Thoraxcentrum
Hartoperatie Ontslag en daarna
Hartoperatie
Thoraxcentrum
Inhoud Inleiding
5
Ontslag en poliklinische controles Praktische zaken rond uw ontslag Poliklinische controles
5 5 6
Weer thuis na de operatie Emoties na de operatie Lichamelijke verschijnselen na de operatie Wondgenezing Genezing van het borstbeen Steunkous Wanneer een arts bellen
6 6 7 8 8 9 10
Oppakken dagelijkse bezigheden Herstel van de conditie Week 1 en 2 Week 3 en 4 Week 5 en 6 Poliklinische hartrevalidatie Sporten
10 10 11 12 12 13 13
Wat u verder moet weten Alcohol Autorijden Bloeddruk Bloedsuikerwaarde Cholesterol Griepprik Hobby’s Huishouden Medicijnen
14 14 14 14 14 14 15 15 15 16
3
Hartoperatie
Stoppen met roken Stress en ontspanning Trombosedienst Vakantie Voeding Vrijen Werkhervatting Zonnen en zonnebank
16 17 17 17 18 18 18 19
Aanvullende informatie voor patiënten die een hartklepoperatie hebben ondergaan Endocarditisprofylaxe Sintrommitis, acenocoumarol en marcoumar
19 19 20
Tot slot
20
4
Thoraxcentrum
Inleiding U heeft een hartoperatie ondergaan en gaat over een paar dagen met ontslag. Mogelijk gaat u nog enige dagen naar een ziekenhuis in de buurt van uw woonplaats. Het kan ook zijn dat u vanuit het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) direct naar huis gaat. Als u denkt aan naar huis gaan komen er misschien veel vragen bij u op die met uw herstel te maken hebben: ‘Wanneer mag ik weer fietsen?’, ‘Kan ik alles eten?’, ‘Welke medicijnen moet ik slikken?’, ‘Wanneer kan ik weer aan het werk?’ Deze brochure gaat in op de meest voorkomende vragen die na ontslag kunnen ontstaan. Ook worden adviezen gegeven die u kunnen helpen na de operatie thuis de draad weer op te pakken. Wanneer u naar aanleiding van deze brochure nog vragen heeft, kunt u deze voor uw ontslag uit het ziekenhuis bespreken met de arts, nurse practitioner (NP), verpleegkundige, fysiotherapeut of diëtist. Vragen die u thuis heeft, kunt u bespreken met uw huisarts of met de hartchirurg en de cardioloog op de polikliniek. Ook kunt u bellen naar het telefonisch spreekuur. Het nummer en de bereikbaarheid van het telefonisch spreekuur vindt u voorin deze brochure.
Ontslag en poliklinische controles Praktische zaken rond uw ontslag Bij uw ontslag uit het ziekenhuis ontvangt u de volgende papieren van de verpleegkundige: • brief voor de huisarts • recepten voor medicijnen • medicijnkaartje • informatiekaartje ‘risicopatiënt voor bacteriële endocarditis’ (bijvoorbeeld na een hartklepoperatie) 5
Hartoperatie
• • • •
UMCG-pasje kaart voor de trombosedienst (wanneer u sintrommitis, acenocoumarol of marcoumar gebruikt) afspraken voor de polikliniek folder verpleegkundig spreekuur.
Post die voor u op de afdeling komt, wordt na uw ontslag naar uw huisadres gestuurd. Wanneer u gebruik heeft gemaakt van de telefoon, krijgt u na ontslag de rekening van de gesprekken thuisgestuurd. Poliklinische controles Twee weken na ontslag komt u voor controle op de polikliniek Thoraxchirurgie van het UMCG. Zes weken na ontslag komt u op de polikliniek Cardiologie van het ziekenhuis waar u onder behandeling was vóór de operatie. U wordt geadviseerd samen met uw partner of een andere begeleider te komen, want ‘twee horen meer dan één’. Schrijf de vragen voor de arts thuis op in deze brochure. Zo komt u goed voorbereid op het spreekuur en weet u zeker dat de vragen die u heeft aan de orde komen. Neem uw medicijnkaart mee. Eventuele wijzigingen kunnen dan meteen genoteerd worden.
Weer thuis na de operatie Emoties na de operatie Bijna iedereen heeft na een hartoperatie last van wisselende emoties. Een hartoperatie is tenslotte een ingrijpende gebeurtenis. Plotseling boos worden of de tranen laten lopen zonder dat daar een duidelijke reden voor is, horen bij de normale verschijnselen na de operatie. Ook komt het voor dat mensen de eerste periode na de operatie moeite hebben zich te concentreren. Ook uw partner of andere mensen in uw omgeving kunnen door de operatie ‘van slag’ zijn. Het is belangrijk om over 6
Thoraxcentrum
deze gevoelens met elkaar te praten. In het ziekenhuis kunt u hierover ook praten met een verpleegkundige. Verder kunt u via de verpleegkundige een beroep doen op het maatschappelijk werk. Zodra u voor de medische behandeling niet meer in het ziekenhuis hoeft te zijn, bekijkt u met de maatschappelijk werker of het wenselijk is dat een hulpverlener buiten het ziekenhuis de begeleiding voortzet. Eenmaal thuis kunnen emoties ook een grote rol spelen. Wanneer u behoefte heeft hierover te praten, kunt u dit aankaarten bij uw huisarts of cardioloog. Sommige mensen vinden het prettig met iemand te praten die ook een hartoperatie heeft ondergaan. U kunt hiervoor onder andere contact opnemen met Hartezorg, afdeling Noord, of de Nederlandse Hartstichting. De telefoonnummers vindt u voor in deze brochure. Lichamelijke verschijnselen na de operatie Na een grote operatie zijn slapheid en vermoeidheid normaal. Dit is het gevolg van verlies van lichamelijke en geestelijke conditie. Wanneer u uw dagelijkse bezigheden weer oppakt, verdwijnen deze klachten vanzelf. Het is normaal dat u bij inspanning in het begin last heeft van kortademigheid. Dit neemt meestal snel af. Het is verstandig tussen de middag een uurtje te rusten. Het is niet nodig ’s ochtends lang in bed te blijven liggen en ’s avonds vroeg naar bed te gaan. Vaak wordt een slagader uit de borstwand gebruikt als omleiding voor een vernauwde kransslagader. De plaats waar deze borstslagader is verwijderd, kan doof of overgevoelig zijn. Dit is echter meestal van tijdelijke aard. Wanneer een ader uit het been is verwijderd, is het soms onvermijdelijk dat een kleine huidzenuw wordt beschadigd. Hierdoor kan bijvoorbeeld op het scheenbeen of de enkel een gevoelloze plek ontstaan. Bij verwijdering van een slagader uit de arm kan aan de binnenkant van de onderarm bij de pols een
7
Hartoperatie
gevoelloze plek ontstaan. De gevoelloze plek wordt langzaam kleiner, maar vaak blijft een klein deel van de huid vreemd aanvoelen. Wondgenezing Over het algemeen zijn de operatiewonden dicht als u naar huis gaat. Als er toch wat vocht uit de wond komt of als de wondranden plaatselijk nog open zijn, kunt u er een droog steriel gaas op leggen. Het gaas maakt u vast met een pleister. Gebruik geen poeder en zalf op de wond. Als er een draadje van een hechting zichtbaar is, trek er dan niet aan. De hechtingen lossen vanzelf in ongeveer zes weken op. De eerste weken na de operatie kunt u nog last hebben van wondpijn. Hiervoor mag u zo nodig Paracetamol gebruiken (maximaal 6 x 500 mg per dag). U mag geen aspirine gebruiken (zie ook het kopje ‘Medicijnen’ verderop in deze brochure). Als bij u gebruik gemaakt is van een ader uit het been, kan bij de knie en enkel het litteken van de wond de eerste weken een stekende pijn geven. Als de wond voortdurend pijn doet en daarbij rood en dik wordt en vocht produceert, moet u contact opnemen met de huisarts. U kunt gewoon elke dag douchen. Baden mag in principe ook. Blijf echter niet te lang in bad liggen omdat dit de huid, dus ook de omgeving van de wonden, week maakt. Genezing van het borstbeen Bij de meeste hartoperaties is het borstbeen tijdens de operatie in de lengte gespleten. Aan het einde van de operatie worden de beide helften van het borstbeen weer stevig aan elkaar bevestigd met roestvrijstalen draden. In principe worden deze hechtingen nooit meer verwijderd. De beide helften van het borstbeen kunnen niet ten opzichte van elkaar schuiven. U kunt dus gerust op uw zij, rug of buik liggen. Hoesten, niezen en persen is de eerste weken soms gevoelig.
8
Thoraxcentrum
Na de operatie is spierpijn in de nek, in de rug, tussen de ribben en rondom de schouders een normale zaak. Dit wordt veroorzaakt doordat de randen van het borstbeen tijdens de operatie uit elkaar getrokken zijn om bij het hart te komen. De spierpijn wordt geleidelijk minder, maar kan zes tot acht weken aanhouden. Gedurende deze zes tot acht weken mag u geen zware activiteiten ondernemen, zoals zwaar tillen, duwen of trekken. Voorbeelden van (zware) activiteiten die u niet mag doen: • autorijden • bedden verschonen • stofzuigen • boodschappen: niet meer dan 1 à 2 kilo aan elke kant tillen, aan beide kanten evenveel gewicht tillen (symmetrisch tillen). • grasmaaien. In verband met de genezing van het borstbeen is het niet verstandig om met een aangelijnde hond te gaan wandelen. Plotseling trekken aan de riem kan immers extra kracht op het nog niet genezen borstbeen veroorzaken. Steunkous Als bij u voor het maken van een omleiding een ader uit het been is gebruikt, is het belangrijk om een steunkous te dragen. Deze steunkous voorkomt dat uw been dik wordt. Het bloed dat vroeger door de gebruikte beenader stroomde, moet in het been nu een andere route volgen, via een dieper gelegen systeem. Het kost enige tijd voordat dit systeem zich volledig heeft aangepast. In de eerste weken na de operatie kan de terugstroom van bloed uit dit been naar het lichaam verstoord zijn, waardoor het been dik kan worden. Om dit te voorkomen is het belangrijk dat u als u uit bed gaat een steunkous om het geopereerde been draagt. ’s Nachts mag u de kous uit doen. U draagt de kous tot drie maanden na de operatie. Na deze periode heeft de bloedsomloop van het been zich aan de nieuwe situatie aangepast. 9
Hartoperatie
De kousen zijn wasbaar in de wasmachine tot 90°C. Ze mogen niet in de droogtrommel. Wanneer een arts bellen Het is raadzaam contact op te nemen met uw huisarts bij de volgende klachten: • Aks u koorts heeft hoger dan 38,5°C. • Als de wonden rood, dik en pijnlijk worden of als er helder of troebel vocht uitkomt. • Bij toename van de wondpijn. • Snelle en/of onregelmatige hartslag. • Bij pijn op de borst zoals voor de operatie (angina pectoris). • Toename van kortademigheid bij inspanning. • Kortademigheid in rust. • Toenemende hoest en het opgeven van geel/groen slijm.
Oppakken dagelijkse bezigheden Wanneer u weer thuis komt, zult u moeten leren uw grenzen voor lichamelijke inspanning te bepalen en te verleggen. Voer hiervoor uw activiteiten geleidelijk op. Een beetje moe worden is niet erg, maar overdrijf het niet. Hieronder vindt u richtlijnen om te werken aan het herstel van uw conditie. Herstel van de conditie Het duurt ongeveer drie tot zes maanden om van de operatie te herstellen. Gun uzelf die tijd ook. In deze herstelfase kunt u al beginnen met het opbouwen van uw conditie. Het is voor u van belang dat u geleidelijk uw conditie probeert te verhogen. Waarschijnlijk was uw conditie vóór de operatie al afgenomen. Bovendien zijn de operatie en de narcose nadelig van invloed op uw conditie. Van belang is om vooral goed naar uw lichaam te leren 10
Thoraxcentrum
luisteren. Tijdens de normale dagelijkse activiteiten moet u een gesprek kunnen voeren zonder kortademig te worden. Ook mogen deze activiteiten niet gepaard gaan met abnormaal transpireren. Het is níet de bedoeling dat u tijdens inspanning pijn op de borst krijgt. Wanneer dit zich toch voordoet, stop dan met de activiteit en neem contact op met uw huisarts. Als u zich inspant moet u ook letten op gevoelens van vermoeidheid en kortademigheid. Om de ervaren inspanning te omschrijven wordt gebruik gemaakt van de onderstaande termen: • heel erg licht • erg licht • tamelijk licht • tamelijk zwaar • zwaar • erg zwaar • heel erg zwaar. Week 1 en 2 Realiseert u zich dat u herstellende bent van een operatie. De mate waarin u actief was vlak voor ontslag uit het ziekenhuis (dat wil zeggen hoe ver kunt u lopen, hoe veel uren per dag bent u op, etc.) kunt u als uitgangsniveau nemen. In het ziekenhuis heeft u al (trap)gelopen en mogelijk gefietst. Thuis kunt u beginnen met buiten lopen, beginnend met een blokje om in een rustig tempo. Als u inspanning verricht is het logisch dat u enige vermoeidheid ervaart. U mag de inspanning ervaren als ‘heel erg licht’ tot ‘erg licht’. Voor fietsen geldt het volgende: begin met een klein stukje fietsen in de buurt bij windstil weer. Bedenk dat u ook weer terug moet. Ook hierbij mag u de inspanning slechts als ‘heel erg licht’ tot ‘erg licht’ ervaren. Als u een fiets met versnellingen heeft, fiets dan in een lichte versnelling. Probeer elke dag of in elk geval drie keer per week te lopen of te fietsen. Let goed op signalen van het lichaam, neem rust als u daar behoefte aan heeft. Wissel activiteit en rust goed af. 11
Hartoperatie
Week 3 en 4 Deze weken kunt u uw inspanning verhogen. U brengt uw tempo wat omhoog in vergelijking met de voorafgaande weken. In deze fase mag u de inspanning als ‘erg licht’ tot ‘tamelijk licht’ ervaren. Probeer om gedurende een langere tijd te wandelen en te fietsen en vergeleken met de voorgaande weken de afstand iets te vergroten. U kunt nu eventueel fietsen als het wat meer waait. Het is vanaf nu toegestaan om te beginnen met zwemmen, mits de wond goed dicht is (controle door en in overleg met de arts tijdens de poliklinische controle). Vanaf nu mag u ook weer lichte tuinieractiviteiten ondernemen. Vergeet niet dat activiteiten als zwaar tillen, spitten en grasmaaien nog steeds niet zijn toegestaan, omdat dit een goede genezing van het borstbeen kan beletten. Voor het verhogen van uw conditie is het noodzakelijk om minstens drie keer per week een inspanning te leveren, maar probeer elke dag wat te doen. Neem rust als dit nodig is, maar probeer wel meer in beweging te zijn dan in de eerste weken na ontslag. Week 5 en 6 Gedurende deze weken kunt u de intensiteit van de inspanningen verder opvoeren. Dit houdt in dat u vaker, en per keer wat langer, een inspanning mag leveren, zoals lopen of fietsen. U mag de inspanning als ‘tamelijk licht’ tot ‘tamelijk zwaar’ ervaren. Rondom deze periode komt u terug bij uw cardioloog voor controle. Ook kunt u overleggen óf en wanneer u uw werkzaamheden weer kunt oppakken en of uw borstbeen weer belast kan worden. Wat betreft wandelen en fietsen mag u nu proberen om zonder terughoudendheid deze activiteiten uit te voeren.
12
Thoraxcentrum
Poliklinische hartrevalidatie Poliklinische hartrevalidatie staat open voor iedereen die een hartoperatie heeft ondergaan. Hartrevalidatie bestaat uit verschillende onderdelen en richt zich op bewegen, voorlichting en psychosociale ondersteuning. De doelstellingen van hartrevalidatie zijn onder meer het leren kennen en zo mogelijk het verleggen van eigen grenzen, het verbeteren van de conditie en het overwinnen van angst voor inspanning. Bij de hartrevalidatie wordt gebruik gemaakt van sporten spelactiviteiten en ontspanningsoefeningen. Ook wordt veel aandacht besteed aan voorlichting over gezondheidsbevorderende maatregelen. Dit om de kans op herhaling van hartproblemen te verkleinen. Verdere informatie over hartrevalidatie krijgt u via uw behandelend fysiotherapeut tijdens de ziekenhuisopname. De verwijzing naar de hartrevalidatie kunt u krijgen via uw cardioloog. Sporten Bij een actieve levensstijl past het regelmatig gaan sporten. U kunt in principe alle sporten weer gaan uitoefenen. Ga pas weer sporten als u volledig bent hersteld van de operatie (drie tot zes maanden), óf in overleg met uw cardioloog. Houd u bij het sporten rekening met de genezing van het borstbeen. In verband hiermee worden sporten als tennis en trimmen de eerste zes tot acht weken afgeraden. Ook contactsporten zoals voetbal, zijn de eerste zes tot acht weken afgeraden. U mag gaan zwemmen zodra de wonden dicht zijn. U kunt zelfstandig gaan sporten, maar als u dat liever onder begeleiding wilt doen kunt u dat bijvoorbeeld via de NEBAS (Nederlandse Bond voor Aangepast Sporten) of via de HIB (Hart in Beweging) gaan doen. U sport dan in groepsverband, samen met andere hartpatiënten. Meer informatie hierover kunt u krijgen tijdens de poliklinische hartrevalidatie.
13
Hartoperatie
Wat u verder moet weten Voor een optimaal herstel na de operatie kunnen de volgende adviezen voor u van belang zijn. Alcohol Alcohol beïnvloedt de werking van bloedverdunnende medicijnen. Tegen een of twee glazen alcoholhoudende drank per dag is in principe geen bezwaar. Autorijden Tijdens het autorijden is het noodzakelijk dat u snel kunt reageren. Dit is onmogelijk als het borstbeen nog niet goed genezen is. Bij plotseling remmen komen er grote krachten op uw borstbeen en gehele borstkas, wat veel pijn kan veroorzaken. Daarom wordt geadviseerd om de eerste 6 weken na een hartoperatie niet zelf achter het stuur plaats te nemen. Daarna kunt u het beste met korte stukjes op een rustige weg beginnen te rijden, om uw vertrouwen terug te krijgen. Bloeddruk Een verhoogde bloeddruk kan tot gevolg hebben dat vernauwingen van de bloedvaten eerder optreden. Laat uw bloeddruk daarom minstens één keer per jaar door uw huisarts controleren. Bloedsuikerwaarde Aan mensen met diabetes wordt geadviseerd hun bloedsuikerwaarde de eerste weken na de operatie vaker te (laten) controleren omdat deze door de hartoperatie verstoord kan raken. Cholesterol Een verhoogd cholesterolgehalte in het bloed is een risicofactor voor het optreden van vernauwingen in de kransslagaders. Het
14
Thoraxcentrum
teveel aan cholesterol kan zich opstapelen in de wanden van de slagaders, waardoor deze vernauwd raken. Is het cholesterolgehalte licht verhoogd, dan wordt aangeraden een dieet te volgen met weinig verzadigde vetten en cholesterol. De diëtist kan u hierover informatie geven. Is het cholesterolgehalte sterk verhoogd, dan kan de arts medicijnen voorschrijven om het cholesterolgehalte verder te verlagen. Griepprik De Nederlandse Vereniging voor Cardiologie adviseert om mensen met een slechte pompfunctie van het hart, een hartklepafwijking of een aangeboren hartafwijking in het najaar een griepprik te geven. Met de griepprik wordt veelal voorkomen dat u griep krijgt, hoewel het niet uitgesloten kan worden. Overleg bij twijfel met uw huisarts of cardioloog. Hobby’s Het is goed om regelmatig voor ontspanning te zorgen. Het wordt aanbevolen om na uw operatie uw hobby’s weer op te pakken. Houd ook hierbij rekening met de genezing van uw borstbeen. Het is vaak mogelijk hobby’s op te delen in lichte en zware activiteiten. De lichte activiteiten kunt u vaak direct weer oppakken en de zware activiteiten wat later. Zo kunt u bijvoorbeeld bij het tuinieren wel bollen planten of met de hand onkruid wieden, maar niet grasmaaien of zware bloempotten tillen. Huishouden U mag de eerste paar weken na ontslag uit het ziekenhuis licht huishoudelijk werk doen zoals stoffen en koffie zetten. Om het borstbeen te ontzien is het verstandig de eerste zes tot acht weken na de operatie geen zware dingen te tillen en geen zware huishoudelijke werkzaamheden te verrichten. Onder zwaar huishoudelijk werk valt onder andere: ramen zemen, bedden verschonen en stofzuigen.
15
Hartoperatie
Als u huishoudelijke hulp nodig heeft kunt u dat via uw plaatselijke gemeente aanvragen. (De zorg voor huishoudelijke hulp gaat buiten het ziekenhuis om). Medicijnen De kleur, naam en vorm van de medicijnen van uw apotheek kunnen verschillen met de medicijnen die u in het ziekenhuis gebruikte. Sommige medicijnen dragen de naam van de werkzame stof, andere medicijnen hebben een merknaam. Na ontslag uit het ziekenhuis blijft u in elk geval medicijnen gebruiken die de stolling van het bloed remmen. Hierdoor wordt voorkomen dat stolsels ontstaan in de omleidingen of op de hartkleppen. Welke middelen u krijgt voorgeschreven hangt af van meerdere factoren. Bij gebruik van deze anti-stollingsmedicijnen is de neiging tot bloeden sterker dan normaal. Dit kan zich bijvoorbeeld uiten in het snel bloeden van het tandvlees tijdens het tandenpoetsen, blauwe plekken na stoten of lang nabloeden van wondjes. Als er bloed in de urine of ontlasting voorkomt, moet u contact opnemen met de huisarts en zo nodig met de trombosedienst (zie ook het kopje ‘Trombosedienst’). Niet alle geneesmiddelen kunnen in combinatie met bloedverdunnende medicijnen gebruikt worden. Aspirine mag u bij bloedverdunnende medicijnen niet gebruiken, Paracetamol wel. Overleg bij twijfel met uw huisarts of de trombosedienst. Stoppen met roken Onderzoek heeft aangetoond dat roken slecht is voor de gezondheid. Roken is een extra belasting voor het hart. Bovendien heeft roken invloed op het ontstaan van (nieuwe) vernauwingen in de kransslagaders. Stoppen met roken is dus altijd zinvol. Stoppen met roken is niet altijd gemakkelijk. Sommige mensen hebben een steuntje in de rug nodig van een verpleegkundige of (huis)arts. Ook een stop-met-roken-cursus die op veel plaatsen wordt georganiseerd, kan u helpen. 16
Thoraxcentrum
Bij de hartstichting kunt u de brochure ‘opsteker voor rokers’ krijgen. Ook bij ’Stivoro voor een rookvrije toekomst’ kunt u terecht voor informatie over en hulp bij stoppen met roken. Het telefoonnummer is (070) 312 04 00. U kunt ook de website www.stivoro.nl raadplegen. Het UMCG heeft een rookstoppoli, telefoonnummer (050) 361 29 24. Stress en ontspanning Probeer stress te vermijden. Het is echter onmogelijk alle stressvolle gebeurtenissen te vermijden en problemen op het werk zijn niet altijd beïnvloedbaar. Het is dan wel mogelijk (te leren) om op een bepaalde manier tegen gebeurtenissen aan te kijken, zodat u daar zelf minder stress van ondervindt. Probeer momenten of activiteiten te ontwikkelen waarbij u zich prettig voelt en niet aan problemen denkt. Dit kan tijdens sportieve activiteiten, maar ook door lezen of puzzelen of andere hobby’s. Zoek naar momenten waarin u zich kunt ontspannen. Ook ontspanningsoefeningen kunnen helpen. Deze kunt u onder andere krijgen van de fysiotherapeut. Trombosedienst De trombosedienst controleert het bloed van mensen die bloedverdunnende medicijnen gebruiken zoals sintrommitis, acenocoumarol of marcoumar. Door de mate van ontstolling van het bloed te meten wordt de dosis van de medicijnen bepaald. De hoeveelheid tabletten die wordt voorgeschreven kan wisselen. Vakantie Als u zonder problemen herstelt van de operatie is een vakantie na ongeveer zes weken heel goed mogelijk. Beperkingen zijn er in principe niet. Wel is het verstandig dit van tevoren met uw huisarts, cardioloog en de trombosedienst te overleggen. Als u besluit op vakantie te gaan, doe dan de eerste dagen rustig aan en bekijk zelf wat u aankunt.
17
Hartoperatie
Voeding Goede voeding is belangrijk voor een optimaal herstel na uw operatie. Goede voeding bevat de voor u noodzakelijke voedingsstoffen in de juiste hoeveelheden. Om uw hart en bloedvaten in een goede conditie te houden is het belangrijk dat u matig bent met het gebruik van vet (met name met verzadigd vet), cholesterol en zout. Ook het streven naar een gezond gewicht is belangrijk bij het voorkómen van hart- en vaatziekten. Op de afdeling is informatiemateriaal aanwezig van de Nederlandse Hartstichting: ‘Eten naar hartelust’ en ‘Koken naar hartelust’. Als de arts het noodzakelijk vindt dat u een dieet volgt, wordt u doorverwezen naar de diëtist. De diëtist zal u dan persoonlijk adviseren over uw voeding. Vrijen Uw hart vormt geen belemmering om te vrijen. Als u en uw partner er beiden aan toe zijn, is vrijen geen probleem. Wanneer u last heeft van uw borstbeen tijdens het vrijen, probeer dan een andere houding. U hoeft niet bang te zijn voor beschadiging van het borstbeen. Het gebruik van bepaalde medicijnen (de zogenaamde beta-blokkers) kan van invloed zijn op de potentie. Mocht dit bij u problemen opleveren, bespreek dit dan met uw huisarts of cardioloog. Werkhervatting U kunt uw werk pas weer hervatten wanneer u volledig hersteld bent van de operatie. Afhankelijk van de aard van uw werkzaamheden, kunt u ongeveer drie tot zes maanden na de operatie weer beginnen met werken. Bespreek de werkhervatting in een vroeg stadium met uw werkgever, bedrijfsarts, huisarts en cardioloog. Zij zijn de mensen die samen met u de beslissing nemen over het tijdstip en de aard van de werkhervatting. Begin niet direct weer
18
Thoraxcentrum
volledig te werken, maar probeer de werklast geleidelijk op te voeren. De omstandigheden op het werk moeten zodanig zijn dat het werk hervat kan worden. Het is mogelijk dat aanpassingen van uw werkzaamheden nodig zijn om optimaal te kunnen functioneren. Uw werk kan van invloed zijn geweest op het ontstaan van uw hartklachten. Misschien is een ander werkgedrag wenselijk, zoals makkelijker of eerder “nee” zeggen, werkzaamheden delegeren, zaken gemakkelijker opnemen en voldoende rustpauzes nemen, enz. Zonnen en zonnebank De eerste zes weken na de operatie wordt zonnen en het gebruik van een zonnebank afgeraden in verband met de gevoeligheid van het littekengebied. Na deze periode is zonnen wel toegestaan. Geadviseerd wordt een zonnebrandmiddel met een hoge beschermingsfactor te gebruiken.
Aanvullende informatie voor patiënten die een hartklepoperatie hebben ondergaan Endocarditisprofylaxe Patiënten met aandoeningen aan de hartkleppen hebben bij verwondingen, medische ingrepen of tandheelkundige behandelingen kortdurend een antibioticakuur nodig. Deze kuur is noodzakelijk om te voorkomen dat een ontsteking bij het hart ontstaat (endocarditis). Vermeld bij een behandeling altijd aan uw arts of tandarts dat u een risicopatiënt voor endocarditis bent. U krijgt bij ontslag uit het ziekenhuis (of bij overplaatsing) een kaartje waarop dit staat aangegeven. Draag dit kaartje bij u in uw portemonnee of op een andere logische plaats, zodat u het altijd bij de hand heeft bij een bezoek aan uw huisarts, tandarts of specialist
19
Hartoperatie
Sintrommitis, acenocoumarol en marcoumar Patiënten die een mechanische hartklep hebben gekregen, moeten levenslang sintrommitis, acenocoumarol of marcoumar gebruiken. Levenslange controle door de trombosedienst is daarom noodzakelijk. Als een zogenaamde biologische hartklep of een bioprothese is gebruikt, kunt u meestal, na verloop van tijd en uitsluitend in overleg met de cardioloog stoppen met het gebruik van de bloedverdunners of de hoeveelheid wijzigen.
Tot slot Als u na het lezen van deze brochure nog vragen heeft, aarzel dan niet deze te stellen aan de zaalarts, nurse practitioner, verpleegkundige, fysiotherapeut of diëtist. Na uw ontslag uit het ziekenhuis kunt u met vragen terecht bij uw huisarts, bij de cardioloog of thoraxchirurg waar u voor de poliklinische controle komt. Ook kunt u met vragen terecht bij het telefonisch spreekuur van het Thoraxcentrum van het UMCG. De bereikbaarheid vindt u voor in deze brochure.
20