TOETSTAAK 36: ‘GEEF BLOED, RED EEN LEVEN’
Vaardigheid: spreken. Doelstelling: De cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau een uitnodiging, een voorstel en een oproep verwoorden en erop reageren. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: gezondheidsvoorzieningen. Publiek: onbekende taalgebruiker.
1. Materiaal nodig voor deze toetstaak • •
Voor elke cursist een toetsblad. Voor uzelf: een kopie van het toetsblad en eventueel een cassetterecorder om het gesprek op te nemen.
2. Het afnemen van de toetstaak 2.1. Het introductiegesprek U kan deze toetstaak best beginnen met een kort gesprekje over bloed geven. Het is belangrijk voor het goede verloop van de toetstaak dat de cursist even kan praten zonder dat hij daarop beoordeeld wordt. Tijdens dit gesprek kan u volgende vragen stellen: Weet de cursist wat ‘bloed geven’ betekent? Heeft hij het ooit al eens gedaan? Waarom wel/niet? 2.2. Mondelinge instructies voor de cursist Na het introducerend gesprek geeft u de cursist de volgende instructie. ‘Je wil graag bloed geven. Je vraagt aan je collega om mee te gaan. Ik ben je collega. Op je toetsblad zie je waar en wanneer je bloed kan geven. Doe de volgende dingen: - spreek mij aan - nodig mij uit om samen bloed te geven - stel een dag en uur voor: kijk eerst op de affiche naar de dagen en uren dat je kan bloed geven - eindig het gesprek Je mag nu beginnen. Veel succes!!!’
Richtlijnen docent
www.cteno.be/voorbeeldtoetstaken
Toetstaak: spreken 36
3. Ondersteunende didactische principes 3.1. Aandachtspunten bij het afnemen van de toetstaak •
De eerste oefening van deze toetstaak, waarbij de cursist zijn collega aanspreekt, wordt niet gescoord. De bedoeling hiervan is de cursist op zijn gemak te stellen.
•
Het is belangrijk dat de cursist voldoende tijd krijgt om te praten. Indien hij er toch niet in slaagt het gesprek te beginnen of verder te zetten, kan u een aantal hulpvragen stellen. ‘Wat staat er op de affiche die je mee hebt?’ ‘Wanneer spreken we af?’ U kan natuurlijk ook andere hulpvragen stellen. Het is wel belangrijk dat er niet te snel hulpvragen gesteld worden: de cursist moet voldoende tijd krijgen om spontaan zinnen te formuleren.
•
Het kan voorkomen dat een cursist onvoorziene dingen zegt of vraagt. In dit geval kan u hierop naar eigen goeddunken reageren. Het is ook aangeraden dit op het scoreblad van de cursist te noteren. Op die manier kan u hiernaar teruggrijpen en op vergelijkbare manier reageren bij andere cursisten. Toch is het belangrijk rekening te houden met het feit dat hoe meer u als toetsafnemer tussenkomt of reageert, hoe meer verschillen tussen de cursisten gecreëerd worden. Om de objectiviteit van de toetsen zoveel mogelijk te garanderen, moet dit laatste in de mate van het mogelijke vermeden worden.
3.2. Het afstemmen van de toetstaak op de kenmerken van uw cursistengroep Indien u denkt dat het thema niet echt geschikt is voor uw cursisten, kan u natuurlijk kiezen voor een andere topic. Zo kan u een spreektaak maken waarin de cursisten aan een vriend moeten vragen om te helpen bij het verhuizen.
Richtlijnen docent
www.cteno.be/voorbeeldtoetstaken
Toetstaak: spreken 36
4. Het beoordelen en interpreteren van de resultaten 4.1. Het beoordelingsmodel De nadruk ligt op het overbrengen van de inhoud van de boodschap, niet op de vorm. Wanneer de vorm van wat de cursist zegt het begrijpen van de boodschap echter belemmert, krijgt de cursist een lagere score op de vormelijke elementen. Het spreektempo mag laag zijn, maar het gesprek moet in zijn geheel niet langer duren dan 5 minuten.
Richtlijnen docent
www.cteno.be/voorbeeldtoetstaken
Toetstaak: spreken 36
Toetsitems
Score
Preconditie De cursist voert een gesprek dat in relatie staat tot de gegeven opdracht. Item 1.
De cursist spreekt zijn collega gepast aan Minimumvereiste: ‘Hallo’
Item 2.
De cursist kan zijn oproep om bloed te gaan geven verwoorden. Minimumvereiste: ‘Gaan we samen bloed geven?’
Item 3.
0.5 1
De cursist stelt een dag (1 punt) en een uur (1 punt) voor. Deze moeten overeenstemmen met de mogelijke momenten dat je volgens de affiche bloed kan geven. Indien de cursist een andere
2
dag of uur zegt, wordt dit als fout aangerekend. Item 4.
De cursist sluit het gesprek gepast af. Minimumvereiste: ‘Dag’.
Spreekdurf De cursist doet actief mee aan het gesprek en wacht niet telkens hulpvragen van de toetsafnemer af om een goed antwoord te formuleren. Vorm
0.5
1
De cursist maakt eenvoudige korte zinnen, minimaal een onderwerp en persoonsvorm. De zinnen mogen op dit niveau nog af en toe fouten bevatten zoals: uitspraakfouten, fouten tegen de woordvolgorde,... . De fouten die gemaakt worden, hebben geen systematisch karakter; er worden niet steeds
1
dezelfde fouten gemaakt EN de boodschap die de cursist in het gesprek wil overbrengen, blijft ten alle tijde en voor iedereen duidelijk begrijpbaar. OF: De cursist formuleert zinnen, maar maakt systematisch dezelfde fouten, bijvoorbeeld tegen de woordvolgorde, vervoeging,.... OF/EN de cursist maakt veel fouten, maar de boodschap is nog steeds duidelijk begrijpbaar.
of 0,5
OF: De cursist formuleert onvolledige zinnen of beperkt zich tot enkele losse woorden. Hij herhaalt enkel de instructie of kan helemaal geen antwoord geven. De boodschap is hier en daar onduidelijk/niet begrijpbaar.
Totaal
Richtlijnen docent
of 0
6
www.cteno.be/voorbeeldtoetstaken
Toetstaak: spreken 36
4.2. De scoretabel
Scoretabel ‘Geef bloed, red een leven’ Klas: ......................................Datum: ......./........./............ Naam van de cursist:
Item 1
Item 2
Item 3
Item 4
Spreekdurf
Vorm
Totaal op 6
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15.
Richtlijnen docent
www.cteno.be/voorbeeldtoetstaken
Toetstaak: spreken 36
Naam: ………………………………….. Datum: ……………..............................
TOETS
Je wil graag bloed geven. Je vraagt aan je collega om mee te gaan. Ik ben je collega. Op je toetsblad zie je waar en wanneer je bloed kan geven. Doe de volgende dingen: - spreek mij aan - nodig mij uit om samen bloed te geven - stel een dag en uur voor: kijk eerst op de affiche naar de dagen en uren dat je kan bloed geven - eindig het gesprek
De affiche
Jaarlijkse bloedinzameling in de gemeente waar? gemeenteschool in de Groenstraat 11 wat? Geef bloed en red een leven wanneer? maandag 15, dinsdag 16, woensdag 17 en donderdag 18 maart, telkens van 9u00 tot 12u30 en van 14u00 tot 20u30 Iedereen van harte welkom
Toetsblad cursist
www.cteno.be/voorbeeldtoetstaken
Toetstaak: spreken 36