Tips voor het strikken van jonge vrijwilligers: De jeugd van tegenwoordig ‘De jeugd van tegenwoordig houdt van luxe, heeft slechte manieren en veracht alle gezag.’ Een Griekse filosoof zei het al 2500 jaar geleden. Klagen over de jeugd is dus van alle tijden. Maar klopt dit negatief en stereotiep beeld van jongeren wel? Zijn ze moeilijk te bewegen tot vrijwilligerwerk? En hoe zit het met de jongvolwassen en jonge ouders? Hebben zij nog een gaatje vrij in hun drukke agenda voor vrijwilligerswerk? Wij denken van wel. Je moet hen op de juiste manier aanspreken en bij de vereniging betrekken. Redeneer niet: ‘Wat kan een jonge vrijwilliger doen voor mijn vereniging’. Maar zeg: ‘Wat kan mijn vereniging betekenen voor een jonge vrijwilliger’. JES (Jeugd En Stad) vzw (www.jes.be), een jeugdwerk-, opleidings- en vormingsorganisatie heeft twintig jaar ervaring in het strikken van jonge vrijwilligers. En zette voor ons enkele goede praktijktips op een rij. Een korte samenvatting van de belangrijkste tips vind je op het einde van de fiche.
1. De jeugd van tegenwoordig Dé jeugd bestaat niet. Toch durven we ons hieronder wagen aan enkele typeringen over jongeren. Voor een duidelijk begrip spreken we over de jongere (+/- 18 jaar), de jongvolwassene (tussen 18 en 25 jaar) en de jonge ouder (tussen 25 en 35 jaar). Dit zijn arbitrair gekozen categorieën, maar hebben het voordeel dat ze ons verhaal over en wervingsaanpak naar jongeren verduidelijken. Slechts 10% van jongeren behoort tot jeugdsubcultuur: Zij identificeren zich met een specifieke muziek- en leefstijl, zoals gabbers, technofanaten, hiphoppers, enz… Dus 90% van de jeugd identificeert zich met de populaire en commerciële jongerencultuur. Mainstraim: Qua kunst, cultuur en media hebben jongeren veeleer een mainstraim- dan een avant-garde smaak. Jonge conservatieven: Qua normen, waarden en politieke opvattingen zijn jongeren bijvoorbeeld conservatiever ingesteld dan hun leerkrachten. Minivolwassen: Opdeling jeugd en volwassen, ook in vrije tijdsbesteding, is eerder artificieel. Zo zijn er heel wat niet-leeftijdsgebonden subclubs: folkliefhebbers, humo-lezers, amateurstheatergezelschappen, enz… Waarom zouden jong en oud niet samen van milieu en natuur kunnen genieten! Onderwijs verdeelt jongeren: Jongeren uit Algemeen Secundair Onderwijs (ASO) en Beroeps Secundair Onderwijs (BSO) verschillen grondig van elkaar op vlak van wereldbeeld, smaakvoorkeuren en vrijetijdsbesteding. Klassieke rolpatronen ook in vrijwilligerswerk: jongens zijn meer vertegenwoordigd in bestuur- of beleidsorganen van verenigingen. De vrijwillige inzet neemt toe met de scholingsgraad De vrijwillige inzet daalt tussen 18 en 25 jaar: Jongeren studeren langer, zitten op kot en verhuizen. Ook de eerste jaren van de beroepsloopbaan zetten een rem op vrijwilligerswerk.
Bewegingswerk – Infofiches – Leden- en vrijwilligersbeleid
1
De groep tussen 25 en 35 jaar leef onder permanente tijdsdruk: Deze leeftijdsgroep moet huis, gezin en werk combineren. Indien deze jonge ouders vroeger al in een vereniging actief waren, zijn ze vaak geneigd om opnieuw een licht engagement op zich te nemen. Feestelijk engagement: De jongere generatie wordt gekenmerkt door een praktisch idealisme en feestelijke solidariteit. Ze integreren idealisme in hun dagelijks leven en aankoopgedrag. Op een popfestival wippen ze binnen in de workshop over ontwikkelingssamenwerking, en de boontjes uit Senegal laten ze in de winkel liggen voor duurderde groenten van dichter bij huis.
2. Stappenplan vrijwilligersbeleid Het werven van (jonge) vrijwilligers doe je niet lukraak. Een handig hulpmiddel is de ‘BBLvrijwilligersmap’ (30-tal blz.). Het bevat een ‘Stappenplan vrijwilligersbeleid’ en goede praktijkvoorbeelden van vrijwilligerszorg uit de milieu- en natuursector. BBL-lidorganisaties kunnen deze map gratis bestellen bij de stafmedewerker lokale werking,
[email protected] of downloaden van de ledenpagina. De vrijwilligersmap vind je op Bewegingswerk – Infofiches – Leden- en vrijwilligersbeleid: Vrijwilligersmap: stappenplan en goede praktijken vrijwilligersbeleid
Het opmaken van een wervingsplan is een essentieel onderdeel van het stappenplan uit de vrijwilligersmap. In deze infofiche passen we dit wervingsplan toe op jongeren. Daarnaast kan je via de reguliere verenigingswerking en activiteiten ook jongeren strikken voor vrijwilligerswerk. En een ‘joint venture’ met de lokale JNM-afdeling afsluiten schept natuurlijk ook meer kansen om jongeren te laten doorstromen in je vereniging. Meer info over doorstroming van JNM’ers binnen je eigen vereniging lees je op Bewegingswerk – Infofiches – Leden- en vrijwilligersbeleid: Lokale vereniging ZKT JNM-leden
3. Wervingsplan voor jongeren We volgen een vereenvoudigd model van het stappenplan vrijwilligersbeleid uit de ‘BBLvrijwilligersmap’. De eerste stap is het evalueren van het huidige vrijwilligersbeleid naar jongeren. Een volgende stap is het ontwikkelen van een visie op het werken met (jongere) vrijwilligers, die je dan verankert binnen de vereniging door de opmaak van een actieplan. Na deze voorbereidende stappen ben je toe aan het échte werk, nl. het werven (wervingsplan) en in een later stadium selecteren, begeleiden en motiveren van (jonge) vrijwilligers. In puntje 2 staan we stil bij de opmaak en de verschillende aspecten van wervingsplan voor jongeren: organisatie, doel, doelgroep, boodschap en communicatie. We sluiten de infofiche af met enkele tips om jonge vrijwilligers aan je vereniging te binden (puntje 4).
2
Tips voor het strikken van jonge vrijwilligers
3.1. Organisatie Neem eerst je organisatie onder de loep en ga -in relatie tot jongeren- na wat het imago is van je vereniging, het werkingsgebied en publiek. Imago: is je vereniging goed, te weinig of foutief gekend in het werkingsgebied door jongeren? Je kan dit vlug op verschillende manieren in kaart brengen. Ten eerste: wat zijn de belangrijkste activiteiten van de vereniging en welke/hoeveel jongeren namen deel of waren betrokken bij de organisatie? Ten tweede: wat schrijf je over je activiteiten en (jongere) vrijwilligerswerking in je ledenblad, tijdschrift of andere media? Ten derde: staan op al je publicaties (ook website) contactgegevens van je vereniging? Ten vierde: worden de activiteiten van je verenigingen ook via andere kanalen (gemeentelijk infoblad, jeugdhuismagazine, enz…) aangekondigd? Ten vijfde: zitten er jongeren in het bestuur van de vereniging? Zo ja, hoe komen ze daar terecht? Moet je op deze vijf vragen eerder negatief antwoorden dan kunnen jongeren je vereniging heel moeilijk kennen. Werkingsgebied - publiek: je bent met de vereniging niet actief op een eiland, je verenigt en werkt samen met mensen en andere verenigingen. Ken je dan ook de leden/sympathisanten en het werkingsgebied van je gemeente? Ook hier enkele richtvragen. Ten eerste: wat is de geschiedenis, grootte en vorm, bevolkingsstructuur, enz… van je gemeente? Dit heeft een belangrijke impact op je mogelijkheden voor het werven van jonge vrijwilligers. Wanneer je vereniging actief is in één grote of meerdere gemeenten of een reservaat beheert in een afgelegen deelgemeente zal je moeilijk jonge vrijwilligers kunnen strikken. Afstand en de beperkte mobiliteit van jongeren heeft een belangrijke invloed op hun engagement. Werven van jonge vrijwilligers is logischerwijze ook moeilijk in een (deel)gemeente met een verouderde bevolking of gemeente waar jongeren snel elders gaan studeren en wonen. Een gemeente met een grote instroom van inwijkelingen biedt op zijn beurt meer kansen voor het werven van jonge gezinnen. Ook de aanwezigheid van veel scholen of jongerenorganisaties vergemakkelijken een actieve wervingspolitiek naar jongeren, zeker als je vereniging een traditie van samenwerking heeft met deze organisaties. Ten tweede: ken je de leden of sympathisanten van je vereniging en weet je wat ze wensen? Beschik je over uitgebreide adreslijsten (met telefoonnummers en mailadressen) van je leden en kinderen? Heb je de gewoonte om gezinsvriendelijke activiteiten voor zowel ouders als kinderen te organiseren. Want jong geleerd is oud gedaan.
3.2. Doel Na de bezinning over de eigen organisatie is de volgende stap in het wervingsplan het formuleren van een realistisch en concreet doel. Hoe concreter de doelstelling omschreven is, hoe gemakkelijker je jonge vrijwilligers hiervoor kan aanspreken en via welke kanalen en middelen je ze kan bereiken.
Bewegingswerk – Infofiches – Leden- en vrijwilligersbeleid
3
Belangrijke richtvragen voor een concreet en realistisch doel zijn: Voor welke functies en taken zoek je jonge vrijwilligers? Hoeveel jonge vrijwilligers zoek je? Binnen welke termijn zoek je nieuwe jonge vrijwilligers?
3.3. Doelgroep Een essentiële stap in het wervingsplan is het nauwkeurig omschrijven van de doelgroep van vrijwilligers. Dé jonge vrijwilliger bestaat niet. En de grote doelgroep van jongeren kan je best in verschillende leeftijdsgroepen categoriseren: jongere (+/- 18j), jongvolwassene (tussen 18 en 25 jaar), jonge ouder (tussen 25 en 35 jaar). Hoe meer je over deze doelgroepen weet, hoe gerichter je kan werven, hoe groter de kans op succes. En verder helpt het jou ook om een gepaste boodschap en de juiste kanalen en middelen in te zetten om deze doelgroepen van vrijwilligers te bereiken. Enkele richtvragen om je doelgroep goed af te bakenen: Wie is er geschikt om aan te spreken? Het spreekwoord luidt de juiste man/vrouw op de juiste plaats. En dus ook de juiste jongere voor de juiste taak! Welk profiel van vrijwilligers zoek je? Zoek je bijvoorbeeld iemand met specifieke vaardigheden/kennis? Een creatieve webmaster vind je gemakkelijker in de leeftijdscategorie van 18 jaar en jonger. Studenten biologie zijn iets ouder. En de oude sokken van JNM (>25 jaar) zijn ook een ideale doelgroep met een zeer degelijke milieukennis. Jonge leerkrachten uit de dorpsschool beantwoorden perfect aan het profiel van de vrijwilliger met pedagogische kwaliteiten en een ruim netwerk. Waar vind ik deze doelgroepen? Er zijn vier velden of kringen waar je potentiële jonge vrijwilligers kan zoeken. Kring 1 (eigen leden): Zoek niet te ver en kijk eerst of er jonge leden zijn die zich extra willen engageren voor vrijwilligerswerk. En misschien kan je de zonen of dochters van leden wel motiveren om actief te worden binnen de vereniging. Daarom is het belangrijk dat de reguliere verenigingsactiviteiten open staan voor het hele gezin, met voor elk wat wils. En dat je een goed en ruim adressenbestand van leden bijhoudt. Kring 2 (school): Naast het gezin brengen jongeren het meeste tijd door op school (of universiteit). Via (pedagogisch) interessante activiteiten op of in samenwerking met scholen bereik je de schoolgaande jeugd. En kom je eveneens in contact met de interessante doelgroep van (jonge) leerkrachten. Kring 3 (vereniging): Een grote groep jongeren (voornamelijk ASO-jongeren) zijn in hun vrije tijd ook actief in verenigingen. Je kan ze rechtstreeks bereiken door met of voor deze verenigingen (jeugdvereniging, JNM, enz…) leuke en educatieve natuuractiviteiten op te zetten. Of onrechtstreeks via de jeugdraad, jeugddienst of andere gemeentelijke initiatieven voor jongeren (speelpleinwerking, grabbel- en swappas, enz…). Deze aanpak loont want uit onderzoek blijkt dat
4
Tips voor het strikken van jonge vrijwilligers
jongeren die de stap zetten naar één vereniging, ook vlugger lid worden van een andere vereniging. De niet-georganiseerde jongeren en scholieren uit TSO en BSO-studierichtingen zijn moeilijker te bereiken. Het jeugdhuis, Jongeren Informatiepunt en jongerenevenementen in de gemeenten zijn dan geschikte kanalen. Kring 4: Jonge gezinnen (tussen 25 en 35 jaar) kan je gemakkelijk lokaliseren in nieuwe verkavelingen en bereik je op andere gekende publieke plaatsen in de gemeente (bibliotheek, cultureel centrum, enz…).
3.4. Boodschap De volgende stap in het wervingsplan is het uitschrijven van je boodschap. Wat ga je vertellen en hoe ga je het formuleren op een positieve en motiverende manier? Imiteer niet de turbo- of straattaal van jongeren! Ze hebben snel door dat de boodschap nep is. Laat daarom je tekst eerst nalezen door een jongere. Spreek je mensen persoonlijk aan of via een geschreven tekst de volgende elementen moeten steeds aan bod komen: De organisatie De taak waarvoor je vrijwilligers zoekt Welke mensen je zoekt (het profiel) Motivatie om vrijwilliger te worden Wat je te bieden hebt Hoe en waar iemand zich kan aanmelden voor meer informatie
3.5. Communicatiekanalen De communicatiekanalen kunnen in twee groepen ingedeeld worden: mondeling contact: persoonlijk, in groep of tussenpersonen contact via eigen publicaties of andere media Welk kanaal je hanteert is afhankelijk van verschillende factoren: Het doel: zoek je een webmaster, dan ga je binnen eigen ledenbestand op zoek naar een creatieve jongeling en zal het bussen van bijvoorbeeld een folder in alle bussen geen meerwaarde hebben. De doelgroep: Naargelang de leeftijd kan je jongeren benaderen via de school, jeugdbeweging, de jeugdraad, jeugdclub, jongerenblad, speelpleinwerking. Tijd en middelen: hoeveel personen van je vereniging kunnen meewerken aan het wervingsplan, hoeveel tijd en geld is er beschikbaar? De kenmerken van het medium zelf. ‘The medium is the message’ zegt men wel eens. Elk medium heeft zijn eigen kenmerken met voor- en nadelen. Een affiche valt bijvoorbeeld visueel op in het straatbeeld, maar het laat niet toe om lange boodschappen te communiceren. En er zijn ook leeftijdsspecifieke verschillen in het gebruik van bepaalde media. De sociale contacten bij jongere pubers verloopt grotendeels elektronisch (mail,
Bewegingswerk – Infofiches – Leden- en vrijwilligersbeleid
5
chatten, gsm, enz…). Deze elektronische media verliezen hun ‘coolness’ bij het ouder worden, waardoor je jongvolwassen en jonge ouders beter via andere (gedrukte) media kan bereiken: jeugdhuismagazine, gemeentelijk infoblad, advertentiebladen, regionale katerns van nieuwsbladen, enz… We overlopen hieronder de verschillende communicatiekanalen die je kan inzetten voor je wervingsplan. Zorg voor een goede communicatiemix, hou rekening met de leeftijdsspecifieke voorkeuren en leg de nadruk vooral op het persoonlijk contact. Want meer dan de helft vrijwilligers wordt actief na een persoonlijk contact of vraag. En de andere schriftelijke communicatiemiddelen en media hebben vaak maar een ondersteunende functie, o.a. voor het bepalen van het imago. Mondeling contact - Persoonlijk: iemand persoonlijk (of telefonisch) aanspreken is zeer doeltreffend. De persoon in kwestie voelt zich sneller erkend in zijn/haar kwaliteiten. Dit geldt ook voor jongeren. Tip: de jongere wordt best aangesproken door een leeftijdsgenoot. - In groep: Bij eigen of door andere verenigingen georganiseerde activiteiten kan je mensen in groep aanspreken. Zorg bij deze activiteiten altijd voor voldoende gedrukte informatie- of promotiemateriaal. Je kan ook een stand voorzien. - Via tussenpersonen: je kan nagaan in je eigen ledenbestand welke mensen tussenpersoon kunnen zijn voor wervingsacties, bijvoorbeeld ouders, leerkrachten, JNM-leden, enz… Het is daarom heel belangrijk je leden goed te kennen. Niet enkel hun adresgegevens, maar ook hun wensen en achtergronden. Contact via eigen publicaties of andere media - (Leden)tijdschrift, folders, brieven, enz…: Hiermee kan je kort en krachtig de vereniging en de vacature(s) voor jonge vrijwilligerstaken voorstellen. Je kan het op verschillende manieren verspreiden: huis aan huis, plaatsen waar je doelgroep vaak komt, bezorgen aan deelnemers van eigen of door andere verenigingen georganiseerde activiteiten, tussenpersonen, enz... Zorg ook altijd voor een soort van terugstuurstrook waarmee de jonge kandidaat-vrijwilliger extra informatie kan opvragen. Meer info over terugstuurstroken lees je op Bewegingswerk – Infofiches – Leden- en vrijwilligersbeleid: De gouden gids: een goed adressenbestand is geld waard - Affiches: Affiche is een typisch ondersteuningsmiddel dat geschikt is voor het onder de aandacht brengen van je vereniging of vacature aan een ruim publiek. Op voorwaarde dat de affiche opvallend is, herkenbaar is voor de organisatie, op veel locaties hangt en de boodschap kort en krachtig vermeld staat. - Artikels in kranten, weekbladen en tijdschriften: Berichtgeving van artikels in de lokale pers kan een handig duwtje in de rug zijn voor je wervingsacties. Het zijn vooral ondersteuningsmiddelen.
6
Tips voor het strikken van jonge vrijwilligers
- Advertenties: Je kan ook een korte oproep voor je vereniging en vacatures in een advertentie plaatsen. - Internet: Een recent medium is het internet. Als je jongeren wil aanspreken is internet een handig medium om vacatures voor vrijwilligers bekend te maken. Je kan dit eventueel ook koppelen aan elektronische mailings. - Vrijwilligersdatabank: www.vrijwilligerswerk.be Alle Provinciale Steunpunten gebruiken samen met het Platform voor Voluntariaat vzw een digitale databank waar organisaties vacatures voor vrijwilligers op kunnen plaatsen. Deze site wordt maandelijks door 15.000 mensen bezocht.
4. Binden van jongeren Het werven van jonge vrijwilligers is geen eenvoudige zaak. Je moet dan ook alles in het werk stellen om de jongere aan de vereniging te binden. Per leeftijdscategorie bestaan hiervoor enkele praktische tips: Belevingskicks: Activiteiten met de combinatie van internet, sport, spanning en natuur zijn bij jongeren altijd een schot in de roos. Ze leveren steevast straffe verhalen op en zijn de beste mond-aan-mond-reclame naar andere jongeren (+/- 18 jaar). Bijvoorbeeld: avontuurlijke natuuractiviteiten met touw- en klimpartijen, beheersactiviteiten met picknick of frisse duik in het water, de nachtelijke wandeling met bosspel, een actie by night, foto- of videoreportage over natuur of milieuproblemen i.s.m. school. En vooral veel humor bij acties en activiteiten! Return on investment: Een vereniging met een open en aantrekkelijke verenigingswerking stelt zich niet enkel de vraag wat de vrijwilliger voor zijn vereniging kan doen. Ook omgekeerd, gaat de vereniging na wat zij voor de jonge vrijwilliger kan betekenen (return on investment). In een vereniging leren (jonge) vrijwilligers organiseren en omgaan met mensen. En soms willen jongeren van natuurstudie hun beroep maken. Een milieu- en natuurvereniging is dan een ideaal oefen- en leerterrein voor latere professionele vaardigheden. Als de vereniging een soort van vormingsbeleid heeft, kan het voor deze specifieke groep van jongeren (tussen 18 en 25 jaar) heel interessant zijn om mee inhoudelijke en andere vormingen te volgen. Dit betekent een meerwaarde voor hun cv. Sociale contacten: De jongeren tussen 25 en 35 jaar leiden een heel druk beroeps- en gezinsleven. Als je vereniging laagdrempelige en gezinsvriendelijke activiteiten of engagementen op maat aanbiedt, dan komt zij tegemoet aan een reële nood van ontspanning en sociaal contact bij deze leeftijdsgroep. Vergadercultuur: Dit moet aangepast zijn aan jongeren of jonge gezinnen met kinderen. Je kan bijvoorbeeld flexibel zijn en een ouderpaar (met de baby erbij) toelaten één specifiek agendapunt bij te wonen. Je maakt met hen de nodige werkafspraken en dan kunnen ze de vergadering verlaten. Of schuif de ronde vergadertafel op zij en zoek naar leuke alternatieve vergaderlocaties (in de natuur, op een terras, enz…). Voorzie ook altijd een hapje en drankje op de vergadering. Waarderingscultuur: Om de motivatie van een (jonge) vrijwilliger hoogt te houden en hem/haar vast te houden is een waarderingscultuur heel belangrijk. Dat kan gaan van het occasionele schouderklopje, over de cadeaubon tot een verwendag voor vrijwilligers. Zet jongeren meet aan het stuur: Geef hen een zitje in het bestuur en verantwoordelijkheid voor het organiseren van activiteiten of vrijwilligerstaken.
Bewegingswerk – Infofiches – Leden- en vrijwilligersbeleid
7
Samenvatting: Dé jeugd bestaat niet. Er zijn drie categorieën: de jongere (+/- 18 jaar), de jongvolwassene (tussen 18 en 25 jaar) en de jonge ouder (tussen 25 en 35 jaar). Het werven van jonge vrijwilligers spoort samen met je stappenplan vrijwilligersbeleid. Ook via reguliere activiteiten en een goede samenwerking/communicatie met JNM stromen jongeren door naar je vereniging. Het wervingsplan voor jongeren kort doorgelicht: - Imago: is je vereniging goed, te weinig of foutief gekend in het werkingsgebied door jongeren? - Doel: Voor welke functies en taken zoek je jonge vrijwilligers?, Hoeveel jonge vrijwilligers zoek je?, Binnen welke termijn zoek je nieuwe jonge vrijwilligers? - Doelgroep: drie categorieën (zie hierboven) van jongeren. Hoe meer je over deze doelgroepen weet, hoe gerichter je kan werven, hoe groter de kans op succes. En verder helpt het jou ook om een gepaste boodschap en de juiste kanalen en middelen in te zetten om deze doelgroepen van vrijwilligers te bereiken. - Boodschap: Imiteer niet de turbo- of straattaal van jongeren! Volgende elementen moeten in je boodschap zitten: de organisatie, de taak waarvoor je vrijwilligers zoekt, welke mensen je zoekt (het profiel), motivatie om vrijwilliger te worden, wat je te bieden hebt, hoe en waar iemand zich kan aanmelden voor meer informatie. - Communicatiekanalen: mondeling, via eigen publicaties of andere media. Hou rekening met de leeftijdsspecifieke verschillen in gebruik van media. Binden van jongeren: Het werven van jonge vrijwilligers is geen eenvoudige zaak. Je moet dan ook alles in het werk stellen om de jongere aan de vereniging te binden. Per leeftijdscategorie bestaan hiervoor enkele praktische tips: - Belevingskicks: activiteiten met sport en spanning in de natuur zijn geliefd bij +/- 18-jarigen. En vooral veel humor bij acties en activiteiten! - Return on investment: Als de vereniging een soort van vormingsbeleid heeft, kan het voor schoolgaande jongeren en jongvolwassenen (tussen 18 en 25 jaar) heel interessant zijn om mee inhoudelijke en andere vormingen te volgen. Dit betekent een meerwaarde voor hun cv. - Sociale contacten: laagdrempelige en gezinsvriendelijke activiteiten of engagementen op maat aanbieden voor de ontspanning en sociaal contact van jonge ouders (tussen 25 en 35 j). - Vergadercultuur: flexibel op maat van jonge ouders en in een aantrekkelijk kader (natuur, terras, enz…). - Waarderingscultuur: Om de motivatie van een (jonge) vrijwilliger hoogt te houden en hem/haar vast te houden is een waarderingscultuur heel belangrijk. Dat kan gaan van het occasionele schouderklopje, over de cadeaubon tot een verwendag voor vrijwilligers. - Zet jongeren meet aan het stuur: Laat jongeren letterlijk en figuurlijk mee de koers van de vereniging uitstippelen. Door een zitje in het bestuur, verantwoordelijkheid voor het organiseren van activiteiten of vrijwilligerstaken. - Meer info over vorming ‘Strikken van jonge vrijwilligers’: Jeugd en Stad vzw, www.jes.be.
8
Tips voor het strikken van jonge vrijwilligers