RIGO Research en Advies BV De bewoonde omgeving www.rigo.nl
CONCEPT
Tien jaar integrale wijkvernieuwing Eindhoven: Bloemenbuurt-Zuid
De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij RIGO Research en Advies. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldiging en/of openbaarmaking in welke vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van RIGO Research en Advies. RIGO Research en Advies aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden.
RIGO Research en Advies BV De bewoonde omgeving www.rigo.nl
CONCEPT
Tien jaar integrale wijkvernieuwing Eindhoven: Bloemenbuurt-Zuid
Opdrachtgever
Gemeente Eindhoven en de corporaties Trudo, Woonbedrijf en Domein
Auteurs
Anke Kilian
Uitgave
januari 2011
Rapportnummer
P17210
RIGO Research en Advies BV ∙ De Ruyterkade 139 ∙ 1011 AC Amsterdam Telefoon 020 522 11 11 ∙ Fax 020 627 68 40 ∙ E -mail
[email protected] ∙ www.rigo.nl
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1
Bloemenbuurt-Zuid in beeld
1
1.1
Schets van de wijk
1
1.2
Opgaven en doelen
1
1.3
Betrokken partijen
4
1.4
Samenvatting in de tijd
4
1.5
Kwaliteit en samenhang van het beleid
5
Hoofdstuk 2
Resultaten
6
2.1
Resultaten
6
2.2
Effecten in de wijk
8
Hoofdstuk 3
Procesverloop
9
3.1
Processtructuur en samenwerking
9
3.2
Bewonersparticipatie
10
Hoofdstuk 4
Conclusies
11
4.1
Conclusies en aanbevelingen
11
4.2
Opgaven voor de toekomst
11
Processtructuur
15
Bijlagen Bijlage 1
Processtructuur
Inhoudsopgave
1
Hoofdstuk 1 Bloemenbuurt-Zuid in beeld 1.1
Schets van de wijk De Bloemenbuurt-Zuid in het stadsdeel Stratum wordt getypeerd als een echte arbeiderswijk en is in de jaren twintig van de vorige eeuw tegelijkertijd met de Bloemenbuurt -Noord als één woonbuurt gebouwd. De Bloemenbuurt-Zuid wordt aan de noordzijde begrenst door de Leostraat (de Ring). De buurt wordt verder begrensd door de Anjelierstraat, de Begoniastraat, de Goudenregenstraat en de Roostenlaan. De Bloemenbuurt-Zuid is na de aanleg van de Ring qua oriëntatie onderdeel gaan uitmaken van de Gerardusbuurt aan de zuidzijde. Dat geldt met name voor voorzieningen als scholen en we lzijnsaccommodaties. Bloemenbuurt-Zuid en Gerardusbuurt vormen nu samen de wijk Gerardusplein. Veel bewoners van de Bloemenbuurt-Zuid beschouwen hun buurt als een ‘gezellige arbeid ersbuurt’. Ze kennen elkaar, maar zijn tegelijkertijd op hun privacy gesteld. De buurt kent een g evarieerde bevolkingssamenstelling (van jong tot oud) en een sterke sociale samenhang. Het overeind houden van deze kernkwaliteiten - de variatie in bevolkingssamenstelling en de warme en geborgen uitstraling van de bebouwing van de buurt - is een belangrijke voorwaarde voor de vernieuwing. Metingen van de sociaaleconomische status en de signaleringsindicatoren (Buurtthermometer 2010) geven aan dat de Bloemenbuurt-Zuid als onderdeel van Gerardusplein de afgelopen jaren tot de ‘gewone buurten’ van Eindhoven heeft behoord en dat nog steeds zo is. Aanleiding voor de aanpak in Bloemenbuurt-Zuid is dan ook de slechte staat waarin de een gezinshuurwoningen verkeerden. Onderzoek (2002) heeft uitgewezen dat de woningen niet meer voldeden aan de eisen van deze tijd. Daarnaast waren de woningen in dusdanig slechte bouwkundige en technische staat dat renoveren geen haalbare optie was. Daarom besloot w oningcorporatie Domein in samenspraak met het comité Vernieuwing Bloemenbuurt-Zuid (bestaande uit huurders van Domein) en de gemeente enkele jaren geleden tot slopen en verva ngen van de woningen.
1.2
Opgaven en doelen Fysiek In 2000 is de Bloemenbuurt-Zuid aangewezen als IWV-wijk. Aanleiding was de fysieke opgave. De integraliteit waarover wordt gesproken heeft in de Bloemenbuurt-Zuid vooral betrekking op het samen (met meerdere partijen) renoveren en/of nieuw ontwikkelen van woningbo uw. De doelen van de IWV in de Bloemenbuurt-Zuid zijn de volgende.
Verbetering van de leefbaarheid door het verminderen van het stenige ka rakter van de buitenruimten en door spelen en ontmoeten op straat optimaal mogelijk te maken.
Tegengaan van ruimtelijke segregatie door een mix van huur en koopwoningen in verschillende prijsklassen.
Bloemenbuurt-Zuid in beeld
2
Veranderen van de verhouding van huur en koop in het voordeel van de koop door de oo rspronkelijke 100% huurwoningen om te zetten in 50% huur en 50% betaalbare koo pwoningen.
Bevorderen van de sociale stijging en participatie van de bewoners door hen via collectief particulier opdrachtgeverschap ervaringen op te laten doen op het terrein van do elen stellen, plannen, organiseren, afspraken maken en opdrachten verstrekken.
De fysieke opgave is de sloop van alle 306 huurwoningen en het realiseren van circa 300 nie uwe huur- en koopwoningen. De fysieke aanpak van de woningvoorraad moet uitmonden in een grotere diversiteit in het woningbouwprogramma: voldoende betaalbare huur - en koopwoningen, waaronder woningen die voor senioren geschikt zijn en die het gewenste comfort en ve iligheid bieden. De woningen komen tot stand in verschillende vormen van (collectief) partic ulier opdrachtgeverschap. Na het opstellen van het analysedocument ‘Op weg naar een masterplan voor de Bloemenbuurt-Zuid’ is het collectief particulier opdrachtgeverschap (CPO) in zowel het betaalbare als het middeldure segment steeds nadrukkelijker op de agenda gekomen. Domein (eigenaar van de grond) wilde door middel van CPO de huidige en toekomstige bewoners invloed geven op de vernieuwing van de buurt en op het ontwerp van hun woning met als doel de betrokkenheid en sociale samenhang te bevorderen. Een tweede fysieke opgave ligt in het verbeteren van de stenige openbare ruimten door meer groen, licht en lucht terug te brengen in het straatbeeld. De integrale ontwikkelingsvisie gaat uit van grondgebonden woningen met tuinen in gesloten bouwblokken. Het straatbeeld krijgt een groen karakter door brede en rijk beplante lan en. In het openbaar gebied is genoeg ruimte voor ontmoeten en spelen. In de nieuwe Bloemenbuurt -Zuid staat de verblijfskwaliteit van de openbare ruimten centraal: spelen en ontmoeten op straat worden weer de norm. Onderdeel van de stedenbouwkundige opzet is duurzaamheid: voor de Bloemenbuurt-Zuid is een energievisie opgesteld (DWA, december 2004) op basis waarvan is besloten een Energie Prestatie op Locatie (EPL) van 7 te realiseren in de nieuwe Bloemenbuurt -Zuid. Verder ligt er een fysieke infrastructurele en stedenbouwkundige opgave bij het verbeteren van de (fysieke) relaties met de buurten rondom. Belangrijk is een verbetering van de ruimtelijke verbinding met de buurten rondom de St. Gerardus Majellakerk en het Gerardusplein. Er wordt een relatie gelegd met de Gerardusbuurt door een rechte en open verbinding. De Bloemenbuurt-Zuid moet een levensloopbestendige buurt worden, door het realiseren van een evenwichtige mix van buurtgerichte voorzieningen (onderwijs, kinderopvang, welzijn, zorg) in of rond de buurt. Hiervoor moeten de bestaande voorzieningen worden uitgebreid of nieuwe voorzieningen worden gerealiseerd. Sociaal Voor de Bloemenbuurt-Zuid is ervoor gekozen de bewoners via Collectief Particulier Opdrach tgeverschap (CPO) invloed te geven op de bouw van de nieuwe woningen. CPO is geen doel op zich, maar een middel om de participatie van bewoners te vergroten en om een leertraject te starten met het ontwikkelen van de eigen woning als onderwerp. Een andere reden om vo or CPO te kiezen is dat de bewoners ook ruime keuzemogelijkheden moeten hebben; een woning moet maatwerk zijn. Ook voor de openbare ruimten wordt een ‘soort van’ collectief particulier opdrachtgever ingezet. Domein is verantwoordelijk voor de integrale gebiedsontwikkeling en treedt op als gedelegeerd opdrachtgever namens de gemeente. Uiteraard blijft de verantwoordelijkheid voor de inrichting en het onderhoud van de openbare ruimten bij de gemeente . De bewonersvertegenwoordiging, Domein en de gemeente zijn tot een vorm van zeggenschap gekomen die verder
Tien jaar integrale wijkvernieuwing Eindhoven: Bloemenbuurt-Zuid
3
gaat dan inspraak, waarbij bewoners kunnen kiezen tussen verschillende opties. Op deze wijze wordt aan de buitenruimten gezamenlijk vormgegeven. Er wordt nog gezocht naar manieren om bewoners ook bij het toekomstige beheer van de openbare ruimten te betrekken. Naast het ontwikkelen via CPO worden er nog andere sociale projecten opgepakt. Het eerste sociaal programma dateert uit 2003 en is eind 2006 geactualiseerd. De sociale opgaven in deze 1 documenten waren niet SMART uitgewerkt. In een terugblik op de resultaten tot en met 2009 blijkt het moeilijk te zijn om directe verbanden te leggen tussen de resultaten van de inzet van de partners en de abstracte en breed geformuleerde doelstellingen en speerpunten op de sociale thema’s. “Doelstellingen voor projecten en activiteiten bleken niet concreet geformuleerd te zijn en er is weinig gedetailleerd evaluatiemateriaal beschikbaar. Het is zeker geen diskwal ificatie van de behaalde resultaten, maar een belangrijk aa ndachtspunt voor de inzet die de 2 partners de komende jaren nog zullen plegen.” In opdracht van de projectgroep integrale wijkvernieuwing Bloemenbuurt-Zuid is in 2009 een nieuw sociaal programma 2010 (Bouwstenen) opgesteld. Hierin worden nieuwe accenten gelegd: het verbinden van een nieuw persoonlijk perspectief en een perspectief op de nieuwe buurt. De bouwstenen worden aangereikt in een thematische driedeling ‘Benut je talent’, ‘Hart voor elkaar’ en ‘Samen sterk’. De doelen zijn: 1.
Individuele sociale stijging. Bewoners (de oorspronkelijke maar ook de nieuwe) kansen bieden voor persoonlijke ontwikkeling op het gebied van wonen, scholing, werk/inkomen of vrijetijdsbesteding.
2.
De Bloemenbuurt-Zuid is gericht op behoud en ontwikkelen van de sociale cohesie. De Klimop (tijdelijke accommodatie) wordt meer opengesteld voor inloop en voor kleinschal ige activiteiten voor en door bewoners als voorbereiding op het mogelijke runnen van een Praathuis in de buurt.
3.
Samenwerking met omliggende buurten. De wijk Gerardusplein is gericht op een sterk en goed functionerend SPIL-centrum, vanuit een vraaggerichte programmering.
Ook voor deze doelen geldt dat zij niet (of nog niet) SMART geformuleerd zijn. De opstellers van het sociaal programma 2010 zijn er duidelijk over dat het gaat om de bouwstenen, maar hoe de doelen hun SMART uitwerking zullen krijgen is niet beschreven. Het nieuwe sociaal programma moet beter gaan passen bij de nieuwe fase van de wijkvernieuwing, waarin ook in sociaal opzicht gebouwd kan worden aan de nieuwe buurt. Wat feitelijk gebeurt is dat bestaande projecten en lopende activiteiten worden herschikt naar de drie thema’s. Hiermee is de samenhang en het overzicht van de projecten duidelijker - wat op zich winst is - maar of hiermee het programma beter past bij de nieuwe fase van de wijkvernieuwing is de vraag. In 2009 verscheen het eerste en in 2011 het meest recente buurtcontract. Daarin is vastgelegd wat er het komende jaar in de buurt gaat gebeuren en wordt duidelijk wat men van elkaar mag verwachten en waar men elkaar op aan kan spreken. In het buurtcontract zijn vooral de fysieke projecten beschreven. De sociale projecten hebben betrekking op vergroten van de sociale cohesie en gaan vooral over het organiseren van buurtactiviteiten . Sociaal Plan Het Sociaal Plan is opgesteld door Domein in goede samenwerking met de bewoners. De huren zijn bevroren vanaf 2003 en Domein verzorgde een regeling voor huurgewenning. In het Sociaal Plan is opgenomen dat de huur van alle huurwoningen onder de eerste aftoppingsgrens zou
1 2
Sociaal Programma 2010 Bloemenbuurt-Zuid, paragraaf 3.3 Conclusies. Idem voetnoot 1
Bloemenbuurt-Zuid in beeld
4
liggen. Vastgelegd is verder dat huurders een tegemoetkoming krijgen van € 4.389 voor herinrichtingskosten en € 1.100 per verhuisbeweging (prijspeil 2010).
1.3
Betrokken partijen In Bloemenbuurt-Zuid zijn de volgende partijen actief.
1.4
Domein.
Koepelvereniging Bloemenbuurt-Zuid (vertegenwoordiging van alle bewoners).
Pabloz (Particuliere huiseigenaren Bloemenbuurt -Zuid, zet zich tevens in voor belangen van omwonenden van de buurt).
Gemeente Eindhoven.
Politie.
Welzijn Eindhoven.
Samenvatting in de tijd 2000
Bloemenbuurt-Zuid wordt aangewezen als IWV-wijk
2003
Sloop en nieuwbouw is voor Domein uitgangspunt voor vernieuwing (Onderzoek 2002)
2003
Sociaal Plan Domein
2003
Sociaal Programma ‘Kansen bieden en benutten’ (1)
2003/4
Opstellen randvoorwaarden voor de wijkaanpak ‘Op weg naar een masterplan voor de Bloemenbuurt-Zuid’ door Domein, gemeente en huurders
2005
Masterplan Bloemenbuurt-Zuid ‘Jouw stek in een kleurrijke wijk’
2006
Sociaal Programma Bloemenbuurt Zuid – deel II (2)
2006
Beeldkwaliteitsplan Bloemenbuurt-Zuid
2007
Voorbeeldproject Innovatieprogramma Stedelijke vernieuwing IPSV - CPO
2008
Start sloop eerste fase
2009
Eerste buurtcontract
2009
Start bouw eerste fase (koopwoningen)
2010
Start bouw huurwoningen fase 1
2010
Tweede buurtcontract
2010
Sociaal Programma (herijkt - Bouwstenen)
2011
Buurtcontract 2011
2011
Opleveringen fase 1 (en fase 2)
2014
Einde bouw fase 2 en 3
Tien jaar integrale wijkvernieuwing Eindhoven: Bloemenbuurt-Zuid
5
1.5
Kwaliteit en samenhang van het beleid De integrale wijkvernieuwing in de Bloemenbuurt -Zuid is van meet af aan gedicteerd door de fysieke opgave. De relatie tussen de plannen voor sloop en nieuwbouw en de activiteiten in de Bloemenbuurt-Zuid is logisch, ze zijn inhoudelijk direct aan elkaar gerelateerd en er mag verwacht worden dat de activiteiten die ontplooid zijn en worden ook daadwerkelijk bijdragen aan het te behalen resultaat. De Bloemenbuurt-Zuid was in sociaal opzicht een goed functionerende buurt. Een buurt met een gemêleerde bevolking, met sociale samenhang en een buurt waar men elkaar kent. De projecten uit de sociale dimensie hebben dan ook voornamelijk als doel deze sociale same nhang ook tijdens en na de sloop- en nieuwbouw vast te houden. De doelen van de integrale wijkvernieuwing geformuleerd in het Masterplan en in het Sociaal programma zijn niet SMART geformuleerd. Voor de afzonderlijke projecten zijn de doelen wel SMART geformuleerd in de zin dat volstrekt helder is wat gedaan moet worden en wat ve rwacht mag worden. Dat laatste vooral omdat de meeste sociale projecten een fysieke uitwe rking hebben, zoals bijvoorbeeld het realiseren van een vrijetijdsaccommodatie. Er is een logisch verband tussen afzonderlijke plannen en de beoogde doelen, anders is het met de samenhang en afstemming tussen de plannen en projecten onderling. Het Sociale progra mma 2010 doet een aanzet en herschikt de lopende plannen en projecten vastgelegd in het buurtcontract naar drie sociale thema’s. De wijkvernieuwing is een nieuwe fase ingegaan, waarin de sociale opgave meer en meer een leidende rol speelt. Projecten moeten (blijven) aansluiten, dit vraagt nieuwe projecten en we llicht ook nieuwe trekkers. De effecten op programmaniveau zijn summier beschreven en sp eciale aandachtgroepen zijn nog onvoldoende onderkend. Op het niveau van het programma kan het veel scherper en completer. Wanneer de Bloemenbuurt -Zuid weer die gezellige en goed functionerende volkswijk zal zijn – voor ‘oudkomers’ én voor ‘nieuwkomers’ – wordt onvoldoende duidelijk.
Bloemenbuurt-Zuid in beeld
6
Hoofdstuk 2 Resultaten 2.1
Resultaten Fysiek De vernieuwing van de Bloemenbuurt-Zuid is opgedeeld in drie fasen. De eerste fase is gesloopt in het voorjaar van 2008. In het voorjaar van 2009 volgde de sloop van de tweede fase. De sloop van fase 3 – gepland eind 2010 – is nog niet uitgevoerd. Kijkend naar het overzicht van projecten is de verwachting dat alle doelen worden gehaald. Echter met een fikse vertraging: pas in 2010 werden de eerste 25 koopwoningen in het project Madelief opgeleverd. In de loop van 2010 is een begin gemaakt met de bouw van de twee andere blokken in fase 1 (de Passiebloem en Duizendschoon) en een blok van fase 2 (Lotus). Ter voorbereiding op fase 3 wordt een ontwikkelvereniging opgericht. De bouw zal na de sloop van fase 3 (voorjaar 2012) ter hand worden genomen. Daar komt bij dat Domein vanwege de crisis de plannen qua inhoud of planning nog enigszins zal aanpassen.
Sociaal via CPO Collectief particulier opdrachtgeverschap wordt door zowel professionals als bewoners van de Bloemenbuurt-Zuid gezien als aanjager voor de integrale wijkvernieuwing en de bewonersparticipatie. Daarbij wijken de woningen in positieve zin sterk af qua programma, uitrusting en afwerkingsniveau van standaardprogramma’s van eisen. Toekomstige huurders bijvoorbeeld krijgen de beschikking over een budget - variërend van €4.000 tot €6.000 - om per woning individuele wensen te realiseren. Maar er zijn ook nuancerende geluiden. “CPO is niet altijd ten volle uitgebuit. Ja, er is voor de kopers veel keuzevrijheid
Tien jaar integrale wijkvernieuwing Eindhoven: Bloemenbuurt-Zuid
7
in het ontwerp, maar de realisatie van het hoge ambitieniveau voor afwerking en inrichting is tegengevallen. De huurders zijn blij met de inspraak en keuzevrijheid, maar uiteindelijk heeft bijna iedereen voor een min of meer vergelijkbare plattegrond gekozen. ”In de praktijk blijkt CPO voor een deel van de huurders een brug te ver.” Het verwoorden van de woonwensen, het visualiseren van je eigen ‘droomhuis’ en het meedraaien in het bouwproces is van hen te veel gevraagd. De conclusie is dat het concept CPO algemeen is omarmd, maar dat dit gedachtegoed later in het proces door anderen minder goed is begrepen. CPO voor de koop is wel een succes gebleken. Sociaal Op het sociale vlak gebeurt er van alles voor mensen die nog in de buurt wonen, maar ook voor mensen die (tijdelijk) buiten de buurt wonen. Buurtfeest (samen koken en eten door buurtbewoners), Sinterklaasviering, het lenteontbijt, senioren-koffieuurtje, huisbezoeken van oudere buurtbewoners etc. Het gaat vooral om door de bewoners zelf georganiseerde activiteiten, gericht op sociale samenhang en leefbaarheid. Een sterk punt in de Bloemenbuurt-Zuid is dat bewoners uit omliggende buurten betrokken worden bij de activiteiten. Het thema integratie heeft in het buurtcontract en in de buurtactiviteiten nog geen expliciete plaats. Projecten (zoals het Bruggenbouwersproject van gemeente en Domein, dat liep van 2003 tot en met 2007) of activiteiten gericht op de integratie van speciale doelgroepen zouden beter moeten worden aangehaakt op het geheel van activiteiten in de buurt. Onder de oorspronkelijke bewoners van de Bloemenbuurt-Zuid was het aandeel ouderen relatief groot. Voor deze grote groep werden problemen voorzien bij een grootscheepse herstructurering met totale sloop en nieuwbouw. De ouderen zijn daarom benoemd tot speciale doelgroep. Er gaat veel aandacht uit naar de begeleiding en participatie van ouderen, en met succes. Als het om speciale doelgroepen gaat dan wordt de jeugd gemist. Uiteraard worden er buurtactiviteiten georganiseerd voor jongeren. Maar deze activiteiten komen voort uit ambities en doelen waarin niet expliciet de jeugd als doelgroep is benoemd. De plannen voor een volwaardige vrijetijdsaccommodatie (VTA) naast het SPIL-centrum in de Gerardusbuurt, waar de Bloemenbuurt-Zuid op zou kunnen aanhaken, zijn nog in ontwikkeling. De haalbaarheid en locatiekeuze van een vrijetijdsaccommodatie als vervanging voor de te slopen Klimop is onderwerp van studie. De vraaggerichte programmering en beheer van de accommodatie komt in deze onzekere situatie niet verder dan een theoretische exercitie. Op initiatief van De Koepel heeft de buurtinfowinkel (De Klimop) nu een functie voor vergaderen, ontmoeten en activiteiten. De buurtinfowinkel bevindt zich in een nog te slopen pand. Voor de vernieuwde buurt moet zeker een vergelijkbare functie terugkomen. Mogelijk kunnen de functies worden ondergebracht in een wijkvoorziening. Sociaal Plan Uit gesprekken met bewoners blijkt dat het Sociaal Plan als goed werd ervaren. Wel wordt gememoreerd dat de wijkvernieuwing langer duurt dan verwacht en de vergoedingen die toentertijd als goed werden ervaren nu links en rechts worden ingehaald door bedragen die in andere IWV-gebieden worden uitbetaald. Bij de woningtoewijzing is soms onbedoeld het criterium ‘woonduur’ zwaarder gewogen dan het criterium ‘een passende woning’. Hierdoor komt het voor dat grotere woningen met een behoorlijke tuin gekozen worden door ouderen (alleenstaand of tweepersoonshuishouden) en daarmee niet beschikbaar zijn voor de grotere gezinnen, die vaak een kortere woonduur hebben. De 100% terugkeergarantie die Domein geeft heeft veel wantrouwen weggenomen. Ondertussen blijkt dat het aantal appartementen groter is dan het aantal gegadigden. Het aantal eengezinswoningen komt overeen met de vraag.
Resultaten
8
2.2
Effecten in de wijk De effecten van de integrale wijkaanpak worden onder andere zichtbaar in de Staat van de Stad. Professionals die in de buurt werkzaam zijn geven aan dat de analyse van die resultaten op het niveau van de Bloemenbuurt-Zuid mank gaat. De Bloemenbuurt-Zuid is slechts een vijfde deel van de buurt Gerardusplein. De buurtthermometer en andere kwantitatieve metingen zijn dus niet voldoende ingezoomd om specifiek iets over de effecten in de Bloemenbuurt-Zuid te kunnen zeggen.
Tien jaar integrale wijkvernieuwing Eindhoven: Bloemenbuurt-Zuid
9
Hoofdstuk 3 Procesverloop 3.1
Processtructuur en samenwerking De projectorganisatie is nog dezelfde als bij aanvang van de wijkvernieuwing. De integrale wijkvernieuwing in de Bloemenbuurt-Zuid krijgt vorm door een driepartijensamenwerking in de projectgroep: Domein (procesmanager), gemeente Eindhoven (projectleider)en de bewoners (voorzitter). Het beslissingsmandaat ligt bij de projectgroep; hetgeen betekent dat men vanuit de eigen organisatie dit mandaat ook steeds moet vasthouden en borgen. De relatie tussen de projectgroep en werkgroepen is na de evaluatie in 2009 veel duidelijker geworden. Een goede samenwerking is cruciaal: belangrijk is het blijven vernieuwen van de onderlinge relaties. De werkgroepen lopen in principe goed. Toch zouden de werkgroepen naar de mening van de professionals in de wijk wel wat pro-actiever te werk kunnen gaan. De werkgroep Leefbaarheid heeft gedaan wat hij moet doen, tijdens de leegstand en de daaropvolgende sloop is overlast met succes tegengegaan. Maar extra aandacht voor leefbaarheid is nu nodig omdat het terrein al geruime tijd braak ligt. Dit gebeurt door een intensievere inzet, onder andere door het aanstellen van een sociaal beheerder door Domein en de inzet van de politie en stadswacht. Procesevaluatie
3
Op initiatief van de projectgroep Bloemenbuurt-Zuid is na de afronding van fase 1 een evaluatie uitgevoerd van het proces tot dan toe. Directe aanleiding was de roep om verduidelijking van de organisatiestructuur en de informatiestromen binnen de projecten (wie beslist waarover, wie adviseert wie en wie informeert wie). De besluitvorming was niet efficiënt en duidelijkheid ontbreekt in meerdere overleggen. Hierdoor – en door vele persoonswisselingen vanuit de gemeente en Domein - ging informatie over belangrijke uitgangspunten verloren. Een totaal overzicht van gemaakte afspraken ontbreekt. Door de lange duur van het proces lijken kernwaarden en oorspronkelijke uitgangspunten wat weg te zakken, ze zijn in ieder geval minder bekend te zijn bij de mensen die later zijn aangehaakt. Gevolg is dat er discussies steeds opnieuw gevoerd moeten worden en soms zelfs op afspraken wordt teruggekomen. De boodschap is gezamenlijk de uitgangspunten goed vast te leggen en die steeds opnieuw te delen met alle betrokkenen. En inzetten op continuïteit van het personeel, want achtergronden en de geschiedenis van het project gaan snel verloren bij wisselingen. In het proces zijn betrokken mensen nodig, geef die mensen de ruimte. Weet elkaar te vinden en let op bij (personele) wisselingen voor het ontstaan van een gaten in de informatie. En ‘agree tot disagree’. Bespreek dat vooraf, zodat in situaties van uiteenlopende meningen de voortgang niet wordt gefrustreerd. Daarnaast is het belangrijk de verwachtingen te blijven managen. Dus niet alleen bij aanvang, maar ook gedurende het proces. Niet alleen bij de bewoners, maar zeker ook bij de bestuurders kunnen de resultaten afwijken van datgene wat men verwachtte. Ook het managen van de verwachtingen op financiële resultaten is een doorlopend proces. ‘Tekenen en rekenen’, van meet af aan financiële kaders stellen en die tijdens het proces langs de meetlat leggen en zo nodig (her-)ijken.
3
Procesevaluatie CPO Bloemenbuurt-Zuid, 2009.
Procesverloop
10
Het zou zo kunnen zijn dat de processen in de eigen organisatie op het wijkvernieuwingsproces moet worden aangepast (verandermanagement), zoals dat bijvoorbeeld bij Domein het geval was. Bij de combinatie IWV en Collectief Particulier Opdrachtgeverschap is dit zeker een punt van aandacht. De projectgroep heeft na de eigen procesevaluatie een zwaardere sturingstaak gekregen (onder andere op planning en financiën) en zal meer dan voorheen de werkgroepen aansturen. De activiteiten van de werkgroepen staan ook op de agenda van de projectgroep. Het contact met de ontwikkelverenigingen wordt aangehaald. En verder is afgesproken dat er meer gedeelde evaluatiemomenten zullen zijn.
3.2
Bewonersparticipatie Voor de Bloemenbuurt-Zuid is het Collectief Particulier Opdrachtgeverschap gekozen als middel om de participatie van bewoners te vergroten. De bewoners zelf organiseren daarnaast ook nog veel activiteiten. Zij hebben het grootste aandeel in het vasthouden van de sociale samenhang en relaties met mensen die verhuisd zijn. De koepelvereniging heeft de verantwoordelijkheid om terug te koppelen naar de achterban en houdt daarom regelmatig bewonersbijeenkomsten. Wel is er onderscheid tussen bewoners die in het hart van de organisatie zitten en bewoners die meer in de periferie opereren. Niettemin is de algemene betrokkenheid groot te noemen met opkomsten van 40 tot soms wel 150 mensen.
Tien jaar integrale wijkvernieuwing Eindhoven: Bloemenbuurt-Zuid
11
Hoofdstuk 4 Conclusies 4.1
Conclusies en aanbevelingen
De fysieke aanpak is op stoom maar nog niet gereed. Pas in 2014 staan de laatste opleveringen gepland. Voor de bewoners is een van de consequenties dat zij langer in de wisselwoningen wonen. Hoe langer het proces duurt hoe groter ook de kans dat bewoners (met name de ouderen) uiteindelijk niet terugkeren in de Bloemenbuurt-Zuid. Zowel van de bewoners als van de professionals vraagt dit de gedrevenheid om de integrale wijkvernieuwing tot aan het einde toe te blijven dragen. De professionals moeten zich daarnaast verantwoordelijk voelen om aan planningen vast te houden. CPO voor huurders van Domein (in de formule Domijnhuis) bleek weerbarstiger dan vooraf gedacht. Het succes is dan ook minder groot dan verwacht. Niettemin zijn de ervaringen positief. CPO heeft een meerwaarde. Er is meer variatie in de projecten, het vergroot het draagvlak voor de wijkvernieuwingsplannen, het vergroot de sociale cohesie en het houdt de professionals scherp. CPO wordt gezien als de aanjager van de bewonersparticipatie. Toch is het gevaarlijk om de participatie van bewoners voornamelijk aan het CPO op te hangen. Waar is het vangnet voor de bewoners voor wie CPO ‘een brug te ver’ is? De resultaten zijn nu alleen nog op papier meetbaar. Beeldvorming en werkelijkheid moeten wel met elkaar kloppen; de tijd zal het leren.
De tripartite samenwerking tussen de gemeente, Domein en de bewoners functioneert direct van het begin van de wijkvernieuwing goed. Om die reden gaat het ook in de projectgroep goed. Bij afronding van de ontwikkeling van fase 1 is de organisatiestructuur van het proces geëvalueerd en op punten herzien. Door de lange duur van het proces lijken kernwaarden en oorspronkelijke uitgangspunten wat weg te zakken. Van belang is om met elkaar de uitgangspunten goed vast te leggen en die steeds opnieuw te delen met alle betrokkenen. Even belangrijk is het elkaar te blijven bevragen op de verwachtingen van zowel het proces als het resultaat (managen van verwachtingen). Inzetten op continuïteit van het personeel, want achtergronden en de geschiedenis van het project gaan snel verloren bij wisselingen.
Voor het Sociaal programma 2010 (en de daarin aangereikte bouwstenen) is het moeilijk aan te geven of dit een passend antwoord is op de uitdagingen in de nieuwe fase van de wijkvernie uwing. De doelstellingen en speerpunten zijn herschikt op drie sociale thema’s, maar nog steeds abstract en breed geformuleerd. Juist nu het proces van vernieuwing zoveel langer gaat duren dan verwacht is het belangrijk de sociale thema’s te vervatten in heldere kaders en uit te we rken in SMART-doelen. Vervolgens in de uitvoering daarop aansluiten met een complete en de kkende projectencarrousel.
4.2
Opgaven voor de toekomst Grote opgaven voor de toekomst zijn:
Conclusies
12
De laatste woningopleveringen staan gepland voor 2014 (variant 1). Een andere variant gaat uit van de laatste opgeleverde woning in 2017. De vrijetijdsaccommodatie voor de buurt moet nog zijn vorm krijgen. Het beheer van buitenruimten en buurtaccommodatie(s). Welke rol kan en wil de Koepelvereniging hierbij gaan spelen? De sociale stijging van de buurt. Wat is het einddoel? Inzet geleidelijk verplaatsen van de totale wijk naar individuele bewoners. Het vasthouden van de aandacht voor de wijk, tot en met de laatste oplevering en misschien nog wel verder. Aanhaken van de Bloemenbuurt-Zuid op het netwerk van de Gerarduspleinbuurt. Uiteindelijk met de nieuwe bewoners en de oorspronkelijke teruggekeerde bewoners weer een samenhangende buurt creëren waar de buurtbewoners prettig met elkaar samenleven en wonen en zich samen verantwoordelijk voelen voor de leefbaarheid in hun nieuwe buurt.
Tien jaar integrale wijkvernieuwing Eindhoven: Bloemenbuurt-Zuid
Bijlagen
15
Bijlage 1 Processtructuur