Thoraxcentrum
Aandachtspunten na een pacemakerimplantatie
Thoraxcentrum
Bij u is recent een pacemaker geïmplanteerd. In deze folder vindt u informatie en aandachtspunten die van belang zijn na de implantatie van de pacemaker.
De pacemaker patiëntenpas Iedere pacemakerdrager krijgt tijdens de eerste controle of enige tijd na ontslag uit het ziekenhuis een pacemaker patiëntenpas toegestuurd. Op deze pas staat belangrijke informatie over uw pacemaker en belangrijke telefoonnummers in geval van problemen, vragen en/of een noodsituatie. Wij raden u aan deze pas altijd bij u te dragen. In geval van diefstal of verlies kunt u bij de pacemakerkamer een nieuwe pas krijgen. Het telefoonnummer van de pacemakerkamer vindt u achter in de brochure.
Leven met een pacemaker De pacemaker vormt bijna nooit een belemmering in het dagelijks functioneren. U zult in het begin na de implantatie een aantal bewegingen met uw arm moeten vermijden om te zorgen dat de pacemaker-elektrodes (draden) goed vastgroeien. Het advies is de eerste 6 weken de arm niet boven het hoofd te bewegen (maximaal kinhoogte). Activiteiten waarbij u de arm veel beweegt zoals stofzuigen, dweilen, zagen, etc. kunt u in deze periode beter vermijden. In deze periode mag u ook niet zwaar tillen of zware lichamelijke activiteiten uitoefenen. Belangrijk is wel dat u uw arm niet te stijf houdt om schouderproblemen te voorkomen.
1
Aandachtspunten na een pacemakerimplantatie
Wandelen, fietsen en sporten zijn in principe allemaal mogelijk met een pacemaker, bepaalde contactsporten (vechtsport, balsport) kunt u beter vermijden. De pacemakerfunctie zelf zal door een klap niet gemakkelijk ontregeld raken maar er is wel de mogelijkheid dat de aansluiting van de elektrodes op de pacemaker beschadigd kan worden. Welke sport u mag doen kunt u het beste met uw cardioloog bespreken.
De wond De hechtingen van de wond lossen vanzelf op. Het wondgebied houdt u schoon met water (zonder zeep). U mag wel douchen maar niet in bad tot dat de wond volledig is genezen. Als na enige dagen de wond goed dicht en droog is, hoeft deze niet meer verbonden te worden. Als u bloedverdunners gebruikt, is er een vergroot risico op het ontstaan van een nabloeding. Dit kunt u merken aan een zwelling en/of het ontstaan van een blauwe plek rondom het wondgebied. Belangrijk is de zelfcontrole van de wond. Op de volgende verschijnselen moet u alert zijn omdat ze kunnen wijzen op een infectie: • De huid rondom de wond ziet er rood en/of gezwollen uit, er loopt vocht of pus uit de wond. De wond voelt warm en/of pijnlijk aan. • U heeft koorts. Als u één of meer van deze verschijnselen heeft, is het verstandig de wond aan een (huis)arts te laten zien!
2
Thoraxcentrum
Kleding Het is raadzaam om de eerste weken ruime kleding te dragen om irritatie van de wond te voorkomen.
Autorijden Na de implantatie is het verstandig onder begeleiding naar huis te gaan en niet zelf een auto te besturen. Een pacemakerimplantatie vormt geen beletsel voor autorijden tenzij de arts anders adviseert. Wij adviseren u om de eerste twee weken (maximaal een maand) niet (veel) auto te rijden in verband met de wondgenezing en het vastgroeien van de pacemakerdraden.
Werkhervatting Met uw arts kunt u het beste bespreken wanneer u weer aan het werk kunt gaan. Beroepen of hobby's waarbij gewerkt wordt met een zeer sterk magnetisch en/of elektrisch veld of lasapparatuur kunnen de pacemakerfunctie verstoren en mogen alleen in overleg met de arts of de technicus van de pacemakerkamer uitgeoefend worden.
Controlepoortjes en apparatuur In de winkels vormen de controlepoortjes geen probleem, als u er vlot doorheen loopt en niet tussen de poortjes blijft staan. Wanneer u met het vliegtuig reist, kunt u aan de veiligheidsbeambte uw pacemakerpas laten zien en vertellen dat u niet op de gebruikelijke manier gecontroleerd kunt worden.
3
Aandachtspunten na een pacemakerimplantatie
Huishoudelijke apparatuur (zoals elektrische ovens, magnetrons, inductieplaat), indien goed geaard, vormen bij normaal gebruik geen gevaar voor uw pacemaker. De signalen van een mobiele telefoon kunnen uw pace maker storen. Bij gebruik van een mobiele telefoon is het daarom raadzaam deze aan de andere kant van de plaats dan waar de pacemaker geïmplanteerd is te houden. Wij raden u af uw mobiele telefoon in de borstzak te dragen aan de kant van de pacemaker. Beïnvloeding is onwaarschijnlijk maar niet altijd uit te sluiten. Sommige medische ingrepen en/of onderzoeken zoals MRI of Ultra Korte Golf-apparatuur (bij fysiotherapie) kunnen de werking verstoren. Vertel altijd dat u een pacemaker heeft als u een medische ingreep moet ondergaan!
Reizen Wanneer u op vakantie gaat, is het verstandig de pas die u na de implantatie hebt gekregen mee te nemen. Wij raden u aan een verklaring in het Engels mee te nemen waarop staat dat u een pacemakerdrager bent. U kunt een alarmpenning (SOS) om uw pols of hals dragen, waarop uw medische gegevens staan vermeld. Deze alarmpenning is te verkrijgen bij uw apotheek of te bestellen via www.wittekruis.nl
4
Thoraxcentrum
Tot slot Als u na het lezen van deze folder nog vragen hebt dan kunt u deze stellen aan uw cardioloog tijdens de controleafspraak of via de onderstaande telefoonnummers.
Pacemakertechnici De eerste technische controle van pacemaker is de dag na de implantatie. De tweede technische controle volgt na twee maanden. Vervolgens volgt controle om de zes maanden. Tijdens de controles heeft u de gelegenheid om vragen te stellen. Dringende vragen kunt u tijdens de kantooruren stellen via het telefoonnummer van de pacemakerkamer (050) 361 17 28.
Verpleegkundig spreekuur De verpleegkundigen van de Bureau Nazorg houden elke werkdag telefonisch spreekuur van 13.30 - 14.30 uur. Telefoonnummer (050) 361 38 49. Websites www.umcg.nl www.thoraxcentrum.umcg.nl
5
Aandachtspunten na een pacemakerimplantatie
Aantekeningen
6
Thoraxcentrum
7
Aandachtspunten na een pacemakerimplantatie
8
Patiënteninformatie vlk 011/1207