NATIONALE BANK VAN BELGIE
TIJDSCHRIFT voor Documentatie en Voorlichting VERSCHIJNT MAANDELUKS
Studiedienst
X.XXIXe Jaargang, Deel I, Nr 2
Februari 1964
Dit tijdschrift wordt als objectieve documentatie uitgegeven. De artikels geven de opvatting van de schrijvers weer, onafhankelijk van de mening der Bank.
INHOUD : Toekomstige tendenties van het internationale handelsverkeer, door B. Balassa — Literatuur in verband met de economische en financiële problemen van België — Economische wetgeving — Statistieken.
TOEKOMSTIGE TENDENTIES VAN HET INTERNATIONALE HANDELSVERKEER * door Bela BALASSA, Associate Professor of Economics aan de Universiteit van Yale.
De jongste jaren heeft men zich vaak afgevraagd of het mogelijk zou zijn de economische groei met goed gevolg van de industrielanden naar de minderontwikkelde gebieden over te brengen. Terwijl de groei van de Britse economie, ingevolge het ontbreken van elke vorm van landbouwbescherming en van een toereikende binnenlandse grondstoffenvoorziening, in de XIXe eeuw oversloeg op de landen die de voedingsmiddelen en grondstoffen leverden, zou het overbrengingsmechanisme thans geen bevrediging meer geven. Verscheidene argumenten werden aangevoerd om die bewering te staven : de geringe elasticiteit van de vraag naar voedingsmiddelen, het landbouwprotectionisme van de industrielanden, het grotere aandeel van de diensten in de
verbruiksuitgaven, de toenemende fabricage van produkten waarin minder grondstoffen verwerkt worden, de vervanging van natuurlijke door synthetische stoffen en de vermindering van de inputbehoeften in de afzonderlijke industrieën ( 1 ). Beweerd wordt dat, door toedoen van die factoren, de invoer van basisprodukten tegen een trager tempo zou gaan stijgen dan het bruto nationaal produkt van de industrielanden en dat de betrekkelijk trage expansie van deze handel een hinderpaal betekent voor de groei van het inkomen van de niet-industriële gebieden. In dit verband werd gewezen op de dubbele rol van de uitvoer in het economische expansieproces. Enerzijds, heeft de uitvoer op de inkomens de uitwerking van een multiplicator; anderzijds, remt de trage groei van de uitvoerontvangsten de expansie van de invoer. In verband met deze laatste werd de mening geopperd dat terwijl de inkomens-
" Dit artikel steunt hoofdzakelijk op mijn boek, Trade Proslente van 1964 door Richard D. Irwin, Homewood, Ill., zal worden gepubliceerd. Mijn onderzoekingen werden vergemakkelijkt door de financiële steun van het Amerikaanse Staatsdepartement, de Internationale Ontwikkelingsassociatie en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, die ik mijn dank betuig voor hun medewerking.
( 1 ) Voor degelijke uiteenzettingen over deze standpunten, zie : Ragnar Nurkse, Patterns of Trade and Development, The Wicksell Lectures, Stockholm, 1959; Raul Prebisch, a Commercial Policy in the Underdeveloped Countries », American Economie Review, Papers and Proceedings, maart 1959, blz. 251-277; en Dudley Seers, a A Model of Comparative Rates of Growth in the World Economy », Economie Journal, maart 1962, blz. 45-78.
I. UITVOER EN ECONOMISCHE GROEI IN DE ONTWIKKELINGSLANDEN
pects for Developing Countries, dat in de
—134 — elasticiteit van de vraag naar invoer in de gezamenlijke industrielanden kleiner is dan de eenheid, het stijgingspercentage van de invoer groter is dan het inkomensaccres in de landen die basisprodukten produceren. Gelijke groeipercentages in beide groepen van landen zouden dan ook leiden tot een verstoring van de betalingsbalans in het voordeel van de industrielanden en in de veronderstelling dat de overige omstandigheden ongewijzigd blijven, zou dit gebrek aan evenwicht een verslechtering van de ruilvoet van de niet-industriële landen teweegbrengen. Tijdens de jaren 1928-1955 nam de invoer van de industrielanden inderdaad aanzienlijk trager toe dan hun bruto nationaal produkt. Tijdens die periode ging een stijging met 88 pet. van het bruto nationaal produkt in de industrielanden gepaard met een verhoging van het invoervolume met 38 pct. Terzelfder tijd verbeterde de ruilvoet van de landen die basisprodukten produceren, aangezien hun uitvoerprijzen gemiddeld met 97 pct. stegen, terwijl de Tabel I.
toeneming van de waarde per eenheid van de uitvoer der industrielanden 80 pct. bedroeg ( 1 ). Dientengevolge vermeerderde de koopkracht van de uitvoer van de landen die basisprodukten produceren, met 51 pct. De waargenomen veranderingen in de invoervolumes en de ruilvoet blijken in strijd te zijn met de theorie van Prebisch en anderen, volgens dewelke een inkrimping in de uitvoer van de landen die basisprodukten produceren, gepaard zou gaan met een verslechtering van hun ruilvoet. De veranderingen van de ruilvoet werden blijkbaar beïnvloed door een verschuiving in het nettokapitaal- en dienstenverkeer en door het ontoereikende aanbod van sommige basisprodukten in de eerste helft van de jaren vijftig. Terwijl de gezamenlijke niet-industriële landen in 1928 een tekort hadden van $ 1,7 miljard op hun kapitaal- en dienstentransacties, maakte dit (1) Trends in International Trade, Algemene Overeenkomst inzake Handel en Tarieven. Verslag door een groep «parten, Geneve, 1958, blz. 20.
Uitvoer van de landen die basisprodukten produceren, naar de industrielanden (1928 = 100)
Bron : Uitvoer :
Trends in International Trede. Bruto nationaal produkt : Bele Balassa, Trade Prospects for 1)eveloping Countriee (ter perse), tabel 1.1.1. Volume
Voedingsmiddelen uit de gematigde streken en concurrerende tropische voedingsmiddelen Niet-concurrerende tropische voedingsmiddelen Landbouwgrondstoffen Mineralen, brandstoffen uitgezonderd, en metalen Brandstoffen Gezamenlijke uitvoer naar de industrielanden 1 • Bruto nationaal produkt van de industrielanden
Waarde per eenheid
1928
1937-1988
1955
1928
100 100 100
102 116 116
86 135 140
100 100 100
100 100
109 137
144 479
100
109
100
113
Waarde
1955
1928
66 53 64
177 253 174
100 100 100
67 61 74
151 341 244
100 100
82 101
223 213
100 100
89 138
320 1.020
138
100
69
197
100
75
271
188
n.b.
n.b.
n.b.
n.b.
n.b.
n.b.
1937-1988
1987-1988
1955
Incl. fabrikaten.
tekort in 1955 plaats voor een overschot van $ 0,3 miljard ( 1 ). Terzelfder tijd werd de grootste verbetering van de ruilvoet waargenomen voor de tropische dranken, de delfstoffen en de metalen, waarvoor het aanbod in 1955 ontoereikend was, terwijl de ruilvoet van de landen die andere voedingsmiddelen en landbouwgrondstoffen uitvoeren verslechterde. Ten aanzien van de uiteenlopende trend van de invoer en de inkomens van de industrielanden, dient rekening gehouden met de weerslag van de overheidsmaatregelen op de structuur van de wereldhandel tijdens en onmiddellijk na de tweede wereldoorlog. Die maatregelen hebben de produktie van ( 1 ) Ibidem, blz. 28.
synthetische rubber en vezels in de hand gewerkt en de nationale landbouw van de industrielanden beschermd, maar alhoewel verschillende van die maatregelen een duurzame weerslag hadden op de structuur van de handel, kan een onderzoek van de naoorlogse periode als dusdanig een beter beeld geven van de toekomstige evoluties. Ten einde de jaren onmiddellijk na de oorlog evenals de periode van de Koreaanse oorlog uit te sluiten, verkozen wij de gegevens van de jaren 1953-1954 en 1960 • 1.961 met elkander te vergelijken. Zoals blijkt uit de inlichtingen van tabel II, steeg het bruto nationaal produkt van de industrielanden tussen 1953-1954 en 1960-1961 met 31 pct., terwijl de invoer uit de ontwikkelingslanden met 48 pct. toenam. Gedurende dezelfde periode daalden de uit-
— 185 --Tabel II.
Uitvoer van de ontwikkelingslanden naar de industrielanden, 1953.1954 en 1960-1961 Bron : Trade Prospects for Devcloping Countries, tabel 1.1.8. Tegen vaste prijzen van 1955
(Miljoenen dollars)
Voedingsmiddelen uit de gematigde streken Concurrerende tropische voedingsmiddelen Niet-concurrerende tropische voedingsmiddelen Landbouwgrondstoffen Mineralen, brandstoffen uitgezonderd, en metalen Brandstoffen Fabrikaten Gezamenlijke uitvoer naar de industrielanden Bruto nationaal produkt van de industrielanden (miljarden dollars)
Indexcijfer 1960-1961
(Aasla 1953-1954 = 100 ) van
Tegen lopende prijzen
(Miljoenen dollars)
Indexcijfer 19604961
( Basis 1953-1954 = 100 ) op grond van lopende prijzen (7 ) (3) x (4)
de waarde per eenheid
1953-1954
1960-1961
(4 )
(5)
(8)
98,0
1.691
2.100
124,3
108,3
92,9
2.013
2.026
100,6
4.044 3.991
140,4 109,4
59,2 107,2
3.258 2.970
2.708 3.485
83,1 117,3
2.076 1.846 447
2.799 5.237 1.109
134,8 283,7 248,1
98,3 97,8 110,7
1.796
132,5
446
2.379 5.025 1.225
274,7
14.335
21.189
147,8
91,7
13.985
18.947
135,5
131,0
n.b.
n.b.
n.b.
1953-1954
1960-1961
het volume
(1)
(2)
(3)
1.541
1.954
126,8
1.899
2.056
2.881 3.647
700,7
920,5
voerprijzen in de ontwikkelingslanden met 8 pct., terwijl de invoerprijzen met 2 pct. stegen, zodat de koopkracht van hun uitvoer met 33 pct. toenam. In verband met de vervanging van steenkolen door petroleum, gaven de brandstoffen de grootste expansie te zien : zij namen de helft van de gezamenlijke stijging van de uitvoer van de minderontwikkelde gebieden voor hun rekening. Een gedeelte van de waardevermeerdering van de uitvoer van brandstoffen keerde evenwel naar de industrielanden terug in de vorm van winsten van de petroleummaatschappijen. In 1960-1961 bedroegen de winsten van de buitenlandse petroleummaatschappijen die in de ontwikkelingslanden werkzaam waren, ongeveer 30 pct. van de waarde der uitgevoerde brandstoffen, en zelfs indien we veronderstellen dat dit percentage in het midden van de jaren vijftig hoger was, kunnen de petroleumwinsten tussen 1953-1954 en 1960-1961 met ongeveer $ 1 miljard gestegen zijn. De uitvoerontvangsten van de ontwikkelingslanden, na aftrek van de winsten op de petroleum, vertonen een stijging van 30 pct. Tijdens dezelfde periode steeg de waarde van de uitvoer van basisprodukten, brandstoffen uitgezonderd, met slechts 8 pct., terwijl de uitvoer van fabrikaten met ongeveer de helft toenam. Toch bereikte deze laatste nauwelijks 7 pct. van de gezamenlijke uitvoer van de minderontwikkelde gebieden. Bij de basisprodukten waren het de niet-concurrerende tropische voedingsmiddelen () die in ( 1 ) Bananen, koffie, cacao, thee en specerijen.
I
1.811
277,5
n.b.
volume het meest vooruitgingen, maar de prijsdaling van koffie en cacao, vergeleken met het hoge prijspeil van 1954, deed de waarde van de uitvoer achteruitgaan. Ondanks de in West-Europa gevoerde protectionistische politiek, steeg terzelfder tijd de invoer van voedingsmiddelen uit de gematigde streken ( 1 ), zowel in volume als in waarde, hoofdzakelijk ter oorzake van de grotere aankopen van vlees en vis door de Verenigde Staten. Anderzijds, is de minder gunstige ontwikkeling van de uitvoer van de concurrerende tropische voedingsmiddelen ( 2 ) te wijten aan de bescherming van de nationale suikerproduktie in de industrielanden en de toenemende belangrijkheid van de Amerikaanse soyabonen op de wereldmarkten, terwijl de invoer van landbouwgrondstoffen de weerslag ondervond van de groeiende aanwending van synthetische stoffen. Ten slotte, vertoonde de invoer in West-Europa van mineralen, brandstoffen uitgezonderd, en van metalen een vlugge stijging in verband met de uitbreiding van de materiaal-intensieve bedrijven, terwijl weinig verandering viel waar te nemen in de invoer van de Verenigde Staten, waar de voorraadvorming van strategisch materiaal een merkelijke vertraging vertoonde. In tegenstelling met de voorspellingen van talrijke auteurs, blijkt dat de koopkracht van de uitvoer der ontwikkelingslanden tijdens de jaren vijftig ongeveer in dezelfde verhouding steeg als het bruto (1) Vee en vlees, graangewassen, fruit en alcoholische dranken. (2) Oliezaden, oliën en vetten, suiker en tabak.
- 136 -
Met het oog op het onderzoek werden de landen in drie groepen ingedeeld : de industrielanden, de ontwikkelingslanden en de landen met een communistische economie. De eerste categorie omvat Noord-Amerika, West-Europa, Japan, Australië, Nieuw-Zeeland en Zuid-Afrika, terwijl de landen van Latijns-Amerika, Afrika, het Midden-Oosten en Azië als « in ontwikkeling » of « minderontwikkeld » geklasseerd werden ( 1 ). Ten slotte, zullen de Europese en Aziatische landen van het ChineesRussische blok afzonderlijk worden besproken. In 1960 bedroeg de f.o.b.-waarde van de goederen die door de ontwikkelingslanden naar de ontwikkelde landen uitgevoerd werden $ 19,5 miljard, d.i. haast negen tiende van hun gezamenlijke uitvoer, de interregionale handel uitgezonderd. Van dit totaal namen de petroleum en de petroleumprodukten, de belang-
nationaal produkt van de industrielanden, hoewel er grote verschillen bestaan van de ene soort grondstof tot de andere. In de volgende hoofdstukken zullen de handelsvooruitzichten van de ontwikkelingslanden behandeld worden.
II. VOORUITZICHTEN NOPENS DE UITVOER VAN DE ONTWIKKELINGSLANDEN
Wij maakten prognoses over de uitvoer van de ontwikkelingslanden naar de ontwikkelde volkshuishoudingen voor de jaren 1970 en 1975. De prognoses zijn opgemaakt, grondstof per grondstof, in twee varianten die gebaseerd zijn op verschillende onderstellingen t.a.v. de stijging van de inkomens in de ontwikkelde gebieden. Variante I is gebaseerd op een raming van het « meest waarschijnlijke » groeipercentage, terwijl variante II grotendeels overeenstemt met de door de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling vooropgestelde groeipercentages. De groeiprognoses zijn samengevat in tabel III. Tabel III.
( 1 ) Latijns-Amerika omvat al de landen en gebieden in Zuid- en Centraal-Amerika, evenals Mexico en West-Indië. Afrika is bedoeld als het Afrikaanse continent, met uitzondering van Zuid-Afrika. De Aziatische landen van het Nabije Oosten, waarvan de uitvoer overwegend petroleum omvat, zijn gegroepeerd onder het Midden-Oosten, terwijl de niet-communistische landen van Azië ten westen van Iran onder Azië begrepen zijn.
B.N.P.-prognoses voor de industrielanden (Miljarden dollars, tegen prijzen van 1960)
Bron : Trade Prospects for Daveloping Countriee, Tabellen 2.8.1. en A. 2.7.1. 1960
1970
1975
1960-1970
1970-1975
446,1
I II
667,2 700,1
I II
804,5 865,4
3,9 4,4
3,6 4,1
31,5
I II
49,2 51,2
I II
60,0 63,5
4,5 5,0
4,0 4,4
394 , 7
I II
576,4 608,6
I II
691,5 750,7
3,9 4,4
3,7 4,3
Japan
55,6
I II
94,0 103,4
I II
119,9 138,4
5,4 6,4
5,0 6,0
Oceanië
36,1
I II
52,5 56,2
I II
63,4 70,2
3,8 4,5
3,8 4,6
I 1.739,3 II 1.888,2
4,1 4, 6
8,9 4,4
Verenigde Staten Canada West-Europa
Industrielanden
964,0
rijkste goederengroep, een vierde, of $ 5,1 miljard, voor hun rekening. Hierop volgde de uitvoer van niet-concurrerende tropische produkten, landbouwgrondstoffen, mineralen, brandstoffen uitgezonderd, en metalen, elk voor een bedrag van $ 3 miljard, terwijl de uitvoerontvangsten voortvloeiend uit de verkoop van voedingsmiddelen uit de gematigde streken en de concurrerende tropische voedingsmiddelen $ 2,2 miljard bedroegen. Ten slotte, kochten de industrielanden voor $ 1 miljoen fabrikaten in de minderontwikkelde gebieden.
I 1.439,3 II 1.519,5
In 1960 ging meer dan de helft van deze uitvoer naar West-Europa ($ 10,8 miljard), één derde naar de Verenigde Staten en Canada ($ 6,6 miljard), terwijl de gezamenlijke invoer van Japan, Oceanië en Zuid-Afrika nauwelijks 10 pet. van het totaal overtrof. De brandstoffen, de niet-concurrerende tropische voedingsmiddelen (hoofdzakelijk koffie), de delfstoffen en de metalen (koper, ijzererts) vertegenwoordigen het grootste gedeelte van de invoer van de Verenigde Staten. Voor West-Europa zijn de aankopen van brandstoffen en van landbouwgrond-
- 137 stoffen (voornamelijk rubber en katoen) het belangrijkst, gevolgd door die van de niet-concurrerende tropische voedingsmiddelen, van de voedingsmiddelen uit de gematigde streken, de mineralen, brandstoffen uitgezonderd, en de metalen. De brandstoffen en de landbouwgrondstoffen zijn eveneens de voornaamste invoerartikelen van Japan (katoen en rubber), Oceanië en Zuid-Afrika (rubber). Wat de ontwikkelingslanden betreft, komt de uitvoer van Latijns-Amerika op de eerste plaats met $ 7,9 miljard in 1960, waarvan de brandstoffen één vierde en de niet-concurrerende tropische voedingsprodukten (koffie en cacao) meer dan één vijfde vertegenwoordigen. In de Aziatische uitvoer, groot $ 4,4 miljard, zijn de landbouwgrondstoffen (rubber en jute) het belangrijkst; Afrika ($ 4 miljard) levert vooral delfstoffen en metalen (koper), terwijl de uitvoer van het Midden-Oosten, groot $ 3,1 miljard, haast uitsluitend uit petroleum bestaat.
Tabel IV.
Overeenkomstig onze prognoses zou de uitvoer van de ontwikkelingslanden naar de industrielanden, gemeten tegen prijzen van 1960, stijgen van $ 19,5 miljard in 1960 tot $ 29,1 miljard in 1970 en $ 36 miljard in 1975 bij de meest waarschijnlijke inkomensstijging, en tot $ 30,5 en $ 38,9 miljard indien de vooropgestelde groeipercentages van het inkomen bereikt worden. Voor de periode in haar geheel bedraagt de verwachte stijging van het bruto nationaal produkt in de industrielanden 80 pct. in de eerste hypothese en 96 pct. in de tweede, wat erop wijst dat de inkomenselasticiteit van de vraag naar invoer groter is dan de eenheid (tabel IV). Voor de ontwikkelingslanden dient evenwel rekening gehouden met de inkomens voortvloeiend uit de uitvoer, geraamd tegen courante prijzen, veeleer dan met inkomens uitgedrukt in vaste prijzen. Enerzijds, beïnvloeden de veranderingen van de vraag, die gepaard gaan met een economische groei, zowel
Uitvoer van de ontwikkelingslanden naar de ontwikkelde volkshuishoudingen
Bron : Trade Prospects for Developing Countries,
Tabel 8.1.1. 1975
II
1980
1970 I
1970 II
1975 I
19.496,0
29.097,0
30.479,0
36.010,0
38.915,0
100,0
149,2
156,3
184,7
199,6
19.496,0
26.734,0
28.418,0
33.054,0
36.217,0
100,0
137,1
145,8
169,5
185,8
Afgeleid indexcijfer van de uitvoerprijzen
100,0
91,9
93,4
91,7
93,1
Bruto nationaal produkt van de industrielanden tegen prijzen van 1955 : (Miljarden dollars)
964,0
1.439,3
1.519,5
1.739,3
1.888,2
100,0
149,3
157,6
180,4
195,9
Uitvoer naar de industrielanden tegen prijzen van 1960 : (Miljoenen dollars) (Indexcijfer)
Uitvoer naar de industrielanden tegen courante prijzen : (Miljoenen dollars) (Indexcijfer)
(Indexcijfer)
de ingevoerde hoeveelheden als de prijzen; anderzijds, zullen valutaopbrengsten berekend tegen courante i.p.v. tegen vaste prijzen een denkbeeld geven van de koopkracht van de uitvoer der ontwikkelingslanden. Tegen courante prijzen, werd de uitvoer van de ontwikkelingslanden naar de ontwikkelde volkshuishoudingen, naargelang de gekozen inkomenshypothese, geraamd op $ 26,7 of $ 28,4 miljard in 1970 en op $ 33,1 of $ 36,2 miljard in 1975. De uitvoer zou dus gemiddeld met 3,6 of 4,2 pct. per jaar toenemen en, op basis 1960, in 1975 170 of 186 pct. bereiken, respectievelijk berekend volgens beide inkomensvarianten. Verder dient melding te worden gemaakt van de verschillen die in de vooruitzichten voor de periode 1960-1970 en 1970-1975 tot uiting komen. Volgens
tabel IV zullen zich in de uitvoer, berekend tegen prijzen van 1960 en tegen courante prijzen, na de verwachte daling van de exportprijzen van verscheidene grondstoffen gedurende de jaren zestig, ongeveer gelijklopende veranderingen voordoen. Na 1970 zou het stijgingspercentage van de waarde van de uitvoer naar de industrielanden de groei van het bruto nationaal produkt van deze laatste overtreffen. Het blijkt bijgevolg .dat Prebisch en andere auteurs de expansiemogelijkheden van de uitvoer van de ontwikkelingslanden naar de ontwikkelde gebieden hebben onderschat. Over het algemeen, werd onvoldoende aandacht geschonken aan de verschillende prognoses in verband met de uitvoer van landbouwprodukten enerzijds, en van delfstoffen en metalen anderzijds. Hoewel de inkomenselasticiteit van de vraag naar alle grondstoffen wellicht kleiner
- 138 zal zijn dan de eenheid, zal voor de basisprodukten die in de industrielanden worden geproduceerd, de expansie van de invoer ook afhangen van de wijzigingen in de binnenlandse produktie. En ofschoon protectionistische maatregelen worden verwacht, die West-Europa zullen brengen tot een hogere graad van zelfvoorziening inzake voedingsmiddelen, zullen de beperkte omvang van de delfstoffenproduktie in de industrielanden en de toenemende invoer van non-ferrometalen in de vorm van ruw metaal ten nadele van de invoer van ertsen en concentraten, aan de ontwikkelingslanden ten goede komen. Ook wordt verwacht dat hun uitvoer van fabrikaten zal stijgen. In de totale waardestijging van de uitvoer tussen 1960 en 1975, geraamd op grond van de « meest waarschijnlijke » inkomenshypothese, zou de stijging van de uitvoer van delfstoffen en metalen $ 9 miljard bedragen tegenover een toeneming van Tabel V.
$ 3,2 miljard voor de landbouwgrondstoffen en $ 1,4 miljard voor de fabrikaten (tabel V) ( 1 ). De zwakke positie van de landbouwgrondstoffen kan worden toegeschreven aan verschillende factoren waaronder als eerste dient vermeld te worden de geringe inkomenselasticiteit van de vraag naar voedingsmiddelen. Het blijkt dat voor de industrielanden, met uitzondering van de landen in het zuiden van West-Europa, de inkomenselasticiteit van de vraag naar granen en aardappelen negatief is, dat zij nul of iets groter dan nul is voor vis, oliën en vetstoffen, suiker en thee, en dat zij, met uitzondering van de Verenigde Staten, 0,5 tot 0,6 bedraagt voor koffie, cacao, fruit, vlees en tabak. (I) Ofschoon in de tabellen de gegevens voor beide inkomensvarianten worden vermeld, zullen in het vervolg alleen de ramingen op grond van de « meest waarschijnlijke » inkomensvariante bestudeerd worden.
Samenstelling van de uitvoer van de ontwikkelingslanden naar de ontwikkelde volkshuishoudingen (Tegen courante prijzen)
Bron : Trade Prospects for Developing Countries, Tabel 8.1.8.
Voedingsmiddelen streken
uit
de
tropische
Brandstoffen Mineralen, brandstoffen uitgezonderd, en metalen
Totale uitvoer
1970 II
1075 I
1075 II
(Miljoenen dollars) (Indexcijfer)
1. 993 , 0 100,0
2.330,0
2.457,0
2.713,0
2.924,0
116,9
123,3
136,1
146,7
(Miljoenen dollars) (Indexcijfer)
2.127,0
2.113,0
2.172,0
2.284,0
2.372,0
100,0
99,3
102,1
107,4
111,5
(Miljoenen dollars) (Indexcijfer)
3.095,0
3.955,0
4.027,0
4.469,0
4.573,0
100,0
127,8
130,1
144,4
147,8
(Miljoenen dollars) (Indexcijfer)
3.146,0
3.608,0
3.819,0
4.106,0
4.457,0
100,0
114,7
121,4
130,5
141,7
(Miljoenen dollars) (Indexcijfer)
5.085,0
8.260,0
8.976,0
11.030,0
100,0
162,4
176,5
216,9
12.570,0 247,2
(Miljoenen dollars) (Indexcijfer)
2.975,0
4.656,0
5.069,0
6.073,0
6.809,0
100,0
156,5
170,4
204,1
228,9
(Miljoenen dollars) (Indexcijfer)
1.075,0 100,0
1.812,0
1.898,0
2.379,0
2.512,0
168,6
176,6
221,3
233,7
(Miljoenen dollars)
19.496,0
26.734,0
28.418,0
33.054,0
36.217,0
voedings-
Landbouwgrondstoffen
Fabrikaten
1970 I
gematigde
Concurrerende tropische voedingsmiddelen Niet-concurrerende middelen
1960
Voor de voedingsmiddelen uit de gematigde streken, verslechtert de toestand verder uit hoofde van het protectionisme der grote Westeuropese landen, hoewel de ontwikkelingslanden begunstigd zullen worden door de verwachte stijgingen van het aandeel van de invoer in het vlees- en visverbruik in de Verenigde Staten. Ten gevolge van deze invloeden zou de uitvoer van voedingsmiddelen uit de gematigde streken, van de ontwikkelingslanden naar de ontwikkelde gebieden vermeerderen met 36 pct., of met ongeveer 2 pct. per jaar, van 1960 tot 1975.
De in het vooruitzicht gestelde groeipercentages zijn aanzienlijk kleiner voor de concurrerende tropische voedingsmiddelen (7 pct.) De geringe inkomenselasticiteit van de vraag naar oliën en vetten en het toenemend aandeel van de Verenigde Staten op de wereldmarkt van oliezaden zullen de vooruitzichten voor de uitvoer van tropische oliën ongunstig beïnvloeden. Aangezien de Euromarktlanden vermoedelijk in hun eigen behoeften aan suiker kunnen voorzien, terwijl het aandeel van de ingevoerde suiker in het verbruik van de Verenigde
-- 139 — Staten afneemt en de door -dat land aan de Latijnsamerikaanse producenten betaalde premie afgeschaft werd, zal ook de absolute waarde van de suikeruitvoer naar de industrielanden waarschijnlijk verminderen. De verwachtingen zijn gunstiger voor de niet-concurrerende tropische voedingsmiddelen, inzonderheid koffie, cacao en bananen. Het verbruik per hoofd zal blijven toenemen, evenwel tegen een afnemend tempo, in West-Europa en Japan, terwijl ook in de Verenigde Staten enige stijging wordt verwacht. Alles samen genomen, werd de toeneming van de invoer van deze voedingsprodukten tussen 1960 en 1975 op 44 pct. geraamd. Landbouwgrondstoffen worden gebruikt voor de produktie van kleding, autobanden, hout- en papierprodukten en voor een gamma industriële produkten van minder betekenis. Daar de inkomenselasticiteit van de vraag naar kleding sleChts iets kleiner is dan de eenheid, stijgt de vraag naar textielvezels tegen een trager tempo wegens de verschuiving naar kleding van hoge kwaliteit. De ontwikkeling van de vraag naar natuurvezels zal verder afnemen, ten gevolge van de vervanging van katoen en wol door synthetische vezels. Ook de kunstrubber zal de natuurlijke rubber op de markt verder blijven verdringen, zodat men voor het verbruik van natuurlijke rubber in de ontwikkelde landen een stijging met ongeveer 40 pct. verwacht, tegenover een toename van meer dan 70 pct. voor het gezamenlijke rubberverbruik. Ook de verhoging van de uitvoer van land-
Tabel VI.
bouwgrondstoffen uit de ontwikkelingslanden, berekend tegen prijzen van 1960, zou tijdens de beschouwde periode en ondanks de gunstige vooruitzichten voor tropische houtsoorten 50 pct. niet overtreffen. Rekening houdend met de vermoedelijke prijsdaling voor vezels en, in belangrijkere mate, voor rubber, wordt een stijging met 30 pct. van de exportwaarde in courante prijzen verwacht. Voor brandstoffen, niet-brandbare mineralen en metalen gelden verschillende beschouwingen. Hoewel de inkomenselasticiteit van de vraag naar energie in de sterk geïndustrialiseerde landen kleiner is dan de eenheid, wijzen onze voorgaande beschouwingen op een snelle toename van de brandstoffeninvoer. Ondanks de verwachte daling van de prijs voor petroleum en petroleumprodukten, kan de waarde van de brandstoffenuitvoer van de ontwikkelingslanden in de periode 1960-1975 aldus meer dan verdubbelen, terwijl het bruto nationaal produkt in de industrielanden met vier vijfde zal stijgen. Gelet op de verschuiving naar arbeidsintensieve goederen in de landen met een hoog inkomen en de verminderde materiaalbehoeften per eenheid voor sommige produkten, zal de vraag naar metalen en mineralen, brandstoffen uitgezonderd, in die landen waarschijnlijk tegen een enigszins lager tempo stijgen dan het bruto nationaal produkt. Rekening houdend met de beperkte minerale rijkdom van de voornaamste industrielanden, zal een toenemend gedeelte van de metaalconsumptie door invoer worden gedekt. Deze tendens is vooral sterk in West-Europa,
Industrielanden : Invoer uit de ontwikkelingsgebieden in pct. van het bruto nationaal produkt
Bronnen : Tabel III en Trede Pros;ccts for Developing Countries, Tabel 3.1.2.
Noord-Amerika
1075
II
1960
1970 I
1970 II
1975 I
1,38
1,11
1,10
1,09
1,07 2,77
West-Europa
2,74
2,63
2,65
2,73
Japan
2,52
2,86
2,93
2,97
3,02
Oceanië en Zuid-Afrika
1,84
1,76
1,78
1,88
1,94
Industrielanden
2,02
1,86
1,87
1,90
1,92
waar de waarde van de invoer nog scherper zal stijgen door het feit dat de invoer in toenemende mate geschiedt in de vorm van metaal. In de periode waarop de raming slaat, verwacht men dat deze factoren zullen leiden tot een verdubbeling van de waarde van de invoer van metalen en mineralen, brandstoffen uitgezonderd, uit de ontwikkelingslanden.
Voor de fabrikaten zijn de ramingen moeilijker, omdat kwantitatieve restricties vaak de invoer uit minderontwikkelde gebieden beperken. Wij hielden rekening met gegevens over mogelijke wijzigingen van de beperkingen, terwijl voor niet-gecontingenteerde goederen afzonderlijke ramingen werden gemaakt. In haar geheel genomen, hebben wij de stijging van de uitvoer van fabrikaten uit de ont-
— 140 — wikkelingslanden tussen 1960 en 1975 geraamd op ongeveer 120 pct. Verschillen in de verwachtingen t.a.v. de afzonderlijke goederengroepen wijzen op uiteenlopende trends in de toekomstige handel van verscheidene ontwikkelde en minderontwikkelde gebieden. Zoals tabel VI aantoont, kochten West-Europa en Japan in 1960 gemiddeld tweemaal meer in de ontwikkelingslanden dan de Verenigde Staten; verwacht wordt dat deze tendens in kracht zal toenemen in Japan en Oceanië, terwijl zij onveranderd zal blijven in West-Europa en zal teruggaan in de Verenigde Staten (tabel VI). Deze evoluties zijn het gevolg van verschillen in de natuurlijke rijkdommen, uiteenlopende veranderingen in het verbruik en de invoer van metalen, zowel als van verschillen in het « stadium » van de vervanging van kolen door olie. Voor de metalen en mineralen, brandstoffen uitgezonderd, verwacht men een snellere ontwikkeling van de produktie van materiaalintensieve goederen in West-Europa en in Japan dan in de Verenigde Staten en Canada. Bovendien zijn de Europese landen en Japan minder rijk aan metaalertsen dan Noord-Amerika en daarom zullen de eerste een ruimer deel van het verhoogde metaalverbruik uit de invoer dienen te betrekken. Aangezien de opvattingen van de zakenkringen en de regeringsrichtTabel VII.
lijnen in de betrokken gebieden verschillen, zal, ten slotte, de verschuiving van de invoer van non-ferrometalen in de vorm van ertsen en concentraten naar de invoer in de vorm van ruw metaal belangrijker zijn in Europa dan in de Verenigde Staten, wat de waarde van de invoer van metalen en mineralen, brandstoffen uitgezonderd, in Europa sterker zal doen toenemen. Ook de invoer van brandstoffen zal sneller toenemen in Europa en in Japan dan in Noord-Amerika. Terwijl het proces van vervanging van steenkolen door vloeibare brandstoffen in dit laatste gebied bijna voltooid is, is het vervangingsproces in West-Europa en in Japan nog niet afgelopen. In feite verwacht men dat ongeveer de gehele toename van het energieverbruik in deze gebieden zal bestaan uit petroleum waarvoor, bij ontstentenis van belangrijke binnenlandse reserves, nagenoeg uitsluitend een beroep zal worden gedaan op de ontwikkelingsgebieden. De expansie van de handel in delfstoffen en metalen zal speciaal Afrika ten goede komen; ook zullen tal van Afrikaanse landen de gunstige invloed ondergaan van de preferentiële werking van de Euromarkt. Ermee rekening houdend dat het aandeel van de Afrikaanse olie op de wereldmarkt zal toenemen, verwacht men een iets kleinere stijging
Opbrengst van de uitvoer van de ontwikkelingsgebieden naar de industrielanden (Tegen courante prijzen)
Bron :
Trede Prospecto for Developing Countries,
Latijns-Amerika Afrika Midden-Oosten Azië Ontwikkelingslanden samen
Tabel 8.1.4. 1980
1970 I
1970 II
1975 I
1975 II
(Miljoenen dollars) (Indexcijfer)
7.931,0
9.872,0
10.479,0
11.662,0
12.630,0
100,0
124,5
132,1
147,0
159,2
(Miljoenen dollars) (Indexcijfer)
4.038,0
6.747,0
7.163,0
9.167,0
9.871,0
100,0
167,1
177,4
227,0
244,4
(Miljoenen dollars) (Indexcijfer)
3.097,0
4.638,0
4.972,0
5.655,0
6.594,0
100,0
149,8
160,5
182,6
212,9
(Miljoenen dollars) (Indexcijfer)
4.430,0
5.477,0
5.804,0
6.570,0
7.122,0
100,0
123,6
131,0
148,3
160,8
(Miljoenen dollars) (Indexcijfer)
19.496,0
26.734,0
28.418,0
33.054,0
36.217,0
100,0
137,1
145,8
169,5
185,8
van de uitvoer van het Midden-Oosten : 83 tegen 116 pct. (tabel VII). Daar die uitvoer op de aardolie is geconcentreerd, bekleedt dat gebied nog altijd een gunstige positie in vergelijking met Latijns-Amerika en Azië, waar de landbouwprodukten respectievelijk 56 en 66 pct. van de totale uitvoer voor hun rekening nemen. Verder zal de vermoedelijke stijging van de Latijnsamerikaanse uitvoer van brandstoffen naar
de traag groeiende markt van de Verenigde Staten betrekkelijk bescheiden zijn en is het mogelijk dat de waarde van de suikerinvoer op deze markt in feite afneemt. Aan de andere kant, zal Azië waarschijnlijk aanzienlijke voordelen halen uit de voorziene expansie van de textielinvoer in de industrielanden, zodat de toename van de uitvoer van Azië die van Latijns-Amerika licht zal overtreffen (respectievelijk 48 en 47 pct. in de periode 1960-1975).
- 141 III. HET HANDELSTEKORT
Buiten de raming van de toekomstige uitvoer van de ontwikkelingslanden naar de ontwikkelde landen, werden ramingen gemaakt van de uitvoer naar het Chinees-Russisch blok, van de handel tussen de ontwikkelingsgebieden onderling en de importbehoeften van de ontwikkelingslanden. Die ramingen geven samen een prognose van de handelsbalans van de minderontwikkelde gebieden, zoals vermeld in tabel VIII. De uitvoer van de ontwikkelingslanden naar het Sovjetblok groeide snel en bereikte in 1960 $ 1,2 miljard, tegen $ 0,4 miljard in 1953. Deze handel werd in sterke mate beïnvloed door politieke overwegingen, zoals blijkt uit de expansie van de invoer van katoen uit de Verenigde Arabische Republiek en, onlangs, uit de aankopen van aanzienlijke hoeveelheden suiker in Cuba. De basispolitiek t.a.v. de handel met landen buiten het Blok schijnt nochtans niet te zijn veranderd. Overwegingen aangaande de comparatieve kosten hebben op die handel weinig invloed en, behalve wanneer de politieke opportuniteit een andere beslissing vergt, is de invoer beperkt tot basisprodukten die in het invoerland niet geproduceerd worden of niet in voldoende hoeveelheid aanwezig zijn. Terzelfder tijd leidde het toegepaste prioriteitenstelsel tot beperkingen op de invoer van verbruiksgoederen die in het invoerland niet verkrijgbaar zijn, zoals koffie en cacao. Rekening houdend met de betekenis van de politieke factoren heeft elke prognose van de invoer in het Chinees-Russisch blok een hoge graad van onzekerheid. Ofschoon de beschikbare informatie aangaande afzonderlijke goederen een idee kan geven van de mogelijke trends van die invoer, kan het merendeel van de toekomstige wijzigingen moeilijk voorspeld worden. Zou een ander land van LatijnsAmerika of Afrika nauwe betrekkingen aanknopen met de Sovjetunie (en met het Chinese vasteland), dan kunnen zich grondige veranderingen voordoen in de invoerpolitiek, die evenwel niet kunnen voorzien worden. Op grond van inlichtingen verstrekt in nationale plannen en officiële verklaringen verwachten wij dat de invoer van koffie, cacao en bananen de sterkste stijging zal vertonen, terwijl de op zelfvoorziening gerichte politiek aanleiding zal geven tot een vertraging in de expansie van de handel in rubber en katoen — twee basisprodukten die in de invoer van gebieden waarvan de economie op Sovjetleest geschoeid is, een leidende plaats innemen. In het licht van deze en andere gegevens werd geraamd dat de uitvoer van de ontwikkelingslanden naar het Chinees-Russisch blok zal toenemen van $ 1,2 mil-
—
jard in 1960 tot $ 1,9 miljard in 1970 en $ 2,3 miljard in 1975. De handel onder de ontwikkelingsgebieden zal trager groeien, inzonderheid ter oorzake van de vervanging van de uit Hong-Kong en India ingevoerde textielprodukten door binnenlandse produkten. De handel in brandstoffen, vooral met bestemming Azië, zal evenwel verder toenemen. Voor de gezamenlijke handel onder de ontwikkelingsgebieden wordt een stijging verwacht van $ 1,6 miljard in 1960 tot $ 2,2 miljard in 1970 en tot $ 2,6 miljard in 1975. Om tot een raming te komen van de handelsbalans van de ontwikkelingslanden, was het verder nodig de toekomstige invoerbehoeften van de ontwikkelingsgebieden te voorzien. De invoerbehoeften werden geraamd door een prognose te maken van het toekomstige peil der inkomens en van het verband tussen de inkomens en de invoer. De betekenis van de groeiverwachtingen van de ontwikkelingslanden wordt verminderd door een hoge graad van onzekerheid en daarom dient elke raming als een poging beschouwd te worden. Zoals voor de industrielanden, werd gebruik gemaakt van twee inkomens varianten die verkregen werden op grond van de beschikbare informatie over de voorbije trends en de verwachte ontwikkeling, rekening houdend met de in de nationale plannen vooropgezette groeipercentages. Voor de gezamenlijke ontwikkelingslanden omvat onze « meest waarschijnlijke » inkomensvariante een gemiddeld jaarlijks groeipercentage van het bruto nationaal produkt van 4,3 pct. voor de periode 1960-1975, wat nagenoeg overeenstemt met het groeipercentage van de jaren vijftig. Op grond van de hogere raming van het inkomen, zou het groeipercentage van 5 pct., dat door het Tienjarenplan voor ontwikkeling van de Verenigde Naties werd vooropgezet, bereikt worden. Gedurende de jaren vijftig steeg de invoer in de ontwikkelingslanden tegen ver uiteenlopende tempo's, met Latijns-Amerika aan het laagste en het Midden-Oosten aan het hoogste uiteinde van de schaal. Men verwacht dat de verschillen tijdens de beschouwde periode kleiner zullen worden, maar niet zullen verdwijnen. Op grond van inlichtingen aa»gaande de voorbije veranderingen in het volume en de samenstelling van de invoer en de mogelijkheden bepaalde produkten door andere te vervangen, werden voor de inkomenselasticiteit van de vraag naar invoer de volgende cijfers vooropgezet : Latijns-Amerika 0,75; Afrika 0,95; Azië 1,05; en het Midden-Oosten 1,2 (voor de verwachte wijzigingen in de invoer, zie tabel VIII). De samengevoegde ramingen wijzen op een stijging van het handelstekort van de gezamenlijke ontwikkelingsgebieden tijdens de beschouwde periode, ofschoon die stijging grotendeels tijdens de jaren
—142— cm
I
1
+
1
a, o:is
.gig 0
co 0
N
..,,,
r-1
.4.;
I
1
+
I
CO
o r• lv-1
tv-
ti
a; , -1
WD.'
COv1
Uitvoer
Cr,
...
e. 0
C»
CO
,9
l'i
0 14
•
CO
ri.
'd':
1
+
1
Jaaatri
co ,—I
co a,
a,
CO
C`
0
CO
CO
cc
t•-:
Invoer
co c—
°PPS U itvoer
I
1
+
1
.190Arri
CO
C>
.0
a>
r-1 r-1
CO"
.ct,
0
C>
CO
CO
C»
0 v-1
e:
ce;
ter
CO
CO N
N v-1
v-I c0
tv-
Uitvoer
+
1
Cl
O 0.)
trD a'
CO'
to
c' ''
OD 0 tv."
eb <11
C) CO
".1 CO
tv. k0
CA.
mi:
CO.
■ 0.‘
EL‘ Z3
r-1"
1
L o' n
v-1^
+
tE' I
.1 90A CI I
0961
Bron : Trade Prospec ts for Dev e loping Coun tries, Tabel4.5. 2.
1-1
3` T E
o
9` 9E
•d .^
t
0
1-1
E'
CM
■-1"
O' C£
v-1
0.
oppa s
'0
°MS I OL61
TabelVIII.
1-1
CO
N
0` 90
.0?
Uitvoer
OplEI S
v-1
.
CO
O' g
0
o
CO
9` 9C
ol "
L' Et
a,
6' It
,-1 ,13"
1
L' Sf'
ce co ai ge
:901i111
,o
.
II OL8I
(1) Verenigde Naties, World Economie Survey, 1962, Part I, New York, 1963, blz. 6.
,-i ,-.1
,--1
o
co
1 21,81
zestig zal plaatsgrijpen, uit hoofde van de verwachte daling van de prijzen van tal van produkten tussen 1960 en 1970. Bij de meest waarschijnlijke raming van het inkomen wordt een stijging verwacht van het handelstekort van de ontwikkelingslanden van $ 1,3 miljard in 1960 tot $ 4,3 miljard in 1970 en tot $ 5,2 miljard in 1975. De handelsprognoses t.a.v. afzonderlijke gebieden geven evenwel grote verschillen te zien. Volgens onze ramingen zal de volledige toeneming van het verwachte handelstekort van de ontwikkelingslanden plaatshebben in Azië, waarvan het tekort zal toenemen van $ 1,5 miljard in 1960 tot $ 5,4 miljard in 1975. De geraamde sterke achteruitgang van de handelsbalans van Azië weerspiegelt de trage groei van de uitvoer uit dat gebied en de snelle toeneming van zijn invoerbehoeften. Daartegenover wordt een verbetering verwacht voor Afrika, geen verandering in het Midden-Oosten en een lichte achteruitgang in Latijns-Amerika. Het blijkt dat de verwachte snelle uitbreiding van de Afrikaanse uitvoer van metalen en mineralen zou bijdragen tot de vermindering van het tekort van dit gebied, terwijl, ondanks de betrekkelijk lage inkomenselasticiteit van de geraamde vraag naar invoer in Latijns-Amerika, de uitvoer van dat gebied trager zou groeien dan de invoer. Vergeleken met de ramingen op grond van de « meest waarschijnlijke » inkomensstijging, zou het handelstekort van de ontwikkelingsgebieden groter zijn indien de vooropgezette groeipercentages van het inkomen zowel in de industrielanden als in de ontwikkelingslanden bereikt werden. De groeipercentages vooropgezet in het raam van nationale economische plannen verschillen inderdaad van de « meest waarschijnlijke » raming. Zouden de nagestreefde groeipercentages in alle gebieden bereikt worden, dan zouden onze prognoses voor de ontwikkelingslanden een handelstekort geven van $ 5 miljard in 1970 en $ 6,8 miljard in 1975. De prognoses van de handelsbalans van de ontwikkelingslanden zouden zelfs nog minder gunstig uitvallen indien zou uitgegaan worden van de vooropgezette groeipercentages van het inkomen, terwijl de « meest waarschijnlijke » inkomensstijging voor de ontwikkelde gebieden zou gelden. Onder die omstandigheden zou het handelstekort voor 1970 $ 6,8 miljard en voor 1975 $ 10,2 miljard bedragen. Die resultaten zouden niettemin gunstiger zijn dan de cijfers die door de Verenigde Naties werden vooropgesteld en die, voor 1970, een tekort van $ 12 miljard vermelden ( 1 ). Maar de raming van de Verenigde Naties was gebaseerd op een verzameling van prognoses. Daarom kon ze geen rekening houden met
0 ,ril
0
rg ál eo
0 .,.., .,.
4
d '.
0 4) .,., 2 0
4 ro en a .. 7.;
04 ,O1
.
-
,a !:12 -1
4
g' 9
a 1" 0
—143— tendenties in het voordeel van de ontwikkelingslanden, bij voorbeeld, op het gebied van de metalen en mineralen, brandstoffen uitgezonderd. De raming van de Verenigde Naties t.a.v. uitvoeropbrengsten van de ontwikkelingslanden ligt dan ook lager dan de onze ($ 29 miljard tegenover $ 31,2 miljard), hoewel de eerste geen rekening hield met de verwachte prijsdalingen van verscheidene basisprodukten ( i). De importbehoeften van de minderontwikkelde landen zouden volgens de raming van de Verenigde Naties in 1970 $ 41 miljard bereiken, tegenover $ 38 miljard volgens onze raming ( 2 ). De vergelijking met de prognoses die door de G.A.T.T. gemaakt werden, is moeilijker. Volgens de G.A.T.T. zal het handelstekort van de ontwikkelingslanden, het Midden-Oosten uitgezonderd, in 1975 $ 11 á 15 miljard bereiken, indien geen rekening wordt gehouden met hun uitvoer van fabrieksgoederen ( 3 ). Steunend op onze ramingen betreffende de uitvoer van fabrieksgoederen (6 2,4 miljoen), bedraagt het tekort $ 8,5 á 12,5 miljard. Maar dit bedrag werd berekend tegen prijzen van 1956-1960; een aanpassing aan het prijspeil van 1961, ongeveer overeenstemmend met ons vertrekpunt inzake prijzen, zou het geraamde tekort met $ 2,5 miljard doen toenemen.
IV. BELEIDSMAATREGELEN MET HET OOG OP EEN EVENWICHTIGE ONTWIKKELING VAN DE WERELDHANDEL
Het toenemend handelstekort van de ontwikkelingslanden zowel als de waarschijnlijke stijging van het tekort van hun onzichtbare verrichtingen ( 4 ) vergen de toepassing van beleidsmaatregelen ten einde een evenwichtige groei van de wereldhandel te verzekeren. Mogelijke maatregelen van de invoerende landen kunnen o.m. omvatten : buitenlandse hulpverlening, vermindering van de belemmeringen van de uitvoer van de ontwikkelingslanden naar de ontwikkelde gebieden en verhoogde invoer in het Chinees-Russisch blok. In 1960 werd het tekort van de lopende transacties van de minderontwikkelde gebieden gefinancierd door een toevoer van buitenlands kapitaal, inclusief buitenlandse hulp. In feite overtrof de in(1) Tegen prijzen van 1960 zou onze raming van de uitvoerontvangsten van de ontwikkelingsgebieden in 1970 33,8 miljard bedragen. (2) Vermeld zij dat de groeipercentages vervat in het document van de Verenigde Naties overeenstemmen met onze « meest waarschijnlijke » raming voor de ontwikkelde landen en met het vooropgezette percentage van de inkomensstijging voor de minderontwikkelde gebieden. (3) International Trade, 1961, Algemene Overeenkomst inzake Handel en Tarieven, Geneve, 1962, blz. 15-19. (4) Zie Trade Prospects for Developing Countries, hoofdstuk V.
voer van buitenlandse middelen het tekort van de lopende transacties van de minderontwikkelde gebieden met $ 1 - 0,5 miljard, waarvan een groot deel terugging naar de ontwikkelde landen in de vorm van niet-geregistreerde stromen in omgekeerde richting. Een zekere verhoging van de buitenlandse particuliere investeringen en een toeneming van de buitenlandse hulp tegen een jaartempo van 4 pct., zouden volstaan om de financiering van het geraamde tekort van de lopende transacties van de ontwikkelingslanden mogelijk te maken, op voorwaarde dat de clandestiene kapitaalstromen in omgekeerde richting zouden stopgezet worden. Verschillende overwegingen doen er evenwel toe besluiten dat niet teveel mag gerekend worden op de buitenlandse hulp. Om te beginnen, kan een globale overeenstemming tussen het tekort van de lopende transacties en de aanvoer van buitenlands kapitaal in de minderontwikkelde gebieden gepaard gaan met interregionale en intraregionale evenwichtsverstoringen. Politieke overwegingen zullen waarschijnlijk de verdeling van de staatshulp beïnvloeden, terwijl particuliere investeerders een voorkeur zullen hebben voor bepaalde gebieden in vergelijking met andere. Zo is het, bij voorbeeld, mogelijk dat de aanvoer van buitenlands kapitaal het tekort van de lopende transacties van het Midden-Oosten in de toekomst zal blijven overtreffen, terwijl de particuliere investeringen zullen gaan naar gebieden die niet-brandbare mineralen produceren. Ook dient overwogen te worden dat, in afwezigheid van andere maatregelen, het doel, met name het bereiken van hoge groeipercentages, niet steeds op een gepaste wijze gediend wordt door de aanvoer van buitenlands kapitaal, aangezien de belemmeringen van de uitvoer der ontwikkelingslanden en de industrialisatie in het kader van enge nationale markten de doelmatigheid van de buitenlandse investeringen zullen verminderen. Bovendien betekent het verlenen van buitenlandse hulp een last voor de industrielanden waar volledige tewerkstelling bestaat, terwijl zij op lange termijn voordeel zouden halen uit een verminderde protectie gepaard gaande met een betere verdeling van de economische middelen. Wat de uitwerking op de betalingsbalans van de ontwikkelingslanden betreft, mag men nochtans geen te grote verwachtingen stellen in een vermindering van de beperkingen op de invoer van landbouwprodukten in de industrielanden. Zo werd, bij voorbeeld, aangetoond dat het totale voordeel van de opheffing van de douanetarieven en van de accijnzen op bananen en tropische dranken in de voornaamste industrielanden veeleer klein zou zijn (i). Gelet op het ( 1 ) Tropical Food and Beverages : Duties and Taxes in Western Europe », Monthly Bulletin of Agricultural Economics and Statistics, december 1962, blz. 8-11.
— 144 --
geringe aandeel van de ontwikkelingslanden in de werelduitvoer van voedingsmiddelen uit de gematigde streken en op de invoer van zulke voedingsmiddelen via niet-commerciële kanalen in verscheidene van die landen, is het tevens moeilijk een raming te maken van de mogelijke invloed van een vermindering van de prijssteun in de Verenigde Staten en van een afbraak van belemmeringen op de invoer van granen in Europa, bij voorbeeld. Deze overwegingen gelden in zekere mate ook voor oliezaden, terwijl de ontwikkelingslanden ongetwijfeld voordeel zouden halen uit een vrijmaking van de handel in suiker evenals uit een verhoging van de invoer van landbouwprodukten in Let Chinees-Russisch gebied. Verdere voordelen zouden kunnen gehaald worden uit een verhoging van het door de Verenigde Staten vastgestelde contingent voor de invoer van petroleum en, in mindere mate, van lood en zink, hoewel de voordelen zouden gaan naar landen die toch reeds goede uitvoerverwachtingen hebben. Het resultaat zou zijn dat de interregionale en intraregionale verschillen in de exportopbrengsten nog zouden versterkt worden. Het blijkt dat onder al de ontwikkelingslanden, die landen die mineralen en metalen produceren niet alleen de gunstigste exportverwachtingen hebben, maar bovendien buitenlands kapitaal zien binnenvloeien en vermoedelijk voordeel zouden halen uit een liberalisering van de handelspolitiek in de industrielanden. Waarschijnlijk zullen die verschilllen ook na 1975 nog bestaan : de uitputting van de vindplaatsen van mineralen in de industrielanden zal deze laatste steeds meer afhankelijk maken van het buitenland, terwijl de groei van de vraag naar voedingsmiddelen zal achterblijven op de stijging van het inkomen. Houden wij er voorts rekening mee dat, na de verwachte aanpassing van de grondstoffenprijzen tijdens de jaren zestig, voor de uitvoer van de ontwikkelingsgebieden een groeitempo geraamd wordt dat de groei van het bruto nationaal produkt in de industrielanden zal overtreffen, dan zou blijken dat het voornaamste probleem niet zozeer gelegen is in de onvoldoende groei van de deviezenontvangsten van de gezamenlijke ontwikkelingslanden dan wel in de ongelijke verdeling van die ontvangsten ( 1 ). Deze beschouwingen gelden vooral voor de Aziatische landen die ongeveer de helft van het tekort van de lopende transacties van de ontwikkelingslanden voor hun rekening nemen. Bij gebrek aan een belangrijke produktie van mineralen, zouden ze in de toekomst af te rekenen hebben met toenemende valutamoeilijkheden indien de produktie en de ( 1 ) Hier blijft buiten beschouwing de mogelijkheid dat het tekort van de lopende transacties hoger zou oplopen indien de ontwikkelingslanden zouden trachten het tempo van hun ontwikkeling hoger te stellen dan dat van de industrielanden.
uitvoer van fabrieksgoederen niet zouden stijgen. India is een goed voorbeeld van een land waar de vraag naar het voornaamste voor de uitvoer bestemde landbouwprodukt, met name thee, nauwelijks sterker zal toenemen dan de bevolking in de industrielanden, terwijl, dank zij het ontbreken van handelsbelemmeringen, de uitvoer van textielprodukten nog expansiemogelijkheden biedt. In feite ligt het comparatieve voordeel van de landen die over een geringe delfstoffenproduktie beschikken steeds meer in arbeidsintensieve fabrieksgoederen en in industriële produkten waarin binnenlandse grondstoffen verwerkt zijn. Daarom zou het nodig zijn de uitvoer van deze fabrieksgoederen uit de ontwikkelingsgebieden in de hand te werken. Met dat doel zouden de industrielanden hun invoercontingenten kunnen verruimen en de structuur van hun douanetarieven aanpassen. Thans beperken de contingenten de invoer van textielprodukten en van verscheidene andere produkten, terwijl de toepassing van progressieve tarieven de uitvoer van bewerkte produkten tegenwerkt. Progressieve tarieven die stijgen naarmate het gaat om produkten die een hogere graad van verfijning bereiken, worden in de voornaamste industrielanden toegepast op huiden, rubber, timmerhout, metalen en verscheidene voedingsmiddelen. (In de Europese Economische Gemeenschap, bij voorbeeld, worden geen invoerrechten geheven op huiden, terwijl op leder 10 pct. geheven wordt en op lederfabrikaten 17 k 20 pct.). Bij gebrek aan statistische gegevens is het schier onmogelijk een prognose te maken van de waarschijnlijke uitwerking van de vrijmaking van de invoer van fabrikaten uit de ontwikkelingslanden. Toch kunnen we een orde van grootte ramen als we overwegen dat een stijging van de invoer van fabrikaten uit de ontwikkelingslanden met 25 pct. in 1975 $ 0,6 miljard zou bedragen — minder dan 0,1 pet. van de geraamde stijging van het bruto nationaal produkt van de industrielanden tussen 1960 en 1975. De ontwikkelingslanden zouden eveneens aanzienlijke voordelen kunnen halen uit de liberalisering van de invoer in de landen van het Sovjetblok. De mogelijkheden tot uitbreiding van deze handel blijken uit het feit dat de invoer van de U.S.S.R. en de communistische landen samen in 1960 slechts $ 1 miljard bereikte, tegenover een bruto nationaal produkt van ongeveer $ 200 miljard ( 1 ), wat overeenkomt met een gemiddelde invoerneiging van 0,005. De vrijmaking van de invoer zou kunnen leiden tot een aanzienlijke verhoging van de handel in alle belangrijke basisprodukten. Aldus zou een bescheiden verhoging van het koffieverbruik per in(') Om tot dit cijfer te komen, werd uitgegaan van de onderstelling dat het inkomen per inwoner in het Sovjetblok ongeveer overeenstemt met dat van Joegoslavië in 1960.
—
vvoner in Oost-Europa vermoedelijk een groter voordeel betekenen voor de ontwikkelingslanden dan de opheffing van alle taksen en rechten op de invoer van koffie in de industrielanden. Blijkbaar dragen de landen van het Sovjetblok evenmin hun deel bij tot de buitenlandse hulp aan de ontwikkelingslanden. In 1960 bereikte de werkelijk door het Sovjetblok betaalde hulp minder dan $ 200 miljoen, tegenover de $ 6,5 miljard verleend door de industrielanden ( 1 ), ofschoon het bruto nationaal produkt van het Blok ongeveer een vijfde bedroeg van dat van de industrielanden samen. ( 1) Flow of Financial Resources to Developing Countries in 1961, Organisatie voor Economische Samenwerking en Ont-
wikkeling, Parijs, 1963.
145
—
De toepassing van de voorgestelde maatregelen in de invoerende landen zou bijdragen tot het herstel van het evenwicht van de betalingsbalans evenals tot de economische groei in de minderontwikkelde gebieden, alhoewel het niet zeker is dat de hoge groeipercentages, die in het vooruitzicht gesteld werden in het Tienjarenplan voor ontwikkeling van de Verenigde Naties, inderdaad zullen bereikt worden. Om die doelstelling te verwezenlijken, is het eveneens nodig dat de ontwikkelingslanden een gepaste economische politiek voeren. Voorts kunnen de maatregelen met het oog op een regionale integratie bijdragen tot een snelle groei en tot een verbetering van de rekening der lopende transacties van de ontwikkelingsgebieden.
SIIMMARY FUTURE TRENDS IN WORLD TRADE
The article deals with prospective trends in world trade, with emphasis on the export prospects of the developing countries. Reference is made to the writings of Ragnar Nurkse, Raul Prebisch, and Dudley Seers, according to whom the low income elasticity of import demand for primary products in the developed countries would rentrain the expansion of imports from less developed areas. It is shown that in the post-World War II period these predictions have not been fulfilled, and, in fact, in the years since the Korean War, the purchasing power of the exports of developing countries bas been rising pari passu with the growth of GNP in developed economies. Further, projections are offered for the period 1960-1975. According to the author's estimates, the volume of exports from the developing countries would increase at about the same rale as the gross national product of developed economies, although expected decreases in the prices of some primary products would reduce somewhat the rise in export earnings during the sixties. The average increase of export earnings conceals considerable variations between individual commodity-groups and regions, however. Whereas the low income elasticity of import demand for foodstuffs — coupled with the protection of Common Market agriculture and the shift towards the nee of synthetic materials — is expected to contribute to slow increases in the importation of agricultural products, i he depletion of domestic reserves in developed countries will necessitate greater reliance on minerals and metals produced in lees developed areas. A rise in the importation of manufactured goods from the developing countries is also foreseen. Correspondingly, the producers of minerals and metals in Africa and the Middle East would derive the largest gaine from the growth of the developed countries' imports while Asia and Latin America have less favorable prospects.
In addition to estimating the future exports of developing countries to developed economies, projections have also been prepared on the exports of these countries to the Soviet bloc, interregional trade among lees developed areas, and their import requirements. in order to provide a forecast of the trade balance of the lees developed regions. The estimates indicate an increase in the trade deficit of the less developed areas, taken together, from $ 1,3 billion in 1960 to $ 4.5 billion in 1970 and $ 5-7 billion in 1975. To fill this gap, and to ensure a halanced expansion of world trade, various policy alternatives can be relied upon. These include increased foreign aid, reduction of barriers to the exports of developing countries in the developed economies, and increased imports by the Sino-Soviet bloc. Although an annual 4 per cent increase in foreign aid would be sufficient to fill the gap even if account is taken of the increasing deficit of the developing countries in invisibles, the author recommends that increased reliance should be placed on the liberalization of irnports from the developing countries. It is pointed out that the importation of laborintensive manufactured goods into the industrial countries could be expanded to a considerable extent and the countries of the Sino-Soviet bloc could also increase their purchases from lees developed areas. The application of these policy measures would contribute to balance-of-payment equilibrium as well as to economie growth in the developing countries, although they cannot guarantee that the high growth rates envisaged for the U.N. Development Decade would indeed be attained. To achieve these objectives it is, too, necessary that developing countries follow appropriate national economie policies. Further, policies aimed at regional integration can contribute to. rapid growth and to naprove the current account balance of lees developed countries.
LITERATUUR IN VERBAND MET DE ECONOMISCHE EN FINANCIELE PROBLEMEN VAN BELGIE
Onderstaande literatuuropgave sluit aan bij diegene die wij gepubliceerd hebben in ons maartnummer 1964 van het Tijdschrift. Er weze opgemerkt dat in deze literatuuropgave noch de verslagen van de verschillende instellingen, noch de statistische bronnen zijn overgenomen.
b. NATIONAAL INKOMEN — SPAARWEZEN — INVESTERINGEN — VERBRUIK
DE CORT R., Het verbruik der gezinnen in België. (C.E.P.E.S.S.-Documenten, Brussel, II, n* 5, 1963,
blz. 18-32.) DE STAERCKE J., Staat en verbruiker. (C.E.P.E.S.S.Documenten, Brussel, II, n* 5, 1963, blz. 107-117.)
1. GELD- EN KREDIETWEZEN AERTS L., Het verbruikskrediet. (C.E.P.E.S.S.-Docu-
inenten, Brussel, II, nr 5, 1963, blz. 79-94.)
Het hypothecair krediet en de onroerende eigendom. (Mededelingen van A.S.O.B., Brussel, IX, n* 1,
januari-februari 1964, blz. 3-12.)
du ROY de BLICQUY H., Voor een politiek van voorrang aan de verbruiker. (C.E.P.E.S.S.-Documenten,
Brussel, II, n" 5, 1963, blz. 118-144.)
Les investissements de capitaux étrangers en Belgique. (Notes rapides sur la situation économique,
Parijs, XV, nr 192, 14 januari 1964, blz. 3-7.)
RAES K., Nationale bestedingen en nationaal verbruik. (C.E.P.E.S.S -Documenten, Brussel, II, nr 5,
1963, blz. 33-60.)
2. GELDSCHEPPENDE INSTELLINGEN DELACAVE J., Competition in Banking — The Belgian Example. (The Bankers' Magazine,
VANDEWALLE J., Verenigingen en vertegenwoordiging van verbruikers. (C.E.P.E.S.S.-Documenten,
Brussel, II,
li r
5, 1963, blz. 95-106.)
Londen, CXCVI, nr 1435, oktober 1963, blz. 239-247.)
7. PRIJZEN EN LONEN 3. NIET-GELDSCHEPPENDE FINANCIELE INSTELLINGEN De aandelenmarkt in 1963. (Weekberichten van de
Kredietbank, Brussel, XIX, nr 2, 11 januari 1964, blz. 9-14.)
De Belgische obligatiemarkt in 1963. (Weekberichten van de Kredietbank, Brussel, XIX, n* 3, 18 januari
1964, blz. 21-24.)
De lonen in de Beneluxlanden, oktober 1960-april 1963. (Benelux Statistisch Kwartaalbericht, Brus-
sel, X, nr 4, 1963, blz. 11-18.)
FUNCK B., Aspects de la formatlon des prix sur le marché automobile (2 ° partie). (Recherches écono-
miques de Louvain, Leuven, XXIX, nr 8, december 1963, blz. 767.782.)
De Europese beurzen in 1963. (Weekberichten van
de Kredietbank, Brussel, XIX, nr 5, 1 februari 1964, blz. 4144.)
8. WERKGELEGENHEID EN WERKLOOSHEID
4. OVERHEIDSFINANCIEN
JADOT R., L'évolution du volume de l'emploi en Belgique, de 1950 á 1961. (Le Progrès social, Luik, LI, n* 77, december 1963, blz. 29-34.)
De hervorming van de onrechtstreekse belastingen. (Mededelingen van A.S.O.B., Brussel, IX, n* 1,
L'Office National de l'Emploi. Sa mission, ses activités, son organisation. (Office National de l'Emploi. Brussel, 1963, z.p.)
januari-februari 1964, blz. 24-29.)
En parcourant les budgets de l'Etat. (Bulletin du
Grand Liège, Luik, n* 51, januari 1964, blz. 18-26.)
Inkomstenbelasting. Personenbelasting. Commentaar. (Bulletin der Belastingen, Brussel, XL, n* 404,
speciaal, januari 1964, blz. 151499.)
L'impOt des sociétés. (La Revue beige des Sciences
10. ECONOMISCHE TOESTAND — ECONOMISCHE POLITIEK De Belgische economie in 1963. (Tijdschrift voor Economie, Leuven, VIII, n* 4, 1963, blz. 498-516.)
commerciales, Brussel, XXXVIII, nr , 9-10, 1963, blz. 389-413.)
De economische toestand in België. 4° kwartaal 1963.
VERSTRAELEN R., Etude des impóts sur la circulation juridique des biens (suite). (Revue pratique
L'économie beige en 1963. (Bulletin économique de la
des Questions commerciales et économiques, Luik, nr 4, december 1963, blz. 3244.)
(Weekberichten van de Kredietbank, Brussel, XIX, nr 4, 25 januari 1964, blz. 29-37.)
Banque de la Société Générale de Belgique, Brussel, III, nr 23, januari 1964, blz. 2-5.)
--- 147 11. NIJVERHEID — LANDBOUW — VISSERIJ
De Belgische verfnijverheid. (Weekberichten van de Kredietbank, Brussel, XIX, n* 1, 4 januari 1964, blz. 1-5.)
—
ROEPKE W., Der Dollar als Pr0fstein. (Zeitschrift
fr das gesamte Kreditwesen, Frankfurt-am-Main, XVII, n" 1, 1 januari 1964, blz. 15-18.)
SPENGLER A., Is the Sterling Area Disintegrating ? (The Banker, Londen, CXIV, n* 455, januari 1964,
blz. 17-22.)
14. BUITENLANDSE HANDEL — BETALINGSBALANS
NOEL J., Six années de commerce extérieur C.E.C.A. 1956-1961. (Revue des Sciences économiques, Luik,
XXXVIII, n , 136, december 1963, blz. 211-228.)
TOROS S., Le problème des liquidités internationales. De la substance économique comme couverture des moyens monétaires de paiements, nationaux et internationaux. (Revue de la Société d'Etudes et d'Expansion, Luik, LXII, n* 208, november-decem-
ber 1963, blz. 746-759.)
15. INTERNATIONALE FINANCIELE TRANSACTIES
18. INTERNATIONALE ECONOMISCHE AANEENSLUITING
COHEN B., The Euro-Dollar, the Common Market, and Currency Unification. (The Journal of
ALLOISIO 13., Mercato Comune o Unione Doganale ?
Finance, Chicago (Illinois), XVIII, n* 4, december 1963, blz. 605-621.)
COLLIN F., The Formation of a European Capital Market, and other Lectures. (Kredietbank, Brus-
sel, 1963, 65 blz.) EINZIG P., The Euro-Dollar System. Practice and Theory of International Interest Rates. (Mac-
millan, Londen, 1964, XI -4- 162 blz.)
EMMINGER 0., Der Dollar — Leitw6brung der westlichen Welt. (Zeitschrift fr das gesamte Kredit-
wesen, Frankfurt-am-Main, XVII, n' 1, 1 januari 1964, blz. 18-23.)
FENSCH U., Zum Problem der internazionalen LiquiditM. (Mohr, Tiibingen, 1963, V -1- 98 blz.) FLEMING J., Developments in the International Payments System. (I.M.F. Staff Papers, Washing-
ton, X, n' 3, november 1963, blz. 461484.) LAMFALUSSY A., The Thirty-Five Dollar Question.
(Lloyds Bank Review, Londen, n" 70, oktober 1963, blz. 1-20.)
(L'Industria, Milaan, n" 4, 1963, blz. 562-571.) CARABIBER C., Trusts, cartels et ententes. Législation et j urisprudence des principaux pays industriela et de la Communauté Economique Européenne. (Librairie générale de Droit et de Juris-
prudence, Parijs, 1964, VII 194 blz.)
DE BAERDEMAEKER A., Quelques aspects des relations extérieures de la Communauté Economique Européenne. (Synopsis, Brussel, VI, n" 69, januari
1964, blz. 21-28.)
GUIOT J., L'accroissement de la productivité dans le Marché Commun. (Revue pratique des Questions
commerciales et économiques, Luik n' 4, december 1963, blz. 10-31.)
HAERECKE F., Critique de l'intégration européenne.
(Revue pratique des questions commerciales et économiques, Luik, n* 4, december 1963, blz. 2-9.)
KERN P., Les fonds ouverts de placement et le Marché commun. (Revue du Marché Commun,
Parijs, n* 64, december 1963, blz. 470475.)
Le Marché Commun des produits agricoles. Perspectives « 1970 ». (Europese Economische Gemeen-
schap, Brussel, 1963, 198 blz.)
Les investissements de capitaux étrangers en Belgique. (Notes rapides sur la situation économique, Parijs, XV, n' 192, 14 januari 1964, blz. 3-7.)
Le prix de vente de l'énergie électrique dans les pays de la C.E.E. (Europese Economische Gemeenschap,
MANSFIELD L., The International Monetary System : As It is. (Monthly Review of the Federal
Rapport inzake de harmonisatie van de omzetbelastingwetgevingen in de E.E.G. (Raad voor het Mid-
Reserve Bank of Atlanta, Atlanta, januari 1964, blz. 1-3; 6.)
PALYI M., Wie steht es um den Dollar ? (Zeitschrift
Brussel, 1962, 107 blz.)
den- en Kleinbedrijf, 's Gravenhage, 1963, 50 blz.)
SEGRE C., Vers un marché financier européen.
fr das gesamte Kreditwesen, Frankfurt-am-Main, XVII, n' 2, 15 januari 1964, blz. 68-72.)
(Comptes rendus des travaux de la Société Royale d'Economie politique de Belgique, Brussel, n' 298, december 1963, 30 blz.)
REES G., Britain and the Postwar European Pay-
STOHLER J., Die Integration des Verkehrs. EuropMsche Erf ahrungen und Probleme. (Kyklos,
ments Systems. (University of Wales Press, Cardiff, 1963, 291 blz.)
Bazel, 1963, X 180 blz.)
ECONOMISCHE WETGEVING Deze rubriek bevat de wetten, besluiten en andere officiële bekendmakingen die van bijzonder belang zijn voor 's lands algemene economie en via het Belgisch Staatsblad werden afgekondigd in de loop van de maand aan deze van de publikatie van ons Tijdschrift voorafgaand. Alleen de gewichtigste wetten en besluiten hebben wij a in extenso » overgenomen. Voor de andere wetteksten volstaat een eenvoudige vermelding, desnoods door een verklarende nota verduidelijkt. Anderzijds, omvat de economische wetgeving de voornaamste besluiten, richtlijnen en verordeningen voorkomend in het Publikatieblad van de Europese
1. — Algemene economische wetgeving 2. — Geld-, krediet- en bankwezen 3. — Overheidsfinanciën 4. — Landbouw 5. — Nijverheid 6. — Arbeid
7. — Binnenlandse handel 8. — Buitenlandse handel 9. — Verkeerswezen 10. — Prijzen en lonen
Gemeenschappen.
Om het naslaan ervan te vergemakkelijken, hebben wij bovenbedoelde documentatie in de volgende rubrieken ondergebracht :
2.
—
11. — Pensioenen, sociale verzekeringen en diverse
sociale voordelen 12. — Europese Economische Gemeenschap
GELD-, KREDIET- EN BANKWEZEN
Nationale Kas voor Beroepskrediet
Koninklijk besluit van 15 januari 1964
Waarborgfonds. Verhoging van de grens der verbintenissen (Staatsblad, 9 januari 1964, blz. 216).
waarbij de Nationale Maatschappij voor de Huisvesting ertoe gemachtigd wordt, onder staatswaarborg, een lening van F 50 miljoen aan te gaan, bestemd voor de financiering van de bouw van huizen « met belofte van aankoop » (Staatsblad, 24 januari 1964, blz. 706).
Bij koninklijk besluit van 13 december 1963 wordt het bedrag van één miljard vijfhonderd miljoen frank, vastgesteld bij artikel 5 van de wet van 14 februari 1962 tot wijziging van het statuut van de Nationale Kas voor Beroepskrediet en tot verhoging van de grens der verbintenissen van het bij deze Kas ingestelde Waarborgfonds, door vrijgeving van een tweede tranche van vijfhonderd miljoen frank, op twee miljard vijfhonderd miljoen frank gebracht.
Koninklijk besluit van 11 december 1963 tot vaststelling van de interest- en delgingslasten te dragen door de Nationale Maatschappij voor de Huisvesting op de gedurende het jaar 1964 te lichten tranches van haar leningen (Staatsblad, 9 januari 1964, blz. 215). Artikel 1. — Op de gedurende het jaar 1964 te lichten tranches van haar leningen wordt de voet van de door de Nationale Maatschappij voor de Huisvesting te dragen enkelvoudige interest vastgesteld op 1,50 pct. 's jaars en dit van de lichting der gelden af. Van 1 januari 1966 af, zal de Nationale Maatschappij uit dien hoofde een annuïteit dragen tegen de voet van 2,40 pct. 's jaars, omvattend de hogervermelde interest en de delging in zesenzestig jaar.
Artikel 1. — De Nationale Maatschappij voor de Huisvesting wordt gemachtigd om bij de Algemene Spaar- en Lijfrentekas een lening aan te gaan voor een effectief bedrag van F 50 miljoen en voor een duur van maximum twintig jaar. Art. 2. — De Nationale Maatschappij mag op deze lening opeenvolgende geldopnemingen verrichten van F 100.000 of van een veelvoud van dit bedrag. Art. 3. — De geldopnemingen zijn terugbetaalbaar ten laatste na twee jaar en, binnen de perken van de beschikkingen van artikel 1 hierboven, mag de Nationale Maatschappij voor een termijn van ten hoogste twee jaar de aldus terugbetaalde bedragen opnieuw opnemen.
Art. 5. — De interest- en terugbetalingslasten van de geldopneming worden volledig gedragen door de Nationale Maatschappij. Art. 6. — De betaling van de interesten en de terugstorting van de hoofdsom van de geldopnemingen zijn gewaarborgd door de Staat.
— 149 — 3.
—
OVERHEIDSFINANCIEN
Ministerieel besluit van 12 december 1963 tot vaststelling, per gemeente, van het gemiddeld kadastraal inkomen voor de bouwlanden, voor de toepassing van het organiek koninklijk besluit van 22 december 1938, betreffende de kinderbijslag voor zelfstandigen (Staatsblad, 28 januari 1964, blz. 802).
Koninklijk besluit van 16 december 1963 tot wijziging van dat van 2 april 1963 houdende overdracht naar het dienstjaar 1963 van de vastleggingskredieten en van de betalingskredieten, die op 31 december 1962 beschikbaar waren op de buitengewone begroting (Staatsblad, 22 januari 1964, blz. 623).
wetten betreffende de verkeersbelasting op de autovoertuigen (Staatsblad, 1 januari 1964, blz. 9).
Wet van 24 december 1963 houdende de begroting van de Diensten van de Eerste-Minister voor het dienstjaar 1964 (Staatsblad, 10 januari 1964, blz. 243). Artikel 1. — Voor de aan het dienstjaar 1964 verbonden (...) gewone uitgaven betreffende de begroting van de Diensten van de Eerste-Minister, worden kredieten geopend die de som van F 251.265.000 belopen.
Ministerieel besluit van 24 december 1963 betreffende de tarief contingenten januari 1964, blz. 427).
(Staatsblad, 16
Ministeriële besluiten van 23 en 24 december 1963 tot vaststelling van het bijzonder recht op de invoer van sommige landbouw- en voedingsprodukten (Staatsblad, 8 januari 1964, blz. 185).
Koninklijk besluit van 27 december 1963 tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 maart 1953 houdende verhoging van de overdrachttaks bij de invoer (Staatsblad, 1 januari 1964, blz. 12).
Ministerieel besluit van 23 december 1963 betreffende het tarief van invoerrechten (Staatsblad, 14 januari 1964, blz. 297). Erratum (Staatsblad, 8 februari 1964, blz. 1164).
Koninklijk besluit van 23 december 1963 tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 maart 1954, waarbij aan de provinciegouverneur de uitoefening wordt opgedragen van sommige machten welke bij artikel 76 van de gemeentewet aan de Koning zijn verleend (Staatsblad, 14 januari 1964, blz. 348).
Wet van 24 december 1963 tot wijziging van de wet van 20 november 1962 houdende hervorming van de inkomstenbelastingen en van de wet van 31 juli 1963 tot wijziging, wat de belasting ten behoeve van gemeenten betreft, van de gecoërdineerde wetten betreffende de inkomstenbelastingen en van de gecoiirdineerde
Wet van 27 december 1963 tot wijziging van de wetten betreffende de belasting op de spelen en weddenschappen, gecoërdineerd op 22 maart 1961 (Staatsblad, 14 januari 1964, blz. 296).
Wet van 27 december 1963 machtigende de Regie van Telegrafie en Telefonie, in België of in het buitenland, in Belgische of in vreemde munt, één of meer leningen uit te schrijven voor een nominaal bedrag dat niet hoger is dan twee miljard Belgische frank (Staatsblad, 17 januari 1964, blz. 456).
Koninklijk besluit van 15 januari 1964 betreffende de verrekening van de voorheffingen (Staatsblad, 28 januari 1964, blz. 800).
-- 150 --
Koninklijk besluit van 16 januari 1964
Ministerieel besluit van 17 januari 1964
tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 november 1962 betreffende de personenbelasting verschuldigd door de belastingplichtigen wier belastbaar inkomen F 160.000 niet te boven gaat (Staatsblad, 24 januari 1964, blz. 707).
tot vaststelling van het bijzonder recht op de invoer van sommige landbouw- en voedingsprodukten (Staatsblad, 23 januari 1964, blz. 660).
Ministerieel besluit van 27 januari 1964 tot vaststelling van het bijzonder recht op de invoer van sommige landbouw- en voedingsprodukten (Staatsblad, 30 januari 1964, blz. 907).
4.
—
LANDBOUW
Koninklijk besluit van 30 december 1963 waarbij de telling van de winterbezaaiingen en van het vee op 1 januari 1964 wordt voorgeschreven (Staatsblad, 1 januari 1964, blz. 19).
5. — NIJVERHEID
Ministerieel besluit van 3 januari 1964 houdende vaststelling van het bedrag der premies toegekend aan de instellingen die uit Belgische melk zekere melkderivaten voortbrengen (Staatsblad, 15 januari 1964, blz. 398).
6.
—
ARBEID
Koninklijk besluit van 20 december 1963 betreffende arbeidsvoorziening en werkloosheid (Staatsblad, 18 januari 1964, blz. 506).
Koninklijk besluit van 23 december 1963
Ministerieel besluit van 31 december 1963
tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 oktober 1962 tot vaststelling van de arbeidsduur voor het werkliedenpersoneel van de confectieondernemingen (Staatsblad, 21 januari 1964, blz. 592).
tot omschrijving van seizoenarbeiders en arbeiders bij tussenpozen (Staatsblad, 14 januari 1964, blz. 348).
-- 151 -8. — BUITENLANDSE HANDEL
Ministeriële besluiten van 23 en 24 december 1963
Koninklijk besluit van 27 december 1963
tot vaststelling van het bijzonder recht op de invoer van sommige landbouw- en voedingsprodukten (Staatsblad, 8 januari 1964, blz. 185).
tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 maart 1953 houdende verhoging van de overdrachttaks bij de invoer (Staatsblad, 1 januari 1964, blz. 12).
Ministerieel besluit van 23 december 1963
Ministerieel besluit van 17 januari 1964
betreffende het tarief van invoerrechten (Staatsblad, 14 januari 1964, blz. 297). Erratum (Staatsblad, 8 februari 1964, blz. 1164).
tot vaststelling van het bijzonder recht op de invoer van sommige landbouw- en voedingsprodukten (Staatsblad, 23 januari 1964, blz. 660).
Ministerieel besluit van 24 december 1963
Ministerieel besluit van 27 januari 1964
betreffende de tarief contingenten 16 januari 1964, blz. 427).
(Staatsblad,
betreffende de doorvoer langs de weg (Staatsblad, 30 januari 1964, blz. 905).
Ministerieel besluit van 27 januari 1964 tot vaststelling van het bijzonder recht op de invoer van sommige landbouw- en voedingsprodukten (Staatsblad, 30 januari 1964, blz. 907).
10. — PRIJZEN EN LONEN
Koninklijk besluit van 23 december 1963
Ministerieel besluit van 30 december 1963
waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de beslissing van 9 april 1963 van het Nationaal Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf betreffende de betaling van het overloon (Staatsblad, 21 januari 1964, blz. 593).
tot opheffing van het ministerieel besluit van 11 december 1963 houdende vaststelling van de maximumprijs der boter (Staatsblad, 2-3 januari 1964, blz. 53).
Ministerieel besluit van 15 januari 1964 tot reglementering van de prijzen der elektrische huishoudtoestellen (Staatsblad, 18 januari 1964, blz. 497).
11. — PENSIOENEN, SOCIALE VERZEKERINGEN EN DIVERSE SOCIALE VOORDELEN
Wet van 17 juli 1963 betreffende de overzeese sociale zekerheid blad, 8 januari 1964, blz. 163).
Ministerieel besluit van 12 december 1963 (Staats-
tot vaststelling, per gemeente, van het gemiddeld kadastraal inkomen van de bouwlanden, voor de toepassing van het organiek koninklijk besluit van 22 december 1938, betreffende de kinderbijslag voor zelfstandigen (Staatsblad, 28 januari 1964, blz. 802).
— 152 --
Koninklijk besluit van 17 december 1963
Koninklijk besluit van 14 januari 1964
tot wijziging van artikel 57bis van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders en tot vaststelling van de berekeningswijze van de kinderbijslag en van de bijdragen voor de werknemers wier wekelijkse arbeid verdeeld is over minder dan vijf dagen van meer dan acht uren per dag (Staatsblad, 15 januari 1964, blz. 389).
tot verhoging van het bedrag van de bijdragen vastgesteld bij de artikelen 77 en 78 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders (Staatsblad, 21 januari 1964, blz. 589).
Ministerieel besluit van 20 december 1963 tot wijziging van het ministerieel besluit van 30 juli 1961, betreffende de toekenning van sommige voordelen aan de werknemers in versnelde beroepsopleiding (Staatsblad, 2-3 januari 1964, blz. 56).
Koninklijk besluit van 16 januari 1964 ter bepaling van het bedrag van het jaarlijks inkomen, bedoeld bij de artikelen 33, § 5, en 151, §§ 2 en 3, van de wet van 9 augustus 1963 tot instelling en organisatie van een regeling voor verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering, gewijzigd bij de wet van 24 december 1963 ter aanvulling van evengenoemde wet van 9 augustus 1963 (Staatsblad, 21 januari 1964, blz. 590).
Koninklijk besluit van 24 december 1963 Koninklijk besluit van 17 januari 1964 houdende statuut van de Dienst voor overzeese sociale zekerheid (Staatsblad, 8 januari 1964, blz. 180).
Koninklijk besluit van 31 december 1963 betreffende de toepassing van de besluitwet van 28 december 1944, betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, op de werknemers en werkgevers die verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst voor landbouwarbeiders (Staatsblad, 10 januari 1964, blz. 253).
Koninklijk besluit van 31 december 1963 tot wijziging van het organiek koninklijk besluit van 22 december 1938, voorzien bij de wet van 10 juni 1937 houdende uitbreiding van de kindertoeslagen tot de werkgevers en tot de niet-loontrekkende arbeiders (Staatsblad, 15 januari 1964, blz. 391).
Koninklijk besluit van 31 december 1963 houdende verordening op de uitkeringen inzake verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering (Staatsblad, 14 januari 1964, blz. 307).
tot wijziging van artikel 6 van het koninklijk besluit van 28 mei 1958 tot vaststelling van het statuut van het Nationaal Pensioenfonds voor mijnwerkers inzake inrichting van de rust- en weduwenpensioenregeling, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 april 1962 (Staatsblad, 30 januari 1964, blz. 908).
Koninklijk besluit van 18 januari 1964 tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 oktober 1936 houdende wijziging en samenordening van de statuten van de Hulp- en Voorzorgskas voor zeevarenden onder Belgische vlag (Staatsblad, 23 januari 1964, blz. 657). Erratum (Staatsblad, 12 februari 1964, blz. 1254).
Koninklijk besluit van 18 januari 1964 tot wijziging, wat de toegestane bezigheid betreft, van het koninklijk besluit van 30 juli 1957 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor bedienden (Staatsblad, 25 januari 1964, blz. 772).
Koninklijk besluit van 3 januari 1964
Koninklijk besluit van 18 januari 1964
tot wijziging, wat de toegestane bezigheid betreft, van het koninklijk besluit van 17 juni 1955 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor arbeiders (Staatsblad, 21 januari 1964, blz. 588).
tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 mei 1958 tot vaststelling van het statuut van het Nationaal Pensioenfonds voor mijnwerkers inzake inrichting van de rust- en weduwenpensioenregeling (Staatsblad, 25 januari 1964, blz. 773).
— 153 — 12. — EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP
Richtlijn van de Raad van 5 november 1963 (64/54/E.E.G.)
Verordening nr 3/64/E.E.G. van de Raad van 18 december 1963
betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten inzake conserveermiddelen die mogen worden gebruikt in voor menselijke voeding bestemde waren (Publikatieblad, 27 januari 1964, blz. 161/64).
houdende vaststelling van de bijlagen van verordening nr 36/63/E.E.G. van de Raad inzake de sociale zekerheid van grensarbeiders (Publikatieblad, 17 januari 1964, blz. 50/64).
Beschikking van de Commissie van 16 december 1963 (64/80/E.E.G.) houdende toekenning van een tariefcontingent aan het Koninkrijk België en het Groothertogdom Luxemburg voor sommige soorten krabben en garnalen (Publikatieblad, 31 januari 1964, blz. 283/64).
Beschikking van de Commissie van 16 december 1963 (64/84/E.E.G.) houdende toekenning van een tarief contingent aan het Koninkrijk België en het Groothertogdom Luxemburg voor ruwe natuurkurk en kurkafval, gebroken of gemalen kurk (Publikatieblad, 31 januari 1964, blz. 292/64).
Beschikking van de Commissie van 17 december 1963 (64/62/E.E.G.) houdende toekenning van een tarief contingent aan het Koninkrijk België en het Groothertogdom Luxemburg voor zout, bestemd om chemisch te worden verwerkt (Publikatieblad, 30 januari 1964, blz. 246/64).
Verordening nr 2/64/E.E.G. van de Raad van 18 december 1963 tot aanvulling van bijlage D van verordening nr 3 en van bijlage 6 van verordening nr 4 (bijzondere bilaterale bepalingen voor seizoenarbeiders) katieblad, 17 januari 1964, blz. 49/64).
Beschikking nr 1 64 van 15 januari 1964 -
houdende verbod van aanpassing aan prijsaanbiedingen voor ijzer- en staalprodukten en ruwijzer uit landen en gebieden met staatshandel (Publikatieblad, 22 januari 1964, blz. 97/64).
Aanbeveling nr 1 64 van 15 januari 1964 -
aan de regeringen der deelnemende Staten betreffende een verhoging van de bescherming van ijzeren staalprodukten aan de buitengrenzen van de Gemeenschap (Publikatieblad, 22 januari 1964, blz. 99/64).
Aanbeveling nr 2 64 van 15 januari 1964 -
aan de regeringen der deelnemende Staten met betrekking tot de invoering van een specifieke bescherming van gieterijruwijzer (Publikatieblad, 22 januari 1964, blz. 107/64).
Beschikking van de Raad van 25 januari 1964 (64/61/E.E.G.) tot verlenging van de geldigheidsduur van de aan het Koninkrijk België verleende machtiging om de uitvoer van varkens en varkensvlees naar de LidStaten te beperken (Publikatieblad, 29 januari 1964, blz. 239/64).
STATISTIEKEN (De inhoudsopgave en de lijst van de gebruikte afkortingen komen voor op het einde van het Tijdschrift)
Na ieder hoofdstuk vindt de lezer bibliografische referenties; zij vermelden enkele statistische publikaties die
meer omstandige gegevens over het onderwerp van het hoofdstuk of overeenstemmende gegevens voor het buitenland bevatten
I. - BEVOLKING EN NATIONALE REKENINGEN 1. — BEVOLKING Bronnen : Nationaal Instituut voor de Statistiek en Ministerie
van Tewerkstelling en Arbeid. 1947
1960
1961
1962
9.251
Bron (duizenden, per einde jaar)
8.512
9.178
9.190
5.850
5.906
5.921
2.902 2.948
2.928 2.978
2.937 2.984
3.481
3.504
3.525
3.571
423
257
249
240
Extractienijverheid
191
131
115
105
Fabrieksnijverheid
1.311
1.203
1.235
1.259
Bouwbedrijf
197
241
249
263
Vervoer
243
240
243
241
1.024 92
1.312 120
1.339 95
1.386 77
Totale bevolking
N.I.S.
Bevolking op werkbekwame leeftijd (15 tot 65 jaar) waarvan : Mannen Vrouwen Actieve bevolking 1 waarvan : Landbouw
Handel, banken, verzekeringen en diensten Volledige werklozen 1 Incl. de werklozen en excl. de gewapende macht.
Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid
- 155 I
2. - VERDELING VAN HET NATIONAAL PRODUKT OVER DE PRODUKTIEFACTOREN (Ramingen van het N.I.S., genormaliseerd systeem) (miljarden franken)
Brun : Nationaal Instituut voor da Statistiek. - Commissie van de Nationale Boekhouding. 1959
1.
Inkomen uit bezoldigde arbeid 1 a) Wedden en lonen van werknemers onderworpen aan de Maatschappelijke Zekerheid b) Wedden en lonen van werknemers onderworpen aan sommige bepalingen van de Maatschappelijke Zekerheid c) Werkgeversbijdragen lijke Zekerheid
1954
1955
1956
1957
1958
1959
1960
1961
1962
105,9
108,8
115,1
124,2
135,7
137,2
136,8
144,8
152,7
166,0
7,8
8,2
8,7
9,5
10,1
10,7
10,6
11,8
12,5
13,5
Maatschappe-
16,3
16,9
18,5
20,3
23,4
23,9
23,6
26,2
28,9
31,8
d) Werknemers niet onderworpen aan de Maatschappelijke Zekerheid e) Aanvullingen en correcties
42,8 12,0
44,7 11,9
47,7 11,9
49,8 13,8
52,6 17,2
57,6 16,9
59,1 16,5
63,0 20,0
64,3 17,7
69,7 18,8
Totaal -.
184,8
190,5
201,9
217,6
239,0
246,3
246,6
265,8
276,1
299,8
19,9 8,7 66,1
19,5 9,3 69,3
20,3 9,5 71,6
19,5 10,0 73,9
22,8 10,2 73,0
21,1 11,3 72,7
22,2 11,9 74,1
22,9 12,7 76,6
26,6 13,3 79,5
23,6 13,8 83,0
4,9 2,1
5,3 1,9
6,0 1,7
6,4 1,7
6,1 3,2
5,5 3,0
5,9 2,4
6,4 3,3
7,0 1,5
7,3 1,0
101,7
105,3
108,6
111,5
115,3
113,6
116,5
121,9
127,9
128,7
10,4 29,4 9,1
11,4 32,9 9,3
12,4 33,5 11,0
13,5 33,7 12,5
14,4 34,1 13,4
15,8 34,1 12,2
17,1 34,3 11,4
19,1 34,1 13,3
20,8 34,2 14,6
23,0 34,0 15,5
48,9
53,6
56,9
59,7
61,9
62,1
62,8
66,4
69,6
72,5
4. Reserveringen van vennootschappen 2
6,8
9,5
12,3
13,3
10,2
7,2
10,6
11,4
13,9
13,9
5. Directe belastingen der vennootschappen van alle juridische vormen
7,3
6,8
6,7
8,3
8,7
7,8
7,6
9,2
8,9
8,9
6. Inkomens uit vermogen en ondernemersinkomen toevloeiend aan de overheid
3,4
4,0
4,0
4,2
5,1
4,2
4,4
5,3
5,0
5,3
7. Intrest van de overheidsschuld
8,8
-- 9,2
-10,1
-11,0
-11,7
-11,8
-12,5
-14,5
-16,7
-16,8
344,1
380,5
380,3
403,6
428,5
429,4
436,0
465,5
484,7
512,3
33,6
35,8
38,5
42,3
43,5
44,2
46,2
48,0
50,0
53,2
377,7
398,3
418,8
445,9
472,0
473,6
482,2
513,5
534,7
565,5
40,7
41,7
46,2
50,8
54,2
55,2
60,1
65,2
73,2
79,5
3,4
- 5,0
- 4,1
- 6,5
- 6,5
-- 6,9
- 6,4
-- 6,5
-- 6,7
- 7,8
415,0
433,0
460,9
490,2
519,7
521,9
535,9
672,2
601,2
637,2
2. Ondernemersinkomen van zelfstandigen en personenvennootschappen a) Land-, tuin-, bosbouw 1 b) Vrije beroepen 1
c) Handelaars en ambachtslieden 1 d) Inkomen der personenvennootschap-
pen 2 e) Statistische aanpassing Totaal -.
3. Inkomen uit vermogen toevloeiend aan particulieren 1 a) Intresten
b) Huur (ontvangen of toegerekend) c) Handelaars en ambachtslieden Totaal .-
Netto nationaal inkomen tegen factorkosten 8. Afschrijvingen Bruto nationaal produkt tegen factorkosten 9. Indirecte belastingen
10. Subsides Bruto nationaal produkt tegen marktprijzen 1 V66r balastingsbeffing. Na belastingsbeffing.
2
- 156 I • 3. - B.N.P. BEREKEND DOOR ONTLEDING VAN DE VOORTBRENGING TEGEN MARKTPRIJZEN (Ramingen in courante prijzen, genormaliseerd systeem) (miljarden franken) Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek. - Commissie van de Nationale Boekhouding. 1958
1954
1955
1956
1957
1958
1959
1960
1901
1962
1. Landbouw, bosbouw en visserij
31,3
31,2
32,6
31,8
35,5
33,8
35,1
36,2
40,0
37,1
2. Extractieve industrieën
17,6
16,8
17,8
18,6
21,2
18,2
14,3
14,0
18,6
13,7
37,7 13,0 5,5 4,3 5,9 10,6 5,8 12,0
38,9 13,9 5,7 4,3 6,6 11,9 6,1 10,5
39,4 13,6 6,0 4,8 6,6 12,3 7,0 14,2
41,1 14,9 6,3 5,0 6,9 13,4 7,5 14,9
41,6 15,8 6,9 5,3 7,4 13,3 8,0 15,4
42,3 13,0 6,6 5,6 7,5 12,9 7,8 13,6
43,5 14,2 6,9 5,6 7,8 13,7 9,0 14,5
44,6 15,6 7,3 5,7 8,5 14,5 10,1 18,7
47,2 16,2 8,0 6,8 9,3 15,4 10,4 17,2
48,7 16,7 8,6 7,9 9,6 17,1 11,8 17,9
27,4 9,3
29,2 10,0
29,4 10,9
31,6 11,7
35,2 12,5
33,7 12,6
33,2 13,2
36,8 14,8
41,3 15,5
45,9 16,8
131,5
137,1
144,2
153,3
161,4
155,6
161,6
176,6
187,3
200,5
29,0
31,0
30,8
84,0
39,9
38,0
40,2
43,1
45,8
49,5
8,4
9,1
9,1
9,7
10,2
10,8
10,7
11,1
11,6
12,5
6. Handel, bank- en verzekeringswezen, woongebouwen a) Handel b) Bank- en verzekeringswezen c) Woongebouwen
45,6 8,9 30,8
46,6 9,4 34,7
50,8 11,5 35,6
53,7 12,0 36,3
56,6 13,0 37,0
58,0 13,4 37,5
63,7 15,0 38,0
67,2 16,0 38,4
72,5 17,3 38,9
79,1 19,2 39,8
Totaal van rubriek 6 .-
85,3
90,7
97,9
102,0
106,6
108,9
116,7
121,6
128,7
137,6
7. Vervoer
30,3
30,8
33,7
37,0
38,0
38,7
40,9
44,1
46,1
47,4
8. Diensten
81,5
84,7
89,7
93,7
100,1
107,6
110,6
117,0
121,9
128,1
9. Correcties
-3,7
-2,5
-0,3
2,4
-1,2
2,7
0,9
1,7
-0,2
5,5
Bruto binnenlands produkt tegen marktprijzen
411,2
428,9
455,5
482,5
511,7
514,3
531,0
585,4
594,8
831,9
10. Saldo van de factorinkomens ontvangen van en betaald aan het buitenland
3,8
4,1
5,4
7,7
8,0
7,6
4,9
6,8
6,4
5,8
Bruto nationaal produkt tegen marktprijzen
415,0
433,0
480,9
490,2
519,7
521,9
535,9
572,2
801,2
837,2
3. Be- en verwerkende industrieën a) Voedingsmiddelen, dranken en tabak b) Textiel c) Kleding en schoeisel d) Hout en meubelen e) Papier, drukkerij, uitgeverij f) Chemie en aanverwante activiteiten g) Klei, ceramiek, glas, cement h) IJzer, staal en non-ferrometalen _. i) Metaalverwerkende industrieën scheepsbouw j) Overige industrieën Totaal van de verwerkende industrieën
(rubriek 3) -. 4. Bouwnijverheid
5. Elektriciteit, gas, water
— 157 — I - 4. — B.N.P. BEREKEND DOOR ONTLEDING VAN DE BESTEDINGEN Genormaliseerd systeem
(Miljarden franken) van de Nationale Boekhouding.
Bron : Nationaal Instituut voor de Statiatiek - Commissie
TEGEN PRIJZEN VAN 1953
TEGEN COURANTE PRIJZEN
•
700
100
600
600
Br utonationaal produkt Brutonationaal produkt 500
500
400
400 0,...~...*
..1 01
ait°
**
iiii .
Private consumptie
Is* *. ...... i** mai*.
...****.. 300 — 000 "--
soos 10 ...... WO .0 05 Private consumptie
_
300
200
200
Brutobinnenlandse kapitaalvorming Brutohinneniandse kapitaalvorming
100 _——— Overheidsconsumptie
Overheidsconsumptie
....
0 —
__
—
Netto — uitvoer
—100 —
1
1 1954
1
1 1958
1
1 1958
— 100
1
1 1960
1
0
Netto — uitvoer
1
I 1962
1 1954
I
I 1956
1
I 1958
1
I 1960
I
100 1962
- 158 I - 4a.
-
BESTEDING VAN HET NATIONAAL PRODUKT
(Ramingen in courante prijzen, genormaliseerd systeem) (miljarden franken) Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek. - Commissie van de Nationale Boekhouding. 1957
1958
1959
1960
1961
1962
99,4 24,0 34,7 45,1 19,0 25,6 16,0 18,5 27,0 25,3
102,6 26,1 36,4 46,6 20,4 28,7 17,1 19,8 29,2 27,4
103,5 27,2 36,5 47,5 18,9 27,0 17,5 22,1 29,3 30,3
106,9 28,3 37,7 48,7 18,8 28,7 18,3 23,6 31,3 29,5
108,2 29,1 39,1 49,4 19,7 32,9 18,9 25,3 35,4 29,6
113,0 30,5 40,5 50,3 20,0 34,6 19,5 26,8 36,0 31,5
119,1 31,0 42,0 51,2 24,4 36,9 20,3 28,6 37,5 32,5
7,0
4,0
4,3
- 1,8
6,9
4,1
10,4
9,3
310,6
325,9
338,6
358,6
358,0
378,7
391,7
413,1
432,8
31,9 17,7 1,2
33,5 16,6 1,2
35,7 13,6 1,3
37,0 14,5 1,4
39,3 14,4 1,5
43,3 15,4 1,6
45,3 16,5 1,7
49,3 17,6 1,8
51,1 17,4 2,0
55,4 21,0 2,1
0,5
0,6
0,6
0,6
0,7
0,7
0,8
0,8
0,9
1,0
51,3
51,9
51,2
53,5
55,9
61,0
64,3
69,5
71,4
79,5
3,2 2,4 13,9 1,5 3,4 4,4 18,3 9,1 6,6 2,0 1,8 -0,3
3,3 2,5 14,0 1,7 3,5 4,6 22,2 9,3 7,4 2,1 2,9 -0,4
3,8 2,2 16,7 1,8 4,1 4,8 20,6 10,7 8,3 2,2 -0,4 -0,5
3,9 3,0 20,1 2,1 4,6 5,3 23,0 12,1 9,1 2,4 4,0 -1,3
4,0 3,0 20,0 2,3 5,0 5,5 31,2 11,9 8,4 2,5 6,6 -1,5
3,8 2,7 18,3 1,9 4,9 4,9 26,0 13,4 8,9 2,5 0,8 - 2,1
4,0 1,9 18,7 2,3 6,0 5,5 29,7 12,8 12,2 2,7 -1,2 -1,5
4,5 1,5 26,4 2,6 4,8 6,2 33,1 14,4 12,3 2,9 3,7 -2,4
4,9 1,4 28,8 3,3 4,2 6,6 35,9 13,0 12,4 3,3 4,2 -0,8
4,7 1,4 31,9 3,7 5,4 7,0 36,5 12,8 14,9 3,4 3,3 -1,7
Totaal
66,3
73,1
74,3
88,3
98,9
86,0
93,1
110,0
117,2
123,3
4. Netto-uitvoer van goederen en diensten a) Totale uitvoer b) Totale invoer c) Netto-uitvoer
121,9 120,5 4-1,4
129,0 131,6 -2,6
155,2 145,7 49,5
179,6 169,8 +9,8
184,4 178,1 46,3
177,1 160,2 4-16,9
176,1 176,3 -0,2
199,8 198,8 41,0
214,3 214,8 -0,5
231,4 229,8 41,6
415,0
433,0
460,9
490,2
519,7
621,9
535,9
572,2
801,2
637,2
1. Private consumptie a) Voedingsmiddelen b) Dranken en tabakswaren c) Kleding en ander persoonlijk goed d) Huur, taksen, water e) Verwarming en verlichting f) Duurzame huishoudartikelen g) Onderhoud van de woning h) Persoonverzorging en hygiëne i) Vervoer en verkeer j) Vrije tijdsbesteding k) Andere uitgaven en statistische aanpassing Totaal
2. Overheidsconsumptie a) Bezoldigingen en pensioenen b) Goederen en diensten c) Toegerekende nettohuur d) Toegerekende afschrijvingen van administratieve en onderwijsgebouwen Totaal
3. Brutobinnenlandse kapitaalvorming a) Landbouw, bosbouw en visserij b) Extractieve industrieën c) Be- en verwerkende industrieën d) Bouwnijverheid e) Elektriciteit, gas en water f) Handel, bank- en verzekeringswezen g) Woongebouwen h) Vervoer en verkeer i) Overheid en onderwijs j) Andere diensten k) Veranderingen der voorraden 1) Statistische aanpassing
Bruto nationaal produkt tegen marktprijzen
1958
1954
1955
1956
88,7 23,0 29,4 38,1 15,5 20,8 13,9 16,2 21,1 22,8
91,9 22,8 31,1 42,6 16,3 22,1 14,6 17,0 22,9 23,2
94,2 23,6 34,1 44,1 17,3 23,7 15,2 17,7 24,7 24,3
6,5
6,1
296,0
— 159 — I - 4b. — BESTEDING VAN HET NATIONAAL PRODUKT (In prijzen van 1953 indexcijfers, genormaliseerd systeem)
Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek. — Commissie van de Nationale Boekhouding. 1954
1955
1958
1957
1958
1959
1960
1961
1962
1. Private consumptie a) Voedingsmiddelen b) Dranken en tabakswaren c) Kleding en ander persoonlijk goed d) Huur, taksen, water e) Verwarming en verlichting f) Duurzame huishoudartikelen g) Onderhoud van de woning h) Persoonverzorging en hygiëne i) Vervoer en verkeer j) Vrije tijdsbesteding
101 100 106 102 105 108 105 105 109 101
106 104 117 105 111 118 108 108 118 105
108 104 119 105 118 125 111 111 124 106
108 112 120 106 117 134 114 113 129 111
111 111 119 107 108 125 115 123 131 117
111 116 122 108 110 133 118 128 137 114
114 118 124 109 117 158 119 134 149 114
118 124 128 110 121 162 120 138 151 120
120 126 132 110 147 171 123 145 160 121
Totaal
104
110
112
116
115
119
124
128
133
106 94
109 74
109 76
109 72
114 79
121 84
122 89
124 87
126 103
97
103
110
116
122
126
136
147
162
101
97
97
97
102
108
111
112
119
99 102 100 111 102 104 121 103 112 104
112 88 115 112 115 103 109 115 123 103
111 111 130 126 122 110 117 123 128 110
109 104 121 131 125 108 147 115 109 108
99 93 109 106 120 96 117 129 110 107
103 63 111 133 148 108 133 123 150 116
112 51 152 145 115 117 146 139 148 121
120 44 165 184 100 128 153 123 145 136
111 44 172 195 120 126 148 119 164 135
111
109
124
132
111
120
140
145
146
111 114
128 125
141 141
141 144
144 140
149 156
166 175
179 186
195 202
103,8
109,6
112,3
115,4
114,2
116,2
122,5
126,5
131,5
2. Overheidsconsumptie a) Bezoldigingen en pensioenen b) Goederen en diensten c) Toegerekende huur van administratieve en onderwijsgebouwen (incl afschrijvingen) Totaal
3. Brutobinnenlandse kapitaalvorming a) Landbouw, bosbouw en visserij b) Extractieve industrieën c) Be- en verwerkende industrieën d) Bouwnijverheid e) Elektriciteit, gas en water f) Handel, bank- en verzekeringswezen g) Woongebouwen h) Vervoer en verkeer i) Overheid en onderwijs j) Andere diensten Totaal
4. Netto-uitvoer van goederen en diensten a) Totale uitvoer b) Totale invoer Bruto nationaal produkt tegen marktprijzen (prijzen van 1953) Bibliografische
referenties :
Bevolking : Statistisch Jaarboek voor Belgii. — Statistisch Tijdschrift van het N.I.S. — Publikaties van het Nationaal Centrum voor mechanische berekeningen. — Algemene telling van de bevolking, de nijverheid en de handel op 31 december 1947. — Bulletin de l'I.R.E.S.P. — Annuaire clArnographique (O.V.N.). — Revue Internationale du Travail (I.A.B.). — Annuaire des statistiques du Travail (I.A.B.). Nationaal Inkomen en B.N.P. : Statistisch Jaarboek voor Belga. — Statistisch Tijdschrift van het N.I.S., juni 1963, blz. 1121. — Cahiers Economiques de Bru— Bulletin statistique (O.E.S.O.). xelles (D.U.L.B.E.A.). — Recherches Economiques de Louvain (I.R.E.S.P.). — International Financial Statistici —Donnefes statistiques (Raad van Europa). — Yearbook of International Accounts Statistici (0.V.N.).
II. - TEWERKSTELLING EN WERKLOOSHEID 1. -
INDEXCIJFERS VAN DE TEWERKSTELLING IN DE NIJVERHEID (arbeiders)
Basis 1958 = 100 Bron : Ministerie van Arbeid. Fabrieksbedrijven Metaalverwerkende nijverheid Maandgemiddelden of maanden
Algemeen
Extractie bedrijven
-
indexcuter
Totaal
1959 1960 1961 1962
96,4 97,6 99,6 101,9
89,3 76,9 67,6 62,0
97,2 100,7 104,0 105,7
1962 le kwartaal 20 kwartaal 3e kwartaal .4e kwartaal ._ 1963 le kwartaal -. 2e kwartaal .Se kwartaal . 1962 September ._ Oktober November December 1963 Januari Februari Maart April
100,4 102,4 103,8 103,0 98,2 105,5 106,1 103,2 103,4 103,1 102,6 97,0 94,5 103,2 105,6 105,6 105,3 105,5 106,0 106,9
62,9 62,2 61,5 61,6 60,0 59,9 60,2 61,2 61,6 62,0 61,2 59,4 60,0 60,7 60,4 59,7 59,6 60,0 60,0 60,5
104,9 105,3 106,0 106,6 105,8 107,9 108,3 106,8 106,9 106,7 106,2 105,9 105,2 106,3 108,5 107,9 107,4 107,6 108,1 109,2
Mei
Juni Juli Auguetue September
Nijverheid der basis. metalen
99,6 103,4 107,1 105,8 106,6
105,6 105,2 105,7 103,4 105,8 105,5 105,8 105,8 105,9 105,4 105,7 105,1 99,5 105,7 105,9 105,1 105,0 105,7 105,9
Fabricage van metaalprodukten
(exclusief
Machinebouw (exclusief electrisohe machines)
Bouw van electrisohe machines, apparaten en toebehoren
92,4 98,8 106,5 109,3
97,7 108,8 118,5 126,8
94,6 100,3 113,7 114,8
88,3 89,5 89,2 99,2
98,7 99,5 99,1
109,2 107,3 108,3 112,3 113,1 118,5 120,8 110,7 110,3 113,2 113,5 112,3 111,8 115,1 116,3 119,7 119,5 118,0 121,1 123,4
124,0 125,2 127,7 130,3 127,4 131,0 132,8 129,3 130,9 130,2 129,7 126,5 127,7 128,1 131,4 130,7 131,0 130,9 132,5 135,0
118,1 113,7 112,9 114,4 113,8 110,7 111,9 112,9 113,7 116,3 113,3 115,9 112,9 112,6 110,8 110,4 110,8 110,1 111,7 113,9
95,8 99,8 101,1 100,2 97,1 101,7 102,8 101,3 101,9 98,4 100,3 96,0 96,2 99,1 100,6 102,9 101,5 103,1 102,5 102,8
98,0 96,7 97,2 99,1 99,1 98,6
machines en transport. materieel)
52 "
van
transport• materieel
Textiel (excl. confectie)
97,8
98,6 97,5 99,3 98,9 99,1 99,0
98,7 99,5 98,6 98,9
98,2 97,9 98,4 99,6
Bouwnijverheid
97,8 99,7 100,7 106,9 101,1 107,3 109,5 110,0 83,9 116,9 118,8 110,3 110,9 109,8 109,4 77,0 64,9 109,9 114,7 117,9 118,1 118,0 119,0 119,3
II - 2. - WERKLOOSHEID Algemene gegevens Bron : Rijksdienst voor Arbeidstworsiening.
Aantal werkdagen per periode 1
1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 6 1963 1962 2e kwartaal 3° kwartaal 40 kwartaal 1963 le kwartaal 20 kwartaal 30 kwartaal 4° kwartaal
1963 Februari Maart
April Mei Juni Juli Auguetue September Oktober November December 1964 Januari Februari
304 308 302 302 302 304 308 * 252 250 61 69 62 65 61 63 61 20 25 18 19 24 19 19 25 19 19 23 20 20
Gemiddeld aantal Maandgemiddelde werkloosheidsdagen per maand 3 van het aantal Gedeelteverloren lijke en Gedeelte- werkdagen Volledig toevallige werklozen lijke en (duizenwerklozen toevallige den)
Aantal gecontroleerde werklozen (duizenden) 2
Totaal
Volledige
172,4 144,8 116,8 180,9 199,2 158,1 126,3 85,5 83,1 64,0 52,1 90,1 176,1 44,1 35,4 72,1
116,5 91,0 77,9 109,7 125,0 110,1 87,9 47,1 32,9 41,8 34,5 39,8 47,0 30,0 24,7 29,0
55,9 53,8 38,9 71,2 74,2 48,0 38,4 38,4 50,2 22,2 17,6 50,3 129,1 14,1 10,7 43,1
219,4 85,8 49,1 45,1 39,5 35,8 34,9 35,4 36,3 41,7 126,9 119,9 62,8
49,9 41,6 33,5 31,1 26,6 25,1 24,2 24,8 25,1 28,0 33,2 36,5 33,5
169,5 44,2 15,6 14,0 12,9 10,7 10,7 10,6 11,2 13,7 93,7 83,4 29,3
4.366 3.717 2.942 4.556 5.014 4.005 3.241 1.791 1.731
20,2 20,5 19,9 20,0 20,7 20,9 21,2 16,0 15,7
1.302 1.199 1.845 3.816 897 743 1.467 4.387 2.146 884 857 949 680 663 886 690 793 2.919
15,5 16,8 15,4 16,9 15,0 15,4 15,0 16,6 17,0 13,7 14,7 16,9 14,9 14,6 16,5 13,9 14,1 16,6
2.398 1.256
15,8 15,6
Werk aanbiedingen 4 Door de openbare openbesturen Werk aan staande gedurende aanbiedin• tewerkvragen de maand gen per gestelde ontvangen 4 5 werklozen (duizenmaand den) 2 (in duizenden)
8,9 8,5 7,6 7,0 8,2 6,8 7,7 6,7 10,0 5,9 6,6 7,1 12,0 5,9 5,8 8,8
22,7 9,8 5,3 10,5 17,3 9,8 7,1 6,6 6,0 7,6 8,1 6,5 3,4 7,2 7,4 6,8
70,9 49,2 40,1 73,1 82,8 61,2 31,4 18,1 13,1 14,6 12,5 17,1 22,3 10,1 7,9 12,0
27,7 23,9 19,4 16,2 19,3 18,9 20,1 18,3 15,3 20,6 17,1 15,7 16,6 18,3 13,6 12,5
13,4 14,9 12,9 5,6 5,3 7,5 12,5 14,6 16,5 16,6 15,5 13,0 12,2 19,6 18,9 16,0
13,5 5,9 5,8 5,7 6,2 6,0 5,0 6,3 5,6 5,6 10,1 9,7 5,7
3,1 4,3 6,6 7,3 7,7 7,1 7,5 7,6 7,2 6,4 4,6 3,7 4,6
24,3 16,8 12,3 10,2 7,8 8,0 7,5 8,4 8,8 11,3 16,0 16,2 13,1
13,2 21,7 21,2 18,3 15,3 12,0 13,2 16,6 16,5 11,0 9,9 15,9 15,0
11,0 15,5 19,5 19•,4 19,9 17,8 18,2 19,8 17,6 15,4 13,6 13,4 14,3
1 De werkloosheidamaand omvat 4 of 5 weken. Daggemiddelde per werkloosheidsmaand.
2
Aantol verloren werkdagen per maand Aantal werklozen ingeschreven in de gemeentelijke stempellokalen, per maand Werkaanvragen en -aanbiedingen met betrekking tot arbeiders en arbeidsters alleen. 5 Normaal erbeidebekwame volledige werklozen. Sedert februari 1962 bevatten de cijfers niet meer de werklozen die van de gemeentecontrole ontslagen zijn ingevolge het ministerieel besluit van 29-12-61. • Sedert 1962 worden voor een week slechte 6 werkdagen aangerekend, daar waar vroeger 6 werkdagen in aanmerking kwamen. 3
Gemiddelde duur van de werkloosheid
— 161 —
II - 3. — WERKLOOSHEID
Daggemiddelden van het aantal gecontroleerde werklozen Volledig + gedeeltelijk werklozen (duizenden) Bron : Rijksdienst voor Arbeidavoorsiening.
300
300
1 k. b • /1 t
I
'‘ 200 -
200
11 .1
I *,
r
a
1 , 1, I
\I 11) Ik i\ V 100
-
#
-
,
1961
r
i
.■ •••■.,,
i t t
i j •■
. ... • ....
-...
.
1961 •••• .,...
i
,
,,,,,
I
‘. X X
•
i
r
/ I
I
1962 '''....„..
♦ 'ob
B
IJ si
1963
. A 54
A 56
A á 58
Jaar
.
, 60
d
le kwartaal 2e kwartaal
219
1956
172 145
319 280 247
1957
117
144
1958 1959
181 199 158
204 292
96 166 182
221
149
126
177 141
111 64 44
1954
225
1955
1960 1961 1962 1 1963
85 83
176
152 122
1
d
62
179
95
115
88 149
138 204
150 123
171 137
90 52
124 90 72
35
137
1 1
1
0
S
1
1961
1962
1968
1964
Januari Februari Maart
226 160 135
158 151 1 113
246 219 86
120 63
April Mei Juni
120 109 102
71 62 57
49 45 40
Juli Augustus September
93 89 88
54 50 51
36 35 35
Oktober November December
93 102 176
51 66 144
36 42 127
13e kwartaal 4e kwartaal
179 116
1
i
9
0
Maandelijkse berichten van de R.V.A. — Statistisch Tijdschrift van het N.I.S. — Statistisch Jaarboek voor België'. — Arbeidsblad. Recherches économigues de Louvain (I.R.E.S.P.). — Industrie, tijdschrift van het V.B.N. — Informations Statistigues (E.G.K.S.). — Annuairs des Statistiques du Travail (I.A.B.).
Bibliografische referenties :
1 Sedert februari 1962 bevatten de cijfers niet meer de werklozen die van de gemeentecontrole ontslagen zijn ingevolge het ministerieel 29-12-61.
besluit
van
- 162 -
III. - LANDBOUW EN VISSERIJ 1. - LANDBOUWPRODUKTIE Bronnen : Ministerie van Landbouw (plantaardige produktie) - Nationaal Instituut voor de Statistiek (aantal dieren, dierlijke produktie en beteeld areaal).
1955
1958
1957
1958
1959
1980
1981
1902
1968
Beteeld areaal 1 (duizenden hectaren)
Broodgranen waarvan : tarwe rogge Andere granen Nijverheidsgewassen Wortel- en knolgewassen Groenten geteeld voor het zaad Hooi- en weiland Diversen Totaal
272
260
280
296
270
273
256
252
246
191 74
188 68
208 66
219 69
200 62
203 63
206 44
209 39
200 41
234 98 152 13 815 147
254 99 151 14 818 132
238 92 145 13 814 137
240 94 141 12 811 128
255 88 134 12 816 137
252 96 131 11 819 134
263 92 120 11 821 142
260 93 116 10 829 135
255 94 114 10 825 134
1.731
1.728
1.719
1.722
1.712
1.716
1.705
1.695
1.678
714 1.013 2.495 272 95 2.184
596 998 2.305 235 54 2.034
751 969 2.600 182 51 2.043
779 992 3.200 170 56 1.956
789 1.034 1.500 124 43 1.357
773 1.056 3.063 214 55 1.894
722 1.011 2.703 196 60 1.789
835 1.083 2.019 231 37 1.872
759 1.039 2.135 240 47 1.530
195 2.393
189 2.413
182 2.485
178 2.596
170 2.649
159 2.696
148 2.728
141 2.832
132 2.805
Plantaardige produktie (duizenden tonnen)
Tarwe Andere graangewassen Suikerbieten Vlas (zaad en stro) Cichorei Aardappelen Aantal dieren 1 (duizenden stuks)
Landbouwpaarden Totaal der runderen waarvan : melk- en trekkoeien .Varkens
985
974
977
996
1.015
1.024
1.025
1.051
1.044
1.420
1.471
1.366
1.423
1.450
1.749
1.772
2.053
1.795
1.168
1.198
1.277
1.319
1.303
1.420
1.538
1.630
392
400
391
412
424
441
429
462
Dierlijke produktie Melkleveringen aan de melkerijen (miljoenen liters) (nettogewicht van vlees duizenden tonnen)
Slachtingen
het
-
1 Telling op 15 mei van ieder jaar.
III - 2. - ZEEVISSERIJ
Voornaamste vissoorten aangevoerd in de Belgische havens (maandgemiddelden in tonnen) Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek. 1954
1955
1958
1957
1958
1959
1980
1981
1982
Schelvis
448
546
519
445
374
232
262
285
300
Kabeljauw
715
870
764
662
834
653
689
698
868
Pladijs
378
392
379
427
451
381
390
291
346
Tong
465
323
299
289
315
257
350
314
347
Rog
241
312
314
356
337
342
323
328
310
1.400
1.650
716
254
201
260
528
409
273
122
178
266
84
64
89
39
80
48
Haring Garnaal Bibliografische referenties : Données atatistiques
Landbouwtijdachrift (Ministerie van Landbouw). - Statistisch Tijdschrift van het N.I.S. - Statistisch Jaarboek voor Belgii. (Baad van Europa). - Bulletin mensuel : Economie et statistiques agricoles (F.A.O.).
IV. - NIJVERHEID IV . 1. — RESULTATEN DER CONJUNOTUURENQUETES ( 1 ) Gezamenlijke nijverheid : Textiel — IJzer en Staal — Metaalverwerkende nijverheid — Papier — Hout — Leder. Percentage van de antwoorden "in stijging" op vragen A en B. Percentage van de antwoorden "Hoger dan normaal" op vragen C en D. Percentage van de antwoorden "in daling" op vragen A en B. Percentage van de antwoorden "Lager dan normaal" op vragen C en D. .....1 Verschil der antwoorden "in stijging" en "in daling" op vragen A en B uitgedrukt in percentages. 1 Verschil dor antwoorden "Hoger" en "Lager" dan normaal op vragen C en D uitgedrukt in percentages.
ff
111111111111111111111/1111111111111111 11111EME7150211111111111111111111 il§ 111" 1
_60
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
I
0
I
1
1
1
1
1
1
1
1
60
1
B - INSCHRIJVINGEN VAN BESTELLINGEN BUITENLANDSE MARKT (2)
+60
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
0
E 2 214:i2 M5
1;1111iiiii -- ia 1
ill
1/111111111111111111 301111111111211 r 11O111111111937025VEN35-t1111111111
111111111/ mw
1
+60
■
(3)
-
_60
+60
(3) á, , . 1111 1111á. 1/iLdi 111111111
0
(2)
A - INSCHRIJVINGEN VAN BESTELLINGEN BINNENLANDSE MARKT
+60
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
60
1
C - OORDEEL OVER ORDERPOSITIE
+60
+60
(3)
.111111111111 11111111i.. ....ammedliali.fiesaiillagi EPB1028M° E;q110P1°:ggamoitg EkiiiiiME °°IiiiiIii „,dd _b2olagmmáRamg MO lig a
0
-
60
11111111111
11111111111
11111111
11111111111
_ 60
111
D - OORDEEL OVER DE VOORRAAD AFGEWERKTE PRODUKTEN
+60 (3)
101101 ■ liMO•• ■ -gaigi9;i2g 60
11111111tti
■
1
!
1
1
1
1
1
i
1
1
+60
^"áPilli." ■ _.m.. ffiMMEMUMER:rialiathiMMOMilredagniMa i E:2;17,225w:m0""Rialmimm-Essig5!griER 1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
0
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
60
E - GEMIDDELDE VERZEKERDE ACTIVITEITSDUUR (in maanden) 5
5
....
..'".._ ,,..... 0.• ...• 1 1 1 1 1 1 1 1 1 t1 1960 1 2 3
-.0 ~ -.
....
-,.
•...
..•
%............. 1961
mit t t t 1 1 ( 1962
1
1
1
1963
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
I
1964
1
I
I
I
I
3
De antwoorden der deelnemers zijn gewogen met de omzetcijfers en geven de wijzigingen tegenover de vorige maand voor de vragen A tot D aan. Seizoenbewegingen uitgeschakeld. Staking in de ijzer- en staalnijverheid en in de metaalverwerkende nijverheid.
— 164 — IV - 1 a. — ALGEMENE INDEXCIJFERS VAN DE INDUSTRIELE PRODUKTIE Basis 1953 = 100 Bron : N.I.S. Maandgemiddelden of maanden
Algemeen indexcijfer
waarvan : fabrieksnijverheid alleen
112 119 120 114 115 125 130 138
116 125 126 121 126 139 146 155
131 146 v 137 v 149 v 140
148 166 v 155 v 169 v 159
v v
v 144 v 150 v 152 v 145 v 129 v 139 v 151 v 169 v 155
v 164 v 169 v 172 v 165 v 148 v 157 v 172 v 192 v 176
v 148 v 158 v 158
1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963 1962 Se kwartaal 4° kwartaal 1963 10 kwartaal 20 kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal 1964 le kwartaal 1963 Maart April Mei
Juni Juli Augustus September Oktober November December 1964 Januari Februari Maart
Bron : I.R.E.S.P.
Bron : Apefi
waarvan • fabrieksnijverheid alleen
Algemeen indexcijfer
Algemeen indexcijfer
116 123 124 116 122 129 135 v 143 v 152
120 128 129 122 131 140 147 v 157 v 167
117 125 130 125 131 143 152 162 v 172
137 149 v 143 v 157 v 145 v 162
v 151
158 169 164 173 166 v 184 v 182 175 172 176 170 155 169 172 188 181 v 182 v 185 v 179 182 1
v 163 v 158 v 173 v 161 v 178 v 163 v 173 v 174 v 172
156 133 v 144 v 160 v 161 v 162 v 163 v v
v 148 v 158 v 176 v 177 v 178 v 180
1 Programma.
IV - 2. — INDEXCIJFERS VAN DE INDUSTRIELE PRODUKTIE (Voornaamste sectoren) Basis 1953 = 100 Bron : Institut de Recherches Economiques, Socialea et Politiquce (Centre de Recherches Economiquea).
ril.'
glas
1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963 1962 2 0 kwartaal 8° kwartaal 4e kwartaal 1963 10 kwartaal 20 kwartaal 30 kwartaal 4 0 kwartaal 1962 December . 1963 Januari _. Februari _. Maart April Mei
Juni Juli Augustus . September . Oktober November . December .
116 103 119 136 123 105 124 151 124 104 121 130 116 99 117 148 122 88 131 186 129 89 143 212 135 88 144 184 v 143 89 156 214 v 152 v 93 v 159 v 205 v 146 90 162 213 81 158 v 137 202 v 149 94 161 218 98 v 143 122 209 v 157 94 167 186 v 145 v 83 v 170 206 v 162 v 99 v 177 v 220 v v 144 92 147 223 v 139 100 115 217 v 143 97 115 214 v 148 95 135 196 v 158 97 162 189 v 158 96 168 184 v 156 88 170 184 v 133 v 73 159 196 v 144 v 85 v 169 206 v 160 v 90 v 182 215 v 161 v 96 v 181 v 208 v 162 v 100 v 184 v 227 v v 163 v 100 v 166 v 224 v
Weverijen
Spinnerijen Totaal
Breigoed nijverheld
Totaal
Katoen
Wol
Totaal
Katoen
Wol
109 115 122 100 118 129 136 139
105 110 115 91 104 112 115 108
110 120 126 102 126 138 148 160
108 115 119 96 108 117 122 124
108 116 125 99 110 126 124 120
112 121 118 93 108 110 127 128
129 136 140 152 123 128 139 147 152 125 140 146 v 192 138 149 154 v 171 v 154 v 132 137 v 196 v 166 145 126. 140 v 145 123 134 143 v 160 122 144 150 v 168 130 141 145 v 189 131 151 160 v 194 140 150 153 v 192 142 147 149 v 156 154 110 119 v 160 v 164 v 133 137 v 194 v 144 v 152 153 v 191 v 146 v 158 v 153 v 195 v 144 v 159 v 156 v 203
104 101 121 110 119 103
162 144 174 175 180 161
126 113 134 126 135 120
121 110 130 121 126 116
167 132 114 159 139 191 128 192 142 201 124 v 175
108 106 117 108 139 109 108 98 99 112 107 115
172 128 176 120 178 130 171 127 174 135 136 187 180 134 120 109 113 175 187 138 192 v 144 187 v 144
123 117 126 122 127 126 124 109 107 131 136 137
133 122 132 130 141 144 142 103 123 146 149 152
127 125 137 135 131 135 126 127 136 132 148 140 148 150 156 v 159 162 v 179 159 148 158 160 164 155 171 158 159 157 164 165 163 165 144 152 168 174 166 172
Textielnijverheid : Voedingsnijverheid
waarTotaal
Metaalverwerkende nijverheid
Bouwmaterialen
IJzer- en staalnijverheid en non ferro metalen
iagpsapiq ueauraynt
Maandgemiddelden of maanden
Brandstof en energie
waarvan :
166
v 151 v 165 v 158
109 112 113 115 116 122 127 135
110 118 123 101 114 122 131 134
120 137 139
128 139 149 160 169
177 178 196 202 202 206 196
97 v 204 u 224 v 236 v 238
— 165 —
IV - 2. — INDEXCIJFERS VAN DE INDUSTRIELE PRODUKTIE (I.R.E.S.P.) Basis 1953 = 100 GEZAMENLIJKE NIJVERHEID 180
180
140
140
100 54
100 56
58
60
62
D
IJZER - EN STAALNIJVERHEID EN NON FERROMETALEN
180
- 180 1963
■■■•
,'4
kX
I
1962 140
140
\r,*
100
't 100 D
54
METAALVERWERKENDE NIJVERHEID
180
180
140
140
100 .r5 54
dip
100 D
TEXTIELNIJVERHEID 180
180
140
140
100
100 54
56
58
60
62
M
5
D
IV - 3. - ENERGIE Bronnen : Algemene Directie van het Mijnwezen [kol. (1), (2) en (5)] door de N.B.B. [kol. (4)] - N.I.S. [kol (8), (6) en ( 7 )1• Steenkool
Maandgemiddelden of maanden
Totale produktie
Voorraden per einde periode op de mijnterreinen
Administratie van de Nijverheid
Elektriciteit !luwe petroleum
WaarneemDagelijks baar rendement verbruik per onder- en van ruwe bovengrondse steenkool arbeider 1
Nettoinvoer
(duivenden tonnen)
(2)
(I)
[kol. (8) en (9)] - Berekeningen
Totale Produktie (miljoenen
(kg)
k Wh)
(8 )
(4)
(5)
(0)
Gas Produktie der cokesfabrieken
Totaal beschikbaar fia° leveringen aan de nijverheid
Verwerking
reeht7torreekse
(duizenden tonnen)
(miljoenen m3)
(7 )
(8)
( 9)
1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963
2.498 2.463 2.424 2.255 1.896 1.872 1.794 1.769 v 1.782
371 179 1.413 6.928 7.496 6.565 4.394 1.351 v 461
- 287 35 126 221 233 159 122 182
2.702 2.777 2.738 2.319 2.410 2.472 2.479 2.580
826 841 838 841 907 1.019 1.090 1.149 v 1.166
912 987 1.051 1.043 1.097 1.174 1.247 1.368 1.483
n.b. n.b. 445 542 546 579 660 705 1.013
92 99 97 100 103 109 102 104 102
168 182 180 182 188 200 196 214 224
1962 2° kwartaal
30 kwartaal 4e kwartaal 1963 le kwartaal 2° kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
1.801 1.615 1.869 1.863 1.801 v 1.564 v 1.898
2.597 2.002 1.351 974 631 446 v v 461
118 180 309 362 456 496
2.591 2.312 2.807 2.648 2.727 2.435
1.148 1.145 1.187 1.185 1.166 1.119 v 1.181
1.274 1.253 1.565 1.588 1.392 1.332 1.621
738 688 728 971 996 1.031 1.054
106 101 105 101 102 100 104
206 189 233 255 206 196 241
1963 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December 1964 Januari Februari
2.017 1.719 1.853 1.875 1.917 1.611 1.331 1.663 1.712 1.964 v 1.842 v 1.889 v 2.011 v 1.792
1.294 1.158 974 766 726 631 563 473 460 466 469 461 580 719
202 388 496 342 519 508 515 437 536 524 549
2.515 2.478 2.951 2.953 2.725 2.504 2.342 2.480 2.482 2.723 v 2.789
1.181 1.193 1.180 1.182 1.185 1.132 1.092 1.114 1.150 1.176 v 1.169 v 1.197 v 1.1'19 v 1.182
1.665 1.501 1.599 1.460 1.399 1.316 1.253 1.324 1.420 1.608 1.553 1.702 1.715
811 1.004 1.098 940 1.028 1.021 1.024 1.047 1.022 1.058 1.045 1.060
103 95 104 104 102 100 96 101 101 108 99 106
282 245 238 218 210 189 178 201 207 224 220 279
v v v v
1 Steenkolenproduktie t netto-invoer van steenkolen, cokes en agglomeraten steenkolen).
voorraadbeweging (1,8 ton cokes en 0,9 ton agglomeraten .= 1 ton ruwe
IV - 4. - METAALPRODUKTIE Bronnen : N.I.S. [kol. (1) en
(2)] - Fabrimdtal [kol. (8) tot (8)]. Dur- en staalnijverheid
Metaulverwerkende nijverheid
(duizenden tonnen)
Maandgemiddelden of maanden
Produktie van ruwsteal
Produktie van ageer f w kt staal
(1)
(2)
1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963
492 532 523 501 536 599 584 613 627
366 397 371 350 386 407 405 451 477
1962 2 0 kwartaal Se kwartaal 40 kwartaal 1963 1e kwartaal 2e kwartaal 30 kwartaal 4e kwartaal
626 592 614 612 620 615 663
458 423 462 469 483 451 504
1963 Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December 1964 Januari Februari
571 636 619 636 604 589 627 628 696 630 663 700 1 683 1
438 491 489 492 468 418 445 489 544 476 490
1 Raming op basis Agefi-oijfer.
(miljarden franken)
Binnengekomen bestellingen voor de binnenlandse markt (lij
3,49 4,34
Totaal
1,96
5,45 7,12 6,14 5,43 6,53 7,33 9,19 9,09 9,99
5,54 6,32 6,63 6,62 6,69 7,26 8,09 8,94 v 10,25 9,00 8,52 9,63 8,82 10,78 9,74 11,67
(5)
2,78
3,87 3,44 3,98 4,40
2,27 1,99 2,55
5,43 5,35
3,76
v 5,91
v 4,08
5,20
3,84
9,04
5,26
3,15
8,41
2,93 3,74
v
5,74
3,67
9,41
v 5,05 v 5,83 v 6,28
v 3,84 v 4,03 v 4,16 v 4,28 v 3,27 v 4,59 v 3,92 v 3,97 v 4,18 v 4,98 v 3,77 v 3,73 v 4,22 v 4,41 v 4,22
v 8,89 v 9,86 v 10,44 v 10,75 v 8,05 v 10,09
v 6,47
v 4,78 v 5,50 v 5,65 v 6,38 v 5,47 v 5,59
v 6,30 v 6,94 v 6,83 v 5,50 v 7,09
Totaal der verzendingen
voor de uitvoer (4)
v
9,57 10,35 9,65 10,57 10,07 10,67 v 11,05 v 9,91 v 11,31
v v v v v
(6)
v v v v
v 8,46 v 9,74 v 10,77 v 10,65 v 10,90 v 9,22 v 9,26 v 10,74 v 12,03 v 10,28 v 12,70
- 167 --IV
-
5. - BOUWNIJVERHEID : jaarcijfers
kiron : Nationaal Instituut voor de Statistiek.
Gebouwen hoofdzakelijk of uitsluitend voor huisvesting bestemd Begonnen gebouwen
Toegestane bouwvergunningen Jaar
Nieuwbouw of volledige herbouw
1954
Verbouwingen, vergrotingen of gedeeltelijke herbouw
Te bouwen volume (duizenden me)
Aantal
38.600
25.220
8.752
1.114
Aantal
Gebouwen die niet hoofdzakelijk voor huisvesting bestemd zijn
Te bouwen volume (duizenden me)
Nieuwbouw en volledige herbouw
.Begonnen gebouwen
Toegestane bouwvergunningen Nieuwbouw of volledige herbouw
Aantal Aantel
32.783
-
3.288
Verbouwingen, vergrotingen of gedeeltelijke herbouw Te bouwen
Te bouwen volume (duizenden m9)
Aantel
7.450
2.318
Nieuwbouw en verbouwingen
volume (duizenden 103)
Aantal
2.791
5.029
1955
36.615
23.564
9.468
1.220
31.698
3.588
8.561
2.569
3.731
5.422
1956
33.742
22.793
9.266
1.226
32.604
3.921
10.997
3.123
4.482
5.982
1957
34.904
24.063
9.407
1.318
31.724
3.618
9.255
3.009
3.772
6.090
1958
32.329
21.732
9.368
1.192
30.605
2.636
6.059
2.619
2.843
4.809
1959
38.989
26.683
9.724
1.368
35.333
3.036
8.661
3.135
4.951
5.209
1960
41.102
28.881
9.645
1.230
34.800
3.151
11.805
3.567
6.360
5.530
1961
44.552
31.603
10.436
1.407
38.010
3.498
12.785
3.958
7.071
6.170
1962
39.017
32.178
5.169
IV - 6. - BOUWNIJVERHEID : maandcijfers Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek. Gebouwen hoofdzakelijk of uitsluitend voor huisvesting bestemd 1 llaandgemiddelden of meenden
Gebouwen die niet hoofdzakelijk voor huisvesting bestemd zijn 2
Toegestane bouwvergunningen
Begonnen gebouwen
3.158 3.320
3.294 3.226
1.010
4e kwartaal
2.943
2.337
897
486
1963 le kwartaal 20 kwartaal 3e kwartaal 4 0 kwartaal
3.135
692 940 908 743
158
3.303 2.901 2.864
656 2.636 2.426 2.025
1962 December 1963 Januari Februari Maart April
2.783 2.804 2.884
1.216 161 132
802 658
330 73
641
3.717
1.674
55 347
3.435
2.254
777 920
Mei Juni Juli
3.280 3.195 3.211
2.875 2.779
Augustus September Oktober November
2.989 2.502
1962 2 6 kwartaal 3e kwartaal
December
v
v v
2.931 2.737 2.923
2.152 2.354 2.773 2.632 2.164 1.280
1 Nieuwbouw of volledige wederopbouw waarvoor een bouwvergunning werd afgeleverd. 2 Nieuwbouw, herbouw, verbouwingen en uitbreidingen, waarvoor een bouwvergunning werd afgeleverd.
Toegestane bouwvergunningen
Begonnen gebouwen
630
474 476
981 919 976 963 786 802 737 691
593 490 503
411 712 655• 383 555 531 644 607 259
-- 168IV - 7. - VERGELIJKENDE EVOLUTIE VAN DE INDUSTRIELE PRODUKTIE DER E.E.G.-LANDEN
Algemene indexcijfers van de industriële produktie (niet aangepast voor seizoenschommelingen) Basis 1953 = 100 fb, n : O.E.S.O. Gezamenlijke E.E.G.-landen
1961
1962
Schommel. iu pct. •
140
185
188
+ 1,6
142
146
193
203
+ 5,2
+ 6,4
130
137
181
192
+ 6,1
+ 6,7
143
149
202
214
+ 5,9
1962
1969
1962
1963
+ 2,1
140
143
+ 2,7
188
192
+ 2,1
+ 6,1
146
157
▪
8,0
203
213
+ 4,9
5,7
192
198
-E 3,1
8,4
214
224
+ 4,7
1961
1982
Schommel. in pet. •
1981
1962
1• kwartaal
179
189
+ 5,6
126 2
2' kwartaal
185
197
+ 6,5
30
kwartaal
171
182
40
kwartaal
194
207
1982
1963
kwartaal
189
193
2' kwartaal
197
209
10
3• kwartaal
182
191
+ 4,9
137
145
4' kwartaal
207
220
+ 6,3
149
161
Schommel. in pct. •
+ +
Italia
Frankrijk
1' kwartaal
West•Du itsl and
Belgia
Nederland
1961
1962
Schommel. in pct. •
1961
1962
Schommel. in pct. •
1961
1962
Schommel. in pot. •
184
196
+ 6,5
196
220
+ 12,2
160
163
+ 1,9
162
168
+ 3,7
2' kwartaal
187
199
+ 6,4
199
219
+ 10,1
3' kwartaal
158
168
+ 6,3
197
211
+ 7,1
154
162
+ 5,2
4' kwartaal
195
207
+ 6,2
217
236
+ 8,8
165
173
+ 4,8
1962
1963
1962
1963
1982
1968
1' kwartaal
196
196
220
232
+ 5,5
163
164
+ 0,6
2' kwartaal
199
213
+ 7,0
219
243
+ 11,0
168
174
+ 3,6
30 kwartaal
168
176
+ 4,8
211
232
+ 10,0
162
171
+ 5,6
4' kwartaal
207
223
+ 7,7
236
256
+ 8,5
173
--
• Schommelingspercent tegenover het indexcijfer van het overeenstemmend kwartaal van het vorige jaar. Saurland en West-I3erlijn uitgesloten. 2 Staking.
Bibliografische referenties
: Statistisch Jaarboek voor België. - Statistisch Tijdschrift van het N.I.S. - Annalen der Mijnen van Belgiê. - Arbeidsblad. - Recherches dconomiques de Louvain (1.R.E.S.P.). Industrie, tijdschrift van het V.B.N. - Bulletin van Fabrimdtal. - Maandelijks statistisch tijdschrift van Fédéchar. - Maandelijks tijdschrift van het M.E.Z. (Administratie van de Nijverheid - Dienst : Elektrische energie). - Energie. - Figas, informatieblad van het Verbond der Gasnijverheid. - Agence dconomique et financière. - Het Bouwbedrijf. - Statiatiques geinelrales (O.E.S.O.).
IV - 7. — VERGELIJKENDE EVOLUTIE VAN DE INDUSTRIELE PRODUKTIE
DER E.E.G.-LANDEN Algemene indexcijfers van de industriële produktie (O.E.S.O.) Basis 1953 = 100 (Niet aangepast voor seizoenschommelingen) GEZAMENLIJKE E.E.G. - LANDEN
200
100
200
200 1963 w.• emo
r A
100
r
•
1962
./
58
1 60
62
D
WEST-DUITSLAND (excl. Sad:land en West-Berlijn)
200
100 JIM 54
4 58
56
60
62
60
62
200
100
•
A
rA 56
54
A 5B
/ D
M ITALIE
200
A
100 54
A
A
56
58
60
56
58
60
200
n
,00 54
62
**.
,
"n.
«'n" ''n • ■•■ • •••••. . •••••
•••••••••••
1961
A'A
56
54
***
r
100
V. - DIENSTEN 1. - VERVOER a). - Bedrijvigheid van de N.M.B.S., de N.M.B. en de SABENA Bronnen : N.M.B.S., N.M.B. en SABENA. SABENA
N.M.B.S. Reizigersvervoer Maandgemiddelden of maanden
Aantal reizigers•km
Goederenvervoer (volledige wagonladingen) Aantal prleiltieve 1
waarvan Totale tonnenmaat
2 5 kwartaal 3° kwartaal' 4 0 kwartaal 1963 1 5 kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4 0 kwartaal 1962 December 1963 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli
Augustus
September Oktober November December
Geregeld en betalend luchtverkeer
2
berd22: (7.11On
ertsen
(m iijoanon
(duizenden tonnen)
(miljoenen)
1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963 1962
N.M.B. Vervoerde ton-km
654 694 713 755 710 715 724 746
547 577 548 486 505 525 538 539
5.745 5.874 5.558 4.818 4.874 5.070 5.115 5.189
2.504 2.389 2.321 1.876 1.866 1.935 1.937 1.998
946 980 966 959 1.043 1.155 1.177 1.209
753 766 739 v 718 v 760 v 765
546 505 569 617 552 511
5.232 4.897 5.499 5.615 5.428 4.967
1.984 1.856 2.149 2.358
1.259 1.173 1.198 1.090
2.216
1.162
1.922
1.135
722 v 748 v 688 v 717 v 767 v 756 v 756 v 782 v 752 v 762 v 764 v 755
561 608 643 601 580 555 522 499 507 528 605 573
5.214 5.453 5.647 5.744 5.612 5.519 5.153 4.718 5.022 5.161 6.012 5.597
2.097 2.254 2.273 2.548 2.429 2.225 1.995 1.772 1.977 2.016 2.403 2.305
1.187 1.140 1.134 997 1.153 1.172 1.162 1.102 1.158 1.144 1.261 1.132
(miljoenen ton-km)
(duizenden)
Passagierskm)
1.201 965 797 618 364 294 225 212 171 234 188 191 181 166 162 173 152 158 174 212 175 169 153 152 162 171 186 154 180
48,2 56,7 77,4 99,7 88,7 108,7 98,2 115,4
7,0 8,2 10,0 12,2 11,3 13,8 12,9 13,7
122,7 173,0 88,2 74,3 112,6 174,7
14,3 18,8 11,4 10,5 13,5 19,2
78,3 74,6 61,2 87,2 91,0 99,2 147,6 189,2 175,3 159,5 115,0 68,2
10,8 10,7 9,0 11,7 11,4 12,2 16,9 20,2 19,1 18,3 14,4 10,1
-
1 De produktieve ton-km hebben-betrekking op het commercieel vervoer (met uitsluiting van het dienstvervoer) : het is de som van de vermenigvuldigingen van het gewicht van elke verzending met de afstand van het traject. 2 De vervoerd e ton-kin worden berekend door optelling van de resultaten bekomen door vermenigvuldiging van de vervoerde tonnage met hot aantal kilometers van het vervoer.
V - 1 c) . - Binnenscheepvaart
V - 1 b). - Zeevaart Bronnen : Harenbestuur te Antwerpen (kol. (1)), te Gent [kol. (4)1, N.I.S. (overige kolommen). H even van Gent Haven van Antwerpen Laadvermogen Laadvermogen Goed eren Goederen van de binnenvan de binnengekomen gekomen (duizenden me trieke tonnen) (duizenden metrieke tonnen) Maandgemiddelden schepen schepen of maanden (duizenden (duizenden BinnenBinnenregisterregisterVertrokken Vertrokken gekomen gekomen tonnen) tonnen) (1)
1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963 1962
kwartaal kwartaal kwartaal 1963 le kwartaal 2 5 kwartaal kwartaal .40 kwartaal : 1963 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December 1964 Januari 25 3e 40
2.830 3.172 3.296 3.545 3.622 3.774 3.846 4.167 4.356 4.213 4.181 4.133 4.225 4.367 4.448 4.384 4.118 3.961 4.597 4.160 4.497 4.444 4.386 4.329 4.630 4.574 4.273 4.305 4.797
(2)
(8)
1.439 1.865 1.828 1.723 1.668 1.816 1.936 2.159
1.234 1.279 1.227 1.210 1.266 1.288 1.284 1.300
2.322 1.915 2.394 2.363 2.482 2.703
1.359 1.224 1.189 1.228 1.202 1.290
2.277 2.157 2.656 2.489 2.458 2.500 2.593 2.703 2.814 2.845
1.228 1.165 1.292 1.209 1.205 1.193 1.348 1.263 1.258 1.592
1 Binnenlands vervoer + invoer + uitvoer + doorvoer 0
(4)
154 178 171 163 145 150 139 137 151 127 153 146 150 149 150 . 155 142 152. 156 128 161 158 - 166 166 119 147 168 151 214
Bron : N.I.S. Totaal verkeer
(duizenden metrieke tonnen)
(miljoenen.
ton-km)
(6)
(6)
(1)
(2)
155 216 209 169 152 166 167 143
118 82 79 82 83 75 61 70
4.737 4.659 4.642 4.269 4.534 5.097 5.426 5.553
385 374 383 361 402 436 456 452
141 137 161 137 151 179
71 68 71 55 79 59
5.858 5.744 5.336 2.699 6.512 6.493
138 156 117 103 158. 191 206 132' 198 163
75 27 64 75 61 100 53 80
1.719 1.470 4.907 6.520 6.861 6.156 6.900 6.405 6.174
44 110
471 461 452
198 532 525 114 87 393 526 561 510 562 510 504
— 171 —
V - 2. — TOERISME duizenden overnachtingen)
Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek.
waarvan land van gewone verblijfplaats Maandgemiddelden of maanden
1954 1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1962 1 0 kwartaal 2° kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal 1963 le kwartaal 20 kwartaal Se kwartaal 1962 Oktober November December 1963 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober
Totaal
911 1.019 1.084 1.186 1.341 1.249 1.307 1.387 1.437 322 1.369 3.590 412 334 1.422 3.793 460 391 385 319 305 379 1.272 832 2.163 5.066 5.172 1.142 499
België
Frankrijk
Nederland
VerenigdKoninkrijk
WestDuitsland
692 766 815 898 877 979 982 1.061 1.083 194 997 2.852 248 196 1.009 2.981
50 60 66 71 84 55 69 74 82 22 77 199 30 24 83 214 33 31 26 23 21 29 102 53 95 212 313 117 37
31 33 35 33 37 30 33 34 37
57 68 71 81 102 82 99 89 98 13 115 238 16 14 125 260 21 14 14 14 12 16 89 69 217 295 364 122 27
19 22 23 25 69 27 33 38 41 19 42 82 23 21 50 94
266 231 246 187 182 219 912 520 1.593 4.224 4.033 686 267
18 36 70 22 17 41 73 25 20 22 16 16 20 35 36 51 70 110 38 26
U.S.A.
17 19 19 18 51 20 25 21 23 12 28 38 16 12 31 45 24 15 10 11 11 15 20 33 40 51 46 37 30
29 22 17 19 18 25 43 41 67 82 149 52 34
V - 3. — BINNENLANDSE HANDEL a). — Verkoopindexcijfers Basis 1953 = 100
Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek.
Warenhuizen met veelvuldige afdelingen
Cotiperatieven
Grote ondernemingen gespecialiseerd in kleding 4
Maandgemiddelden of maanden
Alge. eex. n lades-
cijfer
Vedi ong Kleding M, e ". bile ring
Huishouden ,
Algemeen
Indexcijfer
Ondergoed en bijkomstige kledingstukken
Onder• Groot- nemin• gen handel met bijhuizen
114 124 129 139 144 156 161 170 180 168 159 205 156 176 171 216
1963 Januari' Februari • Maart • .•. April. Mei Juni . Juli Augustus September • Oktober November December 1964 Januari
153 147 168 176 177 174 178 172 163 188 211 250 166
-
120 133 132 140 145 159 160 172 177 168 153 195 182 167 159 199
111 120 126 138 149 159 164 172 185 184 . 157 209 148 195 174 224
108 114 124 129 126 141 145 154 164 153 159 153 155 165 172 166
114 127 139 149 150 162 165 171 179 165 172191 157. 171 182 206
115 125 125 131 132 138 144 152 161 149 143 167 160 159 153 173
178 178 189 177 172 153 147. 167. 162 183 188 227 179
153 127 164 191 191 203 198 164 159 211 199 262 164
141 149 • 174 167 173 156 . 177 .162 176 162 160 177 176
148 158 -.166 166 . 179 169 187 185 .175 188 182 249 174
170 151 -158— 155 165 156 14.7 158 153 165 158 195
'
N.B.B.)
Groothandel in algeWaren- Co8pemen. huizen ratieven voedingswaren
Algemens ,... dingowaren
Voeding
113 88 111 123 97 132 125 105 131 132 105 139 136 104 145 144 106 155 168 116 163 166 142 173 v 186 v 139 v 179 210 129 173 136 135 '173 181 159 '187 v 158 147 169 v 224 138 v1.76 v 161 121 v 183 v 200 v 150 v 187
107 120 123 131 138 144 152 172 193 166 162 193 189 186 185 214
154 149 155 150 160 156 158
- 213 109 ... 120 145: 137 . 132 148 108 108 154 v 126 v 171 v 244
188 184 _194 186 192 181 180 186 189 202 196 244 195
144 153 153 154 160 165 151. 169. 149 155 160 158 150
Heren
2
3
1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963 1962 2° kwartaal 3° kwartaal 4° kwartaal 1963 1° kwartaal 20 kwartaal 30 kwartaal 4° kwartaal
Verkoopindexcijfers na uitschakeling .van de . prijs. en seizoenbewegingen (bare eningen door de
V•146
v 118 v 209. v 258 v 217 v 196 v 175 v 150 v 158 v 222 v 180 v 199 v 175
181 162 165 '174 - 186 v 167 v 185 v' 181 v.183 v.190 v 170 v 202 v 244
113 119 121 128 131 143 145 151 156
114 109 121 126 117 122 121 129 132 120 125 142 130 147 135 154 140 v 156 135 153 147 130 140 164 140 157 142 v 155 136 v 153 140 v 157 . 148 139 135 138 147 142 132 144 131 136 141 144
169 156 146 154 166 v 146 v 157 v 149 v 153, v 164 v 157 v 150 v 160
1 Huishoudartikelen en huishoudtoestellen. — 2 Omvat hoofdzakelijk bovenkleding. — 3 Onderkleding : heren en/of dames. 4 Daar een zeker aantal nieuwe firma's in de statistiek werden opgenomen, zijn de indexcijfers vanaf 1962 niet meer volledig vergelijkbaar met deze
vorige periode.
van
- 172 V - 3 b). - Verkoop op afbetaling 1° - Algemene resultaten Bron
: Nationaal Instituut
0001.
de Statistiek.
Aantal lopende contracten op einde halfjaar
einde (miljarden franken)
(duizenden)
Totaal
Financiering door financieringsorgaverkopers banken nismen of particulieren
Totaal
Krediet verleend loop van het halfjaar (miljarden franken)
halfjaar
Uitstaande kredieten op
in de
Financiering door finanmeringsorganismen verkopers banken of particulieren
Totaal
Financiering door financieringsorgaverkopers banken nismen of cuipicarret ni-
1961 le halfjaar 2° halfjaar
1.418 1.430
643 625
159 169
616 636
11,36 11,75
2,82 2,92
3,72 3,80
4,82 5,03
5,14 4,99
1,68 1,67
1,58 1,51
1,88 1,81
1962 le halfjaar 2° halfjaar
1.405 1.373
634 646
170 163
601 564
11,86 11,94
3,15 3,30
3,91 3,96
4,80 4,68
5,29 5,24
1,73 1,87
1,65 1,47
1,91 1,90
1963 le halfjaar
1.361
641
166
554
12,74
3,60
4,19
4,95
5,70
2,03
1,73
1,94
2° - Achterstallige betalingen Aantal schuldenaars welke in gebreke gebleven zijn met het betalen van drie of meer vervallen termijnen in de loop van het halfjaar
Totaal der bedragen van drie termijnen welke door de schuldenaars. bedoeld in voorgaande kolommen, niet werden betaald (miljoenen franken)
(duizenden)
F inanciering door
Financiering door Totaal
verkopers
banken
financieringsorganismen of particulieren
Totaal
verkopers
banken
financiering°. organismen of particulieren
1961 le halfjaar 2° halfjaar
55 50
27 26
1 1
27 23
87,1 81,8
81,4 30,0
6,3 5,9
49,4 45,9
1962 1° halfjaar 2° halfjaar
53 54
27 31
1 1
25 22
84,6 87,9
30,3 33,8
6,2 7,6
48,1 46,5
1963 le halfjaar
57
32
1
24
100 , 1
35,7
8,3
56,1
3° - Indeling van de kredieten verleend tijdens het halfjaar, volgens de aard der goederen
Totaal
Vrachtwagens, bestelwagens, autobussen, zwaar vervoermaterieel
Wagens voor Landbouwpersonenvervoer materieel, landbouw- behalve autobussen tractoren,
Moto's
scooters,
vee
nieuwgebruikt I reeds
nieuw
bromfietsen, rijwielen
Textielwaren, bontartikelen, kleding
Huishoudartikelen Diensten en voor(reizen, werpen voor per- herstellen soonlijk van gebruik, motorniet rijtuigen) elders vermeld
Boeken
reeds gebruikt
Aantal contracten
(duizenden)
1961 1° halfjaar ... 2° halfjaar. ...
754 829
4,1 .3,5
1,1 1,2
3,2 2,6
28,6 24,4
15,1 12,6
18,8 14,4
368,0 433,1
25,4 19,6
8,9 9,5
274,3 299,1
6,6 8,9
1962 1° halfjaar ... 2° halfjaar ...
742 781
3,7 3,5
1,2 1,1
2,8 2,2
30,5 26,6
15,3 14,1
15,8 15,6
337,6 368,6
21,4 17,3
8,0 7,2
300,6 319,2
5,1 5,1
1963 le halfjaar ...
732
4,1
1,2
1,8
35,3
16,4
14,0
847,8
19,7
8,2
277,7
5,9
Verleend krediet (miljoenen franken) 1961 le halfjaar 2e halfjaar
5.141 4.991
488 419
69 66
104 123
1.496 1.268
390 334
147 124
297 354
38 39
388 444
1.666 1.751
58 69
1962 1° halfjaar 2e halfjaar
5.290 5.238
475 463
76 66
89 106
1.626 1.407
411 353
122 108
294 384
45 38
423 428
1.689 1.855
40 30
1963 le halfjaar
5.696
636
81
82
1.820
442
108
308
42
473
1.656
48
Verleend krediet - Percentsgewijze verdeling t.o v. het totaal •
8,4
1,4 1,3
2,0 2,4
29,1 25,4
7,6 6,7
2,9 2,6
6,8 7,1
0,7 0,8
7,5 8,9
32,4 35,1
1,1 1,4
100, 0 100,0
9,0 8,8
1,4 1,3
1,7 2,0
30,7 26,9
7,8 6,7
2,3 2,1
6,6 7,3
0,8 0,7
8,0 8,2
31,9 35,4
0,8 0,6
100,0
11,2
• 1,4
1,4
32,0
7,8
1,9
5,4
0,7
8,3
29,1
0,8
1961 le halfjaar 25 halfjaar
100,0 100,0
9,5
1962 le halfjaar • 25 halfjaar 1963 le halfjaar
Statistisch Jaarboek voor België. - Stat'otisch Tijdschrift van het N.I.S. - Bulletin van de Kamer van Koophandel van Antwerpen. - Recherches économigues de Louvain (I.B.E.S.P.). - Maandstatistiek over de internationale trafiek der havens (N.I.S.). - Vervoerkroniek
Bilmogrensche retéestles : (tweemaandelijks). pelennea) .
Les transport:: maritimes, Etude Annuelle
(0 E.S.O.). -
Bulletin géndral de Statistigues
(Office etatistique des Communautés Euro-
- 173 -
VI. - INKOMENS 1. - BEZOLDIGINGEN VAN DE ARBEIDERS (mannen -,- vrouwen) Indexcijfer van- de gemiddelde brutoverdienste per gewerkt uur Basis 1953 =
100
180
180
170
.
160
160
150
150
140
140
130
130
120
120
110
110
100
100 1954
1956
1958
1960
110
1964
1962
Indexcijfer van de bezoldigingen in de nijverheid
Algemene gemiddelden van de uurlonen der arbeiders
Basis 1953 = 100
(sociale lasten inbegrepen)
Bronnen : kol. (1) - (2) - (3) : N.B.B. (wijze van opstelling, zie Novembernurnmer 1057, blz. 415). - kol. (4) : R.M.Z. - berekeningen N.B.B. (zie noot). - kol. (5) : I.R.E.S.P. GeruidType-uurloon 1 IndexIndexdelde brutocijfer cijfer vervan de der dienste Gehooid Ge " Gn gs" lloon" b "cl schoold ar ei skos ten per arbeider arbeider massa 2 gewerkt
Bron : Verbond der Belgisch Nijverheid.
België (BF)
1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963
v
1962 Juni Sept. Dec.
1963 Maart ._ o Juni ._ v Sept Dec.
... ...
v v
(2)
106 115 125 131 133 138 143 154 167
105 114 125 129 131 135 140 149 161
155 156 159 160 167. 168 172
149 152 153 156 . 160 163 164
151 153 154 158 162 165 166
(3)
(4)
(5)
106 114 125. 129 132 137 141 151 163
108 118 129 125 121 128 134 146
106 114 125 132 135 141 148 159 161 161 165 168 .176 176
GrootBrittannië
Nederland
Frankrijk
Italië
percentage in verhouding tot de Belgische lonen
Uur
(1)
WestDuitsland
1954 1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1960 Februari-April August.-Oktob. 1961 Februari-April August.-Oktob. 1962 Februari-April August.-Oktob. 1963 Februari-April
28,74 87,9 94,3 29,91 90,1 98,4 32,68 89,7 97,6 35,67 92,2 93,7 37,04 95,1 95,0 98,9 95,0 38,30 39,71 105,2 98,4 41,76 115,1100,6 44,72 119,6 98,9 39,48 99,0 97,3 39,93 106,7 99,5 41,20 107,4100,0 42,32 116,8101,3 43,72 120,0100,3 45,73 119,2 97,5 48,09 v115,4 94,6
69,0 n.b. 71,9 n.b. 72,5 n.b. 70,4 n.b. 70,2 101,4 70,4 89,8 92,8 73,8 82,4 96,3 84,5 98,9 72,7 n.b. 75,6 n.b. 78,0 96,6 83,6 97,7 84,4 99,9 84,5 100,0 83,3 v 99,3
83,7 84,2 82,4 78,7 80,4 80,7 81,5 82,0 89,3 81,7 81,4 82,4 81,7 88,4 90,1 v95,7
Excl. de transportarbeiders. Het betreft hot eenvoudig indexcijfer van de totale bezoldigingen betaald aan de arbeiders die onderworpen zijn aan de maatschappelijke zekerheid en behorend tot de extractiebedrijven, de fabrieksnijverheid, het bouwbedrijf, het vervoer en het verkeer. (Voor de bepaling van de totale bezoldigingen, zie ArVe Jaarverslag 11.1d.Z., blz. 141.) 3 Dit indexcijfer, waarin de steenkolenmijnen niet werden opgenomen, geeft de arbeidskosten per uur en niet de kosten per geproduceerde eenheid. 4 De jaarcijfers zijn gemiddelden van de uurlonen van februari-april en augustus-oktober. 5 Het V.B.N. publiceert de buitenlandse uurlonen uitgedrukt in Belgische franken op basis van de wisselkoersen. De bekomen percentages houden geen rekening met de veranderingen van het Belgisch en buitenlands prijspeil : zij geven dus niet de verhouding van de reële lonen weer. 1 2
- 174 VI - 2. - GEMIDDELDE VERDIENDE BRUTO-UURLONEN IN DE NIJVERHEID (mannen + vrouwen - in frank per uur) Bron : N.I.S. 1958 oktober
1959 oktober
1960 oktober
1981 oktober
1962 oktober
1968 april
1908 oktober (voorlopig)
Steenkolenwinning (onder- en bovengr.) 1
39,24
39,89
40,09
41,29
45,70
46,26
46,60
Groeven 1
30,99
31,83
34,61
34,79
37,58
38,53
38,53
Totaal extraktieve nijverheid 1
38,63
39,36
39,72
40,81
45,10
45,69
46,00
Voedingsmiddelen (behalve dranken)
24,25
25,24
25,98
27,67
29,41
80,73
32,59
Dranken
27,79
29,05
29,21
30,27
32,30
32,93
34,67
Tabak
21,10
21,54
22,27
22,94
26,12
26,64
29,58
Textielindustrie
23,09
23,96
25,04
26,94
27,55
30,26
31,09
Schoeisel, kleding
18,92
19,20
20,09
21,23
23,16
24,11
25,38
Hout (behalve meubelen)
25,13
25,07
26,67
28,25
30,47
31,42
32,67
Meubelindustrie
26,14
26,08
27,59
30,05
31,38
33,56
35,65
Papier, papierwaren
27,82
26,99
28,98
30,85
33,39
35,07
35,95
Bedrijfsgroepen en -nektoren
Extraktieve nijverheid :
Fabrieksnijverheid :
Druk- en boekbindersbedrijf
31,85
32,58
32,85
34,97
37,02
38,86
39,14
Leder (behalve schoeisel, kleding)
22,53
23,25
24,34
25,80
27,82
29,03
31,23
Rubberindustrie
28,50
30,19
30,85
31,65
34,16
35,78
35,92
Chemische industrie
29,14
30,92
31,64
32,84
35,08
37,66
39,01
54,25
53,74
Derivaten van petroleum en steenkool
42,54
44,20
45,29
47,48
49,97
Steen, glas, aardewerk, enz.
28,03
29,23
30,37
32,05
34,43
35,84
38,00
Metallurgische basisindustrie
37,45
39,19
41,11
42,13
45,11
45,98
47,85
Metaalverwerkende industrie, behalve machines en transportmaterieel
31,61
30,12
31,08
32,72
35,92
37,89
39,27
Machines, behalve elektrische
32,36
32,46
33,66
34,92
37,70
40,79
41,21
Elektronische industrie
28,44
28,89
29,60
30,18
33,67
35,53
35,67
Transportmaterieel
37,06
36,61
37,36
37,58
42,06
44,68
46,12
Diamantindustrie
23,88
24,90
25,42
25,99
26,72
28,01
31,52
Totaal fabrieksnijverheid waarvan : mannen vrouwen
27,91 31,60 18,58
28,56 32,20 19,13
29,59 33,30 20,00
31,01 34,63 21,10
33,26 37,13 22,78
35,12 38,97 24,41
36,41 40,33 25,56
Bouwnijverheid
30,42
30,72
32,76
33,17
36,21
87,81
38,49
29,75 32,51
30,24 32,98
31,36 34,16
32,40 35,14
35,00 37,99
36,68 39,61
37,76 40,69
1
Algemeen gemiddelde voor de nijverheid :
Totaal (mannen + vrouwen) waarvan : mannen 1 Mannen alleen.
Bibliografische referenties : Statistisch Jaarboek voor Belgii. - Statistisch Tijdschrift
van het N.I.S. - Recherches dconomiques de Louvain (I.R.E.S.P.). Jaarverslagen van de R.M.Z. - Arbeidsblad. - Industrie, tijdschrift van het V.B.N. - Le Colt de Za main-d'amore dans l'induotrie europtionne, Etudes at Documents, nouvelle drie, nr 52, 1959 (I.A.B.). - Annuaire des statistiques du Travail (I.A.B.).
- 175 -
VII. - PRIJZEN EN PRIJSINDEXCIJFERS 1. - GROOTHANDELSPRIJZEN OP DE WERELDMARKTEN
Daggemiddelden
1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963 1962 2° kwartaal 3° kwartaal 4° kwartaal 1963 1° kwartaal 2° kwartaal 3° kwartaal 4° kwartaal 1963 Februari Maart April Mei Juni Juli Augusti8 September Oktober November December 1964 Januari Februari
Koffie
Merinos 64 S Katoen wol 15/16 in middling Verenigd- (New-York -
Rubber te Londen « Spot s ar 1 P rice
Tarwe te New-York
New York Santos IV
Koninkrijk
Spot)
cents per 60 ]bs
cents per lb
d per lb
cents per lb
d per lb
56,8 57,9 56,4 48,2 36,8 36,5 35,8 34,0 34,3 34,2 34,2 33,5 33,9 33,5 33,6 35,8 34,0 33,6 33,2 33,4 34,0 34,1 33,8 33,8 33,2 36,8 37,3 v 46,2 v 47,5
107 113 125 89 91 89 90 93 107 97 92 93 103 107 104 111 102 106 106 106 109 108 103 102 106 115 113
34,6 35,5 36,4 36,2 34,6 33,2 34,3 35,4 35,4 35,8 35,5 34,9 35,5 35,9 35,2 35,1 35,5 35,8 35,9 35,9 35,8 35,4 35,1 35,0 34,9 35,9 35,2 v 35,3 v 35,3
34 29 26 23 30 31 24 23 v 21 23 22 24 23 22 20 v 20 23 22 22 22 22 21 20 20 20 21 v 20 v 19 v 20
271 210 272 256 251 252 254 267 269 267 270 273 279 273 253 270 279 283 288 274 258 248 252 259 269 270 272 v 274 v 273
te
Koper te Londen
Tin
te Londen slotkoers
£ per long ton
352 329 219 197 238 246 230 234 234 234 234 234 234 234 234 235 234 234 234 234 234 234 234 234 234 234 236 v 238 v 250
740 788 755 735 785 797 888 897 910 915 855 863 853 898 913 976 852 856 881 905 907 901 905 934 940 975 1.010 v 1.033 v 1.109
Oudijzer in de Verenigde Staten
Ruwe petroleum te West-Texas
$ per long ton
$ per barrel
40,5 53,5 47,7 37,8 40,3 33,0 35,3 29,4 27,0 28,5 27,3 25,0 28,3 28,7 25,3 25,7 29,0 28,0 30,5 30,5 25,0 25,0 25,0 26,0 26,0 25,0 26,0
2,65 2,65 2,90 2,90 2,78 2,77 2,86 2,89 2,89 2,89 2,89 2,89 2,89 2,89 2,89 2,89 2,89 2,89 2,89 2,89 2,89 2,89 2,89 2,89 2,89 2,89 2,89
VII - 2. - INDEXCIJFERS VAN DE GROOTHANDELSPRIJZEN OP DE WERELDMARKTEN Basis 1953 = 100 Bronnen : Comtel Reuter - Moody'e Investors Service - Der Volkswirt - Chamber of Shipping. Maandgemiddelden of maanden
1955
1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963 1962 2° kwartaal 3° kwartaal 4° kwartaal 1963 1° kwartaal 2° kwartaal 3° kwartaal 4° kwartaal 1963 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Auguatua September Oktober November December 1964 Januari Februari
Reuter-indexcijfer
Volkswirt-indexcijfers (oude Schulze•indexcij ere)
Moody-indexcijfer Algemeen
Nijverheid
Voeding
99 100 98 96 94 90 90 90 95 91 89 89 93 95 94 100 92 93 93 93 96 96 95 92 94 100 101 100 102 100
100 98 93 84 84 85 84 84 94 83 83 85 91 94 92 98
98 102 100 96 93 90 90 89 90 89 90 89 90 91 89 90
103 105 104 98 100 99 99 98 100 98 97 97 99 100 100 103
105 108
90 91 92 93 95 95 94 91 91 97 99 98 99 98
90 90 89 90 93 91 90 88 88 90 90 90 94 91
99 99 99 99 101 101 100 99 100 102 103 103 104 104
102
107 100
103 104 103 101
103 101 100 101 102
103 102
104 102 102 102 103 103 102 102 102 103 104 104 104
105
1 Bevrachting per reis voor droge ladingen. 5 Gezien de uitbreiding van de statistiek, zijn de gegevens, vanaf 1980, niet meer volledig vergelijkbaar met de cijfers der vorige periode..
Vrachtprijzen G root-Brittanniii (bevrachting per reis) 1 2
165 203 145 87 93 95 102 85 104 90 76 83 91
101 101 125 89 90 93 96 105
101 97 100
106 129 123 122
- 176 VII • 3. - INDEXCIJFERS VAN DE GROOTHANDELSPRIJZEN IN BELGIE Basis 1953 = 100 Bron : Ministerie van Economische Zaken en Energie
1962 2e kwartaal ". 30 kwartaal -. 4e kwartaal -. 1963 10 kwartaal _. 20 kwartaal _. 30 kwartaal _. 4e kwartaal _.
110,3 107,4 108,7 111,3 109,9 109,9 112,6
93,0 91,3 92,9 94,5 94,7 93,5 95,6
1963 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December 1964 Januari Februari
111,9 111,2 110,9 110,1 109,6 110,0 109,5 109,5 110,7 111,3 112,5 113,9
94,1 94,6 94,8 94,5 95,2 94,3 93,4 93,4 93,6 94,4 95,5 96,8
109,2 115,6 109,2 115,0
97,7 98,6
Fabrikaten
Grondstoffen
Scheikundige produkten
Textielp rodukten
Metalen en metaalp rodukten
Delfstoffen
Algeme en indexc ij fer
Plantaa rdige
Dierlijke
Algemeen indexcijfer
103,5 96,9 102,0 108,2 104,9 105,2 109,7 109,1 107,9 107,5 104,7 104,5 105,5 104,3 104,6 106,7 107,7 109,0 112,4 112,5 107,2
uesallucmjnell
99,4 101,8 94,0 97,7 103,5 103,3 97,2 101,0 107,4 ]02,2 98,7 103,1 105,4 93,9 96,0 92,8 104,7 95,2 95,0 95,9 105,0 96,5 92,2 98,2 105,0 94,8 94,3 110,2 108,7 92,7 100,7 106,9 110,9 94,5 107,0 117,8
Industriéle produkten
- 41110a
103,6 102,1 103,6 105,5 105,1 105,0 107,4 105,7 105,5 105,4 105,0 105,0 105,2 104,7 104,8 -. 105,4 106,2 107,4 108,7
Landbouwprodukten
"1-9 9altnn
101,0 103,5 106,3 101,8 101,4 102,6 102,4 103,2 105,8
1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963
o pz o o á e n n i
Maandgemiddelden of maanden
estusequi
Algemeen intim
Produkten
Bron : I.R.E.S.P. Gezamenlijke industriéle produkten in do drie produktieetadia
90,3 102,9 100,7 93,5 105,4 105,8 94,5 108,3 112,1 98,9 103,2 105,8 94,1 103,0 103,7 86,8 105,4 101,4 81,5 104,5 99,4 95,1 103,8 97,7 97,5 105,4 99,7
105,0 111,6 114,4 109,6 109,8 110,2 109,1 108,5 109,4
97,7 95,8 98,2 87,5 84,9 92,2 93,3 90,5 95,4
104,6 105,6 108,9 107,9 107,6 107,0 104,5 104,5 105,1
105,4 106,9 111,9 115,0 115,4 121,4 121,7 125,6 130,0
98,1 104,3 112,2 100,3 95,7 94,5 90,9 89,1 v91,9
100,1 103,9 107,5 99,6 99,3 99,3 97,1 95,8 v98,7
102,2 105,4 110,6 106,6 105,5 107,1 105,7 103,7 p105,9
106,2 100,7 103,7 97,1 102,2 92,1 103,4 97,5 108,7 95,9 104,0 98,2 114,5 102,3 104,9 98,3 113,5 97,2 105,1 99,6 118,7 93,7 104,9 99,4 125,1 96,9 106,9 101,9
108,7 108,3 108,2 108,5 108,9 109,7 110,6
90,5 89,5 91,0 94,4 94,4 94,6 98,4
105,0 103,0 104,4 105,8 105,3 103,9 105,3
123,8 127,9 128,6 129,0 130,0 130,1 131,1
89,6 95,5 88,3 95,4 88,3 96,0 v90,2 v97,2 v91,7 v98,3 v92,0 v98,9 v93,9 v100,6
103,1 103,7 104,0 v104,5 v105,1 v106,4 v107,7 v104,4 v104,6 v104,6 v104,8 v105,1 v105,5 v106,1 v106,3 v106,5 v107,1 v107,5 v108,6
v90,0 v90,4 v90,1 v91,5 v91,5 v92,4 v92,0 v92,0 v91,8 v92,1 v94,8 v96,2 98,3 108,4 102,9 111,6 100,3 107,7 132,1 v96,2 93,7 109,6 103,3 113,5 101,1 108,2 136,2 v96,2
117,0 101,9 104,9 98,3 108,1 113,8 102,4 104,9 98,3 108,1 112,7 102,7 104,8 98,3 109,2 110,7 99,1 105,0 99,2 108,8 113,6 96,4 105,1 99,6 109,0 116,3 96,1 105,1 99,9 108,9 115,7 94,5 104,8 99,1 109,6 119,7 92,0 104,8 99,2 109,7 120,8 94,7 105,0 99,9 109,9 120,8 96,8 105,9 100,6 110,2 124,3 96,1 107,0 101,8 110,6 130,1 97,9 107,8 103,4 110,0 129,7 123,5
94,8 94,9 93,6 93,8 94,3 95,2 94,6 94,4 94,9 96,5 99,1 99,7
105,5 105,8 106,0 106,4 105,5 104,1 103,9 104,0 103,8 104,6 105,1 106,2
129,0 129,0 129,0 129,9 129,9 130,1 130,1 130,1 130,1 130,6 130,6 132,1
v96,8 v97,1 v97,0 v97,8 v98,0 v99,0 v98,6 v99,1 v99,2 v99,8 v100,5 v102,8
v102,0 v109,1 v102,3 v109,4
— 177 —
VII - 3. — INDEXCIJFERS VAN DE GROOTHANDELSPRIJZEN IN BELGIE Basis 1953 = 100 INHEEMSE EN INGEVOERDE PRODUKTEN
Bron. M.E.Z. 120
120
i t\ / /— ..-..., is / ‘ / ,,, \,./
110 ......-\
/
Inheemse produkten ...... <s. ... .......... .... ..
\
■..- ....-
`∎
110
....
Algemeen indecenter 100 —
100
......
..,
Ingevoerde produkten
90 ...r
90
f-l..,
1954
1956
1958
1960
1962
1964
LANDBOUW- EN INDUSTRIELE PRODUKTEN
Bron. M.E.Z. 120
.
110
120
110 ..."....
..---...../
/
%.
♦
Industriele produkten "... ... ....-... / -... .../ ...._ ./
♦
/ /....... /
Algemeen modecc jier
100
In
Landbouwprodukten
eo J-1
1954
1968
1958
1960
rk_, eo
1962
1964
PRIJZEN IN DE DRIE PRODUKTIESTADIA
Bron. I.R.E.S.P. 120
120
110
110
• Fahricaten ‘.... ..... ....
...../ ....--
. .. ,.
/
........
... s. -.... ',..
I
I
....." ..-
Halffabrikaten 100
100
Grondstoffen
90
90
eo J-■ 1954
1956
1958
1960
rk., 1962
1964
80
- 178 VII • 4. - INDEXCIJFERS VAN DE KLEINHANDELSPRIJZEN IN BELGIE Basis 1953 = 100 Bron : Ministerie van Economische Zaken en Energie.
150
150
140
140
130
130 Diensten
....120
120 Voedingswaren
Algemeen Indereljter ...'"*. 110
... ......
110
.. •••"'"
......
„..•-•" .....
.... ••-•
.......... .......... Produkten andere dan voedingswaren •
...........• •
100
100
..rs
Maandgemiddelden of maanden
Algemeen Indexcijfer 68 produkten
Voedingswaren 85 produkten
101,30 100,80 103,65 106,93 108,31 109,64 109,97 111,06 112,62 115,05
1954 1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963
Produkten andere d a n voedin gswaren 2 5 produkten
1964
1e kwartaal 2e kwartaal 36 kwartaal 45 kwartaal
114,13 114,26 115,07 118,70
117,90
Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December
113,19 114,58 114,63 114 42 114,10 114,27 114,91 114,77 115,54 116,02 116,57 117,51
118,11 117,98 117,81
1964
1963
113,7 113,6 114,6 117,0
118,8
109,3 109,6 110,0 110,8
112,4 114,4 114,4 113,9 113,3 113,5 114,7 114,1 115,1 115,9 116,8 118,2
119,4 119,0 118,0
109,1 109,3 109,4 109,5 109,6 109,6 109,7 110,0 110,3 110,6 110,8 111,1
1988
Diensten 5 produkten
100,0 101,0 105,5 111,7 114,6 120,0 122,6 125,7 128,5 136,3
99,2 99,2 101,5 104,5 106,2 106,6 107,0 107,4 108,3 109,9
102,7 101,6 104,2 107,0 107,9 109,5 109,3 110,5 112,5 114,7
1983
1964
1962
1960
1958
r\-.
1988
1964
111,6
134,5 136,2 137,0 137,5
137,9
111,3 111,7 111,8
132,5 135,4 135,6 135,8 136,2 136,6 136,6 137,2 137,3 137,4 137,5 137,5
137,6 138,0 138,0
1964
Bibliografische referenties : Statistisch Jaarboek voor Belgje'. - Statistisch Tijdschrift van het N.I.S. - Arbcideblad. - Industrie, tijdschrift van het V.B.N. - Recherches dconomiquee de Louvain (1.R.E.S.P.). - De Belgische Textielnijverhcid, tijdschrift van Febeltex. - Der Volkswirt. - Wirtechaft and Statietik. - Bulletin mensuel de statistique (O.V.N.). - Monthly Digest of Statistica. - Bulletin statisticus de l'I.N.S.E.B. - Bulletins statietiques : etatistiquca .générales (0.E.S.0.). - Donnles .tatistigues (Raad van Europa). - Financiële dagbladen : Agefi, Het Financieel. Dagblad, Tbe
Financial Times, L'Information.
VIII. - BUITENLANDSE HANDEL VAN DE B.L.E.U.
26
26
I —
INVOER, UITVOER EN HANDELSBALANS
Bron. N.I.S. _
Miljarden franken
I I
12 —
— 22
/
18 — •
—
/..* ../
14 — —
♦ ...
..
A i / ‘," /
♦
Invoer /.. — ......"'• / .., /
"...e _. — 18
%/ /
_
, .—
•—
Uitvoer
..
14
_
...
10 —
—
+4
10
i4
Uitvoeroverschot —. -. Invoer verschot
_
_
n_, —4 INDEXCIJFERS VAN HET VOLUME
220 —
Basis 1953 .;100
Bron. I.R.E.S.P.
— 220
INVOER
180 —
Maandgemiddelden .•
....•
140 —
1. .....
_
......",*
/%% / '''..
• ./
0.•
•
.._.i
/*** • i v
,.*
.•
/ • „, %/ V
— 180
,—... ... • ,4/ i
— 140
_.
•• .., .... ... ■•• ••••
100
100
....r.
r\_,
I
—
UITVOER 220 —
— 220
Maandgemiddelden
180 —
— 180
140 —
— 140
100
100
INDEXCIJFERS VAN DE GEMIDDELDE WAARDEN PER EENHEID EN VAN DE RUILVOET Basis 1953= 100 110 —
— 110 Uitvoer —•
100
• ....._ _...
—
..... .....,
.... — ...
100
.-•
...
"'” .... ... Invoer
90 —
—
110
110 Ruilvoet
.
100
90
90
100
f
i 1954
i
II
1
i
i
i 1956
!
1
i
1
i
i 1958
i
1
i
1
i
i 1960
i
i
i
i
i
i 1962
1
i
1
i
i
i n, 1964
90
- 180 VIII - 1. - BUITENLANDSE HANDEL VAN DE B.L.E.U. - ALGEMENE TABEL Bron : I.R.E.S.P.
Bron : N.I.S. Waarde (miljarden franken) 1.taandgemiddelden of maanden Handelsbalans
Invoer
Uitvoer
1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963
11,8 13,6 14,3 13,0 14,3 16,5 17,6 19,0 21,3
11,6 13,2 13,3 12,7 13,7 15,7 16,4 18,0 20,2
-
1962 2 0 kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal 1963 le kwartaal 20 kwartaal 30 kwartaal 4° kwartaal
19,1 17,6 20,8 19,4 21,2 21,0 23,6
18,2 17,0 18,7 18,1 20,6 19,9 22,0
1963 Januari Februari Maart
18,2 18,1 21,3 21,1 21,6 19,9 20,0 20,6 20,9 24,2 22,1 22,8 24,3
April
Mei. Juni Juli Augustus September Oktober November December v
1964 Januari
VIII
-
2.
-
Indexcijfers basis 1958 =100
Percentage uitvoer
pri . zen
hoeveelheid
ruilvoet 1
invoer
invoer
uitvoer
bij invoer
hij uitvoer
0,2 0,4 1,0 0,3 0,6 0,8 1,2 1,0 1,1
98
120 135 137 131 145 160 171 185
128 135 132 133 146 164 169 189
96 100 102 96 93 96 97 98
93 101 105 98 95 97 96 95
101 103 102 102 102 99 97
-
0,9 0,6 2,1 1,3 0,6 1,1 1,6
95 97
187 173 200 188 203 203
192 179 196 183 216 204
97 98 99 98 99 99
95 94 95 97 94 96
98 96 97 99 95 97
17,4 16,5 20,5 21,1 21,1 19,7 21,0 18,1 20,5 24,7 20,3 21,0
-
0,8 1,5 0,8
-i-
0,5 0,2 1,0 2,5 0,4 0,5 1,8 1,8
96 91 96 100 98 99 105
22,5
-
1,8
-
--
I
--
97
93 97 96 95 93 95 95
90 93
98 95
97
93
88
1 Ruilvoet - -
indexcijfer van de uitvoerprijzen indexcijfer van de invoerprijzen
N. B. - Wegens de verbeteringen van de cumulatieve cijfers, stemmen de kwartaalcijfers en de cijfers van de eerste x maanden niet noodzakelijk overeen mat het gemiddelde van de maandcijfers.
98 102 92 92 93
UITVOER VAN DE B.L.E.U. VOLGENS GOEDERENGROEPEN (miljarden franken)
Bron : N.I.S. (indeling van de N.B.B. volgens de Type-classificatie voor de internationale handel van de 0.V.N.). Ijzer- en staalprodukten
Metaalverwerhing
Nol-ferro metalen
Textiel
2,5 3,0 3,1 2,8 2,8 3,5
2,1 2,3 2,5 2,6 2,7 3,2
1,1 1,2 1,0 0,9 1,1 1,3
1,9 2,1 2,2 1,8 2,1 2,4
0,9 1,0 1,0 1,0 1,2 1,2
0,5 0,5 0,5 0,3 0,2 0,2
0,3 0,4 0,4 0,5 0,5 0,5
0,3 0,3 0,3 0,3 0,4 0,5
0,5 0,6 0,5 0,5 0,7 0,7
0,3 0,3 0,3 0,4 0,4 0,4
1,6 1,8
11,6 13,2 13,3 12,7 13,7 15,7
1960 1961 1962 1963
3,5 3,1 3,20 3,21
3,2 3,8 4,34 5,03
1,3 1,3 1,36 1,54
2,4 2,6 2,92 3,23
1,2 1,2 1,28 1,46
0,2 0,2 0,22 0,25
0,5 0,4 0,46 0,66
0,5 0,4 0,52 0,50
0,7 0,8 0,83 0,96
0,4 0,5 0,68 0,89
1,8 2,1 2,20 2,43
15,7 16,4 18,01 20,16
1962 20 kwartaal . 80 kwartaal -. 40 kwartaal ._ 1963 le kwartaal ._ 2 0 kwartaal _. 3e kwartaal _. 4 0 kwartaal
3,36 3,03 3,14 2,99 3,35 3,24 3,25
4,46 4,19 4,35 4,34 5,35 4,96 5,46
1,45 1,18 1,42 1,33 1,62 1,51 1,71
2,90 2,72 3,16 3,04 3,23 3,02 3,65
1,35 1,20 1,25 1,33 1,49 1,41 1,60
0,22 0,22 0,22 0,16 0,28 0,26 0,29
0,48 0,47 0,41 0,51 0,67 0,80 0,66
0,54 0,47 0,51 0,47 0,47 0,53 0,55
0,75 0,78 0,88 0,90 0,90 0,96 1,08
0,54 0,62 0,96 0,91 0,80 0,80 1,03
2,11 2,14 2,35 2,16 2,49 2,39 2,71
18,16 17,02 18,65 18,14 20,65 19,88 21,99
1962 December 1963 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December
2,84 3,02 2,48 3,47 3,49 3,30 3,27 3,43 3,18 3,10 3,71 2,96 3,08
3,98 4,20 4,01 4,82 5,42 5,69 4,95 5,75 4,30 4,81 6,06 5,14 5,13
1,39 1,17 1,25 1,58 1,72 1,54 1,60 1,60 1,23 1,69 1,93 1,43 1,83
3,02 2,90 2,87 3,34 3,28 3,23 3,18 3,07 2,73 3,26 4,14 3,26 3,55
1,11 1,21 1,29 1,49 1,53 1,46 1,50 1,45 1,43 1,35 1,84 1,42 1,51
0,20 0,17 0,09 0,20 0,33 0,27 0,24 0,24 0,26 0,27 0,28 0,28 0,31
0,32 0,41 0,42 0,69 0,60 0,79 0,63 0,75 0,91 0,74 0,78 0,63 0,57
0,45 0,51 0,43 0,46 0,49 0,49 0,43 0,53 0,49 0,56 0,60 0,51 0,53
0,77 0,91 0,82 0,96 0,78 1,15 0,79 1,02 0,60 1,27 1,13 1,11 1,01
0,91 0,86 0,81 1,06 0,96 0,72 0,71 0,74 0,72 0,96 1,33 0,91 0,86
2,15 2,06 2,03 2,42 2,52 2,47 2,41 2,45 2,28 2,46 2,91 2,62 2,62
17,14 17,42 16,50 20,49 21,12 21,11 19,71 21,03 18,13 20,47 24,71 20,27 21,00
Muundgemiddelden of maanden
Parels SeheikunSteen- Petroleum- C'l aB- en en edelge- Landbouw dige kolennijverheid spiegelglas produkten nijverheid steenten produkten
Diversen
Oude reeks
1955 1956 1957 1958 1959 1960
1,2
1,5 1,5
1,6
Nieuwe ree k s
_.
Totaal
N. B. - De inhoud van elke rubriek stemt met de benaming overeen, zelfs indien de produkten worden vervaardigd door een nijverheidstak die een andere hoofdactiviteit heeft. - Voor een overzicht van de buitenlandse handel van 1948 tot 1957 : zie Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting, XXX IV° Jaargang, Deel II, n? 1, juli 1959. Voor de analyse van 1959 : XXXVe Jaargang, Deel II, ne 1, juli 1960; van 1960 : XXXVIe Jaargang, Deel II, nr 1. augustus 1961; van 1961 : XXXVIIe Jaargang, Deel II, ne 1, juli 1962; van 1902 : XXXVIIIe Jaargang, Deel II, nr 1 - 2, juli-augustus 1968.
VIII • 3. - INVOER VAN DE B.L.E.0 VOLGENS GOEDERENGROEPEN (miljoenen franken) Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek. - Berekeningen van de N.B.B.
1
Produktiegoederen bestemd voor
Verbruiksgoederen diverse produktiesectoren
Totaal
1
de bedrijven
de diamantnijverheid
de hout. nijverheld
de Ieder-
nijverheid 2
de papier en grafische •- r_ 9 e_ n hevid
de tabaks. nijverheid
4
de bouwbedrij-ven
de rubbernijverheid
5
e
de petroleumraffinadenjen
vloeibare
7
8
niet duurzame
Brandstoffen
andere
Uitrus tingti-
voedingsmiddelen schei- metaalkundige proprodukten dukten 9
andere produkten
Totaal
dukten
plantaardige Pro' dukten
dierlijke PM'
10
andere IA
duurname
goede .
11
13
Vi l]
kfaandgemiddelden
de metaall nijverheld
de landbouw ende voedings bedrijven 2
1.131 1.164 1.245 1.647 1.644 1.683 1.690 1.950
10.094 10.624 11.850 13.635 14.302 13.037 14.341 16.488
ren
Oude reeks 1953 1954 1955 1956 1957 1958 1959 1960
6.652 7.197 8.238 9.434 9.814 8.596 9.682 11.453
958 1.033 912 1.089 1.045 1.059 1.170 1.278
279 293 417 507 532 451 675 773
159 194 240 196 227 193 206 271
114 118 116 124 124 106 142 172
84 103 127 132 147 121 244 244
76 74 74 78 88 94 98 105
1960 2e kwartaal
11.707 3.931 1.214 1.216
912
342
170
293
1960 (") 1961 1962
11.549 3.922 1.271 1.300 12.070 4.045 1.472 1.245 12.987 4.388 1.581 1.464
773 793 771
272 283 267
172 196 197
1961 4" kwartaal
12.777 4.147 1.527 1.418 12.758 4.259 1.683 1.505 13.115 4.461 1.566 1.523 11.948 4.233 1.316 1.289 14.127 4.597 1.761 1.541 13.373 4.435 1.666 1.485 14.187 4.723 1.561 1.297 14.051 4.494 1.621 1.373
868 733 792 686 874 843 945 913
347 194 206 344 323 168 291 434
191 222 182 171 215 234 217 194
1.864 1.957 2.540 3.065 2.827 2.437 2.858 3.808
1.236 1.212 1.211 1.277 1.427 935 1.088 1.270
111 227
484 541 649 809 1.022 957 897 946
340 439 474 612 717 700 677 652
202 250 306 367 401 410 445 666
856 983 1.172 1.178 1.257 1.133 1.071 1.041
2.311 2.263 2.367 2.554 2.844 2.758 2.969 3.085
390 349 369 385 404 351 376 359
608 643 637 735 767 742 751 804
275 313
1.313 1.271 1.361 1.434 1.673 1.665 1.567 1.609
107
232
894
672
696
1.028 3.109
380
761
315
1.653 1.897 16.713.
245 247 237
104 109 103
222 242 253
88 81 75
595 623 659
351 344 415
685 724 782
667 696 764
235 277 311
647 3.089 691 3.285 720 3.423
353 395 377
798 812 846
307 309 314
1.630 1.850 16.488 1.769 2.224 17.579 1.886 2.571 18.981
284 220 226 239 263 220 260 277
131 94 100 102 114 109 118 121
246 213 259 271 268 203 309 319
77 79 72 57 92 84 87 71
618 627 765 474 768 855 898 986
390 757 457 720 396 765 368 720 438 923 520 756 366 1.013 312 973
773 756 766 702 835 809 941 848
297 308 313 293 330 304 344 344
706 688 723 683 785 682 817 771
486 901 367 742 346 914 365 754 432 936 394 808 374 1.003 512 892
334 337 313 319 321 336 372 354
1.745 1.835 1.838 1.830 2.042 2.044 2.262 2.260
Nieuwe reeks
1962 .1." kwartaal
kwartaal kwartaal kwartaal 1963 le kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 2e 3e 40
.--......".-.---....
3.466
3.281 3.411 3.268 3.731 3.582 4.011 4.018
2.273 18.516 2.472 18.511 2.542 19.068 2.370 17.586
2.900 20.758 2.449 19.404 2.976 21.174 2.949 21.018
• Benaderende cijfers verkregen aan de hand van de oude tariefposten. 1 Rubriek vanaf 1960 gewijzigd : a) door opneming von sommige produkten die voordien ingedeeld waren hetzij bij de • Produktiegoederen bestemd voor diverse produktiesectoren : andere produkten •. hetzij bij de • Duurzame verbruiksgoederen •, hetzij bij d e • Uit. rustingsgoederen » ; Die rubriek omvat, zowel vábr als na 1960, de losse stukken van autovoertuigen. b) door uitsluiting van produkten die voortaan opgenomen worden bij de • Produktiegoederen bestemd voor diverse produktiesectoren : andere produkten 2 R ub ri ek gewijzigd wegens opneming van produkten die voordien deel uitmaakten van de rubriek n Niet duurzame verbruiksgoederen - andere dan voedingsmiddelen Die rubriek omvat, zowel v66r nla na 1960, de graangewassen. 3 De nieuwe reeks omvat de schoenen van alle aard, behalve die van rubber. Rubriek die vanaf 1959 gewijzigd werd door opneming van produkten die voordien gerangschikt waren onder het hoofd • Produktiegoederen bestemd voor diverse produktiesectoren : andere produkten ». 5 Vanaf 1959, nieuwe rubriek waarvan de inhoud voordien hoofdzakelijk voorkwam onder het hoofd • Produktiegoederen bestemd voor diverse produktiesectoren : andere produkte n ». 11 Vanaf 1960 nieuwe rubriek, waarvan de inhoud voordien voorkwam onder de rubriek • Produktiegoederen bestemd voor diverse produktiesectoren : scheikundige en andere produkten ». 7 Vanaf 1960 nieuwe rubriek, waarvan de inhoud voordien voorkwam onder de rubriek s Produktiegoederen bestemd voor diverse produktiesectoren : vloeibare brandstoffen ». 8 Rubriek gesplitst sedert 1960 : zie noot 7 . 9 Vanaf 1960 nieuwe rubriek waarvan de inhoud voordien hoofdzakelijk voorkwam onder de rubriek • Produktiegoederen bestemd voor diverse produktiesectoren : andere produkte n ». 10 Gewijzigde rubriek, zie noot 1, 4, 5. s en 0 . 11 Vanaf 1959 nieuwe rubriek, waarvan de inhoud voordien hoofdzakelijk voorkwam onder het hoofd s Duurzame verbruiksgoederen ». 12 Rubriek gewijzigd. a) in 1959 • zie noot 11, b) in 1960 door opneming van produkten uit de rubriek • Uitrustingsgoederen » en door overplaatsing van andere produkten naar de e Produktiegoederen bestemd voor de metaalindustrie en de metaalverwerkende nijverheid •. 13 Gewijzigde rubriek : zie noot 12 b) en door de produkten gaande 'naar s Pro duktiegoederen bestemd voor metaalbedrijven ».
VIII - 4 a. - INDEXCIJFERS VAN DE GEMIDDELDE WAARDEN PER EENHEID Basis 1953 = 100
I
Bron : Nationaal Instituut voor da Statistiek - Berekeningen door de N.B.B. 1961 1954
1956
1055
1957
1958
1959
1960
1962
1961
1962
le kwart. 12e kwart. 3e kwart. 14e kwart. 1a kwart. 12e kwart. 3e kwart. 14e kwart. INVOER (C.I.F.)
Produktiegoederen Verbruiksgoederen itrustingsgoederen Totaal
95,7
94,5 98,4 93,6
96,8 96,7 95,9
101,3 95,7 94,3
104,7 97,3 102,3
94,1 101,6
95,1
96,7
99,1
102,8
96,1
94,4 91,2
96,5 91,3
93,6
99,1
93,6
95,6
95,9
95,8 92,9
94,5 93,2 108,4 95,7
93 1 3 102,8 96,1
103,9 95,9
96,6
95,6
93,3 106,7 96,8
92,8 104,4 95,9
103,5 98,3 94,7
102,3 98,8
95,9 94,6 105,1 96,5
95,5 93,0 108,8 96,5
94,7 94,7 108,1 96,1
93,7 93,3 110,3 95,3
100,8 100,2 92,7
98,5 100,0 92,8 82,8 87,1
97,6
96,6 99,7
94.3 94,3 108,4 95,7
UITVOER (F.O.B.)
Ijzer- en staalnijverheid Metaalverwerkende bedrijven
88,5
98,9
90,1
94,0
Non-ferro metalen Textiel Scheikundige produkten Steenkolennijverheid Petroleumnijverheid Glas en spiegelglas Landbouwprodukten
95,7 94,5
110,7 90,0 99,0 92,6
96,9 90,5
101,9 96,9
97,0 89,4 98,4
Voedingsbedrijven
Diversen Totaal
Totaal -.
94,5 96,7 96,7 85,1
92,8
96,6
97,6
I
99,9
88,2 97,9
90,8 93,4
112,0 170,6 108,2
130,5 210,3 110,1
110,1 105,7 83,2 96,7
98,9
92,8 93,0 101,4 84,2
1]8,0 107,5 99,2
113,2 102,0 111,7
105,1 102,9 103,7 82,5
96,4
Papier en boeken Bewerkte tabak Rubber
1 Indexcijfers van de ruilvoet •
94,8 101,2
93,2 97,9 105,4 100,1 99,9
Cement Steengroeven Ceramiek Hout en meubelen Huiden, leder en schoeisel
110,2 97,3 121,1
93,0 96,6 94,0
102,4
83,6 82,0 90,9 127,1 202,5
108,0 101,6
111,3 106,6 102,6
120,3 114,5
118,4 113,8
108,7 89,2
103,2 86,0
95,8 94,7
96,7 93,3
92,7
88,6 91,7 102,5 98,3
100,5 106,5 105,8
87,6 101,5
1
104,0 104,1
1
102,9
1
102,3
96,9 99,1 93,1 77,7
107,1 96,8
89,6 104,0 190,1
89,2
97,5 82,1 94,8 172,4 110,7
111,4 105,9
89,6 89,3
85,9 91,4 168,3
111,3 99,6 93,7 89,5
95,1 91,3
88,9 86,3
89,3 82,1
94,8 89,3 93,8 78,4
83,5 97,7 97,1
83,5 92,3 96,2
101,3
indexcijfer van de gemiddelde waarden per eenheid bij de uitvoer (f.o.b.) indexcijfer van de gemiddelde waarden per eenheid bij de invoer (c.i.f.)
I
103,6 98,3 91,8
99,1 91,4 82,7
82,8
91,3 92,1
88,9 89,0 175,5
104,2 76,4 82,1
I
100,1
1
99,2
1
100,6
101,0 96,2 90,8 95,9 78,4 84,0 89,3
95,1 96,5
INDEXCIJFERS VAN DE RUILVOET 1 101,6
103,9
I
99,7
95,8
I
99,9
I
108,7 104,8
113,3 112,5 105,2
113,8 104,1 102,3
119,0 104,4 98,1
95,9 91,4 96,5
98,3 92,6
78,1 84,3
97,9 76,4 82,7
92,5 96,5
86,9 95,5
100,0
99,3 91,8 82,8 87,7 89,2
86,7 171,5
170,7 113,2
104,0 103,1 115,2
93,8 77,7 83,4
79,6 83,4 92,7 96,5
90,0 94,9
87,0 167,7 114,5
104,0 90,4 91,8
95,9 92,4 89,1
83,4 90,8 89,9
83,5 88,5
116,3 100,8
103,3 101,8
100,1 93,5 92,1
91,1
113,5 107,8 98,3
106,2 99,4 121,6
114,7 108,9
103,7 102,5
82,8
177,9 111,8
111,0 111,9 100,9
101,6 116,3
120,3 100,5 101,5
83,5 101,6 94,8
I
97,4
172,4 112,5 106,9
104,7 97,0
100,1 113,8
102,4 98,6 92,5 83,1
1
99,0
170,5 112,2 116,6
109,0 100,2 93,2
82,6
85,4 93,5 166,2
85,5 97,3 167,6
110,1 109,0
108,7 112,2 98,2 112,6 108,4 100,7 96,2
100,1 93,5 92,8
92,5 103,8 78,4
90,4 101,5 74,6
114,7 76,0 82,2
81,3 99,8 95,4
99,3
90,1 82,7
100,6 116,6 111,4
100,8 113,0
1
96,8 99,3 91,1
84,0 93,2 94,9
85,6 94,5
I
99,2
I
99,2
VIII - 4 b. - INDEXCIJFERS VAN HET VOLUME Basis 1953 = 100 Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek - Berekeningen door de N.B.B. 1962
1961 1954
1955
1950
1957
1958
1959
1980
1962
1981
le kwart. 12e kwart. 13e kwart., 4e kwart.
le kwart., 2e kwart.
3e kwart.
4e kwart.
206,6 188,0
INVOER (O.I.F.)
Produktiegoederen Verbruiksgoederen
113,6 101,2
liritrustingsgoederen
110,5 110,6
Totaal
124,5 108,4 114,4 119,7
136,7
137,4
118,7 142,8 133,8
129,1 137,4 135,7
131,6 129,2 141,7 132,4
146,5 143,3 159,4 147,5
163,8 157,1 174,2 163,9
172,3 165,6
191,6 170,4
172,0 169,2
209,4 175,2
228,9 191,5
200,5 174,6
173,5 166,7 208,3 175,9
163,8 160,4 197,4 166,7
178,1 232,7 155,9 169,8
168,6
184,4 173,9 215,1 185,7
186,9 168,4 219,7 186,9
192,1 169,7 227,2 191,7
178,3 165,8 215,7 180,1
182,1 250,2 167,0 194,3 219,4
187,7 263,7
171,4 232,3
174,5 194,3 223,1 71,1
145,9 180,5 205,5 66,8 186,7
243,5 207,3
UITVOER (F.O.B.)
IJzer- en staalnijverheid Metaalverwerkende bedrijven Non-ferro metalen Textiel Scheikundige produkten Steenkolennijverheid Petroleumnijverheid Glas en spiegelglas Landbouwprodukten Cement Steengroeven Ceramiek Hout en meubelen Huiden, leder en schoeisel Papier en boeken Bewerkte tabak Rubber Voedingsbedrijven Diversen Totaal
107,0 114,9 107,2 110,2 115,7
131,2
143,3
131,6 110,3 119,8 125,2
137,8 118,8 133,2 137,6
140,1 137,4
140,8 149,1
110,5 134,9 152,5 108,7
122,0 122,6 161,2 78,9
140,3 145,6 137,1
171,3 159,6 191,1 66,1 116,1
130,0 104,8 117,0 112,9
163,7 128,0 153,9 131,1
121,0 160,3 163,6 151,7
91,4 103,1 119,5
103,7 114,8 135,8
110,5 107,6
162,0 123,8
89,4 126,4 147,6 187,1
94,3 125,8 124,9 179,6
125,9 89,0
146,8 131,5
128,0 180,4 172,0
113,9 202,8 244,2
115,6 206,0 295,2
121,9 74,3
148,4 96,0
181,2 97,2
167,4 92,7
167,7 100,3
372,5 196,2 113,1
85,6
94,8
110,8
85,9
86,8
101,9
209,3 130,9 120,2
109,4
125,7
135,3
131,8
134,7
150,3
168,3
112,9 158,4
156,0 162,7 135,8
179,4 194,6 151,7
146,6 186,3 62,2
158,8 185,7 65,0
171,5 207,8 185,2 75,7
177,8 229,4
129,3 136,3 205,0
136,5 195,0 257,1
139,8 234,8
143,9 274,7 436,6
191,3 71,5
165,4 210,6 161,0 170,4 198,7 71,6 166,4 231,7 211,2
179,1 245,6 165,0 194,3 209,8 69,5 183,4 269,5 263,8
73,6 152,7 259,0 325,5
72,3 178,7 221,7 454,7
185,2 288,7
203,3 333,2
527,8 248,4 154,6 128,4
493,5 277,7 186,4 133,4
175,0
195,3
146,4 205,1 174,0 167,8 198,1 58,2 136,5 200,7 237,2 47,5 122,0 189,5 276,4 185,6 274,4 537,9 232,7 142,2 138,7 167,6
204,3 149,3 160,7 199,6
204,6 71,2 164,8 214,0
80,1 194,2 258,5
183,5 83,4 161,5
199,1 89,7 165,2
281,2 333,7 188,9
297,6 326,8 179,2 277,7
297,8 520,4 276,5 143,1 120,4 179,9
169,4 231,8 166,9 184,4 195,0 76,8 170,2 226,6 271,3 73,6
76,8 193,5 275,3
185,5
250,9 57,7 149,5 229,0
283,1 216,1 78,5 191,3 245,5
417,3 195,8
460,9 207,4
328,0 548,4
123,7
174,4 135,2
274,5 179,0 156,3
334,6 425,9 281,7 185,4 96,6
173,0
185,1
197,7
200,4
511,3 226,0 159,3
165,7 290,6 408,3 190,7 284,9 540,9 266,6
246,8 295,5 73,8 195,5 206,9 427,1 197,2 343,6 474,5 259,3 170,1
176,6 237,3 172,8 211,6 202,3 63,4 164,1 272,0 320,4 79,0 188,7 235,4 545,5 204,1 373,3 524,1
155,0
304,3 213,5 125,2
186,9
198,8
- 184 Vin - 5 . - GEOGRAFISCHE SPREIDING VAN DE BUITENLANDSE HANDEL
VAN DE B.L.E.U. (miljarden franken) voor
de Statistiek.
West-Duitsland 1 Maandgemiddelden of maanden
Frankrijk 1 handelsbalans
uitvoer
0,28 0,69 0,87 0,77 0,52 0,33 0,63 0,37 0,37
1,47 1,62 1,70 1,51 1,80 2,24 2,59 2,77 3,20
1,16 1,41 1,46 1,34 1,25 1,64 1,84 2,24 2,94
-
0,31 0,27 0,23 0,31 0,19 0,32 0,66
2,72 2,49 3,10 2,93 3,31 2,89 3,70
- 0,22 - 0,11 - 0,45 - 0,35 - 0,14 - 0,18 --- 0,18 - 0,28 - 0,24 - 0,37 - 0,30 - 0,71 - 0,75
3,00 2,76 2,86 3,14 3,35 3,43 3,11 2,95 2,74 2,91 3,95 3,36 3,74
uitvoer
1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963
1,64 2,03 2,23 2,23 2,34 2,81 3,14 3,55 4,10
1,36 1,34 1,36 1,46 1,82 2,48 2,51 3,18 3,73
-
1962 2° kwartaa 3° kwartaa 4° kwartaa 1963 10 kwartaa 2" kwartaa 3° kwartaa 4° kwartaa
3,48 3,48 3,79 3,56 4,09 4,10 4,66
3,17 3,21 3,56 3,25 3,90 3,78 4,00
-
1962 December 1963 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December
3,60 3,08 3,47 4,12 4,16 4,20 3,86 3,88 3,99 4,36 4,66 4,52 4,57
3,39 2,97 3,02 3,77 4,02 4,02 3,68 3,60 3,75 3,99 4,36 3,81 3,82
handelsbalans
invoer
uitvoer
1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963
0,18 0,20 0,27 0,28 0,34 0,39 0,48 0,56 0,74
0,25 0,26 0,28 0,29 0,36 0,48 0,53 0,72 1,04
+ + + + + + + + +
1962 2° kwartaal 3° kwartaal 4° kwartaal 1963 1° kwartaal 2e kwartaal 3° kwartaal 4° kwartaal
0,55 0,57 0,57 0,62 0,71 0,82 0,79 0,54 0,58 0,60 0,69 0,71 0,74 0,68 0,78 0,82 0,80 0,95 0,70 0,72
0,68 0,63 0,86 0,93 0,99 1,08 1,14 0,85 0,88 0,86 1,04 0,99 0,95 1,04 0,98 1,02 1,25 1,33 1,07 1,01
handelsbalans
invoer
uitvoer
0,31 0,21 0,24 0,17 0,55 0,60 - 0,75 - 0,53 - 0,26
1,56 1,78 2,02 2,05 2,26 2,45 2,69 2,80 3,14
2,40 2,89 3,02 2,63 2,92 3,35 3,83 4,11 4,55
+ ▪ • + + + + + +
0,83 1,11 1,00 0,58 0,66 0,90 1,14 1,31 1,41
2,30 1,97 2,53 2,59 3,12 2,72 3,32
- 0,42 - 0,52 - 0,57 - 0,34 - 0,19 - 0,17 - 0,38
2,65 2,64 3,07 2,92 3,12 3,10 3,42
4,15 3,85 4,36 3,98 4,72 4,54 4,98
+ ▪ + + + + +
1,50 1,21 1,29 1,06 1,60 1,44 1,56
2,49 2,59 2,24 2,94 3,42 3,02 2,91 2,92 2,09 3,15 3,39 3,25 3,34
+ + -
2,80 2,70 2,74 3,20 3,10 3,26 2,96 2,80 2,97 3,44 3,74 3,29 3,18
4,20 3,60 3,68 4,67 4,70 4,95 4,49 5,15 3,91 4,55 5,36 4,79 4,78
+ + + + + • + + + + ▪ ▪ +
1,40 0,90 0,94 1,47 1,60 1,69 1,53 2,35 0,94 1,11 1,62 1,50 1,60
.
0,51 0,17 0,62 0,20 0,07 0,41 0,20 0,03 0,65 0,24 0,56 0,11 0,40
Totaal 0.E.S.0.-It nden (moederlanden) 2
Europese Economische Gemeenschap
Rant;
1962 December 1963 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December
handelsbalans
invoer
invoer
Maandgemiddelden of maanden
Nederland
invoer
uitvoer
0,07 0,07 0,01 0,01 0,02 0,09 0,05 0,16 0,30
4,87 5,63 6,22 6,01 6,74 7,89 8,90 9,68 11,18
5,17 5,90 6,12 5,72 6,35 7,95 8,71 10,25 12,26
+ + + + + + +
0,13 0,06 0,29 0,31 0,28 0,26 0,35
9,40 9,18 10,53 10,03 11,23 10,91 12,57
10,30 9,66 11,31 10,75 12,73 12,12 13,44
+ ▪ + + + • + + + ▪ + + +
0,31 0,30 0,26 0,35 0,28 0,21 0,36 0,20 0,20 0,45 0,38 0,37 0,29
9,94 9,12 9,67 11,15 11,32 11,63 10,61 10,41 10,52 11,51 13,30 11,87 12,21
10,93 10,04 9,80 12,42 13,13 12,94 12,12 12,65 10,77 12,94 14,44 12,92 12,95
handelsbalans
0,30 0,27 0,10 0,29 0,39 0,06 0,19 0,57 1,08 0,90 0,48 0,78 0,72 1,50 1,21 0,87 0,99 0,92 0,13 1,27 1,81 1,31 1,51 2,24 0,25 1,43 1,14 1,05 0,74
invoer
uitvoer
6,78 7,75 8,47 8,03 8,94 10,35 11,51 12,50 14,33 12,20 11,77 13,68 12,94 14,40 13,85 16,14
7,44 8,26 8,42 7,92 8,71 10,78 11,68 13,25 15,51 13,29 12,47 14,45 13,83 16,05 15,21 16,97
13,00 11,77 12,50 14,38 14,31 14,87 13,85 13,24 13,54 14,34 17,05 15,27 15,60
13,81 13,23 12,47 15,77 16,48 16,34 15,34 15,86 13,88 15,91 18,67 15,75 16,48
1 Het Saargebied wordt gerekend bij Frankrijk tot op het einde van het le halfjaar 1959 en bij West-Duitsland vanaf het 2e halfjaar 1959. $ Incl. Spanje vanaf 1960.
handelsbalans
++ +++ ++ ++ +1± -1-++++++ + ++ +A-11I++
Nationaal Instituut
+ ++ +++++++++++++++++±-1-1+ I 1 1++
Bron :
0,66 0,51 0,05 0,11 0,23 0,43 0,17 0,75 1,18 1,09 0,70 0,77 0,89 1,65 1,36 0,83 0,81 1,46 0,03 1,39 2,17 1,47 1,49 2,62 0,34 1,57 1,62 0,48 0,88
- 185 VIII - 5.
- GEOGRAFISCHE SPREIDING VAN DE BUITENLANDSE HANDEL VAN DE B.L.E.U. (miljarden franken)
Bron : Nationaal instituut voor de Statistiek. Verenigde Staten van Amerika Maandgemiddelden of maanden
Landen van het sterniggebied exclusief het Verenigd-Koninkrijk
Verenigd-Koninkrijk invoer
uitvoer
handelsbalans
invoer
uitvoer
handelsbalans
-- 0,30 -- 0,44 - 0,68 - 0,12 0,46 - 0,14 - 0,06 - 0,16 - 0,26
1,00 1,10 1,17 0,98 1,19 1,21 1,33 1,53 1,76
0,74 0,84 0,74 0,72 0,81 0,87 0,86 0,90 1,16
-- 0,26 -- 0,26 -- 0,43 -- 0,26 -- 0,38 -- 0,34 -- 0,47 -- 0,63 -- 0,60
1,12 1,14 1,18 0,95 1,11 0,95 0,94 1,14 1,29
0,80 0,94 0,87 0,80 0,68 0,83 0,81 0,74 0,81
-- 0,32 - 0,20 - 0,31 -- 0,15 - 0,43 - 0,12 - 0,13 - 0,40 - 0,48
1,83 1,61 1,52 1,53 1,72 1,83 1,77
-
0,21 0,06 0,48 0,24 0,25 0,07 0,46
1,54 1,44 1,65 1,69 1,84 1,62 1,89
0,88 0,87 0,99 1,04 1,23 1,11 1,24
-- 0,66 - 0,57 - 0,66 - 0,65 - 0,61 -- 0,51 - 0,65
1,27 0,93 1,17 1,19 1,37 1,42 1,19
0,68 0,68 0,78 0,86 0,80 0,73 0,84
- 0,59 -- 0,25 -- 0,39 -- 0,33 -- 0,57 -- 0,69 -- 0,35
1,18 1,27 1,51 1,80 1,75 1,88 1,53 2,00 1,54 1,96 2,42 1,44 1,47
- 0,81 - 0,27 - 0,11 - 0,31 - 0,30 + 0,10 - 0,54 + 0,12 - 0,34 + 0,10 0,19 - 0,64 - 0,80
1,55 1,43 1,72 1,90 1,67 1,88 1,94 1,60 1,64 1,54 2,06 1,85 1,71
0,95 1,08 0,91 1,13 1,17 1,28 1,23 1,21 1,09 1,04 1,54 0,94 1,26
- 0,60 - 0,35 -- 0,81 -- 0,77 - 0,50 - 0,60 - 0,71 -- 0,39 - 0,55 - 0,50 - 0,52 - 0,91 - 0,45
1,51 1,19 1,06 1,29 1,26 1,32 1,16 1,49 1,35 1,00 0,93 1,06 1,28
0,62 0,89 0,80 0,88 0,82 0,82 0,76 0,85 0,68 0,67 0,96 0,71 0,83
- 0,89 - 0,30 -- 0,26 - 0,41 -- 0,44 - 0,50 - 0,40 -- 0,64 -- 0,67 - 0,33 0,03 - 0,35 - 0,45
invoer
uitvoer
1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963
1,31 1,70 1,77 1,29 1,35 1,63 1,56 1,88 3,97
1,01 1,26 1,09 1,17 1,81 1,49 1,50 1,72 1,71
1962 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal 1963 1 8 kwartaal 2 ° kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
2,04 1,67 2,00 1,77 1,97 1,90 2,23
1962 December 1963 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December
1,99 1,54 1,62 2,11 2,05 1,78 2,07 1,88 1,88 1,86 2,23 2,08 2,27
handelsbalans
Latijns-Amerika 1 Maandgemiddelden of maanden
Oost-Europa
Kongo en Ruanda-Urundi
invoer
uitvoer
handelsbalans
invoer
uitvoer
handelsbalans
invoer
uitvoer
handelsbalans
1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963
0,60 0,70 0,65 0,63 0,63 0,75 0,72 0,85 0,92
0,55 0,55 0,80 0,77 0,72 0,68 0,64 0,58 0,46
- 0,05 - 0,15 0,15 + 0,14 + 0,09 - 0,07 - 0,08 - 0,27 - 0,46
0,97 1,01 0,79 0,69 0,81 1,1] 0,96 0,76 0,71
0,55 0,59 0,58 0,49 0,38 0,26 0,19 0,21 0,21
-- 0,42 - 0,42 - 0,21 -- 0,20 - 0,43 - 0,85 - 0,77 -- 0,55 - 0,50
0,36 0,43 0,44 0,39 0,46 0,50 0,56 0,61 0,67
0,41 0,45 0,40 0,37 0,37 0,57 0,55 0,50 0,46
+ 0,05 0,02 - 0,04 - 0,02 - 0,09 + 0,07 - 0,01 - 0,11 - 0,21
1962 2 ° kwartaal 3 8 kwartaal 4 ° kwartaal 1963 1 ° kwartaal 2 8 kwartaal 3 8 kwartaal 4e kwartaal
0,93 0,83 0,91 0,89 0,86 0,98 0,96
0,59 0,55 0,51 0,44 0,45 0,46 0,51
-
0,34 0,28 0,40 0,45 0,41 0,52 0,45
0,88 0,77 0,71 0,72 0,67 0,72 0,72
0,22 0,20 0,16 0,17 0,18 0,20 0,27
-
0,66 0,57 0,55 0,55 0,49 0,52 0,45
0,52 0,65 0,78 0,52 0,63 0,76 0,78
0,57 0,46 0,44 0,38 0,47 0,47 0,53
-
1962 December 1963 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December
1,03 0,85 0,84 0,93 0,86 0,90 0,74 0,93 1,01 0,95 1,06 0,74 0,83
0,39 0,49 0,37 0,46 0,45 0,44 0,47 0,48 0,52 0,38 0,59 0,44 0,50
-- 0,64 -- 0,36 - 0,47 - 0,47 - 0,41 - 0,46 -- 0,27 -- 0,45 -- 0,49 - 0.57 - 0,47 - 0,30 - 0,33
0,95 1,05 0,49 0,60 0,76 0,89 0,30 0,63 0,85 0,61 0,79 0,70 0,53
0,11 0,18 0,17 0,16 0,18 0,17 0,20 0,19 0,18 0,23 0,26 0,31 0,23
-- 0,84 -- 0,87 -- 0,32 -- 0,44 -- 0,58 -- 0,72 -- 0,10 -- 0,44 -- 0,67 -- 0,38 -- 0,53 -- 0,39 -- 0,30
0,73 0,53 0,50 0,51 0,51 0,63 0,72 0,71 0,84 0,68 0,75 0,63 0,81
0,41 0,41 0,28 0,45 0,44 0,56 0,41 0,46 0,41 0,52 0,52 0,44 0,62
- 0,32 - 0,12 -- 0,22 -- 0,06 - 0,07 - 0,07 - 0,31 -- 0,25 __ 0,43 - 0,16 -- 0,23 -- 0,19 - 0,19
0,05 0,19 0,34 0,14 0,16 0,29 0,25
1 Omvat : Midden-Amerika, Zuid-Amerika en Mexico
Bibliografische referenties
: Maandelijks bulletin over de buitenlandse handel van de B.L. E.D. - Statistisch Jaarboek voor Belgii. - Statistisch Tijdschrift van het N .I.S. - Industrie, tijdschrift van de V.B.N. - De Belgische Textielnijverheid, maandelijks tijdschrift van •Febeltex. - Belgisch Handelstijdschrift van de Belgische Dienst voor de buitenlandse handel. - Handelsoverzicht van de Nederlandsche Kamer van • Koophandel voor Belgii en Luxemburg. - Bulletins atatistiques : Commerce exterieur (O.E.S.O.). - Statistical Papers : Direction of International Trade (O.V.N.). - Algemeen Statistisch Bulletin (Statistisch Bureau van de Europese Gemeenschappen). - Recherches economiques de Louvain (I.R.E.S.P.). - C fr. N. B. van tabel V111-2.
- 186 -
IX. - BETALINGSBALANS IX - 1. - BETALINGSBALANS VAN DE BELGISCH-LUXEMBURGSE ECONOMISCHE UNIE * Jaarcijfers - Oude reeks (miljarden franken)
1952
1958
1954
1955
1958
1957
1958
1959
1980
1981
A. Goederen- en dienstentrans-
acties. 1. Goederentransacties 1 : 1.1. Uitvoer - Invoer (f.o.b.) 2 1.2. Loonwerk 1.3. Arbitrage 2. Niet monetair goud 3. Vervoer 2 4. Verzekeringspremies en -uitkeringen 5. Reisverkeer 1 3 6. Investeringsopbrengsten . 7. Overheidstransacties niet elders vermeld 8. Overige Totaal goederen- en dienstentransacties
+ -1-
5,9 1,6 1,7 ... - 2,7
+ + + +
1,5 2,0 1,4 0,1 1,1
+ + + +
1,0 2,6 1,9 0,8 0,8
+ + -1-
6,4 2,6 2,6 1,1 3,0
+ + -1-
-
1,7 2,1 1,5 ... 2,3 ... 0,8 1,1
- 0,1 - 0,2 + 1,1
- 0,7 + 0,3 + 2,1
+ +
0,6 1,0 3,5
- 0,6 + 1,1 + 3,3
-
+
1,0 3,6
+ 11,1
-
-I- 3,1 + 1,1 - 0,1 - 4,6
+ +
-
+
0,2 1 ,5 0,8
0,9 2,4 1,2 ... 2,8
+ + +
4,2 1,8 0,6 0,6 2,5
- 1,9 -1- 2,6 + 0,6 - 0,6 -I- 1,2
+ + -
5,7 3,4 2,3
+
0,7 1,4 1,1
+
0,9 1,4 2,3
-
+
0,7 3,3 2,5
+
0,7 1,1 2,4
+ 0,1 + 3,9
+
0,6 5,7
- 2,2 + 4,3
+
2,4 5,4
+
2,7 5,6
+
1,2
+
4,9
+
1,8
+
+
1,1
0,8
+ 0,6 + 0,6
- 0,4 + 0,5
+
1,1 1,8
+
0,2 2,4
+
+ 10,9
...
-
3,8
+
9,8
+ 12,0
+
8,5
+ 17,5
+ 0,2 + 0,4
+ 0,4 + 0,2
+
1,0 ...
+
1,1 ...
+
1,3 ...
+
1,5 ...
+
1,2 ...
+ 3,2 - 0,8
+ -
3,1 2,5
+ -
3,5 0,8
+ 0,6
+
0,6
+
1,0
+
1,1
+
1,3
+
1,5
+
1,2
+
+
0,6
+
2,7
+
3,8 0,2 ...
+ -
2,6
+ 2,3 + 0,2 ...
0,8e + 0,2 ... +
1,2 ... 1,8
- 3,0 - 0,8 - 0,1
+ 8,2 + 1,7 - 0,1
- 5,8 + 0,1 + 1,9
...
+ 0,8
- 0,6
- 0,5
+
0,1
+
0,2
1,0
- 0,9
- 0,1
-
1,2
+
0,2
-
1,3
B. Overdrachten. 9. Particuliere 10. Staat Totaal overdrachten
2,4
C. Kapitaalverkeer. 11. Staat 12. Andere overheid 13. Parastatale bedrijven 14. Parastatale kredietinstellingen 15. Overige : 15.1 Geregistreerd kortlopend kapitaalverkeer. 15.2 Gekende effecten. transacties 4 a) Belgische effect. b) buitenl. effect. 15.3 Overige 1 3 4 Totaal kapitaalverkeer
-
+
1,4
+
... 1,3
+ 0,4
+
- 1,5
- 2,4
- 3,9
- 7,2
- 9,0
- 6,6 5 - 4,9
- 0,3
+ +
0,5 4,5 1,3
+ +
1,5 4,7 5,5
-
- 0,6
- 0,8
-
5,2
- 11,6
-
6,1
-
2,6
-
5,9
+
2,4
-
2,6
-
-
-
1,3
-
-
2,2
-
0,7
-
1,9
-
2,1
-
1,9
...
+ 0,5
+ 0,4
+
0,5
+ 0,1
+ 0,4
+ 0,6
4,4
+
+
+ 15,9
-
+
+
-
D. Niet bepaalde transacties 1 E. Vergissingen en weglatingen
3,7
6,5 -
-
1,6
+ 0,1
+
3,4
+
0,5
-
...
0,5
+
1,8
Totaal overeenstemmend niet de bewegingen van de goudvoorraad en nettodeviesenpositie van de geldscheppende instellingen
0,1
-
3,6
+
0,4
2,1
4,1
8,2
0,8
• De balansen voor de jaren 1932 tot 1954 zijn niet volledig vergelijkbaar met die van de volgende jaren. 1 De niet bepaalde transacties blijken vooral goederentransacties (rubriek 1), reisverkeer (rubriek 5) en kapitaalverkeer (rubriek 16.8) te omvatten, die niet over die verschillende rubrieken kunnen ingedeeld worden voor al de jaren door bovenstaande tabel. Een dergelijke verdeling ie nochtans mogelijk voor 1961 en werd nu door. gevoerd in tabel 1X 2, hetgeen niet het geval ie voor deze tabel want als gevolg van deze verdeling zouden de cijfers van 1961 niet meer vergelijkbaar geweest zijn met die van de voorgaande jaren. 2 De rubriek 1.1 e F.O.B.-uit- en invoer r. omvat in beginsel de andere vervoeruitgaven dan die welke op de goedereninvoer betrekking hebben. 15.8 • Overige • moeten geregistreerd 3 Het ie niet steeds eenvoudig een scheiding te maken tussen het reisverkeer en de kapitaalbewegingen die onder de rubriek worden. Het schijnt dat in 1955, 1950 en 1957 het saldo van de eerste van die rubrieken in werkelijkheid minder gunstig en het saldo van de tweede gunstiger waren dan uit bovenstaande tabel blijkt, terwijl in 1958 zich het omgekeerde schijnt voorgedaan te hebben. Men beschikt evenwel niet over voldoend nauwkeurige gegevene om de cijfers te kunnen verbeteren. 4 Voor het jaar 1960 en 1961 konden de gekende effectentransactiee (rubriek 15.2) van het andere kapitaalverkeer van de particuliere eector (rubriek 15.8) afgezonderd worden; voor de periode 1952-1959 kon die verdeling bij gebrek aan inlichtingen niet gedaan worden. De kapitaalinvoer opgenomen onder rubriek 11 Staat • en de kapitaaluitvoer geteld onder rubriek 15.8 e Overige •, omvatten het deel van do lening van $ 80 miljoen van de Belgische Staat op de Amerikaanse markt, waarop Belgisch-Luxemburgee ingezetenen inschreven ; het bedrag van die inschrijvingen le echter niet gekend.
— 187 —
IX — BETALINGSBALANS VAN DE B.L.E.U. 1 (miljarden franken) +20
I 1 Rk; Saldo van de lopende rekening (21
RE
+20
I »; .» M Cw›,
Nettobeweging van het particulier kapitaal
M Nettobeweging - van het overheidskapitaa pi
K:i i••• w*: ■ •4, *4
:::
••••• ••••4 ••••41•I :•.<
Kl IZ, 4.• ,» >>: I e•:• ■• • "4 4›.•1>, •0
+10
:.•< •:•) •••.• ••••• •+•• W 44•i.
M
M k» t:: a
.. k:$ ► k:$
g4
/,
•,,,st :::, > :t:
›••••• ›••••■ ••••t1 ›.•*4
• •; +I •. ,• ••4 ,••I•4V1 I 4.•4 ••••• :« •:•:4 :.• w -» I•1,1,4 .1,•,• •.54 :«
'44.... w.sw
..••..4 :.•(+•,Ii .::•$ i>0>1•1 IV V+ ;'' " 4 kV
4to.1wI 1 •,V >>: , :<"
hV hV ,+ .4,I W
w»
M
+10
0
«>•1 •••4 VA VA VA VA VA .0 P"!
Wi .» »: .» *440 om
:.> ►:$ ■
0
:•: ...
4
A
-10 - Goud-en netto deviezenreserves van de geldscheppende instellingen: +0,1
-3,6
+4,4
1954
+0,4
10 +2,1
+15,9
1956
-4,1
1958
+6,2
+0,6
+ 4,0
1960
1962
+10
+10 le kwartaal
2de kwartaal
3de kwartaal
w:g.<
k:::, 0
p
_„-a_
...
:;:;: o
2. ,1
it•:<•
+ 6,6
+2,3
-2,5
+1,5
-0,8
-2,2
1962
1963
1962
1963
1962
1963
10
1
2 3
o
10
De balansen voor de jaren 1953 en 1954 zijn niet volledig vergelijkbaar met die van de volgende jaren. Bovendien kunnen de balansen van de jaren 1961 en 1962 niet helemaal vergeleken worden met die van de vorige jaren wegens de verdeling, voor die laatste twee jaar, van de rubriek • Niet-bepaalde transacties • over het « Saldo van de lopende transacties • en de « Nettobeweging van de kapitalen van de particuliere sector •. De lopende rekening omvat de goederen- en dienstentranancties, de particuliere transfers en de transfers van de Staat. De overheidssector omvat de Staat, de lagere overheid, de parastatale beatuurs- en kredietinstellingen en de parastatale bedrijven.
- 188 IX - 2. - ALGEMENE BETALINGSBALANS VAN DE BELGISCH-LUXEMBURGSE ECONOMISCHE UNIE Zesmaandelijkse en jaarlijkse cijfers - Nieuwe reeks * (Miljarden franken)
1961 Ie halfjaar
A. Goederen- en dienstentransacties : 1. Goederentransacties : 1.1 Uit- en invoer 1 1.2 Loonwerk 1.3 Arbitrage 2. Niet-monetair goud 3. Vervoer- en verzekeringskosten van goederen z 4. Andere vervoerkosten 5. Reisverkeer 6. Opbrengsten uit investeringen 7. Overheidstransacties niet elders vermeld 8. Overige : 8.1 Grensarbeiders 8.2 Overige Totaal goederen- en dicnstentransacties
-
B. Overdrachten : 9. Particulieren 10. Staat Totaal overdrachten
C. Kapitaalverkeer : 11. Staat 12. Andere overheid 13. Parastatale bedrijven 14. Parastatale kredietinstellingen 15. Overige : 15.1 Geregistreerd kortlopend 15.2 Gekende effectentransacties : a) Belgische effecten b) buitenlandse effecten . 15.3 Overige Totaal kapitaalverkeer
Jaar
1968
le halfjaar
2e halfjaar
le halfjaar
Jaar
-1+ -
5,0 1,4 1,2 0,4
+ + -
1,1 1,3 1,1 0,5
+ + -
6,1 2,7 2,3 0,9
+ + -
2,9 2,0 2,0 0,2
+ + -
3,5 1,8 1,1 0,3
+ + -
6,4 3,8 3,1 0,5
+ + -
2,7 1,7 0,9 0,1
+
0,3 8 1,8 0,9
+
0,1 8 0,6 1,1
+
0,4 8 2,4 2,0
-1-
0,4 0,1 1,2 0,3
± +
0,3 0,1 1,0 1,2
+ +
0,7 0,2 2,2 0,9
+ -
... 0,4 1,3 0,8
-
0,6
-
0,6
-
1,2
-
1,8
-
1,8
-
1,3
+ +
1,6 0,8 2,2
+ + +
1,7 1,0 3,3
+ + +
3,3 1,8 1,1
+ + +
1,9 0,7 2,3
+ + +
1,8 0,8 0,3
+ + +
3,7 1,5 2,6
+ + -
1,9 0,7 0,6
+ -
0,8 0,5 + 0,3
+ +
2,2 1,4 0,8
+ +
3,0 1,9 1,1
+ +
1,3 0,5 0,8
+ +
1,3 0,6 0,7
+ +
2,6 1,1 1,5
+ +
1,5 1,2 0,3
6,2 ... + 0,5 + 0,1
+ + + +
0,4 0,1 1,4 0,1
+ + +
5,8 0,1 1,9 0,2
+ + -
1,3 0,3 0,3 0,6
+ -
1,5 0,1 0,4 0,1
+ -
2,8 0,4 0,1 0,7
+
+
0,1
-
1,4
-
1,3
-
0,3
+
0,1
-
0,2
-
0,8
+ +
1,1 3,6 2,3
+ +
-
5,7
0,4 1,1 3,1 + 3,0
+ + -
1,5 4,7 5,4 2,7
+ + -
0,6 1,4 1,8 0,6
+ + -
0,2 1,6 1,6 1,6
+ + -
0,8 8,0 3,4 2,2
+ + +
0,4 2,7 1,9 2,1
+ 1,1
+
1,1
+
1,6
+
0,5
+
2,1
+
2,0
-I-
+
0,8
+
4,1
-
0,1
+
4,0
+
3,8
-
-
16. Vergissingen en weglatingen 17. Totaal overeenstemmend met de mutaties van de goudvoorraad en nettodevlezenposltie van de geldscheppende Instellingen
2e halfjaar
1962
...
-
7,8
8,2
...
2,8 ... ... + 0,5
• Diverse wijzigingen ten einde rekening te houden met de richtlijnen van het c Balance of Payments Manik' • van het Internationale Monetaire Fonds hebben geleid tot een onderbreking van de continuiteit van de inzake betalingsbalans beschikbare reeksen. De nieuwe reeks verschilt voornamelijk van de reeks 1955-1961 van tabel IX-1 op de volgende punten : - de invoer omvat voortaan de waarde van zekere goederen waarvoor vroeger slechts het maakloon geboekt werd, en de uitvoer, diezelfde waarde vermeerderd met de vervoerkoeten vanaf het land van herkomst tot in de B.L.E.U. en met de bewerkingskosten ; - de vervoer- en verzekeringskoeten zijn thans ingedeeld volgens het nieuwe schema voorgeschreven door de 8e uitgave von het a Balance of Payments Manual • - de voorheen gebruikte methode voor het bekomen van een f.o.b.-raming van de invoer werd opgegeven. Hieruit volgt dat een deel van de uitgaven voor vervoer en verzekering die op de invoer betrekking hebben thans daarin begrepen zijn ; - de transacties die voorheen voorkwamen onder de rubriek Niet bepaalde transacties • kouden thans ingedeeld worden in s Goederentransecti eo • (rubriek 1) a Beisverkeer • (rubriek 5) en a Overig kapitaalverkeer • (rubriek 15) ; - de lopende uitgaven van de Europese instellingen waarvan de zetel in de B.L.E.U. gevestigd is, zijn overgedragen van rubriek 8 s Overige diensten • naar rubriek 7 a Overheidstransacties niet elders vermeld •. Een volledigere beschrijving van de verschillen tussen de oude en de nieuwe reeksen komt voor in het meinummer 1968 van het Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting blz. 482 tot 435. 1 Voor een deel van de invoer zijn het c.i.f.-vijfere, d.w.z. inclusief de vervoer- en verzekeringskosten van deze invoer. Deze rubriek vermeldt, in uitgaven, slechts een deel van de kosten van het vervoer en de verzekering van de invoer. Het andere deel kan niet gescheiden worden van de invoer waarop hot betrekking heeft en is dus begrepen in de uitgaven van de rubriek 1.1 • Uit- en invoer • (zie noot 1), 3 Voor 1961. zijn alleen de cijfers beschikbaar die terzelfder tijd betrekking hebben op de rubrieken 8. s Vervoer- en verzekeringskosten van goederen • en 4. • Andere vervoerkosten •. Daarenboven, kunnen deze cijfers niet helemaal worden vergeleken met de gecombineerde cijfers van de rubrieken 8 en 4 voor 1962. Zij omvatten niet de ontvangsten en uitgaven voor de verzekering van het goederenvervoer die in 1962 begrepen zijn in rubriek 8 en ook niet de Lianen verkopen van boordproviaed en de ontvangsten en uitgaven voor het personenvervoer die in 1962 opgenomen zijn in rubriek 4. 2
- 189 IX - 3. -- BETALINGSBALANS VAN DE BELGISCH-LUXEMBURGSE ECONOMISCHE UNIE Cijfers per kwartaal (miljarden franken) 1961
1962
1968
Saldi (credit min debet) 4e kwartaal
1. Goederen- en dienstentransacties en particuliere overdrachten 2. Staatsoverdrachten 3. Kapitaalverkeer van de overheid en van de parastatale bedrijven en kredietinstellingen 4. Ander kapitaalverkeer : 4.1 Geregistr. kortlop. kapitaalverk. 4.2 Overige 5. Vergissingen en weglatingen
6. Totaal overeenstemmend met de bewegingen van de goudvoorraad en nettodeviezenpositie van de geldscheppende Instellingen
le kwartaal
2e kwartaal
3e kwartaal
4e kwartaal
Ie kwartaal 2e kwartaal t, ro
3e kwartaal
v
+ -
3,5 1,2
-1-
3,4 0,2
+ -
0,2 0,3
+ -
1,4 0,2
-I-
0,2 0,4
+ -
0,7 0,9
+ -
0,2 0,3
-
1,3 0,2
+
2,2
+
2,9
-
4,2
-
1,8
-
0,1
+
2,0
+
1,3
-
0,9
+ +
0,4 1,5 0,4
+ +
1,2 0,5 1,2
+ + +
0,9 0,5 0,4
+ -
1,7 1,8 0,3
+ +
1,8 1,6 0,8
+
1,0 0,1 1,6
+ +
0,2 0,3 0,4
+ + -
0,4 0,5 0,7
+
6,0
+ 6,6
- 2,5
-
0,8
+ 0,7
+ 2,3
+
1,5
-
2,2
1 Zekere cijfers van bovenstaande tabel verschillen van deze die e
tot en met let juninummer van 1962 in voorkwamen en van deze die voorkomen in tabel IX 1. Het voornaamste verschil bestaat in de verdeling van de niet bepaalde transacties (rubriek D van tabel IX 1 en voorheen rubriek 5 van bovenstaande tabel) over de rubrieken 1 « Goederen- en dienstentran acties • en de rubriek 4.2 • Ander kapitaalverkeer - overige t. Deze nieuwe indeling, juister dan de vroegere, zal voortaan gebruikt worden voor de betalingsbalansen die voor 1962 en de volgende jaren met vergelijkbare cijfers voor 1961 gepubliceerd zullen worden.
Bibliografische referenties :
Belgische Economische Statistieken 1941-1950 (N.B.B.). - Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting, (N.B.B.) XXXVIIIe Jaargang, deel 1, ur 5, bie. 417 : a De bctaling,, ,balans van de B.L.E.U. voor 1902 t. - Statistisch Jaarboek voor België. - Do Belgische Economie in 1959 (M.E.Z.). - Recherches lconoiniques de, Louvain (I.R.E.S.P.). - Cahiers Economiques de Bruxelles (D.U.L.B.E.A.). - Bulletin statistique - international FiUdneial Statistica
X. - VALUTAMARKT 1. - OFFIOIELE WISSELKOERSEN VASTGESTELD DOOR DE IN VERREKENINGSKAMER TE BRUSSEL VERGADERDE BANKIERS (Be gische franken) Daggemiddelden
1 Franse frank of 1 U.S. 100 oude dollar Franse franken
1959 1960 1961 1962 1963
49,96 49,86 49,86
1 pond . sterling
, 1 Nulden gulden
1 Zwiteerre frank
. lires
1 1 Zweedse Noorse kroon rn kroonn
1 Deense kroon ro
8,05 8,03
9,66 9,65
7,01 6,99
7,25 7,23
11 54 11,51 11,54
8,03 8,02 8,02
9,65 9,65 9,61
6,98 6,97 6,97
13,84 13,87 13,84 13,84 13,82
11,52 11,53 11,55 11,56 11,52
12,45 12,51 12,53 12,54 12,54
8,02 8,03 8,03 8,01 8,00
9,61 9,61 9,62 9,60 9,63
13,87 13,87 13,87 13,86 13,85 13,83 13,83 13,86 13,84 13,83 13,83 13,82 13,82
11,52 11,51 11,53 11,54 11,54 11,56 11,56 11,57 11,55 11,55 11,54 11,52 11,51
12,48 12,48 12,51 12,54 12,53 12,52 12,54 12,55 12,54 12,54 12,53 12,54 12,54
8,03 8,03 8,03 8,03 8,03 8,04 8,02 8,02 8,01 8,01 8,00 8,00 7,99
9,61 9,60 9,61 9,63 9,63 9,61 9,62 9,61 9,60 9,59 9,60 9,61 9,68
13,24 13,22 1,3,191 13,85 2 13,81 13,85
11,56 11,54
49,76 49,86
140,33 139,98 139,72 139,71 139,62
1963 le kwartaal 20 kwartaal Se kwartaal 4e kwartaal 1964 le kwartaal
49,82 49,86 49,90 49,87 49,82
10,17 10,17 10,18 10,18 10,17
139,64 139,64 139,69 139,50 139,39
1963 Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December 1964 Januari Februari Maart
49,87 49,84 49,85 49,90 49,90 49,89 49,90 49,93 49,85 49,83 49,82 49,82 49,82
10,18 10,17 10,17 10,18 10,18 10,18 10,18 10,19 10,17 10,17 10,16 10,17 10,17
139,66 139,60 139,58 139,74 139,76 139,69 139,61 139,70 139,46 139,34 139,40 139,37 139,40
2
100 .Itahaanse
11,96 11,96 11,951 12,51 2 12,45 12,51
10,19 10,17 10,16 10,15 10,18
1 Gemiddelde van 1 januari tot 8 maart 1961. 21 juni tot 81 december 1961.
1 Deutsche Mar k
'
'
1 Canadese dollar Kabel
100 escudo
Post
174,98 174,41
7,22 7,21 7,22
52,110 52,108 51,427 51,425 50 4692 450,4682 , 48,153 4 8,1494 46,553 46,552 46,227 46.226
6,97 6,98 6,98 6,97 6,96
7,22 7,22 7,23 7,22 7,21
46,224 46,277 46,164 46,244 46,118
46,224 46,276 46,163 46,243 46,118
174,09 174,06 174,09 173,95 173,80
192,88 193,10 193,37 192,99 192,83
6,98 6,98 6,98 6,99 6,98 6,98 6,97 6,98 6,96 6,96 6,96 6,96 6,96
7,23 7,22 7,22 7,23 7,23 7,22 7,23 7,23 7,22 7,22 7,21 7,20 7,22
46,253 46,282 46,272 46,277 46,221 46,075 46,196 46,320 46,251 46,162 46,114 46,133 46,108
46,252 46,282 46,270 46,276 46,219 46,073 46,196 46,320 46,250 46,160 46,114 46,134 46,107
174,12 174,02 173,98 174,18 174,20 174,09 173,98 174,11 173,94 173,79 173,84 173,76 :L73,81
193,07 192,94 192,99 193,38 193,38 193,37 193,37 193,28 192,77 192,91 192,87 192,81 192,80
4
Gemiddelde van
- 2. - VALUTA'S VAN DE LIDSTATEN VAN DE E.M.A. parikoers tegenover de dollar, marges van de aan- en verkoopkoersen van de centrale banken en uiterste noteringen te Brussel op 29 februari 1964
Land
Oostenrijk België Denemarken Frankrijk Duitsland Griekenland IJsland Italië Nederland Noorwegen Portugal Spanje Zweden Zwitserland Turkije Verenigd-Koninkrijk
26,ach. 50,BF 6,90714 DK 4.93706 FF 4,DM 30,Dr. 43,IJsl.K. 625,Lires 3,62 Fl. 7,14286 NK 28,75 Esc. 60,Pesetas 5,17321 Z.K. 4,37282 Z.F. 9,T.P. 2 2,80
Marges van de koers van de U.S.-dollar in pct. van de parikoers (of van de gemiddelde dollarkoers) Verkoop (+)
Aankoop (-)
+ 0,769 -1- 0,750 + 0,729 0,748 + 0,750 + 0,500 + 0,140 + 0,720 0,760 + 0,800 + 1,148 -I- 0,750 + 0,759 1.765 0,889 + 0,714 3
0,769 0,750 - 0,719 0,751 - 0,750 - 0,500 0,116 0,720 - 0,760 0,740 1,148 0,750 0,739 - 1,780 -
-
- 0,714e
Uiterste noteringen te Brussel aankoop
4
verkoop 5
in Belgische franken
voor :
189,4080
195,2519
100 ach.
7,1325 9,9769 12,3139
7,3459 10,2806 12,6889
1 DK 1 FF 1 DM
7,8832 13,6052 6,8924 170,6499
8,1184 14,0223 7,1050 177,2519
100 Lires 1 Fl. 1 NK 100 Esc.
9,5203 11,1517
9,8101 11,7287
137,9575
142,0575
1 Z.K. 1 Z.F. 1f
1 I.M.F.-parikoers, behalve voor Zwitserland, waar de aangeduide parikoers diegene is die toegepast wordt door de centrale bank. Notering uitgedrukt in U.S.-dollar per pond sterling. De marges van het Verenigd-Koninkrijk kunnen niet geheel met die ven de andere landen vergeleken worden; zij zijn de grenzen waartussen het pond, uitgedrukt in U.S.-dollars, schommelt, terwijl voor de andere landen de marges de grenzen aanduiden van de U.S.-dollarschommelingen, uitgedrukt in nationale munt. 4 (Parikoers van de 13F tegenover de U.S.-dollar - marge uitgedrukt in BF van de aankoopkoers van de Nationale Bank van Belgié voor de U.S.-dollar) : (Muntpariteit van de lidstaat tegenover de U.S.-dollar t marge, uitgedrukt in de munt van deze lidstaat, van de verkoopkoers van de centrale bank van deze lidstaat voor de U.S.-dollar.) 5 (Parikoers in 131, tegenover de U.S.-dollar marge uitgedrukt in BF van de verkoopkoers van de Nationale Bank van Belgié voor de U.S.-dollar) : (Muntpariteit van de lidstaat tegenover de U.S.-dollar - marge, uitgedrukt in de munt van deze lidstaat, van de aankoopkoers van de centrale bank van deze lidstaat voor de U.S.-dollar.) 2 3
Bibliografische referenties : Koerslijst der Fondsen-
en wisselbeurs van Brussel.
193,14 192,11
17421 ,, 192 32 174,19 192,77 174,05 193,09
Gemiddelde van 6 maart tot 81 december 1901. - 3 Gemiddelde van 1 januari tot 20 juni 1961. -
Parikoers (of gemiddelde koers) tegenover de U.S.-dollar 1
100 Oos te nr.
. iing .ll schilling
XI. - RIJKSFINANCIEN 1. - STAND VAN DE SCHATKIST 1 (miljarden franken)
Bron : Ministerie van Financiin.
Uitvoering van de buitengewone begroting
Uitvoering van de gewone begroting
Financiering van het begrotingseeldo
Totaal
negro
Tijdvak
1957 1958 1959 1960 1961 1962 1961 Eerste 9 m. .1962 Eerste 3 na. -. Eerste 6 m. .Eerste 9 ma. .1963 Eerste 3 na. -. Eerste 6 m. . Eerste 9 m. ._ 1962 November .. December 1963 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November
OutUitgaven vangsten
Uitgaven
Outvangsten
Saldo
(1)
(2)
(g) = (2) - (1)
(4)
(5)
88,0 101,4 108,4 111,2 126,0 130,1 95,8 37,6 68,6 97,7 39,3 72,5 104,2 10,6 12,1 14,0 10,5 14,8 11,9 9,2 12,1 14,0 7,7 10,0 12,8 10,0
95,8 94,3 100,2 108,1 120,4 131,2 88,2 30,9 61,7 93,8 32,6 63,8 103,8 11,4 15,2 13,5 9,2 9,9 10,0 10,7 10,5 18,8 10,4 10,8 12,0 10,2
+ 7,8 -- 7,1 -- 8,2 -- 3,1 -- 5,6 + 1,1 -- 7,6 -- 6,7 -- 6,9 -- 3,9 -- 6,7 -- 8,7 -- 0,4 + 0,8 + 3,1 - 0,5 - 1,3 - 4,9 - 1,9 + 1,5 - 1,6 + 4,8 + 2,7 + 0,8 - 0,8 + 0,2
15,3 18,0 18,1 23,7 14,6 17,8 9,1 3,3 7,2 11,7 5,5 9,2 15,4 2,3 2,0 2,0 2,0 1,5 1,3 1,2 1,1 2,4 2,1 1,7 2,3 2,3
0,3 0,4 0,2 0,3 0,4 0,5 0,2 0,1 0,2 0,3 0,2 0,3 0,3 0,1 0,1 0,1 0,1 ...
0,1 ... ... ... ... ... ... ...
-
tingssaldo
Saldo
(g) = (7) = (5) - ( 4 ) (g) + (6)
--15,0 --17,6 -17,9 -23,4 -14,2 -17,3 -- 8,9 -- 3,2 -- 7,0 -11,4 -- 5,3 -- 8,9 -15,1 -- 2,2 - 1,9 - 1,9 - 1,9 - 1,5 - 1,2 - 1,2 - 1,1 - 2,4 - 2,1 - 1,7 - 2,3 - 2,3
-- 7,2 -24,7 -26,1 -26,5 -19,8 -16,2 -16,5 -- 9,9 -13,9 -15,3 -12,0 -17,6 -15,5 -- 1,4 + 1,2 - 2,4 - 3,2 - 6,4 - 3,1 + 0,3 - 2,7 + 2,4 + 0,6 - 0,9 - 3,1 - 2,1
Binnen l an d es ld g evestigde leningen (8)
Binnenlandes vlottende schuld
+ 7,9 4-10,7 4-20,3 4-27,1 4-13,0 4-20,1 + 7,2 + 7,2 + 7,7 + 9,9 + 4,9 + 6,0 +10,1 +10,2
--- 0,2 4-12,8 + 0,2 --- 9,4 + 5,5 + 6,0 + 6,1 + 4,1 +13,6 +14,3 + 6,3 + 7,5 + 3,4 -- 7,8 - 4,0 + 4,3 + 0,5 + 1,5 + 3,5 - 1,9 - 0,2 - 3,7 - 1,1 + 0,7 - 2,9 - 0,5
... ... ...
+ 4,9 ... ...
+ 1,1 + 4,1 ... ...
+ 7,3 ...
(11)
Incasso (vermeerdering vermindering +) (12)
--2,1 -1,7 -1,0 -0,2 -2,5 -0,5 -1,6 -0,7 -1,0 -0,3 -3,1 -3,2 2 -5,4 2 -0,8 4-2,6 -2,2 +0,1 -1,0 -1,5 -0,3 2 4-1,7 2 -2,2 2 -1,0 2 +1,0 2 -2,9 2 4-0,5 2
-- 0,9 -- 1,0 + 1,4 -- 1,6 + 0,4 -- 0,1 + 0,7 + 1,1 + 0,3 -- 0,2 + 0,3 + 0,6 -- 0,1 + 0,2 - 0,7 - 0,2 + 1,6 - 1,1 4- 0,5 -- 0,2 - 0,2 - 0,9 + 1,2 - 1,0 + 0,1 + 1,3
Gelden van derden
(9)
+ 2,5 + 3,9 + 5,2 4-10,6 + 3,4 -- 9,3 + 4,1 -- 1,8 -- 6,7 -- 8,4 + 3,6 + 6,7 + 7,5 -- 0,4 + 0,9 + 0,5 + 1,0 + 2,1 + 0,6 + 2,1 + 0,3 + 0,3 + 0,3 + 0,2 + 1,5 + 0,8
1 De gegevens van deze tabel stemmen niet overeen met de cijfers van de officiële etend van de Schatkist, die aan het Parlement wordt medegedeeld. Alle boekhoudverrichtingen geven inderdaad niet gelijktijdig aanleiding tot beweging van ge den. Bijv. de begrotingsaanwijzing van een overschrijving op de begroting voor orde brengt op het ogenblik van de verrichting geen enkele betaling teweeg. De cijfers van onderhavige tabel vertegenwoordigen de werkelijke uitgaven en ontvangsten. De boekhoudcijfers over de uitvoering van de begrotingen worden iedere maand in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd in de vorm van een tabel getiteld : s Overzicht van de uitvoering van de begrotingen IN opgesteld door het Bestuur der Thesaurie en Staatsschuld. S Incl. de voorschotten aan het Wegenfonds.
XI - 2. - BELASTINGONTVANGSTEN (per begrotingsjaar) (miljarden franken) A : werkelijke ontvangsten. B : verschillen ten opzichte van de begrotingsramingen.
Bron : Ministerie van Financiin. Directe belastingen
2
Douanen en Accijnzen
Totaal
Registratierechten
Begrotingsjaar A
1952 1953 1954 1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1962 Eerste 6 maanden 1963 Eerste 6 maanden 1963 Januari k,2 Februari gá:l■ Mant 1963 Februari Maart April Mei 2 Juni Juli Augustus 4 1g September Oktober November December 1964 Januari t;-gj 1964 Januari '4 `'■ t
31,7 32,7 30,3 32,2 35,0 38,5 36,1 39,5 41,4 44,0 51,4 17,5 16,5 4,9 1,2 1,0 1,7 1,8 3,1 3,5 3,7 11,1 3,7 3,6 4,2 3,1 3,4 5,7 2,9
B
+ 2,6 - 1,5 - 3,4 - 1,6 + 2,8 + 3,9 --- 1,8 + 0,8 + 0,9 + 1,4 + 2,2 + 0,1 - 0,1 + 0,1 - 0,2 + 0,1 ... ...
- 0,1 + 0,1 - 0,1 + 0,8 + 0,7 - 0,1 + 0,1 - 0,3 - 0,1 + 0,4 + 0,1
A
B
13,7 13,2 13,4 15,7 16,6 17,6 18,1 19,6 22,0 23,8 24,5 11,7 12,1 0,4
+ 1,0 + 0 ,3 + 0,4 + 0,6 + 1,0 + 1,0 - 0,3 - 0,6 - 0,9 + 1,1 - 0,2 + 0,1 - 0,1 - 0,1
... ...
... ... - 0,1 - 0,1 ...
1,9 2,1 2,1 2,3 2,1 2,0 2,4 2,2 2,4 2,1 2,3 0,5 1,8
+ 0,1 - 0,1 - 0,2 + 0,2 ...
+ 0,2 - 0,1 - 0,1 + 0,1 + 0,1
A
24,8 24,0 24,7 28,0 31,4 33,2 32,9 35,9 38,5 44,6 48,5 23,5 24,7 ... ... ...
3,6 4,2 4,2 4,5 4,3 4,3 4,4 4,6 4,9 4,5 5,0 ...
4,6
B
+ 2,5 - 0,1 - 0,6 + 2,6 + 1,7 + 1,8 - 2,0 + 0,2 - 0,1 - 1,9 - 0,5 - 0,6 - 0,2 ... ... ...
- 0,2 - 0,2 - 0,1 + 0,3 + 0,2 ...
+ 0,3 + 0,3 + 0,3 ...
+ 0,3 . ..
+ 0,3
A
70,2 69,9 68,4 75,9 83,0 89,3 87,1 95,0 101,9 112,4 124,4 52,7 53,3 5,3 1,2 1,0 7,2 8,1 9,4 10,3 10,1 17,4 10,5 10,4 11,5 9,7 10,7 6,2 9,3
I
B
+ 6,1 - 1,3 - 3,6 + 1,6 + 5,5 + 6,7 - 4,1 + 0,4 - 0,1 - 2,2 + 1,5 - 0,4 - 0,4 ...
--0,2 + 0,1 - 0,3 - 0,3 - 0,2 + 0,5 + 0,6 4- 1,2 + 0,2 + 0,6 - 0,4 + 0,1 + 0,5 + 0,5
1 Ezel. de provinciale en gemeenterjke opcentiemen. da ontvangsten van de muntsaneringebelastingen en de ontvangsten voor rekening van Kongo en Ituunda-Urundi. 5 Ind. de bij voorbaat betaalde bedrijfabelseting.
- 192 XI • 3. - INDELING VAN DE BELASTINGONTVANGSTEN 9 (miljarden franken) Bron : Ministerie van Financiën. Dienstjaar 1062
I. Directe belastingen 3 Grondbelasting Onroerende voorheffing Mobiliënbelasting Roerende voorheffing Bedrijfsbelasting 3 Bedrijfsvoorheffing Aanvullende personele belasting Nationale crisisbelasting Verkeersbelasting op autovoertuigen Diversen 4 II. Douanen en accijnzen waarvan : douanen accijnzen bijzondere verbruikstaksen III. Registratie waarvan : registratie erfenissen zegel en gelijkgent. taksen Totaal
Boekjaar 1963: januari 1963
2
Boekjaar 1964 : januari 1964
Begrotingsramingen
Begrotingaramingen
Opbrengsten
Begrotingsramingen
51,4
49,2
2,7
2,7
2,9
2,8
0,7
0,5
-
-
-
-
Opbrengsten
Opbrengsten
-
-
-
-
-
-
4,3
4,6
-
-
... 0,1
31,5
-
-
6,0 1,8 3,1 1,1
5,7 2,6
3,2
2,2
1,1
...
... 2,2 ...
... 0,1 ... 0,3 ... ... 2,4 0,1
... ...
34,4
... 0,2 ... 0,3 ... ...
24,5
24,7
1,6
1,5
1,8
1,7
6,6 16,7 0,9
6,9
0,5
0,6 1,1 0,1
0,5
17,6
0,5 1,0 0,1
48,5 4,3
49,0 4,5
2,3
-
0,3 -
1,0
3,9
4,1
4,6
41,4
2,3 41,7
0,3 0,2 3,3
0,5 0,2 3,5
0,5 0,2 3,9
124,4
122,9
8,2
8,3
9,3
+ 1,5
0,3
...
2,4 0,1
1,1
4,3 -
0,4 0,2
3,7 8,8
-
Verschil t.o.v. de begrotingsramingen
-
0,1
+ 0,5
Excl. de provinciale en gemeentelijke opcentiemen, de ontvangsten van de muntsaneringsbelnatingen. Het op 1 januari 1962 aangevangen begrotingsjaar 1962 werd op 31 maart 1963 afgesloten. Incl. de hij voorbaat betaalde bedrijfsbelasting. Incl. de geïnde of terugbetaalde bedragen betreffende de afgesloten dienstjaren. N. B. - Do termijn van invordering der directe belastingen is langer dan het kalenderjaar. Voor deze belastingen zijn de cijfers dus maar definitief het afsluiten van het begrotingsjaar. - De statistieken betreffende de stond van de Bijksschuld zijn opgenomen onder hoofdstuk XVI. - Het Belgisch Staatsblad publiceert maandelijks volledige en omstandige gegevens over de fiscale ontvangsten.
1 2 3
na
XI - 4. - BELASTINGONTVANGSTEN ZONDER ONDERSCHEID VAN BEGROTINGSJAAR I (miljarden franken)
Bron : Ministerie van Financiën. Maandgemiddelden
Directe belastingen
Douanen en accijnzen
Begistratierechten
Totaal
2
Fl
.
CV CD CDcnricgcnC)01 C,1 u)0)CO
ts.O
tiowco
02 CO0) w enCO0) CO COCO
<J*
ti
0) CO.44
.
,P -cp
.
V)a>>nc)c)
,e1+ u)di
1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963 1961 Eerste 9 maanden 1962 Eerste 3 maanden Eerste 6 maanden Eerste 9 maanden 1963 Eerste 3 maanden Eerste 6 maanden Eerste 9 maanden ---.. 1963 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December 1964 Januari
CO C) CO b∎ C)
cgcgcg
1965
6,3 6,9 7,4
7,3 7,9 8,5 9,3 10,3 10,9 9,3 9,9
9,8 10,0
10,3 10,1 11,0
13,5 8,4 9,1 9,4
10,3 10,1 17,4 10,5 10,4 11,5 9,7 10,7
15,5
waarvan : vooruitbetalingen op de bed rij fsbe I ast i n g
0,33 0,41 0,41 0,35 0,40 0,51 0,53 0,69 0,93 0,69 0,38 0,25 0,71 0,65 0,41 1,18 1,78 0,04 0,13 0,20 0,08 0,22 8,14 0,04 0,03 0,23 0,03 0,20 1,95
1 Ezel. de provinciale en gemeentelijke opcentiemen, de ontvangsten van de muntsaneringsbelastingen en de ontvangsten voor rekening van Kongo Ruanda-Urundi. Incl. de bij voorbaat betaalde bedrijfsbelasting.
en
2
Tijdschrift voor Documentatie (Ministerie van Financiën). - Statistisch Jaarboek voor België. - Statistisch Tijdschrift van het N.1.8. - Belgisch Staatsblad (zie noot 1, van tabel XI - 1). - Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting (N.B.B.) : XXXVIe jaargang, Deel II,
Bibliografische referenties : Nr 5, november 1961 :
■
De begrotingen voor 1961 en 1962
— 193 —
XI 4. BELASTINGONTVANGSTEN ZONDER ONDERSCHEID VAN BEGROTINGSJAAR -
-
(miljarden franken) TOTALE ONTVANGSTEN 22
22
1B
18
il I I i
1964 14
I% e 11., ......00 I % 1963 — -- ■_, .0. ‘ /«.• •••••
•
A. 11
-I
,
— ‘ •
/
II
_
‘
. 1962 ..• ‘• ' %-.3
. - / \./.
•
14
\
/
't 1
10
1
10
•..•
/.
1961 6
6 1
■
I
,
1
1
1
t
I
n
(
DIRECTE BELASTINGEN 16
12
12
J1 I
1964 8
,
8
1
.4 1
/2\ •
4
4 •
1963 1961
1962
0
0
DOUANEN EN ACCIJNZEN 4
770
0
REGISTRATIERECHTEN 6 1964
V
P 54
56
58
1963 wo. •••."
m0.~ 0•••
.00
••••• •
A
A
60
62
■
1961 M
2 1
S
0
XII. - VORDERINGEN EN SCHULDEN IN DE BELGISCHE ECONOMIE 1. - UITSTAANDE VORDERINGEN EN SCHULDEN OP 31 DECEMBER 1960 1 Bron : Nationale Bank van België.
(Voorlopige cijfers)
Miljarden f ranken
VORDERINGEN PER SECTOR EN PER SOORT Financiële instellingen
Niet financiële nationale sectoren ... ___
Nihil of beneden 1 7 50 miljoen
Bedrijven en particulieren
Niet gedane verrichting
( 1)
ledrij ∎ artie l
(1)
Accepten, handelspapier en promessen Verpl. in rek.-courant of voorschottenrek. Obligaties Andere leningen op halfl. en lange termijn Diversen (Aandelen en deelnemingen)
2)
Geld op zeer korte termijn Accepten, handelspapier en promessen Verpl. in rek.-courant of voorschottenrek. Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Oblig. niet verkrijgbaar door èlke belegger Andere leningen op halfl. en lange termijn Diversen (Aandelen en deelnemingen)
!ra
( 4)
(8
na Sta sas ve
(5 )
( 9) WI ( T) (0) (7)
(5)
(3 )
(6) = (1) tot (5)
8,0 13,0 4,3 (155,2)
•' • 0,1 1,1 (0,1)
25,4
...
...
•• '
8,0 13,1 14,7 (155,3)
Rentenfonds
(7)
(8 )
(9)
...
26,0 25,2 ... '•• .. (0,4)
(-)
2,4 0,2 1,0 68,2 1,6 (0,7) 73,5
0,2
1,5 (. .)
0,2
7,5 (. .)
1,2
1,5
0,2
7.5
35,8
0,2
51,3
--
. • •
•• •
-
...
0,1
0,1
...
15,1 ...
0,1 0,3
... ...
... ...
4,2 (13,2)
... 0,1 0,1 0,1 (3,2)
3,0 0,1 1,4 0,7
... 0,8 1,0 1,4 0,3 ... ... (. .)
... -0,7 ... (-)
Financiële instellingen samen
Niet bepaalde sectoren „„ inUaZieji
(13) = (8) tot (12)
(14)
Totaal
van de schulden
(15) = (6) + (7) + (13) 4- (14)
13,1 22,9 5,9 (1,3)
2,9 0,1 ... 66,9 0,5 (--)
31,4 25,6 14,1 158,0 7,9 (2,5)
6,6 ... ... ... ... ...)
37,9 25,6 22,4 171,1 22,6 (157,8)
41,9
70,4
237,0
6,6
279,6
- • • - • • 5,0 3,0 0,2 ... (...)
•• • 0,1 0,1 0,6 . •. 2,2 ... (...)
-• • 0,9 1,1 10,9 4,8 2,4 0,1 (...)
... ... .. 0,2 0,3 0,1 1,9 (0,9)
0,1 0,9 1,1 29,3 5,6 4,0 11,0 (18,0) 52,1
(. .)
19,0
0,4
4,2
0,4
0,1
24,0
5,3
3,5
0,8
4,6
8,3
3,0
20,2
2,6
Gelden van derden Certificaten op korte termijn Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Oblig. niet verkrijgbaar door elke belegger Diversen
1,9 101,7 1,3
•• • 0,3 2,2 ... 0,6
-
0,6 2,5 1,4 ...
... ... 0,5 0,5 0,5
2,6 2,8 105,8 1,8 1,1
... 33,8 8,3 11,5
31,0 42,3 27,2 37,2
... 2,6 3,7 ... ...
... 2,0 27,3 2,5 0,1
. • • 0,3 34,3 2,6 1,7
0,4 10,2 5,3 0,5 0,1
31,4 57,4 97,7 42,8 1,9
5,4 - 0,1 0,6 1,1 •. •
39,4 93,8 212,4 57,2 3,0
Totaal ...
105,0
3,0
-
4,5
1,6
114,1
53,6
137,7
6,3
31,9
38,8
16,5
231,2
6,9
405,8
-
•• •
-
16,1 ...
... ...
••• 2,1 0,2 ...
••• ... 1,0 2,8 0,6 ...
. •. ... 6,2 7,1 ... ...
••• ... 1,0 ... 39,4 ...
•• • 2,1 9,3 9,9 39,9 ...
•• • ... 0,3 ... ... 1,6
4,3
13,3
40,4
61,2
1,9
Geld op zeer korte termijn Verpl. in rek.-courant of voorschottenrek. Obligaties verkrijgbaar door elke belegger O blig. niet verkrijgbaar door elke belegger Andere leningen op halfl. en lange termijn Diversen
3,9 (0,7)
•••
•••
•••
0,2 ...
... ...
16,5 ... 4,2 5,3
0,5 ...
...
.• . 1,0 ... -
26,0
0,5
2,3
1,0
-
-
...
...
0,6
...
0,6
1,0
...
...
0,6
...
0,6
1,0
9,4 6,8 16,2
8,0
114,2
130,3
550,2
19,0
843,3
... 1,7
0,2 7,2 1,1
... 0,6 ...
0,2 7,8 2,1
... - 0,1
85,0 16,1
1,5 17,6
4,9
3,3
0,2
...
9,4 3,2
-
1,9
-
- . -
Totaal ...
12,6
...
1,9
...
Niet-financiële nationale sectoren samen .
179,5
9,5
10,9
Geld op zeer korte termijn (Belg. franken) Accepten en handelspapier Verpl. in rek.-courant of voorschottenrek. Overige verplichtingen op korte termijn (incl. de goudvoorraad van de N.B.B.) Obligaties Verplichtingen van de internationale kredietinstellingen uit hoofde van de inschrijving van België Diversen (Aandelen en deelnemingen)
-
...
Reserves van de sociale verzekering Diversen
Tuinai
(48,9) 9.R
5,3 ...
9,2 ...
1,0
9,6
-
3,3
1,0
1,3 (0,1)
15,6 8,1 (0,4)
1.3
95_7
•• •
•••
0,3 ... 4,2 0,4
Totaal och eek<
Sociale verzekering
Inst. voor verzekering Niet-geldop het leven scheppende op hypotheekvo openbare en tegen .e .r en kapitalikredietarbeidasatiernaat. ongevallen, instellingen schappijen • pensioenfondsen (12) (11) (10)
15,2 0,3 0,1 8,3 (17,2)
Totaal
Buitenland
(2)
Staat (Schatkist)
Nietfinanciële Buitenland Geldscheppende nationale instel• sectoren Tingen samen
1-1
le I
Totaal
Perestatale bedrijven
Ove rheidsse ctor niet e lders vermeld (o. m. lagere overheid)
Gegevens niet beschikbaar
-
-
...
9,4 5,1 14,5 214,5
59,5
194,8
1,0
-
0,2 5,1 1,1
... --
... 10,6
-
84,9
0,9
15,6 9,4 (49,4)
(--)
(0,8)
(--)
(...)
26.6
--
96.6
0.9
0.8
...
0,9 4,4
... 0,4
0,4
--
102,9 ...
3,3
0,2
84,9 5,7
-
0,5
4,4 0,5
...
(1,2)
(--)
(2,0)
(...)
3.3
2.4
104.0
0.5
2,1 26,6 9,9 44,1 6,9 89,6
20,0 9,9 (51,5) 141.1
Geld Geld op zeer korte termijn Brutoverplicht. tegenover het buitenland Deviezendeposito's van de ingezetenen _. Inlagen op spaarboekjes v./d. ingezetenen Termijndeposito's van de ingezetenen _. Verplichtingen niet elders vermeld Obligaties (incl. kasbons) Diversen (Aandelen en deelnemingen) Totaal _.
205,2 --7,2 15,6 18,7 -7,6 0,2 (5,8) 254,6
81
3E01
.kas. kar
Geld op zeer korte termijn
1,9
... --
--
2,3 -----0,2 0,2 (0,2)
1,9
2,7
-----
Certificaten op korte termijn Verpl. in rek:courant of voorschottenrek. Verrichtingen met recht van wederinkoop Dotatie Diversen
-------
... -----
Totaal _.
--
...
Direct opvraagbare deposito's Inlagen op spaarboekjes Termijndeposito's Obligaties (incl. kasbons) Wiskundige reserves van de kapitalisatiemaatschappijen Diversen (Aandelen en deelnemingen)
2,5 104,3 0,6 8,0
...
0,4 4,0
--
Totaal _.
119,8
0,6
2,8
--
6,8
...
--
--
--
--
...
...
-7,2 15,6 18,8 0,2 7,6 0,3 (6,0)
6,8
... ... -----
2,8 0,4
... --
1,2
... ... 16,7 118,7 0,2
Totaal _.
135,5
0,2
-..
0,6
... ... ---
0,2
... ... ---
1,6
...
0,6
-0,1
...
0,6
0,1
...
---
3,3
54,6
0,2
... ... ...
...
...
...
5,8
--
...
______
... ... ...
-----
... ...
______
-_
-...
0,2
2,3
124,5
... 0,1 ---
... 0,1
0,9
16,7 118,7 1,7
1,0
137,1
0,2
...
... 0,1 --
...
... ... --...
0,1
0,8
...
0,1
... 0,1 ...
-... ----
______
1,4
0,1 3,3 3,5
0,8
---
...
(...)
(0,7)
(...)
(...)
0,3
10,1
3,0
1;3
77,1
1,8
5,5
0,3
572,3
2,7
16,4
11,5
5,2
608,1
23,8
21,6
7,1
2,2
1,0
- 1,2
0,1
- 4,9
7,1
Totaal van de vorderingen
754,3
15,7
54,1
15,5
14,6
854,3
Totaal van de schulden [kolom (15)] 17.Saldodervorder.(+)enderschuld.(-)[(15)-(16)]
279,6
52,1
405,8
-36,3
-351,7
16,2 - 1,6
843,3
+474,6
89,6 -74,1
+11,0
. .M.1.8,.;,
-
0,4
0,2
14,0
... 5,8
... ... -...
7,5
... ... ... _-
220,5 2,2 21,6 7,2 15,6 19,1 8,3 7,6 7,9 (6,6) 309,9
... 5,8
... ...
0,1
2,8 0,1
5,8
0,1
8,7
0,6
-- 0,3
3,6 104,9 3,7 8,0
... 0,1
... ...
... 0,1
... -- 0,1 .
-...
-...
--
...
0,3
1,7
0,4 6,1
(1,1)
62,4
Financiële instellingen samen
-0,1
7,5
(1,1)
2,6 (0,7)
(...)
0,4
... (0,6)
... -... ... -...
... ... -...
1,9
...
... -... ... ...
3,3 104,9 3,7 8,0
0,2
... ... .
... -... ... -...
2,8
0,8 0,4
0,3 8,0
-------
5,8
... ... (0,1)
Totaal -.
0,2
...
...
0,3 --
...
0,4
0,1
... ... ...
...
2,8
0,4 4,2
--
3,6 2,0 --
--
... (0,1)
2,3
0,4
...
9,3
--
-"
1,6
...
21,8
..
... ... 10,1
...
(0,5)
55,6 0,4 12,9 (1,4)
...
--
--
2,2
.
1,6 0,7 --
1,7
5,4
0,3
...
... -(--)
0,2
...
0,4
...
0,2
--... 0,2
Ut;
1,0 ..
...
...
... ... ----... -...
...
1,9
... ... ---
_
-1,3 ----8,0 --
... ... -----
0,4
0,9
--
... ----
266,6
0,2 21,6 -----
O
Direct opvraagbare deposito's Geld op zeer korte termijn Inlagen op spaarboekjes Termijndeposito's Verpl, in rek.-courant of voorschottenrek. voorschottenrek. verkrijgbaar door elke belegger Oblig. n i et verkrijgbaar door elke belegger Diversen (Aandelen en deelnemingen)
0,7
... --
216,8
...
(1,1)
Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Oblig. niet verkrijgbaar door elke belegger Reserves van de sociale verzekering Wiskundige reserves Diversen
0,7
...
0,2
1,0
0,6
0,6
0,4
6,0 16,7 118,7 2,7
4,9
...
6,0
0,8
144,0
... ... ... ... ...
... 0,1 ...
--
... ... ... ... ... 12,8 8,6
0,2
...
126,7
... ... --...•
4,3
...
1,3
5,4
0,4
---
---
0,5 27,8 16,4 0,2
... 0,5
"' ... ... ...
...
1,4 0,8 3,3 3,5 0,5 85,1 18,9 16,0 (1,6)
... (...)
... ... (...)
17,6
21,4
0,2
45,0
5,4
129,5
0,4
20,3
28,7
0,9
71,8
15,1
718,8
7,5
0,4
0,5
0,2
- 0,6
8,0
90,4
320,4
9,7
135,9
135,1
133,0
734,1
141,1 -50,7
309,9 +10,5
8,7 + 1,0
126,7 + 9,1
144,0 - 8,9
129,5 + 3,5
718,8 +15,3
(0,1)
2,0 3,0
(...)
--
10,3
( 1 5) m (6) +(7)+ ( 1 3) ( 1 4)
z2% 2.
16.
34,7
1.713,5
10,3 1.713,5 +24,4 I ...
Noot : Wegens de afrondingen zijn de totalen niet noodzakelijk gelijk aan de som van de posten. • Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid, Gemeentekrediet (voor zijn niet-geldscheppende bedrijvigheid), Nationale Kas voor Beroepskrediet (voor zijn niet-geldscheppende bedrijvigheid), Kredietverenigingen van d e National e Kas voor Beroepskrediet (voor hun niet-geldscheppende bedrijvigheid), Nationale Maatschappij voor de Huisvesting, Nationaal Instituut voor Landbouwkrediet, Centraal Bureau voor Hypothecair Krediet, Herdiscontering- en Waarborginstituut (voor zijn bedrijvig. heid gefinancierd met behulp van niet-monetaire middelen), Nationale Maatschappij voor de Kleine Landeigendom (excl. haar levensverzekeringskas), Huisvestingsfonds en Studiefonds van de Bond der Grote Gezinnen. 1 Voor de jaren 1957 tot 1959, cf. Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting, XXXVIIIe Jaargang, Deel I, nr 2, februari 1983.
XII 2. - BEWEGING VAN DE VORDERINGEN EN SCHULDEN IN 1960 1 (Voorlopige cijfers)
(Miljarden franken)
Bron : Nationale Bank van België.
VORDERINGEN PER SECTOR EN PER SOORT Financléle instellingen
Niet-financiéle nationale sectoren Gegevens niet beschikbaar
••• -
Nihil of beneden P 60 miljoen
ParasBedrijven en fatale e pjven bedri articulieren
Niet gedane verrichting
-1. e.' ..; . '6 -0 .„,
Staat (Schatkist)
3 ,27, ..z., zg, 7i) E - ..c, . 2 1.3 %., •d E , ;12- 2 '' d b
Sociale verzekering
o
( 1)
rij, tiet
(1)
Accepten, handelspapier en promessen Verpl. in rek.-courant of voorschottenrek. Obligaties Andere leningen op halfl. en lange termijn Diversen (Aandelen en deelnemingen) Totaal
(5 (4 ) ( 5)
ve
213
ooit seki
SSC
Sta hal
na
.e
Geld op zeer korte termijn Accepten, handelspapier en promessen Verpl. in rek.-courant of voorschottenrek. Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Oblig. niet verkrijgbaar door elke belegger Andere leningen op halfl, en lange termijn Diversen (Aandelen en deelnemingen)
(2)
(8)
(4)
(5)
(7)
(8)
(9)
Inst. voor verzekering Niet-geldSpaarkassen, op het leven scheppende hypotheeken tegen openbare en kapitaliarbeidskredietsaliema tongevallen, instellingen schappijen • pensioenfondsen (12) (11) (10)
- 0,1
+ 3,1 + 2,5
---
+ 0,7 + 0,1 - 0,5 + 7,8 -- 0,2 (+ 0,1)
Nietfinanciële Geldschep. e Buitenland t. na lona! pende s ctoren instelsamen tingen
(6)
Rentenfonds
-
(1) tot (5)
-
Totaal Financiële instellingen samen (13) = (8) tot (12)
Niet bepaalde won , am _ passingen (14)
+17,6 + 0,5 (...)
+ 4,2 + 2,6 - 0,4 + 17,8 + 2,6 ( + 6,2) + 26,8
+ 4,9 + 2,6
+ 0,1 + 2,3 + 0,6 (- 0,2)
+ 7,5 + 0,1 (--)
+ 0,3 ( .)
+ 0,3 (. .)
+ 0,1
... +0,2 ___ + 1,0 +2,1 (...) (+5,6) (+ 0,6)(A-0,1)
+ 0,6
+ 0,3
+ 0,3
+ 0,1
+ 1,0
+2,3
-- 0,1
+ 5,6
---
+ 8,0
+ 3,0
+ 8,7
+25,3
-- 0,7
+ 0,1
+0,1 -0,3
- 0,1
•• •
•- -
•• • + 0,1
•• - 0,5
•"
-0,2 ...
--• - 0,2 + 0,4
•• • + 0,5 + 0,3 ...
- 0,3 ... + 0,1
(. .)
+0,8 (+0,7)
- 0,2 + 0,1 + 0,7 + 0,2
... - 0,6 •• • - 0,7 ... ...
-- • -••• • -• - 0,5 •• • - 0,4 (- 0,3)
•••
•••
- 0,3
•• •
-
...
- 0,2 -
... •• •
--• -•-
•-•••
+ 0,1 (+ 0,4)
+ 0,7 (. .) ...
Totaal ...
+ 0,2
Gelden van derden Certificaten op korte termijn Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Oblig. niet verkrijgbaar door elke belegger Diversen
+ 0,6 -+ 9,0 - 1,9
... -- 1,8 + 0,3 ... + 0,1
Totaal ...
+ 7,8
-- 1,4
-
•••
(+ 0,3)
•••
...
(...)
-•• + 0,4 ... (--)
(...)
(...)
(...)
- 0,3 + 0,7 + 0,1 ... (...)
- 1,3
+ 0,4
+ 0,2
+ 0,8
...
...
- 0,8 + 0,6 - 0,1 + 0,5 + 0,4
"•
(15) = (6) + (7) + (131 + (14)
- 0,7 ... ... ... ... (...)
+ 1,1 ...
• .. + 0,2 + 0,4 (+ 5,6)
•••
van de schulden
- • 0,7 0,1 0,7 0,3 0,8 0,6 0,4) + 0,3
+ + + (+
...
+ 0,1
+0,4
+ 0,7
-
- 2,3 - 0,4 + 0,2 ...
... ... ... + 0,2 + 0,4
-1,6 -2,2 +9,5 -1,7 +0,5
... + 6,7 + 0,9 - 1,6
+ 2,7 - 0,5 + 0,2 + 1,3
... - 0,7 + 1,0 ... ...
... -- 2,3 + 1,4 - 0,3 ...
... - 0,2 + 3,6 - 0,1 + 0,6
... + 2,4 + 1,0 ... -- 0,2
+ 2,7 - 1,2 + 7,2 + 0,9 + 0,4
--
-- 2,5
+ 0,5
+4,4
+ 6,0
+ 3,7
+ 0,3
-- 1,3
+ 4,0
+ 3,3
+10,0
•' • + 1,4
-
•••
•••
...
... ...
... ...
-1,4 ... +0,1 +0,2
--- 0,1 ...
• .. + 0,4 ... -
•••
... ...
••• + 0,1 + 0,1 ...
+ 0,1 + 0,5 ... ...
••• ... ... + 0,2 ... ...
... ... + 0,2 ... + 4,8 ...
+ + + +
... 0,1 0,7 0,7 4,8 ...
... ... - 0,3 ... ... - 0,9
+ + + -
... 0,1 1,1 0,7 4,9 0,7
+ 0,5
+ 0,2
+ 5,0
+ 6,4
- 1,2
+
3,9
+ 0,1
•••
+ 1,7 + 3,1 + 18,0 - 2,0 + 0,9 + 21,7
( 2) lol ( 1) •■ (9) ( L)
puv iumin g
Geld op zeer korte termijn Verpl. in rek.-courant of voorschottenrek. Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Oblig. niet verkrijgbaar door elke belegger Andere leningen op halfl. en lange termijn Diversen
- 1,4 ...
Totaal ...
- 1,4
+ 0,1
+ 0,1
...
...
-1,2
- 0,1
+ 0,2
+ 0,4
+ 0,3 + 0,5
-
+ 1,2
•
--
+0,3 +1,7
--
-
...
...
...
...
...
+ 0,1
+ +
0,3 1,9
Totaal ...
+ 0,8
...
+ 1,2
...
-
+2,0
...
...
...
...
...
+ 0,1
+
2,2
Niet-financiële nationale sectoren samen .
+ 8,0
- 0,9
+ 1,7
- 2,4
+ 1,6
+8,0
+ 6,4
+ 8,1
+ 1,1
+ 7,4
+ 8,0
+16,9
+41,7
- 1,2
+ 54,9
...
+ 0,4
...
...
-
+ 0,1 + 1,1 + 0,6
... -
... + 0,1
...
... - 0,4
+ 0,1 + 0,9 + 0,6
... - 0,1 ...
+ + +
0,1 0,8 1,0
--
+ 9,8 ...
--+ 0,1
...
+ 0,6
- 0,2
+ 9,8 + 0,5
... - 0,1
+ -
9,8 0,8
-
-(--)
-- 0,1 (...)
(- 0,1)
(...)
- 0,1 (...)
... (...)
+ + (+
0,2 1,7 4,1)
+ 0,1
...
+ 0,6
- 0,5
+11,8
- 0,2
Reserves van de sociale verzekering Diversen
Geld op zeer korte termijn (Belg. franken) Accepten en handelspapier Verpl. in rek.-courant of voorschottenrek. Overige verplichtingen op korte termijn (incl. de goudvoorraad van de N.B.B.) Obligaties Verplichtingen van de internationale kredietinstellingen uit hoofde van de inschrijving van België Diversen (Aandelen en deelnemingen)
... ... + 0,1
+ 0,1
+ 0,1
-
(+ 4,1)
+0,4
- 0,1
- 1,2
-
...
+ 0,7 (. .)
+ 0,2 + 1,4 (. -)
- 0,3
-
+0,2 +1,8 (A-4,1)
-(--)
- 0,3
...
+1,1
--
(+0,1) +11,6
-
-
+ 12,8
(8)
Ge ldsc hepp e nde ins te llingen
(
FIQ1
Ele 1
lis P P. 10)
6J
lp 1 'rh( n d! 2)
etii
gei
SEC
Geld Geld op zeer korte termijn Brutoverplicht. tegenover het buitenland Deviezendeposito's van de ingezetenen Inlagen op spaarboekjes v./d. ingezetenen Termijndeposito's van de ingezetenen Verplichtingen niet elders vermeld Obligaties (incl. kasbons) Diversen (Aandelen en deelnemingen) Totaal Geld op zeer korte termijn Certificaten op korte termijn Verpl. in rek.-courant of voorschottenrek. Verrichtingen met recht van wederinkoop Dotatie Di versen Totaal
+ 4,4 + 2,9 + 0,2 + 3,3 + 0,7 ( + 0,5) +11,7 ... ...
... ... -
-
+ 0,2 - 0,3
...
(. .) - 0,1
+ 0,4 (+ 0,2) + 8,2
Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Oblig. niet verkrijgbaar door elke belegger Reserves van de sociale verzekering Wiskundige reserves Diversen Totaal
... ... + 0,5 + 9,5 ... +10,0
Direct opvraagbare deposito's Geld op zeer korte termijn Inlagen op spaarboekjes Termijndeposito's Verpl. in rek.-courant of voorschottenrek. Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Oblig. niet verkrijgbaar door elke belegger Diversen (Aandelen en deelnemingen) 'Totaal
+ 0,1 + 0,3 + 0,3 ... + 8,4 •• • + 0,9 (+ 0,1) + 9,9
- 0,6
...
+ 4,0 ... + 2 ,9 + 0,2 + 3 ,3 - 0,3 + 0,7 •• • (+0,5) +10,9
-
... ... -
-••
+ 0,2 + 7,1 ---
- 0,2 + 0,5 -
... ... ... •• • ( .) ...
+ 0,2 + 0,5 -
-
+ 0,2 ... -
+ 0,5 + 0,3 -
- 0,1 -
...
- 0,1 + 0,5
--• ... - 0,6 ... ... ... ... ... + 0,7
+ 4,5 + 0,5 + 6,5 + 2,9 + 0,2 + 3,2 + 0,2 + 0,7 + 0,7 (+ 0,5) + 19,3
... (- 0,1) + 1,1
+ 0,1
+ 1,2 ...
... ...
+
... + 1,1
... ...
... + 1,2
- ( 8z)
( 61) 40 ( 8)
+ 0,7
... -
-
... ... -
... -
... ... -
... ... -
... + 1,2 ...
-
- 0,1 ...
... ...
...
-
...
-
...
...
... + 1,2
-
... - 0,1
... ...
-
... ... ...
- 0,1 ... - 0,2
- 0,1 ... ...
- 0,2 ... - 0,2
... ... ... ...
+ +
0,8 7,0 0,1 1,0
...
...
...
...
- 0,1
+ 0,3
- 0,1
- 0,3
- 0,1
- 0,5
+ 0,3
+ (+ +
0,9 0,2) 7,9
... ... ... ...
... + 0,2 ... + 0,2
... + 0,8 - 0,3 + 0,5
... ... ... ...
... + 1,4 - 0,3 + 1,0
... + 0,1 -+ 0,1 + 0,2
... + 1,5 + 0,5 + 9 ,5 - 0,1 + 11,4
... - 0,8 ... ... + 0,2 + 0,6 + 0,3 ... (...) A- 0,3
... ••• ... - 0,1 ... + 1,2 + 1,1 ... (...) + 2,2
... ... ... ... ... - 0,3 ... ... (...) - 0,3
... - 0.8 ... - 0,1 + 0,2 + 1,9 + 1,4 ... (...) + 2,7
... + 0,3 ... ... ... ... - 0,1 + 0,5 (...) + 0,8
+ 0,1 - 0,4 + 0,3 + 0,8 + 0,2 + 10,3 + 1,6 + 1,5 (+ 0 , 2 ) + 14,2
+ 1,4
+ 54,0
... - 0,3
-
(-0,1) + 7,3 + 0,2
- 0,6 + 7 ,0 + 0,1 + 1,0
+ 0,2
- 0,1
+ 0,2
...
...
...
+ 0,2
+ 0,2
... ... ... ...
... ... ... ...
... ... _. + 0,1 + 0,1
... ... _ ... ...
... ... ... ... + 0,5 + 9,5 ____ + 0,1 .._... +10,1
... + 0,3 ... + 0,3
...
...
...
...
+ 0,1
+ 0,1
+ 0,4 . ... ...
...
+ 0,1 ... + 0,3 + 0,8
__
-
+ 0,2 ... .••
... •• •
(...) (-1- 0,2) + 0,2 ...
(...) + 0,4
+ 0,6 (+0,2) - 0,4 + 8,1
- 0,1 - 0,1
... + 8,4 + 0,2 + 0,2 + 0,9 . (...) (A-0,2) + 0,2 +10,7
... ...
... ... + 0,3 •••
(...) ...
(...) + 0,3
... + 0,1 ... (--) + 0,1
•••
+ 0,1 ... -
•• • (. .) - 0,1
- 0,2 + 7,0 + 0,1 + 1,0
Direct opvraagbare deposito's Inlagen op spaarboekjes Termijndeposito's Obligaties (incl. kasbons) Wiskundige reserves van de kapitalisatie maatschappijen Diversen (Aandelen en deelnemingen) Totaal
- 0,6 ... -
..• + 0,2 ... ... ... ...
0,1 1,2 ...
+39,8
+ 0,1
+ 0,1
...
- 0,2
+39,8
+ 7,4
+ 2,0
+ 0,1
+ 1,1
+ 2,3
- 0,1
+ 5,4
- 1,8
- 0,3
- 0,5
+ 0,4
- 0,2
- 2,4
+ 1,8
- 0,6
- 0,2
+ 0,2
+ 0,3
- 1,3
- 1,6
Totaal van de vorderingen
+44,9
- 0,4
+ 3,2
- 2,3
+ 1,2
+46,6
+15,5
+21,1
+ 1,2
+ 8,8
+11,3
+14,9
+57,3
+ 0,1
+119,5
16. Totaal van de schulden [kolom (15)] 17. Saldo der vorder.(+)ender schuld.(-)[(15) - (16)]
+26,8 +18,1
+ 0,3 - 0,7
+21,7 -18,5
+ 3,9 - 6,3
+ 2,2 - 1,0
+54,9 - 8,3
+12,8 + 2,7
+19,3 + 1,8
+ 1,2 ...
+ 7,9 + 0,9
+11,4 - 0,1
+14,2 + 0,8
+54,0 + 3,3
- 2,2 + 2,3
+119,5
Financiële instellingen samen
(15) (6) +(7)+ ( 1 8)+ ( 14)
.11 5ág1 24 ..0 ,.., r."3 5.r:" ....5
-
-
2,2
•••
kont : Wegens de afrondingen zijn de totalen niet noodzakelijk ge ijk aan de som vau de posten. • Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid, Gemeentekrediet (voor zijn niet-geldscheppende bedrijvigheid), Nationale Kas voor Beroepskrediet (voor zijn niet-geldscheppende bedrijvigheid), Kredietverenigingen van de Nationale Kas voor Beroepskrediet (voor hun niet-geldscheppende bedrijvigheid), Nationale Maatschappij voor de Huisvesting, Nationaal Instituut voor Landbouwkrediet, Centraal Bureau voor Hypothecair Krediet, Herdiscontering- en Waarborginstituut (voor zijn bedrijvigheid gefinancierd met behulp van niet-monetaire middelen), Nationale Maatschappij voor de Kleine Landeigendom (excl. haar levensverzekeringskas), Huisvestingsfonds en Studiefonds van de Bond der Grote Gezinnen. Voor de jaren 1958 en 1959, cf. Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting, XXXVIlle Jaargang, Deel I, nr 2, februari 1983.
XIII. - GELDSCHEPPENDE INSTELLINGEN 1. - GEZAMENLIJKE BALANSEN VAN DE GELDSCHEPPENDE INSTELLINGEN (miljarden franken)
In handen van de Schatkist
Totaal van de geldboaveelheid en van de quasimonetaire li qu iditeiten
Goudvoorraad en nettodeviezenpositie
(5) = (1) tot (4)
(6)
(7)
(8)
(9)
122,5 125,0 120,4 126,4
0,4 2,0 3,7 4,1
Quasi-monetaire liquiditeiten Geldhoeveelbeid
Einde periode
In handen van de bedrijven en particulieren Deposito's inblteenia
Discontokredieten, voorschotten en acceptkredieten aan bedrijven en particulieren gevestigd in België
Vorderingen op de overheid
Vorderingen vorderingen op het op de RentenStaat fonds
Pro
Obligatieleningen van de
Gefinan-
memorie :
crd ie n b door e uiten dde geldscheppende instellingen (12)
banken
financiële instellingen
( 10 ) = (7) tot (9)
door de geldscheppende instelen ha g (11)
(13)
(14)
2,0 2,2 1,7 2,1
124,9 129,2 125,8 132,6
48,8 45,7 43,5 43,8
60,2 58,3 55,8
- 5,3 - 5,8 - 6,3
56,3
- 6,6
op de andere openbare besturen 6
Totaal
Deposito's 1 in Belgische franken
geldsoorten
(1)
(2)
(5)
(4)
1958 Maart Juni September 3 December
197,0 206,1 202,0 209,5
25,4 25,0 26,9 27,4
3,0 2,5 2,6 2,6
0,4 0,5 0,5 0,6
225,8 234,1 240,1
60,2 66,2 70,1 72,1
1959 Maart Juni September December
209,7 214,0 209,6 216,3
30,1 29,2 30,9 31,5
3,3 3,1 3,1 4,3
0,7 0,7 0,6 0,5
243,8 247,0 244,2 252,6
70,3 69,7 71,2 70,7
129,5 129,6 128,0 132,4
3,9 5,0 2,0 4,6
2,9 3,9 4,0 4,0
136,3 138,5 134,0 141,0
45,2 44,8 45,1 48,1
55;9 55,8 55,9 59,6
-
1960 Maart Juni September December
212,5 219,9 214,2 220,4
36,1 33,5 33,7 34,7
4,8 5,8 8,0 7,2
0,5 0,3 0,3 0,2
253,9 259,5 256,2 4 262,5 4
72,8 74,5 67,2 74,8
133,6 136,2 142,7 135,9
2,0 2,1 3,9 5,8
4,3 4,5 3,7 4,7
139,9 142,8 150,3 146,4
48,5 49,2 48,8 53,0
60,1 61,2 60,0 65,4
- 6,9 - 7,0 - 7,2
232,0
Vorderingen en schulden tegenover niet geld- Diversen
6,8 6,9 6,9 6,9
+ + + +
2,8 3,0 3,6 4,1
(15)
- 5,6 -- 4,2 - 4,7 -- 5,9
+ 4,4 -1- 4,7 + 5,3 + 5,1
-----
5,6 3,8 4,5 5,4
- 7,6
+ + + +
5,6 5,6 5,3 4,9
-----
6,0 5,6 8,2 9,0
- 7,9 - 8,2 - 8,4 - 8,6
+ + + +
5,4 6,1 6,3 6,8
-----
5,9 5,5 7,2 6,9
-----
8,2 6,0 8,4 5,7
1961 Maart Juni September December
222,6 226,8 228,6 237,4
37,5 38,0 41,1 43,6
7,9 7,9 8,4 8,0
0,1 0,1 ... ...
268,1 4 272,8 4 278,1 4 289,0
73,3 68,2 70,9 77,8
143,6 149,3 154,3 147,4
4,0 4,1 3,4 5,2
4,2 4,7 4,2 6,1
151,8 158,1 161,9 158,7
51,4 54,1 54,6 61,2
64,5
1962 Maart • Juni September December
236,3 245,0 246,7 254,5
47,5 47,9 50,4 48,5
8,2 7,9 8,0 7,4
0,1 ... ... ...
292,1 300,8 305,1 310,4
84,6 82,4 80,9 80,5
147,3 151,9 154,8 149,0
3,2 4,4 5,8 7,0
5,6 5,5 6,6 7,7
156,1 161,8 167,2 163,7
61,7 63,5 66,8 72,9
73,9 77,8 78,6 86,7
- 9,1 - 9,8
-10,4 --11,1
+ 7,0 + 8,9 + 9,0 1-10,1
262,6 273,2
50,7 51,3
7,4 8,3
0,1 ...
320,8
83,8 84,4
159,8 164,5
7,2 7,5
6,0 6,4
173,0 178,4
74,5 78,7
88,6 92,5
--11,1 --11,2
+10,3 1-10,2
-- 9,7 -- 7,7
272,3 267,8 278,9
51,3 53,1 55,0
8,2 8,4 9,1
81,6 v 79,1 v 77,6
167,4 v 166,6 v 171,5
7,5 6,9 7,4
5,2 v 5,3 v 6,2
180,1
79,0 82,2 91,0
92,8
v 178,8 v 185,1
--11,2 -11,3 -11,4
+10,1 v-F10,1 v1-11,0
-- 7,8 v-- 9,6 v--10,3
1963 Maart Juni 5 Nieuwe reeks
Juni September December
(r.)
332,8
67,3 69,7
75,2
I
5
...
331,8 329,3
...
343,0
...
95,7 103,9
1 Deze deposito's omvatten de termijndeposito's en de spaarboekjes. Deze rubriek omvat voornamelijk het saldo van de verrichtingen op halflange en lange termijn van het Muntfonds, van de niet elders ingedeelde vorderingen op en schulden tegenover ingezetenen, de salderingsrekeningen, de verschillen tussen de vastleggingen en participaties eensdeels en de eigen middelen anderdeels. Zij omvat, daarenboven, tot 3s juni 1963 (oude reeks) het saldo van de verrichtingen op halflange en lange termijn van de N.K.B.K. 3 Dank zij een nieuwe indeling werden, sedert augustus 1958, de rekeningen op meer dan een maand van de financiële maatschappijen bij de banken niet meer opgenomen onder de rubriek e Geldhoeveelheid 1, doch onder de rubriek e Quasi monetaire liquiditeiten in handen van de bedrijven en particulieren : deposito's in Belgische franken p. 4 In beginsel zouden de deposito's van de Kongolese ingezetenen in de Belgische banken niet moeten opgenomen worden in de geldhoeveelheid en de quasi-monetaire liquiditeiten. De toepassing van dit beginsel stuit op statistische moeilijkheden. Zo waren tot einde juli 1960 de deposito's bij de Belgische banken van de Kongolese ingezetenen niet-bankiers in de geldhoeveelheid en de quasi-monetaire liquiditeiten begrepen; zij werden eruit verwijderd voor een bedrag van F 0,2 miljard in augustus en F 0,7 miljard in september doch deze bedragen werden er nadien gedeeltelijk weder in opgenomen en wel ten belope van F 0,3 miljard in november en december 1960, en van aanvullende bedragen van F 0,2 miljard in januari en februari 1961, F 0,1 miljard in september 1961 en F 0.2 miljard in oktober 1961. Geldscheppende instellingen - Herziening van sommige statistische gegevens (hoofdstuk XIII) e opgenomen 5 Voor de verklaring van de verschillen tussen de nieuwe en de oude reeks verwijzen wij de lezer naar het artikel in het Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting, XXXVIIle jaargang, deel II, nr 3, september 1963, blz. 174-177. 6 Inch de vorderingen op de pensioenfondsen. N. B. - Voor de wijze van opstelling van deze tabel, zie Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting, XXIV° jaargang, deel II, nr 6, december 1949 - XXXe jaargang, deel II, nr 5, november 1955 - XXX Illa jaargang, deel II, nr 5, november 1958 - XXXVIIIe jaargang, deel II, nr 3, september 1963. - Voor de indeling van de « Geldhoeveelheid e, zie tabel 4, hoofdstuk XIII. - Voor de indeling van de « Goudvoorraad en nettodeviezenpositie e, zie tabel 5, hoofdstuk XIII. 2
XIII - 2. - DE BALANSEN VAN DE NATIONALE BANK VAN BELGIE, DE GELDSCHEPPENDE OPENBARE INSTELLINGEN EN DE DEPOSITOBANKEN a) - Nationale Bank van België - Activa - Driemaandelijkse cijfers 31-3-60 180-6-60
(Miljarden franken)
30-9-60
31-12-60
31-3-61
30-6-61
30-9-61
31-12-61
31-3-62
80-8-62
30-9-62
31-12-62
31-3-63
30-6-63
30-9-63
31-12-63
A. Vorderingen op het buitenland : 1. Goud 2. Deelneming in het I.M.F. 3. Obligaties 4. Uitvoeraccepten in Belgische franken 5. Vordering op de E.B.U. 1 6. Andere : a) in deviezen 2 b) in Belgische franken 2 7. Statistische aanpassing Totaal van de vorderingen op het buitenl.
59,1 4,4 0,1 ... 5,5
59,5 4,4 0,1 ... 5,5
54,7 4,4 0,1 0,6 4,1
58,5 4,4 0,1 2,4 3,5
56,6 4,4 0,1 0,9 3,1
53,7 4,4 0,1 2,7 2,4
58,3 7,4 0,1 1,2 0,7
62,4 8,0 0,1 2,4 0,4
64,9 7,2 0,1 0,3 0,4
66,8 7,5 0,1 2,3 0,3
67,1 6,7 0,1 0,8 0,3
68,3 6,7 0,1 3,8 0,3
68,6 6,7 0,1 3,0 0,2
68,6 6,5 0,1 3,1 0,2
68,4 7,0 0,1 3,8 0,1
68,6 7,1 0,1 4,1 0,1
12,6 ... 81,5
15,5 ... 80,6
19,9 0,2 83,4
19,3 ... 87,0
20,4 0,1 93,8
18,2 ... 91,1
13,4 ... 90,4
14,3 0,1 89,4
12,8 ... 92,0
17,8 ... 96,4
19,5 1,5 99,5
19,6 1,5 100,5
21,5 1,5 103,0
5,6
7,8
0,1
...
74,8
77,3
6,2 0,4 70,5
0,7
0,7
0,7
0,6
0,7
0,6
0,6
0,5
0,6
0,5
0,4
0,3
0,4
0,3
0,3
0,2
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
...
...
1,7
...
...
0,1
...
...
...
...
...
1,3
0,3
0,2
1,5
0,3
9,0
8,4
9,4
6,0
8,4
7,2
9,7
6,5
6,4
8,1
9,9
5,2
8,8
9,9
8,2
9,3
2,3 34,0
2,3 34,0
2,2 34,0
2,3 34,0
2,2 34,0
2,3 34,0
2,3 34,0
2,3 34,0
2,3 34,0
2,3 34,0
2,3 34,0
2,3 34,0
2,3 34,0
2,3 34,0
2,3 34,0
2,3 34,0
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
... -
0,1 -
0,1 -
0,1 -
0,1 -
0,1 -
0,1 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,3 -
- 0,2 -
... 2,5
... 2,4
1,2 3,5
1,0 3,4
... 2,8
... 2,1
... 1,7
0,2 2,5
... 2,0
... 1,7
... 1,7
2,7 3,6
0,1 2,4
... 2,5
0,4 1,5
1,7 3,5
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
-
.• • -
... -
. • . -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
6,5
8,4
12,5
22,0
25,6
26,6
28,6
28,6
27,0
23,6
22,6
19,9
29,2
33,4
35,0
37,0
129,9
134,0
136,2
150,9
154,4
156,4
164,0
168,6
163,6 160,8
160,5
162,7
174,5
182,4
184,2
192,3
B. Vorderingen op de binnenlandse geldscheppende sector : 1. Munten en biljetten 2. Andere : a) op de Nationale Bank van België b) op de openbare instellingen c) op de depositobanken
C. Vorderingen op de binnenlandse niet geldscheppende sector : 1. Op de Staat : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : - obligaties verkrijgbaar door het publiek - overige 2. Op de lagere overheid en de administratieve parastatale instellingen : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : - obligaties verkrijgbaar door het publiek - overige 3. Op de bedrijven, particulieren en parastatale bedrijven : a) accepten b) handelspapier c) voorschotten d) obligaties : - verkrijgbaar door het publiek - overige 4. Op het Rentenfonds : op ten hoogste één jaar 5. Op de parastatale kredietinstellingen : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : - obligaties verkrijgbaar door het publiek - overige D. Andere TOTAAL DER ACTIVA
1 Bilateraal gemaakte vorderingen op de debiteurlanden, bij de vereffening van de E.B.U. 2 Voor de data vddr 80 juni 1963 hebben de bedragen opgenomen in de rubriek • 8a) in buitenlandse valuta's • uitsluitend betrekking op de convertibele vreemde geldsoorten, terwijl die van rubriek • eb) in Belgische franken • niet enkel betrekking hebben op de Belgische franken doch ook op de niet-convertibele buitenlandse valuta's. Deze laatste vertegenwoordigen slechts geringe bedragen.
a) - Nationale Bank van België - Passiva - Driemaandelijkse cijfers
... 0,8 1,0
... 0,6 0,8
... 0,8 1,0
... 0,6 0,8
2,4
2,3
2,6
2,5
2,5
2,6
2,8
... 0,1
... 0,1
... 1,6
... 2,2
... 0,1
... 0,1
... 2,3
... 0,4 0,6
... 0,6 0,8
2,1
2,1
2,4
2,3
... 0,2
... 0,4
... 4,0
... 2,5
2,2
2,0
2,4
2,2
... 0,4
... 0,3
... 1,0
... 1,8
113,9 117,1 118,5
121,7
... 1,8
... 0,8 1,0
... 0,9 1,1
... 0,5 0,7
2,0
... 0,5 0,7
... 0,8 1,0
... 0,6 0,8
... 0,7 1,0
0,2 -
0,2 -
... 0,8 1,0
... 0,5 0,8
0,2 -
0,2 -
... 0,6 0,8
0,2 -
31-12-61
31-12-62
30-9-63
31-12-63
0,2 -
0,2 -
0,2 --
0,2 0,1
31-3-61
0,2 -
0,2 -
0,2 0,2 -
0,2 0,1
31-12-60
0,2 -
30-9-62
0,2 -
30-9-60
30-6-63
30.6-62
30-9.61
80-6-60
31-3-63
81-8-62
30.6-61
31-3-60
(Miljarden franken)
•
A. Verplichtingen aan het buitenland :
1. I.M.F. 2. E.B.U. 3. Andere : a) in deviezen b) in Belgische franken 1 4. Statistische aanpassing Totaal der verplichtingen aan het buitenland B. Verplichtingen aan de binnenlandse geldscheppende sector : 1. Munten en biljetten 2 2. Andere : a) aan de Nationale Bank van België b) aan de openbare instellingen c) aan de depositobanken
C. Verplichtingen aan de binnenlandse niet geldscheppende sector : 1. Chartaal geld 3 2. Giraal geld : a) aangehouden door de bedrijven en particulieren 4 b) aangehouden door de overheid 8. Quasi-monetaire liquiditeiten : a) aangehouden door de bedrijven en particulieren : - deposito's in Belgische franken op meer dan één maand - deposito's in Belgische franken op depositoboekjes - deposito's in deviezen b) aangehouden door de Schatkist 4. Obligatieleningen 5. Andere : a) tegenover het Rentenfonds b) tegenover de parastatale kredietinstellingen c) tegenover de Schatkist D. Andere TOTAAL DER PASSIVA
120,4 122,6 123,8 126,7
125,5 129,7
131,0 135,9
138,0 143,8
0,5
0,3 -
0,4 -
0,5 -
0,7 -
0,5 -
0,4 -
0,4 -
0,6 -
0,4 -
0,4 -
0,4 -
0,5 -
0,3 -
0,3 -
0,3 -
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
... -
... -
•• • -
••• -
••• -
-
-
36,1
38,2
0,5 -
0,3 -
0,3 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,1 -
... -
0,1 -
... -
... -
2,7 -
2,9 -
... -
... -
1,6 -
1,9 -
6,4 -
3,2 -
3,2 -
2,1 -
1,7 -
... -
-
-
7,9
9,7
13,8
23,9
26,9
28,3
29,8
30,6
29,0
25,3
24,3
21,1
30,5
34,9
129,9 134,0 136,2 150,9 154,4 156,4 164,0 168,6 163,6 160,8 160,5 162,7
174,5 182,4
1 Incl. de verplichtingen in Belgische franken aan de andere internationale instellingen dan het I.M.F. en de E.B.U. Incl. de munten en biljetten van de Schatkist aangehouden door de andere geldscheppende instellingen dan de Nationale Bank. De cijfers van deze rubriek zijn onderschat voor het bedrag van munten en biljetten van de Schatkist aangehouden door de andere geldscheppende instellingen dan de Nationale Bank. Incl. de direct opeisbare tegoeden van de parastatale instellingen behalve dit van het Rentenfonds hetwelk onder C5a voorkomt.
2 3 4
144,1 147,7
184,2 192,3
a) - Nationale Bank van België - Activa - Maandelijkse cijfers
A. Vorderingen op het buitenland : 1. Goud 2. Deelneming in het I.M.F. 3. Obligaties 4. IIitvoeraccepten in Belgische franken 5. Vordering op de E.B.U. 1 6. Andere : a) in deviezen 2 b) in Belgische franken 2 7. Statistische aanpassing Totaal van de vorderingen op het buitenl.
(Miljarden franken)
80-6-62
81-7-62
81-8-62
80-9-62 31-10-62 30-11-62 31-12-62 81-1-68
28-2-63
31-3-63
30-4-63
81-5-63
80-6-83
31-7-83
81-8-63
30-9-63
66,8 7,5 0,1 2,3 0,3
66,8 6,7 0,1 3,5 0,3
67,1 6,7 0,1 0,3 0,3
67,1 6,7 0,1 0,8 0,3
67,1 6,7 0,1 2,0 0,3
67,0 6,7 0,1 3,0 0,3
68,3 6,7 0,1 3,8 0,3
68,1 6,7 0,1 3,5 0,2
68,2 6,7 0,1 1,6 0,2
68,6 6,7 0,1 3,0 0,2
68,6 6,7 0,1 2,7 0,2
68,6 6,7 0,1 2,3 0,2
68,6 6,5 0,1 3,1 0,2
67,7 6,8 0,1 5,0 0,1
68,2 6,8 0,1 4,2 0,1
68,4 7,0 0,1 3,8 0,1
13,4 ... 90,4
14,8 0,1 92,3
14,2 ... 88,7
14,3 0,1 89,4
13,7 ... 89,9
13,1 ... 90,2
12,8 ... 92,0
14,4 ... 93,0
15,7 ... 92,5
17,8 ... 96,4
19,0 ... 97,3
19,4 1,5 98,8
19,5 20,3 20,2 19,6 20,9 21,5 21,5 21,2 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 99,5 101,5 101,1 100,5 102,0 101,6 103,0 101,7
0,5
0,4
0,4
0,4
0,4
0,4
0,3
0,4
0,4
0,4
0,4
0,3
0,3
0,3
0,3
0,3
0,3
0,3
0,2
0,3
... ...
... ...
... ...
... ...
... ...
0,3 1,5
... 1,3
... 0,1
... ...
0,1 0,3
... ...
0,1 ...
0,1 0,2
0,3 1,1
... 0,4
0,2 1,5
0,2 0,8
... 0,3
... 0,3
0,7 1,0
8,1
7,2
10,0
9,9
'9,5
4,6
5,2
7,3
9,2
8,8
8,6
9,3
9,9
6,1
9,2
8,2
8,0
9,2
9,3
6,4
2,3 34,0
2,3 34,0
2,3 34,0
2,3 34,0
2,3 34,0
2,3 34,0
2,3 34,0
2,3 34,0
2,3 34,0
2,3 34,0
2,3 34,0
2,3 34,0
2,3 34,0
2,3 34,0
2,3 34,0
2,3 34,0
2,3 34,0
2,3 34,0
2,3 34,0
2,4 34,0
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,3 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
1,7 ...
1,6 ...
1,6 ...
1,7 ...
1,7 ...
1,6 ••.
3,6 ..•
2,5 ...
2,4 ...
2,4 ...
2,2 ...
2,1 ...
2,5 ...
3,1 ...
2,4 ...
1,5 ...
1,9 ...
1,7 ...
3,5 ...
3,1 ...
.__.
._.
__
-
-
-
-
-
-
-
-
-
_.
-
__
__.
__
-
__
__
__
__
__
__
0,6
__
__
__
__
__
__
__
__
__
__
__
__
-
...
...
0,4
...
0,5
1,0
0,6
0,3
...
0,3
0,3
0,3
...
0,1
...
...
...
0,5
0,8
0,7
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
23,6
24,3
23,9
22,6
21,6
19,5
19,9
21,5
26,6
29,2
30,5
31,6
33,4
33,9
34,0
35,0
35,2
36,4
37,0
36,2
31-10-83 30-11-63 31-12-63
68,3 7,1 0,1 4,0 0,1
68,3 7,1 0,1 3,0 0,1
68,6 7,1 0,1 4,1 0,1
31-1-64
68,6 7,1 0,1 3,1 0,1
B. Vorderingen op de binnenlandse geldscheppende sector :
1. Munten en biljetten 2. Andere : a) op de Nationale Bank van België b) op de openbare instellingen c) op de depositobanken C. Vorderingen op de binnenlandse niet geldscheppende sector : 1. Op de Staat : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : - obligaties verkrijgbaar door het publiek - overige 2. Op de lagere overheid en de administratieve parastatale instellingen : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : - obligaties verkrijgbaar door het publiek - overige 3. Op de bedrijven, particulieren en parastatale bedrijven : a) accepten b) handelspapier c) voorschotten d) obligaties : - verkrijgbaar door het publiek - overige 4. Op het Rentenfonds : op ten hoogste één
jaar
5. Op de parastatale kredietinstellingen : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : - obligaties verkrijgbaar door het publiek - overige D. Andere TOTAAL DER ACTIVA
160,8 162,4 161,6 160,5 160,1 156,3 162,7 161,6 167,6 174,5 175,8 179,0 182,4 183,9 183,9 184,2 185,2 186,5
192,3 186,7
1 Bilateraal gemaakte vorderingen op de debiteurlanden, bij de vereffening van de E.B 3 Voor de data vóár 80 juni 1282 hebben de bedragen opgenomen in de rubriek 6a) in buitenlaa.tae valuta's s uitsluitend betrekking op de convertibele vreemde geldsoorten, terwijl die van rubriek • 6b) in Belgische franken s niet betrekking hebben op de Belgische franken doch ook op de niet-convertibele buitenlandse valuta's. Deze laatste vertegenwoordigen slechte geringe bedragen.
enkel
a) - Nationale Bank van België - Passiva - Maandelijkse cijfers
(Miljarden franken) 81-7-68
31-8-68
31-10-63 30-11-68 31-12-63
31-1-64
0,2 -
0,2 -
0,2 -
... 0,6 0,8
... 0,6 0,8
... 0,6 0,8
... 0,6 0,8
2,6
2,5
2,7
2,8
2,4
... 0,1
... 0,1
... 0,1
... 2,3
... 0,1
30-9-63
31-1-63
28-2-63
31-3-63
30-4-63
31-5-63
80-6-63
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 0,2 • -
0,2 -
0,2 -
... 0,6 0,8
... 0,8 1,0
... 0,7 0,9
... 0,7 0,9
... 0,8 1,0
... 0,6 0,8
... 0,5 0,7
... 0,6 0,8
... 0,4 0,6
... 0,7 0,9
... 0,8 1,0
2,3
2,2
2,6
2,4
2,4
2,5
2,5
2,4
2,5
2,5
2,3
... 0,1
... 0,1
... 1,6
... 0,1
... 0,1
... 2,2
... 0,1
... 0,1
... 0,1
... 0,1
... 0,1
141,8 143,8
144,7
80-6-62
81-7-62
81-8-62
80-9-62
31-10-62 30-11-62 31-12-62
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
... 0,6 0,8
... 0,5 0,7
... 0,6 0,8
... 0,5 0,7
... 0,7 0,9
2,4
2,7
2,3
2,3
... 0,1
... 0,1
... 0,1
... 0,1
A. Verplichtingen aan het buitenland : 1. I.M.F. 2. E.B.U. 3. Andere : a) in deviezen b) in Belgische franken 1 4. Statistische aanpassing Totaal der verplichtingen aan het buitenland B. Verplichtingen aan de binnenlandse
geldscheppende sector : 1. Munten en biljetten 2 2. Andere : a) aan de Nationale Bank van België b) aan de openbare instellingen c) aan de depositobanken C. Verplichtingen aan de binnenlandse
niet geldscheppende sector : 1. Chartaal geld 3 2. Giraal geld : a) aangehouden door de bedrijven en particulieren 4 b) aangehouden door de overheid 3. Quasi-monetaire liquiditeiten : a) aangehouden door de bedrijven en particulieren : - deposito's in Belgische franken op meer dan één maand - deposito's in Belgische franken op depositoboekjes - deposito's in deviezen b) aangehouden door de Schatkist 4. Obligatieleningen 5. Andere : a) tegenover het Rentenfonds b) tegenover de parastatale kredietinstellingen c) tegenover de Schatkist D. Andere TOTAAL DER PASSIVA
129,7
130,5 130,8 131,0 132,2 131,8 135,9 134,7
136,9 138,0 139,7
144,7 144,1 144,5
144,3 147,7 145,3
0,4 -
0,4 -
0,4 -
0,4 -
0,4 -
0,3 -
0,5 -
0,3 -
0,4 -
0,3 -
0,3 -
0,3 -
0,3 -
0,4 -
0,3 -
0,3 -
0,2 -
0,4 -
0,5 -
0,3 -
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
..• -
... -
... -
... -
• .. -
... -
... -
••• -
••• -
---
2,1 -
2,1 -
2,0 -
1,7 -
0,8 -
... -
... -
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
25,3
25,9
25,2
24,3
23,4
21,1
21,1
23,2
27,0
30,5
32,4
35,6
35,6
36,1
38,2
38,2 37,8
160,1 156,3 162,7
161,6
160,8 162,4 161,6 160,5
167,6 174,5
33,7
34,9
175,8 179,0 182,4
37,1
183,9 183,9 184,2 185,2 186,5 192,3 186,7
1 Incl. de verplichtingen in Belgische franken aan de andere internationale instellingen dan het I.M.F. en de E.B.U. 2 Incl. de munten en biljetten van de Schatkist aangehouden door de andere geldscheppende instellingen dan de Nationale Bank. 11 De cijfers van deze rubriek zijn onderschat voor het bedrag van munten en biljetten van de Schatkist aangehouden door de andere geldscheppende instellingen dan de Nationale Bank. 4 Incl. de direct opeisbare tegoeden van de parastatale instellingen behalve dit van het Rentenfonds hetwelk onder C5a voorkomt.
b) 81-3-80
A. Vorderingen op het buitenland : 1. Goud 2. Deelneming in het I.M.F. 3. Obligaties 4. IIitvoeraccepten in Belgische franken 5. Vordering op de E.B.U. 6. Andere : a) in deviezen b) in Belgische franken 7. Statistische aanpassing Totaal van de vorderingen op het buitenl.
1,2 -
1,2
B. Vorderingen op de binnenlandse geldscheppende sector : 1. Munten en biljetten 2. Andere : a) op de Nationale Bank van België b) op de openbare instellingen c) op de depositobanken C. Vorderingen op de binnenlandse niet geldscheppende sector : 1. Op de Staat : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : - obligaties verkrijgbaar door het publiek - overige. 2. Op de lagere overheid en de administratieve parastatale instellingen a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : - obligaties verkrijgbaar door het publiek - overige 3. Op de bedrijven, particulieren en parastatale bedrijven : a) accepten b) handelspapier c) voorschotten d) obligaties : - verkrijgbaar door het publiek - overige 4. Op het Rentenfonds : op ten hoogste één jaar 5. Op de parastatale kredietinstellingen : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : - obligaties verkrijgbaar door het publiek - overige D. Andere
29,2
-
Geldscheppende openbare instellingen 30-8-80
80-9-80
1,4 -
0,9 -
1,4
0,9
...
...
...
...
30,9
31-12-80
0,4 -
0,4
...
31-3-81
80-8-81
80-9-61
1,7 -
1,2 -
- Driemaandelijkse cijfers
(Miljarden franken) 30-8-83
81-8-82
30-8-62
80-9-82
31-12-82
31-8-83
30-8-88
1,6 -
0,5 -
0,4 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
-
-
-
0,1
0,1
0,1
-
-
-
1,7
1,2
1,6
0,5
0,4
0,2
0,2
0,2
0,1
0,1
0,1
...
...
...
...
0,1
0,1
...
...
...
...
...
34,4
33,2
33,4
34,2
4,8
4,9 4,9 -
5,1 -
5,1 -
5,1 -
2,1
1,9
0,9
2,1
1,5
0,1 -
0,1 -
0,2 -
0,2 -
1,1 0,4 ...
2,1 0,4 ...
0,4 0,4 0,1
0,4 0,3 ...
...
80- 9 - 63 31-12-83 I
...
0,2 -
...
0,2
0,1
0,1
...
..
...
...
..
...
...
...
0,3
...
0,4
0,4
...
...
36,6
36,8
37,5
40,0
41,2
41,2
40,2
44,3
5,1 -
5,1 5,2 -
5,2 -
5,1 -
5,3 -
5,5 -
5,5 -
5,6 -
5,6 -
5,7 -
2,1
1,6
3,4
2,6
2,5
3,2
4,5
3,3
3,4
3,4
3,4
4,3
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,1 -
0,2 -
0,1 -
0,8 0,6 ...
1,2 0,6 ...
0,8 0,5 ...
1,8 0,5 0,1
0,1 0,6 0,1
0,5 0,7 0,1
0,2 0,7 0,1
0,1 0,9 0,1
0,2 0,8 0,1
0,1 0,7 0,1
-
-.
...
...
-
-
...
-
34,0
...
2
34,9
...
Activa
31-12-81
32,0
...
-
•.
...
0,1 0,7 0,1
0,1 0,9 0,1
0,5 0,8 0,1
...
...
-
... 0,2
... 0,2
• .• 0,2
•• • 0,2
•• • 0,2
•• • 0,2
•• • 0,2
• • 0,2
•• • 0,2
•• • 0,1
•• • 0,1
•• • 0,1
•• • 0,1
•• • 0,1
•• • 0,1
•• • 0,1
•• • 0,1
3,4
3,9
3,5
2,8
3,7
3,6
4,4
5,0
4,8
4,6
4,7
4,7
5,0
5,2
4,5
3,1
3,1
42,5
45,8
43,5
46,2
47,0
47,6
48,6
51,1
49,1
50,8
51,4
53,8
55,3
56,9
56,2
53,6
59,3
. TOTAAL DER ACTIVA
Bestuur derPostchecks, Belgisch Muntfonds (activa op korte termijn en obligaties), Nationale Kas voor Beroepskrediet (activa op korte termijn), Gemeen ekrediet van België (activa die de tegenwaarde vormen van de direct en op ten hoogste één maand opeisbare passiva), Herdiscontering- en Waarborginstituut (activa gefinancierd door een beroep op de geldscheppende instellingen). Met betrekking tot het Belgische Muntfonds is de tegenwaarde van het overschot van de getelde passiva op de getelde activa opgenomen in rubriek « D • Andere «. Wat de Nationale Kas voor Beroepakrediet betreft werd de tegenwaarde van het overschot van de getelde passiva op de getelde activa tot 30 juni 1963, oude reeks. opgenomen in de rubriek « D - Andere »; van 30 juni 1983 af, nieuwe reeks, is deze tegenwaarde ondergebracht in de rubriek : < C5a - Vorderingen op de parastatale kredietinstellingen - op ten hoogste één jaar 3 Voor de verklaring van de verschillen tussen de nieuwe en ^" ""^° reeks (voorgaande kolom) verwijzen wij de lezer naar het artikel « Geldscheppende instellingen - Herziening van sommige statistische gegevens (hoofdstuk XIII) > opgenomen in het Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting, XXXVHIe jaargang, deel II, nr 3, september 1988, blz. 174-177. 1
b)
-
Geldscheppende openbare instellingen 1
-
Passiva
-
Driemaandelijkse cijfers
(Miljarden franken)
31-3-60
30.6-60
30-9-60
31-12-60
31-3-61
30-6-61
30-9-61
31-12-61
31-3-62
30-6-62
30-9-62
31-12-62
31-3-63
30-6-63
30-6 - 63
5
30-9-63
31-12-63
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
0,8 0,8
0,9 0,9
0,7 0,7
1,5 1,5
1,3 1,3
1,3 1,3
1,3 1,3
2,0 2,0
2,0 2,0
2,0 2,0
2,0 2,0
1,9 1,9
2,6 2,6
2,6 2,6
2,6 2,6
2,5 2,5
3,1 3,1
0,7
0,7
0,7
0,6
0,7
0,6
0,6 '
0,5
0,5
0,5
0,4
0,3
0,4
0,3
0,3
0,4
0,3
2,1
1,5
2,2
2,8
2,1
1,5
2,1
1,8
0,8
1,0
0,9
2,6
0,7
0,6
0,6
0,5
3,3
4,9
5,0
5,1
5,2
5,1
5,3
5,3
5,5
5,5
5,6
5,7
5,8
5,8
5,9
5,9
6,0
6,0
25,5 7,5
26,8 8,2
25,6 8,6
28,2 7,3
27,2 8,7
28,6 8,4
28,5 9,6
29,5 10,0
29,3 9,6
30,6 10,4
31,1 11,0
32,4 10,6
33,2 12,5
34,6 12,7
33,9 12,7
32,6 11,2
34,1 12,1
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
0,9 ... -
2,5 ... -
... ... -
... ... -
1,9 ... -
1,9 ... -
1,1 0,1 -
1,8 ... -
1,1 0,3 -
0,7 ... -
0,3 ... -
0,1 0,1 -
... -
0,1 -
0,1 -
0,3 -
0,3 -
42,5
45,8
43,5
46,2
47,0
47,6
48,6
51,1
49,1
50,8
51,4
53,8
55,3
56,9
56,2
53,6
59,3
A. Verplichtingen aan het buitenland : 1. I.M.F. 2. E.B.U. 3. Andere : a) in deviezen b) in Belgische franken 4. Statistische aanpassing Totaal der verplichtingen aan het buitenland B. Verplichtingen aan de binnenlandse geldscheppende sector : 1. Munten en biljetten 2 2. Andere : a) aan de Nationale Bank van België b) aan de openbare instellingen c) aan de depositobanken C. Verplichtingen aan de binnenlandse niet geldscheppende sector : 1. Chartaal geld 3 2. Giraal geld : a) aangehouden door de bedrijven en particulieren 4 b) aangehouden door de overheid 3. Quasi-monetaire liquiditeiten -: a) aangehouden door de bedrijven en particulieren : - deposito's in Belgische franken op meer dan één maand - deposito's in Belgische franken op depositoboekjes - deposito's in deviezen b) aangehouden door de Schatkist 4. Obligatieleningen 5. Andere : a) tegenover het Rentenfonds b) tegenover de parastatale kredietinstellingen c) tegenover de Schatkist D. Andere TOTAAL DER PASSIVA
1 Bestuur der Postchecks, Belgisch Muntfonds (munten en biljetten , Nationale Kas voor Beroepskrediet (direct en op ten hoogste één maand opeisbare passiva), Gemeentekrediet van Belgill (direct en op ten hoogste één maand opeisbare passiva), Herdiscontering- en Waarborginstituut (passiva t.o.v. geldscheppende instellingen). 2 Alleen de munten en biljetten in de handen van de Nationale Bank van BelgiA. 3 De cijfers zijn overschat voor een bedrag gelijk aan de munten en biljetten van de Schatkist, die door de andere geldscheppende instellingen dan de Nationale Bank van Belgié worden aangehouden. 4 Incl. de direct opeisbare tegoeden van de parastatale instellingen, behalve deze van bepaalde administratieve parastatale instellingen welke in rubriek C2b begrepen zijn. s Voor de verklaring van de verschillen tussen de nieuwe en de oude reeks (voorgaande kolom) verwijzen wij de lezer naar het artikel e Geldscheppende instellingen - Herziening van sommige statistische gegevens (hoofdstuk X.111) • opgenomen in het Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting, XXXVIIIe jaargang, deel II, nr 3, september 1963, blz. 174-177.
c) - Depositobanken - Activa - Driemaandelijkse c'jfers 31-8-60
A. Vorderingen op het buitenland : 1. Goud 2. Deelneming in het I.M.F. 3. Obligaties 4. Uitvoeraccepten in Belgische franken 5. Vordering op de E.B.U. 6. Andere : a) in deviezen 2 b) in Belgische franken 2 7. Statistische aanpassing Totaal van (le vorderingen op het buitenl. B. Vorderingen op de binnenlandse geldscheppende sector : 1. Munten en biljetten 2. Andere : a) op de Nationale Bank van Belgió b) op de openbare instellingen c) op de depositobanken C. Vorderingen op de binnenlandse niet geldscheppende sector : 1. Op de Staat : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : -- obligaties verkrijgbaar door het publiek -- overige 2. Op de lagere overheid en de administratieve parastatale instellingen : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : - obligaties verkrijgbaar door het publiek - overige 3. Op de bedrijven, particulieren en parastatale bedrijven : a) accepten b) handelspapier c) voorschotten d) obligaties : - verkrijgbaar door het publiek -- overige 4. Op het Rentenfonds : op ten hoogste één jaar 5. Op de parastatale kredietinstellingen : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : - obligaties verkrijgbaar door het publiek - overige D. Andere TOTAAL DER ACTIVA
30-6-60
30-9-60
31-12-60131 ,3-61
-
-
-
1,0 0,8 --
0,9 0,5
9,4 2,2 -0,7 12,5
(Miljarden franken)
30-6-61
30-9-61
31-12-61
31-3-62
30-6-62
30-9-62
-
-
-
-
-
-
-
-
-
0,9 0,5
1,2 0,6
1,3 0,5
1,3 0,7
1,5 0,6
1,3 2,2
1,2 2,2
1,1 2,1
1,1 0,8
1,1 1,1
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
10,4 2,3 -0,3 14,2
12,4 2,8 -0,3 16,3
11,8 2,4 -0,9 14,7
12,2 2,2 -0,5 15,7
14,0 2,4 -0,2 18,0
14,2 2,3 -0,3 18,2
15,2 1,9 -0,4 18,8
16,0 2,2 1-0,3 22,0
15,7 2,5 -0,4 21,2
16,3 2,2 +0,6 22,3
19,5 2,2 4-0,1 23,7
19,3 3,3 A-0,7 25,5
2,0
2,2
2,0
2,4
2,2
2,1
2,1
2,3
2,2
2,3
2,2
2,6
1,8 2,1 2,2
0,4 1,5 2,1
0,3 2,2 1,7
1,0 2,8 2,1
1,8 2,1 2,3
0,2 1,5 2,7
0,4 2,1 3,7
4,0 1,8 3,0
2,5 0,8 3,4
0,1 1,0 3,2
0,1 0,9 3,4
33,1
35,0
39,4
32,9
39,0
45,6
46,8
42,1
39,0
39,4
18,1 3,1
17,6 3,1
17,7 3,1
18,0 3,2
18,3 3,2
19,3 2,4
19,7 2,4
20,7 2,8
22,9 2,6
-
-
-
--
-
-
-
-
1,5 0,7
1,6 0,8
1,7 0,8
1,5 0,8
1,6 0,9
1,5 0,9
1,4 0,9
1,0 18,6 24,8
0,8 17,2 25,9
0,6 17,0 25,6
1,4 20,3 26,2
1,2 19,6 26,4
1,1 21,0 28,1
2,0 0,3
1,9 0,3
1,6 0,3
1,6 0,3
1,9 0,7
6,1
7,5
3,9
5,8
5,1
5,3
5,3
20,2
22,0
20,5
0,7 0,9
155,4
31-12-62131-3-63
30-6-63 r
-
1,1 2,1 --
30-6-63 1 1 30-9-63
-
-
31.12-631
-
0,7 v 0,8 v 1,0 2,1 1,7 1,2 --
--
--
23,9 3,4 -0,1 30,4
24,0 3,8
25,4 4,1
23,4 4,0
--
--
-
2,5
2,5
2,5
2,6
2,8
1,6 2,6 3,3
2,2 0,8 4,2
0,1 0,5 4,1
0,1 0,5 3,7
0,1 0,4 5,9
2,3 3,3 4,7
39,0
14,4
19,1
22,1
22,1 v24,1 v23,0
23,6 2,6
25,0 2,7
28,5 21,9
29,9 20,2
29,2 20,3
32,0 v31,9 v32,1 20,3 v20,3 v20,8
-
-
-
-
-
1,4 0,9
1,6 1,0
1,6 1,0
1,9 1,1
1,8 1,1
1,2 1,1
1,6 1,0
1,5 22,0 28,1
2,1 24,1 30,0
3,8 25,1 30,0
4,1 25,4 31,1
5,1 27,2 31,8
3,0 26,9 35,6
3,5 32,2 35,1
4,9 32,9 37,5
2,0 1,0
2,0 1,0
2,3 1,0
2,4 0,9
2,9 0,9
2,9 0,9
2,9 1,0
2,9 1,0
3,1 1,0
8,4
10,0
11,7
11,0
8,0
8,6
8,6
6,4
--
5,4
5,6
5,9 0,3
6,1 0,5
6,7 0,5
7,6 0,6
8,3 0,7
8,5 0,7
8,9 0,7
9,3 0,7
9,9 0,5
21,9
22,0
23,6
23,7
24,4
25,4
29,6
28,1
31,1
36,2
40,4
159,5 160,0 162,4 172,9 187,2 194,3 199,9 201,8 207,6 212,4 218,1 227,6
--
--
30,6 v32,0 v29,6
--
-
-
0,5 v 0,6 v 0,6 1,0 v 1,0 v 1,0 4,9 33,4 37,3
4,4 35,1 39,7
3,9 38,1 42,4
2,4 v 2,4 v 2,4 1,0 v 1,0 v 1,0 --
--
-
9,9 v10,1 v10,2 0,5 v 0,5 v 0,5 39,3 v37,4
v38,1
242,0 242,0 249,5 256,8
1 Voor de verklaring van de verschillen tussen de nieuwe en de oude reeks (voorgaande kolom) verwijzen wij de lezer naar het artikel • Geldscheppende instellingen - Herziening van sommige statistische gegevens (hoofdstuk XIII) • opgenomen in het Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting, XXXVIIle jaargang, deel II, nr 3, september 1963, blz. 174-177. Voor de data voor 30 juni 1963 hebben de bedragen opgenomen in de rubriek 6a) in buitenlandse valuta's • uitsluitend betrekking op de convertibele vreemde geldsoorten, terwijl die van rubriek • 6b) in Belgische franken • niet enkel betrekking hebben op de Belgische franken doch ook op de niet-convertibele buitenlandse valuta's. Deze laatste vertegenwoordigen slechts geringe bedragen.
2
c)
-
Depositobanken
-
Passiva
-
Driemaandelijkse cijfers
(Miljarden franken)
31-3-60
30-6-60
30-9-60
31-12-60
31-3-61
30-6-61
30-9-81
31-12-61
31-3-62
30-6-62
30-9-62
31-12-62
31-3-63
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
30-6-63
30-6-63
-
-
-
-
29,1 16,1 45,2
32,4 17,6 50,0
34,4 16,9 51,3
I
130-9-63
31-12-63
A. Verplichtingen aan het buitenland : 1. I.M.F.
2. E.B.13 3. Andere : a) in deviezen 2 b) in Belgische franken 1 2 3 4. Statistische aanpassing Totaal der verplichtingen aan het buitenland
9,1 9,2 12,4 22,4 23,0 21,3 15,5 16,4 17,2 20,4 21,7 28,1 5,6 6,9 9,2 10,0 10,7 11,2 10,8 10,5 10,9 11,5 10,9 11,1 11,2 12,4 12,3 13,5 -0,8 -0,4 -0,8 -1,1 -0,7 -0,5 -0,4 -0,6 -0,1 -0,9 -0,1 -0,3 +0,6 +0,6 14,0 16,5 19,0 19,3 22,5 32,4 33,5 32,2 26,3 26,6 28,3 32,5 34,6 42,2
B. Verplichtingen aan de binnenlandse geldscheppende sector :
1. Munten en biljetten 2. Andere : a) aan de Nationale Bank van België b) aan de openbare instellingen c) aan de depositobanken
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1,7
...
...
0,1
...
... ... 3,4
... ... 3,1
... ... 3,4
1,3 0,3 3,3
0,3 ... 4,3
0,2 0,3 4,1
0,2 0,3 3,7
1,5 ... 5,9
0,3 ... 4,7
2,2
2,1
1,7
2,1
2,3
2,7
3,7
... 0,3 3,0
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
60,4 -
62,4 -
55,8 -
57,4 -
60,7 -
61,4 -
60,9 -
65,1 -
66,1 -
68,3 -
67,5 -
69,3 -
72,9 -
76,0 -
75,8 -
73,6 -
78,5 -
20,3
17,7
18,1
19,1
21,7
22,3
25,2
27,3
30,6
30,5
31,9
28,6
28,6
27,9
27,9
26,6
25,8
15,8 4,8 6,9
15,7 5,8 7,1
15,6 8,0 7,3
15,7 7,2 7,6
15,8 7,9 7,9
15,7 7,9 8,2
15,9 8,4 8,4
16,3 8,0 8,6
16,9 8,2 9,1
17,4 7,9 9,8
18,4 8,0 10,4
19,9 7,4 11,1
22,1 7,4 11,1
23,4 8,2 11,2
23,4 8,2 11,2
26,4 8,4 11,3
29,2 9,1 11,4
0,6 ...
... ... -
... 0,1 -
... 0,7 -
0,9 0,4 -
2,2 0,2 -
0,7 0,4 -
0,8 0,6 -
0,5 1,1 -
1,3 0,2 -
0,7 0,3 -
... 0,2 -
0,1 -
0,3 -
0,3 -
0,3 -
0,2 -
30,4
32,2
32,7
33,3
32,8
34,1
37,2
37,7
39,6
42,5
43,5
44,2
46,2
48,2
45,8
45,5
46,3
C. Verplichtingen aan de binnenlandse niet geldscheppende sector : 1. Chartaal geld
2. Giraal geld : a) aangehouden door de bedrijven en particulieren b) aangehouden door de overheid 3. Quasi-monetaire liquiditeiten : a) aangehouden door de bedrijven en particulieren : - deposito's in Belgische franken op meer dan één maand - deposito's in Belgische franken op depositoboekjes - deposito's in deviezen b) aangehouden door de Schatkist 4. Obligatieleningen 5. Andere : a) tegenover het Rentenfonds b) tegenover de parastatale kredietinstellingen c) tegenover de Schatkist D. Andere TOTAAL DER PASSIVA
155,4 159,5 160,0 162,4 172,9 187,2 194,3 199,9 201,8 207,6 212,4 218,1 227,6 242,0
242,0 249,5 256,8
Voor de verklaring van de verschillen tussen de nieuwe en de oude reeks (voorgaande kolom) verwijzen wij de lezer naar het artikel « Geldscheppende instellingen - Herziening van sommige statistische gegevens (hoofdstuk XIII) » opgenomen in het Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting, XXXVIIIe jaargang, deel II, nr 3, september 1963, blz. 174-177. 2 Voor de data vódr 80 juni 1983 hebben de bedragen opgenomen in de rubriek « 8a) in buitenlandse valuta's uitsluitend betrekking op de convertibele vreemde geldsoorten, terwijl die van rubriek « 8b) in Belgische franken e niet enkel betrek. king hebben op de Belgische franken doch ook op de niet-convertibele buitenlandse valuta's. Deze laatste vertegenwoordigen slechts geringe bedragen. 7 Incl. de verrichtingen in Belgische franken aan de internationale instellingen gevestigd in de B.L.E.U.
d) - Totaal der geldscheppende instellingen - Activa - Driemaandelijkse cijfers 30-6-60
30-9-60
31-12-60
31-3-61
30-6-61
30-9-61
31-12-61
81-3-62
30-6-62
30-9-62
31-12-62
31-3-63 I
68,3 6,7 1,2 4,8 0,3
68,6 6,7 1,2 4,2 0,2
30-6 83 r
30-6-63 4
80-9-63
31-12-63
A. Vorderingen op het buitenland : 1. Goud 2. Deelneming in het I.M.F. 3. Obligaties 4. Uitvoeraccepten in Belgische franken 5. Vordering op de E.B.U. 1 6. Andere : a) in deviezen 2 b) in Belgische franken 2 7. Statistische aanpassing. Totaal van de vorderingen op het buitenl.
59,1 4,4 0,8 2,1 5,5
59,5 4,4 1,1 2,2 5,5
54,7 4,4 1,0 2,0 4,1
58,5 4,4 1,0 3,3 3,5
56,6 4,4 1,3 3,2 3,1
53,7 4,4 1,4 4,4 2,4
58,3 7,4 1,4 3,5 0,7
62,4 8,0 1,6 3,5 0,4
64,9 7,2 1,4 2,9 0,4
66,8 7,5 1,3 4,7 0,3
67,1 6,7 1,2 3,1 0,3
68,6 6,5 1,2 5,3 0,2
68,6 68,4 68,6 6,5 7,0 7,1 0,8 v 0,9 v 1,1 5,3 5,5 5,5 0,1 0,1 0,2
15,0 18,2 18,6 24,4 27,7 33,9 33,5 35,6 34,2 29,1 30,6 32,3 37,1 43,4 2,3 2,3 3,2 2,4 2,2 2,6 2,3 2,0 2,2 2,5 2,3 2,2 3,3 4,9 0,7 - 0,3 - 0,3 - 0,9 - 0,5 - 0,2 - 0,3 - 0,4+ 0,3- 0,4 -I- 0,6+ 0,1 + 0,7 -0,1 88,5 92,9 87,7 96,6 98,0 102,6 106,8 113,1 113,5 111,8 111,9 115,9 122,0 130,0
43,5 45,0 44,9 5,3 5,6 5,5 130,2 v132,5 v132,8
Kolom va n ta belXIII.1 . Gezamen lij ke balansen van de geldse llep. inste l. , waarin rk rubriekbegrep en is
81-3-60
(Miljarden franken)
(6)
B. Vorderingen op de binnenlandse geldscheppende sector : 1. Munten en biljetten 2. Andere : a) op de Nationale Bank van België b) op de openbare instellingen c) op de depositobanken • C. Vorderingen op de binnenlandse niet •geldscheppende sector : 1. Op de Staat : •. a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : - obligaties verkrijgbaar door het publiek - overige 2. Op de lagere overheid en de administratieve parastatale instellingen : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : - obligaties verkrijgbaar door het publiek - overige 3. Op de bedrijven, particulieren en parastatale bedrijven : a) accepten b) handelspapier c) voorschotten d) obligaties : - verkrijgbaar door het publiek - overige 4. Op het Rentenfonds : op ten hoogste één jaar 3 5. Op de parastatale kredietinstellingen : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : - obligaties verkrijgbaar door het publiek - overige D. Andere TOTAAL DER ACTIVA
2,7
2,9
2,7
3,0
2,9
2,7
2,7
2,8
2,8
2,9
2,7
2,9
2,9
2,8
2,8
3,0
3,1
1,8 2,1 2,2
0,4 1,5 2,1
0,3 2,6 3,4
1,0 3,1 2,1
1,8 2,1 2,3
0,2 1,5 2,8
0,4 2,1 3,7
4,0 1,8 3,3
2,5 0,8 3,4
0,1 1,0 3,2
0,1 0,9 3,4
1,6 2,6 4,9
2,2 0,9 4,5
0,1 0,6 4,7
0,1 0,6 4,3
0,1 0,6 7,4
2,3 3,4 5,0
71,3
74,3
80,8
73,3
80,6
86,2
90,7
82,6
80,3
84,1
85,7
57,1
67,9
73,2
73,2 v 72,5 v 76,6
(7)
25,2 37,1
24,8 37,1
24,8 37,1
25,4 37,2
25,6 37,2
26,7 36,4
27,1 36,4
28,1 36,8
30,4 36,6
31,1 36,6
32,4 36,7
36,1 55,9
37,7 54,2
37,0 54,3
39,9 v 39,8 v 40,1 54,3 v 54,3 v 54,8
(7) (7)
2,1
1,8
0,9
2,1
1,5
2,1
1,6
3,4
2,6
2,5
3,2
4,5
3,3
3,4
3,4
3,4
4,3
(9)
1,6 0,7
1,9 0,8
2,0 0,8
1,8 0,8
1,9 0,9
1,8 0,9
1,7 0,9
1,8 0,9
2,0 1,0
2,0 1,0
2,3 1,1
2,1 1,1
1,6 1,1
1,9 1,0
0,7 v 1,0 v
0,9 v 1,0 v
0,8 1,0
(9) (9)
2,1 21,5 24,9
2,9 20,0 26,3
2,2 20,9 25,7
2,8 24,0 26,2
2,0 23,0 26,4
2,3 23,7 28,1
2,3 24,2 28,1
4,1 27,1 30,1
3,9 27,7 30,1
4,6 27,8 31,2
5,3 29,6 31,9
5,8 31,4 35,7
3,8 35,4 35,2
5,0 36,1 37,6
6,1 42,4 42,5
(11) (11) (11)
2,0 0,3
1,9 0,3
1,6 0,3
1,6 0,3
1,9 0,7
2,0 1,0
2,0 1,0
2,3 1,0
2,4 0,9
2,9 0,9
2,9 0,9
2,9 1,0
2,9 1,0
3,1 1,0
2,4 v 1,0 v
2,4 1,0
(15) (15)
6,1
7,5
3,9
5,8
8,4
10,0
11,7
11,0
8,0
8,6
8,6
7,0
--
--
5,0 36,6 37,4
4,9 37,5 39,8 2,4 v 1,0 v --
--
(8) (14)
5,1 0,2
5,3 0,2
5,3 0,2
5,4 0,2
5,6 0,2
5,9 0,5
6,1 0,7
6,7 0,7
7,6 0,8
8,3 0,8
8,5 0,8
8,9 0,8
9,3 0,8
9,9 0,6
9,9 v 10,1 v 10,2 0,6 v 0,6 v 0,6
(14) (14)
30,1
34,3
36,5
46,7
51,3
53,8
56,7
58,0
57,2
57,8
55,4
55,7
70,1
79,0
77,2 v 75,5 v 78,2
(15)
327,8 339,3 339,7 359,5
374,3 391,2 406,9 419,6 414,5 419,2 424,3 434,6 457,4 481,3
480,6 487,3
508,4
1 Bilateraal gemaakte vorderingen op de debiteurlanden, bij de vereffening van de E.B.U. 2
3 4
Voor de data v66r 30 juni 1963 hebben de bedragen opgenomen in de rubriek • 0a) in buitenlandse valuta's • uitsluitend betrekking op de convertibele vreemde geldsoorten, terwijl die van rubriek • Ob) in Belgische franken • niet enkel betrekking hebben op de Belgische franken doch ook op de niet-convertibele buitenlandse valuta's. Deze laatste vertegenwoordigen slechts geringe bedragen. De data, waarop het Rentenfonds geen cijfers heeft gepubliceerd, zijn de vorderingen op het Rentenfonds begrepen in rubriek D. • Andere Voor de verklaring van de verschillen tussen de nieuwe en de oude reeks (voorgaande kolere) verwijzen wij de lezer naar het artikel • Geldscheppende instellingen - Herziening van sommige statistische gegevens (hoofdstuk XIII) • opgenomen in het Tijdschrift voor Documentatie cn Voorlichting, XXXVIlle jaargang, deel 11, nr 3, september 1963, blz. 174 - 177.
31-3-60
-
Totaal der geldscheppende instellingen - Passiva - Driemaandelijkse cijfers
30.6-60
30-9-60
31-12-60
81-8-81
30-6-61
30-9-61
31-12-61
31-3-62
30-6-62
30-9-62
31-12-62
31-3-63
30-6 -63
r
(Miljarden franken)
30-6-63
30-9-63
31-12-63
A. Verplichtingen aan het buitenland :
1. I.M.F. 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2• 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 2. B.B.II 0,1 0,1 3. Andere : a) in deviezen 2 5,6 6,9 9,1 9,2 12,4 22,4 23,0 21,3 15,5 16,4 17,2 20,4 21,7 28,1 b) in Belgische franken 1 2 10,5 11,6 12,0 13,5 12,7 12,3 13,0 14,4 13,3 13,7 13,7 15,1 15,7 16,7 4. Statistische aanpassing -0,8 -0,4 -0,8 -1,1 -0,7 -0,5 -0,4 -0,6 -0,1 -0,9 -0,1 -0,3 A-0,6 +0,6 Totaal der verplichtingen aan het buitenland 15,6 18,4 20,5 21,8 24,6 34,4 35,8 35,3 28,9 29,4 31,0 35,4 38,2 45,6 --
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
0,2
0,2
0,2
--
--
-
29,1 19,3
32,4 20,9
34,4 20,6
--
--
--
48,6
53,5
55,2
Ro1om van tabel XIII I. Gezam en lijke ba lansen da geldschep. ins tel. • wi I de rubriekbegrep en
d)
(6
B. Verplichtingen aan de binnenlandse geldscheppende sector :
1. Munten en biljetten 3 2. Andere : a) aan de Nationale Bank van België b) aan de openbare instellingen c) aan de depositobanken
2,7
6,1
2,9
2,7
3,0
2,9
2,7
2,7
2,9
2,8
2,9
2,7
2,9
2,9
2,8
2,8
3,0
3,1
...
2,1
...
...
0,1
...
...
...
...
...
1,3
0,4
0,3
0,3
1,6
0,3
4,0
4,2
5,9
6,2
4,4
6,2
8,8
6,7
4,2
4,4
7,5
7,2
4,8
4,4
6,5
10,3
C. Verplichtingen aan de binnenlandse niet geldscheppende sector :
1. Chartaal geld 4
118,8 122,1 123,6 126,9 125,5 127,9 129,1 132,2 131,0 135,3 136,7 141,7 143,8 149,7
2. Giraal geld : a) aangehouden door de bedrijven en particulieren 5 b) aangehouden door de overheid 3. Quasi-monetaire liquiditeiten : a) aangehouden door de bedrijven en particulieren : -- deposito's in Belgische franken op meer dan één maand - deposito's in Belgische franken op depositoboekj es • - deposito's in deviezen b) aangehouden door de Schatkist 4. Obligatieleningen 5. Andere : a) tegenover het Rentenfonds 6 b) tegenover de parastatale kredietinstellingen c) tegenover de Schatkist D. Andere TOTAAL DER PASSIVA
149,7 150,1 153,7
(1)
110,0 106,5 113,1 12,7 11,2 12,1
(1) (1)
86,2 7,5
89,6 8,2
81,9 8,6
86,4 7,3
88,4 8,7
90,4 8,4
89,8 9,6
95,2 10,0
95,8 9,6
99,3 10,4
99,0 102,2 106,4 110,9 11,0 10,6 12,5 12,7
20,3
17,7
18,1
19,1
21,7
22,3
25,2
27,3
30,6
30,5
31,9
28,6
28,6
27,9
27,9
26,6
25,8
(2)
15,8 4,8 0,5 6,9
15,7 5,8 0,3 7,1
15,6 8,0 0,3 7,3
15,6 7,2 0,2 7,6
15,8 7,9 0,2 7,9
15,7 7,9 0,2 8,2
15,9 8,4 0,1 8,4
16,3 8,0
17,4 7,9
18,4 8,0
19,9 7,4
22,1 7,4
23,4 8,2
23,4 8,2
26,4 8,4
29,2 9,1
8,6
16,9 8,2 0,1 9,1
9,8
10,4
11,1
(2) (3) (4) (13)
4,2
5,4
...
...
...
...
0,1
0,7
4,4 0,4
6,0 0,2
8,2 0,5
5,8 0,6
4,8 1,4
4,1 0,2
2,7 0,3
0,1 0,3
...
...
...
...
...
...
11,1
11,2
--
--
0,1
0,4
--
--
--
--
--
--
-
--
-
--
--
--
--
-
38,4
42,1
46,7
57,5
59,7
62,4
67,0
68,3
68,6
67,8
67,8
65,3
76,7
83,1
327,8 339,3 339,7 359,5 374,3 391,2 406,9 419,6 414,5 419,2 424,3 434,6 457,4 481,3
...
...
...
11,2
11,3
11,4
--
--
--
--
--
--
(8) (14) (7)
80,7
81,6
84,5
(15)
0,4
0,6
0,5
480,6 487,3 508,4
1 Voor de N.B.B., inbegrepen de verbintenissen in Be gische franken tegenover de internationale instellingen andere dan het I.M.F. en de E.B.U.; voor de andere geldscheppende instellingen, inbegrepen de
verbintenissen in Belgische franken
tegenover de internationale instellingen gevestigd in de B.L.E.U., sedert men deze heeft kunnen verwijderen uit de binnenlandse niet geldscheppende sector, t.t.z. sedert juni 1958. 2 Voor de data vóór 80 juni 1983 hebben de bedragen opgenomen in de rubriek e 3a) in buitenlandse valuta's • uitsluitend betrekking op de convertibele vreemde geldsoorten, terwijl die van rubriek • 8b) in Belgische franken • niet enkel betrekking hebben op de Belgische franken doch ook op de niet-convertibele buitenlandse valuta's. Deze laatste vertegenwoordigen slechts geringe bedragen. 3 N.B.B. : inclusief de munten en biljetten van de Schatkist die door andere geldscheppende instellingen dan de Nationale Beuk worden aangehouden. Geldscheppende openbare instellingen : alleen de munten en biljetten van de Schatkist in de handen van de Nationale Bank van België. 4 De cijfers van deze rubriek zijn onderschat voor de Nationale Bank van België en overschat voor de openbare instellingen voor een bedrag gelijk aan de munten en biljetten van de Schatkist, die door de andere geldscheppende instellingen dan de Nationale Bank van België worden aangehouden. 5 N.B.B. : inclusief de rekeningen op zicht van de parastatale instellingen, behalve die van het Rentenfonds, hetwelk onder C5a of D e Andere • voorkomt. Geldscheppende openbare instellingen : inclusief de rekeningen op zicht van de parastatale instellingen, behalve deze van bepaalde administratieve parastatale instellingen welke in rubriek C2b begrepen zijn. 5 Op de data, waarop het Rentenfonds geen cijfers heeft gepubliceerd, zijn de verplichtingen aan het Rentenfonds begrepen in rubriek D. « Andere •. T Voor de verklaring van de verschillen tussen de nieuwe en de oude reeks (voorgaande kolom) verwijzen wij de lezer naar het artikel • Geldscheppende instellingen - Herziening van sommige statistische gegevens (hoofdstuk IUD • opgenomen in het Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting, XXXVIIIe jaargang, deel II, nr 8, september 1963, blz. 174-177.
— 210
—
XIII - 3. — GELDHOEVEELHEID EN QUASI-MONETAIRE LIQUIDITEITEN (Veranderingen in miljarden franken) A.- VERANDERINGEN Geldhoeveelheid
Quasi • monetaire liquiditeiten
+20
+20
; 'n< p- - ;g< ■• •<
■,
.■ ..
I• ■
■
•,
* tP 4P
. 4.
i
.ft.
■
•.
■■ •1•i ■;* li•4.■ •
- - -4! .• .' 4
• ',
>I.
>.
.
g> •
' .
>
:ra..
>
40›,• 'r
■
r
'ea.
•
ie
> •4 •o 4<
i I .' 4k.
' '
..
<
+10
e
'o.. :
■
41 <>
r`4'n • I. •1 • •
+10
<>
‘L
'.... :"...•:•
■■ 4 ■ k.,› : .tr .^.
0
1 52
54
58
56
82
60
52
56
54
58
60
02
B. - OORZAKEN VAN DE VERANDERINGEN Transacties met het buitenland
Kredieten aan bedrijven en particulieren
'•••••• :4* • •
•V V V '
*• *4 •
+10
+10.
,› ,4, •
••
• • Ik • • :
"■
:
•
>
:.
t
'•'fi
■
4.,
i .. . •
'
›,,.. . , ■ . 0.....■ 2".• .• • ...... ... • .
• 1V ". . 4I •■■•.■ . •
..1
■ ■ : ■
•
• 0.4 *.•
1
— 10
1
52
1
1
1
54
1
56
I
I
I
58
I
60
1 62
52
1
1 54
Geldschepping ten behoeve van de overheid
1
1 56
1
I 58
1
10 62
TegeldemakIng van overheidspapier
+8
+8
,....• II> • g `1.• ■1 •• I. 1 1.
0
'•'•'■ ......1 .■ '11 '4 Ile" "Ir, ■ ihr •—.
■
'IVIli'll 4,, 1
4
• . •
..
•••'
> WV4 •‹ ••• .■• •■ 2 !•■ 2 .. .......4. ■•.. *■
.
,•4.
.
• ■.
■1
4
'›
4
• • •-• • .1 •-■ ■ • . • .
41
. ■■ . AI ...■ .•
• •• ••
IIir ' -
........
......
Ir
I•
I
1 52
1
1 54
1 56
1 58
1
1 60
1
4
62
52
54
56
58
60
62
XIII - 3. - OORZAKEN VAN DE VERANDERINGEN IN DE GELDHOEVEELHEID (miljarden franken)
Tijdvak
Geldhoeveelheid
(1)
1958
kwartaal 4° kwartaal Totaal
Quasimonetaire liquiditeiten
(2)
Totaal van de geldhoeveelheid en van de quasimonetaire liquiditeiten (8)
Transacties met het buitenland (excl. de transfers en de kapitaaltransacties
Geldschepping ten behoeve van de overheid
Tegeldemaking van overheidspapier
door overdracht van effecten van de schuld
door nettooverdracht van deviezen
van de andere overh e id,
aankoop op de markt door de geldschep-
instellingen 3
jetegen instellingen
Rentenfonds
Discontokredieten. voorschotten en acceptkredieten aan in België gevestigde bedrijven en particulieren
(4)
(5)
(6)
(7)
(8)
(9)
(10)
ovveaill edi.1)
van de Staat
door tussenkomst van h et
Obligatieleningen van de depositobanken
Kredieten aan niet geldscheppende financiële instellingen
Diversen
(11)
(12)
(13)
- 2,7 1 + 7,5 +12,9 1
+ 0,7 1 + 0,6 + 2,4 1
- 2,0 + 8,1 +15,3
+ 2,8 + 2,6 +14,9
- 4,9 + 7,1 + 4,3
+ 0,8 - 0,1 + 1,4
- 0,6 + 0,4 - 0,1
+ 1,0 + 0,2 + 1,9
+ 1,3 - 0,4 + 2,2
- 2,2 + 0,4 - 8,4
- 0,5 - 0,3 - 1,7
+ 0,6 + 0,5 + 1,7
- 0,3 - 2,3 - 0,9
1959 1° kwartaal 2e kwartaal 3° kwartaal 4" kwartaal Totaal
+ 0,2 + 4,3 - 4,4 + 6,7 + 6,8
+ 3,4 - 0,9 + 1,6 + 1,7 + 5,8
+ 3,6 + 3,4 - 2,8 + 8,4 +12,6
- 2,1 + 0,3 - 0,3 + 2,8
+ 0,1 - 1,1 + 0,3 - 3,3 - 4,0
+ 0,4 + 1,1 - 0,8 ... + 0,7
+ 1,3 + 0,2 + 0,7 - 0,4 + 1,8
+ 1,2 + 0,9 - 0,4 - 0,3 + 1,4
+ 1,4 - 0,4 + 0,3 + 3,1 + 4,4
- 0,2 - 0,1 ... ... - 0,3
+ 0,2 + 0,3 + 0,6 - 0,2 + 0,9
+ 0,1 + 1,9 - 1,0 - 1,0 ...
1960 1° kwartaal 2° kwartaal 3° kwartaal 4° kwartaal Totaal
- 3,9 + 7,4 - 5,2 2 + 6,1 2 + 4,4 2
+ 5,1 - 1,8 + 2,8 2 ... 2 + 6,1 2
+ 1,2 + 5,6 - 2,4 2 +10,5 2
+ 0, 7 + 4,7 - 0,1 - 4,6 + 1,6 + 1,6
+ 1,2 + 0,3 - 2,2 + 7,7 + 7,0 - 2,8 + 3,7 + 7,3 - 5,2 + 3,0
- 3,9 + 1,3 - 1,8 + 5,3 + 0,9
+ 1,7 - 0,1 - 0,7 + 1,3 + 2,2
+ 1,0 - 0,5 ... - 0,3 + 0,2
+ + + + +
0,2 0,2 1,0 0,5 1,9
+ 0,4 + 0,7 - 0,5 + 4,1 + 4,7
-
... 0,2 0,2 0,3 0,7
+ 0,6 + 0,1 - 0,4 - 0,4 - 0,1
- 0,7 + 0,5 - 2,5 - 0,5 - 3,2
1961 1° kwartaal 2° kwartaal Se kwartaal 4° kwartaal Totaal
+ 2,1 2 + 4,1 + 1,7 2 + 8,8 2 +16,7 2
+ + + + +
+ 5,4 2 + 4,5 + 5,3 2 +10,6 2 +25,8 2
- 1,5 + 0,4 + 4,5 + 5,6 + 9,0
+ 5,2 + 5, 9 + 3,6 - 6,2 + 8,5
... - 6,4 - 1,5 + 0,6 - 7,3
- 0,6 + 0,6 - 0,4 + 2,5 + 2,1
+ 1,1 - 0,1 + 0,4 + 0,1 + 1,5
- 0,5 + 0,3 ... + 0,6 + 0,4
- 1,6 + 2,7 + 0,5 + 6,6 + 8,2
-
0,3 0,3 0,2 0,2 1,0
+ 0,8 + 0,7 + 0,4 + 0,5 + 2,4
+ 2,8 + 0,7 - 2,0 + 0,5 + 2,0
1962 1° kwartaal 2° kwartaal 3° kwartaal 4° kwartaal Totaal
- 1,1 + 8,7 + 1,6 + 7,9 +17,1
+ 4,2 ... + 2,6 - 2,5 + 4,3
+ 3,1 + 8,7 + 4,2 + 5,4 +21,4
+ 4,0 + 2,0 + 0,4 - 0,2 + 6,2
- 1,2 + 4,0 + 4,4 - 4,3 + 2,9
+ 2,3 - 4,1 - 2,2 + 0,1 - 3,9
- 0,2 - 0,1 + 0,9 + 1,6 + 2,2
+ 0,2 + 0,6 + 0,4 - 0,7 + 0,5
- 0,6 + 0,5 - 0,1 + 0,9 + 0,7
+ 0,4 + 1,8 + 3,3 + 6,1 +11,6
-
0,5 0,7 0,6 0,6 2,4
- 0,2 + 2,3 - 0,2 + 0,6 + 2,5
- 1,1 + 2,4 - 2,1 + 1,9 + 1,1
1963 1° kwartaal 2e kwartaal . (r.) 3° kwartaal 4e kwartaal Totaal
+ 8,1 +10,6 - 4,5 +11,1 +25,3
+ + + + +
+10,3 +12,0 - 2,6 +13,8 +33,6
+ 2,9 + 0,4 v - 0,9 v - 0,9 v + 1,5
+ 9,8 + 5,1 v - 0,7 v + 7,6 v +21,7
+ 0,9 + 0,8 v - 1,3 v - 1,1 v - 0,7
- 1,3 + 0,1 v + 0,1 v + 0,9 v - 0,2
- 0,2 - 0,4 v - 0,5 v + 0,4 v - 1,4
+ 0,2 + 0,9 - 0,4 - 0,9 - 0,1
+ 1,6 + 4,2 + 3,2 + 8,8 +17,8
-
0,1 0,1 0,1 0,1 0,4
+ 0,5 ... v - 0,2 v + 0,2 v + 0,6
- 4,0 + 1,0 v - 1,8 v - 0,3 v - 5,2
3e
3,3 2 0,4 3,6 2 1,8 2 9,1 2
2,2 1,4 1,9 2,7 8,3
+
6,1 2
N. B. - Voor de indeling van de • Geldhoeveelheid ., zie tabel 4, hoofdstuk XIII. - Voor de indeling van de • Transacties met het buitenland s, zie tabel 5, hoofdstuk XIII. - Voor de wijze van opstelling, zie opmerking onderaan tabel 1, hoofdstuk XIII. 1 De bankrekeningen op meer dan één maand van de financiële vennootschappen die tot juli 1958 in de geldhoeveelheid begrepen waren, konden van augustus 1958 af bij de quasi-monetaire liquiditeiten ingedeeld worden. De cijfers van de kolommen (1) en (2) van bovenstaande tabel wat betreft de veranderingen van de geldhoeveelheid en van de quasi-monetaire liquiditeiten in het .derde kwartaal van 1958 en in het jaar 1958 houden geen rekening met de boekhoudkundige bewegingen die het gevolg waren van deze wijziging van de statistiek. - 2 Tijdens het derde kwartaal van 1960 werden de deposito's in de Belgische banken van Kongolese ingezetenen, niet banken, die tot dan toe in de monetaire statistieken niet van de rekeningen van ingezetenen waren onderscheiden in • financiële s buitenlandse rekeningen omgezet; later werd een deel van deze rekeningen opnieuw met rekeningen van ingezetenen gelijkgesteld. Deze omzettingen veroorzaakten in de geldhoeveelheid en de quasi-monetaire liquiditeiten een louter boekhoudkundige vermindering van F 0,9 miljard in het derde kwartaal van 1960 en boekhoudkundige vermeerderingen van F 0,3, F 0,2 F 0,1 en F 0.2 miljard, respectievelijk in het vierde kwartaal van 1960 en het eerste, derde en vierde kwartaal van 1961. Deze boekhoudkundige vermindering en vermeerderingen werden geweerd uit de wijzigingen van de geldhoeveelheid en de quasi-monetaire liquiditeiten, zoals ze in kolommen (1) tot (3) van onderhavige tabel voorkomen. - 3 Incl. de vorderingen op de pensioenfondsen.
XIII
-
4.
- GELDHOEVEELHEID (miljarden franken)
Chartaal geld
Giraal geld in handen van de bedrijven en particulieren 1
Biljetten en munten
Einde periode periode
van de
Deposito's direct opeisbaar
in handen Biljetten van de N.B.B.
Schatkist
Chartale geldkoeveelheid 2
van de Schatkist
Rekeeiogen
en de lagere
courant bij de
overheid
N.B.B. 2
Tegoeden ten op post - 80 dagen bij de rekening , banken en parastatale
Totaal
te
Girale geldhoeveelheld
Totale hoeveelheld
P Procent chartaal
geld
elt;
2
(2)
(3)
(4)
(5)
(6)
(7)
1953 Juni December
5,8 5,9
98,4 101,6
102,6
6,9 7,1
0,6 0,6
19,6 19,9
46,1 46,8
66,3 67,3
73,2 74,4
175,8 180,3
58,4
105,9
1954 Juni December
5,9 5,9
100,2 102,7
104,3
106,7
8,1 7,4
0,7 0,5
20,2 20,6
49,0 48,4
69,9 69,5
78,0 76,9
182,3 183,6
57,2 58,1
1955 Juni December
5,8 5,6
105,3 107,6
108,6 110,7
7,3 7,9
0,6 0,6
20,4 20,8
50,7 52,5
71,7 73,9
79,0 81,8
187,6 192,5
57,9 57,5
1956 Juni December
5,4 5,4
108,4 111,5
111,4 114,3
6,7 6,5
0,3 0,6
22,6 21,3
54,1 55,6
77,0 77,5
83,7 84,0
196,1
198,3
57,1 57,7
1957 Juni December
5,3 5,4
111,2 112,7
113,9 115,6
7,9 6,4
0,4 0,9
23,0 22,0
56,7 53,2
80,1 76,1
88,0 82,5
201,9 198,0
56,4 58,3
1958 Juni December
5,5 5,5
115,3 117,4
118,1
7,6 7,2
0,4 0,5
23,2 24,0
56,8 57,5 8
80,4 82,0
88,0
206,1
120,3
89,2
209,5
57,3 57,4
1959 Juni December
5,5 5,6
117,5 118,3
120,3
121,3
7,8 7,6
0,4 0,5
24,9 25,8
60,6 61,1
85,9 87,4
93,7 95,0
214,0 216,3
56,2 56,1
1960 Juni December
5,7 5,8
119,3 124,1
122,1 126,8
8,2 7,3 5
0,4 0,7
25,7 26,9
63,5 58,7'
89,6 86,3
97,8 93,6
219,9 220,4
55,5 57,5
1961 Juni December
5,9 6,0
124,8 129,1
127,9 132,2
8,5 10,0
0,4 0,6
27,3 27,9
62,7' 66,7
90,4 95,2
98,9 105,2
226,8 237,4
56,4 55,7
1962 Juni December
6,1 6,2
132,1 138,5
135,3 141,7
10,4 10,6
0,4 0,5
29,1 30,4
69,8 71,3
99,3 102,2
109,7 112,8
245,0 254,5
55,2 55,7
1963 Januari Februari Maart April Mei Juni 11
6,2 6,2 6,2 6,2 6,2 6,2
137,1 130,3 140,5
140,5 142;7 143,8 145,5 147,6 149,6
9,2 10,1 12,5 11,4 11,7 12,8
0,3 0,4 0,3 0,3 0,3 0,4
32,7 30,0 30,9 32,2 31,9 32,2
70,5 73,1 75,1 73,5 75,7 78,2
103,5 103,5 106,3 106,0 107,9 110,8
112,7 113,6 118,8 117,4 119,6 123,6
253,2 256,3 262,6 262,9 267,2 273,2
55,5 55,7 54,8 55,4 55,3 54,8
149,6
12,8 10,6 10,1 11,2 9,3 10,8 12,1 9,5
.0.00)0)Cl 0)10c0 ..... 0 0 0 0 0 0 0 0
(9) = (10) = (11) ( 4 ) + (8) ( 3 ) + (9) (8 ) : ( 10 )
(1)
32,2 34,2 30,9 31,3 33,3 31,1 32,9 34,1
77,3 73,1 75,2 74,9 75,4 77,0 79,7 v 75,9
109,9 122,7 272,3 107,7 118,3 269,0 106,4 116,5 267,2 106,5 117,7 267,8 108,9 118,2 268,6 108,4 119,2 269,5 113,1 125,2 278,9 v110,3 v119,8 v271,2
54,9 56,0 56,4 56,1 56,0 55,8 55,1 55,8
(r.)
142,2
144,2 146,2
(8)
58,7
Nieuwe reeks e
0)
02
Juni Juli Auguatue September Oktober November December 1964 Januari
146,2 147,3 147,1 146,8 146,9 147,1 150,5 147,7
150,7 150,7 160,1 160,4 150,3 153,7 151,4
Inclusief administratieve parastatale instellingen. Na aftrek van de kasvoorraden der geldscheppende instellingen. Dank zij een nieuwe indeling werden, vanaf augustus 1958, de rekeningen op meer dan één maand van de financiële maatschappijen bij de banken uit de geldhoeveelheid verwijderd (cfr. tabel XIII - 1, noot 4 ). 4 In beginsel zouden de deposito's in de Belgische banken van de Kongolese ingezetenen niet in de geldhoeveelheid mogen begrepen zijn. De toepassing van dit beginsel stuit nochtans op moeilijkheden van statistische aard. De deposito's op hoogstens één maand in de Belgische banken van de Kongolese ingezetenen, niet-banken, waren dan ook tot einde juli 1960 in de geldhoeveelheid begrepen; zij werden eruit verwijderd in augustus 1960 ten belope van F 0,1 miljard en in september voor een aanvullend bedrag van F 0,4 miljard, maar deze bedragen werden er vervolgens gedeeltelijk terug in opganomen en wel in december 1960, januari, september en oktober 1961 telkens voor F 0,1 miljard. Dit heeft tot gevolg dat de beweging van de cijfers van de kolom (7) van bovenstaande tabel voor de periode juli 1960-oktober 1961 beïnvloed wordt door louter boekhoudkundige factoren. Het cijfer van de girale geldhoeveelheid in handen van de Schatkist en de lagere overheid per einde december 1960 ie abnormaal laag terwille van de wanorde, door de stakingen veroorzaakt. Zonder deze laatste had dit cijfer ongetwijfeld tussen P' 8 miljard en F 9 miljard gelegen. e Voor de verklaring van de verschillen tussen de nieuwe en de oude reeks verwijzen wij de lezer naar het artikel « Geldscheppende instellingen - Herziening van sommige statistische gegevens (hoofdstuk XIII) opgenomen in het Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting, XXXVIlle jaargang, deel II, nr 8, september 1968, blz. 174-177. 1 2 3
XIII - 5. - GOUDVOORRAAD EN NETTODEVIEZENPOSITIE VAN DE GELDSCHEPPENDE INSTELLINGEN (miljarden franken)
Tijdvak
N.B.B.
Overige geldscheppende instellingen
Goudvoorraad en nettodeviezenpositie na statistsche aanpassing Totaal N.B.B. (8) = (1) -I(2)
Evolutie
Evolutie
Bedragen per einde tijdvak 1
Overige geldscheppende iiii%tel er-,
Totaal
(5)
(61
(4)
Schenkingen en kapitaaltransacties van de overheid met het buitenland
Staat
2
(7)
Andere 3
Transacties met het buitenland 4
(excl. de transfers en de kapitaaltransacties van de overheid)
(g) =
Verschil tussen de cijfers van de geldschep. pende instell. [kol. (6)1 en die v.d. betalingsbalans [kol. (WI 5 (101
(6 )
(7) - (8) .
(1)
(2)
1953 Jaar 1954 Jaar 1955 Jaar 1956 Jaar 1957 Jaar 1958 Jaar
52,7 50,9 57,2 57,8 58,4 75,5
- 2,4 - 2,6 -- 2,5 - 3,8 - 2,3 - 3,4
50,3 48,3 54,7 54,0 56,1 72,1
+ 1,1 - 1,8 + 6,3 + 0,6 + 0,6 +17,1
- 0,2 - 0,3 + 0,4 -- 1,3 + 1,2 - 0,8
+ 0,9 - 2,1 + 6,7 - 0,7 + 1,8 4-16,3
+ + -1-
1,9 ... 2,6 ... 2,4 + 0,2 3,8 + 0,3 + 0,7 - 0,2 + 1,4 ...
- 1,0 - 4,7 + 4,1' + 2,8 + 1,3 +14,9
1959 le kwartaal 2e kwartaal 30 kwartaal 4e kwartaal
70,6 73,5 74,7 78 72,3 7
- 0,3 - 3,8 - 3,5 - 1,6
70,3 69,7 71,2 78 70,7 7
- 4,9 + 2,9 - 1,6 78 - 2,5 .7 - 6,1 78
+ + + +
- 2,0 - 0,8 - 0,7 7 - 0,6 7 - 4,1 7,
+ 0,1 ... - 1,1 + 0,3 - 0,7 8 - 3,3 - 0,1 - 4,0 - 0,8 8
- 2,1 + 0,3 - 0,3 + 2,8 + 0,7
1960
74,0 76,3 69,7 80,5
- 1,2 - 1,8 - 2,5 9 - 5,7 9
72,8 74,5 67,2 9 74,8 9
+ 1,7 + 2,3 - 6,6 +10,8 + 8,2
+ 0,2 - 0,7 + 0,3e - 3,7 9 - 3,9 9
+ + + +
1,9 1,6 6,3 9 7,1 9 4,3 9
+ +
+ 1,1 + 0,4 + 0,1 + 0,2 + 1,8
+ + +
4,7 0,1 4,6 1,6 1,6
+ 1,5 + 0,1 + 0,3
1,8 9 5,7 3,0 9 6,3 9 1,8 9
- 0,3 + 0,3 ... + 0,1 + 0,1
+ + + + + + + +
kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 40 kwartaal 1°
2,9 3,7 0,9 1,9 2,0
3,9 1,3 1,8 5,3 + 0,9 ... - 6,4 - 1,5 + 0,6 - 7,3
(8)
-
+ -
0,6 0,7 0,8 0,3 1,2
+ + +
1,2 G,4 2,2 6,0 0,6
4,0 2,0 0,4 0,2 6,2
••• - 0,4 + 0,9 + 0,8
+ + +
6,6 2,5 0,8 0,7 4,0
- 0,8 + 2,9 + 3,4 + 6,7 +12,2
- 1,0 9 - 8,6 - 0,4 9 - 0,4 9 -10,4 9
+ + +
1962
90,5 89,6 88,6 91,0
- 5,9 - 7,2 - 7,7 -10,5
84,6 82,4 80,9 80,5
- 2,2 - 0,9 - 1,0 + 2,4 - 1,7
+ 8,8 - 1,2 - 0,7 - 2,5 + 4,4
+ 6,6 - 2,1 - 1,7 - 0,1 + 2,7
+ 2,3 + 0,3 - 4,1 ... - 2,2 + 0,1 + 0,1 ... - 3,9 + 0,4
+ 4,4 + 3,2
- 0,6 - 2,0
+ 3,8 + 1,2
+ 0,9 + 0,8
... ...
+ 2,9 + 0,4
...
v - 0,9
1°
2°
kwartaal 95. ,4 kwartaal (r) 98,6
-11,6 -14,2
83,8 84,4
-17,0
81,6
- 4,1
1,5 0,4 4,5 5,6 9,0
73,3 9 68,2 70,9 9 77,8 9
1963
+ 0,1 - 3,6 + 4,4 + 0,4 + 2,1 +15,9
+ 1,9
- 6,4 9 -14,4 -15,1 9 -14,9 9
kwartaal kwartaal 30 kwartaal 4e kwartaal
e
(11)
3,4 1,7 6,0 7,1 6,2
79,7 82,6 86,0 92,7
1°
0,8 1,5 2,3 1,1 0,3 0,4
de
betalingsbalans van de B.L.E.U.
+ + + +
1961 le kwartaal 2° kwartaal 3° kwartaal 4" kwartaal
2°
+ + -
Goudvoorraad en nettodeviezenpositie volgens
+ 1,3 - 1,5 + 0,3
+ 2,3 + 1,5
Nieuwe reeks 10
2°
kwartaal
98,6
3°
kwartaal
99,6
v-20,5 v79,1
+ 1,0
v- 3,2
v-2,2
v- 1,3
4e
kwartaal
102,2
v-24,6 v77,6
+ 2,6 +11,2
v- 4,5 v-10,3
v-1,9 v+0,9
v- 1,1 + 0,1 v- 0,7 + 0,1
v - 2,2
0,9 v + 1,5 v -
Een indeling van de goudvoorraad en nettodeviezenpositie per voornaamste categorie van vorderingen en verplichtingen wordt gegeven in tabel XIII-2 en, voor de periode 1950-1960, in het Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting van juli 1961, blz. 20 tot 27. Deze kolom ie dezelfde als kolom (6) van tabel XIII-3. 3 Deze bedragen omvatten inzonderheid de buitenlandse leningen van de lagere overheid en van de administratieve parastatale instellingen en de bewegingen van de door de N.M.H.N. aangehouden vorderingen in internationale akkoorden (zie noot 8 hierna). 4 Cijfers van deze kolom die, berekend zoals onderhavige tabel het aantoont, worden hernomen in kolom (4) van tabel XIII - 3. 5 Dit verschil omvat : a) de schommelingen van de nettotegoeden van de Luxemburgse banken tegenover de andere landen dan België; b) tot 31 december 1960, de schommelingen van de verplichtingen der Belgische banken tegenover de Kongolese maatschappijen; c) de schommelingen van de verplichtingen van de Luxemburgse banken en, tot het tweede kwartaal van 1958, van de Belgische banken tegenover de in de B.L.E.U. gevestigde internationale instellingen; d) sedert het derde kwartaal 1963 de gezamenlijke nettotegoeden van de Luxemburgse ingezetenen bij de Belgische banken. 6 Zie tabel 1 . X - 1, totaal, en tabel IX - 2. rubriek 6. 7 Krachtens de wet van 19 juni 1959 mocht de N.B.B. in haar boeken, als eigen bezit, de vordering aantekenen die de Belgische Staat op het Internationale Monetaire Fonds bezit tot terugbetaling van zijn quotum als lid van liet Fonds en zulks tot beloop van de door haar, ten gunste van liet Fonds en ter ontlasting van de Staat, uitgegeven biljetten, verleende kredieten of gestorte goudbedragen. Een gedeelte van de vordering die de N.B.B. krachtens deze wettelijke beschikkingen boekt, vloeit niet voort uit verrichtingen niet liet Fonds, doch uit eenvoudige overnamen van vorderingen van de Belgische Staat. Dergelijke overnamen hadden plaats ten bedrage van F 2,8 miljard in het derde kwartaal van 1959 en van F 0,1 miljard in het vierde kwartaal van hetzelfde jaar. In het verloop van de n Goudvoorraad en nettodeviezenpositie na statistische aanpassing [kol. (4) en (6)] wordt met die bedragen geen rekening gehouden. 8 Ten gevolge van de Conventie van 1 juli 1959. kocht de N.M.K.N. van de N.B.B. verscheidene gevestigde vorderingen in betalingsakkoorden af. Deze afkopen verklaren, voor ongeveer 0,6 miljard, de vermindering van de goudvoorraad en nettodeviezenpositie van de N.B.B. [kol. (1)] tijdens het derde kwarten' van 1959. Evenals de latere terugbetalingen dOor het buitenland van afgekochte vorderingen, oefenen ze echter geen invloed uit op het saldo van de transacties niet, liet buitenland opgenomen in kolom (9); in de evolutie van de goudvoorraad en nettodeviezenpositie worden zij inderdaad gelijkgesteld met kapitualtransacties van de overheid (andere dan de Staat) met liet buitenland en komen dan ook voor in de kolom (8). Tijdens liet derde kwartaal van 1960 werden de deposito's van de Kongolese ingezetenen bij de Belgische banken, waarmee tot dan toe geen rekening kon gehouden worden voor de berekening van de goudvoorraad en nettodeviezenpositie van de geldscheppende instellingen zoals deze in kolommen (2) en (3) van onderhavige tabel voorkomt, in « bilaterale • of • financiële • buitenlandse rekeningen omgezet; later werd een deel van de financiële rekeningen opnieuw niet rekeningen van ingezetenen gelijkgesteld. Deze omzettingen brachten in de goudvoorraad en nettodeviezenpositie van de geldscheppende instellingen tijdens het derde kwartaal van 1960 een loutere boekhoudkundige vermindering teweeg van 1,3 miljard en boekhoudkundige vermeerderingen van F 0,8, F 0,2, F 0.1 en I, 0.2 miljard respectievelijk in het vierde kwartaal van 1960 en het eerste, derde en vierde kwartaal van 1961. Deze boekhoudkundige vermindering en vermeerderingen werden geweerd uit de evolutie van de n goudvoorraad en nettodeviezenpositie na statistische aanpassing n. [kol. (5) en (6)]. 1 0 Voor de verklaring van de verschillen tussen de nieuwe en de oude reeks verwijzen wij de lezer naar het artikel • Geldscheppende instellingen - Herziening van sommige statistische gegevens (hoofdstuk XIII) • opgenomen in het Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting, XXXVIIIe jaargang, deel II, tir 3, september 1968, blz. 174-177. 1
2
XIII
6.
-
-
BALANSEN VAN DE NATIONALE BANK VAN BELGIE (1951 1958) -
(miljoenen franken) 1958 1957 1958 1951 1954 1955 1952 1958 81 december 31 december 31 december 31 december 81 december 81 december 81 december 81 december
Posten
ACTIVA
Goudvoorraad Tegoed op het buitenland Te ontvangen deviezen en goud Vorderingen op het buitenland in het kader van betalingsakkoorden : a) b) c) d)
E.B.U. landen, leden van de E.B.U. landen, leden van het E.M.A. andere landen
Debiteuren termijnverkopen dev. en goud Handelspapier op België Voorschotten op onderpand Mobilisering van spec. rekeningen E.B.U.
38.911 3.338
46.385 259
46.247 995 2.986
45.767 1.923 350
63.487 1.415 280
13.440 942
8.596 709
9.138 712
9.743 422
6.825 1.744
646 1.476 9.152 394
304 20 8.319 721
580 1.448 9.511 291
821 1 8.399 210
772 89 11.395 453
879 1.464 14.384 2.726
7.806 1.312 44 774 72 4.103 510
166
227
6.460
6.035
7.970
7.895
8.800
5.900
6.615
7.840
1.824 69
445 225
1.183 44
783 118
1.836 89
202
345
247
548
700 1
690 1
42 1 1.325 673 1
11
70
650 2
34.660 2.072 395 1.318
34.456 2.239 210 1.416
34.243 2.379 175 1.468 1.003 239 127.813
31.771 178
35.180 1.431 2.492
38.787
15.202 4.709
14.951 1.640
868 2.170 8.890 345
(K.B. van 22.3-1952 en 26-7.1952)
903 1.994
Overheidseffecten (art. 20 der statuten.
Overeenkomsten van 14 september 1948 en 15 april 1952) : a) schatkistcertificaten b) papier uitgegeven door instellingen waarvan de verbintenissen door de Staat gewaarborgd zijn c) andere overheidseffecten
Rekening-courant van de Schatkist Deel- en pasmunt Tegoed bij de Dienst der Postchecks Rekening A Rekening B
Geconsolideerde vordering op de Staat (art. 3, § b van de wet v. 28 juli 1948)
Overheidsfondsen (art. 18 en 21 der stat.) Te innen waarden Gebouwen, materieel en meubelen Waarden van de Pensioenkas van het Personeel Overgangsrekeningen
1 1.018
2 803
2 468
2 240
34.860 1.221 365 740
34.763 1.478 167 889
34.660 1.678 130 967
34.660 1.792 1.061
151
34.660 1.914 171 1.179
633 165
674 225
707 270
744 176
810 224
885 197
111.691
113.579
112.826
111.880
115.285
121.145
957 244 124.241
PASSIVA
Bankbiljetten in omloop Rekeningen-courant en diversen : gewone rekening rekeningen Akkoord voor Econ. Samenwerking . Schatkist buitengewone conjunctuurtaks (Wet van 12-3-1957) Organismen door een bijzondere wet beheerd en openbare besturen Banken in België Banken in het buitenland : gewone re-
keningen
Particulieren Te betalen waarden
Verbintenissen tegenover het buitenland in het kader van betalingsakkoorden : a) landen, leden van de E.B.U. b) landen, leden van het E.M.A. c) andere landen Totaal der verbintenissen op zicht
94.967
97.784
101.592
102.679
107.556
111.533
112.670
117.353
30
24
27
29
11
11
19
8
1.044
1.341
193
88
57
28
20
--
--
--
--
--
--
--
209
632
310 1.805
405 2.446
364 2.143
269 1.997
277 1.888
320 1.663
524 2.546
313 2.876
475 393 831
476 253 447
920 261 465
1.035 280 362
171 348 390
229 321 450
179 340 654
181 174 474
644 -1.120 101.619
1.471 -879 105.526
352 -695 107.012
71 -462 107.272
277 -747 111.722
752 -273 115.580
268 -268 117.697
231 137 302 122.681
1.079
3.872
2.817
Speciale provisie : voor E.B.U.-voorschotten : a) speciale rekeningen (K. B. van 15-9-1951,22-3-1952 en 26 7.1952) b) Schatkist c) Overeenkomst van 14-9-54 : N.M.K.N.
--
--
--
--
--
--
--
--
--
-
--
--
-
Te leveren deviezen en goud Pensioenkas van het Personeel Overgangsrekeningen Kapitaal Reservefonds : a) Statutaire reserve b) voorzorgsfonds c) rekening der afschrijvingen op gebouwen, materieel en meubelen
Te verdelen nettowinst
4.057
--
--
--
--
2.478 633 122 400
1.483 674 106 400
32 707 200 400
1.498 744 143 400
71 810 284 400
275 1.551 885 289 400
475 1.850 957 537 400
500 370 1.003 446 400
208 228
232 234
256 243
283 243
315 245
349 247
385 248
425 254
616 251 111.691
789 263 113.579
867 292 112.826
961 336 111.880
1.079 359 115.285
1.208 361 121.145
1.306 386 124.241
1.353 381 127.813
-
N. B. - Het Jaarverslag van de N.B.B. bevat, in bijlage, al de weekstaten voor het verslagjaar. Het geeft eveneens een beknopte toelichting bij de voornaamste balansposten.
- 215 -
XIII - 6. - BALANSEN VAN DE NATIONALE BANK VAN BELGIE (sedert 1959) (Miljoenen franken)
Posten
1959 31 december
1960 31 december
1961 31 december
1962 81 december
1963 31 december
62.424 20.432 6.856
68.248 12.848 2.935
68.566 21.532 10.924
ACTIVA Goudvoorraad Vreemde valuta's Te ontvangen vreemde valuta's en goud Activa in het buitenland, in Belgische franken Internationale akkoorden (Wetten van 28-7-1948 en 19-6-1959) : a) E.B.U. b) E.M.A. c) I.M.F. d) andere akkoorden Debiteuren wegens termijnverkopen van vreemde valuta's en goud Handelspapier Voorschotten op onderpand Overheidseffecten (Art. 20 der statuten Overeenkomsten van 14-9-1948, 15-41952 en 1-2-1963) Deel- en pasmunt Tegoed bij het Bestuur der Postchecks Geconsolideerde vordering op de Staat (Wetten van 28-7-1948 en 19-6-1959) . Overheidsfondsen (art. 18 en 21 der stat.) Gebouwen, materieel en meubelen Waarden van de Pensioenkas van het Personeel Diversen Orderekening : Bestuur der Postchecks : Tegoed voor rekening van de Minister van Nationale Opvoeding en Kultuur (Schoolpakt, wet van 29 mei 1959, artikel 15)
56.693 4.407 224
58.525 12.605 6.775
1.500
7.989
251 ... 6.738 ...
118 ... 7.064 ...
11.821 6.773 51
18.494 5.086 74
12.341 10.083 3.022
21.093 9.290 1.655
8.215 645 2
6.040 617
5.140 326 2
9.275 247
1
6.515 490 2
34.030 2.469 1.508
34.000 2.519 1.519
34.000 2.568 1.539
34.000 2.627 1.593
34.000 2.703 1.657
1.032 515 128.531
1.075 698 150.916
1.168 544 168.594
1.278 1.778 163.210
1.430 1.186 192.241
1.512
2.114
2.170
1.911
1.500
5.536
3.509
413
4.388
4.388
1.205 7.560 102
1
PASSIVA Bankbiljetten in omloop Rekeningen-courant : g ewone unctuurtaks (Wet van Schatkist 12-3-1957) speciale rekening vereffening E.B.U. Banken in het buitenl.: gew. rekening Diverse rekeningen-courant Internationale akkoorden (Wetten van 28-7-1948 en 19-6-1959) : a) E.M.A. b) andere akkoorden Totaal der verbeteringen op zicht
Te leveren vreemde valuta's en goud Pensioenkas van het Personeel Diversen Kapitaal Reserves en afschrijvingsrekeningen Orderekening : Minister van Nationale Opvoeding en Kultuur : Tegoed voor zijn rekening bij het Bestuur der Postchecks (Schoolpakt, wet van 29 mei 1959, artikel 15)
118.325
124.091
129.078
138.481
150.508
7
24
1
5
3
494
185
25
27
17
1 252 3.161
308 2.606
445 8.338
387 3.474
309 3.298
344 224 122.808
249 263 127.726
200 365 138.452
185 413 142.972
126 333 154.594
1.436 1.032 767 400 2.088 128.531
18.644 1.075 938 400 2.133 150.916
25.376 1.168 1.007 400 2.191 168.594
15.271 1.278 1.016 400 2.273 163.210
32.000 1.430 1.453 400 2.364 192.241
1.512
2.114
2.170
1.911
1.500
N. B. - Het Jaarverslag van de N.B.B. bevat, in bijlage, al de weekstaten voor het verslagjaar. Het geeft eveneens een beknopte toelichting bij de voornaainste balansposten.
- 216 XIII - . -- WEEKSTATEN VAN DE NATIONALE BANK VAN BELGIE (miljoenen franken)
I
1962 1963 10 december I 9 december
Posten
1963 7 januari
1964 6 januari
1963 4 februari
1964 februari
68.548 22.090 11.354
68.084 14.429 3.806
68.633 21.305 10.986
1968 4 maart
1964 9 maart
69.563 16.518 6.516
68.678 20.881 10.440
ACTIVA
Goudvoorraad Vreemde valuta's Te ontvangen vreemde valuta's en goud Activa in het buitenland, in Belgische franken Internationale akkoorden (Wetten van 28-7-19.18 en 19.6.1959) a) E.B.U. b) E.M.A.
67.124 12.921 3.102
68.568 21.419 10.362
68.231 13.007 2.885
1.500
1.500
1.500
1.500
:
c) I.M.F.
d) andere akkoorden
Debiteuren wegens termijnverkopen van vreemde valuta's en goud Handelspapier Voorschotten op onderpand Overheidseffecten (Art. 20 der statuten. Overeenkomsten van 14-9-1948, 15-41952 en 1-2-1963)
Deel- en pasmunt Tegoed bij het Bestuur der Postchecks Geconsolideerde vordering op de Staat (Wetten van 28-7-1948 en 19-6-1959) . Overheidsfondsen (art. 18 en 21 der stat.) Gebouwen, materieel en meubelen Waarden van de Pensioenkas van het Personeel Diversen Orderekening : Bestuur der Postchecks : Tegoed voor rekening van de Minister van Nationale Opvoeding en Kultuur (Schoolpakt, wet van 29 mei 1959, artikel 15)
255 55 6.738
122 7.064
251 25 6.738
118 7:064
:
218 40 6.738
111 ... 7.064
214 15 6.738
106 7.214
...
...
12.254 2.616 1.017
20.766 3.662 525
9.265 370
9.475 308 1
34.000 2.627 1.539
34.000 2.703 1.593
1.227 1.142
12.732 8.672 36
21.747 8.144 1.468
13.955 4.751 123
20.930 5.308 2.461
16.670 3.552 31
20.230 4.433 1.975
7.125 237 1
9.990 351 1
7.525 260 1
9.150 369 1
8.975 298 2
34.000 2.627 1.539
34.000 2.703 1.593
34.000 2.703 1.593
34.000 2.793 1.657
34.000 2.702 1.593
34.000 2.793 1.657
1.341 1.518
1.275 1.387
1.397 1.558
1.330 708
1.492 985
1.333 847
1.496 1.131
156.252
184.927
160.949
190.647
162.820
187.011
169.812
185.809
1.181
1.110
1.911
1.500
1.685
1.366
1.491
1.195
7.215. 327 2
PASSIVA
Bankbiljetten in omloop Rekeningen-courant :
133.268
146.407
138.036
149.688
137.613
147.858
139.969
147.762
11
8
19
12
23
8
19
13
26
17
27
• 17
25
16
26
16
303 1.676
276 666
378 890
319 900
494 1.730
333 1.188
464 954
340 1.018
224 219
107 324
176 463
183 224
103 289
Totaal der verbintenissen op zicht
135.721
147.805
139.989
127 313 151.376
140.292
149.795
105 240 141.777
112 365 149.626
Te leveren vreemde valuta's en goud Pensioenkas van het Personeel Diversen Kapitaal Reserves en afschrijvingsrekeningen
15.353 1.227 1.318 400 2.227 156.252
31.115 1.341 1.963 400 2.303 184.927
15.607 1.275 1.451 400 2.227 160.949
33.091 1.397 2.080 400 2.303 190.647
17.751 1.330 744 400 2.303 162.820
31.915 1.492 1.016 400 2.393 187.011
23.185 1.333 814 400 2.303 169.812
30.121 1.496 1.173 400 2.393 185.809
1.181
1.110
1.911
1.500
1.685
1.366
1.491
1.195
gewone rekening buitengewone conjunctuurtaks (Wet van Schatkist 12-3-1957) speciale rekening vereffening E.B.U. Banken in het buitenl. : gew. rekening. Diverse rekeningen-courant Internationale akkoorden (Wetten van 28-7-1948 en 19-6-1959) : a) E.M.A b) andere akkoorden .
Orderekening : Minister van Nationale Opvoeding en Kultuur : Tegoed voor zijn rekening bij het Bestuur der Postchecks (Schoolpakt, wet van 29 mei 1959, artikel 15)
N. B. - liet Jaarverslag van de N.B.B. bevat, in bijlage, al de weekstaten voor het verslagjaar. Het geeft eveneens een beknopte toelichting bij de voornaamste balansposten.
- 217 XIII
-
7.
-
VERRICHTINGEN IN POSTREKENING
Bron : Bestuur der Postehecks. Debet
Credit Totaal Duizenden rekeningen
te goed
Tegoed van particulieren
Stortingen en diversen
Giro's
Cheques en diversen
Giro's
Algemene beweging
(maandgemiddelden of maanden)
(daggemiddelden) (einde tijdvak)
Percentages van de verrichtingen uitgevoerd zonder gebruik van chartaal
geld
( miljarden franken)
1955
703
28,3
20,8
30,5
76,2
30,3
76,2
213,3
91
1956
742
29,8
22,2
32,7
81,9
32,7
81,9
229,3
91
1957
765
30,4
22,4
36,0
89,1
36,0
89,1
250,2
91
1958
789
31,2
23,5
37,4
93,0
37,3
93,0
260,8
91
1959
819
33,1
25,1
39,4
97,9
39,1
97,9
274,3
91
1960
855
37,1
26,9
42,4
103,3
41,6
103,3
290,7
92
1961
882
40,3
29,2
45,7
111,2
46,0
111,2
314,2
92
1962
907
43,4
31,7
49,8
118,4
49,4
118,4
335,9
92
1963
933
47,9
34,8
54,8
130,5
54,6
130,5
370,3
92
kwartaal
891
43,4
32,1
49,3
115,5
48,6
115,5
328,8
92
3" kwartaal
900
43,4
31,8
48,4
114,8
48,7
114,8
326,7
92
kwartaal
907
44,2
31,6
54,7
128,4
52,8
128,4
364,3
92
1963 1° kwartaal
913
48,8
34,5
52,1
127,5
52,9
127,5
359,8
93
2° kwartaal
915
46,8
35,0
52,0
121,8
51,5
121,8
347,0
92
kwartaal
924
48,5
34,6
56,6
133,8
57,6
133,8
381,7
91
4" kwartaal
933
47,7
35,1
58,4
139,0
56,4
139,0
392,7
93
909
51,2
34,7
56,9
132,5
53,9
132,5
375,8
92
Februari
911
50,6
34,8
45,9
126,3
54,4
126,3
352,7
93
Maart
913
44,5
34,0
53,4
123,6
50,3
123,6
350,9
93
April
913
47,1'
34,7
51,2
120,4
51;6
120,4
343,7
92
1962
2e
4e
3°
1963 Januari
Mei
914
46,9
34,8
52,6
126,3
53,9
126,3
359,0
92
Juni
915
46,4
35,6
52,2
118,6
48,9
118,6
338,4
92
Juli
917
53,5
35,3
69,1
159,6
69,8
159,6
458,0
93
Augustus
919
45,8
34,5
49,9
123,6
53,4
123,6
350,3
89
September
924
46,2
34,0
50,8
118,2
49,5
118,2
336,7
92
Oktober
929
48,0
34,7
60,0
145,9
59,0
145,9
410,7
93
November
931
45,9
34,9
51,5
127,4
53,0
127,4
359,2
92
December
933
49,1
35,7
63,7
143,7
57,2
143,7
408,3
93
935
51,6
36,5
61,7
153,6
64,9
153,6
433,8
93
936
47,5
36,0
53,9
132,7
55,8
132,7
375,2
93
1964 Januari
Februari 1 2
Omvat het tegoed van de particulieren en van de Rijksrekenprchtigen. Deze tegoeden omvatten de vrije tegoeden en, tot en met juni 1981, de effecten van de Muntsaneringslening waarin de definitief geblokkeerde tegoeden werden omgezet; vanaf juli 1981, alleen de vrije tegoeden. De cijfers over de vrije tegoeden der particulieren per einde tijdvak, worden in de stand van de Staatsschuld gepubliceerd (cf. tabel 8, hoofdstuk XVI van onderhavig Tijdschrift).
- 218 XIII - 8. - ALGEMENE STAAT DER BANKEN 1 (miljoenen franken)
Activa 1960 1968 1961 1962 1962 1968 81 december 81 december 81 december 81 december 30 november 30 november
Posten
A. Spaargelden (art. 15, B.B. 42)
1968 81 januari
1964 81 januari
-
-
-
-
-
-
-
-
Kas, Nationale Bank, Postrekening, N.K3311.
5.933
7.533
6.523
7.851
2.838
3.100
3.084
3.076
Daggeld
1.277
1.214
1.272
2.095
1.346
1.371
806
935
Bankiers
8.103
10.782
13.192
16.665
12.311
17.494
15.031
18.837
Moedermaatsch., filialen en dochtermaatschappijen
3.236
4.287
4.717
6.286
6.286
6.062
5.388
6.830
B. Beschikbare en vlottende middelen :
6.017
6.742
8.248
8.787
8.994
10.373
9.405
9.497
55.155
66.088
46.685
72.460
73.466
75.779
52.441
79.089
33.627 21.528
40.213 25.875
16.569 30.116
29.415 43.045
41.112 32.354
32.709 43.070
19.466 32.975
35.008 44.081
Prolongaties en voorschotten op effecten
1.168
1.237
1.317
1.230
1.287
1.257
1.189
1.239
Debiteuren wegens verstrekte accepten
12.682
14.318
17.927
18.784
16.753
18.852
17.308
18.839
Diverse debiteuren
26.064
30.726
38.608
45.661
36.036
43.120
39.227
46.554
Effecten a) Belegde wettelijke reserve b) Belgische overheidsfondsen 2 4 c) Buitenlandse overheidsfondsen 3 d) Bankaandelen e) Andere fondsen
39.274
53.444
75.148
72.105
57.103
429 50.094 473 1.261 1.187
468 71.460 317 1.282 1.621
541 67.875 556 1.545 1.588
469 52.628 350 1.294 2.362
74.245 468
71.745
401 36.199 275 1.291 1.108
72.352 538 68.339 448 1.553 1.474
70.703 278 1.368 1.428
541 67.492 559 1.553 1.600
1.570
1.552
2.339
2.576
2.106
2.334
2.292
2.135
7
9
9
8
8
9
-
160.486
197.932
215.985
218.534
252.102
220.425
257.776
Andere te innen waarden op korte termijn Wissels a) Overheidspapier 2 b) Handelswissels 3
Diversen Niet gestort kapitaal Totaal beschikbare en vlottende middelen -.
254.500
C. Vastgelegde middelen : 20
19
17
18
21
20
16
17
1.190
1.251
1.301
1.434
1.318
1.443
1.327
1.461
Participaties in dochtermaatsch. voor immobiliën -.
258
273
265
255
265
255
265
265
Vorderingen op dochtermaatsch. voor immobiliën -.
345
278
312
336
316
321
323
842
Materieel en meubilair
153
166
200
289
209
277
203
294
1.966
1.987
2.095
2.332
2.129
2.316
2.134
2.379
162.452
199.919
218.080
256.832
220.663
254.418
222.559
260.155
Oprichtings- en eerste inrichtingskosten Gebouwen
Totaal vastgelegde middelen -.
Totaal der activa
1 De algemene staat bevat, wat betreft de banken welke hun bedrijvigheid gedeeltelijk in het buitenland uitoefenen, slechte de bestanddelen der activa van de Belgische zetels. De saldi van do rekeningen geopend door deze laatste op naam van de in het buitenland gevestigde zetels zijn opgenomen onder de rubriek Moedermaatschappij, filialen en dochtermaatschappijen .. 2 Sedert juni 1968 bevat de rubriek e Overhoidspapier s de effecten door de Staat of onder zijn waarborg op hoogstens één jaar uitgegeven. Behalve het herdieconteerbare of ten belope van 95 pct. mobiliseerbare overheidspapier bij de N.B.B., omvat ze dus ook overheidspapier in deviezen en effecten op hoogstens één jaar uitgegeven onder staatswaarborg, actiefbestanddelen die tot nog toe onder de Belgische overheidsfondsen waren opgenomen. 3
Wissels herdlseenteerd door de banken bij de N.B.B. en bij de parastatale Instellingen (Uitstaande bedragen in miljoenen franken)
1960 81 december 1961 81 december
6.647 6.999
I
1962 81 december 1968 81 december
8.486 8.678
I
1962 80 november 1963 81 januari
• Uit de rubriek Belgische overheidefondeen s worden daarenboven sedert juni 1968 naar de rubriek effecten van de Kongolese schuld die niet onder waarborg van de Belgische Staat werden uitgegeven.
6.656 6.650
I
1968 80 november 1964 81 januari
8.171 9.184
Buitenlandse overheidsfondsen • overgeheveld, diegene onder de
- 219 XIII - 8. - ALGEMENE STAAT DER BANKEN 1 (miljoenen franken)
Passiva 1962 1968 1962 1960 1961 1963 81 december 31 december 81 december 31 december 30 november 30 november
Posten
A. Spaargelden (art. 15, K. B. 42)
-
-
-
-
-
-
1963 81 januari
-
1964 81 januari
-
B. Opvraagbaar :
Bevoorrechte of gewaarborgde schuldeisers Daggeld a) Gedekt door reële zekerheden b) Niet gedekt door reële zekerheden Bankiers Moedermaatschappij, filialen en dochtermaatsch. . Geaccepteerde wissels Andere te betalen waarden op korte termijn Crediteuren wegens wissels ter incasso Deposito's en crediteuren
a) b) c) d) e) f) g)
Dadelijk opvraagbaar Op hoogstens dertig dagen Op meer dan dertig dagen Op meer dan een jaar Op meer dan twee jaar Bankboekjes Andere op boekjes ingeschreven deposito's
Obligaties en kasbons Nog te storten bedragen op fondsen en participaties
330
398
1.747
804
1.959
1.283
428
1.411
1.332
2.110
871
1.406
1.385
1.465
2.685
1.943
1.247 85
1.986 124
815 56
1.232 174
1.263 122
1.350 115
2.598 87
1.698 245
14.208
28.067
26.553
38.661
26.301
37.651
29.073
41.585
3.165
3.911
4.300
7.884
3.736
8.260
4.166
7.397
12.683
14.319
17.928
18.784
16.753
18.854
17.308
18.339
2.382
2.776
3.875
4.901
5.745
5.412
6.129
6.007
990
967
1.095
1.216
1.027
1.258
988
1.199
103.790
121.118
130.986
150.290
132.397
147.295
131.077
149.593
61.080 4.873 19.200 956 1.975 14.115 1.591
66.746 6.112 27.902 1.529 2.495 14.613 1.721
71.259
70.503 6.650 31.188 2.211 2.625 17.226 1.994
78.868 5.260 30.232 1.444 3.018 26.438 2.035
70.395 5.760 29.354 2.095 2.653 18.821 1.999
77.982
29.392 2.201 2.671 17.937 1.994
81.543 5.159 30.007 1.138 3.049 27.355 2.039
30.734 1.350 3.069 28.898 2.086
7.573
8.619
11.060
11.433
11.128
11.376
11.074
11.499
5.532
5.474
635
615
689
672
738
674
689
674
4.940
6.007
6.104
6.809
6.693
7.035
5.921
6.419
152.028
188.907
205.208
242.860
207.862
240.563
209.538
246.066
6.201
6.520
7.636
8.221
7.656
8.178
7.634
8.254
Niet beschikbare reserve wegens uitgiftepremie
284
292
785
838
725
787
785
880
Wettelijke reserve (art. 13, K. B. 185)
406
428
467
541
469
541
467
541
3.363
3.652
3.828
4.179
3.824
4.164
4.009
4.202
170
120
156
193
127
185
126
212
Totaal niet opvraagbaar -.
10.424
11.012
12.872
13.972
12.801
13.855
13.021
14.089
Totaal der passiva
162.452
199.919
218.080
256.832
220.663
254.418
222.559
260.155
Diversen Totaal opvraagbaar -.
O. Niet opvraagbaar : Kapitaal
Beschikbare reserve Reservefonds
1 De algemene staat bevat, wat betreft de banken welke hun bedrijvigheid gedeeltelijk in het buitenland uitoefenen, slechts de bestanddelen der passiva van de Belgische zetels. De saldi van de rekeningen geopend door deze laatste op naam van de in het buitenland gevestigde zetels zijn opgenomen onder de rubriek s Moedermaatschappij, filialen en dochtermaatschappijen s.
XIII - 9. - GEZAMENLIJKE BETALINGEN DOOR MIDDEL VAN DIRECT OPEISBARE BANKDEPOSITO'S IN BELGISCHE FRANKEN EN VAN TEGOEDEN IN POSTREKENING
Verhouding van de omzet tot de hoeveelheid 2 (herleid in type-maanden van 25 dagen)
Maandgemiddelden per kwartaal DIRECT OPEISBARE BANKDEPOSITO'S
POSTREKENINGEN
2,4
3,3
2.2
3,1
2,0
2,9
1,8
2,7
1.6
n.. 2,5 J'
J'
58
60
62
64
58
60
Verhouding van de omzet tot de hoeveelheid 2
Gezamenlijke betalingen herleid tot type-maanden van 25 dagen door middel van Maandgemiddelden of maand
direct opeisbare bankdeposito's 3
tegoeden in postrekening 4
Totaal
1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963 1962 2e kwartaal Be kwartaal 4° kwartaal 1963 le kwartaal 20 kwartaal 3e kwartaal 40
kwartaal
1963 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December 1964 Januari
bruto direct opeisbare bankdeposito's 3
miljarden franken)
64
62
herleid tot type-maanden van 25 dagen direct opeisbare bankdeposito's 3
tegoeden
in postrekening 4
1,94 1,98 2,10 2,01 1,93 2,09 2,19
1,92 1,95 2,08 1,99 1,91 2,06 2,18
2,25
2,23
2,25
2,23
2,28
2,31 2,10 2,34 2,09
104,8
142,2 153,5 166,4 166,1 173,7 186,6 199,9 218,3 239,6 222,6 210,3 235,4 221,6 239,4 235,9
2,24
2,26 2,18
147,4
114,0
261,4
2,41
2,38
3,05
122,4
103,6 108,3 99,4 103,9 109,3 103,5
226,0 224,1 214,7 236,8 248,1 233,4 256,8 222,7 228,2 251,7
2,28
2,19 2,07 2,02 2,30
2,75 2,90 2,68 2,74
251,2
2,16 2,60 2,42
75,4 83,2 89,8 85,7 90,3 99,4 106,9 119,0 132,5 123,4
112,3 130,1 117,8 133,8 131,1
115,8 115,3 132,9 138,8 129,9 143,6 118,9 130,7 139,9 138,2 164,1 146,3
66,8 70,3 76,6 80,4 83,4 87,2 93,0
99,3 107,1 99,2 98,0 105,3
103,8 105,6
113,2 103,8 97,5 111,8 113,0 117,1 120,5
281,2 266,8
2,12 2,36 2,12 2,24
1,99 2,10
2,30 2,34 2,07
2,47 2,08
2,17 2,46
3,06 3,01 3,25 3,25 3,13 3,04 2,96 2,89 2,85
2,87 2,84 3,09 2,78 2,80
2,80
2,34
2,97
2,15 2,38 2,00 2,17
2,68 2,93 2,81 2,66 3,03 3,07 3,04 3,10
2,28 2,25 2,60 2,33
1 Benaderende gegevens volgens het totaal der debetverrichtingen (incl. de rekeningen van vreemdelingen en de debetverrichtingen met betrekking tot betalingen aan het buitenland). De verhouding van de omzet tot de hoeveelheid wordt bekomen door deling van het bedrag der debiteringen op de rekeningen van de direct opeisbare bankdeposito's in Belgische franken of op de postrekeningen van de particulieren en de buitengewone Rijkerekenplichtingen door de gemiddelde tegoeden op deze rekeningen tijdens de beschouwde periode. 3 De telling omvat niet alle banken. 4 Uit de brutogegevens werden de dubbel getelde overschrijvingen verwijderd, die voortvloeien uit de inrichting van de Rijksboekhouding en waarvan een telling mogelijk was. N. B. - Wijze van opstelling : zie Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting, XXVe jaargang, deel II, ear 4, oktober 1950, blz. 222. Bibliografische referenties : Jaarverslagen van de N.B.B. - Belgisch Staatsblad : algemene staat der banken. - Statistisch Jaarboek voor België. Statistisch Tijdschrift van het N.1.2. - Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting (cf. N. B. van tabellen 1 en 9, hoofdstuk XIII). - Jaarverslag van do Bankcommissie. 2
- 221 XIV. - NIET GELDSCHEPPENDE FINANCIELE INSTELLINGEN 4.
-
VOORNAAMSTE ACTIVA EN PASSIVA VAN HET RENTENPONDS (miljoenen franken)
Bron : Jaarverslagen van
hot Rentenfonds.
Activa Portefeuille Einde periode Genoteerde waarden 13
SchatkistAndere certificaten schatkist, tranche B certificaten nominale waarde
Passiva • Creditsaldo bij de Nationale Bank
van België
Te leen gegeven geld op zeer korte termijn
Bij de banken geplaatste
certificaten
To leen genomen geld op zeer korte termijn
Verrichtingen t re cht me van terugkoop
1953
3.532
--
--
--
--
--
1.999
1.000
1954
5.023
--
--
--
--
--
2.248
--
--
--
--
--
--
--
Krediet ontvangen van de Nationale Bank Voorschotten
Discontering ka kasbons
...
120
1.000 •
2
1.327
2.039
1.000
4
920
2.631
800
2
1.998
486
2.457
585
1.237
200
4.059
274
--
...
45
1955
4.533
1956
5.930
--
--
--
1957
4.112
1.242
--
--
1958
3.311
1.370
--
...
1959
4.582
623
2.700
1
4.608
72
--
...
...
1960
6.653
1.403
1.200
6
15
5.812
...
--
...
...
1961
6.923
1.086
...
3.201
3.069
10.996
...
--
...
...
1962
7.792
2.226
...
...
50
6.440
...
--
589
...
1961 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December
6.617 6.434 5.978 6.104 6.054 6.394 6.288 6.371 6.448 6.599 6.613 6.923
20 90 10 18 25 78 9
1.200
--
...
...
--
...
...
...
--
...
...
...
--
...
...
...
--
...
...
...
--
...
...
...
--
...
...
...
--
...
...
...
...
...
--
...
...
166
...
..._
...
...
...
150 150
...
--
...
...
1.086
...
6.966 7.932 8.401 9.266 10.042 10.043 9.442 10.800 11.701 12.511 13.605 10.996
...
...
1.802 1.932 3.273 3.569 2.685 4.239 3.272 3.410 2.267 2.030 2.169 3.069
...
...
750 2.917 1.644 1.086 2.150 1.916 3.131 4.377 6.391 6.876 8.004 3.201
...
...
200 220 130 1.018 280
...
9.996 9.253 7.961 9.391 8.492 8.589 8.336 8.593 8.623 9.248 8.905 6.440
--
...
...
...
--
...
...
...
--
...
...
...
--
...
...
...
--
...
...
...
75 2.696 1.600 1.878 2.192 2.923 1.972 1.401 1.681 2.564 790 50
...
11
6.831 3.300 3.188 3.521 3.003 2.108 2.069 2.041 1.724 796
...
--
...
...
...
--
...
...
...
--
...
...
...
--
...
...
...
--
...
...
...
--
...
--
589
1962 Januari Februafi Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December 1 2 3
_. ._
-. .-
6.149 6.235 6.188 6.112 6.215 6.701 6.887 6.803 6.910 7.233 7.946 7.792
438 200 248 572 1.175 2.226 -
...
825 1.875 2.525 825 100
... ... ... ...
...
1.175 1.100
1.200 2.100 ...
1 ...
--
,
...
Incl. de verrichtingen met recht van erugkoop. Incl. de kasbons die elders dan bij de Nationale Bank van België gedisconteerd werden. Het betreft nominale waarden voor de gegevens einde _ . jaar en boekhoudkundige waarden voor de andere maanden.
...
2
•
- 222 XIV - 5. - ALGEMENE SPAAR- EN LIJPRENTEEAS
5 a. - Beweging van de inlagen Alleen de spaarboekjes van particulieren (miljoenen franken)
Overschotten of tekorten van de stortingen t.o.v. de terugbetalingen (maandgemiddelden of maanden) +1200
+1200
A 11 11
+800
I
1
1 1 1 I I
1
1,
1%
+800
I
., ., a. . % Ii . •, ii %‘ II --.\
11
-
1 11
lo
V`,...
ii +400
\ %
\ \ • \ 1962 ‘...
,,
196
ill
1,
..... /:
r •
.../ i
♦
%
+400 -.
...
..•
1
■
■
,
‘ ‘ %
i li
0
i i /
‘
9
‘ .4* /
Vim ‘• ', 1963 -400 54
111111111 56 58 60 62
Tijdvak
1958 1954 1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963
1
1
I
I
l
J
400 D
Inleggingen (1)
Opvragingen (2)
Overschot of tekort (8) = (1) - (2)
Saldi van do inlagen por einde tijdvak (4)
13.204 13.383 13.624 14.518 16.783 18.912 21.939 21.840 22.799 25.995 v 26.345
9.684 10.764 12.176 12.295 14.455 14.316 16.232 19.786 19.585 20.717 v 23.801
3.520 2.619 1.448 2.223 2.328 4.596 5.707 2.054 3.214 5.278 v 2.544
45.493 1 49.459 1 52.354 1 56.132 1 60.144 1 66.700 1 74.442 1 78.887 1 84.633 1 92.654 1 v 97.963 1
1968
1964
v 2.801 v 2.197
1968
Januari Februari Maart
2.388 2.020 2.016
April Mei Juni
2.051 2.168 2.199
'2.260 2.304 2.095
Juli Augustus September
2.640 v 2.255 v 2.119
2.013 v 1.768 v 1.878
Oktober November December
v 2.295 v 2.042 v 2.187
v 2.090 v 1.932 v 2.270
1 Deze inlagen bevatten de gekapitaliseerde rente van het boekjaar
1.600 1.556 2.047
1964
1968
v 2.044 v 2.512
788 464 - 31
1964
v 757 v --316
I
1963
93.442 93.906 93.875
--209 --135 103
93.666 93.531 93.634
v v
627 487 241
94.261 v 94.742 v 94.984
v v v
205 110 83
v 95.189 v 95.299 v 97.981 1
-
1964
v 98.739 v 98.436
- 223 XIV - 5. - ALGEMENE SPAAR- EN LIJPRENTEKAS 5 b. - Voornaamste posten uit de balansen van de Spaarkas (miljarden franken) Bron : Verslagen van de A.S.L.K. 1957
1958
1959
1980
1981
1982
ACTIVA Beschikbaar 1 Voorlopige beleggingen : Wissels op België Voorschotten aan de nijverheid Exportkrediet Beleningen Bankaccepten Schatkistcertificaten Daggeldleningen Totaal van de voorlopige beleggingen Definitieve beleggingen : Directe Belgische staatsfondsen Indirecte Belgische staatsfondsen en effecten met staatswaarborg Effecten van Kongo of door Kongo gewaarborgd Obligaties van het Gemeentekrediet, van provincies, steden en gemeenten Obligaties van Belgische vennootschappen Voorschotten aan de Staat voortvloeiende uit de betaling van de bijkomende vergoeding aan de politieke gevangenen en voorschotten aan het Nationaal Werk voor Oorlogsinvaliden Hypothecaire leningen Landbouwkrediet Voorschotten aan de Nationale Maatschappij voor de Huisvesting, aan de erkende vennootschappen en aan de gemeenten, bestemd voor de bouw van volkswoningen Totaal van de definitieve beleggingen
0,5
0,3
0,3
0,2
0,3
0,3
7,6 ---
7,7 2,0
0,4 1,5 1,3 10,8
1,6 5,2 0,8 17,3
9,1 3,3 0,2 ... 1,7 4,3 1,1 19,7
10,8 5,2 0,4 ... 2,4 2,0 0,8 21,6
12,4 7,3 0,5 ... 2,5 4,3 0,7 27,7
15,1 8,6 0,7 ... 3,0 6,2 0,9 34,5
18,4
17,3
19,7
20,0
20,2
23,4
13,6 0,3
15,4 0,3
16,5 0,3
17,8 0,3
16,6 0,3
14,8 0,2
1,9 1,5
1,8 1,2
1,8 1,2
1,7 1,0
1,7 1,0
1,6 0,9
0,6 2,8 3,4
0,6 2,9 3,4
0,6 3,3 3,5
0,6 3,8 3,6
0,6 4,3 3,6
0,6 4,8 3,8
18,3 60,8
19,9 62,8
21,3 68,2
22,2 71,0
22,7 71,0
24,0 74,1
60,0 0,2 4,6 0,2
66,5 0,2 4,9 0,2
74,3 0,2 3,8 0,2
78,7 0,2 3,7 0,2
84,5 0,2 3,7 0,1
92,5 0,2 4,9
65,0'
71,8
78,5
82,8
88,5
97,6
1,9
3,5
3,7
3,0
3,4
4,1.
6,2
6,7
7,3
7,9
8,7
9,4
PASSIVA Opvraagbaar :
Inlagen op spaarboekjes 2 Particulieren Dotatie voor Krijgsgevangenen Openbare en andere instellingen Rekening
Totaal der inlagen op spaarboekjes Inlagen op rekeningen-courant 2 Niet opvraagbaar :
Dotatiefonds, fonds voor diverse voorziene uitgaven en reservefonds
1 Deze post omvat de kasmiddelen, de rekeningtegoeden bij de Nationale Bank van België en het Bestuur der Posteheeks.
2 Omvat de gekapitaliseerde rente.
- 224 XIV - 5. - ALGEMENE SPAAR- EN LIJPRENTEKAS 5 c. - Voornaamste posten uit de balansen van de Lijfrentekas * (miljarden franken) Bron : Verslagen van de A.S.L.K. 1958
1959
1980
1961
1962
7,2
7,5
7,7
7,3
7,1
6,4
9,1 0,1
10,1 0,1
11,0 0,1
11,6 0,1
12,5 0,1
13,9 0,1
1,3 1,4 0,3
1,2 1,3 0,2
1,2 1,2 0,2
1,1 1,1 0,2
1,0 1,0 0,2
1,0 0,9 0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
19,5
20,5
21,5
21,5
22,0
22,5
13,2 6,7
13,5 7,4
13,8 8,2
13,1 1 8,8
13,4 9,4
13,6 10,1
19,9
20,9
22,0
21,9
22,8
23,7
1957
ACTIVA Effectenportefeuille : Directe Belgische staatsfondsen Indirecte Belgische staatsfondsen en door de Staat gewaarborgde effecten Door Kongo gewaarborgde effecten Obligaties van het Gemeentekrediet, van provincies, steden en gemeenten Obligaties van .Belgische vennootschappen Hypothecaire leningen Voorschotten aan erkende vennootschappen en aan de openbare kassen van lening met het oog op de bouw van volkswoningen Totaal
PASSIVA Rentenfonds 1 Wiskundige reserves 2 Totaal
• De A.S.L.B. publiceert afzonderlijk : a) Sedert 1957 : Het betreft renten gevestigd krachtens de wet van 16 maart 1885 en de eamengeordende 1) Een balans over de uitvoering van de • Algemene Wet wetten van 1946 met betrekking tot de verzekering tegen ouderdom en vroegtijdig overlijden van de arbeiders en de vrijwillig verzekerden. Sinds 1980 evenwel komen de renten gevestigd krachtens de wet van 16 maart 1865 niet meer voor in de balansen van de Lijfrentekassen doch wel in de balansen van de Levensverzekeringskas. .2) Een balans .over het beheer van de verzekeringen tot stand, gekomen in het kader van de wetten van 1925 en 1980 op het bediendenpensioen. Op deze • verzekeringen wordt het kapitalisatiebeginsel toegepast. •8) Een balans betreffende de door de wet van 12 juli 1957 vastgestelde pensioenen van de bedienden eveneens opgevat volgens het kapitalisatiebeginsel. Krachtens de wet van 8 april 1962 werd het beheer hiervan overgenomen door de Nationale Kas voor Bediendenpensioenexi. Do erop betrekking hebbende middelen werden in 1963. overeenkomstig de slottoestand per 31 december 1962 overgedragen. 4) Een balans met betrekking tot het beheer van de verzekeringen tot st and gekomen in het kader van de wet van 80 juni 1958 op hot pensioen der zelfstandigen. Sinds 1980 heeft deze balans evenwel ook betrekking op het beheer van de verzekeringen tot stand gekomen in het kader van do wet van 28 maart 1960 op het pensioen der zelfstandigen. b) Sinds 1958: Een balans betreffende het beheer van de verzekeringen tot stand gekomen in het raam van de wetten op het bediendenpensioen (aanvullende stortingen). c) Sinds 1960 : Een balans betreffende de door de wet van 22 februari 1960 en later, door de wet van 8 april 1962 vastgestelde pensioenen van de bedienden opgevat volgens liet kapitalisatiebeginsel. Het Bentenfonds omvat de reserves betreffende de uit de « Algemene Wet • voortvloeiende renten. Deze reserves omvatten de wiskundige reserves, de veiligheide. en beheersreserves evenals de provisies. Sinds 1960 evenwel bevat het Bentenfonde niet meer de reserves betreffende de renten gevestigd krachtens de wet van 16 maart 1805. Deze reserves komen sedert 1960 voor in de balansen van do Levenverzelceringskas, onder de rubriek s Wiskundige reserves en provisies •. De zuivere wiskundige reserves werden verhoogd met een bepaald bedrag voor dekking van de kosten van uitkering der renten en van beheer en voor de 2 vorming van een veiligheidsmarge.
XIV - 5. - ALGEMENE SPAAR- EN LIJPRENTEKAS 5 d. - Voornaamste posten uit de balansen van de Levensverzekeringskas (miljarden franken) Bron : Verslagen van de A.S.L.K. 1958
1959
1960
1961
1962
2,0
1,9
2,2
3,0
2,9
2,8
0,7
1,1
1,3
2,0
2,6
3,4
0,1 0,6 0,1
0,1 0,6 0,1
0,1 •0,6 0,1
0,1 0,6 -0,1.
0,1 0,6 0,1.
0,1 0,5 0,1
0,1
0,2
0,2
0,2
0,2
0,2
3,6
4,0 .
4,5
6,0
6,5
7,1
4,9 1,8
5,3 2,0
• 1957
ACTIVA Effectenportefeuille : Directe Belgische staatsfondsen Indirecte Belgisehe staatsfondsen en door de Staat gewaarborgde•effecten Obligaties van het Gemeentekrediet, van provincies, • steden en geinéeriteii - • Obligaties van Belgische vennootschappen Hypothecaire .leningen Volkswoningen : Voorschotten aan erkende vennootschappen Totaal voor de effectenportefeuille
PASSIVA 3,2 2,9 1 2,7 I Wiskundige reserves en provisies 1 1,2 1,4 I 1,0 Reservefonds 1 Sedert 1960 vermeldt deze balans onder de rubriek « Wiskundige reserves en provisies • de reserves betreffende gevestigde renten, die voorheen voorkwamen in de balans over de uitvoering van de s Algemene Wet IN
4,61 1,5
I
de krachtens de wet van 16 maart 1865
- 225 XIV - 6. - PARTICULIERE SPAARKASSEN
Indeling
en bestemming van de werkmiddelen (miljarden franken)
Bicm :
entree! Bureau voor da kleine spaarders.
Vorderingen op de bedrijven en particulieren
Deposito'a
Einde tijdvak
min nPder dan 2 lei
op 2 jaar en meer
Obli. gaties en kasbons
Gezamen. lijke vorde. ringen Totaal op de de bedrijOverige van or deven en v para. arti. statale r ingen culieren op e instel- • overen op lingen heide. de overheide• s ctor sector
Vorderingen op de overheidssector
Oenmen. lijke DisTotaal depoconto, van de vordesito's, voor. obli• schotten Hypo- Diverse ringen debiop de gaties en theeken kas- leningen nemers teuten bedrijven en bons met partiborg°vlieren tocht
Lagere Staat
overheid
Kon go
Zelfstenst.
Ge.
dige
meente
krediet Kas Ruanda- voor van Oorlogs- Belgill scha e
1956
12,4
3,4
2,7
18,5
1,1
10,4
0,2
11,7
n.b.
0,2
0,1
0,1
n.b.
n.b.
n.b.
1957
13,7
3,8
3,1
20,6
1,4
12,0
0,3
13,7
n.b.
0,2
0,1
0,2
n.b.
n.b.
n.b.
n.b.
1958
15,7
4,4
3,9
24,0
1,8
13,8
0,3
15,9
4,7
0,3
0,2
0,2
0,3
3,8
9,5
25,4
1959
18,5
5,0
4,3
27,8
2,1
15,9
0,4
18,4
5,0
0,2
0,1
0,3
0,4
5,4
11,4
29,8
1960
20,2
5,6
4,8
30,6
1,9
18,0
0,5
20,4
6,2
0,2
0,1
0,4
0,3
5,6
12,8
33,2
1961 3e kwartaal 4e kwartaal 1962 1° kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4° kwartaal 1968 1° kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal
22,1 23,1 24,1 24,8 25,7 27,4 28,3 29,0 29,9
6,1 6,4 6,7 7,0 7,2 7,4 8,0 8,7 9,3
5,1 5,2 5,5 5,7 5,9 6,3 6,3 6,3 6,2
33,3 34,7 36,3 37,5 38,8 41,1 42,6 44,0 45,4
2,5 2,1 2,2 2,2 2,4 2,3 2,9 3,0 3,2
19,6 20,3 20,9 21,9 22,7 23,9 24,3 24,9 25,7
0,5 0,6 0,5 0,5 0,5 0,7 0,6 0,5 0,4
22,6 23,0 23,6 24,6 25,6 26,9 27,8 28,4 29,3
6,7 6,9 7,6 7,6 8,1 8,7 9,4 9,8 10,2
0,2 0,2 0,2 0,3 0,3 0,3 0,4 0,4 0,5
0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 .. .. ..
0,4 0,4 0,4 0,4 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5
0,4 0,4 0;4 0,4 0,5 0,5 0,6 0,6 0,5
6,1 6,4 6,6 7,2 '7,3 7,4 7,9 8,3 8,6
13,9 14,4 15,3 16,0 16,8 17,5 18,8 19,6 20,3
36,5 37,4 38,9 40,8 42,4 44,4 46,6 48,0 49,6
XIV
-
7.
n.b.
- NATIONALE MAATSCHAPPIJ VOOR KREDIET AAN DE NIJVERHEID Voornaamste balansposten (miljarden franken)
Bron : Verslagen van de N.M.K.N. 1959
1980
1981
1982
1963
6,7
8,6
9,8
10,5
10,9
11,7
5,1 7,1
5,5 7,8
6,2 10,5
6,7 13,1
7,2 15,7
8,0 19,6
Herstelkredieten (oorloge- en waterschade) (besluitwet van 30 november 1944, wetten van 1 oktober 1947, 6 januari 1950, 24 maart 1953 en 26 juni 1956)
1,9
2,0
1,8
1,7
1,6
1,5
Handelskredieten op halflange termijn
1,0
0,8
0,8
1,3
1,0
1,5
Kredieten voor de financiering op halflange termijn van de uitvoer
0,6
0,8
0,9
1,1
1,3
1,3
Kredieten beheerd voor rekening van de Staat 3
2,4
2,5
2,7
2,7
2,8
2,7
21,4
24,9
30,1
35,9
37,5
39,4
4,1
5,7
6,3
6,9
7,3
8,4
1,9
1,9
1,8
1,7
1,7
1,4
0,7
0,8
1,1
1,2
1,2
1,3
1958
ACTIVA Portefeuille : Investeringskredieten op lange en halflange termijn : 10 door de Staat gewaarborgd 20 door banken en financieringsmaatschappijen gewaarborgd 80 andere dan deze sub 1 0 en 20 vermeld 1
PASSIVA Obligaties Kasbons Belgische Staat : Fonds Marshall-hulp Fonds voor het uitreden en het aanbouwen van zeeschepen
1 Deze rubriek omvat al de andere investeringskredieten; het risico van deze verrichtingen wordt gedragen door de N.M.K.N. die, zo nodig, zakelijk en/of persoonlijke waarborgen vraagt. Betreft kredieten gefinancierd door de Marshall-hulp en door het Fonds voor het uitreden en het aanbouwen van zeeschepen.
2
XIV - 8. - GEMEENTEKREDIET VAN BELGIE (miljoenen franken)
Bron : Gemeentekrediet van Belgii.
Financiering van de investeringsuitgaven van de gewestelijke en plaatselijke overheid en van de organismen van de provinciale en gemeentelijke sectoren Rekeningen e Toelagen en leningsgelden . Stortingen
Periode
Saldo beschikbaar bij de aanvang van de periode
Leningen ter beschikking gesteld van de kredietnemers Lemingen waarvan de lasten door de kredietnemers gedragen worden
(1)
(2)
1954 1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963
1.320 1.701 2.120 1.910 1.371 1.811 2.499 2.590 3.453 3.880
3.650 4.315 3.562 2.603 3.594 5.640 5.410 6.182 6.526 7.481
1962 Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December
3.387 3.340 3.325 3.344 3.368 3.490 3.837 3.991 3.844 3.846 3.849 3.880 3.773 4.180 4.459 4.796 4.695 4.576 4.691 4.549 4.525 4.463 4.439 4.416 4.714
254 448 282 392 745 865 715 521 682 633 551 479 675 820 599 566 562 724 432 692 689 516 727 891 651
1963 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December 1964 Januari Februari
Opvragingen
Leningen waarvan de lasten door de Staat „d de kredietnemers worden terugbetaald (3)
290 1.262 1.365 1.517 110 129 86 97 88 141 105 125 147 154 118 155 214 154 69 28 59 125 130 112 148 160 163 174 219
1 Incl. de consolidatie van gewone tekorten van de gemeenterekeningen.
Kapitaaltoela gen gestort door de Staat en de provincies
(4)
To taal
(2) + (8) 4- (4) = (5)
Voor de terugbetaling van leningen
Voor betaling van buitengewone uitgaven
Totaal
(8)
(7)
(8) + (7) = (8)
Saldo beschikbaar op het einde van de pefiode
Kredietverplichtingen van het Gemeentekrediet van Belgié
(op het einde van de periode)
Gemiddelde van de gezamenlijke dagelijkse saldi
Credit
Debet
Totaal van de over het debet van die rekeningen uitgevoerde betalingen
(1 ) + (5) - (8) = (9)
(10)
(11)
(12)
(13)
22.868 26.192 28.531 29.631 32.802 36.777 41.756 46.849 52.178 58.516 1
1.850 1.563 1.699 835 2.133 2.463 4.398 5.231 7.337 6.827
1.785 1.700 1.411 1.588 1.587 1.262 1.267 1.504 1.350 1.589
349 388 701 810 638 1.129 1.424 1.519 2.288 3.214
15.518 14.061 15.934 16.609 19.044 19.016 20.451 21.917 24.877 26.300
6.096 6.275 6.417 6.968 7.050 6.798 6.536 6.855 6.682 6.654 7.337 7.352 6.848 7.632 7.582 7.930 8.156 7.892 7.999 7.736 7.323 6.962 6.827
1.204 1.614 1.267 1.729 1.725 1.404 1.334 1.188 1.067 1.164 1.333 1.059 1.273 1.419 1.496 1.689 1.644 1.557 1.692 1.726 1.628 1.922 1.959 1.489 1.945
1.829 1.796 1.934 1.491 1.579 2.158 2.368 2.543 3.234 3.456 3.086 4.235 3.778 3.797 3.282 2.824 3.081 3.512 3.299 3.002 2.892 2.459 2.409 2.817 2.339
1.697 2.488 2.026 1.593 1.801 3.202 1.458 1.460 2.338 1.390 2.247 3.781 1.944 1.992 2.401 1.743 1.574 3.470 1.121 1.842 2.589 1.583 2.260 4.967 2.512
2.146 2.261 2.330 2.389 2.196 2.819 2.306 1.858 1.320 1.351
5.796 6.576 5.892 4.992 5.790 8.459 8.006 9.302 9.211 10.349
165 363 343 547 547 624 604 1.011 363 241
5.250 5.794 5.759 4.984 4.803 7.147 7.311 7.427 8.421 9.572
5.415 6.157 6.102 5.531 5.350 7.771 7.915 8.438 8.784 9.813
1.701 2.120 1.910 1.371 1.811 2.499 2.590 3.454 3.880 4.416
106 122 105 114 116 109 126 105 114 83 146 56 140 78 110 82 65 173 103 110 192 67 175
470 699 473 603 949 1.115 946 751 943 870 815
114 96
1.179 966
11 19
493 681 426 545 797 733 758 881 917 827 753 784 607 758 415 757 788 880 794 922 1.053 750 1.064 870 759
517 714 454 579 827 768 792 898 941 867 784
690 1.029 1.052 778 676 686 1.022 665 914 1.029 743 1.065
24 33 28 34 30 35 34 17 24 40 31 13 15 15 26 20 17 27 13 16 38 17 24
3.340 3.325 3.344 3.368 3.490 3.837 3.991 3.844 3.846 3.849 3.880 3.773 4.180 4.459 4.796 4.695 4.576 4.691 4.549 4.525 4.463 4.439 4.416 4.714 4.902
797 622 773 441 777 805 907 807 938 1.091 767 1.088 893 778
Schuld op korte, halflange en lange termijn tegenover het Gemeentekrediet van Balgis
Verrichtingen in rekening-courant van de gewestelijke en plaatselijke overheid en van de organismen van de provinciale en gemeentelijke sectoren (gewone uitgaven)
52.178 52.158 53.033 53.984 54.035 54.611 55.174 55.672 56.216 57.066 1 57.385 1 58.061 1 58.516 1 58.883 1 59.731 1
6.724 6.813
(14)
- 227 XIV - 9. - LEVENSVERZEKERINGSMAATSCHAPPIJEN Voornaamste balansposten (miljarden franken) Bron : Ministerie van Economische Zaken, Dienst van de Verzekeringen. 1958
I
1959
1960
1961
1962
1958
1959
1960
1961
1962
Buitenlandse maatschappijen
Belgische maatschappijen
ACTIVA Onroerende goederen Hypothecaire leningen Voorschotten op polissen Effecten : Belgische overheidsfondsen Buitenlandse effecten Effecten gewaarborgd door Kongo Effecten van de parastatale kredietinstellingen Effecten van de overige parastatale instellingen Effecten van de provincies en gemeenten Obligaties van Belgische vennootschappen Aandelen van Belgische vennootschappen Totaal voor de effecten
1,4 7,1 0,9
1,7 7,8 1,0
2,3 9,0 1,1
2,6 10,5 1,2
3,1 11,4 1,3
1,0 1,8 0,4
1,1 2,0 0,4
1,2 2,3 0,5
1,4 2,7 0,5
1,6 3,2 0,5
2,9 0,5
3,5 0,8
4,8 1,3
5,3 1,9
5,7 1,5
2,8 0,2
3,1 0,3
3,2 0,4
3,4 0,4
3,6 0,4
0,2
0,4
0,1
0,1
0,1
2,6
3,1
4,2
4,2
4,6
0,4
0,4
0,7
0,7
0,8
1,0
1,2
1,4
1,4
1,6
0,9
1,0
0,9
1,0
1,1
1,7
1,7
1,4
1,7
1,8
0,6
0,6
0,5
0,5
0,5
6,4
7,2
7,2
7,4
8,1
0,5
0,6
0,5
0,6
0,6
2,5
1,7
2,1
2,2
2,3
0,5
0,5
0,5
0,6
0,7
17,8
19,6
22,5
24,2
25,7
5,9
6,5
6,7
7,2
7,7
PASSIVA Neergelegde waarborgen
0,2
0,2
0,3
0,3
0,3
0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
Wiskundige reserves 1
27,0
31,0
35,3
38,7
41,7
9,0
9,8
10,7
11,6
12,6
t Deze reserves omvatten eveneens de schadereserves, de technische participatiereserve en de wan borgreserve.
XIV - 10. - HYPOTHEEKINSCHRIJVINGEN Bron : Belgisch Staatsblad. Maandgemiddelden
Miljarden franken
1955
1,67
1956
1,80
1957
1,78
1958
1,77
1959
2,13
1960
2,50
1961
2,78
1962
3,03
1963
3,33
1962 2° kwartaal
2,88
36 kwartaal
3,13
40 kwartaal
3,41
1963 le kwartaal
3,05
2° kwartaal
2,99
3° kwartaal
3,48
4° kwartaal
3,80
1 Bedragen berekend volgens de gelode inschrijvingsrechten, incl. de vernieuwingen na vijftien jaar, die ongeveer 1 1/2 pct. van het totaal bedragen, doch excl. de wettelijke hypotheken. Bibliografische referenties : Belgisch Staatsblad : a) Verslag van het Rentenfonds over de verrichtingen van het jaar; b) Ministerie van Verkeerswezen : Postehecka. - Verslagen over de verrichtingen en de toesta nd van de A.S.L.K. van Belga. - Statistisch Jaarboek voor Beigii. - Statistisch Tijdschrift van het N.I.B.
XV. - BELANGRIJKSTE VORMEN VAN DE IN HET BINNENLAND BESCHIKBARE BESPARINGEN (miljarden franken) Bron : Algemene Spaar- en Lij/renteka. . Spaarvormen
1954
1. Sparen in depositovorm 1 : Spaarkassen Banken Parastatale kredietinstellingen
5,0 3,0 0,3
6,1
16,6
1981
6,6 4,0 1,2 15,3
1982
9,3 10,4 1,7 11,8
14,2 5,9 1,7 21,4
21,8
5,1
5,0
3,2
2,5
3,0
1,9
1,0 0,1 3,1
1,1 0,3 3,4
1,2 0,1 3,5
1,0 0,4 3,5
1,1 -0,1 3,8
0,9 -0,1 5,4
0,7 -0,1 6,8
1,1 -0,1 4,9
1,0 0,2 4,6
0,1
0,2
0,2
0,2
0,2
0,1
0,2
0,2
0,2
0,2
0,3
0,3 7,9
0,4 8,8
9,0
0,3 10,6
0,4 10,3
0,4 9,9
1,2
0,5 10,5
9,6
9,1
2,9
2,9
1,8
2,1
1,8
1,8
1,1
2,4
3,3
5,2
6,2
6,5
7,0
7,4
8,5
9,2
9,9
12,5
7,3
Totaal (1 tot 4) Dubbeltellingen 2 Netto-totaal (1 tot 4)
Totaal
5,6
9,9 5,1 0,3
9,8 4,6 2,2
5,5 1,1 -0,5
1980
3,5
4. Effectenemissies : Nieuwe beleggingen van particulieren
Algemeen totaal (1 tot 5 )
7,0
1959
3,7
Totaal
5. Interne besparingen van de ondernemingen : Afschrijvingen Nettobesparingen
6,0 -0,7 0,3
1958
3,4
Totaal 3. Sparen in hypotheek- en woningbouwsectoren : Hypotheekleningen verleend door de particulieren Afbetalingen op hypotheekschulden door particulieren Woningbouw (kapitalen door de particulieren geïnvesteerd)
1957
1958
5,0 2,2 -0,2 8,3
Totaal 2. Sparen door fondsvorming 1 : Pensioeninstellingen Instellingen voor verzekering tegen arbeidsongevallen Kassen voor jaarlijks verlof Levensverzekeringsmaatschappijen Instellingen voor verzekering van de burgerlijke aansprakelijkheid Diverse verzekeringen, maatschappijen voor kapitalisatie en bouwsparen
1955
7,9
7,4
15,4
17,0
13,1
10,5
44,7
43,5
0,6
0,2
45,3
43,7
23,8 7,8 3
25,4 9,6 3
8,9 15,7
9,1
10,3
11,4
18,0
18,3
20,6
7,9
13,6
16,2
13,4
38,0
48,3
61,4
59,2
-0,6
0,2
-1,4
0,6
37,4
48,5
60,0
59,8
28,5 10,0
30,9 9,2
29,8 5,2
30,7 5,2
12,5 21,7
13,8 24,8
29,6
17,0
13,8
18,1
61,0
69,6
78,6
0,1
0,1
-0,2
61,1
69,7
78,4
35,0 7,7
35,9 8,4
34,3 6,0
31,6
35,0
38,5
40,1
35,0
35,9
42,7
44,3
40,3
76,9
78,7
75,9
88,6
95,0
95,7
103,8
114,0
118,7
1 Jaaraccres. 2 Aangroei of vermindering, bij de A.S.L.K. en de parastatale kredietinstellingen, van de tegoeden van verschillende instellingen waarvan de reserves - eigen of opvraagbare - in een der rubrieken van deze tabel reeds als
besparing werden geteld. 3 Deze cijfers zijn niet vergelijkbaar met die van de jaren na 1955.
Bibilogrsfische referenties : Aanvullende Studién bij de Verslagen van de A.S.L.K.
XVI. - EMISSIES EN SCHULDEN VAN DE OVERHEIDSSECTOR 1. - EMISSIES IN BELGISCHE FRANKEN OP LANGE EN HALFLANGE TERMIJN (miljarden franken) elke belegger verkrijgbare effecten Emissies per grote tranches
Emittenten
1. Staat (directe schuld alleen)
2. Zelfstandige fondsen en instellingen voor maatschappelijke zekerheid
3. Parastatale kredietinstellingen
4. Lagere overheid dief
en Gemeentekre-
5. Parastatale bedrijven
Totaal 1 tot 5 : totaal der emissies in Belgische franken van de Belgische overheidssector
6. Kongo en Ruanda Urundi
Totaal 1 tot 6 : totaal der emissies in Belgische franken van de Belgische overheidssector, Kongo en Ruanda-Urundi
7. Aan te brengen verbeteringen om : a) de evolutie te bekomen van het uit staande bedrag, eensdeels van de door elke belegger verkrijgbare effecten en anderdeels van de door elke belegger niet verkrijgbare effecten - correctie • con versie van niet verhandelbare effecten van de Muntsaneringslening in verhandelbare effecten 8 b) uitgaande van het nominale bedrag, het effectieve bedrag van de emissies te berekenen - correctie : verschil tussen de nominale waarde en de uitgifteprijs 7
Brutoemissies
Aflossingen e
emissies
(1)
(2)
(3) = (1) - (2)
12,0 18,2 20,8 27,5
6,9 8,9
1957 1958 1959 1960 1961 1962 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1957 1958 1959 1960 1961
1957 1958
Netto-
7,4
0,9 3,6
12,5 1,0 1,1 1,2 1,3 1,5
3,4
1,5
1,5
...
...
...
2,0 2,4
0,1 0,2
5,4 ...
2,2
1,2 1,3 0,8
2,7 0,8 1,6 1,0 2,1 1,6
2,8
2,3
1,4
0,8 1,9 1,1 4,5 2,9
2,4
...
4,2 3,8 4,3
4,0 20,9 23,9 31,9 35,9 27,5
36,2 ...
4,0 ... .. .. ... 20,9 27,9 31,9 35,9 27,5 36,2
1,9 2,1 1,6 1,8 1,4
-
7,5
13,4
2,1
9,3 13,3 14,9 6,0 13,5 2,9 2,2 2,5 - 0,4 2,1 1,9 1,5 ... 1,9 2,2 3,2 - 2,7 1,3 0,8 0,2 - 0,8 - 0,8 0,5 0,6 - 1,9 3,1 - 0,7 1,4 0,7 11,4 10,4 21,0 15,2 11,9 13,9 - 0,3 3,6 - 0,6 - 1,5 ... ... 11,1 14,0 20,4 13,7 11,9 13,9 1,9 2,1 1,6 1,8 1,4
12,6
26,0 3,9 3,3 3,7
5,1
3,3
9,5 13,5 10,9 20,7 15,6 22,3 0,3 0,4 0,6 1,5 ... ... 9,8 13,9 11,5 22,2 15,6 22,3
--
0,5 ...
.,, .1.1159
-
1960 1961 1962
- 0,2 - 0,4 - 0,5
0,5
-
1
0,5 •••
Doorlopende nettoemissies ries
Totale nettoemissies
Brutoemissies
(4)
(5) = (3) + (4)
(6)
(7)
5,1 9,3 13,3 14,9 6,0 13,5 2,9 2,2 2,5 - 0,4 2,1 1,9 3,1 5,4 5,4 8,0 '1,6 4,2 3,6 5,6 4,3 4,2 3,9 6,4 0,6 - 1,9 3,1 - 0,7 1.4 1,0 15,3 20,6 28,6 24,0 21,0 27,0 - 0,3 3,6 - 0,6 - 1,5 .. ••• 15,0 24,2 28,0 22,5 21,0 27,0 1,9 2,1 1,6 1,8 1,4
1,6 0,2 0,7 2,3 ... 6,2 1,3 2,7 2,6 2,7 1,9 2,8 2,5 2,2 2,3 2,0 1,8 2,9 .. .. .. .. .. .. 0,8 0,7 1,3 0,5 0,5 0,5 6,2 5,8 6,9 7,5 4,2 12,4 ... ... ... ... ••• ••• 6,2 5,8 6,9 7,5 4,2 12,4 - 1,9 2,1 1,6 1,8 1,4
2,6 2,7 1,7 1,4 1,0 1,8 0,1 0,3 0,4 0,4 0,8 0,7 0,2 0,4 0,6 0,4 0,6 1,1 ... ... 0,1 ... ... ... 0,6 0,1 0,2 0,1 0,2 0,4 3,5 3,5 3,0 2,3 2,6 4,0 ... ... ... ... ••• ••• 3,5 3,5 3,0 2,3 2,6 4,0 --
--
-1,6 5,4 3,5 3,8 4,4 6,9 2,3 4,8 4,1 5,0 4,7 5,9 ... ... ... ... ... 0,3 3,9 10,2 7,6 8,8 9,1 13,1 ... ... .. ... ••• 3,9 10,2 7,6 8,8 9,1 13,1 --
-
_
0,5
-
- 0,2 - 0,4 - 0,5
-
-
Totale nettoemissies o lange op en halfNettolange termijn emissies (meer dan een jaar) 1 (8) = (9 ) = (6) - (7) ( 5 ) + (8)
Niet door elke belegger verkrijgbare effecten
2
5
-
Aflossingen
- 1,0 - 2,5 - 1,0 0,9 - 1,0 4,4 1,2 2,4 2,2 2,3 1,1 2,1 2,3 1,8 1,7 1,6 1,2 1,8 ... ... - 0,1 ... ... ... 0,2 0,6 1,1 0,4 0,3 0,1 2,7 2,3 3,9 5,2 1,6 8,4 ... ... ... ... ... ••• 2,7 2,3 3,9 5,2 1,6 8,4 - 1,9 2,1 1,6 1,8 1,4 -
-
-
-
-
-
-
4,1 6,8 12,3 15,8 5,0 17,9 4,1 4,6 4,7 1,9 3,2 4,0 5,4 7,2 7,1 7,6 8,8 6,0 3,6 5,6 4,2 4,2 3,9 6,4 0,8 - 1,3 4,2 - 0,3 1,7 1,1 18,0 22,9 32,5 29,2 22,6 35,4 - 0,3 3,6 - 0,6 - 1,5 ... ... 17,7 26,5 31,9 27,7 22,6 35,4 ~ -
0,5 ... 0,5 - 0,2 - 0,4 - 0,5 -
-
t Voor de doorlopende emissies van de parastatale kredietinstellingen en het Gemeentekrediet van België, werd de totale verandering van het uitstaande bedrag dezer effecten vermeld, aangezien het in bepaalde gevallen niet mogelijk is de emisises van kasbons op maximum één jaar en de e op meer dan één jaar te splitsen. - Pro memorie : Netto-emissies op korte termijn (maximum één jaar) van de Staat in 1956 : - 4,0 miljard; in 1957 : - 1,4; in 1958 : 11,4 in 1959 : 8,9; in 1960 : - 3,9; in 1961 : 2,7; in 1962 : 2,3. 2 Worden beschouwd als door elke belegger verkrijgbare effecten, de effecten die het voorwerp uitmaken van een openbare uitgifte en die welke ter beurze genoteerd worden ot die waarvan de toelating tot de officiële notering wordt voorzien, evenals de obligaties en kasbons doorlopend uitgegeven door het Gemeentekrediet, de Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid, het Nationaal Instituut voor Landbouwkrediet, het Centraal Bureau voor Hypothecair Krediet., de Nationale Kas voor Beroepskrediet en de Nationale Maatschappij der Waterleidingen. 3 De door de Amortisatiekas der Staatsschuld op de Beurs ingekochte effecten worden in kolom (2) • Aflossingen 1. opgenomen, niet op het tijdstip ven deze inkopen, doch op het ogenblik waarop zij worden vernietigd. 4 Aangekondigd bij een wettelijk bericht. 5 In beginsel per grote tranches, doch met inbegrip van de doorlopende emissies van de parastatale instellingen voor de huisvesting. 5 In de loop van het jaar 1961 werd de laatste schijf van de Muntsaneringslening vrijgegeven. 7 De plaatsingscommissie is in de uitgifteprije begrepen.
XVI - 2. - VOORNAAMSTE EMISSIES OP LANGE EN HALFLANGE TERMIJN VAN DE OVERHEIDSSECTOR * Leningen in Belgische franken Openingsdatum van de intekening
Nominale rentevoet
Emittenten Maand
1961 Mei Juni Augustus Oktober November December 1962 Februari Maart Maart Mei Mei Juni Augustus September November 1963 Maart April Mei Mei Juni September September Oktober Oktober November December December 1964 Februari
Dag
25 8 24 2 20 11 1 1 29 2 28 14 27 24 12 4 18 16 30 20 3 3 8 8 18 11 11 17
5,25.5,50 2 5,25-5,50-5,75 ' 5,25-5,50-5,75-6,00 5 5,25-5,50-5,75 6 5,25-5,50-5,75 6 5,25-5,50-5,75 6 5,00-5,25.5,50 7 5,25-5,50-5,75 6 5,00-5,25-5,50 7 5,00-5,25-5,50 7 5,00-5,25.5,50 7 5,00-5,25 a 5,00-5,25-5,50 7 5,00-5,25 8 4.75-5,00-5,25 9 5,00-5,25 8 5,50 5,50 5,20-5,5.0 11 5,50-5,75 12 5,20-5,40.5,60-5,80 18 5,20-5,40-5,60.5,80 18 5,50-5,75 12 6,00 6,00 5,30.5,50-5,60.5,80 1 ' 5,30-5,50-5,60-5,80 1 5 6,25-6,50 15
N.K.B.K. Belgische Staat 1961-1973 Stad Antwerpen Belgische Staat 1961-1981 N.M.K.N. Wegenfonds Belgische Staat 1962-1982, 1 0 r. Stad Luik 1962-1982 R.T.T. 1962-1982 N.M.B.S. 1962-1982 Stad Brussel 1962-1982 Belgische Staat 1962-1982, 2e r. Stad Antwerpen 1962-1982 Wegenfonds Belgische Staat 1962-1982, 30 r. Belgische Staat 1963-1983, ie r. R.T.T. 1963-1983 N.M.B.S. 1963-1983 N.K.B.K. 1963-1968-1973 Belgische Staat 1963-1983, 2e r. Stad Luik 1963-1973-1983 Stad Gent 1963-1973-1983 Belgische Staat 1963-1983, 3e r. Belgische Staat 1963-1983 Wegenfonds 1963-1983 Stad Brussel 1963-1973-1983 Stad Antwerpen 1963-1973-1983 Belgische Staat 1964-1969-1974
Emissiekoers pct.
98,25 98,50 98,00 98,50 98,50 98,50 98,50 98,50 98,50 99,00 99,50 100,00 100,00 100,00
98,50 100,00
100,00 100,00 100,00 99,00 99, 00 99,00 98,50 100, 00 99,00 98,00 98,00 100,00
Uitge• geven bedrag 1 (miljoenen franken)
Looptijd
Gemiddeld rendement bij de uitgifte
250 5,82 a 5, 8 of 11 j aar 5, 9 of 12 jaar 6 maand. 7.007 5,83 800 5,83 5, 10, 15 of 20 jaar 6.000 5,75 5, 10, 15 of 20 jaar 2.650 5,88 a 5, 10, 15 of 20 jaar 2.500 5,78 5, 10, 15 of 20 jaar 7.450 5,54 5, 10, 15 of 20 jaar 800 5,75 5, 10, 15 of 20 jaar 2.500 5,54 5, 10, 15 of 20 jaar 1.550 5,48 5, 10, 15 of 20 jaar 1.000 5,43 5, 10, 15 of 20 jaar 8.100 5,26 5, 10, 15 of 20 jaar 1.000 5,37 5, 10, 15 of 20 jaar 2.500 5,20 10, 15 of 20 jaar 10.480 5,06 10, 15 of 20 jaar 5.900 5,09 10 10, 15 of 20 jaar 1.350 5,55 1 ° 10, 15 of 20 jaar 1.300 5,55 10 10, 15 of 20 jaar 350 5,49 5 la 5 of 10 jaar 5.250 5,72 10 10, 15 of 20 jaar 1.000 5,90 10 10 of 20 jaar 600 5,90 10 10 of 20 jaar 3.232 5,80 10 10, 15 of 20 jaar 4.270 6,00 10 20 jaar 2.500 6,12 10 20 jaar 516 6,14 10 10 of 20 jaar 781 6,14 10 10 of 20 jaar 12.000 6,44 to 5 of 10 jaar
1 Deze bedragen verschillen van de gegevens uit de voorgaande tabel [XVI 1 - kolom (Dl omdat zo niet do obligaties omvatten die door geteisterden ter betaling worden overhandigd.
de Z.11.0 S. aan de
2 Interesten : 5,25 pet. gedurende de eerste 5 jaar en 5,50 pct. gedurende de laatste jaren.
Het rendement bij de uitgifte van deze leningen is berekend op hun langste looptijd. Interesten : 5,25 pct. gedurende de eerste 5 jaar, 5,50 pct. de volgende 4 jaar en 5,75 pet. de laatste jaren. Interesten : 5,25 pet, gedurende do eerste 5 jaar, 5,50 pct van het 6e tot het 10e jaar, 5,75 pet. van het lle tot het , 15e jaar en 6 pet. van het no tot hot 200 jaar. 6 Interesten : 5,25 pet. gedurende de eerste 5 jaar, 5,50 pet. gedurende de volgende 5 jaar en 5,75 pet. gedurende de laatste 10 jaar. 7 Interesten : 5 pct. gedurende de eerste 5 jaar, 5,25 pct. gedurende do volgende 5 jaar en 5,50 pct. gedurende de laatste 10 jaar. 8 Interesten : 5 pet. gedurende de eerste 10 jaar, 5,25 pct. gedurende de laatste 10 jaar. ti Interesten : 4,75 pet. gedurende de eerste 10 jaar, 5 pet. gedurende de volgende 5 jaar en 5,25 pct. gedurende de laatste 5 jaar. 1 o Rendement op basis van de nominale interestvoeten van de lening. 11 Interesten : 5,20 pet. gedurende de eerste 5 jaar, 5,50 pct. gedurende de laatste 5 jaar. 12 Interesten : 5,50 pet. gedurende de eerste 10 jaar, 5,75 pct, gedurende de laatste 10 jaar. 13 Interesten : 5,20 pet. gedurende de eerste 5 jaar, 5,40 pet. van het Be tot het 100 jaar. 5,60 pct. van het 11e tot het 15e jaar en 5,80 pct. gedurende de laatste 5 jaar. 14 Interesten : 5,80 pct. gedurende de eerste 5 jaar, 5,50 pet. van het 6e tot het 10e jaar, 5,60 pct. van het lle tot het 15e jaar en 5,80 pet. gedurende de laatste 5 jaar. 15 Interesten : 6,25 pet. gedurende de eerste 5 jaar, 6,50 pct. gedurende de laatste 5 jaar. 3
5
Leningen in vreemde valuta's Datum van het besluit 1 Maand
Dag
Emittenten
Nominale rentevoet
Emissiekoers pct.
Looptijd
eenheden vreemde valuta's)
Zw. F U.S. $ U.S. $ U.S. $ U.S. $
50 20 5 28 7
4,72' 6,14 ' 6,08 6,09 6,10
12 jaar 20 jaar 20 jaar
Zw. F N. gld. N. gld.
50 75 50
4,50' 4,75 4,75
4 jaar 15 jaar 20 jaar 3 jaar 15 jaar 20 jaar 15 jaar
3 20 of D.M. 80 N. gld. 22 U.S. $ 30 U.S. 8 25 Lux.F 250 U.S. $ 30
5 , 00 4 5,32 4 4,92 5,61 4 5,88 5,06 5,55
16 18 31 31 2 31 2
Belgische Staat 1960-1972 Kongo Otraco 3 Kongo 3 Kongo 3
4,50 6,00 6,00 6,00 6,00
98,0 100,0 100,0 100,0 100,0
1961 Mei Mei Juli
16 18 3
4,50 4,75 4,75
100,0 100,0 100,0
Juli Juli Oktober November November December 1962 Maart
12 12 3 14 28 12 27
N.M.B.S. Belgische Staat 1961-1981 Nationale Maatschappij der Waterleidingen N.M.B.S. N.M.B.S. Sabena Belgische Staat 1961-1964 Belgische Staat 1961-1976 Sabena 1961-1981 5 Belgische Staat 1962-1977
100,0 5,00 100,0 5,25 4,75 99,0 100,0 5,50 98,0 5,50 100,0 5,00 5,25 98,5
2, 3,
1963 Mei September
10 20
Belgische Staat Belgische Staat
4,875 5,00
3, 4, 5 jaar 35 maanden
100,0 100,0
Gemiddeld rendement bij de uitgifte
12 jaar 5 jaar 10 jaar 12 jaar 12 jaar
1960 Februari Maart Maart Maart Maart
3, 4,
Uitgegeven bedrag (in miljoenen
U.S.
$
U.S. $
U.S. $ U.S. $
20 11
4,97 4 a 5,24 6
1 De juiste uitgiftedatum van de leningen in vreemde valuta's is over het algemeen niet gekend. Meestal echter wordt een lening uitgegeven of opengesteld, korte
tijd nadat het betrokken besluit werd uitgevaardigd. De datum van dit besluit, die in deze tabel is opgenomen, benadert zo dicht mogelijk he tijdstip van de uitgifte. Zijn er verscheidene besluiten, bijv. een koninklijk besluit gevolgd door een ministerieel besluit, dan wordt het jongste besluit vermeld. 2 Dit besluit werd door een koninklijk besluit van 19 mei 1960 gewijzigd. 3 Lening afgesloten bij de I.B.H.O. 4
Het rendement bij de uitgifte van deze leningen is berekend op hun langste looptijd.
5 Conversielening. 6 Deze lening is vrijgesteld van alle huidige en toekomstige belastingen en baan ten bate ven de Belgische Staat, de provincies of de gemeenten of van alle
Belgische overheden welke de macht hebben om belastingen te heffen. • Leningen van do Staat, Kongo, de provincies, de gemeenten, de instellingen van openbaar nut, zoals de N.M.B.S., de N.M.B., de Nationale Maatachappij der Waterleidingen, het Gemeentekrediet, enz. (exclusief de doorlopende uitgiften).
- 231 XVI - 3. - STAATSSCHTILD (miljarden franken) Bron
Ministerie van Financiën. Directe schuld buitenlandse
binnenlandse
Totale schuld huld
geveltigde incl. M.S.L. 1
op halflange termijn
°P korte termijn
Vrije tegoeden van de particuliere ❑t post rekenin in g-
1951
106,5
33,9
68,0
19,4
227,8
12,8
2,1
14,9
242,7
11,9
254,6
1952
119,2
27,9
69,1
19,2
235,4
13,3
4,6
17,9
253,3
13,0
266,3
1953
130,6
29,7
67,1
21,2
248,6
13,7
7,1
20,8
269,4
12,9
282,3
1954
155,2
24,8
62,6
22,4
265,0
14,8
6,6
21,4
286,4
11,8
298,2
295,5
16,1
311,6
Einde tijdvak
totaal
geveltigde 2
op halflange en korte termijn
totaal
2
Totale directe schuld
Indirecte
2
2
1955
157,2
24,9
67,2
22,8
272,1
16,5
6,9
23,4
1956
167,2
23,4
62,1
23,9
276,6
16,5
7,9
24,4
301,0
16,8
317,8
1957
170,1
24,6
60,9
23,7
279,3
17,5
8,8
26,3
305,6
18,0
323,6
1958
175,5
26,1
70,5
25,4
297,5
17,0
12,5
29,5
327,0
18,6
345,6
29,1
318,7
17,7
16,5
34,2
352,9
20,7
373,6
1959
190,8
23,0
75,8
1960
211,6
18,1
68,6
32,3
330,6
17,4
27,0
44,4
375,0
21,1
396,1
1961
217,4
17,4
70,8
32,8
338,4
18,8
28,3
47,1
385,5
25,5
411,0
1962 Februari Maart April
222,9
18,4
72,2
33,0
346,5
18,8
26,9
45,7
392,2
25,4
417,6
222,6
18,4
75,1
32,0
348,1
18,7
26,4
45,1
221,1
20,4
79,7
33,3
354,5
20,1
23,4
25,4 25,4
418,6 423,4
220,9
20,2
80,5
32,7
20,1
23,2
397,6
25,3
422,9
220,7
20,0
82,4
32,7
19,9
20,1
395,8
223,8
20,0
79,3
34,0
354,3 355,8 357,1
43,5 43,3
393,2 398,0
19,8
19,9
396,8 396,7
25,3 25,2 25,2
421,1 422,0
Mei Juni Juli
40,0 39,7
421,9
223,6
20,0
82,0
32,3
19,0
20,0
82,8
32,4
357,9 358,6
19,8
223,4
19,7
18,4
38,8 38,1
396,7
25,2
421,9
Oktober November
222,9
22,0
82,3
33,1
360,3
19,7
17,0
36,7
397,0
232,2
20,9
76,3
33,0
19,7
16,7
251,6
20,9
50,0
36,1
19,5
17,6
36,4 37,1
398,8 395,7
250,7
16,7
56,1
37,4
19,5
18,1
249,9
16,8
60,2
34,4
362,4 358,6 360,9 361,3
424,5 426,3
December 1963 Januari Februari
19,5
19,1
37,6 38,6 40,5
398,5 399,9 407,7
27,5 27,5 27,5 27,5 27,5
Augustus September
427,4 435,2
Maart
254,6
16,7
60,5
35,4
19,3
April
253,9
16,3
63,4
36,4
367,2 370,0
21,2
19,2
21,9
41,1
411,1
253,8
16,2
61,9
35,8
367,7
19,2
24,0
43,2
410,9
27,4 27,4
438,5
Mei Juni Juli Augustus
254,0
16,2
61,4
36,1
367,7
19,0
24,3
43,3
257,7
15,8
56,0
37,8
18,9
24,6
43,5
27,4 27,2
438,4 438,0
257,5
15,7
58,3
34,3
367,3 365,8 365,9 370,1
411,0 410,8
18,9
24,9
436,8
25,1
18,6
26,6
409,6 409,7 415,3
27,2
18,7
43,8 43,8
27,1 27,0
436,8 442,3
368,2 370,2
18,6
27,4
18,4
28,1
414,2 416,7
27,9 29,3
442,1 446,0
370,1 371,2
18,4
27,9
18,4
29,3
416,4 418,9
29,2 29,2
445,6 448,1
September Oktober November December 1964 Januari Februari
256,7
15,7
58,3
35,2
263,5
13,3
55,9
37,4
262,3
13,7
57,1
35,1
261,6
13,7
55,1
39,8
260,2
14,3
56,7
38,9
270,6
9,0
55,0
36,6
1 M.S.L. : Muntsaneringslening. Exclusief de uit de oorlog 1914-1918 voortvloeiende intergouvernementele schuld.
2
27,5
423,2 426,0
45,2 46,0 46,5 46,3 47,7
438,3
XVI - 4. - INDELING VAN DE SCHULDEN IN BELGISCHE FRANKEN OP LANGE EN HALFLANGE TERMIJN VAN DE OVERHEIDSSECTOR a) Volgens de debiteuren (nominale waarden op het einde van het jaar, miljarden franken) Met verkrijgbaar door elke belegger
Verkrijgbaar door elke belegger 1 Debiteuren
A. Belgische
1957
1958
1959
1960
1961
1957
1958
1959
1960
1961
1957
1958
1959
1960
1961
158,6 55,0 24,1
170,6 64,9 23,6
187,7 74,2 26,8
204,2 84,5 26,3
216,2 96,1 25,5
53,3 13,6 3,5 1,8 7,2
48,7 15,6 4,1 3,1 8,3
45,9 17,3 5,3 4,4 9,2
44,9 18,8 5,5 6,0 9,9
42,5 20,3 6,0 7,6 10,2
211,9 68,6 27,6 1,8 32,2
219,3 80,5 27,7 3,1 34,5
233,6 91,5 32,1 4,4 36,2
249,1 103,3 31,8 6,0 36,1
258,7 116,4 31,5 7,6 35,9
Overheidssector (Belgische overheids-
fondsen) : 1. Staat 2 2. 3. 4. 5.
Totaal
-
Niet geldscheppende openbare kredietinstel. Parastatale bedrijven Pensioenfondsen Overheidssector niet elders vermeld
B. Kongolese Schatkist (Kongolese overheidsfondsen) Totaal -.
--
--
--
--
--
25,0
26,2
27,0
26,2
25,7
9,0
12,8
12,2
10,8
10,8
1,4
1,3
1,3
1,3
1,3
10,4
14,1
13,5
12,1
12,1
271,7
298,1
327,9
352,0
374,3
80,8
81,1
83,4
86,4
87,9
352,5
379,2
411,3
438,4
462,2
1961
1957
1958
1959
1960
1961
b) Volgens de houders (nominale waarden op het einde van het jaar, miljarden franken)
A. Niet-financiële nationale sectoren : 1. Privébedrijven en particulieren 3 2. Parastatale bedrijven 3. Overheidssector niet elders vermeld 5 4. Sociale verzekering B. Buitenland : Kongo en Ituanda-Urundi 5 C. Financiële Instellingen : 1. Geldscheppende instellingen 6 2. Rentenfonds 3. Spaarkassen, hypotheek- en kapitalisatiemaatschappijen 4. Instellingen voor verzekering op het leven en tegen arbeidsongevallen, pensioenfondsen . 5. Niet-geldscheppende openbare kraliefinstell. Totaal -.
Totaal
Met verkrijgbaar door elke belegger
Verkrijgbaar door elke belegger 1 Houders 1957
1958
(
1959
1960
1957
1958
1959
1960
1961
148,0 1,7 1,5 1,2
163,5 1,7 1,4 1,1
180,3 2,2 1,6 1,0
194,8 2,5 1,8 1,0
207,1 2,8 1,6 1,2
10,8 0,2 0,1 0,6
9,9 0,2 0,1 0,6
8,7 0,2 0,1 0,6
6,7 0,2 0,1 1,0
6,6 0,2 0,1 1,0
158,8 1,9 1,6 1,8
173,4 1,9 1,5 1,7
189,0 2,4 1,7 1,6
201,5 2,7 1,9 2,0
213,7 3,0 1,7 2,2
4,0
4,1
4,0
3,4
2,6
1,4
1,1
0,7
0,3
0,3
5,4
5,2
4,7
3,7
2,9
25,4 4,1
31,5 3,3
35,4 4,5
35,7 6,6
41,1 6,9
38,4
36,5
36,3
37,7
37,6
--
--
--
--
--
63,8 4,1
68,0 3,3
71,7 4,5
73,4 6,6
78,7 6,9
34,0
34,6
38,8
40,7
41,9
11,7
12,7
13,6
14,8
14,2
45,7
47,3
52,4
55,5
56,1
47,4 4,4
51,4 5,5
53,6 6,5
58,4 7,1
60,8 8,3
17,5 0,1
20,0
23,2
25,6
27,9
--
--
--
--
64,9 4,5
71,4 5,5
76,8 6,5
84,0 7,1
88,7 8,3
271,7
298,1
327,9
352,0
374,3
80,8
81,1
83,4
86,4
87,9
352,5
379,2
411,3
438,4
462,2
Worden als door elke belegger verkrijgbare effecten beschouwd : de effecten die het voorwerp uitmaken van een openbare uitgifte en die welke ter beurze genoteerd worden of waarvan de opneming in de koerslijst is voorzien, alsook de obligaties en kasbons welke doorlopend uitgegeven worden door het Gemeentekrediet, de Nationale Maatschappij voor Krediet uan de Nijverheid, het Nationaal Instituut voor Landbouwkrediet. de Nationale Kas voor Beroepskrediet, het Centraal Bureau voor Hypothecair Krediet. 2 Belgische gevestigde en halflange binnenlandse directe en indirecte overheidsschuld. 3 Incl. de niet-ingezetenen, behalve deze opgenomen onder de rubriek Buitenland < Kongo en Ruanda-Unuadi ■ . 4 Excl. de zelfstandige fondsen en de parastatale instellingen die de kenmerken vertonen van geldscheppende instellingen of van instellingen voor het spaarwezen, de maatschappelijke zekerheid, de verzekeringen of de kapitalisatie. 5 Staat, parastatale instellingen, Centrale Bank van Belgisch-Kongo en van Ruanda-Urundi. 11 Excl. het bezit van de pensioenkassen door deze instellingen beheerd. Voorlichting : Blbllograffache referenties : Statistisch Tijdschrift van het N.I.S. - Statistisch Jaarboek voor België. - Tijdschrift voor Documentatie van het Ministerie van Financiën. - Tijdschrift LOOT Documentatie en XXXVIe Jaargang, Deel I, nr 8, maart 1961 : c Inventaris en onderbrenging der Belgische overheidsfondsen ■ - XXXVe Jaargang, Deel II, n* 2, augustus 1960 : s Raming, voor de jaren 1960 tot 1975, van de aflossingen van de gevestigde en halflange Staatsschuld uitgegeven tot op 80 juni 1960 e. - XXXVIlle Jaargang, Deel I, nv 4, april 1963: c Inventaris en onderbrenging der Belgische overheidsfondsen e. 1
XVII. - EFFECTEN VAN DE PARTICULIERE SECTOR 1. — EVOLUTIE VAN DE OMZET, DE NOTERINGEN EN HET RENDEMENT VAN DE BEURSWAARDEN Indexcijfers van de aandelennoteringen op de contantmarkt Basis 1953 = 100 200
200
.... Belgische maats happijen
A
_
I
I
t
Ii%
160 e---
— 140
4 t
1
i
%
14 g 1 •, • 1 I• ^I
I • • • _
j
I i
♦
1
■ I
I J
/
I
.
V
1
%
f %, • 1
id
r ■
■•
1 .... 1
i
I II
/
k I • I ♦
180
■■
% 1
,
—
180
I.-1
_
.•,,..; %
g
'4
5. e i I
160
t ir
I i
ii ._
140
'..• A— / 1• I
120
120
—
Belgische en Kongolese maatschappi en
—
100
100 r\.,
..f.'
1960 -
1958
gemiddelde per beursdag (miljoenen franken)
Belgische en Kongolese ef f ecten
Termijnmarkt
Belgische effecten
Belgische effecten 5
4
(Basis 1953 = 100)
2 4
1964
I
1963
1984
1983
2,9 2,9 2,9
2,4 2,5
3,2 3,1 3,2
1958
1964
1963
1964
1983
1964
Januari Februari Maart
93 89 79
137 118
117 119 120
128 129 127
167 169 170
191 190 187
April Mei Juni
89 83 83
117 117 118
168 • 168 170
114 114 114
2,9 2,8 2,7
3,2 3,1 3,0
Juli Augustus September
89 84 87
122 123 125
176 178 179
116 118 119
2,5 2,5 2,5
2,9 2,8 2,8
Oktober November December
85 95 98
124 125 126
179 182 184
116 117 117
2,4 2,4 2,4
2,8 2,7 2,7
113 117 116
1
01 o a.; cn-J-
1963
d,sj; ..c;0) 00 r-1 gi gi gi gi gi cm" cl- co-
I
4; ,
108 141 139 133 117 129 116 115 113 116
•C■
116 146 158 158 145 166 162 169 171 174
CO
118 157 164 155 135 137 121 120 119 121
110 152 113 106 70 105 93 103 82 88
... .. ... ... ... ... ... ... ... ...
3
Contantmarkt Belgische en Kongolese effecten
15
1954 Maandgemiddelde 1955 Maandgemiddelde 1956 Maandgemiddelde 1957 Maandgemiddelde 1958 Maandgemiddelde 1959 Maandgemiddelde 1960 Maandegmiddelde 1961 Maandgemiddelde 1962 Maandgemiddelde 1963 Maandgemiddelde
Rendementspercentage
Globaal indexcijfer van de aandelennoteringen
Omzet Tijdvak
1964
1962
118 115 113
1964
2,7 2,7
1 Bron : Beurscommissie te Brussel : deze gegevens hebben betrekking op de transacties in vennootschapsobligaties en in aandelen (termijn- en kontantmarkt). Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek : Voor de jaarcijfers : gemiddelde van de indexcijfers op de 10e en 25e van iedere maand; voor de maandcijfers : uitsluitend indexcijfers op de 10e van iedere maand. 3 Bron : Kredietbank : Verhouding van het laatst aangekondigde of betaalde nettodividend tot de notering per einde maand. 4 Beurs te Brussel en te Antwerpen. 5 Beurs te Brussel. e Tot 1958, gemiddelde einde kwartaal. 2
- 234 XVII - 2. - RENDEMENT VAN DE VENNOOTSCHAPPEN OP AANDELEN 1 Jaarcijfers Bron : Nationaal Inatituut voor de Statistiek (gegevens gewijzigd door de N.B.B.). Nettoresultaat van het boekjaar Tijdvak
2
Aantal getelde vennootschappen
estort kapitaal
(1)
(2)
Reserves Winst
Obligatieleningen
Betaalbaar gestelde brutodividenden
Verlies
Betaalde tantièmes
Uitstaande obligatieschuld op 81/12
Brutobedrag van de uitbetaalde coupons 3
(7 )
(8)
(9 )
(miljoenen franken)
1
(8)
(4
)
1
(5
)
1
(8
)
1
A. - Vennootschappen met voornaamste bedrijvigheid in België Banken 51 50
1954 1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962
2.878
49 48 48 51 52 53
3.265 3.404 3.406 3.628 4.029 4.572 4.742
54
5.353
2.649 2.704 2.967 3.261 3.414 3.514 3.624 3.967 4.390
4
661 644 695 817 829 835 814
1.043 1.318
1 0,3 38 0,1 5,5 0,4
299 306 321 330 355 377 423 492 549
37 33 36 43 46 45 48 57 70
2.759 3.653 3.972 4.710 6.410 6.626 7.264 8.293 v10.800
75 119 157 163 212 307 305 363 447
1.239 1.357 1.484 1.878 1.907 1.903 2.006 2.138 3.180
90 99 104 129 124 114 132 140 164
4.044 4.811 4.793 5.800 8.173 9.151 10.170 11.200 v12.928
149 214 249 233 298 414 467 531 602
Financiële vennootschappen en maatschappijen voor onroerende goederen 1954
5
1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962
1.286 1.327 1.359 1.430 1.413 1.464 1.456 1.483 1.543
11.004 11.694 12.366 14.690 22.664 24.053 26.589 28.302 33.477
1954
1.213
10.926
7.587
2.032
234
923
1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962
1.218 1.233 1.250 1.245 1.275 1.271 1.281 1.300
11.324 11.416 12.204 13.211 14.681 15.432 15.989 16.480
8.101 8.520 8.954 9.489 10.334 10.785 11.024 12.038
2.063 2.194 2.480 2.402 2.370 2.619 3.066 3.400
299 429 448 409 499 499 470 443
1.247 1.065 1.255 1.110 1.267 1.533 1.670 1.795
101 88 111 113 106 100 107 121 133
1.426 2.007 2.005 1.778 1.733 2.030 1.917 1.937 v 1.856
86 89 101 100 99 101 120 114 117
53 46 23 17 37 139 25 44 523
410 653 1.324 1.445 1.057 623 992 1.277 940
83 51 85 94 72 39 58 75 54
2.303 2.226 2.158 2.269 3.133 4.729 4.886 4.763 v 5.437
114 123 120 116 119 172 282 294 286
371 298 363 242 268 614 255 265 339
252 291 286 348 321 272 452 492 405
48 55 52 67 59 45 64 76 83
503 522 510 529 500 482 453 386 v 346
27 28 27 27 27 27 26 25 24
9.118 9.721 10.112 11.430 10.330 12.126 12.968 16.075 18.567
1.793 2.095 2.181 2.660 2.726 2.598 2.913 3.611 4.815
50 39 94 169 59 93 189 190 539
Metaalverwerkende nijverheid
War- en staalnijverheid 1954
108 106 106 100 100 103 100 97 100
1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962
10.332 9.313 10.026 10.862 12.364 12.952 13.918 15.826 15.985
7.522 6.732 10.072 10.774 12.409 12.560 12.628 13.880 15.576
660 1.135 2.369 2.734 1.621 858 1.928 2.242 2.023
Textielnijverheid 1954
1.105 1.081 1.087 1.094 1.041 1.047 1.009 982 988
1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 Noten : zie onderaan tabel XVII 2. -
10.285 10.299 10.753 10.894 11.560 11.954 12.138 12.358 11.265
9.324 9.119 9.365 9.160 9.300 10.077 9.853 10.249 9.864
660 793 804 1.156 894 721 1.098 1.260 1.121
- 235 XVII - 2. - RENDEMENT VAN DE VENNOOTSCHAPPEN OP AANDELEN 1 (vervolg) Jaarcijfers Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek (gegevens gewijzigd door de N.B.B.). Nettoresultaat van het boekjaar
Tijdvak
2
Aantal getelde vennootschappen
Gestort kapitaal
Reserves Winst
Verlies
Obligatieleningen
Betaalbaar gestelde brutodividenden
Betaalde tantièmes
Uitstaande obligatieschuld op 81/12
Brutobedrag van de uitbetaalde coupons 3
(7)
(k»
(9)
(miljoenen franken)
1
(2 )
( 1)
(8)
1
(4)
1
(8)
(5 )
1
Voedingsnijverheid 1954 1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962
750 742 731 730 701 725 725 713 722
3.900 4.069 4.115 4.577 4.833 5.058 5.505 5.983 6.374
7.200 7.359 7.837 7.907 8.881 9.479 9.591 9.926 9.969
799 881 954 1.014 1.077 1.211 1.381 1.335 1.470
65 82 98 91 200 155 179 165 110
394 425 446 516 466 638 720 695 667
55 59 66 59 57 54 63 70 67
765 792 789 906 925 992 892 805 v 751
41 45 48 48 58 58 62 55 52
200 52 52 200 124 179 245 360 209
502 932 750 810 543 577 711 927 1.065
59 63 68 57 61 65 76 88 87
1.091 1.006 1.038 1.305 1.384 1.313 1.290 1.110 962 v
59 58 56 55 71 82 76 75 66
0,1 2,6 0,1
1.165 1.164 1.251 1.365 1.458 1.511 1.539 1.608 1.690
88 85 82 79 83 86 85 86 82
4.764 4.494 4.434 5.543 5.871 5.525 5.441 5.703 v 6.997
257 265 253 248 330 345 330 326 340
196 122 153 186 96 702 1.023 1.450 710
723 716 937 1.007 876 93 63 93 106
72 70 92 97 85 11 7 10 13
1.073 1.015 972 985 940 860 477 471 398 v
49 59 56 54 55 51 50 30 27
941 990 1.136 1.203 1.153 1.015 1.128 1.258 1.343
21.443 23.506 24.930 28.457 33.241 36.138 37.521 39.625 v45.172
1.003 1.144 1.238 1.285 1.535 1.802 1.989 2.096 2.259
Scheikundige nijverheid 1954 1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962
546 560 561 552 538 545 534 540 544
9.270 9.501 10.015 11.285 11.690 12.650 13.309 14.239 15.930
4.907 5.395 5.582 6.087 5.405 6.121 6.442 6.883 7.064
1.036 1.258 1.468 1.729 1.354 1.212 1.639 1.749 1.888
Elektriciteit 1954 1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962
54 52 51 47 44 41 40 36 36
12.754 13.525 15.382 16.784 17.016 17.422 17.132 18.581 20.056
2.909 2.968 2.207 2.454 2.722 3.609 3.628 4.260 3.320
1.456 1.503 1.558 1.581 1.637 1.748 1.808 1.800 2.053
0,3 0,7
Steenkolennijverheid 1954 1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962
61 55 54 54 53 55 49 44 41
8.268 8.131 8.592 8.616 8.739 8.840 8.530 8.109 7.679
4.927 4.747 4.263 4.335 4.339 4.663 4.367 3.018 2.065
900 870 1.212 1.356 1.192 260 107• 124 146
Totaal der vennootschappen met voornaamste bedrijvigheid in België 6 1954. 1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962
13.171 13.268 13.397 13.487 13.408 13.891 13.816 13.926 14.142
Noten : zie onderaan tabel XVII-2, volgende bladzijde.
112.207 114.978 123.605 131.010 146.913 156.056 162.844 171.069 185.420
76.018 77.313 81.666 86.852 90.013 98.462 102.221 108.305 114.895
15.095 17.092 20.764 22.389 20.202 18.207 21.788 24.169 26.823
1.800 1.518 1.748 1.810 1.936 3.512 3.243 3.936 3.906
8.231 9.674 10.869 11.970 10.981 10.292 11.778 12.954 14.090
7
XVII - 2. - RENDEMENT VAN DE VENNOOTSCHAPPEN OP AANDELEN 1 (vervolg) Jaarcijfers Bron : Nationaal Instituut voor do Statistiek (gegevens gewijzigd door de N.B.B.). Nettoresultaat van het boekjaar Tijdvak
2
Aantal getelde vennootschappen
Gestort kapitaal
(1)
(2)
Winst
Obligatieleningen
Betaalbaar gestelde brutodividenden
Reserves Verlies
Betaalde tantièmes
Uitstaande obligatieschuld op 81/12
Brutobedrag van de uitbetaalde coupons 3
(miljoenen franken)
1
(8)
(4)
I
(5)
1
1
(6)
1
(7)
1
(8)
I
(9)
Totaal der vennootschappen met voornaamste bedrijvigheid in het buitenland 7 1954 1955 1956 1957 1958 l959 1960 1961 1962
(incl. de vennootschappen 487 527 552 579 563 560 442 336 302
waarvan de voornaamste bedrijvigheid in Kongo uitgeoefend wordt) 29.262 16.173 8.246 156 4.917 429 1.659 32.018 20.039 9.356 289 5.567 393 1.883 34.880 21.254 10.897 423 6.801 433 2.241 42.986 19.520 12.222 287 7.575 428 2.799 45.670 20.620 9.733 320 6.492 415 3.177 49.530 22.740 8.296 452 6.318 380 3.351 48.024 21.895 9.900 348 7.284 346 1.628 40.721 18.636 7.192 958 4.397 212 1.096 38.822 19.383 5.865 644 3.048 172 v 1.019
C. -- Algemeen totaal der vennootschappen op aandelen 1954 1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962
13.658 13.795 13.949 14.066 13.971 14.451 14.258 14.262 14.444
141.469 146.996 158.485 173.996 192.583 205.586 210.868 211.790 224.242
92.191 97.352 102.920 106.372 110.633 121.202 124.116 126.941 134.278
23.341 26.448 31.661 34.611 29.935 26.503 31.688 31.361 32.688
1.957 1.806 2.171 2.097 2.256 3.964 3.591 4.894 4.550
6
13.148 15.241 17.670 19.545 17.473 16.610 19.062 17.351 17.138
73 91 95 107 125 151 78 56 35
7
1.370 1.383 1.569 1.631 1.568 1.395 1.474 1.470 1.515
23.103 25.389 27.171 31.256 36.418 39.489 39.123 40.721 v46.191
1.076 1.235 1.333 1.892 1.660 1.953 2.067 2.152 2.294
1 Belgische vennootschappen : naamloze vennootschappen en commanditaire vennootschappen op aandelen onder Belgisch recht. Kongolese vennootschappen aandelenvennootschappen met beperk e aansprake ijkheid onder Kongolees recht. Vanaf 1081 zijn de vennootschappen onder Kongolees recht die veranderd werden in vennootschappen onder Belgisch recht die in Kongo hun bedrijf uitoefenen geleidelijk in de statistieken opgenomen; de vennootschappen onder Kongolees recht zijn in de statistiek niet meer begrepen. 2 Voor de kolommen (1) tot (7) : jaar waarin het dividend werd betaald. 3 Bedrag van de vervallen rente voor het betrokken jaar; dit bedrag houdt verband met de op 81/12 van het voorgaande jaar uitstaande obligatieschuld. Excl. do N.B.B. 5 Excl. de N.M.K.N. 5 Excl. de N.B.B., de N.M.K.N. en de Sabena. 7 Netto eindtotaal, na aftrek van de dubbeltellingen.
XVII - 3. - RENDEMENT VAN DE VENNOOTSCHAPPEN OP AANDELEN 1
5
Cumulatieve maandcijfers Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek (gegevens gewijzigd door de N.B.B.).
Tijdvak
2
A. 1959 12 maanden 1960 12 maanden 1961 12 maanden 1962 Januari Eerste 2 maanden Eerste 3 maanden Eerste 4 maanden Eerste 5 maanden Eerste 6 maanden Eerste 7 maanden Eerste 8 maanden Eerste 9 maanden Eerste 10 maanden Eerste 11 maanden 12 maanden 1963 Januari Eerste 2 maanden Eerste 3 maanden Eerste 4 maanden Eerste 5 maanden Eerste 6 maanden Eerste 7 maanden Eerste 8 maanden Eerste 9 maanden Eerste 10 maanden Eerste 11 maanden 12 maanden Noten : zie volgende bladzijde.
Aantal getelde vennootschappen
Gestort kapitaal
(1)
(2)
Betaalbaar gestelde brutodividenden
Nettoresultaat Reserves
Winst
i
Verlies
Brutoobligatiecoupons 3
(miljarden franken)
1
(8)
1
(4)
1
(5)
1
( 6)
fl
(7 )
Vennootschappen met voornaamste bedrijvigheid in België 13.927 13.858 13.957 151 390 2.198 5.582 9.506 11.500 12.189 12.408 12.786 13.369 13.760 14.174 103 263 1.660 4.089 6.875 8.455 9.021 9.290 9.662 10.145 10.501 10.877
156,2 163,5 172,8 4,0 4,8 19,9 55,9 122,1 139,6 147,2 148,1 150,0 157,2 171,2 186,2 2,2 2,9 19,9 52,3 116,9 138,7 143,7 145,0 146,9 156,3 167,4 183,5
98,6 102,5 109,1 1,0 2,9 12,9 33,5 71,5 84,6 91,0 91,6 92,9 96,7 107,5 115,2 0,7 2,5 11,4 29,4 70,2 85,4 90,1 91,0 92,2 98,6 105,9 113,9
18,2 21,9 24,3 0,4 1,0 3,6 8,9 17,7 20,8 22,1 22,2 22,5 23,6 25,1 26,9 0,2 0,8 3,1 7,7 15,0 18,5 19,1 19,3 19,6 20,8 22,0 23,7
3,5 3,3
3,9 0,3 1,0 2,5 2,8 3,0 3,0 3,0 3,2 3,7 3,9 0,1 0,4 0,9 1,7 2,2 2,3 2,3 2,4 2,6 2,7 2,8
10,3
1,6
11,8 13,1 0,2 0,8 2,0 4,5 9,2 10,6 11,2 11,2 11,3 11,8 12,8 14,1 0,1 1,0 2,1 4,2 8,1 9,8 10,1 10,2 10,3 10,6 11,4 12,7
1,9 2,4 0,4 0,8 1,1 1,5 1,8 2,2 2,6 2,9 3,2 3,6 3,9 4,3 0,3 0,4 0,6 0,8 1,0 1,3 1,4 1,6 1,7 1,9 2,2 2,4
- 237 XVII - 3. - RENDEMENT VAN DE VENNOOTSCHAPPEN OP AANDELEN 1 5 (vervolg) Cumulatieve maandcijfers Bron : Va tionaal Instituut voor de Statistiek (gegevens gewijzigd door de N.B.B.). Nettoresultaat Tijdvak
Gestort
Aantal getelde vennootschappen
3
kapitaal
Reserves Winst
Verlies
Betaalbaar gestelde brutodividenden
Brutoobligatiecoupons 3
(miljarden franken)
(2)
(1)
(3)
1
(4)
1
(5)
(6)
II
(7)
B. - Vennootschappen met voornaamste bedrijvigheid in het buitenland (incl. de vennootschappen waarvan de voornaamste bedrijvigheid in Kongo uitgeoefend wordt)
1959 12 maanden 1960 12 maanden 1961 12 maanden 1962 Januari Eerste 2 maanden Eerste 3 maanden Eerste 4 maanden Eerste 5 maanden Eerste 6 maanden Eerste 7 maanden Eerste 8 maanden Eerste 9 maanden Eerste 10 maanden Eerste 11 maanden 12 maanden 1963 Januari Eerste 2 maanden Eerste 3 maanden Eerste 4 maanden Eerste 5 maanden Eerste 6 maanden Eerste 7 maanden Eerste 8 maanden Eerste 9 maanden Eerste 10 maanden Eerste 11 maanden 12 maanden
ro
560 446 340 3 8 17 41 87 194 237 240 250 267 285 305 2 6 24 45 85 192 228 231 240 255 273 291
C. 1959 12 maanden 1960 12 maanden 1961 12 maanden 1962 Januari Eerste 2 maanden Eerste 3 maanden Eerste 4 maanden Eerste 5 maanden Eerste 6 maanden Eerste 7 maanden Eerste 8 maanden Eerste 9 maanden Eerste 10 maanden Eerste 11 maanden 12 maanden 1963 Januari Eerste 2 maanden Eerste 3 maanden Eerste 4 maanden Eerste 5 maanden Eerste 6 maanden Eerste 7 maanden Eerste 8 maanden Eerste 9 maanden Eerste 10 maanden Eerste 11 maanden 12 maanden
14.487 14.304 14.297 154 398 2.215 5.623 9.593 11.694 12.426 12.648 13.036 13.636 14.045 14.479 105 269 1.684 4.134 6.960 8.647 9.249 9.521 9.902 10.400 10.774 11.168
49,5 48,1 41,7 ... 0,1 0,3 1,3 19,8 30,0 33,5 33,6 34,3 34,7 37,1 38,9 ...
0,1 1,7 2,8 20,2 31,2 34,4 34,4 34,7 35,7 38,6 40,7
-
22,7 22,1 19,2 ...
8,3 9,9 7,2
0,5 0,3 1,0
6,3 7,3 4,4
0,2 0,2 0,1
0,1 4,4 5,4 5,6 5,6 5,6 5,6 5,8 5,9
0,1 0,2 0,3 0,3 0,5 0,5 0,6 0,6
2,4 2,8 2,9 2,9 2,9 2,9 3,0 3,1
0,1
...
0,1 0,5 11,8 14,4 16,2 16,2 17,1 17,2 18,2 19,4 ... ...
0,6 0,9 15,8 22,1 23,9 24,0 24,0 24,4 26,0 27,4
...
...
2,0 2,7 2,7 2,7 2,7 2,7 2,8 2,8
0,1 0,3 0,4 0,4 0,4 0,4 0,6 0,6
0,1
Algemeen totaal 205,7 211,6 214,5 4,0 4,9 20,2 57,2 141,9 169,6 180,7 181,7 184,3 191,9 208,3 225,1 2,2 3,0 21,6 55,1 187,1 169,9 178,1 179,4 181,6 192,0 206,0 224,2
121,3 124,6 128,3 1,0 2,9 13,0 34,0 83,3 99,0 107,2 107,8 110,0 113,9 125,8 134,6 0,7 2,5 12,0 30,3 86,0 107,5 114,0 115,0 116,2 128,0 181,9 141,8
26,5 31,8 31,5 0,4 1,0 3,6 9,0 22,1 26,2 27,7 27,8 28,1 29,2 30,9 32,8 0,2 0,8 3,1 7,7 17,0 21,2 21,8 22,0 22,3 23,5 24,8 26,5
4,0 3,6 4,9 ... ...
0,3 1,0 2,6 3,0 3,3 3,3 3,5 3,7 4,3 4,5 ...
0,1 0,4 0,9 1,8 2,5 2,7 2,7 2,8 3,0 3,3 3,4
16,6 19,1 17,5 0,2 0,8 2,0 4,5 11,6 13,4 14,1 14,1 14,2 14,7 15,8 17,2 . 0,1 1,0 2,1 4,2 8,9 10,9 11,2 11,3 11,4 11,7 12,6 18,9
1,8 2,1 2,5 0,4 0,8 1,1 1,5 1,8 2,2 2,6 2,9 3,2 3,6 3,9 4,4 0,3 0,4 0,6 0,8 1,0 1,3 1,4 1,6 1,7 1,9 2,2 2,5
1 Belgische vennootschappen : naamloze vennootschappen en commanditaire vennootschappen op aandelen van Belgisch recht. Voor de kolommen (1) tot (6) : maand waarin het dividend werd betaald. De obligatiecoupons worden, zoals de dividenden, geteld in de maand waarin zij werden betaald. De betaling van de obligatiecoupons kan deze van de dividenden voorafgaan. Om die reden vertegenwoordigen niet alle obligaties waarvan de coupons in kolom (7) voorkomen noodzakelijk leningen van vennootschappen waarop de voorafgaande kolommen betrekking hebben. 4 Excl. de N.B.B., de N.M.K.N. en de Sabena. 5 Vanaf 1961, heeft men in deze statistiek rekening gehouden met de geleidelijke omschakeling van de vennootschappen van Kongolees recht in vennootschappen van Belgisch recht, die hun bedrijvigheid uitoefenen in Kongo. De vennootschappen van Kongolees recht worden niet meer in bovenstaande statistiek opgenomen. 2 3
- 238 -
XVII
-
4.
-
UITGIFTEN VAN DE VENNOOTSCHAPPEN Jaarcijfers (miljoenen franken)
Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek (gegevens gewijzigd door de N.B.B. 2).
nominale uitgiften
Jaren
(1)
Aandelen en obligaties
Obligaties (nominaal bedrag)
Aandelen nettouitgiften (2)
Niet doorlopende uitgiften uitgiften (8)
aflossingen (4)
nettouitgiften (5 - (4) = (8) 5)
doorlopende nettouitgiften
Totale nettouitgiften
Totale ' nettouitgiften
(8) = (5 ) + (0 ) = (2) + (7)
Aandelen en obligaties Totale netto uitgiften (N.I.S.)
(7 )
(6)
(9 )
Vennootschappen met voornaamste bedrijvigheid in België 7.358
1954
3.489
1.777
879
898
529
1.427
4.916
8.331
5.108
8.597
1955
14.192
4.273
1.560
1.257
303
532
835
1956
16.557
3.503
1.701
1.404
297
389
686
4.189
6.562
1957
27.682
5.573
3.220
1.449
1.771
833
2.604
8.177
10.687
1958
8.801
4.908
3.144
1.507
1.637
1.288
2.925
7.833
12.920
1959
10.227
3.760
3.196
1.568
1.628
814
2.442
6.202
11.817
1960
16.065
6.266
1.367
1.682
- 315
1.009
694
6.960
11.241
1961
19.013 v 6.016
1.667
1,645
22
844
866
✓ 6.918
12.660
10.559
15.477
326
2.090
1.445
3.213
2.625
19.173
1962
7.519
3.138
1.293
1.845
1.747
3.040
Vennootschappen met voornaamste bedrijvigheid in het buitenland 1954
2.760
1.764
392
66
326
1955
4.711
2.995
316
91
225
- 7
218
1956
8.630
3.146
341
110
231
5
236
3.382
2.637
553
553
2.312
1.905
1957
6.994
1.759
724
171
1958
2.282
1.162
450
124
326
51
377
1.539
1.119
1959
2.442
613
215
87
128
- 21
107
720
606
1960
6.443
1.685
80
177
1.567
1.510
97
- 21
- 118
269 v 127
85
- 85
- 24
- 109
398
195
36
-
1954
10.118
5.253
2.168
944
1.224
1955
18.903
7.268
1.876
1.348
1956
25.187
6.649
2.042
1961 1962
v
-
17
- 64
- 36
159
159
529
1.753
7.006
9.776
528
525
1.053
8.321
11.222
1.514
528
394
922
7.571
9.199
833
8.157
10.489
12.592
36
v-
Algemeen totaal
1957
34.676
7.332
3.944
1.620
2.824
1958
11.083
6.070
3.594
1.631
1.963
1.339
3.302
9.372
14.039
1959
12.669
4.373
3.411
1.655
1.756
793
2.549
6.922
11.923
1960
22.508
7.951
1.447
1.859
- 412
988
576
8.527
12.751
-
63
820
757
✓ 6.901
12.596
1.257
1.747
3.004
10.718
15.636
1961 1962
0
19.282 v 6.143
1.667
1.730
19.571
3.138
1.881
7.714
1 Belgische vennootschappen • naamloze, commanditaire op aandelen 'en personenvehnootschappee met beperkte aansprakelijkheid van Belgisch reeht„Ilongo. lese vennootschappen. (tot '80 juni 1900 : aandelen. en personenvennootschappen met beperkte • aansprakelijkheid van Kongolees recht (zie noot. 3). 2 Deze wijzigingen bestaan enerzijds uit de opneming van de bijstortingen en' anderzijds uit 'de 'verwijdering van de doorlopende. en niet • doorlopende • kasbons van do Belgische banken. Sabena) en van de, netto uitgiften van • obligaties uitgiften van de overheidssector 3 Tot 130 juni 1900, klei: de Belgische vennootschappen met voornaamste bedrijvigheid in Kongo', en de vennootschappen van Kongoleee recht. Vanaf juli 1980 • • zijn de vennootschappen van Kongolees recht niet meer in deze statistiek opgenomen. N. B. - Kol. (1) en (9) : bedragen overgenomen zonder wijziging van de statistieken van het N.I.S. - kol. (2) tot (8) : bedragen gewijzigd door de • N.B.B. zoals hierboven in' noot 2 aangeduid. . Kol (1) : oprichtingen van vennootschappen en kapitaalverhogingen -kol. (2) : gestorte bedragen op aandelen (verminderd met de stortingen andere dan in chartaal geld), uitgiftepremies en bijstortingen - kol. (8) : nieuwe uitgiften '(gedeelte dat werkelijk uitgegeven werd tijdens het jaar), verhoogd met het saldo van voorgaande uitgiften, verminderd met conversieleningen.
-239XVII - 5. - UITGIFTEN VAN VENNOOTSCHAPPEN Maandelijkse cijfers 2 (miljoenen franken) Instituut voor de Statistiek (gegevens gewijzigd door de N.B.B. 3).
Bron : Nationaal
A. - Vennootschappen met voornaamste bedrijvigheid in België Obligaties (nominaal bedrag)
Aandelen Tijdvak nominale uitgiften
nettouitgiften
(1)
(2)
16.065
1960 12 maanden
5.216
.
B. - Vennootschappen met voornaamste bedrijvigheid in het buitenland 4
,,isAandelen obligaties `
Obligaties (nominaal bedrag)
Aandelen
nietdoorlopende brutouitgiften (7)
Aandelen en obligaties
nietdoorlopende brutouitgiften (8)
Totaal
nominale uitgiften
nettouitgiften
(4)= (2)4. (8)
(5)
(6)
1.213
6.429
6.443
1.628
20
1.648
...
...
Totaal (8)-(6)4- (7 )
1961 Eerste 3 maanden
2.929
645
176
821
28
...
Eerste 6 maanden
6.873
1.847
357
2.204
145
6
...
6
Eerste 9 maanden
8.945
2.648
472
3.120
145
6
...
6
19.013
3.681
777
4.458
209
45
...
45 30
12 maanden 1962 Eerste 3 maanden
3.181
1.267
220
1.487
219
30
...
Eerste 6 maanden
6.691
2.877
1.564
4.441
256
31
...
31
Eerste 9 maanden
13.945
5.084
1.590
6.674
395
196
...
196
12 maanden
19.172
6.519
1.840
8.359
399
196
...
196
3 maanden
1.614
531
706
1.237
...
...
...
...
6 maanden •
6.037
2.869
2.360
5.229
232
232
...
232
5.111
1.027
23
1.050
...
...
...
...
570
457
3
460
...
...
...
...
September
1.573
723
...
723
139
165
...
165
Oktober
1.202
790
...
790
...
...
...
...
1963 Eerste Eerste 1962 Juli
Augustus
November
958
155
50
205
4
...
...
...
December
3.067
490
200
690
...
...
...
...
422
129
102
231
...
...
...
...
500
200
100
300
...
...
...
...
1963 Januari Februari
692
364
504
868
...
...
...
•. .
April
1.526
1.042
1.475
2.517
...
...
...
...
Mei
1.724
843
96
939
200
40
...
40
Juni
940
251
83
334
32
...
...
...
Juli
800
193
210
403
...
...
...
...
Augustus
463
132
95
227
...
...
...
Maart
September
v
1.632
607
...
607
...
...
•• • ...
Oktober
v
1.211
394
...
394
...
...
...
...
November
v
1.914
242
...
242
...
...
•••
...
v
3.044
801
...
801
...
...
v
1.236
259
...
259
...
...
•• • ..•
...
v
886
272
...
272
...
...
...
...
December 1964 Januari Februari
...
...
1 Belgische vennootschappen : naamloze vennootschappen, commanditaire vennootschappen op aandelen en personenvennootschappen met beperkte aansprakelijkheid onder Belgisch recht. - Kongolese vennootschappen (tot 80 juni 1960) : aandelenvennootschappen met beperkte aansprakelijkheid en personen. vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid onder Kongolees recht. 2 De cijfers van deze tabel verschillen in volgende opzichten met die welke in tabel XVII - 4 voorkomen : a) de netto-uitgiften van aandelen bevatten de bijstortingen niet; b) de obligatieuitgiften zijn bruto (afschrijvingen niet afgetrokken) en houden geen rekening met de doorlopende uitgiften. 3 De wijzigingen bestaan in het uitschakelen van de obligaties en aandelen van de publieke sector (deze van de Sabena voor de door de tabel bestreken periode). 4 Tot 80 juni 1960, incl. de Belgische vennootschappen met voornaamste bedrijvigheid in Kongo en de vennootschappen van Kongolees recht. Vanaf juli 1980 zijn de vennootschappen van Kongolees recht niet meer in deze statistiek opgenomen. Bibliografische referenties s
Statistisch Jaarboek voor België. - Statistisch Tijdachrif t van het N.I.S. - Belgische Economische Statistieken 1941-1950 (N.B.B.). - Bulletin menend des Statistigues (Beurscommissie van Brussel). - Weekberichten van de Kredietbank.
- 240 -
XVIII. - GELDMARKT 1. MARKT VAN HET DAGGELD EN VAN HET GELD OP ZEER KORTE TERMIJN • (miljoenen franken) Bedragen ontleend door
Bedragen uitge eend door Daggemiddelden
11.W.I.
1
Rentenfonds
Overige instellingen 3
(5)
(9)
(7 )
(8)
2.985 3.314 2.780 3.305 1.821 1.165 1.561 1.523 1.593 1.568
19 23 22 17 15 73 1.025 1.817 1.517 1.600
2.295 2.807 2.313 2.786 968 29 10 1 1 122
2.733 2.556 2.602 2.514 2.504 2.981 3.001 3.014 1.275 925
289 253 286 276 420 432 1.047 989 1.271 781
3.907 3.518 5.083 5.821 4.084 3.428
... ...
1.378 1.083 1.134 1.373 907 1.198 1.000 737 591 465 1.025 923 1.643
4.414 3.786 3.698 3.615 2.841 3.584 3.834
939 765 633 1.078 1.119 974 589 784 511 574 672 363 599 449 827 926 864 334 1.278 1.560 2.285 1.317 1.283
3.564 3.410 4.087 8.321 2.798 2.966 2.765 3.344 3.124 4.262 4.278 4.027 3.188
Depositobanken 1
Rentenfonds
H.W.I:
Overige instellingen 2
Depositobanken
(1)
(2)
(3)
(4)
1954 1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963
2.330 2.325 2.428 2.288 2.078 2.191 2.415 2.487 1.518 1.585
21
... ... ... ...
...
159 1.107 1.811 943 202
... ... . . 10
1962 3e kwartaal 4e kwartaal 1963 le kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal 1964 le kwartaal
1.198 1.509 1.780 1.608 1.115 1.855 1.810
1.573 820 221 373 169 51
1.640 3 1.431 26 1.651 46 1.609 25 1.493 64 1.523 155 2.124
1.953 1.279 1.430 1.822 1.766 1.384 1.426
1963 Maart April Mei
1.880 1.913 1.630 1.246 944 1.058 1.358 1.800 1.114 2.585 2.033 1.712 1.669
45 222 515 382 343 52 96
95 1.544 1.260 15 29 1.913 31 1.662 1.471 40 1.737 119 1.276 35 12 1.532 1.646 304 177 1.400 2.245 2.315 1.517
1.382 1.536 1.994 1.948 1.713 1.926 1.662 1.171 1.767 1.271 1.288 1.626 1.380
Juni Juli Augustus September Oktober November December 1964 Januari Februari Maart
...
... 60 100
... ... ...
15
... 8
73
Totaal
163 56 19 252 765 478 163
... ... ... 5 55 420 159 153 705 1.084 523
(9) ... (1) -I- (2) -I- (8) + (4) of (9) -1- ( 7 )+ (8)
5.336 5.639 5.223 5.593
Teruggetrokken bedragen
(10) ... 43 185 5 577 188 37 23 307 49 ...
92 174 20 3 ...
45 345 14 44 ...
9 ... ... ... ... ... ...
141 ...
• Van 27 februari 1956 tot 16 november 1959 verhandelde men, naast het daggeld ook geld dat op 5 en 10 dagen werd uitgeleend of ontleend. Deze bedragen zijn derhalve in bovenstaande cijfers begrepen. Sedert 17 november 1959 wordt er geen geld op 5 en 10 dagen meer uitgeleend of ontleend. 1 Tot 16 november 1959, slechte de depositobanken te Brussel en te Antwerpen. Nadien ook deze van andere plaatsen. 2 Tot 16 november 1959 inzonderheid de A.S.L.K., de Centrale Bank van Belgisch-Kongo en Ruanda-Urundi, de 11.M.Z., het Gemeentekrediet en sedert 17 november 1959 inzonderheid de A.S.L.K., het Gemeentekrediet, de N.M.B.S. 3 Tot 16 november 1959 inzonderheid de N.M.K.N., de Centrale Bank van Be gisch-liongo en Ruanda-Crundi, de Nationale Delerederedionst en sedert 17 november 1950 .n..onderheid de Belgische Delcrederedienst, de N.K.B.K., de N.M.K.N.
— 241 — XVIII - 3. — BEDRIJVIGHEID VAN DE VERREKENINGSKAMERS Debetverrichtingen Brussel Maandgemiddelden of maanden
Aantal kamers
400
127
212
110
214
237
222
63
436
119
232
128
234
247
239
66
473
313
113
245
131
247
244
235
63
482
307 330
39
4e kwartaal
39
al
56
0"J 00 00 00 00al
210
Cri 02 02 02al 00 00 00al
229
3° kwartaal
1957
38
1958
38
1959
39
1960
39
1961
39
1962
39
1963
39
1962 20 kwartaal
39
30 kwartaal
39
40 kwartaal
39
1963 le kwartaal
39
39
Februari
39
Maart
39
April
39 39
Juni
39
Juli
39
Augustus
39
September
39
Oktober
39
November
39
December
39
1964 Januari
39
al al ai al ai
Mei
00 00 02 00 00al 00al
1963 Januari
1
190
39
38
285
96
2e kwartaal
1956
Algemeen totaal
Provincie Totaal
2
188
169
38
Andere verrichtingen
Duizenden Miljarden Duizenden Miljarden Duizenden Miljarden Duizenden Miljarden Duizenden Miljarden franken franken stukken stukken franken stukken stukken franken stukken franken
133
1955
2
Geld op zeer korte termijn 1
-
800
124
248
142
250
266
237
64
487
208
289
158
292
366
243
57
535
423
235
409
167
412
402
261
62
673
464
158
475
196
478
354
285
68
763
422 428
129
510
226
520
356
311
73
823
474
182
477
351
282
65
759
416
172
436
198
439
370
276
68
715
438
143
504
231
507
374
304
73
811
447
140
451
206
454
346
285
72
739
418
816
410
133
505
206
508
339
308
71
112
508
239
510
351
312
72
822
423
132
576
253
578
386
339
77
916
462
167
513
222
516
389
297
78
813
467
121
360
191
463
312
274
69
837
381
132
480
206
482
338
284
68
766
406
126
519
221
522
347
318
75
840
422
367
322
74
861
441
158
526
209
529
116
471
188
473
304
284
65
757
369
118
546
272
549
390
340
76
889
466
112
468
225
470
337
283
66
753
403
106
509
220
511
326
314
72
825
398
134
596
283
598
417
352
80
950
497
103
512
232
514
335
300
69
814
404
160
620
244
622
404
363
82
985
486
157
597
262
599
419
340
83
939
502
Betreft het daggeld en, van 27 februari 1956 tot 16 november 1959, het op 1, 5 en 10 dagen uitgeleende of ontleende geld. Sedert 17 november 1959 wordt het geld op 5 en 10 dagen niet meer verhandeld. Effecten, overheidspapier, coupons, overschrijvingen, cheques, wissels, promessen, kwijtschriften, transacties met het buitenland, enz.
Bibliografische referenties : Belgische Economische Statistieken 1941-1950 (N.B.B.). — Tijdschrift voor D.mumentatie en Voorlichting (N.B.B.) : XXVIIIe jaargang, deel I, nr 6, mei 1953 : a Een nieuwe statistiek : de daggeldmarkt (call money) s — XXXV' jaargang, deel I, nr 4, april 1960 : « De Belgische geldmarkt «.
XIX. - DISCONTO-, RENTE- EN RENDEMENTSPERCENTAGES (in pct. per jaar) 1.
-
DISCONTO EN RENTETARIEF VAN DE NATIONALE BANK VAN BELGIE Disconto
Datum van de wijziging
Geacce p teerd in een bonk cilieerd papier, ~rente
5 juni 3 juli 28 augustus . 80 oktober ._ 1959 8 januari -. 24 december . 1960 4 augustus . 1958
4,-3,75 3,50 3,60 3,25 4,5,--
Accepten vooraf door de N.B.B. geviseerd
4,-3,75 3,50 3,50 3,25 4,5,
____........_,„_........_--
Voorschotten in rekening-courant en beleningen op *
G ene eep. teerd niet in een bank gedomicilieerd papier
in een bank gedomicilieerd
4,75 4,50 4,25 4,3,75 4,50 5,50
5,50 5,25 5, 5,4,50 4,25 4,75 5,75
5,75 5,50 5,25 5,4,75 5,25 6,25
5,75 5,50 5,25 5,4,75 5,25 6,25
Rentevoet v.h. certif. + 5/16 pet., minimum 2,25 pct.
Niet geaccepteerd papier
schatkistcertificaten
niet in Promessen een bank gedomicilieerd
uitgegeven op maximum 866 dagen 1
» »
unificaten van liet Rentenfonds, uitgegeven op maximum 366 dagen
andere overheide fondsen 2
5,75 5,50 5,25 5,-
Rentevoet van het certif icaat 1- 5/1 6 pct . minimum
s
2,25 pet. s
»
»
»
r
4,75 5,6,25
r
6,25
»
6, --
Met betrekking tot
10 november . 1961 24 augustus
.
invoer
uitvoer
5,-
5,-
4,-
5,50
5,75
6,25
6,25
»
4,75
4,75
3,75
5,25
5,50
6,-
6,-
» Schatkistcertificaten uitgegeven aan 1 15/16 %
28 december . 1962 18 januari .22 maart 9 augustus . 6 december . 1968 18 juli 81 oktober .1964 4 februari ._
4,50 4,25 4,-3,75 3,50 4,4,25 4,25
4,50 4,25 4,3,75 3,50 4,4,25 4,25
3,50 3,25 3,-3,2,75 3,25 3,75 3,75
5,4,75 4,50 4,25 4,4,50 5,5,-
5,25 5,4,75 4,50 4,50 5,5,75 5,75
6,75 5,50.. 5,25 5,5,5,50 6,25 6,25
Sehatkisteert UienSchatkistten en certificaten certificaten van het uitgegeven Rentenfonds op meer dan uitgegeven op 180 dagen maximum en op max. 180 dagen 866 dagen
2,25 2,25 2,25 2,25
5,75 5,50 5,25 5,-5,5,50 6,25 6,25
4,50 4,25
5,25 4,50 4,25 4,4,50 5,25 5,50
4, -..
3,75 3,50 4,4,50 4,75
-
5,75 5,50 5,25 5,5,5,50 6,25 6,50
5, ~...
1 V66r 21 maart 1957 vermeld onder het hoofd : ■ Schatkistcertificaten met ten hoogste 12 maanden looptijd a.
hel. de schatkistcertificaten met meer dan 12 maanden looptijd. - Alleen de effecten en overheidsfondsen a aan toonder • in Belgische franken luidend, worden in onderpand aanvaard. * Quotiteit van het voorschot op 29 februari 1964 Schatkietcert. en eert. v.h. Rentenfonds uitgegeven op max. 866 d. ... max. 95 pct.! Andere overheidefondsen (zie noot 2) max. 80 pet. 2
XIX
-
2.
-
DAGGELDRENTE
XIX - 3. RENTEVOET VAN DE SCHATKISTCERTIFICATEN EN VAN DE CERTIFICATEN VAN HET RENTENFONDS -
Schatkistcertificaten op zeer korte termijn 2
Gemiddelden 1
0
Einde tijdvak
1958 1959 Van 1. 1 tot 16-11 Van 17.11 tot 81-12 1960 1961 1962 1963 1963 April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December 1964 Januari Februari Maart
1,41 1,01 2,11 2,80 2,57 2,13 2,28 1,78 2,07 2,19 2,87 2,49 2,55 2,16 2,78 2,73 3,16 3,24 3,77
8 es
G
0
8
0
Schatkistcertificaten B en certificaten van het Rentenfonde 3
1960 1961
4,- 4,25 4,50 4,75 3,50 3,75 4,-- 4,25
4,75 4,25
1962
2,50 2,75 3,-
3,30
3,27
1963 Maart . April -. Mei -. Juni Juli .Aug. .Sept -. Okt. .Nov. .Dec. -. 1964 Januari Feb. ._ Maart .
2,50 2,50 2,50 2,50 2,80 2,80 2,85 3,25 3,30 3,50 3,60 3,65 3,75
3,35 3,40 3,40 3,40 3,75 3,80 3,85 4,4,20 4,35 4,55 4,65 4,75
3,85 3,40 3,40 3,40 3,65 3,80 3,82 3,92 4,18 4,31 4,46 4,64 4,72
4
2,75 2,75 2,75 2,75 3,10 3,10 3,15 3,50 3,60 3,80 3,90 3,95 4,00
3,3,3,3,3,40 3,40 3,45 3,75 3,90 4,10 4,20 4,25 4,25
e
6
Schatkistcertificaten uitgegeven bij gunning Datum
7
6 9 12 maanden maanden meenden
1959 1960 1961 1962 1963
6 jan. 5 jan. 6 jan. 4 jan. 3 jan.
1963 2 april 7 mei 4 juni 2 juli 6 aug. 3 sept. 8 okt. 12 nov. 10 dec. 1964 14 jan. 11 feb.
3,398 4,171 4,862 4,283 3,360
4,925 4,364 3,416
3,451 3,500 3,541 3,566 3,875 3,900 4,075
3,505 3,542 3,600 3,600 3,900 3,950 4,200
8,646
3,860 4,354 4,956 3,450
3,550 3,588 3,650 3,675 4,000 4,037 4,120 • 4,500 4,600 4,750 4,750 4,800 4,750 4,850 4,950 5,050 4,900 5,000
•
•
10 maart 1 De hieronder gepubliceerde gemiddelden zijn berekend op basis van het aantal werkdagen van de periode. Tot 16 november 1959, iet eenvoudig rekenkundig gemiddelde van de enige dagelijkse rentevoet. Sedert 17 november 1959 : gemiddelde van de gemiddelde dagelijkse rentevoeten gewogen met de ontleende bedragen. Wij stippen aan dat het H.W.I. zijn gemiddelden berekent rekening houdend met het totaal dagen van de maand. 2 Cf. Ministerieel besluit van 9 november 1957 (Belgisch Staatsblad van 10 november 1957, blz. 8028), gewijzigd bij ministerieel besluit van 25 maart 1964 (Belgisch Staatsblad van 28 maart 1964, blz. 3238). 3 De schatkistcertificaten B worden hetzij door de banken, hetzij door het Rentenfonds aangehouden ; de certificaten van liet Rentenfonde worden door de banken aangehouden. Deze beide soorten certificaten vloeiden voort uit de hervorming van de geldmarkt in november 1957; de schatkistcertificaten 13 ontstonden uit de conversie, ten belope van F 8,9 miljard, van de schuld op korte termijn die toen bij de banken was ondergebracht, terwijl het saldo van die schuld, zegge F 20 miljard, werd omgezet in schatkistcertificaten A op 12 maanden tegen 1 15/16 pet. (Ministerieel besluit van 9 november 1957, Belgisch Staatsblad van 10 november 1957, blz. 8.080). Bij K.B. van 20-12-1962 werden de A-certificaten omgezet in een • Speciale Conversielening 1962 • terugbetaalbaar in 20 jaar en verdeeld in drie tranches (F 10.000 miljoen, 5.000 miljoen en F 4.826 miljoen) niet een rentevoet van 8,50 pct. 's jaars respectievelijk vanaf 1-1-1962, 81-12-1966 en 81-12-1971. V66r deze data blijft de rentevoet bepaald op 1 15/16 's jaars. Bet Litstaande bedrag van de schatkistcertificaten 13 schommelt niet; op 8 april 1960 werd het nochtans door omzetting van schatkistcertificaten A op F 9,1 miljard gebracht. Sedert de hervorming van de geldmarkt van november 1957 waren de schatkistcertificaten A en B en de certificaten van het Rentenfonde het enige overheidspapier dat in aanmerking kwam voor de samenstelling van do zgn. ■ gedeeltelijke • dekking van de deposito's op maximum één maand bij de banken met grote en gemiddelde circulatie, tot bij de opheffing van deze dekking op 1 januari 1962. Tot einde 1961 wee de rente van de schatkistcertificaten B en van do certificaten van het Rentenfonds gebonden aan de discontovoet van de Nationale Bank van België voor geaccepteerde in een bank gedomicilieerde wissels; sedert 1 januari 1962 wordt de rente voor de certificaten van het Rentenfonds vastgesteld door wekelijkse gunningen die eveneens de rente voor de schatkistcertificaten B bepalen. 4 Percentage van de laatste wekelijkse gunning van de maand. 5 Gewogen gemiddelde van de percentages bepaald door de wekelijkse gunningen van de maand. e Enige rentevoet, geldig voor al de toegewezen certificaten (hoogste door het Rentenfonde in aanmerking genomen rentevoet). 7 Tot einde 1968, gemiddelde rentevoeten, gewogen door de bedragen van de toegewezen certificaten. Van januari 1964 af, enige rentevoeten geldig voor al de toegewezen certificaten (hoogste door de Schatkist in aanmerking genomen rentevoeten). Geen gunning.
- 243 XIX - 4. - RENTETARIEF VOOR DEPOSITO'S IN BELGISCHE FRANKEN BIJ DE BANKEN EN BIJ DE ALGEMENE SPAAR- EN LIJFRENTEXAS Algemene Spaarkas (Spaarinlagen van particulieren)
Tarief I 1 Depositorekeningen Einde periode
1954
op termijn
2
direct opeisbaar
met 15 dagen opzegging 2
1 maand
3 maanden
6 maanden
0,50
0,85
1,10
1,40
1,75
tot 75.000 F
van 75.001 F tot 150.000 F
3,00
1,50
boven 150.000 F
0,50
100.001 F tot 100.000 F van tot 150.000 F
1955 1956
0,50 0,50
0,85 0,85
1,10 1,10
1,40 1,40
1,75 1,75
0,50
1,25
2,30
2,70
3,15
1,50 1,50
3,00 3,00 tot 200.000 F
1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963
0,50 0,50 0,50 0,50 0,50 0,50
0,90 0,85 1,75 1,30 1,00 1,20
1,35 1,20 2,85 2,40 1,70 2,10
1,75 1,60 3,45 3,15 2,50 3,00
2,15 1,95 3,60 3,30 2,70 3,50
1963 Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December 1964 Januari Februari Maart
0,50 0,50 0,50 0,50 0,50 0,50 0,50 0,50 0,50 0,50 0,50 0,50 0,50
1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,20 1,20 1,20 1,20 1,20
1,70 1,70 1,70 1,70 1,70 1,70 1,70 1,70 2,10 2,10 2,10 2,10 2,30
2,50 2,50 2,50 2,50 2,50 2,50 2,50 2,50 3,00 3,00 3,00 3,00 3,30
2,70 2,70 2,70 2,70 2,70 2,70 . 2,70 2,70 3,50 3,50 3,50 3,50 3,80
boven 150.000 F
0,50 0,50 boven 200.000 F
3,00
2,00
tot 250.000 F
boven 250.000 F
3,00 8 3,00 3,00 8 3,00 8 3,00 8 3,00 8
2,00 2,00 2,00 8 2,00 8 2,00 8 2,00 8
2,75 8 2,75 8 3,00 8 3,00 8 3,00 8 • 3,00 8 3,00 8 3,00 8 3,00 8 3,00 8 3,00 8 3,00 8 3,00 8
2,00 8 2,00 8 2,00 8 2,00 8 2,00 8 2,00 8 2,00 8 2,00 8 2,00 8 2,00 8 2,00 8 2,00 8 2,00 8
t Tarief toegepast door ce. 25 banken, waaronder de voornaamste. Andere banken, vooral regionale, passen over het algemeen een hoger tarief toe. - 2 Van november 1957 tot einde 1901 bewoog de rente van de deposito's met opzeggingstermijn en van de deposito's op termijn in functie van de discontovoet van de N.B.B. voor geaccepteerde in een bank gedomicilieerde wissels. Sedert begin 1952 zijn de veranderingen die zij in functie van de marktvoorwaarden, de toestand van de betalingsbalans en het conjunctuurverloop ondergaat, het voorwerp van een akkoord, dat door overleg tussen de Nationale Bank van België en de Belgische Vereniging der Banken is voorafgegaan. - 3 Getrouwheidspremie gelijk aan 10 pct. van de toegekende interest voor de bedragen die gedurende het gehele kalenderjaar ingeschreven bleven. Voor de bedragen tot 250.000 F, geen vermeerdering in 1959. Voor de bedragen boven 250.000 F, getrouwheidspremie vanaf 1-1-1960.
XIX - 5. - RENDEMENT VAN VAST RENTENDE WAARDEN OP DE BEURS TE BRUSSEL * Geilnificeerde schuld Begin der periode
1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963 1963 Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December 1964 Januari Februari Maart
Vervaldag binnen 2 tot 5 jaar
Vervaldag binnen 5 tot 20 jaar
(rendement alleen berekend volgens de notering)
Staat
Parastatale instellingen en Steden
Staat
Parastatale instellingen en Steden
4 pct. le r.
3,5 tot 5,5 pct.
3 tot 5,5 pct.
4 tot 5,75 pct.
3 tot 6 pet.
-----4,72 5,55 5,21 4,54 4,38 4,67 4,59 4,60 4,71 4,71 4,74 4,84 4,89 4,99 5,04 5,36 5,34
3,89 1 3,99 1 5,17 1 5,53 1 4,44 4,79 5,69 5,34 4,50 4,27 4,42 4,41 4,51 4,54 4,50 4,47 4,67 4,82 4,87 4,92 5,16 5,18
4,59 2 4,63 5,54 6,47 4,85 5,21 6,07 5,74 4,96 4,64 4,90 4,91 4,94 5,03 5,03 5,02 8 5,12 8 5,17 8 5,26 8 5,32 8 5,54 8 5,51 8
-4,71 5,59 6,51 4,93 5,10 5,80 5,70 5,02 4,70 4,83 4,85 4,88 4,92 4,95 4,95 8 5,01 8 5,08 8 5,16 8 5,21 8 5,38 8 5,44 8
4,20 4,18 4,47 4,93 4,29 4,21 4,39 4,40 4,05 4,02 4,01 4,00 4,00 4,03 4,02 4,02 4,02 4,03 4,03 4,04 4,09 4,07
:
Gewogen gemiddelden (ezel. de Geilnificeerde schuld)
4,46 4,57 5,45 6,41 4,85 5,11 5,89 5,64 4,94 4,62 4,83 4,84 4,88 4,94 4,95 4,94 8 5,03 8 5,09 8 5,18 8 5,23 8 5,45 8 5,44 8
• Tenzij anders vermeld is het gemiddelde rendement het percentage dat, toegepast bij de berekening van de actuele waarde van de gezamenlijke nog te ontvangen termijnen (aflossing, rente, gebeurlijke loten en premies) van de annuiteit, een actuele waarde geeft die gelijk is aan de koopprijs van het uitstaande kapitaal, berekend volgens de dagnotering, verhoogd met de courtage en gebeurlijk met do opgelopen rente. 1 Leningen met een rentevoet van 4 en 4,5 pct. - 2 Leningen met een, rentevoet van 4,25 en 4,5 pct. - 3 Alleen voor de leningen uitgegeven v66r 1 december 1982. N. B. - Wijze van opstelling : zie Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting (N.B.B.), XXXIe Jaargang, Deel I, nr 2, februari 1956. Bibliografische referenties : Belgisch Staatsblad : weekstaten van de N.B.B. - Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting (N.B.B.) : XXVI() Jaargang, Deel I, Nr 6, juni 1951 : • De daggeldmarkt sedert september 1950 a; =Villa Jaargang, Deel I, Nr 5, mei 1953 : s Een nieuwe statistiek : de daggeldmarkt (call money) s • XXXIIe Jaargang, Deel Nr 5, november 1957 : s De hervorming van de geldmarkt .; XXXVe Jaargang, Deel I, Nr 4, april 1960 : « De Belgische geldmarkt
- 244 XX. - BUITENLANDSE CIRCULATIEBANKEN
1. Maand van de wijzigingen
Duitsland Dat _
".°
Tarief van kracht op 1.1-1956 .1956 Maart April Mei Augustus . September. Oktober -. November .
8
4,50
19
5,50
6
5,-
11
1958 Januari .Maart April Mei Juni Augustus . September. Oktober -. November .
17
1960 Januari Juni Augustus . Oktober .November . December . 1961 Januari Mei Juli Oktober .November .
Discon. Datum au tovoet
Discon-
tovoet
Frankrijk Datum °
2,60
3,50
1957 Januari -. Februari -. April Mei Juli Augustus . September. November .
1959 Januari .Februari-. Maart April Mei September. Oktober .November .
Verenigde Staten 1
13
2,75
24
3,-
DISOONTOVOET
Datum Discontovoet Datum
Discon-
8,-
4,50
4,-
7
27
4 23
1964 Januari Februari .-
Zweden
Datum Discontovoet
Datum Discontovoet
2,50
3,75
25
3,25
22
3,75 4,-
11
5,-
3
4,50
, , Datum
Diacontovoet
1,50
23
8,50
15
3,-
24 7 18
2,75 2,25 1,75
12
3,60
,__
3,-12
2,-
7
2,50
6,-
19
7,-
20
6,-
22 19 14
5,50 5,4,50
20
4,-
7
3,50
3,4,-
3,-
29 11
3,50 4,-
4,25 5,--
24 25
4,60 4,-
14
3,50
16
3,-
21
2,75
8
5,-
11
4,__
10 12
5
4,25
23
4,-
3,50 8,6
3,50
21 23
5,6,-
27
5,50
8
5,-
25 6 2
7,6,60 6,-
8 22 26
5,50 5,__ 4,60
26
4,-
8
3,50 16
5,-
4,-
6 8
4,50 4,-
3,50
18 14
3,50 4,-
4,--
81
4,50
3,50 3,-
17
3,50 14
15
2,50
26
2, __
4,50
2,75 6
17 16
16
20 6
22
Zwitserland
4,__
4,-
16 10
tovoet
Nederland
4,50 11
19
Italié
tovoet
1962 Maart Maart April Juni 1963 Januari Juni Juli November .
GrootBrittannié
4,27
,--
1 Federal Reserve Bank ot New York. Voor de bepalingen van de officiSle discontotarieven : zie • international Financial Btatistics • (I.M.F.).
- 245 XX - 2. - BANQUE DE PRANOE (millions de francs francais) 1959 1960 1961 1962 1963 31 décembre 31 décembre 31 décembre 31 décembre 7 février
1964 6 février
1903 7 mars
1964 5 mars
ACTIF Encaisse or
4.322
4.322
4.322
4.322
4.322
4.322
4.322
4.322
Disponibilités á vue á l'étranger
3.969
5.744
9.985
13.355
14.198
17.615
14.763
17.640
656
1.314
2.546
2.546
2.597
2.546
2.660
2.204 342
2.204 342
2.263 334
2.204
2.309 351
Avances au Fonds de Stabilisation des changes 1. Concours au Fonds Monétaire International Autres opérations
342
630
Annuités de Prêt de la B.I.R.D.
630
Monnaies divisionnaires
101
23
18
8
23
18
10
32
Comptes courante postaux
669
561
553
481
548
790
599
745
Prêts à l'Etat 2
6.500
6.500
6.500
5.450
5.450
5.450
5.450
5.450
Avances á l'Etat 3
2.640
901
2.358
3.221
4.400
4.247
4.350
4.427
16.392
18.851
18.675
20.608
16.700
17.774
16.281
16.719
4.232
6.118 1
6.846 1
6.310 1
6.066 1
8.638
6.832 1
6.227
1
699
878
797
1.223
961
384
628
436 2.933
Préts spéciaux d la construction Autres crédits d moyen terme
11.460
12.854
12.031
13.074
9.672
8.752
8.820
3.439 3.684
Effets négociables achetés en France 5
2.827
3.554
2.878
2.412
2.331
2.973
2.552
3.518
169
205
187
166
160
17
148
21
83
70
74
67
66
73
61
78
Portefeuille d'escompte Effets représentatifs de crédits á court terme : Effets escomptés sur la France Effets escomptés sur l'étranger Effets garantis par l'Office céréales 4 Obligations cautionnées
des
Effets de mobilisation de crédits moyen terme :
Avances á 30 jours sur effets publics Avances sur titres Avances sur or
• • •
Effets en cours de recouvrement
863
529
553
870
486
559
442
563
Divers
627
764
834
885
1.113
1.153
1.091
1.304
39.162
42.680
48.251
54.391
52.343
58.218
52.615
58.109
Total
PASSIF Engagements á vue : Billets au porteur en circulation Comptes créditeurs • Compte courant du Trésor public Comptes des banques, institutions et personnes étrangères Comptes courants des banques et institutions financières francaises . Autres comptes courants et de dép6ts de fonds; dispositions et autres engagements á vue
Capital de la Banque Divers Total
34.947
39.320
44.348
50.082
48.873
54.290
49.209
54.384
2.943
2.066
2.590
2.718
1.942
2.225
1.918
2.020
200
212
240
212
236
1.291
666
796
672
726
1
1.965
967
1
1.561
978
1.098
1.029
1.226
1.064
1.189
1.034
1.057
150
150
150
150
150
250
150
250
1.122
1.144
1.163
1.441
1.378
1.453
1.338
1.455
39.162
42.680
48.251
54.391
52.343
58.218
52.615
58.109
1 Convention du 27 juin 1940. 2 Conventioa du 29 octobre 1959 approuvée par la loi du 28 décembre 1959 3 Convention du 29 octobre 1959 approuvée par Ia loi du 28 décembre 1959. 4 Loi du 15 ao8t 1938, décret du 29 juillet 1989 et loi du 19 mai 1941. 5 Décret du 17 juin 1088.
et convention du 3 mai 1962 approuvée par Is IM du 7 juin 1982.
- 246 XX - 3. - BANK OF ENGLAND (milliona of £) 1988 1982 1968 1981 1900 29 February 28 February 28 February 28 February 8 February
1984
6 February
1908 Mareb
1904 6 March
Issue Department
11
11
11
11
11
11
11
11
2.136
2.237
2.313
2.338
2.338
2.438
2.338
2.488
Other Securities
1
1
1
1
1
1
1
1
Coin other than Gold Coin
2
1
Amount of Fiduciary Issue
2.150
2.250
2.325
2.350
2.350
2.450
2.350
2.500
2.150
2.250
2.325
2.350
2.350
2.450
2.350
2.500
2.116
2.212
2.302
2.309
2.295
2.407
2.316
2.444
34 2.150
38 2.250
23 2.325
41 2.350
55 2.350
43 2.450
34 2.350
56 2.500
204
248
229
239
Government Debt Other Government Securities
Gold Coin and Bullion Total
Notes Issued : In Circulation In Banking Department Total
Banking Department
Government Securities
274
425
507
266
33
28
44
54
64
27
61
34
20
24
22
26
56
43
34
56
Other Securities : Discounts and Advances Securities Notes Coin Total
Capital Rest Public Deposita : (including Exchequer, Savings Barth, Commissioners of National Debt, and Dividend Accounts)
20
19
20
22
34
38
23
41
1 362
1 511
1 595
1
1
1
1
1
384
345
343
347
358
15
15
15
15
15
15
15
15
4
4
4
4
4
3
4
4
12
Special Deposita Other Deposita : Banken
264
Others Accounts Total
18
13
155
241
251
249
11
14
11
14
11
280
242
242
242
255 71 358
67
68
73
74
70
72
72
382
511
595
884
345
343
847
- 247 XIC - 4. - FEDERAL RESERVE BAMIS ' (millions of S) 1961 81 December
1962 81 December
1963 31 December
1983 6 February
1964 5 February
1963 6 March
1964
8 March
ASSETS Gold certificate account
15.445
14.430
13.819
14.382
13.819
14.332
13.774
1.170
1.266
1.418
1.275
1.411
1.263
1.407
16.615
15.696
15.237
15.657
15.230
15.595
15.181
Cash
820
288
182
433
310
406
267
Discounta and advances
130
38
63
251
423
212
77
48
52
70
59
64
54
3
58
92
10
3
3.193 1.699 19.984 3.846
2.442 13.182 10.717 4.137
4.142 7.066 17.729 4.645
2.433 13.182 10.687 4.164
3.852 7.066 17.729 4.645
2.435 13.580 10.289 4.164
4.011 3.265 21.621 4.555
28.722
30.478
33.582
30.466
.33.292
30.468
33.452
159
342
11
494
83
84
Total U.S. Government securities
28.881
30.820
33.593
30.960
33.375
30.552
33.452
Total loens and securities
29.062
30.968
33.818
31.280
33.865
30.818
33.606
6.125
6.518
6.435
4.805
5.400
5.107
5.437
Bank premiees
111
104
104
104
103
104
103
Other [mets
237
357
400
482
610
336
562
52.470
53.931
58.178
52.761
55.518
52.366
55.158
Redemption fund for F.R. noten Total gold certificates reserves
Acceptances : Bought outright Held under repurchase agreement U.S. Government securities Bought outright : Bills Certificaten Notes Boude Total bought outright Held under repurchase agreement
Cash items in process of collection
Total assets
62 15
LIABILITIES Federal Reserve notes
28.802
30.151
32.381
29.200
31.262
29.392
31.309
Deposito : Member bank reserves U.S. Treasurer - genera] account Foreign Other
17.387 465 279 320
17.454 597 247 424
17.049 880 171 291
17.006 836 196 297
17.479 635 137 206
16.494 857 184 198
16.874 947 136 203
18.451
18.722
18.391
18.335
18.457
17.733
18.160
3.825
3.584
3.835
3.660
4.122
3.672
3.990
Other liabilities and accrued dividends
59
73
82
73
80
67
92
Total liabilities
51.137
52.530
54.889
51.268
53.921
50.864
53.551
Total depoeits Deferred availability cash items
CAPITAL ACCOUNTS Capital paid in
445
467
497
473
504
474
558
Surplus
888
934
990
934
990
934
990
86
103
94
107
52.470
53.931
56.176
52.761
55.518
52.366
55.156
126
86
92
84
92
84
97
34,8 %
31,8 %
29,7 %
32,5 %
30,2 %
32,7 %
Other capital accounts
Total liabilities and capital accounts Contingent liability on acceptances pur-
chased for foreign correspondente Ratio of gold certificate reserves to deposit and F.R. note liabilities combined
30,3 % 2
Consolidated statement of condition of the twelve Federal Reserve Ranks. note liabilities combined » ineludes $ 645 million of Federal Reserve notes of other Federal Reserve Ranks netted out of the consolidated statement shown above.
2 « F.R.
- 248 XX - 5. - DE NEDERLANDSCHE BANK ( miljoenen guldens) 1968 1962 1961 1980 1959 81 december 81 december 81 december 81 december 4 februari
1984 8 februari
1968 4 maart
1964 9 maart
ACTIVA Goud Vorderingen en geldswaardige papieren luidende in goud of in buitenlandse geldsoorten
4.281
5.487
5.698
5.698
5.698
5.770
5.698
5.770
786
1.107
484
586
572
937
560
825
40
14
7
7
21
7
26
1
Buitenlandse bet aalmiddelen Vorderingen op het buitenland luidende in guldens Wissels, promessen, schatkistpapier schuldbrieven in disconto
en
Wissels, schatkistpapier en schuldbrieven door de Bank gekocht (art. 15, onder 4 0 van de Bankwet 1948) Voorschotten in rekening-courant beleningen)
71
48
6
547
249
523
597
310
405
310
405
62
12
52
72
4
40
3
41
35
51
21
13
14
15
15
16
179
183
180
(incl
Voorschotten aan de Staat (art. 20 van de Bankwet 1948) Nederlandse munten Belegging van kapitaal en reserves Gebouwen en inventaris Diverse rekeningen Totaal
165
174
183
183
183
1
1
1
1
1
1
1
1
12
12
8
10
10
14
12
17
5.967
7.133
7.032
7.167
6.799
7.382
6.789
7.281
5.527
6.069
5.623
6.054
PASSIVA 4.513
4.900
5.279
5.758
1.139
1.603
1.421
1.036
894
977
813
890
528 484 127
934 519 150
995 283 143
620 283 133
410 360 124
855
56 66
310 356 147
674 183 33
65
59
77
112
122
68
82
68
56
9
48 11
71 6
106 6
119 3
66 2
80 2
62 6
6
320
14
18
16
17
30
17
Kapitaal
20
20
20
20
20
20
20
20
Reserves
152
164
168
168
168
168
168
168 64 7.281
Bankbiljetten in omloop Bankassignaties in guldens van
Rekening-courantsaldo's ingezetenen 's Rijks schatkist
Banken in Nederland Andere ingezetenen Rekening-courantsaldo's niet-ingezetenen
in guldens van
Buitenlandse circulatiebanken en daarmede gelijk te stellen instellingen Andere niet-ingezetenen Saldo's luidende soorten
in
buitenlandse geld-
Di%erse rekeningen Totaal N. B. -
Circulatie der door de Bank namens de Staat in het verkeer gebrachte muntbiljetten
72
67
53
55
52
63
53
5.967
7.133
7.032
7.167
6.799
7.382
6.789
105
110
69
I
63
I
62
I
61
11
61
I
60
-- 249 XX • 6. -
BANCA D'ITALIA
(miliardi di lire) 1959 dicembre
Oro in cassa
5
Oro all'estero dovuto dallo Stato
2
Cassa Portafoglio
1960 dicembre
1961 dicembre
1962 dicembre
1962 ottobre
1963 ottobre
1962 novembre
1963 novembre
1.000
1.000
1.000
1.000
1.000
1.000
1.000
-
-
-
11
10
13
12
14
26
11
20
430
443
500
616
565
745
579
744
46
64
107
260
150
347
133
337
7
6
12
1
38
3
6
1.257
1.810
2.146
1.930
1.928
2.035
1.819 63
Effetti recevuti per 'Incasso Anticipazioni 3 Prorogati pagamenti Ufficio italiano dei cambi Disponibilita in divisa all'estero
62
63
63
63
63
63
64
Titoli emessi o garantiti dallo Stato
70
75
83
244
102
153
202
115
2.191
119
123
132
172
234
••' 144
246
485
485
485
440
485
440
Immobili Debitori diversi
3
2
Anticipazioni temporanee al Tesoro
77
64
Anticipazioni straordinarie al Tesoro
343
485
Emissioni per forze alleate
145
Impieghi in titoli per conto del Tesoro
128
Partite varie
20 272
43
C/c servizio tesoreria 1
Servizi diversi per conto dello Stato Spese Totale attivo Circolazione dei biglietti 4 Vaglia assegni e debiti a vista 5 Conti in correnti liberi
44
43
45
56
35
46
37
48
3.557
3.652
4.236
5.026
4.517
5.063
4.693
5.110
2.237
2.424
2.779
3.235
2.758
3.281
2.815
3.328
28
23
39
43
20
16
25
23
130
117
118
122
72
45
78
43
1.339
935
1.308
301
218
325
Conti correnti vincolati
772
694
797
988
726
Creditori diversi
173
170
189
237
237
C/c servizio tesoreria
146
159
263
320
639
18
23
26
24
26
4
4
5
4
5
C/c servizio tesoreria - Fondo speciale
554
17 5
16
Fondo di riserva ordinario
2
3
Fondo di riserva straordinario
2
2
2
2
2
3
2
3
45
44
45
57
36
47
38
49
3.557
3.652
4.236
5.026
4.517
5.063
4.693
5.110
3.604
4.407
4.775
4.845
5.097
4.908
4.781
4.729
8
5 437 3 2 14
6 482 3 2 21
8 588
8
6 597 2 2 12
8 569 4 1 17
6 589 2
Servizi diversi per conto dello Stato Capitale
Rendite Totale passivo e patrimonio Depositanti di titoli e valori 1 Comprese monete di Stato Compreao finanziamento ammassi 3 Comprese operazioni con privati 4 Compresi biglietti presso il Tesoro 5 Compresi vaglia e assegni 2
2 16
4
4 3 18
550 4 2 14
14
- 250
BB 7. - DEUTSCHE BUNDESBANK (Millionen DM) 1981 81 Dezember
1982 81 Dezember
1068 81 Dezember
1968 7 Februar
1984 7 Februar
1968 7 Mara
1964 6 Mara
AKTIVA
Gold
14.426
14.490
15.138
14.684
15.159
14.705
15.176
Guthaben bei auslándischen Banken und Geldmarktantlagen im Ausland
11.387
10.929
12.894
10.245
12.591
10.376
13.459
292
329
417
267
342
284
341
2.442
2.289
2.122
2.289
2.121
2.288
2.120
1.038 1.342
897 1.342
751 1.342
896 1.342
750 1.342
896 1.342
750 1.342
81
88
126
85
134
Sorten, Auslandswechsel und -schecks Kredite an internationalen Einrichtungen und Konsolidierungskredite darunter : a) aas der Abwicklung der E.Z.U. b) an Weltbank Deutsche Scheidemfmzen Postcheckguthaben Inlandswechsel
57
45
281
546
376
165
138
164
134
1.146
1.967
1.647
1.448
1.314
2.302
1.594
Schatzwechsel und unverzinsliche Schatzanweisungen
125
65
30
Lombardforderungen
220
Kassenkredite
167
739
1.749
148
791
59
425
Wertpapiere
1.484
1.369
1.222
1.353
1.189
1.345
1.185
Ausgleichsforderungen und unverzinsliche Schuldverschreibung
3.432
4.958
3.990
3.698
2.408
3.917
2.957
Kredite an Bund fur Beteiligung an internationalen Einrichtungen
2.636
2.156
2.294
2.113
2.294
2.164
2.371
Forderungen an Bund wegen Forderungserwerb aus Nachkriegswirtschaftshilfe und inderung der Wilhrungsparitgt
3.778
3.703
3.595
3.703
3.595
3.703
3.595
307 42.055
253 43.931
406 48.284
232 40.458
223 42.378
271 41.865
231 43.783
Sonstige Aktiva
158
208
23
19
22
31
PASSIVA Banknotenumlauf
22.992
24.147
25.426
22.327
23.657
23.156
24.620
Einlagen von
16.600
16.795
18.006
15.525
15.916
15.888
16.280
11.615
12.232 4.284
13.607
10.866
279
4.417 242
12.511 3.517
252
4.126 273
11.927 3.748
11.329
4.733
Verbindlichkeiten aus dem Auslandsgeschaft Einlagen auslandischer Einleger Sonstige
368 274 94
374 353 21
270 234
Kreditinstituten (einschliesslich Post*check- und Postsparkassen8mter) Centlichen Einlegern Andere inteindischen Einlegern
36
241
4.310 249
381 355 26
331 293
373 340
329 286
88
33
43
252
R0ckstellungen
867
950
1.076
950
1.076
950
1.076
Grundkapital
290
290
290
290
290
290
290
Bilcklagen
588
638
701
638
701
638
701
Sonstige Passiva
350
737
495
345
405
390
487
42.055
43.931
48.264
40.458
42.376
41.885
48.788
--- 251 --XX . 8.
BANQUE NATIONALE SUISSE
-
(millions de francs suisses) 1960 31 décembre
1961 81 décembre
1062 1963 31 décembre 31 décembre
1963 7 février
1964 7 février
1964 7 mars
1968 7 mars
ACTIF Encaiese or Devises Portefeuille effets sur la Suisse Elfets de change Rescriptions de la Confédération suisse
9.455
11.078
11.078
12.204
10.648
11.040
10.650
11.024
583
842
867
1.083
813
929
765
857
53 53
70
124
142
81
89
65
70
79
107
81
89
65
45
35
79 79 ...
72
97
7
11
10
15
207
207
207
207
207
207
53
43
55
16 27
55
38
Avances sur nantiseement Bons du Tréeor de l'étranger en FS Titres pouvant servir de couverture autres
Correepondante : en Suisse et l'étranger
Autres postes de l'actif Total
66 --
--
...
43
43
43
52
43
1 42
17 26
16 27
... 52
16 27
52 45
65 58
88
71
18
15
23
18
7
7
78 10
62 9
5 13
5 10
7 16
8 10
30
30
41
35
27
32
28
33
10.254
12.194
12.985
13.891
11.844
12.376
11.791
12.288
.
PASSIF 52
53
54
55
54
55
54
55
Billets en circulation
6.854
7.656
8.506
9.035
7.570
8.179
7.715
8.291
Engagements á vue
2.756
2.947
2.800
3.188
2.584
2.488
2.380
2.287
2.288 468
1.996 951
2.294 506
2.700 488
2.295 289
2.048 440
2.099 281
1.957 330
1.035
1.035
1.035
1.035
1.035
1.035
1.035
Fonds propree
Comptes de virements des banques du commerce et de l'industrie Autres engagements d vue
Comptes de viremente de banques tempo rairement liés Engagemente á terme
390
293
373
357
400
400
400
400
Autres postes du passif
202
210
217
221
201
219
207
220
10.254
12.194
12.985
13.891
11.844
12.376
11.791
12.288
Total
- Report of the Bank - Bangue de France : Compte rendu des opérations International Financial Statistica of England. - Federal Reserve Bulletin. - Da Nederlandsche Bank : Verslag over het boekjaar. - Banca d'Italia : Bollettino. - Geschiiftabericht der Deutschen Bundesbank• - Bangue Nationale Suisse (rapports).
Bibliografische referenties :
XX - 9. - BANQUE DES REGLEMENTS INTERNATIONAUX, A BALE Situations en millions de francs or [unités de 0,29032258._ gramme d'or fin (art. 5 des statuts)] 1962
81 décembre 1968
30 novembre 1962
30 novembre
1.883
1.603
2.538
1.998
81 décembre
Asti!
L Or en lingots et monnayé II. Espèces en caisse et avoirs bancaires á vue
1968
31 janvier 1963
2.378
1
31 janvier 1984
2.468
40
48
39
43
46
...
667
729
265
586
353
642
IV. Effets div. remobills. sur dem.
9
96
9
99
9
78
V. Dépbts á terme et avances : ... a) á 3 mois au maximum ... b) á 3 mois au maximum (or) c) de 3 á 6 mois d) de 6 á 9 mois e) de 9 á 12 mois f) á plus d'un an
1.344
1.666
1.189
1.616
1.194
1.354
1.184
1.427
982
1.393
1.043
1.113
3
3
3
4
3
3
121 29 4
227 9
168 20 12
216 3
112 26 3
222 9 7
3
-
4
-
7
-
740
1.195
687
1.129
807
978
3 10 75 87
161
17 17 73
3 17 116 26
182
69 41
115 50 11 95
-
-
-
-
-
-
65 367
64 394 14 45 63
424 326 24 25 59
151 355 42
265
28 71
380 445 14 24 60
75
3 28 64
1
1
1
1
1
1
VI. Autres diets et titres : 1. Or : a) á 3 mis au maximum ... b) de 3 á 6 mois c) de 6 á 9 mois d) de 9 á 12 mois e) á plus d'un an 2. Monnaies : a) á 3 mois au maximum ... b) de 3 á 6 mois c) de 6 á 9 mois d) de 9 á 12 mois e) á plus d'un an
VII. Addis divers
.
34
22
99 21 316
Actions libérées de 25 % 1. Fonds de Réserve légale 2. Fonds de réserve générale . III. Dépbts (or) 1. Banques centrales : a) de 9 á 12 mois b) de 6 á 9 mois c) de 3 á 6 mois d) á 3 mois au maximum e) á vue 2. Autres déposants : a) de 9 á 12 mois b) de 6 á 9 mois c) de 3 á 6 mois d) á 3 mois au maximum ... e) á vue IV. Dépbts (monnaie8) • 1. Banques centrales : a) á plus d'un an b) de 9 is 12 mois c) de 6 á 9 mois d) de 3 á 6 mois e) á 3 mois au maximum ... f) d vue 2. Autres déposants : a) de 9 á 12 mois b) de 6 á 9 mois c) de 3 á 6 mois d) á 3 mois au maximum ... e) á vue
68
68
68
68
68
68
Total actif ...
4.761
5.398
4.795
5.536
4.853
5.653
note 2) 1. Créances sur la Reichsbank et la Golddiskontbank, effets de la Golddiskontbank et de l'adm. des chemins de fer et bons de l'adm. des postes (échus) 2. Effets de bons du Trésor du Gouvernement allemand (échus) Total ...
VI. Divers VIL Comptes de profits et pertes VIIL Prov. pour charges éventuelles
125 25
125 25
125 25
12 13
12 13
12 13
12 13
2.178
2.510
2.187
2.793
38 10 308 1.717
21 11 524 2.052
-
-
30 novembre 1962
125 25
125 25
125 25
12 13
12 13
2.214
2.733
30 novembre 1963
38
38
21
-
-
10 764 1.825
21 204 1.848
10 643 1.756
-
-
-
21
-
-
10 559 1.479
-
-
128
113
67
80
114
185
2.160
2.180
2.236
2.485
2.281
2.379
84 -
48 -
79 -
69 272 1.343 19
82 364 1.364 19
... 357 1.318 18
47 70 7 448 1.398 19
84 99 460 1.188 19
47 7 82 415 1.296 21
-
•• •
-
4 -
19 473 19
•• • 359 14
6 275 22
428 36
480 16
... 410 17
-
77
-
140
-
40 8
54 8
34 8
47 8
38 8
78
49 8
189
196
189
196
189
196
4.761
5.398
4.795
5.536
4.853
5.653
229
229
229
229
229
229
1. Dépbts des Gouvernements créanciers au Compte de Trust des Annuités (voir note 3)
153
153
153
153
153
153
76
76
76
76
76
76
68
68
68
68
68
68
297
297
297
297
297
297
Total paa8if
Exécution des accords de La Haye de 1930 : Dépbts á long terme :
Fonds placés en Allemagne : (voir
31 janvier 1964
31 décembre 1963
V. Elfets : á 3 mois au maximum
VIII. Fonds propres utilisés en exécution des accords de La Haye de 1930 pour placem. en Allemagne
31 janvier 1968
31 décembre 1962
I. Capital : II. Reserves
49
III. Portefeuille réescomptable
Passif
221
221
221
221
221
221
2. Dépbt du Gouvernem. allem.
76
76
76
76
76
76
Fonds propres utilisés en exécutlon des accords (voir ci-dessus)
297
297
297
297
297
297
Total
Note 1. - Ne Bont pas inclus dans la presente situation l'or sous dossier, les effets et entree titres détenus en garde puur le compte de Banques Centrales et d'autres déposants. N'y sont pas compris non plus l'or sous dossier, les avoire en banque, les effets et autres titres détenus par la Banque en sa qualité d'Agent de I'Organisation de Coopération et de Développement Eeonomiques (Accord Monetaire Européen), de Tiere Convenu aux termes du contrat de nantissement conclu avec la Haute Autorité de la Communauté Européenne du Charbon et de l'Acier, ainsi que de Mandataire-trustee ou d'Agent financier d'emprunts internationaux. Note 2. - Aux termes d'une Convention en date du 9 janvier 1953 eonclue entre le Gouvernement de la République federale d'Allemagne et Ia Banque et qui fait partie de l'Accord sur les dettes extérieuree allemandes du 27 février 1958, il a die convenu que la Banque ne rédamerait pas avant le ler avril 1988 le remboursement en principe] de ses placemeats en Allemagne qui sopt indiqués ci-dessus, y compris les intéréts arriérés y afférenta 's date du 81 décembre 1952. Note 3. - Le banque a reçu de Gouvernements dont les dépets s'él9vent t l'équivalent de francs or 149.920.380.-. confirmation gul!s ne pourront lui demander, au titre de tele dépdts le transfert de montants superieur' á ceux dont elle pourra elle-méme obtenir Ie remboursement et le transfers par l'Allemagne dans les monnaies agréées par Ia Banque.
VOORNAAMSTE GEBRUIKTE AFKORTINGEN.
B.I.B. B.L.E.U. B.P.C. B.R.T. D.U.L.B.E.A. E.B.U. E.E.G. E.G.K.S. O.E.S.O .
FABRIMETAL P.A.O. FEBELTEX H.W.I. I.A.B. I.B.H.O. I.M.P. I.B.E.S.P.
M.E.Z. N.B.B. N.B.V.
N.M.B. N.M.B.S. N.M.W.V.
O.V.N. B.L.W. B.M.Z. B.T.T. SABENA V.B.N. Z.K.O.S.
Algemene Spaar- en Lijfrentekas. Bank voor Internationale Betalingen. Belgisch-Luxemburgse Economische Unie. Bestuur der Postchecks. Belgische Radio en Televisie. Département d'Economie Appliquée de l'Université Libre de Bruxelles. Europese Betalingsunie. Europese Economische Gemeenschap. Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal. Europees Monetair Akkoord. Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling. Federatie van de Ondernemingen der Metaalverwerkende Nijverheid. Food and Agricultural Organization. Federatie der Belgische Textielnijverheid. Herdiscontering- en Waarborginstituut. Internationaal Arbeidsbureau. Internationale Bank voor Herstel en Ontwikkeling. Internationaal Monetair Fonds. Institut de Recherches Economiques, Sociales et Politiques (Centre de Recherches Economiques). Ministerie van Economische Zaken en Energie. Nationale Bank van België. Nationaal Bureau voor de Voltooiing der Noord-Zuidverbinding. Nationaal Instituut voor de Statistiek. Nationale Kas voor Beroepskrediet. Nationale Maatschappij voor Buurtspoorwegen. Nationale Maatschappij van Belgische Spoorwegen. Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid. Nationale Maatschappij voor Watervoorziening. Organisatie der Verenigde Naties. Regie der Luchtwegen. Rijksdienst voor Maatschappelijke Zekerheid. Regie van Telegraaf en Telefoon. Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening. Société Anonyme Beige d'Exploitation de la Navigation Aérienne. Verbond der Belgische Nijverheid. Zelfstandige Kas voor Oorlogsschade.
CONVENTIONELE TEKENS.
n.b.
pct. o g
het gegeven bestaat niet. nog niet beschikbaar gegeven. procent. voorlopig. gerectificeerd cijfer. raming. nihil of te verwaarlozen hoeveelheid.
STATISTIEKEN
INHOUDSOPGAVE Nummering van do tabellen
Nummering van. de tabellen
I. - Bevolking en nationale rekeningen. 1. 2. 3.
Bevolking Verdeling van het nationaal produkt over de produktiefaktoren B.N.P. berekend door ontleding van de voortbrenging tegen marktprijzen Besteding van het nationaal produkt a) Ramingen in courante prijzen b) In prijzen van 1953 indexcijfers .
4.
VII. - Prijzen en prijsindexcijfers. 1. Groothandelsprijzen op de wereldmarkten 2. Indexcijfers van de groothandelsprijzen op de wereldmarkten 3. ndexcijfers van de groothandelsprijzen in België 4. Indexcijfers van de kleinhandelsprijzen in België
I-1 I-2 I
3
I - 4e I - 4b
1. 2. 3. 4.
II. - Tewerkstelling en werkloosheid. 1. Indexcijfers van de tewerkstelling in de nijverheid (arbeiders) 2. Werkloosheid - Algemene gegevens 3. Werkloosheid - Daggemiddelden van het aantal gecontroleerde werklozen
5.
II 1 II - 2
III
X. - Valutamarkt. 1. Officiële wisselkoersen vastgesteld door de in Verrekeningskamer te Brussel vergaderde bankiers 2. Valuta's van de lidstaten van de E.M.A.
X-1 X-2
-
1
III - 2
IV - 1 IV - 2 IV - 3 IV - 4 IV - 5 IV - 6 IV - 7
V - le V - lb V - lc V-2 V - 3a V - 3b
VI. - Inkomens. 1. Bezoldigingen van de arbeiders 2. Gemiddelde verdiende bruto-uurlonen in de nijverheid
VIII . 4a VIII . 4b VIII - 5 IX - 1 IX . 2 IX . 8
V. Diensten. 1. Vervoer : a) Bedrijvigheid van de N.M.B.S., de N.M.B. en de Sabena b) Zeevaart c) Binnenscheepvaart 2. Toerisme 8. Binnenlandse handel : a) Verkoopindexcijfers b) Verkoop op afbetaling
VIII - 1 VIII - 2 VIII - 8
II - 3
IV. - Nijverheid. 1. a) Algemene indexcijfers van de industriële produktie 2. Indexcijfers van de industriële produktie (voornaamste sectoren) 3. Energie 4. Metaalproduktie 5. Bouwnijverheid : jaarcijfers 6. Bouwnijverheid : maandcijfers 7. Vergelijkende evolutie van de industriële produktie der E.E.G.-landen
VII - 2 VII - 3 VII - 4
IX. - Betalingsbalans van de B.L.E.U. 1. Jaarcijfers 2. Zesmaandelijkse en jaarlijkse cijfers (nieuwe reeks) 3. Cijfers per kwartaal
III. - Landbouw en visserij. 1. Landbouwproduktie 2. Zeevisserij - Voornaamste vissoorten aangevoerd in de Belgische havens
VIII. - Buitenlandse handel van de B.L.E.U. Algemene tabel Uitvoer volgens goederengroepen Invoer volgens goederengroepen a) Indexcijfers van de gemiddelde waarden per eenheid b) Indexcijfers van het volume Geografische spreiding
VII - 1
VI - 1 VI - 2
1. 2. 3. 4.
XI. - Rijksfinanciën. Stand van de Schatkist Belastingontvangsten (per begrotingsjaar) Indeling van ok; belastingontvangsten Belastingontvangsten zonder onderscheid van begrotingsjaar
XII. - Vorderingen en schulden in de Belgische economie. 1. Uitstaande vorderingen en schulden op 31 december 1960 2. Beweging van de vorderingen en schulden in 1960. XIII. - Geldscheppende instellingen. 1. Gezamenlijke balansen van de geldscheppende instellingen 2. De balansen van de Nationale Bank van België, van de geldscheppende openbare instellingen en de Depositobanken : a) Nationale Bank van België (Driemaandelijkse en maandelijkse cijfers) b) Geldscheppende openbare instellingen c) Depositobanken d) Totaal der geldscheppende instellingen 3. Oorzaken van de veranderingen in de geldhoeveelheid 4. Geldhoeveelheid 5. Goudvoorraad en nettodeviezenpositie van de geldscheppende instellingen 6. Balansen van de Nationale Bank van België (19511958) Balansen van de Nationale Bank van België (sedert 1959) Weekstaten van de Nationale Bank van België
XI - 1 XI - 2 XI - 8 XI - 4
XII . 1 XII . 2
XIII - 1
XIII - 2a XIII - 2b XIII - 2c XIII - 2d XIII - 3 XIII - 4 XIII - 5 XIII - 6 XIII • 6 XIII - 6
- 255 Nummering van de tabellen
7. Verrichtingen in postrekening 8. Algemene staat der banken 9. Gezamenlijke betalingen door middel van direct opeisbare bankdeposito's in Belgische franken en van tegoeden in postrekening
XIII - 7 XIII 8
XIII 9
XIV. - Niet geldscheppende financiële instellingen. 4. Voornaamste activa en passiva van het Rentenfonds 5. Algemene Spaar- en Lijfrentekas : a) Beweging van de inlagen b) Voornaamste posten uit de balansen van de Spaarkas c) Voornaamste posten uit de balansen van de Lijfrentekas d) Voornaamste posten uit de balansen van de Levensverzekeringskas 6. Particuliere spaarkassen 7. Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid 8. Gemeentekrediet van België 9. Levensverzekeringsmaatschappijen 10. Hypotheekinschrijvingen
XIV - 4 XIV - 5a XIV - 5b XIV - 5c XIV 5d XIV -6 XIV - 7 XIV - 8 XIV - 9 XIV - 10
Nummering van de tabellen
3. Rentevoet van de Schatkistcertificaten en van de certificaten van het Rentenfonds 4. Rentetarief voor deposito's in Belgische franken bij de banken en bij de Algemene Spaar- en Lijfrentekas 5. Rendement van de vast rentende waarden op de beurs te Brussel .
XIX - 3 XIX - 4 XIX - 5
XX. - Buitenlandse Circulatiebanken. 1. Discontovoet 2. Banque de France 3. Bank of England 4. Federal Reserve Banks 5. De Nederlandsche Bank 6. Banca d'Italia 7. Deutsche Bundesbank 8. Banque Nationale Suisse 9. Banque des Règlernents internationaux, k Wie
XX - 1 XX - 2 XX - 3 XX - 4 XX - 5 XX - 6 XX - 7 XX - 8 XX - 9
Voornaamste gebruikte afkortingen. Grafieken.
XV. - Belangrijkste vormen van de in het binnenland beschikbare besparingen.
XV
XVI - 1 XVI - 2 XVI - 3 XVI - 4
XVII. - Effecten van de particuliere sector. 1. Evolutie van de omzet, de noteringen en het rendement van de beurswaarden XVII - 1 2. Rendement van de vennootschappen op aandelen jaarcijfers XVII -2 3. Rendement van de vennootschappen op aandelen cumulatieve maandcijfers XVII - 3 4. Uitgifte van vennootschappen - jaarcijfers XVII - . 4 5. Uitgifte van vennootschappen - maandelijkse cijfers XVII - 5 XVIII. - Geldmarkt. 1. Markt van het daggeld en van het geld op zeer korte termijn 3. Bedrijvigheid van de verrekeningskamers
XVIII - 1 XVIII - 3
XIX. - Disconto-, rente- en rendementspercentages. 1. Disconto- en rentetarief van 'de Nationale Bank van België 2. Daggeldrente
-
4.
-
B.N.P. berekend door ontleding van
de bestedingen II -
XVI. - Emissies en schulden van de overheidssector. L Emissies in Belgische franken op lange en halflange termijn 2. Voornaamste emissies op lange en halflange termijn van de overheidssector 3. Staatsschuld 4. Indeling van de schuld in Belgische franken op lange en halflange termijn van de overheidssector
I
troleerde werklozen
II - 3
IV - 1. - Resultaten der conjunctuurenquetes
IV - 1
IV - 2. - Indexcijfers van de industriële produktie
IV - 2
IV - 7. - Vergelijkende evolutie van de industriële produktie der E.E.G.-landen
IV - 7
VI - 1. - Bezoldigingen van de arbeiders. Indexcijfer van de gemiddelde brutoverdienste per gewerkt uur VI - 1 VII -
3. - Indexcijfers van de groothandelsprijzen
VII -
4.
in België
VIII IX -
-
Indexcijfers van de kleinhandelsprijzen in België
-
VII - 4 VIII
- Betalingsbalans van de B.L.E.U.
IX
XI - 4. - Belastingontvangsten zonder onderscheid van begrotingsjaar XIII - 3. - Geldhoeveelheid en quasi-monetaire liquiditeiten XIII
VII - 3
- Buitenlandse handel van de B.L.E.U.
XI - 4 XIII - 3
9. - Gezamenlijke betalingen door middel van direct opeisbare bankdeposito's in Belgische franken en van tegoeden in postrekening. - Verhouding van de omzet tot de hoeveelheid XIII - 9
XIV - ba - Algemene Spaar- en Lijfrentekas Beweging van de inlagen XIX - 1 XIX 2
I - 4a en b
3. - Daggemiddelden van het aantal gecon-
XIV - 5a
XVII • 1. - Indexcijfers van de aandelennoterin-
gen op de contantmarkt
XVII - 1
Abonnementsprijs per jaargang
4
fr '250 voor België. fr 300 voor het buitenland.
De betaling moet vooraf geschieden door overmaking op postgironummer 500 der Nationale Bank van België, of op de in haar boeken geopende rekening-courant onder de rubriek c Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting ». De abonnenten worden verzocht op te geven welke uitgave zij wensen te ontvangen : de Nederlandse of de Franse.
IJ DER NATIONALE BANK VAN
■ ELOIE
MOOFDINDENIEUR VAN DC DRUKKERIJ
CH. AUSSEMS IS, NR -naRsouRRE. BRUSSEL e.