thema
EUROPA CMO Groningen december '11, nr. 23
P
U N T
Redactioneel
Het lijkt er op dat het in Europa alleen nog maar gaat over geld: de eurocrisis, terugkeer van de gulden en de oplopende rentes op staatsleningen. Maar Europa is veel meer. Zo voert Europa gericht beleid op het thema 'social inclusion'. Europa stelt tal van subsidieprogramma's beschikbaar om te investeren in sociaal beleid, achterstanden te bestrijden en burgerparticipatie te versterken. We noemen er een paar: Europe for Citizens, Youth in Action, Interreg, Europees Sociaal Fonds en Grundtvig. Aan vrijwel alle provinciale en gemeentelijke beleidsterreinen kun je Europese subsidieprogramma's koppelen. Al deze subsidietitels bestaan weer uit verschillende onderwerpen en deelprogramma's, waarvoor geld ter beschikking is gesteld. Uit onderzoek blijkt dat er miljoenen euro's aan subsidie, bestemd voor Nederland, niet worden benut. Dat geld blijft dus in Brussel op de plank liggen. In deze PUNT geven we inzicht in de talrijke mogelijkheden die Europese subsidieprogramma's bieden. Kansen voor lokale en provinciale overheden, maatschappelijke organisaties en kennisinstituten. We hebben gesproken met Thijs Berman, Europees parlementariër, met Rob Engelsman en Henk Emmens van het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) Op ons verzoek schreef Willem Foorthuis, lector Regionale Transitie een prikkelend artikel. Verder beschrijven we een aantal projecten waarvoor al Europese subsidie is verkregen en laten we zien wat de rol van CMO Groningen hierbij is. Europa gaat niet alleen over geld, maar bovenal over mensen! Sjikke Mulder Eddie van Hierden
Groningers moeten blijven nadenken over hun regio
3
De Marne en Dötlingen vieren 25 jaar vriendschap
5
Connection to Care and Career
8
Effectief communiceren in een interculturele samenleving
10
Youth in Action: jongeren en Europa
12
Poolse delegatie bezoekt Groningen
14
Europa biedt kansen
16
Activeren, Inspireren en Motiveren met de VIP-methodiek
19
Europe for Volunteers E4V
22
Economische ontwikkeling is onze core business
24
2012 Het jaar van Active Ageing
26
We hebben geen probleem - We zijn het probleem
28
Kort nieuws
31
Column: Om de Hoek
35
Europarlementariër Thijs Berman:
"Groningers moeten blijven nadenken over hun regio" Noord-Nederland heeft de subsidiegelden uit Brussel minder hard nodig dan arme regio's in de nieuwe lidstaten van de Europese Unie, zegt Europarlementariër Thijs Berman. Dat de Europese fondsen het Noorden in de komende jaren minder royaal bedelen, kan hij wel billijken. Maar Groningers moeten wel Europees blijven denken.
Een 'New Deal' voor Europa Gevraagd naar de taak die hij zich als vertegenwoordiger van de sociaal-democratische fractie in het Europees parlement heeft gesteld, blijft het even stil aan de lijn. En dan, ferm: "Een wereldorde scheppen die gebaseerd is op rechten van mensen, dat zie ik als mijn opdracht. Ik bedoel het zo ambitieus als ik het zeg. En dat geldt ook voor Europa, ik wil dat elke burger waar ook in Europa, gelijke kansen heeft." Dat het zo ver nog lang niet is, wordt pijnlijk duidelijk door de eurocrisis die momenteel verschillende volken in Europa aan de bedelstaf dreigt te brengen. Berman kan zich hevig boos maken over de manier waarop de, merendeels liberaal-conservatieve, regeringsleiders de crisis het hoofd proberen te bieden. "Als je ziet welke enorme bezuinigingen de landen in Zuid-Europa opgelegd krijgen! De consequentie is dat massa's mensen zonder werk komen te zitten of 20 tot 30 procent van hun loon moeten inleveren. Dat
is sociaal gezien onhoudbaar." Met een totale Europese schuld van 85 procent van het bruto binnenlands product staat Europa bepaald niet op de rand van een bankroet, meent Berman, de Europese economie is sterk genoeg om te kunnen investeren in nieuwe bedrijvigheid en werkgelegenheid.
PUNT december '11, nr. 23
et kost soms wat moeite om Thijs Berman bij de les te houden in een gesprek over Noord-Nederland en Europa. Na vele omzwervingen langs zo'n beetje alle uithoeken van de wereld, als journalist voor onder andere De Groene Amsterdammer, Elsevier en diverse omroepen, streek hij in 2004 in Brussel neer als Europarlementariër. Met een blik die nog altijd gretig uitwaaiert over de hele wereld. "Ik wilde verantwoordelijkheid nemen voor besluiten in plaats van steeds maar de achterliggende dilemma's te beschrijven", verklaart hij deze stap telefonisch vanuit het Franse Straatsburg. Dat Brussel de zetel werd van zijn politieke ambities en niet Den Haag, had vooral te maken met het internationale karakter van de Europese politiek. "Bijna alle grote problemen van deze tijd zijn internationaal: klimaat, migratie en asiel, vrede en veiligheid, de financiële crisis. Op dat niveau vindt de besluitvorming in het Europese parlement plaats. Ik vind dat fascinerend."
H
PUNT december '11, nr. 23
Een 'New Deal', naar analogie van het stimuleringsprogramma waarmee president Franklin Roosevelt in de dertiger jaren de Amerikaanse economie uit de Grote Depressie leidde, zou de Europese landen een uitweg kunnen bieden uit hun schuldenlast. "Je kunt denken aan een groot programma in heel Europa om de sociale woningbouw te verduurzamen. Daarmee hou je de woonlasten van de armste bevolkingsgroepen in bedwang wanneer de energieprijzen gaan stijgen. De Europese landen kunnen besluiten om een groot fonds te stichten om hierin te investeren. Het kost ontzettend veel geld, dat op de langere termijn aan energiebesparing weer wordt terugverdiend. Met zo'n programma hou je de koopkracht van de lagere inkomens op peil en tegelijk schept het werkgelegenheid. Mijn motto is: we hebben niet minder Europa maar meer Europa nodig om uit de problemen te komen."
voor de sociale fondsen en de regiofondsen, daar kan Nederland zelf meer aan bijdragen." Dat Nederland in de programmaperiode van 2014 tot 2020 niet meer kan rekenen op dezelfde steun van de Europese Commissie, is onder ingewijden inmiddels wel duidelijk. Met de uitbreiding van de Europese Unie tot 27 landen is het aantal regio's dat in aanmerking komt voor steun, gegroeid tot 380 en onder hen horen de Nederlandse regio's niet tot de meest behoeftige. Berman kan die beleidsombuiging wel billijken. "Ik vind dat in Europa alle regio's hun burgers dezelfde mogelijkheden moeten kunnen bieden, bijvoorbeeld op het gebied van infrastructuur, onderwijs of werkgelegenheid. Dan moet je dus willen investeren in de armste regio's. Dat beleid was indertijd in Spanje en Portugal een succes, nu moeten we hetzelfde doen met arme gebieden in landen als Polen, Roemenië en Bulgarije."
Voor rang voor de ar mste regio's
Voor elkaar opkomen
Zijn motto belette hem het afgelopen voorjaar niet om tegen de verhoging van de Europese begroting te stemmen. Volgens Berman komt het geld niet op de goede plekken terecht. Vooral het voortbestaan van de landbouwsubsidies is hem een doorn in het oog. "Een land als Nederland kan zelf zijn plattelandsontwikkeling wel bekostigen. En dat geldt ook
Aan de andere kant heeft hij begrip voor de bezorgdheid die in Groningen wordt geuit over het opdrogen van de geldstroom uit Brussel. "Op het moment dat er geen geld meer naar je gebied komt, loop je het risico dat plannen verwateren en dat je de aansluiting mist met de Europese ontwikkelingen. Dat is een zorg die ik deel met Max van den Berg. In Brussel
zitten bij de Ontwikkelingsdienst hele goeie mensen die nadenken over de toekomst van de regio's en daarvoor plannen maken op grond waarvan geld wordt uitgekeerd. Als je dan eens wat minder krijgt, moet je je wel kunnen blijven verbinden aan die plannen. Daar zie ik een taak voor de Nederlandse overheid. "En ook de Groningers zelf moeten blijven nadenken over hun regio en hun voordeel halen uit hun noordelijke positie. Bijvoorbeeld in hun contacten met de Baltische staten en bij de ontwikkeling van de Eemshaven. Ik zie voor het Noorden nog talloze mogelijkheden om zich in Europa te laten gelden." Het versterken van regionale verbanden mag een mooi streven heten, de ultieme toets van de Europese gedachte is voor Berman de oplossing van de schuldencrisis. De omvang van de Europese regiofondsen is immers maar een schijntje vergeleken met het bedrag dat met de schuldencrisis is gemoeid. En wat dat betreft is hij niet optimistisch. "Ik denk dat we nog een zware crisis doorgaan voordat het besef doorbreekt dat we in een grote wereld leven, waarin China en Brazilië niet op ons wachten. Wat Europa nodig heeft, is dat mensen voor elkaar opkomen en gaan beseffen dat we ontzettend veel sterker zijn als we samenwerken."
Bert Hidding
De Marne en Dötlingen vieren 25 jaar vriendschap De Marne koestert de stedenband met het Duitse Dötlingen1 omwille van de vele Nederlands-Duitse contacten die in de loop van de tijd zijn ontstaan. Op 15 en 16 oktober 2011 hebben de twee gemeenten het 25-jarig bestaan van hun vriendschap gevierd. Bij de feestelijkheden werd deze keer flink uitgepakt, mede dankzij een Europese bijdrage.
uiten op de parkeerplaats van het restaurant annex zalencentrum De Schierstee in Wehe den Hoorn staan twee Duitse touringcars geparkeerd. Binnen is het restaurant die zaterdagochtend 15 oktober om tien uur al bomvol mensen. Sommigen zijn gekleed op hun paasbest, anderen in vrijetijdskleding. De leeftijd van de aanwezigen ligt wat boven het gemiddelde en in de levendige gesprekken heeft het Duits de boventoon.
B
bekenden weer te ontmoeten en nieuwe contacten te leggen. Daarmee komt het programma tevens tegemoet aan de wens van de gemeente De Marne om het bezoek een feestelijk en informeel karakter te geven. "Beide partners ervaren de band tussen De Marne en Dötlingen als
hecht", vertelt Han Bos, voor de gemeente De Marne de drijvende kracht achter de stedenband. Een zangkoor, de vrijwillige brandweer, de tennisclub, de gemeenteraad, scholieren en kunstenaars zorgden in de afgelopen kwart eeuw voor regelmatige contacten over en weer.
Met een tweedaags bezoek, waarvoor de gemeente De Marne bestuurders en burgers van haar zustergemeenten Dötlingen heeft uitgenodigd, vieren zij het 25 jarig bestaan van hun stedenband. Op het programma staan onder meer een bezoek aan een kunstexpositie, een streekmarkt, een bloemenkwekerij en een biologische boerderij. En tussendoor krijgen de gasten, tijdens de lunch en het diner, ruimschoots gelegenheid om oude 1
Dötlingen, NiederSachsen, Duitsland www.doetlingen.de
PUNT december '11, nr. 23
Hechte banden
En voor menig inwoner van De Marne zijn de traditionele Kohlfahrten - feestelijke vieringen van het einde van de winter, waarvoor de gemeente Dötlingen elke twee jaar een buslading Groningers uitnodigt - inmiddels een begrip. Maar de warme band wordt misschien wel het best geïllustreerd door de contacten op bestuurlijk niveau. Bos: "Ik spreek regelmatig met mijn Duitse collega op het gemeentehuis van Dötlingen en onze burgemeesters zien elkaar zeker één keer per jaar. Bij het afscheid van Joan Stam als burgemeester was de burgemeester van Dötlingen met zijn vrouw aanwezig. En toen onlangs wethouder Luppo Smook plotseling overleed, ontving de familie blijken van belangstelling en medeleven uit Dötlingen."
PUNT december '11, nr. 23
Vooral overeenkomsten Als kleine plattelandsgemeenten hebben De Marne en Dötlingen veel overeenkomsten. Beide gemeenten vormen een conglomeraat van dorpen (Dötlingen telt er 7, De Marne 21). Landbouw en toerisme vormen belangrijke takken van bedrijvigheid en beide voelen de nabijheid van een grote stad (Groningen en Bremen). Sinds kort delen ze nog een kenmerk van een problematischer soort, demografische krimp. Het is aanleiding om de banden tussen de gemeenten verder aan te halen, vertelt Koos Wiersma, burgemeester van De Marne. "Ik wil graag
horen hoe Dötlingen met de bevolkingskrimp omgaat. Bij hun is de teruggang nog niet zo nijpend als hier, maar ze nemen de ontwikkeling zeer serieus. Ik ben benieuwd hoe ze dat proces beoordelen en welke maatregelen ze gaan nemen." Dat de Duitsers de krimpdreiging hoog opnemen blijkt uit het betoog dat burgemeester Heino Pauka van Dötlingen in Wehe den Hoorn houdt. Aan de hand van een reeks cijfers en statistieken schetst hij de problematiek in Noord-Duitsland, waar men kiest voor een regionale aanpak gebaseerd op gedegen onderzoek. Voor de burgemeester is de kernvraag: hoe geef je de dorpen nieuwe kwaliteiten die voorkomen dat zij worden leeggezogen door de nabij gelegen steden. De spreekwoordelijke Duitse 'gründ-
lichkeit' die uit zijn betoog spreekt, maakt indruk. Maar dat kan ook een handicap zijn, relativeert Pauka. "Bij ons worden maatregelen van het begin tot het eind doordacht en gepland en dat is zeer tijdrovend. Ik ben steeds weer onder de indruk hoe gemakkelijk de dingen hier te regelen zijn. Ik vind dat heel inspirerend." Meer samen optrekken Beide burgemeesters zien de stedenband als een potentieel belangrijk instrument om op bestuurlijk niveau ervaring en kennis uit te wisselen. Vandaar dat het onderwerp demografische krimp op de agenda staat van het 25-jarig jubileum. De burgemeesters zouden het toejuichen als hun gemeenten bij hun beleids-
De viering van het 25-jarig jubileum stond zelfs op losse schroeven door geldgebrek bij de gemeente. Maar dankzij een subsidie van ruim 10 duizend euro uit Brussel kon er toch nog stevig worden uitgepakt. Het Europese subsidieprogramma Europe for Citizen stimuleert initiatieven, zoals stedenbanden, die beogen Europese burgers dichter bij elkaar te brengen. Het programma heeft daarvoor in vijf jaar tijd maar liefst 215 miljoen euro te besteden. Geld waar Nederland maar mondjesmaat aanspraak op doet. Bij de laatste subsidieronde was De Marne de enige Nederlandse gemeente die een aanvraag indiende, vertelt Bos. "Gemeenten schrikken terug voor de eisen die worden gesteld aan de aanvraag en rapportage. In ons geval heeft CMO Groningen de aanvraag gedaan en eigenlijk vond ik de voorwaarden nog wel meevallen. Er staat wel tegenover dat je geld krijgt waarmee je iets leuks kunt doen. Wij doen dit voor het eerst en na afloop gaan we evalueren hoe het ons bevallen is."
Bert Hidding
Netwerk 'Partners in techniek' CMO Groningen heeft in het kader van Net(z)werk het project Partners in Techniek uitgevoerd met partners in Nederland en Duitsland in de Eems-Dollard Regio (EDR). Met het project, dat liep van april tot en met oktober 2011, beoogden partners een duurzame samenwerking te realiseren, waarbinnen kennisoverdracht en netwerkvorming gericht op versterking van de technische sector plaatsvindt. Achtergrond van het project is de geconstateerde en te verwachten tekorten aan gekwalificeerd technisch personeel in het hele EDR-gebied. De verwachting is dat in de toekomst deze tekorten verder zullen toenemen door krimp en vergrijzing. Door samenwerking in de grensregio proberen partners uit het (georganiseerde) bedrijfsleven en het onderwijs uit beide landen een oplossing voor deze problematiek te vinden. Hierbij gaat het in eerste instantie om netwerkvorming en verkenning van elkaars mogelijkheden en knelpunten. Het project heeft circa twintig partners uit het beroepsonderwijs, het georganiseerd bedrijfsleven en de overheid. In het voorjaar van 2011 is een inventarisatieronde gehouden om de interesses van partners te peilen, waarna zij in juni en oktober bijeen zijn geweest in netwerkbijeenkomsten. De eerste bijeenkomst was bij Seaports Xperience Center (SXC) in Farmsum en de tweede bij WISA Aus- und Weiterbildungszentrum in Leer. Zowel in de Duitse als Nederlandse taal hebben de partners elkaar leren kennen en hun belang bij samenwerking uitgesproken. In de bijeenkomsten hebben de partners een verkenning uitgevoerd naar het onderwijssysteem in beide landen en thema's benoemd voor mogelijke samenwerking. Thema's zijn: = Afstemmen van (technisch) onderwijs in Nederland en Duitsland = Oriënteren op en kiezen voor techniek = Toeleiding naar en mobiliteit op de technische arbeidsmarkt = Imago van de sector en goed werkgeverschap Op de laatste bijeenkomst hebben deelnemers besloten het netwerk voort te zetten en concrete samenwerking tussen Nederlandse en Duitse partners te initiëren. 'Partners in Techniek' is uitgevoerd door CMO Groningen en Breuer Institute. Beide partijen zullen bij de verdere ontwikkeling van het netwerk betrokken blijven. PUNT december '11, nr. 23
vorming meer samen zouden optrekken. Wiersma: "Er is vast wel meer mogelijk, dat vind ik interessant om te onderzoeken." Pauka: "Ik zou wensen dat we vaker ambtenaren uitwisselen om over dit soort onderwerpen van gedachten te wisselen. Zodat de contacten op een gegeven moment vanzelfsprekend worden." Het vrijblijvende karakter is traditioneel een kracht van de stedenband. Het geeft bewoners van verschillende herkomst gelegenheid spontaan en niet-verplichtend elkaar te bezoeken en te leren kennen. Maar als je oog hebt voor de mogelijkheden op langere termijn, blijkt hoe moeilijk het is de stedenband meer inhoud te geven, weet Han Bos. "Je moet het altijd tussen de bedrijven door doen. Andere dingen gaan al gauw voor en het ontbreekt aan middelen en mankracht. Er is gewoon te weinig ruimte voor een structurele opzet."
Keimpe Reitsma, Breuer Institute
Connection to Care and Career (C2CC) Het C2CC project is voor Nederland en specifiek Noord-Groningen een voortzetting van het Equal project Youth4care dat geëindigd is in 2009. De samenwerking tussen de betrokken Finse en Nederlandse partners was van dien aard dat men met elkaar verder wilde.
p basis hiervan is een Transfer of Innovation binnen het Leonardoprogramma aangevraagd. Doel van het driejarige project was om delen van het in Finland ontwikkelde Traning Qaurantee Model (doorlopende leerlijn vmbo-mbo) naar Nederland over te zetten. Op 2 november zijn tijdens de slotconferentie in het Kasteel in Groningen de resultaten van het project C2CC gepresenteerd door de verschillende partners. De algemene conclusie van het nationale agentschap Leonardo Da Vinci was dat de resultaten en uitkomsten zeer goed zijn.
O
PUNT december '11, nr. 23
Resultaten Noord Nederland * Het aantal schoolverlaters is met de helft gereduceerd: 1 Oktober 2009 - Oktober 2010 = Totaal 300 jongeren 16-22 jaar = Aantal dropouts: 31 (= 9,6% incl 2 niveau 1 met diploma) 1 Oktober 2010 - Oktober 2011 = Totaal 308 jongeren 16-22 jaar = Aantal dropouts 13 (= 4,2%, incl 4 niveau 1 met diploma)
Van de 27 schoolverlaters zijn: = 14 terug naar school = 11 aan het werk zonder startkwalificatie = 1 verhuisd uit de regio = 1 in begeleiding Totaal aantal dropouts 13 Een prachtig resultaat. Uiteindelijk bleven er op de totale populatie van 308 leerlingen 27 schoolverlaters over. Hiervan werd 50% teruggeplaatst naar het onderwijs en 45% naar werk. Dus in totaal meer dan 95%. Terwijl het gemiddelde herplaatsingspercentage RMC in Nederland 30% is. Een resultaat waar de werkcoaches van de ISD Noordoost/werkplein, RMC leerplicht en RMC trajectbegeleiding en de leden van het interne Begeleidings en Advies Team van het Noorderpoort trots op kunnen zijn. Preventieve Aanpak Het succes van de aanpak van C2CC is de vergaande preventieve aanpak. De leerplichtambtenaren en de RMC+ medewerker hebben een groot aantal jongeren die ver-
zuimen en spijbelen gesproken met als resultaat dat zij niet uitgevallen zijn. De medewerker van het loket Leren en Werken heeft meer dan vijftien jongeren bemiddeld naar een BBL baan en of een goede stageplek. Daarnaast hebben de medewerkers van ISD Noordoost samen met de Volkskredietbank een cursus ontwikkeld en gegeven aan vmboe e leerlingen 3 en 4 klas. Dit omdat bekend is dat jongeren op deze leeftijd veel schulden maken, met name door het gebruik van internet en mobiele telefoon. De cursus is met groot enthousiasme ontvangen tijdens de lessen burgerschapskunde. De ervaring leert dat het grootste gedeelte van de jongeren die een bijstandsuitkering aanvragen tussen de € 2.500 en € 20.000 schuld hebben. Werkgevers zitten vaak ook niet te wachten op een medewerker met schulden, want er zal dan meteen loonbeslag worden gelegd, als ze zijn aangenomen. Ook is door de medewerkers van het werkplein en de ISD Noordoost een workshop ontwikkeld voor de jongeren in het laatste leerjaar van de op-
Social Retur n on Investment Interessant voor beleidsmakers is natuurlijk wat deze preventieve aanpak heeft gekost en wat het de maatschappij oplevert. Hierbij hebben we de sociale-emotionele opbrengsten niet meegenomen, omdat deze moeilijker te meten zijn. Hier gaat het om de financiële kosten en baten. In Finland hanteren ze twee methoden (TQM), die in dit project beide zijn toegepast (zie kader). Borging Ter afsluiting van de slotconferentie is door de ISD Noordoost, CMO Groningen en Noorderpoortcollege
Methode 1 Totale investering 1 jaar project C2CC € 50.000,= Scholen krijgen € 5000,- per leerling van het ministerie. ¡ 18 minder schoolverlater x € 5.000,- = € 90.000,= Daarnaast krijgt de school een bonus van het ministerie voor het verminderen van schooluitval. ¡ Dit is 18 x € 3.500,- = is € 63.000,-. Besparing € 153.000,- min € 50.000,- = € 103.000,Methode 2 Totale investering 1 jaar project C2CC € 50.000,= In Noord Groningen monitoren we al een aantal jaren het aantal voortijdig schoolverlaters. Hierdoor weten we dat 50% van de voortijdig schoolverlaters een beroep doet op de bijstand. Dit jaar deden van de 31 schoolverlaters 14 een beroep op de sociale dienst. De gemiddelde kosten voor een jongere zijn € 10.000,- per jaar. = Dit betekent aan kosten € 140.000,-. = Tot nu toe hebben 2 van de groep van 14 een uitkering gekregen omdat ze moeder zijn geworden. Besparing 12 x € 10.000,- = € 120.000,-
een intentieverklaring ondertekend. De cursussen gegeven door de VKB en het Werkplein worden verbreed naar andere vo-scholen in de regio en opgenomen in het reguliere pakket - lessen Burgerschapskunde. Met de Finse delegatie is naderhand afgesproken om de samenwerking die als sinds 2005 bestaat vanuit de eerder genoemde Equalprojecten te continueren. Over de vorm en inhoud wordt de komende tijd overleg gepleegd in de vorm van een 'memorandum of understanding'. Alle ontwikkelde producten en instrumenten zijn voor iedereen beschikbaar aangezien het ontwikkeld is met Europees geld dankzij het programma Leonardo Da Vinci. Conclusies =
=
=
=
De activiteiten kunnen worden uitgevoerd binnen bestaande wet- en regelgeving! De inzet heeft direct effect op het verminderen van schooluitval en het verbeteren van de onderlinge samenwerking tussen organisaties; Langetermijn effecten van de samenwerking kunnen door input van de ISD worden gemeten (minder schulden etc); Verdere samenwerking moet worden bevorderd met vmboscholen in provincie en stad Groningen.
Henk ten Brinke www.c2cc.eu
PUNT december '11, nr. 23
leidingen. De workshop is gegeven aan onder meer Zorg en Welzijn jongeren nivo 2 die willen gaan werken. Onderdelen van de workshop waren: ken je markt, waar kom ik terecht met dit diploma? Wat zijn mijn kansen en wat ga ik verdienen? Hoe solliciteer ik en hoe presenteer ik mijn CV? Ook is aandacht besteed aan digitale vaardigheden en internetgebruik/misbruik. Jongeren waren stom verbaasd dat werkgevers op bijvoorbeeld Facebook kijken en dat de foto's soms weinig flatteus zijn. De meerderheid van de leerlingen in deze klas besloot onder meer door deze cursus en mede gezien de arbeidsmarktverwachtingen alsnog verder te gaan studeren en een niveau 3 of 4 diploma te halen.
Effectief communiceren in een interculturele samenleving Omgaan met mensen uit verschillende culturen kan inspirerend en verrijkend zijn, maar soms ook lastig. Prettig samenwerken met mensen uit verschillende culturen vraagt namelijk vaardigheden als inlevingsvermogen, bewustwording en een open houding. Daarvoor is de Interculturele Effectiviteit Training (IET) ontwikkeld.
e diversiteit van onze samenleving neemt toe, ook in het Noorden. Maatschappelijke organisaties, gemeenten, provincies en bedrijven krijgen steeds meer te maken met medewerkers, collega's en cliënten met een andere culturele achtergrond. De Interculturele Effectiviteit Training (IET) maakt deelnemers bewust van die verschillen en leert hen hoe met respect voor die verschillen effectief samengewerkt kan worden. Deelnemers aan de IET-training versterken met behulp van deze training hun individuele vaardigheden of competenties en leren hoe ze - als beroepskracht of vrijwilliger deze competenties effectief in kunnen zetten.
D
PUNT december '11, nr. 23
De kracht van IET De kracht van deze multimediale IET-training ligt in concreet oefenmateriaal, onder meer op basis van zeer diverse gefilmde situaties. Deelnemers krijgen daaruit een directe terugkoppeling op hun eigen open houding, culturele empathie en sociaal initiatief. Deze drie vaar-
digheden zijn in alle culturen toe te passen en blijven altijd bruikbaar. Over deze vaardigheden beschikken mensen veelal wel, maar de IET leert deelnemers deze vaardigheden bewust(er) en effectiever in te zetten. Deze drie competenties zijn ook van essentieel belang in de omgang met personen die anders zijn, zonder dat nationaliteit en/of cultuur een rol spelen. IET is een effectieve en plezierige training waarbij deelnemers in korte tijd toewerken naar een grotere bewust-
wording van de effecten van hun eigen communicatie op anderen. Het Europees Integratiefonds heeft het nut van deze opzet erkend en verleende financiële steun tijdens de ontwikkeling van het trainingsprogramma. Trainers Parallel aan het ontwikkelen van het trainingsprogramma voor professionals en vrijwilligers liep een tweede spoor. Onder leiding van het
Dit vond ik echt maatwerk!
Succesvolle aanvraag Het Europees Integratiefonds van de Europese Unie (EU) financiert projecten die zich richten op de integratie van mensen die geen onderdanen van een EU-land zijn. De training is gebaseerd op de IET-methodiek, ontwikkeld door professor J.P. van Oudenhoven van de Rijksuniversiteit Groningen. Om die methodiek bruikbaar te maken voor professionals en vrijwilligers in het sociale domein, heeft CMO Groningen met succes een projectaanvraag gedaan bij het Europees Integratie Fonds. Dat heeft geresulteerd in het IET-project. Doel van het project is (door)ontwikkelen van de Interculturele Effectiviteit Training (IET) voor maatschappelijke hulpverleners, professionals en vrijwilligers. Samen met bureau Interconnect en het ISW, heeft CMO Groningen in 2010 en 2011 het trainingsprogramma verder ontwikkeld. Zodat de inhoud toegesneden is op beroepskrachten en vrijwilligers, werkzaam op het brede terrein van wonen, welzijn, zorg, dienstverlening, ondersteuning, veiligheid.
Zij hebben in hun dagelijkse praktijk te maken met communicatie met burgers, cliënten, collega's uit verschillende culturen.
'Alle mensen zijn hetzelfde. Het zijn slechts hun gebr uiken die verschillen,' Confucius, Chinees filosoof
Wat ik heel goed vind aan de IET is vooral de benadering vanuit het perspectief van effectiviteit. Dat is een nieuwe invalshoek die zo vanzelfsprekend lijkt, maar blijkbaar niet altijd toegepast wordt. Wij, als medewerkers van twee antidiscriminatie voorzieningen, hadden natuurlijk al een aantal interculturele competenties ontwikkeld in de loop der jaren: de training is daarom aangepast aan ons. Dat vind ik echt maatwerk! Isabella Magioncalda Voorlichter Discriminatie Meldpunt Groningen
De resultaten
Met andere ogen kijken
Tijdens de projectfase konden medewerkers van de eerdergenoemde beleidsterreinen kosteloos deelnemen aan de trainingen. 150 professionals uit diverse organisaties en gemeenten in de provincies Groningen, Friesland en Drenthe maakten van deze mogelijkheid gebruik. CMO Groningen en haar partners Interconnect en ISW beschikken dankzij de middelen van het Europees Integratiefonds over een trainingsprogramma, opgeleide trainers om trainingen uit te voeren en een website:
Communiceren doe je samen, maar gaat niet altijd vanzelf. Zeker niet als je te maken hebt met mensen met een andere taal, afkomst, godsdienst of culturele achtergrond. Deze training biedt je de mogelijkheid om met andere ogen te kijken naar je eigen manier van (intercultureel) communiceren. Dit geeft je de kans nieuwe zelfkennis op te doen. Want communiceren begint bij jezelf. Het zijn je eigen vaardigheden, houding en opvattingen die het succes van jouw gesprekken bepalen. IET vergroot je bewustzijn, geeft je handvatten en inzichten die praktisch en dagelijks van pas komen. Zeker als je beroepsmatig met andere culturen werkt. Je moet wel durven: jezelf onder een vergrootglas bekijken. IET helpt jou, je gesprekspartner heeft daar profijt van. En jij dus ook! Ik heb veel geleerd van deze training, ben er blij mee en beveel het ieder aan. Heb ook gezien dat anderen net als ik veel geleerd hebben. Door te doen, te oefenen en ervaringen met elkaar te delen. Zinvol, boeiend en leerzaam.
www.intercultureelcontact.eu
Het trainingsaanbod bestaat uit: = Een introductieworkshop van 1½ uur om kennis te maken met het materiaal = Een training van twaalf uur verdeeld over twee dagen
Femmy Busscher
Willy van der Kolk Adviseur afdeling Samenleving, gemeente Veendam
PUNT december '11, nr. 23
Instituut voor Sociale Weerbaarheid en Integratie (ISW) van de Rijksuniversiteit Groningen vond een 'trainde-trainer traject' plaats om trainers op te leiden die met het ontwikkelde materiaal kunnen werken. Het ISW draagt eveneens zorg voor de kwaliteitsbewaking van de trainers en het ontwikkelde trainingsmateriaal.
Youth in Action: jongeren en Europa In Europa ben je ongeveer tot je dertigste nog een jongere. Binnen alle subsidiemogelijkheden die de Europese Unie biedt, is het Youth in Action (YIA) het meest toegankelijke programma voor alle jongeren. Dus ook voor jongeren die meer moeite hebben of minder mogelijkheden om Europese kansen te grijpen.
n 2013 eindigt het huidige programma van YIA. Er ligt momenteel een voorstel van de Europese Commissie om Youth in Action onder te brengen in de grotere onderwijsprogramma's zoals Erasmus en Leonardo. Met als mogelijk gevolg dat jongeren die niet (meer) op school zitten beduidend minder kansen en mogelijkheden hebben om zich - vrijwillig - verder te kunnen ontplooien via een Europese subsidie.
I
PUNT december '11, nr. 23
Nieuw subsidieprogramma en nieuwe strategie Hoewel de contouren van het nieuwe subsidieprogramma nog niet helemaal zijn uitgewerkt, is wel helder dat de Europese Unie duidelijk kiest voor een strategie om via scholingsprogramma's jeugdwerkloosheid te bestrijden. Op zich is het dan ook geen vreemde keuze om Youth in Action in scholingsprogramma's op te laten gaan. Want jongeren die aan Youth in Action deelnemen doen veel ervaringen op
die ze in hun latere arbeidsleven kunnen gebruiken. Sterker nog, als ze bijvoorbeeld als vrijwilliger een paar maanden naar het buitenland gaan, ontvangen ze een certificaat dat gelijk staat aan een maatschappelijke stage. Belangrijker in het Youth in Action programma is echter het feit dat deelname alleen mogelijk is op vrijwillige basis. Jongeren kiezen heel bewust voor deelname. Onder hen zijn veel jongeren die niet (meer) naar school gaan. Door het Youth in Action programma op te laten gaan in het grotere onderwijsprogramma van de Europese Unie dreigt het gevaar dat juist deze groep jongeren - die niet meer naar school gaat - buiten beeld raakt. Dat is jammer, omdat in deze groep juist jongeren zitten die kansen verdienen om zich verder te kunnen ontplooien. Niet for meel leren Het Youth in Action programma is zo toegankelijk, omdat jongeren er zelf voor kunnen kiezen. Aanmelden kan via de eigen club of jeugdorga-
nisatie. Deelname is echter allesbehalve vrijblijvend. Natuurlijk zijn er eisen en voorwaarden waaraan ze moeten voldoen. De jongeren volgen trainingen, werken actief aan uitwisselingen mee en ze worden bewust gemaakt van hun eigen leerervaringen tijdens een activiteit. Het voordeel van Youth in Action is dat het non-formeel, maar wel erkend leren is. Dat betekent dat buitenschoolse organisaties hun jongeren juist stimuleren om eraan deel te nemen. Dat kunnen jongerenwerkers zijn, maar bijvoorbeeld ook scouting clubs of kerkelijke jeugdorganisaties. Als in 2014 de nieuwe programmatijden voor subsidies in Europa aanbreken, zal er ongetwijfeld vanuit het onderwijs nog samenwerking met jeugdorganisaties zijn. Maar hoe kunnen jongeren zelf, die niet (meer) naar school gaan en evenmin zijn aangesloten bij een groep, dan nog profiteren van Europese mogelijkheden? Het risico dat juist zij geheel buiten beeld raken bestaat wel degelijk. Hoe bereik je deze - kwetsbare - jongeren dan
Burgers van Europa CMO Groningen is sinds 2005 lid van een Europees jeugdnetwerk, het YES-Forum. Adviseurs van CMO Groningen hebben hier met eigen ogen kunnen zien wat het voor kwetsbare jongeren betekent om voor het eerst een paspoort te hebben. Afreizen naar het buitenland en moeten communiceren in een andere taal is een spannende stap. Ineens zijn ze een heuse burger van Europa - met een eigen paspoort. Ze leren bij zo'n uitwisseling verschillende vaardigheden aan die ze in de rest van leven kunnen gebruiken. Denk aan leren omgaan met andere culturen; het groepsproces van een groep jongeren uit verschillende landen. Maar ook aan het vergroten van hun zelfstandigheid omdat ze zich in een vreemd land moeten zien te redden. Uiteraard is er begeleiding, maar als je als vrijwilliger een paar maanden naar een ander land gaat, neem ook je ook werkelijk deel aan het dagelijkse leven daar. Zonder ouders of vrienden om je heen. Dan moet je het toch vooral op eigen kracht zien te redden. EU.Xpress Een groep jongeren die dankzij een projectaanvraag zelf deelgenomen heeft aan Youth in Action, is inmid-
dels in actie gekomen. Zij noemen zich EU.Xpress. Deze groep is druk aan het werk om de Europese Commissie te benaderen. Ze willen daar een helder signaal afgeven dat het subsidieprogramma YIA juist toegankelijk moet blijven voor alle jongeren. Ze hebben een facebookpagina in het leven geroepen, om mensen in heel Europa op te roepen hun stem te laten horen. Gebruik maken van de mogelijkheden die Youth in Action - nu nog biedt, onderstreept ook het belang van dit programma. Dat zou een sterke boodschap vanuit het Noorden van Nederland kunnen zijn. Een aanvraag indienen voor Youth in Action kan nog maar één jaar. Er zijn nog drie deadlines, dus nog drie mogelijkheden!
Europe Mobility for all Onlangs is het project 'Europe Mobility for all' gestart. Eind september kwamen de projectpartners uit Zweden, Italië, Spanje, Duitsland en Nederland bij elkaar voor de officiële kick off. Het project is toegekend binnen het Leonardo programma van de Europese Unie. Het is een vervolgstap op de ontwikkelde methodieken en materialen van het afgeronde project 'Europe mobility'. www.europemobility.eu In het nieuwe project wordt het bestaande (trainings)handboek aangepast en getest voor organisaties die werken met en voor kwetsbare jongeren. De Zweedse organisatie Activa en het YES-forum leiden het project. CMO Groningen zal het handboek aanpassen en gaan testen. Het project kent een looptijd van twee jaar.
Rika Ringersma
Rika Ringersma www.youthinaction.nl
PUNT december '11, nr. 23
nog? En hoe bereiken zij het nieuwe subsidieprogramma? Dat is nu nog een grote vraag.
Poolse delegatie bezoekt Groningen Op dinsdag 25 oktober 2011 bezoekt een Poolse delegatie van het Institute of Development of Social Services, Groningen. Deelnemers zijn directeuren van gemeentelijke zorginstellingen en non-gouvernementele organisaties uit heel Polen.
et bezoek aan Groningen maakt deel uit van een vijfdaags verblijf in de regio Emden/ Leer/Aurich. Het onderwerp van de reis: hoe is in Nederland de samenwerking georganiseerd tussen enerzijds gemeentelijke en provinciale instituten en anderzijds non-gouvernementele organisaties. Daarbij richt de delegatie zich vooral op ouderenzorg en mantelzorg.
H
PUNT december '11, nr. 23
Iedereen doet mee Rond tien uur arriveert de delegatie, in gezelschap van twee tolken, op het provinciehuis te Groningen. Na een korte introductie door Maud Diemer, clustermanager CMO Groningen, krijgt gedeputeerde Marianne Besselink het woord. Zij spreekt over het teruglopende aantal vrijwilligers in Nederland. Het is de taak van de overheid, stelt ze, om andere vormen van vrijwilligerswerk of informele zorg te stimuleren. De ambitie moet zijn: Iedereen doet mee. De vraag is echter hoe hier effectief vorm aan te geven is. Om half elf volgt een rondleiding
door het provinciehuis. Vooral de raadszaal maakt indruk. Frouwina de Boer, voorlichter bij de provincie Groningen, vertelt uitgebreid over de wetenswaardigheden van het provinciehuis. Na de rondleiding volgt een presentatie door de heer Floris de Boer, Senior Beleidsmedewerker bij het Ministerie van VWS. Onderwerp is de langdurige zorg in Nederland, waarbij de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) centraal staat, maar ook de Zorgverzekeringswet (Zvw), de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), het Centraal Indicatieorgaan Zorg (CIZ) en de Inspectie voor de Gezondheidszorg ( IGZ) komen aan bod. De Boer laat aan de hand van cijfers zien dat de informele zorg afneemt. Dit terwijl de vergrijzing alleen maar groeit in de toekomst. De delegatie reageert geïnteresseerd en deelnemers stellen veel vragen over de werking van het Nederlandse systeem van langdurige zorg. De lunch is bij Globe, een restaurant dat werkgelegenheid biedt aan mensen met een grote afstand tot
de reguliere arbeidsmarkt. Voor veel deelnemers is het hun eerste kennismaking met Nederland. Dat verklaart dat de delegatie binnen een half uur weer buiten staat om nog even op eigen houtje de stad te verkennen. Van individuele zorg naar zelfredzaamheid 's Middags houdt Jelly Bruining, dienst Onderwijs, Cultuur, Sport en Welzijn, gemeente Groningen (OCSW) een inleiding over het nieuwe beleid: 'Van individuele zorg naar zelfredzaamheid'. Zij stelt dat de Nederlandse burger een omslag in mentaliteit en manier van denken moet bewerkstelligen. Niet meer: Wat kan de staat doen? Maar burgers moeten zich afvragen wat zij zelf of wat hun naasten kunnen betekenen voor iemand die langdurige zorg nodig heeft. Het leidt tot een levendige uitwisseling van gedachten, over hoe burgers - en overheid - in Polen en Nederland aankijken tegen vrijwillige zorgverlening. Uit deze uitwisseling
Mantelzorg Maud Diemer, clustermanager CMO Groningen, vertelt over de mantelzorg in Nederland, hoe deze is georganiseerd en wordt ondersteund. Duidelijk is dat in Nederland de mantelzorg een belangrijke en grote rol vervult. Ze stelt dat de druk op - en vraag naar mantelzorgers in Nederland verder zal groeien. Dit terwijl op dit moment al rond de 80 procent van de mantelzorgers overbelast is, of risico loopt op overbelasting. Als laatste komt het Alzheimercafé aan bod. Voor de delegatie betekent dit een eerste kennismaking met iets ogenschijnlijk volkomen onbekends. Met een diner, verzorgd door de leerlingen van de horeca-opleiding van het Noorderpoort College, sluit het bezoek af.
Jelmer Mulder
Care for informal care Maandag 14 maart 2011 zit ik vol spanning te wachten op de buitenlandse gasten die mee doen aan de internationale workshop Care for Informal Care. Zijn ze allemaal op tijd aangekomen? Hoe zal het gaan deze week? Mijn collega haalt ze op bij het hotel. Dan komt de groep binnen, bestaande uit elf buitenlandse gasten. Ze zijn er allemaal. Vijf dagen lang gaan buitenlandse gasten - vooral mantelzorgers - met Groningse mantelzorgers en beroepskrachten aan de slag met het thema informele zorg. Ervaringen uitwisselen, presentaties van goede voorbeelden in Groningen en werkbezoeken afleggen. Hoe kom je ertoe om zo'n workshop te organiseren? Een collega binnen de Werkgroep Europa signaleert dat verbreding van thema's wenselijk en mogelijk is. Tot nu toe zijn de subsidieaanvragen bij Europese fondsen vooral gericht op onderwijs en jeugd. We kiezen voor het thema zorg, informele zorg, mantelzorg, werken de aanvraag uit en dienen die in. Centraal in de aanvraag: hoe is in de verschillende Europese landen de informele zorg/mantelzorg geregeld. Omdat er altijd meer aanvragen binnenkomen dan er gehonoreerd kunnen worden, is het een verrassing als we bericht krijgen: aanvraag gehonoreerd. Dan begint het 'echte' werk: werven van deelnemers via netwerken, organisaties, collega's en landelijke organisaties als Mezzo, EIZ en Movisie. We moeten minimaal tien buitenlandse gasten hebben. Uiteindelijk lukt dat en komen deelnemers uit Italië, Slowakije, Roemenie, Turkije, Engeland, Bulgarije. Het is veel regelen en veel organiseren, maar we leren ook veel van elkaar. Tijdens de week verzorgen alle buitenlandse gasten een presentatie over mantelzorg en informele zorg in hun land. In veel gevallen gaat het ook over de eigen mantelzorgervaringen. Voor velen is het de eerste keer dat ze hun persoonlijke ervaringen met anderen delen. Belangrijkste conclusies na de workshop: in de deelnemende Europese landen kennen ze geen - georganiseerde - ondersteuning, en is sprake van veel belasting en overbelasting. Marjolijne Vinkenborg
PUNT december '11, nr. 23
blijkt dat in Polen een ander probleem dan in Nederland lijkt te ontstaan. Waar men, in tegenstelling tot Nederland, wel voor de eigen ouders op leeftijd wíl zorgen, kan men het niet meer opbrengen. Doordat men het te druk heeft met een baan en/of het eigen gezin. De mentaliteit in Polen is wel degelijk anders. Maar in de praktijk blijkt dat dit niet in een heel andere uitwerking resulteert dan in Nederland.
Europa biedt kansen Europa staat volop in de schijnwerpers. De laatste tijd vooral vanwege de Euro-perikelen, maar Europa creëert ook kansen. Kansen die juist nu van belang zijn, zeker voor thema's in het sociale domein zoals vrijwilligerswerk, onderwijs en arbeidsmarkt, leefbaarheid en jeugd.
et zogenaamde 'calls' krijgen lidstaten de uitnodiging om projectvoorstellen in te dienen bij de bijpassende Europese fondsen. Er gaat echter nogal wat werk zitten in een Europese subsidieaanvraag. Deze tijdsinvestering en de onzekerheid of de aanvraag wat oplevert, schrikt partijen als gemeenten en organisaties vaak af. Hierdoor blijven veel middelen en kansen in de provincie Groningen onbenut, zo blijkt uit onderzoek. "Zonde", vindt Sjikke Mulder, directeur CMO Groningen, "want er blijft geld op de plank liggen, dat we hier in de provincie goed kunnen gebruiken."
M
expertise als de banden in de regio heeft. Mulder: "Wij hadden bovendien als coördinator van vier grote Equal projecten waardevolle ervaring opgedaan en verschillende internationale netwerken opgebouwd. Door die projecten is bijvoorbeeld een goede samenwerkingsrelatie ontstaan met Finland en Litouwen waar we graag mee door willen gaan. We kunnen veel van elkaar leren, elkaar versterken. Dat doen we nu ook via bijvoorbeeld het project Connection to Care and Career (C2CC)."
PUNT december '11, nr. 23
Provincie en Werkgroep Eur opa Door expertise te bundelen wilde de provincie Groningen meer profiteren van Europees geld en zo ook meer kunnen betekenen voor Groninger gemeenten en instellingen. De provincie schakelde hiervoor CMO Groningen in, die op het sociale domein zowel de inhoudelijke Sjikke Mulder
De provincie heeft middelen beschikbaar gesteld voor CMO Groningen om meer Europese gelden voor de provincie binnen te halen. "Die middelen hebben we geïnvesteerd in de Werkgroep Europa," vertelt Mulder, "en dat werpt zijn vruchten af." Werkgroep Europa De Werkgroep Europa functioneert vanaf 1 januari 2009 binnen CMO Groningen. Deze werkgroep bestaat uit drie adviseurs. Mulder coördineert de werkgroep.
een werkwijze die we bij CMO Groningen op zoveel mogelijk terreinen toepassen. Een voorbeeld daarvan dateert al van 2001. Toen zijn we met het project 'Kleinschalige Kinderopvang aan huis' (het latere Stichting Thuishuis) door het Ministerie van Economische Zaken genomineerd voor de European Enterprise Award! Uiteindelijk behaalden we in Porto de tweede prijs."
"We hebben het sociale domein helder in beeld, zodat we goede ideeën snel kunnen koppelen aan de 'calls' die langskomen. We hebben een abonnement op de Europese subsidiesite, met daarop elke dag 'attenderingen' over 'calls' die Europa uitzet. Deze screen ik elke dag: zit er iets voor onze provincie bij? Het gaat om het matchen van ideeën met financiële mogelijkheden. Lukt dat, dan gaan we intern een project uitzetten", aldus Mulder. Ze vervolgt: "Het gaat niet om structureel geld. De bezuinigingen die nu op ons af komen kun je er niet mee opvangen. Het gaat meestal om good practices, het uitproberen van nieuwe ideeën, innovatie, kennisuitwisseling en dergelijke." Ze werkt veel samen met andere noordelijke partijen. Mulder: "Vaak is het sterker om voor het hele Noorden iets te doen, daarom werken we ook samen met onze collega-instellingen in Drenthe en
1
Friesland . We zoeken per 'call' welke organisaties in beeld moeten komen. Wij attenderen anderen ook op 'calls'. Zo sturen we bijvoorbeeld 'calls' over sport door naar de directie van het Huis van de Sport. Wij kunnen hen ondersteunen bij de subsidieaanvraag als ze dat willen. Het gaat om het delen van kennis en informatie met relevante partijen." Het sociale domein in Eur opa na 2014 Waar bij ons het sociale domein momenteel te maken heeft met grote bezuinigingen blijft het sociale thema 'Inclusion' tot 2020 een van de drie Europese hoofdthema's, naast Duurzaamheid en Innovatie. CMO Groningen zet vooral in op Inclusion: burgers betrekken bij de samenleving. Mulder: "We moeten wat Europa betreft meer 'out of the box' denken, steeds nieuwe verbanden aangaan,
"Je kunt 'Europa' er niet even bij doen, wij ook niet. Het kost veel tijd en betrokkenheid van de mensen en we verdienen er niet aan. Geld dat we 'binnen halen' komt direct of indirect ten goede aan de burgers. De werkgroep Europa heeft intussen een groot netwerk opgebouwd (YESforum, onderwijs-arbeidsmarkt, ondernemers). Deze contacten in Europa kunnen we heel gemakkelijk aanschrijven, het zijn betrouwbare partners. Deze ingangen heb je ook nodig om aanvragen gehonoreerd te krijgen", stelt Mulder. Ze vertelt dat organisaties vaak niet zijn ingericht op de vereiste registratie voor de Europese subsidies. "We onderzoeken nu hoe we gemeenten en instellingen nog beter van dienst kunnen zijn. Wij gaan een tweetal conferenties organiseren om over de nieuwste Europese maatregelen te vertellen en hoe CMO Groningen hierbij ondersteuning kan bieden". 1
STAMM CMO en Partoer CMO Fryslân
PUNT december '11, nr. 23
Aanbod
Omdat andere bronnen door de bezuinigingen gaan opdrogen, zijn mensen al wel nieuwsgieriger en komen langs om te informeren naar mogelijkheden. "Cofinanciering hoeft niet altijd, dat schrikt organisaties ook vaak af. Sommige 'calls' bieden zelfs 100% financiering. Soms ook kun je andere projecten inzetten als cofinanciering, Je moet alleen even weten hoe dat moet", vertelt Mulder. "Maar het blijft een rompslomp en mensen zien daar erg tegenop. Laat je hierdoor echter niet weerhouden. Daar moet je even
doorheen, dat is technisch, maar dat kun je regelen. Het gaat om mensen met goede ideeën, die breed kunnen denken. Daar is Europa een mooi podium voor. CMO Groningen kan haar diensten hiervoor inzetten." Resultaten en ambities Van de dertien aanvragen in 2010 zijn er zeven goedgekeurd! Eind september 2011 is vastgesteld dat het gemiddeld rendement per ingezette euro, 4.7 is. Dit betekent dat
elke euro die de provincie Groningen investeert in de werkgroep voor de burgers in de provincie Groningen 4,7 euro oplevert! Dat loont de moeite. Mulder: "We hopen op continuering van de door de provincie beschikbaar gestelde middelen. Als dat lukt, dan willen we mogelijk toe naar een Europees Expertisebureau. Als dienstverlening van CMO Groningen en om nog meer ondersteuning te kunnen bieden."
Annemarieke Hunze
PUNT december '11, nr. 23
Stand van zaken Werkgroep Europa - toegewezen subsidies 2009-2011
18
Nr 2009-01 2009-02 2009-05 2009-07 2009-09 2009-10 2009-12
Naam Franchise for women Transfer of Information C2CC Workshops Dropouts Interculturele Effectiviteits Training Youth in Action - Nederland vraagt aan! Ik wait wat ik dou Partnership Competence Based Guidance
2010-01 2010-02 2010-05 2010-09 2010-12 2010-14 2010-15 2011-02 2011-03 2011-10
Netwerk Pflege Netwerk Techniek Care for Informal Care Jongeren en LEADER Preparatory meeting Klaipeda Europe for Volunteers - E4V VIP - Vrijwilligers Inspiratie Prakticum Evoke Fiesta Gem De Marne en Doetlingen al 25 jaar een goede band! Europe Mobility for All IBB Noord
2011-11 2011-13
Rol CMO Leadpartner Samenwerking Leadpartner Leadpartner Leadpartner Partner Ondersteuning bij aanvraag Samenwerking Leadpartner Leadpartner Samenwerking Samenwerking Leadpartner Leadpartner Samenwerking Samenwerking
Subsidieregeling Interreg IVa Leonardo Grundtvig EIF Youth in Action Logo East II Leonardo
Subsidie EU 434.757 267.998 40.110 181.099 16.500 65.000 108.000
Interreg IVa Interreg IVa Grundtvig LEADER Leonardo da Vinci Europafonds EIF Leonardo - LLP Comenius
12.500 13.823 40.430 25.000 1.074 388.754 119.324 291.456 425.387
Onderaannemer Samenwerking Leadpartner
EAC Europe for Citizens Leonardo - LLP EIF
21.000 216.447 146.839
Europa: integratie, activering en vrijwilligerswerk
Activeren, Inspireren en Motiveren met de VIP-methodiek Sinds 1 april 2011 werkt CMO Groningen samen met Multicultureel Vrouwencentrum Jasmijn, Stichting voor Inburgering en Integratie (SI!, Delfzijl) en Interconnect in het project VIP-AIM. VIP-AIM staat voor Vrijwilligers Inspiratie Prakticum: Activeren, Inspireren en Motiveren. Met behulp van de VIP-methodiek zetten deze organisaties in Delfzijl en Groningen zo'n 60 vrijwilligers in.
van het multicultureel wijkfestival én de afsluiting van de feestweek ter gelegenheid van de opening van de Brede School. Dat het belang van het VIP-AIMproject wordt onderkend, blijkt ook wel uit het feit dat het Europese Integratiefonds het project financieel ondersteunt. De bijdrage uit dit fonds stelt betrokken organisaties in staat voorlichtingsbijeenkomsten te organiseren. Maar ook culinaire, creatieve en theaterworkshops te organiseren waar ontmoeting
tussen culturen centraal staat. De organisaties bundelen alle projectervaringen in het VIP-handboek. Op 29 maart 2012 op de landelijke themadag in het Noorden vindt de presentatie van dit handboek plaats. VIP-ambassadeurs activeren deelnemers De methodiek is even simpel als doeltreffend. Lokale VIP-ambassadeurs benaderen nieuwkomers die in een sociaal isolement leven.
Dit project is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage vanuit het Europese Integratie fonds (EIF). "Van EU naar lokaal".
PUNT december '11, nr. 23
oel is om mensen vanuit verschillende achtergronden en culturen de mogelijkheid te geven uit hun isolement te komen, nieuwe contacten op te bouwen en aan een economisch en sociaal zelfstandig leven te werken. Dit is uiteraard in het belang van henzelf, maar zeker ook in het belang van de Nederlandse economie. Gezien de demografische ontwikkelingen en de vergrijzing, hebben we iedereen die bij kan dragen hard nodig. Bovendien levert het voorkomen van isolement ook maatschappelijk gezien een bijdrage aan de leefbaarheid van wijk of buurt. Daarbij gaat het vooral om nieuwkomers in ons land. Sinds de start van het project hebben de betrokken organisaties via een aantal activiteiten al van zich laten horen. Zo was er een zomerfeest, georganiseerd door Jasmijn als afsluiting van het seizoen. In juni was er een Prokkeldag; prikkelende ontmoetingen tussen mensen met en zonder een verstandelijke beperking. In Delfzijl schoven zo'n 400 inwoners aan bij de wijklunch, die de start vormde
D
De actieve leden van zelforganisaties - onder meer de Turkse en Antilliaanse verenigingen - zijn de perfecte VIP-ambassadeurs. Via scholen, moskeeën, wijkkranten en speciale nieuwsbrieven informeren ze bewoners over nieuwe ontwikkelingen en activiteiten in Delfzijl. Si! Delfzijl werkt daarvoor in het lokale project Culturele Dialoog structureel samen met onder meer de Antilliaanse en Turkse verenigingen. Multicultureel Vrouwencentrum Jasmijn richt haar activiteiten specifiek op vrouwen. Jasmijn begeleidt in totaal achttien allochtone vrouwen als vrijwilliger bij hun werkzaamheden in het multiculturele vrouwencentrum. Ze hebben vaste taken als gastvrouw of receptionist. Zij zijn dé VIP-ambassadeurs bij buurtmanifestaties, de vrouwensoos en het zomerfeest in de stad Groningen. Ook gaan de ambassadeurs op huisbezoek bij mensen om hen te activeren. Doelstelling is om zo aan zestig nieuwkomers voorlichting te geven en van hen dertig personen deel te laten nemen aan de workshops.
PUNT december '11, nr. 23
Deelnemers workshops inspireren elkaar Jasmijn en Si! verzorgen samen ook de culinaire, creatieve en theaterworkshops, die ze met de VIPaanpak opzetten. De workshops zijn laagdrempelig en vooral gezellig. Mensen met verschillende culturele achtergronden ontmoeten elkaar en
gaan in dialoog. Doel is deelnemers bewust te maken van hun eigen positie in de Nederlandse maatschappij en hen te stimuleren hun eigen keuzes te maken. In Delfzijl volgen de deelnemers bijvoorbeeld een cursus theater maken. Na een jaar resulteert dit in de presentatie van een eigen, begeleide theaterproductie. Zowel in Delfzijl als Groningen zijn ook kookworkshops. Naast multiculturele kookcursussen in gemengde samenstelling, is er in Delfzijl ook een wekelijkse kookcursus speciaal voor mannen. In Groningen kunnen deelnemers 'internationaal' wokken. Jasmijn biedt vrouwen in de stad Groningen diverse creatieve workshops en cursussen, zoals schilderen, mozaïeken, breien en haken, sieraden maken en leer bewerken. Daarnaast organiseren interculturele contactpersonen in Delfzijl incidenteel kleinschalige activiteiten maar ook grote multiculturele wijkfeesten. Anderen motiveren om aan de slag te gaan Onderdeel van de aanpak is deelnemers aan workshops te motiveren hun ervaringen te delen met anderen. Zodat zij op hun beurt weer voorlichting en demonstraties geven van de workshops tijdens de evenementen in hun eigen buurt en wijk. Dit kan bij een kleinschalig evenement zijn, zoals het wijkfeest in Tuikwerd (Delfzijl) in oktober jl. Maar ook het grotere multiculturele
wijkfestival tijdens de opening van de Brede School Noord (Delfzijl) in juli was een goed podium voor demonstraties en voorlichting. Dit festival trok in totaal zo'n 1200 bezoekers. Groepen en vrijwilligers met diverse etnische achtergronden verzorgden hier eigen optredens en waren actief betrokken bij de organisatie. In dezelfde maand vond het zomerfeest van Jasmijn in Groningen plaats. Er was een optreden van Chinese dans, een demonstratie van de workshop sieraden maken en een expositie van de werkstukken gemaakt in de workshop mozaïeken. De deelnemers aan de workshops worden bij deze manifestaties op hun beurt weer enthousiaste VIP-ambassadeurs. VIP-Handboek en Themadag 29 maar t 2012 CMO Groningen werkt samen met haar partners Interconnect, Jasmijn en Si! aan een grotere bekendheid van de VIP-methodiek bij een breder publiek. Via website, film, flyers en folders brengen ze alle VIP-activitei-
2006 Saida in 2006: "Ik schaam mij als ik mensen moet vertellen dat ik na 25 jaar in Nederland nog steeds niet goed Nederlands kan praten. Maar ik zat thuis opgesloten. Eerst 15 jaar door mijn exman, daarna 10 jaar door mijzelf."
Paula Bisschop Boele en Robert Adrichem Zie ook www.vip-aim.nl
2011 Saida in 2011: "Ik ben nu vrijwilliger (ambassadeur) bij Jasmijn, stimuleer mensen deel te nemen aan de lessen en activiteiten. De vrouwengroepen zijn belangrijk. Vrouwen zijn opgesloten door taal en hebben geen contact. Ze weten weinig van Nederlanders en de Nederlandse taal. Ik bezoek vrouwen thuis, spreek ze aan op straat, op feesten, in de supermarkt, overal waar het kan."
Federation4Women: grensoverschrijdend netwerk voor vrouwelijke ondernemers Federation4Women (F4W) is bezig een vereniging op te richten voor vrouwelijke ondernemers in de grensregio's van Groningen, Drenthe en Duitsland. Dat doet F4W samen met de partners van Leewerk Leer, de Industrie und Handelskammer en de Kamer van Koophandel en de leden van F4W. In september 2011 is hard gewerkt aan werving. In youtubefilmpjes presenteren de leden hun eigen bedrijf én het nut van Federation4Women. Op www.federation4women.eu staat het resultaat. Met als thema 'Netwerken in het grensgebied' vond op 17 september 2011 een groot evenement plaats. Centraal stond: meer ondernemers leren kennen, van elkaar leren en de afzetmarkt vergroten. Diverse sprekers gaven hun visie en tips. Tatjana Sormaz, voorzitter Jong MKB Nederland en Gisela Buss Scheper, ervaren onderneemster, deelden 's middags hun ervaringen. Frau Buss Schepers herhaalde haar Leitmotiv: "Het gaat niet eerst om geld, het gaat erom dat het leuk is. Dat straal je uit en dat geeft de energie om door te gaan." De bijeenkomsten leveren ook nieuwe leden op. Zeven leden doen mee aan taaltrainingen. Vijf leden zijn bezig met individuele coaching van ondernemersvaardigheden. Oktober 2011 stond in het teken van direct marketing. Max Kooijmans analyseerde en beoordeelde de individuele websites en externe uitingen. Het bleken eye-openers voor de deelnemers. In november 2011 heeft Unique Sources een training 'Käse oder Kuchen' verzorgd: hoe herken je andere normen en hoe ga je daar mee om? Tot eind december 2011 kan men zich nog aanmelden bij de vereniging voor € 100,- en als lid gratis deelnemen aan bijeenkomsten en trainingen. Op 15 december 2011 wordt de vereniging - die vijftien leden telt - formeel opgericht en op ludieke wijze overgedragen aan de leden, waarna de vereniging zelfstandig verder gaat. Ook dan zijn nieuwe leden uiteraard welkom. PUNT december '11, nr. 23
ten onder de aandacht en communiceren over de resultaten. Ook werken de partners samen met de vrijwilligerssteunpunten van Groningen, Drenthe en Friesland. Deze steunpunten organiseren regionale manifestaties waarbij ze aandacht schenken aan VIP. De partners binnen dit project bundelen hun expertise en ervaringen in een publicatie: het VIP-handboek. Dit handboek bevat concrete voorbeelden uit de praktijk van Groningen en Delfzijl die instellingen en gemeenten elders in het land zullen inspireren. Zo is de aanpak ook toegankelijk voor en breed inzetbaar door andere organisaties. In het handboek werken ze de methodiek uit met concrete beschrijvingen van de processtappen, de activiteiten en handige tips. Presentatie van het handboek staat gepland tijdens de VIP-themadag op 29 maart 2012. Deze themadag gaat de VIP-methodiek niet alleen lokaal of provinciaal maar ook landelijk op de kaart zetten. De themadag vormt de perfecte afronding van het VIP-project, waarbij de verbinding is gelegd tussen alle niveaus: Europa, Nederland, regio en wijk.
Europa: integratie, activering en vrijwilligerswerk
Europe for Volunteers (E4V) Of het nu gaat om wet- en regelgeving, de arbeidsmarkt of studeren in een ander Europees land, je merkt dat de Europese invloed alleen maar toeneemt. Ook voor vrijwilligers liggen er kansen. Europe for Volunteers (E4V) wil Europa dichterbij brengen door de meningsvorming hierover te bevorderen en mogelijkheden en projecten onder de aandacht te brengen.
e Europese Commissie heeft 2011 uitgeroepen tot het Europees Jaar van het Vrijwilligerswerk. Om het Europese karakter te benadrukken heeft CMO Groningen in het najaar van 2010 met succes - een subsidieaanvraag ingediend bij het Europa Fonds van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. In Samenwerking met STAMM Drenthe en Partoer Fryslan is een plan ingediend om in noordelijk verband het vrijwilligerswerk te promoten en de veelzijdigheid van het vrijwilligerswerk breed uit te dragen. Deze aanvraag is gehonoreerd. Met die beschikbare middelen organiseren de drie noordelijke CMO's in nauwe samenwerking met steunpunten voor vrijwilligerswerk, een reeks van activiteiten die het vrijwilligerswerk van nieuwe impulsen voorziet. Bevorderen van kennis en meningsvorming over de Europese Unie en kansen daarbinnen voor vrijwilligers, maakt deel uit van het project. Met als onderliggend credo het creëren van betrokkenheid van burgers bij elkaar.
PUNT december '11, nr. 23
D
Speerpunten Europees jaar van het Vrijwilligerswerk In het project E4V draait het in de eerste plaats om de doelstellingen en activiteiten van het Europese Jaar van het vrijwilligerswerk. Centraal staat: 'de Europese burger aanmoedigen vrijwilligerswerk te doen en eventuele drempels hiervoor weg te nemen.' Speerpunten zijn: = de positie van vrijwilligerswerk versterken, = vrijwilligersactiviteiten erkennen en belonen, = aandacht vestigen op het belang van vrijwilligerswerk. E4V heeft daar doelstellingen aan toegevoegd. Ten eerste: vrijwilligerswerk beter toegankelijk maken, zodat meer mensen kunnen deelnemen. Dit geldt in het bijzonder voor jongeren, allochtone burgers en mensen met een beperking. Ten tweede: organisaties meer bewust maken dat groepen en individuen
verschillende achtergronden, voorkeuren en (on-)mogelijkheden hebben. En tot slot het te voeren beleid meer afstemmen op de diversiteit van burgers. Een ander belangrijk doel is het propageren en onder de aandacht van de kansen die vrijwilligerswerk kan bieden. Ervaringen als vrijwilliger kunnen bijdragen aan verdere ontplooiing zowel in eigen land als binnen de EU. Dit kan de arbeidsmobiliteit bevorderen en de participatie vergroten. De kennis en mogelijkheden hierover zullen meer bekend moeten worden. E4V realiseert deze doelstellingen door: = themacampagnes te voeren, = voorlichtingsmaterialen te ontwikkelen en te verspreiden, = de dialoog te bevorderen over wat de EU vrijwilligers aan kansen biedt, = activiteiten te bevorderen waarin thema's onder de aandacht worden gebracht van vrijwilligersorganisaties en vrijwilligers.
Steunpunten vrijwilligerswerk zijn de lokale aanjagers
' Bonte Karavaan' De 38 deelnemende lokale steunpunten uit de drie noordelijke provincies hebben in de afgelopen maanden een breed palet aan activiteiten georganiseerd. Vaak met een feestelijk karakter om vrijwilligers te waarderen en in het zonnetje te zetten. Maar ook met workshops, informatiemarkten, vrijwilli-
gersprijzen en foto-exposities is het vrijwilligerswerk onder de aandacht gebracht van een breed publiek. In een tijd dat er in toenemende mate een appèl wordt gedaan op burgers is het van belang dat vrijwilligerswerk een positieve uitstraling heeft en aantrekkingskracht uitoefent op potentiële vrijwilligers. De website www.e4v.nl is een belangrijk medium om activiteiten onder de aandacht te brengen, ervaringen uit te wisselen en elkaar te inspireren.
(april - oktober 2012) richt de aandacht zich vooral op het thema mobiliteit en Europa en de rol die het vrijwilligerswerk hierin kan spelen. In het voor- en najaar van 2012 organiseren de betrokken CMO's respectievelijk een Noordelijk en Landelijk congres. Daarin werken ze samen met diverse provinciale en landelijke organisaties om het kennisnetwerk verder te versterken.
Klaas Leenstra
Regionale manifestaties en campagnes Lag in de eerste fase van het project de nadruk op lokale activiteiten, in het tweede deel verplaatst het accent zich naar de regio. In diverse noordelijke regio's vinden manifestaties plaats bestaande uit een mix van informatie, debatten, workshops, 'good practices' en entertain ment om een breed publiek bereiken. Een groots opgezette campagne rond 'veelzijdigheid en diversiteit' van vrijwilligerswerk loopt hier als een rode draad doorheen. Met zelfgemaakte filmspotjes, een voorlichtingsfilm, workshops en perspublicaties wordt de campagne uitgerold. Niet in de laatste plaats om ook groepen te bereiken die nu nog niet actief zijn als vrijwilliger. In de afsluitende fase van het project
www.e4v.nl
PUNT december '11, nr. 23
Maar hoe ziet dat er nu uit in de praktijk? De lokale steunpunten voor vrijwilligerswerk spelen een cruciale rol binnen het project E4V. Op het lokale niveau zijn zij de basis en de motor die het vrijwilligerswerk stimuleren en mede vorm geven. In de eerste plaats door vraag en aanbod met elkaar te matchen, maar bovenal door impulsen te geven aan vernieuwing. De steunpunten spelen bovendien als intermediair een belangrijke rol binnen het project. Via hun netwerken kunnen vele organisaties en vrijwilligers en potentiële vrijwilligers bereikt worden. Naast de steunpunten vrijwilligerswerk besteden ook veel gemeenten aandacht aan het Europese jaar voor vrijwilligerswerk. Met allerlei festiviteiten promoten gemeenten het vrijwilligerswerk en laten hun waardering zien, zowel voor de inzet van vrijwilligers als voor al het werk dat ze doen.
Economische ontwikkeling is onze core business In de afgelopen twaalf jaar hielp het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) de noordelijke economie internationaal op de kaart zetten. Met dank aan de honderden miljoenen euro's die uit Brussel werden overgemaakt. De economische opleving van de afgelopen jaren is echter geen panacee voor de krimpproblematiek in de regio, menen directeur Rob Engelsman en hoofd Regelingen Henk Emmens.
PUNT december '11, nr. 23
"I
k denk dat we een van de kansrijkste regio's van Europa zijn. Met vijf topsectoren hebben we goud in handen. In de eerste plaats is dat energie - ook duurzame energie - waarvan we alle aspecten, van winning tot distributie en marketing beheersen. Maar ik denk ook aan gezond oud worden, een nieuwe bedrijfstak die hier volop in ontwikkeling is. Als je daarbij voegt de drie andere topsectoren waarin we excelleren, agribusiness, sensortechnologie en watertechnologie, dan voorspel ik dat we over 20 jaar behoren tot de sterkste regio's van Europa." Rob Engelsman, geboren Hagenaar maar al twintig jaar woonachtig in Groningen, is trots op het Noorden. Met zichtbaar genoegen wijdt hij uit over de verworvenheden van de noordelijke economie, over de innovatieve kracht van de bedrijven, de vindingrijkheid van de ondernemers en de verscheidenheid van producten.
Calimero -effect is helemaal weg Dat is wel eens anders geweest. Toen hij in 2000 aantrad als directeur van het SNN was het Noorden nog een in zichzelf gekeerd gebied dat vragend de hand ophield bij Den Haag. Engelsman is zelf verrast door de omslag die in luttele jaren plaatsvond. "We weten niet wanneer het is gebeurd maar het Calimeroeffect is helemaal weg. Het Noorden heeft een zelfbewuste positie ingenomen tegenover Den Haag. We hebben een sterke economie en dat willen we laten zien ook." Hij steekt niet onder stoelen of banken dat hij vindt dat zijn SNN daar zijn steentje aan heeft bijgedragen. Het SNN ontstond uit een vooruitziend initiatief van de provinciebesturen van Groningen, Friesland en Drenthe, waarbij zich later de belangrijkste plaatsen, Groningen, Assen, Leeuwarden en Emmen, aansloten. Onder het motto 'samen sta je sterker' besloten de drie provincies hun economisch beleid
Henk Emmens
te stroomlijnen en het samen naar Den Haag en Brussel uit te venten. Daarbij was de blik gericht op de aanzwellende stroom stimuleringsgelden die het kabinet en de Europese Commissie voor regio's met een economische achterstand beschikbaar stelden. Het SNN werd de spin in het web bij de verdeling van de gelden voor het stimuleringsprogramma Kompas voor het Noorden. Tussen 2000 en 2007 mocht de organisatie 1 miljard euro aan Europese en
Rob Engelsman
Gezien de resultaten van de afgelopen jaren lijkt dat een logische stap, maar daar denkt Engelsman heel anders over. "Er gaan stemmen op die zeggen dat wij lang genoeg van de Europese fondsen hebben geprofiteerd en dat het geld naar de nieuwe leden moet gaan. Dat is een respectabel standpunt. Maar onze redenering is dat je alle regio's moet blijven stimuleren om het beste eruit te halen. Europa wil de welvarendste en meest innovatieve economie van de wereld worden,
daarvoor heb je de sterke regio's hard nodig." Innovatie is aanpassen aan de markt De economie van Noord-Nederland draait voor een belangrijk deel op kleine en middelgrote bedrijven, vertelt Henk Emmens, zij vormen de motor van de economische ontwikkeling. Emmens is hoofd van de afdeling Regelingen van SNN, die zich toelegt op het bieden van financiële steun aan het midden- en kleinbedrijf (MKB) in de drie provincies. Jaarlijks weet zijn afdeling tussen de 1000 en 1500 subsidies aan de man te brengen, maar dat is niet zijn hoofdtaak. "We doen meer dan alleen de kale subsidieverlening. We gaan bij de ondernemers langs en vragen waar hun behoeften liggen en proberen daar op in te spelen." De grote uitdaging voor het SNN is om ook de kleinere ondernemingen mee te sleuren in de opbloei die nu gaande is in de vijf topsectoren. Het sleutelwoord daarbij is innovatie, legt Emmens uit. "Innovatie betekent het continu aanpassen aan de markt. In een moderne economie moet een bedrijf, om het hoofd boven water te houden, voortdurend blijven vernieuwen en investeren. Anders is het op een gegeven moment over. Daar blijven wij steeds op hameren en daarom stimuleren wij innovaties." Vernieuwen is ook zoeken naar nieuwe afzetmarkten en daar komt
het belang van Europa voor het Noorden om de hoek kijken. De economie van Noord-Nederland drijft al lang niet meer alleen op de werklust van de bakker, aannemer en loonwerker, maar wordt veel meer bepaald door de creatieve ondernemer die nieuwe producten ontwikkelt en afzetgebieden zoekt die soms ver over de grens liggen. Economie groeit ondanks bevolkingskrimp Die internationale oriëntatie maakt het bedrijfsleven betrekkelijk ongevoelig voor regionale problemen zoals een afnemende bevolking. De bevolkingskrimp in delen van de drie noordelijke provincies jaagt Engelsman dan ook geen angst aan. "De redenering dat in een krimpregio de economie per definitie ook krimpt, gaat niet op. Kijk maar naar een krimpregio als Delfzijl en de Eemsmond, daar wordt in de komende jaren 23 miljard euro verspijkerd. En ook in Zuidoost-Drenthe krimpt de bevolking en groeit de economie." Het is dus maar de vraag of de economische opleving tegenwicht kan bieden aan een afnemende bevolking, denkt Engelsman. Het SNN is ook niet in het leven geroepen om maatschappelijke vraagstukken op te lossen, benadrukt hij. "De programma's die wij uitvoeren zijn daarvoor niet bedoeld. Wij krijgen geld voor de economische ontwikkeling, daarvoor zijn wij opgericht. Economische groei is onze core business." En daar sluit Emmens zich bij aan: "Het leven wordt er ook een stuk gemakkelijker van. Als je die sociale aspecten erbij gaat betrekken, kom je niet meer aan subsidieverstrekking toe. We moeten ons werk afbakenen. Dat klinkt soms onlogisch maar het is de enige manier om resultaat te bereiken."
Bert Hidding
PUNT december '11, nr. 23
Rijkssubsidies onder het noordelijke bedrijfsleven verdelen. In de periode tussen 2007 en 2014 was dat nog een slordige 500 miljoen euro. Maar als de voortekenen niet bedriegen, zal de geldstroom naar het Noorden in de komende programmaperiode tot 2020 verder afzwakken, ook vanuit Brussel.
2012 het jaar van Active Ageing 'Active Ageing' houdt in dat ouderen actief blijven door langer te werken, later met pensioen te gaan, of door vrijwilligerswerk te doen. Door 2012 uit te roepen tot het Europees Jaar van 'Active Ageing' vraagt Europa aandacht voor de uitdagingen waar de Europese landen in de komende jaren mee te maken krijgen.
at mensen steeds ouder worden, is al niet echt nieuws meer. De overheid - zowel de Nederlandse als de Europese wil dat die ouderen zolang mogelijk fit, actief en zelfstandig blijven. Met het oog op de demografische ontwikkelingen in Europa, heeft de Europese Commissie op 6 september 2011 formeel voorgesteld om 2012 uit te roepen tot het jaar van Active Ageing. Naar verwachting keuren het Europees Parlement en de Europese Raad het voorstel begin 2012 goed.
D
PUNT december '11, nr. 23
Bevolkingsontwikkelingen Die sterk vergrijzende bevolking heeft gevolgen voor zowel overheidsdiensten als -financiën. Europa staat op het vlak van vergrijzing en demografische verandering voor een aantal uitdagingen. Nieuwe verhoudingen en nieuwe verdelingsvraagstukken hebben grote sociaaleconomische gevolgen en zijn primair voelbaar op decentraal niveau.
Provincies en gemeenten hebben belangrijke taken op het gebied van welzijn en zorg, arbeidsmarktparticipatie en -productiviteit, het bieden van diensten en voorzieningen ten aanzien van onderwijs, huisvesting en openbaar vervoer. Om de bevolkingsontwikkelingen succesvol te laten verlopen, is in de toekomst een grotere inzet nodig op deze gebieden. Sociale activiteit Actief zijn en blijven kan onder meer via betaald werk en vrijwilligerswerk. Ook uitwisseling van diensten is een vorm om actief te blijven. CMO Groningen heeft met de NHL Hogeschool Leeuwarden, het Healthy Ageing Network NoordNederland (HANNN), het Zorg Innovatie Forum (ZIF), de Hanzehogeschool en het Technologisch Centrum Noord-Nederland (TCNN) bij de eerste Progress Call een aanvraag ingediend in Brussel voor 1 een pilot. Doelstelling van deze 1
2
pilot is ouderen door middel van een Social Gaming Applicatie (App) te helpen hun sociale netwerk te vergroten, bijvoorbeeld door hen in contact te brengen met medespelers - ook van andere generaties. Dat kan wellicht bijdragen aan het verminderen van gevoelens van eenzaamheid. Aanleiding voor deze aanvraag is onder meer het onder2 zoek naar eenzaamheid dat CMO Groningen in 2010 heeft gedaan in de gemeenten Eemsmond en Loppersum. We streven ernaar dat de gemeente Eemsmond één van de uitvoeringslocaties wordt als het project doorgaat. De andere uitvoeringslocatie zou Leeuwarden en omgeving kunnen zijn.
Medio december is duidelijk of de aanvraag is gehonoreerd In het onderzoek is onder meer in kaart gebracht wat maatschappelijke organisaties al doen om eenzaamheids problematiek tegen te gaan. Ruim 400 volwassen inwoners hebben een vragenlijst ingevuld en daarin onder andere aangegeven hoe zij denken dat eenzaamheid bestreden kan worden
De samenwerkingspartners willen het project daarom richten op sociaal actief zijn, worden en blijven. De primaire doelgroep is ouderen vanaf 60 jaar, die na het beëindigen van hun loopbaan, na het verlies van hun partner en/of 1 ondanks afnemende gezondheid sociaal actief willen worden of blijven. Zij kunnen hierbij ondersteuning krijgen van en/of samen2 werken met jongeren (tot een jaar of 25), die sociaal actiever willen worden en/of hun sociale netwerk willen vergroten. Jongeren vormen dus de secundaire doelgroep van het project. Jongeren kunnen via social gaming bijvoorbeeld leren om meer diepgaande interacties aan te gaan. Door een Social Gaming App voor een smartphone te ontwikkelen, zal de game voor iedereen toegankelijk zijn. De pilot legt een relatie tussen ouderen en studenten van de NHL én studenten die een Minor Social Gaming aan de Hanzehogeschool volgen. Studenten van het Instituut Techniek en het Instituut Zorg & Welzijn van de NHL dragen bij aan de technische/ICT aspecten, evenals de welzijnscomponent.
Maud Diemer 1
Dit zijn risicofactoren voor sociaal isolement, die vooral bij ouderen aan de orde zijn 2 Hierbij denken we onder andere aan hbo-studenten. Ouderen en jongeren zouden bijvoorbeeld samen een activiteit kunnen organiseren voor de basisschooljeugd in het dorp
Wat is Social Gaming? Social Gaming draait om het communiceren met medespelers tijdens het spelen van een videogame. Op internet kunnen spelers tijdens Flash Games vaak al onderling chatten. Dat geeft een nieuwe dimensie aan het spelen. Hoe meer men het gevoel krijgt dat er een echte persoon aan de andere kant actief is, hoe spannender en interessanter het spel wordt. Het is al een tijd mogelijk om multiplayer te spelen, maar echte gesprekken konden spelers in het begin niet voeren. Ook is het vaak al mogelijk om te zien welke scores je behaalt in vergelijking met medespelers in dat spel. De gegevens worden op internet opgeslagen en zijn in het spel af te lezen. Producenten van videogames maken op sociaal gebied steeds meer mogelijk voor gamers. Zo is het denkbaar dat de webcam een belangrijke rol kan gaan spelen bij gamen. De beste voorbeelden van Social Gaming zijn spellen zoals Second Life waarbij men in een virtuele wereld met elkaar kan chatten en zelfs een virtuele wereld met elkaar kan opbouwen. Ook zien we steeds meer games ontstaan binnen social networks. Vooral binnen Facebook zijn zeer populaire games gelanceerd. Het ultieme voorbeeld daarvan is zonder meer Farmville, een kinderlijk eenvoudig landbouwspelletje binnen Facebook met 32 miljoen gebruikers per dag.
Healthy Ageing busreis naar Brussel Op 21 juni 2011 reisde op initiatief van het Zorg Innovatie Forum (ZIF) een delegatie van stakeholders van het ZIF af naar Brussel. Doel was om daar zowel de conferentie over Healthy Ageing bij te wonen als te luisteren naar het Noordelijke ambitiestatement: het Event Cross. Tijdens de heenreis kregen alle deelnemers de gelegenheid zich in de bus te presenteren. Deelnemers gebruikten bovendien volop de mogelijkheden om te netwerken onderweg. In Brussel vonden presentaties plaats van de best practices vanuit het Healthy Ageing Network Noord-Nederland. Daar bleek ook dat er in Brussel behoefte bestaat om aanvragen voor nieuwe pilotprojecten rondom het thema Active Ageing 2012 te ontvangen. In het middag- en avondprogramma was heel bestuurlijk Noord-Nederland op de been: Commissarissen van de Koningin, burgemeesters, wethouders en provinciale ambtenaren uit Noord-Nederland benadrukten de belangrijke thema's waarin het Noorden zich kan onderscheiden: windtechniek, duurzame voedselproductie en active ageing. Het werd een lange dag. De terugreis uit Brussel konden deelnemers pas om 23.30 uur aanvaarden, omdat de bus pech had. Maar toen waren er al lang leuke contacten gelegd, waarbij CMO Groningen in de toekomst een rol kan spelen. Maud Diemer
PUNT december '11, nr. 23
Sociale activiteit als ker nwoord
We hebben geen probleem - We zijn het probleem Het nieuwe spel heet: de verbinding op inhoud. Dat is de stelling van lector Regionale Transitie van Hogeschool Van Hall Larenstein in Leeuwarden, Willem Foorthuis. Zoek de verbinding: met partners in de eigen regio, landelijk en in Europa. Bundel beschikbare kennis en mogelijkheden. Daar ligt de oplossing om ook in de toekomst - ondanks bezuinigingen - bij te dragen aan leefbaarheid. Willem Foorthuis
oorthuis heeft in zijn werk op het gebied van plattelandsontwikkeling en regionale veranderingen bij voortduring te maken met allerlei vragen. Vragen als: wat is de oplossing, waar haal ik aanvullend geld vandaan, hoe regel ik dit, wie kan dit voor mij doen? Zijn reactie is dan: wijzen op het einde van een tijdperk. 't Is crisis, hoera! Eindelijk is er minder geld en eindelijk moeten mensen weer samenwerken en zijn gedwongen na te denken over de werkelijke problemen die gaande zijn bij krimp, vergrijzing, duurzaam gedrag. En dat vanuit een integraal perspectief. Men is weer gedwongen elkaar op te zoeken, weer te leren communiceren met vreemde partijen, leren vragen te stellen in plaats van aanvragen te schrijven. Verbinden in plaats van uitgeven. Programmeren in plaats van projecten draaien onder het motto geld op, project gestopt! Waar ben je dan mee bezig!? En eindelijk en vooral moeten we nieuwe netwerken leren bouwen, oude relaties revitaliseren en
PUNT december '11, nr. 23
F
28
opgedane kennis daadwerkelijk benutten, uitwisselen en samen creëren. Dit geldt voor de eigen organisatie (laag 1), het geldt voor de eigen regio en werkgebied (laag 2) en het geldt voor het Europese speelveld (laag 3). Hierbij ook direct maar de waarschuwing gegeven; je doet mee of je ligt er uit! Kopgroep of bezemwagen. Als je niet in staat bent om vanuit het dagelijks werk de verbinding te maken met potentiële partners als onderwijsen kennisinstellingen of bedrijfsleven en dat niet voor een project maar structureel, dan heb je in Groningen, Den Haag of Brussel niet veel te zoeken. Hieronder het kader, de nieuwe tijdsgeest en de gebruiksaanwijzing van het nieuwe spel in drie stappen. Allianties - eerst regionaal, dan transregionaal Naar een nieuwe manier van samenwerken - bundelen van eigen en andermans kennis en mogelijkheden.
In Nederlandse regio's hebben wij de afgelopen decennia niet te klagen gehad over de aanwezigheid van financiële middelen om programma's en projecten te financieren. De komende jaren echter moet er flink bezuinigd worden. Centraal wat moet, decentraal wat kan - onder dit motto werkt ook het nieuwe kabinet. Levert ons dat belemmeringen of kansen? Kunnen we ondanks of misschien wel dankzij die bezuinigingsoperaties onze mogelijkheden verruimen? En over centraal gesproken - wie werkelijk centraal moet staan is de burger. Modern burgerschap - civil society - vraagt om actieve betrokkenheid bij het publieke domein en vraagt om nieuwe vormen van participatie. Geen klassieke inspraak, maar deelname aan beleidsvoorbereiding, aan opdrachtgeverschap, co-productie. Hier is een herdefinitie nodig: van cliënt en consument naar co-producent en medeopdrachtgever: burgers, overheden en maatschappelijke organisaties die elkaar als partners zien voor het
bereiken van hun gezamenlijke doelen. In dat licht gezien stellen urgente problemen als krimp, vergrijzing, milieu, klimaatverandering en veiligheid hele andere vragen dan we denken. Het gaat er niet om hoe we deze crises managen. Het gaat erom hoe we een gemeenschappelijk veranderings- en leerproces bouwen en doorlopen. Dat vergt een mentaliteitsomslag bij burgers, professionele organisaties en overheden, een integrale focus van professionele inzet, een integrale opvatting van sociale cohesie.
collega's en burgers uit de regio werken aan een structurele alliantie om kennis, competenties en middelen te bundelen en op die basis nieuwe kennis, competenties en middelen te creëren. Het is een on-going proces, een mogelijkheid om via het normale werk nieuwe kansen te vinden. Het gaat hier dus om een structureel werk- en leerproces om met elkaar te komen tot een strategische samenwerking op regionale schaal. Volgende stappen zijn nationale en/of Europese samenwerking onderzoeken en aangaan.
De centrale vragen
Dit zijn vragen die niet op lokaal niveau zijn op te lossen. Gevraagd is het vormen van solide regionale allianties - een nieuwe manier van werken. Geen incidentele ontmoeting met goedbedoelde afspraken waar in de praktijk weinig van komt, geen eenmalige cursus of training. Maar regulier samen met
Stappenplan Stap 1 is een strategische verkenning: = = = = = = = = =
Wie zijn de strategische partners in mijn regio? Welke thema's zijn cruciaal in mijn werk? Met welke thema's en projecten zijn die partners bezig? Welke thema's spelen een essentiële rol in de regio? Hoeveel van die thema's en projecten zijn al gefinancierd? Wat kan ikzelf brengen en wat valt er voor mij te halen? Wat komen we te kort? Zijn dat alleen financiën of ook kennis en competenties? Welke partners missen we? Welke rol speelt de burger?
Stap 2 is een strategische bundeling: =
=
=
=
Hoe clusteren we met elkaar de hoeveelheid aan projecten in een slimme kennisagenda? Hoe pakken we die clusters vervolgens met elkaar aan - zowel qua werkwijze als inhoudelijk en financieel? Welke nationale en regionale fondsen en beleidssubsidies staan er tot onze beschikking? Aan welke randvoorwaarden moeten we voldoen?
PUNT december '11, nr. 23
De centrale vragen zijn: Hoe kunnen overheden en maatschappelijke organisaties hun sectorale structuren overstijgen en inspelen op de (nog) (deels) verborgen capaciteiten van burgers? En hoe kunnen burgers, met hun scepsis over de overheid en tegelijkertijd hun hoge verwachtingen omtrent dienstverlening van diezelfde overheid, hun rol als consument inruilen voor die van initiatiefnemer en co-producent, opdrachtgever of uitvoerder?
29
= = =
Hoe matchen we dat met onze eigen doelen? Welk ritme in tijd en geld is hieraan verbonden? Wat gaan we nu concreet doen?
Stap 3 is EU-par tnersearch =
=
=
=
PUNT december '11, nr. 23
=
In wezen doorloop je in dat traject dezelfde verkenning als op de regionale schaal, maar dan transregionaal. Aan vrijwel alle beleidsterreinen van de gemeentelijke en provinciale overheid zijn subsidieprogramma's van de Europese Unie te koppelen. Daarbij kan het gaan om beleidsontwikkelingen op gebied van welzijn, gezondheidszorg, economische structuurversterking, werkgelegenheidsbevordering, recreatie en natuurbehoud in zowel de steden als het platteland. Daarbij kan echter niet worden gezegd dat er dan ook automatisch Europese fondsen beschikbaar kunnen komen. Al die programma's kennen weer hun eigen doelstellingen en prioriteiten die moeten 'matchen' met de doelstellingen van (de gemeente en/of) de provincie op het betreffende beleidsterrein. Regionale allianties zijn dus van strategisch belang! Het vraagt daarnaast om kritisch en flexibel opereren en denken. Want soms moet je beleidsdoelstellingen zodanig kantelen dat kan worden aangesloten bij de criteria en doelstellingen van de Europese programma's en wel op een zodanige manier dat liefst zo weinig mogelijk van de oorspronkelijke doelstellingen van het beleid verloren gaan. Door nu al te gaan werken aan bijvoorbeeld slimme koppelingen tussen sociaal en regionaal economisch beleid kan in 2013 een vliegende start worden gemaakt waardoor kwalitatief sterkere transregionale partnerschappen kunnen worden ontwikkeld.
Advies En als u nu slim bent, dan reageert u op dit artikel met een kennisvraag aan CMO Groningen; stuur een mail en geef aan: Hartstikke interessant maar help mij om hier competenties in op te bouwen. Kijk dan is ook dat een gedeelde zorg. Want CMO Groningen moet het niet bij publiceren alleen laten.
Lectoraat Regionale Transitie: Lector Willem Foorthuis
Zie ook www.kenniswerkplaats.eu Met dank aan Sabine Lutz; stichting Ommelanden
Kort Nieuws
Veel belangstelling voor Licht Pedagogische Hulpverlening Een kleine veertig professionals waren eind september 2011 in Bedum bijeen op uitnodiging van de vier samenwerkende CJGgemeenten Bedum, Eemsmond, De Marne en Winsum. Deelnemers bespraken het bestaande aanbod van licht pedagogische hulpverle-
De Groningse Beursvloer overtreft alle verwachtingen Donderdag 27 oktober 2011 vond in de Oosterpoort Groningen de 4de editie van de Groningse Beursvloer plaats. Op de Beursvloer troffen bedrijven, maatschappelijke en vrijwilligersorganisaties elkaar. Gedeputeerde William Moorlag gaf om 15.30 uur het startsein. De ruim 200 aanwezigen konden tot 17.00 uur handel drijven. Daarna verzamelden twee accountants de gemaakte afspraken, telden het aantal matches en vertaalden dat naar een bedrag. Dit jaar zijn alle verwachtingen overtroffen. Het bedrijfsleven heeft 116 matches gemaakt met (maatschappelijke) vrijwilligersorganisaties. Deze 116
matches vertegenwoordigen een bedrag van 425.000 euro. Een werkelijk ongelooflijk resultaat! William Moorlag: "'Ongelooflijk wat we bereikt hebben met elkaar. Wat mij betreft is dit een begin want dit smaakt naar meer!". De bedrijven die zich ook Maatschappelijk Betrokken willen inzetten hoeven niet te wachten op de volgende Beursvloer. De website www.degroningsebeursvloer.nl
blijft on-line. Bedrijven kunnen daar hun aanbod matchen met vragen van organisaties. Info: Rein de Vries, PMOG,
[email protected]
Damsters staan centraal in het nieuwe welzijnswerk in Appingedam De gemeente Appingedam wil iedereen betrekken bij de samenleving. Dat staat in de eindpublicatie van 'De Damster Aanpak'. Daarin zijn de uitkomsten van het programma Welzijn Nieuwe Stijl, de nieuwe invulling voor zalencentrum Kabzeël en de nieuwe manier van jongerenparticipatie verwoord. 'De Damster Aanpak' is gericht op de participatie en betrokkenheid van de inwoners van Appingedam. Motto is; niet voordoen, maar méédoen! De aanpak bestaat uit drie bouwstenen.
PUNT december '11, nr. 23
QR code Op steeds meer plaatsen duiken deze afbeeldingen op: QR codes. De code leidt direct naar een website of een bepaalde pagina op die website. Met speciale, gratis software op uw mobiele telefoon (beschikbaar voor Iphone of Android) kunt u deze QR code 'lezen'. Activeer het programma richt de camera op de QR code en scan de code. Binnen enkele seconden verschijnt de link naar de website op de mobiele telefoon. Het laatste nieuws op www.cmogroningen.nl kunt u via deze QR code snel benaderen.
ning, signaleerden eventuele hiaten en overlegden hoe nog effectiever kan worden samengewerkt. Het programma - voorbereid door CMO Groningen - gaf aanleiding tot levendige discussie en leidde tot bruikbare ideeën. CMO verwoordt die ideeën en resultaten in een advies aan de CJG gemeenten. Informatie over de bijeenkomst vindt u op www.cjgnoordgroningen.nl of bij Mischa Geurink, projectleider gemeente Winsum:
[email protected], telefoon (0595) 447786.
31
Een nieuwe invulling voor Kabzeël. Na een flinke opknapbeurt kan het onderdak bieden aan verschillende functies op gebied van welzijn, kunst en cultuur voor jong én oud. = Het onderzoek Eemsdelta ♥ME! De gemeente heeft onderzocht hoe jongeren betrokken willen worden bij hun leefomgeving. = Welzijn Nieuwe Stijl, een stimuleringsprogramma van het Ministerie van VWS. Daar bij gaat het om twee dingen: wat is de reikwijdte van eigen inzet van bewoners? Hoe kan de WMO beter aansluiten op wat mensen echt nodig hebben om mee te kunnen doen in de samenleving. Met allerlei activiteiten en verschillende werkvormen is in beeld gebracht wat instellingen én bewoners van jong tot oud willen, wat ze zelf kunnen en welke steun ze daarbij nodig hebben. Belangrijke conclusie: Damsters kunnen en willen zélf veel aanpakken. Weten wat Chill! en Jimmy's daarmee te maken hebben, of wat de toekomst van Kabzeël is? Kijk op: www.cmogroningen.nl Info: Dorine Sibbes,
[email protected] PUNT december '11, nr. 23
=
32
Onderzoek Experiment Geïntegreerde Kindvoorzieningen op het Groninger platteland Noord-Groningen (de gemeenten Delfzijl, Eemsmond, Appingedam, Loppersum, De Marne, Winsum en
Bedum) kampt sinds 2005 met een dalend aantal inwoners. Ook het aantal kinderen neemt sterk af. De verwachting is dat in de toekomst deze daling alleen maar toeneemt. Dit heeft gevolgen voor de kindvoorzieningen. In het experiment 'Geïntegreerde kindvoorziening' onderzoekt CMO Groningen hoe de kinderopvang en het basisonderwijs in Noord-Groningen in de toekomst kwalitatief goed, betaalbaar en bereikbaar kunnen blijven, ondanks een verminderde instroom. De volgende vragen staan centraal: Welke bestaande onderzoeken en initiatieven ten aanzien van geïntegreerde kindvoorzieningen zijn er in Nederland? Hoe ziet het huidige aanbod rond kindvoorzieningen in NoordGroningen eruit? Hoe zal het aanbod rond kindvoorzieningen in Noord-Groningen zich in de toekomst ontwikkelen bij ongewijzigd beleid? De doelstelling van het experiment is een ontwerp realiseren voor een integrale kindvoorziening waardoor de kinderen maximale ontwikkelingskansen hebben. CMO Groningen voert het onderzoek uit in opdracht van de samenwerkende organisaties: de provincie Groningen, gemeenten, schoolbesturen, peuterspeelzaalwerk en kinderopvang in NoordGroningen. Het rapport 'Kinderopvang en Basisonderwijs in NoordGroningen' is daarvan het resultaat. Lees meer over de resultaten van dit onderzoek op:
www.cmogroningen.nl
Info: Carola Simon,
[email protected]
IBB Noord Het Europees Integratie Fonds, nu ondergebracht bij het Ministerie van BZK, heeft de aanvraag, van CMO Groningen, genaamd IBB Noord, goedgekeurd. IBB Noord staat voor het project Integratie, Binding en Burgerschap. Het project richt zich op het vergroten van interculturele vaardigheden van bestuurders, ambtenaren en andere professionals werkzaam voor gemeenten en uitvoeringsinstanties door middel van trainingen. Het project wordt uitgevoerd in samen werking met Kenniscentrum Minderheden Groningen en Interconnect. Info: Femmy Busscher,
[email protected]
Nieuwe aanpak onderzoek scootmobielgebruik De verstrekking van een scootmobiel aan mensen met een beperking van hun mobiliteit is een groot succes. Dat blijkt uit onderzoek dat CMO
benen op www.cmogroningen.nl. Info: Fransje Grisnich,
[email protected]
Factsheets 'Zorg voor de Toekomst Noord- en OostGroningen' Het masterprogramma 'Zorg voor de Toekomst Noord- en Oost-Groningen' is opgezet om zorg voor burgers in Noord- en Oost-Groningen beschikbaar, bereikbaar en kwalitatief hoogwaardig te houden. Dit wordt door de huidige demografische veranderingen, zoals een bevolkingsafname en de vergrijzing, steeds moeilijker. De zorgvraag groeit terwijl het zorgaanbod steeds moeilijker te organiseren is. Het masterprogramma voert projecten uit binnen vijf verschillende actielijnen: = Leefstijlinterventies & preventie (beïnvloeding en verandering van leefstijl), = Zorg dichtbij (zorg op afstand aanbieden/efficiënter inrichten van zorg), = Participatie (structurele versterking van burgerparticipatie als preventief middel), = Slimmer organiseren van zorg, = Meten is weten (onderzoek, monitoring en evaluatie voorgaande actielijnen). Marieke van Ginkel, programmaleider van het masterprogramma, heeft CMO Groningen gevraagd om voor de actielijn 'Meten is weten' een aantal gegevens in kaart te brengen en te presenteren in
factsheets. Voor de regio's Noorden Oost-Groningen heeft CMO Groningen de volgende factsheets gemaakt: = alcoholgebruik van jongeren tussen de 12 jaar en 19 jaar = overgewicht van jongeren tussen de 12 jaar en 19 jaar = het aantal mensen met diabetes = het aantal mensen met chronisch hartfalen = de zorgkosten voor diabetes en hartfalen = internetgebruik van mensen = aantal analfabeten en laaggeletterden De concept factsheets vindt u op: www.zorgvoordetoekomst.com
Info: Carola Simon,
[email protected] of Marieke van Ginkel,
[email protected]
Uitreiking Provinciale Vrijwilligersprijs 2011 Tijdens een feestelijke bijeenkomst op maandagavond 12 december 2011 reikt gedeputeerde Marianne Besselink in de Statenzaal van het Provinciehuis de Provinciale Vrijwilligersprijs 2011 uit aan drie van de zes genomineerde vrijwilligersorganisaties. Iedere prijswinnaar krijgt 3000 euro. In de categorie zorg zijn Stichting Noaberschap uit Appingedam en Home-start Oldambt genomineerd.
PUNT december '11, nr. 23
Groningen deed voor de gemeente Vlagtwedde. Van alle scootmobielgebruikers is 91% (zeer) tevreden. Meer dan de helft geeft het cijfer 8 of hoger. Het onderzoek is uitgevoerd in een - voor dit soort onderzoek - unieke samenwerking met de gemeentelijke welzijnsinstelling Rzijn. CMO Groningen heeft de vragenlijst gemaakt en de antwoorden in een rapportage verwerkt. Seniorenvoorlichters van Rzijn hebben 154 scootmobielgebruikers thuis bezocht en samen met hen de vragenlijst ingevuld. Op één na alle scootmobielgebruikers in de gemeente hebben meegewerkt aan het onderzoek. Uit de evaluatie blijkt dat alle partijen enthousiast zijn over deze aanpak. De scootmobielgebruikers waren blij met de aandacht voor hun ervaringen met de scootmobiel en stelden de huisbezoeken zeer op prijs. De seniorenvoorlichters vonden dit een heel prettige en waardevolle manier om hun (vrijwilligers)werk invulling te geven. De gemeente is heel tevreden met de grote respons en gaat met de uitkomsten aan de slag. Het onderzoek levert veel concrete verbeteringen op voor plekken waar het moeilijk rijden is met een scootmobiel, zoals winkels, straten en trottoirs. Het onderzoek leidt ook tot het inzicht dat het goed is regelmatig - bijvoorbeeld eenmaal per jaar of twee jaar - te checken of de scootmobiel (nog) aan de behoefte en omstandigheden voldoet. Rapport: De scootmobiel is mijn
33
De Culturele Commissie Adorp en Tourist Info Westerwolde kregen een nominatie in de categorie leefbaarheid. De Stichting vakantiespelweek Onstwedde en Speelweek Leek zijn genomineerd in de categorie Jeugd. Met de Provinciale Vrijwilligersprijs spreekt de provincie haar waardering uit voor de inzet van vrijwilligers in onze provincie. De prijs wordt voor de e 11 keer uitgereikt. Info: Marjolijne vinkenborg,
[email protected] Regio manifestatie vrijwilligerswerk in Veendam
PUNT december '11, nr. 23
Op 26 januari 2012 vindt in Veendam in cultureel centrum vanBeresteyn de eerste van drie regiomanifestaties plaats in het kader van Europe for Volunteers (E4v). CMO Groningen organiseert in samenwerking met de steunpunten vrijwilligerswerk uit Oost-Groningen een gevarieerd programma met workshops, debat sprekers en amusement waarbij de veelzijdigheid van vrijwilligerswerk centraal staat. Voor meer informatie www.e4v.nl of Klaas Leenstra,
[email protected]
34
Direct marketing voor ondernemende vrouwen Max Kooijmans, de direct-marketing goeroe had er zin in! Stuur je website en je foldermateriaal digitaal op, dan stel ik een workshop samen
op basis van jullie eigen gegevens. Op woensdag 15 oktober 2011 was het uur van de waarheid voor ondernemende vrouwen in de grensregio. Of je nu een Duitse of Nederlandse ondernemer bent, je waar aanprijzen bij de klant is moeilijker dan je denkt Hoe geef bijvoorbeeld vorm aan je site, als je product advisering over hoogbegaafdheid is? Kooijmans was vooral kritisch over het beeldmateriaal op de sites; gebruik foto's en afbeeldingen die passen bij de dienst die je aanbiedt. En geef de websitebezoeker informatie/artikelen om te lezen. Geen telefoonnummers op je site of emailadres, maar een contactformulier. "Keep it simpel" was zijn belangrijkste advies. Info: Frida Pathuis,
[email protected]
Dag van de Dialoog Begin november heeft in de provine cie Groningen voor de 4 keer de Dag van de Dialoog plaatsgevonden. CMO Groningen heeft de provinciale coördinatie op zich genomen en de trainingen voor de gespreksleiders verzorgd. Het thema van dit jaar was: 'Wat beweegt je?'. Ook dit jaar was de Dag van de Dialoog in Groningen een groot succes: er waren 25 tafels meer dan in 2010. In Groningen heeft de MJD 40 dialoogtafels verzorgd en het Rode Kruis negen. Torion heeft tien tafels georganiseerd op drie locaties in Haren en Kwartier Zorg en
Welzijn vier tafels in HoogezandSappemeer, waaronder een besloten tafel op het Aletta Jacobs College. De Stichting Een Joodse Erfenis heeft drie tafels georganiseerd in Winsum en de gemeente Vlagtwedde één tafel in het Activiteitencentrum in Ter Apel. De ASWA en het Rode Kruis uit Appingedam hebben samengewerkt met Si! uit Delfzijl en twee tafels georganiseerd. We gaan zeker door in 2012! Info: Isabella Magioncalda,
[email protected]
COLUMN Om de hoek Den Haag veel te weinig op ingezet om deze steun ook daadwerkelijk binnen te halen. We kunnen als provincie Groningen of regio Noord-Nederland alleen succesvol zijn wanneer we gesteund worden door onze regering bij het binnenhalen van steun van 'Brussel'. Dat is de ideale driehoek, of 'Trojka' om in Europese termen te blijven, waarmee regio's en nationale staten samenwerken in Europa: Brussel, Den Haag en de regio's. Dit is tevens de beste manier om draagvlak voor Europa te creëren. In Noord-Nederland doen wij niets anders dan bij de verbinding tussen het Europese en het regionale te zoeken via deze driehoek. Door de handen ineen te slaan hebben we in tien jaar een omslag weten te bewerkstelligen van achterstand naar voorspoed. Zo ben ik zeer enthousiast over het project dat CMO Groningen begeleidt vanuit het Plattelandshuis Oost-Groningen in Winschoten. Deels gefinancierd met Europees (LEADER) geld wordt hier invulling gegeven aan de organisatie van maatschappelijke stages voor middelbare scholieren. En dan zie je maar weer: Europa is niet ver weg, maar om de hoek. Op vele plaatsen in onze provincie en in het Noorden. Anders gezegd: Groningen is Europa en Europa is Groningen.
Max van den Berg Commissaris van de Koningin in de provincie Groningen
PUNT december '11, nr. 23
Regelmatig hoor ik mensen over Europa of de Europese Unie spreken als iets op afstand, waar ze niets mee te maken (willen) hebben in hun dagelijks leven. Maar niet alleen Nederland en de regering in Den Haag zijn al zestig jaar betrokken bij Europa, ook wij in Groningen maken nu al zo'n zestig jaar deel uit van de samenwerking tussen al die Europese landen. Was het eerst vooral een project van landen, later kregen de regio's van Europa ook steeds meer aandacht en een eigen plek. Waar de afstand Groningen-Europa voor veel Groningers erg groot, soms te groot, is, blijkt het Europa van de regio's wel om de hoek te zijn. Met onze buren in Drenthe, Friesland en Niedersachsen hebben we op allerlei manieren te maken. We doen boodschappen over de grens, we werken samen rond de Eemshaven en onze kinderen zitten met Duitse kinderen in de klas en op de universiteit. Groningers zijn van oudsher gewend om niet alleen naar het Westen te kijken, maar ook naar het Oosten. Het is niet alleen Groningen in Nederland, maar ook Groningen als onderdeel van de samenwerkende regio's in Noord-Nederland en Noord-Duitsland. Binnen het Europa van de regio's hebben cohesie en solidariteit altijd een grote rol gespeeld. Deze cohesie en solidariteit worden de laatste tijd vaak uitgelegd als solidair vanuit de rijke regio's met de arme regio's binnen de Europese Unie: eenrichtingsverkeer. Maar de kern van de Europese solidariteit is veel breder en komt van twee kanten. Iedereen heeft iets te halen en te brengen. Op dit punt blijft de Nederlandse regering al langere tijd teleurstellend het standpunt van het eenrichtingsverkeer innemen. Dit doet ze door te blijven herhalen dat ze geen nettobetaler wil blijven. Wat deze regering vergeet te doen, is kijken naar de financiële steun die er voor de regio's, dus bijvoorbeeld ook de Nederlandse provincies is. Er wordt in
35
CMO Groningen legt de verbinding CMO Groningen bouwt mee aan de sociale infrastructuur van onze samenleving, levert een bijdrage aan het optimaliseren van de sociale participatie van burgers en draagt bij aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Wij doen dit door verbindingen te leggen: = tussen overheden en maatschappelijke organisaties, = tussen maatschappelijke organisaties onderling (o.a. in netwerken, platforms, samenwerkingsverbanden), = tussen burgers en overheden. CMO Groningen is de verbindende schakel tussen de beleidsintenties van de overheid en de uitwerking daarvan door organisaties en instellingen. Het werkgebied is met name de provincie Groningen en omringende provincies.
De kennisclusters van CMO Groningen zijn: = onderzoek = jeugd en onderwijs = participatie en wonen-welzijn-zorg
N
G R O NI
GE
N
Uitgave:
Jaargang 7, nummer 23, december 2011
Eindredactie: Ria de Graaf Redactie:
Marian Feitsma, Ria de Graaf, Eddie van Hierden, Annemarieke Hunze en Bertha Kuijer met dank aan leden Werkgroep Europa
Foto's:
met dank aan iedereen die foto's leverde voor deze uitgave
Vormgeving: KragtVorm, Groningen Verzending:
NOVO, Groningen ISSN: 2210-7606
Bezoekadres Postbus 2266
9704 CG Groningen
telefoon (050) 577 01 01
[email protected]
Wegalaan 3-5
fax (050) 577 64 93
www.cmogroningen.nl
Centrum voor Maatschappelijke Ontwikkeling Groningen