week 36 – 4 september 2013 – A2
Thema: Oorlog in Syrië Handleiding en opgaven niveau A2 Deze week is er een nieuw Stappenplan (zie pag. 5). Er is een Stap 4 toegevoegd: Ik controleer of mijn antwoord kan kloppen. Ook noteren de leerlingen bij Stap 2 niet meer hun berekening op het Stappenplan, maar ze gebruiken hiervoor een kladblaadje. Een uitgebreide uitgeschreven aanpak vindt u in de Instapmodules: www.nieuwsbegrip.nl Download & prints Instapmodules Nieuwsrekenen. aal -
Voor alle leerlingen een exemplaar van Opgavenblad A2 (zie pagina 4)
-
Voor alle leerlingen één exemplaar van het Stappenplan (zie pagina 5) en een kladblaadje
Opgave 1: Samen Voorkennis ophalen over het onderwerp Het thema van deze les is: Oorlog in Syrië. Hebben de leerlingen gehoord van de oorlog in Syrië? Hebben ze daar misschien iets van gezien op het journaal? Weten de leerlingen waar Syrië ligt? Wat gebeurt er als er oorlog in een land is? Vertel dat er veel verwoestingen zijn en dat veel mensen vluchten uit Syrië. Ze komen vaak terecht in vluchtelingenkampen. Daar krijgen ze hulp van organisaties als het Rode Kruis en Unicef. Laat vervolgens eventueel het Nieuwsbegripfilmpje zien dat hoort bij dit onderwerp. Zie www.nieuwsbegrip.nl (week 36, 2013, Jeugdjournaal). Stappenplan Nieuwsrekenen s(b)o Laat het Stappenplan op het digibord zien. Vertel nog een keer wat het doel van het Stappenplan is en wat de stappen betekenen. De vier stappen moet je nemen om tot een oplossing van een rekenvraag van Nieuwsrekenen te komen: Stap 1: Ik begrijp het verhaaltje en de rekenvraag Stap 2: Ik bedenk hoe ik de rekenvraag oplos Stap 3: Ik beantwoord de rekenvraag Stap 4: Ik controleer of mijn antwoord kan kloppen Stap 1: Ik begrijp het verhaaltje en de rekenvraag U laat het opgavenblad op het bord zien (zorg ervoor dat alleen de tekst te zien is) terwijl het Opgavenblad, het Stappenplan en de kladblaadjes worden uitgedeeld. Tekst lezen U leest de tekst voor terwijl de leerlingen met u meelezen. Tijdens het lezen geeft u hardop denkend aan wat u te binnen schiet. U vraagt tussendoor of er leerlingen zijn die lid zijn van UNICEF. Na de zin UNICEF zorgt dan dat het geld bij de kinderen in Syrië
© CED-Groep Nieuwsrekenen
1
week 36 – 4 september 2013 – A2
komt merkt u op dat het op deze manier ook voor kinderen mogelijk is om te helpen. Hierna kijkt u samen naar de afbeelding. U legt even kort uit dat dit een paar dingen zijn die op de website van UNICEF te koop zijn. Onder de afbeeldingen staat de prijs. Tekst arceren U geeft aan dat u in de tekst de getallen en de woorden die met rekenen te maken hebben, arceert. U begint met getallen en hoeveelheden en de woorden die erbij horen. U arceert: € 5 en 14 kinderen. Er staan ook andere woorden in die met een hoeveelheid te maken, die u arceert u ook: veel kinderen. De getallen (prijzen) die voorkomen in de afbeelding, arceert u niet. Nadat u de tekst en de afbeelding op deze manier besproken heeft, kijkt u samen nog even naar het Stappenplan bij Stap 1. U concludeert dat u nu het verhaaltje begrepen heeft. Nu bekijkt u eerst samen de rekenvraag (zie hierna). De eerste rekenvraag Op het bord laat u opgave 1 zien en u leest deze voor: Je hebt € 20 en je wilt een beker en een peuterpuzzel kopen. Kan dat? ‘Ze willen dus weten of je genoeg geld hebt om de beker en de peuterpuzzel te kopen.’ U kijkt samen weer even naar Stap 1 van het Stappenplan en concludeert: ‘We snappen nu ook de rekenvraag.’ Stap 2: Ik bedenk hoe ik de rekenvraag oplos Wijs op Stap 2: ‘Ik bedenk hoe ik de rekenvraag oplos.’ Leg uit dat er vaak meer manieren zijn om tot een oplossing te komen. U vertelt nu welke manier u kiest. Terwijl u hardop denkt, schrijft u uw manier op het bord (zie het voorbeeldkladblaadje). U vertelt: ‘Ik kijk eerst hoeveel de beker kost. Dat is € 8,50. Dat schrijf ik op. Dan kijk ik wat de peuterpuzzel kost. Dat is € 11,95. Dat schrijf ik ook op. En dan tel ik die twee bedragen bij elkaar op: € 8,50 + € 11,95. Omdat ik dat makkelijker vind, draai ik de getallen om: € 11,95 + € 8,50. Ik doe er eerst 5 cent bij, dat is € 12. Nu moet ik er nog € 8,45 bij doen. Eerst de € 8 erbij, dat is € 20. Dan nog 45 cent erbij. Dat is € 20,45. Als ik nu weet dat ik € 20 heb, dan is het oplossen van de rekenvraag niet moeilijk meer.’ Stap 3: Ik beantwoord de rekenvraag Wijs op Stap 3: ‘Ik beantwoord de rekenvraag’. Het beantwoorden van de rekenvraag is nu niet zo moeilijk meer: € 20,45 is meer dan € 20, het
© CED-Groep Nieuwsrekenen
2
week 36 – 4 september 2013 – A2
kan dus niet. Schrijf nu het antwoord op het bord op het Opgavenblad. Doe dat in de context van het verhaal. Het antwoord is dus: nee, het kan niet. Stap 4: Ik controleer of mijn antwoord kan kloppen Kijk nu samen met de leerlingen nog even naar Stap 4 van het Stappenplan. U gaat nu controleren of uw antwoord goed kan zijn. Lees de eerste rekenvraag nog eens voor en herhaal die in eigen woorden. Kijk vervolgens kritisch naar het antwoord dat u geformuleerd hebt bij Stap 3. Zou dit antwoord kunnen kloppen? Concludeer dat het er goed uitziet en dat uw antwoord dus kan kloppen. Daarna schrijven de leerlingen het antwoord bij opgave 1 op hun Opgavenblad.
Opgave 2: Proberen In tweetallen gaan de leerlingen aan de slag met opgave 2. Ze gebruiken hierbij weer het Stappenplan. U houdt de tweetallen in de gaten, u loopt rond en geeft zo nu en dan hulp. Bij Stap 1 lezen ze samen nog eens het verhaaltje door en ook de nieuwe rekenvraag. Begrijpen ze wat er gevraagd wordt? Bij Stap 2 lossen ze ieder voor zich de nieuwe rekenvraag op. Ze noteren hun berekening en maken eventueel een tekening. Hierna vergelijken ze hun aanpak. Antwoord opgave 2: € 17
Opgave 3: Zelf De leerlingen gaan zelfstandig (individueel of in tweetallen) aan de gang met opgave 3, ook weer met behulp van het Stappenplan. Terwijl de leerlingen aan het werk zijn, loopt u rond. Zo nodig geeft u de leerlingen aanwijzingen. Antwoord opgave 3: 28 kinderen
© CED-Groep Nieuwsrekenen
3
week 36 – 4 september 2013 – A2
OPGAVENBLAD A2
NAAM: __________
UNICEF Er zijn veel kinderen in Syrië op de vlucht voor de oorlog. De organisatie UNICEF helpt deze kinderen door te zorgen voor onderwijs, medicijnen, eten en drinken. Je kunt UNICEF steunen door spullen op internet te kopen. UNICEF zorgt dan dat het geld bij de kinderen in Syrië komt. Hieronder zie je wat sommige spullen in de webwinkel kosten. Voor € 5 kan UNICEF 14 kinderen helpen met een inenting tegen mazelen.
UNICEF ronde puzzel € 14,95
UNICEF peuterpuzzel € 11,95
UNICEF beker € 8,50
Bron: http://www.shop.unicef.nl
Je hebt € 20 en je wilt een beker en een peuterpuzzel kopen. Kan dat? _______________________________________________________________________________
Je koopt twee bekers van UNICEF. Hoeveel moet je betalen? _______________________________________________________________________________
Hoeveel kinderen kan UNICEF inenten als je een peuterpuzzel koopt? _______________________________________________________________________________
© CED-Groep Nieuwsrekenen
4
week 36 – 4 september 2013 – A2
© CED-Groep Nieuwsrekenen
5