THAILAND, here we come!
7
8
9
Slecht nieuws ‘Jan, je telefoon gaat!’ schreeuwt Floortjes moeder vanaf de andere kant van de longtail-boot. ‘Wie kan dat nou zijn?’ De motor van de boot maakt enorm veel lawaai, waardoor ze nauwelijks te verstaan is. Floortjes vader grist zijn telefoon uit zijn tas en neemt verbaasd op. Zweetpareltjes glijden over zijn voorhoofd en hij zegt ‘ja’. Hij reikt Anansi zijn telefoon aan. ‘Voor jou,’ zegt hij kortaf. ‘Voor mij?!’ Anansi tuurt enkele ogenblikken verward naar de telefoon, er wordt nooit voor haar gebeld. Ze brengt de mobiel naar haar oor. In de stilte die daarop volgt, neemt Floortje de omgeving in zich op. Ze varen over de rivier en in tegenstelling tot het centrum van Bangkok is er veel groen te zien. De bamboehuizen langs het water zijn ongeverfd. Vrouwen staan in het water kleding te wassen en hun kinderen zwemmen eromheen. Voer ze hier maar met Arib. Arib met zijn gitaar, die liedjes zingt, speciaal voor haar. Ze kan hem nog ruiken, ze ziet zijn blik. Maar hij is zo ver weg! ‘NEEEEEEEEEEEEE!’ Floortje schrikt op uit haar gedachten. Anansi laat de telefoon uit haar handen vallen en begint wanhopig te huilen. Tranen biggelen over haar wangen en ze spreidt haar vingers naar de lucht. ‘Wat is er?!’ roept Floortjes moeder. Ze staat op, strijkt haar strakke jurkje glad en gaat naast Anansi zitten. ‘NEEEEEEEEEEEEE!’ brult Anansi het uit. 10
Floortje kan er niets aan doen. Ze weet helemaal niet wat er aan de hand is, maar ze schiet in de lach. En vrij snel erna proesten Katoo en Ruben het ook uit. Floortje houdt haar hand voor haar mond. Ze is zich er goed van bewust dat er best eens iets vreselijks aan de hand kan zijn. Floortjes vader werpt een kwade blik op Floortje, Katoo en Ruben en pakt zijn mobiel van de grond. Het is zo'n dertig graden, er is geen zuchtje wind, de lucht van gebakken vis kringelt vanaf de oever langs Floortjes neus en Anansi schreeuwt het uit. En niet alleen Anansi, ook Victoria raakt nu van slag. Ze begint hard te keffen en Floortjes moeder probeert zowel Anansi als Victoria te kalmeren. In de verte doemt een grote tempel op met aan beide kanten overlappende daken met oogverblindend veel goud. Floortjes vader wankelt door de over het water scheurende longtail naar de andere kant, houdt zijn mobiel tegen zijn oor en roept: ‘Hallo!’ In de daaropvolgende minuten wordt zijn blik ernstiger en de frons tussen zijn wenkbrauwen dieper. Hij legt neer, zucht diep en wenkt iedereen bij zich. Als Floortje, haar moeder, Ruben, Katoo en oma in een kringetje om hem heen staan, zegt hij: ‘Haar vriendin is overleden.’ Au! Floortje schaamt zich diep. Ze heeft nog nooit 11
iemand zo dramatisch zien huilen en daarom was ze in de lach geschoten. Maar dit is verschrikkelijk! Stel dat háár beste vriendin, Lotte, overlijdt? Alleen al de gedachte vult haar ogen met tranen. Ze loopt moeizaam op Anansi af en slaat een arm om haar heen. Ze wil zo veel zeggen, maar ze kan alleen ‘wat erg’ uitbrengen. Iedereen komt om Anansi heen staan en fluistert troostende woorden. Wat kun je zeggen tegen iemand met zo veel verdriet? denkt Floortje. ‘Kun jij de schipper vragen om te keren?’ vraagt Floortjes moeder ineens. ‘Doe ik,’ zegt Floortjes vader. De schipper is een Thai. Het was Floortje al opgevallen dat alle Thaise mensen altijd glimlachen. Zelfs nu het duidelijk is dat er iets afgrijselijks gaande is, heeft de man nog steeds een grote glimlach op zijn gezicht. Het is vreemd om te zien. Zo’n glimlachende Thai, zo’n gemoedelijk sfeertje op het water, al die vrolijke kinderen langs de waterkant met blote voetjes in de modder en dan Anansi, die zeker wel een liter tranen huilt. ‘Hoe gaat het nu met Anansi?’ vraagt Floortjes vader, als Floortjes moeder op de luxesofa in hun suite neerploft met een ingestort kapsel en een ladder in haar panty. Floortje kijkt naar haar moeders benen. Ze snapt niet dat ze het met 33 graden in haar hoofd haalt om een panty te dragen. Achter haar moeder hangt een enorm portret van de Thaise koning aan de muur, die van achter zijn bril met 12
een frons op haar neerkijkt. Hij zit op een gouden stoel waarvan de rugleuning in een sierlijke punt boven zijn hoofd uitsteekt. ‘Wat is er met Anansi?’ vraagt oma warrig. Floortjes moeder zucht, maar geeft geen antwoord. Dat vindt Floortje dan wel weer sneu. Oma kan er niets aan doen dat ze zo veel vergeet. Ze is per slot van rekening dement. Voor de zoveelste keer zegt Floortje dan maar: ‘Oma, Anansi’s vriendin Letitia is dood.’ ‘Nou zeg, kun je dat niet wat subtieler uitdrukken?’ zegt Floortjes vader geïrriteerd. ‘Je lijkt mij wel,’ giechelt Katoo. ‘Luister,’ zegt Floortjes moeder. ‘Het gaat helemaal niet goed. Anansi ligt alleen maar te huilen op bed en het enige wat ze wil is terug naar Suriname gaan.’ Ze richt zich tot Victoria. ‘Daar kom jij vandaan, poepie!’ ‘WAT?’ Floortjes vader slaat bij het opveren de bril van zijn neus en tast kippig naar de grond. ‘Hier,’ zegt Katoo, als ze hem van de vloer vist. ‘Hoe moet dat nou?’ stamelt hij. ‘Wie zorgt er dan voor oma?’ ‘Kijk,’ zegt oma, die naast een zittend boeddhabeeld bij 13
het hoge raam staat. ‘Allemaal bootjes met slingers en sjaaltjes.’ Ze wijst naar buiten, naar de rivier, en het is best een eng gezicht om oma zo te zien staan. Alsof ze ieder moment naar beneden kan vallen. ‘Geen idee, Jan,’ zegt Floortjes moeder. ‘Misschien is het toch beter dat ze naar een tehuis gaat. Gewoon terug naar Nederland, op een vaste plek, zonder al die veranderingen steeds.’ Ze wijst naar oma. ‘Ze weet niet eens dat we nét zelf op zo’n boot hebben gezeten. Totaal in de war.’ ‘Geen denken aan, Door! Ik ken de verhalen… Zitten ze allemaal met weet-ik-hoeveel oudjes op een kamer, de een nog verwarder dan de ander, ramen die niet open kunnen…’ 14
‘We hebben toch geld, Jan? Ze kan toch gewoon in een privékliniek? Het beste van het beste!’ Floortje tuurt naar buiten. Ondanks de grote gebouwen aan de rivier heerst er hier zo veel rust, heel anders dan toen ze die middag door de stad hadden gelopen. Daar was de chaos minstens even groot als in Marokko. Maar dan wel weer anders. Ze waren door talloze steegjes en zijstraatjes gekomen, overal mensen die op straat kookten, auto’s die voorbijscheurden, een aaneenschakeling van stoplichten, ontelbaar veel winkeltjes en markten, brommers die keihard reden, zuurstokroze en kanariegele taxi’s met een klein, bungelend boeddhabeeldje aan de achteruitkijkspiegel, kinderen die buiten in een badje zaten, bomen die volhingen met papaja’s en mango’s, tempels, wolkenkrabbers, maar ook panden waar geen verf meer op de muren zat, stank van water dat te lang in de goot bleef staan en elektriciteitsdraden die hoog boven de straten samengebonden waren tot dikke bossen. Floortje is nog steeds duizelig van alle indrukken. ‘Oké, laten we dat doen!’ hoort Floortje haar vader zeggen. ‘Wat dan?’ vraagt Floortje. ‘Dat vertel ik je later wel.’ ‘Wat dan?’ vraagt Floortje, maar dit keer aan Katoo. ‘Geen idee,’ zegt Katoo, die inmiddels met haar telefoon zit te spelen. Floortje kijkt Ruben nog even nieuwsgierig aan. Maar Ruben haalt zijn schouders op. ‘Heb het niet verstaan, ze waren aan het fluisteren.’ ‘Dat mag niet in gezelschap!’ Floortje schrikt van haar felle reactie. Ze kan zich soms ineens zo bozig voelen. Net als Katoo. Komt dit omdat ze Arib zo vreselijk mist? 15
Van
[email protected]
Aan
[email protected] Cc toevoegen
Bcc toevoegen
♥
Onderwerp
B
I
U
T
tT
11 september Lieve Arib, Hoe is het? Met mij gaat het oké. Ik mis je wel heel erg. Hoe laat zullen we skypen? Ik heb natuurlijk nog niet zo veel van Thailand gezien, we zijn gisteren geland. Daarna heb ik een gat in de nacht en in de dag geslapen. O, ik bedenk ineens dat je waarschijnlijk niet weet wat dat betekent, haha! Een gat in de dag slapen betekent dat je heeeeeeeeeel lang hebt geslapen
t.
Het is hier mooi, maar het zou hier nog mooier zijn als jij erbij was. In de stad is het warm en je ruikt de stank van het verkeer, maar de mensen zijn vriendelijk en lachen altijd. Ik heb ook geprobeerd om steeds te lachen, maar dat hield ik niet lang vol. 1. Omdat ik pijn kreeg in mijn kaken. 2. Omdat ik aan jou moest denken en ik je mis.
16
Oversteken is hier net zoiets als in Marokko oversteken met je ogen dicht. Alles crost over straat en er lijken geen verkeersregels te zijn. Verder is er iets verschrikkelijks aan de hand, want Anansi’s vriendin is overleden. Misschien gaat ze wel een tijdje naar Suriname, om afscheid te kunnen nemen. Nou, ik stop ermee. Ik hoop dat je het goed kan lezen. Kus kus en ik denk aan jou!
♥
17
… E J T S WI … dat Thailand het ‘land van de glimlach’ wordt genoemd? Thaise mensen zijn heel vriendelijk en behulpzaam en ze glimlachen bijna altijd. … dat de Thai ook lachen als ze iets niet begrijpen? Bijvoorbeeld als je als buitenlander iets vraagt en ze weten het antwoord niet. Ze zullen altijd lachen om geen gezichtsverlies te lijden. … dat de Thai het hoofd als een heilig lichaamsdeel zien? Je mag nooit iemands hoofd aanraken in Thailand, ook niet van een kind. Op die plaats huist namelijk iemands geest. … dat de koninklijke familie in Thailand het meest wordt geëerd? Je mag de koninklijke familie niet beledigen of iets slechts over ze zeggen, want dan staat je een gevangenisstraf te wachten. … dat koning Bhumibol (de koning van Thailand) op dezelfde dag jarig is als Sinterklaas?
18