Driemaandelijkse uitgave van de Provincie Antwerpen /Kasteel d’Ursel, Hingene | 9de jaargang # 36 | november–december 2013–januari 2014
TIEN JAAR NIEUW LEVEN
Tien jaar nieuw leven
Foto: © Stefan Dewickere
‘Tien jaar nieuw leven’, dat prijkt er vol trots op dit magazine. De verwezenlijkingen van het laatste decennium zijn niet min. Achtereenvolgens werden de gelijkvloerse, de eerste en de tweede verdieping gerestaureerd. Zo werd deze parel in zijn oude glorie hersteld en uitgebouwd tot een begrip in de brede regio. Een begrip als cultuurhuis, maar ook als historisch monument en als een locatie die regelmatig hoog bezoek mag ontvangen. De band met de familie d’Ursel is na tien jaar nog steeds uitstekend. Nog in 2009 gaf hertog Stéphane d’Ursel duizenden boeken en tientallen schilderijen, meubels en siervoorwerpen in bruikleen. Vele daarvan zijn ondertussen te bewonderen geweest in een van de prachtige tentoonstellingen.
Belangrijk is nu om voort te bouwen op het werk van de voorbije tien jaren. Hiervoor is een goede verstandhouding met de gemeente Bornem en de Vlaamse Overheid cruciaal. Het provinciebestuur heeft de voorbije jaren een grote inspanning gedaan om van dit kasteel de brede culturele instelling te maken die ze vandaag is. Het kasteel is een hedendaags bestuurd huis waar de geschiedenis terug tot leven wordt gewekt. We nemen je mee naar een betoverend verleden van hertogen en hertoginnen, maar blazen er tegelijkertijd nieuw leven in. We hopen je tijdens dit jubileumjaar dikwijls te mogen ontvangen, want het wordt de moeite! luk lemmens
gedeputeerde voor cultuur
koen de vlieger-de wilde beheerder kasteel d’Ursel
Kasteel d’Ursel Wolfgang d’Urselstraat 9 2880 Hingene www.kasteeldursel.be t 03 820 60 11
[email protected] IBAN BE54091018504797 BIC GKCCBEBB Cathy Berx, gouverneur-voorzitter, Luk Lemmens, Ludwig Caluwé, Inga Verhaert, Bruno Peeters, Peter Bellens en Rik Röttger, leden en Danny Toelen, provinciegriffier. Jaargang 9, nummer 36, november–december 2013– januari 2014 Redactie: Veerle Moens en Koen De Vlieger-De Wilde, met medewerking van Emile de Bruijn, Baudouin d’Ursel en Elise Simoens.
Vormgeving: Frederik Hulstaert
Druk: Drukkerij De Bie, Duffel
Oplage: 5000 exemplaren
Dit magazine werd gedrukt op milieuvriendelijk papier en verpakt in milieuvriendelijke folie.
ISSN 1781-4464
2
Gratis magazine Wil je het magazine van kasteel d’Ursel thuis ontvangen? Bezorg ons dan je adresgegevens. Alle nummers zijn ook terug te vinden op de website.
Nieuwsbrief
Kasteelheer voor één dag
Wil je nog beter geïnformeerd zijn over het reilen en zeilen binnen het kasteel? Schrijf je dan via de website gratis in op de e-nieuwsbrief.
Het kasteel kan gehuurd worden voor recepties, seminaries, ontvangsten, diners, … Voor meer info, de huurovereenkomst en een aanvraagformulier kan je ons bellen of surfen naar de website.
© Eric Van Eemeren
intussen
Bijzonder bezoek Op 26 september organiseerden de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij (pom), de Belgisch-Chinese Kamer van Koophandel (bcecc) en de Antwerp Management School de tweede editie van ‘the antwerp forum - Linking Business between China and Europe.’ De bedoeling van dit tweejaarlijkse business forum is om Antwerpen nog sterker in de kijker te plaatsen bij Chinese bedrijven. Aan de vooravond van het congres werd de Chinese delegatie, die bestond uit een vijftigtal zakenlui en vertegenwoordigers van de overheid, door gouverneur Cathy Berx ontvangen in het kasteel. Na de toespraken en de receptie wilden de gasten natuurlijk ook het roze Chinese behang in de grote salon en de bibliotheek bekijken. Daar staat nu ook het kamerscherm dat werd beschilderd door de penseelprinsessen. De nieuwsgierigheid was gewekt en voorzichtig vroegen ze of ze ook de rest van de tentoonstelling mochten bezoeken. Dat kon en dankzij de simultaanvertaling in het Chinees zijn Emilie, Pauline, Antonine en Riri voortaan ook een beetje bekend in het Verre Oosten. Al moet het gezegd dat de Chinese prenten die boven de deuren hangen veruit de meeste belangstelling konden opwekken . . . Op 9 oktober ontving Vlaams ministerpresident Kris Peeters opnieuw een collega-regeringsleider in het kasteel. Deze keer was het de beurt aan Hannelore Kraft, de minister-president van de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen. In 2011 was de traditie van deze informele bijeen komsten gestart met de Nederlandse minister-president Mark Rutte en vorig jaar kwam de Luxemburgse premier Jean-Claude Juncker op bezoek. Na de ontvangst op de rode loper volgt er telkens een bespreking over enkele hete hangijzers, een persconferentie en een lunch in de spiegelzaal. ‘Ik vind het een bijzonder geschikte plaats voor dit soort van ontvangsten,’ zegt Kris Peeters. ‘Het is een rustgevend, aangenaam kader en mijn buitenlandse gasten weten ook de schoonheid erg te appreciëren.’
Afternoon tea
Zwanenvlucht
Nog tot 24 november kan je naar de tentoonstelling ‘Vrouwen met stijl. Vier penseelprinsessen in Hingene’. Op zondag is ze open voor individuele bezoekers, tijdens de week zijn er groepsbezoeken onder leiding van een gids. Intussen hebben zich maar liefst meer dan 80 groepen (en dus meer dan duizend personen!) aan gemeld voor een geleid bezoek. Ze worden voor of na de rondleiding getrakteerd op een overheerlijke afternoon tea in onze spiegelzaal. Die werd voor de gelegenheid omgetoverd tot een heus theesalon met sierlijk gedekte tafeltjes en stoelen in rood fluweel. We serveren er sandwiches met zalm, eiersalade en kip, cupcakes, scones met clotted cream en jam en daarbovenop nog een lekker assortiment van andere zoetigheden. Je proeft er ook van de fijnste thee. Wie nog wil reserveren met een groep, moet snel zijn want de kalender zit al overvol. Als individuele bezoeker kan je nog aansluiten voor een afternoon tea op maandag 11 november om 13.30, 15 of 16.30 uur. Je leest er meer over op pagina 7.
In de zomer van 2011 verschenen de zwanen Wolfy en Flore voor het eerst op de kasteelvijver. Alles leek goed te gaan, tot Wolfy overleed aan een onverklaarbare doodsoorzaak. Korte tijd later kwam er een nieuw mannetje, Wolfy II, maar op een dag was hij ook verdwenen. De eerste gedachte was dat hem hetzelfde, mysterieuze lot beschoren was als zijn voorganger. Er werd echter nergens een kadaver gevonden, dus dachten we vervolgens dat hij zelf andere horizonten had opgezocht. Toeval of niet: in dezelfde periode verscheen er een mooie, witte zwaan op de Oude Schelde in Bornem. En hij was zo tam, dat hij brood kwam eten uit de hand van de vissers. Dat was iets dat hij natuurlijk in het park geleerd kon hebben. In zwanenvlucht is het bovendien maar enkele kilometers vliegen van Hingene naar de Oude Schelde. Maar kon hij wel vliegen? In principe zijn gekochte zwanen geleewiekt: een deel van een vleugel wordt afgeknipt, zodat ze niet meer over hun volle vleugelkracht beschikken. Mogelijk was dat bij Wolfy II niet zorgvuldig genoeg gebeurd. Of heeft hij sterke vleugels. Of is de zwaan op de Oude Schelde helemaal niet ‘onze’ Wolfy. Hoe dan ook: misschien is het volgende lente wel tijd voor Wolfy III …
3
in de kijker
TIEN JAAR
NIEUW LEVEN Een gefaseerde restauratie
Toen gouverneur Camille Paulus op 13 december 2003 het kasteel plechtig opende, was de verf in sommige kamers nog niet droog en bleven enkele deuren wijselijk gesloten. Boven de hoofden van de genodigden bevond zich nog één grote ruïne. Na de restauratie van de buitenzijde was er voor gekozen om eerst de kelders en de benedenverdieping onder handen te nemen en pas daarna met de eerste en de tweede verdieping te starten. Een beetje onlogisch, want wie renoveert, begint normaal gezien boven en daalt geleidelijk af. Door de bouwlogica om te keren, kon het nieuwe leven van het kasteel bescheiden beginnen en zich geleidelijk verder ontwikkelen. In september 2008 werd de eerste verdieping in gebruik genomen. In 2010 werden de poorten, het poortgebouw en het kapelletje hersteld en in het najaar van 2011 was ook de tweede verdieping klaar. Het werk is echter nog niet af. In het kasteel moeten er nog tientallen originele katoenen wandbespanningen worden teruggeplaatst en in het park wacht ook het schildersatelier nog op een grondige renovatie.
4
Op 13 december 2003 opende het kasteel zijn deuren. Onder de vleugels van de provincie Antwerpen startte het nieuwe leven. De voorbije tien jaren leverden ons evenveel sleutelmomenten: een overzicht.
Een stevige basis
Het is opmerkelijk hoe de eerste publieksmomenten een fundament legden waar we na tien jaar nog steeds op steunen. In januari en februari 2004 organiseerden het Cultuurcentrum Ter Dilft uit Bornem en het Centrum voor Muziekinstrumentenbouw uit Puurs allebei een concert in de vestibule. Tien jaar later zijn beide organisaties nog steeds partners. Ook de eerste groepsbezoeken vonden plaats in januari 2004 en de aanvragen bleven komen. In april en in september volgden de eerste Erfgoeddag en de eerste Open Monumentendag: het blijven twee topdagen in het jaar. De eerste verhuur kwam er pas in augustus, maar sindsdien zijn de recepties, diners en seminaries nooit meer gestopt. Van bij het prille begin vormden muziek, (groeps)bezoeken en verhuur de basis van de kasteelwerking.
Een kasteelmagazine
Op 1 februari 2005 verscheen het eerste nummer van dit magazine. Het was de bedoeling geïnteresseerden te informeren over de komende activiteiten en over de geschiedenis van het kasteel en zijn bewoners. Er werd uitvoerig gewaarschuwd
dat één of twee nummers gemakkelijk te vullen waren, maar dat het daarna heel wat moeilijker zou worden. Ongetwijfeld was niet elk artikel in elk magazine even hoogstaand, maar ondertussen heb je wel het zesendertigste nummer in handen. Vandaag is het Kasteel d’Ursel Magazine meer dan ooit het visitekaartje van het kasteel. We zien de abonnees als ambassadeurs die de bekendheid van het kasteel vergroten, mee bouwen aan een draagvlak en ons natuurlijk op tijd en stond een bezoekje brengen.
Hingene en den duc
Het hoofdartikel van het eerste magazine was gewijd aan het een project mondelinge geschiedenis. Onder de titel Hingene en den duc gingen we eind 2004 en begin 2005 op zoek naar herinneringen aan de tijd dat de hertog nog in het kasteel woonde. Het was een uitgestoken hand naar de dorpsgemeenschap, die in de loop van de jaren niet altijd even betrokken was geweest bij hun kasteel. Naast een heleboel geweldige verhalen, leverde het project blijvende banden op met de heemkring, de kerkfabriek, verzamelaars en Hingenaars tout court. Het betekende
© Rudy Gadeyne
© Joris Ceuppens
In 2009 gaf hertog Stéphane d’Ursel duizenden boeken en tientallen schilderijen, meubels en siervoorwerpen in bruikleen
De kok en de maître d’hôtel in actie tijdens Proeven van de 18de eeuw
ook de start van de historische publicaties, waarvan onlangs het vijfde nummer verscheen.
Boven deuren en schouwen werden grijze bespanningen vervangen door prenten met de meest diverse Chinese figuren, taferelen en dieren. Maar de grootste blikvangers waren natuurlijk het blauwe behang in het ‘quartier de la belle alcôve’ en het roze behang in de grote salon en de bibliotheek. De terugkeer van de Chinese interieurdecoratie was een ware invasie van kleur. Dat belooft wanneer straks ook de tientallen katoenen wandbespanningen hun vertrouwde plaats weer zullen innemen …
Tussen salon en strijdtoneel
In het najaar van 2005 maakten we een eerste grote tentoonstelling over de militaire carrières van drie 18de-eeuwse hertogen d’Ursel. Ze stond opgesteld in elk hoekje van de benedenverdieping en de kelders. Met tientallen bruiklenen uit het Legermuseum, het Museum Vleeshuis en andere musea was het meteen een stevige vuurdoop voor een team dat toen 2,8 mede werkers telde. Maar het was gelukt en sindsdien zijn er quasi elk jaar grote, langlopende projecten die de basiswerking komen versterken. Zo waren er de hedendaagse kunsttentoonstelling ‘Surplace’ in 2006, de tentoonstelling ‘Papier uit oost en west’ in 2007 en de zinnenprikkelende ‘Bedverhalen in het kasteel’ in 2008.
De terugkeer van de Chinese interieur decoratie
In maart 2007, toen de restauratiewerken op de eerste verdieping ver genoeg gevorderd waren, kon de Chinese interieur decoratie veilig worden teruggeplaatst.
Het magische jaar 2009
In 2009 vierde het kasteel – in alle stilte – zijn eerste lustrum. Achteraf gezien was het een jaar waarin er een versnelling hoger werd geschakeld. Enkele nieuwe activiteiten vonden vanaf dan een vaste stek in onze kalender: de internationale masterclass ‘La Primavera Pianistica’, het kinderkunstenfestival Supervlieg en de cursussen, bals en voorstellingen van Stichting Klassieke Dans uit Sint-Niklaas. In augustus 2009 werkten we ook voor het eerst samen met Terra Nova, de zomerprogrammatie van de provincie Antwerpen. Tijdens ‘Hotel d’Ursel’ konden
gezinnen uitzonderlijk overnachten in de kamers van het kasteel, waar artiesten hen voor het slapengaan zoete dromen kwamen inblazen. In het najaar volgde nog ‘Proeven van de 18de eeuw’: een reeks historische diners, afgewerkt met een op maat gemaakte theatervoorstelling. Dat waren de geplande activiteiten, maar 2009 bracht ook twee verrassingen van formaat. In het voorjaar kregen we onverwacht een schenking van vier rollen roze Chinees behang. Ze waren nooit opgehangen, waardoor de originele kleuren perfect bewaard waren gebleven. Maar een van de belangrijkste sleutelmomenten in het nieuwe leven van het kasteel, was zonder twijfel de bruikleenovereenkomst met de huidige hertog d’Ursel. Daardoor keerden duizenden boeken en tientallen schilderijen, meubels en siervoorwerpen terug naar het kasteel. De staatsieportretten in de vestibule en de gevulde kasten in de bibliotheek brachten een stukje grandeur terug. De bruikleen versterkte ook de band met de familie d’Ursel en legde een basis voor latere tentoonstellingen en publicaties.
5
Kasteelfeesten
Tussen 1975 en 1998 organiseerden de Hingense verenigingen negentien keer Kasteelfeesten. Dat waren echte volksfeesten met optredens, shows, bodegas, stoeten en Vlaamse kermissen. Sinds 2010 knopen we elke twee jaar opnieuw aan bij deze traditie. Telkens staat er een ander, historisch thema centraal. Tijdens de eerste editie gaf hertog Charles d’Ursel een groot feest voor een prestigieuze onderscheiding die hij in 1771 had ontvangen. Twee jaar later vierden we het 18de-eeuwse huwelijk van graaf WolfgangGuillaume d’Ursel met zijn prinses Flore d’Arenberg. En in 2014 ontvangt hun zoon, Charles-Joseph d’Ursel, de Franse keizer Napoleon in Hingene.
Kasteel op kindermaat
Los van enkele tijdelijke oplossingen, duurde het tot in het voorjaar van 2012 voordat het kasteel eindelijk toegankelijk werd op kindermaat. Na een filmpje over kinderen in de 18de eeuw trekken de jonkers en jonkvrouwen op verkenning door het kasteel. De rondleiding eindigt in de torenkamer met het fascinerende – en
6
© laloza
© laloza
Het huwelijksfeest van Wolfgang-Guillaume d’Ursel en Flore d’Arenberg tijdens de Kasteelfeesten in 2012
In 2012 zette Compagnie Carabosse het kasteeldomein in vuur en vlam
waargebeurde – verhaal van ‘De prinses, de graaf en de handschoen’. Daarna gaan ze zelf aan de slag in een atelier: ze steken de handen uit de mouwen met pruiken of kruipen in het silhouetkabinet voor een zelfgeknipt portret.
Zomers in Hingene
Elk zichzelf respecterend kasteel moet kunnen uitpakken met een mooi koffietafelboek. Dat kwam er in april 2012, naar aanleiding van de tentoonstelling ‘Zomers in Hingene’. Deze publicatie vertelt niet alleen de bewogen bouwgeschiedenis van het kasteel, maar ook de petite histoire van de bewoners. Bijna driehonderd bladzijden telt het en er werden honderden exemplaren van verkocht. Tijdens het voorbereidende onderzoek bleek eens te meer dat enkele kasteelbewoonsters bijzonder getalenteerd waren. Zo getalenteerd (en productief), dat deze ‘Vrouwen met stijl’ in de herfst van 2013 hun eigen tentoonstelling kregen. En na ‘Zomers in Hingene’ vorig jaar, bekijken we nu volop de mogelijkheden om volgend jaar iets winters te doen in Hingene …
Vuur en vlam
In augustus 2010 bracht Scala, het meisjes koor van de Kolacny Brothers, een verbluffend concert vanuit de openstaande kasteelramen. Op de balustrade stonden toen enkele tientallen kaarsen en dat smaakte naar meer. Veel meer. Precies twee jaar later zetten de Franse vuur kunstenaars van Compagnie Carabosse het hele kasteeldomein in vuur en vlam. Installaties met gloeiende kolen, honderden vuurpotten, tot olielampjes omgebouwde gloeilampen, metershoge constructies op de vijver, het ‘marcellekesbos’: het waren ingrediënten van een onvergetelijk schouwspel. Er groeien nu al ideeën voor een nieuw zomers spektakel in 2015 …
Wil je meer weten over de activiteiten van de voorbije tien jaar? Surf dan naar www.kasteeldursel.be. Je vindt er het hele archief van dit magazine en een link naar onze Youtube-pagina, gevuld met enkele tientallen filmpjes.
tentoonstelling
VROUWEN MET STIJL Nog tot en met 24 november presenteren we het werk van vier adellijke amateurschilderessen. Met een uitzonderlijke fijn gevoeligheid legden deze penseelprinsessen hun leefwereld vast. Ze waren even getalenteerd als menig professioneel kunstenaar, maar beoefenden hun kunst louter uit liefhebberij.
De centrale figuur is Antonine de Mun, hertogin d’Ursel. Verder komen ook haar grootmoeder Emilie, haar moeder Pauline en haar dochter Henriette – alias Riri – aan bod. Samen omvatten ze de periode van Napoleon tot na de Eerste Wereldoorlog. Tientallen aquarellen, tekeningen en olieverfschilderijen van hun hand bleven bewaard in adellijke privéverzamelingen. Nu worden ze voor het eerst samen gebracht. Elke zondag tot 24 november, van 13 tot 17 uur Toegang: 7 euro Groepsbezoeken met afternoon tea tijdens weekdagen
Symposium
Aan de tentoonstelling wordt ook een symposium gekoppeld. Van de zestiende eeuw tot het begin van de twintigste eeuw werden dochters uit de adellijke en burgerlijke milieus gestimuleerd om de kunsten te beoefenen. Tekenen, schilderen, borduren, dans en muziek stonden voor ieder meisje uit de hogere klassen op het programma. Een cultureel ontwikkelde jongedame was nu eenmaal een meer geschikte huwelijkskandidate. Hoewel de nadruk ligt op het dilettant isme in de negentiende eeuw, laten gevalstudies uit de vroegere eeuwen in de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden toe om bepaalde evoluties op te merken. Er is aandacht voor de opleidingskansen, de tentoonstellingsmogelijkheden, de bestemming van de kunstwerken en de receptie. Daarnaast wordt er ook dieper
ingegaan op de bredere context, zoals de invloed van de familie- en kennissenkring en van reizen en boeken. Voor academici is dit symposium een uitnodiging om dieper in te gaan op het dilettantisme zoals het door vrouwen werd beleefd. Voor andere geïnteresseerden is het een hartelijke kennismaking met een wereld die vaak verscholen blijft achter professionele kunstenaars. Het volledige programma vind je op www.kasteeldursel.be
Afternoon tea voor individuele bezoekers
Op maandag 11 november is de tentoonstelling uitzonderlijk open van 13 tot 17 uur. Bovendien kun je die dag ook individueel reserveren voor een afternoon tea om 13.30, 15 of 16.30 uur. Afhankelijk van je keuze kun je de tentoonstelling voordien of nadien bezoeken. Reserveer nu al via mail of telefoon. De totale prijs voor de tentoonstelling en de afternoon tea bedraagt 22 euro p.p. Wees er snel bij want het aantal plaatsen is beperkt!
Publicatie
Naar aanleiding van de tentoonstelling verschijnt er opnieuw een historische publicatie. In dit rijk geïllustreerd boek vertelt curator Wendy Wiertz het fascinerende verhaal van vier kunstzinnige vrouwen. Wendy Wiertz is gespecialiseerd in negentiende-eeuwse adellijke kunstenaressen en maakte eerder al een thesis over het leven, œuvre en de positie in de kunstwereld van Antonine de Mun, hertogin d’Ursel. Momenteel werkt ze als praktijkassistent kunstwetenschappen aan de KU Leuven en bereidt ze een doctoraat voor over amateurkunstenaressen in adellijke kringen in België tussen 1830 en 1914.
Wenskaarten
Ben je op zoek naar stijlvolle wenskaarten? Dan heb je geluk! We selecteerden negen schitterende tekeningen uit de albums van Antonine de Mun. Je kan ze bekijken op de website. De kaarten kosten 2 euro per stuk (inclusief omslag) en zijn te koop in het kasteel of te bestellen via mail. Vrouwen met stijl. Vier penseelprinsessen in Hingene kost 10 euro en is te koop in het kasteel of te bestellen via mail.
7
muziek
Sander Geerts en zijn echtgenote Yasuko Takahashi
Zoete broodjes voor altviool, klarinet en piano 8
‘Toen ik als jongeling altviool wilde spelen, mocht dat niet. Ik moest en zou eerst viool leren.’ Zo vertelde de gerenommeerde Vlaamse altviolist Paul De Clerck enkele jaren geleden in een interview in dit magazine. Dat in onze muziekacademies meer en meer goed gevulde altvioolklassen opduiken, is inderdaad een eerder recent fenomeen. ‘Mensen willen natuurlijk liever de eerste viool spelen,’ zo voegde De Clerck er nog aan toe. De altviool heeft dan ook lang moeten opboksen tegen allerlei vooroordelen, gaande van gebrek aan niveau onder de uitvoerders tot een gemis aan interessant repertoire. Dat het altvioolwereldje er de laatste decennia heel wat rooskleuriger is gaan uitzien, bewijst de Kempenaar Sander Geerts (*1981). Als lid van de jongste generatie professionele altviolisten, kan hij al terugkijken op een mooi parcours. Geerts was amper acht toen hij viel voor de altviool. In binnen- en buitenland zocht hij de beste leraren op en spoedig sleepte hij allerlei prijzen in de wacht op nationale en internationale wedstrijden. Sinds 2008 is hij aanvoerder van de altviolensectie van deFilharmonie. Dat belet hem niet om ook nog de nodige energie in onderwijs en kamermuziek te steken. Hij is gastdocent aan het conservatorium van Groningen, vast lid van het Kryptos strijkkwartet en met zijn echtgenote, de Japanse pianiste Yasuko Takahashi, vormt hij het Duo Agineko.
Vanwaar die gunstige evolutie in de altvioolwereld?
‘De positieve evolutie die ook vandaag nog altijd voelbaar is, is eigenlijk al heel lang aan de gang. Ik denk bijvoorbeeld aan de heldendaden van de Schotse altviolist Walter Primrose in de jaren dertig, veertig en vijftig van de vorige eeuw. De man bezat een fenomenale techniek en wist verschillende grote componisten, onder wie Béla Bartók, ervan te overtuigen werken voor hem te componeren. Zo, en doordat hij ook actief was als leraar, blies Primrose het altvioolwereldje een nieuwe adem in. Toch studeerden de meeste altviolisten van mijn leeftijd aanvankelijk viool. Vaak schakelden ze pas op hun twintigste over naar de altviool. ’
Heeft zo’n vioolopleiding effect op de manier van altviool spelen?
‘Ik zie bij veel van mijn collega’s dat het hen alleszins niet verhindert om fantastisch altviool te spelen. Ze slagen er vaak in om het lichte spel dat zo eigen is aan de viool ook over te zetten naar de ietwat loggere altviool. Toch mag je de omschakeling niet onderschatten. De klankproductie op viool verschilt echt wezenlijk van die op altviool. Je kan aan de altviool pas een echt goede klank ontlokken door het instrument op een heel eigen manier aan te strijken. Eigen ondervinding leert me dat de ontspanning van je rechterhand, de hand dus waarmee je de boog vasthoudt, cruciaal is. Ontspanning is een basisvereiste om de altvioolsnaren echt aan het klinken te krijgen.’
Zijn de omvang en kwaliteit van het altvioolrepertoire echt problematisch?
‘Het altvioolrepertoire is klein, maar tegelijk ook groot. Met fantastische solowerken van onder meer Mozart, Brahms, Schubert (diens Arpeggionesonate wordt ook geregeld op altviool gespeeld, nvdr) Bartók, Walton, Sjostakovitsj en onze landgenoot Henri Vieuxtemps hebben we toch echt niet te klagen. Ook uit het kamermuziek- en orkestrepertoire is de altviool niet weg te denken. Het instrument vervult er een cruciale harmonische
rol. Zonder de steun van de altviolen (en ook die van de tweede violen en celli) zouden de melodieën die de eerste violen spelen niet veel te betekenen hebben. Altviolisten ontfermen zich over de binnenstemmen en geven zo de melodielijn een andere dimensie.’
Altviolisten moeten vaak opboksen tegen andere instrumenten die van nature veel sterker klinken. Zal dat gevaar je ook parten spelen tijdens het concert in het kasteel?
‘Altviolisten moeten sowieso altijd op hun hoede zijn. Zeker de combinatie met piano – de altvioolpartij situeert zich voornamelijk in het register waarin de pianist de meeste akkoorden speelt – durft wel eens een onevenwicht op te leveren. Maar aangezien ik het genoegen heb om in het kasteel met de uiterst gevoelige en geraffineerde klarinettist Benjamin Dieltjens en met mijn eigen echtgenote samen te spelen, hoef ik eigenlijk niet veel te vrezen. Tegelijk mag ik er niet aan denken dat mijn kamermuziekgenoten zich zouden moeten inhouden omwille van mij. Daarom streef ik een zo expressief, zo vrij en daardoor zo groot mogelijke klank na. Mooi meegenomen is dat de altviool en de klarinet, zo zal zeker blijken uit Robert Schumanns Märchenerzählungen, bijzonder goed bij elkaar passen.’
Schumanns Märchenerzählungen zijn voor net dezelfde instrumenten (klarinet, altviool en cello) geschreven als de Acht stukken opus 83 van Max Bruch. Waarin schuilt de eigenheid van deze beide romantische werken?
‘Aan de selectie die we maakten uit Max Bruchs Acht stukken voor klarinet, altviool en piano, merk je dat hij op een wel heel directe manier met zijn luisteraars communiceert. Zijn muziek zit boorde vol ongelooflijk mooie romantische melodieën. Bruchs expressiviteit heeft iets heel warmbloedigs. Een musicus kan zijn hele ziel in die muziek werpen. Bij Schumann gaat het er in zekere zin geraffineerder aan toe. Zijn muziek vergt net iets meer reflectie. Voor een altviolist leidt dat onderscheid concreet tot een andere benadering qua boogvoering, frasering en
qua dosering van het vibrato. Bij Bruch verloopt alles net iets evidenter dan bij de meer doordachte Schumann.’
Je speelt met je echtgenote ook een bewer king van César Francks monumentale vioolsonate. Vanwaar die keuze?
‘Het was misschien logischer geweest om een echt altvioolwerk, zoals de sonate van Dmitri Sjostakovitsj op het programma te zetten. Maar César Franck past veel beter in deze op en top romantische context. Dat dit werk niet enkel succes boekt als vioolsonate, maar ook in versies voor tal van andere strijk- en blaasinstrumenten, verraadt natuurlijk hoe onweerstaanbaar mooi deze muziek wel is. Wat me precies in deze sonate aantrekt, daar heb ik geen woorden voor. Zeker is wel dat Franck een waanzinnig uitgebreid gamma aan emoties in zijn muziek heeft weten te steken. Als musicus kan je er alle kanten mee uit. En ook het publiek weet het werk steevast te appreciëren. Net zoals de werken van Schumann en Bruch, is dit dan ook muziek die we met onze volle goesting zullen spelen.’ Elise Simoens
DE FILHAR MONIE CHA MBRE E RT PIANOTRIO Zondag 2 februari 2014 · 11 uur · 14 euro Met Benjamin Dieltjens (klarinet), Sander Geerts (altviool) en Yasuko Takahashi (piano) Programma Märchenerzählungen, opus 132 van Schumann Sonate voor viool en piano (versie voor altviool en piano) van Franck 8 stukken voor klarinet, altviool en piano, opus 83 (selectie) van Bruch Info en reservatie Kasteel d’Ursel
9
interieur
In februari verschijnt een geïllustreerde catalogus van de Chinese prenten en behangsels in de historische huizen van de National Trust. Daarin zullen ook de overeenkomsten tussen de Chinese interieurdecoratie in het kasteel d’Ursel en verschillende Britse landhuizen besproken worden. Medeauteur Emile de Bruijn geeft alvast een voorsmaakje.
Kasteel d’Ursel herbergt een belangrijke collectie Chinese decoratieve prenten en schilderingen. Een deel van dit materiaal is behang dat in Guangzhou (Kanton) specifiek voor export naar het westen werd vervaardigd. Er is echter ook een groep prenten en schilderingen die oorspronkelijk voor de Chinese markt bestemd was en toch in Europa terecht is gekomen. In het kasteel zijn ze als interieurdecoratie gebruikt. Chinees behang en afbeeldingen op papier zijn op zich al vrij zeldzaam in historische landhuizen, maar in Hingene zijn er bovendien exemplaren uit zowel het midden van de achttiende eeuw als het einde van de negentiende eeuw bewaard gebleven. Deze twee episodes van oriëntalisme in het interieur demonstreren de langdurige populariteit van Chinees behang. Ze fungeren daarnaast ook als ijkpunt voor de datering van Chinees behang in landhuizen elders in Europa. De achttiende-eeuwse Chinese schilderingen en prenten zijn als deurstukken en schouwstukken gebruikt, dat wil zeggen ter decoratie van de betimmering boven deuropeningen en schouwen. Deze zijn waarschijnlijk tussen 1761 en 1764 aangebracht als onderdeel van de verbouwing van het interieur door de architect en ontwerper Giovanni Nicolano Servandoni. Het merendeel van deze afbeeldingen laat elegante Chinese figuren zien die op relatief grote
10
CHINEES BEHANG
De Chinese Dressing Room in het landhuis Saltram in Devon © National Trust Images, John Hammond
schaal zijn afgebeeld. Het zijn in feite een soort emblemata: figuren die door hun uiterlijk, houding, attributen en omgeving bepaalde kwaliteiten of ideeën tot uitdrukking brengen. Bevallige dames symboliseren in de Chinese iconografie over het algemeen schoonheid en welvaart, terwijl geleerden naar wijsheid en sociaal aanzien verwijzen. Dit type afbeelding werd in China bij bepaalde gelegenheden en festiviteiten, zoals bijvoorbeeld het Nieuwjaar, opgehangen of als cadeau aangeboden om geluk te wensen en voorspoed af te dwingen. Deze emblematische afbeeldingen kwamen via de handel van de verschillende OostIndische compagnieën ook naar Europa,
en hun populariteit als interieurdecoratie heeft waarschijnlijk een rol gespeeld in de ontwikkeling van wat we nu Chinees behang noemen. Vanaf de tweede helft van de zeventiende eeuw worden Chinese schilderingen en prenten op zijde en papier geregeld vermeld in de inventarissen van Europese paleizen en landhuizen, waar ze werden gebruikt ter versiering van wandbetimmeringen. Het decoratieve effect van reeksen Chinese schilderingen en prenten leidde uiteindelijk tot de ontwikkeling van wandvullend Chinees behang. Hoe en wanneer dit precies gebeurd is, weten we niet, maar de vroegste bewaard gebleven Chinese behangsels dateren van ongeveer 1750.
Met de hand afgewerkte Chinese prent, gebruikt als deurstuk in kasteel d’Ursel © Jacques Sonck
Ook na de ontwikkeling van ‘echt’ Chinees behang bleef men nog geruime tijd ook Chinese prenten en schilderingen als interieurdecoratie gebruiken, soms als
door middel van blokdrukken op het papier aangebracht en zijn vervolgens met de hand in kleur bijgeschilderd en afgewerkt. In Saltram komen we ook weer dezelfde beval-
EEN PAN-EUROPEES FENOMEEN
wandvullende collages, soms als afzonderlige dames en geleerde heren tegen als in lijke afbeeldingen in decoratieve lijsten van het kasteel, met ongeveer dezelfde haar- en papier of papier mâché, soms als deur- en kledingstijlen. De datering van het Chinese schouwstukken. In het landhuis Saltram, in decoratieve materiaal in Saltram, dat waarDevon in Groot Brittannië, zijn deze verschijnlijk omstreeks 1757 is geïntroduceerd, schillende soorten Chinese wanddecoratie ligt bovendien vrij dicht bij de periode nog steeds aanwezig. De Chinese Bedroom – aan het beging van de jaren 1760 – waarin en Mirror Room zijn behangen met Chinese kasteel d’Ursel werd heringericht. Het lijkt behangsels (respectievelijk op zijde en paer dus op dat we hier te maken hebben met pier) beschilderd met landschapstaferelen. een groep prenten die uit ongeveer dezelfde De Study is gedecoreerd met een uiteen tijd stammen en die wellicht van dezelfde lopende verzameling prenten en schildestudio of producent afkomstig zijn. ringen op papier die als een kamervullende, Dit type prent met grote emblematische symmetrische collage op de wanden is aan- figuren is verder nog in een beperkt aantal gebracht. Sommige van deze afbeeldingen andere buitenplaatsen en collecties bewaard laten het soort grote emblematische figuur gebleven, te weten in het Hofmobiliendezien dat ook in kasteel d’Ursel voorkomt. pot, Wenen (oorspronkelijk aangebracht in Deze grote figuren zijn ook in de Chinese het Blauer Hof, Laxenburg, nabij Wenen, Dressing Room gebruikt, waar de oorspronin ongeveer 1760), in het landhuis Oud kelijke decorateur (wiens identiteit helaas Amelisweerd net buiten Utrecht (waar er onbekend is) ze op kunstige wijze heeft recentelijk een exemplaar onder een later verknipt en gecombineerd. deurstuk ontdekt werd) en in Schloss De Chinese prenten op de muren van Sünching in de Oberpfalz, Duitsland (opSaltram zijn op dezelfde manier vervaardigd gehangen in 1766). Deze wijde geografische als die in kasteel d’Ursel: de omtrekken en verspreiding van één bepaald type Chinese de belangrijkste details zijn in zwarte inkt prent in één bepaalde periode laat zien
hoe effectief de internationale handel in Aziatische luxegoederen opereerde en hoe populair Chinese prenten en behang waren in verschillende delen van Europa. Het latere, negentiende-eeuwse behang in kasteel d’Ursel is om verwante redenen eveneens van internationaal belang. Het bewijst dat Chinees behang aan het einde van de negentiende eeuw, ongeveer 150 jaar nadat het als product ontstond, nog steeds werd aangebracht in Europese interieurs. Niet alleen in het kasteel, maar ook in enkele Engelse landhuizen werd een aantal Chinese behangsels in dezelfde periode opgehangen. In Belton House, in Lincolnshire, en Ickworth, in Suffolk, bijvoorbeeld, werden in de jaren 1850 en 1860 Chinese behangsels aangebracht waarin het bamboemotief een belangrijke rol speelt en waarin dezelfde tamelijk abstract weergegeven graspollen voorkomen. In Nostell Priory, in West Yorkshire, werd er zelfs in 1883 nog een nieuw Chinees behangsel met bloeiende bomen, bamboe, rotsen, graspollen en vogels geïntroduceerd. Emile de Bruijn
National Trust
www.nationaltrust.org.uk Emile de Bruijn, Andrew Bush en Helen Clifford, Chinese Wallpaper in National Trust Houses, National Trust, 2014, 40 pagina’s.
11
uit het archief
Wolfgang d’Ur In 2014 zal het honderd jaar geleden zijn dat graaf Wolfgang d’Ursel sneuvelde bij de Duitse invasie aan het begin van de Eerste Wereld oorlog. Graaf Baudouin d’Ursel vertelt het levensverhaal van zijn grootvader. Wolfgang d’Ursel werd geboren in Hingene op 7 september 1882 als jongste zoon van hertog Joseph en hertogin Antonine de Mun. Hij was bijna tien jaar jonger dan zijn oudste broer, de latere hertog Robert. Hij had ook nog twee oudere zussen, Henriëtte en Pauline. In het algemeen heeft een kind geen geschiedenis, uitgezonderd geniën – zoals Mozart bijvoorbeeld, met wie Wolfgang de eer had zijn voornaam te delen. Meestal heeft men het in brieven enkel over de kleine ongemakken die niemand interesseren. Maar zijn getalenteerde moeder heeft de jonge Wolfgang – samen met zijn broer, zussen, neven en nichten – in talloze tekeningen vereeuwigd. Het zijn taferelen vol poëzie, gekkigheden en onschuld die het leven al snel zou bezoedelen. Later schilderde Antonine de Mun nog een portret van haar jongste zoon, terwijl hij zit te schrijven met op zijn hoofd een immense baret zoals de Basken ze dragen.
geen lachertje. De leerlingen bleven drie volle maanden op school, zonder naar huis te gaan. Ze mochten alleen af en toe hun ouders zien, wanneer die nog eens een bezoekje wilden brengen aan hun zoon. De enige band met de familie waren brieven en Wolfgang schreef er volop. Bij zijn intrede op school veranderde men trouwens zijn voornaam, omdat hij te ‘ongewoon’ was in België. Hij werd vervangen door ‘Guillaume’, de tweede voornaam van zijn beroemde voorvader, hertog Wolfgang-Guillaume (1750–1804),
een naam die zelfs niet op zijn geboorteakte vermeld stond! Dit fantasietje duurde echter niet langer dan zijn schooltijd. Er bleven enkele brieven bewaard die Wolfgang – alias Guillaume – richtte aan zijn geliefde zus Henriette – alias Riri. Hij vertelt er over zijn leven op school, zijn leraars en de literatuur die hen beiden boeide. Hij onthult er ook een karaktertrek: hij heeft periodes van ontmoediging en doet zijn zus het verhaal van zijn smarten en van de verveling die het college bij hem
De volgende jaren van zijn leven bracht Wolfgang door in de abdijschool van Maredsous, waar hij in 1894 op kostschool ging. Het was geen vrolijke gebeurtenis, noch voor hem, noch voor zijn moeder. In die tijd was het pensionaat inderdaad
12
Wolfgang d’Ursel geschilderd door zijn moeder Antonine de Mun (1898, privéverzameling) © Stefan Dewickere
rsel (1882–1914) opwekt. Wolfgang toont weinig affectie voor zijn grootmoeder, hertogin Henriëtte d’Harcourt, die hij ergens omschrijft als ‘old hag’ (oude heks)! Hij lijkt ook enkele bedenkingen te hebben tegenover zijn vader. Kinderen werden toen inderdaad niet behandeld als kleine goden en zowel thuis als op school werd er met strenge hand geregeerd. In juli 1898 schreef Wolfgang: ‘Ik mis het college zowaar, want stel je voor: “de baas” wil me als een slaaf laten werken in zijn eigen kamer, o verschrikking, opdat ik niet zou kunnen babbelen met Pauline […] Hij had me al laten uitschijnen dat ik moest werken tijdens de vakantie. Ik ben vast van plan om de invloed van maman te gebruiken om me van deze vervelende voogdij te ontdoen […] Op dit moment is de tiran in Brussel en Pauline en ik maken plezier in zijn afwezigheid.’ Veiligheidshalve zette hij bovenaan zijn brief aan Henriette: ‘Niet luidop lezen.’ Enkele weken later, toen het bloedheet was, schreef hij nog: ‘Er wordt hard gewerkt aan de voorbereidingen van de stoet ter herdenking van de Boerenkrijg. Het zal dodelijk zijn voor de ongelukkigen die eraan deelnemen. “De baas” is erbij en houdt een toespraak. Moge hij onderweg gebraden worden!’
Het is in die periode dat zijn militaire roeping ontstond. In oktober 1897 schreef Wolfgang aan Henriette: ‘Herinner je je nog die avond, dat gesprek dat we hadden over mijn toekomst, in de witte fauteuils in de kleine salon? Je werd blij als je dacht aan wat ik later zou zijn en je zag me al in een schitterend officiersuniform. Wel, ik denk er nu aan terug en ik ben vastbesloten om me vanaf nu voor te bereiden op de militaire school. […] Ik heb nu een duidelijk doel waar ik al mijn inspanningen op toespits. Dat geeft
Robert en Wolfgang d’Ursel in de begrafenisstoet van hun vader Joseph (uit: Le Patriot Illustré, 29 november 1903)
me meer werkijver en meer moed dan ik ooit heb gehad om de kleine tegenslagen van het leven te verdragen.’ Zijn inspanningen werden beloond en Wolfgang was onmiskenbaar een goede leerling. Hij kreeg zelfs de beroemde gouden medaille van de abdijschool, in tegenstelling tot zijn oudere broer Robert die bijna altijd zakte voor zijn examens. De volgende jaren van zijn leven begonnen voorspoedig. Wolfgang verliet Maredsous in augustus 1899, ging nog een jaar naar het Sint-Michielscollege in Brussel en volgde dan zijn roeping door te gaan studeren aan de militaire school. Het was een van de laatste grote vreugdes van zijn vader Joseph, samen met zijn voorzitterschap van de Senaat en de geboorte van zijn kleinzoon Henri. In november 1903, amper 55 jaar oud, overleed deze opmerkelijke man aan een hartaanval. De begrafenis was natuurlijk een indrukwekkende gebeurtenis. Een foto uit de krant toont zijn twee zonen die de lijkwagen volgen. De beperkte gelijkenis tussen beide broers valt meteen op: Robert redelijk klein en een beetje corpulent, Wolfgang een magere bonenstaak met een lange neus.
Hun kwaliteiten en karakters verschilden evenzeer: Robert altijd even vrolijk, maar Wolfgang gevoelig, zwijgzaam en zwartgallig. Die karaktertrekken blijven hem ook de volgende jaren van zijn korte bestaan kenmerken. Hij was nog redelijk jong, drieëntwintig jaar, toen hij trouwde met Jacqueline de Néverlée. Ze stamde uit een oude familie uit het dorp Niverlée in het graafschap Namen, waar nog een spectaculaire grafzerk ligt van ridder Jorars (Georges of Gerard) de Niverlée, die overleed in 1262. In het begin van de negentiende eeuw vestigde de familie zich in het Franse departement Loiret, waar ze het grote kasteel La Brûlerie bezat.
Jacqueline verscheen voor het eerst in de correspondentie in april 1905. Jeanne de Francqueville, de echtgenote van Léo d’Ursel en de tante van Wolfgang, schreef: ‘La petite de Néverlée, de aanstaande van Wolfy, is ons gisterenavond met haar moeder komen bezoeken. […] Ik had haar jaren niet gezien en ze maakte een allerbeste indruk, charmant zonder mooi te zijn, gedistingeerd, onder-
13
Het project viel ook in de smaak bij hertog Robert, de broer van Wolfy, die naar zijn moeder schreef: ‘Dit huwelijk heeft zoveel goede kanten […] dat we het koste wat het kost moeten laten lukken. […] Vooral wat men zegt over het karakter van la petite maakt me een hevig voorstander van deze verbintenis: onze jongen, gevoelig en gesloten, heeft een vrolijke en gelukkige vrouw nodig, die zich niet ongerust maakt als hij zwartgallig is en die hem dooreen kan schudden als het nodig is.’ Om financiële redenen deed de zaakgelastigde van de familie, de rechtschapen Raymond van Yperseele de Strihou, nog bijna alles mislukken. Wolfy schrok erg van de mogelijke verbreking van zijn verloving. ‘Hij is helemaal ontredderd’, noteerde zijn broer Robert in augustus 1905, ‘en merkt daardoor hoezeer hij het idee al in zijn hart droeg.’ Uiteindelijk kwam alles goed en schreef hertogin Antonine aan Raymond van Yperseele: ‘De liefde heeft de kwestie opgelost en Wolfy heeft enthousiast zijn hart en zijn hand aangeboden aan juffrouw de Néverlée […]. Ik hoop dat we niet te veel ontgoocheling zullen kennen op materieel vlak, maar het geluk en de genegenheid van twee liefhebbende harten zijn alvast verworven.’ De eeuwige koppelaarster besloot met: ‘Alles is geleid door hierboven, ik weet het zeker, want het zou twintig keer afgesprongen moeten zijn als je bedenkt hoe weinig moeite ik er ingestoken heb.’
14
© Benny De Grove
circus houdend en werkelijk geslaagd. De wens om te trouwen met Wolfy – die volgens mij niet zo verleidelijk is – verwondert mij, maar volgens wat ik hoor vertellen, snakt ze er naar. Ze is, dacht ik, voorbestemd om 80.000 pond aan renten te krijgen zodra ze vijfentwintig wordt.’ Een beetje later voegde ze er nog aan toe: ‘Wat een geluksvogel is deze jongen als hij kan trouwen met deze charmante persoon, niet mooi maar wel heel aangenaam. Hun kinderen zullen in elk geval gezegend zijn met grote neuzen, want de hare is ook enorm. Jammer eigenlijk, want ze heeft innemende ogen, bruin en expressief, een mooie mond en een charmante houding.’
Jacqueline de Néverlee met haar kinderen Nicole, Élie, Gérard en Simone (rond 1920)
Toen hij in december 1905 trouwde, kon Wolfgang een lang en gelukkig leven tegemoet zien. Hij had een charmante vrouw aan zijn zijde en ze kregen vier kinderen: Gérard, Simone, Nicole en Élie. Ze zouden niet baden in overvloed, maar wel heel comforabel kunnen leven, vooral omdat de belangen van de familie de Néverlée in de steenkoolmijnen erg winstgevend werden. Wolfgang wijdde zich vooral aan zijn militaire dienst, die hij met zijn gebruikelijke nauwgezetheid uitvoerde. De jacht was zijn voornaamste vrijetijdsbesteding en hij vergezelde zijn broer op jachtpartijen in Rusland en Hongarije. Het gezin van Wolfgang woonde in het hôtel d’Ursel in Brussel en in Hingene tot op de dag dat hun droom uitkwam en ze op eigen benen konden staan. De keuze viel op Bercuit, bij Waver. Hertogin Antonine
schreef op 29 september 1908: ‘Les petits Wolfy hebben ervan geprofiteerd om een klein landgoed van 75 hectaren te kopen in de buurt van W aver, in een mooi landschap. Er staat een barak, erg lelijk maar bewoonbaar op dit moment.’ De aankoop en de latere inrichting van de erbarmelijke ‘barak’ werden betaald met de verkaveling van gronden die de familie d’Ursel in Hoboken bezat en met de verkoop van boerderijen van Jacqueline de Néverlée in Frankrijk. Hun leven, dat zo rooskleurig leek, werd echter helemaal overhoop gegooid door het uitbreken van een verschrikkelijk conflict. Hoe het Wolfgang verging tijdens die eerste weken van de Groote Oorlog, lees je in het volgende magazine. Baudouin d’Ursel
agenda
Symposium Vrouwen met stijl. Vier penseelprinsessen in Hingene
Vrijdag 8 november 2013 · 9.30 tot 17.30 uur 25 euro Lees meer op pagina 7. Info en reservatie Kasteel d’Ursel
Afternoon tea voor individuele bezoekers
© Bart Kools
Maandag 11 november 2013 · van 13 tot 17 uur tentoonstelling · afternoon tea om 13.30 uur, 15 uur en 16.30 uur (na reservatie) · 22 euro (inkom tentoonstelling + afternoon tea) Lees meer op pagina 7. Info en reservatie Kasteel d’Ursel
Rencontres de Maîtres met Johan Fostier
Vrijdag 15 november 2013 · 20 uur · 10 / 7 euro
Dankzij de reeks ‘Rencontres de Maîtres’ van het Centrum voor Muziekinstrumentenbouw kan je kennis maken met de visie en de expertise van musici over hun instrument en de muziek die er voor is geschreven. Vooraanstaande muzikanten brengen een muzikaal geïllustreerd verhaal en gaan in dialoog met instrumentenbouwers en muziekliefhebbers. Dit seizoen is Johan Fostier te gast, één van de gerenommeerde figuren van de nieuwe generatie klassiek gitaristen. Hij won enkele prestigieuze internationale muziekwedstrijden waaronder het belangrijke ‘Guitar Foundation of America 2001’. Fostier trad als solist op met het Nationaal Orkest van België, het Filharmonisch Orkest van Moskou en het Koninklijk Kamerorkest van Wallonië. Momenteel doceert hij aan de conservatoria van Antwerpen en Gent en aan de muziekacademie van Vorst. Info en reservatie Centrum voor Muziekinstrumentenbouw 03 889 49 33 www.cmbpuurs.be
Barokdansvoorstelling Sémélé
Zaterdag 30 november 2013 · 20 uur Zondag 1 december 2013 · 15 en 19 uur 20 / 17 euro Na La belle danse, Divertissements Royaux en If Love’s a Sweet Passion staat er opnieuw barokdans op het programma. Sémélé is een realisatie van het Modern Barock Ensemble, een groep
van barokdansers én -muzikanten die opereren onder de vleugels van Stichting Klassieke Dans uit Sint-Niklaas.
Winterbal à la mode de l’Empire
De voorstelling is gebaseerd op de chaconne van Marin Marais uit de opera Sémélé. Choreo graaf Ingolf Collmar voegde er liederen van Purcell en muziek van Abel aan toe. Rode draad is het verhaal van koningsdochter Sémélé, de geliefde van Zeus. Wanneer hij, door een slinks plan van zijn jaloerse vrouw Hera, als god voor Sémélé verschijnt zal zij moeten sterven. Zeus weet het kind dat Sémélé van hem draagt te redden en brengt zo de halfgod Dionysos ter wereld.
Deze keer laten we het ancien régime achter ons. Voor het eerst wordt de vestibule omgetoverd in een balzaal anno 1810. De Franse Revolutie was uitgeraasd, Napoleon had zichzelf tot keizer gekroond en heerste over half Europa. De adel herademde en hun kastelen vulden zich opnieuw met feesten en bals.
Met verschillende danssolo’s, -duetten en corps de ballets brengen de dansers en muzikanten thema’s als liefde en schoonheid, maar ook jaloezie en verderf. Info en reservatie Stichting Klassieke Dans · Johan Goessens
[email protected] 0498 36 61 71
Ceske Trio viert 20 jaar in België
Donderdag 5 december 2013 · 20.30 uur 14 / 12 euro Met werk van Beethoven, Ravel en Dvořák baadt dit concert in drie unieke en verschillende sferen: nu eens aristocratisch, helder en intelligent (Beethoven), dan weer met Franse stijl, zwierig en levendig (Ravel) of Boheems, parmantig en gepassioneerd (Dvořák).
Zaterdag 7 december & zaterdag 14 december 2013 20 uur · 35 euro
Het Keizerrijk bracht niet alleen een nieuwe mode, maar ook nieuwe dansen die aan de lopende band gepubliceerd werden. Het muziekensemble en de dansmeesters van Stichting Klassieke Dans bestudeerden deze boeken en nodigen uit voor een mooie reeks contredansen. En om weer op krachten te komen, wordt er de hele avond getrakteerd met drank, versnaperingen en pâtisserie à la mode de l’Empire! Info en reservatie Stichting Klassieke Dans · Johan Goessens
[email protected] 0498 36 61 71
deFilharmonie chambreert · pianotrio
Zondag 2 februari 2014 · 11 uur · 14 euro Lees meer op pagina 8 en 9. Info en reservatie Kasteel d’Ursel
Info en reservatie CC Ter Dilft 03 890 69 30 www.terdilft.be
15
Een vrouw met stijl Als campagnebeeld voor onze najaars tentoonstelling kozen we voor een portret van Sabine Franquet de Franqueville, de latere hertogin d’Ursel, terwijl ze ligt te lezen op haar chaise-longue. Het schilderij werd in 1901 gemaakt door haar schoonzus, Riri d’Ursel. In de aanloop naar de tentoonstelling kwam deze dame ook echt tot leven. Couturier Cristoph Houbrechts van La Machine à Recoudre le Temps maakte een prachtige replica van haar kleed. Sofie Hoflack, een actrice en studente grafische kunsten uit Gent, droeg de jurk voor het eerst tijdens onze seizoensvoorstelling. Daarna trotseerde ze ook duizenden bezoekers op de Cultuurmarkt in Antwerpen en tijdens de Open Monumentendag in het kasteel. Bij de plechtige opening van de tentoonstelling verwelkomde ze de gasten en tekende ze hun portret. En binnenkort maakt ze nog een laatste keer haar opwachting, wanneer we vier Hingense viergeslachten ontvangen voor een bezoek aan de vier penseelprinsessen.
Verantwoordelijke uitgever: Koen De Vlieger · Wolfgang d’Urselstraat 9, 2880 Hingene
© Cristoph Houbrechts
BEELDBANK
De beeldbank van kasteel d’Ursel bestaat uit een grote verzameling oud en nieuw beeldmateriaal. Op deze pagina publiceren we telkens een unieke afbeelding uit dit archief. Aan de hand hiervan ontdek je verrassende details over de geschiedenis van het kasteel en zijn bewoners.