Right!
24 e jaargang, nummer 3, NOVEMBER 2014
Tijdschrift voor de Rechten van het Kind
25 jaar Kinderrechten verdrag
Inhoud
Redactioneel Colofon Right! Tijdschrift voor de Rechten van het Kind is een uitgave van Defence for Children. Verschijnt vier keer per jaar. Nummer drie, 2014. Redactieadviesraad Mariëlle Bruning (voorzitter), Goos Cardol, Majorie Kaandorp, Jeanette Kok, Adrianne van Rheenen Redactie Alexandra Barendsen (jurisprudentie), Menno Bosma (eindredactie), Joyce Brummelman (jeugdrecht), Aloys van Rest (directeur), Celine Verheijen (uitbuiting), Jolien Verweij (hoofdredactie en cultuur)
16
Verder werkten mee aan dit nummer Mariëlle Bahlmann, Pien Klieverik, Carrie van der Kroon, Dick Schoonenwolf Vormgeving Ontwerp: Akimoto, Amersfoort Opmaak: Nulduizend, Den Haag Beeld Wim Stevenhagen, Josee Tesser Druk Stenco, Amsterdam ISSN: 0927-1333 © 2014
Abonnementen Jaarabonnement € 35,00 Losse nummers € 9,00 Jongeren en studenten € 25,00
[email protected] www.defenceforchildren.nl Postbus 11103, 2301 EC Leiden
6
18
Redactioneel3
Interview14
Right! Now
Rekha Ramlal: ‘Kind zijn is het belangrijkste kinderrecht’
4
Opmerkelijk5
De werkdag
Aloys van Rest
Jongerendelegatie bij de VN in Genève
Analyse6
Actie!18
25 jaar Kinderrechtenverdrag
Samen tegen ebola
Buitenland10
Cultuur19
Vastgebonden aan de radiator in Macedonië
Kind in rechtspraak 2 Right!
All Right! 13
Defence for Children - ECPAT ontvangt substantiële financiële bijdragen van de Nationale Postcode Loterij, Stichting Kinderpostzegels Nederland, Plan Nederland, UNICEF Nederland en ICCO/Kerk-in-Actie.
16
20
Het reprorecht voor de artikelen, foto’s en illustraties berust bij de makers. Overname alleen na voorafgaande schriftelijke toestemming.
EEN VOLWASSEN VERDRAG? Deze maand vieren we het 25-jarig bestaan van het VN-Kinderrechtenverdrag (IVRK). Er is een week vol feestelijke activiteiten in Leiden, georganiseerd door de Universiteit Leiden, het Kinderrechtenhuis, de gemeente Leiden, het Kinderrechtencollectief en UNICEF Nederland. In die week zal het veel gaan over de vraag waar we nu precies staan na 25 jaar IVRK; wat zijn de successen, de uitdagingen en de valkuilen voor Nederland en andere lidstaten? Het Kinderrechtencollectief informeerde het VN-Kinderrechtencomité op 24 september over hoe het er momenteel voor staat met de kinderrechten in Nederland. Belangrijke aandachtspunten van het collectief waren de bezuinigingen op diverse voorzieningen, de vele slachtoffers van kindermishandeling, de decentra lisatie van de jeugdzorg, de positie van kinderen in migratieprocedures en die van minderjarige slachtoffers van uitbuiting. Ook benadrukte het collectief dat Nederland een minister van Jeugd mist. Eind september stonden de kranten vol van zorgen over de decentralisatie en de daarmee gepaard gaande bezuinigingen in de jeugdzorg. Gemeenten zouden niet klaar zijn voor de overheveling van jeugdhulptaken, jeugdhulpaanbieders moeten bezuinigen en personeel ontslaan, kinderen die nu specialistische vormen van jeugdhulp ontvangen en soms in een instelling wonen, staan straks in de kou. De Transitiecommissie Stelselherziening Jeugd stuurde een bezorgde vijfde rapportage aan de staatssecretarissen van VWS en Veiligheid & Justitie. De G4 Rekenkamers willen vanwege de vele knelpunten en onzekerheden dat er al na twee jaar een evaluatie komt. De staatssecretarissen beloofden opnieuw ervoor te zorgen dat er geen kinderen tussen wal en schip vallen en dat de specialistische jeugdhulp die nu geboden wordt ook volgend jaar kan worden aangeboden. Ruim 300.000 kinderen en jongeren, een kleine 10 procent van de minder jarigen in Nederland, kregen in 2009 te maken met jeugdhulp (cijfers van het Nederlands Jeugdinstituut). Het is nog maar de vraag of zij vanaf januari 2015, als de Jeugdwet in werking treedt en de decentralisatie van de jeugdzorg een feit is, er niet op achteruit gaan. Nederland zal in mei 2015 voor de vijfde keer aan het Kinderrechtencomité in Genève rapporteren. Ik hoop dat dan geconstateerd kan worden dat de zorgen om de jeugdzorg niet meer nodig zijn en dat al deze minderjarigen passende en benodigde zorg ontvangen. Dan is het Kinderrechtenverdrag wat mij betreft op dit punt echt volwassen. Mariëlle Bruning,
20
Voorzitter van de redactieadviesraad van Right! en hoogleraar jeugdrecht aan de Universiteit Leiden
3 Right!
Right! Now WEINIG ACTIE TEGEN SEKSUELE UITBUITING IN AFRIKA
UITVOERING KINDERPARDON NOG STEEDS NIET EERLIJK Staatssecretaris Teeven heeft alsnog een v erblijfsvergunning verleend aan 50 van de 92 gezinnen die eerder van het Kinder pardon werden uitgesloten. Maar de brief die Teeven hierover op 24 september aan de Tweede Kamer schreef, verscheen voordat de kinderen zelf waren ingelicht. Ook schoot de communicatie over wie bij de 50 gezinnen hoorde ernstig tekort. Daardoor zaten veel kinderen onnodig lang in spanning. Defence for Children is blij dat de rechten van deze kinderen zijn erkend, maar vindt dat het Kinderpardon nog steeds niet eerlijk wordt uitgevoerd. De staatssecretaris legt niet uit welke criteria
hij hanteerde bij de herbeoordeling van de aanvragen. In vergelijkbare zaken wordt aan het ene kind wel en aan het andere kind geen vergunning verleend. Daardoor lijkt sprake van willekeur. Daarnaast weet een grote groep gewortelde kinderen door de langzame besluitvorming en de onvoorspelbare procedure nog steeds niet waar zij aan toe zijn. Dit is onacceptabel. Defence for Children blijft strijden voor een eerlijke uitvoering van het Kinderpardon en daarmee voor erkenning van de rechten van alle in Nederland gewortelde kinderen.
Gambia, Kenia, Madagaskar, Senegal en Zuid-Afrika hebben progressieve wetten en beleid om kinderen tegen seksuele uitbuiting te beschermen. Maar de uitvoering ervan is matig. Er is onvoldoende budget voor de volledige implementatie en er is een slechte coördinatie tussen de verschillende instanties en organisaties, aldus ECPAT, het netwerk dat wereldwijd strijdt tegen seksuele uitbuiting van kinderen. In Nederland zijn ECPAT en Defence for Children één organisatie. ECPAT interviewde in de vijf landen in totaal 496 kinderen die het slachtoffer zijn van seksuele uitbuiting. Bovendien werden 800 volwassenen en kinderen en 489 professionele stakeholders (overheden, ngo’s, maatschappelijke organisaties en de toeristische sector) bereikt. Met uitzondering van Gambia hebben alle landen hulplijnen of meldpunten. Toch wordt seksuele u itbuiting van kinderen vaak niet gemeld. Dat komt doordat mensen weinig vertrouwen hebben in de opvolging van meldingen, wegens corruptie en overbelasting van politie en maatschappelijk werkers. Seksuele uitbuiting wordt daarom vaak binnen de gemeenschap gemeld, zoals bij religieuze groeperingen en vrouwen- en jeugdgroepen. Een belangrijke aanbeveling van ECPAT is om non-formele en formele meldingsstructuren te versterken en te verbinden. Rollen en verantwoordelijkheden moeten duidelijk en bekend zijn bij alle belanghebbenden. De onderzoeken in de vijf Afrikaanse landen zijn onderdeel van het door de Europese Unie gefinancierde project Don’t Look Away en werden gecoördineerd door ECPAT in Oostenrijk, Frankrijk, Duitsland, Luxemburg en Nederland.
Meer informatie: www.defenceforchildren.nl
25 JAAR IVRK EN DE NEDERLANDSE RECHTER Op 1 september verscheen het boek ‘Vijfentwintig jaar IVRK en de Nederlandse rechter. Beschouwingen over de toepassing van het Internationale Verdrag voor de Rechten van het Kind in de Nederlandse Rechtspraak’. Advocaat Gerrit Jan Pulles
heeft hierin artikelen samengebracht over de manier waarop de Nederlandse rechter het VN-Kinderrechtenverdrag toepast. Volgens Defence for Children is het boek een aanwinst voor de rechtspraktijk en bevordert het een meer structurele toetsing aan kinderrechten in rechtszaken. Wolf Legal Publishers, ISBN 9789462401532
TOETSINGSKADER VOOR MINDERJARIGE ARRESTANTEN
Zie ook: https://www.ivenj.nl/onderwerpen/sanctietoepassing/ toetsingskader
4 Right!
UIT HUIS GEZET Een moeder met drie jonge kinderen dreigt uit huis te worden gezet vanwege een huurachterstand. De moeder wist niets van de huurachterstand, omdat een familielid altijd de huur betaalde. Het Jeugd Interventie Team benadert snel enkele fondsen. Vanwege de ernst van de situatie betalen die een deel van de huurachterstand. Zo wordt ontruiming voorkomen. Het aantal ontruimingen wegens een betalingsachterstand neemt toe. Maar kinderen mogen nooit op straat komen te staan. Kinderen weghalen uit hun vertrouwde omgeving kan schadelijk zijn voor hun ontwikkeling. Een uithuiszetting lost het probleem voor de verhuurder op, maar creëert enkel problemen voor de kinderen die hierdoor worden geraakt. Aloys van Rest directeur Defence for Children
[email protected]
Meer informatie: www.defenceforchildren.nl/ecpat
ALARMEREND VEEL GEWELD TEGEN KINDEREN Duizelingwekkend veel kinderen zijn het slachtoffer van fysiek, seksueel en emotioneel geweld. Vaak blijft dit geweld verborgen. Dat meldt het UNICEF-rapport ‘Hidden in Plain Sight’. Het bevat data van 190 landen en beschrijft geweld tegen k inderen op plaatsen waar ze veilig zouden moeten zijn: in hun wijk, op school en thuis. Nederland neemt, met 118.000 mishandelde kinderen per jaar, een lage plaats in op de mondiale ranglijst, maar scoort gemiddeld ten opzichte van andere westerse landen als het om pesten gaat. Illustratie: Wim Stevenhagen
De Inspectie Veiligheid en Justitie legt dit najaar bezoeken af in arrestantencellencomplexen. Het toetsingskader dat de Inspectie daarbij hanteert, is samen met de Inspectie Jeugdzorg en de Inspectie Gezondheidszorg opgesteld. Het is gebaseerd op internationale en nationale regels. Ook gaat de Inspectie de ‘Maatregelen voor minderjarigen’ toetsen die in 2013 door de korpsleiding van de politie zijn genomen naar aanleiding van onderzoek van Defence for Children. Voor minderjarigen zijn een aantal specifieke criteria opgesteld. Die gaan over goede informatie in begrijpelijke taal, gescheiden zijn van volwassenen, juridische bijstand tijdens het verhoor, het toestaan van jeugdlectuur en studiemateriaal en de mogelijkheid van fysiek contact bij bezoek (geen glaswand). Ook de rol van ouders en jeugdreclassering en het bezoek door een arts worden geëvalueerd. De resultaten zullen medio 2015 bekend zijn.
opmerkelijk
De belangrijkste uitkomsten: • 3 op de 5 kinderen – in totaal bijna 1 miljard – tussen 2 en 14 jaar worden regelmatig fysiek en geestelijk gestraft. • 1 op de 5 gevallen van moord betreft kinderen en jongeren onder de 20 jaar: in 2012 ging het om 95.000 doden. • Iets meer dan 1 op de 3 leerlingen tussen de 13 en 15 jaar wordt regelmatig gepest op school.
• 1 op de 10 meisjes onder de 20 jaar heeft gedwongen geslachtsgemeenschap gehad. Een derde van de meisjes die tussen hun 15e en 19e trouwden is slachtoffer is emotioneel, fysiek of seksueel misbruikt door hun partner. • Bijna de helft van de meisjes tussen de 15 en 19 jaar – ongeveer 126 miljoen – gelooft dat het geoorloofd is dat een man zijn vrouw slaat. “Dit zijn harde feiten, al ziet geen overheid of ouder dat graag onder ogen”, zegt Anthony Lake, directeur van UNICEF International. “Maar als we de realiteit van geweld tegen kinderen niet onder ogen zien en bespreekbaar maken, kunnen we dat nooit stoppen. Dit rapport dwingt ons om actie te o ndernemen.” Meer informatie: www.unicef.org/publications/ index_74865.html 5 Right!
ANALYSE Overzicht van 25 jaar VN-Kinderrechtenverdrag
EEN LEVEND INSTRUMENT Op 20 november 1989, nu 25 jaar geleden, nam de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties unaniem het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK) aan. Het verdrag moest de rechtspositie van kinderen wereldwijd verbeteren. Hoe zijn de verdragsstaten in die kwart eeuw omgegaan met de verplichtingen uit het IVRK en wat heeft dat daadwerkelijk opgeleverd voor kinderen? Door het artikel heen vertellen betrokkenen wat zij de grootste verdienste van het IVRK vinden en voor
H
et IVRK bestaat weliswaar 25 jaar, maar het is nog niet 25 jaar in werking. Staten moeten een verdrag eerst ondertekenen. Daarmee spreken ze de intentie uit om zich eraan te houden. Die intentie is niet bindend. Pas als een verdrag ook geratificeerd wordt, treedt het officieel in werking en is het bindend voor de staat. Het IVRK moest eerst door twintig landen zijn geratificeerd. Dat aantal was binnen een jaar bereikt. Op 2 september 1990 trad het verdrag officieel in werking. Nederland ratificeerde in februari 1995. In totaal hebben 193 landen het IVRK geratificeerd. Daarmee is het het meest geratificeerde verdrag ter wereld. Alleen de Verenigde Staten, Somalië en ZuidSoedan zijn geen partij bij het IVRK.
INHOUD IVRK Het IVRK is bijzonder omdat in dit verdrag alle rechten van kinderen zijn gebundeld. Het geeft kinderen zowel burgerlijke, politieke, sociale, economische als culturele rechten. De kern van het IVRK is het 6 Right!
belang van het kind. Dit moet de eerste overweging zijn bij alle beslissingen van staten die het kind aangaan. Op 25 mei 2000 werd het IVRK aangevuld met twee facultatieve protocollen. Het eerste protocol gaat over de bescherming van kinderen in gewapende conflicten en is door 156 landen geratificeerd. Het tweede protocol betreft de bescherming van kinderen die verhandeld en geëxploiteerd worden. Dit protocol is door 168 landen geratificeerd. Ook Nederland ratificeerde beide protocollen.
KINDERRECHTENCOMITÉ Bij het opstellen van het IVRK bepaalde de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties dat er een Kinder rechtencomité moest komen. Dat moet erop toezien dat de verdragspartijen de rechten uit het IVRK en de bijbehorende protocollen daadwerkelijk naleven. Het Kinderrechtencomité bestond oorspronkelijk uit tien onafhankelijke deskundigen. Wegens de hoge werkdruk werd hun aantal in februari 2003
door Mariëlle Bahlmann
uitgebreid naar achttien. Het Kinder rechtencomité deelt zich op in twee groepen van negen om meer landenrapporten te kunnen behandelen en de bestaande achterstand weg te werken. De deskundigen van het Kinderrechten comité komen uit verschillende landen, maar vertegenwoordigen niet hun land. Voordat zij in het comité zitting namen, hebben ze zich ingezet voor de verster king van de rechtspositie van het kind. Een paar vroegere beroepen van de deskundigen zijn onder meer: overheids adviseur op het gebied van kinderrechten, universitair docent jeugdrecht, werknemer van UNICEF, psycholoog en kinderrechter.
RAPPORTAGEPROCEDURE Nadat een land het IVRK heeft geratificeerd, moet het na twee jaar een rapport indienen bij het Kinderrechtencomité. Daarin staat wat er in die tijd is gebeurd om de kinderrechten uit het IVRK te bevorderen. Vervolgens moeten de
Illustratie: Wim Stevenhagen
welk kinderrecht zij het liefst zouden lobbyen.
landen iedere vijf jaar een landenrapport indienen bij het Kinderrechtencomité. De procedure hiervan ziet er als volgt uit: 1. Staat dient landenrapport in bij comité. 2. Ngo’s lichten schaduwrapportage toe bij comité in Genève. 3. Comité zendt lijst met knelpunten aan staat. 4. Staat reageert op lijst met knelpunten. 5. Staat licht landenrapport toe bij comité in Genève. 6. Comité geeft aanbevelingen aan staat.
Het Kinderrechtencomité moet op zijn beurt eens in de twee jaar verslag uitbrengen aan de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties.
NALEVING VAN DE TERMIJNEN In de afgelopen 25 jaar heeft het Kinderrechtencomité een groot aantal landenrapporten moeten beoordelen. Ieder land krijgt een deadline. Maar landen nemen het niet al te nauw met de termijnen waarbinnen zij hun rapportages moeten indienen. Sommige landen zijn ‘slechts’ dagen of maanden te laat,
maar er zijn er ook veel die de termijnen wel erg ruim nemen. De drie grootste telaatkomers zijn: 1. Afghanistan: 13 jaar te laat; 2. Koeweit: 12 jaar te laat; 3. Gabon: 12 jaar te laat.
Landenrapportages • totaal aantal landenrapporten: 531 • op tijd ingediend: 15 • te laat ingediend: 474 • niet ingediend: 42 NB: 2,8 procent is op tijd. 7 Right!
“Als ik voor één ding mocht lobbyen, zou het voor kinderen in detentie zijn. Ik werk zelf in “De grootste verdienste van het IVRK is dat er meer aandacht Amsterbaken, een justitiële jeugdinrichting in is voor kwetsbare groepen kinderen in Nederland. Denk Amsterdam, dus ik zie van heel dichtbij wat het hierbij aan kinderen die opgroeien in armoede, kinderen met met kinderen doet als ze opgesloten een handicap en vluchtelingenkinderen. Het zitten. Ik vind dat dit niet altijd de verdrag benoemt e xpliciet hun rechten en heeft “Alles begint met aandacht. Dat geldt ook juiste oplossing is.” de afgelopen jaren steeds meer invloed gehad voor het belang van het kind. Daarom is op wet- en regelgeving, beleid en gerechtelijke de plicht om naar het kind te luisNanske van Campen, medewerker uitspraken. Als Kinderombudsman is het mijn teren heel belangrijk. Ook in Caribisch justitiële jeugdinrichting Amsterbaken taak om te controleren of de kinderrechten Nederland.” in Nederland worden nageleefd. Het feit dat Laurien Koster, voorzitter van het College Nederland het verdrag heeft ondertekend en voor de Rechten van de Mens beloofd heeft zich eraan te houden, betekent niet dat er in Nederland geen kinderen in de knel zitten. Controle op de naleving is bittere noodzaak. Het Kinderrechtenverdrag geeft mij duidelijke handvatten om “Als ik mocht lobbyen voor één kinderrecht, zou ik dat aan de bel te trekken als kinderen in de knel komen.” doen voor een bestaand recht dat in Nederland nog niet wordt gerespecteerd, namelijk dat onderwijs gericht Marc Dullaert, Kinderombudsman moet zijn op de zo volledig mogelijke ontplooiing van de persoonlijkheid, talenten en geestelijke en lichamelijke vermogens van het kind (artikel 29). Veel “Ik zou denk ik lobbyen voor een verbod op kinder autistische leerlingen hebben tijdelijk grote behoefte arbeid. Ik vind dat heel naar en ik zou er zelf niet aan aan één-op-één-begeleiding in het onderwijs. Maar die moeten denken om dagenlang te werken. Ik vind dat krijgen zij in Nederland niet, ook niet in het speciaal een kind een normale jeugd moet hebben zonder onderwijs. Hierdoor gaan niet alleen hun vaak aanzienzwaar werk en/of nauwelijks vrije tijd. Het levert lijke talenten verloren, maar komt ook hun persoonlijke trouwens ook niet veel op, een kind kan beter naar ontwikkeling in gevaar.” school gaan om later goed werk te krijgen. Maar het Julie Wevers, freelance journalist voor onder meer is natuurlijk moeilijk om die cirkel te doorbreken.” NRC Handelsblad Guus, 13 jaar
Nederland moest vier keer een landenrapportage indienen. Drie keer deed ons land dat te laat, met als dieptepunt een overschrijding van de deadline met één jaar en acht maanden.
een levenslange gevangenisstraf. 3. Het beëindigen van het samen plaatsen van strafrechtelijk en civielrechtelijk geplaatste jeugdigen in gesloten jeugdinrichtingen. 4. Instelling van de Kinderombudsman.
VERDIENSTEN VAN HET IVRK Over de aanbevelingen van het Kinderrechtencomité is beter nieuws te melden. Hoewel die aanbevelingen niet bindend zijn, geven landen hieraan wel gehoor. Sinds de invoering van het IVRK is daardoor wereldwijd de rechtspositie van het kind verbeterd. Dit is ook in Nederland zo. Naar aanleiding van de aanbevelingen van het Kinderrechtencomité heeft ons land onder meer de volgende veranderingen doorgevoerd: 1. Verbod op het gebruik van geweld in de opvoeding. 2. Opheffing van de mogelijkheid van 8 Right!
NIEUWE ONTWIKKELINGEN Op 19 december 2011 heeft de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties een derde facultatief protocol aangenomen. Dit protocol is op 14 april 2014 in werking getreden. Het maakt het mogelijk dat zowel kinderen als hun vertegenwoordigers kunnen klagen over kinderrechtenschendingen als alle nationale middelen zijn uitgeput. Zij kunnen dan hun klacht indienen bij het Kinderrechtencomité. Deze klacht kan alleen behandeld worden als hij is ingediend tegen een staat die het derde facultatieve protocol heeft geratificeerd. Op dit moment hebben elf staten
dat gedaan. Nederland heeft dit derde protocol nog niet geratificeerd.
TOT SLOT Het IVRK heeft de rechtspositie van het kind de afgelopen 25 jaar veranderd en verbeterd. Er is niet alleen meer aandacht gekomen voor de rechtspositie van het kind, ook is in vele landen wetgeving tot stand gekomen voor het kind. Blijvende aandacht is nodig voor de manier waarop landen de rechten uit het IVRK implementeren en naleven. Ook is het belangrijk dat meer kinderen zich bewust worden van de rechten die zij hebben onder het IVRK en de manier waarop zij die rechten kunnen inroepen. Alleen dan is het IVRK daadwerkelijk een levend instrument dat een verschil kan maken voor de rechts positie van alle kinderen.
“Het IVRK is juridisch gesproken eigenlijk een rommeltje, met weinig systematiek, “Het recht op informatie, daarvoor zou vol politieke en diplomatieke comproik lobbyen. Weten wat er te koop is in missen, met een weinig coherent beeld van de wereld maakt een kind weerbaar en kinderen, veel open plekken – het belang krachtig. Vandaar dat ik trots ben op van het kind, wat is dat? –, nauwelijks Nederland met zijn hoogwaardige vorm bruikbare richtlijnen voor de praktijk, een van journalistiek voor kinderen.” grabbelton voor iedereen, een eenheidsworst voor kinderen in het Westen en voor Tamara Seur, presentator Jeugdjournaal kinderen in ontwikkelingslanden, zonder en Zapp Weekjournaal enige aandacht voor genderproblematiek, geschreven in een tijd zonder internet, mobieltjes en sociale media, een tijd zonder aids en ebola, ontstaan uit de tegenstellingen van de Koude Oorlog. En toch. Het IVRK is de beste meetlat die we hebben. En de lat ligt hoog. Terecht. In tijden van bezuinigingen, deregulering, privatisering en decentralisatie is zo’n kompas bitter noodzakelijk.” Stan Meuwese, oud-directeur Defence for Children, rechtshistorisch onderzoeker
“Ik zou lobbyen voor het hoorrecht zoals dat in artikel 12 van het IVRK staat. Dit artikel bepaalt dat het kind het recht heeft om gehoord te worden in alle zaken die het kind aangaan. De Kinder- en Jongerenrechtswinkel ziet veel gevallen waarin kinderen een beroep doen op hun hoorrecht, voornamelijk bij echtscheidingszaken. De Kinder- en Jongerenrechtswinkel helpt kinderen dan met het schrijven van een brief naar de rechter zodat het kind zijn mening kan geven. Wij merken dat het goed is voor het kind als dit het idee heeft dat er serieus naar hem geluisterd wordt. Kinderen zitten in een afhankelijke relatie en kunnen kwetsbaar zijn. Doordat het hoorrecht specifiek is opgenomen in het IVRK, kan de stem van het kind in belangrijke gevallen worden gehoord.”
“Het IVRK heeft er sterk aan bijgedragen dat wereldwijd het besef is doorgedrongen dat rechten van kinderen een specifieke categorie volwaardige mensenrechten zijn en in de nationale Maria Vollaers, landelijk coördinator wetgeving verankerd en gewaarborgd behoren te worden. Kinder- en Jongerenrechtswinkels Dat is de grootste verdienste ervan. Dat is ook de reden dat ik als minister het IVRK als uitgangspunt voor mijn beleid heb genomen. Het is eigenlijk niet goed mogelijk om één kinderrecht als ‘belangrijker’ dan alle andere aan te wijzen, maar als ik er één zou moeten noemen, is dat het recht op een veilig en gezond leven. Vooral omdat ‘veiligheid’ en ‘gezondheid’ essentiële basisvoorwaarden zijn voor heel veel andere “Dat het IVRK voor de wettelijke rechten van kinderen staat, vind rechten van kinderen. Kinderen zouden zich dáárover ik de grootste verdienste ervan. Daardoor is er vanuit het publieke en eenvoudigweg geen zorgen moeten hoeven maken: particuliere domein een niet aflatende aandacht voor de rechten van gewoon kind kunnen zijn in een veilige en gezonde leefsituatie, het liefst thuis in het eigen gezin, zo nodig ergens het kind en bevorderen organisaties en personen die opkomen voor de rechten van het kind op alle mogelijke manieren dat deze rechten ook anders.” zoveel mogelijk worden geëerbiedigd. De basis die daarvoor in artikel André Rouvoet, oud-minister voor Jeugd & Gezin, nu 3 van het IVRK is neergelegd, is ijzersterk: de belangen van het kind onder meer voorzitter van Zorgverzekeraars Nederland moeten bij maatregelen een eerste overweging zijn en kinderen moeten worden beschermd en de zorg krijgen die nodig is voor hun welzijn.” Nicolet Epker, algemeen directeur Jeugdzorg Nederland “De grootste verdienste van het IVRK? Dat de rechtspositie van kinderen sinds de komst ervan tot wasdom is gekomen. Je ziet dat op tal van terreinen, zoals het familierecht, de jeugdzorg en jeugdbescherming en het jeugdstrafrecht. Tegelijkertijd is er meer aandacht gekomen voor de bescherming van kinderen tegen mishandeling thuis, tegen diverse vormen van uitbuiting en in echtscheidingssituaties. Ik denk niet dat dat was gebeurd zonder het IVRK.” Ton Liefaard, UNICEF-hoogleraar Children’s Rights, Universiteit Leiden
9 Right!
BUITENLAND Jeugdstrafrecht in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië
‘DE POLITIE BOND ME VAST AAN DE RADIATOR’ Hervorming van het jeugdstrafrecht in de Voormalige Joegoslavische
Republiek Macedonië is voor de Europese Unie voorwaarde voor onder handelingen over toetreding. De afgelopen jaren is er al veel veranderd, onder andere op het gebied van het verbeteren van wetgeving en het trainen van professionals. Carrie van der Kroon interviewde kinderen, beleidsmakers en maatschappelijke organisaties, in het bijzonder over de positie van minderjarige verdachten en veroordeelden.
door Carrie van der Kroon
Inspectie van een kindvriendelijke verhoorruimte, gefinancierd door de Nederlandse ambassade.
“I
k was zestien jaar. Nadat ik mijn verklaring had gegeven op het politiebureau, bonden agenten me vast aan de radiator. Na elk verhoor sloegen ze mij met een zaklantaarn. Ik heb drie dagen bloed geplast en heb nu blijvende schade aan mijn nieren.” Dat vertelt Ilir*. Hij zit in de enige jeugdgevangenis van het land, in Ohrid. Ook andere minderjarigen reppen van geweld, intimidatie, het onthouden van eten en (langdurige) opsluiting in isolatiecellen in donkere kelders. Ook corruptie en lange, onzekere procedures komen voor. Vroeger kende de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië nog veel meer problemen op het gebied van het jeugdstrafrecht. Minderjarigen in voorarrest werden niet gescheiden van volwassenen. Niet iedereen had toegang tot een advocaat. Er waren weinig programma’s om jeugdcrimi naliteit te voorkomen en om minderjarigen nazorg te bieden na hun vrijlating. Er was geen mediation, noch waren er taaken leerstraffen om minderjarigen zo veel mogelijk buiten het strafrecht te houden. Omdat er weinig werd geregistreerd, was er ook geen goed zicht op de aantallen minderjarigen die in contact kwamen met politie en justitie en op hoe het hen verder verging. De omstandigheden in gesloten instellingen en in detentie waren ondermaats. Gebouwen waren oud en onhygiënisch, veel dingen waren kapot. Er waren weinig sport- en onderwijs faciliteiten. De meeste professionals hadden niet de
10 Right!
vaardigheden om met kinderen om te gaan en werden niet (standaard) getraind. Het Kinderrechtencomité uitte hierover in 2010 zijn zorgen.
Omslag Met steun van UNICEF en de Europese Unie vond een omslag plaats. De mentaliteit, houding, het gedrag en het taalgebruik van professionals veranderden. Waar ze eerst sterk gericht waren op straffen en opsluiten, vinden ze nu dat minderjarigen een andere aanpak verdienen dan volwassenen. In die andere aanpak is preventie belangrijk en worden minderjarigen opgevoed en geresocialiseerd. De professionals vinden dat ze meer dan vroeger in het belang van het kind denken. “Alle agenten weten nu dat kinderen een speciale behandeling verdienen”, zegt Sacha Mamuzik, hoofdinspecteur in Bitola. Om dit voor elkaar te krijgen, werd de wetgeving verbeterd. Die is nu in overeenstemming met internationale standaards. Daarnaast werd een monitoringsysteem ontwikkeld om beter zicht te krijgen op jeugdcriminaliteit en op minderjarigen die in contact komen met politie en justitie. Elk jaar wordt een verslag gepubliceerd, dat wordt gepresenteerd aan het parlement en dat als input dient voor verdere wetgeving en beleid.
Zeer formeel Zesenzestig minderjarigen die in contact staan met politie en justitie namen deel aan een mentorprogramma. Geen van hen
kwam daarna weer in aanraking met de autoriteiten. Procedures zijn kindvriendelijker gemaakt door ze te verkorten. In zestien gemeentes zijn kindvriendelijke verhoorruimtes gecreëerd. Politie, sociaal werkers, advocaten, officieren van justitie en rechters werden getraind in kinderrechten en de omgang met minderjarigen. Er werken nu meer professionals in de sector, die bovendien meer gespecialiseerd zijn. Liljana Jakovcevska van het ministerie van Binnenlandse Zaken ervaart een groot verschil: “De speciale jeugdagenten weten nu hoe ze minderjarigen moeten interviewen.” Een jeugdagent in Kocani vertelt: “Het zoeken van bewijs is het makkelijke deel. Maar het tweede, het praten met het kind, is specifiek.” Trainingen hielpen de agenten om zich op dit punt te verbeteren. Dat was nodig, vindt een jeugdagente in Kavadarci: “Want het is lastiger om met kinderen te werken dan met volwassenen. Negentig procent van de kinderen is heel gesloten.” De lokale jeugdofficier, de advocaat en ouders kunnen nu aanwezig zijn bij het verhoor, in een aangrenzende ruimte. Dit gebeurt nog niet overal. Toch is er volgens jeugdofficier van justitie Dzjulijana Misevska een duidelijk verschil met vroeger: “Nu gaan wij ook naar het politiebureau en zien we de verdachte minderjarige daar. Vroeger zagen wij de minderjarige in de rechtszaal pas voor het eerst. Dat maakt de communicatie heel anders.” De grootste verandering is volgens Dzjulijana “de verandering in ons bewustzijn; we zijn er niet om het kind te straffen maar
om het te helpen. Ik moet eerlijk zijn: we waren vroeger zeer formeel.” Jeugdagenten zijn zich bewust van hun verantwoordelijkheid: “Eén misstap in ons werk kan grote schade opleveren voor de toekomst van het kind”, zegt een jeugdagent in Kocani.
Kelder Ondanks de vooruitgang die is geboekt, blijven er zorgen bestaan. De achttienjarige Jetmir, die in de educatief- correctionele instelling Tetovo verblijft, vertelt hoe hij in 2012 werd behandeld door politie en justitie: “Ik zei dat ze mijn ouders moesten bellen en dat wilden ze niet doen. Ik had mijn astmapompje nodig. Toen ik niet lekker werd, belden ze uiteindelijk mijn ouders. Zo kwamen die er achter dat ik was opgepakt. Mijn vriend en ik werden in een cel in de kelder gestopt. Er was alleen één kleine stoel. We kregen geen eten. Ik had eten gevraagd, want ik voelde me niet goed. Ze lieten me één keer naar de wc gaan omdat ik me niet lekker voelde. Ik kreeg niet eens water. In de ochtend gingen we naar de rechter en van daaruit moest ik naar Sutka (een gevangenis waar voorlopige hechtenis wordt uitgevoerd, CvdK). Dat was het allerergst, want ik was twee maanden alleen in een kamer, 23,5 uur per dag. Ik had met niemand contact. Het was heel moeilijk. Steeds als ik eraan terugdenk, begin ik te zweten en word ik bang. Niemand keek naar hoe het met mij ging en hoe ik me voelde. De rechter telde de tijd die ik daar heb gezeten uiteindelijk ook niet mee.” 11 Right!
Kind in rechtspraak Bevolkingsaantal 2,1 miljoen Etnische Macedoniërs 64% Etnische Albanezen 25% Etnische Roma 3% Minderjarigen 440.000 Minimumleeftijd voor strafrechtelijke verantwoordelijkheid 14 Minderjarigen in aanraking met de politie in 2013 1.005 Minderjarigen bijgestaan door advocaat op politiebureau 27% Minderjarigen in voorarrest in 2012 15 Veroordeelde minderjarigen in 2013 473 Opgelegde taakstraffen 0 Gevallen van mediation 0 Personen tot 23 jaar in jeugdgevangenis Ohrid, juli 2014 11 Minderjarigen in educatief-correctionele instelling Veles, juli 2014 27
Uit de interviews komt naar voren dat niet alle professionals een mentaliteitsverandering hebben ondergaan. Ook is er een nijpend tekort aan allerlei zaken, waardoor professionals niet altijd hun werk kunnen uitvoeren zoals in de wet is voorgeschreven. Zo komen sociaal werkers weinig toe aan het afleggen van bezoeken omdat ze veel papierwerk moeten verrichten, is er weinig ondersteunend personeel en zijn er geen auto’s en chauffeurs voorhanden. Verder vinden er veel en snelle personeelswisselingen plaats. Ook komen geweld en een onrechtvaardige behandeling van minderjarigen nog steeds voor. In 2013 werd maar 27 procent van de aangehouden minderjarigen op het politiebureau bijgestaan door een advocaat. Ook van andere wettelijke mogelijkheden wordt niet altijd gebruik gemaakt. Zo worden taakstraffen en mediation nog helemaal niet toegepast. Door een gebrek aan middelen zijn er geen taakstrafprogramma’s op lokaal niveau beschikbaar. Rechters zijn niet enthousiast over mediation, waarschijnlijk uit angst dat zij hun maandelijkse quotum aan zaken niet halen. Officieren van justitie zouden hun zaken niet willen uitbesteden aan mediators.
te snijden. Er zijn kinderen zonder moeder. We willen iets leuks hier. Het is belangrijk dat kinderen iets leuks gegeven wordt zodat ze zich vrolijk kunnen voelen.” Er is meer nodig om wettelijke standaarden te halen, leefomstandigheden te verbeteren en minderjarigen deel te laten nemen aan mediation, preventie- en nazorgprogramma’s. Hiervoor zal onder meer het maatschappelijk middenveld verstevigd moeten worden. Maar Jetmir betwijfelt of er ooit wezenlijk iets zal veranderen: “Het is moeilijk om de manier van berechten te veranderen in dit land.” De situatie in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië staat niet op zichzelf. Ook in omringende landen vinden hervormingen van het jeugdrecht plaats. Veel oudJoegoslavische landen kennen ongeveer een zelfde rechtsstelsel. Een jeugdagent in Kocani blikt nostalgisch terug: “In de Joegoslavische tijd was het makkelijk. We sloegen het kind in het gezicht en dan vertelde het alles.” * Om privacyredenen zijn de namen van minderjarigen in dit artikel gefingeerd.
Geen tv Minderjarigen die worden opgesloten in de jeugdgevangenis in Ohrid belanden steevast eerst in eenzame opsluiting in de kelder. Ook in de educatief-correctionele instellingen wordt nog veel gebruik gemaakt van eenzame opsluiting in de kelder. In de educatief-correctionele instelling in Tetovo zijn de leef omstandigheden onder de maat. Minderjarigen vertellen dat er niks te doen is en klagen over de hygiëne en de behandeling. Er wordt geen onderwijs gegeven en er worden nauwelijks (sport)activiteiten georganiseerd. Jetmir, die in Tetovo verblijft: “Het is niet leuk voor ons hier. We hebben geen tv in onze kamer en we hebben niks te doen als groep. De ramen zijn kapot en er komt water naar binnen als het regent. Ze geven ons niet genoeg eten en kinderen vechten onderling. Sommigen proberen hun aderen door 12 Right!
De educatief-correctionele instelling in Tetovo.
Omgang met louter biologische vader Een man verzoekt om een omgangsregeling met zijn minderjarige kind. De man heeft tot het voorjaar van 2004 een relatie gehad met een vrouw. Zij hebben samen een kind gekregen, maar de man heeft dit kind nooit gezien. Dit kind is vervolgens door een andere man erkend in 2007. De man heeft in 2008 al een verzoek ingediend tot omgang, maar hij is toen niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek. Volgens de Nederlandse wet hebben alleen de juridische ouders van een kind en personen die in een nauwe persoonlijke betrekking staan tot het kind het recht om een omgangsregeling te verzoeken. De man was geen van beide. De rechter oordeelt nu dat het verzoek van de man om omgang wel behandeld moet worden, omdat er anders inbreuk wordt gemaakt op de bescherming van zijn privéleven, zoals beschermd door artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Of er ook omgang moet plaatsvinden, bepaalt de
rechter nadat partijen en de Raad voor de Kinderbescherming zijn gehoord. Het belang van het kind moet daarbij de doorslag geven. Rechtbank ’s-Gravenhage, 8 april 2014, ECLI:NL:RBDHA:2014:6336�����������������
Baanbrekende uitspraak Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft geoordeeld dat Nederland heeft gehandeld in strijd met het recht op gezinsleven uit artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. De Surinaamse mevrouw Jeunesse woont al zestien jaar in Nederland, kwam op een toeristenvisum naar Nederland en had nooit een verblijfsvergunning. Ze trouwde een Nederlandse man en kreeg drie kinderen, die de Nederlandse nationaliteit hebben. Haar adres was altijd bekend bij de autoriteiten, maar die hebben haar nooit uitgezet. Volgens het Hof heeft Nederland in de procedures enige, maar onvoldoende, aandacht gehad voor de kinderen.
De nationale autoriteiten dienen in gezinsmigratiezaken altijd expliciet aandacht te besteden aan de uitvoerbaarheid, haalbaarheid en proportionaliteit van een eventuele verhuizing naar een ander land voor de kinderen. Het ‘belang van het kind’ (Artikel 3, VN-Kinderrechtenverdrag) is van zeer groot gewicht. EHRM 3 oktober 2014, Application no. 12738/10, Jeunesse tegen Nederland ������
Kritische kinderrechter De William Schrikker Groep (WSG) vraagt verlenging van een machtiging uithuisplaatsing in de accommodatie voor gesloten jeugdzorg Almata. De WSG heeft toegegeven dat Almata niet de meest geschikte plek is voor de minderjarige, maar wel een stabiele plek totdat de ideale plaats kan worden gevonden. De WSG had een indicatie van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) aangevraagd, die nodig was voor plaatsing van de minderjarige in een meer geschikte instelling, maar die is afgewezen. De WSG hoopt dat een aanpassing van de rapportage van De Bascule alsnog zal leiden tot afgifte van de aangevraagde CIZ-indicatie. In Almata kan de minderjarige niet de individuele benadering krijgen die hij nodig heeft, en helaas ook geen ondersteunende therapie. De minderjarige heeft aangegeven dat het goed met hem gaat in Almata en dat hij liever niet weer naar een andere plek gaat. De kinderrechter oordeelt dat de gronden voor een gesloten plaatsing aanwezig zijn, maar uit stevige kritiek op het feit dat voor deze minderjarige niet de hulp beschikbaar is die hij nodig heeft door het ontbreken van de nodige middelen en deskundigheid. De rechter ziet geen middelen om af te dwingen dat de minderjarige de behandeling krijgt waar hij recht op heeft. Hij roept alle partijen op om in het belang van de minderjarige zo spoedig mogelijk de behandeling mogelijk te maken die hij nodig heeft en geeft de machtiging gesloten plaatsing toch af. Rechtbank Amsterdam, 24 juni 2014, ECLI:NL:RBAMS:2014:3910 ����������������
13 Right!
Illustratie: Josee Tesser
Macedonisch jeugdstrafrecht in cijfers
INTERVIEW Winnares Kinderrechtenscriptieprijs op bezoek in Genève
‘KIND ZIJN IS HET BELANGRIJKSTE KINDERRECHT’ In 2013 werd de eerste Jaap Doek Kinderrechtenscriptieprijs u itgereikt.
Rekha Ramlal won met haar scriptie over de ervaringen van minderjarigen bij het minderjarigenverhoor in civiele zaken. Als winnares mocht zij een paar dagen naar Genève om een zitting van het VN-Kinderrechtencomité mee te maken. Right! sprak haar daarna in Den Haag.
Jij dong destijds als enige niet-rechten student mee naar de Kinderrechten scriptieprijs. Hoe dat zo? “Ik deed de master forensische orthopedagogiek aan de Universiteit van Amsterdam. Ik heb eerder rechten gestudeerd. Ik begon aan de Erasmus Universiteit en stapte toen over naar de Universiteit Leiden. Ik heb een master strafrecht en burgerlijk recht gedaan. Tijdens mijn studie ben ik gaan werken bij de rechtbank in Den Haag. Ik was aanwezig bij zittingen en minderjarigenverhoren en dacht: hoe doen die rechters dat eigenlijk? Met alleen juridische kennis nemen ze pedagogische beslissingen over een kind. Vandaar die master forensische orthopedagogiek. Ik denk overigens niet dat alle kinderrechters pedagoog moeten zijn. Ik vind wel dat ze zich moeten verdiepen in bepaalde pedagogische 14 Right!
aspecten. Je moet namelijk bepaalde zaken kunnen herkennen in rapportages van bijvoorbeeld Bureau Jeugdzorg. Enige kennis van zaken is wel gewenst.” Jouw scriptie ging over minderjarigenverhoren en hoe kinderen daar tegenaan kijken. Waarom dit onderwerp en waar kwam je achter? “Het onderwerp hield me al een tijdje bezig omdat ik bij de rechtbank bij minderjarigenverhoren heb gezeten. Die verhoren zijn vaak heel kort. Ik vroeg me af of een kind wel in staat is zijn mening kenbaar te maken aan een rechter die het niet kent. Vaak zit het kind in een spanningsvolle situatie. Ik heb uiteindelijk 35 kinderen vragen voorgelegd. De meesten hadden wel het gevoel hun mening kenbaar te kunnen maken tijdens het korte minderjarigenverhoor.
door Alexandra Barendsen
Daar zit waarschijnlijk een sociale wenselijkheidsfactor bij. Er was er maar één die heel duidelijk zei: nee, ik heb niet kunnen zeggen wat ik wilde. Ik heb ook gekeken of begrip, duidelijkheid en ruimte van de rechter het gevoel beïnvloeden dat kinderen hun mening kunnen geven. Begrip bleek een van de belangrijkste factoren te zijn. Duidelijkheid was niet direct van invloed. Het maakt dus minder uit wat je zegt, veel meer hoe je het zegt en hoe je je gedraagt als rechter.” Op de dag van de uitreiking had je een groot publiek bij je. Zelfs je pasgeboren nichtje was erbij. Hoe was het om te horen dat jouw scriptie als beste werd verkozen? “Ik had inderdaad mijn zussen, ouders, man en nog meer mensen bij me. Mijn scriptiebegeleidster, Els Kornelis, was
er ook. Dat vond ik heel erg leuk. Ik wist natuurlijk wel dat mijn scriptie niet slecht was, maar ik had niet helemaal verwacht dat ik ook echt zou winnen. Ik vond het heel bijzonder om zo’n prijs te winnen.”
stellen. Ik was erg blij met Theo van het internationaal secretariaat van Defence for Children. Hij heeft mij de weg gewezen en me veel over Genève verteld. Hij deed dat op een heel leuke manier.”
Hoe is het je in Genève vergaan? “Dat was bijzonder. Al die verschillende VN-gebouwen en al die mensen die zich op de een of andere manier inzetten voor de rechten van mensen, het is heel bijzonder om daar tussen te lopen. Daarnaast is het hele politieke proces daar achter interessant. Ik mocht naar de zitting van Indonesië. Daar zag je dat van dat begrip ook terug: er werd eerst gezegd: ‘wat goed dat jullie er zijn’ en ‘wat zijn jullie al ver’. Honderd pluimen zeg maar, en vervolgens kwamen de kritische vragen. Omdat je al die pluimen hebt gegeven, kun je die kritische vragen
Hoe is het leven na het winnen van de scriptieprijs? “Goed. Ik kom net terug van huwelijksreis. We zijn naar Cuba geweest. Ik werk drie dagen in de week als jurist bij de Raad voor de Kinderbescherming. Daarnaast doe ik twee dagen per week, onder supervisie, pro justitia onderzoek als gedragsdeskundige. Als een kind of een jong meerderjarige een ernstig delict heeft gepleegd of veelvuldig delicten pleegt, vraagt de rechter of officier een psychologisch onderzoek. Is er sprake van een stoornis of verminderde toerekeningsvatbaarheid? Wat voor behandeling of maatregel zou in
het belang van een kind zijn? Naar dat soort vragen kijk je.” Heb je tips voor het schrijven van een goede kinderrechtenscriptie? “Het moet een onderwerp zijn dat je zelf heel belangrijk vindt en waarvan je wilt dat het onder de aandacht komt. Wat ook heel erg bijdraagt, is als het klikt met je scriptiebegeleidster. Daar had ik geluk mee.” Welk kinderrecht vind jij belangrijk? “Het belangrijkste is dat kinderen zich geen zorgen hoeven te maken over allerlei volwassen zaken. Zij moeten zich zonder zorgen kunnen ontwikkelen. Dus: kind zijn, dat is het belangrijkste kinderrecht. Daar hangen natuurlijk allemaal basale rechten onder. Kinderen moeten de begeleiding, ondersteuning en veiligheid krijgen die nodig is om kind te kunnen zijn.” 15 Right!
DE WERKDAG Nederlandse jongeren op bezoek bij het VN-Kinderrechtencomité
serieus genomen worden Alle landen die het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind hebben aangenomen, moeten eens in de vijf jaar verslag uitbrengen over de kinderrechten in hun land. In mei 2015 spreekt de Nederlandse overheid hierover voor de vierde keer met het VN-Kinderrechtencomité. Voorafgaand daaraan mochten jongeren en mensenrechtenorganisaties hun eigen analyse p resenteren. Op 24 september bezocht de Nederlandse delegatie het VN-Kinderrechtencomité in Genève.
O
p dinsdag 23 september vertrok de grote Nederlandse delegatie (zie voor de samenstelling daarvan het kader) van Schiphol naar het mooie Genève. Doel was de zogeheten pre-session met het VN-Kinderrechtencomité. Voornaamste agendapunt daar: de vierde periodieke rapportage van het Kinderrechtencollectief over de implementatie van het VN-Kinderrechtenverdrag in Nederland. Tot de dag van vertrek werkte de delegatie nog hard aan de statements die zij wilde afleggen en bereidde zij zich goed voor op mogelijke inhoudelijke vragen van het comité. De jongeren namen hun presentaties nog eens door en oefenden hun Engels.
16 Right!
door Pien Klieverik
Voor velen was het het eerste bezoek aan de VN. Na aankomst in Genève was er gelukkig tijd voor een wandeling langs het meer en door het oude centrum. ’s Avonds was er een diner met de hele Nederlandse delegatie. Tijdens het diner werd nog overlegd over de sessie van de volgende dag.
Children’s Meeting Op woendag 24 september was het zo ver. De voltallige d elegatie van ngo’s, een jongerendelegatie en een delegatie uit Aruba en Curaçao, die gezamenlijk Caribisch Nederland vertegenwoordigden, toog naar het VN-Kinderrechtencomité. De pre-session vond ’s ochtends en in de namiddag plaats. Aloys van Rest, directeur van Defence for Children, opende namens het Kinderrechtencollectief de dag en maakte een algemeen statement. Daarna kregen de verschillende ngo’s de kans om hun rapport toe te lichten. Tijdens de middagsessie werden de inhoudelijke vragen van de leden van het comité over de situatie in Nederland beantwoord. Tussen twee en drie uur ’s middags was de zogeheten Children’s Meeting. In deze speciale sessie kon de jongerendelegatie in een informele setting haar punten onder de aandacht brengen en in gesprek gaan met de leden van het comité. De jongeren begonnen met een korte presentatie over verschillende onderwerpen. De een sprak over kindermishandeling, de ander over jongerenparticipatie, een derde over de kwaliteit van het onderwijs in Aruba. Het comité was erg geïnteresseerd in de persoonlijke ervaringen van de j ongeren en stelde veel vragen. De voornaamste punten van de Nederlandse delegatie, zoals ook vastgelegd in de rapportage, waren:
• Voorzieningen voor kinderen, zoals zorgleerlingen, staan onder druk door de bezuinigingen. • Er moet meer worden gedaan voor de jaarlijks meer dan 118.000 kinderen die slachtoffer zijn van kindermishandeling. • De decentralisatie van de jeugdzorg brengt risico’s met zich mee, zoals rechtsongelijkheid tussen kinderen. • Er is meer aandacht nodig voor kinderen in migratieprocedures. • De positie van minderjarige slachtoffers van uitbuiting moet worden verbeterd. • Het is ontoelaatbaar dat Nederland wereldwijd in de top drie staat van landen waar kinderporno wordt gehost. • Er zijn meer data nodig voor een adequate monitoring van kinderrechten. • Nederland moet meer geld steken in kinderrechten en onderwijs in ontwikkelingslanden. • Het is zorgelijk dat jongeren in Nederland al vanaf hun vijftiende jaar militaire opleidingen kunnen volgen. • Er ontbreekt een minister van Jeugd die beleidsmaatregelen en aandachtspunten kan coördineren. Hoe nu verder? “De comitéleden luisterden goed, maar het is nooit zeker of er echt iets mee gedaan gaat worden”, aldus een van de jongeren uit de delegatie. Het comité gaat een list of issues sturen aan de Nederlandse regering, waarin de belangrijkste knelpunten verwoord worden. Dan is het afwachten. De ervaring maakte veel indruk op de jongeren. “Ik heb altijd al de Verenigde Naties toe willen spreken, omdat ze op grote schaal
positieve veranderingen kunnen creëren”, aldus Andre Damian, lid van de jongerendelegatie. Hij vindt dat er nog veel werk aan de winkel is: “De meeste mensen maken zich geen zorgen over de kinderrechtensituatie in Nederland, terwijl er nog veel ruimte voor verbetering is - ik vind eigenlijk ook dat er meer aandacht voor kinderrechten moet komen in het onderwijs. Kinderen zijn misschien jong en onervaren, maar we hebben passies, ambities en dromen en we verdienen het om in een veilige omgeving op te groeien. Het is tijd dat we serieus worden genomen en niet alleen worden gezien als zwakkeren die moeten worden beschermd.”
DE NEDERLANDSE DELEGATIE De delegatie die op 24 september het VN-Kinderrechtencomité bezocht, was een vertegenwoordiging van het Kinderrechten collectief, bestaande uit NJR (Nationale Jeugdraad), UNICEF, Augeo Foundation en Stichting Kinderpostzegels Nederland, onder voorzitterschap van Defence for Children. Het Kinder rechtencollectief opereert namens zo’n zeventig Nederlandse organisaties. Ook de Kinderombudsman, SIFMA & FAJ (coalitie Curaçao) en het College voor de Rechten van de Mens namen aan de bijeenkomst in Genève deel. Behalve de rapportage van het Kinderrechtencollectief – met daarin expliciet aandacht voor bescherming van kinderen in gewapende conflicten – stond het jongerenrapport van de NJR op de agenda. Dat bevat interviews met kinderen en jongeren en de resultaten van een grote enquête over kinderrechten. 17 Right!
Actie!
Cultuur
Defence for Children Sierra Leone en Liberia gaan op pad
SAMEN TEGEN EBOLA Het ebolavirus heeft een aantal landen in Afrika hard getroffen. Defence for Children Sierra Leone en Liberia zijn meteen in actie gekomen. Samen met partners uit hun netwerken zetten ze zich in om de epidemie een halt toe te roepen. Medewerkers, Girls Clubs en andere lokale groepen trekken erop uit om voorlichting te geven en mensen bewust te maken van wat ze zelf kunnen doen om besmetting te voorkomen. Met opvallende t-shirts zijn ze goed zichtbaar in de gemeenschappen
aanwezig. Ze delen flyers uit, maar ook desinfecterende en beschermende middelen. Medewerkers verlenen ook psychosociale steun aan kinderen die hun ouders hebben verloren door de ebola-epidemie. Media worden benaderd om informatie te verspreiden en de bewustwording te vergroten. Defence for Children Sierra Leone en Liberia maken zich samen sterk tegen ebola. Want alleen samen kun je het virus stoppen! Meer informatie: www.defenceforchildren.nl
Dit jaar bestaat het VN-Kinderrechtenverdrag 25 jaar. Rond de Internationale Dag van de Rechten van het Kind op 20 november aanstaande worden daarom in heel Nederland bijzondere activiteiten georganiseerd. Hier een greep uit het programma.
Kinderrechtenweek in het Kinderrechtenhuis Kinderrechten Filmfestival Van 18 tot en met 20 november vindt weer het Kinderrechten Filmfestival plaats in het Kinderrechtenhuis te Leiden. Overdag zijn er films voor kinderen en jongeren en in de avond voor volwassenen en studenten. Uiteenlopende kinderrechtenthema’s komen aan bod, zoals vluchtelingenkinderen, kinderarbeid en de rechten van meisjes. Na elke film vindt een gesprek plaats met een interessante gastspreker.
Prijsvraag Right! geeft 2 x 2 vrijkaarten weg voor een avondvoorstelling. Beantwoord daarvoor de volgende vraag: In welke industrie werkten kinderen veelal in de 19e eeuw in Leiden? a. Mijnbouw b. Textielindustrie c. Landbouw Stuur uw antwoord voor 8 november naar
[email protected] o.v.v. ‘Prijsvraag Right’, naam, e-mailadres en telefoonnummer. Winnaars ontvangen bericht.
KinderrechtenTOP De KinderrechtenTOP is een interactief programma waarin kinderen kennismaken met verschillende dilemma’s
rondom kinderrechten. Kinderen uit de groepen 7 en 8 van verschillende basisscholen zullen gedurende deze week deelnemen aan de TOP en zo uitgedaagd worden om met elkaar in discussie te gaan.
Internationaal congres over het Kinderrechtenverdrag Deze internationale conferentie georganiseerd door de Universiteit Leiden brengt wetenschappers, professionals en studenten samen rond het thema kinderrechten, tijdens een tweedaags programma met discussie en reflectie op verleden en toekomst van het Kinderrechtenverdrag en de invloed daarvan op het agenderen van kinderrechtenthema’s. 17–19 november 2014, Stadsgehoorzaal, Leiden. Voor meer informatie: www.kinderrechtenweek.nl
Kinderrechtentop Expositie The Big Draw Tekenfestival The Big Draw Leiden staat dit jaar in het teken van kinderrechten. Leerlingen uit de groepen 7 en 8 van Leidse basisscholen werken onder leiding van kunstenaars aan tekeningen die gezamenlijk in een expositie in onder andere het Kinderrechtenhuis getoond worden.
Tijdens deze door UNICEF in samenwerking met het Kinderrechtencollectief georganiseerde conferentie gaan kinde ren en jongeren, beleidsmakers en andere professionals uit binnen- en buitenland werken aan een verdere verankering van het Kinderrechtenverdrag in de maatschappij, tijdens onder andere diverse rondetafeldiscussies en creatieve werksessies. 20 november, Hooglandse Kerk, Leiden. Voor meer informatie: www.kinderrechtenweek.nl
En verder Mulock Houwer-lezing, Weekendklas, side-event van de internationale conferentie 25 Years CRC, Weeshuis Kinderonderzoeksgroep, Congres Zwerfjongeren, Finale Mootcourt, subsessies Kinderrechtentop, Filosofiegroep, uitreiking van Het Leidse Jeugdlintje. Voor meer informatie: www.kinderrechtenhuis.nl
Kinderrechtenfestival in Den Haag Om het belang van kinderrechten in de praktijk duidelijk te maken én te vieren dat het Kinderrechtenverdrag 25 jaar bestaat, organiseert de gemeente Den Haag op zondag 16 november van 12.30 uur tot 16.00 uur een Kinderrechtenfestival in het Atrium van het stadhuis. Er vinden allerlei activitei ten plaats voor kinderen en ouders. Thema van het Kinderrechtenfestival is namelijk Meepraten, meedenken, meebeslissen. Voor meer informatie: www.denhaag.nl/home/ bewoners/to/Festival-25-jaar-Kinderrechten
Kinderrechten Filmfestival – Hoppet.
18 Right!
19 Right!
Beeld: Dick Schoonenwolf
All Right!