VG X 9 1 I ED •
t(ÏJ Technische Universiteit Eindhoven
Verslag Discussiebijeenkomst
•Iedereen in d ienst• Komt er een sociale dienstplicht?
26 september 1991 ~estuurscommissie
i.s.m. Gemeente Eindhoven
Vredescentrum TUE
INHOUDSOPGAVE
INHOUDSOPGAVE
- HET
PROGRA.Ml~'.LA
- DE SPREKERS . Openingstoespraak Dr. S. Faltas, hoofd Studium Generale TUE; dagvoorzitter
pag.
1
• Ing. H.G. Rollernan, Jonge Dernocraten
pag.
2
. Drs. R. Zaal, oud-voorzitter Vereniging van Dienstplichtige Militairen (VVDM)
pag.
6
- FORUMDISCUSSIE EN DISCUSSIE MET DE ZAAL
pag. 12
- DANKWOORD EN AFSLUITING Prof.dr.ir. P.P.J.M. Schram, vice-voorzitter van de Bestuurscommissie Vredescentrum TUE
pag. 20
HET PROGRAMMA
•IEDEREEN IN DIENST• KOMT ER EEN SOCIALE DIENSTPLICHT? Donderdag 26 september 1991 vanaf 13.30 uur, Collegezaal 4, Auditorium van de TUE PROGRAMMA
13.15 uur
Zaal open.
13.30 uur
Opening door de dagvoorzitter dr. S. Faltas, hoofd Studium Generale TUE.
13.35 uur
Inleidingen door: ing. H.G. Rolleman, jonge Democraten (verbonden aan D'66}, die de voordelen van de sociale dienstplicht benadrukt en voor invoering pleit. drs. R. Zaal, oud-voorzitter Vereniging van Dienstplichtige Militairen (VVDM), die de nadelen en risico's van de sociale dienstplicht benadrukt en zich keert tegen invoering.
14.15 uur
Pauze.
14.30 uur
Discussie o.l.v. dr. S. Faltas met: prof.dr. J.A. Flendrig, hoogleraar inwendige geneeskunde Rijksuniversiteit Limburg. mr. P. Notermans, voorzitter Stichting Maatschappelijk Werk Eindhoven. I. van Dijk, voorzitter Rooie Vrouwen in de Partij van de Arbeid. en de sprekers: ing. H.G. Rolleman drs. R. Zaal
15.15 uur
Dankwoord en afsluiting door de dagvoorzitter dr.
s.
Faltas.
DE SPREKERS
1
DR. S. FAL'I'AS dagvoorzitter OPENING Wij spreken van een sociale dienstplicht eventueel voor jongens en meisjes van de leeftijd van ongeveer achttien jaar, de leeftijd waarop ook jongens voor militaire dienstplicht opgeroepen worden. Dienstplicht die vervuld wordt in de civiele maatschappij. De sprekers zullen ongetwijfeld hun eigen definities hiervoor aandragen. Als je spreekt over de civiele maatschappij, dan geef je eigenlijk al aan dat er een ongewisse relatie bestaat tussen die eventuele nieuwe sociale dienstplicht en de militaire dienstplicht, die wij nu kennen. Wij zouden onze plicht verzaken als Vredescentrum als wij onze sprekers niet ook opriepen om iets te zeggen over de militaire dienstplicht en hoe die zich eventueel verhoudt tot die voorgestelde sociale dienstplicht. Op deze universiteit zijn we dol op het tekenen van matrixen. Als ik een krijtje had, dan zou ik op het bord een matrix tekenen. Je kunt zeggen militaire dienstplicht: jajnee, sociale dienstplicht: jajnee. Dan heb je vier vakjes, waarin één vakje de status quo vertegenwoordigt, dus wel een militaire dienstplicht, maar geen sociale. Je kunt ook uitgaan van de militaire dienstplicht handhaven en daarnaast een sociale dienstplicht eventueel verenigd in een algemene maatschappelijke dienstverleningsplicht, hetzij civiel, hetzij militair. Tenslotte kun je je voorstellen dat je de militaire dienst afschaft en wel de sociale dienstplicht invoert en tenslotte kun je zeggen wij wijzen iedere vorm van verplichte dienstverlening om de maatschappij civiel of militair te dienen af. Ik denk dat het voor de helderheid van de discussie heel goed zou zijn als onze sprekers bereid waren om zichzelf in één van deze vier hokjes te plaatsen. Verder een suggestie, waarvan ik denk dat die wel nuttig zou kunnen ZlJn: betrek in uw standpuntbepaling over de sociale dienstplicht de ervaringen op dit moment bij de dienstplicht. Wij hebben al een militaire dienstplicht en we hebben eigenlijk ook al een sociale dienstplicht al noemen wij die niet zo. Elk jaar worden tienduizenden van de jongens tewerkgesteld als erkende gewetensbezwaarden in het kader van iets wat je best een sociale dienstplicht zou kunnen noemen. Die ervaring met die tewerkstelling van gewetensbezwaarden die zou je er in moeten betrekken, want als je vindt dat die tewerkstelling van erkende gewetensbezwaarden een groot succes is zul je waarschijnlijk vriendelijker denken over het idee van een sociale dienstplicht, dan wanneer je vindt dat de tewerkstelling van erkende gewetensbezwaarden heel slecht functioneert. Ik denk dat langzamerhand de noodzaak van vrede en veiligheid, niet meer los kan worden gezien van het probleem van de zorg voor de ouderen, van de zorg voor de zieken en van allerlei maatschappelijke functies. Ik zal verder zonder plichtplegingen de eerste spreker bij u introduceren, dat is de heer Rolleman. Hij is voorzitter van de werkgroep Defensie van de Jonge Democraten, dat is een jongeren organisatie van D66. De heer Rolleman zal een pleidooi houden voor de sociale dienstplicht, waarna hij op de korrel genomen wordt door de heer Zaal, de vroegere voorzitter van de Vereniging van Dienstplichtige Militairen (VVDM), een tegenstander van de sociale dienstplicht. Na de pauze gaan we met deze twee heren en met onze andere gasten, die ik dan nog met name bij u zal introduceren, in discussie.
2
ING. H.G. ROLLEMAN Jonge Democraten INLEIDING Ik wil me even voorstellen, dan weet u met welk referentiekader ik alles op papier heb gezet. Ik ben op het ogenblik werkzaam bij een uitzendorganisatie voor hoger technisch personeel, MULTEC, en in die hoedanigheid zie ik dat de arbeidsverdeling heel goed overgelaten kan worden aan een private sector en niet speciaal overgelaten moet worden aan een overheidsinstituut. Mijn dienstplicht heb ik vervuld bij het 4le Anti Infanterie Bataljon in Ermelo. Daar ben ik sergeant geweest, toegevoegd aan de Sectie 3. Dat is de organisatielijn van een bataljon van ca 900 man. Ik ben daarnaast actief geweest bij de AVNM, een collega van de VVDM, de grootste organisatie, die zich heeft bezig gehouden met de invulling van de arbeidsvoorwaarden en geen politieke stellingname heeft gedaan, hetgeen de VVDM wel doet. Ik bedank u allereerst voor de uitnodiging om hier te spreken. Ik ben blij dat de wetenschap zich nu ook gaat interesseren voor dit belangrijke onderdeel van onze maatschappij. De nota "Sociale dienstplicht, dwangarbeid of solidariteit" is de enige nota in Nederland, die geschreven is over sociale dienstplicht. U had misschien verwacht dat ik hier het standpunt van de JD ga verkondigen, dat is niet zo. In principe zijn wij voor de sociale dienstplicht. Tijdens het afgelopen congres hebben wij een resolutie behandeld over de sociale dienstplicht waar vrij nauwgezet werd ingegaan op de uitvoering ervan en die is helaas niet door de JD goedgekeurd. Dus we hebben alleen een principestandpunt. Daarom zal ik ook mijn eigen ideeën hier gaan verkondigen. In William Jays's essay "The rnaral equivalent of war" van 1910 beschrijft hij een idee over een sociale dienstplicht. Ze noemen dat een "civic service" en dan noemt hij een aantal voorbeelden: Naast wat meer "stoere" werkzaamheden ook "civil" werk als glazenwassen, de vaat spoelen en kleren wassen. Zijn ideeën zijn een beetje gedateerd. De Christen Democraten in Nederland houden het op de term "maatschappelijke dienstverlening". Zelf hanteer ik altijd de terminologie "sociale dienstplicht", zoals ook gelukkig de Bestuurscommissie Vredescentrum op de Technische Universiteit Eindhoven hanteert. Ik wil n.l. aansluiten bij het algemeen gehanteerde begrip "militaire dienstplicht". De discussie over sociale dienstplicht dient gesplitst te worden in twee delen. Allereerst, de belangrijkste, de ideologische discussie. Daarin worden ideeën neergelegd over hoe de samenleving ingedeeld moet worden. Dan pas komt de pragmatische discussie. Dat is de manier waarop en waarmee de samenleving het beste ingericht kan worden. En die pragmatische discussie wil ik graag verdelen en dit komt ook de voorzitter ten goede in de discussie over de militaire dienstplicht en de discussie over de sociale dienstplicht. Aan het eind zal ik uitkomen op een voorstel voor een stelsel van sociale dienstplicht. Allereerst de ideologische discussie. Hierin staat de volgende vraag centraal: Kan aan een lid van de samenleving gevraagd worden naast een geldelijke bijdrage, de belasting, ook een fysieke prestatie te leveren? Op deze vraag kan ik als vrijzinnig democraat niet zonder meer met "ja" of "neen" antwoorden. Het liberale gedachtegoed zegt aan de ene kant dat de invloed van de overheid tot een minimum beperkt moet blijven, dat er ruimte gegeven moet worden aan de marktpartijen. Daarnaast zegt het socialistische
3
gedachtegoed dat men een bijdrage moet leveren aan de instandhouding van samenleving in de meest ruime zin van het woord. Kortom, kies je voor maximale individuele ontplooing, of kies je voor solidariteit? Deze vragen komen in de politiek telkens weer naar voren op allerlei gebieden en spelen ook in de discussie over de sociale dienstplicht een elementaire rol. Vaak wordt er in de politiek echter geen ideologische keuze gemaakt, maar gaat men al direct over tot de tweede fase, de pragmatische discussie. De geschiedenis van de discussie over de instelling van de militaire dienstplicht is hier een heel goed voorbeeld van. Ik ga in het kort met u een aantal zaken langs. Door het gebrek aan soldaten is na de Franse overheersing het lotensysteem voor dienstplichtigen opnieuw ingevoerd. In 1898, is de algemene dienstplicht ingesteld. Deze is ingesteld omdat er geen doorsnee van de samenleving meer in de krijgsmacht was. Dan krijgen we na 1977 de commissieMolensteen. Omdat er een dreiging vanuit het Oosten was en het leger daardoor niet kleiner gemaakt kon worden, was het niet mogelijk om te spreken van een a.fschaffing van de dienstplicht. Kortom, allemaal pragmatische argumenten om de dienstplicht in te stellen of te handhaven. De in de herfst van dit jaar te installeren commissie Meijer krijgt voor het eerst opdracht om de vraag te gaan onderzoeken of het wenselijk is de dienstplicht ook na het jaar 2000 te handhaven, waaraan meteen de vraag gekoppeld wordt of het noodzakelijk is om de dienstplicht ook na het jaar 2000 te handhaven. En de onderzoekscommissie krijgt meteen een aantal handvaten, een aantal onderzoeksvragen, zoals maatschappelijke aanvaarding van de krijgsmacht, de mogelijkheid van compensatie voor dienstplichtigen en eventuele kostenanalyses. Ik houd mijn hart vast dat we niet weer dezelfde uitkomst krijgen als bij de commissie Molensteen, waarbij ook volledig voorbij is gegaan aan de principiële fase. Juist bij de discussie over sociale en militaire dienstplicht, die bij uitvoering grote gevolgen hebben voor zowel het individu als de maatschappij als geheel wil ik benadrukken dat we het eerst eens moeten worden over de vraag of we van een lid van de samenleving mogen vragen of hij naast geldelijke inspanningen ook lichamelijke inspanningen levert voor de instandhouding van de maatschappij. Dat was de ideologische discussie. Dan komen we nu aan de pragmatische discussie. Allereerst ten aanzien van de militaire dienstplicht. De militaire dienstplicht is in de huidige vorm maatschappelijk niet meer te handhaven. Waarom niet? Op dit moment gaat slechts een derde van de Nederlandse jongens in werkelijke dienst. Deze verhouding wordt met de aangekondigde inkrimping van de legermacht alleen nog maar schever. Ten tweede: er wordt nog steeds verschil gemaakt tussen vrouwen en mannen voor de dienstvervulling, wat in het kader van de wet gelijke behandeling onlogisch is. Niet iedereen heeft evenveel kans om opgeroepen te worden voor werkelijke dienst. Uit onderzoek blijkt, ik baseer me hier op de gegevens van drs. J. Sikkema, wetenschappelijk medewerker aan het Instituut Clingendael, dat er duidelijke samenhang bestaat tussen opleiding, inkomen, politieke gerichtheid, kerkgang, woonplaats en lage opkomst van de dienstplichtigen en de vervulling van de dienstplicht. Hij besluit zijn betoog met de opmerking: Het is veel waarschijnlijker dat de zoon van een godvruchtige Zeeuwse landarbeider in dienst gaat dan de zoon van een socialistische hoogleraar uit Amsterdam. Het door dienstplichtigen genoten onderwijs is over het algemeen te hoog voor de vervulling van de taken, waardoor verveling en alcoholmisbruik toeslaan. Uit de enquete van de AMCF uit 1989 blijkt dat 33% van de
4
militairen 4 uur per dag of meer overhoudt. Dit heeft te maken met een totaal veranderde militaire dreiging. Van de tweezijdige Oost - Westverhouding naar de alzijdige dreiging. Onze defensie-inspanningen zullen zich daarom sterk moeten richten op interventie. Hiervoor zijn hele andere legermachten nodig. Kleine, parate en mobiele eenheden, die geen problemen hebben met de uitzending naar brandhaarden in het kader van NAVO, WEU of vredesmachten van de VN. In het artikel van Robert Zaal in de NRC van 21 september j.l. gaat hij in op de hierboven geschetste problemen aan de hand van de drie politieke voordelen van de militaire dienstplicht, die Machiavelli onderscheidde. Ik durf natuurlijk niet aan Machiavelli te komen, dus daar ben ik het wat dat betreft helemaal mee eens. Zijn pleidooi voor handhaving van de militaire dienstplicht met de mogelijkheid deze variabel te vervullen, dus dat betekent verlenging voor sommige functies, met verbeterde arbeidsvoorwaarden, met functiekeuzemogelijkheid en een snelle roulatie, zodat meer jongens, en hij noemt eventueel zelfs meisjes, ingezet kunnen worden, wil ik graag overnemen. Alle facetten die hij noemt voor de militaire dienstplicht maken namelijk deel uit van mijn plan voor de sociale dienstplicht, dat ik u straks ga beschrijven. Nu komen we bij de sociale dienstplicht. Waarom moet die ingesteld worden? Naast de veranderingen in de militaire wereld wordt ook de rest van onze maatschappij geconfronteerd met belangrijke ontwikkelingen. Ik vind het jammer dat Robert Zaal de voordelen, die hij ziet voor de instandhouding van de militaire dienstplicht, niet doortrekt naar de andere sectoren in de maatschappij. Ik noem de problemen rond de steeds verdergaande ontgroening en de vergrijzing van de bevolking en de gevolgen daarvan voor alle sectoren en de hun eigen problemen om ons voorzieningenniveau te financieren. De collectieve lasten zullen daarna alleen maar hoger worden met stijgende uitgaven voor gezondheidszorg, criminaliteitsbestrijding, milieu en onderwijs. Ook de belastingen zijn uit den boze, zeker met het oog op 1992, de internationale handelspositie en de koopkracht. Ik wil graag één sector er uit lichten, omdat prof. Flendrig hier ook aanwezig is en omdat ik denk dat het een heel goed voorbeeld is om daar nader op in te gaan: de verplegingssector. Op dit moment kampen de verpleeghuizen al met personeelstekorten. Volgens berekeningen van drs. A.J. Krol, onder meer voorzitter van de sectie Zwakzinnigenzorg van de Nationale Ziekenhuisraad, zal in de toekomst 1 op de 4 jongeren in de verpleging moeten gaan werken om het huidige voorzieningenniveau te kunnen garanderen. Ook dr. J. van Welden, voorzitter van de Vereniging van Verpleeghuizen, is groot voorstander van de sociale dienstplicht. Hij zag het einde van de verzorgingsstaat in zicht komen met steeds hoger wordende uitgaven voor de handhaving ervan. De WAO-ombuigingen laten zien dat er ergens een grens is. Daarnaast constateerde hij een verregaande individualisering van de maatschappij. Zijn conclusie luidt dan ook: Als de samenleving niet zorgzaam is, dan moeten we die op een andere manier zorgzaam maken. Prof.dr. Jaap Flendrig, hoogleraar inwendige geneeskunde, komt met een uitgewerkt plan voor de invulling van de werkzaamheden van de dienstplichtigen in de verzorgingssector. Als je kijkt naar het project met langdurig werklozen in "De Driehoef" in Amsterdam, waar deze werden ingezet als afdelings-assistenten en beddenopmakers, dan blijkt, dat het zeer wel te realiseren is en dat dat soort activiteiten door mensen, die niet geschoold zijn, gedaan kunnen worden. Daarnaast heb je natuurlijk ook nog het terrein van milieu, natuurbehoud, openbare orde, ontwikkelingssamenwerking en non-
5
profit en vrijwilligersorganisaties. Veel mogelijkheden om dienstplichtigen in te zetten daar waar geld en menskracht ontbreken. Ook in je directe omgeving zie je regelmatig zaken, bijvoorbeeld bij de politie, die te maken hebben met een tekort aan capaciteiten. Van de week was mijn autoradio gestolen en ik moest een uur wachten voor de invulling van een aanklacht en ik dacht: als ze daar nu een dienstplichtige hadden neergezet, dan had ik meteen naar huis kunnen gaan en dan had ik geen uur hoeven te wachten. Nu komen we bij het stelsel van sociale dienstplicht. Eén van de grootste voordelen bij het stelsel van sociale dienstplicht is dat het een groot bureaucratisch apparaat wordt van keuring, plaatsing, training, administratie en controle. Hierbij wil ik de aandacht vestigen op een plan voor een stelsel van sociale dienstplicht voor de Verenigde Staten, zoals dat door Charles c. Moskos wordt voorgesteld in zijn boek "The call to civic service". Ik wil dat boek graag aanraden aan mensen, die geïnteresseerd zijn in sociale dienstplicht. Het is het enige werk dat diepgaand ingaat op de invulling van de sociale dienstplicht. Je moet er wel een half jaar op wachten, want zo lang is de levertijd, maar het is bijzonder interessant. Uitgangspunt bij hem is dat de sociale dienstplicht de plaats moet gaan invullen, die niet vervuld wordt door de marktsector, omdat er geen winst uit te halen is. En niet vervuld wordt door de overheid, omdat ze er geen geld voor hebben of er geen geld voor over hebben. In 1986 kwam de Ford Foundation aan 3 l/2 miljoen mogelijke plaatsen in de Verenigde Staten bij onderwijs, verpleging, kinderopvang, justitie, natuurbehoud en behoud van de cultuurgoederen. 3 1/2 miljoen plaatsen! In de Verenigde Staten verwacht men ongeveer 1 miljoen dienstplichtigen te hebben. Moskos gaat uit van een lage toelage voor dienstplichtigen. Dienstplichtigen werken nu een jaar lang 40 uur per week. In sommige functies langer als daar een speciale opleiding voor nodig is net zoals drs. Zaal zich voor de militaire dienstplicht voorstelt. De dienstplichtige wordt voorbereid op zijn taak in het primaire en secundaire onderwijs. Hij gaat uit van een centraal geformeerd orgaan voor beleidsontwikkeling, dat als een soort stichting functioneert. Daarnaast wil hij een sterk gedecentraliseerd netwerk voor de verschillende regio's, waar verschillende organisaties hun aanvragen voor dienstplichtigen tegen betaling kunnen neerleggen. De dienstplichtigen kunnen dan kiezen welke dienstplicht ze willen vervullen. Door de sociale dienstplicht zullen jongeren directer bij de maatschappij betrokken worden. Hij koppelt ook nog de studiefinanciering aan de vervulling van de dienstplicht. Afsluitend wil ik kort nog wat resultaten van een recente enquete van het NIPO, gehouden door de stichting Maatschappij en Krijgsmacht in samenwerking met de VVDM, naar voren brengen. 65% van de bevolking, zo blijkt uit de enquete, is vóór invoering van de algemene dienstplicht. Dit is weer meer dan blijkt uit de resultaten van de enquete, die de stichting Maatschappij en Krijgsmacht vorig jaar heeft ingesteld, ongeveer 20%. Haaks staat daarop de voorkeur voor de militaire dienstplicht. In 1991 bleek dat 62% was voor een vrijwilligersleger. In 1990 was dat slechts 36%. Ik verwacht dan ook en ik hoop dat naast de commissie Meijer een tweede commissie ingesteld zal worden, die nu eindelijk eens antwoord gaat geven op de principiële vraag of dienstplicht wenselijk is en de vraagstelling uitbreidt naar een sociale dienstplicht. Ik dank U.
6
DRS. R. ZAAL Oud-voorzitter VVDM INLEIDING Ik zal heel in het kort iets over mijzelf vertellen. Ik ben eind 1988 in dienst gegaan, heb bij de Geneeskundige Troepen 4 maanden gediend in Zuid Laren en daarna ben ik teruggekomen in het bestuur van de VVDM, eerst als secretaris en daarna als voorzitter. Door deze laatste ervaringen m.n., waar ik met een hoop rare dingen in aanraking ben gekomen, meen ik iets extra's over de militaire dienstplicht te kunnen zeggen. Ik zit nog steeds in het bestuur van de VVDM en ik ben dus nog steeds betrokken bij de militaire dienstplicht. Het onderwerp raakt me en ik wil er nog eens iets over schrijven. Als ik u nu weer zo hoor, dan begint mijn bloed weer een beetje te koken, maar laten we maar zeggen dat dat een goede inspiratiebron is. Ik merkte toen ik in de aanloop van deze dag sprak met een dame van het TUE-blad "Cursor", die wat wilde weten over mijn standpunt, dat ik op haar vraag "wat vind je er nou van?" allerlei argumenten door elkaar ging gooien. Ik heb het nu maar op een rijtje gezet in de hoop dat het daardoor ook iets duidelijker zal zijn. Toen ik het jaarverslag las van de Bestuurscommissie zag ik dat de Bestuurscommissie tot taak heeft bijeenkomsten te organiseren over thema's aangaande vrede en veiligheid en het eerste wat ik dacht was "wat heeft sociale dienstplicht daarmee te maken?". Ik denk dat het namelijk los van elkaar staat, maar dat de koppeling tot stand wordt gebracht door het ter discussie stellen van de militaire dienstplicht. De gedachte lijkt te zijn de militaire dienstplicht is nogal onrechtvaardig, laten we dan maar iets bedenken dat de onrechtvaardigheid wegneemt, dat zou dan de oplossing zijn. Eigenlijk denk ik dat afgezien van die militaire component, die hier eigenlijk alleen indirect ter discussie staat, de onderwerpen eigenlijk niet met elkaar te maken hebben. Toch zie je dat de brug tussen vrede en veiligheid en sociale dienstplicht geslagen wordt door militaire dienstplicht. Ik heb daar wel een standpunt over. Ik zal daar zo meteen iets over zeggen. Militaire plichten worden zeer ongelijkmatig verdeeld over jongeren. Die algemene of sociale dienstplicht schept gelijkheid, dan is tenminste iedereen de pineut. Maar ik kijk nu even terug naar mijn eigen diensttijd. Toen ik als hospik, als gewondenverzorger, met een pistoolkist tijdens mijn opleiding door het mulle zand van een tankspoor liep werd mijn last natuurlijk niet lichter doordat er daarna iemand naast me kwam lopen met een plunjezak op zijn nek. Laat staan dat de last lichter zou zijn geworden als iemand op hetzelfde moment in een bejaardenhuis zijn diensten zou hebben aangeboden. Ik wil er maar mee zeggen dat de militair dienstplichtigen helemaal niets zullen opschieten met de invoering van een sociale dienstplicht. Dan is iedereen slecht af. De discussie over een andere inrichting van de militaire dienstplicht is volgens mij zeer noodzakelijk, maar dat staat hier eigenlijk los van. Ik ben een voorstander van de instandhouding van de militaire dienstplicht; ik vind dat daar op een andere manier vorm aan moet worden gegeven. Ik denk dat er nog een heleboel mogelijkheden zijn om de tijd die de mensen daar doorbrengen efficienter te benutten. Dat zou inderdaad betekenen dat een aantal opleidingen verkort kan worden. Je hoeft er geen 12 maanden over te doen om te leren hoe je een luchtmachtbasis moet bewaken waar je in een rondje
7
omheen loopt, tenzij er iets ernstigs gebeurt. Dat kun je echt in vier maanden leren. Maar daar tegenover is het wel van belang te leren om met een geavanceerde tank om te kunnen gaan en dat zal wel eens wat langer, veertien of misschien twaalf maanden kunnen duren. Het is goed na te denken over de realisering, want als je sergeant bent of was, dan moet je weer bepaalde andere dingen leren dan ik, die gewoon soldaat was. Dus die scheiding hebben we ook al. Waarom zouden we de dienstplicht moeten handhaven? Ik denk dat er twee belangrijke argumenten zijn. Ten eerste het argument van de binding. De dienstplicht leidt er toe dat de krijgsmacht een afspiegeling is van de samenleving. Ik denk dat dat onzin is. Het is geen afspiegeling. Daarvoor zijn de verschillen inderdaad te groot. Maar het betekent wel dat er een sterke binding tot stand komt. De VVDM bestaat nu 25 jaar. In de loop van die 25 jaar zijn maar liefst ca 500.000 mensen lid geweest van die organisatie. Tel daarbij op de AVDM-leden, dat zal zo langzamerhand ook wel daar in die buurt komen. Dan betekent dat dus dat echt letterlijk miljoenen mensen, de jongens zelf, hun vriendinnen, hun andere partners, hun ouders, hun broers en zussen met die dienstplicht in aanraking zijn gekomen. Ik heb ooit op een forum van de Stichting Maatschappij en Krijgsmacht gezegd dat ik denk dat het percentage mensen dat zal zeggen, wanneer je vraagt ''Wat vindt u van die krijgsmacht, van die dienstplicht?", "Ik heb er geen mening over" heel sterk zal toenemen als de dienstplicht niet zou bestaan. Dat zou ik een slechte ontwikkeling vinden. Daarnaast denk ik dat achter de kazernemuur dienstplicht zorgt er staan. Dat er nog wat lucht naar binnen kan
de dienstplicht bijdraagt aan openheid. De wereld is een heel andere wereld dan die daarbuiten. De voor dat af en toe die deur op een kier komt te bedompte lucht naar buiten kan en er nog wat frisse komen.
Als u dan vraagt "Waarom zie je de voordelen van een militaire dienstplicht dan niet voor een sociale dienstplicht?", nou dat is heel simpel. Ik moest denken aan een film, ik meen van Monty Pyton waar de Hell's Greys in voorkwamen. Dat waren bejaarden, die met uzi's de omgeving onveilig maakten. Dat is natuurlijk precies waar het om gaat. Mijn oma zet je natuurlijk ook niet in de kast, maar het leger zet je wel in de kast en daarom is het van belang dat die binding op die manier in stand blijft, dat er een zekere mate van controle blijft zonder dat ik zeg dat de bureaucratische gezindheid van beroepsmilitairen in twijfel moet worden getrokken. Integendeel. Dat wat betreft militaire dienstplicht. Maar wat doe ik hier dan als oudvoorzitter van de VVDM, dienstplichtige militairen, op dit forum? Ik heb iemand eens horen zeggen "Je leest een buitenlandse krant en twee vaktijdschriften en je bent plotseling wiskundige". Ik denk dat dat hier ook een beetje geldt, maar zoals ik al zei misschien dat ik door al die ervaring er hier iets nuttigs over zou kunnen zeggen. Wat heb ik tegen sociale dienstplicht? Wel, ik wil nog één ding vooropstellen voor ik aan het einde van mijn verhaal begin. Ik hoop niet dat ik de indruk wek dat ik de problemen waar de sociale dienstplicht een vermeende oplossing voor zou kunnen zijn niet serieus neem. Een goede verzorging en begeleiding van ouderen en zwakzinnigen is natuurlijk van groot belang. Hetzelfde geldt voor de aanpak van de jeugdproblematiek of een ander onderwerp dat ook nog wel eens wordt genoemd: de openbare orde. Maar die
8
oplossing, die algemene dienstplicht, die wijs ik af. Oppervlakkig beschouwd lijkt de sociale dienstplicht vier soorten voordelen te hebben. Allereerst verdwijnt ongelijkheid, die veroorzaakt wordt doordat slechts een op de drie jongens in militaire dienst gaat. Het tweede argument is de ongelijke behandeling van mannen en vrouwen. Het derde argument is het vorrningsargument: sociale dienstplicht zou leiden tot socialisering. Ik weet niet of dat het goede woord is, maar ik denk dat dat er mee bedoeld wordt. Tenslotte biedt die plicht middel om te kunnen voorzien in maatschappelijke behoeftes, die nu onvervuld blijven. Al deze argumenten komen ook in de betogen van prof. Flendrig c.s., van de CDA parlernentarier de Kok of van collegaspreker Rik Rollernan voor. Die argumenten, die zijn hier niet te horen, maar ze zijn terug te vinden in die bundel met achtergrond-informatie. Het eerste argument, die ongelijkheid, dat een op de drie jongens maar in dienst gaat. Het is inderdaad zo dat die ongelijkheid zal verminderen bij de invoering van een algemene of sociale dienstplicht. De invoering is streng doch rechtvaardig, want iedereen wordt even sterk benadeeld. Maar zo'n plicht, ik denk dat degenen, die dat pleidooi houden, onvoldoende beseffen dat het uitermate diep ingrijpt in het sociale leven van de dienstplichtige. Het is allereerst bijzonder vervelend om ergens toe verplicht te worden, om in je keuzevrijheid beperkt te worden. Diegenen, die nu zeggen: "Nee, dat vinden die jongens helemaal niet erg als ze daar wat voor over moeten hebben". Tegen die mensen zou ik willen zeggen: "Dan hebben we die verplichting ook niet nodig". Dan is daar iets anders voor te bedenken. Een vriendelijk, doch dringend verzoek zou dan kunnen volstaan. Verder is die plicht ingrijpend, omdat hij, denk ik, vrees ik, gepaard zal gaan met minder dan volwaardige arbeidsvoorwaarden. Ter vergelijking. Een dienstplichtig soldaat van 23 jaar of ouder krijgt een netto wedde van bijna duizend gulden. Daar ligt het ongeveer in de buurt. Het minimumloon van een 23-jarige, die dus niet in dienst gaat, maar wat anders gaat doen, is anderhalf keer zo veel. Die plicht zal bovendien gepaard moeten gaan met een instrument van ordehandhaving, vergelijkbaar met het militaire tuchtrecht. Want wat kun je met een onwillige milieusoldaat doen? Ga je die ontslaan? Nee, natuurlijk niet, dat is nu juist niet de bedoeling. Het normale arbeidsrecht zal niet voldoen, dus je zult daar iets voor moeten bedenken. Je zult sancties moeten bedenken. Dat is heel vervelend voor de dienstplichtige. Een andere vraag is: Waar wordt die sociale soldaat dan geplaatst? Niet iedereen zal in zijn woonplaats aan de slag kunnen. Dus er zal verhuisd moeten worden. Het sociale leven wordt daarmee ernstig verstoord. Niet alleen de biljartclub moet worden opgezegd, maar ook de bestuursfunctie in de locale afdeling van de Jonge Dernocraten gaat de ijskast in. En waar moet je ze vervolgens gaan huisvesten? In een soort kazerneachtig complex, waar het belangrijkste vermaak aan de bar gevonden wordt? Of komen er plotseling meer karners vrij? Wat voor werk zullen die mensen moeten gaan doen? Rik Rollernan zegt: "De dienstplichtige moet een keuzevrijheid hebben 11 • In zijn artikel in de Volkskrant zegt hij dat van de keuzevrijheid gebruik zou kunnen worden gemaakt van de opleiding en ervaring van de dienstplichtige. De motivatie wordt daardoor verhoogd. De Kok schrijft in Trouw dat het niet de bedoeling is dat dienstplichtigen professionele krachten aflossen. En prof. Flendrig spreekt waar het gaat om bejaardenwerk onder meer over het boodschappen
9
doen, voorlezen, wandelen en helpen met opstaan. Van die keuzevrijheid blijft volgens mij weinig over. Die aansluiting bij opleiding en ervaring zie ik ook helemaal niet. Net zoals nu het geval is bij de militaire dienstplicht waar van de jongens 80% gekwalificeerd is voor 20% van de interessante functies, die er te verdelen zijn. En degene, die zal zeggen: "Dat kan allemaal niet dat dat de bedoeling is", die zal toch toe moeten geven dat de sociale dienstplicht wel erg veel gaat lijken op een normale baan. En dan vraag ik me af of je daar dat zware middel van die plicht voor nodig hebt. Ik hoor zelfs van Rik dat dat project van die werklozen, hoe heetten die ook al weer, Botters, geloof ik, dat dat zeer goed geslaagd is. Ik denk dat we in die richting nog maar weer eens een poging moeten doen. Ik vraag me sterk af of de pleitbezorgers voor een sociale dienstplicht wel beseffen wat het betekent om een jaar in dienst te zitten. Vaak wordt de diensttijd pas achteraf een prachtige periode. En weegt het voordeel van de bejaarden, om maar een voorbeeld te noemen, wel op tegen het nadeel dat de jongeren ondervinden? Of is dat een afweging, die irrelevant is? Dit alles naar aanleiding van het eerste argument: de verminderde ongelijkheid tussen jongens onderling. Dan het argument van de gelijke behandeling. Eerlijk gezegd, ik zei het al, ik heb dat ook in het NRC-artikel tussen haakjes heel dik aangestipt, misschien moet er ook een militaire dienstplicht voor meisjes komen. Ik twijfel daar zelf over. Ik vraag me ook af of meisjes vanuit een emancipatoir oogpunt bij dienstplicht gebaat zouden zijn. Ton de Kok, de schrijver van het artikel in Trouw, zou dan een soort veroorzaker worden van een soort vierde emancipatoire golf. Dat lijkt me toch wat onwaarschijnlijk. Ik denk eigenlijk dat we er zelf een oordeel over moeten geven. Misschien kan mevrouw van Dijk daar vanmiddag wat aandacht aan besteden. Het derde positieve gevolg van de sociale dienstplicht zou bestaan in het vormende element dat het met zich mee zou brengen. Het is goed voor de jongeren om er zich bewust van te worden dat er naast rechten ook plichten zijn en het is goed, ik heb het blad Cursor goed gelezen, om na het bestuderen van de electronische lastsimulator in het kader van het project Burning Electronic Systems een jaartje in een gezinsvervangend tehuis voor geestelijk gehandicapte mensen te gaan werken. Daarna ga je pas in het Nat Lab van Philips aan de slag. Ja, inderdaad, natuurlijk is het goed om je blik te verruimen, om een tijdje in een andere wereld te leven. Maar dat wisselen van omgeving dat doen de meesten toch so wie so al. Na de middelbare school ga je toch op kamers wonen in Eindhoven en na een jaar op jezelf ga je in een studentenhuis wonen en om je studiecrisis te overkomen ga je een half jaartje via een uitzendbureau, bijvoorbeeld via Rik Rolleman, werken, dan werk je in een bedrijf. Na je studie ga je toch een half jaar naar Zuid Amerika als jongere in het bestuur van de Jonge Democraten, in de Bestuurscommissie Vredescentrum en bij Amnesty International. En ik vraag me af "Wat is nu de toegevoegde waarde, het marginale nut van de sociale dienstplicht als je het hebt over de vorming?". Ik vraag me sterk af of het dat instrument rechtvaardigt. Ik denk dat het nihil is. Maar stel dat je het toch zou doen. Wat zou dan het gevolg zijn van een jaar met tegenzin werken in de verzorgingssector? Zou het tot een gevoel van verbondenheid leiden of zou het afkeer kunnen kweken? Dienstplichtigen geven nu al een heel groot feest als ze afzwaaien. Toen ik vlak na mijn diensttijd in de trein zat en door een natuurgebied reed moest ik weer eens terugdenken aan het putjes graven. Dat is natuurlijk een aanzienlijk minder leuke herinnering dan aan de wandelingen die je daar ook ooit hebt gemaakt.
10 En wat daar mee verband houdt is ook of die mensen die nu in de knel zitten of in de knel gaan zitten wel gebaat zijn met die onvrijwillige bijdrage als slecht gemotiveerde dienstplichtige. Maar daarover verwacht ik vanmiddag van de heer Notermans het nodige te horen. En dan het laatste argument. De sociale dienstplicht zou voorzien in maatschappelijke behoeften die anders onvervuld zouden blijven. Hoezo anders onvervuld zouden blijven? Zou sociale dienstplicht als vulmiddel, want dat is het toch uiteindelijk alleen maar, inderdaad noodzakelijk zijn wanneer verpleegkundig personeel en maatschappelijk werkers de waardering krijgen, die ze verdienen? Wanneer de salarissen verhoogd worden zou je daarmee de aantrekkingskracht van het vak vergroten. Wanneer er maatregelen worden getroffen die de werkdruk verminderen en het loopbaanperspectief dienen. Ik denk dat, wanneer het op die manier anders zou gaan, die banen wel vervuld zouden worden. Ik denk ook dat het zou lukken om duizenden mensen te interesseren voor een dienen in het kader van milieusoldaten als daar een behoorlijk salaris tegenover staat. Natuurlijk zal dat lukken wanneer er iets tegenover staat. Sociale dienstplicht is een gedachtenspinsel van een luie, niet creatieve overheid, die daarmee het falen toegeeft van het met zachte hand besturen. Of erger nog, die eigenlijk zo weinig vertrouwen had in haar capaciteiten om te sturen, dat het niet eens geprobeerd is. Tot slot van het betoog wil ik nog even in het kort mlJn bezwaren tegen het systeem op een rij zetten, die niet de meest onbelangrijke zijn, maar die ik in het voorgaande niet genoemd heb. Allereerst de juridische kant van de zaak. De militaire dienstplicht is soms als systeem, soms in haar uitvoering strijdig met een aantal fundamentele mensenrechten. In de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (V.N.) en de verdragen van de internationale arbeidsorganisatie ILO is artikel 4, lid 2 van de Europese conventie voor de bescherming van mensenrechten en fundamentele vrijheden van de Raad van Europa illustratief. Daar staat:"niemand zal worden verplicht onder dwang arbeid te verrichten". Dan volgen de uitzonderingen. Daaronder moet namelijk niet worden verstaan de arbeid, die gedetineerden doorgaans verrichten, de militaire dienstplicht of de vervangende dienstplicht en dan volgen de uitzonderingen, die mogelijkerwijs hier van toepassing zouden kunnen worden geacht. De dienst, die moet worden verricht in geval van een noodsituatie, een calamiteit, die het leven van mensen bedreigt, of de arbeid, die voortvloeit uit normale burgerplichten. Het is tenminste discutabel of de sociale dienstplicht daarop gebaseerd zou kunnen worden. Het laatste aspect is dan nog dat weliswaar de werkloosheid in één klap, zoals de voorstanders heel enthousiast roepen of schrijven, met 200.000 vermindert. Dat staat natuurlijk prachtig in de statistieken, maar toen ik dat las dacht ik "daar moet toch iets niet kloppen". Het economisch nut is nihil. De dienstplichtige "nieuwe stijl" moet toch betaald worden uit dezelfde overheidskassen als nu het geval is, bijvoorbeeld een uitkering als er wat gebeurt. En een bijstandsuitkering, nu het financiële minimum, zal dat blijven. Dat geldt ook voor dienstplichtigen. En ik neem aan dat dat wel zo zal blijven. En als dat niet zo is is dat weer een argument om er niet aan te beginnen. Sterker nog, het resultaat, het economische resultaat is zelfs negatief, want, ik noemde dat al even, ik denk dat er een gigantisch uitvoeringsapparaat bij moet komen. Ik ben eens in Kerkrade geweest bij de Directie Dienstplichtzaken. Daar worden de plaatsen verdeeld, daar worden de mensen gemeld. Dat is een behoorlijk bureaucratisch gebeuren. Dat zou dan moeten worden uitgebreid met loopbruggen en nieuwe gebouwen. Ik denk dat dat geld gaat kosten. En de heel
11
voorzichtig neergezette terugtrekkende beweging van de overheidsbureaucratie wordt dan in één klap ongedaan gemaakt. Uit een NIPO-onderzoek, dat onlangs voor de Stichting Maatschappij en Krijgsmacht en de VVD werd uitgevoerd, blijkt het volgende. "Algemene dienstplicht voor jongens en meisjes, waarbij gekozen kan worden tussen een jaar werken bijvoorbeeld in de gezondheidszorg of een jaar dienst doen in het leger, wat vindt u daarvan?". Dit was de letterlijke vraag. 64% van de totale Nederlandse bevolking en 63% van de jongeren vindt dat een goed idee. Dus ik roei tegen de stroom in voorlopig. Maar mijn conclusie is nog steeds dezelfde als vorig jaar in de Volkskrant. Ik herhaal het hier maar even letterlijk: "Er zijn principiële bedenkingen: De ongelijkheid verdwijnt niet, de persoonlijke offers zijn groot, het vormend karakter is nihil. De sociale dienstplicht is symptoombestrijding en gaat ten koste van andere maatschappelijke zaken. Het dient dus noch het algemeen belang noch het belang van de jongeren en is dus volkomen ongewenst". Ik dank u wel. Dr. S. Faltas bedankt de sprekers en kondigt een korte koffiepauze aan, waarna de paneldiscussie zal plaatsvinden.
12
FORUMDISCUSSIE DISCUSSIE MET DE ZAAL I. VAN DIJK voorzitter van de Rooie Vrouwen in de Partij van de Arbeid
De vraag is of dit soort discussies niet onzindiscussies zijn. Niet omdat er geen zinnige dingen worden gezegd en niet omdat het niet gaat om belangrijke maatschappelijke thema's, maar omdat die thema's op oneigenlijke argumenten met elkaar worden vergeleken. Als je niet principieel kiest voor pacifisme, dan vind ik dat je ook moet kiezen voor een leger in welke vorm dan ook. Een dienstplichtig- of een beroepsleger. Je moet je dan afvragen hoe je dat aan moet pakken om iedereen aan bod te laten komen.Je zou kunnen denken aan enerzijds een korte, militaire diensttijd, anderzijds mogelijkheden creëren voor die mensen die zich willen specialiseren in de krijgsmacht gedurende een langere tijd op vrijwillige basis. Maar hoe stellen we ons dat voor? Zowel militaire dienstplicht als sociale dienstplicht? We stellen ons er niets van voor, want wat de heer Rolleman ons voorhoudt is erg democratisch en erg open, maar ik denk dan toch dat jongens in het leger zullen gaan en meisjes in de zorg zullen gaan. En meisjes hoeven absoluut niet opgeleid te worden om ondersteund te worden in hun zorgactiviteiten. Ik ben blij dat ik dit kan zeggen in een gezelschap als dit, want ik neem aan dat hier meer jongens studeren dan meisjes. Er zijn algemene cijfers van meisjes of van mensen, die voor de algemene dienstplicht zouden zijn. Ik zou ontzettend benieuwd zijn om die 63% uit te splitsen naar jongens en meisjes. Ik denk dat dat wel eens een ander beeld zou kunnen opleveren. Vanuit emancipatieoogpunt zou ik alleen willen praten over een sociale dienstplicht als dat dan ook betekent, dat zowel jongens als meisjes de helft van hun dienstplicht moeten vervullen als militaire dienstplicht en de andere helft als sociale dienstplicht, maar dat zal wel botsen met de vrijheidsgedachte van het kunnen kiezen. Dus voorlopig denk ik dat ik maar niet kies voor een sociale dienstplicht. Ik denk ook dat het niet nodig is om economische redenen, want als alle volwassenen in Nederland, die gezond van lijf en leden Üjn, zouden werken, is er genoeg werkkracht ook in de toekomst voor de zorgsector. Nu weer even terug naar de militaire dienstplicht, want ik voel me toch geroepen om iets te zeggen over de verplichting voor jongens en voor meisjes. Ik denk dat ook meisjes zich aan de militaire dienstplicht zullen moeten onderwerpen, als er voldoende voorzieningen voor hen zijn, dus als er geen extra belemmeringen meer op de arbeidsmarkt zijn, want dan is er namelijk sprake van een nieuw evenwicht van rechten en plichten. Bijvoorbeeld in de opvang en zorg, niet omdat ik vind dat dat voorzieningen zouden moeten zijn, waar alleen vrouwen gebruik van maken, maar het is natuurlijk wel wenselijk dat mannen en vrouwen zorg delen. De bestaande twijfel in sommige kringen ten aanzien van een sociale dienstplicht voor vrouwen staat haaks op de vanzelfsprekendheid waarmee vrouwen nu aan het arbeidsproces kunnen deelnemen. Het is voor een belangrijk deel een mentaliteitskwestie: hoe er aangekeken wordt tegen de rollen en taken van mannen en vrouwen in de samenleving. Dit probleem spitst zich toe op de idee bij velen dat jongens zullen kiezen voor de militaire dienstplicht en meisjes voor sociale dienstplicht. Het enige argument dat ik kan bedenken dat zou kunnen pleiten voor een sociale dienstplicht, is dat die over jongens en meisjes gelijkelijk wordt ver-
13 deeld. Een klein lichtpuntje is in dat verband dat het vak verzorging in de basisvorming is ondergebracht, dus dat die discussie op de scholen met wat jongere meisjes en jongens al gevoerd wordt. En in dat geval denk ik "laten we er alsjeblieft niet aan beginnen en laat dit vanwege de werkloosheid en omwille van de zorgtaken die verricht moeten worden geen vrijwilligerswerk zijn. Het zou volwaardig werk moeten zijn en niet met een fooi afgekocht worden voor jongeren, maar het zouden volwaardige arbeidsplaatsen moeten zijn. PROF.DR. J.A. FLENDRIG hoogleraar inwendige geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Limburg (RUL) De sociale dienstplicht voorziet in een maatschappelijke behoefte, waarin op een andere manier niet wordt voorzien. Hierdoor kunnen de mensen aan hun draai komen, zodat de mensen niet worden afgescheept met een fooi. Als we het er allemaal over eens zijn dat er immense problemen in de zorgsector zijn, dan zullen we tot de conclusie moeten komen dat door de ontgroening en de vergrijzing van de bevolking de problemen in de zorgsector alleen maar sterk zullen toenemen. Ik heb getracht dat door middel van de cijfers in mijn artikel in het programma boekje duidelijk te maken. Hoe kunnen we die problemen oplossen? We kunnen ons druk maken over de hongersnood in Ethiopië, maar de hulpbehoevende zieken en bejaarden hier in Nederland kunnen we niet laten barsten. Er zijn twee mogelijkheden. De eerste mogelijkheid is geld. Hoe kom je aan dat geld? Je kunt belasting gaan verhogen, maar de overheid kiest daar niet voor. Je zou een andere kant op kunnen. Dat is het bewerkstelligen van een mentaliteitsverandering. Je zou kunnen zeggen: iedereen tussen 18 tot 55 jaar besteedt een substantieel deel van zijn vrije tijd aan de zorgsector. Ik heb een beetje zitten rekenen hoeveel vrije tijd daaraan besteed zou moeten worden om gehandicapten, mensen in verpleegtehuizen en ziekenhuizen, bejaarden thuis soulaas te bieden. Dan kom je tot de conclusie dat ongeveer 25% van de vrije tijd van de mensen daaraan besteed zou moeten worden. Iedereen die gezond is, psychisch en somatisch, tussen 18 en 55 zou 15 van de 70 vrije uren moeten besteden aan de zorgsector. Ik denk dat iedereen dat ridicuul vindt, maar dat is niet zo. Toen ik jong was, heel lang geleden, was het zo dat in ieder huisgezin een, twee, drie, vier opa's en oma's werden verzorgd in huisjes die veel kleiner waren, zonder centrale verwarming, meestal zonder badkamer, met veel minder hulpmiddelen in huis. Ik wil niet zeggen dat het een ideale situatie was, maar de mentaliteit was wel dat je de ouderen niet in de kou liet staan en op de een of andere manier hielp. Ik wil alleen maar aanduiden dat het niet ridicuul is om een belangrijk deel van de vrije tijd vrijwillig en kosteloos aan de bejaarden etc te besteden. MR. P. NOTERMANS werkzaam bij DAF en voorzitter van de Stichting Maatschappelijk Werk Eindhoven. Ik sluit voor het grootste gedeelte aan bij de argumentatie van mevrouw Van Dijk en de heer Zaal. Er zijn een paar vragen gesteld over bij welk segment hoor je. Ik hoor bij het segment, dat niet voor een leger is, en ik hoor bij het segment, dat niet voor een leger van sociaal dienstplichtigen is. Ik denk namelijk niet met groot plezier terug aan mijn verplichte tewerkstelling. Ik ben van de lichting 1964-3 en heb 21 maanden tussen de middelbare school en mijn verdere opleiding mogen doorbrengen in een in
14
mijn ogen werkelijk ridicule situatie, rijp voor de eerste de beste lachfilm. Ik denk wel met veel plezier terug aan allerlei sociale activiteiten, die ik vrijwillig heb verricht. Dus inhoudelijk ben ik op een aantal punten wel voorstander van een sociale dienstplicht ten aanzien van zorg, maar te stellen dat dat verplicht is, ik geloof dat dat niet met elkaar te rijmen is. Ik kan het niet beter vertellen dan dat altijd maar weer te herhalen Wat ik wel tussendoor proef is idealisme, prima, maar dan moet je het niet gieten in de vorm, die we gehad hebben zoals de zorgzame samenleving thuis. Die hebben we nu niet meer, dus daar moet je niet aan denken. Probeer niet te denken aan dingen, die rieken naar de boy-scouts of wellicht het corporatisme. Dat zijn zaken die we, wat mij betreft, gehad hebben. En probeer het vooroordeel ten aanzien van jongeren te vermijden, dat jongeren niet volwaardig in de maatschappij gestaan zouden hebben als zij geen onderdeel waren geweest van het militaire leger van het sociale leven. Die hebben dan geen leven natuurlijk. Faltas: Dank u wel. Wij zitten hier aan de tafel om met elkaar in discussie te gaan. Ik stel voor dat we met vragen en antwoorden inhaken op wat de sprekers al gezegd hebben. Wie mag ik het woord geven vanuit de zaal? Publiek: Ik heb een directe vraag aan de voorstanders van de sociale dienstplicht, namelijk de vervulling van de sociale dienstplicht voor jongeren tussen de 18 en de 22 jaar. De heer Rolleman had het net ook over het aantal in de maatschappij af te dragen belastingen en het vervullen van een aantal werktaken. Er is namelijk een grote groep werklozen. Zou je niet alleen die mensen maar ook de maatschappij een dienst bewijzen door die mensen een opleiding te geven juist in die sectoren, waar een grote behoefte bestaat aan gekwalificeerd personeel. Een directe vraag: "Waarom jongeren van 18 tot 22 jaar en waarom niet werklozen?". Rolleman: Dat is een goede vraag, want er is inderdaad in de verpleging op het ogenblik een grote werkloosheid. Zoals u al zegt "Waarom zet je die mensen niet in", dan denk ik weer aan de verplichte tewerkstelling, die ooit eens geweest is. Je weet ook wat de reactie is. Je bent werkloos buiten je eigen schuld en moet je daar nu voor bestraft worden met een verplichte tewerkstelling om je een inkomen te garanderen? Ik denk dat er zeker wat meer gedaan moet worden aan initiatieven om werklozen weer aan nieuw werk te helpen, maar ik denk dat de sociale dienstplicht, waar je een plicht legt op de werklozen, ik denk dat dat geen goede zaak is. Ik denk dat je werkeloze mensen middels omscholingsplannen een baan moet geven waar ze in kunnen excelleren en de sociale dienstplicht is nu juist voor taken, die erg moeilijk vervuld kunnen worden,die niet door de maatschappij en niet door de overheid vervuld kunnen worden. Er zijn dus taken, die gewoon blijven liggen. Dat zijn taken waar je geen werklozen in moet zetten, maar daar moet je mensen in zetten uit de maatschappij. Wij hebben gekozen voor jongeren, waarom niet bejaarden? Nou ik denk dat als je voor één groep kiest dan hebben jongeren een aantal voordelen. Ze hebben zeker geen problemen om die taken te vervullen tussen de school voor voortgezet onderwijs en de universitaire studie. Die last weegt niet zo zwaar. Zij zijn daarnaast ook fysiek beter in staat om dit soort werkzaamheden te verrichten.
15
Faltas: Maar het is, denk ik, een principiële vraag. Iemand, die 18 is kan het toch ook niet helpen dat hij 18 is. Rolleman: Ik ben blij dat die vraag gesteld wordt,want laten we alsjeblieft naar die principiële vraag toe gaan "kun je verlangen van een privé persoon dat deze zich fysiek inzet voor de maatschappij? Dat is een wezenlijke vraag, waar antwoord op moet worden gegeven. Dan sluit ik me inderdaad helemaal aan bij de heer Notermans, maar je moet eerst inzetten op die principiële vraag. Dan pas kun je gaan kijken naar de pragmatische kant van de zaak. Iedereen praat hier over pragmatische oplossingen. Dat is ook een mens eigen, maar je moet ingaan op de principiële vraag. Faltas: Ik wil eerst even naar prof. Flendrig toe. Flendrig: Er ZlJn ook andere argumenten. En het eerste argument is: "Dat is toch helemaal niet eerlijk". Ik bedoel dit. Werklozen zijn er tussen de 18 en de 60 en die mensen hebben een grotere kans om gesettled te zijn, om een gezin te hebben, een huis te hebben, kinderen te hebben en dan is het een groter bezwaar om elders de sociale dienstplicht te gaan vervullen. Verder vind ik een belangrijk argument de souplesse, die met het klimmen der jaren steeds kleiner wordt. Er is al een militaire dienstplicht voor jonge mensen van 18 tot 22 jaar en het is ook makkelijk om daar eenzelfde categorie mensen in te schuiven. Er zijn bijkomende argumenten, maar ik vind die souplesse het belangrijkste argument. Publiek: Maar wat bedoelt u dan precies met souplesse? Flendrig: Daar bedoel ik mee dat je een jongen of melSJe in die leeftijd van rond de 20 zeer veel zaken kunt laten doen, terwijl dat bij een werkloze van 40, 45, veel moeilijker zal zijn. Publiek: Maar onderzoekingen tonen aan dat in Nederland de mobiliteit zeer gering is, de arbeidsmobiliteit onder jongeren. Dus uw argument op dat punt gaat niet op. Flendrig: De mobiliteit of de souplesse ten opzichte van de taken die in de sociale dienstplicht gedaan zouden moeten worden. Het instituut van de militaire dienstplicht is gebaseerd op jongeren van 18 tot 22. Het zal jongeren veel makkelijker afgaan om een sociale dienstplicht te vervullen. Faltas: De heer Rolleman heeft, naar mlJn mening terecht, de vraag gesteld "Wat is je principiële standpunt ten aanzien van de sociale dienstplicht? Mag dit van hen geëist worden? Ik ben het niet helemaal met hem eens dat de meeste sprekers deze vraag ontweken hebben. De meesten hebben in principe wel degelijk een antwoord gegeven. De heer Zaal zegt "nee", de heer Notermans zegt "nee" en de heer Flendrig zegt "ja". Ineke van Dijk houdt nog een beetje een slag om de arm.
16
Van Dijk: Nee, absoluut niet. Ik vind dat mensen, en dan ga ik even naar de heer Notermans, de morele verplichting hebben om betaald werk in deze samenleving te verrichten, mannen en ook vrouwen, en dan kom ik bij de heer Flendrig terecht, ik denk dan ook dat mannen en vrouwen, nadat ze van school afkomen met elkaar een hoeveelheid taken in Nederland moeten verrichten, met elkaar ook een hoeveelheid onbetaalde banen zullen moeten verrichten, want ik ben absoluut geen voorstander van het feit dat geen enkele volwassene meer voor iemand anders zorgt, maar dat moet wel een vrijwillige taak zijn. Ik vind uitvoerende zorgtaken geen vrijwillige taken. Wel in het bestuur zitten van de bejaardenvereniging, voorlezen voor een bejaarde, dat zijn allemaal prima vrijwillige taken, maar ik denk niet de zware lichamelijke zorg voor zieken en gehandicapten en afhankelijke bejaarden, dat zijn geen vrijwilligerstaken. Ik stoor me bijzonder aan de heer Flendrig als hij zegt: "25% van de vrije tijd moet je daaraan besteden naast je 40 urige werkweek". Nu nog één ding over vrouwen en werkloosheid en arbeidsgeschikte werklozen aan het werk krijgen. De werkeloosheid onder vrouwen groeit ten opzichte van mannen. De werkloosheid onder mannen daalt en de werkeloosheid onder vrouwen stijgt. Ik heb het alleen over de geregistreerde werkloosheid. Ik heb het nog niet over de vrouwen die willen herintreden en op dit moment nog niet geregistreerd staan en van al die vrouwen, het spijt me dat ik het moet zeggen, wordt allemaal deskundigheid in zorgtaken verwacht, want ze zijn tenslotte huisvrouw en moeder. Ik zou heel graag van de heer Flendrig willen horen hoe hij dat ziet. Blijven huisvrouwen in de toekomst de mogelijkheid houden om huisvrouw te zijn, waarbij je kunt verwachten dat ze, omdat ze vrijgesteld zijn van betaalde arbeid, vrijwillige zorgtaken verrichten: Ze worden nu als economisch in-actief te boek gesteld in de staatsboekhouding. Aan de andere kant zit daar nog steeds die impliciete vooronderstelling dat alle vrouwen wel iets zullen doen voor hun eigen familieleden en de zieke buurvrouw en die arme eenzame daar om de hoek. Maar hoe zien we dat systeem dan: Het is niet zo dat alle mensen meer moeten gaan werken, zodat ze geen puf meer hebben om daarna nog iets van ze te kunnen verwachten, dat ze die morele verplichting of die taken op zich nemen. In mijn visie zouden er veel meer vrije keuzes overblijven, en dat zou de heer Rolleman moeten aanspreken, voor mannen en vrouwen om hun leven op verschillende terreinen redelijk in te delen en verschillende dingen naast elkaar te doen. En van daaruit kun je werken aan een toekomstperspectief. Ik ben er absoluut niet bezorgd over dat er niet voldoende mensen in de zorgsector betaalde banen zullen willen, want het spreekt een heleboel mensen aan. Maar waarom stoot het nu zo veel vrouwen af. Omdat het vooropgesteld is "vrouwen kunnen zorgen en kunnen dat ook makkelijk voor niets doen, want zorgen is eigenlijk iets dat vrouwen aangeboren is, zodat je daar dus niet voor hoeft te betalen". Flendrig: Ik ben niet tegen betaalde arbeid voor vrouwen. Uit een al eerder door mij aangehaalde NIPO-enquete blijkt dat het niet alleen meisjes zijn, die interesse tonen voor taken in de zorgsector, maar dat ook wel degelijk jongens daarvoor in zijn. Ik ben het helemaal met u eens wat de theoretische beschouwing betreft. We staan voor een grote verantwoording. Ik zeg dat het vijf voor twaalf is wat dit soort zaken b~treft.
17
Rolleman: Allereerst een opmerking over de voorkeur van vrouwen voor sociale dienstplicht. Deze is gebaseerd op een onderzoek, dat aantoonde dat vrouwen een grotere voorkeur hebben voor de invoering van de sociale dienstplicht dan mannen. Dan kijken wij naar de zorgsector. Vrouwen kunnen daar moeilijk aan het werk komen omdat ze in de gezinssituatie te werk gesteld moeten worden. Dat kan door middel van de sociale dienstplicht opgelost worden als je sociale dienstplicht in kinderopvang, peuterspeelzalen en dergelijke laat plaatsvinden, want dan worden dat soort plaatsen eindelijk eens betaalbaar. Van Dijk: Als ik buitenshuis ga werken met een goed salaris, vind ik dat degene, die mijn kind opvangt, hetzelfde recht heeft op een fatsoenlijk salaris. Publiek: Ik heb een vraag hoe u zich dat allemaal voorstelt. We hebben te rnaken met een buitengewoon inefficiënte overheid. Kijk eens wat een geld er aan aardgas is binnengekomen, dat niet besteed is op een adequate wijze. Hoe wilt u de taak, waar u over praat, want het is een grote taak, wie wilt u die laten doen? U wilt dat toch niet aan die overheid, die duidelijk blijk geeft dat niet te kunnen, overlaten? Rolleman: in het boek van Charles Moskas wijst hij op het zuilen-systeem in ons land zoals bijvoorbeeld in het onderwijs. Daarin verloopt de geldverdeling via katholieke, protestante en openbare voorzieningen uitstekend en dit systeem steekt gunstig af bij het in Zweden gehanteerde systeem. Hij zegt dat zo'n systeem dan ook ingesteld zou moeten worden voor de sociale dienstplicht. Dan ondervang je die hele bureaucratische situatie. Dus er blijft altijd een stukje overheid zitten, maar het is lang niet zo ingewikkeld als men in eerste instantie denkt. Noterrnans: Ik wil er aan toevoegen dat als het vijf voor twaalf is en we hebben geconstateerd dat er straks behoefte is dat een op de vier jongeren moet gaan werken in de zorgsector, dan zeg ik heerlijk, fantastisch, dat hadden we achter elkaar nodig, kijk maar, want tot voor kort waren we allen landbouwers, industriëlen, maar nu is er ineens een geweldige behoefte aan banen in de vrijetijdssector en de zorgsector. Dus geen overheid, maar de vrije markt. Publiek: Het vraagstuk dat tegenwoordig de aandacht heeft is het vraagstuk van de geïndividualiseerde samenleving. Dat is dus een nieuw element in de hele discussie. Overheid op afstand, vrije markt voluit. Solidariteit, zeg ik dan, ook op afstand. Dat wordt een heel zorgelijke situatie. En toch de verplichting, die verschillende sprekers over tafel brachten, die wijs ik toch wel af. Ik voel me het best thuis bij hetgeen mijnheer Notermans zo eventjes in het kort formuleert. Ten aanzien van het boek, dat u beschrijft uit Amerika, over de civics, ik heb ook geschriften gelezen over de civics in Zuid Afrika. Dat is nou precies het punt. Het gaat juist om die keuze van de keuze. Hoe doen we dat? Zijn we daar genoeg mee bezig? Moet het onderwijs daar meer in participeren? Moet dat meer onder de aandacht gebracht worden voor het een rampzalige toestand wordt, want dat staat te gebeuren. En als u dus wereldwijd even wat schetsen maakt van ontwikkelingssamenwerking en natuurlijke biologische zaken, die we aan het verbruiken zijn, en de bejaarden hier, die laat je barsten, dan zeg ik ftdaar zijn ook bejaarden". Het is een wereldwijd probleem, waar je toch een zekere rechtvaardigheid in aan moet brengen.
18
Faltas: Ik denk dat we nu zo'n beetje naar een afronding toe moeten. Ik proef bij veel tegenstanders van de sociale dienstplicht wel het idee dat het erg mooi zou zijn als je zoiets op een niet verplichte basis zou kunnen bereiken. Publiek: Ik wil hierbij graag aansluiten met een korte, zeer ondeugende vraag. Waarom hier een maatschappelijke sector slecht functioneert? Er zijn vele maatschappelijke sectoren in ons land, in ons economisch systeem, die functioneren via het informele circuit. En nu mijn ondeugende vraag, waar ik geen morele waarde aan wil verbinden. Hoe groot schat u de kans dat dat circuit, dat thans niet functioneert, wel zou functioneren, en ik vraag het ook met name aan de hr. Notermans, via het informele, grijze circuit of hoe u dat zou willen noemen. Faltas: Ik zou deze vraag willen koppelen aan miJn vraag. Zou de gedachte achter de sociale dienstplicht eventueel bereikt kunnen worden op een niet verplichte wijze. Eventueel via het informele circuit? Van Dijk: Ik zou willen toevoegen aan dat lijstje het debat, dat we in de samenleving voeren over rechten en plichten. Ik voel heel erg met prof. Flendrig mee als hij het heeft over mensen die toch ook iets voor elkaar moeten willen betekenen. En juist in een geïndividualiseerde samenleving hoeft het niet te betekenen dat we ook steeds materialistischer worden. En dat materialistischer worden van onze samenleving zullen we met z'n allen moeten tegengaan, om het echte probleem hier geschetst tegen te gaan. Dat hoeft niet te betekenen dat de op zich positieve tendens van individualisme, van mondigheid van mensen, die eigen keuzes kunnen maken de kop in wordt gedrukt. Het is heel lastig om enerzijds vernieuwend te denken en anderzijds niet terug te vallen op wat we verloren zijn geraakt in de afgelopen jaren. Juist in een geïndividualiseerde samenleving mag je meer verantwoordelijkheid van die individuen verwachten. Ik vind dat vooral een zaak voor de politiek en voor al die maatschappelijke organisaties, ook de zorgorganisaties, ook het onderwijs. En dat zullen we met elkaar moeten voeren. Rolleman: Het leuke van zo'n discussie vind ik dat je elke keer weer teruggaat naar jezelf. Het is zoiets·van "je staat midden in de maatschappij en je hebt een betaalde baan, maar er zijn ook nog andere werkzaamheden in deze maatschappij". En dat maakt daarna de discussie los bij iedereen. Daar moeten we goed over nadenken. Ik denk dat die gedachte het meest elementaire, onderliggende is en dan kom ik weer terug op mijn principiële vraag n.l. "wat moeten wij betekenen in deze maatschappij?". Die komt telkens weer naar voren. Het gaat er om hoe je als mens in de maatschappij staat. Van Dijk: Ik vind dat de heer Rolleman eigenlijk nog antwoord moet hebben, expliciet, op zijn vraag of de plicht om iets te doen in het algemeen belang is, en daaraan voorafgaand moet de vraag gesteld worden "Vinden wij het een vorm van beschaving in dit land te zorgen voor je bejaarden?" "Ja"."Vinden we dat dat beschavings-uitgangspunt eigenlijk invulling moet kunnen vinden doordat beschaafde mensen, politiek beschaafde mensen, zich die zorg aantrekken? "Ja". "Als die zorg uitblijft en gaan wachten en vervolgens mensen opzadelen met vraagstukken als wie wel of niet allemaal daartoe verplichten, dat is het minst elegant en onbeschaafdste antwoord, dat we dat samen moeten doen middels het verplichten van mensen om die zorg
20 PROF.DR.IR. P.P.J.M.SCHRAM vice-voorzitter Bestuurscommissie Vredescentrum TUE DANKWOORD EN AFSLUITING Namens de Bestuurscommissie Vredescentrum wil ik graag alle forumleden van harte danken voor hun komst naar deze Universiteit, voor hun inleidingen en voor hun belangrijke bijdrage aan de discussie. Deze dank wil de commissie ook in een wat materielere vorm tot uitdrukking brengen. Het zal u opgevallen zijn dat ik hier aan alle forumleden een boekenbon heb overhandigd, maar niet aan de dagvoorzitter van vandaag, dr. Sami Faltas. Dat betekent natuurlijk niet dat we hem geen dank verschuldigd zijn. Integendeel, ik zou ook namens de commissie hem hartelijk willen danken voor de perfecte wijze waarop hij de bijeenkomst heeft geleid. Echter, daar is geen huldeblijk aan verbonden, omdat hij ook eigenlijk tot onze commissie behoort. Hij is namelijk adviseur van de Bestuurscommissie. Ik wil u tenslotte allemaal er op wijzen dat de··~estuurscommissie niet· alleen trimesterbijeenkomsten organiseert, maar naast andere dingen ook maandelijks gastsprekers uitnodigt, die op het gebied van vrede werkzame groepen vertegenwoordigen. Zo zal bijvoorbeeld op 23 oktober drs. W. Hubregtse hier komen van de Nederlandse Vereniging van Medische Polemologie. Dat begint om kwart voor 1 's middags in zaal 2 van het Bestuursgebouw. En op 20 november komt drs. K. van Dam van de Biologen voor de Vrede. Dat begint ook om kwart voor 1 's middags in zaal 5 van het Bestuursgebouw. Dat zijn interessante bijeenkomsten waarin deze mensen iets uiteenzetten van de doeleinden en van de activiteiten van die vredesclubs, waar ZlJ lid van zijn. Goed, dit was een mededeling aan het eind en hiermee sluit ik dan deze bijeenkomst. Publiek: Mag ik hier nog een advies geven? Het aantal afwezige jonge mensen is bijzonder groot. Ik wil niemand iets verwijten, maar dit was natuurlijk een ongelukkig uur voor studenten. Mocht er nog eens iets zijn zoals dit, waarvan men toch echt kan zeggen "dit is iets voor jonge mensen", kies dan niet dit uur. Ik zie ze nu niet en dat betreur ik in hoge mate. Weest u ervan verzekerd, dat wij ons uiterste best zullen doen om deze programma's op de belangstelling en de mogelijkheden voor studenten af te stemmen.
t(i1
I
~~ f~~:~l J~ :l~; ;~ ~ ;~i:~
•Iedereen ·in dienst• mt er een sociale dienstplicht?
26 september 1991
Discussiebijeenkomst Bestuurscommissie Vredescentrum TUE i.s.m. Gemeente Eindhoven
INHOUDSOPGAVE
- HET PROGRAMMA - ACHTERGRONDINFORMATIE - PLATTEGROND TUE
TRIMESTERBIJEENKOMST VAN DE BESTUURSCOMMISSIE VREDESCENTRUM T.U.E .. september 1991
TEN GELEIDE
IEDEREEN IN DIENST Volgens een aantal deskundigen wijst er alles op dat niet slechts de wieg van onze cultuur in de tijd en het land der Veda's*) te vinden is, maar dat daar lang geleden ook een beschaving heerste, die volgens de overlevering een Gouden Tijdperk - Satya Yuga - geweest zou zijn. Mede uit deze periode is het uitermate interessante begrip "dharma" (sanskriet) nog bekend. Een sleutelbegrip, onder andere in het Hindoeïsme en in het Boeddhisme, die beiden minder als religie in de gebruikelijke zin, maar veeleer als levenskundes, leren en wetenschappen van het juiste gedrag te begrijpen zijn. Mogelijk kan dit begrip voor het thema "ledereen in dienst" nuttig zijn. Naast veel factoren, die de gemoederen van vandaag de dag ten aanzien van welke dienstplicht dan ook doen bewegen - zij het de ene keer terecht en de andere keer ten onrechte - zou het wel eens verhelderend kunnen zijn, zich de beginselen en tegelijkertijd de historische wortels van een mogelijke dienstplicht bewust te worden. Een toelichting op het oorspronkelijke fenomeen van "dharma" zou hierbij behulpzaam kunnen zijn, want in "dharma", "dat wat bijeenhoudt", zijn "recht" en "plicht" verenigt. Verder dekt deze terminus "rechtvaardigheid" en "gerechtigheid", maar ook "traditie" en "wet" alsmede vooral "ethische code" en "orde". Zelfs "adat" .. ) en soms "religie" en "godsdienstig gebruik" in zijn wezenlijke en niet uiterlijke verschijningsvorm is daarbij ingesloten. Deze definitie van "dharma" werpt een scherp licht op onlosmakelijke samenhangen van rechten en plichten. Zomede ook op humane en mogelijkerwijs zelfs universele verschijnselen, die in het leven van ieder mens een dominante betekenis hebben. De relatie die het juiste "dharma "" de "staat van de ware aard" heeft met Vrede zal evident zijn. Men zou het bijna kunnen voorspellen: pas als men tot het algemene besef komt, dat naast de afwezigheid van oorlog met wapengeweld en ook de afwezigheid van de latente, mogelijke kans of gelegenheid tot oorlog, geweldloosheid op alle andere gebieden van de cultuur inclusief techniek dient te domineren, zal een duurzame ontwikkeling en een vreedzame samenleving realistische kansen krijgen. In deze zin zijn diepgaande gesprekken voor dienstplichten en -rechten - maar dan in een brede context - waarin ook de technische wetenschappen en disciplines hun taken moeten kunnen vervullen ongetwijfeld van hoge urgentie.
•) ••)
Veda's zijn geopenbaarde leringen uit India. Het eerste (indiase) Veda-geschrift dateert vermoedelijk van ± 1500 voor Christus. (lnd., oorspr. Arab.) 1. traditie, 2. gewoonte, gewoonterecht en -rechtspraak.
HET PROGRAMMA
t~ •IEDEREEN IN DIENST• KOMT ER EEN SOCIALE DIENSTPLICHT? Donderdag 26 september 1991 vanaf 13.30 uur, Collegezaal 4, Auditorium van de TUE PROGRAMMA
13.15 uur
Zaal open.
13.30 uur
Opening door de dagvoorzitter dr. S. Faltas, hoofd Studium Generale TUE.
13.35 uur
Inleidingen door: ing. H.G. Rolleman, jonge Democraten (verbonden aan D'66), die de voordelen van de sociale dienstplicht benadrukt en voor invoering pleit. drs. R. Zaal, oud-voorzitter Vereniging van Dienstplichtige Militairen (VVDM), die de nadelen en risico's van de sociale dienstplicht benadrukt en zich keert tegen invoering.
14.15 uur
Pauze.
14.30 uur
Discussie o.l.v. dr. S. Faltas met: prof.dr. J.A. Flendrig, hoogleraar inwendige geneeskunde Rijksuniversiteit Limburg. mr. P. Notermans, voorzitter Stichting Maatschappelijk Werk Eindhoven. I. van Dijk, voorzitter Rooie Vrouwen in de Partij van de Arbeid. en de sprekers: ing. H.G. Rolleman drs. R. Zaal
15.15 uur
Dankwoord en afsluiting door de dagvoorzitter dr. S. Faltas.
ACHTERGRONDINFORMATIE ·
------------~!!t'ClD~C:fi
ICCOOOil'&©il"_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _~
Meer behoefte aan zorg voor ouderen Maatschappelijke dienstplicht: de weg is er, nu de wil nog Werkelijk uitverkorenen hebben geen keus
Stanislaw Jerzy Lee Terwijl ten opzichte van vroeger de maximale levensduur van de mens niet noemenswaard is toegenomen, bereiken, althans in de zogenaamde geciviliseerde landen, vergeleken mer voorheen veel meer mensen een hoge en vooral een zeer hoge leeftijd. Die gewijzigde demografische situatie wordt aangeduid met het begrip '(dubbele) vergrijzing'. In genoemde landen worden tevens minder kinderen geboren dan vroeger, zodat er tevens van ontgroening sprake is. De prognose van het Centraal Bureau voor de Statistiek betreffende de bevolkingssamenstelling ten onzent in de komende decennia is weergegeven in tabel I. Van verwachting tot werkelijkheid is reeds geworden de sterke toename van het aantal hoogbejaarden. Op 1 januari 19841eefden er in Nederland 496 mensen ouder dan 100 jaar: 145 mannen en 351 vrouwen. Eén jaar later was hun aantal gestegen van 496 tot 552. Per 1 januari 1986 bedroeg het aantal levende 'eeuwelingen' 607, van wie 177 mannen en 430 vrouwen. Op 1 januari 1987 bedroegen deze getallen respectievelijk 635, 173 en 462. Het percentage zeer oude vrouwen is nu 70. Verwacht wordt dat dit 90 zal zijn in het jaar 2000. Behalve van vergrijzing en ontgroening is er dus ook sprake van een 'vervrouwelijking' van de bevolking. De prognose van het CBS ten aanzien van de sterke toename van het aantal hoogbejaarden (80 jaar en ouder) in de komende decennia vindt men in tabel 2. De gevolgen van de veranderingen in de samenstelling van de Nederlandse bevolking zullen zowel groot als veelsoortig zijn 1 . Het onderwerp van deze publikatie is de te verwachten enorme toeneming van de behoefte aan zorgverlening aan op leeftijd gekomen landgenoten. variërend van boodschappen doen voor hen die slecht ter been zijn tot medische zorg in ziekenhuizen. Hierbij kan worden aangetekend dat de huidige zorgverlening allerminst optimaal is. Iedere praktizerende arts wordt vrijwel dagelijks geconfronteerd· met vereenzaamde, verwaarloosde, aan MCnr. 6-12 februari 1988-43
J. A. Flendrig, J. F. B. M. Fiolet en C. van Proosdij Nederland vergrijst. Steeds meer zieken enlof hulpbehoevende ouderen zullen thuis moeten worden verzorgd. De groei van de professionele hulpverlening houdt met deze ontwikkeling geen gelijke tred. Het zoeken is naar alternatieven. Prof Dr. J. A. Flendrig, hoogleraar in de inwendige geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Limburg, Drs. J. F. B. M. Fiolet en Dr. C. van Proosdij, als internist respectievelijk klinisch geriater werkzaam in het Academisch Ziekenhuis Maastricht, denken in de richting van een maatschappelijke dienstplicht voor jongeren. alcohol verslaafde, hulpbehoevende en demente bejaarden wier leven in feite mensonwaardig is. Reeds doorgevoerde en in de toekomst nog door te voeren bezuinigingen in de sectoren gezondheidszorg en zorgverlening zullen er zonder twijfel toe leiden dat 'het bejaardenprobleem' in de nabije toekomst alleen maar groter wordt. In 1980 was de lokalisatie van de 1.730.000 personen van 65 jaar en ouder als vermeld in tabel 3. In dat jaar was de situatie zo dat 30% van de genoemde personen hulpbehoevend of ziek was. In tabe/4 zijn de absolute getallen voor 1980 en de prognostische getallen voor het jaar 2000 weergegeven. Gesteld dat het mogelijk zal zijn in genoemd jaar 10% van de ouderen te institutionaliseren (211.000 personen), dan resteert een omvangrijke groep hulpbehoevende zieke bejaarden die thuis verblijven (422.600). Dit gaat uitsluitend op indien voor oude· ren in ziekenhuizen, verpleeg- en bejaardenhuizen 24.000 plaatsen meer worden gecreëerd dan er in 1980 beschikbaar waren. In het jaar 2000 zal het aantal hulpbehoevende en/of zieke bejaarden thuis zijn toegenomen met ruim 90.000. In het scenario-rapport 'Ouder worden in
de toekomst' {1984) van de Scenariocommissie Vergrijzing wordt een aantal mogelijkheden en varianten besproken om hulpbehoevende ouderen een menswaardig bestaan te verschaffen1 . Gezien de voorgenomen bezuinigingen lijkt het niet reëel te verwachten dat de plaatsingsmogelijkheden in ziekenhuizen en verpleeghuizen toereikend zullen zijn. Dat geldt eveneens voor het aantal plaatsen in verzorgingshuizen voor matig hulpbehoevenden. Het is trouwens aannemelijk dat de vraag naar dit soort plaatsen in de toekomst niet sterk zal toenemen, omdat in toenemende mate ouderen zolang mogelijk in de eigen vertrouwde woonsituatie willen blijven, ook als zij zich daar niet meer helemaal zonder hulp kunnen redden. Mits voor voldoende hulp en bijstand kan worden gezorgd, is deze neiging tot zogeheten extramuralisatie een goede zaak. In het hiervoor genoemde scenariorapport worden ontwikkelingen voorzien ten aanzien van de wijkverpleging, de gezinsverzorging, bejaardenwoningen en het gecoördineerd be jaardenwcrk. Wijkverpleging. De wijkverpleegkundige zorg voor ouderen is moeilijk af te splitsen van de overige werkzaamheden binnen het kruiswerk (zuigelingenzorg, algemene preventie en dergelijke). Mede daardoor zijn betrouwbare gegevens over deze zorg schaars. Met dit voorbehoud in gedachten ziet het ernaar uit dat de wijkverpleegkundige zorg per hoofd van de bevolking sinds 1979 stabiel is · gebleven en dat gemiddeld per persoon ouder dan 65 jaar die zorg iets meer dan vier uren per jaar bedraagt. Uit hetgeen reeds is vermeld omtrent de dubbele vergrijzing van de Nederlandse bevolking volgt dat, wil men de gewone zorg op hetzelfde niveau houden, hiertoe aanzienlijk grotere financiële armslag mogelijk moet worden. Dat die er zal komen is hoogst onwaarschijnlijk. Gezinsverzorging. Ruim de helft van het werk dat in de gezinsverzorging geschiedt bestaat uit hulpverlening aan ouderen. Het gemiddeld aantal uren aan hen besteed bedroeg in 1985 per hoofd 18,20. In totaal zijn dat in het genoemde jaar 31.473.000 uren. Per thuiswonende bejaarde wordt in het Sociaal en Cultu173
------~lmC~ CCMVAC'ti"_ _ _ _ _ _~-----
port 1984 een streefgetal ge•c '1 uur per J·aa~. In de nota -Jo• ,. . . ·nszorg' wordt daarentegen ge1 ~...r.;~c IJ . I' .k :rld· dat, gelet op de finanetële .moge IJ • ~ 11 de zorg slechts margmaal kan rn;we• ·~ worden uitgebreid , zodat sleeh ts k an worden geconcludeerd dat het aantal uren gezinsverzorging per bejaarde per jaar in de naaste toekomst onvoldoende zal toenemen. Jbll' û van
Bejaardenwoningen. Een van de instrumenten om de doelstellingen van het beleid ten aanzien van ouderen gestalte te geven is het bieden van aangepaste vormen van huisvesting. Het gaat hierbij om woonvormen die een positie innemen tussen de gebruikelijke woning en het verzorgingshuis. Deze woonvormen tonen grote onderlinge verschillen wat het voorzieningsniveau betreft. Officieel bedroeg het aantal bejaardenwoningen in 1981 ongeveer 11.000. Blijkens het woningbehoefteonderzoek was er in dat jaar in Nederland een tekort van 110.000 geschikte woningen voor ouderen. Wederom gezien de snelle vergrijzing van de bevolking en de beperkte middelen van 'hogerhand' is het zeer de vraag of in de naaste toekomst aan deze behoefte kan worden voldaan. Gecoördineerd bejaardenwerk. Aan het gecoördineerd bejaardenwerk wordt thans binnen het zogenaamde flankerend beleid een belangrijke plaats toegekend. Hiermee wordt een beter gebruik van taken en functies van de relevante voorzieningen voor ouderen beoogd. Het accent ligt hierbij op het ondersteunen van het eigen initiatief van ouderen en initiatieven in de directe leefomgeving, het zogenaamde vrijwilligerswerk. De zelfhulp van ouderen, de hulp en verzorging door buren en vrienden, alsmede de hulp en verzorging door eigen kinderen zullen in de diverse toekomstscenario's een steeds belangrijkere rol bij de verzorging van bejaarden moeten gaan spelen. Op papier lijkt dat nuttig en zelfs prachtig: een fraaie oplossing van het toekomstig bejaardenprobleem. Verschillende factoren evenwel maken dat de verwezenlijking van deze denkbeelden goeddeels illusior zal zijn; genoemd kunnen worden de sterk veranderde mentaliteit. het afne~ mend aantal kinderen en de toenemende individualisering.
De toekomst voor ouderen en vooral voor hulpbehoevende zieke bejaarden zou er ondanks het voorafgaande minder somber uitzien indien aan twee voorwaarden wordt voldaan: 174
Tabel I. Bevolkingsprognose (x l.OOOJ.
0.19jr. 1966 ................ 4.019 (27.7) 1990 ................ 3.826!25.7) 2000 ................ 3.826 (24.5) 2010 ................ 3.638(23.1) 2035 ................ 2.990 (20.5)
20-64 jr.
> 65 jr.
lolale bewil
8.742 (60,2) 9.152(61,5) 9.548161,9) 9.753!61,9) 8.046 (55.1)
1769 !12.2) 1.898(12,8) 2.113 (13.5) 2.358(15.0) 3.563 (24.4)
14.529 14876 15588 15.749 14.599
Tussen haakjes: pt'OC::ênten van lolale bevolking.
Bron: CBS 1986.
Tabell. Bejaarenprognose (x 1.000). leetlijdsgroepen
totaal 65-79 jr. > 80 jr. > 65 jr. 1986 ...................................... 1990 ........................................ 2000 ........................................ 2010 ........................................ 203S ....................-................
1.387 1.474 1.632 1.801 2.360
382 424 482 557 593
1.769 1.898 2.113 2.358 3.563
Bron; CBS 1986.
Tabel 3. Lokalisatie van personen van 65 jaar en ouder in het jaar 1980 (reële getallen) en in het jaar 2000 (prognose). 1980 aantalpersonen>65jaar. 1.130.000 ziel<ennu"' ........................ 17.911 verpleeghuis.................... 37.251 10% bejaardenhuis .................. 131.975 m.,;" ................................. 1.542.862
2000 2.113.000 2.113.000
1.901.700
Tabel4. 1980 aanlalpersonen>65jaar ........ 1.730.000 Zieklhulpbehoellencl................. 519.000 geinstilunonahseero................. 187.137 l>uipbehOevendlziek- ......... 331.863
2000 2.113.000 633.900 211.300 422.600
1. Het verhoudingsgewijs kleine deel van de werkende Nederlandse bevolking zou bereid moeten worden gevonden om zeer grote financiële offers te brengen om in de behoeften aan medische hulp, verpleging en verzorging van ouderen te voorzien. 2. Er zal een drastische verandering ten goede in de mentaliteit van de bevolking moeten optreden waardoor mantelzorg en zelfzorg tot grote bloei kunnen komen. Het is niet aannemelijk dat in de nabije toekomst aan deze twee (ideële) voorwaarden zal worden voldaan. Er zal dus moeten worden gezocht naar een andere weg. Ons inziens is een alternatief aanwezig.
TWEEËRLEI DIENSTPLICHT Een goede en naar onze mening te ver-
werkelijken oplossing voor de in het voorgaande geschetste en op ons allen toekomende problemen is het invoeren van een vorm van dienstplicht voor alle personen (zowel jongens als meisjes) in de leeftijd van 18 tot 20 jaar. Naar keuze van de dienstplichtigen vindt inschakeling plaats in de militaire dienst of in de bejaardenverzorging. Voor velen is het huidige systeem van dienstplicht ter verdediging van het vaderland een omstreden zaak. Dat neemt niet weg dat de meerderheid van de Nederlandse bevolking instemt met de noodzaak van een defensief leger. De uitgangspunten van ons voorstel zijn: - Iedere dienstplichtige moet kunnen kiezen tussen de militaire dienstplicht en de bejaardenzorg. - De logistiek van de militaire dienst moet, na eventuele uitbreiding en aanpassing ook worden toegepast op de zorgplicht. Die logistiek omvat oproepen registratiesysteem, lichamelijke en psychische keuring, uniformering, trai· ning in 'kazernes'. discipline, vervoer. stafvorming, enzovoort. - De thans fungerende wijkverpleegkundigen en bejaardenverzorgsters worden opgenomen in dit 'leger' van de bejaardenzorgplichtigen als beroepsformatie. - Iedere dienstplichtige die heeft gekozen voor de bejaardenzorg ontvangt een basisopleiding in die tak van zorg. - De staf heeft een controlerende en logistieke taak bij de hulp en verzorging die door de dienstplichtigen aan de bejaarden wordt geboden. - De activiteiten. die door de dienstplichtigen-kunnen worden ontplooid zijn onder meer: boodschappen doen, voorlezen aan eenzame bejaarden, huishoudelijke werkzaamheden, wandelen met alleenstaanden, verzorging van en zo nodig waken bij zieke bejaarden, bejaarden wekken, helpen met opstaan en aankleden, helpen met uitkleden en naar bed gaan, toezien op de hygiëne en bewassing (bad, douche) en deelneming aan 24uurs begeleiding van ouderen die daarvoor in aanmerking komen. Niet ontkend kan worden dat het dwangmatige van het voorgestelde systeem een nadeel is. Daar staan talrijke voordelen tegenover: o De logistiek van het militaire apparaat kan efficiënter worden benut. Het probleem van hulpbehoevende zieke bejaarden wordt voor een groot gedeelte opgelost. o De noodzakelijke emancipatie wordt bevorderd. MC nr. 6-12 februari 1988-43
_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ !MI~!ClO~CC:xl CctllOOif&CJ_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ __
o Het probleem van de gewetensbezwaarden om militaire dienstplicht te vervullen is opgelost. Het negatieve effect van gewetensbezwaarden verdwijnt. o De noodzakelijke mentaliteitsverandering van de adolescent ten aanzien van de oudere zal worden bevorderd. oDe negatieve gevolgen van afkeuringen voor het vervullen van militaire dienstplicht worden uit de weg geruimd. o De structurele werkloosheid wordt aanzienlijk verminderd, de scholingsgraad neemt toe. o De werkeloosheids-en bijstandsuitke· ringen vormen een mogelijke financieringsbron. De soldij van de maatschappelijke dienstplichtigen moet gelijk worden aan die van de militaire dienstplichtigen. o De coördinatie van de bejaardenzorg komt op een centraal punt te liggen. o Er is geen bedreiging voor de huidige professionele werkers in de bejaarden· zorg: zij gaan de staf en het beroepsleger vormen in dit systeem. o De dienstplichtigen doen een ruime levenservaring op en tevens leren zij op de goede manier omgaan met ouderen. In 1986 bedroeg het aantal dienstplichtige mannen ongeveer 125.000. Aannemende dat het aantal potentieel dienst· plichtige vrouwen dezelfde orde van grootte heeft, kunnen per jaar ongeveer 250.000 dienstplichtigen voor keuring worden opgeroepen. Van de mannelijke dienstplichtingen wordt thans ongeveer 15% afgekeurd voor de militaire dienst. Het is aannemelijk dat de lichamelijke
keuringseisen voor dienstplichtigen die kiezen voor militaire dienst hoger zullen zijn dan de eisen gesteld aan hen die kiezen voor de bejaardenzorg. Het aantal dienstplichtigen dat daarvoor zal kiezen kan worden geschat op ongeveer 125.000 per jaar. Een en ander gelet op a) de minder zware keuringseisen, b) de gewetensbezwaarden en c) het feit dat een groot aantal buitengewoon dienstplichti· gen eveneens deelneemt aan de bejaardenzorg. Bij een diensttijd van veertien maanden (twee maanden opleiding, twaald maanden effectieve dienst) zijn dus ongeveer 125.000 dienstplichtigen voortdurend ter beschikking van de bejaardenzorg, hetgeen betekent dat per zorgbehoeftige oudere per jaar ongeveer 500 uur extra kan worden geïnvesteerd. Indien de helft van deze tijd kan worden besteed aan directe zorgverlening bete· kent dit dat de zorgcapaciteit meer dan veertienvoudigd wordt. Naast deze dienstplichtigen zal een 'be· roepsleger' van ongeveer 4.000 wijkverpleegkundigen en 18.000 gezinsverzorgsters ter beschikking blijven staan voor de ongeveer 400.000 hulpbehoevende zieke bejaarden die thuis verblijven. In totaal zal het aantal hulpverleners voor zorg voor ouderen dus ongeveer 147.000 zijn. Een aanzienlijk gedeelte van de nabije bejaardenproblematiek zal hiermede kunnen worden opgelost .. BESLUIT Al is het de enige manier om lang te leven, oud worden is niet altijd fijn.
Niettemin, deprimerende misverstanden over oud worden zijn nog altijd even talrijk als muizen in kattedromen. Wie denkt (en velen doen dat): als ik oud word, word ik tevens langdurig ziek. hulpbehoevend. hardlijvig, hardhorend. hardleers, kortademig, kortzichtig, kwaaddenkend, kreupel, ik zal wel kanker krijgen en op den duur word ik nog kinds ook, die slaat de plank ver mis. Dat soort narigheid kan een oud mens weliswaar overkomen, maar de kans erop is klein; veruit de meeste mensen blijven tot op hoge leeftijd lichamelijk en geestelijk redelijk goed in conditie. Verhoudingsgewijs en gerekend over de totale bevolking is het aantal ouderen dat in enigerlei vorm hulp nodig heeft toch groot en de behoefte aan die hulp zal in de toekomst nog veel groter worden. Het door ons geboden antwoord op de vraag naar toekomstige adequate hulpverlening zal ertoe bijdragen dat ouderen minder geneigd zullen zijn in het voetspoor te treden van de man wiens hart maar ophield met kloppen omdat er toch niet o werd opengedaan.
Uteratuur I. Post 0. Oe vergrijzing liet 1987: 42: 961·3.
t'll
het ziekenfonds. Medi..:h Con·
2. Ouder worden ln de toekomst. Scenario"sot~er gezondheid en vergrijzing 1954-2000. S.:enari<mpport Stuurgroep Toe· toms~Jeenario's Gezondheunzorg. 1984. 3. Sociaal en Cultun:el Planbureau. Sociaal en Cultureel Rapport 1984. Oen Haag. 1984. 4. Nota Eerstelijnszorg. 1984. 181811, nu I en 2.
r ..·eede
Kamer. tillinpjaar 19831
JROUW
2 0 ('·4 i:~ ·iS8S
Tijd rijp voOr söciále dienstplicht Zwakzinnigenzorg geb-at bij inzet van jongeren door Ton de Kok Eind vorig jaar stond er een foto ID een aantalkranten van de zwllkz/11· nige Jolanda Venema. Ze was niiMt en stond aan een leiband. Oe publieke verontwaardiging was groctt. Vorige week heeh dtl commlssleNoorda over het 'gevai'-Venema gerapporteerd. De afgelopen dagen hebben de med/S wederom aandacht aan deze zaak besteed. In dE' discussies kwam o.a. tot uiting dat door verminderde zorg als gevolg van personeelsgebrek de groep sterk gedragsgestoorden de afgelopen jaren groter is geworden. Personeelsgebrek dreigt niet alleen in de zwakzinnigenzorg maar ook in andere delén van de zorgseçtor,. Een bttere beloning kan een tijdelijke verlichting bieden, maar gee.n oplossing. Het probleem is dat er straks onvoldoende jongeren zijn die voor de benodigde handen kun· nen zorgen. Het Statistisch Zakboek . • van 1987 meldt over de verwachte hij wel met een geweer de hel op n~t d~ bedoeijog.dat d.e'dlenst· bevolkingsontwlkkeling tot htlt jaar moet en zij niet. Dienstplicht ook pbcht1gen de, prof~lonele krach2000 dat de grOèp 15-19-jarlgen zal voor meisjeS dus. Maàr ~ krijgs- ten 'aflossen • Het gut erom dat ze teruglopen met 27 procent, de macht heeft geen behoéfte aan Ingezet worden voor werkzaamhegroep 20·24-jarigen met 28.proce~t meer jonge.:en, dus dan tnoeten de den die veel tijd van d~ beroeps· en de groep daarboven tot 30 jaar jongeren op andere plaatsen In de krachten opslokken maar die ook met 8 procent. De zorgsector recru- samenlevin9 Wól'den Ingezet; daar k~ worden verricht door twee waar zij handen te ~ort kèmlt •. · ijve;tge handen met daar tusserr teert uit de groep 19-24-jarigen. Het op peil houden van het perso. : · een gezond boerenverstand. neelsbestand in de sector komt du.~ Motivatie '. Er Is nog iets dat buitengewoon ernstig onder druk te staan en teMaar, zeggen de sceptici, d'~enst· pleit vo
ne opleveren, die beter In staat zal zijn aan die verantwoordelijke; · zorgzame samenleving een bijdrage te leveren.·
Tijd •• rijp
.
.
Natuurlijk, sommigen zullen hoofd·. schudden over zoveel idealisme. Anderen zullen hun schouders Op- • halen uit twijfel over de technische haalbaarMld van een sociale dienstplicht. Maar de doeners on· der ht1n zullen toch zeggen: 'Why not? De tijd Is er rijp voor. In het licht van de te verwachten maat· schappelijke problemen zou 1:\et. • een schande zijn als die zaak niet eens serieus wordt bestudeerd.· En zo Is het. ledere partij zou in haar verkiezingsprogramma de wenselijkheld van een onderzoek naar de- : haalbaarheid van sociale dienst· · i plicht moeten opr~emen. De poli· · tiek zou een slag missen als er ook in het nieuwe regeerakkoord niet • een passage aan wordt besteed. De .tuteur Is lid van de Tweede Kamer voor het CDA en voorzitter ven de fTec.
tlec:OIIIIIIIssle ~bi!Mid.
'W:l.KSKRANI
.;
SEP. 1990
Sociale dienstplicht jongeren is strijdig met verbod op dwangarbeid , Onder de titel ..Sociale dienstplicht: dwangarbeid of ·solidariteit", organiseren de Jonge Democraten vandaag een symposium in Delft. Door de verwachte wijzigingen in lengte en s\·steem ,·an de militaire dienstplicht is deze discussie weer opgelaaid. De Vereniging van Dienstplichtige Militairen (VVDM) wijst een sociale dienstplicht met klem af. Robert Zaall·indt dat dienstplicht niet de oplossing is voor de noden die bijvoorbeeld in de zorgsector en op milieugebied bestaan.
Onlangs namen de jongeren van het CDA een resolutie aan waarin wordt gepleit voor een sociale dienstplicht voor alle Nederlandse jongeren. jonge socialisten. de jongeren van de VVD en de CNV-jongeren hebben zich tegen dat pleidooi gekeerd. Haagse politici lijken nog niet duidelijk positie te hebben gekozen. maar premier Lubbers heeft begrip voor zijn jonge volgelingen en ziet .,aantrekkelijke elementen" in sociale dienstplicht. Het meest principiële aspect van de .discussie is de vraag hoe een sociale dienstplicht zich verhoudt tot fundamentele rechten. Sociale dienstplicht is strijdig met artikel23.1 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens: ..Een ieder heeft recht . . . op vrije keuze van beroep, op rechtvaardige en gunstige arbeidsvoorwaarden ... ". Sociale dienstplicht is ook strijdig met artikel 2.1 van het verdrag van de ILO (/ncernauonal Labour Organisation van de Verenigde Naties) op het verbod van dwangarbeid. Dat verbiedt ..alle arbeid of dienst onder dreiging van straf en waarvoor men zich niet heeft aangeboden". Op basis van lartikel29.1 van de UVRM (.,plichten jegens de gemeenschap") en artikel2.2a van de ILO is · een uitzondering gemaakt voor de militaire dienstplicht. De offers die Nederlands' jonge mannen daarvoor brengen. worden uiteindelijk noodzakelijk )!eacht voor de veiligheid van het land, de bevolking en haar verworvenheden. liet is zeer de vraag of een dergelijke noodzaak ook aanwezig is bij de problemen. waarvoor sommigen soc1ale dienstplicht als oplossing zien. Dienstplicht IS immers nadrukkelijk een uit· zondering en alleen dan geoorloofd, als alternatieven ontbreken. Dat is niet het geval. Voorstanders van een allesomvattende sociale dienstplicht doen vaak een beroep op ..solidariteit". Daarmee wordt gedoeld op solidariteit van 80 procent van de jongeren die niet in militaire dienst hoeven. met de minder gelukkige 20 procent. "Even slecht is ook gelijk", lijkt de gedachte.
Er bestaan naar mijn overtuiging betere en minder ingrijpende middelen om een achtergestelde positie van soldaten te voorkomen. Normale arbeidsvoorwaarden zoals betaling van het wettelijk minimumloon, veilige arbeidsomstandigheden en goede studiefaciliteiten zouden afgedwongen solidariteit voor een belangrijk deel overbodig rnakeiL De positie van een net afgestudeerde pantserinfanterist verbetert niet doordat zijn oud-studiegenoot een jaar lang verplicht in een opvangtehuis voor weggelopen jongeren gaat werken. Het beroep op solidariteit lijkt er bovendien volledig aan voorbij te gaan.
geen alternatief zijn voor het aanpakken van de oorzaak van de problemen. Invoering van een sociale dienstplicht zal ten koste gaan van reguliere werkgelegenheid en bovendien leiden tot degradatie van bepaalde beroepen. Die beroepen worden vervolgens nog onaantrekkelijker. jongeren slijten tegenwoordig ook zonder die plicht hun dagen niet in ledigheid. De meeste jongeren verrichten reeds nuttige taken of bereiden zich daar door studie op voor. Wat is het .,macro-maatschappelijke nut" als een belastinginspecteur, een infonnatica-deskundige of een havenarbeider met een knuppeltje op pad worden gestuurd als beveiligingsbeambte:?
Het vervullen van een sociale taak zou ,.vonnend" werken. Natuurlijk, het is inderdaad een ieder aan te bevelen de maatschappij eens vanuit een ander perspectief te bekijken. Een 513· ge, een verre reis of een tijdelijke baan bieden daartoe mogelijkheden. Of het verplicht verrichten van bepaalde arbeid echter leidt tot een ruimere blik en een positieve houding betwijfel ik :zeèr. Waarschijnlijk zal een ex-sociaal soldaat met even weinig plezier een gezinsvervangend tehuis voor geestelijk gehandicapten bezoeken, als een ex-militair. dienstplichtige een kazerne. Overigens lijkt het voor bewoners of dat een sociale dienstplicht zeer diep patiénten niet prettig om door een nauingrijpt in het persoonlijk leven van welijks opgeleide en volstrekt niet geeen individu. Het simpele feit dat men motiveerde jongere te worden verin zijn keuzevrijheid wordt beperkt, is zorgd. al moeilijk te verkroppen. Men wordt Maar ., voor wat hoort wat" roept de belemmerd in zijn professionele ont- voorstander. De maatschappij doet van wikkeling. Aangezien er hoogstwaar- alles voor de jongere, dus daar mag wel schijnlijk geen marktconforme salaris- wat tegenover staan. jongeren leveren sen worden betaald, zal er eveneens echter al voldoende tegenprestatie in sprake zijn van financieel nadeel. Soci- de vorm van het betalen van belasting ale dienstplicht zal gepaard gaan met en premies, het studeren of werken en plaatsing buiten de woonplaats, wat be- het verrichten van vrijwilligerswerk langrijke gevolgen heeft voor het socia- (voor Rode Kruis of Nationale Reserle leven. ve). En zo niet: dan liever een procent We- spreken bovendien over maar extra belasting. Voor alle burgers. liefst 210 duizt!nd jongeren per jaar. Ten slotte wordt er te weinig stil Het is uiterst onwaarschijnlijk dat er gestaan bij de problemen die er met de voor iedereen een dienst wordt gevon- uitvoering van zo'n sociale dienstplicht den. De beoogde opheffing van onge- gemoeid zijn- de terugtredende overlijkheid vindt dus geenszins plaats. heid zou bijvoorbeeld een grote sprong Het rweede argument dat wordt aanvoorwaarts maken met een gigantisch gevoerd voor sociale dienstplicht is dat bureaucratisch apparaat voor keuring, daardoor taken kunnen worden uitgeplaatsing, training, administratie en voerd die nu blijven liggen, hoewel ze controle. van groot maatschappelijk belang zijn. De conclusie is duidelijk: er zijn prinMen denke aan de .,zorgsector", de cipiele bedenkingen, de ongelijkheid openbare orde of het milieu. verdwijnt niet, de individuele offers Door invoering van een sociale zijn groot en het vormend karakter 1s dienstplicht zou de overheid echter nihil. Sociale dienstplicht is symptoomblijk geven van onvennÇ>gen om met bestrijding en gaat ten koste van andezachte hand te sturen. Met aantrekkere maatschappelijk nuttige zakeiL Het lijke arbeidsvoorwaarden en goede fadient noch het algemeen belang. noch ciliteiten kunnen jongeren immers gehet belang van jongeren en is dus volstimuleerd worden werk te zoeken in komen ongewenst. de genoemde sectoren. Sociale dienstplicht is symptOombestrijding en kan ROBERT ZAAL Oud-L·oor:mer WDM
VOU<SK~
18 SE P.19UO
Sociale dienstplicht is beslist geen
vorm van dwangarbeid • • . . Sociale d1enstphcht IS een Yortn Yan . dwangarbeid en daarom uit den boze, stelde R. Zaal van de VVDM in Open ' Forum fan 4 september. R. RoDeman fan de jongerenorg~3tle.yan D66 Yindt daarentegen in,oering van een • systeem Yan S<M:iale dienstplicht het oYerwegen meer dan waard.
en verbetering van arbeids- en leefomstand.lgheden kunnen bijdragen tot vermindering van die schade. . mil' · di nst In de discUSSie over ttalre e • plicht wordt voorbij gegaan aan de prin· cipiële vraag of van een lid _yan ~~ samenleving, naast een gel~eltJke btJdr~ge (belasting), ook een fysieke prestatte gevraagd mag worden. Alleen het CI?,JA gaat in zijn plan voor maatsehappeli!~e dienstplicht uit van verantwoordeliJkheid en stelt dat een ieder zich naar vermogen dient in te zetten voor de · · d d' . I' h · · maatschappij. De discusste over e. tenstp !C t. ts ut Als ''zinni democraat d.oe ik liever V1'lJ o ~e solidariteit en indivi· volle gang. Onlangs hield h~t tnstttuut Clingendael nog. een col~oqwu~ m~t de d:.!t~viû~eiä van een iede'~. Duidelijk veelzeggende titel .,Dienstplicht: af· . . 'eder geval dat de jongerenorgani· schaffen of veranderen". Ook de poli· ts mt . . . tiek spreekt zich de laatste tijd steeds saties van politieke partijoo op pnnci· duidelijker uit voor een herziening~ piële gronden ee!l kew;e probe~en te het dienstplichtsysteem. Parallel aan dit maken voor een dienstplicht en met om debat loopt de discussie over het invoe- opportunistische of pragmatische rederen var& een sociale dienstplicht. Om nen. · personeelstekorten in onder andere d~ Onze maatsChappij wordt geconfrongezondheidszorg en de natuur· en mt· teerd met een steeds verdergaande ont· lieubescberming op te lossen wordt groening en vergrijzing van de bevolsteeds vaker ~er~n om eet'!; s~eem ldng. Daarnaast hebben ~e ~eeds meer van sociale dienstplicht waann JOnge- problemen met de 6nanctenng van het ren taken kunnen overnemen van be- huidige voorzieningenniveau. De colroepspersoneel. leerleve lasten zullen alleen maar hoger De tnilitaire dienstplicht in de huidige worden met stijgende uitgaven voor gevorm is maatsChappelijk niet meer te zondheidszorg, criminaliteitsbestrijhandhaven. Op dit moment gaat slechts ding, tnilieu en onderwijs. Hogere belaseen derde van de Nederlandse jong~ns tingen zijn daarnaast uit. den boze met werkelijk in dienst. Deze verhouding het oog op onze internationale handelswordt met de aangekondigde inkrim- positie en de koopkracht. ping van de legermacht alleen nog maar 0p dit moment kampen de verpleegschever. huizen al met personeelstekorten. VolNiet iedereen heeft evenveel kans.?p- gens berekeningen zal .in de toeko~t geroepen te worden voo~ de werkelijke een op de vier jongeren m de verpl~g~.ng dienst. Uit onderzoek blijkt dat er een moeten gaan werken om ons hutdige duidelijke samenhang bestaat tussen op- verzorgingsniveau te kunnen garandeleidinglin.komen, politieke gerichtheid, ren. Ook op het terrein van de natuurkerkgang, woonplaats en jaar van op- en milleubescbertning blijft veel werk komst van de dienstplichtigen en de liggen omdat geld en menskracht ootvervulling van de dienstplicht. Boven· breken. Een stelsel van sociale dienstplicht dien wordt er nog steeds een verschil gemaakt tussen vrouwen en mannen brengt kosten met zich mee, het levert voor de dienstvervulling. echter ook veel op. Het aantal werkJoDaarnaast hebben we te maken met zen daalt in één klap met tweehonder~ een veranderende militaire dreiging duizend. jongeren worden meer e~. di· van een tweezijdige (Oost-West) naar reeter betrokken bij de maatschappiJ en een alzijdige dreiging. Onze verdedi- kunnen de nodige ervaring opdoen. Ook gingsinspanningen zullen zich daardoor jongens zullen nu in aanraking k~men sterk moeten richten op de interventie. met sectoren waar vrouwen sterk m de Hiervoor zijn kleine parate en mobiele meerderheid zijn. Er wordt een_ reserlandmachteenheden nodig, wat profes- voir van mensen aangeboord dat mgezet sionalisering vereist en t..>en overgang kan worden voor taken die nu, ~oor te naar een beroepsleger mogelijk ~aa~t. hoge personeelskosten, blijven liggen. Voorstanders van een m1lita1re dienstplicht voeren aan dat, naast de Natuurlijk zijn er P;"Oble~en bi) de vermaatsChappelijking van de krijgs- invoering van een soc!
ILÓ-verdrag verbieden overheden burgers dwangarbeid te laten verrichten. De militaire dienstplicht is als enige een uitzondering hierop. Ook 'de onderbreking van carrière of studie van de dienstplichtige met een jaar kan een bezwaar zijn. De wijze van uitvoering van een dienstplicht kan een aantal bezwaren ondervangen. Zo zouden jongeren in het onderwijs duidelijk kunnen worden voorbereid op de vervulling van bun dienstplicht. De dienstplichtige zou keuzevrijheid kunnen krijgen in de vervulling van de taak, waardoor gebruik kan worden gemaakt van de opleiding en ervaring vàn de dienstplichtige. De motivatie wordt daardoor ook verhoogd. De dienstplicht zou flexibel moeten kunnen worden vervuld. En er zou voor kunnen worden gekozen de dienstplicht niet landelijk maar plaatselijk te coördineren. De discussie over de militaire dienstplicht is nu actueeL Maar of er een beroepsleger komt of een verandering (afslanking) van de militaire dienstplicht maakt voor de invoering van een sociale dienstplicht weinig uit. Jk hoop dat de politiek de mogelijkbeid aangrijpt ~n principieel standpunt in te nemen ten aanzien van de dienstplicht en de moed heeft een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheid van een sociale dienstplicht, als onderdeel van een duidelijk jongerenbeleid. RIK ROLLEMAN ] onge Democraten
Deroepsmzlztdiren anngen aan op besluzt; politiek houdt kruit nog droog '
e-1> 2,~l\Û I
()'lfD
Strijd om dienstplicht nog onbeslist " D
Door Henk Bouwmans
dlenstplld\t Hikt :djn langste tijd gehad Ie hebben. Ruim de helft van de Nederlandse be· roepsmllitairen vindt dat !r niet langer plaats is voor hun licht. Volgens voorzitter Plm Gooljera van de ACOM is er maar èén uitweg om gedwongen ontslagen zolang mogelijk te voorkomen. De dienstplicht moet verdwijnen zodat in de nabije en verre wekomst de beroepsmilitair van -.1l verzekerd Is. 1n politieke kring hebben Goolj· en' pelachten steun gekregen uit onverdachte hoek. De christen-de-~ Frinking heeft In de media publiekelijk het debat over het \'OClrtbestaan van de dienstplicht popend Inkrimping van de krlipmBCht maakt dien.,tpllcht owri>odig, vind! het CDA-Kamerlid. De andere politieke partijen houden voorlopig hun kruit droog. Wel Is de VVD bereid om er over te praten En de PvdA. weliswaar bevreesd voor een beroepsleger waar de politiek geen grip
Erfenis Het Is llll6
ais ;;.; 'Frense bizer
Napoleon zijn Imperium uitbreidt met het voormalige Koninkrijk Holland Napoleon houdt Euf
ztjn door de lage geboorlitcljfen In de voorbije jal'ftl. Bij een gelijk· blijvende behoefte aan dienstplichtigen moeten er dus meer jongens In dienst. concludeert Homan. Eigenlijk is er maar Mn oplolslng om een einde te maken un een onrechtvaardige verdeling van de dlenstplichtlast. vindt HOOW\. Dat Is niet de afschaffing van de dienatplicht maar de invoering van de maatschappelijke dienstplicht voor iede!'l!en. De Twents.. profesaor Boorsma. SEflator voor het CDA. toonde zich hlel'\·an onlangs
van het Napolè(lntisdte juk bevrijdt, blijft de dienstplicht bil wijze van erfenis uit de Franse tijd In stand Maar de dienstplicht 111 .,_,.dim een herinnering. De dienstpildit wordt bovenal gezien allJ een mld· del om de bevolking 1ie mobiliseren ter bescherming van· de belangen van het Koninkrijk der Nederian· den. .De lotsverbondenheid van land en onderdanen werd en wordt geacht dermalit groot te Eijn dat de overheld aan alle bo.lrprs de plicht kon opleqen het land desnoods gewapenderhand 1ie dienen. Ook In Nederland achoot dit nationalistische kenmerlit wortel: tot de Tweede Wereldoorlog om de neutrallteltspolitlek kracht bij lit zetten. daarna om een bijdrage te leveren aan de verdediging In het kader van de Navo", aldus dr. J. Slccama, -tenschappelijk onder· zoeker van het Instituut voor ln· ternationale Betrekkingen 'Clln• gendael'.
Geboertegolf De dienstplicht 11\ond sinds de Invoering regelrnatil ter dlsculllie, de laatslit keer zo'n twintig jaar geleden, De Nederlandse kazernes dreigden door de enorme geboor· litgoif na de Tweede Wereldoorlog overspoeld te worden met dlenstplldltlgen. Een ruim vri,lstell.l.npbeleid voorkwam dat. Maar dit leidde wel tot onvn!de. ~18 een derde deel van de Jon1!:er>s kwam daadwerkelijk de ka.zemepoori binnen als dieMtplld:ltlge, De an• deren konden na hun !lchooloplel· ding direct In de burgermaatschappij aan de Jla&. . Een commissie onder voonltt.erschap van oud-staatsaecretarls Mommersteea boot! :dch Wil!' dezle als onrechtvaardig ervaren \'O!I'dellng van de dienstplichtlast. Het werk van de commisale leidde nlet tot een verandering. De ongelijkheld werd voor lief genomen. Want zonder dienstplicht Is het moeilijker om voldoende militairen · te vinden. Bovendien is een dienstplichtige een goedlu:lpere soldaat dan een bertlepsmllitalr.
Teekomst Voor de jongens die In dienst wu het cevoJa van de discussie over de dienstplicht In .de jaren '70 dat er eigenlijk niets 1/'l!!'anderde. De diensttijd werd wellilwaar met twee maanden verkort. Maar nog steeds is een derde van de jongens de klos en moet eerst ruim een jaar in het grrene pak voordat een baan In de burgermaatachapplj gezocht kan worden. Toch is er nu een wezenlijk verschil waardoor de nieuwe discusoie over de dienstplicht in een ander daglicht staat: de toekomst mOI!Jiten,
'"'
Besparing
van de Napoleontische massalegen staat
cht. Door het wegvallen van de als zekerbeid beschouwde dreiging uit Oost·Europa staat de taak van het leger ter discussie. Waarom zou· den du.i2:lmden Nederlandse mil!· talren nog langer "" de Duttoe horJ~~VIakte paraat moeten zijn om ~ar uit het O
Daarin zal hll aangeven hoe de nieuwe Nederlandse krijgsmacht er uit moet zien Dat het leger hf
• Of de &lenen .,... 1111 lkb 11t de ~ 11811 ... dae maaier all lllelmtplldil.lpB kuJmelt ~lea, Is de........, Fooo_v_ machten :djn kleine, paralit en mobiele tandmachteenheden nodliDaarbij moet gedacht worden aan marlnlera en commando's. Het Is werk waar alleen professionals geschikt voor zijn.•Het gaat niet aan om dienstplichtigen de vrede te laten afdwingen iaatst blootstellen". vindt Slccama. Zijn eollega-onclemleller op Clingendael, kolonel der marlnlel'll mr.dra. C. Haman Is het eens rnet Siceama dat dienstplichtigen niet bul ten het eigen land Ingezet kunnen worden. Homan: .Het lnaU· tuut dienstplicht in de Verenigde Stateil la niet voor nlelf te... Vl-. nam ten cndel:ltt>Pan•. •. •• · In tegensielllnl!: tot Slccama ts Homan voor handhaving van de dienstplicht Al is het maar om """ klein aantal dienstplichtigen te hebben dat het eigen grondgebied beschermt Homan denkt dat de betrokkenhl!ld van de diet'llrt· pllchtige dan ro groot is dat de dienstplichtige voor zo'n klus wel l.s te motiveren. Slccama daarenteAen meent dat met de VOOI1Jzaande-
eenwording van West-Europa de behoefte afneemt om het etaen
pmdgebied te ~!eriDI!II met een eigen leger. Homan vindt dat er ooit em prlndpll!le reden ts om de dienstplicht te han~ Een leaer dat alleen uit beroepsmilitairen bestaat, heeft het gevaar dat de gewone maatschappij geen grip meer heeft op het leger en otit het het schuim der massa aantrekt. Homan: .,Je mag het beoefenen van geoi'JIIntseerd miiiiiiS&I geweld niet uitsluitend In handen legen van vakspecialisten. De monopoltsering van het geweld mq niet los komen lit staan van de maatschappij." CDA-Kamerlid Frinkllll denkt dat Nederland geen anpt ~ lit hebben voor een militaire staatsgreep door een benlepsleger. Frlnking: "Niet onze zonen hruden de generaals In het gelid Het ts het . ;. aebele steillil W!lllr~ In de' ktljgsq'lacht Is ..eranllerd, dat voor de controle Ielding en h1rn rif-mnrr~ti~ mfl>nf~1ttfllft lt,:an
.,_...,tlllche
te wensen overlaten. Met zeer - . . , keurln&selsen en een hoge
beloning zijn a..ze gevaren In lit dammen, meent Sta:ama. BoYWt· dien moeten vrijwllllgen die een contract van 6 tot 8 jaar rnet het leger afsluiten tegelijkertijd """ civiele leidlna krijgen. .Dan kunnen %IJ na hun militaire 10"1>baan altijd aan de lllag In de burgermaatachapplj. In de Verenigde St.aten heeft men hier goede erva· ringen mee "!>gedaan", aldus Slc-
c:ama
GeriDp werlkraebt Toch blijven w volgens Homan nog een aantal zalcfllljke argumenten waarom de dienstplicht In stand moet blu-, Het :djn de argumenten die In de jaren '70 ook al opgevoerd 'M!rden. De werfkracht van het Nederlandse leger Is lit ge-
een beroepsleger van enige om'llllt\ll te vormen. Per jaar, zo
ring om
heelt recient onderzoek duidelijk
aemaakt. zijn er maar vier- tot
vijfduizend jongemannen die be-· roepsmllltalr willen worden. Daarnaast iB een heroepsleger door de hogere salarls.o;en duurder dan een leger met dienstplichtigen. Bovendien zal de verdelins van de dienstplicht over alle jongens mlnder onrechtvaardig worden. Want er zullen In de jaren '!10 minder lonPmR.nnen ~hikbaar
Eén argument In deze "!>SSmming van voors en tegens van de afschaffing van de dienstplicht blijft er nog over. Het is In deze tijd met een armlaatlge overheid die e'll verlegen zit om bezuinigingen wellicht het belangrijkste argument: de trosten. Ook hier plaatste CDA 'er Frin· klng deu week In het Haape Pulchrl de openingszet. Een ledienstplichtige niet vert de schatkist 25 mille "'>· Het naar huls sturen van een berol!pl levert slechts een voordeel van 7 mille op. De conclusie lijkt eenvoudig: weg rnet de ....,..1 duurdere dienstplichtige. De kantlekentnc komt van Slccama. .Een kleinet heroepsleger hoeft tllet per .,. goedkoper te zijn. Mobllilett. nieuwe (lichte) bewapeninc en betere geoefendheld brengen 1\'lrtra financiêle o!fera met zich mee•.
""roepen
'Sterke verbalen' Afl>Chafftng van de dienstplicht lijkt al rnet al sneller VOOI'JI'O!Steld dan uitgevoerd. Over de behoort. eraan verschillen de~ beroepsbonden willen grdJ. de politiek aan:elt en minister Ter Beek heeft het voorlopig slif/ttezen. Hij heeft al genoeg hoofdbrekens aan de verkorting van de dienstiJ jd met twee maanden. De jonge tieners die het uiteindelijk allemaal aangaat, t.ullen vooriopiK nog even moeten afwachten of zij de •sterke wrhalen' van hun vaden;; en broer~ nog in de praktijk moRen ver i fiërvn.
Legerkorpscommandant over toekomst na verdere ontspanning:
~])~jo ~l{Q
,,Oefenen tegen papieren vijand'' Gaat de dienstplicht van veertien naar twaalf maanden? Hoe omvangrijk Is het Nederlandse leljler straks en hoeveel jongeren moeten zich daarvoor nog een Jaar in het groene pak hijsen? Hoe ziet het leger er in de jaren negentig uit als het Oostblok niet langer meer als mogelijke vijand Is te beschouwen? Moet Nederland dan nog een leger instandhouden? Luitenant-generaal J. Tjassens, commandant van het Nederlandse legerkorps, geeft zijn visie op de huidige ontwikkelingen. Door Senlaas SmukierS
n principe kan Tjassens wel leven met verkorting van de dienstplicht. Ook met een Inkrimping van het leger. Ieleeén die inmiddels kunnen rekenen op een behoorlljke meerderheid In het parlement. De generaal heeft er wel wat moeite mee. Hij verbindt aan de plannen dan ook bepaalde voorwaarden. Een kortere diensttijd betekent een snellere doorstromlng van dienstpl!chtigen. Jaarlijks moeten dan meer dienstplichtigen worden . opgeleid. Dat houdt onder meer In dat tanks vaker voor oefeningen gaan rijden en er meer onderboud moet worden gepleegd .Dat extra werk kunnen de· onderhoudsteams niet aan. Deze teams hebben het nu al zo druk dat elke speling er-
I
uit is. Daar moet dus een oplossing · voor worden gevonden", zegt Tjassens. ,.Het leger heeft voor het noodzakelijke Intensievere oefenprogramma meer terreinen nodig. Waar vinden we die? Maar als het moet, dan moet hel Om de benodigde tijd te vinden is het wellicht m?geliik ~ dagen voor. arbeidsliJdverkorting te gebru1ken. Die dagen. moeten dan worden uitbetaald. . Over de terrrujn van Invoering van een kortere dienstplicht en minder parate eenheden 1.9 hij glashelder; .Dat tijdstip moet gekoppeld worden aan het in Wenen te slwten ontwaperungsakkoord. Uitstel daarvan betekent uitstel van verkorting van de diensttijd en zeker van inkrimping van de krijgsmacht. Ik verschil hierover van me~ met de minister, maar dat Is ruet anders. Het 1s een politieke beslissing." Als de Russen hun troepen uit Midden-Europa hebben teruggetrokken, hetgeen de bedoeling van Gorbatsjov is, kan het Nederlandse leger volgens Tjassens best Inkrimpen. .Zodra de Russische troepen achter de Oeral zitten, Is een massale verrassingsaanval wtgesloten. Dan Is het niet langer noodzakelijk dat ons leger binnen <18 uur met de korpsen van de andere Navo-partners aan het IJzeren Gordijn st.aat. Deze zogenoemde waarschuwingstijd van <18 uur lum dan aanzienllJkilln"*.Jijn l!n • de~b.un omv~~ butje'J!I5.1Wld.ls een~~ dat kan ~uentielrllèbbiin v&;y~··''Uit "'Nr dolltbiok hebbil!rt ·~·· nitle' 8:11\·'}ai'ti!. in 'nèl!IM'' ~ troepen In Dultsl/IM. DoóJ<,de,;l~,~~ Tjassens vast,aan ~ Tj~: .~gcrllet alL~,Je&er~ huid!p. ontspanninê krltiipm: wl ·taW',iiRdël:ilillen In de Duilaé laat"' ma .......Ul· vat! de OostOWKJ'Üièltft· de parate eenheden in Duitsland vlakte.• De aanwezigheld van Ie- Is even goed. De Russen hebben begin 1991 dan ook enigszins 1n. geronderdelen over en weer, dus wel een supermoderne tank, de Het materieel blijft daar wel opin Duitsland maar ook Duitsers In T-80. Het personeel .is niet slecht geslagen zodat In een tijd van Nederland, moet blijven. Daaruit opgeleid. Veel lunetles beheersen spanning de troepensterkte met· ontstaat een coöperatief verband ze goed. ook al weten we daar niet het overbrengen van manschappen en dat Is een prima zaak." · alles van. De gevechtsbereidheid snel kan worden opgevoerd." Het terugtrekken van de Russi- van het Warschau Pact daarenteHoewel het logisch lijkt alle eensche troepen achter de Oeral, door gen liJkt op dit moment nu!. N1eheden uit Duitsland te halen zodra Tjassens als 'Warschau-pakt- mand gelooft toch nog dat Roe-
bE$làt
• Lultenant-gen.eraal l. Tjasseu:
Ik geloof niet ID een wereld waarID Je Jl!eD leger meer nodig heb&.
Foto H. Keeria
;..>;.
miss i~~ opgeleid moe~ zijn."' Bt) zo'n opleiding passen regelmatige oefeningen. Op dit ogen· bhk worden echter in Navo-verband al oefeningen geschrapt. In maart dit jaar ging een streep d,x>r '('r<>Sted Eagle•. Inmiddels is ook de belangrijke twee)aarlijk..<e stafoetenlng 'Wlntex·Cimex'91' van de kalender gehaald. die in februari 1991 zou plaatsvinden. Tjass-ms: .,Dat wanm oefeningen met als grondgedachte dat de vijand u1t het oosten komt. Ik heb er begrip voor dat de Duitsers, druk doende met de eenwording. aan deze ()E?{eningen liever niet wilden deE>lnemen. En zonder de Duitse krijgsmacht moet je je afvragen wat de zin van zo'n ot'fening nog is. :\laar we moeten natuurlijk de Motivatie legers wel blijven oefenen. lk zal Tjassens verwacht dat een sterk dan ook uit eigen beweging geen Europees economisch machtsblok enkele oefening schrappen. We zijn het aan onszelf en de belasontstaat. .Met hopelijk Oost-Eurotingbetaler verplicht een goed gepa daarbij. Maar met een moderne oefend leger te houden. • flexibele krijgsmacht als verlengDaarom hielden tal '·an Nederstuk van de politiek. Niemand gelandse legeronderdelen de vorige looft toch dat de Fransen zich heweek schietoefeningen op het Iernaai zullen ontwapenen, of de grootste Navo-oefenterrein bij Duitsers, of de Engelsen. Dat Bergen-Hohne in Duitsland Hoehoudt tevens in dat Nederland erwel de troepen bij de huur van het bij moet horen en dus mee moet terrein tegelijk kazernes voor ledoen. • gering krijgen aangeboden, verorDe legerkorpsrommandant stelt donn...,rde Tjassens het opslaan dat Nederland over een van de van ..,n bivak ... Het bevordert de meest moderne krijgsmachten ter saamhori~heid en voorkomt prowereld beschikt. Niet alleen omblemen, die je ziet zodra de milidat we vorig ja~r de Canadian tairen de kazernes betrekken. Army Trophy, de hoogste prijs wat gebeurt daar na afloop voor de best schietende Navo-eenS('hteten? Binnen een half held, wonnen. Het gaat om de de jongens aan de bar • Onze kwaliteit van het totale korps en .s groot dat een aantal waabame de motivatie van al het personeel, na enkelf:\ uren Jave1oos L.;;. Dat wil llriJpmaebt zowel de dienstplichtigen als de ik per se voorkomen. Een bivak is weud de bUk beroeps." daarbij ...,n goed hulpmiddel. Ik ~wonOok op termijn verwacht Tjasgen af van sens geen afschaffing van legers. :reg niet dat soldaten geen biertje mogen drinken. Dat kan ook in het het GOSteiL .Ik geloof niet in een wereld bivak. Ik heb gezien dat een comFom Dilklllra waarin je geen leger nodig hebt. mandant voor zijn eskadron van Er zijn nog zoveel dn!lglngen. Kijk honderd man deze week op een naar Iran en Irak, de sterke opavond een vaatje bier beschikbaar komst van de islam of andere stelde. Daar bleef het bij en op die ~··~ bereid.ZQ!Iden . vuurhaardelngp de wereld" . · 1!1)\ilálÜ''het Wèsten op te·~·' ·· Tjassens Pielt voor een 'ldéin · manier hou je de zaak goed In de .. H;~ R~ leger ls.~~_E-. Uiterst modem leger dat nauw sa- !land" Bij verdergaande ontspanning .deèld'. ~·en ru=-s-- menwerkt met Engelsen Fransen zal er in de toekomst een nieuw nen zullen voor operaties naar het en Duitsers. "Stel dat e; bijvoormoeten kcr westen niet achter Gorbatsjov beeld in Zuid-Europa iets gebeurt. dan wellicht aanrennen. Anders ligt het als de Op zo'n moment moet je daar snel oosten. Tjassens: Russen bedreigd worden, dan zijn enkele Nederlandse eenheden saoefenen we tegen ze wel bereid te vechten. Dat geldt men met bijvoorbeeld met Duiteen 'ghost army'. een nieuwe 'vijook voor het Neàerlandse leger. sers en Fransen heen kunnen stuand op papier'. We zouden daarbij We zouden ons als leeuwen tegen ren. Zo'n club moet daar binnen een lndrmger verzetten. Maar we twee dagen zitten. Dat houdt in wel eens de neus naar het westen zullen ruet met z'n allen naar het dat de troepen constant voor zulke of noorden kunnen richten. •
oosten gaan om te vechten." Over afschaffing van het leger op termijn antwoordt Tjassens met een 'volmondig nee'. .Er gebeurt in het Warschau-pact erg wel. Niemand echter die precies weet wat daar op dit ogenblik allemaal speelt. Hetzelfde geldt voor de N avo. Ik weet ook niet precies welke plannen het mlnisterie maakt voor het leger. Zolang niemand een duidelijke visie heeft en deze met feiten onderbouwt, is het uitermate gevaarlijk te zeggen 'bouw het leger maar af'. Kijk naar Duitsland. Bijna wekelijks komen er wijzigingen in de plannen tot samenvoeging van de Dui tslanden."
VK &.,. 1
,t.o
j """~ L.
\q <=\ \
DIENSTPLICHT ALS CUL,TUURGOED ROEGER, DAT WIL ZEGGEN V ,.yoor de Franse revolutie, voerden koniÁgen en keizers hun oorlogen met behulp van beroepssoldaten, huurlin· gen meestal, afkomstig uit .de armste streken van Europa Omdat hun eigen onderdanen bedankten voor de eer om-. voor hun dynastieke belangen op hét slagveld te sneuvelen, moesten de heersers van het ancien regime hun toe· vlucht wel zoeken tot armoedzaaiers uit Picardië, Gascogne, Hessen of Zwitser~ land. Zelfs onze eigen nationale bevrijdingsstrijd, de tachtigjarige oorlog, werd voornamelijk gestreden door huursoldaten van allerlei slag. Tijdens de Franse revolutie veranderde dit. Onderdanen werden burgers. Burgers, die precies omdat ze burgers waren, de plicht hadden en er zelfs een eer instelden. hun eigen politieke gemeenschap, hun democratisch gemenebest, te verdedigen. Het is de symboliek van de levée en masse en van de Mar· seillaise, dat uiterst oorlogszuchtige strijdlied, Allons en{ants de la patrje; formeer Uw_ bataljons, op naar de grens (en er over heen, tot aan Moskou toe} om de revolutie (en het Franse imperium} te verdedigen. De omslag van beroepslegers naar legers van burgers die de verdediging van hun samenleving als burgerplicht opvatten, had voor de wijze van oorlogsvoering dramatische consequenties. Oorlogen verloren hun beperkte karakter, maar werden totaal Niet langer streden betrekkelijk kleine legers voor de belangen van hun betaalmeesters; de hele samenleving werd gemobiliseerd, alle weerbare mannen onder de wapenen, ieder ander in de wapenindustrie of in een anderszins ondersteunende functie, Volkim Waffen.
door Koen Koch
schreven burgerzin. Voor iedere burger dient de verdediging van het vaderland een vanzelfsprekendheid te zijn. In de praktijk werd het voor elk individu afzonderlijk toch vooral.ook een plicht die door de staat meestal met meer of minder geweld moest worden afgedwongen. Bovendien· hanteerde dè staat de dienstplicht niet alleen als middel om de uit militair opzicht nood2akelijke massale omvang van het leger te garanderen, maar. ook om de jongelui allerlei nationale waarden bij te brengen, om de bevolking politiek en ideologisch te disciplineren, om de bevolking, geken· mer.kt door een aangename verscheidenheid van regionale, religieuze, culturele en taalkundige aard tot een eenheid te vormen. Dienstplicht als instrument bij de natievorming. ., Door de ontwikkeling van de militaire technologie, de nucleaire revolutie meer in het bijzonder, is de omvang van het leger niet langer van doorslaggevende betekenis. Aan de algemene dienstplicht is aldus· in aanzienlijke mate de militaire noodzaak ontvallen. De politieke ontwikkeling, het einde van de Koude Oorlog, versterkt dit eens te meer. · . Voor de toekomst gaat de Defensienota dan ook uit van een veel kleinere krijgsmacht. Maar wat voor gevolgen heeft dit voor het handhaven van de dienstplicht? Volgens de cijfers van de nota zelf kan het leger veel minder dan de helft van elke ,jaargang" dienstplichtigen opnemen. Dat is nu ook al het geval. Daarbij is het zo dat de kansen om de dienstplicht werkelijk te vervullen ongelijk verdeeld zijn: Jager opgeleide Algemene dienstplicht vindt zijn jongelui uit de provincie zijn veel vaker ideologische wortels in de zojuist om- de klos dan vwo-leerlingen uit de Rand-
1'-
stad. Deze onrechtvaardigheid zet nood· zakelijkerwijs de bijl in de ideologische wortels van de algemene dienstplicht. Niettemin spreekt de Defensienota zich krachtig uit voor handhaving van de dienstplicht. Waarom? Het handhaven van de dienstplicht leidt tot "een grotere ontvankelijkheid van de krijgsmacht voor maatschappelijke ontwikkelingen". Het suggereert dat een beroepsleger anno 1991 dat niet zou zijn. Achter de fraaie formulering gaat het traditionele democratische wantrouwenjegens een militaire kaste schuild.ie maar al te bereid zou zijn middels een coup de zaak politiek naar eigen hand te zetten. Nu laat ik maar buiten beschouwing dat ook dienstplichtigenlegers zich aan dergelijk ingrijpen hebben schuldig gemaakt. Belangrijker is het om vast te stellen dat het nogal belachelijk en beledigend tegelijk is om bij Nederlandse beroepsmilitairen de aanwezigheid van een anti-democratische mentaliteit te veronderstellen die slechts door het democratische gehalte van dienstplichti· gen in toom gehouden kan worden. Daarnaast bevordert dienstplicht "de betrokkenheid van de samenleving bij haar verdediging". Een echo van de bovengenoemde burgerzin. Maar precies omdat slechts een minderheid van de gegadigden werkelijk in dienst komt, kan dat een averechts effect hebben.- Zij die wel hun dienstplicht moeten vervullen en doorgaans toch al zijn benadeeld (lager opgeleid, minder kansen op de arbeidsmarkt), kunnen jegens een samenleving, die de lasten zo ongelijk verdeeld en dus discriminerend optreedt, een wrok gaan koesteren, met alle gevolgen vandien voor hun opvattingen
over de wenselijkheid van haar verdedi· ging. . Een houdbaar argument voor handhaving van de dienstplicht lijkt dat er zich gewoon niet voldoende vrijwilli· gers zullen aanmelden. Oorzaak hiervan is ·dat het merendeel van .elke ,jaar~ gang" een veel te hoog opleidingsni· veau-heeft om de te vervullen baantjes, waarvoor slechts (uitgebreid) lager onderwijs, nodig is, interessant te vinden. Dan moet men dus maar via de dienstplicht gedwongen worden. Maar dat betekent weer, dat een deel van de dienstplichtigen onder hun niveau te werk wordt gesteld. Balen en koper poetsen, hetgeen de houding tegenover de krijgsmacht van juist de dienstplichti· gen niet zal bevorderen. Dan duikt er wel een heel merkwaardig argument op: "het dienstplichtbeleid kan ook bijdragen tot de maatschappelijke integratie van etnische en culturele minderheden. De dienstplicht betekent immers ook dat allochtone jongeren kennismaken. met aspecten van de Nederlandse cultuur ... '.' Dienstals het aloude instrument van natievorming, ter homogenisering van de samenleving. Omdat deze allochtone jongeren met een onderwijsachterstand kampen, moeten de keuringseisen voor hen bijgesteld worden zodat zij todi van de geneugten van de dienstplicht kunnen genieten. Het kan er alleen maar op neerkomen dat de verdeling van de las· ten van ·de "algemene'' dienstplicht over alle Nederlandse jongelui nog schever wordt dan zij nu al is. De beter opgeleiden zullen nog meer de dans ontspringen. Het lijkt er op dat onze Turkse en Marokkaanse jongeren de Picardiërs en Zwitsers van dè eenentwintig· ste eeuw zullen worden. Minderhedenbeleid?
De lromende drie jaar gaan zeker twintigdalzend banen bij OefeliSie \'efloren. In het jaar 2000 moet de krijgsmacht, de grootste werkgeyer Yaft het land, het met \'eerligduizend mensen miDder doea dan nu. Het leger moet kleiner en ftexibeler worden, heet het in de Defensienota die de afgelopen week de goedkeilring kreeg van een meerderheid •an de Tweede Kamer. Mlnder tanks, mlnder raketten en misschien wel helemaal geen onderzeeêrs meer. Wie van de beroepsmilitairen zijn of haar baan Yerliest, Is nog Yolstrekt onduldeUjk. Ook mor de mkbonden. E•en onzeker is wat er na 1994 gaat gebeuren. Voor de zekerheid stelt men de aanschaf van een aleuwe keaken nog maar eYen ult.
door Jeroen Trommelen l"fftr tan Etch, bestuurder bij de militaire Yakbond ACOM m pleprd bij de Nederland· lil Patriot--meden In Stobenau In Duitsland.
weet een voorbeeld. In Turkije vlooi weliswaar em afweerraket van één miljoen per ongeluk de lucht In, maar de Groep Gelelde Wapens van de Konlnldijke Luclltmacht is wel degelijk kmtenbewust.Je ziet het, zegt hij, vooral aan de kleine dingen. ,.In de eente hectische dagen kregen we een fax uit Turkije dat men dringend verlegen zat om honderd meter coaxkabel Die fax is door drie mensen gelezen, m aUe drie badden r~~ metem iemand naar het dorp gesruurel om bonderd meter kabel te kopen. Het pat om een bedraa van nlb, maar daar hebben we het llldl eens aoed met elkaar over gehad Want 20Îlm mag uatuurlijk niet voorkomen." Ook bij de Nederlandse krijgsmacht let men tegenwoordig op de ~ wil hij zegen. Maar misschien is het wel allemaal te laat. De komende drie .iUr pan zeker twintigduizend banen bij DeféDSie verloren. In bet Jaar ZOOO doet de krijgsmacht, de groo1Ste werkgever van het land, het met veertigduizend mensen minder dan DU. En bij die beJUinigingen ZOU ook wel eens een groot gedeelte van de veeltJe.. jubelde Patriotoftllheden kunnen zitten. Het staat allemaal, Dl is in elk geval voor insidèrs te leien in de De!ensienota die de%11 week de goedlceuring kreeg van een meerderheld - de Tweede Kamer. Dat gebeurde In dezelfde -sadering waarin minister Van den Broek tan Buitenlandse Zaleen aaalcondiple dat hij de n01a van zijn PvdA-collega zou Intrekken.- er na 1994 nng meer !Je.. zuini&d zou wordm dan a!psprolien. Het ..,.. krakeel daarover school de inlll'ijpende bezul. nigingen waarover wel overeenstemmiJI& !Je.. staat een beeQe naar de ach~ Terwijl die plannen voor het personeel van DeléDSie al ln8l'iipend aenoea zijn. De bearippen at"slanJdJ\a. lnkrimpina, her· structurina m outp/C!C1mt
neel
De KL, zoals het mtderdeel in iarllon beet, heeft een t1eJdbel ~ .,Dus kunnen r11 meteen heainnen aan de vormlna van vier vierbnu. hripdas en een mobiele luchtbripde, zoals In de Defeasienolll is afgesproken. Dat is het 'mac:ro-plaa\je' waardoor,;.. tot en me1 1994 zonder ged-ngen ontslagen toe kunt.~ Maar de Intereosante dingen gebeuren daarna. ,.Dan komen de grote Investeringen. En aezjen de houding van de PvdA, die vindt dat er méi!r beminilld kan worden. en het CDA dat heel bang is voor Defensiematerieel dat steeds weer duurder wordt, is het de .-r-aag of alle plannen wel worden uitaevoerd." Maar eigenlijk is dat de .-r-aag niet echt, begrijpen we in de ruime bestuurskamer op de bovenste verdieping van het ACOM-gebouw.
V kt Jo
1.o jlt\n'-'
tqq'
Gezocht: burgerbaan voor Patriot-lanceerder HERSTRUCTURERING NEDERLANDSE KRIJGSMACH..c.cT_ _ _:----.
llll'illfi'+WP
?~
Olldlmebolell: .laak lfstGIIm7 .
"'-' » 1
..,.
,~.
llllrine-Ludltvlart • -:Nw ICIIftlllkHjke LuchtmacM7
Amfibisch transportschip:
-
unadlaffen
~ i Mijn11111ntrijdlnasvaartuiaen: j
van 26 naar 21 stuu
'\:i--JaehtYiiel!lll;pn r ·16: van 1Q naar 144
~'\:i a
r:i ANDMACHT
~
Q
rl.
Q
8ii
~Q.
·-i"' ~:·~ .. 1,
SblkUn altililrit 1111
Plllller·lnfanllf~
40'}t minder
Vliegbases:
van 15 naar U
~'\:i ..t '~~~~::!'!~..en
...
Patriot: · 32 maar 20
I;>~"' . Hawk verdwijnt: nn 4 squadrons naar 0
~~' · 1
nn 42.= naar 28.D
. . . . . .Q .... Tanks: nn 900 naar 4ll C dl
De beJUinigingen die nu In de De!ensienota staan, zijn waarschijnlijk nog maar hèt begin. Veelpneraals hopen ook vuria dat er na 1994 een andere coalitie komt, of tenminste een andere (lees: niel PvdA·) minister van Defen· sle. Het verklaart ook de opgewonden minister Van den Broek- juist toen het ging over beJUinigingen ... 1994. . Gooijers trekt zijn dtmkerblauwe Yalcbonds. strcplas nog eens recht, en geeft een toekomstanalyse die verdacht veel. lijkt Op een uitgewerkt CDA·I'vdA-<mnpromis: ,.Na 1994 zouden er wel eens fundamentele keuzes gemaakt moeten worden. je zoo dan misschien kunnen kiezen voor een luchtmobiele en een lichte brigade, en nog wat mobilisabele eentJe.. dn. Dus bijna een halvering van je larulnlacht. Dat lam gebeuren zolang je niet weet wat er in 1995 aan bezuinigingen bijkomt." Al voor die tijd zijn er grote klappen te verwachten voor de cavalerie (een halvering van het aantal tanks) en de infanterie (voet· volk minus twintigduizend).Maar aan meer dan duizend gedwongen ontslagen voor niet· herplaatsbare of niet-omschoolbare beroepsmilitairen denkt Goooijers niet. "Wat dat !Je..
~ltS.IIrtl!'lt
BrM: Ot!tt!$!1'Mtl11'991
teft maak ik me meer zorgen over de marine en de luchtmacht." ,J)e luchtmacht pat naar een plattere organisatie met minder overhead en bij de marine liggen nng vraaen over het voortbestaan van de marineluchtvaartdienst, die wel eens naar de luchtmacht zou kunnen worden overgeheveld. En over de ondeneebootdienst. Het CDA legt prioriteit bij oppenlakteschepen wegens het voorthestaan van de werf De Schelde. De onderzeebootdienst Is relatief klein, dus die zou je kunnen overdragen aan de Britten. Dan Is de grote zorg: wat doen we met die mensen? Want dat zijn héél gespecialilllerde mensen. .,Hetzelfde geldt voor de luchtmacht als het gaat om de positie van de geleide wapens. De Patriots hebben hun diensten bewezen in de Golf. Maar het systeem is bedoeld voor massaal instromende vliegtuigen uit het Oostblok, niet op een enkel Scudraketje. De vraag is dus of je behoefte hebt aan een pante groep aeleide wapens, of dat je die niet rrK>bilisabel kunt maken." Bij die geleide wapens dienen nu zo'n vijftienhonderd man plus achthonderd man bewakingspersoneel. "Dus heb ik wel zorgen
Gooijers van de ACOM. ,.Dat is in fasen gegaan. Bij het eerste bericht dat er veerlilduizend arbeidsplaatsen verloren pan, waaronder twintigduizend man burger· en beroepspersoneel, is het even schrikken. Maar nu ... We hebben natuurlijk ook geen recht op.:ollectieve acties. Staken kun je niet; daar wordt met· een het militair tuchtrecht bijgehaald. Kantinebijeenkomsten? Die zijn er wel geweest, maar hebben nauwelijks een politiek sianaa1 afgegeven." Een soongelijke enarinl; beeft zijn collep Friedrichs van de dienstplichtigen· l"fftr van Esch: nHet staal vast dat We in Juraen bond AVNM. Er is OIUUst op de werkvloer, 1994 beginnen met terugtrekken naar Neder· maar die is vooral voorzichti.g-verbaal van land. Daar worden de geleide wapens gestationeerd op vliegvelden. Die zijn al bewaakt, dus aard. ~Er wordt veel geo:liscwWI!erd, vooral door de beroeps. Zo van: hen jij al aan het dat hetekent in elk aeval dat er enkele bon· zoeken naar een hur&erbaan? Er wordt ook derden bewakingsfuncties wegvallen." Zoals ook de buitenlandtoelage voor het opvallend veel gestUdeerd. En ik hoorde zelfs personeel wegvalt, wanneer de eenheden naar iemand zeggen dat hij het kopen van een nieuwe keuken maar vijfjaar had uitgesteld." .~ Lm1;1, wJ>rden verplaatst. Dat is 50 proFriedrichs wacht met spanning op de reorcent bovenop het gewone loon, maar strikt genomh het ergste niet: ,.PI!r jaar zullen WllllniCIIUftlijk twee squadrons worden teruggetrokken tot ze in 1997 alle acht uit Duitsland wea zijn. De 3118St is dat in 1995 wordt besloten om een resterend deel in het vet te zetten. Wie het eerst wordt terul!lletrokken, is dan verzekerd van zijn baan." En wat moet een Patriot-lanceerder die twinli.g jaar helemaal ,,los" in de geleide wapens heeft ger~~ten In de buraermaatscbappij? ,.Ik denk dat de beer Ter Beek te makkelijk denkt in termen sanisaties, die hem als dienstplicbli.ge overi· van outplacement. Er is geen enkele functie gens niet direct zullen treffen. ,.Als ze het buiten de krijasmacht die zelfs maar lijkt op aoed doen, halen ze eindelijk eens alle arijze die van lanceerder of opzichter. En bovendietl! mui2en uit de organisatie die op hun stoel wat moet je mei de onzekerheid als het pat zitten wachten op promotie. OOk de generaals om bijvoorbeeld de studie van je kinderen. uit die catqorie. In Nederland hebben we op MOet je ze nog wel in Duitsland naar school honderdduizend militairen 61 generaals. Het laten pan. MOet je proberen rosnel mogelijk Duitse leaer heeft er met 300 duizend man· naar Nederland terug te komen. Je ziet het nu schappen maar 54 nodia. Door de vorming van allebei gebeuren. Men is onzeker." een luchtmobiele bripde drelpn er zelfs twee Dat de veelbesproken Patriot-eenheden Yiersterrenieneraals bij te komen. Eenl;le bij zonden worden opgeheven. wisten de lijn- de luchtmacht, en omdat er dan twee Nederproevers al toen daar een nieuwe comman- landse viersterrengeneraals zijn, de ander zit dant werd benOetnd. Van Esch: ,.Dat is een bij de landmacht, hebben we recht op noa een kolonel die ervaring heeft met opheffen, want extra generaal ter detachering bij de NAVO." hij heeft hlenoor de kaderschool van de Dat van de twee qtra generaals is volpns luchtmacht in Schaarsbergen opgedoekt. Dal het ministerie van Defensie onzin. .,Er ver~ heeft hij hèél goed en hèél overwogen gedaan. dwijnen namelijk ook een aantal hrig,ades, Dus iedereen kan op zijn vingers natelJen daar is kenneliJk geen rekening mee gehou· waarom hij in Stolzenau is neergezet."' den."' Het voorbeeld illustreert niettettun hoe de ,.onderkant" van de krijsmacht tegen de Geen onderdeel bij Defensie is heilig. zoveel top aankijkt. wordt duidelijk. En er werken daar 123 dui· De onderkant. dat zijn de dienstplichtigen. zend mensen. Hoe is de stemming op de werkvloer? · Dit jaar gaan er niet meer dan 43 duizend van "Op dit moment volstrokt apathisch". zegt de ruim I 02 duizend dienstplichtige jonge over de positie na 1994 van met name het personeel bij de llfOI!P geleide wapens." Zou Nederland dan echt zijn Patriot-eenheden kunnen afschaffen? Gooijers: "Op korte termijn niet, dat zou kapitaalvernietigina 2ijn. Maar aan de andere kant is er de .-r-aag of ze nog wel in de NAVOstrateaie passen. Althans paraat. Wel mobilisa· bel natuurlijk. In die opzet stuur je het personeel naar huis 1!11 roept ze een paar keer per jaar op. Je zou die mensen een reservestatus kWIIlml geven...
Defensienota verschaft beroepsmilitairen weinig helderheid over toekomst
mannen in dienst. Aan de rest heelt DeféDSie geen behoefte. Wie de pech heeft wel te moeten, -rdt daarvoor IKltl eens bestraft met een laag salaris en veelal onzinnige werkzaamheden. Over lwinli.g jaar zijn er zelfs nog maar 28 duizend diensrplicbli.gen per jaar nodia. Die getallen hebhen voor de mveelste keer een discussie. met als onvermijdelijk sluitstuk een studiecommissie. -leverd over de wen· selijkheld ""' een (verkorte) dienstplicht of een vrijwilligersler. Op nadrukkelijk verlOek van de Kamer zal het allemaal noa eens ondenocht. ,.Dat het echt noodzakelijk is om de inter..,. sante dingen voortaan aan beroeps over u. laten, geloof ilr. niet", zegt Friedrichs daarover. .,In zo'n luchtmobiele bripde zitten bijvoorbeeld weinig speciale functies. Het verschil met infanterie is dat ze niet meteen !Je.. ginoen te rennen. maar eerst in een vlieatlli& worden geladeD. en dan bef;innen te rennen." Het probleem ligt simpeler en soms alJ.. "...,.op het linanció!le vlak. ,Je ziet het nu ia Irak. Een beroeps krijp daar tot drieduizend culden extra per maand. Een dienstplichtige krijat zevenhonderd culden erbij, wanl 50 procent bovenop je gewone wedde. Een m.Qoor verdient 76ZO plden, dus dat loopt lekker op." Een paar maanden langer dienen in zo'n nieuwe bricade vindt de A VNM· woordvoerder niet erg. .Maar vechten in het bultenland is dat wel. Zeker wanneer de dienstplichtige alleen met financiêle lokker· !jes is binnengehaald. Veeljongens zullen voor het grote geld kier~~ a." Zijn bel geen grote jongens dan, die voor zichzelf kunnen besliDen? ,.Nee, zo groot zijn veel van hen niet. Dat is het probleem, naast de vraag onder welke vlag ze worden uitgezonden. De defensienotll noemt allerlei mogelijkheden. Alleen in NA VO.verband of ook onder de WEU; de VN. als peace·helping of als peace-enfurcinr, of als humanitllire troepen.• Friedrichs heeft alle rapporten over de dienstplicht versus het vrijwilligersleger sindS 196Z er nog eens op nagelezen. En kwondermeer tot de ontdekking. dat de staats>commissie-Momrnerst- (1977) al concl..,.. deerde dat voor het afschafren van de dietlllplîcht aan twee voorwaarden moest worda voldaan. .,De dreiging van het OOStblok moest wegvallen en het leger moest veel kleiner worden. Ik ben benieuwd wat er nu gebeun. Tot dusver heelt de politiek steeds een m:tnoeuvre gemaakt of een studiecommissie ia het leven geroepen. Dat is precies wat ze nu weer hebben gedaan."
-•den
PLATTEGROND TUE
'''
Verklaring
A B C 1 2 3 4 5 6 7 8
9 10 11 12/13 14 15
18 17 18
19 20 21 22 23 24
25 26 27
28 29 30
31 32 33 34 35 38 37
38 39 40 41
plattegron~
TUE-Gebouwen
station NS afstand station NS naar TUE: 700 meter toegangswegen TUE rijwiel- en voetgangerstunnel hoofdgebouw (1) voor de faculteiten: bouwkunde. wijsbegeerte en maatschappijwetenschappen en wiskunde en informatica auditorium (1) (T-hoog) hoogbouw van de faculteit scheikundige technologie (1) (T-Iaag) laagbouw van de faculteit scheikundige technologie (CT-hal) hal voor chemische technologie hogedruk laboratorium (FT-hal) hal voor fysische technologie (W-hal) hal voor werktuigbouwkunde en bouwkunde ontvangstgebouw van de faculteit elektrotechniek (1) fE-laagbouw) hal voor elektromechanica (E-hoog) hoogbouw van de faculteit elektrotechniek gebouw voor elektrische energietechniek sporthal van het sludentensportcentrum (1) rekencentrum (1) (CTD-gebouw) gebouw van de centrale technische dienst transformatorstation ketelhuis (ceres) gebouw Athene (WenS-gebouw) gebouw voor warmte en stroming (W-hoog) hoogbouw van de faculteit werktuigbouwkunde (W-Iaag) laagbouw van de faculteit werktuigbouwkunde dommelgebouw paviljoen (B) paviljoen (faculteit bedrijfskunde (1) (8TD-gebouw) gebouw van de bouwtechnische dienst (N-Iaag) laagbouw van de faculteittechnische natuurkunde (1) cyclotrongebouw laboratorium voor akoestiek gebouw X (1) (BBC) berging bijzondere chemicaliën werf van de bouwtechnische dienst gebouw D (inslituut ITP-TNO) ( 1) omega-paviljoen (PVOC) personeelsvereniging ontmoetingscentrum (1) (IPO) (instituut voor perceptie-onderzoek (1) bestuursgebouw TUE ( 1) stafgebouw PTHN (was NLO) (1) MMS, architectenbureau OD 205 studentencentrum (1) delta-paviljoen (1) Open universiteit: het studiecentrum Eindhoven is gevestigd in het bestuursgebouw (37) (1) Rechtstreeks toegankelijk voor gehandicapten.