Tendens 2004 Alcohol– en drugsgebruik bij jongeren en jongvolwassenen in Gelderland
ALEX ROOMER • IRMGARD POELMANS
M.M.V. TON NABBEN EN DIRK J. KORF
De Grift Boulevard Heuvelink 2 • 6828 KP Arnhem Tel. 026-3775599 • Fax 026-3775935 www.degrift.nl
Tendens 2004 is een uitgave van De Grift, Gelders Centrum voor Verslavingszorg
De Grift Cluster Preventie en Monitoring Boulevard Heuvelink 2 6828 KP Arnhem Tel. 026-3775599 Fax 026-3775935 E-mail:
[email protected] www.degrift.nl (rond 1 september 2005 verhuist het cluster naar een nieuw nog te verwerven pand)
De Grift Raad van Bestuur en Centrale Diensten Weerdjesstraat 10 6811 JE Arnhem Tel. 026- 3551414
Voor reacties op het onderzoek kunt u mailen naar:
[email protected]
Assen: Koninklijke Van Gorcum BV ISBN: 90-808547-2-7/ NUR 740
© 2005, De Grift
2
Met dank aan… Tendens 2004 zou niet mogelijk zijn geweest zonder de medewerking van de verschillende panelleden. Zij hebben inzicht gegeven in de wereld die anders voor ons en vele anderen gesloten zou blijven. Naast de panelleden zijn we aan nog vele verschillende mensen onze dank schuldig. De volgende personen verdienen een aparte vermelding: •
Peter Timmermans, preventiewerker bij het Cluster Preventie en Monitoring van De Grift.
•
Marcel Rözer, journalist.
•
Mathijs Bossong, werkzaam bij het Drugs Informatie- en Monitoringsysteem, onderdeel van het Trimbos instituut.
•
Hascar van Rijn, straathoekwerker bij De Grift in Nijmegen.
•
Ton Nabben, onderzoeker en (mede) auteur van Antenne.
3
4
Voorwoord De wereld van drugsgebruik en drugsproblematiek is voortdurend in beweging. Dit heeft gevolgen voor de zorgactiviteiten, maar evenzeer voor het preventiewerk. Nieuwe drugs, veranderende gebruikspatronen en nieuwe risicogroepen stellen aan de verslavingszorg en haar partners hoge eisen en vragen om een flexibele aanpak. Inzicht in deze ontwikkelingen is noodzakelijk om adequaat te kunnen reageren op een veranderende ‘markt’. Dit heeft er toe geleid dat De Grift in 2003 gestart is met haar monitoringproject ‘Tendens’. Voor u ligt inmiddels de tweede editie van ‘Tendens’. Voor ‘Tendens’ is wederom samengewerkt met het Bonger Instituut, dat jaarlijks de Amsterdamse uitgaansmonitor Antenne verzorgt. Ook in deze tweede editie wordt een systematische inzage gegeven in middelengebruik en de daaraan gerelateerde problematiek. Het gaat in ‘Tendens 2004’ niet alleen over abstracte cijfers van gebruik. ‘Tendens 2004’ geeft juist een zo realistisch mogelijk beeld van de praktijk. Het beschrijft middelengebruik in verschillende settings. Daardoor is het mogelijk om beleid te ontwikkelen dat goed aansluit bij deze praktijk. Doordat we ‘Tendens 2004’ kunnen vergelijken met ‘Tendens 2003’ worden signalen en trends snel zichtbaar. Enkele trends in 2004 zijn het excessief alcohol drinken, de groeiende populariteit van cocaïne en het gebruik van gekookte coke door jongeren die geen deel uitmaken van de harddrugscene. Naast de panelstudie is er aandacht voor de regionale onderzoekgegevens en wordt er een overzicht gegeven van de uitslagen van door consumenten ter analyse aangeleverde drugsmonsters. Uit het onderzoek en de panelstudie komt verder naar voren dat een krachtige inzet op het gebied van preventie, met name gericht op jongeren, meer dan ooit noodzakelijk is. Die preventieve inzet zal zich vooral moeten richten op het verminderen van het alcoholgebruik dat inmiddels op steeds jongere leeftijd plaatsvindt. ‘Tendens’ is een jaarlijks terugkerend signaleringsinstrument. De Grift heeft de ambitie om in haar werkgebied een expertisecentrum te zijn op het gebied van verslaving en verslavingsgedrag en op het gebied van preventie en behandeling.
5
‘Tendens’ past in dit kader. Met de resultaten van deze ‘Tendens 2004’ gaat De Grift aan de slag. Dit kunnen we echter niet alleen. Ik spreek hierbij de wens uit dat beleidsmakers van gemeenten en instellingen gebruik zullen maken van de informatie die wij met dit rapport voor hen toegankelijk hebben proberen te maken.
Drs. B.F.M. Kuijf, MSM Voorzitter Raad van Bestuur De Grift, Gelders centrum voor verslavingszorg
6
INHOUD VOORWOORD
INHOUD
HOOFDSTUK 1: INLEIDING 1.1
TENDENS
1.2
ACHTERGROND TENDENS
1.3
OPBOUW RAPPORT
HOOFDSTUK 2: REGIONALE GEGEVENS 2.1
KWANTITATIEVE ONDERZOEKEN 2004
2.1.1
Beschrijving onderzoeken
2.1.2
Resultaten Regionale Onderzoek
2.2
OVERIGE REGIONALE GEGEVENS
2.2.1
Gezondheidsverstoringen op danceparty’s
2.2.2
Inbeslagname Drugs
2.2.3
Rijden onder invloed van Alcohol
HOOFDSTUK 3: DE PANELSTUDIE 3.1
DE ONDERZOEKSMETHODE
3.2
UITGAANSCIRCUIT, STRAAT- EN PROBLEEMJONGEREN
3.2.1
Cluster uitgaanscircuit
3.2.2
Cluster Straatjongeren
3.2.3
Cluster Probleemjongeren
3.3
ALCOHOL EN DRUGS
3.3.1
Alcohol
3.3.2
Hasj en Wiet
3.3.3
Ecstasy
3.3.4
Speed
3.3.5
Ephedra
3.3.6
Cocaïne
3.3.7
Gekookte Coke
3.3.8
Narcosemiddelen (anaesthetica)
7
3.3.9
Tripmiddelen
3.3.10
Seksgerelateerde middelen
3.3.11
Heroïne
3.3.12
Gecombineerd gebruik
3.4
DRUGSGEBRUIK EN RISICO’S
3.4.1
Middelspecifieke risico’s
3.4.2
Overige risico’s
3.5
GERUCHTEN, SIGNALEN EN TRENDS
3.5.1
Geruchten
3.5.2
Signalen
3.5.3
Trends in middelengebruik 2004 (Conclusies)
HOOFDSTUK 4: DRUGS INFORMATIE EN MONITORING SYSTEEM 4.1
DRUGS INFORMATIE EN MONITORING SYSTEEM
4.2
RESULTATEN 2003
4.2.1
Totaal aangeboden drugsmonsters
4.3
PILLEN
4.3.1
Aantal pillen aangeboden als ecstasy of MDMA
4.3.2
Hoeveelheid MDMA in pillen van De Grift
4.4
POEDERS
4.4.1
Aangetroffen stoffen in poeders verkocht als speed
4.4.2
Aangetroffen stoffen in poeders verkocht als cocaïne
4.4.3
Aangetroffen stoffen in poeders verkocht als ecstasy of MDMA
4.5
LANDELIJKE WAARSCHUWINGSCAMPAGNE 2004
4.6
CONCLUSIES
HOOFDSTUK 5: CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN 5.1
CONCLUSIES
5.2
AANBEVELINGEN
REFERENTIES
BIJLAGE A: HET ABC VAN DE DRUGS BIJLAGE B: DE PANELLEDEN BIJLAGE C: DRUGSGEBRUIK NETWERKEN BIJLAGE D: PRIJZEN EN STRAATTAAL
8
Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Tendens In 2003 is De Grift1 gestart met Tendens. Tendens beschrijft de regionale ontwikkelingen en trends in alcohol- en drugsgebruik bij Gelderse jongeren en jongvolwassenen. Tendens 2004 is de tweede editie van Tendens. Terugkerende onderdelen in Tendens zijn regionale gegevens over alcohol en drugsgebruik, de panelstudie en de resultaten van het Drug Informatie en Monitoring Systeem. Een tweede editie betekent meer meetmomenten, daarom kunnen we dit jaar voor het eerst ook uitspraken doen over trends in het gebruik van alcohol en drugs. Het accent van Tendens ligt op jongeren en jongvolwassenen. De belangrijkste reden om op deze doelgroep het accent te leggen ligt in het feit dat zich hier de meeste nieuwe ontwikkelingen voordoen. Tevens vormen jongeren en jongvolwassenen de belangrijkste doelgroep voor preventie. Daarnaast is er extra aandacht voor Nijmegen2.
1.2 Achtergrond Tendens Goede zorg en preventie begint met actuele kennis over de wereld van alcohol, drugs en gokken. Deze wereld is aan verandering onderhevig. Doeltreffende alcohol- en drugspreventie en adequate hulpverlening is daarom gebaat bij het tijdig signaleren van nieuwe ontwikkelingen, motieven en gebruikspatronen. Genotmiddelen komen en gaan, doelgroepen verschuiven en het gebruik kan sterk per regio verschillen. Om meer inzicht te krijgen in de regionale ontwikke-
1
De Grift is de instelling voor verslavingzorg en –preventie in Zuid en Oost Gelderland. Het verzorgingsgebied van De Grift beslaat, per 1 januari 2003, 57 gemeenten met in totaal 1.456.692 inwoners. Het gebied bestrijkt de regio’s Arnhem, de Gelderse Vallei, Oost- Gelderland, Nijmegen en Rivierenland. De Grift heeft als doel om problematisch gebruik van alcohol en drugs en problematisch gokken te voorkomen dan wel te behandelen. Hiervoor heeft De Grift zijn organisatie onderverdeeld in de sectoren: Zorg, hulpverlening en resocialisatie • Justitiële zorg • Consultatie, advies en beleidsadvisering • Preventie en Monitoring 2 Ook in 2004 heeft de gemeente Nijmegen extra middelen ter beschikking gesteld om het alcoholen drugsgebruik bij jongeren en jongvolwassenen in haar gemeente te monitoren.
9
lingen op het gebied van alcohol, drugs en gokken is De Grift gestart met haar monitor Tendens. Tendens heeft als doel om: Het alcohol- en drugsgebruik in het verzorgingsgebied van De Grift op een systematische en continue wijze in beeld te brengen. Deze beeldvorming heeft meerdere doelen ten eerste om beleid, hulpverlening en preventie vorm te geven. Ten tweede ziet De Grift het als haar taak om een betrouwbare informatiebron te zijn op het gebied van middelengebruik. Zodat eventueel optredende incidenten en mogelijke panieksignalen rondom alcoholen drugsgebruik op een juiste wijze beoordeeld kunnen worden.
1.3 Opbouw rapport In hoofdstuk twee wordt een overzicht gegeven van Gelderse regionale alcoholen drugsonderzoeken die in 2004 zijn gepubliceerd. Het geeft een goed inzicht in prevalentiecijfers: hoeveel jongeren hebben alcohol of drugs in de laatste maand of jaar gebruikt. Deze prevalentiecijfers plaatsen het gebruik van alcohol en drugs in een perspectief. Deze cijfers zeggen echter niets over de belevingswereld van de gebruiker, de setting van gebruik en achterliggende motieven van gebruik. Deze beweegredenen worden beschreven in hoofdstuk drie. Dit hoofdstuk beschrijft de panelstudie, een kwalitatief onderzoek naar het alcohol- en drugsgebruik bij Gelderse jongeren en jongvolwassenen. Diverse middelen en subculturen komen aan bod. Naast de plezierige kanten van de diverse middelen, is er ook aandacht voor de waargenomen risico’s. Het hoofdstuk wordt afgesloten met een overzicht van signalen en trends, die gedestilleerd zijn uit de panelstudie. Hoofdstuk vier geeft een overzicht van de regionale gegevens van het Drug Informatie en Monitoringsysteem (DIMS). Deze data zijn een indicator voor het aanbod en de zuiverheid van de regionale ecstasy markt. Aan het rapport is een viertal bijlagen toegevoegd. Bijlage A bevat achtergrond informatie over de verschillende drugs die in het rapport worden genoemd. Bijlage B en C bevat informatie over de panelstudie en haar panelleden. Bijlage D tenslotte geeft een overzicht van Gelderse prijzen en behandelt bovendien de straattaal van de diverse drugsoorten.
10
Hoofdstuk 2 Regionale Gegevens In dit hoofdstuk geven we eerst een overzicht van de in 2004 gepubliceerde regionale kwantitatieve onderzoeken naar het gebruik van alcohol en drugs door jongeren. Na dit overzicht bespreken we gegevens over gezondheidsverstoringen op grote danceparty’s, over de inbeslagname van drugs in het politiedistrict Arnhem Veluwezoom en over rijden onder invloed van alcohol.
2.1 Kwantitatieve onderzoeken 2004 In deze paragraaf wordt een overzicht gegeven van de in 2004 gepubliceerde regionale onderzoeken naar alcohol- en drugsgebruik bij jongeren en jongvolwassen.
2.1.1
Beschrijving onderzoeken
In 2004 zijn de volgende kwantitatieve onderzoeken gepubliceerd: •
Leefstijl en gezondheid van jongeren in de regio Oost Nederland;
•
Jeugdmonitor 2003, gemeente Nijmegen;
•
Jeugdmonitor Ede 2003.
Leefstijl en gezondheid van jongeren in de regio Oost Nederland. In Oost Nederland (de provincies Gelderland en Overijssel, met uitzondering van de regio IJsselvecht) hebben zeven GGD-en het onderzoek Elektronische Monitor en Voorlichting (E-MOVO) ontwikkelt en uitgevoerd op de middelbare scholen. In totaal hebben 35.107 leerlingen uit klas twee en vier op school via internet vragen beantwoord over gezondheid en leefstijl, waaronder roken, alcohol en drugs. Enkele dagen later konden de leerlingen een persoonlijk gezondheidsprofiel bekijken met tips en adviezen (GGD-en Oost Nederland, 2004). De vier GGD-en3 in het verzorgingsgebied van De Grift hebben allen geparticipeerd in het project. Naast een rapportage over geheel Oost Nederland, heeft elke GGD haar regionale onderzoeksgegevens gepubliceerd.
3 In het verzorgingsgebied van De Grift zijn vier GGD-en werkzaam, dit zijn :GGD Regio Nijmegen, GGD Rivierenland, GGD Gelre-IJssel en Hulpverlening Gelderland Midden.
11
Jeugdmonitor Nijmegen 2003 In navolging van de Jeugdmonitor 1999 (Manders en van der Star, 2000) heeft de gemeente Nijmegen de Jeugdmonitor 2003 uitgevoerd (Onderzoek en Statistiek Nijmegen, 2004). De Nijmeegse Jeugdmonitor is bedoeld om de leefsituatie van tien tot achttienjarigen in beeld te brengen. Op 1 januari 2003 woonden in Nijmegen 12.563 jongeren in deze leeftijdsgroep. Dertien procent van deze jongeren (1596) heeft een vragenlijst ingevuld, waarbij extra vragenlijsten zijn uitgezet in de aanpak- en attentiewijken4. De vragenlijsten zijn aselect uitgezet. In de Jeugdmonitor Nijmegen zijn enkele vragen opgenomen over alcohol- en drugsgebruik. Jeugdmonitor Ede 2003 In 2000 is de Jeugdmonitor Ede van start gegaan (gemeente Ede, 2001). In 2004 is de tweede jeugdmonitor van deze gemeente verschenen. (gemeente Ede, 2004) Met ruim 18.000 jongeren in de leeftijd van 12 tot 25 jaar is Ede de derde stad in het verzorgingsgebied van De Grift. Een kleine tien procent van deze jongeren (aselect gekozen) heeft meegedaan aan de jeugdmonitor. De onderwerpen alcohol, drugs en gokken komen in deze monitor terug.
2.1.2
Resultaten Regionale Onderzoek5
De resultaten van het E-MOVO onderzoek van de GGD-en kunnen onderling goed met elkaar vergeleken worden. Dit geldt niet voor de Jeugdmonitor van respectievelijk Nijmegen en Ede. Deze onderzoeken verschillen met elkaar en van EMOVO voor wat betreft onderzoekspopulatie (andere leeftijdsgroep) en methode van onderzoek. De respondenten van het E-MOVO zijn geworven via de school. De respondenten van de Jeugdmonitor van Ede en Nijmegen hebben thuis een vragenlijst gekregen. Tevens zijn er verschillen in het onderzoeksinstrument (de vragenlijst). Ondanks deze verschillen is er toch een aantal bevindingen uit deze onderzoeken op te maken.
4
Wijken waar verhoudingsgewijs de meeste problemen spelen, zoals sociaal- economische achterstand, lagere kwaliteit van leefomgeving, lagere waardering van de leefbaarheid en veiligheid, meer overlast e.d.. 5 De cijfers in deze paragraaf zijn beschikbaar gesteld door de GGD Gelre IJssel, GGD regio Nijmegen, GGD Rivierenland, Hulpverlening Gelderland Midden en de Gemeente Ede.
12
Leefstijl en gezondheid van jongeren in de regio Achterhoek (GGD Achterhoek, 2004)
Gezondheid, welzijn en leefwijze van jongeren in de regio Nijmegen (GGD regio Nijmegen, 2004)
Gezondheid, welzijn en leefwijze van jongeren in de regio Gelderland Midden (Rexwinkel, 2004)6
Ooit gebruik alcohol7
70%
75%
73%
72%
Actueel alcoholgebruik 10-11 jarigen8
--
--
--
--
6%
--
Actueel alcoholgebruik 12-17 jarigen
--
--
--
--
42%
--
Wel eens dronken of aangeschoten geweest Gemiddelde leeftijd van eerste gebruik
51%
53%
50%
64%
--
--
12 jaar
--
--
?
--
--
Gemiddelde leeftijd van regelmatig gebruik
14 jaar
14 jaar
14 jaar
--
--
--
Gemiddeld leeftijd eerste keer dronken/ aangeschoten
12 jaar
14 jaar
14 jaar
?
--
--
> 20 glazen alcohol per week door 12-17 jarigen
--
--
--
--
1,5%
--
≥ 3 x per week 5 of meer glazen alcoholische dranken
--
--
--
--
--
4%
Weekend en doordeweeks drinken
16%
13%
16%
?
--
--
Tabel 2.1
Jeugdmonitor Nijmegen
Jeugdmonitor Ede
Leefstijl en gezondheid van jongeren in de regio Rivierenland (Soeterbroek en Mureau 2004) Risicovol gebruik
Leeftijd
Gebruik Alcohol
Alcohol
70%
Alcoholgebruik van Gelderse jongeren
Voor jongeren is alcohol het belangrijkste genotmiddel. Een groot deel van de jongeren heeft ervaring met alcohol. In vergelijking met de andere onderzoeken zijn er minder respondenten van de Jeugdmonitor Nijmegen die ervaring hebben met alcohol. Dit is te verklaren door de jonge leeftijd van een deel van deze respondenten. Over het algemeen geldt: hoe ouder de respondenten hoe meer er6
Op het moment van schrijven was slechts een beperkt aantal gegevens van het E-MOVO onderzoek in de GGD regio van Hulpverlening Gelderland Midden beschikbaar. 7
Ooit gebruik betekent minstens eenmaal in het leven wel eens het middel gebruikt.
8
Actueel gebruik betekent in de laatste maand het betreffende middel gebruikt
13
varing er is met alcohol. Ter vergelijking: van de Nijmeegse respondenten in de leeftijd van tien tot twaalf jaar heeft dertien procent ervaring met alcohol, van deze respondenten in de leeftijd van twaalf tot en met zeventien jaar heeft vierenvijftig procent ervaring met alcohol. Een ontwikkeling die goed gevolgd moet worden is de stijging van het actuele alcoholgebruik van de jonge respondenten van de Jeugdmonitor Nijmegen. Ten opzichte van de Jeugdmonitor in 1999 is het actuele alcoholgebruik van jongeren in de leeftijdscategorie van tien tot twaalf gestegen van tweeënhalf procent naar zes procent. Uit het EMOVO onderzoek blijkt, dat meisjes voor Breezer als favoriete drank kiezen. Voor jongens is dit Breezer en bier. Het drinken van alcohol blijft niet altijd beperkt tot enkele glazen. Zo is meer dan vijftig procent van de respondenten van het E-MOVO onderzoek wel eens dronken geweest.
Leefstijl en gezondheid van jongeren in de regio Achterhoek
Gezondheid, welzijn en leefwijze van jongeren in de regio Nijmegen
Gezondheid, welzijn en leefwijze van jongeren in de regio Gelderland Midden
Jeugdmonitor Nijmegen
Jeugdmonitor Ede
Leefstijl en gezondheid van jongeren in de regio Rivierenland
Cannabis
Actueel gebruik Leerlingen 3% klas 2
3%
5%
4%
--
--
Actueel gebruik Leerlingen 11% klas 4
12%
16%
12%
--
--
Actueel jarigen
--
--
--
8%
--
--
--
--
--
9%
14 jaar
14 jaar
?
--
--
gebruik
12-17 --
Gebruik in afgelopen jaar Gemiddelde leeftijd eerste gebruik Tabel 2.2
--
van 14 jaar
Cannabisgebruik van Gelderse jongeren
Na alcohol is hasj of wiet (cannabis) het meest gebruikte genotmiddel. In klas twee heeft een klein deel van de leerlingen in de afgelopen maand hasj of wiet gebruikt. In klas vier ligt dit aantal beduidend hoger. Volgens de wet kunnen jongeren onder de achttien jaar in coffeeshop nog geen hasj of wiet kopen. Jongeren moeten andere wegen vinden willen zij hasj of wiet tot zich nemen. Dit blijkt ook uit het E-MOVO onderzoek. Jongeren die hasj of wiet gebruiken geven aan vooral via vrienden aan de drug te komen. Toch blijkt een aanzienlijk deel van de jongeren in Oost Nederland hun hasj of wiet in de
14
coffeeshop te kopen (31% van de respondenten uit Oost Nederland die hasj of wiet gebruiken). Het is onwaarschijnlijk dat al deze jongeren boven de achttien jaar zijn.
Gezondheid, welzijn en leefwijze van jongeren in de regio Nijmegen
Gezondheid, welzijn en leefwijze van jongeren in de regio Gelderland Midden
--
--
--
1,5%
2,6%
1,2%
0,8%
1,3%
?
0,1%
0,6%
--
--
--
--
--
1,6%
Speed:actueel gebruik
1,5%
0,6%
0,8%
?
--
0,2%
Cocaïne: ooit gebruik
--
--
--
--
1%
1,6%
1,2%
0,6%
1,1%
?
0,3%
0,2%
--
--
--
--
--
3,1%
1,2%
0,7%
1,4%
?
--
0,2%
--
--
--
--
--
0,3%
0,8%
0,3%
0,4%
?
--
0,1%
?
--
--
Ecstasy: actueel gebruik Speed: ooit gebruik
Cocaïne: actueel gebruik Paddo’s: ooit gebruik Paddo’s: actueel gebruik Heroïne: ooit gebruik Heroïne: actueel gebruik
Gemiddelde leeftijd van 15 jaar ? 15 jaar eerste gebruik harddrugs Tabel 2.3 Harddrugsgebruik van Gelderse jongeren
Jeugdmonitor Ede
Leefstijl en gezondheid van jongeren in de regio Achterhoek
--
Ecstasy: ooit gebruik
Jeugdmonitor Nijmegen
Leefstijl en gezondheid van jongeren in de regio Rivierenland
Overige drugs
Een klein deel van de jongeren heeft ervaring met harddrugs9. De respondenten van het Achterhoekse E-MOVO onderzoek scoren significant lager op harddrugsgebruik. Ecstasy is, met uitzondering van de respondenten uit de regio Rivierenland en de Jeugdmonitor Nijmegen, in de afgelopen maand de meest gebruikte stimulerende
9
In de Opiumwet wordt sinds 1976 voor wat betreft de strafbedreigingen onderscheid gemaakt tussen drugs met een onaanvaardbaar risico (harddrugs) en middelen die minder risico's voor de gezondheid opleveren (waaronder de softdrugs). Welke stoffen onder de Opiumwet vallen staat vermeld op de bij de wet behorende lijsten. Lijst I bevat de harddrugs, lijst II de softdrugs. (www.sidv.nl)
15
harddrug (cocaïne en speed zijn de andere stimulerende harddrugs). Voor wat betreft de populariteit van ecstasy laten de Gelderse onderzoeken een vergelijkbaar beeld zien als het landelijke scholierenonderzoek. ((Monshouwer, Dorsselaer, Gorter, Verdurmen en Vollebergh, 2004). De harddrug heroïne wordt niet veel gebruikt door jongeren. Hallucinogene paddestoelen kunnen niet zonder meer tot de harddrugs gerekend worden. Paddestoelen die de werkzame stof psilocine of psilocybine bevatten en op enigerlei wijze een bewerking hebben ondergaan, zoals drogen, stampen, malen en verwerking in bijvoorbeeld etenswaren, worden volgens de wet aangemerkt als harddrug. Verse paddestoelen vallen niet onder de noemer harddrug. Net als met harddrugs zijn er relatief weinig jongeren die in de afgelopen maand hallucinogene paddestoelen hebben gebruikt. Gokken In de zes onderzoeken heeft gokken geen of weinig aandacht gekregen. Landelijk scholierenonderzoek (Monshouwer e.a., 2004) laat een dalende trend (zowel ooit als actueel gebruik) zien als het gaat om het spelen op een gokkast of fruitautomaat. Dit zelfde geldt voor het kopen van een kraslot. Deze dalende trend is mede ingezet door een beleid waarin het voor minderjarigen steeds moeilijk werd om op een gokkast te spelen. De Jeugdmonitor Ede 2003 laat in vergelijking met de Edese Jeugdmonitor uit 1999 een zelfde ontwikkeling zien als het landelijke scholierenonderzoek. Zeven procent van deze respondenten heeft in de maand voorafgaande het laatste onderzoek geld in een gokkast of fruitautomaat gegooid. In 1999 was dit nog twintig. De gokkers zijn veelal mannen tussen de 18 en 21 jaar.
2.2 Overige Regionale Gegevens In deze paragraaf bespreken we cijfers over gezondheidsverstoringen op grote danceparty’s, cijfers over inbeslagname drugs in het politiedistrict Arnhem Veluwezoom en gegevens over rijden onder invloed van alcohol.
2.2.1
Gezondheidsverstoringen op danceparty’s10
In de Grift regio worden regelmatig danceparty’s georganiseerd. Feesten met meer dan 15.000 bezoekers zijn in 2004 alleen in het Gelredome georganiseerd. Tweemaal trad Tiësto op en één keer organiseerde Q-dance de jaarlijks terugkerende party Qlimax. Bij deze drie evenementen kwamen per keer 25.000 bezoe-
10
De cijfers in deze paragraaf zijn beschikbaar gesteld door Educare Groningen.
16
kers. De EHBO werd verzorgd door Educare. Educare is één van de grootste aanbieders van medical service op grote dansevenementen in Nederland. Sinds 1996 registreren zij de hulpvragen per danceparty. Zo zijn zij in staat om inzicht te leveren in de aard en aantallen van de gezondheidsverstoringen. Uit deze landelijke registratie blijkt, dat ongeveer 40% van de bezoekers van een door Educare bemande EHBO post klachten heeft ten gevolge van alcohol- en/ of drugsgebruik. De meest voorkomende klachten die in relatie staan met alcohol- en/ of drugsgebruik zijn achtereenvolgens ‘algehele malaise’, ‘misselijkheid’ en ‘duizeligheid’. (Pijlman,Krul en Niesink, 2003). Op de danceparty Qlimax bezochten 125 personen de EHBO (half procent van het totaal aantal bezoekers). Tweeënveertig procent van deze bezoekers hadden klachten door alcohol- en/of drugsgebruik. Bij het optreden van Tiësto kwamen op de twee avonden respectievelijk 69 en 90 personen terecht bij de EHBO. Bij het eerste optreden had 48% van de EHBO bezoekers klachten ten gevolge van het alcohol- en/ of drugsgebruik. Bij het tweede optreden was dit 42%. Niemand van de bezoekers van de drie party’s in het Gelredome zijn door Educare doorgestuurd naar het ziekenhuis.
2.2.2
Inbeslagname Drugs
Gelderland is opgedeeld in drie politie korpsen. Elk korps is vervolgens weer onderverdeeld in districten. De korpsen zijn Gelderland Midden (district Arnhem Veluwezoom, Rivierenland en West Veluwe/ Vallei), Gelderland Zuid (district de Waarden, stad Nijmegen en Tweestromenland) korps Noord -en Oost Gelderland (district Apeldoorn, Achterhoek, Noordwest Veluwe en IJsselstreek). Het district Arnhem Veluwezoom (Arnhem, Doesburg, Rheden en Rozendaal) van het korps Gelderland Midden heeft een afdeling drugs. Deze afdeling bestrijdt drugscriminaliteit mede vanuit drugsoverlastproblematiek in Arnhem en omgeving. (Politie Gelderland-Midden, 2004). Inbeslagname van drugs, ‘oprollen’ van hennepkwekerijen zijn enkele taken van deze afdeling. In 2004 werd in totaal 647,2 gram heroïne, 3180,6 gram cocaïne, 664.913 ecstasy pillen, 369,67 gram amfetamine, 635 gram wiet en 4554 gram GHB door deze afdeling in beslag genomen. 108 hennepkwekerijen, met gezamenlijk 24.144 planten, werden ‘opgerold’. Daarnaast werden er 471 mensen aangehouden wegens het overtreden van het bezit dan wel dealen van harddrugs.
2.2.3
Rijden onder invloed van Alcohol
De Adviesdienst Verkeer en Vervoer (AVV) van het Ministerie van verkeer en Waterstaat doet jaarlijks onderzoek naar rijden onder invloed in Nederland. Om gegevens te verzamelen houdt de AVV in samenwerking met de politie een aantal
17
controles door het hele land. De alcoholcontroles betreffen een aselecte steekproef van automobilisten die in de nacht van vrijdag op zaterdag en van zaterdag op zondag tussen 22.00 en 04.00 uur aan het verkeer deelnemen. Publicatie van de onderzoeksresultaten van het voorafgaande jaar vindt plaats in de loop van het daaropvolgende jaar. De cijfers in deze paragraaf hebben dan ook betrekking op het voorkomen van rijden onder invloed in het jaar 2003. Een probleem bij deze cijfers is dat de Adviesdienst Verkeer en Vervoer niet eenduidig is in zijn rapportages. Ter illustratie: in het rapport van 2003 staat dat het aantal overtreders11 in 2002 in Gelderland Midden 2,9% procent bedraagt, terwijl in het rapport van 2002 voor hetzelfde jaar 3,0% bedraagt. Het gaat echter om kleine verschillen, derhalve is er toch voor gekozen om deze cijfers hier op te nemen. De cijfers zijn opgenomen in onderstaande tabel. Regio
2002
2003
Landelijk
4,3%
3,9%
Gelderland (totaal)
2,8%
3,0%
Politieregio Noord- en Oost Gelderland
2,6%
3,0%
Politieregio Gelderland-Midden
2,9%
3,7%
Politieregio Gelderland-Zuid
2,9%
2,1%
Tabel 2.4: Percentage overtreders van de wettelijke alcohollimiet
In vergelijking met 2002 is het percentage overtreders van de wettelijke alcohollimiet in 2003 landelijk gedaald van 4,3 naar 3,9%. Het gaat hier bij niet om een significante daling. Gelderland scoort met 3,0% gunstig ten opzichte van het landelijk gemiddelde. De stijging ten opzichte van 2002 die in Gelderland heeft plaatsgevonden is eveneens niet significant. Regionaal zijn er geen cijfers voorhanden van de achtergrondkenmerken van de overtreders. Landelijk is bekend dat in de leeftijdsgroep van 25-34 jaar de meeste overtreders voorkomen. Het percentage mannelijke overtreders in de leeftijd van 18-24 jaar is gedaald (van 4,1% in 2002 naar 3,5% in 2003), terwijl het aandeel vrouwelijke overtreders in dezelfde leeftijdscategorie is gestegen (van 0,5% in 2002 naar 0,8% in 2003) (AVV, 2003).
Een persoon is in overtreding als bij de blaastest op het politiebureau de geldende alcohollimiet (Bloedalcoholgehalte ≥ 0,5 ‰) overschreden wordt. 11
18
Hoofdstuk 3 De Panelstudie 3.1 De onderzoeksmethode Inleiding In 2003 is De Grift van start gegaan met een panelstudie in zijn verzorgingsgebied (Roomer en Poelmans, 2004). Deze studie is vormgegeven met medewerking van het Instituut ‘Bonger’, grondlegger van de Amsterdam Antenne (Korf, Nabben en Benschop, 2002). De panelstudie is een beschrijvend onderzoeksinstrument, waarin doorlopend gegevens worden verzameld over drugs en drugsgebruik in netwerken van Gelderse jongeren en jongvolwassen. Deze onderzoeksmethode geeft geen harde cijfers, maar schetst algemene ontwikkelingen. Ontwikkelingen die enerzijds iets zeggen over trendsetters, die meer dan gemiddeld met alcohol en drugs experimenteren en vaak voortrekkers zijn van nieuwe bewegingen in het uitgaansleven. En anderzijds iets vertellen over jongeren die vanwege hun riskante levensstijl eerder in de problemen komen, zoals zwerfjongeren of voor buitenstaanders moeilijk toegankelijke straatjongeren. Men moet er voor waken om deze bevindingen te generaliseren naar jongeren in het algemeen. De panelstudie gaat in het algemeen niet over de ‘doorsneejongeren’. Wel kunnen nieuwe ontwikkelingen een algemeen karakter krijgen door zich via trendsetters door te zetten naar trendvolgers en die zich daarna bij een breder publiek manifesteren (Korf e.a., 2002). Panelleden Centraal bij de panelstudie staan de panelleden. Zij worden halfjaarlijks onafhankelijk van elkaar geïnterviewd. Hiermee wordt voorkomen dat er vertekeningen optreden doordat panelleden elkaar onderling beïnvloeden of napraten. Panelleden worden niet geïnterviewd over hun eigen gebruik, maar over wat zij waarnemen in hun sociaal netwerk. Iedereen die deel uitmaakt van het panel vertegenwoordigt een netwerk of locatie waar alcohol en/ of drugs worden gebruikt. Het selecteren en samenstellen van het panel is een zorgvuldige zaak. Niet iedereen is geschikt als panellid. Een panellid moet voldoen aan de volgende criteria •
Hij of zij moet voldoende inzicht hebben in trends in de drugswereld en kennis hebben over drugs;
19
•
Hij of zij moet een sleutelpositie innemen en serieus worden genomen door het netwerk;
•
Hij of zij bevindt zich in een netwerk met een zekere omvang of bevindt zich in meerdere kleinere netwerken12;
•
Hij of zij heeft regelmatig contact met een netwerk van jongeren en jongvolwassenen tot en met 28 jaar;
•
Hij of zij moet een zekere reflectie en helikopterview kunnen aannemen;
•
Hij of zij moet zich bevinden in een netwerk of locatie wat zich grotendeels beweegt in het verzorgingsgebied van de Grift.
Bij de selectie van de panelleden is rekening gehouden met een zo groot mogelijke diversiteit aan netwerken en locaties. De panelleden worden onderverdeeld in de clusters: 1. uitgaanscircuit; 2. straatjongeren en 3. probleemjongeren. Gestreefd is naar een goede verdeling van de uitgaanders, straatjongeren en probleemjongeren, waarbij de uitgaansnetwerken verhoudingsgewijs oververtegenwoordigd zijn. De reden hiervoor is dat met name het uitgaansleven een dynamisch wereld is. Een wereld waarin hypes en trends op het gebied van mode, muziek, maar ook van alcohol en drugs elkaar snel opvolgen. Bij de selectie van de panelleden heeft ook de locatie of stad waar het netwerk zich bevindt meegespeeld. Het verzorgingsgebied van De Grift is opgesplitst in drie regio’s: Midden (Arnhem en Gelderse Vallei), Zuid (Rivierenland en Nijmegen) en Oost (Achterhoek en Liemers). In totaal zijn er 26 netwerken. Vijf van de netwerken bevinden zich in de Regio Oost,veertien in de Regio Zuid (met name in Nijmegen) en zeven in de Regio Midden. Dat er verhoudingsgewijs veel netwerken uit Nijmegen zijn heeft te maken met het feit dat de gemeente Nijmegen de panelstudie extra financiert. Panelmutaties Het streven is om tweemaal per jaar alle panelleden te interviewen. In een enkel geval is het niet gelukt om twee keer per jaar een panellid te interviewen. Vakantie, drukte of beperkte bereikbaarheid kunnen hiervoor een reden zijn. Jaap en Suus (7a), René (9a), Charly (12a) en Erik (13a) zijn om deze redenen één keer geïnterviewd. Het kan voorkomen dat panelleden om diverse redenen afhaken. Dit kan zijn, omdat er zich veranderingen in het persoonlijk leven hebben voorgedaan, waar-
12 Het kleinste netwerk vertegenwoordigt tien jongeren en jongvolwassenen, het grootste netwerk heeft een omvang van vijfhonderd jongeren en jongvolwassenen
20
door een panellid niet meer goed zicht heeft op een bepaald netwerk of locatie. Het is dan zaak om naar nieuwe panelleden te zoeken, die eenzelfde netwerk of locatie vertegenwoordigen. Omdat we nieuwe ontwikkelingen in kaart willen brengen, is het soms noodzakelijk om het panel uit te breiden met leden die een nieuw netwerk of locatie beschrijven. De panelmutaties kunnen worden onderverdeeld in drie categorieën: uittredende panelleden die niet kunnen worden vervangen, vervangen panelleden die worden vervangen door anderen afkomstig uit hetzelfde of gelijksoortige netwerk en nieuwe panelleden die een nieuwe locatie of netwerk vertegenwoordigen. Uittredende panelleden In totaal zijn er twee personen die uit het panel getreden zijn en die niet zijn vervangen. •
Rosa, 2a, bezoeker van een kleinschalige club en danceparty’s, gaat nog slechts af en toe uit en is niet meer voldoende op de hoogte van het drugsgebruik in het netwerk. Het netwerk maakt na meting 2 geen deel meer uit van het panel.
•
Charly, 12b; is niet meer werkzaam als pedagogisch medewerker in een residentiële jeugdinrichting voor jongeren met meervoudige problematiek. Het netwerk maakt na meting 1 geen deel meer uit van het panel.
Vervangen panelleden Een panellid heeft geen goed zicht meer op een locatie. Hij is vervangen door een nieuw panellid die een betere kijk op deze locatie heeft. •
Raphaël, 4b, bezoeker van grootschalige discotheken in de Achterhoek gaat sinds hij een nieuwe vriendin heeft veel minder vaak uit. Juriaan, 4b, neemt zijn plaats in. Juriaan is stamgast van één van de grootschalige discotheken en bezoekt daarnaast veel Achterhoekse feesten als de kermissen in de verschillende dorpen en de Zwarte Cross.
Nieuwe panelleden Acht personen zijn nieuw in het panel. Zij zijn geworven na tips van het straathoekwerk en op basis van eigen veldwerk op locaties. •
Billy (16a) liefhebber van de muzieksoort metal.
•
Stuffan (17a) maakt deel uit van de teknoscene.
•
Karin (18a) maakt onderdeel uit van de kraakscene en is tevens bezoeker van teknoparty’s
•
Wally (19a) heeft contact met een groep allochtone deviante jongeren in Nijmegen.
21
•
Wendy (20a) heeft samen met haar vrienden een voorkeur voor hardcore house.
•
Politieagent Doetinchem (21a) heeft als taakaccent de horeca van Doetinchem.
•
Politieagent Nijmegen (22a), netwerker in de Nijmeegse binnenstad waar veel horecagelegenheden gevestigd zijn.
•
Politieagent Arnhem (23a), werkzaam in het uitgaanscentrum van Arnhem: de Korenmarkt.
Het huidige panel telt 24 panelleden, die zicht hebben op totaal 26 netwerken of locaties. Twee Panelleden hebben zicht op meer dan één netwerk of locatie. In bijlage B wordt een overzicht gegeven van de netwerken of locaties van de panelleden. Werkwijze Voor de interviews van de panelleden hebben we grotendeels gebruik gemaakt van de semi-gestructureerde vragenlijst13 van Antenne en de vragenlijst van het onderzoek ‘Dörkumse Jongeluu veur wie zoepen en blowen te wiet gaot’ (Bouwens en de Rover, 2001). De interviews zijn in het voorjaar en najaar van 2004 afgenomen. De tijdsduur van de interviews varieerde van één tot drie uur. Nieuwe panelleden hebben eerst een (telefonisch dan wel mondeling) voorgesprek gehad, waarin uitleg werd gegeven en waarin de selectiecriteria werden doorgenomen. Vervolgens is een afspraak gemaakt voor een interview. De interviews zijn respectievelijk in een café, restaurant, bij De Grift, bij iemand thuis of op zijn of haar werk afgenomen. Hierbij zijn er soms meerdere afspraken nodig geweest met eenzelfde persoon om een interview af te nemen. Sommige interviews zijn opgenomen op een cassetterecorder. Vervolgens zijn alle interviews zo snel mogelijk uitgewerkt. Het streven is hierbij geweest om dezelfde dag de interviews uit te werken. Om de anonimiteit van de panelleden en uitgaansgelegenheden te waarborgen worden zij gecodeerd weergegeven. Zo worden panelleden aangeduid met een nummer en bij degenen die meer dan één netwerk bestrijken, met een toevoeging van de letter a en b voor de afzonderlijke netwerken. Panelleden en horecagelegenheden hebben een schuilnaam gekregen. Dorpen worden niet met naam genoemd, maar krijgen een letter, als bijvoorbeeld dorp A. Anonimiteit is van belang om de panelleden, dorpen en horecagelegenheden te beschermen tegen derden.
13 In een semi-gestructureerde vragenlijst liggen de vragen en antwoorden niet van tevoren vast, maar de onderwerpen wel. (Baarda e.a., 1995)
22
Opbouw hoofdstuk panelstudie In deze Tendens wordt verslag gedaan van de tweede (t2) en derde meting (t3). De panelleden worden eerst geïntroduceerd. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen de clusters uitgaanscircuit, straatjongeren en probleemjongeren. Na de introductie worden de resultaten naar middel weergegeven. Bij de beschrijving naar middel wordt er indien relevant een onderscheid gemaakt tussen de clusters van de uitgaanders, straat- en probleemjongeren. Het hoofdstuk wordt afgesloten met een paragraaf over geruchten, signalen en trends. Een trend is het resultaat van een cumulatie van verschillende ontwikkelingen die al langer aan de gang zijn. Dit betekent dat er nu na drie metingen voorzichtig uitspraken kunnen worden gedaan over trends.
3.2 Uitgaanscircuit, Straat- en Probleemjongeren 3.2.1
Cluster uitgaanscircuit
Diverse panelleden hebben zicht op het uitgaanscircuit. Enerzijds zijn dit professionals, als gastheren, clubmedewerkers en agenten. Zij kunnen een beschrijving geven over ontwikkelingen en diversiteit van het Gelderse uitgaansleven. Anderzijds zijn er de panelleden, die onderdeel uitmaken van een bepaalde uitgaans(sub)cultuur. Deze panelleden kunnen dieper ingaan op aspecten als rituelen van gebruik, waardering middelen, de betekenis van een middel voor de subcultuur en dergelijke. Diverse toonaangevende uitgaans(sub)culturen zijn vertegenwoordigd in het panel. Nieuwe panelleden en de bijbehorende netwerken worden hieronder geïntroduceerd, de bestaande panelleden worden nog eens kort gememoreerd. De professionals Arnhem en Nijmegen zijn de grote steden in het werkgebied van De Grift. Beide steden kennen een grote diversiteit in uitgaan. De Arnhemse Korenmarkt is met ongeveer negentig horecabedrijven Nederlands derde uitgaansplein14. Bezoekers van dit uitgaansplein typeren het uitgaansleven in Arnhem niet als bijzonder trendy, maar wel divers. (Riper en Korf, 2000). Diverse panelleden hebben zicht vanuit hun professie op de Arnhemse uitgaansgelegenheden. In het panel zit een agent (23a), die zicht heeft op de Korenmarkt en de overige horecagelegenheden in de Arnhemse binnenstad. Charly (12a) is werkzaam als gastheer in een Arnhemse bar-dancing en soms in enkele nachtgelegenheden. Dennis en Anna (11a) werken als barmedewerkers in een Arnhemse club. Het uitgaansleven in Arnhem
14
www.arnhem.nl
23
beperkt zich niet alleen tot de reguliere horeca. Ook dit jaar organiseerde onder andere het bedrijf ID&T in het Gelredome enkele party’s. Het eerst concert van dj Tiësto was zo snel uitverkocht, dat de organisator besloot tot een extra party. Niet alleen het Gelredome, maar ook in de Arnhemse Rijnhal en in de buitenlucht werden verschillende party’s georganiseerd. De uitgaansgelegenheden in Nijmegen liggen in vergelijking met Arnhem meer verspreid over de gehele binnenstad. “De Nijmeegse horeca wordt bezocht door studenten, gothic-15, metal-, jonge-, alternatieve- en Marokkaanse jongeren, Turkse mannen, homoseksuelen, ouderen en zo kan ik nog wel even doorgaan. Je ziet dat deze zich clusteren in bepaalde uitgaansgebieden, clubs, cafés of discotheken. Housepubliek zie je minder in de binnenstad, die gaan meer naar The Matrixx. Een paar keer per jaar wordt er in de binnenstad een houseparty georganiseerd voor een duizendtal mensen, dan zie je deze jongeren wel weer terug.” (Agent Nijmegen, 22a, t3)
In het panel zit een agent (22a) die goed zicht heeft op de Nijmeegse horecagelegenheden en haar publiek. René (9a) is werkzaam als gastheer in een populaire Nijmeegse bar-dancing, dat zich vooral richt op een breed publiek (mainstream). De andere Gelderse (kleinere) steden en dorpen kennen een minder grote diversiteit aan uitgaansmogelijkheden. Ieder plaatsje heeft zijn eigen café of soms een jongerencentrum. Raphaël (4a) is werkzaam in een van deze jongerencentra in een klein Achterhoeks dorp. Er is een aantal plaatsen die een regiofunctie heeft voor wat betreft uitgaan. Dit zijn enerzijds plaatsen waar grote discotheken zijn gevestigd als bijvoorbeeld De Rodenburg in Beesd, De Linde in Groesbeek, Radstake in Varsseveld, Happy Dayz in Culemborg en de Achterhoek Arena in Dinxperlo. Anderzijds zijn dit kleinere steden die een uitgaanscentrum met een regiofunctie hebben, zoals Ede, Tiel en Doetinchem. Deze centra trekken jongeren uit de omliggende regio. In het panel zit een agent (21a) uit Doetinchem die zicht heeft op het uitgaanscentrum in Doetinchem.
15
Gothic subcultuur is ontstaan uit een fictieve literaire stijl in de 18e en 19e eeuw. De stijl vind z’n wortels in boeken als bijvoorbeeld Frankenstein en het werk van Edgar Allen Poe. Deze boeken kenmerken zich door een groteske, mysterieuze, desolate sfeer. Gothic heeft een eigen stijl qua mode. Zwarte kleding, sieraden met symbolen uit de Keltische, Egyptische of christelijke cultuur, witte huidskleur, witte foundation in de make-up, zwarte lipstick, gebleekt en gekleurd haar worden meer dan eens aangetroffen.
24
Kommer en kwel in de horeca De professionals constateren dat de horeca het moeilijk heeft. Nu is het soms alleen op zaterdag druk in een horecagelegenheid, waar het vroeger meerdere dagen per week druk was. Een aantal horecagelegenheden heeft zijn deuren moeten sluiten en erg veel nieuwe clubs en cafés komen er niet bij. Er worden diverse reden aangegeven waarom het minder goed gaat met de horeca: concurrentie van de grote party’s, hoge prijzen voor een consumpties en het bestedingspatroon van de consument. Indrinken en prijsacties Indrinken draagt er niet aan bij dat het beter gaat met de horeca. Het zijn met name jonge jongeren van vijftien tot begin twintig jaar die groepsgewijs veel alcohol vóór het bezoek aan de horecagelegenheid consumeren. Ze verzamelen zich thuis of soms op straat. Drank nemen ze van huis mee of uit de supermarkt. Soms kopen ze de alcohol in de stad bij een broodjeszaak, die voor lage prijzen tot vroeg in de morgen alcohol mag verkopen. Op deze manier kost het uitgaan minder geld. Gevolg is wel dat een deel van de bezoekers aangeschoten de horeca binnen komt en in de gelegenheid nog maar enkele consumpties gebruikt. Een aantal horecaondernemingen probeert met prijsacties op de slechtere tijden en het indrinken in te spelen. “Je hebt het Swing gehad die met de actie ‘zuip je de pleuro voor elf euro’ is gekomen. Bij Heartland kreeg je voor negentig eurocent een consumptie. Nog een andere gelegenheid heeft op donderdag alle drankjes voor een euro aangeboden.” (Agent Arnhem, 23a, t3)
Doetinchem heeft sinds kort Crazy Euro’s, die voor één euro een biertje aanbiedt en twee euro voor een mix vraagt. Ook een aantal bruine cafés doen mee aan deze prijsacties. “Voor een gastheer zijn prijsacties niet prettig. Je hebt met veel meer dronken mensen te maken, zeker tien keer zoveel als normaal en dit vertaalt zich in meer agressie.” (Charly, gastheer, t3)
De agenten uit het panel constateren, dat de slechtere tijden voor de horeca er toe bijdragen dat fouilleren niet overal de hoogste prioriteit meer heeft.
25
“Dat het slecht loopt in de horeca is er ook debet aan dat portiers niemand fouilleren in de Doetinchemse horeca. Door fouilleren kunnen klanten zich minder welkom voelen en niemand wil klanten weren. Dit betekent automatisch dat er zo erg weinig drugs in beslag worden genomen”. (Agent Doetinchem, 21a, t3)
Leeftijdsgrens Een ander aspect waar de horeca mee te maken heeft is de Drank- en horecawet. Deze wet stelt dat jongeren onder de zestien jaar geen zwak alcoholhoudende drank16 en jongeren onder de 18 jaar geen sterke drank17 mogen kopen. De Voedsel en Waren Autoriteit controleert hierop. Bij overtreding volgt een boete. Deze wetgeving wordt als moeilijk na te leven ervaren. Want ook al wordt er gevraagd naar legitimatie, soms blijkt dat er volgens de gastheren valse legitimaties in omloop zijn. De populaire Nijmeegse bar-dancing waar René (9a) werkzaam is, heeft maatregelen genomen naar aanleiding van de Drank- en Horecawet. De leeftijdgrens is verhoogd van zestien naar achttien jaar. Er wordt op de zaterdagavond minder house en meer klassieke rockmuziek gedraaid, als de Rolling Stones en Elvis Presley. De muziek moet een ouder publiek aanspreken en er voor zorg dragen dat jonge stappers naar andere gelegenheden gaan. “We hebben dit jaar twee keer bezoek gehad van mensen die controleren op het schenken aan minderjarigen en doorschenken. Na afloop maken deze mensen veelal bekend dat zij geweest zijn. Een collega horeca instelling heeft door het schenken aan minderjarigen een hoge boete gekregen. Dat wil je niet.” (René, gastheer, 9a, t3)
De Uitgaans(sub)culturen Er bestaat een grote diversiteit aan uitgaans(sub)culturen in Gelderland. Enkele hiervan zijn in het panel vertegenwoordigd. De panelleden die zicht hebben op de uitgaan(sub)culturen maken ook deel uit van deze en kunnen beter dan professionals een beschrijving van binnenuit geven. Hieronder worden de diverse uitgaans(sub)culturen en haar panelleden beschreven. De meeste van deze culturen zijn niet gebonden aan één uitgaansgelegenheid. Ze zijn erg mobiel en bezoeken landelijke feesten of feesten elders in de regio.
16
Alcoholhoudende drank met minder dan vijftien procent alcohol
17
Alcoholhoudende drank met vijftien of meer procent alcohol
26
Dance (Trance en Techno) Dance is een verzamelbegrip voor elektronische dansmuziek. Jaap en Suus (7a) zijn liefhebbers van dance. Dit zelfde geldt voor Carolien (15a) en Rosa (2a). Trance en techno heeft hun voorkeur. Trance is pompeuze house met dwingende vierkwartsmaat, die wordt begeleidt door dromerige melodieën en psychedelische effecten en wordt afgewisseld met drumclimaxen. Techno is dance gekenmerkt door monotone ritmes en abstracte melodieën waarbij zang veelal ontbreekt (Junte 2002). Techno heeft meer stevige beats dan trance. Om de leesbaarheid te vergroten wordt in dit hoofdstuk van dance gesproken, waar mee hier wordt bedoeld trance en techno. Jaap en Suus (7a) zijn VIP gasten bij The Tube één van de meest toonaangevende clubs in Gelderland. Deze club staat bekend om zijn nationale en internationale dance dj’s, de goede sfeer en show. Naast The Tube bezoeken ze ook landelijke danceparty’s, als Dancevalley of Innercity, waar veel techo en trance wordt gedraaid. Hier kunnen ze ook Rosa (2a) tegen komen, die in een ‘hoogopgeleid’, ‘hip’ en ‘trendy’ netwerk zit. Een verzamelplaats in Nijmegen waar Rosa haar vrienden ontmoet is Lemon. Elkaar ontmoeten is in Lemon net zo belangrijk als de muziek. In het weekend draait er een DJ. Er wordt niet gedanst, maar ‘gesocialised’ op de comfortabele stoelen en banken. Carolien (15a) komt ook in Lemon, zij bezoekt geen landelijke dancefestivals. Haar uitgaansleven concentreert zich vooral in Nijmegen. Lemon is voor haar belangrijk, maar niet belangrijker dan Nijmeegse housefeestjes als de ‘Extravaganza’ of dancefeestjes in een Nijmeegs poppodium. Hardhouse en hardcore Hardhouse is stevige dance en sneller dan trance en techno. Hardhouse wordt gekenmerkt door pompende muziek met veel ‘beats per minute (BPM)’. Bekende dj’s zijn Paul Elstak, Korsakoff en Neophyte. Grote landelijke feesten zijn Masters of Hardcore en Thunderdome. In de club waar Dennis en Anna (11b) werken wordt hardhouse steeds meer geprogrammeerd. Deze avonden worden in tegenstelling tot de ‘trance avonden’ goed bezocht. Bij hardhouse komt een overwegend Nederlands publiek, vaak gekleed in merken als Fred Perry of Lonsdale. Ook zie je veel houthakkersblouses die tot aan de bovenste knoop zijn dicht gemaakt. Vrouwen hebben nog wel eens een schotse rok aan. “Hardhouse loopt goed. De avonden beginnen vroeg. Rond elf uur is de club vol en staat er zelfs een rij voor de deur. Uit het hele land komen mensen op deze feesten af. Onderling is er altijd weinig trammelant en de sfeer is goed. De muziek staat altijd keihard. Gepraat wordt er niet, het is stampen!” (Dennis en Anna, clubmedewerkers, 11b, t3)
27
Wendy (20a) maakt onderdeel uit van een hardcore scene, die nog sneller is dan hardhouse. De groep trekt door heel Gelderland. Weekenden zijn om met elkaar samen te zijn en te feesten. Discotheken worden niet bezocht, party’s wel. “Wij gaan niet uit, wij gaan feesten! Dat is een wezenlijk verschil. Feesten is doorgaan en uitleven. Voor een feest gaan we altijd wel bij iemand zitten. Beetje indrinken, een pilletje en soms komt er een spiegeltje langs voor de coke. Dan gaan we naar het station met zijn allen. De meisjes hebben wat Breezers bij zich, de jongens bier. Op het feest is het gaan en na afloop weer samen naar huis. Thuis dan nog even afteren.” (Wendy, hardcore, 20a, t3)
Tekno en krakersscene Veel van Stuffans (17a) vrienden zijn vroegtijdig opgehouden met school en hebben veelal ongeschoold werk. Sommige ziet Stuffan dagelijks, anderen ontmoet hij op de teknoparty’s. Tekno is een hardere en snellere variant van techno. Tekno lijkt het meest op een kruising tussen acid en gabber, maar dan nog rauwer. Tekno-aanhangers treffen elkaar in binnen –en buitenland op alternatieve, niet commerciële en het liefst illegale teknoparty’s. (Nabben, 2000) De organisatie weet de illegale feesten goed geheim te houden. De locatie verschilt. Soms is het een oude fabriek, soms een tunnel of een stuk braakliggend terrein. Niets is gefaciliteerd: EHBO noch wc. Er zijn soms kraampjes waar drank wordt verkocht. Kort van tevoren wordt de locatie doorgebeld. De feesten zijn voor een ‘incrowd’, een beperkte groep variërend van soms vijftig mensen tot een paar honderd mensen. Op een teknoparty draaien verschillende dj’s (soundsystems), soms vanuit draaitafels, die nog in de auto staan. “Tekno is een bepaalde levenswijze. De liefhebbers vinden geld en materialistische zaken onbelangrijk. Daarom wordt er ook nooit geld gevraagd voor het bezoeken van een party. Drugs wordt op een party veel gebruikt. Het is niet dat het persé moet, maar het gebeurt wel. De drugs op deze feesten zijn makkelijker verkrijgbaar en goedkoper en worden vaak samen gedeeld.” (Stuffan, tekno, 17a, t2)
Een deel van de krakersscene waar Karin (18a) deel van uitmaakt, bezoekt naast de kraakcafés ook de illegale teknoparty’s. Dit zijn met name de ‘feestkrakers’. Deze groep onderscheidt zich van de ‘principiële krakers’. De principiële krakers zijn veel bezig met woonrecht, leegstand en zijn sterk gemotiveerd om iets te doen met een pand. Er worden bijvoorbeeld eetcafés opgezet of thema-avonden georganiseerd. ‘Feestkrakers’ zijn hier minder mee bezig. Zij leven om te feesten: een pand is slechts een plaats om tijdelijk te wonen.
28
“We zijn echt helemaal gefixeerd op feesten. Niet alleen omdat het lang-leve-delol is. Feesten is ook een manier om te ontsnappen aan de maatschappij waarin we leven. Een maatschappij vol negativiteit. Je wordt er niet vrolijk van. Ook als je kijkt hoe er met elkaar omgegaan wordt. Velen zijn erg teleurgesteld in alles en iedereen. Sommige hebben al een hele hulpverleningscarrière erop zitten. Soms lijkt het alsof ze in niemand meer enige verwachting hebben.” (Karin, kraker, 18a, t3)
De jongeren zien eruit als punkers en lopen in gescheurde broeken, sweaters, met een grote capuchon en hebben hanenkammen en piercings. Metal Billy (16a) woont in de regio Rivierenland. Vanaf donderdag tot en met zondagnacht is het voor haar en haar vrienden stappen en lol maken. De vriendengroep bestaat uit een vaste groep van 25 personen, voornamelijk mannen. Dit komt door de wilde manier van feesten. Een festival of concert bestaat uit pogoën, stagediven, elkaar trappen en dan weer gezellig een biertje met elkaar drinken. De muziek metal18 is een bindende factor. Diverse concerten worden bezocht van onder andere Machinehead, Sepultara en Soulfly. Metal staat bekend om zijn ‘dresscode’, maar daar doen Billy en haar vrienden niet aan mee. “Je moet doen wat je wilt en dus ook niet gaan vasthouden aan dresscodes. Dreads, afgescheurde broeken, slippers alles kan en mag, zolang het je eigen keuze is. Ook zitten er wel punkelementen in als buttons, leren armbanden en grote ringen. We combineren verschillende stijlen tot een eigen unieke stijl.” (Billy, metal, 16a, t2)
Is er geen concert, dan zijn Billy en haar vrienden te vinden in lokale uitgaansgelegenheden, een enkele keer op een houseparty, maar vooral op festivals, als Pinkpop, Paaspop en Lowlands. “De voorbereidingen voor een meerdaags festival beginnen weken van tevoren. Bier, drugs, tenten en muziek worden ruim van tevoren geregeld. Een deel vertrekt vroeg naar een festival, zodat ze dicht bij het hek staan om op dezelfde plek te gaan staan als voorgaande jaren. De legertent wordt opgezet, soundsystems worden geplaatst en de rest van de tenten worden er omheen gezet. Zo ontstaat er een klein dorp op het festivalterrein. Overdag gaan de meeste naar het festival en ’s avonds is het feest in de legertent. Eén uit de groep is dj en draait de hele 18
Metal is een popmuziekstijl die is ontstaan in de Verenigde Staten. De oorsprong van metal ligt in de jaren zeventig. Een metal band bestaat vrijwel altijd uit een drums, basgitaar en leadgitaar. Metal is er in verschillende soorten. Heavy metal is de bekendste van de metal-genres. Heavy Metal wordt gekenmerkt door agressieve ritmes, zwaar versterkte elektrische gitaargeluiden en duistere tonen.
29
nacht door. Niet alleen punk en metal, maar alle soorten muziek, als het maar dansbaar is. Alles draait namelijk om de lol.” (Billy, metal, 16a, t2)
Urban Het afgelopen jaar zijn er nog nooit zoveel feesten in Gelderland en de rest van Nederland georganiseerd waarin het woord urban in voorkomt. Urban is een verzamelnaam voor ‘zwarte’ muziek, variërend van dancehall, hiphop tot R&B, maar er kunnen ook housebeats door de muziek heen klinken. Vroeger werden urban avonden hiphop- of R&B avonden genoemd. De huidige urban feesten lijken het meest op de vroegere R&B feesten, met als verschil dat er meer muzieksoorten worden gedraaid dan alleen R&B. Urban is ‘hot’. In het panel zit geen panellid dat onderdeel uitmaakt van een ‘urbannetwerk’. Wel hebben Dennis en Anna (11a) goed zicht op de urbannights in Royal. Urban en hardhouse zijn de best lopende avonden in de Arnhemse Royal. Ook The Tube heeft inmiddels avonden waar Urban wordt gedraaid. “De bezoekers van de urbannights besteden veel aandacht aan ‘de looks’. Ze zijn het meest stijlvol gekleed van iedereen. Een verzorgd uiterlijk en kleding van dure merken zijn typerend. Bezoekers hebben een diverse culturele achtergrond. Marokkaanse- en Antilliaanse mannen en Nederlandse vrouwen zijn de grootste groep.” (Dennis en Anna, clubmedewerkers, 11a, t2)
‘Høkers’ De Achterhoekse formatie Normaal heeft de term ‘høken’ geïntroduceerd. Høken slaat nu niet alleen meer op Normaal. Høkers zijn Achterhoekers die van gezelligheid , drank en feesten houden. “Wij spreken niet van boeren. Je wordt daarmee teveel in een hoek geplaatst. Wij houden ook van dance. We zijn Achterhoekers die van feesten houden. Achterhoekers doen niet moeilijk, maken met iedereen contact en houden van gezelligheid. Uitgaan is drinken, feesten, hossen, springen en dansen.” (Juriaan, høker, 4b, t3)
Het uitgaan van Juriaan (4b) en zijn vrienden speelt zich grotendeels in de Achterhoek af. Heaven, een discotheek die plaats biedt aan een paar duizend mensen, is erg populair. Bij Heaven wordt er naast rock, ‘top 40 house’ en Nederlandse muziek gedraaid. Behalve naar Heaven gaat Juriaan naar alle kermissen in de Achterhoek. Het belangrijkste van de kermis is de biertent waar iedereen zich verzamelt. Jaarlijks is er de Zwarte Cross in Halle, georganiseerd door de Achterhoekse formatie ‘Jovink en The Voederbietels’. De Zwarte Cross werd dit jaar bezocht door veertigduizend mensen.
30
“Met tenten en omgebouwde caravans gaan we naar de Zwarte Cross. De Zwarte Cross is muziek en motorcross. Super gezellig! Lekker bier drinken, ontspannen en met iedereen praten. Gewoon jezelf zijn en niet moeilijk doen. Kleding? Volledig onbelangrijk. Dat wordt zo smerig en vies, dat je het na afloop kan weggooien.” (Juriaan, høker, 4b, t3)
3.2.2
Cluster Straatjongeren
De groep straatjongeren wordt vertegenwoordigd door professionals die uit hoofde van hun functie frequent contact hebben met rondhangende19 jongeren. Een uitzondering is Erik (13a), die als supporter onderdeel uitmaakt van de harde kern van een Gelderse betaalde voetbalclub. Een deel van de straatjongeren is ook uitgaander. Een groot verschil tussen de uitgaanders en de straatjongeren is dat het accent bij de straatjongeren meer ligt op het alledaagse leven in de eigen woonomgeving. In totaal worden er vier netwerken van straatjongeren in deze Tendens beschreven. Straatjongeren in de Achterhoek Jerry (1a) kent een groep jongeren uit een dorp in de Achterhoek. De groep kwam tot voor kort regelmatig samen in het jongerencentrum. Na een aantal incidenten mogen ze hier niet meer komen. Nu wordt er op straat of op overdekte plaatsen verzameld. Incidenteel gaan de jongens naar een hardhouse party. Overdag gaan de meesten via het leerlingwezen naar school. Het dorp zal volgens Jerry waarschijnlijk altijd de plaats blijven waar ze blijven wonen. Studeren in de stad is voor deze jongeren niet weggelegd. Meiden zijn in de minderheid, veelal zijn ze de vriendin van één van de jongens. Over het drugsgebruik van meiden zijn de jongens stellig: “Jongens gebruiken drugs, vrouwen niet. Dat ziet er niet uit, je doet dat gewoon niet als vrouw en zeker niet als vriendin zijnde van één van ons. Drank is voor de meiden akkoord, maar niet in te grote hoeveelheden en geen bier.” (Citaat jongere, Jerry 1a, veldwerker, t3)
19
Rondhanggedrag wordt veelal als een arme vrijetijdsbesteding en als opmaat voor meer problemen gezien. Vaak wordt het in verband gebracht met jeugdbendes en criminaliteit. Deze kijk op rondhangen is eenzijdig en dus beperkt. Rondhangen vervult voor veel jongeren een belangrijke functie, die los staat van criminaliteit of ander problematisch gedrag. Rondhangen betekent het toe-eigenen van een ruimte om samen met gelijkgezinde jongeren onder elkaar en buiten het bereik van volwassenen te zijn. (Junger, Vinken, van der Laan, Diepstraten en van den Akker 1998).
31
Naast de groep jongeren in dorp A (1a) heeft Jerry (1b) ook contact met een groep jongeren in een nabijgelegen dorp (dorp B). Deze jongeren zijn jonger en minder extreem in het gebruik van drugs dan de jongeren uit dorp A. Het zijn schoolgaande, thuiswonende jongeren die graag samenscholen op straat. Daar praten ze met elkaar en soms drinken ze wat of blowen ze stiekem. Op zijn tijd worden ze, waar ze rondhangen, door de politie weggestuurd. In het weekend gaan ze naar het jongerencentrum. De oudere jongeren bezoeken soms ook een regionale discotheek. Straatjongeren in de stad Stefano (6a) is veldwerker in Arnhem, waar hij contact heeft met een groep jongens. De dagbesteding van de jongeren bestaat uit werken, of naar school gaan en vervolgens de rest van de dag, in weer en wind, buiten samen ‘hangen’. Het samen blowen, relaxen en ‘chillen’ geeft ze rust. Ze voelen een grote druk om te presteren voor een goede maatschappelijke toekomst. In het weekend is het ‘partytime’. In de zomer verzamelen ze bij het water om te vissen en drugs te gebruiken. Steeds vaker wordt er een party bezocht (eens in de twee maanden), liefst hardstyle20. Bij een party en tijdens het vissen zijn alleen mannen aanwezig. “Meiden moeten een zekere afstand houden. Zij moeten zich bewust zijn van hun positie. Geen grote mond geven, want dan worden ze afgebrand. Meiden komen wel bij de groep, maar blowen niet of veel minder. Op één uitzondering na dan. Een meisje blowt veel en neemt geregeld een lijntje. Dit vinden de jongens wreed, omdat het niet past in het beeld van een vrouw. Ze willen niet dat hun vriendin dit ook doet, want dat vinden ze voor een vrouw te junkerig.” (Stefano, veldwerker, 6a, t2)
De harde kern De harde kern van een Gelderse betaalde voetbalclub waar Erik (13a) deel van uitmaakt wijkt af van de groep straatjongeren. De leden van de harde kern zijn ouder en hebben een gevarieerdere achtergrond. Erik kent een groot deel van de harde kern. Regelmatig valt er door een stadionverbod tijdelijk iemand af. Na het stadionverbod komen ze weer terug, want voetbal is alles voor deze supporters. De harde kern staat niet goed bekend en dat vinden ze positief. Recentelijk zijn diverse leden opgepakt in verband met een actie tegen andere supporters. Deze mannen krijgen hierdoor veel respect van de andere leden. De leden zijn trots op deze incidenten. Een stadionverbod is vervelend, maar geeft wel status. 20
Een mix van techno en gabber, gekenmerkt door harde en snelle basdreunen.
32
In hun kledingkeuze zijn ze conservatief. De meeste jongens dragen bomberjacks, een strakke spijkerbroek en sportschoenen. T-shirtjes van de club zijn uit den boze. Soms draagt iemand een club-sjaaltje. Leden van de groep zijn het liefst onherkenbaar als fan, ze willen niet als zodanig opvallen bij de politie of tegenstander. Tijdens het uitgaan komt Erik regelmatig ook andere jongens tegen. Ze dragen dan wel trendy kleding. Er is een soort van ‘voetbaloutfit’ en ‘uitgaansoutfit’. Een deel van de groep is afkomstig uit de dancescene. Op sommige houseparty’s komt het wel eens tot een confrontatie met andere supportersgroepen.
3.2.3
Cluster Probleemjongeren
Het derde en laatste cluster zijn de probleemjongeren. De scheiding tussen straatjongeren en probleemjongeren is soms arbitrair. Sommige straatjongeren kunnen zich tot probleemjongeren ontwikkelen of zitten hier dicht tegenaan. Uit de literatuur blijkt dat er geen eenduidige definitie van probleemjongeren bestaat (Groot en Kunst, 2004). Terugkerende elementen bij definities rondom probleemjongeren zijn problemen op de leefgebieden school, werk, gezin, psychosociale problematiek, vrije tijd, middelengebruik en criminaliteit (o.a. Bieleman e.a., 2002 ). De vier netwerken van probleemjongeren worden vertegenwoordigd door een welzijnswerker, twee veldwerkers en een winkelier21, die vanuit hun professie vrijwel dagelijks contact hebben met deze jongeren. Deviante jongens Wally (19a), die nieuw is in het panel, heeft vanuit zijn functie als welzijnswerker contact met een groep deviante jongens. De groep herbergt verschillende etniciteiten: Antillianen, Surinamers, Marokkanen, Nederlanders en Egyptenaren. Wally heeft de jongens zien opgroeien en beschrijft de groep als een ‘kleine bende’. Iedereen is bekend bij de politie. Een groot deel houdt zich met diefstal bezig. Sommigen hebben hiervoor ook vast gezeten. De Antilliaanse jongens zijn gespecialiseerd in dealen, zij zeggen ook ‘als school en werk mislukt, dan is er altijd nog de coke’. Veel jongeren komen uit eenoudergezinnen, waarbij verslavingsproblematiek binnen het gezin speelt of ze hebben ouders met criminele activiteiten. Ouders sluiten soms de ogen voor het gebruik van zoonlief of interesseren zich niet in hetgeen hun zoon doet en gebruikt.
21 In Tendens 2003 werd de term ‘buurtkenner’ gebruikt. Aangezien de omschrijving buurtkenner onduidelijkheid opriep, is er voor gekozen om deze term te vervangen door winkelier.
33
De school wordt op een uitzondering na niet bezocht. Werken is er ook niet bij. Muziek speelt een belangrijke rol, vooral gangstarap22 en urban zijn populair. Dagelijks verzamelen de jongens zich ’s avonds op straat of bij iemand thuis om te ‘chillen’. In het weekend wordt er incidenteel een uitgaansgelegenheid bezocht. Jongeren uit een achterstandswijk Fred (8a) is winkelier en heeft veel contacten met een groep jongeren in een achterstandswijk in Nijmegen. Veel van deze jongeren zijn zonen van zijn vrienden. Vroeger was het voor deze jongens altijd hangen en niks doen. Totdat op een zeker moment één van de jongens een baantje vond en met geld kon hij doen wat hij wilde (veel ‘zuipen’ en cocaïne bekostigen). Dat vonden de andere jongens prachtig en een groot deel ging eveneens werken. Voor veel van hen was werken zwaar en te vermoeiend, het werd niet vol gehouden. Nu zijn de jongens weer terug bij af en een illusie armer. De straat is ingeruild voor het huis van één van de ouders, die praktisch nooit thuis is. Soms gebeurt het dat ze op vrijdagmiddag dronken op de bank zitten als de betreffende ouder thuis komt. De rest van de dag is het rondrijden op de scooter met een flinke joint op de lip. De jongens komen regelmatig in het buurtcafé waar de ouders ook zijn. In dit café kunnen ze lekker ‘meezuipen’ met pa. De vaders laten zich hier vol lopen en zijn regelmatig op de wc te vinden om cocaïne te snuiven. Sommigen krijgen van hun vader wel eens wat coke toegestopt. “De ouders vinden het lastig om met hun kinderen om te gaan. Er wordt erg weinig naar de kinderen omgekeken. Soms weten ze niet wat ze moeten doen. Zeggen dat ze geen drugs mogen gebruiken helpt niet, want dat doen ze zelf in nog grotere mate. Een deel zal zijn vader achterna gaan en terecht komen in de criminaliteit.” (Fred, winkelier, 8a, t3)
Zwerfjongeren Wil (10a) heeft als veldwerker contact met een vijftigtal zwerfjongeren23. In de winter ontmoet ze deze jongeren voornamelijk in een coffeeshop en zomers ook in parken. Zwarte kleren, piercings, tatoeages, ‘dreads’ of wild haar met veel gel 22
Gangstarap is een onderdeel van de muziekstroming rap, afkomstig uit de getto's van grote Amerikaanse steden. De teksten zijn vaak seksistisch en gewelddadig en gaan over de moeilijke leefomstandigheden in de getto's, het leven in bendes, geweld en drugs. Binnen de Gangsta-rap zijn drie richtingen: de Westcoast, Eastcoast en Dirty South. Deze namen refereren naar de oorsprong van de stromingen. 23
Zwerfjongeren zijn jongeren tot 25 jaar met meervoudige problemen, die dakloos zijn op zonder ouders in een opvang verblijven (definitie Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport). In de provincie Gelderland zijn er naar schatting drie- tot vierhonderd zwerf- en thuisloze jongeren. De meeste van deze jongeren zijn te vinden in Arnhem en Nijmegen (Algemene Rekenkamer, 2004).
34
zijn kenmerkend. Soms verliest ze een paar jongeren uit het oog, maar altijd is er weer nieuwe aanwas. Deze aanwas lijkt steeds jonger te worden, de problematiek blijft echter onveranderd. Ze hebben financiële problemen, schulden en veelal een problematisch verleden. “De doorstroming naar andere hulpverleningsinstellingen verloopt moeizaam. De instellingen zitten niet te wachten op deze zwerfjongeren. Ze hebben een grote kans op terugval en een dermate complexe problematiek. De instellingen werken liever met cliënten waar hoop is op ‘herstel’. Daar kun je mee scoren, want elke instelling wordt tegenwoordig afgerekend op scoren.” (Wil, veldwerker, 10a, t2)
Jongeren met meervoudige problematiek In een middelgrote stad in Gelderland werkt Adriaan (3a) als veldwerker. Een deel van de jongeren waar hij mee werkt is qua problematiek enigszins vergelijkbaar met de zwerfjongeren, waar Wil (10a) meewerkt. Een aantal volgt onderwijs (ROC) of werkt als productiemedewerker. De samenstelling van de groep jongeren wisselt sterk. Om de twee jaar heeft Adriaan te maken met een nieuwe groep jongeren. Sommige jongeren vallen uit het traject onder andere door hechtenis of excessief middelengebruik. Anderen zijn meer succesvol en starten een opleiding, vinden een huis en werk. Uitgaan doen deze jongeren weinig, ze komen wel in een coffeeshop.
3.3
Alcohol en drugs
In deze paragraaf worden de resultaten van de panelstudie naar middel beschreven.
3.3.1
Alcohol
Uitgaanscircuit “Met een vriendengroep van 25, voornamelijk jongens, bezoeken we bijna alle punk- en popfestivals in Nederland. Lowlands en Pinkpop zijn de bekendste. Weken van tevoren beginnen we al met de voorbereiding. Daar hoort ook het inslaan van bier bij. Vijfentwintig man betekent zeshonderd blikjes bier en dan wordt er op het festivalterrein ook nog bier gekocht. Want zonder bier is het geen feest. ‘s Ochtends op het festival wordt er nog wel een bakje koffie gedronken, maar daarna is het bier en nog eens bier. Dertig glazen per dag per persoon is nog een inschatting aan de lage kant en is het geen bier, dan is het whisky of wodka. Alcohol neemt de remmingen weg en je krijgt er goede ideeën van. Je gaat gek doen en dus lol maken.” (Billy, metal, 16a, t2)
35
Aan alcohol worden nog al wat positieve verwachtingen gekoppeld. Het zou het samenzijn leuker maken en de sfeer en gezelligheid verhogen. Mogelijk dat om deze redenen alcohol het meest populaire middel is. Drinken is veelal gekoppeld aan uitgaan. “Op doordeweekse dagen is het hard werken en wordt er bijna geen alcohol gedronken. In het weekend kunnen we ontspannen. Alcohol hoort daarbij. Zonder alcohol komen we niet in de stemming en is het minder gezellig. Drink je niet dan is de hele avond verloren, dat is zonde. We kennen veel mensen en maken met iedereen een praatje. Daar hoort een biertje (30 glazen per avond!) bij.” (Juriaan, høker, 4b, t3)
Als er gedronken wordt dan is dit veelal een forse hoeveelheid per keer. Tien tot dertig glazen op een avond zijn in veel netwerken geen uitzonderingen. ‘Zuipen’ gebeurt vooral in de kroeg of op een (illegaal) festival. Op danceparty’s wordt overwegend minder gedronken. Alcohol maakt sloom en met alcohol alleen is het moeilijk om de hele nacht vol te houden. Het gebruik van ecstasy is een andere reden waarom er minder alcohol wordt geconsumeerd. Als er speed of cocaïne wordt gebruikt, dan wordt er juist weer meer alcohol gedronken. Een hoge alcoholconsumptie betekent niet meteen dat iedereen aan het eind van de nacht ‘kotsend en wankelend’ de horecagelegenheid verlaat. Uitzondering op deze regel zijn de høkers: zij laten zich regelmatig vollopen tot kotsen toe. De alcoholkeuze verschilt wel eens per avond, maar bier blijft de meest populaire drank. Bier wordt vooral gedronken in høkers-, metal- en hardcore netwerken. Breezers worden vooral door een jong publiek geconsumeerd. Door een tegenvallende verkoop zijn de Breezers in diverse gelegenheden uit het assortiment gehaald. Smirnoff ice en mixjes als bacardi-cola, malibu-cola en wodka-Red Bull zijn nu populair. Verassend is de populariteit van Coeberg bessen, een drankje dat jaren een stoffig imago had in de meeste gelegenheden. Op urban avonden doen de dure sterke dranken het erg goed bij allochtone jongeren. “Op urban avonden in verschillende discotheken komen veel Antilliaanse en Afrikaanse jongeren. Deze jongeren zijn meer gericht op vrouwen versieren en dansen en minder op zuipen. Bier wordt bijna niet gedronken op een urban avond. Wat je wel ziet is dat groepjes stappers een fles whisky koopt. Stijlvol en relaxt overkomen is belangrijk. Whisky geeft meer status dan bier.” (Agent Arnhem, 23a, t3)
36
In twee netwerken (tekno en metal) wordt op bescheiden schaal geëxperimenteerd met Absint24. Straatjongeren en probleemjongeren Het alcoholgebruik van deze jongeren is net als de uitgaanders vooral geconcentreerd rond het weekend. Ze drinken niet dagelijks, want daarvoor is alcohol te duur. Veel jongens hebben weinig geld en als ze drinken dan willen ze ook meteen ‘zuipen’. Hierin verschillen deze jongeren niet van de uitgaandersnetwerken, uitgezonderd de dancenetwerken waar stimulantia wordt gebruikt. Ze drinken bij het vissen, op een party of in het jongerencentrum. Op straat wordt, volgens de veldwerkers, incidenteel alcohol gedronken. De voetbalsupporters onderscheiden zich van de andere straatjongeren. Zij zijn ouder, hebben meer geld te besteden en drinken ook meer door de week.
3.3.2
Hasj en Wiet
Uitgaanscircuit In elk netwerk wordt hasj of wiet gerookt. We onderscheiden drie gebruikerspatronen: diegene die experimenteert, de gelegenheidsblower en de frequente blower. In het netwerk van Juriaan (4b) blijft het gebruik van hasj of wiet beperkt tot experimenteren. Een keer uitproberen en daar moet het dan ook echt bij blijven. “Niemand blowt regelmatig. Een keer hebben we het uitgeprobeerd. Niet in Heaven natuurlijk, want dan word je er meteen uitgezet. Frequent blowen past niet binnen de cultuur van de Achterhoek. Bij ons is alcohol het sociale smeermiddel.” (Juriaan, høker, 4b, t3)
In dancenetwerken komt het tweede gebruikspatroon (gelegenheidsblower) vaak voor, met uitzondering van een enkeling die dagelijks voor het slapen gaan blowen. Blowen doe je hoofdzakelijk met vrienden samen. Redenen, die ze hiervoor geven zijn onder andere: sfeer, gezelligheid of als downer na het gebruik van stimulerende middelen. 24
Het drinken van absint beleefde rond 1900, met name in Frankrijk, zijn hoogtepunt. In Nederland werd onder grote druk van de drankbestrijders in 1909 de absintwet aangenomen. De productie en verkoop van absint werd vanwege de risico's verboden (Louter, 1996). In juli 2004 is na een proces van twee slijters door de Amsterdamse rechtbank de Absintwet buiten toepassing gesteld voor producten die voldoen aan de norm die is vastgelegd in de Europese regelgeving en de Nederlandse Warenwet. Dit betekent dat als de drank minder thujon (werkzame stof) bevat dan de voor een bitter (als absint) toegestane hoeveelheid (35 mg/ kg) er geen sprake is van een strafbaar feit (Uitspraak Rechtbank Amsterdam op 23 juli 2004 in de Zaaknummer:13/086066-03)
37
“Op zaterdag zitten we vaak eerst bij iemand thuis. Gezellig samen drinken en blowen, want blowen is een sociaal gebeuren. Het maakt het samen zijn meer bijzonder en iedereen wordt er wat vager en meliger van.” (Rosa, dance, 2a, t2)
Het derde gebruikspatroon (frequent blowen) komt voor in metal, tekno en hardhouse netwerken. Er wordt dagelijks tot bijna dagelijks hasj of wiet gebruikt. Om te ontspannen, te slapen of het wordt als downer na stimulerende middelen gebruikt. In tegenstelling tot diegene die experimenteert is het blowen hier ingebed in het dagelijkse leven. Blowen gebeurt, door de frequente blower, ook tijdens het uitgaan. Uitgaan is voor deze groep het bezoeken van party’s of festivals. In tegenstelling tot de reguliere horeca wordt hier geen probleem gemaakt van het blowen. Feitelijk wordt het dagelijkse gebruikspatroon tijdens het uitgaan voortgezet. “Er is altijd en overal wiet. We blowen de hele dag door van ’s ochtends tot ’s avonds. Een duidelijk reden om te blowen hebben we niet, het is een gewoonte geworden. Blowen is erg relaxt: onder invloed, maar niet de weg kwijt.” (Stuffan,tekno, 17a, t3)
In de club of in het café wordt weinig hasj of wiet gebruikt, omdat in veel Gelderse uitgaansgelegenheden blowen niet toegestaan is, wordt er minimaal geblowd. Er zijn echter gelegenheden waar niks gezegd wordt als er binnen wordt geblowd, mits het niet te opvallend gebeurt. Met name tijdens de urban nights in Royal (11a) wordt er nog wel eens een oogje dicht geknepen. Ondanks het verbod constateren politieagenten en de gastheren René (9a) en Charly (12a) dat cannabis het meest in beslag wordt genomen bij de deur. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat de coffeeshop eerder sluit dan de horecagelegenheid. Bezoekers die wat gekocht hebben voor het weekend lopen dan ook kans dat het in beslag genomen wordt. Straatjongeren Ook de straatjongeren blowen frequent (derde gebruikspatroon). Wiet wordt meer dan hasj gerookt en is zeer populair bij deze jongeren. Wiet maakt meer stoned, hasj meer high. Al zijn niet alle panelleden deze mening toegedaan. Daarnaast is wiet over het algemeen goedkoper dan hasj. Met name de oudere straatjongeren blowen veel. De straatjongeren onder de achttien jaar uit het dorp B doen het rustiger aan. Als zij willen blowen, zijn ze aangewezen op oudere jongeren die voor hen in de coffeeshop wiet willen meenemen. Rond het blowen hangt bij de groep uit dorp B nog wat stiekems.
38
“Je ziet niemand van deze jongeren in het openbaar met een joint. Ze weten dat de oudere bewoners uit het dorp geen onderscheid maken tussen een joint op de lip of een spuit in de arm. In beide gevallen ben je de junk van het dorp. Dit willen ze niet, omdat ze waarschijnlijk ook de rest van hun leven in het dorp blijven wonen.” (Jerry, veldwerker, 1b, t3)
Het gebruik van wiet is bij een deel van de oudere straatjongeren extreem. Zeker bij de jongens die problemen hebben (geen werk, geen opleiding en/ of problemen thuis). Wiet is altijd en overal aanwezig. Het gebruik heeft soms een duidelijke functie om te ontspannen en te ontsnappen aan het dagelijks gebeuren. “Een deel is veel meer gaan blowen. ’s Avonds en in het weekend zijn ze stoned. De toename van het gebruik komt door de onvrede die er is. Ze hebben geen eigen plek thuis, niet op school en ook niet in de maatschappij. Sommigen hebben problemen met justitie. Als ze onder elkaar zijn voelen ze zich op hun gemak en geeft wiet hen nog even dat extra zetje van het speciale.” (Stefano, veldwerker, 6a, t3)
Maar speciaal of niet, blowen is uiteindelijk niet de oplossing. Degene die werk hebben gevonden, merken dan pas hoe duf ze kunnen worden van meerdere joints per dag. Probleemjongeren Wiet is ook voor de probleemjongeren het belangrijkste middel. Er wordt dagelijks geblowd, het liefst de hele dag door. Wiet is de dagelijkse gangmaker, onder het mom: ’een blow in de morgen is een dag zonder zorgen’. “Ze hebben het middel nodig om relaxed te worden, maar sommige gebruiken zoveel dat ze niet zien dat ze door het vele gebruik angstig en depressief kunnen worden. Goed inzicht in de risico’s van het vele blowen hebben ze niet.” (Wil, veldwerker, 10a, t2)
Fred (8a) constateert dat werk een positieve invloed heeft op het gebruikspatroon. Sommige jongens die een baan kregen, moesten vroeg opstaan en merkten dat veel blowen en werken niet goed samen gaan. In die periode werd er aanzienlijk minder wiet gebruikt. Helaas was het maar tijdelijk werk en zijn ze weer terug bij het oude gebruik.
39
3.3.3
Ecstasy
Het uitgaanscircuit In elk netwerk, met uitzondering van de høkers (4b), wordt ecstasy gebruikt. Het is een breed gebruikt middel, dat niet in elk netwerk dezelfde prominente plaats in neemt. In dance netwerken is ecstasy erg populair. Het ‘feel good’ gevoel, één worden met de muziek en de stimulerende werking spelen hierbij een belangrijke rol. Ecstasy is in deze netwerken altijd gekoppeld aan housemuziek. Bij het bezoeken van een club of party wordt niet zelden een pilletje geslikt. Ook bij de hardere housevarianten, zoals tekno en hardhouse, is ecstasy een belangrijk middel. Alleen hier wordt de ‘serotonine kick’ (bewustzijnsveranderende effect) niet door iedereen gewaardeerd. Speed voert hier de boventoon. De panelleden constateren dat ecstasy niet altijd per definitie gelijk staat aan pillen. MDMA poeder (ecstasy in poedervorm) is in bijna elk netwerk verkrijgbaar. Duurder dan pillen25, maar het wordt meer gewaardeerd. Rosa (2a) legt uit waarom: “Een van onze vrienden heeft uit Amsterdam MDMA poeder meegenomen. Dat was echt super! Poeder geeft niet zoveel rushes als pillen. Het is minder speedy. De roes is gelijkmatiger en daarmee prettiger.” (Rosa, dance, 2a, t2)
In het netwerk van Billy (16a) is ecstasy zelfs in kristalvorm beschikbaar. MDMA kristallen staat in aanzien hoger dan MDMA poeder. Straat- en probleemjongeren Ook bij de straat- en probleemjongeren is het gebruik van ecstasy vooral gerelateerd aan house en uitgaan, maar er zijn uitzonderingen. Een paar jongens gebruikt ecstasy niet alleen met uitgaan, maar ook doordeweeks. Ze hebben geen werk en geen andere verplichtingen. Met ecstasy kunnen zij dan ontspannen en alle zorgen tijdelijk op zij zetten. Van alle harddrugs is ecstasy vaak de eerste drug waarmee geëxperimenteerd wordt. De eenvoudige verkrijgbaarheid, lage prijs en het positieve imago speelt hierbij een rol. “De jongeren hanteren een drugsschaal. Alcohol is het minst erg. Dan volgt wiet, paddo’s en vervolgens ecstasy. Ecstasy heeft een relatief onschuldig imago, ze zien het middel niet als een harddrug.” (Jerry, veldwerker, 1b, t3)
25
Zie bijlage D: ‘Prijzen en Straattaal’
40
Cocaïne heeft een hogere status, maar het middel is te duur om het regulier te nemen. Ecstasy lijkt dan meer binnen handbereik. De verschillende verschijningsvormen van ecstasy zijn niet alleen voorbehouden aan de netwerken van het uitgaanscircuit. Ook in enkele netwerken van straatjongeren is MDMA poeder in omloop.
3.3.4
Speed
Het Uitgaanscircuit Speed is niet zo populair als ecstasy. Het komt in minder netwerken voor. In netwerken waar cocaïne een belangrijke rol speelt (urban en dance), is speed niet populair. Speed wordt in deze netwerken vaak geassocieerd met slapeloosheid en negatieve effecten als tandenknarsen. Ook wordt het middel in verband gebracht met hardhouse. Dit wordt bevestigd door het gebruik van speed in twee hardhouse netwerken waar speed de belangrijkste drug is. Hetzelfde geldt voor de metal en tekno scenes. Speed is populair, omdat het goedkoop is (vier tot vijftien euro per gram), een lange werkingsduur heeft en sterk stimulerend werkt. Speed geeft een adrenalinekick, zoals geen enkele andere drug heeft. “Een festival is slopend, zeker met zoveel alcohol. Na een snuif kan je er weer goed tegen aan. Speed geeft ook een kick. Vergelijkbaar met een achtbaanrit die tien keer harder gaat dan de python in de Efteling.” (Billy, metal, 16a, t2)
Speed snuiven verdient meestal de voorkeur boven slikken, omdat de effecten bij snuiven korter duren. Het nadeel van slikken is namelijk dat je nog ‘strak kan staan’, terwijl het feest al over is. Bij snuiven begint de speed sneller te werken en is het eerder uitgewerkt. Panelleden geven aan dat het gebruik zo beter controleerbaar is. De snuivers gebruiken per gelegenheid veel speed. Er wordt gesproken van een halve gram tot meerdere grammen per weekend. Speed is synoniem aan poeder. Echter in een netwerk (metal) zijn speedkristallen opgedoken. De kristallen zijn wit, doorzichtig en keihard. Volgens het panellid hebben de kristallen de werking van kwalitatief goed speed in poedervorm. Straatjongeren Alleen bij de jongeren uit dorp A (1a) is speed populair. Het gebruik van speed beperkt zich bij deze groep tot het weekend. De jongens vinden speed veiliger dan cocaïne. Zij zeggen dat speed, in tegenstelling tot cocaïne, een natuurlijke begrenzing heeft, omdat je er op een gegeven moment genoeg van hebt. Speed
41
is ook betaalbaar. In een weekend worden er één tot twee lijntjes gesnoven. Op een party daarentegen wordt er gesnoven tot de speed op is. “Speed hoort bij een party. Is het middel uitgewerkt dan is de avond minder leuk. Je voelt je dan slap en moe. Daarom neem je nog een lijn. Er wordt wel rekening gehouden met de werkingsduur, want ze moeten ook nog naar huis en niet alle ouders weten dat ze speed gebruiken.” (Jerry, 1a, veldwerker, t3)
In de andere netwerken van straatjongeren is het gebruik van speed zeer beperkt. Speed wordt gebruikt door de Arnhemse straatjongeren (6a), maar cocaïne heeft de voorkeur. Hetzelfde geldt voor de voetbalsupporters (13a). “Het is één en al cocaïne wat de klok slaat. Speed vinden ze troep en is ook bijna niet te krijgen.Van speed weten ze dat ze niet kunnen slapen. Ieder moet wel weer werken als het maandag is.” (Erik, supporter, 13a, t2)
Probleemjongeren Bij de probleemjongeren is speed alleen populair bij de jongeren waar Adriaan (3a) mee werkt. Een deel van deze jongeren probeert het gebruik tot het weekend te beperken, maar dit lukt meestal niet. Ze kunnen moeilijk weerstand bieden zodra het aanwezig is.
3.3.5
Ephedra
Energizers nemen in geen enkel netwerk een centrale rol in. De middelen worden voornamelijk gebruikt als ‘gezond’ alternatief voor harddrugs of om de werkdag na een lang weekend door te komen. De tot voor kort bij de smartshop verkrijgbare ephedra was het meest populair. Samen met de hallucinogenen paddestoelen zorgt ephedra voor de grootste omzet. In april 2004 werd echter besloten om de verkoop van producten waar ephedra (of ephedra extract) in zit te verbieden26. Het product is nu (officieel) alleen nog te koop op doktersrecept bij de apotheek. Dit betekent een gevoelige financiële klap voor de smartshop branche. “Financieel heeft dit grote gevolgen. De smartbranche wendt alle creativiteit aan om de inkomstenderving goed te maken. Een voorbeeld hiervan is de Super Cap Extreme. Deze heeft nagenoeg hetzelfde uiterlijk als de populaire Ephedra Super Cap. Het verschil is dat er nu geen ephedra, maar cafeïne inzit.” (Michael, smartshop, 5a, t3)
26
Sinds 6 april 2004 geldt in Nederland een verbod om producten die ephedra bevatten vrij te verkopen. In eerste instantie zou het verbod pas gaan gelden vanaf juli 2006. Minister Hoogervorst van Volksgezondheid heeft mede door internationale druk de overgangstermijn om ephedra uit de smartshop te halen sterk verkort.
42
Ondanks het verbod wordt er in sommige netwerken toch nog ephedra gebruikt. Zij kopen de ephedra illegaal via internet of bij vitamineshops27. De eigenaar van de smartshop (5a) verkoopt geen ephedra meer. Zijn assortiment wordt minimaal één keer per jaar doorgelicht door de Keuringsdienst van Waren. Om de klap op te vangen heeft hij zijn assortiment verbreed. Gebruiksartikelen als pijpjes, sealtjes28, weegschalen en versnijdingmiddelen vormen een steeds groter deel van de omzet.
3.3.6
Cocaïne
Uitgaanscircuit De populariteit van cocaïne blijft onverminderd groot. Diverse panelleden zien zelfs een toenemend gebruik van cocaïne in zijn of haar netwerk. Met name rond de zomerperiode, en rond kerst en nieuwjaarsdag wordt er meer cocaïne gebruikt. “Eind december is het topdrukte. Mensen willen van deze feestdagen wat bijzonders maken en hebben hier extra geld voor over. Ook in de zomer heb ik het drukker. Zomers zijn de dagen langer en wordt er meer alcohol gedronken. Mensen zitten vaker op een terras. Alcohol doet de zin naar coke stijgen, dus bellen ze mij.” (Jeffrey, dealer, 14a, t3)
Ook de gastheren (9a en 12a) treffen de laatste jaren steeds vaker cocaïne aan bij bezoekers. De politie in Nijmegen neemt bij het in bezit hebben van sealtjes, leeg of niet, de betreffende persoon mee naar het bureau. Tevens wordt er een melding van gemaakt. Wordt men nog een keer betrapt met cocaïne dan volgt een sanctie. Hiermee geeft de Nijmeegse politie aan de gebruiker een signaal af, dat het gebruik van cocaïne geen normaal verschijnsel is. Sommige horecaondernemingen proberen door middel van het treffen van voorzieningen het cocaïnegebruik in de horecagelegenheden terug te dringen. "Om het cocaïnegebruik binnen onze bar-dancing zoveel mogelijk tegen te gaan hebben we verschillende maatregelen getroffen. Overal hangen camera’s en op de wc hebben we twee ventilatiesystemen geplaatst. Ook zijn er zijn in de buurt van de toiletten blacklights opgehangen. Restjes van cocaïne op het lichaam zijn in dit licht goed zichtbaar.” (René, gastheer, 9a, t3) 27
Sinds april 2004 ephedra illegaal is geworden, is bij het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC) nog geen afname van het aantal blootstellingen aan ephedra te meten; in het eerste half jaar van 2004 werd bij het NVIC meer dan 60 keer informatie gevraagd over ephedra. In 2003 werd het NIVC meer dan 100 keer gebeld door artsen die werden geconfronteerd met een patiënt die gezondheidsklachten ontwikkeld had door gebruik van ephedra. Dit lijkt er op te duiden dat ondanks het verbod, ephedra nog steeds verkrijgbaar is (www.rivm.nl, 2004). 28
Wikkeltjes waar cocaïne in verpakt kan worden.
43
Het gebruik van cocaïne concentreert zich vooral in cafés, clubs en thuis en minder op danceparty’s. Na een inventarisatie uit de netwerken blijkt, dat cocaïne om de volgende redenen te worden genomen: •
“Cocaïnegebruik is makkelijker te verbergen tijdens het uitgaan. Je raakt niet van het padje, je blijft redelijk nuchter en het geeft weinig uiterlijke kenmerken van gebruik.”
•
“Met cocaïne kan je goed socialiseren. Cocaïne geeft ontspanning, maakt praatziek of is soms meer filosofisch. Er vinden diepgaande gesprekken plaats onder invloed van cocaïne.”
•
“Door de stimulerende werking van cocaïne is een lange stapavond makkelijk vol te houden.”
•
“Cocaïne geeft een zelfverzekerend gevoel, een gevoel dat je de hele wereld aankunt.”
•
“Cocaïne zorgt voor net dat beetje extra, dat de dag of avond bijzonder maakt.”
•
“Cocaïne doet de zin naar seks toenemen. Cocaïne zorgt voor ontremmend gedrag wat zich kan vertalen in een behoefte naar vrijere seks.”
•
“Langdurig cocaïnegebruik maakt niet emotioneel labiel. Dit in tegenstelling tot ecstasy. Daarom zijn er diverse mensen overgestapt van ecstasy naar cocaïne.”
•
“Wie eenmaal de combinatie alcohol en cocaïne is gewend, wil bij zijn biertje zijn lijntje hebben.”
In een paar netwerken speelt cocaïne een marginale rol. Dit is bijvoorbeeld het geval in het netwerk van Juriaan (4b) die samen met vrienden de plattelandsdiscotheek bezoekt. Overmatig alcoholgebruik gaat hier niet gepaard met snuiven. Bovendien verkeert hij in kringen waar helemaal geen cocaïne wordt gebruikt. Dat cocaïne een marginale rol speelt kan ook komen door het imago van het middel. Met name in het tekno-, metal- en krakersnetwerk wordt cocaïne op één lijn gesteld met paranoia gedrag, grootheidswaanzin, claimend en egocentrisch gedrag. ‘Coke is voor de patsers’. Het past niet binnen de cultuur van alles met elkaar delen. Tenslotte geven diverse panelleden aan dat het middel lastig te hanteren is. Je hebt er als het ware nooit genoeg van. “Uit zelfbescherming wordt er nooit cocaïne voor het stappen geregeld. Hebben we coke dan moet het ook meteen op. Heeft iemand zin in coke, dan wordt er pas in het café wat geregeld. Consequentie van deze handelwijze is dat we het moeten doen met wat we krijgen. De kwaliteit is dus niet altijd even goed.” (Carolien, dance, 15a, t2)
44
Niet zo zuiver De kwaliteit van de cocaïne is in het begin van dit jaar erg slecht geweest. Het was erg moeilijk om aan goede cocaïne te komen. De strenge controle op Schiphol heeft hier mogelijk mee te maken. De lijnen via de ‘bolletjesslikkers’, die ik ken liggen ook al een tijdje plat. Ze durven het risico niet meer aan. De kans om gepakt te worden is te groot geworden. Veel cocaïne komt gewoon via de haven ons land binnen. De hoeveelheid die binnen komt is veel groter en het is minder risicovol. Krijg ik slechtere kwaliteit cocaïne dan krijgt de klant dit automatisch ook, want ik moet het nog versnijden om mijn winst te maken. (Vijfentwintig gram uitgekookte coke versnijdt Jeffrey met twintig gram inadol). Nu is het zo dat zelfs de cocaïne uit het buitenland niet altijd meer zuiver wordt aangeleverd. De ‘grote jongens’ versnijden de cocaïne en persen het vervolgens tot blokken. Hierdoor lijkt het zuiver. Soms zetten ze het teken van de schorpioen op een blok cocaïne. Dit teken staat voor de beste kwaliteit. Wij noemen dat ‘flex’. Maar dit is niet meer te vertrouwen. Helemaal lastig is het als de cocaïne versneden is met zogenaamde synthetische coke. Bij het uitkoken lijkt het de beste kwaliteit. Dit hoeft echter niet zo te zijn. Om dit te ondervangen maak ik altijd gebruik van een stevige gebruiker, die de kwaliteit eerst test. ‘Knalt’ de cocaïne niet goed, dan weet ik dat er synthetische coke is gebruikt. (Jeffrey, dealer, 14a, t2)
Straat- en Probleemjongeren De werking van cocaïne wordt sterk gewaardeerd. Het geeft een grote kick, zeker in combinatie met alcohol zorgt het voor een verhoogd zelfvertrouwen en geeft het een extra dimensie. Wie het kan betalen snuift cocaïne. Cocaïne heeft status, omdat de meeste jongeren het niet kunnen betalen. Want aan één snuif heb je niet genoeg, daarvoor werkt het middel te kort. Er wordt wel incidenteel gebruikt, bijvoorbeeld bij het vissen in de zomer of als er een restje cocaïne overblijft van een van de vaders. Op doordeweeks gebruik van cocaïne heerst een taboe. Daarvoor kennen de jongeren de voorbeelden uit de eigen omgeving te goed.
3.3.7
Gekookte Coke
Uitgaanscircuit Gekookte coke, de rookbare variant van (bewerkte) cocaïne, komt praktisch niet voor in het uitgaanscircuit. Gekookte coke wordt net als heroïne geassocieerd met ‘junks’. Er is een vrij strikte scheiding tussen het uitgaanscircuit en de ‘harddrugsscene’. In het netwerk van Wendy (20a) is op kleine schaal geëxperimenteerd met gekookte coke. Het is bij experimenteren gebleven omdat de risico’s groter waren dan de kick.
45
“We hebben met zijn vieren geëxperimenteerd met basen29. Zo hebben we een keer voor een paar honderd euro coke weggerookt. Voor de andere vrienden uit de groep hebben we dit verborgen gehouden. We zijn gestopt met basen, want het maakt je veel te gulzig. Op een gegeven moment zit je de base bij een ander weg te kijken en krijg je ruzie over de laatste restjes base.” (Wendy, hardcore, 20, t3)
Straatjongeren Ook bij de straatjongeren komt het gebruik van gekookte coke weinig voor. De (negatieve) beeldvorming van het middel is hier over het algemeen niet wezenlijk anders dan bij de uitgaanders. Erik (13a) kent een paar leden van de harde kern die thuis wel eens gekookte coke gebruiken. Ook Jerry (1a) kent een paar oudere jongens uit dorp A die coke basen. Deze jongens gaan niet naar school en hebben geen werk. Deze jongens hebben wat contacten met oudere gebruikers uit hetzelfde dorp. Dagelijks gebruik is niet aan de orde, dat kunnen ze niet bekostigen. Maar als ze het gebruiken is de rem weg, er wordt dan gebased tot het laatste bolletje coke op is. Probleemjongeren Het gebruik van gekookte coke komt in drie van de vier netwerken op bescheiden schaal voor. Het taboe op gekookte coke is minder groot dan voor heroïne. Al is gekookte coke een heel ander middel qua werking en effect dan snuifcocaïne het blijft in hun ogen een bewerking van snuifcocaïne, een middel dat wordt geassocieerd met de ‘happy few’. Heroïne wordt door een groot deel van de jongeren nog onterecht30 geassocieerd met spuiten. “Ik hoorde van vijf jongens dat ze de cocaïne als experiment ook wel eens gebased hebben. Ze hebben het dan over base in plaats van sosa. Basen heeft iets dubbels. Aan de ene kant is er een zekere mate van trots en willen ze graag vertellen dat ze gebased hebben. Anderzijds wordt basen geassocieerd met een junk. Als je daarin doorschiet, lig je eruit.” (Wally, welzijnswerker, 19a, t3)
Bij het 'basen' wordt de gekookte coke in een hasjpijpje of een waterpijp gerookt. Bij gebruik van een pijpje wordt bij wijze van filter vaak een metal screen, sigaretten- of sigarenas gebruikt. 29
30
In de loop van de jaren zijn gebruikers van heroïne minder gaan injecteren. In 2001 stond twaalf procent van alle heroïnecliënten van de Nederlandse ambulante verslavingszorg te boek als spuiter en tweeënzeventig procent als roker. (Laar e.a., 2003). Landelijk is dat zo dat het aantal spuiters daalt, maar in 1999 meldde de Grift in Arnhem, dat daar het aantal spuiters toe nam. Naast Arnhem zijn er ook vanuit Heerlen en Utrecht meldingen dat het aantal spuiters daar toeneemt. Spuiten heeft hier niet alleen betrekking op heroïne, maar ook op medicatie en cocaïne. (Selman, 2004)
46
Maar het blijft niet altijd bij experimenteren. Adriaan (3a) heeft te maken met een groter wordende groep jongeren die gekookte coke gebruiken. Op gekookte coke ga je harder, de kick is kort maar ontzettend heftig. Een deel van deze jongeren schiet door in hun gebruik.
3.3.8
Narcosemiddelen (anaesthetica)
GHB Het doseren van GHB is een lastige aangelegenheid. De dosis voor een gewenst of ongewenst effect ligt dicht bij elkaar. Alcohol versterkt het effect van GHB en kan er zodoende toe bijdragen dat de werking onvoorspelbaar is. Alcohol blijft de eerste keus in veel netwerken. Moet de keus gemaakt worden tussen veel alcohol drinken of GHB, dan verliest GHB. De horecamedewerkers hebben het idee, dat de populariteit van GHB in café of discotheek tanende is. Incidenteel vinden zij bij het opruimen nog wel eens een leeg GHB buisje, maar dat is minder dan een tot anderhalf jaar geleden. Ook agenten en gastheren geven aan, dat er bij de deur nog maar weinig GHB in beslag wordt genomen. Het blijft hooguit een indicatie voor afnemen gebruik, want gebruikers kunnen ook nieuwe trucs hebben om GHB naar binnen te smokkelen. “We ruiken nog wel eens aan parfumflesjes of er GHB inzit. Maar voor het overige is het niet te controleren. Door de vloeibare vorm van GHB kunnen mensen het ook via hun lenzendoosje mee naar binnen smokkelen.” (René, gastheer, 9a, t3)
Toch zijn er een aan dance gerelateerde netwerken waar GHB een zekere populariteit heeft. In deze netwerken wordt minder alcohol geconsumeerd en het gebruik is sterk gebonden aan een bepaalde setting. Het negatieve imago, dat GHB gelijk staat aan ‘coma’, geldt niet voor hen. Zij weten welke dosis nodig is voor het prettige effect. In deze netwerken speelt het gebruik van GHB zich af in een thuis setting, een stedelijke nachtgelegenheid of op een afterparty. De ontremmende werking werkt volgens sommige gebruikers erotiserend. Anderen roemen GHB vanwege de ontspannende en sociale eigenschappen. “Bij het afteren wordt er nog wel eens GHB gebruikt. Na een avond stappen, zit je thuis nog even bij elkaar en van GHB word je dan meer relaxt en ontspannen.” (Jaap en Suus, dance, 7a, t2)
GHB wordt weinig tot niet gebruikt in netwerken van de straat- en probleemjongeren. Onbekendheid met het middel is een belangrijke factor.
47
Ketamine Ketamine is moeilijk verkrijgbaar en wordt op zeer beperkte schaal gebruikt. Het middel geeft de gebruiker het gevoel zich in een andere dimensie te bewegen. De oriëntatie wordt verstoord, praten en bewegen gaat langzamer. Deze eigenschappen zorgen er voor dat het geen alledaags middel is, dat in een willekeurige club of café gebruikt kan worden. Gezien de uitwerking van ketamine moet je volledig op de omgeving kunnen vertrouwen. Dit kan alleen in een besloten settings, zoals een teknoparty, waar een ‘incrowd’ op afkomt. Alleen hier wordt nog wel eens ketamine gesnoven. Lachgas Een ander narcosemiddel dat recreatief gebruikt kan worden is lachgas. Lachgas geeft een sterk, maar kortdurend gevoel van euforie. Het lijkt net alsof je even dronken bent. Het gebruik van lachgas is zeer beperkt. In geen van de netwerken wordt er echt moeite gedaan om aan het middel te komen. Is het aanwezig dan is de kans groot dat er liefhebbers op afkomen. De laatste jaren is lachgas volgens politie en gebruikers moeilijk te verkrijgen. “Vroeger waren er op sommige houseparty’s in de binnenstad ballonnen gevuld met lachgas te koop. We hebben in de vergunning opgenomen dat dit niet meer mag.” (Agent Nijmegen, 22a, t3)
3.3.9
Tripmiddelen
Paddo’s Uitgaanscircuit Hallucinogene paddestoeltjes worden in een vijftal netwerken gebruikt. Het gebruik is zeer verspreid over de uitgaanssubculturen, van dance tot metal. Paddestoelen worden niet tijdens het uitgaan gebruikt. De meeste gebruikers vinden paddo’s niet geschikt voor feesten. Een paar keer per jaar worden er speciale ‘paddo avondjes’ georganiseerd (in het krakernetwerk vaker). Bij iemand thuis of op een rustige plek paddo’s genomen. De verkoop van paddo’s is een belangrijke inkomstenbron voor smartshops31. De smartshopeigenaar (5a) heeft verschillende soorten paddo’s in zijn assortiment. “De Psilocybe Cubensis en de Psilocybe Tampanenis, ook wel truffel genoemd, worden goed verkocht. De Tampanenis wordt met name afgenomen door dertig plussers. Misschien komt dit omdat de truffel een filosofische visuele trip geeft. De Cubenis is meer een wilde trip, deze wordt vooral gekocht door jongeren.” (Michael, smartshop, 5a, t2) 31 De Nederlandse Smartshops halen de helft van hun omzet uit hallucinogene paddestoelen (Essensie,2004)
48
Straat- en probleemjongeren Ook in de netwerken van straat- en probleemjongeren komt het gebruik van paddo’s voor. De wijze van gebruik verschilt niet van het uitgaanscircuit. Uitzondering zijn de zwerfjongeren waar Wil (10a) mee werkt. Zij gebruiken eens in de twee weken paddo’s. Dit gebeurt bij vrienden thuis of zomers in het park. LSD “LSD is een aparte drug en dat spreekt de teknoscene aan. LSD staat voor trippen en trippen hoort bij tekno. LSD geeft een andere ‘state of mind’, een andere kijk op de werkelijkheid. Tekno wordt zo intenser beleefd. LSD is dan ook redelijk makkelijk verkrijgbaar op de feesten, al zijn er veel slappe trips op de markt.” (Stuffan, tekno, 17a, t3)
LSD is geen gangbaar middel. Alleen in de illegale teknoscene en op privéfeestjes, van Billy (16a) en haar vrienden, komt regelmatig LSD gebruik voor. LSD is moeilijk verkrijgbaar en de kwaliteit van de trips varieert sterk. De meeste trips zijn te laag gedoseerd om het gewenste effect te bereiken. Het voordeel van LSD ten opzichte van hallucinogene paddestoeltjes is dat de trip gelijkmatiger en daardoor beter controleerbaar is. Ook geven Billy (16a) en Stuffan (17a) aan, dat LSD minder paranoïde maakt. Het middel kan daarom, in tegenstelling tot hallucinogene paddestoeltjes, gebruikt worden op een party waar veel mensen komen. Een nadeel van LSD is dat het herstel na een trip enige tijd kost.
3.3.10
Seksgerelateerde middelen
Viagra Viagra wordt op beperkte schaal gebruikt. In de horecagelegenheden wordt heel weinig Viagra aangetroffen. Een enkele bezoeker heeft volgens de gastheren nog wel eens een ‘blauw wybertje’ op zak. Gaat het om één of twee pilletjes dan mag de bezoeker deze houden, omdat het niet als verboden wordt beschouwd. In een enkel dancenetwerk experimenteren stelletjes met Viagra. Viagra komt volgens sommige panelleden ook van pas na gebruik van cocaïne. Daar waar Viagra wordt gebruikt lijkt het ook steeds normaler te worden. “Steeds meer mannen proberen Viagra. Natuurlijk niet op zondag bij de voetbalwedstrijd, maar wel op een stapavond of samen met de partner. De beeldvorming verandert ook. Je bent niet meer impotent als je Viagra bij je hebt, maar juist een handige vent.” (Erik, supporter, 13a, t2)
Naast Viagra zijn er nog andere middelen in omloop die als doel hebben om de seksuele prestaties te verbeteren. Charly (12a) signaleert naast Viagra van de
49
fabrikant Pfizer ook Kamagra of wel ‘Indische Viagra’. Kamagra wordt geproduceerd door een farmaceutisch bedrijf uit India dat de originele Viagra imiteert. Kamagra zit in een zilverenstrip met daarin vier blauwe tabletten, die op het oog enige gelijkenis vertonen met Viagra. Beiden zouden de zelfde werking moeten hebben. Kamagra is echter goedkoper. Michael (9a) mag in zijn smartshop geen Viagra verkopen, omdat dit valt onder de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening32. Toch krijgt hij regelmatig vragen van met name dertig plussers, die niet zozeer potentieproblemen hebben als wel op zoek zijn naar een andere seksuele ervaring. Voor deze consumenten heeft hij het product Libido Forte (40 euro voor 5 capsules) of producten op basis van Yohimbe. Poppers Het gebruik van poppers is zeer beperkt. Is het aanwezig dan wil het flesje nog wel eens rond gaan. Poppers worden in de netwerken niet gebruikt voor het seksuele effect, maar voor de korte ‘rush’ die het geeft. “Sinds het verbod op de verkoop van poppers in 2001 is het flesje een stuk duurder geworden. Heel soms heeft iemand het gekocht in de seksshop. Dan is het allemaal voor de gein snuiven, net zolang tot het flesje op is. Het maakt dan niet uit waar we zijn: thuis, in het café of van mijn part op de bowlingbaan.” (Carolien, dance, 15a, t2)
3.3.11
Heroïne
Het gebruik van heroïne wordt door geen enkel panellid van de uitgaandersnetwerken gesignaleerd. Heroïne blijft taboe. “Heroïne: nee! We doen raar maar, willen wel verantwoordelijk blijven. Van heroïne raak je aan de grond. Daarmee wil je echt niet betrapt worden, want dan krijg je een stempel opgeplakt.” (Billy, metal, 16a t2)
Ook in de kwetsbare netwerken van straat –en probleemjongeren geldt heroïne als een gevaarlijke drug. Alleen Adriaan (3a) kent twee jongeren die heroïne gebruiken. Hij verwacht, uit ervaring, dat ze op den duur naar de grote stad verhuizen. Ze hebben het dan verbruid in het stadje waar ze wonen. Bovendien zijn in de stad de voorzieningen (nachtopvang) beter en de ‘dope’ is op meer plaatsen verkrijgbaar.
32
In de Wet op de geneesmiddelenvoorziening (WoG) is de registratie van geneesmiddelen en de bereiding, distributie en kanalisering ervan geregeld. Het bereiden en afleveren van geneesmiddelen is uitsluitend toegestaan aan apothekers, apotheekhoudende artsen en vergunninghouders (fabrikanten en groothandelaren).
50
Heroïne, maar wie dan wel? In panelnetwerken wordt niet of nauwelijks melding gemaakt van heroïnegebruik. Toch blijkt uit regionaal onderzoek dat heroïnegebruik bij jongeren zeer beperkt voorkomt (zie hoofdstuk twee). Om meer inzicht te krijgen in het heroïnegebruik bij jongeren hebben we aan een drietal deskundigen gevraagd wat zij weten over het gebruik door jongeren en jongvolwassenen tot en met dertig jaar. Nijmegen: Bas (34 jaar), zelf heroïnegebruiker kent vijftien mannen onder de dertig jaar die heroïne gebruiken. De jongste is zeventien, de oudste dertig jaar. In vergelijking met een stad als Rotterdam valt het Bas op dat de jongste gebruikers van heroïne in Nijmegen ouder zijn. Heroïne is voor niemand een hoofddrug. Het wordt gebruikt om de trek van de gekookte coke te dempen. Heroïne werkt dan als een cooldown. Jongeren kiezen volgens Bas eerder voor gekookte coke, dan voor heroïne. Arnhem: ‘Slik’ (40 jaar), gebruikt heroïne en gekookte coke. Slik kent acht Arnhemse jongens en vier Arnhemse meisjes onder de dertig jaar die heroïne gebruiken. De jongste is achttien jaar, de oudste dertig jaar. Het gaat om Nederlanders, Antillianen, Turken en Surinamers. Een aantal zit op school of werkt, maar voor de meesten zijn deze bezigheden niet te combineren met het gebruik. Heroïne is voor niemand van deze twaalf jongeren een hoofdproduct. Gekookte coke daarentegen wel. Dit wordt dagelijks gebruikt. Heroïne beperkt zich van minimaal één tot maximaal vier keer per week. Per keer wordt er rond de kwart gram tot een gram gebruikt. Deze jongeren behoren (nog ) niet tot de ‘Arnhemse drugscene’, vandaar dat zij vaak veel betalen. Kost normaal gesproken een bolletje (kwart gram) tien euro, voor hen kost het minimaal vijfentwintig euro. Heroïne wordt gebruikt om rustiger te worden na de gekookte coke. De heroïne wordt hoofdzakelijk gechineesd. Sommige jonge vrouwen spuit heroïne. Ze hebben veelal contact met een oudere gebruiker die zelf spuit. Rivierenland: Annemarie kent als maatschappelijk werkster in de verslavingszorg een vijftiental jongeren (drie zijn vrouw) uit de regio Rivierenland onder de dertig jaar die dagelijks heroïne gebruiken. De jongste is negentien jaar, de oudste dertig jaar (gemiddeld 25-26 jaar). Opvallend is dat de jongeren in kleine dorpen wonen. Voor de heroïne trekken ze naar Den Bosch of Tiel. Ondanks dat iedereen dagelijks heroïne gebruikt, zijn er diversen die thuiswonend zijn en/ of vast werk hebben in bijvoorbeeld de bouwsector. Heroïne is het hoofdproduct, zonder heroïne worden ze ziek. Naast heroïne wordt door een groot deel regelmatig gekookte coke gebruikt. Dit extraatje wordt aangeschaft als er geld genoeg is. Alcohol en seresta’s genieten ook een zekere populariteit Redenen om met heroïne te beginnen zijn divers. Zo is een groepje van vijf jongeren uit een klein dorpje begonnen door contacten met een oudere groep gebruikers uit het dorp. Deze jongens dachten, dat zij in tegenstelling tot de oudere, de heroïne wel ‘aankonden’
51
3.3.12
Gecombineerd gebruik
Uit gesprekken met panelleden blijkt dat genotmiddelen zelden afzonderlijk, maar vaak in combinatie met andere genotmiddelen worden genomen. Combinatiegebruik gebeurt enerzijds bewust om een optimaal effect te bereiken van een ontspannen gevoel, een roes of een kick. Of om het effect van een middel te reguleren door het toevoegen van een ander middel. (Van Gelder, Reinerie, Smitz, Burger en Hendriks, 2004) Onbewust combinatiegebruik kan ook, bijvoorbeeld omdat er altijd alcohol wordt gedronken tijdens het uitgaan of er dagelijks geblowd wordt. Op het moment dat er dan een ander middel wordt gebruikt is dit vaak in combinatie met alcohol, hasj of wiet. In dit overzicht wordt alleen een beschrijving gegeven van de favoriete combinaties. Uitgaanders Met name in het uitgaanscircuit wordt veel gecombineerd. Niet elke combinatie wordt als prettig ervaren. GHB met alcohol en ecstasy met alcohol worden als de minst prettige combinatie beoordeeld. In onderstaand overzicht worden alle combinaties opgesomd. Combinatie
Aantal Netwerken
Alcohol + Cocaïne
4
Netwerk Dance (2a) (15a)+ Bar / disco (12a) + Dealer (14a)
Cannabis + Ecstasy
3
Dance (2a) (7a) (15a)
Cannabis + Speed
2
Hardhouse (11b) en Metal (16a)
Ecstasy + Cocaïne
2
Dance (7a) + Bar/disco (12a)
Cannabis + Alcohol
2
Jongerencentrum (4a)+ Dance (15a)
Speed + Alcohol
2
Metal (16a) + Tekno/ kraak (18a)
Speed + Ecstasy
2
Metal (16a) + Hardhouse (20a)
Alcohol + Poppers
1
Metal (16a)
Alcohol + Ecstasy
1
Dance (15a)
Guarana + Speed
1
Metal (17a)
Ecstasy + Red Bull
1
Hardhouse (11b)
Viagra + Cocaïne
1
Bar/ disco (12a)
Speed + Cocaïne (plofje)
1
Metal (17a)
Tabel 3.1
Combinaties van genotmiddelen in de netwerken van uitgaanders
Alcohol en Cocaïne De meest genoemde combinatie is alcohol met cocaïne. Ook in andere onderzoeken wordt dit als meest favoriete of meest waargenomen combinatie gezien (o.a. Nabben en Korf, 2000; Roomer en Poelmans, 2003; Van Gelder et al. 2004). De combinatie scoort hoog, omdat er meer en langer kan worden gedronken als er bij gesnoven wordt. Het stimulerende effect van de cocaïne heft gevoelsmatig
52
het verdovende effect van alcohol op. De combinatie geeft volgens gebruikers een prettige roes. De cocaïneroes wordt meer afgevlakt, waardoor de roes minder ‘snel’ en meer ‘relaxt’ is. Cannabis en ecstasy/ speed Hasj of wiet na stimulerende middelen (ecstasy of speed) is populair. Vaak is er ook nog alcohol in het spel. Vooral het gebruik van hasj of wiet aan het eind van de avond of nacht wordt gewaardeerd. Stimulerende middelen geven een energiekick en hasj of wiet zorgt ervoor dat het lichaam weer enigszins tot rust komt. Billy (17a) noemt nog een andere reden waarom blowen met stimulerende middelen wordt gecombineerd: “Van speed en cannabis wordt je lekker wazig. Het lichaam wordt rustiger en het hoofd chaotischer.” Ecstasy en Cocaïne De combinatie ecstasy en cocaïne wordt niet gebruikt om een optimale roes te bereiken. Het gebruik is vooral regulerend. Ecstasy kan erg bewustzijnsveranderend werken, zozeer zelfs dat iemand tijdelijk de kluts kwijt raakt. Een snuif cocaïne zwakt de bewustzijnsveranderende werking van ecstasy af, waardoor er een gevoel van ‘nuchterheid’ ontstaat. Cannabis en Alcohol Het gebruik van deze twee middelen gebeurt veelal zonder duidelijke reden. Carolien (15a) en Raphaël (4a) zien dat het gecombineerd gebruik van alcohol en blowen wel een functie heeft. Het wordt als een vrij onschuldige sfeerverhogende combinatie beschouwd. Speed en Alcohol Speed met alcohol, zorgt ervoor dat het verdovende effect van de alcohol wordt opgeheven. De motieven voor speedgebruikers lijken erg op die van cocaïnegebruikers, die zich ‘nuchter’ snuiven tijdens het drinken. Speed en Ecstasy Carolien (15a) geeft aan dat speed een flinke dosis energie geeft, maar dat het ‘warme verliefdheidsgevoel’ uitblijft zonder ecstasy. Het kan ook andersom, alleen ecstasy maakt ‘loom’ en ‘spacy’. Combineer je ecstasy met speed, dan zorgt de speed ervoor dat je alert blijft. In het netwerk van Wendy (20a) wordt om deze reden speed na ecstasy gebruikt. Straatjongeren Ook de straatjongeren gebruiken verschillende genotmiddelen door elkaar. Vergeleken met de uitgaanders combineren ze minder bewust. De middelen worden bijna altijd gecombineerd met hasj, wiet of alcohol. Hasj en wiet, omdat blowen
53
voor velen is ingesleten in het dagelijks patroon. Alcohol, omdat drinken, net als bij uitgaanders gekoppeld is aan stappen. Combinatie
Aantal Netwerk
Netwerk
Cannabis + Alcohol
3
Dorp A (1a) Arnhem(6a) en Voetbal (13a)
Cannabis + Coke
2
Voetbal (13a) en Arnhem (6a)
Cannabis + Speed
1
Dorp A (1a)
Cocaïne + Alcohol
1
Voetbal (13a)
Speed + Alcohol
1
Dorp A (1a)
Tabel 3.2
Combinaties van genotmiddelen in de netwerken van straatjongeren
De motieven om deze middelen met elkaar te combineren wijken niet af van de uitgaanders. Probleemjongeren Het bewust combineren van middelen gebeurt door de probleemjongeren nog minder dan bij de straatjongeren. Fred (8a) is de enige die een bewuste combinatie waarneemt van cocaïne en alcohol.
3.4
Drugsgebruik en Risico’s
De risico’s die panelleden signaleren zijn verschillend van aard. Panelleden die zicht hebben op het uitgaanscircuit nemen andere risico’s waar, dan panelleden van straat- en probleemjongeren. Enerzijds worden er risico’s genoemd die worden toegeschreven of toebehoren aan een specifiek middel. Anderzijds zijn er risico’s die meer samenhangen met de achtergrond van gebruik en eerder middeloverstijgend zijn.
3.4.1
Middelspecifieke risico’s
Alcohol Het zijn met name de professionals die appelleren aan de keerzijde van het alcoholgebruik. Zij maken zich zorgen over de grote hoeveelheden die er op een avond gedronken worden, de alcoholincidenten en de grote maatschappelijke acceptatie van alcohol. ‘Zuipen is feest’ Het komt vaak voor dat bezoekers van uitgaansgelegenheden beschonken zijn. Indrinken en prijsacties werken dit in de hand. Een agent uit Doetinchem (21a) schat dat rond twee uur ’s nachts negentig procent van de horecabezoekers aan-
54
geschoten is. Dit is niet verbazingwekkend gezien de hoeveelheden die panelleden opsommen. •
“Alcohol hoort op een feest, want een feest is zuipen en zuipen is feest.” (Stuffan, tekno, 17a, t2)
•
“Dertig glazen per dag per persoon is nog een inschatting aan de lage kant. Zonder bier is het geen feest.” (Billy, metal, 16a, t3)
•
“In een heel weekend Zwarte cross gaan er per persoon zeker 100 glazen door. Op een uitgaansavond in Heaven drinken we gemiddeld een glas of dertig.” (Juriaan, høker, 4b, t3)
•
“Met name de studenten drinken veel. Er zijn er die tussen de 20 tot 30 glazen bier op een avond drinken en dat meerdere avonden per week.” (Agent Nijmegen, 22a, t3)
Veel drinken lijkt de norm, landelijk onderzoek onder uitgaanders bevestigt dit beeld. Bieleman, Maarsingh en Meijer (1998) stellen dat het drinken van vijf glazen alcohol door jongeren tussen de vijftien en vijfentwintig jaar tijdens een uitgaansavond eerder regel dan uitzondering is. Een derde van deze zelfde jongeren drinkt gemiddeld excessief (meer dan tien glazen) op een uitgaansavond. Uit dit onderzoek komt naar voren dat het aantal excessieve drinkers hoger is op het platteland dan in de stad. Het beeld van de høkers past hier goed in. Ook panelleden die zicht hebben op straatjongeren en probleemjongeren zien dat drinken veelal uit de hand loopt. Alcoholincidenten Alcohol al dan niet in combinatie met drugs zorgt voor de grootste onrust in het uitgaansleven. De grote hoeveelheden die worden geconsumeerd kunnen leiden tot opstootjes en agressie. Adriaan (3a) constateert dat zijn jongeren onder invloed van alcohol hun eigen glazen nog wel eens willen ingooien. “Ik ken er een paar, die echt de weg kwijt zijn als ze gedronken hebben. Dan gebeurt het dat ik op het politiebureau moet komen, omdat ze in een dronken bui dingen vernielen of een inbraak plegen.” (Adriaan, veldwerker, 3a, t2)
Acceptatie Vooral panelleden uit de Achterhoek noemen specifiek de grote acceptatie van alcohol. Alcohol kent iedereen, zo wordt er geredeneerd, dus daar wordt minder moeilijk over gedaan als het uit de hand loopt.
55
“Het is hier heel gebruikelijk om alcohol te drinken. Daar sta je eigenlijk niet bij stil. Iemand haalt een meter bier en dat krijg je dan gewoon voorgeschoteld.” (Raphaël, jongerencentrum, 4a, t2)
Hasj en wiet Dagelijks blowen komt in behoorlijk wat netwerken voor. Meerdere joints per dag is geen uitzondering. Niet alleen bij straat –en probleemjongeren, maar ook in drie uitgaansnetwerken. Blowen heeft dan niks meer te maken met een speciaal moment. Het is voor sommige een ‘must’ geworden. Een ‘must’ om te ontsnappen aan het alledaagse, om de eigen rust te bewaren, om in slaap te komen, om je nog goed te voelen of om negatieve gevoelens te onderdrukken. “Wiet hebben ze nodig om relaxed te worden. Weg van de realiteit, even alles opzij zetten. Alleen gebruiken ze zoveel dat ze niet zien dat ze zo in een vicieuze cirkel terecht zijn gekomen.” (Wil, veldwerker, 10a, t3)
Volgens de door het Openbaar Ministerie in 1991 en in 1994 geformaliseerde invoering van de AHOJ-G criteria33 mogen jongeren onder de achttien jaar geen hasj of wiet kopen in een coffeeshop. (Bieleman, Goeree en Naayer, 2003). Sommige oudere jongeren spelen hier op in door hasj of wiet te kopen, met als doel om deze (met of zonder winst) door te verkopen. “Veelal zie je dat een meerderjarige koopt en de wiet vervolgens weer aflevert aan minderjarigen. Wij proberen hier als politie een vinger achter te krijgen en de betrokkenen aan te houden in verband met dealgedrag.” (Agent Arnhem, 23a, t3)
Deze handelswijze leidt er toe, dat veldwerkers ook jongeren op straat zien lopen die op jonge leeftijd al regelmatig blowen. “Ik kom op straat jongeren van onder de 16 tegen, die meerder keren per week blowen. Het gaat dus verder dan uitprobeergedrag. Ik schat dat het in ons stadje om een groep van ongeveer 30 tot 40 jongeren gaat. Jonger dan twaalf ben ik ze nog niet tegen gekomen.” (Adriaan, veldwerker, 3a, t2)
33
Op gedoogde coffeeshops zijn de AHOJG-criteria van toepassing. Dat betekent dat het verboden is: te Afficheren, Harddrugs te verhandelen, Overlast te veroorzaken, Jeugdigen onder de 18 jaar in de coffeeshop te laten of aan hen te verkopen en Grote hoeveelheden te verhandelen (niet meer dan 5 gram per transactie) of op voorraad te hebben (niet meer dan 500 gram).
56
Ecstasy Ecstasy wordt als de lichtste harddrug beschouwd. Er worden weinig risico’s aan ecstasy gekoppeld en het verslavingsrisico wordt laag ingeschat. De ‘serotoninekick’, die ecstasy geeft is één van de belangrijkste redenen om dit middel te gebruiken, maar ecstasy is niet alleen maar leuk. In het netwerk van Rosa (2a) en Billy (16a) zijn meerdere mensen, die last krijgen van hun maag na ecstasy wat soms ook lijdt tot overgeven. In sommige netwerken wordt gesproken over een ecstasykater, die gekenmerkt wordt door een vermoeid en lusteloos gevoel. Na veelvuldig ecstasygebruik wordt er zelfs gesproken over emotionele labiliteit. “Van ecstasy krijg je op een gegeven moment het gevoel dat je naar de klote gaat. Je krijgt een dip op de doordeweekse dagen. Meer emotioneel, meer depri en meer labiel. Als de jongens geen gezin en werk hebben dan kan deze depri dip nog eens extra versterkt worden. Het gebeurt dan dat ze spontaan begin te janken bij het zien van Lassie.” (Charly, gastheer, 12a, t2)
Als de Arnhemse straatjongeren een party bezoeken slikken ze een forse hoeveelheid pillen. Er zijn jongens die op een avond zes tot acht pillen consumeren. Ook in de netwerken van het uitgaanscircuit en probleemjongeren zijn er gebruikers die meer dan vier pillen in een weekend slikken. Cocaïne De meeste risico’s worden bij cocaïne waargenomen. Dit geldt voor zowel de uitgaanders, straatjongeren en probleemjongeren. Verandering in gedrag en uiterlijk Regelmatig gebruik van cocaïne kan tot gevolg hebben dat er paranoïde, in zichzelf gekeerd- en egoïstisch gedrag ontstaat. Het risico is dat sociaal gebruik kan veranderen in geïsoleerd gebruik. Delen is er dan op een gegeven moment niet meer bij. Stefano (6a) ziet bij een aantal straatjongeren dat het gebruik van cocaïne zich vertaalt in het uiterlijk, zoals een ingevallen gezicht, uitpuilende ogen en een sterke vermagering. Grenzen trekken met cocaïne gaat niet iedereen gemakkelijk af. Als het aanwezig is dan brandt het als het ware in de zak en moet het nog dezelfde avond op. Bij doordeweeks doorsnuiven liggen cokeschulden op de loer. “Er zijn jongens die doorschieten in het gebruik van cocaïne. Ze gaan leningen aan om aan geld te komen, terugbetalen lukt niet. Een extreem voorbeeld is een jongen die door zijn cokeverslaving een schuld heeft opgebouwd van dertigduizend euro.” (Raphaël, jongerencentrum, 4a, t2)
57
Gekookte coke Het gebruik van gekookte coke komt in de uitgaansnetwerken nauwelijks voor. Wel is het zo dat er in sommige netwerken sporadisch een plofje34 wordt gerookt met snuifcocaïne. Of het roken van een plofje ook de drempel verlaagd naar het roken van gekookte coke is onbekend35 Gekookte coke komt op beperkte schaal voor bij de straat- en probleemjongeren. Het riskante van dit middel is dat het een korte ‘flash’ geeft. De werking is dus veel sneller en heftiger dan van snuifcocaïne. De ‘trek’ naar een nieuwe ‘flash’ is groot. De jongeren waar Jerry (1a), Adriaan (3a) en Wally (19a) mee werken geven aan dat ze de controle over hun gebruik verliezen. Ze basen tot het laatste bolletje op is. Enkelen schieten zelfs helemaal door, zodanig dat dit ten koste gaat van huisvesting, vriendschap of relaties. Het gebruik van gekookte coke zorgt er voor dat het niet al te hoopvolle perspectief verder ondermijnd wordt. Van der Poel, Hennik, Barendregt en van de Mheen (2004) bevestigen dit in hun onderzoek. Zij concluderen dat het gebruik van rookbare cocaïne een belangrijke rol speelt in het marginaliseringsproces36. Overige middelen Verandering in gedrag en uiterlijk wordt niet uitsluitend waargenomen bij cocaïnegebruik. Ook bij speed zien panelleden (tekno en hardcore) veranderingen: meer paranoïde gedrag en er slecht uitzien. Langdurig gebruikers worden geconfronteerd met een slecht gebit, pokdalige huid, vermagering en lijken altijd moe. De reden hiervan worden gezocht in de samenstelling van het middel zelf en de uitwerking (de onderdrukking van de eetlust). Voor tripmiddelen geldt dat de nasleep na gebruik nog al eens heftig kan zijn. “De nasleep van LSD vind ik heftig. Het is best omslachtig. Je kop is in de war en om goed bij te komen moet je ruim de tijd nemen. Eigenlijk moet je een paar dagen na gebruik vrij zijn.” (Billy, metal, 16a, t3)
De wijze waarop een deel van de zwerfjongeren (10a) met paddo’s omgaat wijkt sterk af van de overige netwerken. Tweemaandelijks gebruik van paddo’s is veel. Ondanks de soms tegenvallende effecten gaan ze door met het gebruik.
34
Benaming voor een sigaret of sjekkie met daarin cocaïne
Basen, dan wel chinezen is de gebruikelijke wijze om gekookte coke te gebruiken. Echter gekookte coke kan ook als een plofje worden gerookt. 35
36 Proces waarbij een persoon steeds meer los komt te staan van reguliere maatschappelijke instituties als gezin, werk en gezondheidszorg.
58
3.4.2
Overige risico’s
Naast de meer middelenspecifieke risico’s zijn er ook risico’s die niet zozeer middelgerelateerd zijn. Zo is er al eerder gesproken over de soms forse hoeveelheden alcohol en drugs die op een avond worden gedronken, geslikt of gesnoven. Combinatiegebruik In bijna alle netwerken wordt gecombineerd met genotmiddelen. Cannabis en stimulerende middelen, alcohol met cocaïne en alcohol met cannabis zijn de belangrijkste combinaties. Het gecombineerd gebruik van middelen brengt extra risico’s met zich mee en soms ook meer onvoorspelbare effecten. Panelleden rapporteren dat cocaïnegebruik vaak hand in hand gaat met fors alcoholgebruik. Het verdovend effect van de alcohol wordt gevoelsmatig opgeheven door de stimulerende cocaïne. Met cocaïne wordt er dus meer alcohol gedronken en lopen de promillages met de daarbij behorende negatieve consequenties (zowel lichamelijk als gedragsmatig) hoog op. Professionals die werkzaam zijn in het uitgaanscircuit zien dit vertaalt in de ruzies en vechtpartijen. “Bij vechtpartijen is er minimaal altijd alcohol in het spel. De laatste jaren merken we echter steeds meer van het combigebruik. Hebben mensen alleen alcohol gedronken dan kun je ze nog enigszins onder controle houden. De pijnprikkel blijft bij veel alcohol toch nog enigszins bestaan. Hebben ze naast de alcohol ook nog wat gesnoven dan kunnen ze echt gek worden. Zelfs met strakke handboeien om gaan sommige nog door. Normaal gesproken kan dat gewoon niet, zoveel pijn doet dit. Maar kennelijk voelen ze door de combi niks meer.” (Agent Arnhem, 23a, t3)
De combinatie werkt ook op een andere manier negatief door. Dit laatste wordt met name genoemd voor de combinatie alcohol en cocaïne. Voor velen is dit een twee-eenheid. Alcohol zorgt voor een ‘zucht’ naar cocaïne. Zo is er een aantal leden van de harde kern (13a) die zich hebben voorgenomen om het rustiger aan te doen met cocaïne. Dit voornemen gaat goed op, tot het moment dat ze alcohol drinken. Slikken, niet testen De bekendheid om drugs te laten testen is in de netwerken groot. Daarbij betekent bekendheid met de ‘XTC-testservice’ niet automatisch dat hier ook gebruik van wordt gemaakt. In een aantal netwerken zijn er mensen die zo hun eigen manier hebben gevonden om te kijken of ze ‘goede’ drugs hebben. Bij deze manieren kunnen de nodige vraagtekens worden geplaatst.
59
“Pillen worden niet getest. Een van de vrienden koopt een grote hoeveelheid in, probeert ze uit en vertelt de anderen hoe de pillen werken. Vervolgens kan iedereen de pillen gebruiken.” (Carolien, dance, 15a, t2) “Als de speed erg nat en plakkerig is, dan is de speed goed. Als de speed erg brokkelig is dan is de speed oud en van mindere kwaliteit. De kwaliteit kun je ook soms meten aan hoe het in je neus brand. Met sterke speed brand je neus bijna weg.” (Stuffan, tekno, 17a, t3) “Speed moet wit zijn en te goedkoop kan niet. Dan zal het wel troep zijn. Om de kwaliteit van de speed te controleren wordt er eerst gekeken of er geen glasvezels in zitten. Vervolgens ruiken ze aan de speed of het goed is. Zo denken ze te weten of ze goede kwaliteit hebben en op basis van deze bevindingen passen ze de dosis aan.” (Jerry, veldwerker, 1a, t3)
Onder invloed onderweg Grote discotheken of clubs hebben een aantrekkingskracht die verder reikt dan de eigen omgeving. Dit zelfde geldt voor festivals en party’s. Tegelijkertijd wordt er gesproken over de grote hoeveelheden die geconsumeerd worden op een avond of meerdere avonden. Dit met elkaar gecombineerd betekent dat er onder invloed kan worden gereden, niet alleen van alcohol maar ook van andere drugs. Daarom worden er in diverse netwerken afspraken gemaakt om niet onder invloed te rijden. Er wordt een ‘BOB’37 geregeld of de trein wordt gepakt, maar bij meerdaagse festivals of afgelegen party’s kan dit niet altijd. “Bij een aantal festivals staan we meerdere dagen. Dan moet je zoveel spullen meenemen dat je wel met de auto moet gaan. Tja, dan zal niet alles uit gewerkt zijn op het moment dat we weer terug naar huis rijden.” (Billy, metal, 16a, t2)
Zonder niks meer aan Drugs en feest zijn in sommige netwerken synoniem aan elkaar. Drugs horen bij een feest en een feest zonder drugs betekent veel minder plezier. ‘Geen alcohol tijdens het uitgaan: dan kan je net zo goed niet gaan’. ‘Geen speed op een hardcoreavond: dan ben je te moe en is de sfeer minder’. Het middel heeft in deze gevallen een duidelijke functie gekregen. Zo hoort Jeffrey (14a) ook van een aantal van zijn klanten dat meerdere keren seks in combinatie met cocaïne gebruik betekent dat ‘nuchtere’ seks opeens veel minder plezierig is.
37
BOB is de persoon die nuchter blijft en de medepassagiers veilig naar huis rijdt
60
“Cocaïne is een echte seksdrug, zowel voor de man als vrouw. Het geeft extra inspiratie. Je wordt er losser van en kan je meer laten gaan. Punt is dat als je daarna een partner hebt die geen cocaïne gebruikt, de seks toch wel stukken minder wordt.” (Jeffrey, dealer, 14a, t3)
Overig De panelleden die zicht hebben op de probleemjongeren vinden het kritiekloze gebruik waarmee middelen worden gebruikt een belangrijk aandachtspunt. Bij deze jongeren zijn er weinig grenzen rondom het gebruik van middelen. Voor de meeste middelen geldt is het aanwezig dan moet het ook op. Naar hoeveelheid en gevolgen op het functioneren wordt zelden of nooit gekeken. Een onevenredig deel van het te besteden inkomen gaat zo ook op aan de middelen. Een ander punt bij deze jongeren is dat het gebruik van middelen de veelal aanwezige problematiek zeker niet verbeterd.
3.5 Geruchten, signalen en trends Alcohol en drugs zijn een geliefd onderwerp van discussie. Soms gaan de meest wilde verhalen rond over een middel. Deze verhalen kunnen een eigen leven gaan leiden, waardoor ze voor niemand meer te controleren zijn. Het is dan zaak om feit van fictie te scheiden. Daarom wordt er een onderscheid gemaakt tussen een gerucht, een signaal en een trend. Gerucht, Signaal en Trend (Korf, Nabben en Benschop 2001) Gerucht: verhaal, dat panelleden ter ore is gekomen en die moeilijk te traceren en hierdoor ook niet te controleren is; Signaal: duidelijk waarneembare ontwikkeling die panelleden is opgevallen, maar waarbij (nog) niet gesproken kan worden van een trend; Trend: resultaat van een cumulatie van verschillende ontwikkelingen die al langer aan de gang zijn. Duidelijke verspreiding van het gebruik van een ‘nieuw’ middel of van een ‘nieuwe’ toedieningswijze, dan wel een revival van ‘oude’ middelen of toedieningswijzen over uiteenlopende netwerken.
3.5.1
Geruchten
Geruchten moeten niet allemaal als fictie bestempeld worden. Soms is er meer aan de hand en kan een gerucht een deel van de werkelijkheid weerspiegelen. Diverse panelleden hebben geruchten en verhalen opgevangen die in hun netwerk circuleerden.
61
•
Er zouden pillen met witte peper op de markt zijn. Deze zouden een energierush moeten geven, die je pas na 1 tot 2 uur zou moeten voelen. Het risico van stapelen zou hierbij groot zijn. (Michael, smartshopeigenaar, 5a, t2)
•
Viagra is erg populair in parenclubs (Fred, winkelier, 8a, t3)
•
Het verhaal doet zich de ronde, dat er een nieuwe pil is die de werking van ecstasy en Viagra combineert. (Jeffrey, dealer, 14a, t3)
•
In een netwerk praten ze over capsules die voor vijftig procent uit MDMA bestaat en voor de andere vijftig procent uit speed. (Wally, welzijnswerker, 19a, t3)
•
Om een snellere en meer heftige rush te krijgen zouden ecstasy pillen verpulverd worden tot poeder. Dit poeder zou vervolgens worden gesnoven als ware het MDMA poeder. (Erik, supporter, 15a, t2)
Niet alleen panelleden hebben geruchten en verhalen opgevangen die in Gelderland circuleren. Ook medewerkers van De Grift krijgen regelmatig verhalen te horen, waarvan de oorsprong niet altijd duidelijk is. Een greep uit deze geruchten. •
Er is een paar mensen uit de ‘harddrugscene’ die met behulp van ibogaïne geprobeerd hebben om af te kicken (Preventiewerker Jongeren)
•
In de regio Arnhem en Ede hebben huisartsen geconstateerd dat er een aantal jongens van rond de 14 jaar zijn, die leverproblemen hebben door alcohol. (Preventiewerker Onderwijs)
•
Bij een aantal studentenverenigingen blijft het gebruik van drugs niet alleen beperkt tot alcohol, maar scoort cocaïne eveneens goed. (Preventiewerker Onderwijs)
•
Twee jongens uit Doetinchem zouden dagelijks aanstekergas snuiven om zo een kick te krijgen. (Medewerker Regiokantoor Doetinchem)
•
Het gerucht gaat dat er in april in het gebruikerscircuit cocaïne in omloop zou zijn geweest die zwaar psychedelische effecten geeft. Het gebruik ging gepaard met sterke visioenen. Met roken zouden er kleine witte balletjes
62
as over blijven in tegenstelling tot de grijze as van gekookte coke. (Medewerker Zorg en Opvang Midden)
3.5.2
Signalen
Signalen zijn in tegenstelling tot geruchten duidelijk waarneembare ontwikkelingen die panelleden zijn opgevallen, maar waarbij nog niet gesproken kan worden van een trend. Bij een signaal is (nog) geen sprake van een systematische waarneming in verschillende netwerken over langere tijd. •
Signalen in 2003, stand van zaken in 2004
Altijd alcohol tijdens het stappen Alcohol is populair. Uitgaan en alcohol zijn bijna synoniem aan elkaar. De hoeveelheden die worden gedronken zijn soms fors. Alcohol is nog steeds het meest populaire middel en de hoeveelheden zijn er niet minder op geworden. Zie verder over Alcohol: Trends in middelengebruik 2004 Thuis indrinken vanwege hoge prijzen De meeste horeca gelegenheden vragen hoge prijzen voor een alcoholconsumptie. Stappers kiezen er voor om eerste elders een aantal consumpties te nuttigen, het zogenaamde indrinken. Indrinken is een breed verschijnsel geworden. Zie verder over Alcohol: Trends in middelengebruik 2004 Cannabis in uitgaansleven taboe In Tendens 2003 maakten we melding van de marginale rol van hasj en wiet in het uitgaansleven. In clubs en cafés wordt niet tot weinig geblowd, omdat blowen in de meeste horecagelegenheden verboden is. In een beperkt aantal horecagelegenheden wordt blowen oogluikend toegestaan. In tegenstelling tot de reguliere horeca is blowen op party’s en festivals waar tekno,hardhouse,urban of metal wordt gedraaid veel meer ingeburgerd. In deze netwerken neemt hasj of wiet een belangrijke plaats in. Ecstasy onschuldig imago en partydrug nummer één Ecstasy is in praktisch elk netwerk verkrijgbaar. Niet alleen in netwerken van het uitgaanscircuit, maar ook in netwerken van straat- en probleemjongeren. Het gebruik concentreert zich met name op dancegerelateerde aangelegenheden. Gebruikers hebben tevens een lage risicoperceptie van ecstasy. Zie verder over Ecstasy: Trends in middelengebruik 2004
63
Ecstasygebruik niet alleen op party’s In één netwerk van straatjongeren slikken jongeren op doordeweekse dagen ecstasy. Dit patroon komt nog steeds voor bij een paar jongens. Ecstasy is niet gekoppeld aan muziekbeleving en uitgaan, maar is een uitstapje om de dag door te komen. Ecstasy als shooter In twee Arnhemse netwerken dook in 2003 de ‘ecstasyshooter’ op. Een shooter is MDMA poeder opgelost in een rode zoete vloeistof, verpakt in een GHB buisje. Van deze shooter is in 2004 niks meer vernomen38. Cocaïne wint aan populariteit De panelleden van het uitgaanscircuit bespeuren een toenemende populariteit van cocaïne in hun netwerk. Deze populariteit neemt niet af in 2004. Zie verder over cocaïne: Trends in middelengebruik 2004 Viagra zonder recept In Tendens 2003 wordt op kleine schaal melding gemaakt van het niet medisch gebruik van Viagra. Volgens panelleden is de beeldvorming en de populariteit aan verandering onderhevig. Zie verder over Viagra: Trends in middelengebruik 2004 Ondanks verbod poppers nog steeds verkrijgbaar Een rondgang langs diverse seksshops in 2003 leerde dat poppers nog steeds verkocht worden. In 2004 zijn er geen meldingen gemaakt van de illegale verkoop van poppers. Van speed naar ephedra Ephedra was in 2003 nog vrij verkrijgbaar in de smartshop. Een groep Arnhemse straatjongeren heeft destijds de keuze gemaakt om in plaats van speed ephedra te gebruiken. Het verbod op de vrije verkoop van ephedra heeft ze in het volhouden van deze keuze bemoeilijkt. Ephedra wordt niet meer gebruikt, steeds minder, maar cocaïne des te meer.
In 2005 is een shooter geanalyseerd bij de testservice. De betreffende shooter bestond voor twee procent uit MDMA. Er werden geen andere bewustzijnsveranderende middelen in het monster aangetroffen. 38
64
Toenemende verspreiding GHB Panelleden in het uitgaanscircuit signalen in 2003, dat GHB steeds bekender en meer gebruikt wordt. Deze ontwikkeling lijkt zich niet door te zetten. Zie verder over GHB: Trends in middelengebruik 2004 Gekookte coke Een panellid signaleert dat een groep straatjongeren aan het experimenteren is geslagen met gekookte coke. In 2004 wordt in meerdere netwerken melding gemaakt van het gebruik van gekookte coke. Zie verder over gekookte coke: Trends in middelengebruik 2004 Frequent paddogebruik door zwerfjongeren Het gebruik van hallucinogene paddestoelen beperkt zich over het algemeen tot experimenteren en incidenteel gebruik. Een groep zwerfjongeren vormen een uitzondering op deze regel. In Tendens 2003 gebruikten zij meerdere keren per week paddo’s. Meerdere keren per week is in 2004 veranderd in twee keer per maand. Gezien de aard van dit middel kan dit omschreven worden excessief en a-typisch gebruikt, omdat de snel optredende tolerantie (gewenning) een snel herhaald gebruik ontmoedigt. Doorgaans wordt gesproken van een periode van tenminste drie weken alvorens paddo’s opnieuw te gebruiken om de gewenste effecten te bereiken. ( Coördinatiepunt Assessment en Monitoring nieuwe drugs, 2000) Weinig grenzen rondom middelengebruik In netwerken van probleemjongeren wordt melding gemaakt van het grenzeloze gebruik van alcohol en drugs. Dit gebruik wordt met name gesignaleerd bij de jongeren die geen dagbesteding hebben. Zie verder over grenzen rondom middelengebruik: Trends in middelengebruik 2004 •
Nieuwe signalen in 2004
Mixjes hot, Breezer not Het aanbod en de vraag naar alcohol in het uitgaanscircuit is gevarieerder dan bier en wijn alleen. Met name in dance- en urbannetwerken is veel vraag naar sterke dranken en mixjes. Smirnoff ice, whisky en wodka Red Bull zijn populair. Breezer komt niet meer in dit rijtje voor. De bekende Breezer heeft in verschillende uitgaansnetwerken zijn populariteit verloren. Door tegenvallende verkoopcijfers hebben diverse horecagelegenheden het drankje uit het assortiment gehaald. Breezer wordt vooral geassocieerd met een jong publiek. Een panellid om-
65
schrijft het als volgt: ‘Breezer is een drankje voor zestienjarigen, die uitgaan in een jongerencentrum’. Straat- en probleemjongeren kiezen nog wel eens voor een Breezer, omdat zij minder gericht zijn op trendgevoelige drankjes. Absint op bescheiden schaal In twee netwerken wordt soms Absint gedronken. Een hoge dosering absint kan hallucinerend werken. Absint is onder bepaalde voorwaarden sinds 2004 weer verkrijgbaar bij enkele slijterijen. Moeilijke tijden Horeca en prijsacties De professionals in het uitgaanscircuit constateren dat de horeca het moeilijk heeft. Horecagelegenheden die te weinig omzet maken sluiten hun deuren. Er is ook weinig aanwas van nieuwe horecaondernemingen. Dit signaal wordt niet alleen gerapporteerd door panelleden, maar ook het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS,2005) meldt dat er in 2004 ten opzichte van 2003 minder cafe’s in Gelderland zijn39. Om het hoofd boven water te houden zijn diverse horecaondernemingen daarom met acties gestart. Speedgebruik sterk subcultureel bepaald In de scenes van hardcore, metal en tekno is speed de meest populaire drug. Speed wordt gewaardeerd om, zijn lange werkingsduur, sterke stimulerende effect en de prijs. Speed is goedkoop. Bij deze netwerken gaat de voorkeur voor speed gepaard met een negatieve beeldvorming van cocaïne. Cocaïne hoort bij een materialistisch ingestelde wereld, waar zij zich van distantiëren. In de andere netwerken wordt weinig of geen speed gebruikt. Methylone: een afgeleide van MDMA Sinds november 2004 is in een Arnhemse smartshop Explosion te koop. Explosion wordt verkocht in een kleine buisje met daarin een vloeistof die een sterke vanillegeur verspreidt. Om het gewenste effect te bereiken dient de gebruiker de inhoud van het buisje tot zich te nemen. Iets wat in een opschrift op het buisje expliciet wordt afgeraden. De vanille geur komt van de vanille olie waarin het werkzame bestanddeel opgelost is. Het actieve bestanddeel is Methylone. Methylone lijkt chemisch gezien heel sterk op MDMA. Qua effecten lijkt er overeenkomst te zijn, naast een stimulerend gevoel geeft Methylone ook een euforisch gevoel.
In Gelderland registreerde het CBS op 1 januari 2003 per 100.000 inwoners 60 café’s. Een jaar later op 1 januari 2004 werden er 57 café’s per 100.000 inwoners geregistreerd. Dit betekent een daling van vier procent. In de periode van 1994 tot 2004 is er zelfs sprake van een afname van negentien procent 39
66
Een concurrent voor Viagra Op de Arnhemse Korenmarkt is naast Viagra, Kamagra, een vergelijkbaar middel waargenomen. Kamagra vertoont qua werking en uiterlijk een grote gelijkenis met de originele Viagra. Ook op internet wordt Kamagra te koop aangeboden. Verbod verkoop ephedra in smartshop De verkoop van ephedra in smartshops, voedingswinkels en kruidenwinkels is op 6 april 2004 aan banden gelegd. Het kabinet heeft hiertoe besloten, omdat het middel schadelijk kan zijn. Het besluit heeft consequenties voor de omzet van de smartshop. Een smartshop heeft om deze reden zijn assortiment uitgebreid met cocaïnegerelateerde middelen als versnijdingmiddelen, bullits, pijpjes en dergelijke.
3.5.3
Trends in middelengebruik 2004 (Conclusies)
Een Trend is een cumulatie van verschillende ontwikkelingen die al langer aan de gang zijn. Er is sprake van een duidelijke verspreiding van het gebruik van een “nieuw”middel of van een ‘nieuwe’ toedieningswijze, dan wel een revival van ‘oude’ middelen of toedieningswijze over uiteenlopende netwerken. Na drie metingen kunnen we voorzichtig spreken over drugs- en uitgaanstrends in De Grift regio. Indrinken van alcohol Het ‘indrinken’ ofwel thuis of op straat vast een bodem leggen alvorens naar het café of de disco te gaan, is een breed fenomeen geworden. Het zijn met name jongere jongeren van vijftien tot begin twintig jaar die alcohol drinken voor het uitgaan. Op deze manier kost het uitgaan minder geld en zijn ze deels al aangeschoten voordat ze nog maar één consumptie in de horecagelegenheid hebben genuttigd. Horeca en politie wordt zo geconfronteerd met de negatieve effecten: aangeschoten mensen, overlast en een minder grote omzet. Excessief alcohol drinken bij uitgaan Het uitgaansleven drijft op alcohol. Tijdens de uitgaansavonden worden er soms flinke hoeveelheden geconsumeerd.Dit gegeven geldt voor bijna alle netwerken, dus zowel voor de uitgaansnetwerken als voor netwerken van straat- en probleemjongeren. Meer dan tien glazen op een uitgaansavond zijn schattingen aan de lage kant. Dertig glazen op een avond komt in een aantal netwerken zelfs voor.
67
Wiet populair en excessief gebruikt door straat- en probleemjongeren Wiet is de belangrijkste drug voor straat- en probleemjongeren. Het gebruikt blijft veelal niet beperkt tot een blow in het weekend. Elke dag stoned is geen uitzondering. Ecstasygebruik meest verspreid In elk netwerk, op één na ( høkers,4b), komt het gebruik van ecstasy voor. Hiermee is ecstasy de wijdst verspreide harddrug. Het middel overstijgt de diverse jeugdculturen, van hardhouse, metal tot voetbalsupporters. Ecstasy is overal (in meer of mindere mate) aanwezig. Dit gegeven betekent niet automatisch dat het overal de meest gewaardeerde harddrug is. Echt populair is ecstasy bij de dancenetwerken. De populariteit van housemuziek, de lage prijs, de makkelijke verkrijgbaarheid en het onschuldige imago (weinig schadelijk en weinig verslavend) dragen bij aan de brede verspreiding van ecstasy. Cocaïne één van de meest populaire harddrugs Cocaïne komt in bijna elk netwerk voor. Een opmars die volgens panelleden al langer aan de gang is en zich doorzet. Van hardhouse, dance tot metal komt het gebruik van cocaïne voor. Het gebruik van cocaïne speelt zich minder af op party’s en festivals, maar meer in cafés, clubs en thuis. De combinatie met alcohol is de meest genoemde combi. Ook in netwerken van straat- en probleemjongeren is er veel belangstelling voor cocaïne. Niet altijd wordt het gebruikt: het is een relatief dure drug. Ondanks het gebruik in bijna elk netwerk wordt de keerzijde van (langdurig) cocaïnegebruik gezien. Gekookte coke buiten harddrugscene. Gekookte coke is een drug, die in Nederland hoofdzakelijk wordt aangetroffen in de “harddrugscene”.De snelle, explosieve werking en craving naar het middel zorgt
voor
een
groot
verslavingsrisico.
In
drie
clusters
(uitgaanscir-
cuit,straatjongeren en probleemjongeren) is een beperkte groep jongeren die ervaring heeft met deze drug. Deze jongeren behoren (nog) niet tot de zogenaamde “harddrugscene”. Het gaat weliswaar om kleine groepjes, maar de ontwikkeling is zorgelijk. Brede verspreiding GHB lijkt zich niet door te zetten Het gebruik van GHB is slechts in twee netwerken toegenomen. In de andere netwerken is het bij experimenteren gebleven. De redenen dat GHB in deze netwerken niet heeft doorgezet zijn de populariteit van alcohol (GHB combineert slecht met alcohol) en het negatieve imago van GHB. GHB wordt geassocieerd met bewusteloosheid en coma. Dit negatieve imago heerst niet in netwerken
68
waar GHB een vaste plaats heet veroverd. Door een grote ervaring met GHB worden incidenten tot een minimum beperkt. Professionals die werkzaam zijn in het uitgaanscircuit rapporteren eveneens veel minder GHB incidenten. Dat GHB geen breed verspreide drug is, wordt bevestigd door de onbekendheid met het middel in de netwerken buiten het uitgaanscircuit. Viagra beperkt gebruikt maar wel populairder Het niet medisch gebruik van het erectiemiddel Viagra lijkt zich in een aantal netwerken door te zetten. Het gebruikt blijft beperkt tot een kleine groep gebruikers. De beeldvorming en de populariteit van het middel zijn aan verandering onderhevig. Viagra is niet alleen meer voor impotente mannen. Het wordt minder vreemd om Viagra te gebruiken. Farmaceutische producenten spelen hierop in door middelen te introduceren die een vergelijkbare werking beogen: Kamagra en Libido Forte zijn voorbeelden hiervan. Drugscombinaties Zoals in 2003 vermeld worden middelen dikwijls in combinatie met elkaar gebruikt. Het is niet of blowen, of alcohol drinken of slikken. Combinatiegebruik komt veel voor. Combinatiegebruik kan bewust en onbewust gebeuren. Bij het bewust combineren wordt er gestreefd naar het bereiken van optimaal effect van een ontspannen gevoel, een roes of een kick. Bewust combineren kan ook om het effect van een middel te reguleren door het toevoegen van een ander middel. De meest genoemde bewuste combinatie zijn cocaïne met alcohol en cannabis met stimulerende middelen. Zorgelijk gebruik bij met name straat- en probleemjongeren In 2003 werd het signaal gerapporteerd, dat een deel van de straat- en probleemjongeren excessief drugs gebruikt. In 2004 is hier geen verandering in gekomen. De hoeveelheden zijn soms extreem en wat aanwezig is gaat altijd op. Uitzondering zijn heroïne en gekookte coke, deze twee middelen zijn voor de meesten een stap te ver. Drugs worden door een deel dan niet zo zeer meer gebruikt voor de prettige effecten,maar om negatieve gevoelens te onderdrukken.
69
70
Hoofdstuk 4 Drugs Informatie en Monitoring Systeem 4.1 Drugs Informatie en Monitoring Systeem In 1992 is het Drugs Informatie en Monitoring Systeem (DIMS) opgericht. DIMS is een door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) gesubsidieerd samenwerkingsverband tussen het Trimbos-instituut en een aantal instellingen die werkzaam zijn op de terreinen van de drugshulpverlening en – preventie, de zogenaamde DIMS-deelnemers. De Grift is, met een testservice in Nijmegen en Arnhem, één van de zestien DIMS-deelnemers in Nederland. Op het wekelijks spreekuur van de testservice kunnen gebruikers van uitgaansdrugs gratis en anoniem hun pillen, poeders of vloeistoffen laten analyseren. Na analyse krijgt de gebruiker informatie terug over de samenstelling en risicovoorlichting van de desbetreffende drug. Uit onderzoek blijkt (Korf, Benschop en Brunt, 2003) dat gebruikers van de testservice veelal actieve uitgaanders zijn met een gemiddelde leeftijd van 28 jaar. De belangrijkste redenen waarom zij drugs laten analyseren: ‘willen weten wat er in zit’, ‘bezorgd om de gezondheid’ en ‘nagaan of de dealer betrouwbaar is’. DIMS heeft twee taken: monitoring en surveillance van de drugsmarkt. Monitoring heeft als doel om te weten wat er op de markt van illegale uitgaansdrugs wordt aangeboden. Surveillance heeft als doel om gevaren voor de volksgezondheid te voorkomen. DIMS doet dit door (voornamelijk) pillen te analyseren op samenstelling. Als stoffen worden aangetroffen met een direct gevaar voor de volksgezondheid, worden regionale of landelijke waarschuwingscampagnes opgezet (Trimbosinstituut, 2004).
71
4.2 Resultaten 2003 De in dit hoofdstuk weergegeven resultaten zijn van het jaar 2003. Waar mogelijk wordt er een vergelijking gemaakt met voorgaande jaren. De resultaten zeggen uitsluitend iets over de bij De Grift aangeboden drugsmonsters. De aangeboden monsters geven dus niet zomaar een representatief beeld van de totale drugsmarkt in het verzorgingsgebied van De Grift. Desalniettemin kunnen de resultaten wel als een graadmeter voor ontwikkelingen van (met name de) regionale ecstasymarkt gelden.
4.2.1
Totaal aangeboden drugsmonsters
Bij de ‘testservice’ van De Grift zijn in 2003 522 drugsmonsters aangeleverd. Dit is een stijging van achttien procent ten opzichte van 2002. Zowel bij de testservice in Arnhem als in Nijmegen is er, in tegenstelling tot de landelijke ontwikkeling, een stijging in aanbod waar te nemen (Arnhem: van 150 drugsmonsters naar 172, Nijmegen: van 294 drugsmonsters naar 350).
502
2001
4975
De Grift
4358
2002 444
Overige Dimsdeelnemers 522
2003
0 Figuur 4.1:
3961
1000
2000
3000
4000
5000
6000
Aantal aangeboden drugsmonsters in De Grift in vergelijking met DIMSlandelijk van 2001 t/m 2003
Van de 522 aangeleverde drugsmonsters bestond 67% (350) uit pillen, 29% (153) uit poeders, de overige vier procent (19) waren capsules, vloeistoffen en diversen40.
40
Twee monsters zijn gelabeld als divers. Beide monsters zijn gekocht als LSD
72
4.3 Pillen Eenennegentig procent (318) van de aangeleverde pillen zijn als ecstasy of MDMA gekocht. De overige pillen zijn gekocht als medicijn, speed, Viagra of anders. Gezien dit kleine aantal overige pillen wordt hier alleen ingegaan op de als ecstasy of MDMA gekochte pillen.
4.3.1
Aantal pillen aangeboden als ecstasy of MDMA
Er zijn 318 pillen aangeleverd, waarvan de gebruiker meende dat dit ecstasy of MDMA was. Van deze 318 pillen bevatte 96% (306 pillen) daadwerkelijk MDMA. Vier procent bevatte geen MDMA, in tabel één wordt een overzicht gegeven van de werkzame stoffen die in deze twaalf pillen zijn aangetroffen.
Aantal
Stoffen
5
MDA
3
Amfetamine + cafeïne
1
Amfetamine + cafeïne + αMBMA41
1
Paracetamol
2
Geen psychoactieve stof
Tabel 4.1:
Aangetroffen stoffen in pillen aangekocht als ecstasy, die geen MDMA bevatten
In een kleine tien procent van de gevallen werd in de MDMA-bevattende pillen, naast MDMA andere werkzame stoffen aangetroffen. Het ging hier dan hoofdzakelijk om cafeïne of MDEA.
4.3.2
Hoeveelheid MDMA in pillen van De Grift
De pillen zijn onderzocht op dosering. Figuur 2 geeft de dosering MDMA van de als ecstasy of MDMA aangeleverde pil weer. Duidelijk wordt dat de meeste pillen wel MDMA bevatten, maar dat de dosering sterk kan verschillen. In figuur 2 wordt een vergelijking gemaakt tussen De Grift-pillen en DIMS-landelijke pillen. Bij De Grift worden iets meer pillen met een gehalte van 71 - 105 mg MDMA aangeleverd dan pillen met een gehalte van 36 - 70 mg MDMA.
41 αMBMA: Phenethylamine; Phenethylamine komt veel voor in speedmonsters, het heeft geen farmacologische werking.
73
45% 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0%
Overige DIMS-deelnemers De Grift
0 mg
1-35 mg
36-70 mg
71-105 mg 106-140 mg
>140mg
Hoeveelheid MDMA van de op de testservice aangeleverde pillen.42
Figuur 4.2:
In figuur 3 wordt de hoeveelheid MDMA in De Grift-pillen vergeleken met 200243. Duidelijk is dat in er in 2003 meer hoger gedoceerde MDMA-pillen zijn aangeboden. Deze ontwikkeling ziet men ook landelijk terug.
45% 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0%
2002 2003
0 mg
Figuur 4.3:
1-35 mg
36-70 mg
71-105 mg
106-140 mg
>140mg
Hoeveelheid MDMA in De Grift-pillen in vergelijking met 2002.
4.4 Poeders Er zijn in totaal 153 poeders aangeleverd, waarvan er 95 zijn gekocht als speed, 37 als cocaïne en zeven als MDMA of ecstasy. De overige poeders zijn gekocht als een andere stof of als onbekend.
4.4.1
Aangetroffen stoffen in poeders verkocht als speed
In 94% van de gevallen bevatte de als speed gekochte poeders de verwachte werkzame stof amfetamine. Het gemiddelde gehalte amfetamine in deze poeders was 24,3%.
42
In de cijfers van de overige DIMS-deelnemers zijn niet de gegevens opgenomen van de pillen die uit de voorselectie zijn gehaald, bij de pillen van De Grift is dit wel het geval. 43 In de cijfers van 2002 zijn niet de gegevens opgenomen van de pillen die uit de voorselectie zijn gehaald, in 2003 is dit wel het geval.
74
Naast amfetamine werd in ongeveer driekwart van de monsters cafeïne aangetroffen. Zes monsters die waren gekocht als speed bevatte alleen cafeïne en geen amfetamine.
4.4.2
Aangetroffen stoffen in poeders verkocht als cocaïne
Van de 37 ingeleverde monsters, die zijn aangeleverd als cocaïne, bevatten 36 monsters daadwerkelijk cocaïne. Het gemiddelde gehalte cocaïne in deze poeders bedroeg 56,8%. Het poeder wat geen cocaïne bevatte, bevatte cafeïne en lidocaine. Naast cocaïne werd de pijnstiller fenacetine in acht poeders aangetroffen. Fenacetine is sinds 1984 in Nederland verboden, omdat het middel bij sommige gebruikers van deze pijnstiller ernstige nierproblemen veroorzaakte.
4.4.3
Aangetroffen stoffen in poeders verkocht als ecstasy of MDMA
Van de zeven ingeleverde poeders die zijn gekocht als ecstasy of MDMA bevatten zes poeders daadwerkelijk MDMA. Eén van de zes poeders bevatte naast MDMA amfetamine. Het gemiddelde gehalte MDMA van de poeders was 58%. Het poeder dat geen MDMA bevatte, bevatte amfetamine.
4.5 Landelijke waarschuwingscampagne 2004 In dit hoofdstuk zijn de drugsmonsters beschreven die bij de testservice zijn ingeleverd in het jaar 2003. In 2003 zijn er geen landelijke waarschuwingscampagnes uitgezet. Een waarschuwingscampagne wordt uitgezet wanneer er stoffen worden aangetroffen die een acuut risico voor de volksgezondheid inhouden. In 2004 is er één landelijke waarschuwingscampagne uitgezet. Het ging in dit geval om cocaïne die verontreinigd was met atropine. Atropine is een stof die voorkomt in plantensoorten als alruin, bilzekruid, doornappel en wolfkers. Atropine wordt wel eens gebruikt om waarnemingsveranderingen of tripeffecten te krijgen. Vanwege de vele en onaangename bijwerkingen komt gebruik slechts zelden voor. Een overdosis atropine kan de volgende symptomen met zich meebrengen: gezichts- en gehoorhallucinaties, rusteloosheid en gedaald bewustzijn. In uiterste gevallen kan dit leiden tot een dodelijke afloop als gevolg van ademhalingstoornissen en hartritmestoornissen. In Nederland, maar niet in Gelderland, zijn in 2004 circa twintig mensen acuut met vergiftigingsverschijnselen opgenomen. Om het publiek te waarschuwen en de hulpverleningsdiensten op de hoogte te stellen zijn flyers en posters met informatie uitgedeeld bij diverse uitgaansgele-
75
genheden in heel Gelderland. Ook de betrokken medische beroepsgroepen zijn geïnformeerd.
4.6 Conclusies •
Beiden testservices van De Grift zijn in 2003 goed bezocht. In tegenstelling tot de landelijke ontwikkeling zijn er in Nijmegen en in Arnhem meer drugsmonsters aangeleverd. Mogelijke verklaringen hiervoor zijn de verhuizing van de testservice in Arnhem naar een meer centrale locatie En het goed functioneren van het straathoekwerk in Nijmegen.
•
Wat de gebruiker gekocht denkt te hebben komt in hoge mate overeen met wat er daadwerkelijk in de pillen of poeders zit. Een als ecstasy gekochte pil is in de meeste gevallen ‘echte ecstasy’, dat wil zeggen MDMA. Een zelfde conclusie kan getrokken worden voor de poeders. Echter van een betrouwbare markt kan niet gesproken worden. De dosering MDMA per pil varieert sterk en in poeders wordt er naast de verwachte stof vaak ook andere psychoactieve stoffen aangetroffen. In de speedmonsters bijvoorbeeld is in 71% van de gevallen naast amfetamine cafeïne aangetroffen.
•
De hoeveelheid MDMA in pillen die worden aangeboden als ecstasy is in 2003 toegenomen ten opzichte van 2002. Een zorgelijke ontwikkeling als dit in het licht wordt gezien van recent onderzoek naar de lange termijn effecten van ecstasy (Pennings, Eilering en de Wolff, 2004). In dit onderzoek wordt een voorlopige conclusie gemaakt dat serotonerge44 beschadigingen kunnen optreden bij doses vanaf circa 3 mg/ kg (circa 210 mg voor een persoon van 70 kilogram) wanneer in een kort tijdsbestek (circa 12-24 uur) wordt ingenomen.
Een serotonerge beschadiging wil dat zeggen dat er een beschadiging is ontstaan aan het serotonine systeem. Serotonine is een stof in de hersenen die van invloed is op stemming. Ecstasy maakt serotonine vrij en zorgt daarmee meestal voor een verbeterde stemming. Op het moment dat het systeem beschadigt is, kan dit een negatief effect hebben op de stemming van een persoon. Pennings heeft geen aanwijzingen dat de veranderingen in stemming en denken/geheugen blijvend zijn 44
76
Hoofdstuk 5 Conclusies en aanbevelingen 5.1 Conclusies In Tendens 2004, de door De Grift uitgevoerde Gelderse monitor over alcohol en drugs, staan de belangrijkste ontwikkelingen met betrekking tot het gebruik van alcohol en drugs onder jongeren en jongvolwassenen in Gelderland beschreven. Met Tendens wil De Grift het alcohol– en drugsgebruik in zijn verzorgingsgebied op een systematische en continue wijze in beeld brengen. Met de resultaten van deze monitor kunnen gemeenten en De Grift beleid, hulpverlening en preventie meer en beter vorm geven Naast Kwantitatieve gegevens over het gebruik door scholieren, het rijden onder invloed in Gelderland, gezondheidsverstoringen op grote Gelderse danceparty’s en de gegevens van het Drugs Informatie en Monitoringsysteem vormt de panelstudie een belangrijk onderdeel van Tendens 2004. De panelstudie is met medewerking van het Bonger instituut, dat in Amsterdam de jaarlijkse Antenne verzorgt, vorm gegeven en uitgevoerd. In 2004 zijn twee interviewrondes gehouden onder vierentwintig Gelderse panelleden die in totaal zicht hebben op zesentwintig netwerken. Een netwerk varieert in grote van 13 tot 300 jongeren. Onafhankelijk van elkaar zijn alle panelleden één of twee keer geïnterviewd. Een groot deel van de panelleden heeft zicht op de uitgaanswereld. Dit zijn of panelleden, die zelf onderdeel uitmaken van een bepaalde (uitgaans)subcultuur, of panelleden die vanuit hun professie goed zicht hebben op een (segment) van het uitgaanscircuit. Naast deze panelleden uit het uitgaanscircuit zijn er panelleden die zicht hebben op straat- of probleemjongeren. Hieronder worden de belangrijkste bevindingen uit Tendens 2004 beschreven naar middel. Alcohol Bijna driekwart van de Gelderse scholieren heeft ervaring met alcohol. Meer dan vijftig procent van de Gelderse scholieren is wel eens dronken of aangeschoten
77
geweest. Meiden hebben een voorkeur voor Breezer, jongens kiezen voor Breezer en bier. Een opvallende en zorgelijke ontwikkeling, die uit kwantitatief onderzoek van de gemeente Nijmegen naar voren komt is de stijging van het alcoholgebruik door jongeren in de leeftijd van tien tot twaalf jaar. In het uitgaanscircuit is alcohol het belangrijkste genotmiddel, zo blijkt uit de panelstudie. Drinken van alcohol betekent veelal fors drinken. Meer dan tien glazen op een uitgaansavond zijn schattingen aan de lage kant. Niet alleen bier is populair, Smirnoff ice, Bacardi cola, wodka-Red Bull verkopen eveneens goed. Bij het trendy uitgaanspubliek heeft, in tegenstelling tot bij de scholieren, de Bacardi Breezer aan populariteit verloren. De alcoholische drankjes worden niet per definitie in de uitgaansgelegenheid genuttigd. Thuis of op straat indrinken is een breed fenomeen geworden, waar de horeca financieel onder te lijden heeft. Hasj en wiet In vergelijking met alcohol hebben aanzienlijk minder scholieren ervaring met hasj of wiet. Van de Gelderse leerlingen uit klas twee heeft minder dan vijf procent in de afgelopen maand hasj of wiet gebruikt. Voor leerlingen uit klas vier ligt dit percentage boven de tien procent. Uit de panelstudie blijkt dat hasj en wiet met name populair is onder straat- en probleemjongeren. Veel van deze jongeren gebruiken meerdere joints per dag. Blowen is in vergelijking met alcohol minder gerelateerd aan het stappen. In de meeste horecagelegenheden wordt blowen niet toegestaan. Stimulerende middelen Het gebruik van ecstasy en andere harddrugs is voorbehouden aan een kleine groep jongeren. Ter illustratie: ongeveer een op de veertig jongeren in de leeftijd van twaalf tot vijfentwintig jaar uit de gemeente Ede heeft minimaal één keer in zijn of haar leven ecstasy gebruikt. Ecstasy is samen met cocaïne en speed de meest gebruikte harddrug. Ecstasy komt in bijna elk netwerk van de panelstudie voor. Ecstasy is hiermee de meest verspreide harddrug. Ecstasy is met name gekoppeld aan dance. Het gebruik speelt zich met name af op een danceparty of in de club en minder in een café. Steeds meer constateren panelleden dat ecstasy niet per definitie gelijk staat aan een pil. MDMA poeder duikt in meerdere netwerken regelmatig op, zowel in netwerken van het uitgaanscircuit als bij netwerken van straat- en probleemjongeren.
78
Ecstasy wordt het meest aangeleverd bij de testservice van De Grift in Nijmegen en Arnhem. Meer dan zestig procent van deze ingeleverde drugsmonsters zijn aangekocht als ecstasy. Hoofdzakelijk gaat het om pillen. Van de als ecstasy aangekochte pillen bevatte in 2003 96% daadwerkelijk de werkzame stof MDMA. De dosering MDMA per ecstasy pil varieert daarentegen sterk. Uit de panelstudie blijkt dat cocaïne bezig is aan een opmars. Een opmars, die volgens panelleden al enige jaren aan de gang is. Cocaïne wordt vrijwel altijd gecombineerd met alcohol. Meer dan ecstasy is cocaïne een drug voor thuis of in het café. Cocaïne heeft niet het imago een partydrug te zijn waar lang op gefeest kan worden. Cocaïne maakt zelfverzekerd, geeft energie en is een sociaal smeermiddel. Cocaïne heeft niet alleen maar positieve kanten: grootheidswaanzin, doorsnuiven, claimend en paranoia gedrag worden eveneens gesignaleerd. Gekookte coke, de rookbare variant van (bewerkte) snuifcocaïne wordt praktisch niet gesignaleerd in het uitgaanscircuit. Het gebruik is in alle netwerken zeer beperkt. Het komt in een aantal netwerken van straat- en probleemjongeren voor. Het gebruik van speed is minder wijd verspreid dan het gebruik van cocaïne of ecstasy. Speed is met name populair bij de netwerken waar een sterke voorkeur is voor hardhouse, metal of tekno. Speed wordt na ecstasy het meest aangeleverd bij de testservice in Arnhem en Nijmegen. In totaal zijn er in 2003 vijfennegentig speedmonsters geanalyseerd. Vierennegentig procent van deze monsters bevatte de verwachte werkzame stof amfetamine. Naast amfetamine werd in ongeveer driekwart van deze monsters cafeïne aangetroffen. Ephedra de tot 6 april 2004 in onder andere de smartshop legaal verkrijgbare ‘natuurlijke speed’ neemt in geen enkel netwerk van de panelstudie een centrale rol in. Het besluit om de verkoop van ephedra in smartshops te verbieden heeft consequenties voor de omzet van deze winkels. Het assortiment van de smartshops kan hierdoor gaan veranderen. Harddrugsgerelateerde middelen als bijvoorbeeld versnijdingmiddelen, weegschalen en bullits kunnen een meer belangrijke plaats in gaan nemen. Narcosemiddelen GHB is het bekendste narcosemiddel. Het gebruik van GHB en andere narcosemiddelen als lachgas en ketamine is niet onderzocht in de Gelderse kwantitatieve
79
jongeren- en scholieren onderzoeken. In de panelstudie wordt wel stil gestaan bij deze middelen. Uit de panelstudie blijkt, dat de populariteit van GHB te lijden heeft onder de populariteit van alcohol. GHB combineert volgens panelleden niet prettig met alcohol. Daarnaast heerst er ten opzichte van GHB, met name onder niet gebruikers, een zekere angst wat niet uitnodigt tot gebruik van het middel. Het gebruik van GHB blijft dan ook met name beperkt tot de aan dance gelieerde netwerken. Er lijkt dan ook geen sprake te zijn van een brede verspreiding van GHB. Het gebruik van ketamine en lachgas gebeurt op zeer beperkte schaal. Beide middelen zijn relatief moeilijk verkrijgbaar. Tripmiddelen Net als met harddrugs zijn er relatief weinig scholieren die in de afgelopen maand hallucinogene paddestoelen hebben gebruikt. Dit percentage schommelt rond de een procent. Het gebruik speelt zich niet zozeer af in een uitgaansgelegenheid, maar eerder op een rustige meer besloten locatie, zoals bijvoorbeeld bij iemand thuis, zo blijkt uit de panelstudie. Nijmeegse zwerfjongeren springen er uit voor wat betreft het gebruik van paddo’s. Een deel van deze jongeren gebruikt meerdere keren per maand paddo’s. In de andere netwerken waar paddo’s gebruikt worden wordt gesproken van een frequentie van een paar keer per jaar. LSD is geen gangbaar middel. LSD is moeilijk verkrijgbaar en de kwaliteit van de trips varieert sterk. Het gebruik speelt zich af in besloten circuits. Overige middelen Viagra, poppers en heroïne hebben niet de interesse van een groot publiek. Onbekendheid, associatie en hevige werking zijn hier debet aan. Wel lijkt het niet medisch gebruik van het erectiemiddel Viagra aan populariteit te winnen, zij het op bescheiden schaal. Combinatiegebruik De Gelderse scholieren- en jongerenonderzoeken geven geen cijfers over gecombineerd middelengebruik. Uit de panelstudie blijkt echter dat middelen dikwijls in combinatie met elkaar worden gebruikt. Worden alcohol en drugs bewust met elkaar gecombineerd, dan gebeurt dit omdat er gestreefd wordt naar het bereiken van optimaal effect van een ontspannen gevoel, een roes of een kick. Bewust combineren kan ook om het effect van een middel te reguleren door het toevoegen van een ander middel. Alcohol en cocaïne is de combinatie die het meest voorkomt, gevolgd door cannabis met stimulerende middelen.
80
Risico’s van gebruik In de panelstudie wordt naast de positieve effecten van genotmiddelen stil gestaan bij de risico’s van gebruik. Panelleden zien het grootste risico van middelen in hoeveelheid en frequentie van gebruik. Voorbeelden hiervan zijn dertig glazen bier op een avond, dagelijks blowen of zes ecstasy pillen op een party. Hoeveelheid en frequentie zijn mede oorzaak voor negatieve consequenties die aan een middel worden toegeschreven. Voorbeelden van negatieve consequenties zijn opstootjes of een slechte gemoedstoestand. Naast hoeveelheid en frequentie van gebruik worden er risico’s waargenomen in het rijden onder invloed na het gebruik van drank of drugs, combinatiegebruik, kritiekloos gebruik en het gebruik van middelen zonder dat bekend is wat de dosering en werkzame stof zijn. Op de drie grote danceparty’s die in het Arnhemse Gelredome zijn georganiseerd zijn er relatief weinig mensen die hinder ondervonden hebben van alcohol en drugsgebruik, zo blijkt uit cijfers van Educare Groningen. Op deze party’s bezocht minder dan een half procent de EHBO voorziening van Educare. Van de mensen die van de EHBO voorziening gebruik hebben gemaakt had minder dan de helft klachten ten gevolge van het gebruik van alcohol en/of drugs. De klachten waren niet van dien aard dat een directe doorverwijzing naar het ziekenhuis nodig was. Klachten ten gevolge van alcohol- en/of drugsgebruik zijn vooral algehele malaise, misselijkheid en duizeligheid.
5.2 Aanbevelingen Tendens brengt signalen en trends in het alcohol en drugsgebruik in beeld. Het geeft daarmee een aanzet tot verdere beleidsvorming en projecten die gericht zijn op het reduceren van risicovol alcohol- en drugsgebruik. Op basis van de gesignaleerde trends en ontwikkelingen zal De Grift waar nodig projecten aanpassen of ontwikkelen. De Grift gaat hard aan de slag met de resultaten van Tendens. Echter we kunnen dit niet alleen. We hopen dat beleidsmakers van gemeenten en instellingen gebruik zullen maken van de informatie die wij met dit rapport voor hen toegankelijk hebben gemaakt en zich geroepen voelen om actief samen met De Grift met onderstaande aanbevelingen aan de slag te gaan. Aandacht voor alcoholmatiging Indrinken, prijsacties, maatschappelijke acceptatie van alcohol, veel drinken als norm en alcoholincidenten zijn enkele voorbeelden die pleiten voor extra aandacht voor alcoholmatiging en alcohol. Aandacht voor alcohol behelst zowel het
81
uitvoeren van onderzoek naar risicofactoren en risicogroepen t.a.v. riskant alcoholgebruik als wel het verder ontwikkelen van effectieve preventieve interventies. De Grift is in samenwerking met het NIGZ een alcoholvoorlichtingsproject voor en door jongeren gestart. Barvrijwilligers uit het sociaal cultureel werk en van studentenverenigingen worden getraind in het verantwoord alcoholschenken. Voorlichtingsprojecten in het voortgezet onderwijs worden verfijnd en uitgevoerd. Dit zijn slechts enkele aspecten die een bijdrage leveren aan alcoholmatiging. Alleen educatie is echter niet voldoende. Uit onderzoek is gebleken dat een effectief alcoholmatigingsbeleid bestaat uit een mix van uiteenlopende beleidsmaatregelen, die elkaar ondersteunen en aanvullen: een integraal alcoholbeleid. Bij een effectief, integraal alcoholbeleid voeren maatregelen als accijnsheffing, goede controle op naleving van de wetgeving en een verbod op het stunten met prijzen de boventoon en wordt voorlichting ondersteunend ingezet (Stichting Alcoholpreventie, 2003). Het alcoholmatigingsbeleid dat de gemeenten in de Achterhoek in samenwerking met de GGD Gelre-IJssel en De Grift zijn gestart is een goed voorbeeld van een integrale aanpak. Deze werkwijze biedt kansen en mogelijkheden voor andere regio’s in Gelderland. Immers alcoholmatigingsbeleid is een gedeelde verantwoordelijkheid van zowel De Grift, gemeenten en andere instellingen. Activiteiten in het uitgaanscircuit In samenwerking met het Trimbos instituut gaat de Grift van start met het project ‘Uitgaan en drugs’. Een project gericht op het terugdringen van riskant middelengebruik in het uitgaanscircuit. Het combineren van verschillende middelen is hierbij een belangrijk aandachtspunt. Op diverse kleinschalige party’s zal De Grift activiteiten gaan ontplooien, die gericht zijn op het bevorderen van een verantwoord gebruik van uitgaansdrugs. Hierbij wordt de samenwerking gezocht met de organisatie van party’s en betreffende gemeenten. De testservice past ook in dit kader van het bevorderen van een meer verantwoord gebruik van uitgaansdrugs. Het testen op kantoor zal worden voortgezet en verder onder de aandacht van gebruikers worden gebracht. Daarnaast blijft De Grift pleiten voor het aanbieden van de mogelijkheid tot het testen op feesten. Het testen biedt een uitstekende mogelijkheid om gebruikers te kunnen voorlichten en hen te wijzen op de risico’s van gebruik. Rijden onder invloed van alcohol en drugs dient eveneens verdere aandacht te krijgen. Om jonge (aanstaande) uitgaanders bewust te maken van de risico’s van
82
onder invloed deel te nemen aan het verkeer bestaat het project ‘Onder invloed onderweg’ bedoeld voor de bovenbouw van het voortgezet onderwijs. Verder is en zal er in samenwerking met het Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Gelderland nieuw materiaal gericht op rijden onder invloed van drugs worden ontwikkeld. Aandacht voor cannabisgebruik. Excesssief blowen door met name straat- en probleemjongeren en op jonge leeftijd blowen verdienen de aandacht. Naast het uitvoeren van schoolgerichte interventies, gezinsgerichte interventies (bijvoorbeeld oudercursus) en interventies in het jeugd- en jongerenwerk waarbij nadrukkelijke aandacht is voor cannabisgebruik neemt de Grift deel aan een regionale en landelijke cannabiscampagne. Daarnaast zal de samenwerking met coffeeshops worden voortgezet. Tevens heeft De Grift een laagdrempelige interventie ontwikkeld, die zich richt op overmatig blowen. Hier moet het niet bij blijven. Een gedegen aanpak van excessief blowen vraagt ook van instellingen, zoals scholen en jeugdhulpverleningsinstellingen, structurele aandacht waarbij niet alleen sprake is van regelgeving, maar ook van educatie en beleid. Cocaïnegebruik en nieuwe preventieve interventies De opmars van cocaïne lijkt nog niet te zijn gestopt. Behandeling van probleemgebruik van cocaïne staat nadrukkelijk in de aandacht. Preventieve interventies specifiek gericht op het terugdringen van cocaïnegebruik blijven momenteel nog achter. Het ontwikkelen van specifieke preventieve interventiemethodes gericht op het terugdringen van (excessief) cocaïnegebruik is noodzaak. Risicojongeren verdienen de aandacht Vroegtijdig aanpakken van en ondersteunen bij problemen is essentieel. Het is zaak om preventief te werken en niet pas te handelen als problemen de overhand krijgen. Laagdrempelig outreachend werken, zoals veldwerkers en straathoekwerkers dit doen, leent zich hier uitstekend voor. Veldwerkers zoeken jongeren op en maken contact met ze. Vanuit dit contact worden jongeren ondersteund om hun gebruik en problemen niet te laten escaleren. Er kan echter geconstateerd worden dat er op dit moment (te) weinig veldwerkers in De Grift regio zijn. Zorgelijk is dat gemeentelijke bezuinigingen juist ook het laagdrempelige werken treffen, zowel van De Grift als van collega instellingen. Bezuinigingen op deze werkers raakt het welzijn van de risicojongeren en daarmee van de gehele maatschappij.
83
Onderzoek aard en omvang gekookte coke Het gesignaleerde gebruik van gekookte coke door jongeren baart zorgen. We moeten waken voor paniekreacties. Het is van groot belang om de omvang en de aard verder uit te diepen. De Grift wil het gebruik van gekookte coke door jongeren verder onderzoeken. Om dit te laten plaats vinden zijn er extra middelen nodig. We zullen dan ook trachten om extra fondsen of middelen te verwerven.
84
Referenties Algemene Rekenkamer (2004), opvang zwerfjongeren 2004. AVV (2003) Rijden onder invloed in Nederland in 2003, ontwikkelingen van het alcoholgebruik van automobilisten in weekendnachten. Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Adviesdienst Verkeer en Vervoer, Heerlen/ Rotterdam Baarda, D., Goede de, M., Teunissen, J. (1995) Kwalitatief onderzoek, praktische handleiding voor het opzetten en uitvoeren van kwalitatief onderzoek. Houten: Educatieve partners Nederland bv. Bieleman, B., Biesma, S., Griesheimer, Jetzes. M., Jong de, A., Kruize, A. en Snippe J. (2002) Risicojeugd in de stad: aard, omvang en aanpak van risicojongeren in de stad Groningen. Groningen: Intraval. Bieleman, B., Goeree P., en Naayer, H. (2003) Coffeeshops in Nederland 2002, aantallen, gemeentelijk beleid en handhaving AHOJ-G criteria. Groningen: Intraval Bieleman, B., Maarsingh, H. en Meijer, G. (1998) Aangeschoten wild, onderzoek naar jongeren, alcohol, drugs en agressie tijdens het uitgaan. Groningen: Intraval Bouwens, J., Rover de, C. (2001) Dörkumse jongeluu veur wie zoepen en blowen te wiet gaot, een kwalitatief onderzoek naar genotmiddelengebruik door (risico)jongeren in Doetinchem, GGD Regio Achterhoek en De Grift: 2001. Centraal Bureau voor de Statistiek (2005) Cafés en cafetaria’s per 100.000 inwoners. www.cbs.nl Coördinatiepunt Assessment en Monitoring nieuwe drugs (2000) Risicoschattingsrapport betreffende paddo’s (psilocine en psilocybine); CAM: Den Haag Essensie (2004), nummer 84 (jaargang 8), juni 2004, blz. 37: Gelder, van. P., Reinerie, P., Smitz, M., Burger, I. en Hendriks, V. (2004) Uit (je dak) in Den Haag, 2003, Uitgaande jongeren en genotmiddelengebruik. Leiden: Drukkerij Groen. Gemeente Ede (2004) Jeugdmonitor Ede 2003. Gemeente Ede: 2004 GGD Achterhoek (2004) Jeugd Gezondheid, welzijn en leefstijl. Verslag van een onderzoek onder jeugd in de Achterhoek 2004. GGD Achterhoek: 2004 GGD-en Oost Nederland (2004) Jeugd Gezondheid, welzijn en leefstijl; verslag van een onderzoek onder jeugd in de regio Oost Nederland 2004 GGD regio Nijmegen (2004) Gezondheid, welzijn en leefwijze van jongeren in de regio Nijmegen, verslag van een onderzoek onder jeugd 2003. GGD regio Nijmegen 2004 Groot de ,S. en Kunst, M. (2004): Signaal: Probleemjongeren waar hebben we het nu over? Onderzoek en Integrale Vraagstukken, nr. 2, jaargang 2004 Junte, J. en Driel, van A. (2002) Exclusief voor de massa. Volkskrant: 27 juni 2002 Junger, M., Vinken, H., Laan van der, D., Diepstraten, I. en Akker van den, P. (1998) Jongeren en risicogedrag: definities, trends en factoren. Leiden/ Tilburg: NSCR/ IVA Korf, D., Benschop, A. en Brunt, T (2003) Pillen testen in Nederland; een onderzoek naar versterking van de monitor uitgaansdrugs. Amsterdam: Rozenberg Publishers Korf, D., Nabben, T. en Benschop, A. (2001), Antenne 2000, Trends in alcohol, tabak, drugs en gokken bij jonge Amsterdammers. Amsterdam: Rozenberg Publishers. Korf, D., Nabben, T. en Benschop, A. (2002), Antenne 2001, Trends in alcohol, tabak, drugs en gokken bij jonge Amsterdammers. Amsterdam: Rozenberg Publishers.
85
Laar van M., Cruts, A., Verdurmen, J., Meijer, E., Panhuis, P. en Ooyen van, M. (2003) Nationale Drugmonitor, jaarbericht 2003. Utrecht: Trimbos-instituut. Louter, M. (1996). Absint, het grote gevaar. De Groene Amsterdammer: 24 juli 1996 Manders, A. en Star, van der M. (2000) Jeugdmonitor 1999. Onderzoek en Statistiek gemeente Nijmegen: 2000 Monshouwer, K., Dorsselaer, van S., Gorter, A., Verdurmen, J. en Vollebergh, W. (2004) Jeugd en riskant gedrag, kerngegevens uit het peilstationonderzoek 2003. Utrecht: Trimbos instituut Nabben, T. en Korf D. (2000) De Combiroes, gecombineerd gebruik van alcohol met cannabis, cocaïne, xtc en amfetamine. Amsterdam: Thela Thesis Nabben, T. en Korf D. (2000) Ketamine Amsterdam: Thela Thesis Onderzoek en Statistiek Nijmegen (2004) Jeugdmonitor 2003. Gemeente Nijmegen: juni 2004 Pennings, E., Eilering, J. en Wolff de , F. (2004) Langetermijneffecten van XTC. Leiden: Leids Universitair Medisch Centrum Pijlman, F., Krul, J. Niesink, R. (2003) Uitgaan en veiligheid, feiten en fictie over alcohol, drugs en gezondheidsverstoringen. Utrecht: Pascal Poel van der, A., Hennik, M., Barendregt C. en Mheen van de, D. (2004) Jongeren & Basecoke, leidt gebruik van basecoke tot marginalisering? IVO Bulletin: nr 1, jaargang 7 Politie Gelderland Midden (2004) Jaarverslag 2003 Rexwinkel, H. (2004) Jeugd Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in de regio Gelderland Midden. Hulpverlening Gelderland Midden/ GGD: april 2004 Riper, H. en Korf, D. (2000) Quick Scan Arnhem. Uitgaansdrugs en Preventie. Criminologisch Instituut Bonger Amsterdam: 2000 Roomer, A. en Poelmans, I. (2004) Tendens 2003 alcohol- en drugsgebruik bij jongeren en jongvolwassenen in De Grift-regio. Rijswijk: Quantes Selman, A. (2004) Interne notitie spuitomruil voor wat hoort wat. De Grift Sietinga, J. en Vermeulen, H. (2001) Jeugdmonitor Ede 2000. Gemeente Ede: maart 2001 Soeterbroek, S. en Mureau, J. (2004) Leefstijl en gezondheid van jongeren in de regio Rivierenland 2004, resultaten van het E-MOVO onderzoek naar gezondheid, welzijn en leefstijl onder leerlingen van de tweede en vierde klas. GGD Rivierenland: juni 2004. Stichting Alcoholpreventie (2003) Factsheet Nederlands alcoholbeleid, De huidige situatie van het Nederlandse alcoholbeleid en waar we naartoe willen. Trimbos-instituut (2004) Jaarbericht 2003 DIMS. Utrecht: Trimbos-instituut
86
Bijlage A: Het ABC van de Drugs In de tekst wordt gesproken over diverse soorten middelen. In deze bijlage staat een korte omschrijving van het middel weergegeven. De middelen worden in alfabetisch volgorde weergegeven Absint is een sterk alcoholische drank (60-80% alcohol), met een heldergroene kleur gemaakt van alcoholische extracten van onder meer de absinth-alsem. De Absinth-alsem is een struik van ongeveer 1 meter hoog, die onder andere in Zwitserland groeit. De plant bevat een vluchtige olie die rijk is aan thujon. Thujon heeft een soortgelijke farmacologische werking als de bekendste werkzame stof in hasj en wiet de THC. Vanwege deze bittere smaak wordt absint zelden puur gedronken. Om deze smaak te verzachten wordt aan absint anijs of pepermuntblad, koriander en andere kruiden toegevoegd. Omdat het dan nog erg bitter smaakt wordt er tenslotte suikerwater aan toegevoegd. Hoge doseringen absint kunnen hallucinerend werken. Chronisch gebruik van absint veroorzaakt ernstige hersenbeschadiging gekenmerkt door psychose, hallucinaties en intellectuele aftakeling. Deze ziekte werd in de 19de eeuw absinthisme genoemd. Alcohol (ethanol) is een vloeistof die in verschillende percentages in dranken kan voorkomen. Het ontstaat door de gisting van bijvoorbeeld gerst (bier) of druiven (wijn). Alcohol wordt via de maag en dunne darm opgenomen in ons bloed, waarin het langs alle organen in het lichaam komt. De lever breekt de alcohol af. De werking van alcohol berust op een verdoving van het centrale zenuwstelsel, waardoor tijdelijk de remmingen van het gedrag wegvallen. Ook het reactievermogen en de motoriek verminderen hierdoor. Alcohol kent een groot risico op lichamelijke- en geestelijke afhankelijkheid en tolerantie. Risico’s van overmatig alcoholgebruik zijn met name de al dan niet herstelbare schade aan de hersenen, lever, alvleesklier en nieren, verminderde potentie en sociale problemen. Blauwe winde (morning glory): De actieve bestanddelen in de zaden van de sierplant blauwe winde zijn minstens zes stoffen die men lysergische zuren noemt, ook wel lysergic acid amides (LSA) noemt. Deze zijn verwant aan LSD en hebben een gelijksoortige hallucinogene werking Cafeïne is een stimulerende stof die de concentratie verhoogt en de vermoeidheid onderdrukt. Het is te vinden in koffie, thee en cola. In sommige energydrinks zit ook cafeïne. Het is een wit poeder met een bittere smaak. Soms wordt het wel eens in pilvorm verkocht of aan andere drugs (o.a. speed) toegevoegd. Cannabis (hasj en wiet) De belangrijkste werkzame stoffen in cannabis zijn THC, CBD en CB. Hasj is de tot blokken geperste hars van de bloemen van de plant Cannabis Sativa. Wiet is de gedroogde bloemtoppen van de vrouwelijke plant. Hasj en wiet zijn softdrugs. Hasjolie is een harddrug. Deze olie is een tinctuur van de THC bevattende delen van de plant. Hasj en wiet kunnen gerookt (blowen) worden in een pijpje, sigaret (joint) of waterpijp, gegeten (spacecake) of gedronken (thee) worden. De stoffen CB en CBD zorgen voor een verdovend effect, de THC voor een hallucinogeen effect. Hasj en wiet versterken de stemming en geven de gebruiker een verhoogde fantasie, zin in eten, een lacherig gevoel en een tijdelijke stoornis van het korte termijngeheugen. Verder wekt het slaap op. Medische toepassingen zijn o.a. bij chemotherapie om misselijkheid tegen te gaan. Bij iemand, die niet goed in zijn vel zit, kan het verkeerd vallen. Een te hoge dosis kan heftige angstgevoelend of neerslachtigheid veroorzaken. Lange termijn risico’s bij roken is schade aan de longen en longkanker. Mensen die veel en vaak cannabis gebruiken kunnen geremd worden in hun ontwikkeling. Tevens zijn er aanwijzingen dat er een relatie is tussen cannabisgebruik en het ontstaan van psychische stoornissen zoals depressie, schizofrenie en angst. Hasj en wiet geven geen lichamelijke afhankelijkheid of tolerantie. Wel kan geestelijke afhankelijkheid ontstaan. Cocaïne is verkrijgbaar als wit poeder of als harde, witte of bruingele brokken (crack, gekookte coke). Cocaïne kan gesnoven en gespoten worden en eventueel gerookt. Wordt de cocaïne gesnoven dan beginnen de effecten na een paar minuten. Deze effecten houden ongeveer een half uur aan. Het roken van cocaïne is niet efficiënt, omdat een groot deel reeds verbrand is voordat het in de longen komt. Wanneer de cocaïne door een chemisch proces wordt bewerkt tot gekookte coke dan geeft het roken ervan wel een optimaal effect. De werking van gekookte coke is in vergelijking met de snuifcocaïne sneller en explosiever. Binnen dertig seconden wordt de piek bereikt. Het heftig oppeppend effect duurt ' slechts een paar minuten en verandert al snel in een 'crash': opgefokte neerslachtigheid. De stimulerende werking van cocaïne geeft de gebruiker een euforisch gevoel van alles aan te kunnen. Honger en vermoeidheid verdwijnen en het zelfvertrouwen neemt toe. De lichaamstemperatuur en de hartslagfrequentie stijgen en de pupillen worden groter. Risico’s voor de gezondheid zijn vergelijkbaar met die van speed. Het roken van gekookte coke kan longschade
87
opleveren. Cocaïne en gekookte coke veroorzaken geen tolerantie en lichamelijke afhankelijkheid, maar wel een (grote) geestelijke lichamelijke afhankelijkheid. Ecstasy of MDMA, is een aan amfetamine verwante stof. Het wordt meestal verkocht als pil en eventueel als poeder, kristal of capsule. Ecstasy is een illegale drug met een dubbele werking: aan de ene kant geeft het een prettig, ontspannen, knuffelig gevoel dat wordt veroorzaakt door het vrijkomen van extra serotonine in het bloed (entactogene werking). Aan de andere kant pept het op en krijgt de gebruiker het idee dat langer door gegaan kan worden met bijvoorbeeld feesten. De risico’s bij gebruik zijn oververmoeidheid, verhoogde bloeddruk, hartkloppingen, uitdroging en oververhitting. De lange termijn risico’s zijn nog weinig onderzocht, wel is bekend dat Ecstasy depressies en psychoses kan versterken. Lichamelijke afhankelijkheid niet, wel kan Ecstasy de gebruiker geestelijk afhankelijk maken. Aan Ecstasy verwante stoffen zijn o.a. MDA, MDEA en MDBD. MDA heeft een sterker entactogeen effect en werkt langer, tot wel 12 uur. MDEA heeft een sterker oppeppend effect en duurt korter, tussen de 3 en 5 uur. MBDB heeft geen stimulerende werking en een mildere entactogene werking. Ephedra was onder andere verkrijgbaar in de smartshops onder namen als herbal ecstasy, ephedra en herbal speed. Ephedrahoudende producten peppen de gebruiker op en onderdrukken de vermoeidheid. Risico’s treden in het bijzonder op bij personen met hart- en vaatziekten, zoals hartkloppingen en verhoogde bloeddruk. Verder kan het leiden tot geestelijke afhankelijkheid, maar lichamelijke afhankelijkheid en tolerantie ontstaan niet. Guaraná is een vrucht die groeit in ondermeer Venezuela en het noordelijke deel van Brazilië. Guaraná bevat een hoog gehalte aan guaranine, een stof met dezelfde chemische samenstelling als cafeïne. In de smartshop is guaraná in pil- en poedervorm verkrijgbaar. Guaraná wordt gebruikt als eetlustremmer en als stimulerend middel. GHB staat voor GammaHydroxyButyraat/-Boterzuur, voor een aantal; jaren terug werd het ook wel eens ‘liquid ecstasy’ genoemd (onjuiste verwijzing). GHB wordt doorgaans als oplossing in flesjes verkocht en soms in poedervorm. De gebruiker mengt de oplossing vaak met frisdrank vanwege de zoute smaak. In kleine hoeveelheden werkt het ontremmend, waardoor de gebruiker zich euforisch voelt. Bij te hoge dosering kan de gebruiker in een vier uur durende coma raken. Het risico hierop is groot, omdat een overdosering nauwelijks hoger is dan de ideale dosis. Een ander belangrijk risico is de versterkende werking die de combinatie met alcohol kan uitlokken, hierdoor kan zelfs ademstilstand optreden. Psychische afhankelijkheid kan in sommige gevallen optreden. Ook kan er bij regelmatige gebruikers sprake zijn van tolerantieontwikkeling. De effecten van GHB worden dan iets minder gevoeld. Verder kunnen ontwenningsverschijnselen zoals slapeloosheid, angst en beven optreden Ketamine is een lastig te doseren narcosemiddel. Het is een dissociatief tripmiddel. Dit betekent dat de gebruiker een scheiding tussen lichaam en geest ervaart waarbij de trip wordt beleeft in een waanwereld. Kortstondige, hevige psychische storingen kunnen optreden, zoals desoriëntatie, levendige en vaak beangstigende dromen en hallucinaties. Ketamine kan geslikt, gesnoven of gespoten worden. Heroïne is een illegale opiaat, welke via morfine uit ruwe opium wordt bereid. Heroïne ziet eruit als een korrelig (wit, grijs of bruin) poeder. Deze korreltjes kunnen ‘gechineesd’ worden (roken via aluminiumfolie), of via een waterpijp worden gerookt. Na oplossing kan het ook gespoten worden. Snuiven is ook mogelijk. De verdovende werking veroorzaakt een pijnstillend en ademhalingsremmend effect en een gevoel van euforie. Het dempt negatieve gevoelens zoals pijn en verdriet. Naast een snel optredende tolerantie en lichamelijke en geestelijke afhankelijkheid zijn de gevolgen van overdosering, zoals bewustzijnsverlies en ademhalingsstilstand, belangrijke risico’s. Door onzorgvuldig spuiten kunnen infectieziektes en spuitabcessen optreden. De verdovende werking draagt verder het risico, dat ziektes niet worden opgemerkt en kunnen verergeren. Ibogaïne is afkomstig uit de wortels van een Afrikaanse plant, de Tabernanthe Iboga. In lage dosis kan ibogaïne stimulerend werken. In hoge dosis heeft het en hallucinogene werking. Van ibogaine wordt beweerd dat het in staat is om een verslaving aan opiaten te onderbreken. Het zou de trek verminderen en onthoudingsverschijnselen tegengaan. Het is niet bekend in hoeverre ibogaïne een effectief afkickmiddel is. Lachgas: De werkzame stof in lachgas is stikstofmonoxyde (N2O). Dit narcosemiddel heeft een kort sterk roeseffect en een nawerking die lang kan duren. Doorgaans wordt het in ballonnen op party’s aangeboden. Ook kan het in de vorm van gaspatronen gekocht worden. De gebruiker
88
ademt het gas vanuit de ballon in. Bij inhalatie rechtsreeks vanuit het gaspatroon is het risico dat de gebruiker zijn longen bevriest vanwege de koude temperatuur van het gas. Nadelige bijwerkingen zijn misselijkheid, duizeligheid en hoofdpijn. Lichamelijke afhankelijkheid en tolerantie treden niet op, wel is geestelijke afhankelijkheid in theorie mogelijk. LSD is een chemisch eindproduct van een stof die in de moederkoornschimmel zit. Op de (illegale) markt wordt het meestal verkocht als kleurige papiertjes (papertrip), die met LSD zijn geïmpregneerd en soms als zeer kleine pilletjes (microdots). Na orale inname van de papertrip of pil beleeft de gebruiker sterke visuele hallucinaties. Nadelige effecten en risico’s zijn een ‘bad trip’ of flippen en eventuele flash-back. Bij een flash-back kan tot lange tijd na het gebruik het effect opnieuw optreden. Deelname aan het verkeer is onverstandig. LSD maakt niet lichamelijk afhankelijk. Geestelijke afhankelijkheid is theoretisch mogelijk. Paddo’s (hallucinogene paddestoeltjes) bevatten de stof psilocybine en/ of psilocine. Het gehalte aan werkzame stoffen verschilt van paddo tot paddo. Psilocybine en psilocine geven een tripeffect (hallucinaties) waarbij je de werkelijkheid anders beleeft. Deze hallucinaties zijn minder hevig dan bij LSD gebruik,maar de sterkte van een paddestoel is moeilijk te voorspellen. Lichamelijke en treedt niet op bij het gebruik van paddo’s. Het heeft ook geen zin om binnen enkele dagen na elkaar te gebruiken, omdat ze dan geen effect meer hebben. Geestelijke afhankelijkheid van paddo’s komt weinig voor. Poppers worden (illegaal) verkocht in flesjes of capsules. De vluchtige vloeistof, meestal amylnitriet of butylnitriet, met een indringende geur wordt op een zakdoek gedruppeld of rechtstreeks uit het flesje opgesnoven. Het gebruik van poppers geeft het gevoel high te zijn en meer energie te hebben. Ze worden vooral gebruikt bij seksueel contact. Poppers maken dat aanraken prettig erotisch aanvoelt. Door het spierverslappende effect ontspant de anale kringspier. Dit vergemakkelijkt de penetratie. Salvia Divinorum is een oorspronkelijk uit Mexico afkomstige plant. De plant of een extract van deze plant wordt verkocht in de smartshop. De bladeren (of een extract hiervan) van de Salvia Divinorum worden gerookt of gekauwd. De werkzame stof in deze plant is Salvinorin A. Salvia Divinorum is een sterk tripmiddel. De effecten zijn als bij elk middel onder andere afhankelijk van de dosis en manier van gebruik en de persoon. Er worden effecten genoemd als coördinatieverlies, verlies van individueel bewustzijn, visioenen, het gevoel te worden tot een ding of het gevoel terug te reizen in de tijd. Ook kan het zo zijn dat de gebruiker tijdens de trip zich totaal niet meer bewust is van zijn omgeving. Slaap- en kalmeringsmiddelen zijn medicijnen die een dempende werking hebben op de hersenactiviteit en het centrale zenuwstelsel. Ze helpen bij onrust, angst en slaapproblemen. De middelen die het meest worden gebruikt, hebben als verzamelnaam ‘benzodiazepines’. Het grootste risico is dat van de afhankelijkheid. Andere drugs en alcohol laten de gebruiker vaak nog ruimte om te ontdekken dat hij met het onderdrukken van problemen bezig is. Bij slaap- en kalmeringsmiddelen is dat onderdrukken juist de bedoeling. En dat maakt het risico van geestelijke afhankelijkheid groot. Speed of Amfetamine zijn verkrijgbaar de vorm van pillen, poeders of capsules. De stimulerende werking van speed maakt de gebruiker drukker, minder vermoeid, euforisch en geeft zelfvertrouwen. De pupillen worden groter en de bloeddruk stijgt. Vaak is een malende kaakbeweging te zien door de motorische onrust die deze middelen veroorzaken. Nadelige bijwerkingen zijn hoofdpijn, hartkloppingen, agressie en oververmoeidheid. Omdat honger niet meer wordt gevoeld en de gebruiker lichamelijk actiever wordt, kan vermagering optreden. Bij dansen bestaat het risico op uitdroging en oververhitting. Hoewel tolerantie optreedt, veroorzaken deze middelen geen lichamelijk afhankelijkheid. Geestelijke afhankelijkheid treedt wel op en kan groot zijn. Viagra ziet er uit als blauwe ruitvormige tablet. Deze tablet bevat de werkzame stof Sildenafil. Viagra wordt in het medische circuit gebruikt bij de behandeling van erectiestoornissen. Viagra is geen geslachtsdrift prikkelend middel en heeft geen oppeppende werking. Viagra kan alleen werken als de man in een staat van seksuele opwinding verkeert. Het vereenvoudigt dan het krijgen en behouden van de erectie.
89
Yohimbe is de naam van de gedroogde bast van een boom (Pausinystalia Yohimbe) die groeit in de tropische wouden van West-Afrika. De werking van Yohimbe wordt voornamelijk veroorzaakt door de stof Yohimbine. Yohimbe wordt in Kameroen gebruikt tegen impotentie als gevolg van hekserij. In de Westerse geneeskunde wordt Yohimbe gebruikt bij de behandeling van prostaatproblemen, frigiditeit en impotentie. Verder wordt het gebruikt als lokale verdovingsmiddel. Yohimbe werkt vaatverwijdend in de huid (o.a. in geslachtsorganen), bloeddrukverlagend en pupilverwijdend. Yohimbe wordt in smartshops verkocht als afrodisiacum en als potentie-verhogend middel.
90
Bijlage B: De panelleden Panel Uitgaanders Sekse % vrouwen 50%
Etniciteit45
50%
99% NL 1% MA. 97% NL 3% TU 75% NL 15% DU 10% EU 80% NL 10% EU 5% MA 5% AN 75% NL 10 % EU 5% AN 5% TU 5% MA 20% MA 20% AN 20% SU 15% TU 15% NL 10% SO 100% NL
Nr.
Panelnaam
Setting
N
Leeftijd
2a
Rosa
Dance
15
4a
Raphaël
Jongerencentrum
140
4b
Juriaan
Høker
30
5a
Micheal
Smartshop
150
25-32 jaar (28 j) 12-23 jaar (16 j) 16-30 jaar (19 j) 18-50 jaar (28 j)
7a
Jaap en Suus
Dance
50
20-40 jaar (27 j)
40%
9a
René
Bar disco
500
16-35 jaar (21 j)
40%
11a
Dennis en Anna
Urban
300
16-30 jaar (18 j)
50%
11b
Dennis en Anna
Hardhouse
300
30%
12a
Charly
Bar disco
100
16-30 jaar (19 j) 15-25 jaar (19 j)
14a
Jeffrey
Dealer
100
21-60 jaar (25 j)
30%
15a
Carolien
Dance
15
60%
16a
Billy
Metal
25
17a
Stuffan
Tekno
40
25-40 jaar (27 j) 19-39 jaar (27 j) 15-35 jaar
50% 50%
40%
10% 50%
100% NL.
De Grift Regio Zuid Oost Oost Midden
Zuid
Zuid
Midden
Midden
90% NL 5% MA 5% AN 80% NL 7% EU 5% MA 5% TU 3% AN 100% NL
Midden
95% NL 5% TU 95% NL 5 % FR
Zuid
Zuid
Zuid
Zuid
(20 j) 18a
Karin
Tekno/ kraak
15
20a
Wendy
Hardhouse
15
21a 22a 23a
Agent Doetinchem Agent Nijmegen Agent Arnhem
Horeca: uitgaanszone Horeca: uitgaanszone Horeca: uitgaanszone
----
14-27 jaar (22 j) 20-27 jaar (23 j) ----
20%
100% NL
Zuid
20%
100% NL
Midden
----
----
Oost Zuid Midden
45
AN = Antilliaans; DU = Duits; EU = overig Europees; FR = Frans; IR = Irakees; NL = Nederlands; MA = Marokkaans; NA = Overig Noordafrikaans; SO = Somalisch; SU = Surinaams en TU = Turks
91
Panel Straatjongeren Nr.
Panelnaam
Setting
N
Leeftijd
1a
Jerry
Dorp Achterhoek
30
1b
Jerry
Dorp Achterhoek
25
6a
Stefano
Wijk Arnhem
15
13a
Erik
Harde Kern voetbalsupporters
50
14-20 jaar (17 j) 14-20 jaar (16 j) 17-22 jaar (19 j) 19-28 jaar (23 jaar)
Sekse % vrouwen 20 %
Etniciteit
20 % 0%
96% NL 4% IR. 100% NL
Midden
0%
100% NL
Regio46
Sekse % vrouwen 20 %
Etniciteit
De Grift Regio Zuid
100% NL.
De Grift Regio Oost Oost
Panel Probleemjongeren Nr.
Panelnaam
Setting
N
Leeftijd
3a
Adriaan
Jongeren met meervoudige problematiek
50
13-23 jaar (18 j)
8a
Fred
Wijk Nijmegen
13
10a
Wil
Zwerfjongeren
50
13-19 jaar (17 j) 17-25 jaar (20 j)
19a
Wally
Deviante Jongeren
20
16-22 jaar (20 jaar)
0% 20 %
0%
86% NL 10% MA 2% TU. 2% AN 100 % NL 90 % NL 5 % SU 5 % AN 30% SU 30% AN 25 %MA 10% NL 5% NA
In verband met de anonimiteit wordt hier geen regio weergegeven, immers elke regio kent zijn eigen betaalde voetbalorganisatie: Midden (Vitesse), Zuid (NEC) en Oost (Graafschap) 46
92
Zuid Zuid
Zuid
Jeffrey, Dealer Agent Doetinchem Agent Nijmegen Agent Arnhem
14a
Ephedra, guarana, e.d.
Cactus, salvia, blauwe winde e.d
47
48
Gelijk niveau (=);
•••:
Functie
Afname (-);
Agent
Agent X
X
X X
••••: 51-75%;
Toename (+)
26-50%;
CocaïneGebruikers Horeca/ Uitgaanszone Horeca/ uitgaanszone Horeca/ uitgaanszone
X
Nationaal
•: 1-10%;
23a
22a
Agent
Dealer
Bar disco
• ••• -
•••••: 76-100%.
=
=
=
••• + ••••• + -
-
+
•• + ••• + ••••• +
-
=
••• +
GHB
Gastheer
••••• = ••••• =
-
• =
-
Lachgas
••: 11-25%;
Charly
12a
X
X
-
• + ••• +
Viagra
Gastheer
Stad X
• =
=
Ecotrips48
21a
René
Panelleden
9a
Nummer • =
-
LSD
Eigenaar
Uitgaan en Subculturen
Michael
Regio
5a
Alcohol •• +
Cannabis
••••• =
Ecstasy
X
Speed
Jongeren centrum SmartshopBezoekers Bar disco
Energizers47
Raphaël
Mobiliteit Cocaïne
4a
Dj/ barman
Uitgaanscircuit: professionals
Bijlage C: Drugsgebruik Netwerken
93
=
Paddo’s
Poppers
Ketamine
Heroïne
Gekookte coke
Stuffan
Karin
Wendy
17a
18a
20a
Ephedra, guarana, e.d.
Cactus, salvia, blauwe winde e.d
50
Gelijk niveau (=);
49
Afname (-);
X
•••••
••••
••••
•••••: 76-100%.
••••
••••• ••••• ••• ••• = = + = ••••• ••• ••• •••• = = + ••••• ••••• ••••• •••••
••••: 51-75%;
X
X
X
X
Toename (+)
26-50%;
X
X
X
X
•••• •• +
•• -
•• + ••• = ••
••• =
•
•
• •• =
••••• =
•••
•••••
•
Gekookte coke
•••:
Tekno/ kraak Hardcore House
Tekno
Metal
••••• ••• • ••• ••• ••• ••••• ••••• ••••• = = =
•••••
-
•••• • •
••• + •••
-
•
• =
-
-
• =
Viagra
••: 11-25%;
Billy
16a
Uitgaan en Subculturen X X X
X
Speed
Urban Hardhouse Dance
X
-
GHB
Dance
••• +
Ketamine
• + •••
••
Lachgas
••••• = •••••
••• -
•
-
•••• • =
-
••• +
Ecotrips50
•: 1-10%;
Dennis en Anna Dennis en Anna Carolien
11a 11b 15a
Nummer
Jaap en Suus
Panelleden
7a
Regio X
••
Poppers
Høkers
Stad
Juriaan
Nationaal •••••
Alcohol
X
Cannabis
X
Ecstasy
4b
Dance
Energizers49
Rosa
Cocaïne
2a
Mobiliteit
Uitgaanscircuit: subculturen
94
• + ••• + ••
Paddo’s
LSD
Heroïne
Erik
13a
Ephedra, guarana, e.d.
Cactus, salvia, blauwe winde e.d
52
Gelijk niveau (=);
51
Afname (-);
Panelleden ••••: 51-75%;
Toename (+)
26-50%;
Stad
•••:
Nationaal
••: 11-25%;
•••••
•••••: 76-100%.
•••
•• •
-
Energizers51
X
X
X
••• +
•••• •
•••• +
• =
•
• -
••
GHB
Harde Kern voetbalsupporters
Wijk Arnhem
Dorp Achterhoek
•••• • = •••• • + •••• • •• +
Viagra
•: 1-10%;
Stefano
Nummer
6a
Publiek domein
Jerry
Regio
1b
Alcohol ••••• + •••• + ••••• +
Cannabis
••••• = ••••• + •••• =
Ecstasy
X
Speed
Jerry
Cocaïne
1a
Mobiliteit Gekookte coke
Dorp Achterhoek
Straatjongeren
••
• + •• -
Paddo’s
LSD
Ecotrips52
Poppers
Lachgas
Ketamine
Heroïne
95
Ephedra, guarana, e.d.
Cactus, salvia, blauwe winde e.d
54
Gelijk niveau (=);
53
Afname (-);
•••:
••••: 51-75%;
Toename (+)
26-50%;
Nationaal
••: 11-25%;
•••••
•••••: 76-100%.
•••
••••
••
•
• +
-
GHB
••••
•••
•• +
••
Viagra
X
•••••
•• + •••• •••••
• -
••
LSD
Deviant
•••••
•••• + •••••
• +
Poppers
X
•••••
••••
••
•••••
Paddo’s
•: 1-10%;
Wally
Nummer
19a
Panelleden
Wil
Publiek domein
10a
Stad
X
Regio
Fred
Alcohol
8a
Cannabis •• + ••• + •••••
Ecstasy
•••••
Speed
•••••
Energizers53
X
Coke
Adriaan
Gekookte coke
3a
Mobiliteit Heroïne
Meervoudige problematiek Achterstands wijk Zwerf
Probleemjongeren
96
•••
•• -
Slaap- en kalmeringsmiddelen
Ecotrips54
Lachgas
Ketamine
Bijlage D: Prijzen en Straattaal Overzicht Prijzen Drug Ecstasy
Cocaïne Speed GHB Poppers LSD Ketamine Viagra Heroïne Gekookte coke
Eenheid 1 Pil 100 Pillen 1 gram poeder Kristal 1 gram 1 kilo 1 gram 30 gram 1 buisje 5 ml ½ liter flesje papertrip 1 gram poeder 1 pil Bolletje (0,1 tot 0,25 gram) Bolletje (0,1 tot 0,25 gram)
Genoemde prijzen €3,- tot € 8,€ 1,- per pil € 20,- tot € 50,€ 25,€ 30,- tot € 50,€ 28.000,€ 5,- tot € 15,€ 4,- per gram € 5,- tot €10,€ 100,€ 10,€ 5,€ 40,€ 5,€ 10,€ 10,-
Overzicht straattaal55 Woord Cocaïne Ecstasy Speed LSD Ketamine Heroïne Gekookte coke
55
Straattaal Chabba; Coke; Pakje; Pakketje; Punt; Snatsje; Snuifje; Sos; Sosa; Tuutje; Wit Cd’tjes, Kloenkertje; Illy’s; Pillen; Pilletje; Tablet, Tikkels; Schijfjes; Snoepjes. Snel; Pep Acid. K; Special K; Vitamine K Bolletje bruin; Dope; Horse; Chocolate; Bruin. Wittie; Bolletje wit; base
Karakteristieke uitdrukkingen gebruikt door leden van een sociale groep.
97