Tinguely of de labordiaanse praktijk van het institutionele Basisnoties uit de Institutionele Psychotherapie Kurt Valcke Bij wijze van inleiding wil ik eerst even vijf werkprincipes, basisprincipes, geen technieken, aanhalen van hoe een collectiviteit zoals La Borde georganiseerd is. Wat de leitprincipes in het werken van alledag zijn in La Borde. Ik denk dat, ook al gaat het over La Borde gaan, we het ook kunnen koppelen aan de instituten, de collectiviteit waar we allemaal werken. Niet iedereen die in La Borde werkt, werkt volgens het discours van Oury of van Marc Ledoux. Er zijn natuurlijk principes die voor iedereen hetzelfde zijn.
- La Borde heeft zoiets van een andere taal dan de klassieke psychoanalyse : je kan er beter mee werken, het is slagvaardiger.
La Borde is via de radio-uitzendingen, via Marc, via Oury ook in het Vlaamse land bekend. Waarschijnlijk zijn een aantal onder jullie er al geweest, maar er blijven heel wat fantasieën over leven. Bijvoorbeeld dat daar institutionele psychotherapie op een perfecte manier wordt bedreven, dat is natuurlijk niet zo.
- Oury zou zeggen : we werken met woorden waarmee je aan de slag kan.
Voor we beginnen, wil ik eens polsen wie er helemaal niets van weet, iets van weet of meer van weet. Zijn er mensen die al in La Borde geweest zijn ? - Ik ben er al een paar keer geweest, en ik weet er al heel wat over van Marc, maar ik had het graag eens van iemand anders gehoord. Ik denk dat het voor velen zo is dat we La Borde hier in Vlaanderen kennen door Marc Ledoux, en als we er komen zitten we altijd nog met vragen, vooral rond het organisatorische, rond de constellaties, rond de begeleiding, waar Marc vaak aan voorbij gaat. De praktische organisatie, het feitelijk werken van het collectief, het personeel, de club : Marc geeft vaak abstracte begrippen, maar wat mij interesseert is hoe dat verder concreet wordt uitgewerkt. - Ik heb de uitzendingen van Rondas gehoord, heb veel gelezen over psychoanalyse gelezen, en vanuit mijn werkterrein als filosofe ben ik geweldig geboeid door La Borde. - Ik heb enkele seminaries van Marc ledoux gehoord, de radio-uitzendingen, ik heb er wat over gelezen, maar ik heb vooral de meer klassieke richtingen van opleiding gevolgd. Wat mij eigenlijk fascineert in de theorie van I.P. is iets dat ik totaal niet gehoord heb binnen de psychoanalytische theorieën. Er wordt iets gezegd met soms compleet andere woorden, je voelt dat er iets gezegd wordt, er wordt iets opengetrokken. Ik denk dat dat ook op andere terreinen bruikbaar is, in andere collectieven of werksituaties.
- Er wordt iets gedurfd gezegd. Niet direct te plaatsen. Wat wordt er nu gezegd ? Wat gebeurt er nu precies ? Maar er gebeurt niets. - Je moet ook. Het is een keuze die je maakt en vanaf het ogenblik dat je erin stapt kan je ook niet anders meer. - Kan je daar een voorbeeld van geven ? - Ik heb de indruk dat het een beetje een psychotisch instituut is, iets heel onbegrijpelijks en dat dat op zich al een beetje de praktijk van de 'gestoorde geesten' is. Ik denk dat dat aspect op zich al veel meer dan in de klassieke psychiatrie voor de psychose op zich, ..., wij geven een etiket daaraan en wij denken daar over na, maar dat is ons nadenken. ... Hun taal is de enige waarin ze met ons kunnen communiceren. Terwijl in La Borde... - In elk geval, je verliest dat eigenlijk als je daar lange tijd bent. Alle mensen getuigen daarvan, van het chaotische, het vuile, het vreemde. Dat hangt daar. Er hangt daar een vreemd iets, iets 'unheimlich'. Je bent er niet direct thuis, je mist er die vaste bakens. Je komt er toe, maar een receptie heb je daar niet, dus je móet iemand aanspreken. En je bent niet altijd zeker wie dat is, een patiënt, een personeelslid, je weet dat niet. Je móet naar buiten treden, die openheid aankaarten, de uitdaging aangaan. In een eerste moment ben je daar compleet verloren, je ziet er alleen chaos. Ze zijn er vriendelijk, nemen je overal mee naar toe. Je wordt er echt uit elkaar getrokken. - Het dissociëren van de psychoticus zit er ingeburgerd in de architectuur, in de manier waarop de tijd geregeld wordt, in de manier waarop de vergaderingen geregeld worden, in de manier waarop wij onze werkuren regelen. Het is echt een mogelijkheid bieden aan degene die gedissocieerd
. P
67
is om in al die verschillende mogelijkheden te kiezen toch hier en daar een kapstok te vinden. Ze worden geconfronteerd met verschillende mogelijkheden, er wordt niet slechts één kader geboden. En het is datgene waarmee met hun psychose gewerkt wordt. De benaderingswijze door de tijd en de ruimte. En dat lukt in die verschillende punten, het gedissocieerde, wat voor ons natuurlijk in een eerste tijd heel chaotisch overkomt. Als je wat dieper gaat kruipen, dan zie je eigenlijk dat het dieper gestructureerd is. Er zijn een vijftal principes die eigenlijk aan de grond liggen van heel dat uiteengespatte instituut. Zo beleef je het, op de eerste moment dat je daar komt. Je ziet er geen kat, en plots zie je er honderdvijftig samen aan tafel gaan 's middags. Dat is een moment waarop je jezelf even terugvindt. Aan de basis wordt er constant gewerkt aan de antigonale (?) basisprincipes. Een eerste kapstok is het basisprincipe, zonder hetwelk je niet kan in institutionele psychotherapie en zeker niet in La Borde, is een collectiviteit : dat wil zeggen dat een hoop mensen samen zijn, en een hoop gestoorde mensen samenzijn. Gestoord in een eerste ontmoeting juist in de ontmoeting, dat wil zeggen : ze gaan de ontmoetingen niet aan, ze hebben gedesinvestigeerd, ze zijn er niet meer bij, ze trekken terug op zichzelf. Een eerste basisprincipe, en dat is het uitgangspunt in La Borde, is dat je bij een psychoticus niet anders kan, als je ernaar wil luisteren, als je zijn getuigenis wil horen, ... Hij investeert niet in een relatie. Vandaar dat Freud er niets mee kon doen in azijn praktijk. Het eerste wat je dus moet doen is een manier van werken vinden dat er terug wat investering kan komen, hoe minimaal ook. Dat men een heel systeem, een hele machine op gang zet waar je zo weinig mogelijk structuur aanbrengt. De mensen kunnen vrij circuleren, moeten overal binnen kunnen, iedereen is gelijk tegenover (gebruiks)objecten. De basis van vrije circulatie moer er zijn opdat er iets mogelijk wordt van investering voor die mensen. Zo overwin je het eerste en grootste probleem van die mensen, namelijk ze kunnen niet, het gaat niet meer. Ze moeten allereerst een klein iets kunnen investeren. Ook al zijn het heel vaak kleine dingen, maar het is een noodzakelijke voorwaarde om die kleine investeringen te kunnen doen, die iedereen heeft. Kleine zaken waarvoor hij zich nog interesseert, waar hij nog iets overdraagt van zichzelf, van zijn eigen verlangen. Er zijn altijd nog kleine zaken, ook voor de psychoticus, die overgebleven zijn. Maar er zijn een aantal voorwaarden : het vrije circuleren, maar ook belangrijk - voor heel de opname - is de accueil, vooral in het begin. Dat is op plaatsen berust, dat wil niet zeggen dat passief plaatsen daar zijn. Onderwaardeert (?) u niet te veel met uw structuren, uw wetten en uw regels. ... zijn gedrag, dan kunnen ze wat comfortabel zijn. Ze krijgen een kamer waarin ze zich wat kunnen installeren. Je
mag hier zijn met al uw existentiële miserie, we gaan er niet allerlei systemen bovenop doen, van je moet naar die en die dienst. Kom toe, je mag er gewoon zijn. Dat is blijkbaar moeilijk voor een hospitaal, om gewoon mensen met rust te laten en te zeggen : ga uw gang, verken het hier allemaal, de deuren zijn open. Dat zie je veel bij mensen in La Borde die klassieke systemen gekend hebben : die mensen doen geen deur open. Het evidente van het kunnen circuleren wordt afgeleerd. - Het lijkt mij evident dat La Borde ruimte wil scheppen voor mensen, in welke zin dan ook. Maar wat ik me afvraag en wat me een beetje stoort is hoe zich dat vertaalt naar haar maatschappelijk engagement. Wat doe je daar mee ? Oury zegt : je kiest partij voor de patiënten. Hij neemt risico's, hij is hoofdgeneesheer, maar bijvoorbeeld : niet-verpleegkundigen mogen officieel geen spuit geven. In La Borde, juist vanuit het stimuleren van overdrachtspunten, geeft iedereen spuiten. - Maar het wordt zo smal bepaald tot psychiatrie en geneeskunde. Er zijn andere voorbeelden. Uw vraag is eigenlijk : hoe situeer je dat tegenover de maatschappij ? De houding van La Borde tegenover de maatschappij is eigenlijk : laat die mensen eens even met rust. Hier kan je even gewoon zijn, zonder al te veel vervreemding er bovenop. Je mag hier even zijn ,vindt uw draai hier maar op het gemak, we pakken onze tijd. - Het begrip accueil is zeer belangrijk, het is een concept geworden in de IP omdat het iets is dat een continuïteit is, omdat er een enorme aandacht aan gegeven wordt dat het vooral degene die er al lang is die moet onthaald worden. Dat accueil zich niet beperkt tot het ogenblik waarop iemand aankomt, tot een receptie. Voor ons is dat evident, maar als je dat in een klassieke stuctuur bekijkt, al op het gebied van architectuur, de receptie. Ik denk nu aan iemand die in het Park is opgenomen. Het Park is één va nde drie sectoren. Die jongeman is drie weken geleden toegekomen, wil niet blijven. We hebben veel gepraat en de indruk die zich langzaamaan meester van ons maakte is dat zijn moeder teveel bij de opname 'aanwezig' was. Zijn moeder is teveel opgenomen. Je kan niet iemand opnemen als er teveel interferentie is met andere zaken. Hij kan een week weg, naar huis, en dan komt hij terug : we gaan hem dus opnieuw ontvangen. Zoiets kan ook na jaren nog gebeuren, dat je zegt : we zouden hem eigenlijk een keer opnieuw moeten ontvangen. En het gebeurt dan vaak dat we zeggen, we gaan hem een infusie geven, niet zozeer voor dat product, maar opdat hij op z'n gemak in een stoel, in z'n bed ligt en
. P
68
dat er op een andere manier aandacht aan hem besteed wordt dan in de gangen, als je hem passeert. Dat je er niet meer op let. Natuurlijk, waakzaamheid is een heilig principe, maar je bent God niet. Er zíjn mensen die ontsnappen. - Op honderddertig patiënten heb je nooit iedereen in je hoofd. Die er ook zeer goed in slagen om zich onzichtbaar te maken. Dat we dan zeggen : hola, die moeten we eens opnieuw ontvangen. Ik bedoel : daar moeten we eens opnieuw wat meer aandacht aan besteden. Accueil zou zich permanent moeten uitoefenen en je moet dus ook permanent ontvangen. - Er zijn dus mensen die je even wil 'uitvlekken', die je niet de kans wil geven dat ze er zijn, dat ze niet meer bestaan Het biedt een mogelijkheid om zich eens rond te bezinnen : wat gebeurt er ? - Wat heeft dat nu te maken met contact ? Je kan zo momenten hebben dat de naam van een patiënt valt en dat... - ... dat niemand meer weet waarom die hier nu is. Die is hier nu dertig jaar en dan zijn wij er twee jaar, en dan zeggen we van we weten eigenlijk niets over haar geschiedenis. En dat vertaalt zich dan in het accueil, permanent accueil, dat je zegt : we moeten misschien een keer een vergadering organiseren waarop de ouderen het ... uitleggen. Dat onze aandacht ook verscherpt. Ik verduidelijk het met een atelier : in het begin als ze in La Borde was ging ze veel naar het atelier naaien. Op een bepaald moment kon ze niet meer. Misschien een keer opnieuw solliciteren. Ze hebben de neiging om te sluiten, ze pakken een personage en ze zijn. Ze zitten in een groepje en gaan volledig op in ... en ze doen niets anders. Het sluit zich zo gemakkelijk. Als je niet oplet, sluit alles zich direct en dan zit je met een klassieke structuur. Als je niet permanent - ik zit al aan een ander basisprincipe - die waakzaamheid installeert, waakzaam bent over de waakzaamheid, dan sluit zich dat zo gemakkelijk. Het wordt één eiland en dan werkt ons team slecht : daar kan je niet meer binnen, dus je kan sluiten. En dan sluit je automatisch iets in twee : als er iets zich sluit, is het andere ook gesloten. En het sluit zich allemaal zo gemakkelijk. - Waken of waakzaamheid wordt vlug pejoratief in de zin van controle. Hoe kan je eigenlijk waakzaamheid en het in het oog houden uit elkaar houden ?
Ik zal een voorbeeld geven : Marc heeft de dinsdagavond een atelier met muziek. Van vijf tot zeven. Wat doet Marc : hij doet een tour de chambre, in heel La Borde. Roepend gaat hij door heel La Borde. Hij nodigt uit maar in dat uitnodigen zie je ook wat er aan het gebeuren is. Je nodigt mensen uit en begeleidt dat. Hij kijkt op twee manieren als het ware. - Er is een aankondiging van de ateliers op de feuille de jour, die 's ochtends om negen uur gelezen wordt, dus, normaal gezien, de mensen die aanwezig zijn zijn op de hoogte dat de activiteit plaatsvindt. In de loop van de dag maak je dan in de vergaderingen, en wat je aan elkaar kan doorspelen, met die gaat het niet goed enzovoort, en dan komt het uur van het atelier eraan en dan ga je niet naar uw plaats waar uw atelier is. Dan doe je een toer en vraag je juist aan die mensen om mee te komen. Het is ook niet zo dat het met alle honderddertig tegelijk slecht gaat. Maar bijvoorbeeld 's morgens op de bijeenkomst wordt er veel informatie doorgegeven. Dan heb je ook al een aantal mensen wat meer in het oog dan de anderen. - Hoe komt het dat ik gezien heb dat het met een bepaalde patiënt niet goed gaat en had ik niet gezien dat het met een ander ook niet goed gaat ? ... We hebben onze 'favorieten'. - Als ik het goed begrepen heb, houden ze mekaar ook in 't oog. Dat is ook heel belangrijk volgens mij. Ik wil nog iets zeggen over de eerste accueil en dat ze zich ook wat comfortabel mógen installeren en dat geldt ook voor het personeel. Dat is ook heel belangrijk : het personeel moet op een zekere manier comfortabel komen werken, opdat het niet teveel is : ik ga naar mijn werk. Ook met de bedoeling dat niet alleen de patiënten moeten investeren, maar dat ook het personeel moet investeren. Dat is dezelfde logica. Vandaar dat er een instantie is, 'la grille'. A Als personeel schrijf je jezelf in op de crie, d.w.z. je zegt zelf welke dagen je aanwezig zal zijn en dat en dat ga ik doen. Je vult dus ook inhoudelijk je werk al wat in. 's Morgens ga ik daar zijn, 's namiddags ga ik daar zijn, dan kan ik daar niet zijn want dan ben ik daar : je voorziet al een beetje je aanwezigheid en dat wordt onderling op de equipes bekeken : als er bijvoorbeeld 's morgens maar twee mensen zijn, dan wordt er op de gezamenlijke maaltijd bijvoorbeeld een derde persoon gevraagd. Zodat het personeel onder elkaar afspreekt wanneer wie komt. Op die manier kunnen ze met een zeker comfort komen werken, kunnen ze ook de zaken die ze buiten dat werk hebben met een gerust gemoed doen en dat ze dan ook met een gerust gemoed kunnen komen werken.
. P
69
Er is dus een heel grote souplesse, ook naar het personeel toe, om aanwezig te zijn, om zich in te schrijven in het instituut. Dat is dus eigenlijk van primordiaal belang. Het is belangrijker dat je vier uur aanwezig bent in de kliniek dan dat je acht uur tegenwoordig bent. Je kan er acht uur zijn en je wegsteken, alles ontlopen wat er gebeurt, dat gaat, zelfs al heb je geen bureau. Het belangrijkste is de manier waarop je er bent, ook als personeel. - Dat principe geldt eigenlijk overal, maar in La Borde proberen we de dingen zodanig te organiseren dat het functioneert. De mogelijkheid dat we zelf ons werk kunnen organiseren en dat er geen personeelschef is, geeft toch (afgebroken) - Maar als er nu voor de zondag drie mensen nodig zijn en er zijn maar twee kandidaten. Als er niemand is die zich vrijwillig aanbiedt, wat doe je dan ? Concreet voorbeeld : voor de zondagochtend zijn er drie mensen ingeschreven : één ervan blijft in zijn bed liggen en komt niet, één belt op dat moment dat hij ziek is, er is dus maar één iemand aanwezig. Dat gebeurt. Er zijn drie sectoren, niemand is opgesloten in een sector. Je bent geattacheerd aan een sector. Ik doe bijvoorbeeld mijn ochtenduren in het Park, maar iedereen circuleert vrij, ook het personeel : ik ken ook de patiënten van het Chateau. Mensen van het Kasteel kunnen ook op het Park komen werken. Je moet dan kijken in welke sector er relatief genoeg mensen aanwezig zijn. Er komt bijvoorbeeld iemand van een andere sector meehelpen in het Park. - Je zit dus niet vastgeschroefd, je kan een psychoticus niet vastschroeven. Dat gaat ook op voor het personeel : er is een zekere vrijheid, het is ergens een verplichte vrijheid. Je voelt wel een zekere druk in het discours dat je met collega's hebt, in de gesprekken die je hebt : tiens, ben jij al vijf jaar op 't Park, waarmee ze willen zeggen : verander jij niet ? Je wordt dus eigenlijk aangezet om af en toe eens iets anders te doen. - Wie zet daartoe aan ? De collega's. Je krijgt zo weleens een opmerking : je bent hier nu twee jaar en je hebt nog niets anders gezien dan het Park.
- Omdat er ook heel veel vergaderingen voor het personeel. Bijvoorbeeld : 'la grille' heb je nodig als collectiviteit voor het personeel. Dat is een institutie, dat is een nood. Waar een groep mensen samen zijn , heb je op groepsniveau vragen. Je hebt bijvoorbeeld een keuken nodig, je hebt een manier nodig om je werk te organiseren, dus geïnstitutionaliseerd. Ook de gewone maatschappij heeft zijn instituties, bijvoorbeeld de RVA is een institutie om mensen die geen werk hebben te helpen. Maar je ziet dat dat een eigen leven gaat leiden en dat dat eigenlijk volledig aan zijn oorspronkelijke vraag van de maatschappij voorbij gaat. Je moet nu al werkloos zijn om nog aan werk te geraken. Die zaak kan dus ontsporen. Ook in La Borde, overal, kunnen instituties ontsporen, dat wil zeggen dat ze aan hun bedoeling voorbij schieten, aan hun oorspronkelijke vraag voorbij schieten. Daarvoor moet je permanent waakzaam zijn. Bijvoorbeeld : 'la grille' houdt, en dat is mijn persoonlijke visie, op dit moment nog te weinig rekening met het verschil aanwezigheidtegenwoordigheid. Ze tellen veel meer de uren dan de kwaliteit. Er is eigenlijk een verschuiving. Er is een permanente analyse die door iedereen gebeurt, en die terug geïnstitutionaliseerd is, wat we noemen de GTR, de groep van de derde regulerenden, waar eigenlijk de sectoren onder de loep genomen worden, waar eigenlijk het woord circuleert over : hoe zit dat met de institutie 'la grille', functioneert dat of functioneert dat niet meer ? Hoe gaat dat ? En dat heb je dus wel nodig, die permanente controle. - Is er een veel grotere gemotiveerdheid bij de mensen in La Borde ten opzichte van andere instituten ? Intrinsiek eigenlijk. Principieel. Als personeelslid ben je principieel verplicht niet echt initiatief te nemen, maar, dat is het principe natuurlijk. - En woont ge daar ook bij in dan ? Ik wel. - Je bent niet verplicht om binnen de muren van de kliniek te wonen, opdat je de uren dat je er bent er echt goed te kunnen zijn. Integendeel.
- Hoe zorgen jullie er onder collega's voor dat jullie niet inslapen ?
- En krijgen de mensen dan ook echt therapie of is de therapie de manier van benaderen ?
- Maar juist het voorbeeld dat Kurt daar geeft is een manier om niet gesleroseerd aan een sector te kleven. Dat is al één manier van niet in slaap vallen.
Laat ons zeggen dat IP - ik zeg het nu cru - niets te maken heeft met therapie op zich, maar alles te maken heeft met het creëren van de noodzakelijke voorwaarden om therapie te kunnen doen.
- Maar hoe behouden jullie naar elkaar die waakzaamheid ?
- U pleit voor aparte therapiesessies dan ?
. P
70
Wat is 'aparte therapiesessie' ? - Er zijn gesprekken met de psychiater, er zijn patiënten die aparte psychotherapie doen. Als een patiënt u op een bepaald moment van de dag telkens aanspreekt of hij u eens onder vier ogen kan spreken, en dat wordt een habitude, een soort ritueel, wat is dan het verschil met een klassieke psychotherapie ? Het gebeurt wel niet vanachter een bureau, maar soms heeft het dezelfde waarde. In die zin is het moeilijk om te zeggen dat er in La Borde klassieke therapie gebeurt, want er komen patiënten van buiten naar de psychiater. Er zijn officieel patiënten die een therapeutisch rendezvous hebben, maar er zijn er anderen die dat allemaal niet hebben. Tosquelles geeft het voorbeeld van een patiënt die als hij bij hem komt nooit iets te zeggen heeft. Tot hij op een dag merkte dat de patiënt, voor hij bij hem kwam, een uur op zijn minst een gesprek had met de tuinman van Tosquelles. De therapie gebeurde dus eigenlijk daar. Jij bepaalt dat dat zo gaat, bij een neuroticus is dat zo. Hoe vaak in een therapie van een neuroticus ben je een analyticus ? Heel zelden. Laat ons zeggen dat zelfs een klassieke analytische therapie niet meer is dan de mogelijkheid creëren, de noodzakelijke voorwaarden creëren dat er ooit een interpretatie zou kunnen zijn. Opdat er ooit iets zou kunnen passeren. Meer doe je als analyticus niet : meer dan 95 procent van de tijd zit je je tijd te verdoen. - Hoelang blijft iemand gemiddeld in La Borde ?
eigenlijk heel het werk van La Borde : die noodzakelijke voorwaarden creëren opdat een patiënt bijvoorbeeld medicatie zou willen nemen. ... Dat we iets kunnen proberen in de orde van wat mogelijk is voor hen. Dat iets mogelijk wordt. - En lukt dat dan altijd ? ... Er zijn heel wat mensen die niet gedoemd zijn , ... dat je op z'n minst de tijd neemt om te zien wat het singuliere van die persoon is. Wat is het leven dat niet mogelijk is ? Bijvoorbeeld : je moet hem niet wegsturen met een job als je weet dat het juist daarin fout loopt. Dan probeer je te onderhandelen, roderen enzovoort. Ik herinner mij een patiënt die truckchauffeur wilde worden. Hij heeft zijn rijbewijs gehaald en is truckchauffeur. Maar dat heeft een aantal jaren geduurd. Je moet je tijd nemen. En ondertussen zien we waar het gebeurt, doorheen het alledaagse leven. ... Heel belangrijk is dat we niet in de seriële logica stappen en direct concreet gaan denken. Laat de mensen zijn. Ze pakken hun verleden ook mee. Dat is één zaak. Een ander punt is, wat is de finaliteit, het cruciale woord is passage. Wat is pathologie : wanneer er geen passage mogelijk is, wanneer het zich sluit. Je hebt geen andere mogelijkheden van pathologie. En de passage, de transfers, is juist dat je van het een naar het ander kan overgaan, dat je bij een groep hoort, maar ook bij een andere groep. Dat is de kern van de zaak, dat er iets mogelijk wordt. Bij een psychoticus kan je dat goed vertalen naar een ruimte, vanwaaruit hij weer een beetje op gang kan komen.
Dat kan je niet zeggen. - En bepaalt hij dan ook zelf wanneer hij wil gaan ? Dat zijn individuele afspraken. - En als men zich niet aan die afspraken houdt ? Als iemand bijvoorbeeld zegt dat ie zeker een maand gaat blijven, en na zes dagen zegt ie : ik ben naar huis. Dan denk ik dat we een beetje in die vragen van de seriële logica vallen (cf. Marc Ledoux) : dat we beginnen te zoeken naar het waarom, hoe,... toch een beetje. - Wat is dan de zin van de afspraken ? Als iemand zegt dat ie naar huis gaat, dan zeg ik : 't is goed, ga maar. Maar heel het werk is er eigenlijk juist op gericht dat de mensen daar zijn, dat ze aanwezig zijn, dat ze aanwezig willen zijn. Dat wijst ook naar de club : de relatie patiënt-hospitaal. Dat is problematisch, dat is een duele relatie. Je zit daar in een confrontatie met een hospitaal. Dat zorgt voor een enorme overdracht, meestal negatief. Dat is
- Daar ligt eigenlijk toch het grote verschil : als je de vraag stelt rond finaliteit, dan zit je in een medisch denken. Terwijl in La Borde functioneert veel meer een analytisch denken. - We zijn verplicht om mensen met medicatie te laten. - Dat is nog iets anders. Het medisch denken is : de finaliteit is iemand genezen. En dat vind je vaak in een psychiatrische kliniek ook : iemand komt daar om te genezen. - Ik denk dat je altijd met de finaliteit werkt, ook al is het partieel, en ik heb de indruk dat vanaf het moment dat je psychoanalytisch begint te denken, die finaliteit vergeten wordt. - Ik denk dat een institutie of een hospitaal ook niet de plaats is voor iemand om te wonen. Ik bedoel : dat is maar tijdelijk, voor iemand die in panne valt. KOFFIEPAUZE
. P
71
Een tweede basisprincipe is dat institutionele psychotherapie vertrekt vanuit : hoe kunnen we het hospitaal als een therapeutisch instrument gebruiken bij de behandeling vooral van de psychose. We vertrekken dus vanuit de pathologie van de psychoticus. In een structuur als La Borde is het bijvoorbeeld heel moeilijk om toxicomanen te behandelen. Dat mislukt eigenlijk permanent. Wat maakt La Borde specifiek dat de psychose daar kan aarden ? Dat is een ander principe, dat vertrekt vanuit de dissociatie. Bij een echte dissociatie van een schizofreen zie je die mensen echt uiteengespat, dat gaat alle kanten uit, maar dat verzamelt zich nadien nooit, er is nooit een knoop. Wat Oury klassiek noemt : ze zijn nergens, ze gaan overal. Maar dat wens ik niet. Eén van de leidprincipes is ook dat het aan ons is om dat te verzamelen, om de psychoticus te verzamelen en iets wat even als ruimte stand houdt, om er zo zoveel mogelijk te creëren. En wat heb je daar voor nodig, dat is bijvoorbeeld het principe van de heterogeniteit. Dat betekent dat je niet één pathologie, en dat je ze niet nogeens opdeelt : psychotici bij psychotici, en katatonen bij katatonen enzovoort. Maar dat je, en daar wordt in de mate van het mogelijke op gelet bij de samenstelling van de kamers, niet teveel dezelfde problematiek bij elkaar op dezelfde kamer legt. We gaan geen drie katatonen op een kamer samenleggen. Dat kan niets anders geven dan : poef. Soms gebeurt dat echter wel omdat we met de economische realiteit zitten dat de kliniek op volle capaciteit moet draaien. Soms heb je niet die plaats om dat therapeutisch te hanteren, maar in de mate van het mogelijke gaan we dat wie-bij-wie therapeutisch hanteren. Bijvoorbeeld de katatonen en de geagiteerden mixen en we gaan zien wat dat geeft. Dat gebeurt op het intuïtieve af, maar dit maar om te illustreren hoe de heterogeniteit bijvoorbeeld heel concreet geoperationaliseerd wordt. Een ander iets waar heel nauw op moet gelet worden, is de heterogeniteit en de diversiteit van de plaats. Op die manier creëer je ook differentie, het verschil tussen het ene en het andere. Bijvoorbeeld in de keuken heb je een heel andere ambiance dan in de bibliotheek. De keuken zet aan tot een ander soort spreken, een ander soort relatie dan de bibliotheek. Elke plaats heeft zijn eigen ambiance. Dat voelt ge letterlijk op het niveau van het voelen. Dat maakt ook dat de patiënten een eigen parcours kunnen nemen, vrij kunnen circuleren. Maar vrij circuleren zonder dat er ergens halt kan gehouden worden, heeft geen zin. Dus moeten we ergens kunnen stoppen. De plaatsen waar ze kunnen stoppen, moeten verschillend zijn, ze moeten kunnen kiezen. Op die manier ontstaan er 'tenants lieu' , plaatsen waar men kan halt houden. - Worden die ateliers gericht naar mensen, of kiezen ze dat vrij, worden ze daar niet toe gedwongen ? Of wordt dat toch gestimuleerd, iemand die aan geen
enkele activiteit deelneemt, wordt die toch naar ergens gericht, naar iets ? Je hebt van die chronische ateliers, dat wil zeggen ateliers die over de jaren heen blijven bestaan. Maar je hebt ook ateliers die een kort leven hebben. Maar de mensen moeten er niet naartoe gaan. Het is niet in de zin van operationeel bezig houden. Dikwijls is een atelier een haltplaats waar gesproken wordt, maar waar niet productief gewerkt wordt. Soms worden de mensen wel uitgenodigd, zoals Marc met zijn muziekatelier. - En iemand die pertinent weigert ? Iemand die nooit meegaat ? Zoek je dan iets anders ? Er wordt uitgekeken door ons naar patiënten bij wie niets pakt, die nul procent investeert.... Er is bijvoorbeeld iemand die de dag na een bepaald atelier, 's maandags steeds vraagt : wanneer is uw atelier ? Dan zeg ik : zondag. En dan zegt hij : tiens, het is toch lang geleden dat je dat nog gedaan hebt ? Hij is er nooit, maar hij heeft er toch een beetje in geïnvesteerd, en dat is al heel veel voor een psychoticus. De vraag van een psychoticus is niet die van een neuroticus : hij vraagt zich niet af : mag ik of mag ik niet, maar : ben ik of ben ik niet. Sluit ik of sluit ik niet. De porositeit van binnen en buiten is enorm. Zo iemand uit zijn bed krijgen is enorm. - De meesten zijn er tijdelijk, dus die komen dan toch wel terug in de maatschappij ? Er zijn patiënten die nooit terug komen in de maatschappij. De maatschappij is in La Borde heel sterk aanwezig. In La Borde is binnen buiten en buiten is binnen. Je bent nergens zoveel met de wereld bezig als in La Borde. ... De kern van de zaak is het singuliere van elke patiënt. Daar gaat het om. Elke patiënt proberen daar waar het onmogelijk geworden is ..., anders was hij niet bij ons terecht gekomen. Het is omdat het echt niet meer gaat dat het onmogelijk geworden is. De kern van de zaak is terug iets mogelijk te maken. De mythes van onze maatschappij zijn dat je alleen moet wonen, een vriendin moet hebben, werk moet hebben. MAar die zitten compleet naast de kwestie als het over de psychoticus gaat. Ze pakken die sociale vervreemding ook wel over, maar daar gaat het niet om. Je ziet ze dan zitten in hun appartement, volledig gedesengageerd. En dan zie je iemand waarvan je zegt : wat doet die hier. Maar als je dan zijn geschiedenis leest en ziet dat er vanalles geprobeerd is om hem in verschillende hospitalen te krijgen : dat gaat niet. - Wat doen jullie met de begeleiding van de achterban : families, betrokkenen ? Doen jullie daar iets mee of behoort dat niet tot de mogelijkheden ? Heb je daar een bepaalde visie over hoe zij moeten begeleid worden ?
. P
72
Bij sommigen zeggen we tegen de familie dat ze niet mogen komen. Dat kan de patiënt aanmoedigen om een standpunt in te nemen. Meestal echter worden die mensen uitgenodigd om mee te komen en proberen we het fusionele, als het er al is, toch nog open te houden. We gaan ze niet alleen laten, de psychoticus laten 'opeten', we zorgen dat we er bij zijn. Het gebeurt heel zelden en het is niet goed dat iemand op bezoek komt zonder dat wij hem zien. De dokters gaan proberen de familie ook te zien, we gaan ook al eens met de familie meegaan. - Hoe help je de mensen ten opzichte van elkaar, om de dingen open te houden ? Een psychoticus is gestoord in het 'mit einander sein', in het 'être avec', en dan vooral in het 'zijn' maar ook in het 'met'. De psychoticus wordt opgevreten door angst. Ze sluiten zich zeer snel in een 'wij', onze groep tegen de rest. Groepen zijn gevaarlijk. Daarom zijn de verschillen belangrijk. Het middaggebeuren is bijvoorbeeld heel wat : iedereen wordt verplicht aan een ronde tafel te gaan zitten, dan ben je verplicht te participeren. Dat zijn zo kleine zaken die aanzetten tot 'met de ander zijn'. We zien ook niet graag dat er tafels zijn waar altijd dezelfde mensen aan zitten. - Wat mij getroffen heeft is dat als je als neuroticus, of als personeel in La Borde komt, ben je blijkbaar ergens gefascineerd door wat er zich in La Borde afspeelt. En tezelfdertijd heeft dat blijkbaar ook een soort unheimlich effect op ons, dat ons angstig maakt, of ons dissocieert : is dat dan dat La Borde een soort veruitwendiging biedt van wat eigenlijk een psychoticus in sé toch al voelt, een intrusie van iets reëel, iets angstig en is La Borde dan geen ontmoetingsplaats tussen psychose en neurose op dat punt juist waar ze ergens een gelijkenis hebben. Voor ons heeft dat een effect van angst, en voor de psychoticus schept dat de mogelijkheid om te komen, hij kan terugkomen naar La Borde, hij is verloren en kan komen, kan zich terugvinden in iets waar wij eigenlijk in eerste instantie door gefascineerd zijn en van gaan lopen. Geeft dat bij hen blijkbaar iets heimlich ? ... Als je als neuroticus bij een analyticus komt, wat er eigenlijk gebeurt, is een soort unheimlichkeit, uw ego stuikt ergens op een bepaald punt in elkaar, er komt een zekere angst op. Het is dat eigenlijk precies tegen die normopathie dat analyse misschien eigenlijk ook gericht is. Dat datgene waar
de psychoticus blijkbaar thuis komt, dat dat voor de meesten van ons die in La Borde geweest zijn, unheimlich is, beangstigend. - Dat is ook wat bijvoorbeeld Lacan zegt als hij spreekt over : de gekheid is ergens de grens die we allemaal in ons dragen. De fundamentele voorwaarde van mens-zijn is juist dat die grens die de psychoticus ons voorspiegelt, dat wij die in ons dragen. - Een analyse mondt uit of stoot constant op die grens. Analyse is angst-implicerend, vergaart angst. Maar de psychoticus zit er middenin, hij zit in de angst of in het unheimliche. In die zin ben ik niet echt akkoord als je zegt : voor hem is het heimlich. - Nee, ik zeg : hetgeen voor ons het unheimliche weerspiegelt, blijkt toch niet zo unheimlich voor de psychoticus. ... - Je zei ook iets over de kuur op zich, dat het altijd draait rond de angst. Vandaar dat ik eigenlijk gefascineerd ben door La Borde, dat men denkt dat vanuit die kliniek, vanuit die ervaring dat er aantal begrippen, een aantal ervaringen zijn die eigenlijk binnen de klassieke analyse niet doorgedrongen zijn en waardoor de neuroticus niet ver genoeg kan doorstoten en doorwerken en het open houden van die angst voor dat terug dicht gooien. Ik heb een aantal zaken gehoord zoals waakzaamheid, er zijn, er mogen zijn, ruimte krijgen, als een soort vanzelfsprekendheid : de moeder is er, ergens, waakzaam, niet als iemand die voortdurend op u zit te letten, maar ze is aanwezig, zoals misschien ook een analyticus zou kunnen aanwezig zijn. Maar die aanwezigheid wordt in een analyse niet expliciet, er wordt enkel via die angst gegaan. En wat betreft de finaliteit van een kuur, denk ik dat er een aantal zaken worden aangereikt in La Borde die noodzakelijk zijn om te kunnen doorwerken in een klassieke kuur. Daar zoek ik eigenlijk naar en één van die begrippen is die waakzaamheid. Die waakzaamheid in de zin van 'er mogen zijn'. Eigenlijk kan je zeggen dat heel die fabriek of machine die daar op poten gezet wordt, dat dat parallel loopt aan de getuigenis van het spreken van de neuroticus in de klassieke analyse. De psychoticus getuigt ook, constant, van zijn persoonlijke positie tegenover mama en papa. Hij gaat doorheen zijn hallucineren en doorheen zijn wanen en doorheen de investeringen, als je die toelaat, daar gaat hij getuigen. ...
. P
73