THEATER AAN HET SPUI Toneelkijkerseizoen 2013 – 2014 Jurybundel
TITEL Who's afraid of Virginia Woolf? - Erik Whien Hollandse Luchten I - Jeremia - Sadettin Kirmiziyüz De uitvreter - Zeelandia Bossen - het RO Theater Vette dinsdag - Ligthert en Wittenbols Gary Davis - Marjolijn van Heemstra De muurspecht - Carola Arons en Marcel Hensema Pax Deus. Evangelie volgens Pilatus - DNA Alsof het voorbij is - Matzer Death by powerpoint - Golden Palace Absinthe - De Hollanders De Welkom Trilogie van Nieuw Niks Berenice - Olivier Diepenhorst Cyrano - NTGent Crastest Ibsen II - Noord Nederlands Toneel Caligula - Thibaud Delpeut Zo’n mooie dag - Hans Dagelet en Joke Tjalsma Vermogen - Mugmetdegoudentand White Lies - Lies Pauwels Een Bebopverhaal - Lars Doberman Met mijn vader in bed (wegens omstandigheden) Schijn Bedriegt, Toneelschuur producties BUG - Jakop Ahlbom Assen Blues - het Nationale Toneel Ghost Track - Blau Hynder Elektra - het Nationale Toneel Speak - Sanja Mitrovic Who's afraid of George and Mildred? - George van Houts en Raymonde de-Kuyper Botox Angels Dood Paard De Broekophouder/Dollywood - Servaes Nelissen Ouwe Pinda's met Nadja Hüpscher Vals - NTGent Wolfshuilen - TG Maastricht Hideous (wo)men - Boogaerd/Vd Schoot Stel - firma MES OMG! XMAS-SHOW! WTF? - Dood Paard Anderman - Susies Haarlok Nieuwe Wereld Symfonie - De Veenfabriek Higgs - Jan van den Berg
TOTAAL Aantal 8,96 30 8,96 5 8,68 8 8,33 19 8,18 11 8,07 15 7,98 10 7,96 10 7,90 10 7,81 24 7,80 13 7,77 14 7,68 22 7,68 17 7,65 11 7,63 34 7,53 8 7,50 21 7,46 14 7,40 11 7,38 18 7,38 8 7,38 18 7,37 50 7,36 10 7,35 33 7,34 7 7,21 20 7,17 15 7,06 7 7,06 18 6,91 71 6,60 7 6,53 19 6,50 19 5,87 25 5,86 13 5,76 46 4,75 4
SERIE 1
Vals -‐ NTGent 9/24/2013 “Ik ben een groot bewonderaar van Elsie de Brauw en Bert Luppes maar in mindere mate van Betty Schuurman. In eerste instantie was ik zeer benieuwd naar het 'hoe en waarom' van het ongeluk, maar dat verhaal ging als een nachtkaars uit. Wel was ik erg gecharmeerd van celbioloog/getuige Ge met zijn biologisch/filosofische beschouwingen. Maar misschien is dat ook wel vakverdwazing.... ik ben van oorsprong biotechnoloog..... Het decor van de 'isoleercel' vond ik welsprekend, maar de ijsblokjes waren zeker geen toevoeging. De projectie-‐ intermezzo's van de harpiste met harmonieuze muziek was een magnifique vondst. Het accentueerde mijns inziens de disharmonie tussen de zussen Sis en Kat. Kort gezegd: zeker het aanzien waard, maar geen winnaar....” -‐ Anjo Schaap “Ik had mij erg verheugd op Vals en de regie van Johan Simons. Ik vond de tekst en het onderwerp te cliché. Weer twee zussen die het niet met elkaar kunnen vinden. Ik heb wel erg genoten van Bert Huppes. Zijn spel is altijd to the point, intens en griezelig (compliment). Ik vond dat de regie niet uitsteeg boven het thema.” -‐ Bernadette Lieffering “Had meer vuur verwacht in de escalatie tussen de twee vrouwen en ook de getuige (goede rol en grappig) kwam niet echt goed fel over, terwijl het toch een erg zware en trieste gebeurtenis heeft plaats gevonden (het overlijden van de fietster). Het einde werd een beetje afgeraffeld en open gelaten. Nee, had niet echt een goed gevoel na afloop van het stuk.” -‐ Corrie Apon “Een prachtig (vals plat) decor kan niet verhullen dat de acteurs even moeten wennen in hun rol. Met name het begin loopt stroef en de tekstvastheid laat te wensen over. De strijd tussen de zussen en de reflectie van de getuige/moraalbewaarder wordt uiteindelijk goed uitgespeeld. De muzikale (harp) intermezzo's geven tijd om over de dilemma's van de voorstelling na te denken, maar maken ook dat de voorstelling als geheel wat blijft steken in stroperigheid.” -‐ Derk Hazekamp “Echt twee zussen die soms jaloers zijn op elkaar, soms elkaar de ogen zouden kunnen uitkrabben, maar o wee, als er een 'vreemde' aan je zus komt! Dan spannen de zussen samen en zie je dat hetzelfde bloed door de aderen stroomt. Hoe loopt het af? Wordt de zus veroordeelt of is zij slachtoffer? Het bleef mysterieus en liet de kijker toch een beetje in verwarring achter. Goed gespeeld en herkenbaar! Mooi stuk. Een prima begin van het toneelseizoen.” -‐ Flora Versloot “Het was moeilijk om objectief te gaan kijken met GIF in mijn achterhoofd en de recensies gelezen hebbend. Het verhaal was voor mij duidelijk te volgen. Van onduidelijke relatie van twee zussen naar steeds meer uitgekrisalliseerde verhouding tussen de twee. Als bizonder intermezzo was de rol van het Walter de Rochebrune type Ge. Enerzijds beschouwend als celbioloog anderzijds deel uitmakend van het zicht ontwikkelende proces.Hem werd op gegeven moment zelfs de schuld van het dodelijke ongeval in de schoenen geworpen. Ook het decor was VALS. Alles leek scheef maar stond recht. Mooie afwisseling waren de beelden ven het spel van de harpiste.Het stuk op zich was mogelijk wat onder de maat maar dit werd volledig gecompenseerd door het uitstekende spel van Elsie de Brauw en Bert Luppes.” -‐ Frits Brouwers “Ik was niet onder de indruk van Vals en het begon bij mij al vroeg in de voorstelling mis te gaan. De dialoog tussen de zussen vond ik niet spannend, vooral omdat er zo weinig te raden werd opengelaten. De hele situatie en de onderlinge relatie werd te nadrukkelijk benoemd. Ook voelde het (bij mij) alsof de actrices de personages niet neerzetten maar vooral speelden. De intermezzi met de getuige waren soms ietwat vreemd, maar (gezien het voorgaande) mij zeer welkom. In de nazit bleek bijna iedereen enthousiaster dan ik. Dan ga je natuurlijk aan je eigen beoordelingsvermogen twijfelen. Maar toen ik een paar dagen later het NRC gelezen had ('NRC gaat uit'), was mijn zelfvertrouwen weer terug :-‐)” -‐ Henk Zwijnenburg “Met zeer hoge verwachtingen naar deze eerste voorstelling van mijn toneelkijkerssiezoen en misschien daardoor wel iets teleurgesteld. Dat lag niet aan de acteurs, die alledrie overtuigend waren, ook niet aan de verhaallijn die af en toe onverwachte wendingen nam en daardoor de aandacht vasthield, maar er waren ook momenten waarop het een beetje inkakte. Het decor was strak, functioneel, maar het ijs op de vloer is een beetje te multi-‐interpretabel. De celbioloog was top, mooie teksten. Beelden met de harpiste vond ik wat afleiden.” -‐ Hera Tseng “Het was me niet duidelijk wat de functie van de harpmuziek was ( behalve een intermezzo/verstrooiing). was het een open eind of heb ik wat gemist ? het valse geredetwist tussen de zussen was wel prima en herkenbaar” -‐ Hubert Coenen “Goed gespeelde, beetje saaie voorstelling. Er gebeurde te weinig om het echt interessant te maken.” -‐ Jacqueline Torn-‐Meershoek “Als je vooraf in het programma boekje leest welke levensvragen en thema's aan de orde gaan komen, krijg je hooggespannen verwachtingen. Die werden niet waar gemaakt. Het stuk woekert maar door met de twee kijvende zussen, de rol van de man ( ongeloofwaardig als getuige in dezelfde ruimte als de daders) met zijn worsteling van "nurture vs nature" lijkt een eigen leven binnen het stuk te leiden, de grote levensvragen rondom het thema "vals" worden niet goed uitgewerkt. Het stuk kwam ongeloofwaardig en geforceerd op mij over. De acteurs deden hun best, maar soms vond ik de dames veel te theatraal. Het decor was erg mooi met het smeltende ijs ( symboliek voor het "ontdooien" van de ijzige sfeer tussen de betrokkenen?) waar het licht mooi op werd gereflecteerd. De schuine witte wand was ook goed gekozen. Een stuk met potentie, helaas voor mij niet overtuigend op de planken gezet.” -‐ Janie Kropman
“Ik houd waarschijnlijk niet van de teksten van Lot Vekemans; Gif vond ik ook niet goed. Vals is prima gespeeld maar er zit weinig ontwikkeling in het stuk; het raakt wat psychologische en filosofische thema's maar deze blijven aan de oppervlakte. Saai om te zien.” -‐ Jan-‐ Kees Stout “In een prachtig, ongemakkelijk decor zetten drie topacteurs het ongemakkelijke stuk 'Vals' van Lot Vekemans neer. Hoe kijk je naar de dingen, naar de waarheid, wat is de waarheid, van wie? De toneelvloer als vals plat, bezaaid met ijsblokjes geeft de ijzige sfeer weer die tussen de twee zussen Sis en Kat hangt en de glijdende schaal waarop hun overtuigingen, waar of niet waar, zich bevinden. De timing in de voorstelling is perfect. De zussen zitten op een politiebureau op verdenking van het doorrijden na een dodelijk ongeluk. Ook de getuige van dat ongeluk, magistraal gespeeld door Bert Luppes is opgepakt. Zijn oraties over perceptie van de dingen lijken puur vanuit de rede en ontdaan van iedere emotie. Luppes heeft de perfecte stem en lichaamstaal om deze rol vorm te geven. Gedurende het verhaal verschuiven de percepties van het gebeurde, liegen wordt nagenoeg onmogelijk: de bittere waarheid komt aan het licht. Stoere praat verandert in wanhoop.” -‐ Joke Feitsma “In eerste instantie dacht ik dat we een stuk kregen te zien over een schipbreuk. Ee n grote stalen wand met popnagels en rondom ijs. Hoe haalt iemand het in zijn hoofd om te denken dat zo een decor de suggestie van een politiecel oproept? Te groot, te hoog. Dit bizarre decor leidde erg af van het spel. Ook het te pas en te onpas verlaten en betreden van een ruimte waarin de personages opgesloten zouden zitten, stoorde enorm. Vals sloeg op meerdere aspecten, het meest op de verhouding tussen beide zusters en dat was goed, De toevoegingen van de getuige waren mij te hoogdravend.” -‐ Margreet Iskra “Een voorstelling waar ik mij op verheugd had maar die mij tegenviel. Enerzijds door het grove taalgebruik, voluit vloeken vind ik echt vervelend om naar te luisteren en anderzijds doordat ik het spel van beide vrouwelijke spelers te typematig vond. Ik geloofde er niet in. De mannelijke rol daarentegen was grappig en geniaal goed gespeeld. Verrassend door zijn bewegingen en timing.Tekst viel mij ook tegen. Kortom bij NT gent verwacht ik meer diepgang en dus kwaliteit.” -‐ Marjolein Post “Twee zussen, overacting op routine in een ijzig scheef decor, een wand waar een deur inzit, ervoor ligt op de vloer smeltend ij afkomstig van een ijstaartpuntschots. Het verhaal ontvouwt zich in de woordenwisseling en wordt af en toe onderbroken door de paradoxale wijsheden van de mannelijke acteur, getuige en wetenschapper, een celbioloog. Alles lijkt wat vals of scheef of verdraaid. Tekst wordt op de van deze acteurs bekende maniertjes voorgedragen, gespeeld over het voetlicht gebracht, heldere luide stemmen ingehouden bewegingen. Met de verhaallijn ontstaan meer paradoxen en twijfels over hoe je met de waarheid om kan gaan, vals, verdraaiend, suggestief en wegduikend. Veel verwijt en geschreeuw. Hoe geven we welke betekenis aan ons handelen en op welk moment, lijkt de vraag te zijn die we -‐vals-‐ liever niet altijd echt oplossen. Weinig ontwikkeling of herkenning in de tekst, routineus gespeeld recht uit ,naar het onduidelijk eind.” -‐ Martien Vogelezang “Een beetje gemaakt begin; veel zinnen om de zussen vorm en gestalte te geven, bepaalde info had wat mij betreft ook later in het stuk gekund. De toenadering naar elkaar in de moeilijke periode na zoveel afkeer is ver gezocht. De emoties die kwamen toen duidelijk werd wat er echt was gebeurd en er lichamelijk contact bij de zussen was, vond ik roerend. De celbioloog heeft een bizarre rol maar blijkt de verbinding tussen de scènes en zussen te zijn. Mooie tekst, goed gebracht en bijna filosofisch van aard. Vreemd dat hij in dezelfde cel zit, op een gegeven moment. Het ijs en de muur met platen gaven de ruimte kilheid die paste. Op het moment dat het echt mis ging met de zussen zag ik opeens dat de vloer scheef liep of was het toch gezichtsbedrog? Dat vond ik een prachtig moment van samenkomen, decor en spel, zus en zus.” -‐ Noor Zwijnenburg “Het decor was fascinerend en licht hallucinerend door het vertekende perspectief. Ik bleef bezig om het perspectief kloppend te krijgen. Ik kon beredeneren hoe het in elkaar zat, maar mijn ogen weigerden de realiteit te zien. Heel intrigerend.Het spel van de twee zussen zou m.i. veel intrigerender gespeeld kunnen worden. Psychologisch zat er genoeg spanning in het verhaal, de uitwerking bleef echter te ééndimensionaal. De mannelijke observant van het ongeluk bracht een derde laag in het verhaal wat ook hard nodig was. Goed spel, werkte wat vervreemdend. Helemaal logisch zat het verhaal niet in elkaar, maar ach, een kniesoor die daar over valt. Mooie intermezzo's met een harpiste, in 3 voud geprojecteerd, helaas geen boeiende harpmuziek. Jammerrrr. Het eind van het stuk ging als een nachtkaars uit, de dames zagen opeens tóch nog een klein raampje bovenin de muur, was er dan toch nog enige hoop op verlossing?” -‐ René van Dootingh “De vloer lijkt scheef en ligt vol ijs. De spelers bevinden zich op een hellend vlak tussen goed -‐ moreel juist en kwaad in een ijzige omgeving. Het begint met schreeuwen en dat is niet mooi. Als toeschouwer begrijp je daar nog niets van. Zus Sis zou vast zeggen dat de regie moet aansluiten bij wat de toeschouwer verwacht. Zus Kat zou dat niet met haar eens zijn: toneel moet de kijker juist voor vragen stellen. Maar misschien niet dit soort vragen. De getuige / celbioloog werpt een mooi zijlicht op de vraag wie waarvoor precies verantwoordelijk is. Zeker als Sis aan het eind het hele ongeluk in zijn schoenen probeert te schuiven terwijl zij het toch echt zelf was -‐ niet haar dronken zus en zeker niet de getuige -‐ die een vrouw van haar fiets heeft gereden en vervolgens aan haar lot heeft overgelaten. Het stuk stelde wel terechte vragen. Maar voor mij waren ze niet nieuw.” -‐ Susan de Boer & Geertje van der Waaij “Vals gaat over het grijze gebied tussen echt en onecht: Wat is waar, wat is niet waar? Wie is te vertrouwen, en wie niet? Oftewel: wie of wat is vals? Om deze vragen te beantwoorden, gebruikt Lot Vekemans een aantal motieven. Zo is er het motief van de twee zussen, waarvan dan de één, dan de ander zich als een vals kreng gedraagt. Dan is er het motief van de schijnwereld van het acteren. De zussen zijn theateractrice respectievelijk soapster en dus gewend in een schijnwereld op te treden. Een gegeven dat de zusjes gebruiken om elkaar af te katten. Een derde motief is de verdenking van doorrijden na een dodelijk ongeval, waarvoor beide zijn gearresteerd. Hebben ze het gedaan of niet?
Tenslotte is daar een getuige van het ongeval. Een vreemde snuiter, waarvan niet duidelijk is of hij de waarheid spreekt, of half hallucineert. En wat is zijn belang hier eigenlijk? Stuk voor stuk zou één der motieven een sterk stuk hebben opgeleverd. Echter doordat Vekemans noch Simons een duidelijke keuze maakt, geeft Vals een onaf gevoel. De twee zussen zijn net niet vals kreng genoeg, om spannend te worden. De schijnwereld van het acteren wordt net niet genoeg kritisch genoeg beschouwd om als te licht te worden bevonden. Het doorrijden is te gemakzuchtig neergezet: niemand zal vrolijk toegeven iemand te hebben doodgereden. Bovendien lijkt de verkeerde zus schuldgevoelens te hebben, waardoor het allemaal een kunstmatige indruk wekt. Tenslotte de getuige, die eerder als versiersel overkomt, dan een spanning verhogend effect heeft. Vals eindigt met de ontdekking van een venster in de gecapitonneerde cel waar de zusjes in opgesloten zitten. Een open einde, alleen waarop? Vals heeft vier open eindes, waarvan er drie teveel. Een dramaturgisch zwaktebod. Door de overdaad aan motieven heeft het een drammerig karakter: ‘Ja, nu weet ik wel dat het over echt/onecht gaat’. Als er voor één leitmotiv was gekozen, zou het stuk sterker zijn geweest. Bovendien zou één open einde wel overtuigend zijn geweest. Jammer dat dat niet is gedaan. Want het spel was wel sterk, en kwam nu over als te goed voor de niet uit de verf gekomen tekst en regie.” -‐ Theo Akse
Who's afraid of George and Mildred? -‐ George van Houts en Raymonde de Kuyper 10/9/2013 “Tja, ik ben inmiddels 60 jaar oud en heb dus de TV-‐serie George and Mildred meegemaakt en ook Who's afraid of Virginia Woolf genoten met Taylor en Burton en fan geweest van John en Yoko. Wat valt hier nog aan toe te voegen? Ja dit: Ik heb VPRO-‐kinderen die, toen ze nog klein waren, hebben genoten van Raymonde. Een topper voor mij dus!” -‐ Anjo Schaap “Who' afraid is een reprise van voorstellingen van de Parade en dat is merkbaar. Het begin is erg geestig en regelmatig wordt het publiek op een verkeerd been gezet. Er is een soort dubbel spelplezier die van de acteurs en die van de personages en dat is aanstekelijk. Wat jammer is is het eind. Dat lijkt er zo bij te verzonnen zijn dat het pijnlijk wordt.” -‐ Bernadette Lieffering “Komisch maar niet echt heel erg lachwekkend. Het spel had wat pittiger kunnen zijn. Veel was er voorspelbaar. Dat met die pop was wel erg goed en erg snel gedaan! Dat was nog wel leuk op het eind.” -‐ Corrie Apon “Oké, het is Parade-‐humor: snel, flauw en niet zo diepgaand. Maar toch: er is ook een diepere laag in dit drieluik. Als je wilt kun je graven en kom je nog ergens uit ook. En dan heb je zowel een leuke avond met veel humor als een moment van overdenking, alhoewel dat door de snelheid van de voorstelling pas na afloop zal komen. George en Raymonde blazen over het toneel, zijn super op elkaar ingespeeld en maken optimaal gebruik van het handige decor, met dank aan Rob's Prop Shop. Prima voor een lekker avondje uit.” -‐ Derk Hazekamp “Een zeer onderhoudend geestig en hilarisch stuk.Veel humor. Een start met veel platte humor.Dat werd later goed gecompenseerd. Leuke afwisseling van fictie en nonfictie waardoor publiek regelmatig op verkeerde been werd gezet. Drie afzonderlijke stukken geestig aan elkaar geplakt. Veel verwijzingen met knipoog naar andere toneelstukken. Zoals de grote Who's afraid of VW. Was een plezierige theateravond.” -‐ Frits Brouwers “Dolkomisch stuk, waarin je regelmatig op het verkeerde been wordt gezet. Prima acteurs, maar met name George vond ik wel erg goed. Het breien van een eind aan het stuk was iets teveel.Ook zonder de laatste fragmenten was het compleet. Ik heb genoten van een mooi stuk met kanppe acteurs.” -‐ Hera Tseng “Ik vond het geen Theater aan het Spui-‐stuk. kende de tv-‐serie (heeeeel oud !) waar de tekst op gebaseerd is en dat is dus duidelijk gedateerd. het spel met wat is echt en wat niet , was leuk maar niet zeer origineel. de parodie op lennon/ono was helemaal niet geslaagd. de acteurs hadden er wel duidelijk zin in en dat maakte veel goed.” -‐ Hubert Coenen “Leuk! Dacht even in "theater vd lach" terecht te zijn gekomen, maar dat idee ebde snel genoeg weg. Zat knap in elkaar, met veel humor gemaakt. En toch ook met een boodschap waardoor het uiteindelijk een leuk stuk werd dat ik met plezier heb gezien. Het spel van Mildred is weergaloos, die droogkomische stem en maniertjes zijn goed getroffen. Complimenten aan George v Houts die het stuk schreef.” -‐ Janie Kropman “Erg grappig stuk dat, net als je denkt nu wordt het plat of flauw, steeds een verrassende wending neemt. Goed gevonden zijn de verwijzingen naar grote klassieke stukken waardoor het stuk wat meer lagen krijgt. Fijn om weer eens geamuseerd te worden.” -‐ Jan-‐Kees Stout “Aanvankelijk bezorgde deze komedie mij een negatief gevoel; 'wat een voorspelbare humor', 'flauw', etc. Maar op een gegeven moment raakte ik volkomen geboeid door het gebodene. Moment van op het puntje van de stoel gaan zitten was bij het begin van de scene dat John Lennon en Yoko op geestige wijze werden gespeeld. Rollen die het oudere stel kozen om het samenzijn wat spannender te maken,vond ik hilarisch. De absurdistische wijze waarop zij elkaar dwars zitten en uitdagen leverden me een leuke avond op, waar ik met plezier op terugkijk.” -‐ Joke Elzinga “In Who's afraid of George and Mildred probeert een echtpaar (gespeeld door Raymonde de Kuyper en George van Houts) hun inmiddels 35 jarige huwelijk leefbaar te houden door het naspelen van bekende echtparen.Zo kibbelen ze heel wat af en proberen elkaar daarbij steeds af te troeven. Het eerste deel, verwijzend naar de Britse televisieserie George en Mildred is komisch en een beetje plat, met dubbelzinnige sexuele getinte teksten. In het tweede deel komt het echtpaar John Lennon en Yoko Ono aan bod met hun toepasselijke 'Bed and peace' act in het Hilton hotel. Tenslotte komt het Romeo en Julia motief in deel drie aan de orde. Interessant is om te zien dat de platheid uit deel een plaats maakt voor meer filosofische teksten over wat echt is en wat niet. Deze potpourri aan teksten leiden tot een vooral vrolijke voorstelling waarin Van Houts en De Kuyper elkaar prima tegenspel geven.” -‐ Joke Feitsma “Een bijzonder vermakelijke voorstelling met genoeg momenten waarop de humor schuurde. De herinneringen uit de jaren zeventig en de verwijzingen naar diverse toneelklassiekers gaven wat extra's aan de verschillend scènes, al was het alleen al het gevoel van herkenning.” -‐ Liesbeth Hazekamp
“In een simpel, maar functioneel decor werden drie opeenvolgende stukjes gespeeld, waarin een echtpaar steeds verder gaat om hun relatie boeiend te houden. Van onschuldig rollenspel, wordt het gaande de tijd wel steeds vileiner. Leuk voor het oudere publiek waren de vele verwijzingen naar de jaren 60 en de dubbele bodems. Het geheel leverde een ontspannen en genoeglijke avond op.” -‐ Margreet Iskra “Bijzonder grappige voorstelling met verrassende uitkomsten hier en daar. Bij het lijk in bed vroeg ik mij echt af hoe het toch kon dat zijn gezicht er opeens zo anders uit zag. Leuk ook dat we "het geheim" na afloop mochten weten. Geen hoogdravend stuk theatraliteit wel lekker gelachen.” -‐ Marjolein Post “Het begint een beetje flauw, met onderbroekenlol. Het midden-‐deel is beter, maar het laatste deel is het beste stuk; goed gespeeld, betere teksten en grappige elementen. Vooral de scène met het geluid van de vertrekkende auto op de draagbare muziekspeler vond ik grappig. Zo ook de geluiden van de telefoon, soms echt en dan weer nagespeeld. Het einde is prachtig als alles in twijfel wordt getrokken, het kind, de relatie en zijzelf.” -‐ Noor Zwijnenburg “Een leuk stuk over een koppel die proberen hun huwelijk weer wat spannender te maken d.m.v. rollenspelen. Soms leuke vondsten met dubbele bodems in de discussies. Ik vond het geen stuk voor het Theater aan het spui. 't Was me iets teveel het "theater van de lach"met soms wat teveel koddige woordspelingen ("Dat harige ding van jou") Zooo ondeugend! Maar daarmee niets negatiefs over de twee acteurs, leuk en verdienstelijk spel.” -‐ René van Dootingh “Goed in elkaar overlopende nostalgie! Heel goed gespeeld.” -‐ Renée Torn “Een komedie gespeeld door twee aan elkaar gewaagde acteurs. Beide capabel uitstekend getimede humor ten tonele te brengen. Het spel beweegt zich tussen werkelijkheid en fantasie. Fantasie om de echtelijke sleur te doorbreken. De vormgeving was eenvoudig en doeltreffend: een tweepersoons bed als strijdtoneel was een mooie manier om de teksten te accentueren.” -‐ Rudy Ramondt “Drie scenes uit het leven van een echtpaar (George en Marit) dat beroemde echtparen uit de 60'er en 70'er jaren naspeelt. We zien achtereenvolgens George en Mildred, John en Yoko en zichzelf (en Romeo en Julia). Veel herkenning, ook uit Who is afraid of Virgnia Woolf, het oerstuk van echtparen die een fantasie uitspelen. Het 'doen alsof' wordt steeds verder afgepeld. Uiteindelijk blijken George en Marit ook maar gespeeld. Het stuk heeft vaart en humor, en de spelers hebben er duidelijk plezier in.” -‐ Susan de Boer & Geertje van der Waaij “Zoals de titel al doet vermoeden gaat Who’s afraid of George and Mildred over een echtpaar, George en Marit, dat op elkaar is uitgekeken na 35 jaar huwelijk. Om de relatie spannend te houden spelen ze bekende stellen na, de verwijzing in het tweede deel van de titel. Dit leidt tot soms absurde taferelen, en de nodige steken onder water, als de onderhuidse wrijving en opgepotte irritatie aan de oppervlakte komen. De titel belooft, dat het stuk gaat knallen, met de nodige schurende terzijdes, een zoektocht door de krochten van het gevoelsleven van dit stel. Je verwacht een regie op het scherp van de snede, een dodelijke tekst en vlammend acteerwerk. Helaas niets van dit alles, het blijft bij een belofte. Het kiftende stel in de slaapkamer, de terugblikken, de belegen humor, tot de pseudo-‐existentialistische ontknoping aan toe, is allemaal van een treurig stemmende middelmatigheid. De enige goede (onbedoelde?) grap is de vergelijking van stel John Lennon en Yoko Ono met stel George en Mildred Roper. Het hippie-‐koppel is natuurlijk net zo lachwekkend als het Britse comedy-‐echtpaar. Maar nergens schuurt of knalt het echt. Nergens komt het tot het relatie-‐drama van Albee’s Virginia Woolf, en nergens komt het tot de Britse standenhumor van George and Mildred. De voorstelling is een oefening in clichés. Als middel om het amateurisme van George en Marit te duiden is dat op z’n plaats, maar niet als excuus voor een toneelstuk. De regie laat kansen onbenut door de relatie niet uit te diepen. De tekst is een herkauwen van oude thema’s en motieven. Voeg daarbij het voldoende pit ontberende acteerwerk, en je houdt een voorstelling over die kennelijk ‘leuk’ is bedoeld, maar bij deze kijker vooral jeuk veroorzaakt. Om met de dichter te spreken, Who’s afraid of George and Mildred? is een stuk voor ‘tevredenen of legen’.” -‐ Theo Akse
Stel -‐ firma MES 10/31/2013 “Met enthousiasme gespeeld, maar soms wat vage teksten....” -‐ Anjo Schaap “Vond er niet zoveel aan. Overdreven gedoe en ik vind het niet echt een vorm van therapie...had er meer van verwacht en dat zal het wel zijn. Het stuk lijkt ook wel op een eerder stuk wat op locatie is gespeeld een tijd geleden met bijna dezelfde teksten. Jammer...” -‐ Corrie Apon “Een aardig stuk met goede acteurs. Wat ik een beetje miste was duidelijkheid. Ik begreep niet zo goed dat het om 2 stellen in een verschillende tijd speelde. Pas bij de nabespreking begreep ik dat en kon ik ook wel beter het stuk plaatsen. En eigenlijk vond ik het pas dan leuker dan op het moment dat ik het stuk aan het bekijken was. De acteurs en dialogen maakten echter veel goed.” -‐ Flora Versloot “Het is mij gelukt om het stuk te blijven volgen. Het betreft een reprise in andere vorm en setting.Wat ik mis is toch de interactie in spel en tekst tussen de twee stellen. In beide relaties ontstaat een onverwachte wending in een "test"weekend waarin samengeleefd wordt met ander STEL. Een "soft"stel en " hard"duo. Trieste afloop qua duurzaamheid van relatie.De ontwikkelingen kon ik niet geheel volgen. Het was een uitdaging geweest om de twee geisoleerde stukken meer met elkaar te laten vloein. Voor het talrijke jonge publiek was het een onderhoudende avond.” -‐ Frits Brouwers “Ik hoorde pas achteraf over de voorgeschiedenis van het stuk en begreep toen eigenlijk nog minder goed, waarom er in de nieuwe versie niet meer interactie was gezocht tussen de 2 stellen. Ik heb er in de nazit naar gevraagd en begreep het antwoord wel, maar vond het toch niet bevredigend. Het gegeven was immers dat ze met 2 stellen in dezelfde tijd in 1 huisje zaten. Als de interacties dan zo fragmentarisch blijven, wordt het stuk ongeloofwaardig. Overigens heb ik me wel vermaakt, omdat de dialogen (per stel) soms grappig, soms pijnlijk, soms vreemd en vaak verrassende waren. Ik vond het boeiend om op het podium, heel dicht bij de spelers te zitten. Dat vergrootte de betrokkenheid bij het stuk aanzienlijk. Verder vind ik de Firma MES een erg sympathiek gezelschap.” -‐ Henk Zwijnenburg “Een beetje moeizaam stuk, in alle aspecten. Moeizame gesprekken, moeizame relaties. Ik werd er niet heel vrolijk van. Decor, kleding, aankleding was nietszeggend, gaf geen extra's aan het geheel. Mooi om 2 uitersten te zien, een echte vechtrelatie en een waar mensen zo voorzichtig met elkaar omgaan en zo indirect communiceren dat je er wee van wordt. Jammer dat de 2 stellen niets met elkaar deden; een confrontatie had wel spannend kunnen zijn. Kortom, een mindere voorstelling.” -‐ Hera Tseng “zat op het toneel en dan mis je een groot deel : je zit vaak tegen de ruggen van de acteurs te kijken. misschien wat meer draaien ? verder wel aardig” -‐ Hubert Coenen “Saai stuk, had er v.t.v. niets over gelezen, waardoor ik niet zo goed begreep waar het over ging aangezien de flyer een iets andere invulling van het stuk beloofde. Later in de nabespreking begreep ik dat het ene echtpaar een stel uit de jaren 50 moest voorstellen. Het verschil tussen de twee stellen was wel duidelijk, het "drukke en ontvlambare" echtpaar kon ik nog volgen, het andere echtpaar vond ik niet goed uitgewerkt. De acteurs waren wel goed, het stuk echter niet bijzonder.” -‐ Janie Kropman “Firma MES is steeds weer vernieuwend en verrassend. Ik heb echter betere stukken van ze gezien. De boodschap of verhaallijn is bij mij niet overgekomen en het decor was wel erg simpel.” -‐ Jan-‐Kees Stout “Het enthousiasme waarmee de acteurs van de Firma Mes optreden is altijd een plezier om te zien. Met de voorstelling 'Stel' gebruiken ze theater voor een van de belangrijke oorzaken waarom theater bestaat: de mensen de mogelijkheid geven om zich te spiegelen. In dit stuk doen ze dat wel erg letterlijk door twee stijlen te tonen waarop stellen met elkaar om kunnen gaan: de concfonterende en de conflict vermijdende, waarbij het de bedoeling is dat de stellen zich in een soort therapeutisch weekend aan elkaar spiegelen.De constructie vind ik geforceerd en ook niet erg geloofwaardig. De verhaallijn is wel heel simpel.Hoewel de acteurs hun stinkende best doen is het voor mij niet een voorstelling die blijft hangen. Bijkomend minpuntje zijn de houtsnippers die grotendeels het decor vormen, want daarvoor bleek ik allergisch waardoor ik er met een verstopte neus zat.” -‐ Joke Feitsma “Een onbegrijpelijk stuk. Twee stellen die in een therapeutisch weekend bijeen komen. Een gefrustreerd stel in jaren 50 kleding? dat langs elkaar heen praat en een stel dat bijna gewelddadig met elkaar om gaat. Er is geen duidelijke keuze gemaakt. Een deel van het publiek op het toneel, maar ook de hele tribune vol.” -‐ Margreet Iskra “De reprise van STEL door Firma MES is een mooie verrassing. Persoonlijk herinnerde of herkende ik nog maar zo weinig van de eerste uitvoering in Babylon dat het me pas bij de nabespreking duidelijke werd dat ik eerder al op locatie Babylon van het stuk heb genoten. Het is dan ook een -‐in essentie-‐ heel ander stuk geworden door de net andere spelregels. Twee totaal verschillende, bijna diametraal tegengesteld, hebben een weekend geboekt in een vakantiehuisje zonder elkaar te kennen.Idee is de ander of het andere stel te observeren, te spiegelen. Enig gebod is niet geweldadig te worden en de regel de ander een cadeautje te geven. Het eerst aangekomen stel communiceert nogal indirect en impliciet, vol niet uitgesproken verwachtingen, die dan uiteindelijk met veel gedraai en vallende stiltes toch noodzakelijk uitgesproken worden. Het andere stel is zeer expliciet in hun uittingen en wensen, zeggen elkaar voortdurend de waarheid of wat persoonlijk waarheid of wenseijk zou kunnen zijn. Het contact tussen de twee stellen is minimaal, dit doet wel wat onnatuurlijk aan. Essentie is dat in de zoektocht naar echt begripvol contact tussen betrokkenen steeds grote afstanden laat te zien zijn, als het al niet diepe dalen of
ravijnen blijken. Dit geldt eigenlijk voor beide stellen. Het boeiende verschil is de hoeveelheid woorden en de aangepaste toonhoogtes die gebruikt worden aan de rand van het ravijn. De schakeling van het ene setje naar het andere gebeurt steeds wat koud op elkaar, zonder overgang. Reden is dat er geen echt contact is of gemeenschappelijke raakpunten zijn. Ook binnen de twee relaties is er groot gebrek aan raakvlakken en gemeenschappelijke beelden en ervaringen. Het meeslepende en uitgesproken onderscheidend verschillende karakterspel weet de vier aparte personages helder en precies neer te zetten. Een illustratie van de bijna onmogelijke -‐wel menselijke-‐ opgave een betekenisvol en begripvol contact op te bouwen tussen de één en de ander.” -‐ Martien Vogelezang “Aardig gedaan maar weinig ontwikkeling tussen de stellen. De grote ommezwaai van de ruziënde man vond ik ongeloofwaardig. Dat zijn vrouw hem daarna afwees ook. Het andere stel was vermoeiend voor elkaar maar ook voor mij. Wel iets losgemaakt dus.” -‐ Noor Zwijnenburg “Dit stuk heeft diverse bewerkingen ondergaan, nu speelde het in een vakantiebungalow. een therapeutisch weekend voor twee stellen die aan hun relatie willen werken. Het verschil tussen beide stellen was enorm groot, Het ene stel was nogal "acting out" en maakte elkaar uit voor rotte vis, a la "who is afraid of Virginia Woolf", wat een onderhoudend en afwisselend toneelbeeld gaf. Voor de jongeren in de zaal leek het zelfs af en toe nogal schokkend. Het andere stel communiceerde niet veel met deze acteurs. Ze bleven erg terughoudend en gereserveerd. Er was weinig communicatie tussen de echtelieden die wat dieper ging. Achteraf hoorden we dat de beide stellen eigenlijk in diverse tijdsperioden speelden, waardoor ze elkaar ook niet konden zien. Dit werd me tijdens het spel niet duidelijk. Het waren dus eigenlijk twee stukken die tegelijkertijd werden opgevoerd. Zouden ze achter elkaar gespeeld zijn dan zou het weinig communicerende stel gezorgd hebben voor een saai en niet echt boeiend spel. Beter dus op deze manier. Zou men echt samen gespeeld hebben, dan denk ik wel dat het spel daardoor zeer verrijkt had kunnen worden.” -‐ René van Dootingh “Eerdere stukken van Firma Mess gezien. Erg onder de indruk van hun spel. Dit toneelstuk vond ik beduidend minder. Niet ontbrak het aan goed spelen, maar het verhaal was matig zo niet redelijk saai. Dit spel blijft niet hangen.” -‐ Renée Torn “Een stel uit de jaren 50 en een stel uit 2013, leven elk in hun eigen 'time zone'. Zien ze mekaar? Of zien ze mekaar niet? De toeschouwer mag beslissen. De interactie met het publiek werd vergroot doordat wij om het toneel zaten en de acteurs zo nu en dan tussen het publiek kwam zitten.” -‐ Rudy Ramondt “We zien een vloer van houtsnippers. een mooi symbool voor een vakantiehuisje. twee stellen moeten een 'spiegel' voor elkaar vormen bij wijze van therapie. We zien die twee stellen op hun eigen manier hun relatie vormgeven c.q. uitvechten. een van de stellen overleeft deze therapie niet. Dat was een mooi en onverwacht einde. Het stuk is een overheveling van een eerder stuk dat op locatie werd gespeeld. Daarom waren sommige dingen verwarrend, bv dat het ene stel in de 50-‐er jaren leeft en het andere in het heden. Doordat ze elkaar in deze versie live ontmoeten is het een beetje gek dat ze ook spookgeluiden horen.” -‐ Susan de Boer & Geertje van der Waaij “Stel is een adaptie voor theater van twee eenakters op locatie, over twee stellen in hun nieuwe woning. De eenakters werden oorspronkelijk tegelijk naast elkaar opgevoerd. Omdat de stellen ieder in hun eigen tijd leven, was er geen interactie tussen de stellen. De interactie ontstond door het naast elkaar observeren van twee tijdsbeelden. Nu zijn de stellen bij elkaar gezet in dezelfde ruimte en tijd. Zij delen een vakantiehuisje tijdens een relatietherapie-‐weekend. En dit is het zwaktebod van deze voorstelling. Want dit is, zo blijkt, de kennelijk enige aanpassing voor de theater opvoering. Er is geen enkele andere motivatie, en dat nekt het stuk. De stellen, het één bekvechtend en het ander flikflooiend, zijn elkaars stegenpolen. Zij krijgen twee opdrachten bij aanvang van het weekend: neem een cadeau mee voor een willekeurige partner, en observeer het andere stel maar grijp niet in. Dat lijkt een goed begin voor een paar flink uit de hand lopende sessies, en een stevige dramaturgische ontwikkeling. Want de verwachting is nu gewekt: ze gaan zich natuurlijk wel met elkaar bemoeien, en ze geven de verkeerde cadeaus aan de verkeerde partners. Helaas niets van dit. Er is geen enkele ontwikkeling te bespeuren. De stellen blijven doen, wat ze kennelijk thuis ook voortdurend doen. Aan het eind van het stuk hebben de protagonisten nog hetzelfde inzicht als aan het begin. En erger, ze richten zich op zich zelf. Er is helemaal geen sprake van interactie tussen de stellen. Ergo: waarom in hemelsnaam zijn de twee eenakters dan samengevoegd, als dat dramatisch nergens toe leidt? Nee: een dikke onvoldoende voor de regie. Het spel hield wat er overbleef gelukkig nog enigszins overeind. De bekvechters stootten elkaar af en trokken elkaar continu aan, en rolden, ook letterlijk, over de vloer. De flikflooiers waren bij tijd en wijle aanstootgevend klef en misselijkmakend romantisch. Hierbij overigens geholpen door een overtuigende tekst. En dit is dan ook de enige motivatie voor de voorstelling: even lekker met een stuk tekst tekeer gaan. Verder had het beter bij twee eenakters gebleven.” -‐ Theo Akse
Assen Blues -‐ het Nationale Toneel 11/8/2013 “Mooie teksten, goed gebracht.Maar ik heb inmiddels al diverse voorstelling gezien over 'het beloofde land' danwel het 'achtergelaten land' (promised land-‐orkater, elders-‐marike splint) die meer emoties bij mij opriepen” -‐ Anjo Schaap “Het was wel heel veel tekst! En nee, ik was niet geboeid van begin tot eind,helaas. Zelfs niet door al die woordenstromen...maar op zich wel een okee toneelstuk. Twee mensen die elkaar ontmoeten op een station en de vanzelfsprekende uitlatingen en vragen die soms worden gesteld zijn herkenbaar en de aannames ook. Goed gespeeld, maar weinig explosie.” -‐ Corrie Apon “Twee treinreizigers die staan te wachten op hun trein. Een maagdelijk wit vlak tussen hen in, want ze kennen elkaar nog niet. Ze raken met elkaar in gesprek. Om de stilte te verbreken? Om nieuwsgierigheid naar de ander? Twee onthullende maar ook verhullende verhalen. Mooie teksten, goeie doordenkers. Blijft een Turk altijd een Turk ook al heeft hij een baan en een goede reputatie en is hij deel van de dorpsbevolking? En de vrouw, blijft zij ongelukkig omdat ze uiteindelijk niet verder (wil) kom(en)(t)? Het maagdelijk wit verdwijnt na verloop van tijd. Ze komen binnen elkaars aura, luisteren naar elkaar. Komen steeds een beetje nader tot elkaar. Maar... hij is een Turk. En zij... gaat door op dezelfde weg.” -‐ Flora Versloot “Zeer boeiend stuk waarin twee geisoleerde zelfstandige personen op zoek zijn naar iets en elkaar daarin treffen. De man is op zoek naar verklaring voor bepaalde onrust het niet kunnen vinden van bepaalde innerlijke rust en plaats in het leven. Hij lijkt tevreden en succesvol in het leven maar bereikt niet altijd wat hij in zijn ziel wil bereiken.Of dat capaciteiten betreft of culturele achtergrond allochtoon, is de vraag die bij mij blijft hangen. Hij wordt subtiel ingepakt door een eenzame vrouw die het ongelukkig is en het telkens niet weet te vinden.Zij bespeelt mannen en laat ze daarna volledig vallen.Dat leven lijkt haar ongelukkig te maken. Op het station zoekt zij contact met medepassagies die de andere kant op wil.Zij laat hem niet los en hij kan haar niet loslaten.Als ze hem bijna ingepakt heeft stoot ze hem volleig af. Daarna gaat zij weer haar eigen weg. Op weg naar volgend slachtoffer??” -‐ Frits Brouwers “Assen Blues heeft me (bijna) de volle speeltijd 100% bij de les gehouden, vooral dankzij de sterke, soms indringende monologen en dialogen, en de manier waarop de ware aard en de achtergronden van beide treinreizigers geleidelijk steeds duidelijker werden. Intrigerend. Goed stuk.” -‐ Henk Zwijnenburg “Prachtig stuk. Mooie teksten en geweldige acteurs. Haar vond ik lastig te plaatsen. Enerzijds compassie met iemand die zo kapot is maar tegelijkertijd ook ergernis over de wijze waarop ze daarmee omgaat. En hij, zo naïef maar ook geslepen handelaar. Verschillende werelden in allerlei opzichten en tegelijkertijd zo dichtbij. En in het kader van het EUR onderzoek, ja, ik heb plezier beleefd aan de voorstelling, het zet me aan het denken, wist mij van begin tot eind te boeien en gaf energie.” -‐ Hera Tseng “Twee ijzersterke acteurs ! Camilla deed me met enige nostalgie denken aan Will van Kralingen ( dit is als een compliment bedoeld !). Heel intens spel, heel goed gebracht . Het heeft een hele mooie avond gebracht! Bravo voor Ali, die ondanks zijn griep zijn personage heel overtuigend neerzette (en helaas meteen na de voorstelling moest aftaaien) Raadsel : was de vloer besneeuwd, een perron,,,, ???” -‐ Hubert Coenen “Mooi universeel gegeven, dat toch ook wel actueel is. Waar hoor en voel ik mij thuis? Mooi gespeeld ( prachtige stem heeft Camilla Siegertsz!) en duidelijk te volgen. De man kwam voor mij goed uit de verf, de vrouw wat minder: wat haar uiteindelijk nou beweegt werd mij niet helemaal duidelijk, het bleef wat onaanraakbaar. Zo "aards" als de man overkomt, zo "zweverig" oogt de vrouw en tijdens het stuk, als je de toenadering voelt groeien tussen de twee, ben je bijna geneigd te roepen naar de man: "doe het niet, ga niet met haar in zee!". Beiden zoeken ze naar hun bestaansrecht in de ( verschillende) werelden waarin zij vertoeven, terwijl ze zo'n diverse achtergrond hebben. Dat is het universele zoeken van de mens, dan heeft cultuur of afkomst niet zoveel belang bij de vraag: "wat doe ik hier en nu, hoe kom ik zo in deze positie en wil ik daarin blijven?". Mooi toneel, met het interview van het Erasmus erbij een leuke avond!” -‐ Janie Kropman “Geweldige mooie tekst met hele rake zinnen die aan het denken zetten. Erg goed gespeeld in een wat sobere vormgeving.” -‐ Jan-‐Kees Stout “Ik heb bijzonder genoten van de voorstelling "Assen Blues', een voorstelling waar ik nu, enige tijd later, steeds aan terugdenk en ook over heb verteld aan mensen in mijn omgeving. Het op het eerste gezicht eenvoudige gegeven van twee mensen op een perron gaf ruimte voor zoveel bijzonders te ervaren en te genieten! In willekeurige volgorde; Ik vond de teksten fantastisch. Zou het nog wel eens willen overlezen om het opnieuw tot mij door te laten dringen; teksten over de kleur 'grijs', over 'het buitenstaander zijn', geweldig! De actrice met haar bijzondere manier van kijken en reageren, zo mooi gespeeld, maar ook de acteur was geweldig in deze rol en hun contrast was uitermate boeiend. Niet alleen in hun spel, maar ook in het woordgebruik en de uitspraken zelf (ik kom weer aan bij een compliment voor de tekst), kortom het contrast tussen beiden maakte hen beiden nog extra groot. Het decor, wat aanvankelijk alleen maar aanwezig was, ging een steeds grotere rol spelen (lijnen in het 'wit' bijv.), er werd van het decor op geraffineerde manier gebruik gemaakt, misschien leidt het te ver om het zo te formuleren, maar: decor versterkte de karakters van beiden. Ik heb geen negatieve opmerking, of het moest zijn dat ik het jammer vind dat het niet nog een keer kan gaan, want er zijn geen voorstellingen meer van 'Assen Blues'.” -‐ Joke Elzinga
“Op het perron van het Station in Assen staan twee mensen op de trein te wachten: Mehmet, gespeeld door Ali Çifteci, is een man van Turkse origine. Als kind kwam hij naar Nederland maar hij is opgegroeid in het Zuiden van het land. Nu woont hij in Drenthe, waar hij tweedehands auto's verkoopt. Vandaag gaat hij op reis naar Turkije, zijn vaderland dat hij niet meer kent. Hij woont in Drenthe maar is een vreemde eend in de bijt. dat is ook Ronika, gespeeld door Camilla Siegertsz, die op de trein naar Groningen staat te wachten. Ook zij woont in Drenthe maar komt oorspronkelijk uit de Randstad. De inmiddels teloor gegane liefde bracht haar naar Assen. Beiden zijn ze letterlijk ontheemd en bij beiden speelt verbeelding een belangrijke rol: de druk pratende Mehmet stelt zich van alles voor maar Ronika durft in haar leven de verbeelding nauwelijks meer toe te laten, gedessilusioneerd door haar verleden. Bijna tegenstrijdig lijkt het met haar professie:als docent aan de kunstacademie onderwijst ze haar studenten juist in verbeelding. In het prachtig strak vormgegeven decor ontstaat een 'bijna' ontmoeting tussen de twee wachtenden. Beiden zijn import, ieder heeft zijn eigen verhaal. Er lijkt toenadering te zijn, ze laten er zelfs een paar treinen voor lopen, maar uiteindelijk stagneert hun ontmoeting en gaat ieder zijns weegs. Het spel is sober maar verveelt geen moment.” -‐ Joke Feitsma “Een prachtig stuk in een uiterst eenvoudig, maar doelmatig decor. In de teksten werd veel gezegd dat tot nadenken stemde. Sombere overdenkingen over verloren dromen werden afgewisseld met soms hilarische jeugdherinneringen. Een diep menselijk stuk waarin twee passanten hun ziel blootleggen. Er wordt een realistisch beeld neergezet van mensen die van hun wortels zijn gescheiden. De gevolgen voor het verdere leven zijn dat men er nooit echt bij hoort. Zo'n eenvoudige opzet met zo'n effect. Hulde.” -‐ Margreet Iskra “Prachtig spel van Antoinette Jelgersma. Met name haar mimiek en fysiek spel in combinatie met tekst was geniaal goed. De tekst vond ik ook mooi doordat sommige zinnen een dubbele boodschap hadden. Een stuk waar ik door geraakt werd en herkenning bij mij opriep.” -‐ Marjolein Post “Een kennismaking op perron Assen is de basis voor een verrassende dialoog tussen twee reizigers. Een Nederlandse vrouw en een Nederlands-‐Turkse man. Zij gaat naar Groningen, hij richting Aachen-‐Maastricht en dan Turkije. Deze ontmoeting levert prachtige beschouwingen waar steeds het verlangen naar 'de ander' en 'het andere' naar voren komt. Naar mate het gesprek vordert tonen zich nieuwe perspectieven van de twee personen. Ook de stationslocatie lijkt door de openhartigheid te veranderen in een vriendelijk en rustig park, om daarna met het geluid van een trein en door de besluiteloosheid, het niet-‐vertrouwen van de twee weer een perron te worden. De ruimte tussen de twee perrons is gemarkeerd met een vierkant bestrooid met helder wit zand/zout/suiker waarin de uitgesproken gedachtes als sporen zichtbaar blijven. De opening van de man tast de randen van het vierkant aan met halve cirkels, de toenadering van de vrouw blijft achter als een gehele cirkel wat ook de plaats wordt van de koffer van de man. Er is ondanks het lange gesprek toch niet genoeg vertrouwen om samen wat te ondernemen en zij gaan uiteen met de belofte elkaar nog eens te bezoeken. Prachtig klein gespeeld, heldere stemmen verwoording van een zeer menselijk dilemma van verlangen en vertrouwen en herkenning.” -‐ Martien Vogelezang “Zij begint prachtig grijs, hij een beetje onnatuurlijk. Lopende het stuk steeds echter. Beide personages zijn import-‐drenten, maar heel anders terecht gekomen. Hij heeft dromen en toekomstbeelden, zij hangt in het verleden en komt maar moeilijk los van een ongelooflijke standaardsleur. Even lijkt een doorbraak geforceerd, maar nee helaas... zij kan het lichamelijk contact niet aan. En dan vervolgen zij ieder hun eigen weg. Mooi moment van interactie tussen twee mensen in de vreemde.” -‐ Noor Zwijnenburg “Wat een prachtig mooi, intiem werkje! En wat een prachtige tekst. Een mooi verstild beeld op een stationnetje, de mooie dialogen , de zich, met een mooi gevoel voor psychologie, door verfijnde mimiek en subtiele tekst zich ontwikkelende binding tussen deze twee mensen. Mensen uit twee verschillende werelden met hun eigen verleden en daarin opgelopen teleurstellingen waardoor een angst om weer verbindingen aan te gaan bij de één, en de ander met een positiever wereldbeeld die wel verbindingen durft aan te gaan maar uiteindelijk vanuit die angst word afgewezen. Soms pijnlijk mooi om te zien. Een mooi decor, dat meer suggereerde dan concreet aangaf. Heel geslaagd. Prachtige ondersteunende muziek. Het geluid van aankomend'e treinen met daarbij de spanning dat hiermee ieder moment het spel kon eindigen .” -‐ René van Dootingh “Het simpele strakke toneelbeeld is zeer effectief. Een witte zandvlakte symboliseert de scheiding tussen de werelden van de personages. Deze twee, zo volstrekt van elkaar verschillende personages, op het perron gaan gaandeweg steeds meer fascineren en maken het een interessante voorstelling.” -‐ Rudy Ramondt “Op het station van Assen wachten twee mensen op de trein, een man en een vrouw. De man van Turkse afkomst is op weg naar het land van zijn ouders om het te leren kennen. Hij is een Turk, maar ook een Drent, een Turkse Drent. Hij heeft een tweedehands autohandel in een klein Drents dorp en is lid van de plaatselijke toneelvereniging. Maar hij is vooral pragmatisch. De vrouw is onderweg naar haar werk in Groningen, ze geeft les aan de academie. Ze komt uit de Randstad en is vanwege de liefde in Drenthe blijven hangen. Nu is ze alleen en leert haar studenten dat je moet dromen om de werkelijkheid te verdragen. Deze tegenpolen raken met elkaar in gesprek. In een spel van aantrekking en afstoting ontdekken ze dat ze meer met elkaar gemeen hebben, dan op het eerste gezicht lijkt. Dat spel is aanvankelijk nog statisch, maar naar gelang de twee zich bloot geven, wordt het dynamischer. Begint het met twee monologen aan de zijkanten van het toneel, gaandeweg ontstaat een dialoog en verschuift het spel naar het midden van het toneel. Tekst en spel zijn steeds precies gedoseerd om de handeling uit te drukken. Daarbij wordt het decor op een subtiele wijze medeplichtig gemaakt. Het gebruik van een vierkant van wit zand op het midden van het toneel is een vondst. Bij begin is het nog maagdelijk onbetreden. Maar als de protagonisten elkaar naderen verandert het van een scheidingsvlak in een ontmoetingsruimte. Ze laten er sporen in achter. Het is de verbeelding van beider innerlijke ruimte waar de ander zich niet onberoerd heeft gelaten. Ook het langs de achterwand opgehangen lege kader krijgt een soortgelijke functie, en verbeeldt de moed om uit het eigen kader te stappen. Assen Blues gaat over spleen. Over identiteit en onvervuld verlangen, over betekenisgeving en over de macht van het toeval. En over (de onmogelijkheid van) het vinden van een plek – vooruit, noem het geluk -‐ in het
bestaan. De man en de vrouw zijn door elkaar gefascineerd. Zo afkomstig uit verschillende werelden, maar verbonden door hun gevoel van ontheemding. Hier staan twee mensen, die hun identiteit ontlenen aan hun eigen levenskracht. En de twee herkennen elkaar als verwante zielen, die kracht putten uit dezelfde bron, maar ze zijn toch niet in staat voor elkaar te kiezen. De tekst van Assen Blues heeft een intieme schoonheid en tegelijk een heftige kwaliteit. De regie is strak en effectief waardoor de focus op het spel blijft liggen. En ook dat spel is geconcentreerd en ontroerend. Voeg daarbij de simpele doeltreffendheid van het decor en Assen Blues is een evenwichtige en geslaagde productie te noemen.” -‐ Theo Akse
Nieuwe Wereld Symfonie -‐ De Veenfabriek 12/4/2013 “Het duurde wel even voor ik 'in de voorstelling zat' en begreep wat er op het toneel gebeurde.... Maar daarna genoot ik wel van de subtiele humor en vooral van de kracht van de spelers op leeftijd! Alle respect!” -‐ Anjo Schaap “Ik heb nog nooit zo'n slecht toneelstuk gezien! Ik vind het echt iets voor in een bejaardentehuis op een saaie zondag middag als het buiten regent en stormt of zo en dan nog is het zonde van de tijd om er naar te kijken. Wat moest het voorstellen ? Een paar oude mensen die maar wat doen of laten zien wat ze nog KUNNEN doen ? Nee afgrijselijk vond ik het. En het gaat niet om de oude mensen, maar wat ze doen op het toneel...kleurloos....smaakloos...kweenie.... Dat de spelers zelf zich hiervoor lenen....soort van invulling van de tijd als je toch niks zinnigs te doen hebt....” -‐ Corrie Apon “Een vreemde voorstelling. 't Gevoel wat de voorstelling mij gaf was ontroering maar ook een schrijnend gevoel door de sterfelijkheid die de acteurs uitstraalden. Bijzonder leuk vond ik dat de oudjes (als ik ze zo oneerbiedig mag noemen), zeer geconditioneerd de opdrachten van de regisseur hadden opgevolgd. Daardoor was er weinig ruimte voor een vlotte voorstelling; alles ging traag. Maar alles gààt ook traag als je op zo' n leeftijd bent! Wat zullen ze het fijn hebben gehad tijdens de repetities. En menigeen heeft een betere conditie dan ik op dit moment heb. Nogmaals, een bijzondere voorstelling!” -‐ Flora Versloot “Met alle respect ... (zo begint men zo'n oordeel, toch?). Ik heb inderdaad veel respect voor de mensen op het toneel, mede gezien hun leeftijd en hun lef. En ook voor de goede bedoelingen die ongetwijfeld aan dit stuk ten grondslag liggen. Maar ik kan hier onmogelijk een voldoende voor geven. Als het in het verzorgingshuis gemaakt en opgevoerd zou zijn en mijn oude vader of moeder had meegedaan, dan had ik dit stuk ongetwijfeld hoger gewaardeerd, maar in een echt theater waar mensen betalen voor een kaartje .... Tot slot twee positieve dingen. 1: Na tien minuten dacht ik dat een ramp zou worden, maar dat werd het niet; gaandeweg kwamen er boeiender, origineler scènes voorbij (zoals de rolstoeldans en het hardlopen) en kreeg ik er meer aardigheid in. 2: de slotscène met een hoog Close Encounter-‐gehalte met bombastische muziek en mooi bijpassend decor van kleurig verlichte, draaiende panalen. Zoals het groepje spelers er toen bijstond, vond ik best indrukwekkend.” -‐ Henk Zwijnenburg “Dit is zo overduidelijk amateuristisch, dat het genant was. Bizar, het verhaal dat er ongetwijfeld was, kwam niet over het voetlicht. Het spel werd op enig moment zelfs confronterend, want een ieder de spiegel voorhoudend hoe het zal kunnen zijn over enkele decennia. Weinig tekst, maar wel mooie muziek. Een ieder stopte er wel veel energie in, maar eigenlijk zouden zij tegen zichzelf beschermd moeten worden en het advies moeten krijgen niet meer op te treden in een professionel setting.” -‐ Hera Tseng “Ik snapte er helemaal niks van, deed me niks, vond het een genante vertoning. Ik had medelijden met de oude dame” -‐ Hubert Coenen “In het begin dacht ik "waar zit ik in hemelsnaam naar te kijken". Gedurende de voorstelling raakte ik steeds meer geboeid. Nog later zelfs ontroerd.” -‐ Jacqueline Torn-‐Meershoek “Wat zonde van moeite en tijd, deze slechte voorstelling. Geen lijn in te ontdekken, saai, riep geen enkele emotie bij mij op anders dan ergernis. Vond het buurthuis toneel. Dit zet je geen (geroutineerde) toneel bezoekers voor. Ik kan alleen maar hopen dat de bejaarde deelnemers plezier hebben gehad, anders had deze exercitie helemaal geen zin. Niet meer programmeren, iets dergelijks.” -‐ Janie Kropman “Allereerst: het gegeven om in deze voorstelling met senioren te werken vind ik interessant. Bij binnenkomst zag ik tussen de decorstukken tegen de achtermuur de 'spelers' zitten, intrigerend. Tijdens de voorstelling bleken het de dansers te zijn, die overigens elk een grote eigenheid in hun dansbewegingen toonden, wat ik kon waarderen. Ik had wat meer moeite met het optreden van de drie spelers, om verschillende redenen. Hun rol was mij niet altijd even duidelijk, en de onverstaanbaarheid van de speler die achter de lessenaar van tijd tot tijd iets uitsprak speelde daar zeker een rol in. Ook vond ik de bewegingen soms niet overkomen. Dat begon al bij 'het dirigeren', dit was niet goed, wat op zich niet zo'n probleem was, maar het duurde ook lang. Het spel van de spelers was voor mij te traag, en soms te onduidelijk. Toch vind ik het ook heel bijzonder dat drie oudere mannen zo gemotiveerd op het toneel staan. Ook was de afwisseling tussen spel en dans niet interessant voor mij, het spel vormde onvoldoende een tegenhanger voor dansers. De afsluiting, met de bewegende decorstukken vond ik wel verrassend.” -‐ Joke Elzinga “Prachtig dat oudere mensen actief zijn met toneel spelen, helemaal leuk als dit onconventioneel theater is, maar de voorstelling De nieuwe wereldsymphonie vond ik een slaapverwekkende aangelegenheid waarvan de boodschap mij niet duidelijk werd en de enkele woorden die gesproken werden ook nog slecht verstaanbaar waren. Het decor vond ik ook al niet om over naar huis te schrijven. Het mooiste was nog de scene met de dansende panelen met gekleurde lampen. Jammer van mijn avond.” -‐ Joke Feitsma “Bij de Veenfabriek heb ik een bepaalde verwachting gebaseerd op eerdere voorstellingen die ik zag. Deze voorstelling voldeed niet aan mijn verwachting omdat ik het te amateuristisch vond qua spel. Vooral het begin was te infantiel met de slecht dirigerende oude man. Het positieve vond ik de mooie beelden die door de splers werden neergezet zoals de ruimtewezens. Een voorstelling met hier en daar een mooi moment maar over het algemeen voor mij van te laag niveau.” -‐ Marjolein Post
“Traag wordt goed bedoelend amateurtoneelspel in een mooi gemonteerde muziekband aan het publiek getoond. Samenhang of verhaallijn is er niet , kalm uitgespeelde goed ingestudeerde acts volgen elkaar op. Er vormt zich langzaam een beeld dat in de opvolging een zeker contrast te herkennen is. Begrijpelijk wordt het niet. Een tragische vraag komt bovendrijven: Waarom staan deze spelers hier op het toneel? De spelers hebben het wel naar hun zin, maar het publiek toch minder. Gelukkig eindigt de voorstelling met een fraai eindbeeld of misschien wel het testbeeld waar een tekst aan refereert. Een testbeeld waar de spelers naar kijken vanaf de zijlijn, jammer maar dat gold ook voor het publiek. Weer een teleurstellende voorstelling van Veenfabriek. Een nagesprek over de "verheffing" van kunst of theater lukt na zo'n teleurstellende voorstelling echt niet meer. Het zou te negatief uitpakken en misschien wel personen kwetsen.” -‐ Martien Vogelezang “Na afloop was de vraag; is er iets bij je veranderd? Ik wist het niet, maar nu weet ik het wel; niets. Ik was niet ontroerd, niet gegrepen en vond het niks. Ik zag weinig samenhang, de dirigent leidt een ander stuk dan we horen, twee muziekjes door elkaar. Irritant. Nee doe dan keiharde klassieke muziek van allerlei componisten gedurende het stuk. Het enige spannende vond ik het hardlopen op de plaats van de dansers; ik was als de dood dat er één een hartinfarct zou krijgen. Het idee van de regisseur om iets met ouderen te doen is gelukt, maar ik zie bezigheidstherapie voor bejaarden ipv een toneelstuk.” -‐ Noor Zwijnenburg “Goed bedoeld stuk over de dromen van een oude man, uitgevoerd door amateur toneelspelers. Daar liep het stuk ook stuk op. Misschien valt dit stuk op een andere plek, zoals een buurthuis/theatertje wel op z'n plaats, maar hier zat ik soms met enige gene naar de spelers/dansers te kijken. Wat het voor moest stellen werd ook pas na uitleg achteraf duidelijk. Een voorbespreking had geholpen. Maar ook dan was het te amateuristisch gebleven.Met echte dansers had het stuk echt aan kracht gewonnen. Ook een meer professionele aankleding zou het stuk goed gedaan hebben. De kostuums waren echt van een erbarmelijk niveau, gewoon lelijk en slecht gemaakt. De muziek was wel o.k., de belichting, en vooral de aan het eind ronddraaiende panelen met gekleurd licht was een erg mooie vondst.” -‐ René van Dootingh “Helaas verdient dit stuk niet mijn waardering, maar wel zo nu en dan koude rillingen. Dat is een straffe beoordeling en was mijn eerste reactie. Toen ik echter gelezen had wie de spelers waren, heb ik mijn oordeel iets bijgesteld. Het bleken geen van allen (professionele) acteurs zijn.” -‐ Rudy Ramondt “Het is eigenlijk niet eerlijk om dit stuk te recenseren. het zijn immers amateurs die hun best doen om iets moois neer te zetten. Maar de tekst was slecht te verstaan, het tempo lag te laag, er was geen spanningsboog. Het decor, met die schuivende en verlichte panelen, was aardig.” -‐ Susan de Boer & Geertje van der Waaij “Nieuwe Wereld Symfonie is een charmante muziektheatervoorstelling, maar wel met een hoog amateurgehalte. Wat moet je vinden van bejaarden, die het toneel te lijf gaan, maar daarbij zichtbaar tegen de grenzen van hun leeftijd aan lopen? Een 10 voor hun moed, een 3 voor de uitvoering. En dat dan niet vanwege de leeftijd, maar vanwege het amateurisme. De uitdaging zat in de door de leeftijd gestelde grens van het fysieke kunnen. Die werd dan ook met veel fysiek handelen tegemoet getreden. Een poging het ouder worden te ontkennen? Een streven naar eeuwige jeugd? Een verlangen aan te tonen dat ouderdom niet synoniem is met voorbij? Waarschijnlijk het laatste, of misschien wel allemaal. En hoewel de acteurs, bijna aandoenlijk, hun best deden, laat te weinig theaterervaring zich daardoor niet wegpoetsen. Het moet gezegd, er zaten ontroerende momenten in, zoals het rollatorballet, maar het geheel bleef allemaal nogal uitdrukkingsloos. Tekst, muziek en vormgeving wogen er niet genoeg tegen op. Iets meer regie op expressie had geen kwaad gekund. Überhaupt een andere vorm om de boodschap neer te zetten had misschien beter gepast. Want nu was het bijna beschamend om amateurs zo op het toneel rond te zien schuiven. Foei regisseur!” -‐ Theo Akse
OMG! XMAS-‐SHOW! WTF? -‐ Dood Paard 12/10/2013 “Tja, het begon allemaal nog wel redelijk met een vrolijke snoepverkoop. Wat hielp was een gezellige horde jeugd in de zaal.De warrige mengeling van sprookjes kon aardig worden.... Maar er zat geen lijn in en na 3 kwartier zat ik met smart op het einde te wachten. Helaas duurde dat nog eens 3 kwartier. Uit de inleiding had ik begrepen dat dit de eerste voorstelling was en dat de voorstelling gedurende de tijd nog kon groeien. Later las ik een recensie in de Volkskrant waaruit bleek dat die 'groei' totaal achterwege is gebleven. Jammer!! Gelukkig mocht ik later in de week nog naar 'Wreed en Teder', een voorstelling waar ik wel heel erg blij van werd...” -‐ Anjo Schaap “Decor apart: als een fotolijst waarbinnen de scenes voorbij glijden.Boompjes van het bos wat armoedig (belicht).Achtergrondprojectie wel geslaagd en er toe doende.Kostumering had wat sprookjesachtiger, minder armoedig, gekund.Begin van het stuk verwarrend en daardoor niet echt geslaagd.Moet iets anders voor worden verzonnen.Gaandeweg best grappig ( leuke rol van het stinkende trolletje en dronken " vogel") en soms ook erg sterk (sterf scène sneeuwwitje)Niet alleen de kinderen lachten maar ook de volwassenen.De tekst was vaak best hilarisch! Einde van het stuk ( de moraal: we gaan allemaal dood en we moeten er allemaal doorheen door dit leven, of zo )nogal teleurstellend zwak.Moet worden gepolijst dit stuk! Dan kan het nog wat worden!” -‐ Eric Gunsch voor Corrie Apon “De moraal was voor mij een van de boeiendste onderdelen van dit stuk.Het was hun eerste optreden met publiek en gelijk tamelijk volle zaal. Het begin stuk was erg over de top gespeeld. In het verdere beloop kwam er iets meer lijn in het verhaal. Het totaal duurde bij deze "premiere " ook te lang.” -‐ Frits Brouwers “Het is niet mijn smaak; eigenlijk is het gewoon een kindervoorstelling. Te luid, te weinig subtiel, te grof soms. Ik word nergens door geraakt en soms kreeg ik het gevoel dat ook niet iedereen lekker speelde, in de zin van dat hij plezier had. De duivel was wel een topper en de Kerstman was bij vlagen wel grappig.” -‐ Hera Tseng “helaas vooral voor tieners gemaakt, niks mis mee maar het nivo en soort grappen is voor mij anders voordat ik het humoristisch vind” -‐ Hubert Coenen “Heerlijke voorstelling. Even kind met de kinderen” -‐ Jacqueline Torn-‐Meershoek “een vrolijke chaos, vooral leuk voor pubers.Het geheel verliep nogal rommelig, zeker in het begin van de voorstelling. De strekking van het verhaal werd wel duidelijk, maar was gelardeerd met veel te veel details en attributen waardoor het overkwam alsof een groep studenten, ter ontgroening, binnen een kort tijdsbestek een uitvoering in elkaar hadden moeten flansen. Pluspunt was het enthousiasme waarmee het geheel werd gebracht, en prachtig het fragment van Ditrich Fischer Dieskau! Gelukkig dat er nogal wat pubers in de zaal aanwezig waren, die zorgden er tenminste voor dat de zo gewenste wisselwerking met het publiek af en toe tot stand kwam.” -‐ Janie Kropman “Bij binnenkomst in de zaal is het een echte vrolijke kermis. Van daaruit ontstaat het verhaal van een meisje dat door haar vader het bos in wordt gestuurd, oftewel er voor kiest het bos in te gaan. Daar begint het sprookje met de geëigende symbolen zoals verdwalen,de fee en de duivel. Daar doorheen loopt een verwijzing naar het kerstverhaal: drie koningen volgen de ster,,,welke ster? En passant komen ook actualiteiten aan bod Met OMG! XMAS-‐SHOW! WTF zet Dood Paard een anti-‐sprookje en anti-‐kerstverhaal neer. Niet het goede overwint het kwade: de dood neemt het meisje en de duivel neemt het laatste woord. Het is een behoorlijk chaotisch geheel, doorspekt met grove taal. Mij doet Dood Paard daar geen plezier mee. Het idee dat deze voorstelling geschikt zou zijn voor kinderen vanaf 9 jaar lijkt mij een behoorlijke inschattingsfout.” -‐ Joke Feitsma “Een show die "gespeeld" werd, zonder te overtuigen. Chaotisch .Licht en decor waren soms mooi. De rol van de duivel maakte het geheel toch weer amusant. In totaal niet geslaagd.” -‐ Margreet Iskra “Ik heb de zaal voortijdig verlaten. Vond er echt niets aan.” -‐ Marjolein Post “Het stuk van Dood Paard met een niet-‐uit-‐te-‐spreken naam heeft Kertsmis als thema of beter startpunt van het maakproces. Het proces heeft volgens zeggen van de schrijver grotendeels aan de overlegtafel plaats gevonden. Dit is een zeer creatieve tafel vooral daar waar het om de grote bijna uitputtende hoeveelheid theater-‐trucs en -‐middelen gaat. Het verhaal of liever de herkenbare verhalen zijnis door een grote blender gegaan, een grote mix van met hilariteit als bindmiddel uitgesproken teksten en scenetjes. Als verhaal te weinig samenhangend om te memoreren, wel memorabel is de lijst van ingezette middelen, al was het alleen maar als ingrediënten voor een voorstelling waarvan de hoeveelheden en vorm naar eigen inzicht te gebruiken zijn. In willekeurige volgorde: o decorselementen met eigen lichteffecten; o de tekst vanuit beschouwend perspectief naar het publiek uitspreken; o continue een muziekje variërend in variëteit laten klinken; o het publiek laten meezingen en meedoen; o over decors struikelen; o eigentijds commentaar op de historische verhaallijn uitspreken; o veel verschillende komische kostuumvarianten per rol en acteur;
o fout en te luid microfoongebruik ; o verschillende sprookjes verhaallijnen snel afwisselen; o overdreven netjes, geaffecterd uitgesproken tekst; o overmaat van kledingattributen inzetten; o poppenkast-‐Jan-‐Klaasen-‐methode om de kijkers mee te laten schreeuwen en roepen; o acteurs in de andere dubbelrol aanspreken; o voortdurend bewegend volglicht of zoeklicht gebruiken o incorrect of grof taalgebruik, variërend van ouderwets vloeken tot jeugdig amerikaanse crap; o projecties van filmopnames afwisselend kleur en zwart-‐wit; o decors elementen zicht baar bedienen met touw en katrollen; o stoer doen met verwijzing naar jeugdbendecultuur; o willekeurige inzet van herkenbare sprookjesduo's, trio's etc.: o boze vader-‐dochter, lieve vertellerfee-‐boze heksverteller, o doornroosje-‐prins, roodkapje-‐wolf-‐jager, o kerstman-‐rendier, kermissbaas-‐kermissnoepverkopers; o decorselementen slopen; verwijzen naar moderne sociale media uittingen; o publiek dreigen met staking voorstelling o decors ter plaatse verbouwen; o aanwezigen wegsturen met scheldende tekst; o provisorische poppen-‐kast-‐lijst-‐toneel als decors; o continue lichtvlekken laten dwalen door toneel en zaal; o schreeuwerige kermisachtige sfeer opbouwen; o snel afwisselen van grove met zachtere stillere scenes; o uitventen van snoep en suikertroep; o schaduw of schimmenspel door projectiescherm gebruiken. Deze doorlopende stroom van middelen opgenomen in een lijn van puberaal denken reageren, voorgekzetten, serieus reflecteren, afzeiken en doorzeuren is tijdens het maakproces misschien erg leuk geweest en misschien voor de leeftijdscategorie 12-‐21 onderhoudend, voor het algemene toneelpubliek was het een beduidend minder geslaagde kerstvoorstelling. Een teleurstellend dood paard.” -‐ Martien Vogelezang “Het leek goed te beginnen (een soort markt/fancy fair) maar het duurde te lang. Het leek alsof niet duidelijk was wie wat zou gaan doen en de leiding zou nemen, later verliep dit beter. Het verhaal dat tijdens de voorbespreking was voorgespiegeld, kwam mijns inziens niet uit de verf. Het feit dat ik niet afdwaalde was dat er toch steeds iets te zien was. Toch vond ik het geen topper; te veel losse flodders en improvisatie. De kinderen die op de voorste rijen zaten hadden het beter naar hun zin, dat bleek ook uit hun reacties. Er zaten leuke momenten in maar een boerende duivel vind ik makkelijk en niet fris of vernieuwend. De donkergekleurde speler (kerstman) leek een soort snel toegevoegd personage waar ik de waarde niet van inzag. Al met al niet geweldig. Ik denk wel eens dat deze gezelschappen zich misschien af moeten vragen wat de klant wil in plaats van iets spelen waar ze zelf erg blij van worden.” -‐ Noor Zwijnenburg “Een leuk ontspannen stuk, geestdriftig gespeeld door vrij jonge spelers, die het stuk zelf hebben geregisseerd, naar ik begreep. Dat heeft geresulteerd in een vrolijk en kolderiek stuk. Wel vond ik dat het stuk meer geschikt was voor middelbare scholieren, maar dat drukte de pret niet. Soms bleef men te lang doorgaan met een scene, ook b.v. in het begin als men tussen het publiek door "snoep verkoopt". Echt leuk en sympathiek bedacht, maar op een gegeven moment hoop je dat het échte stuk nu maar eens moet beginnen. Het decor was echt leuk bedacht, levendig, speels. Het stuk was nogal chaotisch en een diepere betekenis kon ik er niet in ontdekken.” -‐ René van Dootingh “Ik ben in dubio: moet ik dit stuk als een voorstelling voor volwassenen beoordelen (heb ik gedaan) of als kindervoorstelling. Als kindervoorstelling was het grappig, als voorstelling voor volwassenen ver onder de maat. Daarbij kwam dat ik het houtje-‐touwtje decor voor beide leeftijdsgroepen ver onder de maat vond.” -‐ Rudy Ramondt “De eerste familievoorstelling van Dood Paard houdt het midden tussen een Dickensiaanse kerstvertelling, een Grimmesk sprookje en een bezopen Disney-‐show. Een licht chaotische bedoening, uit hun rol vallende acteurs, een decor dat lustig meedoet, uit de bocht vliegende techniek: de ironie druipt er van af. Of toch niet? Ja het is allemaal amusant, met humor om te lachen. Maar het einde is niet zo vrolijk. Want zoals elk sprookje kent ook deze voorstelling een moraal. En zoals het ouderwetse sprookjes betaamt is die moraal keihard: Dem Vater grauset's, er reitet geschwind. Er hält in den Armen das ächzende Kind. Erreicht den Hof mit Müh' und Not. In seinen Armen das Kind war tot. In onze moderne wereld met al onze moderne technologie worden mogelijkheden te over geboden om de realiteit te ontvluchten. Maar uiteindelijk haalt werkelijkheid ons altijd in. Het zat er allemaal in. Wat moet je er nog meer van zeggen? Geinig genoeg om aan te bevelen voor een vermakelijk, én contemplatief avondje.” -‐ Theo Akse
De Welkom Trilogie -‐ Nieuw Niks 1/9/2014 “sterke voorstelling! Zeer goed geschreven teksten. Ik sla Geert Lageveen op in mijn geheugen! Klein puntje: Het frequente gebruik van het woordje 'dus' in het 3e deel was wel heel erg Zaai (je weet wel: Plien en Bianca op een hekje met postbode Siemen), maar misschien was dat wel de bedoeling...?” -‐ Anjo Schaap “Heel goed gespeeld en grappig ! De muziek was ook perfect bij het verhaal. Toch van drie trieste verhalen eigenlijk iets bijzonders gemaakt met tragiek en humor. De typetjes waren erg goed ! Het zijn waar gebeurde verhalen en zo bizar, dat je "normaal"niet snapt hoe een mens daartoe in staat kan zijn. Ook dat wordt naar voren gebracht. Bijvoorbeeld vanuit de gedachte van het kind bij de oudere vrouw die op haar 64e nog een kind krijgt. En hoe je letterlijk iemand met rust moet laten als hij daarom vraagt en vier jaar geen contact hebben en hem dan dood vinden. En het meisje dat vier keer haar babytjes heeft "bevrijd"... Bizar ... Heb genoten van de voorstelling.” -‐ Corrie Apon “1) de 64-‐jarige zwangere vrouw, 2) ongezien zwanger , 3) de dode broer. Alle drie de stukken vond ik intrigerend,een beetje eng, verwarrend, sneu, boos makend, verdrietig maar ook heel goed gespeeld. Of het nou typisch Fries was kan ik niet zeggen, volgens mij is deze cultuur in een groot deel van Nederland zo. Kijk eens naar Drente of Zeeland bijvoorbeeld. Triest is dat er uberhaupt nog zo'n cultuur bestaat van verdoezelen, niet willen weten, controlerend zijn. Heel goed gespeeld, maar ik ben blij dat ik uit het (onveilige :)) westen kom.” -‐ Flora Versloot “Na leuke basale inleiding verwachtingvol naar het volle theater. Het is nieuw niks bizonder goed gelukt om de drie verschillende verhalen over 3 absurde waargebuerde drama's van 3 verschillende kanten te benaderen.In het eerste uiteindelijk vanuit het kind dat mogelijk helemaal iet geboren wilde worden. Het tweede confronterend bij de rechter.Het blijft en waarschijnlijk ook latijd zo blijven noe zo'n jonge moeder 4x zwanger geraakt is en 4x haar geboren kind heeft kunnen vermoorden.Er lijkt ook geen verklaring mogelijk. Het laatste drama verhaal meer vanuit kolderiek oogpunt. Vier jaar lang een verzwegen dode broer in huis die met rust gelaten wilde worden. Is door de familie erg letterlijk uitgevoerd. Wat het geheel ook prettig maakt is de ondersteuning met en door muziek. Soms aanwezig soms gepast op afstand. In de reeks van 2013/14 voorlopig een positieve uitschieter voor mij.” -‐ Frits Brouwers “Dit is mij erg goed bekomen. Er was veel te beleven. Zelfs de changementen waren onderhoudend. Af en toe een verrassende wending (journaliste draait naar de camera en blijkt dochter). De teksten waren spits, strak en relevant. De muziek was interessant en hij versterkte in elk van de 3 delen de eigen sfeer. Deel 2 was indringend. In het licht van de ernst van het vergrijp was het bijzonder dat het naïeve meiske met de grote ogen in de spotlight soms sympathieker overkwam dan de strenge rechter. Goede keuze om na dit heftige deel kluchtig af te sluiten. Het merkwaardige achterliggende nieuwsfeit geeft daar ook wel aanleiding toe. Zo zóu het gegaan kunnen zijn ...” -‐ Henk Zwijnenburg “Na de inleiding van Roos (die heel informatief en nieuwsgierigmakend was) had ik een lichte vrees voor wat we te zien zouden krijgen. Loodzware of minstens schokkende gebeurtenissen werden echter verrassend en ook soms met humor neergezet. Knap geënsceneerd en goed gespeeld. Veelbelovend 'jong' gezelschap, waarvan ik meer hoop te zien.” -‐ Hera Tseng “Drie vertellingen waarbij in toenemende mate de rillingen je over de rug gaan lopen. Daar waar bij het eerste verhaal de beweegredenen bizar maar nog te volgen zijn, neemt de gekte in de twee volgende verhalen ernstige vormen aan met angstaanjagende spannende verhalen als gevolg. Het angstaanjagende zit hem met name ook in het feit dat je weet dat het waargebeurde verhalen zijn! Goed gespeeld en in scene gezet, de zang was prettig, de improvisaties met basgitaar en percussie op den duur zeer storend. Te harde muziek, te nadrukkelijk aanwezig, ik vond dat jammer. Met wat minder volume en wat bescheidener aanwezigheid had de muziek veel meer effect kunnen hebben. De scene van het verhoor van de apothekersassistente had de sfeer van een inquisitie van een paar honderd jaar geleden, in de scene waarbij de drie zussen om de tafel zitten zag ik "de Aardappeleters" van v Gogh! Mooi gemaakt en met plezier naar gekeken!” -‐ Janie Kropman “Erg mooi stuk; geweldig knap gespeeld. Door boeiende vormgeving en muziek was elke scene weer verrassend.” -‐ Jan-‐Kees Stout “Het eerste deel van de avond vond ik het moeilijk mij te concentreren op het gebodene. Het geheel vond ik enorm statisch en de tekst vond ik niet heel boeiend. Het spel met de camera en het scherm was even verrassend, wat me even nieuwsgierig maakte, maar er kwam geen vervolg.De muziek vormde een spannende overgang naar deel II. Dit gedeelte vond ik boeiend, de "ondervraging' was visueel aantrekkelijk en de tekst was spannend. Het contrast tussen beide actrices in hun rol erg groot en ook goed. Deel III is mij zeer bevallen. Alleen al het ritmisch spel van de theelepels in de koffie.... Er waren wonderlijk fraaie dialogen, verrassend decor. Geweldig genoten van alle absurditeiten.” -‐ Joke Elzinga “De oude zwangere is soms moeilijk te volgen door het vette accent, de liedjes op de achtergrond mogen in het Nederlands, maar de dialoog tussen verslaggeefster en as moeder is grappig. Mooi de ommezwaai (zowel in tekst als beeld) naar moeder-‐dochter setting. Hard en pijnlijk wordt de moeder afgeserveerd. Deel twee heeft een lastige opstelling; je kan niet allebei de vrouwen in je gezichtsveld krijgen en moet dus kiezen naar wie je wil kijken. Dit geeft mij het gevoel alsof ik partij kies voor één van beiden wat niet mijn bedoeling is. Mooi "onschuldig" spel van de moeder mede door de goede tekst. De zakelijke rechter hard en confronterend. De muziek vult de leegte in emotie zo mooi aan dat het een compleet geheel wordt.
Deel drie is luchtiger en om te lachten terwijl het eigenlijk om te huilen is zoals de zussen met elkaar om de tafel leven.” -‐ Noor Zwijnenburg “Goed spel, muziek klopte. Bijzonder om 3 verhalen uit Friesland die de krant ooit hebben gehaald zo ingrijpend te brengen. Op zich normale mensen die een verhaal vertellen die soms hoe gruwelijk ook, je weet te boeien en nog begrip kan tonen voor hun situatie.” -‐ Renée Torn “Drie voorstellingen over drie waargebeurde verhalen. Gefictionaliseerd, maar daardoor des te indringender. Want achter het verhaal van de moeder die vier baby's in een koffer op zolder stopt, moet wel een tragedie schuilgaan. Dat wordt mooi verbeeld door Maryse van Eyle en Roos Drenth. Dat was het meest indrukwekkende verhaal. Het eerste verhaal laat zien hoe een kind een oude moeder ervaart -‐ maar dat is een beetje flauw, er kan je van alles overkomen met je ouders. Het derde verhaal van de zussen met de dode broer in de slaapkamers was hilarisch, en daarmee een luchtige afsluiting.” -‐ Susan de Boer & Geertje van der Waaij “In dit grimmige drieluik, gebaseerd op drie ongelofelijke maar waargebeurde familiedrama’s, werpt Nieuw Niks een licht op de troebele geest van mensen die volharden in hun eigen moraal. Voor de buitenwereld is hun handelen onvoorstelbaar en gruwelijk, maar in hun afgeschermde wereldje volkomen logisch, ook al hebben zij geen enkel moment nagedacht over de consequenties voor hen zelf of voor anderen. We maken kennis met deze personen, hun gedachtewereld en hun beweegredenen, maar ook met de reactie van de buitenwereld, die hen ter verantwoording roept. Zo is er de vrouw uit Harlingen, die op haar 65ste eindelijk haar kinderwens vervuld ziet. In een imaginaire toekomst wordt ze echter geconfronteerd met de gevolgen van haar keuze voor haar dochter. Een zwarte werkelijkheid die ze weigert te accepteren. Ook de verpleegster uit Ny Beets, die vier keer beviel, zonder dat iemand dat merkte, en haar pasgeborenen vermoordde en de lijkjes op de zolder van haar ouderlijke woning verstopte, houdt er zo haar eigen mores op na. Voor de rechter kan ze geen andere verklaring geven voor haar handelen, dan dat ze het uit goedheid had gedaan. De rechter zoekt nog naar enige rationele verklaring om haar te redden, maar krijgt geen vat op haar. Tenslotte zijn er de drie zusters uit Minnertsga, die hun broer vier jaar lang voor dood op zijn kamer hebben laten liggen, omdat hij gevraagd had niet gestoord te worden. Met name de oudste zuster houdt de realiteit buiten de deur, ondanks pogingen van een jongere zuster om de deuren te openen en eens bij broer te informeren of hij werkelijk geen koffie wil. Elk deel heeft een eigen vormgeving en muzikale omlijsting, zodat er telkens een passende sfeer ontstaat. De gekozen vorm is daarbij uitdrukking van de gedachtewereld van de protagonisten. ‘Harlingen’ heeft de vorm van een interview: de vrouw vindt aandacht voor haar bijzondere zwangerschap best wel fijn. In ‘Ny Beets’ zitten we in een rechtszaak, waar de verpleegster haar ‘goedheid’ kan demonstreren. En ‘Minnertsga’ vindt plaats in een huiskamer, de kleine intieme wereld van de drie zusters. De muziek vormt de verbinding , die tijdens het spel meeleeft en commentaar levert, en in de intervallen niet alleen voor afleiding zorgt, maar ook het volgende deel inleidt. De muziek benadrukt steeds de gruwel en ontzetting die de gebeurtenissen bij het publiek, zowel in de zaal als destijds in de media, oproepen. Maar ook de al dan niet oprechte verbazing bij de hoofdrolspeler over die ontzetting. Een verbazing en (vermeende) oprechtheid die de spelers met overtuiging neerzetten. Tekst en regie zijn hier minstens zo overtuigend, dialogen zijn scherp en redeneringen intrinsiek logisch. Redeneringen die voortkomen uit een vergaand isolement, waarvoor het lege platteland van Friesland metafoor is, en die daardoor elke moreel-‐maatschappelijke toetsing ontberen. ‘Welkom’ is onderhoudend muziektheater met een actueel thema: ‘in mijn afzondering mag ik er mijn eigen moraliteit op na houden’.” -‐ Theo Akse
Berenice -‐ Olivier Diepenhorst 1/23/2014 “Berenice werd goed gespeeld. De actrice had veel expressie en gevoel getoond. Van de andere spelers vond ik het minder en was de tekst heel emotioneel maar niet de expressie. Jammer. Het verhaal is prachtig en de muziek dramatisch en mooi !” -‐ Corrie Apon “Eindelijk weer eens een klassieker.En dat nog wel van een nieuwe jonge regisseur.Dat kan ik persoonlijk wel waarderen. Goede vondst om de dienaar de onderdanige in 3 verschillende rollen te laten spelen/dienen. Ik zou het geheel iets korter maken. Anderhalf uur voor dit gegeven is net te lang.Sommige acts daardoor te lang uitgemeten.Ook de verstaanbaarheid kon beter. Toch ben ik zeer tevreden.” -‐ Frits Brouwers “Sommige tekstdelen vond ik iets te langdradig en verloor ik mijn aandacht.” -‐ Gea vd wal “Dat ik alles met een 8 beoordeel en het stuk als geheel toch een 7 geef, komt doordat het stuk (het genre) minder aan mij besteed is. De tekst is sterk, maar het had van mij wel een onsje minder gemogen. De emoties werden goed neergezet, maar een beetje minder pathos had m.i. ook gekund. Als het stuk daardoor 5 i.p.v. 6 kwartier had geduurd, was het voor mij ook voldoende geweest. Vandaar.” -‐ Henk Zwijnenburg “Mooi stuk, dat inderdaad een thema behandelt dat van alle tijden is. Prachtige teksten en complimenten aan de acteurs die er toch maar in slagen om dat pakkend over te brengen. Het spel zou, zonder de super geforceerde gebaren/houdingen, aan schoonheid hebben gewonnen. Nu leidde het af of vond ik zelfs storend. De bediende vond ik sterk in de 3 personages en ook Berenice was sterk. Titus was wat minder goed gecast, maar zijn spel was gewoon goed.” -‐ Hera Tseng “Hopeloos ouderwets verhaal ( de haagse comedie waardig !) , theatraal met groooooote gebaren en stemverheffingen af en toe, dat hoeft voor mij niet meer. maar het spel maakte alles goed : nadia was formidabel ! De heren waren fysiek wat te jong en schriel voor hun rol, maar hun inzet was prima.en deed dat snel vergeten.” -‐ Hubert Coenen “Mooie voorstelling. Begon wat traag later wat levendiger. Goede regie. Spel:Berenice/Nadia Amin(?) bijzonder goed.Vormgeving heel mooi. Tekst toch wel erg langdradig.” -‐ Jacqueline Torn-‐Meershoek “was in het begin even wennen aan de taal/ het ritme daarvan. Mooie voorstelling, erg goed gespeeld, van genoten!” -‐ Janie Kropman “Wat mij het meeste bijbleef van deze voorstelling is het spannende decor, dat een grote en vaan verrassende plek in de voorstelling had. Onverwacht lichteffect of het verdwijnen in een luik; en toch totaal zichtbaar blijven, ik vond dit een visueel interessante vondst. Toch beoordeel ik de vormgeving wat lager dan bovenstaande zin doet vermoeden; ik stoorde me aan de kostuums van de beide acteurs, voor mijn gevoel niet passend bij de rol van de aanstaande keizer van Rome en zijn vriend en vertrouweling. De tekst was soms langdradig, maar soms erg mooi en met prachtige dialogen.” -‐ Joke Elzinga “Een boeiende voorstelling,waarin genoten kon worden van mooie zinnen in traditionele stijl, gecombineerd met een simpele, maar o zo werkzame vormgeving, versterkt door effectieve kostuums. Overtuigend gespeeld.” -‐ Margreet Iskra “De klassieker „Berenice" (1670) van Jean Racine is door regisseur Olivier Diepenhorst als zuiver teksttoneel uitgewerkt. Zeer de moeite waard vanwege de prachtige tekst met mooie lange en toch heldere zinnen. Het toneelbeeld is van eenzelfde heldere eenvoud, een verhoging (± 6 x 6 m.) met daaronder een met glas afgezette ruimte. Exact daarboven een vrijzwevend plafond in drie delen met verlichting. In de vloer zit een luikje naar de glazen onderruimte. De verhoging van ± 1,4m hoog heeft aan weerszijden een trapje. De drie belangrijkste spelers zijn de aanstaand keizer Titus, koningin Berenice en vorst Antiochus. Zij worden elk bijgestaan door een vertrouweling, door de regisseur slim opgelost door daar één actrice voor te kiezen. Deze wisselt steeds van rol door even af te gaan of onder te gaan naar de glazen ruimte. Daar geeft zij vorm aan de heersende emoties buiten op het toneel en komt zelfs te sterven op het finale moment dat de drie hooggeplaatsten ieder hun weg moeten gaan en eigenlijk liever zouden willen sterven. Hun plichtsgetrouwheid beperkt de uiterlijke emoties slechts tot de vaak gehoorde uitroep: "Helaas!”Het spel van deze vertrouweling is zeer gedecideerd en kalm in tekstbehandeling, de drie hoofdrolspelers leggen daarentegen juist heel veel emotie in hun tekst. Hierbij valt op dat de motoriek weer heel beperkt, misschien wel voornaam koninklijk/keizerlijk gehouden is. Dit levert een fraai effect op : in de meest emotionele momenten wordt een krachtige pose aangenomen die verstild extra uitdrukking geeft aan de diepte van innerlijke tweestrijd, vooral Berenice komt daar sterk mee naar voren. Kortom alle aandacht en ruimte voor de tekst die een zeer bijzondere plot weergeeft. Het verhaal typeert de Romeinse tijd met opkomend besef van verantwoording van de Keizer aan het landsbestuur de Senaat en haar wetten en voorschriften. Wet is wet, helaas! De al vijf jaar lang geliefden Titus en Berenice kunnen niet in het huwelijk treden nu Titus tot keizer zal worden uitgeroepen. Wetten stellen dat zij de dochter is van een overwonnen heerser dus eigenlijk een slavin, een slaaf van vreemd bloed en ras waar de keizer van Rome niet mee mag huwen. De andere vorst Antiochus ook verliefd op Berenice ziet dan weer wel dan weer niet dan weer wel dan weer niet kansen. Uiteindelijk moeten ieder hun eigen weg gaan. Helaas. De finale eindigde wat zwakjes met tekst-‐overstemmende popmuziek van en voor het volk, zonder acht te slaan op de gestorven vertrouweling(en).” -‐ Martien Vogelezang
“Ik vond het stuk een ouderwetse vormgeving hebben. Leek in de verte op de oude griekse spelen, of op de manier waarop zo anno 1920 op de Nederlandse planken werd geacteerd. Het was een heel "talig" stuk, knap dat de acteurs deze lappen tekst zo goed beheersten. Het decor was bijzonder, een grote glazen kubus met een grasmat(?) eroverheen. Hier kon je wel je fantasie over laten gaan, prima, op zich goed gevonden. "Het Volk", de diverse rollen gespeeld door één actrice bleef wat vaag voor mij. De bedoeling was dat zijn rol steeds verder gemarginaliseerd werd door het gedrag van de despoot. Op zich zag je die ontwikkeling ook als je wist waar je op moest letten. Dat ze Pools sprak werkte wat vervreemdend en kon ik ook niet goed inpassen in wat ik over het stuk wist. Samenvattend: De vorm vond ik echt gedateerd en niet meer boeiend voor het hedendaagse publiek. Geluid, decor e.d. o.k., alleen waren de acteurs soms onverstaanbaar doordat ze weggeblazen werden door oorverdovende muziek.” -‐ René van Dootingh “Goed gespeeld maar de tekst was letterlijk slaapverwekkend. Ben een aantal keren spontaan in slaap gevallen, wat me eigenlijk nog nooit is gebeurd tijdens een toneelvoorstelling. Heel saai!” -‐ Renée Torn “Mooie voorstelling van Racines tragedie. De worsteling van Titus, de wanhoop van Berenice en Antiochus, die allebei non verbaal ook veel uitstraalden, en vooral ook de meesterlijke manier waarop de drie bedienden samensmelten in een klankbordfiguur die de meester altijd gelijk -‐ of hoop -‐ geeft en tegelijk 'het volk' vertegenwoordigen: dat alles werd mooi verbeeld door de acteurs. Vooral Berenice was schitterend in de intensiteit van de vloedgolf van emoties. Plus natuurlijk de poetische taal van Racine.” -‐ Susan de Boer & Geertje van der Waaij “Eigenaardig toch hoe jonge theatermakers omgaan met het verleden. Neem nou Olivier Diepenhorst. Uit gemeende belangstelling bewerkt hij een Franse klassieker van Racine: Berenice. Hij wil parallellen met de moderne tijd trekken, om een algemene tendens te becommentariëren. En die parallellen zijn er natuurlijk zeker, maar hoe algemeen geldend is deze interpretatie eigenlijk? Naast de politieke connotatie, een herinnering aan de heerser, dat staatsbelang voor de persoonlijke wensen gaat (het verlicht despotisme ten tijde van de Zonnekoning kende tenslotte geen scheiding tussen functie en persoon) is een algemeen herkenbaar aspect bij Racine de innerlijke tweestrijd waaraan de personages onderhevig zijn. Het ondraaglijke besef dat welke keuze er ook gemaakt zal worden, er geen overwinnaar zal zijn, alleen maar verliezers. En die ondraaglijkheid wordt alleen maar vergroot, omdat het om de heerser gaat, die met het raison d’état voor ogen alleen maar moreel mag handelen. Hij kan zijn lijden met niemand delen omdat hij de enige in zijn soort is, de ene en enige heerser. De algemene tragiek van Racines stuk zit ‘m dan ook in de ondraaglijkheid en ondeelbaarheid van het menselijk lijden, ook al vallen er geen doden. Deze tragische kern steekt Diepenhorst in een modern jasje. In de westerse samenleving zijn geen absolute heersers meer. Er heerst een, van rechtswege gegarandeerde, grote mate van individuele keuzevrijheid. Dit schept kennelijk voor sommige mensen een nieuw dilemma: geen keuzes meer kunnen maken uit het grote aanbod van mogelijkheden. En dat veroorzaakt zogenaamde keuzestress, die op zijn beurt lijdt tot het ‘nieuwe menselijke lijden’: lijden aan je zelf. En hoe uit zich dat? Door zelfmedelijden. Op zich een actueel thema, had alleen geen klassieke tragedie gekozen. Zelfmedelijden is al sneu genoeg, daar hoeft niet nog eens tragisch over te worden gedaan. Om het aan de kaak te stellen, kun je er beter de draak mee steken. Een komedie had beter gepast, en om in de buurt te blijven van Diepenhorsts keuze: wat dacht je van Molière? Nu is het effect dat de regisseur lekker meedoet met dat zelfbeklag, omdat hij zo lijdt aan het zelfmedelijden van anderen. Er is geen zelfreflectie, niet in het spel en niet in de regie, zodat je als publiek verdrinkt in een zee van zelfbeklag. Er wordt zo in zelfmedelijden gezwolgen, dat je er misselijk van wordt. Je hebt de neiging het toneel op te rennen, en dat zooitje slampampers eens een flinke trap onder het achterwerk te verkopen, met de regisseur erbij. Berenice moet het hebben van de teksthandeling, eerder dan van actie. Daar is de regie wel strak op, hoewel soms zo strak, dat bijna teruggekeerd wordt naar een statische vorm van theater, die uitgestorven was gedacht. Op momenten oogt het spel dan gekunsteld. En ja, er wordt goed geacteerd, soms zelf intens, maar alles bij elkaar kon het mij niet overtuigen van de noodzaak van deze bewerking. Misschien als uitroepteken voor een bepaalde generatie, die lijdt aan zelfopgelegde keuzestress. Als de regie geslaagd is te noemen dan op dit aspect: de kunstmatigheid van zelf geïnduceerd zwelgend leed, de regie inbegrepen.” -‐ Theo Akse
White Lies -‐ Lies Pauwels 2/6/2014 “Licht bevooroordeeld betrad ik de zaal, omdat tijdens de inleiding werd gesproken over Lars van Trier. Dat associeerde ik onmiddellijk met een voorstelling van Laura van Dolron. Maar al snel voelde voor mij de sfeer aan als Polanski, gemengd met de gebr. Coen en een vleugje Woody Allen. Daarna kon ik mij beter concentreren en genoot ik van een fijne voorstelling. Complimenten voor de tekstschrijver!” -‐ Anjo Schaap “Het leven is een feest, maar je moet wel zelf de slingers ophangen, dat is wat er in mijn hoofd op kwam toen ze met balonnen, serpentines en de knuffels, kaarsen en bloemen tevoorschijn kwam ! De flessen drank was wel erg zielig....maar ja , een mens doet dat....moed indrinken om door te gaan in het leven.... Ik wilde heel graag de tekst onthouden, maar dat was zoveel en zo pakkend soms, dat ik er in bleef hangen en uiteindellijk het weer vergeten was....Het geheel van alles is waar. Je leeft je leven en je doet de dingen die je van wordt verwacht of je bent in de ogen van de mensen een bepaald mens, maar ben je dat nou ook echt? Heel eng vond ik het wel dat ze ineens van die gekke bekken trok toen ze zich moest overgeven. Moet ik aan denken als je misschien een tia krijgt, dat je eigenlijk een heleboel wilt zeggen en het niet KAN zeggen !!! Verschrikkelijk ! De muziek was ook erg mooi ! Ik heb genoten !” -‐ Corrie Apon “Een indrukwekkende solovoorstelling met een fantastisch spelende Lies Pauwels. Ze geeft zichzelf bloot of is zij het zelf niet waarover zij spreekt. Voor mij blijft dat een mysterie. Een geweldige voorstelling!” -‐ Flora Versloot “Een goede kans om diverse speelaspecten en talenten te tonen. Dat doet Lies ook theatraal. Zij beschikt over vele speelvaardigheden. Haar pogingen om Lars te vermurwen zijn talloos. Echter verstrikt het geheel in te langdradige scenes waardoor de kracht langzamerhand , in mijn beleving, wegebt. Mijn beleving zou een stuk positiever zijn geweest wanneer dit alles in 60 minuten zou zijn uitgevoerd.” -‐ Frits Brouwers “Zoals ik vroeger veel dominees op de kansel te lang vond preken en later veel sprekers op symposia te lang vond spreken, zo vind ik nu als toneelkijker veel voorstellingen te veel van het goede, letterlijk. Toen Lies het woord nam, wist ik meteen dat zij goed was, en haar tekst ook: krachtig, intrigerend en herkenbaar. Maar het had (wat mij betreft) in een uurtje gekund. De voortdurende intensiteit waarmee Lies sprak werkte op mij enigszins hypnotiserend (lang intens is ook monotoon, toch?), waardoor ik moeilijk bij de les kon blijven. Het intermezzo waarin Lies zich kleedde met het tafelgordijntje (u weet wat ik bedoel) kwam voor mij te laat. Toen was ik al weg.” -‐ Henk Zwijnenburg “Knap gespeeld door Lies Pauwels: een actrice om te onthouden! Ze zet een personage neer in al haar zwakheden, waar je veel sympathie voor gaat voelen, terwijl het tegenovergestelde net zo makkelijk had gekund. De inleiding van Rob de Graaf was heel informatief over het ontwikkelproces en maakte zeker nieuwsgierig naar de voorstelling. Mooi toneel en ik zie uit naar het volgende project.” -‐ Hera Tseng “Geweldig spel van Lies Pauwels. Tekst van Rob de Graaf heel erg goed. Soms zeer komisch. Leuke vondst de sollicitatie bij Lars von Trier. .” -‐ Jacqueline Torn-‐Meershoek “Goed gespeeld stuk met mooie tekst. Knap om een heel persoonlijke monoloog boeiend te houden. Het stuk had iets meer ontwikkeling mogen hebben.” -‐ Jan-‐Kees Stout “Na de eerste vijf minuten, heb ik ademloos naar deze voorstelling gekeken. De opkomst, de belichting op dat moment, de wijze van voortbewegen van de actrice.... ik moest er even inkomen. zelf een drukke dag achter de rug had ik vooral behoefte aan duidelijkheid (denk ik achteraf). waar gaat het eigenlijk over? Maar snel werd ik de drempel overgetrokken door het toneelspel van Lies Pauwels e n vanaf dat moment zeer genoten van het gebodene.Erg onder de indruk van de teksten van Rob de Graaf en vooral van het spel van Lies Pauwels. Zij speelt met het publiek, zij toont steeds weer een ander aspect van de wereld van de illusie en van haar eigen kunnen. Het lijkt mij een razend moeilijke voorstelling voor de makers, solo en een zeer overzichtelijk decor, maar juist dit maakt dat het beroep van de kunstenaar zeer diepgaand ter overdenking van het publiek gebracht werd. Spannend en gewaagd. Nogmaals, ik vond het een werkelijk prachtige voorstelling.” -‐ Joke Elzinga “Helaas, ondanks de bevlogen inleiding van Rob de Graaf, kon deze voorstelling niet de volledige anderhalf uur boeien. Lies Pauwels gaf zich volledig, maar kon ondanks een enorme inzet niet overtuigen. De vorm, een auditie, is goed gevonden. Wat er omheen gebeurde, zoals bijvoorbeeld miauwend rondkruipen, verbaasde slechts.” -‐ Margreet Iskra “De monoloog White Lies door Lies Pauwels van Rob De Graaf is een monumentaal werk dat zichzelf wonderwel weet te relativeren. Zowel de tekst als het spel als het decors als de actrice zijn groots opgezet maar ook voortdurend aan verandering van betekenis onderhevig. Soms tot in het absurde, tot op het, het bot. 'Waarheid bestaat niet.' De rol van Lies, een actrice die zich presenteert aan een filmregisseur ergens tegenover haar ( in de zaal ), verandert voortdurend. Van dronken, praatziek, schaamteloos, huilend, psychotisch, miauwend, verleidend, egoïstisch, dik, feestend, over-‐eerlijk, durfal, ijsdansend, al-‐te-‐blond, leugenachtig, te oud, sentimenteel. En dat alles begeleid door mooi lopende lappen tekst die van alles vaststellen maar vooral de uitzinnig persoonlijke twijfels overbrengen. Met mooie vondsten, draaien en keren van betekenissen.Citaat: 'Betekenissen worden slechts toegekend'... door al die mensen die hun rolletjes spelen. 'Wat blijft zijn de vragen'... naar de wegen van vrijheid, kunstenaarschap, naar de top. Een uitzonderlijk boeiende voorstelling.” -‐ Martien Vogelezang
“Schitterende tekst heel erg goed geacteerd. Ik heb enorme bewondering voor het spel van Lies. Ik heb genoten van de voorstelling.” -‐ Renée Torn “Wat we zien is een actrice, die in een soort persconferentiesetting vertelt over wie ze is, zonder dat het 'autobiografisch' mag worden. Ze doet haar relaas tegen Lars von Trier. Toe maar. In haar monoloog komt regelmatig een uitspraak langs waarvan ik dacht: die wil ik onthouden. Bijvoorbeeld haar observatie dat je niet een geheel bent, maar je bestaat uit scherven en al die scherven bevatten jou. Terwijl ze haar verhaal doet, laat ze zien wat ze als acteur in huis heeft: ze kan zich voordoen als een kind van 2 maar ook als een seniele bejaarde. Mooi vond ik de tweedeling in het beeld: onder de tafel haar verleden, boven de tafel haar heden.” -‐ Susan de Boer & Geertje van der Waaij “Niet gedreven door enige drang tot originaliteit blijft White Lies zowel in spel als in tekst aan de oppervlakte. Als het de bedoeling was om tot enig inzicht te komen in wat de moderne mens beweegt, is deze poging jammerlijk mislukt. Natuurlijk er wordt herhaaldelijk gerefereerd aan nut en noodzaak van theater: de mens, de maatschappij een verwrongen spiegel voorhouden. Maar dat enkel uitspreken maakt nog geen verwrongen spiegel. Er moet wel enige dramatische ontwikkeling zijn, wil een toneelstuk als zodanig aangemerkt worden, en de belangstelling van een publiek trekken. Het enige drama dat hier op de planken kwam was de opname van Dalida. Laat ik het hier maar bij houden. Een verdere beoordeling leidt alleen maar tot meer van hetzelfde, en zal een eender effect als deze productie hebben: slaapverwekkend.” -‐ Theo Akse
Ouwe Pinda's met Nadja Hüpscher 2/20/2014 “Heerlijke sfeervolle warme voorstelling. Misschien wel extra sfeervol door het grote aantal 'ouwe pinda's' in de zaal.” -‐ Anjo Schaap “Omdat iki zelf indisch ben, is het heel herkenbaar zo'n rommel keuken en de geur van kretek! Ook het indisch eten is me heel bekend en ook de opschepperij of chinees of van hollands bloed bent is me bekend. Dus voor indischen is er veel herkenbaar maar ook wel veel wat niet echt klopt maar wel mooi dat het zo wordt vertaald door de kinderen van de indische nederlanders, zoals het wonen in nederland en de heimwee naar Indonesie, het land waar je voelt dat je er thuis hoort maar er niet thuis hoort !!! Dat Nederland je eigenlijk door je strot wordt geduwd en het hier ook goed is maar daar eigenlijk nog mooier en dat je dan de sfeer en het eten van daar hier naar toe wilt halen. Goed gespeeld van de acteurs en leuk met muziek erbij ! Gezellig indos bij elkaar !” -‐ Corrie Apon “Een lekker (positief) rommeltje op het toneel, wat het bijwonen van de voorstelling je het gevoel gaf in een combinatie van huiskamer/restaurant binnen te kijken. Maar -‐ en dat zal wel mijn nuchtere Hollandse aard zijn -‐ ik werd er niet echt ingezogen. In tegenstelling tot anderen in het publiek (die regelmatig schaterlachend van hun stoel rolden) kwamen de grappen niet aan. Ook de serieuze onderwerpen werden slechts oppervlakkig aangestipt en hadden veel meer diepgang mogen hebben.” -‐ Derk Hazekamp “Onderhoudende zwerftocht naar antwoorden bij overgang/overblijven van tradities en culturen, zeker voor de groep Indie gangers of mensen die daar band of binding mee hebben een zeer herkenbare voorstelling” -‐ Frits Brouwers “Leuk stuk. Leuk gespeeld. Leuk aangekleed. En ook leuk om te merken dat veel mensen in de zaal met een Indische achtergrond dingen herkenden en daarvan genoten. Het allerleukst vond ik de ene man in de zaal die geregeld een korte, luide maar ook warme schaterlach liet horen, meestal 1 à 2 seconden nadat anderen gelachen hadden. Alsof het geluid bij hem net iets later aankwam. Daarvoor geef ik een 8.” -‐ Henk Zwijnenburg “Ik heb genoten van de voorstelling, niet in de laatste plaats omdat er veel herkenbare elementen in zaten. Soms waren de fragmenten hilarisch, omdat het zo 'thuis'had kunnen gebeuren. De vormgeving creëerde ook de gewenste sfeer en dat geldt ook voor de muziek. Wat ik wel jammer vond was dat er niet een echte verhaallijn in zat, althans niet heel duidelijk. Maar hoe dan ook, een voorstelling die de zeer moeite waard wass.” -‐ Hera Tseng “een genoegelijke avond gehad. prachtig liedje!” -‐ Hubert Coenen “Wel aardig.” -‐ Jacqueline Torn-‐Meershoek “aardig, en herkenbaar, vooral voor mensen met een Indische achtergrond. De liedjes waren ingetogen en warm, de rest meer een causerie op zoek naar identiteit. Het toneelbeeld vond ik enig, lekkere geuren, vrolijke kleuren, het gekokkerel op toneel pastte helemaal bij het Indische gevoel!” -‐ Janie Kropman “Vermakelijk stuk met aansprekend thema. Goede verwerking van de 'persoonlijke' verhalen.” -‐ Jan-‐Kees Stout “De voorstelling 'ouwe pinda's' heb ik ervaren als een grappig geheel, met een aantal herkenningspunten uit het verleden. Het begin, het spel met de wajangpoppen waarnaast de silhouetten van beide actrices ineens verschenen, vond ik visueel sterk en veelbelovend. Daarna kwam het voor mij niet verder dan 'grappig'; ik miste een verhaallijn, en als het iets dieper ging dan enige oppervlakkige anecdotes werd dit weer afgewisseld door kleine verhaaltjes. Die 'verhaaltjes 'waren op zich zelf leuk, maar ik miste toch íets'. Het geheel kabbelde voort. Ik waardeerde het spel van m.n. Nadja Hüpscher, en enige onverwachtse onderbrekingen van Kees van der Vooren, maar had het gevoel dat er veel meer uit te halen was, dat een aantal interessante aanknopingspunten werden 'gemist'. Een grappige, oppervlakkige voorstelling, maar niet meer dan dat.” -‐ Joke Elzinga “In een treffend gevonden decor van een echte Indische keuken, inclusief de bijpassende geuren, werden herinneringen opgeroepen aan de generatie Indische Nederlanders die door de omstandigheden gedwongen waren om hun geliefde land te verlaten. De actrices zochten naar de sporen die deze familiegeschiedenis ook bij hen heeft achtergelaten. Herkenbaar, grappig en daardoor zeer toegankelijk. Toch bleef het geheel jammergenoeg hangen in oppervlakkigheden.” -‐ Margreet Iskra
“Het stuk Oude Pinda's is eenvoudig samen te vatten als een verslag van twee kleindochters naar Indonesische oorlogsslachtoffers. Ze hebben ieder de eigen familie gevraagd naar herinneringen uit die tijd en die reactie omgezet in een aantal sketches voor op het toneel. Ze doen dat met veel gemak en een lach door alle cliché's langs te laten komen en hier en daar om te keren. Dit maakt het totaal nogal voorspelbaar en samen met kostuumstukjes flauw. De overgangen tussen de stukjes zijn leuker, hier komt een rommelig interieur van een keuken in beeld met een westerse kok gespecialiseerd in oosterse gerechten en gamelan/keukenmuziek. De sketches blijven nadrukkelijk aan het oppervlak van de tragische geschiedenis die de dames in hun onderzoek tegen komen. Angst voor enige diepgang, voor mogelijk onnavolgbare emoties, laten ze liever met een lach voorbij dobberen. De stiltes, de ontbrekende antwoorden, het onvermogen te vertellen, worden weggelachen , ach ja die rare opa en oma toch. Een voorstelling vol gemiste kansen om -‐maar eventjes, heel klein-‐ aandacht te geven aan de geschiedenis waar we intussen het totaal aan ernstige en tragische zaken van kennen en erkennen, maar blijkbaar nog geen echt gesprek over durven aangaan. Jammer.” -‐ Martien Vogelezang “een hele leuke voorstelling. Een verrassend levendig toneelbeeld van een Indische keuken met veel originele details. Veel actie, ondertussen werd er gezellig gekookt op het toneel. Veel terugblikjes naar hoe het was in het goede oude koloniale Indonesië, maar al gaandeweg lag er ook oud zeer op de loer en bleek er toch een verschil te bestaan tussen de oorlogservaringen van de Chinees-‐Indische bevolkingsgroep, en de "Blanda"s en de Indisch Europese bevolkingsgroep. Dat gaf de voorstelling extra lading en diepgang die het gezellige"Tante Lien"sfeertje oversteeg. Hartverwarmend stuk.” -‐ René van Dootingh “Heel leuk voor een avondje kijkplezier. Ik hou nou eenmaal van Indische verhalen. Vond het stuk niet echt geweldig maar heb geen spijt dat ik ben gaan kijken.” -‐ Renée Torn “Twee vrouwen met wortels in Indonesië vertellen anekdotes over zichzelf en hun familieleden. Daarbij beelden ze hun familieleden uit en betrekken het publiek door het publiek rechtstreeks aan te spreken en oude foto's te laten circuleren. Menig Nederlander heeft wortels in Indonesië en zal zich in deze amusante met bezieling gebrachte voorstelling herkennen. Ook de heerlijke geuren vanuit een gezellige rommelige Indonesische keuken, die het decor vormt, roepen herinneringen op.” -‐ Rudy Ramondt “Twee vriendinnen voelen zich verwant omdat ze allebei Indische wortels hebben. Dat willen ze uitdiepen en zo gaan ze hun familiegeschiedenissen onderzoeken. Het blijkt dat de een er anders in staat dan de ander en ook dat het soms geen leuke feiten of inzichten zijn die je naar boven haalt. Tja. Sterk was de muziek tussen de spelscenes door.” -‐ Susan de Boer & Geertje van der Waaij “Debiteert in zijn wijsheid over ons koloniaal verleden, zonder enige verdere kennis van zaken. Met aanstekelijk spel worden de clichés eens lekker uitgediept. Soms zelfs tegen schmieren aan, maar dat past juist bij deze opzet: de belanda, zonder enige Indische roots, die zich meer senang lijkt te voelen in het Indisch zijn, dan de Indo’s zelf. Met een bespottelijk resultaat overigens. Een maar al te vaak voorkomend verschijnsel in de Nederlandse samenleving. Daar legt de voorstelling de vinger op de juiste plek. Des te jammer dan ook, dat het daarbij blijft. Bij aanvang worden wezensvragen gesteld over het waarom en hoe van de aanwezigheid van Indo’s in Nederland. Het zijn de vragen van een in Nederland geboren generatie die oprecht geïnteresseerd is in de eigen afkomst, maar (nog?) niet door durft te vragen. Helaas blijven de vragen onbeantwoord en ontbeert de voorstelling daardoor verdere diepgang. Want waarom bijvoorbeeld doet de (wrange) grap de ronde onder deze Nederlandse bevolkingsgroep: Indo = In Nederland Door Omstandigheden? Een deel van het verleden blijft onbelicht. Een deel van het verleden dat ook in de Nederlandse geschiedschrijving stief kinderlijk is behandeld: de buitenkampers tijdens de Japanse bezetting en de bersiap na de Japanse overgave. Hier had een kans aangegrepen kunnen worden deze periode voor een breder publiek bekend te maken. Een gemiste kans om de Nederlander, de belanda, meer besef bij te brengen, dat er voor zijn Indische welbehagen een grote prijs is in levens en trauma’s is betaald. Maar misschien is dit een aansporing voor de makers voor een vervolg, dat voorbij de Indische gezelligheid en het zwijgen gaat. Een vervolg dat het pijnlijke onbekende verleden wel uitlicht en onder de aandacht brengt. En dat heeft niet alleen een educatief doel, maar ook een helend.” -‐ Theo Akse
Elektra -‐ het Nationale Toneel 3/7/2014 “Als oud-‐gymnasiast met diepe interesse voor Nietsche was dit een pareltje. Prachtige teksten, goed gespeeld. En de dikke knuffel van Ingmar (huggin' sweet memories) was een mooie toevoeging.” -‐ Anjo Schaap “De rol van Elektra was fantastisch gespeeld !De uitdrukking in haar gezicht en ogen maakt het verhaal emotioneel en dramatisch pakkend. Ook de moeder vond ik erg goed spelen . De gehele uitvoering vond ik toch te lang en te veel tekst. Is wel nodig misschien maar ik had veel geduld moeten opbrengen om het helemaal uit te zitten. Door de scens met de moeder en Elektra werd ik steeds weer wakker geschud. Op zich een goed opgezet stuk toneel !” -‐ Corrie Apon “Prachtige (begrijpelijke) teksten over een vrouw (dochter, zus) die verteerd wordt door haat en haar leven daardoor aan zich voorbij laat gaan. Ik vond het prachtig geschreven, heel goed geacteerd, vol drama, spanning, uitzichtloosheid, bekrompenheid maar ook met passie, liefde en gevoel. Een mooie voorstelling waar ik enorm van heb genoten.” -‐ Flora Versloot “Het decor is verassend te noemen: witte gordijnen en verder een leeg podium. Een huishoudster komt op en zei vertelt de voorgeschiedenis. Helaas draagt haar stem niet ver en is het niet altijd goed te verstaan. Mariana Aparacio Torres speelt de rol van Elektra. Zij kruipt helemaal in de tragische persoon die Elektra is: de wanhoop die ze uitbeeldt wanneer ze hoort dat haar broer Orestes dood zou zijn, de eenzaamheid die haar verscheurt en een zuster Chrysothemis die ze niet kan bereiken. het contrast tussen beide zusters wordt sterk in beeld gebracht. Hiermee wordt de eenzaamheid en de worsteling die Elektra doormaakt alleen nog maar versterkt. Natuurlijk is het bevrijdend voor haar dat Orestes terugkomt en wraak kan nemen door Aigisthos te vermoorden. Door de sobere enscenering wint het spel aan kracht. Kortom, een mooie voorstelling.” -‐ Fred Brandt “en weer steelt een klassieker de rol, een zeer goed gedragen hoofdrol bijna continu op toneel,chapeau, er blijkt toch weer veel gehaald te kunnen worden uit de oudheid, ik denk dat met het decor de gordijnen er meer dimensie gegevn had kunnen worden, en wederom constateer ik dat niet de kracht van een voorsteling in de duur hoeft te zitten, hiermee bedoel ik dat het dezelfde kracht en lading had kunnen hebben bij kortere duur, vooral de dialoog tussen de twee zuster had voor mij korter gemogen, desalniettemin was deze voorstelling er een voor mij die er positief bovenuit sprong!!” -‐ Frits Brouwers “Wat mij betreft een van de beste stukken van deze cyclus. Ik heb mij afgevraagd waardoor ik tot deze conclusie ben gekomen. Eigenlijk ben ik helemaal niet zo'n liefhebber van de Grote Klassieke Stukken, van plechtstatig en bombastisch taalgebruik, noch van zwaar aangezette emoties (wat dit stuk voor mij vergelijkbaar maakte met Berenice). Ik denk dat het vooral te maken had met de kwaliteit van de acteurs/actrices van Elektra en de spanning die zij wisten op te bouwen. Ze hadden me gewoon te pakken. P.S. De wurgscene vond ik enigszins overbodig -‐ het was al duidelijk wat de jongeman achter de schermen ging doen; en als het dan toch in beeld moest gebeuren, dan had het korter gekund. Nu werd het aanhoudend gerochel een beetje lachwekkend.” -‐ Henk Zwijnenburg “Na de prima inleiding van Remco was duidelijk dat we ons moesten opmaken voor een stel hysterica.Ik ben wat ambivalent in mijn oordeel. Enerzijds vind ik het goed toneel, maar anderzijds is het een genre waar ik niet warm voor loop.Veel lijden, waarin Elektra in verzwelgt, maar aan de andere kant best strijdbaar vergeleken met haar zus.Lastig om tot een evenwichtig oordeel te komen. Decor, belichting e.d. vond ik minder, maar mooie teksten. En m'n klassieken weer opgehaald!” -‐ Hera Tseng “Elektra is fantastisch ( hoewel een beetje jong voor deze rol) ! De schuivende gordijnen als decor is wel erg minimalistisch maar voldoet. De beide zusjes dragen de voorstelling ( niet ten nadele van de anderen). Muziek is effektief, meestal zachtjes op de achtergrond tot een climax uitbreekt en dan gaan we er voor. De gitaarhals is een goeie vondst.” -‐ Hubert Coenen “Prachtige voorstelling. Aan het einde van de voorstelling ietwat langdradig.” -‐ Jacqueline Torn-‐Meershoek “Allereerst complimenten voor de fantastische inleiding die wij vóór aanvang van dit stuk kregen. Eindelijk eens een inleiding waar ik wat aan had! Theater aan het Spui: graag meer van dit soort informatieve inleidingen en beschouwingen! Wat een somber en droevig stuk. Werd er een beetje onrustig van. Knap opgebouwd naar een climax waarin je uiteindelijk enigszins kunt begrijpen waarom Elektra zo volhardt in haar wraak en verdriet gevoelens. Het "koor" van B. Schuurmans vond ik goed bedacht en uitgevoerd, dat gaf een beetje lucht. Elektra kwam nogal statisch over, gecombineerd met de lange teksten was dat soms even doorbijten om de aandacht erbij te houden. Knap gespeeld. De scene waarin moeder wordt vermoord had veel korter gekund, was te lang. Indrukwekkend hoe zo'n zwaar klassiek stuk is neergezet door vooral jonge acteurs en regisseur. Complimenten!” -‐ Janie Kropman “Dit is hoe ik vind dat toneel moet zijn; een klassiek stuk met een tijdloos thema in een moderne jas gestoken en dan uitstekend gespeeld. Het vraagt goed luisteren en zindert dan tot het eind.” -‐ Jan-‐Kees Stout
“Om te beginnen: ik was erg onder de indruk van het spel van mariana aparicio torres in haar rol van de op wraak beluste dochter, zij kon mij van het begin tot het einde boeien. en ook vond ik de rol van haar moeder klytaimnestra ook fantastisch vorm gegeven. beide actrices ontroerden mij met hun toneelspel. de andere drie rollen waren voor mijn gevoel minder sterk gespeeld. Ik had vooral wat moeite met de personage van betty schuurman. Het subtiele gebruik van het half transparante decor, een simpel gordijn, kon ik zeer waarderen; zeer functioneel en mooi.” -‐ Joke Elzinga “Hoe verdriet en haat een mens kunnen verteren', dat laat Elektra goed zien. In een eenvoudig maar genieus decor krijgt de oude tragedie een nieuwe vorm. De Oostenrijkse schrijver Hugo von Hofmannsthal plaatste het verhaal al in zijn tijd (rond 1900) door de goden te vervangen door de denkbeelden van Feud en Nietsche. Regisseur Casper Vandeputte trekt de lijn door naar nu en probeert een accent te leggen op het feit dat (veel) mensen 'god' vaarwel hebben gezegd, waardoor ze kampen met een leemte. Soms is dat in de tekst geforceerd, ligt het er te dik op. Het spel van alle acteurs is goed, waarbij Sallie Harmsen en Antoinette Jelgersma in het bijzonder genoemd moeten worden. De muziek heeft een niet opdringerige maar wel ondersteunend plaats in het geheel.” -‐ Joke Feitsma “De spelers waren mijn inziens te jong qua spelervaring om deze grote rollen te dragen. Antoinette als moeder vond ik geloofwaardig. Omdat het veel tekst is, is het spel des te belangrijker dat bleef achter wat mij betreft. Ben een paar keer in slaap gedommeld, boeide te weinig. Decor werd spannend als de gordijnen gebruikt werden in hte spel.” -‐ Marjolein Post “Het stuk Elektra geschreven door Hugo von Hoffmannsthal als libretto voor de opera van Richard Strauss in 1904, is een bewerking van de twee Griekse voorgangers met de zelfde titel. Toegevoegd zijn de ingrediënten van rond 1900, het onvermogen betekenis te geven aan het leven, de hysterie, en het niet om kunnen gaan met diepere strijdige gevoelens. De uitgesproken tekst wordt onder regie van Caspar van Putten voertuig van die hysterie en krijgt geregeld vreemde uithalen in de dictie van de vrouwelijk spelers. Een dienstbode bazelt wat veelbetekenende waarheden van tussen de gordijnen. Broer Orestes duikt verrassend als wonderboy op, om dat wat Elektra had willen doen, maar alleen niet zelf durfde, de overspelige moeder vermoorden, te volbrengen. De moederhaat, het Elektra-‐complex, wordt extra zwaar aangezet met een langdurige moordscene die het karakter krijgt van dood-‐door-‐marteling. Deze ideale oplossing van de diepgewortelde haatgevoelens die de drie kinderen van Klytaimnestra verbinden, wordt Elektra te veel en in een poging blij te zijn en te dansen, valt zij, verrassend snel, dood neer. Zonder haat-‐ en wraakgevoelens is het leven voor haar niets meer waard.” -‐ Martien Vogelezang “Ik vond de acteurs, vooral Elektra en haar moeder, erg goed spelen. Elekra die enorme lappen tekst, en zeker niet de makkelijkste, moest zeggen deed het geweldig, Alsof de toch wat moeilijke zinnen haar in het geheel niet hinderden. Jammer dat er met de gordijnen niet meer werd gedaan tijdens het stuk, daar zat meer spanning in dan werd gebruikt. Het wurgen van moeder duurde te lang, dat had sneller gekund. De inleiding van Remco van Rijn was één van de hoogtepunten van de avond; het gemak waarmee hij het stuk van zijn context voorzag was heerlijk. Dit was de eerste avond van het seizoen dat ik een goed stuk met een prima inleiding heb gezien.” -‐ Noor Zwijnenburg “Een klassiek vormgegeven stuk uit de griekse overlevering. Het decor was simpel maar doeltreffend, stilistisch wel mooi, d.m.v. witte vitrages waardoor er soms een wat etherische sfeer ontstond. Vooral Electra vond ik mooi en sterk spelen. In mijn opvoeding heb ik de klassieken moeten missen. Ik wilde al langer eens wat klassieke stukken zien, en kwam in dit stuk aan mijn trekken. Toch kon deze vorm mij niet echt bekoren. Het staat te ver van mijn belevingswereld af om er emotioneel door geraakt te worden.” -‐ René van Dootingh “Heel goed spel. Enorme lappen tekst moeiteloos gespeeld. Vooral Elektra zelf was subliem. ik heb enorm genoten en was ontroerd door het verhaal en de spelers.” -‐ Renée Torn “Als geheel werd ik door deze Elektra niet gegrepen. Deze try-‐out stond nog teveel in de grondverf. De constante achtergrond muziek was ietwat saai en vond ik op den duur storend. Pas na de intrede van Orestes kwam er wat leven in de brouwerij. Wel kreeg ik gaandeweg een groeiend respect voor Mariana Aparicio Torres (Elektra) die zienderogen tijdens de voorstelling in haar personage groeide. Verder vond ik het jammer dat er voor 'slordige' kleding gekozen was met een ietwat tuttig gekleed Koor. De uitzondering daarop was de uiterst (te?) in alle opzichten theatrale moederfiguur.” -‐ Rudy Ramondt “Gordijnen die langzaam worden opengeschoven waardoor steeds meer wordt onthuld van het verhaal. Uiteindelijk gaat ook de achterwand open en vindt de climax plaats. Die duurde te lang vonden we. Verder mooi spel van vooral Elektra die vastbesloten is haar vader te wreken en als haar broer het niet kan doen, doet ze het zelf wel. Ook haar aarzelende geloof dat het echt Orestes is die daar voor haar staat was ontroerend en overtuigend. Inderdaad zijn de vrouwen erg hysterisch, maar in deze context en in dit stuk klopt dat wel. Koor; mooi gedaan! gaf inderdaad informatie die je als publiek nodig hebt.” -‐ Susan de Boer & Geertje van der Waaij
Bossen -‐ het RO Theater 3/14/2014 “BOSSEN: Ik werd er weer stil van..... BRANDEN was ook zo prachtig en KUST ook mooi (maar iets minder dan Branden en Bossen). Maar 3 uur zitten is wel een tikje problematisch voor mensen met rugproblemen. Vrijdag op Nederland2 om 23.00 uur de film INCENDIE (= BRANDEN) en dus niet, zoals ik gisteravond abusievelijk meldde vanavond :-‐(” -‐ Anjo Schaap “Een prachtige voorstelling waarvan af en toe de rillingen over mijn rug liepen en mijn haren rechtop gingen staan. Aangrijpend en meeslepend. Het verhaal over een bloedband die geen bloedband was. Hoe aangrijpend het verhaal van de opstandige en boze tiener Loup, die haar voorgeschiedenis vervloekte en haar opstandigheid en boosheid een plekje kon geven toen de waarheid bekend werd. Mooi!” -‐ Flora Versloot “Er staat een jonge vrouw aan de rand van het podium. Voor het verhoogde speelvlak is een waterbassin. Loup weet niet wie zij is en wordt geholpen bij haar zoektocht door de tijd heen. Op een zeer vernuftige manier wordt de tijd in beeld gebracht door de vloer te openen en met krijt de tijd geschreven weer te geven. Loup komt in een bijzondere wereld terecht: haar voorouders leven ver van de bewoonde wereld in een "sprookjes dieren tuin" Deze dieren worden in beeld gebracht als grote plastic opblaas figuren: een giraffe, een nijlpaard. Uiteindelijk gaan we door de hele eeuw heen en komt Loup aan het eind van het stuk erachter wat haar achtergrond is. Het sterke spel, het prachtige decor en de bijzondere kostuums en grime maakt dit tot een prachtig stuk dat vanaf het begin tot het einde blijft boeien.” -‐ Fred Brandt “Eem van begin tot eind boeiend stuk. NIets is wat het lijkt dat het is.Denk je eindelijk tot de kern te zijn doorgedrongen dan is er toch weer een verrassing. En toch raak je niet vverward.Het duurt bijna drie uur maar er is geen moment van verveling. Het blijft boeien door steeds weer nieuwe volgbare wendingen. Het spel wordt zeer gepassioneerd gespeeld. Alle spelers dragen een belangrijke rol in het geheel. Voor seizoen 2013/2014 een absolute positieve uitschieter.” -‐ Frits Brouwers “Knap vormgegeven stuk, met veel informatie, personages, en toch heel goed te volgen, mede door de teksten op de vloer. Het verhaal bleef de aandacht vasthouden, en ook daarna. Wat zijn de boodschappen die de auteur wil meegeven? Utopia bestaat niet, alles heeft een goede en minder goede kant, de mens is toch primair op eigen belang gericht. Wat zwaarmoedig allemaal, al waren er ook lichtpuntjes zoals vriendschap, trouw, reflectievermogen. Mooi decor, en ook hulde voor de muzikant.” -‐ Hera Tseng “ladies and gentlemen : we have a winner !! wat een fantastisch stuk en welke acteerprestaties heb ik gezien !! merel streep zou er stinkend jaloers op mogen zijn... zat op de eerste rij en dat heb ik geweten : je ziet de allerkleinste details, niks word je "bespaard", je zit er helemaal in. de waarschuwing van cees debets, dat het stuk wel 3 uur duurt, vergeet je omdat je in een wervelwind in het verhaal gezogen wordt waaraan geen ontkomen is . en dat wil je dus dan ook beslist niet !! ook heel subtiele dingetjes met decor en handelingen : je moet het stuk eigenlijk 3 -‐ 4 keer zien om het geheel te bevatten. je springt in de tijd, maar je moet ook goed in de gaten houden hoe de verhoudingen zich ontwikkelen. en pas op het eind wordt duidelijk wat er gebeurd is. ijzersterk, dus. de heren zijn fantastisch, maar de dames steken daar toch nog ver bovenuit !! dus niks ten nadele van de mannen, maar het stuk heeft een paar zeer sterke vrouwenrollen. een geweldige aanrader voor ieder ! Hopelijk gaan we nog meer van dit gezelschap en schrijfster zien!!” -‐ Hubert Coenen “Bijzondere, boeiende voorstelling. Het zeer ingewikkelde verhaal kon ik maar net volgen. Voorstelling had wat mij betreft ook iets korter mogen zijn.” -‐ Jacqueline Torn-‐Meershoek “Theater zoals het ook bedoeld is. Met een brok in de keel gekeken. Wat een , wederom, prachtig vormgegeven stuk van het RO Theater. Ik kijk uit naar het laatste deel van de vierluik, ook al weet ik dat het waarschijnlijk weer een stuk wordt dat je naar de strot grijpt. Maar er is altijd een vorm van hoop/verlichting te vinden in de drie stukken die ik tot nu toe zag van dit vierluik, dat maakt dat je er naar kunt blijven kijken, anders zou het pessimisme zo overheersen dat het niet meer te verdragen zou zijn. Knap spel, mooi vormgegeven!” -‐ Janie Kropman “In een geweldig mooi decor en met mooie teksten acteren acteurs van een wisselend niveau. De Vlaamse actrices die Loup en Luce spelen, springen er bovenuit met uitstekend acteren. Het stuk begint matig en wat infantiel en wordt gelukkig steeds beter.” -‐ Jan-‐Kees Stout “Een voorstelling van het RO Theater onder regie van Alize Zandwijk is altijd een belevenis, zo ook 'Bossen'. Het zijn niet zozeer de teksten als wel de prachtige vondsten in de vormgeving, zowel qua spel als decor. Het thema binnen Bossen is het effect van familiethema's op de individuen. In dit geval zijn de vrouwen steeds verlaten door hun moeder. De jonge Loup gaat tereug in de generaties en leert zo de rode draad in de familiegeschiedenis kennen. De acteurs spelen sterk, daarbij valt met name Alejandra Theus op. Het verhaal van Bossen is misschien wat gezocht en het slot nogal mager ten opzichte van de rest, deze voorstelling heeft zoveel in zich dat het een genot is om te zien en te beleven..” -‐ Joke Feitsma “Een ingenieus decor, een ingewikkeld, maar vooral bizar verhaal -‐ geheugensteuntjes werden tussendoor op het toneel geschreven. Een zoektocht naar familie door de geschiedenis van het Europa van de eerste helft van de twintigste eeuw. Niet elke rol werd geloofwaardig gespeeld ( hier en daar leek het erg op Branden). Dat stoorde.” -‐ Margreet Iskra
“Zelden zo'n indringende voorstelling gezien die zo wonderschoon werd gespeeld. Alles werkte mee aan dit succes, geweldig decor, fantastisch acteerwerk, prachtig licht en geluid. Ik hoop dat ze opnieuw de publieksprijs ontvangen. Alice Zandwijk is een kunstenares! die blij mag zijn met dit team” -‐ Marjolein Post “De toneelvoorstelling Bossen is een groots opgezet tragisch stuk. Een familiegeschiedenis over bijna 150 jaar. Knap neergezet op toneel door ROTheater. Als stuk nogal overbelast met historische en surrealistische details. Gelukkig is er het ingenieus decors dat op alle surreële zaken een antwoord uit de ondergrond of uit het grondwater weet op te laten komen. Draaipunt is onwaarheid, de onduidelijkheid over de afkomst van de jonge vrouw Loop, in het verlengde van al haar voor-‐vaderen en -‐moederen. De ontwikkeling, de psychologie van dit personage komt niet echt uit de verf. De al te onverwachte stemmingswisselingen in de relatie met een paleontologische onderzoeker lijken toevallig en bij elkaar geraapt terwijl het stuk toch eigenlijk over haar heel persoonlijke vraag gaat. Groots en grof spel in het perspectief van uiteindelijk niet-‐weten wat waarheid is en daar dan toch na 2,5 uur spelen genoegen mee nemen. De mooie muziek, zonder einde, losjes wandelend in een decors dat een landschap speelt, vol verrassingen, verhalen en diepgravende gebeurtenissen, zij lieten de sterkste indruk achter.” -‐ Martien Vogelezang “Prachtig, wat een stuk! Vooraf nog bang dat het te lang zou duren; maar het vloog voorbij. Alles klopte gewoon; tekst paste bij acteurs, acteurs pasten bij decor, decor paste bij muziek, muziek paste bij bossen, bossen paste bij ons. Een fantastische avond! Misschien is de tweede keer dat dit bericht binnenkomt, maar internet viel even uit...en toen was mijn recensie weg.” -‐ Noor Zwijnenburg “Een fantastisch stuk! Prachtig vormgegeven, heel inventief in elkaar gezette speelvloer met allerlei geheime vakjes waaruit gedurende de voorstellingen steeds weer nieuwe verrassingen die het stuk ondersteunden tevoorschijn kwamen. Het stuk speelde in een bos waar een familie zich teruggetrokken had om een eigen utopisch leven vorm te geven, maar ook in dit paradijs zat een slang verstopt... Eest werd niet meteen duidelijk hoe de relaties zich precies verhielden ten opzichte van elkaar, terwijl het verhaal zich ook nog eens over meerdere generaties uitstrekte. Gelukkig kwam die duidelijkheid er naar het eind toe toch nog, en bleek er een erg aangrijpende geschiedenis achter te zitten die heel verrassend was. Soms was dit erg ontroerend, ook de spelers waren soms zichtbaar geëmotioneerd, waardoor het, gezeten op de eerste rij haast té intiem werd soms. Mooie ondersteuning door de accordionist, mooie gevoelige scènes, maar ook krachtige emoties die van het toneel spatten. Echt genoten van dit klasse stuk!” -‐ René van Dootingh “toneel zoals toneel bedoeld is. Goed geacteerd , zuiderburen speelden met kop en schouders boven de overige acteurs uit. Was uiteindelijk wel een lange zit.” -‐ Renée Torn “Na Branden en Kust weer een heftig, emotievol en aangrijpend stuk van het ROtheater. Bij het slot van Branden had ik tranen van ontroering in de ogen. Dat is hier niet gebeurd, maar de drie uren -‐ zonder pauze -‐ durende voorstelling boeide mij van begin tot eind. Slim gekozen en mooi gemaakt decor, dat niet alleen functioneel was, maar ook de kijker ondersteunde: leuke vondst om met krijt het jaartal (tussen 1870 en het heden) te tonen waarin de scene zich afspeelt. Ook pet af voor het lichtontwerp! Zó belangrijk om een theaterstuk van slechts goed naar uitstekend te dragen.” -‐ Rudy Ramondt “Bossen is een rijke, gelaagde voorstelling over een familie. Dochter Loup gaat onder druk van de paleontoloog (prachtig naturel gespeeld) op zoek naar de achtergronden van haar familie langs de vrouwelijke lijn. Haar moeder stierf jong, maar wie was haar moeder en wie was haar moeder et cetera. Zo komen we in de in de 18e eeuw in Frankrijk terecht waar een incestgeheim ten grondslag ligt aan de keten van dochters. Het knappe is dat we van het 'heden' eerst teruggaan naar het verleden, in fragmenten waar we weinig van snappen, om dan dan langzaam weer naar het heden te schuiven. En wat een een prachtig multifunctioneel decor! We hebben ademloos aan onze stoelen gekluisterd gezeten.” -‐ Susan de Boer & Geertje van der Waaij “Twee uur lang op een dwaalspoor gezet worden is tot daaraan toe. Maar om tenslotte getrakteerd te worden op oubollige, pseudo-‐ religieuze, moralistische prietpraat over vriendschap is toch teveel gevraagd. Voeg daaraan toe de modieuze opvatting dat wetenschap tekort schiet om emoties als vriendschap te vatten, dan duurde dit toneelstuk toch echt te lang. Niet alleen die twee uur aanloop naar een verkeerde sprong, maar dan ook drie kwartier blijven doorzeveren over dat er meer is in het menselijk bestaan dan rationaliteit, schiet dan echt in het verkeerde keelgat. Dergelijke opvattingen mogen anno 2014 hedendaags zijn, maar zijn 250 jaar na de Verlichting echt niet meer modern. Moeten we in sentimentele herhalingen blijven vallen? En als je dan kritiek uit, neem dan minstens je object van kritiek serieus. De pantoloog – sorry paleontoloog -‐ op een zoektocht door de geschiedenis sturen? Was dat niet het vakgebied van andere wetenschappers? Kom hoe heten ze… histolologen? Eh o ja: historici. Kom zeg, neem je publiek wat serieuzer! Of moet ik het stuk als een coming of age drama opvatten? Is ook in te komen. We zien hoofdpersonage Loup tenslotte van een nurkse puber veranderen in een jong volwassene met enig verantwoordingsbesef. In deze thematiek is het stuk te verteren, hoewel nog steeds erg veel zitvlees vergend. Niet dat er slecht geacteerd werd. O nee, het spel was prima. Niks mis mee, bij vlagen erg meeslepend. En ook decor en muzikale omlijsting waren met zorg uitgevoerd. Maar de tekst was bij tijd en wijle ietwat hoogdravend, 19e eeuws zou ik zelfs zeggen. Niet van deze tijd. De regie had daar moeten ingrijpen. En als je toch gaat snijden, dan ook graag op de thematiek en de lengte.” -‐ Theo Akse
Who's afraid of Virginia Woolf? -‐ Erik Whien 4/8/2014 “Weergaloos! Volgens mij de beste voorstelling van dit seizoen!” -‐ Anjo Schaap “Het decor van het stuk bestaat uit een deel van een keuken en enkele meubelen uit de sixties. Wel hangt er boven het toneel heel pontificaal een reproductie van Newman's "who's afraid of red, yellow, and blue 3". Een verwijzing naar het incident toen het schilderij werd kapot gesneden door een verwarde museum bezoeker? Die het schilderij zo mooi vond dat hij het wel moest beschadigen? Of het schilderij zo haatte dat hij het wel moest kapotmaken? Wie zal het zeggen? Een feit is dat het stuk volgens mijn bescheiden mening gaat over 2 echtparen, hulpeloos tot elkaar veroordeeld, die zielsveel van elkaar houden ( hoewel ik zo mijn twijfels heb over het jongere stel, Nick en Honey) en desondanks hun frustraties met betrekking tot hun relatie op elkaar botvieren. En niet zo zachtzinnig ook. De partners vernederen elkaar, schelden elkaar uit voor alles en nog wat en Martha gaat zelfs even vreemd in het bijzijn van haar man. Het gevierde toneelstuk uit 1962 dat nog bekender werd toen Elizabeth Taylor en Richard Burton in een gelijknamige film uit 1966 de sterren van de hemel acteerden, vraagt om top acteurs. Als je niet goed speelt, maak je de tekst kapot en valt het hele stuk als een kaartenhuis in elkaar. En acteren kunnen ze, de spelers van Toneelgroep Oostpool en Toneelschuur Producties.Ik zou niet kunnen zeggen wie er nu beter speelde dan de anderen.Allemaal, zelfs Honey, gespeeld door Sanne den Hartogh, bleven maar briljant acteren. De hele actie speelt zich af in een huiskamer.Een decor dat dus niet erg interessant kan zijn, maar dat maakt in dit geval helemaal niets uit: het gaat om de gesproken tekst en het acteren. Al het andere is eigenlijk bijzaak geworden. Het stuk duurt zo'n drie uur, en dat was geen probleem: ik heb me geen moment verveeld, al kende ik het stuk heel goed en bleef ik intussen wel denken aan dezelfde scènes uit de film met Taylor en Burton. Het schijnt dat de voorstelling is genomineerd voor het Nederlands Theater Festival 2014. Mijn stem hebben ze in elk geval!” -‐ Corrie Apon “Hoe vaak dit stuk ook gespeeld mag zijn: In een goede setting kan dit toneelstuk niet kapot gaan. De boodschap is tijdloos. Mensen kunnen het zichzelf en elkaar erg moeilijk maken. In een strak en sober decor draaien Martha en George, Nick en Honey om elkaar heen. Het meest ontroerend is wel het spel van Kirsten Muller als Honey. Zij straalt een en al hulpeloosheid uit en ze wordt inderdaad in het toneelstuk een "konijntje". De striemende en snerende teksten uit de mond van Martha raken George wel en niet. Jacob Derwig speelt zijn rol als George met verve. Geen enkel moment verliets de voorstelling spanning of vaart. Het is een geweldige prestatie van deze acteurs om het publiek 3 uur lang te boeien met voortreffelijk spel.” -‐ Fred Brandt “ging er met enige tegenzin heen, bekend stuk recensies vallen wat tegen lange zit maar de avond heeft mij toch zeer geboeid, mogelijk mede dat ik op de tweede rij zat en mij daardoor bijna in het spel bevond en er buiteggewoon bij betrokken werd, niet alleen Derwig maar ook de andere acteurs hebben een zinvolle en goede aanvullende rol in het geheel, ondanks de strenge eisen die Albee aan zijn spelers en voorstellingenstelt waren er volgens mij toch enkele spitsvondige afwijkingen ingevoerd” -‐ Frits Brouwers “Ik had het stuk niet eerder gezien en het heeft me -‐ ik mag wel zeggen -‐ overrompeld. Het was van de eerste tot de laatste minuut spannend, intrigerend, onthutsend, verrassend en vermakelijk. Het spel was geweldig (van alle vier) en de tekst om van te smullen (George!). De enige reden om geen 9 te geven is dat van mij Bossen de prijs dit seizoen mag winnen ...” -‐ Henk Zwijnenburg “gewoon weg een top voorstelling!! heb de film met burton/taylor gezien, maar dit was ook van wereldklasse ! kraakman/derwig : zijn in topvorm en geven je het gevoel dat ze spontaan de tekst uitspreken. alsof ze dat terplekke verzinnen.. absolute winnaar van dit seizoen !” -‐ Hubert Coenen “Subliem! Prachtig acteerwerk, vooral van J.Derwig. Beklemmend, adembenemend vals met een tragische ondertoon. Voor mij het topstuk van dit seizoen!” -‐ Janie Kropman “Bijzonder genoten van de voorstelling 'Who's afraid of Virginia Woolf". Een geweldige voorstelling met een overzichtelijk, 'simpel'decor . Overigens was het schilderij van Newman ineens 'decorstuk', waarmee wel tekort werd gedaan aan dit schilderij naar mijn mening. Ik weet dat schilderijen vaker figureren in een decor, lay out of patroon, en persoonlijk vind ik dat altijd jammer, het doet tekort aan de intentie van de schilder. Deze uitvoering van de bekende tekst van Albee was wel een hele bijzondere, niet in de laatste plaats door het fantastische toneelspel van, met name, beide actrices. Aanvankelijk was ik niet zo belangstellend in juist deze voorstelling, de beroemde tekst van dit toneelstuk heb ik vaker gezien, en persoonlijk vroeg ik mij af of er geen andere toneelstukken waren, weer dit stuk.... maar ik vond deze avond geweldig en heb van het begin tot het einde ademloos gekeken.” -‐ Joke Elzinga “Met een fantastische cast zet Erik Whien een indrukwekkende versie van 'Who is afraid of Virginia Woolf' op het toneel: Maria Kaagman, een vileine, maar uiteindelijk kwetsbare Martha, Jacob Derwig, aanvankelijk de wat sullige underdog George die gaandeweg steeds meer de regie van de gebeurtenissen in handen krijgt, Sanne den Hartogh en Kirsten Mulder als jong echtpaar, hij de ambitieuze docent Nick en zij als zijn kindvrouwtje Honey. Het psychologische drama begint met een verbale oorlogsvoering, daarna komen bekentenissen die de waarheid in een ander licht zetten en tenslotte wordt de kwetsbaarheid onder dit geweld zichtbaar, wanneer Martha breekt, nadat George hun denkbeeldige kind dood laat gaan. Het mooie strakke decor, met een knipoog naar Barnett Newman's 'Who is afraid of red, yellow en blue' levert een waardevolle bijdrage aan het geheel.” -‐ Joke Feitsma
“Tegen de achtergrond van een schreeuwend rood (Who is afraid of red, yellow and blue) maakt een ouder echtpaar elkaar af met snijdende, vileine woorden. Een jonger stel komt daar ongemakkelijk tussen. Een bekend en vaker gespeeld stuk, dat door de tijd al bewezen is. Hoe knap is het dan om de toeschouwer drie uur lang geboeid te houden! Dat is wat er gebeurde.” -‐ Margreet Iskra “De voorstelling 'Who’s afraid of Virginia Woolf' door toneelgroep Oostpool is in strakke lange lijnen op het toneel gezet in een modern 50er jaren interieur. Als mega-‐grote contrasterende illustratie is een copy van verbeelde angst voor de realiteit -‐ rood, geel en blauw-‐ van Barnet Newman uit 1967-‐68 opgehangen tijdens de eerste twee delen van het behoorlijk lange stuk van Albee uit 1962. Een klassieker, waarvan het verhaal intussen wel bekend is, en toch weet Oostpool met mooi afwisselend spel het steeds maar verder gaande verdraaien van waarheid en illusie tussen de twee gasten en de de gastheer en gastvrouw spannnend en zelfs ontroerend neer te zetten.'Een huis vol lege flessen en eugens' is de kortste samenvatting die Albee eraan meegeeft in het mega-‐contrast met het onschuldige kinderliedje 'Wie is er bang voor de grote boze wolf?’ Complimenten aan de makers.” -‐ Martien Vogelezang “Nooit eerder gezien, maar prachtig neergezet stuk door slechts vier personen. George en Martha zijn dragers, maar ook het jonge stel draagt bij aan een heerlijke avond toneel. Hoe kun je zo "niets" zijn als Honey, zo onzeker maar toch macho als Nick. Wat een verdriet knaagt er aan de relatie van George en Martha, maar wat een venijn en spot in de communicatie. De constante spanning naar wat er komen gaat verdrijft de weerzin van de onaangename omgang met elkaar. Jammer dat er geen relatie duidelijk werd tussen de vrouw die geen kind kon krijgen en de vrouw die het niet wilde (of in ieder geval zorgde dat het niet goed ging met de zwangerschap).” -‐ Noor Zwijnenburg “Deze voorsyelling was compleet áf!!! Hier viel niets meer aan bij te schaven. Aanvankelijk zag ik tegen de lange speelduur op, (drie uur, en dat nog zonder pauze) maar toen het tijd werd voor de pauze vond ik het gewoon jammer dat er nu een onderbreking viel in het stuk. Gelukkig zat je na de pauze weer meteen goed in het spel. Er werd fantastisch geacteerd, vooral door "Martha en George", die toch de leidende rollen hadden in dit stuk. Vooral Martha had haast een hypnotiserende werking met haar intense spel waarin teasen en psychopatisch gederag vloeiend in elkaar overliepen. Never a dull moment met deze dame. Ook de andere rollen werden fantastisch vertolkt, mooi spel, mooie verschillende personages. Fijn dat men gekozen heeft voor het uitvoeren van het gehele oorspronkelijke stuk. Het was ook geenszins gedateerd. Men is nu wel wat meer gewend als in die tijd, toen moet het wel helemaal shockerend geweest zijn. De huiskamer was op een bizarre manier vorm gegeven, maar het werkte heel goed. Leuk om het schilderij "Who's afraid of red, yellow and blue "te gebruiken als aankleding.” -‐ René van Dootingh “Beste stuk tot nu toe van dit seizoen. Ademloos gekeken, geluisterd en bewonderd. Zeer goed gespeeld. Echt een staande ovatie waard!” -‐ Renée Torn “Een, voor velen, bekend verhaal gespeeld door vier ras acteurs!Wat een feest. Hoewel feest in dit opzicht misschien een verkeerde term is gezien de perikelen waar beide echtparen mee kampen. Het decor strak en doelmatig, met op de achtergrond een enorme kopie van ’Who's afraid of red, yellow and blue’, bracht het stuk naar deze tijd. Wat ik minder vond waren de twee identieke keukenblokken die zichtbaar waren na de decorwisseling. Neemt niet weg dat aan het eind van het stuk de ontroering toeslaat en die ontroering bij het spel van Kristen Mulder vanaf het begin te voelen was. Verder had ik persoonlijk liever geen pauze gehad, maar kan me voorstellen dat de acteurs bij zo’n mentaal en fysiek uitputtend stuk dat niet met mij eens zijn.” -‐ Rudy Ramondt “Indrukwekkende vertolking van dit relatiedrama. Ook al weet je hoe het afloopt, je hangt gefascineerd aan de lippen van de acteurs. Hoogtepunten wat mij betreft: de dans van Honey, het eindspel, de vileine en toch getormenteerde Martha. De drie uur waren in in een oogwenk voorbij.” -‐ Susan de Boer & Geertje van der Waaij
Caligula -‐ Thibaud Delpeut 4/16/2014 “Het lijkt me niet makkelijk op Caligula in onze tijd op het toneel te zetten.Vanwege de setting en het thema dat mij enigszins gedateerd lijkt. Het stuk is geschreven in 1939 en Camus zelf heeft het meer dan eens in de loop van de tijd deels aangepast of gewijzigd. L' absurdisme als literaire stroming is volgens mij passé, of in elk geval minder relevant geworden. La vie est absurde; pour donner un sens a la vie, il faut agir.Daar komt het ongeveer op neer.Caligula, die zich bewust is van het feit dat het leven zinloos is, geeft zin aan zijn bestaan door te doden Want zijn onderdanen " moeten leren leven in het licht van de dood". Daarom blijven er maar enkele personen over die de keizer op het toneel omringen. Maar zelfs de geliefde van de keizer zal uiteindelijk eigenhandig worden gewurgd door haar minnaar.En Caligula zelf? Die wordt natuurlijk ook vermoord. Ik heb me meer dan eens verveeld: dat komt niet zozeer door het spel maar meer door de tekst ( die behoorlijk werd ingekort omdat de regisseur de essentie van het stuk wilde belichten) en met name het thema.Het interesseert me allemaal niet zoveel. Gespeeld wordt er gewoon goed. Zeker door Vincent van der Valk als Caligula.Ook alle andere rollen ( het aantal personages werd behoorlijk gereduceerd) worden beheerst vertolkt. De kostuums zijn gewoon van deze tijd, hoewel Caligula er over het algemeen vrij ontkleed bij loopt. Het decor is een kale ruimte met wat stoelen en enkele microfoons. Op een groot scherm worden beelden geprojecteerd of worden bepaalde scènes uitvergroot.De regisseur Thibaud Delpeut heeft er wel wat aan gedaan om het geheel voor de onnozele kijker zoals ik , wat op te pimpen: er is relatief veel video en muziek ( van Wagner!) en er zijn enkele opvallende scènes. ( zo zien we C aligula voor Venus spelen en we zien ook hoe een trouwe dienaar door Caligula wordt gedwongen tot zelfmoord.) .De zaal was halfvol. Het was dan ook niet een alledaagse voorstelling.Je moet je er wel even toe zetten om daarvoor naar het Spui theater over te komen.De recensies zijn echter over het algemeen lovend. Misschien heb ik het allemaal niet zo goed begrepen!” -‐ Corrie Apon “Was het waanzinnigheid door de dood van zijn geliefde Trussila of kwam zijn intellect nog meer tot bloei? Hoe gek kun je worden? Natuurlijk deed Galigula bijzonder wrede en waanzinnige dingen toen hij de macht kreeg, maar was hij nou werkelijk waanzinnig of probeerde hij te overleven door iedereen uit de weg te ruimen die hem dwars zat? Een intrigerende voorstelling die tot nadenken aanzette. Galigula werd goed gespeeld door Vincent van der Valk. De videobeelden maakten het een bijzondere voorstelling. Zeker de moeite waard!” -‐ Flora Versloot “Weer een klassieker in een nieuw jasje. Bijzonder interessante onderwerpen. Alleen tekstueel erg ingewikkeld. Je moest er buitengewoon goed voor geconcentreerd zijn om de teksten zorgvuldig te volgen. Verder prachtige animatie met de opnames op het scherm.Indrukwekkende start met huilende in beeld gebrachte Caligula. Maar waarom moet het decor kapot gegooid worden met camerastandaard? De volgende keer weer nieuw stuk inzetten.Kost onnodig geld in een wereld waar de bezuinigingen elkaar in snel tempo opvolgen.” -‐ Frits Brouwers “Hele goede productie! De gekte(?) van Caligula kwam goed over. Mooi begruik van andere media en kunstvormen. Complimenten! Genoten!” -‐ Janie Kropman “Ontoegankelijk stuk met hoogdravende tekst. Stuk dat niet ontroert , een boodschap meegeeft of amuseert. Erg saai om te zien dus. Het stuk blijft overeind door het geweldig goede spel van de hoofdrolspeler. Jammer genoeg heb ik dit seizoen te veel van dit soort stukken gezien; goed acteren met heftige emoties maar verder niets.” -‐ Jan-‐Kees Stout “Na een zeer informatieve inleiding, vol verwachting gaan kijken. Prachtige vormgeving, indringende beelden door het gebruik van videobeelden. Veel, heel veel filosofische tekst. Toch bleef Caligula op een afstand. Echt meegaan in de redeneringen lukte niet. Wel ontstond er een gevoel van medeleven met een getormenteerd mens. Mooi gespeeld.” -‐ Margreet Iskra “Thibaud Delpeut heeft voor Toneelschuur het stuk van Camus 'Caligula' geregisseerd in een kleine bezetting van vijf acteurs. Galigula was een romeinse keizer die de grenzen van zijn macht zoekt door idiote maatregelen op zijn volk los te laten onder dreiging van in opstand komende volksvertegenwoordigers. Delpeut heeft de opstand gemakshalve genegeerd en zich beperkt tot de hoogwaardige invulling van de vijf rollen. Caligula wordt als een verward-‐gevoelige persoon neergezet, zijn personeel als al te slappe ja-‐knikkers die echter allemaal wel beter weten. Camus zet het bovenmachtig dictatorschap te kijk en toont de innerlijke zwakte van de machtswellusteling en het gevaar van al te veel meegaandheid, het niet melden van de oprecht gemeende beoordeling van de situatie. De vertwijfeling als Caligula zichzelf toespreekt komt bij Delpeut niet echt uit de verf. Middels een tevoren ogenomen filmprojectie, wel heel knap en inventief, maar wordt ten onrechte buiten de intimiteit van het moment van het toneel gezet. Camus heeft hier een spiegelscene staan, die de directheid van de confrontatie van het 'monster' met zichzelf beter vormgeeft. Wat is hier nu echt persoonlijk aan een filmprojectie als alleen dat het heel groot geprojecteerd kan worden? Is dit de echte vertwijfeling door waanzin verward zijn? Fraai in eenvoud is de muziek en het decors met alle mogelijkheden van projectie en het doorkijkje op de dans van de dollende Caligula. In die laatste waanzinnige dans wordt Caligula neergezet als de overtreffende trap van een doorgeslagen machthebber die alleen nog maar door een mes gestopt kan worden. Camus geeft hier een laatste indringende vraag mee aan alle betrokkenen als hij de tekst "ik leef nog" door de neergestoken Caligula laat zeggen.” -‐ Martien Vogelezang
“De tekst, vooral die van het hoofdpersonage caligula, zat erg knap in elkaar. De vervormde logica van een gek die helaas oppermachtig is en zodoende de gruwelijkste dingen kan doen zonder dat men in opstand komt. Daardoor moest ik onmiddellijk denken aan de diktators van vroeger en nu, en zelfs veel politici in wat "verlichtere landen"maken zich schuldig aan achterbakse en maffiose praktijken. En ook tegenwoordig komen ze daar nog al te vaak moeiteloos mee weg. Het was een inktzwart stuk, voor de gezelligheid moet je hier niet naar toe, maar het werd zeer goed gespeeld, en een waarschuwing op z'n tijd is ook wel eens goed.” -‐ René van Dootingh “Goed gespeeld vooral Caligula zelf. Geen toneelstuk dat lang beklijft.” -‐ Renée Torn “Albert Camus’ toneelstuk Caligula is een oefening in de perverse logica van een hyperidealist. Om te ontkomen aan het verscheurende verdriet om het sterven van zijn zuster en geliefde, ontwikkelt de jonge keizer Caligula een ideologie, die moet leiden tot absolute vrijheid van rouw, pijn en verdriet. In deze ideologie ontstaat die vrijheid pas in het aangezicht van de dood. En om dit te bewijzen onderwerpt hij zijn onderdanen aan een gruwelijk experiment: hij veroordeelt hen bij voorbaat tot de dood zonder daarbij aan te geven wanneer het vonnis voltrokken zal worden. Zo schenkt hij iedereen vrijheid, redeneert hij, maar het resultaat is slechts onverbiddelijke onmenselijkheid. Deze enscenering volgt het spoor van de onverbiddelijkheid tot de dood er op volgt. Vincent van der Valk zet een Caligula neer, bij wie de grens tussen waanzin en eerlijkheid niet is te trekken. Gewapend met videocamera’s onderzoekt hij continue de oprechtheid van zijn omgeving wanneer deze aan zijn experiment onderworpen wordt. En alleen zijn tegenvoeter Cherea, een koele rol van Martijn Niewerf, weet hem van even onverbiddelijke repliek te dienen. Onder regie van Delpeut ontstaat een filosofisch discours over macht en onmacht, dat niet vrijblijvend is. Door elk sentiment uit het discours weg te wringen, blijft – letterlijk – de naakte keuze over. En elk inzicht wordt direct in de praktijk gebracht. Dit dwingt tot stellingname over de eigen ideeën van wat een goed bestuur is. En dat maakt deze opvoering van Caligula uiterst actueel. De hedendaagse publieke roep om openheid en eerlijkheid lijkt oprecht, maar leidt ook tot keuzes, die het publiek eigenlijk liever overlaat aan de bestuurders. Want wie wil er medeplichtig zijn aan weliswaar eerlijke, maar tegelijk onmenselijke daden?” -‐ Theo Akse
Crastest Ibsen II -‐ Noord Nederlands Toneel 5/17/2014 “Wat een woorden !!! Heel veel pakkende tekst en heel grappig hoe het gekoppeld werd aan de hedendaagse maatschappij. Goed gespeeld door de acteurs en mooi decor ! Heb genoten van de voorstelling” -‐ Corrie Apon “Na enkele iets minder lovende recensies waren mijn verwachtingen niet al te hoog gespannen, al had ik bij voorbaat al wel de indruk dat er iets te beleven viel. Dat laatste is zeker waargemaakt. Ik vond dit stuk op vele manieren aangenaam verrassend. Het malle modelspoorbaan-‐ decor, dat af en toe grappige gezichtsbedrog-‐achtige effecten veroorzaakte (reuzin op de bergen). En dan die gewaagde combinatie van de serieuze Ibsen-‐thematiek met soms kolderieke uitvoering, en de dialogen die vaak tamelijk cabaretesk waren. Ik vond de tekst over het algemeen trouwens erg sterk, scherp, helder en origineel. Ik heb mij Ik kan me voorstellen dat niet iedereen deze aanpak heeft kunnen waarderen, maar ik kon er uitstekend mee uit de voeten. Ik heb me gewoon erg goed geamuseerd, en het ging nog ergens over ook.” -‐ Henk Zwijnenburg “Mooie bewerking van Ibsen; er zal genoeg vaart en spanning in, dus hield het wel de aandacht vast.Omdat het allemaal zo voorspelbaar is, bijna clichématig, maakte het niet ongemakkelijk, terwijl Ibsen het mogelijk wel zo bedoeld heeft.Mooi spel van de acteurs in een 'Noorse' ambiance.” -‐ Hera Tseng “Heerlijke voorstelling. Bijzonder grappig, zonder flauwiteiten. Leuk decor, dat op hilarische wijze gesloopt werd door een woedende speler. Prachtig. Mijn complimenten voor iedereen die aan dit stuk hebben meegewerkt.” -‐ Jacqueline Torn-‐Meershoek “Met veel humor en vaart gebracht. Derde acte met al dat rook en gezang had voor mij korter/anders gekund. Als "drama queen" zou ik juist iedereen behalve de arts en zijn dochter willen aanmerken! Decor was erg geestig gemaakt en gebruikt.” -‐ Janie Kropman “Eindelijk weer eens een compleet goed stuk; geweldig! Mooie teksten met knappe overgangen van de originele tekst naar de nieuwe versie met gebruik van zeer actuele thema's en woordspelingen. Prachtig decor. Verrassende zang. Knap in en uit de rol stappen van de acteurs. Goed gebruik van het doorbreken van de 4e wand, waarvan ik normaal niet houd maar hier was het knap gedaan.” -‐ Jan-‐Kees Stout “Het stuk van Ibsen dat zich afspeelt in het jaar 1882 is geheel herschreven door Joachim Robrecht. Reden : een verbinding maken met het publiek van 2014. Op de achtergond de vraag : blijft het idee achter het stuk van Ibsen overeind? De herschrijfactie bestaat uit de toevoeging van een grappig irionische speellaag waarin het wringen van het tijdsverschil 2014-‐1882 in situatie, gedrag en taalgebruik van commentaar wordt voorzien. Een lange reeks van flauwe clichégrappen en cynische verklaringen, buiten de rollen om, begeleid de verhaallijn van Ibsen. Op zich goed en vlot uitgespeeld door de acteurs, maar de herhaling van steeds het zelfde mechanische trucje verveelt enorm. Gelukkig is er een echt eigentijds element ingevoegd. Dit werkt als een populaire videoclip met muziek, rook, herrie en lichteffecten. Het werkt als een ironisch commentaar op hedendaagse groots opgezette popconcerten, videoclips, youtubetakes en de sauna-‐met-‐ gezondheid-‐cultuur. "Water-‐World / / Powered by Nature". Na dit verfrissend mistige intermezzo wordt op chaotisch slopende wijze een eind aan het stuk én het decors gemaakt. Terugblikkend biedt de jongste dochter van dr. Stockmann nog wat nadenkertjes : hoe verder te gaan met democratie en dorpspolitiek als volksvijanden of manieren van besluitvorming om verder te ontwikkelen. Ibsen heeft goed stand gehouden ondanks veel flauwiteiten is zijn gevoel van teleurstelling in de hypocrisie van het gewone volk nog van toepassing en actueel. Krachtig acteerwerk met een al te geestige tekst.” -‐ Martien Vogelezang “Ik heb zo genoten van alles! Het acteertalent van alle spelers. Ibsen prachtig en luchtig verwerkt. Een knap staaltje om Ibsen zo te "vertalen". Alles klopte gewoon. Aan het langdurig en mijns inziens verdiend applaus was ik niet de enige die er zo over dacht.” -‐ Renée Torn “Interessante en amusante verzie van het oorspronkelijke stuk met acteurs die zichzelf anno 2014 spelen en om vervolgens moeiteloos in de huid van hun personage anno 1879 te kruipen. Fijne interactie met het publiek dat regelmatig aangesproken en betrokken wordt. Zelfs het decor was amusant en bood onverwachte situaties en mogelijkheden voor op-‐ en afgangen. Het eind was mij ietwat te moralistisch en had korter gemogen.” -‐ Rudy Ramondt “Wat legt Ibsen de machinaties van de macht en 'het volk' mooi bloot. Zo gaat het inderdaad als een economisch belang botst met een etisch belang, of in dit geval volksgezondheid. Het lijkt de gang van zaken rond de Q koorts wel. Jammer van de terzijdes en het steeds verwijzen naar wanneer het stuk oorspronkelijk werd opgevoerd.” -‐ Susan de Boer & Geertje van der Waaij “Crashtest Ibsen II: Volksvijand is een deel uit de theaterserie, waarin theatermaakster Sarah Moeremans de stukken van Henrik Ibsens deconstrueert. Met deze serie zet zij diens gedachtegoed af tegen de vragen van vandaag. Zijn Ibsens 19e eeuwse antwoorden nog toereikend in de 21e eeuw? Dit tweede deel, gebaseerd op Een vijand van het volk, gaat over de rol van politiek, media en wetenschap in de samenleving, met centrale vraag: waar is het volk het meest bij gebaat: de collectieve leugen of de verpletterende waarheid? Een flink essentiële vraag, die het nodige vakmanschap van de toneelmakers zal vragen, en bij het publiek hoge verwachtingen wekt. Met dat vakmanschap zit het wel snor. Allemaal zeer bekwame mensen: goed acteerwerk, spitse teksten en een strakke regie. De acteurs, die regelmatig uit hun rol stappen en hun personage becommentariëren, het – hobbyistisch – in elkaar gezette decor, dat vervolgens natuurlijk
gesloopt wordt (deconstructie niet waar), en dan tijdig een ironisch bedoeld intermezzo in de vorm van een reclame-‐pastiche er in verwerkt. Dramaturgisch voldoet het geheel aan de verwachtingen van een hedendaags publiek, en het wordt nog professioneel uitgevoerd ook. Maar is dat voldoende om een geloofwaardig toneelstuk te maken? Want hoe zat het nou met die inhoud? Met die o zo essentiële vraag? Wat is nou de maatschappelijke reflectie? En daar raken we aan het zwakke punt van de voorstelling. Want waar het om draait wordt uiteindelijk het publiek voorgekauwd. Een inzicht dat ieder handelt naar eigen belang, en dat idealisme een groot goed kan zijn, maar pragmatisme nodig is om te overleven, en dat het altijd zo geweest is, en het altijd zo zal zijn. En tenslotte als uitsmijter de opdracht aan het publiek de zaal te verlaten en het echte leven in te stappen. Tja… is dat het nou? Een niet heel erg overweldigend vergezicht of nieuw inzicht. En dat moet dan ook nog uitgespeld worden. Het grenst aan publieksbelediging. En dat is jammer want doet de dramaturgische inspanning tekort. Had dat laatste deel lekker geschrapt en wat zou overblijven is een interessante exercitie in modernisering van een genrestuk. Nu bleef de onbehaaglijke smaak van oude wijn in nieuwe zakken hangen. Een klam gevoel van nostalgie, die elke gedachte tot originaliteit of vernieuwing doet uitdoven. Wat rest is amusement.” -‐ Theo Akse
SERIE 2
Vals -‐ NTGent 9/25/2013 “Toneelschrijven is een moeilijke kunst. Je kunt het alleen leren door je stukken opgevoerd te zien. Niets ten nadele van Mevrouw Vekemans dus. Op papier optimale voorwaarden: een regisseur met grote reputatie (een Nederlander, die in Duitsland aan de top is gekomen en ook in Zomergasten grote indruk maakte), drie uitmuntende spelers. Het lek zat hem helaas in het stuk. Schematische op-‐ en afgangen voor duo's en trio's. Helaas zonder inhoud, die je tot enig meeleven kon brengen of identificatie. Uitstekende dictie van Bert Luppes. Toch denk je: "zoek het maar uit, wat moet ik met jullie". De regie had aardige invallen gehad, het ophalen van het doek tussen de bedrijven met silhouetten van een harpspeelster, het ijs op de vloer als materialisatie van de onderlinge verhoudingen. Het is een feest weer eens naar een decor te kijken waar tijd, aandacht en technische uitrusting (en dus geld) voor is geweest. De meeste gezelschapjes voor het vlakke vloer theater moeten zich behelpen met spullen uit de kringloopwinkel. Voor de toneelliefhebber beangstigend is het feit, dat ons stedelijk huisgezelschap het niet aandurft in eigen stad meer dan vier avonden van deze productie aan te bieden in een theater met 50% van de capaciteit van de Schouwburg. Vervolgens moet men ons toch nog vragen wel een beetje gecentreerd en vooraan te gaan zitten. Nog kort geleden konden dit soort stukken in het NT Gebouw wel twee of drie weken gespeeld worden. In de toneelkijkserie, die ik verleden jaar bezocht viel de inleiding van de Heer Ameur een beetje in het water door ongelukkige randvoorwaarden. Deze keer een prima revanche in goede presentatie.” -‐ Aart Blom “Het betoverend kille en enigszins desoriënterend decor vormt de achtergrond van een tweestrijd tussen twee levenstijlen. Deze tweestrijd komt tot leven in de scherpe dialogen waarin twee zussen met elkaar en hun levensstijl geconfronteerd worden. Een op het eerste gezicht objectieve waarnemer, is een katalysator in de strijd tussen de twee zussen. Maar hoe objectief is de waarnemer eigenlijk?” -‐ Andre Smulders “Vooral Betty Schuurman schittert in Vals. Zij is het theaterbeest, de vrouw van normen en waarden en ze staat hiermee recht tegenover haar zus, de bekende Nederlandse, alleen bekend om het bekend zijn. Een mooi eigentijds thema. Het decor is strak, ik vraag me de hele tijd af wat dat ijs op de grond doet. Langzaam smelt het weg, zoals de laagjes om de 3 personen ook langzaam wegsmelten?” -‐ Anita de Winter “Vals is mooi door de eenvoud in de vormgeving. Boeiend door wat het stuk oproept\; denken over liegen, waarheid, over noodlot, en de al oude nature/nurture discussie is er weer. De drie spelers waren goed, wat het stuk beoogde vertaalden xij zeer overtuigend.” -‐ Annemarie Baronner “Het decor wordt gevromd door een sinister glimmende wand met een bankje en een wiitte, brokkelige vloer die bij een nadere blik bestaat uit brokjes ijs. We horen een melodie van cellospel en zien drie vrouwen op de wand geprojecteerd. Dat stelt mij meteen voor de vraag:is het één vrouw of zijn het er drie? Dit is een mooie opmaat voor wat er in het stuk gebeurt. We zien drie personages, twee zussen en een man. Welke rol spelen zij in hetgeen er is voorgevallen? Is de man een getuige of een spion? Ze spreken met elkaar in wisselende samenstellingen. De zussen zitten in een cel en proberen te reconstrueren wat er bij het dodelijke ongeval is gebeurd. Hoe is het gegaan en wat was de rol van een ieder in deze gebeurtenis? Steeds kantelt het verhaal.en als kijker vraag je jezelf ook af wie heeft welk aandeel gehad in dit auto-‐ ongeluk? Wat is precies de toedracht geweest, welke functie hebben de personages in de loop van de gebeurtenissen, en in de loop van hun leven ten opzichte van ekaar? Welke rol spelen ze nu? Wie geloof ik en waarom? In hoeverre laat ik me beïnvloeden en waardoor? Ook als de voorstelling is afgelopen spelen die vragen nog door, juist door de ongrijpbare elementen die versterkt worden door het decor. Het ijs knarst meedogenloos als er op gelopen wordt, laat de gebeurtenis deze mensen koud? Speelt voor hen alleen eigen lijfsbehoud en het hoog houden van de goede naam? De wand is uitzichtloos, geldt dat ook voor hun situatie? wie spiegelt wie wat voor met een glad klinkend verhaal? Hoe willen ze worden bekeken, hoe kijken ze naar zichzelf, kunnen ze zichzelf wel onder ogen zien of geldt alleen de buitenkant en hoe je overkomt? In die zin werkt het verhaal als een soort parabel die nog een tijd blijft doorspelen in mijn hoofd. Het hele decor is een prachtige metafoor op deze ongrijpbare situatie verhevigt deze nog. De personages worden op een boeiende manier neergezet. Het spel maakt dat ik geïntrigeed blijf kijken.Door de manier waarop het is geregisseerd wordt de ongrijpbaarheid versterkt en krijgt het stuk het karakter van een parabel waar ik nog een tijd over blijf doordenken..” -‐ Anne-‐Mieke Akkermans “Het decor vond ik intrigerend en mooi: bevindt het gezelschap op het toneel zich op hellend vlak of staat de muur scheef? En op glad ijs. Mooi gevonden. De aparte bewegingen die de teksten van Bert Luppes ondersteunden, gaven een extra dimensie aan de figuur die hij speelde.” -‐ Erika Verhulst “Door de achterwand leek de vlakke vloer te hellen, en tijdens de voorstelling werd dat effect steeds sterker, en leek ook de eerste rij waarop ik zat te gaan hellen. En niet alleen dat, de moraal bevond zich op een hellend vlak. Vals beschuldigd. Dat voelt alsof de g rond onder je voeten vandaan schuift. Toch kwam juist dat gevoel niet goed over, ik voelde die vertwijfeling niet genoeg bij de twee zussen. De bioloog speelde meesterlijk, wantrouwde alle autoriteiten tot op het bot. Prachtig personage. Maar zus Sis was net niet helemaal een celebrity, en zus Cat net niet helemaal aan de drank. Dat mag nog wel wat intenser.” -‐ Eveline van Beek-‐Hazenberg
“Na "Gif" van de zelfde schrijfster en ook met actrice Elsie de Brauw waren mijn verwachtingen hoog gespannen. "Valse" was echter een heel ander stuk: geen plot met ontwikkelingen, noch in het verhaal, noch in de karakters. Tijdloos wilde het onze verhouding tot de omgeving tonen en laten zien hoe de buitenwereld ons veranderen kan; en hoe wij ons daar tegen onze wil toch aan confirmeren -‐ meer een lesje filosofie. Dit thema vloeit voort uit de nieuwe opvattingen van de celbiologen dat wij meer gevormd worden door onze omgeving dan door onze genen. Deze zienswijze werd aan het begin uiteengezet -‐ misschien nodig voor het begrip maar wel een breuk in het verhaal -‐ door een man die zijdelings opkomt maar allengs meer betrokken raakt bij het leven van de twee zusters. Na een door hen -‐ maar door wie van de twee eigenlijk? -‐ veroorzaakt ongeluk zitten de twee opgesloten; mooi verbeeld door een hoge wand, even isolerend als een kleine cel, Deze sluit hen af van de omgeving waar ze zich dus niets van hoeven aan te trekken. Door een kleine deur, klein maar toch een bres vormend in hun verdediging, sluipt de buitenwereld binnen in de persoon van deze man die het ongeluk heeft zien gebeuren. En dit optreden verandert de verhouding tussen de twee zusjes. Mooi gesymboliseerd door haar glibberen op het hellende vlak, begint de zus Cis aan haar gladde verdediging. Haar verhaal geeft de schrijver de gelegenheid om spitsvondigheden te berde te brengen die op het eerste gezicht slechts sluw verweer lijken maar toch ook waarheden tonen. De nadrukkelijk duwende en trekkende bewegingen van de man met zijn armen zag ik niet eerder zodat de betekenis daarachter mij ontging. Jammer. Want enige tijd daarna zag ik elders een zelfde handeling; dus het was geen loze beweging. Daarnaast speelde in dit stuk de tegenstelling tussen theater en soap -‐ maar dat is geen nieuw idee. Cis denkt dat ze zich niets aantrekt van de theater-‐regels maar confirmeert zich wel degelijk aan de kledingwensen van haar bewonderaars. Wel zet Elsie de Brauw dit personage levensecht neer: een kille en oppervlakkige, keurig geklede vrouw; maar deze rol geeft haar niet de gelegenheid mooie emoties zoals in "Gif" te spelen. De onverschillig geklede zus speelt haar personage wel levensecht; maar meer dan dit tonen wordt het niet -‐ of kan het niet ? worden.” -‐ Heleen Sissingh “Vol verwachting gekomen, vanwege de auteur, de regisseur, de spelers en het gezelschap, maar eerlijk gezegd was ik knap teleurgesteld. Een nogal abstracte tekst zonder sterk verhaal, een raar open decor voor een benauwende politiecel, geen spanning tussen de zussen, zo heb ik het ervaren. De rol van de man vond ik nog het sterkst, hoewel die ook wel geforceerd bleef. De harpist begreep ik ook niet goed, en kon ik als beeld ook niet bij dit stuk plaatsen. Ik heb het programmaboekje nadien nog gelezen, maar de hoogdravende doelstellingen daarvan had ik niet of nauwelijks in het stuk gezien en irriteerden me daarom toch wel wat.” -‐ Jaap de Hullu “Vals laat zien hoe de mens reageert na een dodelijk ongeluk, een onverbiddelijke confrontatie met zichzelf en met de anderen. Sterk spel van de beide zussen, ze zijn aan elkaar gewaagd.Ge, die de enige getuige na dit ongeluk is zet zijn personage bijna slangachtig neer; hij komt kronkelend te voorschijn en glijdt woorden sissend af.Echt contact met de personages krijg je niet, het blijft bij luisteren en vooral bij "willen horen". De vormgeving is mooi, de harp krachtig en voorspellend.” -‐ Joske van Duijne Strobosch “Een pakkende voorstelling in een prachtig ijzig decor waarin de drie spelers hun weg moesten zoeken. Wat is echt en wat is vals? De actrice die speelt dat ze actrice is en die neerkijkt op haar zus die in de onechte televisiewereld beroemd is. En dan de bijna dansende Ge met zijn filosofisch getinte wetenschappelijke kijk op de wereld. Wat bedoelde de regisseur met dat dansende bewegen? Het spel van de zussen was wat overdreven hoewel zussen in werkelijkheid nog wel erger kunnen ruziën. De voorstelling heeft me geraakt en ik heb er nog dagen over na lopen denken.” -‐ Joyce van Middelkoop “Als je veel thema's tegelijk behandelt en ze allemaal even belangrijk vindt, kan het gebeuren dat de boodschap niet goed overkomt. Ook al doen de acteurs dan nog zo hun best, mijn aandacht houden ze niet vast.” -‐ Lineke van der Velden “hoewel ik op deze avond niet echt zat te wachten op een toneelstuk dat voornamelijk drijft op tekst, werd ik toch even verrast met een stukje dat op het eind door de man werd gesproken. Hij betoogde dat de mens veranderlijk is en niet als een robot is geprogrammeerd. Iedere menselijke cel past zich aan aan de omstandigheden. Ondanks dat ze altijd uit hetzelfde materiaal zijn opgebouwd, ontwikkelen ze zich en gaan functioneren naar gelang hun amstandigheden daarop invloed uitoefenen. Zou hier ook worden gedoeld op het theater? Een plek waar mensen blootgesteld worden aan nieuwe omstandigheden? Een plek dus waar mensen kunnen veranderen? Een plek dus waarvan velen denken dat theater de mensen toch niet zal veranderen? Er is mij bekend dat zo'n 100 jaar geleden bv "Op hoop van zegen" ooit een politiek standpunt scherp neerzette en dat daarmee een bijdrage leverde aan de tot stand koming van een nieuwe wet die weduwen van op zee gebleven mannen steun gaf. Het decor fascineerde door zijn schuine lijnen. Vanaf het moment dat de voorstelling begon kreeg ik het gevoel dat alles zich afspeelde op een naar rechts aflopende helling. Zelfs als de acteurs er voorlangs liepen bleef die indruk bestaan. Grappig hoe dat mij in verwarring bracht. Hoewel mijn verstand zei dat het allemaal absoluut horizontaal moest zijn, won toch indruk dat het zich afspeelde hoog in de bergen op een helling.” -‐ Nanco Winselaar “Het thema vond ik spannend. Het was ook zo ruim uitgemeten neergezet in de voor bespreking en in het programboekje. (Zou je ook te veel kunnen melden van te voren?? Deze avond realiseerde ik me dat voor het eerst en moest dat wat mij betreft bevestigen.). Het spel van de zussen echter ervoer ik als te schematisch. Ik miste 'echte mensen' die invoelbaar iets beleefden.Meer alsof een puzzel zich ontrolde. De zonder opheldering verschijnende man echter, die dus ook geen 'echt mens' was, gaf mij juist wel weer kippevel van echtheid. Door zijn inbreng werd het spannend. Het decor was mooi en dreigend kil. Misschien voor de zusjes juist wel te kil. Maar dank aan alle spelers, want ik heb het stuk beslist graag gezien.” -‐ Paula Deurloo “Indrukwekkende tekst over goed of fout en mooie regie en mise en scène van fantastische acteurs in een bijzonder ijzig decor. Een extra applaus voor Bert Luppes als stroef kantelpunt.” -‐ Renée Besteman
“Waarheid is persoonlijk, of niet? Een hond kan vals zijn, dus onverwacht bijten, licht kan vals zijn, dus de ware kleuren verhullen, en mensen kunnen vals zijn. Mensen zijn het meest ingewikkeld en hun valsheid kent vele verschijningsvormen. De twee zusters uit het stuk ‘Vals’, geschreven door Lot Vekemans, verhullen voortdurend en zelfs beroepsmatig hun ‘kleuren’, tonen soms onverwacht bijtgedrag, en beoefenen als het zo uit komt ook alle andere vormen van vals spel die ze kunnen bedenken. Zo bezien is de waarheid altijd persoonlijk en kijken we naar een postmodern of existensialistisch stuk. Het tekstboekje begint dan ook met een lang citaat van Harold Pinter wat eindigt met ‘sometimes you feel you have the truth of a moment in your hand, then it slips through your fingers and it is lost.’ Daar staat een derde persoon tegenover. Zijn naam doet denken aan G. uit de gedichtencyclus van Kopland, die altijd weigerde om een direct verband te trekken met ‘God’. Deze intertekstualiteit komt in de regie van Johan Simons niet bij je op: ‘Het is Gé, niet G.’, benadrukt Bert Luppes, die deze rol mooi onderkoeld speelt. Als Vekemans al zou denken aan een personage uit de geestelijke wereld, dan nog altijd aan een mengsle van God en Duivel, want Gé grijpt beide zusters bij de keel en heeft dito honden, waarvan er één daarom afgemaakt moet worden, zegt de recherche. Gé stelt dat de weg tot de waarheid afhangt van het eerlijk kijken. En dat is moeilijk, zeker als het naar je eigen gedrag is. Maar niet onmogelijk. De waarheden die Gé op deze manier te weten is gekomen (als celbioloog), hebben hem dicht bij de geheimen van de schepping gebracht. Maar de reacties van de mensen om hem heen waren zó ontkennend, dat hij nu als eenzaam en ontgoocheld mens leeft met zijn honden, die niet vals zijn zolang ze niet aan de ketting gelegd worden. Hij zwijgt in gezelschap van mensen, en zeker van de recherche, we horen zijn gedachten. Die gaan over hoe moeilijk dat eerlijk kijken is, en ook hoe belangrijk omdat te oefenen. Geen rollen, geen reputaties, geen vals spel, het moet mogelijk zijn, in ieder geval voor jezelf. Met dit goddelijk/duivels personage mikte Vekemans dus op een vermomd mysteriedrama, zou je kunnen zeggen, maar dat komt in deze regie van NTGent er helaas niet helemaal uit. De toneelruimte bestond uit suggestieve schuine wanden, die een vervormd perspectief geven, waar ik vanuit de zaal zo aan gewend raakte, dat ik regelmatig mezelf moest corrigeren – ‘nee, de vloer is gewoon vlak en niet schuin’. Dat bleek ook uit de stroompjes water die geleidelijk ontstonden omdat de brokjes ijs, waarmee de zwarte vloer bezaaid lag, geleidelijk smolten. Er is één deur, waarachter fel licht schijnt, verder is het vrij donker en blauw, koel. Op de achterwand zijn wat vaste zitplaatsen gemonteerd als in een doorgangscel bij de politie. De twee zusters zijn daar net beland. Kat (Elsie de Brauw) reageert boos en uit de hoogte, Sis (Betty Schuurman) berustend en volwassener. In de loop van het stuk draaien de rollen om: Sis is bang haar reputatie te verliezen als bekende Nederlander die veel tv-‐optredens heeft, en Kat kan haar principes van eerlijkheid steeds zuiverder verdedigen, ook al was ze op de avond van het ongeluk, waar alles om draait, te dronken om zich er ook nog maar iets van te herinneren. Wat is er nu echt gebeurd, die avond? Wat is er waar van de aanklacht dat ze zijn doorgereden na een dodelijke aanrijding met een overstekende wandelaar? Die vraag vormt de derde reden waarom ik zo geboeid keek. Een whodunnit, zoals tegenwoordig op tv ook met verve getoond en bekeken wordt door hetzelfde publiek dat naar klassiek toneel gaat. Eerst gaan we mee met het perspectief van Sis die achter het stuur zat en de meest geloofwaardige is van de twee, tot we haar bedrog gaan vermoeden en dan bevestigd krijgen door Gé die zwijgende getuige is, maar zelfs het nummerbord gezien en onthouden blijkt te hebben. Een heldere waarheid, maar of die ontdekt gaat worden door de recherche is de vraag. Als ze camera’s zouden hebben in deze cel, en als die ook wat Gé denkt en zegt registreren, dan kunnen ze de aanklacht bewijzen. Maar die afloop is minder interessant dan de eerdere botsing van waarheidsperspectieven. Een laatste element dat mij boeide was de drievoudig geprojecteerde harpspeelster, die twee keer een gefragmenteerd stuk gefragmenteerd speelde: postmodern, dacht ik, en een derde keer een harmonieus stuk dat meer past bij het instrument en onze verwachtingen. Dat troostte, net als de uitkomst dat wie goed en eerlijk durft te kijken, ook naar zichzelf, een bovenpersoonlijke waarheid vindt.” -‐ Roelof Jan Veltkamp “Mooi spel, bijzonder decor, en als langzamerhand alles duidelijk lijkt komt er die omkering en staat alles weer ter discussie. Desondanks heb ik meer genoten van Gif van NTGent, dat mij meer aangreep.” -‐ Saskia Herberghs “langzaam wordt helder voor de kijker , hoe een en ander heeft plaats gevonden en zie je dat meningen kunnen worden verdrongen en mooier gemaakt uit onvermogen om de volledige waarheid te aanvaarden. De schade aangericht wordt ontkent en doet veel met je rechtvaardigheids gevoel .” -‐ Tilly Bertling
Absinthe -‐ De Hollanders 10/10/2013 “Het eerste uur van de voorstelling denk je: "wat een onduidelijk om niet te zeggen warrig stuk". De personages worden slecht geïntroduceerd en zijn vanwege de vele dubbelrollen moeilijk uit elkaar te houden. In het laatste half uur vallen de puzzelstukjes dan toch nog onverwacht goed samen en krijg je waardering voor de onuitleggerigheid an de schrijver. Een ouderwets programmavelletje met de benaming van de rollen en de bijbehorende acteurs zou al een flink deel van de problematiek oplossen. Je kunt dan zien welke rollen er in het stuk voorkomen en door wie ze gedoubleerd worden. Ik zou er als acteur trouwens heel veel bezwaar tegen hebben als ik in programma's alleen maar als anonieme uitvoerende zou worden genoemd en het publiek niet de kans krijgt mijn naam te koppelen aan mijn verschijning.Ik zou wel graag een duidelijk CV willen hebben, zodat iedereen die in toneel geïnteresseerd is kan zien wat ik heb gedaan. Achter het vrij ingewikkelde stuk in combinatie met het feit dat de brokken toch gaan samenvallen valt de hand van een krachtdadige en strenge regisseur te vermoeden. Alleen jammer dat hij toch nog het stuk en het publiek wat overschat heeft. Aan de vormgeving is flink gewerkt. Geen al te armoedig decor, verzorgde belichting. Respect voor het feit dat Japin uiteindelijk het verhaal wel duidelijk maakt maar iets betere introductie zou het stuk aanmerkelijk wel beter gemaakt hebben. Merkwaardig is dat in de flyer de naam van Hummelinck Stuurman Theaterbureau ontbreekt, die op zijn eigen website deze productie duidelijk als van hen presenteert. Wordt deze naam niet als een kwaliteitskenmerk gezien?” -‐ Aart Blom “In Absinth laten de Hollanders laten zien wat ze in huis hebben en pakken uit met een sterk spel. Het stuk waarin Arthur Japin het historische kader van de tachtigers gebruikt als basis voor het verhaal waarin het karakter van de Hollanders goed naar voren komt. Het vrij willen zijn en streven naar verandering ademt uit alle hoeken en gaten van het stuk. Een echter aanrader.” -‐ Andre Smulders “Genoten van het enthousiaste en goede samenspel van de Hollanders. De introductie van wie is wie was voor mij te kort. Het duurde even voordat ik er een lijn in ontdekte. De rol van Anna Witsen was overbodig. Deze ''Titaantjes'' hadden voldoende ego en ideeen om interessant toneel te bieden. Dank je wel Hollnders voor de voorbespreking die jullie gaven en veel succes in de toekomst.” -‐ Annemarie Baronner “De Hollanders zijn een jong, enthousiast collectief dat met elkaar is afgestudeerd met een stuk van Arnold Grunberg. Ze hebben nu Arthur Japin om een nieuw stuk gevraagd, wetende dat hij met een historisch verhaal zal komen. Het stuk Absinth vertelt van de ondergang van Anna Witsen, gelieerd aan de groep van de tachtigers. Ze is een creatieve vrouw in een tijd dat vrouwen slechts huisvrouw en moeder mogen zijn. Alleen de freule in het stuk kan zich enig, voor die tijd excentriek, gedrag veroorloven.Het verhaal van Anna en de positie die zij als vrouw inneemt doet denken aan Camille Claudel. Gedurende het stuk kwam me ook het boek 'Van de koele meren des doods' van Frederik van Eeden weer voor de geest. Het enthousiasme waarmee de Hollanders zich verdiept hebben in de groep van de tachtigers en van daaruit hebben gewerkt deed mij denken aan de manier waarop Het Barre Land zich op teksten stort. Als Anna in het stuk verschijnt, loopt ze over een smalle stellage, boven een spiegelend vlak. een mooie metafoor voor haar wankele positie als vrouw in deze groep van schrijvers en schilders. Het hele decor bestaat uit min of meer abstracte suggesties en enkele realistische voorwerpen, die mooi in het verhaal gebruikt worden. Het stuk eindigt met de ondergang en verdrinking van Anna in het meer, verbeeld door een neerstortend blauw zeil. Anna wil zingen en heeft daarvoor ook talent. Ze wordt een inspiratiebron voor de tachtigers, waar ook haar broer deel van uit maakt. Een beroepsmatige carrière wordt door haar vader tegengehouden. Ze raakt in contact met Julius Röntgen die een stuk voor haar schrijft. Ze wordt op hem verliefd en stelt zich veel van hun relatie voor, hoewel ze weet dat hij getrouwd is. De afloop is voor haar fataal. In het stuk is Anna het aanwezige middelpunt, maar zelf spreekt ze niet. Ze laat haar stem wel zingend horen. Haar belevenissen met fatale afloop worden door anderen vertolkt. Op een effectieve manier worden de mannen van de tachtigers voor een deel neergezet door de vrouwen van het collectief namelijk door een onderbroek met gulp te dragen.Hierdoor kunnen ze ook heel snel van personage wisselen. Met veel vaart wordt het verhaal door hen verteld. In de teksten klinken echo's van de tachtigers en hun idealen door. Het stimuleerde me om thuis nog eens in wat teksten van tachtigers te bladeren. Er wordt met verve gespeeld. een minpuntje vond ik wel de harde uitspraak van de g's in de eerste beginzinnen, waarin ook nog eens veel g's zaten. Die manier van spreken leidde mij erg af van de inhoud. Gelukkig was dat alleen in het begin. De grertigheid van hun spel maakte verder veel goed. Een ander minpunt in het begin vond ik de schelle lamp met geel licht waar je als publiek recht in keek en waarvan ik de functie of symboolwaarde niet heb kunnen ontdekken. Verder vond ik de hele aankleding met beperkte middelen heel effectief en met veel fantasie gedaan. Het maakt dat je als kijker mee actief wordt in het plaatsen van de verschillende personages. Een groep om in het vervolg met belangstelling naar uit te kijken!” -‐ Anne-‐Mieke Akkermans “Een verhaal over de Tachtigers, hun idealen en problemen; gespeeld door een jonge groep acteurs met aanstekelijk enthousiasme. Een stukje literatuurhistorie. Ook een verhaal over de maatschappelijke verhoudingen in die tijd die verlangens dwarsbomen. Leuk en vlot spel. En technisch goed want vooral in het begin waren er nogal wat dubbelrollen -‐ voor de kijkers betekende dit: even goed opletten. Leuk vond ik dat ze vaak met een enkel kledingstuk de verschillende personages verbeeldden -‐ handig en verfrissend in deze financieel moeilijke tijd. Mooie emoties gaf deze voorstelling niet te zien. Wel een knappe menging van eigen teksten en citaten van de Tachtigers zelf. Dat ik die twee soorten niet kon onderscheiden lag aan mijn gebrek aan kennis van die literatuur. Jammer want ik vermoed dat de tekst hierdoor aan betekenis gewonnen zou hebben. Een fris intermezzo vormde het balanceren op de cirkel van de evenwichtsbalk. Technisch knap dus een plusje voor het spel. Tussen de teksten vormde deze scène een leuk kijkspel.” -‐ Heleen Sissingh “leuke vormgeving, zaten betere en mindere acteurs bij” -‐ Herma Beerlage-‐Goddijn
“Deze voorstelling heeft mij niet erg aangesproken. Ik zag een groep jonge honden die erg hard werkt en waarschijnlijk het idee heeft dat ze goed bezig zijn. Wat ze willen zeggen met deze voorstelling is voor mij niet helemaal duidelijk ondanks het gesprek met de spelers voor de voorstelling. Wat is de overeenkomst van de Hollanders met de Tachtigers? De Tachtigers waren dus rebellen die zich afzetten tegen de gevestigde orde. Hoe doen de Hollanders dat dan? Ik heb het niet gezien.” -‐ Joyce van Middelkoop “Het spel gepassioneerd, de teksten pakkend, vaart en volop afwisseling. De vormgeving ondersteunt op fantasierijke manier het spel. Van begin tot eind ben ik geboeid. Bovendien ben ik meer te weten gekomen over de tachtigers dan ik ooit op de middelbare school heb geleerd. Terwijl het verhaal zich meer dan een eeuw geleden afspeelt is de thematiek zo herkenbaar. Wij blijven de gevangenen van onze cultuur.” -‐ Lineke van der Velden “Het duurde even voordat ik afgestemd was op de manier waarop het stuk werd gespeeld. Maar zeker na 3 kwartier zat ik er goed in. Er was bij mij overigens geen enkel moment dat ik me verveelde. Het was boeiend om te zien hoe de acteurs bliksemssnel van personage wisselden, gebruik maakte van requisiten en decor en tekst. Ik vond dat heel knap. Zo wordt duidelijk dat acteren echt een kunst is. De keuze om acteurs soms in wankele positie's te brengen door ze op smalle loopplanken te laten lopen of balanceren, maakte het niet alleen spannend voor de acteurs maar ook voor mij als publiek. Ik heb dat geïnterpreteerd als de onzekerheid van de personages die gedreven op zoek zijn naar vernieuwing maar daar toch zo nu en dan twijfels over hebben of zo op de goede weg zijn. Ik kan alleen niet goed begrijpen waarom de hoofdpersoon Anna Witsen vrijgesteld werd van gesproken woord. Al met al heb ik erg genoten van de voorstelling!” -‐ Nanco Winselaar “De passie bij de inzet van de spelers heeft mijn hart verwarmd. Het idealisme was er! in meervoud! En dat in combinatie met een teruggreep naar de Tachtigers: heel geestig voor mij die de Tachtigers al in een stoffige doos had opgeborgen. Mooi toneel!. Want als theater 'een manier is om toegang te krijgen tot een waarheid die niet direct onder woorden kan worden gebracht', dan was dat het voor mij vanavond. Dank aan De Hollanders!” -‐ Paula Deurloo “De voorstelling Absinth ziet er prachtig vormgegeven uit door de belichting, kostuums en decor. Door de uitgebreide inleiding door het gezelschap voorafgaande aan de voorstelling zat ik er meteen in. Literair theater want zo noem ik dit, is voor mij iets statischer omdat de tekst, die niet altijd even begrijpelijk of toegankelijk maar wel schoon is, centraal staat. Het spel van alle acteurs was meeslepend en ik heb ervan genoten.” -‐ Renée Besteman “Het collectief herleeft. Absinth is de nu bijna vergeten naam van een vroeger populaire, gifgroene likeur. Populair bij het banale volk dat graag hoerenkasten en goedkope cafés bezoekt. Het drankje vertegenwoordigt in de voorstelling ‘Absinth’ door de Hollanders de ‘lage cultuur’. Het wordt naar binnen geklokt in een sfeer van uitgelatenheid, erotiek en passie. In de jaren rond de vorige eeuwwisseling, het Fin de Siècle van de Tachtigers, behoorden ook de zangeressen en actrices tot die ‘lage cultuur’. Geen wonder dat de welgestelde, doopsgezinde vader van Anna Witsen, die zangeres wilde worden, haar verbood zo’n carrière te ambiëren. Maar ze volgde haar passie. Ze bleef zingen, de vrijheid zoeken, de erotiek, de onmogelijke liefde met een getrouwde man. Dat werd uiteindelijk haar dood, door Herman Gorter zo fraai verwoord in een lang gedicht uit Verzen (1890): … Bij een groot zwart water aan zijn zoom/heeft ze heel stil gestaan, de lang geleden geboren boom /heeft het toen geraên -‐-‐ en de wind en de wolken hebben stil gestaan, /ze hadden het niet gedacht, anders waren ze niet gegaan /en hadden haar niet hierheen gebracht, … Maar toch, ze ging, /en ze sleurde mee in een sleep, kindren en klanken,/ in zwarte zee ging alles scheep, en 't dreef nog even, /het water zwart vonkte van diamant, in die groote schipbreuk brak ook het hart, /alles zonk, het laatste de hand. …. Gorter en de andere Tachtigers vertegenwoordigen in deze voorstelling de ‘hoge cultuur’. Het was een collectief van idealisten die hoogdravende proclamaties schreven. Even idealistisch, maar wat minder hoogdravend zijn De Hollanders. Hun term ‘theatercollectief’ doet mij aan de jaren ’70 denken, maar ze zijn realistisch en individualistisch. Hun toelichting vooraf over het gezamenlijk vorm geven van hun stuk vanuit een geheel verschillende smaak doet mij begrijpend knikken: ook de Tachtigers hadden heel verschillende opvattingen. Elk lid heeft zich ingelezen en ingeleefd in een andere Tachtiger, en die met Arthur Japin teksten gegeven rond Anna Witsen. Zo was Frederik van Eeden, in deze voorstelling gespeeld door Eva van Manen, veel aangepaster en ‘burgerlijker’ dan Kloos. Ze stemden overeen in hun bewondering voor de sensitivistische Gorter. ‘Gorter heeft mij een paar heel mooie dingen voorgelezen. Het vers op de zelfmoord van A.W. heeft mij geducht aangegrepen. Ken je dat?’ schrijft Van Eeden aan Kloos, twee maanden na het gebeuren, op 5 mei 1889. In de voorstelling vallen de verschillen tussen de leden van het collectief een beetje weg. Dat is aan de ene kant jammer, aan de andere kant wordt daardoor de hoog-‐laag tegenstelling scherper. Die wordt ook gesuggereerd in de statige corset-‐kostuums en de verticalen van het prachtige, maar vervallen vaderlijk huis, tegenover de zwoele, schaduwrijke scénes in het lage, horizontaal geaccentueerde deel van het decor. Liggende balken suggereren de oever van het zwarte water waarin alle vlammende passie en vrijheidsdrang onder zal gaan. De teksten worden bij de proclamaties ouderwets gezamenlijke gedeclameerd, vaker worden experimenteel de gedachten van de zwijgende Anna Witsen uitgesproken. Hier worden de verschillen in smaak niet overbrugd. Wel in het mooi geïntegreerde gebruik van de vuurspuwer en vooral in de muziek. Terwijl de Tachtigers verburgerlijken en verder van hun passies af komen, legt Anna zich steeds vaker horizontaal neer, ontkleedt zich geleidelijk en glijdt de dood binnen. Een ideaal is gestorven in de voorstelling, maar hopelijk niet bij het collectief: ze mogen van mij zo door gaan!” -‐ Roelof Jan Veltkamp
“Leuk van De Hollanders: al bij het betreden van de zaal is er wat te zien: niet alleen een wat onhandig decor met een balanceerbalk, maar ook houdt een van de spelers foto's op van de Tachtigers. Na afloop van het stuk staan de spelers weer met datzelfde enthousiasme het publiek in de foyer te woord. Dat de spelers zelf veel lol beleven aan het stuk is te zien, en wellicht daardoor ben je als toeschouwer bereid goed op te letten om het stuk te volgen. Dat is nodig omdat de spelers dubbelrollen vervullen, waarbij soms alleen een sjaaltje of wandelstok wordt gepakt om te verduidelijken dat dan weer iemand anders aan het woord is. Ook de taal is 'oud' en vraagt aandacht. Maar uiteindelijk is het een duidelijk verteld verhaal, dat ook voor mij is te volgen, terwijl ik nauwelijks wist wie de Tachtigers zijn. Er is af en toe ook echt wat te lachen, vooral staat me bij dat uit het raam 'revolutie' wordt geroepen, maar vooral wordt besloten binnen te blijven. Ik vond het een aanbevelenswaardig stuk, ook om daarna wat te googelen over het Palingoproer en het gedicht Mei.” -‐ Saskia Herberghs
Gary Davis -‐ Marjolijn van Heemstra 11/1/2013 “Marjolijn van Heemstra is op de voor ons allemaal genante waarheid gestuit dat het aantal Libanezen en Egyptenaren, dat zich graag permanent in Nederland zou willen vestigen het honderdduizendvoudige is van het aantal Nederlanders dat er naar verlangt voorgoed in die landen te gaan wonen. Dat houdt geenszins in, dat wij zoveel beter zijn dan de mensen, die in landen werden geboren waar het levenspeil op allerlei manieren (en zeker materieel) zoveel ongunstiger is dan bij ons. Wij zijn de gelukkige en deels toevallige erfgenamen van klimaat, ligging, vruchtbaarheid van de bodem en een geschiedenis, die ons heeft ingescherpt dat je alleen door samenwerking je land droog kunt houden. Het genante van dit lot is, dat wij weten dat we bevoorrecht zijn maar dat het niets zal helpen als we de bewoners van minder gelukkige landen ongelimiteerd zouden toelaten. De voorstelling over wereldburger Garry Davis, die ongeremde migratie over de hele wereldbol voorstond, is sympathiek en goedbedoeld maar toont geen werkbare oplossingen. De geïllustreerde lezing van deze avond is bovendien geen theater. Er ontstaat geen emotie, geen collectief geloof in een situatie, die buiten het theater volkomen onmogelijk zou zijn. De regisseur spant zich prijzenswaardig in de lezing te theatraliseren, er is werk gemaakt van kostuum en decor maar de voorstelling sleept geen ogenblik mee. Marjolijn van Heemstra heeft hooggestemde idealen, maar nog lang niet de uitstraling, die een vergelijkbare theatermaker als Laura van Dolron op haar beste momenten kan laten zien. Desalniettemin alle waardering voor deze poging. Helaas, onze wereld zit niet eerlijk in elkaar!” -‐ Aart Blom “In Garry Davis laat Marjolijn van Heemstra zien dat ze veel in huis heeft. In haar voorstelling neemt ze de kijker mee in haar worsteling om een vrije wereldburger te willen zijn. Ze stelt het huidige systeem van landen en de daaruit voortvloeiende beperkingen op de fundamentele rechten van de mens aan de kaak. Dat ze daarmee ook de grenzen van zichzelf moet overschrijden wordt echt schitterend neergezet in een setting die haar eigen comfort zone ver overstijgt. Ze speelt met een enorme gedrevenheid, lef, inhoud en humor. Een genot om naar te kijken en een schande om te missen.” -‐ Andre Smulders “Dit is geen voorstelling, dit is een politiek statement! Wat gedurfd om dit in het theater te brengen. Garry Davis is het laatste deel van een drieluik over verbondenheid. Hoe graag had ik ook deel 1 en 2 gezien. Ik moet ervoor naar Parijs, lees ik op de flyer. Want daar worden deel 1 en 2 nog gespeeld. Ik overweeg het absoluut. Want bij de voorstelling Garry Davis luister ik anderhalf uur zeer geboeid naar Marjolijn van Heemstra. Wat knap dat het iemand lukt om helemaal in haar eentje ervoor te zorgen dat mijn gedachten geen moment afdwalen, dat ik wil weten hoe het bezoek aan Garry Davis verloopt. En vooral hoe het lukt om toch op gelijke voet te komen met haar leeftijdsgenote Souad. Ik schaam me voor mijn land, mijn Nederland. Waarin iedereen zich druk maakt om Zwarte Piet, maar niet om mensen zoals Souad die Nederland niet in mogen, omdat ze er dan misschien zou willen blijven. De voorstelling is scherp, lief, schrijnend, humoristisch en boeiend van de eerste tot de laatste minuut.” -‐ Anita de Winter “De wereld als een voorstelling waarin ongelijkheid, idealisme en fantasie een rol hebben. Genoten van de originaliteit, de vondsten, van de humor, van de betrokkenheid en van het spel van Marjolijn van Heemtra.” -‐ Annemarie Baronner “Het stuk heeft als ondertitel: De droom van een wereldburger. Marjolein van Heemstra vertelt het verhaal hoe zij, in navolging van Garry Davis, op reis wil gaan met een eigen versie van een paspoort dat door Garry is ingesteld voor wereldburgers. Hij werd daarmee een beroemde idealist. Ze vertelt over haar bezoek aan hem en de manier waarop hij haar zelfs nu hij al 91 is, nog inspireert. Het is een geëngageerd, filosofisch getint en persoonlijk verhaal. Wat dat betreft doet ze wel denken aan Laura van Dolron. Garry Davis is een vervolg op een eerdere voorstelling waarin ze op zoek gaat naar mensen over de wereld die op dezelfde dag als zij geboren zijn. Ze wil de levensomstandigheden en de invloed daarvan op je leven vergelijken. Nu wil ze bij een van deze mensen, Souad, op bezoek met gebruikmaking van haar wereldpaspoort. Souad zou eigenlijk bij haar op bezoek komen, maar de toegang tot Nederland is haar geweigerd. Zo'n paspoort voor alle wereldburgers zou het voor iedereen mogelijk maken om te reizen. Daarom besluit Marjolein haar nu te bezoeken met dit wereldpaspoort, dat ze principieel wil gebruiken in plaats van haar normale paspoort. Ze komt niet verder dan de douane op Schiphol. De voorstelling is een verslag van haar twijfels, angsten en idealen, het niet lukken van haar plan en het daarbij toch hoog houden van haar idealen. Ze stelt zich daarbij kwetsbaar op en vertelt haar verhaal op een boeiende manier met zelfrelativering, maar ook met een vertoon van de glamour van een gouden glitterpak en toeters en zeepbellen. Dit op advies van Garry, die zelf een optredend artiest was. Ze moet, om dit te realiseren wel een drempel over omdat ze zich in de situaties waarin ze zich begeeft voor gek voelt staan. De glitter geeft haar verhaal letterlijk extra glans, maar geeft ook iets schurends door de tegenstellingen. In het begin moest ik wel wennen aan haar stem die wat vlak klinkt en niet echt geschoold in voordracht, maar de inhoud en de passie waarmee ze het vertelt was zodanig dat ik wel geboeid bleef.” -‐ Anne-‐Mieke Akkermans “actueel, heel knap vormgegeven,goede actrice” -‐ Herma Beerlage-‐Goddijn “Integere en realistische vertolking door een in glitter kostuum gestoken Marjolijn van Heemstra. De vormgeving is fantasievol en inventief. Prachtige voorstelling!” -‐ Joske van Duijne Strobosch “Een mooi thema, maar jammer van de uitvoering. De tekst was goed. Maar het was voor mij moeilijk om mijn aandacht erbij te houden. Het decor was simpel maar wel aantrekkelijk vormgegeven, maar het gouden glitterpak van Marjolein leidde mij door de schitteringen erg af. Marjolein wilde ons iets duidelijk maken, maar waarom moet er dan soms zo geschreeuwd worden? Verbondenheid zoals het thema luidde, heb ik met deze voorstelling niet gevoeld.” -‐ Joyce van Middelkoop
“Wat een verbazingwekkende creativiteit en wat een lef. Marjolijns idealisme is puur, ze weet te confronteren en inspireren. Zij laat een heel ander licht schijnen op de gemeenschappelijk aanvaarde beelden die we hebben over grenzen en vrijheid.” -‐ Lineke van der Velden “Vertelkunst en toneelkunst wisselen elkaar af in deze voorstelling die het publiek kennis laat maken met Garry Davis. Vooral de bevlogenheid van de vertelster/actrice maakt deze voorstelling boeiend van begin tot eind. Vooral de opbouw van dit verhaal vond ik indrukwekkend. Er is zoveel te vertellen over de hoofdpersoon dat het gemakkelijk heel ingewikkeld zou kunnen worden. Dat werd het niet en dat vind ik dus knap. Decors en requisiten waren zeer functioneel. Vooral op de momenten dat werd overgestapt van vertellen naar acteren. Dat gaf aan de voorstelling een prettige afwisseling.” -‐ Nanco Winselaar “prachtig onderwerp en heel integer neergezet ook, dapper en met humor” -‐ Paula Deurloo “Uit de nabespreking krijg ik de indruk dat de voorstelling Garry Davis meer op een Gesamtkunstwerk is ondanks dat concept, tekst en spel zijn verzonnen door Marjolijn van Heemstra. Of eigenlijk is het geen verzinsel maar een theatrale weergave van haar zoektocht hoe verzet te bieden aan de regls die ons beletten menselijk te zijn. Ondanks haar achtergrond van een studie godgeleerdheid overtuigt zij volkomen als actrice. Een indringende en integere voorstelling.” -‐ Renée Besteman “Actie tegen de ontmenselijking De wereld is meer en meer in de macht aan het komen van de cijfertjes. Cijfers van de beurs, van de testen, van de kijk-‐ en kiescijfers. Daarbij wordt het unieke van elk mensenwezen makkelijk uit het oog verloren. Jan Modaal, de ideale maten en het gelikte imago zijn belangrijker dan een levensverhaal met persoonlijke anekdotes, eigenzinnige karaktertrekjes en een lichaam met rimpels en vlekjes. Het wordt tijd dat we die macht als vorm van ‘tegenmacht’, van ‘het kwade’ gaan onderkennen. Maar de meeste mensen zijn ervan in de ban, vinden het zelf ook wel makkelijk , en zullen zeker geen actie gaan voeren tegen deze cijferdictator. Marjolijn van Heemstra staat de hele voorstelling alleen op het toneel. Ze speelt niet, heb je het idee, maar ze is gewoon zichzelf. En toch houd je je vooral bezig met de inhoud van haar voorstelling, en niet met haar als persoon. Dat vind ik wel heel bijzonder. Achteraf zegt ze “Ik ben activiste geworden, ja, ik ben nu een activiste!” Alsof ze het op dat moment ontdekt van zichzelf. Dat is één van haar geheimen: ze kan zich intensief verwonderen en leeft in het moment. Wij hadden dat al eerder geconcludeerd, bij voorbeeld uit haar verontwaardiging omdat haar vriendin uit Libanon niet gewoon als toeriste terug mocht komen nadat ze zich bij haar eerste bezoek niet precies volgens de regels van onze douane had gedragen. Ze kreeg een stempel ‘ongewenste vreemdeling’ in haar paspoort. Na drie jaar had ze haar paspoort kunnen deblokkeren, als ze een eigen huis had gehad, of iets van € 10.000,-‐ op de bank. Maar wie heeft dat? Dus voor haar vriendin (en voor 16.000 andere mensen per jaar) blijft Nederland gesloten. Hoe tolerant zijn wij? Voor wie? Waar gaat ons belastinggeld naar toe? Welke keuzes kan je als Nederlander eigenlijk zelf maken? Marjolijn van Heemstra heeft godsdienstwetenschap gestudeerd, vertelde ze ook achteraf. Des te specialer dat ze nu als aankomend talent bij het RO-‐theater is aangenomen. Of dat terecht is zullen we nog merken, want volgens mij is ze op haar best als authentieke vertelster. Wat ze deed was nauwelijks theatraal, eerder nog een performance, als de beeldende kunst niet ontbroken had. De uiterlijk vorm van de voorstelling is een parodie op het gekunstelde genre van de musical. Een activist die zich tegen de autoriteiten verzet, speelt een rol, en die houd je des te langer vol, naarmate er meer humor en afstand in zit. Garry Davis houdt het al 65 jaar vol om niet een nummer te zijn, specifieker: het nummer op je paspoort, maar een volledig mens. Hij baseert zich op de U niversele Rechten van de mens bij zijn rol als Wereldburger, met een wereldpaspoort, omdat het een universeel recht is elk land van de wereld in én uit te mogen. Dat heeft mij in deze voorstelling het meest aangegrepen: hier is authentiek verzet tegen de macht van natiestaten, van het reduceren van mensen tot cijfertjes. Hier kunnen we een voorbeeld aan nemen, als we activist willen worden tegen deze ontmenselijkende wereldmacht.” -‐ Roelof Jan Veltkamp “Knap hoe Marjolijn Heemstra gedurende de hele voorstelling de aandacht vasthoudt. Mooie interessante vertelling, ook grappig af en toe en bevlogen. Goed geintroduceerd door de ervaringen met de Libanese vriendin. Leuke trucjes met aankleding: het gouden pak, de kartonnen tafel en stoelen, de gordijntjes die op den duur van de rails aflopen. Veel effect met kleine ingrepen. Maakt nieuwsgierig naar de eerdere delen van het drieluik.” -‐ Saskia Herberghs
Assen Blues -‐ het Nationale Toneel 11/7/2013 “Een toevallige ontmoeting van twee mensen legt bloot hoe ze, elk op hun eigen manier, bezig zijn met het zoeken naar en omgaan met geluk. De zoektocht wordt versterkt door een gebrek aan verbintenis met de directe sociale context? Dit wordt door ieder op zijn/haar eigen manier verwoordt. Waar de een op zoek is naar het ultieme geluk, maar daar geen risico wil nemen. Gaat de ander uit van het genieten van het verlangen naar geluk met de wetenschap dat geluk nooit bereikt zal worden. Een contrast dat van begin tot eind blijft boeien.” -‐ Andre Smulders “Mooi en ingetogen zeer talig stuk . Het decor was eenvoudig en paste erbij. Twee eenzaamheden op het toneel, het stemde tot nadenken.” -‐ Annemarie Baronner “Assen Blues Op een perron ontmoeten een man en een vrouw elkaar. De vrouw is op reis naar haar werk in Groningen, waar ze les geeft op de academie. De man is als kind naar Nederland gekomen. hij is een garagehouder die met gemengde gevoelens zit t.a.v. zijn moederland Turkije, dat hij niet echt kent. Nu heeft hij besloten daar heen te gaan om te zien hoe het er is. Hij wordt hier vaak als Turk gezien, maar hoe is het om een Turk te zijn in Turkije? Hij voelt zich hier meer Nederlander, maar wordt niet echt zo gezien. Beide personages zijn ambivalent over hun levenssituatie. Als ze wachten op hun eigen trein raken ze met elkaar in gesprek. Ze vinden herkenning in elkaar. Ze staan op een soort wisselpunt in hun leven. Via de telefoon voeren ze gesprekken met personen die een band vormen met hun huidige leven. Een verandering is aanlokkelijk voor beiden. Zij heeft een teleurstellende ervaring in de liefde en voelt zich in een sleur zitten waarin ze vereenzaamt en waarin van haar dromen niet veel terecht komt, maar het is moeilijk om uit die sleur te stappen. Ze houdt haar studenten juist voor hoe belangrijk dromen zijn als inspiratiebron voor het leven. Hij is onzeker over zijn verwachtingen ten aanzien van Turkije. Enerzijds wil hij niet een kans om een reëel; beeld te krijgen voorbij laten gaan, anderzijds heeft hij moeite om zijn garage en zijn leven hier los te laten. Ze herkennen in elkaar de droom die ze najagen en besluiten de trein voorbij te laten gaan en samen de dag door te brengen. Hun gesprekken gaan over het geloven in dromen, loslaten van het vertrouwde en geloof in een toekomst en het durven kiezen voor een verandering. De tekst is van Rob de Graaf, het gegeven is boeiend. Ook de vorm van een ontmoeting op een kruispunt met telefoonttjes met de oude werled werkt goed. De vrouw wordt gespeeld door Camilia Siegertsz en de man door Ali Cifteci. De stem van Ali klinkt in de gesprekken met de vrouw vrij eentonig, zonder modulatie en is soms moeilijk te verstaan. De spanning zakt daardoor weg. In zijn telefoongesprekken die in het Turks worden gevoerd heeft zijn stem veel meer klank en is dan veel boeiender om naar te luisteren. Gelukkig houdt Camilia Siegertsz de voorstelling levendig.” -‐ Anne-‐Mieke Akkermans “Assen blues" werd geschreven voor de mannelijke speler van deze voorstelling Ali Cifteci, afkomstig uit Turkije. Voor hem vormde het onderwerp, de ontheemding, een probleem, of obsessie, zodat hij hier graag een voorstelling over gemaakt zag. Voor anderen die niet persoonlijk bij dit onderwerp betrokken zijn, bracht dit stuk weinig nieuws. Het is geen nieuws meer, ook werd het onderwerp in dit stuk niet op een speciale manier belicht of werd er iets extra's aan toegevoegd. Gelukkig werd er wel het heimwee of de ontheemding van een Nederlandse vrouw, die binnen haar eigen land migreerde, naast gezet; was dat niet gedaan dan was het verhaal wel mager geweest. De "Turkse" man en de Nederlandse vrouw speelden ieder op hun helft van het toneel evenwijdig aan elkaar; pas tegen het eind komen ze elkaar wat nader, lijkt het. Wat het spel betreft: de man speelde erg vlak zijn tekst. Dat van de vrouw vertoonde meer mimiek en emotie. De vergelijking van deze personages vond ik een beetje scheef want hij handelde in auto's en zij gaf les aan een academie; de twee leden van de vergelijking waren daardoor niet gelijkwaardig. Of wilde de schrijver met deze twee verschillende mensen juist aangeven dat het verlangen naar je geboorteland of -‐streek , en tevens het ontgroeid zijn daaraan, bij iedereen voorkomt. Dat dat gevoel universeel is, onafhankelijk van sexe of maatschappelijke positie. Deze voorstelling zou interessant geweest zijn toen allerlei migranten hier pas aangekomen waren; nu was ze dat niet meer.” -‐ Heleen Sissingh “Een statisch stuk in een wel heel sobere vormgeving, daardoor kwam de aardige tekst niet helemaal tot leven naar mijn idee en hadden ook de acteurs het niet gemakkelijk. Helemaal beklijven deed het stuk ook niet, miste daarvoor scherpte en urgentie als ik het zo mag zeggen.” -‐ Jaap de Hullu “Een mooie voorstelling met prachtige taal/tekst. Ik werd meteen de voorstelling ingetrokken door de intro van Camilla. Wat een ingetogen spel van een steengoeie actrice in een simpel decor waarin gedurende de voorstelling de spelers hun sporen in het zand trokken zoals wij allemaal onze sporen nalaten. De mooiste zin vond ik: Mehmet is nergens thuis, maar hij woont in Amen. Een duidelijk voorbeeld van de gespletenheid van gemigreerde mensen, of ze nu van Turkije naar Nederland verhuizen of van Rotterdam naar Assen.” -‐ Joyce van Middelkoop “Prachtig spel met tal van verhaallijnen, die laten zien dat elk mens op eigen wijze met soortgelijke dilemma's omgaat. Tegelijk laat het ook zien dat we groepsdieren zijn en niet zonder de ander kunnen. Het decor is minimalisties en ook voor meerdere uitleg vatbaar: afstand, glad ijs, verbindend element. Zijn wij niet allen zoekend en in meer of mindere mate tevreden met wat we tot dusver hebben bereikt. Dromen niet ook talloze autochtonen van vertrek naar een betere, mooiere wereld en zoeken ook zij niet op hun reizen bevestiging van het eigen opgebouwde geluk op de plek waar zij zijn opgegroeid en een bestaan hebben opgebouwd.” -‐ Lineke van der Velden
“Het begint met veel spanning in de monologen van twee heel verschillende reizigers. Spannend omdat het meteen duidelijk is dat een dialoog onvermijdelijk wordt. De personages willen of moeten elkaar wel aanraken, maar dat gebeurt gelukkig pas nadat zij de sporen van hun levens gezet hebben in het zandvierkant dat hen op het podium eerst nog scheidt. In al die beweging (op toneel of in de reizen die ze al dan niet maken), nemen ze de toeschouwer mee. Fantastisch!” -‐ Maarten Blom “Het zou zo interessant kunnen zijn; naar iemand luisteren die al zijn hele leven probeert zijn plek in de samenleving te vinden maar steeds aanloopt tegen zaken die je niet zelf zou kunnen bedenken. Het duurde mij echter veel te lang in deze voorstelling. Praten, praten, praten, en praten enz. enz. Nee. Het is meer iets voor het tv programma "De Wandeling" van de KRO.” -‐ Nanco Winselaar “met plezier en betrokken naar gekeken. onderwerp sterk neergezet. geef wat mij beterft de toneelkijkersprijs van dit jaar aan de heer Ali Cifteci voor zijn optreden met en in dit stuk.” -‐ Paula Deurloo “Na de voorstelling en voor en na de nabespreking met Ali Cifteci kwamen we erop dat de voorstelling Assen Blues gaat over verlangen en zielepijn in het algemeen en de persoonlijke verlangens en beleving van de man en vrouw in dit stuk en waar het raakte aan die van ons als toeschouwers. Mooi spel, strakke regie. De vormgeving zou wel wat spannender kunnen.” -‐ Renée Besteman “Intro met monoloog van de vrouw duurt lang, en waarom is ze zo weinig aansprekend, zo lijdzaam? Dan komt de man, die uiteindelijk heeeeeeel lang aan het woord is. Dat hij terug verlangt naar Turkije kan ik me voorstellen, maar waarom nu? Ik vond het allemaal wat langdradig, en weinig inspirerend. Geluid van trein is leuk, maar het grint op de vloer begrijp ik niet. Waarom daar af en toe een cirkeltje in trekken?” -‐ Saskia Herberghs “Prachtige dictie van Camilla Siegertsz! Zij begint met het woord grijs op verschillende manieren uit te spreken .Langzamerhand is dit eigenlijk haar levenskeuze is geworden.! Door de ontmoeting met de autohandelaar Cifteci , geeft zij zichzelf nog even de hoop op een vriendschap, maar durft niet meer op haar gevoel te vertrouwen.Door veel tegenslag in het leven is zij heel streng voor zichzelf geworden ! Zij daagt uit en trekt terug .De man droomt over zijn geboortegrond en is vol vertrouwen dat aldaar zijn dromen uitkomen. Twee mensen op elkaars pad,Inkomende treinen/ Vertrekkende treinen” -‐ Tilly Bertling “Rob de Graaf is een uitstekende toneelschrijver. Geef hem een thema op (zoals Ali Cifteci dat deze keer heeft gedaan) en hij bakt er wat van. Sommige stukken lukken beter dan andere. Dit keer zagen we een beetje sprekende poppen, waar ideeën en eigenschappen in gegoten waren. Toch een prestatie van de schrijver! Het stuk kreeg een extra positieve lading door de spelers. Camilla Siegertsz was in haar jonge jaren een klein vuurspuwend opdondertje. Inmiddels is ze een charmante vrouw geworden met een betoverende glimlach. Ali Cifteci is een sympathieke man die heel rationeel om kan gaan met het gespleten leven dat ontstaat als je hier geboren wordt en daar getogen. De regisseur bracht zoveel mogelijk afwisseling in het basisgegeven van twee sprekende poppen. Waarom er een witte krijtvloer lag waar de spelers af en toe duidelijk voetafdrukken gingen maken, werd niet duidelijk. Het angstaanjagende van de avond vond ik dat het Nationale Toneel in zijn eigen thuisbasis, den Haag niet meer waagt dan drie avonden in een kleine zaal, die vervolgens misschien voor 60% bezet wordt. Hier zien we de kaalslag voor ogen, die niet alleen plaatsvindt op het gebied van de financiering van ander aanbod dan "Soldaat van Oranje" maar ook de treurig stemmende terugloop van de publieke belangstelling voor interessante en goed verwoorde problematiek. Een paar jaar terug had het stuk nog drie of vier weken in het NTGebouw kunnen spelen!” -‐ Aart Blom
Vermogen -‐ Mugmetdegoudentand 11/21/2013 “De ambitie om verschillende grote thema's in een stuk te presenteren is een gedurfde. Hierdoor ontstaat er echter wel een stuk dat het vermogen vraagt om door te kauwen op de inhoud. Vermogen is zeker geen licht verteerbaar stuk maar als je de tijd neemt voldoende om de gemoederen nog lang mee bezig te houden.” -‐ Andre Smulders “Wat waren ze goed op elkaar ingspeeld en wat wisten ze de spanning in de auto op te bouwen. Het was en vermakelijk en wrang.” -‐ Annemarie Baronner “Vermogen door Mug met de Gouden Tand Het stuk start met een echtpaar in een grote auto op de terugweg van hun vakantiehuis in Kroatië. Misschien is dit wel voor de laatste keer want ze hebben het huis te koop gezet. Ze zitten in de kleine ruimte van hun Mercedes, aangewezen op elkaar, maar het is niet duidelijk wat ze elkaar nog te bieden hebben. Hij is een werkeloze wetenschapper, teleurgesteld in het leven. Zij is een politica met idealen die aardig aan kwaliteit hebben ingeboet. Alles lijkt gladjes aan de buitenkant, maar onderhuids broeit het en groeit de onvrede met elkaar en met hun leven. De motor raast met groot vermogen, de inzittenden hebben het vermogen verloren om op een ontspannen en liefdevolle manier met elkaar om te gaan. Aan hun geldelijke vermogen mankeert ook het een en ander, gezien het in de verkoop zetten van het huis. Het stuk bestat uit dialogen die ze in die beperkte ruimte onderweg met elkaar wisselen en waarin al het oud zeer doorklinkt. In toon en lichaamstaal krijgen we een beeld van die relatie. Die relatie blijkt zich nog jaren voort te slepen. Ze zijn nog steeds bij elkaar maar daar houdt het wel mee op. Het decor waarin ze spelen is een raak vormgegeven beperkte ruimte die ze onderweg ter beschikking hebben. Het decor geeft daarmee ook de beperkingen van hun relatie weer. In het begin vond ik het een boeiend gegeven, maar het stuk zakt wat weg door de discussies die meer van hetzelfde opleveren. de spanning die in het non-‐verbale spel zit kan dat op den duur niet compenseren. ik haakte er een beetje door af. Lineke Rijxman weet op een gegeven moment de spanning er weer wat in te brengen. Als geheel vind ik de voorstelling niet helemaal geslaagd.” -‐ Anne-‐Mieke Akkermans “actueel onderwerp” -‐ Herma Beerlage-‐Goddijn “Sterk spel, inventieve vormgeving.Tekst is scherp en herkenbaar, kruipt onder de huid. Het is boeiend om naar te luisteren èn om naar de kijken van af het wat opgefokte opgewekte begin van de reis tot aan het bittere ware einde.” -‐ Joske van Duijne Strobosch “Een uiterst vermakelijke voorstelling. Mooi klein spel van de acteurs, strakke regie, speelse vormgeving van het decor en goede tekst. Relevante verwijzingen naar heden en toekomst die stof tot nadenken geven.” -‐ Joyce van Middelkoop “Hoe herkenbaar is de discussie van tijdgenoten.Na 40-‐50 jaar wordt de discussie links-‐rechts ineens heel rekkelijk. Zo herkenbaar als het script in het begin is, zo bizar wordt het visioen naar de toekomst toe. Daarmee is het een afschrikwekkende spiegel die ons wordt voorgehouden, die hopelijk niet tot een kortstondige maar langdurige bezinning leidt. Het spel van Lineke en Willem is in één woord fabuleus. Het spel boeiend, afwisselend, lucide, humoristisch en uit het leven gegrepen.” -‐ Lineke van der Velden “Veel herkenbare momenten. Niet statisch door leuk spel. Leuk om zien hoe de lichtbalk in de achtergrond zijn bijdrage levert aan de stemmingen in het spel. Mooi vond ik het als de spullen op het toneel steeds spelenderwijs werden veranderd om een nieuwe plek aan te geven.” -‐ Nanco Winselaar “het stuk heeft me nergens van iets kunen overtuigen. sorry. behalve misschien toch de tekst van het meisje...” -‐ Paula Deurloo “Het begin was heel sterk, de personages duidelijk neergezet evenals de spanning tussen hen. De vormgeving en de lichtbak versterkten dat effect. Nadeel van de losse scènes van een huwelijksleven is als één scène niet sterk is, de spanningsboog en daarmee de voorstelling inzakt. De acteurs kunnen dat niet verhelpen en het stuk eindigt als een nachtkaars. Jammer, van mij had het gegeven gruwelijker uitgewerkt gekund en drastischer.” -‐ Renée Besteman “Mooie voorstelling, spannend ook. Door de autorit en het elkaar bevragen op (vervlogen) idealen, mooi decor, scherpe teksten. Boventeksten zijn overbodig. Het einde is jammer, want ongeloofwaardig en de misstappen zijn te groot: het verwekken van een zoon elders en betrokken zijn bij moord op journalist. Juist de subtiliteiten in de gesprekken van het begin zijn spannend. Had van mij daarbij mogen eindigen.” -‐ Saskia Herberghs “Een relatie met veel verborgen gebreken die langzaam maar zeker als een nachtkaars uitgaat en helaas ,door allerlei leugens en bedrog eindigt ! Maar door geldgebrek en moed tot elkaar veroordeeld blijven ze bij elkaar. Leuk toneel ,” -‐ Tilly Bertling
Nieuwe Wereld Symfonie -‐ De Veenfabriek 12/3/2013 “Op papier leek het aardig: een fantasie van oude mannen over een nieuwe wereld. Wat we zagen was de uitkomst van bezigheidstherapie, die voor de deelnemers waarschijnlijk bijzonder gezellig en inspirerend is geweest. Als de regisseuse een leuke vrouw was, die enthousiast en goedgehumeurd heeft gewerkt met een groepje 65 plussers, zal iedereen een heerlijke tijd gehad hebben. Er kunnen uitvoeringen worden gegeven voor medebewoners, medeleden van de vereniging, familie en buren. Dit welzijnswerk hoort echter in genen dele thuis in een professioneel theater tegen professionele toegangsprijzen. Het Theater aan het Spui zal deze voorstelling geboekt hebben omdat deze onder het goed bekend staande merk "Veenfabriek" werd aangeboden. Als de overheid in de komende periode gaat subsidiëren op grond van gerealiseerde kwaliteit en niet van papieren toekomstplannen mag Veenfabriek wel uitkijken. Het verband met de Symfonie van Dvorák was op geen enkele manier uit de voorstelling te halen. Wel een beetje uit de schriftelijke toelichtingen, maar dat is een teken van zwakte. De regie is -‐als gezegd-‐ bezigheidstherapie. Het enige professionele aan de voorstelling waren nog de decors. Hopelijk heeft Veenfabriek die van een vroegere voorstelling kunnen gebruiken anders is er nog overheidsgeld gebruikt in een situatie, waar dit zeker niet voor bestemd is. Niets ten kwade overigens van de executanten! Zij hebben zich bijzonder ingespannen en zijn daarvoor beloond met gezellige samenwerking.” -‐ Aart Blom “Nieuwe Wereld Symfonie door de Veenfabriek In deze voorstelling komt een groep ouderen bij elkaar om met elkaar een dans op te voeren, geïnspireerd door de muziek van de nieuwe wereld. Op zich is het confronterend een groep ouderen te zien die er voor gaan dit verhaal uit te beelden, met hun eigenheden en hun beperkingen die hun leeftijd hen oplegt. In Schwalbe zoekt massa zag ik ook een groep mensen die hun mogelijkheden aan het verkennen waren. In die voorstelling was ik van het begin tot het eind geboeid. De spanning werd opgewekt door de repeterende alsmaar doorgaande beweging, het geluid van de voeten en het gehijg. In deze voorstelling ontbrak voor mij die spanning. Naar mijn gevoel hinkte de voorstelling ook op twee gedachten: het uitbeelden van iets en de werking van de gezamenlijke inspanning. Het kwam geen van beide goed uit de verf. Onduidelijk was voor mij wat de hoofdtooi moest beduiden. een verwijzing naar de nieuwe wereld? Een boeiend stukje vond ik wel de processie die op een gegeven moment op gang kwam met mensen gehuld in kleurige lappen plastic. Mede door de wat vertrokken gezichten riep het bij mij beelden op van de schilderijen van James Ensor, waar hij processies afbeeldt in een danse macabre. Dat vond ik een heel mooi beeld, maar als geheel vond ik het te mager voor een voorstelling.” -‐ Anne-‐Mieke Akkermans “Een voorstelling die de spelers, van 70 jaar en ouder, veel plezier en contacten zal hebben gegeven bij het instuderen. Het publiek, althans mij, had ze echter weinig te zeggen. Hoe moet je nu de dans van ouderen beoordelen? Uiteraard kunnen zij fysiek veel minder neerzetten terwijl ze wel veel enthousiasme inbrachten. Een vergelijking gaat dus mank en daarom geef ik dit keer geen cijfers. Al geldt dat niet voor de beoordeling van het onderwerp en de vertaling daarvan in de dans. Helaas was het mij een raadsel waar het "verhaal" over ging; hier zou ik een onvoldoende geven. Toch nog een pluspuntje. Ik heb genoten van het spel met de lichtende gekleurde staven: prachtig dit onderdeel van de vormgeving.” -‐ Heleen Sissingh “Met bewondering heb ik gekeken naar de spelers, hun inzet, energie en betrokkenheid. Het stuk op zichzelf vond ik qua inhoud te weinig boeiend en/of inspirerend. Ik vraag me af of deze nieuwe wereld symfonie geschikt in voor een podium als het Spuittheater. Als maatschappelijk initiatief vind ik het echter wel geweldig.” -‐ Joske van Duijne Strobosch “Onbegrijpelijk! Ik hoop dat de regisseur en de spelers er veel plezier aan beleefd hebben.” -‐ Joyce van Middelkoop “Leuk dat ouderen de theatervloer opzoeken. Het geheel vond ik weinig inspirerend, eerder al te vaak genant om naar te kijken. Was er nou echt niet meer van te maken.” -‐ Lineke van der Velden “Het duurde even voordat ik mezelf had afgestemd op deze vorm van theater. In plaats van een toneelstuk keek ik naar bewegingstheater. Toen ik "om" was ging ik weer genieten! Omdat je in het begin alles wat er gebeurt meet langs een lat van beperkingen die deze spelers hebben, was ik een beetje in de war. Natuurlijk heeft iedereen zijn beperkingen. De een wat meer dan de ander. Voor mij is duidelijk geworden dat het niet uit maakt hoe groot die beperkingen zijn. Dankzij een goede regie, vormgeving en het enthousiasme van de spelers besefte ik dat er geen beperking bestaat om een mooie voorstelling te maken.” -‐ Nanco Winselaar “een wonderlijk en ongemakkelijk stuk, waar je je door het geheel laat ontroeren. geen van bovengenoemde aspecten heeft me kunnen raken, maar het geheel was een hele mooie vondst. de man in de nabespreking redde voor mij het hele stuk, hij maakte iets waar na al dat gekunstel. hoorde die nabespreking niet onlosmakelijk bij de voorstelling?” -‐ Paula Deurloo
“Ws heb ik het niet goed begrepen, maar dit stuk lijkt me leuk voor het bejaardentehuis! Leuk voor fam en vrienden van in veel opzichten te jonge bejaarden waardoor het niet fragile wordt, maar kijk mij eens leuk een dansje doen! Buiten het decor met prachtige bewegende deuren (de deur naar het hiernamaals?) amateur toneel ! De oudere dame leefde zich goed in , maar de heren slecht verstaanbaar en saai!” -‐ Tilly Bertling
Death by powerpoint -‐ Golden Palace 12/7/2013 “Death by Powerpoint geeft een uiterst herkenbaar beeld van de wereld van kantoor en organisatie. Bijna iedereen kent de gekte van dit soort omgevingen. Er wordt veel om gelachen en de spot mee gedreven. De grappen zijn daarom wel een beetje als "makkelijk" te kwalificeren. De invalshoek is niet nieuw of bijzonder origineel. Wel heel goed uitgevoerd. Leuke tekst (deze wordt aan niemand in het bijzonder toegerekend en is dus kennelijk uit onderling overleg en improvisatie ontstaan). Uitstekende spelers, zowel voor wat betreft de tekstbehandeling als lichaamstaal en gezichtsuitdrukking. Weloverwogen sequentie van overgangen, dan weer druk en lawaaiig, dan weer rustig en kalmerend. Omdat zowel tekst, regie als één van de hoofdrollen in belangrijke mate in handen zijn van de langjarige leading Lady van dit gezelschap, Ingrid Kuijpers is het moeilijk te zien waar het ene ophoudt en het ander begint. Hulde voor iemand die sinds 1999 al bijna elk jaar zo'n voorstelling met geheel eigen stempel in elkaar zet en daarmee publiek blijft trekken. Het is amusementstheater natuurlijk, maar wel met kwaliteit.” -‐ Aart Blom “Golden Palace levert met Death by powerpoint een vrij oppervlakkig stuk over bedrijfsomgeving met uiteenlopende typetjes. Het gevoel dat na afloop blijft hangen is een mix van een bij Jiskefet achtige benadering van een kantooromgeving en de vlieg op de muur bij een persoonlijke vaardigheidstraining bij een bedrijf, zonder een duidelijk keuze te maken voor realisme of absurdisme.” -‐ Andre Smulders “Death by Powerpoint door Goldebn Palace In dit stuk zet Golden Palace op een heel effectieve manier een trainingssituatie neer voor medewerkers in een bedrijf dat een verandering moet ondergaan. De medewerkers op het toneel zitten in een kantoortuin waar niemand meer een vaste eigen plek heeft. Het publiek wordt als het ware mee in de training betrokken. De medewerkers worden om de oren geslagen met het overbekende jargon van zo'n training. alle mogelijke reacties hierop zijn heel herkenbaar. Dat maakt het ook ontzettend leuk, hoewel het voor degenen die de training moeten ondergaan alles behalve leuk is. Het is het handelsmerk van Golden Palce om die alledaagse tragiek uitvergroot neer te zetten zodat het aan de orde wordt gesteld en je er ook om kunt lachen. Dit gebeurt in een aaneenschakeling van veel voorkomende trainingsmomenten. Het zijn niet de karakters van de verschillende personages die centraal staan, maar de situaties waar ze door de training in gebracht worden en die heel herkenbare reacties oproepen. Die reacties worden vooral in lichaamstaal uitvergroot, maar niet als een karikatuur neergezet. Ze werken eerder als een lachspegel omdat de personages voor iedereen kunnen staan, wat het allemaal extra herkenbaar maakt. Een heel geslaagde goed getimede voorstelling met vaart en verve gebracht.” -‐ Anne-‐Mieke Akkermans “Een gezellig kijkspel vond ik het. Maar meer ook niet. Qua behendigheid en knappe sprongen, snelheid en het samenspel in de achtervolgingen was het fysiek knap spel; de regie had hier eer van haar werk. Ander spel kwam in dit stuk echter niet voor: geen karakters, geen emoties. Dus alleen leuk om even naar te kijken. Het decor, een kantoor voldeed natuurgetrouw aan de omgeving waar het stuk in speelde; maar gaf geen extra accenten. Het thema vond ik gedateerd. Inderdaad werd de absurditeit van onze werkomgeving mooi en echt neergezet. Iets nieuws, nieuwe accenten of een andere benadering zag ik echter niet. Hilarisch al die ontwikkelingen en (zogenaamde) verbeteringen in de kantoorwereld; en daar niet alleen! Maar dat weten we nu toch wel. Althans zo ervoer ik het: Niets nieuws, jammer. Na afloop bleek mij wel dat ook hier het publiek een factor vormde. De receptie bij hen, die in die wereld werkten of gewerkt hadden was wel positief; zij herkenden er veel in en genoten daarvan.” -‐ Heleen Sissingh “Verrassend leuk stuk, de meligheid en gemakkelijke grappen werden vaak vermeden, een enkele scene wat lang of weinig dwingend, mooie mix met muziek. Vooral de 'officiële, voorgedragen' teksten vond ik erg mooi, scherp en intelligent, huiveringwekkend ook voor wie er wel eens in het echt mee te maken heeft.” -‐ Jaap de Hullu “Als verandermanager heb ik genoten van deze voorstelling. Heerlijk om de waanzin die door veel organisaties waart uitvergroot op de planken te zien.” -‐ Lineke van der Velden “Wat een leuk stuk! Zo herkenbaar. Logisch dat het ook voer is voor echt kantoorpersoneel.” -‐ Nanco Winselaar “Hilarische voorstelling over een kantoor dat aanvoelt als een arena waarin iedereen zijn baan wil houden en dus aan de grillen van de teamleider c.q. baas onderhevig is. Berg je als iedereen om de beurt de leider mag zijn want om de hoek ligt meedogenloosheid. Had van mij nog meer uit de hand mogen lopen.” -‐ Renée Besteman “Een in meerdere opzichten zeer geslaagde voorstelling: een volle kleine zaal, en afgaande op de lachsalvo's van sommigen in het publiek zeer herkenbaar. Leuk om achteraf van de regisseur te horen hoe de voorstelling tot stand is gekomen,.Dat ze helemaal niet wist dat competenties nu zo belangrijk zijn bij beoordelings-‐ en functioneringsgesprekken en trainingen in het kantoor. Blijkbaar weet iedereen wel zo ongeveer hoe daar gewerkt wordt. Mooi hoe de loyaliteit van de 'klerken' in het stuk naar voren komt. Desondanks moest ik er zelf niet zo heel erg hard om lachen. Misschien omdat de spelers hun archetype niet overstijgen en ik als kijker niet met een van hen echt meeleef. Dus een aanrader voor een enerverend avondje, maar ik vrees dat de voorstelling niet lang blijft hangen. Wel een goed idee om het stuk op kantoren op te voeren.” -‐ Saskia Herberghs “Snel ,accuraat en zeer afwisselend , werd het personeel geconfronteerd met valkuilen en competenties. Prachtige mimiek en ontzettend grappige personages.” -‐ Tilly Bertling
Hideous (wo)men -‐ Boogaerd/Vd Schoot 12/13/2013 “Technisch hoogst interessant van niets naar nergens. Susanne Kennedy heeft in Den Haag een reputatie opgebouwd als moordenares van mooie klassieke stukken, die altijd spannend en meeslepend blijven behalve wanneer Mevrouw Kennedy er met haar handen aan zit. Het was dus heel geruststellend, dat ze zich deze keer alleen maar zou vergrijpen aan een zelfgemaakt werkstuk. Van Bogaerdt / van der Schoot kende ik alleen het alleraardigste theatrale werk "Tsjechov bij de Bushalte" dus voor hun aandeel waren mijn verwachtingen positief. Ik moet bekennen, dat er maanden voorbijgaan waarin ik mij geen zorgen maak over de zielloze mens. Het onderhavige stuk gaat voor mij dus over een probleem waar ik geen last mee heb. Theatertechnisch hoogst interessant! Zeer innovatieve vormgeving! Een wonder van timing en precisie! Geweldig gebruik van rubbermaterialen! De snelle beeldwisselingen gaven mij opeens een associatie met de techniek van de Snip en Snap Revue in de jaren 50, die in luttele seconden het doek liet zakken voor een volgepakt toneel en het meteen daarna weer liet opengaan voor een volkomen ander -‐al even volgepakt-‐ tafereel. De pies-‐, poep-‐ en gynaecologische scenes waren theatertechnisch uitermate interessant maar enkele minuten ervan waren genoeg geweest. Een half uur ervan was echt een kwestie van tijd rekken. De scenes losten niets op en gaven geen plotselinge nieuwe inzichten in de samenhang der dingen. Heel innovatief tenslotte om na een voorstelling als deze geen applaus te komen halen. Kortom: boeiend en technisch heel knap maar nergens voor nodig.” -‐ Aart Blom “Hideous Wo(men) is geen stuk voor iedereen en ook niet iets dat je zomaar loslaat. Het zoeken naar identiteit wordt zeer gestileerd in beeld gebracht in een mix die het midden houdt tussen een soap en "the twilight zone". Het toneel wordt gevormd door drie ruimten die als taartpunten zijn geplaatst op ronddraaiend podium. Het tempo in het stuk wordt volledig bepaald door de snelheid van de draaischijf die op sommige momenten zenuwslopend traag de verschillende scenes voorschotelt en op andere momenten een bijna wilde kermis attractie. Het stuk sluit af met een scene die niet geschikt is voor de teer zielige toneel bezoeker en het midden houdt tussen een zelfontleding en een abortus.” -‐ Andre Smulders “Hideous Women door Oostpool op het speelvlak staat een draaitoneel, een soort carrousel met openingen naar het publiek en verbindingen onderling. Aan het publiek worden vrouwen voorgeschoteld die verworden zijn tot beelden van vrouwen in plaats van echte personages. Ze dragen maskers en zien er allemaal hetzelfde uit. Ze zijn min of meer ingetaped in witte pakken, als in een keurslijf dat hen opgelegd is. Alleen hun ogen zie je af en toe bewegen, waardoor je weet dat het geen poppen zijn. Het toneel draait waardoor we steeds een nieuw tableau zien. Er hangt een camera die het komende beeld opneemt dat op een scherm voor ons geprojecteerd wordt, waardoor je al een glimp opvangt van de volgende beelden. Je ziet ze als het ware voorgeprogrammeerd. Dat versterkt hun beeld van opgelegde onechtheid. Ook de tekst is voorgeprogrammeerd, die is vooraf opgenomen. We zien geen vrouwen, maar slechts geconstrueerde beelden die naar echte vrouwen verwijzen. Het is niet een verhaal dat verteld wordt, maar meer een statement over de positie van vrouwen en het beeld dat van de vrouw gemaakt wordt in onze consumptiemaatschappij en waaraan deze vrouwen al dan niet gedwongen beantwoorden. Het zijn verwarrende beelden die allerlei associaties oproepen. De performance eindigt met het beeld van vrouwen die bezig zijn met hun eigen abortus en het bestuderen van hun ontlasting, gefascineerd door het abjecte. De beelden en je eigen associaties vormen de voorstelling. Net als in eerdere voorstellingen stellen Bianca van der Schoot en Suzan van de Bogaerdt de plaats van de vrouw in vraag in deze boeiende voorstelling, die naadloos aansluit op een aantal filosofiecolleges over Baudrillard en Kristeva die ik net gevolgd heb.” -‐ Anne-‐Mieke Akkermans “Een bijzondere voorstelling die bewondering verdient voor de intentie om een ongemakkelijk stuk toch te brengen: ongemakkelijk voor spelers èn kijkers. Er werd gespeeld op een draaiend carrousel verdeeld in drie kamers. Van mooie mimiek en acteren kon in deze voorstelling geen sprake zijn. Het op tijd verhuizen naar de volgende kamer, het vlug verkleden in de nauwsluitende pakken vroeg echter om snelle actie en goede timing want de carrousel draaide onverbiddelijk door. Ook het aanpassen van de articulatie aan de van tevoren opgenomen stukjes onpersoonlijke tekst eiste precisie. Uitstekend "spel" dus. Het publiek zag via camera's reeds de volgende scène in het compartiment dat nog voordraaien moest, en daarna pas die scène in werkelijkheid. Dat veroorzaakte verwarring: wat werd er verbeeld? om welke werkelijkheid ging het hier? Eigenlijk waren er geen personages maar slechts onpersoonlijke animaties die dus gekopieerd kunnen worden. En toch stond je even verbaasd te kijken als er in het volgende deel weer dezelfde poppen bleken te huizen. De laatste scènes begreep ik niet. Zagen we een soort abortus? Of verbeeldden ze het graven in, het onderzoeken van het eigen lichaam ? Het was wel erg onsmakelijk. Ik vraag me af in hoeverre de intentie en betekenis , de obsessie met "ik" ?, van deze scènes geschaad werden door deze vreselijke uitvoering. Ik vond ze ook te lang duren, waardoor je de gruwelijkheid van de handeling extra opgedrongen kreeg. Was dat juist de bedoeling? Of gingen de makers hier een grens over? Voor mij deed dit onsmakelijke slot afbreuk aan de interessante voorstelling. Interessant was ze zeker, en origineel, al begreep ik (nog) lang niet alles. De makers hadden zeker wat te zeggen, dàt staat voor mij wel vast.” -‐ Heleen Sissingh “Wat een geweldig stuk, ook al valt het moeilijk na te vertellen aan iemand die er niet bij was. Origineel, rythmisch, intrigerend, op gevoel werkend, aandacht vasthoudend. Echt heel bijzonder. Alleen het slot vond ik jammer, maar wellicht heb ik iets gemist; kwam op mij over dat er eens even lekker werd geprovoceerd, duurde mij echy te lang, stijlbreuk die niet te volgen was. In mijn herinnering staat gelukkig het stuk daarvoor overeind. Ook daarin hoefde het plassen voor mij niet zo (omdat ik d functie niet zag). Maar grosso modo echt bijzonder en top.” -‐ Jaap de Hullu
“B-‐o-‐o-‐o-‐oring..De vreselijkste, saaiste en allerplatste voorstelling die ik ooit heb gezien. Ik weet dat met name Amerikaanse soaps plat, saai en dom zijn. Daarom kijk ik er niet naar. Van de carrousel werd ik gek. Heel heel jammer dat je als publiek net zoals vroeger een programma op tv dat kreng niet stop kan zetten en daarmee de voorstelling met geloei kan afblazen.” -‐ Lineke van der Velden “wonderlijk maar spannend. je bleef zeer bezig als toeschouwer irritant je nam het mee naar huis en ik weet nog steeds niet wat ik er nou echt van vond! hulde” -‐ Paula Deurloo “De voorstelling opent fascinerend met een mooi vormgegeven draaiend decor met de spelers als poppen met een jaren zestigsfeer. Ook de dito geluidsband is in het begin grappig. Het duurt allemaal eindeloos en van enige opbouw lijkt geen sprake. Op het laatst wordt het misselijkmakend. Als ik niet beloofd had de voorstelling uit te zitten, was ik er na een uur uitgelopen en had ik me de onpasselijkheid erna kunnen besparen.” -‐ Renée Besteman “Actuele anti-‐utopie Wat het ‘Hideous’ uit Hideous (wo)men betekende, wist ik nog niet toen ik die anderhalf uur naar het draaitoneel en de schermen langszij keek. Ik zag wel dat ook de mannenrollen door vrouwen gespeeld werden en bewonderde hun spel met vertraagde, herhaalde robot-‐achtige gebaren. De zekerheid van die vrouwelijke speelsters kreeg ik niet door de gezichten, want die waren geheel gehuld in zorgvuldig dicht gebotoxte maskers. Dat versterkte het kunstmatige én lelijke. Want alles, ook de inrichting van de drie symmetrische kamertjes van het draaitoneel, was lelijk om te zien, over de top lelijk, en precies dát blijkt de betekenis van ‘hideous’ te zijn. Weinig aantrekkingskracht dus, en soms werd het zelfs saai, maar vergis je niet: deze ‘performance’ roept (bij mij in ieder geval) een enorme inhoudelijke activiteit op, en dat is wat ik van toneel verwacht. Zulke duidelijke beelden en stellingnamen, en toch d e vraag wat de intenties van de maaksters zijn. Is dit volgens hen het heden, is dit een ongewenste toekomst, een anti-‐utopie? En vooral: hoe denk ík over onze tijd, de toekomst van de massa? Dat heeft me daarna niet meer los gelaten, en ik blijk niet de enige te zijn: er zijn heel boeiende én heel verschillende recensies geschreven. Een van de vrouwen heet Angel. Dat plaatst mijn gedachten via de paradijselijke verleiding in de sfeer van Goed en Kwaad. Deze personages zijn verveeld, zien geen zin meer in het leven. Hier heerst Lucifer uit het paradijs niet, ook geen materialistische Satan. Angel flirt nog wat met de gedachte aan trouwen, trekt tegen beter weten een trouwjurk aan, wetend dat het een illusie is. Is er dan wel een vorm van Kwaad bedoeld? De apathie gaat vergezeld van een enorme eenzaamheid en opgeslotenheid in het lichaam. Het laatste, onaangenaam lange kwartier ligt de focus alleen maar op het vrouwelijke voortplantingsorgaan, met zijn slijm, bloed en de suggestie van vroeggeboorten, absurd uitvergroot en over de top onsmakelijk, ‘hideous’. Een ongekende, maar wel immorele vorm van Kwaad, denk ik. De maaksters, Boogaerdt/Van der Schoot die uit de mime komen (vandaar die prachtige gebaren!) en minimalistische regisseuse Susanne Kennedy hebben in het programmaboekje en in wat interviews iets van hun intenties bloot gegeven. Een experimentele soap over de zelfloze mens. Het soap-‐gedeelte kan mij niet boeien, ook niet in de zoektocht naar zingeving. Dat lijkt me niet belangrijk genoeg als tijdsverschijnsel om je druk over te maken. Maar des te meer die zelfloze mens. Het gaat in deze tijd toch om authenticiteit, je ‘passies vorm geven’ en ‘zelf aan het roer te staan’? Alles draait om het Ik, tot in het egoïsme aan toe. En dan juist zelfloos? Het programmaboekje begint met een uitleg van het Tibetaanse Dodenboek: het geloof in een Ik is een illusie. O, dus. Ooit geloofden we in mythen en Goden, toen heerste de geest. Die was belangrijker dan ons Ik. OK. Toen werd alles psychisch en konden we nog wel fantaseren en in beelden geloven, maar niet meer in Angels en andere geestelijke wezens. Toen werd dus ons kleine Ego belangrijk. Tot egoïsme aan toe. OK, dat kunnen we wel gaan loslaten. Een positief zelfloze mens dus? Geen immoreel kwaad maar een positieve utopie? De afgestompte, inderdaad zelfloze personages uit dit lelijke bordeel hebben even weinig beeldkracht als de tekenfilmpjes die volkomen onnadrukkelijk getoond worden. Laat staan geestrijke gedachten. In een bordeel heerst dan ook het lichamelijke, zou je zeggen. En in het begin leek een peepshow te komen. Maar het tempo bleef laag, er was geen interactie en niets spannends. Ook de personages konden er geen levensvreugde uit halen. Ze masturbeerden eenzaam, zonder genoegen. Wat een ellendige toekomst zou dat zijn! Pas toen het smerig werd, was er even een echte vorm van contact tussen twee vrouwen, maar dacht ik direct: nu vallen ze uit hun rol. Intentie en spelopdracht was volgens mij uitdrukkelijk een contactloze, zelfloze mens. Dus geen hulp aan elkaar, geen troost, laat staan trouwen uit liefde, geloven in het schone, goede en ware, in engelen of duivels. De lelijkheid en verveling zijn een anti-‐utopie over the top, om maar positief te interpreteren, want dat heeft deze voorstelling wel verdiend!” -‐ Roelof Jan Veltkamp “door de ronddraaiende carrousel ontstaat er een trage kalmerende cadans als een mantra . Bijzondere beelden door gedragen maskers , die als een tweede huid de personen onzichtbaar maken en ook een murf gevoel achterlaten! Daardoor is het ook zo ontstellend dat deze personen ineens aards blijken te zijn en overal hun excretie draperen. Het laatste wat een mens van een ander wil zien. Gek dat er 10 mensen klapten en iedereen in verbijstering vertrok? NEE” -‐ Tilly Bertling
Zo’n mooie dag -‐ Hans Dagelet en Joke Tjalsma 1/10/2014 “Sterk spel van Joke Tjalsma en Hans Dagelet in een stuk waarin in de laatste fase van zijn leven de hoofdrolspeler geconfronteerd wordt met zijn traumatische verleden. Fantasie en werkelijkheid lopen door elkaar heen waardoor het soms een veeleisend stuk is voor de kijker. Geen lichte kost maar juist ook daardoor zeker de moeite waard.” -‐ Andre Smulders “De onderdelen die ik alle een 8 heb gegeven vormden een naadloos geheel” -‐ Annemarie Baronner “Zo'n mooie dag Het is goed dat er een voorbespreking vooraf was, anders had ik dit stuk helemaal moeilijk kunnen plaatsen. Het toneelbeeld bestaat uit rommelige takken en iets wat op een bed lijkt. dit alles staat op een witte ondergrond van plastic. Dat wit schittert af en toe erg hinderlijk in mijn ogen door de belichting, wat mij in het kijken belemmerde. Het stuk spreekt me niet echt aan. Een man praat in eerste instantie wat in zichzelf. hij is aan het eind van zijn leven en kijkt in koortsachtige vlagen terug op zijn verleden, met name op een voorval waar ook de vrouw, die zich aan de zijkant bevindt, bij betrokken was. Zij is als meisje van twaalf vermoord, de man was toen ook nog een jongen. Een situatie geënt op de Schiedammer parkmoord. dit had ik er niet uit gehaald als dat niet bij de voorbespreking verteld was. Ik vind het een erg warrig stuk. af en toe komt er een mooie zin voorbij, maar het geheel is in mijn beleving een nogal melodramatisch geheel. Het stuk is in eerste instantie geschreven voor Sylvia Kristel. Na haar overlijden is haar rol naar Joke Tjalsma gegaan en is het stuk aan Kristel opgedragen. Ik zie zowel Joke Tjalsma als Hans Dagelet graag spelen en hun spel had ook op zich wel boeiend kunnen zijn, maar was een beter stuk waard geweest.” -‐ Anne-‐Mieke Akkermans “Fascinerend spel temidden van droombeelden van iemand op weg naar de dood. Geloofwaardig en daarom zeer indrukwekkend.” -‐ Nanco Winselaar “Het stuk had een mooie spanning. De acteurs wekken je betrokkenheid, waarschijnlijk juist omdat er door hen werd gezocht, getast... mooi toneelbeeld. Geloofwaardig.” -‐ Paula Deurloo “Indringend spel van de twee spelers met een niet altijd begrijpelijke tekst maar aan het eind komt alles samen. De inleiding van te voren bracht een verdieping aan die ik anders misschien niet had gevoeld. Het theater kan toch als enige zo indrukwekkend de doodsstrijd van een man verbeelden die tot aan het eind blijft verlangen naar zijn wreed omgekomen jeugdliefde.” -‐ Renée Besteman “Spelletjes spelen In de voorstelling ‘Zo’n mooie dag’ worden veel spelletjes gespeeld. Het begint al met het overweldigende decor. Het roept associaties op aan het park waar de moord op een onschuldig meisje heeft plaats gevonden, zoals bij de Schiedammer parkmoord, waarop het stuk losjes is gebaseerd. Men schrijft ‘losjes’, maar bij de inleiding vertelt Hans Dagelet dat een rechter die deze zaak had gedaan, zich na de voorstelling meldde dat hij alles herkend had. Maar slechts een klein deel van de scenes speelt zich af in een park, en dan ook nog alleen via de herinnering. De enorme stukken boomstam met al hun uitsteeksels vormen vooral een struikelblok voor de ‘Hij’ en ‘Zij’ uit het stuk die later namen krijgen: Lea en Jantje Nowak, die samen communie deden toen ze 12 waren, hij met lakschoenen waarmee hij gepest werd. Zij in een rood jurkje, van het bloed van de onschuldige kinderen die vermoord worden. Niet alleen in de bijbel, maar ook in zaken waarover de kranten berichten, verslagen die Nowak spaart en af en toe staand voor een microfoon zakelijk voorleest. Naast het parkdecor valt vooral het ziekenhuisdecor op: aan een wagentje hangen plastic zakken die met een onrealistisch lange plastic slang verbonden zijn met Nowak, die solt met de medische attributen, zoals ook de luier die hij draagt en waaruit hij veel later de poepsmurrie haalt. Nowak is stervende en hallucineert van de medicijnen. Dat levert een voorstellingen op waarin flarden van zijn bewustzijn uit alle lagen en levensfasen elkaar grillig afwisselen. Ook de speelstijlen wisselen voortdurend: van psychologisch drama tot hilarisch overdreven opera, steeds met vervreemdingseffecten en absurditeiten gemengd. Spelletjes met de genres. Vreemd genoeg is het optreden van het reeds lang gestorven jeugdvriendinnetje helemaal niet absurd of vervreemdend. Ze verzorgt de stervende, antwoordt hem snedig en slaat hem in het g ezicht zoals ze dat ook als oud geworden levenspartner gedaan zou hebben. Ze spelen psychologische spelletjes met elkaar, over een niet-‐bestaande dochter bij voorbeeld. Het doet me denken aan de paradoxale en dubbele-‐bodem-‐spelletjes in ‘Who’s afraid of Virginia Woolff?’. Knap gespeeld door Joke Tjalsma. En dan te bedenken dat de rol eigenlijk geschreven is voor Sylvia Kristel. Maar toen er gerepeteerd kon gaan worden, was ze al gestorven. Hans Dagelet vertelt bij de inleiding eerlijk en bewogen dat hij steeds het gevoel, ja, de zekerheid heeft gehad dat ze ‘vanaf de overkant’ betrokken mee deed met het hele project. In de voorstelling is de maximale inzet van Dagelet goed te merken. Hij trekt zijn vele registers maximaal open. Eerlijk gezegd kon me dat niet altijd bekoren, soms was het vooral een demonstratie van kunnen, ook van regisseuse Sanne van Rijn. Daarom vond ik van deze voorstelling eigenlijk het kunnen lezen van de geweldige tekst door Stan Lapinsky nog het allermooiste. Laat er in vredesnaam zoveel mogelijk van dit soort schrijfopdrachten tot een ruim verkrijgbaar tekstboekje leiden, onze toneelschrijvers zijn het waard!” -‐ Roelof Jan Veltkamp “Wel fijn om iets van het verhaal/stuk te weten, voordat men het ziet. In een wel heel byzondere omgeving ,een bossig landschap, zien we de laatste dagen van een man die, ws onder invloed van morfine ,zijn oude tijden van voor het grote verdriet doen herleven. Mooi geacteerd ook door Joke Tjalsma . Zij geeft leuke en realistische antwoorden, die de vreemde situatie normaliseren. Bijzonder kijkje in het brein van de mens” -‐ Tilly Bertling
Hollandse Luchten I -‐ Jeremia -‐ Sadettin Kirmiziyüz 2/19/2014 “Hier zien we eigenlijk geen toneelstuk maar een getheatraliseerd betoog. Dat dan wel op het allerhoogste niveau van tekst en redenering. Van Sadettin Kirmiziyüz had ik al een prima indruk op basis van eerdere voorstellingen. Marjolein van Heemstra heeft bij mij nu haar reputatie in hoge mate verstevigd in vergelijking met haar eerdere theaterlezing over Gary Davir, die ik niet erg urgent vond. Het is moeilijk nieuwe invalshoeken te vinden. Ons land kent een heel behoorlijke kwaliteitspers op gebied van dag-‐ en weekbladen en bijna alles is al eens goed beschreven of interessant toegelicht. Voor mij was het betoog van deze spelers verrassend en werden ons werkelijk een aantal nieuwe of bijna nieuwe ideeën aangereikt. In ieder geval geen uitgekauwd betoog of herhaling van zetten. Afwisselende vormgeving. Het is voor de buitenstaander moeilijk uit te maken hoeveel van de nieuwe en verrassende inzichten nu van de coach, de eindregisseur of van de spelers kwamen. Samen hebben zij in elk geval een geweldig resultaat bereikt. Voor de Haagse kijker vertoont Marjolijn van Heemstra sterke gelijkenis met Laura van Dolron, maar van dat type kunnen we er best een paar tegelijk gebruiken.” -‐ Aart Blom “In Hollandse luchten belichten Jeremia van Sadettin Kirmiziyuz en Marjolijn van Heemstra verschillende gezichtspunten op de uitspraken die in de jaren 80 taboe waren maar nu mainstream geworden lijken te zijn. In het stuk lijkt de gestrande bultrug Johanna een metafoor en voorland voor de moderne maatschappij die is gestrand doordat het niet meer in staat was te luisteren naar belangrijke signalen uit haar eigen omgeving.” -‐ Andre Smulders “In deze voorstelling nemen Marjolijn van Heemstra en Sadetin Krmiziyüz ons mee op hun zoektocht in de geschiedenis. Zij willen nagaan wanneer Nederland veranderd is in een land waarin de vrijheid van meningsuiting verworden is tot het botweg uiten van intolerantie. Ze gaan terug naar de tijd van Janmaat die tegen de multiculturele samenleving was. Toen was voor bijna iedereen duidelijk dat zo over groepen spreken niet kon. De partij van Janmaat werd in de kamer genegeerd via het cordon sanitair. Janmaat werd in een proces veroordeeld voor uitspraken die we nu heel gewoon zijn gaan vinden. Wat is er in die tussentijd gebeurd? |Hoe is deze ontwikkeling verlopen? Marjolijn en Sadetin denken hardop terug en nemen ons zo op een heel natuurlijke wijze mee in hun zoektocht. Dat doen ze op een speelse en meeslepende manier. Situaties worden voor een deel uitgespeeld en dat laat nieuwe kanten aan het verhaal zien, die dwingen tot nuanceringen. Vandaar uit wordt dan weer verder door gefilosofeerd. Doordat die filosofische overwegingen gemaakt worden aan de hand van concrete situaties en niet vanuit theoretische concepten wordt het publiek aangespoord om mee te denken en mee te nuanceren, ook lang na de voorstelling. Het is een voorstelling waarvan ik hoop dat een heleboel mensen hem gaan zien.” -‐ Anne-‐Mieke Akkermans “Respect voor wat voor standpunt dan ook zonder zelf een standpunt in te nemen. Dat kan het publiek voor zich zelf doen. Daarom een mooie voorstelling die stemt tot nadenken.” -‐ Nanco Winselaar “Een nieuwe manier van theater maken aan de hand van eigen onderzoek en eigen ervaringen van de makers/spelers. Je weet nooit of de personages die opgevoerd worden echt bestaan maar dat blijkt wel het geval te zijn. Dat maakt dat je een inkijkje krijgt in het door de spelers gecreëerde universum en vaak zó dat je als kijker de standpunten en argumentatie volgen moet ook al klopt de redenering voor je gevoel niet. Je wordt als het ware gedwongen mee te gaan en je mening te vormen.” -‐ Renée Besteman
Cyrano -‐ NTGent 3/12/2014 “Het moet een uitdagende en inspirerende opgave geweest zijn om te kijken of je dit overromantische stuk, waarvoor je 20 tot 30 man op het toneel nodig hebt, zou kunnen terugbrengen tot zijn essentie en dan spelen met drie personages. Hoewel die hele menigte van overige rollen slechts aankleding is om de drie hoofdpersonen wat achtergrond te geven, blijkt zonneklaar dat het terug snijden tot de hoofdzaken geen toegevoegde waarde geeft. Integendeel. We zien een bezuinigingsvoorstelling, crisistoneel. De romantische en meeslepende beleving raakt zoek. Gelukkig heb ik een dusdanige leeftijd, dat ik het stuk tweemaal heb kunnen zien met Guus Hermus, eenmaal met Gees Linnebank, eenmaal met Stefan de Walle en tenslotte nog een keer als musical met Bill van Dijk. Al die keren kon je helemaal in het stuk opgaan en meeleven met het tragische einde van Cyrano als enkele ogenblikken voor zijn overlijden de waarheid aan het licht komt. Toch zagen we prima acteurs als Bert Luppes. De inkorting had echter het karakter van zijn personage onduidelijk gemaakt. Om de tegenstelling tussen zijn meesterschap over de taal en het gebrek daaraan van de mooie jongen Christian duidelijk te maken heb je echt de volledige introductie nodig. An Miller heeft de vereiste elegantie van Roxane maar krijgt de gelegenheid niet om de opbouw van haar hartstocht voor de taal te laten zien. Haar tegenspeler is inderdaad goed geproportioneerd maar heeft alleen tot taak zich houterig te gedragen en dat sleept de toeschouwer ook niet echt mee. Ingenieus decor. Of het achterwege blijven van elke emotie nu aan de regie lag of aan de sterk ingekorte tekst is moeilijk te beoordelen. Conclusie: goede acteurs, bezuinigingsdoelstelling gehaald, het stuk van Rostand kwijt.” -‐ Aart Blom “Het traditionele verhaal van Cyrano de Bergerac in een modern jasje waarin de vrouwelijke hoofdpersoon een prominente rol heeft gekregen Bert Luppes zet alweer een sterke rol neer evenals Harm Duco Schut.in zijn eerste grote rol maar An Miller steelt de show met haar goed gebalanceerde en ijzersterke spel.” -‐ Andre Smulders “Het spelem in-‐ en vanuit de caravan paste wonderwel in de sfeer van het stuk. Mooi aangepast taalgebruik.” -‐ Annemarie Baronner “Cyrano de Bergerac De tekst van de voorstelling is door Bernard Dewulf bewerkt en teruggebracht tot 3 personen. Dit is op een knappe manier gedaan. Als de voorstelling begint zien we een caravan staan. Naast de caravan zit Cyrano smachtend te staren naar Roxane. Door deze situering is het verhaal ook meteen naar deze tijd verplaatst. Cyrano opent zijn mond om iets te gaan zeggen, maar er komt niets uit.Hij staart alleen bête voor zich uit in onmacht. Er glijden beelden van roze bloesems over de wand van de caravan. Roxane verschijnt in het wit. Ze ontkleedt zich half voor hem. op die manier worden de ultieme droombeelden van Cyrano wergegeven. Via die beelden en stil spel wordt de situatie duidelijk aangeduid van Cyrano die zijn liefde niet durft uit te spreken omdat hij zich minderwaardig voelt vanwege zijn prominente neus. Zijn aarzeling duurt zolang dat ook het publiek zich er ongemakkelijk bij gaat voelen en de spanning ervaart. Dit gedurfde begin van de regisseur Julie van den Berghe geeft de psychologische context voor het verdere verloop van het verhaal. Roxane vertelt Cyrano dat ze verliefd is op Christian, die er wat uiterlijk betreft mag wezen, in tegenstelling tot Cyrano. Christian is niet in staat zijn liefde te verwoorden. Cyrano schiet hem te hulp en spreekt voor hem vurig in bloemrijke taal van zijn liefde. Met die woorden die uit zijn hart komen, verovert hij namens Christian de liefde van Roxane. Hierdoor maakt hij zichzelf tegelijkertijd ongelukkig. Hij kan Roxane veroveren met zijn woorden, maar alleen als hij zich voordoet als Christian. Christian is niet de welsprekende minnaar voor wie Roxane hem houdt. Roxane wordt juist door zijn taal tot hem aangetrokken. Zo zijn ze dus allemaal verliezers in het spel dat ze met elkaar spelen. In het geluidsdecor klinkt ook de droevige ondertoon van onmacht en verloren illusies door. In het spel schitteren vooral Bert Luppes en Ann miller. Zij geven met verve een palet aan emoties weer wat maakt dat het een heel boeiende voorstelling is. Harm Duco Smit blijft wat te veel een vage, nietszeggende figuur.” -‐ Anne-‐Mieke Akkermans “Een caravan op het toneel is weer eens wat anders; maar waarom daarvoor is gekozen, snap ik eigenlijk niet. Door de filmpjes en het telkens wisselen van kleding, vond ik het geheel rommelig. De voorstelling heeft eerlijk gezegd niet zoveel indruk gemaakt.” -‐ Erika Verhulst “Het begon wat traag, maar wist toch te boeien tot het eind.Mooie teksten” -‐ Herma Beerlage-‐Goddijn “Prachtig uitgebalanceerd spel en stuk van alle tijden. Elke zin had zin, was onzin ofwel zinloos! Het decorontwerp is een v ondst, die een dragende rol heeft in de voorstelling.Wat een subliem idee een caravan neer te zetten voor een metershoog projectiescherm, alsof we ons in een film-‐ of tv studio bevinden. Je komt de hele voorstelling letterlijk ogen en oren te kort! Ik kende het verhaal van Cyrano de Bergerac niet goed, en vond het in deze bewerking, door de veelheid taal en snelle omschakelingen / verkleedpartijen, soms lastig de verhaallijn vast te houden.” -‐ Joske van Duijne Strobosch “Een boeiende voorstelling die afwijkt van wat je van Cyrano verwacht. Teruggebracht tot 3 personen die tot elkaar veroordeeld zijn. Het spel tussen Roxanne en Cyrano was spannend, het spel van Christian boeide niet. De inleiding vooraf heeft me wel geholpen om een een aantal zaken beter te begrijpen.” -‐ Joyce van Middelkoop “mooie vondst, die caravan zo! de jonge jongen vond ik niet sterk genoeg gecast. Cyrano's 'probleem' kwam (zodoende?)voor mij niet problematisch over, misschien was het veeleer het leeftijdsverschil?... maar heerlijk dat gesouffleer met de taal!” -‐ Paula Deurloo
“Cyrano in afgeslankte vorm, maar met behoud van de grote neus, blijft boeiend door de mooie tekst en het sterke spel van An Miller en Bert Luppes. De tragiek is behouden gebleven en de dynamiek tussen die twee personages actueel. Ondanks de uitgebreide inleiding voorafgaand aan het stuk, merkte ik niet alle lagen op die in het stuk zouden zijn gebracht door onder meer mise en scène en kostuums maar dat deed geen afbreuk aan de krachtige voorstelling.” -‐ Renée Besteman
Ghost Track -‐ Blau Hynder 3/19/2014 “Het aardige van de toneelkijkersserie is, dat je ook wel eens naar voorstellingen gaat kijken, waar je uit vrije wil nooit een kaartje voor zou hebben gekocht. Mij moet je niet naar popmuziek sturen en vragen er een recensie over te schrijven. Ik vind het ongecoördineerde herrie. Ik weet echter dat er mensen zijn die er van houden. Voor mij haal je muziek aan de overkant van het plein of liever nog in de Doelen of het Concertgebouw. Het verhaaltje van Jan Veldman is behoorlijk ongeloofwaardig. We zien een uitgerangeerde popzanger die al jaren niks gepresteerd zou hebben. Op onduidelijke gronden slaagt hij er echter binnen korte tijd in iets op touw te zetten, dat algemene bewondering verdient. Acteurs en musici doen goed hun best, maar ik krijg er geen binding mee. Heel merkwaardig was echter het effect dat toen er een bandje van Ellen ten Damme gedraaid werd, ik opeens het idee kreeg: nu hoor ik wel muziek, nu raak ik onder de invloed van theatrale uitstraling. Daar kom ik voor. Het is nog niet vaak voorgekomen, dat een artiest middels een bandopname de levende executanten op het podium eigenlijk in één klap van het toneel speelt. Desalniettemin waardering voor de inzet van spelers en musici. Hun inzet voor de pop muziek leek authentiek. Hein van der Heijden kan op andere plekken bogen op een prima track record.” -‐ Aart Blom “Een stuk waar de muziek centraal staat maar voldoende ruimte laat voor prima acteer werk. Het verhaal van een band in een studio, grijpt je aan.Niet omdat de leadzanger zo'n aimabel figuur is, maar juist extreem irritant. Een rol die zeer goed wordt ingevuld door Hein van der Heijden die daarmee een prestatie van formaat neerzet, die gedragen wordt door de overige acteurs en muzikanten, de muziek maakt het helemaal af.” -‐ Andre Smulders “Het plezier om samen binnen een toneelvoorspelling muziek te maken spatte ervan af. Het sobere decor paste (studio) paste er goed bij. Het verhaal was geloofwaardig en de musici goed.. Ik heb ervan genoten.” -‐ Annemarie Baronner “Deze voorstelling is niet echt mijn ding. Dat maakt het lastig een beoordeling te geven, want het zegt denk ik meer over mezelf dan over de voorstelling. De voorstelling gaat over een Herman Brood-‐achtige figuur, Harry Been, die na 20 jaar een nieuwe popplaat op wil nemen in een studio van een vroegere vriend met wie hij ook zijn verongelukte liefde heeft gedeeld. Hij gaat voor de opname aan de slag samen met een stel muzikanten. De voorstelling bestaat uit een aantal sessies waarin ze met elkaar bezig zijn om van probeersels tot nieuwe nummers te komen. Harry gedraagt zich als een onmogelijke primadonna en tegelijkertijd strijdt hij met zijn eigen onvermogen dat hij op de anderen projecteert. hierdoor vertoont hij nogal irritant gedrag. Het stuk gaat vooral over het onstaansproces van die nieuwe nummers, de muziek speelt daarin de hoofdrol. Het verhaaltje is slechts een dun lijntje om tot een geheel te komen. De gesproken tekst is summier en wordt door de leden van de band ook wat dilettanterig gebracht. Harry, gespeeld door Hein van der Heyden zet zijn rol wel stevig neer, maar zijn rol is te weinig gelaagd om echt boeiend te zijn. Het decor en aankleding zijn overtuigend. Het geheel vind ik voor een voorstelling toch wel wat magertjes.” -‐ Anne-‐Mieke Akkermans “De inleiding over de karakteristieken van 'muziektheater' : "Meer muziek dan theater", vond ik interessant. Je hoorde hoe dit stuk tot stand gekomen was. En hoe de muzikanten speelden en tijdens het spelen op elkaar reageerden. Prettig ook om van te voren te weten wat het verhaal was zodat je daar niet meer over hoefde te piekeren. Want dit verhaal was mager; begrijpelijk want het ging om de muziek. Ik vond het fijne muziek al kon ik haar niet plaatsen daar ik weinig verstand van die muziek heb. Daarom kan ik deze voorstelling ook niet in cijfers waarderen. Het was voor mij een lekker muziekavondje maar niet meer. En het was geen toneel.” -‐ Heleen Sissingh “Met recht een muzikale voorstelling. Hein vd Heijden was heel herkenbaar als vergeten rock-‐artiest die probeert een come-‐back probeert te maken. Grillig en intimiderend en gewend om zijn zin te krijgen. Ik had soms wel de neiging om de medespelers toe te roepen: laat die druiloor toch in zijn eigen prut zakken! De vormgeving was adequaat en de muziek was aardig.” -‐ Joyce van Middelkoop “Een verademing om zoveel live-‐muziek in een toneelvoorstelling te mogen beluisteren. Knap om te laten zien hoe artiesten kunnen worstelen om tot een product te komen. De ´losse´ manier van spel en tekst gebruik vond ik prettig. Ik vond dat het daardoor geloofwaardiger werd.” -‐ Nanco Winselaar “overtuigend en mooi om mee te maken!” -‐ Paula Deurloo “Onthutsend inkijkje in de wereld van rock & roll, ofwel hoe het kan toegaan in een studio waar beroepsmuzikanten muziek moeten maken met een voormalige zanger met sterallures die aan de zelfkant is beland en die op zoek is naar de vonk van vroeger. Meeslepend spel van acteurs en muzikanten waardoor je je als toeschouwer in een concertzaal waant en als vanzelf mee gaat hummen, tikken of stampen. Waardoor je tenslotte zelfs met Harry Been gaat meeleven. Indrukwekkende voorstelling.” -‐ Renée Besteman
BUG -‐ Jakop Ahlbom 4/4/2014 “Het "probleem" voor Jakop Ahlbom is dat hij zeer hoge verwachtingen wekt op basis van vroegere voorstellingen. Natuurlijk is het onmogelijk tot je AOW aan toe telkens weer verrassende en creatieve producties voort te brengen zoals hem tot dusverre gelukt is. Geen wonder dat hij nu eens van eigen verzonnen scènes overstapt naar een uitgeschreven toneelstuk. Bij "Bug" kom je er achter, dat de grootste kracht van Jakop Ahlbom niet bij tekstregie ligt. Wat je in het Theater aan het Spui zelden of nooit tegenkomt is slechte verstaanbaarheid. Deze keer echter wel. Tekstbehandeling, verstaanbaarheid en articulatie (zonder al te toneelmatig te worden) hebben zijn aandacht niet zozeer gehad. Ook ontbreekt dit keer de stroom verrassende vondsten, die de toeschouwer tot voortdurend scherp opletten dwingt. Het stuk van Tracy Letts is in die zin zwak, dat het allerlei elementen inbrengt (een verdwenen kind, een lesbische verhouding), die verderop in de handeling geen rol blijken te spelen. De acteurs zijn niet slecht maar slagen er ook niet in het stuk boven zichzelf uit te tillen of het gebrek aan verrassingen te doen vergeten. Het decor geeft keurig een motelkamer aan en biedt ruimte aan verschillende -‐zeker boeiende-‐ geprojecteerde beelden maar levert -‐als reeds eerder gezegd-‐ nauwelijks echte verrassingen. Leuk dat Jakop Ahlbom zijn tanden nu eens in een uitgeschreven toneeltekst heeft gezet maar hij heeft zichzelf deze keer niet overtroffen. Met onverminderde spanning is het wachten op zijn volgende voorstelling.” -‐ Aart Blom “Met een fantastische decor wordt een in toenemende mate surrealistische spelomgeving gecreëerd. Een man en vrouw met een door hun verleden opgelopen beschadigingen zwepen elkaar op in hun toenemende geestelijke en lichamelijke aftakeling. Van normaal tot compleet absurd in één voorstelling zonder ongeloofwaardig te worden. Een aanrader om te zien.” -‐ Andre Smulders “Het toneelbeeld is een motelkamer met links een bed en rechts de deur en een raam met daarachter, onzichtbaar, een keukentje en douche. In deze onpersoonlijke ruimte woont een wat verlopen vrouw, Agnes, gespeeld door Tamar van der Dop. Ze leeft een eenzaam, teruggetrokken leventje. Ze is gescheiden en voelt zich bedreigd door haar ex die net uit de gevangenis gekomen is. Volgens Agnes bestookt hij haar met telefoontjes waarin hij eisen aan haar stelt. Agnes komt via een vriendin in contact met Peter (Bram Coopmans). Ze vinden steun en troost bij elkaar. Maar Peter is een man die stress heeft opgelopen in het leger. Daardoor heeft hij zijn eigen angsten en wanen voor beestjes die via complotten overal worden binnen gebracht en ingeplant om alles af te luisteren. Door hun angsten zoeken Agnes en Peter steeds meer steun bij elkaar en versterken zij hun angsten en isolement. In het stuk komen die angsten steeds verder tot een climax. Ze worden vooral in beeldtaal overgebracht op een manier die duidelijk het handschrift van Jacob Ahlbom draagt. Het is allemaal goed getimed, maar het krijgt ook iets voorspelbaars. Handen die overal vandaan lijken te komen en nu ook geprojecteerde beelden die de wanen tot leven wekken. Het absurdistische en ongerijmde dat zijn eerdere stukken kenmerkt, ontbreekt hier. In die vorige stukken werd niet of nauwelijks tekst gebruikt, er werden absurde, ongerijmde situaties getoond. Dat vond ik altijd de kracht van de stukken van Ahlbom. In dit stuk staat de tekst meer centraal. Die tekst wordt vrij nuchter gebracht in een aantal scénes waarin de spanning stijgt. Mede door de beeldtaal ga je als toeschouwer wel mee in de belevingswereld van Agnes en Peter en ervaar je als het ware hun realiteit en tragiek, hoe vreemd die ook is. Maar daardoor wordt die beeldtaal een functioneel instrument in plaats van iets absurdistisch en dat vind ik wel een verlies.” -‐ Anne-‐Mieke Akkermans “Dit stuk had Jakop Ahlbom niet zelf geschreven; maar zijn regie maakte er toch een Ahlbom-‐stuk van. Bij "Innenschau" en "Lebensraum" vroeg je je af: Hoe kan dat nu? Hier vroeg je je af: Hoe zit dat nu?Bij "Lebensraum" kon je niet zien of het een levende actrice of een pop was; hier wist je niet of het nu een vriend of een vijand was. Meteen al in de eerste scène, een beller die zich niet bekend maakt, werd het raadsel en de bedreiging naar voren gebracht. De eerste van de vele situaties en intermenselijke verhoudingen waar de personages geen greep meer op hebben. De herkenbare trucjes van Ahlbom waren mooi en angstwekkend tegelijk: de grijpende klauwhanden en de kleurige tol die uit zichzelf gaat draaien. Het binnenrijdende mini-‐winkelwagentje vormde bovendien een mooie vooruitverwijzing naar het vermiste kind. De casting was fantastisch. Een voorbeeld: de tronie van de vriend-‐vijand? die het masker over zijn gezicht trekt; een prachtig neergezette dreigende handeling die griezelig was en vol symboliek ook. Een ander visueel intermezzo tussen de verwarrende scènes was het dansje van de vier binnensluipende figuren: prachtig van vormgeving en choreografie, èn afschrikwekkend. Maskers die de identiteit van de arts en de anderen verhulden: vriend of vijand? we kunnen niet zien met wie we te maken hebben. Wat is de werkelijkheid? Ook het decor lì`jkt slechts te bewegen. En dan heb ik het nog niet eens gehad over het fantastische spel van de mannelijke hoofdrol; daarbij zou je het mooie spel van de vrouw bijna vergeten te noemen.” -‐ Heleen Sissingh “Na het zien van de vorige meer fantasievolle en beeldende stukken van Jacob Ahlbom beviel dit overmatig tekstrijke stuk mij beduidend minder.Ondanks het voortreffelijke spel van de spelers en de surrealistische vondsten met muziek en videoprojecties had ik moeite mijn aandacht vast te houden. Te veel woorden, te fragmentarisch en te voorspelbaar om geloofwaardig te zijn, en minder Jacob Ahlborn"" dan verwacht !” -‐ Joske van Duijne Strobosch “Wat een voorstelling! Een schitterend decor waarin vervreemdende effecten zorgden voor fantastische illusies. Ongepolijste levensechte taal en spel door de twee hoofdrolspelers. Deze twee beschadigde mensen die elkaar vonden en elkaar daarna langzaam meesleurden in hun steeds groter wordende waanzin. Voor mij de beste voorstelling tot nu toe!” -‐ Joyce van Middelkoop “Ik vond het stuk erg knap gespeeld, maar het verhaal nogal gekunsteld. Soms begreep ik het verhaal gewoon niet: b.v. de zoon van 6 jaar, die opeens weg was en later weer opdook, maar waar en met wie..........? Ook vond ik het bloed / krabben te zwaar aangezet. ‘’Maar uiterst knap van de hoofdrolspelers om bijna 2 uur achter elkaar een best wel ingewikkelde tekst uit te spreken. Kortom, zeer knap spel, maar het het verhaal gekunsteld en soms zelfs onbegrijpelijk!” -‐ Marjan Duijm
“Opeens kreeg ik ook overal de kriebel. Het was echt horror. Hou ik eigenlijk helemaal niet van. Nu nog steeds niet maar ik heb toch veel bewondering voor dit toneelstuk omdat het me helemaal in zijn greep hield. Er ontstond gaandeweg een gevoel van verbazing naar medelijden. Er werd zo geloofwaardig gespeeld dat ik tenslotte zelfs ook nog opluchting voelde toen de hoofdpersonen zichzelf van kant maakten als enige oplossing van hun probleem.” -‐ Nanco Winselaar “Twee mensen met een voorgeschiedenis ontmoeten elkaar en besluiten bij elkaar te blijven Samen zijn ze beter opgewassen tegen het leven, denken ze. Wat de gekte van de één voor consequenties heeft voor de ander want samen in hun strijd tegen het systeem tot het bittere eind, stemt tot nadenken. En niet alleen dat; de toeschouwer wordt meegenomen in de keuzes die worden gemaakt en ondanks de bizarre omstandigheden heb ik mee tot in het absurde laten voeren en me niet afgewend. Prachtig spel met een dramatische ontknoping. Ik werd er niet vrolijk van.” -‐ Renée Besteman “Indrukwekkend decor met leuke grapjes zoals bekend van Ahlbom. Psychologisch relaas met redelijk geloofwaardige teksten. De getormenteerde oud militair voelt haarfijn aan dat zijn slachtoffer in hem gelooft en hem volgt! Twee slachtoffers van geweld vinden elkaar en gaan tot het uiterste, steeds in elkaar gelovend. Soms wat langdradig maar we kregen een goede inkijk in hoe een waan moet voelen of wat er mogelijk zou kunnen gebeuren.” -‐ Tilly Bertling
Caligula -‐ Thibaud Delpeut 4/16/2014 “'t Was fijn om weer eens een toneelklassieker te zien. De schrijver van het stuk, Camus, had zijn eigen ideeen over de persoon van deze keizer en de beweegredenen voor zijn gruwelijk handelen. In dit stuk uit "le cycle de l'absurde" zette hij tevens zijn filosofie uiteen. Die twee gedachtegangen samen resulteerden in prachtig teksttoneel. Camus werkte lang aan dit stuk en verwerkte in de latere versies ook oorlogsherinneringen. De regisseur Thibaud Delpeut bracht in deze enscenering verschillende versies bij elkaar, schrapte stukken tekst en reduceerde het aantal personages; hij maakte er een heel eigen vertolking van. Volgens het voorschrift van Camus kleedde hij de personen niet als Romeinen. Door die hedendaage kostuums werd het stuk meer van alle tijden en verwees het ook naar de onze. En de aandacht van de kijker werd zo meer gericht op het handelen van de keizer en zijn tegenspelers: op de waanzin, de vertwijfeling en de angst. Het sobere decor leidde de aandacht niet af van de inhoud; op de voorgrond alleen een bankje en soms de camera's. Delpeut had de voorgeschreven spiegel van Camus vertaald naar een groot videoscherm , dat tegen de achterwand hing, niet als een toevoeging zoals je vaak ziet maar als een wezenlijk onderdeel van de tekst. De onderwerpen waar het om draaide, de waanzin en de worsteling van Caligula kwamen zo juist op de voorgrond en waren door het grote formaat goed te zien en mee te beleven. Evenals de reacties en de angst van zijn onderdanen wanneer die voor de camera's op de voorgrond ondervraagd werden, hierop duidelijk te zien waren. Al was het handelen van de keizer dan onbegrijpelijk -‐ de inleider zei terecht "je moet het niet willen begrijpen" -‐ de expressie was zo krachtig en de emotie werd zo geloofwaardig neergezet, dat je mee kon gaan in deze vertolking. Fantastisch speelde de hoofdrolspeler die plotselinge en felle woedeuitbarstingen -‐ hier ging het schreeuwen geen grens over -‐ om dan in eensklaps weer stil te vallen. Intens en prachtig spel. De andere spelers acteerden ook heel mooi; zij hadden alleen minder handelingen toebedeeld gekregen. Prachtig teksttoneel wat bleef boeien. Als het stuk over de helft is, krijgt het publiek even een pauze in de tekst: zijn er alleen beelden te zien. Een hele reeks kunst-‐beelden trekt voorbij. Verwees dit alleen naar de keizer van de kunst? Of doelt dit fragment in combinatie met de volgende scène, het stille concert, op de waanzin van de keizer die zelfs de maan naar zijn hand wil zetten? Maar als de onderdanen dat niet uitvoeren, blijft het stil en betekenisloos.” -‐ Heleen Sissingh “Heerlijk, weer eens een echte klassieke tekst. Het stuk van Camus sloeg bij de première, kort na de Tweede Wereldoorlog in als een bom om dat iedereen de combinatie van ongebreidelde macht en volkomen losgeslagen gekte zojuist aan den lijve had meegemaakt. Voor ons blijft de geschetste situatie veel abstracter. Er valt veel te klagen over Nederland maar onze machthebbers zijn zeker niet ongebreideld en ook niet volslagen gek (op één na misschien maar die is gelukkig nog steeds geen machthebber). We kunnen ons dus concentreren op het abstract genieten van een historisch verhaal en degelijk toneelspel. Leuk om Martijn Nieuwerf eens buiten de context van 't Barre Land te zien, waar men altijd een handje had van zogenaamd "collectieve" regie. Onder de handen van een echte regisseur met persoonlijkheid blijkt hij een dragende speler te kunnen zijn, die zich prima voegt in andermans concept. Ook aan de vormgeving kun je zien, dat we hier met een (enigszins) gesubsidieerde productie te maken hebben waar mankracht en geld beschikbaar is geweest voor video, lichtontwerp, geluidsontwerp en kostuumontwerp. Je ziet het er aan af. Kwalitatief hoogstaande podiumkunst kan niet (of maar zelden) uit de kassaontvangsten gefinancierd worden.” -‐ Aart Blom “Hoewel het zeer doordachte decor en gebruik van videobeelden helpt om van deze vertolking van Caligula een boeiend stuk te maken, lijkt het of de voorstelling hoofdzakelijk gedragen wordt door Vincent van der Valk. Zijn vertolking van de titelrol is subliem.” -‐ Andre Smulders “Ik kon mij niet verplaatsen in de rol van Caligula, nu niet afgebeeld als een gek maar als iemand die aan zelfonderzoek doet. Het kwam niet over bij mij. Wel vond ik het spel met het projectscherm geslaagd.” -‐ Annemarie Baronner “Vooraf is er een inleiding waarin het stuk Caligula geplaatst wordt in de tijd en het totale werk van Albert Camus. In het stuk is Caligula, de jonge Romeinse keizer, een man van grote emoties. Hij heeft als geliefde zijn zus Drusilla. Zij sterft waardoor hij in zijn smart en rouw nog extremer wordt in zijn gevoelens en in zijn zoeken naar de zin van leven en dood. Dat zijn ook thema's waar Camus zich, in de tijd dat hij het stuk schreef, mee bezig hield. Caligula maakt gebruik c.q. misbruik van zijn almachtige positie in zijn zoektocht naar de waarde van het leven. De levens van anderen lijken niet te tellen, hij wordt daarin ook onvoorspelbaar. Niemand is zijn leven zeker. Het stuk laat een soort kat en muis spel zien dat Caligula speelt met zijn omgeving. Aan de ene kant is hij almachtig, hij stelt zichzelf centraal. Tegelijkertijd laat hij zijn treurige eenzaamheid zien en zijn onmacht daaraan iets te veranderen. Hij redeneert tot gekmakends toe. op die manier zoekt hij zich een weg in het leven. Deze rol wordt door Vincent van der Valk mooi neergezet. Hij roept door zijn gedrag dubbele gevoelens op van irritatie en ook een zeker meededogen. Zelfs degenen die hem nog het meest nastaan moeten oppassen voor hem. Tot een echt gelijkwaardige relatie komt hij niet. In het stuk zien we met name het machtspel met zijn minnares (Wendell Jaspers) en zijn dienaar Helicon (Bram Gerrits) en zijn raadgever Scipio (Ward Kerremans). Hij gaat in debat met Cherea (Martijn Nieuwerf) die de enige is die echt de confrontatie met hem aangaat. hij zegt dat hij hem gevaarlijk vindt vanwege zijn onberekenbaarheid en dat hij daarom van hem af wil. Daar handelt hij vervolgens naar. Er wordt met vaart gespeeld. Ik blijf als toeschouwer geboeid luisteren naar alle redeneringen en blijf geïntrigeerd door het machtspel dat gespeeld wordt in een bijna leeg maar functioneel decor met op de achtergrond een wand waarop projecties vertoond worden die mee bepalend zijn voor de sfeer. Ook is er een geluidsdecor dat het ritme van de voorstelling kleurt en uiteindelijk leidt tot de stilte van het niets.” -‐ Anne-‐Mieke Akkermans “De voorstelling heeft me vanaf het begin geboeid en dat komt vooral door het acteerspel van Vincent van der Valk in de rol van Caligula. De filosofische gesprekken / uitspraken / monologen houden je scherp en zetten tot nadenken. Het gebruik van de camera's versterkten het geheel.” -‐ Erika Verhulst
“Een voorstelling die mij niet kon boeien. Zware lange zinnen die zorgden voor afnemende aandacht. Een mooi strak toneelbeeld. Wel goed spel van de hoofdrolspeler die intens in zijn rol zat. "De mens gaat dood en geniet niet". Een levensvisie die onderkoeld werd verbeeld, maar die weinig losmaakte.” -‐ Joyce van Middelkoop “Goddank is er niet gekozen voor een regie die mikt op het goedkope, sensatie beluste publiek. Het was interessant een Caligula te leren kennen die zoekende was naar de zin van het leven. Of je het er nu mee eens bent of niet.....het dwingt je om ook zelf na te denken over de zin en onzin van het leven. Leuk middel, die videocamera's. Als die camera's gebruikt werden kreeg ik het gevoel dat nu het moment (weer) kwam dat de waarheid van de mens, die op dat moment in beeld was, er uit moest komen.” -‐ Nanco Winselaar “Mooi spel van Vincent van der Valk en de andere acteurs in een verder veel te cerebrale voorstelling, gebaseerd op het stuk van Camus, die daardoor niet weet te raken. De uitleg van de dramaturg voorafgaand aan het stuk leidde wat mij betreft niet tot meer begrip voor de personage Caligula. Het gebruik van de camera's lijkt een beetje afgekeken van de prachtig vormgegeven cyclus A la recherche du temps perdu.” -‐ Renée Besteman
Botox Angels -‐ Dood Paard 5/23/2014 “We zien prima spelers in een zwak stuk. De tekst is een tamelijk onsamenhangende reeks filosofietjes over de voor-‐ en nadelen van een samenlevingsvorm bestaande uit drie vrouwen. Je wordt er niet warm of koud van. Om tot een acceptabele lengte te komen wordt de avond bovendien opgerekt door een zinloos dansje en een presentatie van keukengerei. Wel is het een genot naar de Leading Lady van Dood Paard, Manja Topper te kijken, die het stuk een hoogtepunt bezorgt in een telefoongesprek, waarbij je de zogenaamd aanwezige partij duidelijk hoort spreken en de wederpartij alleen als geruis en gebrabbel te volgen is omdat wij als toeschouwers natuurlijk niet met ons oor vlak tegen de hoorn aan zitten. Een probleem bij "Dood Paard" is dat ze nooit de regie aan één bepaald persoon willen toerekenen. Ik geloof daar niet in. Natuurlijk heeft iemand zijn stempel gedrukt op het tot uitvoering brengen van de zwakke tekst. Hij of zij heeft er uitgehaald wat er in zit en een spectaculaire vormgeving verzonnen met telkens andere, exuberante pruiken. Die pruiken hebben niks met het stuk te maken, ze zijn een verzinsel van de regie of de vormgeving. Ook daar wordt geen naam aan toegerekend. In de flyer zie je alleen naast de acteurs drie (voor de eenvoudige toeschouwer) onbekende namen, die een of andere bijdrage geleverd zouden hebben. Een vervelend gebruik uit de cultuur van tientallen jaren geleden. Verder niets dan goeds over Dood Paard. De voorstelling van "Wie is bang" was een hoogtepunt!” -‐ Aart Blom “Ondanks alle uitbundige verfraaiingen bleven de drie vrouwen op het blauwe bed eenzaam. Grappig spel, goede tekst, soms wat te lang als de dames filosofeerden. Het einde was feestelijk, alle vrouwelijke toeschouwers op het blauwe bed, heel origineel.” -‐ Annemarie Baronner “Dood Paard noemt het stuk een feministische, lesbische relatiecomedie. De tekst is geschreven door Rob de Graaf. Het is een stuk met spitse dialogen en wordt met vaart gespeeld. In het begin liggen 3 vrouwen op een groot bed. In eerste instantie denk ik dat ze doorzichtige t-‐shirts aanhebben, maar ze zijn in pasteltinten met bodypaint bewerkt. Dit is een verwijzing naar een eerder gehouden performance. Er zitten meer van dit soort verwijzingen in het stuk. De vrouwen vormen met zijn drieën een relatie waarbij ze de mannen hebben afgezworen. Ze concentreren zich op elkaar, maar er ontstaan barstjes in hun samenzijn. Er vindt dan een spel om de macht plaats waarbij geregeld wisselende bondgenootschappen worden gevormd. Manja Topper is de figuur die het geheel overheerst, soms wordt ze aangesproken als Manja, dan weer als Cockie. De andere twee lijken zich te schikken maar doen ook pogingen tot verzet en spelen daarnaast ook een spel met de macht van de onmacht. Alle thema's uit de Dolle Mina tijd komen in hun discussies wel naar voren. In de zin is het stuk ook een portret van de zeventiger jaren. De discussies zijn snedig en afwisselend. In de beperkte ruimte rond het grote bed weten ze ook fysiek genoeg variatie aan te brengen waardoor ik geboeid blijf kijken. Hoe groot het bed is ervaren de vrouwen uit de zaal pas goed als alle vrouwen daar aan het eind rondom plaats komen nemen. Dan blijken ook de mannen slechts een kleine minderheid te vormen.” -‐ Anne-‐Mieke Akkermans “Toen we de zaal binnen kwamen waren de actrices al op het toneel aan het ronddollen. Wilden ze daarmee het karakter van de voorstelling aangeven? De uitvoering was dan wel in het gekke maar de achterliggende gedachte behelsde toch wel meer; eigenlijk paste die opening niet bij het onderwerp zelf. In het begin moest ik even inschakelen. Ik vond het spel wel leuk maar zag geen nieuwe zaken; slechts gemakkelijke persiflage die oppervlakkig bleef. Allengs zag ik echter de serieuze toon en inhoud in de vinnige en rake dialogen verstopt zitten. En die gingen niet alleen over feministische en lesbische kwesties; ook algemene intermenselijke verhoudingen kwamen aan bod: en daardoor won de voorstelling aan inhoud. De mimiek werd goed volgehouden zodat het kijken niet verveelde. Wel vond ik dat er wat teveel gekke pruiken verschenen: die legden teveel nadruk op het gekke; of wilden ze daar iets mee zeggen wat mij ontging? De drie intermezzo's die ik eerst opvatte als tijdvulling en onderbreking, een rustpunt in de waterval aan dialogen, bleken toch meer te zijn. Na afloop hoorde ik dat "Semotic's of the kitchen", "Cuttery piece" en "Art must be beautifull" verwezen naar performance's van Roster, Ono en Abramovic. Toen waren ze geen los zand meer voor mij. Toch vind ik dat ze slechts zijdelings bij het onderwerp betrokken waren; ik zag er persiflages? op producten van feministische kunstenaars in. En de voorstelling ging vooral over intermenselijke verhoudingen en samenleven , wat niet zo gemakkelijk blijkt te zijn of het nou tussen lesbiennes of anderen is. Het technisch knappe krijsen en de grimassen van Cocky vond ik over de grens. Of was het expres 'over the top'. Misschien was het zo bedoeld maar dat genre ligt mij niet zo. Het was een leuke en onderhoudende voorstelling. Maar de erbij gesleepte toevoeging, alle vrouwen werden op het podium tegenover de mannen gezet, vond ik jammer. Een kijker naast mij zei; het gaat als een nachtkaars uit.” -‐ Heleen Sissingh “Een goed geacteerde, vrolijke voorstelling. Ik heb me kostelijk geamuseerd, hoewel de man naast mij nog veel harder lachte! Ook de vormgeving was leuk, je kon je wel voorstellen hoe het trio te keer zou gaan. Dat er diverse performances in de voorstelling voorkwamen is me ontgaan, maar dat werd weer goedgemaakt in het nagesprek.” -‐ Joyce van Middelkoop “Wat zou het worden? Zal ik maar eens thuis blijven dit keer? Ik beschouw mijzelf als iemand die behoorlijk ruim denkend is. Moet ik dan nu naar een toneelstuk gaan kijken dat het feminisme gaat propaganderen? Wat ben ik blij dat ik toch ben gaan kijken. Niks propaganda voor het feminisme. Wel een intiem kijkje (een slaapkamer omgeving) waarin ik deelgenoot wordt gemaakt van de wereld waarin mannen niet thuis horen en vrouwen (moeten) worden verheerlijkt. Het was licht omdat er regelmatig ook kon worden gelachen. De interactie met het publiek op het eind was verrassend. Hoewel alleen het vrouwelijk publiek letterlijk in het licht van de schijnwerpers werd geplaatst op het toneel, konden zij wel de in de zaal achtergebleven mannen in de ogen kijken. Het was een aparte gewaarwording.” -‐ Nanco Winselaar
“Na matige recensies viel de voorstelling me behoorlijk mee. De drie personages deden hun best wat van hun leven samen te maken maar kwamen vele hindernissen tegen, vooral in henzelf. Fris spel, mooie teksten, prachtige truien met gebreide borsten en schaamstreken en aan het slot een bloem voor alle vrouwelijke bezoekers en een plekje op hun grote bed. Hoewel aardig gevonden, eindigt de voorstelling als een nachtkaars.” -‐ Renée Besteman
SERIE 3
Vals -‐ NTGent 9/26/2013 “prachtige opening met drie reusachtige harpistes, maar het stuk wil maar niet op gang komen, geen echte interactie, de acteurs zijn alleen met zichzelf bezig. stuk inspireerde mij niet en heb ook geen gevoel achteraf.” -‐ Albert van Ruitenburg “Mooi stuk met interessante spanning tussen de twee vrouwen, ook zonder de pathetiek die in bijv. Gif van Lot Vekemans zat. Het spel van de Brauw en Schuurmans was ook scherp en direct. Ik vond het alleen een opmerkelijk contrast met het spel van Luppes dat veel abstracter/afstandelijker was. Hierdoor was de overgang tussen zijn scenes en die van de vrouwen wat bevreemdend.” -‐ Astrid Jacobs “Vals -‐ meiden schijnen beter te weten wat dat is, dan mensen van het mannelijk geslacht. Als u dit een stereotype beeld vindt, waar u niet zonder meer in mee wil gaan dan zult u ook een harde dobber hebben aan Vals. Het toneelstuk doet er alles aan om dit vooroordeel neer te zetten, en niet bepaald genuanceerd. Twee zussen hebben een aanrijding gehad (of niet), met een hectometerpaaltje of een persoon. De ervaring en ontkenning van dat ongeluk is een kwestie van perceptie volgens de manspersoon die de zusters op gezette tijden van repliek dient. De zussen kijven, maken verwijten en vissen naar de waarheid als die al bestaat. Ze worden in bewaring gehouden -‐ door de politie maar ook door hun geweten en elkaar. Ze vinden dat ze een onvoorwaardelijk geloof en vertrouwen in elkaar moeten hebben, maar stellen dat voortdurend ter discussie, hun verwachtingen van het gedrag van de ander baserend op gebeurtenissen in het (gedeeld) verleden. De actrice-‐zus staat tegenover de presentratrice; beide acteurs van beroep met (uiteraard) de nodige eigendunk ten koste van de ander. Ze spelen hun rol voortreffeljik en zijn een persiflage van zichzelf. Zowel hun karakter als hun verhouding wordt over-‐de-‐top uitgespeelt, wat leidt tot een ongeloofwaardige wanhoop van beide zussen. Het ongeloofwaardige karakter wordt benadrukt wanneer de getuige van het ongeluk 'per ongeluk' bij hen in de cel belandt en zich bekend maakt. Het stuk ontspint zich langs grappige mono-‐ en dialogen; maar is dat nou alles? Misschien waren de verwachtingen te hoog gespannen, zeker is dat we nog lang hebben nagepraat over het onbevredigde gevoel dat de voorstelling achter liet. Misschien is dat ook precies zo 'Vals'.” -‐ Bertien Broekhans “Wat is waarheid, hoe kun je de waarheid verdraaien, voor jezelf ontkennen? Dat laten de acteurs in Vals prachtig zien. De beide zusters zijn geloofwaardig. Je leeft met ze mee, maar tegelijkertijd voel je dat er veel meer aan de hand is. Bert Luppes speelt mooi, maar zijn personage was voor mij onbegrijpelijk. Over het geheel genomen vond ik het jammer dat de tekst achterbleef bij de acteerprestaties. Er werd niet uitgehaald wat er aan mogelijkheden in het gegeven zat, was regelmatig onbegrijpelijk in relatie tot de situatie. De acteurs verdienen beter. Het ijsdecor versterkte de glibberige basis waarop de acteurs zich bevonden. Een goede keus van regisseur Johan Simons.” -‐ Connie Eggink “In het Toneelstuk "Vals" van NT Gent zien we 2 zussen in n politiecel in afwachting van een verhoor over n verkeersongeluk, waar ze beide bij betrokken zijn geweest. In hun gesprekken proberen zij zichzelf afwisselend vrij te pleiten en/of elkaar in bescherming te nemen: oud zeer komt regelmatig om de hoek kijken. Hierdoor lijkt alles vals, onecht, eigenbelang. Tegelijkertijd worden zij geconfronteerd met een wat wereldvreemde getuige, die zijn eigen indruk over t geen hij zag uit en op die manier nog meer onzekerheden oproept. De schuldvraag over wat er nu echt voorgevallen is, is niet meer belangrijk en die blijft dan ook onbeantwoord. Het is knap van de decormaker dat zelfs het achterwanddecor vals is en de kijker optisch op t verkeerde been zet.Het ijs op de toneelvloer maakt de kilte/spanning duidelijk en het voorzichtig moeten manouvreren tussen wat er gebeurd zou zijn en wat de 2 zussen willen dat er gebeurd is; ze bevinden zich letterlijk op glad ijs. De tekst is naturel geschreven en gespeeld, niet geforceerd en het is voor de toehoorder hierdoor niet moeilijk om zich in t vraagstuk "wat zou ik zelf doen in zo n geval", wat is echt en wat niet, hoe ver zou je zelf je gaan om je zelf / iemand anders te beschermen...om jezelf vrij te pleiten. De op de achterwand geprojecteerde harpspeelster was niet overheersend aanwezig, maar voegde iets toe als rustpunt om al tijdens t kijken mee te denken in de ontwikkeling van het stuk; eigenlijk was t door de projectie ook 'vals'/niet echt, maar t was er wel.” -‐ Herna Versluis “Bert Luppes was voor mij dé hoofdpersoon, prachtig, vooral aan het begin van het stuk. Verwondering en nieuwsgierig naar wat er komen zou bij hoe hij de deur opende en weer sloot. Wie is hij en wat heeft hij te vertellen vroeg ik mij af. Het valse spel tussen de twee zussen duurde iets te lang. Het decor vond ik prachtig. Opgesloten in een cel moet zeer onaangenaam zijn. Het ijs en de muur symboliseerden het onaangename van opgesloten zijn heel goed. Misschien nog wel beter dan het spel van de twee zussen.” -‐ Inez van Leeuwen “Het voorprogramma van Babel met maaltijd was werkelijk fantastisch, heel interessant waren de interviews, maar ook de verzorging, tafels, het eten alles een dikke 10. Dankzij deze inleiding heb ik het stuk wel beter begrepen, maar anders was het voor mij een groot vraagstuk geweest.” -‐ Ingrid Ypma’ “Twee zussen zitten opgesloten in de kille wachtruimte van een politiebureau. Ze zijn mogelijk betrokken bij een dodelijk ongeval. Een vrouw op een fiets is aangereden door een auto. En iemand heeft gezien dat de bestuurder van de auto is uitgestapt en daarna weer is doorgereden. De twee zussen zijn heel verschillend: Cat is in alles het mooie, oppervlakkige BN vrouwmeisje. Sis is de toneelactrice met een teveel aan morele superioriteit. Een karikaturaal stel. En dat blijven ze het hele stuk lang. Daarin zit een deel van mijn teleurstelling over dit stuk: Er is weinig ontwikkeling, en raar genoeg -‐ ondanks de thrillerachtige plot-‐ ook weinig spanning. Natuurlijk hebben de zussen zo hun problemen: de een is aan de drank en over the top, de ander voelt zich ondergewaardeerd en wordt geleefd door haar mediaomgeving. Maar dat is al snel duidelijk en verandert ook niet. De getuige is een intrigerender karakter. Hij is een getrainde observator en een zonderling die uit kan barsten in theoretische verhandelingen over de verhouding tussen het individu en zijn omgeving (gebaseerd op analogieën die losjes uit de celbiologie zijn geplukt), of die opeens een gewelddadige impuls krijgt. Ook de getuige wordt ondervraagd door de verder onzichtbare agenten en wel op zo'n manier dat je soms de indruk krijgt dat hij de stemmen van zijn ondervragers uit ons, de toeschouwers, hoort komen.
Ik vond dat een prikkelende suggestie, maar misschien zat hij alleen maar in mijn hoofd want ik kon er om het verloop van het stuk geen aanknopingspunten meer voor vinden. Dat de verhoorders er nogal wrede en rare manieren op nahouden (de hond van de getuige doden, de verdachten en de getuige samenbrengen en mischien wel observeren) had ik graag meer uitgewerkt gezien. Dat de getuige zelf ook iets verbergt over zijn rol bij het ongeluk, wordt pas heel laat aangestipt. In wat mij betreft de mooiste scène is: als de zussen even hun verschillen vergeten en de getuige onder vuur nemen met hun priemende vragen en her ijs op de vloer van de kille wachtruimte. Het einde is mooi: de suggestie van een open raam waardoor misschien ontsnapping mogelijk is. Of dat een fysieke ontsnapping is of een andere is een vraag die langer blijft hangen.” -‐ Maarten Blom “Na de voorstelling vroeg ik me af: Heb ik het nu begrepen, waar is het misgegaan? Toch heb ik geboeid gekeken naar de voorstelling, maar ik wachtte kennelijk nog op antwoorden die ik niet heb gekregen. Vervolgens heb ik het boekje dat bij de voorstelling hoort b estudeerd, daar moeten toch die antwoorden te vinden zijn, maar nee ... helaas. Waar speelt het verhaal zich af, in welke ruimte zitten de acteurs? Uit het verhaal (en het boekje) haal ik toch echt dat dat in het hier en nu is en dus ook (naar ik aanneem) een Nederlandse politiecel. Waarom dan die vloer met ijs en die grote ijsschots (vervreemding?). Ook de ondervraagtechniek, waar o.a. Ge over verteld ... Het lijkt de sfeer van oost-‐ Europa/Rusland. Het stoorde me, die verwarring! Het spel van Ge (Bert Luppes) heeft voor mij de voorstelling gered. Het verhaal van de zussen (beschuldigd worden van vluchtmisdrijf) vond ik niet zo sterk neergezet (ze speelden hun rol goed, maar ik geloofde de emotie niet)” -‐ Margot Wilke “Muziek was prachtig, harp. De vormgeving , ijs op de grond kilte van de cel kwam goed uit. De opgenomen beelden met harpspelende vrouwen was heel bijzonder. In de tekst kwam telkens weer de cel naar voren. Het spel van de man sprak mij het meest aan.” -‐ Marianne van den Akker “Vals is een indringend stuk waar de rol van de getuige het meest bij blijft. De getuige, een cel-‐bioloog, geeft op een prettig onverwachte manier inzicht in sociaal gedrag van de mens als soort. De waanzin van het karakter verweven met de wetenschappelijke kennis als cel-‐bioloog geeft een fraaie wisselwerking tussen gekte en absolute waarheden. Het roept vragen op: zou het beheersen van gedetailleerde kennis ook een vorm van gekte kunnen zijn? Of kan waanzin ontstaan bij een overvloed aan kennis? De dunne lijn tussen wetenschap en waanzin werkt bij dit personage fascinerend. De getuige wordt zeer overtuigend neergezet. Zowel in tekst als spel. Een groot deel van het stuk is er een vaste plek voor hem, een functionele plek. De bewegingsvrijheid die hij neemt vanuit deze plaats werkt verrassend. Hij is een geloofwaardig karakter. Het decor, de suggestie van een cel is fraai in zijn eenvoud. Het ijs op de vloer geeft een heldere hardheid die goed gebruikt word op de juiste momenten. Een paar flinke schoppen tegen het ijs versterkt de ijzig koude reactie van Sis in een dialoog tussen de zussen en de getuige. De rol van de harp op het grote beeldscherm is als beginbeeld aardig. De filmbeelden keren nog tweemaal terug, dat werkt weinig functioneel. De muziek draagt al voldoende bij aan het creëren van de sfeer, daar zijn de filmbeelden niet meer nodig. Vals is ruimtelijk en krachtig geregisseerd. Met slechts drie personages en het decor van 1 ruimte, weet de regisseur een spannende wisselwerking neer te zetten. Het spel van Kat is soms iets te veel uitvergroot maar de dialogen blijven natuurlijk en helder gespeeld.” -‐ Marije Tolman “De tekst vond ik indrukwekkend en zet je aan het denken. De rollen van Ge en de 2 zussen vond ik erg mooi, maar die van Ge was opvallend knap gespeeld en geregisseerd. Dat het verhaal zich in een politiecel afspeelt, begreep ik pas achteraf. Wat ik met name erg knap vind, is dat je gedurende 1,5 uur geboeid naar tekst kan luisteren zonder dat er iets noemenswaardig op het toneel gebeurt.” -‐ Marjan Duijm “Inmiddels ruim 2 weken na de voorstelling, zijn er twee onderdelen van de voorstelling Vals die me nog vaak te binnen schieten, de prachtige fysieke bewegingen van de ziener met zijn alwetende en betoverende woorden en het schrijnende besef van de onvolkomenheid van beide zussen. Waar het beeld van Bert Luppes met de prachtige vergelijkingen tussen de mens en een cel, vooral als een oprecht waarachtige benadering van het leven blijft hangen, zijn het de twee op zich irritante zussen die meer vragen blijven oproepen. Zowel de erudiete Cis ( of was het Kat?) als de op populaire cultuur gerichte Kat (of Cis dus) toonden de verschillende kanten van de mens in zijn omgeving. Het is niet perse erg om mensen te pleasen of om oppervlakkige maar aangename dingen te maken en te doen. Maar ook het feit (of idee) dat het uiteindelijk meer bevrediging brengt om het goede en het mooie op te zoeken, in plaats van alleen maar voor de makkelijke weg te gaan. Het is goed om af en toe te schuren en lastige dingen te doen en tegelijkertijd is het ook mogelijk om af en toe de makkelijke weg te nemen. Onvolkomenheid als de volmaakte cel. Dat het decor niet persé alleen maar mooi was (wat deed die liggende ijsbeer daar?) en dat de zussen slecht gekleed en soms overdreven overkwamen, is uiteindelijk minder storend geweest, dan ik kort na de voorstelling dacht.” -‐ MC Siemerink “Ik vond het spel van Bert Luppes goed, ook zijn teksten vond ik intrigerend. Het spel van de twee vrouwen vond ik minder. Ik had soms het idee dat hun timing niet klopte en ze onbedoeld door elkaar heen praatten.” -‐ Mieke Brouwers “slechts 3 spelers, 1 decor en toch: puntje van mijn stoel.” -‐ Miguel Lopez
Met mijn vader in bed (wegens omstandigheden) 10/15/2013 “feest der herkenning: gesprek met je ouders zonder inhoud, geen emotie kunnen /durven tonen. spel van beide acteurs was ingetogen en emotioneerde me. decor leidde niet af maar werd op de juiste manier gebruikt.” -‐ Albert van Ruitenburg “Aardige voorstelling over haperende relatie tussen vader en dochter, met zoals gebruikelijk zeer goed spel van René van ’t Hof.” -‐ Amber van den Bos “Waarom een 6 voor de vormgeving ... Ik vond het bewegend beeld -‐ wat was dit? een molen of wat? voor mij niet ter zake dienend. Het hinderde mij. Overigens een duidelijke inleiding voor af.” -‐ Anneke Jansen “Met heel subtiel spel weten Rene van het Hof en Marieke de Kleine prachtig te laten zien wat rouw is. Het gaat niet zozeer om over het gemis van die persoon. Het gaat om het ontregelende effect dat het overlijden heeft op hun eigen leven. Ieder heeft daar een eigen oplossing voor: krampachtig 'doorgaan' of krampachtig vasthouden. Hierdoor zijn ze niet meer in staat om elkaar te bereiken. Dit weten ze met gevoel en humor te brengen, zonder een oordeel. Knap gedaan.” -‐ Astrid Jacobs “De avond begint met een uitstekende inleiding. De regisseur, Paul Knieriem, vertelt glashelder en to the point hoe dit stuk tot stand is gekomen. Een telefoongesprek van de dochter uit dit stuk, Marieke de Kleine, bellend met haar moeder, bracht haar op dit idee. In 21 telefoongesprekken komen we te weten hoeveel verdriet vader en dochter nog hebben over de dood van de echtgenote en moeder, zonder dat dit echt uitgesproken wordt. Alle gesprekken schuren op zijn minst een beetje. Ze worden zeker niet saai in beeld gebracht, maar afwisselend voor of achter een transparant doek uitgesproken, terwijl we ondertussen ook beelden zien die vanuit een trein zijn gemaakt en die een metafoor zijn voor het onderweg zijn naar een leven zonder vrouw/moeder. Mooie beelden in een verder heel sober decor, dat slechts functioneel lijkt te zijn en niet afleidt van de sobere tekst en idem spel. Bij schemerlicht, wat voor een hele intieme sfeer zorgt, voelen we de pijn van vader en dochter, en ook haar boosheid. Vader kon niet lang alleen zijn, en nadat zijn dochter 3 maanden bij hem in bed heeft geslapen, om daarna weer terug te gaan naar haar eigen leven, heeft hij al heel snel een nieuwe vrouw in zijn leven. Zijn excuus: Ik kan niet alleen zijn. De nieuwe vrouw, net als de anderen naamloos – ze heet “zij”-‐ begint het huis van nieuwe spullen te voorzien. Dit doet heel erg zeer bij de dochter, en trouwens ook bij de vader, maar ja, zo gaan die dingen, ze heeft een andere smaak. Na veel stroeve gesprekken, die vaak vooral over het weer gaan, wil de dochter maar niet overstag gaan en haar vader, een prachtige rol van René van ’t Hof, bezoeken. Dan besluit hij op het laatst maar naar haar toe te komen. Een mooi, intiem en ingetogen stuk, fantastisch gespeeld en geregisseerd!” -‐ Brigitte Van Mulken “Wonderschone voorstelling. Zowel ontroerende als humoristische toneeltekst. René van ’t Hof en Marieke de Kleine spelen klein en prachtig. De voorstelling boeit van de eerste tot de laatste minuut. Het is lang geleden dat ik na een voorstelling zo lang stof tot nadenken had. Wel een uur zitten napraten. Veel herkenbare situaties die door de wijze waarop ze gespeeld werden alsnog voor begrip voor de ander zorgden.” -‐ Connie Eggink “Geheel onvoorbereid werd mij tijdens de inleiding van Paul Knieriem duidelijk dat het stuk “Met mijn vader in bed, wegens omstandigheden” van Magne van de Berg zou gaan over een grote hoeveelheid telefoongesprekken -‐die iedereen wel kent-‐ tussen vader en dochter. Oh. Ik raakte steeds meer benieuwd naar het stuk mede omdat de inleider herhaaldelijk iets uitlegt of toelicht en dan plots toch maar niet verder vertelt om de spanning erin te houden. Het stuk zou spannend worden, niet als een thriller maar het blijft je aandacht trekken…Jammer, maar helaas heeft het stuk mij niet kunnen boeien. De kern van het stuk lijkt uiteindelijk te draaien om de bijzin bij de titel. De vader heeft weinig woorden (omdat hij een Twent is?), maar dat is toch een onvoldoende verklaring voor zijn goed gespeelde emotieloosheid. Het verdriet van de dochter had voor mij veel sprekender mogen zijn en haar jaloezie veel humoristischer uitgewerkt in spel of woorden.” -‐ Fea Boegborn “Een telefoongesprek als toneelvoorstelling. Het intrigeerde mij hoe ze dit zouden uitbeelden. En hoe: het decor was het gewoon. Door een doorschijnend gordijn was je getuige van beide, mel elkaar communicerende, personen. Indringend gespeeld door Rene van 't Hof (vader) en Marieke de Kleine (dochter). Het oerverdriet, verlies van echtgenote/moeder, komt iedere keer n aar boven, komen ze uiteindelijk nader tot elkaar? Zij verhardt, hij steeds meer melancholic . Het verdriet is ook niet te peilen.Een aangrijpende kleinschalige toneelvoorstelling.” -‐ Gerda Heethuis
“De voorstelling "met mijn vader in bed (wegens omstandigheden)" met Rene van t Hof en Marieke de Kleine was n aangename voorstelling ondanks het heftige onderwerp: hoe men de dood van een geliefd iemand op zijn eigen manier verwerkt. In dit stuk specifiek ,in de vorm van (ong 21!) telefoongesprekken, een vader en n dochter, die allebei proberen om te gaan met het verlies van hun vrouw/moeder en hun leven op te pakken, maar nu elkaar dreigen te verliezen in onbegrip voor elkaars reactie op dit verlies. Net als de kijker denkt " nu weet ik t ongeveer wel, nu wordt t saai" komt er n omslag in de houding van vader/dochter die ontroert en is t toneelstuk ineens niet zomaar n verhaaltje geworden over "klein leed", maar n afgerond geheel. Zelfs af en toe humoristisch door het naturelle taalgebruik. De voorbespreking met de regisseur Paul Knierhem over het ontstaansproces voegde echt iets toe. Zo was oa het decor beter te begrijpen (projectie van n treinreis op doorzichtig doek dat het verstijken van de tijd weergaf op diverse niveaus)” -‐ Herna Versluis “René van 't Hof speelt de rol van vader erg goed. Hij is kwetsbaar, oud, onhandig met de situatie, hij kan nauwelijks tegen zijn dochter op. Marieke de Kleine, de dochter, maakt het hem iedere keer wel erg moeilijk. Zij ging maar door, waardoor het irritant werd. René was overtuigender, sterker in zijn rol dan Marieke in haar rol. Herkenbare dialogen; het blijft zoeken naar contact, over het weer kan je in ieder geval praten. Het doorzichtige doek met bewegende beelden is geraffineerd. Geeft het gevoel van intimiteit en toch afstand omdat je door een waas de huiskamer in kijkt.” -‐ Inez van Leeuwen “De taal is zo eenvoudig, zo herkenbaar ook die gesprekken tussen vader en dochter, over het weer, de koetjes en kalfjes. De kracht zit vooral in de dingen die niet echt genoemd worden, maar wel gesuggereerd. Het verlies en de verschillende manieren van omgaan daarmee, de verwijdering, de emotionele chantage van de dochter. Prachtig! Geweldig gespeeld, met hoegenaamd geen attributen, de acteurs stellen zich enorm kwetsbaar op. Nog lang nagedacht over hoe ik zou reageren in zo'n situatie.” -‐ Margot Wilke “Goed gespeeld vooral René van t hof. Herkenning. Soms wat langdradig” -‐ Marianne van den Akker “Nog nooit heb ik iemand zo mooi van een gevulde koek zien peuzelen als René van 't Hof. Een voorstelling waarin niet of nauwelijks gesproken wordt met René in de hoofdrol is dus iets om je op te verheugen. Ik ben niet teleurgesteld. De voorstelling is gebaseerd op een interessant gegeven: Niet lang na de dood van zijn echtgenote krijgt de man een nieuwe relatie. De dochter is vol ongeloof en eist haar plek in het leven van haar vader op, ondanks dat zij zelf een eigen leven heeft. De worsteling om de relatie(s) goed te houden is heel subtiel verwoord en verbeeld in de oppervlakkig telefoongesprekken die vader en dochter met elkaar voeren. René van 't Hof en Marieke van het Hof laten prachtig zien, hoe ze ver ze van elkaar afstaan en hoeveel ze van elkaar houden.” -‐ Marijke de Jong “Een boeiend stuk. Vond Rene van 't Hof goed spelen. Het thema vond ik verrassend, ook wel herkenbaar.” -‐ Mieke Brouwers “Mooi verhaal tussen een vader en zijn dochter. Leuk uitgewerkt, de verschillen tussen een man en een vrouw. Aangename avond. Was het de voorstelling die mijn leven ingrijpend heeft veranderd? Nou neuh.” -‐ Miguel Lopez “Een herkenbaar probleem prachtig vastgelegd. Moeilijke tekst om te spelen. Vaak identek, maar net even anders.” -‐ Pim Romeijn “Tegenvallende voorstelling van een hoorspel met beeld. Het door Magne van den Berg geschreven stuk is meer geschikt voor de radio dan voor het theater. Ondanks de poging van de spelers om er nog wat van te maken (ze deden hun best) werd het toch niet meer dan een traag en voorspelbaar hoorspel. Leuk als je dat nog nooit gezien hebt maar na tien minuten gaat het al vervelen: je kent de maniertjes al. Daarbij ook nog een onderwerp dat nou niet bepaald vernieuwend genoemd mag worden. Het gezeur van een bekrompen kind met een bekrompen vader: een dialoog van meningen zonder argumenten. Regisseur Paul Knieriem heeft het stuk ook niet kunnen redden. De trouvaille van het projectiegordijn dat de beelden uit de trein weergaf om de “afstand” te illustreren doet het een halfuur goed, maar dan verlang je alweer naar een changement. De inleiding door hem was wat dat betreft ook niet hoopgevend. Al met al een stuk waar te weinig inzat voor een theatervoorstelling.” -‐ Sjoerd Postma
Assen Blues -‐ het Nationale Toneel 11/6/2013 “prachtige voorstelling voor mij over de (on) mogelijkheden van relaties, eerlijkheid, gevoelens, twijfels super verbeeld door mooi samenspel van de acteurs. Geboeid van begin tot eind in een eenvoudig decor van schelpenzand Pluim!” -‐ Albert van Ruitenburg “Een vrouw staat op station Assen te wachten op de trein naar Groningen. Ik zie het perron van Assen in mijn hoofd, maar wat op het podium staat, lijkt er niet op. De bankjes staan verkeerd, te ver uit elkaar, en er ligt zand tussen de man en de vrouw in, waardoor het in het begin kan lijken of de treinsporen tussen hen in liggen. Geen Assen dan. In dat zand laten de man en de vrouw ook hun sporen achter, dus die treinsporen in het midden zal wel de bedoeling zijn geweest. Wanneer de Nederlandse, hogeropgeleide vrouw begint te spreken, lijkt het eerst nog dat ze alleen worstelt met een verbroken relatie, maar ze blijkt compleet van het padje af te zijn. De man die druk Turks pratend op komt, lijkt door zijn gebaren en spreekstijl niet van hier te zijn, maar nadat hij overschakelt naar Nederlands en ik hem kan volgen, blijkt hij een rustige, zelfs enigszins intelligente Drent. De tegenstelling tussen de twee rollen stelt de vooroordelen ter discussie over wie nou waar hoort. Veel tekst, goed geacteerd.” -‐ Amber van den Bos “Prachtige tekst. Leuk voorgesprek met Johan Doesburg.” -‐ Anneke Jansen “Assen klinkt als een stad waar je liever niet heengaat, saai, er gebeurt weinig of niets. Voor mijn gevoel gold dit ook voor Assen Blues. Ik kon er geen spanning in ontdekken, en ik werd op geen enkele manier geprikkeld door de tekst. Sterker nog, ik moest soms alle zeilen bijzetten om wakker te blijven. Het decor oogde ongezellig, triest bijna (was dit de bedoeling?), en de zandvloer waar Ali Çifteci met zijn voeten op tekende, kon ik niet duiden, net zo min als de tekeningen. Er gebeurde erg weinig, en als je tegen het einde denkt dat het heel misschien toch nog wat gaat worden tussen deze twee mensen wijst zij hem af. Geen idee waarom ze dat doet, alleen omdat het kan? Ik bleef met lege handen achter, net als de beide acteurs.” -‐ Brigitte Van Mulken “Rob de Graaff schreef een prachtige poëtische tekst voor Assen blues. Actrice Camilla Siegertsz draagt de voorstelling met fantastisch, ingetogen spel.” -‐ Connie Eggink “Een stuk met veel tekst! Regisseur Johan Doesburg vertelt ons tijdens de inleiding dat het stuk zeker niet meer het doorsnee verhaal is van een Turkse migrant. Ali Cifteci , de schrijver Rob de Graaf en de regisseur hebben een tweede personage aan de immigrant toegevoegd. Het is heel verrassend te ervaren dat het stuk helemaal niet meer over een immigrant gaat, maar over twee personen die elkaar ontmoeten op een moment in beider leven dat (wellicht tijdelijk) meer vervuld wordt door het verleden hoewel de toekomst nog wel enige spanning heeft. Ze lijken met elkaar op reis te gaan in hun verleden, om vandaar uit samen een toekomst op te bouwen. Een mooie vertelling, goed gespeeld in een voor de ogen letterlijk verblindend decor (wit weerkaatsend zand) dat helaas weinig met een perron van doen had.” -‐ Fea Boegborn “Een toneelstuk waar je steeds stiller van werd. De eenzaamheid en toch de optimistische instelling en kijk op het leven. De weidsheid van Drenthe en de sfeer die deze weidsheid oproept als de hoofdpersoon terugblikt op zijn jeugd en daarna zijn leven in Assen. Door zijn overdracht (Ali Cifteci) zo subtiel en toch zo overtuigend gebracht, proef je de hang naar eigen cultuur maar ook zijn aanpassing in het "stugge" Assen, want hij speelt toneel. Zij, voortreffelijk gespeeld door Cmilla Siegertsz, probeert haar dromen waar te maken en er in te blijven geloven. Als docent geeft zij dit ook door aan haar studenten. Zij "spijbelen" die dag op het station in Assen!!!!” -‐ Gerda Heethuis “De voorstelling "Assen blues" van Stichting Vraag in coproductie met t NT schiet mijns inziens zijn doel voorbij door de hoeveelheid tekst en t nerveuze spel van Camilla Siegertsz. Nu is gekozen voor eenvoud in toneelbeeld en spel en de nadruk op de tekst komt, wordt de kijker te snel afgeleid en ongeconcentreerd. Overigens is het gegeven van t verlangen naar waar je niet bent, over toeval en dromen universeel en niet specifiek voor n nazaat van n Turkse gastarbeider, zodat de voorstelling wel geschikt is voor n breed publiek.” -‐ Herna Versluis “De introductie door Johan Doesburg stelde nauwelijks iets voor. Zijn opmerking: In Assen wil je niet dood gevonden worden, was ongepast. Mensen die in de stad wonen, kunnen soms arrogant zijn en neerkijken op mensen die in de provincie wonen. Mooie witte vloer waar Ali Cifteci als Mehmet zeer positief tegenover Camilla als Ronica stond. Ronica zat vast in haar verleden, haar verlangen zichtbaar, maar was niet in staat het te doorbreken. Vooral goede rol van Ali Cifteci.” -‐ Inez van Leeuwen “Tsja ... goed verhaal, Ali Cifteci speelde goed, Camilla Siegertsz speelde goed, het decor was wat vaag. Maar waarom moest Camilla zich gedragen als een hysterische vrouw? Dat heeft me bijna de gehele voorstelling bezig gehouden. Ik had voortdurend het gevoel dat ze voor een langskomende trein zou gaan springen. Jammer, dat maakte dat ik niet kon genieten van de voorstelling” -‐ Margot Wilke “Mooi gespeeld, humor, emotie, herkenning. Mooie teksten. Bijzonder decor!” -‐ Marianne van den Akker
“Intrigerend stuk. De hoofdrolspeelster vond ik erg goed. Eenzaamheid en onzekerheid waren voelbaar. Chemie tussen twee mensen was ook te zien. Ik vond de voorstelling boeiender dan ik van te voren had verwacht.” -‐ Mieke Brouwers “Ik bleef geboeid kijken. Tekst was goed. Het zand begreep ik niet, de afstand in het begin tussen de spelers vond ik wel erg mooi. In de poging om er geen migrantenstuk van te maken is het nu een boeiend verhaal geworden over een vrouw die toevallig een Turkse man tegenkomt.” -‐ Miguel Lopez “Prachtig gespeeld. Geen standaard allochtonenstuk.Mooie teksten.” -‐ Pim Romeijn “In de inleiding beloofde Johan Doesburg een bewerkt verhaal van een immigrant, de hoofdrolspeler Ali Cifteci, weliswaar anders vormgegeven, maar toch. In werkelijkheid kwam er een mooi verhaal van twee eenzame lieden op station Assen, die elkaar net iets meer vertellen dan in een gewoon perrongesprek gebruikelijk is waardoor een geladen spanning ontstaat tussen die twee. Hun reis wordt uitgesteld en het gesprek gaat door. Een heerlijke voorstelling waar ik de hele avond geboeid naar heb zitten kijken. De teksten waren niet altijd even gemakkelijk en de voordracht vond ik af en toe wel wat voorleesachtig (onvoldoende natuurlijk). Misschien dat Ali Cifteci in een andere voorstelling zijn eigen verhaal eens mag vertellen.” -‐ Sjoerd Postma
Anderman -‐ Susies Haarlok 11/13/2013 “voor de eerste keer weggegaan” -‐ Albert van Ruitenburg “Het buurtfeest speelt zich op de toneelvloer af, waar ook de toneelkijkers als bezoekers op plaats nemen. Dit vind ik een boeiende aanpak voor vormgeving en ik blijf hopen dat meer groepen dit gaan doen. Wat mij ook aangenaam verraste was dat zo lekker met muziekstijlen werd gehusseld. Mag ook vaker gebeuren. Verder was de voorstelling voor mij wat te rommelig en de teksten soms onverstaanbaar. Dat laatste lag overigens niet aan het volume. Inhoudelijk waren het losse anekdotes waar ik wel de werkelijkheid in herken, maar waarbij ik me, net zoals in mijn dagelijkse bestaan, afvraag wat ik er nou mee moet. Een iets duidelijkere lijn, of standpunt, zou ik prettig vinden. Welke kant op maakt me niet uit.” -‐ Amber van den Bos “Goede muzikanten. Wat veel lawaai en de tekst over het onderwerp had korter gekund.” -‐ Anneke Jansen “Anderman – Susies Haarlok Lokatie: een buurtfeest in een volkswijk. Op de grond liggen platgetrapte bordjes, ballonnen en stukken rood, wit, blauw en oranje papier. De muzikanten hebben veel rode en witte make up op, zoals voetbalhooligans schijnen te doen als ze gaan stappen in Amsterdam. Verder dragen ze t-‐shirts met hele negatieve teksten en pauwenveren in hun kniekousen. Dat laatste kon ik niet duiden, de acteurs trouwens ook niet (!). Er wordt ons een spiegel voorgehouden. Zó praat en doet Nederland, vooral veel kankeren, liefst over allochtonen, met veel vooroordelen en de bekende teksten als “ze werken niet -‐die Pool heeft mijn baan ingepikt-‐ Nederland verdwijnt”, enzovoort. Via videobeelden op diverse schermen is er veel te zien en te beluisteren. Tussendoor wordt er gemusiceerd, soms bewust vals en eentonig, omdat de uitspraken van de geïnterviewden ook vals en eentonig zijn. De arabische muziek op het einde van de voorstelling swingt wel, net als de rapmuziek. Het is duidelijk, we zijn een behoorlijk ontevreden, zeurend en discriminerend land geworden, bij het genante af. Dat wordt niet met woorden gezegd, en de acteurs komen nooit met een oordeel of een moraal, maar de beelden liegen er niet om. De culturele verschillen zijn groot en overduidelijk. Verder wijzen we alle kanten op, maar vooral niet naar onszelf. Ik zag een hele aantrekkelijke voorstelling, die steeds bleef boeien ondanks de duur van ruim twee uur. Als toegift volgden nog drie muzikale optredens van diverse gasten. Het publiek kon er geen genoeg van krijgen.” -‐ Brigitte Van Mulken “Bij binnenkomst is de mij bekende zaal compleet anders dan ooit vertoond. Susies Haarlok-‐leden nodigen je uit mee te doen: “kom er gezellig bij, ga zitten waar je wilt” in een ruimte die erg rood wit blauw is, gelardeerd met oranje. Met het overig publiek zit/hang/leun/of sta ik in de rommel rond de in de ruimte gecentreerde nationalistisch uitgedoste (feestvierende?) bandleden. Filmbeelden van mensen……….naast of boven de bandleden die de zeer exact uitgesproken gevoelens van “bepaalde” mensen, die elkaar steeds meer lijken na te praten, gebruiken om hun gek genoeg “niet bij die mensen passende” muziek te illustreren. Of verbeeld ik mij te weten van welke muziek de mensen houden die deze teksten ooit hebben uitgesproken. Er is een onderwijssocioloog Freinet, waar het getoonde werk mij aan deed herinneren. Goede gedachten, die evenwel in verkeerde omgevingen helaas vele risico’s voor de vorming van de mens met zich meedragen. Zouden de muzikanten nog uitstijgen boven de teksten of zich met hun muziek ermee vereenzelvigen? Ik heb voortijdig de zaal verlaten. Als toneelkijker mag ik het vertoonde beoordelen. Ik kan uitsluitend een cijfer geven maar geen enkel getal refereert aan deze walgelijke, ziekmakende teksten. Een uitmiddelende, en daarom nietszeggende 1 dan maar. Voor de totale beoordeling zou ik het woord beangstigend willen gebruiken, iets anders dan het hierboven geschetste walgelijk. Toch dan maar weer een uitmiddelende 1. Een 9 daarentegen voor de eenvoudige maar zeer sprekende nationalistische vormgeving. Voor de muziek zou ik een ruime voldoende geven.” -‐ Fea Boegborn “Dat was me t "buurt"feestje wel, die voorstelling "Anderman" Even wennen aan t decor en de opstelling in de zaal: het was nl de bedoeling om rond te lopen/hangen en onderwijl bv contact te hebben met n andere toeschouwer en bv samen wat te drinken/praten. Dat rondlopen etc werd ook door de leden van de band/ spelers gedaan en intussen waren er intervieuws te zien op beeldschermen met n maatschappij kritische inhoud.3 plaatselijke muziekgezelschappen sloten het geheel af zodat nog meer de indruk gewekt werd dat er n buurtfeestje was geweest. n Beetje rommelig was t wel, zowel letterlijk als figuurlijk. De bedoeling van het geschminkt zijn van de spelers, als waren zij de band "Kiss" is mij ontgaan.Antwoorden op de aangeroerde problematiek werden niet gegeven, maar het is goed gelukt weer te geven hoe n buurtfeestje zou kunnen verlopen en welke onderwerpen er zoal voorbij kunnen komen in de gesprekken; vaak in kreten en onbeantwoorde stellingen.” -‐ Herna Versluis “Al die rommel op de grond, dat belooft bij voorbaat niet veel goeds. Dat leidt alleen maar af. Ik wil geboeid worden door de inhoud en niet door het rommelige decor. Wat een drukte toen de voorstelling net begon, flauwekul. Lieve help, wat een slechte voorstelling. Na twintig minuten zijn we weggelopen. We weten inmiddels hoe er gedacht en gesproken wordt, hier wil ik niet naar kijken.” -‐ Inez van Leeuwen “Als idee vond ik het stuk een vondst. Die mix van (sociale en etnische) culturen in de zgn. pude volkswijken. De enscenering vond ik ook erg goed. Wat ik jammer vond, is dat ik de tekst slecht kon verstaan. Je kon wel een tekstboekje kopen, maar je gaat toch niet tijdens de voorstelling de tekst meelezen. Misschien nog meer met beeldtekst. Maar als idee vond ik het een geweldig stuk.” -‐ Marjan Duijm
“Ik vond het best aardig gevonden, maar het thema erg uitgekauwd, verhalen uit een volksbuurt. De manier waarop het werd verteld vond ik wat kinderachtig. Wat ik niet prettig vond was dar er te weinig stoelen waren. Ik had meer dan 10 uur gewerkt en had geen zin nog eens twee uur te gaan staan. Kon uiteindelijk wel een stoel bemachtigen, maar ben halverwege de voorstelling met een vriendin een wijntje in de foyer gaan drinken, vonden we een beter plan en vervolgens naar huis gegaan. Dus ik beoordeel maar een halve voorstelling. Ik kan niet zeggen dat ik het heel slecht vond, de opstelling vond ik origineel, maar het heeft mij op geen moment gegrepen of geraakt.” -‐ Mieke Brouwers “Wat deden creativiteit en moed.” -‐ Pim Romeijn “Het duurde even om er in te komen. Het werd steeds boeiender en wat een creativiteit.” -‐ Pim Romeijn “Toen de zaal open ging werden we in een vrolijk uitgedoste vuilnisbelt (die gelukkig niet stonk) binnengelaten. Er waren een paar stoelen en veel statafels om een café / buurtcentrum te verbeelden. Met veel misbaar en lawaai werd een buurtavond gecreëerd. Helaas werden daarna alleen maar teksten van ontevreden, boze en racistische mensen gedebiteerd. Al of niet begeleid door mooie ritmes en valse stemmen. Als je soort uitspraken op de televisie ziet of de radio hoort dan kun je het hooguit 5 minuten verdragen voor je de knop omdraait. Hier ging het maar door. Er kwam geen verandering, geen nuance, geen reflectie, niets. Het ging maar door.” -‐ Sjoerd Postma
Vermogen -‐ Mugmetdegoudentand 11/22/2013 “topvoorstelling: uitstekend geacteerd met een decor wat je meeneemt in het verhaal; kijkje in de toekomst met een google bril en evolutie in een relatie” -‐ Albert van Ruitenburg “Het slot heb ik niet begrepen. Wat is er met de vrouw gebeurd? Een beetje flauw stuk..” -‐ Anneke Jansen “In een Mercedes rijdt een echtpaar terug naar huis. Via boventitels zien we dat ze in Kroatië zijn geweest, waar ze een 2e huisje hebben. Dat staat nu te koop, want hij (Willem de Wolf) is werkeloos geworden. Zij (Lineke Rijxman) moet nu alleen voor het inkomen zorgen. Gelukkig heeft ze een beste baan. Ze kibbelen, soms met veel steken onder water, soms erg clichématig en voorspelbaar. Het stuk begint in 2013. Tien jaar later is het huisje eindelijk verkocht en heeft zij flink promotie gemaakt. Dan komt de aap uit de mouw, hij blijkt al 19 jaar een zoon te hebben en zij heeft een beslissing genomen die Nederland nog lang zal heugen. Ze heeft de rechten van ons water deels aan China verkocht! In 2043 zien we ze nog even in de laatste acte. Tot mijn verbazing zijn ze nog steeds bij elkaar. Ze zijn alles kwijtgeraakt en zitten er armoedig bij. Big Brother aan de macht? Lineke Rijxman heeft duidelijk het betere van het spel, haar tegenspeler lijkt er soms wat bij te hangen en zijn rol komt veel minder uit de verf. Het decor is slim en doeltreffend gemaakt. Via eenvoudige achtergrondverlichting en boventekst zien we waar ze zijn onderweg en wanneer dit stuk speelt. Prima tekst, met soms wat veel clichés. Een aardig,maar niet heel sterk stuk.” -‐ Brigitte Van Mulken “Joanne Mensert, de produktmanager van dit toneelstuk vertelt ons op uiterst plezierige wijze over haar rol en de achtergrond van de spelers betrokken bij het gezelschap Mugmetdegoudentand i.s.m. De Koe. Ze licht toe hoe lang er gemiddeld door Joan Nederloff aan de tekst gesleuteld wordt en eerste opzetjes gespeeld. Vervolgens gaat ze in op de inhoud van het stuk zoals min of meer beschreven in de Theater aan het Spui brochure van november. Het decor van de auto is verrassend ruim en de wegomgeving grappig vormgegeven. De vertelling kwam achteraf toch heel anders over dan gesuggereerd in de brochure. Er zat weinig diepgang in de oorzaak van de verandering van de persoonlijkheden van het echtpaar, die groeide met de leeftijd en de leeftijd die nog moet komen, haha. De tekst is zeker humoristisch maar ik beleefde zeker niet de spanning van een thriller. Desalniettemin een leuk en goed gespeeld stuk.” -‐ Fea Boegborn “Onmogelijk om n recensie te schrijven over t toneelstuk "Vermogen" van Demugmetdegoudentand. Aan t spel van de acteurs lag t niet, die speelden heel naturel en duidelijk in hun tekstbehandeling, maar ik raakte de draad kwijt van hetgeen zij wilden zeggen: er werden te veel onderwerpen aangehaald(de relatie tot elkaar, werk/werkloosheid, emigratie, kinderen/geen kinderen, ambitie enz, enz) en besproken, maar niet echt uitgewerkt. Ze bleven in de lucht hangen en bleven onbeantwoord. Ook door scenes/de tijd heen, die werden verbeeld door n lichtkrant. plotsklaps beeindigd en de toneelkijker in verwarring achterlatend.” -‐ Herna Versluis “Onderhoudend, maar niet spectaculair. Het decor vond ik wat storend, hoezo in een mercedes? Gewoon comfortabele t.v. stoelen. Het spel was redelijk goed, maar de verrassing van de grote geheimen was er bij de acteurs al af” -‐ Margot Wilke “Het toneelstuk heeft mij geboeid van begin tot eind. Wel vond ik het onduidelijk in wat voor tijdsbestek het werd gespeeld, de verhaallijn dus. Had misschien nog wat spannender gemaakt kunnen worden? Acteurs vond ik goed spelen, teksten ook goed.” -‐ Mieke Brouwers “Een heerlijk tekst stuk, voortreffelijk gespeeld. Vanaf de eerst tot de laatste zin heb ik geboeid zitten kijken naar wat dit echtpaar allemaal vertelt. Met verve en met veel misbaar worden de (on)hebbelijkheden van de echtgenoten in een weliswaar eenvoudig decor op ons losgelaten. De zogenaamde linksheid van de man en de vrouw worden zeer schijnheilig neergezet. Het stiekeme gedrag van beide, met hun eigen agenda, wordt onverhuld vertoond. De apotheose kan niet uitblijven en komt dan ook niet onverwacht, als is de clou natuurlijk wel verrassend en niet minder verontrustend in deze reëel neergezette komedie. Zowel Lineke Rijxman als Willem de Wolf waren in topvorm.” -‐ Sjoerd Postma
Nieuwe Wereld Symfonie -‐ De Veenfabriek 12/4/2013 “Wat een verrassende voorstelling. In het begin vroeg ik me af waar het naar toe moest maar de acteurs en regisseur namen me mee naar hun nieuwe wereld. Zeker het corps de ballet deed me smelten maar ook de drie oude mannen toonden veel energie het decor en de middelen waren overtuigend en de muziek nam me helemaal mee, complimenten” -‐ Albert van Ruitenburg “Oude mensen die hun werkelijkheid spelen. Tenminste, ik denk dat het daar over gaat. Hoewel het vast met de beste bedoelingen is gemaakt, is deze voorstelling mij te langzaam, te knullig en te onverstaanbaar. Wel is bij vlagen de triestheid van het ouder worden te zien. Het einde nadert en er kan alleen maar steeds minder, nooit meer meer en de wereld vindt dat ook en toch heeft het leven waarde. Gelukkig zit er goede muziek onder en wordt een paar keer een mooi stukje tekst voorgedragen.” -‐ Amber van den Bos “Het proces van deze voorstelling is voor de makers vast een feest geweest. Het spelplezier straalde er ook vanaf. Een mooi concept en heel goed dat dit met ouderen gebeurt. Maar: ik vind dat een dergelijke voorstelling niet in een abonnement met professionele voorstellingen thuishoort.” -‐ Connie Eggink “Er is vandaag geen inleiding dus speelt er voor de voorstelling van alles door mijn hoofd: dat het kijken en luisteren naar Freek de Jonge altijd weer uitdagend is, maar ik me afvraag of hij eerdaags niet gewoon moet ophouden. Dat het team van Monty Phyton na vele jaren ook nog weer eens gaat optreden, daar wil ik wel naartoe. Dat Van Kooten en De Bie op tijd zijn gestopt, jammer of terecht. Er was ook een mooie film onlangs waarin oudjes een hoofdrol speelden. Kortom deze avond belooft wat: leuke titel, corps de ballet van 70 plussers, een nieuwe symfonie als titel. Droevig makend, wat jammer dat er geen grijpende tekst, geen verbluffende beweging, ach niets van enige professionaliteit een algemeen publiek waardig werd gepresenteerd. Heel even toen de oudjes vreemd en veelkleurig waren uitgedost en “iets” uitbeeldden kon ik de personen/de werkelijkheid vergeten. Misschien is het stuk iets voor een reünie van vrienden en familie van de spelers onder elkaar?” -‐ Fea Boegborn “Ik houd van de voorstellingen van gezelschap de Veenfabriek. Het intrigeerde mij ook om te kijken naar dansers in de leeftijd van 67 tot 89 jaar oud. Dat kan mooi zijn, ik denk dan aan de dans in de film Hable con Ella. Schitterend. Maar in deze voorstelling heb ik zitten kijken met een soort plaatsvervangende schaamte. Ik vond het gewoon drie keer niets en ik heb dan ook geen gehoor gegeven aan de uitnodiging om na afloop, in de zaal met de dansers in discussie te gaan. Ik kan mij heel goed voorstellen dat oudere mensen genieten van " het dansen, Als ontspanning. Maar niet in een officiële voorstelling Sorry.” -‐ Gerda Heethuis “Waarschijnlijk was t maken/ spelen/regisseren van de voorstelling n feest, maar het toeschouwen er van was niet zo boeiend, hooguit verbazing/ vertedering zijn de woorden die bij me opkomen. De kwetsbaarheid van ouderen werd hier zichtbaar door de motoriek, beperkingen en broosheid van de spelers. Zichtbaar was de onderlinge saamhorigheid en t spelplezier van de acteurs, maar dat neemt niet weg dat het n voorstelling was die niet lang "blijft hangen", hooguit het bijzondere dat afweek van de "normale" muziektheatervoorstellingen.” -‐ Herna Versluis “Ik vond het bijzonder dat het een dansvoorstelling was van oudere mensen. Het lijkt me voor de spelers heerlijk om op toneel te staan. Maar het was natuurlijk ook te zien dat het oudere mensen waren, qua beweging was het niet erg spannend of esthetisch. Wel vond ik het thema boeiend, en ook wel origineel uitgewerkt. En ook wat ontroerend om oudere mensen op toneel te zien staan. Ik vind een zes vor het hele stuk wel te laag, denk maar aan een 7-‐.” -‐ Mieke Brouwers “De door Elsa May Averill geschreven en geregisseerde voorstelling was een aanfluiting. Als deze toneel/dans oefening gedurende enkele avonden in een bejaardencentrum zou zijn opgevoerd was dat aardig geweest voor de spelers, maar dan nog zouden de toeschouwers gedacht hebben wat moet ik hiermee? De onsamenhangende gymnastiekoefeningen, de vormgeving in vrije expressie van het groeien van bomen, het marcheren met lichtstaven, het simuleren van een hartaanval, het dansen met een rollator, alles zou nog te pruimen zijn geweest als er een verhaal achter had gezeten. Als er professioneel toneel gespeeld zou zijn, als er een geraffineerd decor zou zijn geweest, als de aan-‐elkaar-‐geplakte muziekfragmenten enige relatie met het vertoonde had gehad, als de belichting mee had gedaan met de spelers, als de tekst enige betekenis had gehad en verstaanbaar over het voetlicht was gebracht, ja dan zou het misschien een aardige avond hebben kunnen worden, maar aan al het bovenstaande ontbrak het hier.” -‐ Sjoerd Postma
OMG! XMAS-‐SHOW! WTF? -‐ Dood Paard 12/11/2013 “Zalige bagger! Heerlijk niemendalletje vol met rake opmerkingen en betekenisvolle verwijzingen. Zoete kerstmeuk omgekat naar moderne vertelling. Hier en daar rammelde nog wat, maar daar loopt de olie wel door in de volgende voorstellingen. Gaan met de popcorn!” -‐ Amber van den Bos “OMG! Wat is Dood Paard nou aan het doen? Het lijkt wel een stel kinderen dat elk een stukje uit een sprookje of Kerstverhaal mag vertellen en dat vervolgens zo chaotisch mogelijk doet. Er wordt heel slecht geacteerd, het lijkt wel of alles geïmproviseerd is zonder enige afspraak vooraf. Iedereen doet zijn eigen ding. Met een XMAS-‐SHOW heeft dit weinig van doen, het is een grote puinhoop, en grappig is het ook al niet. Toneelbeeld, tekst, regie en spel, het is allemaal even treurig. Ik heb nog een tijdje gehoopt dat er meer structuur in zou komen, maar helaas, het bleef een zooitje. Daar past maar één reactie op: Dood Paard, WTF?*&!?” -‐ Brigitte Van Mulken “De inleider Raymond Querido vertelt over de geschiedenis van de groep Dood Paard en de herkomst van de naam. Over deze voorstelling zegt hij dat de groep voor het eerst een stuk heeft geschreven voor jong en oud en, hoewel ze voor het eerst met publiek optreden wordt het geen try-‐out genoemd. Om te beginnen worden we overvallen door een scala aan verkopers/verkoopsters die, net als bij het circus, waren aanbieden die we op verrassende wijze tot ons eigendom kunnen maken. Dan verhaalt de verteller luid en duidelijk over de tragedie van deze avond: een dochter verlaat op bizarre kousenvoeten haar al te dominante vader voorgoed. Onderweg ontmoet ze allerlei vreemd uitgedoste sprookjesfiguren, met als extraatje de drie wijzen. Het sprookje loopt niet goed af, en dat komt door de olijk uitgedoste duivel (Manja Topper) die een prachtig einde aan de vertelling breit. Zonder mee een lekker rumoerig met muziek en lichteffecten gelardeerd stukje toneel.” -‐ Fea Boegborn “Heerlijk chaotisch gebeuren op de vloer en het meest leuke van deze chaotische voorstelling vond ik het betrekken van het aanwezige publiek bij de voorstelling. Vooral voor de aanwezige zeer jonge toeschouwers was dat een feestje. Het bijzonder genoten van de vele liedjes met diepe inhoud. Keihard weergegeven.. Je gaat naar huis met een ander kerstgevoel dan gewoonlijk......” -‐ Gerda Heethuis “De voorstelling OMG!XMAS-‐SHOW!WTF? is de geheimzinnige titel van n kerstshow van Dood Paard. Diverse sprookjes en algemeen veronderstelde bekende literaire teksten zijn verwerkt in n gezellige, wat rommelige entourage. Grappige scenes worden door de acteurs in diverse vermommingen met veel actie vertolkt,maar maken mede daardoor het geheel nogal chaotisch.Het is een echte familievoorstelling geworden want er is veel herkenbaars en t decor is kleurrijk en "glitterig", zoals men in n echte show verwacht. Het binnenkomen in de zaal is meteen al feestelijk, met oa n echte suikerspinmachine en de acteurs die iedereen welkom heten,door bijna iedereen persoonlijk aan te spreken gaat t geleidelijk over in de show/ het spel. De tijd vliegt en voor je t weet sta je weer buiten met n glimlach op t gezicht. Kortom: n aangename voorstelling voor t hele gezin, luchtig van toon, maar een die niet lang blijft hangen.” -‐ Herna Versluis “Jammer maar helaas. Begon grappig, heerlijke suikerspin, nostalgie. Maar vond de voorstelling inderdaad meer voor 9 jarige toeschouwers, hoewel dan de duivel iets minder zou moeten vloeken. Spelers deden echt wel hun best, niet slecht. Kostuums en decor kunstig en apart. Maar de tekst sprong erg van de hak op de tak en niet erg boeiend. Of de regie hier iets aan had kunnen veranderen weet ik niet, die hebben misschien ook geprobeerd er het beste van te maken. Misschien lag het aan mij? Je kan soms zo'n avond hebben.” -‐ Ingrid Ypma “Jammer maar helaas. Begon grappig, heerlijke suikerspin, nostalgie. Maar vond de voorstelling inderdaad meer voor 9 jarige toeschouwers, hoewel dan de duivel iets minder zou moeten vloeken. Spelers deden echt wel hun best, niet slecht. Kostuums en decor kunstig en apart. Maar de tekst sprong erg van de hak op de tak en niet erg boeiend. Of de regie hier iets aan had kunnen veranderen weet ik niet, die hebben misschien ook geprobeerd er het beste van te maken. Misschien lag het aan mij? Je kan soms zo'n avond hebben.” -‐ Ingrid Ypma “Jammer maar helaas. Begon grappig, heerlijke suikerspin, nostalgie. Maar vond de voorstelling inderdaad meer voor 9 jarige toeschouwers, hoewel dan de duivel iets minder zou moeten vloeken. Spelers deden echt wel hun best, niet slecht. Kostuums en decor kunstig en apart. Maar de tekst sprong erg van de hak op de tak en niet erg boeiend. Of de regie hier iets aan had kunnen veranderen weet ik niet, die hebben misschien ook geprobeerd er het beste van te maken. Misschien lag het aan mij? Je kan soms zo'n avond hebben.” -‐ Ingrid Ypma “Erg rommelig, en te druk in het begin. Wat was nu eigenlijk de lijn in het verhaal? De duivel + herbergier vond ik goed spelen.” -‐ Mieke Brouwers “Een wonderlijke familievoorstelling van Dood Paard die het publiek op sleeptouw neemt door een woud van sprookjes. De voorstelling begint meteen met een circus act, die bestaat uit het uitdelen, verkopen, weggeven en terugvragen van allerlei lekkers die tot een grote eindejaarsruzie leidt tussen de toneelspelers, die er de brui aan geven en het publiek vragen de zaal te verlaten. Op het moment dat de eerste gasten deze aanbeveling serieus nemen en de zaal verlaten, en vergeefs worden teruggeroepen, begint het verhaal van sneeuwwitje, roodkapje en de boze wolf, de duivel, Assepoester en de Driekoningen door elkaar. De frustraties van de mensen en de dieren worden met veel misbaar in wisselende samenstelling gebracht. Uiteindelijk komt het kerstverhaal natuurlijk weer goed en eindigt het met een prachtig gedicht waarin de moraal door de duivel wordt verteld. De decors, de special effects en de muziek deden hun werk naar behoren. Het geheel echter was nogal erg rommelig en de teksten matig en soms nogal grof. Het ontbrak een beetje aan regie. Voor de rest was het natuurlijk wel een vrolijke avond.” -‐ Sjoerd Postma
De uitvreter -‐ Zeelandia 12/17/2013 “Wat een Japi! Daar staat hij. Een van de mooiste melancholische verhalen die ik ken, komt op toneel tot leven met een geweldige verteller en een pracht van een hoofdpersoon, omlijst door zalig erbij passende muziek. Deze uitvoering is zo raak dat ik haar in mijzelf bewaar.” -‐ Amber van den Bos “Dat je van zo’n mooi, maar kort verhaal zo’n ongelooflijk mooie voorstelling kunt maken had ik nooit verwacht. Dit is waar je voor naar het theater gaat! De verteller, Han Kerckoffs, verstaat zijn vak als geen ander. Beheerst, warm en liefdevol vertelt hij dit verhaal alsof hij het zelf geschreven heeft, zo natuurlijk klinkt het. En dan is er nog die andere hoofdrol, die van de componist en muzikant Keimpe de Jong, die weliswaar weinig tekst heeft, maar die prachtig spreekt via zijn vele instrumenten. Zijn muziek past volmaakt bij de voorstelling en is zo mooi, dat je er helemaal Zen van wordt. Ik heb heel lang geprobeerd iets negatiefs over dit stuk te bedenken, maar ik kan niets vinden. Het is Zeelandia op zijn allerbest. Nescio kan gerust jaloers zijn, deze voorstelling is mooier dan het boek!!!” -‐ Brigitte Van Mulken “Alex Mallems de dramaturg van de ons vandaag te wachten staande voorstelling verzorgt de inleiding. Hij vertelt waarom De Uitvreter in het repertoire van Zeelandia past. Zeeland met het water staat centraal in de keuze van de werken en Japi is dikwijls in Zeeland geweest. Hij vertelt ook dat het decor uit origineel oud materiaal bestaat en zich langzaam zal openen. Eenmaal in de zaal worden we verwelkomt door mooie klanken en daarna wordt het verhaal over het reilen en zeilen van Japi heel duidelijk vertelt door Han Kerckhoffs. Het is veel tekst en ik vraag me toch een beetje af of dit toneel is. De verteller heeft het eigenlijk heel druk met het verhaal in tegenstelling tot het “ik ben niks en ik doe niks” van Japi. Jammer ook dat het openen van het mooie decor nauwelijks directe betrekking op de voortgang in het verhaal. Met name het eindeloos uitkijken over het water of de onopgeklaarde reis naar Friesland werd niet versterkt door het decor. Om sfeer weer te geven is er muziek van componist Keimpe de Jong. Omdat er steeds verschillende instrumenten werden gebruikt leidde dat helaas meer af dan dat het de prachtige vertelling meer diepgang gaf.” -‐ Fea Boegborn “Mbt "De uitvreter" van Nescio door Theaterproductiehuis Zeelandia: Han Kerkhoffs ( een veteraan van n acteur met n reuze lap tekst)) vertelt, en Keimpe de Jong ondersteunt deze harmonieuze voorstelling met diverse muziekinstumenten. Beide heren versterken elkaar en de eenvoudige verhaallijn op een gelijkwaardige manier, zodat er genoten kan worden van de sterke tekst over Japi, n eenvoudige klaploper. Zeer aangename voorstelling; zeer aan te bevelen vanwege de kracht van de eenvoud in tekst, spel, muziek, decor.” -‐ Herna Versluis “Echt helemaal fantastisch, ook de inleiding door Alex Mallems. Ongelofelijk knap gedaan. Chapeau! we hebben genoten.” -‐ Ingrid Ypma “De Uitvreter heeft zijn actualiteit nog niet verloren, een prachtig verhaal. En fantastisch voorgedragen/gespeeld door Han Kerckhoffs. De combinatie met muziek/zang van Keimpe de Jong vond ik geweldig, daardoor werd het geheel speels en een lust voor oog en oor. De decorstukken vond ik wat te pompeus, de kostuums echter prachtig. Ook de inleiding van de dramaturg vond ik goed (het verhaal van Nescio heb ik uiteraard ooit gelezen, maar was wel wat weggezakt) Ik heb genoten van het stuk, eindelijk weer eens een goede toneelavond.” -‐ Margot Wilke “Ik vond met name de muziek erg goed/ goed gespeeld. Knap dat de acuter zo'n enorme lap tekst kan voordragen. Het was een tijdsbeeld, dat was boeiend. het verhaal zelf vond ik saai worden.” -‐ Mieke Brouwers “De uitstekende inleiding werd dit keer door de dramaturg van het Theater Zeelandia Alex Mallems gegeven. Hij gaf een sappig verhaal over de totstandkoming van het stuk. Een echte smaakmaker. De voorstelling begint raadselachtig met een tableau vivant begeleid door muziek van Keimpe de Jong. De prachtige openingszin werd onduidelijk uitgesproken door Han Kerckhoffs, die gaandeweg wat meer zijn stem vond en fenominaal tekstvast was. Het verhaal is bekend maar niet eenvoudig op het toneel te brengen. De tekst is soms wat langdradig met als gevolg dat een deel van de jeugd in de rij voor ons in slaap viel en een ander deel zich verveelde. De muziek fleurde de boel een beetje op en gaf wat afleiding, maar de manier waarop Keimpe de Jong dit deed was nou ook weer overdreven: zelden zoveel zelfgenoegzaamheid gezien. Ondanks de tekst en het fraaie decor viel de voorstelling toch wat tegen, wellicht had de regie hier toch wat meer van kunnen maken.” -‐ Sjoerd Postma
Een Bebopverhaal -‐ Lars Doberman 1/25/2014 “Een voorstelling die een improvisatie lijkt, maar zonder dat ik, buiten de muziek om, in de opbouw iets jazzigs kon herkennen. Ook kwam er voor mij geen duidelijke persoonlijkheid naar voren, ontbrak voor mij de doorleefdheid die ik met Chet Baker associeer. Misschien waren deze acteurs daar te jong en te speels voor en misschien was het ook helemaal niet hun bedoeling. Verder was het wel gezellig.” -‐ Amber van den Bos “Een dolende mens, dat was Chet Baker. En eenzaam, en ook bijna altijd stoned. En dat wordt door de vier acteurs van Lars Doberman treffend in beeld gebracht. De echo (echo, echo) van Chet Bakers trompetspel en zang klinkt door in deze heerlijke voorstelling. Chet was Koel, en dat zijn de mannen ook. Nou ja, dat proberen ze in elk geval. Met veel humor, zoals ijdele poses en seks met een contrabas, presenteren ze het trieste leven van een fantastische jazzmuzikant. In een decor dat nog het meeste wegheeft van een mooie chaos spelen de heren delen uit zijn turbulente en hele tragische leven na, daarbij vaak meerdere instrumenten bespelend. Vooral de gastacteur, Jip van den Dool, is ijzersterk, vooral op drums. De muziek is heerlijk relaxed, de outfits zijn lekker gek en het spel is mooi en mooi langzaam. De rode brillen werken goed en vooral het verhaal over de liefde voor de hond is ontroerend. De val uit een hotelraam in Amsterdam, wat het einde van het leven van Chet Baker betekende, wordt met minimale middelen aangestipt. Mooi, respectvol gedaan, we weten toch wel dat hij weer eens stoned was. Na afloop werden we getrakteerd op nog meer jazz, een klein feestje als toetje. Lars Doberman: you’re my favorite work of art!” -‐ Brigitte Van Mulken “Ik vond de spelers jeugdige energie en spelplezier uitstralen. Muzikaal was de voorstelling de moeite waard. De acteurs hadden zeker ook kwaliteiten op het gebied van acteren, zingen en musiceren. Ik had het gevoel alsof ze niet hadden kunnen kiezen welke stukken er wel/niet in de voorstelling terecht moesten komen en toen maar alles gedaan hadden. Het hele stuk met het skandinavisch accent voegde voor mij niets toe had geschrapt kunnen worden. Dat had de voorstelling m.i. meer kracht gegeven.” -‐ Connie Eggink “Eindelijk zit de zaal helemaal vol en verschijnt er steeds weer iemand op het prachtige decor. Ze zijn zeker niet alledaags gekleed en ook hun haar geeft ze een bijzondere uitstraling. Dan zijn daar de brillen, op het eerste gezicht gelijk, maar toch alle verschillend. Ze bewegen, maken muziek -‐eerst geloof je niet dat zij dat doen-‐ en vertellen. Ze vertellen een verhaal over de op-‐ en ondergang van een muzikant, maar meer dan dat spelen zij met de muziek. Een fantastische combinatie, jammer dat het hun laatste optreden is anders zou ik morgen weer gaan.” -‐ Fea Boegborn “Dit is mijn theatergebeuren. Wat een avond. Een gezelschap van 4 volledig aan elkaar gewaagde acteurs, Absurde situaties, doodse stilten, mujzikale hoogstandjes, wisselen elkaar in hoog tempo af. Ook de link naar het publiek veraste mij en door het "daverend applaudiserende publiek (op de band) was de toon gezet. Een muzikale avond, zo goed dat het daarna een extra feestje werd tijdens de jamsession. Super. Een dikke 9. Kijk uit naar een volgende Orkater voorstelling.” -‐ Gerda Heethuis “Het Bebop verhaal van het Collectief Lars Doberman kwam op mij een beetje mat over; best OK maar ook niet meer dan dat. Muziek en spel vormde m.i. niet een geheel, maar een beetje onsamenhangend en rommelig. Zelfs even grappig in t zweeds(?) met zg vertaling. Het leven en de loomheid van jazzlegende Chet Baker mag de inspiratiebron geweest zijn, het was niet genoeg om n swingend stuk neer te zetten.” -‐ Herna Versluis “Leuk, grappig, boeiend. De muziek goed gespeeld, geweldig! Maar daar komt dan weer het verhaal over 'de neger' Altijd maar weer zo'n verhaal over de neger, dat hoor ik toch best vaak: witte gezelschappen, die een wit publiek verwachten en dus vrijelijk fantaseren. Een verhaal over de neger waar naar mijn mening soms jaloezie uitspreekt en vervolgens de arrogantie om de man of vrouw naar beneden te halen, zodat je er uiteindelijk toch weer op neer kunt kijken of om kunt lachen. Jezus wat heb ik daar een hekel aan. En zeg me niet dat ik het verkeerd begrijp, dat het zo niet is bedoeld, etc. Dat zal best ja ... Maar als het publiek vol zwarte mensen zou zitten, zeggen ze die tekst niet, ze kijken wel uit.” -‐ Margot Wilke “Verrassend stuk van jonge acteurs. Muzikaal en ze hadden een goede timing. Er zaten ook originele vondsten in. Mimiek van acteurs vond ik ook goed.” -‐ Mieke Brouwers “In een schitterend decor hangen een viertal fraai geklede figuren rond die elkaar plagen, aanvullen, rare poses aannemen en vooral muziek maken. Het contrast tussen de landerigheid en de vaak swingende muziek is groot. Het verhaal is onduidelijk, de teksten mager, maar de manier waarop ze met elkaar omgaan, de werkelijk prachtige muziek en het enthousiasme van de muziekanten maakten het een geheel zeer de moeite waard en bezorgden mij een heerlijke avond.” -‐ Sjoerd Postma
Wolfshuilen -‐ TG Maastricht 2/7/2014 “Het decor is mooi, strak, met een stalen trap in het midden en rondom ramen, die op de wanden zijn geprojecteerd en die in de loop van de dag van kleur veranderen. Hiermee hebben we meteen het beste onderdeel van de voorstelling gehad, hoewel het geluidsdecor er ook mocht wezen. Er volgt een stuk waarvan ik me steeds heb afgevraagd waar het over ging en wat nu de boodschap was. Het is de dag van de crematie van de jongste broer, lid van een gemankeerde familie. Er doet ook nog een schoonzus mee, net zo gek als de rest, en een engel, die overigens prachtig zingt. Incest, alcoholmisbruik, mishandeling en antihomosentimenten en vreemdelingenhaat zijn enkele zaken waar de familie last van heeft. Verder is er op de achtergrond nog een hond die iedereen bijt. Op het laatst zitten ze allemaal onder het bloed. De overleden broer heeft zelfmoord gepleegd – dát snap ik dan weer wel met zo’n familie – en heeft thuis in zijn kast nog een verstekeling verstopt, een Marokkaan. Waar dit allemaal op slaat? Wie het weet mag het zeggen. Het groteske spel ging het hele stuk door en leek nergens naar toe te gaan. De voorstelling deed verder denken aan het theater van de lach, steeds als er iemand van het toneel afging ging er ergens anders weer een deur open en kwam er weer iemand binnen. Ik begreep van enkele toeschouwers dat ze diep geraakt waren door dit stuk, mij deed het helemaal niets! Het was ongetwijfeld knap gespeeld, maar wat wilde de regisseur nou eigenlijk? Geen idee.” -‐ Brigitte Van Mulken “Wij komen de beoogde theaterzaal binnen ( let wel, niet meegegeten en de inleiding van de regisseur en schrijfster gemist) maar het decor staat, als een huis! Daarin gebeurt van alles waar je langzamerhand ingezogen wordt. De tragiek van een toch wat dolle familie, waarvan uiteindelijk slechts 2 broers en een zus resteren wordt heel natuurlijk gespeeld alsof het je directe buren zijn. De regisseur behandelt graag intermenselijke relaties en de familieband van die buren en hun huidige partners is daar weer een goed maar ook wel …..eng v oorbeeld van. De relatie tot een engel en een vermoede illegaal, die minder sterk is uitgewerkt, voegt geen additionele relevantie toe aan de absurdistische wijze van omgaan met elkaar.” -‐ Fea Boegborn “Toneelgroep Maastricht heeft met "Wolfshuilen" een acceptabele voorstelling neergezet over n ietwat verknipte familie, die in aanraking komt met illegaliteit en onvermogen in n familiesituatie, die van zich zelf al behoorlijk verknipt is. De 6 acteurs weten het onvermogen van personage op soms karikaturale wijze neer te zetten, nog net niet zo dat t spel gaat irriteren en te absurd wordt. Het trappenhuis als dekor/interieur van t huis waar broers/zus en partners bij elkaar zijn(na de dood van n broer) wordt goed gebruikt tijdens t spelen heeft ook zelf n functie in de beleving van t spel. nBeetje bizar is t allemaal wel. Gelukkig wordt niet alles uitgelegd in dit stuk, zodat er zelf nog flink op los geinterpreteerd kan worden en vooral na ge praat.” -‐ Herna Versluis “Wat een problematiek in deze levens, sterk uitvergroot met mooi acteerwerk. Ik bleef nog met vragen zitten, maar vond dit geen probleem. Mooi decor. De voorstellingen op 11 en 17 december 2013 kon ik door ziekte niet zien. Wat ik op internet zag op de trailers, vond ik niet veelbelovend. De voorstelling op 25 januari 2014 kon ik ook niet bijwonen. Ik was blij met Wolfshuilen, dit is voor mij een van de betere stukken.” -‐ Inez van Leeuwen “Voorspelbaar verhaal met veel herhalingen. Er werd veel spanning gesuggereerd (effecten geluid) maar niet waargemaakt door spanningsboog in stuk. Wel met veel respect en bewondering gekeken naar inzet en overgave van acteurs.” -‐ Maarten Blom “In een mooi groot decor, waarin de trap een belangrijke rol heeft, spelen een stel zeer onaangepaste figuren de sterren van de hemel. Zelfs van de spelers die we niet te zien krijgen, zoals de hond, de asielzoeker de overleden broer en vader voel en zie je de aanwezigheid. De manier waarop het verleden van de familie in het leven van de kinderen wordt uitgebeeld is werkelijk zeer fraai. Dit wordt aangevuld door de relaties van die kinderen : een geschifte Bobbie, een ongenaakbare Rudolph en een Engeltje. Het onderwerp van de voorstelling om de moeilijkheden van in de intermenselijke verhoudingen weer te geven had het vele racisme niet nodig al heeft Judith de Rijke zich hierdoor laten inspireren. Dat de schuld van de onvolkomenheden van het leven bij de ander ligt werd zonder al die vreemdelingenhaat ook wel duidelijk. Al met al toch een fraaie voorstelling.” -‐ Sjoerd Postma
Cyrano -‐ NTGent 3/12/2014 “Het stuk komt heel moeizaam op gang, ik moet soms vechten tegen de slaap. Dat wordt anders en veel beter zodra de spelers op het slagveld zijn aangeland, tegen het einde van de voorstelling. Veel te laat dus. Dat ligt voor een groot deel aan de tekst, die mij erg tegenviel. Ik had vooral meer verwacht van de tekst van Cyrano, deze is veel minder poëtisch dan ik had gehoopt. Het hele verhaal komt niet sterk over, wat ongetwijfeld ligt aan de regie, want aan het spel kan het niet liggen, dat was fantastisch. Ook de enscenering was maar matig en het gebruik van de videocamera in de caravan was soms wat veel van het goede. Wel lopen rollen, plaatsen en tijden mooi diffuus door elkaar.” -‐ Brigitte Van Mulken “We zijn uitgenodigd voor de inleiding die gegeven wordt door een Nederlandse schone jongedame. Vol elan vertelt ze honderd uit hoe de tekst en vooral het spel zijn aangepast aan de moderniteit alvorens het oorspronkelijke verhaal uit de doeken te doen. Ze legt ook uit over de kleding en hoe het spel uiteenvalt in een nu en een vorig tijdsbeeld en de rol van het decor daarbij. Snap ik dat allemaal? Zeer benieuwd stap ik de theaterzaal binnen en tref daar een jaren 70 decor. Vervolgens gaat er een wereld voor je open die je wat verhaal betreft niet vreemd is maar een heel bijzondere invulling krijgt, mede door divers projectiewerk. Prachtig, een heerlijk avondje uit.” -‐ Fea Boegborn “Intense uitvoering. Door het spel en de uitvergrotingen middels de camera en projecties. Alle lagen van het stuk komen zo aan bod. Heel knap” -‐ Maarten Blom “Goed geacteerd. Origineel decor. In de loop van de voorstelling ging het samenspel tussen Cyrano en Roxanne mij steeds meer intrigeren.” -‐ Mieke Brouwers “Na een veel te lange beginscene komt Cyrano tot leven. Hij vertelt over zijn neus, een prachtige opsomming van alternatieve namen voor dat lichaamsdeel, die helaas slecht verstaanbaar wordt gebracht. Ondanks de bewerking van het stuk blijft veel van de oorspronkelijke tekst toch overeind. Met een draaibaar decor van open caravan en goed geregisseerd camerawerk, en leuke vlotte kostuumwisselingen wordt een fraai beeld geschapen van de wereld van Cyrano. Het vrolijke en droevige verhaal wordt op een schitterende wijze met al zijn virtuose taalwendingen in een razend tempo gebracht. Een heerlijke avond.” -‐ Sjoerd Postma
Higgs -‐ Jan van den Berg 3/18/2014 “De voorstelling begint met filmbeelden die zijn gemaakt op Papua Nieuw Guinea, waar zijn 7 jaar durende queeste naar het Higgsdeeltje begint. Hoe maak je zo’n gecompliceerd onderwerp sexy? Nou, met mooie beelden dus, en met veel humor en de uitleg van een absolute alfa. Heel enthousiast laat Jan van den Berg ons binnen in de wereld van de fysica en doet dat uitgerekend 2 dagen nadat er weer meer bekend is geworden over de oerknal, info die hij meeneemt in de voorstelling. Hij heeft nauwelijks decorstukken nodig, de mooie beelden zijn genoeg. Wat ik jammer vind is dat hij soms wat teveel gaat acteren, wat hijzelf een goede theatrale toevoeging vindt, maar wat volgens mij helemaal niet nodig is, zijn enthousiasme is meer dan voldoende om de zaal te boeien. Laat hij maar gewoon dicht bij zichzelf blijven. De beelden van Cern en van prof. Peter Higgs zijn een verrijking, en dat geldt ook voor het nagesprek met een deskundige. Een hele plezierige voorstelling.” -‐ Brigitte Van Mulken “We komen binnen in de zaal gedecoreerd als een ouderwets klaslokaal met een modern scherm met foto van, naar blijkt, de toneelspeler. Hij gaat geen toneel spelen, maar een “niet waar” verhaal vertellen over (Papoea) Nieuw Guinea en hoe hij daar is ontvangen. En gaat vervolgens door met wat hij bovendien nog meer van de wereld heeft gezien (eindelijk, een nieuwe foto van hem, hoera, ’t is zelfs een selfie !) en erover heeft vernomen (saai, saai vertellend). Een aantal leerlingen (aanstaand theaterpubliek?) die voor ons een plekje hebben gevonden blijken absoluut geen interesse te hebben in wat zich afspeelt op het toneel, en dat irriteert de speler. Mij niet, want ik begrijp wel dat ze niet naar een onduidelijke natuurkundeles willen, maar uit! Verrast worden door toneel over een moeilijk onderwerp, daar kom ik immers ook voor. Een heel erg koude kermis over knallen maar zonder enig vuurwerk.” -‐ Fea Boegborn “O, o, o, o, o, wat moet ik hier nou van zeggen? Het was interessant en werd boeiend verteld door Jan van den Berg. Zo leer je nog eens wat in het theater. Maar ik vind dit geen toneel, eerder een lezing. Hier zou ik, wanneer ik geen toneelkijker zou zijn, niet naar toe gaan.” -‐ Inez van Leeuwen “In een schoolklas decor begint Jan van den Berg over Higgs. Hij doet dit als dominee. Met gespreide armen en weinig mimiek wordt op een ongemakkelijke manier een verhaal verteld. Het kan niet boeien. Hij staat niet boven de materie, heeft een idolate bewondering voor hooggeleerde wetenschappers en ondanks dat hij een filmer is geen idee van beeldtaal. De bewondering voor de deeltjesversneller in Geneve wordt op een manier gebracht die lijkt op een bezoek aan de grotten van Lourdes. Ondanks de vele feitjes en wetenswaardigheden weet hij niet het vuur over te brengen van de natuurkunde. Het totaal gebrek aan toneelvaardigheden, een primitief decor, slechte plaatjes een diavoorstelling niet waardig en het ontbreken van regie maakten het tot een waardeloze voorstelling en een verloren avond. (P.S. Als wis-‐ en natuurkundige heb ik heel wat boeiender colleges gehad van vakmensen)” -‐ Sjoerd Postma
BUG -‐ Jakop Ahlbom 4/5/2014 “De combinatie Jakop Ahlbom, Tamar van den Dop en Bram Coopmans belooft veel goeds, en die belofte wordt ook waargemaakt. Hoewel dit een totaal andere Ahlbomvoorstelling is dan we van hem gewend zijn, zie je zijn handtekening er wel regelmatig in terug. Zo zijn er de handen, die op de meest onverwachte momenten als kriebelbeestjes over de hoofdrolspelers lopen, en de filmbeelden op de (bewegende) muren van bloed of slangen, of behang dat spontaan vervormt, en die prachtig de wanen weergeven van Peter en Agnes. Om jeuk van te krijgen, en dat overkwam dan ook veel mensen, inclusief mezelf. Op de Amerikaanse hotelkamer, waar Agnes ( een hele sterke rol van Tamar van den Dop) woont trekt een man (Peter, Brams Coopmans op zijn best) bij haar in, en dan raakt hun beider leven in een stroomversnelling. Zij is panisch van haar ex-‐man, hij barst van de oorlogstrauma’s. Hun angsten worden wanen, die zich uiten via beestjes en veel bloed. Ze versterken elkaars ellende en gaan eraan kapot. Wantrouwen, paranoia en obsessies leiden tot psychoses en uiteindelijk tot de dood. Zijn het allemaal alleen maar waandenkbeelden of zit er toch een kern van waarheid in? Dat laat Ahlbom in het midden.” -‐ Brigitte Van Mulken “De boeiende inleiding door de dramaturge Judith Wendel maakt duidelijk dat de voorstelling dit keer minder overeenkomsten zal hebben met ander toneel van Ahlbom. Hoewel het lichaam als belangrijkste instrument nog steeds centraal staat is er veel meer aandacht voor een psychologisch verhaal. Dat verhaal (van Tracy Letts) speelt zich af op een motelkamer, alwaar een angstige gescheiden vrouw woont, zichzelf beschermend van de buitenwereld met een honkbalknuppel en alcohol. Ze heeft behoefte aan warmte en geborgenheid die gevonden wordt in een -‐naar blijkt-‐ verwarde man die ook de buitenwereld schuwt en daar bijzondere redenen voor heeft. De waandenkbeelden die rustig opgebouwd in sterkte toenemen worden voortreffelijk uitgebeeld door één tintige wezens die zogenaamd aangestuurd worden door een arts. De gevolgen van die waandenkbeelden hebben een vernietigende uitwerking op het lichaam van zowel de man als later de gescheiden vrouw. Bloederige taferelen, maar gelukkig zitten er voldoende grappen Ahlbom eigen in. De vraag is of de rol van de ex echtgenote en vriendin noodzakelijk zijn.” -‐ Fea Boegborn “De voorstelling "Bug" van Jakop Ahlbom, die aangekondigd werd als psychologische thriller kon me eerlijk gezegd niet echt boeien. Er werd te gekunsteld in geacteerd en af en toe was de tekst onverstaanbaar. Dat er steeds verder afgegleden wordt in wanen werd wel goed duidelijk door technische foefjes, maar t geheel was al te voorspelbaar.” -‐ Herna Versluis “Nu weet ik het zeker, toneelkijker word ik volgend jaar absoluut niet meer. Weer een vreselijke voorstelling waarin slecht geacteerd werd. Als kijker viel er niets te raden. Simpel, al dat bloed, simpel, hoe de arts in zijn buik gestoken werd, simpel hoe Bram Coopmans zijn kies trok. Het bewegende decor voegde niets toe, wel ergernis. Jammer, jammer, jammer Jakop Ahlbom. Ik had me zo op deze voorstelling verheugd. Het duurde ongeveer 1½ uur, dat was een drama.” -‐ Inez van Leeuwen “Van te voren leek het mij een boeiend thema, maar vond het helaas geen boeiende voorstelling. Werd niet 'gepakt' door het spel, riep geen emotie bij mij op. Vond het teveel geacteerd, ik kon mij er niet in verplaatsen, meeleven. Choreografie wel erg goed, met nachtmerrieachtige taferelen tijdens de slaap, handen die door bed heen wamen en voorwerpen en muren die verplaatsten. Dat werd spannend gebracht.” -‐ Mieke Brouwers “Het begin was (wellicht met opzet) wat houterig. Langzaam aan begon het stuk steeds meer te boeien. Knap hoe je zelf ook gaat twijfelen wat nu de waarheid is en of de waanzin van de hoofdpersonen wel zo waanzinnig is. Mooie effecten.” -‐ Miguel Lopez “Na een verhelderende en enthousiasmerende inleiding van Judith Wendel komen we de zaal binnen. De introducerende muziek laat ons een functioneel decor zien, een typisch Amerikaanse motelkamer met een filmbehang waarin reeds een aantal achtergronden van het verhaal getoond worden. Wat zich hierna ontspint in de volgende ruim anderhalf uur is een aaneenschakeling van steeds psychotischer gedrag van de hoofdrolspelers. Tamar van de Dop als nerveuze, bange, aanhankelijke maar ook afhankelijke vrouw en Bram Coopmans als volledig door achtervolgingswaanzin bezeten figuur. Luc van Esch als haar man speelt een zeer dwingend manipulerende en gewelddadige ex-‐ gevangene. De vormgeving laat de handtekening van Jakop Ahlbom zien: vreemde gemaskerde mannen in zilveren pakken die in dromen verschijnen, handen die op de meest vreemde plaatsen tevoorschijn komen en de behangprojecties die de kamer op je af laat komen. Kortom een zeer boeiende voorstelling waarbij je van begin tot eind op het puntje van je stoel blijft zitten.” -‐ Sjoerd Postma “In de regie van Erik Whien zien we Martha en George (Maria Kraakman en Jacob Derwig) in een wat jongere uitvoering dan gewoonlijk. Dit geeft het stuk een bijzondere lading, het biedt meer hoop ondanks de relationele puinhoop die wordt aangesticht. Als het echtpaar laat thuiskomt van een alcoholisch feestje kondigt Martha aan dat er nog een jong stel op bezoek komt, Nick en Honey (Sanne den Hartogh en Kirsten Mulder) Nick staat aan het begin van zijn carrière op de universiteit, George bevindt zich op een dood punt zowel in zijn werk als in de relatie met zijn vrouw. Tijdens dit bezoek vindt er een krachtmeting plaats tussen Martha en George. Het jonge stel wordt gebruikt als zetstukken in hun treffen en tevens als getuigen. Ook zien we in de relatie van dat stel een soort echo van de thema's die spelen bij Martha en George. Waarschijnlijk juist door de jongere casting heb ik het stuk, meer dan eerder, ervaren als een ultieme poging van George om schoon schip te maken in zijn relatie met Martha. Dat maakt juist dat er ook iets hoopvols in zit. Geroge wordt aanvakelijk door Martha uitgedaagd tot de grens. Hij wordt neergezet op een kleinerende manier. In eerste instantie negeert hij de uitdaging. Dit versterkt juist de pogingen van Martha om hem uit zijn tent te lokken. Ook als ze zich richt tot Honey of Nick is het eigenlijk Geroge waar het bij Martha om draait. Nick en Honey zijn slechts pionnen die door haar gebruikt worden in haar krijgsvoering. Dit leidt ook tot een andere dynamiek in de relatie bij dit stel. Het begint allemaal heel luchthartig, maar langzaamaan komt het tot een climax. Het proces hoe dit verloopt vormt de kern van dit stuk.
De manier waarop het wordt gespeeld is zeer overtuigend en boeiend. Alle vier de spelers hebben in deze heldere regie een belangrijk rol, zowel verbaal als in stil spel zijn ze alle vier heel sterk en houden ze de spanningsboog vast. Het geheel speelt zich af in een vrij strak vorm gegeven ruimte waar een schildering hangt van Barnett Newman: who is afraid of red ,yellow and blue. Dit met een stanleymes verwoeste en daarna opgelapte schilderij is een mooie metafoor voor de relationele ravage in het stuk. Als ik het voor het zeggen had zou ik alle vier de spelers nomineren voor de hoofdrolprijzen van het toneel. Helaas heb ik daar geen zeggenschap over, maar als het aan mij ligt krijgt deze voorstelling wel de Spuipublieksprijs. Ik vind het met stip de beste voorstelling van het seizoen in spel, regie en decor en dus in zijn totaal.” -‐ Anne-‐Mieke Akkermans
Caligula -‐ Thibaud Delpeut 4/16/2014 “Dramaturg Joris van der Meer leidt de toneelvoorstelling in met allereerst een inkijkje in het leven van de schrijver Albert Camus. Dan verheldert hij ons dat het stuk uit 4 delen bestaat, het aantal personen gereduceerd is en het stuk zelf ook drastisch ingeperkt. Het zal beginnen met de scene waarin duidelijk wordt wat de impact is op het leven van Caligula na de dood van zijn zuster waar hij een sexuele relatie mee had. Het psychologische verhaal speelt zich af in een nauwelijks gedecoreerde ruimte alwaar een angstige vrouw –de nieuwe minnares van Calicula-‐ ons duidelijk maakt wat er zoals gebeurt. Via videospiegelingen op een grote wand beklaagt Calicula zich over zijn lot en later over de betekenis van het woord vrijheid. Soms heeft hij behoefte aan warmte en geborgenheid maar zijn verwarde geest neemt hem steeds vaker een loopje met hem (ook letterlijk). Tekstueel en fysiek prachtig gespeeld, maar door de hoeveelheid zinnen die op je afkomen is het soms moeilijk er een eenheid van te maken. Gelukkig wordt wel duidelijk dat zijn naasten, die vermoedelijk ook zijn onderdanen symboliseren, geen hoop op beterschap meer koesteren. Hoewel Caligula bekend is om zijn wreedheid zijn bloederige beelden niet nodig geweest om zijn vernielzucht (geboren uit radeloosheid?) te ervaren.” -‐ Fea Boegborn “Caligula" van Albert Camus door de Utrechtse Spelen heeft n kaal toneelbeeld als decor, hetgeen goed werkt om niet afgeleid te worden van de indringende tekst en om de leegheid van de personen en hun levens in de omgeving van Caligula als sfeer te duiden. Het achterscherm dmv video ondersteunt de heftige gevoelens van de hoofdpersoon in zijn wanhoop en ijzige, waanzinnige logica, die hij oplegt aan zijn omgeving, die mee moet gaan in zijn gekte uit zelfbehoud. Willekeurig grijpt Caligula in in de levens van zijn onderdanen...; uit n onverwerkt verdriet om de dood van zijn geliefde/zus wordt hij volkomen onvoorspelbaar. toch moet zijn omgeving wel met hem mee gaan in de gekte om zichzelf te redden. Schijnheilligheid en verraad zijn troef in dit stuk en verzet zorgt er zeker voor dat je uit de gratie valt. Het stuk stemt tot nadenken in hoeverre je zelf zou mee gaan in deze gekte en of je t zelf door zou hebben welke gevolgen t heeft voordat je al mee bent gegaan in de krankzinnigheid van iemand als Caligula en niet meer terug kunt zonder gevaar te lopen.” -‐ Herna Versluis “Goed spel van alle acteurs. Boeiend stuk met mooie teksten.” -‐ Mieke Brouwers “Een moeilijke avond klassiek toneel. In een kaal decor, waarin het beeldscherm centraal staat, wordt een mix van spel, tekst, beeld en muziek op het toneel gezet. De personages moeten het van hun tekst en mimiek hebben om te bepalen wie wie is. De verwarrende teksten, het summiere verhaal, de kale vormgeving, de niet functionele muziek (of het gebrek eraan) laten de toeschouwer lang in het onzeker waar dit nu eigenlijk over gaat. De waanzin van Caligula is er vanaf de eerste seconde, al noemt men het een intellectueel. De machteloosheid van de omgeving is meteen duidelijk. Maar het stuk dat sleept zich voort, waarbij de waanzin alleen maar voortduurt, Er zit geen spanning in, het is alleen maar waanzin. Het duurt lang voordat er verzet komt. Vanaf dat moment wordt de spanning voor het eerst een beetje opgevoerd. Ik denk dat de rol die Vincent van de Valk hier speelt te veel zijn op het lijf geschreven is, je ziet geen ontwikkeling. Als Martijn Nieuwerf de rol van Caligula gespeeld zou hebben en Vincent van de Valk de rol van Martijn, dan zou er veel meer spanning op het toneel te zien zijn geweest. Verder is Tibaud Delpeut als maker van dit stuk toch ook tekort geschoten in het vertellen van het verhaal en het duidelijk maken van de rol van de medespelers. Niet alleen in de publiciteit ontbreekt de rolverdeling maar ook in het stuk zelf komt niet naar voren welke rol de spelers hebben. Heel vaag blijkt dat er een senator meedoet, een adviseur, een vrouw/minnares? De rol van de kunst wordt er met de haren bijgesleept: een video performance van zowat alle bekende hoogtepunten uit de moderne kunst komt voorbij en daar achteraan ook nog eens een integrale weergave van Lawrence Fosters uitvoering van Cage’s 4’33” inclusief pauzes.” -‐ Sjoerd Postma
Schijn Bedriegt, Toneelschuur producties 5/16/2014 “Twee broers op leeftijd maken elkaar het leven twee keer in de week zuur. De een, Karl, gespeeld door Kees Hulst, was zijn leven lang variété-‐artiest die 21 borden tegelijkertijd in de lucht wist te houden, de ander, Robert, een klassiek acteur,wordt gespeeld door Hein van der Heijden. Karl is pas weduwnaar geworden, zijn Mathilde is onlangs overleden. Ook Robert, een vrijgezel, hield veel van haar. Om onduidelijke redenen erft uitgerekend Robert het zomerhuisje. Het stuk speelt zich af in de woonkamers van de beide heren, een nogal armoedige ruimte die door een hele kleine ingreep (er veranderen alleen wat schilderijen aan de muur) van de ene kamer in de andere transformeert. De broers klagen wat af, over hun kwalen en over elkaar. Ze lijken niet met en niet zonder elkaar te kunnen. Ze zijn oud en versleten, het hoeft allemaal niet meer. Ondanks de fantastische cast konden de heren me niet bekoren met hun spel, en overtuigen deden ze me dan ook niet. Het stuk leek een beetje voort te kabbelen en heeft weinig indruk gemaakt. Jammer.” -‐ Brigitte Van Mulken “Schijn bedriegt van Toneelschuur Wat leuk dat we van de jonge toneelspeler Sander Plukaard een vervangende inleiding krijgen. Hij heeft zelf als student aan de toneelschool het stuk gespeeld. Stel je voor zo’n jonge man in de huid van één van de twee broers waar het stuk vanavond over zal gaan: rouwende -‐inmiddels op leeftijd gekomen-‐ broers, omdat hun geliefde Mathilde is heen gegaan. Maar er speelt meer en dat komt met heel veel mooie tekst, die uitstekend loopt en komische gebracht wordt tot leven. Wat er speelt is eigenlijk een terugblik op het leven van twee broers voornamelijk gezien door de bril van de letterlijk en figuurlijk meest spraakzame. Ogenschijnlijk soepel in omgang, geaccentueerd door de kostuums, maar zich wel realiserend dat het volle leven voorbij is. En er is ook nog muziek, van Mathilde, daartoe is de kamer (wat een fraai toepasselijk decor met dat venster) waar het stuk zich afspeelt iets uitgebreid, met een piano waarvan de toetsen zonder Mathilde (die is immers heen gegaan) bewegen. Een heerlijk avondje uit.” -‐ Fea Boegborn “Twee oudere heren, beiden verliefd op de zelfde vrouw, die inmiddels is overleden, waar moet dat heen. Een trieste situatie die beide personen niet kunnen overzien. Dat uit zich in gemopper en soms bijtende dialogen iedere dinsdag-‐ en donderdagmiddag als ze samen zijn.Toch proef je, naarmate de voorstelling vordert, een zekere genegenheid voor elkaar. Uiteindelijk zijn en blijven het broers.” -‐ Gerda Heethuis “Als kijker is het moeilijk te beoordelen hoeveel werk er voor het regietalent was met deze twee zo goede acteurs Hein van der Heijden en Kees Hulst. Vormgeving mooi, sober huiskamertje maar met leuke details zoals de vogelkooi, de stoel en de kleren van Mathilde. Ook het verschuiven van de stoel en het wisselen van de foto aan de wand zijn leuke details. Het gesprek met de kanarie maar ook met de muur en het stopcontact waren erg leuk en typisch. Teennagels knippen en aan de vogel voeren hilarisch. Gezellige avond, leuk stuk.” -‐ Ingrid Ypma “In een mooi decor dat de troosteloosheid van het bestaan van de broers Robert en Karl goed weergeeft, met fraai gebruik van video techniek om de gure buitenwereld binnen te laten komen, spelen Kees Hulst en Hein van der Heijden de sterren van de hemel. De rol van de pianola weermee hun overleden geliefde Mathilde steeds weer opduikt is ook een mooie vondst. De oude mannen laten door hun gemompel, bravoure, verwijten, gemeenschappelijke herinneringen en jaloezie zien hoe hun leven samen langzaam verloren gaat. Bijna twee uur lang houden ze met hun spel de aandacht van de toeschouwer gevangen. Thomas Bernard heeft hier een briljante tekst, vol humor en vilein geschreven, die de basis legde voor deze heerlijke avond.” -‐ Sjoerd Postma
SERIE 4
Vals -‐ NTGent 9/27/2013 “In Vals komen meerdere betekenissen van dit begrip aan de orde: De valsheid tussen zussen (loeders) over : wie is er beter, wie heeft de schuld, wie wint er. Dit wordt geplaatst tegenover de band en onderlinge afhankelijkheid die er is. Daarnaast de betekenis van Vals als "onwaar". Het levert boeiende discussie en gesprekken op in een letterlijk ijskoud decor, dat gaandeweg (ook figuurlijk) smelt. De celbioloog heeft een dramatische rol als een verteller. Zijn positie buiten de maatschappij benadrukt hij door zijn afwijkend motorisch gedrag, maar hij ontkomt ook niet aan betrokkenheid bij het morele dilemma. De harpmuziek ondersteunt en contrasteert met hetgeen verbeeld wordt.” -‐ Agnes Valkhof “Knap gespeeld, moeilijke teksten. Irritante bewegingen van de mannelijke acteur. Voegde voor mij niets toe, integendeel. Functie van de harpmuziek was mij niet duidelijk. Evenals het ijs op de vloer en het vreemdsoortig witte meubel. Na ongeveer een uur kon het stuk mij niet meer echt boeien. Vond het veel van het zelfde wat uitgekauwd werd. Al met al niet een stuk wat ik vrienden zou aanraden om naar toe te gaan.” -‐ Andrine Spronk “Het gebeurt wel vaker dat ik me na de voorstelling afvraag waar het stuk nu eigenlijk over ging. Bijna altijd kom ik er al pratend met andere toneelkijkers wel uit. Deze keer wilde dat niet lukken, en, zoals ik merkte, was dat lang niet alleen bij mij het geval. Het decor zag er prachtig uit, vooral bij weinig verlichting leek de smeltende sneeuw net echt. Maar waarom ligt deze sneeuw binnen, in een politiecel? En als het buiten speelt, waarom zijn de wanden dan gecapitonneerd? En waarom zijn de acteurs zo slecht gekleed? De manier waarop de speelvloer schuin lijkt te lopen, als een hellend vlak, is wel heel geraffineerd in beeld gebracht. De tekst en het spel van de twee dames kan geen indruk maken, gelukkig is Bert Luppes een welkome uitzondering. Zijn optreden werkt verfrissend en is een welkome onderbreking in dit saaie en vaak voorspelbare stuk. De dames hebben weinig bijzonders te melden en ook hun woordenstrijd over hoge versus lage cultuur bevat niets origineels. Zelfs als blijkt dat het verkeersslachtoffer is overleden en dat een van de zussen hier schuldig aan is maakt dit geen noemenswaardige indruk. De mooie beelden van de harpiste met de nogal koude klanken kunnen het niet goedmaken. Vals komt heel rommelig en als een puzzel op me over. Jammer!” -‐ Brigitte Van Mulken “De getuige, zijn manier van spelen en opkomen was spannend en verrassend. De deur...steeds een klein stukje verder verschijnen. Wekt nieuwsgierigheid op. De flashback in combinatie met het naar voren treden van de twee vrouwen is een goed gekozen plaats op het toneel. Het stuk heeft veel gespreksstof en stof tot nadenken opgeleverd bij de nazit. Herkenning in het dagelijks leven. Ik kijk uit naar de volgende voorstelling!” -‐ Cobi Schoolmeester “Een voorstelling die pas na afloop echt goed doordringt. Dan wordt duidelijk dat het leven leven nog niet zo makkelijk is als het soms lijkt.” -‐ Cobi Schoolmeester “Wat een enorme teleurstelling. Teksten, spel en decor waren oppervlakkig, totaal niet spannend, soms zelfs slaapverwekkend zoals ik ook bij sommigen in het publiek zag. Het verhaal was voorspelbaar en dit werd niet gecompenseerd door diepgang in de teksten. Het spel vond voornamelijk plaats tegen de wand van het decor; een verbinding met het publiek werd daardoor niet gelegd. Attent werd ik als Ge op het toneel verscheen, met vaak sprankelende teksten en uitdagend spel. Later las ik de folders, ook om te zien of ik soms iets gemist had. Het verhaal klopt, maar "koesteren van ingesleten oordelen", "elkaar in bescherming nemen", "zwaktes verdoezelen", "panisch vastklampen aan oude zekerheden", "dieper inzicht in de 'waarde 'van het eigen leven", "zelfconfrontatie aangaan", etc. komen zeer zwak tot uiting in tekst en spel.” -‐ Frans Verberne “Alhoewel de beschrijving van het stuk in de brochure lijkt te duiden op diepgang in een aantal thema's: vertrouwen, waarde van het eigen leven, discussie tussen kunst en amusement worden deze naar mijn gevoel oppervlakkig en in holle frasen weergegeven. De acteerprestaties lieten ook te wensen over. Knullig enerzijds en overacting anderzijds.” -‐ Hannah Koutstaal “Het duurde even voordat ik het spel kon accepteren. De spelers waren namelijk maar op sommige momenten overtuigen. Als ze echt boos werden ging het goed, als ze diepe pijn moesten neerzetten ging het mis. De vormgeving en de absurditeit van het stuk maakte echter veel goed en ook het feit dat het stuk veel stof tot nadenken geeft.” -‐ Leo Kool “Het is intussen helaas een week geleden, ik kon de link niet vinden. Dit is ook de 1e keer dat ik dit doe, dus........ De boodschap werd goed overgebracht, keihard de meeste tijd, maar stichtte ook verwarring. Zoals beschreven, vals kan vele betekenissen hebben. Vooral de belichting -‐ bijv. Bert Luppes in de deur met zijn monologen was heel mooi, de tekst enigszins verwarrend tot aan het eind van het stuk.” -‐ Marijke Hoff “Mooi dat in een heel ander verhaal over een ongeluk en twee zussen in de cel een verhaal over (voor)oordelen over wat cultuur en wat populistisch vermaak is kan zitten. Erg mooi gevonden, erg goed gespeeld, dialogen zelf hadden wel wat verrassender mogen zijn van mij met uitspraken die je aan het denken zetten en nog niet eerder zo of op deze manier gebracht zijn. Maar de moeite zeker waard deze voorstelling.” -‐ Marlies de Jonge
“thema interessant. symbolisch zwaar neergezet: het toneel-‐ bewegen op hellend vlak, op glad, maar smeltend ijs, 'zich vastklampen' aan een ijsschotsbank,; de muziek-‐ perfect samenspel van harpistes in stuk met enkele dissonanten. spel goed tot moeilijk invoelbaar: de spelgedeeltes van de man,waarin hij overkomt als een gek.” -‐ Nieske Wedman “In een decor, waarin een grote witte wand met deur,het beeld van een politiecel moet oproepen, spelen Elsie de Brauw en Betty Schuurmans, twee daarin voor verhoor opgesloten zussen. Zij zijn als bestuurster en passagiere met hun auto betrokken bij een aanrijding van een fietster, die als gevolg daarvan overlijdt. De dialiogen tussen de dames, waarvan de een een aftakelende actrice en de ander een bekende persoon in de media voorstelt dragen de voorstelling, maar dragen ook bij aan een te langdurige uitdieping, waardoor de aandacht enigszins verflauwt. De essentie van de woordenstrijd betreft het al of niet ontkennen van schuld in verband met de gevolgen voor de carriere, gelardeerd met wederzijds afbrekende onthullingen over de kwaliteiten van hun professionele functioneren. De aard van de discussie en het verval van de band tussen de speelsters is treffend verbeeld met indringend gepresenteerde harpmuziek en over de grond van de cel verspreid liggend smeltend ijs. Een opvallende, maar ook enigszins uit de toon vallende bijrol wordt vervuld door Bert Luppes, als getuige van het ongeval, die mede boven het spel uitstijgende uitspraken doet.” -‐ Peter van Aken “Zwakke tekst, veel te veel themas, dus geen duidelijk verhaal, te veel pretenties. Iedereen weet bovendien dat verdachten en getuigen nooit samen worden opgesloten, er wordt wel erg veel bereidheid tot openstellen verwacht. En dan die celbiologie! Had ik in ander verband graag meer over gehoord. Jammer van zo veel toneelinzet voor zo'n in feite onmogelijke tekst. De relatie tussen de twee zussen bleef gelukkig overend door het goede spel.” -‐ Peter Zeven “Vals heeft een bijzonder toneelbeeld waarbij het lijkt of de acteurs op een hellend vlak spelen. Op de grond ligt ijs. Dit beeld past erg goed bij de inhoud van het stuk. Twee zussen die in een politiecel zitten. Naarmate het stuk vordert wordt steeds duidelijker waarom. Ze worden beschuldigd van het doorrijden na een aanrijding. De sfeer is ijzig. Strijd, afgunst. Het verhaal kantelt, net als het toneelbeeld. Een getuige doemt regelmatig op via een deur met erachter fel licht. Waarom beweegt deze man zo bijzonder? Hij orakelt vanalles. Afwissling. Hoewel gefascineerd door het beeld en het onderwerp, raken de acteurs me niet en wordt ik niet meegenomen in hun verhaal. Geen hoogtepunt als start van deze toneelkijker.” -‐ Rob Vullings “Op een verrassende wijze worden goed en kwaad (of beter schuld en onschuld) indringend onder het voetlicht geplaatst. De sobere maar doeltreffende vormgeving gebruikmakende van de 'koude' kleuren wit en grijs aangevuld met een echt ijslandschap zorgen er voor dat de acteurs alle aandacht (letterlijk kleur) krijgen. De zussen worden door zowel Betty Schuurman als Elsie de Brauw scherp naturel neergezet. De objectieve tussenbeschouwingen van Bert Luppes werken vervreemdend maar misschien is dat ook de bedoeling van de regisseur.” -‐ Willy van der Kwaak
De Broekophouder/Dollywood -‐ Servaes Nelissen 10/17/2013 “Vond de eerste 10 minuten moeilijk om in het stuk te komen. Daarna heeft Dollywood me in haar/zijn ban gekregen. Knap "samenspel", zeer herkenbare personages, knappe vindingen door het spel met de camera , mooi pianospel en mooi lied voor/over zijn moeder. Na de pauze vond ik het wel vermakelijk maar niet echt bijzonder. Zag wel iedereen in de zaal met een glimlach op het gezicht zitten en daar gaat het toch om, denk ik. In beide stukken leuke interactie met de zaal. Ook knP zoals hij soms de zaal in zijn voorstelling mee liet doen. Kortom, fijne avond en zeker voor de pauze een 8!” -‐ Andrine Spronk “Beide voorstellingen had ik al eens gezien, en toen was ik net zo enthousiast als nu. Van Dollywood herinnerde ik me vooral het decor, niet mooi, maar wel heel geestig, en de sinaasappelen, die nog steeds hilarisch zijn. De chirurg, die de lokale toneelvereniging sponsort en daarmee en passant het hele dorp ontregelt, de journalist en de buurman, ze hebben allemaal iets zieligs over zich. Servaes Nelissen is een fantastische acteur, vooral sneue mannetjes zijn zijn sterke kant. Ik ken niemand die zo goed “lullig” kan kijken! Daarnaast is hij een hele goede poppenspeler, wat hem ook in de Broekophouder uitstekend te pas komt. Als zijn vrouw en zijn carrière hem in de steek hebben gelaten, besluit hij zijn oude stiel maar weer op te pakken en buikspreker/animator te worden. Na 20 jaar haalt hij zijn buikspreekpop tevoorschijn, die de ultieme wraak op hem neemt en hem vermoordt. Servaes kennende is dit vast niet het einde van de sneue man!” -‐ Brigitte Van Mulken “Heel apart, een poppenspeler in de serie. Ik had deze nooit eerder gezien. Dollywood vond ik erg goed, vooral de rol van het schaap was geweldig, qua spel. Het thema in Dollywood vond ik wel grappig en op een cynische manier uitgevoerd. Het decor was mooi vormgegeven, wat me best moeilijk lijkt voor zulke stukken. Ook naar De Broekophouder heb ik met plezier gekeken.” -‐ Heleen Wagenaar “Meer cabaret dan toneel. Leuke visuele vondsten met sinaasappels en grasmatten. Grappen vaak wat te voor de hand liggend.” -‐ Marlies de Jonge “bij dollywood klopt alles: verhaal, vormgeving tot in de kleinste details en spel; het schaap is geweldig! de broekophouder is te fragmentarisch, de tekst soms te grof en scenes te lang uitgemeten.” -‐ Nieske Wedman “Met een tweetal voorstellingen heeft Servaes Nelissen zich een getalenteerd buikspreker getoond, die met beperkte middelen beelden kan creeren. In Bollywood worden in soms komische scenes de verschillen tussen stedeling en plattelandsbewoner verweven met de mogelijkheden van de plastische chirurgie om met name het uiterlijk van vrouwen te verbeteren. Door deze vermenging en de daarmee gepaard gaande lengte van de voorstelling verloor deze aan kracht. In het tweede stuk De Broekophouder was daar geen sprake van. In een goede opbouw werd op geestige wijze de ervaringen van een door zijn vrouw verlaten man geetaleerd, waarbij Servaes Nelissen teven zingend en piano spelend zijn talenten toonde.” -‐ Peter van Aken “Met niet al te hoge verwachtingen ga ik zitten op de 1e rij en zie een enigszins vreemd, haast amateuristisch decor. Na aanvang van de voorstelling wordt ik al snel meegesleurd in een bijzonder geestig verhaal waarbij knap gebruik wordt gemaakt van allerlei attributen en technieken. Servaes weet me met Dollywood te boeien en zelfs te ontroeren. Je vergeet haast dat één man de hele voorstelling maakt. Alles klopt. Wow! De voorstelling 'De broekophouder' die na de pauze volgt, zit eveneens knap in elkaar en wordt goed gespeeld, maar kan mij minder bekoren dan Dollywood.” -‐ Rob Vullings
Vette dinsdag -‐ Ligthert en Wittenbols 11/5/2013 “Na een fantastische inleiding door Rob Ligthert, die ook voor de uitstekende regie tekende, ging ik er eens goed voor zitten. Ik stelde me er veel van voor na de inleiding, en ik werd geen moment teleurgesteld. Kees Hulst speelt indrukwekkend, en wordt bijgestaan door twee prachtige, steeds anders uitgedoste mimespelers, die vele rollen op zich nemen. Het is vette dinsdag (Vastenavond-‐ Mardi Gras) en de alom gerespecteerde chirurg Kleibeuker heeft ’s ochtends op de OK een enorme blunder van hemzelf ontdekt. Hij vlucht, nog in operatiekleding, eerst naar de kelders van het ziekenhuis, en daarna stort hij zich in het carnavalsgedruis. Samen met een uit de gratie geraakte collega wordt hij stomdronken, slikt van alles en nog wat, komt in een bordeel terecht, maakt een dollemansrit in de auto van de collega mee en maakt er een puinhoop van. Terwijl het thuisfront not amused is laat hij toch steeds weten veel van zijn vrouw en dochter te houden, ook al wil hij nu even geen contact. De arts wordt door Kees Hulst uitstekend getypeerd, ouderwets ballerig, maar nooit over de top. Het decor oogt niet fraai, maar is wel efficiënt, en de mimespelers en hun uitdossing zijn een verrijking van dit stuk. Er is veel ijzersterke tekst, die regelmatig rijmt, wat soms komisch werkt, en wat er ook voor zorgt dat je extra aandachtig luistert. Ik heb genoten!” -‐ Brigitte Van Mulken “Regie: sterke, originele en speelse contrasten tussen acteur en overige cast werkten goed, ook qua vormgeving. Zonder deze contrasten was het een te lange monoloog geworden. Acteur: mooie rol! de natuurlijke, quasi nonchalante acteerstijl paste goed bij de de rol. Het type 'ontspoorde specialist' werd heel geloofwaardig en vaak ook geestig neergezet. De tekst was pittig, speels, modern en geestig. Knap gedaan. Wel hier en daar te lang (stuk met dronken mannen), waardoor de aandacht dreigde te verslappen.” -‐ Dodo van Aarem “Kees Hulst speelde schitterend. Het verhaal, de inhoud van de voorstelling was redelijk dun, maar de monoloog bleef toch boeien. Blijkbaar was de tekst spannend, intrigerend, afwisselend en wist Kees Hulst dat over te brengen op het publiek. Zonder overdreven spel trok hij mij naar het puntje van mijn stoel. Het decor ondersteunde de chaos waar de hoofdpersoon in belandde. De mimespelers waren een uitstekende aanvulling. Hoewel Rob Ligthert vooraf zei dat het ook zonder zou kunnen, vond ik het een prima keus. De sfeer en gevoelens van de hoofdpersoon werden hierdoor sterker aangezet en waren eerder een versterking van de beelden die zich in mijn hoofd vormden dan een last. Het brengt afwisseling in de monoloog. Kees had vast zonder deze extra's ook een geweldige monoloog neergezet.” -‐ Frans Verberne “Indringende voorstelling, geweldige acteur.” -‐ Hannah Koutstaal “goede voorstelling die de scherpe randjes van de werkelijkheid door een goede balans tussen humor en ernst goed in beeld en woord brengt” -‐ Henk Veeneman “Prachtig spel van Kees Hulst. Heel moeilijk, zo'n ingewikkelde solo! Verfijnde, melodische taal, echt van genoten! De 'bijrollen' maakten het geheel af. Uitstekende voorstelling!” -‐ Karina Baarda “Mooie tekst die nergens plat wordt met woorden als fabulant erin. Geen dagelijks taalgebruik en toch wordt het gezegd alsof h et dat wel is, het werkt niet afstandelijk. Erg goed gespeeld. Het is een monoloog maar er zit heel veel dynamiek in. Leuke vondst die twee mime-‐spelers, grappig maar niet te.” -‐ Marlies de Jonge “De monoloog van Kees Hulst was van begin tot eind boeiend en afwisselend. Je maakte echt zijn verhaal mee. Erg mooi taalgebruik, net te mooi om spreektaal te zijn ('zijn schotelgrote ogen') en met gemak gebracht door de acteur.” -‐ Martijn Romijn “bijzondere tekst met rijmelarij,verstilling en doldwaze actie; uitstekend weergegeven door de acteur. mooi versterkt door de bijrollen in passende kostuums. decor was te vol.” -‐ Nieske Wedman “Chirurg Thomas Kleibeuker, het gewone leven beu, vlucht na een operatiefout. Actief stort hij zich in het carnavalsfeest in het zuiden en komt op Vette Dinsdag weer bij zijn positieven. In een vermakelijke, soms komische monoloog vertelt Kees Hulst, die een sterke rol als de chirurg neerzet, over zijn belevenissen, waarin vooral de autorit door het Brabantse boerenland, opgejaagd door de politie, hilarisch uitpakte. Een tweetal assistenten vervullen zonder tekst bijrollen die niet wezenlijk bijdragen aan de kwaliteit van de voorstelling.” -‐ Peter van Aken “Een monoloog die geen seconde verveelt, al is het gegeven niet erg origineel, dat is zowel een blijk van perfect acteren als een goede tekst schrijven. In alle eenvoud uiterst boeiend.” -‐ Peter Zeven
Nieuwe Wereld Symfonie -‐ De Veenfabriek 12/3/2013 “Het stuk onderstreept het belang van Kunst/kunst bij het flexibel houden van lijf en geest en bij de lol in het leven.” -‐ Agnes Valkhof “In het begin moeilijk in te komen. Kon er geen vlees of vis van maken. Na ongeveer 25 minuten kreeg het stuk mij in zijn greep en heb ik genoten van de cast, de muziek en vooral ook het decor! Het decor is kunstig, origineel en functioneel!! Het gesprek na afloop was zeer verhelderend waardoor ik de achtergrond van het stuk begreep. Al met al een zeer bijzondere avond waar ik met een warm gevoel aan terug denk.” -‐ Andrine Spronk “het is een confronterend stuk.. over 8 jaar heb ik de leeftijd van 70 bereikt en dit was wel een ontgoocheling. stramme benen , geen taille en we lijken allemaal op elkaar, geen energie meer in de uitstraling. een vooruitblik, mijn voorland. samen met een vriendin over gesproken waarom we toch steeds jonge mensen op het toneel willen hebben. de muziek had wat mij harder gemogen! wel zag je duidelijk het hiernamaals spelen. goed gevonden. toch weet ik niet of ik het stuk gezien had willen hebben. wel maakt het de tongen los over onze voorland.” -‐ Anneke Braam “Tijdens de hele voorstelling heb ik me afgevraagd waar dit stuk nou over ging. Ik heb er mijn eigen fantasie op losgelaten en kwam tot de conclusie dat het ging over de wereld zoals die eruit zou kunnen zien als je oud en/of dement bent. Dat bleek tijdens het nagesprek nog niet in de buurt te komen van de werkelijke bedoeling. Het indianenverhaal heb ik er niet uit kunnen halen. De hoofdtooi alleen was voor mijn niet voldoende om dit stuk te duiden. Desondanks heb ik er steeds met een heel positief gevoel naar gekeken en heb ik genoten van prachtige muziek.” -‐ Brigitte Van Mulken “Werkelijk verrassend om de acteurs te zien bewegen en dansen. Ook schokkerig, stram, voorzichtig kan mooi zijn; fragiele lijven zijn ook expressief. De voorstelling rustte op bewegingen en beelden. De uitgesproken teksten waren helaas niet goed verstaanbaar en het leek alsof ze soms letterlijk en figuurlijk naast het spel stonden. Bijzonder was om in het nagesprek te horen wat het met de hoofdrolspelers en met de overige acteurs heeft gedaan. Er moet meer professioneel seniorentheater komen.” -‐ Frans Verberne “De nabespreking zette het stuk in perspectief, gaf het diepte. Tweede helft was duidelijk beter dan de eerste.” -‐ Hannah Koutstaal “Bijzondere voorstelling, emotionerend spel. Het nagesprek vond ik nog mooier dan het spel zelf.” -‐ Karina Baarda “raadselachtig begin,maar het verhaal werd allengs duidelijk door de mooie tekst, dans en spel.prima aangepast aan deze groep senioren. genoten van toneelbeeld en decor; de verschillende muzieklijnen-‐ de symfonie en het fijne pingeltje-‐ kwamen tegen het eind prachtig samen.” -‐ Nieske Wedman
Death by powerpoint -‐ Golden Palace 12/6/2013 “In het begin duurde de scenes te lang waardoor het een kinderlijk karakter kreeg. Dit "gevaar" bleef door het gehele stuk bestaan. De inzet van de cast was prima, vooral Babette was erg goed in haar rol. De vormgeving was prima en multifunctioneel. Muziek was heerlijk en perfect gekozen. Mooie stem van de solo zangeres. Conclusie: een heerlijk ontspannen avondje uit met zeer herkenbare situaties.” -‐ Andrine Spronk “In het voortraject van het verandertraject worden voorlopig nog geen oplossingen geboden, zo ver is het nog lang niet. Eerst moet het personeel op de hoogte worden gebracht van alle competenties die ze geacht worden te hebben, moeten ze rollenspellen doen en oefeningen, waaronder een valoefening, en moeten ze vooral heel veel vaagtaal spuien en aanhoren. Ze beelden hun vaardigheden uit en krijgen natuurlijk ruzie. Vooral de stoelendans, die bij het flexwerken hoort, wordt prachtig neergezet. Daarbij zingen ze, als ze heel blij zijn I’m so excited, en komt er een hele mooie Logical Song langs, waar Supertramp bijna jaloers op mag worden. Er wordt fantastisch en overtuigend geacteerd, met heel veel energie en humor. Vooral Monique Kuijpers is briljant nerveus! Dat er veel cursus-‐ en kantoorjargon bestaat wist ik wel, maar zó veel, je zou het er benauwd van krijgen. Maar dat wordt al voor ons gedaan door de acteurs, die met veel verve door het lint gaan en bijna omkomen in de regels en powerpointpresentaties. Inderdaad, dodelijke kantoorellende, op een geweldige manier verbeeld!” -‐ Brigitte Van Mulken “Knappe, speelse,grappige voorstelling in akelig echte kantoortuin. Sommige scenes waren iets aan de lange kant (vooral gedeelte met het afwerken van de lijst met competenties in het begin). De dodelijke saaie kantoorsfeer met TL-‐licht werd goed volgehouden, maar juist omdat het decor en het licht niet veranderden, was het af en toe verleidelijk om in gedachten af te dwalen. Verder mooie uitwerking van de verschillende types. Donkere actrice was perfect voor de rol, maar af en toe slecht te verstaan.” -‐ Dodo van Aarem “Absurde humor en tragiek is het handelsmerk van Golden Palace wordt gezegd. De voorstelling is heel herkenbaar. De uitleg van de U-‐ theorie was de beste die ik tot nu gehoord heb. De woorden, gedragingen en reacties zijn uitvergroot maar treffend voor wat er bij veel reorganisaties gebeurt. Toch blijft het juist daarom oppervlakkig en wordt de toeschouwer niet uitgedaagd om een laag dieper te kijken. Speel het voor (grote) organisaties als middel om het gesprek op gang te krijgen (zoals aangeboden in de folder). Het was wel veel leuker dan de voorstelling met de stewardessen training van vorig jaar.” -‐ Frans Verberne “Hilarisch, dynamisch, van deze tijd. Nabesprekingen hebben absoluut mijn voorkeur boven voorbesprekingen.” -‐ Hannah Koutstaal “Het was lachen geblazen, de hele avond, en eigenlijk ook nog de volgende dag. Geweldige acteertalenten en mooie rekwisieten, zoals de computerschermen die door de lucht vlogen. Wat ik precies met zo'n stuk moet, weet ik niet, maar dat geeft niet. Ook heel geschikt als bedrijfsuitje voor alle kantoren die een veranderingsproces zitten.” -‐ Heleen Wagenaar “het feest der (h)erkenning voor elke " ambtenaar" of ander slachtoffer van managers. Subliem vormgegeven spiegelpaleis waarin de spelers ronddwarrelen en stuk voor stuk tegen de lamp aanvliegen. Er valt niet aan te ontkomen en toch is de bevrijdende lach nooit verweg” -‐ Henk Veeneman “Vond het erg moeilijk te beoordelen. Was vooral verwarrend, knettergek op 't oog, maar met een onderliggende tragiek. Wel wat opgestoken van gesprek met regisseur.” -‐ Marijke Hoff “Ouderwets avondje prettig vermaak. Heel herkenbaar voor mensen die op een kantoor werken en niet te flauw zoals snel kan gebeuren bij kantoorhumor. Vrolijkmakend.” -‐ Marlies de Jonge “Het is zó herkenbaar. En het mooie is dat het heel vaak niet hoefden te overdrijven om het toch hilarisch te maken. Heel veel was maar nèt fout. Daarbij werd prima gebruik gemaakt van het hele toneel, vaak in soepel lopende choreografieën. Kleding, geluid, alles paste perfect.” -‐ Martijn Romijn “zeer herkenbare situatie van de werkvloer in moordend tempo op ludieke en energieke wijze belachelijk gemaakt, waarbij de typetjes flink zijn aangedikt.” -‐ Nieske Wedman “Vooral voor kantoormedewerkers biedt de voorstelling Death by powerpoint van Golden Palace een min of meer komisch beeld van de processen en menselijke reacties bij de voorbereiding van een verandertraject in de organisatie, waarbij het beschikken over competenties van groot belang is. Op regie, spel en vormgevcing is niets aan te merken. Dat geldt ook voor de tekst, in het bijzonder van Erik, die op "professionele" en niet te volgen wijze het kader en de doelen schetste.” -‐ Peter van Aken “Zeer goede parodie op de permanente reorganisaties en hoe de betrokkenwn daarop reageren. Maar dit loopt al zo'n 20 jaar in ons land, moet het er dan nu nog zo dik bovenop gelegd worden? Met wat meer subtiliteit had het veel interessanter kunnen zijn. Maar misschien voor een kleiner publiek? De wisselwerking met de zaal was nu wel super.” -‐ Peter Zeven
Hideous (wo)men -‐ Boogaerd/Vd Schoot 12/14/2013 “Geweldig decor, mooi in elkaar vloeiende scenes, knappe maskers en mooie vervreemding door de play-‐back. Maar........ Niet om doorheen te knagen!! Te traag, vooral in het begin doordat er dan weinig gebeurd. Was dolblij toen het stuk afgelopen was. Heb de "diepere" achtergrond niet begrepen en misschien daardoor dat ik het stuk absoluut niet kan waarderen. Vooral de slotscene heb ik niet begrepen en vond ik veeeeel te lang. De hele opzet echter van het decor en maskers etc en vooral ook de dubbelingen van personages vond ik subliem!” -‐ Andrine Spronk “Dit stuk moest eerst flink bezinken voordat ik wist wat ik er nou eigenlijk van vind. In een, meestal langzaam draaiend decor dat uit drie segmenten bestaat, komen personages voorbij die veel weg hebben van etalagepoppen. De spelers dragen maskers die weinig mimiek toelaten en het botox-‐ en opgespoten lippen effect nog versterken. Alle tekst, die helemaal in het Engels is, en ook de geluiden staan op band en worden volledig geplaybackt. Dit is gedaan om het soapeffect te benadrukken. Het heeft verdacht veel weg van the Bold and the Beautiful. Het vereist een enorm goede timing en dat gaat de spelers heel goed af. De meeste rollen zijn dubbelrollen, één zelfs in vijfvoud. Via twee beeldschermen naast de draaischijf kunnen we zien wat er in het rechter zijsegment gebeurt. Dat is goed bedacht, het haalt wat van de traagheid uit de voorstelling, die van veel mensen heel wat vraagt. Er is alleen een suggestie van een verhaal, dat lijkt te gaan over het plastic leven dat we leiden en het gebrek aan authenticiteit. Als bijna alle levenssappen voorbij zijn gekomen worden we op het einde nog getrakteerd op veel menstruatiebloed in een scene die vooral viezig was en te lang duurde. Wat overigens bewust zo gedaan was, bleek uit het nagesprek. Geen gemakkelijke voorstelling.” -‐ Brigitte Van Mulken “De vorm, het decor, de maskers en het cartoonachtige spel van de acteurs in een soapserie beloofde in de eerste 10 minuten een geweldige avond. Wat een teleurstelling toen -‐ nadat de eerste beelden waren ingedaald en allerlei associaties opriepen -‐ er niets meer kwam en alles tergend, treiterend langzaam bleef doorlopen. Het originele weerzinwekkende slot deed mij weer opveren en werden de hersencellen gepijnigd. Toch kon dat slot niet wegnemen dat ik niet echt genoten heb; de herhaling en traagheid verveelden te vaak. Het nagesprek over de-‐personificatie en alle andere lagen die in de voorstelling zitten en over de totstandkoming, maakte iets duidelijker waarom de kijker zo getreiterd werd. Zeker een controversiële voorstelling.” -‐ Frans Verberne “Prachtig decor, dat wel.Verder een slepend stuk met een overkil aan vlees uit panties....” -‐ Hannah Koutstaal “Een bevreemdend stuk. Het duurt even voor je door hebt waar het over gaat. Ook de voice-‐over doet vreemd aan. langzaam begrijp je het en in het nagesprek met de makers wordt heel duidelijk wat ze hebben willen laten zien, en dat consequent en succesvol hebben gedaan.” -‐ Marijke Hoff “Karikaturale en vervreemdende uitbeelding -‐ in een drietal kamers op een ronddraaiend toneel -‐ van de oppervlakkigheid van de contacten en het functioneren van personen, uitmondend in een uiterst onsmakelijke vertoning aan het slot van de voorstelling.” -‐ Peter van Aken “Een vervreemdende voorstelling waarbij je je behoorlijk ongemakkelijk kan gaan voelen. Bij het publiek uitte dit zich o.a. in zenuwachtig giechelen. De kaders lijken op het eerste gezicht duidelijk: gtst-‐achtige setting waarbij vrouw en man elkaar gevonden schijnen te hebben maar helaas zijn er andere verlokkingen. Afwijkend van een normale soap is dat het kotsen, vrijen, masturberen etc. een centrale plaats innemen op het toneel en soms te royale aandacht krijgen. Het nasynchroniseren van de teksten draagt bij aan de ongewoonheid van de voorstelling. Knap hoe het draaiende "drieluik" toneel vorm heeft gekregen. Letterlijk hoe het soms versneld doordraait met gebruikmaking op het toneel van (schuif)deuren waardoor de scenes, zoals bij elke soap, in elkaar overlopen. Ook figuurlijk: het leven is een schouwtoneel en kan door kleine gebeurtenissen een ander verloop krijgen. Het is jammer dat naar een climax wordt toegewerkt die teleurstellend afloopt: het bloederige graven in je eigen lichaam viel moeilijk te plaatsen en was afstotend om naar te kijken.” -‐ Willy van der Kwaak
Alsof het voorbij is -‐ Matzer 1/15/2014 “Marijn klaver speelt de sterren van de hemel..heb genoten van hem!! Moeilijke tekst om te onthouden. Mooi samenspel. ook het decor was inspirerend om naar de kijken. Ga zeker het boek lezen.” -‐ Anneke Braam “Allemaal ervaren we de dingen anders, en de tijd doet dan ook nog eens vreemde dingen met herinneringen. Op die manier kan het verleden heel anders uitpakken dan je zou verwachten. Zo ook bij Tony, de hoofdpersoon, gespeeld door Marijn Klaver, die diepe indruk maakt. Ook zijn tegenspeelster laat zich niet onbetuigd, zowel qua acteren als qua cellospel. Het decor is ingepakt met doeken, die langzamerhand tevoorschijn komen en later weer onder de doeken verdwijnen. Het zijn meubelstukken en een overheadprojector, die mooie beelden laat zien. “Time is on my side” van de Rolling Stones klinkt regelmatig. Tijd is een hele belangrijke factor in deze voorstelling, en ook het zoeken naar de waarheid, ook al zo’n lastig begrip. Tony’s verleden valt achteraf (hij is nu bijna zestig) heel anders uit. Zijn voormalige jeugdvriendin zegt het regelmatig tegen hem: “Je snapt het niet!”. En eerlijk gezegd snap ik het ook niet helemaal, want ook uit het nagesprek met medetoneelkijkers werd niet duidelijk wie nou de vader is van het (gehandicapte) kind, dat verwekt is bij Sarah, de moeder van de ex-‐vriendin, en waarvan Tony het bestaan niet wist. Is het Adrian, die zelfmoord pleegde en zijn dagboek naliet aan Sarah, zijn schoonmoeder (!), of is het Tony zelf, waar vaag op wordt gezinspeeld. En hoe zit het met dat dagboek? En is deze onduidelijkheid soms de bedoeling? Ik heb genoten van heerlijke muziek en fantastisch spel!” -‐ Brigitte Van Mulken “Erg mooi. Je wordt in het toneelstuk gezogen. De muziek is prachtig, het cello spel en de zang eveneens.” -‐ Hannah Koutstaal “Mooi samenspel tussen de 2 acteurs, veel afwisseling. Het muziek-‐ en zangspel van de actrice: zo mooi klein en groots. Ik vond ook het gemak van spel van vooral de acteur verbluffend ontspannend, mooi stemgebruik, rustig spel afwisselend met heftige uitbarstingen; ik mee in het lijden van hem en ook met zijn vragen. De actrice bleef de koele buitenstaander, die wij als publiek ook waren.” -‐ Marga Swart “Goed gespeeld stuk, maar een (bijna) monoloogvorm voor een boekbewerking vind ik toch een beetje alsof je naar een voorleesavond gaat. Dat gevoel had ik hier ook. Voor mij voegde het te weinig toe aan het boek.” -‐ Marlies de Jonge “Mooi en goed gespeeld stuk, zowel inhoudelijk als het acteerwerk en het spel tussen de twee acteurs. Het spel van de actrice op de cello in combinatie met zang is subtiel, verleidelijk en geeft een heel bijzondere bite aan het stuk. Het onderwerp zou zomaar een tijdopname van een moment en/of gebeurtenis uit ieders leven kunnen zijn, ongeacht de tijd die verstreken is. Na dit stuk gisteravond gezien te hebben, ga ik zeker de volgende keer weer naar een toneelstuk van regisseuse Madeleine Matzer en haar theatergroep. Het heeft mij tevens getriggerd om het boek (The sense of an ending) zelf ook te gaan lezen. Met vriendelijke groet, Monique, J. Tromp” -‐ Monique Tromp “de tekst bevat naast het pakkende en goed geacteerde verhaal 'algemene waarheden' die helaas afbreuk doen aan het geheel.het cellospel is prachtig,de songteksten een waardevolle aanvulling,maar niet altijd goed verstaanbaar.heel mooi toneelbeeld met de in het wit ingewikkelde en uit te pakken meubelstukken,gebruik van overhead en dia's en het doek met schimmenspel.” -‐ Nieske Wedman “Na een korte uiteenzetting over de invloed van het verloop van tijd op het geheugen, blikt Marijn Klaver, als student tot bejaarde Tony Webster terug op zijn relaties met studievrienden en vriendinnen. Celliste Lidewij Mahler ondersteunt hem daarbij met de rollen van de vrouwen en haar muziek. Het is een boeiende en intrigerende voorstelling, die door het spel van de acteurs/celliste, maar ook door de inhoud en de vormgeving een bezoek meer dan waard is.” -‐ Peter van Aken “Bijzonder goede toneelvertaling van het boek. Indringend zonder opdringend te zijn, zeer tekstgetrouw, wat je tegenwoordig niet vaak ziet. Heb onmiddellijk het boek herlezen, vandar ook dit oordeel. Een belevenis!” -‐ Peter Zeven
Berenice -‐ Olivier Diepenhorst 1/23/2014 “Indrukwekkend intiem vormgegeven. De spanningsboog van de dialogen zakt soms in, maar is tegen het einde adembenemend.” -‐ Agnes Valkhof “Zelden zag ik verdriet en pijn zo mooi uitgebeeld. Je kon het bijna beetpakken! Alles aan deze voorstelling is perfect verzorgd. Het decor is heel sober. Het bestaat uit een glazen kooi met daarbovenop alleen tapijt en lichtbakken. Op deze eenzame hoogte staan de spelers in de schijnwerpers, zoals ze dat ook in hun leven doen, en laten op een prachtige manier zien hoe liefde en macht hen tot hele moeilijke keuzes dwingt. Het geluidstheater en de heerlijke muziek begeleiden de spelers, die met mooi klein spel en ijzersterke motoriek hun verlangen, maar ook hun pijn en hun liefdesverdriet heel mooi neerzetten. Het enige attribuut dat ze daarbij nodig hebben is een brief, verder volstaan taal en lichaamstaal. De slavin van Berenice spreekt af en toe Pools, om aan te geven dat de vrouwen vreemdelingen zijn in Rome en daar volgens de bevolking dan ook niet thuis horen. Koningin Berenice gebruikt haar slavin als stoel, maar ook als vertrouweling en adviseur. Ook Titus en zijn beste vriend Antiochus hebben zulk personeel, allen gespeeld door dezelfde actrice, die zich regelmatig moet laten kooien. Het zijn geen van allen gemakkelijke rollen. Er is heel veel, hele mooie tekst en ook het fysieke spel is pittig. Als op het einde Keizer Titus gekozen heeft vóór zijn plicht en daarmee tegen zijn grote liefde blijkt Berenice als sterkste uit de strijd te komen. Ze wil leven en laat zich door niemand klein krijgen. Al dit moois hebben we, behalve aan de fantastische acteurs en actrices, vooral ook te danken aan Olivier Diepenhorst, de regisseur. Daar gaan we vast nog veel moois van zien!” -‐ Brigitte Van Mulken “Een heel bijzondere voorstelling waarin basale emoties worden belicht vanuit verschillende perspectieven. De betrokkenen zelf, hun liefdespartners, de vrienden en tegenspelers. Dat de tekst 300 jaar oud is, het verhaal twee eeuwen terug is gesitueerd en oppervlakkig blijft, wordt meer dan goed gemaakt door het spel van de acteurs die met die knellende middelen toch de emoties weten over te dragen aan het publiek. Het is denk ik de combinatie van omgaan met de opgedragen tekst en het fysieke spel, waardoor dit lukt. Als dat de inbreng van de regisseur is dan zin de complimenten op z'n plaats. Het decor was intrigerend, maar ook afgebakend, begrenzend voor de acteurs; de emoties moesten daardoor wel uit de kleine bewegingen komen. De spanningsboog was iets te lang; als de voorstelling iets korter is wordt het voor de toeschouwer pakkender. Voor mij zou het zo werken.” -‐ Frans Verberne “Duurde een kwartier te lang. Daarvoor wel boeiend, goed spel.” -‐ Hannah Koutstaal “Wat ik mooi vond aan dit stuk was het minimalistische decor. De bewegingen van de acteurs waren ook klein. Dit gecombineerd met de dramatische, klassieke tekst maakte het wel spannend. Er waren eigenlijk drie belevingen van het drama: de beleving in de tijd dat het drama zich afspeelde (1e eeuw?), de beleving van de toneelschrijver (18e eeuw?) en de bewerking nu (21e eeuw). Dat maakte het tot een reis in de tijd. Fascinerend vond ik de transformatie van Berenice van een keurig, mooie dame in een wilde zottin. Ook vond ik de drie-‐ dubbele van Ellen Parren heel slim en ook heel efficiënt.” -‐ Marga Swart “De tekst, regie en spel waren zo schoon en overtuigend. Het was compact , gespeeld op de vierkante centimeter, daardoor krachtig en overtuigend.” -‐ Marijke Hoff “klassieke tekst,soms wat te breedvoerig. prachtig toneelbeeld,veel symboliek, zeer effectief in het ondersteunen van de tekst. muziek goed passend bij de sfeer van de verschillende scenes. qua spel springen Berenice en de driedubbelrol van bediende/slavin eruit! fantastische voorstelling kortom.” -‐ Nieske Wedman
De muurspecht -‐ Carola Arons en Marcel Hensema 2/18/2014 “In een decor dat het verlies aan kennis en herinneringen prachtig chaotisch weergeeft, wordt de dialoog over wel/niet het einde willen, elkaar niet willen loslaten kernachtig neergezet. Jammer is dat de verstaanbaarheid soms wat te wensen overlaat. De positionering van het verhaal in de actualiteit van de afgelopen halve eeuw maakt het stuk interessant voor jong-‐volwassenen en ouderen.” -‐ Agnes Valkhof “Hij belt zijn zoon, heel vaak en over een langere periode, maar die reageert nooit. Hij geeft het op. Dan gaat er meer licht aan en komt er een grote boekenchaos in beeld, symbool voor de chaos in haar hoofd. Nog vier uur, en dan komt de huisarts om haar euthanasiewens in vervulling te laten gaan en de zoon laat nog steeds niets van zich horen. Zij, journalist bij een kwaliteitskrant, specialisme buitenlandse politiek (Oostblok) en hij, genbioloog, zijn zeer aan elkaar gewaagd. Het is een liefdevolle relatie waarin alles gezegd mag worden, ook al is het nog zo hard. Vooral hij kan er wat van, bijv. “na je dood heb je toch niets meer te vertellen” als hij zich niet aan haar laatste wens wil houden. Hij moet van haar blijven leven voor hun zoon. Of hij ook uit het leven gaat stappen, zoals hij soms suggereert, wordt in het midden gehouden. Ze halen herinneringen op met behulp van dia’s. Ze lachen en huilen en gaan in gedachten terug naar Berlijn, naar de toespraak van JFK, waar ze bij waren, en naar de val van de muur, waar ze ook getuigen van waren. Als een muurspecht heeft hij daar een stukje van mee naar huis genomen. Nu gaan ze in gedachten weer terug en stappen een nieuwe, onbekende wereld in. Prachtig spel van twee acteurs die veel jonger zijn dan de rollen die ze spelen, maar daarin echt overtuigen. Frappant bij het einde van het stuk was, dat direct na afloop dit leeftijdsverschil meteen wel opviel. Knap!” -‐ Brigitte Van Mulken “De regisseur laat de man om de vrouw heen bewegen, zo draait het stuk letterlijk en figuurlijk om de vrouw. Uitstekend spel. Vooral Carola Arons zet de oudere vrouw heel geloofwaardig neer. Ook de onderlinge sfeer tussen de acteurs is heel mooi in balans. Het decor is summier, maar wel veelzeggend. De tekst legt door de dialogen over alledaagse dingen en herinneringen niet alleen de relatie tussen de twee mensen, maar ook de tragiek van hun beider situatie heel mooi bloot. Het is een ontroerend stuk, waar iedereen na afloop even stil van is. Dit werkt niet in het voordeel van de acteurs, want luid applaudisseren na deze voorstelling over Alzheimer en euthanasie lijkt ongepast. Maar die staande ovatie verdienen ze wat mij betreft wel.” -‐ Dodo van Aarem “De worsteling met het einde wordt gespeeld in een rijke omgeving met herinneringen. Zowel geschetst in de verhalen over het leven van de twee partners alsook gevisualiseerd in de boeken op de vloer die een prachtig decor vormen. De tekst bevat veel onderwerpen die spelen bij dementie, afscheid nemen van het leven, afscheid nemen van je partner, alleen achter blijven of niet. Willem de Vlam heeft veel aangestipt in de dialogen, maar het bleef vaak (daardoor?) ook oppervlakkig. Zo krijgt het dilemma van wel of niet alleen achterblijven geen diepgang. Emma was vaak te helder in haar herinneringen en te scherp in de dialogen om euthanasie vanwege dementie geloofwaardig te maken. Ik ben benieuwd of de Alzheimer-‐groep in het nagesprek hetzelfde voelde.” -‐ Frans Verberne “Mooie voorstelling, klemmende vragen. Verhalen in een verhaal. Begin van de voorstelling zou zo in een voorstellingsframe passen waarin allerlei verschillende kleine verhaaltjes worden gespeeld. Zoals de Ultra short stories die nu populair zijn. Prachtig, die paar in gesproken telefoongesprekken, de ontwikkeling daarin. Maar de hele voorstelling was van een ingetogen pracht.” -‐ Hannah Koutstaal “zelden zo.n levensecht en ontroerend stuk gezien over dementie, vooral als je Alzheimer in levende lijve hebt ontmoet. Het decor sprak boekdelen en de scheidslijn tussen toneel en werkelijkheid werd door de acteurs/schrijver en regisseur weggespeeld.” -‐ Henk Veeneman “Het spel, het stuk, geeft heel goed de leefsfeer weer van zo'n stel weer: kind op afstand, maar wel aanwezig in hun leven, de geestelijke aftakeling, hoe verder met ons leven? Al deze thema's zijn voor mij herkenbaar: ook ik heb hier op een bepaalde manier (al) mee te maken. Het open einde doet onaf aan.” -‐ Marga Swart “Mooi, simpel en ingetogen stuk dat niet zozeer over dementie en euthanasie gaat maar over een avond waarop het echtpaar aan e ind van hun leven herinneringen ophaalt waaraan je kunt zien hoe hun leven was en hoe ze tegenover elkaar staan. Wordt nergens dramatisch, dit had Haneke moeten maken ipv Amour ;-‐).” -‐ Marlies de Jonge “Veel was goed maar de tekst jammer genoeg het minste. Het idee van de laatste levensavond was te onopvallend aanwezig, zeker omdat de man er ook mee bezig zou moeten zijn. Het was wel interessant dat het achteraf discussie opleverde over of deze staat van Alzheimer al ver genoeg is om er een eind aan te maken. Erg mooi toneelbeeld. En, ondanks dat het een bewuste keuze was, vond ik het soms storend dat jonge mensen oud moesten spelen.” -‐ Martijn Romijn “indrukwekkend:dialogen met een lach en een traan,op het lijf geschreven van dit intellectuele echtpaar,dat emotie probeert te verdringen. mooi toneelbeeld en volledig passende song van Bob Dylan.” -‐ Nieske Wedman
Elektra -‐ het Nationale Toneel 3/5/2014 “Het is de allereerste try-‐out en daarin wordt al meteen duidelijk dat dit stuk nog niet echt lekker loopt. De tekst is prachtig, zoveel is zeker, maar verder valt dit stuk soms tegen. Na de opening door het koor (Betty Schuurman) komt vooral Elektra maar moeizaam op gang. Mariana Aparicia Torres, die Elektra speelt, overtuigt pas tegen het einde van het stuk. Ook haar moeder en broer maken niet veel indruk, dat doet verder alleen zus Chrysotemis, gespeeld door Sallie Harmsen. Haar rol komt, met die van het koor, nog het beste uit de verf. Het decor is wel mooi, maar ook lastig te duiden. De vuile gordijnen komen bewust armoedig over, maar slaat dit soms op de armoede in het geestelijk leven van de Koninklijke familie? Deze gordijnen worden regelmatig verschoven, om nieuwe ruimtes in het paleis weer te geven,maar wekken vaak een hokjesachtige indruk. Verder is er op de achtergrond steeds geluid dat ook al niet te plaatsen is en soms wel wat weg heeft van storende ruis. Iedereen zit gevangen in een enorm trauma, en wraak lijkt de enige oplossing. Wil Elektra trouwens wraak op haar moeder omdat haar vader haar lange tijd heeft misbruikt en haar moeder blijkbaar niet ingreep? Vragen genoeg op het einde van deze matige uitvoering, waar nog veel aan het sleutelen valt.” -‐ Brigitte Van Mulken “De combinatie van regie en vormgeving maken dit stuk tot ouderwets (tekst)toneel. De openingsscene (over wie wie is) is ontmoedigend statisch. Het toneelbeeld verandert gedurende het stuk vrijwel niet, blinkt niet uit in schoonheid of verfijning en weet, ondanks het gebruik van half transparante stof, niet te intrigeren. Acteurs verplaatsen de gordijnen vaak zonder reden, of worden door de regie in een hoek gedrukt (links voor), waar ze dan door die gordijnen nog maar half zichtbaar zijn, ook weer zonder duidelijke reden. De kostuums vormen geen geheel en zijn soms onnodig grof (Elektra). Alleen het kostuum van de moeder ondersteunt haar rol. De acteurs doen hun best en vooral Antoinette Jelgersma en Mariana Aparicio overtuigen. Betty Schuurman oogt in dit stuk, mede door haar kostuum en tekst, wat ongemakkelijk.” -‐ Dodo van Aarem “Ook deze klassieke tragedie (net zoals Berenice) gaat diep in op de gevoelens van de personages die worstelen met haat, liefde, gemis. Schitterend hoe de vier, Elektra, zus, broer en moeder op totaal verschillende wijzen omgaan met de gruwelijke gebeurtenissen in het verleden. Het decor van gordijnen benadrukte de klassieke omgeving en schetste de geheimzinnigheid en spanning in het huis van de familie. De achtergrond muziek was grotendeels ondersteunend aan de kleur van de dialogen, maar halverwege werd het een tijdje zo eentonig, zuigend, energievretend, dat het afleidde van het spel. Het fysieke spel komt bij de klassieke teksten vaak in het gedrang, maar niet bij deze acteurs en zeker niet bij Marian Aparicio Torres. De moordscène was het hoogtepunt.” -‐ Frans Verberne “Erg onder de indruk van het spel van de jonge garde: intens en overtuigend.” -‐ Hannah Koutstaal “Adembenemend spel van Antoinette Jelgersma en Betty Schuurman, maar ook van de jonge spelers. Intrigerende opbouw.” -‐ Karina Baarda “Wat is boos,die Elektra. En wat jammer, dat ze er zo in blijft hangen. En iedereen in haar omgeving probeert/dwingt haar tot andere gedachten en gedrag te krijgen. En dat gaat (natuurlijk) niet... Mensen redden lukt bijna nooit, mensen kunnen alleen zichzelf redden. Dit thema maakte het stuk interessant voor me, en het spel van de acteurs op zich. De totale regie vond ik minder boeiend, en de teksten te langdradig,” -‐ Marga Swart “Vond het spel in aanvang wat vlak, wat ik zowel voor spelers als regie houd. Emoties, vooral bij Elektra werden voor mij nogal hysterisch. De hysterie zat vooral bij de moeder en Elektra. Ik weet niet of dat de bedoeling was. Jeanette Schuurman was prachtig, gelijkmatig, zoals bij haar rol paste.” -‐ Marijke Hoff “klassieke tekst met mooi eigentijdse draai.erg emotioneel gespeeld door Elektra,prachtige rol van Klytaimnestra.mooi toneelbeeld met functionele vitrages;gitaarmuziek geeft stemming goed weer.” -‐ Nieske Wedman “Het stuk komt erg langzaam op gang, te langzaam voor deze spelers. Met name Electra komt pas laat uit de verf, deze actrice kan dit m.i. nog niet aan. Het latere deel, met meer aktie, overtuigde wel.” -‐ Peter Zeven “In de sporen van Hugo van Hofmannsthal (versie Elektra uit 1904) heeft regisseur Casper Vandeputte een eigentijdse bewerking gestalte gegeven met een glansrijke titelrol voor Mariana Aparicio Torres. De woede en wrok spatten de zaal in en de andere acteurs, broer Orestes en zus Chrysothemis, verdwijnen soms letterlijk tussen de gordijnen vanwege Elektra's rouwuitingen. De simpel vormgegeven entourage op het toneel zorgen ervoor dat de toeschouwer gefocust blijft: een noodzaak voor het nog steeds klassieke taalgebruik in deze versie van Elektra. Jammer dat de rol van Betty Schuurman als een soort nieuwerwetse "rei" in de vorm van kamermeisje de aandacht af en toe verstoord.” -‐ Willy van der Kwaak
Speak -‐ Sanja Mitrovic 3/13/2014 “Het is indrukwekkend om te horen dat politieke toespraken, buiten de context van het oorspronkelijke moment, een hoog gehalte gebakken lucht laten horen. De teksten als zodanig zijn een invulling voor een theatraal gebeuren.” -‐ Agnes Valkhof “Een grote verrijdbare trap, die in twee delen gesplitst kan worden, dat is zo ongeveer het – hele fraaie – decor. Daarnaast zijn er de boventitels, in het Nederlands en in het Frans, en er is die hele mooie jurk van Sanja, met megasplit middenachter. De voorstelling is, op een klein deel na, geheel in het Engels. Onderwerp: beroemde speeches. Vorm: een wedstrijd in acht ronden voor twee spelers, Sanja Mitrovic en Matthieu Sys. Wie van deze twee overtuigt het meeste bij de uitvoering, waarin duidelijk wedstrijdelementen herkenbaar zijn. Na elke ronde mag het publiek stemmen en krijgen we te zien van wie deze beroemde speeches waren. De winnaar krijgt een gouden sjerp voor elke overwinning en mag als enige het eindapplaus in ontvangst nemen. Er komen teksten voorbij van Obama, Havel, Thatcher en Hitler en heel veel anderen. Vaak zijn de gerelateerd aan een oorlog die op dat moment gaande is of eraan zit te komen. De enige vrouw in dit gezelschap is ook de enige die het over geld heeft, alle anderen hebben het vooral over oorlog, vrede, gelijke rechten en hoop. Er zat é én Nederlandse speech bij, van Troelstra, als enige in prachtig Vlaams voorgedragen. Speak is een hele intrigerende voorstelling, met veel verrassingen, humor, passie en met een publiek dat actief moet blijven kijken. Ik heb er met heel veel plezier naar gekeken. De winnaar? De wedstrijd eindigde in een gelijke stand, wat nogal onwaarschijnlijk, zeg maar gerust gemanipuleerd overkwam. Sanja bezwoer na afloop dat dit puur toeval was en ook de allereerste keer dat dit gebeurde. Daar kon ze me nou niet mee overtuigen, wel met dit originele stuk!” -‐ Brigitte Van Mulken “Een originele en bijzondere performance. Het laat zien hoe houding, toon en dictie, naast de woorden en opbouw van de tekst, bepalen wat je hoort en hoe het bij je binnen komt. Bij het stemmen op de man en vrouw lopen oordeel over presentatie en boodschap door e lkaar, iets wat in werkelijkheid ook gebeurt. Wel erg jammer dat ervoor gekozen is om de passages niet herkenbaar te maken, waardoor ze vlakker waren dan strikt noodzakelijk. Juist twee passages uit dezelfde speech van bijvoorbeeld Obama of Martin Luther King zou het duel interessanter maken. Het stemmen is een leuke activiteit en dwingt je te kiezen, maar trekt ook de aandacht weg van de kern: de kracht van het gesproken woord. Het decor was sober, maar bracht afwisseling in de speeches en paste uitstekend bij dit optreden.” -‐ Frans Verberne “Interessante vorm. Jammer dat er weinig speeches van vrouwen tussen zaten.” -‐ Hannah Koutstaal “Wel een bijzondere voorstelling,, maar ik vond het geen theater; meer iets voor in een training of een buurthuis of zo. Ik vond het ook lastig om de speaches in het engels te volgen, en als ik naar de vertaling keek zag ik de acteurs niet. Vond ik niet fijn. En verder vond ik het saai. De teksten op zich zijn natuurlijk interessant, maar ze vielen nergens in -‐ ik miste de context wel.” -‐ Marga Swart “Boeiend van begin tot eind waarbij publiek betrokken bleef, maar de regie duidelijk anders was en het publiek op het verkeerde been zette. Hoe je van zo'n saai gegeven boeiend toneel kunt maken -‐ zeer knap” -‐ Marijke Hoff “Van begin tot eind een relativering van alle politieke retoriek, zonder dat de ironie er bovenop ligt, dat was nog wel even puzzelen. Maar misschien heb ik het verkeerd begrepen en was er een andere bedoeling? In dat geval zakt mijn waardering, want waarom was dat dan niet iets duidelijker? Ik hou het dus op mijn eerste interpretatie en vond het dus heel knap!” -‐ Peter Zeven
Pax Deus. Evangelie volgens Pilatus -‐ DNA 4/2/2014 “Geweldig! Heb elke seconde genoten. Wat een knap samenspel! En wat een geweldige wisseling van personages. Om zo iets zo boeiend, onderhoudend, amusant en fascinerend te kunnen brengen voor een ongelovige zoals ik, vind ik echt knap. Alleen maar superlatieven Dank voor een heerlijke avond!” -‐ Andrine Spronk “Pontius Pilatus, stadhouder van Judea, onderdeel van het Romeinse Rijk, zit in een spagaat. Hij moet de rust bewaren én de Romeinse keizer te vriend houden, en daarvoor moet hij Jezus slachtofferen, terwijl hij in diens onschuld gelooft. Hij zou er wereldberoemd mee worden. Eric Emmanuel Schmitt beschrijft dit Bijbelse gegeven vanuit het perspectief van Pilatus, die zijn uiterste best doet om zichzelf vrij te pleiten en zijn handen in onschuld te wassen. Hij heeft de beroemdste kruisiging ooit op zijn geweten, en dan verdwijnt het (dode?) lichaam ook nog eens. Pilatus, een sterke rol van Sabri Saad El Hamus, weet niet meer wat hij wel of niet geloven moet. Zijn vrouw Claudia, gespeeld door Anna Schoen, die meerdere rollen voor haar rekening neemt en dat prachtig doet, is veel zekerder van haar zaak en gelooft in de ideeën van Jezus. Zij gaat, typisch vrouwelijk, op haar gevoel af, en hij, de man van het intellect, vertrouwt op zijn verstand, typisch mannelijk. Hij kiest de veilige weg en redt zijn eigen hachje. Dit stuk zit vol aanwijzingen die duiden op een diepere symbolische betekenis, zoals de stenen en het kapotmaken ervan, de vreemde kleding en het gedrag van beiden. Het zijn zoveel aanwijzingen dat ik na een tijdje dacht, laat maar, daar verdiep ik me later wel in. Tijdens het nagesprek bleek dat er helemaal geen symboliek achter stak en de acteurs vermaakten zich kostelijk met de uitleg die de toneelkijkers er aan gaven. Goed geacteerd en een mooie tekst!” -‐ Brigitte Van Mulken “Een verrassende en geweldige voorstelling. Het begon als een klassiek stuk wat me deed denken aan Elektra en Berenice, maar na een paar minuten werd ik helemaal gegrepen. Een bekend verhaal dat op een spannende manier wordt verteld. Vloeiend gaan gesprekken over in het vertellen van het verhaal en weer terug. De acteurs veranderen soepel en ongemerkt en toch overduidelijk steeds weer in andere personages. De spanning in gesprekken worden binnen seconden afgewisseld met liefde en vertrouwen. Als toeschouwer wordt ik meegevoerd op de golven van het spel. Dat intrigeerde me achteraf nog meer dan de twijfel en geloof in de verrijzenis van de zoon van God en hoe Pilatus en zijn vrouw daarin een eigen weg vinden. Het decor, de tegels, de tafel maakt nieuwsgiering geeft ruimte voor eigen beelden. Het nagesprek over de interpretatie van de bijbel/de voorstelling was diepgaand. Leuk om al die verschillende belevingen te horen.” -‐ Frans Verberne “Schitterende voorstelling, grootse acteurs. Volkomen overtuigende wisseling van rollen. De kleinste emoties groots getoond. Tot nu toe de enige kandidaat voor de toneelkijkerprijs wat mij betreft.” -‐ Hannah Koutstaal “Zo mooi hoe je aan het denken wordt gezet! Zo'n andere optiek waaruit het evangelie wordt bekeken, gevoeld. Mooi, gevoelig.” -‐ Karina Baarda “Mooie vertelling van het paasverhaal. Het (samen)spel van de 2 acteurs vond ik heel spannend: kleine bewegingen, de manier van spreken, En die Pilatus ... die wist het eigenlijk ook niet.” -‐ Marga Swart “Mooie invalshoek voor stervensverhaal van Jezus om vanuit Pilatus en dan ook nog als een soort whodunit verhaal te vertellen. Interessant om naar te kijken.” -‐ Marlies de Jonge “met vaart en vuur gespeeld door beide acteurs, met soms wel erg snelle rolwisseling. toneelbeeld vormt prachtige symboliek.” -‐ Nieske Wedman “Knap gedaan, met al die rolwisselingen. Maar wat is de relevantie van dit stuk, moet het soms het bijbelverhaal verduidelijken? Ik zou niet weten wat het toevoegt, dan nog eerder het omgekeerde.” -‐ Peter Zeven
Who's afraid of Virginia Woolf? -‐ Erik Whien 4/9/2014 “Geweldige afwisseling van extreme emoties en interacties, zonder dat de menselijke maat verloren gaat. Een spoedcursus voor het jonge stel over "the games people play". Subtiel gebruik van stiltes. Soms wat slecht verstaanbaar (oorzaak? )” -‐ Agnes Valkhof “Prima decor. Over het algemeen was het toneelstuk boeiend tot ongeveer kwartier voor de pauze. Toen zakte het een beetje in. Door de lange zit en problemen met de rug na de pauze niet meer terug gegaan. Samenspel tussen de gastheer en gastvrouw was perfect. Tussen het jonge koppel vond ik weinig chemie en ze kwamen daardoor niet goed uit de verf.” -‐ Andrine Spronk “Wat een fantastisch stuk! Hoe fileer je een huwelijk? Zo dus! En passant maak je het bezoek ook knettergek en vraag je je af of díe twee na deze avond nog wel bij elkaar blijven. Martha (Maria Kraakman) is bedreven in het tiranniseren en vernederen van haar man George (Jacob Derwig), die bij dit spel recht overeind blijft en uiteindelijk als de winnaar uit de bus komt. De tekst van Edward Albee en de vertaling van Gerard Reve zijn ijzersterk en toch gewone spreektaal, wat ongetwijfeld meehelpt om dit stuk zo aantrekkelijk te maken. Het bezoek, Nick en Honey, prachtige rollen van Sanne den Hartogh en Kirsten Mulder, wordt genadeloos aangepakt en je ziet de twijfel bij hen toeslaan. Wat doen we eigenlijk bij elkaar? Als het grote geheim tussen Martha en George uitkomt, hun imaginaire kind, waar alleen zijzelf vanaf weten, wordt het verraad van Martha keihard aangepakt. George verklaart hem volgens afspraak dood en Martha gaat er zowat aan ten onder. Het blijft vaak onduidelijk wat er wel echt is en wat niet, wat veel overlaat voor de verbeelding. Het decor is fraai, met als eyecatcher “Who’s afraid of red, yellow and blue”, waarvan de titel refereert aan dit stuk, waarvan de titel weer refereert aan het lied “Who’s afraid of the big bad woolf”. De regie is in handen van Erik Whien, hier op zijn allerbest. Kortom, een schitterende Virginia Woolf met acteerprestaties van het hoogste niveau, waarbij ik vooral heb genoten van het hele mooie kleine spel van Honey!” -‐ Brigitte Van Mulken “Zeer sterk spel in een sterk decor (vooral voor de 'pauze') De casting is een beetje verwarrend. Honey oogt op het eerste gezicht ouder dan Martha... en moet vervolgens met haar spel aannemelijk maken dat ze jonger is. Dat lukt overigens goed, maar het blijft een b eetje geforceerd. Doodzonde dat dit stuk wordt onderbroken voor een dwingende en vrij onbegrijpelijke decorwisseling. Het 'nieuwe' decor en de lichte kleding (George zonder jasje en bril) van de acteurs en het ingetogen spel na de onderbreking maakt dat alles opeens heel flets en spanningsloos wordt. Het laatste deel doet daardoor afbreuk aan het verder ijzersterke stuk. Mijn advies: als je niet in de tekst wilt schrappen, speel dan maar achter elkaar door. Het is eigenlijk te lang, maar beter zo dan met de onderbreking.” -‐ Dodo van Aarem “Over dit stuk is al zo vaak lovend geschreven en het is allemaal waar. Drie uur lang geen moment voor rust. Continu is er een enorme spanning voelbaar. Tussen man en vrouw; bij Martha en George vanaf het begin in extreme vorm en bij Nick en Honey langzaam groeiend. Tussen echtparen, tussen generaties, tussen professionals. Meer dan ongemakkelijk voelen de pesterijen die tot in het merg van de ander doordringen en ook bij de toeschouwer door merg en been gaan. De ander pijn doen vanuit haat en verwijten of vanuit teleurstelling in zichzelf? De tekst is ongelooflijk knap gecomponeerd; cynisch, sarcastisch, vol met humor, korte ogenschijnlijke oppervlakkige dialogen die toch een duistere diepgang hebben. Vier acteurs die ieder in hun eigen karakter uitblinken. Een geldige vondst van de decorontwerper om Who’s Afraid of Red, Yellow and Blue, op te hangen.” -‐ Frans Verberne “Intrigerend, bijtend, en toch heel liefdevol. Geweldig spel van Jacob Derwig.” -‐ Hannah Koutstaal “Alle onderdelen sloten goed op elkaar aan met als slagroom op de taart/om de bittere pil te vergulden fantastische humor gebracht,zowel in spel,regie,.vormgeving en taal” -‐ Henk Veeneman “Ja, geweldig natuurlijk. Ik zag het stuk nu voor de 3e keer (steeds een andere uitvoering), en begin het nu pas te begrijpen...er komt zoveel langs. Van 4 levens krijg je een inkijk, en bij 3 daarvan zijn die behoorlijk heftig. Wat een mens allemaal wel niet mee moet maken om te overleven, en het publiek ook!” -‐ Marga Swart “Blijft een huwelijk om jaloers op te zijn, zeker zoals gespeeld door Oostpool. Maria Kraakman is perfect als Martha. Mooi strak decor ook.” -‐ Marlies de Jonge “Zo'n stuk kan je eigenlijk alleen maar verkeerd doen en dat is hier gelukkig niet gebeurd, dankzij 4 fantastische spelers. Het schilderij was een leuke vondst maar het allerbeste blijft natuurlijk de tekst.” -‐ Martijn Romijn “wel erg lang ,maar uitstekend gespeeld stuk,waarvan de tekst aan kracht zou winnen door schrappen van gedeeltes, die al duidelijk en meer van hetzelfde zijn. de muziekfragmenten kon ik niet allemaal plaatsen.” -‐ Nieske Wedman “Wat nog te zeggen over een stuk dat zich al lang bewezen heeft en tekstgetrouw wordt neergezet door prima acteurs? Het was een geweldige belevenis, wederom. Enig minpuntje: niet altijd goed verstaanbaar door te weinig volume voor deze zaal; vlakke vloer betekent nog niet dat iedereen intiem vlakbij zit.” -‐ Peter Zeven
Caligula -‐ Thibaud Delpeut 4/17/2014 “Wow, grote bewondering voor de hoofdrolspeler! Wat een inleving, dramatiek en bezieling. Echt ongelooflijk! En wat een hoeveelheid (moeilijke) tekst. Diep, diep respect. Ook zijn medespelers waren goed maar wisten mij niet zo te pakken als hij dat deed. Decor, geweldig. Knap verweven in het spel! Alleen maar superlatieven recht vanuit het hart. Dank voor een bijzondere avond!” -‐ Andrine Spronk “Machtig eenzaam dodelijk leven zonder liefde. Vincent van der Valk speelde geweldig, gedreven en emotioneel. Decor en dan vooral de video's maakte de voorstelling spannender en afwisselender. Dat kwam goed uit want het verhaal ontwikkelde zich niet echt. Het werd wat absurder maar daar bleef het bij.” -‐ Frans Verberne “Angstaanjagend wreed wekt de jonge keizer nog onze sympathie” -‐ Hannah Koutstaal “in alle opzichten/onderdelen geslaagde voorstelling over een gelaagd filosofisch vraagstuk. Laat de hersenen kraken” -‐ Henk Veeneman “Wat macht met mensen doet .... Mooi, en stevig geillustreerd” -‐ Marga Swart “Mooie keuze voor bijzondere visie op Caligula van Camus. Goed spel, wel echte hersenkraker dit stuk.” -‐ Marlies de Jonge “Helaas vond ik weinig echt goed. De tekst was te ingewikkeld voor mij en volgens mij ook voor sommige van de acteurs die nooit echt hun personage werden. De mise-‐en-‐scene was nogal simpel. Alleen het werken met de video-‐camera was een strek punt. Toch nog.” -‐ Martijn Romijn “qua tekst invoelbare keizer Caligula,geweldig gespeeld.andere rollen goed vormgegeven.doeltreffend toneelbeeld,waarbij gebruik van de achterwand,de video en de muziekfragmenten bijzonder zijn.” -‐ Nieske Wedman
Botox Angels -‐ Dood Paard 5/22/2014 “Het stuk speelt zich af op een groot bed, met daarachter een transparant gordijn, waar we een foto doorheen zien. Daar blijkt ene Valie Export op te staan, een Oostenrijkse kunstenares, die het kruis uit haar broek knipte en zo op de foto ging, een actie die later door andere artiesten is nagedaan. Op het bed speelt zich een feministische lesbische relatiekomedie af. Met veel humor laten de drie dames zien hoe moeilijk het is om in een menage à trois te leven. Jaloezie is aan de orde van de dag. De gesprekken gaan er stevig aan toe, met het nodige getreiter om de derde vrouw vooral even buiten spel te zetten. De dames werden o.a. geïnspireerd door Femen en traden op met ontblote, gebodypainte bovenlijven. Het doorknippen van een jurkje kwam oorspronkelijk van Yoko Ono, de pruiken en de bloemenkransen uit deFlower Powerperiode. Hoe dit stuk bedoeld is is me niet duidelijk geworden, het kwam vooral over als een parodie op het feminisme. Aan het einde van de voorstelling mochten alleen de vrouwen, verleid met een bloem, op het bed plaatsnemen. De mannen mochten toekijken. Een -‐ bewust een tikje ordinair en over the top gespeeld -‐ geestig stuk.” -‐ Brigitte Van Mulken “Een voorstelling over een relatie tussen drie vrouwen is uniek en biedt veel mogelijkheden om de uiteenlopende emoties, intenties, dromen, plannen en visies op relaties vorm te geven. Rob de Graaf vertelde van te oren dat het geen verhaal zou worden maar meer een performance met afwisselend spel en onderwerpen. Het decor en de start waren veel belovend en soms werden emoties en gevoelens mooi uitgediept. Toch vond ik performance en teksten niet bij elkaar passen. De teksten waren zwaar, hadden diepgang en de performance was licht, creatief en verrassend. Waarom de tekst niet lichter, met meer echt spetterende emoties, humor, boosheid.” -‐ Frans Verberne “Tja, als dit al 'militante vrouwelijke sexualiteit, broeierige dialogen, emotioneel geweld' wordt genoemd .... misschien dan toch maar over mannen schrijven???” -‐ Hannah Koutstaal “Het zal wel aan mij liggen maar een stuk over een lesbische driehoeksverhouding vind ik toch moeilijk toegankelijk. Je kon wel zien dat ze konden spelen, de actrices, maar ook de regie en de manier waarop het stuk geschreven was hielpen niet om het binnen te laten komen. En die act om aan het eind alle vrouwen op het toneel te halen gaf ineens weer de indruk dat het juist om vrouwenemancipatie ging. Nee, te rommelig en ontoegankelijk.” -‐ Martijn Romijn “afwisseling in filosoferen over man-‐vrouw en vrouw-‐vrouw relaties en de praktijk daarvan boeide matig. de kostuums pasten mooi er mooi bij.” -‐ Nieske Wedman