XX BIKE & TREKKING
M
T
B
V A
K
A
N
T
I
E
Tiroler Zugspitz Arena Bikeroutes zonder einde TEKST: ARJAN KRUIK FOTO’S: WWW.ON26.EU
In het noorden van Tirol - onder de haast loodrechte wanden van de bijna drieduizend meter hoge Zugspitze - liggen de plaatsjes Lermoos en Ehrwald. Klinkt bekend? Kan kloppen. De hellingen rond deze dorpen zijn ’s winters populair bij veel wintersportende Nederlanders. BIKE & trekking ontdekte dat dit gebied - eveneens bekend onder de naam Tirol Zugspitz Arena - ook verwende bikers veel te bieden heeft. ‘Vandaag gaan we de Grubigstein op, tot tweeduizend meter. Fietsen we vanaf hier of doen we de eerste 350 hoogtemeters met de gondel?’ De vraag wordt gesteld door Markus Hosp, mtbgids van Bikeguiding Zugspitz Arena. Het zou stoer zijn te zeggen dat we die gondel niet nodig hebben, maar net aangekomen uit laagland Holland happen we zelfs bij het omhoog sjouwen van de bagage naar adem. Niet helemaal gek; ons bikehotel in Lermoos ligt op duizend meter hoogte. En dus antwoorden we Markus, dat we graag gebruik maken van zijn aanbod om de lift te nemen. De Grubigstein is de “huisberg” van Lermoos. De top ligt op 2230 meter, bikers kunnen net iets hoger komen dan tweeduizend. De klim omhoog is relatief eenvoudig. Een breed steenslagpad slingert geleidelijk tegen de bergwand omhoog. Gids Markus heeft dit duidelijk vaker gedaan. Super relaxed fietst hij met ons naar boven, nooit geeft hij ons het gevoel dat we harder moeten. Willen we ook niet. Ondanks de geringe hellingshoek van de weg en ondanks de hulp van de gondelbaan is het toch zweten geblazen. Een hardnekkige miezerregen maakt het er niet beter op. Altijd wennen, die dunne alpenlucht.
Op 1700 meter, midden tussen de skipistes, krijgen we even de kans om op adem te komen met een groot glas Apfelschorle. De pauze is goed gepland, want het houdt op met regenen en de regenjacks kunnen de rugzak weer in. Als we aan de tweede helft van de beklimming beginnen, trekt de lucht langzaam open. Rustig trappen we hoogtemeter na hoogtemeter weg en sneller dan verwacht staan we bij het Grubigstein Gipfelhaus op 2028 meter, ’s winters het hoogste per skilift bereikbare punt. Toch vreemd, al die skiliften zonder sneeuw eronder. Het maakt Markus niet uit. ’s Winters staat hij op deze berg als ski- en snowboardleraar, ’s zomers neemt hij bikers mee omhoog. Markus houdt van zijn vak. Hij wijst op de mooie plekjes, duidt alternatieve routes en laat ons zo nu en dan ook weer verlangen naar de winter als hij allerlei schitterende freeride-lijnen aanwijst. Bij veel groepen die de Grubigstein opgegidst worden is de weg omhoog dezelfde als de weg omlaag. Er is echter ook een alternatieve route, die aan de achterkant van de berg naar beneden voert. De start van die route ligt bij het middenstation. Een listig pad volgens Markus: smal, kronkelig en langs loodrechte wanden. Met z’n brutaal ogende Trek Remedy heeft fotograaf Arthur al een signaal afgegeven dat hij zulke paden rauw lust, maar Markus neemt het zekere voor het onzekere en test op de terugweg naar het middenstation eerst onze afdaalkwaliteiten. Niet dat hij dat met zoveel woorden zegt, maar de shortcuts die hij kiest laten over zijn intenties geen twijfel bestaan. Vlak boven het middenstation duikt hij een smal pad naar links in. Oftewel; we zijn geslaagd voor zijn test. Dat pad - officieel wandelroute 15 - is perfect voor bikers. Reden: de route maakt deel uit van een
De bikeroutes in de Tiroler Zugspitz Arena zijn buitengewoon goed gemarkeerd. Singletrail highlight van Lermoser huisberg Grubigstein is Route 15, die zich hoog boven de Blindsee in ontelbare bochten naar beneden slingert.
grensoverschrijdende, transalpine wandelroute. Vanwege een royale Europese subsidie kon de route wat breder en steviger gemaakt worden dan een doorsnee wandelpad. Fijn, dan kunnen ook bikers eens profiteren van het belastinggeld dat Brussel zo kwistig rondstrooit. In eerste instantie slingert “15” zich een paar honderd meter afwisselend omhoog en omlaag en vraagt om behoorlijk wat schakel-, stuur- en trapkunst. Een singletrail volgens het boekje dus. Na een minuut of tien geeft Markus aan dat de zadels omlaag moeten; vanaf nu gaat het maar in één richting en dat is omlaag. Bocht na bocht na bocht slingert het pad zich naar beneden. Plotseling knallen we het bos uit en worden we geconfronteerd met een uitzicht als uit een plaatjesboek. Diep beneden ons schittert het groenblauw van de Blindsee, met daarachter de grillige heuvels van de Fernpass. ‘Die moeten jullie ook ’s rijden’, meldt Markus. ‘Natuurlijk niet de drukke autoweg, maar de Via Claudia Augusta, een oude Romeinse route, die door de bossen loopt.’ Vanaf waar wij staan zien we inderdaad alleen een drukke autoweg omhoog slingeren. Evenzogoed is het uitzicht fenomenaal. En als we beter kijken, zien we zwemmers door het water glijden. ‘Als jullie een beetje doorrijden, kunnen we ook nog een baantje trekken’, lacht Markus, die stiekem ook wel weet, dat dit pad eigenlijk niet lang genoeg kan duren. Maar zolang we nog niet beneden zijn, genieten we met volle teugen. De zon is inmiddels compleet doorgebroken, het uitzicht een plaatje en het pad een droom. Maar wat voor de één een droom is, kan voor een ander een nachtmerrie zijn. Twee Nederlandse bikers die we halverwege inhalen, hebben hun eigen kunnen wat overschat (of de
Tsja, en wat doe je na een lange en stoffige afdaling? Precies! Even een frisse duik in het heldere water van de Blindsee. BIKE & TREKKING XX
XX BIKE & TREKKING
“In andere gebieden kan je alleen maar omhoog en omlaag, hier kan je elke dag iets anders doen.” - Mirjam Hertog uit Tilburg, gast van bikehotel Loisach
route onderschat) en overmeesteren de moeilijke passages - ondanks dat ze ook full suspensions rijden - meer glijdend en lopend dan fietsend. De les die ze daaruit leren is helder: duik niet zomaar ieder pad in dat op de kaart staat ingetekend, maar informeer eerst grondig naar de moeilijkheidsgraad van de route. Aan alles komt een einde, dus ook aan de “15”. No worries, we zijn precies in de stemming voor een heerlijk frisse duik in de Blindsee. Een perfecte manier om zweet en stof van ons af te spoelen. Na de Blindsee is de kortste weg terug naar Lermoos de Fernpassstrasse af, naar beneden. Maar Markus kiest niet voor de snelste, maar voor de leukste weg. En daarvoor zijn we hem nog dankbaar. Eerst pakken we een klein stukje van de Via Claudia Augusta mee, dan duikt hij de PfarrerFink-Steig in. Wat een trail! Het is beslist één van de lekkerste singletrails die we ooit gereden hebben. Haast zonder trappen - maar ook zonder brutale remacties - flowen we naar beneden over het afwisselend stijgende en dalende bospad en gooien we de fiets pas een kilometer verder met een big smile in de ankers. Dan zijn de hoogtemeters écht op en fietsen we door de Moos, het grasland op de bodem van het komvormige dal tussen Lermoos en Ehrwald, terug naar ons hotel. Op het terras op het binnenplein maken we - onder het genot van een glas Weissbier - een praatje met Corné van Wijk en Mirjam Hertog uit Tilburg. Ze zijn hier al voor de vierde keer, zeggen ze. Als we naar de reden vragen hoeven ze niet lang na te denken: ‘Het is de combinatie van een superhotel en oneindig biken’, vindt Mirjam. Corné vult haar aan: ‘Wij fietsen zonder gidsen. De routes halen we
uit de Moser Bikeguides van het hotel. En het hotel geeft zelf ook goede routeadviezen, de eigenaar is namelijk ook fiets- en wandelgids.’ Dat laatste behoeft wat uitleg. We overnachten in Hotel Loisach, dat een zogenaamd bikehotel is dat deel uitmaakt van de organisatie Mountain Bike Holidays. Om zich bij deze organisatie te mogen aansluiten, moet het hotel voldoen aan een heel pakket van eisen. Zo moet er een goede fietsenstalling zijn, een werkplaats, een hogedrukspuit om de fiets schoon te spuiten, routekennis, gidsen, bikeverhuur en nog een groot aantal andere zaken die een bikehotel geschikter maken voor bikers dan een normaal hotel. Noemden we het puissante ontbijt al? Wie ’s ochtends koolhydraten en vitaminen wil inladen om een lange bikedag door te komen, komt in Hotel Loisach optimaal aan z’n trekken. Volop vers fruit, verse sappen, muesli’s, verschillende soorten brood, eieren, cake en ga zo maar door. Wie alléén maar zou ontbijten en níet biken, zou in Hotel Loisach compleet dichtgroeien. Als we Mirjam vragen naar de pluspunten van de Zugspitz Arena als het om biken gaat, heeft ze haar antwoord ook al klaar: ‘Groot voordeel is dat het dal zo breed is, niet benauwend. En je kan echt álle kanten op. In andere gebieden kan je alleen maar omhoog en omlaag, hier kan je iedere dag iets anders doen, er is erg veel variatie. En de meeste afdalingen zijn goed te doen. Ik hou niet zo van die moeilijke downhill-paden. Wij zijn meer van het omhoogfietsen, haha. Wat de favoriete route is? Beslist de tocht rondom het Wetterstein gebergte, via de Ehrwalder en Hochfelder Alm.’ Komt dat even goed uit! Die route hebben wij morgen op het programma staan. We worden dan gegidst door
Relaxed cruisen over de Ehrwalder Alm met gids en hoteleigenaar Charley Rieder (rode helm). De Tiroler Zugspitz Arena in optima forma. Uitdagende trails aan de voet van imposante steenklompen.
hoteleigenaar Karl “Charley” Rieder. Die mag dan wel beweren dat hij niet zo’n crack is, zijn stevige kuiten, gladgeschoren benen en lichtgewicht Specialized Epic doen ons het ergste vermoeden... Was met name de afdaling van de Grubigstein voor gevorderde bikers, de tocht naar Hochfelderalm en de Seebenalm - gelegen tussen het Wetterstein gebergte en de even imposante Mieminger Kette - is vooral een relaxte route. Of, zoals de Oostenrijkers dat zo mooi weten te zeggen, een Geniesserroute. Dat gaat zéker op, als je de eerste vijfhonderd zeer steile hoogtemeters (15% +) gewoon overslaat en lekker de gondel neemt naar de Ehrwalder Alm. Niks om je voor te schamen, die gondel doet niets anders dan wandelaars en fietsers omhoog brengen. Eenmaal boven is het inderdaad genieten geblazen. Gematigd stijgend glooit het brede steenslagpad door een bos naar boven. En daarmee houden we genoeg adem over om te luisteren naar de verhalen van Charley Rieder, die hier helemaal in zijn element is. Zo weet hij van de Pestkapelle, die we op 1600 meter aantreffen, te vertellen dat dit de plek is, waar de bewoners van het dal in de middeleeuwen blokkades opwierpen om bewoners van andere dalen te beletten de Moos te betreden. Alleen met dit soort grondige maatregelen kon men in die barre tijden deze vreselijke ziekte uit het dal weren. Al luisterend en fietsend bereiken we de Hochfeldner Alm op zo’n 1700 meter. Deze authentieke bergboerderij - men maakt er nog kaas en boter - ligt midden in een schitterend bergweidelandschap met grazende koeien. Een mooie plek voor een glas Apfelschorle en een stuk eigengemaakte chocoladetaart (‘Ja, die hat die Oma Gestern gemacht’).
Iedere morgen is het voor bikehotel Loisach een drukte van belang: de hotelgasten verzamelen zich om met de gidsen op pad te gaan. BIKE & TREKKING XX
We dalen weer een stuk af en zetten koers naar het zuidoosten, richting Gaistal. Op de weg treffen we niet alleen mountainbikers, maar ook veel toerfietsers compleet met tassen, bezig met de omronding van het Wetterstein gebergte. Al na een paar honderd meter verlaten we deze eeuwenoude verbindingsroute en volgen een licht glooiend pad, dat door ruige, haast ongerepte alpennatuur voert, met links en rechts imposante rotspartijen. Einddoel van de tocht is de Seebensee, een helderblauw bergmeer op 1600 meter, dat van drie kanten omringd is
door indrukwekkende bergwanden. Op één van de graten zien we alpinisten zich als stipjes langzaam naar boven bewegen. In tegenstelling tot gisteren wagen we ons niet aan een zwempartij; langs de oevers van de hooggelegen Seebensee liggen, alhoewel het al eind juni is, her en der nog metersdikke sneeuwpakketten van de afgelopen winter. Omdat het inmiddels tegen lunchtijd loopt, houden we tijdens het afdalen halt bij de Seebenalm. We zijn niet de enigen; op zaterdag is de route die wij fietsen ook enorm in trek bij de Oostenrijkers zelf.
We vinden gelukkig nog een plekje in de schaduw en genieten van een Knödel mit Vanillesauce. Niet alleen erg lekker, maar ook calorierijk. Niet erg, want dat fietsen we er de komende dagen beslist snel weer af.
I
N
F
O
Algemeen De Tiroler Zugspitz Arena bestaat uit een groot, komvormig dal waaromheen de dorpen Ehrwald, Lermoos en Biberwier gegroepeerd liggen. Naamgever van de Tirol Zugspitz Arena is de Zugspitze, de bijna drieduizend meter hoge berg die de grens vormt tussen Duitsland en Tirol. Deze berg domineert met z’n steile en stenige wanden het gehele dal. www.zugspitzarena.com Bikehotels De bikehotel-organisatie Mountainbike Holidays is in de Zugspitz Arena met maar liefst vijf hotels vertegenwoordigd. Deze hotels moeten aan een hele batterij van eisen voldoen om zich officieel Mountainbike Holidayshotel te mogen noemen, waaronder goed geschoolde gidsen, goede huurbikes, aanwezigheid van analoog en digitaal kaartmateriaal, beveiligde bikestalling, een werkplaats en extra calorierijke bikers-ontbijten. Cube Biberwier - www.cube-bikersheaven.com Hotel Ehrwalderhof - www.ehrwalderhof.com Family Hotel Resort Alpenrose - www.hotelalpenrose.at Sporthotel Loisach - www.sporthotel-loisach.com Sporthotel Schönruh - www.hotel-schoenruh.com Gidsen BIKE & trekking maakte tijdens de verkenning van de Tirol Zugspitz Arena gebruik van de diensten van Bikeguiding Zugspitz Arena. Wekelijks begeleiden acht gidsen achttien verschillende tochten voor verschillende bike-niveaus. Prijzen vanaf € 20.- per tocht. www.bikeguiding.at Huurbikes Natuurlijk nemen bikers het liefst hun eigen bike mee. Maar hardtail-rijders die in echte bergen toch liever op een fully zitten, kunnen bij Sport Nagele in Lermoos terecht. Daar staat nagoeg het hele Specializedassortiment, ook de speciale damesuitvoeringen. Prijzen zijn schappelijk: een dagje op een Stumpjumper FSR Comp kost €32.-, voor een hele week betaal je €130.-. www.sportnagele.at
(advertenties)
XX BIKE & TREKKING