Tllolsti#s
Topconsortium Kennis en lnnovatie (TKl) Logistiek Project Plan en -aanvraag
4C in bouwlogistiek
lmo€l¡on lor tllc
Datum: Referentie: Versie: Bijlagen:
:30 september 2013 :TNO-OFF-2013-3546-NW-lVD :final :5
2
Ref.
T
N
O-O
FF
-20 1 3-3546-NW-|VD
Projectaanvraag 4C in bouwlogistiek A.
Projectnaam en -duur
Projectnaam:
4C in bouwlogistiek
Thema roadmap
X
Type onderzoek:
tr tr tr tr tr X
tr X
Cross Chain Control Centers (4C) Synchromodaliteit Douane Service Logistics Suoplv Chain Finance Fundamenteel onderzoek (private bijdrage minimaal 15%) lndustrieel onderzoek (private bijdrage minimaal 50%) Experimentele ontwikkelin g (private bijdrage minimaat 75%) Exploitatie i nnovatiecluster
november20l3
Venryachte startdatum:
1
Verwachte einddatum:
31 oktober20l8
Doorlooptijd in maanden:
60 maanden
(aantal maanden vanaf positief besluit TKI Bestuur)
B. Projectindiener Bedrijf / organisatie:
TNO Mobiliteit
Contactpersoon:
lr. S.A. van Merrienboer
E-mailadres:
Siem.vanmerrien boer@tno.
Telefoonnummer:
0888663873
Tekenbevoegd:
MichielJak
Financiële administrateur:
Kees Bouman
E-mailadres:
[email protected]
Telefoonnummer:
0888663054
Bezoekadres indiener:
Van Mourik Broekmanweg 6
Postcode:
2628X8
Postadres:
Postbus 49
Postcode:
2600 AA
Stad: Delft
Bankrekeningnummer:
065.12.67.862
Bank: ING
n
I
Mobiel: 0623710697
Mobiel:
Stad: Delft
Bank
lStaO: Rotterdam
3
Ref. TNO-OF
C.
F
-2013-3546-NW-lVD
Projectleider
Bedrijf / organisatie:
TNO Mobiliteit
Contactpersoon:
Nina Waldhauer
E-mailadres:
nina.waldhauer@tno. nl
Telefoonnummer:
0888661 692
D.
Mobiel: 0652803593
Partnersin samenwerkingsverband
Naam organisatie
Type organisatie
Bijdrage in geld Partner zal gebruik maken of natura van lKS. (in EUR)
MKB
Methode Bouwend Nederland
Branchevereniging
N.v.t
EUR 10.200,-
Ja
Transport en Logistiek Nederland
Branchevereniging
n.v.t.
EUR 10.200,-
Ja
Connekt
PPS
n.v.t.
EUR 10.200,-
Ja
RWS
Overheid
n.v.t.
EUR 10.200.-
Ja
TU Delft
Kennisinstituut
n.v.t.
EUR 10.000,-
Ja
Hogeschool Rotterdam
Kennisinstituut
n.v.t.
EUR 10.000,-
Ja
Hogeschool Utrecht
Kennisinstituut
n.v.t.
EUR 10.000,-
Ja
TNO
Kennisinstituut
n.v.t.
n.t.b.
Bedr¡f
2
EUR 4.400,-
Ja/nee
n.t. b.
Bedrijf
?
EUR 4.400,-
Ja/nee
n.t.b.
Bedrijf
2
EUR 4.400,-
Jalnee
n.t. b.
Bedrijf
2
EUR 4.400,-
Jalnee
n.t.b.
Bedrijf
?
EUR 4.400,-
Jalnee
n.t.b.
#ó¡'Ji
?
EUR 4.400,-
Jalnee
n,t.b.
#o;ui
?
EUR 4.400,-
Jalnee
n.t.b.
Bedrijf
? voor
panner z
Ja
EUR 4.400,op een
Jalnee met
Agentschap NL Stuur hetTKl Bureau a u gebru¡ken
b een kopie
van de verklaring van Agentschap NL waar¡n staat vermeld dat deze partner ¡s toegestaan om de IKS methode te
4
Ref. TNO-OFF-20 1 3-3546-NW-lVD
E.
Projectbegroting
Totaal subsidiabele projectkosten
:
Jaar 1: EUR 250.000,- (totaal: EUR 1.250.000,-)
Gevraagde TKlToeslag:
Jaar 1: EUR 115.000,- (totaal: EUR 575.000,-)
Totaal bedrag cofinanciering:
Jaar 1: EUR 125.000,- (totaal: EUR 625.000,-)
Andere aangevraagde/toegekende subsid ies:
Jaar 1: EUR 10.000,-
Bron van andere subsidies (NWO, TNO, etc.):
TNO
Soort subsidies:
F.
Handtekeningen
Door het ondertekenen van dit formulier, verklaar ik dat alle vereiste documenten bijgesloten zijn en dat ik bekend ben met de condities van de TK|-regeling.
Handtekening:
lndienen bij Bureau TKI Logistiek: Per e-mail, graag alle documenten in PDF, maar ook de originele Word en Excel documenten naar tenders@dinalog. nltenders@dinaloo. nl;
-5Ref. TNO-OFF -2013-3546-NW-lVD
Projectplan 4C in bouwlogistiek Het projectplan bestaat uit de volgende 6 delen: o Samenvatting o A. Motivatie en projectdoelstellingen B. Activiteiten/werkpakketten C. Consortium en projectorganisatie o D. Evaluatie E. Valorisatie en implementatie
. . .
Samenvatting De samenvatting is maximaal 1 A4 en zal voor communicatiedoeleinden gebruikt worden.
Onder meer de volgende elementen: Motivatie en doelstellingen
Activiteiten/werk pakketten Verwachte resultaten lnnovativiteit Valorisatie strategie en implementatiestrategte Met name in de bouwsector is een inhaalslag nodig op het gebied van ketenregie en 4C (Cross Chain Control Center). Het hier voorgestelde innovatiecluster geeft invulling aan deze ambitie binnen de sector bouw. Binnen het innovatiecluster worden in verschillende deelprojecten nieuwe concepten voor ketenregie en distributie ontwikkeld en vervolgens in de praktijk bij concrete bouwprojecten getest met de in het innovatiecluster deelnemende bedrijven. De kennis en ervaringen die daarmee worden opgedaan, worden door de deelnemende partners en via bestaande structuren gedeeld binnen de bouwsector. De concepten zijn specifiek gericht op de problematiekvan de bouwlogistiek in brede zin, dus voor zowel woningbouw, utiliteitsbouw als infrastructuurbouw. Daarnaast bestaat er binnen dit project voor de binnenstedelijke problematiek van de bouwlogistiek een overlap tn toepassing van de kennis en technologie die ontwikkeld wordt voor het toepassingsgebied stedelijke distributie. De doelstelling van het TKI innovatiecluster '4C in bouwlogistieK is het bevorderen van intensieve kruisbestuiving en het uitwisselen van kennis en deskundigheid van duuzame ketenregieconcepten tussen partijen in de bouwsector en daaraan gerelateerde bedrijven gericht op bouwlogistieke processen voor woningbouw, utiliteitsbouw en infrastructuur. Hierdoor wordt draagvlaken adoptie gecreëerd wat een uiteindelijke implementatie in de dagelijkse praktijk mogelijk maakt. Het voorgestelde innovatiecluster beslaat 4 werkpaketten die de hoofddoelstellingen van het project 4C in bouwlogistiek weergeven. Werkpakket 1 gaat over4 geplande showcases. ln een proeftuinomgeving worden één klein, één middelgroot en twee grote bouwprojecten als pilots gebruikt om nieuwe bouwlogistieke concepten, -oplossingen, -samenwerkingsverbanden en -technologieën t.b.v. pilot bouwprojectet in de praktijkte testen. De activiteiten in werkpakket I omvatten het opstellen van een referentiebibliotheek als basis voor de keuze van de showcase-projecten (activiteit 1), de vier showcases (activiteiten 2 - 5) en het ontwikkelen van een implementatiestrategie op basis van de resultaten uit de pilots (activiteit 6). Werkpakket 2 omvat alle activiteiten die nodig zijn voor het opzetten van een bouwlogistieke controltower. De volgende activiteiten vallen hieronder: het opstellen en implementeren van een ICT infrastructuur (activiteit 1); het opstellen van een set prestatie indicatoren voor bouwlogistiek (activiteit 2); het ontwikkelen van een assessment tool voor bouwlogistiek (activiteit 3); het inrichten van de fysieke bouwlogistieke controltower (activiteit 4).Werkpakket 3 betreft het initiëren van studentonderzoeken waarin innovatieve en in de praktijk
6-
Ref. TN O-O
FF
-20 1 3-3546-NW-|VD
toepasbare ketenregieconcepten ontwikkeld en uitgewerktworden. Alle activiteiten ter kennisdisseminatie zijn samengevat in werkpakket 4. Ditzqn het organiseren van conferenties en netwerkbijeenkomsten (activiteit 1), het publiceren van rapportages en publicaties (activiteit 2), het communiceren van resultaten via social media (activiteit 3) en het inrichten van een eenvoudig informatiecentrum voor ondernemers werkzaam in de bouwsector (activiteit 4). De activiteiten voor het managen, evalueren en monitoren van het project lopen parallel met de inhoudelijke werkpakketten en zijn ondergebracht in werkpakket 5. De resultaten van het TKI innovatiecluster bestaan uit: Een bouwlogistieke controltower voor het testen van bouwlogistieke ketenregieconcepten. Een assesmenttool voor het meten en monitoren van logistieke prestaties tijdens de u itvoering van bouwprojecten. Analyseresultaten uit 4 proeftuinen voor het toepassen en testen van nieuwe bouwlogistieke ketenregieconcepten, nieuwe bouwlogistieke oplossingen en nieuwe technologieën in een praktijkomgevin g met realistische pilot-bouwprojecten. Bouwlogistieke ketenregieconcepten gebaseerd op specifieke samenwerkingsverbanden tussen consortiumpartners betrokken bij het realiseren van (pilot) bouwprojecten. Een eenvoudig informatiecentrum voor ondernemers om deze te helpen de beschikbare kennis en ervaringen in hun eigen arbeidspraktijk in te bedden. Een uitgewerkte en afgestemde strategie voor het verdere implementeren van resultaten na afloop van het project. Rapportages en registraties (documentaire filmmateriaal) van onderzoeken en pilotprojecten, publicaties van de resultaten en verslagen van conferenties en netwerkbijeenkomsten
1.
2. 3.
4.
5.
6. 7.
Kennisdisseminatie vormt een essentieel onderdeel van dit projectvoorstel en bestaat uit 4 hoofdonderdelen: Kennisuitwisseling via conferenties en netwerkbijeenkomsten Kennisdisseminiatie via publicatie en rapportages Verdere verspreiding via social media lnformatiecentrum voor ondernemers in de bouwsector
1.
2. 3.
4.
Door verschillende kanalen te gebruiken kunnen verschillende groepen bereikt worden en verschillende type kennis en nieuws gecommuniceerd worden.
lmplementatie van 4C concepten (bouwlogistieke ketenregieconcepten) is geen doel maar een studieondenryerp binnen de proeftuinen van het project. Een gezamenlijk uitgewerkte implementatiestrategie is het beoogde resultaat van het project om de implementatie binnen de sector na afloop van het innovatiecluster te vergemakkeh¡ken.
A. Motivatie en projectdoelstellingen Motivatie Deze sectie beschrijft de motivatie voor het initiëren van het project, de onderliggende actuele problemen van het project en de urgentie om de problemen te adresseren.
De bouwsector in Nederland De totale bouwsector in Nederland is jaarlijks goed voor ruim 5% van het bruto binnenlands product (bbp) met een jaarlijkse productie van 53 miljard euro. De bouwsector biedt werk aan ruim 450.000
7-
Ref. TNO-OF
F
-2013-3546-NW-IVD
mensen'. De bouwsector is hiermee één van de belangrijke drijvers van de Nederlandse economie. De winstgevendheid van de bouwsector staat blijvend onder druk. De Nederlandse bouwsector heeft, net als in heel Europa, erg veel last van de steeds striktere bezuinigingsmaatregelen van overheden en financieringsbeperkingen bij banken2. Daarbij komt dat de recessie de bouwsector zeer hard treft met negatieve gevolgen voor bouwbedrijven en haar personeel. Voor de middellange termijn wordt een beperkt herstel van de bouwsector venryacht3, maar inmiddels ontstaat het beeld dat de bouwsector zich zal moeten aanpassen aan een voorlopig blijvend lager productievolumea. Een indicator voor de huidige situatie in de bouwsector is het grote aantal faillissementen in de sector (2Oo/o van het aantal faillissementen in de eerste helft van 2013 betrof bedrijven in de bouws).
Daarnaast is in de bouwsector sprake van lage winstmarges van veelal 1 â 2o/o6. Deze slechte resultaten worden onder andere veroorzaakt door een inefficiënt en beperkt doelmatig bouwproces waarbij ook de duurzaamheid (in termen van COz en fijnstof uitstoot en veiligheid) te wensen over laat. Zeker in het licht van de milieudoelstellingen, die veel gemeenten en andere overheden zich hebben gesteld, worden de veiligheids- en milieuproblemen steeds nijpender. Bedrijven die in bouwketens opereren worden geacht een brjdrage te leveren aan het verminderen van de veiligheidsen milieuproblemen o.a. door het verminderen van de CO2 uitstoot. De huidige praktijk van de toelevering aan bouwprojecten is een complexe aaneenschakeling van vele verschillende direct en indirect betrokken partijen die invloed hebben op de randvoorwaarden van het logistieke proces: opdrachtgever, hoofdaannemer, onderaannemers, toeleveranciers, logistiek dienstverleners en vervoerders, provinciale en gemeentelijke overheidsinstanties en omwonenden. lntegrale ketenregie over deze logistieke stromen van bouwprojecten ontbreekt op dit moment binnen de gehele bouwsector. Dit zorgt voor problemen van verschillende aard voor de betrokken bedrijven in de bouwketen. Zo ervaren toeleveranciers onvoorspelbaarheid in de bevoorrading door onvoldoende gedetailleerd plannen. Als gevolg van 'last-minute' plannen is afstemmen van productie en voorraad op de door de bouwplanning ingegeven vraag naar bouwproducten moeilijk. Het grootste probleem voor transporteurs is de lage beladingsgraad, mede veroozaakt door'last-minute' of, 'dedicated' leveringen aan verschillende bouwplaatsen in de (binnen)stad. Daarnaast ondervinden transporteurs onduidelijkheden in de eisen voor aanleveren, de beperkte toegankelijkheid van bouwterreinen en de ongestructureerde communicatie met uitvoerders.T Om tot andere samenwerkingsvormen te komen moeten de betrokken part¡en bereid zijn gegevens te delen. Veel partijen in de bouwlogistieke keten hebben evenwel tot nu toe onvoldoende inzicht in de kosten en de tijd die zijn verbonden aan het logistieke proces van het beleveren van bouwprojecten. Daar waar zrl wel inzicht hebben, zijn zi) vooralsnog niet bereid deze informatie te delen. Een belangrijke oorzaak van dit gebrek aan inzicht wordt veroorzaakt door de traditionele cultuur en "oude" business models in de bouwsector. Zo worden nog steeds alle bouwmaterialen franco geleverd op de bouwplaats en is het onduidelijk wat de logistieke kostencomponent is in de kosten die aan de hoofd- en of onderaannemer in rekening worden gebracht.
Diverse factoren leiden tot kwaliteitsproblemen, overschrijding van opleverdata, onnodige kosten en de nodige faalkosten. Het oplossen van deze problematiek lijkt uitgesloten zonder een afdoende coördinatie van de bouwprocessen, of zonder een goede onderlinge afstemming of samenwerking, I 2
http://www.bouwendnederland.nl/organisatie, geraadpleegd op l8 Kengetallen in de bouw, KPMG, 2012
3 a
juli20l3
TNO Bouworoenoses 2011-2016
Kengetallen in de bouw, KPMG,2012 t PBl3-046, Recordaantal faillissementen in eerste helft van 2013, CBS, I I juli 2013 6 Kengetallen in de bouw, KPMG, 2012
8-
Ref. TNO-O
FF
-2013-3546-NW-lVD
Een benadering vanuit de 4C gedachte lijkt hierbij dus een oplossing te bieden voor de bouwlogistieke keten. Uit ondezoek in het kader van het SIA-RAAK MKB project, Duuzame Ketensamenwerking BijBinnenstedelijke Bouwprojecfen dat is uitgevoerd door Hogeschool Rotterdam en het platform Logistiek in de Bouw, blijkt dat een goed gecoördineerd bouwproces kan leiden tot aanzienlijke verbeteringen. Resultaten vanuit dit ondezoek tonen onder andere aan dat een goed gecoördineerd bouwproces kan leiden tot: een verhoging van de arbeidsproductiviteit op de bouwplaats van 4,5o/o-24,60/o in vergelijking met een huidige arbeidsproductiviteit van ca. 40o/o-50o/o9. Dit draagt bij aan een besparing op de pro¡ectsom van 2o/o-lo/oe. een verlaging van de inkoopwaarde van de goederen met 10 -20%, bijdragend aan een verlaging van de directe materiaalkosten van 2,5o/o - 5o/o van de projectsoml0. een verhoging van de beladingsgraad van de vrachtwagens, waardoor (bij gebruik van een ontkoppelpunt vóór de bouwplaats) er een reductie van het aantal vervoersbewegingen naar de bouwplaats kan worden gerealiseerd van 4OYo11 .
Een verhoging van de arbeidsproductiviteit en een verlaging van de materiaalkosten heeft een direct en aanzienlijk effect op de winstgevendheid van de bouwbedrijven. Deze kosten zijn de grootste kostenposten voor een bouwbedrijf met respectievelijk ca. 60% en ca. 25o/o12.
4C in bouwlogistiek Een Cross Chain Control Center (4C) is een regiecentrum waar meerdere complexe supply chains gecoördineerd en geregisseerd worden. Het gaat dan om bundeling en aansturing van fysieke goederenstromen, informatiestromen, financiële stromen en datamanagement. De realisatie van één of meerdere 4C's resulteert in: een beter overzicht, betere afstemming en bundeling van activiteiten besparingen in supply chain kosten door combineren van lading. een lagere druk op het milieu; nieuwe bedrijvigheid met meer werkgelegenheid. nieuwe kennis die ook toepasbaar is in andere supply chains. een grotere aantrekkingskracht van Nederland voor buitenlandse bedrijven.
.
. . .
Het hier voorgestelde innovatiecluster past de 4C gedachte, zoals deze in het innovatiecontract Topsector Logistiek is uiteengezet, toe binnen de bouwsector. Hiervoor wordt een 4C concept als bouwlogistiek ketenregieconcept geïntroduceerd. Deze bestaat uit de volgende onderdelen: een bouwlogistiek business model voor de inrichting en opzet van concrete samenwerkingsverbanden in logistieke ketens in de bouwsector. een bouwlogistiek procesmodel voor samenwerking, coördinatie en afstemming van de fysieke goederenstromen tussen ketenpartners; een bouwlogistiek plannings- en besturingsmodel voor de daadwerkelijke regie over de fysieke goederenstromen; een bouwlogistiek informatiemodel voor de uitwisseling van relevante planningsdata en logistieke statusdata van het fysieke goederenstroom proces;
. . .
.
Kennisboost voor de bouwsector ln het project wordt door kruisbestuiving en testen van nieuwe concepten voor ketenregie en distributie binnen pilotprojecten kennis over 4C in de bouwsector binnen de sector gedeeld. Niet alleen wordt kennis in de praktijk en op de sector toegepast maar ook draagvlak bij belangrijke
t n | tt 12
u
an een bouwpløatsmedewerker. Besl
i2otl
fi2013 Factsheet bouwlogistiek, platform Logistiek in de Bouw,
Eindrapportage BiK-bouw
juli
2013
-9Ref. TNO-OF
F
-2013-3546-NW-lVD
spelers in de branche gecreëerd. Hierdoor en door het gezamenlijke ontwikkelen van een strategie ter implementatie van de resultaten blijft de impact van het innovatiecluster niet beperkt tot de looptijd van het project maar wordt een basis voor langdurige verandering gelegd. Deze verandering is dringend nodig om de negatieve trend in de bouwsector te keren, de sector te stabiliseren en daarmee sterker voor de toekomst te maken.
Relatie naar de innovatiethema's en roadmaps van het TKI Logistiek Deze sectie beschrijft de relatie met het innovatiebeleid en specifiek met betrekking tot de hoofdthema's en road maps (welke delen van de roadmaps worden geadresseerd?). (voor meer informatie, zie de TKI Logistiek website).
ln het "lnnovatiecontract Topsector Logistiek" dat is opgesteld op basis van "Partituur naar de Top" worden zes roadmaps voor innovatie uitgewerkt. Eén daarvan betreft "Cross Chain Control Centers (4C)" en gaat in op de ambitie om de Nederlandse positie in ketenregie en ketenconfiguratie duurzaam te versterken. Een Cross Chain Control Center (4C) is een regiecentrum van waaruit meerdere supply chains gezamenlijk gecoördineerd en geregisseerd worden met behulp van de modernste technologie en geavanceerde supply chain concepten. Het gaat daarbij niet alleen om de regie over fysieke goederenstromen, maar ook om informatie en financiële stromen. Dit voorstel geeft invulling aan Roadmap 4C uit het innovatiecontract Topsector Logistiek, subthema 2: 4C voor sectoren. Specifiek deeltraject: Cross Chain Control Centers voor bouwlogistiek.
Doelstellingen en doelen Deze sectie beschrijft de projectdoelstellingen en doelen in SMART termen:Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden.De doelen moeten gelinktworden met de doelstellingen zoals verwoord in het innovatieprogramma.(voor meer informatie, zie de TKI Logistiek website). Zoals hierboven beschreven is het doel van de roadmap 4C in het "lnnovatiecontract Topsector Logistiek" de Nederlandse positie in ketenregie en ketenconfiguratie te versterken. Dit betekent kennis over het ondennrerp versterken en het concept breder implementeren. De doelstelling van het TKI innovatiecluster '4C in bouwlogisflelC is het bevorderen van intensieve kruisbestuiving en het uitwisselen van kennis en deskundigheid van duurzame ketenregieconcepten tussen partijen in de bouwsector en daaraan gerelateerde bedrijven gericht op bouwlogistieke processen voor woningbouw, utiliteitsbouw en infrastructuur. Hierdoor wordt binnen de sector draagvlak voor en adoptie van het 4C concept gecreëerd wat uiteindelijk in een implementatie in de dagelijkse praktijk resulteert. Gezien de omvang van het project en de stand van praktijkkennis over het onderwerp in deze sector valt implementatie buiten de scope. Wel wordt naast het uitvoeren van pilotprojecten met bijborende logistieke ketenregieconcepten in een aantal proeftuinen gezamenlijk met de deelnemende partijen een strategie ter implementatie ontwikkeld om de implementatie na afloop van het innovatiecluster te vergemakkelijken. Deze doelstellingen worden gerealiseerd door de volgende activiteiten: Het initiêren van 'real-life' pilotprojecten in de bouw, waarin nieuwe of vanuit andere sectoren afgeleide ketenregieconcepten in de praktijk getest en geanalyseerd worden. Deze pilotprojecten betreffen praktisch uitvoerbare casesituaties (vanaf initiering van een bouwproject door een opdrachtgever Um realisering van het bouwproject door een hoofdaannemer). Gedurende deze pilotprojecten worden nieuwe of veelbelovende bestaande ketenregieconcepten geïmplementeerd en real-life getest. (SMART: 1x
1.
pilotproject ljaar).
-1
0-
Ref. TNO-OFF-20 I 3-3546-NW-lVD
2. 3.
4. 5.
6.
Het initiëren van studentonderzoeken waarin innovatieve en in de praktijk toepasbare ketenregieconcepten worden ontwikkeld en uitgewerkt. (SMART: 15x studentonderzoeken / jaar) Het documenteren en delen van opgedane kennis, ervaringen en analyseresultaten van de uitgevoerde pilotprojecten alsmede hiermee samenhangende studentondezoeken naar duu rzame keten reg ieconcepten gericht op bouwlogistieke processen voor won in g bouw, utiliteitsbouw en infrastructuur bouwprojecten. (SMART: 4x verschillende publicaties in vakbladen of op relevante websites I jaar). Het organiseren van thema conferenties en netwerkbijeenkomsten voor het bevorderen van technologieoverdracht en het delen van ervaringen en analyseresultaten vanuit de theorie en praktijk. (SMART: 1x grote conferentie I jaar;2x netwerkbijeenkomst I jaar;6x consortiu mvoortgangsoverleg / jaar). Het beschikbaar stellen en delen van faciliteiten voor netwerkbijeenkomsten en concrete pilotprojecten. Het inrichten van een informatiecentrum voor ondernemers om deze te helpen de beschikbare kennis en ervaringen in hun eigen arbeidspraktijk in te bedden.
Verwachte resultaten Deze sectie beschrijft de gestelde eindresultaten die venuacht worden uit het project,
zowel resultaten voor de project partners, alsook de resultaten en economische doelstellingen voor het innovatieprogramma voor de topsector logistiek en de daarbinnen liggende roadmaps. Geef aan wat uw project als een business case zal b'rjdragen. Dit gaat specifiek over de toegevoegde waarde in de regiefunctie van de logistieke en supply chain sector. Geef ook aan op welke manier bedrijven met de opgedane kennis een positieve business case kunnen bereiken. Welke concrete tools en instrumenten kunnen venracht worden van het project? Bij een positief resultaat van het project; is er uitzicht op voortzetting met reguliere PPS-
financierinql De resultaten van het TKI innovatiecluster project bestaan uit: Een bouwlogistieke controltower voor het testen van bouwlogistieke ketenregieconcepten. Hieronder wordt verstaan een kantoorruimte uitgerust met één of meerdere computersystemen en communicatiesystemen voor het monitoren en sturen van bouwlogistieke vervoersstromen en daarbij behorende informatie- en geldstromen. Een assesmenttool voor het meten en monitoren van logistieke prestatie indicatoren (gericht op zowel duurzaamheid als efficiëntie) tijdens de uitvoering van de pilot bouwprojecten. 3 Analyseresultaten uit de 4 proeftuinen voor het testen en uitproberen van nieuwe bouwlogistieke ketenregieconcepten, nieuwe bouwlogistieke oplossingen en nieuwe technologieën in realistische en maatgevende praktijkomgevingen (pilot projecten). Onder een proeftuinen wordt verstaan als een pilotproject op een specieiek fysieke en bouwplaats alsmede een daarbij geschikt bevonden bouwlogistieke ketenregie. 4 Het beschrijven van bouwlogistieke ketenregieconcepten die zijn gebaseerd op specifieke samenwerkin gsverbanden tussen consortium partners i n een bouwketen. 5 Een informatiecentrum voor ondernemers om deze te helpen de beschikbare kennis en ervaringen in hun eigen arbeidspraktijk in te bedden. 6 Een uitgewerkte en afgestemde strategie voor het verdere implementeren van bouwlogistieke 4C concepten in de bouwsector na afloop van het project. 7 Rapportages en registraties (documentaire filmmateriaal) van onderzoeken en pilotprojecten, publicaties van de resultaten en verslagen van conferenties en netwerkbijeenkomsten in zowel digitale vorm (website of wiki-omgeving) als fysieke vorm.
1.
-11Ref. TNO-OFF-20 1 3-3546-NW-lVD Er wordt een bijdrage geleverd aan de ambities van het innovatieprogramma voor de topsector logistiek door: Een mindshift in de bouwsector te bewerkstelligen ten aanzien van de traditionele cultuur van
1.
2.
3.
aanbesteden, inkopen en uitvoeren van bouwprojecten en de daarbij behorende logistiek. 4 showcases vanuit de proeftuinen leveren concrete resultaten van het toepassen van ketenregieconcepten binnen afgebakende pilotprojecten in termen van etficiëntie (logistieke kostenbesparingen) en duuzaamheid (emissies, uitstoot schadelijke stoffen). Het creëren van draagvlak binnen de bouwsector voor duurzame ketenregieconcepten.
Kennis zoals opgedaan, uitgewisseld en toegepast in het innovatiecluster dient na afloop en tijdesn het TKI zelf door bedrijven geïmplementeerd te worden. Hiervoor wordt tijdens het project gezamenlijk een implementatiestrategie ontwikkeld. lmplementatie van het 4C concept helpt bedrijven in de bouwlogistiek hun economische positie te versterken en daarmee tegen de negatieve trend in de sector te werken. lnefficiênties in het bouwproces worden verminderd, de arbeidsproductiviteit verhoogd, materiaalkosten en het aantal vervoersbewegingen naar de bouwplaats verlaagd wat uiteindelijk een positief effect op de winstgevendheid van de bouwbedrijven heeft.
Relatie met overheidsbeleid lndien van toepassing, beschrijf in deze sectie de relatie met maatschappelijke thema's en het overheidsbeleid en hoe de interactie tussen het project en maatschappelijke en het oroiect wordt onderhouden. Focus in de bouw (utiliteits- en woningbouw en infra) is afgelopen decennia vnl. geweest op verduurzamen van het object zelf; qua materialen, energiegebruik en levensduur van het object. Het bouwproces van aanleggen is nooit als relevant beschouwd in de bouw (zoals bouwplaatsmanagement en de hele toeleverancierketens van de vele materialen en personeel), en dus ook niet bekeken naar de duurzaamheidimpact.
lnzichtelijk is geworden dat ca 30% a 35% van het verkeer op de weg bouwgerelateerd is (aan goederen en personen), en een significante bijdrage levert aan de congestie op het wegennet (met extra invloed in de ochtendspits) en daarbij behorende uitstoot van CO2 en fijnstof. Tevens weten we dat gedurende het bouwproces veel verspilling van materialen plaatsvindt (teveel besteld, veel afual, e.d.), hoge mate improductiviteit bestaat (inzet van personeel, snellere bouwtijd), en vinden nog maatregelen plaats voor gebruik van schonere technieken. Dit uit zich ook in kenmerken van de bouwketen dat het een lage beladingsgraad kent, vele lege kilometers (leeg terug), nog weinig inzet van schone technieken of brandstoffen, weinig benutting van andere modaliteiten, hoog percentage bestelbussen met personen en materieel. Voorwaarde voor echte verduurzaming en innoveren van de bouwlogistieke ketens is samenwerking in de bouwketen tussen producenten en leveranciers, transporteurs en aannemers en in samenwerking met opdrachtgevers. Dit betekent een gedragsverandering in werkwijzen en processen dat van grote invloed zalzijn op het behalen van duurzaamheiddoelstellingen en congestie doelstellingen van de bouw van zowel overheden, opdrachtgevers en opdrachtnemers. Overheden (zoals RWS en gemeenten in hun rol als opdrachtgevers voor aanleg, beheer en onderhoudsprojecten, maar ook als netwerk- en verkeersmanagers) zien kansen voor de bouwsector en Nederland dat efficiëntere en slimmere ketens bijdraagt aan grotere waardetoevoeging in de bouw zoals in verbeterde arbeidsproductiviteit en kostenbeheersing, en dat de oplossingen en maatregelen bijdragen aan congestievermindering, minder materiaalverspilling, reductie van C02, fijnstof en NOx en verbetering van veiligheid in de bouw.
-12Ref. TNO-OF
F -201
3-3546-NW-|VD
Actieve beleids- en uitvoeringsontwikkeling vindt plaats door een aantal (grote) gemeenten en RWS om logistiek in de bouw in projecten, maar vooral ook in een projectoverstijgende aanpak door samenwerking met de koplopers in de markt toegepast gaat worden.
Sinds 3 jaar is er een Platform Logistiek in de Bouw dat uit een groeiend netwerk van marktpartijen uit de gehele bouwketen, overheden, branchepartijen en kennispartijen bestaat, die praktijkgericht onderzoek doet om meer inzicht en handvatten te bieden aan de koplopers in de gehele bouwketen. Dit groeiende netwerk met koplopers (waar ook Age Vermeer-lB lid-zich actief voor inzet, en ook RWS in deelneemt)zet vooral tot veranderingen in logistiek denken en doen in de bouw van architecUopdrachtgever tot aannemer, toeleverancier en transporteur. Best practices en nieuwe kansen en ontwikkelingen die nu plaatsvinden (ook in samenwerking met lenM/RWS), zullen bekeken worden door platform in samenwerking met lTl en RWS, hoe deze geagendeerd en gepresenteerd kunnen worden op de lnnovatie-Estafette 2013.
Samenhang met andere initiatieven Deze sectie beschrijft hoe het consortium georiënteerd is op soortgelijke projecten en wat de 'state of the art' is met betrekking tot het onderwerp. Het laat duidelijk zien wat het project nieuw, uniek en innovatief maakt ten opzichte van bestaande kennis, ondezoek en projecten. Geef de relatie van het voorgestelde wetenschappelijke onderzoek aan met betrekking tot de internationale 'state of the art'. De ideeên en initiatieven op het gebied van logistiek in de bouw zijn talrijk maar versnipperd. Door middel van het Platform Logistiek in de Bouw worden resultaten en opgedane kennis en ervaringen onderling gedeeld. Het platform zorgt zodoende voor een goede basis van 'state of the art' kennis op het gebied van bouwlogistiek. Het Platform Logistiek in de Bouw bestaat uit een kerngroep (initiatiefnemers)van partijen die de bouwlogistieke keten vertegenwoordigen (brancheverenigingen en netwerkorganisaties) en partijen die zich richten op het ontwikkelen en verspreiden van nieuwe kennis en toepassingen daarvan (kennisinstellingen). Het Platform Logistiek in de Bouw treedt op als consortium voor deze TKI aanvraag. Binnen het Platform Logistiek in de Bouw wordt kennis ontwikkeld en gedeeld van lange termijn oplossingen voor duurzame, efficiënte en effectieve bouwlogistieke processen in de bouw (-logistieke) sector. Dit onderzoek zal aansluiten en verder voort bouwen op al bestaande kennis die binnen het platform beschikbaar is. Voor meer informatie over het Platform Logistiek in de Bouw zie www.loqistiekindebouw.nl. Het Platform Logistiek in de Bouw treedt ook op als consortium voor het SIA-RAAK MKB onderzoek 'Duurzame Ketensamenwerking bij Binnenstedelijke Bouwplaatsen'. Hogeschool Rotterdam is penvoerder van het SIA-RAAK MKB onderzoek. ln dit onderzoek wordt vanuit de vraag van MKBbedrijven gewerkt aan onder andere een inventarisatie van best-practices, een bouwlogistiek samenwerkings- en procesmodel en een kenniscirculatiesysteem, Het onderzoek wordt uitgevoerd door de kennisinstellingen (met name door docent-onderzoekers en studenten van Hogeschool Rotterdam, Hogeschool Utrecht en TU Delft) en de onderzoeksresultaten worden periodiek gedeeld met de overige partners in het platform door middel van de website, congressen en netwerkbijeen komsten.
TNO heeft diverse ondezoeken uitgevoerd naar bouwlogistieke oplossingen voor de aanlevering van bouwplaatsen in binnensteden (zie ref [1] en t2l) Op dit moment voert TNO een onderzoek uit naar nieuwe oplossingen voor duurzame ketenregie van bouwlogistiek in de regio Amsterdam. Dit onderzoek vindt plaats in het kader van een technologiecluster project, 'Duurzame ketenregie bouwlogistiek Amsterdam' voor MKB bedrijven uit de bouwlogsitieke keten. Daarnaast heeft TNO samen met Ballast Nedam een recent onderzoek uitgevoerd naar de toepassing van nieuwe vormen
_1
3_
Ref. TNO-OFF-20 1 3-3546-NW-lVD
van informatievoorziening in de bouw, vooral gericht op het Bouw lnformatie Model (BlM) en de bruikbaarheid voor bouwlogistiek. Daarbij is een prototype BIM bouwlogistiek rekenmodel ontwikkeld. Ook Hogeschool Rotterdam en TU Delft hebben onderzoek uitgevoerd op het gebied van BlM, "Bare House BlM", binnen het eerder genoemde SIA-RAAK MKB project. Buiten het consortium zijn verschillende initiatieven die zich richten op verbeteren van bouwprocessen. Zo zijn Hogeschool Utrecht, TU Delft en Hogeschool Rotterdam betrokken bij het Lean Construction Netwerk Nederland (LCN-NL) dat lean bouwen promoot en verder ontwikkelt. Voor meer informatie over het LCN-NL zie ook http://www.lcn-nl.org. lnternationaal is vanuit het Platform Logistiek in de Bouw kennis op het gebied van bouwlogistieke oplossingen uitgewisseld met het London Construction Consolidation Centre (LCCC). Dit is een commerciële toepassing van een bouwlogistieke oplossing, bouwlogistiek consolidatiecentrum, waarbij dienstverlener Wilson James Ltd. bouwplaatsen van verschillende aannemers en onderaannemers in de binnenstad van Londen bevoorraadt vanuit een bouwlogistieke hub.
B. Activiteiten en Werkpakketten Deze sectie beschrijft de aanpak, die voorgesteld wordt om de projectdoelstellingen te realiseren, in werkpakketten en activiteiten, inclusief mijlpalen.
De relaties, coördinatie en samenwerking tussen de werkpakketten en activiteiten (bijvoorbeeld tussen verschillende parallel of sequentieel geplande activiteiten, werkpakketten, mogelijke verbanden met andere projecten, et cetera) worden duidelijk in detail beschreven, evenals de mijlpalen, projectresultaten en deliverables per werkpakket / activiteit en de beslispunten.
De wetenschappelijke aanpak moet in detail en duidelijk beschreven worden. Beschrijf verder in detail wat de expliciete rollen, taken en activiteiten van de individuele partners is met welke achterliggende redenen.
Werkpakket
1
Opzetten en implementeren van proeftuin omqevtnqen tn meerdere pilotproiecten Activiteit I : opstellen referentiebibliotheek Er wordt op basis van een praktijkinventarisatie een set
referentieprojecten beschreven die in omvang, complexiteit en aard verschillen (klein - middel - groot, weinig partijen en veel partijen en traditioneel tot prefab). Dit wordt gedaan voor de woningbouw de utiliteitsbouw en voor de GViAlV sector. Streven: vier in de woningbouw / utiliteitsbouw en twee in de G\ÂM/.
Duur: 3 maanden
Activiteiten: Deskresearch naar typologieën van verschillende bouwprojecten (zoals wel of niet prefab, bouwtijd, aanneemsom, volume, etc.) bouwprojecten en bijbehorende ketenregieconcepten voor bouwlog istiek Opstellen van een database waarin aan de verschillende type bouwopgaven voorbeeldprojecten met bouwlogistieke best oractices worden qekoppeld.
.
.
-14Ref. TNO-OF
F
-201 3-3546-NW-|VD
¡
o o
Documentatie van projecten lnput vanuit best practices SIA RAAK Afstemming en controle over inhoud van de referentiebibliotheek met consortiumpartners en deelnemers middel interviews en werksessies
Deliverable D 1.1 : referentiebibliotheek Looptijd: Maand 1 - maand 3
Activiteit 2: Creëren proeftuin voor pilotproiect (Showcase ll Er wordt op basis van de referentiebibliotheek en de specifieke
interesse / match van betrokken partners (vooralde bedrijven) in het innovatiecluster een keuze gemaakt voor een eerste pilotproject als proeftuin voor nieuwe concepten, oplossingen, samenwerkingsverbanden en technologieën in een praktijkomgeving. Er wordt een fysieke locatie ingericht als proeftuin voor het pilotproject. Er worden partners geselecteerd en commitment gevraagd voor het pilotproject. Er worden afspraken gemaakt ten aanzien van rol, verantwoordelijkheden en bijdragen in het pilotproject. Het eerste pilotproject is kleinschalig (bijvoorbeeld: renovatie woning / sportkantine ... ).
Duur: 9 maanden
Activiteiten: o Selectie van één kleinschalig project op basis van een karakteristiek projecttype uit de referentiebibliotheek. Selectie van best practices uit de referentiebibliotheek Opstellen van eisen aan informatiestructuur voor monitoring van KPI's gedurende de planning en uitvoering Opstellen projectplanning Projectplanning aanpassen o Best practices aanpassen op de specifieke situatie Regelmatige werksessies met opdrachtgever o Simulatie / berekeningen van impact door activiteiten uit innovatiecluster Documentatie
. .
¡ . .
.
Deliverable: D
1.
2
Besch rijving analyseresultaten gekozen pilotproject
1.
Looptijd: Maand 4 - maand 12 Beslismoment 1: Selectie van project showcase 1 en committment van opdrachtgever Beslismoment 2: Succesvolle afronding showcase
1
Activiteit 3: Greëren proeftuin voor pilotproiect (Showcase 2l
Duur: 12 maanden
Er wordt op basis van de referentiebibliotheek en de specifieke interesse / match van betrokken partners (vooral de bedrijven) in het TKI een keuze gemaakt voor een tweede pilotproject als proeftuin voor nieuwe concepten, oplossingen, samenwerkingsverbanden en technologieën in een praktijkomgevrng. Er wordt een fysieke locatie ingericht als proeftuin voor het pilotproject. Er worden partners geselecteerd en commitment gevraagd voor het pilotproject. Er worden afspraken gemaakt ten aanzien van rol, verantwoordeliikheden en biidraoen in het oilotoroiect.
-1
Ref. TNO-OFF-20
1
5-
3-3546-NW-lVD
Het tweede pilotproject is middelgroot (bijvoorbeeld: renovatie woning com plex / utiliteit complex binnenstedelijk).
Activiteiten: Selectie van één middelgroot project uit referentiebibliotheek Opstellen van eisen aan informatiestructuur lnput vanuit best practices SIA RAAK Projectplanning en aanpassen best practices Regelmatige werksessies met opdrachtgever Simulatie / berekeningen van impact door activiteiten uit innovatiecluster Documentatie
. . . . . . .
Del iverable
D
1
.
3:
Besch r[ving
an
alyseresultaten gekoze n pilotproject
2.
Looptijd: Maand 13 - maand 24 Beslismoment 1: Selectie van project showcase 2 en committment van
opdrachtgever Beslismoment 2: Succesvolle afronding showcase 2
Activiteit 4: Greëren proeftuin uoor pilotproiect lShowcasq3) Er wordt op basis van de referentiebibliotheek en de specifieke
interesse / match van betrokken partners (vooral de bedrijven) in het TKI een keuze gemaakt voor een derde pilotproject als proeftuin voor nieuwe concepten, oplossingen, samenwerkingsverbanden en technologieën in een praktijkomgeving. Er wordt een fysieke locatie ingericht als proeftuin voor het pilotproject. Er worden partners geselecteerd en commitment gevraagd voor het pilotproject. Er worden afspraken gemaakt ten aanzien van rol, verantwoordelijkheden en bijdragen in het pilotproject. Het derde pilotproject is grootschalig (bijvoorbeeld: G\AAIV infrastructuur project).
Duur: 16 maanden
Activiteiten: o Selectie van één middelgroot project uit referentiebibliotheek Opstellen van eisen aan informatiestructuur lnput vanuit best practices SIA RAAK o Projectplanning en aanpassen best practices Regelmatige werksessies met opdrachtgever o Simulatie / berekeningen van impact door activiteiten uit innovatiecluster Documentatie
. . . .
Del iverable
D
1.
4:
Besch rijving
a
n alyse resultate n gekoze n
pilotproject
3.
Looptijd: Maand 25 - maand 40 Beslismoment 1: Selectie van project showcase 2 en committment van opdrachtgeverBeslismoment 2: Succesvolle afronding showcase 3
Activiteit 5: Creëren proeftuin voor pilotproiect (Showcase 4l Duur: 20 maanden
Er wordt op basis van de referentiebibliotheek en de specifieke interesse / match van betrokken partners (vooralde bedrijven) in het TKI een keuze qemaakt voor een derde pilotproiect als oroeftuin voor
-16Ref. TN O-O
FF
-2013-3546-NW-lVD
nieuwe concepten, oplossingen, samenwerkingsverbanden en technologieën in een praktijkomgeving. Er wordt een fysieke locatie ingericht als proeftuin voor het pilotproject. Er worden partners geselecteerd en commitment gevraagd voor het pilotproject. Er worden afspraken gemaakt ten aanzien van rol, verantwoordelijkheden en bijdragen in het pilotproject. Het vierde pilotproject is grootschalig (bijvoorbeeld: grootschalig nieuwbouwcomplex). Activiteiten: Selectie van één grootschalig project uit referentiebibliotheek Opstellen van eisen aan informatiestructuur lnput vanuit best practices SIA RAAK Projectplanning en aanpassen best practices Regelmatige werksessies met opdrachtgever Simulatie / berekeningen van impact door activiteiten uit innovatiecluster o Documentatie
. . . . . .
Del ive rable
D
1.
5: Besch rijving
a
n alyseresultate n gekoze n
pilotproject
4.
Looptijd: Maand 41 - maand 60 Beslismoment 1: Selectie van project showcase 2 en committment van
opdrachtgever Beslismomenf 2: Succesvolle afronding showcase 4
Activiteit 6: Ontwikkelen van een implementatiestrateqie voor (MKB-)bedriiven van 4C concepten in de bouwsector. Gezamenlijk uitwerken van een implementatiestrategie met partners
op basis van resultaten en opgedane kennis.
Duur: 6 maanden Deliverable D 1.6: lmplementatiestrategie van 4C concepten voor de bouwsector. Looptrjd: Maand 55 - maand 60
Werkpakket 2
Opzetten en implementeren van een bouwlogistieke controltower Activiteit 1: opstellen en implementeren informatie infrastructuur (lCT) voor bouwloqistieke controltower Een bouwlogistieke controltower vereist een goed inzicht in alle nformatiestromen rondom een bouwproject ( betreffende bouwplanningen, vervoersplanningen, geldstromen, etc.), maar ook real-time toestandsinformatie van de operationele processen gekoppeld aan het bouwproces. Hiervoor is een keuze voor een geschikt ICT concept nodig. Conform dit ICT concept wordt de informatie infrastructuur ingericht ten einde de gewenste informatie te verzamelen uit bestaande informatiebronnen of via meetsystemen en vervolgens beschikbaar te stellen aan alle partijen. Het doel voor jaar I is om een informatiestuctuur (virtueel) op te zetten waarbij alle deelnemers aan het bouwproject inzicht krijgen in de actuele data en prestaties. Een fysieke locatie wordt pas op een later moment ingericht (zie activiteit 4). i
Duur: 6 maanden
-17Ref. TNO-O
FF
-2013-3546-NW-lVD
Deliverable D 2.1: ICT infrastructuur voor controltower. Looptijd: Maand 1 - maand 6 Beslismoment: ICT infrastructuur is ingericht
Activiteit 2: oostellen van een set prestatie indicatoren (KPl'sl voor bouwloqistiek en maopinq met referentiebibliotheek
Duur: 3 maanden
Het opzetten van een brede set aan prestatie indicatoren die gebruikt kunnen worden voor het monitoren van de toestand van een bouwproject en de daaraan gerelateerde vervoersstromen en geldstromen. Het maken van een mapping vanuit het oogpunt van toepasbaarheid van de set aan prestatie indicatoren met bouwprojecten uit de referentiebibliotheek.Hier wordt input uit het SIA RAAK onderzoek en het technologiecluster gebruikt en aangepast voor de proeftuinen. Deliverable D 2.2: set met bouwlogistieke prestatie indicatoren (KPls) Loopttjd: Maand 4 - maand 6
Activiteit 3: ontwikkelen van een assessmenttoolvoor bouwloqistiek
Duur: 6 maanden
De nieuw te ontwikkelen logistieke besturingsconcepten moeten kunnen worden beoordeeld op haalbaarheid en het effect op effectiviteit, efficiency en duurzaamheid. Hiervoor is naast een brede set aan prestatie indicatoren ook een methodiek nodig specifiek gericht op de logistiek van een bouwproject. Deliverable D 2.3: assessmenffool voor bouwlogistiek. Looptijd: Maand 7 - maand 12
Activiteit 4: inrichten bouwloqistieke controltower (conform qroeiconcept) Op basis van het ICT architectuur / ICT concept van activiteit 2.1 wordt Duur: 42 maanden
een fysieke ruimte ingericht met communicatiesystemen en computersystemen voor het monitoren en sturen van de bouwlogistieke keten. Deliverable D 2.4: bouwlogistieke controltower = locatie met connected ICT systemen voor het monitoren en sturen van bouwlogistiek. Loopttjd: Maand 13 - maand 54
Werkpakket 3 Studentenonderzoeken
Duur: 60 maanden
Per jaar worden 15 studentonderzoeken geïnitieerd waarin innovatieve en in de praktijk toepasbare ketenregieconcepten worden ontwikkeld en uitgewerkt. D e I ive
rab le D 3.
Looptijd: Maand
1
:
1
J a a rl ij ks
-
1
5 stud e nte
maand 60
Werkpakket 4 | Kennisdisseminatie
non
de rzoe ke
n
-1
Ref. TNO-O
FF
8-
-201 3-3546-NW-lVD
Activiteit I : Conferenties en netwerkbiieenkomsten Eén keer paar jaar wordt een sectorale bijeenkomst georganiseerd waarbij de betrokkenen de belangr¡kste resultaten zullen presenteren en de opgedane kennis en ervaring uitwisselen met betrokkenen in bouwketens. De startbijeenkomst wordt gecombineerd met het afsluitende symposium in het kader van het SIA RAAK project. Duur: 60 maanden
Twee keer per jaar wordt een netwerkbijeenkomst georganiseerd waarbij de voortgang van het TKI .4C in bouwlogistiek" wordt besproken met betrokkenen en waar de opgedane kennis en ervaring uitgewisseld wordt. Deliverable D 4.1. 1 :5 conferenties Deliverable D 4.1.2: 10 netwerkbijeenkomsten Looptijd: Maand I - maand 60
Activiteit 2: Rapportaqes en publicaties
Duur: 60 maanden
Uitkomsten van onderzoeken worden gepubliceerd in de publicaties van de brancheverenigingen en waar mogelijk in publicaties van de kennisinstellingen. Publicaties in vaktijdschriften of op relevante websites wordt vier maal per jaar voorzien. Deliverable D 4.2: rappoñages en 20 publicaties Looptijd: Maand 1 - maand 60
Activiteit 3: Social media Nieuws en andere resultaten van onderzoek worden gecommuniceerd via de volgende social media kanalen van het Platform Logistiek in de Bouw: website, wiki, twitteraccount, linkedin discussiegroep. Via de Linkedin discussiegroep "Logistiek in de Bouw" kan gediscussieerd worden over de projectresultaten. De Wiki bevat de kennis die ontstaat uit de onderzoeken en netwerkb¡eenkomsten. De Wiki is openbaar en door betrokkenen aan te vullen en te wijzigen.
Duur: 60 maanden
De consortiumpartners plaatsen nieuws en andere producten op hun websites. De brancheverenigingen kunnen al hun leden via hun eigen middelen van de voortgang van het onderzoek op de hoogte stellen,
een unieke kans gezien de samenstelling van het Platform Logistiek in
de Bouw".
Deliverable D 4.3: Regelmatige nieuws en updates op wiki, website, twitter account en, linkedin account van het Platform Logistiek in de Bouw Looptijd: Maand 1 - maand 60
Activiteit 4: lnformatiecentrum Duur: 60
lnrichten en beheren van een informatiecentrum 4C voor de bouwsector specifiek gericht op (MKB-)bedrijven in de bouwsector.
maanden Deliverable D 4.4: informatiecentrum Looptiid: Maand I - maand 60
-1
9-
Ref. TNO-OFF -2013-3546-NW-lVD
Werkpakket 5 Projectmanagement Werkpakket 5 omvat planning en besturing van het project en draagt hiermee zorg voor hoge kwaliteit van projectverloop en projectresultaten. Ook monitoring en evaluatie van projectverloop, resultaten en oplevering van deliverables valt onder dit werkpakket. 6 keer per jaar vindt een voortgangsoverleg van het consortium plaats. De notulen worden aan het TKI ter beschikking gesteld. Tijdens het
Duur: 60 maanden
project zu llen jaarlij kse voortgangsrapportages opgeleverd worden d ie een samenvattende overzicht bieden over tussenresultaten, afgesloten, lopende en toekomstige activiteiten. Aan het eind van jaar 5 wordt een eindrapport opgeleverd. Verder is het projectmanagement verantwoordelijk voor financiële rapportages volgens de richtlijnen voor TKI projecten.
Deliverable D 5.1: Notulen van 6 voortgangsoverleggen per jaar Deliverable D 5.2:4 Jaarlijkse vooftgangsrappoftages Deliverable D 5.3: Eindrapporf Deliverable D 5.4: Financiële rappoftage volgens TKI richtlijnen Looptijd: Maand 1 - maand 60
Risico's De grootste risico's zijn in werkpakket 1 en in het projectverloop algemeen te benoemen. Een overzicht van de meest belangrijke risico's en maatregelen staat hieronder.
Risico
Toegankelijkheid van informatie voor referentiebi bl iotheek
lmpact bij optreden
Maatregel
van optreden Klein
Middelgroot
Duidelijke afspraken met deelnemende bedrijven
Waarschijnlijkheid
maken. Zo nodig bij
onvoldoende cooperatie partner uitwisselen (worst case).
Geen of niet voldoende commitment van
Middelgroot
Groot
Duidelijke afspraken met deelnemende bedrijven
opdrachtgevers voor
maken. Zo nodig een
showcases
ander project kiezen.
Geen bereidheid van
Middelgroot
Groot
opdrachtgevers showcases om deel van planning en besturing
Duidelijke afspraken met deelnemende bedrijven maken. Zo nodig een
ander project kiezen.
uit handen te geven Geen geschikt bouwproject bij
partners voorhanden
Klein
Middelgroot
Al lopend bouwproject kiezen
-20Ref . TN O-O
FF
-20
1
3-3546-NW-|VD
Ontwikkelde ICT infrastructuur en/ of KPls houdt niet voldoende rekening met behoeftes van de bouwprojecten
Klein
Problemen in planning
Middelgroot
Middelgroot
Middelgroot
Groot
Middelgroot
Expertise en ervaring voorkomt dit risico.
Verder sterk contact houden met deelnemende bedrijven en plannen en ontwikkelingen regelmatig toetsen. Duidelijke sturing op tijdsplanning en regelmatige controle.
en tijdig opleveren van
deliverables Overschrijding van
Duidelijke toezegging van
budget
alle partners deliverables binnen afgesproken budget op te leveren.
Onvoldoende kwaliteit
Middelgroot
Middelgroot
Duidelijk reviewproces voor alle deliverables
van deliverables
afspreken.
Deze sectie beschrijft de planning van activiteiten / werkpakketten en deliverables. Dit kan ook in de vorige sectie meegenomen worden. Een samenvattend planningsoverzicht (Gantt chart) moet onderdeel ziin van het proiectplan. Het voorstelwordt in eerste instantie ingediend voor jaar 1. Hieronder een Gantt Chart met de planning voor jaar 1 .
JÐf 1
M'
Activ¡teiten WP 1
M2
M3
i/14
M5
M5
NI'
M8
M!t
M10
M1t
M11
I Præftuin omgevingen
lOpslellen referentieb¡bliotheek
1 2 Showcase 1 WP 2 Bouwlogistieke
2
1 Opstêl
controltower
len en implementeren
2 2 Opstel¡en KPls ên
ICT
¡nfrastructuur
måppint met referentiebibliotheek
2 3 Ontwikkelen âssessmenttool
wP 3
3
Studenìenondenoeken
Studentenonderzoeken
4 1 Conferent¡es en neìwerkbijeenkomsten 4 2 Râppoftâges en publicatiês 4 3 Social mediâ 4 4 lnform¿Liecentrum WP 5 5
Proiechanagement
Projectmãnagement
DLI IÞliverables
D1l
D2.1 o2.2
3.1(lær1) o 42 (lær1l D
Ds.2,4{iaarll B¡ieenkomsten en ovedêggen
Conferenties(D411) Netwerkbijeenkomsten {D4 1 2)
x
Voorteanssoverleesen {D 5 1l
x
x
-21Ref. TNO-OFF-20 1 3-3546-NW-lVD
C. Consorti u m and projectorganisatie Deze sectie beschrijft het ondezoeksteam, elke specifieke rol en input in het projecten (indien noodzakelijk per activiteit / werkpakket) en hun kwaliteiten / specifieke expertises.
Korte CVs (max% page A4) van de wetenschappelijke ondezoekers moeten bijgesloten zijn als bijlagen, samen met een kort ovezicht (titels en bronnen) van hun 5 meest relevante publications of relevante project ervaringen.
Beschrijf ook de relevante prestaties van de andere consortium leden.
Naam partner
Hogeschool Rotterdam: Marcel Ludema Alexander de Vries
TU Delft: Ruben Vrijhoef Marcel Ludema Hogeschool Utrecht: Ruben Vrijhoef TNO: Siem van Merrienboer Nina Waldhauer
Bouwend Nederland: Arjan Walinga TLN: Paul van der Linde Connekt: Nicole Maas RWS:
Coen Faber
Rolen input Kennisinstelling, uitvoeren praktij kgericht onderzoek met
studenten, faciliteren proeftuin / controltower. Kennisinstelling, uitvoeren fundamenteel onderzoek met studenten. Kennisinstelling, uitvoeren praktijkgericht onderzoek met studenten. Kennisinstelling, uitvoeren praktijkgericht ondezoek, proiect manaqement. Branche instelling, faciliteren praktijkgericht en fundamenteel
Specifieke competenties Creatief, innovatief en structurend, kritische houding, doorzettingsvermogen, devils advocate.
ondezoek. Branche instelling, faciliteren praktijkgericht en fundamenteel onderzoek. PPS, facil iteren praktijkgericht en fundamenteel onderzoek. Overheid, faciliteren praktijkgericht en fu ndamenteel onderzoek.
Proiect oroanisatie Deze sectie beschrijft de projectorganisatie; rollen, taken en verantwoordelijkheden, inclusief een organigram. De consortiumpartners voor deze subsidie aanvraag, "4C in bouwlogistiek", zryn verenigd in het Platform Logistiek in de Bouw. Om de projectorganisatie te beschrijven wordt daarom eerst de organisatie van dit platform beschreven waarin het onderzoek wordt geborgd. Hierna wordt de projectorganisatie van het TKI "4C in bouwlogistiek" beschreven.
-22Ref. TNO-OFF-20 1 3-3546-NW-lVD
Oroanisatie Platform Loqistiek in de Bouw Het onderzoek waarvoor de subsidieaanvraag geldt, past in de structuur van het platform "Logistiek in de Bouw". Dit platform wordt breed ondersteund door de consortiumpartners en zal tijdens het onderzoek maar ook na het onderzoek er zorg voor dragen dat de kennis op de juiste wijze wordt ontwikkeld, een afdoende kwaliteit heeft en wordt gecirculeerd naar de achterban van de consortiumpartners en andere belanghebbenden. ln onderstaande figuur wordt aangegeven hoe de borging van het netwerk in het platform plaatsvindt. Vanuit het platform worden bedrijven, verenigingen en kennisinstellingen betrokken bij ondezoek en komt in de volgende structuur tot uiting: Brancheorganisaties Opdrachtgevers Kennisinstellingen Netwerkpart¡en
Bestuurders Leden branche organisaties Opdrachtgever Medewerkers kennisinstellingen Studenten
Expertgroep B&U brownfield
Het consortium in bovenstaande figuur genoemd zijn de consortiumpartners betrokken bij deze TKI aanvraag. Als gekeken wordt naar de bouw dan zijn er drie deelgebieden in de bouw te onderscheiden met elk de eigen kenmerken: ¡ lnfrastructuur en Grond-, weg- en waterbouw (lnfra en G\ ¡ Bouw en Utiliteit (B&U) buiten de gebouwde omgeving (greenfield), ^/V), . Bouw en Utiliteit (B&U) in de binnensteden (brownfield). ln deze TKI wordt onderzoek verricht relevant voor alle drie de deelgebieden. Zoals eerder aangegeven is veel kennis opgedaan met een SIA-RAAK MKB onderzoek gericht op brownfield (B&U brownfield). Deze kennis zal binnen het TKI "4C in bouwlogistiek" worden gebruikt en verder doorontwikkeld. Bovendien wordt de kennis geêxtrapoleerd naar de deelgebieden infra/G\AA/r/ en B&U greenfield.
Project orqanisatie TKI "4C in bouwloqistiek" Zoals hierboven aangegeven zal onderzoek van het TKI "4C in bouwlogistiek" geborgd worden binnen het platform Logistiek in de Bouw. De rollen, taken en verantwoordelijkheden van de consortiumleden zijn als volgt: TNO draagt zorg voor de projectorganisatie en het projectmanagement. TNO voert een gedeelte van het onderzoek uit en zal de voortgang en de resultaten monitoren en evalueren. TNO draagt tevens zorg voor het aansluiten van de kennisgerelateerde inhoud van dit onderzoek bij de vragen en behoeftes vanuit de bouwsector. De brancheverenigingen (TLN en Bouwend Nederland)zullen het netwerk onderhouden met de bedrijven en in afstemming met TNO zorgen voor uitbreiding van het netwerk van bedrijven aan het TKI '4C in bouwlogistiek" door de achterban te mobiliseren voor dit onderwerp. Dit doen zij door kennis te verspreiden over het onderzoek en de resultaten en actief de leden te benaderen over het onderzoek, onder andere middels de grote en
.
o
_23_
Ref. TNO-OFF-20 1 3-3546-NW-lVD
. . . o . . o .
kleinere bijeenkomsten die in het kader van het TKI "4C in bouwlogistiek" worden georganiseerd. De brancheverenigingen zorgen voor een goede vertaling van vragen en behoeftes vanuit de bouwsector naar fundamenteel en praktijkgerichte onderzoeksprojecten. TU Delft zal een gedeelte van de onderzoeken uitvoeren en een bijdrage leveren in de beoordeling van de onderzoeksopzet en de resultaten van andere deelonderzoeken. Hogeschool Rotterdam en Hogeschool Utrecht zullen de praktijkgerichte ondezoeken uitvoeren met inzet van studenten. Hogeschool Rotterdam biedt de faciliteiten met betrekking tot de proeftuin en de uiteindelijk te ontwikkelen controltower. Deze faciliteiten zijn onder andere computers en een vastgestelde ruimte. De stichting Connekt zal binnen het private en publieke programma Duurzame Logistiek actief bijdragen aan de kennisdisseminatie en deelnemen aan de bijeenkomsten binnen het project. Rükswaterstaat en gemeenten zullen vanuit de rol van opdrachtgever van bouwprojecten ervaringen en kennis inbrengen in het project. Daarnaast zullen zij actief bijdragen aan de kennisdisseminatie en deelnemen aan de bijeenkomsten binnen het project. De kennisinfrastructuur zoals binnen het Platform Logistiek in de Bouw opgezet (wiki, website, twitteraccount, linkedin account) zal ook worden gebruikt binnen het TKI "4C in bouwlogistiek" voor kennisvalorisatie. Het Platform Logistiek in de Bouw biedt een secretaris die bovengenoemde kennisinfrastructuur beheert. De deelnemende bedrijven zullen actief deelnemen aan de onderzoeken en de bijeenkomsten. Zij zullen in de pilotcases meewerken en hier de kennis toepassen waardoor praktijkresu ltaten bereikt worden.
De organisatie van de projectleiding is als volgt: Het overall project management wordt uitgevoerd door Nina Waldhauer (TNO). Hier liggen verantwoordelijkheden voor planning, monitoring en budgetbewaking. De inhoudelijke leiding en kwalitatieve verantwoordelijkheid ligt bij Siem van Merriënboer (TNO). Verder wordt voor elk werkpakket een werkpakketleider bepaald die verantwoordelijk is voor de coördinatie van alle activiteiten binnen een werkpakket. Ook iedere activiteit wordt toegewezen aan een verantwoordelijke projectmedewerker.
-24Ref. TNO-OF
F
-2013-3546-NW-lVD
D. Evaluatie en monitoring Evaluatie Deze sectie beschrijft hoe het consortium het project evalueert (in termen van innovatieproces, samenwerking en resultaten) gedurende en na afloop van het project. De resultaten van de evaluatie moeten beschikbaar worden gesteld aan het TKI Logistiek. Beschrijf hoe vaak metingen verricht moeten worden om projectvoorgang in de tijd zichtbaar te maken. Beschrijf hoe deze gemonitord worden, welke criteria hiervoor gehanteerd wordt en wie de evaluatie uitvoert.
TNO is als penvoerder verantwoordelijk voor de monitoring en evaluatie van het project. TNO zal daarmee de projectplanning en -begroting monitoren. De aanvraag voor de subsidiegelden wordt echter gedaan vanuit een consortium dat mede verantwoordelijk is voor de procesgang en eindresultaten. Zoals aangegeven in werkpakket 4 zal er 6x per jaar een consortium voortgangsoverleg plaatsvinden. Tijdens dit overleg zal de voortgang en planning van het TKI "4C bouwlogistiek" opgenomen worden op de agenda, waarbij de voortgang op het gebied van de
in
venruachte resultaten en de activiteiten wordt geëvalueerd alsook de begroting. Ook wordt tijdens deze overleggen de planning voor de opvolgende activiteiten besproken en waar nodig bijgestuurd. De notulen van deze voortgangsoverleggen zullen beschikbaar worden gesteld aan het TKI Logistiek.
ln de paragraaf 'doelen' zijn SMART doelen geformuleerd die het innovatieproces, de samenwerking tussen de verschillende stakeholders en de resultaten beschrijven. Deze doelen worden door zowel TNO als penvoerder alsook door het consortium gemonitord, onder andere aan de hand van de activiteiten die hierboven zijn geformuleerd. De geformuleerde doelen zijn:
.
Eén 'real-life'pilotproject per jaar (werkpakket 1), waarin nieuwe ketenregieconcepten in de praktijk getest en geanalyseerd worden. Deze pilotprojecten betreffen praktisch uitvoerbare casesituaties (vanaf initiëring door een opdrachtgever Vm realisering door een hoofdaannemer), waarin nieuwe of veelbelovende bestaande ketenregieconcepten worden geTmplementeerd en real-life worden getest. Evaluatiecriteria voor de pilotprojecten zijn: o waardering van bedrijven over de resultaten van de toepassing van nieuwe ketenregieconcepten, o bruikbaarheid en toepasbaarheid van oplossingen en technologieën in de praktijk; o specifieke prestatie indicatoren op het gebied van duuzaamheid en efficiëntie. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de beoogde assessmenttool (activiteit 2.3).
.
15 studentonderzoeken per jaar (werkpakket 3), waarin innovatieve en in de praktijk toepasbare
ketenregieconcepten worden ontwikkeld en uitgewerkt. Evaluatiecriteria voor de studentonderzoeken zi¡n: o waardering van bedrijven over de resultaten van het onderzoek; o of bedrijven zullen blijven deelnemen aan het programma; o of bedrijven de kennis uit de onderzoeken zullen gebruiken; o waardering van onderzoekers (wel/ niet direct bij het onderzoek betrokken) alsmede enkele vertegenwoordigers uit de bouwsector.
_25-
Ref. TNO-O
.
FF
-201 3-3546-NW-|VD
Het documenteren en delen van ervaringen en analyseresultaten van pilotprojecten en studentonderzoeken van duuzame ketenregieconcepten gericht op bouwlogistieke processen voor woningbouw, utiliteitsbouw en infrastructuur bouwprojecten door vier maal per jaar verschillende publicaties in vakbladen en op relevante websites te plaatsen (activiteit 3.2). Evaluatiecriteria voor kennisdisseminatie zijn: aantal publicaties in vakbladen en wetenschappelijke tijdschriften.
o
.
Het organiseren van conferenties en netwerkbijeenkomsten voor technologieoverdracht en het delen van ervaringen en analyseresultaten vanuit de theorie en praktijk. Dit zullen 1 grote conferentie en twee netwerkbijeenkomsten per jaar zijn (activiteit 3.1). Hiernaast vindt zes maal per jaar een consortiumoverleg plaats (werkpakket 5). Evaluatiecriteria voor de conferenties en netwerkbijeenkomsten zijn: de hoeveelheid bedrijven dat deel neemt aan de bijeenkomsten; het aantal bedrijven dat na een bijeenkomst aansluit bij het TKI "4C in bouwlogistiek"; of bedr¡ven de gegenereerde kennis zullen gebruiken.
o o o
.
Faciliteiten voor netwerkbijeenkomsten en concrete pilotprojecten zullen door de consortiumpartners en de deelnemende bedrijven conform de rol en input zoals beschreven bij de consortiu m partners, besch i kbaar worden gesteld. Evaluatiecriteria voor faciliteiten zijn: frequentie (aantal maal per jaar) en omvang van de beschikbaar gestelde faciliteiten.
o
E. Valorisatie en implementatiestrategie Valorisatie en kennisdisseminatie Deze sectie beschrijft de wijze waarop het consortium valorisatie- en disseminatie-activiteiten organiseert (wat, wie, wanneer), plannen om de projectresultaten en -kennis breed beschikbaar te stellen, ' plug-and-play' oplossingen voor opschaling - vermenigvuldiging en verbreding van resultaten naar de gehele logistieke sector (wat, wie, wanneer) en plannen voor het implementeren van de projectresultaten (tot welke resultaten leidend). Hoe maken deze activiteiten de overdracht van (tussentijdse) projectresultaten, uitkomsten en mogelijke instrumenten in de praktijk mogelijk voorbij en buiten het project naar andere bedrijven, region's sectoren et cetera (potentiele opschalingseffecten). Bijvoorbeeld, kan er een business start-up gerealiseerd worden? Wat betekende de uitkomsten en resultaten voor de sociale netwerken? Opgedane ervaringen met toepassingen van nieuwe bouwlogistieke oplossingen, ketenregie concepten en technologieën binnen de pilotprojecten (werkpakket 1), worden binnen het consortium gedeeld met de deelnemende bedrijven en overige stakeholders (werkpakket 4). Al het materiaal waarvan verslag wordt gemaakt is tevens input voor sectorale uitwisseling door middel van onder meer het Platform Logistiek in de Bouw.
Van deelnemende bedrijven worden 'cliënt testimonials' gemaakt, waarin het bedrijf zal verklaren wat ze aan het TKI innovatiecluster hebben gehad, wat het bijdroeg aan hun bedrijf en aan de bouwketen waarin zlwerkzaam zijn, hoe tevreden ze waren etc. (zie ook hoofdstuk D. Evaluatie en monitoring). De ervaringen worden bewerkt voor ondenryijsdoeleinden en publicatie in wetenschappelijke tijdschriften en vakbladen (activiteit 4.2).
_26_
Ref. TNO-OFF-20 1 3-3546-NW-lVD
Ten behoeve van het consortium en het netwerk van bedrrjven en andere stakeholders wordt voorzien in de volgende vormen van communicatie: Conferenties en netwerkbijeenkomsten (activiteit 4.1) Conferenties. Eén keer paar jaar zal een sectorale bijeenkomst worden georganiseerd waarbij de betrokkenen de belangrijkste resultaten zullen presenteren en de opgedane kennis en ervaring uitwisselen met betrokkenen in bouwketens
o
o
(deliverable D 4.1.1). Netwerkbijeenkomsten. Twee keer per jaar zal een netwerkbijeenkomst worden georganiseerd waarbij de voortgang van het TKI '4C in bouwlogistiek" wordt besproken met betrokkenen en waar de opgedane kennis en ervaring uitgewisseld wordt (deliverable D 4.1.2). Rapportages en publicaties (activiteit 4.2, deliverable D 4.2) Uitkomsten van onderzoeken worden gepubliceerd in de publicaties van de brancheverenigingen en waar mogelijk in publicaties van de kennisinstellingen. Publicaties in vaktijdschriften of op relevante websites wordt vier maal per jaar
o
.
o o
o
voorzten.
Social media (activiteit 4.3, deliverable 4.3) Nieuws en andere resultaten van onderzoek worden gecommuniceerd via de kanalen (website, wikr, twitteraccount, linkedin discussiegroep) van het platform Logistiek in de Bouw. De consortiumpartners plaatsen nieuws en andere producten op hun websites. Via de Linkedin discussiegroep "Logistiek in de Bouw"kan gediscussieerd worden over de projectresultaten. De Wiki bevat de kennis die ontstaat uit de onderzoeken en netwerkbijeenkomsten. De Wiki is openbaar en door betrokkenen aan te vullen en te wijzigen. De brancheverenigingen kunnen al hun leden via hun eigen middelen van de voortgang van het onderzoek op de hoogte stellen, een unieke kans gezien de samenstelling van het platform: Logistiek in de Bouw"."
o o o o
o
Deze sectie beschrijft de wijze waarop het consortium de implementatie van de resultaten van het project plant (hoe, wie en wanneer) en tot welke verwachte resultaten dit zal leiden. Zoals onder het hoofdstuk'Doelstellingen en doelen' beschreven is het doel van het project de adoptie van het 4C concept in de bouwlogistieke sector door intensieve kruisbestuiving en toepassing en verdere ontwikkeling van concepten in de praktijk. Hierdoor wordt draagvlak gecreëerd en daarmee de basis voor implementatie in de dagelijkse praktijk gelegd. lmplementatie zelf valt buiten scope van het project. Wel wordt aandacht aan het ondenruerp besteed om implementatie na afloop van het project mogelijk te maken. Eén van de activiteiten is daarom samen met de partners tijdens het project een implementatiestrategie uitwerken (activiteit 1.6). Door een gezamenlijk concept van alle deelnemers te ontwikkelen wordt de kans op daadwerkelijke implementatie duidelijk verhoogd.
-27Ref . TN O-O
Bijlage
3
FF
-20 1 3-3546-NW-|VD
Excel template TKI Projectbegroting (te gebruiken voor een TKI voorstel)
Een digitale template (excel bestand) voor de projectbegroting is beschikbaar op de TKI Logistiek website, ga naar www.xxxxx.nl voor de beschikbare templates.
Aanvraag van TKI Toeslag: financieringsregels bij samenwerkingsprojecten:
1.
Alleen voor samenwerkingsprojecten die starten na aanvraag (dus niet al lopende projecten), met een maximale doorlooptijd van 5 jaar.
2.
Mag geen bestaande financiering vervangen.
3.
Minimaal
4.
lnzet van de toeslag mag individuele bedrijven niet meer steunen dat wat vanurt staatssteunkader (art. 1 a.6).
5.
I
kennisinstelling en 1 bedrijf, geen contractresearch.
toegestaan
is
Benodigde minimale private bijdrage (als % van subsidiabele projectkosten): Fundamenteel onderzoek: minimaal 15o/o vansubsidiabele kosten; lndustrieel (R&D)onderzoek: minimaal 50% van subsidiabele kosten; Experimentele ontwikkeling: minimaal 75o/o vansubsidiabele kosten.
. o .
En daarnaast:
. 6.
Voor het exploiteren van innovatieclusters is er een maximale TK|-toeslag van 50% van de personeels- en administratiekosten voor de marketing, beheer en organisatie van clusters.
Maximaal door TKI Logistiek toe te kennen aan TK|-toeslag: Fundamenteel onderzoek: maximaal 10% van de subsidiabele kosten, met een maximum van EUR 100.000,= (maximale projectomvang EUR 1.000.000,=); lndustrieel (R&D) ondezoek: maximaal 40o/o van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 300.000,= (maximale projectomvang EUR 1.200.000,=); Experimentele ontwikkeling: maximaal 25o/o van de subsidiabele kosten, met een maximum van EUR 200.000,= (maximale projectomvang EUR 800.000,=); Exploiteren innovatieclusters: maximaal 50% van de subsidiabele kosten, met een maximum van EUR 150.000,=.
o ¡ . .
-28Ref . TN O-O
FF
-201 3-3546-NW-|VD
De volgende ovezichten geven aan hoe de projectkosten voor diverse type samenwerkingsprojecten gefinancierd moeten worden: Fu
ndamenteel onderzoek: voorbeeld vo
Subsidiabele proiectkosten 6 Kl-onderzoekers
I
van 1000K:
:
900K
bedriifsonderzoeker
100K
Gezamenl ijke uitvoerin g
Et cetera.
TOTAAL
I 000K
Financierinq: Kennisinstellinqen Private bijdragen:
Subsidies:
300K
: il
;ili
300K 300K
- b¡v. vanuit NWO (call) . bijv. vanuit TNO
.TKl-toeslag .et cetera TOTAAL
1
1
Mininaal 15% cofinanciering (in-cash of in-kind)
00K
000K
lndustr¡eel (R&D) onderzoek: voorbeeld project financierinq van 1200K:
Subsidiabele projectkosten 4 Kl-onderzoekers 3 bedriifsonderzoekers
:
700K s00K
Gezamenlijke uitvoering
Et cetera.
TOTAAL
1200K
Financie¡ing: Biidraqe kennisinstellinoen Private bijdragen: - in cash - in kind - bijv. vanuit NWO (call) - bijv. vanuit TNO - TKI-toestag - et cetera TOTAAL
Subsidies:
Experi x
onderzoeK: voorbeeld
Subsidiabele proiectkosten 2 Kl onderzoekers 5 bed riifsonderzoekers
I 00K 200K 300K
200K 100K 300K
MininaalS0% cofinanciering (in-cash of in-kind)
1200K van 800K:
:
250K 550K
Gezamenlijke uitvoering
Et cetera.
TOTAAL
800K
Financierinq:
-
Kennisinstellinoen Private bijdragen: - in cash - in kind - bijv. vanuit NWO - bijv. vanuit TNO
Subsidies:
- TKI{oeslag - et cetera
TOTAAL
OK
200K 400K
200K 800K
MininaalT5% cofinanciering (in-cash of in-kind)
Ref. TNO-OFF-20 1 3-3546-NW-|VD
Bijlage
4
Formulier voor een MKB-check
Een formulier voor de MKB-check is beschikbare format op de TKI website (ga naar www.xxxx.nlErrÒr! Hyperlink reference not valid.).). Een ingevuld en ondertekend formulier door de deelnemendg MKB bedrijven moet ingediend worden met het TKI voorstel.
30Ref. TNO-OFF-20 1 3-3546-NW-lVD
Bijlage
5
Beoordelingscriteria voor TKI projectplan
Voor fundamenteel onderzoek zijn criteria 1,2, 4,5, 7 en 9 van belang. Voor industrieel (R&D) zijn alle criteria van belang Voor experimentele ontwikkeling en exploiteren van innovatieclusters zijn criteria van belang. 1
1,2,3,5, 6, 7 en 8
Fit Goals: Does the project clearly address and contribute to the goals of the lnnovation Program (as described in the Gallfor Proposals and on the Dinalog website; also see van Van Laarhoven's final report, final report
Topteam Logistics)? 5. Excellent contribution to the goals of the lnnovation Program
4. Very good contribution to the goals of the lnnovation Program 3. Good contribution to the goals of the lnnovation Program 2. Fair contribution to the goals of the lnnovation Program 1. Poor / no contribution to the goals of the lnnovation Program. 2
Exc
Poor
Exc
Poor
Exc
Poor
trtrtrtrtr 5 4 321
Fit Theme's: Does the project fit within the themes of the lnnovation Program (as decribed in the Call for Proposals and on the Dinalog website; also see
van Van Laarhoven's final report, final report Topteam Logistics)? 5. Excellent fit with at least one the six research themes 4 Very good fit to at least one the six research themes 3. Good fit but addresses only a part of the research theme 2. No perfect fit; an alternative funding instrument would be more suitable
trtrtrtrtr 5 4 321
1. No fit at all. 3
4
Business: does the project address real, topical issues? 5. Excellent proposal on extremely important and / or topical issues 4. Compelling proposal on a very important and / or topical issue 3. lnteresting proposal on an important topic, 2. Contains some interesting aspects, but lacks clarity and/or coherence. 1. Serious lack of substance and/or relevance. Science: does the project add potentialto the scientific body of knowledge? 5. Excellent proposal on extremely important and / or topical issues.Can lead to excellent publications in international, peer-reviewed, international scientific journals. 4. Compelling proposal on a very important and / or topical issue. Has all it takes to lead to publications in international, peer-reviewed, internationalscientific journals. 3. lnteresting proposal on an important topic. Publications in very good, peerreviewed, international scientific journals likely. 2. Some interesting aspects, but lacks clarity and/or coherence. Relatively unlikely to lead to publications in very good, peer-reviewed, international scientific journals. 1. Serious lack of substance and/or relevance. Unlikely to lead to very good, peerreviewed, international scientific publications.
5
trtrtrtrtr 5 4 321
Innovation: is the proposed project innovative and new? 5. Extremely innovative project.
4. Highly innovative: identifies a significant new problem and/or a significant new methodology or approach. 3. Some notable innovative aspects. 2. Not very innovative: the topic is already well-studied and/or the proposal largely follows a well{rodden approach. 1. Not innovative at all.
Exc
Poor
trtrtrtrtr 5 4 321
Exc
Poor
trtrtrtrtr 5 4 321
-31Ref. TNO-OFF-20 1 3-3546-NW-lVD
b
7
I
lmpact: does the project create a significant economic and / or societal (measurable) value? 5. Excellent impact very likely, 4. lmportant impact quite likely and well described. 3. Some notable impact likely. 2. Maybe some minor impact. 1. Unlikely to make any significant impact. Presentation: is the project presented in a clear and rationalway? 5. Excellently written, excellent argumentation, makes an excellent case. 4. Very clearly written; well-argued; makes a compelling case. 3. Well-written; the flow of logic is easy to follow. 2. Fairly well-written, but with some effort the argumentation is clear enough. 1. Poorly written, many errors, disorganized, hard to follow the argumentation. Valorization: Quality, realism and level of concreteness of the valorization plan? 5. Excellent quality of the valorization plan. 4. Very high quality of the valorization plan. 3. High quality of the valorization plan. 2. Fair quality of the valorization plan. 1. Low quality of the valorization plan.
9
Quality: Quality of scientific researchers? 5. Excellent quality of scientific researchers. 4. Very high quality of scientific researchers. 3. High quality of scientific researchers. 2. Fair quality of scientific researchers. 1. Low quality of scientific researchers.
Poor
trtrtrtrtr 5 4 321
Exc
Poor
Exc
Poor
trtrtrtrtr 5 4 321
trtrtrtrtr 5 4 321
Exc
Poor
trtrtrtrtr 5 4 321