a
Thoraxcentrum jaarverslag 2005 a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
Jaarverslag Thoraxcentrum 2005
Inhoud 2005: Weer onder één dak
2
Patiëntenzorg
4
Onderzoek en innovatie
8
Promoties
17
Onderwijs
24
Symposia en congressen
25
Kwaliteit
28
Renovatie en verhuizing Thoraxcentrum
29
Personeel
30
Financiën
34
1
Jaarverslag Thoraxcentrum 2005
2005: Weer onder één dak
2
In het Thoraxcentrum werken medisch specialisten, ingenieurs, en basiswetenschappers op unieke wijze samen. Binnen de medische discipline geldt dit ook voor de samenwerking tussen cardiologen, thoraxchirurgen, anesthesiologen, intensivisten, verpleegkundigen en paramedici. Deze unieke samenwerking wordt gestimuleerd door formele, maar ook informele contacten. Huisvesting van medewerkers met verschillende achtergronden onder één dak is hiervoor van groot belang. In 2005 is de stafafdeling op de 5 e verdieping van het Thoraxcentrum in gebruik genomen, waardoor clinici van de afdelingen cardiologie en thoraxchirurgie, het clusterbureau, de informatica-afdeling en de klinische epidemiologie weer onder één dak zijn gehuisvest. Dit heeft direct tot merkbare verbetering van de onderlinge contacten geleid. In 2005 is ook een start gemaakt met de voorbereidingen voor de grootscheepse verbouwing van het Thoraxcentrum. In de komende 2 jaar zal hierdoor een belangrijke vernieuwing van de Intensive Care/ CCU, operatiekamers en röntgeninterventie kamers gerealiseerd worden. Daarna volgt uitbreiding van de medium care afdelingen en een verdere verbetering van de huisvesting van de staf. Omdat de plannen voor deze verbouwing zijn uitgewerkt in nauw overleg met medewerkers van alle subafdelingen zal een optimale
structuur en indeling van de nieuwe ruimtes worden gerealiseerd. In 2005 hebben wij een belangrijke stap kunnen zetten in de ontwikkeling van de Intensive Care Thoraxcentrum, middels de aanstelling van 2 cardioloog-intensivisten. Ook bleek het mogelijk de verpleegkundige formatie aan te vullen, zodat er binnenkort voldoende staf zal zijn om alle bedden van de intensive care/ coronary care afdeling te gebruiken. Na intensief overleg met alle betrokkenen is in 2005 besloten de Thoraxchirurgie in de regio te concentreren in het Thoraxcentrum. Gedurende vele jaren werd een deel van de coronair chirurgie (bij laag risico patiënten) uitgevoerd in het Medisch Centrum Rijnmond Zuid. Het aantal laag risicopatiënten is echter sterk afgenomen door de ontwikkeling van de interventie cardiologie. Daarom is, met ingang van 1 september 2005, het hartchirurgisch programma in het MCRZ gestopt en wordt het gehele operatieprogramma uitgevoerd in het Thoraxcentrum. Helaas zijn er nog wachttijden voor electieve chirurgie en voor ablatiebehandeling van hartritmestoornissen. Hierbij moet worden aangetekend dat een belangrijk gedeelte van de procedures acuut of met urgentie wordt uitgevoerd.
Voor urgente procedures is de wachttijd reeds zeer beperkt, terwijl voor acute ingrepen vrijwel altijd direct plaats kan worden gemaakt. Er zijn geen wachttijden meer voor percutane coronaire interventies, noch voor ICD implantatie. Het aantal operaties in het Thoraxcentrum en het aantal ablatiebehandelingen zal in de komende 2 jaar worden uitgebreid om de wachttijd verder terug te dringen. Met een aantal ziekenhuizen in de regio zijn nadere afspraken gemaakt over samenwerking in de opleiding cardiologie (Albert Schweitzer ziekenhuis Dordrecht, Amphia ziekenhuis Breda, Leyenburg ziekenhuis Den Haag) en op het gebied van patiëntenzorg (Vlietlandziekenhuis, St. Franciscus Gasthuis, Havenziekenhuis, MCRZ en Albert Schweitzerziekenhuis). De zorg betreft met name de interventiecardiologie, klinische electrofysiologie en de klinische zorg voor patiënten die een chirurgische of cardiologische ingreep hebben ondergaan.
Prof.dr. Maarten L. Simoons Hoofd Afdeling Cardiologie
Dit jaarverslag geeft een overzicht van de ontwikkelingen in patiëntenzorg, onderzoek en onderwijs in het Thoraxcentrum, en van de 13 promovendi die in 2005 zijn afgerond. De kwaliteit van het onderzoek wordt bevestigd door toekenning van “cum laude” aan drie van onze promovendi. Het wetenschappelijk onderzoek wordt in meer detail beschreven in het afzonderlijke jaarverslag van de Cardiovasculaire Onderzoeksschool (COEUR). Door samenwerking tussen en bijdragen van al onze medewerkers, met zeer verschillende achtergronden, hebben wij in 2005 opnieuw veel bereikt. Wij zijn hiervoor iedereen zeer erkentelijk en rekenen ook in de komende jaren op aller inzet en enthousiasme.
Prof.dr. Ad J.J.C. Bogers, Hoofd Afdeling Thoraxchirurgie
3
Jaarverslag Thoraxcentrum 2005
Patiëntenzorg
4
Het Thoraxcentrum is in hoofdzaak gericht op de zorg voor patiënten, die een specifieke behandeling moeten ondergaan zoals percutane of chirurgische behandeling van de coronair arteriën, operaties aan het hart, de grote vaten of de longen, chirurgische of soms percutane behandeling van aangeboren hartafwijkingen, ablatie van hartritmestoornissen of implantatie van een pacemaker of interne cardioverter-defibrillator. Ook is er veel aandacht voor de behandeling van patiënten met aangeboren hartafwijkingen, cardiomyopathie, hartritmestoornissen of ernstig hartfalen. In vergelijking met voorgaande jaren is in 2005 het aantal percutane coronaire interventies enigszins afgenomen, vooral door de ontwikkeling van het tweede interventiecentrum in het MCRZ. De complexiteit van de behandelingen is toegenomen, met name worden meer patiënten behandeld met 3-vats coronair lijden en/ of een hoofdstamlaesie. Het aantal openhartoperaties in het Thoraxcentrum is toegenomen en de hartchirurgie in het MCRZ is afgerond. Het totaal aantal openhartoperaties is wat lager dan in voorgaande jaren. Het aantal ICD-implantaties en ablatiebehandelingen is toegenomen. Het aantal poliklinische consulten is ongeveer gelijk gebleven terwijl het aantal opnames op
de cardiologische en chirurgische afdelingen is gestegen, als gevolg van de toename van het aantal ingrepen. In 2006 verwachten wij een verdere toename van het aantal chirurgische behandelingen, ablaties en ICD-implantaties. Veel aandacht is gegeven aan de registratie van patiëntengegevens rond procedures. Met behulp van het Apollo registratiesysteem kunnen nu de chirurgische procedures en percutane interventies volledig volgens internationale standaarden worden vastgelegd. In 2006 zullen ook alle elektrofysiologische procedures volgens vergelijkbare standaarden worden geregistreerd. Hiermee wordt het inzicht in de kwaliteit van de behandelingen vergroot en kunnen waar nodig maatregelen worden genomen om deze kwaliteit verder te verbeteren. De ontwikkeling van de intensive care/ CCU in het Thoraxcentrum is versterkt doordat 2 cardioloog-intensivisten konden worden aangetrokken. Hiermee is de continue zorg voor intensive care-patiënten gegarandeerd. In 2005 zijn op de intensive care-afdeling ongeveer 1150 patiënten opgenomen na een operatie en circa 1100 patiënten opgenomen met acute cardiale problematiek. 77 keer werden patiënten behandeld met een intra-aortale ballonpomp en 35 reanimatiepatiënten zijn behandeld met een Coolguard.
Behandeling
Eerste administratieve consulten
2003
2004
2005*
7.018
6.941
6.825
Herhaalbezoeken
12.484
11.910
11.696
Totaal
19.502
18.851
18.521
860
1.026
1.038
Opnames MCU Cardiologie
2.273
1.726
1.844
PCI*/dotterbehandelingen
1.400
1.416
1.370
Opnames IC/CCU Cardiologie
Overige interventies
39
76
62
Coronairangiografie
820
971
864
ICD
118
185
246
Ablaties
198
223
239
90
96
100
Pacemakers
1.002
992
942
in het Thoraxcentrum
808
811
884
in het MCRZ
194
181
58
Klepchirurgie
270
288
300
Congenitale chirurgie***
301
287
324
18
18
11
368
360
415
2
7
6
Open hart operaties, waarvan:
Harttransplantaties Longchirurgie/alg. thoraxchirurgie Longtransplantaties voorlopige telling per 9 januari 2006 Percutane Coronaire Interventie *** overlappend met Klepchirurgie * **
Ondanks tijdelijke krapte in de personeelsbezetting bleek het wederom mogelijk om adequate intensieve zorg te verlenen aan vrijwel alle patiënten bij wie dit geïndiceerd was. Verpleegkundige poli In januari 2005 is gestart met een ‘secundaire preventie poli’. Dit is een polikliniek waar patiënten terecht kunnen met bewezen kransslagaderaandoeningen, die zijn opgenomen in het Thoraxcentrum met een hartinfarct of percutane coronaire interventie. De aanleiding voor het starten van deze polikliniek is het resultaat van een groot Europees onderzoek waaruit bleek dat belangrijke leefstijlveranderingen onvoldoende worden gerealiseerd (afvallen, voeding, niet roken) en dat hartpatiënten beter moeten worden voorgelicht en gezonder zouden moeten leven. Op deze polikliniek begeleiden verpleegkundig consulenten de patiënten gedurende een jaar. ICD-patiëntendag Voor ICD-dragers en hun partners organiseerde de sector Elektrofysiologie voor de derde maal een open dag op zaterdag 12 maart 2005. Ruim 200 mensen waren aanwezig. Sinds 1998, zijn er in het Thoraxcentrum door het team Elektrofysiologie al 848 ICD’s geïmplanteerd. Vanwege de geringe bekendheid bij het grote publiek over ICD’s is de open dag een belangrijk onderdeel van de psychosociale begeleiding.
5
Jaarverslag Thoraxcentrum 2005
Het dragen van een ICD heeft een behoorlijke impact op het leven van de patiënt en zijn/ haar omgeving. De patiënten en hun partners, moeten voorbereid zijn op de elektronische schokken waarmee de ICD een te snel hartritme corrigeert. Een veelzijdig en afwisselend programma informeerde de bezoekers over de werking van de ICD, de beperkingen, de controles en wetenschappelijke resultaten. Maar de bezoekers konden vooral vragen stellen aan de deskundigen en ervaringen met elkaar uitwisselen. 6
Scholingsprogramma Medium Care Cardiologie Een scholingsprogramma is gestart (“Brink project”) dat ertoe moet bijdragen dat zorgverleners toegerust zijn en blijven voor hun rol en hierdoor meer plezier in hun werk blijven houden. Vraaggerichte zorg staat centraal, dit betekent het optimaliseren van werkprocessen, werken aan een gezonde bedrijfsvoering maar ook veranderingen zoals functiedifferentiatie en competentiemanagement. De afspraken worden vastgelegd in een Unitstatuut. In het kader van het Brink project zijn in 2005 op de MC Cardiologie een tijdbestedingsonderzoek, een patiënttevredenheidsonderzoek en een medewerkertevredenheidsonderzoek gehouden. Alle medewerkers van de MC cardiologie, van zorgassistent tot unithoofd, in totaal 55 personen nemen deel aan verschillende workshops en hebben een externe coach. Het scholingsprogramma zal tot in 2007 doorlopen.
Ruimte voor Nieuw, Thoraxchirurgie Ruimte voor Nieuw is een Erasmus breed programma dat is gericht op het vrijmaken van ongeveer 10% van het budget van iedere afdeling door een efficiencyverbetering. Met dit geld kunnen nieuwe activiteiten mogelijk gemaakt worden. Thoraxchirurgie is een pilot afdeling in dit programma. De zorgprocessen (van opname tot en met ontslag) worden geanalyseerd door Bureau Kairos. Op deze wijze kan worden bezien waar binnen het zorgproces de efficiency verder verhoogd kan worden en op welke wijze kwaliteitsverbeteringen in de primaire processen en de bedrijfsvoering doorgevoerd kunnen worden. In december 2005 is in dit kader met het tijdbestedingsonderzoek gestart. Registratie van patiëntengegevens op de IC/ CCU Sinds 1996 is één patiëntenmonitoringsysteem in gebruik op alle afdelingen van het Thoraxcentrum dat overal toegankelijk is. De laatste stap in deze ontwikkeling was het integreren van de elektronische daglijst (Chart Assist) in het Monitoring systeem. Chart Assist is bedoeld ten behoeve van de ondersteuning van de verpleging en artsen op alle verpleeg- en IC afdelingen binnen het Thoraxcentrum. Sinds februari 2005 zijn de papieren daglijsten op de IC vervangen door een elektronische daglijst die op elke werkplek beschikbaar is. Met de
ingebruikname van Chart Assist is er een belangrijke stap naar “papierloos werken” gezet. De kritische opmerkingen van onze medewerkers hebben opnieuw bijgedragen aan de optimalisering van dit systeem. Teleconsultatie in de Regio Rijnmond Door de Cardiologen Club Rijnmond is een toepassing geïnitieerd waarmee angiogrammen, ECG’s en andere gegevens vrijwel direct ingezien kunnen worden door cardiologen op een andere locatie dan waar de patiënt zich bevindt
en waar de beelden of de gegevens zijn opgenomen. Met name bij spoed-PCI’s en spoedopnames is het van belang inzage te hebben in deze gegevens. Naast kwaliteitsverbetering in de behandeling van de patiënt verwachten wij hierdoor een vermindering van achteraf onnodige preventieve opnames. De ontwikkeling vindt plaats in opdracht van de Nederlandse Vereniging van Cardiologen en wordt gesteund door VWS. Op dit moment is de uitwisseling van beelden (angio’s) tussen zeven ziekenhuizen in de regio Rijnmond operationeel. 7
50
Interventiecardiologie Hartchirurgie
40 30 20 10 0 m as Er
us
M
C
nd tla ie l V
G SF
s ui nh e k ie nz e v Ha
er it z e w ch S .
M
CR
Z
A
Herkomst patiënten verwezen voor Interventiecardiologie en Hartchirurgie in 2005 in %
e ov
e rig
Jaarverslag Thoraxcentrum 2005
Onderzoek en innovatie
8
Het onderzoek van de afdelingen Cardiologie en Thoraxchirurgie is gericht op 6 ziektebeelden: atherosclerose, hartfunctie (hartspier en kleppen), hartspierziekten (cardiomyopathie), aangeboren hartziekten, hartritmestoornissen en longziekten. In de figuur zijn deze 6 gebieden aangegeven, met de onderwerpen die worden bestudeerd op het gebied van de moleculaire biologie/ pathofysiologie, technologie/ diagnostiek, behandeling en epidemiologie/ na-onderzoek. Ontwikkeling en evaluatie van beeldvormende technieken is een belangrijk onderwerp van de sector biomedische technologie en heeft toepassingen bij alle 6 ziektecategorieën.
In het schema is het onderzoek in grote lijnen weergegeven. De meeste onderzoeksgroepen hebben afzonderlijk, dan wel gezamenlijk, contact met andere afdelingen binnen COEUR (de cardiovasculaire onderzoekschool van de Erasmus Universiteit Rotterdam), binnen het ICIN (Interuniversitair Cardiologisch Instituut Nederland) en met andere onderzoeksgroepen in binnen- en buitenland. Meer gegevens over het onderzoek van het Thoraxcentrum en andere afdelingen kunt U vinden in het jaarverslag van COEUR. Professor Jordaens bepleit betere inzet inwendige defibrillatoren bij hartritmestoornissen Op donderdag 14 april 2005 hield prof. dr. Luc Jordaens zijn oratie ‘Orde in chaos’ bij de aanvaarding van het ambt van hoogleraar klinische elektrofysiologie. Jordaens is het hoofd van de sector klinische elektrofysiologie van het Thoraxcentrum. “Inwendige defibrillatoren kunnen veel sterfte voorkomen, mits zij tijdiger worden geïmplanteerd dan nu het geval is in Nederland. In Nederland lopen wij in dit opzicht achter,” aldus prof.dr. Luc Jordaens. De sector elektrofysiologie zet zich in om meer patiënten met hartritmestoornissen beter te behandelen.
Mol. Biologie/Pathofysiologie
Vulnerabele plaque Vaatwand schade en herstel Endotheel funktie
Hartspier, klep Reperfusie schade Spierschade en herstel Stamcel therapie
Cardiomyopathie
Ritme stoornissen
Therapie
Epidemiologie
opname apparatuur ontwikkeling
Atherosclerose
Aangeboren afwijkingen
Technologie / Diagnostiek
IVUS Palpografie MS-CT angiografie OCT
MRI Infarctgrootte, LV funktie 3D echo Echo LV functie Moleculaire beeldvorming Telemonitoring
Drug eluting stents Totale occlusie Meervatlijden Hoofdstam Aorta operaties + stents Stamcel therapie Percutane klep vervanging Locale geneesmiddel toediening (bellen, stents) Harttransplantatie
Risico modellen klepvervanging
9 Hypertrofische CM Non-compaction CM
Hypertrofische Cardiomyopathie
RV falen
3D echo
Statines bij aorta stenose
Ablatie methoden
Integratie beeld technieken Intra-cardiaal echo
Longafwijkingen
Risico modellen Vulnerabele patient DNA databank
PETscan
Contrast bellen
Beeldvorming
Cardiogenetica
Lange termijn vervolg
Ablatie met magneet Profylaxe plotse dood (ICD) Maze-operaties Longchirurgie longtransplantaties
Uitkomst studies
EuroHeart Survey NHS zorgprogramma
Schematisch overzicht van het onderzoek in het Thoraxcentrum, gericht op 6 ziektecategorieën en beeldvorming. Het onderzoek is breed opgezet van moleculaire biologie en pathofysiologie tot epidemiologie en vervolgstudies.
Jaarverslag Thoraxcentrum 2005
Oeuvre hoogleraren op wetenschapssite Interventiecardioloog prof.dr. Patrick Serruys is met 1.225 publicaties de wetenschapper die het vaakst voorkomt op de website www.keurderwetenschap.nl. Op Keur der Wetenschap staan meer dan 41.000 publicaties van Nederlandse topwetenschappers. Ook prof.dr. Maarten Simoons, afdelingshoofd cardiologie, staat met zijn volledige oeuvre op de site. Deze website vergroot de bekendheid van de onderzoekers en op deze wijze wordt de wetenschappelijke output beter zichtbaar.
Experimentele cardiologie De Experimentele Cardiologie van het Thoraxcentrum heeft als hoofdtaken experimenteel cardiovasculair onderzoek en onderwijs. Het onderzoek richt zich met name op het bestuderen van het normale functioneren van hart en bloedvaten, de aetiologie en pathofysiologie van harten vaatziekten en op basis hiervan het ontwikkelen van nieuwe behandelingen voor deze aandoeningen. Het onderzoek heeft een sterk integratief en multidisciplinair karakter en er wordt dan ook intensief samengewerkt met andere groepen binnen het Thoraxcentrum, binnen COEUR en in het ICIN. Het onderzoek wordt veelal verricht in proefdieren in vivo (variërend van genetisch gemodificeerde zebravis en muis tot varken), maar ook in geïsoleerde hart- en vaatpreparaten en celculturen in vitro. Hierbij wordt een grote variëteit aan analyses verricht, waaronder functie-metingen (hemodynamiek, hartspierfunctie (echografie en MRI), –metabolisme, en vaattonus metingen), maar ook histologische, biochemische en moleculair biologische analyses van hart- en vaatweefsel. Binnen het COEUR research thema I: “Cardiale en vasculaire biologie, en farmacologie” kent de Experimentele Cardiologie thans drie, deels overlappende, onderzoekslijnen:
1. Vaatwandschade en herstel 2. Cardiale (mal)adaptaties aan stress en schade 3. Vasculogenese, angiogenese en myogenese In 2005 werden belangrijke subsidies verkregen voor verder onderzoek naar “local drug delivery” met als belangrijk oogmerk om celtherapie na een acuut myocardinfarct verder te optimaliseren (SENTER project) en voor onderzoek naar de mechanismen van cardiale en vasculaire remodeling na het myocard infarct (NHS project).
Thoraxcentrum publicaties 1990-2005, zoals vermeld in PubMed 300
Aantal publicaties
Benoeming Professor W.J. van der Giessen Dr. W.J. van der Giessen is per 1 november 2005 benoemd tot bijzonder hoogleraar met als leeropdracht Pathofysiologie van acute coronaire syndromen. Door deze benoeming wordt beoogd de nationale samenwerking te versterken betreffende translationeel (experimenteel en klinisch) onderzoek op het gebied van het hartinfarct en celtransplantatie om de hartfunctie te verbeteren. Hij zal in 2006 zijn oratie houden.
200
100
11
Jaar
0
90
95
00
05
Het aantal publicaties is wederom gestegen tot een totaal van 260! Dit weerspiegelt de omvang en de hoge kwaliteit van het onderzoek in het Thoraxcentrum en de succesvolle samenwerking met de andere groepen.
Jaarverslag Thoraxcentrum 2005
Biomedische technologie Intravasculair ultrageluid (IVUS) is een Rotterdamse vinding (eerste patent 1972) waarmee van binnenuit de vaatwand en de atherosclerotische plaque in beeld gebracht kan worden. Er wordt in het Thoraxcentrum nu met name gewerkt aan de functionaliteit van de catheters. Palpografie is een IVUS methode om op basis van de lokale hardheid van een plaque een inschatting te maken van de kans op hartinfarcten. Deze techniek wordt momenteel in 40 cen-
tra wereldwijd geëvalueerd. In combinatie met Angiografie en vloeiststofmechanica kan met IVUS de afschuifspanning aan de vaatwand bepaald worden. Deze blijkt regulerend te werken voor veel (moleculair) biologische processen in de vaatwand en atherosclerotische plaques. IVUS wordt gecombineerd met Ultrageluid Contrast Middelen om de kleine vaatjes die de vaatwand voeden in beeld te brengen. Deze spelen een belangrijke rol bij de ontwikkeling van atherosclerose.
12
Prof. T. van der Steen en prof. N. de Jong (biomedische technologie) bij een camera die 25 miljoen beelden per seconde kan maken en zo de doorbloeding van de hartspier kan tonen. Voor deze Brandaris 128 werkt het Erasmus MC samen met FOM (St. Fundamenteel Onderzoek der Materie) en de Universiteit Twente.
Eerste hartklepvervanging via lies in Nederland in Thoraxcentrum In november 2005 is in het Thoraxcentrum de eerste vervanging van de aorta-hartklep uitgevoerd door middel van een ingreep met catheters via de liesslagader. Het betreft een behandeling in onderzoeksfase die tot nu toe wereldwijd bij 22 patiënten is uitgevoerd, waarvan 17 in Duitsland. De behandeling wordt vooralsnog alleen uitgevoerd bij patiënten met een dermate slechte gezondheidstoestand, dat zij niet meer in aanmerking komen voor de gebruikelijke openhartoperatie. De geslaagde ingreep wordt gezien als een belangrijke stap naar een nieuwe toekomst voor deze groep voornamelijk oudere patiënten.
HARTMOTIEF Op 1 juli 2005 is “HARTMOTIEF” gestart, een gerandomiseerd onderzoek naar het effect van de begeleiding van hartfalenpatiënten door een centraal Service Centrum met gebruikmaking van telecommunicatietechnologie. Het onderzoek wordt uitgevoerd door afdelingen Cardiologie in de Rijnmond Regio: Erasmus MC, Havenziekenhuis, Vlietlandziekenhuis, IJssellandziekenhuis, het MCRZ en het Van Weel Bethesdaziekenhuis Dirksland. Partners in het onderzoek zijn ACHMEA, Philips en TNO. Patiënten die intensief worden begeleid krijgen op hun TV een breedband verbinding met het Service Centrum via welke informatiefilmpjes worden aangeboden naast “boodschappen” over medicatie, dieet en leefregels. Bij patiënten die
Peter de Jaegere, interventiecardiologie: ”Ik verwacht dat de ontwikkeling van deze techniek een zeer snelle vlucht zal nemen”.
Patrick Serruys, interventiecardiologie: “ We hebben hier echt een geweldige techniek te pakken”
13
Jaarverslag Thoraxcentrum 2005
net ontslagen zijn uit het ziekenhuis worden bloeddruk en gewicht via dit systeem gecontroleerd, waardoor veranderingen in de toestand vroegtijdig zichtbaar worden. Nagegaan zal worden of deze begeleiding “op afstand” kosten bespaart door verlaging van het aantal dagen ziekenhuisopname t.o.v. de patiënten die via de hartfalenverpleegkundigen vanuit de ziekenhuizen worden begeleid.
14
Patiënt houdt via TV contact met Service Centrum
Stamceltherapie Het Thoraxcentrum participeert in een landelijk onderzoek naar een nieuwe behandeling van hartinfarcten: stamcellen uit beenmerg van de patiënt worden in het beschadigde hart gebracht om de hartfunctie te verbeteren. Vier patiënten ondergingen dit jaar zo’n behandeling. Professor Van der Giessen: “Nu wordt er bij een infarct gedotterd en een stent geplaatst om te voorkomen dat de kransslagader opnieuw afsluit. Maar het hartspierweefsel dat voor zijn bloedvoorziening afhankelijk was van het tijdelijk afgesloten bloedvat is in vrijwel alle gevallen wel beschadigd. Daardoor is de hartfunctie verminderd. In ons onderzoek plaatsen we stamcellen uit het beenmerg van de patiënt in het beschadigde deel van het hart. Deze stamcellen kunnen in andere organen de eigenschappen van de cellen in die organen aannemen. In het hart worden de beenmergcellen dus bloedvat- en hartspiercellen. Het idee is
dat de nieuwe cellen het afgestorven hartweefsel vervangen door nieuw weefsel. Als de hartfunctie door het infarct van honderd naar zestig procent is gegaan, kan stamceltherapie er misschien weer zeventig procent van maken. Dat mag je gerust een kleine revolutie noemen. En dat is nog maar het begin.” Tijdbom in bloedvaten Onderzoekers van de sector Biomedical Engineering van het Thoraxcentrum hebben een nieuwe visie ontwikkeld over de invloed van bloedstroming op het ontstaan van kwetsbare atherosclerotische plaques en het verzwakken van de door atherosclerose aangedane vaatwand.
Hierdoor kunnen hart en - of herseninfarcten ontstaan. Dit is beschreven in twee publicaties in het internationale tijdschrift Nature Clinical Practice - Cardiovasculair Medicine. Het eerste artikel beschreef hoe vetten lange tijd slechts op bepaalde locaties en alleen aan één zijde in de wand van slagaderen op kunnen stapelen zonder de bloedstroom te belemmeren. Zo ontstaan ongemerkt lokale ‘tijdbommen’. Als het kapje dat over de plaque ligt, knapt kan dat aanleiding geven tot stolsel`vorming en een infarct induceren. In het tweede artikel werd uitgelegd hoe de bloedstroom een dergelijke tijdbom (onstabiele plaque) op scherp kan stellen als het bloedvat
Figuur uit publicatie (Nature) over het mechanisme van plaquevorming in de coronair arteriën en plaqueruptuur
15
Jaarverslag Thoraxcentrum 2005
Promoties gaat vernauwen. In de vernauwing neemt de vloeistofwrijving aan de wand (“shear stress”) toe. Dit induceert biologische veranderingen in het kapje van de plaque. Het wordt dunner, waardoor de kans op “scheuren” toeneemt. Deze nieuwe visie, die bloedstroommechanica koppelt aan vaatwandbiologie en de endotheel functie, kan belangrijke consequenties hebben voor therapieen die beogen de endotheelfunctie te verbeteren om een hart- of herseninfarcten te voorkomen.
16
Anne Margreet van Dishoeck, IC verpleegkundige: “ Weer samen betekent voor mij een zorgonderzoeksproject naar glucoseregulatie bij I.C. patiënten van beide IC afdelingen in het Thoraxcentrum met betrokkenheid van zowel de medische als de verpleegkundige discipline.”
In 2005 waren er in het Thoraxcentrum 13 promoties, waarvan 3 cum laude. Advanced Detection Strategies for Ultrasound contrast agents, Jerome Borsboom – 19 januari 2005 Echocardiografie is een techniek waarmee van buitenaf het functioneren van het hart kan worden bekeken met minimale belasting voor de patiënt. Bloed is echter vrijwel onzichtbaar voor ultrageluid. Om de kleine hoeveelheid bloed in het hartweefsel toch zichtbaar te maken, worden contrastmiddelen voor ultrageluid gebruikt. Deze contrastmiddelen bestaan uit microscopisch kleine gasbelletjes die het geluid bijzonder goed reflecteren. In dit proefschrift worden drie methoden voorgesteld voor verbetering van de zichtbaarheid van de belletjes. De beste verbetering wordt bereikt met een dubbele puls methode waarop inmiddels patent is aangevraagd.
Clinical application of intracoronary ultrasound (IVUS) and quantitative coronary angiography (QCA) to assess coronary intervention and atherosclerosis, Yukio Ozaki – 9 februari 2005 Ozaki onderzocht verschillende technieken waarmee de ontwikkeling van coronairlijden gemeten kan worden: kwantitatieve coronair angiografie (QCA), intravasculair ultrageluid (IVUS) en angioscopie. Hij kwam tot de conclusie dat QCA nog steeds de beste methode is voor het bepalen van de ernst van een coronaire stenose. Stentimplantatie voorkomt vroeg en laattijdig remodelleren van de vaatwand en vermindert restenose. Het gebruik van stents die een medicijn afgeven aan de vaatwand (drug eluting stents: DES) verlagen de kans op restenose nog verder. Ozaki vond dat restenose het laagst was na IVUS geleide cutting ballon angioplastiek met stentimplantatie. IVUS geleide ballon angioplastiek met stentimplantatie kan derhalve overwogen worden als alternatief voor DES.
17
Jaarverslag Thoraxcentrum 2005
Refined assessment of vascular responses to drug-eluting stents, Ken Tanabe – 9 februari 2005 Restenose is het grootste probleem in de interventiecardiologie van de afgelopen 25 jaar. De opkomst van drug-eluting stents staat momenteel in de belangstelling bij cardiologen en de industrie. Tanabe onderzocht de klinische effectiviteit van drug eluting stents door middel van coronaire angiografie en intravasculair ultra geluidsonderzoek. De conclusie is dat sirolimus- en paclitaxel stents zeer effectief blijken te zijn in het voorkómen van restenose zonder nadelige vasculaire reacties. Breed gebruik van drug eluting stents wordt aanbevolen.
18
Multislice computed tomography coronary angiography, Filippo Cadamartiri – 16 februari 2005 Dit proefschrift evalueert de diagnostische accuratesse van de 16 slice MSCT scanner om belangrijke kransvatvernauwingen vast te stellen. De principes van MSCT worden besproken en met name het optimale gebruik van röntgen contrast en boluscontrastinjecties technieken wordt bestudeerd. Post-processing technieken worden verfijnd en aangewend om de coronaire afbeeldingen te verbeteren en bewegings artefacten te reduceren. De diagnostische waarde van 16 slice MSCT coronair angiografie om hemodynamisch belangrijke stenose en in-stent restenose vast te stellen is goed, maar toch nog te beperkt om een betrouwbaar alternatief te zijn voor invasieve diagnostische coronair angiografie. Aangetoond is dat de 16 slice MSCT scanner ook niet-obstructieve coronaire plaques kan vaststellen, hetgeen van grote betekenis is voor de vroege detectie van coronaire plaques in de pre-klinische fase van coronaire atherosclerosis. De promotie was cum laude. (zie ook pag. 22)
Implantable cardioverter-defibrillator: more than defebrillation, Dominic Theuns – 27 april 2005 Het gebruik van implantable cardioverter-defibrillatoren (ICD’s) voor primaire preventie zal de komende jaren toenemen. De keuze van het type defibrillator speelt hierbij een rol. Het primaire doel van de ICD is het herkennen en vervolgens het onderbreken van ventriculaire ritmestoornissen. Ondanks de effectieve ICD-behandeling van ventriculaire ritmestoornissen krijgt een substantieel aantal ICDdragers onterechte ICD therapie (electroshock) ten gevolge van atriale ritmestoornissen. Theuns ontdekte dat de eventuele aanwezigheid van boezemfibrilleren geen indicatie vormt om een dubbelkamer ICD te implanteren. Bij patiënten met een indicatie voor primaire preventie kan een eenvoudige en goedkope enkelkamer ICD worden geïmplanteerd. De indicatie voor een dubbelkamer ICD is de aanwezigheid van geleidingstoornissen.
Palpography, Johannes Schaar – 10 juni 2005 Bij aderververkalking ontstaat een vernauwing van de aderen doordat weefsel groeit aan de binnenkant van de vaatwand. Dit weefsel (plaque), kan bestaan uit kalk, bindweefsel of vet. In het laatste geval bestaat het gevaar dat het dunne vliesje dat het vet nog van het bloed scheidt plotseling scheurt. Dit vet komt in de bloedbaan terecht, wat leidt tot een chemische reactie die weer een acute hart- of herseninfarct tot gevolg heeft, al dan niet fataal. Schaar beschrijft in zijn proefschrift een methode om deze ‘vettige’ (kwetsbare) plaques te kunnen onderscheiden van ‘normale’ plaques. Via een catheter wordt met ultrageluid de hardheid van de plaque gemeten. Ook blijkt uit zijn onderzoek dat een intensivering van behandeling met medicijnen als cholesterolremmers leidt tot een significante vermindering van het aantal ‘vettige’ plaques. Johannes Schaar is cum laude gepromoveerd.
19
Jaarverslag Thoraxcentrum 2005
Vascular response after coronary stenting and clinical results of drug-eluting stents, Sjoerd Hofma – 22 juni 2005 Het doel van dit proefschrift was het bestuderen van de vaatwandreactie na interventies in de kransslagader. Zowel acute als chronische vaatwandbeschadiging werd bestudeerd, alsmede endotheeldysfunctie en het gedrag van de nieuwe “drug-eluting stents” (DES), waarbij na implantatie langzaam een medicijn diffundeert uit de stentcoating ter voorkoming van in-stent restenose. Deze anti-proliferatieve medicijnen worden namelijk gerelateerd aan vertraagde genezing van de beschadigde vaatwand. Tot slot werden de resultaten van deze DES bij patiënten met een acuut hartinfarct bestudeerd.
20
Myocardial viability: beyond improvement of function, Vittoria Rizzello – 22 juni 2005 De bevindingen in dit proefschrift laten zien dat er naast myocardvitaliteit, additionele factoren zijn die de prognose na coronaire revascularisatie beïnvloeden Daarom is een zorgvuldig onderzoek van gegevens over vitaliteit, uitgebreidheid van littekenweefsel, graad van LV remodeling en de duur van hibernatie nodig om verbetering van LVEF (ejectiefractie) na revascularisatie te kunnen voorspellen. Ook laat dit proefschrift zien dat er naast verbetering van LVEF andere gunstige effecten op kunnen treden na revascularisatie van vitaal myocardweefsel.
Predictive echocardiography, Elena Biagini – 22 juni 2005 In dit proefschrift zijn verschillende echocardiografische methoden beschreven om het resultaat van de behandeling van verschillende groepen hartpatiënten te voorspellen. De waarde van hoog doses dobutamine stressecho cardiografie wordt beschreven voor het voorspellen van complicaties op langere termijn bij patiënten met coronair lijden. Lage doses dobutamine stressecho cardiografie en “tissue doppler imagine” werden toegepast om het herstel van de hartspierfunctie te beschrijven bij patiënten met coronair lijden die een revascularisatie ondergingen of die behandeld werden met transplantatie van skeletspiercellen in het hart. Contrastechocardiografie werd gebruikt om het herstel te voorspellen bij patiënten die een primaire coronaire interventie ondergingen tijdens een hartinfarct. Tenslotte werd de betekenis van de intracardiale echocardiografie geanalyseerd om de grootte van het infarct te voorspellen bij patiënten met hypertrofische obstructieve cardiomyopathie die behandeld werden met ablatie (infarcering) van een deel van het te dikke kamerseptum.
Catheter ablation of tachyarrhythmias in Koch’s triangle, Geert-Jan Kimman – 21 september 2005 De driehoek van Koch is een gebied in het hart waarin zich de atriumventriculaire geleidingsknoop bevindt. Hierin kunnen ritmestoornissen ontstaan. Tot nu toe worden deze behandeld met radiofrequente katheterablatie (wegbranden). Deze methode kent nogal wat nadelen. In dit onderzoek komt naar voren dat hartritmestoornissen veiliger behandeld kunnen worden met cryothermie (afkoelen en bevriezen). Kimman constateert dat het vriezen in potentie net zo effectief is als het branden en veiliger, omdat minder vaak blijvende geleidingsproblemen ontstaan. Ook is de kans op letsel en perforatie kleiner dan met branden. Wel moet nog nader onderzoek gedaan worden naar de stuurbaarheid van de katheter, de optimale duur en ablatie temperatuur.
21
Jaarverslag Thoraxcentrum 2005
Non-invasive coronary imaging with multislice computed tomography coronary angiography, Nico R.A. Mollet, 12 oktober 2005 Het conventioneel coronair angiogram (verricht d.m.v. een hartkatherisatie) is de gouden standaard voor het opsporen van kransslagadervernauwingen. Het is echter een duur en invasief onderzoek met een klein risico op belangrijke complicaties. Multislice CT coronair angiografie is een relatief nieuwe techniek die gebruikt kan worden om op een patiëntvriendelijke en niet-invasieve manier (d.w.z. zonder dat er een katheterisatie hoeft worden verricht) kransslagadervernauwingen op te sporen. De resultaten tonen dat deze techniek een alternatief is voor een diagnostisch invasief coronair angiogram in een geselecteerde patiëntengroep. Nico Mollet is cum laude gepromoveerd.
Assessment of preoperative condition and postoperative outcome in nonsmall cell lung cancer surgery, Özkan Birim – 7 december 2005 De voorkeursbehandeling bij een vroeg stadium niet-kleincellig longcarcinoom is chirurgische tumorresectie. Echter, ondanks enorme verbetering in de perioperatieve en postoperatieve zorg is de postoperatieve overleving teleurstellend. Alhoewel het pathologisch TNM stadium de meest voorspellende factor is, zijn er additionele risicofactoren nodig om de grote variabiliteit in postoperatieve overleving te kunnen verklaren. Het is belangrijk om deze additionele risicofactoren te identificeren om zo preoperatief te kunnen weten welke patiënten een verhoogd risico lopen op een slecht postoperatief beloop. In het proefschrift worden de risicofactoren, inclusief de preoperatieve stadiëring en het vroege en late postoperatieve beloop beschreven.
22
23
Evaluation of 12-lead electrocardiogram reconstruction methods for patient monitoring, Stefan Nelwan – 9 november 2005 Continue ECG registratie van alle 12 gebruikelijke afleidingen is in de klinische praktijk niet altijd mogelijk. Zo kunnen bewegingsartefacten en ruis resulteren in een verminderde opnamekwaliteit. Bovendien kunnen elektroden verplaatst of verwijderd worden, indien andere diagnostische onderzoeken nodig zijn. In dit promotieonderzoek zijn nieuwe methoden ontwikkeld en geëvalueerd om deze problemen aan te pakken. Er is onderzoek gedaan naar gereduceerde afleidingensets, waarmee het 12-afleidingen ECG kan worden gereconstrueerd. Het tweede gedeelte van het onderzoek bevat methoden om de effecten van lichaamspositieveranderingen en variatie in elektrodeposities te kwantificeren, detecteren en corrigeren. Een deel van de bevindingen is in een patent vastgelegd.
Annet Louw, onderwijsbureau: “Na 4 jaar werken in het Thoraxcentrum is het erg leuk om eindelijk eens alle gezichten achter de namen te leren kennen.”
Onderwijs
24
Het huidige curriculum voor medisch studenten “Erasmusarts 2007” is opgebouwd uit elf kernthema’s. ‘Cardiologie’ wordt behandeld binnen het thema 1.1, ‘De Arts’ en het thema 1.2 ‘Stoornissen in het milieu interieur’. Deze twee kernthema’s vinden kort na elkaar plaats in het eerste jaar van de medische opleiding. In thema 1.1 werden ‘live’ video demonstraties verzorgd door onze medewerkers vanuit de polikliniek Cardiologie, functie afdeling, hartcatheterisatiekamer en operatiekamer. Deze demo’s werden door de studenten hoog gewaardeerd. Mede om te ondervangen dat de in het eerste jaar opgedane (cardiologische) kennis in de loop van de daarop volgende studiejaren weer zal wegzakken is voor het vierde studiejaar een nieuw patiëntgeoriënteerd thema opgezet ‘de patiënt’. Multidisciplinaire patiëntenbesprekingen zullen bijdragen tot reactivering en verdieping van kennis en klinisch inzicht. Ook de afdeling Cardiologie en de Thoraxchirurgie zijn in dit thema vertegenwoordigd. Ter voorbereiding op de klinische fase werd voor het PKV (‘Practicum Klinische Vaardigheden’) onderwijs een nieuwe training opgezet met gebruikmaking van Harvey, het ‘cardiologisch fantoom’. Auscultatie van het hart en ‘live’ echocardiografie worden hierbij met elkaar gecombineerd. Ook de belangrijkste ECG afwijkingen worden behandeld. De training ging eind 2005 van start.
Symposia en congressen Het tweedejaars keuzeonderwijs werd wederom verzorgd door de Cardiovasculaire Onderzoeksschool COEUR waarvan ook het Thoraxcentrum deel uit maakt. Dertig studenten namen gedurende een maand deel aan het uitgebreide cardiovasculaire programma. Aan het derde- en vierdejaars keuzeonderwijs en keuzeonderzoek werd door dertien studenten deelgenomen. In de loop van 2005 ging de tweejarige Master of Science in Clinical Research opleiding van start. Deze opleiding loopt parallel met het medische curriculum. De Cardiovasculaire Onderzoekschool COEUR en ook het Thoraxcentrum participeren actief in het programma. Inmiddels worden zeven studenten die deze opleiding naast hun medische opleiding volgen, door medewerkers van onze afdeling begeleid. In 2005 waren er 19 arts-assistenten in opleiding op de afdelingen Cardiologie en Thoraxchirurgie, alsmede enkele assistenten in opleiding tot internist, anesthesioloog en klinisch geneticus. Evenals in voorgaande jaren werd door onze medewerkers onderwijs gegeven aan een groot aantal opleidingen voor verpleegkundigen, laboranten en andere paramedici.
In 2005 zijn er door het Thoraxcentrum 9 congressen, symposia en cursussen georganiseerd. Daarnaast werden er meer dan 40 live verbindingen vanuit het Thoraxcentrum verzorgd ten behoeve van de bijscholing van Europese cardiologen en congressen in onder andere Athene, Parijs en Washington. Thoraxcentrum symposium, 13 januari 2005 Op 13 januari opende het Thoraxcentrum het jaar 2005 met een symposium voor de eigen medewerkers. Medewerkers van de afdeling thoraxchirurgie en cardiologie informeerden hun collega’s over de nieuwste ontwikkelingen. Onderwerpen die aan bod kwamen waren percutane coronaire interventies, stamceltherapie, nieuwe functies in de zorg, de secundaire preventie polikliniek, magneetnavigatie en de behandeling van patiënten met een aangeboren hartafwijking. Tiende Europees Congres over Contrast en Utrageluid, 20-21 januari 2005 Het Tiende Europees Congres over Contrast en Ultrageluid in het Hilton Hotel in Rotterdam was erg succesvol. De conferentie werd voorafgegaan door de promotie van J. Borsboom over het onderwerp “chirp insonification van microbelletjes”. Het congres werd bijgewoond door 180 wetenschappers van over de hele wereld, zowel vanuit
de industrie, universiteiten als medische centra. Er was zoals gewoonlijk een goede mix van klinische en technische presentaties, die de laatste innovaties op het gebied van ultrageluid contrast en nieuwe klinische toepassingen behandelden, waaronder afbeelding van de vaso vasorum. Het Elfde Congres zal in januari 2006 gehouden worden. Advances in arrhythmias, 20-24 februari 2005 In Davos werd het tweede internationale symposium over “advances in arrhythmias” gehouden, met 120 deelnemers. Er werden onderwerpen behandeld die varieerden van de klinische achtergrond van ritmestoornissen tot en met de praktische aanpak van catheterablatie bij boezemfibrilleren. Een hoogtepunt was de cursus voor hartstimulatie. Ook de slotsessie over plotse hartdood met een discussie over de aarzelende aanpak van profylactisch implanteren in Europa, en de resultaten van de SCD-Heft trial, kan als een topper worden beschouwd. Een dergelijk programma moet zeker herhaald worden in 2007.
25
Jaarverslag Thoraxcentrum 2005
Echocursussen Er zijn in 2005 drie echocursussen gegeven. Een algemene 2D echo cursus en een 3D echocursus voor cardiologen en laboranten, en een cursus voor internisten en anesthesisten waarbij het gebruik van “Handheld” echomachines voor elementaire diagnostiek werd aangeleerd.
26
Cardiology and Vascular Medicine, 18-20 april 2005 Het eerste symposium van een jaarlijkse reeks over cardiologie en vaatziekten werd verzorgd door 30, meest Europese, experts die lezingen hielden over atherosclerose, preventieve cardiologie, hartfalen, congenitale hartafwijkingen, ritmestoornissen, acute coronaire syndromen en interventiecardiologie. Er werd ingegaan op nieuwe wetenschappelijke resultaten en de betekenis hiervan voor de cardiologische praktijk. Nieuwe richtlijnen en wetenschappelijke ontwikkelingen die voor de toekomst van belang zijn, kwamen ook aan de orde. Het symposium, mede georganiseerd door de Europese Vereniging voor Cardiologie (ESC), COEUR en de Rijnmond Cardiologen Club, werd bijgewoond door 250 deelnemers uit 30 landen en erg gewaardeerd door de deelnemers.
Cardiologie in Perspectief: huidige en toekomstige trends, mei en juni 2005 In juni 2005 zijn twee cursussen van twee dagen gegeven, elk voor 40 Italiaanse cardiologen. De nadruk lag op cardiale beeldvorming, maar ook onderwerpen als electrofysiologie en acute zorg kwamen aan bod. Ook de Italiaanse cardiologen hebben een aantal presentaties gegeven. Al met al zijn de cursussen met enthousiasme ontvangen, blijkbaar is er in aanvulling op het jaarlijkse grote symposium behoefte aan educatie in kleinere vorm.
Marianne Wijers, perfusie:“Meer onderling contact, minder heen en weer en meer handen op één plaats.”
Internationaal Ultrasound Symposium, 18-21 september 2005 De 2005 editie van het IEEE International Ultrasonics symposium werd in september in Rotterdam gehouden. IEEE is de internationale organisatie van ingenieurs in de elektronica en elektrotechniek. Het jaarlijkse symposium is wereldwijd de belangrijkste bijeenkomst voor de ontwikkeling van ultrageluid technologie, in het bijzonder voor medische toepassingen. Het wetenschappelijke comité bestaat uit een wereldwijd netwerk van 100 experts op dit gebied. Het was de vierde keer in 53 jaar dat het symposium niet in Amerika werd gehouden, een bijzondere eer voor de Rotterdamse organisatoren. Er waren 1100 deelnemers en het wetenschappelijke niveau was zoals altijd erg hoog.
27
Jaarverslag Thoraxcentrum 2005
Kwaliteit
28
MIP (Meldingen van Incidenten in de Patiëntenzorg) De kwaliteitscommissie Thoraxcentrum behandelt op clusterniveau de MIP meldingen van de afdelingen Cardiologie en Thoraxchirurgie. De meldingen worden ook op Erasmus MC niveau geregistreerd, zodat ziekenhuisbrede problemen geanalyseerd kunnen worden. De kwaliteitscommissie bestaat uit 11 vertegenwoordigers van alle beroepsgroepen en units in het Thoraxcentrum. In 2003 waren er 41 meldingen, in 2004 56 en in 2005 73 meldingen. Het stijgend aantal meldingen kan verklaard worden doordat het melden van incidenten meer leeft onder de medewerkers en doordat de meldingen adequaat en discreet afgehandeld worden. De kwaliteitscommissie heeft onder meer geadviseerd om bij de overplaatsing van patiënten altijd zorg te dragen voor een mondelinge overdracht en om wijzigingen in medicatie niet alleen schriftelijk vast te leggen maar deze ook mondeling door te geven aan de verpleging. Terugdringen toegangstijd polikliniek Voor nieuwe patiënten was de toegangstijd tot de eerste afspraak op de polikliniek cardiologie in 2004 opgelopen tot ongeveer 10 weken. Eind 2004 is het aanbod en de vraag naar zorg in kaart gebracht door gedurende 3 weken alle verzoeken voor een eerste of vervolgconsult te registreren.
Renovatie en verhuizing Thoraxcentrum Het bleek dat 16% van de patiënten binnen één week terecht kon, maar dat ook 16% van de patiënten langer dan 10 weken moest wachten. Ook bleek 9% van de nieuwe patiënten toch geen afspraak te maken, veelal omdat men de toegangstijd te lang vond. Om de toegangstijd terug te brengen, is afgesproken dat verwijzers wordt gevraagd nieuwe patiënten schriftelijk aan te melden zodat het hoofd van de poli een adequate en snelle planning kan maken. Teneinde “ruimte voor nieuwe” patiënten te maken, worden alle dossiers van controle patiënten door een collegaspecialist bekeken. Aangegeven wordt of een patiënt vanuit medisch oogpunt kan worden terugverwezen naar de oorspronkelijke verwijzer. In 2006 zal bekeken worden of door deze maatregelen de toegangstijd inderdaad gedaald is of dat er eventueel aanvullende maatregelen nodig zijn. Protocollen In het Erasmus MC is een computersysteem geïntroduceerd waardoor de protocollen online beschikbaar zijn. Elke afdeling/ unit kan hierop de eigen protocollen, procedures en richtlijnen publiceren. Binnen het Thoraxcentrum heeft elke unit een documentbeheerder die verantwoordelijk is voor het publiceren, controleren en herzien van deze documenten. Vrijwel alle protocollen en procedures van de afdelingen Thoraxchirurgie en Cardiologie zijn in Protocolnet opgenomen.
Voorbereidingen renovatie Thoraxcentrum Het jaar 2005 stond in het teken van de laatste voorbereidingen voor de daadwerkelijke renovatie van het Thoraxcentrum. Eind januari vond de oplevering plaats van 40 kantoren op de 5e etage van het Ba/ Bd gebouw, ook wel de “dakopbouw” genoemd. De medewerkers die waren gehuisvest in het H-gebouw en in het Bd-gebouw op de 1e etage zijn verhuisd naar de dakopbouw van het Thoraxcentrum. Ook is een groot deel van de medische staf en het secretariaat verhuisd van de 4e naar de 5e verdieping van het Thoraxcentrum. In totaal zijn 140 medewerkers verhuisd. Na verkregen goedkeuring van het Bouwcollege, vond eveneens in 2005 de Europese Aanbesteding plaats van de renovatie van het Thoraxcentrum (bouw, werktuigbouwkundig en elektrotechniek).
Het resultaat van de aanbesteding was dat binnen budget kan worden gebouwd, zodat in december 2005 de Raad van Bestuur goedkeuring heeft verleend en aan de geselecteerde aannemers de opdracht is gegeven te starten met de renovatie. In januari 2006 zal daadwerkelijk begonnen worden met de 1e verdieping, alwaar 4 operatiekamers, 4 interventiekamers, 20 IC-bedden en 6 CCU-bedden gerealiseerd zullen worden. De kleedkamers worden op de 2e verdieping gerealiseerd. Deze werkzaamheden zullen ongeveer 14 maanden duren. Als alles volgens planning verloopt zal in het voorjaar de oplevering zijn, waarna het nieuwe behandelcentrum en de nieuwe IC/CCU in gebruik genomen zullen worden. Daarna kan de renovatie van de 4e etage kan beginnen.
Teus van Dam, KEI: “In maart 2005 terug naar het Thoraxcentrum: Afstanden tot elkaar en tot afdelingen lijken soms nog groter geworden……. Voor mij staat 2006 in het teken van Samen verder, Samen werken, Samen bouwen! ”
29
Jaarverslag Thoraxcentrum 2005
Personeel
30
Kengetallen Personeel Per december 2005 ligt het aantal medewerkers van het Thoraxcentrum, inclusief stagiaires, medisch studenten en gasten, op 642 waarvan 439 bij de afdeling Cardiologie, 191 bij Thoraxchirurgie en 12 bij het clusterbureau. In het jaar 2005 zijn 180 medewerkers aangesteld en 137 medewerkers met ontslag gegaan. De gemiddelde leeftijd binnen het Thoraxcentrum bedraagt 39 jaar, wat een daling is t.o.v. het jaar 2004 met 1 jaar. De man/vrouw verhouding is 2/3. De 642 medewerkers van het Thoraxcentrum zijn verdeeld over 27 verschillende nationaliteiten, ondermeer door een groot aantal buitenlandse fellows. Dit illustreert de wereldwijde aantrekkingskracht van ons centrum. Vertrek uit het Thoraxcentrum Lex van Herwerden, Thoraxchirurg, is per 1 december 2005 benoemd tot hoogleraar in de Cardiothoracale Chirurgie bij het UMCU. Manager Clusterbureau, Gerhard Surink is per 1 december 2005 gaan werken bij het programmabureau Ruimte voor Nieuw. Leo Groenendaal, teamleider MIT is per 1 november gaan werken bij de Directie Informatie als projectleider Medische Technologie. Cardioloog Marcoen Scholten is vertrokken naar het Medisch Spectrum Twente in Enschede en cardioloog Eugene Mc. Fadden is teruggegaan naar Ierland.
Berend Stolk, intensivist, is vertrokken naar het Spaarne Ziekenhuis in Hoofddorp. Charles Lancée, wetenschappelijk onderzoeker echografie, nam afscheid na 35 jaar dienstverband bij het Thoraxcentrum. Kees Slager, wetenschappelijk onderzoeker Hemodynamiek, verliet na ruim 30 jaar dienstverband het Thoraxcentrum en Jan Willem de Jong, ging na 39 jaar dienstverband met FPU. Jan Willem was universitair hoofddocent en een van de initiatiefnemers van de cardiovasculaire onderzoeksschool COEUR. Jolanda van Wijk-Edelman is met vervroegd pensioen gegaan, na een dienstverband van 31 jaar bij het Thoraxcentrum. Hilde van Meurs is met pensioen gegaan, zij was als cardioloog verantwoordelijk voor de cardiorevalidatie en werkzaam op de polikliniek. Overlijden Op 9 februari 2005 overleed Roel van den Bent op 51 jarige leeftijd. Hij werkte bijna 25 jaar bij het Thoraxcentrum als teamverpleegkundige op de High Care/ Medium Care Thoraxchirurgie, daarnaast was hij als praktijkcoördinator werkzaam. Op 23 mei 2005 overleed Regina WoltersSchouten. Zij werkte sinds augustus 1996 op de Medium Care Cardiologie, eerst in de functie van afdelingssecretaresse en later als kliniekassistente.
Ziekteverzuim Het ziekteverzuim is gestegen van 4,3% in het jaar 2004 naar 5,0% in 2005. De stijging is met name te wijten aan de grote griepgolf aan het begin van het jaar en het langdurig ziekteverzuim van een aantal medewerkers. In vergelijking met de afgelopen jaren is door het nieuwe verzuimbeleid actief gewerkt aan het voorkomen van ziekteverzuim en de begeleiding van medewerkers om terug te komen naar de eigen werkplek of eventueel naar een andere werkplek. Ook in het nieuwe jaar zal van de leidinggevenden en medewerkers de nodige inspanningen gevraagd worden om het ziekteverzuim zo laag mogelijk te houden.
FUWAVAZ In oktober 2005 zijn vrijwel alle medewerkers in het Thoraxcentrum ingedeeld in de nieuwe functiewaardering systematiek van het Erasmus MC. In 2003 is gestart met de functiefamilie Verpleging & Verzorging en als laatste zijn in 2005 de administratieve, secretariële en staffuncties in de nieuwe systematiek ondergebracht. Er is een aantal bezwaren ingediend en volgens de vastgestelde beroepsprocedure behandeld. In 2005 zijn alle functiefamilies omgezet.
Wil Barthélemy, P&O: “De samenwerking en dienstverlening met medewerkers en leidinggevenden is intensiever geworden en komt de communicatie ten goede.”
31
Jaarverslag Thoraxcentrum 2005
Carrierèdag Thoraxchirurgie Op zaterdag 2 april 2005 organiseerde de afdeling Thoraxchirurgie een Carrièredag met als doel belangstelling te wekken voor een baan bij het Thoraxcentrum. Er waren vacatures voor IC-verpleegkundigen, High Care/ Medium Care verpleegkundigen, perfusionisten, operatieassistenten en anesthesiemedewerkers. In totaal waren zo’n 30 nieuwe medewerkers nodig wegens groei van de patiëntenzorg en nieuwe activiteiten, zoals het plaatsen van steunharten.Tijdens de 32
Carrièredag konden bezoekers luisteren naar lezingen van vakgenoten, een live openhartoperatie bijwonen en een rondleiding volgen door het Thoraxcentrum. Er kwamen ongeveer 30 bezoekers en door de Carrièredag is een aantal vacatures vervuld. Deze campagne heeft ons de nodige bekendheid gegeven in de regio en het Thoraxcentrum beter op de kaart gezet. Dit blijkt uit een duidelijke toename van het aantal open sollicitaties die sedertdien zijn ontvangen.
Prijswinnaars In 2005 heeft een aantal medewerkers en studenten prijzen gewonnen: Annemarie Noordeloos (Experimentele Cardiologie) heeft de eerste prijs gewonnen op het Voorjaarscongres van de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie in april 2005 voor haar presentatie “Heme oxygenase 1 knockout dendritic cells skew towards a TH1 response both in vitro and in vivo in a murine th2 model”. de Nederlandse Vereniging voor Atherosclerose heeft Caroline Cheng (Biomedical Engineering) beloond met een DAS-fellowship als beloning voor haar “shear stress” en “atherosclerose studies”. de Nederlandse Atherosclerose Vereniging heeft Amber Moelker (Experimentele Cardiologie) beloond met een DAS-fellowship voor haar stamcelonderzoek. Voor dit onderzoek kreeg zij tevens de Best Abstract Award op het Acute Coronary Care symposium in Rome en een posterprijs op de Derde Internationale Conferentie voor Acute Conarary Care in Venetië de eerstejaars geneeskunde studenten van het Erasmus MC hebben onderwijscoördinator Peter Klootwijk gekozen tot docent van het jaar 2005
in februari 2005 heeft Marijn van Stralen (Biomedical Engineering) op de Conferentie Medical Imaging van de SPIE (International Society for Optical Engineering) een Cum Laude Poster Prijs gekregen voor zijn onderzoek naar linker ventrikel volumebepaling middels 3D echocardiografie, een samenwerkingsproject tussen het LUMC en het Erasmus MC de Nederlandse Vereniging voor Microcirculatie en Vasculaire Biologie (MiVaB) en het Nederlands Hypertensie Genootschap hebben analiste Elza van Deel (Experimentele Cardiologie) beloond met een Young Investigator Award for haar presentatie over “vasomotor control in eNOS overexpressed mice”. Monique de Waard (Experimentele Cardiologie) heeft voor haar studie naar de pompfunctie na eNOS overexpressie een posterprijs gekregen van de Nederlandse Vereniging voor Fysiologie. Medisch student Jesse Bijl heeft de Best Poster Award ontvangen van het Auckland City Hospital in Nieuw Zeeland voor zijn studie naar open foramen ovale. op het Najaarscongres 2005 van de Nederlandse Vereniging van Cardiologie (NVVC) heeft Timo Baks (Cardiologie/ Radiologie) een prijs gewonnen voor het beste abstract in de sessie Interventie Cardiologie.
33
Jaarverslag Thoraxcentrum 2005
Financiën
34
Het uitgavenpatroon van de afdelingen Cardiologie en Thoraxchirurgie is stabiel. De personele kosten zijn in 2005 slechts licht gestegen en er is enige stijging van de materiële kosten cardiologie samenhangend met het toegenomen aantal elektrofysiologische procedures. De materiële kosten Thoraxchirurgie zijn enigszins afgenomen als gevolg van besparingen, ondanks de toename van het aantal operaties. Er zijn echter belangrijke fluctuaties in de inkomsten van beide afdelingen, samenhangend met veranderingen in de financieringsstructuur van het Erasmus MC en de interne verrekenmethoden. Zo zijn de inkomsten op basis van onderwijs- en
onderzoeksresultaten Cardiologie gestegen, maar die van de Thoraxchirurgie gedaald. In het jaar 2005 hebben de ziektekostenverzekeraars opnieuw een extra bijdrage geleverd voor de bekostiging van “drug-eluting stents”, en van een deel van de complexe percutane interventies. Verder zijn afspraken gemaakt voor de bekostiging van “cardiac assist devices” (kunsthart) voor een beperkt aantal patiënten. In dit jaar is de apparatuur in één van de röntgeninterventiekamers vervangen, hetgeen een extra investering vergde.
X 1000 Euro
Uitgaven 2004 definitief
Uitgaven 2005 voorlopig
Cardiologie Personeel
13.577
13.758
Materieel
13.902
14.259
366
382
1.935
2.127
29.779
30.526
Personeel
8.450
8.573
Materieel
Diagnostiek Onderzoek en onderwijs Totale uitgaven cardiologie Thoraxchirurgie
4.910
4.665
Diagnostiek
210
212
Onderzoek en onderwijs
642
625
14.212
14.075
1.020
2.670
45.011
47.271
Totale uitgaven thoraxchirurgie Investeringen Totaal Thoraxcentrum
Lex Maat, thoraxchirurgie: “Ik denk als clinicus vooral aan de werkvloer en ben erg blij met de komst van 2 cardioloog-intensivisten (naast de reeds aanwezige internist-intensivisten) waar ik graag mee samenwerk.”
35
36
Redactie: Marije van den Bovenkamp en Marjan van ‘t Hoff Vormgeving en drukwerkbegeleiding: Maud van Nierop Fotografie: Paula Delfos Drukwerk: Gebroeders Peters, Rotterdam oplage: 750 Erasmus MC Thoraxcentrum Postbus 2040 3000 CA Rotterdam tel. 010-4633938 fax. 010-4635258 www.thoraxcentrum.nl