België - Belgique PB Gent X 3/8812
thema's van kinderen en jongeren in perspectief
4 9 15 23
KRAX_21+.indd 1
bYfmYja^]ZjmYja*(), +\]bYYj_Yf_'Fmee]j) N]jk[`abfl\ja]eYYdh]jbYYj 9^_a^l]cYflggj?]flP
Cultuur voor allen, allen naar cultuur Crisiscommunicatie redt jouw jeugdorganisatie Speelweefsel in Vlaanderen Welzijn (z)onder druk
1/8/14 1:29:12 PM
Krax+, expertiseblad over thema’s die essentieel zijn voor kinderen, jongeren en hun organisaties. Krax+ is een initiatief van De Ambrassade. De kernredactie bestaat uit experten binnen en buiten het jeugdwerk. — EVELYNE BLANCKE hoofdredactie JAN DE RYCK eindredactie
+ THEMA’S MET EEN IMPACT! Kwaliteit zit niet in de veelheid. Je moet net inhoudelijke keuzes durven maken en daarin naar diepgang streven. Krax+ stelt scherp op enkele domeinen met een grote impact op het leven van kinderen, jongeren en hun organisaties. In deze editie brengen we expertise over Cultuur, Ruimte en Welzijn. Niet toevallig enkele van de thema's waar De Ambrassade de schouders onder zet.
BART VANHOENACKER (KATHO VIVES), VERA HOOGSTEYN (Jong & Van Zin), LEEN VAN BOCKSTAL (JINT), JOHAN MEIRE (Kind & Samenleving), KATRIEN CRISPEYN (De Ambrassade), DOMINIQUE VERSCHUREN (demens.nu), TINEKE VAN DE WALLE (JOP), KRISTOF D’HANENS (Mediaraven), LEEN BARTHOLOMEUS (VVJ), ROBERT CRIVIT (Uit De Marge), NANCY DE BACKER (De Ambrassade), MIEKE HULIN (Jong en Van Zin), kernredactie DAAN BAUWENS, HELEEN VAN AKEN, VIRA BENNEKENS, KATRIJN GIJSEL, WOUTER VERHEECKE, REIN HAUDENHUYSE, JANNE VERMEESCH, MIET NEYENS, NEEL EERDEKENS, KURT JACOBS medewerkers VIRA BENNEKENS, ZAM EBALE MARTINO, JEUGDDIENST BRUGGE, IRIS VERHOEYEN, WWW.FLICKR.COM fotografie —
Maar De Ambrassade behartigt nog méér jonge zaken! In het cahier Beleid draaien we goed warm voor de verkiezingen in mei. En in ons cahier Organisatieontwikkeling confronteren we je met crisissituaties zoals die kunnen voorkomen in elke jeugdwerking. Voorbereid zijn om goed te communiceren, dàt kan het verschil maken!
Redactieadres De Ambrassade – Krax+ Leopoldstraat 25, 1000 Brussel T 02 551 13 50 F 02 551 13 85 www.ambrassade.be
Zoek dus wat rust op en duik in deze editie vol onderzoek, duiding en boeiende cases. Hou even stil bij de eerlijke opinies en gewaagde standpunten. En laat vooral jouw eigen denken en doen inspireren. Want zo krijg ook jij een impact!
EMMA THYSSEN vormgeving
EVA VEREECKE verantwoordelijke uitgever —
DRUK IN DE WEER, GENT druk
Evelyne Blancke hoofdredacteur
Wil je een reactie of suggestie kwijt, oudere artikels opzoeken of je persoonsgegevens corrigeren? Surf dan naar www.kraxplus.be
KRAX_21+.indd 2
1/8/14 1:29:13 PM
4 IN DIT NUMMER...
12 15
4 7
Cultuur voor allen, allen naar cultuur
9 12
Crisiscommunicatie in het jeugdwerk
15 18
Speelweefsel in Vlaanderen
20
Welzijn (z)onder druk
25
"We brengen de diversiteit aan opinies van jongeren in beeld"
Jong, kansarm en kunstminnend
Naar een verdienmodel in het jeugdwerk?
Speelweefsel in jouw gemeente
25 KRAX_21+.indd 3
1/8/14 1:29:14 PM
+ cul
+ cultuur +
tu
ur +
CULTUUR VOOR ALLEN, ALLEN NAAR CULTUUR Dominique Verschuren
Als we de kranten mogen geloven, zijn er steeds minder mensen die deelnemen aan het culturele leven. Hoe komt dat toch? Kunnen we daar een oplossing voor vinden? Een goed beleid rond cultuureducatie wil nog wel eens helpen. KRAX+ ging langs bij twee experten ter zake voor een kritische blik. An Van den Bergh is stafmedewerker sociaal-artistiek werk bij Dēmos vzw. Dēmos is als kenniscentrum actief in het Vlaams Participatiedecreet en zet in op het vernieuwen en verdiepen van de participatie van kansengroepen aan cultuur, jeugdwerk en sport. Iris Verhoeyen is stafmedewerker bij De Ambrassade. Voordien was ze educatief medewerker bij Mooss en Kamo, twee cultuureducatieve organisaties. Bij de Ambrassade richt zij zich meer op het beleid rond cultuureducatie.
K R AX + I 4
Het brede plaatje van cultuureducatie An Van den Bergh • Er zijn verschillende perspectieven om naar cultuureducatie te kijken: het jeugdwerk, de kunsten, het onderwijs... Binnen welzijn wordt cultuureducatie dan weer gebruikt als een middel om met kinderen en jongeren te werken rond hun zelfvertrouwen en ze betekenis te laten geven aan de wereld rondom hen. Cultuureducatie is dus heel breed, maar je kunt er wel een kern in ontdekken. Krax+ • Wat is die kern? An • Voor mij is die kern via kunst en cultuur betekenis geven aan de wereld om je heen. Dan bedoel ik: de problemen en
KRAX_21+.indd 4
ontwikkelingen die zich voordoen in je omgeving, de relaties die je aangaat met andere mensen, en dat kunnen verbeelden en er iets over zeggen via kunst in de breedste zin van het woord. Iris Verhoeyen • Wat er concreet gebeurt, moet ter plaatse in het veld ontstaan, daar moeten de keuzes gemaakt worden. Dat kan heel breed gaan, zoals werken rond hoe het plein in je wijk is vormgegeven. Want ook dat is een vorm van cultuureducatie. Dieren maken immers geen pleinen, mensen wel. Je definieert dan op basis van de fundamentele tegenstelling: cultuur versus natuur. Voor sommige mensen is dat een zinvolle manier om cultuureducatie af te bakenen: hoe gaan wij om met de omgeving zoals wij die kennen en waarin we leven? Anderen gaan heel specifiek met één kunstdiscipline aan de slag, bijvoorbeeld danseducatie. Voor organisaties die aan cultuureducatie doen is het belangrijk om hier een keuze in te maken. Maar als beleidsmaker is het niet wenselijk om te zeggen dat een bepaalde vorm van cultuur niet past in het brede plaatje van cultuureducatie. Want hierdoor sluit je een heleboel mensen uit. An • Ik vind ook dat je het begrip niet moet afbakenen en verengen. Een beleid met een open visie is essentieel.
Wat is kunst? De valkuil van het nieuwe kunstendecreet An • In het nieuwe Kunstendecreet zal ‘kunsteducatie’ geen aparte categorie meer zijn, zoals nu. Dat biedt heel veel mogelijkheden, maar houdt natuurlijk ook risico’s in. Door iets te benoemen, garandeer je dat het blijft bestaan. Als je dat niet doet, heb je er geen vat meer op.
1/8/14 1:29:14 PM
KRAX_21+.indd 5
An • De discussie over norm- en kwaliteitsvervaging is heel kenmerkend voor kunst- en cultuureducatie: is het kwalitatief voldoende wat daar gebeurt en is het relevant? Laat die inhoudelijke norm maar bepaald worden door de kinderen en jongeren zelf. We zullen zien wat er komt bovendrijven. Waar de overheid voor moet zorgen, is dat de context zo kwaliteitsvol mogelijk omkaderd is. Wat ben je precies aan het doen? En hoe pak je dat aan? Dan hebben we het dus over de omkadering, en niet over de inhoud. Iris • De commissie Groeien in cultuur ontwikkelt momenteel een kwaliteitskader voor cultuureducatie. Dit kwaliteitskader wil organisaties een manier aanreiken om de kwaliteit van hun cultuureducatieve werking te verbeteren. Een organisatie kan op deze manier haar sterke punten in kaart brengen, en een aantal groeipaden formuleren. Zulke kwaliteitskaders en
Krax+ • Waaruit zou goede cultuureducatie moeten vertrekken? An • Vanuit het leven van kinderen en jongeren zelf. En dan gaat het over zowel iemand uit de middenklasse als iemand die hier net is aangekomen óf iemand met een beperking. Het gaat met andere woorden over het recht op cultuur. En dat recht kan je bekijken in een continuüm van praktijken. Om te beginnen zou elk kind geprikkeld moeten worden en in contact moeten komen met cultuur zonder dat het daar zelf voor heeft gekozen. Dan denk je automatisch aan het onderwijs. Veranker dat dus in het curriculum. De volgende stap is dat elk kind in zijn of haar vrije tijd de keuze moet hebben om voor het plezier met cultuur bezig te kunnen zijn. Nóg een stapje verder is dat kinderen hun talenten kunnen ontwikkelen en misschien professioneel doorgroeien. Het is dus belangrijk dat er op elk niveau in dat continuüm een divers aanbod aan organisaties bestaat die zich daarmee bezig houden. Het is de taak van de overheid om dat landschap in kaart te brengen en bij te sturen waar nodig. >
© Iris Verhoeyen
An Van den Bergh
De leefwereld van kinderen en jongeren, uitgangspunt voor kwaliteit
-instrumenten zetten organisaties op weg naar nog kwalitatievere activiteiten. Naast de globale werking vestig ik ook graag de aandacht op de rol van de cultuureducator zelf. De begeleiders van het educatieve proces spelen een sleutelrol in de kwaliteit van het aanbod, dat blijkt ook uit onderzoek.1 De overheid ontwikkelde om die reden een competentieprofiel van de cultuureducator.2 Dat profiel zet organisaties op weg om een keuze te maken rond welke competenties zij belangrijk vinden in hun begeleiders.
5 I K R AX +
“Laat de inhoudelijke norm van wat kwalitatief is maar bepaald worden door kinderen en jongeren zelf.”
Krax+ • Hoe kun je dat relativisme voorkomen? An • Het is heel belangrijk dat er een duidelijke visietekst van de minister komt, waarin een aantal prioriteiten worden genoemd. Op basis daarvan kunnen individuele projecten en organisaties beoordeeld worden. Hebben die praktijken een realistisch en coherent verhaal, en heeft dit verhaal raakvlakken met de prioriteiten die de minister legt? Als er adequate antwoorden zijn, dan moet die organisatie erkend worden.
+ cultuur +
Krax+ • Dan glippen er initiatieven door de mazen van het net? An • Inderdaad, door het niet te benoemen kan het risico ontstaan op te weinig visie. Dat kan leiden tot een ontwikkeling van het recht van de sterkste, waarbij enkel organisaties die zich het best kunnen profileren zich staande houden. Je hoeft kunsteducatie op zich niet af te bakenen, maar je moet wel bewaken dat je kunstenveld geen elitaire blanke middenklasseveld wordt. Daar mag je op landschapsniveau best in corrigeren, vind ik. Ik ben bijvoorbeeld voorstander om vanuit het beleid te zeggen: minstens tien procent van het totale budget moet gaan naar praktijken die werken voor of creëren met kinderen en jongeren uit meer kwetsbare milieus. Het gaat erom een open kader te schetsen, zo open mogelijk, maar tegelijkertijd de armslag behouden om bij te sturen als dat nodig is. Iris • Het is kwestie van de kwaliteit van wat er gebeurt op het terrein te bewaken. Hiervoor zijn er specifieke beoordelingscommissies, samengesteld met mensen uit het werkveld of mensen die daar affiniteiten mee hebben. En die commissies hebben ook bepaalde beleidsaccenten. An • Voor de kunsten heb je nu een speciale commissie Kunsteducatie. Die gaat verdwijnen. Door het open kader kan iedere organisatie zelf bepalen waarop zij het accent legt. Waarschijnlijk komt er een brede poule van beoordelaars die een bepaalde groep dossiers rond hetzelfde thema bekijken. Dat breekt alle kaders open, maar aan de andere kant heb je ook geen discours meer. Wat is goed theater bijvoorbeeld? Alles wordt dan relatief.
1/8/14 1:29:14 PM
© Iris Verhoeyen
+ cultuur +
Cultuureducatie slaat de brug
K R AX + I 6
Iris • Onderzoeken wijzen uit dat in Vlaanderen jongeren maar ook volwassenen in kwetsbare situaties veel minder participeren aan cultuur dan de blanke middenklasse .3 Als we kijken naar het recht op cultuur, dan moeten we er zeker voor zorgen dat die groepen ook kansen krijgen. An • Het gaat om een structurele ongelijkheid in onze duale samenleving, op alle levensdomeinen, die steeds toeneemt. Iedere organisatie wordt daarmee geconfronteerd. Daartoe moet ook cultuureducatie zich verhouden. Cultuur heeft natuurlijk het stigma van elitair te zijn, van veel te ver van de samenleving af te staan. En te vaak wordt het probleem bij die zogenaamde kansengroepen zelf gelegd. Men vraagt zich nog steeds af hoe het komt het dat die kansengroepen niet bij ons geraken. Vaak is het een kwestie van vooroordelen: ze zullen wel te weinig geld hebben, ze zullen niet de kaders hebben die wij wel hebben want ze zijn lager opgeleid. Maar je kan het ook anders bekijken en de vraag omkeren. Spreekt wat wij aanbieden deze groepen aan? Als je zelf als sector of organisatie zegt dat je voor iedereen open staat, maar blijkt dat een groot deel van de bevolking die drempel niet over komt, dan kun je niet beweren dat je een aanbod hebt dat iedereen aanspreekt. Nog al te vaak is het kader opgesteld door het – steeds kleiner wordende – deel van de samenleving dat hoogopgeleid en blank is. Krax+ • Is er nood aan een radicale herziening van hoe je naar cultuureducatie kijkt? An • Voor sommige cultuureducatieve organisaties betekent dat zeker een
KRAX_21+.indd 6
“Een brug slaan met je buurt doe je niet aan tafel, maar doe je door in dialoog te gaan met de mensen.” An Van den Bergh
ingrijpende koerswijziging. Zet je stop waar je nu mee bezig bent? Dat lijkt mij niet altijd zinvol. Maar het is wel zinvol om na te denken over hoever je wil gaan in het betrekken van nieuwe doelgroepen. Bijvoorbeeld: een organisatie, gelegen in een multiculturele wijk, bereikt geen Marokkaanse vrouwen. De organisatie geeft theaterlessen. Blijkt dat die vrouwen enkel willen komen naar een aparte vrouwencursus, wat niet strookt met de visie van die organisatie. Dan kun je twee dingen doen: je houdt vast aan je eigen waardenkader, óf je start toch die aparte vrouwengroep. Misschien groeit er na een paar jaar wel iets uit wat toch dichter bij de aanvankelijke doelstellingen van die organisatie staat, maar misschien ook niet. We moeten met andere woorden fundamenteel anders denken over hoe we bezig zijn. Iris • Veel organisaties zeggen: je moet hen ervan overtuigen dat je voor hen een meerwaarde biedt. Dan maak ik me de bedenking: moet je ze daar per se van overtuigen? De meerwaarde zal blijken als de aansluiting met die kansarme doelgroepen er is. Krax+ • Hoe probeer je als organisatie dan best de brug te slaan? An • Er bestaat niet zoiets als een zaligmakend stappenplan. De hamvraag is: wat hebben wij te bieden? Organisaties denken nog te vaak dat ze die vraag zelf kunnen beantwoorden. Er worden her en der wel eens zogenaamde stakeholders bevraagd, maar de meeste organisaties blijven vanuit hun eigen geschiedenis en kader denken, en daardoor wordt die vraag niet fundamenteel opengegooid. Die stap is niet altijd gemakkelijk. Museum Wiels in Vorst is een mooi voorbeeld van een succesvol project. Ze stelden zich de vraag wat het
museum kon betekenen voor de buurt. Twee hele belangrijke noden die niets met cultuur te maken hebben, kwamen bovendrijven. Ten eerste: nood aan groene ruimte. Ten tweede: werkgelegenheid. Vanuit hun eigenheid als museum zochten ze naar creatieve oplossingen voor de noden van de buurt. Een deel van de parking heeft nu plaatsgemaakt voor tuintjes. En de suppoosten in het museum zijn nu mensen uit de buurt. Dat zijn weliswaar beperkte antwoorden, je lost hiermee niet een heel maatschappelijk probleem plotsklaps op. Maar het is wel een brug die je niet aan tafel bedenkt. Uiteindelijk, op termijn, hebben ze met buurtbewoners ook culturele projecten opgezet. Dus eigenlijk is het devies: kijk verder dan je corebusiness. Durf weg te gaan van je eigen autonomie en het idee dat je alles zelf kan oplossen. Deze weg is volstrekt logisch, want uiteindelijk zijn het anderen, niet jijzelf, die bepalen wat de betekenis van jouw organisatie is, hoe belangrijk jij bent in het leven van andere mensen. Dat is een voortdurende dialoog. Dat kan op het eerste gezicht leiden tot een identiteitscrisis van een organisatie, maar op lange termijn tot een nieuwe ] adem. ×
‘Kwaliteit en consistentie’, A. Bamford, 2007: http://www.vlaanderen.be/nl/publicaties/detail/kwaliteit-en-consistentiekunst-en-cultuureducatie-in-vlaanderen ‘Veldtekening cultuureducatie’, L. Vermeersch en Anneloes Vandenbroucke, 2011
1
‘Beroepencluster cultuureducator en het competentieprofiel begeleider van kunstbeoefenaars’, M. Albertijn en K. Hoefnagels, 2012
2
3 ‘Participatie in Vlaanderen’, Participatiesurvey 2009, J. Lievens en H.Waege, www.participatiesurvey.be
1/8/14 1:29:15 PM
+ cul
+ cultuur +
tu
ur +
JONG, KANSARM EN KUNSTMINNEND Daan Bauwens Het is een onuitgesproken, algemeen aanvaarde assumptie dat kinderen en jongeren uit moeilijke wijken en uit maatschappelijk kwetsbare milieus niet geïnteresseerd zijn in kunst en cultuur. Het heeft dan ook weinig zin om hen ermee in contact te brengen. Deze hardnekkige visie is echter hopeloos verouderd! Kunsteducatieve projecten op maat van deze jongeren tonen ondertussen wat wél mogelijk is.
Voorlezen in gezinnen
KRAX_21+.indd 7
Hiphop en rap Sprooksprekers richt zich vooral op de allerkleinsten. Maar daar houdt het niet op. Deze zomer was het Leuvense OPEK de standplaats van het hiphopen slam-bootcamp Don’t Kill My Vibe (DKMV). Gedurende een week schreef een achttal jongeren van 12 tot 18 eigen teksten, die daarna vakkundig op beats werden gezet. De leden van DKMV hebben tot nu toe twee keer mogen optreden, waaronder eenmaal voor het nieuwe vorstenpaar tijdens de blijde intrede in Leuven. Dit alles onder begeleiding van Artforum en de jonge Leuvense vzw Urban Woorden. “Die jongeren zijn zelf via Urban Woorden naar ons toegestapt met het voorstel voor dit project”, vertelt Jef. “Het zijn jongeren met veelal Afrikaanse roots die in hun vrije tijd veel bezig
zijn met hiphop en rappen. We zijn blij dat ze dit hebben kunnen doen en dat we er allebei uit konden leren. Op deze manier betrekken we nu jongeren in onze werking die we anders nooit over de vloer zouden krijgen.”
De leerkracht als tussenschakel In het multiculturele lappendeken van de Brusselse gemeente Sint-Gillis probeert culturenhuis Pianofabriek maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren in contact te brengen met kunst en cultuur. Ann Lefever ontfermt zich over de projecten voor kinderen van zes tot twaalf: “Er is een circusatelier, een tekenatelier en een atelier beeldende kunst. Er komen wekelijks kunstenaars over de vloer om actief met de kinderen te werken, bijvoorbeeld rond foto of film.” Deze activiteiten zijn niet exclusief voor maatschappelijk kwetsbare kinderen, “maar tijdens de promotie gaat wel de meeste aandacht uit naar hen. We trekken zelf naar scholen omdat het weinig zin heeft promotie te maken via het internet. Veel van de ouders hebben namelijk nog geen e-mail. We doen ook beroep op leerkrachten. Die nemen een brugfunctie op, want zij kennen de kinderen het best, ze weten in welke ateliers de kinderen met hun >
7 I K R AX +
Artforum is een kunstenorganisatie voor kinderen, jongeren en jonge kunstenaars in Leuven. Auteur Jef Aerts is er al twee jaar coördinator en bezieler van projecten voor kinderen en jongeren uit achtergestelde wijken. Men begint er vanaf heel jonge leeftijd, en in de eerste plaats met taal. “Voor de kinderen van drie tot twaalf hebben we het voorleesproject Sprooksprekers in elkaar gestoken”, vertelt Aerts. “Een team van twintig jonge vrijwilligers, tussen de 15 en 25 jaar, gaat van huis tot huis om bij gezinnen voor te lezen. Hoe vinden we deze families? We werken hiervoor samen met een netwerk van integratie- en armoedeorganisaties, en ook de bijzondere jeugdzorg werkt met ons mee. De jongeren gaan vijf maal voorlezen op
dezelfde plek, en nadien krijgt het gezin nog eens een boekenpakket.” Kinderen en jongeren komen volgens Jef op deze manier niet alleen in contact met kunst en cultuur: “Het zorgt ook voor een frisse blik op wat wij zelf goed en mooi vinden. Kinderen uit andere milieus en culturen hebben andere smaken, andere voorkeuren, er komen andere boeken naar boven die ons voorheen nooit aangesproken zouden hebben. Het zorgt voor een nieuwe rijkheid.”
1/8/14 1:29:16 PM
© Zam Ebale Martino
+ cultuur +
De constante aanwezigheid van kunstenaars in de Pianofabriek zorgt voor een kruisbestuiving tussen de jongerenwerking en de kunstenwerkplaats. Maatschappelijk kwetsbare jongeren komen op een ongedwongen manier in contact met kunstenaars, die dan als inspiratiebron of voorbeeld gaan dienen.
K R AX + I 8
Ann Lefever en Joachim Ben Yakoub van Pianofabriek.
talent terecht zullen kunnen.” Wat doet kunst met deze kinderen? “We nemen we ze mee naar voorstellingen, op plekken waar ze anders nooit zouden komen”, vertelt Ann. “Ze komen helemaal verwonderd terug en hebben een nieuw beeld van een kunstvorm. En tijdens onze ateliers zien we kinderen veranderen in echte zangeressen, popsterren en circusartiesten. Ze kunnen zich uitleven, ze bouwen aan hun identiteit, het is een ontsnapping uit de soms benarde omstandigheden thuis, het geeft hen een toekomstperspectief.” Het levert de kinderen bovendien een hele hoop nieuwe, positieve contacten op. Ann: “Maatschappelijk kwetsbare jongeren in Brussel leven in een kleine perimeter. Hun wereld bestaat uit de ruimte tussen de lagere school, de familieleden, de bakker en de supermarkt. Hier komen ze in contact met kinderen uit andere scholen in Sint-Gillis. Zo bouwen ze een groter en breder netwerk op.”
KRAX_21+.indd 8
Talent optimaal ontplooien
Weg met wat artistiek correct is
De Pianofabriek is naast culturencentrum ook nog eens een gemeenschapscentrum, kunstenwerkplaats en opleidingscentrum. Joachim Ben Yakoub is er medewerker diversiteit en beeldvorming. Vanuit die functie werkt hij tegenwoordig met lokale jongeren. Hij geeft, op basis van zijn jarenlange ervaring met maatschappelijk kwetsbare jongeren, een radicaal nieuwe invulling aan de begrippen kunsten cultuureducatie. “Ik ben vertrokken vanuit de probleemstelling rond hoe maatschappelijk kwetsbare jongeren door de media in beeld worden gebracht”, begint hij. “Als ik hier met jongeren over actuele thema’s sprak, hoorde ik ineens een andere versie van de realiteit dan wanneer ik de krant las. Toen is mijn alarmbel afgegaan: we moeten met die jongeren rond autonome beeldvorming werken.” Joachim zette enkele filmprojecten op, zonder veel succes, maar kwam hierdoor wel een stuk dichter bij de lokale jongeren te staan. “Tot mijn verbazing merkte ik dat ze zelf al heel veel met film bezig waren. Zonder ooit filmschool gevolgd te hebben, maakten ze al fantastische films. Ik kwam tot het inzicht dat het niet nodig is om hun artistiek talent te activeren: ze moeten gewoon de kans krijgen om hun talent optimaal te ontplooien. De aanloop die de jongeren zelf genomen hebben moet het vertrekpunt zijn. Wat ze maken, maken ze met weinig middelen. Maar het resultaat is sterk, ze spreken zowel over heel persoonlijke als universele thema’s.” Vanuit die gedachte zette Joachim de volgende stap. Hij organiseerde geen gewoon filmatelier, maar Système D, een filmfestival voor Brusselse jongeren. “Vorig jaar was de eerste editie, en we hadden 25 films in competitie”, vertelt Joachim. “Drie daarvan hebben het festival gewonnen. De makers krijgen nu verder ondersteuning.”
Of deze films dan wel of niet de regels van de kunst volgen, doet er niet toe, aldus Joachim. “Dat is het klassiek idee van empowerment: vertrek vanuit de krachten van de jongeren en niet vanuit een algemeen geldend educatief perspectief op wat kunst is. Ik merk een enorme blindheid bij de reguliere kunsten. Je ziet dat er vanuit de kunstensector vaak vertrokken wordt van een eigen beeld van wat artistiek correct is. Natuurlijk voldoen jongeren daar niet aan, zeker niet maatschappelijk kwetsbare jongeren. We hoeven niet te vertrekken vanuit een educatief aanbod. Nee, we moeten vertrekken vanuit hun artistiek elan.”
Van YouTube naar Bozar H2B is een mooie illustratie van wat Joachim zonet heeft uitgelegd. Drie jaar geleden werd het artiestencollectief opgericht door de Brusselse jongeren Oussama Escobar (25) en Sihame Haddioui (24). In eerste instantie hadden ze niet bijster veel aspiraties. Humoristische, satirische amateurfilmpjes over immigratie en islam op YouTube volstonden. Het project groeide echter snel, en een jaar later verwelkomden Bozar en het Nationaal Circus de twee als standupcomedians. Tijdens de laatste twee maanden van 2013 organiseerde H2B elke donderdagavond een Café Théâtre: avonden vol chanson, variété, slam en stand-up in Alcantara, het café van de Pianofabriek. “Onze jongeren kruipen het podium op en dienen als voorbeeld en inspiratie”, zegt Sihame. “Andere jongeren stellen zich daardoor plots de vraag: waarom zou ik niet op het podium kruipen, als hij het kan? Ons publiek is bovendien heel divers.” “Ik wil daar nog iets aan toevoegen”, zegt Samira Hmouda (25) van H2B. “Wat we doen dient ook om mensen binnen de elitaire ‘kunstwereld’ te laten zien dat er nog andere vormen van kunst zijn. Kunst is niet noodzakelijk wat men denkt dat het is. Er is de kunst van de jongeren, de kunst van de straat. Kunst behoort ook ons toe, het behoort tot het universum van de Brusselse jeugd. En iedereen is uitgenodigd.” ×
1/8/14 1:29:19 PM
isatieo an
+ orgaisatieontwikkeling +
g+
wikkelin nt
+ or g
CRISISCOMMUNICATIE
HOU REKENING MET HET ONDENKBARE Heleen Van Aken (Vlaamse Scholierenkoepel vzw)
KRAX_21+.indd 9
9 I K RA X +
Geen enkele organisatie blijft gespaard van crisissen. En een crisis in het jeugdwerk ligt vaak extra gevoelig, zeker als er kinderen bij betrokken zijn. Volgens experts zou elke organisatie op z’n minst een plan klaar moeten hebben met daarin de stappen om te ondernemen als er een crisis plaatsvindt. Maar in de praktijk is dat vaak nog niet het geval.
1/8/14 1:29:20 PM
+ orgaisatieontwikkeling +
Scoutsgroep Zeedustra in ‘survival mode’
“Of het nu gaat om een ongeval tijdens een activiteit of een voedselvergiftiging op kamp, een crisis komt altijd onverwacht.”
Scoutsgroep Zeedustra uit Koksijde ging in september 2013 even in survival mode toen een gesjorde constructie het tijdens de inschrijvingsdag begaf. Op dat moment stond er een dertigtal leden, ouders en leiders op de twee meter hoge constructie die dienst deed als bar. “Alles gebeurde heel snel”, vertelt hoofdleider Jonas Vandicke (21). “Iedereen die het zag gebeuren, kreeg plots een adrenalinerush. Er was lichte paniek, want je weet op dat eerste moment niet of er doden of gewonden zijn. Maar als bij wonder verliep het allemaal heel vlot. De ambulance werd gebeld en iedereen ontfermde zich meteen over de gewonden.” Achteraf bleek dat er acht mensen gewond raakten, waarvan één oud-leidster zwaargewond toen een ijskast die op de constructie stond op haar hoofd viel. De scoutsgroep trof geen schuld, de fout lag bij een slechte balk die middendoor brak, en dat had niemand kunnen voorzien. “Je spreekt van een crisis als een onverwacht incident een impact heeft op de werknemers, de leden, de klanten, de werking, de reputatie of de financiën van de organisatie, of met protest uit de lokale, nationale of internationale gemeenschap te maken krijgt”, vertelt Michel Peremans, journalist en trainer in crisismanagement. “Dat is hier zeker het geval. Niemand had kunnen voorspellen dat die constructie naar beneden zou komen. Maar als je na zo’n gebeurtenis fout reageert, kan dat nog verdere gevolgen hebben voor jouw organisatie, en dan spreken we van een crisis”, aldus Peremans. “Of het nu gaat om een ongeval tijdens een activiteit of een voedselvergiftiging op kamp, een crisis komt altijd onverwacht. Crisissen verlopen altijd chaotisch en snel en je hebt vaak liever niet dat de informatie naar buiten gaat. Daarom is voorbereid zijn op het onverwachte een noodzaak.”
K R AX + I 10
Crisiscommunicatieplan als handleiding voor moeilijke momenten
KRAX_21+.indd 10
De voorbereiding op een eventuele crisis giet je als organisatie in een crisiscommunicatieplan. “Dat een crisis voorvalt
kan je misschien niet vermijden. Maar of ze verder escaleert en hoe je er als organisatie zelf uitkomt, heb je vaak wel in de hand. Je crisiscommunicatieplan is je handleiding voor die moeilijke momenten. Het is een document met richtlijnen, dat je constant aanpast terwijl de crisis bezig is. Als een voorval je overvalt, heb je vaak geen tijd om een plan uit te dokteren, en daarom is het comfortabel om te kunnen terugvallen op een basisdocument dat je gewoon uit de kast kan halen”, zegt Peremans. Volgens Peremans kan een lijst van plausibele situaties de rode draad vormen doorheen het document. “Overloop je werking en maak daarbij een lijst van scenario’s die zouden kunnen voorvallen. Zowel kleine incidenten als extreme situaties. Diefstal, alle soorten ongevallen, verkrachting, verdrinking, pedofilie binnen de organisatie, voedselvergiftiging, extreme weersituaties op kamp, iemand die verdwijnt tijdens een activiteit... Het zijn dingen die binnen jouw organisatie waarschijnlijk en hopelijk nooit zullen voorkomen. Maar als het dan toch gebeurt, ben je maar beter voorbereid. De crisis zal nooit helemaal dezelfde zijn als in het crisiscommunicatieplan, maar er zijn zeker overeenkomsten met een van de scenario’s die je uitschreef.” Een crisisteam is volgens Peremans onmisbaar bij elke crisis. “Bepaal op voorhand wie tijdens een crisis welke rol op zich zal nemen. Idealiter is er een team dat zich volledig kan wijden aan de crisis. Naast dat team moet er ook iemand de pers te woord staan en is er iemand de contactpersoon voor familieleden. Wie intern of naar de buitenwereld communiceert, moet stevig in zijn schoenen staan en vertrouwen uitstralen. Maar het is vooral heel belangrijk dat iedereen binnen het crisisteam weet wat hij al dan niet mag en kan zeggen. Zo vermijd je lekken en de verspreiding van foutieve informatie.” In het plan hou je rekening met de verschillende doelgroepen die je zal moeten contacteren. De pers zal daarbij een grote brok van je aandacht in beslag nemen, maar het is even belangrijk om de families van betrokken personen in te lichten. Ook
1/8/14 1:29:20 PM
Journalisten doen gewoon hun job
KRAX_21+.indd 11
“Alles is beter dan ‘geen commentaar’.”
Risico op imagoschade Het grootste gevaar en de grootste vrees bij crisissen is dat de organisatie in een slecht daglicht komt te staan, zelfs al trof haar geen schuld. Het imago van de organisatie kan eronder lijden, of leden en geldschieters kunnen afhaken. Eerlijk en transparant zijn naar de buitenwereld is daarom van groot belang. Voor de scouts van Koksijde viel de imagoschade goed mee. “Uit alle verslagen van de politie en de brandweer bleek al snel dat het niet onze fout was dat de gesjorde constructie het begaf, en dat is ook door alle instanties bevestigd in de pers. Een week later hebben we de journalisten opnieuw uitgenodigd, om ons hele verhaal nog eens uit de doeken te doen en hen te laten kennismaken met onze gewone werking. Er zijn toen nog enkele leuke artikels in de kranten verschenen”, aldus Jonas Vandicke. De zwaargewonde oud-leidster is nog steeds aan het revalideren, maar houdt er waarschijnlijk geen permanente schade aan over. “Ze heeft nooit de schuld op ons gestoken, en dat is fijn. Het verhaal zou er helemaal anders uitgezien hebben mocht iemand ons publiekelijk verwijten hebben gemaakt. We hebben dit jaar trouwens meer leden dan vorig jaar, dus qua imagoschade valt het uiteindelijk goed mee.” ×
Checklist crisiscommunicatie • Maak een crisiscommunicatieplan met mogelijke scenario’s, verantwoordelijken en te contacteren personen. • Stel een crisisteam samen dat zich volledig kan wijden aan de crisis. Daarnaast duid je iemand aan als woordvoerder voor de pers en iemand als contactpersoon voor de familieleden. • Spreek met de pers, ook al heb je enkel slecht nieuws te vertellen. Probeer altijd vat te hebben op wat er wordt verteld. • Bewaar de controle over welke informatie er naar buiten gaat. • Wees eerlijk en transparant in je communicatie. • Maak afspraken tussen koepelorganisatie en regionale afdelingen over crisiscommunicatieplannen.
11 I K R AX +
Scouts en Gidsen Vlaanderen gaf de afdeling van Koksijde ook tips om met de pers om te gaan. “We waren echt geschrokken van de persaandacht: vrij snel na het ongeval stonden er journalisten van het VTM Nieuws en van verschillende kranten op onze terreinen. We wilden toen eigenlijk liever niet communiceren uit angst om te emotioneel te reageren. De politie en de schepen van Jeugd hebben het toen van ons overgenomen. De dag nadien, toen alles wat minder chaotisch was, hebben we wel gepraat. Vooral over de toestand van de gewonden”, zegt Vandicke. “Bij de meeste crisissen duurt het inderdaad niet lang vooraleer de pers aanwezig is. Dat is dan ook hun job”, legt Peremans uit. “Ik raad altijd aan om wel te communiceren als het niet anders kan. Je loopt niet graag te koop met je problemen, maar als de pers op de hoogte is van de crisis, is
het beter om zelf te communiceren. Anders doet er misschien foutieve informatie de ronde. Je moet sowieso op een of andere manier laten weten dat je je verantwoordelijkheid neemt. En als je te emotioneel of aangeslagen bent om te reageren, zeg dat dan ook zo aan de pers. Alles is beter dan ‘geen commentaar’. Als de scoutsgroep zondag zelf een reactie had gegeven, was het misschien maar één in plaats van twee dagen breed in de media geweest.” Ook bij het communiceren met de pers blijft controle cruciaal. “Het is belangrijk dat je organisatie zelf de toon van de berichtgeving probeert te bepalen, en dat doe je door vat te hebben op wat er wordt verteld. Soms is het daarom ook beter dat de persverantwoordelijke niet van alles op de hoogte is, want wie niet alles weet, moet er ook niet over liegen.”
+ orgaisatieontwikkeling +
iedereen binnen jouw organisatie wil weten wat er gaande is. Een lijst met telefoonnummers van familieleden, hulpdiensten en journalisten die geïnteresseerd zijn in jouw thema moet daarom zeker een plaats krijgen in het crisiscommunicatieplan. De scouts van Koksijde hadden geen plan klaarliggen, dus zij moesten die zondag vooral improviseren. Wel kregen ze hulp van het nationaal secretariaat van Scouts en Gidsen Vlaanderen, dat ervaring heeft met crisissen. “We hebben hen de dag zelf nog gecontacteerd, en zij boden ons van op afstand ondersteuning bij hoe we het verder konden aanpakken. Maar op voorhand hadden we er nog nooit bij stilgestaan dat ons zoiets zou kunnen overkomen”, vertelt Vandicke. “Je mag ook niet paranoïde worden en overal gevaar zien”, legt Peremans uit. “Maar voorbereid zijn geeft je comfort en extra tijd die je kan gebruiken voor andere onverwachte zaken. Het was goed dat ze overlegd hebben met Scouts en Gidsen Vlaanderen. Als je onder een koepelorganisatie valt, is het nodig om af te spreken wie wat doet en wie wat zegt op zulke momenten, want beide partijen kunnen worden gecontacteerd.”
1/8/14 1:29:20 PM
+ orgaisatieontwikkeling +
isatieo an
g+
wikkelin nt
+ or g
K R AX + I 12
NAAR EEN VERDIENMODEL IN HET JEUGDWERK? Vira Bennekens
KRAX_21+.indd 12
1/8/14 1:29:21 PM
Langetermijnvisie Dany Neudt: “Maatschappelijk verantwoord ondernemen heeft te maken met een evenwicht vinden tussen de bekende Triple P. De people zijn je mensen die je in de best mogelijke omstandigheden laat werken en op een transparante manier ondersteunt. De planet is alles wat met ecologie te maken heeft, zoals CO2-uitstoot verminderen of werken met zo duurzaam mogelijke bronnen. En de profit staat voor financiële levensvatbaarheid. Als we het economisch duurzaam bekijken, dan is het vooral die dimensie: ervoor zorgen dat je onderneming of organisatie financieel levensvatbaar is en dus ook winsten genereert om te kunnen investeren, ontwikkelen en groeien. Hierbij stellen we telkens voorop dat het nageslacht belangrijk is, dat we alles doen in functie van het langetermijnperspectief en zowel economisch als ecologisch en sociaal met alles in orde zijn.”
vormen van eigen inkomsten, maar vaak komt het overgrote deel van de overheidssubsidie. En dat is toch minder evident dan vroeger, gezien de overheid, die in een besparingsmodus zit, een onzekere factor is geworden. Als je je werking op lange termijn verder wil zetten, dan moet je eigen inkomsten verwerven, en dan komt ondernemerschap om de hoek kijken.” Binnen de jeugdsector is duurzaam bezig zijn bijgevolg evolueren naar het ondernemerschap. Daar ligt volgens de expert het goede evenwicht. Dany: “Het sociale en ecologische leeft al zeer sterk in de sector, maar het is vooral dat ondernemende waarmee vele organisaties wat worstelen. En hoe je dat doet, daar bestaat geen magische formule voor. Dat is zoeken, proberen, aftasten, zoals met het gewone ondernemerschap. Organisaties moeten echter wel nadenken over bepaalde vraagstukken: willen wij commercieel werken? Hebben wij een product of een dienst die wij te koop willen stellen? Is het doelpubliek bereid om daarvoor te betalen? Het is ook niet helemaal nieuw in de sector. Er bestaat eigenlijk al een zeer lange traditie in. Alleen is de overheid de voorbije decennia veel nadrukkelijker op de voorgrond getreden. Dat zal wellicht in de komende jaren wat verminderen of stabiliseren.”
Eigen sterktes “Om een product of een dienst te vermarkten, moet je een traject ontwikkelen”, verduidelijkt Dany. “Je moet daar stap voor stap naar toewerken. En de allerbeste manier
om daarmee te starten is vanuit je eigen sterktes vertrekken. Er zijn in het jeugdwerk wel heel wat initiatieven op dat vlak. Je hebt bijvoorbeeld Mediaraven, een fusie tussen Jeugdnetwerk en JAVI.tv. Jeugdnetwerk werd opgestart met de opkomst van het internet. Ze zijn zelf websites beginnen ontwikkelen en tegen betaling gaan aanbieden aan jeugdorganisaties. Doordat ze allemaal uit het jeugdwerk afkomstig waren, konden zij zeer goed inspelen op wat er binnen de sector leefde.” Daarnaast haalt hij Trendwolves als voorbeeld aan. Ook dit bedrijfje heeft op basis van zijn kennis uit de sector een product ontwikkeld. “Ze onderzoeken wat er bij jongeren leeft en bieden dat aan bedrijven aan die de jongeren als potentiële klanten zien. En dat is vrij succesvol. Of Idee Kids, een organisatie die bezig is met de opvang van kinderen en jongeren tijdens de vakantie. Dat gaat over kampen bouwen, avonturen beleven, dingen die bij de scouts worden gedaan. Het zijn allemaal mensen die gepokt en gemazeld zijn in het jeugdwerk en met die kennis gecommercialiseerde activiteiten opzetten.”
+ orgaisatieontwikkeling +
People, Planet en Profit, deze drie P’s vormen de basis voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO). Dat is een vorm van ondernemen die gericht is op duurzaamheid. En ook voor jeugdorganisaties kan de formule werken. Op sociaal en ecologisch vlak scoort de jeugdsector doorgaans al goed, maar het economische aspect wordt vaak niet genoeg ontplooid. Nochtans, zo meent Dany Neudt, directeur van De Punt, het groeiplatform voor ondernemen, zijn eigen inkomsten in tijden van verminderende overheidssubsidies meer dan ooit een noodzaak.
Draagvlak creëren Goesting blijkt overigens zeer belangrijk bij dat ondernemen. “Organisaties moeten er goesting in hebben. Ondernemerschap heeft vooral daarmee te maken. In de jeugdsector heeft ook niet iedereen daar eigenlijk zoveel zin in. Velen vinden handel drijven of commerciële activiteiten niet leuk. Of niet verenigbaar met hun >
KRAX_21+.indd 13
“Je moet ervoor zorgen dat je autonoom kan blijven én dat je commercieel niet te veel gebonden bent.” Dany Neudt
13 I K R AX +
“Als we spreken over het jeugdwerk, dan hebben we het eerder over de non-profit”, gaat Dany verder. “MVO betekent hier iets anders. Bij gewone ondernemingen zijn de eerste twee woorden belangrijk: maatschappelijk verantwoord. Bij de non-profit is het laatste woord belangrijk: het ondernemen. Dat is iets nieuws. Veel jeugdorganisaties hebben misschien wel al
© Vira Bennekens
Overheid in besparingsmodus
1/8/14 1:29:22 PM
Voordelen van MVO
deFilharmonie, een professioneel symfonieorkest en een van de grote cultuurhuizen in Vlaanderen, bracht het MVO-verhaal twee jaar geleden in praktijk. De drie P’s werden op maat gesneden, wat uitmondde in de vier M’s: Mens, Milieu, Maatschappij en Muziek.
Inne Helsen implementeerde MVO binnen de non-profitorganisatie deFilharmonie.
Krax+ • Waarom is deFilharmonie maatschappelijk verantwoord gaan ondernemen? Inne Helsen (directie-assistente) • “Vanuit de overtuiging dat we als organisatie die zeer afhankelijk is van overheidsmiddelen en dus belastinggeld op een verantwoorde manier met die middelen moeten omgaan. En dat ook te allen tijde moeten kunnen uitleggen aan de maatschappij. We hebben een aantal dingen opgelijst die we al deden. Daarna zijn we er heel bewust voor gaan kiezen om duurzame accenten te leggen, zoals met de keuze voor het omschakelen naar gerecycleerd papier.” Krax+ • Jullie hebben zelf Profit vertaald naar Maatschappij en Muziek. Inne • “Ja, om dat maatschappelijke luik echt een belang te geven binnen onze corebusiness. Wat kunnen wij doen met het product dat wij verkopen? Hoe kunnen wij daarmee binnen de maatschappij een meerwaarde betekenen? De maatschappelijke return die je geeft, past in het hele verhaal.” Krax+ • En wie was de drijvende kracht? Inne • “We hebben een directeur die heel gevoelig is voor het thema en daar heel erg voor openstaat. Het is een stuk zijn vertaling. Hij heeft de kat de bel aangebonden. En ik heb dat dan naar mij toe getrokken omdat het thema mij interesseert. Maar het is vooral belangrijk om binnen je organisatie een draagvlak te vinden, want zoiets doe je niet alleen.” Krax+ • Hoe moet je je medewerkers overtuigen? Inne • “Je moet een verhaal vertellen dat klopt, anders is het niet geloofwaardig. Dat is juist het moeilijke aan het traject. Je moet heel consequent zijn in de beslissingen die je neemt en ervoor zorgen dat alles in dezelfde lijn blijft. Elke beslissing moet je ook goed kunnen uitleggen. Het moet kaderen in een groter geheel. Als huis hebben wij bijvoorbeeld voor Fairtrade-producten gekozen. We hopen dan ook dat we daarmee mensen stimuleren om hun koopgedrag aan te passen. Dan pas kan je de transitie naar een duurzamere maatschappij in gang zetten. Niet alleen door het zelf te doen als organisatie, maar je mensen stimuleren om hetzelfde te doen.” Krax+ • Heb je concrete tips voor jeugdorganisaties? Inne • “Het belangrijkste is om er gewoon bewust mee bezig te zijn en het ook uit te dragen naar je publiek. Jonge mensen ervan overtuigen dat duurzaamheid echt iets is waarmee we moeten bezig zijn als we de impact van onze aanwezigheid op deze planeet een klein beetje onder controle willen krijgen. Er zijn uiteraard ook andere aspecten. Het people-verhaal kan je vertalen in een taal die begrijpelijk is voor kinderen en jongeren. Ze leren met elkaar praten, naar elkaar luisteren en in alle richtingen goed functioneren. Dat dragen ze op lange termijn mee!”
K R AX + I 14
En wat zijn tot slot de voordelen? “Als het goed gaat, dan kan je een verdienmodel hebben. Je kan enerzijds meer en anderzijds meer gediversifieerde inkomsten hebben. Je bent niet meer afhankelijk van één pijler. Er zijn meerdere fundamenten waar je op kan terugvallen. Voor mij is dat het grote voordeel. Het kan ook zeer stimulerend werken om je huidige aanbod eens grondig en kritisch te bekijken. Het is iets helemaal anders als je voor je werking betaald wordt door de overheid, dan wanneer een particulier of bedrijf daarvoor moet betalen. Die laatsten zijn veeleisender omdat je direct contact met hen hebt. Ze willen een goede service. Het effect is dat je intern kritisch gaat nadenken: zijn wij efficiënt bezig? Is onze kwaliteit in orde? Dat is een van de neveneffecten die de werking mijns inziens ten goede kan komen.” ×
Inspirerend MVO
© Vira Bennekens
+ orgaisatieontwikkeling +
sociale doelstellingen. Dan denk ik dat je het niet moet doen. Het moet allemaal starten bij de medewerkers. Als er interne weerstand of te weinig draagvlak is, dan moet je er wellicht niet aan beginnen. Ook het bestuur binnen de organisatie moet akkoord gaan. Maar het onderwerp ligt vrij gevoelig omdat het gevoel leeft dat je voor een stuk je ziel verkoopt aan de commercie. Dat is een kwestie van het evenwicht bewaren. Je moet ervoor zorgen dat je autonoom kan blijven én dat je commercieel niet te veel gebonden bent. Dat is het grootste streven. Soms kan het zijn dat de slinger doorslaat. Intern moeten er dan ook voldoende kritische mensen zijn die kunnen bijsturen.”
KRAX_21+.indd 14
1/8/14 1:29:23 PM
+ rui
te +
+ ruimte +
m
SPEELWEEFSEL IN VLAANDEREN Katrijn Gijsel
KRAX_21+.indd 15
15 I K R AX +
Kinderen en jongeren hebben nood aan kwaliteitsvolle speel- en hangplekken buitenshuis. Het is bovendien van minstens even groot belang dat ze zich zelfstandig en veilig tussen die plekken kunnen bewegen. Speelweefsel is het antwoord! In Vlaanderen heeft men het er al enkele jaren over, en de eerste mooie praktijkvoorbeelden zijn intussen een feit. Maar continue inspanningen blijven noodzakelijk.
1/8/14 1:29:24 PM
+ ruimte +
Wat is speelweefsel?
Kleine actieradius
Speelweefsel in Gent
Een speelweefsel is een samenhangend geheel van plekken en verbindingen die belangrijk zijn voor kinderen en jongeren. In de term ‘speelweefsel’ ligt de klemtoon op ‘weefsel’. ‘Spelen’ vraagt zo om een ruimere interpretatie, namelijk activiteiten die typisch zijn voor kinderen én jongeren. Dus niet louter spelen, maar ook bewegen, ontmoeten, babbelen, stappen, fietsen, rondhangen, allerhande ervaringen opdoen… Een betere naam is dan ook ‘speel- en tienerweefsel’.
De voorbije decennia is de buitenspeelruimte stelselmatig verminderd. De oorzaken daarvan liggen bij meer wegen en gevaarlijker verkeer, barrières zoals spoorwegen en snelwegen, dichte bebouwing, minder onbestemde landjes en restgronden waarop kinderen hun gang kunnen gaan… Dat is niet alleen zo in Vlaanderen. In Engeland bracht een steekproef bij een familie waarvan de vier generaties in dezelfde buurt zijn blijven wonen een opvallende evolutie aan het licht. Het achtjarige kind heeft tegenwoordig een actieradius van 300 yards (ongeveer 270 meter). Dat betekent dat het zich vrij mag bewegen tot ongeveer het einde van de eigen straat. Alarmerend is dat dit minder is dan 10% van de actieradius die zijn overgrootouders als achtjarigen hadden. Vier generaties geleden mochten kinderen er zelfstandig op uit trekken tot 10 mijl (ongeveer 16 km!) ver in de stad. Dit heeft de aard van het kind-zijn sterk veranderd.
• 1997: Introductie van een nieuwe functie: de speelruimteambtenaar. • 1998: Oprichting Plangroep Speelruimtebeleid: een samenwerkingsverband tussen verschillende diensten en sectoren die een rol spelen bij de uitwerking van een breder speelruimtebeleid: groendienst, stedenbouw en ruimtelijke planning, mobiliteit, gebiedsgerichte werking, onderwijs, sport en natuurlijk de jeugddienst. • Het idee van een ‘speelruimteweb’ om over de stad te weven krijgt vorm. Daarbij zijn belangrijke plekken voor kinderen en jongeren voortaan met elkaar verbonden. De term ‘speelweefsel’ duikt ook op in een Nederlandse publicatie. Gent maakt er een bruikbaar en vertaalbaar concept van voor de verschillende betrokken diensten en sectoren. • 2007: Onderzoekscentrum Kind & Samenleving en Jan Pillen maken in opdracht van Stad Gent de publicatie ‘Speelweefsel in Gent, richtlijnen en inspiratiebeelden voor realisatie van kindgerichte kwaliteitsvolle publieke ruimte’. Deze handleiding is nog altijd in gebruik. • Ondertussen is Stad Gent ook proactief bezig op bovenlokaal vlak, waar onder andere met het Vlaams Netwerk Kindvriendelijke Steden, gelinkt aan het Europees Netwerk Child Friendly Cities, het speelweefsel verder wordt bekendgemaakt en verspreid. • 2008: Een vervolgstudie verschijnt: ‘Avontuurlijk spelen, speels bouwen’. Die legt de nadruk op groene en avontuurlijke plekken in de stad, met als bedoeling kinderen weer dichter bij de natuur te brengen. • 2011: Om ook de verbindingen tussen al deze plekken niet te vergeten, verschijnt ‘Verbindingsweefsel in Gent. Visie-, voorbeelden- en inspiratieboek voor een kwalitatieve inrichting van veilige en speelse verbindingen binnen het speelweefsel’. De Stad Gent zet hierbij als eerste stad in Vlaanderen stappen om straten veiliger, speelser en aantrekkelijker te maken voor kinderen. • 2014: Nog steeds is de jeugddienst van Stad Gent, samen met vele partners, dag na dag aan het werk om van Gent een kind- en jeugdvriendelijke stad te maken. Het speelweefsel vormt hierbij een belangrijke kapstok.
K R AX + I 16
Een goed doordacht speelweefsel maakt de hele wijk, buurt, gemeente of stad aangenamer, en lang niet alleen voor kinderen en jongeren.
KRAX_21+.indd 16
Speelweefsel als oplossing Spelen is inherent aan het kind-zijn en broodnodig om te leren en te ontwikkelen. Voor een brede ontwikkeling hebben kinderen dan ook meer nodig dan speelruimte binnen de muren van de speelkamer, school of binnenspeeltuin onder het toeziend oog van volwassenen. Ze moeten bewegingsvrijheid krijgen om buiten te gaan spelen. Een nieuw speelterrein is dus zeker leuk, maar kinderen kunnen of mogen er misschien niet op eigen initiatief naartoe. Het is daarom veel belangrijker om te werken aan kindvriendelijke steden en woonomgevingen.
De beginjaren In Vlaanderen maakte het concept speelweefsel pas echt naam in mei 2008. De term dook op tijdens de Praktijkdag Speelweefsel (20 mei 2008) van het samenwerkingsverband Kind en Samenleving, Stad Gent, Steunpunt Jeugd, Trage Wegen, Vlaamse Jeugdraad, Vivès, VRP, VVJ en VVSG. Door de inspanningen van al die partners raakte de term steeds meer ingeburgerd. Stad Gent wierp zich op als echte pionier in de concrete uitvoering.
1/8/14 1:29:24 PM
+ ruimte +
De waarde van speelweefsel Werken aan speelweefsel betekent veel meer dan het inplanten van enkele leuke speelplekken. Het speelweefselconcept verplicht tot nadenken over de inplanting van speelplekken in het weefsel van de stad, het dorp, de wijk. Welke routes nemen kinderen en jongeren? Hoe is het woonweefsel gestructureerd? De mobiliteit? En waar liggen er kansen op het vlak van natuur? Een goed doordacht speelweefsel heeft tal van voordelen. Het maakt de hele wijk, buurt, gemeente of stad aangenamer, en lang niet alleen voor kinderen en jongeren. Kleine rust- of speelplekjes onderweg, groene ruimte, veilige fiets- en wandelverbindingen en speelbossen maken de woonomgeving aantrekkelijker voor jonge gezinnen én voor ouderen. En het brengt zeker op om het jaarbudget, dat anders gebruikt zou worden om een aantal nieuwe speeltuigen aan te kopen of een paar andere te vervangen, te spenderen aan de uitbouw van een goede visie op het speelweefsel in de gemeente. Zeker als bij het uitwerken daarvan meteen de nodige partners worden betrokken, denk maar aan de gemeentelijke diensten of de lokale boswachter. Als het streefbeeld waar samen naartoe gewerkt moet worden duidelijk op papier – en vooral op kaart – staat, geeft dat alle garanties op een effectieve realisatie. Over wissels van politieke besturen en verkiezingen heen. Gewapend met een duidelijke visie, met reële kaarten en met het engagement van diverse diensten vermijd je ook dat ideeën en kansen voor speelruimte en -verbindingen sneuvelen binnen nieuwe mobiliteitsplannen, verkavelingsplannen en ruimtelijke uitvoeringsplannen. En je vermijdt dat de jeugddienst te laat betrokken wordt bij het planproces.
Partners in crime
KRAX_21+.indd 17
creëert dat een ‘goed gevoel’. Volgens de studie ‘Wonen in Mechelen’ van Ladda vzw zou dat voor tieners een basis zijn om zich later al dan niet in een stad of gemeente te vestigen. Dat kan ervoor zorgen dat de stroom van vernieuwing niet onderbroken wordt. Op lange termijn leidt dat naar innovatie op economisch vlak voor een stad of gemeente.
Links en referenties • • • • •
www.groenspeelweefsel.be www.playengland.org.uk www.rethinkingchildhood.com www.jantjebeton.nl www.gent.be/eCache/THE/1/69/954. html • www.ladda.be/wp/?p=5599 ×
Speelweefsel als binding voor jongeren en jonge gezinnen Als stad of gemeente inzetten op een kind- en jongerenvriendelijk beleid – speelweefsel is daar een goed voorbeeld van – betekent in de eerste plaats dat je kinderen en jongeren erkent als belangrijke doelgroep en bereid bent daar vol op in te zetten. Daarin verschillen kinderen en jongeren zeker niet van andere doelgroepen die je wenst te binden aan je stad of gemeente. Tieners gebruiken, meer dan volwassenen, de openbare ruimte. Ze ‘nestelen’ zich als het ware in de openbare ruimte. Als deze doelgroep het gevoel krijgt welkom te zijn in de openbare ruimte (fysiek en psychisch),
17 I K R AX +
Samenwerken opent heel wat perspectieven, en de uitdaging bestaat erin om naast de jeugdsector ook andere actoren daarvan te overtuigen: stads- of gemeentelijke diensten mobiliteit, groen, natuur, openbare werken,
onderwijs, duurzaamheid… Het project ‘Spelen en ravotten in groen Limburg, optimalisatie van het groen speelweefsel’ toont aan dat een meer concrete focus op ‘groen speelweefsel’ die poorten wel degelijk kan openen. Het enthousiasme om te participeren groeide snel bij actoren rond ruimtelijke ordening en trage wegen. Zelfs actoren uit de gezondheids- en welzijnssector sprongen mee op de kar. In tijden van besparingen, onder meer bij openbare diensten, is het zaak om de voordelen van een gezamenlijke en doordachte aanpak van speelweefsel goed te onderbouwen en heel diverse actoren en diensten daarvan te doordringen.
1/8/14 1:29:24 PM
+ ruimte +
te +
+ rui
m
AAN DE SLAG MET
SPEELWEEFSEL IN JOUW GEMEENTE Wouter Verheecke Dromen over een (groen) speelweefsel is één ding, maar zoiets concreet gaan implementeren in je gemeente is andere koek. Nochtans beschikken lokale beleidsmakers voortaan over een resem aan hulpmiddelen om werk te maken van kindvriendelijke ruimte. Daar zorgde het project ‘Spelen en ravotten in groen Limburg’ voor.
met een specifiek label aangeduid. Het geheel biedt inzicht in de verschillende ‘lagen’ van bestaande speelplekken en de verbindingen ertussen. Voor beleidsmakers vormt zo’n kaart een stevig uitgangspunt, maar ook voor ouders, kinderen, jeugdwerkers… is het een handige manier om op te zoeken waar ze kunnen spelen en hoe ze zich vlot kunnen verplaatsen tussen die plekken.
Tools voor beleidsmakers
Speelkansen scannen
In november 2010 zetten de Provincie Limburg, Steunpunt Jeugd, het Agentschap voor Natuur en Bos, BOS+ en Kind & Samenleving hun schouders onder dit ambitieuze project dat twee jaar zou duren. Hun gemeenschappelijke missie: meer en betere groene speelruimte voor kinderen en jongeren in heel Vlaanderen. Om dit te kunnen realiseren, ontwikkelden de projectpartners een aantal online instrumenten voor beleidmakers. Vier Limburgse pilootgemeenten testten deze uitgebreid tijdens het eerste jaar. In het tweede projectjaar sloten ook andere gemeenten zich aan.
Andere instrumenten zijn de Quickscan voor speelruimte in de gemeente en de Dieptescan. Ze helpen om een objectieve afweging te maken van de speelkansen en natuurwaarden op terreinen die om (her)inrichting of heroriëntatie vragen. Met de resultaten ervan ben je stevig gewapend om gemeentelijke instanties te gaan overtuigen van enerzijds de nood aan en anderzijds het nut van groen speelweefsel. Tot slot bieden geïllustreerde, inspirerende types en varianten (typologieën) een zicht op de vele mogelijkheden voor deze speelplekken.
K R AX + I 1 8
Interactieve Speelweefsel Kaart In de eerste plaats is er een GIS-applicatie (Geografisch Informatie Systeem). Hiermee is het mogelijk om bestaande groene speelplekken in een bepaalde gemeente zichtbaar te maken op een digitale kaart. De kaart is interactief en uiteraard is het de bedoeling dat (steeds meer) gemeenten er zelf hun acties op gaan visualiseren. De input van deze gemeenten leidde tot de Interactieve Speelweefsel Kaart (ISK) van Vlaanderen. Op de ISK staan diverse soorten speelplekken (speelbos, speelweide, speelnatuur…) telkens
KRAX_21+.indd 18
Inspirerend Limburg Al deze instrumenten werden in eerste instantie grondig uitgetest in de Limburgse proefgemeenten Riemst, Bilzen, Genk en Hechtel-Eksel. Gemeenten met elk hun specifieke ruimtelijke eigenheid. Sedert de zomer van 2012 resulteerde dit in voorbeeldstellende groene speel- en jeugdplekken en kindvriendelijke verbindingen. × Plannen, realisaties en foto’s vind je op www.groenspeelweefsel.be. Je kan er ook de ISK raadplegen en de handleiding downloaden.
1/8/14 1:29:25 PM
+ ruimte +
Ook op andere plaatsen in Vlaanderen wordt werk gemaakt van kindvriendelijke plekken en groen speelweefsel, zoals in Sint-Kruis, een deelgemeente van Brugge.
Herinrichting van speelplein
© Stad Brugge
De speelheuvel vormt een natuurlijke scheiding tussen diverse leeftijdzones.
Locatie: Sportpark De Gulden Kamer, Sint-Kruis. Terrein: 7.200 m², gelegen op de grens van landelijk gebied en een woonzone met veel kinderen en dichte bebouwing. Er was nood aan bijkomende speelruimte. Het speelterrein ligt naast twee fietsroutes die onder andere het centrum van Sint-Kruis verbinden met het Zuidervaartje en het dichtbevolkte Dampoortkwartier, waar er een zone 30 is. Ten noorden van het sportpark en tegenaan het Zuidervaartje ligt een klein speelbos. Visie: De stad Brugge heeft sinds 2006 een speelruimtebeleidsplan. Dit omvat bijna alles rond speelruimte in de stad, en dus ook de uitbouw van een speelweefsel. Voor de herinrichting van De Gulden Kamer werd de nadruk gelegd op een avontuurlijk en natuurlijk karakter met extra aandacht voor skaters en families. Aanpak: De Groendienst en de Jeugddienst gingen samen aan de slag volgens een transparant stappenplan: inspraak –> opmaak voorontwerp –> terugkoppeling van het plan –> opmaak ontwerp –> goedkeuring CBS of GR –> aanleg –> oplevering –> opening. Inspraak: De Jeugddienst stond in voor de inspraak en de terugkoppeling. Zowel kinderen als volwassenen werden gehoord, en dat tijdens een inspraakmoment en via een enquête. Ze konden zich uitspreken over de keuze van de speeltoestellen en de skatevoorzieningen. Timing: Goedkeuring Gemeenteraad: 24 april 2009 (skate) + 15 mei 2009 (ontwerp). Prijs: Eindbedrag van de werken (incl. btw): 193.100 € Resultaat: Een avontuurlijke en natuurlijke speelruimte met veel bomen en planten. Centraal is een grote speelheuvel met zitkuil ingeplant. Deze heuvel is ook functioneel: hij deelt de ruimte op in drie zones, voor drie leeftijdscategorieën (0-5 jaar, 6-11 jaar en 12-21 jaar). De reeds aanwezige gracht werd verder afgegraven om het natuurlijke karakter te vergroten en de bestaande heuvel met bomen achter de jeugdlokalen bleef behouden. Het bosje tegen het Zuidervaartje werd ingericht als speelbosje, samen met de aanleg van het fietspad. Daardoor werd het speelweefsel versterkt.
© Stad Brugge
Skateramp en ‘hanghut’ liggen naast het fietspad.
KRAX_21+.indd 19
1 9 I K R AX +
Info: www.jeugddienstbrugge.be/content/het-speelruimtebeleidsplan
1/8/14 1:29:31 PM
+ wel
+ welzijn +
zij
n +
WELZIJN (Z) ONDER DRUK K R AX + I 2 0
Janne Vermeesch, Rein Haudenhuyse en Miet Neyens
KRAX_21+.indd 20
1/8/14 1:29:32 PM
Hoe is de jeugd eraan toe? Om een antwoord op deze vraag te krijgen, sprak de Vlaamse Jeugdraad in samenwerking met De Ambrassade onder andere met Kinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergen, psychiater Dirk De Wachter, (klinisch) psychologen Paul Verhaeghe, Stijn Vanheule, Gwendolyn Portzky en Filip Raes, sociologe Bea Cantillon, criminologe Nicole Vettenburg en wetenschappelijk onderzoeksters Anne Hublet. KRAX+ laat in dit artikel deze vooraanstaande experts aan het woord.
KRAX_21+.indd 21
om aan te nemen dat het niet zo goed gaat. Alleen al de cijfers rond stijgend medicatiegebruik spreken boekdelen. Krax+ • Ervaren kinderen en jongeren nu meer druk dan vroeger? Nicole Vettenburg • Ik weet het niet. Onderzoek geeft aan dat het met de meeste jongeren in Vlaanderen goed gaat. Maar we hebben geen cijfers die een vergelijking met vroeger mogelijk maken. Bea Cantillon • Ik denk van wel. Als ik nu kijk naar de eerstejaarsstudenten, dan moeten zij veel meer doen dan wij vroeger. Er wordt vaak gezegd dat ze minder goed voorbereid zijn, dat ze in Frans en wiskunde minder goed zijn. Maar de verwachtingen en de output liggen veel hoger.
De keerzijde van economische groei Indien er sprake zou zijn van een toenemende druk, dan wordt deze gekoppeld aan bredere maatschappelijke processen. Een doorgedreven economische groei is al lange tijd de nieuwe religie en tegelijk het wondermiddel voor alle maatschappelijke problemen. Maar deze economische groei loopt volgens verouderde modellen en dogma’s die niet meer aangepast zijn aan de uitdagingen van de samenleving anno 2014. In het veelbesproken boek ‘The Spirit Level’ van Wilkinson & Pickett1 tonen de auteurs aan dat er een bepaald punt is waar, eens er voorbij, verdere economische groei niet meer bijdraagt tot het algemeen welzijn van een samenleving. Integendeel. Ongelijkheid en armoede groeien, ontwrichten het maatschappelijk weefsel en hebben een negatief effect op de levenskwaliteit van iedereen. Ondanks het feit dat we op elk beleidsniveau – van het lokale tot het Europese – kinderarmoede vaak tegenkomen als beleidsprioriteit, ondanks de berg aan onderzoeken, blijft de kinderarmoede stijgen. Het moge duidelijk zijn dat leven in armoede een enorm beslag legt op het welzijn van kinderen en jongeren. Bea • Kinderarmoede is problematisch. Deze kinderen krijgen niet de juiste ontwikkelingskansen. En ze nemen dit mee in een later leven. > 1
http://thespiritleveldocumentary.com/)
“Je moet jongeren aanleren om met problemen en tegenslagen om te gaan. Zodat ze weten wat ze moeten doen als ze het moeilijk hebben.” Gwendolyn Portzky
2 1 I K R AX +
Krax+ • Moeten we ons zorgen maken over het psychisch welzijn van onze jongeren? Dirk De Wachter • Ik vind het te ongenuanceerd om te zeggen dat het niet goed gaat met de jongeren. Het gaat met meer en meer jongeren minder goed. Waar de grens tussen heel gezond en een slechte gezondheid ligt, dat verschilt van maatschappij tot maatschappij. Ik ben er nogal voor om die grens zo te leggen dat meer mensen binnen de normaliteit kunnen opgenomen worden en in de maatschappij kunnen functioneren. Ik heb wel de indruk dat onze maatschappij eerder opschuift naar de andere kant. Paul Verhaeghe • In het algemeen denk ik dat er voldoende redenen zijn
+ welzijn +
Kranten staan bol van de alarmerende berichtgeving over het psychisch welzijn van kinderen en jongeren. We lezen vaak over leerstoornissen, ADHD, zelfmoordgedachten, voorschriften voor gedragscorrigerende medicatie en antidepressiva. Ook in de hulpverlening zien we lange wachtlijsten voor jongeren die hulp zoeken. Uit cijfers van het Jeugdonderzoeksplatform (JOP) en ook de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) blijkt nochtans dat het met de overgrote meerderheid van de jeugd in Vlaanderen eigenlijk best goed gaat. Gaat het nu slecht met kinderen en jongeren in Vlaanderen, of is er iets anders aan de hand?
1/8/14 1:29:32 PM
+ welzijn +
Het wijst op een fundamenteel, structureel onevenwicht in onze welvaartsmaatschappij waar die kinderen als eerste de dupe van zijn.
“Er is nogal wat onderzoek dat aantoont dat jongeren ook in ons land echt stress ervaren bij het schoollopen.”
K R AX + I 2 2
Bruno Vanobbergen
KRAX_21+.indd 22
Maar ook ons onderwijs surft mee op de golf naar meer groei. Zo lezen we in het Jongerenpact 2020 van de Vlaamse regering dat onderwijs jongeren moet ‘klaarstomen’ voor de arbeidsmarkt.
Prestatie-druk(t) op school De rol van het onderwijs lijkt wel de rode draad in het verhaal over het welzijn van jongeren. Met prestatiedruk als terugkerende constante. Zowel uit onderzoek als uit de gesprekken bleek dat jongeren uit het algemeen secundair onderwijs (aso) opvallend beter scoren op diverse indicatoren van welzijn in vergelijking met jongeren uit technische en beroepsgeoriënteerde richtingen. Bea • Dit verschil heeft op zich niets met het onderwijs te maken, maar wel met de groep van jongeren die daar bij elkaar zitten. Deze groep heeft al minder kansen. Die jongeren zijn misschien al afgezakt of een paar keer blijven zitten. Zo krijg je een groep bij elkaar van jongeren die in die ratrace wat achterstand hebben opgelopen, en die verschillende momenten van frustratie hopen zich op. Het ontbreekt ons aan onderzoek vanuit de beleving van kinderen en
jongeren om hierover uitspraken te doen. De experts leggen de vinger voornamelijk op de wijze waarop we in Vlaanderen ons onderwijs organiseren, en de vaak nefaste effecten op het welzijn van kinderen en jongeren die het onderwijs met zich meebrengt. Bruno Vanobbergen • Er is nogal wat onderzoek dat aantoont dat jongeren ook in ons land echt stress ervaren bij het schoollopen. In de jeugdpsychiatrie, bijvoorbeeld, zitten heel wat jongeren die echt totaal afgehaakt zijn. Ze proberen elk jaar opnieuw te starten en vallen telkens opnieuw uit. Ik denk ook dat het samenhangt met het feit dat we in een samenleving leven waarin het individu zeer sterk verantwoordelijk wordt gesteld voor zijn of haar lukken of niet-lukken. Iedereen heeft gelijke kansen, zeggen we. Als het dan toch mislukt, is het omdat je de kansen niet gegrepen hebt. Terwijl we veel te weinig aandacht besteden aan de structuren er rond. Want als vandaag twintig procent van de jongens het secundair onderwijs verlaat zonder een diploma te halen, dan is dit niet omdat die jongens hun best niet deden. Het gaat hier om een structurele fout in ons onderwijssysteem.
Iedereen een label, iedereen een pil. Naast de prestatiedruk en de ongelijkheid in kansen zien de experts op de schoolbanken ook een toegenomen problematisering en psychiatrisering van ‘normaal gedrag’ van kinderen en jongeren. Kinderen en jongeren krijgen hier vaak allerlei etiketten naar hun hoofd geslingerd. Dirk • Meer en meer mensen vallen uit de boot. De dag van vandaag kan je je niet ongestraft wat raar gedragen. Je wordt via het Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB) en allerlei goedbedoelde structuren tot bij een dokter gebracht die daar een etiket op plakt. Er zijn meer jongeren dan twintig jaar geleden die niet in de arbeidsmarkt, in de hele maatschappelijke mechanismen van normaliteit meedraaien. Bruno • We geven die jongeren geen plaats meer in het onderwijs omdat we niet goed weten hoe we met hen moeten omgaan. We hebben allerlei
1/8/14 1:29:40 PM
Ook de evolutie naar een doorgedreven medicalisering bekijken de experts met argusogen. Een grote groep kinderen en jongeren krijgt medicijnen zodat ze kunnen meedraaien op school. Zodat ze beter om kunnen met ‘hun’ problemen. Maar zonder werk te maken van een oplossing voor de oorzaken van zogezegd ‘klinisch ongepast, abnormaal of asociaal gedrag’. En deze groep wordt alsmaar jonger: het begint zelfs al in de kleuterklas.
Een uurtje mentale opvoeding op school? Hoewel experts het onderwijs naar voren schuiven als dé plek waar veel prestatiedruk speelt, geven ze aan dat nét daar ook kansen liggen. Net omdat we zoveel kinderen en jongeren op de schoolbanken kunnen ontmoeten, schept dit potentieel om op grote schaal factoren zoals vooroordelen over geestelijke gezondheidszorg aan te pakken. Nicole • Scholen en leerkrachten hebben een grote impact op het welbevinden en het gedrag van leerlingen. Het is dan ook belangrijk dat we volop inzetten op het onderwijs. Temeer omdat dit een maatschappelijke instelling is die zich nog onvoldoende realiseert hoe belangrijk ze wel is.
KRAX_21+.indd 23
Krax+ • Maar als we jongeren ‘leren omgaan met’, pakken we wel de oorzaken van druk nog niet aan. Bea • Wie aan de verkeerde kant staat, zal altijd meer onder druk worden gezet. Wanneer we bijvoorbeeld veel investeren in onderwijs, proberen we om dit beter te maken. Maar we merken dat dit niet werkt. Wat logisch is, want het is de hele structuur. Het is daarom belangrijk om een tekening te maken van het hele plaatje en deze spiegel aan de samenleving voor te houden. En hierbij te zeggen: ‘Opgelet, het verhaal waar jullie allemaal in spelen is complexer dan wat je denkt te zien vanuit je eigen positie in de samenleving.’
“We moeten inzetten op het onderwijs. Omdat dit een maatschappelijke instelling is die zich nog onvoldoende realiseert hoe belangrijk ze wel is.” Nicole Vettenburg
Wie hulp zoekt, die vindt? Waar kunnen kinderen en jongeren dan naartoe als ze het moeilijk hebben? Hoe zit het met het welzijnsaanbod, de hulpverlening? Vinden ze daarin makkelijk hun weg? Worden ze geholpen? Enkele experts geven aan dat, zelfs wanneer jongeren weten waar ze terechtkunnen, de stap naar hulp een moeilijke opgave blijft. Er leven bijvoorbeeld nog steeds wat vooroordelen over therapie en psychische stoornissen. Gwendolyn • Mensen denken bij psychische stoornissen soms ongelooflijke dingen. ‘Dat zijn zotten.’ Nee, dat zijn mensen zoals jij en ik. Bekijk de cijfers van de Wereldgezondheidsorganisatie: zij stelt dat 48% van de bevolking ooit in zijn leven een >
2 3 I K R AX +
Krax+ • En kan je op school werken rond een thema als geestelijke gezondheid? Dirk • Iets waar ik heel veel voor pleit in het onderwijs is filosoferen met kinderen, al vanaf jonge leeftijd. Ze leren kritisch nadenken over de wereld en over zichzelf. Woorden meegeven in plaats van goedkope en populistische ideeën. Dat begint al heel jong. Gwendolyn Portzky • Je moet jongeren aanleren om met problemen en tegenslagen om te gaan. Zodat ze weten wat ze moeten doen als ze het
moeilijk hebben. Misschien kan dit wel een plek krijgen op school. Er zijn wel scholen die daarvoor openstaan. Maar het lespakket zit al zo vol. Het zou goed zijn mocht er op school tijd en ruimte gemaakt kunnen worden om frequent te werken rond dit thema. Dit schept mogelijkheden voor een gesprek over hoe een jongere zich voelt, wat hij of zij heeft meegemaakt. En hoe de leerling in kwestie hiermee omging. Filip Raes • Ik zou wel eens willen weten hoe jongeren hier zelf over denken. Vinden zij het goed om hier een aantal lessen aan te spenderen? Net zoals er tijd is voor lichamelijke opvoeding zou er lestijd kunnen gaan naar wat er op het vlak van geestelijke gezondheid speelt bij jongeren, en hoe we daarmee kunnen omgaan.
+ welzijn +
classificaties waarover we maximale kennis ontwikkelen. Dit pakketje geven we door de leerkrachten in de hoop dat ze dan weten hoe ze met zulke situaties moeten omgaan. Maar ik geloof niet dat hulpverleners, opvoeders en leerkrachten volstouwen met kennis een oplossing is. Er zijn geen gestandaardiseerde antwoorden.
1/8/14 1:29:40 PM
+ welzijn +
psychische stoornis zal hebben. Dat is de helft van de bevolking. Dat zijn dus geen uitzonderingen die dat hebben. Het komt meer en meer voor.
“Meer en meer mensen vallen uit de boot. De dag van vandaag kan je je niet ongestraft wat raar gedragen.”
K R AX + I 2 4
Dirk De Wachter
KRAX_21+.indd 24
Maar ook bij jongeren blijken er nog heel wat misverstanden te bestaan. Uit onderzoek aan de Universiteit Gent blijkt dat de meerderheid van de jongeren (62% van jongeren tussen 17-18) denkt dat mensen die in een depressie zitten er zelf uit kunnen geraken als ze het echt willen. Anne Hublet • Dat zijn misverstanden die leven onder jongeren. Dit is niet alleen bij jongeren zo. Maar dat maakt wel dat jongeren die echt met een depressie zitten, of met negatieve gevoelens, minder snel hulp gaan zoeken.
Goed gesprek Jongeren komen te vaak terecht bij de hulpverlening wanneer hun problemen al vergevorderd zijn. Terwijl een goed gesprek soms ook veel kan doen. Wanneer jongeren die stap toch zetten, worden ze vaak geconfronteerd met lange wachtlijsten, slopende procedures en een gefragmenteerd aanbod. Zo horen we van de experts over de nood om meer toegankelijke en omkaderde voorzieningen te ontwikkelen. Op enkele plaatsen worden al succesvol initiatieven opgezet. Bijvoorbeeld het project Therapeuten voor Jongeren, of kortweg TEJO2. Binnen deze praktijken wordt tijd gemaakt om te luisteren naar de noden en behoeftes van jongeren, aldus blijkt uit het gesprek met de Kinderrechtencommissaris. Bruno • De grote frustratie van jongeren die zich niet goed voelen, is dat er veel te weinig tijd wordt gemaakt om te zoeken naar een oplossing op maat. Het is niet de nood van de jongere die centraal staat. Heb je probleem 37, dan zit de oplossing in schuif 37. Wil je liever de oplossing van schuif 38, dan moet je het probleem anders definiëren. Kennis is belangrijk, maar in de hulpverlening moet de manier waarop we omgaan met jongeren anders, en moet er ruimte zijn om hen zelf hun verhaal te laten doen. 2
Een unieke rol voor jeugdwerk Naast de school kan ook het jeugdwerk rond het thema psychisch welzijn een belangrijke, en misschien zelfs unieke rol spelen. Jeugdwerk en organisaties die in de vrije tijd aan de slag gaan met jongeren creëren voor deze jongeren niet alleen een uitlaatklep, maar ook een plek om naartoe te kunnen gaan. Een plek om met leeftijdsgenoten te praten en vooral ongestoord jong te kunnen zijn. Stijn Vanheule • Jeugdbewegingen zijn als het ware microkernen in de maatschappij die toch anders functioneren. Waar kansen zijn om toch anders met elkaar om te gaan. De leden komen vrijdagavond samen, zitten in hun lokaal. Zaterdag gaan ze weg met de groep. En op zondag staan ze in leiding. Daar is toch ergens een mogelijkheid om anders met elkaar om te gaan, die toch in de cultuur van de jeugd zit. Dit kan een alternatief zijn voor dat puur overgeleverd zijn aan de commerciële logica van het presteren. Hier is er ruimte voor de waarde van samenwerken en onderling contact. Ik beschouw dat zo’n beetje als een vrijplaats: een lege ruimte waar bepaalde maatschappelijke verplichtingen van altijd maar meer en meer niet noodzakelijk hoeven gehaald worden. Waar gewoon gespeeld kan worden.
We moeten wat meer aan de samenleving werken De gesprekken met de experts leerden ons dat we als samenleving een directe impact hebben op het welzijn van kinderen en jongeren. En hoe belangrijk de rol van het onderwijs is in dit verhaal. De hervormingen van het secundair onderwijs liggen momenteel op tafel. Maar in dit debat hoor je niet op welke wijze we ons onderwijs zodanig kunnen organiseren in functie van het welzijn van onze kinderen en jongeren. Ook het jeugdwerk als maatschappelijke voorziening moet blijven reflecteren over de positieve betekenis die het kan hebben in het leven van kinderen en jongeren. En dit ook buiten het vrijetijdsaanbod. Het is hoog tijd om, zoals een van de experts het mooi verwoordde, “wat minder aan jongeren te werken, en wat meer aan de samenleving”. ×
http://www.tejo.be/
1/8/14 1:29:40 PM
© Emma Thyssen
PROJECT VERKIEZINGEN 2014
“WE BRENGEN DE DIVERSITEIT AAN OPINIES VAN JONGEREN IN BEELD” Neel Eerdekens
De verkiezingen in mei 2014 zijn van enorm belang. Niet alleen moeten we stemmen op Vlaams, federaal en Europees niveau, er staan ook nog eens cruciale kwesties op het spel: de sociaaleconomische crisis, ons klimaat, het voortbestaan van België
Al die uitdagingen hebben vooral op jongeren een bijzonder grote impact. Participatief proces
KRAX_21+.indd 25
2 5 I K R AX +
De verkiezingscampagnes draaien op volle toeren. De strijd wordt gretig gevoerd in televisiestudio’s en via politieke krantencolumns, en helaas ook al te vaak boven de hoofden van jonge mensen. De Ambrassade biedt jongeren nu de kans om mee te wegen op het maatschappelijke debat en wil de aandacht vestigen op wat zij denken en waar ze mee bezig zijn. En dat krijgt allemaal vorm in een groots participatief project. >
1/8/14 1:29:41 PM
Persoonlijk campagnebeeld “We willen dat jongeren beter geïnformeerd dan ooit naar de stembus kunnen trekken.” Kris Snick
Reële zorgen van jongeren
K R AX + I 2 6
Om volwaardig te kunnen participeren moet je goed geïnformeerd zijn. En dat geldt zeker voor jongeren.
KRAX_21+.indd 26
Kris Snick (De Ambrassade) • Binnen diverse participatieve trajecten van de Vlaamse Jeugdraad gaven al heel wat jongeren aan dat politiek hen niet interesseert en dat ze de materie vaak te moeilijk vinden. De meeste jongeren zijn inderdaad niet bezig met het pensioendebat zelf, maar berichten over de hoge jeugdwerkloosheid roepen bij hen wel vragen op, bijvoorbeeld of zij wel makkelijk een job gaan vinden. De crisis en zeker ook de impact van sociale media zorgen ervoor dat jongeren misschien wel meer dan ooit politiek bewust en actief zijn. Nancy De Backer (De Ambrassade) • Met ons verkiezingsproject zullen we honderd jongeren tussen 16 en 26 jaar uit Vlaanderen en Brussel aanspreken vanuit datgene wat hen dagelijks bezig houdt: een op niveau betaalde en stabiele baan, veilige fietspaden, ruimte om te fuiven, een duurzame planeet… Vervolgens zullen we hen uitdagen, inspireren en coachen om samen met andere jongeren frisse alternatieven te bedenken voor de maatschappelijke problemen die zij ondervinden of voelen aankomen. Dit hele proces zal resulteren in honderd concrete ideeën. Die gieten we vervolgens in een pakkend campagnebeeld, en daar kunnen jongeren creatief mee in het maatschappelijk debat stappen.
Het project heeft bijzondere aandacht voor de diversiteit van meningen van jongeren die we in de maatschappij terug vinden. Kris • De ideeën en meningen van deze honderd individuen worden opzettelijk niet gebundeld! We gaan elke jongere coachen om zijn of haar eigen idee in een campagnebeeld met slogan te gieten. Op die manier zullen we niet ‘dé mening’ van een generatie in onze samenleving verspreiden, maar net de diversiteit aan opinies van jongeren in beeld brengen. Sedert januari is De Ambrassade gestart met de promotie van het project en de rekrutering van al die jongeren. Nancy • Onze open oproep zetten we kracht bij met filmpjes, een website, geluiden in de pers. Maar ook jeugdwerkorganisaties worden aangemoedigd om actief jongeren aan te spreken. We willen hen motiveren om één jongere of enkele jongeren uit hun netwerk te coachen tijdens het drie maanden durende traject. Jeugdwerkers die erg nauw betrokken zijn bij de directe leefwereld van jongeren kunnen beter dan wie ook een jongere uit een specifieke context ondersteunen om zich een mening te vormen rond een thema dat hem/ haar aanbelangt.
In dialoog over hun strijdpunt De honderd jongeren zullen tussen half februari en eind april een traject doorlopen waarbij ze vorming, inspiratie en tools krijgen om tot hun campagneslogan en -beeld te komen. Er zijn ook twee grote bijeenkomsten voor hen gepland. Tijdens een gezamenlijk startweekend (14 en 15 februari) worden de jongeren uitgedaagd om een stelling in te nemen rond een thema dat hen specifiek bezighoudt. In de maand maart kunnen ze hierover in discussie gaan met andere jongeren in hun omgeving. De methodische begeleiding en aanpak op maat van deze diverse
1/8/14 1:29:42 PM
groep jongeren is in handen van jeugddienst Globelink. Tussen de twee bijeenkomsten door worden de jongeren begeleid door diverse coaches. Kris • Globelink zal de jongeren methodieken en tools meegeven om zelf een actie, debat of ontmoeting met andere jongeren op poten te zetten. Verspreid over heel Vlaanderen en Brussel zullen we dus honderd verschillende acties en initiatieven krijgen: van een debat in een jeugdhuis over een ludieke straatactie tot een grootschalige jongerenbevraging via sociale media. De bedoeling hiervan is dat de jongeren met anderen in dialoog gaan over hun strijdpunt. “Op deze manier kunnen ze de draagwijdte van hun voorstel aftoetsen, maar kunnen ze ook heel wat inspiratie opdoen om tot een bevattelijke slogan en een aantrekkelijk campagnebeeld te komen”, aldus Nancy.
Groots jongerenevent
KRAX_21+.indd 27
Nancy De Backer
Goede informatie Om volwaardig te kunnen participeren moet je goed geïnformeerd zijn. En dat geldt zeker voor jongeren. Ook daar speelt het verkiezingsproject van De Ambrassade op in. Kris • Op jongerengids.be, onze informatiewegwijzer voor kinderen en jongeren, ontwikkelden we een apart luik over politiek. Dat deden we samen met de diensten van de Senaat en Kracht van je Stem, de educatieve dienst van het Vlaams Parlement. We geven er uitleg bij politieke terminologie en verduidelijken de werking van een democratisch systeem. Met catchy communicatie hopen we jongeren maximaal te bereiken, zodat ze beter geïnformeerd dan ooit naar de stembus kunnen trekken.
Maatschappelijk engagement Nancy • De Ambrassade wil met dit project meerdere doelen bereiken. Goede informatie bieden aan jongeren is er één van. Maar uiteraard is ons traject ook een uitgelezen kans voor jongeren om mee te wegen op de politieke inzet en op het maatschappelijke debat in de aanloop naar de verkiezingen. Tot slot hopen we dat de honderd jongeren de smaak te maken krijgen en hun maatschappelijk engagement verder uitbouwen. Misschien steken ze daarmee ook nog vele andere jongeren aan!
Meer info? Wil jij met je organisatie een of meerdere jongeren coachen? Of wil je op een andere manier bijdragen? • www.deschoonmoeder.be • facebook.com/deschoonmoeder • twitter: @deschoonmoeder ×
Schoonmoeder aller Verkiezingen Het verkiezingsproject kreeg een ietwat aparte naam, maar daar is goed over nagedacht. Nancy • Een schoonmoeder is een figuur met veel karaktereigenschappen, een complexe vrouw. Ze is tegelijk moeder, kind, vrouw, vriendin, echtgenote en burger. Ook binnen ons project geven we haar meerdere rollen. Naar politici toe is ze luis in de pels. Ze stelt de juiste vraag aan de foute politicus of de foute vraag aan de juiste politicus. Binnen de samenleving vertegenwoordigt ze de vrouw in de straat, die het eigenlijk ook niet altijd zo goed weet. Ze klaagt de vaagtaal aan en laat goed merken dat er nood is aan duidelijkheid. Ze is echter wel betrokken. Naar jongeren toe is ze eerder een fiere moeder die gelooft in de krachten van haar kind. In het begin houdt ze hen nog bemoederend bij het handje, maar naar het einde van het project toe laat ze los en ziet ze tevreden dat de jongeren het goed doen.
2 7 I K R AX +
De honderd persoonlijke campagnebeelden worden publiek gemaakt op 30 april in het Vlaams Parlement. Tijdens dit grootse jongerenevent zal de Vlaamse Jeugdraad enkele straffe stellingen en uitdagende ideeën selecteren. Kris • Vanuit deze stellingen willen we op een originele en laagdrempelige manier hoogstaande politieke debatten uitlokken tussen jongeren en politici. Nancy • We willen die dag zo veel mogelijk jongeren naar het Vlaams Parlement lokken. De voorzitters van de politieke jongerenorganisaties tekenden alvast present. En we hopen natuurlijk op massale mediabelangstelling. In de laatste vier weken voor de stembusgang staat er nog veel op het spel. Kris • Parallel met de politieke kandidaten zullen de jongeren campagne voeren voor hun standpunt. Zij kunnen het vuur aan de schenen leggen van politici, of hen aanzetten tot beloften. Nancy • En net als de verkiezingskandidaten zullen onze honderd ‘ambassadeurs’ op zoek moeten gaan naar kansen om zichzelf in the picture te werken.
“Honderd jongeren gaan met anderen in dialoog over hun persoonlijk strijdpunt.”
1/8/14 1:29:45 PM
V.U.: Eva Vereecke | Leopoldstraat 25 | 1000 Brussel
t
ABONNEMENTEN Krax+ verschijnt drie maal per jaar. Een abonnement op Krax+ is gratis. Wil je het magazine ontvangen, je abonnement stopzetten of je persoonsgegevens wijzigen? Surf naar www.kraxplus.be voor meer informatie. Het overnemen van artikels uit Krax+ is toegelaten mits de bron volledig wordt vermeld. Krax+ is solventvrij gedrukt op 100% gerecycleerd papier, met inkten op vegetale basis.
KRAX_21+.indd 28
1/8/14 1:29:46 PM