a
Thoraxcentrum jaarverslag 2004 a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
Jaarverslag Thoraxcentrum 2004
Inhoud 2004, een innovatief jaar!
2
Patiëntenzorg
4
Onderzoek
7
Onderwijs
15
Innovaties 2004
16
Symposia/congressen 2004
19
Kwaliteit
22
Renovatie van het Thoraxcentrum
24
Personeelsbeleid 2004
26
Financiën
29
1
Jaarverslag Thoraxcentrum 2004
2004, een innovatief jaar!
2
Innovatie, vernieuwing en verbetering, is een belangrijk kenmerk van patiëntenzorg, onderwijs en onderzoek in het Erasmus MC. Het Thoraxcentrum heeft hierin een vooraanstaande positie, in de regio, maar ook nationaal en internationaal.
diagnostische methode is in volle gang, onder leiding van professor Pim de Feyter, die zowel bij het Thoraxcentrum als bij de afdeling Radiologie werkzaam is. De nauwe samenwerking met de afdeling Radiologie is voor deze ontwikkeling van groot belang gebleken.
Het jaar 2004 begon met de opening van een nieuwe behandelkamer voor patiënten met hartritmestoornissen of coronairlijden. In deze kamer, de derde in Europa, kunnen catheters in het hart worden gestuurd en gepositioneerd met behulp van een sterk, maar voor de patiënt ongevaarlijk magnetisch veld. Inmiddels hebben wij ervaring opgedaan met het werken in deze ‘magneetnavigatiekamer’ en hebben we gezien dat complexe procedures sneller, nauwkeuriger en met minder röntgenstralingsbelasting kunnen worden uitgevoerd.
Boezemfibrilleren is een hartritmestoornis die veel voorkomt bij patiënten met een aangeboren hartziekte, klepafwijkingen, en bij ouderen. Boezemfibrilleren ontstaat vaak in de longvenen. Bij een deel van de patiënten kan boezemfibrilleren worden opgeheven door de longvenen qua geleiding te isoleren van de rest van het hart. Bij andere patiënten kan met behulp van catheters (ablatie) of een operatie (MAZE: doolhofoperatie) een deel van de geleidingsverbindingen in de boezem worden onderbroken, waardoor het normale hartritme wordt hersteld.
Een belangrijke innovatie was de installatie van een nieuwe computer tomograaf (multislice CT-scanner) bij de afdeling Radiologie. Deze 64 slice CT-scanner wordt vooral gebruikt voor diagostiek van de coronairafwijkingen. In enkele jaren is de kwaliteit van de afbeeldingen van deze coronairvaten sterk verbeterd, zodanig dat de ‘64 slice MS-CT’ bij veel patiënten de coronair angiografie met catheters zal kunnen vervangen. De evaluatie van deze nieuwe
Operatieve technieken en perioperatieve zorg blijven zich continu ontwikkelen. In 2004 is de afdeling Thoraxchirurgie begonnen met aortaklepbesparende chirurgie bij aortawortelproblematiek. Dit past in het algemene beleid van reconstructieve klepchirurgie. Ook zien wij een gestage toename van chirurgie voor aortaproblematiek, voor congenitale afwijkingen en van longchirurgie.
een hartinfarct of plotse dood. Ons onderzoek richt zich op de afbeelding en het herkennen van deze plaques met röntgentechnieken en intravasculaire echotechnieken. Ook wordt de pathofysiologie nader bestudeerd en trachten wij nieuwe methoden te ontwikkelen om vulnerabele plaques te behandelen en complicaties te voorkomen.
Bij de interventiecardiologie zien wij een verschuiving naar acute zorg, spoedbehandeling van patiënten met een ontwikkelend hartinfarct.
Evenals in 2003, geeft dit jaarverslag een overzicht van de ontwikkelingen in patiëntenzorg en onderwijs in het Thoraxcentrum. Het wetenschappelijk onderzoek wordt beschreven in het afzonderlijke jaarverslag van de Cardiovasculaire Onderzoeksschool (COEUR) van het Erasmus MC.
Onderzoek van atherosclerose wordt vooral gericht op de zogenaamde “vulnerabele” plaque. Dit zijn ‘plaques’ (aderverkalking) met een actief ontstekingsproces in de vaatwand, die de oorzaak kunnen zijn van onstabiele angina pectoris,
Innovatie is het resultaat van de inspanningen van velen. Wij zijn alle medewerkers van het Thoraxcentrum erkentelijk voor hun bijdrage.
Prof.dr. Maarten L. Simoons Hoofd Afdeling Cardiologie
Prof.dr. Ad J.J.C. Bogers, Hoofd Afdeling Thoraxchirurgie
3
Patiëntenzorg Patiëntenzorg 2002
2003
2004
3.900 12.639 16.539
7.018 12.484 19.502
6.890 11.880 18.770
Opnames IC/CCU Cardiologie Opnames MCU Cardiologie
796 2.215
860 2.273
809 2.159
PCI*/dotterbehandelingen Overige interventies Coronairangiografie
1.492 843
1.400 39 820
1.420 65 960
103 165 83
118 198 90
204 222 96
1.101 791 310
1.002 808 194
995 810 185
20
18
18
191 5
183 2
150 7
Eerste polikliniekbezoeken Herhaalbezoeken Totaal
ICD Ablaties Pacemakers
4
Open hart operaties, waarvan: in het Thoraxcentrum in het MCRZ Harttransplantaties Longoperaties/ thoracale chirurgie Longtransplantaties *
Percutane Coronaire Interventies
2004 Telling per 3 januari 2005: de aantallen kunnen bij controle nog enigszins worden aangepast
Als gevolg van de technische ontwikkelingen (innovaties) zagen we in 2004 een verdere verschuiving van de patiëntenzorg in de regio. Er is met name een belangrijke toename van de interventiecardiologie, een toename van het aantal elektrofysiologische procedures en een verschuiving binnen de chirurgie. De toename van het aantal coronaire interventies is gerealiseerd door het tweede centrum voor interventiecardiologie dat in het Medisch Centrum Rijnmond Zuid (MCRZ) tot ontwikkeling is gekomen. Het aantal percutane coronaire interventies in het Thoraxcentrum is stabiel gebleven. Wij zien wel een belangrijke verschuiving, met een toename van de interventies voor acute coronaire syndromen, waaronder het hartinfarct, en een afname van de electieve interventies. Het succes van de interventiecardiologie vertaalt zich in een afname van het aantal coronaire operaties. Het aantal open hart operaties bleef ongeveer gelijk door toename van de chirurgie voor klepafwijkingen, afwijkingen aan de aorta en aangeboren hartafwijkingen. Steeds vaker worden oudere patiënten geopereerd, hetgeen leidt tot een grotere behoefte aan post-operatieve intensieve zorg. Daarom is het aantal operaties, verricht in het MCRZ, verder afgenomen.
Verpleegkundige Marieke Jans van de Medium Care Cardiologie in gesprek met patiënt (de heer Oosterboer)
Dankzij de resultaten van klinisch wetenschappelijk onderzoek werd de indicatie voor het gebruik van inwendige cardioverter defibrillatoren (ICD) uitgebreid. Dit zal in de komende jaren leiden tot verdere stijging van dit soort procedures. Ook het aantal ablatie behandelingen neemt toe, mede als gevolg van innovaties betreffende ablatie voor boezemfibrilleren. Door deze ontwikkelingen komt in het Thoraxcentrum nog meer het accent te liggen op zorg voor patiënten die een speciale behandeling
moeten ondergaan en minder op de algemene cardiologie. Het aantal patiënten dat is opgenomen op de afdeling Cardiologie is toegenomen als gevolg van het grotere aantal interventies. Opnames bij Thoraxchirurgie zijn ongeveer gelijk gebleven. Het aantal verpleegdagen is niet toegenomen. Dit betekent dat de patiënten gemiddeld korter in het Thoraxcentrum verblijven en sneller naar huis kunnen of worden ontslagen, dan wel voor verdere behandeling naar een andere ziekenhuis worden overgeplaatst.
5
Jaarverslag Thoraxcentrum 2004
Onderzoek Publieksdag Nederlandse Hartstichting Op zaterdag 24 april organiseerde het Thoraxcentrum, ter ere van het 40-jarig jubileum van de Nederlandse Hartstichting, een publieksdag. Iedereen die interesse had in harten vaatziekten was welkom. Het Thoraxcentrum verzorgde lezingen, een forumdiscussie en een informatiemarkt.
6
Wat was het leukste moment in je werk in 2004? Paul Musters, verpleegkundig consulent Secundaire Preventie Poli: “Het leukste moment in 2004 was ongetwijfeld de kans die ik eind dit jaar kreeg om, samen met mijn collega Colinda Koppelaar, een verpleegkundige polikliniek op te zetten voor secundaire preventie. In dit project gaan we, bij patiënten die zijn opgenomen geweest met een hartinfarct of met pijn op de borst (angina pectoris), inventariseren welke risicofactoren er spelen en deze intensief behandelen. Daarbij kun je denken aan beïnvloeding van de levensstijl: patiënten motiveren om gezond(er) te gaan eten, meer te gaan bewegen, zonodig af te vallen en te stoppen met roken en aan medicamenteuze behandeling van hoge bloeddruk, een verhoogd cholesterol en suikerziekte. Patiënten worden hierin een jaar lang intensief begeleid. Daarnaast krijgen ze een op maat gemaakt behandelplan en worden ze zonodig meebehandeld door andere deskundigen, zoals de diëtist(e), de stoppen-met-roken cursus of de cholesterolpolikliniek. Begin 2005 gaan we van start, dus we komen er graag in het volgende jaarverslag op terug!”
Nieuwe hoogleraren Op 19 maart 2004 vond de oratie van prof.dr. Dirk Jan Duncker plaats op de Erasmus Universiteit Rotterdam. Ter gelegenheid van de benoeming tot hoogleraar Experimentele Cardiologie sprak hij een rede uit over ‘Aanpassingsvermogen van hart; zegen of zorg?’ Professor Duncker is het hoofd van de afdeling Experimentele Cardiologie van het Thoraxcentrum.
Per 1 oktober 2004 is dr. Luc Jordaens benoemd tot hoogleraar ‘experimentele en klinische elektrofysiologie van het hart’. Wij mogen verwachten dat dit een stimulans zal zijn voor zowel het onderzoek als de patiëntenzorg op dit snel ontwikkelende gebied. Professor Jordaens is hoofd van de afdeling Klinische Elektrofysiologie van het Thoraxcentrum.
Experimentele cardiologie De Experimentele Cardiologie van het Thoraxcentrum richt zich op het bestuderen van de fysiologie van het hart en de bloedsomloop, de aetiologie en pathofysiologie van hart- en vaatziekten, alsmede het ontwikkelen van nieuwe therapieën voor hart- en vaatziekten. Experimentele Cardiologie heeft een sterk integratief en multidisciplinair karakter.
Onderzoek wordt veelal verricht in intacte proefdieren (variërend van muis tot varken) en geïsoleerde hart- en vaatpreparaten. Hierbij worden niet alleen functionele analyses (hemodynamiek, vaattonus en hartspierfunctie en -metabolisme) en acute en chronische farmacologische interventies (moduleren van cardiovasculaire functies) verricht, maar ook histologische, biochemische en moleculaire technieken toegepast.
7
Jaarverslag Thoraxcentrum 2004
8
Welk element in je werk zou je slecht kunnen missen? Daphne Merkus, postdoc experimentele cardiologie: “De varkens waarmee we experimenten doen, want dat zijn erg leuke dieren met allemaal hun eigen karakter.”
0L0
L
0S
1
2
3
4
Treadmill Exercise (km/h)
5
Een nieuwe ontwikkeling binnen de Experimentele Cardiologie in 2004 betrof het stamcelonderzoek. Zo werden studies geïnitieerd naar de effecten van voorlopercellen afkomstig uit beenmerg of navelstrengbloed in varkens met een myocardinfarct. Daarom werd in 2004 een uitgebreide renovatie/verbouwing van het bestaande laboratorium uitgevoerd. Deze aanpassingen binnen het laboratorium zullen een verdere moleculaire verdieping van de verschillende onderzoekslijnen mogelijk maken.
Daphne Merkus bij de loopband voor varkens
Biomedische technologie De Biomedische Technologie van het Thoraxcentrum ontwikkelt diagnostische en therapeutische methoden voor hart- en vaatziekten. Traditioneel is er ruim aandacht voor echocardiografische toepassingen. Aandachtsgebieden zijn: ■ Ultrageluidcontrastmiddelen (prof.dr.ir. Nico de Jong) ■ Ultrageluid transducenten (dr.ir. Charles Lancée) ■ Intravasculaire technieken (prof.dr.ir. Ton van der Steen) ■ Biomechanische Fysiologie (dr. Rob Krams) ■ Hemodynamiek (dr.ir. Cees Slager) In 2004 is belangrijke vooruitgang geboekt op het gebied van intravasculair ultrageluid palpografie. Met behulp van deze techniek kan lokaal de elasticiteit van de vaatwand en atherosclerotische plaque gemeten worden. Dit blijkt een indicatie te zijn of een plaque stabiel of instabiel (vulnerabel) is. Scheuren van een instabiele plaque kan een acuut hartinfarct of herseninfarct veroorzaken. Dit onderzoek heeft de prijs voor beste NHSproject gewonnen op de wetenschapsdag van de Nederlandse Hartstichting. Deze techniek is gebruikt in een studie met 100 patiënten
waar de resultaten vergeleken worden met andere afbeeldingstechnieken zoals standaard intravasculair ultrageluid en multislice CT, maar ook met in bloed aanwezige indicatoren voor atherosclerose en instabiele plaque. Bovendien zijn de resultaten in een beperkte patiëntengroep gekoppeld aan de afschuifspanning die het bloed veroorzaakt op de vaatwand om op deze manier een betere verklaring voor de conditie van de vaatwand te vinden (zie ook: ‘Bloedstroomprofielen en atherosclerose’ in het hoofdstuk Innovaties 2004 van dit jaarverslag). 9
Thoraxcentrum publicaties 1990 - 2004 zoals vermeld in PubMed
300
Aantal publicaties
De Experimentele Cardiologie kent thans drie onderzoekslijnen: ■ Vaatwandschade en herstel (dr. Wim van der Giessen en dr. Heleen van Beusekom) ■ Cardiale (mal)adaptatie aan stress en schade (prof.dr. Dirk Jan Duncker en dr. Daphne Merkus) ■ Vasculogenese, angiogenese en myogenese (dr. Erik Duckers). Deze onderzoekslijnen maken onderdeel uit van het COEUR research thema I: ‘Cardiale en vasculaire biologie, en farmacologie’.
200
100
0
90
95
00 Jaar
04
Jaarverslag Thoraxcentrum 2004
Promoties 2004
10
Breed gebruik van de met sirolimus gecoate stents in de klinische praktijk, Pedro Lemos – 28 april 2004 Pedro Lemos concludeerde in zijn proefschrift: ‘Implantatie van de met sirolimus gecoate stents is veilig en effectief in het terugdringen van restenose bij ongeselecteerde patiënten in de klinische praktijk, maar ook bij verschillende subgroepen met een verhoogd risico’. Door de vermindering van restenose met de gecoate stent zal de indicatie voor percutane behandeling zeer zeker worden uitgebreid, ondermeer bij patiënten waarbij chirurgische behandeling wordt overwogen. Hoewel weinig voorkomend, zal restenose na implantatie van gecoate stents toch plaatsvinden bij een kleine minderheid. De risicofactoren voor restenose zijn dezelfde als die bij de conventionele stent.
Drug-eluting stents ter behandeling van in-stent restenose, Francesco Saia – 22 september 2004 Drug-eluting stents vertegenwoordigen een nieuwe baanbrekende biotechnologie die coronaire stents implantatie combineert met lokale geneesmiddelentherapie. Totnogtoe werd het gebruik van drug-eluting stents in de praktijk beperkt door hogere kosten en het ontbreken van wetenschappelijke resultaten bij behandeling van specifieke patiëntengroepen. Francesco Saia onderzocht het klinische en angiografische resultaat van Sirolimus drug-eluting stent implantatie in verschillende hoog-risico patiëntengroepen, variërend van in-stent restenosis tot acute myocard-infarct. Saia toonde aan dat de Sirolimus drug-eluting stents zeer effectief zijn in het terugbrengen van de frequentie van in-stent restenoses.
Percutane behandeling van patiënten met complexe coronaire atherosclerose, Akis Arampatzis – 23 juni 2004 Akis Arampatzis onderzocht de impact van de technologische vooruitgang op de percutane behandeling van patiënten met complexe vormen van coronaire atherosclerose. Zijn bevindingen ondersteunen de uitstekende resultaten die werden geboekt met de drug-eluting stents in gerandomiseerde studies die slechts een geselecteerde patiëntenpopulatie bestuderen. Een belangrijke bevinding is het feit dat deze gunstige resultaten kunnen worden geproduceerd in de dagelijkse klinische praktijk bij ongeselecteerde patiënten. Deze bevinding zal bijdragen tot een verdere toename van het aantal complexe revascularisatieprocedures.
Stralingsveiligheid tijdens interventietechnieken, Ad den Boer – 13 februari 2004 Bij cardiologische interventietechnieken wordt gebruik gemaakt van röntgenstraling, en dat kan ongezond zijn. Patiënten kunnen door straling huidschade oplopen. Maar ook medewerkers ontvangen straling die vanuit de patiënt en de röntgenbuis ‘verstrooid’ wordt. Röntgentechnoloog Ad den Boer promoveerde, op zijn 60e verjaardag, op dit onderwerp. Gebruik van speciale bundelfilters, moderne röntgentechnieken en een adequate opleiding voorkomt röntgenschade bij patiënten en medewerkers. Stralingsveiligheid moet hoog op het prioriteitenlijstje staan van ziekenhuismanagers en onderzoekers, meent Ad den Boer. Er wordt nu nog te vaak gedacht in budgetten.
11
Jaarverslag Thoraxcentrum 2004
Peri-operatief en lange termijn beleid bij patiënten die een grote vaatoperatie ondergaan, Miklos Kertai – 12 mei 2004 Miklos Kertai toonde met zijn onderzoek aan dat wanneer gebruik wordt gemaakt van geschikte onderzoeksmethoden voor perioperatieve risicostratificatie en lange termijn behandelstrategieën, patiënten niet alleen veilig geopereerd kunnen worden, maar hier ook op de korte en op de lange termijn van kunnen profiteren. Kertai vindt dat peri-operatieve en lange termijn cardiale risico-inschatting één van de meest uitdagende en controversiële terreinen is binnen de klinische geneeskunde, evenals de nabehandeling van patiënten die een grote vaatoperatie hebben ondergaan. 12
Simulator voorspelt levensloop na vervanging aortaklep, John Puvimanasinghe – 9 juni 2004 Patiënten die een nieuwe aortaklep nodig hebben, kunnen kiezen uit verschillende soorten protheses; mechanische kleppen en kleppen gemaakt van dierlijk materiaal worden het meest gebruikt. Er bestaan geen duidelijke richtlijnen welke klep wanneer moet worden gebruikt. De zogenaamde ‘Rotterdam levensloopsimulator’ kan helpen bij die keuze. De analyses van John Puvimanasinghe toonden aan dat patiënten van 60 jaar en ouder meestal baat hebben bij een dierlijke klep, en jongere patiënten bij een mechanische klep. Met de simulator, die de levensloop van de patiënt na plaatsing van de prothese voorspelt, kunnen arts en patiënt de meest geschikte klep kiezen.
Volwassenen met aangeboren hartafwijking, Jolien Roos-Hesselink - 23 juni 2004 Cardiologe Jolien Roos-Hesselink onderzocht 350 mensen met een aangeboren hartafwijking die tussen 1968 en 1980 een open hart operatie in het Erasmus MC hebben ondergaan en nu volwassen zijn. Negentig procent van de geopereerde groep bleek 25 jaar later nog in leven te zijn, terwijl kinderen met een aangeboren hartafwijking vroeger vaak op jonge leeftijd overleden. De verschillende hartafwijkingen leidden wel tot complicaties zoals ritmestoornissen, hartkleplekkage, hartfalen, stolselvorming of complicaties aan de aortaklep. Maar de kwaliteit van leven deed niet veel onder voor die van hun leeftijdsgenoten. Het krijgen van kinderen was wel een beladen onderwerp. Deze groep was bang, vaak ten onrechte, dat de eigen gezondheid zou lijden onder een zwangerschap en een kind ook een hartafwijking zou krijgen.
Gewenste bellen, Michiel Postema – 17 september 2004 Michiel Postema promoveerde aan de Universiteit Twente op het onderzoek naar het gebruik van microbelletjes ten behoeve van ultrageluiddiagnostiek. Zijn promotor was Prof. dr. ir. Nico de Jong. Deze microbelletjes van ongeveer 3 micrometer, worden in de bloedbaan ingespoten om de perfusie van de hartspier met ultrageluid te kunnen bepalen. Dr. Postema heeft in het bijzonder onderzocht hoe deze belletjes zich gedragen als ze met ultrageluid worden aangestraald en hier kwamen twee aspecten aan de orde: Het detecteren van deze belletjes voor diagnostische doeleinden en gebruik van deze belletjes voor niet-invasieve drukmeting en als carrier voor medicijnen, dus voor therapeutische doeleinden. Zijn proefschrift draagt dan ook de brede titel ‘Medical bubbles’.
13
Jaarverslag Thoraxcentrum 2004
Onderwijs Ongewenste bellen , Peggy Palanchon – 22 september 2004 In haar proefschrift ’Ultrasound Harmonic Classification of Microemboli’ beschrijft Peggy Palanchon een methode om emboliën, die juist ongewenst ontstaan tijdens of na een operatie, te classificeren in gasemboliën (diameter tussen 20 en 200 µm) en emboliën bestaande uit vaste deeltjes. Dit onderscheid is zeer belangrijk voor de behandeling van de patiënt door de anesthesist. Zij gebruikt de unieke eigenschap van de embolie-bel dat, indien aangestraald op de resonantie frequentie, deze hogere harmonische gaat uitzenden. Hierdoor onderscheidt hij zich van een embolie bestaande uit vaste deeltjes. Het onderzoek omvat de simulaties en de in-vitro verificatie. De volgende stap is om dit in de klinische omgeving te gaan evalueren. 14
Medewerkers van het Thoraxcentrum gaven ook in 2004 onderwijs aan eerstejaars medisch studenten binnen het nieuwe curriculum Erasmusarts 2007. De Cardiovasculaire Onderzoeksschool COEUR, waarvan het Thoraxcentrum deel uitmaakt, organiseerde voor 30 tweedejaars medisch studenten gedurende een maand keuzeonderwijs. Voor de promovendi organiseerde COEUR 6 cursussen van een week, met als onderwerpen: ■ Atherosclerose research ■ Cardiovasculaire beeldvorming en diagnose ■ Cardiovasculaire klinische epidemiologie ■ Onderzoek aan hartfalen ■ Congenitale hartziekten ■ Neurovasculaire ziekten
Aan keuzeonderzoek werd door 18 vierdejaars medisch studenten deelgenomen. In 2004 waren er 20 arts-assistenten in opleiding op de afdelingen Cardiologie en Thoraxchirurgie. Naast het structurele onderwijs aan medisch studenten heeft het Thoraxcentrum ook in ruime mate bijgedragen aan de opleiding van technici, verpleegkundigen en medisch specialisten. Onderwijscoördinator drs. Dick Kruijssen ging in 2004 met flexibel pensioen (FPU). Dr. Peter Klootwijk werd benoemd tot sectorhoofd onderwijs Thoraxcentrum. Dr. Jan Willem de Jong coördineerde het COEUR onderwijs. Meer informatie over COEUR is te vinden in het COEUR Annual Report 2004 en op de website www.coeur.nl.
Wat was het leukste moment in je werk in 2004? Prof.dr. Maarten Simoons, hoofd afdeling Cardiologie: “Het applaus na een college voor 1e jaars studenten.”
Wat was het leukste moment in je werk in 2004? Prof.dr. Ad Bogers, hoofd afdeling Thoraxchirurgie: “Het is niet zozeer een moment, maar het besef dat het gezamenlijke kenmerk in de afdeling Thoraxchirurgie was dat we in personele krapte, met beperkte middelen en onder niet ideale omstandigheden, er in zijn geslaagd om met grote inzet van de betrokkenen goede zorg te leveren en daarbij een groeiende kwaliteit van onderzoek en onderwijs voor elkaar te krijgen.“
15
Jaarverslag Thoraxcentrum 2004
Innovaties 2004 Uit de vele technische en klinische ontwikkelingen in het Thoraxcentrum, zijn drie innovaties gekozen die worden belicht in dit jaarverslag.
16
Eerste magneetnavigatiekamer in Nederland Op 11 februari 2004 is de eerste Nederlandse magneetnavigatiekamer officieel in gebruik genomen in het Thoraxcentrum. In deze kamer worden hartpatiënten behandeld met catheters, die gestuurd worden door magneten en daardoor op plekken in het hart kunnen komen die met ‘normale’ technieken niet of veel lastiger te bereiken zijn. Dit betekent een belangrijke doorbraak in de praktijk van cardiologische behandelingen. Deze magneetnavigatiekamer is de derde in Europa.
Bij conventionele catheterisatie-ingrepen wordt gebruik gemaakt van catheters die vrij stug zijn en met de hand worden gestuurd. Catheters die met magneten worden bestuurd, kunnen veel flexibeler zijn en kunnen dan ook gemakkelijker en preciezer bochten maken in grotere ruimten, zoals de hartkamers. Dit is met name van belang bij elektrofysiologie, het meten en aanpassen van de werking van delen van de hartspier, na bijvoorbeeld een hartaanval of bij hartkloppingen. Magneetcatheters komen bovendien gemakkelijk exact op eerder bezochte plekken terug, omdat de coördinaten daarvan zijn opgeslagen in het systeem. Dit vergemakkelijkt het onderzoek en behandeling van de wanden van de hartkamers. De komende jaren worden ook andere toepassingsmogelijkheden voor magneetnavigatie onderzocht, zoals behandeling van afgesloten coronairvaten, behandeling van aneurysma’s, onderzoek en behandeling van bloedvaten in de hersenen en het wegbranden van inwendige tumoren.
Eerste magneetnavigatiekamer in Nederland
Kransslagaderen in beeld dankzij spiraal CT-scan Diagnostiek van de kransslagaderen vereist een hartcatheterisatie (coronairangiografie). Dit is een patiëntbelastend, tamelijk duur onderzoek. Gezocht wordt naar andere beeldtechnieken om de kransvaten af te beelden. Dit is lastig omdat de kransslagaderen gekronkeld over het hart lopen, terwijl het snel kloppende hart
bewegingsonscherpte veroorzaakt. Dankzij de enorme technologische vooruitgang van de CT-scanners, is het nu mogelijk om met de multislice CT-scanner, de kransvaten af te beelden en afwijkingen op te sporen. Een multislice CT-hartscan is niet-patiëntbelastend, de beeldopname vindt plaats in ± 15 seconden en de scan wordt poliklinisch gemaakt. Als een van de eerste ziekenhuizen ter wereld test het Erasmus MC revolutionaire scanapparatuur. De nieuwste (‘64 slice’) spiraal CT-scan maakt in een doorlopende spiraalvormige beweging zeer dunne dwarsdoorsneden van het hart. De patiënt wordt door een razendsnel ronddraaiende buis geschoven. Uit deze opname kunnen driedimensionale beelden worden opgebouwd. De afdelingen Cardiologie en Radiologie van het Erasmus MC profiteren als één van de eersten in de wereld van deze nieuwe ontwikkeling.
Wat was het leukste moment in je werk in 2004? Monique Westerlaken, unithoofd IC: “Mijn terugkeer naar het Thoraxcentrum en de mensen die daar werken. Ik heb het turbulente gebeuren van de renovatie, de samenvoeging van de IC’s, de kritische, deskundige medewerkers en mijn collega’s erg gemist.”
17
Jaarverslag Thoraxcentrum 2004
Symposia/ congressen 2004 Verwacht wordt dat binnen een paar jaar coronair angiografie middels hartcatheterisatie bij veel patiënten zal worden vervangen door de CT-scan.
18
Bloedstroomprofielen en atherosclerose Zowel bij proefdieren als bij patiënten ontstaat atherosclerose vooral bij aftakkingen en binnenbochten van de bloedvaten. Dit wordt waarschijnlijk veroorzaakt door het bloedstroomprofiel ter plaatse. Onderzoekers van Biomedical Engineering hebben een nieuwe techniek ontwikkeld om op een gestandaardiseerde en gevalideerde wijze bloedstroomvariaties op te wekken bij Progressie van atherosclerose in de halsvaten, onder invloed van ‘shear stress’
muizen. Hiermee is allereerst een oorzakelijk verband aangetoond tussen veranderingen van bloedstroomprofielen en atherogenese. Lage bloedstroomsnelheid (in binnenbochten) en richtingvariaties van de bloedstroom (bij zijtakken) kunnen beiden atherosclerose induceren in ApoE deficiënte muizen. Er zijn echter kwalitatieve verschillen: de plaques in de binnenbochten zijn uitgebreider, hebben een meer instabiel karakter (o.a. meer macrofagen) en een hogere expressie van signaalstoffen die macrofagen aantrekken. De verdere identificatie van deze stoffen kan wellicht leiden tot behandeling om atherosclerose te voorkomen.
Lesion progression in high, low and oscillatory shear stress regions
Control (6 weeks)
6 weeks
9 weeks
12 weeks
Negende Europees Congres over Contrast en Ultrageluid, 24-27 januari 2004 Het congres over contrast en ultrageluid vond plaats in het Hilton hotel te Rotterdam en werd georganiseerd door dr. Folkert ten Cate en prof.dr. ir. Nico de Jong van het Thoraxcentrum. Tweehonderd wetenschappers (cardiologen, fysici, elektronici, biologen) woonden het congres bij. Het congres bracht de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van ultrageluidcontrastmiddelen en apparatuur voor het voetlicht en staat wereldwijd bekend als het beste congres op dit gebied. Volgend jaar, 2005, is een jubileumjaar als het 10e ‘bellencongres’ wordt gehouden. 12th International Postgraduate Course on Advances in Cardiac Ultrasound, 15-19 februari 2004 Prof.dr. Jos Roelandt (voormalig afdelingshoofd Cardiologie) organiseerde de 12th International Postgraduate Course on Advances in Cardiac Ultrasound in Davos, Zwitserland. Tweehonderdenvijfentwintig cardiologen, echolaboranten, thoraxchirurgen, anesthesisten, en fellows hebben de cursus gevolgd. Deze vierdaagse cursus bood een afwisselend programma met discussies, colleges, lezingen en casepresentaties over het vakgebied.
1st International Symposium on Advances in Clinical Electrophysiology, 19-20 februari 2004 In het Zwitserse Davos vond ook het eerste International Symposium on Advances in Clinical Electrophysiology plaats. Dit symposium werd georganiseerd door prof.dr. Luc Jordaens en werd door 125 vakgenoten bezocht. De eerste dag was gericht op resynchronisatietherapie. Er waren eminente experts op dit gebied aanwezig die hun ervaring met de deelnemers uitwisselden. De tweede dag was zeer specialistisch en gericht op interventionele klinische elektrofysiologie, met aandacht voor cryoablatie en magneetnavigatie. Gezien het enthousiasme van de deelnemers en de hoge kwaliteit van het programma is besloten om dit symposium in 2005 opnieuw te organiseren.
19
Jaarverslag Thoraxcentrum 2004
20
Echocursus, 11 maart 2004 De groep ‘volwassenen met aangeboren hartziekten’ organiseerde een echocursus over ‘de rechter hartshelft & aangeboren hartafwijkingen’ voor veertig cardiologen, kindercardiologen en echolaboranten. In tegenstelling tot de echodiagnostiek in de algemene cardiologie, concentreert de echodiagnostiek voor aangeboren hartafwijkingen zich voor een groot deel op de rechter hartshelft. In een structureel normaal hart is de rechterventrikel al moeilijker te evalueren dan de linkerventrikel door zijn complexe geometrie en contractiepatroon. In structureel afwijkende harten is dit mogelijk nog moeilijker. Nieuwe echocardiografische technieken die zijn ontwikkeld voor de linker hartshelft, zijn vaak ook toepasbaar voor de rechter hartshelft.
Nederlandse Sociëteit Extra Corporele Circulatie, 3 april 2004 In de Haaienzaal van Diergaarde Blijdorp werd de jaarlijks wetenschappelijke bijeenkomst georganiseerd van de Nederlandse Sociëteit voor Extra Corporele Circulatie. Het initiatief voor deze bijeenkomst lag bij de afdeling Extra Corporele Circulatie (ECC) van het Thoraxcentrum. Meer dan vijfenzeventig deelnemers werden verwelkomd. De bijeenkomst concentreerde zich op de laatste ontwikkelingen van ‘behandeling van congenitale afwijkingen in al zijn facetten’ met betrekking tot extracorporele circulatie. Hypertrofische Cardiomyopathie: huidige stand van zaken, 4 juni 2004 Een symposium over hypertrofische cardiomyopathie vond plaats in het Nederlands Architectuur Instituut te Rotterdam. De organisatie van het symposium was in handen van cardiologen van het Thoraxcentrum en van het Albert Schweitzer Ziekenhuis te Dordrecht. Zeventig cardiologen en cardiologisch assistenten woonden dit symposium bij welke geheel gewijd was aan de nieuwste aspecten van diagnostiek, epidemiologie en behandeling van hypertrofische cardiomyopathie. Echocardiogram LV = Linker Ventrikel MK = Mitraal Klep LA = Linker Atrium MI = Mitraal Insufficiëntie
RITME cursus Thoracoscopic Surgery, 25-26 augustus 2004 Dr. Jolanda Kluin en drs. Lex Maat verzorgden een deel van de cursus Thoracoscopic Surgery. Naast theorielessen en videodemonstraties werden ook procedures uitgevoerd in het Skillslab (o.a. longbiopt, pleurectomie en pericardfenestratie). De cursus werd gevolgd door zes chirurgen in opleiding en twee chirurgen uit het buitenland.
Nederlands Vlaams Cathlab symposium 2004, 9 oktober 2004 Het 18de Nederlands Vlaams Cathlab symposium vond plaats in het Beurs World Trade Center te Rotterdam. Dit symposium werd georganiseerd door de afdeling Interventiecardiologie van het Thoraxcentrum. De organisatoren blikken terug op een succesvolle dag met zevenhonderd bezoekers. Het programma was samengesteld in samenwerking met de afdeling Elektrofysiologie van het Thoraxcentrum. Het symposium bood een zeer gevarieerd programma en het werd goed ontvangen door de bezoekers.
Waarop was je het meest trots in 2004? Hans van Schendel, teamleider Klinische Elektrofysiologie: “Op de mensen uit mijn team die dit jaar voor de eerste keer in het bestaan van de afdeling Elektrofysiologie, presentaties op congressen en lessen in andere ziekenhuizen hebben gegeven, met goede reacties na afloop.”
21
Jaarverslag Thoraxcentrum 2004
Kwaliteit
22
Patiënttevredenheidsonderzoek Erasmus MC Het Erasmus MC heeft in samenwerking met de andere academische ziekenhuizen in Nederland onderzoek gedaan naar de tevredenheid van patiënten. De resultaten zijn in 2004 gerapporteerd. De patiënten zijn op de polikliniek en in de kliniek Cardiologie tevreden tot zeer tevreden over de ontvangst, de aandacht en de deskundigheid van artsen en de aandacht van verpleegkundigen. Ook zijn de patiënten van Thoraxchirurgie erg tevreden over het opnamegesprek en de deskundigheid van zowel artsen als verpleegkundigen.
Voor zowel de kliniek Cardiologie als Thoraxchirurgie wordt iets lager gescoord op de gang van zaken rondom ontslag, informatie over verdere behandeling en overdracht aan externe professionals. Maar hierover zijn de patiënten nog steeds positief. Er zijn voor het Thoraxcentrum geen zaken naar voren gekomen waarover patiënten ontevreden zijn. Verbeteren met behulp van het INK-model De afdeling Thoraxchirurgie heeft in mei 2004 een vervolg gegeven aan de positiebepaling op basis van het INK-managementmodel. Extra aandacht is besteed aan de onderwerpen ‘Management van processen’ en ‘Klanten en leveranciers’. Een belangrijk actiepunt voor de komende tijd is een onderzoek naar de tevredenheid van verwijzers.
Wat was het leukste moment in je werk in 2004? Arienne van der Velden, OK-medewerker: “Voor het eerst een longtransplantatie meemaken; heel spannend vond ik dat.”
Zorggids Thoraxchirurgie De afdeling Thoraxchirurgie overhandigde in maart 2004 de eerste zorggids aan een patiënt. De zorggids is een voorlichtingsmap met daarin een chronologische beschrijving van het behandeltraject dat de patiënt doorloopt. Er is niet alleen aandacht voor de medische zorg, maar ook voor aanvullende zorg (zoals maatschappelijk werk), lotgenotencontact (patiëntenverenigingen) en leeftips. De informatie is vanuit de patiënt beschreven. De zorggids is een voorlichtingsinstrument, maar ook een notitie-/dagboek. Patiënten kunnen er al hun vragen en opmerkingen in kwijt, en deze desgewenst met onze artsen bespreken. Patiënten krijgen de gids vooraf of aan het begin van hun behandeltraject, zodat ze goed voorbereid zijn. www.thoraxcentrum.nl Het Thoraxcentrum prijst zich gelukkig met een compleet vernieuwde website www.thoraxcentrum.nl die halverwege 2004 in de lucht is gegaan. De website voorziet in informatie voor patiënten, onderzoekers, studenten, medewerkers, vakgenoten en (potentiële) sollicitanten. De website is zowel Nederlands als Engels vanwege het internationale karakter van het Thoraxcentrum.
23
De zorggids Thoraxchirurgie in handen van Ria Hussaarts (links) en Annet Damhuis (rechts), secretaresses van de afdeling Thoraxchirurgie
Jaarverslag Thoraxcentrum 2004
Renovatie van het Thoraxcentrum In juni 2004 heeft de Raad van Bestuur van het Erasmus MC een aanvraagverklaring naar het Ministerie verstuurd, waarin de voorgenomen verbouwing wordt beschreven en waarin beddenuitbreiding ten behoeve van het Thoraxcentrum is opgenomen. Vanwege de hoge kosten, moet de renovatie Europees worden aanbesteed.
24
Om de renovatie van het Bd-gebouw mogelijk te maken, dienen de medische staf van Thoraxchirurgie en van Anesthesie te worden verhuisd, evenals de groep Medische Instrumentatie Techniek (MIT). Daarnaast moeten ook de medewerkers, die momenteel op de 5e etage van het H-gebouw zijn gesitueerd, verhuizen aangezien deze etage gebruikt gaat worden voor de verbetering (facelift) van het H-gebouw.
Om de verhuisbewegingen mogelijk te kunnen maken, is in 2004 op het Ba/Bd-gebouw een nieuwe etage (dakopbouw) geplaatst, met 40 kantoorruimten. Bouwmaterialen werden zoveel mogelijk met mobiele kranen omhoog gebracht, tot op het dak van het Thoraxcentrum. De bouwplaats was eveneens op het dak, zodat er geen overlast was op de straat beneden. Ondanks enkele tegenslagen (zo was er een week vertraging doordat vanwege hevige storm de platen door de kraan niet naar boven konden worden getild) heeft de aannemer het voor elkaar gekregen om de dakopbouw redelijk op tijd, in januari 2005, op te leveren. In februari/maart 2005 worden deze nieuwe stafruimten betrokken. Aangezien de 40 kantoren op de 5e etage van het Thoraxcentrum helaas niet toereikend zijn om alle medewerkers te huisvesten, wordt een
Welk element in je werk zou je slecht kunnen missen? Paul Musters, verpleegkundig consulent Secundaire Preventie Poli: “Het contact met patiënten. Achter een bureau zal ik me snel gaan vervelen. Het is juist het contact met een veelheid aan mensen, met ieder hun eigen verhaal, wat voor mij het werk als verpleegkundige leuk en afwisselend maakt. Iedere dag nieuwe en vaak verrassende ontmoetingen maken dat geen dag hetzelfde is.”
aantal medewerkers tijdelijk gehuisvest in het H-gebouw. Als voorbereiding op de renovatie van de 1e etage van het Bd-gebouw zijn modellen gemaakt van een IC-kamer en een operatiekamer. Deze modellen hebben belangrijke informatie opgeleverd voor de benodigde ruimte rondom
een IC-bed en de indeling van een operatiekamer met pendels. De medewerkers die zitting hebben in de gebruikersoverleggroepen, hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan de inrichting van de ruimten. Wij verwachten dat de renovatie van de 1e etage medio 2005 zal beginnen en 1,5 jaar zal duren.
Met welke karaktereigenschap(pen) van collega’s heb je moeite? Prof.dr. Maarten Simoons, hoofd afdeling Cardiologie: “Ik vind het lastig als gemaakte afspraken niet worden nagekomen, en heb moeite met nonchelance, of gebrek aan inzet voor het Thoraxcentrum en onze aktiviteiten. Gelukkig zijn de meeste medewerkers enthousiast, en indien nodig bereid om een stap extra te zetten. De tent draait dankzij het feit dat velen niet alleen hun directe werk maar ook vaak wat meer doen.”
25
Jaarverslag Thoraxcentrum 2004
Personeelsbeleid 2004 Ziekteverzuim Het ziekteverzuim binnen de afdeling Cardiologie is gedaald van 5,7% in 2003 naar 3,9% in 2004. Het ziekteverzuim van de afdeling Thoraxchirurgie betrof in 2003 5,3% en in 2004 5,4%. Met het lage ziekteverzuim van 1,5% van het clusterbureau, komt het gemiddelde ziekteverzuim bij het Thoraxcentrum in 2004 op 4,3%. Dit is een stuk lager dan het gemiddelde ziekteverzuim van het Erasmus MC, wat 5,3% is.
IJs op Dag van de Verpleging Op 12 mei, tijdens de landelijke Dag van de Verpleging, werden de medewerkers van het Thoraxcentrum getrakteerd op ijsjes uit een authentieke ijscokar. Op deze wijze werden de medewerkers ‘bedankt’ voor hun inzet en enthousiasme.
26
In 2004 heeft het Thoraxcentrum 141 nieuwe collega’s mogen verwelkomen. Er zijn in 2004 136 medewerkers uit dienst getreden. Bij het Thoraxcentrum werken nu 587 medewerkers, waarvan 401 bij de afdeling Cardiologie, 172 bij de afdeling Thoraxchirurgie en 14 medewerkers bij het clusterbureau. De gemiddelde leeftijd van de medewerkers lag in 2004 op 40 jaar. Bij het Thoraxcentrum werken maar liefst 30 verschillende nationaliteiten. Flexibel pensioen (FPU) In 2004 zijn 6 medewerkers met FPU gegaan. Op 1 april 2004 nam Frans van Egmond, coördinator experimentele echo, afscheid na 34 jaar werkzaam te zijn geweest bij het Erasmus MC. Op 1 juni verlieten Ruud Vinke, technisch wetenschappelijk systeem
analist, en Trude Malta-van der Veer, afdelingssecretaresse medium care cardiologie, het Thoraxcentrum. Op 1 september ging Lenny Noya, IC-verpleegkundige, met flexibel pensioen. Onderwijscoördinator Dick Kruijssen en operatorgegevensbeheerder Adri van Driel namen op 1 oktober 2004 afscheid van het Erasmus MC. Overlijden Op 9 juni 2004 overleed Irene Kneefel-Jansen op 64-jarige leeftijd. Zij werkte sinds 1996 als vrijwilligster/gastvrouw op de Polikliniek en Medium Care Cardiology en bij de afdeling Thoraxchirurgie. Op 8 december 2004 overleed onze collega, Mike Brace op 60-jarige leeftijd. Hij werkte al meer dan 25 jaar bij het Erasmus MC. Sinds 1991 werkte hij als cardiologisch laborant op de Polikliniek Cardiologie.
FUWAVAZ Binnen het Erasmus MC werden in 2004 en zullen gedurende de eerste helft van 2005 nieuwe functies worden ingevoerd volgens de methode FUWAVAZ. Tot op heden verloopt dit project voorspoedig. Inmiddels is naar schatting tweederde van de functies afgewikkeld. De resterende functies zijn staf, management, secretarieel, administratie en facilitaire diensten welke in 2005 worden omgezet.
Prijswinnaars In 2004 hebben een aantal medewerkers en studenten een wetenschappelijke prijs gekregen. Stichting STW heeft de wetenschappelijk directeur van COEUR, professor Nicolaas Bom, een onderzoekssubsidie toegewezen van 400.000 euro voor grote metingen met niet-lineaire echografie. Tijdens de bijeenkomst van de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie in april, was Dr. Koen Nieman een van de finalisten van de Eindhoven Promotie Prijs. In 2003 promoveerde hij cum laude op zijn proefschrift Coronary spiral CT. Op 2 juni 2004 overhandigde de Zwitserse Vereniging voor Cardiologie in Basel de Gruentzig Award aan interventiecardioloog professor Patrick Serruys. Op 8 oktober 2004 werd Niels van der Kaaij, thoraxchirurg in opleiding, tijdens de bijeenkomst van de Nederlandse Vereniging
Hoe noemen jouw collega’s je (bij voornaam, achternaam, titel, bijnaam)? Prof.dr. Ad Bogers, hoofd afdeling Thoraxchirurgie: “Los van hoe ik word aangesproken, is het van belang dat ik goed aanspreekbaar ben.”
27
Jaarverslag Thoraxcentrum 2004
Financiën
28
voor Cardiothoracale Chirurgie, beloond met de best presentation award voor zijn voordracht over surfactant significant ischemia-reperfusion lung in jury. Het Interuniversitaur Cardiologisch Instituut (ICIN) heeft PhD student Caroline Cheng onderscheiden met een prijs voor haar uitmuntende presentatie in vivo shear stress data. PhD student Adrián V. Hernández was de winnaar van de Young Investigators Awards in Population Sciences tijdens de European Society of Cardiology Conference 2004, in München. PhD student Martijn Frijlink ontving de Posterprijs tijdens het International IEEE Ultrasound Ferroelectrics and Frequency Control Symposium 2004, in Montreal. Zijn poster,
getiteld Intravascular ultrasound tissue harmonic imaging in vivo, was geselecteerd uit 350 abstracts. De organisatoren van de EACT/EST Joint Meeting in Leipzig overhandigden de Thoracic Young Investigators Award aan student Marjolein de Kraker, voor haar presentatie over CT-scan and myasthenia gravis. De Nederlandse Hartstichting overhandigde aan PhD student Johannes Schaar de beste Posterprijs, tijdens de Wetenschapsdag in Leiden. Ismail Eralp, thoraxchirurg in opleiding, heeft de Trainee travel award ontvangen, tijdens de 13e International Vascular Biology Meeting in juni, in Toronto, Canada.
Wat was het leukste moment in je werk in 2004? Marjan van ‘t Hoff, beleidsadviseur kwaliteit en zorg: “Het bedenken en voorbereiden van een ludieke actie voor de Dag van de Verpleging. Uiteindelijk was ik die dag niet aanwezig, dus heb alleen maar de verhalen over de ijscokar gehoord.”
In financieel opzicht is het jaar 2004 door de afdeling Cardiologie afgesloten met een positief resultaat, terwijl de afdeling Thoraxchirurgie een beperkt negatief resultaat heeft gerealiseerd. In vergelijking met voorgaande jaren zijn binnen de cardiologie relevante besparingen gerealiseerd in het gebruik van materialen, zowel door beperking van het assortiment (bijvoorbeeld soorten catheters), beperking van voorraden, als door inkoopvoordelen. De kostenstijging bij de Thoraxchirurgie wordt veroorzaakt door zowel
stijging van de materiaalkosten, zonder dat de tarieven zijn aangepast, als personele kosten. Er zijn met name extra uitgaven noodzakelijk geweest om tijdelijk personeel aan te trekken op de Intensive Care om het gewenste aantal operaties te kunnen realiseren. Bijzondere kosten samenhangend met het gebruik van drug-eluting stents en percutane interventies voor structurele hartafwijkingen zijn opnieuw gedekt dankzij extra financiering door de ziektekostenverzekeraars. 29
Jaarverslag Thoraxcentrum 2004
Uitgaven 2003
Prognose 2004
personeel
12.347
13.577
materieel
12.901
12.203
401
325
1.858
1.935
27.507
28.040
personeel
8.210
8.782
materieel
4.230
4.972
diagnostiek
258
184
onderzoek en onderwijs
502
642
13.200
14.580
X 1000 € Cardiologie
diagnostiek onderzoek en onderwijs totale uitgaven cardiologie Thoraxchirurgie 30
totale uitgaven thoraxchirurgie
In de afgelopen jaren is de onderwijsbelasting geleidelijk toegenomen mede door de ontwikkeling van het Curriculum Arts 2007. De hiervoor benodigde budgetuitbreiding is helaas in 2004 nog niet gerealiseerd. Het wetenschappelijk onderzoek wordt deels bekostigd door het Erasmus MC en in belangrijke mate door subsidies van onder meer NWO, KNAW, Nederlandse Hartstichting en de farmaceutische en technische industrie. In 2004 is door de medewerkers van het Thoraxcentrum voor 2,1 miljoen euro aan subsidies verworven. Hiernaast staat de financiële prognose voor 2004. De definitieve afrekening 2004 wordt in het eerste kwartaal 2005 gepresenteerd.
Wat is het prettigste moment voor jou op een werkdag? Monique Westerlaken, unithoofd IC: “Tussen 6.45 uur en 7.30 uur; even rustig de post wegwerken en me voorbereiden op de dag.”
31
32
Redactie: Marije van den Bovenkamp Vormgeving en drukwerkbegeleiding: Maud van Nierop Fotografie: Paula Delfos en Maud van Nierop Drukwerk: Gebroeders Peters, Rotterdam oplage:700 Erasmus MC Thoraxcentrum Postbus 2040 3000 CA Rotterdam tel. 010-463 39 38 fax. 010-463 52 58 www.thoraxcentrum.nl