P L A T T E R
&
D I K K E R
[H.J.A. Hofland, 2011]
Op 1 oktober 2006 begon het door John de Mol bedachte televisieprogramma De Gouden Kooi. De deelnemers hadden zich voor onbepaalde tijd in een villa met zwembad laten opsluiten. De bedoeling was dat ze hun best zoude n doen elkaar weg te pesten. Degene die had bewezen de meeste weerstand te hebben, had gewonnen en kreeg de villa. De ka ndidaten werden eerst onderzocht op hun geestelijke vermogens. Over een mevrouw die, om het nieuwe huis te kunnen winnen, in het oude huis haar kleine kind achterliet, zijn Kamervragen gesteld. De deelname van mamma aan het pr ogramma is er niet door verhinderd. Na twee jaar bleek dat Jaap Amesz, alias Terror Jaap, de strijd had gewon nen. Een dikke jongeman, geboren op 6 november 1982, weegt nu ongeveer 170 kilo. Zijn biografie vermeldt dat hij goed kan schaken, maar hij heeft zich nationaal onvergetelijk gemaakt door voor de camera's zijn eigen braak sel op te eten. Bijna een miljoen mensen hebben ernaar gekeken. Verder zong hij een lied, Fokking niet normaal. Met zijn overwinning heeft hij 1.351.000 euro verdiend. Daarna heeft hij het met een eigen show geprobeerd waarvoor hij onder anderen een pornoactrice en een anorexiapatiënte zocht. Niets meer van gehoord. Wikipedia meldt dat hij to t de tien prominentsten aller tijden hoort. Sinds ongeveer een halve eeuw komt in de westerse beschaving een nieuwe mens tot ontwikkeling. Nog a ltijd een wezen met ledematen, een hoofd, een hart, hij kan praten, zijn geld verdienen, hij heeft alle wezens kenmerken van zijn voorouders. Maar in zijn wensen, zijn gedrag en zijn uiterlijk is hij dusdanig anders dat we van een nieuw type kunnen spr eken. Geef uw ogen en oren de kost, op straat, in het openbaar vervoer, de winkelcentra, de stadions, op het strand, de markten en de feesten, op internet. De nieuwe mens is overal. Hij is dikker, om te begi nnen. Hij loopt een beetje anders omdat zijn benen een groter gewicht moeten torsen en zijn armen verder van zijn o mvangrijker lichaam bewegen. Hij praat harder en vlugger maar niet duidelijker, hij kijkt vaak wantrouwend tot agressief. Hij lapt de verkeersregels aan zijn laars. Hij steekt zijn middelvinger op, hij is eerder bereid een medemens uit te sche lden, op zijn gezicht te slaan. Hij zal iedereen laten weten dat hij hier op aarde is, een god die als zodanig erkend wil worden. Respect! De ontdekking dat zich een historische kentering voltrekt, is een langzaam proces. Ten eerste verloopt zo'n kentering zelf heel geleidelijk. Het gaat traag, het is hoogst ingewik keld. Daardoor komt het weer dat er veel ontdekkers zijn. Er is niemand die zich in het begin een beeld van het totaal kan vormen. Alles gaat met stukjes en beetjes. Dat ik hier Jaap Amesz als representant van de voorlopig laatste fase in deze ontwikkeling opvoer, heeft geen beledigende bedoelingen. In zijn soort is hij volmaakt. Hij is buitengewoon grof. Daardoor heeft hij zich via een televisieprogramma dat platheid en grofheid als eis stelt en uitbuit, nationale bekendheid verworven. Hij is tot een gefo rtuneerde Bekende Nederlander geworden. Daarbij is hij binnen de grenzen van de wet gebleven. Hij is gemeten naar de sociale maatst aven in het eerste decennium van deze eeuw een maatschappelijk geslaagd mens. Voor velen een voorbeeld. Iemand die dit een jaar of vijftig geleden zou hebben voorspeld, was voor gek verklaard. Wij hebben de afgelopen d ecennia geleidelijk geleerd dit en dergelijk gedrag gewoon of leuk te vinden. Leuk is een sleutelwoord in de nieuwe fase van onze beschaving. Nog een voorbeeld uit de eigentijdse praktijk. Het gebeurde in juni 2008, tijdens een voorstelling van de stand -upcomedian Theo Maassen, die tot de elite van de Overbekende Nederlanders hoort. Fotograferen tijdens zijn voorstelling mocht, maar niet met flitslicht. Begrijpelijk. Een jonge fotografe, Ilvy Njiokiktjien, was niet van het voorschrift op de hoogte en deed het toch. Maassen loopt de zaal in en pakt haar de camera af. Ook dat is binnen het operationele kader van de stand-upper nog voorstelbaar. Hij krijgt ovationele bijval. Wat zal hij met dat ding gaan doen, vraagt hij het publiek. ‘De applausmachine slaat door naar kapotmaken.’ (Ik citeer de Volkskrant). Daar gaat de camera van 5.000 euro plus de telelens van 9.000 euro op de grond aan stukken. Maassen krijgt enig weerwerk van een bezoeker. De standupper ‘komt niet veel verder dan een fok you kanonnade’. Ook leuk. De fotografe doet later aangifte. En nu iets van een ogenschijnlijk andere orde. Stelt u zich voor: u bent een peuter van een jaar of vier, met werkende ouders. U wordt dus liefderijk opgeborgen in een crèche met een zandbak waar u iedere werkdag met de andere peuters aan het graven en bouwen bent. Soms wil zo'n vriendje of vriendinnetje opeens uw schepje hebben. Dat gaat niet. Er ontstaat een gevechtje waarbij natuurlijk ook een beetje wordt geschreeuwd. Dan voelt u iets tegen uw hoofdje ketsen. Dat doet pijn. En meteen druipt er geel en doorzichtig vocht langs uw g ezicht. Wat is dat? Een ei. Een omwonende is zo ongelofelijk pisnijdig van uw geschreeuw geworden, dat hij naar de ijskast is gerend, een ei heeft gepakt, raam openg edaan en gegooid. Raak! U begint te huilen, nog veel meer lawaai, maar buurman is tevreden. Hij heeft wraak genomen. Het Parool van 13 januari 2009 heeft van dit incident de opening gemaakt. Terecht, vind ik. Ten slotte een paar citaten uit De Telegraaf, de grootste krant van Nederland die met zijn gezond verstand altijd op de bres staat voor de belangen van de gewone, hardwerkende Nederlanders en de gezworen vijand van het tuig is. Het zijn teksten uit de rubriek van de kleine advertenties, de Speurders. Het hoofdstuk er otiek, per dag gemiddeld een derde pagina.
-1-
Amersfoort. Hitsige blondine ontvangt privé. STOUT PRIVÉ. Ouderwets gezellig met steeds weer nieuwe dames. O ndeugende hete X neemt jouw harde ... tussen haar roze lipjes. AUW!!! Ik ben te nauw! Sensatie! Mooie trotse Wilma wordt getemd en gedresseerd in de stal. Hitsige oma's met jaren ervaring leren je alles. GAY -LIVE! Lekkere boys verwennen jouw hete TOY. Boerin witheet als twee man haar n ... op de voerbak!! Van Terror Jaap tot de withete boerin, het zijn allemaal voorbeelden uit het normale dagelijks leven in ons vernieuwde vaderland. Natuurlijk, niet alle Nederlanders beantwoorden aan dit signalement. Maar er komen er s teeds meer, de nieuwe Nederlander is maatschappelijk· aanvaard, in sommige kringen is hij tot een model geworden. Over deze on twikkeling, die misschien wel een halve eeuw heeft geduurd, gaat dit boek. Eerst het uiterlijk. Dan de omgangsvormen. Ten slotte de opvoeding die het ontstaan van deze nieuwe mens heeft toegelaten. DIK Om een kwaal, een afwijking maatschappelijk aanvaardbaarder te maken, verzinnen we er een vreemd woord voor. Sinds tientallen jaren zien we overal in het Westen steeds meer dikke men sen, zwaarlijvigen, vetzakken. Dat zijn de lijders aan obesitas. Voor het eerst heb ik lijfelijk beseft dat dik zijn een zware handicap is toen ik in New York ergens in het begin van de jaren tachtig op de hoek van Canal Street en Seventh Avenue een taxi wilde hebben. De lucht werd donkerder, er was een wolkbreuk in aantocht. We probeerden een taxi te wenken, een ongelofelijk dikke mevrouw en ik. De eerste druppels vielen. 'Share a cab?' riep ze. Daar stopte er een. Ze ging als eerste naar binnen, daarna i k. Daar zat ik geklemd tussen het portier en een geweldige hoeveelheid mensenvlees. Haar ademhaling was een voortdurend zwaar zuchten. Op het televisienieuws had ik al eens gezien hoe een man van een jaar of dertig door de brandweer uit een raam op de twintigste verdieping werd getakeld. Daar woonde hij, 24 uur per dag. Hij woog 230 kilo. Zijn omvang had het hem onmogelijk gemaakt nog naar buiten te gaan. Nu was hij ernstig ziek g eworden, moest naar het ziekenhuis. Vandaar de brandweer. Mijn volgende directe ervaring. Het gebeurde in 2010, op een warme zomerse dag. Ik wilde op de tramhalte Nieuwezijds Voorburgwal bij het Spui in lijn 5 stappen. Daar stonden ook twee Britten, de ene halfnaakt, tatoeage op een schouder en zo dik dat zijn buik ruim over zijn broekriem hing. Hij droeg een geweldige rugzak. Een moderne bèkpèkker. Bij het instappen maakte hij een halve draai zodat ik bijna een klap van die bepak king had gekregen. Ik rook een vlaag zweetlucht. Ik ben niet in die tram gestapt. Daarna nog een keer toen ik naar New York ging en in het vliegtuig terechtkwam naast een excessieve vetzak, een man die aan het gangpad zat. Die kwelling heeft acht uur geduurd. Er zijn nu luch tvaartmaatschappijen die voorbereidingen treffen om zulke mensen op een andere mani er te behandelen. De vette mens heeft zich over de hele planeet verbreid. Volgens recente cijfers van de Wereldgezondheid sorganisatie is één miljard volwassenen ‘te zwaar’, een eufemisme voor dik tot vet. Hetzelfde geldt voor 22 miljoen kinderen jonger da n vijf jaar. In de Verenigde Staten is het als een epidemie die twee derde van de bevolking heeft getroffen. In 2008 leed meer dan de helft van de bevolking van de Europese Unie in meerdere of mindere mate aan obesitas, een verdubbeling sinds 1988. In Nederland is veertig procent te dik, tien procent uitgesproken lijder aan obesitas, en anderhalf procent aan morbide obesitas wat ik vertaal als wanstaltig vet. Voor iemand die waar dan ook in het openbare leven zijn ogen de kost geeft, zullen deze cijfers ge en verrassing zijn. De vraag is, hoe het komt. Een gewone epidemie wordt veroorzaakt door een bacterie, een virus waardoor de patiënt zich heeft laten verrassen. Als individu staat hij machteloos. De medische wetenschap ontwikkelt bestrijdingsmiddelen, men laat zich inenten, de overheid komt met een voorlichtingscampagne, de collectieve gezondheid wordt collectief b eschermd. Bij de obesitasepidemie gaat het volstrekt anders. Iedere volwassene is persoonlijk verantwoordelijk voor zijn dagelijkse hoeveelheid eten en drinken en de mate van lichaamsbeweging waardoor hij de ingenomen calo rieën verbrandt. Iedere hap, iedere slok is een vrijwillige handeling. Medici, gezondheidsorganisaties, de overheid komen wel regelmatig met campagnes waarin tegen de gevaren van obesitas wordt gewaarschuwd. De Nederlandse overheid is aan het begin van deze eeuw een actie begonnen met de slagzin Maak je niet dik. Ach! Daartegenover staan de gigantische organisaties die met hun vestigingen en uitgekiende methoden de consument imp liciet tot mateloosheid aanmoedigen. Kort gezegd: de medische wetenschap voert tegen de consumptiecultuur een ongelijke strijd. En in onze politieke cultuur heeft de ove rheid geen keuze. Ze kan er niets aan doen. Waar is het begonnen? Kort na de Tweede Wereldoorlog was praktisch iedereen in het Westen relatief arm en mager; niet veel anders dan voor de oorlog toen je in Nederland naar de kermis ging om een werkelijk wa nstaltig dik wezen te zien. De dikke dame, een vrouw die ter bezichtiging in een tentje zat. Toen, in de loop van de jaren zestig, zijn we geleidelijk, eerst ongemerkt, door de nieuwe welvaart beslopen en dit proces heeft even geleidelijk het aa nzien gegeven aan een nieuwe cultuur.Wat we nu het consumentisme noemen. (Ik kom er later op terug). De grondslag voor het consumentisme is gelegd met de democratisering van de overvloedige consumptie en die is in de
-2-
eerste plaats weer mogelijk geworden door de supermarkt. De eerste in Nederland is die van Dirk van den Broek, ge opend in 1948. Een jaar later kwam Dirk Kat. Kijkgrijp had hij met een scherp fenomenologisch instinct deze winkel g enoemd. Later is het de DekaMarkt geworden. Het was een revolutie. De klant, gewend aan de neringdoende midde nstand met achter de toonbank één of twee mens personeel of de eigenaar zelf, werd plotseling geconfronteerd met een paradijs. Een grote ruimte, rekken vol met begeerlijkheden die hij zelf kon pakken. Zestig jaar later is de westerse maa tschappij zonder supermarkten niet meer voorstelbaar. Albert Heijn, ClOOO , Aldi, Kruidvat, Dirk van den Broek, Jumbo, ketens van supermarkten waar je alle heerlijkheden ter wereld in je winkelwagentje kunt proppen. En niet alleen alles wat je kunt opeten. Huishoudelijke artikelen, gereedschap, meubelen, drank, zelfs medicijnen. Voor alles heb je supermarkten, winkelketens, winkelboulevards. En niet te vergeten, de enorme markten waar alle elektronische en digitale apparatuur te koop is. De MediaMarkt, die als slagzin de leuze Ik ben toch niet gek gebruikt. Het geheel van de supermarkten is de absolute vervulling van de consumentendroom. En ik zeg het er voor alle zekerheid bij, dit paradijs is niet ontworpen en gebouwd door progressieve denkers en politici, het is niet de vervulling van de verzorgingsstaat. De tempels van dit c onsumentisme zijn zuiver kapitalistische constructies, met aandeelhouders, koersen, directies die een bonus ontvangen. Ze worden bevoorraad door op kapitalistische leest geschoeide bio-industrieën en volledig geautomatiseerde fabrieken. De supermarkten van de elektronica en de digitale apparatuur hebben daarbij een sleutelfunctie. Hier koopt de cons ument alles wat hem toegang geeft tot televisie en internet. Daardoor wordt hij weer bloo tgesteld aan de reclame, liever gezegd de permanente propagandacampagne die hem dagelijks op de hoogte houdt van al het aanbod, de koopjes, de verleidelijkheden, het onmisbare. Het consumentisme is niet denkbaar zonder dit niet -aflatende reclamebombardement dat iedere politieke campagne in democratieën en dictat uren ruim overtreft. Stel je je de consument voor als iemand die op al het aanbod is ingegaan, alles heeft gekocht en gebruikt. Dan doemt er een soort onkwetsbaar superwezen op. Het voedt zich met betoverende pizza's, de allergezondste yoghurt, overheerlijk ijs, drink t miraculeus lekkere limonade. Dat kunnen we allemaal aan zijn gezicht zien. Dit schepsel heeft bovendien parelwitte tanden en als het een vrouw is, wa pperende glanzende haren, prachtige volle lippen, grote borsten, een haarloze satijnen huid en nog meer v erleidelijks. Zit dit wezen in een auto, dan wordt die met coureursvaart door de scherpste bochten gestuurd. De eenentwintigsteeeuwse versie van de Übermensch. De methoden en de risico's van deze permanente commerciële hersenspoe ling zijn voor het eerst beschreven door de Amerikaan Vance Packard (1914-1996) in zijn boek The Hidden Persuaders, De verborgen verleiders, verschenen in 1957. De reclame maakt gebruik van de dieptepsychologie, richt zich subtiel op het onderb ewuste om de mens tot kopen te brengen. Een voorbeeld. Een pak voorgemengd bakpoeder waaruit je meteen de prachtige cake kunt toveren. Een kle urenplaatje van dit heerlijks staat op de buitenkant afgedrukt, met daaronder in vette letters Add two fresh eggs. Op deze manier wordt de vrouwelijke creativiteit aangesproken. Twee eieren boven de pan met meel breken, dooier en struif er langzaam in laten druipen, daar kun je geen nee tegen zeggen. Zo staat dit boek vol met culinaire cultuur kritiek. Het is een bestseller geworden maar het heeft niet geholpen. In 1960 verscheen van Vance Packard The Wastemakers, waarin hij uitlegt welke functie het begrip planned obsolescence in het consumentisme heeft. Het product wordt van een eigenschap voorzien waardoor het snel verou dert, uit de mode raakt, door iets van betere bruikbaarheid kan, of moet worden vervangen; door iets mooiers, lekkerders achterhaald wordt. Het bijproduct is het sneller afdanken. Overvloed in de consumptie leidt onvermijdelijk tot een overvloed op de vuilnisbelten. Scherp herinner ik me het ogenblik waarop ik die overvloed voor het eerst zag. Dat was in 1956. Het vlie gtuig, eert DC6, was geland op het vliegveld McGuire in Massachusetts en een Amerikaanse medepassagier was zo vrie ndelijk me een lift naar New York te geven. Het was in dian summer, de Amerikaanse nazomer. Aan het einde van een grote groene vlakte zag ik een lange, vaalwitte streep. Heeft het daar gesneeuwd, vroeg ik en wees. Mijn gastheer keek en lachte. Welnee, zei hij, dat is een dump van ijskasten en wasmachines. Ber gen afgedankte ijskasten en wasmachines! In Europa waren we nog lang niet zover. In die jaren hadden bij ons alleen de rijkere mensen zulke duurzame gebruiksa rtikelen en als ze kapot waren kwam er een vakman. Hij repareerde en dan gingen ze weer jaren mee. Gewone Amerikanen zetten het apparaat bij het vuil en kochten een nieuw dat natuurlijk beter was. Ingebou wde veroudering spreekt impliciet de consument aan in zijn drang om 'erbij te zijn' en dit te blijven. Consume ntisme is ook een massale vrijwillige gelijkschakeling, het meest geslaagde collectivisme uit de wereldgeschiedenis. En het blijkt voor 99 procent van de wereldbevolking onweerstaanbaar te zijn. Ook in China, India, Rusland, de Arabische wereld heeft het wortel geschoten. Reclame voor altijd weer het allerlekkerste is voor een groot deel een doortrapt, professioneel bedrog. Iedere dag worden we er op straat, op de radio, op de televisie en internet mee suf getetterd. We zijn eraan gewend, we weten niet beter. Maar het resultaat van mateloos schransen is het tegendeel van ons schoonheidsideaal. We willen een slank, g espierd mens zijn, dat zo lang mogelijk jong blijft. Forever young. Om die conditie te bewaren of te herwinnen zijn er allerlei methoden en technieken ontwikkeld. In 1975 is het jo ggen uitgevonden, draven voor je uiterlijk en je gezondheid. De-
-3-
gene die ermee is begonnen is een paar jaar later aan een hartaanval gestorven. Zijn naam is nergens meer te vinden, maar in zijn erfenis leeft hij voort. Overal in het Westen zien we ze op vr ije dagen, van ‘s ochtends vroeg tot ‘s avonds laat, sportief aangekleed, in hun eigen stijl op hun gezonde tocht. Een enkele wanhopig sjokkende dikzak, veel afg etrainde jongeren die ook zonder joggen wel in vorm zouden zijn gebleven en een klein aantal ou deren dat op deze manier laat zien, jong te zijn gebleven. Zal het de dikkerds helpen? Laten we het hopen. Hier gaat het erom dat het joggen de afgelopen tientallen jaren tot een wereldsport is geworden. Zonder de epidemie van de obesitas was dat niet g ebeurd. Vooral in Amerika hebben zich de sportscholen verbreid. Kom je erlangs dan kun je achter de ramen de klanten op een lopende band zien draven, gewichtheffen. A llemaal variaties op een stationaire vorm van joggen. De patiënt kan zich ook operatief min of meer tot zijn oorspronkelijke omvang laten terugbrengen, door middel van een maagverkleining. Met een kleinere maag kun je minder eten. Het is een zelfdwang die je je door middel van een med ische ingreep laat opleggen. In 2007 hebben in Nederland 3.500 mensen hun maag laten verkleinen. Verwacht wordt dat het er in 2012 meer dan 10.000 zullen zijn. Tik je de term in op internet, dan krijg je enige tientallen aanbiedingen van ziekenhuizen, vaak versierd met foto's waarop een team van lachende medici in de operatiezaal op de volgende patiënt staat te wachten. Het probleem na de verkleining is het ‘huidoverschot’, het vel dat na de operatie overblijft. In 2001 is het boek van Eric Schlosser, Fast Food Nation, The Dark Side of the American Meal verschenen. Hij stelt daarin onder andere dat er in de afgelopen veertig jaar in de Amerikaanse eetcultuur meer is veranderd dan in de voorgaande veertigduizend jaar. Het gaat over Jast food, als term opgenomen in het Merriam-Webster woordenboek in 1951. Hotdogs, hamburgers, tripledeck sandwiches, frieten, mayonaise, al deze lekkernijen die je koopt bij McDonald's, Burger King, Kentucky Fried Chicken, Pizza Hut en in Nederland bijvoo rbeeld ook bij Febo. In Amerika werd in 1970 door de con sument zes miljard dollar aan fast food uitgegeven, in 2000 was het 110 miljard, meer dan aan films, boeken, kranten en muziek bij elkaar. Op het ogenblik heeft McDonald's wereldwijd 28.000 vestigingen, met een miljoen man personeel. Fastfood bevat meer calorieën dan een ‘normale’ maaltijd en medisch is jarenlang ettelijke malen bewezen dat het ongezond is. En ondanks alle waarschuwingen zie je steeds meer dikke mensen op straat, overal in het Westen en langz amerhand in de hele wereld. Slachtoffer van de vreet- en snoepcultuur zijn ook de kinderen. Dikke kleuters hebben iets meelijwekkends. Ze zijn slachtoffers. Hun disproportionele omvang is de schuld van de ouders die de kleintjes rustig houden met zoete rommel. Dat heeft niet alleen gevolgen voor hun omvang. Er is ook een groot risic o dat hun gebit wegrot. Ruud Bos van het Medisch Centrum Groningen zei tegen de Volkskrant (20 mei 2011) dat in zijn instituut per week bij tien kinderen het hele melkgebit moet worden verwijderd. Zoetigheid, een overmaat aan Coca Cola, Fanta en andere fr isdranken horen tot de voornaamste oorzaken. Er zijn er die als zuigeling worden zoet gehouden met een zui gflesje gevuld met Fanta. Veel van deze kinderen komen later terug bij het Medisch Centrum omdat het definitieve gebit ook niet te redden valt. Onvo ldoende poetsen is ook een van de oorzaken. Het artikel is geïllustreerd met een paar foto's van rottende stompjes in kindermonden. Het aantal ‘snoepmomenten’ moet omlaag, zei Bos. Zeker. Maar ik ben van mening dat er voor de o uders van deze kinderen ook een straf moet worden verzonnen. Je kind voor de rest van zijn leven met een rottend gebit en vervolgens een prothese de wereld in sturen, is ook een misdaad. Veel eten, zwelgen, is een onesthetische bezigheid. Eigenlijk zou je het achter een boom moeten doen, heeft Gerard Reve geschreven. Ik ben het met hem eens. Overal in het openbare leven wordt geschrokt, gekauwd, gesmekt. Overal, in het openbaar vervoer, de bioscoop, het stadion, de parken hoor je de krakende zakjes, zie je de kauwende monden. Het onbesc haamd begeren en de bevrediging, de verzadiging zijn een mondiale ziekte. LOL Volgens de Dikke Van Dale, dertiende druk, 1999, is lol trappen ‘op luid ruchtige wijze plezier maken’. Waar denken we dan tegenwoordig aan? Niet meer aan de kermis, de kop van Jut, de botsautootjes, de schiettent. Dit zal een vooroordeel zijn maar mij schoot het eerst het Dancefestijn van 23 september 2009 in Hoek van Holland te binnen. Er was op een maximum van 15.000 bezoekers gerekend. Er kwamen er veel meer. De feestvreugde liep uit de hand. De politie probeerde deze overmaat aan lol in de hand te houden. De dancers lieten zich dit niet zeggen. Het liep uit op een massale confrontatie waarbij de politie uit noodweer heeft geschoten. Er is één dode gevallen; zes bezoekers raa kten gewond. Is dit een uitzondering? Massavermaak heeft in de loop van ongeveer een halve eeuw een andere betekenis gekregen. Om streeks de jaren zestig waren popfestivals massabijeenkomsten voor de jeugd waar je ongestoord kon blowen; voetba lwedstrijden gebeurtenissen waarbij je ongeremd kon hossen als je club gewonnen had; Koninginnedag en Bevrijding sdag gelegenheden om na de gepaste plechtigheden naar de kermis te gaan of je enig, desnoods overmatig caféb ezoek te veroorloven. De collectieve opwinding in het algemeen heeft een andere kwaliteit gekregen. Tot op zekere hoogte ben ik ervaringsdeskundige, want ik woon in Amsterdam aan een kade, niet ver van het Museu mplein, dat een paar keer per jaar het centrum van het nationale feestvieren is. In 2010 had Nederland in Zuid-Afrika na verlenging de WK-finale tegen Spanje met 1-0 verloren. Een paar dagen later verschenen onze helden op het Museu m-
-4-
plein om zich te laten huldigen. Bij mijn buren stond de televisie aan, hard. Daar werd verslag gedaan van de glori euze intocht. Door de gracht voeren een paar sloepen, afgeladen met ritmisch bewegende, op de vuvuzela blazende Oranj esupporters. Boven mijn hoofd daverden de politiehelikopters. Het Parool van 12 juli had over twee pagina's een luchtfoto van het Museumplein op de avond van de nederlaag, met de meer dan honderdduizend voetbal liefhebbers die met de vuvuzela ook van zich lieten horen. Al die mensen verkeerden in de hoogste staat van opwinding. De volgende dag kwam ik met de tram langs het feestterrein, de vertrapte grasmat, de woestenij van vuilnis, flessen, blikjes, alle verpakkingen van het lekkers waarmee het consumentisme ons bedeeld heeft. Op 15 mei 2011 werd Ajax landskampioen. Die triomf werd ook op het Museumplein gevierd. Twee dagen later bracht Het Parool een overzicht, geïllustreerd met een foto, het met bloed overdekte gezicht van een jong meisje. Een paar hoogtepunten. Een groep supporters forceerde het daar gevestigde filiaal van Albert Heijn. Een ander clubje klom op het dak van het Stedelijk Museum in aanbouw, smeet met planken en cirkelzagen, bekogelde de vrienden op de grond. Het feest van Ajax was erger dan 30 april, zeiden de buurtbewoners. Het Stedelijk heeft verzocht dergelijke huldigingen er gens anders te houden. Het daarnaast gelegen Van Gogh Museum heeft een rekening van 75.000 euro ingediend voor schade aan de kantoorvilla die bij het museum hoort. Intussen zijn samenwerkende bewonersgroepen in deze buurt met het Zwartboek Museumplein gekomen. Als dieptepunten worden deze huldiging, de feesten van Radio 538 op Koninginnedag en andere voetbalfestij nen, vooral die van Ajax genoemd. Het Zwartboek is geïllustreerd met foto's van het plein vol vuilnis, fees tvierders die vuurtjes stoken en rijen in oranje tenue gestoken jongeren die door de tralies van een tuinhek aan het wildplassen zijn. Er wordt verder in beschreven hoe klagende bewoners door de vertegenwoordigers van de feestorganisaties worden geschoffeerd, dat afspraken niet worden nagekomen en dat het gemeentebestuur en de politie het aantal te verwachten bezoekers stelselmatig te laag schatten. Klachten worden niet au serieux genomen. In dit Zwartboek wordt verwezen naar het drama in het Heizelstadion in Brussel, waar in 1985 de finale van de Europ acup tussen Liverpool en Juventus werd gespeeld. Britse supporters bestormden het vak van de Juventusaanhang. In de daaropvolgende vechtpartijen zijn 39 doden gevallen. Verder noemt het Zwar tboek de tragedie in Duisburg, waar in 2010 de Love Parade 1,4 miljoen bezoekers had getrokken, ter wijl er ruimte was voor een half miljoen. Een tunneltje dat toegang gaf tot het feestterrein, was te nauw. Er ontstond gedrang, paniek. Men probeerde te vluchten. Dat heeft negentien mensen het leven gekost en er vielen 300 gewonden. Burgemeester Eberhard van der Laan heeft het Zwartboek van de Museumbuurtbewoners in ontvangst genomen. Hij heeft beloofd, met hen ‘te bekijken of het nog wel leuk is, of dat het een tandje minder kan’. Nadat de zorgen van de buurt de media hadden bereikt heb ik op de internet krant Nu.nl gekeken. Die heeft een betrouwbare, snelle nieuwsvoorziening en bovendien het voordeel dat in de rubriek ‘Nu Jij’ via e mail de stem des volks zich laat horen, altijd onder schuilnamen. Een groot deel van de mailers was het volstrekt niet met de bewoners van de Museumbuurt eens. Ga ergens anders wonen! Als je rustwil, huur dan een hutje op de hei. Dat was de overheersende teneur. Nu een ander aspect van de lol. In dit deel van de wereld hebben de Germanen de kunst van het bierbrouwen ontdekt. Door alcohol ontstijg je aan de aardse ellende, je onttrekt je tijdelijk aan de zwaartekracht van het gewone dagelijks leven. En het is ook al eeuwen bekend dat dit verslavend kan werken. Ach vader, niet meer, riepen op het plaatje van de drankbestrijding vrouw en kinderen aan het begin van de vorige eeuw het laveloze gezinshoofd toe. Dronken volwass enen zijn er altijd geweest. Maar stomdronken kinderen hebben we pas sinds deze eeuw. Comazuipen is een woord dat in de laatste gedrukte editie van de Dikke Van Dale niet voorkomt. Comazuipen betekent: je bewusteloos drinken. Het wordt gedaan door meisjes en jongens tussen ongeveer de twaalf en zeventien. In 2007 werden in Nederland 297 geva llen geregistreerd, een jaar later 337, daarna 500, en in 2010 waren het er 684. Comazuipen doe je met sterke drank, whisky, wodka, tequila, maar je kunt ook al aardig in de richting komen met wijn en bier, of breezers, de lekkere dran kjes die naar limonade smaken. Je raakt bewusteloos, het is niet onwaarschijnlijk dat je je nog een keer een coma zuipt en het resultaat kan zijn dat je er blijvende schade aan je hersenen door oploopt. Een stomdronken volwassene kan al een zielige aanblik zijn. Een puber die door alcoholmisbruik niet meer op zijn benen kan staan is tegelijkertijd weerzinwekkend en hartbrekend. Het is een kind, het zit nog op school, het hoort tot een g ezin. Dat het in deze toestand is gekomen, betekent dat het zich aan deze sociale contr oles heeft weten te onttrekken, en dit wil weer zeggen dat de ouders en de school geen overtuigingskracht hebben gehad, te slap of onverschillig zijn g eweest. In groter verband is het comazuipen, en vooral de sti jgende frequentie, een van de treurigste symptomen van de wending die de ontwikkeling van onze cultuur vooral sinds het begin van deze eeuw heeft genomen. En natuurlijk zijn er stichtingen, verenigingen, een keur van instanties die hun best doen, het comazuipen te bestrijden. Maar misschien wel het meest kenmerkende is dat ze met al hun inspanning de trend niet hebben kunne n keren. Er is grote kans dat de jonge comazuiper van nu over een jaar of tien reddeloos tot de laagste klasse van de samenleving zal horen. En het zijn altijd volwassenen die de jeugd de alcohol verkopen.
-5-
Tot de moderne aspecten van de moderne lol hoort ook de gecommercialiseerde seks, de porno, de prostitutie. Er zijn tramconducteurs die beseffen hoeveel de Amsterdamse economie aan het toerisme te danken heeft en daarom bij de Dam op een monkelende toon roepen: This is the stop for the Red Light District. Ondanks de strijd die wethouder Lodewijk Asscher tegen de Wallen voert, blijven we wereldberoemd. Een paar jaar geleden vroeg een taxichauffeur die me van Kennedy Airport naar Manhattan reed: Where do you come from? Amsterdam, zei ik. Ahh, zei hij, blow ie blow ie, fuckie fuckie. De hoofdstad heeft een wereldberoemd bordeel, Yab Yum. Na een periode van versukkeling is het nu aan zijn wedergeboorte bezig. De Volkskrant (11 juli 2011) had een uitvoerig geïllustreerde reportage. In een omgeving van poenige kitsch komen veel criminelen voor veel geld aan hun gerief, dat is mijn samenvatting. Voor de gezondheid van de meisjes wordt goed gezorgd. Er is ook een foto van de med ische behandelkamer. Yab Yum is lang een bastion van de half-stiekeme seks geweest. Op dat gebied had Amsterdam met de Walletjes al een reputatie opgebouwd. Seks als een vorm van entertainment, als onderdeel van de populaire cu ltuur, heeft zich hier pas betrekkelijk laat ontwikkeld. In 1953 is in Amerika het eerste nummer van Playboy verschenen, Hugh Heffners onmisbare bijdrage tot de voortgang van de westerse beschaving. Misschien een mijlpaal. Dertig jaar later verscheen de eerste Nederlandse uitgave. De specialiteit van Playboy bestaat uit foto's van naakte vrouwen met grote borsten, maar geslachtsdelen zijn taboe. In 1974 kwam Larry Flint met The Hustler, ook grote borsten en met geslachtsdelen. Alle dames worden wijdbeens gefotografeerd. Weer een doorbraak. Voor zover ik weet is er nooit een Nederlandse uitgave versch enen. In Hollywood is lang geleden de grondslag voor dit lichaamsideaal gelegd. Toen ontstond in de medische wetenschap een nieuw specialisme: de plastische chirurgie. Vrouwen konden hun lichaam naar het dwinge nde schoonheidsideaal laten hervormen. Bilverkleining, een verjongingskuur door middel van botuline toxine, beter bekend als botox, liposuctie tegen het vet, een mooiere mond, en natuurlijk borstvergroting. De bekendste perfectioniste op dit gebied is Lolo Ferr ari, die de operatie 22 keer heeft ondergaan. Op internet kun je foto's van haar vinden. Een zielige, wanstaltig misvormde vrouw, zou je zeggen. Maar voor steeds meer vrouwen is ze blijkbaar een model. Op internet wordt door medici en kl inieken uitvoerig met deze correctieve chirurgie geadverteerd. ‘In één uur t ien jaar jonger!’ Ook wie haar lippen wil later verbeteren, kan kiezen uit een groot aantal specialisten en methoden. Je kunt je laten behandelen met de Lip Plumper, of siliconen, of een gloss dat je lippen doet zwellen. Nog veel meer om de begeerde Idol Lips te krijgen. Get the Celebrity look!! Je moet alleen een beetje Engels begrijpen om uit het rijke aanbod wegwijs te kunnen worden. En dan de vo lgende stap: er blijkt steeds meer vraag te zijn naar een design vagina, volgens het model dat destijds door d e dames in The Hustler is geïntroduceerd. Ook mannen zijn voor dit verlangen naar de nieuwe volmaaktheid ontvan kelijk. Ze kunnen operatief hun borstspieren laten vergroten. En indrukwekkender nog kom je voor de dag met een paar flinke tatoeages. Het ta toeëren op zichzelf is eeuwenoud. Primitieve volksstammen in Nieuw-Zeeland wisten al hoe je het moet aanpakken. De Duitsers tatoeëerden een nummer op een arm van de gevangenen in het concentratiekamp. In deze tijd draagt de tatoeage bij tot de vervaa rlijkheid van de drager. Hells Angels zijn er liefhebbers van. En onze beroemde voetballer Wesley Sneijder heeft een po rtret van zijn vrouw Yolanthe op zijn buik laten tatoeëren. Uit liefde. In sommige, vooral sportieve kringen is de uitg ebreide tatoeage genormaliseerd. Kijk op internet of 's zomers in de stad naar de lopende schilderijen. Is het een nieuwe vorm van exhibitionisme? Nee, het is gewoon geworden; een sociaal aanvaarde vorm van lichamelijk perfectionisme. Intussen is de glorietijd van de oude seksbladen, Playboy, The Hustler, Penthouse voorbij. Het aanbod op internet overtreft alles, in zijn oeverloze hoeveelheid, variatie, duidelijkheid en wat we nog niet zo lang geleden schunnigheid noe mden. Het is vrij toegankelijk voor iedereen die met een compu ter kan omgaan en het hoeft niets te kosten. Sinds ongeveer een jaar of tien krijgen de nieuwe generaties hun seksuele opvoeding digitaal. Toen ik een jaar of tien was, ve rscheen één keer per jaar het badnummer van het weekblad De Lach. Veel foto's van jonge meisjes in badpak; de bikini bestond nog niet. Ver na de oorlog kwamen de winkels waar je videocassettes kon kopen of huren. ‘Alle denkbare genres.’ Die winkels zijn failliet. De praktische seksuele revolutie die we nu beleven, vo ltrekt zich ongecontroleerd, digitaal. Een enkele keer gebeurt het dat onze eigentijdse commerciële seks en de politiek elkaar ontmoeten. In de verkiezing scampagne van 2010 had de partij Trots Op Nederland van mevrouw Rita Verdonk in de Stopera een feest georganiseerd. TON stond op de bres voor de vrijheid, de normen en waarden die in ons mooie landje zwaar bedreigd worden. Om het feest extra luister bij te zetten had de partij besloten vijf mannelijke en vrouw elijke prostitués ‘weg te geven’. Dat wil zeggen, de hoeren werden verloot en het bezoek zou uit de partijkas betaald worden. Het ging om ‘een heel ludieke actie’ zei het partijbestuur. Voor de gelegenheid werden deze hoeren gigolo's en gi goletta's genoemd. Dat klonk wat gezelliger. Mevrouw Verdonk hield een toespraak. Weg met de ambtenaren, weg met de files, iedereen veilig over straat. Toen werden de hoeren verloot en daarna hebben we er niets meer van gehoord. We doen in Nederland niet z omaar mee; we horen tot de voorhoede. IN ELKAAR SLAAN
-6-
Het kan ook anders. Een paar incidenten uit de jaren van de toen nog ontluikende revolutie. In de zomer van 1984 ging een groepje Egmondse jongeren tot besluit van een gezellige avond met drank naar een pata tkraam die beheerd werd door een leeftijdgenoot. Die werd eerst wat gepest en toen hij de vlucht nam, op het strand achtervolgd, neergeslagen en doodgetrapt. In Den Haag wilden twee jonge echtparen op een mooie avond ‘gaan stappen’. Omdat ze daar het geld niet voor hadden, besloten ze een ‘heroïnehoertje’ te beroven. (Ik zet het woord tussen aanhalingstekens omdat er een schijnheilige vertedering in verborgen ligt.). Tot besluit van de beroving werd het meisje met een stuk ijzer doodgesl agen en dat ging niet in één klap. In Amsterdam, 's nachts op de Herengracht, trokken vier jongens partij voor een meisje dat werd gehinderd door tien anderen. Vermoedelijk kickboksers, verklaarde de politie later. Een van de vier werd zwaar gewond aan milt en nieren. De milt werd verwijderd. Natuurlijk zijn al die daders veroordeeld en is er collec tief schande van gesproken. Maar heeft dat correctief en preventief gewerkt? Een citaat uit het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, 1984. ‘Het aantal patiënten dat in het ziekenhuis wordt opgenomen voor behandeling van door anderen opzettelijk toegebr acht letsel, groeit van jaar tot jaar, en is in een tijdsverloop van acht jaar twee tot drie maal zo groot geworden. In 1969 werden 652 patiënten geregistreerd, acht jaar later waren het er 1854. In dezelfde periode verdubbelde ook het aantal landelijke s terfgevallen binnen deze categorie. De hoogste aantallen klinisch behandelde patiënten treft men aan bij de twintig - tot vierentwintigjarigen. Intracraniaal letsel, fracturen van de schedel, vooral die van de aangezichtsbeenderen, wonden en letsel aan de i nwendige organen zijn de meest voorkomende aandoeningen.’. De uitdrukking zinloos geweld bestond nog niet. In de late avond van 17 augustus 1996 ontstond in de Amsterdamse Voetboogstraat een opstootje. Een paar jongema nnen vielen een meisje lastig. Daar liep ook de 26-jarige Joes Kloppenburg. Hij wilde tussenbeide komen, riep: ‘Kappen nou!’. De belagers keerden zich tegen hem, hij viel op de grond en werd doodgeschopt. Er werd gesproken van zinloos geweld. Deze uitdrukking heeft zich toen in het spraakgebruik gevestigd. Op 13 november 1997 raakte in Leeuwarden de twintigjarige Meindert Tioelker in een vechtpartij betro kken. Ook hij werd doodgeschopt. Deze twee tragedies veroorzaakten nationale ontzetting. Er kwam een nationale stichting tegen zinloos geweld en een symbool: een lieveheersbeestje. In de Voetboogstraat werd een pl aquette aangebracht en bij het begin van de straat, aan de kant van het Spui, werd een soort verkeersbord aan de muur bevestigd met de tekst: Dit is een geweldloze zone. Dat bordje heeft een jaar ondersteboven gehangen. Het is weer rechtgezet, maar intussen is de tekst onleesbaar geworden. Natuurlijk is het fatsoenlijk, ordelievend publiek door dergelijke gebeurte nissen geschokt. Het geeft dan uitdrukking aan zijn gemoedstoestand door bloemen en knuffels op de plaats van de misdaad neer te leggen. Knuffels? Teddybeertjes, aapjes, aandoenlijk speelgoed. Dat is langzamerhand een volksgewoonte geworden. Waarom doen ze dat? Zal een vo lgende aanstaande moordenaar of een doorgedraaide dronkaard daardoor bijtijds tot betere gedachten worden gebracht? Zal hij denken: Nee, ik beheers me. Want anders ligt daar straks een berg knuffels? Wie zal dat geloven. In zijn boek Door en door verwend beschouwt Theodore Dalrymple dit knuffels gooien als een sentimentele uiting van collectief zelfmedelijden. Het is ernstiger, het is een variant van een behoefte die zich door de televisie onweerstaanbaar heeft verspreid. Emote evee. Je hart uitstorten, elkaar in de armen vallen, uitbarsten in een onbedaarlijk s nikken, alles voor de camera's. Nationaal aanwezig zijn met je onnoemelijk leed. Het zal een uiting van werkelijk verdriet zijn, maar het is ook een eigentijdse manier van zelfbevestiging. En het belangrijkste: de knuffels, boeketten en stoeptegels met li eveheersbeestjes hebben niet geholpen. Openbare geweldpleging is tot een normaal aspect van het openbare leven gaan horen. In uitgaanscentra worden op vrijdag- en zaterdagavond regelmatig jongeren door andere jongeren ‘in elkaar geslagen’. Het in elkaar sl aan is een vakterm geworden. Dat hoort tot het ‘uitgaan sgeweld’ ook een vakterm. Een kleine bloemlezing uit de krantenberichten aan het begin van de zomer van 2011. Afgetuigd tijdens buurtfeest. Op de Marketenster in Amstelveen zijn zaterdagavond enkele mannen afgetuigd door een groepje jongeren. Een man heeft oogletsel opgelopen. De politie arresteerde twee mannen, een van negentien en een van twintig jaar. 'Een knokploeg zou helpen.’. Ook deze zomer is het weer raak. Groepen Marokkaanse jongeren uit Amsterdam en Haarlem zorgen in Zandvoort voor overlast. De politie arresteerde vijf jongens die een BlackBerry van een meisje zouden hebben gestolen. Toename geweld in tram. In het openbaar vervoer in Amsterdam waren in de periode tussen oktober 2009 en oktob er 2010 243 meldingen van criminaliteit en geweld. Een jaar eerder waren het er 132. Meisje van 14 steekt ex (17) op straat neer. Het gebeurde in de Elisabeth Boddaertstraat in West. De jongen werd in zijn been gestoken. Aanleiding was een verbroken rel atie. Twee meisjes beroven blinde bejaarde. De man was onderweg naar de kerk toen twee meisjes van ongeveer vijftien jaar hem de weg vroegen. Daarna pr obeerden ze hem zijn tas af te pakken. De man wist die vast te houden, waarna ze een peuk in zijn gezicht uitdrukten. Een van hen is opgepakt. Man dood na klap in discotheek Rijssen. Een twintigjarige man uit Wierden is overleden nadat hij in het uit-
-7 6-
gaanscentrum Lucky in Rijssen vermoedelijk een klap had gekregen van een andere discotheekb ezoeker. Mogelijke kritiek op de beveiliging van het uitgaanscentrum is niet terecht, vindt de eigenaar. Scholen moeten geweld registreren. Vanaf september 2012 moeten scholen in het basis-, speciaal, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs incidenten met geweld verplicht registreren. Het registratiesysteem moet zorgen voor een veiliger schoolklimaat. Schietpartij op strand van Scheveningen. Bij een strandtent in Scheveningen is gisteren een 44-jarige man uit Rotterdam gewond geraakt bij een schietpartij. Het feest werd stopgezet. Er zijn nog geen arrestaties verricht. 'Betrap ik hem dan breek ik z'n handen' is de kop boven een artikel in de Volkskrant over een inbraakgolf in Hoogeveen. Geciteerd wordt een zekere Marciano. Bas had geen schijn van kans. Op 18 juni 2011 wijdde De Telegraaf een pagina aan de dood van een negentienjarige jongen die bij een vechtpartij op een Rotterdams station onder de trein was gekomen. Deze ruzie, meldde de krant, hoorde tot het uitgaansgeweld. Hij heeft het niet overleefd. Dit is niet meer dan een uiterst bescheiden selectie uit dit soort nieuws in de dagbladen. En in zijn categorie is het lan gzamerhand oud nieuws. Op 14 mei 2011 publiceerde Het Parool een interview met burgemeester Eberhard van der Laan. Uw grootste zorg lijkt de veiligheid in de stad te zijn, is de laatste vraag. ‘Ja, dat klopt. Ik ben bij ouderen geweest die twee keer in één weekend zijn overvallen. Dat vind ik niet normaal. De criminaliteit in het algemeen mag dan a fnemen, het aantal gewelddadige incidenten door jongeren tussen de achttien en vierentwintig jaar neemt schrikbarend toe. In 2008 en 2009 ging het aantal gewelddadige incidenten door die groep van 133 naar 176. Dat zijn zeer zorgwekkende fei ten en de reden dat ik in nauwe samenwerking met de hoofdcommissaris W elten heb besloten, 250 rechercheurs speciaal op deze doelgroep te zetten. Dit moet stoppen.’. Laten we het onder ogen zien. Dit soort van geweldpleging is in de loop van ongeveer de afgelopen dertig jaar genorm aliseerd, en hoe absurd het ook mag klinken, tot de omgangsvormen gaan horen. Een ruzie op straat, in het openbaar vervoer wordt per seconde uit het niets geboren en voor je het weet heb je ‘een knal voor je kanus gekregen’ als je het tenminste niet hebt zien aankomen, bakzeil hebt gehaald of de aa nvaller vóór bent geweest. Het is voorlopig de laatste ontwikkeling in de escalatie van het sociaal verkeer. Nederla nders hebben nooit bekendgestaan om de fijnzinnigheid van hun omgangsvormen. In Frankrijk worden we les Bataves genoemd, de Batavieren. In Zwitserland zijn bussen met Nederlandse toeristen gevreesd om de spontane uitgelatenheid van de b ezoekers. Over de jeugd valt altijd iets te klagen. Iedere misstand wordt hier eerst bestreden met een collectieve campagne waar we dan graag een rijmpje in mogen verwerken. Toen het begon op te vallen, nog in de vorige eeuw, dat in het ope nbaar vervoer jongeren niet meer voor oude dames opstonden, werd in trams en bussen een pedagogische boodschap geplakt: Wilt u zitten? Ik kan staan. Die aansporing werd door de toen opkomende generatie collectief aan de laars gelapt. Dat was in de tijd waarin geweldpl eging nog geen nationale zorg was. Op het gebied van de omgangsvormen zijn we, ik denk in de jaren negentig, ong emerkt beslopen door wat we nu dus de verhuftering noemen. Daarvan kunnen we niet uitsluitend de jeugd de schuld geven. Het is een ontwikkeling die zich in de hele samenleving heeft voltrokken. De omgangstaal is grover geworden. Een voorstel dat vroeger werd afgekeurd, wordt nu van tafel geveegd. Er wordt niet meer gestolen maar gejat. Je verslaat je tegenstander niet meer, je haalt hem onderuit. Als je het ergens niet mee eens bent, wekt dit je stijgende ve rontwaardiging. Het uitroepteken is het meest gebruikte leesteken geworden. De internetkrant Nu.nl geeft in de rubriek 'Nu Jij' zijn lezers gelegenheid om op het nieuws te reageren. Soms staat er: Verwijderd door de redactie. Een selectie uit die reacties zou, denk ik, een aardig beeld geven van verbale omgangsvormen die in deze tijd gebruikelijk zijn g eworden, hoewel nog niet tot de totale aanvaardbaarheid verheven. Zulke misstanden worden hier bestreden met rijmpjes gela nceerd door de overheid (‘Fatsoen moet je doen’ van J.P. Balkenende) tot de collectieve campagnes van SIRE, de Stic hting voor Ideële Reclame. Op 31 augustus 2005 begon de actie Onbewust Asociaal en werd de uitdrukking ‘kort lontje’ het land in gestuurd, met afbeeldingen van rotjes die inderdaad een kort lontje hebben. Op internet kun je filmpjes aanklikken waarop mensen elkaar bij het parkeren dwarszitten en elkaar uitkafferen. Nog een aantal van dergelijke no rmale sociale situaties. En nu alweer de vraag: helpt het? Nee. De opgestoken middelvinger is onder dergelijke omsta ndigheden het gebruikelijke antwoord, en als dat niet wordt gepik t, volgt de vechtpartij. MOOI GEWELD Geweld is er ook in zijn sociaal aanvaarde vormen. Al heel lang woedt een controverse over de vraag of het kijken naar geweld, bokswedstrijden, kickboksen, geweld in films en in deze eeuw steeds meer ook in games de k ijker beïnvloedt. In de Amsterdamse Sporthallen Zuid worden regelmatig vechtsportgala's gehouden, krachtmetingen tussen freefighters of kickboksers. Het publiek is niet onbemiddeld. De goedkoopste viptafel kost 1.500 euro, de duurste bij de ring 4.000. Voor dat geld kun je vijf gasten meenemen en je krijgt een fles champagne. Burg emeester Van der Laan beschouwt deze evenementen als ‘netwerkbijeenkomsten voor criminelen’. Hij wil ze niet verbieden maar er een vergunning aan verbi nden. Nadat hij dit voornemen in september 2010 bekend had gemaakt, kregen de media er meer aandacht voor. In de Volkskrant (16 september 2010) verscheen een verslag waarin ook de voorstanders aan het woord kw amen. ‘We zaten al in het verdomhoekje en nu komt de burgemeester met deze stigmatiserende opmerkingen.’ klaagt trainer Fred Royers.
-8-
Ook organisator Simon Rutz wordt geciteerd. ‘Als hier criminelen op de tribune zitten, is dat dan mijn schuld? Laat de politie ze oppakken. Als ze onvoldoende bewijs hebben moeten ze niet zeuren.’. Zes dagen later verscheen op de opiniepagina van dezelfde krant een artikel, geschreven door de dichters Daniël Dee en Karel ten Haaf, auteurs van het boek KT, de schoonheid van de vechtsport. ‘De totale lichaamscontrole waarvan de vechters blijk geven, is van een grote schoonheid. Het evenwichtsgevoel en de spierbeheersing bij een high kick brengen ons in hoge staat van verrukking, ex tase haast.’. Enzovoort. De burgemeester is voor deze schrijvers een rechtse populist. Het is ook een standpunt. Jaren geleden heb ik, tot dusver de enige keer in mijn leven, een kickbokseven ement gezien, in Amsterdam, de Jaap Edenhal. Het verslag staat in de Haagse Post van 18 mei 1985. Ja, als je er gevoelig voor bent kun je de lichaamsbeheersing van een grote schoonheid vinden. Verder ging het er ook toen al ongelofelijk rauw aan toe, wat je niet alleen kon zien maar ook duidelijk horen. Met de laatste zin van dit stukje ben ik het nog altijd eens. ‘Het bijzo ndere komt pas als je buiten de Jaap Edenhal een boze kickbokser tegenkomt.’. Later heb ik in New York, Madison Square Garden een bokswedstrijd gezien, tussen Marvellous Marvin Hayes en Charley ‘the Beast’ Mugabe. Ook van een fabe lachtige schoonheid als je er gevoelig voor bent. Maar het publiek werd er niet door gekal meerd, het raakte zichtbaar geïnspireerd door die vechtpartij in de ring, en daar gaat het hier om. In Hollywood worden veel films gemaakt waarin veel geweld voorkomt. Daar zijn we aan gewend, het is de Hollywoo dcultuur eigen. Hoe kan je films over het Wilde Westen, gangsters, de maffia, historische oorlogen maken als er geen schot wordt gelost. Televisieseries, idem. En ook voor beeldverhalen geldt hetzelfde. Mijn puberteit, de beslissende jaren van mijn opvoeding heb ik doorgebracht in Rotterdam, van het bombardement via de Hongerwinter tot de bevrijding. Dat was geen opleiding tot geweldloosheid. Tot mijn lievelingslectuur hoorden de Avonturen van Dick Bos. In het beeldverhaal ‘Chicago’ heeft hij met zijn machinegeweer menig magazijn op de gangsters leeggeschoten. En: ‘na zo'n nekslag zeggen ze gewoonlijk niet veel meer.’. Dit verhaal heeft geen pacifistische strekking. Maar onze spelle tjes werden wel beïnvloed door de geest van de tijd, de oorlog. En de oorlog was er nu eenmaal, daar viel niets aan te doen. Van tijd tot tijd protesteren verontruste opvoeders tegen wat ze beschouwen als een overmaat aan geweld op de tele visie. Onvermijdelijk worden ze tegengesproken door producenten, psychologen die het wetenschappelijk bewezen achten dat al die beelden geen nadelige invloed hebben op het denken en doen van het kijkend publiek. Mij schiet dan een essay van Menno ter Braak uit Cinema Militans te binnen. Hij heeft een gesprek met een Duitse bioscoopdirecteur. Die zegt: Im Kino wird Apetit gemacht, zu Hause wird gegessen. Daarmee zal hij een romantischer genre bedoeld hebben. In ieder geval, zonder geweld is er geen filmindustrie, of kunst. En op zichzelf is daar alles voor te zeggen. Zonder films als Apacalypse Naw zouden de Amerikanen zich minder bewust zijn geweest van de catastrofe in Vietnam. Intussen heeft het visueel geweld met de introductie van de games een nieuw aspect gekregen. Een game wordt gespeeld, daarin vervul je zelf de hoofdrol en in negen van de tien keer moet je daarbij geweld gebruiken. De concurrentie in deze tak van industrie zoekt de uitbreiding van de markt in de overtreffende trap. Daaruit zijn exces sen ontstaan waardoor in Amerika de controverse opnieuw is opgelaaid. Er is een game, Postal 2, waarin al het tot dusver virtueel gepraktiseerde geweld wordt overtroffen. Voorbeeld: bij wijze van geluiddemper kan de schutter een kat over de loop van zijn vuurwapen stropen. Het hooggerechtshof van Californië heeft met verwijzing naar het First Amendment het verzoek om een verbod van dergelijke games verworpen. Natuurlijk, na het spelen van zo'n game gaan de kinderen niet op zoek naar een kat als geluiddemper. Maar daar gaat het niet om. Het probleem is niet de bloeddorstigheid van één wreedaardige game of film. Het gaat om de frequentie . Hoe meer je van dergelijke films of games ziet of speelt, des te sterker vestigt zich het idee dat je hier au fond met no rmale zaken te maken hebt. Als je ervan uitgaat dat de invloed van vertoond geweld nihil is, dan moet je tot de conclusie komen dat dit ook voor de reclame geldt. Dan kunnen de reclameblokken op de televisie worden afgeschaft. En het effect van de meeste reclame is niet dat het publiek zich massaal het aanbevolen product aanschaft. Een relatief klein aantal voelt zich dusdanig aangesproken dat het tot de daad van het kopen overgaat. Dit ongeveer is ook het resultaat van het vertonen van excessief geweld. Betrekkelijk weinig mensen worden over de streep getrokken. Het gaat er hier om dat bij de groei van de frequentie van de vertoning e n de toegankelijkheid de drempel wordt verlaagd, waarna eerst de meest labiele geesten tot de daad overgaan. De frequentie neemt toe en daarmee de waarschijnlijkheid dat het er steeds meer worden. Daarvan zijn de cijfers het bewijs. Professionele verded igers van gesanctioneerd en theoretisch geweld (kickboksen, games) ontkennen dit hardnekkig. Met consequente schijn heiligheid verdedigen ze hun liefhebberijen. AAP NOOT MIES Na vijf jaar van voorbereiding werd op 1 augustus 1968 onder verantwoor delijkheid van minister Jo Cals de Mammoetwet van kracht, het besluit waardoor het Nederlandse onderwijs radicaal zou worden hervormd. Ik ga niet op de details in. De grondgedachte was dat het onderwijs gedemocratiseerd moest worden. Dat was in overeenstemming met de
-9-
geest van de tijd. De mulo, mms en hbs werden afgeschaft. De kinderen konden op de middelbare school voortaan ook een opleiding volgen zonder exacte vakken, het zogenaamde pretpakket. Geschiedenis en aardrijkskunde hoorden niet meer tot de eindexamenvakken. Daarna heeft zich in de loop van een halve eeuw in ons on derwijs een ramp voltrokken. Op 25 april 2006 maakte de Inspectie van Onderwijs bekend dat een kwart van de leerlingen het Nederlandse basiso nderwijs verlaat met een leesachterstand van ten minste twee jaar. Twintig procent van de vmbo-leerlingen beheerst het Nederlands onvoldoende om schoolboeken die speciaal voor hen zijn geschreven, zel fstandig te lezen. Schoolgebouwen vertoonden steeds meer gebreken door achterstallig onderhoud, docente n waren onderbetaald en overspannen, universiteiten moesten bezuinigen, hoewel ze nog bezig waren met het uitvoeren van de bezuinigingen waartoe ze door vorige ministers waren verplicht. De voormalige directeur van hoger onderwijs Roel in 't Veld deed een oproep tot burgerlijke ongehoorzaamheid. Ouders kregen de raad een proces aan te spannen om beter onderwijs voor hun kind af te dwingen. In Amsterdam begon Karina Schaapman een proces tegen de school van haar zoon. Ze won, ze heeft er een boek over gesch reven (Schoolstrijd, ouders op de bres voor beter onderwijs), maar, schreef ze in Het Parool, 'de uitspraak veranderde het gedrag van de gemeente niet. Het personeelsbeleid bleef hetzelfde, het ziekteverzuim hoger dan ooit.’. Vier jaar gingen voorbij. Op 6 september 2010 begon de Week van de alfabetisering. Dit wil zeggen dat met allerlei campagnes en evenementen zou worden geprobeerd de aandacht van het publiek te vestigen op het feit dat in dit land a nderhalf miljoen 'laaggeletterden' wonen. Dat zijn mensen die niet of nauwelijks kunnen lezen. Eenvoudige overheidsformulieren, bijsluiters, publieke waarschuwingen kunnen ze niet begrijpen. In de supermarkt laten ze zich bij hun keuze leiden door de plaatjes op de verpakking. Van deze anderhalf mi ljoen is een miljoen autochtoon en daarvan weer een kwart totaal analfabeet. Een half miljoen allochtonen is laaggeletterd. In 1996 was uit een onderzoek van het Max Goote Kennisinstituut al gebleken dat er toen een miljoen functioneel ana lfabeten waren; wat nu laaggeletterd wordt genoemd. Dat er binnen een jaar of vijftien een half miljoen zijn bijgekomen, is geen wonder. Ook analfabeten trouwen, krijgen kinderen. Het milieu waarin die opgroeien zal hun intellectuele nieuwsgierigheid niet stimuleren, om het zacht te zeggen. Onwetendheid is als een gletsjer die per generatie verder de maatschappij binnenschuift. Analfabetisme dat min of meer op zijn beloop wordt gelaten, is een van de beste grondsl agen voor de groei van een klassenmaatschappij. De onderlaag wordt in toenemende mate geïsoleerd. Een van de oorzaken daarvan is dat de communicatie in de hogere regionen verder wordt gedigitaliseerd. Weinig analfabeten hebben een laptop. Het grote medium voor de meesten is de televisie waarop ze naar de programma's kijken die ze kunnen begrijpen. Veel zenders passen zich aan, in het bijzonder de commerciële, want dit publiek mag dan niet of gebrekkig kunnen lezen en schrijven, het bestaat wel uit consume nten. Het uiteindelijke resultaat is een verplatting van het aanbod, waardoor het klasseonderscheid wordt bevestigd. Hieruit verschijnt het zwartste perspectief: gaat de ontwikkeling op dezelfde manier verder, dan groeit uit het analfab etisme binnen een paar generaties een kastenmaatschappij, waar de grondslag van de democratie, de fundamentele gelijkheid, onherstelbaar gesloopt zal zijn. De verbreiding van internet heeft een geweldige mondiale vergissing veroor zaakt: dat daarmee de basis voor de onaantastbare democratie zou zijn gelegd. Het is waar: wat we aan het begin v an deze eeuw de digitale snelweg noemden, heeft de vrijheid van meningsuiting op een toen nog onvoorstel bare manier bevorderd. De ‘Arabische lente’ heeft in 2011 bewezen dat de sociale media een revolutionaire functie kunnen hebben. Zonder de agitatie via Twitter en Facebook waren in Egypte en Tunesië waarschijnlijk niet de massa’s verschenen die een eind aan de autoritaire regimes he bben gemaakt. Zo bezien is internet de nieuwe heraut van de democratie. Het wereldwijde web heeft bovendien een onafzienbare hoeveelheid informatie voor iedereen die met een computer kan werken, toegankelijk gemaakt. Bovendien kan iedereen laten weten wat hij van alles vindt. Nooit zijn zoveel mensen in staat geweest, over zoveel zaken een zo groot publiek te laten weten wat ze ervan denken. Iedere dag wordt er bij wijze van spreken een paddenstoelwolk van opinies de digitale wereld in gestuurd. Met Facebook en Hyves kun je desnoods duizenden vrienden maken. Internetkranten stellen je in de gelegenheid, uit de onkwetsbaarheid va n je anonimiteit de machtigsten ter wereld ongenadig uit te schelden. Met Twitter laat je in 140 tekens je diepste wijsheid van het moment weten. Maar overschat de invloed van internet niet. De nieuwe vrijheid betekent niet dat de gebruikers van al deze fa ntastische faciliteiten weten waar ze het over hebben. Om goed van de schatkamers van informatie gebruik te kunnen maken, moet je weten waar je moet zoeken, en datgene begrijpen wat je hebt gevonden. Dit alles vooronderstelt kennis van zaken die een mens nu eenmaal vergaart in een vooropleiding die toewijding, energie en jaren vergt. Daaraan on tbreekt het al diegenen voor wie de wetenschap van internet wel bereikbaar is, maar de inhoud abracadabra. Internet heeft de gebreken in het onderwijs niet gecompen seerd maar eerder de grondslag gelegd voor een digitaal lompenproletariaat. Is er enige kans dat deze ontwikkeling nog zal worden gekeerd? Wie weet, maar de laatste statisti eken
- 10 -
wekken de indruk van het tegendeel. Op 6 juni 2011 heeft het Centraal Planbur eau (CPB) een rapport gepubliceerd waaruit blijkt dat ‘de achterblijvende prestaties van Nederlandse leerlingen de economische groei beperken.’. Anders gezegd: de eerste generatie van functioneel analfabeten heeft de arbeidsmarkt bereikt. Dat zal, zegt he t CPB, op langere termijn de natie enkele procenten van het bruto binnenlands product kosten. Een bijgevoegde statistiek laat de beste prestaties van negenjarigen tussen 1960 en 2010 zien, in rekenen en lezen. Het zijn lijnen die in een hoek van ongeveer z estig graden dalen. En hebben de Week van de alfabetisering en al die alarmkreten effect gehad? Uit een taaltoets van de Universiteit van Amsterdam is in juli 2011 gebleken dat van de 164 onderwijsassistenten aan de basisscholen 87 procent slaagde voor h et onderdeel spreken, 78 procent voor het schrijven en 42 procent voor het begrijpend lezen. A nders gezegd: meer dan de helft van de geëxamineerden snapt niet wat er staat. Er zijn in Amsterdam 300 onde rwijsassistenten. Een deel heeft een hbo-opleiding. Ze helpen de leerkrachten bij het onderwijs in het lezen en rekenen, in kleine groepjes. Een kind in zo'n groepje bevindt zich al onder het gemiddelde. Dan wordt het bijgespijkerd door iemand die op de rand van laaggeletterd is. Wethouder Lodewijk Asscher wil dat de scholen de assistenten bijscholen zodat iedereen in 2013 de norm haalt. Een Kamerlid van D66 heeft schriftelijke vragen gesteld. Daar schieten de kinderen van nu tot 2013 niets mee op. Aap noot Mies heb ik boven dit hoofdstukje gezet, de eerst e drie woorden van het leesplankje dat M.B. Hoogeveen in 1897 heeft ontworpen. Met behulp van dit plankje heb ik leren lezen. Daarna kwamen de boekjes over de avonturen van Ot en Sien en Pim van Jan Ligthart en Hendricus Scheepstra, met de illustraties van Cornelis Jetses. In mijn generatie, die nu overigens aan het uitsterven is, komen geen functioneel analfabeten voor. Die grote massa lees - en schrijfinvaliden hebben we pas ver na de oorlog ontdekt. Opnieuw de grote vraag. Wat is er bi nnen een halve eeuw met Nederland gebeurd? Dit is geen verkapt pleidooi voor een terugkeer naar de leesplank. Maar een samenleving waarin de digitale technieken zich steeds verder, onstuitbaar ontwikkelen moet andere middelen kunnen verzinnen om te voorkomen dat een groeiend deel van de bevolking blijft steken in een staat van laaggeletterdheid tot puur analfabetisme. TWEE SLUIPENDE REVOLUTIES Iedere samenleving verandert, onophoudelijk. Ten goede of ten kwade? In dit geval is het antwoord zo g ecompliceerd dat ik er hier geen seconde een poging toe zal doen. Het gaat me om een paar duidelijk herke nbare lijnen. Onze nieuwe mens is geleidelijk ontstaan uit twee stromingen in de westerse cultuur die oge nschijnlijk niets met elkaar te maken hebben of zelfs met elkaar in conflict zijn. De eerste stroming, de cultureel-politieke vindt haar oorsprong in de Tweede Wereldoorlog. De andere, de materiële, is na de oorlog in Amerika ontstaan. Ik kom er hieronder op terug. De vijf oorlogsjaren zijn de oorzaak van de historische breuk. Het heeft decennia geduurd voor de gevolgen daarvan duidelijk zichtbaar zijn geworden. Voor de oorlog was de Nederlandse samenleving overwegend religieus en conserv atief. Hendrikus Colijn is de antirevolutionaire politicus die als minister-president zijn stempel op de jaren dertig heeft gezet. Na de bevrijding hebben de socialisten in een nieuwe formatie, de Partij van de Arbeid, geprobeerd de doorbraak te for ceren. Die mislukte. Wel werd de grondslag voor de moderne verzorgingsstaat gelegd en werd ener giek met de wederopbouw begonnen. Na het kabinet Schermerhorn-Drees kwam de katholiek Beel als ministerpresident. Onder zijn confessionele bewind werd in grote trekken het politieke bestel van de jaren dertig hersteld. Het beste bewijs daarvan is de oor log met Indonesië die meer dan vier jaar heeft geduurd. De generaties die als puber de bezetting hebben meeg emaakt, daarna als soldaat ‘naar Indië’ zijn gestuurd (het waren er ongeveer 150.000) en in ieder geval tussen 1940 en 1950 volwassen zijn geworden, hebben een principieel andere kijk op de wereld dan hun voo rgangers. Deze kloof is in het eerste decennium na 1945 geleidelijk tot uitdrukking gekomen. Het was een internationaal verschijnsel. Het begon in kringen van jonge kunstenaars, onder studenten e n bij linkse intellectuelen. In San Francisco en New York waren het de Beatniks en de Hipsters, in Nederland de Vijftigers en de Exper imentelen, in Engeland The Angry Young Men, in Frankrijk de existentialistische schrijvers van Les Temps Modernes. Hun verzet werkte aanstekelijk. In Amsterdam en daarna andere Nederlandse steden deden de nozems van zich spreken, in Engeland waren het de teddyboys, in Duitsland de Halbstarken, in Frankrijk de blousons noirs, die zich onttrokken aan de discipline van de gevestigde orde. In de loop van de jaren zestig bereikte de beweging van deze generatie de politiek en consolideerde zich in gevestigde en nieuwe partijen. De andere stroming, de materiële, komt voort uit de enorme economische vooruitgang, de stijging van de a lgemene welvaart, en in het bijzonder de geweldige groei van de productie van alle consumptieartikelen, van auto's en horloges tot hotdogs en snoepgoed. Voor het eerst in de geschiedenis van de westerse besch aving beginnen de uiterlijke tekenen van de welvaart gedemocratiseerd te raken. Amerika heeft daarbij o pnieuw een voorsprong. Die heeft twee oorzaken. Ten eerste is de relatief enorme productie door de oorlog niet aangetast. En ten tweede is na 1945 de televisie snel tot massamedium geworden, waarbij bovendien de reclame essentieel is bij de financiering van de programma's. Het p u-
- 11 -
bliek wordt constant blootgesteld aan een bombardement van commerciële boodschappen. Beide stromingen zijn in de loop van de jaren vijftig tot zichtbare ontwikke ling gekomen. In de cultuur hebben ze zich in de loop van decennia, voornamelijk door de gestaag groeiende invloed van de massamedia, geleidelijk gemengd. Het resultaat is deze nieuwe mens die overal in het Westen herkenbaar is, zich in de cultuur en de politiek onverbi ddelijk laat gelden en nu tot een van de grootste machten in de publieke opinie is gegroeid. Alles begint klein. In het oude Nederland hielden alle fietsers rechts en als ze op de stoep reden, kregen ze een beke uring. Een van de eersten die zagen dat hier fundamentele veranderingen op til waren, was de liberaal-conservatieve journalist mr. G.B.J. Hiltermann. Hij woonde aan de Prinsengracht. Daar constateerde hij dat steeds meer fietsers aan de verkeerde kant van de gracht tegen de rijrichting in reden. N iet gehinderd door de politie. Dat was eind jaren vijftig. Een kleinigheid? Niet als je je herinnert dat Karl Marx uitsloot dat zich in Nederland een revolutie zou voltrekken, 'omdat je daar niet op het gras mag lopen'. Ik weet niet of hij het als zodanig heeft beseft, maar als een seismograaf heeft Hiltermann een van de eerste trillingen in de stabiel gewaande nationale cultuur gevoeld. De oude publieke opinie begon zich zorgen te maken over de moderne jeugd. In 1952 verscheen het rapport van de ps ycholoog M.J. Langeveld, Maatschappelijke verwildering der jeugd. Het was velen uit het hart gegrepen, maar niet alleen de jeugd keerde zich tegen het oude bestel. In 1958 werd door Hendrik Koekoek de Boerenpartij opgericht; geen linkse organisatie. Daarna de Pacifistisch Socialistische Partij die zich verzette tegen de Nederlandse betrokkenheid bij de Kou de Oorlog. In 1966 kwam D66 met de bedoeling ‘het bestel op te blazen’. De oude politieke structuur verbrokkelde. En zo ging het ook buiten de politiek. In het Hilversumse omroepwezen had altijd een toon van zalvende deftigheid over heerst. Daar werd op 20 april 1960 door de illegale zender Veronica een eind aan gemaakt. Vééróóónica! Met de muziek voor de jeugd. En: Herinnert u zich dééze nog? Veronica werd snel immens populair. Tot 1974 heeft het schip voor de kust gelegen, buiten de territoriale wateren. Daarna is de zender gelegaliseerd. Ook de oude seksuele moraal is in deze decennia radicaal aangetast. Het openbare leven in Nederland was vroom en preuts. In 1956 maakte Roger Vadim Et Dieu… créa la femme, met Brigitte Bardot in de hoofdrol. De film werd ook hier uitgebracht onder de titel ... en schiep de vrouw. God mocht niet in een bioscoopreclame. In 1968 zijn ook eindelijk N ederlandse pornoblaadjes verschenen, Candy met een topoplage van 130.000 exemplaren, en de concurrent Chick. In 1970 werd de feministische vereniging Dolle Mina opgericht. Het bekendst is haar actie Baas in eigen buik. Dit alles hoort tot onze rijk geschakeerde culturele revolutie die aan het eind van de jaren veertig is begonnen en nog altijd niet voltooid. Terwijl alle westerse landen door deze diep ingrijpende veranderingen in zeden en gewoonten, waarden en normen werden beslopen, voltrok zich parallel daaraan de economische omwent eling waardoor in het Westen de nieuwe welvaart werd gevestigd. Dit is geen economische verhandeling; ik laat de oorzaken voor wat ze zijn. In dit verband gaat het erom dat de nieuwe materiële voorspoed waarin ook de lagere klassen in ruime mate meedeelden , de grondslag is geworden voor een nieuwe, ongeschreven ideologie: die van het consumentisme. Shoppen en televisie kijken horen tot de kenmerkende activiteiten van de consumentist, de onbewuste vervulling van zijn bestaan. Een van de eersten die het consumentisme hebben beschreven en geanalyseerd is de Amerikaanse econoom John Kenneth Galbraith. In 1958 verscheen zijn boek The Affluent Society. Hij geeft daarin de analytische beschrijving van de maatschappij van de overvloed met al haar onvermijdelijke bijverschijnselen. Groeiende ongelijkheid, corrumperende werking in de economie en de politiek, en het effect op het aanzien van de hele samenleving. Private vice is public squalor, is een van de sleutelformules. Vrij vertaald: particuliere overdaad is pub lieke rotzooi. In het voorwoord tot de eerste druk schrijft hij dat de wereld van de overvloed zichzelf niet goed begrijpt. Dat is dan het grootste probleem. In 1998, bij de feestelijke veertigste druk, spreekt hij de hoop uit dat de welvaart behouden zal blijven maar beter gebruikt zal worden. Veertig jaar later: in andere woorden dezelfde boodschap. Veruit het grootste deel van de kritiek op het consumentisme is van Amerikaanse oorsprong. In 1985 kwam Neil Postman met zijn klassiek geworden Amusing Ourselves to Death, Public Discourse in the Age of Showb usiness. In tegenstelling tot wat veel cultuurcritici vrezen, beweegt het Westen zich niet in de richting van een totaal gecontroleerde maat schappij, zoals beschreven door George Orwell in zijn 1984. We moeten eerder denken aan Aldous Huxleys Brave New World, waarin het volk met de modernste technieken in een soort droomtoestand wordt gehouden. In de bioscoop zijn de movies vervangen door de feelies. Door middel van een soort elektroden in de leuning van je stoel kun je ook voelen ‘wat er door de acteurs heen gaat’ en er is een reukorgel dat in de zaal de geuren sproeit die op het witte doek geroken worden. Het middel voor het universele geluk is de soma, de volksdrug. Terwijl het consumentisme zich verbreidde, groeide in Amerika ook een nieuwe school van cultuurkritiek. In 1961 ve rscheen The Image, a Guide to Pseudo-Events in America van Daniel Boorstin. Hij geeft een definitie van de eigentijdse beroemdheid. ‘Dat is iemand die beroemd is omdat hij beroem d is. Hij is goed noch slecht, niet klein, niet groot. Hij is de menselijke vorm van de pseudo-gebeurtenis.’. Hetzelfde kun je zeggen van de Bekende Nederlander. Tot deze cultuu r-
- 12 -
kritische school hoort ook Neal Gabler met zijn in 1998 verschenen Life: the Movie. How Entertainment Conquered Reality. In dit boek beschrijft hij ‘hoe de techniek van het theater opzettelijk wordt toegepast in de politiek, godsdienst, oo rlog, misdaad. Alles is veranderd in vertakkingen van de showbusiness, waar het enige doel is e en publiek te trekken en dit tevreden te stellen. Als een ebolavirus is het entertainment doorgedrongen in organisaties waar niemand het verwacht had.’. Overdreven? Denk aan het begin van dc Amerikaanse aanval op Irak met het bombardement dat Shock and Awe werd genoemd, en aan de pseudooverwinning op 1 mei 2003, door president George W. Bush aangekondigd in een pilotenpak op een vliegdekschip. Nog één boek uit deze school: Rich Media, Poor Democracy, van Robert W. McChesney, uit 2000. De strekking van dit boek is dat de enorme groei van de massamedia de democratie niet heeft bevorderd maar intege ndeel, de vrijheid van meningsuiting heeft belemmerd. De grote mediaconcerns dienen in de eerste plaats hun eigenbelang, wat ze vaak doen door de populaire voorkeuren voor roddel, seks, sport, sensatie te exploiteren. En door hun groei worden ze van belang voor de reclame van een grote variatie van andere concerns die het consumentisme exploiteren. Dat is de basis voor de kwadratuur van het nepnieuws waarin de media van Rupert Murdoch zich hebben gespecialiseerd zoals afgelopen zomer is gebleken. Het consumentisme is de ideologie die iets meer dan een halve eeuw geleden spontaan is ontkiemd, zonder theoretici of manifesten, en die zich sindsdien steeds verder over de planeet heeft verbreid. Deze nieuwe leer heeft één universeel gebod: genieten! Zo veel mogelijk. Van alles. Het wezenskenmerk van de mens die zich door het consumentisme heeft laten verleiden, zich ertoe heeft bekeerd, eraan ten offer is gevallen, is zijn oeverloos begeren naar alles wat onder de noemer leuk en lekker valt. Daarmee bedoel ik niet dat de consumentist alles tegelijk wil hebben. Hij heeft ook zijn voorkeuren en zijn vernauwde blikveld. Maar wat hem als begerenswaardig treft, zal hij zo vl ug mogelijk in zijn bezit willen krijgen, van een hamburger tot een huis. Begeren in het algemeen veroorzaakt een bewustzijnsvernauwing. Dat wil zeggen, de kritische vermogens worden ve rzwakt. In voorbije tijden beseften de meeste mensen dat heel veel beg erenswaardigs niet binnen hun bereik lag. Want al het genieten moet betaald worden. Iedere consument heeft in principe evenveel recht op al het aanbod, maar niet alle mensen hebben genoeg geld. Ook daarop heeft het consumentisme al vlug iets gevonden: de creditcard. Het kleine plastic kaartje waarmee je nu overal kunt betalen of ‘geld uit de muur halen’. In 1950 is in Amerika de creditcard geïntroduceerd, zeven jaar later in Nederland. In 1998 waren hier 1,5 miljoen creditcards in gebruik en hadden de kaar thouders, omgerekend in euro's, een totale schuld van 200 miljoen; in 2010 waren er 6 miljoen gebruikers met een schuld van 1,4 miljard. De creditcard wordt niet alleen gebruikt om aankopen te betalen, maar ook als een alternatief om persoonlijke leningen af te sluiten. Zie de kaart als de moderne versie van de toverstaf. En in tijden van economische voorspoed ontstond in het consumentenbrein ook gaandeweg de praktische overtuiging dat het plastic geld op deze manier werkte. The sky is the limit. In Amerika was in 2008 de grens bereikt. Honderdduizenden hypotheekhouders konden hun rente en aflossing niet meer betalen, waa rop ze uit hun huis werden gezet. Reed je in een taxi van Kennedy Airport naar Manhattan, dan kwam je langs uitgestre kte, vrijwel verlaten woonwijken. In 2008 ging de grote, eerbiedwaardig genoemde bank Lehman Brothers failliet. De crisis was sensationeel wereldnieuws geworden. Maar het consumentisme is er niet wezenlijk door b eschadigd. VAST IN DE DOOLHOF De historische breuk van vijf jaar oorlog is er de diepste oorzaak van dat de sociale, politieke en godsdienstige same nhang van de westerse samenleving in de tientallen jaren daarop langzamerhand verloren is gegaan. Deze ontwikkeling is versneld door het einde van de Koude Oorlog. Na 1989, de val van de Berlijnse Muur, is ook de noodzaak van een ideologische samenhang verdwenen. Die is geleidelijk vervangen door wat we nog een jaar of tien geleden de individualisering noemden. Ook deze term is langzamerhand in onbruik geraakt. De sociale controle die destijds een waarborg voor de samenhang van de westerse maatschappij was, is sterk verslapt. Voor de toestand die we nu gaandeweg hebben bereikt, bestaat nog geen benaming. Chaotisering, anarchisering komen er het dichtstbij. Door de stijging van het algemene welvaartspeil is het consumentisme ontstaan, het verlangen van het ind ividu naar zo veel mogelijk genot en vervulling: het lekkerste eten, entertainment, fun, sport, lol, bekendheid, macht. De grootste concerns, de bio-industrie, de supermarktketens, de massamedia, de sportorganisaties, de reclame doen al tientallen jaren hun best om het miljoenenpubliek te laten weten dat het nog iedere dag beter wordt bediend met het leukste, het mooiste, het lekkerste. En door de afbraak van de oude pu blieke moraal is seks onverbrekelijk bij de consumptie gaan horen. Dit niet-aflatende bombardement van propaganda is, zonder dat het publiek zich ervan bewust was, tot een indoctrin atie geworden. Het resultaat daarvan is de schijndemocratie van het consum entisme. Er is een collectieve overtuiging ontstaan dat iedere sterveling het fundamentele recht heeft op alles wat het begeren waard is. De werkelijkheid is a n-
- 13 -
ders, daar moeten de minder gelukkige consumentisten zich nu eenmaal bij neerleggen, en nood gedwongen doen ze dat. Maar soms ontstaan er omstandigheden waaronder ze zich kunnen revancheren. Terwijl ik dit schrijf, wordt onze publieke opinie nog intensief beziggehouden door de grote rellen die begin augustus in een aantal Britse steden zijn uitgebroken. Deze keer was de aanleiding een dodelijke schietpartij in Tottenham. Er zijn vijf doden gevallen, grote verwoestingen aangericht en er zijn 16.000 agenten ingezet om het geweld te bedwingen. Er is ook op grote schaal geplunderd, vrijwel uitsluitend de winkels met de spullen van de consumptiemaatschappij: elektronica, laptops, iPods, televisietoestellen, Blackberries. Verder hadden de plunderaars het voorzien op kledingmagazijnen en schoenenwinkels. Op de televisie was te zien hoe gemaskerde plunderaa rs met hartstocht de ramen intrapten en beladen met buit ervandoor gingen. Anderen hebben honderden auto's vernield. Een boekhandel bleef onbeschadigd. Het is niet de eerste keer dat er zo'n revolutie van verongelijkte consu menten is uitgebroken. In 1977 ging het New York City economisch niet voor de wind. In de hittegolf van die dagen was er op 13 juli plotseling geen elektriciteit meer. De chaos brak uit, er werden 1.600 winkels geplunderd, meer dan 1.000 branden gesticht en 3.770 mensen gearresteerd. Er werd voor meer dan 300 miljoen dollar schade aangericht. En er werden vijftig nieuwe Pontiacs gestolen en verder ha dden de plunderaars het vooral voorzien op elektronica en sportieve kleding. In 2005 braken onlusten uit in de banlieues, de Franse voors teden, niet alleen die van Parijs. Een van de oorzaken was de spanning tussen immigranten en autochtonen maar overigens volgden de rellen hetzelfde patroon. De plunderaars ha dden vooral belangstelling voor elektronica, duurzame gebruiksartikelen en ze st aken auto's in brand. In 1996 verklaarde bisschop Muskens van Breda dat hij begrip had voor proletarisch winkelen, het boo dschappen doen in de supermarkt zonder af te rekenen. Deze manier van boodschappen doen was toen allang onder bepaalde lagen van de bevolking ingeburgerd, maar werd nu voor het eerst gerechtvaardigd. Er on tstond publieke verontwaardiging maar daarmee werd aan dit winkelen geen einde gemaakt. Aan wie de schuld? Een van de meest uitgesproken critici van deze ontwik kelingen is de Britse psychiater en gevangenisarts Theodore Dalrymple. In zijn boeken Leven aan de onderkant. Het systeem dat de onderklasse instandhoudt (2001) en Door en door verwend. Kritiek op de sentimentele samenleving (2010) beschrijft hij de reeks van misstanden, regelrechte schandalen en gruwelijkheden waaraan deze maatschappij steeds rijker wordt. Hij spreekt uit ervaring. En dan stelt hij de schuldvraag. Antwoord: politiek links en de intellectuelen hebben het gedaan. De verzorgingsstaat heeft het individu zijn persoonlijke verantwoordelijkheid afgenomen. En, schrijft hij, armoede is volgens links de belangrijkste oorzaak van misdaad. Zieligheid wordt exploitabel. Deze twee boeken dienen ook om deze stellingen te bewijzen. Zeker, de door gematigd links ingevoerde hervormingen in het onderwijs hebben verwoestende gevolgen gehad. Dat is al bijna een halve eeuw geleden begonnen. De politiek is daarna niet bij machte geweest de negatieve trend te keren. Links en rechts dragen gemeenschappelijk de verantwoordelijkheid. Door de hervormingen zijn intussen twee generaties opgegroeid waarvan een alarmerend deel niet goed kan lezen en schrijven. En overi gens weet de onderlaag van deze generaties niet beter. Er is een toenemend risico dat deze fundamentele half -wetendheid zich in het volgende nageslacht in ernstiger vormen zal voortzetten. Zo opent zich het perspectief op een samenleving waarin een groeiende meerderheid platter en dikker zal zijn. Verder is mede door links en een aantal intellectuelen in de jaren zestig de s eksuele moraal veranderd; en laten we dat niet vergeten, de emancipatie van de vrouw bevorderd. Maar het moderne g enieten, het consumentisme in het algemeen is niet door links en ‘de’ intellectuelen verzonnen. De PvdA, Labour, de socialisten he bben niet de ketens van supermarkten opgericht en uitgebreid, ze zijn niet verantwoordelijk voor het dagelijkse reclam ebombardement en het platste amusement op de televisie. Links heeft niet de kredietcrisis van 2008 veroorzaakt waa rdoor de Amerikaanse huizenmarkt is ingestort. Dat waren de bankdirecteuren die niettemin hun bonus hebben gekr egen. Sinds de triomf van het neoliberalisme zijn de economische grondslagen van de westerse maatschappij ve randerd. Nu beseffen we dat het Westen opnieuw door een recessie kan wo rden getroffen of zelfs een langdurige crisis. De ervaring van de afgelopen kwart eeuw leert dat onder zulke omstandigheden in een westerse samenleving het gevaar van zulke uitbarstingen altijd aanwezig is. In onze steden ligt een tijdbom verborgen. En alt ijd weer worden we door de explosie verrast. Links en rechts dragen samen de schuld voor de chaos van nu. Niemand weet een uitweg . Dat is het grootste probleem.
De beeldrijke tekst van Hofland is verlucht met plastische foto’s van Roel Visser, waarvan een kleine selectie op de twee volgende pagina’s. De ‘nieuwe mens’ ten voeten uit.
- 14 13 -
De ‘nieuwe mens’ volgens H.J.A. Hofland en Roel Visser in Platter & Dikker [Lubberhuizen, 2011]