Aan de leden van de Provinciale Staten
Nr.: 2004-26.036/52/A.47, EZ
Groningen, 23 december 2004
Behandeld door Telefoonnummer Antwoord op Bijlage
: J. ter Welle : (050) 316 4653 : :
Onderwerp
: aanvraag bijdrage in kosten haalbaarheidsonderzoek voor bouw Electricteits Centrale Oosterhorn (ECO)
Geachte dames en heren, Hierbij delen wij u mee dat wij voornemens zijn een financiële bijdrage te verlenen aan Aluminium Delfzijl BV van € 100.000,-- ten behoeve van een haalbaarheidsonderzoek voor de bouw van ElectricteitsCentrale Oosterhorn (ECO). De bijdrage komt ten laste van het jaar 2004. Aanleiding Voor Aluminium Delfzijl (Aldel) geldt dat energiekosten 30-35% van de kostprijs van aluminium uitmaakt. Aldel wordt geconfronteerd met een sterke stijging van de energiekosten die zich vooral zal manifesteren na afloop van het huidige energiecontract op 31-12-2005. Door deze sterke stijging van de energiekosten staat de continuïteit van Aldel op het spel en is het een absolute noodzaak om te zoeken naar mogelijkheden om de energiekosten te verlagen. Eén van de oplossingsrichtingen is de eigen opwekking van energie, bijvoorbeeld in het Oosterhorn gebied. Voordat een dergelijke energiecentrale gerealiseerd kan worden, is een haalbaarheidsstudie noodzakelijk. Om dat mogelijk te maken heeft de directie van Aldel bij brief dd 11 november 2004 bij de provincie een aanvraag ingediend voor een bijdrage in de kosten voor het haalbaarheidsonderzoek voor de bouw van een Elektriciteitscentrale Oosterhorn (ECO). De gevraagde provinciale bijdrage is € 100.000,-- op een totaal van € 400.000,-- aan projectkosten. Continuïteit van Aldel in wijder perspectief De betekenis van Aldel Aluminium Delfzijl (Aldel), onderdeel van het Staalconcern Corus, is gevestigd op het Metal Park in Delfzijl en telt ca 500 arbeidsplaatsen. Daarmee is Aldel een van de grootste werkgevers van de regio. Naast de directe werkgelegenheid, moet nog rekening worden gehouden met 1.500 arbeidsplaatsen in de toeleverende sfeer. Het bedrijf bestaat uit een aluminiumgieterij met een totale afzet van ca 160 kton aan walsplakken en perspalen en een aluminium-elektrolysebedrijf dat een totale capaciteit heeft van ca 110 kton. De producten van de gieterij worden afgezet aan andere onderdelen van de aluminiumdivisie van Corus in Duitsland en België. De totale omzet is ca € 220 mln en het totale energieverbruik is 1,7 mln. MWh. De elektriciteit wordt betrokken van de nabijgelegen Eemscentrale van Electrabel.
Tot 2001 is Aldel redelijk winstgevend geweest, in 2002 was er een licht negatief resultaat, in 2003 was er, mede als gevolg van maatregelen op het terrein van inkoop, verkoop en operationeel kostenniveau een licht positief resultaat. Ook in 2004 zal het resultaat naar verwachting licht positief zijn. Aldel en Corus Aldel is onderdeel van de aluminiumdivisie van Corus Nederland, dat op zijn beurt weer onderdeel is van de Corus PLC in Engeland dat is ontstaan als fusie van het oorspronkelijke Hoogovens en British Steel. De Corusstrategie richt zich op staal en niet op aluminium. Vanuit deze strategie heeft Corus PLI eind 2002 geprobeerd de aluminiumdivisie te verkopen aan Pechiney. De belangrijkste strategie van Aldel was toen aansturing op een verzelfstandiging d.m.v. een buy-out van Aldel. Deze verzelfstandiging, waarvoor de gesprekken in een vergevorderd stadium waren, is uiteindelijk niet doorgegaan omdat de Nederlandse Raad van Commissarissen geen toestemming heeft gegeven voor de verkoop van de aluminiumdivisie. De verwachting dat de opbrengst van de verkoop gebruikt zou worden voor de sanering van de sterk verliesgevende staalactiviteiten, was niet acceptabel. Inmiddels heeft Corus door een aanvullende lening, een succesvolle claimemissie en een aanmerkelijke verbetering van de staalmarkt voldoende middelen om de Britse staalbedrijven te saneren cq overeind te houden. De staalstrategie blijft echter bestaan en Corus PLI heeft te kennen gegeven de aluminiumdivisie in de toekomst alsnog te wille n verkopen. Dit betekent dat Aldel voorlopig onderdeel blijft van Corus. Het betekent tevens dat Corus zeer beperkte middelen beschikbaar stelt (zie echter verderop) voor investeringen in Aldel. Het moge duidelijk zijn dat Aldel op dit moment in financieringsopzicht in een onzekere situatie verkeert: Corus wil niet of nauwelijks investeren in Aldel en over de toekomstige eigendomssituatie (verzelfstandiging of toch een overname en zo ja wanneer) bestaat onduidelijkheid. Aldel en Antheus In 1996 werd het Antheusconvenant afgesloten tussen Aldel en Hoogovens, het ministerie van EZ, de NOM, het ministerie van SOZA en W, de gemeente Delfzijl en de provincie Groningen, later aangevuld met Groningen Seaports. Doelstelling was en is kortweg het ontwikkelen van een cluster van aluminiumgerelateerde bedrijven en activiteiten in Delfzijl. Aldel is de spil in deze ontwikkeling. De beperkte activiteiten en bedrijven die tot nu toe van de grond zijn gekomen, waaronder RSP, FHS en Remag, zijn verbonden met Aldel. Indien Aldel zou wegvallen, vallen naar alle waarschijnlijkheid ook deze bedrijven om. Tevens zou een aantal nieuwe initiatieven, waarbij nu al een grote aarzeling bestaat vanwege de onzekere positie van Aldel, zeker niet van de grond komen als Aldel verdwijnt. Belangrijkste voorbeeld is de mogelijke oprichting van een Anode-fabriek. Anodes worden door Aldel gebruikt in het electrolyse-oroces. Factoren die van invloed zijn op de continuïteit van Aldel. Naast de onzekere eigendomssituatie, zijn er vier factoren die van directe invloed zijn op de continuïteit van Aldel. Twee daarvan zijn niet beïnvloedbaar (door Aldel en haar stakeholders waaronder de provincie) en twee zijn wel min of meer beïnvloedbaar. De niet-beïnvloedbare factoren zijn: 1. Aldel en de meeste andere aluminiumsmelters worden geconfronteerd met stijgende prijzen voor aluinaarde (basisgrondstof in het elektrolyseproces) op de wereldmarkt door een zeer sterk toenemende vraag uit China. Die prijsstijgingen kunnen door Aldel nog voor een korte periode opgevangen worden door lopende middellange termijn contracten (hedging). 2. Een groot deel van de kosten van Aldel, wordt in euro's gerekend en een groot deel van de opbrengsten in dollars. Bij de huidige zwakke dollar betekent dit een forse druk op de marges van Aldel.
2
De wel (ten dele) beïnvloedbare factoren zijn: 3. Aldel zal, voor de periode na 2005 een nieuwe vergunning aanvragen bij de provincie. Hier speelt , naast eisen ten aanzien van fijn-stof en de fluoruitstoot, met name de vermindering van de SO 2 -uitstoot een belangrijke rol. Uit gesprekken zowel op ambtelijk als op bestuurlijk niveau van de provincie met Aldel wordt gewerkt aan de oplossing van deze vergunningproblematiek. Inzet van de provincie is dat rekening gehouden zal worden met het economische belang van Aldel voor de regio en de financiële situatie van Aldel, maar dat er -zeker bij een mogelijke uitbreiding van de productiecapaciteit- uitzicht moet zijn op adequate milieumaatregelen. In maart 2005 volgt verder bestuurlijk overleg over de vergunningverlening voor de periode na 2006. Daar zullen ook de eventuele vergunningen voor eigen energieopwekking aan de orde komen. 4. Het huidige energiecontract van Aldel loopt af per 01-01-2006. Als Aldel op dat moment bij de bestaande aanbieders in Nederland energie in zou moeten kopen, dan zou het geconfronteerd worden met prijzen (inclusief transportkosten) van ca € 42,-- per MWh, bij een huidige prijs die meer dan 20% lager is. Een zo hoge toekomstige energieprijs, die ook 20% hoger is dan in Duitsland, Frankrijk en België, zou het voortbestaan van Aldel direct in gevaar brengen, ongeacht de ontwikkelingen ten aanzien van de dollarkoers, de prijs van aluinaarde, de vergunningproblematiek en de toekomstige eigendomssituatie. Voor de continuïteit van Aldel is het dus een absolute noodzaak om te zoeken naar mogelijkheden om de energiekosten te verlagen. Mogelijkheden om de energiekosten te verlagen. De toekomstige prijs voor energie is samengesteld uit een bijdrage in de transportkosten en de elektriciteitsprijs zelf. Transportkosten De transportkosten voor Aldel zijn ca € 4,-- per MWh. Op 3 december jl is bekend gemaakt dat Corus PLI, na jaren wikken en wegen, het groene licht heeft gegeven voor de investering van € 11 mln. in een nieuwe stroomverbinding voor Aldel. De nieuwe kabel, tussen verdeelstation Weiwerd en de aluminiumsmelterij, transporteert stroom onder 220 kilovolt, het dubbele van de huidige verbinding. In gebruik name van deze verbinding zal de transportkosten voor elektriciteit met € 2 à 4 per MWh verlagen. Een aanmerkelijke verlaging, maar nog onvoldoende om de energiekosten op een acceptabel niveau te krijgen. Overigens is de investering in de 220 kilovolt kabel niet alleen van belang voor de verlaging van de transportkosten. Het betekent tevens dat het op die manier mogelijk wordt om de 44 stilgelegde ovens weer in gebruik te nemen en om sneller te kunnen produceren. Wat misschien nog belangrijker is, is dat Corus PLI dat tot nu toe zeer terughoudend is geweest ten aanzien van investeringen in Aldel, blijk geeft van vertrouwen in de toekomst van het bedrijf (al dan niet als onderdeel van Corus PLI). Elektriciteitsprijzen De toekomstige elektriciteitsprijzen na de verlaging door de 220 kilovolt kabel zouden voor Aldel uitkomen op € 38 à 40 per MWh, indien ze bij de bestaande grote aanbieders in Nederland aangekocht zouden moeten worden. Zoals eerder opgemerkt is dat nog veel te hoog om rendabel te kunnen produceren. Er bestaan in principe drie mogelijkheden om dat bedrag te verlagen: 1. import van stroom uit het buitenland, waar de elektriciteitsprijzen lager zijn, 2. loadmanagement en 3. opwekking van eigen energie. 1. Import van stroom uit het buitenland. De Nederlandse importcapaciteit is te beperkt om zaken te kunnen doen met buitenlandse stroomaanbieders, daarom kan door Aldel geen gebruik gemaakt worden van elektriciteit uit bijvoorbeeld Duitsland waar de elektriciteitsprijzen ca. € 6 per MWh lager zijn. 2. Loadmanagement. Loadmanagement houdt in dat op tijden dat de elektriciteitsprijzen hoog zijn (bijvoorbeeld tijdens piekbelastingen van het totale net) het elektrisch verbruik van Aldel beperkt wordt, waarna de overtollige capaciteit tegen hoge prijzen verkocht wordt
3
aan het net. Loadmanagement heeft z'n grenzen, een volledige afschakeling van Aldel zou het gehele productieproces stil leggen en de opbrengst van de verkocht elektriciteit is in dat geval veel lager dan de kosten die samenhangen met het opnieuw opstarten van het elektrolyseproces. Opstartkosten zijn beperkt wanneer het vermogen met minder dan 30% wordt teruggebracht. Aldel zal de komende jaren gebruik maken van deze vorm van loadmanagement, het zal de gemiddelde energiekosten met een enkele € 1 terugdringen. Een extreme vorm van loadmanagement is het zogenaamde afschakelcontract dat binnenkort in werking zal treden. Aanleiding voor het afschakelcontract is de liberalisering van de energiemarkt en de vraag wie er in de vrije markt zorgt dat er voldoende stroom is bij calamiteiten. Elektriciteit kan niet of nauwelijks worden opgeslagen. Daarom moet er altijd voldoende reservecapaciteit in de markt aanwezig zijn. Private producenten hebben echter geen prikkel om te investeren in dure reservecapaciteit die zelden te gelde kan worden gemaakt. De Nederlandse regering besloot daarop in juni de landelijke netbeheerder Tennet, bij marktpartijen extra productiecapaciteit te laten contracteren als een vangnet voor de piekvraag en het precieze mechanisme van de vangnetregeling verder te laten uitwerken door Tennet. Het mechanisme waarvoor Tennet heeft gekozen is verrassend. De netbeheerder gaat namelijk geen additioneel vermogen contracteren bij de stroomproducenten, maar wendt zich tot de grote verbruikers van stroom, waaronder Aldel (op 2 na grootste gebruiker van stroom in Nederland). Het komt erop neer dat Tennet de bedrijven in geval van ernstige tekorten van de stroom mag afsluiten, iets wat in de praktijk zelden of nooit zal gebeuren. De bedrijven krijgen daarvoor een vaste jaarlijkse vergoeding. De contractering van het afschakelvermogen vindt plaats middels een tender. De bedrijven waaronder Aldel krijgen half december een brief waarin de details van de regeling worden uitgelegd. De aanbesteding sluit half januari. De bedoeling is om in totaal 600 Megawatt te contracteren. De Nederlandse grootverbruikers hebben het afgelopen jaar een aantal keren met Brinkhorst overleg gevoerd over een compensatie voor de hogere energieprijzen in Nederland (dan in het buitenland), maar de minister kon weinig doen gezien het Europese verbod op oneerlijke staatssteun. Met de nieuwe vangnetregeling heeft EZ wellicht toch een manier gevonden om de grootverbruikers tegemoet te komen. Aldel zal gebruik kunnen maken van deze regeling, of ze dat ook zal doen hangt af van de vergoeding die ze ervoor krijgt en van de inschatting van de risico's die daarmee samenhangen. Aldel verwacht dat het contract voor enige tijd soelaas zou kunnen bieden, maar de resulterende beperking van de energiekosten is op dit moment nog niet duidelijk. Een belangrijk ongunstig neveneffect van het loadmanagement is dat er -bij opnieuw inschakelen van de ovens extra PFK's (broeikasgassen) worden gevormd. 3. De derde mogelijk voor een (verdere) verlaging van de energiekosten bestaat uit de opwekking van eigen energie, het onderwerp van de haalbaarheidsstudie. Voorlopige conclusie is dat door de nieuw aan te leggen 220 kilovolt kabel, loadmanagement en meer specifiek contractering van het afschakelvermogen middels de tender, de energieprijzen verlaagd kunnen worden. Onduidelijk is of deze verlaging ook daadwerkelijk tot een concurrerende energieprijs zullen leiden. Waarschijnlijk bieden ze enige overlevingsruimte vanaf 2006 als het huidige energiecontract afloopt. Een werkelijke en duurzame oplossing van het probleem zal echter pas gerealiseerd kunnen worden als er een eigen energieopwekking gerealiseerd wordt. Op z'n vroegst is de realisering van een dergelijke eigen opwekking van elektriciteit haalbaar in 2008. Eigen energieopwekking, de haalbaarheidsstudie Aldel heeft een eerste prefeasibility studie naar eigen opwekking, bijvoorbeeld in Oosterhorn, bijna afgerond. De voorlopige resultaten zijn voor Aldel aanleiding de volgende fase van het project in te gaan. Het doel van deze studie is erop gericht te onderzoeken onder welke condities de bouw van een eigen centrale mogelijk en haalbaar is en voor Aldel een acceptabele energieprijs oplevert. Onderzocht wordt onder andere: 1. een derde aardgasgestookte centrale met een capaciteit van 400 MW (Aldel verbruikt zelf op dit moment ca 200 MW) op de locatie van Delesto in Delfzijl, 2. een centrale gestookt op biomassa (max ca 40 MW),
4
3. en een centrale gebaseerd op afvalverbranding op de locatie in Delfzijl (max ca 40 MW). Aldel zal garant staan voor de afname van (een deel van) het vermogen van de te bouwen centrale. Het resterende deel van het vermogen wordt afgenomen door de overige deelnemers in de projecten. De deelnemers worden gezocht bij andere grootverbruikers van energie (waaronder bedrijven in de regio Delfzijl, die op deze wijze mee kunnen profiteren van de beoogde lagere energieprijzen), gasleveranciers en energiewederverkopers, toeleveranciers van biomassa en afval, investeerders en overheidsinstanties. Prioriteit in het kader van deze subsidieaanvraag heeft met name de 400 MW-centrale op de locatie Delesto (ECO). Belangrijke onderdelen in de ECO-studie zijn: 1. technisch ontwerp 2. financieel-economische haalbaarheid 3. milieuaspecten (MER/vergunbaarheid) en de mogelijkheden tot inzet van duurzame technieken zoals CO2 -opslag/hergebruik 4. de organisatiestructuur en financiering van ECO. De totale projectkosten bedragen € 400.000,--, de gevraagde bijdrage van de provincie is € 100.000,--. De overige kosten neemt Aldel voor haar rekening: in deze fase is ze de belangrijkste direct belanghebbende partij. Overwegingen en conclusie Continuïteit van Aldel in de regio is vanwege de directe en indirecte werkgelegenheid van groot sociaal economisch belang. Tevens is Aldel de spil in het Antheus-convenant en biedt daarmee verdere mogelijkheden voor uitbreidingen op bijvoorbeeld het Metalpark in Delfzijl. Aldel heeft duidelijk gemaakt dat een betaalbare energieprijs voor het bedrijf van levensbelang is. Een belangrijk en essentieel middel om de continuïteit van het bedrijf te waarborgen is de eigen opwekking van elektriciteit. Bij realisering van de ECO-energiecentrale zullen ook andere bedrijven (in de regio) gebruik kunnen maken van de prijsvoordelen die dit op moet leveren. Daarnaast kan worden geconstateerd dat bij alle drie de varianten duurzame elementen op milieugebied aan de orde zijn, cq onderzocht zullen worden. Op basis van bovenstaande overwegingen wordt voorgesteld de gevraagde subsidie beschikbaar te stellen. Op grond van artikel 10 in de Kaderverordening subsidies, kunt u binnen drie weken na dagtekening van deze brief kenbaar maken aan de Statengriffie (050-316 4458 of e-mail
[email protected]) of u ons besluit wenst te bespreken. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten der provincie Groningen:
, voorzitter.
, secretaris.
5