Toelichting Stand van Zaken Decentralisatie AWBZ Gemeenteraden IJmond
Korte terugblik IJmond
∗ Voorjaar 2012 Kadernota ‘Van Zorg naar Participatie’. ∗ Samenwerking KAM ∗ Voorbereidingsfase
Aantal cliënten met extramurale begeleiding, kortdurend verblijf en/of persoonlijke verzorging per 1-1-2013
Gemeente
18-64
65 - 74
75+
Totaal
Beverwijk
275
68
305
648
Heemskerk
213
62
256
531
Uitgeest
34
12
51
97
Velsen
348
119
467
934
Bron: HHM Impactmonitor, tabel 4a
Voorbereiding IJmond
∗ Lokaal: Daadwerkelijke loketten, Welzijnsaanbod ∗ IJmond: Vernieuwing 7 pilots, kanteling, criteria en kwaliteit toegang, communicatie ∗ Samen met Zuid-Kennemerland: kwaliteit, inkoop specialistische zorg. Gezamenlijke keuzenota ∗ Zeer specialistische zorg: landelijk of op KAM-niveau
Denkrichtingen keuzenota AWBZ IJmond en Zuid-Kennemerland
Transformatie en transitie 2015 is een transitiejaar (‘zachte landing’) én start van de transformatie (vernieuwen van het ondersteuningsaanbod en anders organiseren van de toegang en het opdrachtgeverschap) Op basis van uitgangspunten kadernota
Rolopvatting gemeenten
∗ Van strakke regie en sturing in 2015 naar meer verantwoordelijkheid voor aanbieders en burgers (eindperspectief) ∗ Samenwerking met Achmea ∗ Als opdrachtgever samenwerken met zorgaanbieders en welzijnsinstellingen.
Op welk niveau verwerven? “Specialistische ondersteuning” Zuid-Kennemerland en IJmond. Indeling langs: doelgroep, type ondersteuning en geografische eenheid. “Zeer specialistische ondersteuning” : -Beleidsarm -Samenwerking met KAM (als niet landelijk)
Uitgangspunten vernieuwing
∗ Eigen kracht van burgers en hun sociale netwerk ∗ Informele ondersteuning ∗ Van individuele naar meer algemene en collectieve voorzieningen ∗ Onderscheid in vier (hoofd)doelgroepen: ∗ ∗ ∗ ∗
Ouderen met cognitieve en/of lichamelijke problematiek Volwassenen met psychiatrische problematiek Volwassenen met een verstandelijke beperking Volwassenen met een lichamelijke beperking of chronische ziekte
Vernieuwing van het specialistisch ondersteuningsaanbod ∗ Combineren van bestaande producten in nieuwe ondersteuningstypen ∗ Vergroten van het aantal mantelzorgers en vrijwilligers door aanbieders van specialistische ondersteuning ∗ Meer inzet e-ondersteuning en domotica ∗ Efficiënter gebruik van accommodaties voor (specialistische) dagbesteding ∗ Streven naar een meer efficiënte organisatie van vervoer, zo mogelijk in samenhang met andere vormen van doelgroepenvervoer
Financiën en eigen bijdrage ∗ Gezamenlijke prognose van te verwachten inkomsten en uitgaven per gemeente ∗ Uitgangspunt is een budgettair neutrale uitvoering per gemeente ∗ De gemeenten stemmen inrichting van Awbz begroting en Awbz administratie op elkaar af ∗ Eigen bijdrage voor begeleiding en persoonlijke verzorging conform hulp bij het huishouden ∗ Groeimodel naar meer dekkende tarieven eigen bijdrage nader onderzoeken
Ordening en bekostiging
∗ Keuzevrijheid is belangrijk ∗ Vernieuwing van het ondersteuningsaanbod kan leiden tot een wijziging van het aantal gecontracteerde aanbieders ∗ Streven naar bekostiging op resultaat in plaats van beschikbaarheid/productie ∗ Persoonsvolgende bekostiging conform conceptwetsvoorstel
Overheidsopdracht of subsidie ∗ Per soort zorgaanbod zal bepaald worden of opdrachtverstrekking of subsidiëring de beste vorm is. ∗ Bij een overheidsopdracht zal in de meeste gevallen de 2Bprocedure toegepast worden. Duur van de overeenkomsten ∗ Op termijn streven naar meerjarige afspraken met aanbieders. Vanwege de vele onzekerheden die gepaard gaan met de decentralisatie per 2015 overeenkomsten sluiten voor één jaar, met de mogelijkheid tot verlenging.
Kwaliteit en toezicht ∗ Aansluiten bij landelijke wet-en-regelgeving en professionele kwaliteitsstandaarden. ∗ Waar lokale aanvulling op de kwaliteitseisen noodzakelijk wordt geacht doen we dit regionaal uniform. ∗ Verantwoording in aansluiting op (in ontwikkeling zijnde) landelijke gegevensstandaarden. Streven naar verantwoording op effecten en resultaten.
Informatievoorziening
∗ Gemeenschappelijke verkenning ‘informatie- en ICTvoorzieningen en de decentralisaties in het sociaal domein’ ∗ Gezamenlijke uitwerking welke voorzieningen op 1 januari 2015 tenminste aanwezig móeten zijn.