JAARGANG 18 - NUMMER 4 - MAGAZINE VAN HET ACTUARIEEL GENOOTSCHAP
opinie Jos Dirks: Bestuursmodel kan simpeler en beter
column 1984
de kwestie Moeten AFM en DNB fuseren?
extra Victor Rod, EIOPA: Organisatie toezicht hangt af van politieke keuzes
thema
TOEZICHT EN CERTIFICERING
MAART 2011
DE ACTUARIS - JAARGANG 18 - NUMMER 4 - MAART 2011
Bepaal zelf je carrière. column
5
1984 – door Peter van Meel
de opinie van...
6
Jos Dirks – door Paul Jurriëns
thema toezicht en certificering
10
35
Luxemburgse veteraan in het Europese toezicht – door Mark Heijster Compliance bij een verzekeraar – door Dominique de Baar Top-3 websites toezicht Interne audit bij een verzekeraar – door Peter van Meel De gecertificeerde taxateur als professional in de 21e eeuw – door Wytske van Biemen Certificering door een zelfstandige actuaris – door René Brinksma Samenvatting rapport Prudent Person – door Peter van Meel De uitvoering van het pensioenakkoord – door Annemarie van Hekken Innoveren is cruciaal en de actuaris moet daarin mee – door Ton Dieten Financieel Toezicht in Europa in nieuwe jas – door Harry Ros Effectief toezicht op pensioen door uniforme rekenrente – door Willem Schuddeboom
de kwestie
34
Moeten AFM en DNB fuseren? - door Mark Heijster
actuaris in den vreemde
36
Arthur de Haan in Canada
scriptie
38
Forecasting longevity of Dutch pension scheme members – door Ruud van Doorn
professie en praktijk
42
46
Wanneer zijn toezichthouders dadelijk eigenlijk tevreden? - door Jeroen Breen en Berco Leeftink Verzekeringscontracten in IFRS – door Niek de Jager en Hans van der Veen Gerard van Olphen over vertrouwen terugwinnen – door Paul Jurriëns
column bestuur
50
Toezicht & certificering – door Rajish Sagoenie
verenigingsnieuws
51
Mutaties, diploma’s, PE en overig nieuws
12 15 16 20 22 24 26 28 32
44
Actuarieel specialist Ben je actief in de pensioen- of verzekeringsbranche en wil je je verder ontwikkelen? Domenica zoekt nieuwe collega’s
de opinie van...
Compliance
Prudent Person
pensioenakkoord
actuaris in den vreemde
in vast dienstverband of als freelancer. Of je nu actuaris, analist of rekenaar bent, als je affiniteit hebt met nieuwe uitdagingen als Solvency II en Risk management dan maken we graag kennis met je. Ook als je wilt werken op het snijvlak van actuariaat en accountancy of project management, ben je bij Domenica aan het goede adres. Wij investeren in je, bieden je afwisselende projecten, een goede begeleiding en een goede werk-privé balans. Geïnteresseerd? Neem dan contact op met Dominique de Baar, telefoon 030 – 686 7170 of
[email protected].
W www.domenica.nl E
[email protected]
Domenica is onderdeel van
6
12
25
26
36
Ruimte
1984 In mijn eerste column wil ik allereerst Jos Berkemeijer bedanken voor zijn tomeloze inzet in de afgelopen jaren. Onder zijn bezielende leiding heeft De Actuaris een groeispurt gemaakt. Het zal een hele kluif worden om de geboekte progressie te evenaren. Zelf maak ik twee jaar deel uit van de redactieraad en ben ik ook betrokken bij The European Actuary.
voor uitdagingen Aon Hewitt is een wereldwijd opererende en toonaangevende organisatie op het gebied van human capital consultancy en outsourcing. Dankzij onze aanpak, expertise en wereldwijde netwerk lossen we de belangrijkste èn meest gecompliceerde uitdagingen op personeelsgebied op. Uitdagingen waar ook organisaties in Nederland vandaag de dag voor staan. Wij zijn altijd op zoek naar talenten. Zie jij een uitdaging in de combinatie risicomanagement en pensioen? Kijk op: werkenbijaon.nl voor meer informatie.
Maar nu het thema van deze Actuaris: de rol en toegevoegde waarde van certificering en toezicht. In tijden van crisis richt de beschuldigende vinger zich vaak richting de toezichthouder. Er komen berichten dat er een strenger toezicht moet komen en dat er ook duidelijk toezicht op het toezicht moet zijn. Is dit echt de weg die we moeten inslaan? Dit doet me denken aan het boek van George Orwell: 1984. Als we in een dergelijke wereld terecht komen, is er geen enkele bewegingsvrijheid meer en staat alles onder toezicht! Soms bekruipt me het gevoel dat mensen het steeds lastiger vinden om zelf te denken. Mensen nemen steeds vaker een afwachtende houding aan en mijden enige vorm van zelfreflectie. Het is altijd de schuld van een ander en vaak wordt een gebrek aan toezicht verweten. Maar is dat ook werkelijk zo? Zijn onze verwachtingen altijd wel even realistisch? Denk aan de ‘winstverdriedubbelaar’, tovergeld en de postcodeloterij. Geld lenen om mee te gokken omdat iemand beweert dat het binnen een maand verdrievoudigd is. Een paar duizend euro betalen voor een koffer met blanco papier en flesje magische vloeistof, die het blanco papier verandert in bankbiljetten. Dan is er ook nog de angst om niet mee te doen aan de postcodeloterij. Want stel dat iedereen om je heen wint, en jij zelf niet, omdat je geen lot hebt. Dat is niet eerlijk. Dit doet me denken aan Calimero. Ten aanzien van de perceptie die iedereen heeft bij Toezicht, moet de rol van de media niet onderschat worden. De diverse media vechten om te overleven en schuwen de schreeuwende koppen niet. Mensen en organisaties kunnen al worden afgemaakt op basis van een gerucht van een anonieme bron en krijgen niet altijd de mogelijkheid om het onderwerp vanuit een ander perspectief te belichten. Persvrijheid is een belangrijk goed, maar laten we er wel op een verstandige wijze mee om gaan. Met de komst van Solvency II lijkt een einde te komen aan de certificerende actuaris bij verzekeraars. Wij moeten hier echter niet van schrikken. Dit moet juist gezien worden als een uitdaging. Het geeft de actuariële professie de mogelijkheid om hun toegevoegde waarde te bewijzen en een plek aan de tafel op te eisen. Laten wij met zijn allen deze handschoen oppakken.
Peter van Meel hoofdredacteur
Consulting | Benefits Administration | Business Process Outsourcing
DE AC TUAR IS MAART 2011
5
opinie T EK ST: PAU L J U R R I Ë N S
Jos Dirks (60) heeft de lange weg afgelegd. Na zijn middelbare school ging hij werken bij Centrale Boerenleenbank in Eindhoven, een voorganger van Rabobank Nederland. ‘Toen ik bij de accountantsdienst begon, was het heel gebruikelijk dat je avondopleidingen deed. Praktijkdiploma boekhouden, MBA, SPD en dergelijke. Je kon er een paar tegelijk pakken. In ben flink aan het studeren gegaan, ook in de weekenden. Nee, dat was niet zo’n probleem. Ik kijk weinig tv, heb weinig slaap nodig en houd niet van sport. Dan kun je heel wat doen, hoor.’ Dirks vervulde diverse specialistische- en managementfuncties. Vanaf 1992 was hij bestuurslid en adviseur van het Rabobank Pensioenfonds. Sinds eind 2006 is hij er algemeen directeur. Naast zijn werk heeft Dirks een groot aantal bestuurlijke en maatschappelijke taken vervuld en commissariaten bij nationaal en internationaal opererende organisaties. Een willekeurige greep: Rode Kruis, Vincentius, diverse kerkbesturen en Museum van Religieuze Kunsten, met een van de belangrijkste kunstcollecties in Nederland. Dirks stond ook aan de wieg van de Vrienden van de Opera. Wat Dirks’ cv niet vermeldt is dat hij twee keer is geridderd. Een keer koninklijk in de Orde van Oranje Nassau. En in de Orde van Sint Silvester, een pauselijke onderscheiding. Die bescheidenheid is Dirks ten voeten uit. ‘Je moet er niet mee te koop lopen. Dat voegt niks toe.’
de opinie van…
F O T O G R A F I E : W I L LY S L I N G E R L A N D
Jos Dirks ‘Bestuursmodel kan simpeler en beter’ Regelmatig roemt de pers het Rabobank Pensioenfonds als lichtend voorbeeld dat de crisis voortreffelijk heeft doorstaan. Een tikkeltje glunderend, maar zeker niet zelfgenoegzaam, hoort algemeen directeur Jos Dirks de lofuitingen aan. Om direct daarop een pleidooi te houden voor een beter en simpeler bestuursmodel van pensioenfondsen. ‘Drie organen met duidelijke taken.’
‘Kijk, er moet bij de fondsen meer accent komen op risicobeheer. Daar moet het toezicht goed sturing aan geven, zonder dat het een op regeltjes gebaseerd systeem wordt. We zijn uiteindelijk bezig met de zorg voor de oudedagsvoorziening van onze deelnemers. Daar moet je soms wat risico’s lopen. Je kunt niet alles risicoloos beleggen, want dan weet je zeker dat er een lager pensioen uitkomt. Niet te veel, maar wel verantwoorde risico’s maken het pensioen misschien iets minder zeker, maar niet zeker minder. Dat krijg je wel als je veel beperkingen oplegt.’
Dirks: ‘We hadden er drie, maar met zo veel varianten dat je kon spreken van 22 regelingen. Die waren steeds moeilijker te administreren. Bovendien werd het steeds lastiger om uit te leggen waarom mensen met dezelfde functie vanuit de historie een andere pensioenregeling hadden. We hebben toen al die regelingen geconverteerd naar één nieuwe. De bank heeft daarvoor royale overgangsmaatregelen getroffen en heel veel extra geld in het fonds gestopt om mensen te compenseren. Dat heeft binnen het bestuur geleid tot die discussie. Een van de conclusies was dat het fonds een financiële instelling was geworden, die professionele leiding nodig had. Een bestuur dat vijf, zes, of voor mijn part tien keer per jaar een paar uur bij elkaar komt, is toch iets anders dan een aantal professionals dat er fulltime mee bezig is. Daarom heeft het pensioenfonds in 2006 een directie ingesteld. We zitten dicht op de uitvoering, die is ondergebracht bij Syntrus/Achmea. We rapporteren aan het bestuur, dat veel meer een rol op afstand heeft gekregen. De facto opereert het bestuur als een raad van commissarissen en bestuurt de directie het fonds. De facto, want wettelijk kan dat nog niet.’
DISCUSSIE
VENNOOTSCHAPSLAND
Het is ergens in 2005 als het bestuur van het Rabobank Pensioenfonds uitvoerig begint te discussiëren over de vraag hoe je het fonds in de toekomst het beste kunt besturen én beschermen. Aanleiding: de wet VPL, Vut
Dirks pleit er dan ook voor om in pensioenland een bestuursmodel te introduceren dat vergelijkbaar is met dat in vennootschapsland. ‘Naast de pensioendirectie die bestuurt en het bestuur voor het toezicht heb je dan een gecombineerde deelnemersraad en verantwoordingsorgaan met vertegenwoordigers van alle partijen: gepensioneerden, actieve deelnemers en de werkgever. Ofwel een algemene vergadering die benoemingsrecht heeft en dergelijke, vergelijkbaar met de aandeelhoudersvergadering. Veel pensioenfondsen hebben momenteel én een visitatiecommissie, én een verantwoordingsorgaan, én een bestuur, én een deelnemersraad én soms een directie. In ons model is dat teruggebracht naar drie organen die duidelijke taken hebben.’ ➤
‘We hebben er geen last van, als ik dat woord mag gebruiken.’ De vraag luidt wat de gevolgen voor het Rabobank Pensioenfonds zijn van het strengere toezicht en de toenemende regeldichtheid. ‘We hebben de zaak goed op orde. Los daarvan lijkt het me verstandig als tussen DNB en de sector een intensiever en beter overleg komt. Ten eerste om te zorgen dat pensioenfondsen en de toezichthouder de juiste dingen doen. Ten tweede om te voorkomen dat het toezicht overprudentieel wordt. Om te voorkomen dat er nog meer planken onder het ijs worden geschoven.’
VOORKOMEN DAT ER NOG MEER PLANKEN ONDER HET IJS WORDEN GESCHOVEN
JOS DIRKS: ‘GOOI NIET METEEN ALLES OVERBOORD.’
6
Prepensioen en Levensloop, die in 2006 van kracht zou worden. Onder druk van de wet worden alle pensioenfondsen gedwongen om hun pensioenregeling te wijzigen. De Rabobank neemt deze gelegenheid te baat om al haar regelingen te transformeren naar één uniforme regeling.
DE AC TUAR IS
DE AC TUAR IS
MAART 2011
MAART 2011
7
opinie
opinie
Met als voordeel? ‘Dat het bestuur nu niet meer bestuurt, maar toezicht houdt. Ik vind dat een beter model dan een one-tier model, waarin je in het bestuur professionals opneemt.’ De eis om het bestuur te professionaliseren vervalt in uw model. ‘Die professionaliteit zit in de directie. Er ligt in het huidige model een spanningsveld tussen de representatie van bestuurders en hun deskundigheid. DNB wil van bestuurders dat ze deskundig zijn. En terecht. Tegelijkertijd roept de politiek dat alle groeperingen vertegenwoordigd moeten zijn in een bestuur. Dat wringt.’ ‘Hoog opgeleide medewerkers bij een technisch bedrijf bijvoorbeeld hoeven geen goede bestuurders van een pensioenfonds te zijn. Toch wil de wetgever dat zij allemaal vertegenwoordigd zijn. Meer vrouwen, meer diversiteit... Maar het moet om de deskundigheid gaan. Daar word je op afgerekend. Weliswaar kun je die deskundigheid inhuren, maar dat is een mijl op zeven. Je haalt er van alles bij, tuigt een kerstboom op, terwijl het simpeler en beter kan.’ Wat is de kans dat uw model wordt ingevoerd? ‘Als ik de laatste stukken lees van de minister, dan ontstaat er straks keuzevrijheid. Het is ook goed dat je een model kunt kiezen dat het beste bij je past. Ik kan me bijvoorbeeld goed voorstellen dat bedrijfstakpensioenfondsen zo’n one-tier model nemen omdat het bestuur zich meer moet profileren. Daar moet je als uitvoerder met de werkgevers- en werknemersorganisaties op basis van gelijkwaardigheid kunnen overleggen.’
Hoe ziet het beleggingsbeleid er in de toekomst uit? ‘Niet zoveel anders zijn dan nu. We proberen het fonds te beschermen tegen grote schokken. We doen regelmatig verkorte ALM-studies en stresstesten, en maken scenario’s. Eens in de drie jaar maken we een uitgebreide ALM-studie waarin we premiebeleid, indexeringsbeleid, de kans op onderdekking, indexatiekortingen en dergelijke meepakken. Verder werken we met een risicomatrix die we regelmatig tegen het risicomodel voor financiële instellingen, FIRM, houden.’ BABYBOOMERS
De Rabobank heeft een jong pensioenfonds dat elk jaar nog groeit. De premie-inkomsten zijn momenteel circa € 550 miljoen en de uitkeringen bedragen € 200 miljoen op jaarbasis. De onlangs begonnen uittocht van de babyboomers en de vergrijzing van bedrijfspopulaties raken het fonds derhalve relatief gering. Dat laat onverlet dat Dirks de discussie over maatregelen die de gevolgen van die vergrijzing moeten compenseren, op de voet volgt. Zoals het pensioenakkoord en de verhoging van de AOW- en daarmee de pensioenleeftijd. ‘Als de politiek de AOW-leeftijd optrekt naar 66 of 67, dan moet je mee. Dat is ook redelijk. Als mensen langer blijven leven, moet iemand de rekening betalen.’ ‘Maanden geleden al zijn we met de werkgever rond de tafel gaan zitten om te kijken wat er op ons af komt en welke gevolgen dat heeft. En hoe we daar met de pensioenregeling op moeten inspelen. Dat brengen we nu in kaart. Het is nog te vroeg om daarmee naar buiten te komen. Maar op enig moment ligt dit onderwerp op de CAO-tafel. Dan kun je maar beter het denkwerk hebben verricht, zodat je weet welke richting je op wilt of juist niet.’
VAN DE ACTUARIS VERWACHT IK MEER ACCENT OP DE RECHTERKANT VAN DE BALANS BESCHERMING
Een tweede discussie binnen het bestuur van het Rabobank Pensioenfonds ging over de bescherming van het – royaal aangevulde - vermogen. Dirks: ‘We hebben allerlei scenario’s bedacht met onder meer rentedalingen en –stijgingen van 2%, en met halveringen en verdubbelingen van de aandelenkoersen. Waar komen we dan uit? Die verdubbeling leverde dermate hoge dekkingsgraden op, dat we die niet nodig hadden. In 2007 stonden we al op 159. Vandaar. In het slechtste scenario kwamen we ver beneden de 100. Dat wilden we juist niet. Daarom hebben we met veel rekenwerk een hybride hedge bedacht die het fonds zou beschermen tegen extreme dalingen van de rente of aandelen, ten koste van een stukje opwaarts rendement. Deze exercitie van enkele honderden miljoenen heeft ons geen windeieren gelegd. We hebben geen reserve- of dekkingstekorten gehad.’ Hadden andere pensioenfondsen hun risico’s ook maar beter gemanaged. ‘Een aantal heeft dat gedaan. Een hoop fondsen hadden zich inderdaad beter in kunnen dekken. Maar bijna niemand heeft deze crisis aan zien komen. Al lijkt het wel alsof de beroepsgroep van deskundigen die dit allemaal had voorzien per week nog groeit. Achteraf is alles makkelijk te verklaren. De crisis is snel en hevig gekomen. Als je vooraf niks had gedaan, kon je ook niks meer doen.’
8
Onderdeel van de vergrijzingsdiscussie is de hoogte van de dekkingsgraden en daarmee de gezondheid van pensioenfondsen. Dirks heeft kritiek op het meten van die dekkingsgraden, op basis waarvan pensioenfondsen maatregelen moeten nemen. ‘We moeten op dagbasis uitrekenen hoe we er voor staan, terwijl iedereen weet dat het om een periode van tientallen jaren gaat. Met de rente verandert elke dag de dekkingsgraad. Dat is niet verstandig. Je moet rekening houden met buitengewone omstandigheden. En die zijn er nu. Overheden hebben overal veel geld ingepompt en beurzen zijn volatiel. Daarom zou je een zekere demping in het toezicht moeten brengen.’ In de vorm van? ‘Het punt vasthouden waarin die markt nog wel normaal was. Ondertussen moet je maatregelen gaan voorbereiden, maar je moet nog niks doen.’ Het enige normale is misschien wel dat de markten voortaan abnormaal zijn. ‘Als de wereld verandert, moet je mee veranderen. Als de rente structureel laag blijft in normaal opererende markten, moet je iets doen. Maar als de rente vandaag omlaag gaat, morgen omhoog en overmorgen weer omlaag, heb dan wat geduld. Gooi dan niet meteen alles overboord.’
capaciteit. Om daarin ruimte te creëren zouden actuarissen en accountants eens moeten kijken naar hun overlap van werkzaamheden. Als pensioenfonds zit je er niet op te wachten dat overal dingen dubbel gebeuren. Van de actuaris verwacht ik meer het accent op de rechterkant van de balans.’ Een week voor het interview is met de nodige media-aandacht het Pensioenregister geopend. Een prima initiatief, zegt Dirks, hoewel er nog niet alles in staat. ‘Waar ik een beetje bang voor ben is dat het register appels met peren gaat vergelijken. De data die je erin stopt, moeten wel op elkaar aansluiten. Als het ene pensioenfonds uitgaat van een salaris op 31 december om het pensioen te bepalen en het andere op 1 januari, of je houdt geen rekening met mensen die een aantal jaren in het buitenland hebben gezeten, dan suggereer je misschien meer nauwkeurigheid dan er is. Schijnzekerheid tot achter de komma. Het Pensioenregister zou ook goed gewerkt hebben als er alleen had gestaan: u heeft bij dit en dat pensioenfonds en deze verzekeraar rechten. Ga daar uw gegevens opvragen. Ik hoop dat men het Pensioenregister niet dermate ingewikkeld maakt dat het niet goed te interpreteren is.’ NOOIT THUIS
HENS AAN DEK
Dirks verwacht dat het bij de actuarissen alle hens aan dek is als het pensioenakkoord zijn beslag moet krijgen in de diverse regelingen. ‘Die moeten opnieuw op de schop. Dat trekt een zware wissel op hun
doen. Ik maak lange dagen, maar doe geen tien dingen tegelijk meer. Mijn twaalf nevenfuncties heb ik afgebouwd tot drie. Dat geeft ruimte om mijn hoofdtaak goed te kunnen volhouden. Als je ouder wordt, heb je immers wat meer energie nodig.’ Wanneer gaat u met pensioen? ‘Ik ben 60,5. Ik heb geen plannen om te stoppen en denk er niet over na. Ik werk nog gewoon door. Mijn pensioen gaat op 65 in. (lachend) En wie weet gaan we die leeftijd verhogen naar 66. Ik vind het niet erg, hoor. Ik ben gezond, heb plezier in mijn werk en mensen in mijn omgeving hoor ik niet vragen wanneer ik wegga.’
Het Rabobank Pensioenfonds was tot 1996 een aparte entiteit. Dat jaar ging de administratie naar Interpolis, dat toen 100% eigendom was geworden van Rabobank. Eind 2006 stelde het bestuur een directie in, met Jos Dirks als algemeen directeur. ‘Inmiddels doet Syntrus/Achmea de uitvoering, die wij monitoren en regisseren. Bij Syntrus hebben we een eigen team van rond de vijftig mensen. Daarnaast zorgt de afdeling Assetmanagement voor de selectie van de vermogensbeheerders en dergelijke.’
Het oog valt op een tegeltje naast de deur in zijn Utrechtse kantoor: ‘Nooit thuis, ook best’. Een knipoog van Dirks’ echtgenote bij zijn veertigjarig jubileum. ‘Ik sta op om kwart over vijf. Om kwart over zes pak ik de trein in Eindhoven. Vaak heb ik ’s avonds ook nog wat te
■
DE AC TUAR IS
DE AC TUAR IS
MAART 2011
MAART 2011
9
thema toezicht en certificering
thema toezicht en certificering
TEKST: MARK HEIJSTER
VETERAAN IN HET EUROPESE TOEZICHT Dat juist hij onlangs werd gekozen als plaatsvervangend voorzitter van EIOPA, (de toezichthoudende autoriteit voor de sector verzekeringen en pensioenen in Europa) is nauwelijks een verrassing te noemen. De directeur van de Luxemburgse toezichthouder Victor Rod (61) heeft de ontwikkeling van de verschillende Europese toezichthoudende organen van dichtbij meegemaakt. De langst zittende toezichthouder wordt alom gewaardeerd om zijn ervaring. Een gesprek over de internationalisatie van de financiële markten, de wijze van toezicht en hoe om te gaan met nieuwe producten. De pensioenfondsen en verzekeraars in Nederland zijn veelal nationaal in tegenstelling tot Luxemburg waar veel internationale verzekeraars actief zijn. Is het waar dat de sector in Luxemburg naar verhouding weinig problemen heeft gekend gedurende de kredietcrisis?
‘Het is waar dat de Luxemburgse verzekeringssector in de crisis weinig grote problemen heeft gehad. De logische reden daarvoor ligt in het feit dat over het algemeen (meerderheid van de van de lidstaten van de Europese Economische Ruimte) de Europese sector weinig problemen heeft gehad tijdens de crisis en dat de Luxemburgse markt voor verzekeringen wat betreft diversificatie een redelijke goede afspiegeling is van die Europese markt.’ In Luxemburg zijn veel internationale financiële ondernemingen actief die ook in andere EU landen mogen werken, volgens de regels van het eigen land (home country rule). Hoe verlopen de contacten met de andere toezichthouders in EU landen of is de centralisatie via EIOPA effectiever? ‘Laat ik allereerst duidelijk maken dat verzekeringsmaatschappijen de richtlijnen aanhouden die Europa heeft bepaald en dat een maatschappij die in de ene lidstaat is gevestigd vrijelijk diensten mag aanbieden op het grondgebied van de andere lidstaten. Bij levensverzekeringen zijn de afgesloten contracten dus conform de wetgeving van het land waar het contract is aangegaan. Over het algemeen zal dat het land zijn waar de verzekeringsnemer woonachtig is. De contacten tussen de Luxemburgse toezichthoudende autoriteiten en de andere toezichtsorganen zijn uitstekend. Die contacten zijn vastgelegd in een protocol waarin beschreven is hoe de samenwerking moet verlopen, dit is het zogenaamde General Protocol relating to the collaboration of the insurance supervisory authorities of the Member States of the European Union.’ In 2010 werd in het kader van een peer review onderzocht of het commissariaat van de verzekeringen het protocol wel voldoende respecteert. De uitkomst van dat onderzoek was zeer positief.’ VICTOR ROD
‘De centralisatie van de EIOPA houdt niet in dat de nationale toezichthoudende organen vervangen worden door een centraal leidende toezichthouder. De opdracht die de Europese wetgever heeft toegekend aan de nieuwe Europese autoriteit voor verzekeringen en 10
pensioenen, de EIOPA, doet niks af aan de competenties van de nationale overheden. Het is niet aan de orde om nationale toezichthoudende organen te vervangen door centraal geleide toezichthouders. Hun taken zijn aanvullend. De nationale toezichthouders blijven onmisbaar gezien hun specifieke kennis van de verschillende nationale markten.’ In Nederland zijn de AFM en DNB toezichthouder. In Luxemburg worden de taken uitgevoerd door een enkele organisatie. Wat zijn de voor en nadelen van een enkele toezichthouder? ‘De organisatie van het prudentieel en het financieel toezicht hangt in grote mate af van de politieke keuzes die in de verschillende lidstaten worden gemaakt. Enkele landen kiezen voor een geïntegreerde autoriteit terwijl andere landen, zoals Luxemburg, een voorkeur hebben voor verschillende organen die ieder een apart deelgebied bestrijken. Op dit moment bestaat er in de Luxemburgse politiek geen plan om de bestaande situatie te veranderen.’ De verzekeringssector is in Luxemburg de afgelopen twintig jaar sterk gegroeid. Wat zijn de voornaamste oorzaken van deze groei en hoe gaat de sector om met personeelstekorten? ‘De Luxemburgse verzekeringssector is inderdaad sterk gegroeid de afgelopen decennia. Dat is vooral te danken aan een stevige groei van het aantal zaken dat viel onder het regime van vrijelijk verkeer van diensten. Luxemburg, met zijn meertaligheid en zijn kennis op het financiële vlak en op het terrein van de verzekeringen, biedt een uitstekend platform waar vandaan verzekeringsproducten over de hele Europese markt verkocht kunnen worden. De Luxemburgse verzekeringssector heeft zelden een personeelstekort gehad. De arbeidsmarkt kenmerkt zich door een natuurlijk verloop van werknemers die werkzaam zijn in sectoren die teruglopen naar sectoren die in de lift zitten. Overigens is het zo dat veel werknemers van grote verzekeringsmaatschappijen tijdens hun carrière in Luxemburg terechtkomen. Voeg daarbij dat, gezien de gunstige geografische ligging, het niet moeilijk is om in de aangrenzende landen hoog opgeleid personeel te recruteren.’
nieuwe producten vooraf strenger te toetsen op de juridische aspecten, de administratiekosten en de risico’s voor de consumenten? ‘Ieder levensverzekeringproduct in Luxemburg gaat vergezeld van een bijsluiter. Daarin worden de kenmerken van het product samengevat. Dus denk aan de kosten, technische gegevens zoals de sterftetafels, voorbeelden van hoe contracten zich in de tijd kunnen ontwikkelen en enkele testen waarbij de winstgevendheid bekeken wordt. Bij twijfel over een juridisch aspect vraagt de CAA (Commissariat Aux Assurances) een juridische studie aan de verzekeraar. Een dergelijke studie moet verplicht worden uitgevoerd door een advocaat van het land waarin het product wordt vercommercialiseerd.’ In het kader van het toezicht is het een voor- of nadeel voor financiële producten om uniforme technische grondslagen voor te schrijven? ‘Er zijn twee belangrijke soorten producten. Allereerst heb je de traditionele levensverzekering met een gegarandeerde opbrengst en waarbij gebruik wordt gemaakt van biometrische elementen zoals sterftetafels, en ten tweede is er de belangrijkste categorie in de levensverzekeringsector; dat zijn de unit linked contracten. In die gevallen is er geen gegarandeerde opbrengst. Het investeringsrisico wordt gedragen door de verzekeringsnemer. Hij koopt een levensverzekering die gekoppeld is aan een aantal beleggings- en investeringsfondsen. Hij krijgt geen directe geldopbrengst, maar hij krijgt een opbrengst gebaseerd op de waarde van die fondsen. In dat geval verlangen wij dat de verzekeringsnemer geïnformeerd wordt. Allereerst over het feit dat hij de drager van het risico is, niet de verzekeraar; en ten tweede is er een aantal producten met een hoog risico die niet zomaar aan iedereen verkocht kunnen worden. Je kunt dergelijke producten alleen maar kopen als je over een bepaald informatieniveau en een informatieniveau beschikt. Het zijn producten die natuurlijk zeker winstgevend kunnen zijn, maar we moeten niet vergeten dat ze ook gevaarlijk zijn.’
In Nederland heeft altijd een liberaal toelatingsregime voor het toelaten van nieuwe producten bestaan in tegenstelling tot andere landen van de Europese Unie. Dat heeft de afgelopen tien jaar tot nogal wat problemen geleid. Denk aan de aandelen-lease, de beleggingshypotheken. Heeft het uw voorkeur om
■
DE AC TUAR IS
DE AC TUAR IS
MAART 2011
MAART 2011
11
thema toezicht en certificering
thema toezicht en certificering
COMPLIANCE BIJ EEN VERZEKERAAR Ons redactielid Dominique de Baar legde de Manager Compliance Legal & Tax van Loyalis, Bart Damoiseaux, de volgende vragen voor.
met deze taak zijn de toezichthouders (DNB en AFM) ook belast. Naast dit aspect houdt Compliance ook in dat de Compliance Officer een zodanige mindset binnen de organisatie tracht te creëren dat ‘integer gedrag’ gestimuleerd wordt. Met name dit aspect is in de laatste jaren steeds belangrijker geworden. In hoeverre denkt u dat iedereen binnen Loyalis dezelfde verwachtingen heeft en eisen stelt aan de rol van Compliance? Ik ben van mening dat een goed functionerende onderneming gekenmerkt wordt door het gegeven dat de eisen die men stelt aan de bedrijfsfuncties aansluiten bij de verwachtingen die men heeft ten aanzien van deze bedrijfsfuncties. Dit is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de bedrijfsfunctie en haar omgeving. Binnen Loyalis is de Compliance functie beschreven in het Compliance Charter en het Compliance Manual. We hebben er expliciet voor gekozen om deze documenten door middel van een soort van ‘trias politica’ tot stand te laten komen. De Compliance Officer stelt op, de Chief Compliance Officer keurt goed, en de directie stelt vast. Op die wijze is geborgd dat de verwachtingen die de omgeving heeft ten aanzien van Compliance aansluiten bij de invulling van de functie. Dit stimuleert ook de discussie over compliance. En aangezien dit geen statisch proces is herhaalt deze procedure zich indien de verwachtingen in de loop der tijd over en weer veranderen. Daarmee wordt ook in de nodige flexibiliteit voorzien.
BART DAMOISEAUX
Wat houdt Compliance voor u in en kunt u een korte samenvatting geven van de soort activiteiten die hierbij horen? Compliance kent meerdere aspecten. Ten onrechte wordt de functie van de Compliance Officer vaak enkel neergezet als iemand die erop toeziet – en indien nodig bewaakt – dat de organisatie voldoet aan vigerende wet- en regelgeving. Dit is zonde, want Compliance is namelijk veel meer dan dat. Natuurlijk is het van belang om erop toe te zien dat de organisatie opereert binnen de door de wetgever gestelde grenzen, echter 12
Waar ligt volgens u de kracht van de Compliance functie? De kracht van de Compliance functie ligt er met name in dat zij zich kan onderscheiden van iedere andere toezichtfunctie. Met de nadruk op ‘kan’. Ik heb reeds aangegeven dat Compliance iets heel anders is dan een externe toezichthouder. Een goed functionerende Compliance functie behoort onderdeel uit te maken van de organisatie. Het is van wezenlijk belang dat zowel de interne als de externe omgeving zich hiervan bewust is. Wordt de Compliance functie op deugdelijke wijze ingezet, dan is zij in staat om vooraf te voorkomen dat zich een issue voordoet. Dit is altijd beter dan achteraf genezen. Daar ligt de kracht van Compliance. Wat is de positie van Compliance ten opzichte van de externe toezichthouder? Een overeenkomst tussen de Compliance functie en de positie van de externe toezichthouder is dat beiden toezien op de naleving van wet- en regelgeving. Vanuit
die gedachte kan een goede samenwerking tussen externe toezichthouder en interne Compliance functie de bedrijfsvoering ten goede komen. De toezichthouder heeft ook baat bij een goed functionerende Compliance functie, gelijk de Compliance functie – en de organisatie – baat hebben bij goed extern toezicht. Tot op zekere hoogte is dus sprake van communicerende vaten. Beiden kennen tenslotte een gezamenlijk doel. Hierbij mag echter nooit uit het oog verloren worden – noch door de externe toezichthouder, noch door de organisatie zelf – dat een groot verschil tussen beiden is dat de Compliance Officer dit doel nastreeft vanuit de onderneming zelf en de externe toezichthouder niet. De externe toezichthouder is buiten de organisatie geplaatst, en een goed functionerende Compliance functie niet. Hier dienen alle partijen zich goed bewust van te zijn. Wat is uw visie op integriteit in de nieuwe financiële wereld en wat is de interactie tussen Integriteit en Compliance? Vaak wordt gepoogd om het begrip integriteit nader te definiëren, echter de kracht van het begrip zit juist in het feit dat dit naar mijn mening niet op een wijze die tevreden stelt mogelijk is. Integriteit is een synoniem van onkreukbaarheid. Welke de integere weg is hangt in hoge mate af van de keuze waarvoor men zich gesteld ziet. Daarmee is de hoge mate van casuïstiek een gegeven. Feit is wel dat integer handelen bij uitstek in de financiële sector van levensbelang is. De financiële sector staat of valt met het vertrouwen dat de markt in de sector heeft. Dit gaat veel verder dan enkel de reputatie van de eigen onderneming. Een integriteitissue in de ene onderneming kan overslaan naar de andere onderneming, en in het meest ernstige geval zelfs naar de gehele sector. We hebben in het verleden meermaals gezien dat deze risico’s niet gebonden zijn aan nationale grenzen, integendeel. Het is van belang dat partijen die in deze markt opereren zich bewust zijn van dit gegeven. Een onderdeel van de Compliance functie is om te bewerkstelligen dat dit bewustzijn er is, en tevens om zodanige maatregelen te initiëren dat de kans op het voordoen een dergelijk integriteitissue zo klein mogelijk is. Hoe heeft de Compliance functie zich binnen Loyalis de afgelopen jaren ontwikkeld en wat verwacht u naar de toekomst toe? Sinds enkele jaren heeft de Compliance functie binnen Loyalis een kwalitatieve impuls gekregen. Binnen Loyalis is onder mijn leiding een team van Compliance Officers actief die elk een onderdeel van de onderneming voor
hun rekening nemen. Op deze manier wordt, actief en passief, geborgd dat elk onderdeel van de organisatie voorzien is van ondersteuning op het gebied van Compliance. Daarnaast wordt vanuit Compliance een aantal projecten geïnitieerd – aan de hand van een jaarlijks vast te stellen Compliance Program – waarbij onderdeel overkoepelende doelstellingen worden gerealiseerd. Deze projecten komen tot stand in onderling overleg tussen de organisatie en de Compliance functie. Zo is binnen Loyalis in 2010 onder andere het Compliance Expertise Centrum (Loyalis CEC) geïntroduceerd. Middels deze intranet omgeving is geborgd dat medewerkers op eenvoudige wijze snel toegang hebben tot die informatie op het gebied van compliance waar op dat moment behoefte aan bestaat. Op overzichtelijke wijze wordt geborgd dat externe bronnen (wet- en regelgeving) gekoppeld wordt aan intern beleid. Uit reacties blijkt dat dit absoluut wordt ervaren als een kwalitatieve verbetering. Wie of wat geeft volgens u sturing aan het proces Compliance en waar komt de forse ontwikkeling die deze discipline de laatste jaren heeft ondergaan vandaan? Vaak wordt gesteld dat Compliance de verantwoordelijkheid is van de directie van de onderneming. In eigenlijke zin is dit ook zo, maar het is mij te gemakkelijk om me achter dit standpunt te verschuilen. De directie creëert het klimaat waarbinnen de Compliance functie opereert. Als de directie blijk geeft het belang van Compliance te onderkennen – hetgeen bij Loyalis absoluut het geval is – werkt dit voor de Compliance Officer aanzienlijk eenvoudiger dan dat dit niet het geval is. Het is echter de Compliance Officer die sturing moet geven aan het proces Compliance. De Compliance Officer moet initiëren tot verbeteringen in de onderneming ten aanzien van zijn vakgebied. Daarnaast heeft hij een signaalfunctie op het moment dat zaken niet goed gaan, maar hoort daarbij ook mee te denken in het kader van oplossingen. De Compliance functie maakt tenslotte deel uit van de interne organisatie. De forse ontwikkeling ten aanzien van Compliance is deels te wijten aan hetgeen zich de laatste jaren in de financiële wereld heeft afgespeeld. Te vaak is de consument de dupe geworden van een laakbare en niet integere handelwijze van de financiële sector. Deze actie heeft voor een reactie gezorgd in de vorm van de ontwikkeling van de Compliance functie.
➤
DE AC TUAR IS
DE AC TUAR IS
MAART 2011
MAART 2011
13
thema toezicht en certificering
Is de Compliance functie binnen Loyalis meer nationaal georiënteerd of meer richting de ontwikkelingen binnen Europa? Hoe verwacht u dat zich dit naar de toekomst zal ontwikkelen? Daar waar vroeger sprake was van enkel een nationale oriëntatie kenmerkt de Compliance functie zich tegenwoordig door een benadering waarin internationale ontwikkeling steeds belangrijker worden. Ik gaf reeds aan dat issues niet meer beperkt blijven tot het nationale territorium. Dienstverlening, en in het kielzog daarvan de daarmee gepaard gaande risico’s, wordt steeds internationaler van aard. Europa is zich hier zeer wel van bewust. Het is van het groot belang dat de nationale wetgever, nationale toezichthouders en de onderneming – en als onderdeel daarvan de Compliance functie – zich hier tevens van bewust is en hierop inspeelt. Zo is thans de voorbereiding op de Solvency II regelgeving in volle gang. De Compliance functie vervult bij Loyalis een belangrijke rol bij de juiste implementatie van deze regelgeving. Naar verwachting worden dergelijke Europese ontwikkelingen in de toekomst steeds belangrijker. Wat zijn de mogelijkheden van een actuaris binnen de Compliance functie? Vaak wordt Compliance neergezet als iets strikt juridisch. Dit is waarschijnlijk gelegen in de nauwe verbondenheid van de functie met wet- en regelgeving, echter zoals ik reeds te kennen gaf is Compliance veel meer dan dat. Binnen Loyalis zijn ook Compliance Officers actief die in mindere mate juridisch geschoold zijn. Een van de kenmerken van een goede Compliance Officer is dat hij een breed interesseveld heeft. Een Compliance Officer moet kunnen meedenken met de organisatie en dient zijn of haar hand niet om te draaien voor materie inhoudelijke aspecten die niet direct uit het eigen vertrouwde – veelal juridische – vakgebied voortvloeien. Ik ben van mening dat in een
thema toezicht en certificering
goed functionerende Compliance functie verschillende disciplines vertegenwoordigd zijn die elkaar aanvullen om zodoende het beste resultaat te bereiken. Vanuit die gedachte is de inbreng van een actuaris binnen de Compliance functie zeker gewenst. Binnen Loyalis is deze behoefte onderkend en nemen de Compliance Officer en de actuaris deel aan een wekelijks overleg waarin de onderwerpen die beide disciplines raken worden besproken. Gelet op het feit dat de actuaris over zodanig specifieke en specialistische kennis beschikt is mijn ervaring dat dit zeker als een zeer welkome aanvulling in de Compliance functie gezien kan worden. Door het goede onderlinge overleg completeren de functies elkaar en wordt een zo goed mogelijk resultaat voor de onderneming bereikt.
TOP 3 WEBSITES TOEZICHT Toezicht wordt gedefinieerd als het verzamelen van informatie over de vraag of een handeling of zaak voldoet aan de daaraan gestelde eisen, het zich daarna vormen van een oordeel daarover en het eventueel naar aanleiding daarvan interveniëren (bron: Wikipedia). In Nederland is de Autoritieit Financiële Markten (AFM) belast met het gedragstoezicht op financiële instellingen. De Nederlandsche Bank (DNB) voert het prudentieel toezicht uit. De sites van beide toezichthouders kunnen in een top-3 uiteraard niet ontbreken. Daarnaast is de site van de European Insurance and Occupational Pensions Authority (EIOPA) toegevoegd. Het EIOPA (het vroegere CEIOPS) is voortgekomen uit de roep om een meer geïntegreerd Europees toezicht en maakt onderdeel uit van het European System of Financial Supervisors.
Wat vindt Loyalis zelf het meest opmerkelijke vindt aan de huidige stand van zaken met betrekking tot Compliance? Compliance heeft de laatste jaren een stormachtige ontwikkeling doorgemaakt. Niet in de laatste plaats is deze ontwikkeling te wijten aan het veelal woelige financiële klimaat waarin de sector zich op sommige momenten heeft bevonden. Als reactie daarop is de Compliance functie versterkt. Waar in het begin sprake was van een vreemde eend in de bijt – een controlerende functie die enkel toeziet op de naleving van wet- en regelgeving – valt naar mate de tijd vordert een ontwikkeling te bespeuren waarin de Compliance functie meer en meer gezien wordt als een bedrijfsonderdeel dat een goede bijdrage kan leveren aan de doelstellingen van de onderneming. Hierin is een belangrijke taak weggelegd voor de Compliance Officer zelf, die door zijn handelwijze en insteek zijn bijdrage in de onderneming voor een groot deel zelf kan beïnvloeden. Belangrijk is dat alle partijen – zowel intern als extern – zich hier terdege bewust van zijn.
adres goed
slecht
cijfer
adres goed
slecht
■ cijfer
adres goed
S P E C I A L I S T I N E N T E R P R I S E R I S K M A N A G E M E N T * F I N A N C E & I N V E S T M E N T * C A P I TA L M A N A G E M E N T * G E N E R A L I N S U R A N C E * H E A LT H * L I F E I N S U R A N C E * N O N - L I F E * P E N S I O N S * E M P L O Y E E B E N E F I T S
FINANCIAL ASSETS ACTUARIAL
slecht
EXECUTIVE SEARCH
cijfer
Anno Bousema , kent de professionals, kent de markt 14
+31 (0)35 539 53 10 +31 (0)6 53 30 97 52
[email protected] Koninginneweg 32 NL-1217 LA Hilversum www.financialassets.nl
Ook interessant:
http://www.afm.nl/ De informatie is doelgroepspecifiek gevisualiseerd. Er is een aparte tab voor consumenten en professionals. Binnen de tab professionals wordt onderscheid gemaakt in onder andere banken en verzekeraars, accountants en pensioenuitvoerders. Hier zijn links naar wet- & regelgeving en relevante rapportages opgenomen. Het is mogelijk om je bij de AFM aan te melden voor een digitale nieuwsbrief, dit is een handig medium om op de hoogte te blijven van de laatste ontwikkelingen op het gebied van het gedragstoezicht. De AFM is ook via twitter te volgen. Een aantal onderdelen van de site, zoals FAQ’s, zijn duidelijk nog in ontwikkeling. Als je verder de site induikt valt het op dat sommige informatie nog wat rommelig is weergegeven. 8
http://www.dnb.nl/home/ De site bevat veel informatie op het gebied van wet- en regelgeving, statistische informatie over verzekeringen en pensioenen, en monetaire instrumenten. Ook DNB heeft een digitale nieuwsbrief waar je je op kunt abonneren. Het blijft lastig om op via de site to-the-point informatie te vinden. Googlen op het gewenste onderwerp en DNB levert sneller resultaat dan zoeken op de DNBsite. 7
https://eiopa.europa.eu/home/index.html De verschillende activiteiten van EIOPA en onder andere de actuele requests for advise zijn helder beschreven. De site bevat veel inhoudelijke informatie en rapportages. De rapportages en consultatiedocumenten zijn niet handig thema-gewijs gegroepeerd en daardoor niet altijd even toegankelijk voor niet ingewijden. 7
http://www.thepensionsregulator.gov.uk/ http://www.fsa.gov.uk/ http://www.nen.nl/web/show https://www.aivd.nl/ http://www.compliance-instituut.nl http://en.wikipedia.org/wiki/2010_Flash_Crash http://www.federalreserve.gov/
DE AC TUAR IS
DE AC TUAR IS
MAART 2011
MAART 2011
15
thema toezicht en certificering
thema toezicht en certificering
INTERNE AUDIT Het onderwerp Interne Audit gaf hoofdredacteur Peter van Meel de aanleiding om Hans Verstraten en Onno Tettelaar, beiden werkzaam bij Corporate Audit Services ING, een aantal vragen hierover te stellen.
INTERNE AUDIT FUNCTIE: INHOUDELIJK
Wat houdt de interne audit-functie voor jullie in en kunnen jullie een samenvatting geven van de soort activiteiten die jullie verrichten? Belangrijkste activiteiten van de interne audit zijn gericht op de kwaliteit van processen en informatiesystemen die moeten waarborgen dat processen correct en efficiënt verlopen, dat alle afdelingen wet- en regelgeving respecteren, dat activa bewaakt en beheerd worden en dat betrouwbare interne en externe rapportages worden opgeleverd. De interne audit voert hiertoe verschillende soorten werkzaamheden uit. Bij de verzekeraar kijken wij bijvoorbeeld naar overkoepelende governance processen op de verschillende risico domeinen. Belangrijkste aandachtspunten hierbij zijn of de beleidsdocumenten per risico gebied conform groepsdoelstellingen en wet en regelgeving zijn opgesteld en correct zijn ingevoerd in de gehele organisatie. Operationele processen onderzoeken wij zoveel mogelijk van begin tot eind en afdelingsoverschrijdend. De kwaliteit van basisgegevens in diverse bestanden onderzoeken wij met behulp van specifieke queries en audit tools. Op belangrijke rapportages voeren wij gerichte controles uit zoals aansluitingen met onderliggende administraties, inventarisaties en gerichte testen op belangrijke transacties en cijferbeoordelingen. Gespecialiseerde IT auditors testen de kwaliteit van de IT controles zoals penetratietesten en uitwijktesten in verband met
H A N S V E R S T R AT E N
16
ONNO TETTELAAR
continuïteitseisen en diverse andere testen gericht op integriteit en beschikbaarheid van systemen en data bases. We proberen steeds te focussen op de meest risico volle bedrijfsonderdelen en processen. Echter om te voorkomen dat we geen belangrijke zaken over het hoofd zien, zorgen we dat alle entiteiten minstens eens per vijf jaar onderzocht worden. Op welke positie binnen een organisatie komt de Interne Audit functie het best tot zijn recht: volledig onafhankelijk van de business of samenwerkend met de business? Onafhankelijkheid is een belangrijke bestaansreden voor de interne audit afdeling. De belangrijkste afnemers van de audit rapporten moeten erop kunnen vertrouwen dat de auditors in alle vrijheid kunnen rapporteren. Auditors mogen geen enkel belang hebben bij de uitkomsten van het rapport en de daaropvolgende acties. Deze onafhankelijkheid dient zorgvuldig bewaakt te worden, zelfs de schijn van afhankelijkheid moet vermeden worden. Samenwerken met de business die geaudit moet worden, is ook heel belangrijk. De meeste business units waar wij werken, verkopen en beheren complexe tot zeer complexe financiële producten. Om te kunnen begrijpen welke controles nodig zijn om de processen te kunnen beheersen is diepgaande kennis nodig en is samenwerking zeer belangrijk. De samenwerking mag echter nooit zover gaan dat de onafhankelijkheid van de auditor in twijfel getrokken zou kunnen worden. Zou naar jullie mening de interne audit functie een advies moeten geven of juist een beslissende stem moeten hebben? Interne audit heeft geen operationele taken en is in die zin niet betrokken in het nemen van business beslissingen. De audit werkzaamheden zijn meestal erop gericht een oordeel te geven over de kwaliteit van interne verantwoordingsinformatie aan het hoger management. In een rapport worden tekortkomingen vermeld en tevens aanbevelingen opgenomen om tekortkomingen op te lossen. Businessunitmanagers vragen naast de formele audits ook vaak advies aan de interne auditors in het kader van IT projecten, nieuwe producten of bij fusies en overnames. Door in een vroeg stadium van dergelijke projecten interne controle vereisten mee te nemen is het veel eenvoudiger een optimale controle mix te implementeren. Over het
algemeen vinden onze auditors dit advies werk het leukste deel van de job. Wat zijn de mogelijkheden van een actuaris binnen de interne audit functie? De auditors van onze afdeling hebben naast algemene audit vaardigheden diepgaande kennis van een of meerdere businessdomeinen. Het actuariaat is binnen de verzekeringswereld een steeds belangrijker domein. Mede door ontwikkelingen als Solvency II en IFRS 4 fase 2 waarbij marktwaardemodellen de basis vormen voor de financiële interne en externe rapportages is actuariële kennis onmisbaar in de audit teams. De actuarissen die bij onze interne audit teams zijn beland, hebben over het algemeen een brede belangstelling voor governance vraagstukken en business processen. Pricing actuarissen, met een specialisatie in een bepaalde productgroep, lijken minder goed te passen bij de typische audit werkzaamheden. INTERNE AUDIT FUNCTIE: SPECIFIEK ING
Hoe heeft de interne audit functie zich binnen ING de afgelopen jaren ontwikkeld? In 2003 is binnen de interne audit afdeling van ING een transformatie project doorgevoerd. De oude interne
accountantsdienst die vooral gericht was op de financial audit werd omgevormd tot een moderne operationele auditfunctie, ingericht volgens de concepten van het Institute of Internal Auditors (IIA). Voor de verzekeringen tak zijn per business line operationele audit teams opgezet en op groepsniveau een IT audit team, een Non Financial risk team en een Finance en Risk team. Is er een aparte Audit committee in de Raad van Bestuur en in de Raad van Commissarissen ter waarborging van functionele onafhankelijkheid? Inderdaad, ING heeft op groepsniveau een audit committee. Het audit committee keurt jaarlijks het audit plan en budget goed en is verantwoordelijk voor benoeming en beoordeling van de general manager van Corporate Audit Services. Heeft de interne audit functie een medeverantwoordelijkheid voor informatie die in de jaarrekening van ING wordt vermeld, bijvoorbeeld waarderingsgrondslagen? De interne audit functie beoordeelt of de gehanteerde waarderingsgrondslagen compliant zijn met wet- en regelgeving en op diverse niveaus binnen de organisatie correct worden toegepast.
➤
DE AC TUAR IS
DE AC TUAR IS
MAART 2011
MAART 2011
17
thema toezicht en certificering
In hoeverre zien jullie een mogelijke verschuiving van de prioriteiten van operationele controle naar een financiële controle vanwege de marktontwikkelingen van afgelopen jaren? Wij zijn door de eerder genoemde ontwikkeling naar operationele audit wat weggeraakt van de financiële processen. De laatste jaren was de financiële rapportage het exclusieve domein van de externe audiors. Mede naar aanleiding van de financiële crisis krijgen wij steeds meer vragen om terug financial audit-achtige werkzaamheden op te pakken. Wij zijn nu nog aan het oriënteren wat we wel en niet kunnen en willen doen. Hoe wordt de interne audit functie binnen ING gecontroleerd? Het Institute of Internal Auditors voert inspecties uit op de audit functie om na te gaan of de audit aanpak conform the IIA richtlijnen is opgezet en uitgevoerd. Voor het eerst in juli 2010 heeft Corporate Audit Service een officieel IIA certificaat ontvangen. Verder houden de groepstoezichthouder (DNB) en lokale toezichthouders ook toezicht op de audit functie door middel van het uitvoeren van inspecties. INTERNE AUDIT FUNCTIE: GERICHT NAAR BUITEN
Hoe verhoudt zich de interne audit functie met de externe toezichthouder? Moet de interne audit functie geïnterpreteerd worden als een verlengstuk van de externe toezichthouder? De interne audit functie qua plaats in de organisatie, bemensing, audit aanpak en uitvoering moet voldoen aan eisen van de toezichthouders. De inspectieteams van de toezichthouders in diverse landen steunen erg op de interne audit functie. In veel landen krijgt de interne audit rechtstreeks opdrachten van de toezichthouder om bepaalde domeinen te onderzoeken. Wij proberen zo goed mogelijk te communiceren met de toezichthouders. Dit werkt naar twee kanten. Toezichthouders hebben overzicht in de markt en delen trends met ons waardoor we beter kunnen focussen op de belangrijkste risicogebieden. Wij delen onze bedrijfskennis met de toezichthouders waardoor de meeste vragen direct beantwoord kunnen worden en op business afdelingen minder tijdrovende inspecties moeten worden uitgevoerd. In hoeverre is het opzetten van een interne audit functie verplicht en heeft het een toegevoegde waarde voor kleinere verzekeraars? De interne audit functie is in de meeste landen waar wij actief zijn verplicht. Wel mag de interne audit functie uitbesteed worden aan een externe audit organisatie mits aanvaard door de toezichthouder. De interne audit functioneert het beste als dezelfde type audits op meerdere afdelingen uitgevoerd kunnen worden. De
18
DE AC TUAR IS MAART 2011
auditors kunnen dan voldoende expertise opbouwen en audits efficiënter uitvoeren. Ook zullen de auditors beter in staat zijn bij grotere bedrijven om best practices te identificeren en aan te bevelen. Dit kan bij kleinere organisaties een argument zijn voor gehele of gedeeltelijke outsourcing van interne audit aan een gespecialiseerde audit firma. Houden vertegenwoordigers van interne audit functie bij verschillende verzekeraars onderling contact met elkaar? In de meeste landen worden er door de lokale IIA afdelingen round tables voor interne auditors georganiseerd. Op deze bijeenkomsten worden vaak interessante en actuele ervaringen uitgewisseld. Is er een vorm van toezicht op de interne audit functie? De IIA heeft standaarden uitgevaardigd voor interne audit afdelingen. Als een interne audit afdeling een IIA certificaat wenst te ontvangen dient aan deze richtlijnen te worden voldaan. IIA inspecteurs voeren inspecties uit om compliance met de IIA regels vast te stellen. In de meeste landen waar wij actief zijn voeren de lokale toezichthouders inspecties uit op de gehele bedrijfsvoering inclusief de interne audit afdeling. Hoe houdt de interne audit functie zijn kennis op peil? Wij verzorgen intern basistrainingen op diverse domeinen in het standaard trainingenpakket van alle auditors. Op specifieke domeinen zoals fraude, market risk, credit risk en insurance risk, IFRS, Solvency II et cetera volgen wij overwegend externe trainingen en opleidingen in binnen- en buitenland. De meeste auditors waarderen echter nog het meest training on the job. Echte praktijk kennis en hands-on ervaring kan enkel verkregen worden door verzekeringsproducten, beleggingsinstrumenten en bedrijfsprocessen diepgaand te onderzoeken op meerdere entiteiten.
Wat doe je? als je weet dat de beroepsbevolking steeds kleiner wordt De Nederlandse bevolking vergrijst, mensen leven gemiddeld langer en er worden minder kinderen geboren. Dit betekent dat de pensioenlasten zullen stijgen. Dit heeft ook ingrijpende gevolgen voor een verzekeringsmaatschappij. Binnen Achmea is de actuaris de aangewezen persoon om te berekenen en uit te leggen wat de vergrijzing betekent: wat zijn de financiële effecten van wet- en regelgeving? En wat betekent dit voor de prijs en premiestelling van producten? En hoe gaan we de in- en externe rapportage hierover zo efficiënt mogelijk inrichten?
Actuaris Natuurlijk houdt de actuaris binnen Achmea zich niet alleen met dit vraagstuk bezig, maar ook met alle andere relevante maatschappelijke vraagstukken. Als actuaris binnen Achmea kan jij je op verschillende vakgebieden ontwikkelen. Als grootste actuariële werkgever in Nederland bieden we veel mogelijkheden in jouw vakgebied op verschillende locaties.
Wat we vragen Ben je al actuaris? Of studeer je voor actuarieel analist of actuaris? Dan maken we graag kennis met jou!
Wat wij bieden Wij bieden een afwisselende baan in een moderne en enthousiaste organisatie. De arbeidsvoorwaarden zijn uitstekend: bijvoorbeeld een13e maand, een pensioenvoorziening en een marktconform salaris. Bovendien kun je rekenen op veel mogelijkheden tot persoonlijke en professionele ontwikkeling.
Achmea Het motto van Achmea luidt: Achmea ontzorgt. Om dat waar te kunnen maken, hebben we mede-
INTERNE AUDIT FUNCTIE: TOEKOMST
Hoe zien jullie de interne audit functie zich in de toekomst verder ontwikkelen? Zoals we eerder al aangaven zien wij mede door de impact van de financiële crisis een terugkeer van de audit focus op de finance- en riskprocessen. We denken niet dat dit zal uitmonden in een full scope financial audit approach zoals we die vroeger kenden. De kritiek toen was dat de financial audit alle capaciteit van de interne audit opslokte waardoor er te weinig tijd overbleef voor het auditen van de operationele processen. Het zal als bij zoveel zaken gaan om het vinden van de juiste balans. ■
werkers nodig die verder kijken dan hun eigen bureau. Die oog hebben voor wat er speelt. Maar vooral: mensen die zich inleven in onze klanten en dat weten te vertalen naar originele oplossingen. Achmea onderscheidt zich door haar maatschappelijke betrokkenheid. Het streven van Achmea is om de samenstelling van ons personeelsbestand een afspiegeling te laten zijn van de maatschappij. Wij zijn ervan overtuigd dat diversiteit in culturen bijdraagt aan zakelijk en persoonlijk succes. AV É R O A C H M E A
Meer weten? Neem contact op met Sandrien Bekker, recruiter, (06) 51 18 9852. Je vindt de actuele functieprofielen
CENTRA AL BEHEER ACHMEA
en de mogelijkheid om te solliciteren op www.werkenbijachmea.nl/finance. Hier kun je ook een
FBTO
zoekagent aanmaken zodat je in de toekomst als eerste op de hoogte bent van actuariële vacatures
INTERPOLIS
bij Achmea.
Z I LV E R E N K R U I S A C H M E A
Ontzorgen is een werkwoord
thema toezicht en certificering
thema toezicht en certificering
TEKST: MR. WYTSKE VAN BIEMEN
D E G E C E R T I F I C E E R D E T A X AT E U R A L S PROFESSIONAL IN DE 21E EEUW
Bij het verzekeren van een bedrijfsinventaris, een wedstrijdpaard of een 17e-eeuws schilderij, om maar een paar voorbeelden te noemen, is een taxatierapport van groot belang. Op basis van het taxatierapport beslist de acceptant immers of zijn maatschappij het risico al dan niet wil dragen en zo ja tegen welke voorwaarden en welke premie. Dat het taxatierapport afkomstig moet zijn van een betrouwbare en deskundige taxateur spreekt dus voor zich, maar hoe moet een opdrachtgever of contractspartij er nu achter komen welke taxateur dit predicaat verdient?
VAN BEËDIGING NAAR CERTIFICERING
In het recente verleden was het een overheidstaak om te waken over de vakbekwaamheid van makelaars en taxateurs. Voor deze beroepsgroepen bestond de mogelijkheid beëdigd te worden. Uiteraard gebeurde dit niet op grond van hun blauwe ogen; hun vakbekwaamheid werd getoetst en ook naar hun integriteit alsmede hun staat van dienst werd het nodige onderzoek gedaan. Beëdiging was zodoende een waarborg voor deskundigheid en betrouwbaarheid; een systeem, dat circa vijftig jaar prima heeft gefunctioneerd totdat de overheid begin jaren negentig besloot dat haar bemoeienis met wet- en regelgeving bij tal van beroepen verminderd en/of afgeschaft moest worden. In het kader van deze zogenaamde deregulering sneuvelde derhalve in het jaar 2000 ook de beëdiging voor makelaars en taxateurs. Met als gevolg dat iedereen zich sedertdien zonder enige vorm van toetsing, makelaar of taxateur mag noemen. Dit leidde ertoe dat menig ongekwalificeerd taxateur zijn kans schoon zag tot de markt toe te treden.
Wytske van Biemen is secretaris van het examen- en voorlichtingssecretariaat van de Federatie TMV. Dit artikel is geschreven op persoonlijke titel.
1 van 1951 tot 1998 genaamd: De Nederlandse Organisatie van Makelaars, Veilinghouders en Beëdigde Taxateurs in roerende goederen en machinerieën
2 Voor voorbeelden van toetsmatrijzen zie www.federatietmv.nl onder informatie/examens.
20
Volgend op deze deregulering van de overheid heeft de sedert 1951 bestaande Federatie van Taxateurs, Makelaars en Veilinghouders in roerende zaken (Federatie TMV1), waarbij circa 300 (voorheen beëdigde) makelaars en taxateurs in roerende zaken en machinerieën zijn aangesloten, de uitdaging aangenomen om - ook zonder titelbescherming - de meerwaarde van haar leden uit te dragen. Zoals zoveel beroepsgroepen is de Federatie in 1996 begonnen met het instellen van Registers en bijbehorende Erkenningsregelingen. Toen enkele jaren later certificering een nog betere methode bleek om zich te onderscheiden, kozen de leden van de Federatie unaniem voor een op ISOnormen gebaseerd systeem van persoonscertificering: het zogenaamde certificeringsysteem SRZ (systeem roerende zaken). Toetsing en certificatie vindt plaats op basis van vastgelegde criteria door de Stichting voor de certificering van vakbekwaamheid Hobéon SKO te Den Haag (www.skocert.nl), een onafhankelijk en onpartijdig orgaan. Om hun persoonsgebonden certificaat te behouden moeten de certificaathouders
elke vijf jaar aantonen dat zij hun kennis en kunde op peil hebben. Op de certificering wordt toegezien door een College van Deskundigen. Hierin zijn alle voor de branche belanghebbende maatschappelijke groeperingen evenwichtig vertegenwoordigd. Vanaf 2002 is persoonscertificering van vakbekwaamheid een voorwaarde voor toelating tot het lidmaatschap van de Federatie TMV. Het certificeringsysteem SRZ regelt de certificering van de drie beroepsgroepen (makelaars, taxateurs en veilinghouders) die binnen de Federatie TMV zijn verenigd. In het kader van dit artikel zal ik mij beperken tot de registertaxateurs. H O E W O R D J E G EC E RT I F I C E E R D TA X AT E U R
Een taxateur die gecertificeerd wil worden dient over een bewijsstuk te beschikken dat hij met goed gevolg een vakbekwaamheidsexamen heeft afgelegd. Hij kan echter voor dat examen nergens een opleiding volgen. Een algemene of specifieke opleiding bestaat namelijk niet. De taxateur doet zijn kennis, zowel inhoudelijk als qua prijzen, op in de dagelijkse praktijk. Door het bestuderen van literatuur, het bezoeken van musea, beurzen, veilingen, internetsites met veilinguitslagen et cetera doet hij gaandeweg kennis en ervaring op. Een prima ‘opleiding’ kan zijn het werken bij een veilingbedrijf. Daar moeten immers dagelijks de ingenomen objecten beschreven en gewaardeerd worden. Na de veiling volgt dan het ‘leermoment’; zijn de richtprijzen gehaald of is de veilingopbrengst (veel) hoger of lager. Uiteraard heeft ieder vakgebied zoals machinerieën, automotive- en andere takken van industrie of de kunst- en antiekbranche, zijn eigen kenmerken. Voor een taxateur die zich aanmeldt voor een vakbekwaamheidsexamen geldt in de regel dat hij toch tenminste zo’n acht tot tien jaar werkzaam is op het vakgebied waarop hij gecertificeerd wil worden. Ieder taxateursexamen bestaat uit een theorie- en een praktijkgedeelte. Wat de kandidaat moeten ‘kennen en kunnen’ wordt overeenkomstig een toetsmatrijs2 geëxamineerd. In grote lijnen komt het erop neer dat de kandidaat een object moet kunnen herkennen, beschrijven en waarderen.
Herkennen: op grond van inhoudelijke kennis het object beoordelen, weten wat het is. Zoals de juiste benaming; een formaatzaag is bijvoorbeeld iets geheel anders dan een radiaalafkortzaag, ook al lijken ze voor een leek op elkaar. Zo maakt het herkennen van ‘echt en vals’ een vast onderdeel uit van alle examens op het gebied van kunst en antiek. Maar ook bij een klassieke auto wordt de kandidaat geacht te herkennen welke onderdelen vervangen dan wel niet meer origineel zijn. Beschrijven: het object dient aan de hand van de beschrijving geïdentificeerd te kunnen worden. Stel dat een taxateur in zijn taxatierapport een (te) summiere beschrijving geeft. Bijvoorbeeld: staande klok € 18.000. Dan zal geen mens in staat zijn die klok te identificeren als de klok die gestolen werd bij meneer X. Een deskundige taxateur daarentegen zal alle specifieke kenmerken van die klok, zoals afmetingen, houtsoort(en), het uurwerk, de maker, de datering (18e-eeuws of een kopie van latere datum), bijzonderheden over de wijzers en wijzerring en eventuele beschildering vermelden in zijn taxatierapport, zodat meneer X tegenover derden kan aantonen dat het zijn klok is. Waarderen: de juiste waardedefinitie dient gehanteerd te worden met de daarbij behorende prijs. Er zijn diverse waardedefinities waarop getaxeerd kan worden, zoals vervangingswaarde, dagwaarde, waarde in het economische verkeer, actuele waarde, opbrengstwaarde, reële waarde, liquidatiewaarde, executiewaarde enzovoorts. Aan het hetzelfde object hangt immers afhankelijk van de omstandigheden een ander ‘prijskaartje’. Om de juiste prijs te kunnen bepalen zal de taxateur kennis van vraag en aanbod op de markt moeten hebben. Afhankelijk van het vakgebied wordt de kandidaat tijdens het examen gevraagd de examenobjecten op diverse – nader door de examencommissie aan te geven waardedefinities te waarderen. Voor de toetsing van de integriteit en betrouwbaarheid wordt voorafgaand aan het examen gevraagd naar referenties en een VOG (verklaring omtrent het gedrag). Daarnaast bevat het theoriegedeelte van de examens vragen, aan de hand van casusposities, over wetskennis en gedragsregels. Ook de algemene competenties zoals opname en wijze van vastleggen, taalvaardigheid, omgang met opdrachtgevers en collega-taxateurs worden getoetst.
D E F E D E R AT I E T MV
De Federatie kent vier secties; Kunst, antiek en inboedelgoederen, Goud, zilver en juwelen, Motorvoertuigen, Machinerieën en bedrijfsinventarissen. Iedere sectie heeft een eigen bestuur, dat zich ondermeer door het organiseren van studie-bijeenkomsten inzet voor de permanente educatie van de leden. Het op peil houden van het kennisniveau van de leden is voor de sectiebesturen immers een van de belangrijkste opdrachten. Een jaarlijks terugkerende en bijzonder gewaardeerde studiebijeenkomst is bijvoorbeeld de zogenaamde ‘goed vals’-bijeenkomst, waar het laatste nieuws op het gebied van vervalsingen wordt uitgewisseld. Soms gepresenteerd als een examen, aan de hand van door de leden meegebrachte voorwerpen. Binnen de Federatie bestaan circa veertig vakgebieden, waarop geëxamineerd wordt, variërend van generalistische vakgebieden als kunst, antiek en inboedelgoederen, motorvoertuigen, machinerieën & bedrijfsinventarissen tot specialistische vakgebieden als horloges, juwelen, edelstenen, 19e-eeuwse kunst, moderne en hedendaagse kunst, strijkinstrumenten, merken en modellen, postzegels, oosterse tapijten, assurantieportefeuilles, antieke en klassieke motorvoertuigen, bakkerijmachines, agrarische machines, paarden en pony’s, levende have en vlees etc. Teneinde de uniformiteit van de taxatierapporten van de leden te bevorderen heeft de Federatie drie sets aanbevolen waardedefinities opgesteld voor de waardering van kunst en antiek, motorvoertuigen en machinerieën & bedrijfsinventarissen. Het merendeel van de vakbekwaamheidsexamens voor taxateurs wordt - al sedert 1953 - georganiseerd door het examenen voorlichtingssecretariaat van de Federatie TMV. Voor de samenstelling van de examencommissies wordt geput uit de museumwereld, universiteiten, het bedrijfsleven, de kunsthandel en het ledenbestand van de Federatie.
■
DE AC TUAR IS
DE AC TUAR IS
MAART 2011
MAART 2011
21
thema toezicht en certificering
thema toezicht en certificering
CERTIFICERING DOOR EENPITTERS Onze redacteur Rene Brinksma gaat voor het thema Certificering in gesprek met Jan Voois, een van de weinige zelfstandige actuarissen die ook certificeringwerkzaamheden uitvoert.
kan vergaren dat al naar gelang het vraagstuk in samenstelling kan wisselen. Daarnaast geef je de certificering af op persoonlijke titel. Ook bij een groter bureau is uiteindelijk de persoonlijke band een factor van doorslaggevend belang. Het blijft mensenwerk. Het contact met de grote bureaus is overigens erg goed wat belangrijk is voor de afstemming bij belangrijke kwesties. Wat biedt een ZZP-er die certificeert extra ten opzichte van een groter actuarieel bureau? Wat maakt dat een verzekeraar of pensioenfonds voor een ZZP-er zou kunnen kiezen? Het ligt nogal voor de hand om hier te wijzen op lagere kosten. Toch zie ik dat als een slecht signaal omdat de certificering primair niet vanuit kosten moet worden gestuurd, maar op kwaliteit en duurzaamheid. De meerwaarde ligt er vooral in dat verzekeraars meer keuze hebben zodat er geen oligopolie ontstaat als alleen de grote bureaus dit veld domineren. Een situatie die ook vanuit de EU aandacht heeft. Als een verzekeraar kiest voor een ZZP-er dan weten zij ook dat die ZZP-er maandag op de stoep staat en niet de collega van degene waarmee het contract is afgesloten. Dat is een niet te onderschatten onderscheid. De gemiddelde ZZP-er is ondernemend, wil zich bewijzen en heeft een gezonde werklust, wat leidt tot value for money. Daarin moet je wel je grenzen bepalen en de grote bureaus ook de grote zaken laten doen.
JAN VOOIS
Jan, wil je je kort voorstellen? Mijn naam is Jan Voois, ik ben getrouwd met een hele lieve vrouw en we hebben twee zoons, met leuke schoondochters, waarvan één ons verblijdt met de komst van een kleinkind en de ander met zijn verblijf en activiteiten in Kaapstad. Tot 1 december 1994 was ik de interne certificerende concernactuaris van Reaal, en daarna ben ik verzelfstandigd met de focus op certificering onder de naam Actwell. Naast het werk vinden wij ook andere zaken belangrijk. Zo geven wij met nog andere echtparen leiding aan een evangelische gemeente. Certificering lijkt iets voor grote bureaus. Jij certificeert echter als zelfstandige. Wat zien we verkeerd? Certificering is niet iets wat je vanuit een stand-alone situatie moet willen uitvoeren. Het is daarom begrijpelijk te denken dat dit niet past voor een zelfstandige. Toch is dat een misvatting omdat juist de zelfstandige een team van specialisten om zich heen 22
Wat maakt certificering bijzonder ten opzichte van de andere werkzaamheden die je doet? Welke overeenkomsten en verschillen zie je? Je merkt nog wel eens dat certificering de perceptie heeft van stoffig en saai. Voor een ieder die certificeert weet dat dit anders is. De spanwijdte van de factoren die bij certificering een rol spelen is groot. Zo is het nodig op de hoogte zijn van de visie en strategie van bestuurders, de kwaliteit en toegankelijkheid van systemen, wie verantwoordelijk is voor de resultaten en wie ze vaststelt. Vaststellen en overtuigen dat de voorzieningen en toets adequaat zijn vastgesteld en goed zijn belegd. Het inzien en acteren binnen het spanningsveld tussen de ideale situatie en de werkelijkheid, tussen bestuur en toezicht, tussen verzekeraar en polishouders, en dat alles binnen het kader van de regelgeving en het maatschappelijk belang. Omgaan met dilemma’s, roepen wij als certificeerders wel eens en dat is inderdaad de kern van certificeren. En vakantie opnemen tussen januari en de maand mei kun je natuurlijk wel vergeten.
Wat zijn de eisen waaraan je moet voldoen als je wilt certificeren, bijvoorbeeld met betrekking tot aansprakelijkheid? Hoe heb jij dit als zelfstandige geregeld? Specifiek een certificerend actuaris dient een rechte rug te hebben. Integriteit is sowieso vereist. Daar zijn wij het natuurlijke allemaal mee eens maar daarbij is wel tact en overtuigingskracht voor nodig. Met een rechte rug maar botte bijl, en met veel pauk en slagwerk door de resultaten gaan is niemand bij gebaat. Liever faseren dan forceren met het oog op continuïteit. Dat wil niet zeggen dat er niet op zware beslissingen gewezen moet worden en soms ook op korte termijn, maar vooral hoe je alle belanghebbenden van die noodzaak overtuigt zodat zaken gaan veranderen. Het afdekken van aansprakelijkheid is voor certificeerders vanuit de regelgeving van het Actuarieel Genootschap verplicht. Die verzekering had ik overigens al voor de regelgeving afgesloten. Ik hecht grote waarde aan de kwaliteit van mijn werkzaamheden. Om die reden ben ik naast het AG ook lid van Facet actuarissen een kwaliteitslabel voor onafhankelijke zelfstandige actuarissen. Peer review van certificering en zware adviezen is vandaar uit verplicht en via een commissie van toezicht wordt daarop toegezien. Niet altijd makkelijk maar wel nodig. Wat is je mening aangaande het huidige toezicht? Door de afgelopen ontwikkelingen rond de kredietcrisis en solvabiliteitsproblemen van banken en verzekeraars is er veel over het huidig toezicht geschreven, gezegd en vooral bekritiseerd. Naar mijn mening was en is de kritiek op DNB niet altijd terecht alleen al omdat het toezicht normatief en achteraf is. Primair gaat het om de voorkant. Als ethiek, integriteit en deskundigheid niet in de genen zit van het bedrijf trek je als toezichthouder al snel aan het kortste eind. Wat kan er naar jouw inzicht verbeterd worden aan het toezicht? Welke suggesties heb je daarvoor? De ontwikkelingen vanuit Solvency II, waar ook het intern toezicht een duidelijke plaats heeft, zal leiden tot meer zekerheden. Algemeen zie je een tendens dat complexe vraagstukken vanuit een team van specialisten worden behandeld zoals in de medische wetenschap. De verdere samenwerking tussen de accountant en de actuaris die vanuit de PCNA zijn opgesteld zijn daar een goed voorbeeld van, die dragen bij aan verbetering van het toezicht.
Kan je aangeven wat actuele issues zijn binnen certificering? Verzekeraars hoor je steeds meer klagen over de toenemende druk van het toezicht. Uitvragen gaan soms dwars door toch al strakke planningen heen. Daartoe neemt niet alleen de werkdruk toe maar ook de kosten nemen toe. Zo kan het worden dat het middel erger is dan de kwaal. Het is opvallend dat er van de uitvaartverenigingen, die in 1995 niet onder het Wtntoezicht zijn gekomen, vandaag relatief meer bestaan dan die er destijds wel voor hebben gekozen. Meer regels leiden niet tot beter toezicht, en meer toezicht geeft geen garantie voor meer continuïteit, maar het gaat om de wijze waar en hoe toezicht wordt ingezet. Bureaucratie ligt om de hoek. Verdere actuele issues zijn uiteraard de lage rekenrente en de afkoopwaardevloer. Beoordeel je deze vragen vanuit de foto van vandaag of vanuit de film van de toekomst, vanuit juridisch perspectief of economisch. In mijn optiek getuigt het van goed economisch inzicht als het toezicht niet al te zwaar tilt aan het aantal homogene groepen in de aanloop naar Solvency II. Hoe zie je de certificering in Solvency II? Hoewel Solvency II binnen enkele jaren zal worden ingevoerd, is nog volstrekt onduidelijk wat de taak is van de certificerend accountant en van de actuaris. Daarbij ben ik benieuwd hoeveel verschillende voorzieningen er worden beoordeeld, want nu tel ik er al meer dan drie: de prudentiële voorziening en toetsvoorziening onder IFRS of BW2.9, de fiscale voorziening en de toetsvoorziening van de QIS Solvency II. Een overgang naar een volledig reële waarde op de commerciële balans zal grote gevolgen hebben op ondermeer de bedrijfswinstdelingen voor polishouders dus is dat vraagstuk nog niet beantwoord. Daarbij is de complexiteit van de vaststelling van de voorziening en toets er niet minder op geworden terwijl de maatschappelijke druk op financiële instellingen alleen maar groter wordt. Verder kan ik mij niet voorstellen dat commissarissen zonder externe certificering van de grootste balanspost, rustig slapen. Zo zie je nu al dat sommige schadeverzekeraars externe actuariële certificering hebben ingeregeld terwijl dat vanuit de Wft niet verplicht is. De toezichthouder doet er daarom goed aan om de externe certificering ook onder Solvency II in te regelen, of het moet zijn dat de files naar Amsterdam nog meer gaan toenemen.
■
DE AC TUAR IS
DE AC TUAR IS
MAART 2011
MAART 2011
23
thema toezicht en certificering
thema toezicht en certificering
SAMENVATTING: PETER VAN MEEL
PRUDENT-PERSON In de Algemene Ledenvergadering van afgelopen december is het Rapport Prudent Person gepresenteerd. Deze rapportage is opgesteld door de werkgroep ‘Prudent-person’ van het Actuarieel Genootschap (AG), die ingesteld is door de Commissie Pensioenen.
Dit rapport heeft binnen de classificatie van uitingen die door het AG wordt gehanteerd de status van guidance. Het streven is om na gesprekken met diverse stakeholders dit rapport de classificatie van leidraad te geven, waardoor het officieel een ondersteunende functie krijgt binnen de actuariële beroepsgroep. Doel van de werkgroep is voorstellen te ontwikkelen voor guidance van het AG met betrekking tot de prudent-person regel. De guidance is primair bedoeld ter ondersteuning van de waarmerkend actuaris maar moet er ook aan bijdragen dat de jaarlijkse toetsing van de prudent-person regel door de (waarmerkend) leden van het AG op meer eenduidige wijze wordt uitgevoerd. Hieronder is de samenvatting, conclusies en aanbevelingen van het rapport weergegeven. Het volledige rapport is terug te vinden op de website van het AG. S A M E N VATT I N G, CO N C LU S I E S E N A A N B E V E L I N G E N
De prudent-person regel voor het beleggingsbeleid is gebaseerd op Europese regelgeving. In Nederland is het begrip wettelijk verankerd in artikel 135 van de Pensioenwet (PW) en in artikel 130 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling (Wvb) en nader uitgewerkt in artikel 13 van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen (Besluit FTK). De controle op de naleving van de prudent-person regel is in de PW en in de Wvb neergelegd bij de waarmerkend actuaris. De wet, noch de pensioenrichtlijn, geeft een definitie van het begrip ‘prudent-person’. Wel is een aantal uitgangspunten geformuleerd, dat bij de invulling van het begrip gehanteerd moet worden. De ruime en weinig concrete uitgangspunten zijn een belangrijke reden voor de beroepsgroep – maar ook daarbuiten - om te komen tot meer concrete guidance. In de inleiding (hoofdstuk 2) wordt hierop nader ingegaan. Om te komen tot een meer eenduidige interpretatie over wat onder prudent beleggingsbeleid moet worden verstaan, is een overzicht opgesteld van relevante wetgeving en zijn gesprekken gevoerd met diverse belanghebbenden. In hoofdstuk 3 wordt aan de belangrijkste punten en aspecten uit deze gesprekken aandacht besteed. In bijlage 3 en 4 van dit rapport zijn de belangrijkste teksten uit wet- en regelgeving opgenomen. 24
De conclusies van de werkgroep zijn toegelicht in hoofdstuk 4. Alle aspecten afwegend, wordt geconcludeerd dat de beoordeling, of voldaan is aan de prudent-person regel, zich toespitst op de vraag of het bestuur van het pensioenfonds in redelijkheid, gelet op de verplichtingen van het fonds, tot het vastgelegde en gevoerde beleid heeft kunnen komen. Niet alleen het voorgenomen beleid dient conform de prudent-person regel (ex ante) te worden getoetst, maar ook moet worden nagegaan of de feitelijke invulling in het afgelopen jaar (ex post) daarbij aansloot. Ten behoeve van deze beoordeling heeft de werkgroep toetscriteria opgesteld, die: – Kwalitatief – en niet kwantitatief - van aard zijn; – Transparant zijn voor alle betrokken partijen. De lijst met toetscriteria die binnen de AGregelgevingclassificatie moet worden opgevat als Leidraad is opgenomen in bijlage 1. De toetscriteria zijn limitatief bedoeld, in die zin dat hiermee het werkgebied van de waarmerkend actuaris met betrekking tot de prudent-person regel wordt begrensd. Het is aan de waarmerkend actuaris op welke wijze hij/zij de lijst wil gebruiken. Met behulp van deze lijst zou bijvoorbeeld een vragenlijst kunnen worden samengesteld, die ter schriftelijke beantwoording wordt voorgelegd aan het bestuur. Daarna kan, voordat de actuaris tot een oordeel komt, nog een gesprek met het bestuur dan wel de beleggingscommissie plaatsvinden. De werkgroep doet de aanbeveling om: 1.De lijst met toetscriteria te gebruiken als Leidraad bij de totstandkoming van het oordeel of aan de prudent-person regel wordt voldaan. 2.Zich waar nodig te laten adviseren/ ondersteunen door een beleggingsdeskundige. De waarmerkend actuaris blijft eindverantwoordelijk voor zijn oordeel. 3.De vragen uit de lijst met toetscriteria te stellen aan een of meer voor het beleggingsbeleid verantwoordelijke personen. Belangrijk is dat de waarmerkend actuaris zich ervan vergewist dat hij/zij alle informatie krijgt die nodig is om tot een zo goed mogelijk oordeel te komen. 4.Goed te documenteren hoe tot het oordeel is gekomen. 5.In het actuarieel rapport duidelijk te benoemen wat is onderzocht en op welke wijze, voorzien van een duidelijke toelichting of onderbouwing bij het oordeel.
Het is belangrijk op te merken dat de beoordeling of de standaardmethode terecht door een fonds is toegepast én de beoordeling of op een toelaatbare wijze invulling is gegeven aan de prudent-person regel voor beleggingen, in nauwe samenhang moeten worden bezien. De waarmerkend actuaris dient immers te beoordelen of het beleggingsbeleid en het risicobeleid van het pensioenfonds zodanig zijn dat het standaardmodel, bedoeld in bijlage 3 van de regeling PW en Wvb, kan en mag worden toegepast. Is dat niet het geval, dan dient het pensioenfonds het vereist eigen vermogen in overleg met DNB vast te stellen op basis van een intern model, dat een op onderdelen aangepast standaardmodel zou kunnen zijn. Gezien de doelstelling van dit rapport komt de beoordeling van de toepasbaarheid van de standaardtoets slechts zijdelings aan de orde. Het is wenselijk om voorafgaand aan het jaarwerk duidelijke afspraken te maken met de betreffende accountant over de controle van de basisgegevens van de beleggingen. De Samenwerkingsovereenkomst tussen actuaris en accountant van 16 december 2009 geeft aan dat onder basisgegevens ook relevante gegevens ten behoeve van de solvabiliteitstoets en vermogenspositie, bijvoorbeeld gegevens over de beleggingsportefeuille, wordt verstaan.
‘Met betrekking tot gegevens over de beleggingsportefeuille kan, afhankelijk van de aard van de toetsing, gedacht worden aan bijvoorbeeld de actuele waarde daarvan of samenstelling naar soort beleggingen, de duration van de vastrentende beleggingen, de mate van afdekking van het rente – en valutarisico, de creditspread, et cetera.’ Daarbij wordt in de overeenkomst aangetekend dat de basisgegevens niet in alle gevallen door de accountant behoeven te worden gecontroleerd. Verder wordt vermeld dat het van belang is om onderling af te stemmen welke gegevens relevant zijn en in hoeverre en op welke wijze de actuaris dan wel de accountant deze in zijn beoordelingswerkzaamheden meeneemt. Van belang is nog om op te merken dat de verklaring van de waarmerkend actuaris niet mag worden opgevat als de verklaring dát het beleggingsbeleid veilig is en dat de beleggingen van de juiste kwaliteit zijn. Of dát de beleggingen precies passen bij de verplichtingen. Dat zou veel te ver gaan. De verklaring van de waarmerkend actuaris is belangrijk en komt na zorgvuldig onderzoek en afweging tot stand. Er mag echter geen absolute waarde aan de verklaring van de waarmerkend actuaris worden toegekend.
■
DE AC TUAR IS
DE AC TUAR IS
MAART 2011
MAART 2011
25
thema toezicht en certificering TEKST: ANNEMARIE VAN HEKKEN
thema toezicht en certificering
F O T O G R A F I E : W I L LY S L I N G E R L A N D
DE UIT VOERING VAN HET PENSIOENAKKOORD MAG GEWOON NIET MISLUKKEN Prachtige locatie. Veel glas. Heel veel glas. ‘Wij maken ons sterk voor transparantie. Maar dit is ook voor ons wel heel transparant. Misschien gaan we toch nog een paar glazen wandjes afplakken…’ Gerard Riemen, directeur van de Pensioenfederatie vouwt zijn visie uiteen: Op de betekenis van de organisatie voor de onderliggende pensioenkoepels. Op de waarde van het huidige pensioenstelsel. En op de rol van de actuarissen daarin. veel lastiger te strikken waren. Inmiddels hebben we onze dossiers verbreed en staan veertien concrete thema’s op de beleidsagenda. Punten waarover we een duidelijke mening hebben en die we luid en duidelijk verkondigen.
Wij geloven niet in opbouw van het ouderdomspensioen op individuele basis, uiteindelijk ben je in onze optiek dan altijd slechter af. Het huidige systeem is in essentie goed. Vergeet niet dat in Nederland het welvaartsniveau na de pensioendatum het hoogste is van Europa.
…OVER HET KABINET
Kort geleden spraken we met Minister Kamp over de uitwerking van het Pensioenakkoord. Hij straalt positivisme en energie uit en wil echt investeren in het omvormen en verstevigen van de pensioensector. Daarin ziet hij ook een duidelijke rol voor de overheid. Wij zijn daar heel gelukkig mee. Zo’n houding is nodig; we zullen elkaar de komende tijd hard nodig hebben. Het momentum mag niet verdwijnen, we moeten nog veel werk verzetten en de tijd dringt. Zeker als je beseft dat het niet alleen om de inhoudelijke kant gaat, maar ook om het creëren van draagvlak bij de deelnemers aan de regelingen. Daar moet je energie insteken, mensen moeten begrijpen waarom de contracten zijn zoals ze zijn.
…OVER SOLIDARITEIT
Het begrip solidariteit staat momenteel stevig in de schijnwerpers. Wij zien het, net als collectiviteit, als één van de verworvenheden van ons stelsel. Daarin is sprake van verschuivende balansen. Het is en blijft een kwestie van zoeken naar evenwicht, waarbij aan alle generaties recht wordt gedaan. Wie steunt wie? Wie betaalt voor welke risico’s? Dergelijke posities veranderen. Dat is altijd geweest en zal altijd zo zijn. Ook in het nieuwe pensioencontract zal solidariteit een belangrijke pijler zijn. Het uitleggen van de veranderingen en de karakteristieken van een nieuw contract zal lastig zijn. Maar dat is geen reden om het niet te doen. We kunnen uitleggen dat het nodig en verantwoord is en dat onderbouwen met harde cijfers.
…OVER PENSIOENCONTRACTEN GERARD RIEMEN
…OVER DE AANLEIDING
15 november 2010 zijn de drie pensioenkoepels OPF, UvB en VB samengevoegd. Sommigen denken dat de Pensioenfederatie geboren is naar aanleiding van de crisis op de financiële markten. Het ei was echter al veel eerder gelegd. In 2008 is het formele samenwerkingsconvenant gesloten, waarin we vastlegden dat de drie pensioenkoepels veel nauwer zouden gaan samenwerken. Het waarom lag voor hand: de buitenwereld had behoefte aan één stem en geen versnipperd geluid vanuit de pensioenfondsen. En de pensioenkoepels zelf hadden behoefte aan een sterkere vuist. Samen zouden we die vuist kunnen maken. Aanvankelijk concentreerden we ons op vier beleidsonderwerpen en gingen we het ‘proberen’, maar gaandeweg werd duidelijk dat er geen weg terug meer was. Alle dossiers die op ons pad kwamen, waren typische samenwerkingsdossiers. Ook merkten we al snel dat we met partijen aan tafel kwamen, die eerder 26
We geloven in een zelfregulerend mechanisme, binnen kaders. Bieden uitvoerders contracten aan die niet fair zijn, dan zullen deelnemers daarop reageren, en terecht! Voorwaarde is natuurlijk wel dat heel transparant wordt verteld wat voor een contract het is, wat de risico’s zijn en of indexatie een optie is of niet. Iedereen wil wel een contract waarbij je weinig premie betaalt, geen risico’s loopt en gegarandeerde indexaties hebt. Dat kan gewoonweg niet. Goede communicatie is een uitstekend middel om pensioenfondsbestuurders scherp te houden.
…OVER KEES DE LANGE
In het vorige nummer van de Actuaris pleitte de heer De Lange voor het opheffen van pensioenfondsen in hun huidige vorm. Zijn uitlatingen hebben ons verbaasd. Sterker nog, we maken ons zorgen vanwege het feit dat hij met stevige uitspraken die in sommige gevallen pertinente onjuistheden bevatten een bepaalde toon zet waar we niet gelukkig mee zijn. Het opheffen van pensioenfondsen is helemaal niet nodig. Lees Goudswaard er maar op na. Macro-economisch is het huidige systeem prima houdbaar, mits je een aantal zaken op intelligente wijze aanpast.
…OVER EEN GOEDE UITWERKING VAN HET PENSIOENAKKOORD
Het mag gewoon niet mislukken. Er staat te veel op het spel. We hebben dan ook een rotsvast geloof in de goede afloop. De vraag is natuurlijk ‘wanneer is het gelukt’? Dat is nu moeilijk te zeggen. Ik denk dat we over tien jaar kunnen vaststellen of we succesvol zijn geweest. Dan kun je constateren of de regelingen nog steeds gewaardeerd zijn en of het een houdbaar stelsel blijkt te zijn. Voor ons geldt ook dat het gelukt is als de pensioenopbouw nog steeds gerelateerd is aan het inkomen en er sprake is van solidariteit. In enige vorm.
De Lange bekritiseert pensioenfondsbesturen onder andere vanwege de exorbitant hoge salarissen. Zo zou de voorzitter van Zorg en Welzijn een vast salaris van € 397.000 ontvangen. Onzin: de waarheid is dat zijn salaris over 2010 nog geen kwart daarvan bedraagt. De Lange creëert met dit soort uitlatingen bewust een sfeer van wangedrag die niet op feiten is gebaseerd maar die de sector wel in een kwaad daglicht stelt.
voor 50PLUS ze goed te kunnen vertegenwoordigen en stelt dat deze ouderen onvoldoende zeggenschap hebben, onder andere vanwege de geringe vertegenwoordiging in pensioenfondsbesturen. Maar iedereen weet toch dat pensioenfondsbestuurders overwegend oudere heren zijn? Dat zouden we heus wel anders willen. Wij zouden heel graag zien dat ook vrouwen en jongere deelnemers beter vertegenwoordigd zijn. Juist om ook hun belangen op tafel te krijgen. …OVER HET IDEALE TOEZICHT
Dat is een vorm van toezicht waarin niet alles dichtgeregeld is. Het pleidooi van de AFM voor ‘open norm toezicht’ dragen we een warm hart toe. Pensioenfondsen moeten juist kunnen laten zien dat zij verantwoordelijkheden kunnen dragen. Meer vrijheid krijgen en beleid kunnen voeren dat daadwerkelijk in het belang van de deelnemer is, in plaats van gericht zijn op het voldoen aan regels. De Toezichthouder hoeft geen vriend te zijn, integendeel. Een gezonde situatie is er een waarin de Toezichthouder een partij is die op afstand kijkt en haar tanden laat zien als er dingen mis gaan. Daarbij hoeven fondsen niet per definitie gelijk behandeld te worden. Wat goed is voor de een, hoeft helemaal niet goed te zijn voor de ander. …EN OVER DE ROL VAN DE ACTUARIS
Die zien wij anders dan de rol die nu vaak geschetst wordt. Een actuaris moet zich richten op zijn kerntaak. Hij moet pensioenfondsbestuurders scherp houden, de consequenties van keuzes scherp in beeld brengen en ervoor zorgen dat er niet gemanipuleerd wordt met cijfers. Een actuaris die een algemene vraagbaak wordt, een steun- en toeverlaat voor het bestuur, vult wat ons betreft zijn taak te breed in. Verantwoordelijkheden worden dan diffuus en taken worden afgeschoven. Daarin kijken we ook bestuurders aan: zij moeten niet gaan leunen, maar ook zelf hun verantwoordelijkheden nemen.
De focus van de heer De Lange ligt alleen bij de belangen van de ouderen. Hij hoopt met het initiatief
■
DE AC TUAR IS
DE AC TUAR IS
MAART 2011
MAART 2011
27
thema toezicht en certificering TEKST: TON DIETEN
thema toezicht en certificering
FOTOGRAFIE: JACQUES KOK
Bestendigheid van het klantenbestand is voor een verzekeringsmaatschappij een groot goed
INNOVEREN IS CRUCIAAL EN DE ACTUARIS MOET DAARIN MEE
Verzekeringsmaatschappij ASR maakt zich klaar om binnen een aantal jaren naar de beurs te gaan. Het riskmanagement is op peil gebracht, maar zal nog verder worden ontwikkeld. Een gesprek met een verzekeraar die onder de vleugels van de Staat kwam zonder zelf een cent overheidssteun. ‘Het is ons overkomen.’
Aan een van de wanden in zijn werkkamer hangt nog een plakkaat met het blokjeslogo van de vorige eigenaar. Het is een van de laatste tastbare bewijzen in het Utrechtse hoofdkantoor van ASR Nederland over de recente historie. De hoogste actuaris in de organisatie zit er niet mee als hij erop wordt gewezen. Directeur Riskmanagement van ASR, Jerphaas Campagne, wordt wel vaker herinnerd aan de episode Fortis. Enkele voorbeelden: ‘Het Solvency II-programma vond op Fortis-niveau plaats. De rapportage van ons kapitaalmodel gebeurde voor een belangrijk deel in Brussel. Door de ontvlechting ontstond de bizarre situatie dat we geen toegang meer hadden tot alle kennis en modellen. Onder Fortis waren er de mitigerende diversificatievoordelen van bankverzekeren. Haal je die activiteiten uit elkaar, dan trek je iets scheef. Om de solvabiliteit op peil te houden moesten onmiddellijk risico’s in de beleggingsportefeuille worden verminderd en flexibele herverzekeringen ingericht.’ In een interview met ASR komt onvermijdelijk de harde leerschool onder Fortis aan de orde die nog altijd sporen nalaat. Maar als zelfstandig verzekeringsbedrijf beschikt ASR nu weer over geheel eigen risicomanagement. Natuurlijk komt ook de woekerpolisaffaire ter sprake die verzekeraars maar blijft achtervolgen. Jerphaas Campagne en directeur Insurance Risk & Value Management Bas Huitink, die tijdens het interview aanwezig is, hebben die ochtend een overleg achter de rug over ‘marktontwikkelingen’. Het laat zich raden waarover dat gaat. Enkele dagen ervoor is er een uitspraak gedaan over de Falcon Levensplanpolis. De rechter stelde ‘dwaling’ vast en nu dreigt een massaclaim op ASR af te komen. Wat betekent dit voor risicomanagement? Maar eerst terugblikken op Fortis Campagne: ‘Het evenwicht was zoek. De strategie bestond kort gezegd uit double digit growth. We zaten in een cultuur waarbij winst nastreven het voornaamste was, met alle risico’s van dien. Als voormalige Fortis Verzekeringen Nederland leverden wij onze bijdrage. In de periode dat de overname van ABN Amro gefinancierd moest worden, werd er een beroep gedaan op onze soliditeit.’ ‘Utrecht’ kon niet verhinderen dat bijna een miljard euro werd weggesluisd om ‘Brussel’ in staat te stellen dividend uit te keren.
BAS HUITINK
28
JERPHAAS C AMPAGNE
In de laatste fase - Fortis-topman Votron was al vertrokken, het faillissement van Lehman Brothers losgebarsten en de beurskoers van Fortis ingestort - schoten de overheden uit België, Nederland en Luxemburg te hulp. Echter, twee dagen na dit ‘reddingsweekend’ kwam er een zorgelijk feit aan het licht. Uit de overeenkomst bleek dat de Nederlandse verzekeringsactiviteiten aan België als onderpand waren meegegeven. Het wantrouwen aan de kant van de Nederlanders was compleet en aanleiding om de activiteiten naar Nederland terug te halen. Het is dan 3 oktober 2008. Campagne herinnert zich die periode heel goed. ‘We voelden na dat weekend dat
er toch nog wat stond te gebeuren.’ Het resultaat is bekend: ASR werd 100% eigendom van de Staat. Oneerlijke concurrentie? Regelmatig – ook op de dag van het interview- verschijnen er berichten in de media van concurrenten die zich beklagen over een oneerlijk speelveld. Op de vraag of de Staat zich met de bedrijfsvoering bemoeit, antwoordt Campagne met nadruk: ‘nee’. ‘Het aandeelhouderschap heeft geen invloed op koers die wij hier varen. Is onze fundingrente lager dan van anderen? Ik herken het niet. Wat telt is je rating en dat is bij ons een A-rating. In die categorie zitten onze concurrenten ook. We hebben een aandeelhouder op afstand. En die afstand zal nog zuiverder zijn wanneer er straks een stichting tussen geplaatst is.’ Bas Huitink benadrukt dat ASR, anders dan enkele andere financiële instellingen, geen enkele financiële steun heeft ontvangen. ‘Het is ons overkomen dat de Staat 100% aandeelhouder van ons bedrijf is geworden. Maar niet voor altijd. Zowel de overheid als wijzelf waren het er al snel over eens dat we terug moeten naar de private markt.’ De verkoop laat echter op zich wachten. Het komt aan de ene kant door het beursklimaat dat voor verzekeraars nog niet gunstig genoeg is. ASR heeft hard gewerkt aan privatisering maar is er nog niet klaar voor, zo liet minister De Jager van Financiën in januari weten. Dat er nog stappen gezet moeten worden, geldt ook voor het risicomanagement. Verdere professionalisering is nodig omdat de druk van markt en het toezicht groot is. Toch is er ook tevredenheid. De snelheid voor het leveren van informatie om het bedrijf te kunnen sturen is sterk verbeterd. Huitink licht dit toe: ‘Naast de maandelijkse solvabiliteitsrapportages zijn er wekelijkse updates. De waardeberekening van onze nieuwe productie is in zestien werkdagen klaar, voorheen was dat ruim dertig dagen. En het zal nog korter worden. Met de presentatie van de jaarcijfers zijn we veertien dagen eerder dan vorig jaar. Ook zie je de verbeteringen aan de inrichting van onze processen, de waarde van stochastische modellen, aan de kwaliteit van scenarioanalyses. Allemaal stappen in de richting van een actuariële keten die goed moet lopen.’ Betekent Solvency II niet een extra last? Campagne: ‘Het voelt meer als een wind in de rug omdat we ons toch ook klaar willen maken voor de private markt. Voor negentig procent bestaat Solvency II uit hetzelfde werk. Natuurlijk zijn er onderdelen waarbij je afvraagt of het zo uitgebreid moet. Bijvoorbeeld bij het intern risicomodel voor de berekening van je solvabiliteit.’ Huitink vervolgt: ‘Het is lang in de markt bon ton geweest om te kiezen voor interne risicomodellen. Dan ga je een complex pre-applicatie proces in bij De Nederlandsche Bank.’ Campagne knikt instemmend en ➤
DE AC TUAR IS
DE AC TUAR IS
MAART 2011
MAART 2011
29
thema toezicht en certificering
Het vertrouwen terugwinnen is sinds de woekerpolisaffaire een van de belangrijkste opdrachten van de sector. Hoe gaat ASR met die uitdaging om? Campagne. ‘Door op een andere manier naar de klant te kijken. De consument voelt zich nu gevangen in de compensatieregeling die wij hebben getroffen met de consumentenstichtingen. Hij krijgt de compensatie pas aan het einde van de looptijd van de polis uitgekeerd, en dat vindt de klant niet reëel. Daarom hebben we besloten dat de polishouder de compensatie nu al in de polis gestort kan krijgen. En hij kan na gratis advies van zijn of haar verzekeringsadviseur kosteloos overstappen naar nieuwe ASR-producten. Dit zijn producten die zeer transparant zijn en zeer lage kosten kennen. Op die manier hopen we de klanten weer perspectief te kunnen bieden. Want in risicotermen gesproken is dat ook van belang. Bestendigheid van de portefeuille is namelijk voor een verzekeraar een groot goed. We zijn bezig met de innovatie van onze totale portefeuille. Het gaat er om dat we de klant producten bieden waarmee hij zijn doel bereikt en waarin hij zich niet gevangen voelt.’
gebaart dat daar stapels aan voorwaarden aan te pas komen en daar willen ze bij ASR kennelijk pragmatisch mee omgaan. Hoe ga je dan om met data integriteit, bewijskracht en validiteittesten? ‘Wij hebben besloten het standaardmodel te implementeren. Dan ervaren en doorgronden we vanzelf of ons eigen E-cap model onze risico’s voldoende beschrijft en waar het tekort schiet. Op een later moment zullen we officieel overgaan naar ons intern risicomodel. De markt zal ons immers vragen hoe wij onze risico’s sturen. Dan kunnen we verwijzen naar de toets van DNB die er zeker zal komen.’ Hoe gaan jullie om met de onzekerheid over privatisering? ‘Door niet te gaan zitten afwachten tot er eens wat gebeurt, maar door te handelen in de richting van het privatiseringsmodel dat onze voorkeur heeft. De minister heeft aangegeven dat een beursgang ook zijn voorkeur heeft, al sluit hij andere opties van verkoop niet uit. Maar het is aan de aandeelhouder om daarover te beslissen. In alle situaties is het nodig om investeerders informatie te verschaffen over wat je verdient, met welke zekerheid dat is en welk risico’s er tegenover staan. Daar werken we aan.’ Wat maakt ASR onderscheidend? ‘Onze goed gediversifieerde portefeuille. We hebben een grote pensioenportefeuille en een grote portefeuille begrafenisverzekeringen. Dat matcht dermate goed, dat wij nauwelijks een negatief effect ondervinden van de officiële cijfers over de stijgende levensverwachting en de eigen inschattingen die we daar bovenop leggen. Voor tegengestelde risico’s is minder kapitaal nodig en dan haal je meer rendement op het eigen vermogen. De diversiteit bewaken is ‘slim’ risicomanagement. En dit uit zich ook in het feit wij voor een rentegevoelig bedrijf wat een verzekeraar is, door onze hedgingtechnieken ongeschonden door de financiële crisis heen laveren’, legt Campagne uit. Huitink: ‘Wij zijn ook best conservatief omdat wij een risicovrije rente hanteren voor onze beleggingsopbrengsten. Wij gebruiken de ECB AAArentecurve. Wij vinden deze minder risicovol dan andere curves. Bij een beursintroductie vermindert dat de kans op een afslag. Wij overschatten onszelf niet.’ 30
DE AC TUAR IS MAART 2011
Huitink: ‘We willen tegen een faire prijs een fair product leveren. Dat kan een lagere prijs betekenen, een andersoortige dekking of het bieden van garanties. Je kunt aan meerdere knoppen draaien. Het vereist ook dat we ontzettend scherp aan de wind varen. Als winstmarges kleiner worden, moet je preciezer weten welke risico’s je binnen haalt. Weten wat ze opbrengen, want zonder risico’s verdien je ook niets. Hierin speelt risicomanagement en dus de actuaris een belangrijke rol. We werken er hard aan om daar dit jaar belangrijke stappen in te zetten, ook de actuariële functie moet innoveren.’ Campagne: ‘De actuaris is de persoon die in deze projecten moet kunnen optreden. De actuariële functie is een bedrijfskritische functie die verder gaat dan de kennis, het sommetje of een advies. Er hoort effectief gedrag bij.’ Huitink: ‘Vanuit je onafhankelijkheid moet je op een uitdagende en creatieve wijze invloed uitoefenen in het bedrijf. De term onafhankelijkheid komt in de opleiding voor actuaris wel ter sprake maar hij krijgt pas in de praktijk gestalte. Er moet wel gelegenheid zijn om die attitude je eigen te maken. Leveren en leren moeten meer hand in hand. Bij ons is er aandacht en ruimte voor deze persoonlijke ontwikkeling. We verlangen dat mensen de beste willen zijn. We mogen dat best beter tonen aan de actuariële wereld. We zijn ten slotte ook een top 3-speler en een grote werkgever.’ Waar staat ASR over vijf jaar? Campagne: ‘Het moet mogelijk zijn om dan de beste verzekeraar te zijn. Je bent de winnaar wanneer je in staat bent je klanten goed te bedienen, je kosten te verlagen, schades te beheersen en een goede risicoselectie en risico-inschatting toe te passen. Wij hebben daarin enorme progressie gemaakt. Dat weet ik zo zeker omdat we dat door een onafhankelijke partij hebben laten toetsen. Ik denk dat we in staat zijn het vertrouwen van de markt weer terug te winnen en daarmee concurrentievoordeel te behalen. Dan zullen we een rendement leveren dat ietsje hoger ligt dan dat van een ander. Het rendement van verzekeraars zal niet meer zo zijn als het ooit was, omdat de koek over alle stakeholders verdeeld moeten worden. Een verzekeringsaandeel zal niet het hoogste rendement bieden maar wel een heel zeker rendement, zodat het toch interessant is voor een aandeelhouder, ongeacht wie.’ ■
Het Nederland van Nationale-Nederlanden... ...voor échte mensen met échte dromen
Specialist Actuariële Analyse Dit is Nationale-Nederlanden Alle ruim 6000 collega’s van Nationale-Nederlanden hebben samen stevige ambities voor de toekomst. We willen weer onbetwist marktleider worden. En dat niet alleen. We willen dat ook op een verantwoorde en menselijke manier doen. Door onze verantwoordelijkheid te nemen. Door het initiatief te nemen in maatschappelijke discussies. Door te doen wat we beloven. Door waar te maken wat we zeggen. Hiervoor hebben we de beste mensen nodig. Mensen die bruisen van energie, die niet bang zijn om verantwoordelijkheid te nemen, die tegen heilige huisjes durven aan te schoppen. Echte mensen, met echte dromen. Mensen die willen bouwen. Niet alleen aan hun loopbaan, maar ook aan het nieuwe Nationale-Nederlanden. Niet voor niets staan onze principes duidelijkheid, verantwoordelijkheid, inlevingsvermogen en daadkracht hoog in het vaandel.
Dit is je uitdaging Deze functie bestaat uit gecombineerde werkzaamheden op het gebied van Actuariële Verslaglegging en Management Accounting voor de afdeling NN Particulieren Leven. Zowel portefeuillebreed als op productniveau beoordeel je de realisatie van de gehanteerde actuariële grondslagen (zowel netto als bruto) ten opzichte van eerdere jaren en budgetten. Hierbij maak je gebruik van financiële analyses en verslaglegging. Daarnaast ben je de expert in projecten om nieuwe producten en systemen op een juiste wijze te verantwoorden in de verslaggeving van het bedrijf.
Actuele ontwikkelingen als Solvency 2, IFRS en marktwaarde technieken zijn van grote invloed op de werkzaamheden van de afdeling. Als Specialist Actuariële Analyse lever je een belangrijke bijdrage aan het bijbehorende veranderingsproces. Jij hebt Een afgeronde universitaire studie Actuariaat/ Econometrie/ Wiskunde/Actuarieel Analist; (Ruime) werkervaring in actuariële of financiële functies; Een kritische instelling en beschikt over goede adviesvaardigheden; Sterke affiniteit met de volgende cultuur principes: daadkracht, inlevingsvermogen, duidelijkheid en verantwoordelijkheid. Deze principes zijn ook zichtbaar in je gedrag en houding. Wij bieden Nationale-Nederlanden staat al jarenlang bekend als een uitstekende werkgever op het gebied van arbeidsvoorwaarden! Naast een prima salaris zijn er hele gunstige secundaire arbeidsvoorwaarden, zoals een 36-urige werkweek, prestatiebeloning, 13e maand en ruime opleidingsbudgetten. De standplaats van deze vacatures is in Den Haag. Solliciteren? Voor meer informatie over de functie kun je contact opnemen met manager Reineke van Bentem, telefoon: 070 513 40 39. Voor meer informatie over de procedure kun je contact opnemen met recruiter Miranda de Mooij, telefoon: 070 513 55 56. Indien je direct geïnteresseerd bent wil ik je verzoeken online te solliciteren via www.werkenbijnn.nl, vacaturenummer 33842.
thema toezicht en certificering
thema toezicht en certificering
TEKST: HARRY ROS
F I N A N C I E E L T O E Z I C H T I N E U R O PA I N N I E U W E J A S VANAF 1 JANUARI 2011 Een nieuwe rol voor het Actuariaat? Na goedkeuring in het Europese Parlement in september 2010 en het besluit van de Ecofin (De EU-bewindslieden van Financiën) in november was de weg vrij voor een ingrijpende hervorming van het Europese Financiële Toezicht.
Vanaf 1 januari 2011 beschikken we in Europa over drie nieuwe organen voor Toezicht op Banken, Verzekeraars, Pensioen- en Investeringsfondsen, en over één apart nieuw orgaan voor Macro-Prudentieel Toezicht. Deze European Supervisory Authorities (ESA’s) zijn: EBA (Banken), EIOPA (m.n. Verzekeraars), en ESMA (Securities), en ESRB (European Systemic Risk Board). Hoe en waarom is dit allemaal tot stand gekomen? De aanleiding vormde de financiële crisis, en de instabiliteit op de financiële markten in het vorige decennium. Daarom werd op initiatief van de Europese Unie een denktank opgericht die de lessen uit die crisis op een rijtje moest zetten. De EU High Level Group on Supervision onder leiding van Baron Lamfalussy constateerde onder andere een gebrek aan consensus over de oorzaken van de financiële crisis, en een gebrek aan coördinatie bij de aanpak van de oorzaken van de crisis. Aanbevelingen van de Group waren onder andere meer transparantie, het geven van sterkere prikkels voor good governance, verbetering van verouderde accounting principes die de crisis alleen nog meer versterkt hadden, en betere afstemming van wet- en regelgeving, en het toezicht. In de nieuwe opzet is daarom een belangrijke rol weggelegd voor de European Systemic Risk Board, kortweg de ESRB. Deze is nu verantwoordelijk voor het macro-prudentiële toezicht op het financiële systeem van gehele EU. Kerntaak van de ESRB is voornamelijk de monitoring van ‘Systemic Risks’. Dat wil zeggen het risico op verstoring van het financiële systeem, en potentiële negatieve consequenties voor delen of de hele Europese interne markt, en op de economie van de EU-landen. Daarbij heeft de ESRB ook de mogelijkheid om zogenaamde ‘early risk warnings’ af te geven. Doel daarvan is om partijen (overheden, markten) tijdig op te roepen adequaat te reageren op potentieel negatieve financiële ontwikkelingen. De verwachting is verder dat de ESRB een dusdanige status verwerft, dat acties van de ESRB ondanks het ontbreken van juridische sancties, een semi-verplichtend karakter dragen, waaraan partijen zich eigenlijk niet aan kunnen onttrekken. Harry Ros werkt als stafmedewerker bij Callas. Dit artikel is geschreven op persoonlijke titel.
32
Een zelfde aanvliegroute werd ook gekozen voor de drie ESA’s. De ESA’s zijn ieder op hun terrein competent voor
het uitwerken van financiële concepten en gedragscodes, die eveneens met nadruk geen uitvoerige (Europees) wettelijke sanctiemogelijkheden hebben, maar die wel op basis van inhoudelijk gezag een doorslaggevend stempel moeten gaan drukken op het gedrag van Europese financiële instellingen. Hierbij is interessant dat kennelijk ook goed is nagedacht over inbedding van de ESA’s in de financiële gemeenschap, door het instellen van zogenaamde Stakeholder Panels. Voor de EIOPA bijvoorbeeld een dertigtal financiële stakeholders. Van deze panels wordt verwacht dat zij gericht advies kunnen uitbrengen op de terreinen van de betreffende ESA, zoals toepassing van technische accounting standaards, en het ontwikkelen van concept regels en aanbevelingen, die een beter Europees klimaat voor meer consistent en prudent financieel Toezicht scheppen. Daardoor wordt ook voor commitment binnen de Europese financiële gemeenschap gezorgd om het werk van de ESA’s tot een succes te maken, en het maakt ook dat er voldoende osmose binnen de ESA’s ontstaat tussen de ‘real world’ en het Toezicht. Hiernaast richten de ESA’s een commissie financiële innovatie op met daarin de relevante nationale toezichthouders, waaronder dus ook onze ‘eigen’ DNB.
dergelijke omvangrijke portefeuilles. En volgens Trichet is het belangrijk een antenne te ontwikkelen om tijdig problemen te onderkennen, en aansluitend, aanbevelingen te doen wat de beste aanpak is. Inmiddels zijn ook in de VS vanuit dezelfde overtuiging maatregelen onderweg. Het Amerikaanse congres besloot recent tot diep ingrijpende financiële hervormingen. Andere landen zijn zich hieraan al aan het spiegelen, zoals een aantal grotere landen in het Verre Oosten en Zuid Amerika.
krijgen en beheersbaar te houden op kritische momenten. Naast de denktanks, de plannen, de toezichtorganen is er dus ook – en nu meer dan ooit – behoefte aan goed opgeleide professionals met inzicht en technische knowhow. In een financiële wereld die met Solvency II (straks ook III), en dankzij de geschetste initiatieven in de VS en in Europa, streeft naar een meer beheerste en verantwoorde begeleiding van onze financiële wereld wordt de knowhow en de vaardigheid om het geheel te overzien dus steeds belangrijker.
Tenslotte, wat is het belang van dit alles voor de lezers van de Actuaris? Er is dus een aantal initiatieven genomen, zowel in Europa als de VS, om de onvoorspelbaarheid van financiële markten beter in de grip te
Dit lijkt mij een uitgelezen kans voor het Actuariaat. Aan ons allen om de nationale en Europese overheden daarvan te overtuigen. ■
CERA, het antwoord op de wereldwijde behoefte aan hooggekwalificeerde risk professionals in de financiële sector. 2 2 2 2 2 2
De EBA is al vliegensvlug van start gegaan, en heeft inmiddels al een publicatie gedaan ten aanzien van de toepassing van artikel 122a van de Europese Richtlijn voor kapitaalseisen. Hierbij is ook een model-kader gepubliceerd waarmee bijvoorbeeld ook verzwarende risicofactoren kunnen worden berekend en toegepast. Even een blik in de wereld van de Haute Finance. In een recente toespraak van Jean-Claude Trichet, President van de Europese Centrale Bank voor de Economic Club of New York, wees deze op het belang van de activiteiten van met name de ESRB in het financiële verkeer binnen Europa. Maar hij noemde ook het belang van een mondiaal klimaat dat de wereld moet beschermen bij het optreden van nieuwe financiële crises. Zo is bijvoorbeeld alleen al de notional value (de potentiële waarde) van de wereldwijde markt voor derivaten inmiddels gestegen tot een waarde van 10 maal het BNP van de gezamenlijke wereldeconomie. Het is dus essentieel om overzicht en inzicht te krijgen in
Dé riskopleiding voor actuarissen AG Ontworpen op basis van de huidige eindtermen AG Direct toepasbaar in de praktijk Internationaal erkende titel Evenwichtige mix van theorie en praktijk Start in april en juni 2011
CERA is bedoeld voor actuarissen AG, die zich verder willen bekwamen in alle facetten van risk management. Met de invoering van deze aanvullende actuariële titel wordt duidelijk gemaakt dat actuarissen voorbereid zijn om nu, en in de toekomst, een belangrijkere rol te spelen op het terrein van risk management.
Actuarieel Instituut Kijk voor meer praktische informatie of inschrijven op www.ag-ai.nl – opleidingen – CERA-programma.
Het Actuarieel Instituut biedt de opleiding in twee varianten aan. De eerste opleiding (intensief traject) start op 13 april 2011 en eindigt in september 2011, de tweede opleiding (gespreid traject) start op 19 mei 2011 en eindigt in april 2012.
DE AC TUAR IS
DE AC TUAR IS
MAART 2011
MAART 2011
33
thema toezicht en certificering TEKST: MARK HEIJSTER
TEKST: WILLEM SCHUDDEBOOM
de kwestie
EFFECTIEF TOEZICHT OP PENSIOEN DOOR UNIFORME REKENRENTE De DNB en de AFM houden namens de overheid toezicht op de aanvullende pensioenregelingen. Dit toezicht is van groot belang ondermeer wegens ruim € 750 miljard aan belegde middelen en zeven miljoen deelnemers in deze regelingen. In dit toezicht toetst de DNB ondermeer de financiële status van pensioenuitvoerders met behulp van normen, de technische grondslagen, zoals deze zijn vastgelegd in wet- en regelgeving. Deze grondslagen bevatten verschillende rekenrentes, afhankelijk van het onderdeel in de pensioenregeling, en daardoor zijn de administratieve werkzaamheden uitgebreider en de verslaggeving complexer geworden.
Moeten AFM en DNB fuseren? De Britse minister van Financiën George Osborne zette er vorig jaar een streep door. Het toezicht op de financiële banken moest maar bij de Britse centrale bank worden ondergebracht. Een scenario dat zich in Nederland nog niet heeft voltrokken. Moeten AFM en DNB fuseren?
✆ HARMAN
KORTE
DIRECTEUR EN BESTUURSSECRETARIS BIJ AFM
‘AFM en DNB moeten niet fuseren. Het gescheiden houden van het gedragstoezicht en het prudentieel toezicht heeft als groot voordeel dat beide organisaties met een eigen focus aan de gang kunnen. DNB richt zich op de soliditeit. Daar houdt men zich bezig met de vraag of de klant wel krijgt waar hij recht op heeft. De AFM bekijkt of de klant goed geïnformeerd is en of hij goed wordt begeleid bij het maken van een keuze. Bijkomend voordeel van dit twinpeaks-model is dat beiden naar buiten toe een andere stijl van opereren kunnen hanteren. Zo is de stijl van DNB terughoudender en richt de AFM zich nadrukkelijk naar buiten toe. Dat heeft te maken met de vorm van toezicht. Bij gedragstoezicht gaat het vaak om gedrag dat van buiten waarneembaar is. Reclame-uitingen zijn bijvoorbeeld voor iedereen zichtbaar en dus is het logisch dat er vragen komen wanneer mensen zich afvragen of een bepaalde reclame wel in overeenstemming is met de regels voor goed gedrag. Natuurlijk zijn er onderwerpen bij financiële instellingen die zowel op het bord van de AFM als DNB terecht komen. Neem bijvoorbeeld het deskundig en betrouwbaar zijn van het bestuur. We hebben over dergelijke onderwerpen dan ook werkafspraken gemaakt om te voorkomen dat we in elkaars vaarwater gaan zitten. Overigens heeft de pensioensector pas vrij recent te maken gekregen met gedragstoezicht. In het perspectief van de aankomende veranderingen is goede communicatie van groot belang voor het herstel van het vertrouwen in de sector.’
In dit artikel worden de overwegingen van sommige EU-landen samengevat, waar gekozen is om de rekenrente te uniformeren. De twee voornaamste uitgangspunten hierbij zijn de juridische aspecten van deze pensioenregelingen en het toekomstig rendement op de belegde middelen.
nog twee subtakken zouden zijn lijkt me prima, maar ik ben er voorstander van om er één instituut van te maken. Kijk eens naar de site van DNB, dan staat er: ‘het prudentieel toezicht is in handen van DNB en het gedragstoezicht bij de AFM’. Wees eerlijk, er is natuurlijk geen klant die dat iets zegt. Als het gaat om financiële dienstverlening hebben klanten al gauw het gevoel dat ze van het kastje naar de muur worden gestuurd. Dus maak het duidelijk: breng het onder één paraplu. Een klant met vragen weet dan tenminste direct waar hij moet zijn.’
✆ FRANK
DE JURIDISCHE ASPECTEN
Deelnemers zijn verplicht om deel te nemen in deze regelingen, daarom moeten zij erop vertrouwen dat zij bij normale omstandigheden in de toekomst deze pensioenen ontvangen. De deelnemers verkrijgen door deelname in deze regelingen pensioenaanspraken bij de pensioenuitvoerder. Deze uitvoerder kan zijn verplichtingen die voortkomen uit deze pensioen aanspraken niet zomaar overdragen / verkopen aan derden. Overdracht is slechts mogelijk, indien een langdurig traject wordt doorlopen, zeker bij de pensioenregelingen, die in veel bedrijfstakken verplicht zijn gesteld. Deze verplichtingen kunnen niet op een markt aan willekeurige derden worden verkocht, omdat de juridische eisen deze verkoop onmogelijk maken.
SCHOENMAKER
FREELANCE ACTUARIS AG
‘Ik denk het niet. Ik denk dat het goed is dat er twee afzonderlijke toezichthouders zijn met allebei hun eigen toezichtstaken. Er bestaat al een convenant. Op de terreinen waarop beide actief zijn, worden al gezamenlijke afspraken gemaakt. Maar alles wat elkaar niet overlapt moet vooral gescheiden blijven. Als alles onder één noemer wordt gebracht, loop je het risico dat er toch eenzijdig toezicht plaatsvindt. Het gaat om gedragstoezicht en prudentieel toezicht. Als de regie daarover bij één instantie komt te liggen, dan kan het zijn dat de balans teveel naar één kant uitslaat. Verder kunnen er ook tegenstrijdige belangen een rol gaan spelen indien wordt overwogen om bijvoorbeeld uit prudentieel oogpunt een bank failliet te verklaren. Het is dan goed dat het gedragstoezicht bij een andere partij is gelegd.’
✆ TOON
HET RENDEMENT OP DE BELEGDE MIDDELEN
Deze pensioenregelingen worden door middel van kapitaaldekking gefinancierd. Het toekomstige rendement op de belegde middelen is daarom voor de technische grondslagen een belangrijk uitgangspunt. In de Europese richtlijn voor bedrijfspensioenen is bepaald dat de gekozen rekenrente marktconform met het toekomstige rendement dient te zijn. In 2008 heeft het toenmalige CEIOPS, thans EIOPA, de implementatie van deze richtlijn in de EU landen vergeleken, de Europese verscheidenheid was duidelijk. In Nederland is gekozen om voor verschillende onderdelen zoals de berekening van de premies, de overdracht van pensioenaanspraken en de vaststelling van de technische voorziening voor opgebouwde pensioenen, andere rekenrentes te kiezen.
TOORIANS
D E LTA L LO Y D A C T U A R I A AT
✆ HANS
DEN UIJL
DE AMERSFOORTSE
‘Toevallig liep ik laatst een klant tegen het lijf die me vertelde dat ze hem bij de AFM naar de DNB verwezen. Vervolgens stuurden ze hem bij de DNB weer terug naar de AFM. Dus vanuit professioneel oogpunt, maar ook bezien vanuit de kant van de maatschappij, denk ik dat het een goede zaak zou zijn als je beide zou samenvoegen onder één gemeenschappelijke verantwoordelijkheid. Dat er binnen die ene tak dan
‘Officieel hebben de twee toezichthouders allebei een ander werkterrein, maar officieus zullen ze elkaar constant in het gezicht aankijken. Beide instanties proberen dan te bewijzen dat ze onmisbaar zijn. Vervolgens wordt het vechten om hun bestaansrecht en daarmee werk je overijverig gedrag in de hand. Ze zullen zich onherroepelijk op elkaars terrein begeven en wellicht met tegenstrijdige adviezen komen. Ik denk niet dat zoiets handig is. Voor mij telt alleen efficiency en dus verdient één orgaan mijn voorkeur.’
VASTSTELLING UNIFORME REKENRENTE
Drs. W. Schuddeboom RA AAG is zelfstandig actuaris. Dit artikel is geschreven op persoonlijke titel.
34
De uniforme rekenrente als indicator van het toekomstige rendement kan worden vastgesteld met de huidige waarden van de parameters, zoals vermeld in het FTK besluit. De waarden voor de minimale nominale rente en voor de maximale reële rente liggen zeer dicht
bij elkaar, namelijk beiden 3%. Een essentiële aanname bij kapitaal dekking is dat looninflatie over een langere periode lager is dan het nominale rendement. De veronderstelde waarde voor looninflatie in het FTK is 3%. VOORDELEN UNIFORME REKENRENTE
Een uniforme rekenrente vereenvoudigt de administratie van en verslaggeving door pensioenuitvoerders. De aandacht van pensioenuitvoerders kan zich richten op het behalen van rendementen, lagere uitvoeringskosten en het informeren aan de deelnemers. Transparantie in de verslaggeving vereenvoudigt het toezicht door de DNB op de pensioenuitvoerders en wordt daarmee effectiever. De keuze voor 3% biedt de deelnemers een vergaande zekerheid voor de uitbetaling van hun toekomstige pensioenen. Zodra het nominale rendement hoger is dan de uniforme rekenrente van 3%, kan dit surplus worden gebruikt om toeslagen te verstrekken voor compensatie van de inflatie. Indien dit surplus hiervoor onvoldoende is, kan een aanvulling door middel van de loonkosten worden gefinancierd. De technische voorzieningen worden ook met deze uniforme rekenrente bepaald, waardoor de volatiliteit van het rente risico bij de technische voorziening van pensioenaanspraken bij de pensioenuitvoerder aanmerkelijk daalt. Ook voor deze voorziening geldt dat de gekozen waarde voor het toekomstige rendement op de belegde middelen, 3%, vergaande zekerheid biedt voor de uitbetaling van toekomstige pensioenen. Indien ook deze uniforme rente voor de overdracht van aanspraken tussen pensioenuitvoerders wordt gebruikt, dan verdwijnt het huidige probleem van verschillen tussen inkomende en uitgaande waarde overdrachten.
■
DE AC TUAR IS
DE AC TUAR IS
MAART 2011
MAART 2011
35
actuaris in den vreemde
actuaris in den vreemde
Arthur de Haan, in Canada
Na 4 jaar stond er een sterke afdeling en was de rol van Embedded Value geïntegreerd in het bedrijf. Wat trekt je aan in het buitenland? Egypte bracht me dynamiek, zakelijk inzicht, zon en woestijntochten; maar voor permanent wonen, inclusief je pensionering, is het geen optie. De vervuiling en het verschil tussen arm en rijk gaat je op den duur tegenstaan. Canada is een prettig land om te leven: democratisch maar met ‘law & order’; beschaafd, trots, georganiseerd, vrolijk. Hoewel men over bijvoorbeeld ‘kopen op schuld’, ‘milieu’ of ‘het recht van de dieren’ nog wat minder bewust denkt, lijkt de mentaliteit van de mensen toch zowel persoonlijk als in zaken sterk op de Hollandse. Het is er ook licht: er is twee tot drie uur per dag gemiddeld meer zonneschijn dan in Nederland. Er zijn vier echte seizoenen met warme zomers en koude winters, beiden heerlijk door vooral die zon. In de winter skiën en wandelen we in de buurt, ‘s zomers hebben we kolibries en andere veelkleurige vogels in de tuin. Ja, de natuur is fantastisch: je kan lange mooie natuurtochten maken om allerlei mooie dieren te fotograferen. Wat betekent werken in het buitenland; wat zijn voordelen en nadelen? Je leert jezelf enorm kennen. Wat je wel kunt en wat niet. Hoewel ik in de basis wat introvert en solistisch ben, bleek ik een goed zakelijk inzicht te hebben en doelgericht te kunnen werken. Egypte bracht me succes, ervaring met mensen en zaken. In Canada bleek ik snel de Embedded value van een groot verzekeringsbedrijf met heel andere producten dan ik kende, in kaart te kunnen brengen. Behalve dat heeft het me collega’s en soms vriendschappen opgeleverd. Heerlijk toch? Hoewel het niet gemakkelijk was, en is, hebben mijn kinderen hun draai gevonden en schat ik dat ze een geweldige toekomst tegemoet gaan.
Na jaren als financieel directeur/ actuaris voor Legal & General in Nederland te hebben gewerkt, verruilde Arthur de Haan eind 2002 leven en werk in Nederland voor dat in het buitenland. Het begon met een uitdagende baan in Egypte, als directeur van een kleine bankverzekeraar; en na enkele jaren is hij met zijn vrouw en twee kinderen naar Canada verhuisd. Hier werkte Arthur ruim vier jaar. Afgelopen september is hij met pensioen gegaan.
Wat maakte dat je voor het buitenland koos? Ik had al een tijdje zin om mijn werk te verbreden, te kijken of ik behalve financieel manager en specialist, ook zakenman was, meer verantwoordelijkheid aankon. Mijn gezin steunde me hierin, en wat wellicht hielp, is dat ik een Canadese vrouw heb en kinderen met reisbloed. De baan in Egypte was druk, bij vlagen wat chaotisch en moeilijk. De cultuur accepteert overlijdensdekking nauwelijks, het begrip rendement versus beleggingsrisico eist veel aandacht en de premies voor levensverzekeringen werden door de overheid met 3% premiebelasting (zegelrecht) belast. Wat je doet is – samen met andere verzekeraars - het gevecht aangaan met de overheid om dat zegelrecht af te schaffen, te pas en te onpas te ‘preken’ over het belang van risicodekking voor gezin en 36
in zaken (tjonge wat heb ik mezelf vaak herhaald!), terwijl ook de productenset werd gedupliceerd in US dollars, de munt waarin een groot publiek meer vertrouwen had dan in de Egyptische pond. Dit alles bleek succesvol, het bedrijf steeg van de 8e naar de 3e positie en werd in 2005 ‘company of the year’. Verder is inmiddels ook de 3% premiebelasting grotendeels verdwenen. Wat betreft mezelf: de behoefte om te bouwen aan iets meer permanent groeide: de baan in Egypte was tijdelijk, ik kon er geen toekomst voor mijn gezin opbouwen. Mijn kinderen waren in die tijd aan het eind van de middelbare respectievelijk de lagere school en we kenden Canada heel goed, dus het moment was ideaal om de vervolgopleiding naar universiteit et cetera in Canada te vervolgen. Zo begonnen we in 2006 in het Franstalige Quebec, Canada. Na een aantal maanden in Canada vond ik een aantrekkelijke baan bij Standard Life Canada in Montreal, precies op mijn actuariële specialisaties: Embedded Value (EV) en Business Planning. Ik heb altijd deze twee instrumenten in combinatie met elkaar, als kern, gezien voor de langere termijnplanning van ontwikkeling om profijt te creëren voor de aandeelhouders. De Europese EV-technieken waren in 2006 nauwelijks in de Canadese markt en mijn taak was dus het creëren van interne kennis en significantie van deze vaardigheden binnen het bedrijf.
Wat houdt lunchen in dit land in? Met wie lunch je, wat eet je zoal, waar lunch je, hoe lang duurt dat? In Egypte zochten westerse collega’s elkaar regelmatig op met de lunch. Je wisselde ervaring met de overheid, de belastingdienst enzovoorts uit. De lunches waren vaak in luxe hotels, maar soms ook op exotischer plaatsen, zoals midden in Cairo. Lekker en gezellig. In Canada lunchte ik minder en kreeg ik voorkeur voor snel en weinig eten om daarna weer fris aan de slag te gaan. Maar voor de liefhebbers: Montreal is een gezellige, zeer internationale stad vol restaurants waar een ieder heerlijk kan lunchen. Met vrouw en kinderen bijvoorbeeld doe ik dat nog steeds graag. Er was een Sushizaak met buitenaards lekkere Sushi: dit was mijn favoriete. Maar ook op kantoor was er een restaurant met een prima salad bar, die ik vaak benutte. Hoe kijkt men in dit land aan tegen Nederlanders? Canada is een land van immigranten en in de aandacht voor de wereld neemt Nederland geen speciale plaats in. Met schaatsen of voetbal doen we het goed. De Nederlanders in Montreal en omgeving vormen een fijne, hechte groep van zo’n 3B/c duizend man. We hebben een maandelijkse borrel, downtown Montreal en vieren bijvoorbeeld samen Sinterklaas. Ik heb er vele vrienden. Hoe kijkt men in dit land aan tegen actuarissen? Er zijn veel actuarissen en het beroep is in tegenstelling tot Nederland tamelijk bekend bij het grote publiek. Mogelijk doordat banken en verzekeraars voor een groot deel dezelfde (spaar)producten voeren,
wordt het beroep actuaris minder veilig en schaars en is de ontslagof werkloosheidskans even groot als in andere beroepen, wat ik in Nederland destijds niet vond. Waarin verschilt het werken als actuaris in dit land en Nederland? Het kostte me moeite om het Canadese reserveringssysteem (CALM) te begrijpen, maar ik ben na een tijdje een groot fan geworden. Een buitengewoon fraai, doorzichtig cash flow-gericht model. De reikwijdte van de actuaris in risk management, solvabiliteitsmodellen, beleggingen is net als in Nederland groot, dus er zijn nog zat interessante banen. Het salarisniveau lijkt koopkrachtgewijs hetzelfde te liggen als in Nederland. Wat zijn in Canada de actuele actuariële onderwerpen? Vooral IFRS 2, Solvency II, asset mix ter dekking van de verplichtingen, en Market Consistent Embedded Value (MCEV). Wat doet de actuarisvereniging in dit land voor actuarissen? Ik was hier geen lid van, maar men komt bij elkaar, haalt zijn punten om het beroep uit te blijven oefenen, et cetera. De studie heeft een basis in de Verenigde Staten en een Canadees slot, waardoor elke Canadese actuaris tevens de kwalificaties voor de VS heeft. Wat mis je van Nederland, en wat mis je absoluut niet? Ik mis mijn familie, collega’s en vrienden uit Nederland, maar ook fietsen op de hei en joggen door de Gooische bossen; ik mis ook basale dingen als Studio Sport op zondagavond en bijvoorbeeld niet meer bijkomen van het lachen: hoe goed je een taal ook beheerst, je komt nooit tot honderd procent begrip doordat je taalnuances van het Frans mist. Maar de wereld is kleiner geworden en emigreren is vooral door internet niet meer zo veelbetekenend als het was; ook bezoek over en weer maakt veel goed. Wat ik niet mis? Hutje mutje vol, files, parkeergebrek, het weer, de Nederlandse politiek. Na ruim vier jaar werk bij Standard Life vond ik eigenlijk dat ik recht had lekker vroeg (62) met pensioen te gaan: in september jongstleden gebeurde dat met een aantal gezellige feestjes. Ik geniet van mijn vrije tijd en hobby’s en heb dus tot nog toe geen moment spijt. Ik ben inmiddels Canadees geworden. Als ik voor mij ‘werken in het buitenland’ samenvat, geloof ik dat de ervaring mij diepte, voldoening, plezier heeft gegeven. We zijn allemaal anders, maar in mijn geval was mijn gezin essentieel. Waren er soms van die momenten van ‘hoe kom ik hieruit…’ dan heb je een thuis om tot nieuwe gedachten te komen. Ik kan het iedereen die de gelegenheid krijgt, aanraden. ■
DE AC TUAR IS
DE AC TUAR IS
MAART 2011
MAART 2011
37
scriptie
scriptie
TEXT: RUUD VAN DOORN
Forecasting longevity of Dutch pension scheme members, using postcodes to allow for socio-economic heterogeneity in estimating current mortality
95% confidence intervals.
25 24 23 22 21 20
Figure 2: Forecasts of life expectancy of Dutch females (Lee-Carter, Actuarial Society (AG) and
female
socio-economic heterogeneity and to estimate this current longevity more accurately5. This approach exploits a postcode-based socioeconomic classification of all 7.3 million Dutch households into 44 socio-economic types, which carry names like ‘The Rich Elite’, ‘The Empty Wallets’, ‘The Simple Villagers’ and so on. This classification is provided by Experian and can be used to infer information on income, education level and lifestyle from the postcode of every individual pension scheme member. The modeling framework applies a statistical technique usually referred to as survival analysis, with the force of mortality represented by a proportional hazards model, which coefficients can be found by maximizing the corresponding likelihood function6 on a large (pooled) pensioner mortality database.
Statistics Netherlands (CBS)) compared to the expected development of the record life
In addition, socio-economic status can be included as risk factor in this formulation - on top of the risk factors age and gender which are accounted for in the reference mortality table - by means of a dummy-variable in the vector with risk-characteristics ϕ (i,t) for individual i. Obviously, the vector with risk-characteristics ϕ (i,t) is an essential element of a model for current longevity. Other covariates that can be included as component of ϕ (i,t) and may increase the predictive power of the model include for instance pension size and geographical location of the individual. The optimal composition of ϕ (i,t), i.e. the set of covariates that maximizes the predictive power of the model, is found by assessing the impact of adding covariates on the (penalized7) likelihood function. So, this approach to model current longevity incorporates in a mathematically sound way more risk-characteristics than only age and gender and the resulting longevity-assumptions are likely to be more accurate. Since any mortality table can serve as reference mortality, the new mortality table of the Actuarial Society can be incorporated in this modeling approach without additional effort.
expectancy (‘extrapolation longevity world leader’).
19 18 17 16
95
male
15 14 1990
2000
2010
2020
2030
2040
2050
time [year]
FORECASTING FUTURE LONGEVITY IN THE NETHERLANDS
The Lee-Carter approach1 to forecast longevity allows for an explicit formulation of the risk involved, enabling a quantification of the socalled macro-longevity risk. Other merits of the Lee-Carter model include its capability to generate individual sample paths of longevity and its transparency. After calibrating the model parameters on historical mortality data of The Netherlands corresponding to the period from 1977 onwards, forecasts of life expectancy can be obtained. These forecasts are shown in figure 1 for a 65-year old male (blue line) and female (red line) and reveal that the point-estimates for the (period) life expectancy increase to 19.7 and 23.2 year for males and females respectively. More interestingly, the risk is indicated by the widths of the confidence intervals, which approximate 2.4 and 2.7 year for males and females respectively2.
extraordinary linear increase during the last 150 years4, which justifies using the linear extrapolation as upper bound for forecasts of life expectancy in The Netherlands. Figure 2 reveals that the gap between all forecasts of life expectancy in The Netherlands and the expected record life expectancy is predicted to be at least almost 10 years from 2035 onwards. Since this gap has never been in this order of magnitude in recent history, this is an unlikely future scenario which may indicate that future life expectancy of females in The Netherlands is dramatically underestimated.
Figure 2 compares the forecast of life expectancy of Dutch females obtained with the Lee-Carter model with forecasts of Statistics Netherlands3 and the Actuarial Society. Although the forecast of the Lee-Carter model resembles the forecast of Statistics Netherlands very well, significant differences exist with the forecast of the Actuarial Society (figure 2). These differences can be explained by different historical periods on which (the parameters of) the model of the Actuarial Society and the Lee-Carter model are calibrated. Moreover, figure 2 shows a comparison of the forecasts of life expectancy in The Netherlands with an extrapolation of the observed record life expectancy, which is a time series made up of the life expectancy of the subsequent ‘longevity world leaders’. This time series exhibited an
period life expectancy at birth [year]
- forecasting future longevity in The Netherlands and the corresponding risk using the stochastic Lee-Carter model, - estimating current longevity among pension scheme members, where the substantial impact of socio-economic characteristics of scheme members on longevity is taken into account.
Figure 1: Forecasted (period) life expectancy for 65-year old males and females including
period life expectancy at age 65 [year]
During the 20th century, the asserted limits on life expectancy were broken repeatedly. In The Netherlands, life expectancy has increased by not less than 30 years during the last century. This increase is historically unique and unrivaled. Obviously, no guarantee exists that future increases will be in any sense like the past, but no evidence exists that improvements in longevity are tending to slow down. This strong increase of the average lifespan puts social security systems under pressure and constitutes a threat for holders of annuity portfolios, like pension funds. Therefore, quantifying and managing this longevity risk is of major importance. This requires both the expected future trend in longevity and an estimate for the current longevity among the scheme members, which may deviate significantly from the national average due to socio-economic heterogeneity. Here, an integral methodology is elaborated to quantify longevity risk of pension funds, which focuses on both:
90
Iceland Japan Norway Sweden extrapolation longevity world leader The Netherlands forecast Lee−Carter forecast AG 2010−2060 forecast CBS 2008−2050 forecast AG 2000−2050 Confidence Interval Lee−Carter
85
80
75
1950
➤ 1960
1970
1980
1990
2000
2010
2020
2030
2040
2050
2060
time [year]
5 An introductory article on this approach, which includes a quantification of the current socio-economic heterogeneity in longevity in The Netherlands, is published in the September 2010 edition of De Actuaris. The reader is referred to ‘Het belang van sociaal-economische
Ruud van Doorn recently earned his master of science degree
E S T I M AT I N G C U R R E N T LO N G E V I T Y A M O N G S C H E M E M E M B E R S
kenmerken van een populatie voor langlevenrisico: hoe postcodes gebruikt kunnen worden om
in Quantitative Finance and Actuarial Sciences from Tilburg
For pension funds, longevity risk consists not only of macro-longevity risk since significant uncertainty may exist also about the current longevity among scheme members. Therefore, a postcode-based approach – as sketched in figure 3 - is developed to account for
overlevingsgrondslagen nauwkeuriger vast te stellen’, by R. van Doorn and A. Jager, for more
University. This paper is a summary of his master thesis, titled
1 Lee, R.D., Carter, L.R., Modeling and Forecasting U.S. Mortality, 1992.
'Forecasting longevity of Dutch pension scheme members, using postcodes to allow for socio-economic heterogeneity in
2 Note that these confidence intervals should be even wider if parameter risk would be
estimating current mortality', which was written in cooperation
included in the calculations. Here, only process risk is accounted for.
background information.
6 The likelihood function is defined mathematically as the joint probability of the set of pensioner mortality data given the parameters of the model.
with AON Hewitt.
38
All views expressed in this paper are those of the author and do
3 At the time of writing, the most recent forecast of Statistics Netherlands from December 2010
4 More details on this remarkable observation can be found in Oeppen, J., Vaupel, J.W.,
7 It is usual practice to penalize the likelihood function for the number of parameters
not necessarily reflect the views of AON Hewitt.
was not published yet.
Broken limits to life expectancy, 2002.
to avoid over-parameterized models.
DE AC TUAR IS
DE AC TUAR IS
MAART 2011
MAART 2011
39
scriptie
Socio-economic classification of households by postcode into 44 types
Pooled longitudinal mortality data from multiple pension schemes with postcodes
Individual scheme’s mortality experience with postcodes
Reference mortality table
Apply survival modelling for every individual i with a proportional hazards model to represent the force of mortality: Cluster 44 socio-economic types into n clusters
Census mortality data (Statistics Netherlands)
μ (t,i) = μref (t,i) x exp(βTϕ (i,t)) ϕ (i,t) is a vector with the risk-characteristics of the individual i (including socio-economic cluster)
β is a vector of weights estimated by maximizing the log-likelihood function on a pooled pensioner mortality database
Figure 3: The approach to estimate current longevity among scheme members using postcodes.
This postcode-based approach is feasible because of the useful characteristics of all approximately 500.000 postcodes in The Netherlands, which refer to a relatively homogeneous group of 17 households on average only and thus provide a high degree of granularity. It should be noted that the complete postcode, i.e. including the two letters, should be used to ensure the homogeneity of the corresponding households. Some preliminary8 results confirm the existence of substantial socioeconomic differences in current longevity in The Netherlands and illustrate the strong potential of postcodes as instrument to reveal these differences. More specifically, the number of actual deaths among individuals classified as ‘The Empty Wallets’ is approximately 40% more than expected according to a recent mortality table of 8 At the time of writing this thesis, the database with pooled longitudinal mortality data from multiple pension schemes included approximately 40.000 pensioners over a 10-year period. Although this underlying database has grown rapidly and is currently much larger, all findings reported here hold and quantitative results are similar.
Estimate for current longevity for every individual i, which can be formulated in terms of a scaling factor on the reference mortality table
Statistics Netherlands. On the contrary, the number of actual deaths among individuals classified as ‘The Rich Elite’ is only 60% of the expected number, with the expected number again based on the (same) mortality table. CONCLUSION
To conclude, a methodology is elaborated to quantify the longevity risk of pension funds, accounting for both the uncertainty regarding possible future trends in longevity and the uncertainty about the current longevity among scheme members. The stochastic nature of the adopted Lee-Carter model for future longevity trends enables the quantification of the uncertainty about the life-expectancy of a 65year old female in 2050 as approximately ± 1.35 year. Additionally, a postcode-based approach has been sketched to estimate current longevity among pensioners more accurately. This approach accounts for the fact that life expectancy depends strongly on socio-economic status. Preliminary quantitative results confirm the large potential of postcodes to reveal and predict socio-economic differences in longevity. The financial consequences of this socio-economic heterogeneity in longevity are of major importance for pension funds and life insurers. ■
Werving & Selectie en Interim-management van actuarissen en risk-specialisten t.b.v. pensioenfondsen, pensioenverzekeraars, uitvoeringsorganisaties, toezichthouders en adviesbureaus. Gieterij 98 | 2211 ZD Noordwijkerhout |
[email protected] | www.groenvansolinge.nl | 0252-435085
40
DE AC TUAR IS MAART 2011
professie en praktijk
professie en praktijk
TEKST: BERCO LEEFTINK EN JEROEN BREEN
WANNEER ZIJN TOEZICHTHOUDERS DADELIJK EIGENLIJK TEVREDEN?
Toezichthouder Supervisory Review Process & Report
Solvency and Financial Condition Report
ORSA Risico monitoring & managing – kwalitatief & kwantitatief
De impact op de bedrijfsvoering door Solvency II gaat veel verder dan enige andere ‘toezichthoudende wet’ in Europa. Veel verder dan Basel 2 of, zoals het er nu naar uitziet, veel verder dan Basel 3 voor de banken. Maar ook verder dan varianten van SOx voor beursgenoteerde bedrijven. Er is bijna geen onderdeel van de hele bedrijfsvoering dat niet in min of meerdere mate wordt beïnvloed door deze nieuwe wet. Verzekeraars zullen moeten gaan aantonen dat ze het hele jaar door ‘risk based in control’ zijn; en dat dan niet rule based maar principle based. Alleen het frequenter weergeven van meer kwantitatieve ratio’s zoals bij Basel 2, waarbij bij voldoende goede rationiveaus in feite impliciet door de toezichthouder wordt aangenomen dat de betreffende bank haar bedrijfsvoering onder controle heeft, is bij Solvency II absoluut onvoldoende. De belangrijkste doelstellingen van Solvency II zijn beter risicobeheer en een hogere kwaliteit van de bedrijfsvoering. Daarnaast is het de bedoeling dat de aanspraken voor de consument beter worden gewaarborgd; dit laatste zal geschieden door de verschillende risico’s – en niet alleen het verzekeringstechnische risico – explicieter te prijzen, waardoor alles als het goed is transparanter wordt. Dit geheel operationaliseren betekent nogal wat; het er op toezien dat dit ook daadwerkelijk gebeurt is eveneens een niet te onderschatten verantwoordelijkheid. W AT M A A K T T O E Z I C H T O N D E R S O LV E N C Y I I D A N Z O A N D E R S ?
Toezicht onder Solvency II zal anders worden. Dat zit hem onder andere in het feit dat verzekeraars verplicht worden om aan te tonen dat de governance voor het ‘in control zijn’ echt wordt opgezet, ingevoerd en het gehele jaar door wordt nageleefd door alle betrokken medewerkers op alle niveaus en over de volle breedte van de organisatie. Anderzijds door de impact van de breedte en diepgang van het daarbij behorende, vereiste toezicht (zie schema op de pagina hiernaast).
Berco Leeftink (links), Vice President Engagement BWise en Jeroen Breen, actuaris en tevens voorzitter commissie Kwaliteitszorg AG. Dit artikel is geschreven op persoonlijke titel.
42
Het probleem dat zich op dit moment voordoet is dat de pillars nog niet definitief zijn uitgekristalliseerd, waardoor de verzekeraars maar ook de toezichthouders nog niet volledig op de hoogte zijn wat de exacte eisen zijn, waaraan zal moeten worden voldaan. Natuurlijk is wel aan te geven welke richting het opgaat en hoe het op hoofdlijnen eruit zal komen te zien, dus wat dat betreft is er al voldoende werk aan de winkel. De QIS-series en RiSK studie, maar ook de gap analyses, hebben naast een educatief element veel inzicht opgeleverd wat er zoal gedaan dient te worden.
SCR/ intern model
Totale Economische Balance Sheet
Asessments Solvency Capital Adequacy Correcte inhoudelijke werkwijze m.n. – experts – procedures – besluitvorming
Operationele risico’s
Expertise risico’s
SCR Operationele risico’s Overige risico’s – Toezichthouder
Risico – Market – Credit – Liquiditeit Risico – Verzekeringen
Eigen vermogen + fondsen
Solvency Capital Requirement
Surplus Capital
Solvency Capital Requirements [MCR] Tier 1,2,3
M A A R W AT B E T E K E N T D AT N O U CO N C R E E T ?
Initieel zullen verzekeraars op basis van risk assessments voor de vier risicocategorieën (‘Verzekering’, ‘Financieel’, ‘Operationeel’ en de groep ‘Overige risico’s’) de gekapitaliseerde risico’s dienen uit te rekenen. Daar waar het niet direct te kwantificeren is, zal dit worden geschat op basis van ‘expert opinion’. Een voorbeeld van zo’n inschatting zijn de geregistreerde Losses & Incidenten, die in feite een kwantificering zijn van de operationele risico’s. Door de directie zullen risk appetites en een beoogde funding middels het beklemde vermogen, rekeninghoudend met de risico impact van de strategische business planning, dienen te worden vastgesteld. Deze zullen vervolgens waar mogelijk (!) omgezet dienen te worden naar taakstellende ‘gekapitaliseerde risicobudgetten’ voor alle risicoonderdelen voor de betreffende verantwoordelijken. Maar naast de continue bewaking van al deze gekapitaliseerde risico’s en, indien nodig (en verplicht) escalatie naar hoger management ter onderbouwing van hun besluitvorming, zijn er ook voorgeschreven nieuwe procedures. Voorbeeld is het laten goedkeuren door de directie van nieuwe producten met hun gekapitaliseerde risico. Afhankelijk van het type verzekering (Leven, Schade of Ziektekosten) schommelen de gekapitaliseerde verzekeringstechnische risico’s tussen grofweg 25% en 50%. Inherent aan het type werk neemt de actuaris van dit verzekeringstechnische risico een fors deel voor zijn/haar rekening. Daarnaast valt te constateren dat een groot deel van de risico’s aan de investment/asset-kant van de verzekeraar zit (45% tot 70%). Deze markt-, credit- en liquiditeitsrisico’s leiden derhalve tot een groot deel van het beklemde vermogen. Bij uitbesteed vermogensbeheer door de verzekeraar zal de onderliggende Service Level Agreement (SLA) ingrijpend moeten worden aangepast om veel meer inzicht, maar vooral grip, op dit significante risico-onderdeel te krijgen. Uit veel Loss registraties blijkt dat het operationele risico rond de 5% van het totale SCR gekapitaliseerde risico blijkt te zitten. Ondanks forse verschillen in grootte tussen de vier risicocategorieën moeten ze ten behoeve van Solvency II allemaal integraal worden beheerst.
Pillar 2: prudentiële en goede governance: organisatorische embedding
SYSTEMEN NOODZAKELIJK OM TE VOLDOEN AAN DE VEREISTEN
Solvency II vereist een bedrijfsbrede, transparante toepassing van risk management. Om dit aan de toezichthouder aan te kunnen tonen moeten er drie onderdelen worden gerealiseerd. Als eerste een goede structuur met taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden, procedures en workflows (inclusief escalaties en besluitvorming), rapportages en een review/audit opzet. Ten tweede het alloceren van de eerder beschreven taakstellende risicobudgetten aan betreffende verantwoordelijken. En als derde zal de organisatie moeten aantonen dat ze ook feitelijk zo volgens deze nieuwe beheersingsstructuur werkt. Dit derde onderdeel is de meest ingrijpende en tevens lastigste, omdat het volledig ingebed dient te worden in al de bedrijfsprocessen van de verzekeraar. Op welke wijze zullen de verzekeraars dit gaan doen? Worden de vereisten uit het Issues Paper als ‘Identify, Assess, Monitor en Manage’ en de vijf ORSA principes gedurende het hele jaar toegepast? Om deze structuur en werkwijze gedocumenteerd goed aan te kunnen tonen en professioneel te kunnen laten reviewen en auditen, voldoet een Excel onderhand niet meer. IMPAC T OP HET AC TUARIËLE WERK
Pillar 1: kapitaal charges: risicokapitaal calc. model
Pillar 3: transparantie: standaard rapportage
Met de komst van Solvency II zal de actuaris zich meer en meer moeten bezig houden met onderwerpen waar in het verleden niet (echt) naar werd gekeken. Het adequaat vaststellen van de voorzieningen en het zo goed mogelijk tariferen van de verschillende, vooral verzekeringstechnische risico’s is toch voor veel actuarissen tot op heden het werkterrein geweest. Met het ‘pricen’ van opties en garanties is een richting ingezet waarin de actuaris zich meer en meer is gaan bezighouden met activiteiten buiten de comfort zone. De opleiding tot actuaris alsook het Permanente Educatie aanbod is hier dan ook in meegegroeid en met de komst van de nieuwe opleiding CERA (Chartered Enterprise Risk Actuary) is het duidelijk dat dat het werkterrein van de actuaris zal (moeten) gaan worden. SLOTWOORD
Kijkend naar Solvency II is het evident dat er verschuivingen in de bevoegdheden zullen ontstaan. En juist daardoor dient het niet onderschat te worden dat de invoering en vooral de transparante naleving van Solvency II een forse culturele impact zal hebben op de organisatie; vervagende silo’s door grotere openheid naar alle stakeholders en ‘delen’ van verantwoordelijkheden en informatie.
Natuurlijk kunnen we in deze bijdrage niet alle veranderingen voor de verzekeraar toelichten. Toch willen we nog wel even stil staan bij de rol en de taak van de actuaris. Het is (meer dan) de verwachting dat Solvency II de nodige impact zal hebben voor de actuariële professie.
■
DE AC TUAR IS
DE AC TUAR IS
MAART 2011
MAART 2011
43
professie en praktijk
professie en praktijk
TEKST: NIEK DE JAGER EN HANS VAN DER VEEN
VERZEKERINGSCONTRACTEN IN IFRS
VERWONDERING OVER DE RISICOMARGE
Alweer een halfjaar geleden publiceerde de International Accounting Standards Board (IASB) haar voorstel voor de presentatie en waardering van verzekeringscontracten in de IFRS jaarrekening. Het debat over dit voorstel is levendig. Zo’n 250 personen en organisaties hebben hun zienswijze, kritiek, zorgen en instemming op papier gezet en aan de IASB ter hand gesteld. Helaas doen degenen die rond de laatste financiële crisis veel commentaar leverden op financiële verslaggeving, met name over de manier waarop onzekerheid tot uiting komt, niet mee aan dit debat.
Het benoemen van de risicomarge als aparte bouwsteen in de waardering dwingt accountants om zich bezig te houden met kansverdelingen. Onze worstelingen daarmee zullen actuarissen ongetwijfeld amuseren. Met enige schroom leggen wij onze verwondering naar aanleiding van onze worsteling voor aan de hand van een gestileerd voorbeeld.
Dit artikel is geschreven op persoonlijke titel.
44
Kans
2,43%
2,34%
2,21%
2,08%
1,96%
1,83%
1,71%
1,58%
Schade als % van verzekerd bedrag
Schade als % van verzekerd bedrag
Figuur 1: Kansverdeling 1 polis en portefeuille van 10.000 polissen
Neem een verzekeringscontract met een kans op schade van 2%. Schadebedragen zijn altijd gelijk, zodat we ons daarom niet behoeven te bekommeren. In figuur 1 wordt de kansverdeling gegeven voor één schadecontract en voor een portefeuille van 10.000 schadecontracten. Dit beeld is consistent met ons begrip van de centrale limietstelling en het primaire productieproces van een verzekeraar. We maken het ietsje moeilijker. Stel, de verzekeraar opereert in 15 afzonderlijke regio’s. In elk van de regio’s kan zich eens in de 100 jaar een zware storm voordoen. We nemen weer aan dat een dergelijke storm een vast (zij het hoger dan de individuele schade) bedrag aan schade veroorzaakt, zodat we ons niet hoeven te bekommeren over de kansverdeling van de schadebedragen. In figuur 2 wordt de kansverdeling ten aanzien van catastrofale schades van onze verzekeraar vergeleken met die van een wereldwijd opererende herverzekeraar die jaarlijks wel 1000 van dit soort schades heeft. 1,00
0,1500 Series 1
Series 1
0,75
Wij vragen ons dan ook af in hoeverre een aparte bepaling van de risicomarge voor de bruto portefeuille en voor het herverzekeringsdeel wel tot zinvolle uitkomsten kan leiden. Immers, uit het plaatje dat hierboven wordt getoond, blijkt dat door de herverzekeringsbeslissing niet alleen de volatiliteit in de uitkomsten, maar ook de vorm van de kansverdeling wordt beïnvloed. Waarschijnlijk leidt de Solvency II aanpak tot zinvollere uitkomsten. Hierbij wordt de risicomarge bepaald aan de hand van de netto positie. De risicomarge voor de bruto portefeuille kan dan worden bepaald door de risicomarge voor het herverzekeringsdeel bij de risicomarge over de netto positie op te tellen. CONCLUSIE
Het voorstel van de IASB betekent een fundamentele wijziging ten opzichte van de wirwar van waarderingsen presentatiemethoden van verzekeringscontracten die men momenteel in internationaal verzekeringsland tegenkomt. Ondanks alle kritiek die op het voorstel is geuit kan worden gesteld dat het geheel van waardering, presentatie en toelichting harmonieus is. Ook heeft het voorstel het potentieel om op een transparante en, in internationaal perspectief, consistente manier verslag te doen over het afsluiten en nakomen van verzekeringscontracten. Omdat het zo anders is, bestaat een gerede kans dat bepaalde regels een onverwacht en ongewenst effect hebben. In dit artikel hebben wij een voorbeeld geschetst met betrekking tot de risicomarge. De oplossing is simpel en in het kader van de quantitative impact studies van Solvency II al in de praktijk getest. Andere gebieden waar belanghebbenden goed moeten opletten zijn discontovoet, winstdeling en het opbreken van verzekeringscontracten in aparte onderdelen.
Kans
0,1125
0,50 0,25
0,0750
0,0375
Schade als % van verzekerd bedrag
2,20%
1,90%
1,60%
1,30%
1,00%
0,70%
0,0000 0,40%
0,00
0,10%
Accountants LLP.
100%
26,67%
beiden bij Ernst & Young
0,00%
20,00%
Accounting Advisory Services,
0,0000
0,020
13,33%
Veen is senior manager Financial
0,0150
0,0075
0,265
6,67%
Financial Services, en Hans van der
Zoals uit het bovenstaande blijkt, wordt de winst- en verliesrekening bepaald door marges, ervaringsverschillen, rentetoevoeging en het effect van wijzigingen in veronderstelling. Dit lijkt veel op de mutatiestaatjes die we in embedded value rapportages vinden, maar wijkt duidelijk af van de volumegerichte informatie in de huidige modellen voor winst- en verliesrekeningen. De volumegerichte informatie, zoals premies en uitkeringen kunnen worden teruggevonden in de verloopoverzichten van de verzekeringsverplichtingen. Het ontbreken van volume informatie in de winst- en verliesrekening wordt door veel belanghebbenden als gemis ervaren, met name degenen die met schadeverzekeraars te maken hebben. Weliswaar wordt voor eenvoudige korte termijn verzekeringen een afwijkend presentatiemodel voorgesteld waarin alle volume informatie wel wordt gepresenteerd, maar niet alle schadeverzekeringen zijn korte termijncontracten.
0,510
0,00%
Niek de Jager (boven) is partner
1 De verwachtingswaarde van alle toekomstige kasstromen die binnen de grenzen van het verzekeringscontract vallen. Hiertoe behoren ook toekomstige premies. De toekomstige inkomende en uitgaande kasstromen worden in de balans gesaldeerd gepresenteerd. Als er sprake is van opties en garanties (waarbij polishouders het voordeel genieten van de positieve scenario’s en de verzekeraar het nadeel heeft van de negatieve scenario’s) komen deze tot uitdrukking in de verwachtingswaarde. De verwachtingswaarde is in beginsel gebaseerd op de inzichten van de verzekeraar, maar als er marktparameters beschikbaar zijn, moeten die worden gebruikt. Het verschil tussen werkelijke en eerder geschatte kasstromen, en de wijzigingen in aannames voor de toekomst worden apart zichtbaar gemaakt in de winst- en verliesrekening. 2 Een disconteringsvoet. Deze moet worden gebaseerd op de karakteristieken van de kasstromen uit hoofde van de verzekeringscontracten, inclusief de mate waarin deze illiquide zijn. De disconteringsvoet moet worden gebaseerd op financiële instrumenten die (nagenoeg) vrij van kredietrisico zijn. De jaarlijkse rentetoevoeging en de effecten van wijzigingen in de disconteringsvoet worden in de winst- en verliesrekening gepresenteerd. De verhouding tussen rentetoevoeging en wijziging in de discontovoet voor de verzekeringsverplichtingen enerzijds en beleggings-opbrengsten van de activa anderzijds moet in de toelichting worden uitgelegd. Over de effecten in de winst- en verliesrekening zijn veel zorgen geuit. Belanghebbenden zien op tegen de fluctuaties in de resultaten die deze manier van verwerking teweeg kan brengen. Daarnaast vindt niet iedereen het logisch dat voor beleggingen net de mogelijkheid om tegen geamortiseerde kostprijs te
waarderen (zie IFRS 9) zijn verruimd, terwijl het voorstel voor verzekeringscontracten uitgaat van integrale toepassing van actuele veronderstellingen. 3 Een risicomarge. Deze is gelijk aan het maximum bedrag dat de verzekeraar zou willen uitgeven om de risico’s uit hoofde van de verzekeringscontracten buiten de deur te zetten. De risicomarge wordt in de winst- en verliesrekening opgenomen naarmate het risico afloopt. In het voorstel worden 3 methoden toegestaan, te weten betrouwbaarheids-interval, cost of capital (ook gebruikt in Solvency II) en expected tail limit. Zorgpunten van belanghebbenden betreffen de mogelijke subjectiviteit in de berekening van de risicomarge en de beperking tot de drie genoemde methoden. De risicomarge moet voor de bruto positie en de herverzekering apart worden bepaald. Dit in tegenstelling tot Solvency II, waar de risicomarge wordt bepaald op de netto positie. De voorstellen van de IASB kunnen tot onverwachte en wellicht ook ongewenste uitkomsten leiden, zoals blijkt uit het voorbeeld in de volgende paragraaf. Daarnaast wordt er een zodanige ‘restmarge’ onder de voorzieningen opgenomen dat er bij aanvang van de verzekeringscontracten geen winst ontstaat. Deze restmarge wordt over de looptijd van de contracten in de winst- en verliesrekening opgenomen.
0,0225
0,755 Kans
De IASB stelt voor om verzekeringscontracten te waarderen tegen de meest recente inschatting van de kasstromen die benodigd zijn voor de nakoming van die contracten richting de polishouder. Dit idee vindt bijna unanieme instemming. Deze waardering bestaat uit drie bouwstenen die onderstaand worden behandeld.
Series 1
Series 1
Kans
W AT S TA AT E R I N H E T O N T W E R P ?
0,0300
1,000
2,46%
In dit artikel wordt kort ingegaan op de inhoud van de ontwerpstandaard. Daarnaast willen wij aan de hand van een voorbeeld over herverzekerde schades als gevolg van catastrofes stilstaan bij een specifiek onderdeel dat zowel accountants als actuarissen bezighoudt, te weten de risicomarge.
Incidentele schades als deze zijn de veroorzakers van de beruchte dikke staarten in de kansverdeling van alle mogelijke toekomstige bruto schadelasten. De herverzekeraar zal zijn herverzekeringspremie mede bepalen op basis van zijn eigen risicoprofiel. Het maximum bedrag dat de verzekeraar wil uitgeven om van het risico op ongunstige uitkomsten af te zijn, kan nooit meer zijn dan de risicomarge die is begrepen in de herverzekeringspremie; waarom zou hij bereid zijn om meer uit te geven?
Schade als % van verzekerd bedrag
■
Figuur 2: kansverdeling catastrofes verzekeraar vs. herverzekeraar
DE AC TUAR IS
DE AC TUAR IS
MAART 2011
MAART 2011
45
professie en praktijk T EK ST: PAU L J U R R I Ë N S
professie en praktijk
F O T O G R A F I E : W I L LY S L I N G E R L A N D
‘ V E RT R O U W E N S TA P V O O R S TA P T E R U GW I N N E N ’ De afgelopen jaren heeft Eureko stappen gezet om orde op zaken te stellen. Een proces dat voor de crisis begon. De crisis bevestigde nog eens de noodzaak om stevig in te grijpen. Met onder meer kostenreductie, versimpeling van bedrijfsvoering en producten, en een koerswijziging in Europa. ‘En we moeten veel meer vanuit het belang en het risico van de klant denken’, zegt Gerard van Olphen, vice-chairman en CFO van Eureko. ‘Stap voor stap moeten we zijn vertrouwen zien terug te winnen.’
Ook voor Eureko was 2008 ‘nou niet het meest vreugdevolle jaar’. Als gevolg van de economische crisis boekte de verzekeraar een verlies van € 2,1 miljard, bij een premieomzet van € 19,3 miljard. ‘We hebben een stevige tik gekregen’, zo kenschetst Gerard van Olphen het teleurstellende resultaat. ‘Maar minder dan vele anderen. We hebben relatief weinig risico in portefeuille, een risicomijdende balans. We zaten bewust niet in de gestructureerde producten van Amerikaanse banken. We hadden wel last van het indirecte gevolg daarvan, zoals opdrogende liquiditeiten op markten en uiteenlopende creditspreads. De markt van bedrijfsobligaties, waar we een exposure hadden, werd veel volatieler dan wij voor mogelijk hadden gehouden. Maar we zijn voornamelijk geraakt door een aantal participaties, zoals in de grootste bank van Portugal, van oudsher een aandeelhouder van ons en wij van hen.’ ‘Belangrijkste punt was voldoende financiële ruimte te vinden om de toekomst van het bedrijf vorm te kunnen blijven geven. Onze grootste aandeelhouders, Rabobank en Vereniging Achmea, hebben ons daarom eind 2008 ondersteund. Met de wijsheid achteraf was dat niet nodig geweest. 2009 en 2010 waren zodanig succesvol dat we goed door de economische crisis zijn gekomen. Onze financiële uitgangspositie is sterker dan gebruikelijk. De gehele Nederlandse verzekeringssector is gedowngraded door de ratingagency’s. We zijn als enige van een negative naar een stable outlook gegaan. De kapitaalstorting is sinds de eerste helft van 2010 weer terug bij de aandeelhouders.’
stap dat vertrouwen terug zien te winnen. En wel door rentmeesterschap met passende winstniveaus, waarbij je de klant recht in de ogen kunt kijken. In Nederland opereren wij veelal in volwassen markten. Weliswaar groeit de zorgmarkt, maar je kunt niet uitleggen dat je daar giga rendementen maakt. We maken op onze premie voor de basiszorgverzekering 1% winst. Dat begrijpt iedereen. De bulk van de schademarkt bestaat uit huizen en auto’s. Deze verdringingsmarkt groeit een beetje mee met de prijsinflatie, die vervolgens wordt opgegeten door de concurrentie. De levenmarkt, voor het lange sparen, is vanuit de optiek van de verzekeraar al lang aan het krimpen. Nederlanders sparen nog steeds goed voor hun oude dag, maar kiezen nu uit meerdere soorten producten, zoals banksparen. Per saldo hebben we dus onze operationele prestaties sterk kunnen verbeteren door het handhaven en lichte groei van marktaandeel, maar vooral door het versimpelen van onze organisatie, processen en producten. Daardoor maken we veel minder kosten.’
VERKOOP PZU WAS HOOGTEPUNT EN DIEPTEPUNT TEGELIJK. Hoe moet je die vereenvoudiging van producten zien? ‘We gaan veel meer vanuit het belang en het risico van de klant denken. We zoeken de dialoog met hem of haar en bedenken niet vanuit onze kennis wat we allemaal moeten leveren. Bij de verzekering voor arbeidsongeschiktheid bijvoorbeeld zoeken wij dekking voor alles wat die klant kan overkomen. Maar als je hem vraagt waarvoor hij dekking wil, dan krijg je heel andere antwoorden. Dan hoeft een ZZP’er geen bijna onbetaalbare verzekering waarmee hij de rest van zijn arbeidsongeschikte leven thuis kan zitten. Hij is gewend om voor zichzelf te zorgen en bijvoorbeeld ander werk te gaan zoeken. Hij heeft de behoefte aan een inkomen dat deze transitietijd overbrugt.’ TURKIJE
KLANT BESCHERMEN
G E R A R D VA N O L P H E N : ‘ S O LV E N C Y I I G A AT L E I D E N T OT EEN VEEL NADRUKKELIJKERE PRICING VAN GARANTIES EN GROTERE RISICO’S.’ 46
De betere resultaten zijn de vruchten van een breed programma dat Eureko sinds 2008 uitrolt om de operationele prestaties te verbeteren. Met als uitgangspunt rentmeesterschap, zoals Van Olphen het noemt. ‘We zijn er om de klant te beschermen op kwetsbare momenten. Bijvoorbeeld als ze oud zijn of een ongeval achter de rug hebben. Het management moet daarom gericht zijn op rentmeesterschap. Rentmeester van het geld dat door mensen apart is gezet, voor het moment dat ze wat overkomt. Er ligt een enorme vertrouwenscrisis omdat de financiële sector zichzelf soms groter is gaan vinden dan de klant. Daar heeft de maatschappij ons hard gecorrigeerd. En terecht. Reputatie en vertrouwen komen te voet en gaan te paard. De sector moet jaar na jaar stap voor
Uitermate positief voor de resultaten van Eureko was de verkoop van de Poolse deelneming PZU, die € 4,2 miljard in het laatje bracht. Het was eind 2009 de apotheose van een tien jaar lang slepend conflict. Eureko streefde naar een meerderheidsbelang in PZU, maar zag zich gedwarsboomd door opeenvolgende Poolse regeringen. ‘De verkoop was een hoogtepunt en dieptepunt tegelijk’, zo stelt Van Olphen vast. ‘Financieel een fantastische oplossing. Strategisch jammer dat je zo’n groeimarkt op moet geven. PZU, de grootste verzekeraar van het land, was de hoeksteen van onze Europese strategie. Als je daarin de meerderheid verwerft, kun je van daaruit Oost-Europa in.’ De verkoop luidde ook een koerswijziging in van die strategie. Daarin stelde de verzekeraar vast dat ze goed
is in schade-, inkomens- en zorgverzekeringen, vooral via banken en het ‘directe kanaal’. Van Olphen: ‘Daarin kun je kennis en systemen uitwisselen, en groeien. Vandaar ook onze acquisitie in Turkije. Eureko Sigorta is in feite de verzekeringstak van de Garanti Bank, de op één na grootste in Turkije. We hebben daar een soort Rabobank-Interpolis verhouding tot elkaar. Inmiddels hebben we de succesvolle Alles in één Polis in Turkije gelanceerd. Bestaande buitenlandse operaties hebben we tegen het licht gehouden van onze verlegde strategie. Avéro Insurance in België paste daar niet meer in en hebben we verkocht. Net als levenbedrijf Império in Frankrijk. Andere bedrijven kunnen we ombouwen naar die strategie zorg en schade. Met, naast Turkije, de focus op Rusland en Griekenland, waar we al sterke posities hadden.’ TOEZICHT
De crisis heeft ook gevolgen voor het toezicht. Zo wordt het onder Solvency II Europeser. Tegelijkertijd wordt het toezicht strakker, als uitvloeisel van het te paard vertrokken vertrouwen. ‘Ik hoop niet dat dit zich vertaalt in meer onderzoek met steeds meer feitenlijstjes en procedures. Want dat gaat de oplossing niet brengen. De maatschappij, de politiek in het bijzonder, heeft de gerechtvaardigde verwachting dat je bij wijze van spreken op één A-viertje het verdienmodel van een grote verzekeraar uittekent. Als die, die en die getallen nu maar groter zijn dan dit en dat, dan gaat alles goed. Maar wat krijgt de maatschappij vanuit Solvency II, IFRS 4 en dergelijke? Complexe informatie, gedreven door modellen, met verschillen per bedrijf, in plaats van eenvoud, transparantie en vergelijkbaarheid. Tussen die uitkomsten en de maatschappelijke verwachtingen, moet een nieuw evenwicht komen.’ Hoe moet dat evenwicht er uitzien? (na wat aarzeling) ‘Er gaan vereenvoudigde kengetallen komen die meer gaan zeggen over de lange termijn ontwikkeling van een pensioenfonds, verzekeraar of bank. Welke dat zijn, weet ik niet. Een bedrijf moet zich bewust zijn van de marktwaardes en daar op sturen. Maar in combinatie met starre toezichtseisen, krijg je een clash waar je niet uitkomt. Daar moeten we iets op verzinnen.’ Wat betekent Solvency II voor het balansmanagement van Eureko? ‘Door te meten op marktwaardes en die te projecteren op de toekomst van veertig jaar, krijg je een grote volatiliteit. Het balansmanagement wordt veel gevoeliger. Daarmee wordt het veel gecompliceerder om te sturen en er inzichtelijk over te communiceren. Vanuit de complexiteit, de drie, vier, vijf, misschien tien relevante keuzes maken waar je grip op moet houden.’
➤
DE AC TUAR IS
DE AC TUAR IS
MAART 2011
MAART 2011
47
professie en praktijk
Wat is verder de impact van Solvency II op Eureko? ‘De vijfde Quantitative Impact Study (QIS5) van Solvency II levert Eureko geen grote vraagstukken op. Dat is wél het geval voor de Nederlandse zorgmarkt. Solvency II houdt nog onvoldoende rekening met het verrekeningsmodel voor zorgverzekeringen. Dat leidt mogelijk tot een forse stijging van de zorgpremies omdat je grote risico-uitslagen krijgt. Dit leidt dat tot een stevige premiestijging. Dus moeten we dat vereveningsstelsel volledig erkend krijgen.’ ‘Een tweede – Europees - gevolg is dat Solvency II gaat leiden tot een veel nadrukkelijkere pricing van garanties en grotere risico’s. Of die prijzen gaan stijgen, hangt af van de concurrentie. Er zal denk ik veel tijd overheen gaan, want de Nederlandse verzekeringsmarkt is hyperconcurrerend.’
WE ZIJN ALS ENIGE VAN EEN NEGATIVE NAAR EEN STABLE OUTLOOK GEGAAN. Dat zou de zorgsector zelf ook wel eens mogen worden. ‘In de zorg zitten vraagstukken als hogere kwaliteit, vergelijkbaarheid daarvan, innovatie en diversificatie van aanbod. Voor dergelijke zaken creëert marktwerking de prikkels. Maar je moet wel het tempo ervan beheersen en reguleren.’ Dat kan toch veel sneller. ‘Dat versnellen we wel door bijvoorbeeld bepaalde zorg bij bepaalde aanbieders niet meer te contracteren omdat ze onvoldoende volume hebben. Maar dan moet je ook voldoende aanbod hebben van kwalitatief goede zorg. Zolang er meer vraag is dan aanbod, kun je lastig sturen. Bovendien willen en kunnen we niet zeggen dat de ene arts goed is en de andere niet. De beroepsgroep moet met transparante en toetsbare kwaliteitscriteria komen waarover de artsen verantwoording afleggen. Daardoor ontstaat er een topklasse aan medici. Wie daar niet toe behoort, is natuurlijk tegen dat onderscheid. Bovendien wil iedere patiënt naar de beste arts. Dat soort vraagstukken moet je regelen. Die taak ligt voornamelijk bij de overheid. Maar je moet er wel druk op zetten.’ Is het moeilijk om de jaarresultaten voor het zorgbedrijf te bepalen? ‘Ja, maar het is een frictieverschijnsel. Voor het nieuwe stelsel in 2006 liepen ziekenhuizen met hun administratie drie, vier jaar achter. Dan denk je als verzekeraar ook: hoe je dit moet sturen? Maar op een gegeven moment wordt zo’n systeem stabiel. Dan ontstaat er een goed stuurbare trend. Door de introductie van het nieuwe systeem hebben we even geen historie en statistieken meer. Daar komt dan een vereveningsstelsel overheen, dat ook nog niet stabiel is. Daardoor kan het heel anders uitpakken dan verwacht. Maar inmiddels kennen we de cijfers over 2006 en 2007. En de lessen uit dat vereveningssysteem worden beter.’ 48
DE AC TUAR IS MAART 2011
Actuarieel Genootschap & Actuarieel Instituut
‘Ook wij hebben verrassingen gekend. Zo hebben wij met Agis ingezet op grote steden, op de onderkant van de samenleving. Daar is de meeste gezondheidswinst te halen. We dachten dat het risico beperkt was omdat we vanuit dat vereveningssysteem gecompenseerd zouden worden. Maar toen uiteindelijk eind 2009 de rekening van de verevening in de bus viel, pakte dat teleurstellend uit. Gelukkig hebben we als grote groep het voordeel dat we vijf miljoen Nederlanders verzekeren. We zijn zelf ons vereveningssysteem. FBTO, met veel jonge verzekerden, kwam er bijvoorbeeld weer goed uit.’ Welke rol dicht u de actuaris toe in de (toekomstige) verzekeringsmarkt? ‘Zoals gezegd gaat alles veel meer naar het marktwaarde denken. Dat is niet het natuurlijke domein van een van de historische beroepsgroepen. Maar actuarissen zijn vanuit hun opleiding en kennis wel het beste gepositioneerd om dat in te vullen. Daarmee is een actuaris nog niet per definitie een marktwaardedenker, een riskmanager, hoe goed hij ook is opgeleid. Bovendien moeten actuarissen zich realiseren dat deze ontwikkeling hen in het centrum van de bedrijfsvoering plaatst. Dat schept verplichtingen. Een actuaris is een razend intelligent iemand die gewend is om binnen een complex maar afgebakend dossier het vraagstuk op te lossen en dan het resultaat weer te geven. In het centrum van de bedrijfsvoering wordt die intelligentie nog steeds op prijs gesteld. Maar hij moet tevens de complexiteit transparant benoemen. Hij moet gecontroleerd en getoetst willen worden… En hij moet een permanente dialoog met zijn bedrijf voeren. Niet door hen zijn taal te leren, maar door hun taal te spreken.’
AG JAARCONGRES 2011
> VERGRIJZING V A N D E T O E KO M S T
EUREKO
Naast zijn thuismarkt Nederland is Eureko actief in zeven andere Europese landen. Eureko, met het hoofdkantoor in Zeist, boekte over 2009 een bruto premieomzet van circa € 20 miljard en een nettowinst van € 1,4 miljard. In Nederland is Eureko met Achmea onder meer actief met de merken Centraal Beheer Achmea, Interpolis, Zilveren Kruis Achmea, Agis en FBTO. Eureko is niet beursgenoteerd. Het aandelenkapitaal is in handen van de Vereniging Achmea (55.2%) en Rabobank (39.4%). Het resterende aandelenbelang is in handen van enkele kleinere, veelal coöperatieve, financiële instellingen in Europa. De Vereniging Achmea is van klantenleden van Achmea. Zij waarborgt de continuïteit van Eureko en Achmea en behartigt de collectieve belangen van klanten.
dagvoorzitter
Fons de Poel
sprekers
Annemarie Jorritsma, Leo van Wissen, Maarten Camps, Els Borst
discussiepanel drs. ir. A. Fraterman, secretaris pensioenbeleid VNO-NCW mr. P.J. Gortzak, vicevoorzitter en algemeen secretaris FNV bondgenoten drs. M.A.A.M. Hendriks AAG RBA, financieel directeur Agis zorgverzekeringen drs. J.H. Tamerus AAG, master actuaris bij PGGM en beleidsadviseur PFZW
deelname gratis voor leden AG – inschrijving via www.ag-ai.nl – aangevraagd voor 3 PE-punten ■
donderdag 24 maart van 14.00 tot 19.30 uur in Schouwburg Almere te Almere-Stad
verenigingsnieuws
verenigingsnieuws
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
O P R O E P : D YA P Z O E K T O R G A N I S AT O R E N V O O R (SOCIALE) ACTIVITEITEN
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Toezicht & Certificering
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Dutch Young Actuarial Professionals
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Bij het nadenken over dit onderwerp kwam één woord bij mij als eerste naar boven: integriteit. Discussies hierover met mijn zwager (verpleeghuisarts met brede interesse) en mijn dochter (vijfdejaars gymnasiaste) tijdens de kerstdagen leverden mij meer inzicht en interessant materiaal op om deze column te schrijven. Ook wees speurwerk uit dat in de twee laatste edities van De Actuaris artikelen zijn verschenen, gerelateerd aan dit onderwerp.
Dutch Young Actuarial Professionals (DYAP) zoekt enthousiaste __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
jongeren die activiteiten voor jonge (toekomstige) actuarissen willen __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
organiseren. Interesse? Neem dan contact op met Nicole Kurpershoek __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
(T. 030-6866192, E.
[email protected]). Heb je leuke __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
ideeën of suggesties voor een bijeenkomst of sociale activiteit? Ook __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
dan horen wij het graag! __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Het woord integriteit is afgeleid van het Latijnse woord ‘integritas’, dat onaangetast, maar ook rein en fatsoen betekent. Integriteit wordt vaak gebruikt om een oordeel over het karakter en het gedrag van een persoon uit te drukken. Certificerende actuarissen moeten, wat mij betreft, de eigenschap hebben dat ze zich houden aan wat ze gezegd en beloofd hebben. Niet alleen handelen in overeenstemming met hun (actuariële) principes, maar zich ook houden aan de verplichtingen die ze op zich hebben genomen. Kortom zich integer gedragen, niet alleen in normale, maar ook in moeilijke omstandigheden als er bijvoorbeeld druk wordt uitgeoefend om van de (actuariële) principes af te wijken. Integer gedragen betekent voor mij consistent gedrag vertonen en betrouwbaar zijn.
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
M U T AT I E S
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Onderstaande actuarissen, leden van de KAA en geaffilieerden zijn in de afgelopen periode van werkgever veranderd: __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Naam Van Naar __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Dhr. G.A. Hellement Msc ING Group Corporate Reinsurance Milliman Consultants and Actuaries __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Mw. dr. K.W. Homan Towers Watson B.V. Mn Services __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Mw. drs. N.B. Vrielink KPMG Monuta __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
vanuit het bestuur
column
Dhr. drs. A.A. de Vries InReFiCo RGA International Reinsurance Company __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ Certificerende actuarissen (voor pensioenfondsen) hebben te maken met toezicht, waarbij met name DNB een belangrijke rol vervult. Daarbij moet onder meer voldaan worden aan wet- en regelgeving zoals de Pensioenwet, gedragscodes én beroepsregels van het AG. Onze beroepsgroep heeft de afgelopen jaren een aantal significante ontwikkelingen doorgemaakt. Denk bijvoorbeeld aan het register van certificerende actuarissen, gedragsregels, standaard actuariële verklaringen en categorisering van de AG-uitingen. Maar, is een dergelijke instrumentele aanpak voldoende? Nee, mijn stelling is dat persoonlijke integriteit wellicht nog belangrijker is. Ik zie persoonlijke integriteit als een leef- en werkwijze die uitgaat van het maken van bewuste keuzes die sterk verweven zijn met begrippen als zelfrespect, (morele) eigenwaarde en geloofwaardigheid. Met andere woorden het ‘zit tussen de oren’, waarbij je mensen beter kan overtuigen door zelf een goed voorbeeld te zijn. Integriteit laat zich moeilijk eenduidig omschrijven. Derhalve is in onze beroepspraktijk waakzaamheid geboden over het begin en eind van onze verantwoordelijkheid en is het noodzakelijk dat verwachtingen die zijn gewekt goed worden gemanaged. Een recent voorbeeld is de verantwoordelijkheid die het begrip ‘prudent person’ met zich meebrengt. De meningen hierover zijn niet eensluidend. De moraal van mijn verhaal is dat wij als certificerende actuarissen ons niet kunnen en mogen verschuilen achter wet- en regelgeving van welke aard dan ook. We moeten verantwoordelijkheid nemen voor ons eigen werk en gedrag, meer stelling durven nemen ten opzichte van regels en normen die ons worden voorgehouden, helder communiceren hierover en meer in dialoog treden over integriteit. Het feit dat in drie achtereenvolgende edities van De Actuaris aandacht wordt besteed aan dit onderwerp juich ik derhalve van harte toe. Op die manier kunnen we onze reputatie als betrouwbare certificeerders in stand houden. Het ontwikkelen van guidelines aangaande onze meldingsplicht zou een mooie eerste stap zijn.
Rajish Sagoenie Voorzitter AG&AI
50
Risk is the possibility that an undesirable event will occur The demand for skilled actuarial professionals is still growing. Actuaries are the leading professionals in finding ways to manage risk and managing risk requires knowledge of several disciplines. Understanding how businesses operate, how legislation may impact and how financial economics can affect values are all vital skills for an actuary.
EXECUTIVE MASTER OF ACTUARIAL SCIENCE
E M A S
MANAGING FINANCIAL RISKS: A NEW GENERATION OF ACTUARIES Distinguish yourself from other risk professionals
2 4 to 5-semester, part-time programme in English
2 State-of-the-art training towards full actuarial qualification (actuary AG)
2 Central training location in Utrecht
2 Developed in collaboration between the Dutch Actuarial Institute (AI) and
2 International recognition
TiasNimbas
2 Directly applicable in your working environment
2 Shortest route becoming actuary AG (AAG) after completing BSc
2 Exchange of experience and ideas amongst fellow students
2 Lecturers and tutorials are mixed with case-based learning
2 A major contribution to your network
More information can be obtained from the websites of the two partner organisations, the Dutch Actuarial Institute (www.ag-ai.nl) and TiasNimbas Business School (www.TiasNimbas.edu).
DE AC TUAR IS
DE AC TUAR IS
MAART 2011
MAART 2011
51
verenigingsnieuws
verenigingsnieuws
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
P E R M A N E N T E –E D U C A T I E
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
managing financial risks
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
START V E R VO LG D ATA TITEL KOSTEN LO C AT I E __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
maart __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
24 AG Jaarcongres: Vergrijzing van de Toekomst Gratis voor leden AG Schouwburg Almere __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
29 Internationale ontwikkelingen 345 AG&AI __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Treed in de voetsporen van Johan de Witt actuariële opleidingen met toekomst
31 Further FV calculations 995 AG&AI 7 +21 april __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
april __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
5 ASTIN-dag 325 Geldmuseum Utrecht __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Het Actuarieel Instituut (AI) biedt vier verschillende parttime opleidingen aan: • Techniek Levensverzekering
7 Securities lending 750 AG&AI __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
13 CERA-programma (intensief traject) 6.795 AG&AI mei, juni, sept __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
• Actuarieel Rekenaar • Actuarieel Analist • Actuaris AG (het Schakelprogramma en de Executive Master of Actuarial Science)
19 Fusies en overnames in relatie tot de pensioenregeling 375 AG&AI __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
28 Leergang actuariaat voor niet-actuarissen 1.415 AG&AI 12,19 en 26 mei __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
mei __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Het unieke aan de opleidingen van het AI is dat werken en studeren gecombineerd worden. Veel studenten ervaren dat zij zich tijdens hun opleiding ontwikkelen, doordat de theorie vrijwel direct in praktijk toegepast kan worden.
10 Sterftemodellering basis 625 AG&AI 17 mei __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
12 Borrel Kring Leven: Langleven Mammoni Utrecht __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
19 CERA-programma (gespreid traject) 6.795 AG&AI t/m april 2012 __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
20 Solvency II voor bestuurders 1.295 Mariënhof Amersfoort __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
24 Masterclass ziekte en arbeidsongeschiktheid 895 AG&AI 31 en 7 juni __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
26 Value based ALM 995 AG&AI 9 juni __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
juni __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
15 Onafhankelijke oordeelsvorming 345 AG&AI __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
16 Corporate Finance 1.260 AG&AI 17 __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
20 Sterftemodellering: Verdieping 625 AG&AI 27 juni __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
21 Ontbijtsessie Pensioenactualiteiten 375 AG&AI __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
30 Advies en communicatie 1.295 AG&AI 1 juli __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Voor meer informatie over de opleidingen van het AI kunt u terecht op www.ag-ai.nl of neem contact op met Mieke Habraken, manager Service Leden & Studenten, op telefoonnummer 030-6866190 of per e-mail
[email protected].
Studeren aan het AI betekent: > studeren centraal in Nederland (Utrecht) > uitstekende opleidingsfaciliteiten > studeren in deeltijd > een goede mix van theorie en praktijk > docenten en experts uit het beroepsveld
Actuarieel Instituut
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
11 NIEUWE ACTUARISSEN
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Op vrijdag 21 januari jl. ontvingen __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
KRING LEVEN
11 kandidaten het diploma Actuaris van __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
het Actuarieel Instituut. AG&AI voorzitter __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
drs. Rajish Sagoenie AAG reikte tijdens de Edwin Roebersen, Jurjen Born, Ron van Dijk, Joke Verbaan en John Bastiaansen vormen, onder de __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
feestelijke bijeenkomst in het Johan de Witt bezielende leiding van Norbert Hilhorst, de (vernieuwde) Kring Leven. Eind december is de Kring __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
huis in Utrecht de diploma's uit aan v.l.n.r. bijeen geweest om plannen te maken voor PE’s en inhoudelijke (netwerk) borrels. De eerste __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
(voor): Flory Koole en Stephanie Pickering. netwerkborrel staat gepland op donderdag 12 mei a.s. Noteer deze datum alvast in uw agenda! __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
V.l.n.r. (achter): Patrick van der Lee, Paul van __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
der Lee, Wouter Hennink, Leon Heinsius, Focus van de Kring is alles ‘wat van belang is voor de verzekeringsmarkt Leven individueel en collectief’. __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Albert ten Have en Florence Molster. Thema van de borrel in mei is de impact van langleven op de positie van levenverzekeraars (een ‘recap’). __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Clemens Gerhardt, Glennfor Hellement en Een aantal andere onderwerpen staat ook al op de planning, zoals een ronde tafel voor kleine __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Gerda Kalkhoven ontbreken op de foto. verzekeraars over de implementatie van Solvency II. __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Roos Jaspers, manager Permanente Educatie & In company van het Actuarieel Genootschap, is zeer __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
content met de vernieuwde start van Kring Leven omdat Leven onderwerpen meer aandacht kunnen __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
gebruiken op de PE-agenda. Bij deze dan ook een oproep aan de leden: suggesties voor onderwerpen __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
zijn zeer welkom! __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
52
DE AC TUAR IS
DE AC TUAR IS
MAART 2011
MAART 2011
53
verenigingsnieuws
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
De redactie roept op tot bijdragen of ideeën voor
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
directeur gezocht
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
onderwerpen of thema's voor het volgende nummer.
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Het Actuarieel Genootschap (AG) is een vitale beroepsvereniging met een eigen opleidingsinstituut, het Actuarieel Instituut (AI).
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Het meinummer van de Actuaris zal als thema Onderwijs hebben. Aan bod komen ontwikkelingen op __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
het gebied van het nationale en het internationale onderwijs in de verzekeringsbranche en meer __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
specifiek binnen de actuariële wereld. Mocht je een bijdrage willen leveren aan de inhoud van het __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
volgend nummer, dan ben je van harte uitgenodigd om je artikel te sturen naar de redactie van De __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
De vereniging, die 1.300 leden telt, behartigt de belangen en draagt zorg voor de professionele ontwikkeling van de beroepsgroep van actuarissen. Van oudsher is de actuaris actief betrokken op de terreinen van verzekeringen en pensioenen, maar riskmanagement vervult hierbij een steeds belangrijkere rol. Het speelveld van de actuaris verandert door recente ontwikkelingen in onder andere wet- en regelgeving, en op maatschappelijk gebied.
Actuaris, op
[email protected]. Deadline hiervoor is 5 april. __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Het julinummer heeft als thema Valuation. __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Het AI is een modern opleidingsinstituut dat de beroepsgroep voorziet van basiscursussen en beroepsopleidingen, te weten: een HBO- en Masteropleiding alsmede cursussen ten behoeve van Permanente Educatie. In nauwe samenwerking met de vereniging volgt het instituut de veranderingen en speelt daarop in door het actueel houden van opleidingen en het aanpassen van de portfolio.
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
colofon
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
54
DE AC TUAR IS MAART 2011
DE ACTUARIS - JAARGANG 18 - NUMMER 4 - MAGAZINE VAN HET ACTUARIEEL GENOOTSCHAP – ISSN 0929-4562 REDACTIE Dominique de Baar Muriel van den Berg René Brinksma Peter van Meel (voorzitter) Harry Ros Willem Schuddeboom Jeroen Terheggen Frank Thooft EINDREDACTIE Frank Thooft REDACTIE-ADRES AG&AI Postbus 2433 3500 GK Utrecht E
[email protected] T 030 - 686 61 50 GRAFISCHE VORMGEVING Stahl Ontwerp
CARTOONS Pennestreek, Arnhem Studio Noodweer, Nijmegen DRUK Scheffer Drukkerij, Dordrecht ADVERTENTIES Informatieblad (inclusief tarieven) downloaden van de website (www.ag-ai.nl) of op aanvraag verkrijgbaar bij Nicole Kurpershoek. Voor vragen over aanleveren advertentiemateriaal: Nicole Kurpershoek E
[email protected] T 06-53 77 99 40 Deadline reservering advertentieruimte voor het volgende nummer (mei 2011) uiterlijk 18 april 2011. De Actuaris kent de mogelijkheid om in het kader van advertorials artikelen te plaatsen. Voor nadere informatie hierover kunt u contact opnemen met Nicole Kurpershoek.
KOPIJ Voor het volgende nummer (mei 2011) dient de kopij uiterlijk 5 april 2011 digitaal ingeleverd te worden bij de redactie:
[email protected]. Auteursinstructies staan op www.ag-ai.nl > De Actuaris > Algemene informatie De Actuaris De redactie behoudt zich het recht voor artikelen te weigeren. ABONNEMENTEN Voor personen die het periodiek niet via betrokkenheid bij het Actuarieel Genootschap & Actuarieel Instituut ontvangen, kost een jaarabonnement € 75,-. Annulering van het abonnement schriftelijk twee maanden voor aanvang nieuwe abonnementsperiode. Voor aanmelding: Pascale Mandjes-Heese E
[email protected] T 030 - 686 61 54
Hoewel aan de totstandkoming van 'De Actuaris' de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) (Redactie) en het Bestuur AG, alsmede de uitgever(s), geen enkele aansprakelijkheid voor eventuele fouten en of onvolkomenheden, noch voor de gevolgen daarvan. 'De Actuaris' wordt uitgegeven in opdracht van het Bestuur AG. De in het tijdschrift voorkomende meningsuitingen mogen echter niet worden gezien als de officiële zienswijzen van de Redactiecommissie en/of het Bestuur AG, tenzij zulks uitdrukkelijk is vermeld.
LOSSE NUMMERS Prijs € 17,75 ACHTERGROND De Actuaris verschijnt tweemaandelijks met interviews, nieuws, informatie en opinievormende artikelen die van belang kunnen zijn voor de actuariële beroepsgroep en degenen die door opleiding en of interesse het actuariaat na staan. Het overnemen en vermenigvuldigen van artikelen met bronvermelding is toegestaan na toestemming van de redactie.
Wij zijn op zoek naar een directeur, die voor een periode van drie jaar de verdere ontwikkeling van het AG&AI vormgeeft. Functie Als directeur is het uw verantwoordelijkheid de resultaten te realiseren die door het bestuur zijn vastgesteld: ● u bent nauw betrokken bij ontwikkeling van de
bestuurlijke strategie en verantwoordelijk voor de voorbereiding en uitvoering; ● u faciliteert het netwerk van AG&AI, t.w. beleids-
commissies, vakgroepen, examencommissies, die zijn betrokken bij de beleidsvorming en -uitvoering; ● u geeft leiding aan de uitvoering door het bureau
dat bestaat uit ruim 20 professionele medewerkers; ● u rapporteert rechtstreeks aan de voorzitter.
Competenties De fase waarin AG&AI verkeert vraagt een ondernemend en inspirerend leider. U heeft grote interesse in de beroepsgroep en bent in staat om het belangenveld en de daarbij behorende professionele aspecten te overzien. U boekt resultaten door daadkracht en besluitvaardigheid. Deze zijn onderbouwd door uitmuntende communicatieve eigenschappen en gedreven door het zoeken van verbinding en opbouwen van stabiele relaties. U heeft de ambitie om in samenwerking het AG&AI verder op de kaart te zetten. U brengt kennis en ervaring mee op het gebied van belangenbehartiging. Bewezen succes in het veranderen van organisaties, marktkennis en het realiseren van innovaties zijn van belang. Bekendheid met onderwijs is een pré. Uiteraard beschikt u over een academisch denken werkniveau. Het aanbod U levert een bijdrage aan de ontwikkeling van een beroepsvereniging die er toe doet. De activiteiten zijn uiterst actueel en daar gaat u mede vorm aan geven. Salaris en emolumenten zijn in overeenstemming met uw opdracht. Een vierdaagse werkweek is bespreekbaar. Informatie Voor meer informatie kunt u contact opnemen met bij mevrouw drs. E. Alkemade, directeur a.i. op telefoonnummer 06-22972624 of per e-mail
[email protected]. Een volledig functieprofiel is beschikbaar. Sollicitatie U richt uw schriftelijke sollicitatie, die wij uiterlijk maandag 21 maart a.s. van u ontvangen, aan de heer drs. R.K. Sagoenie AAG, voorzitter van het bestuur AG&AI, Postbus 2433, 3500 GK Utrecht of per e-mail
[email protected]. Uw reactie wordt vertrouwelijk behandeld. Procedure Een assessment kan onderdeel uitmaken van de sollicitatieprocedure. Gesprekken zijn gepland op woensdag 30 en donderdag 31 maart a.s.
Managing Financial risks
Jij ziet overal cijfers...
…en het bijbehorende advies. Want jij ziet dingen die anderen niet zien. Juist dat maakt je zo’n uitmuntende consultant. Bij Mercer waarderen we dat. Werken bij deze internationale autoriteit in financieel-strategische dienstverlening betekent werken in de voorhoede. Terwijl jij samen met je enthousiaste collega’s financiële HR-vraagstukken meetbaar en tastbaar maakt, zorgt Mercer voor een ongeëvenaard klantenpakket én een direct toegankelijk, internationaal kenniscentrum. Ook onze ontspannen werksfeer – even informeel als inhoudelijk – is een begrip in de branche. Allemaal kenmerken die, volgens je toekomstige collega’s, van Mercer een topbedrijf maken.
Senior consultants m/v Die positie willen we graag behouden. We zijn voortdurend op zoek naar senior consultants met meer dan vijf jaar werkervaring die zowel individueel als in teamverband kunnen excelleren. Menselijke professionals met ondernemingsdrang en commercieel inzicht. Voldoe jij aan dit boeiende profiel? Dan vind je in Mercer een werkgever met volop mogelijkheden én met oog voor een gezonde work-life balance. Kijk op www.werkenbijmercer.nl of bel 020-4313768.
IT’S TIME TO CALL MERCER Consulting. Outsourcing. Investments.