1.
Toelichting op de module Deze module is gebaseerd op de NHG-Standaard M29 van mei 2008. De praktijkassistente heeft bij telefonische vragen over kinderen met koorts verschillende taken: zij moet onderscheid kunnen maken tussen kinderen met tekenen van een gewone virusinfectie en kinderen met klachten en symptomen die kunnen wijzen op een ernstige ziekte; zij moet kinderen die behoren tot een risicogroep kunnen herkennen; en zij behoort voorlichting en advies te kunnen geven. Tijdens dit onderdeel kan men deze vaardigheden oefenen. Bij de eerste casus kan in tweetallen geoefend worden met het afnemen van de anamnese, in de tweede casus met het geven van advies. Het rollenspel duurt 5 minuten, de nabespreking 10 minuten.
2. Doel, doelgroep en tijdsduur Doelstelling:
De deelnemer is in staat de juiste telefonische vragen te stellen aan ouders/verzorgers van kinderen met koorts en de juiste informatie en adviezen te geven. Doelgroep: Praktijkassistentes Tijdsduur: 40 minuten Groepsgrootte: Tot 20 personen
3. Uitvoering
Leid de bijeenkomst kort in. U kunt daarbij gebruikmaken van de tekst onder ‘Toelichting’. Verdeel de groep in drietallen. Deel één set Werkbladen 1, 2 en 3 uit aan ieder drietal en geef de deelnemers 15 minuten de tijd om de eigen rol te lezen en het rollenspel in drietallen te oefenen. Werkblad 1 is bedoeld voor degene die de rol van praktijkassistente gaat spelen, Werkblad 2 voor degene die de rol van ouder van een ziek kind op zich gaat nemen en Werkblad 3 voor de observator, die ook de nabespreking leidt. Vraag de deelnemers om zich voor te stellen dat ze elkaar alleen aan de telefoon spreken, bijvoorbeeld door met de ruggen naar elkaar toe te gaan zitten. Geef na 5 minuten een seintje dat er nog 10 minuten resten voor de nabespreking. Ga zelf intussen bij een paar subgroepen kijken of een en ander goed loopt. Geef na 15 minuten een stopsein. Deel Werkblad 4, 5 en 6 uit aan alle deelnemers en geef hun opnieuw 15 minuten de tijd om deze in dezelfde drietallen door te nemen/te oefenen, maar dan met omgekeerde rollen. Laat weer uitsluitend de eigen rol lezen. Geef weer na 5 minuten een seintje dat er nog 10 minuten resten voor de nabespreking. Loop zelf rond. Bespreek plenair de reacties door enkele drietallen te vragen naar de leerpunten die ze op papier hebben gezet. Vraag ook hoe men deze oefening vond en wat men ermee kan in de praktijk (10 min.).
1 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
telefonische anamnese en advies bij kinderen met koorts: een oefening
Telefonische anamnese en advies bij kinderen met koorts: een oefening
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
4. Organisatie • •
•
Kopieer Werkblad 1 t/m 6 voor alle deelnemers. Bereid u voor door de Werkbladen, het hoofdstuk Koorts kind uit de NHG-Telefoonwijzer en de NHG-Standaard Kinderen met koorts te lezen. Ook kunt u het betreffende hoofdstuk lezen in het boek NHG-Standaarden voor praktijkassistente en – ondersteuner. Zorg dat er voldoende kopieën van het hoofdstuk Koorts kind uit de NHG-Telefoonwijzer aanwezig zijn. (U kunt ook bijvoorbeeld van tevoren vragen de NHG-Telefoonwijzer mee te nemen.)
2 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
Telefonische anamnese en advies bij kinderen met koorts: een oefening
Telefonische anamnese en advies bij kinderen met koorts: een oefening
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
Onderdeel: de anamnese Casus 1 Rol praktijkassistente U wordt om 16.30 uur gebeld door de moeder van Priscilla. Priscilla is 2 jaar oud. U kent het gezin redelijk. De ouders hebben allebei een drukke baan. Er zijn nooit grote problemen of ernstige ziektes geweest.
Uw oefening begint op dit moment. U gaat de rol van praktijkassistente spelen. U heeft 5 minuten de tijd. Let daarbij op de volgende punten: • Ga met de ruggen naar elkaar toe zitten, zodat u zich kunt voorstellen dat u met elkaar door de telefoon spreekt. U kunt het hoofdstuk Koorts kind in de NHG-Telefoonwijzer er eventueel gewoon bijnemen. • Vraag naar symptomen die een indruk kunnen geven van de ernst van de ziekte . • Besteed aandacht aan de ongerustheid van de moeder. • Formuleer tot slot een korte conclusie die u aan de moeder meedeelt. Uitgebreide informatie en advies zijn in dit onderdeel niet aan de orde.
3 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
Telefonische anamnese en advies bij kinderen met koorts: een oefening
Telefonische anamnese en advies bij kinderen met koorts: een oefening Werkblad 1
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
Onderdeel: anamnese Casus 1 Rol moeder van Priscilla (2 jaar) Leef u in in de situatie dat u een ziek kind heeft. Uw moeder heeft vandaag op uw dochtertje gepast. Als u thuiskomt om 16.00 uur ligt Priscilla bij uw moeder op de bank. Het blijkt dat Priscilla in de loop van de dag 39,1 graden Celsius koorts heeft gekregen. Zij is flink verkouden en heeft een droge hoest. Gisteren was zij ook al hangerig en had ze verhoging. Uw moeder heeft u verteld dat Priscilla redelijk gedronken heeft. Wel heeft zij tweemaal diarree gehad. Uw moeder deed vrij laconiek over de ziekte van uw dochtertje, maar u vindt haar knap ziek en wilt eigenlijk dat de dokter langskomt. U bent ongerust; u heeft weinig ervaring met zieke kinderen. Priscilla heeft nooit zulke hoge koorts en u bent bang dat zij iets ernstigs heeft.
4 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
Telefonische anamnese en advies bij kinderen met koorts: een oefening
Telefonische anamnese en advies bij kinderen met koorts: een oefening Werkblad 2
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
Onderdeel: anamnese Casus 1 Rol observator/voorzitter U bent tijdens de oefening observator. Let tijdens de oefening op onderstaande punten: 1. Voelde de moeder zich gehoord en begrepen? Schrijf kort op waaruit dat blijkt.
2. Welke informatie en welke adviezen gaf de praktijkassistente?
3. Denkt u dat de moeder deze begrepen heeft? Waaruit blijkt dat?
5 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
Telefonische anamnese en advies bij kinderen met koorts: een oefening
Telefonische anamnese en advies bij kinderen met koorts: een oefening Werkblad 3
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
Na 5 minuten geeft u een stopsein. Let dus goed op de tijd.
Nabespreking U leidt nu de nabespreking. Doe dit aan de hand van onderstaand schema. Hiervoor heeft u 10 minuten. • Hoe vond de praktijkassistente het gaan? Wat ging goed, wat kon anders? Speelde het tijdstip van het telefoontje een rol in de afhandeling? (Het gegeven dat de huisarts mogelijk liever geen consult/visite wil zo laat op de dag, mag geen reden zijn om te volstaan met telefonisch advies als de praktijkassistente daar niet achter staat. Zij heeft hierin een eigen verantwoordelijkheid.) • Hoe vond ‘de moeder’ het gaan? Voelde deze zich gehoord/begrepen? Kwamen de informatie en de adviezen goed over? • Breng als observator de punten in die u geobserveerd heeft. • Zet tot slot een paar leerpunten op papier om deze straks in de groep te noemen.
6 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
Telefonische anamnese en advies bij kinderen met koorts: een oefening
Telefonische anamnese en advies bij kinderen met koorts: een oefening Werkblad 3
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
Onderdeel: Voorlichting en advies Casus 2 Rol praktijkassistente Youssef Douhou is 3 jaar. Zijn vader belt naar de praktijk omdat Youssef koorts heeft. Youssef is gisteren ziek geworden. Hij heeft geen andere verschijnselen. Hij drinkt limonade en plast wel. De vader is erg ongerust en wil graag dat de dokter Youssef onderzoekt en hem zo nodig penicilline geeft. U concludeert dat er bij Youssef geen aanwijzingen zijn voor een ernstige infectie en dat het waarschijnlijk gaat om een gewone virusinfectie. U besluit om de vader gerust te stellen en hem uitleg en advies te geven. U weet van de vader dat hij altijd meteen het ergste denkt. Uw oefening begint op dit moment. U gaat de rol van praktijkassistente spelen. De ander is de ongeruste vader (zie de instructie op Werkblad 5, lees even een minuut de informatie door). U heeft 5 minuten de tijd. Begin niet met de anamnese, maar met het geven van voorlichting en advies. Let daarbij op de volgende punten:
•
• • •
Ga met de ruggen naar elkaar toe zitten, zodat u zich kunt voorstellen dat u met elkaar door de telefoon spreekt. U kunt het hoofdstuk Koorts kind in de NHG-Telefoonwijzer er eventueel gewoon bijnemen. Vraag naar symptomen die een indruk kunnen geven van de ernst van de ziekte. Besteed aandacht aan de ongerustheid van de vader. Geef informatie en advies, waarbij het uitgangspunt is dat het om een gewone virale infectie gaat. Probeer met de vader tot overeenstemming te komen en ga na of de boodschap goed is overgekomen.
7 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
Telefonische anamnese en advies bij kinderen met koorts: een oefening
Telefonische anamnese en advies bij kinderen met koorts: een oefening Werkblad 4
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
Onderdeel: Voorlichting en advies Casus 2 Rol vader Youssef Douhou (3 jaar) U belt naar de praktijk omdat uw zoontje koorts heeft. U heeft dit niet gemeten, maar zijn voorhoofd voelt gloeiend aan. Youssef is gisteren ziek geworden. Hij wil niets eten. Alleen limonade gaat er nog in. Hij plast wel. Hij heeft geen andere verschijnselen. Toch bent u erg ongerust. U weet dat van uzelf, als u ziek bent denkt u ook altijd meteen het ergste. Nu spookt het door uw hoofd dat de koorts te hoog is, dat hij hersenvliesontsteking kan hebben of een stuip kan krijgen. U woont al een tijd in Nederland. U weet dat de dokters hier niet snel medicijnen geven en als ze wat geven is het paracetamol. U wilt het liefst dat de dokter hem onderzoekt en penicilline geeft. Dat kan geen kwaad en dan is hij er snel weer vanaf. In Marokko geven dokters dat ook altijd als een kind ziek is. Het gesprek begint als u uw verhaal verteld heeft. Als de praktijkassistente op uw ongerustheid ingaat en alles uitlegt, bent u voldoende tevreden.
8 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
Telefonische anamnese en advies bij kinderen met koorts: een oefening
Telefonische anamnese en advies bij kinderen met koorts: een oefening Werkblad 5
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
Onderdeel: Voorlichting en advies Casus 2 Rol observator/voorzitter U bent tijdens de oefening observator. Let tijdens de oefening op onderstaande punten:
1. Voelde de vader zich gehoord en begrepen? Schrijf kort op waaruit dat blijkt.
2. Welke informatie en adviezen gaf de praktijkassistente?
3. Denkt u dat de vader deze begrepen heeft? Waaruit blijkt dat?
9 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
Telefonische anamnese en advies bij kinderen met koorts: een oefening
Telefonische anamnese en advies bij kinderen met koorts: een oefening Werkblad 6
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
Na 10 minuten geeft u een stopsein. Let dus goed op de tijd.
Nabespreking U leidt nu de nabespreking. Doe dit aan de hand van onderstaand schema. U heeft weer 10 minuten. • Hoe vond de praktijkassistente het gaan? Wat ging goed, wat kon anders? • Hoe vond ‘de vader‘ het gaan? Voelde deze zich gehoord/begrepen? Kwamen de informatie • en adviezen goed over? • Breng als observator de punten in die u geobserveerd heeft. • Zet tot slot een paar leerpunten op papier om deze straks in de groep te noemen.
10 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
Telefonische anamnese en advies bij kinderen met koorts: een oefening
Telefonische anamnese en advies bij kinderen met koorts: een oefening Werkblad 6
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule