TOEGANKELIJKE ZORG VOOR ALLOCHTONE OUDEREN
1
Anders Ouder Worden: kwetsbare ouderen van tel! Cera is een coöperatie van zo’n half miljoen vennoten en investeert samen met hen op financieel en maatschappelijk vlak. Wat deze tweede opdracht betreft kiest Cera voor maatschappelijke projecten die voldoen aan reële behoeften die duurzame effecten bereiken, voor de samenleving in haar geheel en voor de vennoten in het bijzonder. Cera is met haar maatschappelijke projectwerking actief op zeven domeinen: Armoede en sociale inclusie, Coöperatief ondernemen, Kunst en cultuur, Land- en tuinbouw en een duurzame ontwikkeling, Zorg in de samenleving, Lokale initiatieven in onderwijs en jeugdwerk en Samen microfinancieren en microverzekeren in het Zuiden via BRS. In het domein Medisch-sociaal besteedt Cera specifiek aandacht aan de doelgroep kwetsbare ouderen. Waar liggen de noden en behoeften in de ouderensector, waar situeren zich de knelpunten en hoe moet Cera zich de komende jaren oriënteren om hieraan tegemoet te komen? Met deze vragen in het achterhoofd vroeg Cera aan Lucas KU Leuven om een vooronderzoek te doen met als titel ‘Dromen worden werkelijkheid’, uitgevoerd tussen de periode van september 2007 tot december 2007. De doelstelling was een zicht te krijgen op de voornaamste actoren in de sector en de prioriteiten in de ouderenzorg via hen te identificeren. In navolging van dit vooronderzoek selecteerden Lucas KU Leuven en Cera acht lokale pilootprojecten in Vlaanderen met een diversiteit in aanpak, sector en doelstelling en met als rode draad de focus op ‘kwetsbare ouderen’ en ‘ontschotting in de zorg’. Elk project werd voorgedragen door een lid van de adviesgroep, samengesteld uit een groep met vertegenwoordigers en experten uit beleid, voorzieningen, koepelverenigingen, gebruikersorganisaties, en academici.
2
Na drie jaar intensieve samenwerking, een tussentijds event op 29 september 2011, vijf interactiedagen, een Anders-Ouder-Wordenkrant, filmpjes, een slotevent op 25 april 2013 … vroegen we de projecten om hun expertise te delen in een draaiboek. Met enige fierheid stellen we u dan ook graag het draaiboek van OCMW Genk voor. Tot slot, een voorwoord zou geen voorwoord zijn, zonder een dankbetuiging. Via deze weg daarom graag een woord van dank aan onze partner LUCAS KU Leuven, aan de peter van dit project, televisiemaker Jan Van Rompaey, aan de adviesgroep die Anders Ouder Worden mee in goede banen leidde, OCMW Genk en de zeven andere projecten. Wordt u bij het lezen nieuwsgierig naar de draaiboeken van de andere initiatieven? Dan verwijzen we u graag naar www.cera.be. Breng zeker ook een bezoek aan www.kuleuven.be/lucas/ waar u het onderzoeksrapport en de beleidsaanbevelingen van Lucas KU Leuven uitgebreid kunt nalezen. We wensen u veel leesplezier en inspiratie. Stéphanie De Smet programmacoördinator Medisch-sociaal www.cera.be
3
Dromen kunnen werkelijkheid worden! Anders ouder worden … met die focus geeft Cera vernieuwende projecten in de ouderenzorg een duw in de rug. Anders ouder worden, betekent kiezen voor de zorg voor kwetsbare ouderen die om diverse redenen uit de boot dreigen te vallen. In het vooronderzoek ‘Dromen worden werkelijkheid’ dat we vanuit LUCAS in opdracht van Cera uitvoerden, gaven sleutelfiguren hun visie over wenselijke innovaties in de ouderenzorg. Een focusgroep en doordenknamiddag leidden tot een aantal kernthema’s. Hierop besliste Cera een project op te starten over ‘ontschotting in de zorg voor kwetsbare ouderen’. Met een adviesgroep van experten zijn goede praktijken in Vlaanderen voorgesteld en besproken. Op basis van de volgende criteria is hieruit een selectie gemaakt: • Het project richt zich op kwetsbare ouderen, met oog voor thuiswonende ouderen, allochtone ouderen, vrijwilligers, mantelzorgers, basiswerkers in de zorg en inbedding in de maatschappij • Het gaat om een reeds bestaande goede praktijk, met visie en uitwerking in de praktijk • Het project is bereid tot regionale samenwerking met andere partners • Het project is bereid tot coaching en wetenschappelijke begeleiding door LUCAS met verkenning van de mogelijkheden tot optimalisatie • Het project stelt doelstellingen en resultaten voorop op middellange termijn (3 jaar) • Het project werkt vraaggestuurd en geeft een stem aan de kwetsbare ouderen • Differentiatie is een van de uitgangspunten • Het gaat om vernieuwende, ook kleinschalige initiatieven. De projecten ontvangen bij voorkeur geen subsidies via andere kanalen. • De steun door Cera betekent een belangrijke meerwaarde en het project kan de coöperatieve waarden van Cera onderschrijven: samenwerking, solidariteit en respect voor het individu
4
De keuze is gemaakt voor acht innovatieve projecten in Vlaanderen, doelbewust met diverse thematiek en geografische spreiding. Gedurende drie jaar ging elk van deze projecten aan de slag. Doelstelling van het project was enerzijds het versterken van de eigen activiteiten en vernieuwingen. Anderzijds kon elk van de acht projecten drie jaar toewerken naar de neerslag van deze acties in een draaiboek. Zo’n draaiboek is een inspirerende ‘roadmap’ die andere initiatiefnemers moet uitnodigen en aanzetten om zelf ook aan de slag te gaan in de zorg voor kwetsbare ouderen. We zorgden voor wetenschappelijke begeleiding en coaching en gaven tips ter verbetering en methodische adviezen. Jaarlijks kwamen alle projecten tweemaal samen om te leren over gemeenschappelijke thema’s en om onderling ervaringen uit te wisselen. Cera zorgde voor de nodige logistieke, financiële en communicatieve ondersteuning. Voor u, beste lezer, ligt één van de acht draaiboeken van de projecten ‘Anders Ouder Worden’ waarmee u zelf aan de slag kunt. Het is geen receptenboek met afgewogen ingrediënten en een strak stappenplan. Wel een kernachtige bundeling van ideeën, van tips en aanbevelingen die voor u als startende ondernemer een steun kunnen zijn in het vormgeven van uw eigen goede praktijk. Want elk nieuw initiatief moet ook worden ingekleurd volgens de noden van de lokale situatie, de specifieke organisatorische of financiële context. Eén ding is bovendien constant in alle draaiboeken van deze acht unieke projecten: de authentieke bekommernis voor die oudere man of vrouw die wat minder stevig in het leven staat en kwetsbaar is of dreigt te worden. Het gaat erom echt te luisteren naar wat kwetsbare ouderen betekenen. Enkel zo kunnen dromen werkelijkheid worden! We hopen van harte dat u aangestoken raakt door het enthousiasme van deze acht projecten. Veel leesplezier! Iris De Coster en Dr. Nele Spruytte LUCAS – KU Leuven www.kuleuven.be/lucas
5
INHOUDSTABEL DRAAIBOEK 1.
2.
Voorstelling project Toegankelijke zorg voor allochtone ouderen 1.1
Inleiding
1.2
Doelstellingen van het project
1.3
Doelgroepen van het project
Context project 2.1
Genk in cijfers
2.2
Horizonplan: lokaal seniorenbeleidsplan in Genk
3.
Projectstructuur
4.
De weg naar ons doel 4.1
Bekend is bemind
4.2
Acties
4.3
Meet and greet 4.2.1 1 + 1 = 3 4.2.2 Voorbeelden activiteiten
4.4 5.
Medewerkers
Do’s and don’ts 5.1
Do’s
5.2
Don ‘ts
6.
Financiering en wettelijke omkadering
7.
De toekomst
8.
Bijlagen
6
1
VOORSTELLING PROJECT TOEGANKELIJKE ZORG VOOR ALLOCHTONE OUDEREN
1.1
Inleiding Het OCMW van Genk organiseert al jaren activiteiten voor senioren van een andere etnische afkomst. Met het project ‘Toegankelijke zorg voor allochtone ouderen’ wilde het OCMW haar werking verder optimaliseren en de Genkse senioren van een andere etnische afkomst en hun entourage meer en op een efficiëntere manier informeren en bereiken. Want er was op dat vlak nog een hele weg af te leggen. We stelden vast dat senioren van een andere etnische afkomst weinig of geen gebruik maken van de ouderenvoorzieningen in Genk. Blijkbaar stoten zij en hun omgeving nog steeds op drempels bij het invullen van hun zorgvraag.
7
1.2.
Doelstellingen van het project De doelstellingen werden opgehangen aan drie grote kapstokken: 1
2
3
Inventaris van de vragen en behoeften van senioren van een andere etnische afkomst en van de belemmerende factoren en de oorzaken voor het moeilijk bereiken van senioren van een andere etnische afkomst door de seniorenvoorzieningen. Via laagdrempelige activiteiten senioren van een andere etnische afkomst en hun omgeving laten kennismaken met de seniorenvoorzieningen. Deze activiteiten kunnen enerzijds gericht zijn op de senioren van een andere etnische afkomst zelf maar anderzijds gericht zijn op hun omgeving door de combinatie van het interculturele met het intergenerationele aspect. Werken aan sensibilisering van de medewerkers en vrijwilligers van de seniorenvoorzieningen met het oog op een grotere toegankelijkheid van de seniorenvoorzieningen voor senioren van een andere etnische afkomst.
Om deze doelstellingen te realiseren werkte het OCMW op een structurele manier samen met de stedelijke dienst Diversiteit & Educatie en het Forum samenleven in diversiteit. 1.3
Doelgroepen van het project We • • • •
tellen vier doelgroepen: senioren van een andere etnische afkomst; mantelzorgers van een andere etnische afkomst; vrijwilligers; medewerkers in de seniorenvoorzieningen van OCMW Genk (afdeling seniorenbeleid en thuiszorg bestaande uit 5 lokale dienstencentra en een team woon- en zorgbegeleiding, en het woonzorgcentrum , een dagverzorgingscentrum en een centrum voor kortverblijf).
8
2
CONTEXT PROJECT
2.1
Genk in cijfers Genk telde op 1 januari 2010 welgeteld 64.745 inwoners. Bij 56.322 daarvan prijkte de Belgische nationaliteit op hun identiteitskaart. De rest waren buitenlanders. 21% van de Genkse bevolking is 60-plusser. In vergelijking met 1990 is het aantal senioren met maar liefst 60% toegenomen. (Bron: stad Genk, dienst Bevolking) Uit een willekeurige steekproef gehouden bij 2.000 Genkenaren met de Belgische nationaliteit kwam naar voor dat 52,2% van hen van oorsprong Belg is. 15,7% is van Turkse origine, 14,6% heeft Italiaanse roots en 5,3% is van Marokkaanse afkomst. Tellen we daarbij het aantal Turken (1.399), Italianen (4.084) en Marokkanen (462) dat in Genk woont zonder genaturaliseerd te zijn, is het duidelijk dat deze etniciteiten een belangrijke plaats hebben in de Genkse samenleving. Iets meer dan 5% van de ‘Belgische’ Genkenaren hebben een OostEuropese of Poolse achtergrond. Andere aanwezige etniciteiten zijn onder meer Algerijns, Aziatisch, Duits, Grieks, Nederlands, Portugees en Spaans. Bij deze steekproef werd geen opsplitsing gemaakt naar leeftijd. We weten dus niet hoeveel senioren van een andere etnische afkomst Genk op dit moment telt. Dat neemt niet weg dat we naar de toekomst toe zeker rekening moeten houden met deze senioren. Op termijn zullen zij de helft van alle Genkse senioren uitmaken, een significante doelgroep.
2.2
Horizonplan: lokaal seniorenbeleidsplan in Genk Sinds 1989 hebben de stad en het OCMW Genk een ouderenbeleidsplan, ‘Horizonplan’ genoemd. Het Horizonplan wordt uitgestippeld rond vier beleidsthema’s: wonen, maatschappelijke participatie, veiligheid & mobiliteit en gezondheidszorg & dienstverlening. Binnen het Horizonplan zijn er geen afzonderlijke doelstellingen voor senioren van een andere etnische afkomst. Het lokale seniorenbeleid in Genk richt zich tot alle senioren in al hun diversiteit. Het project ‘Toegankelijke zorg voor senioren van een andere etnische afkomst’ focust zich op de beleidsthema’s Maatschappelijke participatie en Gezondheidszorg & Dienstverlening. Via het bevorderen van de maatschappelijke participatie via allerhande activiteiten willen we de senioren van een andere etnische afkomst de weg wijzen naar de gezondheidszorg en dienstverlening. Omgekeerd willen we de gezondheidszorg en dienstverlening binnen bepaalde grenzen aanpassen aan de behoeften die we leren kennen via de maatschappelijke participatie.
9
3
PROJECTSTRUCTUUR CONCRETE UITVOERING PROJECT
Imams Voorzitters moskees
Stuurgroep: * * * * * * * * *
Lokale dienstencentra Woonzorgcentrum Sociale dienst woonzorgcentra Stedelijke integratiedienst Stedelijke dienst sociaal welzijn Acli Limburg AIF Turkse Unie van België Vrouwenhuis Winterslag
FI
GU
N
Allochtone gemeenschap EN
UR
G FI
UG
Lokale verenigingen (Vrouwencentrum Winterslag, Marokkaanse vereniging)
BR
D
SA AC ME TI NW ES E PR RK O IN JE G CT
RE
DRE MPE LVE RLA GEN
Hoofdactoren: Woonzorgcentra Lokale Dienstencentra via stuurgroep
FACILITEREND
ING ERK CT NW ROJE E M SA IES P T AC
Stedelijke Dienst Diversiteit & Educatie
UG
G
O
O AL
DI
BR
Basisscholen
10
4
DE WEG NAAR ONS DOEL
4.1
Bekend is bemind Wat we kennen, kunnen we beminnen. De eerste opdracht is dus kennis verwerven over de vragen en behoeften van senioren van een andere etnische afkomst. En ervoor zorgen dat deze senioren onze diensten en ons aanbod leren kennen. Pas dan kunnen we elkaar (leren) appreciëren en elkaar ontmoeten. Wat hiervoor doen? 1.
Richt een stuurgroep op. Waarom? Om te komen tot een gecoördineerde aanpak van het project. Wie? Alle actoren die een inbreng hebben in het project, samen met de doelgroep. Om te vermijden dat we enkel over de senioren van een andere afkomst praten, nodigden we vijf Limburgse Federaties uit: Acli Vlaanderen, Turkse Unie van België, Federatie Wereldvrouwen, vzw Internationaal Comité en AIF. Er werd gekozen voor de Federaties, en niet voor de lokale migrantenverenigingen, omdat de Federaties met professionelen werken in tegenstelling tot de verenigingen, die gestoeld zijn op vrijwilligers. De Federaties vertegenwoordigen bovendien als overkoepelende instantie meerdere verenigingen. Wat? De stuurgroep moet de verschillende acties voorbereiden en opvolgen en de vooropgestelde doelstellingen evalueren en waar nodig bijsturen.
2. Richt een bezoekteam op. De mosterd van een bezoekteam werd gehaald uit Denemarken, waar senioren ook aan huis bezocht worden. Het bezoekteam legt huisbezoeken af bij zelfstandig wonende senioren. Waarom? Om de senioren te laten kennismaken met het aanbod van hulp, voorzieningen en activiteiten. En om de vinger aan de pols te hebben bij senioren, zodat het dienstverlenende aanbod beter afgestemd wordt op de behoeften. Wie? Een maatschappelijk werker van de lokale dienstencentra. Wanneer een senior van een andere etnische afkomst wordt bezocht, schakelen we de hulp in van een sociale tolk om een eventueel taalprobleem te omzeilen. Een tolk die specifiek is opgeleid voor een sociale context, met name de welzijns- en gezondheidssector, onderwijs, tewerkstelling en sociale huisvesting, opvang, onthaal en begeleiding van asielzoekers en openbare dienstverlening van de overheden in het kader van hun maatschappelijke opdrachten naar de inwoners toe.
11
3.
Praat met de allochtone gemeenschap Waarom? Om meer specifiek de noden en vragen van senioren van een andere etnische afkomst te achterhalen. Wie? Sleutelfiguren van de lokale migrantenverenigingen, meer bepaald met imams (staan in voor de begeleiding van de allochtone gemeenschap en het gebed) en voorzitters van moskeeën (staan in voor het bestuur, het gebouw en de contacten met externen). Wat? Krachtlijnen van het gesprek: • Hoe kijken de allochtone gemeenschappen aan tegen ouderenzorg? “Binnen de allochtone gemeenschappen geldt de ‘zorgplicht’: kinderen zorgen voor de ouders indien deze zorgbehoevend worden, en dit omwille van het geloof. De ouders hebben voor de kinderen gezorgd, dus moeten zij omgekeerd ook zorgen voor de ouders. Dit geldt zolang er nabestaanden zijn en het medisch gezien nog mogelijk is. Anders wordt dit beschouwd als ‘harteloos’. Dit betekent dat men ouderen van Turkse of Marokkaanse origine zelden in een woonzorgcentrum zal zien. Zeker op korte termijn zal dit niet veranderen. Eventueel wel binnen 10, 15 jaar, maar dan nog… Als de kinderen uit werken gaan en de zorg toeneemt, geeft een van de kinderen zijn job op. Of, indien er geen kinderen zijn, nemen buren, de gemeenschap dit op. Als het medisch gezien niet meer mogelijk is de ouders thuis op te vangen (dit wordt door de kinderen zelf bepaald), zal de gemeenschap wel aanvaarden dat de oudere naar een woonzorgcentrum gaat. Thuiszorgdiensten zijn wel altijd welkom.” De allochtone gemeenschappen geven aan dat zij eigenlijk veel te weinig informatie hebben over het hele zorgvoorzieningenaanbod. TIP: als informatiekanaal gebruiken.
zeker
de
moskeeën
en
de
verenigingen
• Hoever moeten de woonzorgcentra gaan in het bieden van halalvoedsel? Is het voldoende om een alternatief te bieden voor varkensvlees? “Afzonderlijke bereiding en strikte scheiding zijn noodzakelijk. Zo mag bijvoorbeeld ook geen halalvoedsel uitgeschept worden met bestek waarmee daarvoor al andere voeding is uitgeschept.” • Hoe moeten de woonzorgcentra omgaan met dementerende ouderen die van eetgewoonte veranderen en bijvoorbeeld graag spek willen eten? “Onbewust kan men geen zonden maken, maar in feite ligt hier de verantwoordelijkheid bij de zorgverleners. Anders wordt het vertrouwen geschonden.”
12
• Kan
een
individuele
kamer
gebruikt
worden
als
gebedsruimte?
“Dit kan zeker. Best vermijden dat er gebeden wordt in een ruimte die men met schoenen betreedt, maar dit kan opgelost worden door een oprolmat te voorzien waarop gebeden kan worden. Het is ook belangrijk dat er in de gebedsruimte geen geloofssymbolen van andere godsdiensten (bv. kruis) aanwezig zijn.” • Welke voorzieningen moeten in de woonzorgcentra aanwezig zijn om te voldoen aan de rituele wassing voor het gebed? “Er moet een lavabo met stromend water zijn. Indien de senior, om medische redenen, zich niet meer ritueel kan wassen, volstaat het om een baksteen (= natuurelement) te voorzien die hij of zij kan aanraken alvorens te bidden.” • Welke voorzieningen moeten in de woonzorgcentra aanwezig zijn om de rituelen bij overlijden in acht te houden? “Binnen de allochtone gemeenschappen geldt de plicht om een zieke, stervende, overleden persoon te bezoeken. Dit heeft als gevolg dat er heel veel bezoek tegelijkertijd aanwezig is. Hierover kunnen wel altijd afspraken gemaakt worden. Bij een overlijden wordt best meteen de moskee gebeld, die de zorgverleners dan kan bijstaan in de noodzakelijke regelingen, afspraken met familie… Om alles vlekkeloos te laten verlopen, wordt bij de opname best al gevraagd bij welke moskee en bij welke verzekering de senior is aangesloten (de verzekering regelt alles bij een overlijden) .” • Waar moeten woonzorgcentra persoonlijke hygiëne gaat?
rekening
mee
houden
als
het
over
“De fysieke zorg wordt het liefst door een persoon van hetzelfde geslacht uitgevoerd. Een toilet en bad worden ook best gescheiden gehouden voor mannen en vrouwen. Eenzelfde sanitaire voorziening (bv. douche) kan wel voorzover deze individueel gebruikt wordt. Daarnaast hebben allochtonen een andere kijk op wat vuil en proper is.” VUIL Enkel zacht washandje gebruiken Met één washandje iemand inzepen en afspoelen (mengen van vuil en proper) Neus snuiten in zakdoek Enkel gebruik van toiletpapier Haren onder de oksels
PROPER Eerst een hard washandje, borstel, puimsteen… gebruiken, daarna een zacht washandje Spoelen met lopend water Neus spoelen met water Naspoelen met water (kraantje in de WC) Ontharen is deel van de persoonlijke hygiëne (oksel en schaamhaar)
• Hoever moeten woonzorgcentra gaan in het vrijetijdsaanbod op maat voor allochtonen? Bijvoorbeeld vraag naar satelliet tv. 13
“Tv-kijken (meer bepaald naar zenders uit het thuisland) is een van de belangrijkste bezigheden van allochtone ouderen.” Aandachtspunten: •
Op vlak van communicatie: een groot percentage van de 1ste generatie vrouwen is analfabeet en spreekt nooit of amper Nederlands met de kinderen. Door de beperkte kennis van het Nederlands vallen nuances weg, met als gevolg dat bepaalde uitspraken bot of onbeleefd overkomen (bv. “ik wil” in plaats van “ik zou graag”, “u moet” in plaats van “wilt u”). Bovendien worden enkele uitdrukkingen niet begrepen. Er zijn typische Vlaamse uitdrukkingen, zoals “ de deur staat altijd open voor u”, die niet begrepen worden door allochtonen. Anderzijds zijn er typische Turkse (“Mieren bijten in mijn hand”: tinteling) en Marokkaanse (“Mijn arm is dood”: slap, gevoelloos) uitdrukkingen, die verkeerd geïnterpreteerd worden door ons.
•
Op vlak van personeel: alle personeelsleden die in contact komen met de allochtonen moeten vorming en ondersteuning krijgen (dus niet alleen verplegend personeel, maar ook kamerzorg, keukenpersoneel…). Het is aan te raden ook personeel van een andere etnische afkomst aan te werven, weliswaar indien ze voldoen aan de gevraagde kwalificaties. Hierbij komen wel meteen enkele knelpunten naar boven: *
een zorgberoep wordt binnen de Marokkaanse en Turkse Gemeenschap beschouwd als een vrouwenberoep.
*
woonzorgcentra stellen vast dat jonge Turkse of Marokkaanse meisjes snel terug uit dienst gaan na een huwelijk of na het krijgen van kindjes.
14
4.2
Acties 1. Intakedossier Naar aanleiding van deze dialoog is besloten het intakedossier van het woonzorgcentrum aan te passen. In dit intakedossier worden de voornaamste gegevens genoteerd van een kandidaat-bewoner, om een opname zo vlot mogelijk te laten verlopen. Er wordt nu niet enkel gevraagd naar de nationaliteit, maar ook naar de etniciteit en de religie of godsdienstige overtuiging van de bewoner. Ook vragen we de contactgegevens van de verantwoordelijke / religieuze leider of moskeevereniging. We noteren of de bewoner een verzekering heeft afgesloten voor repatriëring naar het geboorteland (inclusief het vervoer van het woonzorgcentrum naar de luchthaven) indien hij of zij niet in België begraven wil worden. 2. Vorming personeel Daarnaast startten we met vormingen voor het personeel om hen te laten kennismaken met andere culturen en wat het betekent om op een correcte en professionele manier om te gaan met senioren van een andere etnische afkomst (zie punt 4.3). Zeker wat betreft de rouwfase bleek er veel onduidelijkheid en onwetendheid rond de gewoonten bij andere religies. Daarom maakten we een procedure ‘Zorg voor het overleden lichaam’, waarin we de verschillende gebruiken bij meerdere godsdiensten oplijstten. Deze procedure gebruiken we nu als leidraad wanneer een bewoner van een andere etnische afkomst overlijdt. 3. Infrastructuur De dialoog gaf ook stof tot nadenken over de infrastructuur van het nieuwe woonzorgcentrum Toermalien. Zo werd er een onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheid om satelliet-tv aan te bieden in Toermalien. Ook komt er in plaats van een ‘kapel’ een ‘stille ruimte’. Deze ruimte is naar het oosten georiënteerd en staat open voor verschillende religies. Moslims hechten erg veel belang aan hun geloof en hun gebed. Dat er voor hen een plaats wordt gecreëerd waarin zij kunnen bidden op hun manier stellen ze erg op prijs. 4. Vrijwilligers Tijdens de dialoog met de imams en voorzitters werd aangekaart dat er weinig vrijwilligers van allochtone afkomst in het woonzorgcentrum actief zijn. Het overlegplatform imams en voorzitters nodigde daarop het OCMW uit om een toelichting te komen geven over ‘het vrijwilliger zijn in het woonzorgcentrum’. Tijdens deze toelichting toetsten we af hoe vrijwilligers van een andere etnische afkomst gerekruteerd kunnen worden. Vooral het feit dat wij werken met vrijwilligers van Present en het Rode Kruis, bleek een drempel voor de allochtonen. Zij zijn bereid om vrijwilligerswerk te doen, maar liever niet in georganiseerd verband. Ze staan wel open om een rol te spelen in het leven van allochtone ouderen die weinig of geen bezoek krijgen in het woonzorgcentrum. De imams en voorzitters gaven te kennen steeds bereid te zijn om als tussenpersoon te fungeren om mogelijke vrijwilligers in contact te brengen met eenzame allochtone ouderen in het woonzorgcentrum.
15
4.3
Meet and greet Eens de kennis is verworven, volgt de grote test. Hoe verloopt alles in de realiteit? Wat gebeurt er als we elkaar ontmoeten? En waar loopt het mis?
4.3.1 1 + 1 = 3 Willen we ons doel bereiken, dan moeten we de krachten bundelen. We moeten samenwerken met diensten en actoren die ervaring hebben met werken met senioren van een andere etnische afkomst. •
Stedelijke dienst Diversiteit & Educatie De stedelijke Dienst Diversiteit & Educatie heeft als hoofddoelstelling de etnisch-culturele minderheden in Genk op eenzelfde manier aan onze samenleving te laten deelnemen als de autochtone Genkenaren. Om dat te bereiken adviseert en begeleidt de Dienst Diversiteit & Educatie andere stedelijke diensten en externe organisaties. Daarnaast sensibiliseert en informeert de dienst alle Genkenaren over de diversiteit in Genk. De dienst Diversiteit & Educatie werkte mee met de concrete uitwerking van enkele activiteiten en leverde ons bovendien diverse contacten.
•
Migrantenfederaties De migrantenfederaties (zie 4.1) hielpen ons contacten leggen met allerhande verenigingen, om samen met hen activiteiten te organiseren en behoeften van senioren van een andere etnische afkomst te achterhalen.
•
Verschillende Genkse basisscholen Kinderen brengen hun grootouders op de been. Dat blijkt in elke cultuur zo te zijn. Samenwerken met basisscholen met veel kinderen van allochtone afkomst is een garantie op succes om grootouders van een andere etnische afkomst te bereiken.
•
Andere lokale actoren
Marokkaanse vereniging
Vrouwenhuis Winterslag: het Vrouwenhuis is een vzw met als doelstelling de participatie, emancipatie en integratie van vrouwen van een andere etnische afkomst in onze samenleving.
De samenwerking met lokale actoren verkleint de kloof tussen allochtoon en autochtoon. Zij kennen de taal en kennen de cultuur door en door, ze kennen de gevoeligheden, ze weten hoe mensen van hun etnische afkomst benaderd willen worden. We mogen niet wachten tot allochtonen naar onze organisatie komen voor informatie en aanbod. We moeten hen bewust opzoeken. Belangrijk hierbij is dat het profiel van de contactpersoon past bij de te bereiken doelgroep.
16
•
Brugfiguren Brugfiguren zijn van cruciaal belang om senioren van een andere etnische afkomst te benaderen, zo leerden we uit de vergaderingen van de stuurgroep en tijdens de georganiseerde activiteiten. Een goede brugfiguur maakt vaak het verschil tussen het al dan niet bereiken van allochtonen. Wat zijn goede brugfiguren? Welke eigenschappen moeten zij hebben? Moeten zij vooral in de allochtone gemeenschap gekend zijn? Of moeten zij net helemaal geïntegreerd zijn in de Belgische samenleving om hun rol als brugfiguur optimaal te kunnen uitoefenen? Onze ervaring leert dat brugfiguren in eerste instantie gekend moeten zijn bij de senioren van een andere etnische afkomst. Ze moeten de taal spreken en de gewoonten kennen om het vertrouwen te kunnen winnen. Turkse en Marokkaanse senioren communiceren hoofdzakelijk mondeling. Vaak zijn ze analfabeet en bovendien zit de praatcultuur hen veel meer in de genen. Concreet komt het erop neer dat senioren van een andere etnische afkomst het best via huisbezoeken worden bereikt. En dan is het belangrijk dat er iemand aan de deur verschijnt die ze vertrouwen. Enkel zo kunnen allochtonen overtuigd worden om uit het huis te komen en deel te nemen aan activiteiten die ze niet zelf georganiseerd hebben. Anderzijds moeten de brugfiguren voldoende geïntegreerd zijn in de Belgische samenleving en organisatie. Ze moeten de mogelijkheden van de organisatie kennen en -nog belangrijker- de grenzen van die mogelijkheden. Het is belangrijk dat meteen duidelijk gemaakt wordt wat er kan en wat niet. Amina Serhane van de Marokkaanse vrouwenvereniging ‘Zara El Mohajhira’ over haar rol als brugfiguur. Ik vind het belangrijk dat vrouwen van verschillende culturen samen leven en met elkaar leren omgaan, daarom doe ik dit. Ik zie dat veel Marokkaanse vrouwen altijd thuis zitten voor de tv. Ik vind het een beetje mijn morele taak om die vrouwen uit huis te halen en hen te stimuleren om samen dingen te doen. Of ik hier ook in slaag? Mijn doel is eigenlijk ook wel een beetje om de vrouwen op eigen benen naar activiteiten te laten gaan, maar daar ben ik nog niet helemaal in geslaagd. Als ik niet het initiatief neem en als ik niet meedoe aan activiteiten, dan komt er niets van in huis. Ik probeer ze zoveel mogelijk te stimuleren en ik probeer ook de jongeren te stimuleren om zoveel mogelijk met hun ouders aan Belgische activiteiten deel te nemen en niet alleen naar Marokkaanse bijeenkomsten en zo te gaan. Ik hoop dat zij tenminste mijn raad zullen opvolgen.
17
4.3.2 Voorbeelden activiteiten Eten is in. We worden vandaag om de oren geslagen met kookprogramma’s op tv. Ook onze activiteiten waar eten wordt opgediend of waar we via eten verschillende culturen bijeenbrengen zijn steevast een succes. Op één voorwaarde, zo ondervonden we met vallen en opstaan: mensen met een islamitische achtergrond moeten zelf hun ingrediënten kunnen kopen. Pas dan vertrouwen ze het eten en genieten ze ervan. Kochten wij zelf halalvoedsel, werd er vaak niet van gegeten. De activiteit ‘Info hou het droog voor Belgische en Marokkaanse senioren’ leerde ons een belangrijke les. Deze informatiesessie over bekkenbodemspieren kwam er op vraag van de Marokkaanse senioren zelf. Ze bestond uit twee delen: in een eerste sessie kregen ze informatie, tijdens een tweede bijeenkomst konden ze de theorie omzetten in de praktijk. Bij de eerste sessie kwamen de Marokkaanse vrouwen veel te laat opdagen. Blijkbaar viel het beginuur van de activiteit samen met het gebeduur. Bij de tweede sessie voorzagen we daarom matjes in de ruimte om te bidden. Dit werd zeer goed onthaald en iedereen was op tijd. Een erg succesvolle activiteit was het bezoek van enkele bewoners van het woonzorgcentrum Herfstvreugde aan een Turks gezin. Bedoeling was de senioren te laten kennismaken met de Turkse cultuur en gewoonten. “We werden heel gastvrij ontvangen. Enkele bewoners hadden toch wel wat vooroordelen, maar die verdwenen als sneeuw voor de zon eens we daar waren,” vertelt animatieverantwoordelijke Bernadette Wevers. “Ze dachten bijvoorbeeld dat de thee veel te zoet zou zijn en gingen er niet van drinken. Tot ze ervan proefden! Onze bewoners lieten zich de talrijke Turkse specialiteiten die ze aangeboden kregen welgevallen.” De Turkse vrouwen praatten openlijk over hun levens en gingen geen onderwerp uit de weg. “Er werd openlijk gesproken over de verschillen tussen Belgen en Turken en over het geloof. Er werd zelfs samen gebeden!” zegt Bernadette. “En naarmate de middag vorderde, kwamen meer en meer Turkse dames binnenwandelen”, vult Petra Koolen, ergotherapeut in Herfstvreugde aan. “Het was erg gezellig. We hebben dan ook meteen een afspraak gemaakt om het Turks gezin uit te nodigen in het woonzorgcentrum. Kwestie van hen te laten kennismaken met Herfstvreugde, want bij de Turken is het (nog) niet de gewoonte dat ouderen naar een woonzorgcentrum gaan. De Turkse dames zullen in elk geval op een hartelijke ontvangst kunnen rekenen!”
18
Ook het bezoek van de bewoners van Heiderust aan een moskee in Waterschei werd erg gesmaakt. De voorzitter van de moskee had speciale matten laten uitrollen, zodat ook de rolstoelbewoners een kijkje konden nemen in de gebedsruimte zelf. Het werd een unieke ervaring voor de bewoners, zeker voor de Turkse bewoonster. Bij haar kwamen de herinneringen weer naar boven, en dat deed haar zichtbaar deugd.
In mei 2011 gingen enkele bewoners van het woonzorgcentrum Herfstvreugde op bezoek naar het Vrouwenhuis Winterslag (zie 4.3.1). Deze uitstap was het begin van een hechte samenwerking tussen het Vrouwenhuis en Herfstvreugde. Enkele maanden later besloten enkele vrouwen van het Vrouwenhuis elke maand een bezoek te brengen aan het woonzorgcentrum, waarbij ze deelnamen aan activiteiten. De samenwerking bleek erg interessant en nuttig, want het aantal vrouwen dat meekwam groeide elke maand. Hoewel we het succes van onze activiteiten nooit wilden meten aan de hand van cijfers, bleek toch dat we steeds meer en meer allochtone ouderen bereikten. Het multiculturele lentefeest in maart 2012 lokte maar liefst 70 senioren van Italiaanse, Turkse, Marokkaanse, Spaanse en Belgische afkomst naar Winterslag. De hoge opkomst was vooral te danken aan de talrijke huisbezoeken die werden afgelegd, vooral door het Vrouwenhuis Winterslag. Een intensief en tijdrovend werk, maar het werd beloond. Opnieuw werden we erop gewezen dat zeker Turkse en Marokkaanse senioren erop rekenen mondeling en persoonlijk te worden aangesproken.
19
4.4
Medewerkers Naast het organiseren van allerlei activiteiten startten we met vormingen voor het personeel van de woonzorgcentra met het oog op kennismaking met de andere culturen in Genk en reflectie over de betekenis hiervan in de werking van de seniorenvoorzieningen. Tijdens teamvergaderingen keken de verzorgenden en verpleegkundigen de film “Oud worden… waar dan ook”, waarin ze zagen hoe senioren van verschillende origine aankijken tegen oud worden en een opname in een woonzorgcentrum. Op basis van deze film verzamelden we de ervaringen van het personeel en bespraken we hun bevindingen. Vervolgens nodigden we ze uit in de Turkse moskee van Sledderlo, waar ze algemene info kregen en info over de moskee, het gebed en de cultuur. Daarna vond een gesprek plaats met artsen van allochtone afkomst, gevolgd door een theeceremonie. Over het algemeen waren de reacties van het personeel erg positief. Vooral de dialoog met de artsen was erg interessant en leerrijk. De aangehaalde voorbeelden bleken erg herkenbaar en de aangereikte oplossingen en aanbevelingen werden ter harte genomen. De artsen bevestigden onder meer dat er grenzen mogen gesteld worden aan de eisen van allochtonen. Deze vorming, samen met de nieuwe procedure ‘Zorg voor het overleden lichaam’ (p. 12) gaven de medewerkers meer zelfvertrouwen in hun omgang met bewoners van een andere etnische afkomst.
20
5
DO’S AND DON’TS
5.1
Do’s Wat moeten we zeker doen om senioren van een andere etnische afkomst te bereiken? Waarmee moeten we rekeningen houden? Onze ervaring leert ons het volgende: •
Werk samen met verenigingen die mensen van een andere etnische afkomst kunnen overhalen om deel te nemen aan activiteiten. Deze verenigingen hebben bovendien vaak goede connecties met voorzitters van moskees en imams, waardoor de informatie efficiënt kan worden verspreid.
•
Schakel een allochtone medewerker in. Allochtone senioren vinden het belangrijk dat ze iemand ter beschikking hebben die hun taal spreekt, die hun cultuur kent en die aandacht heeft voor de culturele verschillen.
•
Spreek senioren van een andere afkomst persoonlijk aan. Zij verkiezen mondelinge informatieoverdacht en uitleg. Huisbezoeken zijn een must als je allochtonen wilt bereiken. Bovendien vinden ze het belangrijk dat je communiceert in hun eigen taal. Uitnodigingen afficheren en opsturen is niet voldoende.
•
Schakel een sociale tolk in. Dankzij hen krijgen senioren van een andere etnische afkomst informatie in hun eigen taal.
•
Laat allochtonen best zelf de ingrediënten kopen bij een eetactiviteit. Voedsel dat ze niet zelf kochten, wantrouwen ze vaak en eten ze dus niet. Het is al gebeurd dat een tafel vol eten onaangeraakt bleef omdat ze twijfelden of het voedsel wel halal was. De autochtone senioren interpreteerden dit als ondankbaar, wat wrevel opwekte tussen de culturen.
•
Besteed de nodige aandacht aan de locatie. Deze speelt een belangrijke rol in het succes van een activiteit. Mensen met een andere etnische afkomst worden niet graag uit hun omgeving gehaald om aan activiteiten deel te nemen. Onbekend is onbemind. Bovendien voorzie je best een ruimte om te bidden.
•
Hou het klein. Kleine activiteiten hebben het grootste succes. Denk aan ons geslaagde bezoek van enkele bewoners van Herfstvreugde aan een Turks gezin. Klein aanpakken is dus de boodschap.
•
Wil je veel mensen bereiken, dan zijn er 2 succesformules: schakel de kleinkinderen in (via bijvoorbeeld samen te werken met een school met veel kinderen van een andere etnische afkomst) en voeg een wedstrijdelement toe. In het verleden organiseerden de lokale dienstencentra een ‘Miss Oma en Mister Opa’ verkiezing, waarbij grootouders van verschillende origine met hun kleinkinderen het tegen elkaar opnamen. Hier kwamen steevast een pak familieleden op af die met man en macht supporterden voor ‘hun’ oma en opa. Er heerste een gezonde strijdlust, maar tegelijkertijd maakte iedereen kennis met de gewoonten, klederdracht en traditionele dansen en liederen van de verschillende nationaliteiten.
21
•
Zorg voor vervoer voor de allochtonen naar de activiteiten.
•
Zorg voor structurele evaluatiemomenten. Wij deden dit aan de hand van een ‘actiefiche’. Hiermee kan je elke activiteit toelichten en evalueren. Ze zijn zodanig ontworpen dat je ze met zo weinig mogelijk administratieve rompslomp kunt invullen en je toch een volledig beeld geven van de activiteit.
•
Focus op kwaliteit. Onze ervaring leerde dat je dan automatisch een kwantitatief effect krijgt.
•
Informeer bij een opname van Marokkanen en Turken in het woonzorgcentrum naar de streek waar ze zijn opgegroeid. Marokkanen en Turken zijn in de samenleving georganiseerd aan de hand van hun nationaliteit en zijn daardoor een erg heterogene groep, met verschillende religies en verschillende belevingen ervan. Dit in tegenstelling tot Joden, die georganiseerd zijn aan de hand van hun religie, en je daardoor als vrij homogene groep kunt benaderen.
•
Vraag bij de opname bij welke verzekering en moskee ze zijn aangesloten. Deze kunnen een grote hulp betekenen bij een overlijden.
•
Hecht belang aan de persoonlijke verzorging van senioren met een andere etnische afkomst. Allochtonen scheren de okselharen en de schaamstreek. Dit is voor hen heel belangrijk. Als dit niet gebeurt, voelen ze zich onrein. Turken willen bovendien met veel water gewassen worden, en niet enkel met een washandje.
•
Hou er rekening mee dat allochtonen eten beschouwen als een medicijn. “Als je ziek bent, moet je veel en goed eten.” Diëten, bijvoorbeeld voor een nierdialyse, is daarom voor hen moeilijk te aanvaarden.
22
5.2
Don’ts •
Sociale tolken spelen een belangrijke rol. Een goede tok vertaalt correct en enkel wat er daadwerkelijk gezegd wordt, zonder zijn of haar eigen mening toe te voegen. Schakel nooit tegelijkertijd meerdere tolken in bij één multiculturele activiteit. Dit is erg verwarrend voor de deelnemers. De tolk moet bovendien enkel tolken. Hij of zij moet signalen uit de groep kunnen opvangen, en dit kan niet als hij of zij ook nog voor verantwoordelijk is om alles in goede banen te leiden.
•
Pak het niet te groot aan: de verschillende culturen integreren dan niet, ze blijven per cultuur gegroepeerd, waardoor er geen effectieve contacten ontstaan tussen de verschillende culturen.
•
Organiseer geen activiteiten tijdens het gebeduur. Moslims geven voorrang aan hun geloof. Denk aan de activiteit ‘Info hou het droog’ voor Belgische en Marokkaanse senioren (p. 18).
Conclusies Samenwerken met •Verenigingen •Basisscholen – intergenerationeel werken! •Brugfiguren – tolken
1 2
Persoonlijk contact in eigen taal (huisbezoeken)
3 4
Zorgen voor vervoer Eetactiviteiten werken, indien allochtonen zelf ingrediënten mogen kopen
Locatie: dichtbij + ruimte voor gebed (tijd + lokaal)
Groots aanpakken culturen integreren niet!
23
6
FINANCIERING EN WETTELIJKE OMKADERING De lokale dienstencentra zijn de ideale laagdrempelige voorzieningen om senioren van een andere etnische afkomst te bereiken. Zij slagen hierin dankzij de vele intensieve huisbezoeken die zij afleggen en de vele lokale contacten die ze onderhouden. Dit kost veel tijd, maar ook veel geld. En dit is een knelpunt. De subsidiëring die de lokale dienstencentra van de Vlaamse overheid krijgen is niet altijd toereikend. Het is dus een lokale beleidskeuze om hierin geld te investeren. Genk telt vijf lokale dienstencentra, verspreid over het grondgebied. Hierdoor kan er echt buurtgericht gewerkt worden, wat nodig is om allochtonen aan te spreken en hen te overhalen om deel te nemen aan activiteiten. Dit gaat ook op voor andere doelgroepen die moeilijk te bereiken zijn. Het woonzorgcentrum worstelt dan weer met de beeldvorming van allochtone senioren dat het verblijf voor hen er onbetaalbaar is. Het OCMW van Genk werkt daarom heel anticiperend rond rechtenonderzoek en aanvragen van tegemoetkomingen. Bovendien worden er inspanningen geleverd om ervoor te zorgen dat ook het personeel bestaat uit een gezonde mix van allochtonen en autochtonen. Maar ook dit is niet evident. Zoals eerder aangehaald wordt een zorgberoep binnen de Marokkaanse en Turkse gemeenschap beschouwd als een vrouwenberoep. Daarnaast zien we dat jonge Turkse of Marokkaanse meisjes snel terug uit dienst gaan na een huwelijk of kindjes. Wettelijke verplichtingen hieromtrent zijn er niet.
7
DE TOEKOMST Senioren van een andere etnische afkomst zijn wel degelijk te bereiken via de lokale dienstencentra. Hierin blijven we dan ook verder investeren. Voor de woonzorgcentra lijkt het nog te vroeg. De meeste senioren van een andere etnische afkomst zijn gewoonweg nog niet klaar om naar een woonzorgcentrum te gaan. De zorgplicht is nog erg ingebakken in hun cultuur. De tijd zal uitwijzen of en wanneer senioren van een andere etnische afkomst de weg naar de woonzorgcentra zullen vinden.
8
BIJLAGEN • •
Actiefiche: op te vragen Projectplan: op te vragen
24