The Merit Capital Investor Januari 2015 Voorwoord
Obligatiemarkten
Aandelen
Zet olie de markten in vuur en vlam? Samengevat mogen we stellen dat 2014 een positief jaar was voor zowel aandelen- als obligatiebeleggers. De meeste beleggers kunnen wellicht tevreden terugblikken op het voorbije jaar, alhoewel naar het einde van het jaar de zenuwachtigheid op de markten flink toenam. Correcties van 10% waren we al lang niet meer gewend, maar in oktober hadden we er een aan de hand. Het herstel na de correctie was even spectaculair als die van de neerwaartse beweging. Het adagio “buy on the dip” bleef duidelijk overeind ondanks de onverwachte sterke daling. Er zijn dus nog voldoende beleggers die geloven dat de aandelenmarkten niet overdreven duur gewaardeerd zijn. Begin december werden de beurzen opnieuw opgeschrikt omdat de steeds verder wegglijdende olieprijzen de vrees deed ontstaan voor een slabakkende wereldwijde economische groei. Ook ditmaal getuigden de markten van veerkracht en konden het opgelopen verlies snel goedmaken. Ook 2014 had een paar verrassende wendingen in petto. De overgrote meerderheid aan strategen voorspelde in het begin van het jaar een oplopende lange termijnrente en niemand voorzag een daling van de olieprijzen met meer dan 40%. De stijgende trend van de lange termijnrente tijdens de laatste maanden van 2013 zette veel analisten op het verkeerde been. In zo goed als alle Europese landen noteert de tienjarige rente momenteel op een historisch dieptepunt. Ook in de VS vertoeft de lange rente nog steeds dicht bij het laagste punt van het jaar. Voor de meeste obligatiebeleggers leverde deze evolutie een onverwachte meerwaarde op, maar diegenen die zich in het begin van het jaar positioneerden om een verdere rentestijging op te vangen, moeten nu de wonden likken. De duizelingwekkende daling van de olieprijzen in slechts een paar maanden tijd mag als de grootste verrassing van het jaar aangestipt worden. Als de prijs op een dergelijke spectaculaire wijze keldert, dan moet er iets fundamenteels aan de hand zijn, zeker in een sector die bekend staat voor kartelvorming. Tot voor kort beslisten de OPEC landen, met de Saudi’s op kop, over het olieaanbod op de wereldmarkten.
Fondsen in de kijker
Nieuwe trends
De prijs van olie evolueert in functie van het aanbod. Hoe minder aanbod, hoe hoger de prijs en vice versa, tot groot jolijt van de meeste olieproducerende landen. Door de ontginning van schaliegas en olie in de VS zijn de machtsverhoudingen op de oliemarkten sterk gewijzigd. De VS zijn de grootste olieproducent ter wereld geworden. Hierdoor overstijgt het aanbod plots de vraag waardoor de prijzen dalen. De Saudi’s weigeren deze keer het aanbod aan te passen met de bekende reactie tot gevolg. Zij trachten de olieprijzen zodanig terug te dringen dat grote oliebedrijven afzien van te dure en aldus verlieslatende ontginningsplannen in het noordpoolgebied en in de Mexicaanse diepzee. Ook kleinere energiebedrijven kunnen het water aan de lippen krijgen. Deze strategie zorgt op termijn voor een lager aanbod zodat de prijzen terug kunnen oplopen. Wij zijn ervan overtuigd dat de prijs van olie nog een hele tijd lang onder druk zal blijven staan. Onze positieve verwachtingen voor de aandelenmarkten in 2014 werden ingelost. De aandelenmarkten scoorden goed, de Chinese CSI300 index was de absolute uitblinker met een winst van 51,66% in lokale munt en 67,98 % in Euro. In Europa kon de DJ Eurostoxx 50 index nauwelijks 1.20% hoger afsluiten, de indexen in de VS deden het een stuk beter met winsten in de buurt van 15%. Boordtabel 31/12/2014 BEL20 AEX EUROSTOXX 50 SP500 EURUSD GOLD in usd OLIE BRENT IN USD EURIBOR3MD DUITSE BUND 10Y US TREASURY 30Y MSCI WORLD IN €
31/12/2013
31/12/2014
2923,82
3285,26
VERSCHIL YTD
12,36%
401,79
424,47
5,64%
3109
3146,43
1,20%
1848,36
2080,35
12,55%
1,3789
1,2135
-12,00%
1205,65
1195,29
-0,86%
110,8
55,95
-49,50%
0,287
0,078
-72,82%
1,929
0,541
-71,95%
3,968
2,7473
-30,78%
123,094
144,468
17,36%
The Merit Capital Investor januari 2015
Wat zijn onze prognoses voor 2015? Monetaire politiek en olieprijzen zullen de dominante factoren zijn in 2015.
VS: Van herstel naar expansie In de VS zijn de cijfers van de laatste kwartalen erg robuust. De Amerikaanse economie knoopt opnieuw aan met de degelijke groeicijfers die voor de financiële crisis het goede weer maakten. Op basis van deze sterke cijfers kon de FED het zich permitteren om in oktober het inkoopprogramma van staatsobligaties (bekend als QE) stop te zetten, zonder nare gevolgen voor de aandelenmarkten te veroorzaken. De werkloosheid is over het ganse jaar gestaag gedaald van 6,7% naar 5,8%. De bedrijfswinsten kwamen in het algemeen hoger uit dan verwacht. De PMI composite index (een index die de gezondheid van de bedrijfswereld meet) scheert al heel het jaar door hoge toppen. Dit alles heeft tot gevolg dat de Amerikaanse consument zich steeds meer in zijn nopjes begint te voelen en daarom steeds meer begint te spenderen. De fors lagere olieprijs zal de consumptiedrang van de Amerikaan nog verder aanzwengelen. Volgens een studie van UBS zou iedere daling van de olieprijs met 10 $ een extra groei van 0,2% van het wereldwijde BBP tot gevolg hebben na één jaar. Olieprijzen zijn sinds midden 2014 met meer dan 45$ gedaald. De positieve impact mag dus wellicht op ongeveer 1% geraamd worden.
Europa: Doet hij het of doet hij het niet? In Europa liggen de kaarten compleet anders. De verklaring voor de zwakke economische prestatie van de EU moet vooral gezocht worden in het divergerend monetair beleid van de ECB en de stroeve politieke besluitvorming. Het blijkt voor de Europese Gemeenschap veel moeilijker om terug aan te knopen met een degelijke groei zoals die in de VS. Het is wachten op doortastende maatregelen om de Europese economie nieuw leven in te blazen. Wat hebben onze Europese leiders op dat vlak op het schap liggen om van 2015 een succesvol jaar te maken? Geen woorden maar daden, dat is wat er verwacht mag worden van Mario Draghi, de voorzitter van de ECB. In 2014 kondigde hij een inkoopprogramma van obligaties aan ten belope van 1.000 miljard euro. Over de aankoop van overheidsobligaties wordt nog flink gebakkeleid omwille van Duits verzet. Toch lijkt een meerderheid van de ECB leden gewonnen voor de inkoop van overheidsobligaties. We verwachten dat de volgende ECB vergadering op 22 januari hierover duidelijk zal scheppen. De ECB beseft dat ze in 2015 voluit de kaart van QE zal moeten trekken. Ook politici lijken tot het besef te komen dat er dringend werk moet gemaakt worden om Europa terug op het groeipad te zetten. Geen makkelijke opgave omwille van de budgettaire tekorten in vele Europese landen. The Merit Capital Investor januari 2015
Er moet bespaard worden om de financiën terug in evenwicht te brengen, maar tegelijkertijd moet er geïnvesteerd worden in de toekomst. Het investeringsplan dat de EU op initiatief van de nieuwe Europese voorzitter, Jean-Claude Juncker, heeft aangekondigd is een eerste stap in de goede richting, maar het blijft onvoldoende. Toch mag Europa op basis van de laatste economische cijfers terug wat hoop koesteren. De groei in het vierde kwartaal zal wellicht hoger uitkomen dan die van het derde trimester, althans dat is wat de PMI composite index doet vermoeden. In sommige landen (Duitsland, Italië en Spanje) zien we ook de bouwsector terug opleven. Ook voor Europa zijn de lage olieprijzen een zegen, weliswaar in mindere mate dan voor de VS. De sterkere dollar doet namelijk een deel van het voordeel teniet. Het zou ons niet verwonderen mocht Europa in 2015 positief verrassen, niet alleen door goedkope olie, maar ook door betere bedrijfsresultaten.
China: Transitie van kwantiteit naar kwaliteit De opdracht voor de Chinese overheid bestaat erin om een goede balans te vinden tussen het stimuleren van de groei en de noodzakelijke hervormingen die het moet doorvoeren, maar die ten koste kunnen gaan van groei. Het is kristalhelder dat de economie in China verder zal vertragen. In 2015 kan de economie nog groeien met ongeveer 7%, maar de jaren nadien zal die naar alle waarschijnlijkheid verder afnemen naar 6%. De omschakeling van kwantiteit naar kwaliteit betekent dat de groei steeds meer zal gedragen worden door de consument, de impact van de overheid zal verder afnemen. De Chinese beurs was in 2014 één der best presterende over gans de wereld. De Shangai index (CSI 300) steeg met meer dan 50% , enkel in de laatste drie weken ging de index 25% hoger. De onverwachte renteverlaging in november en de hoop op nog meer, het lage inflatiepeil door de goedkopere grondstoffenprijzen, en olie in het bijzonder, de liberalisering van de aandelenmarkten (de A aandelen die tot voor kort enkel in China gekocht konden worden, zijn nu ook verhandelbaar in Hong Kong, er kan vlotter in index futures gehandeld worden) wakkeren de hoop aan dat de huidige rally nog kan aanhouden. Toch moeten we voorzichtig omgaan met een rally die hoofdzakelijk gevoed wordt door technische factoren en niet op basis van fundamentele gronden.
Monetaire politiek en olieprijzen zullen de dominante factoren zijn in 2015
Japan: Abenomics II
Grondstoffen: Out of favor
Tot nu toe hebben de twee eerste pijlers (monetaire en budgettaire maatregelen) van Abenomics nog onvoldoende weerwerk geboden om het deflatoir karakter van de Japanse economie definitief achter zich te laten. Er is meer nodig. Daarom vond premier Abe het nodig om vervroegde verkiezingen te organiseren om een volstrekte meerderheid te verwerven. Hij kreeg ondertussen wat hij wilde. De weg ligt nu vrij om noodzakelijke, structurele maatregelen door te voeren, zoals fiscale hervormingen en een aanpassing van het kiessysteem. De tweede geplande BTW verhoging voor 2015 wordt verdaagd. De negatieve impact van de eerste BTW verhoging zindert nog steeds na. Indien de overheid inflatie wil nastreven, is een nieuwe BTW verhoging zeker niet het ideale recept. De Japanse centrale bank zal ondertussen doorgaan met het injecteren van liquiditeiten in het financiële systeem waardoor de kans groot is dat de Japanse Yen verder deprecieert. Dit moet de Japanse exportbedrijven als muziek in de oren klinken. Deze positieve impulsen maken ons voorzichtig optimistisch over de Japanse beurs.
Op de grondstoffenmarkten was er in 2014 weinig plezier te beleven. Niet alleen olieprijzen namen een duik, maar ook heel wat andere grondstoffen, waaronder de industriële. De forse investeringen die mijnbouwbedrijven de voorbije jaren gedaan hebben in het vooruitzicht van een steeds toenemende vraag zorgden voor een overaanbod op het moment dat de grote honger voor grondstoffen vanuit China gestild is. Het ziet er ook niet naar uit dat de vraag naar grondstoffen vanuit China plots sterk zal opveren. Dit betekent dat we er van uitgaan dat grondstoffenprijzen geen groot potentieel bieden. Goud is een aparte grondstof. Is het mooie liedje van deze grondstof definitief uitgezongen of mogen we de hoop koesteren dat goud zijn vroegere glorie kan terugvinden? De opinies over goud lopen sterk uiteen. Wij beschouwen het als een verzekering voor erg barre beurstijden. Goud is zo wat de enige grondstof die al gedurende eeuwen aanvaard wordt als een betaalmiddel.
Obligatiemarkten: Moeilijk 2015 De obligatiemarkten daarentegen gaan wellicht een moeilijk jaar tegemoet. De lange rente kan moeilijk nog verder naar beneden en daar moeten obligatiebeleggers zich stilaan op voorbereiden. Verwacht wordt dat de FED in de loop van 2015 de korte rente zal optrekken. De kans is reëel dat deze stijging zich ook laat gevoelen in de lange rente. Deze beweging kan de lange rente in Europa ook iets doen oplopen. Gelukkig zijn er nichemarkten waar nog een aanvaardbaar rendement te rapen valt. Meer hierover in de rubriek obligaties.
Wisselkoersen: De USD zet zijn opmars verder In 2014 is de Amerikaanse dollar zoals verwacht, gestegen ten opzichte van de Euro en vele andere munten. De EUR klokte het jaar af op 1,21 USD, een stijging van ongeveer 12% ten opzichte van het begin van het jaar. De hogere rente in de VS lokt beleggers naar Amerika en het vooruitzicht op een renteverhoging versterkt deze beweging.
Het beursparcours zal in 2015 niet effen verlopen. Er zijn zoals altijd, bedreigingen die tijdelijk of definitief roet in het eten kunnen strooien. We denken hierbij vooral aan een escalatie van het conflict tussen Rusland en het Westen. Onzeker zijn de gevolgen van de verkiezingen in Griekenland. Zijn de Grieken bij machte om Europa nogmaals op haar grondvesten te laten daveren? Samenvatting: 1. Ondanks het stopzetten van de tapering door de FED blijven liquiditeiten de markten overspoelen. 2. De economie in de VS draait stilaan terug op volle kracht. 3. Ondanks de zwakke gezondheid van de Europese economie is het niet ondenkbeeldig dat Europa kan verrassen. Het deflatierisico blijft een zorg voor de ECB. 4. De groei in China verzwakt, maar renteverlagingen kunnen voor enig soelaas zorgen. 5. Japan gaat door met het QE programma. 6. De lage olieprijzen zijn een zegen voor de consument en olie-importerende landen. Olieproducerende landen zijn de dupe. 7. De lage rentestand pleit in het voordeel van aandelen.
Bart Sebrechts Hieronder rapporteren wij de rendementen van de benchmarks van risicoprofiel 1 tot risicoprofiel 7. BENCHMARK
% rendement in 2014
RP1
MSCI World
17,21
0,00
Citigroup WGBI All M
13,33
0,45
HFRX Global Hedge Fund
-0,60
0
Euro Cash Indices
0,12
MSCI Europe EUR IBOXX Corp Rendement van de benchmark 2014
RP3
RP4
RP5
RP6
RP7
0,05
0,15
0,25
0,30
0,35
0,40
0,40
0,35
0,25
0,15
0,10
0,05
0,05
0,05
0,05
0,05
0,05
0,05
0,15
0,15
0,1
0,05
0,05
0,05
0,05
4,10
0,00
0,00
0,1
0,20
0,25
0,30
0,35
5,24
0,40
0,35
0,25
0,20
0,20
0,15
0,10
9,48
9,21
9,35
9,48
8,11
RP2
8,02
8,95
The Merit Capital Investor januari 2015
Obligatiemarkten staan moeilijke tijden te wachten Kijken we met een vluchtige blik terug op 2014 dan stellen we met verbijstering vast dat de rentestand op Europese staatsleningen naar een historisch dieptepunt is gezakt. De Duitse 10 jarige rente staat inmiddels op een bijna onwezenlijke 0,50%. Ook de rendementen op bedrijfsobligaties en perpetuals daalden naar extreem lage niveaus. Hoogrentende obligaties en perpetuals kenden in het najaar een correctie toen beleggers er zich van bewust werden dat het resterend rendement het risico onvoldoende vergoedde. Merit Capital heeft in de loop van de eerste 3 kwartalen regelmatig winstgenomen op specifieke obligaties waar een meer dan gemiddelde performance gerealiseerd werd. Ook hebben we er voor gekozen om vanaf het 2e kwartaal posities in bedrijfsobligaties in USD te gaan opbouwen. Dit laatste heeft ons bepaald geen windeieren gelegd en bleek wat de munt betreft een ideale timing te zijn geweest. De vlakker wordende rentecurve oefende een neerwaartse druk uit op steepeners en de stresstest op de banken zorgde dan weer voor nervositeit op bankpapier en vooral de perpetuals.
In de loop van 2015 mag met name in de VS serieus rekening worden gehouden met een oplopende rentestand, respectievelijk dalende obligatiekoersen. Dit jaar zal dus in het teken staan van het beheersen van de risico’s. Gezien deze moeilijke omstandigheden dringt de vraag zich op waar nog een aanvaardbaar rendement kan gevonden worden. Hogere rendementen opzoeken, staat uiteraard synoniem met het aanvaarden van een hoger risico. Dat beweert toch de moderne portefeuille theorie van Markowitz. Door verstandig te diversifiëren over diverse activa kan het globale risico echter onder controle blijven. De volgende beleggingsinstrumenten bieden ons inziens een aantrekkelijk rendement in functie van het genomen risico: 1. Aandelen met een hoog dividendrendement blijven duidelijk in trek Het dividendrendement is op dit ogenblik dikwijls een veelvoud van het obligatierendement. Rendementen van 3% à 4% voor kwalitatief goede debiteurs zijn geen rariteiten. Voorbeelden zijn Ageas, Belgacom, Bpost, enz. 2. Vastgoedfondsen Ook hier zijn de netto dividendrendementen meer dan aantrekkelijk. Bovendien zijn de inkomsten hiervan geïndexeerd aan de inflatie.
3. Obligaties uit opkomende landen zoals China en India De drang van de Chinezen om hun munt op termijn te laten fungeren als wereldreservemunt verplicht hen om hun kapitaalmarkten verder te liberaliseren. Dit betekent ook dat ze er voor moeten zorgen dat hun munt redelijk stabiel blijft. Rendementen op overheidspapier in CNY of RMB liggen in de buurt van 3.5% voor looptijden tussen 5 en 10 jaar. Voor bedrijfsobligaties in dezelfde munten kan uitgaan van een opslag van 1% à 2% in functie van het risico van de emittent. In India liggen de rendementen nog hoger, nl. in de buurt van 8%. De obligaties zijn dan meestal uitgegeven in Amerikaanse Dollar, maar dit neemt niet weg dat er een potentieel muntrisico is. Dergelijke obligaties komen slechts voor een heel beperkt gedeelte in aanmerking. Economisch presteert India op dit ogenblik erg goed. Het is één van de weinige landen in Azië dat zo veel vooruitgang boekt. 4. Obligaties in USD Het rendement in Amerikaanse Dollar ligt hoger dan dat in Euro’s. Bovendien biedt de munt kans op verdere appreciatie omdat de rente in de VS sneller zal verhoogd worden dan in Europa. Een paar offensieve “Investment Grade” voorbeelden met rendementen rond de 4,50% en een niet al te lange looptijd:
5. Steepeners en perpetuals Na de correctie van de voorbije maanden mag opnieuw aandacht gegeven worden aan dit soort obligaties. Met een obligatie van de Deutsche Postbank of het Franse Axa (steepeners) kan bijvoorbeeld geanticipeerd worden op het huidige, maar ook op sterk afwijkende scenario’s. Bij de voorzetting van de huidige stand van zaken kan men namelijk een rente tegemoet zien van tenminste 3,75% hetgeen beduidend boven de huidige marktrente is. Bij onverwacht herstel van de Europese markt zal de hieronder vermelde spread snel kunnen oplopen hetgeen kan leiden tot een maximale coupon van maar liefst 10%. De couponformule luidt namelijk als volgt: de 10 jarige rente minus de 2 jarige rente x 4 (met een minimum van 3,75 en een maximum van 10). De lening is perpetueel en (junior) achtergesteld en beide leningen kunnen ook jaarlijks tegen 100% worden uitgeloot. De kredietwaardigheid is met BBB prima. Beide leningen noteren rond pari (100%). Vervlakking rentecurve (10 – 2 jarige rente) duidt op lage economische groei. The Merit Capital Investor januari 2015
6. Obligatiefondsen met een flexibel beleid Een geschikte manier om het renterisico te ontlopen, kan gevonden worden in flexibele obligatiefondsen. De beheerder van dergelijke fondsen heeft de gelegenheid om een negatieve duratie aan te gaan waardoor een rentestijging een positief effect teweegbrengt.
Adriaan van der Peijl
Aandelen visie en strategie In de vorige Investor hebben wij beleggen in aandelen vergeleken met het beklimmen van “The wall of worry”. Telkens opnieuw duiken er zorgen op die de aandelenbeurzen moeten overwinnen om dan na een periode van correctie weer verder te kunnen stijgen. De beursprestatie van het vierde kwartaal van 2014 was daar een typisch voorbeeld van. Begin oktober daalden de beurzen met circa 10% uit vrees voor een remmende werking op de groei van de Verenigde Staten en Zuid-oost Azië omwille van een slabakkend Europa. Ook China publiceerde lager dan verwachte groeicijfers waardoor de zorgen m.b.t. de mondiale groei nog toenamen. De groei van 3,9% in het derde kwartaal in de Verenigde Staten en de beter dan verwachte bedrijfsresultaten hebben deze twijfels echter vlug weggenomen. In enkele weken tijd wisten de beurzen het verlies vervolgens weer weg te werken. Saudi-Arabië blokkeerde op 27 november het verzoek van kleinere producenten binnen de OPEC om het productieplafond te verlagen. Daarnaast verlaagden de OPEC en het Internationaal Energie Agentschap de verwachte vraag naar olie voor 2015. Door de olieprijs naar beneden te drukken probeert Saoedi-Arabië producenten en projecten met een hoge kostprijs uit de markt te duwen en marktaandeel terug te winnen. De Westerse sancties en de felle daling van de olieprijs sleurden de Russische beurs en de Roebel mee in een vrije val. Onzekerheid wordt niet gewaardeerd op de beurzen. De belangrijkste Westerse beurzen corrigeerden in hun zog ongeveer 5%.
Aandelenbeleggingen genieten nog steeds onze voorkeur
The Merit Capital Investor januari 2015
Onvermijdelijk zullen er in 2015 ook weer onverwachte zaken opduiken die voor onzekerheid en volatiliteit zorgen. Correct voorspellen is dan ook nagenoeg onmogelijk. Twee belangrijke krachten blijven volgens Merit Capital ook in 2015 sterk ondersteunende factoren in het verder beklimmen van de “muur van zorgen”: Centrale bankiers zijn all-in Door een vastberaden optreden weten de monetaire beleidsmakers telkens opnieuw de markten tot rust te brengen in tijden van verhoogde onzekerheid. De centrale bankiers van de Verenigde Staten, Europa, China en Japan blijven ook in 2015 volop liquiditeit verschaffen. Zij hebben aangetoond dat zij er alles aan zullen doen om de stabiliteit van het financiële systeem te waarborgen en de economische groei te ondersteunen. Door dit soepele monetaire beleid zullen de rentes in 2015 laag blijven. In de Verenigde Staten zal de hogere economische groei de centrale bank ertoe nopen een beperkte verhoging van de rente op de geld- en kapitaalmarkt door te voeren. In Europa zal de ECB haar tarieven zeer laag houden. De rendementen op de obligatiemarkten zijn sterk gedaald en kunnen licht stijgen in 2015.
Versnelling economische groei in Verenigde Staten De tweede belangrijke factor is de kracht van de economische groei in de Verenigde Staten. Op basis van de zeer positieve inkoopmanagers (ISM index) verwachten wij in 2015 een economische groei van ongeveer 3% in de Verenigde Staten. De stijging van de werkgelegenheid verhoogt het consumentenvertrouwen en de beschikbare inkomens. Dit wordt nog versterkt door de lagere energiekosten. De huizenmarkt en de bouwsector trekken weer aan na een lange periode van schuldafbouw. De Amerikaanse bedrijven voeren de investeringen op. Het vliegwiel van de Amerikaanse economie draait en het zelfversterkende effect zal een zeer positief effect hebben op de bedrijfswinsten in 2015. Merit Capital verwacht in 2015 een stijging van meer dan 10%.
Winst per aandeel zal sterk stijgen in groeiende Amerikaanse economie
Het flexibele monetaire beleid en de schwung in de Amerikaanse economie zullen volgens Merit Capital de fundamenten vormen voor opnieuw een goed beursjaar. Deze goede vooruitzichten worden verder ondersteund door aanvaardbare waarderingen en aantrekkelijke dividendrendementen. Waarderingen bovengemiddeld maar nog niet bijzonder hoog
De koers-winstverhoudingen zijn de laatste 4 jaar gestegen en liggen nu weliswaar boven het gemiddelde maar zijn nog niet bijzonder hoog. De rente is echter historisch laag waardoor de risicopremies nog steeds hoog zijn. Een verdere stijging van de aandelenmarkten zal in 2015 wel gedreven moeten worden door stijgende winsten per aandeel. Onze voorkeur gaat dan ook uit naar Amerikaanse aandelen omdat wij daar de sterkste stijging van de winsten per aandeel verwachten. Ruim de helft van de Europese aandelen biedt een hoger dividendrendement dan bedrijfsobligaties Door de stijgende bedrijfsresultaten en de dalende rentes bieden aandelen een aantrekkelijk dividendrendement in relatieve termen. Dividenden vormen ongeveer de helft van het totale aandelenrendement. De relatief hoge dividenden zijn dan ook een belangrijke ondersteunende factor voor aandelenbeleggingen.
Samenvatting: • Ruim monetair beleid biedt stabiliteit en lage rentes. • Stijging winst per aandeel door acceleratie economische groei in Verenigde Staten. • Waarderingen aantrekkelijk bij aanhoudend lage rentes. • Dividendrendement biedt ondersteuning. • Lage olieprijs stimuleert economische groei. Beleggingsstrategie: De goede vooruitzichten staan niet garant voor een beursjaar zonder volatiliteit. Risicobeheersing staat dan ook centraal in onze beleggingsstrategie om de onvermijdelijk lastige periodes zo ongeschonden mogelijk door te komen. Beleggingsfondsen In veel portefeuilles investeren wij in globale aandelenfondsen met focus op kwaliteit en stabiliteit. Voorbeelden hiervan zijn Nordea Global Stable Equity, Deutsche Invest Top Dividend, Vector Navigator en het Merit Care fonds. Deze beheerders hebben een eigen stijl en strategie maar als gemeenschappelijk kenmerk dat zij er in slagen om tijdens beurscorrecties beter te presteren dan de markt. Doordat deze beheerders ook in stijgende markten goed presteren vormen dergelijke fondsen het stabiele fundament in de portefeuilles. Via landen- of sectorfondsen leggen wij vervolgens accenten in functie van onze marktvisie. Via fondsen zoals Legg Mason ClearBridge US Aggressive Growth en Robeco US Large Caps beleggen wij in Amerikaanse aandelen. Schroder Indian Equity en Goldman Sachs India Equity bieden de mogelijkheid om te investeren in de sterk groeiende Indiaase economie. Aandelen De waarderingen op de diverse beurzen liggen momenteel boven het lange termijn gemiddelde. Verdere koersstijgingen zullen dus hoofdzakelijk gedragen moeten worden door stijgende winsten per aandeel. In onze aandelenselectie geven wij hierdoor de voorkeur aan bedrijven met een bewezen track-record van sterke en consistente groei van de winst per aandeel en vrije kasstroom. Marktleiders die blijven investeren en innoveren hebben een grote kans op verder stijgende winsten en koersen. In de fundamentele analyse kijken wij daarnaast ook naar dividend(groei) en de relatieve waardering van het aandeel. The Merit Capital Investor januari 2015
We analyseren ook het koop- en verkoopgedrag van belangrijke institutionele beleggers. Deze partijen spelen namelijk een belangrijke rol in het momentum van een aandeel. Technische analyse is het sluitstuk in onze selectie en is belangrijk in het bepalen van de aan- en verkoopmomenten. Interessante thema’s zoals lagere olieprijzen, mobiel en contactloos betalen, robotisering en biotechnolgie worden ook meegenomen in de selectie. Hieronder enkele voorbeelden van aandelen die voldoen aan onze criteria. Verenigde Staten Facebook, Bank of America, Visa, Hain Celestial, Cerner, Old Dominion Freight Line, Alexion Pharmaceuticals. Europa AB InBev, Bayer, Essilor, Ingenico, Wirecard, Bunzl, Shire.
Rob Siegersma
Een gedisciplineerd waarderingsmodel selecteert in een tweede fase welke aandelen binnen de meest belovende sectoren (IT, gezondheidszorg, consument) het grootste stijgingspotentieel hebben over een periode van 3 jaar. Sinds creatie in april 2011 scoort deze strategie 13% beter dan de index. Amundi Global Aggregate Veilige obligaties bieden vandaag lage rendementen. Om een positief rendement te behalen is flexibiliteit in het beheer derhalve een grote troef. Amundi Global Aggregate kan beleggen in zowel ontwikkelde als opkomende landen, staatsobligaties, kwaliteitsbedrijfsobligaties, high yield en valuta. Indien nodig kan de duratie teruggebracht worden naar nul. Het fonds tracht de focus te leggen op die sectoren waar de meeste waarde te vinden is. In het voorbije jaar lag die op de zwakte van de € ten opzichte van het duo US $ - £ en de sterkere rentedaling in de Zuid-Europese landen. Legg Mason Western Asset Macro Opportunities
Fondsen in de kijker Invesco Pan European Structured In Europa blijft het hopen op economisch beterschap in 2015. De combinatie van stimuleringsmaatregelen en een onconventioneel monetair beleid moeten de nodige impulsen geven aan zowel de Europese economie als de aandelenmarkten. Toch is het verstandig op de hoede te zijn voor teleurstellingen. Daarom opteert men best voor een strategie die een kwantitatieve aandelenselectie combineert met een beperkte neerwaartse volatiliteit. Een succesformule die de belegger geen windeieren heeft gelegd. Het voorbije decennium leverde dit fonds gemiddeld 10,28% per jaar op. Schroder ISF European Dividend Maximiser
Legg Mason Western Asset Management is één van ‘s werelds meest bekende beheerders in vastrentend papier. Het fonds is een actief en opportunistisch ‘absolute return’ beheer dat een waardig alternatief vormt voor de klassieke obligatiebeleggingen. Een zeer actief looptijdbeleid kan het risico van een stijgende rente indekken. 45 % risicovollere obligatiestrategieën (Mexico, Zuid-Europa, High Yield, …) staan tegenover 55 % macro-ideeën (afvlakkende yieldcurve, shorting yen en € tov de US $, …). Een dagelijks risicobeheer staat garant voor een beperkte volatiliteit.
Eddy Vanwittembergh
Olie op de golven
In een omgeving van lage rente is het aandelendividend een belangrijke component geworden voor elke belegger op zoek naar inkomstenstromen. Dit fonds zoekt in een eerste instantie naar aandelen met een duurzaam en groeiend dividendrendement van ongeveer 4%. In een tweede fase wordt via het schrijven (verkopen) van gedekte callopties getracht het rendement nogmaals met 4% te verhogen via de ontvangen optiepremies. Ondanks het defensieve profiel van het fonds bedraagt het 5-jarig rendement 10,19% op jaarbasis.
Olie op de golven gieten is een uitdrukking uit de scheepvaart. Vroeger gooide men weleens olie op het water om met dit stroperige laagje al te hoge golven te dempen. Zo kon bijvoorbeeld een sloep makkelijker te water gelaten worden. Met deze uitdrukking wordt bedoeld dat er iets wordt gezegd of gedaan om anderen rustiger te maken, om een verhitte stemming wat te laten afkoelen.
Nordea Emerging Stars
Op het einde van het jaar wordt er klassiek in de glazen bol gekeken. In de vooruitzichten voor 2015 domineert één onderwerp: olie. Sinds september is de olieprijs immers in vrije val. Op de dag van schrijven betaalt u voor een tonnetje Brent olie ongeveer 50 usd. In de zomer van 2014 betaalde men echter nog een pak boven de 100 usd. De olieprijs halveerde met andere woorden op minder dan een half jaar. Deze terugval laat zich uiteraard ook aan de pomp voelen. Voor de meeste analisten kwam deze correctie als een complete verrassing. U moet er de vooruitzichten voor 2014 maar eens op nalezen.
Qua waardering zijn de opkomende markten absoluut niet duur. Nordea Emerging Stars is een nog relatief recent fonds dat uitgaat van een strenge top-down benadering. In de huidige samenstelling is er een overgewicht in aandelen uit China & India. In Brazilië & Rusland zijn er zo goed als geen posities.
The Merit Capital Investor januari 2015
Olieprijs onderuit
Wie profiteert van een lage olieprijs? Het is vanzelfsprekend dat enkele sectoren profiteren van deze lage olieprijzen. Sommige van deze sectoren liggen voor de hand, andere zijn minder evident. We bekijken kort vier sectoren en beschrijven hoe ze precies van deze lagere olieprijzen genieten. De luchtvaartsector is met lengtes voorsprong de sector die het meest profiteert van de dalende olieprijzen. De brandstofkost beslaat immers een groot stuk van het budget van deze maatschappijen. Op deze manier wordt het voor deze bedrijven makkelijker hun financiële doelstellingen te verwezenlijken of zelfs te kloppen. Een voorbeeld van een Amerikaanse luchtvaartmaatschappij die optimaal zou kunnen profiteren van deze lagere brandstofkosten is American Airlines Group (AAL US). Brandstof is niet alleen een significante kost voor luchtvaartbedrijven. Ook voor de gewone burger is dit een niet de verwaarlozen hap uit het maandbudget. Goedkopere energie geeft de consument bijgevolg meer ruimte om een deel van het loon aan andere goederen te besteden. Waar dit vrijgekomen geld precies naar toe zal gaan is moeilijk in te schatten, waar we echter wel iets zekerder van kunnen zijn, is dat het aantal transacties zal toenemen. Bedrijven die deze online- en/of elektronische betalingen faciliteren zouden bijgevolg kunnen profiteren van dit herwonnen consumentenvertrouwen. De grootste spelers in deze markt zijn American Express (AXP US), Mastercard (MA US) en Visa (V US). De combinatie van lage brandstofprijzen en een herwonnen consumentenvertrouwen zou ook in het voordeel kunnen uitdraaien van bedrijven die logistiekeen koerierdiensten leveren.
Zij verzorgen immers het wereldwijde transport van allerlei consumptiegoederen. Fedex (FDX US) en United Parcel Service (UPS US) zijn hier de gekendste voorbeelden. Het komt misschien wat contradictorisch over maar de chemiesector, waar olie een belangrijke grondstof is, toont een stevige correlatie met de olieprijs. Bij een prijsstijging van de olie stijgen de chemieaandelen, bij een prijsdaling van de olie dalen de chemieaandelen bijgevolg mee. De logische conclusie is dat de chemie aandelen lijden wanneer de olieprijzen dalen. De lagere olieprijs wordt zo goed als onmiddellijk verrekend in de verkoopprijs en vice versa. Twee bedrijven lijken deze logica te ontspringen, meer bepaald PPG (PPG US) en BASF. Hun marges lijken slechts in beperkte mate te lijden onder deze dalende olieprijzen.
Wat nu? De recente val van de olieprijzen kan alleen gestopt worden als het aanbod van olie teruggeschroefd wordt. In het verleden kon Saudi Arabië beschouwd worden als de regulator van het olie aanbod. Maar nu zien de Saudi’s de zaken anders. Het overaanbod is niet door hun toedoen ontstaan en het lijkt er echter op dat zij anderen wil dwingen om de productie terug te schroeven zodat zij opnieuw de teugels van de olieproductie stevig in handen krijgen. Deze strijd kan nog een tijdje aanhouden. Daarom geloven wij dat we een periode tegemoet gaan met structureel lagere olieprijzen. Zodra de situatie normaliseert en er voldoende reden is om onze visie te herzien, brengen wij u uiteraard op de hoogte.
Maarten De Bousser
Colofon
Disclaimer
The Merit Capital Investor driemaandelijkse nieuwsbrief 2015 jaargang 7 nr. 1
The Merit Capital Investor is een uitgave van Merit Capital, www.meritcapital.be. Behoudens de uitdrukkelijke bij wet bepaalde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave verveelvoudigd opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt worden, op welke wijze ook, zonder de uitdrukkelijke voorafgaande en schriftelijke toestemming van de uitgever. Dit document verstrekt commerciële informatie en mag in geen geval gelijkgesteld worden met beleggings-advies. De verstrekte informatie vormt geen aanbod betreffende financiële, bank-, verzekerings- of andere producten of diensten. De informatie in dit document is afkomstig van zorgvuldig gekozen bronnen. Merit Capital geeft echter geen enkele garantie over de actualiteit, de nauwkeurigheid, de juistheid, de volledigheid of de opportuniteit van de informatie, gegevens of publicaties. De redactie kan niet aansprakelijk worden gesteld voor het niet-verwezenlijken van de verwachtingen.
Verantwoordelijke uitgever: Eric Thoelen Museumstraat 12D 2000 Antwerpen, België Merit Capital NV
Museumstraat 12D
T: + 32 (0)3 259 23 00
[email protected]
Beursvennootschap
2000 Antwerpen, België
F: + 32 (0)3 259 23 05
www.meritcapital.be