., ,
Tfeè
aak s elS
rNam ., van Persil. '•^
W
/s
f/"
W"»'
*'„
-JCI
b:
*--.
''.^
"f //
:^2 ^^11
Wanneer een artikel nagemaakt wordt, is zulks het beste bewijs voor de buitengewone eigenschappen van dat artikel I Hoe dikwijls heeft men niet geprobeerd, Persil na te maken. Steeds weer bleek het een mislukking te zijn. Wanneer Persil niet iets bizonders was, dan had het niet zoo dikwijls als voor' beeldgediend voordevele namaaksels.
K E) L D, HEATEB
»Precies zoo goed als Persil« en »beter dan Persil« zijn redeneeringen, die niets bewijzen. Wanneer er werkelijk iets beters was dan Persil, zouden zoovele millioenen huisvrouwen geen Persil gebruiken •^■■^
^-^ï
No. 445 6 Aug, 1932
Namaak blijft Namaak!
KÄTHE VON NAGY. in „Der Sieger". Foto Ufa.
I tfi*'**
/ Red .en Adm. Galflewater 22 Leiden. Tel. 760 Postrekening «880 Versch«nt wekelUks - p^
per kwartaal
.
XM.
%
t TM.
>*^^^vQSSErop^£i£r ^
O.TH.
, .^,
^
WAT ZONDE, ALS UW JAPON BEDORVEN ISI I
DÈ VLOEK DER LIEFDE
f
öv ߣr^
Dat is toch heusch niet meer noodig.
EEN COMPLEET VERHAAL DOOR
D'ALVAREZ
Waarom gebruikt U niet NONSPI, evenals duizenden andere moderne vrouwen? NONSPI voorkomt op een absoluut onschadelijke manier niet alléén het transpireeren onder de armen, doch ook de transpiratie vlekken in Uw japonnen. Bovendien wordt de onaangename lucht verdreven, die Uwe persoonlijke charme in gevaar brengt. NONSPI behoeft U slechts tweemaal in de week te gebruiken. Een proefflacon, voldoende voor verscheidene koeren, is verkrijgbaar tegen inzending van een postzegel van 5 centen van onderstaande ingevulde bon. U gelieve mij per omgaande gratis en franco een monster Nonspi te zenden.
Naam
POND's
Adres Stad UNITED STATES IMPORT HOUSE, Huddestr. 3-5 Amsterdam C. CT. 4
VICTOR SILVESTER komt naar Amsterdam en geeft met Mevr. Silvester ONDERWIJS aan Amateurs en Professionals (leeraren). Hij demonstreert de nieuwste variaties en dansen, w.o. de nieuwe Blues, voor het komende seizoen. Van de geheele demonstratie wordt een smalfilm-opname gemaakt en voor belangstellenden worden copieën beschikbaar gesteld. Aanmeldingen enz.: Dans-Instituut CorKlinkert, Stadhouderskade 152, Tel. 24232, Amsterdam-Zuid.
CREAMS
Zonneschijn en zeelucht zulllen Uw huid niet schaden, mits U den goeden voorzorgsmaatregel neemt de beide Pond's Creams te gebruiken. Overdag Pond's Vanishing Cream, de droge cream, die Uw huid verfrischt en beschermt. Speciaal 's-avonds Pond's Cold Cream, .feX,, die de poriën beter reinigt dan water en ^ftk.^ zeep. Zij maakt de huid zacht en gezond. VERZORGT UW TEINT MET
PO NOS
X N,
VANISHING EN N. COLD CREAMS
—è——
Ik gebruik de Nieuwe Witte VI e to. Dawdoor verdwijnt het ongewenschte hiar voor »Itljd!
ü* Geen dame kan er in badcostuum bekoorlijk uitzien wanneer zij ontsierd wordt door een overtolligen haargroei op armen en beenen. U behoeft nu geen scheermes meer te gebruiken, waardoor het haar steeds dikker en sneller gaat groeien — ook geen onwelriekende, vieze, chemische ontharingsmiddelen, die beslist gevaarlijk zijn. Nieuwe Vieto — waarin Wenio-Wit, de prachtige, nieuwe uitvinding van een Engelschen scheikundige, verwerkt is, lost de keratine in de haren en de haarwortels op — het haar valt eenvoudig weg. Nieuwe Vieto is een heerlijk geparfumeerde crème, even gemakkelijk en aangenaam in het gebruik als een gelaatscrême. U spreidt deze eenvoudig direct uit de tube op de te ontharen plek, die U daama met water afspoelt. U wascht dan elk spoor van het haar weg en de huid blijft zacht, blank en glad. In tuben van ƒ1 — en groote tuben it ƒ1.75 bij drogisten, kappers en parfumeriezaken. GRAUS: Door een speciale overeenkomst met de fabrikanten kan elke lezeres een monster Nieuwe Witte Vieto (met Wenlo-Wit) ontvangen na inzending van 5 postzegels & 5 et. voor porto, verpakking, etc. aan de Dae Health Laboratories (Afd. N 9 ), Den Haag.
.Ae8\e'r iecVe*
Knip deze coupon uit on zendt ze aan de firma
Handels-Vennootschap Müller & Peters, Amsterdam-C, Keizersgracht 262. Afd. Hygiëne Verzoeke gratis toezending van de nieuwe prospectus: 'Spiegeltje, SpiogeHje aan dan Wand" Naam:
—
MS,.
Woonplaats en datum:
llimniiiiiiiMimiiimillilMiiliHiimiiiiiiunimiiiH.iilriHiMiiiHiniimiiimii
- ö ' ; ,
'T* TT a drie weketi in Londen te hebben doorgebracht |\H — drie weken van hard werken — had Dutley JL \L Lytham zijn pen neergegooid, zijn agent vier verhalen in zijn handen gestopt en was een wandeltocht naar Kent gaan maken. In de Londensche litteraire kringen stond hij bekend als een van de beste jonge novellenschrijvers. De stof voor zijn verhalen deed hij op zijn maandenlange reizen op. Zijn vrienden wisten nooit precies, waar hij rondzwierf. Onverwachts vertrok hij en even onverwachts kwam hij weer terug en viel een kamer van een vriend binnen en maakte het zich daar gemakkelijk alsof het een dag en geen jaar geleden was, dat hij zijn laatste bezoek bracht. Nooit kregen ze een geregeld reisverhaal te hooren; zoo nu en dan, in den loop van het gesprek, deed hij een verhaal, waarvan zijn toehoorders nooit wisten of ze het gelooven konden of dat ze het op rekening van zijn fantasie moesten schrijven. En twee of drie maanden nadien publiceerde het een of ander geïllustreerd tijdschrift dan een andere periode van zijn reizen, waar niemand ooit van gehoord had ... Maar om op zijn voetreis terug te komen — den geheelen dag had hij geloopen met een rugzak, terwijl de zakken- van zijn oude Norfolk-jas uitpuilden van dingen, die hij in der haast uit zijn kamers had meegenomen. Een bepaald plan volgde hij nooit op zijn reizen; hij ging, waar het toeval hem bracht...; want diep in zijn hart droeg hij de overtuiging, die hem al in zooveel onbekende hoekjes van de aarde gebracht had, dat er voor hem een groote gebeurtenis lag, het een of ander griezelig avontuur, dat in alles geheel van zijn andere avonturen af zou wijken. Het smalle voetpad, dat hij tot boven op den heuvel gevolgd had, liep langs een groot kaal veld, dat ploegland noch weide was, en er verlaten en verwaarloosd uitzag. De wind woei met volle kracht om hem heen en deed zijn ooren en vingers bijna bevriezen. Aan den anderen kant van het pad groeide een hooge sleedoornheg, die kraakte en steunde in den wind; ze was zoo dik begroeid, dat Lytham, ondanks het feit, dat er geen enkel blad meer aanzat, toch niet zien kon wat er aan den anderen kant was. En het was niet voordat pad en heg plotseling in een hek eindigden, dat Lytham het huis kon zien, dat achter de heg verborgen had gelegen. Met zijn hand op het hek bleef hij even staan en keek naar het huis. Het was hoog en groot en stak somber af tegen de dreigende regenwolken. Er was geen een venster aan den kant waar Lytham het gezicht op had. Hij sprong over het hek en liep er langzaam, met gefronst voorhoofd en een klein glimlachje over zijn nieuwsgierigheid rond om zijn lippen, heen. Van dichtbij zag het huis er niet zoo onheilspellend uit en leek het op een gewoon villa'tje met twee verdiepingen, zooals er zooveel langs de buitenwegen staan. En toch... neen, het was niét gewoon; er was een sfeer van onbehagelijkheid en geheimzinnigheid, die hij niet kon begrijpen. Met een plotselinge ingeving schopte hij tegen het lichtblauw geverfde deurtje, dat toegang gaf tot den omhaagden tuin, en hoorde een protesteerend geratel van een onzichtbaar slot. „Gesloten," zei hij. „Dus het staat leeg."
MAXIMUM GEZINSVERZORGING MINIMUM PREMIE NIEUWSTE TARIEF WAZAIKI
„MVn moeder schold en schold, terwUl de anderen Jouwend stonden toe te zien. Tenslotte hreeä ml]n vader er éenoeg van, wierp ml) In den auto, &a' tuijn moeder een duw, zoodal ze achteruit wankelde en reed weg Bang keek Ik achteicm naai mUn moeder, die wild van woede op den weè slond en teiwl}! Ik keek, hief ze een vulsl naar ml) op en vervloekte mil me: den ergslen vloek, dien een zigeuner kent — den vloek der liefde . . . imiimmiiMmiiiiimimmimmiiiiimmiimiiiiiiiiiiiiiirmimiiinmnniim
f Foto Godfried de Groot}
Fv&nMY's @i®D(ä©ira M(eD®<älv FB^©,, eenige Nederlandsche meisjes, die met recht den bijnaam, ,,de vrouwelijke Revellers" verworven hebben.
Vraagt vrj/b/yvend onze prospecti.
LEVENSVERZEKERFNO
IH #vV IB ^SCHIEDAM MK
Zijn belangstelling werd grooter en zijn vage, vreesachtige nieuwsgierigheid van een paar minuten tevoren maakte plaats voor een gevoel van opwinding. Met de gretigheid en het verlangen van een schooljongen, zocht hij de heg af en op de plaats waar de greppel, die er naast liep, dieper werd, vond hij wat hij zocht. Hij boog de takken uit zijn gezicht toen hij op handen en voeten door het gat probeerde te kruipen. Een paar minuten worstelde hij, vastbesloten om ;zijn doel te bereiken; eindelijk bij het laatste gekraak van brekende takken slaagde hij »er in op te staan en bevond zich in den tuin, die er verwaarloosd en verlaten uitzag. Het was een wildernis van hoog gras, waar het huis door de gebroken ruiten aan den voorkant op uitkeek, een wildernis, waarin kleine parken en lange paden de eenige overgebleven teekenen van aanleg waren. Hij wendde zich naar het huis en kreeg óp hetzelfde oogenblik het onaangename gevoel, dat hij werd gadegeslagen. Gezien vanaf de plaats waar hij stond, leek het huis ~nog onheilspellender dan even te voren. Het pleisterwerk op de muren was gebarsten en naar beneden gevallen, zoodat de gele steenen er onder te zien kwamen; de verf van de deur en de vensterbanken was verwaarloosd, zoodat het witte hout op sommige plekken er doorkwam. Lytham bleef even staan en glim lachte om het vreemde gevoel van verwachting, dat in hem oprees en de drijfkracht van zijn nieuwsgierigheid; was; toen liep hij op het huis toe en probeerde door een gat ,in het met spinneweb bedekte raam te kijken. Verrast hield hij een oogenblik zijn adem in. De kamer, waar hij inkeek, droeg evenals de tuin, sporen van verlatenheid en verwaarloozing; de vloer was kaal en bedekt met stukken grijze kalk, die van de zoldering gevallen waren; de muren waren vochtig en beschimmeld op de plaatsen, waar het behangsel in groote stukken er bij hing. Maar — en dit had hem bevreemd — er hingen schilderijen aan den wand, platen van den Boerenoorlog, die in deze verlaten omgeving vreemd aandeden en de geheimzinnige sfeer van het huis verhoogden. Verbaasd liep hij terug langs een smal, met onkruid begroeid pad langs den blinden muur, dien hij het eerst gezien had. Terzij daarvan en met uitzicht op het met bosschen beplante dal, was een ander, breeder venster; het raam van een lage donkere kamer, die over de geheele breedte van het huis liep, en toen hij daar doorkeek, werd zijn verbazing nog grooter. Aan de wanden hingen weer platen en tegen den eenen muur stond een afgeleefde sofa, waarvan het paardenhaar door de bekleeding heenstak. Maar het was het groote met koper versierde bed, dat hier speciaal zijn aandacht trok. „Een gemeubileerde ruïne," zei hij hardop. De avond van den bitterkouden Decemberdag begon al te vallen toen hij er zich eindelijk van overtuigd had. dat er niets meer overbleef om te onder zoeken en de duisternis en de snijdend-
U KUNT ZE INHALEEREN
Zéér geurige en zachte ciganllos 3 et scherpe wind herinnerden hem er aan, dat hij een onderdak voor den nacht moest zoeken. Toch had hij een gevoel van onrust en een opwinding dat hij niet van zich af vermocht te zetten, toen hij weer door het gat in de heg kroop en langs het pad naar het dal liep. Hij zag licht flitsen achter de ramen van de groote boerderij, die hij voorbij ging, maar ternauwernood opmerkte, zóó waren zijn gedachten bij het verwaarloosde huis, dat hij zoo juist verlaten had, en het was volkomen donker toen hij het kleine dorp bereikte, waar even van den hootóweg af een kleine herberg lag, die er met haar roode gordijnen, waar het licht gezellig doorscheen, uitzag als het land van belofte. Lytham bleef staan enkeek naar het heen en weer zwaaiende uithangbord; toen wendde hij zich glimlachend naar de deur. Hij was juist in een stemming om iets vreemds te zien in alles wat hij tegenkwam en het spookachtig geschilderde schip, dat boven de deur van de herberg hing, versterkte dit gevoel. De met tabaksrook bezwangerde warmte sloeg hem aangenaam tegemoet en hij keek om zich heen in de gezellige gelagkamer. Achter de toonbank stond de waard.
een grijze, vriendelijke reus van ecu man, wiens diepliggende, helblauwe oogen vroolijk twinkelden, toen hij Lytham goedenavond zei. Terwijl hij wachtte op hét bier, dat hij besteld had, nam hij den waard en de omgeving eens op, en met een heimelijk genoegen befnerkte hij, dat alles in de keurig glimmende kamer in het tceken van het schip buiten stond; er hingen platen aan den wand van groote schepen, die zich een weg moesten banen door monsterachtig hooge golven van een onmogelijke kleur, en in een glazen kast achter de toonbank stond een model oorlogsschip. Aan de muren en op de planken bevonden zich ontel bare kleinooden en curiositeiten, diezeelieden voor hun verwanten en ken nissen plegen mee naar huis te brengen Hij hief het glas, dat vour hem werd neergezet''op en glimlachte over den rand heen naar den waard. „Al lang aan land?" vroeg hij. De ander staarde hem in een stomme verbazing aan en schoot toen in een dreunenden lach. „Tien jaar," zei hij eindelijk. „Waar om? U bent een landrot, natuurlijk." „Ja," stemde Lytham toe. „Van nature en beroep ben ik een landrot, ma.ir
€M§ IPILJZZ1LIE-1H€IEIKJ1E Nieuwe opgave No. 445.
■
■
l
2 i j.
Antwoorden gelieve men in te zendenvóór 11 Augustus (abonné's in overzeesche gewesten vóór 11 October) en te adresseeren aan: Redactie „Het Weekblad", Galgewater 22, Leiden. Op enveloppe of briefkaart a.u.b duidelijk vermelden: Ons Puzzle-hoekje No. 445. De. oplossing van deze puzzle kan desgewenscht tegelijk ingezonden worden met die van onze wekelijksche Vraag, doch in dat geval gelieve men ieder antwoord op een apart, duidelijk van naam en adres voorzien velletje papier te schrijven. Oplossing
van „Ons Puzzle-hoekje No. 442".
5
6 1
■
■
Gevraagd met de volgende letters woorden te vormen van onderstaande beteekenis: a-a-a-a-a-a-a-a-d-d-e-e-e-e-e-e-e-e- g- i- ii-j-k-l-l-l-m-m-m-n-n-n-n-n-o-o-o-s-t-t-tt-t-w-w-z-z. Op de beenen van den ladder kan men, bij juiste invulling, van boven naar beneden een bekend spreekwoord lezen. I.Russisch gouvernement. 2. tweepersoons fiets. 3. standaardmaat. 4. dorp in Drente. 5. Trojaansche held. 6. beschroomd. Onder de goede oplossers verloten wij een prijs van f 2.50 en drie troostprijzen. 5 -
ül2illA £ l k Na loting verwierf de heer D. J. Seegers te Hilversum den hoofdprijs. De heer Chr. L.Greshof te's-Gravenhage, de heer M. J. Heinsius te Vlaardingen en de heer R. H. A. de Hoog te Amsterdam verkregen de troostprijzen.
w
VfP
V <Wä 'f*
<M
m :JK
..jf-*.
,m
j^fr.
%* (Foto M.G.M.)
OTA [P>Ä<SE EIM IMAOREEINI O'SULItflVANl
konden zich een uurtje vrijmaken en besloten om samen eens Hollywoods grootste nieuwigheid te gaan keuren: een bridge-lunch, bestaande uit schapen-pastei met rijst gevulden sinaasappel, Parijsche aardappelen, biscuits en salade. dezen herfst heb ik op de „Mary Briszijn vrouw hoorde roepen, een oogje in tol" gevaren om mijn overtocht van het zeil te houden. Een paar minuten Algiers te betalen." later kwam hij al weer terug en zette De waard leunde voorover en zijn een witte bowl waar wat dunne rook stem schoot van louter verbazing de uit opsteeg voorzichtig op de tafel en hoogte in. ging tegenover Lytham zitten, die met „Ik heb als eerste stuurman gevaren zijn kin in zijn hand gesteund in het op de „Mary Bristol"," riep hij. „Tot vuur staarde. ik bij Teneriffe mijn been brak en een „Wat ik zeggen wilde," zei hij langvervloekte Spanjaard het verkeerd zette, zaam, „op mijn weg hierheen kwam zoodat ik mijn heele leven mank ben ik voorbij een huis — een klein, kil, gebleven." onheilspellend uitziend huis en ik dacht Het ijs was gebroken en de twee bij mezelf, dat het wel een geschiedanis mannen spraken over de landen en zou hebben ... Heb ik gelijk gehad ?" plaatsen, die ze beiden bezocht hadden. De waard nam zijn korte pijp tusToen draaide de zeeman zich om en schen zijn tanden vandaan en keek zijn keek op de klok. gast aan alvorens te antwoorden: „Als u geen haast heeft, mijnheer. " „Een geschiedenis? Ja, er zit een ge„Dat heb ik nooit," zei Lytham. schiedenis aan vast, en als u zegt, dat „Gaat u dan mee naar de achterhet een onheilspellend huis is, zal niekamer, zoodat we ongestoord kunnen mand uit de streek u een leugenaar praten. Het gebeurt niet dikwijls, dat noemen. Heeft u wel eens gehoord van iemand, die ook gevaren heeft, dezen den jongen Hank Nevis — uit de krankant opkomt en je wordt er ziek van ten misschien?" op het laatst, om altijd over oogst en Lytham schudde zijn hoofd. vee te moeten praten .. " „Dat is nu vijf jaar geleden ... Voor Lytham volgde den waard naar een ons lijkt het vreemd, wanneer hier kleine kamer, die gezellig verlicht werd iemand komt, die er niet van weet. We door de vlammen uit den open haard. zitten hier zoo opgesloten, dat we dik„Ga zitten," riep zijn nieuwe vriend, wijls vergeten, dat er nog een buiteneen leunstoel voor het vuur schuivend. wereld bestaat. Vul uw glas nog eens, „Dan zal ik u eens een rum-punch laten dan zal ik u de geschiedenis van het proeven, zooals u die waarschijnlijk nog huis vertellen." nooit geproefd zult hebben 1" Met een zucht van tevredenheid zonk Hij grinnikte en keerde terug naar Lytham terug in zijn stoel en luisterde de gelagkamer, waar Lytham hem tegen naar de zware stem, die vanuit de schaduwen naast den haard opklonk, met een gretigheid, die niet geheel en al van onrust ontbloot was. Hij was zich tot zijn eigen groote ergernis bewust van de overtuiging, dat hij ten nauwste bij deze geschiedenis betrokken zou worden.... „Hank Nevis," zei zijn gastheer peinzend, na een oogenblik gezwegen te hebben, „was de eenige zoon van boer Nevis. U moet voorbij de boerderij gekomen zijn, op uw weg hierheen. Het is een heel groote boerderij en heel oud. Eeuwenlang is ze van vader op zoon
BEZOEKT HEX
LUXOR PALAST
XE ROXXERDAM
- 6 —
overgegaan... De jonge Hank was een geboren Nevis: lang, blond, groot en sterk als een van zijn eigen stieren. Ik ben zeeman in hart en nieren, en heb over het algemeen niet veel met boeren op, maar Hank viel in mijn smaak. Hij had gestudeerd en was een echte heer geworden, maar ondanks dat, was hij toch eenvoudig van hart gebleven. Hij was geliefd in het heele dorp om zijn open gezicht en zijn eerlijke, eenvoudige manier van doen, en zijn vader was geweldig trotsch op hem. En toen opeens, toen hij vijf en twintig was en een keus moest maken uit de dochters van de farmers uit den omtrek, om zijn vader op (Je boerderij op te volgen, werd hij verliefd op een zigeunermeisje." Hij zweeg en zijn ronde gezicnt werd door den vlammengloed rood getint, toen hij zich vooroverboog naar zijn glas. „Waarschijnlijk," ging hij verder, „zegt dat weinig voor u — dat het een zigeunermeisje was, maar hier zegt het alles. Dit is een zonderling dorp voor een vreemdeling. De huisjes zijn zoo oud, dat niemand zich kan herinneren dat ze gebouwd werden, en de menschen die er in wonen, werken op het land en met hun. langzaam-denkende hersens veroordeelen ze alles wat niet precies volgens den regel gaat. En jaarin, jaar-uit, slaan boven in het bosch de zigeuners hun kamp op. Met den hoptijd trekken ze naar het Zuiden, maar tegen den winter komen ze weer terug, met hun karavanen en hun smerige tenten. Het is een vreemde troep — zelfs voor zigeuners. Ze bedelen in het dorp en ze stelen waar ze er kans toe zien en ze verachten de dorpelingen zooals de dorpelingen hen haten. Maar de menschen hier voelen niet alleen haat, maar ook angst voor hen... Als u alle verhalen van duivelskunstenarij wilde gelooven, die je hier hoort vertellen... Het zit in hun bloed om bang voor de zigeuners te zijn..." Hij nipte even aan zijn glas en ging toen weer verder: „Het meisje, Myria werd ze genoemd, was nog de vreemdste onder hen. Niemand wist waar ze vandaan kwam, behalve haar eigen troep, en die waren niet van plan om de nieuwsgierigheid van de dorpelingen te bevredigen. Ze woonde samen met haar moeder — een oude heks — maar zijzelf... ze was een schoonheid I Haar gezicht was olijfkleurig en bleek en haar oogen waren helblauw in plaatè van zwart. Maar koud was ze... om iemands ziel te doen bevriezen... 1 We zagen haar dikwijls in het dorp, want ze kwam boodschappen doen op een manier, zooals zigeuners het gewoonlijk niet doen. Er werden verhalen genoeg over haar ver-
REMBRANDT THEATER AMSTERDAM BRENGT STEEDS DE BESTE PROGRAMMA'S
Viooltjes Voortref f el Ijke chocolade in den vorm van viooltjes. Een specialiteit.
RINGERS Let op den naam I
teld, maar niemand wist het ware, want er was niets over of van haar te zeggen. De zigeuners behandelden haar met respect en sommigen beweerden, rillend van angst, dat de zigeunervrouwen de gezichtjes van hun babies bedekten, wanneer zij voorbij kwam en de jongens lieten haar altijd zonder een woord of een glimlach passeeren. Op een keer kwam er een zigeuner in mijn gelagkamer stomdronken, die iets prevelde over een geheim, dat de dorpelingen nooit te weten zouden komen en voordat ik hem de herberg uit had kunnen werken, zei hij nog iets van een „vloek der liefde". Maar je weet immers nooit, wanneer een zigeuner je voor het lapje houdt of niet. En op een morgen ontmoette Hank Nevis haar in de bosschen bij Shorter's Mille en werd direct op haar verliefd. De zigeuners wisten het allang, voordat wij er hier beneden erg in hadden. Later fluisterden ze er in het dorp over, maar al gauw werd het openlijk bekend. Hank maakte er ook geen geheim van toen het meisje haar toestemming gegeven had. Hij hield zijn hoofd trotsch in de hoogte en er was geen man in het heele dorp, die iets over hem durfde te zeggen als hij hem zijn rug nog niet toegekeerd had. Maar zelfs Hank, met al zijn moed en al zijn trots, durfde het eerst niet aan zijn vader te zeggen en toen hij' eindelijk de stoute schoenen aangetrokken had, was er een vreeselijke scène tusschen hen. Ze waren allebei sterk -en koppig, en geen van tweeën wilde toegeven. De oude mrs. Nevis was er net zoo op tegen als haar man, maar toch smeekte ze hem op haar knieën, om toe te geven. Maar Nevis zei alleen: „Je hebt te kiezen tusschen de farm en je zigeunervrouw" en Hank köös.
Dien nacht sliep hij hier en hij vertelde me, toen hij met zijn hoofd in zijn handen in den stoel zat, waar ü nu inzit, dat zijn vader had gezegd, dat hij hoopte hem nooit weer te zien. Hij trok het zich hevig aan; hij hield dolveel van zijn vader maar hij kón het meisje niet opgeven. Het kleine huis, dat u gezien heeft, was van Hank. Zijn vader had het hem drie jaar geleden op zijn een en twintigsten verjaardag gegeven. Eerst wilde hij er niet gaan wonen; hij vond het een kwajongensstreek om op een afstand van een steenworp van zijn vaders boerderij te gaan wonen, maar later piepte hij toch anders, ik denk, dat het meisje hem gezegd zal hebben, toch niet zoo dwaas te doen, maar te nemen wat van hem was — een huis en een vrouw. Dus ging hij er wonen — vandaag, juist vijf jaar geleden. Dien dag zal ik nooit vergeten — den dag, waarop Hank en Myria trouwden in het kleine kerkje aan het eind van den straatweg. Het was koud en een snijdende wind blies door de straten. Misschien kwam het daardoor, dat er niemand te zien Was — misschien ook niet. U weet zelf wel, dat vrouwen dol op een trouwpartij zijn — dat ze er een mijl loopen voor over hebben om het te gaan zien en nu was er niemand. De kerk was leeg op het bruidspaar en den dominee en den koster na, en de straat was nog leeger toen ze er uitkwamen. Er was geen levend wezen te zien; geen vrouw stond in de deur om ze na te kijken, geen kind speelde op straat. Alleen de gordijntjes van de huisjes waar ze langs kwamen gingen opzij om ze na te kijken, toen ze naar het huis op den heuvel liepen. Wat Hank ook mocht voelen — en wie weet wat hij geleden moet hebben, hij kende immers iedereen in het dorp en
had voor de kinderen altijd een vriendelijk woord — hij liet er niets van merken. Gearmd liepen ze voorbij... hij met zijn hoofd in den nek en zij mooier dan ooit. Haar koude oogen straalden in het bleeke gezicht en de lippen waren een beetje geopend; en toch voelde ik me niet op mijn gemak toen ik hen voorbij zag gaan. En op de groote boerderij zat zijn moeder dien avond voor het raam, terwijl ze verlangde naar haar zoon en de vreemde vrouw die hem van haar afgenomen had en ze staarde in de richting van het kleine huis. Ze zag het licht aan- en uitgaan. Maar landelijk kon ze het niet langer uithouden: met een sjaal over de schouders om zich tegen de ergste kou te beschermen, liep ze den heuvel op. Het kon haar niet schelen, wat haar man er van zeggen zou, ze moest weten hoe het met haar jongen ging. Ze sloop voorzichtig den tuin in, bang hen wakker te maken als ze al sliepen, en ze vond het huis stil en rustig. Het was het raam opzij, dat ze zocht, en ze liep, stil als een muis, het pad op. Ze vond het raam openstaan en de blinden opgetrokken en een poos staarde ze de kamer in voor haar oogen naar den grond keken en zagen, wat er aan den voet van het bed lag. In de groote boerderij hoorde men haar gillen en ze kwamen haar # direct te hulp gesneld ... haar man en de boerenknechten en -meisjes, verschrikt en nog maar half wakker. Het was Hank, die daar lag — Hank, met een grooten messteek in zijn keel en van Myria — het zigeunermeisje — was niets meer te bespeuren. — En niemand heeft haar sindsdien meer gezien. De politie was natuurlijk hevig in de weer, maar het heeft haar nooit (Vervolé op pagina 21)
EEN AANGENAME KENNISMAKING Onze Olympische ruiters brachten een bezoek aan de studios der Metro Goldwyn Mayer, waar zij kennis maakten met Mary Carlisle en Dorothy Jordan. Natuurlijk moest dit feit op deze foto worden vereeuwigd. Van links naar rechts: majoor Ch. H. Labouchère; Mary Carlisle; luit. C. F. Pahud de Mortanges; Jhr. A. v. Lennep; Dorothy Jordan en luit. K. J. Schummelketel.
UIT HET
EXQQPED
PAGftOEK VAM
SIGAREN /tL/^ijjÉ S'Morgens,
WAT DE KLEINE ACTEUR VAN ZIJN ROL EN ZIJN MEDESPELERS DENKT Mtt groote letters let: heeft Jackie op zijn dagboek ggeschreven ,.Geheim", doch dit ne neemt niet weg, dat een enkele vertrouwde vriend er wel een blik in mag slaan. Vooral het gedeelte, dat hij schreef voor de opnamen van ,,The Champ" (De kampioen), waarin Jackie de hoofdrol vervult,-lis niet langer geheim. Het is dan ook met volle toestemming van den jongen acteur, dat wij hierbij dit gedeelte uit zijn dagboek publiceeren. 18. Vandaag heb ik mijn rol gekregen
JACKIE HEEFT EEN ERNSTIG TELEFONISCH ONDERHOUD MET ZIJN REGISSEUR. - 8 -
\-\AJurr\xy~z
's Middags,
van Louis B. Mayer. Hij was heel aardig en heeft leuk met mij zitten praten. Later heeft mammie nog een heelen tijd met hem gesproken, maar ik ben alvast naar huis gegaan om mijn rol te leeren. Het boek is erg dik en ik moet het heelemaal in twee weken van buiten leeren. Het is toch erg leuk. Syd zegt, dat het onzin is, maar dat gelooft hij zelf niet. 19- Vandaag heb ik les gehad. Vervelend, maar later kwam Jesse en vertelde mij, dat hij ook meespeelde. Jesse is een neger-
jongetje. Bruin is wel een mooie kleur; als ik met blank was, zou ik bruin willen zijn Jesse zei, dat hy zijn rol al bijna kende en wij hebben samen een stuk gespeeld. Het ging heel goefl. 20 ■ ^ heb vandaag kennis gemaakt met King Vidor. Dat is mijn regisseur. Hij heeft heel ernstig met mij gesproken en me gevraagd, hoe ik mijn rol vind, en ik heb geantwoord, dat ik geloof, dat mijn rol mij goed hgt.Dat heb ikNorma Shearer ook eens hooren zeggen. Ik begrijp met, waarom hij moest lachen. King Vidor kauwt kauwgummi, hij heeft mij ook een stuk gegeven. Ik vind hem een leuken man. 22. Vandaag heb ik pas gehoord, dat er ook een meisje moet meespelen. Ik houd niet van meisjes; die moeten met poppen spelen. Zij heet Marcia. Ik zou niet graag zoo'n gekken naam hebben. 23. Gisteren kwam Marcia. Zij is toch wel aardig. Wij hebben chocolade gedronken en verstoppertje gespeeld. Zij kan hard loopen en wist mij aldoor vlug te vinden. Misschien zijn meisjes toch niet zoo dom. 25Wallace Beery speelt ook mee. Jesse en ik hebben gewed, wie het eerst met hem kennis zou maken. Ik heb hem wel eens gez.en, toen hij in zijn vliegmachine stapte. Ik wilde- hem vragen, mij mee te nemen maar ik durfde niet. Nu ik hem beter leer kennen, zal hij mij wel eens meenemen. 20. Pech! Gisteren heb ik met Jesse een scene gerepeteerd en hij deed alles verkeerd. Hij zei, dat ik het verkeerd deed . . en toen ben ik in het water gevallen. Vandaag moet ik in bed blijven. Ik heb al vijf bladzijden geleerd. Nu ziet Jesse Wallace Beery natuurlijk het eerst. In bed liggen is niet leuk. 29. Gisteren heb ik met Wallace Beery kennis gemaakt. Het was toch wel aardig van Jesse, dat hij niet alleen naar hem toegegaan is. Wallace Beery noemde mij collega en nam ons mee om ijs te eten. Niet een ijswafeltje, maar een echte portie. In het restaurant ontmoetten wij Marie Dressier en van haar heb ik ook ijs gekregen. Marie Dressler vind ik heel aardig. Later mochten wij toekijken bij het filmen. Ik heb goed opgelet, of ik wat kon leeren. Iedereen kent zijn rol goed en ik ben maar gauw naar huis gegaan om de mijne te leeren. 30. Er spelen ook nog andere jongens mee. Een paar ken ik al Èn wij zijn direct gaan voetballen tot er iemand kwam, die het ons verbood, omdat er dicht bij gefilmd werd. Bij de film wordt dus ook wel eens iets verboden. Jammer, ik dacht dat alleen mammie alles verbood. 31. Nu ken ik mijn rol al, Wallace Beery heeft gezegd, dat ik hem Wally noemen mag. Ik heb een pak gepast voor de film. Dat zóu ik graag altijd willen dragen, want daarmee hoef ik niet voorzichtig te zijn. Overmorgen beginnen wij. Dat vind ik fijn, maar ik moet dan ook mijn schoolwerk maken. Als filmen niet zoo leuk was, zou ik er geen zin in hebben. 1. Wally heeft gezegd, dat nu we in de film zulke goede vrienden zijn. we het ook buiten de film moeten worden. Hij heeft mij en Jesse zijn vliegtuig laten zien. Wij hebben Marie Dressler weer gezien, die ijs met ons wilde gaan eten, maar ik durfde niet, want ik had buikpijn. Ik hoop, dat ze het mij morgen weer vraagt.
%/>^Lv^iP|
's Avonds.
Ürhcxrzh/xxszA In een warenhuis te Londen werden door Inbrekers zestig hel gekleurde pyama's gestolen. — De politie veronderstelt, dat het jaarlijksche uitstapje van den plaatselijken Inbrekersbond zich dit jaar zal uitstrekken tot de Lido.
'^iy^
Hij: „Ik tal alléén trouwen met een vrouw, die in alles absoluut mijn tegendeel is." Zij: „Dat is niet zoo moeilijk! Er loopen genoegr verstaadige, aardige meisjes rond."
(Tit-Bits)
„De gemiddelde huisvrouw van den tegenwoordigen tijd besteedt ternauwernood drie uren aan de maaltijden van haar man," schrijft ons een abonné. — O.i. is dit alleen een kwestie van handigheid met den blik-opener. „Als er iets is, dat U hindert, moet gij er een nachtje op slapen," adviseert een psycholoog. — Maar wat moet men doen, als hetgeen ons hindert, een hotelbed is?
„Vind je dat kleine boompje daar niet grappig staan nnn«!t dien langen?' (D/e Lustige Kiste)
„Is het mogelijk om zonnebrand te voorkomen?" vraagt ons iemand. —Ja, er is één manier en dat is deze: men gaat uit in een licht zomercostuum en zonder paraplu met het vaste plan om een zonnebad te nemen. Wij hoorden dezer dagen van iemand, die veertien katten houdt. — Zonder twijfel zal die beklagenswaardige ook blij zijn, als al zijn buren thuiskomen van hun vacantie en hun huisdieren weer opeischen. «=. OCMt
Gast: „Zeg er eens, er zwerot een vlieg in mijn bier!" De waard: „Ach, hoe is't mogelijk! Waar zou dat beestje nou hebben leeren zwemmen?!" (Die Grüne Post)
In zekere streek in Devon (Engeland), lezen wij, regent het reeds dertien dagen achter elkaar. De bewoners gelooven nu, dat zij worden bezocht door booze geesten. — Het lijkt ons veeleer waarschijnlijk, dat zij door óns bezocht werden gedurende onze vacantie.
Vrouw: „Heb je mijn tube plakgom gezien, Herman?" {Maclean's Magazine)
„Het vorige jaar heb ik gedurende een vacantie van twee weken vijftig gulden uitgegeven aan fotomateriaal," bericht ons een abonné. — Wij concludeeren hieruit, dat zijn vriendinnetje een bijzonder knap meisje was. Ben Engelschman koestert het voornemen om met een kruiwagen een wereldreis te maken. — Wij veronderstellen, dat hij zich uitstekend heeft kunnen trainen, daar hij een auto van een zeer goedkoop merk bezat. Een entomoloog beweert, dat de gewone mug in ons land maar zelden wordt gevonden. — Vooral als het akelige beest je pas gestoken heeft I
De zeer deftigre heer: „En laat mijn particuliere bad-installatie dadelijk naar het strand brengen!" {The Humorist)
„Hoe moet men den«vroolijken mensch noemen, die nog opgewekt glimlacht als alles om hem heen verkeerd gaat?" vraagt een schrijver. — Golfcaddie. — 9 —
Hoe de door de zon verbrande vacantiegrnnger den nacht doorbrengt. {Lustige RlStter)
'mWn
if
W\
■^
^■HVP^"'- -
I MBBI
Jl •S&iT ■
M:i
I
A',..
1.
HetTOd der Lente.
2.
Parelmoeren morgen.
3.
De weg naar 't oneindige.
4.
Höt verborgen dorp.
5.
Stilte.
6.
Zonsopgang.
7.
Besneeuwd dorp.
8.
De nacht in de kruinen.
■
-Fjeze kunsésctilder van internationale vermaardX^ heid werd in 1903 in Belgisch Brabant geboren. Hij was bestemd voor een administratieve loopbaan. maar hq Saf deze al heel spoedig op. om zich geheel aan de schilderkunst te gaan wijden. Lessen aan een academie heeft Jean Dratz nooit gevolgd. Wanneer men voor zijn doeken staat, wordt men met alleen geboeid, maar ook ontroert, en dit laatste is stellig een der grootste verdiensten van zijn veelzijdig oeuvre. Er is een bijna onwezenlijk licht in zijn schilderijen ; het komt niet van den hemel en het keert er ook met naar terug; het blijft ter hoogte van het oog van den schilder en lijkt ver, heel ver weg te trekken, zonder toch ooit de aardsche werkelijkheid te verlaten. Waarschijnlijk heeft Dratz zijn schilderijen zelf niet „gezien voor ze klaar waren, want het zijn niet alleen landschappen die hij ons toont, maar decors, waarin zijn innerlijke visie allerlei verbeeldingen schept. Up zijn doeken komt geen enkel menschelijk wezen voor; een nauw merkbaar briesje doet zijn net buigen; zelfs wanneer zijn hemel vol droefheid ot purperen dreiging is. blijven zijn dorpen toch kalm en vriendelijk en vreedzaam, zooals die van üruegel. De musea van Tokio. Ostende en Brussel kochten werk van hem aan en ook in verschillende parti= culiere verzamelingen is hij vertegenwoordigd. nij nam deel aan tentoonstellingen te Nizza. Cairo, Stockholm en Elisabethstad. Op deze laatste expositie verwierf hij de gouden medaille.
-yv/
wmm
\
f
.
|
l
M^UMTS PARSER M;
ZIJN ERVARINGEN IN INDIÊ
een verblijf van twee jaren in de tropen, is de Nederlandsche acteur -J*- 1*- Maunts Parser weder in het vaderland teruggekeerd. Hieronder volgt een kort relaas van zijn vele wederwaardigheden. Augustus r93o vertrok ik met het gezelschap Anton Verheyen naar Indië. In de beste stemming zetten wij na eenige weken voet aan wal en begonnen de lieden in ons schoone Insulinde op ons spel te vergasten. Maar na vijf weken was het helaas afgeloopen met de goede harmonie in ons kleine troepje, het succes bleef uit, onze leider wist geen raad meer, en toen wij op tournee waren ergens tusschen Cheribon en Scmarang, was ik wei genoodzaakt, teneinde een debacle te voorkomen, zelf directeur te worden. Anton Verheyen bleef als tooneelspeler aan het ensemble verbonden en zijn zoon werd administrateur. Ons troepje telde toen elf personen, onder wie mijn echtgenoote Didy Morena, Roosje Köhler—van Gelder, Gerard Vrohk, Marianne v. Dam en Frits v. Dongen. Om de tooneellicvenden niet teleur te stellen, werkten we eerst de door Verheyen aangegane verplichtingen af. Daarna zette ik zelf een tournee in elkaar met een zelf gekozen repertoire, waarvan b.v. „Pomarius" en „Trio" geweldig succes hadden. Ook hadden we Molnars „Een slot dat pakt" in ons repertoire opgenomen: dit stuk eischte door zijn groote bezettingecbtergeweldige financieele offers. We bezochten er de eilanden Pah en Lombok mee. nog nimmer was zulk een groot ensemble de binnenlanden ingegaan en de menschen op de ver afgelegen nederzettingen toonden zich werkelijk dankbaar. Maar gelooft u niet, dat het tooneelsptlen in Indië gemakkelijker is dan hier, de menschen zijn er zeer critisch, ofschoon i.e aan den anderen kant wel erkentelijk zijn voor iets goeds. We trokken naar Borneo, hebben de binnenlanden intensief bereisd, Sumatra van het Lampongsche tot Atjeh en van Benkoelen tot Marbau aan de Oostkust, daarbij een tocht gemaakt dwars door de wildernis naar Djambi, waarbij onze groote reisauto met behulp van inlanders op vlotten over elf rivieren gezet moest worden. Het Medansch Dagblad schreef naar aanleiding van dezen moeizamen tocht een lang artikel, waarin ons veel lof toegezwaaid
werd, hetgeen ons de ontberingen weer eemgszins deed vergeten. Ik vertelde u reeds, dat onze voorstellingen overal succes oogstten. Misschien wilt u zich overtuigen? Voor ik het goed besef, heb ik reeds een lijvig boekdeel met critieken voor mij, die werkelijk alle even gunstig luiden. Vooral trof mij in de „Deli Courant" een stukje over de opvoering van „Pomarius". Ik laat er hier een gedeelte uit volgen.' „Dit is het, waar we Parser nog even, hulde voor wilden toezwaaien. Parser en zijn kleine dappere troepje, dat in moeilijke tijden en moeilijke omstandigheden dwars door Insulinde trekt om ons behoorlijk tooneel te brengen en dat ons niet na de voorstelling het gevoel doet bijblijven dat we bij den neus genomen zijn. We hebben kort geleden Cor Ruys gehad en we waren een beetje verwend. Parser heeft ons. met de herinnering aan de Ruyzen geenszins teleurgesteld." En iets verderop lees ik: - 12 -
„Gelukkig dat de Kunstkring, zij het na eenige aarzeling, toegehapt heeft en het Ensemble onder zijn vleugelen nam, want Parser en zijn menschen verdienen, zooals hierboven al eerder gezegd, allen steun voor hun streven, hun ambitie, hun eerlijk pogen, hun goede vertolking." Wat de toekomst brengen zal? Ja, daarover kan Parser mij nog niets mededeelen. De kans is groot, dat hij spoedig weer naar Indie terugkeert. Ook dan zal hij zijn menschen en repertoire wel weten te kiezen, want van een goede keuze heeft hij steeds blijk gegeven. We herinneren er nog eens aan, dat hij de eerste was, die de schlager „Schimek" met Oscar Tourniairc ten tooneele bracht, hoewel Tourniaire zich met hand en tand tegen deze rol verzette. En het werd een van zijn grootste successen. Wat de toekomst, die voor fooneelmcnschen allesbehalve rooskleurig is, ook moge brengen, we wenschen Parser al het succes, dat dezen jongen energieken artist toekomt.
FIIM-ENTHOUSIASTEN
NIEUWS UIT DE STUDIOS
H. H. te AMSTERDAM. Wendt U tot de Metro-Goldwyn-Mayer, Damrak- 49, Amsterdam. T. H. T. te ROTTERDAM. Indien U ons een goede foto zend^. willen wij die gaarne plaatsen. M. G. te HILVERSUM. Harry Liedtke is weer geheel hersteld. Dank voor Uw aardigen brief. B. M. te ROTTERDAM. De Ufa kunt U schrijven per adres Krausenstrasse 38 — 39, Berlijn. De studios ziin gevestigd te Neubabelsberg. DE J. te s-GRAVENHAGE. Wendt U tot den heer Henri A. van Eysden Jr., Columbusstraat 252, 's-Gravenbage.
Mady Christians is door de Ufa geëngageerd. „Der Freischütz" van Karl 4aria von Weber zal vertoonfilmd worden. Dorothea Wieck is door Richard Oswald ■oor de hoofdrollen in de films: „Gräfin ^aritza" en „Kronprinz Rudolf" geënga zeerd. Harry Hardt is voor de films: „Strafache von Geldern" en „Rivalen der Kurve" eëngageerd. Rosy Barsony zal de hoofdrol spelen in Ie nieuwe Ufa-toonfilm „ . . Und es euchtet die Pussta", welke geheel in Hongarije wordt opgenomen. In de nieuwe Ufa-toonfilm „Strich durch die Rechnung" spelen Heinz Rühmann, Toni van Eyck, Margarete Kupfer, Jacob Tiedtke, Otto Wallburg, Hermann Speelmans, Flockina von Platen, Ludwig Stössel. Fritz Odemar. Gustl Starck-Gstettenbauer, Harry Hardt en Hans Zesch-Ballot. Alfred Zeisier voert de regie over de Duitsche ver„ie. In de Fransche versie speelt Albert Préjean de hoofdrol en voert Serge de Poligny de regie. Richard Tauber is door Radio-City (Roxy-Rothapfel) naar Amerika geënga ^.oerii. Anita Page, de bekende Amerikaansche filmster, vertoeft in Juan les Pins. Brigitte Helm zal bij de B.I.P. te Londen in de Engeische versie van „Geheimdienst speien. Oskar Sima is voor de nieuwe Emelka film „Südexpress" geëngageerd. Hans Deppe is voor een rol in de toonfilm der Ufa „Ein blonder Traum" geëngageerd. Paul Martin voert de regie over deze film. Gustaf Gründgens zal in de detective film" „Zigeuner der Nacht" (H.M.-Produk tlon) speien. Gretl Theimer, Berthe Ostijn en Hugo Schrader zijn voor de nieuwe Franz Seitz film der Emelka „Der Schüt-zenkönig" geëngageerd. De oude stommefilm „Atlantide van Feyder wordt in het Parijsche „GaumontPalace" als „sensationcele reprise" opgevoerd. Alexander Granowsky zal de proefopnamen van de film „De avonturen van koning Pausole" in de Billancourt-Studio te Parijs draaien.
L. K. te VENLO. Het adres van Lee Parry is Hubertusbaderstrasse 12, Berlijn. Haar ware naam is Mathilde Benz. Zij was getrouwd mei Richard Eichberg en is thans gehuwd met den heer Moldauer. Zij is den 27s(en Januari te München geboren. De film, die U bedoelt, is getiteld „Ein bischen Liebe fur Dich". In deze film is Georg Alexander haar partner. Z. te LEIDEN. Leeftijd van filmsterren vermelden wij principieel niet. In ons land bestaan gelukkig geen filmscholen. Wij raden U aan, zich tof den directeur van de Deutsche Filmschule. Sonnenstrasse, München te wenden. F. B. te AMSTERDAM. Voor deze film heeft men de Notre-Dame in Hollywood opgebouwd Ik zou het plan om regisseuse te worden maar uit het hoofd zetten. Er zijn zooveel andere beroepen, die ook heel prettig zijn »n waarbij U veel meer kans beeft om te slagen. U mag ons zoo vaak schrijven als U zelf wilt. R. C. te LEIDEN De revue van Felix Bressart zal niet in 's-Gravenbage opgevoerd worden. Wij raden U aan, steeds de rubriek ,,Nieuws uit de studios te lezen. L. M. te s-GRAVENHAGE. Richard Tauber zal voorloopig niet in ons land komen, daar bij binnenkort naar Amerika gaat. Wij zullen zooveel mogelijk met Uw wenschen rekening houden. H. G. te AMSTERDAM. Greta Garbo is niet verloofd. Norma Shearer isgefrouwd. 'K. W. te HAARLEM. Lilian Harvey vertrekt aanstaanden herfst naar Holly wood evenals Henry Garat. Wolf AlbachRetty zal hef komende seizoen in de fil „Das schone Abenteuer " met Käthe von Nagy de hoofdrol spelen. W. L. te MAASTRICHT. Het adres van Wolf Albach-Retty is Prager Haus, Prager Platz, Berlijn. U moet hem in een brief om een foto vragen en dan drie antwoordcoupons insluiten. Deze coupons zijn aan ieder postkantoor verkriigbaar. ledere abonné kan desgewenscht twee filmfoto's gratis ontvangen. M. A: te NIJMEGEN. Het adres van Dolly Haas is Reichstrasse 9, Berlijn. Niet veraeten een antwoord-coupon in te sluiten.
CORRESPONDENTIE Mevr. L. ie 5. Hei liedje „Paardje spelen" van onzen medewerker Henry C. van Praag komi voor in zijn nieuwen kinderliederenbundel, die bij P, Noordhoff ie Groningen in druk is. „Guusje ziei 'n Negerjongen' (Het hielp toch niet) komt voor in den bundel ,.Nog even zingen, Mam", en „Niki" in den bundel „Gelukkig niet te laat", de eerste uitgegeven door De Roode, Amsterdam, de laatste door De Gulden Ster, Amsterdam
Van zon, lucht en leven genieten in bosch en duin, op hei en strand zonder gevaar voor zonnebrand is slecht? mogelijk, als. gij gelaat, handen en armen inwrijft met „Zij''-Crême of „Zij'-Olie. In prijzen van 20-30—45 en '75 cent.
MARY CARLISLE toont onzen lezeressen, hoe het nieuwste strandtoilet er uitziet, dat in het zonnige Caltfornië gedragen wordt
- 13 -
HArtP DE ovEPWinhMP KOMT
■..-■.;■■.
;■
1 . Z"
ni'in MIJN NEEF JANSSEN kwam deze week een kennis tegen, die hem hartelijk op den schouder sloeg en > blijkbaar erg in zijn humeur was. „Hier heb je een sigaar," zei de man glimlachend. „Ha, dank je," - antwoordde mijn neef, „maar waarom ben je opeens zoo royaal?" „Mijn gezin is vanmorgen uitgebreid."„Sjonge, jonge," zei mijn neef. „Van harte gefeliciteerd hoorl" Maar na eenige trekken merkte hij op: „'t Is zeker je zesde, hè?" Oude dame (passage nemend naar Amerika): „Weet u een veilig, sterk schip voor me? Ik ben zoo vreesehik bang!" Klerk van het scheepvaartbureau: „Nu mevrouw, de „Marie-Louise" is nog nooit gezonken ..." Dame: „Schrijft u me daar maar op m; daar zal ik me dan wel veilig op voelen." „Kan ik u een boek over etiquette verkoopen, mijnheer?" „Nee, dank u; ik heb 't niet meer noodig. Ik ga morgen trouwen." „Ik ken een schilder," zei de eene vriend, „die een spinneweb op het plafond van zijn kamer schilderde, zóó naluurhjk, dat de dienstbode een uur lartg geprobeerd heeft, het weg te krijgen I" De tweede vriend lachte. „Dat kan ik niet gelooven," zei hij. „Maar waarom niet," zei de eerste. „Het is van meer schilders bekend, dat ze zulke dingen doen." „Van schilders misschien wel," antwoordde de tweede, „maar van dienstboden niet." Smit: „Het moet toch wel prettig zijn om een eigen wagen te hebben!" Meier: „Nou, ik voel er niet veel voor: óf de wagen is in reparatie óf ik." .,Vacantieplannen maak ik nooit," zei Henk Pantoffel op een keer'. „Mijn vrouw maakt uit waarheen ik ga, -n mijn baas beslist wannéér!"
ONZE WEKELIJKSCHE PRIJSVRAAG Vraag honderd drie en tachtig. Wie onzer lezers weet, wie bedoeld wordt met „De Ridder van de Droevige Figuur"? Onder hen, die ons voor i 7 Augustus (abonné's in overzeesche gewesten 17 Oct.) een goed antwoord zenden, verloten wij een prijs van f 2.50 en vijf aardige troostprijzen. Men gelieve te adresseeren: Redactie „Het Weekblad", 22 Galgewater Leiden, en op de briefkaart a.u b duidelijk te vermelden: Vraag 183
,p deze pagina geven wij reeds eenige 1 foto's uit de Filma-Nero-film ,,Dej _ Heerscheres van Atlantis". De hoofdrollen in deze rolprent, welke onder regie van G. W. Pabst is opgenomen, worden gespeeld door Brigitte Helmj (Koningin Antisrea) en Gustav Diessl (Kapitein Morange.) Voor de vervaardiging van deze film zynl kosten noch moeiten gespaard. Een grootel expeditie, technici en artisten onder leidingj van eenige Fransche officieren en hulpregisseurs, heeft maandenlang de hitte en ontberingen der Sahara doorstaan om del opnamen te maken. De Fransche versie van deze rolprent oogst te Parijs veel succes. In Ions land zal de film Duitsch-sprekend ver-| toond worden.
„Bent u ook van oordeel, dat men vroeg moet trouwen?" „Ja zeker, absoluut! Ik heb tot dus^ ver al^mijn huwelijken 's morgens ge-
Een moeder bezichtigde met haar zoontje het Louvre in Parijs. Toen zij bij de Venus van Milo kwamen, zei ze streng: „En nu zie je eens. Jantje, wat er met nagelbijters gebeurt!" Er kwamen ondefinieerbare geluiden uit de badkamer. TT "^f. ?aat er niet "aar je zin, Henri? nep zijn vrouw onder aan de trap. „Wat is er met mijn scheermes gebeurd," gromde een stem uit de badkamer. „Het snijdt heelemaal niet!" „Hoe kan dat nou, Henri, je baard is toch zeker niet harder dan het linoleum ?" Slechts twee passagiers hadden de schipbreuk overleefd: een dame en een Schot Aan het einde van de tweede week van hun verblijf op het onbewoonde eiland, waren hun kleeren aan flarden, het beetje aangespoelde proviand was op en de apen in de boomen gooiden geen met melk gevulde kokosnoten meer naar hen toe. Uitgeput en moedeloos lagen ze op het strand. „O, het had niet erger kunnen zijn " kreunde de dame. „Jawel zeker," weersprak de Schot haar^ „als ik een retourbiljet genomen Dinges: „Hoe bevalt het je in je nieuwe huis met acht kamers ?" Smit: „O, best! Wij hebben een van de slaapkamers gemeubileerd met het verzamelen . van zeepbonnen." Dinges: „Hebben jullie de andere zeven kamers niet gemeubeld ?" Smit: „Dat kan niet. Die staan vol met zeep."
„Hoort u eens even," zei de buurman, „ik haal de politie er in, als dat met verandert met dien hond van u! Dat beest huilt den heelen nacht!" „Ja, maar mijnheer, wat wilt u dan ? Daar slaapt hij toch den heelen dag 0 voor!" „Alstublieft mijnheer," zei Jantje ijverig tegen den onderwijzer. „Ik heb die som zes maal gemaakt." „Zoo jongen, dat is heel vlijtig van je. Ik zal je een goedkeuring geven." „Alstublieft mijnheer. En hier zijn de zes uitkomsten." „Henri," fluisterde mevrouw, „ik ben er van overtuigd, dat er beneden inbrekers zijn!" „Maar lieve," antwoordde Henri slaPeng. „je verwacht toch hoop ik niet van mij, dat ik den moed van jouw overtuiging heb ?" - 14 -
De twee vriendinnen zaten bij een kopje thee te babbelen en haalden alle bekenden en familieleden over den hekel. „Van Hilda kan ik eigenlijk niets anders dan goeds zeggen," meende de eene vriendin. „Nou, dan praten wij over wat anders " was het antwoord van de ander. De verwaande jongeman werd naar zijn hotelkamer gebracht. „Zoo, dus hier moet ik wonen!" gromde hij. „'t Lijkt wel een geb vangenis!" „Och mijnheer," meende de kellner „het is maar wat men gewend is, nietwaar ? „Hoe komt Karel toch aan dat blauwe oog ?" „Hij stond op een koormeisje te wachten bij den artisten-uitgang van het theater en —" „En kwam haar verloofde toen voorbij ?" „Neen, haar kleinzoon kwam uit het theater en gaf hem een pak ransel."
■
fM
„En hoe maakt Meyer het met zijn jonge vrouw?" „Nou, wat zal ik je zeggen, hè ? Een maand na het huwelijk kwam er een felicitatie-telegram, dat vertraging had gehad en zij hebben het geweigerd." Twee jongens hadden het over de verstrooidheid van hun respectievelijke ooms. De eene vertelde: „Mijn oom is zoo verstrooid, dat hij op de fiets uit wil gaan en dan valt omdat de fiets er niet is." „Dat is nog niets vergeleken bij den mijne, blufte een ander. „Mijn oom stak eens een lucifer aan, ' om te zien of hij de kaars uitgeblazen had!"
%^^
~^.f'
DE OPLOSSING Vraag honderd negen en zeventig. Jean Jacques Rousseau was een van de invloedrijkste Fransche schrijvers van de 18e eeuw. Hij verwekte groot (jpzien door zijn opvoedkundigen roman, „Emile, ou de l'éducation", en oefende verstrekkenden invloed uit op de staathuishoudkunde. Met de juiste beantwoording van deze vraag verwierf mejuffrouw T. van Cooten te Utrecht den hoofdprijs. De troostprijzen werden toegekend aan mevrouw B. Meulman—van der Velden, Rijswijk (Z.-H.); mej. D. Kersten, Deventer; den heer H. v. Riet Schiedam; den heer P. Noorlander, Rotterdam; mej. B. Hoogsma, Amsterdam
v
MKIVT
SA
I Äf E^.
de mysterleuse koningin van KOMT 1. Briffitte Helm en Gustav Diessl. 2. De wanhoop nabij. S.Brigitte Helm en Gustav Diessl. 4. Angst.
BRIGITTE HELM FILMA
AMSTERDAM
■►*■*
#
t Spannende Wild-West geschiedenis in zes acten.
:hy
In de hoofdrollen de bekende Cowboy filmheld Tom Mix en zijn wonderpaard Tony. Croeze-Bosman Universal-film.
■■%.
B'
e diligence-ondernemer Tom Destry is een van de beste rijders en schutters van het Wilde Westen. Op een van zijn tochten door de heuvels ziet hij, dat eenige bandieten zijn wagen hebben overvallen en er de vlucht mee nemen. Hij achterhaalt ze echter; trekt met zijn lasso een doodcn boom over den weg en weet de diligence tot stilstand te brengen, waarna hij de bandieten dwingt het voertuig met passagiers en al naar het dorp te trekken. Daar levert hij ze aan den sheriff over. Deze sheriff en zijn helpers hebben echter, tezamen met Toms compagnon Brent, den geheelen overval op touw gezet, teneinde Tom voor de komende sheriff-verkiezing de kans te ontnemen en zichzelf te laten herkiezen. Tom, die hiervan niets afweet, begeeft zich snel naar zijn verloofde Sally en belooft bij haar te komen eten, als hij eenige dringende zaken heeft afgehandeld. Ondcrtusschen smeden de schurken, aangevoerd door Brent, een ander plan om Tom voor de komende verkiezing uit te schakelen. Bij zijn nadering vindt er een zoogenaamde vechtpartij plaats met Brent aan den eenen en Ogden en Clifton, helpers van den sheriff, aan den anderen kant. Tom snelt te hulp om de vechtenden te scheiden: een schot volgt: Ogden wordt zwaar gewond en Tom wordt wegens poging tot moord in hechtenis genomen. Hij moet terechtstaan en zijn zoogenaamde vrienden getuigen allen tegen hem. zoodat hij tot tien jaar gevangenisstraf veroordeeld wordt. Sally en haar vader stellen alles in het werk om gratie voor hem te verkrijgen en na een jaar wordt Destry inderdaad vrijgelaten. Nauwelijks is dit bekend, of Clifton en Ogden maken zich snel uit de voeten, bevreesd voor Toms wraak. Deze maakt echter iedereen wijs, dat hij het vechten in de gevangenis verleerd is. Hij begeeft zich naar de dorpsherberg, waar de schurken allen aanwezig zijn en Tom tot het uiterste sarren. Een hevig gevecht volgt: de schurken worden neergeschoten en Tom vlucht naar de heuvels, waar hij door een
,
Qaroïe JUombard ^ én Qarry Qoop F oro
PARAM oun
*..
I ^
C% » T
* ♦.
■■■%(SF' ^^^^"^^(.jai'
* IBPTFt,
'. -
**
***%,
politiemacht van Brent wordt omsingeld. Op aanraden van een jongen verschuilt hij zich in een berghut, doch twee politiemannen weten zijn schuilplaats te vinden en dringen de hut binnen. Daar worden zij echter door Tom gedwongen de waarheid te vertellen en zoodra hij weet, dat Brent de hoofddader is geweest, snelt Destry naar Sally's huis, waar hij Brent aantreft. Zij raken slaags en Brent moet het onderspit delven. Thans staat niets het geluk van Tom en Sally meer in den weg!
"^„'I^ ö* ■■■
Verwacht MATA-HARI met OR ETA OARBO en R A M O N NOVARRO
i..-*'t—
. ^: i^:•VcfTM
I
ALS HET LEVEN EEN TRIOMF WORDT JEAN BART. - DE RUWE VISSCHER5MAN, DIE ADMIRAAL WERD. Lang en verscheiden is de lijst der natiovan Duinkerken te verlaten en zich door nale helden, die door het Fransche de vijandelijke schepen heen te slaan, volk wordt vereerd, maar een geheel antwoordde Jean Bart dan ook: ..O, niets unieke plaats moet daarop toch worden toewas eenvoudiger. Ik zal het u laten zien." gewezen aan Jean Bart, den ruwen visschersHij plaatste de hovelingen rond den troon man, die het door zijn buitengewonen moed en, met een vaart de trappen afstormend, tot den hoogsten rang op de Fransche vloot wierp hij zich midden tusschen hen in en heeft weten te brengen, en die tijdens de deelde naar alle kanten oorvegen en muilregeering van Lodewijk XIV meer heeft peren uit. De pruiken vlogen links en rechts gedaan om Frankrijk groot te maken, dan en de blauwe oogen waren niet te tellen' eenige andere Franschman. Zijn daden zijn ..Zoo heb ik het gedaan, Sire," zei Jean bijna spreekwoordelijk geworden in FrankBart eenvoudig, toen hij uitgeraasd was en rijk. Hetgeen niet behoeft te verwonderen, er geen hoveling meer op zijn beenen stond! want zoowel hetgeen hij gedaan heeft als. Lodewijk had zich tijdens de voorstelling hetgeen hij heeft gezegd, is wel bij uitstek kostelijk geamuseerd, zooals hij trouwens geschikt om hem tot een populaire figuur altijd deed, wanneer Jean Bart in letterlijken te maken. Onder alle Fransche helden is er of figuurlijken zin doorsloeg, en men benauwelijks één te vinden, die hem aan moed weert dan ook, dat hij altijd in een goed — of, indien ge liever wilt: aan roekelooshumeur raakte, wanneer hij een hevig tumult heid — en rondborstigheid overtreft. in de antichambres van zijn paleis hoorde, Als een voorbeeld van zijn koelbloedigdaar hij dan wist, dat Jean Bart in aantocht heid verhaalt men bij voorkeur hetgeen er was! Want deze kwam nooit op audiëntie gebeurde, toen hij den Prins van Conti, den zonder de een of andere moeilijkheid, die Franschen candidaat voor den troon van tot handtastelijkheden leidde, met de bedienPolen, naar Danzig bracht. Toen hij den dert in het paleis te hebben. Daarom had de mond van de Maas verliet, werd zijn schip, koning hem ook toegestaan, om in zijn waarop zich de hooge passagier bevond, tegenwoordigheid uit zijn smerige pijp te achtervolgd door een aantal vijandige scherooken, nadat hij eens verschillende lakeien pen. Jeant Bart slaagde er echter in, dank tegen den grond had geslagen, die geprobeerd zij zijn zeemanskunst, te ontkomen, en toen hadden hem te bewegen zijn pijp weg te Lodewijk XIV hem later vroeg, wat hij zou doen alvorens in tegenwoordigheid van den hebben gedaan, wanneer hij door zoo'n overkoning te verschijnen. machtigen vijand was aangevallen, antwoordde hij heel eenvoudig, dat hij zich De carrière van Jean Bart is een boeiend, natuurlijk zou hebben verdedigd. romantisch verhaal. Hij werd in 1650 te ,,Maar als de vijand nu eens tè sterk was Duinkerken geboren en zwierf reeds van zijn gebleken?" vroeg Lodewijk. ,,Wat zou je prille jeugd af op zee, eerst als visscher en dan hebben gedaan? Dan zou je natuurlijk later als smokkelaar. Toen hij veertien jaar genoodzaakt zijn geweest je over te geven." was, won hij een prijs tijdens een wedstrijd ,,Daar had nooit sprake van behoeven te in het schieten met kanonnen. Nadat hij zijn," antwoordde de ruwe zeebonk. ,,Mijn ecnigen tijd in Nederlandschen zeedienst had zoon heeft al dien tijd in het kruitmagazijn doorgebracht, verbond hij zich in 1672 bij gestaan met een brandende lont in zijn hand de Fransche marine en reeds bij de eerste en ik had hem het uitdrukkelijke bevel gegegelegenheid de beste onderscheidde hij zich ven om, zoodra er een vijand voet aan dek toen door zijn groote dapperheid, zoodat hij van mijn schip zette, den heelen boel onmiddellijk het bevel kreeg over een fregat in de lucht te laten vliegen." met tien kanonnen. Binnen een jaar tijds Ofschoon Lodewijk openlijk erkende, maakte hij tien schepen buit! Dat bleek echbewondering te hebben voor den moed van ter nog maar een begin, want toen hij drie Bart, was diens plan om aan een gevangenjaar in Franschen dienst was, sloeg hij zijn schap te ontkomen, toch wel wat al te drasrecord en vernietigde of veroverde 670 tisch naar zijn zin, gezien het feit, dat hij schepen, hoofdzakelijk Nederlandsche. Lodeeen prins van den bloede aan boord had, wijk was met een dergelijke aanwinst van zijn waarom de koning hem dan ook op het vloot zóo verheugd, dat hij den visscher, hart drukte, als hij een vorstelijk persoon die tot nu toe slechts als kaper was opgeaan boord had, nooit tot een dergelijken treden, den rang van marineluitenant gaf maatregel over te gaan. (1679). Hoewel Jean Bart op alle mogelijke maDe keeren, dat Jean Bart met Frankrijk's nieren door den koning geprotegeerd werd, vijanden die in die dagen zeer vele waren, was hij toch dikwijls het mikpunt van den slaags is geweest, zijn niet te tellen. Slechts spot der hovelingen, die den zeeman-ineenmaal heeft hij hierbij het onderspit moeten hart-en-nieren niet goed zetten konden, delven. Dat was tijdens een gevecht met de omdat hij zich niet ontzag, hun op een Engelschen.Na een vreeselijken strijd, waarbij ongezouten manier de waarheid te zeggen. aan weerskanten gevoelige verliezen waren geEn daarom kan men begrijpen, dat de beeren leden, werd Jean Bart, nadat hij zelf gewond hartelijk moesten lachen, toen Jean Bart, en de grootste helft van zijn mannen buiten terwijl hij den koning voordeed hoe hij zich gevecht gesteld was. gevangengenomen en tijdens een ontmoeting met Engelsche schenaar Plymouth gebracht. Heel Engeland pen gedragen had, op den spiegelgladden juichte toen het hoorde, dat de beruchte vloer van het koninklijk paleis te Versailles zeeheld onschadelijk was gemaakt. Maar uitgleed en zoo lang als hij was op den lang zou men zich niet mogen verheugen, grond lag te zwemmen. Maar Jean Bart zou want hij slaagde er na korten tijd in, met Jean Bart niet zijn geweest, als hij zich behulp van een vijl, die handlangers in zijn niet gewroken had. Toen Lodewijk hem cel gesmokkeld hadden, uit te breken. Vervroeg, hoe hij er in geslaagd was, de haven gezeld door een van zijn medegevangenen,
wist hij de haven te bereiken, waar zij zoo gelukkig waren een kleine boot te vinden, die aan de hoede van een dronken visscher was toevertrouwd. Den man op de kade te deponeeren, de riemen te grijpen en het ruime sop te kiezen, was natuurlijk slechts het werk van een oogenblik . . . Plotseling hoorden zij echter de stem van een schildwacht: ,,Waar gaat deze boot heen?" — ,,Visschen," antwoordde Jean Bart in het Engelsche en roeide ongehinderd verder. Een dikke mist, die twee dagen aanhield, kwam hun te hulp en binnen betrekkelijk korten tijd bereikten zij de kust van Frankrijk. De mannen hadden den heelen weg geroeid, hoewel1 Jean Bart ernstig aan zijn arm was gewond. Korten tijd later werd hem het bevel over een eskader opgedragen, waarmee hij vooral de Engelsche vloot veel schade heeft toegebracht. Hij maakte verscheidene schepen buit, landde in Newcastle, stak daar talrijke huizen in brand en keerde naar Frankrijk terug met een buit, die op ruim vijfhonderdduizend francs werd geschat. Ter belooning voor deze expeditie kreeg hij een wissel op de schatkist van duizend dukaten, welk bedrag moest worden uitbetaald door den bankier Pierre Gruin. Bart begaf er zich heen, om het geld te incasseeren. ,,Wie van jullie is Pierre Gruin?" vroeg hij, het kantoor binnenstappend. „Ik ben monsieur Pierre Gruin," antwoordde de bankier, met bijzonderen nadruk op het woordje „monsieur". „Goed. Betaal me dan dien wissel uit." De bankier onderzocht het papier nauwkeurig en gaf het aan een klerk. „Kom over een paar dagen maar terug, dan kun je het geld krijgen," zei hij tegen Bart. Deze staarde den man een oogenblik wezenloos aan. Terugkomen? Hij? Dat was zijn gewoonte niet. Hij trok zijn zwaard en zette de punt op de keel van den bankier. „Betaal direct," riep hij, „of ik zal je laten zien, wat Jean Bart doet met wanbetalers." Doodsbenauwd stemde Gruin toe, beval geldzakken te brengen en begon het bedrag in zilveren munt uit te tellen. „Ik ben geen ezel, dat je me met een dergelijke vracht kunt opknappen," protesteerde Bart. „Geef me goud!" — En hij kreeg goud! In 1695 deden de Engelschen een hevigen aanval op Duinkerken, en het was wederom Jean Bart, die den aanval afsloeg. Hij kreeg hiervoor een levenslang pensioen van tweeduizend francs per jaar, benevens het commando over een eskader nieuwe oorlogsbodems. „Jean Bart," zei de koning bij die gelegenheid, „ik heb je het bevel gegeven over mijn nieuwe eskader." „Daar bebt u goed aan gedaan, majesteit," was het karakteristieke antwoord, waarin, zooals gewoonlijk, van erkentelijkheid geen spoor te bekennen was. Ondanks den hoogen rang, dien Jean Bart tenslotte op de vloot bekleedde — hij bracht het tot admiraal, terwijl hij ook in den adelstand werd verheven — bleef hij toch de eenvoudige, rondborstige, moedige visscher, die op geen enkel eerbewijs aanspraak maakte. Na den vrede van Rijswijk (1697) vestigde hij zich te Duinkerken, waar hij, in 1702, op 52-jarigcn leeftijd overleed.
„Ik heb onnoodig geledet^pfindsmijn De fijne Toiletzeep* Deze ideaal zuivere zeep is samengesteld uit bestanddeelen, welke onmisbaar zijn voor het verkrijgen van een fraaie, gezonde huid. Het mollige schuim
Old Cottage Lavender complete Toiletserie. Importeurs; RICHARD WERNEKINCK 6 Co. Huddestraat 9 Am»terdam-C.
aUOSSMITH^
©ïd (totïa^e lavender TOILET ARTIKELEN
Godfried de
GD root
^an Êuyhenstraat 2a Amsterdam Telef 28474
Specialiteit \n T^oderne en artistieke foto's ■flfen »Ie de vele reproducties van ons weih in „Tiet Weehblad" Cinema a 'theater
„Na geruimen tijd Kalzan te hebben gebruikt, aarzel ik niet te zeggen: Kalzantabletten zijn een zegen voor de vrouwen, die, zooals ik, op geregelde tijden veel van pijnen te lijden hebben. Ik heb onnoodig geleden sinds mijn 15e jaar. Kalzan heeft voor mij gedaan al wat het beloofde te zullen doen en het spijt mij alleen, dat ik dit uitstekende middel niet eerder heb gekend." ■ Mejuffr. M. A. te L. Waarom zoudt gij berusten in die periodieke pijnen en stoornissen der functies? Gij kunt dit alles zoo gemakkelijk overwinnen! Vele dezer klachten vinden namelijk haar oorzaak in kalkgzhreh in het lichaam. Door dit kalkgebrek met Kalzan, het kalkvoedsel, op te heffen, zult gij in korten tijd weer een krachtige, ongestoorde gezondheid genieten. En omdat Kalzan een voedsel is, kan het nimmer schaden maar
" - ^ ^ Het Kalkvoedsel.
LANGERLUDEN? Krabben en wrijven maakt .jeuken erger. Ge beschadigt de huid en kunt 's nachts niet slapen. Koop een flacon D.D.D. De eerste druppels doen de jeuk reeds bedaren en bezorgen U een rüstigen slaap. D D.D. brengt altijd verlichting, omdat het diep in de poriën dringt en daar de ziektekiemen doodt Het is geen vettige zalf, maar een heldere vloeistof. Het wordt met succes aangewend tegen ekzeent. uitslag en andere huidaandoeningen. Koop nog heden een flacon van 75 et. of f 2.50 bli Uw Apotheker of Drogist. B-12 Verkrijgbaor bij Coiffeurs, Parfumeriezoken, Drogisten, Apothekers. Groote flacon f. 2.10.
Importeur: J. Winkel Jzn.
DDD GENEESMIDDEL TIUN
HUIDUNDOENINGEN
moet U goed doen. Bovendien zal Kalzan, omdat het Uw geheele gestel sterkt, ook Uw verdere gezondheid ten goede komen. Kalzan vergroot het weerstandsvermogen tegen „winterkwalen", het voorkomt en geneest winterhanden en -voeten en overwint al die zwaktetoestanden, die uit gebrek aan kalk in het lichaam voorkomen (algemeene zwakte, tandbederf, hooge bloeddruk, enz).
LZAN
PUNLUKE HUID? WAAROM
Merwedestraat 47 - Den Haag - Tel. 772595.
— 18 -
dringt zacht in de poriën, reinigt intensief en maakt de huid soepel en geurend naar het oude parfum, dat nooit uit de mode geraakt.
In »11= Apoth. en Drog. v«o«f f 1.25, Wij zenden U een monstertube Kalzan met interessant boekje over den invloed van Kalzan op Uw gezondheid, gratis toe. Zend on* deze coupon nog vandaag (in open envelop ia bet porto IM et.) VUL IN: Naam: __________________________ Adru: . Adresseer: N.V. A. WULFING Ö Co., Oosteinde 1-3. Amsterdam (C.) 1 30
v-v:-'-' ■
-
MODERN lEVEIDIG liTERESSANT
(Vervolä van pa&na 7) mogen gelukken Myria te vinden, hoewel ze haar een paar keer op het spoor geweest zijn... Dat is de geschiedenis van het kleine, onheilspellende huis waar u langs bent gekomen. Er zijn er hier verschillenden, die er in het donker niet voorbij durven ... dwaasheid natuurlijk." Hij zweeg en geruimen tijd bleef het stil in de gelagkamer. Lytham zat met een nadenkenden glimlach in het vuur te staren. „Een goed verhaal," zei hij eindelijk langzaam, terwijl hij zijn oogen nog steeds op de krakende houtblokken gericht hield, „evengoed als uw punch. Neen," lachte hij, toen de hand van zijn gastheer naar zijn glas greep, „het was niet als een stille wenk bedoeld! Ik heb van beide zeer genoten, maar nu moet ik weer verderop I" Hij stond op en bond een wollen doek om zijn hals, dien hij uit zijn rug zak gehaald had. De waard stond ook langzaam op, met een grijnslach op zijn manke been wijzend, en keek hem twijfelachtig aan. „Het is een koude nacht," zei hij overredend. „Blijft u liever hier; het is een groot genoegen voor mijn vrouw en mij, om u te logeeren te hebben." Maar Lytham legde vriendelijk zijn hand op zijn arm. „Ik vind het buitengewoon aardig van u," zei hij, „en ik ben u zeer dankbaar, maar mijn vrienden wachten op mij Ie Bramstead en ik denk, dat ik nog wel een uur zal moeten loopen voor ik er ben." De waard volgde den ander de gelagkamer in en opende de zware buitendeur. „Het is eep wandeling van vier mijl en moeilijk te doen in dezen tijd van het jaar. Ik hoop, dat u nog eens gauw dezen kant uitkomt, mijnheer." Ze schudden elkaar de hand en de waard weerde met een gebaar van zijn hand alle dankbetuigingen, die Lytham meende te moeten maken, af en toen de laatste zich omdraaide om weg te gaan, sprak hij opnieuw. „U zult voorbij het huis moeten, op uw weg naar Bramstead," zei hij en er was een klank van terughoudendheid in zijn stem.
Overal verLrïiqbaar
.Ja-"
UIT DEI liHOUD VAN HET AUGUSTUSNUMMER:
Jonge meisjes van tegenwoordig Astrologie - hulp en vraagbaak
„Wel...," hij wachtte even, alsof hij naar woorden zocht — „ga het voorbij! zoo snel u kunt!" En zich bruusk omwendend hinkte hij het huis weer binnen. De deur viel achter hem dicht, terwijl Lytham in den donkeren nacht achterbleef. Hij strekte zijn schouders en floot een deuntje, terwijl hij langs de donkere huisjes zijn weg naar den heuvel zocht. Of hij vóór- of nadat hij de herberg verlaten had, zijn besluit genomen had, wist hij zelf ternauwernood. Het idee was langzaam in hem gegroeid, tot het een vaststaand besluit geworden was.
in fiagelijksche moeilijkheden vlai we-qi Holland van de crisis?
$\j Hoofd-enKiesp/jv, MIJNHARDTS POEDERS Doos45ct Pet siuk 8et. Bij Uw drogist
4.
DE MELKWEG Een scène uit deze film, waarin Marg-ot Grahan\e en Bernard Nedell (ongeveer links op de foto) onder leiding- van regisseur Lupino Lane (zittend) optreden. „Ik zal er overnachten," zei hij tot zichzelf, „en dan misschien — op de plaats zelf een verhaal schrijven — het gruwelijkste, wat ooit is neergeschreven!" Hij had altijd de „atmosfeer" van zijn verhalen opgezocht, die hem zoo berroemd hadden gemaakt. Zélf te zijn op de plek waar de misdaad bedreven was, de sfeer in het verhaal. Dit keer zocht hij sensatie en zou dat kleine huis, dat hem al getroffen had in den namiddag door zijn onheilspellend aanzien hem deze sensatie niet kunnen brengen, nu de zwarte nacht er over uitgespreid lag en de boomen als getergde geesten kreunden onder het gieren van den wind ? Vrees had hij nooit gekend en hij liep stevig door, den weg af en de laan in, die den heuvel opging, terwijl de wind om zijn ooBen blies. Hij probeerde in het donker de omtrekken van het huis te vinden, maar het was met, voordat hij meer voelde dan zag, dat hij den top van den heuvel bereikt had, dat hij het voor zich op zag doemen. Nu ging hij langzamer, terwijl hij zich trachtte te herinneren, waar het gat in de heg was. Lang behoefde hij er niet naar te zoeken. Hij wachtte even, slechts één moment; vrees voelde hij nog niet, hoewel hij zich niet op zijn gemak voelde, maar hij wilde zijn doel bereiken, voor de moed hem op het laatste nippertje in den steek zou laten. De takken van de heg sloegen in zijn gezicht alsof ze hem tegen wilde houden en prikten hem met hun dorens; maar hij zette door. Een paar haastige stappen door den eenzamen en verlaten tuin en hij stond recht voor het huis. Langen tijd stond hij onbeweeglijk voor het venster van de voorkamer, terwijl hij probeerde zijn gevoelens te ontleden. „Ik ben niet bang," zei hij bijna spijtig tot zichzelf. „Alleen hevig opgewonden." Hij kwam dichterbij en probeerde met zijn oogen de duisternis te doorboren, die de leege kamer tot een ondoorgrondelijk mysterie maakte, maar het was onmogelijk. Het had een gordijn van zwart fluweel kunnen zijn, dat achter het gebroken raam vastgemaakt was. Hij stak zijn hand door de ruit en zocht de knip. die hij eindelijk vond. - 21 -
Met inspanning van al zijn krachten trok hij ze los en probeerde het raam op te schuiven. Tenslotte lukte het hem, en tijdens het ratelend geluid, dat hem ondanks zichzelf hevig deed schrikken, werd hij zich bewust van een plotselingen kouden luchtstroom, alsof het binnen in huis nèg kouder was dan buiten... Met vaste hand greep hij het raam, zwaaide een been over de vensterbank en voelde met zijn voel naar den vloer. Het volgende oogenblik was hij in de kamer en angst — een doffe, onredelijke angst — viel op hem neer. Onbeweeglijk, met gebalde vuisten en opeengeklemde lippen, stond hij daar, terwijl hij nauwelijks adem durfde halen. Hij wist met een zekerheid, die zijn geheelen gedachtengang beheerschte, dat hij niet alleen was. Iemand — iemand keek hem aan in de duisternis, staarde naar hem met oogen, die hij niet kon zien. Het was niet langer stil in de kamer; zijn hart bonkte tegen zijn keel, terwijl de wind hem door het raam gevolgd was en in de kamer gierde. Maar noch zijn hart, noch de wind kon het geluid overstemmen, dat zijn ooren opgevangen hadden. Vlak bij hem — zóó dicht, dat hij slechts een.hand hoefde op te heffen, om uit de onzekerheid te geraken, hoorde hij iemand ademhalen... Vlug en regelmatig kwam het geluid, zacht maar onmiskenbaar. Langzamerhand werd hij weer meester van zijn gedachten; er was niets te vreezen, hield hij zichzelf voor. Waarschijnlijk een landlooper, die hier bescherming had gezocht voor de ijzige kou buiten, iemand, die evenals hij zooeven, bang was om de eerste beweging te maken. De gedachte aan de vrees van den ander dreef hem tot handelen; hij stak een hand in zijn zak en haalde er zoo voorzichtig mogelijk een doos lucifers uit. Vlug stak hij er een aan en met een sinister geknetter verlichtte het kleine vlammetje een deel der kamer. Tegen den uitersten muur van de kamer kroop een meisje, haar armen uitgespreid en haar vingers gekromd alsof ze er zich aan vast wilde houden. Groote, heldere blauwe oogen keken ^en oogenblik recht in de zijnp Hij las er
„WIENER OPERETTE", DEN HAAO.
Charlotte Schaedrich en Fritz Eckhardt. (Foto W. Caret)
„Förster Chistl" is de naam van de operette, waarvan dezer dagen de première ging bij de Wiener Operette in den Princesse-Schouwburg te Den Haag. Het ligt voor de hand, dat deze oude operette met haar ouderwetsch gegeven, haar gebrek aan moderne schlagers of meesleepende melodieën niet zulk een succes heeft als „Die Blume van Hawaii". Er is voor de artisten te weinig gelegenheid om te toonen wat zij kunnen, doch men moet hun tot hun eer nageven, dat zij de opvoering van „Förster Christi" tot een zeer onderhoudend en boeiend amusement hebben gemaakt. Voornamelijk is dit te danken aan Charlotte Schaedrich, die de titelrol uitmuntend vertolkte, aan Fritz Eckhardt, die in zijn bescheiden rol van den keizer buitengewoon goed spel gaf en aan Norbert Fels met zijn origineele interpretatie van den mallen kleermaker. Wij zien met verlangen uit naar een volgende operette van dit gezelschap!
vrees in en protest en nog iets, wat hij niet onder woorden kon brengen. Ze beet met haar witte tanden in haar onderlip en haar adem ging zwaar en onregelmatig. Zooveel zag hij in een flits, want de wind blies den lucifer uit en de duisternis viel opnieuw als een gordijn tusschen hen. Tenslotte sprak ze. ,,Wat wenscht u hier?" Haar stem,
Ut^ch^if wU£ P*
B'r zijn bruta Ie menschen in .de wereld, Ze weten zzooveel van zichzelf te vertellen! Ik ben van een heel ander soort. Ik praat niet over mezelf. Sinds ik in Het Weekblad schrijf zijn d'r genoeg menschen die over me praten. Maar van Haveren, m'n vriend de tandarts, is van een •heel andere mentaliteit. Die weet niet alleen de menschen de kiezen uit d'r mond te trekken. Maar ook al d'r geheimen. Met m'n engelsche vrienden zeg ik: Ie doh not likke it. En op,de centen dat die tandarts is. Onlangs had ie 'n dame, .nog wel iemand die m'n vrouw hem gerecommandeerd had, een valsch gebit geleverd. De goeie vrouw had zooveel pijn geleden bij die operatie, dat ze liever dien tandarts en alles wat met hem in verband stond, vergat. Dus ook om d'r gebit te betalen. En wat denk je nou dat die ergerlijke kerel deed? Hij zond d'r een briefje. Ze heeft 't vol ergernis m'n vrouw-, die d'r hartsvriendin is, laten lezen. M'n vrouw heeft beloofd den inhoud geheim te houden. Maar voor jullie heb ik geen geheimen. Dus vertel ik het jullie in vertrouwen. 'Beste Mevrouw. Tot nu toe heeft u vergeten om mij m'n rekening van het gebit, dat ik voor u maakte, te betalen. Als ik binnen acht dagen het geld niet heb, zal ik de volgende advertentie in Het Weekblad plaatsen. Tandarts van Haveren levert de beste valsche gebitten, niet te onderscheiden van echt. Eiken dag te zien bij Mevr. van Hummel, daar en daar. En... . natuurlijk betaalde ze. PETRUS PRUTTELAAR Jammer en e^erliik.
helder en laag, klonk mat en bijna onzeker, zoodat zijn vrees opeens in medelijden veranderde. Hij zocht naar een antwoord en vond, dat hij onmogelijk de waarheid kon zeggen. „Onderdak," antwoordde hij. Uit de duisternis kwam haar lach, laag als haar stem, en spottend. „U liegt. Daarvoor bent u niet hier gekomen." Ze bewoog zich en hij hoorde het schuren van haar handen langs den muur, toen ze haar weg in het donker zocht. Hij hoorde het gekraak van het openen van een deur en het geluid van zachte voetstappen. Met de handen voor zich uitgestrekt, tastte hij naar de onzichtbare deuropening en liep haar vlug na, toen hij de deur gevonden had, uit angst haar spoor te zullen verliezen. Hij bevond zich nu in een gang, want zijn handen kwamen aan beide zijden in aanraking met vochtige, klamme muren en aan het eind daarvan was weer een deur waar een breede lichtstraal onder vandaan kwam. Met zenuwachtig haastige vingers maakte hij de deur open en viel meer dan hij liep de kamer binnen. Het was de kamer met het met koper versierde bed, waar hij nu in stond — de kamer met het raam opzij. Vóór het raam was een groote doek gespannen en de kamer werd verlicht door de zachte flikkering van ontelbare kaarsen en in den haard brandde een vuur. Recht en tartend stond de vrouw voor hem; haar blauwe oogen blikten koud in de zijne en toen ze het hoofd in den nek wierp, viel er een krans van donker haar om haar gezicht. Met de palmen van haar handen tegen elkaar, reikte ze hem haar polsen en met een snijdende stem, die hem desondanks toch bekoorde, vroeg ze: „Heeft u geen handboeien bij U ?" Haar woorden verbaasden hem. Dus dät was het... „Ik..." stamelde hij, „ik ben geen vijand. Denkt u dat als het u belieft niet. Ik had een verhaal gehoord en ..." Ze maakte een flauwe beweging. „Aha!" zei ze. „U hoorde een verhaal — dat dit huis een. spookhuis was, zeker I Wel, u heeft net spook nu in - 22 —
Transpireerende Voeten, Handen en Oksels behandele men met Purolpoeder. Dit is het meest afdoende middel. In bussen van 45 en 60 et. Alleen bij Apoth. en Drogisten.
levenden lijve gezien, mijn avontuurlijke bezoeker. Bent u nu tevreden?" Ze liep door de kamer terwijl ze sprak en viel op de sofa neer, terwijl ze haar hoofd tegen de muur leunde en haar handen in den schoot Het zinken. De zyare lokkep van heurhaar slaken beangstigend zwart tegen het doodelijk wit van haar wangen af. „Neen," zei hij tenslotte. „Ik kwam hier in het volste geloof, dat u een moordenares was, maar het kän niet waar zijn. Zeg me, u heeft immers nooit..." Ze stond plotseling vóór hem en keek hem recht aan met oogen, die niet langer toornig of bang waren. „Neen," riep ze met een rilling van hartstocht in haar stem, „neenl Ik heb hem niet gedood — mijn Hankl Hoe zou ik het ooit hebben kunnen doen? Luister," ging ze zacht voort, „het lot heeft ons samengebracht vannacht. Wat ik van plan was te doen, kan ik altijd nog doen — later. Zoudt u het erg vinden, wanneer ik u de waarheid vertelde inplaats van al de leugens, die de menschen uit het dal van me vertellen ?" Hij stemde gretig toe en samen trokken ze de sofa voor het vuur. Hij had zijn beenen over elkander geslagen en zat schuin in een hoek, zoodat hij haar profiel kon zien toen zij zich naar het vuur vooroverboog. „Hoe is uw naam ?" vroeg ze na cenige oogenblikken. „Dutley," was het antwoord. „Dutley Lylham." Ze hief met een ruk haar hoofd op en keek hem aan met een blik, dien hij niet kon thuisbrengen. „Dutley Lythaml... Ik heb dikwijls uw verhalen gelezen en ik begrijp nu ook, wat u hier kwam doen. U wilde een verhaal schrijven over het geheim der duisternis. Is het niet zoo?" Zonder zijn antwoord af te wachten, ging ze voort: „Mijn naam is Myria. Dat wist u al... Myria, het zigeunermeisje. Zie ik er vreemd uit voor een zigeunerin ?" „Meer dan vreemd," zei hij. „U heeft niet de oogen van een zigeuner. En uw stem..." Ze glimlachte spottend bij zijn woorden en viel hem kort in de rede. „Mijn stem is bijna die^ van een dame — wilde u dat niet zeggen?" Hij fronste bij de waarheid van haar antwoord, maar met een vriendelijker blik dan waarmee ze tot nog toe naar hem gekeken had, liet ze haar oogen op. zijn gezicht rusten. „Laten we niet twisten over een paar onnoozele woorden," zei zé. „Ik zal u mijn geschiedenis vertellen. Vreemd, dat ik het per slot todi nog tegen u zal vertellen." „Toch?" vroeg hij verbaasd. „Ja. Ongeveer een maand geleden las ik een verhaal van u over een man, die door het ongeluk achtervolgd werd, zoodat al zijn goede daden in misdaden
veranderden — herinnert u het zich ? En ik dacht, dat deze man, deze Dutley Lylham, me begrijpen en gelooven zou. Had ik gelijk?" Ze keek hem met een droomerigen blik aan en steunde haar kin in de hand. „Ik dacht, dat u er heel anders uit zou zien," zei ze, toen hij' zwijgend knikte. „En nu bent u natuurlijk teleurgesteld ?" Ze lachte om den verdrietigen toon in zijn stem, maar al spoedig keek ze weer ernstig en haar oogen, opnieuw koud en geheimzinnig, keken hem aan, terwijl haar stem vermoeid klonk. „Ik zal u alles vertellen. Ik ben een zigeunerkind. Mijn moeder ontmoette mijn-vader toen ze nog jong en mooi was en ze vond hem een godheid gelijk — krachtig en groot en blond als hij was. Een poosje leefden ze samen het zigeunerleven, dat voor hem alleen maar de vacantie van een rijken man beteekende. Ze hielden van elkaar, maar eens, op een avond liep ze, zooals alle zigeuners, weg naar haar eigen volk en ik werd geboren in de karavaan van haar vader. Tien jaar later ontmoetten ze elkaar weer in een nauwe laan, waar hij zijn ayto had. laten stoppen om ons voorbij te laten trekken. Mijn moeder passeerde hem rakelings en hij noemde haar bij den naam. Zij was oud geworden sinds ze weggeloopen was en hij niet, en ik denk dat ze hem daarvoor haatte. Ze schold hem uit met woorden, die hem het bloed naar zijn wangen 65 POND AFGEVALLEN. Zonder dieet. Te corpulente menschen, die graag eenige ponden zouden willen afvallen, kunnen hun voordeel doen met de ondervinding van dezen man. Hij geeft ze ons voor publicatie: „In iets meer dan twaalf maanden heb ik mijn gewicht teruggebracht van 227 pond tot 164 pond, door zes maanden lang eiken morgen een dosis Krüschen Salts te nemen en iederèn dag een eind te loopen. Dit merkwaardige resultaat is des te belangrijker, wanneer men in aanmerking neemt, dat ik niet mijn toevlucht nam tot eenigen vorm van dieet en ik ontzegde mijzelf bovendien niet de luxe van alcohol, maar nam eiken dag met onvermengd genot mijn' biertje." G. L. B. Met Krüschen Salts kunt U heel gemakkelijk Uw corpulentie doen afnemen, wanneer U eiken morgen voor het ontbijt een halven theelepel neemt op wat warm water. Uw maaltijden natuurlijk niet overdrijven en dagelijks wat beweging nemen. Terwijl U aldus Uw corpulentie kwijtraakt, zult U winnen aan levenslust — uithoudingsvermogen — energie. U zult zich niet meer gekluisterd voelen aan Uw grooten leunstoel. U hebt lust om steeds werkzaam en bezig te zijn — U hebt pleizier in Uw werk en flinke ontspanning en 's nachts zult U slapen als een marmot. U zult omvang verliezen en waarschijnlijk levensjaren winnen. Krüschen Salts is uitsluitend verkrijgbaar bij alle apothekers en drogisten k Fl. 0.90 en Fl. 1.60 per flacon
dreven, en het was om hem nog meer te kwetsen en te treiteren, dat zij mij uit den troep te voorschijn trok en me voor hem op hield, terwijl ik huilde zoo hard ik kon. Ik had redeji genoeg om bang voor haar te zijn en bij het zien van mijn angst nam hij zijn besluit. Hij vertelde, haar, dat hij getrouwd was en dat zijn vrouw kinderloos was gestorven. „Geef mij het kind," zei hij. Hij praatte met haar, bood haar geld ... Eindelijk keerde hij zich naar mij, terwijl ik op den grond kroop uit angst voor een klap, en liet mij de keus. Ik rende naar hem toe en klemde me aan hem vast, terwijl hij mijn moeder met zijn anderen arm afweerde.... Ze schold en schold, terwijl de anderen jouwend toe stonden te zien. Tenslotte kreeg hij er genoeg van, wierp mij in de auto, gaf mijn moeder een duw, zoodat ze achteruit wankelde en reed weg. Bang keek ik achterom naar mijn moeder, die wild van woede op den weg stond en terwijl ik keek, hief ze een vuist naar me op en vervloekte me met den ergsten vloek, dien een zigeuner kent — den vloek der liefde." Haar stem trilde en met groote oogen keek ze naar het vuur vóór zich, terwijl haar mondhoeken beefden. Lythams hart sloeg vlugger toen hij haar aankeek en hij betrapte zich er op, dat hij in stilte slechts haar naam noemde — Myria — Myria — Myria —... Hij lachte schor en hield zich voor niet zoo'n dwaas te zijn. „Ga verder," zei hij eindelijk vrien-
delijk, weer macht over zijn stem krijgend.. Haar stem was effen en kalm toen ze haar verhaal vervolgde. „Mijn vader was heel vriendelijk voor mij en hij leerde mij vergeten. Men vergeet makkelijk, als men zoo oud is. Toen ik veertien was, stuurde hij me naar een kostschool. Ik was eerst vreeselijk ongelukkig omdat ik niet meer bij hem kon zijn, maar langzamerhand vergat ik mijn verdriet door mijn nieuwe omgeving. Er was daar een meisje — tegelijk met mij aangekomen — en veel kleiner dan ik, hoewel we even oud waren. Ik hield van haar, ze was het eerste vriendinnetje, dat ik ooit gehad heb. Op een nacht riep ze me op de slaapzaal en ik liep naar haar bed. Ze had een vrccselijke nachtmerrie gehad en beefde over haar heele lichaam. Ik nam haar mee naar mijn bed en in mijn armen viel ze in slaap. Toen ik wakker werd ... dat zal ik mijn heele leven niet vergeten ... terwijl ik sliep, was zij gestikt... Ongeveer een week later, toen ik nog ziek van den schok en den schrik was, schoot opeens de gedachte aan den vloek door mijn hoofd — den vloek, die dengeen doodt, waar je veel van houdt. Stel je voor, dat ik het eens geweest was — die door den vloek, welke op mij rustte, hel kussen op haar gezicht gedrukt had? Ik werd half gek van ellende en in dien toestand liep ik [UervolÊ op pagina 26)
BOSTER KEATOIM E.m ZiJM PAPSTIMEFS hebben hun eigen methode om hun rol te leeren voor de nieuwe film, waarin zij de hoofdrollen zullen vertolken.
•
'
■■
■
.■
■
■*m*
V
■
>êm
rn^m N
)
.f'W; uC '.^-(rt.
fK 4
*l!
Vï.30 1' ' ''uBväfj
TIlEl ~
1. Julius Falkenstein. 2. De hockey-wedstrüd tegen de Canadeezen is gewonnen. 3. Käthe von Nagy. 4. Käthe 'von Nagy probeert Hans Albers te vernederen. 5. Ida Wüst en Käthe von Nagy. 6. Hans Aibers en Max Gülstorff. 7. Hans
D«ppe als bediende bij | den bookmaker. 8. De kennismaking. Van links ! naar rechts: Hans Brau| sewetter, Käthe von Nagy en Hans Albers. 9. Hans Albers en Julius Falkenstein. 10. „Houdt den dieft" Hans Albers1 op de vlucht.
x*
Si?
N**^
/
^
/
■
[GJ
tafel zit. Hans is nu weer tot zichzelf gekomen en heeft zijn zelfverzekerdheid teruggewonnen. Hij stuurt Helene bloemen ten afscheid en wordt telefonist in „Atlantic". Een schoone droom is ten einde. Maar Helene kan haar vriend van de renbaan niet vergeten! Hij mag zijn, wat hij wil, zij heeft hem lief: Es führt kein andrer Weg zur Seligkeit, Als über Deinen Mund, Drum mach' mir bitte nicht den Weg so weit. Und komm' und küsse mich gesund!
Albers-film van de Erich Pommer productie der UFA.
■ fs
Manuscript Regie:
■
\
I eonhard Frank on Robert Liebmann.
Hans Hinrich en Paul Martin.
P e r s o n en: Hans Kühnen Hans Albers. Helene Käthe van Nagy. Ponta Julius Falkenstein. "untt;r Hans Brausewetter. Kühnert's moeder Frieda Riebard. De directeur van bet hotel Max Gülstorff. De modiste' . . . Ida Wüst. Een bejaarde dame Adele Sandrock. Een zanger Domgraf-Fassbänder. Onverr ivermoeid, onophoudelijk tikken de tanc idraderen, rollen de witte papieren stroi strooken in de groote Morse-zaal van het telegraafkantoor eener wereldstad. Koortsachtig werken de telegrafisten . . . In de lange rij der telegraafbeambten zit Hans Kühnert voor zijn tafel, de blonde Hans met de sterke knuisten en het verterend verlangen naar de wijde wereld. . De bureauchef verschijnt en verzoekt Hans voor hem vijftig sigaretten van vijf pfennig te halen. Daar er dien dag paardenrennen worden gehouden, heerscht er in den sigarenwinkel, dien bij betreedt, groote drukte. De races zullen direct beginnen en nog steeds neemt de bookmaker in den sigarenwinkel, die telefonisch met de renbaan verbonden is, weddenschappen aan. De winkel is vol menschen. Hans baant zich ten weg naar de toonbank, roept ,,50 a 5' '
■=i=fe
en bedoelt sigaretten. ,,50 op 5!" herhaalt de bookmaker, neemt het geld en overhandigt Hans een wedbriefje. Hans protesteert, een hevige ruzie ontstaat, reeds vliegen harde voorwerpen door de lucht als de telefoon ratelt; „5 heeft gewonnen!" . . waarop Hans stralend 900 mark in ontvangst neemt. ,,Nu kan mij niets deren!" denkt Hans en. overmoedig van levenslust, legt hij zijn baantje er bij neer, koopt een elegant costuum en verschijnt als man van de wereld op de renbaan, om weer zijn geluk te beproeven. In de loge naast hem ligt een dameshandschoentje op een programma. Een vrnger er van wijst op nummer 7. Een vingerwijzing van het lot! Onmiddellijk de rest van zijn geld op dat nummer gezet! Maar ditmaal keert vrouwe Fortuna hem den rug toe — hij verliest alles! Verbijsterd ziet Hans om zich heen en ontwaart nu de eigenaresse van het handschoentje —■ een betooverend-knappe jonge dame. Onvervaard waagt hij den aanval en heeft succes! De
"~" ' ■ l f J
***<*
. -P-
schoone onbekende onthult zich als Helene Ponta, de dochter van een New Yorkschen bankier, die met vader en verloofde, Mr. Hunter, tijdelijk in Europa vertoeft. Men maakt met elkaar kennis en Hans noodigt Helene uit, om denzelfden avond met hem in „Perroquet", het mondainste restaurant van de stad, te soupeeren. Helene zegt niet neen, want de koene „Draufgänger" bevalt haar eigenlijk veel beter dan haar verloofde, die slechts voor ijshockey en bridge belangstelling heeft.
J2l De laatste ioo-markbiljetten van Hans heeft Nr. 7 weggegaloppeerd. Nu moet zijn brave moeder, de garderobe-juffrouw van het hotel „Atlantic", hem maar het noodige verschaffen. De onkreukbare oude vrouw schudt haar hoofd — dat is oplichterij, wat Hans van plan is. Als hij een eerlijke vent is, zegt hij het meisje, dat hij maar een arme drommel is. Hans belooft zulks, maar. . Helene is zoo verrukkelijk, dat het souper a deux eindigt zonder een bekentenis — in-
tegendeel: Hans betaalt op een handige, doch niet precies correcte wijze de hooge rekening. Weer klopt hij bij zijn moeder aan. Hy heeft dringend 200 mark noodig, _ anders komt die geschiedenis in „Perroquèt" aan het licht. Vrouw Kühnert spreekt haar jongen energiek toe en weet hem over te halen, in hotel „Atlantic" een betrekking te zoeken. De directeur wijst hem aanvankelijk af, maar als hij Harts toevallig ziet dansen, engageert hij hem als danseur. Evenals de andere gigoio's verdient Hans nu in het zweet zijns aanschijns zijn brood! De nieuwe danseur valt bij iedereen zeer in den smaak — aan werk ontbreekt het hem niet! Zoo ontmoet Helene hem weer, niets vermoedend en gelukkig glijdt zij, in zijn armen rustend, over het parket. Hij moet aan" haar tafeltje blijven zitten en nu hoort zij van den directeur, dat hij een gigoio is. Verontwaardigd en gekrenkt werpt zij hem verachtelijk een paar bankbiljetten toe en gaat naar haar verloofde, die aan de bridge-
Als zoo'n allerliefst schepseltje roept, kan Hans geen weerstand bieden. In zijn opwinding steekt hij het radiogram, dat de oude Ponta naar New York verzonden wil heb ben, in zijn zak en suist met Helene in een auto de wereld in. Hij zal met haar naar het zonnige Zuiden vluchten. Het kostbare collier, het verlovingsgcschenk, moet daarvoor te gelde worden gemaakt. Maar dat wil Hans niet; hij wil zich niet door de geliefde vrouw laten onderhouden. En weer is het geluk hem gunstig. De omstandigheid, dat Hans het telegram van den ouden Ponta niet heeft afgezonden, redt het vermogen van den bankier. Na een wilde jacht door straten en huizen heeft Ponta eigenlijk Hans gevangen om hem te danken en tot compagnon te maken. Nu is de weg naar het geluk vrij! Hunter wint den ijshockey wedstrijd, maar moet in de liefde het veld ruimen. Een ander heeft hem gedwongen den aftocht te blazen; Hoppla, jetzt komm' ich! Alle Türen auf, alle Fenster auf! Hoppla, jetzt komm' ich, Und wer mit mir geht, der kommt eins'rauf! Hans is overwinnaar!
m
.
■
■■
■
.
(Veruolè van pagina 23)
ft
weg van school en doolde net zoo lang rond tot ik mijn eigen troep weer had gevonden en mijn moeder, die me vervloekt had. Ze was blij me te zien, hoewel ze me toch aldoor bleef haten... Zeventien was ik, toen ik Hank ontmoette — oud genoeg om over bijgeloof te lachen en het nonsens te vinden. U weet onze geschiedenis en ook hoe ze er in het dorp over praten. Ik was overtuigd, dat geen enkele vloek een liefde, die zoo sterk was als de onze, schade zou kunnen toebrengen. Dus trouwden we en toen we hier in deze kamer kwamen ..." Haar stem brak en ze bedekte haar gezicht met beide handen. „Myria," fluisterde Lytham schor. Met een ruk wierp ze haar schouders naar achteren en keek hem wanhopig aan. „Luister," zei ze, „ik zal verder gaan. Ik was bezig mijn koffertje uit te pakken en bovenop lag een mes, dat ik altijd gebruikte. Ik keek op en glimlachte Hank toe, en hij trok me-in zijn airmen en kuste me. Ik voelde me op den grond glijden en viel flauw en toen ik weer bijkwam stond Hank naar me te kijken. Ik vroeg me af, waarom hij op zoon vreemde manier naar me keek, met een verbaasden hulpeloozen blik in zijn oogen als een kind dat niet begrijpt waarom iets hem pijndoet. En zijn handen gingen naar het mes ... en hij... stak het in zijn keel... dat het bloed er uitsprong ..." Lytham was bleek geworden tot aan zijn lippen toe, maar zijn stem klonk helder en klaar als een triomfkreet. „Dus 'jij deed het niét!" riep hij. „Hij doodde zichzelf..." Hij sloeg een arm om haar heen en met een zucht legde ze haar hoofd tegen zijn borst. Er kwam een vreemde schittering in haar oogen. „Gelukkig," fluisterde ze, „gelukkig dat jij me gelooft... Was je maar eerder gekomen . . ." „Myria," zei hij zacht, „je zei, dat je met een speciaal doel hier was gekomen. Wat bedoel je daarmee?" „Ik wilde mezelf dooden." Vlug als het weerlicht haalde zeeën mes te voorschijn, maar even vlug had hij haar pols omgedraaid, zoodat het op de sofa viel. Hij sprong op terwijl zijn oogen in ^zijn bleeke gezicht schitterden. „Myria," zei hij. „Daar moet je niet meer aan denken; dat is alles voorbij. Je denkt misschien, dat ik gek ben — en misschien ben ïk dat ook wel — maar ik houd van je... Ga met me mee uit dit vreeselijke huis ... naar een andere omgeving ... de wereld in . .." Ze stond ook op en keek hem aan en haar oogen waren niet langer koud. Er gloeide een diep vuur in.. . Hij was zich bewust van haar armen om . zijn hals ... Duizelig ging hij weer zitten en voelde haar lippen op zijn wang. Ze had haar oogen gesloten en langzaam maar zeker ging haar eene hand naar het mes op de sofa. Een huivering doorvoer haar toen ze het eindelijk vast had en met inspanning van al haar krachten stootte ze het in zijn keel... Schreiend en lachend tegelijk in haar waanzin, snelde ze de kamer en het huis uit, den donkeren nacht in.
DE IBOMHTË MMDi
eer DartóWe in Moderne ÏÖamsen Hetgeen den opmerkzamen toeschouwer in onze danszalen onmiddellijk opvalt is, dat er bij het dansend publiek steeds een neiging is om toch vóór alles overbodige inspanning, zooals die volgens de meening van sommigen hoort bij het zoeken van eenige variatie, te vermijden. De meeste dansers beperken zich tot eenige standaard-figuren van den dans. En zelfs als ze deze goed dansen, dan ontbreekt hun het besef^ hoe ze deze figuren op elkaar moeten laten volgen om een mooi geheel te bekomen. De verdeeling van de verschillende dansfiguren moet voor alles evenwichtig zijn en de overgang van de eene figuur in de andere moet vlot geschieden. Als gij iets komisch wilt zien, kijk dan eens goed naar de gelaatsuitdrukking van 'onbeholpen dansers: niet zoodra hebben zij zich voorgenomen een afwijkende figuur in te lasschen, of reeds staat op hun gelaat te lezen, hoe reusachtig ze die onderneming eigenlijk vinden I Nauwelijks ontbreekt het aan knarsende, of saamgeklemde tanden, aan uitbrekend koud zweet, en als de figuur gemaakt is, aan een triomfantelijken blik, die zoo iets bedoelt als: Zie je nou wel... Hoe heb ik 'm dat geleverd ? Netjes of niet ? Die houding is het beste bewijs, dat bedoelde dansers nog flink wat oefening noodig hebben. Zoodra zij deze krijgen, kijken ze niet meer tegen de moeite van een variatie op en komt deze geheel onbewust, als iets dat toch vanzelfsprekend is en nauwelijks de moeite waard. Overigens, variaties moeten volstrekt niet ingewikkeld of moeilijk zijn, om den dans mooi te maken. Beter is zelfs
een verstandige opvolging van eenvoudige passen, dan een ondoelmatige reeks ingewikkelde figuren. Wil men eenige voorbeelden van de manier, waarop een goede dans samengesteld kan worden? Laten wij den Waltz als voorbeeld nemen. In dezen dans kan men de volgende combinaties benutten: /. Eerste helft gewonen draai, dan zig-zag achteruit. 2. Eerste helft draai linksom, pivot, en zig-zag vooruit. 3. Gewone draai en hesitation spin. 4. Gewone draai, spin, pivot en zigzag vooruit. De samenstelling der passen is dan als volgt: i. 'Eerste helft gewone draai 1,2,3. Linkervoet achteruit, 1. Rechtervoet schuin achterwaarts naar rechts en kwart draai naar links, 2. Linkervoet bij rechtervoet aansluiten, 3. (Volgende pas wordt dan naast partner, aan diens rechterzijde, geplaatst.) 2. Eerste helft draai linksotn, 1, 2, 3. Draai op rechterhiel naar links, 1. Pas vooruit op linkervoet, draai naar links, 2. Rechtervoet zijwaarts naar midden der zaal, 3. (De dame stapt daarna terzijde van haar partner om te beginnen met de tweede helft van den gewonen draai). 3. Eerste helft gewone draai, 1, 2, 3. Linkervoet achteruit, 1. Opgericht op bal van linkervoet kwart draai naar rechts maken, 2. Aarzeling met saamgevoegde voeten, 3. (Tijdens deze aarzeling of „hesitation" maakt de dame een kleine cortédanspas.)
Frits v. Dijk, Ank v. d. Moer, Marie v. Westerhoven.
4. Eerste helft gewonen draai, 1,2,3. Hieldraai, 1, 2, 3. Fivot op rechtervoet, draaiend naar links, 1. Vooruit met linkervoet, steeds draaiend naar links, 2. Kleine pas terzijde met rechtervoet naar midden der zaal, 3. (Hierna stapt de dame terzijde van haar partner met den rechtervoet, om te beginnen met de 2e helft van den gewonen draai.)
Zaterdagavond ging' in het Rika Hopper-Theater te Amsterdam de première van „De Bonte Parade", een tooneelspelersrevue van Cor Hermus. Cor Hermus is een veelzijdig man. Niet alleen, dat hij één onzer beste roman- en tooneelschrijvers is (we herinneren aan zijn tooneelstuk „Moeder", dat met Esther de Boer-van Rijk in de hoofdrol zooveel succes mocht oogsten maar hij is bovendien een zeer verdienstelijk acteur en regisseur. Nadat eenige jaren geleden „De levende Medusa" in het Amsterdamsche Grand Theatre, gespeeld door het gezelschap van Constant van Kerckhoven, een reeks opvoeringen beleefde voor stampvolle zalen, heeft Hermus thans een gelijksoortige revue geschreven, welke eveneens uitsluitend door tooneelspeelsters en -spelers „gesproken" wordt. Het is een bonte mengeling van tafereelen van den ouden en modernen tijd met humor en ernst en vooral veel kleur. Kleur is bij Hermus de hoofdzaak; we zien dat in de circus-scène, in het Biedermeyer-tafreel, en eigenlijk ■ overal elders. Het is inderdaad een „bonte parade" geworden, waarvan, naar we hopen, het Ge-
zelschap Verkade en de regisseur-auteur Cor Hermus zeer veel plezier mogen hebben. Laat het Nederlandsche publiek in deze slechte tooneeltijden dit streven naar lichte doch goede kunst zooveel mogelijk steunen!
M©EDHR CmMr HIMIN, opgevo
„. aoor .ENSEMBLE BOUBET .N DE PLANTAGE SCHOUWBURG TE AMSTERDAM
Wat nu aangaat een complete figurenreeks, gaarne laten wij een voorbeeld hiervan volgen, zoodat men kan zien, hoe een dans op gepaste manier kan samengesteld worden:
(Fofo Godfried de Groot)
GEREED VOOR DEN DANS
Wisselpas op rechtervoet, 3 tellen. Complete draai, 6 tellen. Wisselpas op rechtervoet, 3 tellen. Hesitation-pas, 3 tellen. Tweede helft gewone draai (doch zonder te draaien), 3 tellen. Helft gewone draai, 3 tellen. Spin en corté, 6 tellen. Tweede helft gewone draai (doch zonder te draaien), 3 tellen. * , Eerste helft gewone draai en zig-zag (zooals hierboven als eerste combinatie wordt omschreven), 6 tellen. Totaal 12 maten der muziek.
Sophie Willemsen en ^ndré v. Dijk Aaf en Herman Bouber.
- 26 -
'
■■
Berrie Kievits en André van Dijk.
en let
lal lefif" ijn at;
zuchtig sujet, nietwaar? Dergelijke termen zijn in mijn bijzijn niet gebruikt," antwoordde Roggenbach, maar ik kan niet ontkennen, dat ik bij mijnheer Falkenhayn een, sterke antipathie tegen u meen te hebben waargenomen. Lnat ik u onomwonden vertellen, wat
kunnen laten zien, dien ik juist gisteren van Traute kreeg, een brief waarin zij mij kort en op buitengewoon koele manier meedeelt, dat zij het als een noodlottige vergissing beschouwde, dat ze ooit geloofd had mij lief te hebben. Haar hartelijke vriendschap voor mij was nog altijd dezelfde als in onze kinderjaren en een zusterlijke genegenheid zou zij altijd voor mij blijven koesteren, maar van liefde tusschen ons zou nooit meer sprake kunnen zijn. Doch laten we liever bij het begin beginnen. Ik ben maar een verre bloedverwant van mijnheer Falkenhayn, maar 'n echte oom zou zich niet edelmoediger, laat ik maar gerust zeggen vaderlijker tegenover mij hebben kunnen gedragen dan hij. 1
sinds ik Henny heb leeren kennen. Ik kan u verzekeren, dat ik dikwijls de wanhoop nabij was, in de overtuiging door de belofte uit mijn jongensjaren gebonden te zijn. Het was de bedoeling, dat ik later procuratiehouder bij de bank van mijnheer Falkenhayn zou worden en omdat hij wilde, dat ik het gecompliceerde bedrijf door en door zou leeren kennen, gaf mijn oom mij de functie van particulier secretaris. In die hoedanigheid had ik dagelijks ook eenige uren in de particuliere vertrekken van mijn oom te werken en zooals zich gemakkelijk laat begrijpen, was ik zoo nu en dan een paar minuten met Traute alleen. Er was geen sprake van liefkoozingen of iets van dien aard bij dergelijke ontmoetin-
wam echter de catastrophe, fcen Daar H« *env 00r miin ontslajr Pad ^f^
XroÏen'lr11 ^T «*"
ge
^ P'-
ziin bank ' -n' het uit^voerd werd. een Nu het^ . TnTn WinSt ZOU borgen Nu het ten slotte heelemaal opgegeven en lang en breed in het openbaar is C discussieerd, kan ik u wel zeggen, dat het den aanleg van een electrische li/n £trof d.e buitengewoon rendabel zou worden als het gelukte de benoodigde, op Shze f weinig waardevolle terrefne^ voor een M
het ScKo" ^^.^ ^^
AFBEELDING IN KLEUR MULTICOLOUR PICTURE
-
En dan l P gr0Te WinSten besto^ alleen dan, wanneer het doel van den aan koop voor de talrijke bezitters van de ver
SST ^tV^,- -e"» k.ete perceelen - absoluut geheim zou blijven Daarop had mijn druk gelegd toen sprak. En wat wil Ben, nadat ik bij
oom den grootsten na"' hij mij <£, ^ ^ nu het geval? Arht AT de bankTn „X ^^
déTaiimaan- srd
neemt afscheid trek naar
-e, verre Noo^eVL^^Ä "!! hu" ^ inin tÄ"/".^ „csKimo te gaan maken.
-28-
het pro
^^
^rbÄ^rt-^ konden zijn dan aan
mijnheer
BESCHADIGDE TEKST OF VERKEERD GEBONDEN
Slktt^ (FOTO UPA)
ROSY BÄRSONY speelt de hoofdrol in de fWarsche Ufa-film
Und es leuch£e£ die EWa
DAMAGED TEXT OR WRONG BINDING
en mij. Zooais vanzelf spreekt, was de uitvoering- van het millioenenpl&n hiermee practisch onmogelijk g-eworden, want de prijzen van de terreinen, die voor den aanleg- van de lijn in aanmerking- kwamen, g-ingen met sprongen omhoog; er werd het drie- en viervoudige gevraagd van wat oorspronkelijk berekend was, zoodat de lijn te kostbaar zou worden om ooit te kunnen rendeeren. Ik kan mij levendig voorstellen, dat mijn oom buiten zichzelf van woede was over het verraad, dat hier ongetwijfeld gepleegd moest zijn. En als ik er rustig over nadenk, kan ik het hem niet kwalijk nemen, dat hij mij voor den verrader hield. Het lag voor de hand te denken, dat deze schurkenstreek 'n wraakneming van mijn kant was. Het vreeselijke is, dat het mij nog steeds niet is gelukt hem te overtuigen van het onrecht, dat hij mij door zijn verdenking aandoet." „Was er dan geen enkele mogelijkheid om den ^ schrijver van het artikel te ontdekken?" „Ik heb hem ontdekt, maar helaas te laat om den fielt te dwingen mij te zeggen, waar hij zijn wijsheid vandaan had. Luistert u nu verder — de his'torie wordt tamelijk gecompliceerd. Toen mijnheer Falkenhayn mij de deur wees, heeft hij zijn dochter natuurlijk ook onder handen genomen en hij verklaarde haar kort en bondig, dat er van een verbintenis tusschen ons tweeen nooit iets zou kunnen komen. Het spreekt vanzelf, dat hij haar den verderen omgang met mij verbood en ik geloof stellig, dat zij zich aan dit verbod zou hebben gehouden, als die geschiedenis met dat krantenbericht niet was voorgevallen. Dat riep alle ridderlijkheid van haar nobele natuur te voorschijn, want zij kende mij wel zoo goed, dat zij wist, dat ik nooit'n dergelijken schavuitenstreek zou uithalen. Zij schreef mij, dat zij het als haar plicht beschouwde aan mijn zijde te staan en niets onbeproefd te laten om mij te helpen den dader te ontdekken. Zij vroeg mij haar 'n plaats op te geven, waar wij elkaar in het geheim zouden kunnen ontmoeten, zonder dat we bang hoefden te zijn betrapt te worden. En toen kwam ik ongelukkig genoeg op het idee om de woning van dien ellendeling van 'n Beiersdorf uit te kiezen." „Beiersdorf?" vroeg Erich met trillende stem. Bliksemsnel flitste een vermoeden van den tot nu toe tevergeefs gezochten samenhang der feiten door zijn geest. Meuven bemerkte, in zijn ijver om verder te vertellen, echter niets van de opwinding van zijn toehoorder. „Ja! Het was een stommiteit, waarvoor '< mij nu nog een klap in het gezicht zou kunnen geven. Ik had toevallig kennis met hem gemaakt, toen ■hij hijgend en kuchend
Bonjour, Piepa .. .
voor het huis in de Hardenbergstrasse stond en niet verder kon. Hij vertelde, dat hij op de vierde verdieping van het achterhuis woonde en ik bracht hem de vier trappen op; hij was te kortademig, dan dat hij alleen naar boven had kunnen klauteren. Sinds dien dag toonde hij een merkwaardige aanhankelijkheid voor mij. Wij ontmoetten elkaar af en toe en toen ik een geschikte gelegenheid zocht om met Traute samen te komen, kreeg ik den krankzinnigen inval haar voor te stellen de kamers van den alleenwonenden Beiersdorf daarvoor te gebruiken. U begrijpt heel goed, mijnheer Roggenbach," vervolgde de jongeman na een oogenblik zwijgen, „dat ik u dit allemaal niet zoo onbevangen zou vertellen, als er ook maar iets compromitteerends voor Traute in school. Maar de drie samenkomsten, die ik njet haar in Beiersdorfs woning had, leken zoo weinig op een ontmoeting van twee gelieven, dat wij ons voor een zaal vol toeschouwers niet hadden behoeven te genéeren. U gelooft dat toch op mijn woord, nietwaar?" Spontaan stak Roggenbach hem de hand toe. „Ja, dat geloof ik, mijnheer Meuven, zooals ik alles wat u mij vertelt zonder eenig voorbehoud geloof." „Die ruiterlijke verklaring stel ik bijzonder op prijs. Ik was trouwens van het eerste oogenblik af, dat ik u ontmoet heb, overtuigd met een man van eer te doen te hebben. Anders zou ik ook zeker niet zoo openhartig met u hebben gesproken. Maar waar was ik ook weer gebleven?" „Als ik mij niet vergis, wilde u mededeelen, hoe u den schrijver van 't krantenbericht op het spoor bent gekomen." „Juist. Ik hoorde bij onze ontmoetingen van Traute, dat haar vader tevergeefs getracht had, den schrijver te ontdekken. De uitgever van dat vieze schendblaadje verschool zich achter wat hij deftig zijn redactiegeheim noemde en in rechten was er niets tegen hem te ondernemen, omdat het artikel niets strafbaars bevatte. Hij verklaarde de kopij gekregen te hebben van een betrouwbaren medewerker, wiens naam hij niet noemen kon. En hoe die medewerker aan zijn informaties gekomen was, was hem ten eenen male onbekend. Ik zelf heb hem tot tweemaal toe geschreven, omdat hij op zijn zoogenaamd kantoor, waar ik al een paar maal heen was getrokken, nooit te vinden was. Ik smeekte hem letterlijk mij den schrijver te noemen en mij zoodoende gelegenheid te geven mij te zuiveren van een verdenking, die 'n schaduw over mijn heele leven dreigde te werpen. Maar de „edelman" verwaardigde zich niet te antwoorden. Toen ik nu bij het derde onderhoud met Traute hoorde, hoe
Ik ben vanmor. gen langs Je <_, huis geloopen... *^X•
DE SFINX« rotsvast mijn oom aan mijn schuld geloofde, was mijn geduld uitgeput en besloot ik mijn zaak in eigen hand te nemen, al was er misschien eenig risico verbonden aan de onwettige methode, die ik dacht te volgen. Ik stak wel geen revolver bij mij, maar ik wapende mij toch met een stevige rijzweep en wachtte geduldig zes eindelooze uren, tot na middernacht, voor het „kantoor' van den uitgever, een vervallen huis in een armoedige buurt. Eindelijk zag ik het heerschap, een sinister, klein kereltje met een onbeschrijflijke boeventronie, naar binnen gaan. Ik liep hem achterop, voor hij de deur achter zich kon sluiten, stelde mij voor en liet hem de keus tusschen schending van zijn „redactiegeheim" of een portie zweepslagen. Het kereltje had wel in de gaten, dat hij een heele partij zweepslagen te pakken zou hebben voor er hulp kon komen opdagen. Het was half een; ik had direct gemerkt, dat hij alleen was en in de straat was al heel weinig passage op dit uur. Dat bracht hem er toe zijn principe te verloochenen en mij den schrijver te noemen. En weet u, wie die schurk was? Franz Beiersdorf en niemand andersl Ik dacht, dat ik door den grond zonk, toen ik dien naam te hooren kreeg — ik had er trouwens geen idee van gehad, dat de man ook voor kranten schreef en dit was me nogal een krant. Hij had mij verteld, dat hij den kost verdiende met vertalen uit het Russisch en hij had mij ook een heele menigte romans laten zien, die hij in het Duitsch wilde vertalen. Intusschen was het knapjes laat, of vroeg, geworden, maar dat kon mij er niet van terughouden nog naar Beiersdorf toe te gaan en hem ter verantwoording te roepen. Het kon mij niets schelen om half Berlijn door te wandelen, want een taxi was in die achterbuurt niet meer te krijgen, en den schavuit uit zijn bed te trommelen! Dat ik niet veel succes met mijn tocht had, weet u zelf het beste: voor de deur van Beiersdorfs woning hoorde ik uit uw eigen mond, dat ik te laat was. U kunt u geen voorstelling maken van de vertwijfeling, waarin het doodsbericht mij bracht, mijnheer Roggen bach! Het een ige wat mij restte, was den volgenden dag naar mijn oom te gaan, om hem het resultaat van mijn nasporingen mede te deelen."
i M i M ''1 M Ml'1 ' '
p
'kHadeen meis-je. o. een wonder! Leek op
pi 1 J
5
r—9
grond'lijk Net een
■M-
2E
:ï *?=*
sfinx, van vleesch en
been!
b
7CZ
W
Gar - bo. op Mar - leen ! Was zoo mooi... zoo on-door
^^
i
Had ik soms eens moeilijkheden, Droeg ik die maar stil alleen: Zij ging 's avonds naar een dancing Waar ze voor . . geboren scheen! En haar charme en haar schoonheid Roemde daar dan iedereen! Maar . . dr nukken en d'r grillen Slechts» diè kende ... ik alleen!
il
s ÜÜ -a:
k
<=i:
it
Wat ze
dacht? Ik kon 't niet
ra - den.
En
ge-
Daarom, 'k zou je willen raden. Ook al voel je je alleen. En al zou je willen trouwen. Houdt je vèr van zoo'n . . „Marleen"! Kies j' een vrouw, als hónderd and'ren Doodgewoon en algemeen, Want een sfinx, dat weet een ieder. Is gemaakt van . . 't hardste steen!
(Wordt vervolgd).
MAISON Artistiek Zilverwerk Gevestigd in
1690 PIEPA
^5 E^
*2—*
S
^
Fabriek van
MUNI
Muziek van GUUS BETLEM ]r
Woorden van BEP OTTEN.
u
ODIOT 7 PLACE DE LA MADELEINE, PARIJS Specialiteit
voor geschenken in zilver en verzilverd metaal
GROOTE KEUZE IN KUNSTVOORWERPEN UITGEVOERD NAAR ONTWERPEN UIT ELKE STIJLPERIODE
[
Persil
SS^SSSSÄ«»««^^
Henkel
[Daar kan niemand mij väS [afbrengen. 24 jaar ben ik [huisvrouw. 24 jaar, dus bijna] yU eeuw, bleef Persil mijl [trouw met haar niet te even-l aren kwaliteit en lagen prijs.] En dat wil wat zeggen! Ik! [gebruik Persil voor alles, i [Voor de groote wasch, voor] wol- en fijngoed en tevens! Ivoor de hygiënische behang [deling van ontelbare din-; [gen in mijn huishouding. E^ [bestaat voor mij geen ander] twaschmiddel dan Persil.1 'D1'MA'
Je kan zeggen wat je wil Ik gebruik allsjtn Persil, Persil wascht vlug en heel voordeelig. Om korf te gaan, Persil is éénig.
I 446 - 13 Aug. 195
Red .en Adm. Oalgewater 22 Lelden. Tel. 760 Postrekening 41880
Verschont wekeltfks - Prgs per kwartaal f. 1.05.
vGDA SCHNEIDE in de Ufa-toonfilm „Das Lied.einer Nach