Toelichting reglement intergemeentelijke culturele samenwerking Reglement Intergemeentelijke samenwerking HOOFDSTUK I – Doel, doelgroep en definities Artikel 1. Doel van het subsidiereglement De provincie Antwerpen is dé bovenlokale partner en promotor van een diverse, duurzame en toegankelijke culturele sector in de provincie Antwerpen. De uitdagingen voor het lokaal cultuurbeleid stoppen vaak niet bij de gemeentegrenzen. De provincie Antwerpen wil een bovenlokale aanpak van uitdagingen voor het lokaal cultuurbeleid stimuleren en faciliteren, en op deze wijze de bestuurskracht van haar gemeenten vergroten. Binnen de perken van de kredieten die op het goedgekeurde budget van de provincie worden voorzien, verleent de deputatie projectsubsidies en werkingssubsidies aan intergemeentelijke samenwerkingsverbanden die voldoen aan de voorwaarden, zoals opgenomen in onderhavig reglement, voor culturele projecten of structurele samenwerking rond erfgoed, kunsten, bibliotheken en de afstemming van het cultuuraanbod en de cultuurcommunicatie.
Artikel 2. Doelgroep De deputatie verleent subsidies aan intergemeentelijke samenwerkingsverbanden die voldoen aan de bepalingen van het decreet houdende de intergemeentelijke samenwerking van 6 juli
Toelichting
Het subsidiereglement is integraal en mikt op alle mogelijke uiteenlopende aspecten van het lokaal cultuurbeleid waarvoor een bovenlokale benadering een meerwaarde betekent: amateurkunsten, professionele kunsten, cultureel erfgoed, jeugdcultuur, cultuureducatie, bibliotheken, cultureel aanbod, cultuurcommunicatie, … Startsubsidies worden niet beschouwd als een aparte categorie naast een projectsubsidie of een werkingssubsidie. In de geest van startsubsidies zijn er binnen het reglement wel verschillende scenario’s mogelijk: - Een IGS vraagt een projectsubsidie aan waarbij het project zelf de voorbereiding voor de subsidieaanvraag bij Vlaanderen is (Ervaring in andere provincies leert dat één jaar hiervoor volstaat. Indien de aanvraag wordt geweigerd kan het volgend jaar opnieuw een gelijkaardige projectsubsidie worden ingediend.) - Een IGS dat nog niet voldoet aan alle criteria om door Vlaanderen gesubsidieerd te worden, ontvangt een projectsubsidie of een werkingssubsidie van de provincie Antwerpen. Wanneer erkenning en subsidiëring door Vlaanderen financieel voordeliger is, zal een IGS dat in aanmerking kan komen voor Vlaamse ondersteuning sowieso gemotiveerd zijn om die aanvraag in te dienen, en is een extra stimulans door de provincie via een startsubsidie overbodig. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden buiten het decreet houdende de intergemeentelijke samenwerking bevinden zich in een grijze zone op gebied van rechtszekerheid.
Toelichting reglement intergemeentelijke culturele samenwerking 2001 (en de latere wijzigingen); met name de interlokale vereniging, de projectvereniging, de dienstverlenende vereniging en de opdrachthoudende vereniging.
Samenwerkingsverbanden tussen gemeenten komen daarom enkel in aanmerking voor provinciale subsidies wanneer ze zijn ingebed in het decreet houdende de intergemeentelijke samenwerking. De provincie Antwerpen wil de gemeenten op haar grondgebied stimuleren om zich te confirmeren aan dit decreet en zo de duurzaamheid, rechtszekerheid en transparantie van de intergemeentelijke samenwerking vergroten. Het decreet houdende de intergemeentelijke samenwerking en verdere toelichting bij de verschillende mogelijke vormen van samenwerkingsverbanden zijn te vinden op de website van het Vlaamse Agentschap voor Binnenlands Bestuur: binnenland.vlaanderen.be > verzelfstandiging en samenwerking > intergemeentelijke samenwerking. Voor de toeristische samenwerkingsverbanden werd een apart juridisch kader gecreëerd: het decreet van 6 maart 2009 betreffende de organisatie en erkenning van toeristische samenwerkingsverbanden. Toeristische samenwerkingsverbanden worden voor culturele projecten doorverwezen naar het reglement bovenlokale projecten.
Artikel 3. Definities Werking: een continu lopend geheel van activiteiten met duidelijke doelstellingen op middellange en lange termijn, vervat in de structuur van een organisatie. Project: een afgebakend geheel van activiteiten met een duidelijke doelstelling, beperkt in de tijd (maximum 12 maanden) en gescheiden van andere activiteiten, dat niet binnen de reguliere werking valt.
De projectduur wordt beperkt tot maximum 12 maanden. Voor een project dat over meerdere jaren loopt zijn er twee opties: - Wanneer dit project de bestaansreden is van een IGS, wordt dit beschouwd als de werking van het IGS en kunnen werkingssubsidies verkregen worden. - Wanneer dit een project is van een IGS met bredere doelstellingen, moet jaarlijks een nieuwe aanvraag ingediend worden voor de volgende fase van het project. Korte projecten die jaarlijks herhaald worden, moeten ook jaarlijks
Toelichting reglement intergemeentelijke culturele samenwerking
Culturele samenwerking: de afstemming en/of gezamenlijke uitvoering – eenmalig of structureel – van het lokaal beleid rond kunsten, cultureel erfgoed, bibliotheken, het culturele aanbod en cultuurcommunicatie. HOOFDSTUK II. Projectsubsidies Artikel 4. Voorwaarden voor de organisatie a) De organisatie is een intergemeentelijk samenwerkingsverband dat voldoet aan de bepalingen van het decreet houdende de intergemeentelijke samenwerking van 6 juli 2001 (en de latere wijzigingen).
worden aangevraagd. Projecten die langer duren dan 3 jaar / weerkerende projecten die voor de vierde keer worden gerealiseerd, worden beide beschouwd als onderdeel uitmakend van de algemene werking van het IGS en daarom doorverwezen naar de procedure en voorwaarden voor de werkingssubsidies. Het reglement is gericht op het stimuleren van intergemeentelijke culturele samenwerking. Voor werkingssubsidies is het vanzelfsprekend dat het IGS onder meer culturele doelstellingen heeft. Voor projectsubsidies is dit niet noodzakelijk. Het is mogelijk dat een projectvereniging rond sport een cultureel project wenst te realiseren.
Alle intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, ook wanneer ze een Vlaamse werkingssubsidie ontvangen, kunnen een projectsubsidie aanvragen. Er worden geen beperkingen opgelegd rond het aantal aanvragen per jaar.
b) Minstens één van de gemeenten van het intergemeentelijk samenwerkingsverband ligt op het grondgebied van de provincie Antwerpen. Artikel 5. Voorwaarden voor het project a) Om in aanmerking te komen voor een subsidie moet het project voldoen aan volgende formele voorwaarden: - het project vindt plaats in de provincie Antwerpen; - door de organisatie wordt een bedrag ingebracht dat ten minste gelijk is aan de gevraagde subsidie. Hierbij wordt enkel rekening gehouden met het bedrag dat door de gemeenten binnen de provincie Antwerpen wordt ingebracht; - er is een geraamd tekort in de projectbegroting.
We leggen geen voorwaarden op over de grootte van inbreng van de verschillende gemeenten. Dat komen zij zelf onderling overeen zoals vastgelegd in de oprichtingsovereenkomst, statuten, … Een weerkerend project (een festival, een publicatie) dat voor de derde keer plaatsvindt of wordt gerealiseerd, wordt beschouwd als reguliere werking. Het project komt dan ook niet in aanmerking voor een projectsubsidie. Het IGS kan wel een werkingssubsidie aanvragen.
Toelichting reglement intergemeentelijke culturele samenwerking Een IGS kan subsidieaanvragen indienen voor meer dan één project dat wordt gerealiseerd tijdens hetzelfde jaar. Het reglement vertrekt vanuit een integrale visie op cultuur en wilt intergemeentelijke samenwerking stimuleren. De praktijk leert dat intergemeentelijke samenwerkingsverbanden die ontstonden vanuit één beleidsveld, bijvoorbeeld erfgoed, steeds meer evolueren naar brede culturele samenwerkingsverbanden.
b) Bij de beoordeling van het dossier wordt rekening gehouden met volgende inhoudelijke criteria: - de regionale inbedding van het project; - het cultureel ondernemerschap; - de inhoudelijke kwaliteit van het project.
c) Bij de beoordeling van het dossier worden aandachtspunten mee in overweging genomen: - de aandacht voor ‘meer kleur in cultuur’; - de aandacht voor ‘meer toegankelijke cultuur’; - de aandacht voor ‘meer eco-cultuur’.
volgende
Om de dynamiek in de sector niet te verstoren worden geen beperkingen opgelegd m.b.t. tot het aantal intergemeentelijke samenwerkingsverbanden waarvan een gemeente deel uitmaakt. Er worden ook geen beperkingen opgelegd m.b.t. tot het jaarlijks aantal projectaanvragen van een IGS waarvan een bepaalde gemeente deel uitmaakt. Met regionale inbedding wordt bedoeld de meerwaarde van het project voor een regio, de complementariteit t.o.v. bestaande initiatieven en intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, het publieksbereik naar aantal en spreiding, … Voor de beoordeling van het cultureel ondernemerschap wordt onder meer gekeken naar de samenwerking met partners, de kosten- en inkomstenstructuur (verhouding eigen middelen en externe middelen) en de toekomstvisie van het IGS. Met kwaliteit wordt bedoeld - indien relevant: artistieke kwaliteit, de kwaliteit van behoud & beheer, de kwaliteit van de communicatie, de kwaliteit van de publiekswerking, … Met ‘kleur in cultuur’ wordt bedoeld de wijze waarop de culturele diversiteit in de samenleving wordt weerspiegeld in de realisatie van het project/in de organisatie (inhoudelijk, medewerkers, partners, …). Met ‘toegankelijke cultuur’ wordt bedoeld de wijze waarop het project/de organisatie actief drempels voor de beleving van erfgoed
Toelichting reglement intergemeentelijke culturele samenwerking en kunsten verlaagt. Deze drempels kunnen fysiek van aard zijn, financieel, mentaal, socio-cultureel, … Met ‘meer eco-cultuur’ wordt bedoeld de mate waarin de organisatie inspanningen levert om haar eigen ecologische impact en die van haar publiek te verkleinen.
d) De organisatie dient, vanaf de toekenning van de subsidie, de provincie Antwerpen te vermelden als ondersteunende overheid op duidelijke wijze en in redelijke verhouding met andere ondersteunende overheden/sponsors. e) De organisatie dient, vanaf de toekenning van de subsidie, door de provincie Antwerpen aangeduide personen toe te laten om ter plaatse na te gaan of het project plaatsvindt zoals voorgesteld bij de aanvraag en hen toegang te verlenen tot alle documenten en informatie die zij daartoe noodzakelijk achten. Artikel 6. Aanvraag a) Een aanvraag voor deze subsidie kan enkel gebeuren door het indienen van het aanvraagformulier dat ter beschikking wordt gesteld door het Cultuurloket van het departement Cultuur van de provincie Antwerpen. b) Een aanvraag moet ten laatste 3 maanden vóór de aanvang van het project ingediend worden bij het Cultuurloket van het departement Cultuur van de provincie Antwerpen. c) Het aanvraagdossier bestaat uit: - het ingevulde aanvraagformulier dat ter beschikking wordt gesteld door het Cultuurloket van het departement Cultuur van de provincie Antwerpen, ondertekend volgens de bepalingen in artikel 17; - de overeenkomst, oprichtingsakte of statuten van het intergemeentelijk samenwerkingsverband, conform de bepalingen van het decreet houdende de intergemeentelijke
Toelichting reglement intergemeentelijke culturele samenwerking samenwerking van 6 juli 2001 (en de latere wijzigingen); een actieplan met een omschrijving van de doelstellingen, de timing en de concrete uitwerking van het project met indicatoren; - een motivatie met betrekking tot de inhoudelijke criteria en aandachtspunten zoals vermeld onder artikel 5 b) en artikel 5 c); - een gedetailleerde projectbegroting met raming van kosten en opbrengsten; - de wijze waarop de inbreng van de provincie Antwerpen gecommuniceerd zal worden. d) De provincie Antwerpen kan steeds bijkomende informatie opvragen over de werking en financiën van de organisatie en over het project. Artikel 7. Toekenning van de subsidie a) De deputatie beslist over de toekenning van de subsidie en bepaalt het bedrag ervan. Dit gebeurt binnen de perken van de kredieten die voorzien zijn op het door de provincieraad goedgekeurde budget. De deputatie houdt rekening met de criteria en aandachtspunten vooropgesteld in artikel 5 b) en artikel 5 c). b) De toegekende subsidie bedraagt maximaal het bedrag dat door het intergemeentelijk samenwerkingsverband wordt ingebracht. Hierbij wordt enkel rekening gehouden met het bedrag dat door de gemeenten binnen de provincie Antwerpen wordt ingebracht. -
c) Volgende uitgaven komen niet in aanmerking voor subsidiëring: - uitgaven die al ondersteund worden door de provincie Antwerpen; - uitgaven die al ondersteund worden door de Vlaamse overheid; - prestatievergoedingen voor medewerkers die worden tewerkgesteld door de gemeenten. Artikel 8. Evaluatiedossier
Een indicator is een parameter die toelaat om te evalueren of de doelstellingen bereikt zijn. Bij voorkeur worden naast kwalitatieve of beschrijvende indicatoren per doelstelling ook minstens 2 kwantitatieve indicatoren vooropgesteld.
Er wordt geen maximum subsidiebedrag vastgelegd om geen rem te zetten op de ambities en engagementen van gemeenten die een samenwerkingsverband aangaan. De inbreng van gemeenten in de vorm van gemeentelijk personeel wordt niet beschouwd als financiële inbreng van de gemeenten. Een IGS dat een werkingssubsidie ontvangt (Vlaams of provinciaal) kan geen werkingskosten inbrengen in een projectbegroting of projectafrekening. De inbreng van gemeenten in de vorm van gemeentelijk personeel wordt niet beschouwd als financiële inbreng van de gemeenten.
Toelichting reglement intergemeentelijke culturele samenwerking a) Het evaluatiedossier dient ingediend te worden bij het Cultuurloket van het departement Cultuur van de provincie Antwerpen uiterlijk 3 maanden na voltooiing van het project en ten laatste op 31 augustus van het jaar volgend op de toekenning van de projectsubsidie (afhankelijk van de deadline die het eerst verstrijkt). b) Het evaluatiedossier bestaat uit: - het ingevulde evaluatieformulier dat ter beschikking wordt gesteld door het Cultuurloket van het departement Cultuur van de provincie Antwerpen, ondertekend volgens de bepalingen in artikel 17; - een inhoudelijk verslag met de evaluatie van het project (timing, doelstellingen, inhoudelijke criteria, indicatoren); - een gedetailleerde staat van alle inkomsten en uitgaven van het project inclusief de inkomsten uit subsidieaanvragen bij andere overheden, ondertekend volgens de bepalingen in artikel 17. Bewijsstukken van de uitgaven dienen niet bijgevoegd, maar wel ter beschikking gehouden te worden voor controle; - bewijsstukken waaruit blijkt dat de provincie Antwerpen als ondersteunende overheid werd opgenomen in externe communicatie. Artikel 9. Betaling van de subsidie a) 50 % van het toegekende bedrag wordt als terugvorderbaar voorschot uitbetaald bij de toekenning van de subsidie. b) Het saldo van de subsidie wordt uitbetaald na de evaluatie van het project. c) De uitbetaalde subsidie zal nooit meer zijn dan het toegekende bedrag. d) De uitbetaalde subsidie kan nooit hoger zijn dan het tekort in de projectafrekening. Dit tekort wordt berekend door de inkomsten van het project (exclusief provinciale subsidie) af te trekken van de uitgaven van het project (exclusief de uitgaven en inkomsten die niet aanvaard worden voor een subsidie).
Het inhoudelijk verslag bevat de evaluatie van het project: werd het gerealiseerd zoals vooropgesteld op gebied van timing, doelstellingen, samenwerkingen, … De evaluatie bevat een toelichting van de inhoudelijke criteria en aandachtspunten, onder meer aan de hand van de indicatoren. Een indicator is een parameter die toelaat om te evalueren of de doelstellingen bereikt zijn. Bij voorkeur worden naast kwalitatieve of beschrijvende indicatoren per doelstelling ook minstens 2 kwantitatieve indicatoren vooropgesteld.
Toelichting reglement intergemeentelijke culturele samenwerking e) Projectuitgaven die in aanmerking genomen worden in de evaluatie zijn exclusief btw voor die uitgaven waarvoor de aanvrager de btw kan recupereren en inclusief btw voor de andere uitgaven. f) Bij onjuiste, onvolledige of laattijdige evaluatiedossiers en bij niet-naleving van de voorwaarden van dit subsidiereglement, kan de provincie Antwerpen beslissen de subsidie geheel of gedeeltelijk te schrappen of terug te vorderen. HOOFDSTUK III. Werkingssubsidies Artikel 10. Voorwaarden voor de organisatie a) De organisatie is een intergemeentelijk samenwerkingsverband dat voldoet aan de bepalingen van het decreet houdende de intergemeentelijke samenwerking van 6 juli 2001 (en de latere wijzigingen). b) Minstens één van de gemeenten van het intergemeentelijk samenwerkingsverband ligt op het grondgebied van de provincie Antwerpen c) De organisatie ontvangt voor het deel van haar werking waarvoor een provinciale werkingssubsidie wordt aangevraagd geen Vlaamse werkingssubsidie.
Dit betekent dat het IGS geen Vlaamse werkingssubsidie mag ontvangen op grond van het decreet betreffende het lokaal cultuurbeleid, het onroerend-erfgoeddecreet en het cultureelerfgoeddecreet voor de werking waarvoor het IGS een werkingssubsidie aanvraagt bij de provincie. Het standpunt van de provincie is: wanneer een IGS Vlaamse werkingssubsidie ontvangt voor samenwerking rond bijvoorbeeld lokaal erfgoedbeleid, is het niet in strijd met de principes van de interne staatshervorming, noch zoals deze vertaald werden in de decreten, om het IGS een werkingssubsidie toe te kennen voor het deel van haar werking die gericht is op bijvoorbeeld gezamenlijke cultuurcommunicatie.
d) De organisatie voert een regelmatige boekhouding zodat controle door de provincie mogelijk is. e) De organisatie dient door de provincie Antwerpen aangeduide personen toe te laten om ter plaatse na te gaan of het
Toelichting reglement intergemeentelijke culturele samenwerking samenwerkingsverband functioneert zoals voorgesteld bij de aanvraag en hen toegang te verlenen tot alle documenten en informatie die zij daartoe noodzakelijk achten. f) De organisatie dient, vanaf de toekenning van de subsidie, de provincie Antwerpen te vermelden als ondersteunende overheid op duidelijke wijze en in redelijke verhouding met andere ondersteunende overheden/sponsors. Artikel 11. Voorwaarden voor de werking a) Het deel van de werking van een intergemeentelijk samenwerkingsverband dat in aanmerking komt voor Vlaamse werkingssubsidies komt niet in aanmerking voor een werkingssubsidie op dit reglement. b) Bij de beoordeling van de werking wordt rekening gehouden met volgende inhoudelijke voorwaarden: - de meerwaarde van de intergemeentelijke samenwerking; - het cultureel ondernemerschap; - de inhoudelijke kwaliteit van de beleidsafstemming en beleidsuitvoering.
Met meerwaarde van de intergemeentelijke samenwerking wordt bedoeld de meerwaarde van de samenwerking voor een regio, de complementariteit t.o.v. bestaande initiatieven en intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, het publieksbereik naar aantal en spreiding, … Voor de beoordeling van het cultureel ondernemerschap wordt onder meer gekeken naar de samenwerking met partners, de kosten- en inkomstenstructuur (verhouding eigen middelen en externe middelen) en de toekomstvisie van het IGS. Met kwaliteit wordt bedoeld - indien relevant: artistieke kwaliteit, de kwaliteit van behoud & beheer, de kwaliteit van de communicatie, de kwaliteit van de publiekswerking, …
c) Bij de beoordeling van het dossier worden aandachtspunten mee in overweging genomen: - de aandacht voor ‘meer kleur in cultuur’; - de aandacht voor ‘meer toegankelijke cultuur’; - de aandacht voor ‘meer eco-cultuur’.
volgende
Met ‘kleur in cultuur’ wordt bedoeld de wijze waarop de culturele diversiteit in de samenleving wordt weerspiegeld in de werking van het IGS (inhoudelijk, medewerkers, partners, …) Met ‘toegankelijke cultuur’ wordt bedoeld de wijze waarop het IGS actief drempels voor de beleving van erfgoed en kunsten verlaagt.
Toelichting reglement intergemeentelijke culturele samenwerking Deze drempels kunnen fysiek van aard zijn, financieel, mentaal, socio-cultureel, …
d) Indien de aanvraag betrekking heeft op een werking rond het lokaal bibliotheekbeleid, wordt bij de beoordeling bovendien rekening gehouden met specifieke beleidsprioriteiten inzake het provinciaal bibliotheekbeleid, zoals door de deputatie bepaald. Artikel 12. Aanvraag en evaluatie
Met ‘meer eco-cultuur’ wordt bedoeld de mate waarin het IGS inspanningen levert om haar eigen ecologische impact en die van haar publiek te verkleinen. De beleidsprioriteiten (bijvoorbeeld rond spreiding van de middelen, collectie, …) worden door de deputatie bepaald.
a) Een aanvraag voor deze subsidie kan enkel gebeuren door het indienen van het aanvraagformulier dat ter beschikking wordt gesteld door het Cultuurloket van het departement Cultuur van de provincie Antwerpen. b) Uitgaven die in aanmerking worden genomen bij de evaluatie van een subsidie zijn exclusief btw voor die uitgaven waarvoor de organisatie btw kan recupereren en inclusief btw voor de andere uitgaven. c) De aanvraag en/of de evaluatie gebeurt volgens één van de volgende drie scenario’s: Eerste aanvraag (eerste jaar) 1. Een aanvraag moet worden ingediend bij het Cultuurloket van het departement Cultuur van de provincie Antwerpen ten laatste op 1 april van het eerste jaar waarvoor een werkingssubsidie wordt gevraagd. 2. Het aanvraagdossier bestaat uit: - het ingevulde aanvraagformulier dat ter beschikking wordt gesteld door het Cultuurloket van het departement Cultuur van de provincie Antwerpen, ondertekend volgens de bepalingen in artikel 17; - de overeenkomst, oprichtingsakte of statuten van het intergemeentelijk samenwerkingsverband, conform de bepalingen van het decreet houdende de intergemeentelijke
Op deze wijze kan een IGS een activiteitenverslag van het vorige werkingsjaar toevoegen en is er eenvormigheid rond de indiendata.
Toelichting reglement intergemeentelijke culturele samenwerking -
samenwerking van 6 juli 2001 (en de latere wijzigingen); een toelichting bij de doelstellingen en de werking van het intergemeentelijk samenwerkingsverband; een motivatie met betrekking tot de inhoudelijke criteria en aandachtspunten zoals vermeld onder artikel 11 b) en artikel 11 c); een toelichting over de wijze waarop de inbreng van de provincie Antwerpen wordt gecommuniceerd; het actieplan (met indicatoren) en een gedetailleerde begroting met raming van kosten en opbrengsten voor het eerste jaar waarvoor een werkingssubsidie wordt gevraagd.
Een indicator is een parameter die toelaat om te evalueren of de doelstellingen bereikt zijn. Bij voorkeur worden naast kwalitatieve of beschrijvende indicatoren per doelstelling ook minstens 2 kwantitatieve indicatoren vooropgesteld.
Nieuwe aanvraag (tweede jaar en volgende) en evaluatie 1. Een aanvraag voor het lopende werkingsjaar en de evaluatie van het vorige werkingsjaar moeten ingediend worden bij het Cultuurloket van het departement Cultuur van de provincie Antwerpen ten laatste 1 april van het jaar waarvoor een werkingssubsidie wordt gevraagd. 2. Het dossier bestaat uit: - het ingevulde aanvraag- en evaluatieformulier dat ter beschikking wordt gesteld door het Cultuurloket van het departement Cultuur van de provincie Antwerpen, ondertekend volgens de bepalingen in artikel 17; - indien van toepassing, een toelichting bij wijzigingen aan het juridisch statuut, de deelnemende gemeenten, de doelstellingen en de werking van het intergemeentelijk samenwerkingsverband; - het actieplan voor het lopende werkingsjaar (met indicatoren) en een gedetailleerde begroting met raming van kosten en opbrengsten voor het lopende werkingsjaar; - een motivatie met betrekking tot de inhoudelijke criteria en aandachtspunten zoals vermeld onder artikel 11 b) en artikel 11 c); - een gedetailleerd financieel verslag van het voorbije
Op deze wijze kan een IGS een activiteitenverslag van het vorige werkingsjaar toevoegen en is er eenvormigheid rond de indiendata.
Een indicator is een parameter die toelaat om te evalueren of de doelstellingen bereikt zijn. Bij voorkeur worden naast kwalitatieve of beschrijvende indicatoren per doelstelling ook minstens 2 kwantitatieve indicatoren vooropgesteld.
Toelichting reglement intergemeentelijke culturele samenwerking kalenderjaar, ondertekend volgens de bepalingen in artikel 17, en een verslag van de activiteiten van het voorbije kalenderjaar waaruit blijkt dat het actieplan (met indicatoren) voor dat jaar werd uitgevoerd. Afwijkingen t.o.v. van het actieplan en de begroting dienen gemotiveerd te worden; - voor subsidies boven 24.789,35 euro: een balans per 31 december van het voorbije kalenderjaar. Geen nieuwe aanvraag, enkel evaluatie voor het voorbije werkingsjaar 1. De evaluatie van het vorig werkingsjaar moet ingediend worden bij het Cultuurloket van het departement Cultuur van de provincie Antwerpen ten laatste op 1 april van het lopend kalenderjaar. 2. Het dossier bestaat uit: - het ingevulde evaluatieformulier dat ter beschikking wordt gesteld door het Cultuurloket van het departement Cultuur van de provincie Antwerpen, ondertekend volgens de bepalingen in artikel 17; - indien van toepassing een toelichting bij wijzigingen aan het juridisch statuut, de deelnemende gemeenten, de doelstellingen en de werking van het intergemeentelijk samenwerkingsverband; - een gedetailleerd financieel verslag van het voorbije werkingsjaar, ondertekend volgens de bepalingen in artikel 17, en een verslag van de activiteiten van het voorbije kalenderjaar waaruit blijkt dat het actieplan (met indicatoren) voor dat jaar werd uitgevoerd. Afwijkingen t.o.v. van het actieplan en de begroting dienen gemotiveerd te worden; - voor subsidies boven 24.789,35 euro: een balans per 31 december van het voorbije kalenderjaar. 3. De provincie Antwerpen kan steeds bijkomende informatie opvragen over de werking en de financiën van de organisatie. Artikel 13. Toekenning van de subsidie
Op deze wijze kan een IGS een activiteitenverslag van het vorige werkingsjaar toevoegen en is er eenvormigheid rond de indiendata.
Een indicator is een parameter die toelaat om te evalueren of de doelstellingen bereikt zijn. Bij voorkeur worden naast kwalitatieve of beschrijvende indicatoren per doelstelling ook minstens 2 kwantitatieve indicatoren vooropgesteld.
Toelichting reglement intergemeentelijke culturele samenwerking a) De deputatie beslist over de toekenning van de subsidie en bepaalt het bedrag ervan. Dit gebeurt binnen de perken van de kredieten die voorzien zijn op het door de provincieraad goedgekeurde budget. De deputatie houdt rekening met de criteria vooropgesteld in artikel 11 b) en artikel 11 c). b) Het toegekende bedraagt maximaal het bedrag dat door het intergemeentelijk samenwerkingsverband wordt ingebracht. Hierbij wordt enkel rekening gehouden met het bedrag dat door de gemeenten binnen de provincie Antwerpen wordt ingebracht. Artikel 14. Uitbetaling van de subsidie
Er wordt geen maximum subsidiebedrag vastgelegd om geen rem te zetten op de ambities en engagementen van gemeenten die een samenwerkingsverband aangaan.
a) De subsidie wordt volledig betaald na de toekenning. b) Bij onjuiste, onvolledige of laattijdige dossiers en bij nietnaleving van de bepalingen van dit subsidiereglement of eventueel bijkomende voorwaarden gesteld door de deputatie, kan de provincie Antwerpen de subsidie gedeeltelijk of in haar geheel terugvorderen. Hoofdstuk IV. Algemene bepalingen Artikel 15. Betwistingen Betwistingen na beslissing betreffende dit reglement, de toepassing ervan evenals alle onvoorziene gevallen worden desgevallend voor heroverweging voorgelegd aan de deputatie, mits duidelijke motivatie en het aanbrengen van nieuwe elementen in het dossier. Artikel 16. Wettelijk en reglementair kader Aanvragen worden behandeld overeenkomstig de bepalingen in: a) de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen; b) het provinciaal reglement van 16 december 2010 betreffende de subsidiëringen en het toestaan van reservevorming door subsidietrekkers, tenzij overeenkomstige bepalingen in het huidig reglement ervan afwijken. Artikel 17. Ondertekening documenten De documenten moeten steeds ondertekend worden door de
Officiële beroepsmogelijkheden worden vermeld op de brief waarin de beslissing van de deputatie wordt meegedeeld aan de subsidietrekker. Dit is conform het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.
Toelichting reglement intergemeentelijke culturele samenwerking daartoe bevoegde persoon: a) Voor subsidies tot en met 24.789,35 euro volstaat de handtekening met naam en functie. b) Voor subsidies boven 24.789,35 euro is een bewijs vereist waaruit blijkt dat de ondertekenaar gemachtigd is de organisatie in rechte te vertegenwoordigen. Meestal zijn dit de statuten van de organisatie (niet voor publieke rechtspersonen), indien de ondertekenaar hierin wordt aangeduid. Mocht deze hier niet in worden vernoemd, is er een aparte machtiging vereist. Artikel 18. Overgangs- en slotbepalingen a) Dit subsidiereglement is van kracht vanaf 28 maart 2013 en is van toepassing op alle aanvragen die werden ingediend vanaf 1 januari 2013. b) Dit subsidiereglement vervangt het reglement ‘Subsidie van de provincie Antwerpen voor een cultuurproject: intergemeentelijke culturele samenwerking’ vastgesteld door de provincieraad op 24 november 2011. c) Dit reglement vervangt het reglement voor de toekenning van projectsubsidies ter ondersteuning van het streekgericht bibliotheekbeleid vastgesteld door de provincieraad op 13 oktober 2004 met ingang van 1 januari 2014. d) Voor subsidieaanvragen voor projecten die ingediend worden voor 31 december 2013, dient het intergemeentelijk samenwerkingsverband, in tegenstelling tot de voorwaarde gesteld in artikel 4 a) van dit reglement, niet te voldoen aan de bepalingen van het decreet houdende de intergemeentelijke samenwerking van 6 juli 2001 (en de latere wijzigingen). e) Voor subsidieaanvragen voor projecten die ingediend worden voor 31 december 2013, dient het intergemeentelijk samenwerkingsverband, in tegenstelling tot de voorwaarde gesteld in artikel 6 van dit reglement, geen overeenkomst, oprichtingsakte of statuten van het intergemeentelijk samenwerkingsverband, conform de bepalingen van het decreet houdende de intergemeentelijke samenwerking van 6 juli 2001 (en de latere
Het reglement is met terugwerkende kracht van toepassing op alle aanvragen die ingediend worden vanaf 1 januari 2013.
Deze overgangsbepaling moet de bibliotheeksector in staat stellen zich voor te bereiden op de nieuwe voorwaarden die gelden vanaf 1 januari 2014. Deze overgangsbepaling geeft samenwerkingsverbanden die nog tijdens het kalenderjaar 2013 een projectaanvraag willen indienen, de mogelijkheid dat te doen zonder dat zij zich eerst in orde moeten stellen met de juridische bepalingen van het decreet houdende de intergemeentelijke samenwerking van 6 juli 2001 (en de latere wijzigingen). Deze overgangsbepaling geeft samenwerkingsverbanden die nog tijdens het kalenderjaar 2013 een projectaanvraag willen indienen, de mogelijkheid dat te doen zonder dat zij zich eerst in orde moeten stellen met de juridische bepalingen van het decreet houdende de intergemeentelijke samenwerking van 6 juli 2001 (en de latere wijzigingen).
Toelichting reglement intergemeentelijke culturele samenwerking wijzigingen), toe te voegen aan het aanvraagdossier. Voor subsidieaanvragen voor projecten ingediend voor 31 december 2013 volstaat het dat het intergemeentelijk samenwerkingsverband een kopie van de ondertekende samenwerkingsovereenkomst toevoegt aan het aanvraagdossier.