Thinking of Art Naam : Lois Vehof Docent : Lacet Datum : 30 – 09 – 14
OPDRACHT 1 In de lessen Kunstgeschiedenis worden diverse voorbeelden getoond hoe kunstenaars zich in hun werk presenteren en afficheren. Welke spreekt jou het meest aan? Verklaar je keuze!
Zelf ben ik een fan van klassiek kunst. Daarnaast ook een liefhebber van legendes/mythes of mooie verhalen. Met dit in gedachte moet ik kiezen voor hoe verschillende kunstenaars een persoon/karakter van een verhaal of mythe nemen en deze schilderen met hun eigen gezicht. Hier een goed voorbeeld van is Michelangelo, die zijn eigen gezicht gebruikte om een bijbels figuur te schilderen in het Sixtijnse kapel.
OPDRACHT 2 De lessen Kunstgeschiedenis zijn bovendien gelardeerd met diverse ‘visuals’ die in reflectieve of associatieve zin iets kunnen zeggen over wie en wat je bent en hoe je in de maatschappij staat. Ga nu zelf in kranten, tijdschriften of andere media op zoek naar een foto/afbeelding waarmee jij je wilt identificeren! Dat mag ook een strip, een schilderij zijn, of een sculptuur, modern danwel oud. Je hiervoor een ‘held’ nemen, maar ook een gebeurtenis, een omgeving, een landschap. De keuze is geheel aan jou, als het maar iets van en over jou zegt. Desnoods manipuleer je de afbeelding door jezelf erin te ‘photoshoppen’. Licht je afbeelding in enkele zinnen toe!
Hierbij moet ik toch meteen denken aan de “Mona Lisa” van Leonardo Da Vinci. Ik ben een grote fan van Da Vinci’s werk en als ik aan Leonardo denk moet ik toch meteen denken aan de “Mona Lisa”. Toen ik klein was toonde ik hier al een grootte interesse voor en heb ook een project gedaan over Da Vinci, waarbij ik veel heb opgezocht over de “Mona Lisa”. De “Mona Lisa” doet mij denken aan die tijd en over dingen opzoeken, wat ik nog steeds leuk vind. Ik kan dan misschien niet mijzelf helemaal erin terug vinden, het betekent wel veel voor me. Potretten vind ik mooi en wat mij vooral opvalt aan de “Mona Lisa” is de lach. Het is geen mooie lach, laten we eerlijk zijn. Maar dat maakt het zo mooi, het is niet perfect. Ik lach zelf ook niet altijd voluit en kan me heir dus mee indentificeren. Ook heb ik ooit voor Sinterklaas een surprise gekregen; de “Mona Lisa” met mijn hoofd erin gephotoschopped. Ik heb hem niet meer, of een foto, maar hij was wel ontzettend leuk.
OPDRACHT 3 Het motto van Kunstgeschiedenis in het kader van ‘rituelen’ luidt: “De betekenis van elk cultuurvoorwerp is niets anders dan een product van onze interactie ermee.” Beschrijf drie voorbeelden naar eigen keuze uit de lessen Kunstgeschiedenis hoe middels een ritueel (lees: interactie) extra betekenis wordt gegeven aan een cultuurvoorwerp, en hoe zich dit verhoudt in relatie tot de werkelijkheid! Probeer daarbij wel uiteenlopende voorbeelden aan te reiken: van religie tot alledaags, van kunst tot (maatschappelijke) gebeurtenis!
Isidorus van Sevilla Toen ik deze opdracht las kwam meteen dit ritueel bij mij naar boven. Het heeft veel indruk op mij gemaakt. Isodorus van Sevilla, de beschermenheilige van het internet. Origineel is hij de beschermheilige voor de encyclopedie. En omdat wij deze tijd bijna al onze informatie hebben staan op het internet maakt hem dit dus ook de beschermheilige van het internet. Je kunt zelf een programma downloaden waarbij Isodorus je computer beschermd tegen virussen. Dit is iets ouds, geloven in een heilige die je beschermd, gecombineert met iets nieuws, het internet. Hindis ritueel Dit ritueel was voor mij ook bijzonder, een Hindis koppel bracht een computer in hun huis. Zij ‘verwelkomende’ deze computer met een heel ritueel. Ze staken kaarsjes aan, maakten gebeden. Mooi om te zien. Later, toen de computer aan mocht na dit hele ritueel, deden ze een kleiner ritueel op de computer zelf. Net zoals voorbeeld 1 is dit weer twee dingen die gecombineert zijn die totaal verschillend zijn. Iets ouds, het ritueel, en iets nieuws, de computer. Marcel Duchamp Marcel Duchamp, een kunstenaar, maakte een kunstwerk, hierbij gebruikte hij alleen maar een WC pot. Dit kunstwerk werd ‘Fountain’ genoemd. Hierbij kun je het ritueel zien als hoe men kunst ziet. Het kunstwerk zelf is gewoon een WC pot, met een andere naam, maar is het echt kunst? Dit wordt niet bepaald door de kunstenaar, maar door de bekijker.
OPDRACHT 4 Wat hebben bewegingen als het dadaïsme, fluxus en de kunstcultuur op Bali met elkaar gemeen in het kader van ‘rituelen’ en in hoeverre onderscheiden zij zich juist van elkaar?
Overeenkomsten De overeenkomsten van deze drie dingen is als volgt; Het dadaïsme had geen definitie voor kunst, alles kon kunst zijn. Dit zelfde gold voor de Fluxus beweging. Iedereen kon kunst maken van wat dan ook. Een vergelijkbaar iets gebeurt bij Bali, volgens hun is iedereen een kunstenaar. Iedereen kan kunst maken. Verschillen Beide het dadaïsme en de Fluxus beweging ging het om de kunst, om artestiek bezig zijn. Maar bij Bali is dit anders, hierbij ging al het kunst vanuit religie, iets wat het dadaïsme en de Fluxus beweging niet deden.