bron: http://www.ovsgtoetsen.net/download/PraktischeproefLO.pdf
TOETS 2010 - einde zesde leerjaar
III.
De toets ‘lichamelijke opvoeding’ De toets ‘lichamelijke opvoeding’ is een volwaardig deel van de OVSG-toets. In dit tweede deel vind je een aanbod van 3 activiteitsgebieden van het leerdoel motorische vaardigheden uit het OVSG - leerplan lichamelijke opvoeding. • Atletiek • Gymnastiek • Zwemmen Alle tests vereisen niet meer dan de noodzakelijke materialen, zoals voorzien in het OVSG-leerplan (zie p. 69). De school kiest zelf een tijdstip, in de loop van het derde trimester, waarop de proeven worden uitgevoerd. Vanaf volgend schooljaar worden de toetsen van deel 1 en deel 2 gezamenlijk aangeboden. De toetsverdeling zal dan op een vroeger tijdstip plaatsvinden zodat iedere school een optimale timing kan bewerkstelligen.
1
Organisatie We opteren voor 3 mogelijke scenario’s: A. De toetsen worden afgenomen tijdens de reguliere lessen lichamelijke opvoeding. B. Een halve of volledige dagactiviteit (eventueel als sportdag) met inbegrip van pauze, gezamenlijk opwarmingsmoment en gezamenlijke afronding (bv. stretching). C. De leraar lichamelijke opvoeding kan ook een ‘tussentijdse toets’ organiseren tijdens de reguliere lessen lichamelijke opvoeding. Opmerking: • zwemtest 50 meter: afname in zwembad tijdens reguliere zwembeurt.
1.1
Scenario A Aan de respectieve standen worden de toetsen afgenomen door de leraar lichamelijke opvoeding, de klastitularis, leden van de schoolsportraad, … Bij grote klasgroepen kan een bijkomende (ludieke) activiteit zorgen voor een betere doorstroming en, zoals het betaamt, een actieve les lichamelijke opvoeding.
1.2
Scenario B Het verdient aanbeveling om, indien mogelijk, klasoverschrijdend te werken. De leerlingen mogen in zelfgekozen kleine groepjes of individueel de standen doorlopen, startend op de aangeduide post op hun persoonlijke scorekaart. Nadien dienen alle standen in volgorde afgelegd te worden. Indien een leerling voor het einde van de activiteit alle standen heeft afgelegd, mag deze leerling een herkansing wagen aan een door hem gekozen stand1, om eventueel de vorige prestatie te verbeteren. Zij/hij mag echter pas een herkansing ondernemen indien er géén wachtende leerlingen meer zijn voor een eerste of tweede poging aan deze stand. Best start men de activiteit met een gezamenlijk ‘opwarmingsmoment’ (attitude). Dit kan een aerobicvorm zijn, maar evengoed een ludieke activiteit of spelvorm. Idem voor het einde van deze activiteit.
1.3
Scenario C De leraar lichamelijke opvoeding kan bv. tijdens een les rond atletiekvaardigheden aan één van de standen een test afnemen. Idem voor het andere activiteitsgebied. In samenwerking met de klastitularis kunnen meerdere tests per les gescoord worden.
1
behalve de 6-minutenloop
1
TO OETS 2010 - einde zes sde leerjaarr Notta: Sam menwerking met de scho oolsportraad en/of de gem meentelijke sportraad s (sp portfunctionarris) is sterk aan nbevolen en kan onderste eunend/verrijjkend zijn. Gezzien de aard van de testss, zeker bij attletiek, is hett noodzakelijk dat per sta and meerdere e personen de test t afnemen n / begeleide en. Het is noo odzakelijk da at tijd en afsta and worden opgemeten door d extra med dewerkers. Eve entueel kan de d school me edewerking vragen v aan de d plaatselijkke atletiek- en n/of gym- en/of zwe emvereniging g.
2
Pla aats Op school (en/o of nabijgelege en sportterre ein/sporthal)
2.1
Voo oraf: • • • • •
2.2
Samenkom mst schoolspo ortraad. Contact Ge emeentelijke Sportraad. Contacten sportverenig ging(en) en/o of federaties. k Briefing van de leerlingen door de klastitularis. (scenario2 en materiaall / kledij) en op naam indien het ee en Individuele scorekaarte o een ganse e dagorganissatie is, waarrbij halve dag of de leerlinge en de versch hillende stand den doorlope en, startend bij de aangeduide stand (nummer) om nadien de volgorde op de score ekaart te resp pecteren.
Org ganisatie De klastitularis helpt h actief mee m tijdens de d afname. Elke E leerling krijgt k eerst ee en ‘testpogin ng’ per proe ef3. Voo or verschillen nde activiteite en spreken we w over 2 pogingen. Voo or alle duidelijkheid: • est zelf. De testpoging behoort niet tot de te r van n de 2 poging gen telt als sc core. • Het beste resultaat Voor scena ario B: een herkansing is maar één po oging. •
3
No ormenscha aal De normenscha aal is bindend d voor het toekennen van n de scores. Dezze normenscchaal is geba aseerd op de respectieve leerplandoe elen bij de ein ndtermen. De behaalde sccores worden n gekoppeld aan a een ‘dip ploma – fysieke tests ac crobaat’. Elke e leerling kan n per test vie er verschillen nde scores behalen: • 4 jongleerb ballen = de le eerling behee erst méér dan de nodige vaardighede en voor betre effende eindterm(en) en leerpla andoelen. ballen = de le eerling behee erst de nodig ge vaardigheden voor bettreffende ein ndterm(en) • 3 jongleerb en leerplan ndoelen. 2 jongleerb ballen = de le eerling behee erst gedeelte elijk de vaard digheden, nodig voor het behalen • van de eind dterm(en) en n leerplandoe elen. 1 jongleerb bal = de leerling beheerstt onvoldoend de de vaardig gheden voor betreffende • eindterm(en) en leerpla andoelen.
2
3
Daar de betrokkenheid d van de leerrlingen onze dagdagelijks se bezorgdheid is, willen we t.a.v. de e leerlingen deze testss kaderen bin nnen ‘fysieke e proeven vo oor acrobatie’. Dus niet allleen het spo ortieve gebeu uren maar ook de inkkleding breng gen we over aan de leerlingen. behalve de 6-minutenlloop
2
TO OETS 2010 - einde zes sde leerjaarr
4
Pra aktische proeven p
4.1
Zwemmen Zwe emt 50 m. in een stijl naa ar keuze. •
- vlot 50 meter behaa ald
•
2 meter en de 50 meterr gezwomme en - tussen de 25
• • 4.1.1
- kan niet zwemmen
& leerpland erzicht van eindtermen e doelen bij he et onderdee el zwemmen n: Ove •
4.2
- ge een 25 meterr behaald
Lichamelijkke opvoeding g - ET 1.25: De D leerlingen n voelen zich h veilig in hett water en ku unnen zwemmen. – leerplando oel: De leerlingen beheersen een zwe emslag.
Atle etiek Gezzien de aard van de activviteiten wijzen we er nogm maals op datt een degelijkke opwarmin ng voor deze e testts noodzakelijk is.
4.2.1
30 meter m sprintt uit staande e starthouding Med dia: Start- en n eindstreep, uitloopzone e van minimu um 6 meter en e chronome eter Betreffende eind dtermen in het leerplan: Lich hamelijke opvoeding - ET T 1.4: De leerlingen kenn nen hun voorrkeurhand en n -voet en kunnen deze ookk efficiënt geb bruiken. Lich hamelijke opvoeding - ET T 1.15: De leerlingen kun nnen hun loopstijl en -tem mpo aanpassen aan de afsttand. Lich hamelijke opvoeding - ET T 2.4: De leerlingen kenn nen het belan ng van opwarming voor en e tot rust kom men na fysiekke activiteiten. De testleider me et chronometer geeft van n aan de aan nkomstlijn de startbevelen n ‘op uw plaa atsen’ …‘kklaar’ …’startt’. De tijd wordt op pgemeten van naf het startssignaal tot de e leerling de aankomstlijn n met de borrst ove erschrijdt. Vóór een tweed de poging mo oet de leerlin ng minstens één minuut rrecupereren. Tip:: • erlingen nogmaals de raa ad om de aankomstlijn in n volle snelhe eid te oversc chrijden en Geef de lee pas daarna a uit te lopen. Sco ore: • n de tijd tot op o 1/10 seconde nauwkeurig. We noteren
4.2.2
nnisbalwerp pen vanuit ridderstand Ten Med dia: Afworpliijn, lintmeter en tennisbal Betreffende eind dtermen in het leerplan: Lich hamelijke opvoeding - ET T 1.16: De leerlingen kun nnen op versschillende manieren en met m verschille ende tuigen werpen. w Lich hamelijke opvoeding - ET T 1.4: De leerlingen kenn nen hun voo orkeurhand en -voet en ku unnen deze ook efficiënt gebruiken. Lich hamelijke opvoeding - ET T 2.4: De leerlingen kenn nen het belan ng van opw warming voorr en tot rust komen k na fyssieke activite eiten. De leerling bevindt zich in rid dderstand acchter de werplijn. De knie e van de werparm w bevvindt zich op de grond, de e andere voe et staat achte er de afworplijn. a Biij rechtshand digen staat de linkervoet dus vooraan n. Ookk hier na één n oefenpoging twee ‘toetsspogingen’. Sco ore: • a tot op 2 centimetter nauwkeurrig. Noteer de afstand
3
TO OETS 2010 - einde zes sde leerjaarr 4.2.3
Staande vertes sprong Med dia: Spronglijn, gymmat en lintmeter Betreffende eind dtermen in het leerplan: Lich hamelijke opvoeding - ET T 1.11: De leerlingen kun nnen vrije spro ongen en ste eunsprongen n uitvoeren. Lich hamelijke opvoeding - ET T 2.4: De leerlingen kenn nen het bela ang van opw warming voorr en tot rust komen k na fys sieke activiteiten. De leerling staa at met de voe etpunten aan n de lijn in voorwaartse duikkstarthouding g. De afstoot dientt te gebeuren n met beide voeten v gelijk ktijdig. Verrtesprong me et landing op twee voeten n en in evenw wicht. De korttste afstand telt. t (de hiel van de achte erste voet) een sprong mett een val is ongeldig o en wordt w overgedaan. Éen n oefenspron ng en twee po ogingen. Tip:: • eetlint naast de d mat zoda at de gespron ngen afstand d vlot kan afg gelezen word den. Leg het me Sco ore: • eter nauwkeu urig. De afstand noteren tot op 1 centime
4.2.4
oop De 6-minutenlo Med dia: Looppisste 400 m of looptraject zo onder korte bochten, b chrronometer, eventueel keg gels om ond derweg merkpunten (afsta and) aan te duiden, d score eformulier (a aanduiden pe er ronde) Betreffende eind dtermen in het leerplan: Lich hamelijke opvoeding - ET T 1.15: De leerlingen kun nnen hun loopstijl en -tem mpo aanpassen aan de afsttand. Lich hamelijke opvoeding - ET T 2.4: De leerlingen kenn nen het belan ng van opwarming voor en e tot rust kom men na fysiekke activiteiten. Na het vertreksiignaal probeert de leerlin ng tijdens de zes minuten n een zo groo ot mogelijke afstand af te le eggen. Op het eindsign naal blijft de leerling ter pllaatse wachtten tot na opmeting van d de afstand. Één n poging. Een n mogelijk sccenario: één leerling legt de test af terrwijl de duop partner de afg gelegde rond des scoort op een e formulier. Na het eindsignaal de afgelegde affstand voorb bij de aankom mstlijn opmetten en toevvoegen aan het aantal affgelegde rondes. Tip:: • s alvvorens aan deze test te beginnen. b Best is dat de leerlingen nog even loslopen en stretchen erzichtelijk parcours kunn nen naargela ang het aanta al medewerkkers meerderre leerlingen Op een ove gelijktijdig de d test aflegg gen. Deel de lee erlingen mee e dat ze bij evventuele ‘kra ampen’ best trager t lopen of wandelen n en nadien • terug lopen n. Laat bv. om m de minuut een fluitsignaal horen zo odat de leerlin ngen een ide ee hebben va an de • resterende looptijd. ondwandelen en/of jogge en en stretch hen. Na de test blijven de leerlingen best nog even ro • ore: Sco • n De afstand noteren tot op 5 meter nauwkeurig.
4.2.5
Ove erzicht van eindtermen e & leerpland doelen bij he et onderdee el atletiek • •
Lichamelijkke opvoeding g - ET 1.11: De D leerlingen n kunnen vrije sprongen e en steunspro ongen uitvoeren. – leerplandoel: De leerlin ngen beheers sen verschille ende sprong gen. Lichamelijkke opvoeding g - ET 1.15: De D leerlingen n kunnen hun n loopstijl en -tempo aanpassen aan de afstand.. – leerplando oel: De leerliingen kunnen hun loopsttijl en tempo aanpassen aan a de afstand.
4
TO OETS 2010 - einde zes sde leerjaarr • • • 4.2.6
Lichamelijkke opvoeding g - ET 1.16: De D leerlingen n kunnen op verschillende manieren en e met verschillend de tuigen we erpen. – leerp plandoel: De e leerlingen kunnen k het w werpen op ve erschillende manieren met m diverse tuigen toepasssen. Lichamelijkke opvoeding g - ET 1.4: De e leerlingen kennen hun voorkeurhan nd en -voet en e kunnen deze ook efficiënt e gebru uiken. – leerp plandoel: De e leerlingen kennen k hun vvoorkeurhand en -voet en kunnen ze efficiënt gebruiken. g g - ET 2.4: De e leerlingen kennen het belang b van o opwarming vo oor en tot Lichamelijkke opvoeding rust komen n na fysieke activiteiten. a
oretabellen Sco
M Meisjes 30m sprin nt
verrspringen
werpen
duurloo op
6.1 sec. of me eer
1.40m m. of minder
11.00m. of o minder
1 1200m. of miinder
6.0 – 5.8 sec.
1.41 – 1.50m.
11.02 – 13.00m.
1 1201 – 1350m m.
5.7 – 5.5 sec.
1.51 – 1.65m.
13.02 – 15.00m.
1 1351 – 1400m m.
5.4 sec. of min nder
1.66m m. of meer
15.02m. of o meer
1 1401m. of me eer
aantal ballen n
Jo ongens 30m sprin nt
4.3
verrspringen
werpen
duurloo op
6.1 sec. of me eer
1.55m m. of minder
16.00 m. of min nder
1 1200 m. of m minder
6.0 – 5.7 sec.
1.56 – 1.65 m.
16.02 – 19.00 m.
1 1201 – 1350m m.
5.6 – 5.5 sec.
1.66 – 1.80 m.
19.02 - 22 2.00 m.
1 1351 – 1450 m.
5.4 sec. of min nder
1.81 m. m en meer
22.02 m. en meer
1 1451 m. en m meer
aantal ballen n
Gymnastiek Telkkens twee po ogingen waa arvan de bestte telt, met uitzondering u v evenwicht. van Voo oraf 1 oefenp poging, met uitzondering u van touwklim mmen. Indiien de vereisste materialen beperkend d zijn t.a.v de e afname van n deze test m mogen uiteraard andere med dia gebruikt worden w om de d opstelling te benadere en. Uiteraard d worden voo oropgestelde afmetingen en afstanden a ge erespecteerd d. Bij enkele e van de d testen vind dt u een vrijb blijvend voors stel van varia ante(n) ten a aanzien van de d gebruikte matterialen. (in cursief) c
4.3.1
Hurrkwenden/ra ad Med dia: Mat, Zw weedse bank,, sportraam, krijt of tape Betreffende eind dtermen in het leerplan: Lich hamelijke opvoeding - ET T 1.5: De leerlingen kenn nen en gebruiken hun voo orkeurszijde om te wen nden en te drraaien rond de d lengteas. Lich hamelijke opvoeding - ET T 2.4: De leerlingen kenn nen het belan ng van opwarming voor en e tot rust kom men na fysiekke activiteiten.
5
TO OETS 2010 - einde zes sde leerjaarr Org ganisatie: Zwe eedse bank (ingehaakt ( op sportraam ± 1,20 mete er). Matt met lijnmarkering: 2 eve enwijdige lijnen op 50 cen ntimeter afstand. •
- rad op één lijn
•
- rad tussen n twee evenw wijdige lijnen
•
- hu urkwenden over o schuine bank
•
- hurkw wenden overr bank
Notta: hurk rkwenden van nuit stand aa an de bank, één é stap voo orwaarts naar de bank en n handen op de bank plaa atsen op knie ehoogte, de benen langss de hogere zijde z van de bank zwaaie en en één vo oor één nee erzetten.
4.3.2
Eve enwicht Med dia: Mat, Zw weedse bank,, stok of lat (o om wip te maken), hoepe el, blokje en mat Betreffende eind dtermen in het leerplan: Lich hamelijke opvoeding - ET T 1.6: De leerlingen tonen n in het bewe egen een inttuïtief, maar ook o een bew wust kennen,, aanvoelen, omgaan en rekening hou uden met de e eigen lichaa amskenmerk ken, mog gelijkheden en beperking gen. Lich hamelijke opvoeding - ET T 1.9: De leerlingen kunn nen balancere en op de gro ond en over diverse d soo orten toestelle en. Lich hamelijke opvoeding - ET T 2.4: De leerlingen kenn nen het belan ng van opwarming voor en e tot rust kom men na fysiekke activiteiten. Org ganisatie: Om mgekeerde Zw weedse bankk met een sto ok/balkje van n 2 à 3 centim meter onder de bank ter hoogte van het midden (=wip). •
- Achterw waarts stapp pen; in de hoepel stappen n, door de be enen buigen,, de hoepel n en langs he et lichaam op pwaarts heffe en over het hoofd h en de h hoepel terugplaatsen op vastnemen de bank. Halve draai; met m twee voe eten over een n blokje sprin ngen; verder voorwaarts stappen
•
- Achterwaa arts stappen;; in de hoepe el stappen; door de benen buigen, de e hoepel vastnemen n en langs he et lichaam op pwaarts heffe en over het hoofd h en de h hoepel terugplaatsen op de bank; ve erder achterw waarts stapp pen
• •
- acchterwaarts stappen s - voorw waarts stappen
6
TO OETS 2010 - einde zes sde leerjaarr Notta: als blokje kun je e gerust een paar sportscchoenen van n een leerling g op de bankk plaatsen (in n de breedte e naa ast elkaar). Andere A marke eringen van ± 6 à 7 centiimeter hoogte e en ± 15 tott 18 centimetter breedte kun nnen op de bank geplaatsst worden. Opm merking: bij evenwichtsve e erlies (de lee erling raakt de grond met één of twee voeten) starrt de leerling onm middellijk de 2° poging. In ndien de leerrling nogmaa als het evenw wicht verliest dient zij/hij te t herkkansen op een lager nive eau. Hier hee eft de leerling g slechts één n kans om de e test af te le eggen. Indiien de leerlin ng ook hier fa aalt zal de sccore van nog g één niveau lager toegekkend worden n.
4.3.3
Han ndenstand/o omgekeerde e hang Med dia: Mat en sportraam s Betreffende eind dtermen in het leerplan: Lich hamelijke opvoeding - ET T 1.10: De leerlingen kun nnen in omge ekeerde houd ding hangen en steunen.. Lich hamelijke opvoeding - ET T 2.4: De leerlingen kenn nen het belan ng van opwarming voor en e tot rust kom men na fysiekke activiteiten. Org ganisatie: Spo ortraam met rechtopstaan nde mat. De leerlingen vo oeren de steun- of hangfa ase geduren nde 3 tellen uit. u •
- opzwaa aien tot hand denstand teg gen sportraam m/mat (figuur 1)
•
- opklimmen n tot handenstand met bu uik tegen wa andrek (figuur 2)
• •
- op pklimmen tott handenstan nd gehurkt te egen sportraa am (figuur 3)) - omge ekeerde hang g aan het sportraam
7
TO OETS 2010 - einde zes sde leerjaarr
Fig guur 1: Opzw waaien tot handenstand te egen sportra aam/mat
Fig guur 2: Opklim mmen tot ha andenstand met m buik tege en wandrek Opm merking: Hett is niet nodig g om na het opklimmen o to ot handensta and, met de buik b tegen het wandrek voorwaarts v te tu uimelen.
8
TO OETS 2010 - einde zes sde leerjaarr
Fig guur 3: Opklim mmen tot ha andenstand gehurkt g tegen n sportraam Om mgekeerde ha ang aan het sportraam: s • Voorwaartsse stand aan n het sportraa am Diep voorw waarts buigen n met de rug tegen het sp portraam en de armen acchter- en opw waarts • strekken den vastnem men aan één sport Beide hand • Optrekken tot ruglingse e en omgekeerde hang • Drie tellen hangen • t stand Benen laten zakken en terugkeren tot • 4.3.4
er de kast Rollsprong ove Med dia: Springplank, kast/pliint, mat Betreffende eind dtermen in het leerplan: Lich hamelijke opvoeding - ET T 1.11: De leerlingen kun nnen vrije sprrongen en stteunsprongen n uitvoeren. Lich hamelijke opvoeding - ET T 1.12: De leerlingen kun nnen verschillende vorme en van rollen uitvoeren. Lich hamelijke opvoeding - ET T 2.4: De leerlingen kenn nen het belan ng van opwarming voor en e tot rust kom men na fysiekke activiteiten. Org ganisatie: Sprringplank-kasst op ± 1.10 tot t maximum m 1.20 meter hoogte in de e lengte gepllaatst met da aarachter de matt4. Zwe eedse banke en met boven nop een matjje, dikke valm matten op elkkaar, … telke ens met afge etekende bree edte van een n plint of and dere opbouw wvormen kunn nen als altern natieve opste elling gebruik kt worden. • • • •
4
- rolspro ong met sprin ngplank op tw wee kindervo oetlengtes (to ot maximum 40 centimeter)) van de plintt - Rolsprong g met springp plank, de springplank aan n de plint (fig guur 4) - Ophurken O met springplankk; voorwaarts s rollen (figuu ur 5) - Ophu urken met sp pringplank; le eerling kan niiet recht rolle en over kast
Ook links en e rechts van de plint leg gt men best een e matje.
9
TO OETS 2010 - einde zes sde leerjaarr
Figu uur 4: Rolsprrong met sprringplank, de e springplank k aan de plintt
Figu uur 5: Ophurrken met springplank; voo orwaarts rollen 4.3.5
Tou uwklimmen Med dia: Klimtouw w, valmat en n gekleurde ta ape of doekjes om de versschillende ho oogtes te ma arkeren Betreffende eind dtermen in het leerplan: Lich hamelijke opvoeding - ET T 1.14: De leerlingen ken nnen kunnen diverse klim mtoestellen opklimmen en n veilig ervan n afdalen. Lich hamelijke opvoeding - ET T 2.4: De leerlingen kenn nen het belan ng van opwarming voo or en tot rust komen na fyysieke activite eiten.
10
TO OETS 2010 - einde zes sde leerjaarr Org ganisatie: Valm mat onder he et klimtouw. Gezzien het speccifieke karakkter van deze e oefening (te echniek en kracht) is een n testpoging hier h niet vere eist (wel een n opwarming uiteraard). •
- Kan tott op 5 meterr hoogte klim mmen en al kllimmend afdalen
•
- Kan tussen 4 meter en n 5 meter klim mmen en al klimmend k afd dalen
•
- Kan tussen 3 meter en 4 meter m klimme en en al klimmend afdale en
• 4.3.6
- Kan minder m dan 3 meter touw wklimmen
Ove erzicht van eindtermen e & leerpland doelen bij he et onderdee el gymnastie ek •
Lichamelijkke opvoeding g - ET 1.5: De e leerlingen kennen en gebruiken g hun voorkeursz zijde om te wenden en te draaien rond r de lengtteas. - leerplandoel: De le eerlingen kennen hun vo oorkeurzijde en gebruike en ze bewusst om te wend den rond de lengteas. Lichamelijkke opvoeding g - ET 1.6: De e leerlingen tonen in het bewegen ee en intuïtief, maar m ook een bewust kennen, aa anvoelen, om mgaan en rek kening houde en met de eig gen lichaamske enmerken, mogelijkheden m n en beperkin ngen. - leerp plandoel: De leerlingen ku unnen een verantwoorrde keuze ma aken op basis van de eig gen mogelijkh heden. Lichamelijkke opvoeding g - ET 1.9: De e leerlingen kunnen bala anceren op de grond en over o diverse soorten toe estellen. - lee erplandoel: De D leerlingen beheersen het h balancerren op de om mgekeerde Zweedse bank. b Lichamelijkke opvoeding g - ET 1.10: De D leerlingen n kunnen in omgekeerde o houding han ngen en steunen. - leerplandoel l : De leerlinge en beheerse en omgekeerrde houdinge en zoals omg gekeerde hang en ha andenstand. Lichamelijkke opvoeding g - ET 1.11: De D leerlingen n kunnen vrije sprongen e en steunspro ongen uitvoeren. – leerplandoel: De leerlin ngen voeren beheerst sprrongen uit die een techniisch correcte uittvoering vere eisen. Lichamelijkke opvoeding g - ET 1.12: De D leerlingen n kunnen verrschillende vo ormen van ro ollen uitvoeren. – leerplandoel: De leerlin ngen kunnen rollen in com mplexe bewe egingssituatie es zoals koprol op de d plint. Lichamelijkke opvoeding g - ET 1.14: De D leerlingen n kunnen diverse klimtoestellen opklim mmen en veilig ervan n afdalen. – leerplandoel:: De leerlinge en kunnen ee en touw vlot opklimmen met behulp van aangeleerde technieken en ze ook veilig afd dalen. g - ET 2.4: De e leerlingen kennen het belang b van o opwarming vo oor en tot Lichamelijkke opvoeding rust komen n na fysieke activiteiten. a
•
• • • • • •
5
Voorbeeld van een pe ersoonlijke e scorekaa art bij klas soverschrrijdende organisatie e Na aam zw wemmen sp purt 30m. ten nnisbalworp 6-m minutenloop ve erspringen rad d evvenwicht ha andenstand rollsprong tou uwklimmen tottaal alg gemeen totaal
11
TO OETS 2010 - einde zes sde leerjaarr
6
De toekennin ng van he et brevet Inte erpretaties va an de scoress i.f.v het ‘acrrobatenbreve et’: Maxximumscore:: 40 jongleerrballen Tot en met 10 jo ongleerballen n: Van n 11 tot 20 jo ongleerballen n: Van n 21 tot 30 jo ongleerballen n: Van naf 31 jongle eerballen: Voo orbeeld: Tota aalscore: 32 jongleerballen Betreffende leerrling heeft du us een 4-jongleerballenb brevet.
7
Uittreiking va an de brev vetten Elke e leerling kan n zelf het aantal behaalde jongleerba allen op zijn brevet b inkleuren.
8
Bro onnen VAL L – Vlaamse atletiekliga – met dank aan a dhr. Owe en Malone - www.val.be w Gym mFed – Gym mnastiek Fede eratie Vlaand deren – met dank aan dh hr. Brecht La attré - www.G GymFed.be Illusstraties tennisbalworp, evvenwicht en touwklimmen t n: Guus Alloïïng
12