gelaarsd, gespoord en geletterd
Waarom mensen migreren handleiding voor de leerkracht Nora Bogaert . Lieve Verheyden
project ‘waarom mensen migreren’ Gestelde kwestie: Wat zet mensen aan om hun (thuis)land te verlaten? Uitkomst: Er zijn meer mensen die migreren dan we denken, ook in onze eigen familie/omgeving. Hun motieven zijn van velerlei aard. Aangeraden aantal lesuren: 4
overzicht van de taken instapactiviteit les 1
Van Antwerpen naar New York Filmbeelden Red Star Line bekijken en de redenen tot migreren die erin worden vermeld identificeren
kernactiviteit Waarom migreren mensen? 1 Om een bredere kijk te krijgen op de beweegredenen die mensen tot migreren aanzetten, lezen de leerlingen een reeks documenten: • de brochure van een tentoonstelling over Belgische landverhuizers (Opdracht 1) les 2
• migratieverhalen van zes Bekende Vlamingen (Opdracht 2) • de folder van een campagne ter bevordering van interculturele uitwisseling tussen Nieuwkomers en Vlamingen (Opdracht 3)
les 3
2 De leerlingen stellen een enquête op om in de eigen school vast te stellen in welke mate migratie inderdaad een veel voorkomend verschijnsel is (Opdracht 4)
afsluiting les 4
Reflectie over inhoudelijke en vormelijke criteria voor een vragenlijst/enquête Reflectie op de persoonlijke en klassikale leerwinst die het thema heeft opgeleverd op het talige niveau en wat betreft kennis van de wereld
Overzicht van de nagestreefde academische taalvaardigheidsdoelen • structurerend lezen van informatieve teksten bestemd voor volwassen publiek (et 15 graad 2) overzicht van de aftoetsen nagestreefde academische geletterdheidsdoelen • geselecteerde informatie aan andere informatiebronnen (beoordelend lezen: et 14) • structurerend schrijven voor de medeleerlingen (et 19)
3 centrum voor taal en onderwijs (ku leuven): gelaarsd, gespoord en geletterd. waarom mensen migreren
1. instap Omschrijving Als eerste aanzet tot het beantwoorden van de vraag waarom mensen migreren, bekijken de leerlingen filmbeelden. Ze beluisteren daarin getuigenissen van ‘landverhuizers’ die met de Red Star Line vanuit Antwerpen de oversteek naar de Nieuwe Wereld maken. Doelstellingen de informatie begrijpen zoals ze zich in de documentaire aanbiedt (globaal beschrijvend lezen van de onderschriften) Werkvormen • klassikaal gesprek • individueel zelfstandig werken • samenwerking in viertallen Materiaal • internetverbinding voor filmbeelden Red Star Line, zie: http://www.redstarline.be/ • post-its (rechthoekig formaat) voor alle leerlingen • blad met placemat (zie p. 10 van deze Handleiding) Lesverloop Introductie 1. Activeer de aanwezige voorkennis / Breng noodzakelijke voorkennis aan die ontbreekt Open http://www.redstarline.be/ en vraag de leerlingen of ze weten wat de Red Star Line is. Weten ze wat die te maken heeft met Antwerpen en met de mensen op de foto links op de webpagina (hiernaast afgebeeld)?
Vertel dat in de periode 1850-1930 drie miljoen Europeanen de overtocht gemaakt hebben van Antwerpen naar NoordAmerika, met de schepen van de Red Star Line Compagnie. Men noemde ze landverhuizers.
2. Motiveer de leerlingen voor de taak Hebben de leerlingen een idee waarom in de genoemde periode zoveel mensen uit Europa zijn geëmigreerd? Wat zouden hun beweegredenen geweest kunnen zijn? Zet een korte interactie op waarin je de leerlingen hun mogelijke kennis hierover laat inbrengen. Geef aan dat je een kort filmpje gaat tonen (8 minuten) waarin emigranten het verhaal doen over hun reis en de aankomst in New York. Vraag hen om uit de verhalen ook de redenen van de emigratie op te pikken. 3. Formuleer de instructies voor de opdracht Geef aan iedere leerling een post-it (en laat hen die reden(en) noteren, tijdens of na het kijken. Dat moet individueel gebeuren en mag in steekwoorden. Geef de leerlingen hiervoor 2 minuten. Vorm daarna viertallen en geef hun een placemat (zie bijlage). De vier leerlingen kleven hun post-it op één van de buitenvelden en wisselen uit wat ze hebben genoteerd naar aanleiding van de kijkopdracht. Een van de leerlingen noteert in het middenvak het tot nu toe ontwikkelde lijstje van beweegredenen. Geef aan dat ze hiervoor slechts 5 minuten tijd hebben. Start het filmpje door te klikken op ‘Historische getuigenissen van emigranten’.
4 centrum voor taal en onderwijs (ku leuven): gelaarsd, gespoord en geletterd. waarom mensen migreren
Uitvoering Circuleer en observeer, zeker bij de uitwisseling in viertallen. Kom tussen indien nodig, bijvoorbeeld om leerlingen te ondersteunen bij de formulering, om het proces van samenwerking in goede banen te leiden en om te wijzen op de nog beschikbare tijd. Afronding Koppel kort terug: Wat hebben jullie gevonden als de belangrijkste reden voor hun migratie naar Amerika? Kom uit bij: vluchten voor oorlog en geweld. Ga onmiddellijk over naar de volgende opdracht.
2. kern Omschrijving Om een bredere kijk te krijgen op de beweegredenen van mensen om te migreren nemen de leerlingen eerst de folder van een tentoonstelling door. Vervolgens lezen ze een reeks migratieverhalen van bekende Vlamingen en nemen ze de nodige notities om de verworven informatie te kunnen rapporteren aan de teamgenoten. Ten slotte consulteren ze de folder van een campagne ter bevordering van interculturele uit wisseling tussen Nieuwkomers en Vlamingen. Gaandeweg, terwijl ze de documenten doornemen, vullen ze hun ‘placemat’ met de lijst van beweegredenen verder aan. Doelstellingen Opdracht 1 • de relevante informatie selecteren uit informatieve teksten bestemd voor een volwassen publiek (structurerend lezen)
Opdracht 2 • de relevante informatie selecteren uit een informatieve tekst bestemd voor volwassen publiek (structurerend lezen) Opdracht 3 • de relevante informatie selecteren uit informatieve teksten bestemd voor een volwassen publiek (structurerend lezen)
• de geselecteerde informatie aftoetsen aan een tweede informatiebron (beoordelend lezen)
Opdracht 4 • structurerend schrijven van een vragenlijst bestemd voor medeleerlingen Werkvormen • klassikaal gesprek • individueel zelfstandig werken • samenwerking in viertallen
5 centrum voor taal en onderwijs (ku leuven): gelaarsd, gespoord en geletterd. waarom mensen migreren
Materiaal
Opdracht 1
• post-its (rechthoekig formaat) voor alle leerlingen • brochure ‘Op zoek naar een beter leven’ • blad met placemat (zelfde als in introductieactiviteit)
Opdracht 2
• internetverbinding voor http://www.ikgavreemd.org/over-migratie/bekende-koppen • de verhalen van zes Bekende Vlamingen • blad met placemat (zelfde als in introductieactiviteit)
Opdracht 3
• internetverbinding voor http://www.ikgavreemd.org/over-migratie/bekende-koppen • campagnefolder • blad met placemat (zelfde als in introductieactiviteit)
Opdracht 4
• een flap per viertal • observatiewijzer voor de leerkracht • zelfbeoordelingsinstrument voor elke leerling
Lesverloop
opdracht 1 Introductie 1. Activeer de aanwezige voorkennis / Breng noodzakelijke voorkennis aan die nog ontbreekt De mensen in de documentaire, waar kwamen die vandaan? Aan hun accent kon je horen dat ze uit Midden-Europa afkomstig waren. In de periode tussen 1850 en 1930 zijn ook vele tientallen duizenden Belgen met de Red Star Line naar Amerika getrokken. Wat zouden hún beweegredenen kunnen zijn geweest? Laat de viertallen kort brainstormen (2 minuten) en onmiddellijk nadien hun ‘hypothesen’ verwoorden. Lijst de aangebrachte beweegredenen op het bord op, zonder verdere commentaar op de correctheid van de hypothesen. Stel vervolgens de volgende vraag: Hoe komen we nu te weten of jullie hypothesen kloppen? 2. Formuleer de instructie voor de vervolgopdracht Vertel dat enige tijd geleden in Antwerpen een tentoonstelling is gewijd aan de honderdvijftigduizend Belgische landverhuizers die met de boot in Antwerpen zijn vertrokken. Bij die tentoonstelling hoorde een brochure. De kans is groot dat in het document informatie te vinden is over de beweegredenen van de Belgische emigranten van die tijd. Deel de brochure uit (‘Op zoek naar een nieuw leven’). Iedere leerling krijgt een exemplaar en wordt individueel aan het werk gezet. Leg uit dat je niet meer dan zes minuten geeft om na te gaan of de brochure informatie geeft over redenen voor de emigratie van Belgen. Als de leerlingen die hebben gevonden, schrijven ze deze op in het middenstuk van de placemat. Uitvoering Circuleer en observeer. Stel je vast dat de meerderheid van de leerlingen te intensief leest, dan leg je het werk stil. Om de hele tekst grondig door te nemen is er geen tijd. Wat doe je dan wel? Laat de leerlingen voorstellen doen. Als het goed is komen ze zelf uit bij het begrip scannen (zonder daarom zelf de term te gebruiken). Zo niet, dan breng jij die aan. Wat betekent dat, de tekst scannen? Je blik zoekend over de tekst heen laten gaan. Waar laat je je blik tussendoor op vallen (titels en tussentitels, eerste woorden van een alinea, bepaalde woorden die betrekking hebben op de informatie die je nodig hebt). Wat voor woord(en) zou je in dit geval dan best zoeken. Zet met deze suggestie de leerlingen terug aan het werk.
6 centrum voor taal en onderwijs (ku leuven): gelaarsd, gespoord en geletterd. waarom mensen migreren
Afronding Laat de leerlingen hun ervaring met het scannend lezen verwoorden. Waarop hebben ze hun blik laten rusten? Wat was in dit geval het sleutelelement? En wat waren nu de beweegredenen van de Belgische emigranten? Geef de opdracht om die in het middenvak van de placemat te noteren. Ga meteen over naar de volgende opdracht.
opdracht 2 Introductie 1. Motiveer de leerlingen voor de taak Maak hiervoor gebruik van het kader met ‘bekende Koppen’ (hieronder afgebeeld) op http://www.ikgavreemd. org (klik op over-migratie en vervolgens op bekende-koppen). Laat de leerlingen zoveel mogelijk Bekende Vla mingen identificeren. Geef nog geen commentaar op de juistheid van de identificatie (dat komt in opdracht 3) en het is ook niet de bedoeling iedereen te (her)kennen. Wijs erop dat de vijftig afgebeelde beroemdheden stuk voor stuk geïmmigreerde Belgen zijn.
2. Formuleer de instructie voor de vervolgopdracht Kondig aan dat de leerlingen de verhalen van een aantal BV’s te lezen krijgen. Sommige staan in de fotogalerij afgebeeld, andere niet. En er is ook het verhaal van een BV die niet geïmmigreerd, maar geëmigreerd is. Leg de bundel met zes verhalen op de tafel van elk viertal en laat hen zelf bepalen wie welk verhaal leest. Ieder lid van het viertal moet een verhaal voor zijn rekening nemen. Wie wil, kan een extra verhaal lezen. In elk viertal is een van de leerlingen verantwoordelijk voor de goede gang van de keuze en het verder verloop van de opdracht. De verhalen moeten worden gelezen met in het achterhoofd de vraag naar de reden(en) die de BV in kwestie of zijn (voor)ouders tot migratie hebben bewogen. Ieder zal de vraag moeten beantwoorden voor zijn/haar BV(‘s). De leerlingen noteren het antwoord in ‘hun’ vak van de placemat (waar ze al eerder gebruik van hebben gemaakt). Spreek af dat de placemat op basis van deze verhalen door de viertallen verder wordt aangevuld. Geef opdracht tot individuele lectuur van het gekozen verhaal. Maak duidelijk dat binnen de groepjes de deelnemers beurtelings de beweegreden(en) van hun BV aan de drie partners zullen moeten voorleggen en, indien mogelijk, toelichten met informatie uit de tekst. Om de uitleg aan de partners te vergemakkelijken, noteren de leerlingen de beweegreden(en) die ze hebben opgespoord, in hun deel van de placemat. Geef aan dat de leerlingen voor de lectuur en het noteren in de placemat maximum 15 minuten krijgen. Ga na of, over de groepen heen, elk van de zes verhalen door een tweetal leerlingen wordt gekozen. Als dat niet het geval is, hou dan in de gaten welke leerlingen eerder klaar zijn met hun opdracht en moedig die aan om het verhaal dat je haar/hem voorlegt ook nog te lezen (maar dat hoeft dus niet noodzakelijk in alle viertallen te gebeuren).
7 centrum voor taal en onderwijs (ku leuven): gelaarsd, gespoord en geletterd. waarom mensen migreren
Uitvoering Circuleer in de klas en kijk over de schouders van de leerlingen (en nadien van de viertallen) mee. Grijp in als blijkt dat leerlingen vastlopen doordat ze niet begrijpen wat van hen wordt verwacht of bepaalde delen van de tekst niet begrijpen. Activeer het denken van de leerlingen door vragen te stellen als • Heb je een probleem? Wat gaat er niet? • Wat moet je precies doen? • Is er iets wat je niet begrijpt? Wat zou dat kunnen betekenen? Staat er niets in de tekst dat je kan helpen? Staat hier niet dat ...? • Wat kan je doen om de betekenis van ‘...’ te weten te komen? • Kan je iets vinden in de tekst dat jullie helpt …? Lees even door/Kijk even terug. Vinden jullie een aanwijzing? • Herken je een ander woord in ‘...’? Geef na de afgesproken 15 minuten het signaal voor de uitwisseling van de informatie in de groepjes. Geef aan dat de leerlingen dit binnen een bepaalde tijdsspanne moeten klaarspelen (5 tot 10 minuten). Geef na de afgesproken tijdspanne de opdracht tot verdere aanvulling van beweegredenen in het centrum van de placemat. Afronding Laat de viertallen hun antwoord geven: Hebben jullie nog nieuwe beweegredenen gevonden? Zet deze op het bord. Ga dan, stuk per stuk het lijstje op bord af en stel de vraag bij welke BV de beweegreden in kwestie geldt. Geef de viertallen de gelegenheid om aanvullingen en bijstellingen (betere formulering) te doen op basis van de bevindingen in andere groepen.
opdracht 3 Introductie 1. Motiveer de leerlingen voor de taak Ga terug naar http://www.ikgavreemd.org/over-migratie/bekende-koppen. Projecteer het kader met de be kende Vlamingen uit opdracht 2. Wie van de zes bestudeerde BV’s vinden de leerlingen in de portrettengalerij terug (antwoord: Mauro Pawlowski)? Welke foto willen de leerlingen graag checken? Door te klikken op de foto kan je de naam oproepen en met een tweede klik vind je verdere toelichting over de BV in kwestie. Geef aan dat deze portrettengalerij afkomstig is van een website waarmee een campagne werd gelanceerd die tot doel had om contacten en ontmoetingen tussen Vlamingen en nieuwkomers in Vlaanderen te stimuleren en te organiseren. Deel de print van de campagnetekst uit aan alle leerlingen. 2. Formuleer de instructie voor de vervolgopdracht De bedoeling is dat de leerlingen de folder individueel lezen en dan binnen hun viertal overleggen of het document beweegredenen aanbrengt die nog niet eerder aan bod zijn gekomen. Als dat het geval is, vullen ze die in het centrale deel van hun placemat aan. Uitvoering Ondersteun de uitvoering van de opdracht zoals in voorgaande opdrachten. Afronding Laat de viertallen hun antwoord geven: Hebben jullie nog nieuwe beweegredenen gevonden?
8 centrum voor taal en onderwijs (ku leuven): gelaarsd, gespoord en geletterd. waarom mensen migreren
opdracht 4 1. Motiveer de leerlingen voor de taak Grijp terug naar de campagnefolder en lees de volgende twee passages eruit voor: Migreren is heel gewoon, heel natuurlijk. De kans is groot dat jijzelf niet langer op de plaats woont waar jouw (groot)ouders geboren zijn. Misschien verruilde jouw grootvader de armoede op het platteland voor de stad. Mogelijk verhuisde jouw vader om dichter bij het werk te wonen. En jouw moeder zou niet de enige zijn die haar geboortestreek verliet voor de liefde van haar leven. Het is ook niet ondenkbeeldig dat je zelf zal ‘blijven plakken’ in de stad waar je gaat studeren. Stel de vraag welke leerlingen van de klas wel en welke niet op de plaats wonen waar zijn/haar (groot) ouders geboren zijn? En waarom zijn hun grootouders of ouders uit hun geboortestreek weggegaan? Daag de leerlingen uit om een onderzoek op te zetten in de hele eigen school en te achterhalen of het inderdaad klopt wat de folder zegt: namelijk dat migreren heel gewoon en natuurlijk is. Laat de leerlingen ideeën aanbrengen: • Hoe zou je zo’n onderzoek aanpakken? Wie kan je ondervragen? Alleen de medeleerlingen? Wie zou je nog kunnen bevragen? • Mensen ondervragen, hoe kan je dat doen? Welke vragen zou je stellen? Ga dan over naar de instructie voor de viertallen. 2. Formuleer de instructie Geef de viertallen de opdracht na te denken over de vragen die moeten worden gesteld. Ze krijgen hiervoor 3 minuten. Doe nadien een ronde waarin de viertallen hun vragen voorstellen. Wellicht komen uit deze ronde vooral open vragen voort. Bespreek met de leerlingen wat daar het nadeel van is: veel schrijfwerk voor de proefkonijnen; veel lees- en interpretatiewerk voor de onderzoekers, veel energie en tijd. Stel de vraag hoe je dat kan vermijden. Als het goed is, komen de leerlingen zelf met het idee van gesloten vragen, en zelfs met dat van meerkeuzevragen. Geef de opdracht aan de viertallen om een enquête uit te werken met gesloten vragen en meerkeuzevragen die een vlugge en gemakkelijke verwerking mogelijk maakt. Ze schrijven de vragen op een flap. Uitvoering Breng bezoekjes aan de viertallen en kijk naar de vragen die ze formuleren met de bril van de proefkonijnen. D.w.z.: begrijp je de vragen zonder al te veel welwillendheid? Dit begrijp ik niet goed... Wat bedoelen jullie daarmee? Kijk nog niet naar de vormcorrectheid. Dat aspect komt later aan de orde. Afronding De viertallen tonen hun flap vooraan in de klas. Ga zonder verdere commentaar over naar de Afsluiting.
9 centrum voor taal en onderwijs (ku leuven): gelaarsd, gespoord en geletterd. waarom mensen migreren
3. afsluiting Introductie 1. Motiveer de leerlingen voor de opdracht • Laat de klas reageren op de flaps. Vraag eerst naar commentaar op de inhoud. Wat maakt de ene vragenlijst goed, en een andere lijst minder goed? Kom tot het besluit dat op inhoudelijk vlak de enquête pas goed is als alle mogelijke redenen tot migreren in de meerkeuzelijst worden opgenomen. Laat de viertallen nagaan of dat het geval is op de eigen flap. Wat hadden de leerlingen al in de eerste ronde kunnen gebruiken om tot een volledige lijst te komen (verwijs naar de placemat)? Zijn er andere inhoudelijke opmerkingen? • Welke kwaliteiten moeten de vragenlijsten verder nog hebben? Kom zo tot het vormelijk aspect: de vragen moeten begrijpelijk zijn en duidelijk geformuleerd zijn; ze mogen ook geen taalfouten bevatten (‘in een tekst die naar de buitenwereld gaat, is dat een belangrijke eis’). Laat elk viertal op de flap van een andere groep nagaan of dat het geval is. Ze geven aan waar dat niet het geval is (aanstrepen van onduidelijkheden, vormfouten, …) 2. Formuleer de instructie Geef de viertallen de opdracht hun vragenlijst te reviseren, inhoudelijk en vormelijk. Geef aan dat deze ronde moet leiden naar een eindproduct dat de viertallen zullen inzetten bij hun onderzoek naar migratie op de eigen school. Uitvoering Breng bezoekjes aan de viertallen en beluister hun overleg zonder tussen te komen. Noteer op je observatielijst welke soorten problemen zich in deze fase nog voordoen. Leg aan elke leerling het zelfbeoordelingsformulier voor en geef de opdracht om dit in te vullen. Afronding 1. Laat hen brainstormen over de mogelijkheden om de eigen enquête af te nemen. • Welke stappen moeten daartoe nog worden gezet? • Welke groep ondervraagt welke klas(sen), welke leerkrachten, welk ander schoolpersoneel? • Spreken de leerlingen de leerkracht wiskunde aan voor een statistische verwerking? Ondersteun hen bij het maken van afspraken en spreek een termijn af voor de inlevering van de resultaten. Geef hun de opdracht de vragen te merken die tijdens de afname van het interview voor de geïnterviewde moeilijk verstaanbaar/dubbelzinnig/… waren. Maak duidelijk dat ze de oorzaak van het probleem samen moeten achterhalen en een alternatieve formulering moeten bedenken die begrijpelijker is. Spreek af wanneer je die terugblik met hen doet. 2. Sluit af met de vraag naar mogelijke ‘opbrengsten’ van het thema. Wat nemen de leerlingen mee aan nieuwe kennis? Wat zijn ze uiteindelijk te weten gekomen over het onderwerp? Wat hebben ze geleerd met betrekking tot taal? 3. Blik later, na afname van de enquête, terug op hun ervaringen. Zijn er dingen die ze anders zouden doen? Zijn er vragen die nog beter moeten worden geformuleerd?
10 centrum voor taal en onderwijs (ku leuven): gelaarsd, gespoord en geletterd. waarom mensen migreren
11 centrum voor taal en onderwijs (ku leuven): gelaarsd, gespoord en geletterd. waarom mensen migreren
observatiewijzer bij opdracht ‘waarom mensen migreren’
Een diagnose bij de eindtermen 1. Structurerend lezen van informatieve teksten bestemd voor een volwassen publiek (ET 15 graad 2) 2. Structurerend schrijven van informatieve teksten bestemd voor leeftijdgenoten (ET 19 graad 3) 1. Slagen de leerlingen erin alle voor de opdracht relevante informatie-elementen uit de tekst te halen en waarheidsgetrouw met elkaar in verband te brengen? Zet een streepje in het blokje hiernaast wanneer je in dit verband problemen vaststelt
Waaraan kan dit te wijten zijn? Geef aan welke van de hieronder genoemde lacunes je bij viertallen / individuele leerlingen hebt geobserveerd of via bevraging vastgesteld.
Zet hieronder een streepje telkens je die lacune vaststelt:
3 inhoudelijke verbanden (middel/doel, oorzaak/gevolg, overeenkomst/tegenstelling) tussen informatieelementen duiden 3 het statuut van een uitspraak als feit of mening, als veronderstelling/vermoeden of zekerheid, als waardeoordeel duiden 3 verwijswoorden correct duiden 3 figuurlijk taalgebruik en idiomatische uitdrukkingen begrijpen
2. Slagen de leerlingen erin op begrijpelijke wijze alle voor de opdracht relevante informatie samenvattend te verwoorden? Zet een streepje in het blokje hiernaast voor elke leerling die er moeite mee heeft.
Waaraan kan dit te wijten zijn? Geef aan welke van de hieronder genoemde lacunes je bij leerlingen hebt geobserveerd of via bevraging vastgesteld.
Zet hieronder een streepje telkens je die lacune vaststelt:
3 volledigheid en relevantie van inhoud 3 uitdrukking van inhoudelijke verbanden (middel/doel, oorzaak/gevolg, overeenkomst/tegenstelling) tussen informatie-elementen met de gepaste bindwoorden 3 duidelijkheid van de formulering 3 goedlopende zinnen 3 adequate en gepaste woordkeuze 3 correcte spelling
12 centrum voor taal en onderwijs (ku leuven): gelaarsd, gespoord en geletterd. waarom mensen migreren
Zelfbeoordelingsformulier
1 De grootste moeilijkheden die ik tijdens dit project bij het lezen heb ondervonden zijn: m Waar woorden als ‘dit’, ‘dat’, ‘zij’, ‘hun’, ’daarmee’, ‘hierdoor’, … voor staan m Zelf betekenis geven aan woorden of uitdrukkinge die ik nog niet kende. Voorbeelden van woorden die ik niet kende zijn: 3 3 3 3 3
2
2 Aspecten waar ik bij het lezen nog moet op letten zijn: m Gebruik maken van de gepaste leeswijze bij dit soort opdrachten, bv. eerst oriënterend lezen, nadien intensief en zoekend naar de gevraagde informatie
m Aanwijzingen zoeken in de tekst om aan een onbekend woord betekenis te kunnen geven m Gebruik maken van de illustraties en de lay-out van een tekst om de informatie beter te begrijpen m m m
13 centrum voor taal en onderwijs (ku leuven): gelaarsd, gespoord en geletterd. waarom mensen migreren
zelfbeoordelingsformulier
3 De grootste moeilijkheden die ik tijdens dit project bij het schrijven heb ondervonden zijn: m De juiste woorden vinden om duidelijke vragen te stellen m De juiste woorden vinden om informatie beknopt te verwoorden m De correcte schrijfwijze gebruiken m m
4
4 Wat ik bij het schrijven niet mag vergeten is: m Herlezen op storende herhaling van dezelfde woorden m Herlezen op slecht lopende zinnen m Herlezen op spelling m m
5 Wat ik in dit project heb geleerd met betrekking tot lezen en schrijven van teksten is: 3
3
6 Wat ik interessant vond aan dit project is: 3
3
3
3
14 centrum voor taal en onderwijs (ku leuven): gelaarsd, gespoord en geletterd. waarom mensen migreren
Waarom mensen migreren documenten voor de leerling
brochure voor opdracht 2
Op zoek naar een beter leven belgen en de trek naar de nieuwe wereld
Welkom in Canada
W
ie vandaag de dag door de straten van Québec of Ontario wandelt, krijg al gauw te maken met straat namen als ‘Anvers’, ‘Louvain’ en ‘Liège’. Een Canadese voorliefde voor Belgische steden? Nee hoor, gewoon een erfenis van de Belgische emigratie naar Noord-Amerika. Canada was een geliefkoosde bestemming, want men stelde er stukken land bouwgrond ter beschikking van de immigrerende Belgen. De Cana dese overheid voerde zelfs heuse propaganda in ons land, vergelijkbaar met de propaganda die België decennia later zou voeren in Marokko. Men kwam reclame maken in scholen en gebruikte de wereldtentoonstellingen als uitstalraam. Informatie brochures beloofden sociaal en economisch succes. Werklust en wilskracht waren zogenaamd voldoende om te slagen.
Gevraagd: hardwerkende Belgen Aanvankelijk werden vooral boeren verleid. De Canadezen lieten niet na het contrast te benadrukken tussen de overbevolkte landerijen in België en de uitgestrekte landschappen van NoordAmerika. In Canadese ogen stond de Belg symbool voor ‘de ideale migrant’: hij sprak Frans (of had daar op zijn minst notie van), hij was katholiek, hij was een harde werker en was gespecialiseerd in landbouwtechnieken. Na de Eerste Wereldoorlog kwam daar het imago van sympathieke underdog bij, de ‘weerloze Belgen’ waren immers aangevallen door de ‘wrede Duitsers’. Ook het feit dat vele Canadezen in België vochten, schiep een band. Met de Crash van Wall Street (1929) en de crisis in de jaren dertig kwam een bruusk einde aan de inwijking.
16 centrum voor taal en onderwijs (ku leuven): gelaarsd, gespoord en geletterd. waarom mensen migreren
op zoek naar een beter leven
Strenge Amerikanen Anders dan in Canada waren (Belgische) migranten in de Verenigde Staten niet altijd even welkom. De aan komst in New York liep voor veel Belgen anders dan ze hadden gehoopt. Velen werden geweigerd, anderen geraakten het land wel in, maar werden bedrogen en kwamen van de regen in de drop terecht. In zijn lezersbrief in de Gazette van Detroit van 24/12/1924 heeft Henri Van Slembroeck, een uitgeweken Belg, het over enkele schrijnende gevallen van uitgewezen Belgische migranten.
D
onderdagavond werden Henry De Graeve, zijn zoontje George en zijn schoonouders Camiel Vandewalle en Vrouw Eugenie Maeckelberg van Windsor overgesmokkeld, waarvoor zij twintig dollar per persoon betaalden. Zij wierden aan den Detroit kant van de Rivier op een taxicab gedaan en naar Riopelle en Congress Straat gevoerd, en volgens zij op het verhoor vertelden, zouden de personen van het logement de politie verwittigd hebben, met gevolg dat zij thans in het gevang zitten, en na eenige weken van opsluiting terug naar België zullen gestuurd worden; brave menschen, oud en versleten van werken en zwoegen in België, verleden zomer naar Canada gekomen. Moet de vrouw eenige weken in het gevang doorbrengen, zij gaat naar het graf, in plaats van terug naar het geboorteland.
Verleden week zijn naar België vertrokken: Alphons De Waegeneer; zijne vrouw en vijf kinderen. Dezen waren reeds meer dan drie jaar in Detroit, deden hun best, hadden reeds een huis gekocht en waren goede eerlijke Vlamingen. Jaloersheid over hun vooruitgang heeft hen in het lijden gebracht. Zij werden verraden, samen met verscheidene anderen. De brieven geschreven naar het Immigratie Bureel werden hun voren gelegd. De personen zijn gekend, eigen geburen van een korten afstand waren de plichtigen. De brieven waren getekend C.S. en dezen welke het gedaan hadden hebben hun eigen kwaad niet kunnen verzwijgen. Cyriel Van Hyfte en zijn vrouw zijn ook teruggestuurd! Def tige werklieden, meer slachtoffers. Jerome Wyseur, welke hun overgesmokkeld had, wordt thans op 10 december ook terug naar België gezonden. Beeldt u het lijden de vrouw en hunnen twee kinderen! Wanneer het einde?
T
ussen 1850 en 1930 maakten zowat 150.000 landgeno ten de oversteek naar de Nieuwe Wereld. In ons land was voor hen geen toekomst meer. De oogsten mis lukten, de mensen leden honger, de lakenindustrie was in elkaar gestuikt, er heerste werkloosheid. Heel wat redenen om elders op zoek te gaan naar een beter leven. Als derdeklas passagier maakten zij de overtocht in soms ellendige omstan digheden. Kom snuisteren in het fotoarchief van de stad Antwerpen.
Bronnen: http://www.ikgavreemd.org/over-migratie/Belgische emigratie http://www.ikgavreemd.org/over-migratie/waarom migreren mensen
17 centrum voor taal en onderwijs (ku leuven): gelaarsd, gespoord en geletterd. waarom mensen migreren
inleiding bij opdracht 3
Bekende koppen... 1 • Op jullie tafel ligt een bundel met zes verhalen. Elk verhaal heeft een ander hoofdpersonage. Die hoofdpersonages hebben een belangrijk kenmerk gemeen: ze leven niet op de plek waar hun ouders of grootouders geboren zijn. Ze zijn naar België geïmmigreerd of uit België geëmigreerd.
• Van jullie viertal neemt elk groepslid een verhaal voor zijn/haar rekening. Je kiest in overleg met je partners. Wie wil (en vlug klaar is met zijn/haar eerste verhaal), kan nog een extra verhaal lezen. Eén van jullie vieren is verantwoordelijk voor de goede gang van het keuzeproces en van /het verder verloop van de opdracht. Bespreek samen wie die ‘organisator’ is.
• Lees je verhaal/verhalen met in het achterhoofd de vraag naar de reden(en) die ‘jouw’ Bekende
Vlaming (BV) of zijn (voor)ouders tot migratie hebben bewogen.
• Noteer het antwoord in jouw vak van de placemat die jullie al eerder hebben gebruikt.
• Voor het individueel lezen en noteren in de placemat krijg je 15 minuten tijd. 2 • Wissel de informatie over jouw BV uit met je drie partners. Jullie krijgen daarvoor 5 tot 10 minuten tijd. 3 • Overleg samen wat jullie in het middenvak van jullie placemat kunnen toevoegen aan de reeks
beweegredenen die jullie tot nog toe hebben verzameld. Jullie krijgen hiervoor 5 minuten tijd.
18 centrum voor taal en onderwijs (ku leuven): gelaarsd, gespoord en geletterd. waarom mensen migreren
opdracht 3
Verhalen van Bekende Vlamingen Verhaal 1 In een Italiaans vluchtelingenkamp waar nu daklozen verblijven, staat haar naam nog in een bankje gekrast. Als kind leefde ze met haar ouders vervolgens zeven jaar lang zonder papieren in België. Pas nu voelt de zangeres Silvia Kratochvílová zich thuis in de wereld.
Z
e heeft familie in heel Europa, van Tsjechië tot Kroatië, maar ook in België: ‘Mijn Vlaamse grootmoeder trok naar Tsjechië omdat ze in de Eerste Wereldoorlog verliefd was geworden op een Tsjechisch soldaat. De man sneuvelde, maar mijn grootmoeder kon niet zo gemakkelijk meer terug. Ze is toen voor het Rode Kruis gaan werken en heeft een andere soldaat ontmoet. Zo komt het dat mijn vader in Tsjechië is geboren.’ ‘Het belangrijkste is nu mijn muziek’, zegt Silvia, ‘maar het klopt dat mijn verleden als een echo in mijn stem terug te horen is.’ Samen met Frank Duchêne vormt ze de kern van de groep Tstatt. Het heeft lang geduurd voor ze zich ergens thuis voelde, zegt Silvia. ‘Ik was twee toen mijn ouders mij mee namen op hun vlucht. Het was hun derde poging om weg te komen uit het Oostblok. Bij de grens tussen Slovenië en Italië zijn we door de Italiaanse politie opgepakt. Twee jaar hebben we in een vluchte lingenkamp doorgebracht. Toen we onlangs de plek gingen bezoeken, toonde mijn vader mij het bankje waarin hij onze naam had gekrast. Het staat er nog steeds.’ Zeven jaar in België wonen zonder papieren liet op het jonge meisje een diepe indruk. ‘We hadden familie die ons onderdak gaf, en we verhuisden vaak van de een naar de ander. We begrepen niet waarom we hier aanvankelijk niet mochten blijven, ondanks de familie die voor ons zorgde en mijn ouders die hard werkten. Mijn moeder droomde altijd van veel kinderen, maar door al die onzekerheid durfden ze het niet aan en ben ik enig kind gebleven. Ik heb me lang minderwaardig gevoeld. Dat is pas onlangs overgegaan, door mijn verleden niet meer als een last maar als een rijkdom te zien.’ De liefde voor muziek behoort tot de bagage uit dat verleden. Silvia: ‘Mijn grootvader, een jazz-muzikant, zat aan de piano en ik verzon daar liedjes in zelf gebrouwen Engels bij. Mijn oma in Kroatië had dan weer een groot repertoire aan volksliedjes. Ik zal daar onbewust wel veel van hebben opgestoken.’ Welke muziek speelt Tstatt nu? ‘Noem het post-Oostblokpop’, zegt Frank Duchêne. ‘We nemen het OostEuropees gevoel voor melodie mee, zelfs hun schaamteloze gevoel voor dramatiek soms, maar de uitwerking is westers.’ Silvia’s ouders denken er na een westers leven van hard werken aan om terug te keren naar Oost-Europa. ‘Mijn vader heeft met succes een eigen zaak opgebouwd en ze hebben hun eigen huis, al wat je wil. We zijn Belgen en we zijn perfect geïntegreerd. Maar toch missen mijn ouders iets. Een gevoel van verbondenheid, dat ze hier nooit hebben aangetroffen. Ik herken de weemoed, maar ik deel het heimwee niet. Ik voel mij overal thuis.’ Bron: De Standaard 19/06/2004
19 centrum voor taal en onderwijs (ku leuven): gelaarsd, gespoord en geletterd. waarom mensen migreren
verhalen van bekende vlamingen
Verhaal 2 Muzikant Mauro Pawlowski groeide als enige zoon van de Pool Eduard Pawlowski en de Italiaanse Di Turi op in de schaduw van de Limburgse mijnen.
M
ijn Poolse grootouders kwamen in 1944 naar België, op de vlucht voor de oorlog en de armoede. Mijn vader werd hier geboren. Grootvader Di Turi verhuisde in de jaren vijftig met zijn hele gezin van Zuid-Italië naar Limburg om in de mijn te werken. Mijn moeder werd streng opgevoed en mocht niet veel buitenkomen. Ze leerde mijn vader kennen via haar drie oudste broers. Die hadden een band, The Drifters, waarin mijn pa accordeon en gitaar speelde. Tweemaal per week kwam hij mee repeteren in de veranda van mijn grootouders. Ik heb mijn bestaan eigenlijk aan de muziek te danken.’ ‘Ik ben opgegroeid in de mijncités van Heusden-Zolder: Lindeman, Hal, Berkenbos. De bevolking bestond er voornamelijk uit Italianen, Turken, Marokkanen, Polen en wat Spanjaarden. Heel idyllisch. Er was veel groen en elk plein werd dadelijk omgetoverd tot een voetbalterrein. Elke dag was er een interlandwedstrijd. Er was ook veel gemekker te horen, van de geiten en schapen in de tuinen van de Turken en Italianen. Mijn bompa had ook schapen en soms kwam Cirio, de schapenslachter, langs. Af en toe moesten we bij het slachten het schaap helpen vasthouden, want zo’n beest heeft serieus wat kracht. Het was gruwelijk, al dat bloed en de stank, maar erg vond ik het niet. Omdat mijn ouders gingen werken, woonde ik tot mijn vierde jaar bij mijn Poolse oma in Berkenbos. Toen ik naar de kleuterschool moest, verstond ik geen woord want ik sprak alleen Pools en een beetje Italiaans. Nu spreek ik die talen niet meer. Het is langzaam weggeëbd. Maar soms begrijp ik volledige volzinnen. Onlangs nog in de supermarkt in Borgerhout. Toen ik binnenkwam met mijn modderige schoenen riep de Poolse poetsvrouw: ‘Ziet die lomperik niet dat ik aan het poetsen ben!’ Dat had ik helemaal verstaan.’ De Pawlowski's komen uit de noordelijke havenstad Poznan en het zuidelijk gelegen Krakow. ‘Als negenjarige ging ik eens mee naar Krakow. Ik herinner me vooral de taxirit van het station naar het familiehuis, toen de chauffeur moest stoppen om een koe van de weg te halen, en ook die keer toen ik wakker werd van een straalbezopen trompetspelende neef. Om de paar jaar komen er Poolse neven en nichten op bezoek. Die vinden dat alles er hier zeer rijkelijk uitziet.’ ‘De Di Turi’s zijn afkomstig uit Triggiano, een charmant-grimmig vissersdorpje in de buurt van Bari, een havenstad met een kwalijke reputatie. Als er familie op bezoek komt, valt het me op hoe robuust de mannen en vrouwen zijn. Het lijken mensen van andere tijden. Mijn Italiaanse familie is heel wild. Ruig en emotioneel. In tegenstelling tot de Polen die heel ingetogen en vroom zijn. De Italiaanse kant is vooral bijgelovig als het erop aankomt. Het zijn geen voorbeeldige katholieken. Mijn grootvader zal tussen het gevloek af en toe misschien een gewoon woord laten vallen. Mijn Poolse familie lijkt uiterlijk heel gereserveerd maar gaat ook regelmatig uit de bol. De beken wodka die rijkelijk vloeien tijdens familiefeesten dragen bij tot die broeierige sfeer. Het zijn eigenlijk culturele dronkaards (lacht). Als je in Polen een drankje durft af te slaan, zijn ze niet alleen erg beledigd, ze vragen zich ook oprecht af of er iets mis is met je.’ ‘Zowel Polen als Italianen hebben een sterke familieband, vooral een moederband eigenlijk. Ikzelf heb ook tot in 2003 bij mijn ouders gewoond en toen ik vertrok had mijn ma het niet makkelijk, al liet ze er niets van merken. Mijn vriendin is ook Italiaanse, dus alle feestdagen brengen we door bij familie. En overal wordt er héél veel gegeten. Op kerstavond eten we bij baba, mijn Poolse oma die net 78 is. Eerst laat ze een gewijde
20 centrum voor taal en onderwijs (ku leuven): gelaarsd, gespoord en geletterd. waarom mensen migreren
hostie rondgaan waarvan iedereen een stuk moet eten, om de avond te zegenen. Dan volgen de delicatessen die ze samen met haar inwonende dochter heeft klaargemaakt. Varkenspoten in gelatine, veel zuurkool, deegwaren, spek. Er staat altijd muziek op. Na het eten worden de flessen wodka op tafel gezet. Tot slot gaat iedereen naar de Poolse nachtmis in Beringen. Op kerstdag hebben alle mannen van de familie zonder uitzondering een enorme kater.’ ‘Op kerstdag zitten we meestal bij de Italiaanse grootouders aan een lange tafel. Met vijfentwintig tot dertig man: ooms, tantes, kinderen, kleinkinderen. Er ontbreekt ook altijd iemand vanwege een heftige familieruzie, die een week later wel wordt opgelost. De vrouwen doen al het werk. Er is pasta in alle mogelijke variaties en altijd gegrild vlees omdat nonno, mijn bompa, dat zo wil, en hij is de baas. De televisie staat continu en oorverdovend luid op een Italiaanse zender afgestemd.’ ‘Mijn oom Rocco is de enige die nog professioneel met muziek bezig is. Hij was de lokale gitaarheld in de cité en mijn voorbeeld. Op zijn zestiende kon hij al de solo’s van Carlos Santana spelen. Ik leerde die ook spelen, terwijl ik de alternatieve muziek bleef volgen. Rocco heeft me aan mijn eerste muzikale jobs geholpen. Op grote familiefeesten proberen alle ooms voor de gelegenheid nog eens samen te spelen. Maar meestal is de groep al gesplitst voor het optreden begint. Ik ben veruit de braafste van de familie. Ik ben hier geboren en opgegroeid, maar ik kan niet zeggen dat ik echt een diepgewortelde band heb met België. Jef-met-de-pet die naar de koers kijkt, blijft iets heel vreemds. Ik vind veel dingen hier zeer exotisch.’ Bron: Hendrickx, M., (2001) Eigen volk, Academici Roularta Media nv.
21 centrum voor taal en onderwijs (ku leuven): gelaarsd, gespoord en geletterd. waarom mensen migreren
verhalen van bekende vlamingen
Verhaal 3 In de familie Lukaku valt de spreekwoordelijke appel niet ver van de boom. Roger Lukaku (Kinshasa 1966), de vader van Romelu, was indertijd een begenadigd profvoetballer. Hij kan terugblikken op een mooie voetbal carrière, in zijn geboorteland, in Ivoorkust, in België en in Turkije. In het toenmalige Zaire (nu weer Congo) speelde hij mee in vijftig internationale wedstrijden. In 1990 werd hij naar België gehaald en speelde hij na verloop van tijd gedurende een tiental jaar in de hoogste klasse van het Belgische voetbal. In 1995 eindigde hij met vijftien doelpunten op de vierde plaats in de topschutterslijst.
Z
ijn twee zonen, Romelu en zijn jongere broer Jordan, zijn beide in België geboren. De voetbalmicrobe had zowel Romelu als Jordan al snel te pakken. Het is niet helemaal toevallig dat Romelu bij Rupel Boom FC de eerste stappen in het voetbal zet: Rupel was ook de eerste club van zijn vader. Boom is al snel te klein voor de grote en sterke spits en hij belandt via Wintam uiteindelijk bij Lierse, waar hij zijn jeugdteam twee keer aan het kampioenschap helpt. In 2006 besluit hij de volgende stap te maken: samen met zijn broertje gaat hij in de jeugd van Anderlecht spelen. Ook in Anderlecht gooit hij hoge ogen. Met zijn grote postuur en zijn enorme fysieke kracht heeft hij een belangrijke troef in handen en is hij één van de betere spelers van zijn lichting. Ook de nationale jeugdelftallen van België kunnen van zijn diensten profiteren. Bij Anderlecht doorloopt hij alle jeugdelftallen met speels gemak, en scoort ook nog eens aan de lopende band: honderd twintig goals in negentig wedstrijden, een onovertroffen prestatie. Zijn professioneel debuut maakte hij voor Anderlecht in de laatste wed strijd van het seizoen 2008-2009 tegen Standard, een testwedstrijd die beslissend was voor het kampioenschap. In het seizoen 2009-2010 werd Romelu gekroond tot topschutter van de Belgische Jupiler Pro League met vijftien doelpunten in dertig wedstrijden. Romelu prijkt al lang bovenaan op de scoutlijstjes van vele topclubs. Onder andere Chelsea, Manchester United en AC Milan maakten hun interesse al vroeg kenbaar, en er werd zelfs een bod van anderhalf miljoen euro uitgebracht. Anderlecht hield de boot echter af en ook de familie Lukaku liet zich het hoofd niet op hol brengen. De familie koos voor een profcontract bij Anderlecht, waardoor Romelu zijn middelbare studies in België kon afmaken. Ook Romelu zelf hield het hoofd koel: ‘Engeland is echt de top, maar Anderlecht heeft in het verleden heel veel voor mij gedaan wat betreft school en vervoer naar de training enz. Voor mijn persoonlijke ontwikkeling op tactisch en technisch vlak is het beter dat ik hier blijf. Na een paar jaar zien we dan wel weer, maar ik voel me hier goed en op dit moment wil ik gewoon hier blijven en hier doorbreken’, zo vertelde hij op de officiële site van Anderlecht. Romelu is erg ambitieus. Hij liet zich reeds ontvallen beter te willen worden dan zijn idool Didier Drogba. Het talent heeft hij alvast, de tijd zal uitwijzen of hij zijn ideaal ook waar kan maken... Bronnen: nl.wikipedia.org/wiki/Roger_Lukaku www.voetbalbelgië.be
22 centrum voor taal en onderwijs (ku leuven): gelaarsd, gespoord en geletterd. waarom mensen migreren
verhalen van bekende vlamingen
Verhaal 4 Als zoon van een Rwandese moeder en een scheefschaatsende Belgische koloniaal draagt cineast Georges Kamanayo (Rwanda 1947) twee werelden in zich. Hij heeft heel wat reportages en films in Afrika gedraaid, onder meer voor de VRT. In de documentaire ‘Kazungu, de metis’ (die via een twintigtal tv-zenders wereldwijd werd uitgezonden) vertelt hij het verhaal van zijn zoektocht naar zijn moeder. ‘Ik moest afrekenen met veel trauma's, maar uiteindelijk heeft mijn verhaal een happy end.’
G
eorges Kamanayo: ‘Heel mijn jeugd bracht ik door bij de familie van mijn moeder in het noorden van Rwanda. Ik liep daar achter de koeien aan. Ik merkte niet eens dat ik anders was dan de andere kinderen.’
Praatte je moeder nooit over je vader? ‘Mijn naam is Kazungu, wat zoveel betekent als ‘kleine blanke’. Ik wist dus dat mijn vader een blanke was. Maar een kind is daar nog niet mee bezig. Het was pas toen er conflictsituaties waren dat halfbloedkinderen een acuut probleem werden. Voor kolonialisme heb je een uitbuiter nodig en iemand die wordt uitgebuit. Twee duidelijke partijen. Halfbloeden doorkruisen dat prentje. Enerzijds waren we de kinderen van de gehate blanken en anderzijds wilden de blanken niets meer met het resultaat van hun slippertjes te maken hebben. Bovendien wist men van halfbloedkinderen in een conflict nooit voor wie ze partij zouden kiezen.’ Hoe ben je in België beland? 'Toen België de kolonies onafhankelijk wou maken, was er geen plaats voor halfbloedkinderen in de Rwandese samenleving. Het risico dat halfbloeden gelyncht zouden worden, was zeer reëel. In samenwerking met de Kerk bracht de Belgische overheid ons naar weeshuizen in België.' En je moeder liet dat gebeuren? ‘Zij wist niet wat er gebeurde. Ze werd onder druk gezet om mij af te staan. Ze dacht dat ik een paar jaar in België zou studeren en dan terug zou komen. Maar hoe moest ik terugkeren? Ik was dertien jaar. Na een periode in het weeshuis werd ik bij een Antwerpse familie geplaatst. Heel die toestand was heel traumatiserend. Ik heb mij meteen voorgenomen om zo snel mogelijk terug te keren naar Rwanda. Zodra ik afgestudeerd was aan de filmschool heb ik dat dan ook gedaan.’ Heb je je moeder meteen gevonden? ’Het heeft tien jaar geduurd. Van de Belgische overheid moest ik geen hulp verwachten. Door alle problemen in Rwanda was haar familie bovendien verspreid geraakt. Iedereen vermoedde dat ze dood was, maar dat heb ik nooit willen geloven. Uiteindelijk is heb ik haar gevonden. Onze ontmoeting was heel emotioneel. Moeder woonde in een hutje en was volledig onderkomen. Ze was blind geworden. Mijn halfbroer van achttien had haar jarenlang begeleid. Maar ze heeft mij onmiddellijk herkend. Ze was nog steeds erg ongelukkig over wat er destijds is gebeurd.’ Heb je haar geholpen? ‘Ze was meteen akkoord om haar valiezen te pakken en met me mee te komen. Ik heb haar voor verzorging in een missiepost ondergebracht. De dokters vonden het te riskant om haar naar België te brengen. Vandaag woont ze daar nog steeds. Ik ga haar geregeld bezoeken. Soms kriebelt het nog om haar eens naar België te brengen, maar door haar blindheid zou ze er weinig plezier aan hebben. Nu is ze ‑ wellicht - achtenzeventig en ze stelt het goed.’ Hoe vond je je vader terug? ‘Dat ging vrij eenvoudig. Hij woonde in de buurt van Nice. Ik had een heel scenario gemaakt om te vermijden dat hij van bij de confrontatie zou ontkennen dat hij mijn vader was. Maar hij heeft mij direct als zoon erkend.’
23 centrum voor taal en onderwijs (ku leuven): gelaarsd, gespoord en geletterd. waarom mensen migreren
Wat vond je van hem? ‘Ik heb jaren wrok gekoesterd voor al wat hij mijn moeder heeft aangedaan. Maar de leeftijd en de status die ik ondertussen had bereikt had mij milder gemaakt. Op het ogenblik van onze ontmoeting was ik niet meer kwaad op hem. Ik was vooral nieuwsgierig. Uiteindelijk heb ik hem in de laatste tien jaar van zijn leven nog heel erg leren appreciëren. Hij heeft me veel geleerd over de verhoudingen tussen België en Rwanda.’ Is er nog een hereniging gebeurd met je moeder? ‘Ik heb daar nog even op aangestuurd, maar dat leek onmogelijk. Al was het maar omdat het, begin jaren ‘80, vanwege de genocide niet aangewezen was om naar Rwanda te reizen.’ Bron: Nieuwsblad.be woensdag 25 juni 2003
24 centrum voor taal en onderwijs (ku leuven): gelaarsd, gespoord en geletterd. waarom mensen migreren
verhalen van bekende vlamingen
Verhaal 5 De naam Zap Mama klinkt bekender in de oren dan de naam Marie Daulne. Marie Daulne is de bezielster of, beter gezegd, de ziel van deze groep. Het begon allemaal toen zij in het begin van de jaren negentig een aantal vrienden rond zich verzamelde. Ze vormden de ondertussen wereldvermaarde a capella vrouwengroep die songs uitbrachten met invloeden uit de hele wereld.
M
arie Daulne is een vrouw met een potpourri aan culturele invloeden. Haar Belgische vader werd ge dood tijdens de rellen naar aanleiding van de onaf hankelijkheid van Zaïre, een voormalige kolonie van België. Hoogzwanger van Marie wist haar moeder met drie kinderen te ontsnappen. Ze vond opvang bij een pygmeeënstam wiens leef gebied grensde aan de gronden van haar eigen Bantu-stam. Daar, midden in de jungle, werd Marie geboren. De familie kwam drie maanden later terecht in de smeltkroes van het Brusselse stadsleven waar Marie Daulne van dan af opgroeide. Als je haar vraagt naar haar levensverhaal, zegt ze het volgende: ‘Ik ben Marie Daulne, geboren in Congo en net als jullie getogen in België. Om eerlijk te zijn: ik ken Congo niet. Mijn moeder heeft me grootgebracht als een Afrikaanse vrouw, terwijl ik op school de Belgische cultuur met de pap kreeg ingelepeld. In feite ben ik tegelijkertijd in twee culturen opgegroeid. Buitenshuis was België en binnenshuis was Congo. Al vroeg ontsproot in alle stilte diep in mij een eigen cultuur. Een cultuur die erg verschillend zou blijken van wat mijn moeder me had geleerd. Voor mijn moeder was muziek geen kunst. Voor haar was het eerder een bron van inkomsten of gewoon een dagdagelijkse bezigheid. Als je wandelde, aan het koken was of de afwas deed, werd er gezongen. Zingen deed mijn moeder niet zomaar. Het had ook een helend effect volgens haar. In Afrika is het bijvoorbeeld een gewoonte om jezelf moed in te zingen. Muziek maakten bijgevolg deel uit van mijn bestaan, vooral Afrikaanse liederen. Ik dacht dat dit normaal was en verbeeldde me dat het in andere Belgische gezinnen niet anders was. Daarnaast was er mijn katholieke Belgische familie: de familie van mijn vader. Als vanzelfsprekend verzeilde ik via hen in een kerkkoor waar ik de liturgische gezangen kreeg aangeleerd. Zo kwam ik ook bij de scouts terecht waar eveneens muziek was. Het is net deze mix van muzikale stijlen die iets in mij deed ontwaken.’ ‘Op mijn achttien jaar voelde ik zoals iedereen de behoefte om op zoek te gaan naar mijn identiteit. Ik had twee beelden in mijn hoofd, die van de Belgische en die van de Afrikaanse vrouw. En beide beelden waren voor mij één en dezelfde vrouw. Mijn enige referentiepunt voor de Afrikaanse vrouw was mijn moeder. In mijn zoektocht naar die Afrikaanse vrouw en naar het beter begrijpen van mijn moeder, besloot ik om naar Congo te gaan. Ik vertrok met hetzelfde exotische beeld dat iedere andere Belg heeft als hij aan Afrika denkt en er nog nooit geweest is. Via boeken en films dacht ik aan Afrika als het land van de apen, de palmbomen en kokosnoten, safari’s op uitgestrekte vlaktes en aan mensen met vreemde tradities en gewoontes. Mijn bezoek aan Congo bracht dan ook een enorme ommekeer teweeg. Het eerste dat mij raakte, was de armoede. Armoede is daar alomtegenwoordig. Het is er in vergelijking met België eerder de regel dan de uitzondering. Maar je hoort de mensen niet klagen. Hier in België klaag je al wanneer de bus een paar seconden te laat is, maar daar moet je soms vijf dagen wachten op de bus, als die al komt. Wanneer ze daar tegenslag hebben, dan klagen ze niet. Neen, ze beginnen te zingen. Zo hebben ze een lied dat je helpt om niet gestresseerd te zijn. Ik leerde daar dat muziek een middel kan zijn om je door de dag te helpen. Toen heb ik tegen mezelf gezegd: dat is wat ik van hier wil meenemen naar Europa. Ik neem deze liederen mee en ga de mensen in België leren wat je beter kunt doen in plaats van steeds te vergaan van de stress: als de bus niet komt, begin dan stilletjes in je hoofd te zingen en je wordt vanzelf rustig!’
25 centrum voor taal en onderwijs (ku leuven): gelaarsd, gespoord en geletterd. waarom mensen migreren
‘Terug in België ben ik begonnen met lesgeven aan kinderen. Kinderen staan immers nog open voor nieuwe invloeden en ze leren veel gemakkelijker. Ik was zelf ook begonnen met muziek op mijn vier jaar en muziek is voor mij letterlijk kinderspel geworden. Al gauw vroegen de ouders van die kinderen mij of ze niet in de les mochten blijven en of zij de liederen ook mochten leren. Zo ben ik geleidelijk aan kinderen en volwassenen gaan onderwijzen. Ik leerde hen niet alleen de muziek, maar ik legde hen ook uit waarvoor de liederen bedoeld waren. Het ene lied zing je om tot rust te brengen, het andere om iemands pijn te verzachten. Steeds vaker begon ik de traditionele gezangen uit Congo te gebruiken. En toch voelde ik me niet helemaal op mijn gemak bij deze muziek. Ik was immers opgegroeid in België met scoutsliederen, rock-‘n-roll en R&B. Dus herschreef ik de nummers met mijn eigen muzikale invloeden. Dit was mijn muziek. Zo is Zap Mama ontstaan.’ Bron: Wereldmuziek, dat ben ik niet. Ik ben Zap Mama, op www.Verrekijkers.org
26 centrum voor taal en onderwijs (ku leuven): gelaarsd, gespoord en geletterd. waarom mensen migreren
verhalen van bekende vlamingen
Verhaal 6 De intussen zeer bekende schrijver Dimitri Verhulst is in Aalst geboren, maar woont sinds geruime tijd in Wallonië. Uit overtuiging, zegt hij.
D
e jeugdjaren van Dimitri Verhulst zijn erg be wogen. Hij verwoordt het als volgt: ‘Moeder nam medicijnen tegen kinderen. Ik was haar enige ziekte.’ Dimitri, geboren in 1972, is een onverwacht en ongewenst kind. Zijn vader is alcoholist en pleegt huishoudelijk geweld. Zijn moeder gaat weg en laat haar zoontje achter. Met zijn vader trekt Dimitri bij zijn grootmoeder in. Daar woont hij samen met de broers van zijn vader, die ook een drankprobleem hebben. Hij besluit de ellende te ontvluchten en belandt in een inter naat en daarna tot zijn zestiende in een pleeggezin. Dat rijke pleeggezin vervangt de sloten bier van zijn familie door liters dure wijn. Hij vlucht opnieuw en komt in een gezinsvervangend tehuis terecht, vol met ‘geprobeerde kinderen’ die nu op hun beurt aan het proberen zijn. Na een korte loopbaan als pizzaleverancier in Gent, gids op pleziervaarten en animator in Mallorca debuteert hij in 1999 met de verhalenbundel De kamer hiernaast, die meteen werd genomineerd voor de NRC Literair Prijs. De grote doorbraak van Verhulst komt er met De helaasheid der dingen, een hilarische, autobiografische afrekening met zijn geboortedorp. Daarin beschrijft hij op een wrange, komische manier zijn jeugdjaren bij zijn grootmoeder en zatte nonkels. Het boek is intussen verfilmd door Felix van Groeningen en heeft verschillende Oscars in de wacht gesleept. Dimitri Verhulst is enkele jaren geleden naar Wallonië verhuisd en schrijft daar verder zijn dichtbundels, romans, toneelstukken en reportages van op een Waalse heuvel. Waarom die trek naar Wallonië? Om heel veel redenen, zegt Verhulst. Hij praat over de Vlaamse zelfvoldaanheid die hij beu was. Het racisme waarmee over Walen wordt gesproken. Zelfs een premier durft te zeggen dat Walen intellectueel niet in staat zijn om Nederlands te leren. Over de natuur die in Wallonië zoveel mooier is. ‘Bonsaiboompjes in vitrines van winkels, dat is de Vlaamse natuur. En die is nog beschermd ook. Omdat er niets anders is.’ Over de andere taal in zijn nieuwe omgeving die hem minder gevoelig heeft gemaakt voor hypes in de taal waarin hij schrijft. ‘Sinds een jaar of vijf gebruikt iedereen in Vlaanderen de uitdrukking ‘Ik heb zoiets van’. Verschrikkelijk! Alsof je zinnen prefab kan kopen bij de IKEA.’
Bron: www.boekentoppers.be/Dimitri Verhulst
27 centrum voor taal en onderwijs (ku leuven): gelaarsd, gespoord en geletterd. waarom mensen migreren
campagnefolder bij opdracht 4
... allemaal ‘migranten’!
Diversiteit mag dan een feit zijn, al te vaak leven de verschillende gemeenschappen naast elkaar. Van daadwerkelijke ontmoeting is slechts zelden sprake. Daar wil onze campagne ‘Ik ga vreemd’ iets aan doen. Voor verenigingen en groepen werd samen met inburgering- en diversiteitcentra, vluchtelingencomités en opvangcentra voor asielzoekers een aanbod van ontmoetingsmogelijkheden gecreëerd in Vlaanderen. Wie naar het gedeelte van onze website gaat dat voor groepen bestemd is, zal dan ook meteen een kaart van Vlaanderen aantreffen met verschillende groepen en centra die andere groepen en verenigingen uitnodigen om een ontmoeting op touw te zetten tussen nieuwkomers en Vlamingen. Een uitgelezen mogelijkheid om met je vereniging of groepering rond diversiteit te werken. Individuen proberen we op een andere manier aan te spreken. Op onze website bieden wij aan alle geïnteresseerden een helder overzicht van de verschillende mogelijkheden die er zijn om als individu nieuwkomers en vluchtelingen te ontmoeten. Zie: http://www.ikgavreemd.org/over-migratie
Bekende koppen...?
28 centrum voor taal en onderwijs (ku leuven): gelaarsd, gespoord en geletterd. waarom mensen migreren
... allemaal ‘migranten’!
Waarom laten mensen alles achter om ergens anders een nieuw leven te beginnen?
M
igrant zijn wordt vaak gezien als iets proble matisch, iets ongewoons. Nochtans is migre ren heel gewoon, heel natuurlijk. De wereld geschiedenis kan je lezen als een opsomming van volksverplaatsingen, samensmeltingen en beïnvloedingen. De kans is groot dat jijzelf niet langer op de plaats woont waar jouw (groot)ouders geboren zijn. Misschien verruilde jouw grootvader de armoede op het platteland voor de stad. Mogelijk verhuisde jouw vader om dichter bij het werk te wonen. En jouw moeder zou niet de enige zijn die haar geboortestreek verliet voor de liefde van haar leven. Het is ook niet ondenkbeeldig dat je zelf zal ‘blijven plakken’ in de stad waar je gaat studeren. De motieven van mensen die hun geboorteland achterlaten, zijn in essentie dezelfde. Sommigen komen via een studentenvisum in België terecht, anderen trouwen met iemand van hier, weer anderen zijn op zoek naar meer welvaart. Mensen verhuizen zelden voor hun plezier. Men migreert omdat men op zoek is naar een beter leven, zonder ellende, met driemaal daags eten in plaats van om de drie dagen, naar een succesvolle carrière, een beter klimaat, minder vervuiling.
Het merendeel van de migranten die vandaag naar België komt, doet dat in het kader van een gezinshereniging (met eerder gemigreerde familieleden), als arbeidsmigrant (met een werkovereenkomst) of als student. Zij komen met een visum, als het ware een toelating van hun land van herkomst. De meest zichtbare groepen zijn de Turken en de Marokkanen. Zij kwamen, in navolging van de Italianen, in de jaren zestig naar België om het ‘vuile werk’ op te knappen, arbeid waar autochtonen niet langer toe bereid waren. De Belgische overheid ging arbeidskrachten ronselen in het Zuiden en moedigde gastarbeiders aan hun gezin mee te nemen. Op die manier zou men zich immers beter thuis voelen op de ‘werkbestemming’. Met de economische crisis, begin jaren zeventig, werden de arbeidsmigratiestromen een halt toegeroepen, maar de mogelijkheid van familiehereniging bleef bestaan.
29 centrum voor taal en onderwijs (ku leuven): gelaarsd, gespoord en geletterd. waarom mensen migreren
... allemaal ‘migranten’!
E
en tweede groep nieuwkomers komt België binnen zonder ‘geldige’ papieren van hun her komstland, bijvoorbeeld omwille van een oor log of omdat men in onmin leeft met de ‘eigen’ overheid. Deze vluchtelingen, want dat zijn het vaak, kunnen asiel aanvragen en zo hopen dat zij door de Belgische staat ook worden erkend als ‘vluchteling’. Mensen die kunnen bewijzen dat ze bij een terugkeer daadwerkelijk gevaar lopen, mogen tijdelijk of definitief in België ver blijven. Vaak moeten mensen echter jarenlang op een antwoord wachten. Dat leidt tot schrijnende situaties, zoals volledig geïntegreerde gezinnen die na meer dan vijf jaar worden teruggestuurd naar hun geboorteland. De mediagenieke beelden van Afrikaanse drenkelingen, die net hun gammele sloepen verlaten hebben voor het Spaanse vasteland, doen het lijken of Europa quasi let terlijk wordt ‘overspoeld’ door vluchtelingen. Dat beeld klopt niet helemaal. Het aantal asielaanvragen in België bijvoorbeeld is al tien jaar in dalende lijn. In 2007 vroegen in totaal 11.115 mensen asiel aan in ons land. Dat is een vierde van het aantal in 2000. Ongeveer een tiende van de asielaanvragers wordt ook erkend als vluchteling. Wie niet wordt erkend, keert – vrijwillig of gedwongen – terug naar het herkomstland of leidt hier een leven in de illegaliteit. Deze laatste groep herkennen we als ‘sans-papiers’ of ‘mensen zonder papieren’. Dat mensen gebruikmaken van hun (mensen)recht om te migreren, wordt hen niet altijd in dank afgenomen. In de ogen van angstige autochtonen zijn asielzoekers slechts ‘profiteurs die onze sociale welvaart komen afnemen’. Een wel erg gratuite bewering, zeker als je kijkt naar de voor naamste herkomstlanden van asielzoekers. Tsjetsjenië, Kosovo, Congo, Irak en Afghanistan kunnen er op dit moment bezwaarlijk van beschuldigd worden het paradijs op aarde te zijn. Wist je trouwens dat het leeuwendeel van de circa 67 miljoen vluchtelingen ter wereld in de eigen regio blijft? Buurlanden van conflictgebieden, zoals Pakis tan, Syrië en Iran, staan bovenaan de wereldranglijst van gastlanden. In discussies over migratie moet men ook steeds het globale plaatje in het achterhoofd houden. Mi gratie zal niet verminderen zolang de ongelijke verhou dingen tussen Noord en Zuid blijven bestaan. Bron: http://www.ikgavreemd.org
30 centrum voor taal en onderwijs (ku leuven): gelaarsd, gespoord en geletterd. waarom mensen migreren
Auteurs: Nora Bogaert, Lieve Verheyden Met medewerking van Iris Philips Vormgeving: Griet Van Haute © Centrum voor Taal en Onderwijs (CTO, KU Leuven), Leuven, 2011 www.cteno.be
Deze reeks kwam tot stand in het kader van het project ‘Gelaarsd, gespoord en geletterd. De ontwikkeling van academische taalvaardigheid in de 3de graad aso, tso en kso’, met steun van het Aanmoedigingsfonds, KU Leuven.