeer emissie arm PLUS. Uitvoering ð Na voorbereiden van de ondergrond wordt de vloerbekleding over de gehele oppervlakte gelijmd op de dekvloer met egalisatielaag. De hoeveelheid aan te brengen lijm volgens voorschrift van de leverancier. Ze dient gelijkmatig uitgestreken dmv een gepaste getande spatel. ð De verdeling en plaatsing van de banen dient vooraf goedgekeurd door de architect. Het versnijden van de banen mag slechts gebeuren nadat de vloerbekleding voldoende geacclimatiseerd is. ð Bij het toepassen van PVC-plinten dienen deze vóór de vloerbekleding geplaatst. ð Na aanbrengen van de bekleding wordt de oppervlakte gewalst met een rol van ± 65 kg en worden de naden extra belast. Tussen ondervloer en vloerbekleding mogen geen luchtblazen voorkomen. ð De voegen tussen de banen dienen volkomen rechtlijnig te zijn. Na binding van de kleeflaag dienen de voegen machinaal in U-vorm uitgefreesd (3,3 à 3,4 mm breed en 1,5 mm diep) en gelast met de thermisch aangebrachte lasdraad. Het uitstekend deel van de lasdraad dient na plastifiëring en afkoeling zonder scheur of breuk egaal met de vloerbekleding afgesneden te worden en dit in 2 bewegingen (1ste maal afsnijden tot juist boven de vloerbekleding, 2de maal effen met de vloerbekleding).
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
177/232
ð De afwerking tegenaan de opgaande wanden dient te gebeuren in functie van de plintafwerking. Bij het toepassen van PVC-plinten wordt de afwerking tegen de wand beschreven in het artikel van de plinten. Bij houten of stenen plinten worden de plinten aangebracht na het aanbrengen van de vloerbekleding en nadien met PU-kit opgespoten. Meting m² - vloeroppervlakte. Openingen en/of uitsparingen kleiner dan 0,5 m² worden niet afgetrokken. De oppervlakten van horizontale PVC-plintdelen worden niet afgetrokken. 43.38.11.28
Gespikkelde rechthoekige PVC-plinten
Materiaal ð Lijm : neopreen contactlijm op waterbasis met korte afluchttijd en onmiddellljk belastbaar. . De lijmsoort dient bestand te zijn tegen een trekkracht van minimum 1,4 N/mm². Te gebruiken volgens de voorschriften van de fabrikant. Oplosmiddelvrijd, zeer emissiearm. Uitvoering ð De plintstroken worden op de rugzijde in U-vorm uitgefreesd (6 mm breed- 1 mm diep) voor het bekomen van een perfecte hoek vloer-muur. De opgeplooide plinten hebben een basis (horizontaal geplaatst gedeelte) die kan variëren met een minimumbasis van 5 cm. De grootte van de basis wordt samen met de architect besproken en vastgelegd en is afhankelijk van de toepassing (lokalen, gang, ...). De basis is onafhankelijk van de plinthoogte. De hoogte van de opstaande rand is 10 cm. De krommingsstraal tussen verticaal en horizontaal plintdeel dient zo klein mogelijk te zijn. De plint dient over de volledige oppervlakte gesteund. ð De plinten dienen aangebracht met aangepaste lijm en dit zowel op de vloer als tegen de wand (gipsblokken, gipsmontagewanden, bepleisterd metselwerk en beton, ...) De hoeveelheid aan te brengen lijm volgens voorschrift van de leverancier. Ze dient gelijkmatig uitgestreken dmv een gepaste getande spatel. ð De verdeling en plaatsing van de plinten dient vooraf goedgekeurd door de architect. Het versnijden van de banen mag slechts gebeuren nadat de vloerbekleding voldoende geacclimatiseerd is. ð De PVC-plinten dienen vóór de vloerbekleding geplaatst. ð Alle hoeken zowel binnen als buitenhoeken dienen in verstek uitgevoerd, waarbij de naad de bissectrice van de hoek volgt. Tussen ondervloer en vloerbekleding mogen geen luchtblazen voorkomen. ð De voegen tussen de banen en de plinten dienen volkomen rechtlijnig te zijn. Na binding van de kleeflaag dienen de voegen machinaal in U-vorm uitgefreesd (3,3 à 3,4 mm breed en 1,5 mm diep) en gelast met de thermisch aangebrachte lasdraad. Het uitstekend deel van de lasdraad dient na plastifiëring en afkoeling zonder scheur of breuk egaal met de vloerbekleding afgesneden te worden en dit in 2 bewegingen (1ste maal afsnijden tot juist boven de vloerbekleding, 2de maal effen met de vloerbekleding).
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
178/232
ð De verticale voegen in de plinten evenals de aansluitingen op de deuromlijstingen dienen waterdicht uitgevoerd. De bovenrand moet volkomen recht zijn en dicht aansluiten op de wand. De plinten moeten zoveel mogelijk uit 1 stuk geplaatst worden. Lengtes kleiner dan 1,5 m dienen steeds in 1 stuk uitgevoerd. Lengtes tussen 1,5 en 3 m mogen max. in 2 stukken verdeeld worden welke elk van gelijke lengte dienen te zijn. Lengtes groter dan 3 m : minimum lengte van de stukken 1,5 m met maximum 1 passtuk. ð Bij zettingsvoegen aan wand met vloervoegprofielen dienen aangepaste plinten uitgevoerd (zonder basis). Meting m - lopende meter plint 43.38.12
Vloerafwerking met soepele vellen of tegels in polyamide (nylon)
Materiaal ð Egaliseerproduct : op basis van cementpoeder en toeslagstoffen met toevoeging van kunstharsdispersie ter verbetering van de hechting. Rolstoelvast. Bij anhydrietdekvloer dient vóór het egaliseren de dekvloer supplementair behandeld met een speciale kunststofvoorstrijk. Uitvoering ð Vooraleer de werken aan te vangen dient de vochtigheidsgraad van de dekvloer met een CMapparaat gecontroleerd. Het vochtigheidspercentage mag de hierna vermelde waarden niet overschrijden : • 0,5 % bij anhydriet- of plaasterbedekking • 2,5 % bij cementgebonden dekvloer • 4,5 % bij geëxpandeerde betondekking • 8 % bij hout en/of vezelplaatbedekking ð De ondergrond dient gereinigd en voorbereid wat onder meer inhoudt • mechanisch schuren en stof verwijderen • opvullen van barsten • volledig egaliseren • mechanisch schuren en stof verwijderen zodat een vlak oppervlak bekomen wordt met volgende klasse van effenheid : • max. 2 mm afwijking onder een stijve rij van 2 m lengte • max. 1 mm afwijking onder een stijve rij van 1 m lengte • geen afwijking onder een rij van 0,60 m lengte De egalisatie dient rolstoelvast te zijn. Eventuele hoogteverschillen dienen weggewerkt met egalisatie (ten hoogste 2 mm). Bv aansluitin vloeren met kurkonderlaag en zonder kurkonderlaag. ð De vloerafwerking moet aan volgende eisen voldoen : • bestandheid tegen afrukken : afrukkracht door afpellen > 0,5 N/mm (proef overeenkomstig 12.1.2 - prestatiegids nr. 5 voorgebouwen uitgegeven door het WTCB). • bestandheid tegen pons : waarde P3 (proef overeenkomstig 12.1.3 - prestatiegids nr. 5 voorgebouwen uitgegeven door het WTCB).
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
179/232
• bestandheid tegen water : 1 cm water-hoogte mag na 24 uur geen waterinfiltratie veroorzaken • • Vloerafwerking met gevlokte nylon tapijttegels 43.38.12.10 Materiaal De gevlokte tegel is een soepele vloertegel bestaande uit nylon 6.6 (100%) vezels die elektrostatisch gevlokt worden op een 2-voudig glasvezelversterkte, waterdichte vinyl (recycled PVC backing) rug met bacteriedodende toevoeging in het lijmbed. De collectie bestaat uit dessins die worden aangebracht dmv rotatiedruk. ð vezels : ca 80 miljoen nylon vezels/m² ð lijmbed : bacteriewerend ð totaal gewicht volgens ISO 8543 : 4,5 kg/m² ð totale dikte volgens EN 428: 5,3 mm ð afmeting tegels : 50 x 50 cm ð hoogte vezels : 2 mm ð gebruiksklasse volgens NEN-EN 1307 : klasse 4 - inensief gebruik ð gebruiksklasse volgens EN 685 : 33 heavy commercial use ð brangedragvolgens EN 13501 : Bfl-s1 ð toepasbaar bij stoelen met zwenkwielen. Volgens EN 985 r >= 2,4 continy gebruik ð contactgeluidisolatie volgens ISO 140-8: minimum 17 dB ð geluidsabsorptie volgens ISO 354: 0,10 ð kleurechtheid volgens EN ISO 105 B-02 : 6 ð slipvastheid volgens DIN 51097 : droog en nat > 0,70 ð dimensiestabilieit volgens EN 986 = < 0,2% ð bestand tegen slijtage volgens EN 1963 : < 35 g poolverlies ð De vloerbekleding dient antistatische te zijn. Kleur en dessin : uni-achtige dessin kleur te kiezen uit kleurenkaart van min. kleuren 43.38.12.11
Vloerafwerking met polyamide tapijt rechtstreeks op dekvloer
Materiaal Lijm : soepele dispersielijm. De lijmsoort zal geen afbreuk doen aan de rolstoelvastheid en dient bestand te zijn tegen een trekkracht van minimum 1,4 N/mm². Te gebruiken volgens de voorschriften van de fabrikant. Uitvoering ð Na voorbereiden van de ondergrond wordt de vloerbekleding over de gehele oppervlakte gelijmd op de dekvloer met egalisatielaag. De hoeveelheid aan te brengen lijm volgens voorschrift van de leverancier. Ze dient gelijkmatig uitgestreken dmv een gepaste getande spatel. ð De tapijtbanen dienen aangebracht volgens de richtlijnen van de fabrikant zodat perfecte naden door inertie ontstaan. ð Alle aansluitingen (zowel vloer op vloer, als vloer op randprofielen, deuromlijstingen en leidingsdoorgangen enz.) dienen aansluitend uitgevoerd.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
180/232
Meting m² - vloeroppervlakte. Openingen en/of uitsparingen kleiner dan 0,5 m² worden niet afgetrokken. 43.40
Afwerking vloeren - bezet- en ondervloerlagen
Uitvoering ð Voor het aanbrengen van de bezet- en ondervloerlagen zal het buitenschrijnwerk met glaswerk aangebracht zijn. De binnenmuren in metselwerk zullen reeds aangebracht zijn met eventueel het pleisterwerk. ð Zichtbaar blijvend metselwerk- en betonoppervlakken mogen noch beschadigd noch bevuild worden. ð De opgegeven dikten van de vloeren is de nominale dikte en kan afwijken in min of meer te wijten aan oneffenheid van de draagvloer (uitvoeringstoleranties, voorbuiging van de elementen, ...). Verschillen tov deze nominale dikte zowel in min als in meer worden niet verrekend indien deze maximaal 2 cm bedragen. Dit kan betrekking hebben op een beperkte oppervlakte, maar kan ook een grotere oppervlakte beslaan zoals een volledig niveau. In deze nominale dikte is eveneens de dikte inbegrepen voorzien voor de later aan te brengen vloerbekledingen (met geringe dikte). ð Stortnaden ten gevolge van onderbrekingen van de uitvoering : de uitvoering van de vloer dient zo gepland dat de stortnaden ontstaan ter plaatse van de voorziene verdeel- en constructievoegen. ð ð 43.43 Afwerking vloeren - bezet- en ondervloerlagen gebonden met cement 43.43.10
Bezet- en ondervloerlagen op basis van cement
43.43.12
Dekvloeren op basis van cement
Algemeen Alle gegevens van de TV 189 met errata (bijvoegsel bij TV 193) en TV 193 van het WTCB voor zover ze betrekking hebben op het gekozen type zijn te volgen, zowel wat betreft de materialen en hun samenstelling als de verwerking en de te bekomen eigenschappen. Materiaal ð randisolatie : gegolfd waterbestendig karton dikte 5 mm of andere niet-wateropslorpende randstrips Uitvoering ð Het voorbereiden van het legvlak (reinigen, ontstoffen, ...) volgens de richtlijnen van TV 189 en TV 193 van het WTCB. ð Plaatsen van de randisolatie rondom alle opgaande vlakken zoals wanden, kolommen, enz... Deze randisolatie wordt geplaatst in L-vorm. Het horizontale stuk is minstens 5 cm
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
181/232
breed en het verticaal gedeelte dient minstens 2 cm boven het toekomstige afgewerkte vloerpeil te komen. Omvang Inbegrepen : ð bescherming tegen snelle uitdroging zodat de gevraagde hardheid (oppervlaktecohesie) bekomen wordt en er geen scheurvorming optreedt (krimp, hechting aan de draagvloer) ð afsnijden van de uitstekende randisolatie na uitvoering van de dekvloer ð het aanbrengen van eventuele tijdelijke bekistingen aan vrije randen ð het in helling aanbrengen van de dekvloer bij aanwezigheid van vloerputjes en/of -goten ð uitvoeren van de te nemen voorzorgen voor de in de dekvloer in te werken leidingen volgens TV 189 en 193 van het WTCB. Producten tegen corrsosie, beschermhulzen, warmte-isolatie van de leidingen zijn niet inbegrepen. ð de keuring van de dekvloer volgens TV 189 van het WTCB Worden in een afzonderlijk artikel verrekend : ð afboordingsprofielen en voegprofielen zettingsvoegen ð ð 43.43.12.30 Hechtende dekvloer obv cement met hydrofoberende vezelwapening Materiaal ð additief compound als druksterkteverhoger voor conventionele cementchape in vloeibare vorm als vervanging voor net- en traditionele droge vezelwapening en alle vloerverwarmingsadditieven en • ter interne wapening dmv 6 mm kunststofvezels • ter hydrofobiering (tegen heropname van vocht uit de omgeving) • voor een verbeterde buig- en druksterkte (minimum C35/F7 bij dekvloeren tot en met 4cm dikte, minimum C25/F6 bij dekvloeren vanaf 5 cm dik) • ter plastificering en daardoor verbeterde afwerking en pompbaarheid van de chape • kortere droogtijd • vermindering van krimp en scheurvorming door de waterbesparing in het mengsel en de vezelwapening • voor een dichter en sterker oppervlak • bij aanmaak van chape wordt er 30% - 40% minder water gebruikt. • W/C factor van 0,45 - 0,5 Dosering : > 1 % van het cementgewicht = 0,5 liter per 50kg cement • bij dekvloeren tot en met 4 cm dikte : minimum 350 kg/m³ CEM I van tenminste klasse 32,5 • bij dekvloeren vanaf 5 cm dikte : minimum 250 kg/m³ CEM I of CEM II van tenminste klasse 32,5 Buigsterkte bekomen dekvloer : dikte tot en met 4 cm > 7N/mm², dikte vanaf 5 cm > 6 N/mm² Druksterkte bekomen dekvloer : dikte tot en met 4 cm > 35 N/mm², dikte vanaf 5 cm > 25 N/mm² ð hechtprimer : vloeibare en hooggeconcentreerde kunstharsdispersie, die toegepast wordt als hechtbrug onder nieuwe cementdekvloeren. 1-component, vloeibare kunstharsispersie met hoog vaste stof aandeel en eenvoudig te verwerken, waterbestendig en verzeept niet.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
182/232
Men dient aandacht te besteden dat de hulpstof verenigbaar is met de hydrofoberende vezels, de egaliseerproducten en lijmen die later op de dekvloer aangebracht worden. kleur : wit dichtheid : 1,01 ±0,01 kg/l vriespunt ± 0°C, kookpunt ± 100°C Een proefverslag dient voorgelegd te worden (cfr. TV 189 van het WTCB) ð Samenstelling deklaag volgens de richtlijnen van TV 189 en TV 193 van het WTCB en van de fabrikant van de hydrofoberende vezels. Het gebruikte bindmiddel cement alsook alle andere gebruikte grondstoffen (zand, toeslagstoffen, ...) dienen ter goedkeuring worden voorgelegd met vermelding van het type en de reden waarom (bv type cement belangrijk voor uiteindelijke sterkte, ...). Bij dekvloeren tot en met 4 cm dient altijd een cement CEM I gebruikt te worden. Vanaf 5 cm mag CEM II worden gebruikt. Gebruik zand : 0-7 mm. De exacte samenstelling (mengverhouding) is volgens de richtlijnen van de fabrikant van de hydrofoberende vezels zodat de gevraagde mechanische eisen worden bereikt. De aannemer dient deze samenstelling vooraf voor te leggen met vermelding van referentieprojecten waar hij deze samenstelling heeft gebruikt met goed resultaat (proefverslagen dienen voorgelegd). De aannemer dient vooraf bij de samenstelling rekening te houden met de neiging tot krimp zodat de kans op scheurvorming zo veel mogelijk beperkt wordt. Op de bouwplaats zal men op een droge plaats een gesloten zak van het gebruikte lot bindmiddel (cement) bewaren alsook een hoeveelheid van het gebruikte zand en toeslagstoffen (± 20 kg) en dit tot na goedkeuring van de resultaten van de proeven en de keuring van de dekvloer. Uitvoering ð Het oppervlak dient voldoende hechtsterkte te hebben en moet ruw zijn. Hiervoor dient het oppervlak gestraald te worden. ð Na voorbereiden van het legvlak worden de in te werken elementen zoals afboordingsprofielen, voegprofielen, ... aangebracht ð Voor het storten van dient indien nodig de draagvloer enkele uren vooraf bevochtigd en juist voor het aanbrengen van de aankleeflaag van overtollig water ontdaan. ð Aanbrengen van een aangepaste hechtprimer op de draagvloer. De hechtprimer wordt op de ondergrond aangebracht, verbruik ± 300 - 400 ml/m², afhankelijk van het absorberend vermogen van de ondergrond. ð Het is essentieel dat de hechtlaag nog nat is als de dekvloer hierop aangebracht wordt : natin-nat werken! Eventueel moet een tweede laag aangebracht worden om zeker nat-in-nat te kunnen werken!. ð De plaats en de uitvoering van eventuele voegen dient voorafgaandelijk gepland in overleg met de LA. Ter hoogte van deuropeningen in metselwerk- of betonwanden moeten de randvoegen worden doorgetrokken. Verdeelvoegen (verdelen de dekvloer in kleinere velden) mogen nooit voorkomen! (geven risocio tot schuifspanningen in de omgeving van voegen die aanleiding zijn tot loskomen en opbuigen van de dekvloer). Dagnaden (hernemingsnaden) dienen in het mate van het mogelijke vermeden door een aangepaste planning. Indien dit niet mogelijk is dienen ze gesitueerd onder toekomstige muren en met inbouw van een wapeningsnet (50 tot 100 cm breed) ð Aan de samenstelling van de dekvloer dient het compound toegevoegd volgens de richtlijnen van de fabrikant. ð Aanbrengen van de dekvloer volgens de voorschriften van TV 189 en 193 van het WTCB en de richtlijnen van de fabrikant van de hydrofoberende vezels.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
183/232
ð Het peil van het afgewerkt bovenvlak dekvloer dient rekening te houden met de dikte van de erop aan te brengen vloerbekleding en het op de plans aangegeven vloerpeil. ð Na effenen van de dekvloer met de rij dient ze machinaal te worden gepolijst (af te vlinderen met helikopter!) zodat een zeer hard en vlak oppervlak bekomen wordt. Geëiste vlakheidsklasse volgens TV 189 : klasse 1 Graad van ruwheid : vgl met schuurpapier P80 met plaatselijk een oppervlakteruwheid gelijk aan deze van de grofste korrel. 43.43.12.32
Hechtende dekvloer obv cement met hydrof. vezelwap. - dikte 5 à 6 cm
Meting m² - oppervlakte dekvloer Openingen en/of uitsparingen kleiner dan 0,50 m² worden niet afgetrokken. 43.43.12.33
Hechtende dekvloer obv cement met hydrof. vezelwap. - dikte 7 à 8 cm
Meting m² - oppervlakte dekvloer Openingen en/of uitsparingen kleiner dan 0,50 m² worden niet afgetrokken. 43.43.70
Bezet- en vloerlagen obv geëxp. kleikorrels, perliet, vermiculiet
43.43.71
Uitvulling vloeren in beton obv geëxp. kleikorrels, perliet, vermiculi
Materiaal ð Licht beton met open korrelige textuur vervaardigd met lichte granulaten zoals geëxpandeerde kleikorrels of spheruliet of perliet of gebroken lichte baksteen, die geen agressieve zouten (ion SO3 en SO2) bevat. droog volumegewicht volgens EN 992 : max. 650 kg/m³ (klasse D0.7) druksterkte volgens EN 1354 na 28 dagen : min. 2 N/mm² thermische geleidbaarheid volgens EN 1520 : max. 0,17 W/mK ð Cement CEM III/A 42.5 of CEM I 42.5 - minimum 150 kg R ð randisolatie : gegolfd waterbestendig karton dikte 5 mm of andere niet-wateropslorpende randstrips ð afstrijklaag : zaand : 1000 l ; cement CEM III/A of B 42,5 : 300 kg (volumedelen 1:4) Uitvoering ð Voorbereiden van het legvlak (zuiver maken van ondergrond, verwijderen van stof en onreinheden), het vooraf nat maken tot volledige verzadiging. ð Plaatsen van de randisolatie rondom alle opgaande vlakken zoals wanden, kolommen, enz... Deze randisolatie wordt geplaatst in L-vorm. Het horizontale stuk is minstens 5 cm breed en het verticaal gedeelte dient minstens 2 cm boven het toekomstige afgewerkte vloerpeil te komen. ð Aanbrengen van eventueel in te werken elementen
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
184/232
ð Aanbrengen van het vullingsbeton. De krimpvoegen dienen later opgevuld met mortel die op dezelfde wijze is samengesteld als het beton. ð Aanbrengen van de afstrijklaag van minium 2 cm, glad afgestreken en genivelleerd. ð Het bovenvlak is effen. Afwijkingen van meer dan 0,5 cm, gemeten met een lat van 3 m worden niet toegelaten. ð Eventuele zettingsvoegen in de constructies worden eveneens in het hellingsbeton uitgespaard. ð ð 43.43.71.11 Uitvullingslagen in beton obv geëxp. kleikorrels, perliet, vermiculi Uitvoering ð De uitvullingslagen worden in vlakken van maximum 20 m² aangebracht. ð De dikte wordt aangegeven op de plannen en in de meetstaat. ð De uitvullingslaag is minimum 28 dagen oud vooraleer dek-, bedrijfs- of harde vloeren worden aangebracht. Omvang Inbegrepen : ð eventueel noodzakelijke bekistingen aan vrije randen Wordt in een afzonderlijk artikel verrekend : ð afboordings- en voegprofielen bewegingsvoegen doorheen de hele constructie Meting m³ - netto uit te voeren volume. Openingen kleiner dan 0,5 m² worden niet afgetrokken. 43.43.72
Uitvulling vloeren obv geëxp. kleikorrels
43.43.72.11
Uitvullingslagen in obv geëxp. kleikorrels
Materiaal ð Uitvullingslaag uit een laag losgestorte kleikorrels Licht rond granulaat van geëxpandeerde Boomse klei, vervaardigd in een draaioven bij een temperatuur van ±1.100 °C, met korrelmaat 8/16 mm en een droge volumemassa (losgestort) van ca. 340 kg/m³ overeenkomstig de EN 13055-2 en EN 14063-1 (CE lichte granulaten) . Het korrelmateriaal moet vrij zijn van bevroren materialen, onzuiverheden, afvalstoffen of organische materialen. ð randisolatie : niet-wateropslorpende randstrips ð afstrijklaag : zaand : 1000 l ; cement CEM III/A of B 42,5 : 300 kg (volumedelen 1:4) Uitvoering
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
185/232
ð Voorbereiden van het legvlak (zuiver maken van ondergrond, verwijderen van stof en onreinheden), het vooraf nat maken tot volledige verzadiging. ð Plaatsen van de randisolatie rondom alle opgaande vlakken zoals wanden, kolommen, enz... Deze randisolatie wordt geplaatst in L-vorm. Het horizontale stuk is minstens 5 cm breed en het verticaal gedeelte dient minstens 2 cm boven het toekomstige afgewerkte vloerpeil te komen. ð Aanbrengen van eventueel in te werken elementen ð De aanvulling zal uitgevoerd worden met geëxpandeerde kleikorrels, die op de constructieplaat worden gestort of geblazen. De dikte van de laag staat aangeduid op de plannen. Indien ze meer bedraagt dan 30cm zal het granulaat uitgespreid worden in lagen van hoogstens 30cm. Elke laag zal licht aangedamd worden. Specificaties van de trilplaat : Gewicht: 50 tot 140 kg Breedte: 50 tot 80 cm Frequentie: 75 tot 100 Hz Impact: 15 tot 30 kN Minimum passages: 3 per 30 tot 5 per 40 cm ð Stabilisatie van de oppervlakte met een cementmelk (50l water en 50kg cement voor 5m² ). ð Het bovenvlak is effen. Afwijkingen van meer dan 0,5 cm, gemeten met een lat van 3 m worden niet toegelaten. ð Eventuele zettingsvoegen in de constructies worden eveneens in de uitvullaag uitgespaard dmv tussenvoegen van XPS-isolatieplaat van min 2 cm. ð De dikte wordt aangegeven op de plannen en in de meetstaat. Omvang Inbegrepen : ð eventueel noodzakelijke bekistingen aan vrije randen Meting m³ - netto uit te voeren volume. Openingen kleiner dan 0,5 m² worden niet afgetrokken. 43.94
In te werken elementen voor afwerking vloeren
43.94.10
Afboordingen en strippen voor afwerking vloeren
43.94.15
Afboordingsprofielen en strippen in metaal
43.94.15.20
Afboordingsprofielen en strippen in staal en staallegeringen
43.94.15.25
Afboordingsprofielen en strippen in roestvrij staal
43.94.15.25.10
Afboordingsprofielen in roestvrij staal
Materiaal
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
186/232
L-profiel in roestvrij staal 18/8. Min. dikte L-profiel 2 mm. Bij hechtende dekvloeren : hoogte L-profiel = dikte vloerafwerking min ca. 1 cm. Zie ook principeschets. Uitvoering ð De afboordingen dienen volkomen recht en verticaal te verlopen. De bovenste rand van het afboordingsprofiel dient volkomen pas te liggen met het bovenpeil van de afgewerkte vloer. ð Het L-profiel dient door RVS bouten en in te boren schroefhulzen in verzinkt staal bevestigd te worden aan de constructie. Maximum onderlinge afstand van de bevestigingen is 30 cm. Maximum afstand van bevestiging tot uiteinde L-profiel is 10 cm. Bij zwevende vloeren en niet-hechtende dekvloeren dient de bevestiging in de vloer zelf te gebeuren en niet doorheen de isolatie aan de constructie. ð Lengten tot 6 m moeten in 1 stuk uitgevoerd kunnen worden. Voor lengten langer dan 6 m dient de situering van eventuele voegen goedgekeurd door de LA. ð Hoeken dienen in verstek uitgevoerd. Alle scherpe randen dienen afgerond en de bovenzijde van de profielen dient glad afgewerkt. ð Na plaatsing dient de voeg tussen de constructie en het profiel volledig platvol opgevoegd dmv krimpvrije epoxymortel. ð De situering van het afboordingsprofiel in deuropeningen is midden het deurblad (gesloten stand). ð ð 43.94.15.25.11 Afboordingsprofiel in roestvrij staal type 1 Materiaal Afboordingsprofiel voor vloerafwerking met dikte 60 mm Meting m - lopende meter enkel afboordingsprofiel. Enkel de op de plans voorziene afboordingsprofielen en deze ter plaatse aangeduid door de LA worden in rekening gebracht. 43.94.15.25.20
Overgangsprofielen vloeren in roestvrij staal
43.94.15.25.21
Overgangsprofielen vloeren in roestvrij staal tegels-zachte vloerbekl.
Materiaal Overgangsprofiel in roestvrij staal V2A (AISI 304) voor een traploze verginding van vloerbekledingen van verschillende hoogte bv overgang van tegels naar tapijt of naar pvcvloerbekleding.. Met een trapeziumvormig geperforeerd bevestigingsvlak en een onder een hoek van ca 17° 25° afgeschuind overgangsvlak, dat met een 4 mm hoge verticale rand afsluit. Het profiel dient te worden gekozen afhankelijk van de tegeldikte.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
187/232
Uitvoering ð De overgangsprofielen dienen volkomen recht en verticaal te verlopen. De bovenste rand van het afboordingsprofiel dient volkomen pas te liggen met het bovenpeil van de afgewerkte vloer. ð Lengten tot 2,5 m moeten in 1 stuk uitgevoerd kunnen worden. Voor lengten langer dan 2,5 m dient de situering van eventuele voegen goedgekeurd door de LA. ð Hoeken dienen in verstek uitgevoerd. ð De situering van het overgangssprofiel in deuropeningen is onder het deurblad (gesloten stand). ð De holle ruimte aan de onderzijde van het profiel moet met tegellijm worden gevuld. Op de plaats waar de tegelbekleding moet worden begrensd, tegellijm aan met een getande lijmkam. Het profiel moet met het trapeziumvormig geperforeerde bevestigingsvlak in het lijmbed worden gedrukt en uitgelijnd. Het trapeziumvormig geperforeerde bevestigingsvlk moet volvlakig met tegellijm worden ingestreken. De aangrenzende tegels worden stevig ingedrukt en zo uitgelijnd dat de bovenste rand van het profiel gelijk ligt met de tegel. De tegel wordt tegen de zijdelingse voegrib geplaatst met een gelijkmatige voeg van 1,5 mm. De voegruimte tussen tegels en profiel moet volledig met voegmortel worden opgevuld. 43.94.18
Afboordingsprofielen en strippen in kunststof
43.94.18.10
Afboordingsprofielen en strippen in thermoplastische kunststoffen
43.94.18.11
Afboordingsprofielen en strippen in PVC
43.94.18.11.10
Overgangsprofielen vloeren in PVC
43.94.18.11.11
Overgangsprofielen in PVC tussen tapijt-pvc vloerbekleding
Materiaal en uitvoering Overgangsprofiel in PVC als scheiding tussen tapijt en pvc vloerbekleding volgens tekeningen details Afmetingen :lengte 2,3 m-breedte 32 mm-hoogte 7,5 mm. Beschikbaar in 5 kleuren. Kleur te kiezen door de architect. Het profiel wordt op de ondervloer vastgezet met een contactlijm. Meting m - lopende meter profiel 43.94.20
Voegen in vloeren
43.94.21
In te werken vloervoegprofielen
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
188/232
43.94.21.10
In te werken vloervoegprofielen met niet-verhoogde inlage
Materiaal Vloervoegprofiel bestaande uit stabiele aluminium zijwanden waartussen een slijtvaste, weeren chemisch bestendige inlage is geklemd. ð Aluminium draagprofielen : L- profiel bestaande uit een opstand die voledig dicht is, en een basis voorzien van perforaties. Tot een afgewerkte vloerdikte van 60 mm mogen deze profielen vast in de hoogte zijn. Vanaf 60 mm dienen deze profielen verstelbaar in de hoogte zodat er onder de basis max. 1 cm ruimte is voor aanvulling met krimpvrije epoxymortel. De binnenzijden van de rechtstaande aluminium randen zijn uitgerust met een ligplaatst en steunvlak om de inlage te bevestigen. ð Inlage : Tussen de twee aluminium draagprofielen wordt een uitneembare inlage aangebracht met een dilatatievermogen van +5/-5 mm. Het zichtbare gedeelte van de inlage is voorzien van 2 gleven voor een grotere dilatatie. Materiaal en type inlegstrook afhankelijk vloerafwerking : • synthetische rubberen inlage (EPDM) niet verhoogd : harde vloeren, bedrijfsvloeren, gietvloeren Uitvoering ð De profielen worden stevig aan de onderliggende constructie bevestigd dmv bouten en pluggen in RVS minimum om de 30 cm. De bevestiging dient zodanig te zijn dat tussen de profielen en de ondergrond geen beweging kan ontstaan. Bij zwevende vloeren en niet-hechtende dekvloeren worden de profielen niet aan de ondergrond bevestigd maar verankerd in de dekvloer. Zie ook principeschets. ð De profielen dienen volkomen recht geplaatst. De bovenste rand van de profielen dient pas te liggen met het bovenvlak van de dekvloer bij verhoogde inlage (dus bij dekvloer bekleed met PVC-, rubber of linoleum vloerbekleding, tapijt, ...). De bovenste rand van de profielen dient pas te liggen met het bovenvlak van de afgewerkte vloer bij niet-verhoogde inlage (dus bij harde vloeren, bedrijfsvloeren, gietvloeren, ...) ð Lengten tot 4 m moeten in 1 stuk uitgevoerd kunnen worden. Voor lengten langer dan 4 m dient de situering van eventuele voegen vooraf goedgekeurd door de LA. De voegen dienen geschrankt te worden zowel voor de aluminium als voor de inlage; maw er mag nooit een rechte snede voorkomen. Hoeken dienen in verstek uitgevoerd. ð De hoogte van de profielen dient, in functie van de dikte van de totale vloer waarin ze dienen verwerkt, steeds zo hoog mogelijk gekozen, zodat de nodige aanvulling om de profielen pas en op peil te brengen minimaal is. De aanvulling onder de profielen dient uitgevoerd met krimpvrije epoxymortel. ð Naast het profiel dient een wapeningsnetje aangebracht vooraleer de dekvloer geplaatst wordt zodat breuk tussen het profiel en de dekvloer voorkomen wordt. ð Bij profielen zonder verhoogde inlagen dient de aansluiting met de afgewerkte harde vloer te gebeuren met een eencomponent PU-kit.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
189/232
ð Onmiddellijk na de plaatsing dient over de profielen een bescherming aangebracht die toelaat over de profielen te rijden met werftransport zonder deze te beschadigen (afdekking met plank, aan onderzijde uitgefreesd, aan bovenzijde afgeschuind, en vastgehecht dmv vijzen). De bescherming wordt onderbroken ter hoogte van de wanden, zodat de wanden kunnen geplaatst worden zonder de bescherming te moeten verwijderen. De bescherming dient in stand en onderhouden te worden door de aannemer van onderhavig perceel tot aan de voorlopige oplevering. Omvang Wordt in een afzonderlijk artikel verrekend : ð brandwerende voegdichting bij voegen tussen 2 compartimenten ð ð 43.94.21.11 Vloervoegprofielen met niet-verhoogde inlage in vloer Meting m - lopende meter zettingsvoeg in vloer 43.94.21.20
In te werken vloervoegprofielen met verhoogde inlage
Materiaal Vloervoegprofiel bestaande uit stabiele aluminium zijwanden waartussen een slijtvaste, weeren chemisch bestendige inlage is geklemd. ð Aluminium draagprofielen : L- profiel bestaande uit een opstand die voledig dicht is, en een basis voorzien van perforaties. Tot een afgewerkte vloerdikte van 60 mm mogen deze profielen vast in de hoogte zijn. Vanaf 60 mm dienen deze profielen verstelbaar in de hoogte zodat er onder de basis max. 1 cm ruimte is voor aanvulling met krimpvrije epoxymortel. De binnenzijden van de rechtstaande aluminium randen zijn uitgerust met een ligplaatst en steunvlak om de inlage te bevestigen. ð Inlage : Tussen de twee aluminium draagprofielen wordt een uitneembare inlage aangebracht met een dilatatievermogen van +5/-5 mm. Het zichtbare gedeelte van de inlage is voorzien van 2 gleven voor een grotere dilatatie. Materiaal en type inlegstrook afhankelijk vloerafwerking : • synthetische rubbere inlage (EPDM) verhoogd : tapijt, rubber vloerafwerking • PVC inlage verhoogd en lasbaar : PVC-vloerafwerking, linoleum vloerafwerking Verhoogde inlage : de inlage komt een aantal mm boven het aluminiumprofiel voor aansluiting met vloerbekleding (bv bij PVC-vloerbekleding : lasdraad tussen PVC-inlage en vloerbekleding). De hoogte van de verhoging is afhankelijk van de dikte van de vloerbekleding. Uitvoering ð De profielen worden stevig aan de onderliggende constructie bevestigd dmv bouten en pluggen in RVS minimum om de 30 cm.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
190/232
ð
ð
ð
ð ð
De bevestiging dient zodanig te zijn dat tussen de profielen en de ondergrond geen beweging kan ontstaan. Bij zwevende vloeren en niet-hechtende dekvloeren worden de profielen niet aan de ondergrond bevestigd maar verankerd in de dekvloer. Zie ook principeschets. De profielen dienen volkomen recht geplaatst. De bovenste rand van de profielen dient pas te liggen met het bovenvlak van de dekvloer bij verhoogde inlage (dus bij dekvloer bekleed met PVC-, rubber of linoleum vloerbekleding, tapijt, ...). De bovenste rand van de profielen dient pas te liggen met het bovenvlak van de afgewerkte vloer bij niet-verhoogde inlage (dus bij harde vloeren, bedrijfsvloeren, gietvloeren, ...) Lengten tot 4 m moeten in 1 stuk uitgevoerd kunnen worden. Voor lengten langer dan 4 m dient de situering van eventuele voegen vooraf goedgekeurd door de LA. De voegen dienen geschrankt te worden zowel voor de aluminium als voor de inlage; maw er mag nooit een rechte snede voorkomen. Hoeken dienen in verstek uitgevoerd. De hoogte van de profielen dient, in functie van de dikte van de totale vloer waarin ze dienen verwerkt, steeds zo hoog mogelijk gekozen, zodat de nodige aanvulling om de profielen pas en op peil te brengen minimaal is. De aanvulling onder de profielen dient uitgevoerd met krimpvrije epoxymortel. Naast het profiel dient een wapeningsnetje aangebracht vooraleer de dekvloer geplaatst wordt zodat breuk tussen het profiel en de dekvloer voorkomen wordt. Onmiddellijk na de plaatsing dient over de profielen een bescherming aangebracht die toelaat over de profielen te rijden met werftransport zonder deze te beschadigen (afdekking met plank, aan onderzijde uitgefreesd, aan bovenzijde afgeschuind, en vastgehecht dmv vijzen). De bescherming wordt onderbroken ter hoogte van de wanden, zodat de wandne kunnen geplaatst worden zonder de bescherming te moeten verwijderen. De bescherming dient in stand en onderhouden te worden door de aannemer van onderhavig perceel tot aan de voorlopige oplevering.
Omvang Wordt in een afzonderlijk artikel verrekend : ð brandwerende voegdichting bij voegen tussen 2 compartimenten ð ð 43.94.21.21 Vloervoegprofielen met verhoogde inlage in vloer Meting m - lopende meter zettingsvoeg in vloer 43.94.40
Inbouwkader voor vloermatten
43.94.45
Inbouwkader voor vloermatten in metaal
43.94.45.30
Inbouwkader voor vloermatten in aluminium
43.94.45.31
Inbouwkader voor vloermatten in geanodiseerd aluminium
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
191/232
Materiaal ð Kaderprofielen en bevestigingsankers in aluminium (Almg Si 0,5) geanodiseerd minimum 25 micron, in kleur te kiezen door de architect zonder uitsluiting van enig kleur. Hoogte kader : in functie van hoogte mat. ð Bevestigingsmiddelen in roestvrij staal 18/8 Uitvoering ð Plaatsen van kader vastgezet aan de constructievloer door ankers of patten die in de gleuven van het kader schuiven en die dmv bouten vastgezet worden. Aantal bevestigingen : ± alle 30 cm en op maximum 30 cm van de hoeken. De bevestigingen mogen de vloerafwerkingen (zowel van onderhavige aanneming als van andere) niet hinderen. De hoeken van het kader dienen in verstek uitgevoerd en gelast. Alle scherpe randen dienen lichtjes afgerond. Het bovenpeil van het kader dient in het vlak te liggen van het afgewerkte vloerpeil. ð In het kaderoppervlak dient dezelfde vloerafwerking aangebracht als aangrenzend. Het bovenpeil van deze vloerafwerking zal zoveel lager liggen dan de afgewerkte aangrenzende vloerafwerking als de mat en profiel dik is. Uitvoering Wordt in een afzonderlijk verrekend : ð vloerafwerking te plaatsen in kaderoppervlak (zie artikels van vloerafwerking) ð mat Meting m - lopende meter kaderprofiel 47
BUITENAFWERKING DAKEN
Uitvoering De dakopbouw, uitvoering, alle aansluitingen en afwerkingen dienen te beantwoorden aan de voorschriften van de TV's van het WTCB oa TV 169, TV 175, TV 176, TV 183, TV 184, TV 186, TV 191, TV 195, TV 202. 47.30
Afwerking dak - water- en dampdichte folies
Materiaal en uitvoering Alle waterdichte en dampdichte lagen, materiaal en plaatsing dienen te beantwoorden aan de voorschriften van TV 183 en 191 van het WTCB, NBN B46-001, B46-002, B46-003, B46-201, STS 34, de Benor of ATG voorschriften. 47.37
BOECKX ARCHITECTS
Dakfolies obv plantaardige en dierlijke stof, anorg. vezels en bitumen
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
192/232
47.37.60
Dakfolies obv rubber
47.37.63
Dakfolies obv gewapend EPDM-rubber met bitumenonderlaag
47.37.63.50
Gewap EPDM-dichting met bitumen gekleefd op bitumen/beton - BROOF(t1)
47.37.63.51
Gewap. EPDM-dakdichting met bitumen op bit./beton volledig verkleefd
Materiaal ð Afdichtingsmembraan met opbouw in meerdere lagen, bestaande uit : • een toplaag met een dikte van 1,1 mm in 100% elastomeer EPDM (ethyleen-propyleendieen-monomeer) met intern wapeningsnet • een onderlaag met een dikte van 1,4 mm van zelfklevende SBS-gemodificeerde bitumen, machinaal aangebracht aan de EPDM-toplaag of als afzonderlijke laag. Eigenschappen : • Het membraan is 2,5 mm dik ± 10 %. • Gewicht ± 2,5 kg/m² • Treksterkte : langs en dwars 400 N/50 mm • rekvermogen : minimum 400 % in langse en dwarse richting • koude buig : geen scheuren bij -30°C • nagelinscheurweerstand : minimum 300 N/mm • overlapdichting : afschuifsterkte minimum 200 N/50 mm; afpelweerstand - minimum 80 N/50mm • vrije krimp : < 0,5% • brandgedrag : voldoet rechtstreeks aan BROOF(t1) • wortelvastheid : voldoet aan FLL-proef Het afdichtingsmembraan is getest volgens de EUtgb-richtlijnen voor elastomeer afdichtingen en heeft een BUtgb-goedkeuring. ð Hechtprimer met kleefkracht van 10 kPa bij 30% verlijming. Uitvoering ð Voorbereiden van de oude bitumineuze afdichting. Het oppervlak van de bestaande afdichting wordt grondig gereinigd bv met een hogedrukspuit. Blazen en ribbels worden doorgesneden en plat gebrand, of met de schop afgestoken. Losse en olie- of vethoudende delen worden verwijderd. De putten worden opgevuld met stroken nieuw bituminieus materiaal in warme bitumen gekleefd of gelast met de brander. De spanning aan dakranden wordt geëlimineerd door langs insnijden en de losse stroken worden opnieuw gekleefd of zo nodig verwijderd. Indien de opstanden zijn afgezakt of over grote delen los hangen, wordt de verticale afdichting volledig verwijderd. ð Op de ondergrond wordt een speciale hechtprimer aangebracht. De hechtprimer wordt in het platte vlak partieel (30 à 40%) aangebracht op licht ruwe ondergronden (gezande bitumenmembraan, bitumenmembranen met leischilfers). Op gladde ondergronden (bv uitgesmeerde bitumen) en tegen opstanden en over een breedte van 2 m langsheen de dakrand wordt de hechtprimer op de volledige oppervlakte aangebracht.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
193/232
ð
ð
ð
ð
ð
De hechtprimer wordt uitgestreken in streepvorm met een lamvelrol. Verbruik : 150 g/m² partieel gekleefd, 300 g/m² vol gekleefd. Op zeer zuigende ondergrond of ruwe leischilfers is het nodig de hechtprimer in twee lagen aan te brengen (verbruik resp. 250 en 400 g/m²). De hechtprimer volledig laten drogen (± 30 minuten). Na een regenvlaag moet men het ingestreken en niet bedekte oppervlak drogen en terug hechtprimer aanbrengen. Het membraan wordt tussen 30 minuten en 10 uren na het aanbrengen van de hechtprimer uitgerold op de ondergrond met wegtrekken van de antikleeffolie met een overlapping van 60 mm. Het dakmembraan wordt op de ondergrond met een borstel aangedrukt in de hechtprimer. De overlappen worden enkel met een warme lucht met een aangepaste automaat of aangepast handapparaat dichtgelast (overlapbreedte 60 mm). Men zal erop letten dat er een regelmatige en voldoende uitstulping van bitumen uit de naad optreedt : minimum 2 mm. Lassen met de brander is verboden. Alle aansluitingen worden uitgevoerd met hetzelfde materiaal. Voor hoeken en aansluitingen op ontluchtingsbuizen, koepels, uitzetvoegen, enz... is het gebruik van speciale vormstukken verplicht, gesneden uit dezelfde soort dakmembraan, onderaan voorzien van een gewone SBS-bitumenlaag. Men zal hierbij de richtlijnen van de fabrikant nauwkeurig naleven. Aanbrengen van de afdichting in dakgoot De afdichtingstrook in de langsrichting van de goot aanbrengen in lengte van 5 à 10 m teneinde het aantal voegen tot het minimum te beperken. De afdichting met hechtprimer door volle kleving bevestigen. De rol in de goot op zijn juiste plaats openleggen. De opgaande stroken omklappen. De koppen van de goot nadien kleven. De antikleeffolie blijft zitten in die zone tot net voor het aanleggen. Hoeken inplooien, niet insnijden. Dakopstanden : Op ruwe ondergrond eventueel aanbrengen van een onderlaag type V4 bitumineus te kleven. De dakafdichting van het dakvlak minimum eerst 50 mm optrekken tegen de opstand met volledige kleving.. Een afzonderlijke afdichtingsstrook uit hetzelfde dakdichtingsmateriaal met hechtprimer tegen de opstanden bevestigen met volledige kleving. De stroken dienen minimum 100 mm op het dakvlak doorgetrokken. De afdichting dient steeds hoger opgetrokken dan de dakrand of de eventuele spuwers met een minimum van 150 mm.
Omvang Inbegrepen : ð afgeven na uitvoering van een door de fabrikant opgemaakt certificaat van goede uitvoering met garantieverklaring van 10 jaar fabriekswaarborg (zonder voorbehoud) op materiaal en arbeidsloon, wat betreft de waterdichtheid van het afdichtingssysteem. Wordt in een afzonderlijk artikel verrekend : ð verticale dakdoorbrekingen voor waterafvoer, verluchting, ... dmv buisstuk met plakplaat ð uitzettingsvoegen ð tapbuizen voor aansluiting op afvoerkanalen hemelwater ð spuwers ð brandwerende A1 coating (ook bij recuperatie regenwater) Meting
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
194/232
m² - netto dakoppervlak, dakranden overmeten. Verticale opstanden worden meegerekend vanaf peil constructie + 15 cm tot bovenkant opkant. Hellende daken worden gemeten volgens de helling (eveneens inbegrepen de dakgoot). Openingen en onderbrekingen kleiner dan 1 m² worden niet afgetrokken. 47.90
Hulpstukken en onderdelen voor afwerking daken
47.92
Dakisolatie
47.92.70
Dakisolatie obv planaardige en dierlijke stof, anorg vezels en bitumen
47.92.74
Dakisolatie in minerale vezels
47.92.74.20
Dakisolatie in rotswol
47.92.74.26
Dakisolatie in opgerolde rotswolplaten te versnijden
Materiaal ð Lichte en veerkrachtige, onbeklede rotswolplaat geleverd op rol, opgbouwd uit minerale vezels bekomen door smelten van vulkanisch gesteente en gebonden met gepolymeriseerde harsen. Het product heeft geen uitzetting ofkrimp, geen aanleiding tot schimmelvorming en is geen voedingsbodem voor bacteriën. De platen zijn 1000 mm breed. gedeclareerde thermische geleidbaarheid : max. 0,035 W/mK (NBN-EN 12667) De isolatie heeft geen thermische veroudering. De specifieke warmtecapaciteit cp bedraagt circa 1030 J/kgK volgens NBN EN 10456. De isolatie is waterafstotend, niet hygroscopisch en niet capillair. Het waterdampdiffusieweerstandsgetl µ bedraagt circa 1,3. De rotswol is niet brandbeer en heeft euro-brandklasse A1 volgens NBN EN 13501-1. De isolatie draagt het CE)merk.Het product bezit een door de BUtgb afgeleverd productgoedkeuring. ð Dampscherm : halfdoorschijnend dampscherm uit polyethyleen dikte 0,2 mm. Brandklasse A1 volgens NBN S21-203. Uitvoering ð De isolatieplaat wordt in de dwarsrichting tot stroken versneden, enkele millimeters breder dan de afstand tussen de kepers, zodat ze zelfklemmend en zonder verdere bevestigingen kunnen worden geplaatst. Ook wanneer inkorten van de strook in de andere richting nodig is, bijvoorbeeld in aansluiting tegen de daknok, wordt een kleine overmaat gerespecteerd. Snijden gebeurt met behulp van een gepast mes en een rechte lat. ð De platen volgen zo dicht mogelijk de te verwarmen lokalen. Alle onderbrekingen worden vermeden.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
195/232
ð Aanbrengen van het dampscherm onder het isolatiemateriaal door nieten tegen de kepers of met dubbelzijdige tape op een metalen structuur te kleven. De verschillende banen dienen elkaar ruimschoots te overlappen met een minimum van 15 cm. Daar waar het scherm vastgeniet werd of waar twee banen mekaar overlappen, wordt er vervolgens de eenzijdige kleefband geplaatst zodat de luchtdichtheid verzekerd wordt. Om een goede lucht- en dampdichtheid aan de randen van het dampscherm te bekomen, worden deze met speciale dichtingsmastiek afgewerkt. Het geheel dient volledig luchtdicht te zijn. Bij vastgestelde gebreken tijdens een luchtdichtheidstest, zullen alle aanpassingen dienen uitgevoerd door de aannemer en is de 1ste test en de nieuwe test na de aanpassingen op kosten van de aannemer. 47.92.74.26.13
Rotswol dakbouwplaat te versnijden dikte 20 cm
Meting m² - netto dakoppervlakte. Openingen kleiner dan 0,5 m² worden niet afgetrokken. 47.94
In te werken elementen voor dakafwerking
47.94.40
Spuwers
47.94.47
Spuwers bij dakdichting obv plant & dierl. stof, anorg. vezel, bitum
47.94.47.60
Spuwers bij dakdichting obv rubber
Materiaal Spuwers met plakplaat gemaakt uit lood dat verenigbaar is met de gebruikte afdichtingmaterialen en hun plaatsingswijze. Plakplaat dient minimum 150 mm ingewerkt zowel horizontaal in het dakvlak als verticaal tegen de opkant. Zie ook principetekening. Uitvoering ð De vormen een noodvoorziening voor de afvoer van het hemelwater bij verstopping of overbelasting van de normale afvoervoorzieningen. uitgevoerd conform de voorschriften van TV 191 van het WTCB. ð De spuwer dient naar buiten te hellen en moet minimum 50 mm buiten het gevelvlak uitsteken. ð De spuwers worden op enige afstand van de eigenlijke waterafvoer geplaatst en waar de werking van de spuwer snel opgemerkt wordt. ð Het laagste punt van de spuwer moet zich juist boven het hoogste normale waterpeil (NWP volgens TV 183 van het WTCB) bevinden. De afvoerbuizen zorgen er dus voor dat de waterstand op het dak niet boven het normale waterpeil (NWP) komt, terwijl de spuwers ervoor moeten zorgen dat het uitzonderlijk waterpeil (UWP) waarbij het water in het gebouw loopt via koepels, opstanden enz. niet overschreden wordt.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
196/232
ð De plakplaat vooraf ontvetten en instrijken met een aangepaste hechtprimer. Droogtijd in acht nemen. De plakplaat uitbekleden met een extra afzonderlijke strook dakdichting (idem als dakdichting) door kleven. Ingeval de plakplaat even hoog komt als de opkant, dient de extra laag over de opkant opgetrokken. Bij opgaande muren moet de extra laag hoger opgetrokken worden (minimum 100 mm boven plakplaat). De dakdichting erover plaatsen. De afvoeropening moet in de dakdichting uitgesneden worden. De dakdichting in rubber dient volledig gekleefd op de strook van de plakplaat. ð ð 47.94.47.61 Spuwers diam. 80 mm bij dakdichting obv rubber Meting stuk 47.95
Onderdaken, bebordingen en tengellatten
47.95.10
Onderdaken
47.95.16
Onderdaken in hout
47.95.16.30
Onderdaken in multiplex
47.95.16.31
Onderdaken in water- en weerbestendige multiplex kwaliteit A/A
Materiaal ð Water- en weerbestendige multiplex, kwaliteit A/A door en door uit dezelfde houtsoort met een garantie van minimum 20 jaar. De onderdakplaten moeten geschikt zijn voor het aanbrengen van een waterdichte afdichtingslaag. Het onderdak is voorzien van alle toebehoren voor de plaasing en bevestiging, voor het uitvoeren van randafwerkingen met afen uitrondingen nodig voor het naderhand aanbrengen van de afdichting. Dikte plaat : 18 mm ð Verlijming platen : 71 100 volgens STS 31 deel II art. 04.5. Uitvoering ð De ondergrond waarop de platen gelegd worden moet vlak, droog en zuiver zijn. Oneffenheden moeten vooraf met aangepaste middelen afhankelijk van de aard van de ondergrond weggewerkt en mogen de 5 mm niet overschrijden. ð De platen worden vastgenageld op de onderliggende constructie na aanbrengen van spielatten over de ganse lengte van van de balk. De onderdakplaten boven balklagen dienen gelegd in helling teneinde een goede afwatering te bekomen (helling 1,5 cm/m). ð De onderdakplaten mogen bij het verwerken niet ingedrukt worden. Bij de plaatsing van de dakbedekking mot de ondergrond en de onderdakplaten luchtdroog zijn. Het insluiten van vochtige bouwelementen tussen een dampscherm en de afdichtingslaag is verboden. ð Ter plaatse van dakdoorgangen worden in de platen passende openingen gemaakt.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
197/232
Meting m² - dakoppervlak gemeten volgens de dakhelling 47.97
Aansluiting dakafwerking tegen opgaande constructies
47.97.30
Aansluiting dakdichtingsfolies tegen opgaande constructies
Uitvoering Alle aansluitingen dienen uitgevormd conform de voorschriften van TV 191 en 215 van het WTCB, NBN B46-001, B46-002, B46-003, B46-201, STS 34, de Benor en ATG voorschriften. 47.97.31
Aansluiting dakdichtingsfolies tegen bestaande opgaande constructies
47.97.31.11
Aansluiting dakdichtingsfolies tegen bestaande betonwand
Materiaal ð Geëxtrudeerd aluminium profiel, legering AlMgSi 0,5 F 22 voor de bevestiging van de dakdichting tegen opgaande muren. Het profiel is zodanig dat er aan de bovenzijde een rand beschikbaar is om de wandaansluiting op te spuiten met een elastische voeg voor een totale waterdichtheid. Het profiel is ook voorzien van een uitspringende lip als waterafdrup. Afwerking : anodisatie volgens de EWAA-normen. Voor hoeken dienen speciale hoekstukken voorzien. ð Elastische voeg volgens art. 49.11.10. ð Dakdichtingsmateriaal opkant gelijk aan materiaal dakdichting. Uitvoering ð Aanbrengen van stroken dakdichtingsmateriaal volgens de richtlijnen beschreven in de artikels van het dakdichtingsmateriaal en volgens principeschets. ð Aanbrengen van het wandaansluitingsprofiel volgens tekening met een voeg van 2 à 3 mmm. De profielen worden op de afdichting geschroefd op 100 mm van de uiteinden en om de 300 mm met RVS-schroeven. ð Opspuiten van de wandaansluiting volgens art. 49.11.10. ð Bij uitgewassen en poreus beton, waar de hechting beton/kit onvoldoende is, dient een uitsparing gemaakt van min. 25 mm zodat de opkant, het alu-profiel en de elastische voeg zich onder de 25 mm oversteek bevinden. Zie ook principetekening. Meting m - lopende meter aansluiting aan bestaande opgaande betonwand
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
198/232
49
HULPSTUKKEN EN ONDERDELEN VOOR AFWERKING
49.10
Voegdichtingen
49.11
Elastische voegdichtingen
49.11.10
Elastische voeg dmv 1-component polyurethaan en steunstrip
Materiaal ð steunstrip : in niet-verrotbare materie. Ze mag bestaan uit polyethyleen strippen. Diameter 1,5 keer de voegbreedte. ð primer : om goede hechting te bekomen van het voegproduct aan de voegranden. Afhankelijk van de ondergrond (hout, beton, kunststof, metaal) dient een andere primer gebruikt volgens de richtlijnen van de fabrikant. ð voegdichting : 1 component, vochtuithardende, low modulus, elastische polyurethaankit geschikt voor dilatatie- en aansluitvoegen binnen en buiten. De PU-kit zal voldoen aan volgende eigenschappen : • hardheid Shore A : ong 25 na 28 dagen (+23°C/50% RV) • is blijvend elastisch en weerbestendig • doorhardingstijd : 2 à 3 mm/24 uur (+23°C/50% RV) • huidvormingstijd : 60 à 120 min (+23°C/50% RV) • toepassingstemperatuur : +5°C tot +40°C • temperatuur in dienst : -40°C tot +70°C • verderscheurweerstand : ca 7 N/mm² (+23°C/50% RV) • E-modulus : ca 0,3 N/mm² bij 100% rek (+23°C/50% RV); ca 0,6 N/mm² bij 100% rek (20°C) • rek tot breuk : ca 800% na 28 dagen (+23°C/50% RV) • herstelvermogen : > 80% na 28 dagen (+23°C/50% RV) • duurzaam toelaatbare vervorming : 25% • standvastheid : 00 mm, zeer goed • densiteit : ca 1,3 kg/l • overschilderbaar De aannemer zal voor het bepalen van de kleur stalen zetten. Slechts na goedkeuring van het staal en de bepaling van de kleur mag de uitvoering aanvangen. Aantal minimum kleuren beschikbaar : 11 kleuren oa verschillende grijze tinten, wit, zwarte ne beige-bruine tinten. Uitvoering ð De voegen worden opgevuld in de diepte met een steunstrip. ð De randen worden vrijgemaakt van stof, vuil, olie, bitumenresten en andere vreemde stoffen, eventuele oxidelaag op staal verwijderen. De aanhechtingsgrond moet zuiver, droog en stevig zijn. ð De voorzijde van de voegranden beschermen met zelfklevende tape. De zijden van de voeg instrijken met primer. Minimum 15 min. en maximum 2 uur nadat primer is aangebracht, de voeg bij middel van een spuittoestel opvullen met PU-kit tot aan de voorzijde van de voeg. De spuitmonden zullen aangepast worden aan de breedte van de voegen. Onmiddellijk nadat de PU-kit is
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
199/232
aangebracht, de voorzijde van de voeg glad maken bij middel van een spatel en de eventueel bevuilde delen onmiddellijk reinigen. Het verwijderen van de kleefband langs beide zijden van de voeg na 1 uur. Omvang Supplementaire diepte en breedte van de elastische voegdichting die moeten uitgevoerd worden door het onnauwkeurig verwezenlijken van de constructie en plaatsen van de elementen, mogen niet in rekening worden gebracht. De aannemer zal voornoemde supplementaire voegdichting uitvoeren zonder meerprijs. 50
TECHNISCHE UITRUSTING HOOFDZAKELIJK FLUIDA
52
AFVALAFVOER
52.30
Afvalwaterafvoer in de grond en gelegen onder of buiten het gebouw
Uitvoering ð Volgens STS 35 deel I en II ð Bij de voorlopige oplevering levert de aannemer aan het bestuur de AS-BUILT plans. Deze tekeningen geven de juiste ligging en diepte aan van de diverse leidingen, putten en aflopen weer samen met de voorschriften voor onderhoud van de rioleringen. ð De volledige coördinatie tussen rioleringen in de grond gelegen onder of buiten het gebouw en de aansluiting van sanitair binnen het gebouw en bestaande rioleringen si door de aannemer te verzekeren. Alle gegevens dienaangaande dienen op de uitvoeringstekeningen aangegeven. ð ð 52.31 Afvoerkanalen afvalwater in de grond Algemeen Het betreft ingegraven afvoerleidingen bestemd voor afvoer van afvalwater en regenwater afkomstig van leidingen, toestellen en putten. Uitvoering ð De buizen worden gelegd volgens STS 35.11.05 en volgens de aanduidingen op de plans die tot basis gediend hebben voor de aanbesteding en volgens de onderrichtingen ter plaatse. ð Alle buizen welke beschadigd worden, zowel voor als tijdens het lossen als bij of na het plaatsen worden vervangen. ð Uitgraven van de sleuven volgens de richtlijnen van STS 35.11.05. ð Na het graafwerk wordt de bodem van de sleuf geëffend. De wanden worden zonodig geschoord teneinde inzakkingen te vermijden. ð De plaatsing van de buizen tussen twee putten of toestellen zal gebeuren met rechte stukken en in helling en vangt aan bij het laagste punt. ð De hellingen moeten met de meeste zorgvuldigheid geregeld worden en moeten regelmatig
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
200/232
ð ð ð ð
ð
zijn tussen de opeenvolgende onderzoeksputten. Het afvoerstelsel mag nergens een tegenpijl vertonen. De buizen worden over hun volledige lengte op de voorziene fundering ondersteund. De breedte van de fundering is minimaal gelijk aan de buitendiameter van de buis plus 30 cm. Bij muurdoorgangen worden de leidingen vrij geplaatst volgens STS 35.10.82. Onder funderingsplaten en zolen worden de buizen in een koker gelegd zodat boven de buis minimum 5 cm vrije ruimte blijft. De wederaanvulling van de sleuven mag slechts aanvangen na het uitvoeren van controleproeven op de waterdichtheid (1 m waterdruk gedurende 2 uren)en na goedkeuring van de LA. Tijdens de aanvulling van de sleuven dienen de nodige voorzorgen genomen om het beschadigen en/of verplaatsen van de buizen te voorkomen. De aanvulling gebeurt in lagen van 20 cm en die lagen worden goed aangedamd. De aannemer verwezenlijkt alle waterdichte aansluitingen op leidingen, toestellen en putten.
Omvang Inbegrepen : ð Het voorleggen van de nodige berekeningsnota's ð Bochtstukken, rechte en schuine T-stukken, Y-stukken, reducties, enz... ð Speciale overgangsstukken bij aansluiting op andere materialen ð Alle nodige aftakkingen en buizen in afwachting van het later aansluiten van sanitaire leidingen. Voorlopig worden deze leidingen afgesloten met een degelijke afsluiting voor te leggen ter goedkeuring. ð Alle bijkomende kosten zoals beschoeiingen, bemaling, ... ð Het eventueel openbreken en weer herstellen van bestaande wegen waar de buizen onderdoor moeten. ð De ongeschonden bewaring, instandhouding, verlegging en terugplaatsen van kabels en leidingen die niet moeten verplaatst worden. De aannemer is verplicht zijn manier van beschoeiien aan te passen zodat de nutsleidingen kunnen behouden blijven. ð De nodige maatregelen te nemen ter bescherming van blootliggende waterleidingen tegen vorst ð ð 52.31.80 Afvoerkanalen afvalwater in de grond in kunststof 52.31.81
Afvoerkanalen afvalwater in de grond in thermoplastische kunststoffen
52.31.81.10
Afvoerkanalen afvalwater in de grond in polyvinylchloride (PVC)
Materiaal ð De buizen zijn uit niet geplastificeerd PVC beantwoordend aan NBN EN 1401-1 klasse SN2 of hoger en dragen het kenmerk "PVC-RIOOL". De buizen zijn glad of voorzien van een mof waarin een gefixeerde dichtingsring in SBR (styreen butadieen rubber) werd gemonteerd. ð De hulpstukken beantwoorden aan NBN EN 1401-1 en add. 1 en dragen het kenmerk "PVC". Ze moeten maatvast zijn, met minimale toleranties. Ze dienen voorzien te zijn van mofeinden waarin tijdens het fabricageproces, door middel van omfelzin een aan weerszijden geribde vlakke rubbermanchet in SBR is vastgezet. De wanddikte van de hulpstukken mag niet kleiner zijn dan die van de buizen. Het hulpstuk moet bovendien, in gelijk welke stand gemonteerd, water en gasdicht zijn (proefdicht tot 4 kg/cm² inwendige druk).
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
201/232
ð De buizen en hulpstukken zijn voorzien van het BENOR keurmerk en het totale rioleringssysteem dient een technische goedkeuring BUtgb te hebben. Het goedkeuringsattest dient voorgelegd te worden. ð De buizen en hulpstukken zijn uitgevoerd in de genormaliseerde kleuren middengrijs RAL 7037 (huisaansluiting op het hoofdriool van gemengde of regenwaterafvoerleidingen) of roodbruin RAL 8023 (huisaansluiting op het hoofdriool van sanitaire of fecale afvalwaters). ð De buizen hebben een codering volgens hun toepassingsgebied. Uitvoering ð De buizen worden gelegd in losse homogene grond en rusten over heel hun lengte op de sleufbodem. De sleufbodem moet vrij zijn van steenslag, rotsen, metselwerk, sintels, wortels of harde hoekige en scherpe materialen. Indien dit niet het geval is wordt een voorgevormd zuiver zandbed met een dikte van minimum 10 cm volgens figuur 2 van STS 35.45.12 onder de buis aangebracht. ð Sleufbreedte voor buizen met diameter > dan 200 mm : 2 maal de diameter van de buis. Dit om een degelijke aandamming van de grond onder en naast de buizen toe te laten. ð Voor het samenvoegen van de buizen worden de mof en het spieeinde zorgvuldig gereinigd. ð Liggingdiepte : om een goede verdeling van de lasten te bekomen moet de gronddekking ten minste D + 60 cm bedragen voor buizen met een diameter kleiner of gelijk aan 400 mm en 2,5 maal de diameter voor buizen met een diameter groter dan 400 mm. Afvoerleidingen dienen steeds beneden de vorstlijn gelegd te worden. ð Bij kruising van twee leidingen moet de afstand tussen de buizen ten minste 10 cm bedragen. Bij evenwijdige leidingen moet de afstand minstens 20 cm bedragen voor buizen met een diameter kleiner of gelijk aan 400 mm en 0,5 maal de diameter voor buizen met een diameter groter dan 400 mm. (De diameter is in dit laatste geval de diameter van de grootste der twee leidingen). Waar mogelijk dienen de hoger vermelde afstanden groter te worden genomen, vooral in de nabijheid van omvangrijke bouwwerken. ð De buizen worden met zorg gelegd om elke beschadiging te voorkomen. Bij het monteren van de verbindingsmoffen moet er bijzondere zorg voor gedragen worden dat de rubbermanchet zandvrij blijft. ð De verbindingen gebeuren door manchetverbindingen (flexibele verbinding door middel van een in de mof van het hulpstuk of de buis gefixeerde aan weerszijden geribde vlakke rubbermanchet). Het gebruik van het losse rolringsysteem voor het verbinden van PVCbuizen onderling of van PVC-buizen met dito hulpstukken is verboden. ð De wederaanvulling van de sleuven wordt uitgevoerd met te verdichten zand tot 20 cm boven de buis en verder met grond voortkomend van de uitgravingen. De eerste aanvulling moet plaatsvinden tot maximaal de halve buishoogte. De grond moet gelijktijdig worden verdicht. De aanvulling naast de buis moet goed verdicht worden. Hierbij dient te worden gezorgd dat de verdichting niet zo zwaar wordt uitgevoerd dat de buis omhoog wordt gedrukt. Het aanvullen moet gelijkmatig en gelijktijdig aan beide kanten geschieden. De tweede aanvulling tot ongever bovenkant buis, dient eveneens gelijkmatig te worden verricht. Tot 60 cm boven de kruin mag elke laag alleen naast de buis worden verdicht. Het verdichten boven de buis is niet toegestaan. De verdere aanvullingen dienen over de volle sleufbreedte te worden aangebracht en over de volle breedte te worden verdicht. 52.31.81.13
BOECKX ARCHITECTS
PVC afvoerkanalen afvalwater in de grond uitwendige diam. 125 mm
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
202/232
Meting m - lopende meter netto te plaatsen lengte van de buizen, gemeten volgens de aslijn tussen de kelderwand en/of putten, toestellen. Er wordt geen onderscheid gemaakt volgens de diepte. Er wordt geen supplement aangerekend voor de hulpstukken zoals bochtstukken, T-, Ystukken, rioolinspectiestukken en moffen. Alles is inbegrepen. Verticale stukken worden ook opgemeten volgens de aslijn. 52.33
Putten in de grond
Uitvoering ð De putten worden geplaatst volgens de aanduidingen op de plans die tot basis gediend hebben voor de aanbesteding en volgens de onderrichtingen ter plaatse. ð De diepte van de put wordt bepaald door het peil van de afvoerbuizen. ð Uitgraven volgens de richtlijnen van STS 35.11.05. ð De wederaanvulling mag slechts aanvangen na het uitvoeren van controleproeven op de waterdichtheid (1 m waterdruk gedurende 2 uren)en na goedkeuring van de LA. De aanvulling gebeurt in lagen van 20 cm en die lagen worden goed aangedamd. ð De aannemer verwezenlijkt alle waterdichte aansluitingen op leidingen, toestellen en putten. Omvang Inbegrepen : ð Alle nodige aftakkingen en buizen in afwachting van het later aansluiten van leidingen. Deze leidingen worden voorlopig afgesloten. ð Alle bijkomende kosten zoals beschoeiingen, bemaling, ... ð Het eventueel openbreken en weer herstellen van bestaande wegen. ð De ongeschonden bewaring, instandhouding, verlegging en terugplaatsen van kabels en leidingen die niet moeten verplaatst worden. De aannemer is verplicht zijn manier van beschoeiien aan te passen zodat de nutsleidingen kunnen behouden blijven. Worden in een afzonderlijk artikel verrekend : ð putdeksel en putrand ð ð 52.33.20 Préfabputten in de grond 52.33.23
Préfabputten gebonden met cement in de grond
52.33.23.40
Préfabputten in beton in de grond
Materiaal ð Beton voor funderingsplaat : sterkteklasse C16/20, milieuklasse 2b, consistentieklasse S3, maximum korrelgrootte D 28. Wapening Be 500S ð Préfabput uit beton vervaardigd met HSR-cement.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
203/232
ð Epoxy-emulsie beschermingscoating met verhoogde chemische resistentie. Bestaat uit twee componenten te mengen voor verbruik. Weerstaat aan olie, vetten, brandstoffen, zoutoplossingen, agressieve gassen, logen en verdunde zuren. ð Bestrijkingsproduct samengesteld op bitumenbasis (ca 60% bitumen, 40% oplosmiddel) welke na aanbreng een beschermende laklaag op het behandelde oppervlak vormt waardoor de inwerking wordt tegengegaan van humuszuren, zwakke zuren en basen, algen en schimmels, agressief grondwater. Het product mag niet oplosbaar zijn in water en is temperatuurbestendig tot 125°C. ð Klimijzers in RVS - U-vormig diam. 20 mm, breedte 30 cm, inklemming in wand 15 cm, uitsprong uit wand 15 cm. Uitvoering ð Na het graafwerk wordt de bodem geëffend. De wanden worden zonodig geschoord teneinde inzakkingen te vermijden. ð De put wordt aangezet op een funderingsplaat van ± 15 cm dikte. Het beton zal aan de vier zijden minimum 10 cm uitsteken op de buitenranden van de put. Wanneer de put uit meerdere eenheden bestaat worden deze gefundeerd op een gemeenschappelijke funderingsplaat uit gewapend beton. Een berekeningsnota van de funderingsplaat dient te worden voorgelegd. ð De toegangsschacht wordt opgemetst of de put dient door middel van opzetranden en opzetstukken ter hoogte van het maaiveld gebracht en dit volgens het soort put. ð Alle delen in de binnenzijde van de put worden met epoxy-emulsie coating bestrijken. Aanbrengen in 2 lagen. 300 - 400 gr/m² (500 µ laagdikte). De te behandelen oppervlakken moeten droog zijn en vrij van oliën, vetten, roest en allerhande loshangende delen. ð De buitenwanden worden ingestreken. De bestrijking wordt met behulp van een kwast of spuit op de ondergrond aangebracht in 2 lagen à rato van 200 - 250 g/m² per laag. De bestrijking mag niet uitgevoerd worden bij te vochtige ondergrond. ð Waterdicht aansluiten van alle afvoerbuizen uit te voeren met epoxymortel. De bovenzijde van het deksel en de putrand dient gelijk te liggen met de aanpalende verharding en/of terrein na nivellatie. ð De putten dieper dan 1 meter dienen voorzien te worden van klimijzers. Aantal : 3 per meter hoogte. ð De putten moeten volledig afgewerkt zijn vooraleer ze in gebruik mogen genomen worden. ð De put zijdelings aandammen met zand. ð De wederaanvulling wordt uitgevoerd met te verdichten zand tot 20 cm boven de hoogste buis en verder met grond voortkomend van de uitgravingen. ð ð 52.33.23.41 Préfabputten in gepréfabriceerd beton in de grond 52.33.23.41.40
Septische putten in gepréfabriceerd beton in de grond
Materiaal ð Septische put beantwoordend aan STS 35.2 en aan omzendbrief PIC/EV3185 van het Ministerie van Volksgezondheid en het Gezin - Dienst zuivering van afvalwaters dd 15 dec. 1953. De aannemer legt voorafgaandelijk het bewijs voor dat de put conform is aan hogervermelde omzendbrief. De put draagt zijn handelsnaam, het adres van de fabrikant en
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
204/232
zijn nuttige inhoud. Alle compartimenten van de put zijn onmiddellijk bereikbaar voor toezicht en ruiming. De put bewerkstelligt een anaërobe biologische zuivering van het afvalwater, waarbij tevens de vaste stoffen grotendeels door bezinking of als drijflaag worden afgezonderd. De put bestaat uit minstens twee kamers. De opeenvolgende kamers staan met elkaar in verbinding door middel van doorstroomopeningen in de scheidingswand. Elke doorstroomopening, waarvan de bovenrand minstens 300 mm onder de waterspiegel ligt, is minstens 25 mm breed. De gezamenlijke oppervlakte der openingen bedraagt minstens 200 cm². De nuttige inhoud van de septische putten bedraagt minstens 300 liter/equivalent bewoner (EB) voor de eerste EB en 225 liter/EB voor elke bijkomende EB, met een minimum van 1500 liter. De waterdiepte bedraagt minstens 1 m, en de vrije hoogte tussen de waterspiegel en de afdekking bedraagt minstens 300 mm. Kwaliteit beton : gem. drukweerstand na 28 dagen op kubussen van 150 x 150 x 150 mm is 45 N/mm². Waterabsorptie gemiddeld 6 %. ð Gewone volle baksteen voor te leggen door aannemer Kleur : geel-roos genuanceerd Afmeting : module 190 x 90 x 90 mm Eigenschappen : wateropname volgens NBN B24-203 : <= 14% drukvastheid volgens NBN B24-201 : >= 15 N/mm² efflorescentie volgens NBN B24-209 : uitbloeiingsvrij Onmiddellijk na goedkeuring van zijn aanbesteding legt de aannemer de bakstenen voor ter goedkeuring aan het bestuur. ð Metselmortel : 300 kg cement met sterkteklasse 30 per m³ droog zand (1 deel cement voor 4 delen zand). ð Cementering : bepleisteringsmortel 400 kg cement met sterkteklasse 30 per m³ droog zand (1 deel cement voor 3 delen zand). Teneinde een waterdichte cementering te bekomen wordt aan het aanmaakwater een vochtwerend product toegevoegd dat de sterkte-eigenschappen van de cementpleister niet aantast en vrij is van organische stoffen en oliën. Uitvoering ð Alleen het fecaal afvalwater mag naar de eerste kamer van de put worden gericht. De afvoer van het keuken- en lavabo-afvalwater moet op de laatste kamer worden aangesloten. Wasserijwater mag niet naar de septische put worden geleid. ð Bij verticale aanvoer van het afvalwater mondt de valpijp uit onder de waterspiegel, en is voorzien van de nodige openingen of inrichtingen om de meegezogen lucht te laten ontsnappen. ð Het peil van de bodem van de put wordt bepaald zodanig dat de put op zijn maximale capaciteit functioneert. ð De put is voorzien van een verluchtingssysteem overeenkomstig STS 62.5 zodat de afvoer van de gassen wordt voorzien door middel van een ondergrondse verluchtingsbuis in gres (min. afmeting diam. 100 mm). Bovengronds is de verluchtingsbuis in het zelfde materiaal uitgevoerd als de afvoeren regenwater. ð De toegangsschacht wordt in verband opgemetst met volle baksteen. Aan de binnenzijde worden de voegen meegaand platvol opgevoegd. Minimum dikte schachtwanden : 19 cm. ð De schacht wordt aan de binnenzijde bepleisterd in meerdere lagen tot een dikte van 20 mm. De laatste laag wordt vlak geëffend en glad afgestreken. De hoeken zijn afgerond.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
205/232
ð Na voldoende harding en droging van de cementering worden alle delen in de binnenzijde van de schacht ook met epoxy-emulsie coating bestreken. ð De muurvlakken van de schacht in aanraking met de grond worden bepleisterd tot 10 mm dikte. De verticale vlakken worden effen afgewerkt en eveneens bestreken zoals de buitenwanden van de put. ð De toegangsschacht dient voorzien van een betonnen kader waarop de putrand met deksel rust. De bovenzijde van het deksel en de putrand dient gelijk te liggen met de aanpalende verharding en/of terrein na nivellatie. ð Na de uitvoering worden de put gevuld met zuiver water tot aan de overloop. ð ð 52.33.23.41.41 Septische put type 1 in gepréfabriceerd beton in de grond Materiaal septische put
3000 liter
De septische put wordt in serie geplaatst met de bestaande septische put van 2000 liter. Alle aansluitingen en werken inbegrepen. Meting stuk 52.38
Aansluitingen afvalwaterafvoer in de grond
52.38.10
Aansluitingen afvalwaterafvoer op rioleringsstelsels
52.38.13
Aansluitingen bestaand afvalwaterafvoer op nieuwe septische put
Materiaal De aansluiting wordt uitgevoerd met hulpstukken en bochtstukken uit hetzelfde materiaal als de aan te sluiten afvoerbuis. Uitvoering ð De aannemer zal zicht vergewissen van de ligging van de nutsleidingen vóór de uitvoering. ð De aannemer zal de oppervlakte van de op te breken verhardingen zo klein mogelijk houden als voor de uitvoering noodzakelijk is. ð Na uitvoering van de aansluiting en wederaanvulling, zo nodig met gestabiliseerd zand, worden de verhardingen in hun oorspronkelijke staat hersteld. Omvang Inbegrepen : ð alle delfwerken
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
206/232
ð alle funderingen, bezetwerken, bestrijkingen ð alle waterdichte aansluitingen der rioleringen ð buizen voor de aansluiting Meting TGP 52.90
Hulpstukken en onderdelen voor afvalafvoer
52.95
Schachtafdekkingen voor afvalafvoer
52.95.10
Putdeksels
52.95.12
Putdeksels klasse berijdbaar
52.95.12.50
Putdeksels klasse berijdbaar in metaal
52.95.12.51
Putdeksels klasse berijdbaar in gietijzer
52.95.12.51.40
Hermetische putdeksels klasse berijdbaar in gietijzer
Materiaal ð Betonnen oplegkader in geprefabriceerd gewapend beton - gladde bekisting sterkteklasse min. 40 ð Deksel en kader in gietijzer beantwoordend aan NBN B54-101, sterkteklasse III, minimum proeflast 200 kN. Het putdeksel wordt onbehandeld geleverd op de bouwplaats. Hermetisch sluitend deksel : luchtdichtheid bij een luchtoverdruk van 1 kPa (100 mm) is vereist. Uitvoering ð Het kader wordt ingemorteld of ingegoten in een omranding uit beton, die omranding wordt in de verharding ingewerkt op het gewenste peil en vastgezet met cementmortel categorie M1 (NBN B 14-001). De omranding wordt niet zichtbaar in de bevloering geplaatst. Het deksel dat niet in een bevloering wordt voorzien heeft een zichtbare betonnen omranding. ð Het gietijzer wordt ontroest, geschilderd met 1 laag menieverf en afgeschilderd met 2 lagen verf op basis van alkydharsen. De kleur is te bepalen door de architect. ð ð 52.95.12.51.41 Hermetisch putdeksel klasse berijdbaar type 1 in gietijzer Materiaal
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
207/232
afmetingen : 60x60cm vorm : rechthoekig binnenafmeting : 50x50cm buitenafmeting : 60x60cm Meting stuk 70
VASTE INRICHTING
72
VASTE INRICHTING VOOR RUSTEN EN WERKEN
72.30
Vaste inrichting voor werken
72.38
Vaste inrichting voor werken obv kunststof
72.38.20
Vaste inrichting voor werken in thermohardende kunststof
72.38.24
Vaste inrichting werken in massieve gelamineerde kunststofharsplaten
ALGEMEEN Indien in 1 project inrichting in massieve gelamineerde kunststofharsplaten EN in gestratifieerde spaanplaat is voorgeschreven dienen de stratifié en de massieve gelamineerde kunststofharsplaten 1 en hetzelfde merk te zijn. Zo kunnen de kleuren van alle materialen op elkaar aansluiten en kan dezelfde tint gebruikt worden zonder kleurverschil. Dit is een eis en dit zonder enige prijsconsequenties. Materiaal ð Massieve gelamineerde kunststofharsplaten met dikte minimum 13 mm. Kern : met fenolplasten en epoxyharsen geïmpregneerde cellulosebanen. Toplaag : met melaminehars geïmpregneerde cellulosebanen. Deze geïmpregneerde cellulosebanen worden onder hoge druk en bij verhoogde temperatuur tot homogene platen geperst. De platen zijn volledig vlak. Eigenschappen volgens EN 438-2 (2005) : • Optische eigenschappen : geen veranderingen onder invloed van hitte in glans, kleur en scheurvorming • Krasvastheid : >= 3 N, behalve blinkende afwerking 2 • Slijtvastheid : >= 450 omwentelingen (opgave omwentelingen verplicht) • Vormvastheid bij verhoogde temperatuur : lengterichting <= 0,18% en breedterichting <= 0,35% • kleurechtheid bij kunstlicht : min. wool standard 7 • vlekweerstand volgens : minimum 5 rating
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
208/232
ð ð
ð ð
ð
ð ð
• sigaretbestendigheid : minimum 4 rating • stoomweerstand : minimum 4 rating, behalve glanzende afwerking 3 • De materialen dienen antistatisch te zijn en te weerstaan aan de gewoonlijk gebruikte ontsmettingsmiddelen. Kleur : naar keuze uit het volledige kleurengamma zonder uitsluiting van enig kleur. Dit gamma dient minimum 100 effen kleuren en min. 40 houtimitaties en min. 40 decorpatronen te omvatten. De architect kan meerdere kleuren kiezen (bv verschillende lokalen, niveaus, onderdelen ...) en dit zonder prijsconsequentie. Oppervlakte structuur : vloeiende gelijkmatige textuur aan zichtzijde of mat (dit naar keuze architect zonder prijsconsequentie) Minimum dikte platen : • corpussen, deuren, fronten : 13 mm • werkvlakken : 13 mm - eventueel verdikt naar 26 mm • legplanken : 13 mm • verticale binnenverdeling : 13 mm • rug : 3 mm De opgegeven diktes zijn minimum diktes. Wanneer de aannemer oordeelt dat voor sommige onderdelen dikkere platen nodig zijn (bv voor inwerken sluit- en beslagwerk, scharnieren, geleiders, enz ...) dient hij dit uit eigen initiatief te doen en op eigen verantwoordelijkheid. Voorgevormde tabletten : de platen worden onder invloed van temperatuur na infrezen tot op 0,7 mm restdikte, vervormd. De uitgefreesde groefbreedte dient overeen te stemmen met de stsraal van het vormelement. Nadat de plaat gebogen is, wordt het uitgefreesde gedeelte vervangen door een 2-componenten polyurethaan giethars. Minimum straal voor platen van 13 mm is 15 mm. Bevestigingsmiddelen in RVS Scharnieren en stelplaten Scharnieren welke toelaten de kasten met opbouwdeuren sluitend tegen elkaar te plaatsen. De scharnieren dienen in de kopse kanten van het corpus en de deur gemonteerd te worden op dusdanige wijze dat ze geen plaats afnemen van het nuttige volume van de kast zelf. De deuren dienen 180° te kunnen opendraaien zelfs indien deze kast in batterij opgesteld is. Volledig corrosievast in de massa, stiften in roestvrij staal. Aantal : minimum 2 voor deurbladhoogte < 90 cm, minimum 4 voor hogere deurbladen Aanslagdopjes in kunststof, minimum 2 per deurblad Schuifdeurbeslag Boven- en onderrail in geanodiseerd alumiium. Boven- en onderprofiel zijn dezelfde. De anodisatie bevordert het glijden van de plastieken glijder. De onderste voetjes zijn voorzien van kogellagers. De grote diameter verzekert een zachte en geruisloze loop. Geleiders voor laden Volledig uitschuifbare geruislooswerkende looprails in met epoxy behandeld staal. De lade dient eveneens volledig uitschuifbaar. De sterkte van de looprails moet aangepast zijn aan de afmetingen en het gewicht van de laden met inhoud. Looprail van het type met nylon rollen, voorzien van aanslag tegen uitvallen van de lade. De lade moet met enkele beweging kunnen uitgenomen worden. Handgreep in RVS of verdoken volgens principeschets Sloten met halve cilinder waar aangeduid op de plans • deurhoogte > 1 m draaistangenslot • deurhoogte <= 1 m slot met schootsluiting • schuiven slot met schootsluiting De slottypes moeten van een gelijkaardig fabricatieprogramma komen en moeten bediend
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
209/232
kunnen worden door een halve cilinder van normale sleutellengte (op deuren) geschikt voor seriesluiting. Indien gewenst door de bouwheer dienen de cilinders te passen in het generaalhoofdsleutelplan geldig voor het gehele gebouw. Model en cilinder dienen ter goedkeuring voorgelegd. Slotkast en stangen dienen opgebouwd aan de binnenzijde van het deurblad. Aan de buitenzijde dient het slotgat afgewerkt met een afdekring in zelfde materiaal als handgrepen. ð Roosters in gelakt aluminium, kleur voor te leggen. Bevestigingen niet zichtbaar aan frontzijde. ð Glas : Het gelaagd glas voldoet aan de zachte schoktest (zandzak). Deze test beantwoordt aan de volgende normen : NBN S23-002 - T4/T5/T6, DIN 52337, BS 6206, UNI 7172, A.S 2208, ANSI Z97. De veiligheidsbeglazing is samengesteld uit 2 of meer bladen helder floatglas samengehouden door min. twee PVB-lagen. Kleur te kiezen door de architect uit gamma met minimum 5 kleuren. Dikte te bepalen door de aannemer in functie van de grootte van het glasoppervlak en het onderdeel (deuren, ...) Uitvoering ð Leveren en plaatsen van de vaste inrichting in massieve gelamineerde kunststofharsplaten op basis van bijgevoegde tekeningen. De afmetingen opgegeven zijn de planmaten. De aannemer dient zelf op de werf de werkelijke afmetingen en beschikbare ruimte na te meten en zijn productie aan te passen aan deze afmetingen. ð Alle vrije randen van de platen dienen lichtjes afgeschuind en de zaagranden waar geen kleurtoplaag is glad gepolijst. ð Alle verbindingen dienen uitgevoerd te worden met RVS, waar nodig zoals het verdikken van tabletten, enz mag daarbij nog een 2-componentenlijm gebruikt worden. ð De niet zichtbare kastruggen, ingelaten in de zijwanden dienen zodanig geplaatst dat een luchtcirculatie achter de kast mogelijk is. ð De kastbodems voor onderkasten rusten op minimum 4 in de hoogte verstelbare metalen steunen. De plinten hebben een netto hoogte volgens de plans onder debodemplaat van de kast en dienen vastgeclipst op de metalen steunen. Alle zichtbare vlakken worden onderaan afgewerkt dmv een plint. ð Elk deurblad moet in gesloten stand gehouden worden dmv minimum 2 kunststofsnappers. ð Waar aangeduid op de tekeningen dienen sloten, trekkers, kleerhangers, legplanken, roosters enz ... aangebracht evenals het speciaal beslagwerk als schuiven, tabletsteunen, enz ... Waar geen nadere indeling wordt opgegeven zijn de kasten te voorzien van verstelbare leggers, verstelbaarheid over de hele hoogte. Er dient ten minste om de 30 cm een plank met de nodige steunen meegeleverd. Het systeem van verstelbaarheid dient ter goedkeuring voorgelegd. Stellijsten zijn niet toegelaten en de steunen dienen gefabriceerd te zijn uit metalen stift met kunststofbekleding. ð Verluchting : de kasten dienen op dusdanige wijze geconstrueerd dat in de bodem van het corpus een verluchtingsspleet voorzien is. ð De elementen moeten zodanig geconstrueerd worden en derwijze opgehangen of gesteund op de vloer (voor onderkasten) dat ze de volgende belastingen kunnen dragen : • het eigen gewicht van het meubilair • een nuttige belasting van 2 kN/m² voor de werkvlakken of vlakken op werkhoogte • een nuttige belasting van 1 kN/m² voor de ondervlakken, lagplanken en lades
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
210/232
• een nuttige belasting van 0,5 kN/m² voor de bovenvlakken De daarbij eventueel optredende doorbuigingen mogen de goede werking en sluiting van de kastelementen niet belemmeren. De kastdeuren dienen op zulkdanige wijze bevestigd dat een gewicht van 300 N aan de uiterste bovenhoek van een deurvleugel geen vervorming of beschadiging veroorzaakt, noch aan de vleugel, noch aan de scharnieren. Omvang Inbegrepen : ð In- of aanbouwen van diverse toestellen zoals schakelaars, hoekplaten, ... ð Opspuiten met siliconen van alle voegen tussen meubilair en wanden en tussen plint en vloer en tussen meubilair en ingebouwde toestellen ð het zodanig profieleren van de kastplinten zodat ze volkomen aansluiten op de muurplinten ð ð 72.38.24.11 Vaste inrichting werken type WV1 in massieve gelam. kunststofharsplate Meting stuk 72.38.24.12
Vaste inrichting werken type WV2 in massieve gelam. kunststofharsplate
Meting stuk 72.38.24.13
Vaste inrichting werken type WV3 in massieve gelam. kunststofharsplate
Meting stuk 72.38.24.14
Vaste inrichting werken type WV4 in massieve gelam. kunststofharsplate
Meting stuk 72.38.24.15
Vaste inrichting werken type WV5 in massieve gelam. kunststofharsplate
Meting stuk 72.38.24.16
BOECKX ARCHITECTS
Vaste inrichting werken type WV6 in massieve gelam. kunststofharsplate
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
211/232
Meting stuk 73
VASTE INRICHTING VOOR BEREIDEN EN GEBRUIKEN VAN MAALTIJDEN
73.10
Vaste werkbladen en inrichting voor bereiden en gebruiken v maaltijden
73.18
Vaste inrichting bereiden en gebruiken maaltijd obv kunststof
73.18.20
Vaste inrichting bereiden en gebruiken maaltijden in thermoh. kunstst.
73.18.24
Vaste keukeninrichting in massieve gelam kunststofharsplaten
ALGEMEEN Indien in 1 project inrichting in massieve gelamineerde kunststofharsplaten EN in gestratifieerde spaanplaat is voorgeschreven dienen de stratifié en de massieve gelamineerde kunststofharsplaten 1 en hetzelfde merk te zijn. Zo kunnen de kleuren van alle materialen op elkaar aansluiten en kan dezelfde tint gebruikt worden zonder kleurverschil. Dit is een eis en dit zonder enige prijsconsequenties. Materiaal ð Massieve gelamineerde kunststofharsplaten met dikte minimum 13 mm. Kern : met fenolplasten en epoxyharsen geïmpregneerde cellulosebanen. Toplaag : met melaminehars geïmpregneerde cellulosebanen. Deze geïmpregneerde cellulosebanen worden onder hoge druk en bij verhoogde temperatuur tot homogene platen geperst. De platen zijn volledig vlak. Eigenschappen volgens EN 438-2 (2005) : • Optische eigenschappen : geen veranderingen onder invloed van hitte in glans, kleur en scheurvorming • Krasvastheid : >= 3 N, behalve blinkende afwerking 2 • Slijtvastheid : >= 450 omwentelingen (opgave omwentelingen verplicht) • Vormvastheid bij verhoogde temperatuur : lengterichting <= 0,18% en breedterichting <= 0,35% • kleurechtheid bij kunstlicht : min. wool standard 7 • vlekweerstand volgens : minimum 5 rating • sigaretbestendigheid : minimum 4 rating • stoomweerstand : minimum 4 rating, behalve glanzende afwerking 3 • De materialen dienen antistatisch te zijn en te weerstaan aan de gewoonlijk gebruikte ontsmettingsmiddelen. Kleur : naar keuze uit het volledige kleurengamma zonder uitsluiting van enig kleur. Dit gamma dient minimum 100 effen kleuren en min. 40 houtimitaties en min. 40 decorpatronen te omvatten. De architect kan meerdere kleuren kiezen (bv verschillende lokalen, niveaus, onderdelen ...) en dit zonder prijsconsequentie.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
212/232
ð ð
ð ð
ð
ð ð
Oppervlakte structuur : vloeiende gelijkmatige textuur aan zichtzijde of mat (dit naar keuze architect zonder prijsconsequentie) Minimum dikte platen : • corpussen, deuren, fronten : 13 mm • werkvlakken : 13 mm - eventueel verdikt naar 26 mm • legplanken : 13 mm • verticale binnenverdeling : 13 mm • rug : 3 mm De opgegeven diktes zijn minimum diktes. Wanneer de aannemer oordeelt dat voor sommige onderdelen dikkere platen nodig zijn (bv voor inwerken sluit- en beslagwerk, scharnieren, geleiders, enz ...) dient hij dit uit eigen initiatief te doen en op eigen verantwoordelijkheid. Voorgevormde tabletten : de platen worden onder invloed van temperatuur na infrezen tot op 0,7 mm restdikte, vervormd. De uitgefreesde groefbreedte dient overeen te stemmen met de stsraal van het vormelement. Nadat de plaat gebogen is, wordt het uitgefreesde gedeelte vervangen door een 2-componenten polyurethaan giethars. Minimum straal voor platen van 13 mm is 15 mm. Bevestigingsmiddelen in RVS Scharnieren en stelplaten Scharnieren welke toelaten de kasten met opbouwdeuren sluitend tegen elkaar te plaatsen. De scharnieren dienen in de kopse kanten van het corpus en de deur gemonteerd te worden op dusdanige wijze dat ze geen plaats afnemen van het nuttige volume van de kast zelf. De deuren dienen 180° te kunnen opendraaien zelfs indien deze kast in batterij opgesteld is. Volledig corrosievast in de massa, stiften in roestvrij staal. Aantal : minimum 2 voor deurbladhoogte < 90 cm, minimum 4 voor hogere deurbladen Aanslagdopjes in kunststof, minimum 2 per deurblad Schuifdeurbeslag Boven- en onderrail in geanodiseerd alumiium. Boven- en onderprofiel zijn dezelfde. De anodisatie bevordert het glijden van de plastieken glijder. De onderste voetjes zijn voorzien van kogellagers. De grote diameter verzekert een zachte en geruisloze loop. Geleiders voor laden Volledig uitschuifbare geruislooswerkende looprails in met epoxy behandeld staal. De lade dient eveneens volledig uitschuifbaar. De sterkte van de looprails moet aangepast zijn aan de afmetingen en het gewicht van de laden met inhoud. Looprail van het type met nylon rollen, voorzien van aanslag tegen uitvallen van de lade. De lade moet met enkele beweging kunnen uitgenomen worden. Handgreep in RVS of verdoken volgens principeschets Sloten met halve cilinder waar aangeduid op de plans • deurhoogte > 1 m draaistangenslot • deurhoogte <= 1 m slot met schootsluiting • schuiven slot met schootsluiting De slottypes moeten van een gelijkaardig fabricatieprogramma komen en moeten bediend kunnen worden door een halve cilinder van normale sleutellengte (op deuren) geschikt voor seriesluiting. Indien gewenst door de bouwheer dienen de cilinders te passen in het generaalhoofdsleutelplan geldig voor het gehele gebouw. Model en cilinder dienen ter goedkeuring voorgelegd. Slotkast en stangen dienen opgebouwd aan de binnenzijde van het deurblad. Aan de buitenzijde dient het slotgat afgewerkt met een afdekring in zelfde materiaal als handgrepen.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
213/232
ð Roosters in gelakt aluminium, kleur voor te leggen. Bevestigingen niet zichtbaar aan frontzijde. ð Glas : Het gelaagd glas voldoet aan de zachte schoktest (zandzak). Deze test beantwoordt aan de volgende normen : NBN S23-002 - T4/T5/T6, DIN 52337, BS 6206, UNI 7172, A.S 2208, ANSI Z97. De veiligheidsbeglazing is samengesteld uit 2 of meer bladen helder floatglas samengehouden door min. twee PVB-lagen. Kleur te kiezen door de architect uit gamma met minimum 5 kleuren. Dikte te bepalen door de aannemer in functie van de grootte van het glasoppervlak en het onderdeel (deuren, ...) Uitvoering ð Leveren en plaatsen van de vaste inrichting in massieve gelamineerde kunststofharsplaten op basis van bijgevoegde tekeningen. De afmetingen opgegeven zijn de planmaten. De aannemer dient zelf op de werf de werkelijke afmetingen en beschikbare ruimte na te meten en zijn productie aan te passen aan deze afmetingen. ð Alle vrije randen van de platen dienen lichtjes afgeschuind en de zaagranden waar geen kleurtoplaag is glad gepolijst. ð Alle verbindingen dienen uitgevoerd te worden met RVS, waar nodig zoals het verdikken van tabletten, enz mag daarbij nog een 2-componentenlijm gebruikt worden. ð De niet zichtbare kastruggen, ingelaten in de zijwanden dienen zodanig geplaatst dat een luchtcirculatie achter de kast mogelijk is. ð De kastbodems voor onderkasten rusten op minimum 4 in de hoogte verstelbare metalen steunen. De plinten hebben een netto hoogte volgens de plans onder debodemplaat van de kast en dienen vastgeclipst op de metalen steunen. Alle zichtbare vlakken worden onderaan afgewerkt dmv een plint. ð Elk deurblad moet in gesloten stand gehouden worden dmv minimum 2 kunststofsnappers. ð Waar aangeduid op de tekeningen dienen sloten, trekkers, kleerhangers, legplanken, roosters enz ... aangebracht evenals het speciaal beslagwerk als schuiven, tabletsteunen, enz ... Waar geen nadere indeling wordt opgegeven zijn de kasten te voorzien van verstelbare leggers, verstelbaarheid over de hele hoogte. Er dient ten minste om de 30 cm een plank met de nodige steunen meegeleverd. Het systeem van verstelbaarheid dient ter goedkeuring voorgelegd. Stellijsten zijn niet toegelaten en de steunen dienen gefabriceerd te zijn uit metalen stift met kunststofbekleding. ð Verluchting : de kasten dienen op dusdanige wijze geconstrueerd dat in de bodem van het corpus een verluchtingsspleet voorzien is. ð De elementen moeten zodanig geconstrueerd worden en derwijze opgehangen of gesteund op de vloer (voor onderkasten) dat ze de volgende belastingen kunnen dragen : • het eigen gewicht van het meubilair • een nuttige belasting van 2 kN/m² voor de werkvlakken of vlakken op werkhoogte • een nuttige belasting van 1 kN/m² voor de ondervlakken, lagplanken en lades • een nuttige belasting van 0,5 kN/m² voor de bovenvlakken De daarbij eventueel optredende doorbuigingen mogen de goede werking en sluiting van de kastelementen niet belemmeren. De kastdeuren dienen op zulkdanige wijze bevestigd dat een gewicht van 300 N aan de uiterste bovenhoek van een deurvleugel geen vervorming of beschadiging veroorzaakt, noch aan de vleugel, noch aan de scharnieren. Omvang
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
214/232
Inbegrepen : ð In- of aanbouwen van diverse toestellen zoals schakelaars, hoekplaten, spoeltafels, kookplaten, firgo's, ... ð Opspuiten met siliconen van alle voegen tussen meubilair en wanden en tussen plint en vloer en tussen meubilair en ingebouwde toestellen ð het zodanig profieleren van de kastplinten zodat ze volkomen aansluiten op de muurplinten ð ð 73.18.24.11 Vaste keukeninrichting type KV1 in massieve gelam. kunststofharsplaten Meting stuk 74
VASTE SANITAIRE INRICHTING
74.50
Vaste sanitaire tabletten en inrichting
74.58
Sanitaire tabletten en inrichting obv kunststof
74.58.20
Sanitaire tabletten en inrichting in thermohardende kunststof
74.58.24
Sanitaire tabletten en inrichting in massieve gelam kunststofharsplaat
ALGEMEEN Indien in 1 project inrichting in massieve gelamineerde kunststofharsplaten EN in gestratifieerde spaanplaat is voorgeschreven dienen de stratifié en de massieve gelamineerde kunststofharsplaten 1 en hetzelfde merk te zijn. Zo kunnen de kleuren van alle materialen op elkaar aansluiten en kan dezelfde tint gebruikt worden zonder kleurverschil. Dit is een eis en dit zonder enige prijsconsequenties. Materiaal ð Massieve gelamineerde kunststofharsplaten met dikte minimum 13 mm. Kern : met fenolplasten en epoxyharsen geïmpregneerde cellulosebanen. Toplaag : met melaminehars geïmpregneerde cellulosebanen. Deze geïmpregneerde cellulosebanen worden onder hoge druk en bij verhoogde temperatuur tot homogene platen geperst. De platen zijn volledig vlak. Eigenschappen volgens EN 438-2 (2005) : • Optische eigenschappen : geen veranderingen onder invloed van hitte in glans, kleur en scheurvorming • Krasvastheid : >= 3 N, behalve blinkende afwerking 2 • Slijtvastheid : >= 450 omwentelingen (opgave omwentelingen verplicht) • Vormvastheid bij verhoogde temperatuur : lengterichting <= 0,18% en breedterichting <= 0,35%
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
215/232
• • • • •
ð ð
ð ð
ð
ð ð
kleurechtheid bij kunstlicht : min. wool standard 7 vlekweerstand volgens : minimum 5 rating sigaretbestendigheid : minimum 4 rating stoomweerstand : minimum 4 rating, behalve glanzende afwerking 3 De materialen dienen antistatisch te zijn en te weerstaan aan de gewoonlijk gebruikte ontsmettingsmiddelen. Kleur : naar keuze uit het volledige kleurengamma zonder uitsluiting van enig kleur. Dit gamma dient minimum 100 effen kleuren en min. 40 houtimitaties en min. 40 decorpatronen te omvatten. De architect kan meerdere kleuren kiezen (bv verschillende lokalen, niveaus, onderdelen ...) en dit zonder prijsconsequentie. Oppervlakte structuur : vloeiende gelijkmatige textuur aan zichtzijde of mat (dit naar keuze architect zonder prijsconsequentie) Minimum dikte platen : • corpussen, deuren, fronten : 13 mm • werkvlakken : 13 mm - eventueel verdikt naar 26 mm • legplanken : 13 mm • verticale binnenverdeling : 13 mm • rug : 3 mm De opgegeven diktes zijn minimum diktes. Wanneer de aannemer oordeelt dat voor sommige onderdelen dikkere platen nodig zijn (bv voor inwerken sluit- en beslagwerk, scharnieren, geleiders, enz ...) dient hij dit uit eigen initiatief te doen en op eigen verantwoordelijkheid. Voorgevormde tabletten : de platen worden onder invloed van temperatuur na infrezen tot op 0,7 mm restdikte, vervormd. De uitgefreesde groefbreedte dient overeen te stemmen met de stsraal van het vormelement. Nadat de plaat gebogen is, wordt het uitgefreesde gedeelte vervangen door een 2-componenten polyurethaan giethars. Minimum straal voor platen van 13 mm is 15 mm. Bevestigingsmiddelen in RVS Scharnieren en stelplaten Scharnieren welke toelaten de kasten met opbouwdeuren sluitend tegen elkaar te plaatsen. De scharnieren dienen in de kopse kanten van het corpus en de deur gemonteerd te worden op dusdanige wijze dat ze geen plaats afnemen van het nuttige volume van de kast zelf. De deuren dienen 180° te kunnen opendraaien zelfs indien deze kast in batterij opgesteld is. Volledig corrosievast in de massa, stiften in roestvrij staal. Aantal : minimum 2 voor deurbladhoogte < 90 cm, minimum 4 voor hogere deurbladen Aanslagdopjes in kunststof, minimum 2 per deurblad Schuifdeurbeslag Boven- en onderrail in geanodiseerd alumiium. Boven- en onderprofiel zijn dezelfde. De anodisatie bevordert het glijden van de plastieken glijder. De onderste voetjes zijn voorzien van kogellagers. De grote diameter verzekert een zachte en geruisloze loop. Geleiders voor laden Volledig uitschuifbare geruislooswerkende looprails in met epoxy behandeld staal. De lade dient eveneens volledig uitschuifbaar. De sterkte van de looprails moet aangepast zijn aan de afmetingen en het gewicht van de laden met inhoud. Looprail van het type met nylon rollen, voorzien van aanslag tegen uitvallen van de lade. De lade moet met enkele beweging kunnen uitgenomen worden. Handgreep in RVS of verdoken volgens principeschets Sloten met halve cilinder waar aangeduid op de plans • deurhoogte > 1 m draaistangenslot • deurhoogte <= 1 m slot met schootsluiting • schuiven slot met schootsluiting
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
216/232
De slottypes moeten van een gelijkaardig fabricatieprogramma komen en moeten bediend kunnen worden door een halve cilinder van normale sleutellengte (op deuren) geschikt voor seriesluiting. Indien gewenst door de bouwheer dienen de cilinders te passen in het generaalhoofdsleutelplan geldig voor het gehele gebouw. Model en cilinder dienen ter goedkeuring voorgelegd. Slotkast en stangen dienen opgebouwd aan de binnenzijde van het deurblad. Aan de buitenzijde dient het slotgat afgewerkt met een afdekring in zelfde materiaal als handgrepen. ð Roosters in gelakt aluminium, kleur voor te leggen. Bevestigingen niet zichtbaar aan frontzijde. ð Glas : Het gelaagd glas voldoet aan de zachte schoktest (zandzak). Deze test beantwoordt aan de volgende normen : NBN S23-002 - T4/T5/T6, DIN 52337, BS 6206, UNI 7172, A.S 2208, ANSI Z97. De veiligheidsbeglazing is samengesteld uit 2 of meer bladen helder floatglas samengehouden door min. twee PVB-lagen. Kleur te kiezen door de architect uit gamma met minimum 5 kleuren. Dikte te bepalen door de aannemer in functie van de grootte van het glasoppervlak en het onderdeel (deuren, ...) Uitvoering ð Leveren en plaatsen van de vaste inrichting in massieve gelamineerde kunststofharsplaten op basis van bijgevoegde tekeningen. De afmetingen opgegeven zijn de planmaten. De aannemer dient zelf op de werf de werkelijke afmetingen en beschikbare ruimte na te meten en zijn productie aan te passen aan deze afmetingen. ð Alle vrije randen van de platen dienen lichtjes afgeschuind en de zaagranden waar geen kleurtoplaag is glad gepolijst. ð Alle verbindingen dienen uitgevoerd te worden met RVS, waar nodig zoals het verdikken van tabletten, enz mag daarbij nog een 2-componentenlijm gebruikt worden. ð De niet zichtbare kastruggen, ingelaten in de zijwanden dienen zodanig geplaatst dat een luchtcirculatie achter de kast mogelijk is. ð De kastbodems voor onderkasten rusten op minimum 4 in de hoogte verstelbare metalen steunen. De plinten hebben een netto hoogte volgens de plans onder debodemplaat van de kast en dienen vastgeclipst op de metalen steunen. Alle zichtbare vlakken worden onderaan afgewerkt dmv een plint. ð Elk deurblad moet in gesloten stand gehouden worden dmv minimum 2 kunststofsnappers. ð Waar aangeduid op de tekeningen dienen sloten, trekkers, kleerhangers, legplanken, roosters enz ... aangebracht evenals het speciaal beslagwerk als schuiven, tabletsteunen, enz ... Waar geen nadere indeling wordt opgegeven zijn de kasten te voorzien van verstelbare leggers, verstelbaarheid over de hele hoogte. Er dient ten minste om de 30 cm een plank met de nodige steunen meegeleverd. Het systeem van verstelbaarheid dient ter goedkeuring voorgelegd. Stellijsten zijn niet toegelaten en de steunen dienen gefabriceerd te zijn uit metalen stift met kunststofbekleding. ð Verluchting : de kasten dienen op dusdanige wijze geconstrueerd dat in de bodem van het corpus een verluchtingsspleet voorzien is. ð De elementen moeten zodanig geconstrueerd worden en derwijze opgehangen of gesteund op de vloer (voor onderkasten) dat ze de volgende belastingen kunnen dragen : • het eigen gewicht van het meubilair • een nuttige belasting van 2 kN/m² voor de werkvlakken of vlakken op werkhoogte
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
217/232
• een nuttige belasting van 1 kN/m² voor de ondervlakken, lagplanken en lades • een nuttige belasting van 0,5 kN/m² voor de bovenvlakken De daarbij eventueel optredende doorbuigingen mogen de goede werking en sluiting van de kastelementen niet belemmeren. De kastdeuren dienen op zulkdanige wijze bevestigd dat een gewicht van 300 N aan de uiterste bovenhoek van een deurvleugel geen vervorming of beschadiging veroorzaakt, noch aan de vleugel, noch aan de scharnieren. Omvang Inbegrepen : ð in- of aanbouwen van diverse toestellen zoals schakelaars, hoekplaten, lavabo's, uitgietbakken, ... ð opspuiten met siliconen van alle voegen tussen meubilair en wanden en tussen plint en vloer en tussen meubilair en ingebouwde toestellen ð het zodanig profieleren van de kastplinten zodat ze volkomen aansluiten op de muurplinten ð ð 74.58.24.11 Sanitaire inrichting type SV1 in massieve gelam. kunststofharsplaten Meting stuk 76
VASTE INRICHTING VOOR BERGING EN AFSCHERMING
76.10
Vaste kasten
76.16
Vaste kasten in hout
76.16.50
Vaste kasten in houtvezelplaten
76.16.52
Vaste kasten in MDF
Materiaal ð Homogene opgebouwde MDF-plaat. Beide zijden van de plaat hebben zeer gladde oppervlakken om oppervlakte behandeling zoals betisen, lakken, bedrukken, schilderen of bekleden toe te laten. Gelijkmatige dichtheid, ideaal voor profielfrezen. Minimum dikte platen : • corpussen, deuren, fronten : 18 mm • werkvlakken : 18 mm - eventueel verdikt • legplanken : 18 mm • verticale binnenverdeling : 18 mm • rug : 8 mm De opgegeven diktes zijn minimum diktes. Wanneer de aannemer oordeelt dat voor sommige
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
218/232
ð ð
ð ð
ð
ð ð
ð
ð ð
onderdelen dikkere platen nodig zijn (bv voor inwerken sluit- en beslagwerk, scharnieren, geleiders, enz ...) dient hij dit uit eigen initiatief te doen en op eigen verantwoordelijkheid. Bevestigingsmiddelen in RVS Scharnieren en stelplaten Clipscharnieren met pot in zamack diameter 35 mm, versterkte asm et 4 lamellen, zeer zachte sluiting en 3-dimensioneel regelbaar. Potdiepte ca 12,8 mm. Volledig corrosievast in de massa. Scharnieren welke toelaten de kasten met opbouwdeuren sluitend tegen elkaar te plaatsen. De deuren dienen 110° te kunnen opendraaien. Aantal : minimum 2 voor deurbladhoogte < 90 cm, minimum 4 voor hogere deurbladen Kruisstelplaat met voorgemonteerde euro-vijzen-lange gaten voor hoogteverstelling. Aanslagdopjes in kunststof, minimum 2 per deurblad Schuifdeurbeslag Boven- en onderrail in geanodiseerd alumiium. Boven- en onderprofiel zijn dezelfde. De anodisatie bevordert het glijden van de plastieken glijder. De onderste voetjes zijn voorzien van kogellagers. De grote diameter verzekert een zachte en geruisloze loop. Geleiders voor laden Volledig uitschuifbare geruislooswerkende looprails in met epoxy behandeld staal. De lade dient eveneens volledig uitschuifbaar. De sterkte van de looprails moet aangepast zijn aan de afmetingen en het gewicht van de laden met inhoud. Looprail van het type met nylon rollen, voorzien van aanslag tegen uitvallen van de lade. De lade moet met enkele beweging kunnen uitgenomen worden. Inbouwschild volgens principeschets Sloten met halve cilinder waar aangeduid op de plans • deurhoogte > 1 m draaistangenslot • deurhoogte <= 1 m slot met schootsluiting • schuiven slot met schootsluiting De slottypes moeten van een gelijkaardig fabricatieprogramma komen en moeten bediend kunnen worden door een halve cilinder van normale sleutellengte (op deuren) geschikt voor seriesluiting. Indien gewenst door de bouwheer dienen de cilinders te passen in het generaalhoofdsleutelplan geldig voor het gehele gebouw. Model en cilinder dienen ter goedkeuring voorgelegd. Slotkast en stangen dienen opgebouwd aan de binnenzijde van het deurblad. Aan de buitenzijde dient het slotgat afgewerkt met een afdekring in zelfde materiaal als handgrepen. Hangbaar voor kleren waar aangeduid op plans • vaste klederhanger in verchroomd koper diam. 20 of ovaal met bijhorende bevestigingsschroefhulzen. • uittrekbare klederhanger in witgelakt aluminium volgens principeschetsen kasten, met bijhorende bevestigingshulzen. Roosters in PVC, kleur voor te leggen. Bevestigingen niet zichtbaar aan frontzijde. Glas : Het gelaagd glas voldoet aan de zachte schoktest (zandzak). Deze test beantwoordt aan de volgende normen : NBN S23-002 - T4/T5/T6, DIN 52337, BS 6206, UNI 7172, A.S 2208, ANSI Z97. De veiligheidsbeglazing is samengesteld uit 2 of meer bladen helder floatglas samengehouden door min. twee PVB-lagen. Kleur te kiezen door de architect uit gamma met minimum 5 kleuren. Dikte te bepalen door de aannemer in functie van de grootte van het glasoppervlak en het onderdeel (deuren, ...)
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
219/232
Uitvoering ð Leveren en plaatsen van de vaste inrichting in MDF op basis van bijgevoegde tekeningen. De afmetingen opgegeven zijn de planmaten. De aannemer dient zelf op de werf de werkelijke afmetingen en beschikbare ruimte na te meten en zijn productie aan te passen aan deze afmetingen. ð Alle verbindingen dienen uitgevoerd te worden met RVS, waar nodig zoals het verdikken van tabletten, enz mag daarbij nog een 2-componentenlijm gebruikt worden. ð De niet zichtbare kastruggen, ingelaten in de zijwanden dienen zodanig geplaatst dat een luchtcirculatie achter de kast mogelijk is. ð De kastbodems voor onderkasten rusten op minimum 4 in de hoogte verstelbare metalen steunen. De plinten hebben een netto hoogte volgens de plans onder debodemplaat van de kast en dienen vastgeclipst op de metalen steunen. Alle zichtbare vlakken worden onderaan afgewerkt dmv een plint. ð Waar aangeduid op de tekeningen dienen sloten, trekkers, kleerhangers, legplanken, roosters enz ... aangebracht evenals het speciaal beslagwerk als schuiven, tabletsteunen, enz ... Waar geen nadere indeling wordt opgegeven zijn de kasten te voorzien van verstelbare leggers, verstelbaarheid over de hele hoogte. Er dient ten minste om de 30 cm een plank met de nodige steunen meegeleverd. Het systeem van verstelbaarheid dient ter goedkeuring voorgelegd. Stellijsten zijn niet toegelaten en de steunen dienen gefabriceerd te zijn uit metalen stift met kunststofbekleding. ð Verluchting : de kasten dienen op dusdanige wijze geconstrueerd dat in de bodem van het corpus een verluchtingsspleet voorzien is. ð De elementen moeten zodanig geconstrueerd worden en derwijze opgehangen of gesteund op de vloer (voor onderkasten) dat ze de volgende belastingen kunnen dragen : • het eigen gewicht van het meubilair • een nuttige belasting van 2 kN/m² voor de werkvlakken of vlakken op werkhoogte • een nuttige belasting van 1 kN/m² voor de ondervlakken, lagplanken en lades • een nuttige belasting van 0,5 kN/m² voor de bovenvlakken De daarbij eventueel optredende doorbuigingen mogen de goede werking en sluiting van de kastelementen niet belemmeren. De kastdeuren dienen op zulkdanige wijze bevestigd dat een gewicht van 300 N aan de uiterste bovenhoek van een deurvleugel geen vervorming of beschadiging veroorzaakt, noch aan de vleugel, noch aan de scharnieren; Omvang Inbegrepen : ð in- of aanbouwen van diverse toestellen zoals schakelaars, hoekplaten, ... ð opspuiten met siliconen van alle voegen tussen meubilair en wanden en tussen plint en vloer ð het zodanig profieleren van de kastplinten zodat ze volkomen aansluiten op de muurplinten Worden in een ander artikel verrekend : ð behandeling van MDF-plaat ð ð 76.16.52.11 Vaste kast type BM1 in MDF Meting
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
220/232
stuk geheel 76.16.52.12
Vaste kast type BM2 in MDF
Meting stuk geheel 76.16.52.13
Vaste kast type BM3 in MDF
Meting stuk geheel 76.18
Vaste kasten obv kunststof
76.18.20
Vaste kasten in thermohardende kunststof
76.18.24
Vaste kasten in massieve gelamineerde kunststofharsplaten
ALGEMEEN Indien in 1 project inrichting in massieve gelamineerde kunststofharsplaten EN in gestratifieerde spaanplaat is voorgeschreven dienen de stratifié en de massieve gelamineerde kunststofharsplaten 1 en hetzelfde merk te zijn. Zo kunnen de kleuren van alle materialen op elkaar aansluiten en kan dezelfde tint gebruikt worden zonder kleurverschil. Dit is een eis en dit zonder enige prijsconsequenties. Materiaal ð Massieve gelamineerde kunststofharsplaten met dikte minimum 13 mm. Kern : met fenolplasten en epoxyharsen geïmpregneerde cellulosebanen. Toplaag : met melaminehars geïmpregneerde cellulosebanen. Deze geïmpregneerde cellulosebanen worden onder hoge druk en bij verhoogde temperatuur tot homogene platen geperst. De platen zijn volledig vlak. Eigenschappen volgens EN 438-2 (2005) : • Optische eigenschappen : geen veranderingen onder invloed van hitte in glans, kleur en scheurvorming • Krasvastheid : >= 3 N, behalve blinkende afwerking 2 • Slijtvastheid : >= 450 omwentelingen (opgave omwentelingen verplicht) • Vormvastheid bij verhoogde temperatuur : lengterichting <= 0,18% en breedterichting <= 0,35% • kleurechtheid bij kunstlicht : min. wool standard 7 • vlekweerstand volgens : minimum 5 rating • sigaretbestendigheid : minimum 4 rating • stoomweerstand : minimum 4 rating, behalve glanzende afwerking 3
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
221/232
ð ð
ð ð
ð
ð ð
• De materialen dienen antistatisch te zijn en te weerstaan aan de gewoonlijk gebruikte ontsmettingsmiddelen. Kleur : naar keuze uit het volledige kleurengamma zonder uitsluiting van enig kleur. Dit gamma dient minimum 100 effen kleuren en min. 40 houtimitaties en min. 40 decorpatronen te omvatten. De architect kan meerdere kleuren kiezen (bv verschillende lokalen, niveaus, onderdelen ...) en dit zonder prijsconsequentie. Oppervlakte structuur : vloeiende gelijkmatige textuur aan zichtzijde of mat (dit naar keuze architect zonder prijsconsequentie) Minimum dikte platen : • corpussen, deuren, fronten : 13 mm • werkvlakken : 13 mm - eventueel verdikt naar 26 mm • legplanken : 13 mm • verticale binnenverdeling : 13 mm • rug : 3 mm De opgegeven diktes zijn minimum diktes. Wanneer de aannemer oordeelt dat voor sommige onderdelen dikkere platen nodig zijn (bv voor inwerken sluit- en beslagwerk, scharnieren, geleiders, enz ...) dient hij dit uit eigen initiatief te doen en op eigen verantwoordelijkheid. Voorgevormde tabletten : de platen worden onder invloed van temperatuur na infrezen tot op 0,7 mm restdikte, vervormd. De uitgefreesde groefbreedte dient overeen te stemmen met de stsraal van het vormelement. Nadat de plaat gebogen is, wordt het uitgefreesde gedeelte vervangen door een 2-componenten polyurethaan giethars. Minimum straal voor platen van 13 mm is 15 mm. Bevestigingsmiddelen in RVS Scharnieren en stelplaten Scharnieren welke toelaten de kasten met opbouwdeuren sluitend tegen elkaar te plaatsen. De scharnieren dienen in de kopse kanten van het corpus en de deur gemonteerd te worden op dusdanige wijze dat ze geen plaats afnemen van het nuttige volume van de kast zelf. De deuren dienen 180° te kunnen opendraaien zelfs indien deze kast in batterij opgesteld is. Volledig corrosievast in de massa, stiften in roestvrij staal. Aantal : minimum 2 voor deurbladhoogte < 90 cm, minimum 4 voor hogere deurbladen Aanslagdopjes in kunststof, minimum 2 per deurblad Schuifdeurbeslag Boven- en onderrail in geanodiseerd alumiium. Boven- en onderprofiel zijn dezelfde. De anodisatie bevordert het glijden van de plastieken glijder. De onderste voetjes zijn voorzien van kogellagers. De grote diameter verzekert een zachte en geruisloze loop. Geleiders voor laden Volledig uitschuifbare geruislooswerkende looprails in met epoxy behandeld staal. De lade dient eveneens volledig uitschuifbaar. De sterkte van de looprails moet aangepast zijn aan de afmetingen en het gewicht van de laden met inhoud. Looprail van het type met nylon rollen, voorzien van aanslag tegen uitvallen van de lade. De lade moet met enkele beweging kunnen uitgenomen worden. Handgreep in RVS of verdoken volgens principeschets Sloten met halve cilinder waar aangeduid op de plans • deurhoogte > 1 m draaistangenslot • deurhoogte <= 1 m slot met schootsluiting • schuiven slot met schootsluiting De slottypes moeten van een gelijkaardig fabricatieprogramma komen en moeten bediend kunnen worden door een halve cilinder van normale sleutellengte (op deuren) geschikt voor seriesluiting.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
222/232
Indien gewenst door de bouwheer dienen de cilinders te passen in het generaalhoofdsleutelplan geldig voor het gehele gebouw. Model en cilinder dienen ter goedkeuring voorgelegd. Slotkast en stangen dienen opgebouwd aan de binnenzijde van het deurblad. Aan de buitenzijde dient het slotgat afgewerkt met een afdekring in zelfde materiaal als handgrepen. ð Roosters in gelakt aluminium, kleur voor te leggen. Bevestigingen niet zichtbaar aan frontzijde. ð Glas : Het gelaagd glas voldoet aan de zachte schoktest (zandzak). Deze test beantwoordt aan de volgende normen : NBN S23-002 - T4/T5/T6, DIN 52337, BS 6206, UNI 7172, A.S 2208, ANSI Z97. De veiligheidsbeglazing is samengesteld uit 2 of meer bladen helder floatglas samengehouden door min. twee PVB-lagen. Kleur te kiezen door de architect uit gamma met minimum 5 kleuren. Dikte te bepalen door de aannemer in functie van de grootte van het glasoppervlak en het onderdeel (deuren, ...) Uitvoering ð Leveren en plaatsen van de vaste inrichting in massieve gelamineerde kunststofharsplaten op basis van bijgevoegde tekeningen. De afmetingen opgegeven zijn de planmaten. De aannemer dient zelf op de werf de werkelijke afmetingen en beschikbare ruimte na te meten en zijn productie aan te passen aan deze afmetingen. ð Alle vrije randen van de platen dienen lichtjes afgeschuind en de zaagranden waar geen kleurtoplaag is glad gepolijst. ð Alle verbindingen dienen uitgevoerd te worden met RVS, waar nodig zoals het verdikken van tabletten, enz mag daarbij nog een 2-componentenlijm gebruikt worden. ð De niet zichtbare kastruggen, ingelaten in de zijwanden dienen zodanig geplaatst dat een luchtcirculatie achter de kast mogelijk is. ð De kastbodems voor onderkasten rusten op minimum 4 in de hoogte verstelbare metalen steunen. De plinten hebben een netto hoogte volgens de plans onder debodemplaat van de kast en dienen vastgeclipst op de metalen steunen. Alle zichtbare vlakken worden onderaan afgewerkt dmv een plint. ð Elk deurblad moet in gesloten stand gehouden worden dmv minimum 2 kunststofsnappers. ð Waar aangeduid op de tekeningen dienen sloten, trekkers, kleerhangers, legplanken, roosters enz ... aangebracht evenals het speciaal beslagwerk als schuiven, tabletsteunen, enz ... Waar geen nadere indeling wordt opgegeven zijn de kasten te voorzien van verstelbare leggers, verstelbaarheid over de hele hoogte. Er dient ten minste om de 30 cm een plank met de nodige steunen meegeleverd. Het systeem van verstelbaarheid dient ter goedkeuring voorgelegd. Stellijsten zijn niet toegelaten en de steunen dienen gefabriceerd te zijn uit metalen stift met kunststofbekleding. ð Verluchting : de kasten dienen op dusdanige wijze geconstrueerd dat in de bodem van het corpus een verluchtingsspleet voorzien is. ð De elementen moeten zodanig geconstrueerd worden en derwijze opgehangen of gesteund op de vloer (voor onderkasten) dat ze de volgende belastingen kunnen dragen : • het eigen gewicht van het meubilair • een nuttige belasting van 2 kN/m² voor de werkvlakken of vlakken op werkhoogte • een nuttige belasting van 1 kN/m² voor de ondervlakken, lagplanken en lades • een nuttige belasting van 0,5 kN/m² voor de bovenvlakken
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
223/232
De daarbij eventueel optredende doorbuigingen mogen de goede werking en sluiting van de kastelementen niet belemmeren. De kastdeuren dienen op zulkdanige wijze bevestigd dat een gewicht van 300 N aan de uiterste bovenhoek van een deurvleugel geen vervorming of beschadiging veroorzaakt, noch aan de vleugel, noch aan de scharnieren. Omvang Inbegrepen : ð In- of aanbouwen van diverse toestellen zoals schakelaars, hoekplaten, ... ð Opspuiten met siliconen van alle voegen tussen meubilair en wanden en tussen plint en vloer en tussen meubilair en ingebouwde toestellen ð het zodanig profieleren van de kastplinten zodat ze volkomen aansluiten op de muurplinten ð ð 76.18.24.11 Vaste kast type BV1 in massieve gelamineerde kunststofharsplaten Meting stuk 76.18.24.12
Vaste kast type BV2 in massieve gelamineerde kunststofharsplaten
Meting stuk 76.18.24.13
Vaste kast type BV3 in massieve gelamineerde kunststofharsplaten
Meting stuk 76.20
Vaste rekken
76.28
Vaste rekken obv kunststof
76.28.20
Vaste rekken in thermohardende kunststof
76.28.24
Vaste rekken in massieve gelamineerde kunststofharsplaten
ALGEMEEN Indien in 1 project inrichting in massieve gelamineerde kunststofharsplaten EN in gestratifieerde spaanplaat is voorgeschreven dienen de stratifié en de massieve gelamineerde kunststofharsplaten 1 en hetzelfde merk te zijn. Zo kunnen de kleuren van alle materialen op elkaar aansluiten en kan dezelfde tint gebruikt worden zonder kleurverschil.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
224/232
Dit is een eis en dit zonder enige prijsconsequenties. Materiaal ð Massieve gelamineerde kunststofharsplaten met dikte minimum 13 mm. Kern : met fenolplasten en epoxyharsen geïmpregneerde cellulosebanen. Toplaag : met melaminehars geïmpregneerde cellulosebanen. Deze geïmpregneerde cellulosebanen worden onder hoge druk en bij verhoogde temperatuur tot homogene platen geperst. De platen zijn volledig vlak. Eigenschappen volgens EN 438-2 (2005) : • Optische eigenschappen : geen veranderingen onder invloed van hitte in glans, kleur en scheurvorming • Krasvastheid : >= 3 N, behalve blinkende afwerking 2 • Slijtvastheid : >= 450 omwentelingen (opgave omwentelingen verplicht) • Vormvastheid bij verhoogde temperatuur : lengterichting <= 0,18% en breedterichting <= 0,35% • kleurechtheid bij kunstlicht : min. wool standard 7 • vlekweerstand volgens : minimum 5 rating • sigaretbestendigheid : minimum 4 rating • stoomweerstand : minimum 4 rating, behalve glanzende afwerking 3 • De materialen dienen antistatisch te zijn en te weerstaan aan de gewoonlijk gebruikte ontsmettingsmiddelen. Kleur : naar keuze uit het volledige kleurengamma zonder uitsluiting van enig kleur. Dit gamma dient minimum 100 effen kleuren en min. 40 houtimitaties en min. 40 decorpatronen te omvatten. De architect kan meerdere kleuren kiezen (bv verschillende lokalen, niveaus, onderdelen ...) en dit zonder prijsconsequentie. Oppervlakte structuur : vloeiende gelijkmatige textuur aan zichtzijde of mat (dit naar keuze architect zonder prijsconsequentie) Minimum dikte platen : 13 mm De opgegeven diktes zijn minimum diktes. Wanneer de aannemer oordeelt dat voor sommige onderdelen dikkere platen nodig zijn (bv voor inwerken sluit- en beslagwerk, scharnieren, geleiders, enz ...) dient hij dit uit eigen initiatief te doen en op eigen verantwoordelijkheid. ð Bevestigingsmiddelen in RVS Uitvoering ð Leveren en plaatsen van de vaste inrichting in massieve gelamineerde kunststofharsplaten op basis van bijgevoegde tekeningen. De afmetingen opgegeven zijn de planmaten. De aannemer dient zelf op de werf de werkelijke afmetingen en beschikbare ruimte na te meten en zijn productie aan te passen aan deze afmetingen. ð Alle vrije randen van de platen dienen lichtjes afgeschuind en de zaagranden waar geen kleurtoplaag is glad gepolijst. ð Alle verbindingen dienen uitgevoerd te worden met RVS, waar nodig zoals het verdikken van tabletten, enz mag daarbij nog een 2-componentenlijm gebruikt worden. ð ð 76.28.24.20 Rek uit vaste opgehangen tabletten in gelamineerd kunststofplaat Materiaal
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
225/232
Zichtbare bevestiging: Draagsteunen in staal voorzien van epoxybescherming. Staal is voorzien van een epoxy-afwerking met een laagdikte van min. 85 micron. Kleur naar keuze van de architect uit de hele RAL-kaart. Onzichtbare bevestiging : bevestiging via de plaat in de wand in RVS Uitvoering Volgens bijgevoegde tekeningen onzichtbare of zichtbare bevestiging ð Bij zichtbare draagsteunen dienen deze op de wand bevestigd dmv roestvrij stalen vijzen met bolverzonken kop. Aard en bevestiging volgens wandtype. Per tablet dienen minstens 2 consoles aangebracht. Bij meerdere consoles dient de tussenafstand tussen deze regelmatig verdeeld. ð Bij onzichtbare bevestiging dienen ook minimum 2 bevestigingen aangebracht. ð De tabletten moeten zodanig geconstrueerd worden en derwijze opgehangen dat ze hun eigen gewicht en een nuttige belasting van 1 kN/m² kunnen dragen zonder beschadiging of doorbuiging groter dan 1/500 van de overspanning. ð ð 76.28.24.21 Vaste opgehangen tabletten in gelamineerde kunststofplaat type TV1 Materiaal m - lopende meter tablet 77
VASTE INRICHTING VOOR MEDISCHE ACTIVITEITEN
77.30
Vaste modulaire inrichting
Algemeen Indeling van de vaste opberginrichting - modulering : De inrichting van de kasten wordt zo opgevat dat een systeem is uitgebouwd waarbij met manden en bakken een bevoorrading mogelijk is. Deze manden en bakken moeten uitwisselbaar zijn in alle kasten en ook in al het rollend modulair materiaal. In het bijzonder moet er bij de kasten worden opgelet dat de scharnieren geenszins het modulair systeem hinderen. Materiaal ð Modulaire zijwanden in ABS (Acrylnytryl Butadieen Styreen). In alle opberginrichting die modulair gebruikt wordt, moeten er zijwanden geplaatst worden. Deze wanden zijn vervaardigd uit ABS gemaakt via het spuitgietprocédé met 10 rails per wand voor de wanden van 60 cm diep en 15 rails voor de wanden van 40 cm diep. De wanden moeten aan iedere kant voorzien zijn van een serie inkepingen voor het plaatsen van schroeven, en in het midden een dubbele rij. De panelen van 60 cm hebben een hoogte van 61,6 cm en een diepte van 60 cm voor de diepe kasten
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
226/232
De panelen van 40 cm hebben een hoogte van 94 cm en een diepte van 40 cm voor de ondiepe kasten. ð Telescoopsysteem Per zijwand of gedeelte ervan (zie tekeningen) worden twee verticale bevestigingsprofielen met haakopeningen om de 2,5 cm geplaatst voor het inhaken van de telescopische rails. De telescopische rails zijn 60 of 40 cm diep naargelang de diepte van de kast met twee bevestigingshaken aan de buitenzijde. Een kader voor het plaatsen van een modulaire bak of mand wordt voorzien per en bevestigd aan twee tegenover elkaar liggende telescopische rails. Uitvoering ð Op de plannen wordt aangeduid waar modulaire zijwanden voorzien zijn. Wanneer dit niet het geval is worden de zijnwanden vervangen door het teleskoopsysteem of een systeem van verstelbare leggers (zelfde verstelbaarheid). Dit wordt eveneens op de plannen aangeduid. ð Op de plannen wordt aangeduid waar de modulaire zijwanden moeten komen die zodanig opgebouwd zijn dat de modules zowel horizontaal als diagonaal kunnen geplaatst worden. De voorgeprofileerde moduledragers hebben dan een uittrekbeveiliging. In combinatie met de kunststof veiligheidsnokjes in de draagranden van de modules wordt het op de grond vallen van de modules verhinderd. ð ð 77.38 Vaste modulaire inrichting obv kunststof 77.38.20
Vaste modulaire inrichting in thermohardende kunststof
77.38.24
Vaste modulaire inrichting in massieve gelam. kunststofharsplaat
ALGEMEEN Indien in 1 project inrichting in massieve gelamineerde kunststofharsplaten EN in gestratifieerde spaanplaat is voorgeschreven dienen de stratifié en de massieve gelamineerde kunststofharsplaten 1 en hetzelfde merk te zijn. Zo kunnen de kleuren van alle materialen op elkaar aansluiten en kan dezelfde tint gebruikt worden zonder kleurverschil. Dit is een eis en dit zonder enige prijsconsequenties. Materiaal ð Massieve gelamineerde kunststofharsplaten met dikte minimum 13 mm. Kern : met fenolplasten en epoxyharsen geïmpregneerde cellulosebanen. Toplaag : met melaminehars geïmpregneerde cellulosebanen. Deze geïmpregneerde cellulosebanen worden onder hoge druk en bij verhoogde temperatuur tot homogene platen geperst. De platen zijn volledig vlak. Eigenschappen volgens EN 438-2 (2005) : • Optische eigenschappen : geen veranderingen onder invloed van hitte in glans, kleur en scheurvorming • Krasvastheid : >= 3 N, behalve blinkende afwerking 2 • Slijtvastheid : >= 450 omwentelingen (opgave omwentelingen verplicht)
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
227/232
ð ð
ð ð
ð
ð ð
• Vormvastheid bij verhoogde temperatuur : lengterichting <= 0,18% en breedterichting <= 0,35% • kleurechtheid bij kunstlicht : min. wool standard 7 • vlekweerstand volgens : minimum 5 rating • sigaretbestendigheid : minimum 4 rating • stoomweerstand : minimum 4 rating, behalve glanzende afwerking 3 • De materialen dienen antistatisch te zijn en te weerstaan aan de gewoonlijk gebruikte ontsmettingsmiddelen. Kleur : naar keuze uit het volledige kleurengamma zonder uitsluiting van enig kleur. Dit gamma dient minimum 100 effen kleuren en min. 40 houtimitaties en min. 40 decorpatronen te omvatten. De architect kan meerdere kleuren kiezen (bv verschillende lokalen, niveaus, onderdelen ...) en dit zonder prijsconsequentie. Oppervlakte structuur : vloeiende gelijkmatige textuur aan zichtzijde of mat (dit naar keuze architect zonder prijsconsequentie) Minimum dikte platen : • corpussen, deuren, fronten : 13 mm • werkvlakken : 13 mm - eventueel verdikt naar 26 mm • legplanken : 13 mm • verticale binnenverdeling : 13 mm • rug : 3 mm De opgegeven diktes zijn minimum diktes. Wanneer de aannemer oordeelt dat voor sommige onderdelen dikkere platen nodig zijn (bv voor inwerken sluit- en beslagwerk, scharnieren, geleiders, enz ...) dient hij dit uit eigen initiatief te doen en op eigen verantwoordelijkheid. Voorgevormde tabletten : de platen worden onder invloed van temperatuur na infrezen tot op 0,7 mm restdikte, vervormd. De uitgefreesde groefbreedte dient overeen te stemmen met de stsraal van het vormelement. Nadat de plaat gebogen is, wordt het uitgefreesde gedeelte vervangen door een 2-componenten polyurethaan giethars. Minimum straal voor platen van 13 mm is 15 mm. Bevestigingsmiddelen in RVS Scharnieren en stelplaten Scharnieren welke toelaten de kasten met opbouwdeuren sluitend tegen elkaar te plaatsen. De scharnieren dienen in de kopse kanten van het corpus en de deur gemonteerd te worden op dusdanige wijze dat ze geen plaats afnemen van het nuttige volume van de kast zelf. De deuren dienen 180° te kunnen opendraaien zelfs indien deze kast in batterij opgesteld is. Volledig corrosievast in de massa, stiften in roestvrij staal. Aantal : minimum 2 voor deurbladhoogte < 90 cm, minimum 4 voor hogere deurbladen Aanslagdopjes in kunststof, minimum 2 per deurblad Schuifdeurbeslag Boven- en onderrail in geanodiseerd alumiium. Boven- en onderprofiel zijn dezelfde. De anodisatie bevordert het glijden van de plastieken glijder. De onderste voetjes zijn voorzien van kogellagers. De grote diameter verzekert een zachte en geruisloze loop. Geleiders voor laden Volledig uitschuifbare geruislooswerkende looprails in met epoxy behandeld staal. De lade dient eveneens volledig uitschuifbaar. De sterkte van de looprails moet aangepast zijn aan de afmetingen en het gewicht van de laden met inhoud. Looprail van het type met nylon rollen, voorzien van aanslag tegen uitvallen van de lade. De lade moet met enkele beweging kunnen uitgenomen worden. Handgreep in RVS of verdoken volgens principeschets Sloten met halve cilinder waar aangeduid op de plans • deurhoogte > 1 m draaistangenslot
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
228/232
• deurhoogte <= 1 m slot met schootsluiting • schuiven slot met schootsluiting De slottypes moeten van een gelijkaardig fabricatieprogramma komen en moeten bediend kunnen worden door een halve cilinder van normale sleutellengte (op deuren) geschikt voor seriesluiting. Indien gewenst door de bouwheer dienen de cilinders te passen in het generaalhoofdsleutelplan geldig voor het gehele gebouw. Model en cilinder dienen ter goedkeuring voorgelegd. Slotkast en stangen dienen opgebouwd aan de binnenzijde van het deurblad. Aan de buitenzijde dient het slotgat afgewerkt met een afdekring in zelfde materiaal als handgrepen. ð Hangbaar voor kleren waar aangeduid op plans • vaste klederhanger in verchroomd koper diam. 20 of ovaal met bijhorende bevestigingsschroefhulzen. • uittrekbare klederhanger in witgelakt aluminium volgens principeschetsen kasten, met bijhorende bevestigingshulzen. ð Roosters in PVC, kleur voor te leggen. Bevestigingen niet zichtbaar aan frontzijde. ð Glas : Het gelaagd glas voldoet aan de zachte schoktest (zandzak). Deze test beantwoordt aan de volgende normen : NBN S23-002 - T4/T5/T6, DIN 52337, BS 6206, UNI 7172, A.S 2208, ANSI Z97. De veiligheidsbeglazing is samengesteld uit 2 of meer bladen helder floatglas samengehouden door min. twee PVB-lagen. Kleur te kiezen door de architect uit gamma met minimum 5 kleuren. Dikte te bepalen door de aannemer in functie van de grootte van het glasoppervlak en het onderdeel (deuren, ...) Uitvoering ð Leveren en plaatsen van de vaste modulaire opberginrichting in massieve gelamineerde kunststofharsplaten met modulaire zijwanden op basis van bijgevoegde tekeningen. De afmetingen opgegeven zijn de planmaten. De aannemer dient zelf op de werf de werkelijke afmetingen en beschikbare ruimte na te meten en zijn productie aan te passen aan deze afmetingen. ð Alle vrije randen van de platen dienen lichtjes afgeschuind en de zaagranden waar geen kleurtoplaag is glad gepolijst. ð Alle verbindingen dienen uitgevoerd te worden met RVS, waar nodig zoals het verdikken van tabletten, enz mag daarbij nog een 2-componentenlijm gebruikt worden. ð De niet zichtbare kastruggen, ingelaten in de zijwanden dienen zodanig geplaatst dat een luchtcirculatie achter de kast mogelijk is. ð De kastbodems voor onderkasten rusten op minimum 4 in de hoogte verstelbare metalen steunen. De plinten hebben een netto hoogte volgens de plans onder debodemplaat van de kast en dienen vastgeclipst op de metalen steunen. Alle zichtbare vlakken worden onderaan afgewerkt dmv een plint. ð Elk deurblad moet in gesloten stand gehouden worden dmv minimum 2 kunststofsnappers. ð Waar aangeduid op de tekeningen dienen sloten, trekkers, kleerhangers, legplanken, roosters enz ... aangebracht evenals het speciaal beslagwerk als schuiven, tabletsteunen, enz ... Waar geen nadere indeling wordt opgegeven zijn de kasten te voorzien van verstelbare leggers, verstelbaarheid over de hele hoogte. Er dient ten minste om de 30 cm een plank met de nodige steunen meegeleverd. Het systeem van verstelbaarheid dient ter goedkeuring voorgelegd.
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
229/232
Stellijsten zijn niet toegelaten en de steunen dienen gefabriceerd te zijn uit metalen stift met kunststofbekleding. ð Verluchting : de kasten dienen op dusdanige wijze geconstrueerd dat in de bodem van het corpus een verluchtingsspleet voorzien is. ð De elementen moeten zodanig geconstrueerd worden en derwijze opgehangen of gesteund op de vloer (voor onderkasten) dat ze de volgende belastingen kunnen dragen : • het eigen gewicht van het meubilair • een nuttige belasting van 2 kN/m² voor de werkvlakken of vlakken op werkhoogte • een nuttige belasting van 1 kN/m² voor de ondervlakken, lagplanken en lades • een nuttige belasting van 0,5 kN/m² voor de bovenvlakken De daarbij eventueel optredende doorbuigingen mogen de goede werking en sluiting van de kastelementen niet belemmeren. De kastdeuren dienen op zulkdanige wijze bevestigd dat een gewicht van 300 N aan de uiterste bovenhoek van een deurvleugel geen vervorming of beschadiging veroorzaakt, noch aan de vleugel, noch aan de scharnieren. Omvang Inbegrepen : ð In- of aanbouwen van diverse toestellen zoals schakelaars, hoekplaten, lavabo's, uitgietbakken, ... ... ð Opspuiten met siliconen van alle voegen tussen meubilair en wanden en tussen plint en vloer en tussen meubilair en ingebouwde toestellen ð het zodanig profieleren van de kastplinten zodat ze volkomen aansluiten op de muurplinten ð ð 77.38.24.11 Vaste modulaire inrichting MV1 in massieve gelam. kunststofharspl Meting stuk 77.38.24.12
Vaste modulaire inrichting MV2 in massieve gelam. kunststofharspl
Meting stuk 77.38.24.13
Vaste modulaire inrichting MV3 in massieve gelam. kunststofharspl
Meting stuk 80
LOSSE INRICHTING
81
LOSSE INRICHTING VOOR CIRCULATIE
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
230/232
81.30
Losse inrichting in verband met de toegang tot gebouwen
81.31
Vloermatten
81.31.10
High traffic inbouwvloermatten
81.31.13
High traffic inbouwvloermat - droog- en schraapmat
Materiaal ð Schraap- en droogmat samengesteld uit aluminium draagprofielen, aluminium schraapprofielen, holle eindprofielen en roestvrije staaldraden. De oprolbare mat is samengesteld uit aluminium draagprofielen met loopvlak uit nylon droogvezels en schraapborstels afgewisseld met aluminium schraapprofielen. De draagprofielen hebben een breedte van 18 mm. De aluminium schraapprofielen hebben een breedte van 3 mm (bovenaan) en zijn 22 mm hoog. Kleur borstels : te kiezen door de architect uit minimum 9 kleuren. Mat uit droog- en schraapzones, volgens richtlijnen architect. ð Tussen de profielen zijn afstandshouders voorzien van 4 of 8 mm. De afstandshouders zijn vervaardigd uit harde PVC. ð De aluminium draagprofielen zijn onderaan voorzien van een geluiddempend profiel. ð Het geheel wordt samengehouden door roestvrij staaldraden van 2 mm diameter, die over de gehele mat ommanteld zijn en aan de uiteinden verzonken liggen in een hol eindprofiel. ð De mat wordt liefst in 1 sectie gemaakt, maar dient verhandelbaar te blijven. Indien de oppervlakte te groot is kunnen verschillende secties na of naast elkaar gelegd worden en gescheiden door een omgekeerd T-profiel dat op een functioneel en esthetische plaats gelegd wordt en in overleg met de architect. ð Totale dikte mat : 25 mm. Meting m² - oppervlakte mat 90
ELEMENTEN BUITEN HET GEBOUW (OMGEVINGSAANLEG)
94
AFWERKING VAN BODEMOPPERVLAK BUITEN HET GEBOUW
94.10
Harde bodemafwerking buiten het gebouw
94.13
Bestratingen buiten het gebouw
94.13.10
Bestratingen in natuurproducten buiten het gebouw
94.13.12
Bestratingen in natuursteen buiten het gebouw
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
231/232
94.13.12.60
Bestratingen in blauwe hardsteen buiten het gebouw
Materiaal ð Blauw hardsteen : crinoïde kalksteen 'petit granit' categorie C. Afkomstig uit één en dezelfde geologische étage, gelijkmatig van kleur, tint en samenstelling. De stenen zullen gaaf zijn en een heldere klank geven. Ze zullen afkomstig zijn uit een groeve die voor haar volledige uitbating, voor alle banken beschikt over een door de Butgb afgeleverde technische goedkeuring. Volumegewicht volgens NBN B24-213 : max. 2700 kgm³ Druksterkte volgens NBN B15-220 : gem. 170 N/mm² Poreusheid (onder vacuüm van 740 mm HG) volgens NBN B24-213 : max. 0,51 vol% Slijtvastheid (Amsler methode) volgens NBN B15-223 : 3,37 mm/1000m Vorstbestendig volgens de normen NBN B24-213 en NBN B27-009 Niet capillair. Bestand tegen aantasting door sulfaten. 94.13.12.62
Bestratingen in blauwe hardsteentegels buiten het gebouw
Materiaal ð Zandcementbed volgens hoofdstuk VI van het standaardbestek 250 voor de wegenbouw versie 2.0 art. 3.5.1.2.A ð Mortel voor voegvulling volgens hoofdstuk VI van het standaardbestek 250 voor de wegenbouw - versie 2.0 art. 3.5.1.2.G. Uitvoering ð Aanbrengen van de zandcementbed volgens hoofdstuk VI van het standaardbestek 250 voor de wegenbouw - versie 2.0 art. 3.5. met dikte 5 cm na verdichting. ð Aanbrengen van de betontegels volgens hoofdstuk VI van het standaardbestek 250 voor de wegenbouw - versie 2.0 art. 3.5. ð Aanbrengen van mortel als voegvulling volgens hoofdstuk VI van het standaardbestek 250 voor de wegenbouw - versie 2.0 art. 3.5. ð De dwarshelling van het oppervlak van de bestrating is aangeduid op de plannen. Omvang Wordt in een ander artikel verrekend ð afgraving en uitgraving ð ophoging ð eventueel geotextiel ð eventuele onderfundering ð fundering ð ð 94.13.12.62.11 Bestratingen in blauwe hardsteentegels type 1 buiten het gebouw Materiaal
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16
232/232
Blauwe hardsteentegels : ð afmetingen : 60x60 cm ð dikte : 4 cm Afwerking dorpels in blauwe hardsteen : De stenen worden gezaagd. De bovenondervlakken worden gezaagd.
en
Meting m² - oppervlakte blauwe hardsteentegels type 1
BOECKX ARCHITECTS
0835_BAS perceel 1 : bouwwerken 25.05.16