Theorieboek
6g Motivatie waarom mensen een bepaalde sport kiezen. Welke factoren spelen daarin mee. De meeste jonge kinderen kiezen meestal een bepaalde sport omdat hun vriendjes/vriendinnetjes er ook op zitten. Ikzelf moest op tennis gaan omdat mijn broer toen ook tenniste. Als je ouder wordt ga je meer aan gezelligheid denken. Als tennis niet gezellig was geweest dan was ik er nu allang vanaf gegaan. Ten tweede doe ik aan sport voor de gezondheid. Ten derde omdat het een goede afleiding is van je normale, erg saaie, schooltijd. En als je erg gestrest bent, bijvoorbeeld als je een gymwerkstuk moet maken, kun je, je bij een sport lekker afreageren. Maar bovenal moet je het leuk vinden om je sport te beoefenen Ik denk wel dat de motivatie om te sporten kan worden beïnvloed. Vooral de sportverenigingen, maar ook de overheid en vast nog wel meer instellingen, kunnen bijv. campagnes houden. Ook reclame heeft behoorlijk wat invloed. Het is het beste als je jongeren verschillende sporten laat doen, want dan weten ze waar ze goed in zijn en welke sport ze echt leuk vinden. Dan houdt je ze bovendien ook weg van de straat en krijg je dus minder van dat gehang.
Welke invloed kan sport hebben op maatschappij, economie en cultuur, zowel in positieve als in negatieve zin?
Maatschappij
Sport
Mensen met veel stress functioneren veel minder goed dan mensen zonder stress. Om de stress te verhelpen kunnen mensen aan sport doen. Ze kunnen zich uitleven en afreageren. Maar het belangrijkste is toch wel de afleiding die ze in een bepaalde sport vinden. Dan vergeten ze de moeilijkheden van hun dagelijks leven en verdwijnt de stress langzamerhand. Wanneer ze geen stress meer hebben functioneren ze weer veel beter in de maatschappij. Ze zitten dus weer beter in hun vel en presteren (weer) goed of zelfs beter.
1
©TFG Hellegers 18-5-2013
Theorieboek Mensen gaan ook sporten om een goede gezondheid te behouden. Dit is natuurlijk van invloed op de maatschappij. Als veel mensen een goede gezondheid hebben, zijn er weinig zieken en dus kunnen de bedrijven meer werk verrichten in een kortere tijd. Het kan wel een negatieve invloed op de maatschappij hebben als mensen te veel gaan sporten. Als de mensen dit gaan doen, besteden ze bijna al hun tijd aan het sporten en kunnen ze dus thuis niets meer doen voor hun werk. Hun sport moet dus niet belangrijker gaan worden dan het werk. .
Economie De sport kan veel positieve invloed hebben op de economie. Je moet voor de meeste sporten nog extra spullen kopen om de sport te kunnen beoefenen en een lidmaatschap betalen. Als er nu veel mensen zijn die een sport doen, of willen gaan doen, verdienen de sportzaken en de verenigingen veel geld aan de mensen. Sport zorgt er ook voor dat mensen hun stress kwijtraken waardoor ze beter zullen presteren. Hierdoor hoeft er minder betaald te worden aan de Ziektewet. Als laatste: Door de internationale successen van Nederlandse topsporters is de belangstelling en de waardering voor topsport bij het publiek fors gegroeid. Dat heeft geleid tot uitgebreide sportverslaggeving in de media en een sterke toename van de sponsoring door het bedrijfsleven. Een negatieve invloed van sport op de economie is als mensen door het vele sporten blessures krijgen. Ze moeten dan in de ziektewet waar ze wel betaald krijgen, maar geen werk verrichten. Dit kost dus alleen maar geld. Een andere negatieve invloed is als er rellen uitbreken bij een belangrijke voetbalwedstrijd. Er moet dan vaak veel politie bijkomen en dat is duur. Ook worden er tijdens de rellen allerlei dingen vernield.
Cultuur
Sport
Sport is helemaal in onze cultuur geïntegreerd. Veel mensen (ook al sporten ze niet) zijn met sport opgegroeid. Het is heel normaal dat er wordt gesport. Sport is eigenlijk al een cultuur op zich zelf. Bij de sport is het altijd erg leuk en gezellig, er hangt een speciale sfeer. Dankzij de sport krijgen mensen ook veel vrienden. Door het vele sociaal contact maak je ook kennis met andere culturen, je kan bijvoorbeeld een buitenlander in je team hebben. Je leert zo dingen waar je eerst nog nooit van had gehoord en op een manier die nog de moeite waard is ook. De invloed van sport kan weer negatief worden als we het gaan overdrijven, als we niets anders meer doen dan sporten. We moeten ook tijd blijven overhouden voor 2
©TFG Hellegers 18-5-2013
Theorieboek andere dingen.
Positieve en negatieve invloed van sport op de gezondheid Positief Het is overal bekend dat sporten hartstikke goed voor je is. Je krijgt een stijging van de ‘goede’ cholesterol (cholesterol die bescherming biedt ten aanzien van hartaandoeningen). Dikke mensen vallen af en blijven dus goed op gewicht. Ook bouw je een goed uithoudingsvermogen op. Verder heeft sporten een gunstige invloed op botontkalking, suikerziekte en mogelijk ook op bepaalde kankersoorten. Van sporten krijg je ook energie, je voelt je lekkerder. Je put energie uit de sport. Ook door het sociale contact dat je bij de sport hebt voel je je lekker. Er is ook norm gezond bewegen opgesteld. Hiermee kun je zelf nagaan of je genoeg beweegt.
Norm Bewegen -Jeugd Iedere dag 1 uur matig intensief bewegen. Probeer minimaal twee keer per week te sporten ter verbetering van je fitheid -Volwassenen Iedere dag een half uur matig intensief bewegen. (twee keer een kwartier of drie keer tien minuten is ook goed) Probeer bewegen in het dagelijks leven te integreren. Neem bijvoorbeeld eens de fiets naar het werk of neem de trap in plaats van de lift. -55 Plussers
Sport
Vijf dagen per week , een half uur matig intensief bewegen.
Negatief
Sport is niet altijd goed voor je.
3
©TFG Hellegers 18-5-2013
Theorieboek Sportblessures ontstaan meestal door verkeerde trainingsmethoden, slechte warming-up, onvoldoende conditie, slecht materiaal of verkeerd schoeisel. Acute blessures worden veroorzaakt door bijv. een val, klap, botsing of een verkeerde beweging. Dan ontstaat er meestal een zwelling, kneuzing, scheuring, verstuiking of botbreuk. Chronische blessures, ook wel overbelastingsblessures, ontstaat door het voortdurend herhalen van een bepaalde beweging waardoor bepaalde spieren en pezen overbelast kunnen worden, bijv. de tennisarm. Sportblessures kunnen ook ontstaan door interne factoren, zoals leeftijd, lichaamsbouw, een afwijkend bewegingspatroon, een slechte houding of de invloed van bepaalde ziekten (infecties). De meeste sportblessures, 63%, komen voor aan enkels, knieën, pols of handen. Een groot deel van de blessures kan worden voorkomen door het gebruik van juist schoeisel, goede kleding en veilig materiaal. Ook preventieve hulpmiddelen, zoals zwachtels en bandages, kunnen hieraan een belangrijke bijdrage leveren. Veel blessures ontstaan wanneer iemand te snel te grote prestaties wil leveren omdat dan de spieren en gewrichten te zwaar of verkeerd worden belast. Bouw de training daarom zorgvuldig op. Een goede warming-up van 10 minuten zorgt voor een goede doorbloeding van de spieren en bereidt de spieren en gewrichten voor de daaropvolgende inspanningen. Neem pijnsignalen serieus en geef oude blessures de tijd om te herstellen. Versterk eventuele zwakke plekken met sporttape. Let op een gezonde voeding en neem voldoende rust. Na de inspanning moet men echter niet meteen gaan rusten. In de spieren hebben zich allerlei afvalstoffen opgehoopt, die pijn en een vermoeid gevoel veroorzaken. Tijdens de cooling-down worden deze afvalstoffen afgevoerd, waardoor spierpijn wordt voorkomen. De topsporters vergen te veel energie van hun lichaam. Omdat er zo veel wedstrijden worden gespeeld spelen de sporters vaak met medicijnen. Ik vind dat wat niet kan, kan niet, hoe moeilijk dat ook soms is. Je moet je lichaam accepteren. Maar dit doen topsporters meestal niet. Ook als topsporters een blessure oplopen, willen en moeten ze zo snel mogelijk weer op been zijn, anders kost het geld. Door met een blessure die nog niet geheel over is weer gaan trainen kan blijvende en erg schadelijke gevolgen hebben.
Sport
4
©TFG Hellegers 18-5-2013
Theorieboek In welke opzichten speelt de overheid (gemeente) een rol t.a.v. sport? De Nederlandse overheid vindt sport belangrijk voor de hele samenleving. In het sportbeleid van de overheid is veel aandacht voor de mogelijkheden die sport biedt op het gebied van werkgelegenheid, burgerparticipatie, tolerantie en fair-play. Negatieve bijeffecten als blessures, vandalisme en doping worden bestreden. Het ministerie van VWS speelt een stimulerende rol en levert een financiële bijdrage aan de sport. Het zorgt ook voor de sportgeneeskundecentra waar blessures e.d. worden behandeld. De gemeente bepaalt welke sportprojecten er komen en welke niet. Het is ook zo dat als er veel vraag naar een bepaalde sport is, de gemeente om de tafel gaat zitten en gaat proberen om een nieuwe vereniging op te bouwen. Hier komt natuurlijk wel heel wat bij kijken, want je kan niet zomaar overal waar je maar wilt een sportvereniging plaatsen. Er moet ook nog groen overblijven. Zij kunnen hiervoor subsidies aanvragen bij de overheid.
De gemeenten kunnen ook overdrijven. Wanneer ze heel erg veel sportverenigingen met accommodaties laten oprichten wordt het te veel van het goede. Overal zie je dan sportterreinen en er verdwijnt veel groen. Het plezier om even een blokje om te lopen of een stukje te gaan fietsen verdwijnt. Lopen en fietsen zijn ook sporten. Zo drukken de gemeenten vrije sport terug door de verenigingssport te veel te stimuleren en dat is niet goed.
Sport
5
©TFG Hellegers 18-5-2013