Voorwoord Met deze wandelzoektocht willen we je op een leuke manier kennis laten maken met Aalst. We wandelen langs standbeelden van bekende Aalstenaars, de Carnavalwerkhallen, hippe winkels ,… in het stadscentrum. Deze zoektocht bevat een aantal fiches waarop je telkens volgende items terugvindt : -
Een foto uit de omgeving Toeristische informatie en ‘Wist je dat ?’ Een opdracht
Je krijgt ook een oplossingenfiche waarop je de antwoorden van elke opdracht moet noteren. Tijdens deze wandelzoektocht krijg je bovendien de kans om te bewijzen hoe goed je onze historische, levendige carnavalsstad kent. Veel wandel- en zoekplezier!
Toerisme Aalst | Hopmarkt 51 I 9300 Aalst I tel. 053 72 38 80 I www.aalst.be/toerisme I
[email protected] I
www.facebook.com/aalsttoerisme I
Spelregels 1. Doe het zelfzaak Net zoals bij de examens houden we niet van spieken! Dus: - Pik geen oplossingen van anderen. De toeristische medewerkers helpen graag bezoekers maar antwoorden op vragen van deze zoektocht worden geweerd . 2. Loop geen marathon Deze wandelzoektocht is geen snelheidswedstrijd. Dus: - Neem je tijd; - Kijk rustig rond – geef je ogen de kost; - Wees voorzichtig. 3. Teamspirit is belangrijk Vorm een team en werk samen. Verdeel de taken. Dus: - Kies een leider; - Kies een voorlezer; - Benoem iemand als secretaris die alles netjes noteert; - Belast een navigator met het zoeken naar de juiste weg; - Zoek samen naar de oplossingen. 4. Instant oplossen Voer elke opdracht onmiddellijk uit. Dus: - Stel niets uit. - Schrijf de antwoorden op de oplossingenfiche; - Schrijf netjes en formuleer je antwoord duidelijk.
Wandelroute
Start je wandeling op de Grote Markt in het stadscentrum van Aalst.
Statige stad De Aalsterse Grote Markt is een gezellig plein met verschillende imposante monumenten en verscheidene horecazaken. Dit is het bestuurlijke, economische en sociale hart van de stad. Borse van Amsterdam Links van het belfort, op de plaats van het vroegere vleeshuis, werd de huidige Borse in 1630 gebouwd. Ten tijde van Daens was dit de verzamelplaats van de behoudsgezinde katholieke partij met als boegbeeld Charles Woeste. Oud schepenhuis – belfort en gebiedshuisje Dé blikvanger op de Grote Markt is het oud schepenhuis met belforttoren en gebiedshuisje. Het oud schepenhuis is het oudste bewaarde schepenhuis van de Nederlanden. Het hoge zadeldak en de vier ronde hoektorens zijn een kenmerk voor de gemeentehuizen in de late middeleeuwen. Het belfort uit 1407 dankt zijn elegantie aan de achthoekige toren met opengewerkte gaanderij. De voorgevel bevat twee beelden die de graven van Vlaanderen en de graven van Aalst voorstellen en het opschrift ‘NEC SPE NEC METU’ , de spreuk van Filips II die in 1555 als graaf van Aalst werd ingehaald. De sierlijke belforttoren is opgenomen in 1999 op de lijst van het werelderfgoed van UNESCO en herbergt één van de oudste beiaarden van ons land.
Vraag 1 Wat betekent NEC SPE, NEC METU?
We stappen nu naar de Molenstraat.
We bevinden ons in de Molenstraat 45, het vroegere kantoor voor toerisme, dit pand heeft een erkenning gekregen door VVAK (de Vereniging Voor Aalsters Kultuurschoon).
Vraag 2 In welk jaar werd dit pand opgenomen op de lijst van Aalsters Kultuurschoon. Je antwoord vind je aan een gevel… kijk goed.
Loop nu verder de Molenstraat naar beneden en zoek deze kindjes. Vraag 3 Vul aan J-M-J-J-M-M-J-.
Wandel verder naar het Werfplein, hier staat het standbeeld van priester Adolf Daens.
Adolf Daens (Aalst 1839 – Aalst 1907) ‘Slaaf noch bedelaar mag de arbeider zijn. Hij moet een vrij en welvarend man wezen.’ sprak priester Adolf Daens, op zijn preekstoel in de Sint-Martinuskerk van Aalst. Dit staat ook te lezen op zijn grafmonument en onderaan het standbeeld op het Werfplein waar de priester is omringd door een arbeidersgezin. Langs de oevers van de nabijgelegen Dender wandelde hij vaak en zag hij de sociale wantoestanden. Hij ijverde voor politieke en sociale hervormingen en zette zich in voor de belangen van arbeiders, boeren en kleine middenstanders. Als boegbeeld van de christelijke volkspartij en volksvertegenwoordiger voor Aalst kwam hij meermaals in aanvaring met de behoudende katholieke partij, de conservatieven, hoge geestelijkheid en achter de schermen ook met koning Leopold II. Zijn geboorteplaats vind je in de Kerkstraat nummer 11, daar kom je straks nog langs. Stijn Coninx verfilmde in 1992 het boek Pieter Daens van Louis Paul Boon en in 2008 volgden een reeks van musicalvoorstellingen door Studio 100.
Vraag 4 Welke bekende Vlaamse acteur speelde de rol van Priester Daens in de gelijknamige film?
Wandel nu over de Sint Annabrug. Op het pleintje tegenover de brug kan je (als je zin hebt ) een ware delicatesse verorberen.
Escargotskraam Dagelijks komen mensen hun bakje escargots eten in het plaatselijke, bekende alikruikkraam. Alikruiken of escargots zijn kleine gekookte slakjes en op smaak gebracht met vele kruiden. Mmmmmm….. lekker.
Vraag 5 Hoe worden deze escargots in de Aalsterse volksmond genoemd? Je kan dit gerust vragen aan de uitbater of vraag het aan een Aalstenaar. Zij zorgen er voor dat je van deze lekkernij ‘het water in de mond krijgt’ en ze proeft!
We vervolgen onze weg langs de Molendries naar het Hoveniersplein tot aan het monument voor de onbekende vrijwilliger.
De onbekende troon Het kunstwerk in de vorm van een hand stelt een troon voor. De vele mozaïeksteentjes uit porselein, die het kunstwerk kleuren, hebben en symbolische betekenis. Alle steentjes samen vertegenwoordigen de verschillende vrijwilligers die zich overal ter wereld voor andere mensen inzetten. Vraag 6 Door wie werd dit monument ontworpen?
Stap verder door naar de parking. Vlak voor jou bevinden zich de Carnavalswerkhallen.
Carnaval Aalst Carnaval, Vastenavond, Vastelauvend of gewoonweg Oilsjt Carnaval. Ze dekken allemaal dezelfde lading: een driedaags carnavalesk volksfeest. In deze hallen worden de praalwagens van talrijke carnavalsgroepen gemaakt en hier worden ook bepaalde onderdelen (die ze jaarlijks gebruiken) bewaard. In 2010 erkende UNESCO Aalst Carnaval als ‘immaterieel cultureel erfgoed van de mensheid’. Een gewichtige titel die de stad en ook haar inwoners met enige fierheid dragen. Wist je dat… je nu het hele jaar door Carnaval kan beleven ? De dienst Toerisme laat je met een digitale drager alle aspecten van dit ludieke, driedaagse feest beleven via video- en audiofragmenten in een wandeling doorheen de stad. Voel de spanning bij de opbouw van de praalwagens in de carnavalswerkhallen, beleef de unieke volkssfeer, geniet van de carnavaleske drukte in onze stad met de digitale wandeling. Download ze thuis gratis via www.aalst.be/toerisme of huur een toestel bij dienst Toerisme. Vraag 7 Stap rond de Carnavalswerkhallen en bewonder dit prachtig staaltje graffiti. Misschien kan je al een glimp opvangen in de hallen. Je zal merken dat dit graffiti-meesterwerk van verschillende kunstenaars is. Elk jaar (rond Carnaval) wordt er een stukje van deze werkhallen onder handen genomen. Alles wordt gecoördineerd door een Aalsterse graffiti-kunstenaar en bezieler van dit project. Wat is zijn naam?
Keer terug naar de voorzijde van de Carnavalswerkhallen. Naast het Carnavalscafé is er een ‘zijuitgang’. Verlaat de parking langs deze zijde , stap onder de spoorwegbrug onmiddellijk rechts om langsheen de spoorwegbedding terug weer over de Sint-Annabrug te wandelen. Over de SintAnnabrug kies je nu uiterst rechts (langsheen de spoorwegverbinding) en wandel door de Dr. André Sierensstraat tot aan het stationsgebouw.
Station Vind je niet dat dit gebouw een beetje lijkt op een middeleeuws kasteel met zijn hoektorentjes, de kantelen en ‘de centrale gevechtstoren’? Dit was ook de bedoeling van de ontwerper Jean-Paul Cluysenaer. Hij inspireerde zich op de Borse van Amsterdam, een gebouw dat je al gezien hebt op de Grote Markt. Vraag 8 Hoeveel volwaardige natuurstenen zuilen tel je aan de voorzijde van het Aalsterse stationsgebouw?
Wandel nu door de Stationsstraat naar het Esplanadeplein. Ga de Vrijheidsstraat door en rust even uit op de banken van het Vredeplein. Hier kan je de volgende vraag beantwoorden.
De spotnaam Ajuinen De alom bekende spotnaam ‘ajuinen’ of op zijn Aalsters ‘ajoinen’ vindt zijn oorsprong in de 19de eeuw toen in Aalst en omstreken de uienteelt enorm floreerde dankzij de vruchtbare rivierpolders langs de Dender. Toevallig klinkt het bevestigend antwoord "ha, ja hij", in het Aalsters dialect als ‘a’ joi’n’ (uitgesproken als ajoin). ‘Ajoin’ is voor de echte Aalstenaar een ware erenaam, want door zijn pittige humor en zelfspot klinkt deze spotnaam hem als muziek in de oren. De Aalstenaars hebben wel een heel specifiek dialect. Wist je dat… het dialect opgenomen is een ‘ Aalsters woordenboek’ of den ‘Oiljstersen Diksjoneir’ ? Vraag 9 Waag je kans… kan jij de volgende Aalsterse woorden vertalen naar het Nederlands? A. GETAUKEN
We zetten onze wandeling verder richting Keizersplein.
B. MALONJIG
C. PARIK
Keizersplein In 1997 werd het geheel van herenhuizen en de bomenrijen middenin beschermd als stadszicht. Het standbeeld van koningin Astrid, geplaatst in 1938, en dat van koning Boudewijn, opgericht in 1991, vormen begin en einde van de bomenrij. Vraag 10 Hoeveel dagen heeft koning Boudewijn geregeerd? 15534 - 15354 - 15435 - 15453 - 15345
Loop nu met het standbeeld van koning Boudewijn in de rug, naar links de Korte Zoutstraat in.
Aalsterse vlaaien – erkend streekproduct Je kan in Aalst geen bakkerij binnengaan of je ziet ze :’onze Aalsterse vlaaien’. Dit Aalsters culinair schatje kent een rijke geschiedenis. Onze Aalsterse schrijver Louis Paul Boon vond ook dat dit dessert de nodige erkenning moest krijgen. In zijn boek ‘Eten op zijn Vlaams’ beschrijft hij ons pareltje van een streekgerecht uitgebreid. Ten tijde 1891. Daens schrijft in het Land van Aelst: Aalst kermis…’t ziet er hem uit, om bang en heet te worden; ge zult heden zaterdag een Volk zien op d’Hespenmarkt en op d’Eiermarkt; de Winkeliers doen vlotjes saroop in, ze maken pakskes foelje voor de vlaaien;…. Vroeger was het de gewoonte binnen onze stad dat ter gelegenheid van kermis de huisvrouwen met hun eigen bereide kommetje vlaaien naar de naburige bakker trokken om het in de oven te steken. In 2010 heeft de stad samen met 5 bakkers deze zoete lekkernij laten erkennen als Vlaams streekproduct. Vraag 11 Met welke ingrediënten worden die Aalsterse vlaaien gemaakt? A. Melk, suiker, eieren, kandijsiroop, kaneel, foelie en mastellen (een steenharde pistolet) B. Melk, suiker, eieren, speculaas en mastellen (een steenharde pistolet) C. Melk, bloem, eieren, speculaas, Luikse siroop en mastellen (een steenharde pistolet)
Wandel op de hoek van de Korte en de Lange Zoutstraat de Louis D’Haeseleerstraat in.
Daens en Aalst als vroegere fabrieksstad Aalst evolueerde van een middeleeuwse stad naar een in de 19de eeuw zwaar geïndustrialiseerde fabrieksstad. Deze industrialisering en de daarmee gepaard gaande sociaal-economische moeilijkheden lagen aan de basis van het Daensisme. Het industriële verleden van Aalst is dus een wezenlijk element van het Aalsters erfgoed. Aan je rechterkant, naast het huis met nr. 11 ligt een klein straatje: Ingang Levionois. Vraag 12 Hoe noem je deze verzameling van kleine huisjes? Vroeger woonden hier arme fabrieksarbeiders, die deze huisjes meestal huurden van hun rijke fabrieksbazen.
Keer nu terug op je stappen. Wandel door de Lange Zoutstraat richting Grote Markt. Eenmaal op de Grote Markt ga je rechts de Kerkstraat in.
In de schaduw van de Sint Martinuskerk bevindt zich volgens een gevelplaat de geboorteplaats van priester Adolf Daens in de Kerkstraat. In de 19de eeuw stond hier een ouderwets rijhuis. Daar zag Adolf Daens op 18 december 1839 het levenslicht. Vader Daens was schaliedekker en moeder Anna Boon, een mutsenmaakster, baatte hier haar winkel uit.
Vraag 13 Aan welk huisnummer staat dit huis? Let wel, dit is de geboorteplaats van priester Adolf Daens en niet zijn geboortehuis.
Stap nu verder richting Sint Martinuskerk.
Sint Martinuskerk Jan Van der Wauwe, een gerenommeerd architect verving de vernielde en te klein geworden bidplaats door het huidige kerkgebouw. De bouw van de Sint Martinuskerk startte in 1480, maar de kerk werd nooit volledig volgens plan afgewerkt. Om financiële redenen werden 180 jaar later de bouwwerkzaamheden stopgezet. De ontwerpers en opdrachtgevers hadden een veel groter gebouw voor ogen. Toch werd deze imposante kerk voor de zelfverzekerde stadsgemeenschap een symbool voor de macht. De hoofdkerk van Aalst is een voorbeeld van Brabantse gotiek. In ’t Gasthuys - Stedelijk Museum Aalst kan je een maquette van de Sint Martinuskerk bekijken zoals ze er volgens de architect had moeten uitzien. Talrijke kunstvoorwerpen sieren de kerk: de grafsteen van Dirk Martens, de eikenhouten preekstoel van waar Daens preekte, het imposante Van Peteghemorgel, de verschillende glasramen,…
Vraag 14
In de rechterzijbeuk bevindt zich ook een schilderij : ‘Christus stelt Sint-Rochus aan als patroon van de pestlijders’. Dit werd door een ‘grootmeester’ geschilderd in opdracht van de plaatselijke bier- en hophandelaars. Kan jij achterhalen wie dit werk geschilderd heeft?
Verlaat de Sint Martinuskerk langs de hoofdingang. Wandel naar de achterzijde van de kerk en stap hier richting ’t Gasthuys Stedelijk Museum Aalst.
’t Gasthuys - Stedelijk Museum Aalst Het stedelijk museum bevindt zich in de oudste kern van de stad en kreeg zijn naam door het oude hospitaal dat hier vroeger was. In de Aalsterse volksmond werd een hospitaal (ziekenhuis) ook wel ‘een gasthuys’ genoemd. Het verhaal van de stad en regio wordt er belicht met aandacht voor de verschillende aspecten die het karakter en eigenheid van Aalst uitmaken. Archeologische vondsten uit Aalst worden tentoongesteld en diverse tentoonstellingen vinden hier een tijdelijk onderkomen. In de centrale ontmoetingsruimte wordt kort de geschiedenis van Aalst weergegeven en aan de gastentafel kan je informatiebrochures en boeken raadplegen. Aalst Carnaval In het carnavalsmuseum (op de zolderverdieping) kom je meer te weten over de geschiedenis en de typische kenmerken en elementen van Aalst Carnaval. Je kunt er de sfeer van dit driedaagse volksfeest opsnuiven. UNESCO erkent in 2010 Carnaval Aalst als immaterieel cultureel erfgoed van de mensheid.
Vraag 15 Vier bekende Aalstenaars In de vroegere ziekenzalen kom je meer te weten over het leven en het ‘levenswerk’ van de 4 ‘grote’ Aalstenaars: Dirk Martens, Adolf Daens, Louis Paul Boon en ….Wie is die andere bekende Aalstenaar ? Als je in het museum wandelt, kan je verschillende werken van hem bewonderen en via een glimp door het venster kan je het standbeeld van de kunstenaar bewonderen.