THE STORY OF STUFF
10016_The Story of Stuff_NL_v4.indd 1
26-08-10 11:05
Bezoek onze internetsite www.awbruna.nl voor informatie over al onze boeken en dvd’s.
10016_The Story of Stuff_NL_v4.indd 2
26-08-10 11:05
Annie Leonard Host of the Internet film sensation The Story of Stuff
THE STORY OF
STUFF Hoe onze obsessie met spullen de planeet, onze samenleving en onze gezondheid uitput – en een visie op verandering Annie Leonard Host of the Internet film sensation The Story of Stuff
10016_The Story of Stuff_NL_v4.indd 3
26-08-10 11:05
Oorspronkelijke titel The Story of Stuff Original English language edition Copyright © 2010 by Annie Leonard All rights reserved including the right of reproduction in whole or in part in any form. This edition is published by arrangement with the original Publisher, Free Press, a division of Simon & Schuster, Inc., New York. Vertaling Henk Popken Illustraties Ruben DeLuna en Louis Fox, Free Range Studios Ontwerp Chris Brunell, Free Range Studios Omslagontwerp Pinta Grafische Producties Opmaak S-PrePress, Hilversum, www.sprepress.nl © 2010 A.W. Bruna Uitgevers B.V., Utrecht isbn 978 90 229 9604 1 nur 740
Dit boek is gedrukt op papier dat het kenmerk van de Forest Stewardship Council (fsc) mag dragen. Bij dit papier is het zeker dat de productie niet tot bosvernietiging heeft geleid. Een flink deel van de grondstof is afkomstig uit bossen en plantages die worden beheerd volgens de regels van fsc. Van het andere deel van de grondstof is vastgesteld dat hiervoor geen houtkap in de laatste resten waardevol bos heeft plaatsgevonden. Daarom mag dit papier het fsc Mixed Sources-label dragen. Voor dit boek is het fscgecertificeerde Munkenprint gebruikt. Dit papier is 100% chloor- en zwavelvrij gebleekt en wordt geleverd door Arctic Paper Munkedals AB, Zweden. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16 h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting pro (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
10016_The Story of Stuff_NL_v4.indd 4
26-08-10 11:05
Voor Bobbie en Dewi
10016_The Story of Stuff_NL_v4.indd 5
26-08-10 11:05
Inhoud Inleiding .............................................................................................. 9 Een woordje over woorden .............................................................. 31 Uitleg bij vaak terugkerende illustraties .......................................... 37 1. Winning........................................................................................... 38 2. Productie......................................................................................... 85 3. Distributie .................................................................................... 152 4. Consumptie .................................................................................. 193 5. Afval ............................................................................................. 235 Epiloog: het verhaal herschrijven.................................................... 294 Appendix 1 Voorbeelden van veelbelovende ontwikkelingen, hervormingen en wetten . ............................................................... 312 Appendix 2 Aanbevolen individuele acties ........................................................ 319 Appendix 3 Voorbeeldbrief aan pvc-verkopers, -producenten en -lobbyisten .................................................................................. 324 Noten . .............................................................................................. 327 Verantwoording ............................................................................... 361 Hoe dit boek tot stand kwam ......................................................... 366 Register ............................................................................................ 367 Over de auteurs ............................................................................... 376
10016_The Story of Stuff_NL_v4.indd 7
26-08-10 11:05
Inleiding Mijn jeugd in de groene, weelderige stad Seattle in de jaren zeventig van de vorige eeuw was idyllisch, maar de echte lol kwam in de zomer, als we de kampeerspullen in onze stationwagen propten en op weg gingen naar de magnifieke bergen van de North Cascades. Aangezien we toen nog geen dvdspelers op de achterbank hadden, keek ik tijdens de rit uit het raam en bestudeerde het landschap. En elk jaar zag ik dat de winkelcentra en huizen weer iets verder waren opgerukt, terwijl de bossen iets later begonnen en steeds een beetje kleiner werden. Waar bleven die zo geliefde bossen? Ik vond mijn antwoord op die vraag enige jaren later, en uitgerekend in New York. De campus van het Barnard College, waar ik milieukunde ging studeren, lag aan West 116th Street, in Manhattans Upper West Side, en mijn studentenhuis lag aan West 110th Street. Als ik ’s ochtends slaapdronken de zes blokken naar de campus aflegde, zag ik de enorme hoeveelheid afval die daar elke dag langs de stoeprand werd gezet. Ik was geïntrigeerd. Ik begon in die eindeloze hopen vuilnis te porren om te zien wat daar zoal tussen lag. En weet je wat? Het was vooral papier. Papier! Zo eindigden dus die bomen van mij. (In feite bestaat 40 procent van het stedelijk afval in de VS uit papierproducten.1) Van de bossen die ik uit het noordwesten kende naar de straten van de Upper West Side naar... waar? Mijn nieuwsgierigheid was gewekt. Het liet me niet meer los; ik moest weten wat er gebeurde nadat het papier van de stoep was verdwenen. Dus ondernam ik een tripje naar de beruchte vuilnisbelt van Fresh Kills op Staten Island. Fresh Kills bestreek een oppervlak van ruim zeven vierkante kilometer en was daarmee een van de grootste afvalbergen ter wereld. Toen hij in 2001 officieel werd gesloten, was deze stinkende hoop volgens sommigen het grootste door mensen gemaakte bouwwerk op aarde, in volume groter dan de Chinese Muur, en met pieken 25 meter hoger dan het Vrijheidsbeeld.2 Ik had nog nooit zoiets als Fresh Kills gezien. Ik stond volkomen perplex. Zover ik kon kijken, zag ik afgedankt meubilair, huishoudelijke apparaten, 9
10016_The Story of Stuff_NL_v4.indd 9
26-08-10 11:05
THE STORY OF STUFF
kartonnen dozen, klokhuizen, kleding, plastic zakken, boeken en tonnen andere spullen. Ken je dat gevoel bij een akelig auto-ongeluk, dat je weg wilt kijken, maar toch blijft staren? Zo was het ook met deze afvalberg. Ik was opgevoed door een alleenstaande moeder van de generatie van na de Grote Depressie, die haar kinderen respect voor kwaliteit, en niet voor kwantiteit, had bijgebracht. Deels vanwege haar levensfilosofie, deels uit economische noodzaak, werd mijn jeugd gevormd door het bekende gezegde uit de Tweede Wereldoorlog: ‘Gebruik het op, draag het af, repareer het en doe anders maar zonder.’ Er was in ons huis gewoon geen sprake van overtollige consumptie of afval. We koesterden de dingen die we hadden, waren er zuinig op en behielden ze tot het echt niet meer ging. Dus die bergen nog perfect functionerende materialen die in Fresh Kills tot rotzooi waren gereduceerd, waren voor mij onbegrijpelijk. Het voelde volkomen verkeerd. Wie had dit systeem verzonnen? Hoe konden de mensen die ervan af wisten, het gewoon maar laten doorgaan? Ik begreep het niet, maar ik nam me plechtig voor het uit te zoeken. Na twee decennia speurwerk, nadat ik het begreep, noemde ik het The Story of Stuff.
Dwarsverbanden Mijn reizen voor dit boek brachten me over de hele wereld – voor onderzoek en voor missies voor Greenpeace, Essential Action, de Global Alliance for Incinerator Alternatives (gaia) en andere milieuorganisaties – niet alleen naar nog meer vuilnisbelten, maar ook naar mijnen, fabrieken, ziekenhuizen, ambassades, universiteiten, boerderijen, kantoren van de Wereldbank en overheidsburelen. Ik logeerde bij gezinnen in Indiase dorpen zo afgelegen dat mijn komst door wanhopige ouders werd begroet met de vraag: ‘Bent u de dokter?’ Ze hoopten dat ik de internationale gezondheidsmedewerker was – op haar jaarlijkse bezoek – die hun kind kwam genezen. Ik heb hele gezinnen ontmoet die woonden op de vuilnisbelten van de Filippijnen, Guatemala en Bangladesh en die overleefden dankzij het voedsel en de spullen die ze uit de stinkende, smeulende hopen haalden. Ik heb winkelcentra bezocht in Tokio en Bangkok en Las Vegas die zo groot en hel verlicht en plastic waren dat ik het idee had dat ik in de wereld van The Jetsons of Futurama terecht was gekomen. Overal waar ik kwam, bleef ik maar de vraag stellen: ‘Waarom?’ En groef ik weer wat dieper. Waarom waren vuilnisbelten zo gevaarlijk? Vanwege de giftige stoffen in het afval. En waarom zaten er trouwens giftige stoffen in het afval? Voor het antwoord op die vraag verdiepte ik me in de scheikunde en in milieu en gezondheid. Waarom lagen die afvalbergen zo vaak in armoedige gebieden waar gekleurde mensen woonden en werkten? Ik begon meer te leren over milieuracisme. 10
10016_The Story of Stuff_NL_v4.indd 10
26-08-10 11:05
inleiding
En wat is de economische noodzaak van het verplaatsen van complete fabrieken naar andere landen: hoe kunnen ze het product nog steeds voor een paar euro verkopen als het zulke afstanden moet afleggen? Plotseling werd ik met mijn neus op de internationale handelsverdragen gedrukt, en op de invloed van grote ondernemingen op de diverse overheden. En dan nog iets: waarom gaat elektronica zo snel kapot en waarom is repareren duurder dan vervangen? Zo leerde ik iets meer over met opzet verkorte levensduur, reclame en andere middelen om het consumentisme te bevorderen. Op het eerste gezicht lijken al deze onderwerpen los van elkaar te staan, en heel ver weg van die bergen afval in de straten van New York of de wouden van de Cascades. Maar het blijkt dat ze allemaal verband houden met elkaar. De reis heeft ervoor gezorgd dat ik een zogenaamde systeemdenker ben geworden. Dat wil zeggen dat ik denk dat alles onderdeel uitmaakt van een groter geheel en dat je daarom het een niet los kunt zien van het ander. Dat is niet zo’n vreemd idee: denk maar eens aan de laatste keer dat je koorts had. Je vroeg je waarschijnlijk af of die werd veroorzaakt door een bacterie of een virus. Koorts is een reactie op een vreemd element dat binnenkomt in het systeem dat je lichaam is. Als je niet het idee had dat je lichaam een systeem was, zou je mogelijk op zoek gaan naar een hittebron onder je hete voorhoofd of een of andere schakelaar die per ongeluk is omgezet en je temperatuur verhoogd heeft. In de biologie accepteren we heel vanzelfsprekend de idee van meerdere systemen (bijv. de bloedsomloop, de spijsvertering, het zenuwstelsel) die bestaan uit delen (bijv. cellen of organen), als wel het feit dat deze systemen in het lichaam op elkaar reageren. Op school hebben we allemaal geleerd over de watercyclus, het systeem dat op aarde het water door haar diverse stadia heen leidt – als vloeistof, stoom en vast ijs. En over de voedselketen, het systeem waarin – om maar eens een simpel voorbeeld te noemen – plankton wordt opgegeten door kleinere vissen, die weer worden opgegeten door grotere vissen, die worden opgegeten door mensen. Tussen deze twee systemen, de watercyclus en de voedselketen – ook al is de een onbezield en bestaat de ander uit levende wezens – is er een belangrijke interactie: de rivieren en oceanen uit het eerste systeem zijn de habitat voor de schepselen uit het tweede systeem. Dat brengt ons tot een ecosysteem, bestaande uit van elkaar afhankelijke onbezielde fysieke deeltjes en subsystemen als rotsen en water, en alle levende delen zoals planten en dieren. Er zijn ook systemen binnen systemen. De aardse biosfeer – een ander woord voor het volledige ecosysteem van onze planeet – is een systeem dat bestaat binnen iets veel groters dat we het zonnestelsel noemen. 11
10016_The Story of Stuff_NL_v4.indd 11
26-08-10 11:05
THE STORY OF STUFF
De economie functioneert eveneens als een systeem en daarom kan daar ook een domino-effect optreden, zoals wanneer mensen hun baan verliezen en vervolgens minder uitgeven, wat betekent dat fabrieken minder spullen kunnen verkopen, wat betekent dat nog meer mensen worden ontslagen... en dat is precies wat er in 2008 en 2009 gebeurd is. Systeemdenken met betrekking tot de economie verklaart ook een theorie als de ‘trickle-down’-economie, waarbij bijvoorbeeld belastingvoordelen aan de rijken worden gegund opdat ze meer investeren, wat dan weer tot meer banen voor de middenklasse en de lagere klassen zou moeten leiden. Als je niet zou denken dat deze onderdelen (geld, banen, sociale klassen) binnen een systeem actief zijn, zou er geen basis zijn voor de trickle-downtheorie, of voor de wisselwerking tussen vraag en aanbod. Al deze voorbeelden veronderstellen onderling gerelateerde delen binnen een groter geheel. Een andere manier om te zeggen dat alles onderdeel is van een groter geheel (inclusief de systemen zelf) is met de uitdrukking: alles houdt verband met elkaar. Vreemd eigenlijk: de loopbaan van de meeste mensen begint met een algemene interesse die met je schoolopleiding, je beroepsopleiding en je werkervaring steeds gespecialiseerder wordt. Er is een krachtige sociale en beroepsmatige onderbouwing voor dit soort toenemende specialisatie. Ikzelf heb echter precies het tegenovergestelde pad gekozen: ik begon met een fascinatie – en woede – over vuilnis, en dan met name de zakken vol spullen die op de stoepen van New Yorks Upper West Side stonden. Na mijn studie milieuwetenschappen kreeg ik een baan bij Greenpeace International, waarbij ik betaald kreeg om de bestemming en de impact te volgen van al dat afval dat in de VS in schepen werd geladen en naar het buitenland werd gestuurd. Mijn hele baan draaide om het onderzoeken en tegenhouden van dat internationale dumpen van afval. Ik zal Greenpeace voor eeuwig dankbaar zijn. Gebaseerd op het Quakerprincipe van de getuigenis – de idee dat het met eigen ogen zien van verkeerd gedrag een morele verantwoordelijkheid schept om anderen daarover te informeren en actie te ondernemen – voorzag Greenpeace me van een laptop en een rudimentaire training en liet me vervolgens los op de wereld om te getuigen van de handel in afval en om aan iedereen te vertellen wat ik had gezien. Zoals de meeste instellingen echter verdeelde Greenpeace haar werk naar specifieke aandachtsgebieden, waardoor wij los van elkaar in onze eigen schuttersputjes werkten: giftige stoffen, oceanen, wouden, atoomafval, mariene ecosystemen, genetisch gemodificeerde organismen, klimaat et cetera. De organisatie cultiveerde een strenge cultuur van specifieke exper12
10016_The Story of Stuff_NL_v4.indd 12
26-08-10 11:05
inleiding
tise. Zo wisten bijvoorbeeld de mensen van de giftige stoffen angstaanjagend veel over die stoffen – zelfs de interne medewerkers konden de moleculaire structuur opratelen van chloorverbindingen en uitleggen wat het gevaar was voor het milieu – en ze gingen als het ware met oogkleppen op hun doel af, met uitsluiting van al het andere. In die tijd spendeerden we niet veel tijd aan het begrijpen van de verbanden tussen de problemen waar ieder van ons zo hard aan werkte. Begin jaren negentig begon ik intensief te reizen om samen te werken met gelijkgestemden in andere landen. In het begin was ik er uitermate trots op dat ik meer van de internationale handel in afval af wist dan wie dan ook buiten mijn eigen team bij Greenpeace. Maar hoe meer ik reisde, hoe meer ik begon te beseffen hoeveel ik niet wist en niet begreep. Ik was aanvankelijk geschokt door al het werk dat al door anderen gedaan was, bijvoorbeeld in India, Indonesië, de Filippijnen, Haïti en Zuid-Afrika. Ik ontmoette tientallen mensen die aan een hele wirwar van zaken tegelijk werkten: water en bossen en energie en zelfs vrouwenzaken en de internationale handel. In het begin ging ik ervan uit dat ze met zoveel zaken tegelijk bezig waren omdat ze te weinig mensen hadden; ik had medelijden met hen dat ze het werk van meerdere mensen moesten doen, terwijl ik in de luxe verkeerde dat ik al mijn aandacht kon wijden aan één onderwerp. Na een tijdje echter kreeg ik een openbaring: al die zaken hielden onderling verband met elkaar. Terwijl ik al die touwtjes probeerde te ontwarren, besefte ik dat het afvalprobleem – of welk afzonderlijk probleem dan ook – niet los van al die andere problemen kan worden opgelost. Het me zo uitsluitend concentreren op slechts één probleem, deed me geen goed; het bemoeilijkte in feite mijn vermogen om de context van het afvalprobleem te begrijpen, om het Hele Plaatje te zien. Me bezighouden met andere zaken leidde niet af van mijn eigen resultaten, het maakte juist een doorbraak mogelijk. En zo verschoof ik mijn aandacht van het poken in vuilniszakken naar het onderzoeken van wereldwijde systemen van productie en consumptie van gefabriceerde goederen, of wat academici wel de materiële economie noemen. Dat betekent dat ik heen en weer pendel tussen de twee disciplines die in de moderne wereld niet alleen worden gezien als scherp van elkaar gescheiden, maar ook als volkomen tegengesteld: het milieu (of de ecologie) en de economie. Maar weet je wat? Niet alleen zijn deze twee systemen met elkaar verbonden, maar het ene is in wezen een subsysteem van het andere, net zoals het ecosysteem van onze planeet een subsysteem van het zonnestelsel is. Veel milieudeskundigen willen trouwens niets met economie te maken hebben. Traditionele milieuactivisten richten hun aandacht vooral op die 13
10016_The Story of Stuff_NL_v4.indd 13
26-08-10 11:05
THE STORY OF STUFF
schattige bedreigde beer of de majestueuze cederbomen of de natuurreservaten waar ze heen trekken om niet over akelige zaken als de aandelenbeurs te hoeven nadenken. Bedreigde soorten en maagdelijke gebieden hebben tenslotte niets van doen met prijsafspraken of overheidssubsidies voor de mijnbouw of internationale handelsverdragen, toch? (Eh, nou ja, eigenlijk wel, ja.) Ondertussen zien klassieke economen het milieu en de natuur alleen maar als een onbeperkte en goedkope of zelfs gratis bron om de economische groei te voeden. O ja, en zo af en toe als het toneel van hinderlijke acties om de habitat van de bosspitsmuis te beschermen tegen de bouw van weer een nieuwe fabriek. Toch is de economie in feite een subsysteem van het ecosysteem van onze aarde, van haar biosfeer. Elk economisch systeem – ruilhandel, slavernij, het leenstelsel, het socialisme of het kapitalisme – is namelijk een menselijke uitvinding. Aangezien mensen slechts een van de vele soorten op aarde vertegenwoordigen (zij het wel een machtige soort, met ons geschreven woord en onze wapens), is elke uitvinding die wij doen een subsysteem van het ecosysteem. Als we dat eenmaal begrijpen (en dat is niet mijn opinie, maar gewoon een feit), komen we vanzelf tot andere inzichten.
Grenzen aan de groei Het belangrijkste van die nieuwe inzichten gaat over beperkingen. Wil het ene systeem binnen het andere kunnen bestaan, dan moet het subsysteem passen binnen de grenzen van het overkoepelende systeem. We hebben allemaal weleens die foto’s vanuit de ruimte van onze mooie, blauwe planeet gezien. Het oppervlak van dat stuk rots dat wij ons thuis noemen, beslaat ruim 510 miljoen km2 (ruwweg een derde daarvan is land).3 Als je een draad rond de evenaar zou willen spannen, zou je een lengte van 40.075,16 km nodig hebben.4 De totale watervoorraad – in alle verschijningsvormen – is ongeveer 1360 miljoen km3.5 Dat is waar we het mee moeten doen. De afmetingen en capaciteit van de aarde blijven stabiel. Dat betekent dat er een grens is aan de hoeveelheid land, water, lucht, mineralen en andere hulpbronnen die de aarde ons levert. Dat is gewoon een feit. Ik weet ook wel dat je dat al snel vergeet als je in een van de rijkere landen op aarde woont. Hoe zouden wij moeten weten dat de grond uitgeput raakt of dat de oceanen leeggevist worden? Maar weinig mensen zien onze gewassen groeien of de netten die de vis uit het water halen. Laat staan waar en hoe onze T-shirts, laptops, boeken en andere spullen worden gemaakt, ergens aan de andere kant van de aardbol. Van waar ik zit, in mijn knusse bungalow in Berkeley, San Francisco, ziet de wereld er niet slecht uit: het weer is aangenaam en het enorme assortiment in de supermarkt wordt niet aangetast door 14
10016_The Story of Stuff_NL_v4.indd 14
26-08-10 11:05
inleiding
de droogte die Californië al jaren teistert. Als onze fruitoogst dit jaar wat minder is, komen de appels wel uit Chili. Don’t worry, be happy. Maar de vele wetenschappelijke rapporten vertellen een ander verhaal. Er is inmiddels zo’n overvloed aan bewijzen voor de milieucrisis dat alleen mensen met oogkleppen op de feiten nog naast zich neerleggen. Terwijl veel economen en politici blind lijken voor de zeer reële fysieke beperkingen, spreken milieuactivisten, wetenschappers, academici en anderen al decennialang hun zorg uit. Er zijn honderden boeken en rapporten, van talloze betrouwbare en geloofwaardige bronnen, die documenteren hoe de zaken er op onze planeet voor staan. Hieronder een paar van de meest significante: • In juli 2009 bleken er 387,81 deeltjes per miljoen (parts per million, ppm) kooldioxide (CO2) in de atmosfeer te zitten. Geleerden overal ter wereld beschouwen 350 ppm als de maximum hoeveelheid die de atmosfeer aankan, wil de planeet blijven zoals wij die nu kennen.6 • Giftige industriële en agrarische chemicaliën komen nu voor in iedereen die er waar dan ook ter wereld op wordt getest, inclusief pasgeboren baby’s.7 • Luchtvervuiling binnenshuis doodt 1,6 miljoen mensen per jaar, en luchtvervuiling buitenshuis kost elk jaar ook nog eens 800.000 levens.8 • Ongeveer een vijfde van de wereldbevolking – meer dan 1,2 miljard mensen – heeft gebrek aan water, en deze hulpbron wordt steeds schaarser.9 • De inkomensongelijkheid neemt wereldwijd steeds grotere vormen aan. De rijkste 1 procent van de mensen heeft evenveel rijkdom en spullen als de onderste 57 procent.10 Wat gebeurt er dus als een subsysteem als de economie maar blijft groeien binnen een systeem met een vaste omvang? Dan gaat het wringen. Het uitdijende economische systeem botst met de begrensde capaciteit van onze planeet om het leven te waarborgen. Economen gaan ervan uit dat, met het huidige en verwachte groeitempo, de ontwikkelde landen 2 tot 3 procent per jaar zullen groeien, en China en India 5 tot 10 procent per jaar.11 Met wat we op dit moment wereldwijd aan goederen en diensten voortbrengen, produceren we nu al meer dan vijf keer (zeg maar gerust: bijna zes keer) zoveel CO2 als het niveau dat we moeten halen in 2050, willen we een totale klimaatchaos voorkomen.12
15
10016_The Story of Stuff_NL_v4.indd 15
26-08-10 11:05
THE STORY OF STUFF
papierconsumptie TON (MILJOEN)
watergebruik
jaar
populatie
totaal bbp 1990 INTERNATIONALE DOLLARS (10 12)
BEVOLKING (MILJARD)
jaar
jaar
jaar
mondiaal biodiversiteit verlies INFLATIE (DUIZEND)
AANTAL (MILJOEN)
transport: motorvoertuigen
jaar
jaar
klimaat: noordelijke hemisfeer gemiddelde temperatuur
TEMPERATUUR ANOMALIE
% VAN 1700 WARDE
ecosystemen: verdwijnen van tropisch regenwoud en bossen
jaar
jaar
Bron: W. Steffen et al, Global Change and the Earth System: A Planet Under Pressure, 2005.
16
10016_The Story of Stuff_NL_v4.indd 16
26-08-10 11:05
inleiding
Dat gaat dus een probleem worden, zeker als we ook nog eens rekening houden met de impact van het verhogen van de levensstandaard van het arme deel van de mensheid (wat onvermijdelijk betekent dat hun CO2-uitstoot toeneemt). Met het volpompen van onze fragiele atmosfeer met koolstofdioxide, en onze aanspraken op alle andere voor het leven op aarde zo belangrijke hulpbronnen, belasten we de planeet bovenmatig.
ATMOSFERISCHE -CONCENTRATIE
wij zijn hier
we horen hier te zijn
Bron: J. Hansen et al, ‘Target atmospheric CO2 : Where should humanity aim?’ 2008 350. org.
Simpel gesteld is het zo, dat als we onze winningsmethoden en productiesystemen niet aanpassen en we geen andere manieren zoeken om onze spullen te distribueren, consumeren en weg te doen – wat ik soms het neem-maakweggooi-model noem – de op dit moment bestaande economie de planeet zal vernietigen. Kijk maar eens naar het nieuws dat je binnenkrijgt terwijl ik deze woorden schrijf: de financiële markten zijn ingestort en slechts ten dele weer gereanimeerd dankzij enorme financiële injecties van de overheid; de voedselprijzen zijn ongerijmd en veroorzaken ellende bij zowel de boeren als de hongerenden in de wereld; de CO2-uitstoot groeit tot een levensbedreigend niveau en hulpbronnen als olie, vis en vers water worden met de dag schaarser. Ik weet dat het verleidelijk is om, gezien al deze grimmige feiten en de koppigheid van het probleem, het allemaal wel te geloven en je neer te leggen bij de bestaande situatie. Een vriendin van me vertelde me dat het lezen van dit soort informatie haar er juist toe brengt om te gaan winkelen, omdat het zo’n opluchting is om je in een situatie te bevinden waarin je grootste zorg is of je schoenen wel bij je portemonnee passen. Overal ervaren de mensen, en met name de armen, een soort crisismoeheid. Het is me ook nogal wat, al die 17
10016_The Story of Stuff_NL_v4.indd 17
26-08-10 11:05
THE STORY OF STUFF
griepepidemieën, hevige stormen, werkloosheid en bedrijfssluitingen. Het punt is dat we geen keus hebben. In de woorden van Joseph Guth, een advocaat, biochemicus en de juridisch directeur van het Science and Environmental Health Network: ‘Niets is van groter belang voor de mensheid dan een ecologisch functionerende, levensondersteunende biosfeer op de Aarde. Het is de enige bewoonbare plek die wij kennen in een voor de rest onheilspellend universum. Ons aller leven hangt ermee samen en we zijn gedwongen hem te delen; het is ons enige thuis... De aardse biosfeer lijkt op een bijna magische manier geschikt voor menselijke wezens en is dat ook, want al onafzienbare tijd hebben we ons er in ondergedompeld en daardoor kunnen evolueren. Zonder een goed functionerende biosfeer is ons geen lang en goed leven beschoren en dus is het alles waard wat we hebben.’13
Deeloplossingen Hoewel de uitdagingen onderling verband houden en het hele systeem omvatten, zijn de reacties erop vaak gericht op slechts één deelgebied – denk aan nieuwe technologieën, het beperken van de bevolkingsgroei of het intomen van het gebruik van natuurlijke hulpbronnen. Voorstanders van technische oplossingen, bijvoorbeeld, geloven dat schonere, groenere en meer innovatieve technologieën onze industriële en economische activiteiten zo efficiënt maken wat betreft energie en andere hulpbronnen, dat onze problemen op deze manier kunnen worden opgelost. Ze wijzen erop dat er steeds minder schade aan het milieu wordt toegebracht, gerekend naar eenheid van activiteit (per dollar bnp of per ton gefabriceerd product). Daar hebben ze geen ongelijk in. Veel technologieën zorgen voor steeds meer efficiëntie. Maar dat voordeel wordt tenietgedaan door het feit dat – althans tot aan de economische crisis van 2008 – er meer absolute groei was: meer mensen die steeds meer spullen betrokken, gebruikten en weggooiden. (Zelfs de afname van de productie in 2008 en 2009 was relatief gering en als we eerdere trends mogen geloven, zullen we binnen de kortste keren weer een groei zien.) Dus de negatieve impact op het milieu neemt al met al nog steeds toe, ongeacht de meer efficiënte technologie. De reden dat groene technologie ons niet zal redden, is dat het slechts een deel van het plaatje is. Onze collectieve impact op de planeet – hoe snel we de grenzen bereiken van het vermogen van de aarde om ons in leven te houden – is het resultaat van een combinatie van met hoevelen we zijn, welke technologieën we gebruiken en hoeveel we consumeren. Dit wordt vaak weergegeven door de i=pot-vergelijking, die in 1970 werd opgesteld tijdens de debatten tussen het kamp dat ervan uitging dat technologieën en consumptiepatronen de belangrijkste aanjagers waren van de vernietiging van 18
10016_The Story of Stuff_NL_v4.indd 18
26-08-10 11:05
inleiding
het milieu, en het andere kamp, dat aanvoerde dat de toenemende bevolking het probleem was. De i=pot-vergelijking – waarin I staat voor Impact, P voor Populatie, O voor Overvloed (ofwel consumptie) en T voor de gebruikte technologieën – erkent het samenspel tussen al deze factoren. De vergelijking helpt ons inzien hoe deze factoren op elkaar inwerken; globaal gesproken kunnen we onze impact verminderen door de populatie te verminderen en/ of onze technologieën te verbeteren. Globaal gesproken, maar niet altijd: niet als andere variabelen die veranderingen weer tenietdoen. Als bijvoorbeeld minder mensen meer spullen consumeren, zal de impact toch toenemen. Meer mensen die minder consumeren, zou de impact kunnen doen afnemen. Er zijn allerlei manieren waarop deze variabelen elkaar kunnen beïnvloeden. Natuurlijk is de bevolkingsgroei deel van het probleem: je hoeft alleen maar naar die grafieken in hockeystickvorm op pag. 16 te kijken om te beseffen dat een van de belangrijke redenen dat de afgelopen vijftig jaar exponentieel meer gebruikt is van alles (bomen, mineralen, vers water, visgronden et cetera), is dat we ook met exponentieel veel meer zijn. Het kostte ons tweehonderdduizend jaar (tot aan het begin van de negentiende eeuw) om de 1 miljard mensen te bereiken; en ruim een eeuw later (1960) bereikten we de 3 miljard; en we zijn sindsdien alweer met meer dan twee keer zoveel, met onze huidige 6,7 miljard mensen.14 Toch kwamen historisch gezien pogingen om de wereldbevolking te stabiliseren meestal uit de overconsumptieve regio’s van de wereld, waarbij vaak de enorme ongelijkheid in consumptiepatronen werd genegeerd. Het is vaak zo dat regio’s met de snelst groeiende bevolking maar heel weinig (te weinig) natuurlijke hulpbronnen gebruiken. Ondertussen produceert het uiterts kleine plakje van de wereldbevolking dat de meeste rijkdom bezit (de bovenste 1 tot 5 procent) het leeuwendeel aan broeikasgassen en andere milieuschade. Het is belangrijk dat, welke strategieën we ook besluiten in te zetten om de wereldbevolking te stabiliseren, we nooit mogen tornen aan de mensenrechten, met name de vrouwenrechten, en aan het gelijkheidsbeginsel. We weten niet precies wat de draagkracht van onze planeet is, maar we weten wel dat het geen absoluut getal is; het hangt af van onze productie- en consumptiepatronen. Dat roept vragen op over een evenredige verdeling van de hulpbronnen en waardeoordelen over hoeveel genoeg is. Moeten we ons afvragen hoeveel mensen de planeet aankan uitgaand van het consumptieniveau in de VS, of van dat in Bangladesh? En, even belangrijk, wie bepaalt het antwoord daarop? De vragen zijn gecompliceerd, maar we moeten samen de discussie aangaan en ook samen naar antwoorden zoeken. Dat moet omdat het geen twijfel lijdt dat we de grenzen zullen bereiken van wat de planeet kan dragen; we 19
10016_The Story of Stuff_NL_v4.indd 19
26-08-10 11:05
THE STORY OF STUFF
zijn daar al flink naar op weg. En als we die grens eenmaal zijn overgestoken, is het game over. Wij zijn van deze planeet afhankelijk wat betreft eten, drinken, ademhalen en leven. Onze eerste prioriteit moet zijn om uit te vinden hoe we dit voor ons leven zo cruciale systeem kunnen behouden. Niets is belangrijker dan een manier vinden om samen te leven – eerlijk, respectvol, duurzaam, vreugdevol – op de planeet die ons thuis is. En als die op hol geslagen menselijke inventiviteit dat in de weg staat – die economische machine die alleen maar gericht is op nemen, maken en weggooien – dan is het niet meer dan logisch om te overwegen die machine te ontmantelen en er een verbeterde versie van te ontwikkelen, gebaseerd op alles wat we de afgelopen decennia geleerd hebben.
Het is de economische groei, oen Economische groei verwijst meestal naar een toename in economische activiteiten over de hele linie (handel, dienstverlening, productie, consumptie, alles), en dat impliceert ook een toename in de hoeveelheid natuurlijke hulpbronnen die wij aan de aarde onttrekken, in de economie pompen, in producten veranderen en als afval aan de aarde teruggeven. Het betekent simpel gezegd meer. Meer spullen. Meer geld. Groei betekent groter worden, precies wat het woord zegt. Economische groei zou eigenlijk een waardeneutraal middel moeten zijn om de werkelijke doelen te bereiken: voorzien in de basisbehoeften van alle mensen en het creëren van een gezondere samenleving, een grotere gelijkheid, een schonere energie, een duurzamere infrastructuur, een levendigere cultuur et cetera. Economische groei heeft ook lange tijd bijgedragen aan deze fundamentele doelen, hoewel we niet mogen vergeten dat groei voor de een maar al te vaak gepaard is gegaan met de exploitatie van de ander. Een eeuw geleden, toen we nog grote stukken open land hadden, bracht het groeimodel ons wegen en huizen en centrale verwarming en een volle maag. Inmiddels hebben we in grote delen van de wereld al deze zaken. We hebben zelfs voldoende spullen om in de basisbehoefte van iedereen op deze wereld te voorzien; alleen laat de verdeling nogal te wensen over. Er is eerder sprake van een tekort aan delen dan aan een gebrek aan genoeg. Een groot deel van het probleem waar we nu voor staan, is dat ons dominante economische systeem groei als een doel op zichzelf ziet, boven al het andere. Daarom gebruiken we ook het bnp als de standaard om succes te meten. Het bnp is een optelsom van de waarde van goederen en diensten die een land per jaar voortbrengt. Maar daarbij blijven enkele heel belangrijke facetten van de realiteit buiten beschouwing. Om te beginnen zien we in het bnp niets terug van de ongelijke en oneerlijke verdeling van de rijkdom, en 20
10016_The Story of Stuff_NL_v4.indd 20
26-08-10 11:05
inleiding
wordt er ook niet gekeken hoe gezond, tevreden of bevredigd mensen zijn. Dat is ook de reden dat het bnp van een land 2 tot 3 procent kan stijgen terwijl de inkomens van de werkenden in diezelfde periode helemaal niet groeien – de rijkdom blijft steken op één plek in het systeem. Dave Batker, de directeur van Earth Economics en een discipel van de grote ecologische econoom Herman Daly, zegt dat het bnp te vergelijken is met de eigenaresse van een bedrijf die al haar uitgaven en al haar inkomsten optelt en ze dan samenvoegt tot een ‘groot, dom, nutteloos getal’. Het feit dat het getal groot is, zegt ons niets over hoe het bedrijf het echt doet.15 Een ander enorm probleem betreffende de manier waarop het bnp wordt berekend, is dat de werkelijke ecologische en sociale kosten van de groei niet worden meegenomen. Het is bedrijven meestal toegestaan (hetzij via vergunningen van de overheid, hetzij omdat ze niet aansprakelijk worden gesteld) om ‘de kosten te externaliseren’. Dat is in wezen een eufemisme dat economen gebruiken om aan te geven dat bedrijven wel spullen produceren en verkopen, maar niet de neveneffecten, zoals bijvoorbeeld de vervuiling van het grondwater, het blootstellen van mensen aan carcinogene stoffen of de luchtvervuiling, hoeven te betalen of zelfs maar bij te houden. Dat is eigenlijk een krankzinnige toestand. Terwijl het bnp aan de pluskant wel de activiteiten meerekent die vervuiling en kanker veroorzaken (zoals fabrieken die pesticides of polyvinylchloride produceren), en ook activiteiten om die vervuiling op te ruimen en de kanker te behandelen (zoals herstel van het milieu en medische zorg), worden in het bnp niet de vervuiling van water en lucht of de ontbossing verrekend. In zijn boek Deep Economy gaf Bill McKibben dit aan de realiteit ontleende voorbeeld van het falen van het bnp om succes te meten: in Afrika heeft de niet-inheemse waterhyacint jarenlang de waterwegen verstopt, en herbiciden hebben dat probleem niet kunnen oplossen. Toen ontdekte iemand dat gedroogde waterhyacint een prima voedingsbodem was voor het kweken van zeer voedzame paddenstoelen, en dat als de paddenstoelen de cellulose in de hyacinten afbraken, dat weer een fantastisch medium was voor wormen. De wormen verwerkten het vervolgens tot uitstekende mest en werden daarna zelf aan de kippen gevoerd. De kippen gaven de mensen natuurlijk eieren, terwijl hun uitwerpselen konden worden gebruikt als brandstof voor biogasinstallaties die energie leverden, en dat verminderde de noodzaak om bomen te gebruiken voor brandhout in de toch al ontboste regio’s in dat deel van Afrika. Omdat geldelijke transacties – zoals de aanschaf van kunstmest – verminderen, komt een oplossing als deze in de berekening van het bnp terecht als afnemende ‘groei’.16 Toch is het voor iedereen die kan zien, kan denken en het hart op de
21
10016_The Story of Stuff_NL_v4.indd 21
26-08-10 11:05
THE STORY OF STUFF
juiste plaats heeft, duidelijk dat de hyacint-paddenstoel-worm-kip-oplossing echte vooruitgang betekent: gezond en doordacht. Voor de heersende machten – de overheid en het bedrijfsleven – is het onbetwiste doel van onze economie een gestage verbetering van het bnp, ofwel groei. Groei als doel op zich heeft de echte doelen verdrongen, de dingen die de groei ons zou helpen bereiken. Wat ik, en velen met mij, zijn gaan inzien – en ik hoop dat dit boek dat nog eens overduidelijk aan het licht brengt – is dat te vaak het focussen op groei als doel op zich de echte doelen ondermijnt. Te veel van wat tegenwoordig als ‘groei’ wordt gezien – tonnen aan giftige consumentengoederen bijvoorbeeld – ondermijnt onze veiligheid, onze gezondheid en ons geluk. Ondanks de toenemende groei en met al onze vorderingen op het gebied van technologie, wetenschap en gezondheid, lijden meer mensen dan ooit honger, moet de helft van de wereld rondkomen van minder dan 2,50 dollar per dag,17 en wordt de inkomensongelijkheid binnen en tussen landen steeds groter. Het diepe, onwankelbare geloof van onze samenleving in economische groei berust op de aanname dat het focussen op oneindige groei zowel mogelijk als goed is. Maar geen van beide is waar. We kunnen het steeds uitdijende economische subsysteem (nemen-maken-weggooien) niet oneindig doorvoeren op een planeet met een begrensde omvang: op vele fronten zijn we de grenzen van onze planeet al gevaarlijk dicht genaderd. Onbegrensde economische groei is dan ook onmogelijk. En het is ook niet de strategie gebleken – na het punt waarop aan de basisbehoeften van de mens is voldaan – om het welzijn van de mensen te bevorderen. Na een bepaald punt houdt economische groei (meer geld en meer spullen) op ons gelukkiger te maken. Ik bedoel, als iedereen lol zou hebben, van zijn vrije tijd zou genieten en zich lekker zou voelen, zouden we kunnen besluiten dat het najagen van groei het waard was om daarvoor onze planeet te verpesten. Maar de grote meerderheid heeft helemaal geen lol; wat we zien is steeds meer stress, depressiviteit, angst en ellende. Oké. Zijn jullie er klaar voor? Hier komt het: deze kritiek op de economische groei is een kritiek op vele aspecten van het kapitalisme zoals dat op dit moment functioneert. Hier. Ik heb het woord genoemd: ‘kapitalisme’. Het is Het Economische Systeem Dat Niet Benoemd Mag Worden. Toen ik bezig was met het filmscript van The Story of Stuff, was het mijn bedoeling om te beschrijven wat ik heb gezien in de jaren dat ik het spoor van het afval volgde, fabrieken en vuilnisbelten bezocht en steeds meer leerde over hoe over de hele wereld dingen worden gemaakt, gebruikt en weggegooid. Ik ben er zeker niet speciaal voor gaan zitten om de beperkingen van 22
10016_The Story of Stuff_NL_v4.indd 22
26-08-10 11:05
inleiding
het kapitalisme te verklaren. Het was afval, niet de economie, waar ik me in eerste instantie mee bezighield. Het overviel me aanvankelijk dus nogal dat sommige critici de film ‘een ecologische kritiek op het kapitalisme’ of zelfs ‘antikapitalistisch’ noemden. Was hij dat? Echt? Dat inspireerde me om mijn oude economieboeken af te stoffen en de belangrijkste karakteristieken van het kapitalisme nog eens door te nemen. En ik realiseerde me dat deze critici een punt hadden. Het blijkt dat een kritische blik op hoe wij spullen maken en gebruiken en weggooien een aantal behoorlijk grote problemen blootlegt van een specifiek economisch systeem, kapitalisme genaamd. We kunnen er niet omheen: het kapitalisme zoals het op dit moment functioneert, is gewoon niet duurzaam. Zoals advocaat en voormalig presidentieel adviseur Gus Speth schreef in zijn boek The Bridge at the End of the World: ‘Inherent aan de dynamiek van het kapitalisme is een krachtige drang naar winst, om die daarna te investeren, te innoveren en zo de economie te laten groeien, en dat op een exponentiële manier... Mijn conclusie, na lang zoeken en aanzienlijke weerstand, is dat de meeste milieuschade het resultaat is van systematische fouten in het kapitalisme zoals wij dat nu kennen, en dat langetermijnoplossingen een heroverweging vergen van de sleutelbegrippen van dit kapitalisme.’18 Toch is er in de VS nog veel aarzeling om dit min of meer verboden onderwerp aan te snijden, bang als we zijn om voor niet-vaderlandslievend, onrealistisch of zelfs voor gek verklaard te worden. Elders in de wereld is er een wijdverbreide erkenning dat sommige aspecten van het kapitalisme niet goed werken voor de meerderheid van de wereldbevolking of voor de planeet; mensen praten er openlijk over. Michael Cohen, docent Amerikaanse Studies aan de University of California, Berkeley, zegt dat dit komt omdat het kapitalisme in andere landen wordt gezien als een optie, terwijl het in de VS als een onontkoombaarheid wordt gezien.19 Kunnen we het begrip kapitalisme op tafel leggen en er met dezelfde intellectuele accuratesse over praten zoals we dat bij andere onderwerpen graag zien? Kunnen we de fouten van het kapitalisme onderzoeken zonder te vervallen in al generaties lang bestaande stereotiepen en zonder ervan te worden beschuldigd on-Amerikaans te zijn? Weigeren erover te praten doet de problemen niet verdwijnen. Ik denk dat de beste manier om ons land te steunen is door je mond open te doen als het fout dreigt te gaan, in plaats van maar stilletjes te blijven zitten terwijl veel economische, ecologische en sociale indicatoren wijzen op verslechtering. Dit lijkt me een goed moment om te kijken hoe we het anders kunnen aanpakken, hoe we het beter kunnen doen.
23
10016_The Story of Stuff_NL_v4.indd 23
26-08-10 11:05
THE STORY OF STUFF
Neem de rode pil Het idee dat oneindige economische groei de beste strategie is om tot een betere wereld te komen, is bijna een seculier geloof geworden waar al onze politici, economen en media in meedoen. Het wordt zelden in twijfel getrokken, aangezien iedereen wordt verondersteld het als de waarheid te accepteren. Mensen die vraagtekens zetten bij het kapitalisme of bij groei worden als idioten gezien, of zoals in een recent artikel in U.S. News & World Report werd gesteld: ‘De groeiende anti-economische beweging [is] een samenraapsel van extreme milieufreaks, handenwringende technofoben en tegenstanders van de globalisering die de klok terug willen draaien...’20 Zelfs nadat hij het roer had overgenomen van een land dat is ondergedompeld in sociale, ecologische en economische problemen, in een moeizame periode die rijp is voor de adoptie van alternatieve strategieën, beloofden Obama en zijn team dat de economische groei zou terugkeren. De 800 miljard dollar die eind 2008 door het ministerie van Financiën werd toegezegd om de financiële markten te stabiliseren, was bedoeld om dit heilige idee van de economische groei te beschermen, en in 2009 hadden Obama, minister van Financiën Timothy Geithner, economische tsaar Larry Summers en de directeur van de Federal Reserve, Ben Bernanke, een geschatte 13 biljoen dollar aan openbare middelen toegezegd om Wall Street af te kopen en de economische groei weer op gang te helpen. Hoe kan dat? Waarom zijn zo weinig mensen bereid een economisch model in twijfel te trekken, of zelfs maar kritisch te bespreken, dat zo duidelijk niet ten goede komt aan de planeet en de meerderheid van haar bewoners? Ik denk dat een van de redenen is dat het economische model voor ons zo goed als onzichtbaar is. ‘Paradigma’ mag dan misschien een onaangenaam woord zijn, maar het is een belangrijk concept als we andere manieren willen overwegen om onze economie en onze maatschappij te organiseren. Een paradigma is als een raamwerk, of als een besturingssysteem van een computer. Het bestaat uit de dominante set van aannames, waarden en ideeën die bepalen hoe een samenleving de werkelijkheid ziet. Het is ons wereldbeeld. Na een tijdje neigen we te vergeten dat we de wereld door het paradigma zien, alsof we door contactlenzen kijken. ‘Je paradigma is zo inherent aan je mentale proces dat je nauwelijks van het bestaan ervan bewust bent, totdat je probeert te communiceren met iemand met een ander paradigma,’ zei de vooraanstaande systeemanalist Donella Meadows.21 Je zult aspecten van het paradigma eerder zien als je een cultuur van buitenaf bekijkt. Toen ik bijvoorbeeld halverwege de jaren negentig vijf maanden in Dhaka, Bangladesh, verbleef, gaf me dat een goede gelegenheid om de 24
10016_The Story of Stuff_NL_v4.indd 24
26-08-10 11:05
inleiding
normen van een andere cultuur te zien, en ook om die van mezelf in een nieuw perspectief te zien. Ik woonde in een huis vol Bangladeshi en werkte voor een organisatie die louter bestond uit Bangladeshi; er waren daar geen andere westerlingen. In het begin waren mijn huisgenoten en collega’s warm en vriendelijk, maar na ongeveer een week bekoelde hun houding. Ik bleef maar vragen of ik iets verkeerds had gedaan, maar kreeg geen antwoord, totdat een van de vrouwen, die in de VS had gewoond, uitlegde dat ik hen had beledigd omdat ik niet bij hen thuis was komen eten. ‘Maar ze hebben me helemaal niet uitgenodigd,’ protesteerde ik. Ze vertelde me dat ik gewoon tegen etenstijd bij hen langs moest gaan en mezelf moest uitnodigen. In de VS was ik nog nooit onuitgenodigd bij iemand wezen eten. Ergens in mijn achterhoofd sluimerde de gedachte dat het onbeschoft was om tegen etenstijd bij mensen langs te gaan en te verwachten dat je zonder uitnodiging zou worden gevoed. ‘Dat is onbeleefd,’ zei ik tegen de vrouw. ‘Nee, dat is het niet,’ zei ze. ‘Waar jij vandaan komt, is dat onbeleefd. Hier niet.’ Het was een simpel voorval, maar het zette me aan het denken. Ik stelde in gedachten een lijst op van alle overtuigingen, waarden en ideeën die ik als de waarheid beschouwde zonder er ooit echt over nagedacht te hebben: ik begon mijn paradigma bloot te leggen. Paradigma’s zitten zo diep en zijn zo onzichtbaar dat ze gemakkelijk kunnen worden aangezien voor de waarheid. Als dat gebeurt, beperken we onze creativiteit bij het zoeken naar oplossingen voor de problemen waar we voor staan. Ons denken is namelijk verkrampt en bevooroordeeld door het dominante raamwerk binnen onze maatschappij. Stel bijvoorbeeld dat jouw cultuur gelooft dat de aarde plat is; dan ben je niet geneigd om te onderzoeken wat er achter de horizon ligt. Als jouw paradigma de natuur ziet als een bron van voorraden bedoeld om aan de menselijke behoeftes tegemoet te komen, behandel je de natuur heel anders dan als je paradigma de natuur als iets heiligs ziet, als een complex systeem waar mensen slechts een onderdeel van zijn. Als jouw raamwerk zegt dat economische groei de sleutel is tot het oplossen van de armoede en tot het brengen van geluk, dan zul je de groei koste wat kost verdedigen, zelfs als het veel mensen alleen maar armer en ongelukkiger maakt. Helaas opereren veel organisaties en politiek leiders die proberen het milieu en de sociale omstandigheden te verbeteren, zonder nadenken vanuit dit paradigma. Maar, om Einstein maar eens aan te halen, problemen kunnen niet worden opgelost binnen hetzelfde paradigma als waardoor ze zijn ontstaan. Een goed voorbeeld daarvan is de manier waarop we proberen de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Bedrijven wordt daarbij toegestaan om hun ‘recht’ op vervuiling te verkopen aan andere bedrijven, die daardoor 25
10016_The Story of Stuff_NL_v4.indd 25
26-08-10 11:05
THE STORY OF STUFF
meer kunnen vervuilen; dit vanuit het geloof dat de vrije markt de meest efficiënte mogelijkheden zal weten te vinden om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Door vervuiling te zien als een ‘recht’ en op de markt te vertrouwen bij het oplossen van de milieuproblemen, versterken we echter precies dat paradigma dat deze ellende heeft veroorzaakt. In een ander paradigma zouden de gezondheid van de mensen en de ecologische overleving centraal staan, en zouden industriële activiteiten die deze doelstellingen ondermijnen, domweg verboden worden. Het recht op schone lucht en een gezond klimaat zou het recht op vervuiling overstijgen. Voordat we een paradigma kunnen veranderen, zullen we het moeten identificeren als een paradigma, in plaats van het te zien als de waarheid. In de film The Matrix is het dominante paradigma de virtuele werkelijkheid die is gecreëerd door machines teneinde de bevolking te onderwerpen terwijl hun lichaamswarmte en elektromagnetische activiteit worden gebruikt als energiebron voor de machines. Het eerste wat de rebellen onder leiding van Morpheus doen, is ‘uitpluggen’: ze nemen de rode pil om de Matrix te zien als wat hij werkelijk is. Ik denk dat het onderzoeken van de verborgen impact van al onze spullen in ons leven een manier is om je los te koppelen, wat weer de eerste stap is naar verandering. Donella Meadows heeft jarenlang gezocht naar de scharnierpunten waar ‘een kleine verschuiving van het een kan leiden tot grote veranderingen in alles.’22 Ze heeft in de loop der tijd een hiërarchie van scharnierpunten ontwikkeld, van die welke een zich langzaam ontwikkelende maar direct intredende verandering veroorzaken, tot die welke tot een fundamentele verandering van het hele systeem kunnen leiden. Aan de top van de hiërarchie staat het ter discussie stellen en veranderen van het paradigma zelf, want een verschuiving binnen het paradigma verandert onmiddellijk alles.23 Dit gegeven is voor mij een enorme bron van hoop en optimisme. Hoewel het veranderen van een paradigma vele generaties kan duren, kan het ook binnen een seconde gebeurd zijn, als één persoon plotseling iets in een ander licht ziet, zoals bij mij het geval was toen ik naast de vuilnisbelt van Fresh Kills stond.
The Story of Stuff Mijn reizen brachten me tot het besef dat de kwestie van het afval verband hield met de hele materiële economie: met het uitputten van natuurlijke hulpbronnen, zoals in de mijn- en bosbouw; met de chemische laboratoria en de fabrieken waar de spullen worden ontwikkeld en geproduceerd; met de internationale pakhuizen en winkels waar de spullen naartoe worden vervoerd, om vervolgens een onmogelijk laag prijskaartje opgeplakt te krijgen; met de slimme tv-reclames die deels door psychologen worden ontwikkeld 26
10016_The Story of Stuff_NL_v4.indd 26
26-08-10 11:05
inleiding
om de aandacht van de consument te vangen. Ik leerde over internationale instituten op het gebied van financiën en handel, zoals de Wereldbank, het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldhandelsorganisatie; multinationals als Chevron, Wal-Mart en Amazon; inheemse stammen die de regenwouden in Ecuador beschermen, naaisters die in Haïti nachtjaponnen met Disneyfiguurtjes maken, de Ogoni in Nigeria die Shell aanklagen, dorpen in de zogenaamde Cancer Alley in Louisiana, en katoenplukkers in Oezbekistan – en al deze processen en instituten en gemeenschappen bleken onderdeel van hetzelfde verhaal! Zoals milieueconoom dr. Jeffrey Morris uitlegde toen ik hem vroeg naar de werkelijke kosten voor mijn laptop: ‘Je kunt elk item herleiden tot zijn ware afkomst, en dan zal blijken dat de hele economie nodig is om iets, wat dan ook, te maken.’24 Terwijl ik de stukjes in elkaar paste van het hele traject van het disfunctionele systeem, stuitte ik op een diversiteit aan groepen die elk van deze onderwerpen vanuit een heel eigen invalshoek benaderden. Zo zijn er de uiterst gedreven economen, wetenschappers en politici, gewapend met hun waarlijk afschrikwekkende statistieken en feiten die helaas eerder paniek en wanhoop oproepen en mensen dicht doen slaan dan dat ze hen motiveren om actie te ondernemen. Dan zijn er de schrille stemmen van mensen die met hun vinger wijzen naar die slechte consumenten en die op schuldgevoelens vertrouwen om een massale verandering in het consumentenpatroon teweeg te brengen, meestal zonder al te veel succes. Je hebt de mensen die kiezen voor een simpeler leven en zich loskoppelen van de commerciële cultuur, die minder werken en kopen. Hoewel ze een effectief rolmodel kunnen zijn voor een leven buiten het nemen-maken-weggooien, zijn ze toch nauwelijks in staat om buiten hun eigen groep een culturele omwenteling te bewerkstelligen. Naast de mensen die geloven dat we zullen worden gered door technologische vernieuwingen, heb je ook de bewuste consument, die gelooft dat als we maar een markt scheppen voor groenere producten en processen, als we dit kopen in plaats van dat, dat het dan vanzelf goed zal komen. (Dat zijn degenen die aan het eind van mijn presentatie steevast de vraag stellen: ‘Oké, maar wat moet ik dan wel kopen?’) Je hebt ook nog de groene ontwerpers, die proberen onze producten en huizen veiliger te maken terwijl ze nog niet verder zijn dan het stadium van de ideeën. En natuurlijk zijn er al die activisten en campagnevoerders die hun eigen agenda nastreven, zoals ik zelf ook jarenlang deed. Ikzelf wilde proberen uit te vinden hoe ik kon praten over de materiële economie en het onderliggende paradigma van economische groei door het beste uit alle verschillende benaderingen te halen en een soort helikopterview te stimuleren, maar zonder te verzanden in technisch jargon, schuldgevoelens of wanhoop. 27
10016_The Story of Stuff_NL_v4.indd 27
26-08-10 11:05
THE STORY OF STUFF
Het is mijn bedoeling om met dit boek (en de film waarop het is gebaseerd) het verhaal van de spullen – de gang van de materialen door de economie – op een zo simpel mogelijke manier te ontrafelen. Het is niet mijn doel om je een schuldgevoel aan te praten (of je moet toevallig directeur van Chevron, Dow Chemical, Disney, Fox News, Halliburton, McDonald’s, Shell of de Wereldbank zijn); het moet duidelijk zijn dat het fundamentele probleem niet het individuele gedrag of een slechte manier van leven is, maar het rammelende systeem – de dodelijke neem-maak-weggooi-machine. Ik hoop dat het lezen van dit boek je ertoe brengt met de mensen in je leven informatie te delen over zaken als schadelijke stoffen in cosmetica, de problemen met de vuilverbranding en het hergebruik, en de tekortkomingen van het economische beleid van het imf. Ik zal mijn best doen om vakjargon op het gebied van chemie, economie en handelspolitiek te verklaren of gewoon te vermijden, want dat sluit mensen te vaak uit van deze belangrijke discussie. Er mogen ons dan heel wat uitdagingen te wachten staan, maar er zijn ook spannende en hoopvolle ontwikkelingen die ik gaarne met je deel en die ik zie als stappen naar een waarlijk duurzaam ecologisch-economisch systeem. En wat ik bovenal wil, is de burger in jou uitnodigen zich luider te manifesteren dan de consument die je ook bent en een vruchtbare, heldere dialoog aan te gaan met de mensen om je heen. Een paar punten ter verduidelijking. 1. Ik ben niet tegen spullen. Ik ben in feite zelfs vóór spullen! Ik wil dat we meer waarde hechten aan onze spullen, dat we die het respect geven die het verdient. Ik wil dat we inzien dat elk item dat we kopen allerlei hulpbronnen en arbeid heeft gevergd. Iemand heeft via mijnbouw de metalen voor jouw gsm naar boven gehaald; iemand heeft de balen katoen voor je T-shirt uitgeladen. Iemand in een fabriek heeft die zonnebril in elkaar gezet, en hij of zij kan daarbij zijn blootgesteld aan carcinogene stoffen of zijn gedwongen overwerk te verrichten. Iemand heeft het boeket bloemen door het land gereden of over de wereld gevlogen om het bij jou te krijgen. Het is nodig dat we de werkelijke waarde van onze spullen beseffen, een waarde die veel verder gaat dan alleen dat prijskaartje of de sociale status die het bezit ervan je oplevert. Spullen zouden lang mee moeten gaan. Ze zouden met de trots van de vakman moeten zijn gemaakt en ook dienovereenkomstig moeten worden gekoesterd. Net als de meeste Amerikanen heb ik ook een overvloed aan spullen en ik weet soms nauwelijks waar ik die moet laten. Ik probeer echter wel zo min mogelijk spullen te kopen, met name nieuwe spullen, die ik niet nodig heb. 28
10016_The Story of Stuff_NL_v4.indd 28
26-08-10 11:05
inleiding
Ik koop meubels, keukengerei, sportuitrusting en eigenlijk vrijwel alles wat maar mogelijk is bij tweedehands winkels, want dat voorkomt dat er nog weer meer afval wordt geproduceerd tijdens het maken ervan. Dat geeft me bovendien de kans om een betere kwaliteit te kopen, spullen die langer meegaan dan ik me zou kunnen permitteren als ik die nieuw zou aanschaffen. En vervolgens ga ik er zorgvuldig mee om. Ik laat mijn schoenen verzolen; ik herstel mijn kleren; ik laat mijn fiets niet in de regen staan, zodat hij absoluut zo lang mogelijk meegaat. 2. Ik romantiseer de armoede niet. Als ik wijs op de tekortkomingen van onze overconsumptieve Amerikaanse manier van leven en de lof zing van de wat minder ontwikkelde en minder materialistische landen, wil dat niet zeggen dat ik de armoede romantiseer. Armoede is een ellendige en niet te tolereren realiteit, een resultaat van het slecht functionerende economische model dat hulpbronnen verkeerd verdeelt. Ik wens niemand een dergelijk bestaan toe, beslist niet. Ik was ooit op bezoek bij een Indiase kostschool waar net een aantal kinderen was gestorven aan malaria, en daar realiseerde ik me dat het medicijn dat hen had kunnen redden minder kost dan wat ik thuis voor mijn kopje koffie betaal. Voor die kinderen, en anderen zonder voldoende voedsel, medicijnen, onderdak, scholen en andere basisvoorzieningen, zouden meer geld en meer spullen zonder meer helpen. Maar bewezen is dat, als onze basisbehoeften eenmaal bevredigd zijn, het je richten op het vergaren van steeds meer spullen in feite je geluk ondermijnt. (Zie hoofdstuk 4 over consumptie voor details.) In de VS werken we langer dan de mensen in vrijwel elk ander geïndustrialiseerd land in de wereld, en twee van de belangrijkste activiteiten in onze schaarse vrije tijd zijn tv-kijken en winkelen. We gaan dus naar ons werk, komen doodmoe thuis en ploffen op de bank voor de tv; de commercials vertellen ons dat we spullen nodig hebben om ons beter te voelen over onszelf, dus gaan we winkelen; en om dat allemaal te kunnen betalen, moeten we nog harder werken. Ik noem dit de werk-kijkspendeer-tredmolen.
29
10016_The Story of Stuff_NL_v4.indd 29
26-08-10 11:05
THE STORY OF STUFF
Wat ik waardeer in landen die niet zo in deze tredmolen vastzitten als de VS, heeft niets met armoede te maken. Ik bewonder juist landen waar mensen minder uren maken, langere vakanties krijgen, minder tv-kijken, meer tijd doorbrengen met hun vrienden en buren... en minder van hun energie verspillen aan spullen. Je mag zelfs stellen dat ik die manier van leven romantiseer; ik heb daar geen moeite mee. 3. Het is niet mijn bedoeling de VS af te kraken. Het leven in de VS heeft een aantal prettige kanten. Veel van de technologische verworvenheden en keuzes die we als consument hebben, hebben de kwaliteit van ons leven bevorderd. Maar na naar veertig landen te hebben gereisd, weet ik ook dat er plekken zijn waar wij nog wel iets van zouden kunnen leren. Ik benijd mijn vrienden in Europa die zich niet al die zorgen hoeven te maken over hoe ze hun dokter of hun universitaire opleiding moeten bekostigen. Ik zou willen dat we een ondergrondse hadden die even schoon, stil en stipt was als die in Seoul en Montréal. Ik zou willen dat het in de VS net zo aangenaam en veilig was om te fietsen als in Nederland. Ik zou willen dat we niet boven aan de lijst stonden als het gaat om obesitas, diabetes en andere gezondheidsproblemen. Ik denk niet dat ik de VS afkraak als ik zeg dat we terrein verliezen als het gaat om de kwaliteit van het leven. Integendeel, ik denk dat het juist heel vaderlandslievend is om de wens uit te spreken dat we hoger moeten willen reiken en moeten repareren wat niet werkt. Ik zie het als een eerbetoon aan het ongelooflijke potentieel van mijn land.
30
10016_The Story of Stuff_NL_v4.indd 30
26-08-10 11:05