}<(l(tp$=adbcb <
Een échte Haagse krant Actueel Doek valt voor Des Deux Villes
Vrijdag 3 mei 2013
9
€ 1,95
Indische stad De weduwe in kaart gebracht
Economie ‘Thuiszorg kan veel efficiënter’
3
jaargang 7 nummer 312
12&13
Terugkeer van ‘Mauritskade’
De geschiedenis herhaalt zich. Exact 130 jaar nadat aan de Mauritskade ‘Zwem- en badinrichting ’s Gravenhage’ werd gebouwd, verrijst op dezelfde plek een in beton gegoten kopie van het monumentale gebouw. Eind dit jaar moet het als wellness/fitness- en schoonheidscentrum in gebruik worden genomen. Het fraaie Jugendstil damesbad uit het oude gebouw keert min of meer in dezelfde vorm terug, compleet met halfronde boogjes rondom de eerste verdieping, de authentieke gietijzeren kolommen en de kapspanten onder het glazen dak. Het oorspronkelijke gebouw werd zes jaar geleden afgebroken ten behoeve van de aanleg van een parkeergarage voor het naastgelegen Hilton Hotel. De herbouw liep vertraging op vanwege verzakkingen in de omgevingen die tot schade leidden bij Panorama Mesdag. Inmiddels lijkt het leed geleden en zijn de ogen gericht op de toekomst. Bij de herbouw heeft het complex meteen weer het driehoekig fronton boven de entree gekregen dat in de twintigste eeuw van het dak was verwijderd. Opdrachtgever Hans van Os is in zijn element: “Heel veel Hagenaars hebben leren zwemmen in dit zwembad. Zij zullen de oude details herkennen en dat vind ik fantastisch”. Het nieuwe gebouw is bereikbaar via de oorspronkelijke brug, een gemeentelijk monument, die in 1881 werd gebouwd door de Haagse IJzergieterij ‘De Prins van Oranje’.
De nieuwbouw aan de Mauritskade. >Foto: C&R
>Illustratie: collectie Haags Gemeentearchief Ingezonden mededeling
Dag in de Branding Stravinsky Festival voor Nieuwe Muziek
in Theater aan het Spui
www.dagindebranding.nl
bij het Residentie Orkest en meer...
za 11 mei 2013
Wereldpremière Raskatov
28 PROGRAMMA V | NDT1
Sol León & Paul Lightfoot Den Haag MEI 9 |10 | 11 | 30 | 31 JUNI 1
www.nDT.nl
S n E g n o J n EE m A w k m o o R D UIT! T R A A L J I U ED STR VE I L I E F I L p SpEELDE o 13 20 FESTIVAL
3
actueel<
Vrijdag 3 mei 2013 > Den Haag Centraal
Doek valt voor Des Deux Villes
het Frans georiënteerde ‘Maxime’ op de eerste etage. Ook dat pakte verkeerd uit. Exploitant Marcel van der Kleijn – eigenaar van onder meer sterrestaurant Calla’s – dacht zijn
Door Annerieke Simeone
Restaurant Des Deux Villes boven Pathé Buitenhof heeft deze week zijn faillissement aangevraagd. Investeerder Pub Arena BV dat het pand sinds 2010 van de internationale bioscoopketen huurt, blijkt niet opgewassen tegen de huidige economische omstandigheden. Een doorstart heeft volgens bedrijfsleider Casper van Dort geen zin. “De markt is volledig ingestort. In het begin hebben we heel behoorlijk gedraaid, maar de tijden zijn in rap tempo veranderd. Restaurants in het hogere segment voelen de hete adem van all you can eat-zaken. Toen wij begonnen, was het best bijzonder dat een restaurant van niveau een driegangenmenu aanbood voor € 34,50, nu vindt men dat duur”. Het door architect Joh. Mutters Jr. ontworpen pand werd in 1904 gebouwd als restaurant bij het logement ‘De Twee Steden’. Op de eerste verdieping zat toen Bridgeclub Buitenhof. Een bioscoop werd het pas in 1935 toen Cineac hier met doorlopende filmvoorstellingen de deuren opende. Met de metamorfose van Cineac naar Pathé Buitenhof, keerde de horeca terug in het pand. Aanvankelijk in het souterrain van de bioscoop. Dat bleek geen succes en het restaurant was maar een kort leven beschoren. Na een ingrijpende renovatie van met name de bovenverdiepingen in 2009 werd het opnieuw geprobeerd met een café bij de entree en
‘De markt is volledig ingestort. In het begin hebben we heel behoorlijk gedraaid, maar de tijden zijn in rap tempo veranderd’ populaire Maxime-formule die hij aan de Denneweg had opgezet, hier verder te kunnen uitbreiden. Maar een jaar nadat Maxime Buitenhof door actrice Monique van de Ven was geopend, moest hij de zaak alweer sluiten. Des Deux Villes, de Franse benaming van Twee Steden, ging met hetzelfde concept verder onder leiding van Van Dort en andere investeerders. Des Deux Villes hield het nog geen drie jaar vol. Van Dort, die samen met zijn negen collega’s op zoek moet naar een nieuwe baan, weet niet wat er met de ruimte – zowel het café op de begane grond als het restaurant boven – gaat gebeuren. “De inventaris nemen we mee, de rest is aan Pathé”.
Bedrijfsleider Casper van Dort bekijkt de ingepakte dozen. >Foto: C&R
Subtiel verschil Van de troonswisseling heeft de Hofstad feitelijk maar weinig gemerkt. In Den Haag was het een Koninginnedag als elk jaar met kermis, buurtfeesten en vrijmarkten. Geen speciale borrels of ontvangsten; louter een lunch met lezing door historicus Willem Post op 1 mei bij de Commerciële Club in de Javastraat. In de televisieverslaggeving van de NOS werd gekeken naar festiviteiten in tal van steden, behalve in de Koninklijke Residentie. Het ontlokte burgemeester Jozias van Aartsen deze week de schertsende opmerking dat de grondwet maar moet worden veranderd en dat toekomstige inhuldigingen in Den Haag moeten plaatshebben. Toch is er sinds de troonwisseling een subtiel verschil merkbaar en wel aan de Korte Vijverberg 3. Op de deur van wat eerst het Kabinet van de Koningin was, prijkt een nieuw bord: Kabinet van de Koning. Dat is pas oog voor detail en gevoel voor timing. Het nieuwe bord oogt trouwens alsof het er al decennia zit. Wat wel hetzelfde is gebleven, is dat het staatshoofd – die bij een bezoek aan dit adres doorgaans de achteringang gebruikt – vrijelijk over de grond van het Haags Historisch Museum mag. De koning heeft hier namelijk recht van overpad. > Foto: C&R
Conclusie gemeentelijke ombudsman:
Minder persoonlijk contact en haperende postverwerking De afstand tussen burger en gemeente wordt groter. Beleidswijzigingen en reorganisaties als gevolg van bezuinigingen zorgen voor een beperktere aandacht voor complexe gevallen en een verdere standaardisatie. Dit concludeert de gemeentelijke ombudsman, de heer P.H. Heskes in zijn jaarverslag over 2012. De gemeente die het moet doen met minder mankracht valt nu sneller terug op onpersoonlijke communicatiemiddelen. Volgens onderzoek van
Laan Copes verliest beroep VCP De Belangenvereniging van de Laan Copes van Cattenburgh heeft het hoger beroep tegen de gemeente over het verkeerscirculatieplan (VCP) verloren. De laan behoort tot de centrumring die sinds november 2009 is ingesteld om de binnenstad autoluw te maken. Het verkeer is sindsdien toegenomen, ondanks de toezegging om de Laan Copes te ontzien door het verkeer om te leiden via het Telderstracé. Bewoners klagen onder meer over stankoverlast als gevolg van de drukte. De bewoners stellen dat de gemeente geen oog heeft voor de gevolgen buiten de centrumring. De Raad van State verklaarde alle bezwaren van de bewonersvereniging ongegrond. De afdeling bestuursrechtspraak oordeelt dat de toezegging van de gemeente losstaat van het doel om het centrum autoluw te maken. Daardoor hoeft de gemeente geen maatregelen te treffen. Al eerder, in december 2011, werden bezwaren tegen het VCP door de rechtbank van de hand gewezen.
Heskes lenen bepaalde processen zich prima voor digitalisering, maar verliest de gemeente nu letterlijk haar warme relatie met haar ‘klanten’. Klagers geven vaak aan dat zij voor allerlei zaken afhankelijk zijn van de gemeente en geen contact kunnen krijgen. Ook hebben zij het gevoel dat ze niet gehoord worden, geen begrip ontmoeten en dat afspraken niet nagekomen worden, waardoor zij zich onmachtig voelen en in hun beleving van een koude kermis thuiskomen. Ander aandachtspunt dat de gemeen-
telijke ombudsman aanstipt in zijn verslag is de haperende postverwerking. Heskens: “In Nederland kennen wij een goed postbezorgingssysteem. Als een poststuk is afgegeven bij de gemeente en voorzien is van een ontvangststempel, mag verwacht worden dat het op zijn bestemming binnen de gemeente aankomt. Helaas komen daar nog regelmatig klachten over. Het blijft een punt van aandacht, vooral omdat het niet tijdig aanleveren van informatie een grondslag is om een maatregel te nemen”.
Ingezonden mededeling
Exclusieve brilmode
Hoogstraat 37 2513 AP Den Haag www.hofstede-optiek.nl
4>varia
Den Haag Centraal > Vrijdag 3 mei 2013
stadsmens
Ron Goedvolk kijkt terug op zijn kleurrijke leven Die ochtend ergens halverwege de jaren zeventig rinkelt in de ’s Gravenhaagse Eet- en Drinkinrichting op de Denneweg de telefoon. ‘Ronnie’, roept een medewerkster, ‘Oscar Peterson voor je aan de lijn’. De gasten liggen dubbel boven hun kopje koffie. ‘Ha, ha, die Ron’. Maar het is wel degelijk de virtuoze Canadese pianist die Ron Goedvolk belt. Peterson gaat op tournee door Europa. Of Goedvolk dan zijn zaken wil regelen? Het is het begin van een jarenlange samenwerking. Er worden in de Vos en Tuinstraat bij zijn partner Mieke alweer bloemen gebracht. Buurtschap Centrum 2005 is geschrokken. ‘Hun’ burgemeester van de Denneweg is uitbehandeld. Vrienden en bekenden zijn ontsteld en verdrietig. Zelf wil hij er niet te veel woorden aan kwijt. “Het is zoals het is”, zegt hij. Veel liever vertelt hij over zijn kleurrijke leven. Alles passeert: van milkbar Tocci op de Hofcingel, de Antiekmarkt, de Franse week op de Denneweg tot de kerstboom op het Voorhout. Maar eerst terug naar Oscar Peterson. “Ik hielp destijds Paul Acket die met het North Sea Jazz Festival was begonnen. Op Schiphol ontving ik vier dagen lang de muzikanten en bracht ze naar Den Haag. Op een keer ook Peterson. Later vroeg hij mij of ik vaker muzikanten begeleidde. Ik vertelde hem dat ik al vier jaar in de zomermaanden met het Modern Jazz Quartet door Europa reisde. Ook met het trio van bassist Ray Brown. Ik ben meer dan 25 jaar met Peterson op tournee geweest. Dat kon dankzij de inzet van Ariane (zijn in 2005 overleden vrouw, J.K.). Zij zorgde voor de zaak”. Met haar leidde hij ook Tocci aan de Hofcingel, de plek waar later het inter-
nationale perscentrum Nieuwspoort zou verrijzen. Ron: “De zaak was al in 1936 opgericht door Harri en Martha Tocci-Schmidt, de moeder van Ariane. In de oorlog kwamen er veel studenten. Tocci was de eerste milkbar in Nederland; Harri Tocci had in Engeland de milkshake ontdekt. Naderhand zijn Ariane en ik verder gegaan”. Maar deze ontmoetingplaats voor onder anderen muzikanten en artiesten moest op een gegeven moment wijken voor uitbreiding van de Tweede Kamer. “Er waren indertijd 23 politieke partijen. En al had zo’n partij maar één zetel, je had dan toch recht op een spreek- en werkkamer. Dat was einde verhaal Tocci. We zijn tandenknarsend vertrokken”. Hun nieuwe etablissement werd de ’s Gravenhaagse Eet- en Drinkinrichting. “Het succes van Tocci is daar grandioos overvleugeld. Ik ging iedere ochtend om half acht open en mijn eerste klant was altijd Sylvia Tóth. Dertig jaar lang”. Toen zij ooit vanuit New York in het NRC het Hollands Dagboek schreef, noteerde Sylvia: ‘Ik mis mijn kopje koffie bij Ron Goedvolk op de Denneweg’.
Ron Goedvolk: 'Ik ben meer dan 25 jaar met Oscar Peterson op tournee geweest'.>Foto: privécollectie
Hoogtijdagen De Franse week komt ter sprake, in de jaren zeventig georganiseerd door wijlen Bram van Pijpen en anderen. Het waren de hoogtijdagen van de Denneweg. Ron: “Eigenlijk was het een braderie, maar Bram hield niet van dat woord”. Voor de deur van Goedvolk’s zaak speelde een zigeunerorkestje, dat elke avond voor een opstopping zorgde. “Het orkestje begon om acht uur, maar mensen zaten al om zes uur op het terras. Ik had champagnekoelers geleend van het Promenadehotel en die op de tafels gezet met een vers bloemetje erbij”. Het perfecte gastheerschap dat Goed-
volk altijd nastreefde en dat hij tegenwoordig node mist. Geïrriteerd: “Nu brengen ze je een kopje koffie, terwijl de kruimels van de vorige gast nog op je tafeltje liggen”. De Antiekmarkt is nog zo’n mijlpaal in zijn leven. “Daar heb ik 36 jaar gestaan. Als ik wist dat het mooi weer werd, was ik ’s ochtends al om kwart voor vijf op het Voorhout. Dan kon ik in mijn eigen tempo het terras opbouwen. Wanneer het personeel om acht uur kwam, was het helemaal klaar”. Dan een kleine greep uit het vele dat hij ook heeft bewerkstelligd: het Jazz Festival Lange Voorhout dat hij – ‘zonder één cent overheidssteun’– vijftien jaar lang organiseerde. De kerstboom op het Voorhout is een ander fenomeen. Hij regelde dat destijds via de Zweedse ambassadeur. Komende Kerst staat de boom er voor het dertigste jaar. Een ‘hoogtepunt’ in zijn leven is de Koninklijke onderscheiding die hij ontving. Een ‘dieptepunt’ dateert uit zijn vroege jeugd. Goedvol zat op een lagere school met voornamelijk Joodse kinderen. “In 1942 begonnen de razzia’s. Ineens kwam Jopie Koopmans niet meer in de klas en daarna nog zoveel andere kinderen. ‘Ze waren opgehaald’, werd verteld. Ik was acht en begreep er niets van”. De herinneringen aan zijn klasgenootjes bleven, vooral op 4 mei. Met toenmalig wethouder Piet Vink en diens vrouw Zwaantje was Goedvolk jaarlijks bij de Dodenherdenking op de Parallelweg, waar twaalf verzetsmensen op 31 maart 1945 door de nazi’s waren gefusilleerd. Geëmotioneerd: “Als we daar stonden, moest ik ook altijd aan de kinderen uit mijn klas denken”. Joke Korving
Scholen bewegen rond gelijktrekken vakanties
val nadrukkelijk aan bod kwamen, waren kwaliteit en veiligheid. De vijftig deelnemende ouders in de raadszaal wilden aandacht voor hoogbegaafdheid in het beleid, voor integratie, omdat het proces van zwarte scholen naar gemengd nog stroef gaat en ouders dreigen af te haken, aandacht voor taalonderwijs, voor ondersteuning van ouders en hoe je omgaat met kinderen en sociale media. De opname van het programma gezonde school van de GGD kwam een paar keer terug. Dat houdt in dat een school certificaten krijgt als het beleid heeft voor diverse gezondheidsaspecten.
De scholen in het primair onderwijs willen kijken naar betere afstemming van de schoolvakanties volgens de regels van het onderwijsministerie. Zij reageren op een oproep van onderwijswethouder Ingrid van Engelshoven. De wethouder zei dit in een gesprek met ouders tijdens het onderwijsfestival op zaterdag 20 april. Door Elske Koopman
Ouders komen nu vaak in de problemen als ze op de site van het ministerie van Onderwijs kijken en een vakantie boeken, terwijl de school net een andere week uitkiest voor de vakantie. Dit gebeurt vooral met de voorjaars- en herfstvakantie. De wethouder wil hier regels over opnemen in haar onderwijsbeleid. De kwaliteit van rekenen en taal is niet alleen belangrijk in het onderwijs, het gaat ook om zaken als kwaliteit van leraren, gebouw en lucht, vindt de wethouder. Ouders, schoolbestuurders, leerkrachten en welzijnsorganisaties mogen meepraten en -denken over het onderwijsbeleid. Waar voorheen een bureau werd ingehuurd om met belanghebbenden te praten en een beleidsplan te maken, houdt Van Engelshoven dat liever in eigen hand. “Dit voorjaar hebben we dertig gesprekken met verschillende groepen en voor de
Schoolvakanties waren onderwerp van discussie tijdens het Onderwijsfestival.>Foto: Morguefile
zomer ligt er een plan op hoofdlijnen bij de raad. Die wil ook nog partijen horen, dus naar verwachting kan het be-
leid in het najaar worden vastgesteld en dan hoop ik het na maart 2014 zelf uit te mogen voeren”, aldus de wethouder,
tevens kandidaat-lijsttrekker voor de lokale D66-fractie. Onderwerpen die bij het onderwijsfesti-
Festival De ouders konden op het tweede onderwijsfestival informatie krijgen over de ontwikkeling van hun kind, begeleiding, activiteiten en er was een inloopspreekuur van onderwijsadviesbureau HCO. “We hebben het druk gehad, mensen kwamen met allerlei vragen over hoe ze hun kind konden helpen bij het wegwerken van achterstanden, hoogbegaafdheid, dyslexie, etc”, aldus een medewerkster. Er waren stands van onder meer Omgaan met pesten, de bibliotheek en onderwijsorganisaties. Buiten het stadhuis op het Spuiplein waren allerlei activiteiten voor kinderen en een podium met optredens. Er kwamen zo’n 3500 mensen op het onderwijsfestival af.
5
actueel<
Vrijdag 3 mei 2013 > Den Haag Centraal
Geen groen label voor duurzaamheidscentrum Door Jan van der Ven
Zijn uitgestoken hand werd niet opgepakt. PvdA-wethouder Rabin Baldewsingh had vorige week donderdagavond nog de hoop dat hij de fractie van GroenLinks mee zou krijgen in zijn plannen voor de oprichting van een Haags duurzaamheidscentrum. Vandaar die uitgestoken hand tijdens de raadsvergadering over zijn duurzaamheidsplan. “Ik nodig u uit alsnog mijn hand vast te houden”, klonk het bijna smekend richting GroenLinks. Raadslid Arjen Kapteijns van GroenLinks leek echter niet te vermurwen. “We stappen met deze plannen een donkere kamer binnen en dat willen we niet”. De oprichting van het duurzaamheidscentrum in een gemeentelijk pand aan de Brouwersgracht 2, dat op 6 mei wordt geopend, is in de loop der jaren een prestigeslag geworden tussen de milieuwethouder en de milieubeweging. De komst van het centrum is drie jaar geleden afgesproken in het collegeakkoord.
Het centrum moet burgers en bedrijven gaan informeren over concrete maatregelen die moeten leiden tot een duurzamer Den Haag. Het had voor de hand gelegen dat het Haags Milieu Centrum zou worden omgebouwd tot dat gewenste duurzaamheidscentrum. Wethouder Baldewsingh had in ieder geval die hoop. Hij had immers nooit onder stoelen of banken gestoken dat hij het Haags Milieu Centrum niet Haags genoeg vindt. Het centrum houdt zich volgens de wethouder namelijk teveel bezig met zaken die niet thuishoren in een lokaal milieucentrum, zoals discussies over de ecologische voetafdruk. De wethouder had verwacht dat het wapen van de gemeentelijke subsidie (er ging 270.000 euro subsidie per jaar naar het Haags Milieu Centrum) het verzet van het milieucentrum zou breken. Maar Baldewsingh gokte verkeerd. Het HMC liet zich niet inlijven in het duurzaamheidscentrum, althans, zo ziet het er nu naar uit. Het centrum zag de subsidie jaar na jaar verminderen. Nog even
en de kraan gaat helemaal dicht. Het duurzaamheidscentrum kost de gemeente 400.000 euro per jaar aan subsidie. Daarnaast is er 300.000 euro beschikbaar voor projecten. “Zeven ton is vandaag de dag een hoop geld. GroenLinks zou dit geld liever elk jaar opnieuw steken in zonnepanelen voor zo’n 500 huizen. Dat is een rendabele investering, waarmee je wél elk jaar milieuwinst boekt”, aldus Kapteijns van GroenLinks. Weigering De weigering van met name GroenLinks om in te stemmen met de komst van het duurzaamheidscentrum aan de Brouwersgracht is in dit verband een teken aan de wand. De PvdA-wethouder heeft de milieubeweging uiteindelijk niet kunnen meenemen in zijn plannen. Zijn voornemens dragen daardoor niet het groene label dat hij zo graag had gezien. En toch begon het zo mooi in 2008. De fracties van GroenLinks, de Haagse Stadspartij en D66 pleitten toen
gezamenlijk voor de komst van een klimaatcentrum in Den Haag. D66 is inmiddels coalitiepartij geworden en stemde donderdagavond in met de komst van het duurzaamheidscentrum. Bleven over GroenLinks en de Haagse Stadspartij. Beide fracties stemden vorige week tegen. Van Vulpen van de Haagse Stadspartij zei ‘met pijn in het hart’ tegen te stemmen. “Het centrum voegt niets toe aan het bestaande beleid”, oordeelde hij. Het stoort de Haagse Stadspartij dat het centrum vooral leunt op het bedrijfsleven, Siemens en de Rabo-bank zijn deelnemers. Storend is het feit dat het pand aan de gracht slecht geïsoleerd is, vindt hij. Het is daardoor geen toonbeeld van duurzaamheid, aldus Van Vulpen. “Het is een energieverslindend pand”, constateerde Van Vulpen. Hij hekelde het plan van de wethouder vanwege de lage ambitie en de totaal ongeschikte locatie. “Zo zullen de vier pijlers – etalagefunctie, baliefunctie, makelaarsrol en platform – in dit monumentale pand aan de
Brouwersgracht totaal niet uit de verf komen. Dit pand heeft niet eens etalages en letterlijk een veel te hoge drempel waardoor het als publiekscentrum volkomen ongeschikt is”, aldus van Vulpen. Zijn conclusie over het duurzaamheidcentrum: “Een gemiste kans”. Vaagheid Arjen Kapteijns van GroenLinks hekelde met name de vaagheid van de plannen van het duurzaamheidscentrum. “Het enige concrete wat ik tot dusver heb ontdekt is het versturen van vijf tweets per week naar minimaal 100 volgers’, stelde hij. “Daar gaan we het dus niet mee redden. Veel woorden, geen daden”, luidde zijn conclusie. Wethouder Balduwsingh zei verrast te zijn door de opstelling van met name GroenLinks. Volgens de wethouder heeft deze partij zich in eerdere stadia van de politieke discussies over het duurzaamheidscentrum niet laten horen. Uiteindelijk stemden de fracties van PvdA, VVD, D66 en CDA voor de komst van het centrum.
Biesieklette Grote Markt eerder open De Biesieklette Grote Markt is vanaf maandag 6 mei dagelijks een uur eerder open: van maandag tot en met zaterdag vanaf 7.30 uur en op zondag vanaf 9.00 uur. Hiermee komt de gemeente tegemoet aan de wens van bewoners en werknemers van bedrijven in de omgeving van de Grote Markt om eerder in de stalling terecht te kunnen. Sinds 1 april is het namelijk niet meer toegestaan fietsen op of rond de Grote Markt te zetten. Fietsen die toch op het plein staan, worden voorzien van een label met daarop een waarschuwing. Na enige tijd worden de fietsen verwijderd en naar de Biesieklette Grote Markt gebracht. Wordt de fiets
diezelfde dag nog opgehaald, dan zijn daar geen kosten aan verbonden. Blijft de fiets langer staan, dan is stallingsgeld verschuldigd. Staat de fiets er na zeven dagen nog, dan gaat hij naar het fietsdepot op de Binckhorst. Het blijft gratis om je fiets een dag te stallen in de Biesieklette Grote Markt. De stalling blijft ook na 1 mei het verzamelpunt voor fietsen die van de Grote Markt verwijderd zijn. In de directe omgeving van de Grote Markt zijn twee stallingen, de bewaakte Biesieklette in De Laan en de onbewaakte Biesieklette op de Prinsegracht. Ook kunnen fietsers hun rijwiel nog op straat stallen, bijvoorbeeld op de Lutherse Burgwal.
Stadspenning voor Antoinette Visser Een indicatie van hoe het ontwerp eruit zal gaan zien. >Illustratie: Gemeente Den Haag
Verf tegen luchtvervuiling Lekstraat Door Jasper Gramsma
De gemeente is een proef gestart met luchtzuiverende verf in de Koningstunnel. De verf bevat de stof titaniumdioxide die, in combinatie met ultravioletverlichting, het aantal schadelijke uitlaatstoffen moet reduceren. De verflaag is nu alleen nog aangebracht in het oostelijke deel van de tunnel, omdat de luchtkwaliteit bij de uitgang aan de Lekstraat ondermaats is. Als de proef slaagt, wordt de speciale verf in beide tunnelbuizen aangebracht. Het project is onderdeel van het Actieplan Luchtkwaliteit. Op de plekken in de stad waar de waarden van schadelijke stoffen de Europese norm voor 2015 overschrijdt, treft de gemeente maatregelen. De Lekstraat is één van die locaties, zo blijkt uit metingen die vorig jaar zijn verricht. Doordat de uitlaatgassen uit de tunnel zich daar verzamelen is de concentratie van stikstofdioxide te hoog. Er zijn verschillende alternatieven onderzocht om de vervuiling tegen te gaan, waaronder het
plaatsen van ventilatoren. De meest betaalbare oplossing voor het verbeteren van de luchtkwaliteit krijgt de voorkeur: het plaatsen van een 4,5 meter hoog scherm dat de luchtvervuiling verdunt en er voor zorgt dat het de woningen langs de tunnelmond minder goed bereikt. Als het experiment met de luchtzuiverende verf succes heeft, komt er een minder hoog scherm te staan. Wethouder Rabin Baldewsingh (PvdA, Duurzaamheid) spreekt van een iwereld unieke proef : “Gemeente en marktpartijen slaan de handen ineen bij de aanpak van milieuvervuiling”. Onder meer elektronicaconcern Philips, bouwbedrijf Heij-mans en onderzoeksorganisatie TNO zijn partners in het project. Uiteindelijk kan de techniek wereldwijd in tunnels worden toegepast. De eerste meetresultaten van de proef met de verf in de Koningstunnel worden in juni gepresenteerd, maar pas in december neemt de gemeente een besluit. Op die manier kan worden onderzocht of de werkzaamheid van de verf in de loop van de
tijd afneemt. De bouw van het scherm gaat gepaard met een gedeeltelijke herinrichting van de oprit. Het transparante scherm wordt gebogen over de tunnelmond geplaatst. De werkzaamheden zijn naar verwachting eind volgend jaar klaar, net voordat de strengere norm ingaat. Raamweg Andere locaties waar de luchtkwaliteit nog niet naar behoren is, zijn de Neherkade en de Raamweg. Ook daar wordt werk van gemaakt, zo garandeert een gemeentewoordvoerder. “Op de Raamweg gaat het om de eerste honderd meter richting de Carel van Bylandtlaan. We wachten nog op de laatste cijfers om te bepalen wat er moet gebeuren”. Een ongelijkvloerse kruising ter hoogte van het Leeghwaterplein moet de luchtkwaliteit op de Neherkade verbeteren: “De nieuwe kruising moet de doorstroom verbeteren. De weg komt daarbij verder van de gevels af te liggen, dat maakt al veel verschil”.
Het ontbrak burgemeester Jozias van Aartsen woensdag niet aan loftuitingen bij het uitzwaaien van Antoinette Visser, scheidend directeur van het Haags Historisch Museum en de Gevangenpoort. Maar naast alle superlatieven over haar enthousiasme, haar spontaniteit, harde werken enzovoort, enzovoort, was daar ineens de stadspenning van de gemeente Den Haag; een onderscheiding die maar spaarzaam door het college van burgemeester en wethouder wordt toegekend aan mensen die zich buitengewoon verdienstelijk voor Den Haag hebben gemaakt. Een goed gevulde zaal in de Koninklijke Schouwburg was ook getuige van het cadeau dat Antoinette Visser namens personeel, vrienden en relaties kreeg aangeboden: een cheque van € 15.000 voor het Antoinette Visser Fonds, waaruit jong talent een stage of tijdelijk werkverband kan worden aangeboden. “Eigenlijk is het dus een cadeautje aan onszelf”, sprak haar opvolger Remco van Balen. Antoinette Visser is nu met pensioen. Een uitgebreid interview met haar staat op de pagina’s 10 en 11. > Foto C&R
6>Varia terugblik
Den Haag Centraal > Vrijdag 3 mei 2013
foto’s uit het haags gemeentearchief
Deutsche Internationale Schule Den Haag 150 jaar In Den Haag wonen ongeveer 6.000 kinderen, waarvan de ouders bij internationale organisaties of bij multinationals werken. Voor de schoolgaande kinderen zijn er verschillende scholen waar internationaal onderwijs kan worden gevolgd. De Deutsche Internationale Schule Den Haag is één van de vele internationale scholen die Den Haag rijk is. Dit jaar bestaat de Duitse School 150 jaar en is daarmee zelfs de oudste internationale school van Nederland. Doordat de geschiedenis van de Deutsche Internationale Schule nauw verbonden is met die van de Deutsche Evangelische Gemeinde, is de geschiedenis van de school goed te reconstrueren. De Deutsche Evangelische Gemeinde was de oprichter van de eerste Duitse School in Den Haag in 1863. In de zomer van dat jaar startte men in een bijgebouw van de kerk aan het Bleijenburg 3 met het geven van Duitstalig godsdienstonderwijs. Deze cursus legde de basis voor de tot op heden in Den Haag aanwezige Duitse school. In de beginjaren werd onderwijs gegeven in speciaal ingerichte ruimtes bij de kerk en vanaf 1872 in de kosterswoning. De leraren voor de nieuwe school waren uit Duitsland afkomstig. Zij gaven alleen aan kinderen in de basisschoolleeftijd les. Vanaf 1919 konden de leerlingen ook ver-
volgonderwijs – in de vorm van MULOonderwijs – volgen. Naar aanleiding van de veranderingen besloot de Deutsche Evangelische Gemeinde de zorg voor de school op 1 september 1920 over te dragen aan een nieuwe organisatie: de Deutsche Schulverein. Aan het bestuur van deze nieuwe schoolvereniging bleven de dominee van de Deutsche Evangelische Gemeinde en enige kerkbestuurders deelnemen, maar de formele band tussen kerk en school was nu verbroken. Duitse kinderen met een joodse achtergrond kwamen begin jaren dertig naar de school. Dit stopte toen de school genazificeerd werd. De Tweede Wereldoorlog zou diepe sporen nalaten in de geschiedenis van de school. Veel oudere jongens verlieten in de oorlogsjaren de school om in het Duitse leger te gaan dienen. In de schoolberichten is te lezen dat vele oudleerlingen en leraren aan het front de dood vonden. Na de oorlog werd de Duitse School in Den Haag officieel opgeheven. Het zou bijna tien jaren duren voordat de school in Den Haag terugkeerde. Het waren vooral de inspanningen van dominee Paul Kaetzke van de Deutsche Evangelische Gemeinde, die hebben geleid tot de terugkeer. Met drie andere personen richtte Kaetzke in 1954 de Duitse Taalkring op. Deze vereniging had tot doel
Prins Claus op bezoek bij de Duitse School in Den Haag in 1987. >Foto: Haags Gemeentearchief, archief Duitse School
het spreken van de Duitse taal te bevorderen en te komen tot heroprichting van een Duitse school in Den Haag. Het laatste doel werd al snel gerealiseerd. In 1954 huurde men enige panden in het Statenkwartier waar onderwijs werd gegeven. Een jaar later kocht de Duitse Taalkring voor de heropgerichte Duitse School een villa aan de Van Stolkweg 31. Dit gebouw was al snel veel te klein voor het grote aantal leerlingen dat de school wenste te
bezoeken. Reeds aan het begin van de jaren zestig werd een stuk bouwgrond aan de Van Bleiswijkstraat aangekocht voor nieuwbouw. De start van de bouw liep evenwel enorme vertragingen op. Pas op 1 februari 1971 konden de deuren van de nieuwe school aan de Van Bleiswijkstraat 125 worden geopend. Op 22 september 1987 kreeg de Duitse School hoog bezoek van Prins Claus. Hij ging in de school een openbaar gesprek aan met leerlingen,
leraren en ouders over actuele thema’s in Nederland en Duitsland. Op de foto is te zien hoe hij na afloop een geanimeerd gesprek voert met ouders en leerlingen. Rechts van Prins Claus staat de Duitse ambassadeur Otto von der Gablentz. De Duitse School in Den Haag is sinds 1960 een officieel door de Duitse staat erkende Deutsche Auslandsschule. Leerlingen kunnen hier onderwijs krijgen vanaf de kleuterschool tot en met de gehele middelbare schooltijd. Leerlingen in de basisschoolleeftijd krijgen les volgens het leerplan van Nordrhein-Westfalen en in het vervolgonderwijs volgens het leerplan van Rheinland-Pfalz. Het zijn niet alleen Duitse of Duitstalige kinderen die de school bezoeken. De kinderen zijn uit vele verschillende landen afkomstig. Voor niet-Duitstalige kinderen heeft de Duitse school een speciaal programma ontwikkeld. In 1966 had de school reeds meer dan 200 leerlingen. Thans heeft de school ongeveer 300 leerlingen. De docenten van de Deutsche Internationale Schule Den Haag zijn zich ervan bewust midden in de Haagse samenleving te staan. Ze proberen goede contacten te onderhouden met leraren van andere Haagse scholen. Daarom organiseert de schoolleiding al vele jaren de ‘Lehrerborrel International’, een bijeenkomst voor Haagse leraren. De komende maanden staan tal van jubileumactiviteiten op het programma van de Deutsche Internationale Schule Den Haag. Corien Glaudemans www.gemeentearchief.denhaag.nl
Ingezonden mededeling
VERRAS JE MOEDER Zondag 12 mei 2013 is het weer Moederdag. De dag die geheel in het teken staat van alle moeders in Nederland. Verras je eigen moeder met een culinaire brunch in het Steigenberger Kurhaus Hotel. U wordt ontvangen met een feestelijk aperitief en u geniet van een uitgebreid brunchbuffet met een metershoge chocoladefontein. Reserveer de Moederdagbrunch voor € 42,50 per gast. Bij een reservering vanaf 4 gasten is de brunch exclusief drankjes voor Mama gratis. Reserveren kan via
[email protected] of neem contact op via 070-416 2713. Ga voor meer informatie naar www.kurhaus.nl/Moederdag.
...hebben ruimte voor nieuwe patiënten bij zowel de tandarts en/of de mondhygiëniste! Het team op de Ieplaan en het Rijswijkseplein bieden tandheelkundige zorg variërend van reguliere tandheelkundige behandelingen tot prothetische behandelingen zoals het plaatsen van gebitsprothesen. Graag verwelkomen wij u op de Ieplaan 2 of het Rijswijkseplein 56 te Den Haag. Loopt u gerust eens binnen voor informatie of om u in te schrijven als patiënt. Voor afspraken kunt u contact opnemen met ons centrale afsprakenbureau op het gratis nummer 0800 633 46 28
Ieplaan ook op maandagavond geopend !
w w w . m e d i m o n d z o r g . n l
7
regio<
Vrijdag 3 mei 2013 > Den Haag Centraal
Waarnemend burgemeester Klitsie geeft het stokje weer door
‘De directheid hier vind ik juist heerlijk’ RIJSWIJK – Waarnemend burgemeester van Rijswijk, Herman Klitsie, heeft aangekondigd op 3 juli aanstaande zijn burgemeesterschap neer te leggen. De procedure voor de benoeming van een nieuwe burgemeester is in volle gang en naar verwachting treedt op 16 september een nieuwe burgemeester aan. Klitsie blikt terug op zijn Rijswijkse jaar waaraan hij in opdracht van de commissaris van de koningin, Jan Franssen, vorig jaar juli begon. Zijn analyse van de politiek-bestuurlijke verhoudingen bood hij, zoals de opdracht luidde, in december vorig jaar aan de commissaris aan. In het jaar dat Herman Klitsie (PVDA) in Rijswijk aan de slag ging, is hij naar eigen zeggen erg geholpen door iedereen om de korte duur van zijn burgemeesterschap goed in te vullen. “Iedereen heeft zijn uiterste best gedaan om mij op vlieghoogte te brengen. Ik ben zelf ook doordeweeks in Rijswijk gaan wonen. Wethouders hebben met mij door de stad gefietst. Ik voelde mij snel thuis”. Klitsie trad aan in juli 2012 na het vertrek van burgemeester Ineke van der Wel. De geboren en getogen Brabander (Sint-Michielsgestel, 1949) had al veel bestuurlijke ervaring toen hij door de commissaris van de koningin voor het waarnemend burgemeesterschap werd gevraagd. Na jaren als gemeenteraadslid en wethouder van de gemeente Hellevoetsluis werd hij in 1992 benoemd tot burgemeester van Woensdrecht. In december 2001 werd hij vervolgens burgemeester van de Brabantse stad Oss. “Door mijn jaren in Hellevoetsluis kende ik de Randstaddynamiek wel, maar ik blijf die Brabander die graag in zijn eigen omgeving zit”. Bestuurlijke verschillen tussen Brabant en ‘het Westen’ kan hij feilloos aanwijzen. “Het is de Brabantse cultuur dat er toch meer gerelativeerd wordt. Er wordt meer lucht doorheen geklopt dus is er ook meer rust in de uitlatingen”. De andere kant schetst Klitsie ook. Wat hem betreft praten de Brabantse gemeenteraden soms te lang over onderwerpen. “In Brabant houdt men de kerk graag in het midden. De directheid hier vind ik juist heerlijk”. Proces Voor het opbouwen van een band met de inwoners van Rijswijk – ‘ik ben maar een passant’ – was een jaar te kort. “Ik heb wel veel contact met kinderen gehad omdat ik op veel scholen
geen liefde op het eerste gezicht maar toen ik Rijswijk leerde kennen, begon ik er steeds meer van te houden”. Zijn, zoals hij zelf zegt, ‘oppervlakkige beeld van asfalt en kantoren’ werd al snel bijgesteld. Het voeren van een dialoog met je burgers en als bestuurders onderling ziet Klitsie als één van de uitdagingen waar de gemeente voor staat. Naast de andere opdrachten waar iedere gemeente momenteel mee worstelt. “De decentralisaties en de korting door het Rijk. Daarom moet je de samenwerking aangaan, voor Rijswijk is dat vooral met Delft. Ik denk dat Rijswijk en Delft zich gaan ontwikkelen in de richting van een duo-stad. Ga op pad om de gezamenlijke belangen goed te borgen, dan kun je mede de agenda te bepalen en besparen door meer efficiency”. De bezuinigingen als gevolg van de korting door het Rijk zijn een zware dobber. “Je wilt de voorzieningen zoveel mogelijk op een goed niveau houden in samenspraak met de bewoners”. Juist daarom acht Klitsie transparantie en communicatie nu zo belangrijk. “Hoe houden we het goed met elkaar ondanks de beperkingen in de middelen?”
Herman Klitsie: ‘Ik ben een beetje verliefd geworden op Rijswijk’. >Foto: C&R
ben geweest. De scholen hier zijn ontzettend actief. Daar houd ik goede herinneringen aan vast”. De focus in het afgelopen jaar lag bovendien sterk op de gestelde opdracht. De uitkomst van de analyse van de politiek-bestuurlijke verhoudingen in Rijswijk levert de gemeente een aantal belangrijke aanbevelingen op. De belangrijkste daarvan vat Klitsie samen met het woord ‘transparantie’. “Transparantie naar de burgers en naar elkaar. Betrek de burgers bij je bestuurlijk handelen in een stadium dat het er nog toe doet”. De wijze van communiceren
staat daarbij centraal. Meer contact met journalisten, meer kennis over ‘social media’ helpen daarbij. Volgens Klitsie hebben het college en de raad zijn aanbevelingen overgenomen en hij is dan ook tevreden dat er een plan van aanpak ligt. “Dat ziet er goed uit, maar het is natuurlijk geen knopje dat je omzet, het is een proces waar je mee aan de slag gaat”. Duo-stad Klitsie schildert Rijswijk als een stad met prachtige voorzieningen, mooi groen en veel dynamiek. “Het was
Loopbaan Voor de man of vrouw die hem opvolgt heeft de vertrekkende burgemeester vooral de aanbeveling van het vak te genieten. Eigenheid is daarbij wat hem betreft heel belangrijk. “Pak vooral je eigen rol en wees jezelf. Als bestuurders moeten we oppassen elkaar te kopiëren. Daarnaast helpt goed luisteren in het begin ons het beste”. De band met de burgers ziet hij voor zijn opvolger als belangrijkste taak. “De burgers meenemen in de trots op de stad. De tijd voor een relatie tussen de burgemeester en de burgers komt er weer aan”. Zelf was hij eigenlijk al met pensioen toen hij voor dit jaar burgemeesterschap in Rijswijk werd gevraagd. Nu breekt dan toch de periode met meer vrije tijd aan, al blijft Klitsie in Brabant bestuurlijk actief. Met veel genoegen kijkt hij terug op het verloop van zijn loopbaan. “Ik ben bevoorrecht dat ik de kans heb gekregen mij te ontwikkelen van raadslid tot burgemeester van een gemeente, Oss, die er echt toe doet in het Brabantse land. Ook dat je gevraagd wordt in Zuid-Holland, in Rijswijk, te komen waarnemen beschouw ik als een blijk van waardering. Ik heb er geen seconde spijt van”.
André Kuipers opent het vernieuwde Hofwijck Het vernieuwde Huygensmuseum in de buitenplaats Hofwijck in Voorburg is onlangs feestelijk heropend door astronaut André Kuipers. Na 318 jaar keert Christiaan Huygens terug op Hofwijck, de plaats waar hij de laatste zeven jaar van zijn leven woonde. Op de verdieping met het thema ‘Christiaan onder de Sterren’ zien we telescopen, een planetarium en een zelf geslepen en gegraveerde lens. Bezoekers mogen experimenteren met de door Christiaan uitgevonden toverlantaarn en de cycloïde knikkerbaan. Op de ver-
dieping ‘De Gouden Eeuw van Constantijn’ wordt duidelijk hoe veelzijdig Huygens was: niet alleen dichter, architect en musicus, maar ook secretaris van drie stadhouders. Hofwijck is één van de belangrijkste monumenten uit de Gouden Eeuw met een tuin in de vorm van een menselijk lichaam. Door de verbouwing draagt het huis weer okergele luiken, de kleur die ook te zien is in een door Christiaan Huygens gemaakte tekening van Hofwijck uit circa 1675. Ook de vijftien grisailles zijn vernieuwd.
verreck
Breingooglen
Het lukt mij nooit echt goed om me te vervelen. Ik heb wel een opvoeding gehad met de nodige practica in de kerk en op de verjaardagen van mijn omvangrijke familie, maar het zaad der verveling is bij mij op rotsige bodem gekletterd. Er gebeurt altijd wel iets. Op zijn minst in mijn hoofd. In supermarktrijen, tijdens benauwde ritjes in dampend openbaar spitsvervoer, zelfs tijdens het vrolijke gekwaak van onze ministerpresident, mijn hoofd voorziet in een eindeloze stroom vermaak. Zo doe ik regelmatig aan breingooglen. Het is heel eenvoudig: selecteer een willekeurig woord of begrip en de plaatjes en verhalen volgen automatisch. Laatst stond ik te koken en breingooglede ik het woord ‘pannenlap’. Meteen was ik op bezoek bij mijn lieve oma in Rotterdam. Mijn hersenpan stroomde vol soep, haar onmiskenbare oma-soep. Gemaakt naar het leek met een soort wonderlamp van Aladdin, want er werden ontelbare hongerige magen mee gevuld. In het piepkleine keukentje aan de Delfgaauwstraat stonden tientallen tantes sandwiches te smeren en werd een nieuwe pan soep van het vuur gelicht. Met een pannenlap! Zojuist breingooglede ik ‘de geboorte van Willem Alexander.’ Wat ik daar allemaal nog van weet! Beschuit met muisjes kregen we. Op de Duinoordschool. En we zongen de vaderlandsche liederen, die ik dankzij dit protestants-christelijke bastion nog steeds kan galmen. De jonge prins werd geboren door middel van een keizersnee. Mijn vader grapte: ‘een koningsnee.’ Van beide uitdrukkingen (ik was zes) wist ik niet wat er mee bedoeld werd, maar de woorden staan in mijn geheugen gekerfd. Nog zo’n flard: de dokter van prinses Beatrix heette professor Plate. (’t Is natuurlijk ook altijd de vraag: wat heb je er láter allemaal over gehoord?) De geboorteplek was Utrecht en prins Claus maakte zelf de eerste foto’s. Er was grote opwinding over het feit dat het hier een Oranjetelg van het mannelijk geslacht betrof. Dat was al heel lang niet meer voorgekomen. Straks hebben we weer een koning, hoor ik mijn moeder nog zeggen. Maar dat leek nog onvoorstelbaar ver weg. En nu is het zo ver. Ooit was het ondenkbaar dat koningin Juliana zou verdwijnen, nu hebben we er alweer 33 jaar koningin Beatrix opzitten. Gelukkig heb ik zelf in de tussentijd niet stil gezeten. Maar het blijft raar om naar een koning te kijken, die je nog geboren hebt zien worden. Ik breingooglede ‘Koning Willem-Alexander’: (nog) geen resultaten. Marcel Verreck
Kuipers geeft een slinger aan het ooit door Christiaan Huygens origineel gebruikte uurwerk. > Foto: Michel Groen
www.marcelverreck.nl
8>opinie
Den Haag Centraal > Vrijdag 3 mei 2013
De kerk in het midden laten Door Gert-Jan Bakker
Den Haag kent tientallen actieve kerken, moskeeën, mandirs en tempels. Honderden vrijwilligers dragen vanuit hun geloofsgemeenschap bij aan de maatschappij. Twee politieke partijen lijken hier moeite mee te hebben, de PVV en D66. Bij de PVV betreft het alleen de Islam, met als drogreden dat dit een ideologie is. De achtergrond van de spanning tussen religie en D66 is onduidelijk en voor het CDA onbegrijpelijk. En reden om het debat aan te gaan. De aversie van D66 in de richting van religieus geïnspireerde maatschappelijke activiteiten was het afgelopen jaar regelmatig zichtbaar. Allereerst vond D66 bij de evaluatie van oud en nieuw dat de rolmodellen die voor rust op straat zorgden hun geloof maar in het gebedshuis moesten laten. Ook stemmen in kerkgebouwen is volgens de D66-fractievoorzitter Rachid Guernaoui niet wenselijk omdat op die plek ook zieltjes worden gewonnen voor het geloof. Op 28 maart vond de heer Guernaoui het nodig om een koppeling te maken tussen de uitvoering van The Passion en de Doubletstraat; een uiting van misplaatste humor. De voorlopig laatste, maar misschien wel de meest storende, opmerking ging over religieus vrijwilligerswerk. Volgens de heer Guernaoui zijn kerkelijke vrijwilligers die hun gebouw voor de buurt inzetten niet de titel Buurthuis van de Toekomst waard. Een betere betiteling is naar de mening van Guernaoui het ‘Buurthuis van het verleden’ . De vraag is nu of D66 onderscheid wil maken op basis van geloofsachtergrond? Doet het er voor D66 toe uit welke inspiratie mensen vrijwilligerswerk doen? Moeten mensen bij vrijwilligerswerk hun diepste inspiratie maar achter de voordeur laten? Naar de mening van het CDA zijn christenen niet de enigen die een inspiratiebron hebben. Geloven liberalen immers niet in de autonomie van het individu? Als dit al geen geloof is, kan men het toch duiden als een duidelijke levensovertuiging c.q. een visie op de samenleving en een mensbeeld. Volgens het CDA verdient elke vrijwilliger respect, aanmoediging en facilitering. Niet je afkomst, je overtuiging of je mensbeeld maar je inzet is bepalend. Belangeloos De inzet van onder andere de kerkelijke vrijwilligers in Den Haag is enorm. Het lijkt alsof de sociaal-liberalen de stad niet kennen. Naast de klassieke kerken leveren ook modernere kerken en mi-
Gert Jan Bakker.> Foto's: PR
Kerkinterieur.> Foto: Morguefile
grantenkerken belangeloos en zonder subsidies een grote bijdrage aan de Haagse maatschappij. Denk bijvoorbeeld aan de bijdrage die migrantenkerken leveren aan de integratie van nieuwkomers in onze stad of de eenzaamheidsbestrijding vanuit de verschillende geloofsgemeenschappen. Er zijn diverse onderzoeken gedaan naar de enorme waarde die (migranten)kerken en andere religieus geïnspireerde en georganiseerde verbanden vertegenwoordigen. Waar D66 onderscheid maakt op basis van de achtergrond van de vrijwilligers, maakt het de vrijwilliger zelf niet uit wie hij of zij helpt. Nog nooit hebben wij een klacht binnen gekregen over religieus geïnspireerd vrijwilligerswerk. Religieus geïnspireerd vrijwilligerswerk is namelijk grotendeels gebaseerd op universele waarden, zoals naastenliefde en respect voor je medemens. Waarden die in onze samenleving gedeeld worden en onze samenleving verbinden. D66 ziet beren op de weg, die in de stad niet te vinden zijn. Het lijkt alsof de D66-fractievoorzitter programmatisch religieuze inspiratie wil verbannen uit de stad en de samenleving. Kerkelijk vrijwilligerswerk moet ‘van het verleden’ worden gemaakt. Vreemd voor een partij die toch ook zegt dat niet je afkomst, maar je toekomst van belang is. Het is in ieder geval weinig ruimdenkend om mensen die anders zijn of denken te willen verbannen naar de geschiedenisboeken.
rol van geloof in de samenleving. Bij de discussie hierover was D66-kamer lid Gerard Schouw aanwezig. Hij sprak uit dat maatschappelijke organisaties, ook die gefinancierd worden door de overheid, levensbeschouwelijk geïnspireerd mogen zijn. Hij vond het jammer dat D66 in de hoek werd gezet als een partij die weinig met religie heeft. Volgens hem neemt de partij juist nu religie serieus. Er lijkt een gapend gat te zitten tussen opvattingen van de verschillende D66’ers. Het CDA begrijpt D66 niet meer. Daarom gaan wij graag het debat aan met D66 over de rol van religie in Den Haag. We horen graag wat men nu echt vindt. Misschien is het de onbekendheid dat in sommige gevallen onbemind maakt. Misschien is het de openheid van religieuze instellingen die tot verbetering kan leiden. Het CDA roept kerken, moskeeën, mandirs en tempels dan ook op om hun deuren nog verder te openen. Religieuzen mogen met trots hun meerwaarde voor de stad en haar inwoners uitdragen. Het CDA is er van overtuigd dat bekendheid zal leiden tot vermindering van het onbegrip. Voor het CDA is het niet moeilijk. Geloof is belangrijk voor veel Hagenaars. Ruimte geven voor geloof is voor alle Hagenaars belangrijk. Den Haag is een stad voor alle mensen van goede wil. Elke inspiratiebron die bijdraagt aan versterking van de stad kunnen we gebruiken. In een tijd van economische crisis is voor sommige Haagse huishoudens elk voedselpakket welkom. In een tijd van vereenzaming is elke plek van gemeenschapszin welkom. In tijd van verruwing is elke fatsoensdiscussie welkom. Wij zijn enorm trots dat ruim 100.000 vrijwilligers zich inzetten om de stad steeds een stukje beter te maken. Wij moeten verschillen niet overdrijven of uitdiepen, maar juist samen de stad sterker maken.
Rugdekking Volgens de heer Guernaoui is er veel ‘zendelingenwerk’ te verrichten als het gaat om de scheiding van kerk en staat. Hiermee lijkt hij rugdekking te zoeken bij het staatsrechtelijk beginsel (voortvloeiend uit artikel 1, 3, 6 en 23 van de Grondwet) die ook voor het CDA van groot belang is. De scheiding van kerk en staat krijgt echter wel een verkeerde uitleg. De scheiding van kerk en staat betekent dat er een institutionele scheiding is tussen beide instituties en
uw mening
De Grote of St. Jacobskerk (boven) en de Adventkerk aan de Laan van Poot.
dat er ook geen rechtstreekse, inhoudelijke zeggenschap over en weer mag zijn. Het betekent dus niet dat religieuze organisaties geen bijdrage aan de samenleving zouden mogen leveren. De scheiding van kerk en staat is geen waterscheiding. Het vormt juist een waarborg voor vrijheid, het garandeert namelijk dat iedereen – gelovig, agnostisch of ongelovig – kan meedoen op alle niveaus in de samenleving. Het CDA onderschrijft de scheiding van kerk, maar dan wel graag goed uitgelegd. De scheiding van kerk en staat houdt niet in dat religieuze organisaties en overheden niet met elkaar mo-
Haagse Harry
Fietsonrust wel fijn vinden als daar ook een verbod komt. De kwestie is natuurlijk hoe je dat handhaaft. Verder heeft het te maken met mentaliteit: je houdt je eigen (binnen)stad toch leefbaar en schoon. Met vriendelijke groet, A. Westendorp
Den Haag Centraal verwelkomt ingezonden brieven van maximaal 200 woorden. De redactie behoudt zich het recht voor deze te redigeren. Vermeld altijd uw adres (en liefst ook uw telefoonnummer), ook wanneer u e-mailt.
© Marnix Rueb
Ik las net het stukje ‘Fietsonrust in binnenstad’ op pag 5. van de editie vrijdag 26 april. Kan me enigszins voorstellen dat het lastig is om je fiets te moeten stallen in de Laan als je alleen een kopje koffie wilt drinken. Aan de andere kant is het gratis en toegankelijk. Kleine moeite zou ik denken. Ik woon in de binnenstad en de overlast van fietsen is groot. Op de Prinsegracht onder meer bij het Paard hangen en liggen fietsen aan palen. Het trottoir is daar erg smal en vaak moet je je er langs worstelen. Er is daar in het midden boven de tramtunnel een fietsenstalling gebouwd. Deze werd nauwelijks gebruikt en staat er nu leeg bij terwijl je daar nu gratis je fiets kunt stallen. Ik zou het
gen samenwerken. Net zoals het wenselijk is om winkels en bedrijven ruimte te geven in nieuwbouwplannen kan het ook wenselijk zijn om dit voor religieuze organisaties te doen. Net zoals vrijwilligers op een sportvereniging gefaciliteerd en gewaardeerd worden, mogen ook religieuze vrijwilligers worden gewaardeerd en ondersteund. Niet alleen legt het Haagse D66 de scheiding van kerk en staat verkeerd uit, ook herkennen wij hierin niet de lijn van hun landelijke partijgenoten. Op 8 april jongstleden presenteerde het wetenschappelijke instituut van het CDA een diepgaand rapport over de
Gert-Jan Bakker, fractievoorzitter CDA Den Haag
9
economie<
Vrijdag 3 mei 2013 > Den Haag Centraal
Thuiszorgorganisatie Evita Zorg is voorbereid op de toekomst
Thuiszorg kan veel efficiënter “Het thuiszorgsysteem moet om”, zegt Natalie Bommeljé, directeur van Evita Zorg. “Bezuinigen in de zorg kan en moet beter, vooral door het slimmer te organiseren”. Thuiszorg zal in de toekomst van groter belang worden. “Mensen willen zo lang mogelijk thuis blijven wonen, omdat zij zich er beter voelen. Bovendien is het voor de overheid goedkoper dan opname in een verzorgingshuis”. Door Sjoerd Hauptmeijer
De wereld van de thuiszorg staat op het punt om flink te veranderen. Het is bekend dat de politiek genoodzaakt is fors te bezuinigen. Binnen de rijksbegroting is gezondheidszorg de grootste post. Thuiszorg maakt daar een groot deel van uit. De komende periode moet binnen de thuiszorg vooral de huishoudelijke hulp het ontzien. Er wordt 75% gekort op het bestaande budget van deze dienstverlening. “De thuiszorg kan inderdaad veel efficiënter worden georganiseerd”, vertelt Natalie Bommeljé, directeur van Evita Zorg. “Slimmer organiseren kan veel kosten besparen. Andere thuiszorgorganisaties sturen soms meerdere zorgverleners naar dezelfde klant om verschillende zorgtaken uit te voeren. Bij Evita zorgen we er voor dat één medewerker de verschillende zorgtaken kan uitvoeren waar de klant behoefte aan heeft. Dat is efficiënter en scheelt tijd en geld. Ook kan er veel winst worden gehaald door de zorgmedewerkers meer zelfsturend te laten werken en door te investeren in automatisering. Onze medewerkers loggen in op het bedrijfssysteem waar zij digitaal hun werkplanning vinden en hun uren accorderen. De overheadkosten blijven hierdoor laag”. Evita Zorg is acht jaar geleden gestart als zelfstandige thuiszorgorganisatie. De onderneming is actief in de regio Haaglanden en in omliggende gebieden. Het bedrijf heeft als visie dat zorg ondersteunend is aan het bestaande leven. Niet de zorg moet centraal staan, maar de wensen van mensen. Een klant moet vooral in staat worden gesteld om dagelijkse dingen zelf te blijven doen. Waar nodig ondersteunt de thuiszorgorganisatie. Evita Zorg werkt met een vast team van tweehonderd medewerkers, 30% van de medewerkers is in vaste dienst, de rest is zzp-er. Thuiszorg is een breed begrip waar veel verschillende vormen van verzorging onder vallen. Huishoudelijke hulp en persoonlijke verzorging zoals het wassen en aankleden van mensen,
Tineke verzorgt de 93-jarige mevrouw Bos-Loos al drieënhalf jaar. > Foto: Jurriaan Brobbel
maar ook gespecialiseerde zorg als palliatieve zorg in de laatste levensfase is een vorm van thuiszorg. Soms bieden thuiszorgverleners vooral een luisterend oor om de eenzaamheid van mensen tegen te gaan. Bezuinigen De thuiszorg is een bijzondere sector waar zeker bezuinigd kan worden. Bommeljé: “Er werd heel veel voor de klanten gedaan. Te veel. De branche indiceert namelijk zelf. Dat betekent dat thuiszorgorganisaties tijdens een intakegesprek met klanten zelf hun eigen werk kunnen creëren. Bijvoorbeeld: ‘zullen we ook het vuilnis voor u buiten zetten?’ Dat levert dan weer extra omzet op. Het resultaat is dat thuiszorgverleners extra activiteiten naar zich toe trekken. Evita Zorg doet dat bewust anders. Wij gaan uit van wat klanten zelf kunnen blijven doen. Daarmee ondersteunen we onze klanten, maar we helpen ook de zorg in
Nederland betaalbaar te houden”. De bezuinigingen van de overheid in de zorg richten zich vooral op de huishoudelijke hulp. “Er zijn thuiszorgorganisaties die voor hun omzet grotendeels afhankelijk zijn van deze dienstverlening. Dat zijn de organisaties die zich nu roeren”, zegt Bommeljé. “Wij hebben deze verandering tijdig zien aankomen en geïnvesteerd in het kennisniveau van onze werknemers. Ongeveer veertig medewerkers voerden ongediplomeerde werkzaamheden uit. We zijn met hen om tafel gaan zitten en hebben gevraagd hoe zij zelf hun toekomst zagen. Voor iedereen was duidelijk dat het nodig was om door te leren en daarmee breed inzetbaar te zijn. Medewerkers zagen in dat het slecht is voor henzelf en voor Evita wanneer er niet meer geïnvesteerd wordt in kennis. Toch was het voor sommigen een grote stap om weer in de schoolbanken plaats te nemen. Er was een aantal dat al in geen dertig jaar meer op school had gezeten.
Ingezonden mededeling
Evita Zorg startte een opleidingstraject in samenwerking met het ROC Midden Nederland. Zestien medewerkers begonnen aan een opleiding van zes maanden. Deze bestond uit een combinatie van theorie en praktijk. De examinering werd gedaan door het ROC. Alle medewerkers zijn geslaagd en zijn nu in het bezit van een erkend MBO diploma ‘Helpende zorg en welzijn’. Nu deze medewerkers gediplomeerd zijn, mogen ze persoonlijke zorgtaken uitvoeren zoals het wassen en aankleden van klanten. Het is een groot succes en binnenkort start het volgende klasje”. Er zijn veel verschillende thuiszorgaanbieders in Den Haag. Met de concurrentie valt het mee. “De taart is groot en er komen steeds meer ouderen bij in de stad”, zegt Bommeljé. “We zijn binnen Den Haag actief op zoek naar samenwerking met andere partijen. Juist door de dienstverlening van de verschillende zorginstellingen goed op elkaar af te
Laura luistert… Diverse MOEDERDAG aanbiedingen!! Bij het inleveren van deze advertentie ontvangt u een gratis armbandje.
• Prachtige sieraden van de merken: Les Néréides, Konplott, Michael Négrin, Ayala Bar, Camps & Camps, Jazu, SAS Design, Moliére en DeLuxe. • Feestelijke shawls, avondtasjes, hoedjes en haardecoraties. • Oude kroonluchters en heiligen beelden uit Frankrijk. Molenstraat 22 (zijstraat Noordeinde en Prinsestraat) 2513 BK Den Haag, 070-3457027 Open: wo.t/m za. 11.00-17.30 uur
Live & lastminute Laura van Dolron en anderen 15 t/m 24 mei Theater aan het Spui Bel 070 346 52 72
nationaletoneel.nl
stemmen, gaat de kwaliteit van zorg voor de klanten omhoog”. In de toekomst zal de thuiszorg anders worden ingericht en gefinancierd. Er zal steeds meer worden gekeken welke zorg absoluut nodig is. Vervolgens wordt aan mensen een financiële bijdrage gevraagd en zal meer op het bordje van de omgeving terechtkomen. Aan familie en mensen uit de buurt wordt gevraagd om ondersteuning te leveren. Evita Zorg ziet de toekomst positief tegemoet. “Het blijft hard werken. Het heeft vijf jaar geduurd voordat we een kleine winst maakten. Nu hebben we een goede organisatie staan en kunnen we waarmaken wat we zeggen: uitstekende zorg. We hebben een goede naam bij huisartsen en ziekenhuizen. En dat helpt. De vraag naar thuiszorg zal zeker blijven bestaan. Thuis voelen mensen zich beter en in de huidige samenleving willen mensen ook zo lang mogelijk thuis blijven wonen.
10>interview Vilan
Gewoon xxxxx doen
De nieuwe koning heeft gesproVilan de Loohet allemaal ken envan we hebben gehoord. Hij is geen protocol-fetisjist. We mogen hem aanspreken zoals we willen. Gewoon, dat is het nieuwe ideaal op de troon van het koninkrijk. Waarom is dat zo erg? Nou, om te beginnen is het een schop tegen de schenen van zijn moeder. Juist zij heeft tijdens haar jaren het belang van het protocol benadrukt. Met goede redenen, want ten eerste hadden wij onderdanen houvast aan het protocol dat dicteerde hoe het moest. En ten tweede hoopte ze zo het vorstenhuis wat meer waardigheid te geven. Straks is dat allemaal weg. Dan mag alles. Hoi Wim. HadieMaxie. Heej, knussiebussies. Hoe moeten die dochtertjes daarmee leven? Moeten wij het koninklijke voorbeeld dan naleven? Zelfs zijn grootmoeder lukte het niet om voor iedereen gewoon te zijn. Pas heb ik een lezing gegeven bij een vrouwenvereniging waar iedereen u en mevrouw tegen elkaar zei. Formeel. Een eenvoudig protocol. Doordat we precies wisten wat we konden zeggen en niet, was er een ontspannen sfeer. Gezellig. Mijn neefje zegt ook u tegen mij, en ik ken een mijnheer aan wie ik zeer gehecht ben, en tegen wie ik beslist niet ga jouwen. Inmiddels zijn er al taalonderzoeken verschenen die aantonen dat de nieuwe koning gewoner spreekt dan zijn moeder. Dagblad Trouw noemde het ‘volkser’. Dat maakt de zaak niet beter, integendeel. Ik ben zelf gewoon, wat iets anders is dan normaal, en juist daarom verlang ik naar een mooiere, betere, smaakvollere versie van mezelf. Er moet toch vooruitgang zijn, in mij, in u en in alle anderen, anders komen we nooit van de wereldellende af. Dus hebben we levende voorbeelden nodig, die ons laten zien hoe het kan. Dát het kan. Daar was en is Beatrix fenomenaal goed in. Alleen al die kersttoespraken waren indrukwekkend, hoe ze elk woord met zorg uitsprak. Zo hoor je hoe mooi onze taal is. En dan die scène waarin ze op haar paard over het strand van Scheveningen galoppeerde, een vorstin met allure. Adembenemend. Hoe ze haar verdriet om Claus droeg, met een zelfbeheersing die mij de tranen in de ogen bracht. Onze koningin heeft zoveel klasse laten zien. Als ik maar een fractie ervan in mijn leven kan verwerven Wat komt er nu? Een koning die gewoon wil doen, alsof dat het hoogste ideaal moet zijn. Het lijkt me een beste man, daar niet van, maar dat is mijn buurman ook al. Gelukkig staat YouTube vol met vele jaren van de majesteit. Leve de koningin! Vilan van de Loo
Den Haag Centraal > Vrijdag 3 mei 2013
Antoinette Visser (65), scheidend directeur Haags Historisch Museum
‘Er wordt hier geschiedenis geschreven waar je bij staat’
Een paar weken nadat Antoinette Visser (65) directeur werd van het Haags Historisch Museum – augustus 2005 – bleek dat de instelling vrijwel failliet was. Menigeen zou gillend zijn weggevlucht, maar Antoinette is iemand van het type ‘elk nadeel heb ze voordeel’. Met enthousiasme, samenwerking en ‘bindend vermogen’ wist ze het museum een plek op de kaart te geven. Deze week ging ze met pensioen.
Door Coos Versteeg Bij de opening van de laatste expositie die onder haar verantwoording tot stand kwam, ‘Indië in Den Haag’, passeerden in een toespraak de steden uit het persoonlijk leven van Antoinette Visser. Leiden, Jakarta, Katwijk aan Zee, Amsterdam, Haarlem en Krommenie; in Den Haag had ze voordien alleen maar als tienermeisje een vakantiebaantje gehad bij het geldwisselkantoor van de ANWB. “In die tijd kwamen mensen nog netjes peseta’s terugbrengen, omdat ik een rekenfout had gemaakt en ze tien keer zoveel had gegeven als waar ze recht op hadden”, grinnikt ze beschaamd. “En vanuit Katwijk kon je op het duin ’s avonds het licht van de grote stad Den Haag zien weerschijnen tegen de wolken”. Ze weet ook nog hoe ze met kerst naar Den Haag ging om in de Torenstraat bij Florencia een ijstaart te kopen. “Dat was toen iets nieuws”. In de acht jaar dat ze in Den Haag leiding gaf aan het Haags Historisch Museum en later ook de Gevangenpoort reisde ze elke werkdag per trein tussen de Zaanstreek en de Hofstad. “Heel leerzaam”, spreekt ze raadselachtig. “In de trein tussen Den Haag en Leiden hoor je allemaal gesprekken van medereizigers, ambtenaren van de diverse ministeries die forensen en dan kun je precies horen wat de plannen zijn, waar men mee bezig is en welke bedoelingen ze hebben. Dat is me later bij gesprekken over de Gevangenpoort diverse keren goed van pas gekomen. Soms raakte je ook met elkaar in gesprek. Je maakt in de trein toch heel makkelijk contact. Als ik dan later ergens moest verschijnen, bleek ik zo iemand soms al uit de trein te kennen. Heus, als je het nieuws het eerste wil weten, moet je een trein-
abonnement tussen Den Haag en Leiden nemen”. Ze werd geboren tijdens het verlof van haar ouders, anders had haar wieg in Nederlands-Indië gestaan. Het was de onrustige periode van de politionele acties in Nederland, de jaren dat de Nederlandse regering zich wanhopig militair verzette tegen het streven naar onafhankelijkheid van de kolonie. Niettemin keerden de ouders van Antoinette terug naar de Oost, waar pa een functie bij General Motors had en nadien op het Ministerie van Oorlog. Antoinette heeft er geen herinneringen aan, want in 1951 keerde het gezin weer terug naar Nederland. “Mijn ouders hebben de rest van hun leven heimwee naar het land gehad”. Zelf keerde ze er pas na haar studie geschiedenis terug, samen met haar vriend Wouter met wie ze uiteindelijk op Bali in het huwelijk trad. Dat is alweer veertig jaar geleden. Ze ging er ook het ouderlijk huis uit haar peutertijd opzoeken en was verbijsterd hoe ze straat na straat leek te herkennen. Ze wist precies hoe ze moest lopen en wat haar bij elke hoek wachtte. Pas veel later re-
‘Heus, als je het nieuws het eerste wil weten, moet je een treinabonnement tussen Den Haag en Leiden nemen’
aliseerde ze zich dat het geen echte herinneringen waren, maar dat ze alles herkende van een smalfilm die haar ouders thuis regelmatig hadden gedraaid. Ze kende gewoon de hele omgeving van de film. Proefschrift Antoinette en haar Wouter reisden als twee hippies met talloze tussenstops in ondermeer Israël, India en Thailand naar Indonesië, vliegend, liftend, dan weer met de trein, de bus of de boot. Want zij stond erop om het land binnen te komen, zoals haar ouders ooit hadden gedaan: in de haven van Batavia, Tandjong Priok. Aanvankelijk hadden Antoinette en Wouter er naartoe zullen gaan om aan hun proefschrift te werken. “We kregen daar een onderzoeksproject, dat zo goed viel dat we er subsidie voor kregen en dat het zelfs werd geadopteerd door het Rijksarchief”. Maar uiteindelijk gingen ineens medewerkers van het archief naar Indonesië en niet de studenten. Waar ieder ander behoorlijk boos zou zijn geworden, is het typisch Antoinette Visser om de schouders op te halen en te zeggen: “Die mensen hebben het vast veel beter gedaan dan wij het hadden gekund”. Zelden voelt ze zich gebruikt of bestolen. Elke valse streek of tegenslag weet zij om te buigen naar iets positiefs. Zo ook de teleurstellende terugkeer in Nederland na die lange reis. “Voor we vertrokken lagen de banen voor het oprapen. Je was gewend dat je ergens voor werd gevraagd. Toen we in 1974 terugkeerden zat niemand op afgestudeerde historici te wachten. Ze ging een tijdje bevolkingsonderzoek doen in de Zuiderzeepolder, gaf geschiedenisles op de kleuterkweekschool, totdat er een baantje beschikbaar kwam bij het Rijksmuseum. “Ze zochten iemand voor Ne-
>Foto: Piet Gispen
derlandse geschiedenis, het was mijn eerste echte baan. Van daaruit maakte ze de overstap naar het Frans Halsmuseum in Haarlem, werd ze hoofd publiekszaken, om die baan na elf jaar te verruilen voor het Instituut Collectie Nederland in Amsterdam. Het was een rijksinspecteur cultureel erfgoed die haar in 2005 tipte voor het Haags Historisch Museum. Ingewikkeld Het nog jonge museum had een roerige tijd achter de rug. Met grote moeite en minimale middelen was het in 1985 tot stand gekomen uit de afdeling Haagse Historie van het Haags Gemeentemuseum. Het was er na de eerste directeur Marie Christine van der Sman (thans directeur van het Museon) een komen en gaan van bazen geweest en uiteindelijk dreigde het museum in de klauwen van het Rijksmuseum te worden vermorzeld tot een onderdeeltje van het nieuw te stichten Nationaal Historisch Museum. “Die man die mij tipte zei: ‘het gaat daar niet goed. Is het niet iets voor jou?’ Ik vind het juist leuk als iets ingewikkeld is”. Tegen de Amsterdamse arrogantie van het Rijksmuseum bleek ze goed bestand. Ze had er zelf gewerkt en kende het klappen van de zweep. “Je snapt gewoon hoe zij erin zitten, dat
11
interview<
Vrijdag 3 mei 2013 > Den Haag Centraal
‘Ik wilde niet de boer op gaan met de boodschap dat Den Haag het museum failliet liet gaan’
ze een andere kijk hebben”. Met de vuist op tafel slaan of weglopen en smijten met deuren ligt niet in haar aard. “Als je dat twee keer doet, dan zeggen ze ook: daar heb je haar weer. Nee hoor, ik blijf opgewekt kijken en vriendelijk glimlachen ...”. Die opmerking krijgt geen vervolg, maar wie Antoinette Visser kent, weet dat ze op termijn toch meestal haar zin krijgt. Een kleine glimlach en toegeknepen ogen: “Het loopt niet altijd zoals je zelf voor ogen had, maar je kan wel veel voor elkaar krijgen en soms kan de invloed van anderen een heel verfrissend resultaat geven. Die houding heeft ons sterk gemaakt. Je moet open staan voor de inbreng van anderen. Niet meteen ingewikkeld gaan doen als je een keer wordt weggezet”. Ze praat er nu tamelijk luchthartig over, maar het was alles behalve een gemakkelijke start aan de Korte Vijverberg. Er lag een historie van strijd. Maar chronisch geldgebrek was op den duur misschien wel de grootste hobbel. De exploitatiesubsidie was niet afgestemd op de kosten die na de grote verbouwing realiteit waren geworden. Antoinette Visser: “De subsidie was echt beschamend laag. Ik begon op 1 augustus en op 1 september werd duidelijk dat ik die maand de salarissen niet zou kunnen
betalen”. Door samenwerking met anderen, creativiteit, efficiency en bedelen bij sponsoren, kwam er niettemin weer leven aan de Korte Vijverberg. Een goed gevoel voor publiek en publiciteit deed de rest. Alles met een positieve insteek. Waar een voorganger zich bij bezuinigingen aan het bordes dreigde te ketenen, zocht Antoinette het in een charme-offensief. “Ik wilde niet de boer op gaan met de boodschap dat Den Haag het museum failliet liet gaan, al jeukte die gedachte soms wel. Maar in Den Haag komt de hele wereld protesteren, denk je dat daar nog iemand hier van onder de indruk komt?”. Relativeren “Ik heb er lang over gedaan om te begrijpen dat Hagenaars zo weinig van zichzelf houden. Elke Amsterdammer moet je uitleggen dat er ook nog andere steden in de wereld bestaan. Maar hier wordt alles gerelativeerd. Of de koningin nu koekjes om de hoek koopt of dat Poetin langs rijdt... ‘Oh, dat bekijk ik vanavond wel op tv’. Er wordt hier geschiedenis geschreven waar je bij staat, maar niemand vindt dat bijzonder. Eigenlijk vind ik dat wel fantastisch, zo’n stad die zichzelf zo relativeert. Den Haag is daarnaast zo chic, dat je weer gewoon kan doen”.
Ze begint over haar man Wouter, die een echte Haagse achtergrond heeft. “Altijd eerst mopperen en dan pas komen de leuke verhalen. Pas in tweede instantie klinkt de loftrompet. Ik noem het liefde op het tweede gezicht”. Ze vertelt graag hoe ze steeds meer mensen is gaan overtuigen dat de vierkante kilometer rond het Haags Historisch Museum in feite al een Nationaal Historisch Museum is, dat de hele vaderlandse geschiedenis hier gewoon in de open lucht staat. En dat het Haags Historisch Museum, samen met de Ridderzaal, het Mauritshuis, Museum Bredius, de Gevangenpoort en Schilderijengalerij prins WillemV in feite de accenten binnen dat openluchtmuseum zijn. Voor concurrentie, naijver en jaloezie heeft ze geen plaats. “Waar gaat het om? Die houding heeft ons sterk gemaakt. Het Huis voor de Democratie ProDemos vroeg of wij iets konden met de ruimte onder de Ridderzaal. Daar staat nu onze expositie Prinsjesdag. Die is daar prima op zijn plaats”. In haar laatste jaarverslag wijst ze erop dat het steeds belangrijker is om tentoonstellingen op locatie te maken. Naast de ruimte onder de Ridderzaal werden exposities gemaakt in het Atrium, bij ProDemos en de Raad van State en in theater Dakota. Ze juicht die ontwikkeling toe, zodat
er zo min mogelijk in depot staat. “Collega’s zeggen wel eens dat het Haags Historisch Museum zo klein is, maar ik denk dat het – zeker binnen een breed samenwerkingsverband – precies goed is. Ook in het Louvre willen de bezoekers niet langer dan anderhalf uur rondlopen. De rest is dus ballast. Toen er nog sprake van was dat hier een Nationaal Historisch Museum zou komen, was ik daar ook niet tegen. Wij zijn er voor de stad. Je bent in dienst van het belang van deze stad. Daarom zitten we nu ook in de ondernemersvereniging van het Plein. Ik ben in al die jaren nauwelijks naar openingen in andere musea gegaan, maar ik probeerde wel altijd naar de Binnenstadsborrel te gaan”. Waardering Daar kon ze andere mensen ontmoeten dan vakgenoten, daar kon ze sympathie kweken voor haar museum. In haar eigen wereldje kwam gaandeweg de waardering ook. Het Haags Historisch Museum werd ruim geprezen door de gemeentelijke adviescommissie, de Gevangenpoort kreeg voor het beleid alle lof van de Raad voor Cultuur. De bezoekersaantallen groeien elk jaar en zitten nu al boven de 100.000 (met de locatieprojecten erbij worden meer dan 200.000 mensen bereikt). Maar ook hier moeten aardig
wat procenten worden ingeleverd op de subsidie (het Haags Historisch 21% en de Gevangenpoort 19%) en de pech is, dat de peildatum van overheidswege op 2010 is bepaald; toen lag de subsidie en stuk lager dan in de jaren daarna. De lol van de subsidieverhoging, het gevoel van erkenning, is derhalve maar van korte duur geweest. Toch kijkt Antoinette Visser ook hier niet om in wrok. Integendeel, ze lost het probleem van het Haags Historisch Museum heel praktisch op door met pensioen te gaan. Haar plek wordt intern opgevuld door hoofd afdeling collecties Marco van Baalen. “Deze oplossing bespaart een arbeidsplaats. Zo kunnen we hopelijk de bezuinigingstaak uitvoeren zonder iemand te ontslaan. De Raad van Toezicht vroeg of ik wilde blijven. Grappig hoe snel die omslag in de samenleving is gegaan. Nog maar een paar jaar geleden keek iedereen je gek aan als je tot je 65ste wilde doorwerken, nu vragen ze of je wilt blijven. Maar ik dacht: ik ben oud, het is tijd voor jong talent. We hadden in Marco een hele goede interne kandidaat”. Ze vertrekt met een goed gevoel. “Hoe lastig het soms ook was, ik heb niet eerder zo’n leuke baan gehad”. Wel was het een drukke baan. Ze benadrukt dat ze het werk alleen heeft kunnen volhouden, omdat Wouter op den duur bereid bleek zijn baan op te zeggen als onderzoeker bij Vluchtelingenwerk. “Die zorgde thuis voor alles, had het eten klaar als ik eindelijk kwam. Anders had ik het nooit volgehouden”. Antoinette heeft geen idee wat ze de komende tijd gaat doen. “Ik heb het te druk gehad om daarover na te denken. Ze blijft nog tot eind van dit jaar actief in het comité 200 jaar Koninkrijk en zo zijn er nog wat verplichtingen. Maar ze verheugt zich op de leegte die haar straks wacht. “Ik zie het wel. Dat zwarte gat lijkt me heel fijn”.
12>indische stad
Den Haag Centraal > Vrijdag 3 mei 2013
De inventaris van een r “Den Haag, Den Haag, de weduwe van Indië ben jij”, zingt Wieteke van Dort in haar weemoed naar de Tempo Doeloe. Die weduwe is een rijke tante, zo getuigen althans de tientallen elementen in het straatbeeld die verwijzen naar het koloniale verleden in de Oost. Van Insulindes roepende stem tot een wajangfiguur van glas in lood: de studie ‘Sporen van Smaragd’ leverde een inventarisatie op van Indisch cultureel erfgoed tussen 1853 en 1945. Een ontdekkingstocht met een onlangs uitgebrachte stadskaart voert langs bekende en onbekende hoogtepunten die tonen dat Indië nog steeds in de vezels van de stad zit. Door Jasper Gramsma
Het vaderland
Insulindes roepende stem symboliseert de handel met Indië. > Foto: C&R
De zee Tienduizend zeemijlen scheidt de Indische archipel van Holland. De scheepvaart is verantwoordelijk voor het grootste vervoer van ambtenaren, burgers en goederen tussen de beide delen van het Koninkrijk. Geen wonder dat grote zeetransportbedrijven hun stempel drukken op het koloniale machtscentrum dat Den Haag in het begin van de twintigste eeuw nog is. In 1920 gaat onder meer de Java-ChinaJapan Lijn en de Holland-Amerika Lijn een nauwe samenwerking aan in de vaart op Indië onder de naam ‘Vereenigde Nederlandsche Scheepvaartmaatschappij’ (VNS). Het kantoor is gevestigd in een bestaand herenhuis aan de Stationsweg 137, dat verbouwd en uitgebreid wordt tot bedrijfsruimte. Het art deco-interieur van de toenmalige bestuurskamer is volledig bewaard gebleven. Ook de NV Rotterdamsche Lloyd is één van de leden van de VNS.
Het Haagse Lloydgebouw aan de Korte Vijverberg 5 opent begin jaren dertig de deuren, voornamelijk om het ambtenarenverkeer van en naar Indië te regelen. Boven de ingang van het art deco-gebouw prijkt het beeld van een Indische vrouw die op de uitkijk staat met een schip in haar hand. De sculptuur van Hendrik van den Eynde toont Insulindes roepende stem. De oplettende kijker ontdekt nog eens tien reliëfs van zijn hand vlak onder de dakrand. Ze symboliseren de plekken die Lloyd aandeed, waaronder Batavia, het huidige Java, in de persoon van een man die de gordel van smaragd op zijn heupen draagt. Wie de gevel niet goed genoeg op zich in heeft laten werken, wordt in het trappenhuis nogmaals herinnerd aan het imposante reisaanbod van de Rotterdamse reder. Het glas-in-loodraam aldaar verbeeldt een scala aan wapens van de bestemmingen.
De handel De export van kostbare waren en grondstoffen die Indië rijk is, hebben van Nederland een welvarende natie gemaakt. De winning en verwerking van delfstoffen door Hollandse exploitatiemaatschappijen houdt de economie voor een groot deel draaiende. De decoratieve elementen binnenin de toenmalige Haagse hoofdkantoren laten geen misverstand bestaan over het doel: geld verdienen. Op het Indonesische eiland Billiton zit veel tinerts in de grond. Voor de
Hard werken in de tropische warmte betekent zo nu en dan ook welverdiende rust. Ambtenaren, militairen en andere Nederlandse werknemers uit Indië krijgen eens per zes jaar verlof. De één komt voor familiebezoek of vakantie naar Holland, de ander om voorgoed terug te keren. De residentie huisvest de meeste verlofgangers: dertig procent van hen komt hier naartoe. Pension Insulinde is één van de vele Indische logementen in de Archipelbuurt. Op het Bankaplein 2 probeert eigenaar Johannes Stuurke de reiziger uit de Oost te verleiden met ‘Electrische Zaalverlichting’ en privébadkamers met stromend water. De villa met serre en balkons gaat open in 1898 en wordt tot aan Stuurkes dood, halverwege de Tweede Wereldoorlog, door hemzelf
geëxploiteerd. Sommige repatrianten hebben zich in Indië een dusdanige levensstandaard aangemeten, dat een eenvoudig pension niet voldoet. Voor hen biedt het woonhotel uitkomst: een luxueus onderkomen met gezamenlijke voorzieningen zoals een restaurant, een biljartzaal en personeel. In 1925 is het woonhotel Arendsburg af aan de Wassenaarseweg 108. Het complex, een ontwerp van architect Willem Verschoor, trekt markante bewoners aan. Elisabeth, de weduwe van Louis Couperus, woont er en de vooraanstaande Jeannette Broese van Groenou-Wieseman verlaat de zelfgebouwde villa in het Van Stolkpark voor een appartement in Arendsburg. Op die manier hoeft men de weelde uit de kolonie niet te missen.
Vandaag de dag wordt Pension Insulinde gebruikt door het communicatiebureau Winkelman Van Hessen. > Foto: C&R
baronnen Van Hoëvell en Van Tuyll van Serooskerken is dat in 1860 aanleiding om de Billiton Maatschappij (BM) op te richten. De gevraagde investering is dusdanig groot dat prins Willem Frederik Hendrik ervoor garant moet staan. Later leidt dat tot het Billiton-schandaal als koning Willem III – met zijn van de prins geërfde belang in de BM – tekent voor de onderhandse aanbesteding van de ertswinning ten gunste van het bedrijf. Het loopt hoog op, want de koning wordt gedwongen zijn aandelen te verkopen en zowel de Minister van Koloniën als de gouver-
neur-generaal van Indië treedt af. Dat de arbeiders in de mijnen ziek worden en sterven als gevolg van de barre omstandigheden kost niemand zijn positie. Het mijnbouwbedrijf blijft groeien en betrekt in 1938 een nieuw pand aan het Couperusplein 19, ontworpen door Co Brandes, één van de grondleggers van de Nieuwe Haagse School. De glas in lood-taferelen schetsen naast de activiteiten ook de verhoudingen tussen de koelies en de kolonisten: de Nederlandse opzichter is prominent afgebeeld. Tegenwoordig is het gebouw opgesplitst in kantoren en woningen.
Dit icoon op de stadskaart herbergt het verhaal van de Billiton Maatschappij. > Illustratie: Meta Menkveld
Het staatshoofd De Oranjes waren, naast de zakelijke belangen, ook als staatshoofden aan de overzeese gebiedsdelen verbonden. Hoewel koningin Juliana pas tweeëntwintig jaar na de onafhankelijkheid als eerste Nederlandse vorst naar de voormalige kolonie afreisde, had het koningshuis er goede contacten. Ten paleize zijn daardoor wel degelijk Indische invloeden te bespeuren.
Het tapijt is geen onderdeel van het ontwerp van Van Es, maar biedt bescherming aan het bijzondere parket. > Foto: Koninklijk Huisarchief
De bevolking van Indië biedt koningin Wilhelmina in 1901 een volledig Indisch interieur aan ter gelegenheid van haar huwelijk met prins Hendrik. Ingenieur Louis van Es maakt een ontwerp op maat, waarvoor twee ruimtes van paleis Noordeinde worden samengevoegd. De kamer is een reconstructie van de voorzaal van een Hindoe-Javaans paleis. De motieven van het Ja-
vaanse houtsnijwerk op de muren en plafonds zouden ten dele zijn afgeleid van de Boroboedoer. Van Es ontwerpt ook de parketvloer, de lichtkroon en de radiatorbehuizing. In de zaal staan twee stenen en twee bronzen replica’s van beroemde Javaanse beelden, het werk van de Sundanese houtsnijder Iko. De beelden zouden eigenlijk in hout worden uitgevoerd, maar omdat die steeds scheuren besluit Iko andere materialen te gebruiken. Vanaf 1904 wordt het interieur in verschillende zendingen naar het paleis verscheept. Pas twee jaar later kan de zaal aan het koninklijk paar worden geschonken. In tegenstelling tot een aantal andere salons, blijft de Indische kamer na een brand in 1948 gespaard. Een bezoek is alleen virtueel mogelijk via de website van het koninklijk huis.
13
Indische stad<
Vrijdag 3 mei 2013 > Den Haag Centraal
rijke weduwe De architectuur De zoektocht naar Indisch cultureel erfgoed pakt in sommige gevallen anders uit dan verwacht. Door het veelvuldige gebruik van Indische symbolen en verwijzingen naar de eeuwenoude tradities in de Oost, wordt vooruitstrevende architectuur bijna over het hoofd gezien. Dat terwijl ook moderne bouwwerken in de stad wel degelijk een link hebben met Indië. De in Soerakarta geboren architect Jan Buijs rekent af met de ornamenten uit zijn geboorteland. Het controversiële kantoorgebouw De Volharding aan de Grote Markt 22-24 oogt door de strakke vormgeving nog steeds modern, maar is al 85 jaar oud. Het wordt gebouwd in opdracht van de gelijknamige arbeiderscoöperatie. De gevel bestaat voor een groot deel uit melkglas, waarachter met zinken letters en gekleurd licht reclame geprojecteerd kan worden. Buijs noemt zijn bouwwerk zelf ‘de tempel van den nieuwe mensch’. Zijn ontwerpen worden beïnvloed door diverse architectonische stromingen uit zijn tijd, zoals De Stijl en het Nieuwe Bouwen, maar de architect laat zich met zijn eigen werk niet vangen. In hetzelfde jaar, 1928, verschijnt een paar kilometer verderop een al even modern bouwwerk van een architect uit Soerakarta: Jan Wiebenga. In de stijl van de Nieuwe Zakelijkheid verrijst op de kruising van de Benoordenhoutseweg met de Van Alkemadelaan de eerste woonflat van Nederland. Het zes verdiepingen hoge gebouw draagt de naam Nirwana, de boeddhistische uitdrukking voor de hoogste staat die de mens kan bereiken. In de Van Beuningenstraat bouwt Wiebenga zeven jaar later een tweede, klein Nirwana.
Stadskaart Tijdens het lopen of fietsen van de route worden smartphonegebruikers getrakteerd op informatie via kunstzinnige QR-codes naar een idee van Meta Menkveld. Zij studeerde vorig jaar af als grafisch ontwerper aan de KABK met een serie QR-codes verpakt in tekeningen. De codes bestaan uit zwarte en witte bolletjes die door de scanapplicatie ‘Microsoft Tag’ gelezen kunnen worden. Daaromheen ontwerpt Menkveld figuratieve icoontjes. Voor deze stadskaart liet ze zich inspireren door typisch Indische symbolen, zoals een Minangkabause huis en een Balinees masker, die elk een deel van de stad symboliseren. Ook komen sommige elementen letterlijk terug in de route, zoals de afbeelding hieronder van een man met twee karbouwen, die één van de hoofden van de Javabrug siert. Achter dit icoon schuilt het Indische verleden van de Archipelbuurt en het Willemspark. De kaart is verkrijgbaar via de VVV en uitgeverij De Nieuwe Haagsche, de applicatie is gratis te downloaden in de appstore.
De QR-code… > Illustratie: Meta Menkveld
… en het originele reliëf van beeldhouwster Gra Rueb. > Foto: C&R
De cultuur
De Volharding moet een vreemde aanblik hebben gegeven in de stad van 1928. > Foto: C&R
De elite
Meerdere huizen aan de Parkweg worden in het begin van de twintigste eeuw door de familie Broese van Groenou bewoond. > Foto: C&R
Families die veel geld verdienen in de Oost, kunnen er in Den Haag een elitaire levensstijl op nahouden. Een jetsetbestaan waarin toch ook maatschappelijke thema’s aan de orde van de dag zijn. Een voorbeeld daarvan is het echtpaar Broese van GroenouWieseman, dat een vermogen vergaarde door de fabricage van suiker. In 1906 koopt Wolter Broese van Groenou, na eerder gerepatrieerd te zijn uit Djokjakarta, een perceel in het schilderachtige Van Stolkpark aan de rand van de stad. Hij geeft zijn zoon Dolf de opdracht een huis te ontwerpen voor het gezin. De villa aan de Parkweg 9a bevat veel elementen die verwijzen naar de bron van het familiekapitaal, zoals het reliëf met karbouwen en een kar vol suikerriet boven de ingang. Het huis draagt de naam Hejmo Nia, dat ‘Ons Thuis’ betekent in de internationale taal Esperanto. Jaren later krijgt Dolf nogmaals een ontwerpopdracht van zijn vader. Dit keer voor het kantoorpand ‘Cultura’ aan de Wassenaarseweg waar de cultuurmaatschappijen van de familie Broese van Groenou gevestigd zijn. Het gebouw wordt opgetrokken in de stijl van de Amsterdamse School en de internationale art deco. De familie onderhoudt nauwe banden met beroemdheden als Aletta Jacobs, voorvechtster van het vrouwenkiesrecht. Ook op andere maatschappelijke terreinen tonen de Broeses van Groenou hun betrokkenheid, zoals het de elite in die tijd betaamt. Zo biedt de serre van villa Hejmo Nia onderdak aan het eerste Montessoriklasje in Nederland.
In Nederland wil men natuurlijk ook kunnen genieten van al het moois en lekkers dat de oriëntaalse cultuur te bieden heeft. De koloniën zijn ver weg, dus moeten de meeste Hollanders een beroep doen op hun verbeelding. Indische tentoonstellingen zijn in trek om meer van de kolonie te weten te komen en een – geïdealiseerde – indruk te krijgen van het leven aan de andere kant van de wereld. In 1932 strijkt een dergelijke tentoonstelling neer in het Westbroekpark, één van de grootste evenementen voor de stad tot dan toe. De expositie behelst een spectaculair parkontwerp dat een jaar eerder op L’exposition coloniale de Paris al de aandacht trok. Het Vaderland gebruikt de ter-
men ‘feeëriek’, ‘groots’ en ‘overweldigend’ in de beschrijving van de Balinese entree met brug en poorten. In het park zijn bouwwerken uit Indische dorpen nagebouwd op ware grootte met elk hun eigen architectuur. Er staat een Indisch restaurant en men kan er bijzondere openluchtdiorama’s – kijkkasten – bezichtigen, zoals een rijstlandschap met op de achtergrond een vulkaan. In verschillende paviljoens staan allerlei gebruiksvoorwerpen opgesteld. De replica van een typisch Minangkabause huis met gebogen puntdaken is zo’n grote trekpleister dat het na de tentoonstelling nog lange tijd op andere plekken in de stad geëxposeerd staat, zoals aan de Mient.
De Indische tentoonstelling werd door ruim 400.000 mensen bezocht . > Foto: Collectie Haags Gemeentearchief
14>cultuur
Den Haag Centraal > Vrijdag 3 mei 2013
Zingende dansers bij Nederlands Dans Theater
‘Echt, dit is het slechtste wat ik ooit gemaakt heb’ Het Nederlands Dans Theater wil vaker ‘out of the box’ treden. In de nieuwe productie van artistiek directeur Paul Lightfoot en ‘partner in crime’ Sol León kruipen de dansers dicht op de huid van het publiek. Het choreografenduo creëerde daartoe als het ware een mobiel theater, met een ovale dansvloer in visgraatparket en daaromheen vierhonderd jarenvijftigstoelen uit het oude interieur uit de Antwerpse Elisabethzaal. “’School of Thought’ is”, zegt danseres Drew Jacoby, “een allesomvattende reis. Voor de dansers én het publiek”. Door Astrid van Leeuwen
Het is ‘familiedag’ bij het Nederlands Dans Theater. In repetitiestudio 5, in de catacomben van het Lucent Danstheater, wordt, ondanks een nogal chaotische sfeer, keihard gewerkt. Nog maar vijf dagen te gaan voor de eerste toneelrepetitie en er moeten nog twintig minuten van de nieuwe choreografie van Sol León en Paul Lightfoot gemaakt worden. Toch zijn vandaag, omdat het zaterdag is, ook baby’s welkom. Aan de rand van de studio liggen twee boxkleedjes, met daarop wat speeltjes én twee kraaiende meisjes. Even is het plaatje jaloersmakend – zouden dansersbaby’s echt alleen maar zoet zijn? – maar niet veel later is de dochter van danseres Lydia Bustinduy toch uitgekeken op al die grappende en grollende collega’s van haar moeder die, terwijl ze zelf even niet in actie hoeven komen, hun best doen haar te vermaken. De kleine wil mamma en wel nú, en dus danst Lydia een deel van de repetitie met haar dochter op de arm. ‘School of Thought’ heet de nieuwe choreografie van Sol León en Paul Lightfoot. Het is voor het eerst dat een werk van hen een complete voorstelling vult; eerdere León/Lightfoot-programma’s omvatten steeds twee of drie choreografieën. Het ovalen visgratenpodium, tijdelijk opgebouwd in de studio, doet denken aan een ‘Strictly come dancing’-decor. En in een eerder persbericht werd gesproken over stijldansen en ‘dance halls’ als inspira-
tiebronnen. Maar inmiddels lijkt daar weinig meer van te resteren – of überhaupt ooit de bedoeling te zijn geweest. Danser Roger Van der Poel (29): “Er zit wel een mambo tussen de muziek die we gebruiken, maar hoe wij daarop dansen heeft met mambo weinig te maken”. Volgens de Portugees – met Nederlandse moeder – gaat de nieuwe productie van León en Lightfoot over menselijk gedrag en over hoe patronen in het leven zich steeds herhalen. “Sol vertelde ons dat ze, naarmate ze ouder wordt, steeds meer begrijpt van de dingen die mensen vroeger tegen haar zeiden, waar ze haar op wezen of voor waarschuwden. Alsof de patronen in het leven al bij voorbaat zijn gezet”. Daarbij lijken zij en Lightfoot, zegt Van der Poel, een link te leggen tussen de maatschappij en wat zich in een dansgezelschap afspeelt. “De productie gaat ook over het leven binnen een groep, over onze gedachten, onze angsten”. Danseres Drew Jacoby (28) ziet de nieuwe voorstelling vooral als een reis. “Voor ons als dansers én het publiek. Er zit zó veel in. Veel achtergronden hebben Sol en Paul ons niet gegeven, maar de productie covert naar mijn gevoel het hele leven, van hoe wij opgroeien tot hoe wij ons als mens – en danser – ontwikkelen”.
week les van zangcoach Kim Sutherland”. De Amerikaanse ervaart het als een ware ‘boost’. “Aanvankelijk voelde het tótáál niet comfortabel, maar ik heb altijd interesse in Broadway gehad en nu denk ik: hé, misschien kan ik inderdaad best leren zingen. Hoe dan ook is het geweldig om buiten je comfortzone te stappen”. Voor Van der Poel is het zangavontuur minder vreemd. In de jongste creatie van de Canadese choreografe Crystal Pite zong hij afgelopen februari al een Portugese Fado en nu, in de wandelgangen van het Lucent Danstheater, klinkt zijn stem als die van een natuurtalent. “Ik heb altijd een passie voor zang gehad, wilde vroeger niets liever dan in musicals optreden. Maar les had ik nog nooit gehad. Deze productie maakt echt iets los. Ik zou dolgraag meer met zang doen”.
Nieuw Dat klinkt, in tegenstelling tot het luchtige, eerder gecommuniceerde stijldansconcept, als een León- en Lightfoot-productie zoals we die de laatste jaren hebben leren kennen. Maar er is dit keer wel sprake van een flinke lichtvoetige noot, aldus beide dansers. Van der Poel: “Dit is niet die serieuze, zware, door muziek van Philip Glass begeleide kant van Paul en Sol. Ze lijken dit keer min of meer terug te keren naar hun humor en gekte in beweging van weleer.’ Jacoby: “Dat heeft zeker ook met de muziek te maken. Die is heel eclectisch: Björk naast barok, rare, vrolijke liedjes naast serieuze kost”. Geheel nieuw is, zegt Jacoby, dat de dansers ook zingen. “We moesten zelfs een kleine zangauditie doen en krijgen sindsdien een paar keer per
Gezang In de repetitiestudio is te zien tot wat voor hilarische taferelen al dat gezang leidt, wanneer vijf mannelijke dansers een karaokeversie van de jaren vijftig swing-style song ‘Istanbul, not Constantinople’ ten gehore brengen en Paul Lightfoot aan het slot kraait: “Echt, dit is het slechtste wat ik ooit heb gemaakt”. “En dan heb je”, zegt Van der Poel, ‘nog niet ons ‘kippenlied’ gehoord”. Maar, benadrukt hij, die burleske, showy kant is slechts één facet. “Er zijn ook delen die misschien wel emotioneler zijn dan eerdere werken van Sol en Paul. Door het gebruik van bepaalde muziekstukken, maar ook door wat de choreografie – vooral in de duetten en de daarin gebruikte tekst – ‘vertelt’ over menselijke relaties. Ik was tijdens de repetities regelmatig geëmotioneerd”. Waar Van der Poel al jaren met León en Lightfoot werkt, is dit voor Jacoby, die in haar eerste jaar bij het Danstheater zit, soms nog aftasten. “Ik heb een aantal jaar terug een pas de deux van hen gedanst, met mijn destijds vaste danspartner Rubinald Rofino Pronk. Sindsdien kijk ik al uit naar een nieuwe samenwerking”. Het choreografenduo zal voor haar en Brett Conway nog een pas de deux maken op muziek
van Vivaldi. Een eer, vindt Jacoby, ook al moet ze Koninginnedag ervoor opofferen. “Iedereen is hier zó snel, heeft hun stijl zó in zich. Ik heb de afgelopen jaren vooral solowerk gedaan, nu moet ik me binnen een groep én in een voor mij niet vertrouwde stijl zien te bewijzen”. Beide dansers verwachten dat ‘School of Thought’ voor alle betrokkenen een heel bijzondere ervaring zal worden, zeker ook door de intieme setting. Van der Poel: “Het publiek zit echt boven-
op ons, we kunnen het in de ogen kijken. Ik vermoed dus dat we wel zenuwachtiger zullen zijn, maar de energie zal goed zijn. Want als je als danser de energie van het publiek kunt voelen, kun je ook energie teruggeven”.
Edge-jazzfestival organiseren in Theater Dakota (www.theaterdakota.nl). Van de aangekondigde namen ken ik voorlopig alleen gitarist David Golek, destijds lid van de band van trompettist Gerard Kleijn en nu een duo vormend met zangeres Simin Tander. En – uiteraard – Nueva Manteca, het latin-jazz orkest van pianist Laurens Jan Hartong. Pro Jazz zoekt sponsoring via de crowd funding-site www.voordekunst.nl . Hun laatste mail (eind
april) meldt dat er zes procent van het beoogde bedrag binnen is. Niet veel, dus er moeten nog aardig wat portemonnee’s opengetrokken worden. Wie durft? Er is nog iets dat Den Haag voorbij leek te gaan: de herdenking van de dood van trompettist Chet Baker, die op 13 mei 25 jaar geleden vanuit z’n hotelraam aan de Amsterdamse Prins Hendrikkade viel. Er werd toen nogal mysterieus gedaan over die val, ‘nooit helemaal opgehelderde omstandigheden’ en zo, met criminele suggesties. Journalist en jazzscribent Jeroen de Valk heeft dat voorgoed ontzenuwd in zijn veelvertaalde boek over Chet ( ‘Chet Baker, herinneringen aan een lyrisch trompettist’, herziene versie 2007, uitgeverij Van Gennep). In het laatste nummer van Jazz Bulletin (Nederlands Jazz Archief) voegt De Valk nog wat saillante anecdotes
en vreemde ervaringen toe die hij had met Chet’s erfgenamen, de Chet Baker Estate. Interessanter is de eerste aflevering in het blad Jazzism van ‘Mijn jaren met Chet Baker’: de belevenissen van collega-trompettist Evert Hekkema die de Amerikaan ooit een tweedehands Peugeot 504 verkocht en hem als onderhuurder had in zijn huis aan de Amsterdamse Da Costakade. ‘Een doodshoofd’, was Hekkema’s reactie toen hij het uitgebeende gelaat van de aan drugs en jazz verslaafde Baker voor het eerst zag. Hekkema geeft zonder poespas een genuanceerd beeld van die ongrijpbare solist met dat unieke zacht geblazen stemgeluid en die dodelijke leefwijze. Diens opmerking over Wynton Marsalis bijvoorbeeld: ‘If I could play like Wynton Marsalis, I wouldn’t play like Wynton Marsalis’. Toen Baker z’n Buescher-trompet
vergeten was aan die Da Costakade, inspecteerde Hekkema dat instrument. De mondpijp ervan bleek verstopt met een dot vuil van pinktopgrootte. Hekkema maakte ’m schoon, vertelde dat blij aan Chet, maar die reageerde angstig met: ‘I hope it doesn’t effect the mellow sound’. Zangeres Fee Claassen reist door Nederland met haar tribute aan Chet Baker, de enige die dat echt kán. Den Haag, nee, komt niet op haar speellijst voor. Het kleine Muzee (reserveren via
[email protected]) redt de Haagse eer echter wat Chet betreft: op 10 mei aldaar een eerbetoon aan dé man van ‘My funny Valentine’. Te leveren door de nestor van de Nederlandse jazztrompet, Ack van Rooijen, met Juraj Stanik (piano), Jos Machtel (bas) en Hans Braber (drums).
Dansers van Nederlands Dans Theater 1 repeteren ‘School of Thought’, de nieuwe choreografie van León en Lightfoot. Onder hen Lydia Bustinduy, met haar jongste dochter op de arm. >Foto: Nederlands Dans Theater.
Nederlands Dans Theater 1 met ‘School of Thought’ van Sol León en Paul Lightfoot: 9 mei tot en met 1 juni in het Lucent Danstheater en 5 tot en met 7 juni in Theater Carré in Amsterdam. Voor info: www.nederlandsdanstheater.nl
jazz
‘Cutting Edge’ en Chet Baker
Mei is de maand met de eerste jazzfestivals. Uit het (digitale) blad Jazzflits haal ik een aardige reeks: Middelburg, Enschede, Hoofddorp, Den Bosch, Amersfoort, Breda, Terneuzen. Nee, Den Haag dus niet, Den Haag is festivalschuw na de laatste mislukkingen. Dacht ik. Maar daar zie ik dat de jonge mensen van het zich langzaamaan steeds duidelijker profilerende Pro Jazz de handschoen tóch hebben opgenomen en op 31 mei een Cutting
Bert Jansma
15
cultuur<
Vrijdag 3 mei 2013 > Den Haag Centraal
Huygens als kunstkenner bij Bredius De collectie van Bredius – inmiddels een begrip – wordt vanaf 1991 getoond in een historisch pand aan de Lange Vijverberg, waar ook de inrichting recht doet aan de levenssfeer van ‘de man die het Mauritshuis vulde’, zoals hij met enige overdrijving wordt genoemd. Het Museum Bredius wijdt een tentoonstelling aan Constantijn Huygens en de kunst van zijn tijd. Door Egbert van Faassen
Abraham Bredius (1855-1946) was de eerste Nederlandse kunsthistoricus van belang. Hij deed archiefonderzoek naar de schilders van de zeventiende eeuw en combineerde dat met een kennerschap, dat hij ontwikkelde door veel collecties te bestuderen door heel Europa. Ondersteund door een met de productie van buskruit verworven familiekapitaal had hij voldoende middelen, niet alleen om ver te reizen maar ook om schilderijen te kopen. Daar heeft ook het Mauritshuis baat bij gehad. Bredius, die directeur was tot het ambtelijke leven hem te zwaar werd, paste bij wanneer er niet genoeg geld was voor een aankoop die hij noodzakelijk vond. Gierig was hij niet. Het verhaal gaat, dat hij voor de herbergscène van Willem Buyteweg, in 1913 door een timmerman aangetroffen in een oude kast, grif een jaarsalaris van een ambachtsman bood. Het kleurige schilderij met strak, bijna grafisch omlijnde figuren hangt in de tentoonstelling waarin het Museum Bredius parallellen laat zien met Constantijn Huygens als kunstkenner. Dat een schilderij van Buytewech –
lende kunstenaars. Hij was vol lof over de jonge Rembrandt en Jan Lievens, die in hun Leidse jaren in vriendschappelijke rivaliteit gelijk op werkten. Van beiden is een schilderij te zien en bovendien ligt er een brief van Rembrandt aan Huygens met aanwijzingen hoe een schilderij te hangen. Bredius maakte de eerste kritische catalogus van Rembrandt’s schilderijen. In zijn collectie is veel werk opgenomen van schilders, die Huygens als eerste noemde. De bovenverdieping is nu heringericht om plaats te maken voor de tentoonstelling. Wie verzuimt de trap op te lopen, mist veel. Bijvoorbeeld de drie schilderijen van Jan Steen, een bordeelscène, de raadselachtige voorstelling ‘De sater en de boer’ en ‘Het huwelijk van Tobias en Sara’. Dat laatste doek is niet lang geleden samengesteld uit twee losse delen, waarvan het rechter ooit door Bredius is gekocht. Voor zijn privé-collectie behield de genieter, die Bredius ongetwijfeld was, schilderijen die indertijd misschien te eigenaardig voor een museum werden geacht. Zo hangt hier een fantastisch landschap van de Haagse schilder Mathieu Dubus, verwant aan Hercules Seghers. Boven een bacchanaal van schilders. En in een hoekje een kleine Bosboom, want Bredius was evenmin als Huygens blind voor de kunst uit zijn eigen tijd.
‘geestige Willem’ heette hij in zijn tijd – zomaar te bekijken is, is bijzonder. Er zijn er volgens de laatste telling niet meer dan tien bewaard gebleven. De zichtbaarheid van Bredius’ collectie heeft aan een zijden draadje gehangen. Hij schonk zijn huis vanwege een belastingkwestie – want aan de fiscus had hij geen boodschap – aan de gemeente Den Haag en per testament ook zijn collectie. Het huis aan de Prinsegracht werd verkocht aan een projectontwikkelaar, die er begerenswaardige appartementen in zette. De schilderijen kwamen in het depot van het Gemeentemuseum, waar in 1978 een tentoonstelling aan de verzamelactiviteit van Bredius werd gewijd. Verontruste kunstliefhebbers, onder wie de toenmalige directeur van het Gemeentemuseum Theo van Velzen en de huidige buurman, de kunsthandelaar John Hoogsteder hebben geijverd om een nieuw ‘Brediushuis’ in het leven te roepen. Inmiddels zijn veel schilderijen gerestaureerd. Het is piekfijn ingericht met de meubels van Bredius. Ook het porselein waarmee de verzamelaar zich omringde staat opgesteld. Rembrandt Nu is benedenverdieping gewijd aan Constantijn Huygens als kunstkenner. Met een flink aantal bruiklenen worden doeken getoond van kunstenaars van wie Huygens werk bezat of aan wie hij als secretaris van de stadhouder een opdracht gaf. Hoe die connectie precies zat, wordt belicht in de heldere catalogusteksten van Lex van Tilborg van het Haags Historisch Museum. In zijn autobiografie ‘Mijn jeugd’ schreef Huygens over verschil-
Jacob van Campen (1595-1657) Vroouw bij haar toiloet. Collectie Museum Bredius. >Foto: Ed Brandon
Constantijn Huygens. Kunstkenner en verzamelaar. Museum Bredius, Lange Vijverberg 14. Dinsdag tot en met zondag 11-17 uur. Tot en met 8 september. www.museumbredius. nl Museumjaarkaart is geldig. Entree € 6,– inclusief catalogus, die los € 2,50 kost. Passepartout voor de musea rond de Hofvijver € 12,50
Eenzaamheid en vervreemding in Hotel Zero
Annette Zeelenberg schrijft sterke tweede roman tweede roman geschreven, ‘Hotel Zero’ en dat boek toont maar weer aan dat onbekende schrijvers (ook) goede boeken kunnen schrijven. Hotel Zero deugt namelijk op alle fronten. Het is knap opgebouwd, goed geschreven en vooral eigen van toon. Het onderkoeld registreren van Zeelenberg doet aan Gerbrand Bakker denken. De zweem van surrealisme aan Arnon Grunberg.
Door Thijs Kramer
Het literaire leven is niet eerlijk. Matige, zelfs slechte boeken worden soms een enorm succes en juweeltjes blijven onopgemerkt. Hoe dat kan? Er verschijnen zoveel romans, dat ze onmogelijk allemaal besproken kunnen worden in kranten en tijdschriften. En aandacht in de media is wel een voorwaarde voor succes. Recensenten zijn geneigd zich allemaal op dezelfde boeken te storten. Is een roman drie weken na lancering nog nergens besproken, dan is de kans klein dat het alsnog gebeurt. Wordt een nieuw boek slecht verkocht, dan verdwijnt het in de boekhandel van de tafels in het midden waar ze in het zicht liggen, naar de kasten achter in de winkel. Daar zijn ze overgeleverd aan de vergetelheid. Dat is de bestsellercultuur; populaire boeken krijgen veel aandacht en worden daardoor nog bekender. Onbekende boeken blijven onopgemerkt. Ik ontsnap zelf ook niet aan de boeken die overal bejubeld worden. Zoveel goeds gehoord en gelezen over ‘Stoner’ van John Williams, dat ik het toch maar heb gekocht. ‘Vader’ van Karl Ove Knausgård idem. En o ja, toen ik toch in de boekhandel was, ook maar dat veelgeprezen boek van Jan Brokken, ‘De Vergelding’, meegenomen. Voor de zekerheid. Ik heb nergens spijt van gekregen, maar ik mis ongetwijfeld heel veel goede boeken die niet al die aandacht krijgen. Zo had ik tot voor kort niet gehoord van de Haagse ‘freelance tekstschrijver’ Annette Zeelenberg die in 2009 debuteerde met ‘Een stil vertrek’. Die roman werd hier en
Annette Zeelenberg. >Foto: PR
daar lovend besproken; in Opzij, op de culturele website 8Weekly, maar niet
in de grote landelijke kranten en tijdschriften. Nu heeft Zeelenberg een
Demonen Samenvatten doet het boek weinig recht. Het zou als volgt kunnen: een vrouw, Ella, worstelt met haar demonen nadat ze van haar onderbuurman een erfenis heeft gekregen en wanneer in haar aanwezigheid een onbekende man een dodelijke val maakt in een metrostation. Het zijn niet zozeer die gebeurtenissen waarmee ze in het reine moet komen, alswel met datgene wat die bij haar loswoelen. Het knappe van dit boek is dat Zeelenberg de worsteling van Ella zeer invoelbaar maakt, terwijl ze heel lang in het midden laat waar de pijn nou eigenlijk zit. Daar kom je langzaam achter en pas aan het einde van het boek weet je wat er in het verleden is voorgevallen. Je krijgt wel al snel door dat er iets met haar ouders is. De ene keer zegt Ella dat het zendelingen waren, de andere keer dat ze ontwikkelingswerk deden. Ook wat betreft haar tweelingbroer Mark komt de lezer er op een tergend verbrokkelende manier achter wat er met hem aan de hand is. Dat er iets flink fout zit tussen broer en zus, zoveel is wel duidelijk, maar wat? En hoe zit het met haar buurman Bernd, die haar als enige erfgename verkoos zon-
der dat ze het wist. Zeelenberg zadelt de lezer bijna pesterig met allerlei vermoedens op, en neemt alle tijd om die in te lossen. Ella doet ondertussen allerlei dingen die, misschien niet heel extreem zijn, maar wel een beetje raar. Zo leeft ze enkele maanden in een hotel in haar woonplaats. Van daaruit gaat ze dagelijks gewoon naar de school waar ze Engels geeft. In de weekeinden verzorgt ze het ontbijtbuffet voor de hotelgasten. De lezer begrijpt natuurlijk wel dat zo’n hotelleven vervreemdend werkt. Een hotel is anoniem, onpersoonlijk. Een hotelgast wordt niet naar zijn verleden gevraagd en kan ieder moment weer verdwijnen. Dat is precies wat Ella zoekt. Eenzaamheid is één van haar demonen. Rouw om de mensen die uit haar leven verdwenen zijn, is een andere. Ella gaat in haar hotelperiode wel om met andere mensen, maar dat zijn steeds mensen die minstens zoveel pijn hebben als zij zelf. Wat me beviel aan dit boek is de licht surrealistische toets. Zonder zware middelen in te zetten weet Zeelenberg een vervreemding op te roepen die net onder de oppervlakte blijft. Emoties en gebeurtenissen blijven onnadrukkelijk. Meer suggestie dan het daadwerkelijk benoemen ervan. Zo doet een goede schrijver dat. Mis dit boek niet. Ook al ligt het niet in stapels in de boekhandel, maar staat het bescheiden ergens achterin de winkel in een kast. Annette Zeelenberg, Hotel Zero. Uitgeverij Nieuw Amsterdam. ISBN 9789046813706 Prijs: € 21,95.
Ondernemen
Onderneme naar succesv
Adressen & Informatie Rabobank Den Haag Dennis Werkman Directeur Grootbedrijf (06) 22 73 28 14 E-mail: D.Werkman@DenHaag. rabobank.nl
Of je nu ZZP’er bent, een startend MKBbedrijf of groeiende organisatie hebt, de gemeente Den Haag heeft een speciaal loket waar ondernemers met al hun vragen terecht kunnen. Het Ondernemersportaal biedt advies en ondersteuning, onder meer bij het starten van een eigen bedrijf, personeelsuitbreiding, huisvesting, vergunningen en ontwikkellocaties.
Henk Werlemann Directeur MKB (06) 10 68 84 59 E-mail: H.C.Werlemann@DenHaag. rabobank.nl Zakelijk loket Telefoon (070) 371 88 00 Maandag-donderdag 8-20 uur Vrijdag 8-18 uur Zaterdag 9-13.30 uur
Het Ondernemersportaal is de plek waar Haagse ondernemers antwoord krijgen op vragen omtrent handhaving, huisvesting, parkeren, scholing, vergunningen en werkgelegenheid. “Maar we zijn meer dan een vraagbaak”, aldus Holleman, contactpersoon voor ondernemers. “Gemeente Den Haag wil het ondernemerschap stimuleren. En doet dat onder meer door ondernemers bij elkaar te brengen via netwerkbijeenkomsten. Hier kunnen zij met elkaar ervaringen uitwisselen en wellicht tot zaken komen”.
Bezoekadressen: Bezuidenhoutseweg 5 2594AB 's-Gravenhage Korte Vijverberg 2 2513AB 's-Gravenhage
Ernst & Young Wassenaarseweg 80 2596 CZ 's-Gravenhage Tel: 070 - 88 40 71000
Handelsmissie Turkije Deze bijeenkomsten beperken zich niet alleen tot de Haagse poorten. Zo organiseert het Nederlands Centrum
ScheerSanders advocaten ScheerSanders Advocaten Nassauplein 36 2585 ED 's-Gravenhage Tel: 070-3659933
[email protected] www.scheer.nl
Varen op ko voor de sta
Werkgeversservicepunt Rob de Rooij (06) 52 02 6277
[email protected] www.werkgeversservicepuntdenhaag.nl
Als advocaat moet je van alle markten thuis zijn. Zo stond ik onlangs met een doos kompasjes op de Startersbeurs van de Haagse Kamer van Koophandel. De kleurige gadgets vonden gretig aftrek – en mijn adviezen aan de starters gelukkig ook.
Bert Lansing en Stefan Groeneveld van Ernst & Young Den Haag.
Starters met expansiedrift aan goede adres bij Ernst & Young Jong ondernemerschap staat bij Ernst & Young hoog in het vaandel. Met het speciale team ‘Accounting, Compliance & Reporting’ staat Ernst & Young starters bij hun dromen waar te maken. Bert Lansing en Stefan Groeneveld leggen uit wat de meerwaarde hiervan kan zijn en waar starters goed aan doen in economisch zware tijden.
Dit is een initiatief van Den Haag Centraal. Alle hierop geplaatste artikelen vallen buiten de redactionele verantwoordelijkheid van de redactie.
Eerste stappen op ondernemerspad Ernst & Young maakt zich hard voor jong ondernemerschap en zet zich in voor diverse initiatieven waarmee startende ondernemers worden ondersteund zoals de Baby Tycoon Award, YES!Delft en diverse evenementen van de Kamer van Koophandel. Bert Lansing, samen met Stefan Groeneveld werkzaam in het team ‘Accounting, Compliance & Reporting’ bij Ernst & Young: “Wij vinden het belangrijk om starters te begeleiden bij hun eerste stappen op het ondernemerspad en gezamenlijk van hun onderneming een succes te maken”.
Korte lijntjes Iedere startende ondernemer met ambitie en een flinke dosis expansiedrift kan terecht bij Ernst & Young. Stefan Groeneveld: “Ernst & Young heeft een wereldwijd netwerk en kan een startende onderneming ondersteuning bieden op uiteenlopende vlakken. Zo zijn er op ons kantoor in Den Haag zowel accountants en fiscalisten als juristen, notarissen en andere specialisten werkzaam. Dit zorgt voor korte lijntjes en kan ook kostenbesparend werken”. Stevig fundament Als startende ondernemer is het van groot belang eerst goed na te denken over hoe je je onderneming wilt neerzetten. Veel starters denken meteen erg groot. Toch is het belangrijk om klein te beginnen. Bert Lansing: “Onze rol is om startende ondernemers een spiegel voor te houden en hen te wijzen op eventuele risico’s. Snel groeien is tenslotte niet zonder gevaar, daar moet een onderneming
wel op worden ingericht. Door de juiste partijen om je heen te verzamelen kan een starter een solide basis creëren, die als stevig fundament kan dienen voor de toekomst”. Creativiteit wordt beloond De economische crisis kan mensen tegenhouden hun onderneming te starten, maar biedt juist ook kansen. Stefan Groeneveld: “Door de crisis worden ondernemers gedwongen creatief te zijn en daar kun je als starter van profiteren.” Ook als het gaat om investeringen moet je in deze tijd creatief zijn. “De banken lenen tenslotte niet zo gemakkelijk meer geld aan starters, daarom moet je wel kritisch zijn op alle investeringen die je doet. We toetsen daarom een ondernemersplan niet alleen op groeipotentie, maar zijn ook kritisch op de bijbehorende financiële consequenties om zo starters te kunnen ondersteunen uit te groeien tot de grote spelers van de toekomst”, aldus Bert Lansing.
Life’s about choices Noord, oost, zuid, west: het kompas geeft aan welke richting je op moet. En zoals de kapitein de koers bepaalt aan de hand van het kompas, kan ScheerSanders Advocaten de ondernemer helpen bij het bepalen van zijn of haar koers. Voor elke ondernemer, maar zeker voor wie start met een bedrijf, geldt immers dat hij of zij wel een kompas kan gebruiken. Er zijn zoveel keuzes te maken, en veel daarvan kunnen vergaande consequenties hebben. Dat begint al bij de keuze voor de rechtsvorm van de onderneming. Een eenmanszaak, flex-B.V., een V.O.F of C.V.? Welke risico’s loop ik? De volgende stap is het vinden van bedrijfsruimte. Dat lijkt simpel genoeg, maar wacht even. Als startende ondernemer zou je je daarbij moeten afvragen: “Wat voor soort huurovereenkomst geeft me de flexibiliteit die nodig is in deze tijden van crisis?” Daarmee is de keuzestress nog niet voorbij, want vervolgens komen de contracten met de zakenpartners aan de orde. De ondernemer staat voor vragen als: “Ga ik voor flexibele contracten tegen een hogere prijs, of durf ik mij voor een lagere prijs voor langere tijd te binden?” en “Zal ik wel of geen algemene voorwaarden gaan hanteren?” Koersvast Deze week had ik een ‘kompasoverleg’ met een cliënt, ook een startende ondernemer, die ik adviseerde over een belangrijke zaak: het eigendomsvoorbehoud. Hij had producten geleverd aan
d Den Haag nd
ersportaal: Op stap vol ondernemerschap voor Handelsbevordering (NVH) in het najaar een Multisectorale handelsmissie naar Turkije in opdracht van gemeente Den Haag en in samenwerking met de Nederlandse ambassade. Holleman: “Turkije biedt veel mogelijkheden voor ondernemers. Het land heeft een grote behoefte aan de innovatieve kennis en producten uit Nederland. Bijvoorbeeld op het gebied van bouw, life science en duurzame energie. In Den Haag zitten veel bedrijven die daar hun voordeel mee kunnen doen en handel kunnen bedrijven in Turkije.” Voorafgaand aan de geplande handelsmissie vond medio april een bijeenkomst plaats in het vorig jaar geopende World Trade Centre the Hague. “WTC the Hague biedt de perfecte entourage voor een dergelijke bijeenkomst”, vervolgt Holleman. “Het is immers dé ontmoetingsplek voor ondernemers wereldwijd. Er waren deze middag zo’n 40 ondernemers op afgekomen vanuit onder meer de bouwsector en we verwachten dat de handelsmissie zeker zijn vruchten zal afwerpen.” De handelsmissie wordt begeleid door
Henk Kool, wethouder Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Economie. Personeelsvraag Het stimuleren van ondernemerschap behoort dus tot de kernactiviteiten van het Ondernemersportaal. “In de breedste zin van het woord”, eindigt Holleman. “We zijn er voor startende bedrijven, maar ook voor ondernemingen die groeiende zijn en een personeelsvraag hebben. Zo hebben we nauw contact met het Werkgeversservicepunt (WSP) dat over een grote database beschikt met werkzoekenden in de regio.” Het doel van het WSP is om op een zo efficiënt mogelijke en dienstverlenende manier werkgever en werkzoekende bij elkaar te brengen. Door goed te luisteren naar de werkgever en diens behoeften zorgvuldig af te stemmen op het kandidatenprofiel. Bovendien kunnen werkgevers uit een aantal kandidaten kiezen die vooraf door de accountmanager van het WSP zijn geselecteerd. Een voorbeeld hiervan is speedmeet. Het WSP neemt de zorg voor werving en selectie uit handen. Kosteloos. Kijk voor meer informatie op www.denhaag. nl/ondernemen en www.wspdenhaag.nl
ompas: belangrijk artende ondernemer
Dennis Werkman (links) en Henk Werlemann.
Rabo Podium
Goed geconditioneerd op weg met NomadPower De Europese transportbranche is al lange tijd op zoek naar een duurzame oplossing als het gaat om geconditioneerd wegtransport. Nu wordt er voor het conditioneren van ladingen tijdens rust- en wachttijden nog gebruik gemaakt van dieselaggregaten. Deze zijn niet erg milieuvriendelijk, zorgen voor geluidsoverlast en zijn relatief duur. NomadPower introduceerde in 2012 een innovatieve totaaloplossing voor het geconditioneerd wegtransport.
Eric-Jan Krijgsman, advocaat bij ScheerSanders
een ander bedrijf, dat helaas failliet was gegaan. Mijn cliënt ging ervan uit dat de producten zijn eigendom bleven zolang het bedrijf er niet voor had betaald. Dat was helaas niet het geval. Mijn cliënt moest achteraan in de lange rij van schuldeisers aansluiten. Of hij zijn producten – of zijn geld – ooit nog terug zou zien was nog maar de vraag. Daarom wees ik hem erop dat hij deze nare situatie in de toekomst kon proberen voor te zijn, bijvoorbeeld door een verlengd eigendomsvoorbehoud in zijn contracten op te nemen. Ik voel mij als advocaat prettig bij de (startende) ondernemer die ik bijsta bij belangrijke keuzes en beslissingen. Bij ScheerSanders hebben wij een zoge-
naamd Kompaspakket ontwikkeld. Met dit pakket kunnen zowel startende als meer ervaren ondernemers voor een vast jaarlijks bedrag advies inwinnen. Als het even kan telefonisch, zonder overbodige rompslomp. Zo ontstaat er een langetermijnrelatie tussen ons kantoor en de ondernemer. Prettig en vertrouwd dus, en bovendien sluiten onze adviezen daardoor optimaal aan bij de onderneming. Noord, oost, zuid, west of toch een andere richting? Kom eens langs voor een vrijblijvend oriënterend gesprek op ons kantoor aan het Nassauplein. ScheerSanders helpt ondernemers op koers te blijven!
Zij plaatsen stroomvoorzieningen in het Europese wegennet, van noord naar zuid en van oost naar west. Hoe? NomadPower legt een netwerk van stroompunten aan op parkeerplaatsen en bij distributiecentra, waardoor vrachtwagens hun lading op stroom kunnen koelen of verwarmen. Deze nieuwe oplossing biedt vele voordelen ten opzichte van de standaard dieselaggregaten; er is minder geluidsoverlast voor de lokale omgeving én voor de chauffeurs, er is geen lokale uitstoot en dus milieuvriendelijker en het koelen op stroom is veel goedkoper dan conditioneren op diesel. Maarten Timmerman en Richard Bevelander vertellen meer over dit unieke concept. NomadPower & Den Haag “We hebben onze hoofdvestiging in Woerden en een vestiging in Den Haag. Ik, Richard, kom uit het Haagse en ben
één van de initiatiefnemers geweest voor NomadPower. Samen met SEnS Capital uit Woerden, een ontwikkelaar van duurzame energieprojecten, hebben wij NomadPower opgezet. Wij kijken bij NomadPower veel verder dan onze eigen regio. We willen ons concept door heel Europa verspreiden, te beginnen in Nederland. Onlangs hebben wij 8 nieuwe stroompunten in gebruik genomen bij Partner Logistics in Bergen op Zoom, het grootste vrieshuis van Europa. Daar worden vanaf nu koelwagens gekoeld door onze stroompunten!”
Onze ambitie is om in 2020 een netwerk van ruim 10.000 stroomvoorzieningen door heel Europa te implementeren. NomadPower & The Next Generation “We zijn opgericht in 2012 en zijn de eerste onafhankelijke partij die dit concept binnen heel Europa implementeert. Onze start lag bij het benaderen van de juiste partners, namelijk transportorganisaties, distributiecentra en parkeerplaatseigenaren. Wij
bieden onze klanten een totaaloplossing door het gehele proces van stroomvoorziening tot de rapportage en de facturatie volledig uit handen te nemen. Hierdoor ontzorgen wij onze klanten zodat zij zich kunnen richten op hun transport. Onze ambitie is om in 2020 een netwerk van ruim 10.000 stroomvoorzieningen door heel Europa te implementeren. Hoe we dit gaan bereiken? Door samen te werken met verschillende partijen in binnen- en buitenland. De branche- en sectororganisaties worden nauw betrokken bij de verdere ontwikkeling van dit concept en de locaties waar wij onze stroomvoorziening aanleggen. Ons concept levert aanzienlijke voordelen op als het gaat om milieu, kostenbeheersing en geluidsoverlast. Groener en goedkoper doet het goed in het huidige marktklimaat. Er zijn maar weinig organisaties die hier tegen zijn!” NomadPower & Rabobank “De Rabobank heeft ons gefaciliteerd in de financiering van NomadPower. We hebben hen benaderd met ons bedrijfsplan en zij waren direct enthousiast. Het leuke van de Rabobank is dat zij de stap durven nemen om een startend bedrijf te ondersteunen in de financiering. Wij hebben met meerdere banken gesproken, maar die willen toch vaak eerst resultaat zien. De Rabobank denkt met ons mee en faciliteert ons financieel bij de ontwikkeling van onze organisatie.”
18>sport Hans
De grootste
Wat was het mooi, de Koningsvaart op het IJ. De kroningsdag, die op zich al enorm ontroerend was, kreeg plots wat Haagse tintjes. Schaatser Bart Veldkamp kluunde terwijl de boot met de Koninklijke familie langs voer. Bij het sportpodium, waar hoogtepunten vanaf de geboorte van de koning werden getoond, was ook wat Haagse glorie te bewonderen. Nadat men de goal van Cruijff tegen ADO in het Zuiderpark toonde, kwam er ook nog een flardje Naomi van As langs. Bij elkaar niet heel veel, maar genoeg om trots op te zijn. Het deed mij terugdenken aan een gesprek dat ik wat weken daarvoor had met vrienden in de sport. Er werd gevraagd naar de grootste sportprestatie in de Nederlandse geschiedenis, bij voorkeur van een Hagenaar. Hersens kraakten en stukje bij beetje kwamen er suggesties. Allemaal mooi hoor, maar ik wachtte geduldig af. Als klaverjasliefhebber houd ik ervan om pas in de laatste ronde mijn troef te spelen. Terwijl illustere namen de revue passeerden, bleef ik ogenschijnlijk onbewogen knikken en beamen dat dit inderdaad prestaties van formaat waren. De vrienden kennen mij en draaiden zich uiteindelijk in mijn richting. “Je hebt nog niemand genoemd, Willink. Hoe zit dat?”. Ik glimlachte zo geheimzinnig mogelijk en vertelde dat ik de absoluut grootste sportprestatie uit de Nederlandse geschiedenis wist. Nog voordat mij werd verzocht om die uit de doeken te doen, kwam de vraag of het een Hagenaar betrof. Ik antwoordde: “Bijna, kan niet lang meer duren”. Nieuwsgierig gegrom, achterdochtige blikken en opgetrokken wenkbrauwen waren mijn deel. Men kroop dichterbij en ik genoot een tel intens van de aan mijn lippen hangende mannen. “Heren”, sprak ik traag. “Ik neem jullie graag mee naar een koningsnummer in de meest letterlijke betekenis. Het jaar is 1986. Onmiddellijk na de finish valt de sporter in kwestie zijn ouders in de armen”. Een vallende speld was niet onopgemerkt gebleven. “Natuurlijk wil ik jullie zijn naam niet onthouden: W.A. van Buuren. Onze kroonprins voltooide de Elfstedentocht”. Een teleurgestelde zucht ontsnapte mijn gehoor. Men was het er niet mee eens en argumenteerde er lustig op los. Ik maande mijn kompanen tot kalmte en legde mijn keuze uit: “Hij was de enige ooit, die aan de start verscheen en wist dat hij de tocht moest uitrijden. Wat er ook gebeurde. Dat was hij aan zijn status als toekomstig koning verplicht”. Daarop stemde men onmiddellijk in met mijn keuze. Tijdens het sportoverzicht op het IJ werd ook deze prestatie getoond. Tussen alle andere topsportprestaties. Natuurlijk heb ik gelijk! Hans Willink
Den Haag Centraal > Vrijdag 3 mei 2013
Den Haag als topsportstad, een tussenbalans
In grote sporten top verder weg dan ooit De zomer komt er aan. Het betekent het einde van het winterseizoen waarin de meeste sporten worden beoefend. Clubs spelen voor de titel of proberen via een laatste krachtsinspanning die vermaledijde degradatie te ontlopen. Een rondje langs de sportvelden met een blik op de (ook zomer) competities, maar eveneens op Den Haag als topsportstad. Door Ronald Mooiman
Inmiddels is één competitie al teneinde, met voor Den Haag een succesvol tintje. De ijshockeyers van HYS The Hague wonnen de titel in een spannende tweestrijd met Tilburg. Voor het afgelopen seizoen was het nog maar de vraag of de Haagse ijshockeyers van start konden gaan in verband met de financiële situatie. Door een inspanning van sponsors kon er van start gegaan worden. Inmiddels is Den Haag ook volgend seizoen verzekerd van een titelkandidaat omdat de belangrijkste sponsors hebben aangekondigd ook volgend seizoen voor de titel te willen gaan. Een andere landskampioen is Leimonias. De Haagse tennisvereniging slaagde er voor de twintigste maal in de landstitel binnen te halen. De voornamelijk uit buitenlanders bestaande équipe van coach Burgersdijk gaat dit zomerseizoen weer als favoriet van start. In de hoofdklasse gemengd kent Leimonias nu in stadgenoot De Metselaars een ‘oude’ tegenstander. Door de spelers van De Mets wordt gehoopt op lijfsbehoud. Op de Mets wordt deze zomer wel weer de jaarlijkse Challenger gehouden met internationale inbreng. Hagenaar Robin Haase is op de mondiale ranglijst wat gezakt, maar zit nog altijd ruim binnen de top 100. De badmintonners van DKC hebben hun competitie verrassend goed afgesloten. Vorig seizoen nog degradatiekandidaat, nu de vice-kampioen. In een spannende finale werd verloren van topclub BC Amersfoort. Soraya de Visch Eijbergen was in de competitie superieur en verloor geen enkele wedstrijd. Zij keert de Haagse badmintonners echter de rug toe. Verheugd is wel dat Dennis van Daalen de Jel en Mark Caljouw onlangs hun contract verlengden. Dit seizoen proberen ze weer hoge ogen te gaan gooien in de landelijke beker die volgende week voor hen gaat beginnen. Bekerfinale Hellas en Hercules zijn de twee Haagse handbalclubs in de Eredivisie. De handbalsters van Hellas behaalden wel de kampioenspoule, maar konden geen potten breken. Wel wist het team van coach Fred Michielsen de bekerfinale te bereiken. Op Hemelvaartsdag speelt Hellas tegen de grote favoriet Dalfsen. Ook voor de heren zit er misschien succes aan te komen. Na de degradatie van vorig seizoen zullen de heren de nacompetitie wellicht winnend afsluiten. Voor een plek in de Eredivisie zal dan gestreden moeten worden met stadgenoot Hercules dat directe degradatie wist af te wenden. Den Haag is een hockeystad bij uitstek. Verschillende wereld- en Olympisch kampioenen speelden ooit voor Haagse topclubs. De laatste jaren is het kommer en kwel in de Haagse hockeywereld. De heren van HGC en de HDMvrouwen vechten dit seizoen voor behoud in de Hoofdklasse. Met het oog op
het WK hockey in 2014 zou het wenselijk zijn dat Den Haag als hockeystad weer een woordje ging meespreken. Waar zijn de nieuwe Naomi van As en Bram Lomans? Of komt de nieuwe lichting er snel aan? De Haagse rugbyers van HRC wisten de play offs dit seizoen te bereiken. Het team van coach Aaron Falloon wisselden sterke met zwakkere duels af, waardoor er geen enkel moment de titel in zicht is geweest. Maar de ontwikkeling van bepaalde spelers in de Ereklasse geeft de technische leiding van HRC weer moed. Raymond van Barneveld is een wereldtopper in het darts. In Groot-Brittannië
bal is de snelst groeiende indoorsport bij scholieren. In SC Noordzee heeft Den Haag een ambitieuze club. Het probeert dit seizoen de stap naar de Eredivisie te maken. In de golfsport komt Den Haag of moeten we Wassenaar zeggen, goed voor de dag. De lady golfers van de Koninklijke Haagsche komen in de Hoofdklasse uit en ook de heren hebben menige titel binnengesleept. Verschillende Haagse golfers, zoals de broers Kind, proberen in het internationale veld voor goede prestaties te zorgen. In het korfbal springen de prestaties van de Haagse topclubs er niet uit. Het Sche-
De badmintonners van DKC behaalden tot ieders verrassing de finale van de play offs.>Foto: Creative Images
speelt hij voor duizenden toeschouwers wedstrijden tegen Phil Taylor en Michael van Gerwen. De man die het darten in Den Haag, Nederland en heel de wereld een geweldige boost gaf, doet nog steeds mee om de prijzen. CPC Wie kent als Hagenaar niet de ABN Amro CPC Loop niet? Het is het grootste sportevenement binnen de Haagse grenzen. Ook in de Parnassia Laan van Meerdervoortloop en de SDU Royal Ten heeft de Residentie loopevenementen van formaat. HAAG Atletiek, Sparta en de Hague Road Runners zijn de atletiekclubs van Den Haag. HAAG viert dit jaar het 100 -jarig bestaan met verschillende aansprekende evenementen, zoals de Vredesloop en het NK voor teams waar de organiserende vereniging hoge ogen probeert te gooien. Blikvanger van HAAG is langeafstandloper Khalid Choukoud die zich binnen enkele jaren als marathonloper hoopt te plaatsen voor de Olympische Spelen. ADO Den Haag is de sportclub die de meeste toeschouwers trekt. Daarmee heeft het behalve een sportieve ook een belangrijke maatschappelijke functie. Twee seizoenen geleden werd Europees voetbal behaald. In het huidige seizoen werd een bliksemstart onlangs teniet gedaan door vijf opeenvolgende nederlagen en belandde het elftal van Maurice Steijn in het rechterrijtje. Met nog drie duels voor de boeg is er op papier nog plaatsing voor Europees voetbal mogelijk. Zaalvoet-
veningse KVS miste bij het zaalkorfbal de promotie naar de Korfbal League, terwijl HKV/Ons Eibernest degradeerde. Gelukkig stond daar wel de promotie van Die Haghe tegenover zodat Den Haag volgend seizoen in de Hoofdklasse weer met twee teams is vertegenwoordigd. In de Haagse regio kent het cricket een grote historie. HCC, Quick en HBS spelen lang mee in de top van het nationale cricket. Dit seizoen komen alle drie de clubs uit in de Topklasse. Vorig seizoen speelden de Haagse verenigingen een rol van betekenis, maar wellicht is dat het komende zomerseizoen anders. Squash Op de Diepput wordt er op een hoog niveau aan squash gedaan. De club HSRC De Diepput behaalde voor het vierde achtereenvolgende jaar de tweede plaats. Laurens Jan Anjema is een wereldtopper die bij de beste twintig squashers van de wereld behoort. Clubgenoot Sebastiaan Weenink is momenteel ook goed bezig in het internationale squash. In grote sporten als basketbal, volleybal, honkbal en zwemmen speelt Den Haag slechts een bijrol. Basketbalvereniging The Jumpers degradeerde dit seizoen. In het volleybal is er slechts in Rijswijk en Voorburg sprake van clubs die in de subtop spelen. Anders is het gesteld met het beachvolleybal. Daar kent Den Haag met import Hagenaars wel wereldtoppers, vooral in de personen van Sanne Keizer en Marleen van Iersel.
De nieuwe zwemclub Racing Club leidt talentvolle jeugd. De verwachting is dat die in de nabije toekomst enkele nationale toppers zal afleveren in het nieuwe Hofbad. Enkele jaren geleden was HZZIAN een bepalende club in het waterpolo. Door het vertrek van enkele toppers is het Haagse waterpolo helemaal weggezakt. Ook in het wielrennen en schaatsen speelt Den Haag een bijrol. Na Michael Boogerd is er geen enkele Haagse wielertopper meer opgestaan. Namen als Bart Veldkamp komen we in het schaatsen al jaren niet meer tegen. In de regio wordt de schaatssport voornamelijk op recreatief niveau gespeeld. Een wintersport die wel een topper heeft afgeleverd, is het snowboarden. De jeugdige Dimi de Jong behoort tot de wereldtop en heeft zich inmiddels geplaatst voor de Olympische Spelen in Sotsji. Zeesporten Net als het beachvolleybal zijn ook de zeesporten voor de gemeente Den Haag een speerpunt in het sportbeleid. Men is druk bezig om Haagse zeilers de begeleiding te geven die nodig is om de wereldtop te bereiken. Thierry Schmitter is een grootheid in het paralymische zeilen. Het surfen is hot op Scheveningen. Onder de bezielende leiding van Michael Schmitz probeert de organisatie SurfBenelux talenten op te leiden. In het kitesurfen is Katja Roose een wereldtopper. In de vechtsporten die onze stad rijk is, zijn de prestaties ook niet talrijk. Het boksen heeft al enige tijd geen groot talent meer afgeleverd. Een club als de Haagse Directe leidt jonge boksers op, maar de echte groeibriljantjes lijken niet meer voor handen. In het judo zijn Anicka van Emden en Carola Uilenhoed potentiële wereldtoppers. Het is dan ook jammerlijk dat deze twee topsporters niet meer in Den Haag trainen. Bij judovereniging Lu Gia Jen staat wel wat te gebeuren in de toekomst. In een samenwerking met clubs uit Haaglanden lijken er verschillende talentjes door te gaan breken. Het taekwondo heeft met clubs als Koryo en Seongong goede vertegenwoordigers in de nationale top. Tenslotte de typisch Amerikaanse sporten als American Football en Lacrosse. In de Verenigde Staten sporten die populair zijn bij een groot publiek. Hier in Den Haag houden voornamelijk expats zich bezig met deze takken van sport. Conclusie: Den Haag spreekt nationaal een aardig woordje mee. Internationaal blijven de prestaties achter. In grote sporten als het voetbal, hockey, schaatsen en korfbal lijkt de top verder weg dan ooit. Den Haag kent enkele wereldtoppers in Laurens Jan Anjema, Dimi de Jong, Katja Roose, Sanne Keizer, Marlen van Iersel, Thierry Schmitter, Anicka van Emden en Carola Uilenhoed. Maar er is nog geen sprake van een grote lichting aanstormend talent vanuit de Residentie. Toch mag Den Haag enkele grote evenementen gaan organiseren op het gebied van beachvolleybal, zeilen, hockey, surfen en de triatlonsport. Veel werk aan de winkel voor de beleidsbepalers die de Haagse sport een smoel moeten geven. Jammer genoeg staat de topsport in de gemeenteraad niet hoog op het programma. Of wellicht geeft de Sportcampus Zuiderpark over enkele jaren de Haagse sport een boost. Wie zal het zeggen?
19
varia<
Vrijdag 3 mei 2013 > Den Haag Centraal
Natuur in de buurt
De maand mei is een heerlijke maand om erop uit te trekken, te fietsen, te wandelen of te picknicken. En daar hoef je niet eens heel ver voor van huis, er zijn zoveel groene parkjes, tuinen en natuurgebiedjes in de buurt! Door Wendy Hendriksen
Landgoed Ockenburgh Op dit parkachtige landgoed zijn tal van wandel- en ruiterpaden aangelegd, en honden aan de lijn zijn welkom. Aansluitend liggen ook nog eens het Hyacinthenbos en het Leydenhof, twee prachtige duinbossen. De begroeiing bestaat uit eiken, lijsterbessen, hyacinten, stekelvarens, salomonszegel en lelietjes van dalen en tussen al dat groen is het heerlijk wandelen. Loop vooral eens de bosmierroute, als je durft!
Vlindertuin Reigersbergen In de vlindertuin groeien planten die energierijk nectar bevatten, zoals het koninginnekruid, sedum en de damastbloem. Er staan ook waardplanten die als voedsel voor de rupsen dienen. De wilde peen, herik en gele toorts zijn daarbij erg belangrijk, maar de brandnetel is pas echt onmisbaar. Op de bladeren worden eitjes gelegd en zodra de rupsen uitkomen, beginnen ze van de plant te eten. U kunt de
Het fietspad sluit aan op het bestaande ANWB fietspadennet. Westduinpark Het Westduinpark heeft een fikse opknapbeurt achter de rug. De blanke duintoppen en duinvalleien zijn weer goed te zien, en de parel van het park, de vochtige duinvallei de Natte Pan is verdiept en geschoond. Deze unieke kraamkamer voor orchideeën, vlinders en zandhagedissen heeft zich na de werkzaamheden weer gevuld met water en kort na het afronden van de werkzaamheden in maart zijn al weer honderden jonge rugstreeppadden gezien. Een prachtige wandeling die start bij het Markenseplein, einde tramlus 12.
Knettergras
delseweg 40, Wassenaar Pannenkoekenboerderij Meyendel. Meyendelseweg 36, Wassenaar. Sint Hubertuspark Dit park is een voormalig jachtterrein dat bestaat uit een bos en open zandvlakten. Het gebied lijkt groter dan het in werkelijkheid is, dat komt door de slingerpaden, de hoogteverschillen en de gevarieerde begroeiing. Door het reliëf zitten er een paar pittige klim-
Ockenburg: Monsterseweg, Den Haag en Hyacinthenbos: Machiel Vrijenhoeklaan, na 200 meter links brug over en trap op. Van Kijkduin tot Hoek van Holland Er slingert een nieuw, 11 kilometer lang fietspad (F370) van de binnenrandduinen van Kijkduin door het beschermde natuurgebied Solleveld helemaal naar strandslag Vlugtenburg bij Hoek van Holland. Onderweg zie je een boeiend natuurpalet: in de duinzone groeit duinaveruit, parnassia, fraai duizendguldenkruid en waterpunge en in de rivierenzone groeit onder meer beemdkroon, handjesgras, goudhaver en kruisdistel, en kijk, daar rechts? Daar ligt de zee!
stadsgroen
De deelnemers van ons gezelschap mijmeren na een heerlijke, gezamenlijk genoten maaltijd wat voor zich uit. Dankzij de uitstekende wijn dalen we in de reeks interessante gespreksonderwerpen af tot het laag bij de grondse niveau van gras. ‘Hoe snel groeit gras eigenlijk’, is de vraag. Voor het antwoord hoeft niet ver te worden gezocht, ‘gras’ is één van mijn stokpaardjes. ‘En waarom grijpen mensen op de allereerste zoetgeurende lentedag naar een kolossaal knetterapparaat om hun piepkleine grasveldje te gaan maaíen’, jengelt Carel, die wel van mensen maar niet van onnodige drukte houdt. ‘Gras-
De lust moet terug in de tuin, wordt er nu eenstemmig geroepen, de stem van Carel buldert er karakteristiek bovenuit
Wandelen in Meyenedel. >Foto: PR
vlindertuin niet in, maar de atalanta’s, citroenvlinders, boomblauwtjes, gehakkelde aurelia’s, bonte zandoogjes, bruine zandoogjes en distelvlinders zijn echter uitstekend te bekijken vanachter het hek van de tuin. Entree Reigersbergen/Marlot: Marlotlaan, Bezuidenhoutseweg, Hofzichtlaan en Leidsestraatweg. Meyendel Wat een verrassing, dit rustige duingebied zo dicht bij de stad! Door het afwisselende bosrijke en zanderige gebied lopen allerlei wandel- en fietspaden. Een prachtig onderdeel is Kijfhoek / Bierlap. De berken en ratelpopulieren zijn hier spontaan komen ‘aanwaaien’ en je vindt er zelfs wilde kamperfoelie, hop en heggerank. Om in dit deelgebiedje te kunnen wandelen is een kaartje nodig. De overige 2.000 hectare zijn vrij toegankelijk.
metjes in het padenpatroon. En het hoogste punt? Dat is De Bloedberg, een verhoogde duintop. De fietsroute ‘Parkenroute’ loopt door het park, en paardrijden is toegestaan. Ingangen: Kwekerijweg, Plesmanweg, Sint Hubertusweg, Waalsdorperweg, Klatteweg en Van Voorschotenlaan.
sprieten beginnen te groeien zodra de enzymen in het wortelstelsel actief worden, iets wat ze pas doen bij een bepaalde temperatuur’, begin ik spontaan ontnuchterend uit te leggen. Het startmoment van die groei is een optelsom van het gemiddeld aantal vorstvrije dagen na de eerste januari, en zodra in de Enkhuizer Almanak staat aangekondigd dat het gras begint te groeien, pakken veel mensen een zak mest en
een elektrisch apparaat voor de eerste maaibeurt van het seizoen. ‘Maar waaróm dan’, blijft Carel een beetje zaniken. En daar is-ie weer, de malheur van het tuinieren. Zelfs het meest eenvoudige onderhoud van een alledaags stukje gras gaat met veel lawaai en ongerief gepaard. Gazononderhoud staat namelijk bol van de werkwoorden, waarvan maaien, harken, verticuteren, ontvilten, kale plekken inzaaien, bukken, mulchen, vochtoverlast verhelpen, gebreksziekten bestrijding en mollen verjagen slechts snippers van de volledige opsomming van lasten zijn. De lust moet terug in de tuin, wordt er nu eenstemmig geroepen, de stem van Carel buldert er karakteristiek bovenuit. ‘Al die last, al dat redderen, al dat gedoe, al die werkwoorden. Gras is bedoeld om op te liggen, met zijn tweeën op een geruite plaid naar de hemel kijken! Ik wil samen liggen, genieten van de warme voorjaarszon met één zo’n stevige spriet nonchalant tussen mijn tanden ... en dan wil ik ... Kopland citeren .... Ga nu maar liggen liefste in de tuin de lege plekken in het hoge gras, ik heb altijd gewild dat ik dat was, een lege plek voor iemand, om te blijven. We besluiten de dag met een decreet: Maai nóóit je gras zonder er eerst even op te gaan liggen. En als het kan ... het liefst samen. Wendy Hendriksen >Meer columns en een boek op www.wendyhendriksen.nl
Bosjes van Pex Dit ligt voor een deel op een oude strandwal, een ander deel ligt op een vochtige strandvlakte. Vroeger stond hier de boerderij van de familie Pex, die hier landbouw en veeteelt bedreef. In de Tweede Wereldoorlog is veel van de bebossing gekapt voor verdedigingswerken, waarna een gemengd loofbos is aangeplant. Je kunt op de vele paden wandelen en fietsen, honden mogen rennen in de uitrengebieden. Er is een restaurant, een speelweide en een manege.
Bezoekerscentrum De Tapuit, Meijen-
Entree via de Sportlaan en de Daal en Bergselaan
Vier jaar geleden werd er een kussengevecht gehouden in de Centrale Hal , waardoor het sneeuwde in de hele school en schoonmakers nog maandenlang kleine witte veertjes terugvonden in lokalen, gangen en wc’s. Dit jaar bezweken de eindexamenleerlingen bijna onder de grote last die op hun schouders lag. Alles was al gedaan en wat ze wilden doen, mocht niet van de schoolleiding. Op 13 Mei begint het Centraal Examen al, hoe sluit je het jaar origineel en ludiek af? Vwo-leerlingen in Tilburg vulden dit jaar alle gangen in het schoolgebouw
met vijftienduizend bekertjes gevuld met water. De conciërge die de leerlingen had geholpen vreesde even voor zijn baan, maar gelukkig nam de schoolleiding het goed op en hielp zelfs mee met opruimen. In Almere werden de voordeur, de tuin en de auto van een aantal docenten ingepakt met papier en rood-witte linten terwijl er in Woerden ’s ochtends drie varkens in de lerarenkamer stonden. Schoolleiding en leerlingen staan hierdoor aan het einde van het jaar opeens lijnrecht tegenover elkaar. Leerlingen denken namelijk vaak aan: water, supersoakers, modder, schuim of het brandalarm. In Alkmaar werd zelfs een striptease danseres ingezet om de wiskundeleraar te bedanken. De directeur van de school was ‘not amused’, het geld dat beschikbaar was gesteld voor de stunt moest door de leerlingen worden terugbetaald en er werd ook een hartig woordje gesproken met de desbetreffende leraar.
onderwijs
Examenstunt
Sushi, surfen, chocolade... daar kun je docenten op het HML voor wakker maken. Dat hebben ze geweten, op YouTube zie je docenten midden in de nacht de deur open doen voor leerlingen die zich aan hun woord hebben gehouden. Een docent Nederlands surft sportief mee op de Polo van de buurman, maar niet iedereen werd even enthousiast ontvangen. Het grappigste moment kwam toen de leerlingen per ongeluk aanbelden bij een kwade buurman van de desbetreffende docent en daar eindelijk achter kwamen: ‘Jongens, dit is Otto niet!’.
Omdat het vaak zorgt voor overlast, rommel en lesuitval en er weinig originele, grappige en fantasierijke activiteiten worden georganiseerd, schaffen veel scholen de examenstunt af. Tot grote opluchting van veel leerlingen uit de onderbouw die elk jaar doodsbang het gebouw uitvluchten zodra de stunt begint. Hoewel alle uitgangen geblokkeerd worden door leerlingen uit de bovenbouw, zijn er namelijk altijd leerlingen die via de gymzaal of via diverse ramen weten te ontsnappen. Dat het ook anders kan bewezen leerlingen in Zoetermeer. Zij probeerden met hun stunt zoveel mogelijk geld in te zamelen voor Kikabouw. Een Oscaruitreiking en ludieke acties waarbij onder andere een leraar zijn haar liet millimeteren voor het goede doel, zorgde ervoor dat er 131 steentjes werden verdiend. Origineel en doeltreffend was de actie van leerlingen in Barneveld. Zij namen de parkeerplaats van de school over met
een eigen Occupy-kamp. Op spandoeken stond: ‘Dit is geen examenstunt’, uit protest tegen het besluit van de schoolleiding om geen examenstunt meer te laten plaatsvinden op school. Op Twitter kunnen leerlingen nog meer inspiratie opdoen, je ziet een school gevuld met ballonnen, leest over leerlingen die de school op Marktplaats hebben gezet en je kunt een filmpje bekijken waarin de gastvrijheid van docenten wordt getest. Maar het leukste is natuurlijk het kamperen op het sportveld achter de school. Ten slotte de top drie: werken met een thema (sprookjes, jungle, zombies), een stormbaan/luchtkussen en (mijn favoriet) het organiseren van een flashmob. De belangrijkste tip op Twitter? Vertel niets over de eindexamenstunt! Annette de Hoop Docent Nederlands Haags Montessori Lyceum www.hml.nl
20>society
Den Haag Centraal > Vrijdag 3 mei 2013
vilan, renate & de residentie
Allemaal aan de poëzie
Zo weggelopen uit ‘Candlelight’… ‘alleen aan een tafeltje/waar ben je gebleven/mijn lief ik mis je/verdriet neemt mij in bezit’. > Foto’s: Otto Snoek
De kermis veroorzaakte een oorverdovend lawaai op het Lange Voorhout, en daarbij deed het ook pijn aan de ogen. Ons tenminste, terwijl we een doorgang zochten naar het poëziecafé in Bodega De Posthoorn. Dat was nog best moeilijk. De attracties stonden dicht tegen elkaar gedrukt en overal waren mensen die volop aten en dronken, opdat zij genoeg inhoud zouden bezitten voor het nachtelijk braken. Je leeft maar één keer, tenslotte. Voor de geestelijke inhoud waren we op pad gegaan, ook al nieuwsgierig gemaakt door de brute manifestatie van het poëziecafé in zowat alle digital media. De Leestafel – ziehier de bruisende naam van het gezelschap – vonden we dominant aanwezig op Facebook, we zagen een uitgebreide website en toen ontvingen we ook nog eens een multimediale nieuwsbrief. Heus, de poëzie is weleens kwetsbaarder geweest. Bescheidener. En dan te bedenken dat het poëziecafé deel uitmaakt van de Haagse Poëzieroute, een grotere club, die ook flink aan de weg timmert. In de Posthoorn bleek een gewoon gezellig avondje gaande te zijn. Er waren vooral veertigers en vijftigers, die elkaar kenden van andere leestafels en vergelijkbare open podia. Een dame met een groot fototoestel flitste alle kanten op, maar bijna niemand had er last van. Dat kwam ook omdat er een dichter op het podium stond voor te dragen uit eigen
Zo ga je je als dichter nog een echte ster voelen ook.
Van stadsdichter tot showstopper: de enige echte Harry Zevenbergen.
werk. Een jongensachtige man, die sympathie wekte, zeker toen hij na afloop alle boekhandels opsomde die zijn bundels verkochten. “U kunt ze ook bij mij kopen,” suggereerde hij, waarna de dichter achterin de zaal ging zitten. Een mooie pose, zo tegen de muur.
hoorn, die ons verblijdde met een gedicht in onverstaanbaar Engels. Men dronk, er kwamen hapjes rond, er werd vrolijk gesproken, er kon geen enkel bezwaar tegen de Leestafel bestaan, ware het niet dat we gaandeweg een groot verlangen voelden groeien naar de gekwelde ziel van een dichter, dan wel dichteres. Want het was zeker onderhoudend allemaal, o ja, en geestig ook, en ontroerend op z’n tijd, en de erotiek bleef thematisch gezien gelukkig beschaafd, maar de rauwe ziel zat er niet in. Nu kan het heel wel zijn dat deze na de pauze dronken in de Posthoorn was ver-
De ene dichter wisselde de andere af, en een ieder had een eigen thema, een persoonlijke manier van voordragen, soms uit het hoofd, soms van papier, en zo ging de tijd nog best snel om. Een boeiend gastoptreden vond plaats van de eigenaar van de Post-
Poëzie blijkt ook om te lachen.
schenen, toen wij al huiswaarts waren gekeerd. Maar geen seconde eerder. Denk aan het gezicht van Willem Kloos, aan zijn onsterfelijke regels, aan alles uit zijn leven, en u weet wat er die avond ontbrak. We leven in andere tijden. De poëzie is anders. Begrijpelijker en toegankelijker. Democratischer, min of meer. Naast ons zat een dame die ongevraagd mededeelde dat ook wij gedichten zouden kunnen maken, want iederéén kon dat, als je maar een pen kon vasthouden en een beetje voor mensen voelde zodat je ze kon ráken. “Ik praat geen onzin,” zei ze nadrukkelijk.
De showstopper voor de pauze was Harry Zevenbergen. Een dichter, een vakman. Hij nam de microfoon en vulde de gehele bodega met zijn meeslepende teksten. Volgende maand is er wéér een poëziecafé, same place, same time. En als u denkt dat uw gedichten een publiek nodig hebben, ga erheen, spring op het open podium en u zult verbaasd zijn hoe gezellig het is. Tenzij u Kloos leest. Dan bent u op de kermis beter af, vol wanhopig stemmend hol vermaak, gelijk het leven, waarna ons allen de dood wacht. Vilan van de Loo