Thema gebouwen Verslag Werkgroep 2: Slimme Overheidsingrepen 1 juli 2005 Voorzitter: Dirk Van Regenmortel (Bond Beter Leefmilieu) Contactpersoon: Wina Roelens (MVG – ANRE) Verslaggever: Wim Lameire (MVG – ANRE) Aanwezig: Wina Roelens (ANRE), Dirk Van Regenmortel (BBL), Paul De Groote (ATTB), Dries Maes (VITO), Fre Maes (ABVV), Bram Claeys (BBL), Catherine Lootens (Groen Licht Vlaanderen), Herman Raes (Recticel), Kris De Wit (Technigas), Thilde Jacquemyn (Recticel), Lutgarde Neirinckx (Styfabel), Björn van Staeyen (AMINAL), Bernard Wallyn (VHM), Georges Timmermans (CIR), Pol Maes (NAV), Dieter De Lathauwer (FOD – Leefmilieu productbeleid), Roland Debruyne (UBIC), Wim Lameire (ANRE) Verontschuldigd: Bernard Vandermarcke (WenK), Karel Derveaux (KaDee consult), Dirk Verbeeck (provincie Antwerpen), Peter Wouters (WTCB), Hubert David (Eurima), Wim De Groote (e-ster), Guido Claes (Interelectra), Carlo Vandenberghe (BIAC), Nicole Lens (Agoria)
1. Korte schets van het traject Op het startmoment van 6 juni werd er met 75 personen een brainstormsessie gehouden en in kleinere groepen gewerkt. De vele voorstellen werden geclusterd, en de uit de onderwerpen waaraan het meest belang werd gehecht, zijn 3 werkgroepen ontstaan: • •
•
Klimaatkansen voor de bouwsector (Werkgroep 1): Hoe maken we de bouwsector partner in de energiebesparing?: vernieuwing, betrokkenheid verhogen, optillen van actoren door middel van erkenning, label, certificaat, opleiding… Slimme overheidsingrepen (Werkgroep 2): Hoe kan de Vlaamse overheid de markt aanzwengelen? EPB toepassen op elke renovatie, reglementeren van het maximale verbruik van toestellen, bepaalde apparaten verbieden, controle van de woning (naar analogie met de autokeuring),… Slimme financiën (Werkgroep 3): Hoe kan de financieringskloof gedicht worden? Derdebetalersystemen, fiscale aftrekbaarheid spreiden over meerdere jaren, premie koppelen aan het E-peil,…
De verwachtingen zijn hoog gespannen. Het is de bedoeling om tegen september te komen tot een aantal voorstellen tot maatregelen. Deze maatregelen mogen ambitieus zijn, maar ze moeten wel getoetst worden aan haalbaarheid en uitvoerbaarheid. Deze voorstellen zullen dan voorgelegd worden aan het kabinet. Op deze eerste vergadering van werkgroep 2, zal de problematiek op 2 gebieden worden besproken:
• •
Welke relatief eenvoudige ingrepen, haalbare verbeteringen kunnen gemakkelijk worden doorgevoerd (loodgieterswerk)? Welke nieuwe, relatief grote domeinen zouden moeten toegepast worden?
Deze 2 vragen zijn eerst in 3 groepen behandeld. Vervolgens werden de resultaten samengebracht en werd er verder gediscussieerd.
2. Relatief eenvoudige ingrepen in het beleid 1. Voorbeeldrol van de overheid De overheid kan strengere energieprestatie-eisen opleggen voor eigen gebouwen en ook kiezen om een percentage innoverende gebouwen op te nemen. Ook zou ze moeten kiezen voor erkende en gecertificeerde aannemers. 2. Volgehouden beleid Lange termijn vooruitzicht van het invoeren van nieuwe regelgeving en verstrengen van bestaande regelgeving (bijv. daling van maximale E-peil) is nodig. Continue daling van het E-peil (b.v. –5 per jaar), zodat er steeds verder moet gegaan worden in de hiërarchische lijst van maatregelen. Zo wordt een globaal traject gevolgd en weet iedereen waar hij/zij aan toe is 3. Controle Er moet voldoende personeel voorzien worden om de energiecertificaten, audits en EPBaangiftes achteraf ook effectief te controleren, in plaats van enkel verder te gaan op de plannen. Voor nieuwe gebouwen zouden er minstens 1.000 van de 30.000 moeten gecontroleerd zijn, voor de certificaten 10.000 (op een totaal van ongeveer 200.000) 4. Afstemming met andere beleidsniveaus - Het is belangrijk dat in Vlaanderen, Brussel en Wallonië dezelfde regels worden gehanteerd. Er wordt zo vermeden dat de industrie steeds verschillende campagnes moet voeren, of op verschillende tijdstippen. Voor de architecten is het dan weer belangrijk dat de software overal kan gebruikt worden. Aangezien België binnenkort het EPB-beleid moet gaan verdedigen bij de Europese Commissie, moet er federaal toch een instantie opgericht worden. Deze moet er dus snel komen en moet de regelgeving in de verschillende gewesten integreren. Kan deze vraag vanuit de Vlaamse overheid gesteld worden? - Betrekken van gemeenten en provincies - afspraken opnemen in de Samenwerkingsovereenkomst. - Integratie op Vlaams beleidsniveau: politiek en administratief moeten alle neuzen in de richting van innovatie in de bouw wijzen 5. Communicatie - Er zou voor bouwheer en architect een leesbare checklist (of draaiboek) moeten komen dat de hiërarchie in maatregelen vastlegt om aan het vereiste E-peil te geraken. - Samenwerking van de overheid met beroepsfederaties rond communicatie van maatregelen en rond bepaalde groepen van technieken. 6. Normering - Verwarmingsinstallaties Doel is effectieve verwarming te introduceren in gans het bouwpatrimonium. Bestaande woningbouw:
- De onderhoudsplicht of controle op het rendement van verwarmingsinstallaties kan veel beter (zowel aardgas als stookolie). Ook de overdimensionering van ketels zou hierbij kunnen bekeken worden. - Nieuwe/bestaande installaties moeten getest worden op veiligheidsvoorzieningen. De huidige jaarlijkse keuring van ketels gebeurt niet volgens de regels. De controle van het rendement is meestal slechts een formaliteit. Ook zou het globale systeem moeten gecontroleerd worden in plaats van enkel de ketel. De controleur zou het totaalrendement van de installatie moeten kunnen bepalen, en dit dan verbeteren. In Zwitserland moet het bewijs van onderhoud gevoegd worden bij de belastingsaangifte. - 25 % van de installaties werken nog altijd op ketelthermostaat en deze blijft dag en nacht op temperatuur. In de controle dient ook de regeling bekeken te worden. (Ver)nieuwbouw In EPB-aangifte bij nieuwbouw zou het benodigde ketelvermogen vermeld moeten worden, en op basis hiervan kan dan een grens gesteld worden aan het maximale vermogen dat men mag installeren. - Energieprestatie-eisen voor alle werken in gebouwen Doel is de bestaande woningbouw in zijn totaliteit proberen te vatten (ook industrie) en energieprestatie-eisen bij elke renovatie: vergunningsplichtige en niet-vergunningsplichtige werken, met of zonder architect. o verbouwing van huis: elk raam dat vervangen wordt 1,6 beglazing Dit kan ook door normen te stellen aan beglazing dat op de Vlaamse markt komt. o ketels: ibid – optie is om laagrendementsverwarmingstechnieken niet toe te laten op de markt. - Producten Slechte technieken vinden nog steeds veel te gemakkelijk hun weg naar de eindverbruiker. Er moeten afspraken gemaakt worden met de industrie, zodat alleen nog kwaliteit wordt aangeboden. Er zou een maximaal verbruik, minimumrendement van toestellen via verschillende pistes kunnen vastgelegd worden (subsidies, normen, taks op b.v. gloeilampen, labels,…) Er zou dan een marktverschuiving moeten plaatsvinden naar betere toestellen, zodat de gebruiker verplicht wordt om het “betere” te nemen. Hierbij wordt opgemerkt dat productnormering een federale materie is en dat fiscale beloning beter werkt dat fiscale bestraffing. Een ander middel is affichage van verbruik van toestellen. Bepaalde producten zoals sommige airco’s zouden niet in gewone supermarkten mogen verkocht worden (cfr Zwitserland) omdat het verspilling in de hand werkt en ook de klimaattechnieken zelf geen goed imago bezorgen. 7. Ruimtelijke ordening – maatregelen met o.a. zongericht verkavelen
3. Welke nieuwe, relatief grote domeinen zouden moeten toegepast worden? 1. Doorbraak van de lage – energiewoningen in bestaand woonpatrimonium In het licht van de ‘Trias Energetica’ moet in de eerste plaats het energiegebruik verlaagd worden in de bestaande woningbouw. Het probleem met de huidige regelgeving is dat in Vlaanderen eigenaars lang in hun woning leven, en zo de EPB slechts heel geleidelijk tot resultaten zal leiden. Dit proces moet versneld worden. Er moet een markt gecreëerd worden rond energie - audits en energiecertificering.
- Grote getrapte bouwpremies moeten gekoppeld worden aan audits en deze moeten hoog genoeg zijn opdat ze een incentive zouden vormen om een audit te laten uitvoeren. De beste maatregelen moeten de hoogste premie krijgen; en wel in deze volgorde: bouwschil, oriëntatie, isolatie, beglazing, verwarmingsketel, zonneboiler. Het systeem kan ingebed worden in de Vlaamse wooncode. Eén en ander kan ingebed worden in een verplichte meerjaarlijkse keuring van de woning waarin naast energie ook facetten van veiligheid, energie, gezondheid, … worden opgenomen. Dit zal een meerjaarlijkse audit en advies vragen. - Qua ondersteunende aanpak kan een voorbeeld worden genomen aan het Duitse systeem voor energierenovatie van woningen. De kostprijs voor het aankopen van propere lucht uit het buitenland, kan als startgeld voor de overheid dienen. De markt van de renovatie zal dan leiden tot meer tewerkstelling en op termijn krijgen we een zelfbedruipend systeem. De kosten van de premies worden dan immers opgevangen door de dalende werkloosheid. 2. Gedrag Via het EPB-besluit worden gebouwen en installaties nu reeds gereglementeerd. Om Kyoto te halen is echter een grondige mentaliteitswijziging bij de bevolking, de gebruikers nodig en hiervoor is in EPB uiteraard niets voorzien. Gezien het relatief kleine aantal nieuwbouwwoningen en renovaties per jaar, is een gedragswijziging op korte termijn de enige manier om de CO2-uitstoot terug te dringen. Om dit te bereiken worden volgende zaken voorgesteld: - Grootschalige consumentenacties. Kleinschalige acties zoals ‘klimaatwijken’ brengen wel een mooie besparing per gezin met zich mee, maar dienen breder opgezet te worden. - Continue, duidelijke, transparante een laagdrempelige meting/monitoring van het verbruik mogelijk maken voor gebruikers. Het gemeten verbruik zou dan vergeleken moeten worden, zowel met het eigen verbruik in het verleden, als met het huidige verbruik van een ‘standaardwoning’ 3. Andere deelmaatregelen - Commissioning van huizen: keuring bij oplevering Er zou een algemene keuring bij oplevering moeten komen, zoals die nu bestaat bij het aansluiten op het elektriciteitsnet. In Nederland gebeurt dit door aparte experten. Dit zou in Vlaanderen ook kunnen door de auditeurs die certificaat gaan uitvoeren. De taak zou ook kunnen uitgevoerd worden door verslaggevers. Eventueel door taakuitbreiding van verslaggever zodat gebouw niet enkel in theorie (berekend) maar ook in de praktijk (geïnstalleerd) energiezuinig is. - Opleiding experten Er is momenteel een lacune voor echte energie-experts. Met de cursus van EAP-procedures, ben je nog geen energie-expert. In Wallonië eist men hiervoor burgerlijk ingenieurs of ingenieur-architechten met vijf dagen cursus. Er is een langere opleiding nodig waarbij stages en praktijkervaring moeten mee ingenomen worden. Opmerkingen -)Responsable energie pakket uit Wallonië overnemen. -)Ontwerpers van grote gebouwen denken nog te traditioneel, automatisch overal koeling… -)trapsgewijs facturen: als daling in verbruik gevolg is van investeringen -)Energieleverancier moet de veel-verbruikers van hun hoge verbruik op de hoogte stellen
-) We moeten af van het hokjesdenken. Veel ontwerpers plaatsen standaard een extra koelunit voor een server, in plaats van eerst mogelijkheden van (buiten-)luchtkoeling te onderzoeken. -) Nagaan welke maatregelen in het buitenland genomen worden Besluit: warme oproep om vanuit de eigen expertise, eigen kanalen goede voorbeelden uit het buitenland door te geven!