Tijd Rapport
1
DUURZAAM ONDERNEMEN
2 Ervaring 9 in duurzaamMicrosoft geeft heidsverslaggeving groeit jong talent een doel COMMUNICATIE
10 Espressobrander Illy laat duurzame keten certificeren
PERSONEELSBELEID
KOFFIE
DE TIJD | WOENSDAG 13 OKTOBER 2010
‘Met FSC-gelabeld papier alleen kan je je als drukkerij niet meer onderscheiden. ’
CO2-UITSTOOT
‘Over enkele jaren krijg je een kantoorgebouw dat niet ‘groen’ is, nauwelijks nog verhuurd.’
BEDRIJFSGEBOUWEN
‘Nog voor de inschrijvingsperiode stapt al een zeventigtal kandidaat-coöperatieleden mee in het ethisch investeringsfonds.’
FINANCIERING
p2
p4
p9
‘We ontwikkelden ecovilt, dat werd gebruikt voor geluidsdempend asfalt, tot een mooi en kleurig product.’
‘Zij leverden ons verf voor het schilderen van onze danszalen, als wederdienst verzorgen wij een dansdemonstratie op hun opendeurmoment.’
RECYCLAGE
RUILBEURS
p8
p11
‘We steunden geregeld een ‘goed doel’, maar we voelden dat we kennis misten om duurzame projecten te kiezen.’
‘Als je mensen instructies geeft, zeg je eigenlijk: ‘Stop met denken’.’
ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
PERSONEELSBELEID
p6
p9
p7
‘Het spel is ontworpen vanuit de overtuiging dat je vooral via innovatie van je businessmodel tot duurzaamheid kan komen.’
BRAINSTORM ERIKA RACQUET
Duurzaam lijkt het nieuwe buzzwoord wel. Maar wat willen ze daar eigenlijk mee zeggen, met ‘maatschappelijk verantwoord ondernemen’ of MVO? Waarom moeten we daar met zijn allen aan? Kunnen we niet gewoon voortboeren zoals we bezig waren?
E
r bestaat niet zoiets als een moment waarop je kan zeggen ‘nu zijn we een maatschappelijk verantwoorde onderneming (MVO)’. ‘MVO is geen staat van dienst, het is een vrijwillig proces van continue verbetering’, zegt Dirk Le Roy van het
Duurzaam ondernemen als wissel op de toekomst advieskantoor Sustenuto. ‘Verbetering voor je eigen bedrijf, en in relatie tot de samenleving rond het bedrijf.’ ‘Het begint bij de vraag of je bedrijf een deel van de oplossing dan wel een deel van het probleem is’, zegt Peter Wollaert van Kauri, een
MVO-overlegplatform voor bedrijven, overheidsorganisaties en ngo’s. Wollaert ziet vijf pijlers. Hij begint bij ethiek: is er een ethische reflectie over het bedrijf als organisatie, over de manier van werken, over het product of dienst die je aanbiedt? Voorts is er de vraag of
het bedrijf werkt aan een transparant en pro-actief beleid betreffende maatschappelijke problemen: hoe pak je diversiteit aan, tewerkstelling van ouderen, energie- en grondstoffengebruik, mogelijk negatieve impact op ontwikkelingslanden? Een derde pijler is goed
bestuur: is er transparantie over bevoegdheden en bedrijfsbeslissingen? Ten vierde is er duurzaamheid, de vraag of het product of de dienst over vijf, twintig of vijftig jaar nog gevraagd en wenselijk is. Tot slot is er goed burgerschap: ondersteunt het bedrijf maatschap-
pelijke initiatieven, doet het aan mecenaat? DIFFERENTIATIE
Ondernemerschap op zich heeft al een meerwaarde voor de maatschappij, erkent Wollaert. Ondernemingen betalen belastin-
gen, creëren werkgelegenheid en welvaart. Waarom moet het nog meer zijn? Waarom kan een onderneming zich niet gewoon richten op genereren van winst? ‘Voor wie een leider wil zijn, worden of blijven in zijn sector, is duurzaamheid een must’, zegt Stephan Van Haverbeke van het advieskantoor Ubeon. ‘Ze zetten in hun bedrijf een beweging in gang die het klaarmaakt voor de markten van morgen. Wie er nu niet mee begint, komt morgen te laat.’ Le Roy ziet drie grote redenen om ernaar te streven een maatschappelijk verantwoorde onderneming te worden. ‘Een kleine groep van bedrijven die ermee bezig is - zowat 10 procent - doet het louter om de intrinsieke motivatie, ` LEES DOOR OP PAGINA 3
2
Tijd Rapport Duurzaam ondernemen DE TIJD | WOENSDAG 13 OKTOBER 2010
Vier stappen in duurzame ontwikkeling l Federale overheid stelt basistekst over MVO op VINCENT GEORIS
O
ok op het federale beleidsniveau is maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) al lang geen exotische term meer. De Interdepartementale Commissie Duurzame Ontwikkeling (ICDO) stelde een basistekst op die een goede eerste kennismaking biedt met MVO. Alle thema’s die onder deze term kunnen vallen, komen erin aan bod. ‘Ondernemingen kunnen aan duurzame ontwikkeling doen in vier stadia’, legt Hadelin de Beer, ex-voorzitter van de Programmatorische Federale Overheidsdienst Duurzame Ontwikkeling, uit.
1
De eerste stap is risicobeheer. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer de onderneming rekening houdt met de burgerlijkeaansprakelijkheidsrisico’s bij vervuiling. ‘Duurzame ontwikkeling wordt dan opgevat als de noodzaak om aandacht te besteden aan de drie pijlers: economie, maatschappij en milieu’, legt Hadelin de Beer uit. ’Een soort van checklist van de bestuurder voor risicobeheersing en voor de kosten van de risico’s voor de onderneming’.
2
Het tweede stadium is dat waarin de onderneming communiceert over haar goede werkmethoden. ‘De communicatie wordt soms opgevat als een marketingmiddel om
een doelgroep te bereiken. Maar zelfs greenwashing kan achteraf soms op iets concreets uitlopen’, zegt Hadelin de Beer. ‘Ondernemingen die beweren dat ze duurzaam zijn, kunnen niet meer terug, want zij zullen ooit moeten bewijzen dat ze dat ook echt zijn’.
heersysteem is opgezet en men gaat over tot een volgende stap door precieze doelstellingen voorop te stellen. ‘Duurzame ontwikkeling is dan opgenomen in de ondernemingsstrategie en men communiceert over de resultaten’, verduidelijkt Hadelin de Beer.
De derde stap is het inzetten van beheerinstrumenten voor duurzame ontwikkeling. Het gaat bijvoorbeeld om het organiseren van selectieve ophaling van afval of het isoleren van het gebouw. ‘Een typisch voorbeeld is een gecertificeerd milieubeheersysteem zoals ISO 14.000 of EMAS.’ De labels en de ISO 14.000 of EMAS-certificaten - die op basis van strenge criteria worden toegekend - hebben steeds meer succes. Om dat niveau te behalen, moet echter een strategie worden opgezet, meestal met hulp van buitenaf. ‘En binnenkort is er de ISO 26.000 norm, die het gecertificeerd systeem voor duurzame ontwikkeling zal worden’, geeft Hadelin de Beer aan. Die ISO 26.000-normering werd onlangs goedgekeurd, na vijf jaar debat. Het wordt dé norm voor maatschappelijk verantwoord ondernemen, gebaseerd op de meest volledige benadering van maatschappelijk verantwoord ondernemen die er momenteel gehanteerd wordt.
‘Er is een vijfde stap, absolute duurzaamheid, maar daar kan de onderneming niet altijd in slagen zonder tussenkomst van de staat’, benadrukt De Beer. ‘Dat is bijvoorbeeld het geval voor wapen- of tabaksfabrieken die ISO 14.000 gecertificeerd zijn. Het spreekt voor zich dat hun globale project strijdig is met duurzame ontwikkeling. Maar meer van hen eisen, zou voor hen neerkomen op harakiri plegen. De volgende stap moet dus samen met de staat worden bekeken, op een democratische manier’, verduidelijkt hij.
3
4
Het vierde stadium is dat van het beheer via doelstellingen, dat gericht is op de resultaten. Het be-
■ Het ‘Referentiekader Maatschappelijk
Verantwoord Ondernemen in België’ is te vinden op de website van de ICDO, bij ‘publicaties’ onder ‘specifieke actieplannen’. http://www.icdo.be/NL/publicaties/specifieke_actieplannen
■ Informatie over de nieuwe ISO 26.000-
norm via http://www.iso.org/iso/iso_catalogue/management_standards/social_responsibility.htm.
■ De Nederlandse overheid speelde kort op
de bal met een naar verluid goede handleiding in vragen en antwoorden over de ISO 26.000-norm. http://www.nen.nl/web/Normshop/Norm/ Praktijkgids-MVO-volgens-ISO-26000.htm.
ADVERTENTIE
RV
Duurzaamheidsverslagen in de lift l Eerst maatschappelijk verantwoord ondernemen integreren, dan erover communiceren ERIKA RACQUET
S
teeds meer bedrijven en organisaties publiceren een apart duurzaamheidsverslag om te berichten over hun inspanningen om maatschappelijk verantwoord te ondernemen. Ze hebben het daarin niet enkel over hun economische, maar ook over hun maatschappelijke en ecologische prestaties. Het is een logische stap: eerst duur-
zaamheid integreren in de organisatie, en vervolgens erover communiceren. In die volgorde. De redenen om voor een duurzaamheidsverslag te kiezen, zijn divers. In de eerste plaats willen de bedrijven hun stakeholders informeren over hun beleid inzake maatschappelijk verantwoord ondernemen. ‘Onze stakeholders zijn onze medewerkers, onze klanten, onze leveranciers en organisaties uit het middenveld. We wisselen informatie en ervaringen uit, bespreken duurzame alternatieven en stippelen krijtlijnen uit voor de toekomst. In ons stakeholdersoverleg toetsen we de eerste versie van ons duurzaamheidsverslag aan de verwachtingen en de wensen van die belanghebbenden. Dat is een zeer boeiend en leerrijk proces’, zegt Halina Bletek, zaakvoerder van De Duurzame Drukker. Voor medewerkers zijn de inspanningen rond duurzaamheid vaak een reden om trots te zijn op hun bedrijf. INSTRUMENT
Maar een duurzaamheidsverslag is meer dan een louter informatief document. ‘Een dergelijk rapport vormt een uitstekend uitgangspunt om het MVO-beleid verder te ontwikkelen en bij te schaven en is daardoor een managementinstrument’, zegt Anouk Van de Meulebroecke van Beco, een ‘adviesbureau voor winst in duurzaamheid’, dat zelf een verslag maakt en klanten begeleidt bij de opmaak van hun duurzaamheidsrapport. Een verslag is geen
eindpunt, het verplicht een orga- schrijven wel duidelijk welk enganisatie verder na te denken over de gement ze aangaan tegenover alle processen en het geeft een beter belanghebbenden (stakeholders), zicht op de domeinen waarin nog en niet enkel de aandeelhouders meer te realiseren valt. Veel be- (shareholders). Maar tot nu geeft drijven gebruiken hun duurzaam- slechts een op de drie onderzochte heidsverslag om doelstellingen te bedrijven een duidelijk overzicht formuleren voor de volgende ja- van de indicatoren waarop het wil ren. Wie al ervaring heeft met afgerekend worden. Het meest duurzaamheid en het (85% van de verslarapporteren erover, gen) wordt gecommumerkt in de praktijk niceerd over het welVeel bedrijven dat het verslag inhouzijn van de werknedelijk sterker en hel- formuleren in mers. Over milieuderder wordt. inspanningen brengt hun duurzaamEerder dit jaar 70 procent verslag uit. nam Business & So- heidsverslag De helft vermeldt hoe ciety Belgium, een doelstellingen met de gemeenschap ledenvereniging die rond het bedrijf is bedrijven en bedrijfs- voor de volgen- geïnterageerd. Minder federaties samen- de jaren. dan de helft (40%) brengt rond maatheeft het ook over zijn schappelijk verantproduct: de ecologiwoord ondernemen, sche impact ervan, la43 duurzaamheidsverslagen on- beling, veiligheidsaspecten. der de loep. Het ging na hoe ruim Ook dit jaar bestuderen het Inen goed de communicatie over stituut voor Bedrijfsrevisoren, duurzaamheid is. Bijna 50 procent Business & Society en Kauri een neemt het duurzaamheidsverslag stapel duurzaamheidsverslagen in op in het jaarverslag en maakt de aanloop naar de uitreiking van geen apart boekje. Soms blijkt het de award voor het beste verslag. te gaan om enkele bladzijden, el- De uitreiking op 9 november ders is de niet-financiële informa- wordt aangegrepen om ook worktie in balans met de financiële. shops in te passen. Hoewel het geen verplichting is, rapporteert 56 procent van de ■ www.globalreporting.org. organisaties volgens de voorAward: http://www.ibr-ire.be/ned/revischriften van het Global Reporting sor_duurzaam_nat.aspx Initiative, dat lijn probeert te krijKauri verzamelt op zijn website alle duurgen in de verslagen wereldwijd. zaamheidsverslagen uit ons land: Een handvol bedrijven kiest voor www.kauri.be/theme_56.aspx de principes van Global Compact, Bij Business & Society is een praktijkgids een VN-initiatief. te vinden: http://www.businessandsocieTwee op de drie bedrijven bety.be/nl/mvo/thema/reporting.
FCA
Flanders Cleantech Association
Zwart op wit gedrukt, en toch groen
J
e kan tegenwoordig haast geen nieuw boek, jaarverslag of brochure meer openslaan of je vindt een logo dat meldt dat je lectuur op ‘proper’ papier gedrukt staat. FSC-gelabeld: hiervoor is geen maagdelijk woud gesneuveld. ‘Dat doen wij ook al lang, maar daarmee kan je je als drukkerij niet meer onderscheiden’, zegt Philippe Cardyn, de marketingmanager van drukkerij Artoos, een verticaal geïntegreerd drukbedrijf dat met 130 medewerkers. Omdat Artoos een voorloper wil zijn in innovatie en duurzaamheid gaat de drukkerij dus veel verder in haar zoektocht naar milieuvriendelijker drukwerk. Als eerste kon ze eerder dit jaar aankondigen echt klimaatneutraal drukwerk aan te bieden. ‘We berekenen om te beginnen de CO2-voetafdruk van een drukopdracht, op basis van de uitstoot
van onze vestiging in Kampenhout en de karakteristieken van het order wat betreft papierkeuze, afmetingen en oplage, hoeveelheid inkt (op basis van plantaardige olie), het energieverbruik van de specifieke pers enzovoort’, licht Cardyn toe. COMPENSATIE
Vervolgens adviseert Artoos hoe die CO2-uitstoot kan worden gereduceerd, bijvoorbeeld door de lay-out aan te passen en/of snijaf-
val te beperken. De CO2-uitstoot die dan nog rest, kan worden gecompenseerd. ‘De volgorde is belangrijk’, benadrukt Cardyn. ‘Eerst zo veel mogelijk reduceren, wat tot bijna 50 procent kan oplopen, en dan pas compenseren.’ Compensatieplannen zijn al bekender in de luchtvaart: via een donatie worden bijvoorbeeld bomen aangeplant. Artoos koos voor Gold Standard. ‘We hebben de markt goed bekeken, en dat label biedt de beste garanties op daadwerkelijke CO2-reductie. We maken altijd bestudeerde keuzes, ook al vergt dat veel huiswerk en geduld, om bijvoorbeeld cijfers van alle papierproducenten op te vragen of om berekeningsmethodes te vergelijken.’ De klanten volgen. ‘Uiteindelijk maakt de compensatie de opdracht maar een paar procenten duurder. Je moet het niet om de prijs doen, maar om de echte reden. Eerst krijg je natuurlijk bedrijven mee die zelf op zoek zijn om zo duurzaam mogelijk te werken. Zij doen het snelst de stap, maar de interesse is groot en het klimaatneutrale aanbod onderscheidt ons zeker van de andere. Het opent deuren.’ ER
3
Tijd Rapport Duurzaam ondernemen DE TIJD | WOENSDAG 13 OKTOBER 2010
` VERVOLG VAN PAGINA 1
waardengedreven. Een groter aandeel doet het omwille van differentiatie. We leven in een sterk evoluerende wereld, waarin onder meer de druk op het milieu almaar toeneemt. Onze productiesystemen moeten daarbij aangepast worden voor de toekomst. Daarin een voorloper zijn, is een manier om je te onderscheiden. Tot slot kan je het doen vanuit risico- en reputatiemanagement. Zo kwam het eind 20ste, begin 21ste eeuw op gang: enkele grote bedrijven zagen hun reputatie besmeurd en wilden het beter doen. Nu dringt het steeds verder door in de hele keten, en moeten bedrijven mee omdat klanten en leveranciers eisen stellen en verwachtingen hebben.’ Wollaert draait de vraag om: ‘Ik krijg steeds de vraag ‘Waarom?’. Mijn antwoord luidt: ‘Waarom niet?’’ NAÏEVELINGEN
We kunnen ons bijvoorbeeld voorstellen dat ondernemers zeggen dat ze het zich niet kunnen veroorloven. Of dat het voer voor naïevelingen en geitenwollensokken is. ‘Ja, het kan in het begin investeringen vergen om aanpassingen te doen’, zegt Le Roy. ‘Om die te kunnen verteren, is er nood aan een markt. Overheden nemen een deel van die marktcreatie op zich, door steeds meer criteria van maatschappelijk verantwoord ondernemen of duurzaamheid op te leggen voor hun bestedingen. Maar ook andere klanten letten er steeds meer op.’ ‘Wat kan je je niet permitteren?’, vraagt Van Haverbeke. ‘Kan je je het niet permitteren respectvol met mensen om te gaan? Kan je je het niet veroorloven je af te vragen of je processen wel veilig zijn? Kan je je het wel veroorloven risico’s op vervuiling te nemen?’ Duurzamer hoeft ook niet altijd duurder te betekenen. Je product herbekijken om minder grondstoffen of energie te verbruiken, bijvoorbeeld, of om het efficiënter te verpakken en vervoeren, levert be-
Het Europees distributiecentrum van Nike in Laakdal is een CO2-arm bedrijf waar werknemers worden aangemoedigd te carpoolen. sparingen op. ‘Als je het echt strategisch aanpakt, kan MVO een serieuze winsthefboom zijn’, zegt Van Haverbeke. ‘Mijn ervaring is’, vervolgt hij, ‘dat mensen als individu toch wel veel belang hechten aan zaken als een gezonde omgeving, ook voor hun kinderen en de generaties erna, of aan een respectvolle omgang met mensen. Wel, als je dat belangrijk vindt rondom jou, trek dat dan door. Het is immers een gedeelde verantwoordelijkheid. Maar als je mensen dezelfde vraag stelt in de context van hun organisatie, is er plots schroom. Hebben ze schrik als ‘een geitenwollensok’ over te komen. Het blijft een beetje taboe. Maar het lijkt me veeleer naïef te geloven dat je niet hoeft na te denken over de wereld rond je,
dat je ervan af komt door gewoon voort te doen alsof je op een eilandje zit.’ ZINVOLLE UITDAGING
‘De jongere generaties, de veertigers en zeker wie nog jonger is, willen steeds meer ondernemen vanuit een maatschappelijke betrokkenheid’, merkt Wollaert. ‘Zij willen hun bedrijven daarin meetrekken. Er zijn allerhande initiatieven om ondernemerschap aan te wakkeren, maar we staan er nog te weinig bij stil welke soort ondernemers we willen. Wat is zinvol vandaag? Ik zie mensen de klik maken, afstappen van doordouwen zonder omzien en op zoek gaan naar een zinvolle manier om hun brood te verdienen, waarbij ze een maatschappelijke bijdrage le-
Ruim aanbod aan startpunten, netwerken en instrumenten l Wegwijzers voor wie wil leren ■ Ook de kamers van koophan-
del nemen de uitdaging aan om de informatie te verspreiden. Zij organiseren een leertraject van zeven workshops. De agenda is te vinden op www.quadrantplatform.be, waarop ook andere informatie gebundeld is (instappen in een leertraject zou nog mogelijk zijn als de eerste sessie voorbij is). In West-Vlaanderen is het oude milieucharter inmiddels omgevormd tot charter duurzaam ondernemen. Andere provincies zitten in verschillende stadia van onderzoek of implementatie om eveneens dit pad te kiezen.
D
uurzaamheid, maatschappelijk verantwoord ondernemen, corporate social responsability,… welke vlag je ook kiest, ze dekt vele ladingen. Energiegebruik, personeel, samenwerking, strategie, recyclage, waar begin je in vredesnaam? Enkele hints voor wie meer wil leren, ervaringen wil delen, denkprocessen wil starten of maatregelen wil nemen. ■ Een goed startpunt is de over-
heidswebsite www.mvovlaanderen.be. Je vindt er een massa informatie en nog meer links. Naar verenigingen, workshops, gratis hulpmiddelen voor denkoefeningen enzovoort. Volgende week, op woensdag 20 oktober, organiseert het departement Werk en Sociale Economie overigens een MVO-contactdag in Gent. Informatie via www.werk.be.projectinfo.be. De Vlaamse overheid neemt ook het initiatief tot het oprichten van zogenaamde transitiearena’s. Vooral die over duurzaam wonen en bouwen kwam al op gang. De volgende is een platform rond duurzaam materialenbeheer. De Franstalige tegenhanger van www.mvo-
vlaanderen.be is www.rsewallonie.be. ■ Twee
netwerken springen eruit. Business & Society Belgium heeft als leden enkel bedrijven waarvoor het een platform biedt voor ervaringsuitwisseling, maar het gaat ook permanent de dialoog aan met andere spelers. Het heeft ook een kenniscentrum en geeft bedrijven ondersteuning. www.businessandsociety.be. Kauri is een actief MVO-platform dat als deelnemers niet enkel bedrijven telt, maar ook overheidsbedrijven en -instanties en ngo’s. www.kauri.be
■ De vzw Poseco presenteert
zich als een ‘informatiecentrum voor positieve economie, een economie die rechtstreeks en voelbaar bijdraagt tot het verbeteren van de menselijke omstandigheden en het welzijn’. Een van de grote projecten is de Belgian Positive Entrepreneurs, dat ondernemingen met elkaar in contact brengt die een maatschappelijk doel hebben opgenomen in hun kernactiviteit. www.poseco.org en www.positieve-economie.be
■ Er zijn allerlei tools om over
duurzaamheid na te denken. Op de website van Kauri is een checklist te vinden om een stand van zaken op te maken en zo de gaten te herkennen en zich te kunnen vergelijken met andere bedrijven. Er zijn ook steeds meer private adviesbureaus die hun eigen instrumenten uitwerken. Zo heeft Ubeon een toolkit, de 3P+ Navigator, om een constructieve dialoog op te zetten. Het Brusselse studiebureau Greenloop geeft advies en maakt daarnaast ook koolstofbalansen op. ‘Na een diagnostische fase om de koolstofvoetafdruk van de organisatie te bepalen, legt het bedrijf doelstellingen vast, en een actieplan op korte, middellange en lange termijn’, legt mede-oprichter Gaetan Dartevelle uit. ‘Dat leidt tot een reductie van de kosten van energieverbruik, vervoer, aankopen en afval.’ Het advieskantoor Sustenuto nam dan weer het initiatief tot het opzetten van een cradle-to-cradle-platform (doorgedreven hergebruik in rekening genomen van bij de productontwikkeling) in ons land, dat onder meer workshops organiseert. www.c2cplatform.be.
veren. In ons land is er te weinig de reflex om de maatschappelijke uitdagingen zoals armoede of vervuiling vanuit ondernemerschap op te lossen, we doen dat via vzw’s.’ Bij de invulling van dit Rapport bleek nogmaals dat heel veel ondernemingen inmiddels overtuigd zijn en naar meer duurzaamheid
© DOMINIC VERHULST
streven – voor elk bedrijf dat in deze pagina’s aan bod komt, hadden we er tientallen andere kunnen vragen. Andere laten zich stilaan overtuigen. Maar wie zijn eerste of zelfs tweede en derde stap doet, maakt zich kwetsbaar. Het lijkt alsof het voor de buitenwacht soms beter is in stilte voort te ver-
vuilen dan hardop – ook al meeste maatschappelijke organischreeuw je het niet van de daken saties brengen er nu toch wel be– te zeggen dat je een betere leer- grip voor op dat bedrijven in een ling wil worden. Het zou wel eens complexe situatie zitten en niet alde aandacht kunnen wekken van les tegelijk kunnen aanpakken en critici die snel ontdekken dat je onder controle krijgen’, vindt Wolnog lang niet de hele weg hebt af- laert. ‘Het komt erop aan transpagelegd. Kan en mag je klein begin- rant en correct te zijn, uit te sprenen, met spaarlampen en een ken waarin je goed bezig bent en boomplantactie? waarin je achterop ‘Dat hangt af van je Duurzaam loopt. Als je maar een activiteit en sector’, authentieke inspanzegt Le Roy. ‘Het is ondernemen ning levert om contigeen wetmatigheid, kan een winstnu te leren en te vermaar een dienstverlebeteren.’ hefboom zijn. ner kan doorgaans ‘Je moet durven en meer ad hoc verbeteleren te kijken naar je ren. Een productiebe- STEPHAN VAN HAVERBEKE, plaats in een heel sysdrijf dat een grote imteem’, zegt Van Haadvieskantoor Ubeon pact heeft op zijn omverbeke. ‘Niet enkel geving, of dat weinig kijken naar de compokennis heeft van de gang van zaken nenten van je proces of product, bij zijn leveranciers, zal het meteen maar naar de samenhang van de systematisch moeten aanpakken.’ dingen, en geen systemen in gang ‘Een goede stelregel is te beginnen houden waarvan je weet dat het met de dingen die (potentieel) de uiteindelijk slecht afloopt.’ Je kan grootste negatieve impact hebben’, nog zo energiezuinig clusterbomvindt Wollaert. men maken, het MVO-label zal je daarmee niet halen. Als je willens QUICK WINS en wetens meedraait in een per‘Gemakkelijke ingrepen, zoals vers systeem, zetten je inspanninsensoren op je verlichting, hebben gen niet echt zoden aan de dijk - de een signaalfunctie: ‘We zijn ver- valkuil van greenwashing lonkt. trokken.’ Quick wins werken moti- ‘Maar doorgaans mag je de zaken verend’, zegt Vanhaverbeke. ‘Maar niet zo zwart-wit bekijken.’ ‘De MVO- of CSR-wereld (corpas wanneer je echt een constructieve dialoog aangaat over wat be- porate social responsability) is inlangrijk en waardevol is, in eerste middels afgestapt van het beeld instantie intern en later met ande- van perfectie’, besluit Wollaert. re stakeholders, kom je eerder ‘We zijn geëvolueerd naar het idee vroeg dan laat op het niveau van de van ‘de beste van de klas’, waarbij productieprocessen en van de stra- het erop aankomt leergierig te zijn, aan benchmarking te doen en tegie terecht.’ ‘Niemand is perfect, en de steeds verder te gaan.’
ADVERTENTIE
4
Tijd Rapport Duurzaam ondernemen DE TIJD | WOENSDAG 13 OKTOBER 2010
Hollands Huys decimeert energiefactuur l Ecologische en energiezuinige bouwtrend slaat over op bedrijfsgebouwen ERIKA RACQUET
N
u de interesse voor duurzaam ondernemen toeneemt, kon de belangstelling voor energiezuinige bedrijfsgebouwen niet uitblijven. Bij zijn Ecobouwers-opendeurdagen die al enkele jaren bestaan om particuliere woningen te gaan bekijken, voegt de Bond Beter Leefmilieu vanaf dit jaar ook de mogelijkheid toe om op 25 plaatsen naar ‘eco’-bedrijfsgebouwen te gaan kijken. Eén van de deelnemende gebouwen is het Hollandsch Huys in Hasselt, dat ongeveer twee jaar in gebruik is. Het werd opgetrokken door het aannemingsbedrijf Houben Bouw en Interieur, dat behalve het uitvoeren van andermans plannen ook eigen ontwikkelingen doet. De groep van de familie Houben omvat ook het bedrijf Airdeck, genoemd naar het gepatenteerde vloersysteem met holle elementen, zogenaamde airboxen. ‘Hollandsch Huys was ons eerste gebouw in België waarin gebruik wordt gemaakt van betonkernactivering’, zegt Veronique Houben, de business development manager. Daarbij worden waterleidingen gelegd in de ribben van de vloerplaten. Dat water houdt de ruimten op temperatuur. Is het warm in het gebouw, dan neemt het beton die warmte gedeeltelijk op. Is het koud, dan geeft het beton zijn warmte af. Elk uur is er een automatische meting van de watertemperatuur aan de in- en de uitgang van het systeem. Is het verschil groter dan 2 graden, dan blijft het water circuleren in het systeem tot het verschil weer afgenomen is. WARMTEPOMP
De sondes van het systeem gaan tot 75 meter diepte de grond in, en bevatten water van 10 graden. ‘Met een warmtepomp onttrekken we daaraan warmte om het water in de betonplaten in de winter op te warmen, tot maximaal 27 graden.
33 procent van de gevel van het energiezuinige Hollandsch Huys in Hasselt bestaat uit driedubbel glas. Het kantoorgebouw wordt verwarmd en gekoeld via een warmtepomp, wat veel zuiniger is dan een gewoon verwarmings- of aircosysteem. Dat vergt veel minder energie dan een traditioneel verwarmingssysteem, waarvoor water nodig is van 60 graden’, gaat Houben verder. ‘In de zomer wordt het water van 10 graden gebruikt om via een warmtewisselaar het water in de betonplaten af te koelen tot minimum 18 graden. Daarvoor is enkel pompenergie nodig, wat het systeem zuiniger maakt dan airco.’ Bovendien is er ook in het ontwerp van het gebouw gedacht aan een laag energieverbruik. Enkel aan de noordkant zijn er bijvoorbeeld grote glaspartijen te vinden.
33 procent van de gevel bestaat uit driedubbel glas. Houtskeletwanden, automatische zonwering en een luchtdichte bouwwijze, uiteraard met gecontroleerde ventilatie, dragen bij tot een erg goede isolatie. ‘Al bij ligt energiefactuur van het gebouw niet veel hoger dan 10 procent van de factuur in een ‘gewoon’ kantoorgebouw’, stelt Houben. WENNEN
‘In het begin was het even wennen dat de ramen niet open kunnen’, zegt huurder Hans Wilmots,
We bouwen niets anders meer. Anders raken we onze gebouwen over tien jaar niet meer kwijt. VERONIQUE HOUBEN, Houben Bouw en Interieur
de CEO van BDO, een kantoor van revisoren, accountants en belastingconsulenten dat voor zijn Hasseltse vestiging voor het Hollandsch Huys koos. ‘Maar inmiddels is gebleken dat hier altijd een aangename temperatuur heerst, ook al is er geen klassieke airco en verwarming. Zelfs op de heetste zomerdagen wordt het niet warmer dan 24 graden, en ook als het buiten 15 graden vriest, krijgen we de binnentemperatuur gemakkelijk naar 23 graden.’ ‘Als we al iets merken aan het ziekteverzuim, dan is het een da-
ling. Onze energiekosten zijn zoals verwacht heel laag. Dat compenseert na enkele jaren zeker de iets hogere huurprijs, waarin ten dele de extra investeringen van de bouw verrekend zitten. Op langere termijn doen we hier een goede zaak aan.’ BDO ging een huurovereenkomst aan voor negen jaar. ‘Wij kiezen zeer bewust voor dit gebouw’, verklaart Wilmots. Dat past in ons algemene beleid om de ecologische voetafdruk mee in overweging te nemen in onze langetermijnbeslissingen. Dat doen we bij-
RV
voorbeeld ook in de voertuigen die we kiezen.’ ‘Waarschijnlijk komt er een uitbreiding van het Hollandsch Huys,’ zegt Houben, ‘en we plannen nog zulke gebouwen. In Dilsen-Stokkem is het IQ Park al in ontwikkeling. We willen niets anders meer bouwen. We vrezen dat we anders over tien jaar met verouderde gebouwen zitten die we aan de straatstenen niet kwijtraken.’ ■ www.ecobouwers.be/kantoorgebouwen -
vanaf 18 oktober kan worden ingeschreven voor de rondleidingen in de deelnemende bedrijfsgebouwen.
ADVERTENTIE
l Vergroening via doorgedreven renovatie ERIKA RACQUET
‘O
ver enkele jaren krijg je een kantoorgebouw dat niet ‘groen’ is, nauwelijks nog verhuurd zonder zware kortingen toe te staan’, verwacht Charles Lasserre van de kantoormakelaar CB Richard Ellis. Nu al zijn steeds meer bedrijven op zoek naar kantoorruimte die past in hun streven naar duurzamer werken, met minder negatieve impact op hun omgeving. Uit eigen overtuiging, én omdat hun aandeelhouders en/of klanten erop letten. Ze willen een energiezuinig kantoor met duurzame materialen, maar waar de omgeving aangenaam blijft om in te werken. ‘Je kan gemakkelijk een bunker bouwen waarin je totaal geen probleem zal hebben met koeling, maar wie wil dat huren om zijn medewerkers te huisvesten?’ EOLIS
CBRE verhuurt op de Brusselse kantorenmarkt al enkele ‘groene’ gebouwen, en bracht zopas het Eolis-gebouw op de markt, aan het Saincteletteplein. Geen nieuwbouw, maar een doorgedreven renovatie, waarbij enkel de basisstructuur van het oude gebouw uit de jaren 60 werd bewaard. Er kwamen energiezuinigere verwarmings- en koelingsinstallaties, en rond de buitengevels een extra luchtdichte glazen façade in driedubbel isolatieglas. ‘Het gebouw, een hoekpand, is grotendeels noordelijk georiënteerd, waardoor de architecten hier meer vrijheid hadden om met grote glaspartijen te werken’, zegt Guillaume Turcas van de eigenaar CBRE Investors, een autonome poot van het bedrijf. Huurders zullen maar enkele graden kun-
© LVA
Op wie rekent u voor een proper milieu?
Energiezuinig kantoor met aangename sfeer
Het Eolis-gebouw houdt het energieverbruik een kwart lager dan andere kantoren.
nen afwijken van een maximum- evenveel kantooroppervlakte in temperatuur van 21 graden in de een klassiek gebouw. Dat zijn geen winter, en een minimum van 26 spectaculaire cijfers. ‘Je mag dit graden in de zomer. Via het soft- niet zomaar vergelijken met een wareprogramma Vizelia krijgen ze gebouw dat voor een specifieke, een nauwkeurig zicht vooraf bekende geop hun elektriciteitsbruiker is geconciEen 100 en waterverbruik. pieerd en gebouwd’, Al bij al komt het procent passief stelt Lasserre. ‘Weet gebouw, gecertifi- kantoorgebouw je wie er komt, hoe ceerd door de Franse het gebouw wordt inorganisatie HQE, uit is wellicht gedeeld, hoeveel volk bij een K-waarde van mogelijk. er per vierkante me36 en een E-waarde ter moet werken, of van 75. Het blijft het bedrijf akkoord daarmee binnen de CHARLES LASSERRE, gaat met automatisch nieuwe energiepres- makelaar CB Richard Ellis openende ventilatietatienormen die in systemen enzovoort, Brussel vanaf volgend dan kan je veel verder jaar gelden voor bouwaanvragen. gaan. Een 100 procent passief kanCBRE deed zelf de bouwaanvraag toorgebouw is wellicht mogelijk voor Eolis in 2007, dus het liep on- enkelen proberen het al uit, tot nu geveer vier jaar voor op de nor- toe met succes - maar dan gaat het men. om kantoren voor specifieke geHet energieverbruik moet bruikers. Op de verhuurmarkt in ruim een kwart lager liggen dan Brussel zijn ze niet te vinden.’
"Duurzaamheid loont. Juist daarom waarderen wij het dat ook onze relatiebeheerder op lange termijn meedenkt."
Jan Depreitere Relatiebeheerder
David Vanheede CEO Vanheede
V.U. : Elodie Dufrane, Fortis Bank n.v, Warandeberg 3, 1000 Brussel.
Caroline Vanheede Commercieel Directeur
Als gespecialiseerd milieubedrijf slaagt Vanheede Environment Group erin om afval te herwaarderen tot grondstof of energie om zo onze ecologische voetafdruk te verkleinen. Deze specifieke aanpak en het langetermijndenken hebben we gemeen. Zo komen we samen in volle openheid tot specifieke financieringsoplossingen. Bent u ook op zoek naar een partner die altijd aan morgen denkt en financieringen op maat aanbiedt ? Gaat het over eenvoudige of complexe kredietvormen of over leasing, BNP Paribas Fortis stelt u oplossingen voor die beantwoorden aan uw behoeften. We begeleiden uw projecten stap voor stap in België, en in het buitenland. Neem contact met uw relatiebeheerder of surf naar www.cpb.bnpparibasfortis.be.
6
Tijd Rapport Duurzaam ondernemen DE TIJD | WOENSDAG 13 OKTOBER 2010
Noors DNV helpt werknemers bij verkleinen ecologische voetafdruk l Bedrijf betaalt mee voor milieuvriendelijke ingrepen in huishoudens personeel DIDIER BÉCLARD
D
et Norske Veritas (DNV) heeft een intern project om haar werknemers aan te sporen om hun ecologische voetafdruk in hun privé-
leven te verkleinen. Met dat project - dat de naam ‘We do’ draagt voegt de stichting de daad bij het woord, want het doel van DNV is ‘het beschermen van leven, eigendom en milieu’. Daartoe biedt het verscheidene diensten aan, die allemaal gericht zijn op ‘risicobe-
heer’; dat wil zeggen de certificering of classificatie van goederen of procedures volgens nationale of internationale normen, vooral op het gebied van milieu en duurzame ontwikkeling. Het bedrijf telt 300 kantoren in 100 landen en stelt 9.000 mensen
tewerk, met 85 verschillende nationaliteiten. Die werknemers kunnen bij hun werkgever hun project voor de installatie van een gecertificeerde boiler, de aankoop van een fiets of de installatie van zonnepanelen voorstellen. Nadat het project via een interne proce-
dure is geëvalueerd en goedgekeurd en de factuur is voorgelegd, wordt het project gedeeltelijk betaald door DNV. BELGIË
DNV heeft het We do-project sinds drie jaar overal in de wereld ingevoerd. Volgens de marketingverantwoordelijke Ives Leirs hebben in België al zo’n 30 van de 60 personeelsleden kunnen profiteren van het project. In Italië heeft niet minder dan 60 à 70 procent van het personeel al gebruikgemaakt van het project dat, voor zover Ives Leirs bekend is, uniek is in België.
ADVERTENTIE
Anita Ory van Wienerberger ging op inleefreis naar Zuid-Afrika.
RV
Go-between voor goede bedoelingen l CFP brengt bedrijven samen met ngo’s in ontwikkelingssamenwerking ERIKA RACQUET
N
stelt Anita Ory, de manager environment. Om de betrokkenheid te vergroten, organiseert CFP ook (door de deelnemers betaalde) inleefreizen waarbij in een land projecten worden bezocht. ‘Dat werkt heel confronterend, maar op een menselijke manier’, zegt Ory, die meereisde naar Zuid-Afrika. ‘Voor mij persoonlijk versterkte het ook de bewustwording dat we moeten proberen het leven ginds te verbeteren. We bezochten bijvoorbeeld een project om de weerbaarheid en de mondigheid van vrouwen die werken in de wijnbouw te verhogen. Door die ondersteuning staan ze sterker om zelf goed voor hun kinderen te zorgen.’
ogal wat bedrijven die behalve aan ‘profit’ ook aan ‘people’ en ‘planet’ willen denken, willen dat doortrekken in steun aan projecten in ontwikkelingslanden. Maar de wereld is groot, de noden zijn talrijk en de wirwar aan projecten en organisaties is onoverzichtelijk. Aan wie geef je dan je steun? Corporate Funding Programme (CFP), dat nu ruim tien jaar bestaat, wil bedrijven daarbij helpen. Het is een samenwerkingsplatform dat bedrijven en ngo’s met elkaar in contact brengt. Om de goede wil en het geld van de bedrijven naar de projecten te kanaEFFECTIEVER liseren, maar ook om de dialoog tussen beide werelden te versterDat zo’n steun niet louter voer ken. CFP focust op ontwikkeling is voor grote bedrijven, bewijzen via ondernemerschap, maar nam de kleinere leden-bedrijven. Edidaar ook infrastructuur- en on- son/7Beaufort, bijvoorbeeld, een derwijsprojecten bij, omdat dat communicatiebureau uit Heverook cruciale schakels zijn in de lee met ongeveer 20 medewereconomische ontwikkeling van kers. ‘Het moet hier niet altijd een land of regio. over verkopen gaan’, zegt zaak‘Siemens is er van in het begin voerder Bart Ramakers. Zo werkt bij’, zegt Vera Janssens, vicepresi- het bureau af en toe tegen verdent Communications South laagd tarief of pro Deo voor ngo’s West Europe van Sieen vzw’s. ‘Al langer mens. ‘Dat past in ons CFP biedt ons namen we ook gerestreven naar corporageld initiatief om een de mogelijkheid te citizenship, naar ‘goed doel’ te steu- vrij vertaald - een objectief te nen, maar we voelgoede burger willen kiezen tussen den dat we kennis zijn. Een deeltje van misten om duurzame onze winst gaat daar- projecten. projecten te kiezen om rechtstreeks naar en dat wat we deden, maatschappelijke ininiet altijd even contiatieven. Dicht bij VERA JANSSENS, structief was. Daarhuis, zoals projecten Siemens om sloten we ons aan om de keuze voor bij CFP. Dat advitechniek in het onderwijs te sti- seert je op basis van je doelstellinmuleren. Maar ook verder weg, en gen en prioriteiten. Nu wordt ons bij uitstek in landen waar we ook geld effectiever ingezet, omdat we als commerciële speler aanwezig werken in een groter plan.’ zijn.’ Edison/7Beaufort steunt ‘Learn to live’ in Kaapstad, ZuidSELECTIE Afrika, waar jongeren een vak le‘We krijgen echter wekelijks ren waarmee ze betere kansen vragen om projecten te steunen’, krijgen op de arbeidsmarkt. ‘CFP vervolgt Janssens. ‘Wanneer zeg verzekert ook dat we elk jaar feedje ja en wanneer neen? Want alle back krijgen over wat met de midsteunen kunnen we niet. We wil- delen gebeurt. Zo merken we dat den die selectie objectiveren, en je met enkele tienduizenden CFP biedt ons daartoe de moge- euro’s best wel wat kan bereiken, lijkheid. Nu steunen we hoofdza- zoals de opleiding van tientallen kelijk ngo’s die ook aangesloten kinderen verbeteren, als je het zijn bij CFP. Dat biedt ons de ga- met de goede knowhow doet.’ rantie dat we kwaliteitsvolle, CFP dringt erop aan dat de duurzame projecten steunen, ook deelnemende bedrijven hun al kiezen we elk jaar andere be- werknemers betrekken bij de stemmingen voor onze steun. Er steun. Meestal worden de interne is aanbod genoeg opdat we iets communicatiekanalen ingezet om kunnen kiezen dat aansluit bij hen te informeren over de projeconze business en bedrijfscultuur. ten. In veel bedrijven gaat ook de Vaak gaat het om waterprojecten opbrengst van allerhande extraain het Zuiden, bijvoorbeeld voor tjes - een wedstrijdje, een beneirrigatie, wat aansluit bij onze ac- fietconcert of kerstkaarten vertiviteiten in de waterbranche.’ vangen door mails - naar CFP. Ook de baksteenproducent ‘Voor mij is het ook belangrijk Wienerberger kiest het liefst pro- dat je wordt opgenomen in een jecten die aansluiten bij zijn sec- dynamische groep’, zegt Ramator. Zo steunt het scholingsprojec- kers. ‘CFP stimuleert ontmoetinten in een streek van Cambodja gen, netwerking en ervaringsuitwaar veel kinderen in slechte om- wisseling met de andere deelnestandigheden in steenbakkerijen mers. Gewaardeerde input, als je werken. ‘Je persoonlijke betrok- over je doelstellingen wil reflectekenheid vergroot vanzelf wanneer ren en ze breder wil zien dan louhet over je eigen leefwereld gaat’, ter geld verdienen.’
7
Tijd Rapport Duurzaam ondernemen DE TIJD | WOENSDAG 13 OKTOBER 2010
Spelenderwijs duurzame businessmodellen bedenken l Spelbord Play it Forward helpt bedrijven na te denken over duurzaamheid
Close the Gap geeft pc een tweede leven l Ngo focust op hergebruik hardware DIDIER BÉCLARD
E
en propere verwerking van afgeschreven maar nog bruikbaar computermateriaal hier, betaalbare werkmiddelen voor organisaties in het Zuiden. Dat is de dubbele doelstelling van Close the Gap. De vereniging, die sinds twee maanden door de Verenigde Naties erkend is als internationale ngo, verzamelt computers van bedrijven die hun informaticapark willen vernieuwen. Het doel van de vereniging is het dichten van de digitale kloof (de ‘gap’ in het Engels) tussen de westerse landen en de ontwikkelingslanden door lokale organisaties zoals scholen, universiteiten, ziekenhuizen (nooit privépersonen) de mogelijkheid te bieden tegen een interessante prijs volledig gereviseerd informaticamateriaal te kopen. WIN-WINOPERATIE
Play it Forward gidst de deelnemers in drie rondes door de elementen van een businessmodel, om gaandeweg tot een rendabeler, vernieuwender en duurzamer model te komen. BERT VOET
J
e businessmodel duurzaam maken, hoe doe je dat als ondernemer? Door een spelletje te spelen bijvoorbeeld. Een groepje ondernemers heeft daarvoor met steun van Flanders in Shape - dat vanuit de Vlaamse overheid de creatieve en designsector ondersteunt - Play it Forward ontwikkeld: een spelbord dat bedrijven warm maakt om na te denken over nieuwe modellen voor duurzaam ondernemen. ‘Het spel is gebaseerd op de ideeën van Alex Osterwalder, de paus van businessmodelinnovatie’, zegt Stefaan Vandist. Voor hij zelfstandige werd, was hij strategisch planner bij het reclamebureau Duval Guillaume. Andere initiatiefnemers zijn onder meer Michael van Lieshout van ‘future explorer’ Pantopicon, Kristel Dewulf van Hogeschool West-Vlaanderen en Bart Janssen, ecodesigner en mede-oprichter van Smidesign. ‘We vertrokken van de overtuiging dat je vooral via innovatie van je businessmodel tot duurzaamheid komt. In plaats van bijvoorbeeld je ecologische voetafdruk te verlagen in je huidige structuur is het vaak interessanter je businessmodel te vernieuwen.’ Een businessmodel wordt opgedeeld in negen blokken op een spelbord. Eén daarvan is bijvoorbeeld ‘verkoopkanalen’, een ander ‘marktsegmenten’. ‘Een klassieker
van businessmodelinnovatie is behalve via winkels ook online te verkopen’, legt Vandist uit. ‘Maar je kan bijvoorbeeld ook een dienst ontwikkelen en je product verhuren in plaats van het te verkopen. Of conventioneel autobezit ter discussie stellen en kilometers verkopen in plaats van auto’s, zoals Cambio doet.’
naarmate we een model beter vinden. Uiteindelijk kiezen de moderatoren een businessmodel, en een individuele winnaar.’ BRAINSTORM
In essentie is het een doorgedreven brainstorm verpakt in een competitieve spelvorm. ‘Het grote voordeel is dat het departementaal denken wegvalt’, zegt Vandist. ‘We FAILLISSEMENT maken de groepjes zo divers moJe kan het spel met vier tot gelijk. Ingenieurs denken samen honderd mensen spelen, in groep- met marketeers na, en raken op jes van twee tot tien à dezelfde golflengte. twaalf. Het vertrek- Het uitgangsOok de hiërarchie valt punt is telkens hetweg: de CEO zit naast zelfde. Je zit op het punt is dat je de aankoopverantrandje van een faillis- vooral via woordelijke. Dat geeft sement, dat je op twee innovatie van je een dynamiek waarbij manieren kan voorkoiedereen nadenkt men: investeerders businessmodel over alle geledingen aantrekken door weer tot duurzaamvan het bedrijf.’ een rendabel busi‘Het resultaat is nessmodel te ontwik- heid komt een businessmodel, kelen, of iemand vingeen businessplan’, den die strategisch berelativeert Vandist. lang heeft bij een STEFAAN VANDIST, ‘Het belangrijkste is overname van jouw moderator Play it Forward dat iedereen aan het bedrijf. eind weet wat een ‘Elk groepje legt in drie rondes businessmodel eigenlijk is: alle een parcours af langs de negen ele- elementen die samen bepalen hoe menten van een businessmodel, een organisatie waarde creëert op en probeert gaandeweg tot een be- een markt. Bovendien komen er ter, rendabeler, vernieuwender en rudimentaire denksporen voor duurzamer businessmodel te ko- zo’n nieuw model op tafel en krijmen. Wij als moderatoren kruipen gen de deelnemers het gevoel dat in de rol van investeerder of over- ze er zelf creatief mee aan de slag nemer. Na elke ronde is er een tus- kunnen.’ sentijdse evaluatie. Indien geJe kan een uitgebreide versie wenst, lopen we met jetons rond, spelen die een hele dag duurt, waarbij we meer centen geven maar ook een lightversie van een
halve dag. ‘We pasten het al toe op een trainingsdag over innovatie en creatief denken bij Sony, en bij Reynaers Aluminium hebben we het twee keer gespeeld: een keer met 70 medewerkers, waarbij je de kiemen van een nieuwe aanpak zag ontstaan. Een tweede keer
RV
speelden we met de jonge generatie van de familie Reynaers: zo’n 15 16- tot 25-jarigen. Met die laatsten hebben we uiteindelijk een fictief bedrijf bedacht dat sportschoenen produceert, exclusief voor atleten.’ ■ www.businessmodeldesign.be
Close the Gap richt zich voor het verzamelen van materiaal tot bedrijven of instellingen om een voldoende groot volume te hebben (minstens 40 werkstations) om het mechanisme doeltreffend te maken. Het is een win-winoperatie, legt de directeur Olivier Vanden Eynde uit. ‘Het bedrijf schenkt het materiaal aan Close the Gap, dat de logistieke kant van de zaak voor zijn rekening neemt: het materiaal ophalen, gegevens wissen en rapporteren over die
verrichtingen.’ Als er materiaal defect is, ziet de vereniging toe op de ecologische verwerking ervan in de vorm van recyclage via Recupel. Nadat ze herverpakt zijn, gaan de machines naar projecten in voornamelijk in Subsahara-Afrika. De organisaties, die met identiek materiaal kunnen werken praktisch voor onderhouds-, reparatie- en compatibiliteitsredenen - moeten een responsabiliseringsbijdrage van enkele tientallen euro’s betalen. Mind the Gap neemt de logistiek voor zijn rekening en biedt softwarelicenties aan tegen verlaagde prijzen (ongeveer 4,5 euro) dankzij een bijzonder akkoord. SPIN-OFF
Close the Gap is in 2001 ontstaan in de vorm van een feitelijke vereniging en sinds 2003 operationeel als spin-off van de Handelshogeschool Solvay van de VUB. Sinds dit jaar heeft het ongeveer 150.000 assets (centrale eenheden, laptops, schermen of printers) verzameld, waarvan een derde hergebruikt wordt. De rest wordt gerecycleerd. De strenge eisen op het vlak van duurzaamheid voor een tweede leven in Afrika verklaren die verhouding. Momenteel komen de schenkers voor 50 procent uit Nederland, voor 30 procent uit België, de rest komt uit Duitsland, uit Frankrijk en van multinationals. ■ www.close-the-gap.org
ADVERTENTIE
Polsbandjes uit aardappelafval
l Orakel compenseert vervuiling door transport van zijn producten VINCENT GEORIS
U
kent ze wel van een bezoek aan een pretpark of omdat uw tienerkinderen er het liefst zo lang mogelijk mee blijven rondlopen nadat ze naar een muziekfestival zijn geweest: geen toegangscontrole zonder polsbandjes. Veel kans dat die komen van bij Orakel in Retie, net als de jetons waarmee tijdens het evenement drankjes werden betaald. Wie weet zijn ze zelfs vervaardigd uit aardappelafval, bijvoorbeeld van bij frietfabrikanten. De Kempense kmo startte in 1996 met een idee van zaakvoerders Poel Van De Eynde en Dirk Spooren: de verkoop van gepersonaliseerde, synthetische polsbandjes voor culturele of sportevenementen. Het project oversteeg de verwachtingen, want nu is de onderneming de Europese leider in dat domein. Orakels productengamma is intussen uitgebreid tot jetons, tickets, rugnummers, uv-detectoren, ballonnen en andere onmisbare uitrusting bij grote evenementen
zoals het muziekfestival Werchter of de Belgische en Europese voetbalkampioenschappen. Tot de meest prestigieuze klanten behoren, behalve voetbalclubs zoals Anderlecht en Standard, de Verenigde Naties en het Rode Kruis. MILIEU
De grondstoffen die het bedrijf gebruikt, waren oorspronkelijk afgeleid uit aardolie, zoals tyvek voor de polsbandjes. Maar de onderneming wil ‘bewust zijn van de impact van haar activiteiten op het milieu’. Daarom begon ze in 2004 met een proces voor de integratie van duurzame ontwikkeling in haar werking. Sinds twee jaar gebruikt Orakel afval van zetmeelhoudende grondstoffen als grondstof voor de vervaardiging van polsbandjes en jetons. De prijs is een kwart hoger, maar ‘het product verkoopt goed’, bevestigt Dirk Spooren. Voor 2011 zou het product 20 tot 25 procent van de bedrijfsomzet moeten vertegenwoordigen. Orakel heeft ook zijn fabricageproces geoptimaliseerd om zijn koolstofvoetafdruk te verminde-
ren, met name door warmte te recupereren. TRANSPORT
Onlangs onderschreef Orakel ook het ‘carbon neutral’-programma van UPS, mondiale het nummer één in de levering van pakjes en een grote consument van kerosine. ‘In enkele jaren tijd waren alle facetten van onze productie aangepast aan duurzame ontwikkeling’, verklaart Spooren. ‘Behalve het transport, en wij exporteren naar overal in Europa. Daarom hebben wij beslist een partnerschap aan te gaan met de firma UPS voor de vervoersprijs van onze producten.’ Concreet compenseert Orakel de koolstofuitstoot tijdens het transport van zijn producten. Voor elke uitgestoten ton CO2 wordt een equivalent bedrag aan CO2 bespaard dankzij de steun aan een gecertificeerd project voor CO2reductie, waar dan ook ter wereld’, laat men weten bij UPS. Daardoor stijgt de kostprijs met 2 à 3 procent, ‘maar het betekent het opnemen van verantwoordelijkheid, en het is positief voor het imago.’
Hoe stellen we de toekomst van onze kinderen veilig? De ene verbruikt minder energie. De andere verkiest over te schakelen op groene energie. En wat doet uw gemeente, instelling of bedrijf? Energy Line Welke projecten of ambities u ook hebt, als het aankomt op het besparen van energie heeft Dexia voor u diverse oplossingen in petto. We engageren ons immers volop in duurzame ontwikkeling en willen de opgebouwde expertise in dit domein delen met gemeenten, instellingen en bedrijven via het gamma Energy Line. Uw gesprekspartner inzake duurzame ontwikkeling staat voor u klaar. Contacteer hem voor meer info of raadpleeg ons dossier “Duurzame ontwikkeling” op www.dexia.be/professioneel.
samen naar de essentie Dexia Bank NV, Pachecolaan 44, 1000 Brussel – IBAN BE23 0529 0064 6991 – BIC GKCC BE BB – RPR Brussel BTW BE 0403.201.185 – CBFA n° 19649 A – FOD Economie 4944.
8
Tijd Rapport Duurzaam ondernemen DE TIJD | WOENSDAG 13 OKTOBER 2010
Ingenieurscollectief gaat energiemarkt op
Petflessen gaan lawaaihinder te lijf
l Linea Trovata integreert duurzame technieken l Groene idealen nu ook rendabel gaat. ‘Dat is precies de meerwaarde van het ingenieurscollectief’, zegt Van Poucke. Het bedrijf heeft alle technologie in huis, gaande van zonneboilers, fotovoltaïsche panelen, warmtepompen, maar ook technologie om biomassa als mest om te zetten in energie en nutriënten. Voor die mestdroging werd LT Eco opgericht. Dat is volgens Van Poucke een schoolvoorbeeld van geïntegreerd milieudenken. Veel bestaande technologieën voor mestverwerking zijn te duur, zo blijkt nu op de markt. Linea Trovata lanceert een techniek op basis van zonnewarmte en gebruikt zelfs de warmte van de dieren om het droogproces goedkoop te houden en bruikbare mestkorrels over te houden. JONGENSDROOM
Uniek is dat Linea Trovata Suntec niet focust op één duurzame technologie. GUY VAN DEN BROEK
L
inea Trovata Suntec uit Lokeren werkt zich in ijltempo naar de top van duurzame energiebedrijven in België, met ambities voor Europa. Amper vijf jaar geleden was de groep nog een ingenieurscollectief dat duurzame oplossingen zocht voor energieproblemen. Sinds de oprichting in 2005 is de omzet van het bedrijf exponentieel gestegen, tot 110 miljoen euro dit jaar. Die groei werd tot nu toe met eigen geld gefinancierd. Om Europees door te stoten, zoekt de groep volgend jaar 30 miljoen euro risicokapitaal bij investeringsfondsen. ‘We geven onze groene idealen niet op nu we naar de kapitaalmarkt gaan, integendeel’, zegt Piet
RV
Van Poucke, medestichter en gedelegeerd bestuurder van de groep. Het basisidee is en blijft met een collectief van ingenieurs alle mogelijke energieproblemen in de maatschappij duurzaam op te lossen. Dat collectieve denken wordt ook in de financiële structuur doorgetrokken. Van de 35 ingenieurs zitten er 25 mee in het kapitaal van de groep. Het directiecomité, waarin alle nieuwe projecten worden besproken, bestaat uit twaalf mensen, zodat alle invalshoeken aan bod komen. Bij overnames in het buitenland, zoals onlangs in Italië, worden de plaatselijke ingenieurs betrokken in het duurzame verhaal. Van de winst die de groep maakt, gaat een groot deel naar ecologische projecten, zoals de
aankoop van natuurparken door de milieuorganisatie Natuurpunt. GROENE FILOSOFIE
‘We zijn niet bang om met onze geitenwollensokkenfilosofie de kapitaalmarkt op te gaan, want enkel duurzame energieoplossingen zullen de toekomst trotseren. De groene idealen worden nu ook economisch rendabel’, zegt Van Poucke. Het bedrijf spreekt nu met zakenbanken en financiële partners om hen bij te staan in die kapitaaloperatie en om investeringsfondsen te overtuigen te investeren. Sectorgenoten als Enfinity en Electrawinds hebben weinig moeite gehad om de nodige fondsen te vinden. Linea Trovata is wel uniek in zijn sector omdat het duurzame technologieën combineert en niet voor één oplossing
ADVERTENTIE
Alles komt terug
Het verhaal van Linea Trovata begon als een jongensdroom. Eind de jaren 90 kwamen ingenieurs uit het Waasland op vrijwillige basis in hun vrije tijd samen om milieuen energieproblemen van het bedrijf waarvoor ze werkten samen duurzaam op te lossen. In een klassiek bedrijf is daar zelden de ruimte voor. In 2005 werd een eigen bvba opgericht om professioneel met duurzame energieoplossingen de markt op te gaan. Het succes was zo groot dat de ingenieurs hun job moesten opzeggen. De meesten werkten in de chemiebedrijven in en rond Antwerpen. De stichters zijn Piet Van Poucke en John Herfs. Al snel voegden Andries Busschaert, Joor De Bruijn en Kurt Steendam zich bij de twee oprichters. Het huidig directiecomité bestaat uit 12 mensen. De sfeer van een open collectief rond duurzame energie is nog levendig aanwezig, ondanks de internationalisering die deze herfst werd ingezet en vanaf 2011 op kruissnelheid komt.
RV
Twee vliegen in één klap: petflessen recycleren en het lawaai in werk- of leefruimten binnen de perken houden. Dat is wat Buzzispace doet. Met Ecofelt (‘ecovilt’) dat voor 100 procent uit oude petflessen wordt gemaakt, maakt die kmo onder meer kamerschermen, poefs, behang en lampen die het omgevingsgeluid absorberen of diffuseren. En die nog mooi zijn ook. Buzzispace ontstond als dochter van Tecnospace, een fabrikant van glazen scheidingswanden voor kantoren. ‘Bij onze klanten voelden we de nood aan een akoestisch en ecologisch verantwoorde oplossing’, zegt de zaakvoerder Steve Symons. ‘Omdat we geen oplossing vonden, schoven we de vraag door naar ontwerpster Sas Adriaenssens. Zij kwam aanzetten met het idee van ecovilt. Dat werd al gebruikt voor de isolatie van treinwagons
of voor geluidsdemping onder een asfaltlaag. Op plekken waar het niet te zien was, dus maakte het niet uit dat het eruitzag als een ruw soldatendeken.’ MOOIER ‘We ontwikkelden het verder om een mooiere versie te maken, in leuke kleuren, en we kwamen tot een materiaal dat we konden patenteren’, legt Symons uit. Buzzispace maakt Ecofelt nu zelf en gebruikt het in zijn eigen productgamma, maar verkoopt het ook aan anderen. ‘De Scandinavische luchtvaartmaatschappij SAS maakt er bijvoorbeeld toilettasjes mee.’ Over enkele weken pakt BMW uit met een designstoel in Ecofelt voor zijn showrooms. Valt zo’n kamerscherm duurder uit? ‘We vormen een eigen niche. Veel alternatieven absorberen veel minder het geluid - in het jar-
gon: ze hebben een lagere alfasabine-waarde. Materialen die erg goed absorberen, zijn dan weer erg duur en hebben weinig aandacht voor esthetiek. Wij combineren een relatief hoge geluidsabsorptie met haalbare prijzen.’ Het Ecofelt slaat aan. Buzzispace exporteert inmiddels naar een 35-tal landen - vooral afgewerkte producten. Voor de behangversie BuzziSkin liepen er bij het ter perse gaan vergevorderde onderhandelingen over een verdeelakkoord met een grote Belgische muurbekledingsspecialist. Buzzispace groeit zijn moederbedrijf Tecnospace boven het hoofd. Samen groeiden ze in enkele jaren van 12 naar 35 werknemers. Als kers op taart werd Buzzispace zopas laureaat bij de verkiezing van Excellente Ondernemingen van Voka.
ADVERTENTIE
U vraagt, wij antwoorden Wie een bedrijf runt, botst geregeld op vragen. Wat houdt een win-winlening in? Wat met een handelsagent die weigert het geld van klanten door te storten? En wat als een ex-werknemer een concurrerend bedrijf opricht? Waar kan ik terecht voor een marktonderzoek in Oekraïne? Hoe dring ik het ziekteverzuim terug? Wat verdien ik met zonnepanelen op het dak? Krijg ik sowieso een schadevergoeding bij wegenwerken?
Meer weten over ecodesign en eco-efficiëntie?
Ongetwijfeld worstelt u als ondernemer ook met een vraag. Stuur ze ons door! De frequentste en interessantste leggen we voor aan experts. Hun antwoorden leest u in november, elke woensdag, in De Tijd.
Uw vragen zijn welkom op
[email protected].
ER
9
Tijd Rapport Duurzaam ondernemen DE TIJD | WOENSDAG 13 OKTOBER 2010
Duurzaamheid sijpelt door tot in personeelsbeleid l Organisaties bereiden zich voor op arbeidsmarkt van de toekomst
Elthys zoekt en helpt ethische investeerders l Coöperatief fonds voor financiering van duurzame bedrijfsprojecten
WILLEM DE BOCK DIDIER BÉCLARD
S
tilaan krijgt de term duurzaamheid ook een link met het humanresourcesbeleid van organisaties. Het Kenniscentrum van SD Worx is daarmee volop bezig. ‘Maar duurzaamheid kan geen doel zijn, enkel een middel voor organisaties om zich klaar te stomen voor de toekomstige arbeidsmarkt. Wij noemen dat future readiness.’ Chris Wuytens, het hoofd van de competence- en consultancydivisie van SD Worx, geeft een voorbeeld van wat die ‘future readiness’ kan inhouden. ‘Je weet dat het inpassen van de jongste generatie werkzoekers geen sinecure is, maar je kan het hr-beleid zo hertekenen dat je zowel die jongeren, als de vele ouderen in je organisatie op lange termijn engageert en je talentreserve veiligstelt.’
E
STRATEGISCH
Klaarstaan voor de toekomst vergt een strategische rol voor het hr-beleid. ‘Een bedrijf met een duurzaam hr-beleid investeert in zijn omgeving. In combinatie met de focus op resultaten garandeert deze externe focus continuïteit. Je kan bijvoorbeeld zeer gericht en gestructureerd bezig zijn met je relaties met het onderwijs en je daarin engageren om daar al de gewenste competenties te helpen ontwikkelen. Zo verklein je de kloof tussen school en bedrijf. Je creëert een continuüm voor het levenslang leren, vanaf de schoolbanken’, gaat Wuytens verder. ‘Organisaties kunnen de interne en de externe inzetbaarheid van medewerkers in de hand werken door de beschikbare competenties te verdiepen en te verbreden. Daarmee verhogen bedrijven ook de arbeidsmobiliteit van hun medewerkers.’ TALENTSCHAARSTE
Koen Cuyckens, onderzoeker van het hr-kenniscentrum van SD Worx, verwijst naar de acute talentschaarste in bepaalde sectoren. ‘Met een duurzaam hr-beleid kan je anticiperen op te verwachten kraptes op de arbeidsmarkt. Zo niet komt de continuïteit in het gedrang. Kijk maar naar de zorgsector, een van de eerste sectoren die met acuut personeelstekort geconfronteerd werden. Door de demografische ontwikkeling krijgt vroeg of laat elke sector daarmee te maken.’ Het kenniscentrum van SD Worx werkte een model uit op basis van zijn future readiness-prin-
Toon Bossuyt, CEO van Boss Paints: ‘Als iedereen wacht tot de ander verandert, gebeurt er nooit wat.’
© SOFIE VAN HOOF
Meer dan een likje verf op de gevel Toon Bossuyt, de CEO van Boss Paints, is zeer duidelijk over zijn betrachting: ‘Wij willen onze mensen kansen geven om gelukkiger te zijn, via de best mogelijke werkcondities. Dat behelst genoeg vrijheid en ruimte, maar ook betrokkenheid en verantwoordelijkheid. Uiteraard heeft dat gevolgen voor het hr-beleid. De bedrijfsleider wil niet directief zijn, maar mensen aanspreken op hun zelf-
sturend vermogen. ‘Als je instructies geeft, zeg je eigenlijk: ‘Stop met denken. Ik heb het in uw plaats gedaan en dat is beter.’ Human resources investeert hier veel in zelfsturing. Maar het voornaamste doel is beter te leren samenwerken en samen te groeien. Het liefst laten medewerkers een stuk van de eigen missie overlappen met die van het bedrijf. Als een bedrijf iets waardevols voor-
cipes. ‘Let wel, het is geen wonderrecept. Wij geven ingrediënten aan, de componenten die deel kunnen uitmaken van een duurzame hr-aanpak. Die ingrediënten zijn afhankelijk van de specifieke bedrijfssituatie, maar staan steeds in functie van de lange termijn en een extern engagement’, aldus nog Koen Cuyckens. Zowat alle hr-aspecten kunnen ingrediënten zijn: de werk-levenbalans, nieuwe vormen van werken of flexibiliteit. ‘Je gaat die zaken anders be-
Met een duurzaam hr-beleid kan je anticiperen op te verwachten kraptes op de arbeidsmarkt. KOEN CUYCKENS, onderzoeker SD Worx
opstelt, kunnen mensen zich daarin inschrijven. Er bestaat een sterke band tussen wat je graag doet en wat je goed doet.’ Boss Paints is als kmo met 230 medewerkers een bijzonder veelzijdige verfspecialist: fabrikant en groothandelaar, met een logistiek centrum en eigen verkoopnet. Toon Bossuyt liet iedereen, van arbeider tot directielid, een driedaags traject volgen om beter te
naderen. Je graaft dieper. Zo komen er nieuwe ideeën los. Het is een verhaal dat aanspreekt. Ook die zogenaamd moeilijke generatie jongeren heeft wel oren naar zo’n verhaal. Er is dus in de samenleving een draagvlak voor een doorbraak van deze thema’s, die vroeger als soft werden afgedaan’, meent Chris Wuytens. Welk resultaat levert dit concreet op? ‘Je kan twee sterk gelijkaardige bedrijven hebben met dezelfde moeilijke wervingssituatie, maar het ene blijft vlot aanwerven en het andere slaagt daar
leren feedback te geven en te ontvangen en hun rol te kennen in een samenwerkend systeem. ‘Als iedereen wacht tot de ander verandert, gebeurt er nooit wat. Je moet weten hoe je feedback geeft, zodat de ander zin krijgt iets te veranderen. Dat klinkt tof, maar het houdt ook verantwoordelijkheid in. Je moet oplossingen vinden, je daagt mensen uit en je creëert dus stress.’
niet in. Wie de toekomst goed voorbereidt, maakt het verschil op de arbeidsmarkt.’ De oplossingen van vroeger zullen niet meer volstaan. ‘Dit is een kwestie van overleven’, stelt Koen Cuyckens. ‘Je moet niet alleen beter worden in wat je doet, je moet andere dingen gaan doen om strategische concurrentievoordelen uit te bouwen. Je legt een nieuw doel vast, en ook de manier van het te bereiken zal nieuw zijn, want je analyseert ook je maatschappelijke omgeving en hoe je kan bijdragen.’
milieudoel besteden en 5 procent aan het personeel, en niet exporteren buiten de Europese Unie. Dat laatste criterium moet de lokale tewerkstelling bevorderen.
ltys, een coöperatieve vennootschap voor ethische investeringen CHARTER die in februari gelanceerd werd, De ondernemingen verbinden wil risicokapitaal verschaffen aan ondernemers die zich ertoe ver- zich er ook toe een ethisch en binden precieze maatschappelijke maatschappelijk charter na te leven dat met name respect vooren milieucriteria na te leven. Sinds 2003 staan Daniel Ver- schrijft voor de mens (personeel, plaetse en Nicolas Konstantatos onderaannemers, klanten), net als aan het hoofd van dvl.lighting, een het gebruik van ethische finankmo in Charleroi die gespeciali- ciële instrumenten. Voorts mag seerd is in verandaverlichting. Zij geen enkele werknemer of leihebben een innoverend product dinggevende een loon ontvangen bedacht - een warmteafleider dat meer dan zes keer hoger is dan het laagste loon dat waarvoor onlangs in de onderneming een octrooi is goedwordt betaald. gekeurd - dat de leEltys zit nu nog in vensduur van ledde lanceringsfase, gloeilampen verdubwant van 14 oktober belt en het tot 19 november rendement ervan loopt een oproep tot met 5 procent vercoöperatieleden om groot. Het probleem 2 miljoen euro te veris dat het ‘beste prozamelen. De aandeduct ter wereld’ zoals len van de coöperaDaniel Verplaetse RV tieve vennootschap ( foto) het noemt, worden uitgegeven hun veel geld heeft tegen 275 euro per gekost en dat ze niet stuk. Elk aandeel over de middelen be- Elthys heeft al verleent een stem tijschikken om het te 230.000 euro dens de algemene vervaardigen. In hun binnen. Voor vergaderingen van zoektocht naar fiEltys, maar een nanciering wendden een vennootcoöperatielid mag ze zich tot de banken, schap die nog niet meer dan 10 prodie net de crisis waren ingegaan en zich niet is opgericht cent van de stemrechten hebben. Op dan ook meer dan te- is dat niet dezelfde manier mag rughoudend opsteleen coöperatielid den. Ten einde raad slecht. niet meer dan richtten ze zich tot 49 procent van het de financieringsinkapitaal in handen stellingen van het DANIËL VERPLAETSE, hebben. Bovendien Waals Gewest, maar Medeoprichter Eltys beschikt Eltys over die komen enkel tusgarantiecomité van sen als de banken dat ook doen. een Zij zouden ook een beroep kun- coöperatieleden dat over adviesnen doen op ‘lambda’-investeer- recht beschikt tijdens de raden ders, maar die worden gemoti- van bestuur en over stemrecht bij veerd door een rendabiliteit die wijziging van de statuten. ‘Het geen genoegen neemt met de ethi- ergste dat kan gebeuren, is dat sche beschouwingen van onze men onze statuten zou verandetwee protagonisten. In 2009 be- ren’, legt Daniel Verplaetse uit. slisten ze dan ook hun eigen fonds ‘Het gaat dus om een garantie tete creëren. Tegelijk kwamen ze tot gen de macht van mensen met het besef dat andere ondernemin- verkeerde bedoelingen.’ Nog vóór de opening van de ingen met hetzelfde probleem te kampen hebben. Het project ver- schrijvingsperiode hadden zo’n 70 anderde daarom in de creatie van kandidaat-coöperatieleden zich een globaal ethisch investerings- er al toe verbonden aan het Eltysavontuur deel te nemen voor een fonds. De dossiers en de onderne- totaalbedrag van 230.000 euro. mingen die gesteund worden door ‘Voor een vennootschap die nog Eltys, moeten voldoen aan strikte niet opgericht is, is dat niet slecht’, criteria: in België gevestigd zijn, prijst Daniel Verplaetse zich geminstens 10 procent van hun lukkig. winst aan een maatschappelijk of ■ www.eltys.org
ADVERTENTIE
Thuiswerk als duurzame troef l Microsoft probeert jongeren te bekoren met nieuwe werkstijl contacten om te helpen problemen op te lossen en ideeën te vinden’, schetst Philip Vandervoort.
WILLEM DE BOCK
P
hilip Vandervoort vertelt graag het verhaal van de omwenteling die het zakendoen in de afgelopen kwarteeuw heeft doorgemaakt. Hij zou de CEO van Microsoft België niet zijn als hij de nieuwe technologie en communicatiemogelijkheden daarvoor het krediet niet gaf. Intussen dient zich nu de eerste generatie werkkrachten aan die helemaal in het digitale tijdperk is opgegroeid. Zij daagt bedrijven uit met een nieuw beleid naar hen toe te stappen.
DOEL
MODERNER
‘Is het niet bijzonder belachelijk in onze economie dat we die kids met een zeer productief potentieel bijvoorbeeld verplichten in piekverkeer anderhalf uur onderweg te zijn naar een plek waar ze veel minder contacten hebben dan thuis via hun draagbare pc’s en gsm’s, en waar ze minder goed kunnen werken dan thuis? Daarvoor moeten ze allerlei toestanden regelen. Er zijn modernere manieren om te werken’, meent hij. In de vier verdiepingen van een nieuw kantoorgebouw in Zaven-
Philip Vandervoort, CEO van Microsoft België. tem die Microsoft België sinds kort bezet, heeft niemand een kantoor met zijn naambordje op de deur, ook de CEO niet. Vandervoort promoot zeer sterk het thuiswerk, maar het gaat hem om veel meer dan dat. ‘We stappen over naar een netwerkorganisatie, waarin ‘management by purpose’ het ordewoord is’,
© DIDIER MOSSIAT
stelt hij. Het klinkt niet zozeer als een doel, maar veeleer als een zingeving. ‘Waarom werkt iemand voor een bedrijf, geeft hij er zijn toegevoegde waarde aan? Als je een van de schaarse jongeren van vandaag kan aantrekken, neem je heel zijn sociaal en digitaal netwerk mee. Zo word je vandaag efficiënt. Die jongere gebruikt zijn
Bij werken met ‘purpose’ heeft hij blijkbaar een soort totaaldoel voor ogen. ‘Het heeft veel componenten. Het doel is zowel maatschappelijk als businessgericht, er zit een educatieve kant aan, enzovoort. Je maakt er het bedrijf aantrekkelijk mee voor de werkzoekenden. Daarin speelt de maatschappelijke verantwoordelijkheid een grote rol. Maar ook die werkstijl, met een zevendaags weekend, waarin er geen vaste werkuren zijn, maar wel een balans tussen werk en privéleven.’ ‘Je moet dan wel veel synchroniseren en zeer open communiceren, zodat de neuzen in dezelfde richting blijven wijzen. Individuen groeien door zo samen te werken. De slotsom is een ‘preferred company’. Zijn voorkeursbedrijf kan het beste worden om voor te werken, maar ook om van te kopen, om aan te leveren enzovoort. Uiteindelijk geeft een bedrijf meer aan de samenleving dan het neemt. Door mensen zo in te zetten red je het in de talentoorlog én ben je duurzaam bezig.’
BETER RAPPORTEREN OVER UW DUURZAAM ONDERNEMEN 26 OKTOBER 2010 SAP LOUNGE, VILVOORDE
Meer details op www.sustainablesap.be Schrijf je ook in voor de SAP duurzaamheidswebinars!
10
Tijd Rapport Duurzaam ondernemen DE TIJD | WOENSDAG 13 OKTOBER 2010
KIM EVENEPOEL
Andrea Illy ontvangt ons, gehuld in een glanzend pak, in een penthouse van het Brusselse hotel Le Méridien. Noblesse oblige, zeg maar. Hij is de derde generatie aan het hoofd van het koffiebedrijf Illy, dat zich specialiseert in luxeespresso. Hij is duidelijk over de strategie die hij wil volgen. ‘Ik kan me niet vinden in het concept fair trade’, zegt hij.
‘B
ij fair trade betaalt de klant hier een kleine premie op de prijs van de koffie, en die premie gaat dan naar de koffietelers in een zuiders land. De klant heeft een goed gevoel, en finito. Echte duurzaamheid gaat verder dan de teler meer betalen. Je moet hem leren om zelf die meerwaarde te bereiken’, zegt Andrea Illy. Daarmee wil hij echter niet gezegd hebben dat Illy het concept fair trade gaat heruitvinden. Hij lijkt eerder te kiezen voor een parallel traject. ‘Wij hebben certificaten voor de afzonderlijke schakels van onze productieketen, maar er bestaat geen internationale standaard om de duurzaamheid van het geheel van de toeleveringsketen te beoordelen’, zegt Illy. Het koffiebedrijf besloot dan maar zelf die leemte te vullen. Het keuringsbedrijf Det Norske Veritas kreeg het verzoek een certificatie uit te dokteren die rekening hield met alle schakels van de productieketen. ‘De manier van werken bij Illy heeft daarvoor model gestaan, maar het gaat wel om een onafhankelijk uitgewerkt certificaat’, benadrukt Illy. De kof-
‘Echte duurzaamheid gaat verder dan de koffieteler meer betalen’ l Producent luxe-espresso Illy wil met nieuw certificaat duurzaamheid hele productieketen laten erkennen
Dat gebeurt nu al onder meer met machines met een zo klein mogelijk waterverbruik, waarbij het verbruikte water dan nog eens wordt gerecycleerd. Elke teler wordt aangemoedigd mee te stappen in dat systeem. ‘Om dat te kunnen handhaven, betalen wij onze telers een premie op de marktprijs. Dat is een verschil met fair trade, dat enkel een minimumprijs garandeert, wat wij overigens ook doen. Die prijspremie is op zich al een aanmoediging voor de telers.’ Dat alles betekent nog niet dat het koffiebedrijf daarmee elk risico op mislukte oogsten heeft geëlimineerd. Maar llly is er toch gerust op. ‘Wij lopen weinig risico op misoogsten, alleen al omdat Illy-koffie een blend is. Er zitten negen ingrediënten, alle arabica-bonen, in die blend en die komen uit 15 landen. Als het in het ene land misloopt, kunnen we dat opvangen met de oogst uit een ander land’, klinkt het.
fiebrander heeft een aanvraag ingediend, en zit nu in de testfase voor de toekenning ervan. ‘Ik verwacht dit jaar het certificaat te ontvangen’, zegt Illy. ‘Let wel, dat certificaat is op zich niet belangrijk voor ons. We moeten het wel hebben, zodat we het kunnen voorleggen als klanten ons ernaar vragen, maar wij zijn vooral bezig met de kwaliteit van ons product’, nuanceert Illy. UNIVERSITY OF COFFEE
Andrea Illy kan niet genoeg benadrukken dat die kwaliteit begint bij de teler. ‘Toen wij zo’n 20 jaar geleden naar onze telers trokken, werkten wij met awards. De teler die de beste oogst afleverde, werd beloond.’ Illy zag zich echter snel verplicht te sleutelen aan dat systeem. ‘Het miste consistentie’, legt Illy uit. ‘Een teler die het ene jaar die award ontving, kon het jaar nadien zijn oogst volledig de mist in zien gaan door een gebrek aan kennis over de juiste productiemethodes.’ Illy begon toen met de uitbouw van kenniscentra die zich bezighielden met de diverse aspecten van koffieproductie. Dat gaat van de teelt van de koffiebonen over het transporteren en branden ervan tot de bereiding van perfecte espresso. Die kenniscentra kregen de ronkende naam ‘University of coffee’ mee. Daarbij wordt voortdurend gezocht naar nieuwe methoden om de productie zo efficiënt, maar ook zo duurzaam mogelijk te maken.
UITSTOOT
Andrea Illy hamert op het belang van de wetenschap om de kwaliteit van koffie te verbeteren.
© DIDIER MOSSIAT
Ook verderop in de productieketen wordt gewerkt aan milieuvriendelijke technieken. Illy kondigde onlangs niet zonder enige trots aan dat een nieuwe installatie voor het branden van koffie in de vestiging van Trieste in Italië zeer weinig uitstoot. Op piekmomenten blijft de uitstoot hangen op een twintigste van de maximaal toegestane limiet. Helemaal aan het einde van de keten wordt de koffie in recycleerbare blikken aan de consument verkocht.
ADVERTENTIE
P U B L I R E P O R TAG E
DE HEL VAN DEONAR Deonar is een van de drie grootste vuilnisbelten vlak bij het centrum van Mumbai. Al sinds 1927 wordt er afval gestort. De rotzooi bestrijkt ondertussen 130 hectare en reikt soms 23 meter hoog. Het afval wordt ook niet behandeld. In mensonterende omstandigheden “recycleren” paria’s wat nog bruikbaar is. Het subtropische klimaat doet de rest, met enorme milieuen gezondheidsrisico’s tot gevolg. Bovendien vormen opstijgende rook en methaangas een ernstig gevaar voor het luchtverkeer van en naar de luchthaven, maar enkele kilometers verderop.
Ondanks de moeilijke onderhandelingen over de opvolging van het Kyotoprotocol is het PMV-aandeel in de strijd tegen broeikasgassen geen dode letter gebleven. De hel van Deonar is één van de meer dan vijftig projecten die PMV steunt via koolstoffinanciering. Dat gebeurt onder andere met zogenaamde Clean Development Mechanisms (CDM) van internationale klimaatfondsen. Daarmee voorziet PMV in de nodige emissierechten voor het Vlaamse Gewest om de Kyotodoelstellingen te kunnen halen.
Het Asia Pacific Carbon Fund - een klimaatfonds van de Aziatische Ontwikkelingsbank - wil daar iets aan doen. Samen met een aantal internationale partners verstrekt PMV koolstoffinanciering aan het project.
Door hun positieve impact op het milieu, de maatschappij en de economie hebben dergelijke projecten rond biovergisting en afvalverwerking - zoals dat in Deonar – bovendien een belangrijke pilootfunctie voor ontwikkelingslanden. In Azië en Zuid-Amerika zouden talloze megasteden er wel bij varen door ze te kopiëren.
Daarmee wordt het afval van Deonar samengebracht en ingekapseld op 51 hectare. Het gecapteerde methaangas dient om gasmotoren aan te drijven die tot vier megawatt elektriciteit kunnen opwekken. Een composteringsfaciliteit vormt organisch afval om naar pellets die als brandstof dienen voor de industrie. Daar vinden ook de voddenrapers menswaardig werk.
Door deel te nemen aan het Future Carbon Fund van de Aziatische Ontwikkelingsbank geeft PMV een duidelijk signaal dat zij gelooft in de toekomst en de meerwaarde van deze mechanismen, op voorwaarde dat zij worden ingezet binnen de juiste context en met de juiste partners.
De medewerkers van de Aziatische Ontwikkelingsbank kijken streng toe op de gevolgen voor milieu en gezondheid. Ook de sociale impact en de financiële deugdelijkheid houden ze goed in de gaten.
Maar wordt Vlaanderen daar ook beter van? Onze regio is sterk in afvalverwerking en waterzuivering. Schone technologie is één van de speerpuntdomeinen van PMV. Maar, om de steeds hoger oplopende investeringen in onderzoek en ontwikkeling te kunnen blijven rechtvaardigen, zullen Vlaamse bedrijven nieuwe afzetmarkten moeten vinden voor dit soort technologieën en diensten. Alleen op die manier kan Vlaanderen in het koppeloton blijven. Internationalisering is daarom een must. De grote vraag naar milieutechnologie in het buitenland en de Vlaamse knowhow om die succesvol te implementeren, vormen een ideale toegangspoort voor Vlaamse ondernemers. PMV steunt hen daarin via haar internationaal netwerk en met financieringsoplossingen op maat. Een verhoogde interactie met de buitenwereld zal leiden tot betere producten en diensten op de thuismarkt. Schone energie en schone technologie zijn bovendien groeisectoren van groot strategisch belang, zowel hier als in de wereld. De vraag naar Vlaamse expertise is er. PMV wil samen met onze bedrijven een krachtig antwoord formuleren.
[email protected]
ParticipatieMaatschappij Vlaanderen
D eze re p o r t a g e v a l t o n d e r d e ve r a n t wo o rd li j k h e i d v an PM V
11
Tijd Rapport Duurzaam ondernemen DE TIJD | WOENSDAG 13 OKTOBER 2010
Een zaal vol winnaars
Om dat systeem in stand te presso te maken, en hij bepaalt de houden en toch concurrentieel te kwaliteit van het product. Een beblijven, koopt Illy rechtstreeks in ter beheer van plantages en de bebij zijn telers, zonder tussen- strijding van parasieten zijn askomst van groothandelaren. pecten van onze business waarbij ‘Onze concurrenten gaan uit van wetenschap om de hoek komt kijeen just-in-timeprincipe. Maar in ken. Het dna van de plant, de mazo’n systeem ben je verplicht te nier van opslaan en de marktwerkopen wat op dat moment op de king zijn allemaal zaken die we markt voorhanden is. Wij hebben moeten bestuderen.’ Om dat onte allen tijde een voorraad koffie- derzoek vooruit te helpen, zette bonen die volstaat voor een jaar Illy zijn schouders onder de oprichting van een academische productie’, zegt Illy. Aan het luxeprofiel hangt wel master in de koffiemarkt en -proeen prijskaartje. Illy is duurder ductie in samenwerking met ondan de concurrentie, en dat is niet der meer de universiteit van zonder gevolgen gebleven tijdens Trieste, de thuisstad van Illy. de financiële en economische cri- ‘Toen de wetenschap zich is gaan sis. ‘We hebben de crisis vooral ge- bemoeien met wijn, is dat product voeld in de out of home-markt, zeg er met rasse schreden op vooruitmaar de koffie die je op café gegaan. Als je dan beseft dat koffie een veel complexer drinkt. In de superis...’ markten kregen we af Er is geen inter- product Ondanks alles te rekenen met een staat Illy nog altijd prijsopbod van de nationale stanaan het hoofd van een concurrenten, en een daard om de relatief klein, famiopgang van private liaal geleid bedrijf. Hij label.’ Illy wilde ech- duurzaamheid ter het premiumima- van de hele toe- ziet dat echter niet als een handicap. ‘Wij go van zijn bedrijf zijn er trots op vrij niet te grabbel gooi- leveringsketen klein te zijn, al moet en, en koos voor pro- te beoordelen. je dat met een korrel ductinnovatie als wazout nemen’, stelt Anpen in de strijd. Zo werd onder meer een nieuw type drea Illy. De globale koffiemarkt is espressopads ontwikkeld. ‘Ook al aanzienlijk geconsolideerd, met drinkklare koffie in blik was een wereldwijd 20.000 tot 30.000 kofbelangrijke innovatie. Wij hebben fiebranderijen. In die lijst staan dat product twee jaar geleden in wij 13de of 14de, wat toch ook niet samenwerking met Coca-Cola ge- minuscuul is.’ Dat wil niet zeggen dat Illy het lanceerd. Daarmee hebben wij belangrijke nieuwe markten aange- bedrijf per se door een familielid boord in onder meer de VS, Japan wil laten leiden. ‘Je moet begrijpen hoe wij werken’, zegt hij. ‘Illy en Duitsland.’ wordt gerund als een publiek beWETENSCHAP drijf, waarbij de familie de strateAndrea Illy is van opleiding gie uitstippelt. Dat betekent niet een chemicus, en dat blijkt her- dat altijd een Illy aan het hoofd haaldelijk tijdens ons gesprek. Hij moet staan.’ Cruciaal voor Illy is hamert voortdurend op het be- dat de topman ‘een professional’ lang van wetenschappelijk onder- is. ‘De familie zal altijd een rol spezoek om tot een beter product te len in het kiezen van die persoon, komen. ‘De wetenschap ligt aan maar hoeft niet per se de teugels de basis van de technologie om es- zelf in handen te houden.’
l Bedrijven en organisaties doen aan ruilhandel l Diensten aan non-profit goed voor imago KARIN EECKHOUT
Fiscaal advies in ruil voor een dansinitiatie, kinderanimatie op een personeelsfeest in ruil voor een nieuw logo... Zulke ruilovereenkomsten, waaraan geen geld te pas komt, zijn het doel van de Win-Winbeurzen. In steeds meer steden worden dergelijke beurzen georganiseerd, evenementen waarop lokale bedrijven en verenigingen elkaar gedurende een paar uur ontmoeten, met de bedoeling producten of diensten uit te wisselen. De praktijk leert dat beide er beter van worden.
H
et concept komt uit Nederland, waar onder de benaming ‘Beursvloer’ tientallen beurzen per jaar worden gehouden, verspreid over het hele land. Daarbij zijn al tienduizenden ruiltransacties of ‘matches’ tot stand gekomen. De waarde ervan wordt in de miljoenen geschat. Het concept is onder de naam ‘Gute Geschäfte’ met succes overgenomen in Duitsland en verovert nu stilaan ook ons land. In 2008 werden in Antwerpen en Luik beurzen georganiseerd bij wijze van proefproject, vorig jaar sprongen ook Gent en Ath op de kar. Ondertussen staan ook beurzen in Brussel, Aalst, Flémalle en La Louvière op de agenda. Op 30 november wordt in Gent de tweede editie van de Win-Winbeurs gehouden, op initiatief van de stad Gent. ‘Ondernemingen en verenigingen leven nog te veel in
aparte werelden, terwijl ze elkaar nochtans veel te bieden hebben’, vindt Mathias De Clercq (Open VLD), Schepen van Economie, Jeugd en Middenstand. ‘Bedrijfsleiders beseffen steeds beter dat ze een maatschappelijke verantwoordelijkheid dragen. Verenigingen bijstaan is een waardevolle manier om die maatschappelijke betrokkenheid in de praktijk te brengen, en dat willen wij als stad graag stimuleren.’ Op de Win-Winbeurs leggen bedrijven en verenigingen hun vraag en aanbod aan elkaar voor, met de bedoeling tot een ‘match’ te komen waarvan ze allebei beter Op de Win-Winbeurs wisselen bedrijven en verenigingen diensten uit. RV worden. De Gentse editie, bijvoorbeeld, telde vorig jaar 149 deelnemers en leverde 88 matches op. Af- ruil een kunstwerk in bruikleen opendeurmoment. Dat is tegelijk ook nog eens reclame voor onze gaand op de binnenlopende in- geeft. Voor de verenigingen is de ‘win’ dansschool.’ Maar zelfs los van de schrijvingen denkt schepen De Clercq dat deze editie nog meer duidelijk: zij krijgen toegang tot concrete matches, vindt Bogaerts deelnemers zal tellen. ‘We mikken professionele diensten of produc- het initiatief leuk en verrijkend. ten die ze zich in nor- ‘Je krijgt de kans om heel veel dit jaar op minstens male omstandigheden mensen te spreken in korte tijd en 100 matches.’ Terwijl we niet kunnen veroorlo- bouwt zo een netwerk op dat ook Zowel bedrijven ven of waarvoor ze de op andere momenten nuttig kan als verenigingen ko- gratis diensten mensen of de experti- zijn.’ De Ingang denkt eraan dit men uit zeer verschil- leveren, komen se niet in huis hebben. jaar opnieuw mee te doen, zij het lende hoeken, wat Danshuis De Ingang dan met andere vragen, nu de versoms verrassende we in contact deed vorig jaar mee huis achter de rug is. ‘We denken combinaties oplevert. met potentiele aan de Gentse beurs. nu eerder aan managementonderZo bood Eco-City adklanten. ‘Wij waren toen volop steuning en opleidingen.’ vies in verband met op zoek naar een isolatie en verwarMATCHES nieuw pand en hadden ming aan Theater JEROEN DE WIT, concrete vragen die Krakeel, dat als teDat bedrijven evenveel voorinternetbedrijf Rgbscape met de nakende ver- deel halen uit de Win-Winbeurs, genprestatie het logo huis te maken had- blijkt uit het verhaal van Jeroen van Eco-city op zijn website plaatste. Hudson hielp den’, vertelt Elza Bogaerts. ‘We De Wit, een van de zaakvoerders vzw Amarant bij de aanwerving hadden bijvoorbeeld nood aan van het internetbedrijfje Rgbscavan een nieuwe medewerker in verhuiswagens en materiaal om pe. ‘Wij vinden het als bedrijf onze ruil voor een lezing. Het adviesbu- onze nieuwe stek in te richten. Als taak om de non-profitsector te reau In Casu helpt de Gentse Fiet- vereniging zijn onze middelen nu steunen. Zo hebben wij gratis de sersbond bij de ontwikkeling van eenmaal beperkt. We vonden een website gemaakt voor Make-aeen communicatiestrategie en een match in RVL Paints. Zij leverden Wish, de organisatie die de wensen folder, in ruil krijgt In Casu een be- ons verf voor het schilderen van van zieke kinderen probeert te geleide fietstocht voor het perso- onze danszalen, als wederdienst vervullen.’ neel. Netlash ontwikkelt een web- zullen wij een dansinitiatie of Op de Win-Winbeurs kwam site voor De Muis van Gent, dat in -demonstratie verzorgen op hun Rgbscape tot twee matches. ‘Met
jeugdhuis Minus One kwamen we overeen om technische ondersteuning te bieden voor hun website en nieuwsbrief. In ruil mogen wij hun zaal gebruiken voor ons bedrijfsfeest. We sloten ook een deal met het Centrum voor Ondernemen van de Hogeschool Gent: in ruil voor de technische ondersteuning die wij bieden aan een aantal van hun studenten, mogen wij in hun gebouwen kantoorruimte gebruiken.’ Mooie deals voor een jong bedrijfje, geeft De Wit toe. En onrechtstreeks ook commercieel interessant. ‘Terwijl wij gratis diensten leveren, komen we vaak in contact met potentiële klanten. Een ander voordeel is dat we bij zulke projecten de kans krijgen om te experimenteren. En dat helpt ons dan weer om aan potentiële klanten te bewijzen wat we kunnen.’ Een slim bedrijf pakt met die steun aan de non-profit ook uit in zijn communicatie. ‘Op ons jaarlijks seminarie nodigen wij ook de organisaties uit die we ondersteunen. Zo zien onze klanten met hun eigen ogen dat we niet alleen betalende projecten doen, maar dat we ook ons steentje bijdragen aan de maatschappij. Ook via onze website en via de sociale media communiceren wij daarover. Dat is positief voor ons imago.’ Met een beetje slechte wil, kan je je natuurlijk afvragen of dergelijke ruilhandel andere bedrijven geen kansen op betaalde opdrachten afsnoept. Is dit geen oneerlijke concurrentie? De Wit vindt van niet. ‘De realiteit is dat veel van die projecten niet zouden worden uitgevoerd als ze niet in een ruilovereenkomst werden aangeboden. Die organisaties hebben die budgetten gewoon niet.’ ■ www.winwin.be
ADVERTENTIE
Belgacom engageert zich als verantwoordelijk bedrijf Communicatie toegankelijker maken Sensibilisatie van kinderen en ouders aangaande een verantwoord gebruik van onze technologieën
Een positieve werkcultuur promoten Een erkend beleid van diversiteit en gelijke kansen
Een verantwoordelijke bevoorradingsketen ontwikkelen
Onze gemeenschappen ondersteunen
Aanbiedingen op maat voor ouderen en/of mensen met functiebeperkingen
Elk jaar meer dan 150.000 uren opleiding in informatietechnologie
© UNICEF Belgique
Communiceren over elektromagnetische velden en gezondheid
Een koolstofarme maatschappij stimuleren oplossingen aan onze klanten aanbieden. onze CO2-uitstoot met 70% tussen 2007 en 2020
Evaluatie van de milieu-en sociale prestaties van onze leveranciers en opleiding voor onze aankopers betreffende duurzame aankopen
U vindt meer informatie over onze strategie aangaande maatschappelijk verantwoord ondernemen op www.belgacom.com
Elk jaar wordt 1,5 miljoen euro geïnvesteerd ter ondersteuning van meer dan 100 sociale projecten in onze gemeenschappen
Wij delen aan onze klanten het blootstellingniveau aan elektromagnetische velden van al onze draadloze producten mee
-70% CO2
Als het gaat over duurzame ontwikkeling, hebben we bij Ethias geen gebrek aan goede ideeën.
ETHIAS, ECOLOGISCH EN MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORDE VERZEKERAAR Ideeën die rekening houden met duurzame ontwikkeling, zijn goede ideeën. Innovatieve oplossingen die u helpen deze ideeën te realiseren, zijn nog beter. Als onderneming die zich bewust inzet voor maatschappelijke verantwoordelijkheid, is Ethias de partner bij uitstek voor al uw projecten met een duurzaam en maatschappelijk karakter. Doet dit bij u een lampje branden? Surf dan snel naar www.ethias.be/duurzaam Ethias NV, rue des Croisiers 24, 4000 Luik. RPR Luik BTW BE 0404.484.654