Leren van samenwerkende gemeenten Verhalen over intergemeentelijke samenwerking
Samenwerking bepaalt bij gemeenten meer en meer de bestuurlijke agenda en ambtelijke werkpraktijk. Geen enkele gemeente kan haar opgaven alleen het hoofd bieden, dus zoeken ze elkaar op om de krachten te bundelen.
Colofon Deze publicatie is een co-productie van Twynstra Gudde adviesgroep Overheid & Organisatie en Twynstra Gudde Interim Management.
Tekst Joost van der Kolk Samenstelling en interviews Sharon Blair-Zuijderhoff Peter de Regt Joost van der Kolk Mark van Leemput Met medewerking van Marcel van Bijnen, secretaris en algemeen directeur Drechtsteden Jan van Ginkel, gemeentesecretaris Schiedam en voormalig kwartiermaker en directeur Werkorganisatie De Waard Ger Peters, secretaris K5-samenwerking Gert-Jan Metselaar, secretaris Samenwerkingsorgaan Hoeksche Waard Marc van der Veer, gemeentesecretaris Voorschoten en directeur Werkorganisatie Duivenvoorde Wilma Atsma, gemeentesecretaris Wassenaar en directeur Werkorganisatie Duivenvoorde Rein Schurink, gemeentesecretaris Amstelveen Andries Heidema, burgemeester gemeente Deventer en voorzitter Regio Stedendriehoek Vormgeving Twynstra Gudde Studio
Januari 2015
2 | Leren van samenwerkende gemeenten
Inhoudsopgave Colofon
2
Inleiding 5
1. Amstelveen-Aalsmeer 8 2. Werkorganisatie De Waard 12 3. Drechtsteden 16 4. Werkorganisatie Duivenvoorde 20 5. Samenwerkingsorgaan Hoeksche Waard 24 6. K5-samenwerking 28 7. Regio Stedendriehoek 32 8. Geleerde lessen
36
9. Samenwerken met Twynstra Gudde
40
Addendum I: Intergemeentelijke samenwerking in de praktijk 44 Addendum II: Kijkglas voor samenwerking 50
Leren van samenwerkende gemeenten | 3
4 | Leren van samenwerkende gemeenten
Inleiding Geen enkele persoon of organisatie, hoe invloedrijk of groot ook, kan de complexe vraagstukken van deze tijd alleen oplossen. Maatschappelijke opgaven zijn hardnekkig, complex en beperken zich niet tot beleidsdomeinen of bestuurlijke grenzen. Samenwerking is nodig om in onze razendsnelle netwerksamenleving dingen voor elkaar te krijgen. Dit geldt zeker voor gemeenten, die als lokale ogen, oren, handen en voeten van het Nederlandse openbaar bestuur, het dichtst bij de burger staan. In deze publicatie kijken enkele gemeentelijke sleutelfiguren naar hun samenwerking en delen hun ervaringen en inzichten. Intergemeentelijke samenwerking Deze publicatie richt zich op samenwer-
Samenwerking tussen gemeenten, vanaf
kingsverbanden…
nu ‘intergemeentelijke samenwerking’, is
- …tussen gemeenten, niet op
er in diverse soorten en maten. Samen-
samenwerking met maatschappelijke
werkingsvormen kunnen met behulp van
of private partijen.
diverse criteria geordend en onderschei-
- …en niet op gemeentelijke
den worden, zoals in volgende kader.
herindelingen, want het opheffen en instellen van gemeenten is wat anders dan intergemeentelijke samenwerking. - …die vrijwillig tot stand zijn gekomen, niet op verplichte samenwerking, zoals regionale omgevingsdiensten en veiligheidsregio’s. - …die onderling verschillen in ontwikkelstadium, omvang en organisatievorm.
Leren van samenwerkende gemeenten | 5
Type taak Aantal taken Besturingsniveau Organisatievorm Juridische vorm Initiatief
Beleid, uitvoering of bedrijfsvoering Eén, meerdere of alle Strategisch, tactisch of operationeel Nieuw of bestaand Eén of meerdere Centraal of decentraal Privaatrechtelijk (NV, BV, stichting) of publiekrechtelijk (Wgr) Vrijwillig of verplicht
Werkwijze: zeven cases en vijf dimensies voor samenwerking
Kaats & Opheij (2012). Dit kijkglas kent
Deze publicatie behandelt de volgende
en, indien juist en passend ingevuld, als
zeven samenwerkingsverbanden:
succesfactoren voor duurzame samen-
- Aalsmeer-Amstelveen
werking kunnen worden gezien:
- Werkorganisatie De Waard
- er is een gedeelde ambitie
- Drechtsteden
- er wordt recht gedaan aan de
- Werkorganisatie Duivenvoorde - Samenwerkingsorgaan Hoeksche Waard - K5-samenwerking - Regio Stedendriehoek.
vijf dimensies die als randvoorwaarden
belangen van de samenwerkende partners - er is sprake van een constructieve relatie op persoonlijk niveau - de samenwerking kent een
De informatie over deze cases komt voort uit documentenstudies en interviews met sleutelfiguren in de betreffende samenwerkingsverbanden, zoals bestuurders, gemeentesecretarissen en directeuren van samenwerkingsorganisaties. Per case is naar succesfactoren en aandachtspunten gezocht door te kijken door het ‘Kijkglas voor samenwerking’ van
6 | Leren van samenwerkende gemeenten
professionele organisatie - er is sprake van een betekenisgevend proces.
Wat is de gedeelde ambitie van de partners? Waar gaan ze samen écht voor?
Op de goede weg samen? De goede stappen, de goede volgorde, win-winproces, in dialoog Betekenisgevend proces
Gedeelde ambitie Professionele organisatie Is het netwerk professioneel georganiseerd? Governance, besluitvorming, vorm
Recht doen aan belangen
Wat zijn de belangen van ieder van de partners? Op zoek naar ‘mutual gains’!
Constructieve relatie
Constructieve groepsdynamica? Leiderschap, vertrouwen, bovenstroom/onderstroom
Figuur 1. Kijkglas voor samenwerking (Kaats & Opheij, 2012)
Leeswijzer In de hoofdstukken 1 tot en met 7 worden de cases beschreven en komen de sleutelfiguren aan het woord. Hoofdstuk 8 bevat een beschouwing met rode draden, succesfactoren en aandachtspunten uit de behandelde cases. Tot slot geven we weer hoe Twynstra Gudde met gemeenten samenwerkt aan hun samenwerkingsvraagstukken. Om de publicatie compact en leesbaar te houden, maar toch zo volledig mogelijk te laten zijn, zijn uitgebreidere toelichtingen als addendum opgenomen: - addendum I: de organisatorische en juridische vormen van intergemeentelijke samenwerking. - addendum II: een samenvatting van de elementen van het gehanteerde kijkglas.
Leren van samenwerkende gemeenten | 7
1. Amstelveen-Aalsmeer Gemeenten
Aalsmeer en Amstelveen
Taken
Alle (nagenoeg)
Organisatievorm Gezamenlijke ambtelijke werkorganisatie, met Amstelveen als centrumgemeente Fase
Operationeel sinds 1 januari 2013
De gemeenten Aalsmeer en Amstelveen zijn in 2010 gestart met een verkenning om de krachten te bundelen. In eerste instantie was Uithoorn nog betrokken, maar in 2011 is besloten om in ieder geval als twee gemeenten de ambtelijke organisaties te integreren. De constructie is te vergelijken met Ten Boer-Groningen of Losser-Enschede, waar een grote gemeente taken uitvoert voor een kleinere. Ten Boer is echter vier keer zo klein als Aalsmeer en Groningen tweemaal groter dan Amstelveen. Waar Enschede een selectie aan taken voor Losser uitvoert, voert Amstelveen alle taken uit voor Aalsmeer.
Als gemeentesecretaris van Amstelveen
Ambitie
was Rein Schurink intensief betrokken
De gezamenlijke ambitie die de twee
bij de totstandkoming van de samenwer-
gemeenten met elkaar verbond was het
king en nu is hij directeur van de geïnte-
creëren van een ambtelijke organisatie
greerde ambtelijke organisatie. De bouw
die inhoudelijk en financieel gezond zou
van de samenwerking is tot zijn tevre-
zijn. Deze ambitie werd gedeeld en gedra-
denheid verlopen: de organisatie stond
gen door sleutelspelers, naar binnen en
er binnen de afgesproken termijn en het
naar buiten. Een belangrijk streven was
resultaat mag er zijn.
ook om de bestuurlijke drukte te verminderen en dus naast bestaande gemeen-
8 | Leren van samenwerkende gemeenten
schappelijke regelingen (o.a. veiligheids-
Relatie
regio, RUD, gemeentebelastingen) geen
Een belangrijke randvoorwaarde voor
nieuwe verbanden op deeldomeinen en/
samenwerking is volgens Rein het inves-
of met nieuwe partners aan te gaan.
teren in onderlinge persoonlijke relaties.
Alles getweeën, in één keer.
Dit geldt voor bestuurders die met elkaar de koers bepalen en beslissingen moe-
Belangen
ten nemen. Dat de samenwerking zo vlot
De ambitie was gedeeld maar de onder-
tot stand is gekomen, is onder meer toe
liggende belangen waren zeer verschil-
te schrijven aan het vertrouwen tussen
lend. Aalsmeer zou het financieel nog
de colleges die er bestuurlijk voor gingen
wel even uit kunnen houden, maar trok
staan, ondanks dat er tussentijds sleu-
het qua inhoudelijke expertise en capa-
telfiguren vertrokken. Evenzo zijn goede
citeit niet meer. Amstelveen had primair
relaties op de werkvloer essentieel. Het
een financieel belang om de kosten te
zijn uiteindelijk de medewerkers die het
drukken.
werk samen verzetten. Het proces voor-
Voor bepaalde taken was daarom schaal
zag daarin door het organiseren van infor-
nodig, met name voor veiligheid, toe-
mele ontmoetingen en activiteiten, om
zicht en handhaving. Daarnaast hebben
te voorkomen dat men elkaar op 1 januari
Aalsmeer en Amstelveen, hoewel ze
pas voor het eerst zou zien.
aan elkaar grenzen, elk een ander ruimtelijk, demografisch en economisch profiel, dat door de betrokkenen niet als concurrerend maar als complementair werd beschouwd. De gemeenten waren transparant over hun eigen belangen
“Onderhandelingen moet je niet op de vierkante millimeter voeren”.
en de onderlinge verschillen. Voor Rein Schurink was het daarbij van cruciaal
Proces
belang dat onderhandelingen niet “op de
In 2010 gaven beide gemeenten, samen
vierkante millimeter” gevoerd werden:
met Uithoorn, de opdracht om de moge-
“Overschat de onderlinge verschillen
lijkheden voor regionale samenwerking
tussen gemeenten niet voor wat betreft
te onderzoeken. De uitkomsten daarvan
de aard van de werkzaamheden. Die zijn
waren voor Uithoorn aanleiding om een
voor 80% hetzelfde”.
bestuurskrachtonderzoek te laten doen. Aalsmeer wilde daar niet op wachten en
Leren van samenwerkende gemeenten | 9
startte met Amstelveen het traject van
aanvankelijk wat geluiden over de amb-
ambtelijke samenvoeging. Dit is in een
telijke fusie als ‘overname’, maar de alge-
relatief korte tijd, een planning van twee
mene teneur was positief en nieuws-
jaar, gerealiseerd. Deze periode was voor
gierig naar het nieuwe. Een belangrijke
Rein lang genoeg om bestuurlijk en amb-
procesmatige succesfactor voor Rein
telijk aan elkaar te wennen, maar snel
was het vieren van cruciale mijlpalen en
genoeg om de druk erop te houden. “Het
besluiten met alle medewerkers.
is net een schoolplein”, typeert Rein het bestuurlijke proces van onderhandelen
Organisatie
en afstemmen.
Om de bestuurlijke drukte binnen de
Er is gezocht naar maximale transparan-
samenwerking te beperken, is gekozen
tie en harmonisatie. Maar voor de uitvoe-
voor
ring en bedrijfsvoering waren de Amstel-
tie, waarbij de ambtelijke organisatie van
veense systemen leidend omdat die als
Aalsmeer met haar taken en personeel
centrumgemeente zou gaan fungeren.
werd ondergebracht bij de gemeente
Een gevoelig onderwerp was bijvoor-
Amstelveen. De gemeente Aalsmeer
beeld het exploiteren van bedrijventer-
heeft met Amstelveen een dienstverle-
reinen, waarover de afspraak is gemaakt
ningsovereenkomst (DVO) van drie jaar
om acquisities altijd te melden bij beide
afgesloten waarin afspraken zijn gemaakt
gemeentebesturen.
over de te leveren producten en diensten,
een
centrumgemeente-construc-
en de kosten en de kwaliteit daarvan. De
“Beide gemeenten moeten er vol voor gaan. Als een van de partners twijfelt, wordt het proces vele malen moeilijker”.
gemeente Aalsmeer blijft als bestuurlijke entiteit bestaan, met de eigen gemeenteraad met een griffier, en het eigen college van B en W met de gemeentesecretaris en drie adviseurs eromheen. Ook is er in Aalsmeer een volwaardige eigen fysieke publieksbalie aanwezig om de face to face-dienstverlening dichtbij te houden. Voor de samenvoeging van de ambtelijke
Randvoorwaarde voor het fusietraject
organisaties is een structurele jaarlijkse
was de brede betrokkenheid van mede-
bezuiniging van € 2,8 miljoen ingeboekt;
werkers. Hierdoor ging de nieuw te
de eenmalige transitie- en frictiekosten
vormen werkorganisatie leven. Er waren
bedroegen € 5,5 miljoen.
10 | Leren van samenwerkende gemeenten
Succesfactoren Rein noemt enkele succesfactoren voor het samenwerkingsproces: - Als bestuurders zich hard maken voor de samenwerking zijn zij de echte motoren die voortgang en snelheid bevorderen. - Overschat de verschillen tussen organisaties van gemeenten niet qua taken, werkzaamheden en competenties. Grofweg verschilt dat maar 20%. - Investeer veel in persoonlijke relaties, op bestuurlijk niveau en juist ook op de werkvloer. Vier eens een feestje, vier je successen.
Rein Schurink Secretaris gemeente Amstelveen
Leren van samenwerkende gemeenten | 11
2. Werkorganisatie De Waard Gemeenten Voormalige gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland Taken Alle Vorm Gezamenlijke ambtelijke werkorganisatie, binnen een gemeenschappelijke regeling Fase
Opgeheven, was opmaat naar herindeling
Werkorganisatie De Waard is in 2009 door drie gemeenten in de Alblasserwaard in eerste instantie opgericht om herindeling te voorkomen. Het was (na de BEL-combinatie) de tweede gerealiseerde ambtelijke fusie van Nederland. De drie ambtelijke organisaties werden integraal samengevoegd tot één werkorganisatie voor drie gemeenten die bestuurlijk autonoom bleven. Inmiddels zijn de drie gemeenten samengevoegd tot de nieuwe gemeente Molenwaard en is de samenwerking derhalve opgeheven. Toch zijn er goede lessen te trekken uit deze vernieuwende praktijkcasus.
Jan van Ginkel was kwartiermaker en
Tegen zijn bestuurders zei hij: “Ik ben
later algemeen directeur van de werkor-
voor 100% jullie secretaris, maar voor
ganisatie. Tegelijkertijd was hij benoemd
ieder van jullie maar 1/3 deel”.
tot gemeentesecretaris van de drie betrokken gemeenten. Hij had daardoor
Ambitie
een centrale en bepalende rol tussen de
Aanleiding voor het intensiveren van
gemeentebesturen en de geïntegreerde
de samenwerking was niet zozeer een
ambtelijke organisatie. Hij had kennis van
gedeelde ambitie, maar eerder een reac-
alle belangen, standpunten en posities.
tie op druk uit de omgeving. Enerzijds
12 | Leren van samenwerkende gemeenten
was er latente druk aanwezig vanuit de
de huisvesting van de nieuwe geïnte-
provincie, die er bij kleine gemeenten
greerde organisatie.
op aandrong om te gaan herindelen. Anderzijds kwamen er uit de samenleving meer eisen ten aanzien van de kwaliteit van dienstverlening en efficiëntie. De gemeenten konden elkaar vinden in gebiedskenmerken en in de identiteit van de gemeenschappen in de Alblasserwaard. Deze impulsen voor samenwer-
“Overschat de onderlinge verschillen tussen gemeenten niet”.
king werden vertaald naar ambitie, visie en aanpak, vastgelegd in het startdocument ‘Dienstbaarheid en Daadkracht’.
Relatie Belangen
“Besturen en organiseren is mensen-
De drie gemeenten hadden een geza-
werk, met grote en kleinzielige belan-
menlijk belang in de noodzaak van bezui-
gen, angsten, liefdes en emoties”. Jan
nigingen. Ze hadden elkaar nodig. Maar
zag in de samenwerking verschillen-de
ze verschilden onderling in hoeveel pijn
typen personen en bestuursstijlen. Zo
dat deed. Eén gemeente had echt geen
handelde een burgemeester als leider
geld meer. Een andere gemeente had
vanuit zijn rol van burgervader, een wet-
met name de innerlijke motivatie: samen
houder had van nature een sterke per-
worden we beter. De derde gemeente
soonlijkheid, en een bescheiden wethou-
wilde niet zoveel, had de zaakjes redelijk
der pleegde met een uitstekend gevoel
op orde en voelde nog geen directe pijn.
voor timing beslissende interventies. Daarin was er waardering voor elkaar
Tussen de gemeenten ontstond een
en werden de verschillende kwaliteiten
groot belangenspel. Het eigenbelang
erkend.
werd vaak vooropgesteld. Jan zag dat
Toen de samenwerking operationeel
met name de raden zicht tot het laatste
werd, zaten de drie colleges van B en
moment inzetten voor de eigen gemeen-
W bij elkaar op dezelfde gang. Ze zagen
schap. De belangrijkste knelpunten daar-
elkaar veel, waardoor altijd naar har-
bij waren de snelheid van het proces,
monie werd gezocht, omdat ze zich na
de beschikbare financiële middelen en
onenigheid of conflictsituaties niet kon-
Leren van samenwerkende gemeenten | 13
den terugtrekken in hun eigen gemeen-
te brengen en deze niet afzonderlijk op
tehuis. Jan probeerde actief vertrou-
elkaar te laten volgen.
wen te bouwen door dienstbaar te zijn, oprecht doelen na te streven en authen-
Organisatie
tiek te blijven.
Het samenwerkingsmodel van Werkor-
Dat er uiteindelijk is gekozen voor herinde-
ganisatie De Waard was één ambtelijke
ling, is het resultaat van persoonlijke inter-
organisatie die voor drie gemeenten,
actie en vertrouwen tussen bestuurders.
met een eigen college en raad, werkte.
Jan: “Verschillen verdwijnen en overeen-
Jan was algemeen directeur en tevens
komsten worden gezien”. En: “Als je wilt
gemeentesecretaris van de drie gemeen-
herindelen moet je het er vooral niet over
ten. De organisatie en de colleges zaten
hebben. Eerst ambtelijk samenwerken,
bij elkaar in tijdelijke huisvesting. Dat de
dan volgt herindeling vanzelf”.
huidige gemeente Molenwaard vooroploopt in digitale en flexibele dienstverle-
Proces
ning is het gevolg van de ontwikkeling die
Kenmerkend voor het proces is dat er
bij de oprichting van De Waard is ingezet.
ambtelijk altijd draagvlak is geweest voor
Financieel hadden de gemeenten een
samenwerking en dat de ambtelijke top
simpele verrekenmethode: 34-34-32%.
steeds voorop heeft gelopen. Bestuurlijk was het een onderhande-
Voor Jan was het de belangrijkste opgave
lingsproces, tot het einde. Het was een
om een organisatie te bouwen die altijd
kwestie van punten scoren, gunnen en
tijd heeft voor de bestuurders. “Je moet
zelf incasseren. Er waren steeds wis-
altijd ‘ja’ kunnen zeggen en vervolgens
selende coalities. Lastige deals vonden
intern prioritering en versnelling organi-
achter gesloten deuren plaats en naar
seren”. Hoewel het totaal aantal inwoners
buiten toe als eenheid gecommuniceerd.
nog steeds klein is, is de stap van 10.000
De initiële insteek was om herindeling
naar 30.000 inwoners een significante
te voorkomen. Toen de wethouders een-
zichtbare
maal – letterlijk – bij elkaar zaten werd
Opschaling helpt daarbij: je hebt meer
herindeling al snel een concrete stip op
massa om pieken te kunnen opvangen
de horizon, wat weer een heel onderhan-
en je kunt beter differentiëren in schalen.
delingsspel op zich werd. De strategie van Jan was om successen gezamenlijk en op hetzelfde moment naar buiten
14 | Leren van samenwerkende gemeenten
kwaliteitssprong
geweest.
Succesfactoren Als Jan terugkijkt op zijn tijd in De Waard, dan heeft hij het volgende geleerd: - Samenwerkingsprocessen zijn niet-lineair, intersubjectief, complex en chaotisch. - Dat vraagt om leiderschap: “als een oplossing ver weg lijkt moet je niet weglopen, maar juist in die spanning durven stappen”. - Leiderschap is soms niet te delen. Het overdragen of verdelen wordt niet altijd geaccepteerd. - Het is de kunst om spanning over zo min mogelijk mensen te verdelen. - Belangrijkste driehoek: belangen, macht en relaties.
Jan van Ginkel Is: Secretaris gemeente Schiedam Was: Secretaris gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland en algemeen directeur Werkorganisatie De Waard
Leren van samenwerkende gemeenten | 15
3. Drechtsteden Gemeenten Alblasserdam, Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht, Zwijndrecht Taken
- Beleidsvelden economie, arbeidsmarkt en onderwijs, ruimtelijke ordening, sociaal en bedrijfsvoering
- Uitvoeringsorganisaties voor ruimtelijke ordening, sociale zaken, bedrijfsvoering, belastingen en onderzoek
Organisatievorm Bestuurlijke afstemming en meerdere ambtelijke werkorganisaties binnen één gemeenschappelijke regeling Fase Operationeel
Drechtsteden is een samenwerkingsverband dat dateert uit de jaren ‘70 van de vorige eeuw. In 1995 werd de basis gelegd voor de huidige vorm, die in 2006 is verankerd in de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden (GRD) met meerdere organisaties/onderdelen. De samenwerking richt zich enerzijds op het ontwikkelen van gezamenlijk beleid voor bovenlokale opgaven (economie, arbeidsmarkt, samenleving) en anderzijds op ambtelijke krachtenbundeling op uitvoeringstaken (sociale dienst, ingenieursbureau, etc).
Als algemeen directeur van de GRD is
Door bestuurlijke afstemming en amb-
Marcel van Bijnen de linking pin tussen
telijke uitvoering van elkaar te scheiden,
zes samenwerkende gemeenten en de
is het mogelijk om een kostenbewuste
uitvoerende samenwerkingsorganisatie.
organisatie te bouwen die de gewenste
Voor hem zit de toegevoegde waarde van
kwaliteit aan producten en diensten
de samenwerking in “executiekracht”.
levert. Een risico van die scheiding is
16 | Leren van samenwerkende gemeenten
dat de samenwerkingsorganisatie zich
mitment aan elkaar en aan de samen-
kan vervreemden van de gemeenten.
werking zeer groot en diepgaand, waar-
Drechtraad,
en
door opportunistisch gedrag voorkomen
een secretarissenoverleg brengen de
wordt. De onderlinge diversiteit maakt
gemeentelijke sleutelfiguren in positie.
ook dat op sociaal-economisch vlak de
Voor sleutelfiguren binnen de samen-
grote stedelijke en kleinere landelijke
werkingsorganisatie is politiek-bestuur-
gemeenten elkaars kwaliteiten kunnen
lijke sensitiviteit dan ook een broodno-
benutten. In de praktijk ziet Marcel bin-
dige kerncompetentie.
nen de samenwerking dat de onderlinge
Drechtstedenbestuur
verschillen niet erg groot zijn, zeker niet
Ambitie
waar het uitvoeringstaken betreft.
De samenbindende factor van de Drechtsteden ziet Marcel in de sterke geografische binding door gemeenschappelijke gebiedskenmerken
en
economische
activiteit in de regio: water, havens, dicht bij Rotterdam, industrie, logistiek. De
“Samenwerken is samen winnen en samen verliezen”.
zes gemeenten hebben hierdoor een gezamenlijke historie die al ver teruggaat. Hierdoor vinden zij elkaar in een
Relatie
gedeelde ambitie: ontwikkeling van de
Voor Marcel is de kracht van de GRD dat
economie en een aangename leefomge-
samenwerken een levendig werkwoord
ving in de regio.
en een basishouding voor bestuurders en managers op persoonlijk niveau is. De
Belangen
samenwerking is met succes opgetuigd
De Drechtsteden-gemeenten werken
omdat bestuurders onderling goede rela-
samen vanuit de overtuiging dat het
ties hadden en voor de samenwerking
lokale belang gebaat is bij het dienen
gingen staan. Binnen de samenwerking
van het regionale belang. Grensover-
wordt ook continu in die relatie geïnves-
schrijdende opgaven treffen alle regio-
teerd door elkaar op te blijven zoeken.
gemeenten. Een gezamenlijke aanpak
Zo gaat Marcel regelmatig langs bij de
is in het belang van alle zes gemeenten.
afzonderlijke gemeenteraden om ze te
Het consequent kiezen voor dezelfde
informeren, maar ook om zelf te horen
samenwerkingspartners maakt het com-
wat er op lokaal niveau speelt.
Leren van samenwerkende gemeenten | 17
Proces
- Onderzoekcentrum Drechtsteden
De samenwerking in de Drechtsteden
- Gemeentebelastingen Drechtseden
is een proces met historie. De samen-
- Servicecentrum Drechtsteden (voor
werking heeft daardoor de tijd gehad zich te ontwikkelen tot de organisatie met executiekracht die ze nu is. Hoewel
bedrijfsvoeringstaken) - Bureau Drechtsteden (coördinatie van de samenwerking).
Dordrecht duidelijk de grootste van de zes gemeenten is, is de samenwerking altijd
Al deze ‘dochters’ hebben een eigen
op basis van gelijkwaardigheid geweest.
directeur of directie die verantwoorde-
Belangrijk element daarbij is volgens Mar-
lijk is voor de eigen inhoud en output.
cel: “Successen vieren en zichtbaar maken”.
De GRD heeft in Marcel een algemeen
Het is niet voor niets dat Drechtsteden
directeur van de gehele samenwerking.
in Nederland (en dus in dit boekje) vaak
Het dagelijks bestuur van de GRD is
wordt aangehaald als succesvoorbeeld.
het Drechtsteden-bestuur, waarin colle-
Een mooi symbool voor de samenwerking
geleden van de zes gemeenten zitting
is de maandelijkse ‘Drechtstedendinsdag’,
hebben. Ook heeft de GRD een eigen
waarop bestuurders, politici en partners
Drechtraad, waarin elke fractie van alle
elkaar ontmoeten en ontwikkelingen in de
zes gemeenteraden vertegenwoordigd
regio centraal staan. Doordat in de Drecht-
is.
steden de samenwerking niet wordt gezien
nisatie bestaan de zes gemeentelijke
als statisch gegeven, blijven de sleutelfigu-
organisaties, met elk eigen colleges,
ren betrokken en willen ze betrokken zijn
gemeenteraden,
bij het proces van doorontwikkeling van de
sen, afdelingen en huisvesting.
Naast
deze
samenwerkingsorga-
gemeentesecretaris-
samenwerking. De evaluatie door de commissie Scholten II heeft dat bevestigd en er
Marcel is te spreken over het functi-
een nieuwe impuls aan gegeven.
oneren van de samenwerking en de geleverde producten en diensten. Maar
Organisatie
daarmee is het voor hem niet klaar. Hij
De GRD kan gezien worden als een
is samen met bestuurders, leidingge-
gemeentelijke organisatie op regionaal
venden en managers continu bezig met
niveau. Ze heeft verschillende organisa-
doorontwikkelen, slimmer organiseren
ties of ‘dochters’ onder zich:
en efficiënter werken.
- Sociale Dienst Drechtsteden - Ingenieursbureau Drechtsteden
18 | Leren van samenwerkende gemeenten
Succesfactoren Samenvattend ziet Marcel de volgende succesfactoren voor de samenwerking in de Drechtsteden: - Een hoge mate van gedeelde ambities door het specifieke karakter en de geschiedenis van de regio. - Consequent kiezen voor dezelfde samenwerkingspartners, zodat het commitment groeit en opportunistisch gedrag wordt voorkomen. - Verbindend leiderschap en een trekkersrol door bestuurders. - Samenwerking ontwikkelt zich op natuurlijke wijze van klein naar groot. - Samenwerking gebaseerd op gelijkwaardigheid versterkt het onderlinge vertrouwen. - Het tamelijk autonome en commerciële karakter van de organisatie maakt executiekracht mogelijk.
Marcel van Bijnen Secretaris en algemeen directeur Drechtsteden
Leren van samenwerkende gemeenten | 19
4. Werkorganisatie Duivenvoorde Gemeenten
Voorschoten en Wassenaar
Taken
Alle
Vorm Gezamenlijke ambtelijke werkorganisatie binnen een gemeenschappelijke regeling Fase
Operationeel
Werkorganisatie Duivenvoorde is op 1 januari 2013 van start gegaan om de gemeentebesturen van Voorschoten en Wassenaar ambtelijk te ondersteunen. De oriëntatie op elkaar ontstond na de vraag van de gemeente Leiden aan Voorschoten om te participeren in het Servicepunt71, een shared service center voor bedrijfsvoeringstaken voor de Leidse regio. Voorschoten besloot hier niet op in te gaan en is zich gaan oriënteren op Wassenaar.
Marc van der Veer en Wilma Atsma
te verkennen en indien opportuun te
zijn gemeentesecretaris van respectie-
bouwen. Vanaf 1 januari 2012 worden
velijk Voorschoten en Wassenaar. Wilma
bedrijfsvoeringstaken vanuit één afdeling
was secretaris van Voorschoten en is
uitgevoerd. Om aan de taakstellingen
opgevolgd door Marc toen zij secretaris
(Voorschoten: € 2,2 miljoen, Wassenaar:
van Wassenaar werd. Samen vormen
10%) uitvoering te geven stelden de
zij de directie van de samengevoegde
beide secretarissen de voorwaarde van
ambtelijke organisatie. In hun ogen is
volledige ambtelijke integratie. Deze is
de totstandkoming snel en succesvol
binnen jaar, samen met een extern aan-
verlopen. In september 2010 hebben
getrokken programmamanager, gereali-
de gemeentebesturen negen bestuurs-
seerd.
opdrachten gegeven om samenwerking
20 | Leren van samenwerkende gemeenten
“Om samen te werken moet je wel een beetje verliefd op elkaar zijn”.
de opgaven die op hen afkwamen. De onderlinge verschillen zaten met name in de manier waarop beide organisaties ingericht waren, wat gevolgen had voor het ambtelijke fusieproces. Voorschoten
Ambitie
had beleid en uitvoering gescheiden,
De gemeenten hadden een duidelijke
had nog een eigen afvalbedrijf en kende
gezamenlijke ambitie voor de samenwer-
een begrotingstekort. Wassenaar was
king: de eigen autonomie behouden om
financieel gezond en kende een secto-
als groene buffer te fungeren, te midden
renmodel, met de afvaldienst buiten de
van de toenemende verstedelijking om
deur. Deze verschillen speelden in de
hen heen. Om niet geannexeerd te wor-
bouw van samenwerking een beperkte
den door Den Haag of Leiden is krachten-
rol omdat het fusieproces gericht was op
bundeling nodig. De samenwerkingsor-
een nieuwe organisatie en niet op een
ganisatie voorziet daarin en ondersteunt
vermenging van de twee gemeentelijke
de
organisaties.
ambitie:
betere
dienstverlening
tegen lagere apparaatkosten. Zowel de gemeentebesturen als het management
Relatie
hebben zich daaraan gecommitteerd.
De motoren van de samenwerking
Met als insteek om deze samenwerking
waren volgens Marc en Wilma “de
in een keer goed van de grond te krijgen,
twee tandems” van burgemeester en
was het uitgangspunt “alles samen, ten-
gemeentesecretaris uit elke gemeente.
zij …”.
Zij stonden persoonlijk voor de noodzaak en de richting van de verandering. De
Belangen
burgemeesters hadden met name een
Er was een groot besef van afhankelijk-
rol in het politiek-bestuurlijke masseer-
heid naar elkaar toe. Hoewel de gemeen-
werk in hun college en raad. Marc en
ten in verschillende regio’s liggen, besef-
Wilma gingen hun organisaties voor in de
ten ze dat ze tot elkaar veroordeeld
verandering. Zij konden het op persoon-
waren om hun ambitie van groene buffer-
lijk vlak goed met elkaar vinden, wat het
zone in stedelijk gebied waar te maken.
maken van afspraken en het zetten van
Dit kregen ze eigenstandig niet voor
stappen gemakkelijk maakte. “Er was
elkaar. De organisaties waren kwets-
geen sprake van onderlinge competitie
baar en waren niet goed in control van
of hanengedrag. Als er eenmaal afspra-
Leren van samenwerkende gemeenten | 21
ken en uitgangspunten lagen, dan was
ondersteund door een externe projectlei-
daar geen discussie meer over”.
der. Als secretarissen van beide gemeenten en tegelijk directie van de nieuwe
Organisatie
werkorganisatie vervulden zij een sleutel-
Omdat de gezamenlijke werkorganisatie
positie tussen de bestuurlijke opdracht-
alle gemeentelijke taken uitvoert, is deze
gever en de ambtelijke uitvoering. Zij
ingericht als een ‘gewone’ gemeentelijke
beschrijven het fusieproces als organisch.
organisatie. Beide gemeentesecretaris-
De nieuwe organisatie werd incremen-
sen vormen de directie die zeven afdelin-
teel ontworpen en gebouwd, met hoge
gen aanstuurt en twee colleges bedient.
betrokkenheid van de medewerkers. De
De twee colleges zijn voltallig vertegen-
ambtenaren, voor wie de gevolgen het
woordigd in het algemeen bestuur, met
grootst waren, liepen voorop in de inte-
een afvaardiging van een burgemeester
gratie, door direct te werken met een
en wethouder uit elke gemeente in het
gezamenlijk intranet, gezamenlijke trainin-
dagelijks bestuur. Nu de structuur staat
gen en detachering over en weer. Voor de
is de opgave voor beide secretarissen
formele betrokkenheid van medewerkers
c.q. directeuren om hun organisatie en
werd een gezamenlijke ondernemings-
medewerkers te ‘kantelen’ naar een pro-
raad ingesteld. Ook werd een klankbord-
cesgerichte werkwijze om hun gemeen-
groep met raadsleden ingericht om de
tebesturen optimaal te kunnen bedienen.
twee raden, die door de nieuwe werkorganisatie bediend zou worden, betrokken
Proces Bij
het
te houden. verstrekken
van
de
negen
De grootste opgave in de totstandko-
bestuursopdrachten om samenwerking
ming van de werkorganisatie was het
te verkennen was ambtelijke fusie nog
vinden van een balans tussen de inrich-
niet het einddoel. Dit is in de verkenning,
ting van een nieuwe organisatie en het
de bestuurlijke afstemming en de verdere
veranderproces voor mensen. Dit kwam
uitwerking zo gegroeid. Deze uitgebreide
onder meer tot uiting in de benoeming
voorbereiding kwam de uiteindelijke inte-
van het nieuwe management. De leiding-
gratie van de organisaties ten goede,
gevenden uit beide gemeenten gingen
waardoor die binnen een jaar kon plaats-
op voor het invullen van de management-
vinden.
posities in de nieuwe organisatie, wat
Wilma en Marc gaven samen leiding aan
zorgde voor een zekere concurrentie en
het veranderproces en werden daarbij
bijbehorende onzekerheden.
22 | Leren van samenwerkende gemeenten
Succesfactoren Terugkijkend op de bouw van samenwerkingsorganisatie Duivenvoorde noemen Wilma en Marc de volgende succesfactoren voor samenwerking: - Aandacht besteden aan het formuleren van een gezamenlijke visie op de samenwerking en de werkorganisatie. - Een open dialoog over elkaars belangen. - Een goed plan van aanpak, als vertaling van de bestuursopdrachten, uitgevoerd door een programmamanager. - Open en eenduidige communicatie met medewerkers. - Het fusieproces zo kort mogelijk laten duren. - De raad betrekken door middel van een klankbordgroep. - De inzet en toewijding van betrokkenen: bestuurders, leidinggevenden en medewerkers. - Een sterke verbinding tussen bestuur en management om (lastige) besluiten te kunnen nemen.
Marc van der Veer Secretaris gemeente Voorschoten en directeur Werkorganisatie Duivenvoorde Wilma Atsma Secretaris gemeente Wassenaar en directeur Werkorganisatie Duivenvoorde
Leren van samenwerkende gemeenten | 23
5. Samenwerkingsorgaan Hoeksche Waard Gemeenten
Binnenmaas, Cromstrijen, Korendijk, Oud-Beijerland en Strijen
Taken Ruimte, landschap, economie, mobiliteit, sociaal domein en veiligheid Vorm Bestuurlijke afstemming met een ondersteunend stafbureau, binnen een gemeenschappelijke regeling Fase Operationeel
De Hoeksche Waard is als nationaal landschap onder de Rotterdamse metropool een bekend en herkenbaar gebied in Nederland. De vijf inliggende gemeenten (Binnenmaas, Cromstrijen, Korendijk, Oud-Beijerland en Strijen) werken samen in de gemeenschappelijke regeling Samenwerkingsorgaan Hoeksche Waard (SOHW), gericht op bovenlokale vraagstukken in het ruimtelijke en sociale domein. Gert-Jan Metselaar is secretaris van de SOHW.
De regionale samenwerking is in de jaren
samenwerking losgemaakt van de Regio
’90 gestart, voornamelijk gericht op ruim-
Zuid-Holland Zuid met de instelling van
telijke ordening. In oktober 1995 is de
een nieuwe gemeenschappelijke regeling
Commissie Hoeksche Waard opgericht
SOHW.
als bestuurscommissie onder de gemeenschappelijke regeling Regio Zuid-Holland
Ambitie
Zuid met eigen beslissingsbevoegdhe-
Het motto van de samenwerking in de
den. In 2010 is de Hoeksche Waardse
Hoeksche Waard is “behoud door ont-
24 | Leren van samenwerkende gemeenten
wikkeling”. Dit is wat Gert-Jan betreft een
raden worden voorgelegd. Uit de evalua-
goede omschrijving van de samenwer-
tie blijkt dat er weinig gelegenheid wordt
kingspraktijk, zij het met een accent op
gecreëerd om belangen expliciet te maken
behoud. De gemeenten willen de unieke
en te bespreken. In de portefeuillehouder-
landschappelijke waarden èn hun eigen
soverleggen (PFO’s) wordt dat op inhoude-
autonomie behouden. De samenwerking
lijke onderwerpen wel gedaan. Maar door
is vaak ingezet als reactie op bedreigingen
de formele besluitvormingslijnen, langs de
van buitenaf. In tijden van toenemende
afzonderlijke colleges en raden, wordt dat
verstedelijking hebben de gemeenten zich
teniet gedaan.
hard gemaakt voor behoud van het landschappelijke karakter van de Hoeksche
Relatie
Waard. Ook de herindelingsplannen van
Voor het welslagen van besluitvorming zijn
de provincie Zuid-Holland 2004 zijn afge-
onderlinge relaties en transparantie van
wend door de samenwerking te verster-
belang. Door de maandelijkse portefeuil-
ken voor regionale opgaven. Een conclusie
lehouderoverleggen ontstaat er bekend-
uit het recente evaluatieonderzoek onder-
heid en onderling vertrouwen tussen de
schrijft dit: “Samenwerking komt meer tot
bestuurders en de regionale staf. Bilateraal
stand vanuit noodzaak en minder vanuit
overleg helpt om de regionale adviezen
het gezamenlijk creëren van kansen en
door de colleges en raden te loodsen. Het
het gezamenlijk realiseren van een hoger
in een vroegtijdig stadium voorbespreken
ambitieniveau”.
van voorstellen met colleges en raden heeft een positief effect op de besluitvorming in
Belangen
de raden. Gert-Jan: “Wanneer een regio-
Waar de Hoeksche Waard naar buiten toe
naal portefeuillehouder zich ‘vastbijt’ in het
een eenduidig en herkenbaar gebied is, is
onderwerp ontstaat er een positieve flow”.
het van binnen bestuurlijk nogal verdeeld.
En: “Als medewerkers van de samenwer-
De samenwerking moet wel helpen om de
kingsorganisatie sta je tussen de gemeen-
bestuurskracht te vergroten (en daarmee
ten in. Je treedt op als procesmanager om
herindeling afwenden), maar deze mag
bestuurders van de verschillende gemeen-
vooral niet te veel bevoegdheden krijgen.
ten op één lijn te krijgen”.Van belang daarbij
De lokale autonomie staat voorop. Dit is
is volgens Gert-Jan dat je geen partij kiest
terug te zien in de structuur van de samen-
voor een van de gemeenten. “Altijd de zaak
werking. Elk voorstel moet ter besluit-
vanuit de inhoud benaderen en van daaruit
vorming aan de afzonderlijke colleges en
het proces insteken”.
Leren van samenwerkende gemeenten | 25
Organisatie
afzonderlijke colleges en raden genomen.
Voor de organisatie van de samenwerking
Binnen de samenwerking is de besluit-
is een GR opgetuigd met weinig bevoegd-
vormingsroute: ambtelijke voorbereiding,
heden en mandaat. De SOHW heeft een
bespreking in MOHW, bespreking in PFO,
adviserend en coördinerend karakter. De
bespreking in DB, naar colleges en uit-
besluitvorming vindt altijd plaats in de
eindelijke besluitvorming in de raden. Er
afzonderlijke raden en colleges. Er is een
is hierdoor weinig directe interactie over
raadsledenoverleg (ROHW) dat een infor-
bepaalde voorstellen tussen de samenwer-
merend en adviserend karakter heeft. Het
kingsorganisatie en de raden en tussen de
dagelijks bestuur bestaat uit een collegelid
raden onderling. Daar zit altijd de besluit-
uit elke gemeente, de burgemeester van
vormingsroute per gemeente tussen.
de grootste gemeente als voorzitter en de
In 2013 is de regionale samenwerking geë-
regiosecretaris. De ambtelijke ondersteu-
valueerd. Het resultaat was een gematigd
ning komt vanuit een klein stafbureau en
positief en kritisch rapport. De belangrijkste
programmalijnen per domein, aangestuurd
conclusie daaruit is dat de samenwerking
door de regiosecretaris. Per programmalijn
goed verloopt rond eenvoudige dossiers,
is er een portefeuillehoudersoverleg, voor
maar dat de samenwerking bij complexe
afstemming tussen de betreffende wet-
opgaven, zodra er meerdere belangen spe-
houders, met een managementoverleg
len en tegenstrijdig zijn, zeer moeizaam
(MOHW) als ambtelijk voorportaal. De pro-
verloopt. Het advies van de onderzoekers:
grammalijnen worden ambtelijk bemenst
de gemeenten moeten een duidelijke
door mensen uit de afzonderlijke gemeen-
keuze maken voor de doorontwikkeling
ten.
richting verdergaande bestuurlijke samen-
Voor de bestuurlijke en ambtelijke samen-
werking, ambtelijke fusie of herindeling.
werking vindt de financiële verdeling
Het samenwerkingsproces heeft in februari
plaats naar rato van het inwoneraantal per
2013 een impuls gekregen door de verbin-
gemeente. Daarnaast is er voor projecten
ding met de maatschappelijke partners te
een regiofonds ingesteld.
leggen. Gekoppeld aan het Meerjaren(uitvoerings)plan is het ‘Pact van de Waard’
Proces
gesloten tussen de SOHW en maatschap-
In het samenwerkingsproces in de Hoek-
pelijke partners om samen op te trekken
sche Waard zijn de lokale autonomie
in het aanpakken van de dreigende “demo-
en zeggenschap bepalend. Een besluit
grafische transitie en te werken aan een
over een voorstel wordt uiteindelijk in de
vitale en economisch sterke regio”.
26 | Leren van samenwerkende gemeenten
Succesfactoren Kijkend naar de samenwerking in de Hoeksche Waard ziet Gert-Jan de volgende succesfactoren: - Werk vanuit de inhoud! Het doel van de regionale samenwerking is de bestuurskracht te vergroten. Dit kan alleen door vanuit de inhoud te werken, belangen te benoemen in het voortraject en door “te geven om te kunnen nemen”. -G oede persoonlijke verhoudingen tussen bestuurders en raadsleden van de verschillende gemeenten, om te voorkomen dat het regionale belang niet ondersneeuwt in de lokale politiek. -Z ichtbaarheid als samenwerkingsorganisatie. In tijden van bezuinigingen komt al snel de vraag naar wat de meerwaarde van de regio is. Dan is het extra belangrijk om te laten zien wat er gebeurt op regionaal niveau en de resultaten voor de deelnemende gemeenten aan te tonen. Het blijft een spanningsveld om zichtbaar te zijn, maar niet de boventoon te voeren. -R icht de samenwerking niet alleen op de gemeenten als overheden, maar leg verbindingen met maatschappelijke partners die vaak ook regionaal georganiseerd zijn. Dat verrijkte in de Hoeksche Waard resultaten als de Structuurvisie en het Uitvoeringsprogramma en de uitvoering daarvan -O ok samenwerking met andere overheden is van belang. Rijk, provincie, waterschap en omliggende (stedelijke) regio’s doen graag zaken op regionaal niveau. Zo wordt onder meer de woningbouw- en bedrijventerreinenstrategie tussen provincie en regio vastgesteld. De afgelopen vier jaar is voor € 3 miljoen aan projecten uitgevoerd, waarvan € 2 miljoen subsidie afkomstig is van Europa, Rijk en provincie.
Gert-Jan Metselaar Secretaris Samenwerkingsorgaan Hoeksche Waard
Leren van samenwerkende gemeenten | 27
6. K5-samenwerking Gemeenten
Bergambacht, Nederlek, Schoonhoven, Ouderkerk en Vlist
Taken
- Strategische taken: ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer, economie, en recreatie en toerisme
-O perationele taken: onderwijs, sociale zaken, bezwaar en beroep, ICT, P&O
Vorm Stafbureau en werkorganisatie binnen een gemeenschappelijke regeling Fase
Operationeel, gaat op in herindeling Krimpenerwaard
Sinds 2001 is er sprake van structurele samenwerking tussen de gemeenten Bergambacht, Nederlek, Schoonhoven, Ouderkerk en Vlist (K5), beter bekend als de Krimpenerwaard. Met als doel de bestuurskracht te vergroten zijn de gemeenten gaan samen werken op de taken onderwijs, sociale zaken, ICT, P&O en brandweer. Voor elke taak opereerde een van de gemeenten als centrumgemeente. Op aandringen van de provincie is de samenwerking in 2004 en 2005 geëvalueerd, waaruit is geconcludeerd dat de samenwerking versterking behoefde.
Met een nieuwe toekomstvisie als basis
het betrekken van de raden in de K5-raad,
is de K5-samenwerking in 2006 geïntensi-
meer bevoegdheden voor strategische
veerd en anders ingericht. Sindsdien is Ger
taken en het beleggen van de uitvoering in
Peters regiosecretaris van de K5-samen-
een centrale werkorganisatie in plaats van
werking. De belangrijkste wijzigingen zijn
verdeeld over de vijf gemeenten.
28 | Leren van samenwerkende gemeenten
Sinds 2009 is in de Krimpenerwaard de
kwetsbaarheid van hun organisaties.
discussie over herindeling aangewakkerd,
Maar het belang dat daarachter zit ver-
wat heeft geresulteerd in een wetsvoor-
schilt per gemeente. Toen in 2008 een
stel dat in april 2014 is aangenomen door
van de gemeenten de noodklok luidde
de Tweede Kamer. De vijf gemeenten wor-
en de provincie in 2009 de discussie over
den per 1 januari 2015 samengevoegd.
herindeling startte, werden de belangen blootgelegd. Sommige gemeenten ver-
Ambitie
scholen zich achter de samenwerking
De gemeenschappelijke regeling K5
om (zo lang mogelijk) autonoom te kun-
spreekt van het doel “draagvlak te creë-
nen blijven. Andere gemeenten zagen de
ren voor een evenwichtige ontwikkeling
samenwerking juist als testcase en als
van het gebied” en het “verwezenlij-
mogelijke opmaat tot een herindeling en
ken van gemeenschappelijke belangen”.
steunden het initiatief van de provincie.
Regiosecretaris Ger Peters ziet dat het lastig is om een gezamenlijke ambitie
Relatie
voor de Krimpenerwaard te formuleren,
De K5-samenwerking kende, zeker na
helemaal sinds de discussie over herin-
de omvorming in 2006, een hoge mate
deling in de regio speelt. Er zijn in het
van betrokkenheid van de college- en
gebied geen grote bovenlokale opgaven.
raadsleden. Dit was het gevolg van een
De gemeenten vinden elkaar wel in het
duidelijke rol- en verantwoordelijkheids-
leefbaar houden van hun kernen en het
verdeling die zich niet alleen uitte in
versterken van hun ambtelijke organisa-
tijdsbesteding en aanwezigheid, maar
ties, maar dat zijn meer lokale dan regio-
ook in houding, gedrag en onderlinge
nale vraagstukken. De K5-samenwerking
verhoudingen. De afstemming op de
is er om de waarde en waarden van het
verschillende taakvelden leidde tot resul-
gebied te behouden en niet zozeer om
taten en successen, die vervolgens met
grote vraagstukken op te lossen of ont-
elkaar gevierd konden worden. Ger: “Dat
wikkelingen in gang te zetten.
de samenwerking haar vruchten afwierp, versterkte de onderlinge relaties tussen
Belangen
bestuurders”. De dreigende herindeling
De motieven van de gemeenten om
tastte de goede onderlinge relaties ech-
samen te werken komen overeen als
ter wel aan. Het riep emoties en daarmee
het gaat om het leefbaar houden van
hevige discussies op tussen bestuurders
hun kernen en het verminderen van de
van de Krimpenerwaardgemeenten.
Leren van samenwerkende gemeenten | 29
Organisatie
werkingspartners over de uitvoerende
Sinds 2006 is de samenwerking aanzienlijk
werkzaamheden is goed. De financiële
krachtiger geworden, volgens Ger, onder
inbreng per gemeente vindt plaats naar
andere door een heldere verantwoorde-
rato van het inwoneraantal (met uitzon-
lijkheidsverdeling tussen de K5-raad, het
dering van enkele specifieke projecten),
K5-bestuur en de afzonderlijke raden en
waarvan de inverdieneffecten aantoon-
colleges. Het K5-bestuur is het dagelijks
baar zijn gebleken. Naar eigen zeggen
bestuur, bestaande uit twee collegele-
is de samenwerking succesvol. Maar de
den per gemeente. De K5-raad, het alge-
Externe commissie Midden Holland con-
meen bestuur, bestaat uit 10 leden van
cludeerde in april 2013 dat de samenwer-
het dagelijks bestuur en 27 raadsleden
king weinig perspectiefvol is en leidt tot
(een uit elke fractie per gemeente). Er is
bestuurlijke versnippering van aandacht,
een regionaal secretarissenoverleg voor
energie en slagkracht.
de afstemming van het management en voor de bestuurlijke afstemming over de
Proces
specifieke taakvelden zijn vier portefeuil-
Wat Ger betreft hebben de raden een
lehoudersoverleggen ingericht.
cruciale rol gespeeld in de ontwikkeling
Binnen de vernieuwde K5-samenwerking
van de samenwerking. Tot tweemaal toe
wordt onderscheid gemaakt tussen stra-
waren het de raden die een interventie
tegische en operationele taken. Voor de
pleegden om de samenwerking weer op
strategische taken is de K5-raad bevoegd
de rails te krijgen, wanneer de colleges
om beleid en verordeningen vast te stel-
het niet lukte. Zeker sinds de omvorming
len. De beleidsvoorbereiding en het uit-
in 2006 is de formele betrokkenheid van
voeringsprogramma daarvoor zijn belegd
de raden vergroot door het instellen van
bij een klein stafbureau. De besluitvor-
de K5-raad, maar ook door het regelma-
ming over de operationele taken vindt
tig beleggen van raadsconferenties.
plaats in de afzonderlijke colleges en
In het samenwerkingsproces in de Krim-
raden. De uitvoering daarvan is belegd bij
penerwaard
een werkorganisatie van circa 60 fte.
leidend geweest. In 2001 drong de pro-
Belangrijke resultaten van de samenwer-
vincie Zuid-Holland al aan op versterking
king zijn de regionale structuurvisie, de
van de bestuurskracht. De opgetuigde
regionale detailhandelsvisie en een geza-
samenwerking moest in 2004 en 2005,
menlijke aanpak voor bedrijventerreinen.
wederom op aandringen van de provin-
De klanttevredenheid van de samen-
cie, geëvalueerd en vervolgens versterkt
30 | Leren van samenwerkende gemeenten
is
externe
beïnvloeding
worden. In 2009 startte de provincie
omgeving. Uiteindelijk heeft de samen-
met de procedure om een herindeling
werking in de ogen van de provincie als-
in de Krimpenerwaard te bewerkstelli-
mede de minister van BZK, onvoldoende
gen. Terwijl de gemeentebesturen erg
bijgedragen aan de doelstellingen om de
zelfbewust met de K5-samenwerking
bestuurskracht te vergroten en de auto-
bezig waren, was er dus altijd druk uit de
nomie te waarborgen.
Succesfactoren Wat Ger betreft zijn de volgende succesfactoren uit de K5-samenwerking te ontwaren: - Zorg voor een goede balans tussen de ‘couleur locale’ en gemeenschappelijkheid door deze te verankeren in de structuur en besluitvorming. - Transparantie over ieders agenda aan de bestuurstafel. - Houd de gemeenteraden niet op afstand maar juist betrokken in bijvoorbeeld een regioraad, maar ook tijdens reguliere raadsvergaderingen en eventuele informele settings. Zo worden raadsleden ambassadeurs van de samenwerking. - Goede relaties tussen bestuurders onderling en tussen bestuurders en gemeentesecretarissen is essentieel. - Zorg voor heldere spelregels over de manier waarop men wil samenwerken, zowel op zakelijk als op persoonlijk niveau.
Ger Peters Regiosecretaris K5-samenwerking
Leren van samenwerkende gemeenten | 31
7. Regio Stedendriehoek Gemeenten Apeldoorn, Brummen, Deventer, Epe, Lochem, Voorst en Zutphen Taken
Beleidsvelden mobiliteit, ruimte, economie en arbeidsmarkt
Vorm Bestuurlijke afstemming met een ondersteunend stafbureau, binnen een gemeenschappelijke regeling Fase
Operationeel
De Regio Stedendriehoek is een intergemeentelijk samenwerkingsverband dat in de jaren ’90 is opgericht, als gevolg van de ruimtelijke plannen van Rijkswege (zoals de ‘VINEX-wijken’). Tot op de dag van vandaag kent de samenwerking een ruimtelijke insteek, gericht op strategische positionering van en beleidsmatige afstemming tussen de deelnemende gemeenten. De samenstelling is ontstaan door de ruimtelijke samenhang tussen de zeven gemeenten en doordat ruimtelijke opgaven en ontwikkelingen zich niet tot de gemeentegrenzen beperken. Bijzonder aan deze samenwerking is dat die de provinciegrenzen van Overijssel en Gelderland overschrijdt.
Andries Heidema is voorzitter van het
van burgemeester en van voorzitter van
dagelijks bestuur van de regio en tevens
het DB vervulde, maar hij is zeer te spre-
burgemeester van Deventer. De samen-
ken over de ontwikkeling die deze door-
werking bestond al voordat hij de functie
maakt. Hij omschrijft de samenwerking als
32 | Leren van samenwerkende gemeenten
een ‘Wgr-light’-constructie: een degelijke
niet op zichzelf. De opgaven overstijgen de
juridische basis met een kleine en flexibele
gemeentegrenzen. Alleen door elkaar te
samenwerkingsorganisatie. De kracht van
helpen kun je deze opgaven aan. Dit is wel
de Regio Stedendriehoek zit voor Andries
een proces van geven en nemen, waarbij
met name in de externe oriëntatie en de
niet bij elke afspraak elke gemeente even-
binding met maatschappelijke partners,
veel krijgt. Dit vraagt om een samenwer-
waardoor er snel en adequaat op ontwik-
kingsgerichte houding van bestuurders
kelingen kan worden ingespeeld.
en ambtenaren. Als illustratief voorbeeld noemt Andries de maatregelen rond de
Ambitie
snelweg A1. Deze zijn als regio opgepakt,
De samenwerking is gericht op gezamen-
maar de gemeente Epe had daar niet
lijke regionale ambities in het ruimtelijke
direct profijt van. Toch heeft de gemeente
domein en op het gebied van arbeids-
Epe eraan meegewerkt, in het vertrou-
markt. ‘De Agenda Stedendriehoek’ heeft
wen dat ze indirect profijt heeft van deze
vier opgaven voor de regio geïdentificeerd:
maatregelen en zo niet, dat zij dan van een
innovatie, bereikbaarheid, sociaal kapitaal
volgende afspraak de vruchten plukt. Zo’n
en kwaliteit van de leefomgeving. Deze
voorbeeld versterkt het onderlinge vertrou-
inhoudelijke opgaven zijn, wat Andries
wen en helpt om de regio naar de buiten-
betreft, de belangrijkste bindende factoren
wereld te “vermarkten”.
tussen de samenwerkingspartners. Zonder inhoudelijke binding geen samenwerking. Naast de inhoudelijke doelen is er ook een financiële doelstelling aan de samenwerking gekoppeld. De samenwerking moet meer opbrengen dan als de gemeenten los van elkaar zouden opereren. Het is daarom belangrijk om de opbrengsten inzichtelijk en zichtbaar maken, want dat houdt de
“Als samenwerkende gemeenten ben je niet gelijk, maar wel gelijkwaardig”.
gezamenlijke ambitie levendig en actueel.
Belangen
Relatie
Andries is ervan overtuigd dat wat goed is
In de samenwerking worden de gemeen-
voor de regio, goed is voor de individuele
ten vertegenwoordigd door mensen. De
gemeenten. Gemeenten staan namelijk
onderlinge relatie valt of staat, wat Andries
Leren van samenwerkende gemeenten | 33
betreft, met een samenwerkingsgerichte
op grond van de Wet gemeenschappe-
houding van de betrokken bestuurders en
lijke regelingen. Er is een zogenaamde
ook leidinggevenden, beleidsadviseurs en
‘regioraad’, bestaande uit burgemeesters
projectmedewerkers. De lange historie
en wethouders uit elke gemeente, die uit
van de Regio Stedendriehoek is te dan-
zijn midden een dagelijks bestuur (DB)
ken aan bestuurders die, in tijden waarin
aanwijst waarin elke gemeente met één
deze ter discussie stond, hun nek uitsta-
lid vertegenwoordigd is.
ken voor het nut en de noodzaak van de
Voor de ambtelijke ondersteuning van de
samenwerking. De behaalde successen
samenwerking is een kleine organisatie
van de samenwerking zijn het gevolg van
gebouwd: het Bureau Stedendriehoek,
goede onderlinge relaties en zijn tegelijk
gefaciliteerd door de gemeente Deven-
een impuls voor het onderlinge vertrou-
ter en bemenst met mensen die zijn
wen. Los van de inhoud zijn ook een goede
gedetacheerd vanuit de deelnemende
‘chemie’ en een ‘klik’ tussen bestuurders
gemeenten.
en ambtenaren op persoonlijk niveau cru-
bedraagt € 1,- per inwoner en dient als
ciaal voor het welslagen van een interge-
financiering van de samenwerking en
meentelijk samenwerkingsverband. Want
als werkbudget voor de vier opgaven.
ook plezier hebben met elkaar komt het
Dit maakt dat de samenwerkingsorgani-
onderlinge vertrouwen ten goede.
satie dicht bij de gemeenten staat, echt
De
financiële
bijdrage
namens de gemeenten opereert en flexi-
“Wat goed is voor de regio, is ook goed voor een individuele gemeente”.
bel in kan spelen op ontwikkelingen in de regio en op lokale behoeften. De taken zijn met name strategisch en beleidsmatig van aard: toekomstgericht inspelen op ontwikkelen in de regio.
Proces De samenwerking in de Stedendriehoek bestaat al jaren en is volgens Andries
Organisatie
te typeren als een continu proces van
De organisatie van het samenwerkingsver-
leren en ontwikkelen. Waar de focus qua
band Stedendriehoek bestempelt Andries
beleidsterreinen nogal eens verschoof, is
als “WGR-light” en “flexibel”. De juridi-
de samenstelling altijd hetzelfde geble-
sche grondslag is een openbaar lichaam,
ven. Andries: “Natuurlijk is samenwer-
34 | Leren van samenwerkende gemeenten
king niet altijd makkelijk, soms zelfs
bestuur (negen keer per jaar), is er een
moeizaam. Essentieel voor de continuï-
‘Strategische Board’ opgericht waarin
teit is het samen vieren van successen
bedrijfsleven, kennisinstellingen en over-
en deze etaleren naar de buitenwereld”.
heid zijn vertegenwoordigd. Deze board richt zich met name op de pijlers innova-
Sinds 2013 heeft de samenwerking een
tie en sociaal kapitaal door de krachten
andere dimensie gekregen. Naast de
te bundelen en zich gezamenlijk op natio-
bestuurlijke afstemming in de regioraad
naal en internationaal niveau als regio te
(vier keer per jaar) en in het dagelijks
profileren.
Succesfactoren Wat de Regio Stedendriehoek betreft noemt Andries de volgende succesfactoren: - Begin bij de inhoud van de samenwerking: waarom doe je het? - De structuur van de samenwerking is (slechts) dienend. Van eindeloze discussies over structuur krijgt niemand energie. - Sluit je niet op in een overheidskoepel en voorkom dat het een bestuurdersfeestje wordt. Verbind je als overheid met maatschappelijke partners. - Investeer in persoonlijke relaties en werk samen op basis van gelijkwaardigheid.
Andries Heidema Burgemeester Deventer en voorzitter dagelijks bestuur Regio Stedendriehoek
Leren van samenwerkende gemeenten | 35
8. Geleerde lessen De verhalen over de cases geven een mooi beeld van de vele gezichten die intergemeentelijke samenwerking in de praktijk heeft. Uit deze verhalen hebben wij enkele rode draden opgetekend, waarbij we de vijf elementen uit het kijkglas langslopen.
Ambitie
- inhoudelijke opgaven zijn
Samenwerking tussen gemeenten is vaker
maatschappelijke en ruimtelijke
het gevolg van en reactie op externe en
vraagstukken die aanleiding zijn voor
interne ontwikkelingen dan dat het start met een gezamenlijke ambitie. Samenwer-
samenwerking - instrumentele opgaven zijn bestuurlijke
kende gemeenten hebben wel allemaal
en/of organisatorische processen en
dezelfde belangrijke drijfveer: de eigen
ontwikkelingen die aanleiding zijn voor
bestuurlijke autonomie behouden. Vaak is
samenwerking.
er geen gezamenlijke ambitie en zijn de doelen gericht op de ambtelijke organisa-
Ook zien wij een onderscheid in de schaal
tie: het verbeteren van de kwaliteit, het
waarop die opgaven zich voordoen en de
verminderen of delen van kosten, het ver-
mate waarin deze gezamenlijk zijn:
minderen van kwetsbaarheid en financieel
-g ezamenlijke opgaven zijn
gezond blijven of worden. Uitzonderingen
vraagstukken en problemen die zich niet
bevestigen de regel: bij sommige gemeen-
beperken tot bestuurlijke grenzen en
ten is er wel degelijk een inhoudelijke ambitie om regionale maatschappelijke en/ of ruimtelijke vraagstukken op te pakken.
regionaal spelen -e igen opgaven zijn vraagstukken of taken die binnen de verantwoordelijkheid en grenzen van elke gemeente vallen.
Meer dan een mooi geformuleerde geza-
Deze kunnen wel onderling hetzelfde
menlijke ambitie zijn het de opgaven die
zijn, maar zijn niet gezamenlijk.
gemeenten met elkaar verbinden en die tot samenwerking leiden. In die opgaven
Nevenstaand schema geeft een uitwer-
zien wij verschillen in aard en karakter:
king, inclusief voorbeelden.
36 | Leren van samenwerkende gemeenten
Schaal
Gezamenlijk
Bezuinigingen
Decentralisaties
Kwaliteit dienstverlening
Omgevingsdienst
Personele capaciteit
Vorming metropoolregio
Zorg- en hulpverlening
Economische ontwikkeling
Woningbouw
Bereikbaarheid
Voorzieningen
Natuur en landelijk gebied
Aard
Instrumenteel
Eigen
Inhoudelijk
Figuur 2. Verschillende typen opgaven.
Belangrijke rode draad uit de cases is: de
is en loopt, bestaat er met name span-
opgaven komen uit het gebied en uit de
ning tussen regionale en lokale belan-
gemeenschap, dus verbind je daar ook
gen. Aan de gezamenlijke bestuurstafel
mee. Richt je niet alleen op elkaar maar
wil iedereen voor samenwerking gaan
zoek de verbinding met inwoners, bedrij-
maar intussen weet iedere wethouder
ven, maatschappelijke en kennisinstellin-
dat hij of zij wordt afgerekend door de
gen om meerwaarde voor je gebied en
eigen kiezers op lokale vraagstukken.
gemeenschap te creëren.
Uit de verhalen in dit boekje klinkt een geloof door dat het dienen van het regi-
Belangen
onale belang de lokale belangen dient.
Waar gemeenten samenwerken komen
Ook dit is terug te voeren op de opgaven
verschillende belangen samen. Bij de
en de vraagstukken die zich niet beper-
verkenning of de start van een samen-
ken tot de lokale gemeenschappen en
werkingsverband zijn er met name
gemeentelijke grenzen.
verschillen tussen de partners, voortkomend uit bijvoorbeeld bestuurlijke priori-
Belangen worden vaak niet uitgespro-
teiten, persoonlijke drijfveren of organi-
ken, maar lopen impliciet en vooringe-
satorische knelpunten.
nomen door het samenwerkingsproces. Als de belangen niet als kaarten voor
Als de samenwerking eenmaal gevormd
de borst worden gehouden, maar op
Leren van samenwerkende gemeenten | 37
tafel worden gelegd, ontstaat er meer
Organisatie
onderling begrip en vertrouwen, wat de
Uit alle cases blijkt dat de structuur
samenwerking ten goede komt. Het is
van de samenwerking dienend is aan
de kunst om het gezamenlijke belang
de inhoud en de relaties. Er zijn zoveel
zodanig groot te maken dat iedere part-
mogelijkheden om de besturing, de
ner er linksom of rechtsom baat bij heeft.
inrichting en de democratische verantwoording van samenwerkingsverbanden
Relatie
vorm te geven. De ‘zwaarte’ van samen-
Het is een cliché, maar zo waar: samen-
werkingsvormen in de zin van juridisch
werken is mensenwerk. Het zijn de men-
construct, is niet bepalend voor een suc-
sen uit de gemeentelijke organisaties
cesvolle samenwerking.
– bestuurders, leidinggevenden en medewerkers – die met elkaar de samenwer-
Qua organisatievorm is er wel een rode
king vormgeven en vormen.
draad waar te nemen. Waar de opgaven
Persoonlijke drijfveren en relaties zijn
inhoudelijk zijn resulteert de samenwer-
ongrijpbaar en niet te sturen, maar wel
king vooral in regionale agenda’s of geza-
cruciaal voor het succes en het plezier in
menlijke programma’s rond thema’s en
de samenwerking, zo blijkt uit de beschre-
doelen. Als het instrumentale opgaven
ven cases. Goede relaties vallen en staan
betreft krijgt samenwerking veelal een
met vertrouwen dat wordt gebouwd en
vastere vorm: een gezamenlijke afdeling,
onderhouden door interactie, oprechte
een shared service center of een ambte-
interesse in elkaars belangen en drijfve-
lijke fusie.
ren en betrouwbaarheid in gedrag.
Proces Bij samenwerking is er nooit één kapi-
Uit de verhalen over intergemeentelijke
tein op het schip. Besluiten worden in
samenwerking blijkt: het proces zet de
gezamenlijkheid genomen en samen
toon voor het resultaat. De totstandko-
uitgevoerd. Dit vraagt om gedeeld en
ming van de samenwerking, de vorm-
verbindend leiderschap, met name van
geving ervan en de eerste stappen zijn
bestuurders en leidinggevenden. Niet
essentieel voor de uitkomsten. Dit hangt
gericht op eigen en korte termijn belan-
nauw samen met de eerdergenoemde
gen, maar op gezamenlijke successen en
vertrouwensrelaties tussen de betrokken
elkaar wat gunnen om de relaties duur-
organisaties en personen. Maar het pro-
zaam te houden.
ces kan nog zo fijn en waardevol zijn, het
38 | Leren van samenwerkende gemeenten
zijn de resultaten die tellen. Een gemene
maar ze zijn nog niet eerder op papier
deler uit de beschreven cases is: maak
gezet. De meeste bestaande publicaties
resultaten zichtbaar! Door het succes
over intergemeentelijke samenwerking
van een behaald doel of een opgeleverd
gaan in op de aspecten ‘proces’ en ‘orga-
project te vieren en daarbij de maat-
nisatie’: de politiek-bestuurlijke besluit-
schappelijke meerwaarde aan te tonen,
vorming, de organisatorische of juridi-
wordt de toegevoegde waarde van de
sche vormgeving en de gevolgen voor de
samenwerking voor de deelnemende
democratische legitimiteit. Door aspec-
gemeenten en de samenleving duidelijk.
ten als ambitie, belangen en persoonlijke relaties toe te voegen verbreedt het kijk-
Een andere procesmatige les is het
glas het blikveld om naar intergemeente-
strategisch en vooral bewust kiezen
lijke samenwerking te kijken en geeft het
van het moment van samenwerking en
taal om erover te spreken en te schrijven.
de samenwerkingspartner. Het is het mooist als dit proactief gebeurt, waardoor je zelf de regie in handen hebt. Dit vraagt om enig omgevingsbewustzijn want er zijn nou eenmaal ontwikkelingen die in meer of mindere mate samenwerking of schaalvergroting afdwingen en er zijn vaak al aangegane samenwerkingsverbanden. Maar vooral vraagt dit om bestuurlijk lef, want er zijn consequenties: ambities die bijgesteld of taboes die doorbroken moeten worden.
Leren door meervoudig te kijken Het bekijken van intergemeentelijke samenwerking door de lenzen van het ‘Kijkglas
voor
samenwerking’
geeft
enkele interessante inzichten. Deze zijn voor bestuurders, leidinggevenden en medewerkers die met hun ‘voeten in de samenwerkingsklei’ staan niet nieuw,
Leren van samenwerkende gemeenten | 39
9. Samenwerken met Twynstra Gudde Onze diensten Wij werken samen met gemeenten aan hun samenwerkingsvraagstukken. Dit doen wij in verschillende fases en in verschillende rollen. Verkenning: onderzoek naar opgaven en procesbegeleiding van managers en bestuurders, samen zoeken naar het ‘waarom’ Voorbereiding: (bege)leiding van de besluitvorming over en de vormgeving van de samenwerking Implementatie: de bouw van de samenwerking, in verschillende rollen: - Projectleider of programmamanager - Procesbegeleider van management en/of bestuur - Adviseur of voorzitter van ambtelijke werkgroepen, zoals Personeel en Organisatie Doorontwikkeling: evalueren van samenwerkingsverbanden en ontwikkelen van de samenwerkingsvaardigheid van organisaties en mensen. Trainingen, masterclasses en leergangen over samenwerken binnen en tussen organisaties.
40 | Leren van samenwerkende gemeenten
Onze ervaring Wij hebben diverse gemeenten geholpen, ondersteund en geadviseerd bij hun samenwerkingsvraagstukken. Hier enkele voorbeelden: Verkennend onderzoek naar inhoudelijke basis (‘waarom’), gezamenlijke opgaven en scenario’s voor samenwerking: - IJmond-gemeenten: Beverwijk, Heemskerk, Uitgeest en Velsen. - Liemerse gemeenten: Duiven, Rijnwaarde, Westenvoort en Zevenaar. - Gemeenten Lansingerland, Pijnacker-Nootdorp en Zoetermeer. Bouwen van samenwerkingsverbanden: - Projectleider voor de regionalisering van de brandweer in Drenthe. - Projectleider voor de bouw van een shared service center voor gemeenten en provincie in Zuid-Limburg. - Samenwerkingsregisseur van de OWO-gemeenten: Ooststellingwerf, Weststellingwerf en Opsterland. - Adviseur van de werkgroep P&O voor de bouw van één ambtelijke werkorganisatie voor de SED-gemeenten: Stede Broec, Enkhuizen en Drechtsteden. - Ontwerpen en opstellen van Adaptieve Samenwerkingsagenda Zuidvleugel. Doorontwikkeling van samenwerkingsverbanden: -Bestuurskrachtonderzoek naar de BEL-combinatie: gemeenten Blaricum, Eemnes en Laren. - Leergang Samenwerken voor managers binnen de Drechtsteden. - Diverse trainingen voor gemeentelijke samenwerkingsverbanden. - Open masterclass: Grip op samenwerking.
Leren van samenwerkende gemeenten | 41
Onze kennis Dankzij de diverse opdrachtgevers doen wij heel veel kennis over samenwerking op in de praktijk. Deze kennis zetten wij weer in voor nieuwe en bestaande opdrachtgevers, maar de kennis delen wij ook graag. Hiervoor benutten wij diverse kanalen: - Onze Twynstra Gudde website met een expertisepagina Samenwerken en diverse blogs van onze adviseurs. - Onze online Twynstra Gudde Kennisbank met vrij toegankelijk en beschikbaar materiaal. - Ons eigen magazine ‘SOMSAM’ over samenwerking tussen organisaties in de diverse sectoren waarin Twynstra Gudde actief is.
42 | Leren van samenwerkende gemeenten
Onze adviseurs Binnen Twynstra Gudde richten de volgende adviseurs zich op intergemeentelijke samenwerking.
Sharon Blair-Zuijderhof Senior adviseur Adviesgroep Overheid & Organisatie
[email protected] 06 - 22 40 10 19
Arno Janssen Senior adviseur Adviesgroep Overheid & Organisatie
[email protected] 06 - 22 78 96 17
Meryem Kilic-Karaaslan Senior adviseur Adviesgroep Overheid & Organisatie
[email protected] 06 -12 78 21 92
Bram van Vliet Medior adviseur Adviesgroep Overheid & Organisatie
[email protected] 06 - 53 36 19 02
Joost van der Kolk Medior adviseur Adviesgroep Overheid & Organisatie
[email protected] 06 - 22 97 18 33
Peter de Regt Bestuursadviseur Twynstra Gudde Interim-Management
[email protected] 06 - 53 81 33 61
Leren van samenwerkende gemeenten | 43
Addendum I:
Intergemeentelijke samenwerking in de praktijk In de afgelopen twee decennia heeft samenwerking tussen gemeenten om verschillende redenen een enorme vlucht genomen. Waar in de vorige eeuw herindeling (bestuurlijke fusie) voor gemeenten de meest gebruikte (en tevens gevreesde) manier was om de krachten te bundelen, is samenwerking sinds 2000 de bestuurlijke agenda’s gaan bepalen. Recente onderzoeken wijzen uit dat het aantal herindelende gemeenten afneemt, terwijl het aantal intergemeentelijke samenwerkingsverbanden per gemeente alleen maar toeneemt (Lysias, 2012 en 2014; Sioo, 2014).
Beweegredenen voor samenwerking Inhoudelijk
zorgt
samenwerking
Samenwerkingsproces Bij samenwerking worden de volgende ontvoor
wikkelstadia onderscheiden. Zie figuur 3.
bestuurlijke afstemming over regionale (toekomstige) opgaven die de gemeente-
Samenwerkingsvormen
grenzen overstijgen. Vanuit bedrijfsecono-
Samenwerking tussen gemeenten is er in
misch oogpunt kunnen door samenwer-
diverse soorten en maten. Deze kunnen
king en krachtenbundeling schaalvoordelen
geordend worden vanuit twee invalshoe-
bereikt worden die leiden tot het verhogen
ken: de organisatievorm en de juridische
van de kwaliteit, het verminderen van
vorm van de samenwerking.
kwetsbaarheid en kosten laag te houden. In defensieve zin kan samenwerking voor
Organisatievormen
gemeenten een bestuurlijk alternatief vor-
Er zijn diverse organisatievormen waarin
men voor, al dan niet afgedwongen, her-
intergemeentelijke samenwerking gego-
indeling.
ten kan worden: van afstemmen tot het
44 | Leren van samenwerkende gemeenten
Fase
Opgave
Resultaten
Verkenning
Belangen bij elkaar brengen
College- en/of raadsbesluiten,
en besluitvorming faciliteren
evt. onderzoeken
Inrichten van een gezamenlijk
Plan van aanpak,
proces en het vormgeven van
visiedocument,
de samenwerking
organisatieplan
Implementatie
Bouwen van samenwerking
Samenwerkingsorganisatie
Doorontwikkeling
Uitvoering van taken en
Behaalde doelen van de
werkzaamheden
samenwerking
Voorbereiding
Figuur 3. Verschillende fases bij intergemeentelijke samenwerking.
vormen tot van een nieuwe samenwer-
Korsten, 2006; Van de Laar, 2010; Herweijer
kingsorganisatie. Op diverse manieren
& Fraanje, 2012), maar deze zorgen in de
zijn deze organisatievormen theoretisch te
gemeentelijke praktijk eerder voor spraak-
typeren en te onderscheiden (bijvoorbeeld
verwarring dan voor duidelijkheid.
De meest voorkomende organisatievormen die wij in de praktijk van intergemeentelijke samenwerking zien, zijn: - Overleg en afstemming: afstemming op bestuurlijk of ambtelijk niveau over gemeenschappelijke, veelal strategische, beleidsthema’s. Bijvoorbeeld: werkgelegenheid, woningmarkt of bereikbaarheid. -C entrumgemeente-constructies: één gemeente voert taken uit voor één of meer buurgemeenten. Bijvoorbeeld: ICT, P&O, inkoop. -M atrix- of netwerkstructuren: samenwerkende gemeenten verdelen de taken onderling. Ook veelal bedrijfsvoeringstaken: ICT, P&O, inkoop. -G emeenschappelijke diensten: geïntegreerde afdelingen voor uitvoeren van taken voor samenwerkende gemeenten. Bijvoorbeeld: sociale dienst, belastingdienst of economisch bureau. -S hared service centers: bedrijfsvoeringstaken van meerdere gemeenten worden belegd bij één werkorganisatie. - Ambtelijke fusies: één gezamenlijke werkorganisatie die alle gemeentetaken uitvoert voor meerdere gemeenten.
Leren van samenwerkende gemeenten | 45
Overleg en afstemming
Centrumgemeente
Shared service center
46 | Leren van samenwerkende gemeenten
Matrixstructuur
Gemeenschappelijke dienst
Ambtelijke fusie
Leren van samenwerkende gemeenten | 47
Juridische vormen
- coöperatie: variant van een
Voor gemeenten zijn er twee juridische
vereniging, waarbij de leden middels
grondslagen om samenwerking
overeenkomsten in elkaars behoefte
vast te leggen: publiekrechtelijk en privaatrechtelijk. Hierna volgen beknopt de mogelijkheden.
voorzien (art. 2:56 BW) - stichting: rechtspersoon zonder leden die met een daartoe bestemd vermogen bepaalde doelen verwezenlijkt, zonder
In de eerste plaats zijn er
winstdeling (art. 2:285 BW).
overeenkomsten die zowel op privaatrechtelijke als op publiekrechtelijke
Publiekrechtelijke rechtsvormen op
grondslag kunnen worden afgesloten.
basis van de Wet gemeenschappelijke
- overeenkomsten over privaatrechtelijke
regelingen (Wgr) en de Algemene wet
bevoegdheden en het verstrekken van
bestuursrecht (Awb):
een opdracht (art. 7:400 BW)
-g emeenschappelijk openbaar
- regeling zonder meer,
lichaam: rechtsvorm met
bijvoorbeeld een convenant (of:
rechtspersoonlijkheid en met een
bevoegdhedenovereenkomst (art. 1 en
‘geleed’ bestuur: AB en DB (art. 8 lid 1
art. 8 Wgr) - gezamenlijke beleidsregel: (art. 4:81 Awb).
Wgr) -g emeenschappelijk orgaan: rechtsvorm zonder rechtspersoonlijkheid en met een enkel bestuur: AB (art. 8 lid
Privaatrechtelijke rechtsvormen, op basis van het Burgerlijk Wetboek: - naamloze vennootschap (NV): rechtspersoon waarbij aandelen niet op naam zijn gesteld en vrij overdraagbaar zijn (art. 2:64 BW) - besloten vennootschap (BV):
2 Wgr) - centrumregeling: rechtsvorm zonder rechtspersoonlijkheid, in enkelvoudige (centrumgemeente) of meervoudige (netwerk) vorm (o.b.v. art. 8 lid 3 Wgr) -o p het moment van schrijven is een wijziging van de Wgr in
rechtspersoon waarbij aandelen
voorbereiding waarbij een nieuwe
op naam zijn gesteld en niet vrij
variant wordt toegevoegd: de
overdraagbaar zijn (art. 2:175 BW)
bedrijfsvoeringsorganisatie, met
- vereniging: rechtspersoon met leden, gericht op een bepaald doel, zonder winstdeling (art. 2:26 BW)
48 | Leren van samenwerkende gemeenten
rechtspersoonlijkheid en een enkel bestuur.
Zie voor gedetailleerde informatie over juridische vormen en randvoorwaarden de handreiking ‘Intergemeentelijke samenwerking toegepast’ van de VNG en het Ministerie van BZK uit 2013.
‘Lichte’ of ‘zware’ samenwerking? Vaak wordt in de praktijk gesproken in typeringen van ‘licht’ en ‘zwaar’ als het gaat om de overdracht van verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Ervaring leert dat dit niet een op een het gevolg is van de organisatie- of de juridische vorm. Elke organisatorische en juridische vorm kent diverse parameters die naar wens ingericht kunnen worden, om gevoeligheden als afstand en democratische legitimiteit te regelen.
Leren van samenwerkende gemeenten | 49
Addendum II:
Kijkglas voor samenwerking Twynstra Gudde heeft ruime ervaring in het tot stand brengen van samenwerkingsverbanden tussen organisaties, zowel publiek, privaat als non-profit. Met deze ervaring en op basis van wetenschappelijk onderzoek hebben Edwin Kaats en Wilfrid Opheij het boek ‘Leren samenwerken tussen organisaties’ geschreven. Hierin presenteren zij een zogenaamd ‘kijkglas voor samenwerking’ dat wij en onze opdrachtgevers in de praktijk van intergemeentelijke samenwerking als zeer bruikbaar ervaren. Het model geeft inzichten en taal die helpen bij het gesprek tussen samenwerkingspartners over doelen, organisatievorm, proces en ingewikkelde ongrijpbare aspecten, zoals vertrouwen en belangen.
Wij definiëren het begrip samenwerking als volgt:
“Een samenwerking is kansrijk wanneer mensen en organisaties zich met elkaar weten te verbinden in
“Samenwerking is het opgeven van
een betekenisvol proces dat recht
(een deel van) de autonomie in het
doet aan belangen en gericht is op
vertrouwen er meer voor terug te
een betekenisvolle ambitie. Het is
krijgen”.
de grote opgave om daar de juiste condities voor te scheppen”.
Wij geloven in een samenhangende manier van kijken naar samenwerking,
Deze samenhangende manier van kij-
om recht te doen aan de complexiteit
ken legt de verbinding tussen talloze
ervan:
‘scholen’ en onderzoekstradities binnen de organisatie-, bedrijfs- en bestuurs-
50 | Leren van samenwerkende gemeenten
kunde en het doet daarmee recht aan
is het daarom om het ‘waarom’ van de
de complexiteit van samenwerking. Er
samenwerking samen te definiëren: kun-
is aandacht voor het rationele en het
nen we samen meer bereiken dan ieder
relationele van samenwerking, voor de
voor zichzelf? Als samenwerkingspart-
meerwaarde die samenwerking biedt en
ners daar een antwoord op vinden, dan
het gedoe dat samenwerking kan geven,
werkt dat als inhoudelijk bindmiddel. De
en voor samenwerkingsstructuren en de
ambitie gaat verder dan alleen een sta-
mensen die samenwerken. En misschien
tement op papier of een visiedocument.
wel het belangrijkste: het geeft verschil-
Het moet waardevol en aantrekkelijk zijn
lende belangen een plek.
voor de deelnemers, zodat het ze enthousiasmeert en mobiliseert en tevens uit-
Het kijkglas dat Kaats & Opheij ontwik-
legbaar is naar de buitenwereld. Daarbij
kelden kent vijf dimensies die als rand-
is de ambitie niet alleen van belang aan
voorwaarden en, indien juist en passend
het begin van een samenwerkingstraject;
ingevuld, als succesfactoren voor duur-
deze moet ook onderhouden en eventu-
zame samenwerking kunnen worden
eel herijkt worden. Bouwstenen voor de
gezien:
ambitie van een samenwerkingsverband
- er is een gedeelde ambitie
zijn een missie (waarom bestaat deze
- er wordt recht gedaan aan de belangen
samenwerking?), de doelen (wat willen
van de samenwerkende partners - er is sprake van een constructieve relatie op persoonlijk niveau - de samenwerking kent een professio-
we bereiken met deze samenwerking?) en de strategie (de wijze waarop, de middelen waarmee en de weg waarlangs de doelen behaald worden).
nele organisatie - er is sprake van een betekenisgevend proces.
Belangen Binnen
elke
verschillende
samenwerking belangen.
spelen
Organisatie-
Ambitie
belangen
Samenwerken doe je niet zomaar. Het
bestaansrecht
moet je als gemeente wel iets opleve-
individuele belangen (persoonlijke drijf-
ren. De beoogde doelen en resultaten
veren en overtuigingen, carrière en
kunnen per samenwerkingsverband en
reputatie van bestuurders, managers en
per partner verschillen. Dit kan leiden
medewerkers) en collectieve belangen
tot spraakverwarring. Des te belangrijker
(behoeften van burgers, consumenten
(doelen, van
kernwaarden een
en
organisatie),
Leren van samenwerkende gemeenten | 51
of cliënten en sociaal-maatschappelijke
het opdoen van gezamenlijke ervaringen,
of
soms ook los van de werkinhoud.
ruimtelijke
ontwikkelingen)
lopen
door elkaar en kunnen tegenstrijdig zijn. Dit kan leiden tot spanningen, knelpun-
Organisatie
ten en soms conflicten. Door belangen
Bij
niet plat te slaan tot standpunten, deze
nieuws gecreëerd, het zij een overleg-
bespreekbaar te maken en te respec-
structuur, het zij een complete samen-
teren kan worden gezocht naar ‘mutual
werkingsorganisatie. Tegelijk moet de
gains’ (win-win oplossingen), zodat elke
samenwerking een verlengstuk zijn van
partner, zij het elk op een verschillende
de betrokken organisaties. Verschillende
manier, baat heeft bij de samenwerking.
structuren, besturings- en management-
samenwerking
wordt
vaak
iets
stijlen en organisatieculturen ontmoeten
Relatie
elkaar. Een deel van de autonomie gaat
Waar organisaties een samenwerkings-
over, maar welke taken, verantwoorde-
relatie aangaan, geldt dat evengoed voor
lijkheden en bevoegdheden krijgt het
de betrokken personen, ieder met eigen
samenwerkingsverband?
voorkeuren, karakteristieken en werkwij-
onder- en overorganisatie liggen al snel
zen. Samenwerken is samen werken.
op de loer. Uiteindelijk gaat het erom
De een vindt werken in een samen-
dat de samenwerkingsorganisatie daad-
werkingsverband heerlijk en de ander
krachtig en effectief is: dat de beoogde
eerder ongemakkelijk. Net zo belangrijk
doelen worden gerealiseerd. Daar moe-
als de inhoud en de structuur van de
ten de vorm, inrichting, aansturing, finan-
samenwerking, is goede persoonlijke
ciële en ondersteunende middelen van
samenwerking. Bij vraagstukken rond
de organisatie op gericht zijn.
Risico’s
van
leiderschap en groepsdynamica en bij mogelijke spanningen of conflicten is
Proces
een zekere vertrouwensbasis essenti-
Samenwerken is ook het doorlopen van
eel. Het ‘vertrouwensreservoir’ wordt
een gezamenlijk proces: de ontwikkeling
gevuld door oprechte interesse in de
van de samenwerking door het nemen
ander, transparantie over informatie en
van besluiten, het zetten van stappen en
belangen en door betrouwbaarheid in
het ondernemen van activiteiten. Aan de
gedrag en handelen. Goede persoonlijke
voorkant is het eindplaatje vaak nog niet
verhoudingen vragen in praktische zin
te definiëren, wat samenwerking tot een
om veel interactie en ontmoeting en om
iteratief en incrementeel proces maakt
52 | Leren van samenwerkende gemeenten
waarin de vier andere dimensies van
het juiste moment in de juiste volgorde,
het kijkglas worden gevormd en gevuld.
balancerend tussen inhoud, voortgang
Dit vraagt om een doordachte en bete-
en relatie.
kenisvolle aanpak: de juiste stappen op
Wat is de gedeelde ambitie van de partners? Waar gaan ze samen écht voor?
Op de goede weg samen? De goede stappen, de goede volgorde, win-winproces, in dialoog Betekenisgevend proces
Gedeelde ambitie Professionele organisatie Is het netwerk professioneel georganiseerd? Governance, besluitvorming, vorm
Recht doen aan belangen
Wat zijn de belangen van ieder van de partners? Op zoek naar ‘mutual gains’!
Constructieve relatie
Constructieve groepsdynamica? Leiderschap, vertrouwen, bovenstroom/onderstroom
Figuur 4. Kijkglas voor samenwerking (Kaats & Opheij, 2012)
Dit hoofdstuk is een beknopte samenvatting van het boek het boek ‘Leren samenwerken tussen organisaties’ van Edwin Kaats & Wilfrid Opheij. Het boek en een uitgebreidere samenvatting zijn te verkrijgen via onze website www.twynstragudde.nl/expertise/samenwerken. Hier vindt u ook meer informatie, zoals cases, tools, blogs en onze samenwerkingstest.
Leren van samenwerkende gemeenten | 53
S0206
Twynstra Gudde Amersfoort Stationsplein 1 Postbus 907 3800 AX Amersfoort 033 - 467 77 77 Den Haag Herengracht 9 2511 EG Den Haag 070 - 304 74 20 www.twynstragudde.nl Ingeschreven in het kwaliteitsregister organisatieadvies Member of the Cordence Worldwide Partnership