B 72 U L L PROGRAMMABOEKJE T I N Aandacht voor:
• Programma TOD 12 april 2013
• Nieuwe carrière Esther Vergeer • In gesprek
met Fred Huijboom
Thomas van Aquino Katholieke groepering van de Koninklijke Vereniging voor Lichamelijke Opvoeding
1
PleatUp opvouwbare judomat
Biketrial
Indoor golf
even als vakleerkrachten onder elkaar Volgens ons is een gymzaal inrichten meer dan producten leveren en is niet elke volleybal geschikt voor uw doelgroep. Daarom werken bij Nijha vakleerkrachten. Dat betekent communicatie op dezelfde golflengte en expertise
2
vanuit eenzelfde vakachtergrond. Daarom biedt Nijha uitdagend bewegingsmateriaal voor binnen en buiten en financieel advies. Nijha bv, Postbus 3, 7240 AA Lochem, tel. (0573) 28 85 55, www.nijha.nl,
[email protected].
THOMAS-BULLETIN 72 april 2013 (ISSN 1381-5377)
Inhoud: Voorwoord: Er is een tijd...
3
Programma Thomas oriëntatiedag
5
In Memoriam Dries Beijerbergen
17
Nieuwe carrière Esther Vergeer
19
Sporthogeschool eyecatcher Genneper parken
23
In gesprek met Fred Huijboom
29
Bezoek aan het Sportimonium
34
Nationale Sport Week, 10 jaar
35
Fantastic Gymnastics NK 2013
40
Redactie: Simone Visser, eindredactie Henk van der Loo, redactie Pieter Matthijsse, redactie, fotografie Jacob van Hoek, website Adressen om te noteren: KVLO: Bestuur, redactie en administratie
THOMAS VAN AQUINO: Secretariaat Paulus Potterstraat 26, 5143 GX Waalwijk. Telefoon: 0416 - 333022 e-mail:
[email protected] website: www.kvlo-thomas.nl Gironummer 1168053 t.n.v. penningmeester Thomas van Aquino, Het Hoenderland 3, 5221 AT Engelen
Samenstelling bestuur Thomas van Aquino, Katholieke Groepering van de KVLO: drs G.J.M. Doorenbosch (Gé) voorzitter Voorthof 25, 5561 BE Riethoven drs F.P. Huijboom (Fred) secretaris P.Potterstraat 26, 5143 GX Waalwijk A.W. Belgers (Twan) penningmeester Het Hoenderland 3, 5221 AT Engelen J. van Hoek (Jacob) Celebesstraat 62, 5014 BS Tilburg P. Matthijsse (Pieter) W.Dreessingel 38, 4871 GX Etten Leur T. Meens (Tineke) Goirkezijstraat 22, 5046 GS Tilburg S.C. Visser (Simone) de Berk 11, 4631 AS Hoogerheide
Postbus 398, 3700 AJ Zeist Tel.: 030 - 6920847 - Fax: 030 – 6912810 e-mail:
[email protected] [email protected] website: www.kvlo.nl
1
FRISBEE
HET ULTIEME SPEL
Frisbee wordt veel gespeeld in parken en op stranden. Maar het is ook een sport, die gespeeld wordt in verenigingen en op school. In Frisbee, het ultieme spel wordt een brug geslagen tussen jeugdsport en bewegingsonderwijs op school.
boek korte en heldere beschrijvingen van verscheidene werp- en vangtechnieken. Steeds is hierbij het uitgangspunt dat de frisbeesport een uitdagende jeugdsport is, mits er veel aandacht is voor succes-momenten en spelplezier.
Frisbee, het ultieme spel schenkt aandacht aan diverse spelvormen, zoals onder meer de wedstrijdsport ‘ultimate frisbee’ en een aantal andere, meer en minder bekende individuele en teamspelvormen. De spelvormen zijn zowel binnen als buiten de school breed toepasbaar. Bovendien geeft het
Frisbee, het ultieme spel is een praktische gids voor lesgevers die in het onderwijs of elders binnen het brede terrein van bewegen en sport met frisbee aan de slag willen. Het boek behandelt diverse spelvormen en speltechnieken, geeft vele praktische tips en is rijk geïllustreerd. Ted Beute is behalve bestuurslid van de NFB, een uitstekend didacticus als docent bewegingsonderwijs.
2
In samenwerking met Arko Sports Media
FRISBEE, HET ULTIEME SPEL
16,90 incl. btw
€
ISBN: 978-90-52335-53-1 Te bestellen via www.janluitingfonds.nl
Er is een tijd……. ….van gaan. Zo ook voor mij. Dit is de laatste Oriëntatiedag die ik, samen met vele anderen mag organiseren. Er is in die periode een scala aan collega’s, activiteiten en medewerkers langs gekomen met wie ik een prettig contact mocht hebben. De Thomas Oriëntatiedag is een van de oudste studiedagen in ons vakgebied. Destijds ontsproten aan de creatieve geesten van Noud Vriends en Hans Vlasblom is er een traditie ontstaan, die begon op het Sint Janslyceum in Den Bosch, daarna jaren in het sportcentrum Breda, en vanaf de tachtiger jaren op de KALO in Tilburg, de huidige Fontys Sporthogeschool, eerst als een tweedaagse, en later als een eendagsactiviteit. Het was een jaarlijks wederkerend evenement waarop velen terug gingen naar hun academieroots om de vertrouwde lucht en de bekende omgeving weer eens intens op te snuiven. Maar het was vooral een dag van hernieuwd kennismaken met elkaar, de ontwikkelingen in het vakgebied en geïnspireerd worden door het enthousiasme van collega’s en opleiders vanuit de wereld van de lichamelijke opvoeding en de sport. En altijd stond de “gebruikswaarde” van het gebodene centraal. Uitgaande van een thema dat refereerde aan een specifiek gebied uit de LO of een actualiteit die interessant was voor de toekomstige ontwikkelingen van het domein van het bewegingsonderwijs, werd telkens een themaondersteunend en een oriënterend programma aangeboden. De vaststelling van een thema was ieder jaar weer een spannende aangelegenheid. Ook hier waren het weer de creatieve geesten van de collega’s in de programmacommissie die uiteindelijk tot een themavoorstel leidde.
En dan ben ik meteen bij al die mensen die ons gedurende die jaren geholpen hebben de Thomas Oriëntatiedag in de steigers te zetten, op te tuigen en die kwaliteit en status te geven die het nu heeft. Hier namen noemen zou zeker leiden tot het vergeten van personen, vandaar dat ik tegen allen die ik mocht ontmoeten en hun medewerking verleenden aan een Thomas Oriëntatiedag een zeer gemeend “dank je wel” wil zeggen. Op deze Thomas Oriëntatiedag is er gekozen voor een andere indeling van de dag maar ook voor een verbreding van het programmaaanbod, en uiteraard hoop ik dat het u uitnodigt en enthousiasmeert om aan deze dag deel te nemen. Voor het eerst op de nieuwe accommodatie van Fontys Sporthogeschool in Eindhoven. U kunt zich nu naast het programma ook laten inspireren door de fantastische nieuwe accommodatie van de Sporthogeschool in Eindhoven. Het betekent ook het einde van mijn bestuurslidmaatschap en voorzitterschap bij Thomas. Met heel veel genoegen zal ik op deze periode terug blijven kijken en vooral op de ontmoeting en samenwerking met fantastische collega’s die zich in hun vrije tijd, die soms erg schaars was, dienstbaar voor de wereld van de LO ingezet hebben en dat nog steeds doen. Veel dank daar voor en het gaat u allen bijzonder goed.
Gé Doorenbosch Voorzitter
3
Bijzonder Bosan BOSAN is dé specialist op het gebied van sportinstallaties. Al ruim 35 jaar ontwikkelen en produceren wij sportinstallaties van topkwaliteit in eigen beheer. Hierbij laten wij ons graag inspireren door gebruikers en deskundigen uit de markt. Dit heeft inmiddels al geleid tot vele nieuwe innovatieve concepten en productontwikkelingen. Zowel de productontwikkeling, metaal- en houtbewerking, stoffering en expeditie, alles vindt plaats onder één dak. Daardoor zijn wij erg flexibel. En dát bedoelen we nou met ‘Bijzonder Bosan’. bosan b.V. • Metaalstraat 21, Haaksbergen T (+31) 053 - 57 23 115 • E
[email protected]
4
WWW.bosan.nl
Programma Thomas oriëntatiedag 12 april 2013 “Bewegingsonderwijs en Sport: een grenzeloos speelveld?” Tijdsindeling Thomas Oriëntatie Dag 12 april 2013: Vanaf 08.30 uur: Ontvangst deelnemers 09.30 11.00 12.30 15.00 Vanaf
– 10.45 uur: – 12.15 uur: – 14.45 uur: – 16.15 uur: 16.15 uur:
Workshopronde 1 Workshopronde 2 Lunch en vrije ronde* Workshopronde 3 ONT - MOETEN
*De vrije ronde bestaat uit een gevarieerd aanbod van lezingen en praktische thema’s die als side-events worden gepresenteerd volgens het inloop principe. De commissie die deze 45ste Thomas oriëntatiedag heeft voorbereid bestaat uit:
Twan Belgers, Berend Brouwer, Gertjan van Dokkum, Maarten Massink, Gé Doorenbosch, Jacob van Hoek en Paul van Poppel. Workshop 1: De onderwijsagenda; Sport, Bewegen en Gezonde Leefstijl Miriam Appelman Onderwijsadviseur bij de KVLO Projectleider sport, bewegen en gezonde leefstijl bij de VO-raad
Eind november is officieel het startsein gegeven van de onderwijsagenda sport, bewegen en gezonde leefstijl. De onderwijsagenda is een opdracht van de ministeries van OC&W en VWS aan de PO-, VOen MBO raad om de scholen te stimuleren tot het komen van schoolbeleid op het gebied van sport, bewegen en gezonde leefstijl. In deze workshop krijg je te horen wat de andere
doelen van de onderwijsagenda zijn, welke activiteiten zullen worden ondernomen richting onderwijs, hoe de structuur van het project in elkaar zit en wat je daar als vakleerkracht bewegingsonderwijs in het voortgezet onderwijs mee kunt. Waar liggen voor jou en jouw school de kansen om hiervan te profiteren. Workshop 2: Er zijn grenzen; een goede aanpak van pesten Drs. Bob van der Meer Ex docent LO Psycholoog en was werkzaam bij twee landelijke pedagogische centra (APS en KPC) Hield zich daar o.a. bezig met emancipatie, pesten, geweld, kindermishandeling en seksueel misbruik. Hij publiceerde hierover. Beheert de website www.pesten.net
Pesten is al meer dan 20 jaar een “hot topic”. Eens in de zoveel tijd worden we echter opgeschrikt door een volkomen uit de hand gelopen situatie. Dan blijkt dat een leerling een andere leerling heeft neergestoken;een leerling zich vanwege het pesten van het leven heeft beroofd of via internet heeft gedreigd zijn school in brand te steken. Er zijn ook minder dramatische voorbeelden : ouders die hun gepeste kind thuis houden, de school een proces aandoen of stalken; leerlingen die zodanig worden buitengesloten dat ze niet meer weten hoe met anderen om te gaan en veréénzamen. Om hieraan een einde te maken heb ik drie voorwaarden voor een goede aanpak geformuleerd en uitgewerkt:
5
STERK IN ELKE DISCIPLINE. Meer dan 15.000 sport-, therapie-, educatie- en recreatieartikelen.
T: +31 (0)40 215 52 25 1.
2.
3.
De aanpak is in twee opzichten integraal. Enerzijds door pesten op te vatten als geweld en het op die manier onder te brengen binnen een verklaringsmodel van geweld. En anderzijds door alle partijen te betrekken bij de aanpak van het probleem, mijn vijfsporen-aanpak van pesten. Het probleem wordt structureel, volgens de trits signaleren- analyseren- plan opzetten en uitvoeren- evalueren, aangepakt. De aanpak leidt tot attitudeverandering.
Workshop 3: Toekomstscenario’s voor Schoolsport Niels Reijgersberg ALO den Haag Sociologie Universiteit van Utrecht Werkzaam bij het Mulierinstituut waar hij zich bezig houdt met studies op het gebied van topsport, talentontwikkeling en bewegingsonderwijs. Onderzocht o.a. toekomstscenario’s voor schoolsport. Momenteel werkt hij aan een opdracht van OC&W aan een nulmeting bewegingsonderwijs.
6
Het bewegingsonderwijs krijgt een steeds prominentere plek in het onderwijs. Zo wil het nieuwe kabinet het aantal uren voor dit vak in het basisonderwijs uitbreiden. Maar helaas is er onder jongeren ook een grotere uitval in de reguliere sportdeelname zichtbaar, waardoor de lichamelijke activiteit terugloopt. De verenigingscultuur, de locatie en de kosten lijken voor jongeren als drempel te fungeren. Schoolsport heeft de potentie om bepaalde drempels (tijd en afstand) weg te nemen. Daarom wordt schoolsport steeds meer gezien als een goed alternatief om de sportdeelname van kinderen en jongeren te bevorderen. Mission Olympic in het voortgezet onderwijs of de Nederlandse Kampioenschappen voor MBO-leerlingen zijn voorbeelden van landelijke initiatieven die deelname aan schoolsport proberen te stimuleren. Aan de hand van vier toekomstscenario’s voor schoolsport bespreken we de mogelijkheden op lokaal niveau en staan we stil bij voor- en nadelen van bepaalde keuzes.
Workshop 4: Sportformule, een perfect samengaan van combinatiefunctionarissen en stagiaires Marianne Uytdehage Unitleider activiteiten sportbedrijf de Karpen, gemeente Eindhoven John Heijster Coördinator sportleerbedrijf sportbedrijf de Karpen, gemeente Eindhoven
Sportformule zet al jaren combinatiefunctionarissen in, in wijken, op scholen en bij verenigingen. Samen met een team studenten geven zij lessen, organiseren ze activiteiten in de wijken en op de sportparken. Het sportleerbedrijf brengt vraag en aanbod binnen de sportsector Eindhoven bij elkaar. Onder het sportleerbedrijf vallen o.a. de beweegteams, evenemententeams, basisschool in bewegen en stagiaires bij verenigingen. Workshop 5: Sport en Onderwijs verbonden in Mission Olympic Evert Minderaa CALO (1986) Docent LO Liemers College Zevenaar Beleidsmedewerker schoolsport KVLO Jorg Radstake Docent LO Sg De Waerdenborch Projectleider Sportaanbod voor het onderwijs Themaleider schoolsport voor het MBO Docent Hogeschool Windesheim Zwolle Afdeling Sportparticipatie NOC*NSF Redactielid Lichamelijke opvoeding (KVLO)
kracht uit te oefenen op de groep leerlingen die dreigt uit te vallen. Dat sport(en) en bewegen nog steeds in trek is bij de jeugd bewijst de nog steeds groeiende deelname aan Mission Olympic op school. De samenwerking tussen sport en onderwijs vormt de basis tegen uitval van leerlingen. Maar welke zaken spelen daarbij nu een rol? Workshop 6: Grote veranderingen in de theorie van motorisch leren Frans Bosch Docent anatomie, bewegingsanalyse en motorisch leren FSH (2005) Atletiektrainer(1980-2006) Opleidingsdocent diverse sportbonden Vanaf 2007 consultant internationale topsport
Vertrekpunt is dat er zoveel in het denken betreffende motorisch leren veranderd is dat wanneer je de zaken niet bijgehouden hebt, je hopeloos achter bent. In deze workshop zul je dan ook verrast worden door de statements dienaangaande. Workshop 7: Een klasse(n)spel; beïnvloeding van gedrag en het vergroten van de veiligheid in de school Roel van Beusekom Docent LO en psychomotorisch therapeut Opleidingsdocent aan de CALO Zwolle Ivo DokmanDocent LO in vo Docent CALO/Windesheim
Sport en onderwijs horen bij elkaar. Als docent bewegingsonderwijs wil je naast plezier in bewegen een bijdrage leveren aan een blijvende deelname aan de beweeg- en sportcultuur. Daar, waar kinderen in het basisonderwijs grotendeels voldoende actief zijn, neemt dit in het voortgezet onderwijs af. Mission Olympic probeert in vorm en uitvoering juist aantrekkings-
7
Kijk ook op www.descol.nl
Pulastic sportvloeren ®
Winnaars in elke klasse.
Uitdagingen aangaan, grenzen verleggen en in teamverband nog beter worden; het zijn de ambities van Descol die perfect passen bij de ambities van sporters. Deze topsportmentaliteit maakt Descol tot de succesvolle onderneming die zij al jaren is. Descol gaat voor eremetaal met het Pulastic sportvloerprogramma en daarom zijn onze systemen ingedeeld in vier lijnen met elk hun eigen karakteristieken en kwaliteiten: Bronze, Silver, Gold en Platinum. Om tot een mooi samenhangend geheel te komen in uw accommodatie kunt u daarnaast kiezen voor oplossingen uit ons innovatieve Solidfloor programma; vloeren voor al uw gebruiksruimten. Bent u benieuwd naar het uitgebreide Pulastic® vloerprogramma waarin duurzaamheid centraal staat? Neem dan contact met ons op. Wij staan u met raad en daad terzijde met oplossingen die echt het verschil maken. Samen met u gaan wij de uitdaging graag aan!
Descol sportvloeren, Duurstedeweg 7, Postbus 420, 7400 AK Deventer Tel: 0570 62 07 44, Fax: 0570 60 84 93, Internet: www.descol.nl De actuele algemene voorwaarden zijn van toepassing. Consulteer a.u.b. voor gebruik de meest recente locale Productinformatie-bladen.
Descol_Adv_A5.indd 1
20-03-2012 14:58:00
sten van het onderzoek naar de effecten en de opzet van Klasse(n)spel.
Deze workshop is zowel interessant voor deelnemers die al eerder een workshop over dit onderwerp hebben gevolgd als voor deelnemers die er nog onbekend mee zijn. In de ene klas loopt alles op rolletjes en geniet je van het vak terwijl het in een andere klas niet echt wil lukken. Het is bijvoorbeeld erg onrustig (veel) pestgedrag onderling en weinig zelfredzaamheid. Je praat erover met collega’s die vergelijkbare ervaringen hebben. Gedrag, zo weten we, is betekenisvol in een context.
Ger van Mossel Docent LO Docent HALO Bijdrage aan onderzoek School, bewegen en sport door het Mulierinstituut Leerplanontwikkelaar bewegingsonderwijs & sport bij de SLO
In deze workshop gaan we a.d.h.v. Tikboksen in op de 3 hoofdonderwerpen van Klasse(n)spel: - Wie ben jij (voorkeur ruimte nemen of ruimte geven) en hoe ervaren anderen jou? - Hoe maak je een duiding van de groepsdynamiek en hoe beïnvloed je dat? - Hoe leer je spelen met en invloed krijgen op de groepsdynamiek? Daarnaast gaan we in op de ontwikkelingen van de afgelopen vier jaar en staan we stil bij uitkom-
Van 2009 tot 2011 draaide er vanuit SLO een scholennetwerk freesport voor het voortgezet onderwijs. Samen met het netwerk en diverse experts zijn twee freesport-leerlijnen ontwikkeld en op dvd en bijhorende website verschenen: Freerunning en freebiking (zie www. Freesport.slo.nl) In 2012 heeft de SLO samen met het Mulierinstituut onderzoek gedaan naar effecten van freerunning-lessen bij leerlingen. De conclusie is dat na vier lessen freerunning vooral jon-
8
Workshop 8: Grenzen aan Freesport
gens en “masters” positieve gevoelens hebben over hun autonomie en competentie. Bij meisjes en “rookies” worden echter negatieve effecten gerealiseerd. Is freerunning, en freesport alleen voor macho’s? In deze theorieworkshop gaan we nader in op de beoogde opbrengsten van freesport of lifestylesporten en gerealiseerde ervaringen bij leerlingen. We zoeken naar grenzen welke freesporten we zouden kunnen opnemen in het LO-programma en naar het pedagogisch-didaktisch kader daarvan. Workshop 9: Sportoriëntatie en -keuze in het VO; de brug tussen school- en verenigingssport Bastiaan van der Star Docent LO op Trinitas Gymnasium Almere (2006) Master of Sports (2012)
Sportoriëntatie en - keuze (SOK) deed begin jaren negentig zijn intrede binnen het bewe-
gingsonderwijs. Vooral in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs kiezen scholen er voor om de leerlingen buiten de eigen gymzaal kennis te laten maken met (nieuwe) sport- en bewegingsactiviteiten. Maar waarom eigenlijk? Wat is het idee achter het SOK en hoe geef je zo iets vorm? (Hoe) kan het SOK-project bijdragen aan de algemene doelstellingen van ons vak? Tegen welke praktische problemen loop je aan en hoe los je dat op? Wat zijn de mogelijkheden wat betreft samenwerking met andere scholen, sportaanbieders en bijvoorbeeld de gemeente? En wat zijn de werkelijke effecten van een dergelijk programma? Op deze (en meer) vragen hoop ik samen met de deelnemers een antwoord te vinden. Of er op uw school nu al jaren een prachtig SOK-programma draait of u twijfelt aan de haalbaarheid van zo’n project binnen uw organisatie; aan het einde van deze workshop zit u vol met ideeën om het SOK (verder) vorm en inhoud te geven.
9
Workshop 10: Be Sportsminded, de nieuwe BSM-methode Wessel van de Kamp CALO Arnhem (1982) Geschiedenis UvU Docent BSM GSG Guido de Bries in Amersfoort
Tijdens deze workshop wordt helder gemaakt wat de meerwaarde van deze methode is voor het theoretische deel van BSM. Er zal worden ingegaan op de verschillende niveaus en fases van opdrachten, zodat alle opdrachten voor BSM gedifferentieerd kunnen worden. Alle domeinen (B&R, B&S en B&G) komen aan bod. Tevens het maken van opdrachten en toetsen passeren de revu. Deze workshop is een “must” voor iedereen die BSM geeft of in de toekomst gaat geven.
10
Workshop 11: Street Handball is fun Nicolien de Wit Medewerker NHV Docent Handbalopleidingen
Street Handball is een compleet nieuwe leuke en educatieve handbalvorm voor jong en oud. Het is een laagdrempelige manier van handballen met een “urban twist”. Dit komt doordat het overal gespeeld kan worden zoals op het schoolplein, op straat, op parkeerplaatsen of in de gymzaal. Street Handball is fun en is een uitstekende sport om in het onderwijs te geven. Door de juiste keuze van organisatie en aanpassing van de spelvorm aan de verschillende leeftijden kan Street Handball voor een grote groep leerlingen een aantrekkelijke bewegingsvorm zijn.
In de workshop zal het materiaal, de verschillende spelvormen en de eindvorm van Street Handball worden gepresenteerd.
schermers en polsbeschermers) mag je deze meenemen. Het is ook mogelijk om tijdens de workshop inline-skates en beschermingsmateriaal van de KNSB te lenen.
Workshop 12: Een les inline-skaten, hoe geef je dat? Dick Nap Sportinstructeur bij brandweer en politie Opleidingsdocent Skatebond Nederland Manager nationale selecties Docent opleidingen KNSB Auteur Handboek Skaten en Skeelere.
De KNSB heeft een workshop ontwikkeld om bekend te raken met de specifieke spel- en oefenvormen van het inline-skaten en te werken aan de eigen vaardigheid. Na het volgen van deze workshop ben je als lesgever in staat leuke spel- en oefenvormen op school of in de wijk aan te bieden en te begeleiden. Wanneer je beschikt over eigen skates en beschermingsmateriaal (helm, knie-elleboogbe-
Workshop 13: Sportspelen en betekenisvol leren spelen Jeroen Koekoek Speldocent Hogeschool Windesheim Wytse Walinga Speldocent Hogeschool Windesheim Ivo Dokman Oud speldocent en eigenaar van L&Ving Samen auteurs van het boek Sportspelen (2011)
In deze workshop wordt praktisch handelingskader en inzicht geboden in hoe in het onderwijs de verbinding met sport kan worden vormgegeven.
11
Workshop 14: Wij krijgen voetballes Jan Kroes Projectleider Voetbal&Onderwijs KNVB Medewerker voetbaltechnische zaken KNVB Procesbegeleider VSK Sportiviteit & Respect
Bent u op zoek naar passende voetbalvormen binnen uw eigen gymles? In deze interactieve workshop nemen wij u mee in de ontwikkeling van de lesmappen “Wij krijgen voetballes” voor het primair onderwijs en het voortgezet onderwijs. Een aantal voetbalspelen / voetbalvormen zullen uitgezet worden waar u zelf kunt ervaren hoe het is om voetbal aan te bieden in uw eigen gymles.
Workshop 15: NIVM – Respons Sebastiaan Munter Adviseur en trainer NIVM
In de workshop gaan de deelnemers een aantal praktijksituaties met elkaar spelen die een nieuwe verschuiving laat zien. Kenmerkend daarbij is dat we enerzijds de sportspecifieke (aantrekkelijke) elementen van de sportvereniging als perspectief nemen en anderzijds houden we rekening met de heterogene bewegingsniveaus die zowel in het onderwijs als in de sport voorkomen. De praktijk zal bestaan uit een presentatie en het zelf spelen van een aantal kernactiviteiten uit het boek Sportspelen, waarbij inzicht wordt gegeven in de kracht van ondersteuningsactiviteiten op het gebied van mikken en jongleren. Verder zal met de deelnemers een observatiekader worden besproken, dat houvast biedt voor het geven van de gerichte leerhulp en tips tijdens een specifieke fase in het spel. In Sportspelen zijn de volgende sporten uitgewerkt: voetbal, softbal, handbal, basketbal, volleybal en badminton. De workshop is bedoeld voor leerkrachten uit de bovenbouw van het primair onderwijs en docenten uit het voortgezet onderwijs.
12
De workshop is gebaseerd op Respons. Dit is een opleidingsproduct van het NIVM om vechtsport en onderwijs te verbinden. Respons is ontwikkeld om te voorzien in de vraag vanuit het onderwijs om vechtsport laagdrempelig in te kunnen zetten. In het lesprogramma Respons wordt vechtsport als pedagogisch instrument gebruikt om positief bij te dragen aan maatschappelijke problemen. De basis van Respons wordt gevormd door een bewegingspedagogische methode. Op vechtsport gebaseerde bewegingsvormen worden hierbij ingezet om een bijdrage te leveren aan de opvoeding en vorming van leerlingen. Met uitdagende beweegvormen leren leerlingen om te gaan met lastige situaties zoals schooluitval, pesten en groepsdruk. Respons is een modulair opgebouwd programma waarbij in iedere module een bepaald maatschappelijk probleem, voor een specifieke doelgroep in het onderwijs, centraal staat. Per probleem is geanalyseerd welke kennis, vaardigheden en inzichten leerlingen nodig hebben om zelf een weloverwogen oplossing te kunnen vinden. Zie ook: www.vechtsportenmaatschappij.nl
Workshop 16: Spelend leren dansen Miriam van Riel Docent Bewegen en Muziek / Communicatiewetenschappen FSH Josien Coolen Docent Bewegen en Muziek / Communicatiewetenschappen FSH Fred Geerdink Docent Bewegen en Muziek FSH Florieke Mulders Docent Bewegen en Muziek / Communicatiewetenschappen FSH
Wat is de reden dat bewegen en muziek nog niet standaard op elke school door elke docent LO gegeven wordt? Wat maakt dat voor velen de drempel om lessen bewegen en muziek te geven nog te hoog is? Terwijl muziek en het bewegen op muziek juist van deze tijd is en door veel jeugd als populair wordt beschouwd. Naar aanleiding van dit soort vragen heeft de sectie Bewegen en Muziek van Fontys Sporthogeschool haar programma voor bewegen en muziek kritisch onder de loep genomen. Centraal stellen wij de vraag op welke wijze wij onze studenten beter kunnen voorbereiden op het durven, kunnen en willen geven van een les bewegen en muziek binnen de lessen LO.
Het antwoord op deze vraag heeft grote verandering in ons programma teweeg gebracht. We geven nu veel minder klassikale lessen voor de spiegelwand waarin voordoen, nadoen veelal aan de orde was. We zijn een interessante en beloftevolle zoektocht gestart naar actieve werkvormen die onze studenten en ook leerlingen spelenderwijs: • uitnodigen tot durven bewegen en daarbij dansvrij maken • ruimte bieden voor meer autonomie • in relatie brengen met de ander • een (emotioneel) veilig en competent gevoel geven We willen onze eerste resultaten graag met de deelnemers delen en nodigen iedereen van harte uit deel te nemen aan deze workshop. Zeker diegene die nog weinig les heeft gegeven in bewegen en muziek of die zijn eigen vaardigheidsniveau niet zo hoog vindt of die het voorbereiden van een les bewegen muziek (te) veel tijd kost…. We hopen samen te (her)ontdekken hoe leuk dansen kan zijn met eenvoudige, tot de verbeelding sprekende laagdrempelige werkvormen.
13
Workshop 17: Beachtennis, grenzeloos tof zowel binnen als buiten Arend van Triest Bouwkunde Rotterdam (2005) Tennisleraar Oprichter Beachtennis Holland
Beach-tennis is een combinatie van beachvolley, badminton en tennis. Er wordt gespeeld op een beach volleybalveld (16 x 8) met een beach tennispalet zonder snaren. Gym-tennis is een variant van het beach tennis waarbij plezier en slagvaardigheid voorop staan. Het is geschikt om met veel spelers tegelijk te spelen in een gymzaal of andere verharde ondergrond. Het biedt de mogelijkheid voor jeugd om op een speelse manier in aanraking te komen met racketsporten, de motoriek te versterken en leren te genieten van sport.
Workshop 18: Hockey op school, echt wel! Robbert Paul Aalbregt Docent LO Trainer coach hoofdklasse o.a. Rotterdam, Amsterdam, HGC/bondscoach jeugdteams Docent KNHB Eigenaar AAL 2 WIN Combinatiefunctionaris gemeente Gouda
Tijdens deze workshop wordt ingegaan op de lesmap “Kennismaken met hockey in het voortgezet onderwijs”, die de KNHB, samen met de SLO, heeft ontwikkeld. De lesmap is speciaal voor de eerste twee leerjaren van het voortgezet onderwijs maar kan ook in de hogere klassen gebruikt worden. Met de lesmap laten we leerlingen op een motiverende, inspirerende, leerzame en veilige manier kennis maken met hockey. Op een leuke, uitdagende manier plezier in het spelletje laten krijgen is het doel van deze lessenreeks. Tijdens de workshop kunnen de deelnemers ervaren hoe veel leerlingen op een veilige manier in een kleine ruimte kunnen hockeyen. Veel van de aangereikte oefenstof kunt u ook bij andere spelactiviteiten toepassen. Hockey aanbieden op school kan iedere LO-docent.
Workshop 19: Gaan we turnen op school of doen we op school aan schoolturnen? Turnsectie FSH
In deze workshop laat de sectie turnen van Fontys Sporthogeschool de deelnemers kennismaken met de resultaten van de vernieuwde visie. Niet langer wordt er gesproken van turnen op school, maar van schoolturnen. Een kleine nuance die duidelijk moet maken dat het turnen op school er anders aan toe gaat dan het turnen in de (wedstrijd)sport. De vernieuwde visie gaat meer en meer uit van de tegemoetkoming aan de beweegdrang van het kind en draagt op die manier bij aan meer plezier, uitdaging en exploratie. In het verleden was vaker de beweging zelf het centrale uitgangspunt. Het nieuwe onderwijs wordt gekenmerkt door ADAPTIVITEIT en minder door de NORMATIVITEIT. Dat vraagt om een andere manier van inrichten van je les, werkvormen, instructie, etc. Tijdens deze workshop willen we iedere deelne-
14
mer laten ervaren hoe hij / zij op actieve wijze kan worden uitgedaagd op zijn / haar niveau en maken we gezamenlijk de vertaalslag naar de praktijk.
Enrico Zondag MO-P KALO (1991) Docent LO in verschillende typen onderwijs Docent Spelonderwijs FSH (2005)
Binnen het volleybalspel op school is intensiteit een groot probleem. Zeker wanneer er gekozen wordt voor het spelen van 6 tegen 6 is de intensiteit en de betrokkenheid erg laag. Dat kan anders. Spelen betekent beleven. Beleving die tot stand komt doordat we onze leerlingen voldoende beweegkansen geven en leren succesvol deel te nemen aan het spel.
Workshop 20: Sla je slag, oefeningen in oog-handcoördinatie Ingrid Koppelman Hoofd Sport- en productontwikkeling NTTB
Kinderen krijgen via sport vaardigheden aangereikt. Mikken, jongleren en retourneren komen terug in leerlijnen in het bewegingsonderwijs. Maar naar de mening van de vier racketsportbonden ontbreken oefeningen die specifiek de oog-handcoördinatie oefenen en aanspreken. Zij bemerken dat deze vaardigheid steeds minder in het dagelijks leven wordt geoefend, waardoor de motorische ontwikkeling van kinderen trager op gang komt. Dat komt de racketsporten niet ten goede. In deze workshop laten we het lesprogramma “Sla je slag” zien dat bestaat uit 12 oefeningen m.b.t. de oog-handcoördinatie en 12 oefeningen racketvaardigheden.
Workshop 21: Terugslagspelen; beleving en beweegkansen voor iedereen (volleybal, tafeltennis, tennis en badminton) Frank de Kok MO-P KALO (1981) Docent LO in verschillende onderwijstypen Docent Spelonderwijs FSH (1997)
Succesvolle deelname die wordt bepaald doordat we onze leerlingen leren adequate oplossingen te vinden voor de spelproblemen / speluitdagingen die zich binnen het spel voordoen. We denken dat het leereffect vergroot wordt door transfers te leggen binnen de verschillende terugslagspelen. Lijken volleybal en badminton of (tafel)tennis in essentie niet veel op elkaar wanneer we uitgaan van speluitdagingen en / of spelproblemen. Vanuit de door ons gehanteerde spelgecentreerde benaderingswijzen van spel(sport)onderwijs worden technieken gezien als middel om spelproblemen die zich voordoen in spelsituaties op te lossen. Het vermogen om spelproblemen op te lossen is sterk afhankelijk van het inzicht van de speler in het spel. De nadruk ligt vooral op het ontwikkelen van de tactisch strategische dimensie (game-knowledge – gameunderstanding). Zeker in het bewegingsonderwijs komt deze benadering veel meer tegemoet aan het bewerkstelligen van de doelstellingen dan de meer traditionele techniekgecentreerde benadering. Door de spelvormen te vereenvoudigen en aan te passen en daarmee de eisen aan de technische bekwaamheid van de leerling te verminderen wordt de leerling in staat gesteld succeservaringen op te doen. Binnen de workshop staan we stil bij de overeenkomsten van deze spelen. Leggen we de nadruk op onderwijsleerstof waarin de beleving en voldoende beweegkansen
15
(onderwijs op maat) voor kinderen centraal staat en die we mede op grond van spelproblemen, speluitdagingen kunnen verantwoorden.
Je ervaart het uitdagende karakter van Smashbal en door met elkaar te discussiëren over de kansen van deze volleybalmethodiek binnen het onderwijs, heb je na deze workshop voldoende bagage om Smashbal in je eigen les aan te bieden.
Workshop 23: Hand in handballen Daan Geelen MO-P Docent LO in het vo Opleidingsdocent FSH (2005) Bart Neutkens ALO Tilburg (1989) Docent LO in verschillende onderwijstypen Opleidingsdocent FSH (1994)
Workshop 22: Smashbal, een uitdagend volleybalspel Ruben Nijhuis CALO Zwolle (1995) Coördinator Sportontwikkeling Jeugd Nevobo
Smashbal is een uitdagend volleybalspel dat zich richt op de meest aantrekkelijke volleybaltechniek: de Smash. De volleybal beleving is binnen dit spel het uitgangspunt, waardoor het smashbal een stoer, aantrekkelijk en uitdagend karakter heeft. Smashbal is opgebouwd uit vier levels, waarbij elke rally eindigt met een smash. Dit volleybalspel richt zich in het bijzonder op de beleving van jongens, maar meisjes vinden het ook erg leuk. Tijdens deze actieve workshop ga je de verschillende levels van Smashbal spelen, zodat je je spelenderwijs de spelregels eigen maakt.
16
Handbal op school. Buiten op gras moeilijk(er) speelbaar en binnen in de zaal vaak te weinig ruimte. Leerlingen die niet in het spel betrokken worden en die tijdens het spel wachten op die ene geslaagde doelpoging per les. Als dit de realiteit is schieten we ons doel van het spelonderwijs voorbij. Kansrijk doelen verhoogt de beleving. Spelen betekent beleven. Beleving die tot stand komt doordat we onze leerlingen voldoende beweegkansen geven en leren succesvol deel te nemen aan het spel. Succesvolle deelname die wordt bepaald doordat we onze leerlingen leren adequate oplossingen te vinden voor de spelproblemen / speluitdagingen die zich in het spel voordoen. In dit geval kiezen we voor het spelprobleem “in scoringspositie komen en scoren”. We staan stil bij een spelleergang voor doelspelen waar binnen handbal gepositioneerd kan worden. Het betreft hierbij de leerlijn tot en met 4 tegen 3 + keeper. We leggen de nadruk op onderwijsleerstof waarin de beleving en voldoende beweegkansen voor kinderen centraal staat.
Dries Beijerbergen van Henegouwen, bezield en bewogen Henk van der Loo Andreas Johannes Hendricus Beijerbergen van Henegouwen is op 6 december 2012 in Utrecht overleden. Dries is 101 jaar geworden. Daarmee is een stukje levende geschiedenis van Thomas heengegaan. Dries behoorde tot de kleine groep die in 1950 aan de wieg heeft gestaan van de katholieke vereniging van Leerkrachten ‘Sint Thomas van Aquino’. Die bezieling is hij, in de jaren daarna niet kwijt geraakt. Vanuit overtuiging en betrokkenheid is hij lid gebleven. Voor hem was het ook een grote teleurstelling dat het symposium ‘Bewogen in beweging brengen … hoe doe je dat? bij gelegenheid van het 60-jarig jarig bestaan van Thomas van Aquino, december 2010, niet is doorgegaan. Moet je je voorstellen dat je het op die hoge leeftijd als lid als een plicht beschouwt om een jubileum mee te vieren. De bezieling voor het vak is hij nooit kwijt geraakt. Bezield en bewogen, dat zijn de sleutelwoorden waarmee ik Dries wil typeren. Afgestudeerd aan de Amsterdamse Academie voor lichamelijke opvoeding heeft hij zich op verschillende plaatsen ingezet in zijn zorg voor de wereld van onderwijs en de lichamelijke opvoeding. Eerst als leraar lichamelijke opvoeding in verschillende onderwijssituaties, later als secretaris op het Gymnologisch Instituut, onderdeel van de Universiteit Utrecht. Dat was in de tijd dat Klaas Rijsdorp daar de eerste hoogleraar was. Hij kon zich helemaal verliezen wanneer hij betrokken was bij activiteiten als boksen, zwemmen, zeilen en schaatsen. Hij was een begenadigd zeezeiler en schaatser en tot het laatste moment een begenadigd lesgever in het zwembad de Hommel in Utrecht. Als zeiler en schaatser heeft hij verschillende uitdagende tochten op het water, zowel in vloeibare als gestolde vorm, volbracht. Door alles is hij de wereld van de lichamelijke opvoeding trouw gebleven.
meld blijven. Dat was zijn zorg voor de medemens in de tweede wereldoorlog. Die onbaatzuchtige zorg en belangstelling heeft ervoor gezorgd dat hij met bescheiden trots het ‘Oorlogsherinneringskruis met den gesp voor bijzondere krijgsverrichtingen, Nederland mei 1940’, kortweg het Verzetsherdenkingskruis heeft mogen dragen. Dat teken was tijdens de begrafenis gestoken op zijn baret. Een stille getuige van een onverzettelijk mens. Want onverzettelijk en volhardend was Dries. Daarvan getuigde hij ook naar mij op de momenten dat ik hem sprak. Hij nam contact op of schreef een brief wanneer er iets moest worden geregeld voor mensen die in de kou waren blijven staan. De afscheidsdienst was ook een getuige van zijn leven in en vanuit het geloof. Geen afscheid zonder perspectief. Dat heb ik, samen met Gé Doorenbosch, voorzitter van Thomas, kunnen meemaken tijdens de viering in de Dominicuskerk en aansluitend in het crematorium Daelwijck, beide in Utrecht. Zijn geloof in een leven over de grens van de dood heen kreeg handen en voeten in de tekst: ‘Na de gelovige en onvermoeibare inzet van al zijn krachten wacht hem nu de ‘onvergankelijke zegekrans’ (Paulus). Een gedachte die met het Paasmysterie wordt bevestigd. Een man van het eerste uur is heengegaan. Het was goed bij zijn laatste reis aanwezig te zijn als blijk van dank en respect voor de mens die hij voor velen is geweest. ook voor mij. .
Maar nog een andere betrokkenheid mag niet onver-
17
Maré-didakt - Bewegingsmaterialen voor scholen en instellingen Maré-didakt - Bewegingsmaterialen voor scholen en instellingen http://www.mare-didakt.nl/
31-10-11 08:29 9
Google
Advies nodig?
[email protected] 038 - 466 02 16
Account inloggen nieuwe klant?
0 artikelen:
0,00
excl. btw en excl. verzendkosten Bekijk winkelwagen
zoek
CO w MP w L w EE .m T ar V e- ER di N da IE kt UW .n D l
U bent hier: Home
Contact
Maré-didakt Baekelandstraat 4 8013 ND Zwolle Marslanden E5
038-466 02 16 038-466 03 10 info@mare-dida
KvK nr. 081980 BTW nr. NL8
Uw voordeel: De scherpste tarieven • Alle kleinmaterialen Getoetst in de praktijk • Advies van een gymnastieker Materiaal voor alle doelgroepen • Eenvoudig online bestellen
Maré-didakt bv Baekelandstraat 4, 8013 ND Zwolle • Tel.: 038 - 466 02 16
[email protected] • www.mare-didakt.nl
18
Al meer dan 25 jaar een begrip!
Nieuwe carrière Esther Vergeer Pieter Matthijsse Esther Vergeer is officieel gestopt als rolstoeltennisster en gaat zich nu richten op haar rol als directeur van de naar haar genoemde foundation. Ze ziet voor zichzelf een rol weggelegd zoals Johann Olav Koss die vervult met zijn stichting Right To Play. Esther blijft haar werk als toernooidirecteur van het rolstoeltennis tijdens het ABN AMRO-tennistoernooi in Ahoy eveneens voortzetten. Geen zwart gat dus voor de viervoudig paralympisch kampioene. de eerste plaats van de wereldranglijst mede door de 27 grandslamtitels die ze wist te veroveren. Twee keer werd ze gekozen tot de beste gehandicapte sporter ter wereld. Dit alles is nog maar een greep uit de indrukwekkende erelijst van de nu 31-jarige Woerdense. Toch was het niet tennis maar rosltoelbasketbal dat haar aanvankelijk het meest trok. Ook hierin was ze succesvol. Esther werd geselecteerd voor het Nederlands team en veroverde met Oranje in 1997 de Europese titel. Beide sporten combineren was onmogelijk en daarom koos ze in 1998 definitief voor tennis.
Het is een bijzondere dag voor Esther Vergeer, de dag voor de start van het rolstoeltennistoernooi in Ahoy. Een emotionele dag want na zoveel jaren toptennis heeft ze de knoop doorgehakt. Lang heeft ze getwijfeld. Maar, zoals ze zelf zegt: “Mooier dan dit gaat het niet worden. In ieder geval niet als speler op de baan.” Tijd om nieuwe keuzes te maken. Echter, het bekend maken dat ze stopt als tennispeelster tijdens de presentatie van haar biografie ‘Esther Vergeer, Kracht & Kwetsbaarheid’, doet haar meer dan gedacht.
Kortsluiting Na een aantal operaties belandde Esther in januari 1990 op negenjarige leeftijd in een rolstoel. Artsen constateerden een bloedvatenafwijking rond het ruggenmerg. Opereren was noodzakelijk omdat de kans op het springen van een van deze vaten groot was. In medische termen arterioveneuze malformatie (AVM), een aangeboren kluwen van bloedvaten waarbij abnormale aangelegde vaten zich kunnen verwijden, knappen en een bloeding kunnen veroorzaken. Een risicovolle operatie volgde waarbij goede bloedvaten werden geraakt. Daardoor ontstond er kortslui-
Succesvol in basketbal en tennis Esther Vergeer, bijna 500 opeenvolgende wedstrijden ongeslagen, winnares van goud in het enkelspel tijdens de Paralympische Spelen in Sydney, Athene, Beijing en Londen, daarnaast won ze ook nog drie keer goud in het dubbelspel en een keer zilver. Vanaf 6 april 1999 stond ze op
19
ting tussen de toe- en afvoer van bloed naar de zenuwen, wat leidde tot gedeeltelijke verlamming van haar benen. Vanaf dat moment begon voor Esther het gevecht met haar lichaam en haar omgeving. Een gevecht om te leren accepteren dat je niet meer alles kunt terwijl je vriendinnetjes op school en in de buurt wel vrolijk rondrennen en buitenspelen. Na het ziekenhuis volgde een periode in revalidatiecentrum De Hoogstraat in Utrecht. Iedere dag deed ze loopoefeningen in de hoop ooit weer zelfstandig te kunnen lopen, tevergeefs. Onder leiding van sportconsulente Els Duijn maakte ze kennis met rolstoeltennis en rolstoelbasketbal. Met die sporten wende ze aan het leven in een rolstoel. Uitlaatklep en vangnet Toen ze weer naar school kon werd ze voortreffelijk opgevangen op haar oude basisschool. Klasgenootjes hielpen haar waar nodig en ook
tijdens de gymlessen en spelactiviteiten zocht de leerkracht samen met Esther uit wat ze wel kon zodat ze zoveel mogelijk bij alles betrokken was. Op de middelbare school werd het leven beduidend moeilijker. De leerlingen kenden Esther niet van vroeger en vonden een kind in een rolstoel maar eng. Esther voelde zich in die tijd vaak buitengesloten. Gelukkig had ze een paar goede vriendinnen met wie de vriendschap nu nog intens is. Sport bood een uitkomst, ze kon er haar energie in kwijt en ze bleek een snelle leerling. Ook ontdekte ze dat ze nog heel veel wel kon, ze leerde incasseren en doorzetten. Sport werd een uitlaatklep en een vangnet. Voor Esther een nieuwe fase van zelfredzaamheid. Haar sportcarrière ging vanaf dat moment snel. In 1994 kwam ze bij de jeugdselectie van het Nederlands rolstoelbasketbalteam en een jaar later werd ze gekozen tot Rookie of the year. Ondertussen was Esther ook al opgenomen in de nationale tennisselectie. Ze combineerde beide sporten en genoot van zowel de tennistoernooien als van de wedstrijden en toernooien met het Nederlands basketbalteam. Uitdaging In 1998 begon ze met de studie Management, Economie en Recht aan de Hogeschool van Utrecht. Veel prettiger dan op de middelbare school omdat de studenten haar hier wel ‘normaal’ behandelden. De combinatie van een studie en het beoefenen van twee sporten op het hoogste niveau mag je gerust pittig noemen.
Cruyff over Vergeer “Esther Vergeer is een uniek geval. Het gebeurt immers nergens, niet in de valide en niet in de gehandicaptensport, dat iemand zo ontzettend veel wedstrijden achter elkaar wint. Die prestatie is te danken aan haar sterke mentaliteit en persoonlijkheid. Zij laat altijd en overal zien dat je ondanks een bepaalde tekortkoming heel veel kan bereiken. Esther presteert niet alleen op de baan, ze helpt anderen ook via haar eigen Esther Vergeer Foundation. Dat kunnen alleen uitzonderlijke mensen.” “Voor mij is Esther niet alleen een ambassadeur van de sport, maar ook van het leven.” Johan Cruyff in ‘Kracht & Kwetsbaarheid’
20
Kiezen lijkt wenselijk maar kiezen tussen tennis of basketbal vond ze moeilijk, heel moeilijk. In de aanloop naar de Paralympische Spelen van Sydney heeft ze zelfs nog uitgezocht of je aan twee sporten mag deelnemen op één Spelen. Dat mocht maar de kans dat wedstrijden zouden samenvallen was groot. Na haar winst op de US Open en die op het officieuze wereldkampioenschap, allebei in 1998, lonkte de uitdaging om veel van de wereld te kunnen zien én de uitdaging om de nummer 1 van de wereld te worden. Dit gaf uiteindelijk de doorslag. Het werd tennis met de inmiddels bekende successen tot gevolg. Inspiratie Els Duijn werkt nu als Consulente Aangepast Sporten en is Esther altijd blijven volgen. Ze ziet dat Esther voor revaliderenden een voorbeeldfunctie vervult. Haar verhaal is een inspiratie voor velen. Dat zag ook Guido Klomp, adviseur van
Esther. Samen richtten ze de Stichting Handzzzup op, later omgedoopt tot de Esther Vergeer Foundation. Het hoofddoel van deze foundation: jongeren met een lichamelijke beperking aan het sporten krijgen. De foundation organiseert sportclinics op Mytylscholen. Ze worden kosteloos aangeboden. De school mag daarbij een keuze maken uit drie van de vier aangeboden sporten: tennis, basketbal, hockey en atletiek. De leerlingen van de deelnemende scholen mogen opgegeven aan welke clinic ze willen deelnemen. Gedurende de hele dag is een van de ambassadeurs van de Esther Vergeer Foundation aanwezig. We hebben het dan over topsporters zoals rolstoelbasketballers Mustafa Korkmaz en Mark Aalders, skiester Anna Jochemsen, rolstoeltennissers Ronald Vink en Maikel Scheffers en atleet Ronald Hertog. Natuurlijk staat Esther zelf ook in dit rijtje. Zij zijn er om de kinderen te begeleiden en te stimuleren. Kennismaken met sport is een maar het draait uiteindelijk om het blijven sporten. De Esther Vergeer Foundation werkt daarom nauw samen met de Johan Cruyff Foundation aan het initiatief ‘Van Sportdag naar Vereniging’. Voorlichting over aangepast sporten en kinderen de wegwijzen naar een vereniging waar ze wekelijks kunnen bewegen, dat is het doel van dit gezamenlijke initiatief. Sportpersoonlijkheden Een inspiratiebron voor Esther is oud schaatskampioen Johann Olav Koss die driemaal wereldkampioen werd (1990, 1991 en 1994). Tijdens de Olympische Winterspelen in Albertville won
Federer over Vergeer “Het rolstoeltennis moet in de markt worden gezet en zij speelt daarin een leidende rol. Zij is een verbazingwekkende atleet, een grote persoonlijkheid en ze heeft een van de meest buitengewone dingen gedaan in onze sport. Ik heb heel veel bewondering voor wat zij heeft bereikt.” ‘Het is mooi om te zien hoe Esther zich om anderen bekommert, terwijl ze aan zo’n tenniscarrière werkt. Daar probeer ik een voorbeeld aan te nemen.” Roger Federer in ‘Kracht & Kwetsbaarheid’
21
de Noor goud op de 1.500 meter en zilver op de 10.000 meter. In 1994 mocht hij drie keer op de hoogste trede van het Olympisch erepodium plaatnemen. Tijdens die Spelen, in Lillehammer, was hij de snelste op de 1.500 meter, de 5.000 meter en de 10.000 meter. In 1997 voltooide hij als toerrijder de Elfstedentocht. Na zijn loopbaan als schaatser richtte hij Right To Play op, een internationale organisatie die zich inzet voor het recht van ieder kind om te sporten en te spelen. Voor een heleboel kinderen wereldwijd is dit niet vanzelfsprekend en Right To Play gelooft dat sport en spel onmisbaar is in de ontwikkeling van kinderen. Door de kracht van sport en spel in te zetten in gebieden die door oorlog, armoede en ziekte zijn getroffen, leren kinderen belangrijke vaardigheden zoals samenwerken en fair play. Tevens wordt spelenderwijs voorlichting gegeven over ziektes als HIV/Aids, malaria en tuberculose. Right To Play zorgt voor een veilige plek voor kinderen om spelenderwijs te leren en geeft kinderen hoop op een betere toekomst. In de projecten wordt geen enkel kind uitgesloten en daarom werkt Right To Play onder andere met meisjes, kinderen met een handicap, kinderen met HIV/Aids, straatkinderen, voormalig kindsoldaten en vluchtelingen. Esther Vergeer en Johann Olav Koss zijn beide aansprekende sport-
22
persoonlijkheden en kunnen mede hierdoor een belangrijke rol spelen in het stimuleren van jong en oud, valide en invalide om zoveel mogelijk te bewegen en te sporten. Ze doen dat beiden met verve omdat ze zelf ervaren hebben hoe belangrijk sport is geweest voor hun ontwikkeling. Ook zijn ze warme pleitbezorgers voor meer aandacht voor bewegen en sport in het onderwijs. Uitdagingen In Ahoy pinkt Esther een traantje weg als ze bekend maakt te stoppen met topsport. Tranen van verdriet maar ook van dankbaarheid voor wat de sport haar heeft gebracht. “Ik ben onder de indruk van het feit dat ik zover heb kunnen komen. Soms kan ik het zelf nog steeds niet geloven. Ik ben trots op wat ik heb bereikt en ben iedereen die me heeft geholpen om dit te bereiken enorm dankbaar. Op de tennisbaan zijn er geen uitdagingen meer voor me, maar buiten de baan zijn ze juist in overvloed. Eén van die uitdagingen is om via mijn foundation over de hele wereld kinderen met een beperking de mogelijkheid te bieden kennis te maken met sport en om integratie en zelfredzaamheid te stimuleren door sport.” Esther Vergeer heeft ideeën en plannen genoeg. “Er zijn zoveel mensen en situaties die me hebben geïnspireerd om naast de baan iets te betekenen.” Zo treedt ze ook op als spreker, presentator, discussieleider of dagvoorzitter tijdens congressen, symposia of andere bijeenkomsten. Ze legt daarbij graag een link tussen haar persoonlijke leven, haar successen en het werkveld van ondernemingen, organisaties en hun medewerkers. Succes bereiken is één ding. Succesvol blijven is een heel ander verhaal. Zowel in de sport als in het bedrijfsleven gelden daarbij dezelfde sleutelvragen: hoe doe je dat, waar haal je de motivatie vandaan om zo lang succesvol te zijn, ga je uit van het aanscherpen van je sterktes of juist het overwinnen van je zwaktes, speel je in op de concurrentie of ga je vanuit eigen kracht op zoek naar continuïteit? Ook tijdens dergelijke bijeenkomsten blijkt Esther Vergeer te inspireren.
Sporthogeschool eyecatcher Genneper Parken Pieter Matthijsse Het mag zonder meer een van de eyecatchers worden genoemd van Genneper Parken, de nieuwbouw die Fontys samen met de gemeente Eindhoven heeft gerealiseerd aan de Theo Koomenlaan in Eindhoven. De organisatoren van de Thomas Oriëntatiedag zijn er dan ook trots op dat deze succesvolle studiedag vanaf nu plaats kan vinden in en rond deze prachtige locatie.
Genneper Parken, het sportgebied mét zwemparadijs De Tongelreep, het Pieter van den Hoogenband zwemstadion, het voetbalstadion van FC Eindhoven, de ijsbaan, de hockeyvelden van Oranje Zwart, het Indoor Sportcentrum en sinds dit schooljaar het fonkelnieuwe gebouw van Fontys Sporthogeschool. Het gebouw valt direct op door zijn strakke vormgeving en open karakter. Overdag het domein van de studenten van Fontys Sporthogeschool en ’s avonds bevolkt door sporters van diverse Eindhovense sportverenigingen. Het gebouw is ontworpen door het architectenbureau Mecanoo uit Delft en oogst lovende kritieken. Het bevat vijf sportzalen, een 15 meter hoge klimhal, theorielokalen, een mediatheek, zelfstudieruimtes, vergaderlokalen, project- en werkruimtes, een restaurant en een sportfoyer en heeft een totale vloeroppervlakte van 16.500 vierkante meter. Parkeren kan in de eigen parkeergarage onder het gebouw. Eindhoven heeft 15 miljoen euro in het gebouw geïnvesteerd.
Geen misverstand Binnen is direct zichtbaar dat je in een gebouw bent waarin bewegen en sport nadrukkelijk centraal staat. Speelse silhouetten van sporters op de kluisjes, lijnen die een atletiekbaan symboliseren op de grond en een directe inkijk in een van de centrale sportzalen van het complex. Er kan geen misverstand over zijn, dit is een opleiding die draait om sport. De deelnemers aan de Thomas Oriëntatiedag zullen er zich dan ook ongetwijfeld snel thuis voelen. Toch zijn het niet alleen studenten van de opleiding tot leraar lichamelijke opvoeding die er rondlopen zoals voorheen in Tilburg. Door het samenbrengen van de opleidingen die in Sittard en Tilburg zaten, geeft Fontys Sporthogeschool nu op één locatie de studenten de mogelijkheid om voltijd bacheloropleidingen te volgen op het gebied van Sports & Education, Sports & Wellness en Sports & Leisure. Daarnaast biedt Sporthogeschool de deeltijdstudie Master of Sports aan. Twee studentenpopulaties zijn samengekomen maar dat niet alleen, ook de docententeams, die in tot nu toe meestal apart opereerden vanuit Sittard en Tilburg, vormen nu een team. Eerste ervaringen Hoe zijn de eerste ervaringen na een half jaar Eindhoven? We vragen het aan de teamleiders van beide ‘oude’ locaties Yvonne Sanders (Sittard) en Ronald Klomp (Tilburg) en aan twee derdejaarsstudenten Esther Westerveld en Iris Lankhaar. Esther en Iris volgen beiden de richting speciaal onderwijs binnen Sports & Education en kunnen daardoor een goede vergelijking maken tussen de
23
situatie in Tilburg en Eindhoven. Esther Westerveld begint direct enthousiast te vertellen over het nieuwe gebouw: “Het gebouw is in het echt nog mooier dan ik had verwacht! Het heeft een strakke, moderne uitstraling waarbij alles ‘sport’ uitstraalt. De gymzalen beschikken over mooie materialen die veel mogelijkheden bieden om allerlei beweegsituaties te maken.” Iris Lankhaar: “Er zijn veel nieuwe technieken verwerkt in de zalen. Zo kun je bijvoorbeeld bij het trapezezwaaien door een speciale constructie met meerderen achter elkaar werken.” Yvonne Sanders: “Het is een prachtig gebouw dat uitnodigt om met elkaar van elke dag iets moois te maken. Je merkt dat bij zowel de bouw, maar vooral ook bij de inrichting goed is nagedacht over vormgeving en bruikbaarheid.” Ronald Klomp: “Het gebouw mag zich dan ook het meest innovatieve onderwijsgebouw van Nederland noemen en daar zijn we uiteraard trots op.” Vissenkom Esther: “Ik vind het fijn dat alle sportaccommodaties makkelijk te bereiken zijn. Ze liggen op loopafstand van elkaar en zo ben je snel vanuit de school bij het Indoor Sportcentrum, het zwembad,
24
de schaatsbaan, de sportvelden en bij de atletiekbaan.” Iris: “Ik vind de vissenkom erg mooi.” De vissenkom? “Ja, zo noemen we zaal 5, de zaal in het midden van het gebouw waar je van alle kanten in kunt kijken.” Dat brengt ons bij het open karakter van het gebouw, veel glas, veel doorkijkjes. Ronald: “Het bevalt ons uitstekend, dat open karakter. In de beginfase is er wel een periode geweest dat zowel studenten als docenten hieraan moesten wennen vooral rondom de lessen in zaal 5. Die openheid werkt ook erg stimulerend. Je ziet elkaar bezig en dat stimuleert ook docenten om meer expertise en kennis uit te wisselen omdat ze elkaars lessen kunnen zien.” Iris: “Je merkt nog steeds wel dat studenten veel naar elkaar kijken, zwaaien naar iemand die in de zaal bezig is en dat leidt natuurlijk ook af. Docenten doen daar ook aan mee want ook die kunnen de verleiding vaak niet weerstaan. Soms ga je op de gang ook onderdelen doen waar ze op dat moment in de zaal mee bezig zijn.” Zo kan het dus gebeuren dat je showdansende studenten in de gang tegenkomt. Het past eigenlijk ook wel bij een sportopleiding want het zijn geen ‘stilzitters’, de studenten en docenten van Fontys Sporthogeschool. Ook Esther
is zeer te spreken over het open karakter: “Het geeft een mooie uitstraling, maar ook ik vind het eerlijk gezegd niet altijd praktisch omdat het toch wel voor veel afleiding zorgt.” Yvonne vult aan: “En er is af en toe ook wel behoefte aan een stukje privacy.” Projectruimtes Het gebouw kent allerlei werkhoekjes en projectruimtes, ook deze kenmerken zich door hun open structuur. Iris: “Daar wordt erg veel gebruik van gemaakt, ze zitten bijna de hele dag vol. Natuurlijk om te studeren en te werken aan je studieopdrachten maar ook om gezellig te kletsen.” Esther: “Studenten gebruiken ze ook vaak als lunchruimte wat eigenlijk niet de bedoeling is. Helaas laten ze dan ook nog een hoop etensresten achter.” Ook de rommel die studenten achter laten in het restaurant stoort de beide dames. Esther: “Gelukkig zijn er studenten die wel netjes alles opruimen maar soms is het gewoon asociaal om te zien wat voor bergen afval er op en rondom de tafels achterblijven.” Over het restaurant zijn ze verder erg te spreken, het uitzicht op het voetbalstadion van FC Eindhoven, de leuke en fris geverfde tafels met ingebouwd tafelvoetbalspel en natuurlijk over de kwaliteit van de etenswaren.
Het Nieuwe Werken De integratie tussen de twee studentengroepen verloopt prima. Iris: “Je merkt eigenlijk weinig verschil, iedereen gaat goed met elkaar om.” Ronald: “Ik zie ook geen grote verschillen. De studenten van Sports & Wellness en Sports & Leisure maken wat meer gebruik van externe accommodaties dus die zijn wel wat minder vaak aanwezig in het gebouw.” Yvonne: “Studenten volgen natuurlijk verschillende bachelors en het onderwijsaanbod is verschillend maar voor het gebruik van het gebouw zie ook ik geen verschillen. Deze locatie zorgt ervoor dat we al onze onderwijsactiviteiten in en rondom het gebouw kunnen uitvoeren. Op dit moment worden er binnen de bachelor SBE mountainbike lessen aangeboden. Hiervoor moesten de studenten in Sittard vorig jaar eerst naar een andere locatie. Nu kan alles vanuit het gebouw starten. Een enorme luxe.” Ronald merkt op dat ook de integratie tussen de beide docententeams goed verloopt: “De unilocatie zorgt voor het beter begrijpen van elkaars programma, de verschillen in werkwijze en het soort student. Mijn indruk is dat deze kennismaking steeds meer aanleiding vormt om elkaar te versterken. Dit soort processen hebben wel wat tijd nodig en laten zich niet forceren.” Yvonne: “We zetten in op een natuurlijk verloop van dit proces.. Op stu-
25
diedagen delen wij kennis met elkaar omdat elke bachelor specifieke expertise vraagt. Een aantal onderwijszaken worden al gezamenlijk opgepakt waardoor op die vlakken ‘eenheid’ duidelijk zichtbaar begint te worden zowel in het onderwijs als in de organisatie.” Het gebouw is ook ingericht om ‘Het Nieuwe Werken’ toe te kunnen passen. Yvonne daarover: “In het begin was dat even wennen. Er zijn verschillende soorten werplekken in het gebouw en dat zorgt dat iedereen in het begin zoekende was naar wat nu een fijne werkplek is voor dat waar je op dat moment mee bezig bent of moet gaan doen. Het leuke van Het Nieuwe Werken is dat je overal in het gebouw kunt gaan zitten. Op deze manier is er ook veel interactie tussen alle medewerkers.” Ronald: “Het Nieuwe Werken geeft collega’s veel flexibiliteit en eigenaarschap. Binnenkort hebben we een eerste evaluatie maar over het algemeen verloopt het implementeren van Het Nieuwe Werken binnen Fontys Sporthogeschool heel voorspoedig. De eerste ervaringen zijn positief. Soms is het nog wel zoeken naar de beste manier om vergaderingen en besprekingen in te plannen. Een technologie als ‘face time’ biedt vaak uitkomst.” Hij roemt ook de samenwerking met de gemeente Eindhoven. “Zij denken goed mee en we doen veel projecten samen zoals bijvoorbeeld rondom het expertise-
26
centrum zwemonderwijs.” Yvonne: ”Vooral in het begin waren er bijna elke dag wel bezichtigingen van het gebouw georganiseerd door de gemeente. Nu zie je dat er veel vergaderingen, workshops en lezingen worden gegeven. Het is mede hierdoor een gebouw waar volop leven in zit.” Het mooiste plekje Op mijn vraag wat ze het mooiste plekje vinden van het gebouw, krijg ik van Esther, Iris en Ronald een eenduidig antwoord: “De klimhal!” Dit klimparadijs zit letterlijk in de school en dat maakt het duidelijk tot een van de paradepaardjes. “Samen met de vissenkom, want die vind ik ook erg mooi”; vult Iris aan. Yvonne heeft een andere favoriete plek: “De leukste ruimte vind ik de ‘skybox’ van de FC Eindhoven, zo wordt de ruimte nu genoemd. Dat is bij de sportfoyer op de eerste verdieping, daar heb je een prachtig uitzicht over het veld van FC Eindhoven. De inrichting van de Sportfoyer is lekker ruim met leuke zitmeubels en het uitzicht is prachtig.” Het aantal kinderziektes die zich vaak voordoen bij het in gebruik nemen van een nieuw gebouw vallen mee. Ronald: “Natuurlijk zijn er altijd wat verbeterpuntjes, zo merken we dat de verrijdbare tv-schermen in de zalen erg kwetsbaar zijn. We zijn nu aan het bekijken hoe dit handig is op te lossen.” Iris: “Tijdens onze lessen rolstoel-
vaardigheid hebben we ontdekt dat het gebouw niet zo rolstoelvriendelijk is. Deuren zijn lastig te openen voor iemand die in een rolstoel zit en de vloeren van de zalen zijn eigenlijk te zacht om op te rijden.” De beide studenten vinden het jammer dat de kluisjes net te krap zijn. Esther: “Zeker voor de Sports & Education studenten. Tijdens de lessen mag je officieel geen tas meenemen, deze moet je in je locker stoppen, maar voor je jas, je sporttas, studieboeken en sportschoenen is deze te klein. Veel studenten nemen dus toch maar hun tas mee naar de les.” Iris heeft een andere oplossing, met een knipoog zegt ze: “Of dan toch maar geen studieboeken meenemen naar school, dan past alles wel in je locker!” Goed bereikbaar Esther volgt binnen haar opleiding ook nog de minor Motorische Remedial Teaching en Iris de minor Sport en Bewegingsstimulering. Voor allebei is de reisafstand naar de opleiding flink toegenomen ten opzichte van vorig jaar toen Fontys Sporthogeschool voor hen Tilburg nog als thuislocatie had. Iris: “De bereikbaarheid in Eindhoven is goed. Er is een prima busverbinding met het station en in ongeveer een kwartier ben je op school.” Voor wie met eigen vervoer komt, is er een parkeergarage waarin plaats is voor
200 auto’s en een fietsenstalling voor ruim 400 fietsen. Doordat de zalen na schooltijd gebruikt worden door de gemeente is het vrij oefenen voor de studenten een stuk lastiger geworden, alhoewel er nu gekeken wordt of het mogelijk is om oefenuren in te plannen. Ook het gemis aan een eigen zwembad is voor studenten die wat extra willen oefenen even wennen. Daarvoor zijn maar een beperkt aantal uren beschikbaar en moeten ze naar het Pieter van den Hoogenband zwemstadion. Iris: “Maar dan zwem je wel naast Ranomi Kromowidjojo!” Yvonne: “ Ik vind het een privilege dat ik in zo’n mooie sportomgeving mag werken. Elke dag op nieuw!” Het mag duidelijk zijn, het enthousiasme over het nieuwe gebouw van Fontys Sporthogeschool overheerst en niet alleen bij Yvonne Sanders, Ronald Klomp, Esther Westerveld en Iris Lankhaar. Tip voor de deelnemers aan de Thomas Oriëntatiedag die voor de eerste keer in het gebouw komen; laat de kans niet liggen om het gebouw zelf te verkennen. Er zijn genoeg studenten en docenten die de weg willen wijzen en met passie over het gebouw en de opleidingen willen vertellen. Foto’s: Fotografie Fontys Sporthogeschool
27
punt-elastische sportvloeren
mix-elastische sportvloeren
combi-elastische sportvloeren
vlak-elastische sportvloeren
facelift, retopping of revitalisatie
indoor en outdoor tennisbanen
Energieweg 6 4231 DJ Meerkerk Postbus 46 4230 BA Meerkerk Nederland Telefoon: 0183 - 35 47 00 Telefax: 0183 - 35 47 40 email:
[email protected] web: www.eputan.nl
28
indoor en outdoor atletiekbanen
rollerhockey sportvloeren
In gesprek met Fred Huijboom Simone Visser Velen van ons zijn bekend met de naam Fred Huijboom en weten dat hij al geruime tijd secretaris is van het Thomasbestuur. Tijdens de vergaderingen van het Thomasbestuur komt Fred bevlogen en actief over. Maar wat doet Fred Huijboom eigenlijk nog meer? Waar komt die energie en bevlogenheid vandaan? Hoe is hij in ons vakgebied terechtgekomen? Wat waren en zijn, zijn belangrijkste drijfveren? In een goed gesprek met Fred zijn deze vragen aan hem gesteld en de directe aanleiding geweest om dit stuk te schrijven.
krijgt Fred de bevestiging van de keus die hij in zijn hoofd eigenlijk al gemaakt heeft.
Zijn keus voor de sportacademie Fred Huijboom is getrouwd met Mieke, hij heeft drie dochters, zes kleinkinderen en hij woont sinds de jaren zeventig in Waalwijk. Hij groeide samen met zijn broers en ouders op in Den Bosch. In zijn jeugd was hij vooral actief als voetballer en tennisser, later is hij ook gaan rugbyen. Wanneer Fred van zijn buurjongen hoort dat hij op de sportacademie zit, wordt bij hem zijn interesse gewekt voor deze opleiding. Fred praat vol enthousiasme over zijn middelbare school tijd op Het Sint Jans Lyceum in Den Bosch. Hij kan zich nog goed de mooie accommodatie waar de lessen Lichamelijke Oefening (LO) gegeven werden herinneren. Hij krijgt hier les van verschillende docenten LO. Op Fred heeft in die tijd de manier waarop Henk van de Velde invulling aan de les LO gaf, veel indruk gemaakt. Hij beschrijft hem als energiek, kundig en inspirerend en is voor hem een voorbeeld van een goede docent. Het idee om naar de sportacademie te gaan was al geboren en tijdens de positieve ervaringen binnen de lessen LO op het Sint Janslyceum
De sportacademie Het eerste jaar van zijn opleiding zit de sportacademie nog in Den Bosch. Daarna verhuist de opleiding naar Tilburg. Met de verhuizing van de sportacademie verhuist ook Fred mee, richting Tilburg. In die tijd ging je niet op kamers of in een studentenhuis wonen maar kwam je inwonen bij een hospita. Fred heeft het erg naar zijn zin op de sportacademie. Hij vindt het heerlijk om met sport en onderwijs bezig te zijn en behaalt goede resultaten. De praktijklessen zijn soms pittig (atletiek) maar Fred is een echte allrounder en slaat zich hier goed doorheen. Aan het einde van het examenjaar gaat het even mis. In die tijd moest je voor het examen twee lessen geven. Voor Fred stond het geven van een les spel en een les turnen op het programma. Fred herinnert zich nog goed waar het mis ging tijdens de les turnen. Aan de voorbereiding lag het niet, maar door de druk speelden de zenuwen hem parten en verliep de les chaotisch. Van herkansen was in die tijd geen sprake. Fred doet het vierde jaar hospiteren over en gaat daarnaast al aan het werk als gymdocent op een basisschool. Diensttijd en vervolgens aan de slag als docent LO Vrij snel na het behalen van zijn diploma werd Fred opgeroepen voor de dienstplicht. Hij krijgt
29
Ambonese jongeren die bij hem op de mavo les kregen, hadden het niet altijd gemakkelijk. Fred had hier oog voor en kreeg van deze leerlingen en hun familie erkenning voor zijn inzet en betrokkenheid. Fred vertelt dat zelfs vele jaren later oud leerlingen hem nog herkennen en begroeten.
niet de mogelijkheid om als sportofficier aan de slag te gaan. Misschien wel vreemd dat hiermee geen rekening werd gehouden in die tijd. Fred kijkt ook op zijn diensttijd terug met positieve gevoelens. Achteraf gezien had het voor hem niet gehoeven, maar hij gebruikt deze tijd wel om zich verder te ontwikkelen. Hij krijgt in zijn diensttijd te maken met verschillende soorten mensen met diverse achtergronden, opleidingen en opvattingen. In het laatste gedeelte van zijn diensttijd geeft hij leiding aan een peloton. Wanneer Fred klaar is met zijn diensttijd trouwt hij met zijn grote liefde Mieke die dan net haar opleiding als fysiotherapeute heeft afgerond. Ze gaan alle twee op zoek naar werk en settelen zich in Drunen. In de eerste jaren heeft Fred een aantal kleine betrekkingen op verschillende basisscholen. In deze tijd besluit Fred vanuit interesse, maar ook met het idee dat dit later van pas kon komen, om de acte MO-Engels te halen. Nu jaren later weet Fred dat hij nooit Engelse les is gaan gegeven, maar nog wel met veel plezier Engelstalige detectives leest. Fred krijgt voor langere tijd werk op twee verschillende mavo scholen, één in Heusden en één in Waalwijk. Wat Fred goed is bijgebleven uit deze tijd is het contact wat hij kreeg met de Ambonese gemeenschap in Waalwijk. De
30
Klein begonnen en toen doorgegroeid. Na een aantal jaren wordt Fred gevraagd waarnemend adjunct directeur te worden op de school in Waalwijk. Hij stopt op de school in Heusden en krijgt een volledige aanstelling in Waalwijk. Het is een functie met voornamelijk organisatorische taken, die de meeste gymdocenten, en zo ook Fred goed liggen. Fred zijn interesse voor het onderwijsmanagement is gewekt en zijn talent hiervoor wordt door de omgeving herkend. In deze periode wordt hij door Henk van der Loo op het spoor gebracht om in Leuven te gaan studeren. Bij zijn kennismaking op deze Belgische universiteit maakt het persoonlijke onthaal zoveel indruk op hem dat hij besloot zich in te schrijven voor zijn doctoraal lichamelijke oefening en sport. Het toeval wil dat hij tijdens zijn eerste bezoek aan Leuven Marcel van Loo tegen het lijf loopt. Marcel is ook een Nederlandse gymdocent uit Waalwijk die net als Fred een complementair programma in Leuven wil gaan volgen. Ze doorlopen de universiteit daar waar mogelijk gezamenlijk en er ontstaat een levenslange vriendschap. Zowel Fred als Marcel vervolgen hun loopbaan binnen het onderwijsmanagement en voorzien elkaar lange tijd van raad en daad. Na het behalen van zijn doctoraal heeft Fred de smaak te pakken en zou hij graag verder gaan in de onderzoeksrichting. Dit laat nog even op zich wachten…….. Twee jaar na zijn aanstelling als waarnemend adjunct directeur op de Nutsmavo in Waalwijk solliciteert Fred naar de functie van directeur van mavo st. Jan in Goirle en wordt aangenomen. Fred doet veel ervaring op in de vijf jaar dat hij hier directeur is. Na vijf jaar fuseert mavo st. Jan met het Mill Hillcollege en is Fred tot 1999
plaatsvervangend rector. Vanaf 1999 is hij rector van het D’Oultremontcollege in Drunen. Zijn vele rollen en taken binnen verschillende commissies, verenigingen, in het leger en tijdens zijn verschillende opleidingen zorgen ervoor dat het hem lukt om een vaardig en succesvolle rector te worden. Op mijn vraag hoe hem dit verder is gelukt zegt Fred: ‘ik ben klein begonnen en toen doorgegroeid’. Verder heb ik veel cursussen gevolgd gericht op het schoolleiderschap. En onderschat ook zeker niet de kracht van de onvoorwaardelijke steun van mijn vrouw Mieke, vertelt hij met een gelukkige glimlach op zijn gezicht. Met Mieke heeft hij ondertussen een gezin gesticht en ondanks de drukte die dit met zich mee brengt, geeft zij hem alle ruimte om zich verder te ontwikkelen. Terugkijkend op deze periode beseft Fred dat hij erg veel van huis was en dat dit niet altijd gemakkelijk moet zijn geweest voor zijn gezin. Hij vertelt dat het met geven en nemen te maken heeft. En dat hij wanneer hij wel thuis was, hij ook zijn deel van de zorg op zich nam en goed bleef luisteren naar Mieke en de kinderen. Hierin ligt naar zijn idee een belangrijke sleutel tot het in stand houden van een liefdevolle en harmonieuze relatie.
het gymnasium en de leertuin voor vmbo niveau basisberoepsgerichte leerweg. Het verbouwen of vernieuwen van de school heeft hij ook met veel plezier en enthousiasme gedaan, dit ook omdat hij de onderwijskundige visie van een afdeling of school hierin wilde en kon betrekken. Na een geslaagde tijd op het D’Oultremontcollege nam Fred in 2009 officieel afscheid. Tot mei 2012 heeft hij nog voor halve dagen gewerkt als adviseur voor de directies van de scholen van de scholengroep de Langstraat. Na dit afscheid in 2012 geeft Fred op zijn eigen manier invulling aan zijn pensioen. Dit doet hij onder andere door te gaan fietsen met zijn vrouw Mieke en door op te passen of op stap te gaan met één van zijn zes kleinkinderen. Naast zijn wekelijkse sport afspraken is Fred samen met een oud-collega begonnen met een promotie onderzoek. Het doen van onderzoek stond al sinds zijn studie aan de Universiteit van Leuven op zijn wensenlijst en nu is het moment daar. Wanneer je Fred zijn loopbaan bekijkt, is het niet vreemd dat zijn onderzoek te maken
Wat hoop je op de scholen te hebben achtergelaten? Reflecterend op zijn laatste jaren als schoolleider en lid van de kerndirectie van scholengroep de Langstraat, komt Fred tot de conclusie dat hem eigenlijk niks echt is tegengevallen. In de loop der tijd kreeg hij er wel meer moeite mee dat er steeds vaker over geld werd gepraat en dat dit er in zijn beleving voor zorgde dat het onderwijsinhoudelijke belang naar de achtergrond verdween. Ook heeft hij ervaren dat het steeds moeilijker leek om docenten enthousiast te krijgen en te houden voor onderwijsveranderingen en vernieuwingen. ‘Het leek weleens of ik aan het sleuren was aan een kar met vierkante wielen’. Personeelsbeleid heeft hij altijd graag gedaan, net zoals het invoeren van onderwijskundige vernieuwingen. Hij noemt als voorbeelden het invoeren van: een technasium,
31
heeft met het professionaliseren van docenten. Als iemand het goede voorbeeld hiertoe heeft gegeven en nog steeds geeft is het Fred zelf. Hij is van mening dat wanneer je als docent een professionele leeromgeving hebt dit een positief effect heeft op je functioneren voor de klas. Een einddatum van het promotie onderzoek durft hij zo niet te voorspellen maar dat wij als Thomasbestuur uitkijken naar de uitkomsten van het onderzoek moge duidelijk zijn.
leven zonder sport? Nee, dat kan Fred zich niet voorstellen.
Hoe heb jij het beoefenen van sport ervaren en wat voor rol speelt sport in deze fase van je leven? Zoals gezegd beoefende Fred in zijn tienerjaren verschillende sporten zoals tennis, voetbal en rugby. Een lange tijd heeft hij zich binnen de tennis- en rugbywereld beziggehouden met het organiseren van wedstrijden en heeft hij in clubverband, verschillende bestuurlijke taken op zich genomen. Fred vertelt dat hij in geen enkele sport een super uitblinker is geworden maar dat hij het sporten altijd met erg veel inzet en plezier heeft gedaan en nog steeds doet. Dat sport en bewegen voor Fred een belangrijke plek in zijn leven inneemt, beaamt hij volledig. De fysieke inspanning, de binding die er is met je “tegenstanders”, het onderhouden van je sociale contacten en de voldoening die je ervaart na een flinke inspanning, zijn allemaal redenen die Fred aandraagt waarom sporten voor hem een levensbehoefte is. In Fred zijn weekroutine zitten zeker vijf sportmomenten ingeroosterd.
Hoe kijkt je aan tegen het hedendaagse bewegingsonderwijs in en om de school? Wanneer Fred zijn managementtaken worden uitbreidt, komt het lesgeven onder druk. Te vaak moeten er lessen uitvallen. Fred vertelt dat hij met erg veel plezier de LO lessen heeft gegeven maar dat hij er nooit van heeft gehouden om werk half te doen. Hij komt tot de conclusie dat het beter is om te stoppen met structureel lesgeven. Dit is voor hem geen gemakkelijke keus geweest. Hij is als schoolleider betrokken gebleven bij de ontwikkelingen en het vak LO en heeft zich altijd betrokken gevoeld bij de docenten LO. Fred is van mening dat je je als vakgroep en / of docent LO goed kunt profileren, door goed om je heen te kijken en de verbinding en samenwerking te maken met andere vakdocenten, schoolbesturen, verenigingen en gemeenten. Tegenwoordig heb je verschillende projecten, initiatieven vanuit provincie en overheid en / of plaatsgebonden acties waardoor je leerlingen structureel meer kunt laten sporten en ze actief bij de school en / of buurt kunt betrekken. Het zou goed zijn wanneer een docent LO over zijn eigen grenzen kijkt en hierin het initiatief neemt zonder hiervoor meteen iets terug te zien in bijvoorbeeld zijn taakplaatje. Uiteindelijk hebben we een gezamenlijk doel namelijk: de jeugd op een veilige en betekenisvolle manier aan het bewegen / sporten krijgen én houden.
Die sportmomenten bestaan uit verschillende disciplines zoals: tennis, fietsen, fitness, hardlopen, zaalvoetbal en / of squash. Met langdurige blessures is Fred gelukkig nog nooit geconfronteerd, hij denkt dat dit onder andere te maken heeft, met zijn wekelijkse rondje fitness om zijn spieren te trainen en de kracht en lenigheid op pijl te houden. Hij vertelt trots over het vaste clubje van zaalvoetballers die al 35 jaar lang in de winterperiode wekelijks bij elkaar komt. Ze spelen dan 4-4 en dat is best intensief, maar voor Fred heerlijk om nog te kunnen doen. Een
Hoe ben je bij Thomas als bestuurslid betrokken geraakt. Al vanaf 1999 is Fred lid van het Thomasbestuur. Op voorspraak van Henk van der Loo is Fred in het bestuur van Thomas gekomen. Een paar maanden daarna maakte Fred de overstap naar het D’Oultremontcollege. Geheel terecht voorzag Fred problemen om zijn bestuurstaken voor Thomas te kunnen combineren en uitvoeren naast al zijn verantwoordelijkheden en taken als rector. Bijna had hij zijn bestuurslidmaatschap weer opgezegd. Maar het bestuur kon hem
32
ervan overtuigen dat hij zeker een toegevoegde waarde zou hebben in het bestuur en van hem niet verwacht werd om enorme tijdrovende taken op zich te nemen. Fred besluit bij het bestuur te blijven en de taak van secretaris op zich te nemen. Hij heeft het tot op de dag van vandaag lastig gevonden om op deze manier in een bestuur te zitten. Fred doet niet graag dingen half zoals al eerder is aangegeven. Wat voor Fred bindende momenten zijn als bestuurslid en er mede voor zorgt dat het vervullen van deze taak hem energie oplevert, zijn bijvoorbeeld de jubilea vieringen van Thomas. De samenwerking met Fontys Sporthogeschool, de contacten met medebestuursleden, de vergaderavonden waar ruimte wordt ingeroosterd voor onderlinge intervisie en presentaties geven hem ook de nodige inspiratie en motivatie. Sinds een aantal jaren is het Thomasbestuur naast de organisatie van de Thomas Oriëntatiedag en de Thomas Jazz Dansdagen aan het nadenken en praten over een nader te bepalen koers. Fred is er van overtuigd dat zolang er mensen zijn die zich zo betrokken voelen bij het bewegingsonderwijs, dat ze in een bestuur als Thomas
willen participeren, er meer dan voldoende bestaansrecht is als groepering. Hij realiseert zich wel dat een bestuur als Thomas partners nodig heeft. Naast de docenten LO, de katholieke partners en de KVLO is de samenwerking met Fontys Sporthogeschool er zeker één om te koesteren en uit te bouwen. Fred maakt zich zorgen over de vervanging van Gé Doorenbosch in het bestuur. Gé is de huidige voorzitter en de spreekwoordelijke spin in het web. Gé gaat aan het einde van dit schooljaar stoppen met zijn bestuurstaken en Fred zou graag zien dat Gé het voorzittersstokje aan een net zo bevlogen vakcollega kan overdragen. Aan wie hij het stokje kan overdragen is nog onbekend. Hij hoopt dat er op zeer korte termijn iemand naar voren stapt om het voorzittersstokje van Gé aan te pakken. Tot slot: wat zou je ons (de docent LO) nog graag mee willen geven? Hier kan Fred kort over zijn. Zorg ervoor dat je open staat voor andere terreinen, heb oog voor andere belangen en zoek actief naar samenwerking en verbinding. Trek je niet te veel terug en kijk over de grenzen van je vak heen. Zoek, vind en onderhoud de samenwerking!
33
Bezoek aan het Sportimonium. Jan Bovend’eerdt In januari bracht ik samen met enige bevriende oud-collega’s een bezoek aan het Belgische sportmuseum, het “Sportimonium”, een samenvoeging van sport en patrimonium ( erfgoed), te Hofstade (België). Sinds de tweede helft van de vorige eeuw zijn er op verschillende plaatsen sportmusea opgericht. De eersten te Basel, 1945, Warschau, 1952, Praag, 1953 en Leipzig, 1977. De laatste drie ongetwijfeld opgericht om de sportsuccessen in een communistische samenleving extra glans te geven. Van recentere datum zijn de sportmusea van Duitsland ( Keulen, 1996) en van ons land, dat eerst in Lelystad (1995) gevestigd was en sinds 2005 ondergebracht is in het Olympisch stadion te Amsterdam. Het Belgische sportmuseum is in 2004 opgericht. De ontstaansgeschiedenis van het Belgische sportmuseum gaat terug tot de jaren zeventig van de vorige eeuw. Roland Renson kreeg de opdracht om aan het Instituut voor Lichamelijke Opvoeding van de K.U. Leuven de cursus “Geschiedenis van de lichamelijke opvoeding” te doceren. Hij vond weinig bronnen over het Belgische sportverleden. Samen met medewerkers en studenten begon hij te verzamelen en te inventariseren. Er ontstond een imposante verzameling, maar men miste een geschikte accommodatie om het erfgoed tentoon te stellen. Die vond men uiteindelijk in Hofstade waar een domein van BLOSO lag met een strand, strandgebouw en kleedkamers . Na een grondige restauratie en uitbreiding vond in 2004 het “Sportimonium” er een vast onderkomen. In eerste instantie zal men verwonderd zijn dat de geschiedenis van de sport getoond wordt in een gebouw met ruim 200 omkleedhokjes. Als bezoeker ervaart men dat deze ruimte creatief en functioneel gebruikt wordt. In dit Belgische sportmuseum zijn een aantal onderwerpen uitgewerkt die ook de Nederlandse bezoeker zal interesseren, zoals: de tijdslijn van de bewegende mens, de historie van de internationale Olympische beweging, de geschiedenis van het
34
vak in België, die op vele momenten parallellen kent met de onze, de volksspelen etc.
Historisch turnpaard Een extra dimensie krijgt het “Sportimonium” door de “Volkssporttuin” waarin allerlei volksspelen gespeeld kunnen worden. Vanaf 1973 is een groot aantal volksspelen uit België en Nederland beschreven door Roland Renson en zijn studenten. Renson stuurde zijn studenten op “veldwerk” uit om op die manier zoveel mogelijk gegevens te verzamelen over de nog bestaande volksspelen in Vlaanderen. Het Vlaamse cultuurgoed van de volksspelen vond zijn neerslag in o.a. 46 licentiaatscripties aan de K.U. Leuven. In het gebouw en in de tuin kunnen vele van deze volkssporten gespeeld worden. Een bezoek aan Hofstade ( gelegen onder de rook van Mechelen) is een aanrader voor geïnteresseerde collega’s en voor opleidingen lichamelijke opvoeding en sport die het verleden van ons vakgebied voor hun studenten willen doen herleven.
Voor meer informatie: www.sportimonium.be.
Nationale Sport Week, 10 jaar Pieter Matthijsse In de week van 20 tot en met 27 april staat sport centraal tijdens de Nationale Sport Week 2013. De tiende editie met de officiële opening in Tilburg en de feestelijke afsluiting op Texel. In de tussenliggende dagen zijn er honderden activiteiten georganiseerd door sportbonden, sportclubs, scholen, bedrijven en gemeenten verspreid over het hele land. In tien jaar tijd is de Nationale Sport Week uitgegroeid tot een begrip en een mooie traditie om Nederland te wijzen op het belang van bewegen en sport voor, tijdens en na de school. De KVLO en het onderwijs zijn dan ook nadrukkelijk betrokken bij de Nationale Sport Week. Gymleraren worden uitgedaagd om gedurende de week sportieve activiteiten te organiseren op hun school en kinderen te stimuleren kennis te maken met een nieuwe sport. Ook groepsleerkrachten kunnen een steentje bijdragen door samen met de kinderen het lespakket ‘Sport@ School’ door te nemen. Samen met NOC*NSF
en tien sportbonden is het Sport10kamp opgezet. Voor iedere doelgroep is er een tienkamp samen te stellen met kortdurende spelelementen uit tien verschillende sporten. De docent LO kan zelf bepalen welke sporten hij opneemt en zo een programma samenstellen dat helemaal is afgestemd op de betreffende klas. Alle informatie over het Sport10kamp is te vinden op de website van de Nationale Sport Week. Record aantallen Vorig jaar werd er een record aantal sporten beweegactiviteiten georganiseerd tijdens de
35
Nationale Sport Week. Meer dan 150 gemeenten organiseerden een lokale Sportweek en ruim 30 sportbonden waren betrokken. De 1.300 deelnemende scholen, clubs en bedrijven zorgden voor 6.800 sportactiviteiten en evenementen, 1.800 meer dan in 2011. Ook het deelnemersaantal overtrof dat van voorgaande jaren. In 2012 namen zo’n 850.000 mensen deel, jong en oud, ervaren sporters en beginners. De gemeente Amsterdam organiseerde de meeste activiteiten: 385. Assen neemt plaats twee in met 161 activiteiten en Enschede volgt op plaats drie met 157 sportactiviteiten. Enschede was tevens de stad die vorig jaar als ‘host city’ fungeerde voor de landelijke opening. In verband met het 150-jarige bestaan van de KVLO was er afgelopen jaar extra aandacht voor het bewegingsonderwijs. In samenwerking met Het Klokhuis en NOC*NSF initieerde de KVLO de dans ‘Doe de 360’. Een dans waarin tien keer een 360-graden sprong gemaakt wordt. Meer dan 140.000 kinderen hebben aan deze dans meegedaan en waren samen goed voor ruim 1,4 miljoen sprongen. Erik Lenselink, manager Sportontwikkeling NOC*NSF: “Een geweldige winst voor het onderwijs en natuurlijk voor de Nationale Sport Week. Dit initiatief motiveert NOC*NSF om soortgelijke acties met de KVLO op te zetten. Het laat kinderen op een leuke en laagdrempelige manier zien hoe veel plezier sporten en bewegen brengt.”
Sport verbindt Het aantal sportbonden dat deelneemt, groeit nog steeds. André Bolhuis, voorzitter NOC*NSF: “Steeds meer sportbonden en brancheorganisaties verankeren op een professionele manier sportpromotie binnen het eigen beleid. Het wordt een serieuze en consistente samenwerking waarin de Nationale Sport Week geweldige kansen biedt voor de sportorganisaties en haar verenigingen. De Nationale Sport Week begint echt nationaal te worden. En het belangrijkst van alles: de Nationale Sport Week straalt plezier uit. Mensen hebben echt plezier in sporten. Alleen, maar vooral samen. De Nationale Sport Week verbindt, dat bewijzen deze recordaantallen wel.” André Bolhuis spreekt met enthousiasme over de Nationale Sport Week en kijkt dan ook al uit naar die van dit jaar. Zaterdag 20 april is het zover, dan gaat de tiende Nationale Sportweek van start op het Pieter Vreedeplein midden in het centrum van Tilburg. Al jaren organiseert Tilburg activiteiten in het kader van de Nationale Sport Week samen met het ROC Tilburg en Fontys. Wethouder Sport van de gemeente Tilburg Auke Blaauwbroek: “De Nationale Sport Week zorgt ervoor dat sport verbindt en dat past uitstekend bij ons Tilburgse sportbeleid. In de sportweek betrekken we zoveel mogelijk sportverenigingen en werken we samen met het onderwijs en partners in de wijken. Ik verwacht dat de opening van de Nationale Sport Week de verschillende partners nog dichter bij elkaar zal brengen.” Het
Ambassadeurs De Nationale Sport Week heeft een enthousiast team van ambassadeurs. Sportieve bekende Nederlanders die zich actief willen inzetten voor de Nationale Sport Week en de andere sportieve initiatieven van NOC*NSF zoals actrice Peggy Vrijens, hockeyster Ellen Hoog, tv-presentator Jochem van Gelder en zanger Marco Borsato. 36
doel van Auke Blaauwbroek (op foto links naast Erik Lenselink) is dat sport en bewegen voor iedere Tilburger in iedere buurt mogelijk is. Wijkgerichte aanpak Erik Lenselink is blij met Tilburg als openingsstad: “NOC*NSF richt zich momenteel op een wijkgerichte aanpak om de sportparticipatie te verhogen. Het sportbeleid van Tilburg past daarom goed bij NOC*NSF. Het is voor het eerst dat de opening plaatsvindt in Brabant. Een goede impuls voor de provincie, zeker omdat de gemeente en de provincie actief gaan samenwerken. Daarnaast geeft het een goed gevoel om dit mooie feest te mogen vieren in de stad waar ik 12 jaar met plezier gewoond heb.” Een belangrijke rol in het programma van de Tilburgse Sportweek is weggelegd voor de School voor Sport en Bewegen van het ROC Tilburg. Studenten van de studierichting Buurt, Onderwijs en Sport bieden al voor het vierde jaar op rij tussenschoolse sportactiviteiten aan op 25 verschillende basisscholen in de stad, dit
onder de naam ‘Urban Sport’. Serge Pellikaan, docent binnen de BOS-richting: “Dit doen we iedere maandag steeds op vier verschillende basisscholen. Deze periode staan die activiteiten in het teken van ‘Scoren voor Gezondheid’. Alle scholen doen tijdens de pauzeactiviteiten mee aan een ‘challenge’ die in het teken staat van gezondheid, voeding en bewegen. De winnende school maken we bekend tijdens de Nationale Sport Week.” Voor die winnende school is er een mooie prijs. Serge: “Die school mag met alle kinderen naar een wedstrijd van Willem II.” Groots Op de maandag in de Nationale Sport Week wil Tilburg en het ROC groots uitpakken. ROCdocent Maik Wojtas: “We willen vanuit ons Urban-Sportaanbod iets gezamenlijk doen voor alle basisscholen in Tilburg, namelijk gelijktijdig bewegen tussen twaalf en een. En er voor zorgen dat we dit zo intensief doen dat alle kinderen de beweegnorm halen. We krijgen zoveel positieve reacties vanuit de gemeente en vanuit
37
de scholen dat het weleens zou kunnen zijn dat er op die maandag 15.000 basisschool kinderen gelijktijdig aan het bewegen zijn.” Maik Wojtas geniet zichtbaar van alleen al het idee dat er straks zoveel kinderen onder leiding van zijn studenten aan het sporten zijn. Serge: “Drie examenkandidaten hebben het concept dat we aanbieden onder de vlag van Urban Sport uitgewerkt speciaal voor deze Nationale Sport Week. Hierdoor is er een sportief tussenschools sportprogramma ontstaan waarbij we om half een, als symbolisch moment, ballonnen oplaten met de tekst ‘Scoren voor Gezondheid’. Vanaf een van de hoge gebouwen van de stad gaan we daar een 360 graden video van maken. Het moet een beeld geven van hoe sportief actief Tilburg op dat tijdstip is.” Onderdeel van opleiding Urban Sport is voor de basisschoolkinderen een leuke activiteit en voor de studenten van de BOS-richting binnen de School voor Sport en Bewegen is het een onderdeel van hun opleiding. Maik Wojtas: “De studenten leren om laagdrempelige sportactiviteiten aan te bieden op allerlei wisselende locaties in de stad, met beperkte middelen. Het gaat om trendy activiteiten.” Serge Pellikaan: “Denk daarbij aan free running, streettennis en streetsoccer, maar ook aan stoepkrijten, hinkelbanen en parachute spelen.” Maik: “Voor de studenten in het tweede jaar gaat het tijdens Urban Sport vooral om het praktisch leren werken, het kunnen hanteren van draaiboeken. We vullen als het ware hun rugzakje met allerlei vormen. Vervolgens gaan ze onder leiding van Serge en twee collega’s de wijk in om aan de doelgroep activiteiten aan te bieden. In het derde studiejaar krijgen ze een meer coördinerende rol. Ze zijn dan verantwoordelijk voor het leggen van contacten met de scholen en het inventariseren van het aantal kinderen dat overblijft tussen de middag en het opnemen van de beginsituatie.” De school voor Sport en Bewegen wil niet alleen maar een activiteit aanbieden maar ook iets achter laten. Serge daarover: “De studenten gaan
38
naar de locatie met een ‘Urban Sport Tas’ met daarin alle materialen, ze organiseren en leiden de spelvormen en laten tot slot een draaiboek achter. Een draaiboek met daarin uitgewerkte activiteiten, spelregels, materiaallijsten en mediakaarten. Met dit draaiboek kunnen de scholen zelf verder. De kinderen van groep acht kunnen hiermee zelfstandig de spelletjes spelen en organiseren. We proberen ook steeds meer de scholen en de overblijfouders bewust te maken van de beweegmogelijkheden en een scholing aan te bieden, waardoor er continuïteit kan zijn in het aanbod.” De School voor Sport en Bewegen van het ROC Tilburg geeft hiermee een mooi visitekaartje af. Gedurende de Nationale Sport Week worden ook een groot aantal studenten ingezet tijdens tientallen evenementen die de verschillende sportverenigingen organiseren. Vaak is het daarbij de eigen vereniging van de student die van hun inzet profiteert. Vooraf Voorafgaande aan de opening presenteert Tilburg op donderdag 18 april het Sport Dinner, een culinair evenement waarvan de opbrengst zal gaan naar een goed doel. Op vrijdag 19 april is de Brabantse gemeente ook nog eens gaststad voor de NOC*NSF Sport Conventie, bedoeld voor beleidsmakers en beslissers uit de wereld van sport, de zorg, de overheid en het bedrijfsleven. Aansluitend vindt het Sport Feest plaats, een avond met muziek, sport en entertainment. “De conventie kende vorig jaar zijn eerste editie, de start van, wat mij betreft, een nieuwe traditie. Een jaarlijkse ontmoetingsdag aan de vooravond van de Nationale Sport Week”, zegt Gerard Dielessen, algemeen directeur van NOC*NSF. “Als sportkoepel willen we graag nieuwe, sterke netwerken ontmoeten en kijken naar samenwerkingsvormen. Daarom kiezen we met de conventie voor een breder publiek. We nodigen naast de bekende relaties uit de sportwereld ook andere partijen uit. Partijen die direct of indirect te maken hebben met zaken als sport, beweging, opvoeding, talentontwikkeling en gezondheid. Het is goed dat we met elkaar in
gesprek gaan. De Conventie moet een dag zijn waarop we elkaar inspireren, kennis delen en nieuwe ideeën opdoen.” Extra aandacht Voor docenten LO ligt er een mooie kans om tijdens de Nationale Sport Week bewegen en sport binnen de school extra onder de aandacht te brengen. In het blad ‘Lichamelijke Opvoeding’ geeft Nancy Alders van NOC*NSF enkele voorbeelden. Organiseer een warming-up met de hele school aan het begin van de week. Nodig een lokale sportheld uit om een clinic te geven tijdens de gymles. Organiseer samen met plaatselijke sportverenigingen een sportmarkt, waarbij diverse sporten worden aangeboden en kunnen worden uitgeprobeerd. Laat leerlingen meehelpen met de lokale Sportweek van de gemeente als maatschappelijke stage of zet samen met andere scholen in de buurt een toernooi uit en zet daarbij een prijs in voor de ‘Sportiefste school van de gemeente’. Scholen die deelnemen, kunnen hun activiteit aanmelden op www.nationalesportweek.nl. Ze krijgen een gratis spandoek zodat zichtbaar is dat de school actief meedoet aan de Nationale Sport Week 2013. Finale op Texel De finale van de Nationale Sport Week vindt
plaats op Texel op zaterdag 27 april. Nog nooit eerder is een opening of sluiting op een van de eilanden geweest. Hennie Huisman, Wethouder Sport van Texel is dan ook geweldig enthousiast: “We willen laten zien dat Texel de perfecte combinatie biedt van sport, natuur en ontspanning. Zo kunnen we onze slogan ‘Texel, een eiland om actief van te genieten’ kracht bijzetten.” De wethouder hoopt dat de Nationale Sport Week niet alleen een goede uitwerking heeft op het toerisme, maar ziet het ook als een middel om de eigen bewoners nog meer aan het bewegen te krijgen. Trots zijn ze op Texel op ‘hun’ Dorian van Rijsselberghe, de Olympisch kampioen windsurfen. Natuurlijk zijn er allerlei vormen van watersport te beoefenen op Texel maar het eiland heeft ook een golfbaan, voetbal- en hockeyvelden, tennisbanen en een buitenzwembad. Erik Lenselink: “De sportbonden en NOC*NSF hebben de ambitie om in heel Nederland de sportparticipatie in de komende vier jaar met 10% te verhogen. Aansprekende topsporters en topprestaties werken daarbij als inspiratiebron om dit doel te bereiken. Wat is er dan mooier om de finale van de Nationale Sport Week op Texel te organiseren, het eiland van Dorian?” Foto’s: Wilfried Scholtes (NOC*NSF), Marjon van Dorp (ROC Tilburg)
39
Fantastic Gymnastics NK 2013 Pieter Matthijsse De KNGU brengt dit jaar alle NK’s van de verschillende gymsporten samen in één weekend en op één locatie, ‘Fantastic Gymnastics NK 2013’ op 15 en 16 juni in Ahoy Rotterdam. Als gevolg hiervan ontstaat er een evenement met een enorme diversiteit aan sporten. Voor de meeste docenten LO is dit een mooie kans voor een afwisselend sportweekend. Voorafgaand daaraan staat Ahoy twee dagen lang in het teken van sportieve activiteiten voor basisscholen.
Onder de naam ‘Fantastic Gymnastics’ organiseerde de KNGU vorig jaar voor de eerste keer een NK-weekend waarbij acht verschillende gymsporten streden om de Nationale titels. Volle tribunes in alle hallen van het uitgestrekte Ahoycomplex, volop spanning op beide dagen en een geweldige sfeer overal in Ahoy. Zonder meer een enorm succes, dit tot groot enthousiasme van iedereen die betrokken was bij dit megagymsportevenement. Dat smaakt natuurlijk naar meer. De betrokken Landelijke Technische Commissies, het organisatiecomité, Ahoy en de gemeente Rotterdam waren er dan ook snel uit; er moet een vervolg komen. Dat komt er, nog grootser, nog sfeervoller en met nog meer deelnemers. ‘Fantastic Gymnastics NK 2013’ wordt dan ook hét gymsportevenement van het jaar. Trots Jaap Wals, directeur van de KNGU: “Vorig jaar ontvingen wij ruim 11.800 betalende bezoekers bij de ‘première’ van Fantastic Gymnastics. Daar zijn we trots op en we leggen daarmee een mooie basis voor het vervolg. Bovendien, welke
40
sporter wil nu niet presteren in een sporttempel als Ahoy?”. Hans Zoethoutmaar, adjunct directeur Rotterdam Topsport vult aan: “Wij hadden meteen een goed gevoel bij dit initiatief, zeker sportief gezien. Ook de vrijdagmiddag voorafgaande aan het weekend waarop honderden schoolkinderen hebben kennisgemaakt met de turnsport, was een geweldig succes. Bij ieder evenement hoort een goede evaluatie. We hebben daarom een onderzoek laten uitvoeren naar de spin-off van dit evenement voor Rotterdam. We zijn blij te constateren dat de uitkomst van dat onderzoek is dat meer partijen in de stad meeprofiteren van Fantastic Gymnastics.” Goed resultaat Het onderzoek waar Hans Zoethoutmaar naar verwijst is uitgevoerd door Onderzoeksbureau MeerWaarde in samenwerking met studenten van de Hogeschool Rotterdam. Bijna 600 bezoekers aan het evenement werden bevraagd. Volgens de onderzoekers staat Fantastic Gymnastics garant voor flink wat uitgaven in Rotterdam. Bezoekers, deelnemers en medewerkers van de organisaties komen uit het hele land. Niet iedereen gaat ’s avonds weer terug naar huis. Degenen die er voor kiezen om in Rotterdam te blijven, leveren ‘de stad’ extra hotelovernachtingen op. De economische spin-off die onder meer door deze hotelovernachtingen ontstaat, maar ook door maaltijden en andere uitgaven, komt neer op een bedrag van ongeveer 0,7 miljoen euro. Een goed resultaat voor een tweedaags nationaal evenement. Rotterdam Topsport en Ahoy doen er dan ook
alles aan om ook dit jaar de KNGU zo goed mogelijk te ondersteunen bij de organisatie van Fantastic Gymnastics want naast dat het goed is voor de gymsport is het ook goed voor de stad Rotterdam. Acht gymsporten In het weekend van 15 en 16 juni staat Ahoy opnieuw helemaal in het teken van de Nederlandse kampioenschappen in de gymsporten turnen dames, turnen heren, trampolinespringen, ritmische gymnastiek, acrobatische gymnastiek, jazzdance, street- en demodance en groepsspringen. Mogelijk zal ook rhönradturnen en G-gym in het programma worden opgenomen. Met één kaartje hebben bezoekers toegang tot alle wedstrijden van die dag. Zelf sporten kan ook want op het enorme beweegplein Gymplaza zijn er het hele weekend door activiteiten voor jong en oud in alle gymsporten. Kaarten zijn te koop via www. FantasticGymnastics.nl en bij alle Primera winkels in ons land.
Fantastic Gymnastics NK 2013 15 & 16 juni, Ahoy Rotterdam NK Turnen Dames NK Turnen Heren NK Trampolinespringen NK Ritmische Gymnastiek NK Acrobatische Gymnastiek NK Jazzdans NK Streetdance Ahoy Cup Groepsspringen Beweegplein Gymplaza www.FantasticGymnastics.nl
Nog succesvoller Om het evenement nog succesvoller te maken dan vorig jaar worden er enkele verbeteringen aangebracht. Zo zullen sommige gymsporten in een andere hal van Ahoy plaats vinden dan het afgelopen jaar waardoor er bij die wedstrijden nog meer toeschouwers op de tribunes kunnen plaats nemen. Dat blijkt nodig want de tribunes
41
bij het trampolinespringen en bij de danswedstrijden zaten in 2012 regelmatig bomvol. Ook de Rotterdamse scholen worden actief bij het evenement betrokken. Op donderdag en vrijdag voorafgaande aan het weekend vinden schoolsportactiviteiten plaats in Ahoy. Op donderdag ‘The Final’; de finales van alle schoolsportcompetities en op vrijdag een grote beweegdag ‘Gym4Kids’ op Gymplaza. Rotterdam streeft er naar om aan zoveel mogelijk topsportevenementen ook breedtesportactiviteiten te koppelen. Fantastic Gymnastics is daar een mooi voorbeeld van. The Final Ieder kind moet de gelegenheid krijgen om kennis te maken met een breed scala aan sporten en bewegingsactiviteiten. Vanuit dat uitgangspunt ontwikkelde de gemeente Rotterdam het systeem van ‘Kennismaken, Verdiepen en Doorstromen’ voor alle basisschoolkinderen in de stad. Kinderen kunnen door middel van dit systeem zelf sporten vergelijken en een keuze maken, nu of in de toekomst. Kennismaken: In twee of drie lessen maken kinderen kennis met een sport. Vaak volgen ze die lessen op school, maar soms ook in de buurt of bij een vereniging. Verdiepen: De kinderen kunnen vervolgens zelf kiezen zich verder te ontwikkelen in een van deze sporten. Ze leren wedstrijden spelen en bereiden zich voor op een toernooi. Doorstromen: Uiteindelijk kan een kind helemaal voor een bepaalde sport kiezen, door de sport individueel of in verenigingsverband te gaan beoefenen. In dit traject bepaalt iedere school zelf het sportprogramma. In Rotterdam worden de volgende sporten aangeboden op scholen: basketbal, handbal, streetdance, voetbal, volleybal, unihockey, capoeira, fighting fit, gymnastiek/turnen, honkbal, jiu jitsu, korfbal, sqinniz, stoeispelen, tennis en worstelen. In aansluiting op de kennismakings- en verdiepingslessen die kinderen via hun school kunnen volgen, worden jaarlijks per deelgemeente verschillende schoolsporttoernooien georganiseerd.
42
Er zijn dertien sporten waarin dit plaatsvindt, verdeeld over vier leeftijdscategorieën. De winnaars per sport en per categorie van de verschillende deelgemeenten ontmoeten elkaar op ’The Final’ in Ahoy. De Rotterdamse finale is gekoppeld aan een ‘fun-event’ waarbij alle supporters en deelnemers van de deelnemende scholen gratis toegang hebben. Voor wie dit eens wil meemaken; donderdag 13 juni staat Ahoy in het teken van ‘The Final’ als start van Fantastic Gymnastics. Vorig jaar namen ruim 3.500 finalisten deel aan ‘The Final’ en deze namen bijna 5.000 supporters mee. De openbare basisschool Nelson Mandela uit deelgemeente Feijenoord wist uiteindelijk de wisselbeker in de wacht te slepen door de meeste podiumplekken te veroveren. Hoogtepunt voor de meeste kinderen was de demo van het Nederlands heren volleybalteam. Ook nu worden er topsporters betrokken bij ‘The Final’. Welke? Dat houdt de organisatie nog even geheim om het zo extra spannend te maken voor de deelnemende scholen.
GRATIS lid van Thomas Aan het lidmaatschap van Thomas van Aquino zijn geen kosten verbonden. Het enige dat je hoeft je doen is bij je persoonlijke gegevens op mijnkvlo.nl een vinkje te zetten bij het onderwerp Thomas. Als lid krijg je het Thomas Bulletin gratis thuisgestuurd en ontvang je het laatste Thomas-nieuws middels een digitale nieuwsbrief. Hierdoor ben je altijd als eerste op de hoogte van bijvoorbeeld
de datum en het programma van de komende Thomas Oriëntatiedagen en van de Thomas Jazzdansdagen. Net als de Oriëntatiedag zullen ook de Jazzdansdagen een vernieuwing ondergaan. Binnenkort meer hierover. Voor meer informatie over Thomas ga je naar www.kvlo-thomas.nl of bezoek de infostand tijdens de Thomas Oriëntatiedag.
Algemene ledenvergadering De algemene ledenvergadering van Thomas van Aquino is dit jaar op donderdag 25 april 2013. Het bestuur van Thomas van Aquino nodigt alle leden uit voor deze vergadering die om 19.30 uur begint. De vergaderstukken zijn vooraf op te vragen bij het secretariaat van Thomas van Aquino en liggen daarnaast vanaf 19.00 uur ter inzage voorafgaande aan de vergadering.
Wie bij de vergadering aanwezig wil zijn wordt verzocht om zich voor 20 april aan te melden via de mail van het secretariaat: fred.huijboom@ wxs.nl. Telefoon: 0416-333022 De locatie waar de algemene ledenvergadering gehouden wordt is het ROC Tilburg, School voor Sport en Bewegen, Stappegoorweg 183, 5022DD Tilburg.
Aankondiging: Thomas bulletin Special over Onderzoek Het volgende bulletin verschijnt medio september 2013 in de vorm van een special. Deze special wordt inhoudelijk vorm gegeven onder supervisie van Lars Borghouts die als lector verbonden is aan Fontys Sporthogeschool. Onderzoeksonderwerpen die mogelijk gepubliceerd worden zijn:
• Een Punt voor Gym? Beoordelen binnen de LO2 • Fitheid meten met inspanningstesten: effecten op ‘gesloten of open einde’ • Het effect van activiteit in de schoolpauze op aandacht
43
Onbegrensde mogelijkheden
In het grensgebied van Nederland en België ligt Baarle-Nassau. Hier vindt u Koninklijke Drukkerij Em. de Jong: specialist in drukwerk voor de retail. Het familiebedrijf werd opgericht in 1906 en groeide uit tot één van de belangrijkste en meest omvangrijke drukwerkspecialisten van Europa. Van digitaal drukken tot vellenoffset op klein en groot formaat, rotatie-offset: heat-set- èn krantenrotatie. Bij Koninklijke Drukkerij Em. de Jong vindt u alles onder één dak. Een succesvolle filosofie, die aansluit op de vraag van alledag. Betrouwbaar, snel en hoge kwaliteit tegen de scherpst mogelijke prijs.
Koninklijke
Drukkerij Em. de Jong Visweg 8 Postbus 8 www.emdejong.nl
44
5111 H J Baarle-Nassau 5110 AA Baarle-Nassau
[email protected]
088-6655555 Fax 013-5079100 014 - 690324
JUDO
ALS SPEL
Judo wordt in hoofdzaak onderwezen in judoverenigingen aan kinderen vanaf ongeveer vijf jaar. Maar ook in het bewegingsonderwijs op scholen, met name in de eerste twee jaren van het voortgezet onderwijs, worden vormen van judo bijgebracht. In Judo als spel wordt een brug geslagen tussen jeugdsport en bewegingsonderwijs. Het biedt docenten en studenten lichamelijke opvoeding alsmede judoleraren (in opleiding) een visie en veel praktijksituaties om judo als spel bij kinderen te introduceren.
Er wordt dus een brede toegankelijkheid nagestreefd. Omdat judo door veel kinderen en jongeren ‘gewoon voor de gein’ wordt beoefend, is er naast het bereiken van leerdoelen veel aandacht voor het creëren van spelplezier. Het perspectief van de judoënde jeugd is hierbij een belangrijk uitgangspunt.
JUDO ALS SPEL
Jan Middelkamp is judoka, leraar lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschapper.
16,90 incl. btw
€
ISBN: 978-90-72335-54-8 Te bestellen via www.janluitingfonds.nl
45
In samenwerking met Arko Sports Media
vooruitstrevend, veilig en continu in beweging
van educatie tot wereldprestatie! Kinderen verantwoord leren bewegen. De visie die ten grondslag ligt aan het moderne bewegingsonderwijs proberen wij te vertalen in gymnastiektoestellen die niet alleen degelijk en duurzaam zijn maar ook uitdagend, aantrekkelijk en vooral veilig. Vakdocenten en andere deskundigen uit het bewegingsonderwijs wijzen ons de weg hoe wij met nieuwe toestellen kunnen bijdragen aan uitdagend en verantwoord bewegen.
www.janssen-fritsen.nl
46 Janssen-Fritsen Nederland b.v. Tel: 0492-530930 •
[email protected] • www.janssen-fritsen.nl