Gezond Leven Utrechtseweg 48 3704 HE Zeist Postbus 360 3700 AJ Zeist
TNO-rapport
www.tno.nl TNO 2014 Pt0366
T
Thema 14: Arbeid & Gezondheid VP Levenslang Gezond Voortgan g srapporta ge 20 1 3
F
Datum
28Íeûuati20'14
Auteu(s)
Prol Dr. N.L.U. van Meeteren Dr S B Detmar Dr V H Hildebrandt
Exemplaarnummer Oplage Aantal pagina's Aantal bülagen Regievoerder Projectnaam Projectnummer
33 (incl. bülagen) 1
Ministerie van Volksgezondheid, Welzljn & Sport
Autorisatie Functie Handtekening
Alle rechten voorbehouden Niets uit deze u¡tgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, foto-kopie, microfilm of op welke andeÍe wijze dan ook, zonder voorafgaande toestemming van TNO lnd¡en dit rapport in opdracht werd uitgebracht, wordt voor de rechten en verplichtingen van opdrachtgever en opdrachtnemer verwezen naar de Algemene Voorwaarden voor opdrachten aan TNO, dan wel de betreffende terzake tussen de partijen gesloten overeenkomst Het ter inzage geven van het TNO-rapport aan direct belang-hebbenden is toegestaan. @
2014 TNO
+31 88 866 60 00 +31 88 86687 28
[email protected]
2 t33
TNO-rapport I P10366
Inhoudsopgave lnleiding VP Levenslang
Gezond...
'...........'.'..'."' 3
Leven........... 2013.........
.....'.....'."'."'..'.... 5
'|..
Propositie Lang Gezond en Actief
1.1
................ 5 Enkele highlights uit Korte inleiding op Propositie Lang Gezond en Actief Leven....................................7 .........,..............7 Uitvoering in ....................... 7 .......... '10 Output en ........................ 11 lnnovatie
1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 2. 2.1
2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
2013.......... Resultaten kennisoverdracht...... Programma's .'........'.'.12 Propositie Gezond en Veilig Opgroeien.... ........... 12 Enkele, highlights uit 2013......... ... .......... '13 Veilig Opgroeien Propositie Gezond en Korte inleiding op ...................... 13 Uitvoering in 2013........., ............,........ 14 Resultaten ......17 Output en kennisoverdracht.....,..... ........................ 18 lnnovatie Programma's OndertekeninS
.........,.........
Bijlage Artikelen, rapporten en boeken
2013..............
..'."..'..'.'...
19
..'.""...'
20
3/33
TNO-rapport I P10366
Inleiding VP Levenslang Gezond Honderdvijftig jaar innovatie van onder andere educatie, industrialisatie, medicalisatie en hygiëne bracht de samenleving voorspoed, leef comfort en levensven¡vachting. We worden ouder en leven langer gezond Continueren van dit succes vergt verdere innovatie om alle mensen - van zeer jong tot zeer oud - naar believen en vermogen vitaal en duuzaam mee te laten doen aan de samenleving en de kosten voor gezondheid(zorg) in de hand te houden. Gezien de urgentie en omvang van deze uitdaging zijn puntoplossingen van ondergeschikt belang en brengt vermoedelijk'slechts' een complete systeemtransitie dé oplossing, waarbij beleid, overheid, ondernemers - gegeven het Bedrijfsleven beleid van het Ministerie van Economische Zaken - en praktijk de handen ineen slaan om technologisch, sociaal en cultureel het huidige gezondheid(szorg)systeem te innoveren richting een participatie, predictie, personalisatie en preventie gericht systeem Vanuit het VP Levenslang Gezond (lnnovatiegebied Directeur: Nico van Meeteren) innoveert TNO hiertoe, naast de nog altijd noodzakelijke en gewenste puntoplossingen, dergelijke systeemtransities in proeftuinprojecten. Dit vindt plaats met andere innovatiegebieden (Voeding, Biomedische lnnovatie, Arbeid) en thema's (lndustriële lnnovatie, lnfrastructuur, Mobiliteit en lnformatiemaatschappij) van TNO en vele landelijke en regionale partners vanuit de innovatieprogramma's van de twee proposities, te weten Gezond en Veilig Opgroeien (GVO; propositiemanager: Symone Detmar) en Lang Gezond en Actief Leven (LGAL; propositiemanager: Nico van Meeteren). Beide proposities innoveren met name de preventie en zorg in de nulde en eerste lijn, gericht op de adaptatie van burgers zelf en op compensatie (ruim opgevat) vanuit hun omgeving, zulks naar analogie van de nieuwe definitie van het begrip gezondheidl , het WHO-model voor'Functioneren' opgetekend in de ICF en in lijn het door dit VP i.s.m. het RIVM ontwikkelde concept vitatiteiÊ. De aansturing van TNO en daarmee ook van het
VP
Levenslang Gezond (VP LG)
1 belegd blj EZ, waar voorheen TNO hierarchisch ressorteerde onder OC&W. Functioneel ressorteert het VP LG onder het Maatschappelijke thema is per
201
Arbeid en Gezondheld dat formeel bij SZW als penvoerder belegd is (Eric van Luijk) en dat nauw samenwerkt met M/VS, in het bijzonder de Directie Publieke Gezondheid (Susan Potting en Cecile Goebel voor GVO) en MEVA en de Directie Voeding, Gezondheidsbescherming en Preventie (respectievelijk Cees Vos en Martine Ruijters voor LGAL) Binnen dit Thema vallen nu het TNO VP "Arbeid" met de drie proposities en het TNO VP "Levenslang Gezond" met twee proposities 'Gezond en Veilig opgroeien' en 'Lang gezond en actief leven'. Sinds 2011 is ook het Bedrijfslevenbeleid van EZ pregnant sturend geworden voor TNO en daarbij is het lG LG aangehaakt bij de Topsectoren Life Sciences and Health (mel name de roadmap Homecare, ICT and Selfmanagement via Ronald I
at, BMJ 201 I eÍ a/, in prep.
Zie Hubet et
'zie str¡k
TNO-rapport I P10366
4 t33
Mooij), High Tech Sysfems (Medical; Nico van Meeteren) en AgroFood (Consumers; Symone Detmar) en in het verschiet ook Creative lndustry/CLlCK. HeIVP LG kende in 2013 een achttal lijnen.Vljf lijnen omvatten de totale levensloop van voor de geboorte tot de laatste levensfase: 1. Verloskunde en kraam,2. Gezond opgroeien en opvoeden,3. Vitale kind, 4. Vitale volwassene en 5. Vitale oudere. De twee lijnen 6. Gezonde wiik en 7. Mond gezond raken de hele levensloop en richten zich derhalve op jong en oud. De op vezoek van SZW en VWS in 2012 ingerichte lijn 8. lmplementatie, Valorisatie en Zelfmanagemenf is in 2013 voortgezet en benadrukt de toegenomen aandacht voor deze thema's. Ze bundelt de reeds bestaande innovaties ten aanzien van issues als implementatie, valorisatie en zelfmanagement en vervangt de lijn Methodiekontwikkeling die in 2011 nog gehanteerd werd. De IVZ-lijn is generiek van aard en voorziet in de noodzakelijke aandacht voor innovatiebenutting in de samenleving van de revenuen van de andere VP-lijnen. ln 2011 is de start gemaakt met enkele grootschalige transitieprojecten cf. bijvoorbeeld de Vitale Vechtdal en Better in, Better outwaarin samen met stakeholders en partners mede verder vorm en inhoud gegeven aan systeemtransities. Ultieme doel daarbij is het genereren van concrete en aantoonbare maatschappelijke, economische en wetenschappeltjke impact. ln2012 en 2013 zrjn deze transitieprojecten doorgezet. Daarmee profileert en positioneert TNO zich in toenemende mate zichtbaar landelijk, regionaal en lokaal als de geprefereerde innovatiepartner voor de preventie- en zorg en heeft tevens een positie als gevraagde partner in vergelijkbare Europese initiatieven, waaronder DEDIPAC, INNOLIFE, etc. Het Vitale Vechtdal initiatief vormde samen met het werk van het VP Levenslang Gezond binnen het Center For Care Technology Research (CCTR; een lnnovative Medical Devices lnitiative van UM/MUMC., TU Twente, NIVEL en TNO) de 9d" lijn van het VP en die lijn is geduren de 2013 ondergebracht in de Topsector Life Sciences and Health.
Deze rapportage is allereerst een verantwoording van de vraag gestuurde programma's op hoofdlijnen. ln overeenstemming met het vezoek van EZ zal TNO een aanduiding van de hiermee gemoeide projecten en hun resultaten binnen een redelijke termijn op de website TNO plaatsen.
5/33
TNO+apport I P,l0366
1. Propositie Lang Gezond en Actief Leven 1.1
Enkele highlights uit 2013
PLANMATIG INVOEREN VAN INNOVATIES Keer op keer blijkt dat innovaties (zoals richtlijnen of interventies) niet zonder meer worden toegepast door professionals in de preventie en zorg. Dit betekent dat de effecten van de innovatie dan deels uitblijven voor de burgers (cliënten / patiënten). Tijdens de invoering van innovaties kunnen diverse complicaties optreden waardoor de invoering stagneert. lnzicht in deze complicaties cq. wat invoering belemmert en bevordert is geboden. TNO ontwikkelde een praktisch instrument met 29 factoren die de invoering van innovaties beïnvloeden, Meet lnstrument Determinanten van lnnovaties (MlDl). Door het instrument te gebruiken krijgen teams/organisaties zicht op de factoren die de invoering van hun innovatie belemmeren of bevorderen. Met dit inzicht kunnen zij stappen nemen om de juiste invoerstrategie te ontwikkelen . Zo kan de invoering worden verbeterd en kunnen de gewenste effecten van de innovatie ook werkelijk worden gerealiseerd. INNOVEREN MET PUBLIEKE EN PRIVATE PARTIJEN Het is maatschappelijk en economisch van belang dat innovatie-instituten en hun experts in staat zijn om in samenwerking met publieke en private partijen innovaties te ontwikkelen en valideren. Dat is geen sinecure en vraagt van experts andere, aanvullende competenties. Hiervoor is een ondersteuningsaanbod voor ondezoekers ontwikkeld, zodat samenwerking met publiek-private partijen een gerichte impuls krijgt doordat duidelijk wordt welke competenties onderzoekers nodig hebben, en hoe zijdeze kunnen aanleren. TNO heeft daarom een handreiking ontwikkeld voor ondezoekers, waarin de competenties zijn beschreven die nodig zijn voor publiek-private samenwerking. Leidraad vormt een model voor publiek-private-samenwerking dat samen met de Universiteit van Amsterdam werd ontwikkeld. Deze handleiding is inmiddels op basis van toepassingen in lopende samenwerkingstrajecten bijgesteld.
'
FUNCTIONELE TRAINING OUDEREN: Passie JA, Passief NEE Ouderen willen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven functioneren. Actief blijven helpt om zelfredzaam te zijn. Maar dit is niet voor iedereen vanzelfsprekend als je ouder wordt en beperkingen krijgt. Het is belangrijk dat ouderen tips en trucs krijgen om de voor hen relevante activiteiten te kunnen oppakken of vooftzetten. TNO heeft samen met ouderen, fosiotherapeuten, en andere professionals in de zorg de Functionele Training Ouderen ontwikkeld en gevalideerd . Dit is een programma dat ouderen traint in de dagelijkse handelingen om zefiredzaam te blijven. Voorbeelden zijn traplopen, boodschappen doen, zich buitenshuis verplaatsen en opstaan vanuit een stoel of
6/33
TNO-rapport I P10366
bed. Het programma gaat uit van activiteiten die ouderen zelf belangrijk vinden en
waar zij vaak moeite mee hebben. Door op maat, gevarieerd, complex en vooral ook intensief te trainen kunnen ouderen zich ook redden als het even tegen zit. De Leidse Proeftuin Welzijn & Zorg heeft de implementatie van Functionele Training Ouderen als één van de speerpunten in het programma opgenomen. Voor de thuiszorgorganisatie Libertas te Leiden ontwikkelt TNO in de intramurale setting een aangepast programma voor ouderen rondom de maaltijdsetting. ln de sportsector gaat TNO samen met de branchevereniging en aanbieders van 'Meer Bewegen voor Ouderen (MBvO)' het principe van Functionele Training Ouderen in het MBvO programma implementeren. Gebleken is dat Functionele Training Ouderen de zellredzaamheid en participatie van ouderen kan stimuleren. Het kan geïmplementeerd worden binnen en buiten de zorg. Daarbij kunnen vele vormen waaronder ICT-tools en 'serious games' ondersteunend zijn aan de toepassing van Functionele Training Ouderen door het makkelijker, aantrekkelijker en mogelijk ook doelmatiger te maken. Functionele Training Ouderen kan aangeboden worden aan ouderen die zelfstandig wonen via extramurale zorg, buurtactiviteiten of sport en ook aan ouderen die in een zorginstelling verblijven, zoals verpleeghuizen en revalidatie instellingen DE VITALITEITSMETER VITA-1 60 r
--' rr Vitale mensen draaien volop mee in de maatschappij,
'
zowel sociaal als in werk. Daardoor worden participatie en (in)formele productiviteit bevorderd en worden zorgkosten en arbeidsverzuim teruggedrongen. Maar t hoe staat het eigenlijk met de vitaliteit in Nederland? / De RIVM en TNO ontwikkelden de Nederlandse s*r t vitalite¡tsmeter: de VITA-16o. Dit is een vragenlijst die de drie belangrijkste aspecten van vitaliteit (energie, motivatie en veerkracht) in kaart brengt. De VITA-160 brengt de vitaliteit van inwoners van een regio (zoals een stad of een wijk) in kaart, maar ook de vitaliteit van specifieke groepen op basis van bijvoorbeeld leeftijd, opleiding, SES (Sociaal Economische Status) of afkomst. Dit maakt de VITA-160 interessant voor beleidsmakers op landelijk, provinciaal en gemeentelijk niveau. Zo gebru¡kt de gemeente Hardenberg de VITA-160om wijken en groepen te identificeren die minder vitaal zijn en beleidsmat¡g extra aandacht verdienen. Met VITA-160 is ook na te gaan of het vitaliteitsbeleid succesvol is, dus daadwerkelijk leidt tot een hogere vitaliteit. Zorginstellingen en gemeenten zijn momenteel volop bezig in te spelen op de decentralisatie van de preventie en zorg en kunnen met de VITA-16 toetsen of genomen maatregelen de vitaliteit van bijvoorbeeld langdurig zieken en ouderen daadwerkelijk bevorderen. Ook kan worden geobjectiveerd welke bijdrage die hogere vitaliteit levert aan de maatschappelijke participatie van deze groepen en aan besparingen binnen de zorg en sociale vezekeringen. Daarnaast is de VITA-16o ook interessant voor bedrijven die willen nagaan hoe zij de duuzame inzetbaarheid van hun personeel door een effectief vitaliteitsbeleid kunnen bevorderen. TNO werkt op dit moment aan een terugkoppeling van de resultaten van de meting aan de individuele respondent, met adviezen hoe zij hun eigen vitaliteit kunnen verhogen of op peil kunnen houden. Zo wordt de Vita-'I6 niet alleen een meetinstrument, maar ook een innovatief interventie-instrument.
INo-rapport I P10366
1.2
7 t33
Korte inleiding op Propositie Lang Gezond en Actief Leven
De gezondheid en vitaliteit van de burgers in de wijk en thuis, op het werk, in de sport en in de (mond)zorg staan in deze propositie centraal Burgers 'managen' hun gezondheid 8.760 uren in het jaar, maar niet immer succesvol. ln de keuzes van de thematiek voor innovatie komt dit terug. Waar preventie mogelijk is, wordt in het programma van de propositie LGAL gezocht naar momenten in de leef context waarop dit het beste werkt en het meeste effect sorteert, met veel aandacht voor vroeg-signalering, zelfredzaamheid, functionele training, monitoring, vitaliteit, sporten-bewegen, en het afstemmen van de verschillende (interventie)methodieken.
Het innoveren en valideren, implementeren en valoriseren met het veld is de rode draad. De innovaties die binnen voorgaande VPs "Bewegen en Gezondheid" en "Zorginnovatie" in de loop van voorgaande strategieperioden zijn ontwikkeld, worden nu uitgebreid en geïmplementeerd met partners in proeftuinen Daarbij ligt het accent meer dan voorheen op wat mensen wèl kunnen en is in lijn daarmee het concept vitaliteit opnieuw gedefinieerd waarbij relaties worden gelegd tussen enezijds de determinanten van vitaliteit (mentale, ffsieke en sociale vitaliteitsbronnen) en anderzijds de waarde van vitaliteit (participatie en maatschappelijke zorgkosten en -baten). Deze kennis is bijvoorbeeld ontwikkeld en toegepast binnen de proeftuin Vitaal Vechtdal.
1.3
Uitvoering in 2013
Het programma van de propositie LGAL is ook in 2013 uitgevoerd conform de afspraken met de Ministeries van EZ, SZW en VWS, MEVA, Directies Voeding, Gezondheidsbescherming en Preventie, Publieke Gezondheid en de Directie Sport. Er is bij het vormgeven van het programma rekening gehouden met de innovatiebehoefte bij de overheid en het veld, onder andere zoals geformuleerd in de Kennisarena 2008 en in gesprekken met de relevante stakeholders in 2010 ter voorbereiding van de programmering van het lG LG en LGAL voor de strategieperiode 2011-2014 en vervolgens in het reguliere overleg tussen betrokken stakeholders en TNO waarin de voortgang van het programma wordt besproken en verbindingen worden gelegd met programma's van andere aanpalende organisaties (zoals ZONMW, RIVM, GGD-Nederland, CVZ, Trimbosinstituut, NIVEL, EMGOinstituut, VeiligheidNL, Movisie, Vilans en NISB) ln dit overleg is ook EZ vertegenwoordigd in de persoon van Cees Vos (MEVA, MffS), tevens contactpersoon voor LGAL en GVO.
1.4
Resultaten
De mogelijkheden voor preventie en zorg van gezondheid- en gezondheid gerelateerde problemen voor en door de burger worden nog onvoldoende benut en bieden nog veel kansen tot innovatie/verbetering, zoals in het afgelopen jaar opnieuw bleek. Het veld van de preventie en zorg staat voor een aantal majeure uitdagingen, waarbij het doel is zo veel mogelijk gezondheidswinst te behalen uit vernieuwing in de preventie en in zorg(netwerken). TNO is dan ook betrokken bij veel van zulke netwerken, bijvoorbeeld het Vitaal Vechtdal, Leidse Proeftuin Zorg & Welzijn, Vita Valley en het Center for Care Technology Research (CCTR),. Daarnaast richt het innovatieprogramma van TNO zich ook op het terrein van de
INo-rapport I P10366
8/33
ouderengezondheid(szorg) middels innovatie van een vroegsignaleringsinstrumentarium en functionele training, de sportgezondheidszorg middels innovatie van blessurepreventie en trainingsprogramma's en primair preventieve leefstijlprogramma's in de settings werk, zorg en buurt. KIP Functioneringsgerichte preventie Actief op hoge leeftijd: van vitaal belang ln 2030 is naar schatting 1:4 Nederlanders 65 jaar en ouder. Ouder worden komt met gebreken en risico's op verlies van vitaliteit en zelfredzaamheid. Binnen deze Kip staat het innoveren implementeren en valoriseren van functioneringsgerichte producten en diensten centraal, die bijdragen aan een betekenisvolle, autonome, veilige en actieve deelname van ouderen aan het maatschappelijk leven. Daartoe wordt geTnvesteerd in: . Het functioneringsconcept Functionele Training Ouderen: het toepasbaar maken en breed implementeren van het concept, gericht op het zelfstandig functioneren en participeren. . Vroegsignalering van functionele achteruitgang in het fysiek functioneren: identifìcatie van ouderen met een verhoogd risico op functionele achteruitgang in (fysiek) functioneren in een zo vroeg mogelijk stadium met focus op gebruik en verbetering van bestaande vroegsignaleringsmethodieken en ondersteuning van gemeenten bij het activeren van met name oudere burgers. Deze kennis en kunde is ondersteunend aan de Topsector Life Sciences and Health, als ook het maatschappelijk thema Arbeid en Gezondheid en het Flagship Vernieuwing in de zorg. Binnen proeftuinen wordt geëxperimenteerd met instrumentarium voor vroegsignalering en met het functionele trainingsconcept, hetgeen in de regio Vechtdal heeft geleid tot in een publiek privaat samenwerkingsverband met een mede door de regionale partners, TNO en een zorgv erzekeraar, Achmea, gefi nancierd project: Lan ger Vitaal. Partners Vitaal Vechtdal (gemeenten Hardenberg-Ommen, Achmea, Saxenburgh-groep, huisartsen), Living Lab voor Zorginnovaties (gemeente Leiden, welzijnsorganisat¡e), Centre for Care Technology Research, NISB, DANONE, Hogeschool van Amsterdam. KIP Vitale Buurt, veilig sporten, bewegen en spelen in de buurt Samen op weg naar een gezonde wijk! Effectieve samenwerking tussen preventie- en zorgverleners binnen wijken helpt bij het inrichten van vitale buurten waarin bewoners veilig kunnen sporten, bewegen en spelen. Binnen een wijk zou de gezondste keuze ook de gemakkelijkste moeten zijn. Binnen deze Kip wordt gewerkt aan diverse innovaties binnen deze setting, met als focus (1) de gezondheidswaarde, de sociale waarde en de economische waarde van de fysieke leefomgeving met aandacht voor omgevingsveranderingen die een effect kunnen sorteren op meerdere uitkomsten met specifieke aandacht voor de relatie tussen de ffsieke leefomgeving en het beweeggedrag, (2) de succes- en faalfactoren van intersectorale samenwerking en (3) het (objectief) monitoren en evalueren van (veranderingen in) beweeggedrag, fysieke leefomgeving en intersectorale samenwerking. Highlights in 2013 waren het monitariseren van bestaande kennis en expertise t.b.v. beweegvriendelijke omgeving (MKBA), de kosten-effecten van het creëren van schoolzones op bewegen, intersectorale samenwerking (i s.m NISB) en het
TNO+apport I P10366
9/33
ontwikkelen van een wijkdashboard i.s.m. gemeente Rotterdam: hiermee wordt de integratie bedoeld van bestaande gemeentelijke data tot een beleidsinstrument waarmee de investeringen (in euro's of menselijk kapitaal) in een wijk gericht op de zelfredzaamheid van de burger maximaal renderen. Paftners NISB, RIVM, Jantje Beton, Alterra, Branchevereniging Spelen, Gemeente Rotterdam, Haagse Hogeschool, Universiteit Tilburg, VU MC, GGD Zuid Limburg, Universiteit Maastricht. KIP Mondzorg Mond gezond, een leven lang Een gezond gebit is essentieel bij het kauwen, bijten, spreken, de esthetiek van het aangezicht, de gezondheid en de kwaliteit van het leven Cariës is de meest voorkomende en onomkeerbare aandoening bij kinderen in Nederlanden kan worden voorkomen door zo vroeg mogelijk adequate voorlichting en begeleiding te bieden aan ouders van jonge kinderen. ln de regio Oost Groningen wonen veel mensen met een laag opleidingsniveau; in Den Haag wonen veel mensen met een allochtone achtergrond. ln deze twee regio's ontwikkelt TNO een innovatieve aanpak: een community-based aanpak die vooziet in regionale samenwerking tussen de verloskunde, de jeugdgezondheidszorg en tandheelkundige zorgverleners. ln deze aanpak maken de tandheelkundig zorgverleners gebruik van het Non Operative Caries Treatment Protocol (NOCTP) Dit protocol vooziet in preventie en zorg op maat op basis van een risico-inschatting. Naarmate kinderen meer risico lopen om cariës te ontwikkelen worden hun ouders geadviseerd om vaker op consult te komen. ln Denemarken en Rusland is dit protocol al effectief gebleken. Als deze aanpak ook in Nederland effectief blijkt, kan er landelijke implementatie plaatsvinden. ZonMw heeft inmiddels toegezegd in de periode 2014-2019 een grootschalig ondezoek naar de effectiviteit van de aanpak te willen financieren. Ook leeft bij deze financier de wens na deze periode vervolg ondeaoek te laten verrichten, door onder meer te kijken of de verwachte positieve effecten van de NOCTP-aanpak ook op tienjarige leeftijd nog terug te vinden zijn. Partners Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam, Universitair Medisch Centrum Groningen, Nederlandse maatschappij tot bevordering van de tandheelkunde (beroepsgroep van de tandartsen), Nederlandse Maatschappij voor de Mondhygiëne, Erasmus Universiteit Rotterdam, ZonMw, Menzis KIP Vitaal Nederland Naar een vitaal Nederland ln vele settings en beleidsdomeinen wordt over vitaliteit gesproken en ook komen er steeds meer programma's die de vitaliteit van de Nederlandse bevolking en subgroepen daarbinnen zouden moeten verhogen. Onduidelijk is wat er precies onder vitaliteit wordt verstaan. ln 2012 is door TNO en RIVM een model ontwikkeld om vitaliteit te deflniëren en daarvoor draagvlak te creëren bij relevante partijen. ln 201 3 is meetinstrument (Vita-16 @) gereed gekomen en gevalideerd om de kerndimensies van vitaliteit te meten en is een 'O-meting' uitgevoerd onder de Nederlandse bevolking en zijn de voorbereidingen getroffen voor een meting op gemeentelijk niveau die inzicht moet geven in de vitaliteit op wijkniveau. Tevens zijn
TNO+apport I P10366
l0/33
de relaties tussen vitaliteit, vitaliteitsbronnen en vitaliteitsuitkomsten (participatie) in
kaart gebracht. Het stimuleren van sport en bewegen is één van de middelen om de vitaliteit van de bevolking te verhogen. ln deze Kip wordt daarom ook aandacht besteed aan innovatie van interventies die sporten en bewegen stimuleren, en eventuele negatieve gevolgen in de vorm van sportblessures te voorkomen en/of door adequate zorg te beheersen. Paftners Hogeschool van Amsterdam, Nederlands Paramedisch lnstituut, Vereniging voor Sportgeneeskunde, RIVM, NISB, gemeente Hardenberg-Ommen, ZonMw, Stichting lnnovatie Alliantie (SlA), Achmea. KIP lmplementatie, Valorisatie en Zelfmanagement Van kennis naar praktijk Om innovaties toe te passen in praktijk en beleid zijn methodieken nodig voor (a) het implementeren van effectief gebleken interventies en richtlijnen, (b) het gebruiken van innovaties in de maatschappij (bijvoorbeeld in publiek-private samenwerking), en (c) het ondersteunen van zelfmanagement door (chronisch zieke) volwassenen en ouderen. Wat betreft het implementatieondezoek stond het Meet lnstrument Determinanten van lnnovaties (MlDl) centraal, waarbij o.a. is gewerkt aan een verkorte versie van dit innovatieve meetinstrument. Wat betreft valorisatie is een handleiding gemaakt en toegepast voor onderzoekers met daarin de competenties die nodig zijn voor publiek private samenwerking, met als doel onderzoekers bewust te maken van de competenties die nodig zijn voor publiek private samenwerking en na te gaan welke competenties nog ontberen en naar de toekomst toe aandacht vragen. Ook is een handboek PPS geschreven. Wat betreft zelfmanagement zijn voor Behaviour Change Techniques (BCTs) gebaseerd op onbewuste processen functionaliteiten voor een ePartner ontworpen, specifiek voor het scenario van een volwassene met overgewicht en prediabetes. ln een project in sCET (social Cognitive Engineering Tool) zijn verschillende use cases ontworpen en is op basis hiervan een demonstrator ontwikkeld 'Lifestyle Fun Automator' waarin de verschillende use cases zijn uitgewerkt in verschillende minigames, waarbij voor één minigame een werkend voorbeeld is ontwikkeld. Daarnaast zijn BCTs om gedrag te beïnvloeden via de affectieve route geïnventariseerd en in de Wki sCET gezet Paftners Yalpp, Pim Mulier, VGZ, ParkinsonNet, MijnZorgNeVParkinson, Parkinsonvereniging, Syntens, CBO, Vilans, NISB/Beweegkuur, kerngroep zelfmanagement, Universiteiten/medische centra (Leiden, Maastricht, Twente), Hogescholen (Leiden, Zuyd, Rotterdam) het Roessingh, platform Shared Decision Making, ZonMw diseasemanagement programma, CCTR, NVEH, NPCF, Nierstichting, Diabetes Federatie, Hart Stichting, CG-Raad, Long Alliantie Nederland, Body@Work (VUMC), REOS.
1.5
Output en kennisoverdracht
De maatschappelijke impact en wetenschappelijke output en is groot, in lijn met die van voorgaande jaren. Dit uit zich het benutten van resultaten van het
TNO+apport I P10366
11r33
innovatieprogramma in de praktijk. Als voorbeelden hiervan kunnen proeftuinen genoemd worden (Hardenberg, Leiden), de presentie van TNO in een veelheid van nationale en internationale netwerken (Vitaal Vechtdal, Body@Work, CCTR, TIFN/DENTA, SRP ePartner, Topsector LSH, Vita Valley, Living Lab voor Zorginnovaties, European Network on Living Labs, Eunaapa, Hepa, lmpala, Mayo clinic, JPI Dedipac, INNOLIFE), en de toepassing van ontwikkelde meetinstrumenten als MlDl en Vita-16 @ en (inter)nationale publicaties Zie bijlagen: "Artikelen 2013" en "Rapporten/boeken 2013"
1.6
lnnovatieProgramma's
De propositie LGAL zal in2014 enezijds het voorgenomen programma2011-2014 afronden, en anderzijds reeds voorsoderen op de nieuwe strategieperiode 20152018. Er wordt met kracht verder ingezet op doorvoer van haar publieke taken voor de preventie (o.a. het Nationaal Preventie Plan van M/úS) en zorg voor volwassenen en ouderen (ouderengezondheidzorg, sportgezondheidszorg en mondzorg). Daarbij wordt het focus sterk op innovatie gericht, het terrein waarin TNO bü uitstek kan excelleren door het brede scala aan expertises en kan inspelen op de steeds sterker wordende noodzaak tot innovatie in de komende jaren. Privaat-publieke samenwerkingsprojecten zijn daarin van cruciaal belang en TNO getroost zich veel inspanning om op alle terreinen binnen het preventie-zorg systeem verbindingen te maken, consortia te realiseren en op die manier samen met partners de noodzakelijke innovatiekracht binnen de BV Nederland te generen, waarbij (internationale) samenwerking en valorisatie van kennis centraal staat.
TNo-rapport
I P10366
2. 2.1
12t33
Propositie Gezond en Veilig Opgroeien Enkele highlights uit 2013
CENTERING HEALTHCARE Nederland kent een relatief hoge babysterfte in vergelijking met andere landen. De landelijke en lokale overheden, zowel als zorgverzekeraars hebben veel belang bij inzicht in de knelpunten en implementatie van mogelijke verbeteringen. Het College Perinatale Zorg geeft uitvoering aan het advies van de Stuurgroep 'Een goed begin' om de kwaliteit van de geboortezorg te verbeteren door een hechtere samenwerking en betere communicatie tussen alle betrokken professionals onderling, maar ook met de zwangere en haar naasten. TNO is gestart met de ontwikkeling van een nieuwe manier van zorg aan zwangeren en aan jonge ouders. Deze nieuwe manier heet Centering healthcare, waarbij zelfmanagement, eigen regie en sociale interactie belangrijk zijn. ln 2013 zijn acht verloskundige praktijken getraind en gestart met CenteringPregnancy. ln 2014 zullen nog eens vier ziekenhuizen en meer dan 20 verloskundigenpraktijken verloskundige zorg in de vorm van CenteringPregnancy aanbieden. Ook is een verkenning begonnen naar de mogelijkheid om CenteringPregnancy gezamenlijk in de eerste en tweede lijn te organiseren. Tevens is een start gemaakt met centeringparenting, waarin dit concept wordt uitgevoerd in de consultatiebureaus 's. ZonMW heeft een voorstel hiertoe gehonoreerd. IGROW PRO E-health applicatie ter ondersteuning van de JGZ-professlonal De Jeugdgezondheidszorg (JGZ) ziet kinderen in Nederland regelmatig, vanaf de geboorte totdat zij jong volwassenen zijn Tijdens deze contactmomenten leggen de jeugdarts en jeugdverpleegkundigen veel gegevens vast over groei, ontwikkeling en gezondheid in het Digitaal Dossier Jeugdgezondheidszorg (DD JGZ). De veelheid aan data in dat dossier wordt echter nog niet optimaal benut. Zeker nu de JGZ steeds meer geflexibiliseerd wordt, kan er op slimmere wijze gebruik worden gemaakt van de gegevens. TNO ontwikkelt en valideert screeningsinstrumenten zodat groei- en ontwikkelingsachterstanden en gezondheidsrisico's trjdig en effectief kunnen worden gesignaleerd. De e-health applicatie iGrow Pro is in onfwikkeling om deze screeningsinstrumenten te kunnen integreren in de dagelijkse werkzaamheden van de JGZ-professional. Bij elk contactmoment worden screeningsinstrumenten toegepast op een selectie van anonieme gegevens uit de basisdataset van het DD JGZ. De resultaten van deze screeningsinstrumenten en bijbehorend advies worden op inzichtelijke wijze gepresenteerd binnen het DD JGZ en de beveiligde web-based applicatie iGrow Pro. Ook is samen met JGZprofessionals binnen GGD Hollands Midden ondezocht hoe de resultaten van deze screeningsinstrumenten moeten worden gepresenteerd zodat de communicatie van JGZ-professionals met ouders efficiënter kan worden gemaakt. iGrow Pro kan eenvoudig worden geïmplementeerd bij verschillende software leveranciers van het DD JGZ. iGrow Pro dient als landingsplaats voor resultaten uit nieuwe ondezoeken op het gebied van groei, ontwikkeling en gezondheid bij kinderen. Ook kunnen bestaande overige JGZ-richtlijnen of updates hierin eenvoudig worden geïmplementeerd De inhoud van iGrow Pro stemmen we af op de speerpunten van elke gebruiker.
TNO+apport I P10366
l3 ,33
SAMEN STARTEN APP Ouders ondersteunen tijdens huisbezoeken van de JGZ Via het signalerings- en doorvenrvijsprogramma SamenStaften worden kinderen en gezinnen, die te maken hebben met een hulpvraag (bijvoorbeeld rondom opvoeden of financiën), snel opgespoord en ondersteund. Huisbezoeken vormen een belangrijk onderdeel van SamenStarten. Uit ondezoek blijkt echter dat jeugdverpleegkundigen tijdens deze huisbezoeken niet altijd in staat zijn oudercompetenties te versterken, hulp te verlenen en/of te venvijzen naar hulpinstanties (zoals Maatschappelijk werk). Om ondersteuning te bieden aan de huisbezoeken Heeft TNO de SamenStarten ontwikkeld. ln deze App, die draait op een Tablet PC, worden vier functionaliteiten aangeboden aan verpleegkundige en ouder tijdens het huisbezoek : 1) multimodale gespreksondersteuning voor ouder en verpleegkundige; 2) ovezicht van hulpvraag-specifieke inhoud (folders, filmpjes en websites) en hulpinstellingen; 3) e-mailverslag van het gesprek voor de ouder; 4) tools voor de verpleegkundigen om zelf direct hulp te bieden. Deze App is succesvol getest in de GGD Amsterdam, is genomineerd voor de JGZ innovatieprijs 20'13 en wordt momenteel doorontwikkeld voor breder gebruik om ouders te ondersteunen Behalve dat de SamenStarten een positieve bijdragen kan leveren aan effectiviteit van de huisbezoeken kan het ook in het algemeen ondersteuning bieden aan outreachend werken door de Jeugd Gezondheidzorg (JGZ). Met de App kan de zorg precies worden aangepast aan de behoeften en doelen van de ouders en hun kinderen. Met de App kan ook gemakkelijker zorg bij de ouders thuis geboden worden in plaats van dat de ouder naar de GGD moet gaan.
2.2
Korte inleiding op Propositie Gezond en Veilig Opgroeien
Het kabinetsbeleid is er op gericht het kind centraal te stellen in het beleid en niet langer de instellingen, organisaties of departementen. ln de keuzes van de thema's voor kennisontwikkeling komt dit terug. De gezondheid van het kind en de jeugdige, van voor de conceptie (min 10 maanden) toI23 jaar is het aandachtsgebied van het programma. Waar preventie mogelijk lijkt, wordt in het programma gezocht naar momenten in de zorgketen waarop dit het beste werkt en het meeste effect sorteert. Er is veel aandacht voor het ontwikkelen van methoden van vroegsignalering en interventies en de inzet is gericht op normalisering, en versterken van eigen kracht van ouders en jeugdigen.
2.3
Uitvoering in 2013
Het programma van de propositie GVO is uitgevoerd conform de afspraken met de Ministeries van SZW en van MA/S, Directie Publieke Gezondheid. Er is bij het vormgeven van het 4 jarige programma (2O11-2014) rekening gehouden met de kennisbehoefte bij de overheid en het veld, onder andere zoals geformuleerd in de Kennisarena 2008 en in een tiental gesprekken met de relevante stakeholders in 2010. Voor de specifìeke invulling en monitoring van het programma van 2013 ziln er reguliere overleggen met vertegenwoordigers van het ministerie van MA/S gehouden zowel binnen de directie publieke gezondheid als binnen de directie jeugdzorg en curatieve zorg. Daarnaast is regelmatig afstemming geweest over het programma met het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ), Nederlands Jeugd lnstituut (NJl), ZonMw en het RIVM-Gezond Leven binnen het zogenaamde kennisprogramma Jeugd, onder geleide van VWS.
TNo-rapport I P10366
2.4
14t33
Resultaten
Het ontwikkelen, implementeren en evalueren van evidence-based kennis en innovaties voor het veld blijft de rode draad. Dit is duidelijk uit de inhoud van het programma. De kennis die binnen het VP Jeugd in de loop van vele jaren is veruorven op het terrein van ontwikkelen, implementeren en evalueren van
preventieprogramma's gericht op lichamelijke problemen van kinderen, wordt in toenemende mate ingezet om evidence-based preventieve zorg te kunnen leveren voor kinderen die psychisch of sociaal in de knel dreigen te komen. Deze kennis is bijvoorbeeld ontwikkeld in de uitvoering van de werkzaamheden binnen de Academische werkplaats Jeugd en binnen de schoolse setting. Ook is er veel aandacht voor de ontwikkeling van een programma voor kinderen van gescheiden ouders. Ook het feit dat de zorg voor jongeren meer gericht moet zijn op het normaliseren van opvoeden en op het ondersteunen van de ouders is terug te vinden in de KlPpen. Het ondersteunen van de JGZ hoe hier mee om te gaan, heeft vorm gekregen in diverse projecten, zoals het ontwikkelen van een SamenStaden voor gebruik bij huisbezoeken binnen de JGZ of het helpen implementeren van de lgezinlplan methode in de regio den Haag. Tot slot is er toenemend aandacht voor het ontwikkelen van nieuwe zorgmodellen waarin meer ruimte is voor zelfmanagement en eigen verantwoordelijkheid, zoals bijvoorbeeld CenteringPregnancy en CenteringParenting.
KIP Verloskunde en Kraam Zorg voor gezonde zwangerschap Zorg rondom zwangerschap en geboorte is complex. Er zijn vaak veel verschillende professionals bij betrokken en er vindt veel informatieoverdracht plaats. Bovendien wordt de zorg uit verschillende middelen gefinancierd. Nederland kent een relatief hoge babysterfte in vergelijking met andere landen. De landelijke en lokale overheden, zowel als zorgverzekeraars hebben veel belang bij inzicht in de knelpunten en implementatie van mogelijke verbeteringen. Het College Perinatale Zorg geeft uitvoering aan het advies van de Stuurgroep'Een goed begin' om de kwaliteit van de geboortezorg te verbeteren door een hechtere samenwerking en betere communicatie tussen alle betrokken professionals onderling, maar ook met de zwangere en haar naasten. ln 2013 zijn acht verloskundige praktijken getraind en gestart met CenteringPregnancy. ln 2014 zullen nog eens vier ziekenhuizen en meer dan 20 verloskundigenpraktijken verloskundige zorg in de vorm van CenteringPregnancy aanbieden. Ook is een verkenning begonnen naar de mogelijkheid om CenteringPregnancy gezamenlijk in de eerste en tweede lijn te organiseren. Ook is een start gemaakt met CenteringParenting, waarin dit concept wordt uitgevoerd in de consultatiebureaus's. ZonMW heeft een voorstel hiertoe gehonoreerd.
ln 2013 hebben we ons ook gericht op het ontwikkelen van groeicurves voor borstgevoede baby's. Borstvoeding is goed voor moeder en baby. Soms komt het echter voor dat een baby te weinig borstvoeding binnenkrijgt. Als dit gebeurt kan de baby te veel gewicht verliezen en uitdrogen Maar wat is te veel? TNO heeft een groeicurve voor borst gevoede kinderen ontw¡kkeld. Deze kan worden gebruikt om
TNO+apport I P10366
15/33
af te lezen of de groei in orde is. De groeicurve is te gebruiken door kraamvezorgende, verloskundigen en moeders.
|n2013 heeft Euro-Peristat nieuwe gegevens gepresenteerd waaruit blijkt dat de babysterfte inmiddels wel is verminderd, maar dat Nederland nog steeds achterblijft op de andere Europese landen. De beslisondersteuning pijn tijdens de bevalling is afgerond en beschikbaar gesteld aan Kiesbeter. Partners Wij werken samen met de zorgverleners (verloskundigen, gynaecologen en kraamvezorgenden), de koepelorganisaties (KNOV, ActiZ), regionale en landelijke consortia, universiteiten en andere kennisinstituten (NIVEL, Jan van Es). Ook nemen wij deel aan internationale netwerken KIP Gezond opgroeien en opvoeden Onderbouwde zorg voor jeugd De overheid hecht er grote waarde aan dat de activiteiten van de JGZ en jeugdzorg evidence-based z¡n. Dat wil zeggen dat er zowel effectief als efficiënt wordt bijgedragen aan gezond opgroeien en opvoeden in Nederland. Belangrijke activiteiten van de JGZ en jeugdzorg zijn: voorlichting, advisering, (opvoed)ondersteuning, vroegsignalering, screening en behandeling. Van een groot deel van deze activiteiten is bekend dat ze effectief en doelmatig zijn Echter, er zijn ook veel activiteiten waarvan dit nog niet bekend is. TNO ontwikkelt en valideert screenings¡nstrumenten zodat groei- en ontwikkelingsachterstanden en gezondheidsrisico's tijdig en effectief kunnen worden gesignaleerd Er is gewerkt en vooruitgang geboekt op onder andere de volgende terreinen: vroegsignalering van psychosociale problemen en ontwikkelingsachterstand alsmede de ondersteuning van kinderen van gescheiden ouders en de preventie van overgewicht. Een model voor het voorspellen van overgewicht op jonge leeftijd is in ontwikkeling. De e-health applicatie iGrow Pro is in ontwikkeling om deze screeningsinstrumenten te kunnen integreren in de dagelijkse werkzaamheden van de JGZ-professional. Daarnaast zijn er richtlijnen ontwikkeld en nog in ontwikkeling voor de JGZ en jeugdzorg en is er een advies uitgebracht voor het meten van gebruik van richtlijnen Paftners Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ), Nederlands jeugd lnstituut (NJi), Trimbos, GGD Nederland, AJN, V&VN, GGD Nederlands Academische Werkplaats Openbare Gezondheidszorg Tilburg, Diverse GGD-en en JGZ organisaties, UMCG, LUMC/Universiteit Leiden, UMCG, VU, Universiteit Utrecht, Universiteit Maastricht, Academische Werkplaats Leiden, Curium, Stichting Jeugd en Gezin, ActiZ, ZonMw, Stichting Kinderpostzegels.
16 / 33
TNO-rapport I P10366
KIP lnnovatieve en effectieve zorg voor jeugd Projecten geven jeugdigen en ouders een stem in de zorg Ongeveer een op de vijf jongeren maakt gebruik van lichte of zware jeugdhulp, zoals het Centrum voor Jeugd en Gezin of een kinderpsychiater. De zorg voor de jeugd vraagt om een goede analyse van de vraag van ouders en kinderen en onderbouwing van bestaande en innovatieve werkwijzen in de jeugdhulp. De meeste kinderen lukt het om daadwerkelijk gezond en veilig op te groeien Voor een aantal kinderen is er meer dan gemiddeld steun nodig Het beroep op de zorg neemt toe, terwijl het aantal kinderen met ernstige gedragsproblemen eigenlijk niet sterk toeneemt. Hierdoor is een aantal gebreken in de zorgstructuur bloot komen te liggen. TNO coördineert in de regio Noordelijk Zuid-Holland een Academische Werkplaats Publieke Gezondheid - jeugd. Jeugdhulpinstellingen ondeaoeksinstituten en gemeenten werken in de werkplaats samen om het stelsel van zorg voor de jeugd te verbeteren.
TNO heeft samen met partners van de academische werkplaats ondezoek gedaan naar de pilot Schoolcoach van de gemeente Den Haag. De scholen zijn positief over de schoolcoach die contact legt met ouders om belemmeringen in de onderuvijsontwikkeling van het kind tijdig te signaleren. ln 2013 is binnen deze kip ondezocht naar het verbeteren van de cliëntvraag en eigenregie. Samen met het LUMC en jeugdgezondheidszorginstellingen wordt een grote groep gevolgd van kinderen en gezinnen met psychosociale problemen of opvoedproblemen Ook is een thema, ondezoek naar de weerbaarheid en sociale veiligheid van jeugdigen op scholen. En er is een onderzoekslijn gestart naar het verbeteren van sociale competenties van jeugdigen om de toegang tot de arbeidsmarkt te optimaliseren. Met marktpartijen zullen verdere samenwerkingsmogelijkheden worden verkend die bijdragen aan innovatieve en effectieve zorg voor jeugd. Speciale aandacht krijgen inzet van ICT en kosteneffectiviteit van de zorg. De academische werkplaats jeugd organiseert bijeenkomsten om kennis te delen en voorstellen te doen voor verbetering van de zolg.
Partners LUMC, FSW Universiteit Leiden, GGD Den Haag, GGD Zuid-Holland West en GGD Hollands Midden, Gemeente Den Haag - Dienst Onderwijs, Cultuur en Welzijn Programmabureau Jeugd, Universiteit Leiden - faculteit Sociale Wetenschappen, De Haagse Hogeschool, Stichting Bureaus Jeugdzorg Haaglanden/Zuid-Holland, Curium-LUMC, Jong Florence, Stichting De Jutters, Stichting Jeugdformaat, Jeugdgezondheidszorg Zuid-Holland West, Stichting Kwadraad, NCJ, UMCG, ZonMw.
of KIP Vitale Kind en lmplementatie Valorisatie zelfmanagement Jeugd Gezonde jeugd, gezonde scholen en nieuwe media De Nederlandse jeugd is over het algemeen gezond en gelukkig. Toch zijn er jeugdigen met een ongezonde leefstijl, overgewicht of gedragsproblemen.
TNo-rapport I P10366
17 t33
TNO heeft ruime ervaring met onderzoek naar gezond gedrag bij jeugdigen en hun omgeving. Ook is veel ondezoek gedaan naar de effectcondities van preventieve interventies, bijvoorbeeld op het gebied van voeding, bewegen, sport, sociaalemotioneel gedrag en pesten. Deze interventies stimuleren jeugdigen tot gezond gedrag, maar het lukt nog onvoldoende om jeugdigen er toe te verleiden gezonde keuzes te maken. Om hier efficiënte en effectieve verbeteringen in aan te kunnen brengen, is aanvullende kennis nodig.
ln 2012 keken we voor het eerst naar het effect van het combineren van gedragsveranderingstechnieken in interventies, inmiddels hebben we voor een aantal gedragingen, settings en doelgroepen gedaan en kunnen we ons in de richting van praktische aanbevelingen bewegen om deze werkzame principes een plek te geven in nieuwe, verbeterde interventies. Een aantal projecten richt zich op gecombineerd gezondheidsgedrag. Transfer liet zien dat het mogelijk is om, middels het beïnvloeden van determinanten van bepaald gezondheidsgedrag (alcoholgebruik) bij jongeren ook deze determinanten van andere gedragingen (roken) te beïnvloeden. Co-occurence ging in op de vooren nadelen van analysemethoden voor het geven van inzicht in meerdere gezondheidsgedragingen die samen voorkomen. Samen dragen deze deelprojecten bij aan efficiëntere gezondheidsbevordering. lnterventies die gebruik maken van nieuwe media worden ontwikkeld en geëvalueerd. Deze interventies gaan over HPV-vaccinatie, seksuele weerbaarheid en jeugdigen in echtscheidingssituaties. Er is een verkenning om de gezondheidsopbrengst van scholen te onderzoeken en er is een instrument voor het meten van intersectorale samenwerking ontwikkeld. Het trendrapport Bewegen en Gezondheid beschrijft het beweeggedrag van jeugdigen. Paftners Convenant Gezond Gewicht, NISB, Voedingscentrum, SOA-AIDS Nederland, Trimbos-instituut , RIVM / Centrum Gezond Leven, Health Enhancing Physical Activity (HEPA) network, NJ¡, NCJ, GGD Nederland en regionale GGD'en, diverse universitaire afdelingen.
2.5
Output en kennisoverdracht
De wetenschappelijke output van het programma is groot en van goede kwaliteit gezien de vele publicaties in wetenschappelijke tijdschriften (meer dan 40 peerreviewed publicaties). De maatschappelijke impact is eveneens groot, in lijn met die van voorgaande jaren. Dit uit zich niet alleen in nationale publicaties en deelname aan vele netwerken, maar ook uit het implementeren van resultaten van het kennisprogramma in de praktijk. Als voorbeelden hiervan kunnen de pilot invoering van CenteringPregnancy, het implementeren van vele richtlijnen zowel voor de JGZ als voor jeugdzorg, het implementeren van de monitor Test je leefstijl op het MBO, het implementeren van CODIP, een preventief programma voor kinderen van gescheiden ouders, het implementeren van de SamenStarten, en de resultaten van de werkwijze 1 gezin 1 plan genoemd worden.
Tevens is er toenemend aandacht voor een grotere rol en invloed van ouders en anderen in de sociale omgeving van de jeugd bij het voorkomen en bij de aanpak van de problematiek van jongeren. waarbij het doel is zo veel mogelijk gezondheidswinst te behalen uit het decentralisering van de zorg zoals die
l8
TNo-rapport I P10366
/ 33
momenteel wordt vormgegeven. Het ondezoeksprogramma van TNO richt zich daarom in toenemende mate ook op het terrein van de Jeugdzorg. Binnen het programma wordt een methodiek van werken in de jeugdzorg (signs of safety) in een randomised trial ondezocht. Tevens worden er binnen verschillende pilots methodieken van het werken binnen JGZ en ketenpadners ondezocht. Ook de kwaliteit van de zorg voor en tijdens de zwangerschap, de bevalling en de kraamperiode is als onderdeel van de zorgketen steeds duidelijker integraal onderdeel van het ondezoeksprogramma. Daarnaast is vanuit het programma toenemend aandacht voor de toepasbaarheid van kennis bij zorgvezekeraars, gemeenten en provinciale overheden. Ondenrverpen daarbij zijn Jeugdgezondheidszorg, Jeugdzorg, kraamzorg en de kwaliteit van de verloskundige zorgverlening. Zie bijlage: "Rapporten, boeken en artikelen 2013".
2.6
InnovatieProgramma's
De propositie GVO zet in 2014 en verder in op verdere doorvoer van haar publieke taken voor de JGZ en Jeugdzorg, alsmede de mondzorg en ook het Nationaal Preventie Plan van VWS, maar ook op de privaat-publieke samenwerkingsprojecten tussen de Ministeries van SZA/ en van M/t/S, Directie Publieke Gezondheid en de topsectoren Life Sciences and Health (zorginnovatie ten behoeve van de gezondheid, veiligheid en participatie voor kinderen met een chronische zieke) en AgriFood (ter preventie en terugdringen van de overgewicht en obesitas problematiek) .
TNo-rapport
I
P10366
3. Ondertekening Leiden, 27 februari 2014
Prof. Dr. N.L.U van Meeteren Director of lnnovation Healthy for Life, TNO
19 / 33
TNO-rapport I P10366
20t33
Bijlage Artikelen, rappoften en boeken 2013 Artikelen Adamo KB, Hingle M, Maddison R, Maloney A, Simons M, Staiano A. Gaming, adiposity, and obesogenic behaviors among children. Games for Health J 2o13;2(3):119-126. Akker-van Marle van den ME, Kamphuis M, Gameren-Oosterom van HBM, Pierik FH, Kievit J. Management of undescended testis: a decision analysis. Medical Decision Making 201 3;33(7):906-91 9.
Alink L, Pannebakker F, Euser S, Bakermans-Kranenburg MJ, Vogels T, lJzendoorn van R. Kindermishandeling in Nederland anno 2010- de Tweede Nationale Prevalentiestudie Mishandeling van Kinderen en Jeugdigen (NPM- 2010). TSG 20'1 3:91 (7):396-404. Beijsterveldt van AMC, Horst van der N, Port van de lGL, Backx FJG. How effective injury prevention programmes for soccer players? Sports Med 2O13;43(4):257-262.
are exercise-based
Beijsterveldt van AMC, Port van de lGL, Vereijken AJ, Backx FJG. Risk factors for hamstring injuries in males soccer players: a systematic review of prospective studies. Scand J Med Sci Sports 2013 23;3(253):262. Beijsterveldt van AMC, Steffen K, Stubbe JH, Frederiks JE, Port van de lGL, Backx FJG Soccer injuries and recovery in male Dutch amateur soccer players: results of a prospective cohort study. Clin J Sports Med 2013;Epub. Beltman M, Kamphuis M. JGZ-Richtlijn'Zindelijkheid urine en feces'. Tijdschr Jeugdgezondheidszorg 201 3;45(3): 56-57. Bernaards C, Hendriksen l, Hildebrandt VH. Dat zit niet goed: sedentair gedrag als modern arbeidsrisico. Arbo 2013(1 1):12-14. Bessems KMHH, Assema van P, Crutzen R, Paulussen TGWM, Vries de NK. Examining the relationship between completeness of teachers's implementation of the Krachtvoer healthy diet programme and changes in the students'dietary intakes. Public Health Nutr 2013; '16(7):1273-1280. Blanson Henkemans OA, Bierman BPB, Janssen J, Neerincx MA, Looije R, Bosch van der H, et al. Using a robot to personalise health education for children with diabetes type 'l: a pilot study. Patient Educ Counseling2013;92(2):174-181. Blanson Henkemans OA, Dusseldorp E, Keijsers JFEM, Kessens JM, Neerincx MA, Otten W. Validi$ and reliability of the eHealth Analysis and Steering lnstrument (eASl). J Med lnternet Res 2013. Blanson Henkemans OA, Knulst-Verlaan C, Heuvelink A, Speksnijder C. Hoe halen ouderen the next level? overtuigende technologie voor een gezond leven. Fysiopraxis 20'1 3;december:18-21.
21t33
TNO+apport I Pr0366
Blok DJ, Empelen van P, Lenthe van FJ, Richardus JH, Vlas de SJ. Unhealthy behaviour is contagious: an invitation to exploit models for infectious diseases. Epidemiol lnfecl 2O13;1 41 :667-669. Blok DJ, Vlas de SJ, Empelen van PE, Richardus JH, Lenthe van FJ. Changes in smoking, sports partcipiation and overuveight: does neighborhood prevalence matter? Health & Place 2013;Epub. Boelen A, Veen van M, Verkerk PH, Diependaal G, Loeber G, Elvers B, et al. Measuring free thyroxine levels in neonatal heel-prick samples. Clin Chim Acta 20 1 3; 50 4 (7 47 Q :2a
8-253.
Boere-Boonekamp MM, Vlimmeren van LA. JGZ-richtlijnen'Preventieve, signalering en aanpak van voorkeurshouding en schedelvervorming'. Tijdschr Jeugdgezondheidszorg 201 3;45(3): 52-53. Bongers BC, Vries de Sl, Obeid J, Buuren van SH,P.J.M , Takken T. The Steep Ramp Test in Dutch caucasian children and adolescents: age- and sex- related normative values Physical Ther 2013;93(1 1):1530-1539. Breuning-Boers JM, Deurloo JA, Gooskens RH, Verkerk PH. At what age is hydrocephalus detected, and what is the role of head circumference measurements? Eur J Public Health 2013 Epub. Breuning-Boers JM, Deurloo JA, Gooskens RH, Verkerk PH. At what age is hydrocephalus detected, and what is the role of head circumference measurements? Eur J Public Health 2013 24;1(32)3a. Buuren van S. Growth charts of human development. Stat Methods Med Res 20'13;Epub. Buuren van S, Hulzebos EHJ, Valkenet K, Lindeman E, Meeteren van NLU. Reference chart of inspiratory muscle strenght a new tool to monitor the effect of pre-operative training. 201 3 Epub.
Coffeng JK, Hendriksen lJM, Mechelen van W Boot CRL. Proces evaluation of a worksite social and physical environmental. J Occup Environ Med 2013 Epub. Collaborative Group on Hormonal Factors in Breast Cancer (S. Bausch-Goldbohm). Menarche, menopause, and breast cancer risk: individual participant meta analysis, including 118964 women with breast cancer Írom 117 epidemiological studies. Lancet Oncol 201 3; 13:1141-1151. Dessing D, Pierik F, Sterkenburg RP, Dommelen van P, Maas J, Vries de Sl. Schoolyard physical activity of 6-11 year old children assessed by GPS and accelerometry. lnt J Behav Nutr Phys Act 201 3; 10:art. no 97. Deurloo JA, Gameren-Oosterom van HBM. JGZ-Richtlijnen'Huidafwijkingen'. Tijdschr Jeugdgezondheidszorg 201 3;45(3):55-56.
Diderich HM, Fekkes M, Verkerk PH, Pannebakker FD, Klein Velderman M, Sorensen PJG, et al. A new protocol for screening adults presenting with their own medical problems at the Emergency Department to identity children at high risk for maltreatment. Child Abuse Negl 201 3; 37 (1 2):1 122-1 1 31 . Diepeveen FB, Kroon de Ml-A, Dusseldorp E, Snik AFM. Among perinatal factors, only the Apgar score is associated with specific language impairment. Dev Med Child Neurol 201 3;55:631-635.
TNO-rapport I P10366
22t33
Dommelen van P, Buuren van S. Methods to obtain referral criteria in growth monitoring. Stat Methods Med Res 2013;Epub. Dommelen van P, Buuren van S. Evidence-based referral criteria in growth monitoring. Stat Methods Med Res 2013;Epub. Dongen van JM, Strijk JE, Proper Kl, Wier van MF, Mechelen van W, Tulder van MW, et al. A cost-effectiveness and return-on-investment analysis of a worksite vitality intervention among older hospital workers; results of a randomized controlled trial. J Occup Environ Med 2013;55(3):337-346. Driessen LM, Kiefte-de Jong JC, Wijtzes A, Vries de Sl, Jaddoe V\ÂA/, Hofman A, et al. Preschool physical activity on functional constipation during the pre-school period: the Generation R Study. J Pediatr Gasteroenterol Nutr 2013;57(6):768-774. Drift van der EJG, Blanson Henkemans OA, Mol R, Nederend E. Kinderen positief over invullen van dagboek met persoonlijke robot: charlie helpt kinderen met dia betes. EADV Magazine 201 3;28(2).42-45.
Duijster D, O'Malley L, Elison S, Loveren van C, Marcenes W, Adair PM, et al. Family relationships as an explanatory variable in childhood dental car¡es: a systemat¡c review of measures. Caries Res 2013;47((suppl l)):22-39 Duijster D, Verrips GHW, Loveren van C. The role of family functioning in childhood dental caries. Community Dent Oral Epidemiol 2013;ePub. Dusseldorp E, Genugten van L, Buuren van S, Verheijden MW, Empelen van P Combinations of techniques that effectively change health behavior: evidence form meta-CART analysis. Health Psychol 2013 Epub. Euser S, Alink l-4, Pannebakker FD, Vogels T, Bakermans-Kranenburg MJ, lJzendoorn van MH. The prevalence of child maltreatment in the Netherlands across a S-year period Child Abuse & Negl2013;37:841-85'1. Ezendam NPM, Burg J, Borsboom G, Empelen van P, Oenema A. Differential effects of the computer-tailored FATaintPHAT programme on dietary behaviours according to sociodemographic, cognitive and home environmental factors. Public Health Nutr 2013;Epub. Felix AS, Cook LS, Gaudet MM, Rohan TE, Schouten LJ, Setiawan VW, et al. The etiology of uterine sarcomas; a pooled analysis of the epidemiology of endometrial cancer consortium. Br J Cancer 2013;108(3).727-734.
Gameren-Oosterom van HBM, Fekkes M. Volledige zelfstandigheid moeilijk te bereiken voor jongeren met Down-syndroom. Jeugdkennis 2013;7. Gameren-Oosterom van HBM, Fekkes M, Reijneveld SA, Oudesluys-Murphy AM, Verkerk PH, Wouwe van JP, et al Practical and social skills of 16-19-year-old with Down syndrome: independence still far away. Res Developmental Disabil 2013 epub.
Gameren-Oosterom van HBM, Fekkes M, Wouwe van JP, Detmar SB, OudesluysMurphy AM, Verkerk PH. Problem behavior of individuals with Down Syndrome in a nationwide cohort assessed in late adolescence. J Pediatr2013;163(5):1396-1401 .
Geybels MS, Verhage BAJ, Schooten van FJ, Goldbohm RA, Brandt van den PA. Advanced prostate cancer risk in relation to toenail selenium levels. J Natl Cancer lnst 2013;Epub.
TNO-rapport I P10366
23/33
Geybels MS, Verhage BAJ, Arts lCW, Schooten van FJ, Goldbohm RA, Brandt van den PA. Dietary Flavenoid intake, black tea consumption, and risk of overall and advanced stage prostate cancer Am J Epidemiol2013:177(12):1388-1398. Gijzen S, Boere-Boonekamp MM, L'Hoir MP, Need A. Child mortality in the Netherlands in the past decades: an overview of external causes and the role of public health policy. J Public Health Policy 2013 177;12:1388-1398. Gilsing AM, Franssen F, Kok de TM, Goldbohm RA, Schouten LJ, Bruine de AP, et al. Dietary heme iron and the risk of colorectal cancer with specific mutations in KRAS and APC. Carcinogenesis 201 3þa( \:27 57 -27 66. Gilsing AMJ, Weijenberg MP, Goldbohm RA, Dagnelie PC, Brandt van den PA, Schouten LJ. The Netherlands Cohort Study - meat investigation cohort: a
population-based cohort over-representated with vegetarians, pescetarians and low meat consumers. Nutr J 2013:12.156. Haas de M, Ploeg van der CPB, Veldhuisen B, Verlinden DA, Hirschberg H, Scheffer P, et al. Fetal RHD typing can be safely used to target both antenatal and postnatal anti-D-prophylaxis. Vox Sang 2013;'105(s1):13.
Harmsen lA, Mollema L, Ruiter RA, Paulussen TGWM, Melker de HE, Kok G. Why parents refuse childhood vaccination: a qualitative study using online focus groups. BMC Public Health 201 3; 13(1 ):1 183. Heinen MM, Verhage BAJ, Schouten LJ, Goldbohm RA, Schouten HC, Brandt van den PA Alcohol consumption and risk of lymphoid and myeloid neoplasms: results of the Netherlands cohort study. lnt J Cancer 2013:133:1701-1713. Hendriks AM, Jansen MW, Gubbels JS, Vries de NK, Paulussen T, Kremers SP. Proposing a conceptual framework for integrated local public health policy, applied to childhood obesity- the behavior change ball. lmplement Sci 2013;8(46). Hendriksen lJM, Bernaards CM, Commissaris DACM, Proper Kl, Mechelen van W, Hildebrandt VH Position statement. Langdurig zitten: een nieuwe bedreiging voor onze gezondheid. TSG 201 3;91 (1):22-25. Hespen van A, Siemonsma P. Functionele training ouderen: drie verschillende perspectieven: toelichting door TNO het onderzoeksperspectief. Beweegreden, Vakblad voor Oefentherapeuten Cesar en Mensendieck 201 3;augustus: 1 8-20 Hofman R, Empelen van P, Richardus JH, Kokde l, Ballegooijen van M, Korfage lJ. Predictors of HPV vaccination uptake: a longitudinal study among parents. Health Educ Res 201 3;29(1 ):83-96 Hofman R, Empelen van P, Vogel l, Raat H, Ballegooijen van M, Korfage lJ. Parental decisional strategies regarding HPV vaccination before media debates : a focus group study. J Health Communication 2013;18(7):866-880. Hooftman WE, Kesteren van N, Poppel MNM, Lanting Cl, Wouwe van JP, Verheijden MW. Werkgerelateerd factoren hebben een beperkte inlvoed op het (blijven) geven van borstvoeding onder werkende vrouwen. TSG 2013;91(5):283292.
Hopman-Rock M. Hebben wij een blinde vlek voor het belang van bewegen door ouderen? P hysios 201 3p):a7 -48.
TNo-rapport
I P10366
24t33
Hulzebos CV, Dommelen van P, Verkerk PH, Dijk PH, Straaten van HLM. Evaluation of treatment thresholds for unconjugated hyperbilirubinemia in preterm infants: effects on serum bilirubin and on hearing loss? PloS One 20'13;8(5):e62858. lyer V, Samkar van A, Saeed P. The Bruckner test variant (BTV): a promising instrument in detecting vision disorders. Am Orthop J 2013;63.97-102.
Jellema lJ, Abraham C, Schaalma HP, Gebhardt WA, Empelen van P. Predicting having condoms available among adolescents: the role of personal norm and enjoyment. Br J Health Psychol 2013;18(2).453-468. Keer M, Putte van den B, Wit de J, Neijens P. The effects of integrating instrumental and affective arguments in rhetorical and testimonial health messages. J Health Communication 2013;'18(9): 1148-1161. Keijsers JFEM. What's in it for me? NPHF 2013. Keszei AP, Goldbohm RA, Schouten LJ, Jakszyn P, Brandt van den PA. Dietary Nnitroso compounds, endogenous nitrosation, and the risk of esophageal and gastric 1-3. Am J Clin Nutr 2013;97:'135cancer subgpes in the Netherlands Cohort Study 146. Keulen van HM, Otten W, Ruiter RAC, Fekkes M, Steenbergen van J, Dusseldorp E, et al. Determinants of HPV vaccination intentions among Dutch girls and their mothers. a cross-sectional study. BMC Public Health 201 3; 13: 1 1 1 . Keulen van HM, Otten W, Ruiter RAC, Steenbergen van J, Fekkes M, Paulussen TGWM. Reden om zich te laten vaccineren tegen HPV: implicaties voor toekomstige informatievooziening. Ned Tijdsch Geneesk 2013; 1 57(A5523).
Kist-van Holthe JE, Hafkamp-de Groen E, Boere-Boonekamp MM, Kamphuis M, Fleuren MAH, Raat H, et al. Programmeringstudie Richtlijnen Jeugdgezondheidszorg 2012. Tijdschr Jeugdgezondheidszorg 2013;45(3):60-66. Kocken P, Boere-Boonekamp MM, Harten van LV, Hartman L, Rijbroek B, Ruijter de A, et al. De toekomst van de (preventieve) zorg voor jeugd (redactioneel). TSG
2013;91(7):359-360. Kocken PL. lnvesteren in een gezonde omgeving (redactioneel). TSG 2013;91(1):12
Kocken PL, Theunissen MHC, Schönbeck Y, Henneman L, Janssens ACJW, Detmar SB. Ethnicity, educational level and attitudes contribute to parental intentions about genetic testing for child obesity. J Commun Genet 2013;4(2):243250. Koeman T, Offermans NSM, Christopher-de Vries Y, Slottje P, Brandt van den PA, Goldbohm RA, et al. JEM's and incompatible occupational coding systems: effect of manual and automatic recoding of job codes on exposure assignment. Ann Occup Hyg 2O1 3;57 (1): 107 -1 I 4. Koeman T, Slottje P, Kromhout H, Schouten LJ, Goldbohm RA, van den Brandt PA, et al. Occupational exposure to extremely low-frequency magnetic fields and cardiovascular disease mortality in a prospective cohort study. Occup Environ Med
2013:70(6):402-407.
TNO+apport I P10366
25t33
Kolkman D, Rijnders MEB, Wouters MAGJ, Akker-van Marle van den ME, Ploeg van der CPB, Groot de CJM, et al lmplementation of a cost-effective strategy to prevent neonatal early-onset group B haemolytic streptococcus disease in the Netherlands. BMC Pregnancy & Childbirth 2013;13(1):155. Koopmans L, Bernaards CM, Hildebrandt VH, Vet de HCW, Beek van der AJ. Measuring individual work performance: identiffing and selecting indicators. Work: a Journal of Prevention,Assessment and Rehabilitation 2013;ePub. Krist MR, Beijsterveldt van AMC, Backx FJG, Wit de GA. Preventive exercises reduced injury-related costs among adult male amateur soccer players: a clusterrandom ised trial. J Physiother 20'l 3; 59( 1):1 5-23. Kromhout H, Schouten LJ, Goldbohm RA, Brandt van den PA, Vermeulen R. Occupational exposure to extremely low-frequency magnetic fields and cardiovascular disease mortali$ in a prospective cohort study. Occup Environ Med 2013:70(6):402-407. Kroon de MLA, Renders CM, Wouwe van JP, Buuren van S, Hirasing RA. Primaire preventie van overgewicht gevoelige leeftijdsintervallen en predictie: het Terneuzen Geboorte Cohort. Tijdschr Jeugdgezondheidszorg 2013,a5Q):3943. Kusters CDJ, Pal van der SM, Steenbrugge van CJ, Ouden den L, Kollée LAA. lmpact van vroeggeboorte op het gezin: ook na 19 jaar ondervinden families nog gevolgen. NWG 201 3; 1 57 (25):1310-1317 Lanting Cl, Heerdink N. JGZ-Richtlijn 'Astma bij kinderen (0-19 jaar)'. Tijdschr Jeugdgezondheidszorg 201 3;45(3): 50-51. Le TM, Zijlstra WT, Opstal van EY, Knol M, L'Hoir MP, Knulst AC, et al. Food avoidance in children with adverse foor reactions: influence of anxiety and clinical parameters. Pediatr Allergy lmmunol 201 3;24(7):650-655. Lettow van B, Vermunt J, Burdorf A, Vries de H, Empelen van P. Clustering of drinker prototype characteristics: what characterises the typical drinker? Br J Psychol 20'l 3; 104:382-399. Lettow van B, Vries de H, Burdorf A, Norman P, Empelen van P. Associations between abstainer, moderate and heavy drinker prototypes and drinking behaviour in young adults. Psychol Health 2013:28(12).1407-1423.
L'Hoir MP, Groothuis-Oudshoorn CGM, Scheltes M, Sleuwen van BE, BoereBoonekamp MM Tiende peilig veilig slapen. Tijdschr Jeugdgezondheidszorg 2013;45(2):32-38. L'Hoir MP, Tetteroo S, Beltman M, Vlasblom E. Evaluatie van beweegwijs, de speelpleinmethode. Lichamelijke Opvoeding 2013(7):4547. L'Hoir MP, Tetteroo S, Boere-Boonekamp MM, Kloeze E, Bakker l, Galindo Garre F, et al. Physical activity, nutrition, screen time and sleep associated with body weight and physical condition in young children: a pilot study of a cross-border project. Sportwissens chaft 201 3;43(2): 1 16-123. Liem ET, Buuren van S, Sauer PJJJ, Sauer PJ, Jaspers M, Stolk RP, et al. Growth during infancy and childhood, and adiposity at age 16 years: ages 2 to 7 years are pivotal. J Pediatr 2013;162:287 -292.
TNO+apport I P10366
26t33
Lunenburg van A, Pal van der SM, Dommelen van P, Pal-de Bruin van der KM, Bennebroek Gravenhorst J, Verrips GHW. Changes in quality of life into adulthood after very preterm birth and/or very low birth weight in the Netherlands. Health Qual Life Outcomes 2013; 1 1 (51). Magnée T, Burdorf A, Brug J, Kremers SPM, Oenema A, Assema van P, et al. Equity-specific effects of 26 Dutch obesiÇ-related lifestyle interventions. Am J Prev Med 20 1 3;44(6):e57-e66. Mohangoo AD, Blondel B, Gissler M, Velebil P, Macfarlane A, Zeitlin J, et al. lnternational comparisons of fetal and neonatal mortality reates in high-icome countries: should exclusion thresholds be bases on birth wieght or gestational age? PloS One 201 3;8(5):e64869. Munsters JMA, Wieringa H, Boere-Boonekamp MM, Semmekrot BA, Engelberts AC. Aanvullende adviezen voor veilig slapen ter preventie van wiegendood. Ned Tijdschr Geneeskd 20 1 3; 1 57:45568-1 -7 . Offerhaus PM, Jonge de A, Pal-de Bruin van der KM, Hukkelhoven CWPM, Scheepers PLH, Lagro-Janssen ALM. Change in primary midwife-led care in the Netherlands in 2000-2008: a descriptive study of ceasarean sections and other interventions among 789,795 low risk births. Midwifery 2013;Epub. Offermans NSM, Vermeulen R, Burdorf A, Peters S, Goldbohm RA, Koeman T, et al. Comparing JEM's in population-based studies: what if expert assessment and measurements are not available? author's response. Occup Environ Med 2013;7o(7).519. Otten W. Keuzehulp'Pijn bij de bevalling'. Kraamsupport 2013(3):25. Overberg R, Man de A, Wolterbeek R, Otten W Zwetsloot-Schonk B. Sponteously published illness stories on a website for young women with breast cancer: do writers and themes reflect the wider population? lnform Health Soc Care 2013;38(1):5a-66. Pal van der SM, Alpay LL, Steenbrugge van CJ, Detmar SB An exploration of parent's experiences and empowerment in the care of preterm born children. J Child Fam Studies 2013 Epub. Pal van der SM, Kesteren van NMC, Wouwe van JP, Dommelen van P, Detmar SB. The attitudes and intention to participate in Hemoglobinopathy carrier screening in the Netherlands among individuals from Turkish, Moroccan, and Surinamese descent. J Environmental Public Health 2013;ePub.
Peters LWH, Dam ten GTM, Kocken PL, Buis GJ, Dusseldorp E, Paulussen TGWM. Effects of transfer-orientated curriculum on multiple behaviors in the Netherlands Health Promotion lnternational 2013 Epub. Prins RG, Kamphuis CBM, Empelen van P, Beenackers MA, Brug J, Mackenbach JP, et al. Explaining socio-demographic differences in disengagement from sports in adolescence. Eur J Public Health 2013 ePub;23(5):811-816. Raat H, Struijk MK, Remmers T, Vlasblom E, Grieken van A, Broeren SM, et al. Primary prevention of ovenveight in preschool children, the BeeBOFT study (Breastfeeding, Breakfast daily, outside playing, Few sweet drinks, less TV viewing): design of a cluster randomized controlled trail. BMC Public Health 20'13
13,1(97$.
TNO-rapport I Pl0366
27133
Remmers T, Sleddens EFC, Gubbels JS, Vries de Sl, Mommers M, Penders J, et al. Relationship between physical activity and the development of BMI in children. Med Sci Sports Exerc 2013:46(1).17748a Rosman AN, Vlemmix F, Fleuren MAH, Rijnders ME, Beuckens A, Opmeer BC, et al. Patients' and professionals' barriers and facilitators to external cephalic version for breech presentation at term, a qualitative analysis in the Netherlands opvragen 2013 Epub. Schaaf van der PS, Dusseldorp EML, Keuning FM, Janssen WA, Noorthoorn EO. lmpact of the physical environment of psychiatric wards on the use of seclusion. Br
J Psychiat 201 3;202:1 42-1 49. Schijndel-Speet van M, Evenhuis HN, Empelen van PE, Wijck van R, Echteld MA. Development and evaluation of a structured programme for promoting physical activity among seniors with intellectual disabilities: a study protocol for a cluster randomized trial. BMC Public Health 2013;13(1):746. Schmitt MA, Schroder CD, Stenneberg MS, Meeteren van NLU, Helders PJM, Pollard B, et al. Content validity of the Dutch version of the Neck Bournemouth questionnaire. Man Ther 2013;18(5):386-389. Schols MWA, Ruiter de C, Ruiter de C, Öry FG. How do public child healthcare professionals and primary school teachers identiff and handle child abuse cases? a qualitative study. BMC Public Health 2013;13(807). Schönbeck Y, Talma H, Dommelen van P, Bakker B, Buitendijk SE, Hirasing RA, et al. The world's tallest nation has stopped growing taller: the height of Dutch children from 1955 to 2009. Pediatr Res 2013;73(3):371-377. Schuller AA, Buuren van S. Estimation of caries experience by multiple imputation and direct standardization. Caries Res 2013;48(2):91-95. Schuller AA, Dommelen van P, Poorterman JHG. Trends in oral health in young people in the Netherlands over the past 20 years. a study in a changing context. Community Dent Oral Epidemiol 2013;epub.
Seesing FM, Zijlstra W, Pasmans SGMA, L'Hoir MP, Drost G, Engelen van BGM, et al. Group medical appointments for people with physical illness (protocol). Cochrane Database Syst Rev 2013(10):CD 010721 Siemonsma PC, Schroder CD, Oort van L, Lettinga AT. An illness perception intervention for patients with chronic low back pain: evaluation of treatment integriÇ. Physical Therap 2013. Siemonsma PC, Stuive l, Roorda LD, Walker MF, Lankhorst GJ, Lettinga AT. Cognitive treatment of illness perceptions in patients with chronic low back pain: results of a randomized controlled trial. Physical Ther 2013;93(\:a35-448. Simons M, Baranowski J, Thompson D, Buday R, Abdelsamad D, Baranowski T. Child goal setting of dietary and physical activity in a serious videogame. Games for Health J 2O1 3:2(3): 1 50-1 57 . Simons CCJM, Hughes LAE, Engeland van M, Goldbohm RA, Brandt van den PA, Weijenberg MP. Physical activity, occupational sitting time and colorectal cancer risk in the Netherlands Cohort Study. Am J Epidemiol 2013;177(6):514-530.
TNO+apport I P10366
24t33
Simons M, Opdam L, Empelen van P. Feasibility of an active game program in a Dutch pre-vocational high school setting. Games for Health J 2013;2(6).332-340. Snoek JA, Berkel van S, Meeteren van NLU, Backx FJG, Daanen H. Effect of aerobic training on heart rate recovery in patients with established heart disease: a systematic review. PloS One 20'13;8(12):e83907. Spook JE, Paulussen T, Kok G, Empelen van P. Monitoring dietary intake and physical activity electronically: feasibility, usability, and ecological validity of a mobile-based ecological momentary assessment tool. J Med lnternet Res 2013;15(9\.e214. Stege JP, Fleuren MAH, Knaap van der ETW, Stubbe JH. Het digitale Sport Medisch Dossier: zucht of zegen? Sport & Geneeskunde 201 3;mei:1-8. Strijk JE, Proper Kl, Mechelen van W, Beek van der AJ. A worksite vitality intervention for older hospital workers to improve vitality, work engagement, productivity and sick leave: results of a randomized controlled trial. Scand J Work Environ Health 201 3;39(1 ):66-75. Str¡jk JE, Proper Kl, Mechelen van W, Beek van der AJ. Effectiveness of a worksite lifestyle intervention on vitality, work engagement, productivity, and sick leave. results of a randomized controlled trial. Scand J Work Environ Health
2013;39(1):66-75. Stubbe JH, Chorus AMJ, Frank LE, Hon de O, Heijden van der PGM. Prevalence of use of performance enhancing drugs by fitness centre members. Drug Test Anal 2013 ePub. Tak E, Kuiper R, Chorus AMJ, Hopman-Rock M. Prevention of onset and progression of basic ADL disability by physical activity in community dwelling older adults: a meta-analysis. Ageing Res Rev 2013;12(1):329-338. Talma H, Schönbeck Y, Dommelen van P, Bakker B, Buuren van S, Hirasing RA. Trends in menarcheal age between 1955 and 2009 in the Netherlands. PloS One 2013;8(4):e60056. Theunissen MHC, Lijster de GPA, Wilde de J, Kocken PL. Signaleren in de JGZ: ontwikkeling en bruikbaarheid van een standaardvragenlijst te behoeve van het preventief gezondheidsondezoek 5-6 en 10-11jarigen. TSG 2013;91(7).415421. Theunissen MHC, Vogels AGC, Wolff de MS, Reijneveld SA. Use of the Strenghts and Difficulties Questionnaire in pre-school children (3-4 years): reliability and val idity. Ped iatrics 201 3',1 31 (2). Traversari R, Goedhart R, Bode A, Keuning F, Dusseldorp E, Pelk M, et al. Layingup of sterile instruments in the operation theatre: equal or superior protection by using a horizontal unidirectional air flow system. J Hospital lnfect 2013;85:125-133. Veen van der YJJ, Empelen van PE, Zwart de O, Visser H, Mackenbach JP, Richardus JH. Cultural tailoring to promote hepatitis B screening in Turkish Dutch: a randomized control study Health Promotion lnternational 2013 EPub. Veen van der YJJ, Empelen van P, Looman CWN, Richardus JH. Social-cognitive and socio-cultural predictors of Hepatitis B virus-screening in Turkish migrants, the Netherlands. J lmmigrant Minority Health 2013 Epub.
TNO+apport I P10366
29t33
Veen van M, Verkerk PH, Diependaal G, Loeber G, Elvers B, Endert E. Measuring free thyroxine levels in neonatal heel-prick samples Clin Chim Acta201Q4235155.
Vernooij-van Langen AMM, Reijntjens AJT, Pal van der SM, Loeber G, Dompeling E, Dankert-Roelse JE. To know or not to know, disclosure of a newborn carrier test result for cystic fibrosis. Eur J Med Genet 2013;56(4):192-196. Verrips GHW, Schuller AA. Subjective oral health in Dutch adults. Dentistry J 2013(1):12-18. Vink G, Buuren van S. Multiple imputation of squared terms. J Stat Computation
Simul2013 Epub. Vlemmix F, Rosman AN, Rijnders ME Contraindications for external cephalic version in breech position : a systematic review. Acta Obstet Gynaecol Scand 2o13;92(2):137-142. Vries de JC, Zwet van EW, Kroes ACM, Verkerk PH, Vossen ACTM. The apparent paradox of maternal immunity as a risk factor for congenital cytomegalovirus infection: a population-based prediction model. Rev Med Virol 2013;23(Ð:2a1-2a9. Wetselaar P, Vermaire JH, Lobbezoo F. Multidisciplinary treatment of tooth wear in a patient with Aspergels Syndrome and dental anxiety. Zeitschr Kraniomandibuläre Funktion 201 3;5(1 ):55-69. Wierenga D, Engbers LH, Empelen van P, Duijts S, HildebrandtVH, Mechelen van W. What is actually measured in process evaluations for worksite health promotion programs: a systematic review. BMC Public Health 201 3; 13: 1 1 90. Wijk van RM, Boere-Boonekamp MM, Groothuis-Oudshoorn CG, Vlimmeren van l-A, lJzerman MJ. HElmet therapy Assessment in infants with Deformed Skulls (HEADS): a protocolfor a randomised controlled trial. Trials 2013;13:108. Wijtzes Al, Kooiman MN, Kiefte-de Jong JC, Vries de Sl, Henrichs J, Jansen W, et al. Correlates of physical activiÇ in two-year-toddlers: the Generation R study J Pediatrics 201 3; 1 63(3) :791 -799. Wilde de J, Dommelen van P, Middelkoop B. Aangepaste body mass index (BMl) afkappunten om ondergewicht, overgewicht en obesitas te bepalen bij H indostaanse kinderen. Epdem iologisch Bul leti n 201 3;48(3).2-1 3. Wilde de JA, Dommelen van P, Middelkoop BJC. Appropriate body mass index cutoffs to determine thinness, overueight and obesity in South Asian children in the Netherlands. PloS One 201 3;8(1 2).e82822 Wilde de JA, Verkerk PH, Middelkoop BJC. Declining and stabilizing trends in the prevalence of ovenrveight and obesity in Dutch, Turkish, Moroccan and South Asian children 3-16 years of age between 1999 and 2011 in the Netherlands. Arch Dis Childhood 2013;Epub. Wilde de JA, Zandbergen-Harlaar S, Buuren van S, Middelkoop BJC. Trends in body mass index distribution and prevalence of thinness, overweight and obesity in two cohorts of Surinamese South Asian children in the Netherlands. Arch Dis C h dh ood 2O1 3;98(4) :280-285. i I
30/33
TNo-rapport I P10366
Wit JM, Ranke MB, Albertsson-Wikland K, Carrascosa A, Rosenfeld RG, Buuren van S, et al. Personalized approach to growth hormone treatment: clinical use of growth prediction models. Hormone Res Paediatr 201379:5.257-270. Witting M, Boere-Boonekamp MM, Fleuren MAH, Sakkers RJB, lJzerman MJ. Psychosocial predictors of parental participation in ultrasound screening for developmental dysplasia of the hip. Fam Syst Health 2013;31(2):218-229. Wolff de MS, Oudhof M, Kamphuis M, L'Hoir MP, Ruiter de M, Prinsen B. JGZ richtlijn opvoedingsondersteuning - een richtlijn voor opvoedingsvragen en lichte opvoedproblemen in de jeugdgezondheidszorg. tSG 201 3;91 (7).429-436. Wolff de MS, Theunissen MHC, Vogels AGC, Reijneveld SA. Three questionnaires to detect psychosocial problems in toddlers: a comparison of the BITSEA, ASQ:SE and KlPPPI. Acad Pediatr 2013;13(6):587-592. Yarde F, Broekmans FJM, Pal-de Bruin van der KM, Schönbeck Y, Velde te ER, Stein AD, et al Prenatal famine, birthweight, reporoductive performance and age at menopause: the Dutch hunger winter families study. Human Reprod 20 1 3,28
(1 2)
:
332 8-33 36.
Zeegers MP, Nekeman D, Khan HS, van Dijk BA, Goldbohm RA, Schalken J, et al. Prostate cancer susceptibility genes on 8p21-23 in a Dutch population. Prostate Cancer Prostatic Dis 201 3; 1 6(3):248-253. Zomer TP, Erasmus V, Empelen van E, Looman C, Beeck van EF, Tjon-A-Tsien A, et al. Sociocognitive determinants of observed and self-reported compliance to hand hygiene guidelines in child day care centers. Am J lnfec Control 2013;41(10):862-867. Zwicht van BS, Rijnders MEB, Crone MR, Pal-de Bruin van der KM. Centering pregnancy in Nederland. Tijdschr voor Vroedvrouwen 20'l 3; 1 9 (1).23-26.
Rapporten Beek van l, Bosdriesz M, Knaap M, Korfker D, Ouwehand LM, Scholten B, Stevens R, Storms O, Vink R. Aandacht voor huiselijk geweld en kindermishandeling: hoe z¡n deze geweldsthema's verwerkt in de onderwijsprogramma's van sociaalagogische, pedagogische, psychologische, zorg- en ondenrvijsopleidingen? een inventarisatie Utrecht: NJI;Movisie,TNO;M&O Groep, 2013.
Beijsterveldt van AMC. lnjury prevention for adult male soccer players. Proefschrift Universiteit van Utrecht. 2013. Beijsterveldt van AMC, Stubbe JH. Literatuurondezoek risicofactoren en preventieve maatregelen knieblessures. Leiden: TNO, 2013. R10487. Beltman M, Driessen MT, Cloostermans APG, Klijn PHC, Bolhuis van E. KNGFstandaard Beweeginterventie overgewicht/obesitas bij ki nderen. Am ersfoort: KN G F, 2013. Bernaards CM, Vries JL. Wat vinden MBO-studenten van Testjeleefstijl.nu? Leiden: TNO, 20'13. R11032. Broekhuizen K, Vries de Sl, Pierik FH. Healthy aging in a green living environment: a systematic review of the literature. Leiden: TNO, 201 3. R 101 54.
TNO+apport I P10366
31
/33
Broerse A, Kamphuis M, Wolff de MS. lndicatoren JGZ richtlijn Opvoedingsondersteuning. Leiden: TNO, 2013. TNO 2013 R10192. Broerse A, Kamphuis M, Wolff de M, Oudhof M, Prinsen B Resultaten praktijktest JGZ richtlijn Opvoedingsondersteuning. Leiden: TNO, 20'13. R10077.
Cloostermans APG, Klein Velderman M, Pannebakker FD. Relatie en Scheiding: aanbod relatieondersteuning en preventie van scheidingsgerelateerde problematiek bijkinderen in noordelijk Zuid-Holland. Leiden: TNO;AWPG, 2013. R10709. Döpp C, Stege J, Siemonsma P Meetinstrumenten voor Functionele Training Ouderen: een systematische review naar maten voor persoonlijk relevante participatie en voor de uitvoering van persoonlijk relevante dagelijkse activiteiten. Leiden: TNO,2013. R 11845.
Döpp C, Vroome de E, Siemonsma P. Subgroep Analyse Functionele Training: het SAFT project Leiden: TNO, 2013. R11869. Gameren-Oosterom van HBM. Growth, development and social functioning of individuals with Down syndrome. Proefschrift Universiteit Leiden. 201 3. Hendriksen lJM, Knaap van der ETW, Roo¡en van T. Elektrisch fietsen in het woonwerkverkeer: effecten op mobiliteit en gezondheid Leiden: TNO, 2013. TNO R10462.
Hildebrandt VH, Bernaards CM, Stubbe JH. Trendrapport Bewegen en Gezondheid 201012011. Leiden: TNO, 2013. Keulen van HM, Rijpstra A, Paulussen T. Beschrijving van de uitbreiding van de geautomatiseerde Test Je Leefst¡l rapportage met het thema gehoor voor scholen in het Voortgezet Onderwijs en Middelbaar Beroepsonderwijs. Leiden: TNO, 2013. TNO R11136.
Korfker D, Pal van der S, Pal van der K, Detmar S. Wegwijzers in de geboortezorg. Leiden:TNO BSS,20'13. R 11285. Korfker DG, Lanting Cl, Schönbeck Y, Wouwe van JP, Detmar SB, Pal-de Bruin van der KM. Kennissynthese Kraamzorg. Leiden: TNO, 2013. R 11093. Lanting Cl, Fleuren MAH, Broekhuizen K. Kennisname en gerapporteerd gebruik van JGZ-richtlijnen gepubliceerd vóór 2012. L.eiden'. TNO, 201 3. TNO R 10513. Lanting Cl, Rijpstra A, Verkerk PH. Monitor en evaluatie van de neonatale hielprikscreening bij kinderen geboren in2O11. Leiden: TNO, 2013. R10545. Otten W, Blanson Henkemans OA, Keulen van H, Janssen JB, Nunen van A. ePartners supporting behavior change. Leiden. TNO, 2013. R 10844. Otten W, Hespen van ATH. Ouderen en mensen met een chronische ziekte: doorstroom naar sport en beweegaanbod. Leiden: TNO, 2013 R10643. Ploeg van der CPB, Verlinden DA, Lanting Cl, Hirschberg H, Haas de M. Landelijke evaluatie van de wijzigingen in het bevolkingsondeaoek PSIE per 1 juli 2011. Deelrapport 2: procesevaluatie. Leiden: TNO, 2013. R 10593. Ploeg van der CPB, Wijk van RM, Akker-van Marle van den ME, Boere-Boonekamp MM. Cost assessment of helmet treatment compared to natural course in infants with skull deformation [Kostenanalyse van helmbehandeling vergeleken met een
TNo-rapport I P10366
32t33
añ,vachtend beleid bij zuigelingen met deformatieve schedelvormingl VERTROUWELIJK. Leiden: TNO, 2013.
Rövekamp AJM, Teirlinck CJPM. Risicomanagement in de zorg: risico's verantwoord beheersen bij de introductie van techniek en eHealth in de zorg bij cliënten thuis. Ovezicht van methode en een voorbeeld. Leiden: TNO, 2013. TNO R10431.
Schokker DF, Keer M, Keijsers JFEM, Paulussen TGWM. Eindrapport Monitor Verankering AWPG: samenwerking tussen beleid, ondezoek en praktijk in de Academische Werpkplaatsen Publieke Gezondheid. Leiden: TNO, 201 3. R1 0887. Schuller AA, Kempen van lPF, Poorterman JHG, Verrips GHW. Kies voor tanden: een ondezoek naar mondgezondheid en preventief tandheelkundig gedrag van jeugdigen: Hoofdmeting 2011, een vervolg op de reeks TJZ-ondeaoeken. Leiden: TNO, 2013. R10056. Slinger JD. Onderbouwing van argumenten voor een beweegvriendelijke omgeving. Leiden: TNO, 2013. P 12093. Stege J, Jongert T, Vries de Sl. Fitheidstesten voor de jeugd. Nieuwegein: Jan Luiting Fonds/Arko Sports Media, 2013. Straaten van HLM, Dommelen van P, Verkerk PH. Jaarverslag neonatale gehoorscreening in de Neonatale lntensive Care Units 2012. Zwolle: lsala Klinieken, 2013. Tak ECPM. Reducing the impact of geriatric conditions by physical activity. Proefschrift Vrije U niversiteit Amsterdam . 201 3. Theunissen MHC. The early detection of psychosocial problems in children aged 0 to 6 years by Dutch preventive child healthcare: professionals and their tools. Proefschrift Rijksuniversiteit Groningen. 201 3. Vermaire JH. Optimizing oral health: towards a tailored, effective and cost-effective dental care. Proefschrift Universiteit van Amsterdam. 2013 Vink R, Sleuwen van BE, Boere-Boonekamp MM. Evaluatie prenatale huisbezoeken JGZ: ZonMw-project in het kader van programma 'Vernieuwing uitvoeringspraktijk jeugdgezondheidszorg'. Leiden: TNO, 201 3. R1 0548. Vries de J, Empelen van P. Evaluatie Seks Plus Consulten Leiden: TNO, 2013. R 10707. Woudenberg F, Kamp van HJ, Berg van den GP, Devilee J, Hofman WF, Kempen van EEMM, Perenboom RJM. Geluid en Gezondheid editie 2013. Den Haag: Sdu Uitgevers, 2013. Praktijkreeks Geluid & Omgeving.
Boekbijdragen Bertens MBBC, Westmaas AH, Watzeels JCM, Meijers MS, Vriens P, Kesteren van N.Culturally Sensitizing STI/HlV prevention: applying PEN-3 in STI/HlV prevention in the Netherlands ln: Berhardt LVAdvances in Medicine and Biology. volume 70 ed. New York: Nova Science Publishers; 2013. p.93-130. Boere-Boonekamp MM, L'Hoir MP. Ophelderen en leren van sterfgevallen van kinderen. ln: Putte van de EM, Lukkassen lMA, Russel lMB, TeeuwAH. Medisch handboek kindermishandeling. Houten: Bohn Stafleu van Loghum; 20'13.
TNO+apport I P10366
33/33
Fleuren MAH.lmplementatie. ln: Oskam E, Lokven van EM, Boere-Boonekamp MM, Campman TMT, Luttmer LCF, Swagerman-van Hees MB, et al. Nederlands Leerboek Jeugdgezondheidszorg deel A. Assen: Koninkl¡ke van Gorcum; 2013. p. hoofdstuk 4.7 Hendriksen lJ, Hildebrandt VH, Bernaards CM, Hofstetter HH. Lichamelijke inactiviteit en sedentair gedrag in Nederland 2000-2011.ln: Hildebrandt VH, Bernaards CM, Stubbe JH. Trendrapport Bewegen en Gezondheid. Leiden: TNO; 2013. p.51-70. Hildebrandt VH, Bernaards CM, Stubbe JH. lnleiding. ln: Hildebrandt VH, Bernaards CM, Stubbe JH Trendrapport Bewegen en Gezondheid 201012011. Leiden; TNO; 2013. p. 5-8. Maas J, Sterkenburg RP, Vries de Sl, Pierik F Using GPS to measure the interaction between individuals and their neighbourhood. ln: Stock C, Ellaway A. Neighborhood structure and health promotion. New York: Springer; 2013. p. 15375.
Pal van der SM, Ketelaar M, Volman C, Bruil J. Meetinstrumenten voor kwaliteit van leven en competentiebeleving. ln: Empelen van R, Nijhuis-van der Sanden R,
Hartman A. Kinderfysiotherapie. Amsterdam: Reed Business education, 2013. p. 187.
Perenboom RJM.Gehoorschade. ln: Woudenberg F, Kamp van HJ, Berg van den GP, Devilee J, Hofman WF, Kempen van EEMM, et al. Geluid en Gezondheid. Den Haag: Sdu Uitgevers; 2013. p.77-86. Putte van de E, Kamphuis M, Kramer AWM. Hoe signaleren we kindermishandeling in Nederland. ln: Putte van de EM, Lukkassen lMA, Russel lMB, TeeuwAH. Medisch handboek kindermishandeling. Houten: Bohn Stafleu van Loghum; 2013.
p.395-412. Stubbe J,TNO Nederlandse Organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Ondezoek. ln: Beek van Pealaarboek Sportgeneeskunde 2012. Nieuwegein: Arko Sports Media; 2013 p. 95-6. Stubbe JH, Beijsterveldt van AMC, Knaap van der ETW, Stege JP, Verhagen EALM, Mechelen van W, Backx FJG.Blessures in het betaald voetbal. ln: Trendrapport Bewegen en Gezondheid. ;2013. Vermaire E. Optimaliseren van mondgezondheid: op weg naar een geïndividualiseerde, (kosten)effective mondzorg. ln: Gemotiveerde patiënten met gezonde monden: aanbeveling voor mondzorgverleners om de Non-Operative Caries Treatment and Prevention strategie te adopteren. lvoren Kruis; 2013. p. 5-8.