Tekstverwerking met Word 2010
Lerarenopleiding KATHO, Campus Tielt
Koen Pauwels KATHO 7/1/2010
Microsoft Office 2010 - Word - Inleiding
Met Microsoft Word 2010 kan je "gemakkelijk" professioneel ogende documenten maken. Zo kan je gemakkelijk afbeeldingen in je document onderbrengen, lettertypes aanpassen, tabellen aanmaken, werken met stijlen, bronnen bijhouden, kopteksten maken, inhoudstafels maken, ... Er zijn ook een heel aantal werktuigen aanwezig die het mogelijk maken om samen te werken aan een document te werken, aanpassingen uit te voeren, opmerkingen te geven, te mail naar elkaar, ... Met de versie 2007 bracht Microsoft een veelomvattende herwerking en update van het bekende programma. Met de versie 2010 is het grote verhaal vooral gerich op het on-line samenwerken. De on-line extensie wordt behandeld als een appart onderdeel over de verschillende Office programma's heen. Succes, Koen Pauwels Lector ICT en Mediakunde KATHO Tielt.
Microsoft Office 2010 - Word - Inleiding.docx
Pagina 1 van 1
Microsoft Office 2010 - Word - Interface
De overgang van Microsoft Office 2003 naar Microsoft Office 2007 ging niet onopgemerkt voorbij. Bij microsoft werd de controversiële beslissing genomen om de menu’s te vervangen door een lint (ribbon). Deze ribbon past zich aan aan wat de gebruiker op dat ogenblik nodig heeft. De overgang naar 2010 belooft wat dit betreft minder ingrijpend te zijn. De ribbon heeft zijn weg gevonden naar de eindgebruiker en die heeft er de voordelen van ondervonden. De belangrijkste wijziging op interface vlak is de verwijdering van de office knop en de invoering van het backoffice. Dit vind je onder het tabblad ‘bestand’ in de ribbon. We bespreken eerst het word Venster, daarna bekijken we nog een andere tools die vooral de weergave betreft, de niet afdrukbare tekens.
Microsoft Office 2007 - Word - Interface.docx
Pagina 1 van 1
Microsoft Office 2010 - Word - Venster
Het volledige word venster
Laten we beginnen bij het bovenste gedeelte:
Titelbalk
Lint/ Ribbon
Tabblad bestand
Status Bar
Snel Starten Werkbalk
Zoom slider
Knop minimaliseren
Knop help
Knop verkleinen/Vergroten Knop sluiten Microsoft Office 2010 - Word - Venster.docx
Pagina 1 van 1
Microsoft Office 2010 - Word - Niet Afdrukbare Tekens
Het kan soms handig zijn om tekens die niet je niet direct ziet op het scherm en op een afdruk toch zichtbaar te maken op het scherm. Zo is het niet altijd duidelijk of er al dan niet een nieuwe paragraaf is ingevoerd op het einde van een lijn tekst, of er een tabulatie staat of een reeks spaties, … Je kan deze tekens toch “onzichtbare” of “niet afdrukbare tekens “zichtbaar maken door op de knop “alles weergeven in de groep alinea van het tabblad Start:
Bovenstaande tekst zal er nu zo uitzien:
Je ziet rare tekentjes staan op het einde van elke paragraaf. Dit is het nieuwe paragraaf symbool en geeft aan dat je op enter hebt gedrukt om een nieuwe paragraaf te beginnen. Een tabel ziet er bv zo uit:
Microsoft Office 2010 - Word - Niet Afdrukbare tekens.docx
Pagina 1 van 1
Microsoft Office 2010 - Word - Navigatie
Om vlot in een Microsoft Word te kunnen werken is het belangrijk dat je vlot kun navigeren in je document. Je moet tekst kunnen selecteren, en kunnen zoeken in een lang document, je hebt niet altijd de tijd om een bepaald stukje tekst te vinden in een document van 50 pagina’s lang. Je moet ook gemakkelijk Microsoft Word kunnen bepaalde woorden kunnen laten vervangen. Stel je hebt een document over Indië geschreven en hebt daarbij te pas en te onpas India geschreven. Je zoeken en vervangen kan je in een bewerking je hele tekst laten controleren en aanpassen. Je moet ook een foute bewerking ongedaan kunnen maken. Als je bv een lettertype vervangen hebt, herinner je je niet noodzakelijk meer wat het gebruikte lettertype er voor was, om de tekst te hestellen. Verder is het kopiëren en verplaatsen van tekst een basisvaardigheid om handig met een programma als Word 2010 te kunnen werken.
Microsoft Office 2010 - Word - Navigatie.docx
Pagina 1 van 1
Microsoft Office 2010 - Word - Navigeren
Navigeren met behulp van de scrollbalk
Navigeren met behulp van het toetsenbord Toetscombinatie End Home Page Up Page Down Ctrl+ Ctrl+ Ctrl+ Ctrl+ Ctrl+End Ctrl+Home Ctrl+Page Up
Navigatie Een karakter naar links Een karakter naar rechts Een lijn naar boven Een lijn naar beneden Naar het einde van de lijn Naar het begin van de lijn Een scherm naar boven Een scherm naar onder Een woord naar links Een woord naar rechts Een alinea naar boven Een alinea naar beneden Naar het einde van het document Naar het begin van het document Een pagina naar boven
Microsoft Office 2010 - Word - Navigeren.docx
Pagina 1 van 2
Ctrl+Page Down
Een pagina naar beneden
De knop volgende pagina en de knop vorige pagina worden ook de balderknoppen genoemd. Je kan hun functie wijzigen met de knop met het cirkeltje ertussen. Voor de werking hiervan wordt er verwezen naar de inteactieve klip.
Microsoft Office 2010 - Word - Navigeren.docx
Pagina 2 van 2
Microsoft Office 2010 - Word - Tekst Selecteren
Selecteren met behulp van de muis Sleep (de linkermuisklik ingheuden houden en de muis verplaatsen) over de tekst die je wil selecteren. Om Om Om Om
een woord te selecteren een lijn te selecteren meerdere lijnen te selecteren een zin te selecteren
Om een paragraaf te selecteren Om heel het document te selecteren
Dubbel klik op het woord Klik in de linkermarge met de muispointer Sleep in de linkermarge Houd de Ctrl toets ingehouden en klik ergens in de zin Dubbel klik in de linkermarge of tripel klik in de paragraaf Tripel klik ergens in de paragraaf
Selecteren met behulp van het toetsenbord Toetscombinatie Shift + Shift + Shift + Shift + Shift Shift Shift Shift
+ + + +
End Home Page Up Page Down
Shift + Ctrl Shift + Ctrl Shift + Ctrl Shift + Ctrl Shift + Ctrl Shift + Ctrl Shift + Ctrl Shift + Ctrl Ctrl + A
+ + + + + + + +
End Home Page Up Page Down
Navigatie Selecteer het karakter links van de cursor Selecteer het karakter rechts van de cursor Selecteer vanaf de cursorpositie tot dezelfde cursorpositie in de lijn er boven Selecteer vanaf de cursorpositie tot dezelfde cursorpositie in de lijn er onder Selecteer vanaf de cursorpositie tot het einde van de lijn Selecteer vanaf de cursorpositie tot het begin van de lijn Selecteer vanaf de cursorpositie tot een scherm naar boven Selecteer vanaf de cursorpositie tot een scherm naar beneden Selecteer het woord links van de cursorpositie Selecteer het woord rechts van de cursorpositie Selecteer vanaf de cursorpositie tot het begin van de alinea Selecteer vanaf de cursorpositie tot het einde van de alinea Selecteer vanaf de cursorpositie tot het einde van de tekst Selecteer vanaf de cursorpositie tot het beginvan de tekst Selecteer vanaf de cursorpositie tot het begin van de pagina Selecteer vanaf de cursorpositie tot het einde van de pagina Selecteer het hele document
Microsoft Office 2010 - Word - Tekst Selecteren.docx
Pagina 1 van 1
Microsoft Office 2010 - Word - Zoeken
Stel je hebt een lang document en je moet op zoek naar (een) bepaald(e) woorden. Je hoeft zeker niet het hele document aandachtig te lezen. Je kan Word het werk voor jou laten doen. Helemaal rechts in het lint Start vindt je de groep Bewerken:
Als je wil zoeken naar een stuk tekst, klik je op de knop zoeken.
Je krijgt de zijbalk navigatie te zien. In het zoekveld boven kan je de zoekterm ingeven gaat word op zoek naar de zoekterm terwijl we die ingeven. Van zodra het aantal overeenkomstige elementen enigszins beperkt is, wordt een lijst weergegeven van de locatie waar de zoekterm in voorkom. Je kan naar een locatie navigeren door op de gegeven locatie te klikken.
Microsoft Office 2010 - Word - Zoeken.docx
Pagina 1 van 3
Je kan ook op een meer geavanceerde manier zoeken door op het pijltje te klikken naast de knop
Je kan ook meer geavanceerde zoekopties ingeven door te klikken op de knop
te klikken. Je krijgt dan een uitgebreid zoekvenster, met bijkomende opties te zien.
Geef je zoektekst in en klik op de knop volgende zoeken.
Microsoft Office 2010 - Word - Zoeken.docx
Pagina 2 van 3
Het eerste voorkomen van de tekst, vanaf de cursorpositie, wordt geselecteerd weergegeven:
Door nogmaals op volgende zoeken te klikken, wordt er verder gezocht naar een volgend voorkomen:
Als de tekst niet meer gevonden wordt in het document krijg je volgende dialoogvenster:
Als je op OK klikt, kom je terug op het zoeken dialoogvenster. Om dit te verlaten klik je op annuleren. Je kan dit trouwens altijd doen wanneer je de gewenste plaats gevonden hebt.
Microsoft Office 2010 - Word - Zoeken.docx
Pagina 3 van 3
Microsoft Office 2010 - Word - Zoeken & Vervangen
We kunnen ook woord(en vervangen door een andere tekst. De tekst Internationale Arbeidsorganisatie moet vervangen worden door zijn Engelstalige benaming: International Labour Organisation. Hoe gaan we te werk: Helemaal rechts in het lint Start vindt je de groep Bewerken:
Als je wil zoeken naar een stuk tekst, klik je op de knop Vervangen:
Het dialoogvenster zoeken en vervangen wordt geopend:
Geef de tekst in die je wil vervangen in in het van Zoeken naar. De tekst waarin je de gezochte tekst wil vervangen typ je in het vak vervangen door. Klik vervolgens op Volgende zoeken om het eerste voorkomen te zoeken.
De gevonden tekst wordt voor je geselecteerd.
Om de tekst te laten vervangen klik je op Vervangen:
Microsoft Office 2010 - Word - Zoeken & Vervangen.docx
Pagina 1 van 2
Automatisch wordt de volgende tekst gezocht, wil je de tekst echter niet vervangen, klik je op Volgende zoeken:
Wil je alle gezochte tekst in een keer vervangen, klik je op Alles Vervangen:
Eenmaal je alles wat je wil vervangen hebt vervangen, klik je op de knop sluiten om het dialoogvenster zoeken en vervangen te sluiten.
Microsoft Office 2010 - Word - Zoeken & Vervangen.docx
Pagina 2 van 2
Microsoft Office 2010 - Word - Ongedaan Maken
OM een actie ongedaan te maken, kan je gebruik maken van het toetsenbord of de muis. 1. Met de muis Klik op de knop Ongedaan maken om de laatste actie ongedaan te maken.
Herhaaldelijk op de knop drukken maakt ook vroegere acties ongedaan. 2. Met het toetsenbord De toetscombinatie om ongedaan te maken is Ctrl+Z. Herhaaldelijk op de knop drukken maakt ook vroegere acties ongedaan. Met de muis Naast de optie om ongedaan te maken hebben je ook een funtie om ongedane acties terug uit te voeren, of om de laatste actie te herhalen. Dit is de functie opnieuw. 1. Met de muis Klik op de knop opnieuw om de laatste actie ongedaan te maken.
Herhaaldelijk op de knop drukken herhaalt de laatste actie, of hersteld de laatste ongedaan maken. 2. Met het toetsenbord De toetscombinatie voor opnieuw is Ctrl+Y.
Microsoft Office 2010 - Word - Ongedaan maken.docx
Pagina 1 van 1
Microsoft Office 2010 - Word - Tekst Kopiëren Voorkennis: navigeren, Tekst selecteren 1. Om tekst te kopiëren moet men de tekst eerst selecteren 2. Nadat de gewenste tekst is geselecteerd klikt men op de knop kopiëren:
Je vindt de knop links in het lint Standaard in de klembord groep:
3. Of gebruikt men de sneltoetscombinatie Ctrl + C. Om tekst te kopiëren moet men de tekst eerst selecteren 4. Je vindt de knop links in het lint Standaard in de klembord groep:
5. Vervolgens plaatst men de cursor op de plaats waar men de gekopieerde tekst wil plaatsen en klikt men op de knop plakken:
Of men gebruikt de sneltoetscombinatie Ctrl + V.
Microsoft Office 2010 - Word - Tekst Kopiëren.docx
Pagina 1 van 1
Microsoft Office 2010 - Word - Tekst Verplaatsen Voorkennis: navigeren, Tekst selecteren 1. Om tekst te verplaatsen moet men de tekst eerst selecteren 2. Nadat de gewenste tekst is geselecteerd klikt men op de knop knippen:
Je vindt de knop links in het lint Standaard in de klembord groep:
Of gebruikt men de sneltoetscombinatie Ctrl + X. De tekst verdwijnt uit het document en wordt in het klembord geplaatst. Let er wel op dat dit niet hetzelfde is als verwijderen, hier wordt de tekst naast die uit het document te halen ook in het klembord geplaatst zodat je die elders kunt plaatsen. 3. Vervolgens plaatst men de cursor op de plaats waar men de tekst wil plaatsen en klikt men op de knop plakken:
Of men gebruikt de sneltoetscombinatie Ctrl + V. Laat je niet in de verwarring brengen met de knop opmaak kopiëren/plakken, dit wordt elders in de cursus behandeld.
Microsoft Office 2010 - Word - Tekst Verplaatsen.docx
Pagina 1 van 1
Microsoft Office 2010 - Word - Bestanden
Word documenten worden opgeslagen in bestanden. Precies hier is in Office 2010 veel veranderd. Men heeft een zogenaamd backoffice geïntroduceerd. Waar men het bewerken van de documenten beschouwd als de voorkant van het systeem, heeft men achteraan in het kantoor plaats voor het verwerken van het systeem. We doen dit hier, in eht backoffice. Hier worden de documenten opgeslagen, geopend, afgedruk, gedeeld. In dit onderdeel van de cursus, kijken we hoe we een nieuw document aanmaken, een document bewaren en een document verzenden.
Microsoft Office 2010 - Word - Bestanden.docx
Pagina 1 van 1
Microsoft Office 2010 - Word - Nieuw Document
Als we een nieuw document willen aanmaken, klikken we op de backoffice knop:
Het Backoffice menu opent:
Kies voor de optie Nieuw.
Microsoft Office 2010 - Word - Nieuw Document.docx
Pagina 1 van 2
Kies een sjabloon uit de beschikbare sjablonen of download een office.com sjabloon:
Klik vervolgens op de knop maken om een nieuw document te maken op basis van het geselecteerde sjabloon:
Microsoft Office 2010 - Word - Nieuw Document.docx
Pagina 2 van 2
Microsoft Office 2010 - Word - Document Bewaren
Hoe we documenten bewaren gebeurt op verschillende manieren: 1. We willen een document voor de eerste keer opslaan 2. We willen een document dat al opgeslagen is, opslaan onder dezelfde naam 3. We willen een document dat al opgeslagen is, opslaan onder een nieuwe naam We behandelen de verschillende manieren een voor een. 1. We willen een document voor de eerste keer opslaan Als we een document willen bewaren, klikken we op de Backoffice knop:
Het Backoffice menu opent:
Kies voor de optie opslaan (je kon deze twee stappen ook doen door op de knop opslaan
te klikken in de werkbalk snelle toegang.)
Microsoft Office 2010 - Word - Document bewaren.docx
Pagina 1 van 5
Het venster opslaan als wordt geopend:
In het vak Bestandsnaam wordt er een bestandsnaam voorgesteld op basis van de eerste woorden in het document. Indien gewenst, kan je een andere naam geven. Aan de bestandsnaam zal automatisch .docx toegevoegd, dit is een extensie die aangeeft dat et om een Word 2010 bestand gaat. Voorheen was dit .doc. Als je opslaan klikt, wordt het document onder de gekozen bestandsnaam opgeslagen in de map die vermeld staat bovenaan in het dialoogvenster naast Opslaan In:.
2. We willen een document dat al opgeslagen is, opslaan onder dezelfde naam Als we een bestand willen opslaan dat al opgeslagen is onder dezelfde naam, is de procedure heel eenvoudig. Je klikt we op de Backoffice knop:
Microsoft Office 2010 - Word - Document bewaren.docx
Pagina 2 van 5
Het Microsoft Office menu opent:
Kies voor de optie opslaan (je kon deze twee stappen ook doen door op de knop opslaan
te klikken in de werkbalk snelle toegang.)
Er moet geen bestandsnaam opgegeven worden die is al vroeger ingegeven. 3. We willen een document dat al opgeslagen is, opslaan onder een nieuwe naam Als we een document willen bewaren onder een nieuwe naam, klikken we op de office knop:
Microsoft Office 2010 - Word - Document bewaren.docx
Pagina 3 van 5
Het Backoffice menu opent:
Kies voor de optie opslaan als (Let wel je kan de knop opslaan snelle toegang hier niet gebruiken.)
Microsoft Office 2010 - Word - Document bewaren.docx
in de werkbalk
Pagina 4 van 5
Het venster opslaan als wordt geopend:
Je kan je nieuwe bestandsnaam ingeven. Aan de bestandsnaam zal automatisch .docx toegevoegd, dit is een extensie die aangeeft dat et om een Word 2010 bestand gaat. Voorheen was dit .doc. Als je opslaan klikt, wordt het document onder de gekozen bestandsnaam opgeslagen in de map die vermeld staat bovenaan in het dialoogvenster naast Opslaan In:.
Microsoft Office 2010 - Word - Document bewaren.docx
Pagina 5 van 5
Microsoft Office 2010 - Word - Document Verzenden
We willen een document verzenden via mail. Daarvoor moeten we in het Backoffice zijn. Hiervoor klikken we op de knop backoffice.
Het Office Menu opent zich, kies vervolgens links voor de optie Opslaan en verzenden:
Klik vervolgens op de knop Als bijlage verzenden. Een e-mail bericht wordt aangemaakt en geopend met het document in bijlage. Soms wil je een document verzenden zonder dat het gewijzigd kan worden. Dan kan de optie om te verzenden als pdf nuttig zijn. Daarvoor moeten we ook in het Backoffice zijn. Hiervoor klikken we op de knop backoffice.
Microsoft Office 2010 - Word - Document verzenden.docx
Pagina 1 van 3
Het Office Menu opent zich, kies vervolgens links voor de optie Opslaan en verzenden:
Microsoft Office 2010 - Word - Document verzenden.docx
Pagina 2 van 3
Links kan je kiezen voor de optie Verzenden als pdf (je kan die vinden door naar beneden te scrollen.
Klik vervolgens op de knop Als bijlage verzenden. Een e-mail bericht wordt aangemaakt en geopend met het document als pdf-document in bijlage.
Microsoft Office 2010 - Word - Document verzenden.docx
Pagina 3 van 3
Microsoft Office 2010 - Word - Afdrukken
Over het afdrukken van documenten in Word valt er ook redelijk wat te zeggen. We beginnen met de standaard Document afdruk. Ten slotte behandelen we de verschillende opties die je hebt voor het afdrukken van het document.
Microsoft Office 2010 - Word - Afdrukken.docx
Pagina 1 van 1
Microsoft Office 2010 - Word - Document Afdrukken
Als we een document willen afdrukken, gaan we eerst naar de Backoffice, door op de knop Backoffice te klikken:
Het Backoffice menu opent, kies voor de optie afdrukken:
Klik bovenaan op de knopafdrukken om het document af te drukken. Je kan ook de sneltoets gebruiken voor afdrukken: Ctrl+P Het venster afdrukken opent zich:
Microsoft Office 2010 - Word - Document afdrukken.docx
Pagina 1 van 2
Je kunt de opties instellen en vervolgens op OK klikken om het document af te drukken met de gekozen opties.
Voor de afdrukopties, kan je terecht bij de sectie afdrukopties onder afdrukken. Je kan ook de sneltoets gebruiken voor afdrukken: Ctrl+P
Microsoft Office 2010 - Word - Document afdrukken.docx
Pagina 2 van 2
Microsoft Office 2010 - Word - Afdrukopties
Als we de standaard opdracht afdrukken gebruiken (zie document afdrukken) kunnen we een aantal opties instellen in het dialoogvenster afdrukken:
Microsoft Office 2010 - Word - Afdrukopties.docx
Pagina 1 van 3
Bovenaan, naast de knop afdrukken kan je het aantal exemplaren ingeven:
Eronder kan je kiezen uit de printers die op het systeem beschikbaar zijn.
Daaronder in het afdrukbereik kan je aangeven welke pagina’s moeten afgedrukt worden:
Je kan
kiezen om: Alle pagina’s af te drukken Enkel de pagina waar de cursor in staat Een reeks pagina’s: o Paginanummers worden gescheiden door een komma o Je kan een reeks ingeven door de beginpagina en de eindpagina van de reeks gescheiden door een koppelteken, geen eindpaginanummer = de laatste pagina o Vb 1,5-10,20- drukt de eerste pagina af, gevolgd door de pagina’s van 5 tot 10, gevolgd door de pagina’s vanaf pagina 20 tot het einde.
In de sectie aantal kan je aangeven of je al dan niet meerdere exemplaren wil, en of die al dan niet gesorteerd moeten zijn. Of er enkel of dubbelzijdig moet afgedrukt worden (bij dubbelzijdig afdrukken op een enkelzijdige printer, wordt eerst de ene zijde afgedrukt, waarna je gevraagd wordt om de pagina's omgekeerd terug in te voeren, je kan er de afdrukstand (staand of liggend), de papiergrootte (het doucment wordt gezoomd naar de papiergrootte) afdrukmarges en het aantal pagina's per vel. Met deze laatste optie kan je bv meerdere pagina's op een vel afdrukken voor een testafdruk.
Microsoft Office 2010 - Word - Afdrukopties.docx
Pagina 2 van 3
Als je alle opties hebt ingegeven en gecontroleerd, klik je op de knop afdrukken om de afdruktaak te starten:
Microsoft Office 2010 - Word - Afdrukopties.docx
Pagina 3 van 3
Microsoft Office 2010 - Word - Letteropmaak
Opmaak in word kunnen we op drie niveaus bekijken. Letteropmaak, of karakteropmaak is hiervan het laagste niveau. Het heeft betrekking op de manier waarop de letters vormgegeven zijn. Veranderingen in de letteropmaak slaan of op de geselecteerde tekst, of op de tekst die moet ingevoerd worden op de plaats waar de cursor op dat moment staat. Letteropmaak valt uiteen in een aantal verschillende onderdelen die samen het uitzicht van de letter bepalen:
Lettertype Tekstgrootte Opmaakattributen Tekstkleur
De meeste letteropmaak kan je regelen vanuit het lint in de groep Lettertype. De finesses kan je echter alleen toepassen in het lettertypevenster. We behandelen dit als slotstuk van het gedeelte over letteropmaak.
Microsoft Office 2010 - Word - Letteropmaak.docx
Pagina 1 van 1
Microsoft Office 2010 - Word - Lettertype Voorkennis: Tekst selecteren We kunnen het lettertype aanpassen terwijl we tekst invoeren (typen), dan wordt de tekst die we van dan af invoeren opgemaakt met het geselecteerde lettertype. Een vaak gebruikte methode is om eerst de bedoelde tekst te selecteren en vervolgens een nieuw lettertype te kiezen. We behandelen deze laatste manier. We selecteren dus eerst de tekst waarvan we het lettertype willen veranderen:
In het lint Start zie je de groep Lettertype staan:
Bovenaan links in de groep zien we het lettertype, hier Times new roman. Door te klikken op het pijltje naar beneden rechts van het lettertype, komt een lijst met beschikbare lettertypes beschikbaar. Deze lijst verschilt van computer tot computer, afhankelijk van de software die er op geïnstalleerd is.
Microsoft Office 2010 - Word - Lettertype.docx
Pagina 1 van 2
Klik op het gewenste lettertype, hier Verdana: Het nieuwe lettertype wordt aangegeven in de groep lettertype:
De selectie ziet er nu als volgt uit:
Microsoft Office 2010 - Word - Lettertype.docx
Pagina 2 van 2
Microsoft Office 2010 - Word - Lettergrootte Voorkennis: Tekst selecteren We kunnen de lettergrootte aanpassen terwijl we tekst invoeren (typen), dan wordt de tekst die we van dan af invoeren opgemaakt met de geselecteerde lettergrootte. Een vaak gebruikte methode is om eerst de bedoelde tekst te selecteren en vervolgens een nieuwe lettergrootte te kiezen. We behandelen deze laatste manier. We selecteren dus eerst de tekst waarvan we de lettergrootte willen veranderen:
In het lint Start zie je de groep Lettertype staan:
Naast het lettertype, ongeveer in het midden bovenaan zie je de lettergrootte staan:
We kunnen deze lettergrootte op een aantal manieren aanpassen: 1. Door te klikken op het pijltje naar beneden rechts van de lettergrootte. Hierdoor komt een lijst van veel gebruikte lettergroottes tevoorschijn waaruit men kan kiezen:
Je kiest er een nieuwe lettergrootte uit door er op te klikken. De nieuwe lettergrootte wordt weergegeven in de groep lettertype:
Microsoft Office 2010 - Word - Lettergrootte.docx
Pagina 1 van 2
de geselecteerde tekst verandert naar het nieuwe lettertype:
2. Je kan ook de gewenste lettergrootte invoeren in het tekstvak, dan moet je je niet vasthouden aan de voorgestelde lettergroottes. De mogelijk lettergroottes zijn tussen: 1 en 1638 liggen. Je kan zelfs decimale getallen gebruiken. 3. Als derde manier, kan je ook de knoppen naast het lettergroottevak gebruiken: Lettertype vergroten: Lettertype verkleinen: Als je klikt op deze knoppen wordt de lijst doorlopen met voorgestelde lettertypes die ook bij de eerste manier kreeg:
Microsoft Office 2010 - Word - Lettergrootte.docx
Pagina 2 van 2
Microsoft Office 2010 - Word - Attributen Voorkennis: Tekst selecteren We kunnen de lettergrootte aanpassen terwijl we tekst invoeren (typen), dan wordt de tekst die we van dan af invoeren opgemaakt met de geselecteerde lettergrootte. Een vaak gebruikte methode is om eerst de bedoelde tekst te selecteren en vervolgens een nieuwe lettergrootte te kiezen. We behandelen deze laatste manier. We selecteren dus eerst de tekst waarvan we de lettergrootte willen veranderen:
In het lint Start zie je de groep Lettertype staan:
In de tweede lijn van de groep lettertype vinden we een aantal attributen terug. Dit zijn (behlave 1)wat men noemt toggle knoppen. Dit wil zeggen dat ze twee standen (aan en uit) hebben die elkaar afwisselen zoals een lichtschakelaar. Vet (Ctrl + B) Cursief (Ctrl + I) Onderlijnd (Ctrl + U) Als je klikt op de pijl naar beneden rechts van de knop onderlijnen kan je een ander type onderlijnen kiezen.
Doorhalen (trekt een streep door het midden van de geselecteerde tekst) (Ctrl + =) (Kleine letters maken onder de basisregel van de tekst) Subscript
Superscript
(Ctrl + shift + +) (Kleine letters maken boven de basisregel van de tekst) Je gebruikt dit best niet voor voetnoten, daar Microsoft Office 2010 - Word - Attributen.docx
Pagina 1 van 2
bestaat een beter systeem voor (zie voetnoeten) Hiermee kan je hoofdletters vastzetten, onafhankelijk of je hoofdletters typt, kleine en grote hoofdletters ingeven, …
Hiermee pas je een aantal teksteffecten toe op de selectie.
Als we voor onze selectie Cursief aanzetten, en Alle letters op hoofdletters zetten, ziet onze lettertype groep er als volgt uit:
En de selectie als volgt:
Microsoft Office 2010 - Word - Attributen.docx
Pagina 2 van 2
Microsoft Office 2010 - Word - Kleur Voorkennis: Tekst selecteren We kunnen de Kleur van de tekst aanpassen terwijl we tekst invoeren (typen), dan wordt de tekst die we van dan af invoeren opgemaakt met de geselecteerde tekstkleur. Een vaak gebruikte methode is om eerst de bedoelde tekst te selecteren en vervolgens een nieuwe tekstkleur te kiezen. We behandelen deze laatste manier. We selecteren dus eerst de tekst waarvan we de tekstkleur willen veranderen:
In het lint Start zie je de groep Lettertype staan:
Op het einde van de tweede lijn van de groep lettertype vinden we een knop terug waarmee we de tekstkleur kunnen aanpassen:
Als je klikt op de knop door op de knop naast de knop tekstkleur te klikken met de pijl naar beneden. Dan verschijnen een aantal voorgedefinieerde kleuren.
Terwijl je met je muis over de kleuren beweegt zie je hoe je selectie er zou uitzien mocht je die kleur kiezen. Je kiest een kleur door er op te klikken. Wil je een ander kleur kiezen, klik je op meer kleuren. Je kan ook de achtergrondskleur van de geselecteerde tekst aanpassen. Dit gebeurt met de knop tekstmarkeringskleur:
Microsoft Office 2010 - Word - Kleur.docx
Pagina 1 van 2
Idem als bij tekstkleur kan je de kleur aanpassen en je kleur kiezen uit een kleurenpallet.
Let op dat je niet dezelfde kleur kiest voor de tekst en de achtergrondskleur, want dan zie je … niets. Een laatste kleur die we behandelen is de kleur van de onderlijningen. Je kan die aanpassen via de pijl naar benden rechts van de knop onderlijnen.
Onderaan in het menu kan je kiezen voor de onderstrepingskleur:
Op dezelfde manier als hierboven kan je de kleur van je onderstreping kiezen. Wil je achteraf weer in het zwart onderlijnen, moet je dit wel terugzetten.
Microsoft Office 2010 - Word - Kleur.docx
Pagina 2 van 2
Microsoft Office 2010 - Word - Venster Lettertype Voorkennis: Tekst selecteren We kunnen alle opties van het lettertype aanpassen terwijl we tekst invoeren (typen), dan wordt de tekst die we van dan af invoeren opgemaakt met de geselecteerde opties. Een vaak gebruikte methode is om eerst de bedoelde tekst te selecteren en vervolgens nieuwe opties te kiezen. We behandelen deze laatste manier. We selecteren dus eerst de tekst waarvan we de lettertype opties willen veranderen:
In het lint Start zie je de groep Lettertype staan:
Onderaan recht zien we een pijltje schuin naar beneden, als we hier op klikken opent het venster lettertype zicht. Voor gebruikers van vorige office versies zal dit venster ongetwijfeld gekend terrein zijn:
Microsoft Office 2010 - Word - Venster Lettertype.docx
Pagina 1 van 2
Bovenaan links kan je het lettertype kiezen:
Ernaast kies je de attributen Cursief en Vet, met combinatiemogelijkheid:
Eronder kies je de onderstreping, met het type. Als er een onderstreping is geselecteerd, kan je ook het kleur bepalen.
Bovenaan rechts kies je de tekstgrootte:
Onderaan kan je een aantal effecten kiezen die je niet kan kiezen in het lint:
Helemaal onderaan zie je een voorbeeldvak, dat aangeeft hoe je tekst er zal uitzien met de huidige selecties.
Microsoft Office 2010 - Word - Venster Lettertype.docx
Pagina 2 van 2
Microsoft Office 2010 - Word - Alineaopmaak
Opmaak in word kunnen we op drie niveaus bekijken. De alineaopmaak is hiervan het middelste niveau. Het slaat op de hele alinea waar de cursor zich in bevindt, of de alinea’s waarvan minstens een karakter is geselecteerd. Een alinea wordt beëindigd door op enter te typen en zo een nieuwe paragraaf symbool in te voeren. Het symbool zelf maakt deel uit van de paragraaf die beëindigd wordt. Alineaopmaak valt uiteen in de volgende onderdelen:
Inspringen Uitlijnen Regelafstand Tabulaties
De basisinstellingen zijn in te stellen met behulp van de groep alinea in het liniaal (tab Start). De finesses stel je echter in met het venster Alineaopmaak.
Microsoft Office 2010 - Word - Alineaopmaak.docx
Pagina 1 van 1
Microsoft Office 2010 - Word - Inspringen
Alinea opmaak heeft te maken met de ruimte die de ruimte die de alinea krijgt, zowel horizontaal, links en rechts, en verticaal, de afstand tussen de regels. Alinea opmaak wordt toegepast in de alinea’s waar de cursor in staat, of die al dan niet volledig geselecteerd zijn. Alineaopmaak kan meestal ingesteld worden door gebruik te maken van de groep alinea in het lint start:
In dit onderdeel bekijken we het inspringen. We kunnen dit grotendeels op twee verschillende manieren doen. We behandelen eerst de manier door gebruik te maken van het lint. In het lint bevinden zich twee knoppen die het inspringen regelen: Inspringen verkleinen Inspringen vergroten De betekenis van de knoppen is nogal vanzelfsprekend, ze zullen het inspringen van de desbetreffende alinea’s (zie bovenaan) respectievelijk vergroten en verkleinen. Dit gebeurt volgens de standaard tabulatie posities. Insprongen hoeven niet noodzakelijk voor alle lijnen van een alinea te zijn. Je kan ze ook zo onderscheiden: Dat kan zo:
Eerste regel springt in: de eerste regel van de alinea begint bij dit schuifje. Hangende inspringing: de tweede en volgende regels van een alinea beginnen bij dit schuifje. Links inspringen: de tekst springt tot hier in. Rechts inspringen: de tekst loopt terug als hij dit schuifje bereikt.
We kunnen het inspringen ook regelen met de liniaal. (als de liniaal niet zichtbaar is kan die zichtbaar gemaakt worden met de knop die je vindt net boven de verticale schuifbalk)
Met het liniaal kan je het inspringen op zicht aanpassen. In het liniaal vindt je de volgende symbolen:
Microsoft Office 2010 - Word - Inspringen.docx
Pagina 1 van 2
Als je het onderste blokje versleept en loslaat op de positie die je wenst, wordt er ingesprongen tot die positie. Als je enkel de eerste regel wil inspringen kan je dat doen door de bovenste driehoek (die naar onder wijst) te verslepen vb.
Je kunt dit ook doen door de onderste driehoek te verplaatsen, dan positioneer je de regels onder de eerste regel van de alinea. Zoals je waarschijnlijk al begreep, gebruik je het onderste blokje om beiden tegelijk te verplaatsen. Aan de andere kant van het liniaal vindt je een driehoekje, dit wordt gebruikt om het einde van de alinea aan te geven. Hier wordt geen onderscheid gemaakt tussen de eerste en de volgende regels.
Microsoft Office 2010 - Word - Inspringen.docx
Pagina 2 van 2
Microsoft Office 2010 - Word - Uitlijnen
Alinea opmaak heeft te maken met de ruimte die de ruimte die de alinea krijgt, zowel horizontaal, links en rechts, en verticaal, de afstand tussen de regels. Alinea opmaak wordt toegepast in de alinea’s waar de cursor in staat, of die al dan niet volledig geselecteerd zijn. Alineaopmaak kan meestal ingesteld worden door gebruik te maken van de groep alinea in het lint start:
In dit onderdeel bekijken we het uitlijnen. Er zijn vier manieren van uitlijnen: Links uitlijnen
Ctrl + L
Centreren
Ctrl + E
Rechts uitlijnen
Ctrl + R
Uitvullen Ctrl + J (justify) (Tekst uitlijnen op zowel linker als rechter marge. Hierbij wordt de ruimte tussen woorden vergroot wanneer dit nodig)
Microsoft Office 2010 - Word - Uitlijnen.docx
Pagina 1 van 1
Microsoft Office 2010 - Word - Regelafstand
Alinea opmaak heeft te maken met de ruimte die de ruimte die de alinea krijgt, zowel horizontaal, links en rechts, en verticaal, de afstand tussen de regels. Alinea opmaak wordt toegepast in de alinea’s waar de cursor in staat, of die al dan niet volledig geselecteerd zijn. Alineaopmaak kan meestal ingesteld worden door gebruik te maken van de groep alinea in het lint start:
In dit onderdeel bekijken we de regelafstand. We kunnen dit doen op twee manieren. Hier behandelen we enkel de eerste manier. Voor de tweede manier verwijzen we je naar de sectie over het alinea opmaak venster. In de groep alinea vind je een knop regelafstand:
Als je op de knop klikt krijg je volgende opties:
Je kunt er kiezen voor een aantal regelafstanden, wil je er zelf een ingeven, kies je voor “opties voor regelafstand”. Dan kom je terecht in het venster Alineaopmaak. Hier kan je heel precies afstanden ingeven. Meer hierover in de fiche venster alineaopmaak. Je kan ook de afstanden voor en na alinea’s instellen. Velen voegen een lege alinea in tussen twee alinea’s om zo de alinea’s wat meer van elkaar te scheiden. Dit levert problemen op als er nog wat tekst wordt toegevoegd boven de lege regel. Dan kan die lege regel bv. boven in een pagina terecht komen. Daarom is het beter ruimte voor of achter de alinea in te voeren. Je kan deze ruimte instellen in het venster Alineaopmaak. Nu kan het echter ook voorkomen dat door een samenloop van stijlen er ruimte na de vorige alinea en ruimte voor de huidige alinea is. Dit kan dan resulteren in een te grote lege ruimte Met de laatste twee opties, kan je de ruimte voor een alinea verwijderen, en de ruimte na de alinea toevoegen. Microsoft Office 2010 - Word - Regelafstand.docx
Pagina 1 van 1
Microsoft Office 2010 - Word - Tabulaties
Tabulaties zijn vaste posities waar we met de cursor naar kunnen springen met behulp van de Tab-key. Er zijn vijf soorten tabulaties (of Tabs). Je kan de tabulatieposities zien in het liniaal. Hieronder zie je vijf symbolen die elk een andere soort tabulatie voorstellen:
Een Een Een Een
linkse tab: Word lijnt de linkerzijde van de tekst uit op de tabstop. gecentreerde tab:Word centreert de regel op de tabstop. rechtse tab: Word lijnt de rechterzijde van de tekst uit op de tabstop. decimale tab: Word lijnt het decimaalteken, de komma, in getallen uit op de decimale tabstop. Een lijn tab: Word tekent een verticale balk voor de alinea met de invoegpositie.
In het onderstaande voorbeeld, vind je op de eerste lijn 4 centreer tabs, eronder vind je eerst twee links tabs, gevolgd door twee rechtse tabs en een decimale tab.
Als we geen tabulatie informatie hebben ingegeven, worden er standaard linkse tabs ingesteld om de 1,25 cm. Als we zelf tabs invoeren worden de tabulaties voor de nieuwe tab verwijderd. Om een tab in te voeren kunnen we op twee manieren werken: 1. Met het liniaal 2. Met het venster Tabulaties 1. Met het liniaal We klikken in het liniaal waar we een nieuwe tab willen plaatsen. Links in het liniaal hebben we de knop tab selectie. Met deze knop kunnen we de soort tab selecteren die we willen invoeren. De volgende symbolen worden gebruikt Linkse tab Gecentreerde tab Rechtse tab Decimale tab Lijn tab Willen we een tab verwijderen dan kunnen we het tabsymbool in het liniaal vastnemen en er uit slepen.
Microsoft Office 2010 - Word - Tabulaties.docx
Pagina 1 van 2
2. Met het venster Tabulaties Om in het venster tabulaties te komen dubbelklikken we onderaan het liniaal. Het venster Tabulaties opent zich:
Om een tab toe te voegen geven we positie in (in cm), geven we aan welke uitlijning we willen en of we al of niet een opvulteken willen. Vervolgens klikken we op instellen. Om een tab te wissen kunnen we een tab selecteren in de lijst onder het invoerveld tabpositie, en klikken we op de knop wissen. Om een Tab aan te passen, selecteren we de tab, en passen de uitlijnoptie en het opvulteken aan. Vervolgens klikken we op instellen. Eenmaal we alle tabgegevens hebben ingegeven, klikken we op OK om de aanpassingen te bevestigen. Je ziet hier ook de optie opvulteken. Een opvulteken is een teken dat wordt ingevoegd tot aan de tabpositie, het helpt om de lijn te volgen. Vb:
Microsoft Office 2010 - Word - Tabulaties.docx
Pagina 2 van 2
Microsoft Office 2010 - Word - Alinea Venster
Onderaan rechts in de groep Alinea (Lint – Start), vind je de knop voor het Alinea Opmaak Venster.
Een klik brengt ons in het venster Alinea Opmaak. Dit venster is voor gebruikers van vorige Word versies ongetwijfeld herkenbaar. We overlopen de onderdelen van het venster met zijn opties:
Microsoft Office 2010 - Word - Alinea Venster.docx
Pagina 1 van 2
We behandelen eerst het tabblad Inspringen en Afstand. Het eerste deel, Algemeen, bevat de optie uitlijnen (met de uitlijnopties: Links, Centreren, Rechts, Uitvullen). Het overzichtsniveau, geeft aan op welk niveau de alinea zich bevindt voor het aanmaken van het overzicht.
In het tweede deel, Inspringen, kan je de linkse en de rechtse insprong heel precies vastleggen. In het vak Speciaal kan je een afwijking instellen voor of de eerste lijn van de alinea of vanaf de tweede lijn van de alinea. In het tekstvak geef je dan de afwijking op.
In het derde deel, Afstand, geef je de afstand voor en/of na de alinea precies in, en/of geef je de regelafstand in.
De opties voor regelafstand zijn: Optie
Op
Enkel 1,5 regel Dubbel Tenminste
In punten
Exact
In punten
Meerdere
In functie van de lettergrootte
Microsoft Office 2010 - Word - Alinea Venster.docx
Pagina 2 van 2
Microsoft Office 2010 - Word - Opsommingstekens
Als je een lijst items in een document wilt presenteren, zal je meestal elk onderwerp op een eigen regel willen zetten. Liever dat dan alle items in een alinea te verstoppen. Gebruik een lijst met opsommingtekens als je de volgorde van de items niet belangrijk vindt, bijvoorbeeld bij een lijst met zaken die je voor een taak nodig hebt. Gebruik een lijst met nummering als je de volgorde wel belangrijk vindt, bijvoorbeeld bij de stappen in een procedure. Opsommingstekens Voor een lijst waarin de volgorde niet belangrijk is, gebruiken we een opsomming. We doen dit door in het lint Start, in de groep Alinea de knop Opsomming te gebruiken:
Er zal een standaard rond opsommingsteken gebruikt worden. Je kan een ander opsommingsteken kiezen met het pijltje naar beneden naast de knop Opsomming. Je kan kiezen uit de lijst:
Elke geselecteerde alinea krijgt een opsommingsteken. Door op Enter te drukken krijg je een nieuwe alinea en een nieuw opsommingsteken. Op het einde van de lijst, druk je twee keer op enter om de opsomming te stoppen. Nummering Voor een lijst waarin de volgorde wel belangrijk is, gebruiken we een nummering. We doen dit door in het lint Start, in de groep Alinea de knop Nummering te gebruiken:
Er zal een standaard cijfer gebruikt worden. Je kan een andere nummering kiezen met het pijltje naar beneden naast de knop Nummering. Je kan kiezen uit de lijst:
Microsoft Office 2010 - Word - Opsommingstekens.docx
Pagina 1 van 3
Elke geselecteerde alinea krijgt een nummer. Door op Enter te drukken krijg je een nieuwe alinea en een nieuw nummer. Op het einde van de lijst, druk je twee keer op enter om de nummering te stoppen. Lijst met meerdere niveau’s Voor een genummerde lijst met meerdere niveau’s kan je gebruik maken van de knop Lijst met meerdere niveaus in het lint Start, groep Alinea:
Je kan kiezen welke nummeringtekens gebruikt moeten worden voor de verschillende niveaus:
Microsoft Office 2010 - Word - Opsommingstekens.docx
Pagina 2 van 3
Elke geselecteerde alinea krijgt een opsommingsteken. Door op Enter te drukken krijg je een nieuwe alinea en een nieuw opsommingsteken. Op het einde van de lijst, druk je twee keer op enter om de opsomming te stoppen. Je kan van niveau veranderen met de knoppen insprong vergroten en verkleinen:
Microsoft Office 2010 - Word - Opsommingstekens.docx
Pagina 3 van 3
Microsoft Office 2010 - Word - Marges
Een marge is het gebied, links, rechts, boven en onder de pagina waar men geen tekst in invoert, die dus wit blijft. De grootte van de marge kan je zien in het liniaal. Je kan de grootte van de marge veranderen door de scheidingslijn van de marge in het liniaal te verslepen.
Je kan de marges ook heel precies instellen. Ga daarvoor naar het Lint Pagina-indeling, groep Pagina-instelling.
Als we op de optie Marges klikken krijgen we een aantal voorgedefinieerde margecombinaties.
Je kan een van de voorgedefinieerde versies kiezen, of je kiest voor Aangepaste marges…
Microsoft Office 2010 - Word - Marges.docx
Pagina 1 van 2
In het bovenste deel van het venster kan je de marges ingeven. Je kan hier ook de rugmarge ingeven. Dit is de extra lege ruimte die er gelaten wordt om bij inbinden geen last te hebben. Je kan de rugmarge links of boven positioneren.
Microsoft Office 2010 - Word - Marges.docx
Pagina 2 van 2
Microsoft Office 2010 - Word - Paginaopmaak
Opmaak in word kunnen we op drie niveaus bekijken. De paginaopmaak is het hoogste niveau. De elementen die deel uitmaken van de paginaopmaak slaan op alle pagina’s van de sectie waarin de cursor zich bevindt, of waarvan er een deel is geselecteerd. De paginaopmaak wordt gedefinieerd door:
Marges Afdrukstand Formaat Kolommen Kolommen Paginakleur Paginarand Koptekst Voettekst Paginanummers
De eindemarkeringen spelen een heel belangrijke rol in de paginaopmaak. Aan de ene kant heb je de pagina-eindes die als gevolg hebben dat de volgende lijn tekst boven op de volgende pagina staat. Als we een nieuwe pagina beginnen door op de vorige pagina lege alinea’s in te voeren, dan kan die bovenste lijn, naar beneden of naar boven opschuiven alnaargelang daarvoor tekst is toegevoegd of verwijderd. Ten slotte heb je de sectie-einden die zoals gezegd de secties afbakenen waarvoor de paginaopmaak geldt.
Microsoft Office 2010 - Word - Paginaopmaak.docx
Pagina 1 van 1
Microsoft Office 2010 - Word - Afdrukstand
Om de afdrukstand van een pagina aan te passen, gebruiken we de groep PaginaInstelling van het lint Pagina-Indeling.
De optie Afdrukstand, geeft je de keuze tussen de twee mogelijke afdrukstanden:
Je kiest de gewenste afdrukstand.
Microsoft Office 2010 - Word - Afdrukstand.docx
Pagina 1 van 1
Microsoft Office 2010 - Word - Formaat
Om het formaat van de pagina aan te passen, gebruiken we de groep Pagina-Instelling van het lint Pagina-Indeling.
De optie Formaat, geeft je de keuze tussen een aantal standaard formaten: Je kiest de gewenste afdrukstand:
Onderaan kan je met behulp van de optie Meer papierformaten kiezen voor andere specifieke formaten. Dit valt echter buiten deze cursus.
Microsoft Office 2010 - Word - Formaat.docx
Pagina 1 van 1
Microsoft Office 2010 - Word - Invoegen Pagina Einde
Als we een nieuwe pagina willen beginnen zouden we kunnen een aantal maal op <Enter>-klikken. Dit zal echter voor problemen zorgen als je later de tekst ervoor aanpast. Als je tekst verwijdert, zal de tekst die nu bovenaan de volgende pagina staat onderaan de pagina verschijnen. Als je bijkomende tekst intypt, zal de tekst die nu bovenaan de volgende pagina staat naar beneden opschuiven. Als alternatief kunnen we een hard pagina-einde invoeren. Hierdoor wordt de tekst die volgt bovenaan de volgende pagina geplaatst ongeacht hoeveel plaats er overblijft op de huidige pagina. Er zijn drie manieren om een hard pagina-einde in te voeren:
Via het Lint Invoegen, Groep Pagina’s, optie Pagina-Einde:
Via het Lint Pagina-indeling, Groep Pagina-instelling, optie Eindemerkeringen, suboptie Pagina:
Met de sneltoetscombinatie
+<Enter>
Microsoft Office 2010 - Word - Invoegen Pagina Einde.docx
Pagina 1 van 1
Microsoft Office 2010 - Word - Kolommen
We kunnen tekst in kolommen onderverdelen. We zullen dit behandelen in drie doelen: 1. Bestaande tekst in kolommen verdelen 2. In te voeren tekst in kolommen verdelen 3. Kolommen opmaken 1. Bestaande tekst in kolommen verdelen Eerst selecteren we de tekst die we in kolommen willen verdelen. We klikken in het Lint Pagina-indeling in de groep Pagina-instellingen op de optie Kolommen.
We kiezen vervolgens het aantal kolommen:
Een kolom betekent hier vanzelfsprekend geen kolommen. 2. In te voeren tekst in kolommen verdelen Als we onze tekst invoeren en we willen de volgende tekst in kolommen verdelen, moeten we eerst een sectie-einde invoeren. (Kolommen slaat altijd op een volledige sectie). Om een sectie einde in te voegen kiezen we in het Lint Pagina-indeling, binnen de groep Pagina-instelling, voor de optie Eindemarkeringen:
Microsoft Office 2010 - Word - Kolommen.docx
Pagina 1 van 4
Selecteer de doorlopend onder sectie-einden. Dit betekent dat er een nieuwe sectie mort begonnen worden, maar we op dezelfde pagina blijven verderwerken. Kies een ander sectie-einde als je dat wenst.
Als we nu het aantal kolommen invoeren zoals in geval 1, slaat dit enkel op het gedeelte van de tekst na de sectie-einde. Als we op het einde van het stuk tekst dat we in kolommen willen, komen, voegen we weer een sectie-einde en veranderen we het aantal kolommen terug naar 1 om de rest van het document weer zonder kolommen in te voeren. 3. Kolommen opmaken De kolommen worden automatisch onderverdeeld volgens een gelijke lengte. Wil je echter de kolommen op een andere manier onderverdelen, plaats je de cursor op de plaats waar je een nieuwe kolom wil beginnen, en voeg je via het Lint Pagina-indeling, binnen de groep Pagina-instelling, voor de optie Eindemarkeringen:
Selecteer dan de optie kolom onder Pagina-einden.
Microsoft Office 2010 - Word - Kolommen.docx
Pagina 2 van 4
Wil je de kolommen op een andere manier opmaken, zoals kolombreedte aanpassen of een lijn tussen de kolommen plaatsen, plaats je je cursor ergens in de kolommen en kies je in het Lint Pagina-indeling in de groep Pagina-instellingen voor de optie Kolommen.
We kiezen vervolgens voor de optie meer kolommen:
Microsoft Office 2010 - Word - Kolommen.docx
Pagina 3 van 4
Het venster Kolommen:
Hier kan je het aantal kolommen aanpassen, en indien gewenst ook de breedte van de kolommen aanpassen. Mocht je kolommen van verschillende breedte willen aanmaken, vink je het van Gelijke kolombreedte uit. Wil je een lijn tussen de kolommen, vink je het vak lijn ertussen aan. Je bevestigt je instellingen met OK.
Microsoft Office 2010 - Word - Kolommen.docx
Pagina 4 van 4
Microsoft Office 2010 - Word - Paginakleur
Om de kleur van de pagina aan te passen gebruiken we de knop Paginakleur in de groep Pagina-Achtergrond van het Lint Pagina-indeling.
Kies vervolgens de gewenste achtergrondkleur uit het menu (het kleurenpallet in het menu worden bepaald door het thema):
Wil je een ander kleur kiezen, kies je voor Meer kleuren…
Microsoft Office 2010 - Word - Paginakleur.docx
Pagina 1 van 2
Met de optie opvuleffecten, kan je een kleurovergang, Bitmappatroon, Patroon of Afbeelding kiezen om als Pagina-achtergrond te dienen.
Als je een eerder gekozen kleur wil veranderen, kies je een andere kleur. Wil je geen achtergrondkleur, kies je de optie geen kleur in het menu.
Microsoft Office 2010 - Word - Paginakleur.docx
Pagina 2 van 2
Microsoft Office 2010 - Word - Paginarand
We kunnen rand de pagina een paginarand aanleggen, zoals rond dit document. We doen dit in het lint Pagina-indeling, in de groep Pagina-achtergrond,optie Paginaranden.
Het venster Achtergrond en Arcering opent zich op het tabblad Paginarand:
Idealiter werk je van links naar rechts, boven naar onder in dit venster. Eerst geef je aan welke instelling je wil voor de paginarand.
Microsoft Office 2010 - Word - PaginaRand.docx
Pagina 1 van 3
Geen
Met deze optie kan je een bestaande paginarand verwijderen
Kader
Er wordt enkel een rand toegevoegd
Schaduw
Om een schaduw toe te voegen aan de rand
3D
Geeft een 3D gevoel aan de rand
Aangepast
Met deze optie, kan je bepaalde randen selecteren, vb enkel de bovenrand. Deze optie wordt automatisch geselecteerd als je in het voorbeeld randen aan of uitvinkt.
In de tweede kolom geef je de stijl, kleur en dikte van de lijn in. Eventueel kan je kiezen voor een afbeelding uit de lijst met illustraties.
In het voorbeeld gedeelte kan je eventueel lijnen aangeven die niet moeten weergegeven worden, je doet dit met de bijhorende knoppen. Een voorbeeld van het resultaat wordt weergegeven:
Microsoft Office 2010 - Word - PaginaRand.docx
Pagina 2 van 3
Onderaan in de derde kolom kan je aangeven op welke pagina’s je de rand wil weergeven (voor secties zie kolommen).
Microsoft Office 2010 - Word - PaginaRand.docx
Pagina 3 van 3
Microsoft Office 2010 - Word - Koptekst
Een koptekst is die tekst, zoals de title van een document die je bovenaan elke pagina vindt. Koptekst wordt normaal gezien afgedrukt op elke pagina in een document. Om een koptekst in te voegen klikken we op de knop koptekst in de groep Koptekst en Voettekst in het Lint Invoegen.
Je kan een van de voorgestelde kopteksten kiezen en aanpassen:
Als we zelf volledig vrij een koptekst willen opmaken, en of een bestaande koptekst bewerken, klikken we op Koptekst bewerken…, of we dubbelklikken in het gebied waar de koptekst verschijnt. De koptekst is geopend.
Microsoft Office 2010 - Word - Koptekst.docx
Pagina 1 van 3
Als je cursor in het tekstvak staat krijg je een extra lint, het Ontwerp Lint:
Deze groep is dezelfde als de groep Koptekst en Voettekst van het Lint Invoegen
Met deze tools kan je een aantal objecten invoegen op de cursorpositie. Hiermee kan je bijvoorbeeld een logo op elke pagina plaatsen.
Elke sectie kan een andere koptekst hebben, hiermee kunnen we kopteksten aan elkaar koppelen, en navigeren tussen de kop- en voetteksten.
Met deze opties kunnen we bv de eerste pagina van een tekst of sectie een afwijkende voettekst geven, dit kan nuttig zijn om bv geen voettekst op de eerste pagina te plaatsen. Ook kan je rechter en linker pagina’s een andere kop- of voettekst geven, dit kan nuttig zijn als je bv paginanummers aan de buitenkant van een recto verso afgedrukt boek wil plaatsen.
Microsoft Office 2010 - Word - Koptekst.docx
Pagina 2 van 3
Met deze opties kan je positie van kop- of voettekst bepalen.
Microsoft Office 2010 - Word - Koptekst.docx
Pagina 3 van 3
Microsoft Office 2010 - Word - Voettekst
Een voettekst is die tekst, zoals de titel van een hoofdstuk die je onderaan elke pagina vindt. Voettekst wordt normaal gezien afgedrukt op elke pagina in een document. Om een voettekst in te voegen klikken we op de knop voettekst in de groep Koptekst en Voettekst in het Lint Invoegen.
Je kan een van de voorgestelde voetteksten kiezen en aanpassen:
Als we zelf volledig vrij een voettekst willen opmaken, en of een bestaande voettekst bewerken, klikken we op Voettekst bewerken…, of we dubbelklikken in het gebied waar de voettekst verschijnt. De voettekst wordt geopend.
Microsoft Office 2010 - Word - Voettekst.docx
Pagina 1 van 3
Als je cursor in het voettekstvak staat krijg je een extra lint, het Ontwerp Lint:
Deze groep is dezelfde als de groep Voettekst en Voettekst van het Lint Invoegen
Met deze tools kan je een aantal objecten invoegen op de cursorpositie. Hiermee kan je bijvoorbeeld een logo op elke pagina plaatsen.
Elke sectie kan een andere voettekst hebben, hiermee kunnen we voetteksten aan elkaar koppelen, en navigeren tussen de kop- en voetteksten.
Met deze opties kunnen we bv de eerste pagina van een tekst of sectie een afwijkende voettekst geven, dit kan nuttig zijn om bv geen voettekst op de eerste pagina te plaatsen. Ook kan je rechter en linker pagina’s een andere kop- of voettekst geven, dit kan nuttig zijn als je bv paginanummers aan de buitenkant van een recto verso afgedrukt boek wil plaatsen.
Met deze opties kan je positie van kop- of voettekst bepalen. Microsoft Office 2010 - Word - Voettekst.docx
Pagina 2 van 3
Microsoft Office 2010 - Word - Voettekst.docx
Pagina 3 van 3
Microsoft Office 2010 - Word - Paginanummers
Om paginanummers in te voegen openen we het lint Invoegen, in de groep Koptekst en Voettekst, kiezen we voor de knop paginanummer:
Het menu opent:
In dit menu kunnen we kiezen voor een heel aantal voorgedefinieerde paginanummeropmaken. Enkele voorbeelden uit het deelmenu Boven aan de pagina:
Microsoft Office 2010 - Word - Paginanummers.docx
Pagina 1 van 5
Enkele voorbeelden uit het deelmenu Onder aan de pagina:
Microsoft Office 2010 - Word - Paginanummers.docx
Pagina 2 van 5
Microsoft Office 2010 - Word - Paginanummers.docx
Pagina 3 van 5
Enkele voorbeelden uit het deelmenu Paginamarges:
Als we een andere opmaak willen kunnen we kiezen voor de optie Huidige positie. Het is wel aan te raden om dit enkel in te voegen in een kop of tekstvak. Anders moeten we dit op elke pagina apart invoegen.
Microsoft Office 2010 - Word - Paginanummers.docx
Pagina 4 van 5
De paginanummer wordt ingevoegd als veld, op elke pagina wordt in dat veld een nieuw nummer geplaatst. Als je de opmaak van je paginanummer wil aanpassen kan je via de optie opmaak paginanummers. Het venster Opmaak paginanummer opent zich. In dit venster kan je bv voor Romeinse cijfers kiezen, … Het beginnummer van je veranderen (als je de pagina’s na een ander document in een boek wil plaatsen bv).
Microsoft Office 2010 - Word - Paginanummers.docx
Pagina 5 van 5
Microsoft Office 2010 - Word - Tabellen
We kunnen tabellen invoegen in een Word document. We kunnen een tabel invoegen. De indeling van de tabel aanpassen, dit wil zeggen rijen en kolommen verwijderen of toevoegen. Ook kunnen we cellen samenvoegen, de tekstpositie en de positie van de tabel wijzigen, en tenslotte kunnen we met behulp van kleuren en randen tabellen opmaken.
Microsoft Office 2010 - Word - Tabellen.docx
Pagina 1 van 1
Microsoft Office 2010 - Word - Tabel Maken
Om een tabel te maken gaan we naar het tabblad Invoegen in het Lint. In de groep Tabellen, staat maar één knop Tabel:
In het menu, kan je de dimensie van de tabel aanklikken.
Is de dimensie groter dan wat mogelijk is in het menu, kan je kiezen voor de optie Tabel Invoegen.
In dit venster, kan je de dimensie ingeven en andere opties aangeven.
Microsoft Office 2010 - Word - Tabel Maken.docx
Pagina 1 van 1
Microsoft Office 2010 - Word - Tabel Aanpassen
Als de cursor in een tabel staat, komen er twee tabbladen bij in het lint, de hulpmiddelen voor tabellen:
Ontwerpen Indeling
In dit deel kijken we naar de groep rijen en kolommen:
Met deze knoppen kunnen we rijen en kolommen invoegen en verwijderen. Kolommen invoegen Om een kolom links van de huidige kolom (= kolom waar de cursor in staat) in te voegen:
Om een kolom rechts van de huidige kolom (= kolom waar de cursor in staat) in te voegen:
Rijen invoegen Om een rij boven de huidige rij (= rij waar de cursor in staat) in te voegen:
Om een rij onder de huidige rij (=rijwaar de cursor in staat) in te voegen:
Als we cellen of rijen willen verwijderen maken we gebruik van de knop verwijderen:
Kolom/Rijen verwijderen Om de Kolommen of Rijen waarvan een of meerdere cel geselecteerd is of de cursor in staat te verwijderen, gebruiken we de opties Kolommen verwijderen of Rijen Verwijderen.
Microsoft Office 2010 - Word - Tabel Aanpassen.docx
Pagina 1 van 2
Om de hele tabel te verwijderen kies je de optie tabel verwijderen (Het is niet nodig om de hele tabel hiervoor te selecteren. Je hoeft er enkel je cursor in te plaatsen). Als je maar een aantal cellen wil verwijderen, selecteer je eerst de cellen die je wil verwijderen, en kies je de optie Cellen verwijderen. Je krijgt het volgende dialoogvenster:
Kies wat er moet gebeuren met de cellen, links of rechts van de te verwijderen cellen. Let wel, niet aller rijen of kolommen in de tabel zullen nog evenveel cellen hebben.
Microsoft Office 2010 - Word - Tabel Aanpassen.docx
Pagina 2 van 2
Microsoft Office 2010 - Word - Cellen Samenvoegen
In een tabel kan het soms nuttig zijn om een cel over verschillende kolommen samen te voegen:
Als je cursor in de tabel staat, krijg je een twee extra tabbladen in het Lint, de hulpmiddelen voor tabellen. In de groep samenvoegen:
Selecteer eerst de cellen die je wil samenvoegen, klik vervolgens op Cellen Samenvoegen. Omgekeerd kunnen we ook cellen splitsen. Selecteer eerst de cellen die je wil splitsen, klik vervolgens op Cellen splitsen. Het venster Cellen Splitsen:
Vul vervolgens het aantal kolommen en rijen waarin je de selectie wil splitsen, en klik op OK.
Microsoft Office 2010 - Word - Cellen Samenvoegen.docx
Pagina 1 van 2
Verandert na cellen splitsen met de volgende instellingen:
In:
Microsoft Office 2010 - Word - Cellen Samenvoegen.docx
Pagina 2 van 2
Microsoft Office 2010 - Word - Opmaken
De opmaak van een tabel wordt hoofdzakelijk bepaald door 3 eigenschappen
De kleuren (in Word 2010 Arcering genoemd) ; De randen; De kolombreedtes en rijhoogtes.
Naam
Nederlands
Frans
Engels
ICT
We gaan bij wijze van voorbeeld de volgende tabel opmaken:
Jansens Jan
10
9
8
7
Johnson John
7
8
9
10
Pineut Piet
5
5
5
5
Gemiddelde
7,33
7,33
7,33
7,33
Je kan de eerste twee eigenschappen automatisch laten genereren. In het lint, tabblad Ontwerpen (dit tabblad komt tevoorschijn als je cursor in de tabel staat). Voor de automatische opmaak zijn twee groepen van belang:
In de eerste groep, de groep Opties voor tabelstijlen geef je de structuur van je tabel weer. Hier hebben we gekozen voor een veldnaamrij (dit betekent dat er in de eerste rij van de tabel de naam van de kolom staat). We hebben ook een eerste kolom (dit betekent dat we de eerste kolom anders willen behandelen dan de andere kolommen) gekozen en een Totaalrij (hiermee zal de laatste rij in de verf gezet worden, met een andere opmaak dan de andere rijen). We kozen ook voor gestreepte rijen, zodat we opmaakprofielen krijgen waar de rijen alternerend een lichtere en een donkerder kleur krijgen, dit helpt bij het lezen. Als stijl hebben we gekozen voor Kleurrijk raste accent 5 Terwijl je met je muis over de verschillende stijlen gaat, krijg je al een voorproefje hoe je tabel er zou uitzien als je voor bijgaande opmaak kiest. Microsoft Office 2010 - Word - Opmaken.docx
Pagina 1 van 5
Frans
Engels
ICT
Nederlands 10
9
8
7
Johnson John
7
8
9
10
Pineut Piet
5
5
5
5
7,33
7,33
7,33
7,33
Naam Jansens Jan
Gemiddelde
Je kan de kleuren ook volledig naar eigen wens beheren met de knop:
In de groep Stijlen voor Tabellen. Met de eerste knop stel je de geselecteerde kleur in voor de geselecteerde cellen. Met de tweede knop kan je kleur kiezen uit het kleurenpallet:
Microsoft Office 2010 - Word - Opmaken.docx
Pagina 2 van 5
Wil je de lijnen aanpassen dan doe je dat met de knoppen van de groep Randen Tekenen:
Je kiest eerst de lijnsoort:
Lijndikte
penkleur
Microsoft Office 2010 - Word - Opmaken.docx
Pagina 3 van 5
links in de groep Randen tekenen. Nadat je op de knop Tabel tekenen
kan je de geselecteerde lijn tekenen, door met je muis op de rasterlijnen tussen of rond de cellen te klikken. Met de gum kan je op dezelfde manier lijnen uitvegen.
Je kan ook gebruik maken van de knop randen in de groep, deze knop geeft je een menu dat aangeeft welke lijnen kunnen ingesteld worden. Dit slaat op de selectie in de tabel. De lijn die aangemaakt wordt is bepaald door de selectie in de Groep Randen tekenen.
De kolombreedte en rijhoogte tenslotte kan je aanpassen door de kolom- of rij rasterlijnen te verslepen. Om de hoogte of breedte aan te passen aan de inhoud, kan je dubbelklikken op de respectievelijk, rechtse of onderste rasterlijn. Om alle kolommen of rijen van een tabel in een keer aan te passen. Selecteer je de hele tabel eerst (door op de plus bovenaan link een tabel te klikken) en vervolgens of één kolom of rij aan te passen. Microsoft Office 2010 - Word - Opmaken.docx
Pagina 4 van 5
Je kan de breedte en hoogte van de kolommen en rijen ook aanpassen met behulp van de groep Celformaat in het tabblad Indeling van de hulpmiddelen voor tabellen:
Met behulp van de knoppen Rijen verdelen en Kolommen verdelen maken de geselecteerde rijen en kolommen gelijk in breedte en hoogte. In het middelste deel kan je specifieke celformaten opgeven voor de geselecteerde cellen, en met de knop Autoaanpassen kan je de breedte van kolommen aanpassen aan:
Microsoft Office 2010 - Word - Opmaken.docx
Pagina 5 van 5
Microsoft Office 2010 - Word - Positie
Om de tekstpositie aan te passen plaats je de cursor in de cel, of selecteer je de cellen die je wil aanpassen, en kiest vervolgens de gewenste uitlijningsoptie in de groep uitlijning (Lint, tabblad Indeling):
De resultaten zien er als volgt uit:
Boven naar onder
Links naar Rechts
Onder naar Boven
Je kan er ook de tekstrichting veranderen, bij het klikken op de knop Uitlijning Worden de volgende tekstrichtingen doorlopen.
Deze tekstrichting kan gecombineerd worden met de uitlijningspositie. Ook de positie van de tabel kan aangepast worden. Daarvoor plaats je je cursor in de tabel waarvan je de positie wil aanpassen, in de groep tabel (Lint, tabblad Indeling) vind je de knop Eigenschappen:
Het venster Tabeleigenschappen opent zich, hier kan je de tabelpositie aanpassen. Je kan er ook aangeven of je de tekst al dan niet rond de tabel wil laten lopen:
Microsoft Office 2010 - Word - Positie.docx
Pagina 1 van 2
Klik op OK om te bevestigen.
Microsoft Office 2010 - Word - Positie.docx
Pagina 2 van 2
Microsoft Office 2010 - Word - Stijlen
Met stijlen kunnen we de opmaak van documenten wat automatiseren. We kunnen een opmaak attributen combineren en zo nieuwe stijlen definiëren of aanpassen die dan weer toepasbaar zijn op het document. Het gebruik van stijlen (vooral kop1, Kop 2, …) is ook noodzakelijk om later een inhoudstabel automatisch te laten samenstellen. We behandelen volgende onderdelen:
Stijlen Gebruiken Stijlen Aanpassen Stijlset wijzigen
We kunnen ook de opmaak van tekst met een beweging wissen met behulp van de opdracht Opmaak wissen.
Microsoft Office 2010 - Word - Stijlen.docx
Pagina 1 van 1
Microsoft Office 2010 - Word - Stijlen Gebruiken
Via de galerie Snelle stijlen kan je gemakkelijk met enkele muisklikken enige kenmerken tegelijk veranderen. Dit krachtige hulpmiddel is beschikbaar in de groep Stijlen op het tabblad Start. Een galerie Snelle stijlen bestaat uit:
Alineastijlen: u kunt deze stijlen gebruiken om een consistent uiterlijk te geven aan verschillende typen alinea’s, bijvoorbeeld koppen, platte tekst, titels, aanhalingen en lijsten. Tekenstijlen: deze stijlen kunt u gebruiken om de opmaak van geselecteerde woorden te veranderen.
Alle onderdelen van een snelle stijl in een galerie vertonen overeenkomsten en geven uw documenten een helder professioneel uiterlijk. U kunt van de ene set stijlen naar een andere schakelen door die in de galerie te kiezen. Deze snelle stijlen hebben namen als Traditioneel, Karakteristiek, Modern en Elegant. Om u te helpen een keuze te maken kunt u een set aanwijzen om in een live voorbeeld te zien hoe uw document eruitziet als u er een bepaalde set snelle stijlen op toepast. Als u een set snelle stijlen hebt toegepast, kunt u het uiterlijk van hele document gemakkelijk veranderen door in de lijst Opmaakset een andere te selecteren. Om een alineastijl te gebruiken plaats je de in de alinea, of selecteer je de alinea’s waar je de nieuwe stijl in wil gebruiken, en je selecteert de gewenste stijl uit het stijlenoverzicht in de groep stijlen in het lint, tabblad start:
Of uitgeklapt:
Terwijl je over de verschillende stijlen gaat wordt een voorbeeld weergegeven van je tekst met de bepaalde stijl. Je klikt op de stijl om die te kiezen. Microsoft Office 2007 - Word - Stijlen Gebruiken.docx
Pagina 1 van 2
Om een tekenstijl toe te passen, plaats je de cursor in het woord, of maak je een selectie, waar je de tekenstijl wil toepassen. En je kiest je stijl net als hierboven.
Microsoft Office 2007 - Word - Stijlen Gebruiken.docx
Pagina 2 van 2
Microsoft Office 2010 - Word - Stijlen Aanpassen
Wil je een van de voorgedefinieerde stijlen aanpassen, dan kan je dat doen, door eerst de opmaak van de alinea of tekst aan te passen zoals je die wil hebben. Je selecteert de tekst of de alinea, en je klikt met de rechter muisknop op de Stijl die je wil aanpassen aan de huidige opmaak.
Je kiest de optie “…bijwerken om met selectie te laten overeenkomen. Alternatief, kan je ook gewoon rechtsklikken op de stijl die je wil bijwerken, en kiezen voor Wijzigen.
Je kan hier de karkater opmaak aanpassen en onderaan rechts kan je op de knop Opmaak klikken om de andere opmaak aan te passen:
Microsoft Office 2010 - Word - Stijlen Aanpassen.docx
Pagina 1 van 2
Hier kan je kiezen om het lettertype nog wat te verfijnen, de alineaopmaak in te stellen, de tabulaties, … Als je klikt op een van de bovenstaande opties krijg je de vensters te zien die behoren bij de bovenstaande opmaaktypes. Bovenaan in het venster kan zaken instellen als de naam van de stijl en welke stijl moet gebruikt worden voor de volgende alinea, zo wil je na een kop, doorgaans een standaard stijl, en na een Alinea in de standaard stijl, zal de volgende alinea normaal gezien weer standaard zijn. Zo hoeft de gebruiker die niet voortduren in te stellen. De gebruiker kan wel nog voor een andere stijl kiezen dan deze die hier opgegeven is. Let er ook op dat het venster opmaakprofielen wijzigen noemt. In vorige versies van Word werden deze stijlen opmaakprofielen genoemd. De naam stijl is iets verwarrend, want de set van stijlen (opmaakprofielen) worden ook stijlen genoemd.
Microsoft Office 2010 - Word - Stijlen Aanpassen.docx
Pagina 2 van 2
Microsoft Office 2010 - Word - Stijlset Wijzigen
Welke stijlen Kleuren, Lettertypes, … er elkaar passen is soms moeilijk te bepalen. Er zijn heel wat passende combonaties meegeleverd in Word 2010. We kunnen ze heel eenvoudig toepassen met behulp van de knop Stijl wijzigen in de groep Stijlen.
We krijgen de volgende opties:
We kunnen voor een opmaakset
Kleurenset
Microsoft Office 2010 - Word - Stijlset Wijzigen.docx
Pagina 1 van 2
Of lettertype
Kiezen. De keuze wordt toegepast op de Stijlset. Terwijl je met je muis boven de opties gaat krijg je een voorbeeld van de keuze in het document. Microsoft Office 2010 - Word - Stijlset Wijzigen.docx Pagina 2 van 2
Microsoft Office 2010 - Word - Index En Verwijzingen
Maak je lange, ingewikkelde documenten en wil je je lezers helpen de informatie te vinden die ze zoeken, dan kan je daarvoor op de volgende hulpmiddelen van Microsoft Office Word 2010 vertrouwen:
Inhoudsopgave. Je kan een overzicht over de informatie in een document leveren en de lezers helpen onderwerpen te vinden door een inhoudsopgave samen te stellen op basis van de koppen in het document. Je kan er, afhankelijk van hoe het document zal worden afgeleverd (afgedrukt of elektronisch), voor kiezen via een paginanummer of een hyperlink naar elke kop te verwijzen. Informatiebronnen en een bibliografie. Je kan aangeven uit welke bron informatie afkomstig is door bronvermeldingen in een document in te voegen. Word zal een professionele bibliografie samenstellen op basis van de bronvermeldingen. Hiervoor is het nodig om de bronnen te beheren, ze in de tekst te kunnen invoegen en als bibliografie op het einde van het document te kunnen plaatsen. Voetnoten. Je kan gebruik maken van voetnoten om bijkomende uitleg bij een term of een citaat wee te geven onderaan de pagina’s. mocht het woord om een ov andere reden op een andere pagina terecht komen, zal de voetnoot ook van pagina veranderen.
Microsoft Office 2010 - Word - Index en verwijzingen.docx
Pagina 1 van 1
Microsoft Office 2010 - Word - Inhoudsopgave
Mocht u een lang document maken met koppen en subkoppen, zoals een jaarrapport of een catalogus met meer secties, dan zult u misschien een inhoudsopgave aan het begin van het document willen toevoegen om uw lezers een overzicht van de inhoud van het document te geven en hen te helpen naar specifieke delen te navigeren. U kunt het begin van elk deel in een document dat zal worden afgedrukt aangeven met een paginanummer. Word verwacht standaard dat er een inhoudsopgave moet worden gemaakt op basis van de alinea’s in de tekst die u hebt opgemaakt met de standaardstijlen voor koppen (Kop 1, Kop 2 enzovoort). (Word kan ook een inhoudsopgave maken op basis van overzichtniveaus of op basis van velden die u in uw document hebt ingevoegd.) Word zal de items voor de inhoudsopgave identificeren en de inhoudsopgave als een enkel veld op de plaats van de tekstaanwijzer invoegen als u Word opdraagt een inhoudsopgave te maken. U kunt de elementen waarop Word de inhoudsopgave baseert op elk gewenst moment wijzigen.
Je voegt een inhoudsopgave toe op de positie van de cursor met de knop Inhoudsopgave van de Groep Inhoudsopgave in het tabblad Verwijzingen van het Lint.
De galerie Inhoudsopgave (die beschikbaar is in het tabblad Verwijzingen) biedt drie standaardopties voor de inhoudsopgave:
Microsoft Office 2010 - Word - Inhoudsopgave.docx
Pagina 1 van 3
Automatische inhoudsopgave 1. Deze optie voegt een inhoudsopgave in met de kop Inhoud. Automatische inhoudsopgave 2. Deze optie voegt een inhoudsopgave in met de kop Inhoudsopgave. Handmatige inhoudsopgave. Deze optie voegt een inhoudsopgave in met tijdelijke aanduidingen die u zelf moet invullen.
De opmaak van de items in een inhoudsopgave wordt bepaald door negen ingebouwde niveaus aan stijlen (inhopg 1, inhopg 2 enzovoort). Word zal standaard de stijlen gebruiken die in de aan het document gekoppelde sjabloon zijn toegekend. Mocht u een andere stijl willen gebruiken, dan kunt u onder de galerie Inhoudsopgave op Inhoudsopgave invoegen klikken, in plaats van op een van de standaardopties in de galerie te klikken. Het dialoogvenster Inhoudsopgave zal daarop openen, waarin u uit allerlei varianten kunt kiezen, zoals Klassiek, Elegant of Eenvoudig. Hebt u de inhoudsopgave eenmaal gemaakt, dan kunt u deze met de hand opmaken door tekst te selecteren en daar teken- of alineaopmaak of stijlen op toe te passen. U kunt de tekst van een inhoudsopgave bewerken, maar het is veel gemakkelijker om Word het werk voor u te laten doen, door op de knop Tabel bijwerken te klikken. U kunt kiezen of u alleen de paginanummers wilt bijwerken, of u kunt de hele tabel bijwerken (opnieuw maken), indien u koppen hebt toegevoegd, verwijderd of bewerkt. Als je later opnieuw tekst invoert, zal de inhoudsopgave aangepast worden telkens je het document afdrukt. Je kan de inhoudsopgave ook bijwerken door je cursor in de inhoudsopgave te plaatsen en te klikken op de knop tabel bijwerken in het tabblad Inhoudsopgave van het lint.
Microsoft Office 2010 - Word - Inhoudsopgave.docx
Pagina 2 van 3
Microsoft Office 2010 - Word - Inhoudsopgave.docx
Pagina 3 van 3
Microsoft Office 2010 - Word - Voetnoten
Mocht je iets willen opmerken over een verklaring in een document – om bijvoorbeeld een aanname uit te leggen of de bron van een andere mening te citeren – dan kan je deze opmerking als een voetnoot of een eindnoot invoeren. Er zal een getal of een symbool worden ingevoegd dat een verwijzingsteken wordt genoemd en uw opmerking zal samen met hetzelfde getal of hetzelfde symbool als een voetnoot onderin de pagina, of als een eindnoot aan het eind van het document of het eind van de documentsectie worden ingevoegd. Voetnoten en eindnoten worden in de meeste weergavemodi van de hoofdtekst gescheiden door een scheidingslijn. Je maakt als volgt een voetnoot of een eindnoot: 1. Zet de tekstaanwijzer op de plaats waar je het verwijzingsteken wilt invoegen en klik in de groep Voetnoten van het tabblad Verwijzingen op de knop Voetnoot invoegen of de knop Eindnoot invoegen. Word zal het verwijzingsteken in het document invoegen en een daaraan gekoppeld gebied onderin de pagina of aan het eind van de sectie maken.
2. Typ de tekst van uw opmerking. Word zal standaard opmaakprofielen toepassen op de verwijzingstekens voor voetnoten en eindnoten. Verwijzingstekens voor voetnoten worden standaard opgemaakt in de indeling 1, 2, 3 en verwijzingstekens voor eindnoten in de indeling i, ii, iii. Je verandert de indeling voor bestaande voetnoten en eindnoten als volgt: 1. Klik op de knop Voetnoot en eindnoot in het tabblad Verwijzingen (pijltje onderaan rechts in de groep). Het dialoogvenster Voetnoot en eindnoot wordt geopend.
2. Selecteer de optie Voetnoten of de optie Eindnoten.
Microsoft Office 2010 - Word - Voetnoten.docx
Pagina 1 van 2
3. Klik onder Opmaak op de pijl naast de lijst Nummeren als en selecteer de gewenste nummerindeling in de lijst. 4. Selecteer zo nodig Heel document in de lijst Wijzigingen toepassen op en klik op Toepassen. De nummerindeling van alle voetnoten of eindnoten zal in de nieuwe indeling worden omgezet.
Microsoft Office 2010 - Word - Voetnoten.docx
Pagina 2 van 2
Microsoft Office 2010 - Word - Bronnen Beheren
Er zijn twee manieren voor het invoeren van een nieuwe bron:
U kunt het dialoogvenster Bronbeheer openen en alle bronnen invoeren waarvan u weet dat u ze in het document zult moeten citeren. U kunt het dialoogvenster Bron maken openen en de informatie voor een enkele, specifieke bron invoeren. De bronvermelding zal tussen aanhalingstekens op de plaats van de tekstaanwijzer worden ingevoegd als u op OK klikt.
Word zal de bronnen in een afzonderlijk bestand op de vaste schijf van uw computer opslaan, ongeacht welke methode u gebruikt voor het invoeren van informatie over de bronnen, zodat u ze in elk document dat u maakt kan citeren. U kunt deze hoofdlijst inzien en kiezen welke bronnen er in het huidige document beschikbaar moeten zijn via het dialoogvenster Bronbeheer. Hebt u eenmaal een bron uit de hoofdlijst naar de huidige lijst verplaatst, dan kunt u deze overal in het huidige document citeren of een bibliografie invoeren. In dit onderdeel behandelen we het beheer van de bronnen. Om met bronnen te werken, gebruiken we de groep Citaten en bibliografie in het tabblad Verwijzingen van het lint.
Let op de stijl. Dit slaat op de stijl waarin we de bronnen in documenten zullen vermelden. Dit zal voor ons meestal volgens de APA norm zijn. We zullen er dus voor zorgen dat de stijl op APA staat. Moet je er voor een ander document voor zorgen dat je dezelfde bronnen wil gebruiken in een ander verwijzingsformaat, moet je enkel deze stijl aanpassen. Om bronnen te beheren, gaan we eerst het venster Bronbeheer openen door op de knop bronnen beheren te klikken:
Het kan gebeuren dat er al eerder toegevoegde bronnen in de lijst opgenomen staan. We klikken op nieuw om een nieuwe bron toe te voegen: Microsoft Office 2010 - Word - Bronnen Beheren.docx
Pagina 1 van 3
Bovenaan in het venster kunnen we het type van de bron ingeven, in dit geval boek. We kunnen kiezen uit:
Boek Sectie van boek Artikel uit vaktijdschrift Artikel uit een krant of tijdschrift Bijdrage aan conferentie Rapport Website Document van website Elektronische bron Illustraties Geluidsopname Uitvoering Film Interview Patent Rechtszaak Diversen
Voor elk van bovenstaande wordt vanzelfsprekend een andere set gegevens gevraagd. Voor een website is dit bijvoorbeeld:
Microsoft Office 2010 - Word - Bronnen Beheren.docx
Pagina 2 van 3
In de velden die bedoeld zijn voor namen, zoals auteur, kan je best werken met het venster Naam bewerken. Hier kan je de velden invullen zodat ook de juiste volgorde en eventueel interpunctie gebruikt wordt. Ook kan je hier meerdere namen invullen.
Microsoft Office 2010 - Word - Bronnen Beheren.docx
Pagina 3 van 3
Microsoft Office 2010 - Word - Bronvermelding Invoegen
Wil je bronvermeldingen gebruiken in een document, moet je die eerst invoegen in de bronnenlijst van het document. In het stuk omtrent bronnen beheren, zag je al hoe je bronnen toevoegt aan de bronnen op je computer. Deze bronnen worden automatisch ook bruikbaar voor het document waarop je op dat moment werkt. Wil je die later in een ander document gebruiken, moet je die selecteren. Dat doe je in het venster Bronnen beheren. Je opent het venster met de knop bronnen beheren in de groep Citaten en bibliografie in het tabblad verwijzingen in het lint.
Je selecteert de gewenste bron(nen) in de hoofdlijst en klik je op de knop kopiëren-> om de geselecteerde bron(nen) naar de huidige lijst te kopiëren. Eenmaal de huidige lijst is samengesteld klik je op sluiten. Van dan af kan je vlot een bron vermelden in je document met de knop Bronvermelding invoegen:
Het menu Bronvermelding invoegen opent:
Microsoft Office 2010 - Word - Bronvermelding invoegen.docx
Pagina 1 van 2
Bovenin vind je de bronnen die je geselecteerd hebt voor het document. Je selecteert een bron uit de lijst om een verwijzing in te voegen in het document. Je kan op dit moment ook nog een bron toevoegen met de optie Nieuwe bron toevoegen. Dit opent het venster Bron maken. Voor meer informatie over hoe je hier mee werkt, kan je terecht bij de sectie bronnen beheren.
Microsoft Office 2010 - Word - Bronvermelding invoegen.docx
Pagina 2 van 2
Microsoft Office 2010 - Word - Bibliografie Wil je bibliografie in een document invoegen, moet je de bronnen selecteren die op het document slaan. In het stuk omtrent bronnen beheren, zag je al hoe je bronnen toevoegt aan de bronnen op je computer. Deze bronnen worden automatisch ook bruikbaar voor het document waarop je op dat moment werkt. Wil je die later in een ander document gebruiken, moet je die selecteren. Dat doe je in het venster Bronnen beheren. Je opent het venster met de knop bronnen beheren in de groep Citaten en bibliografie in het tabblad verwijzingen in het lint.
Je selecteert de gewenste bron(nen) in de hoofdlijst en klik je op de knop kopiëren-> om de geselecteerde bron(nen) naar de huidige lijst te kopiëren. Als al eerder naar de bronnen verwezen hebt in het document moet je dit niet meer doen. Om de bibliografie of lijst met geciteerde werken in te voegen, klik je op de knop Bibliografie in de groep Citaten en bibliografie.
Het menu bibliografie opent zich:
Microsoft Office 2010 - Word - Bibliografie.docx
Pagina 1 van 2
De eerste twee opties, Bibliografie en geciteerde werken, voegen de bibliografie in met bovenvermelde tekst als kop. De optie Bibliografie invoegen voegt de bibliografie in zonder kop. Je dient die kop dan zelf in te geven. Voorbeeld:
Bibliografie Bach, J. S., & Gounod, C. (Componisten). (1999). Ave Maria. [A. Bocelli, Uitvoerend artiest, & M.-W. Chung, Dirigent] Italië. Dick, W., Carey, L., & Carey, J. O. (2005). The systematic design of instruction. Allyn and Bacon. Eindtermen. (2008, juli 9). Opgeroepen op juli 9, 2008, van Wikipedia: http://nl.wikipedia.org/wiki/Eindterm
Microsoft Office 2010 - Word - Bibliografie.docx
Pagina 2 van 2
Microsoft Office 2010 - Word - Sjablonen En Thema's
In dit onderdeel bekijken we eerst de thema’s die de stijlset en enkele algemene onderdelen van de opmaak definiëren. Daarnaast bekijken we wat een sjabloon is, en hoe we een document maken aan de hand van een sjabloon. Tot slot bekijken we hoe we een voorpagina kunnen toevoegen aan het document. Dit is het laatste van de bouwblokken die we behandelen, na de kop- en voetteksten, de paginanummers, …
Microsoft Office 2010 - Word - Sjablonen en Thema's.docx
Pagina 1 van 1
Microsoft Office 2010 - Word - Thema's
Met een van de voorgedefinieerde thema’s van Word kunt u het uiterlijk van uw document verfraaien. Een thema is een combinatie van kleuren, lettertypen en effecten die een zeker gevoel of een bepaalde stemming uitstralen. Zo gebruikt het thema Stroom bijvoorbeeld een palet met blauwe en groene tinten, de lettertypen Calabri en Constantia en gematigde effecten. Met een klik op de knop Thema’s in de groep Thema’s op het tabblad Pagina-instelling opent u de galerie Standaard Thema’s. Een thema past u toe op het hele document door op het thema van uw keuze te klikken in de galerie Thema’s.
Als u de kleuren van het ene thema en de lettertypen van een ander mooi vindt, kunt u deze thema-elementen combineren. Zoek eerst het thema dat het meest lijkt op het gewenste. Klik dan in de groep Thema’s op de knop Themakleuren of Themalettertypen.
Microsoft Office 2010 - Word - Thema's.docx
Pagina 1 van 2
Als u een set kleuren en lettertypen hebt gecreëerd die u graag ook op andere documenten wilt kunnen toepassen, kunt u deze combinatie als nieuw thema opslaan. Sla het thema op in de map Document Thema’s, de standaardmap voor thema’s, om het thema beschikbaar te maken in de galerie Thema’s. U hoeft thema’s echter niet in de map Document Thema’s op te slaan; u kunt ze overal op uw harde schijf, op verwijderbare media of op een netwerkschijf opslaan. Als u een thema wilt gebruiken dat op een andere locatie staat, kunt u onder in de galerie Thema’s op de knop Thema’s zoeken klikken. Blader in het dialoogvenster Kies thema, of document met thema naar het thema dat u wilt gebruiken. Selecteer het en klik op Openen om dat thema toe te passen op het actieve document.
Microsoft Office 2010 - Word - Thema's.docx
Pagina 2 van 2
Microsoft Office 2010 - Word - Wat Is Een Sjabloon
Als je snel en effectief een visueel aantrekkelijk document wilt creëren, is een van de meest efficiënte manieren het ontwerp van anderen te gebruiken. Met Word 2010 heb je toegang tot veel kant-en-klare professioneel ontworpen sjablonen. Een sjabloon is een bestand dat tekst, letter- en alineastijlen, paginaopmaak en elementen als afbeeldingen bevat die u als patroon kunt gebruiken bij het maken van andere documenten. Tenzij je een andere instelling kiest, zijn alle nieuwe documenten gebaseerd op de sjabloon Leeg document. Deze definieert een paar rechttoe rechtaan stijlen voor onder meer alinea’s met platte tekst, een titel, enkele niveaus koppen en enkele tekenstijlen die je op geselecteerde tekst kunt toepassen. De stijlen van de sjabloon Leeg document verschijnen in de galerie Stijlen op het tabblad Start als je een nieuw leeg document maakt. Als je een document maakt dat op een andere sjabloon gebaseerd is, verschijnen de stijlen van die sjabloon in de galerie Stijlen. Je kunt dan die stijlen gebruiken om snel de tekst in een document op te maken. Behalve de sjabloon Leeg document heeft Word een verscheidenheid aan sjablonen aan boord voor een verscheidenheid aan documenten. Om een op een van deze sjablonen gebaseerd document te maken begin je in het venster Nieuw document. Klik daar in het linker deelvenster onder Sjablonen, klik op Geïnstalleerde sjablonen en klik in het centrale deelvenster op de sjabloon die je wil gebruiken. Als geen van de ingebouwde sjablonen aan uw wensen voldoet, kun je op de website Microsoft Office Online een sjabloon zoeken. Om een document te maken dat een van deze sjablonen als basis heeft, begin je in het venster Nieuw document. Klik dan in het linker deelvenster, onder Microsoft Office Online, op een categorie, bijvoorbeeld Folders of Nieuwsbrieven. Klik in de lijst in het middelste deelvenster op de subcategorie en de sjabloon die je nodig hebt; je downloadt de sjabloon in het rechter deelvenster met een klik op Downloaden. Sjablonen als Leeg document bevatten alleen opmaakgegevens, eventueel aangevuld met stijlen voor achtergrond, thema’s en meer. Dit type sjabloon definieert hoe het document eruit ziet en je maakt je eigen inhoud. Sjablonen kunnen ook inhoud bevatten die je voor uw eigen doeleinden kunt wijzigen. Als je bijvoorbeeld een nieuw document maakt op basis van een sjabloon voor een formulier dat je van Microsoft Office Online gedownload hebt, staat de tekst van het formulier al op zijn plaats; je hoeft hem alleen maar aan te passen voor uw organisatie. Soms staan in een document dat gebaseerd is op een Word-sjabloon opgemaakte tijdelijke aanduidingen tussen vierkante haken, bijvoorbeeld [Bedrijfsnaam]. Klik in de tijdelijke aanduiding en typ uw eigen tekst om de tijdelijke aanduiding te vervangen. Als je de tijdelijke aanduiding niet nodig hebt, wis je hem. Als je de tekst voor het document hebt ingevoerd,slaat je het op de gebruikelijke manier op. De wijzigingen die je hebt aangebracht betreffen het document, niet de sjabloon waarop het gebaseerd is; die blijft beschikbaar voor het maken van andere documenten. Je kunt niet alleen de standaardsjablonen van Word gebruiken of sjablonen die je van Office Online gedownload hebt, je kunt ook uw eigen sjablonen maken. Als je routinematig hetzelfde type document maakt, bijvoorbeeld een maandelijks financieel rapport, kan je een keer het document maken. Sla dit document op als sjabloon die je als basis voor toekomstige versies van dat type document kunt gebruiken. Je kan uw nieuwe sjabloon opslaan met de tekst van het document erin; handig als je veel documenten maakt met slechts kleine variaties. je kan echter ook de tekst wissen, zodat een document dat u op basis van de sjabloon maakt, opent als een nieuw leeg document met al gedefinieerde stijlen die je kunt toepassen op alles wat je invoert.
Microsoft Office 2010 - Word - Wat is een sjabloon.docx
Pagina 1 van 1
Microsoft Office 2010 - Word - Voorblad Invoegen
In Word 2010 zijn een heel aantal voorbeeld voorpagina’s beschikbaar. Je kan deze heel eenvoudig invoegen. Plaats je cursor waar je de pagina wil invoegen (normaal helemaal vooraan je document. En klik op de knop voorblad in de groep pagina’s van het tabblad Invoegen.
Je krijgt een reeks sjablonen, waar je uit kiest.
Eventueel kan je de pagina aanpassen aan je wensen. Microsoft Office 2010 - Word - Voorblad invoegen.docx
Pagina 1 van 1
Microsoft Office 2010 - Word - Illustraties
Een goed gestructureerd document zal ook gericht gebruik maken van een aantal illustraties. Word 2010 biedt ons de volgende types: Clipart en andere illustraties uit de mediabibliotheek van office (lokaal of via het internet) Afbeeldingen uit bestanden Vormen als ellipsen, vierkanten, tekstballonnetjes, pijlen, … Smartart dit is nieuw in Word 2010 en biedt de mogelijkheid om op een snelle eenvoudige tot complexe schema’s te maken. Een schema kan heel veel verduidelijken. Tekstvakken zijn ook in 2010 sterk ondersteund door mooi opgemaakte bouwstenen. Tot slot bekijken we hoe de illustraties kunnen geschikt worden tov elkaar en tov de tekst.
Microsoft Office 2010 - Word - Illustraties.docx
Pagina 1 van 1
Microsoft Office 2010 - Word - Clipart
Om een illustratie in te voegen in jouw document, kan je al heel wat voorbeelden vinden in Word, of op de bijhorende Webcollectie. Zo moet je niet altijd een eigen afbeelding maken of zoeken. Om een Illustratie in te voegen kan ga je naar het tabblad Invoegen van het Lint. Je klikt op de knop Illustraties in de groep Illustraties:
De taakbalk Illustraties wordt geopend rechts in het venster:
Voer een zoekterm in in het vak Zoeken naar en klik op starten. De gevonden illustraties worden weergegeven in het voorbeeldvak.
Microsoft Office 2010 - Word - Clipart.docx
Pagina 1 van 2
In het vak Resultaten moeten zijn: kan je aangeven welk type illustratie je zoekt:
Om de gekozen afbeelding in te voegen op de cursorpositie, klik je op de afbeelding in het voorbeeldvak.
Microsoft Office 2010 - Word - Clipart.docx
Pagina 2 van 2
Microsoft Office 2010 - Word - Afbeeldingen
Om een afbeelding (van een bestand) in te voegen, open je het tabblad Invoegen van het lint. In de groep Illustraties. Klik je op de knop Afbeelding:
Het venster invoegen opent, je zoekt en selecteert de afbeelding op je computer en klikt op de knop Invoegen:
Als je afbeelding geselecteerd hebt, komt er een nieuw tabblad bij in het lint, hat tabblad Opmaak.
Microsoft Office 2010 - Word - Afbeeldingen.docx
Pagina 1 van 2
Hoe je werkt met deze tools wordt uitgelegd over de verschillende onderdelen van de sectie Illustraties. Met de groep Aanpassen, kan je de Helderheid, Contrast, kleurcombinaties, … van je afbeelding wijzigen:
Met behulp van de optie Afbeeldingen Comprimeren worden de afbeeldingen in het document gecomprimeerd zodat je bestand niet te groot wordt, ondanks veel afbeeldingen. Met de groep Afbeeldingstijlen kan je de afbeelding in een heel aantal stijlen in je document weergeven.
Met de knoppen ernaast, kan je de stijl nog verder aanpassen:
Microsoft Office 2010 - Word - Afbeeldingen.docx
Pagina 2 van 2
Microsoft Office 2010 - Word - Vormen
Als je je document aantrekkelijk wil maken, maar je hebt geen behoefte aan iets als een afbeelding of clip-art, kan je een vorm tekenen, ook wel een tekenobject genoemd. Vormen kunnen eenvoudig zijn, bijvoorbeeld lijnen, cirkels of vierkanten of meer complex, zoals sterren, harten en pijlen. Om een vorm, een tekenobject, rechtstreeks op de pagina van het document te tekenen (de standaardinstelling van Word), klik je op de knop in de groep Illustraties van het tabblad Invoegen:
Klik op de gewenste vorm in de galerie Vormen:
en doe dan het volgende:
Klik in het document waar je een tekenobject van de standaardgrootte en -vorm wenst te plaatsen. Sleep de muisaanwijzer over de pagina om een tekenobject van de gewenste grootte en vorm te creëren.
Microsoft Office 2010 - Word - Vormen.docx
Pagina 1 van 3
Als je van een groep vormen een tekenobject wilt construeren, teken je de vormen beter op tekenpapier dan rechtstreeks op de pagina. Het tekenpapier houdt de delen van de tekening bij elkaar, help je uw tekening te positioneren en biedt een rand tussen uw tekening en de tekst op de pagina. Om een tekenpapier te openen klik je op de knop Nieuw Tekenpapier onder in de galerie Vormen op het tabblad Invoegen:
je kan de vormen dan op de gebruikelijke wijze op het tekenpapier slepen. Op elk moment kan je het tekenpapier met zijn objecten als eenheid vergroten, verkleinen en verplaatsen. Als je stopt met tekenen is de vorm automatisch geselecteerd. Later kan je het tekenobject selecteren door erin te klikken. Als een vorm geselecteerd is, kan je hem verplaatsen en de grootte ervan wijzigen met de knoppen op het contextuele tabblad Opmaak. je kan onder meer de volgende eigenschappen wijzigen:
de vulkleur binnen het object; de kleur, dikte en de stijl van de rand rond het object;
het schaduweffect achter het object;
het driedimensionale aspect of het perspectief van waaruit je het object bekijkt; de draaihoek of de oriëntatie van het object;
de uitlijning van het object ten opzichte van de pagina; de tekstterugloop rond het object; de volgorde van gestapelde objecten;
de grootte van het object.
Microsoft Office 2010 - Word - Vormen.docx
Pagina 2 van 3
De grootte en de vorm kan je ook wijzigen door een object aan zijn handvatten te slepen. je kan het verplaatsen door het te slepen of het in kleine stapjes verplaatsen met de pijltjestoetsen op het toetsenbord.
Microsoft Office 2010 - Word - Vormen.docx
Pagina 3 van 3
Microsoft Office 2010 - Word - Smartart
Moet jouw document op een duidelijke manier een concept toelichten, zoals een proces, een cyclus, een hiërarchie of een relatie, dan kan je dynamische, visueel aantrekkelijke diagrammen maken door SmartArt-afbeeldingen te gebruiken. SmartArt is een krachtig nieuw hulpprogramma, dat beschikbaar is in Microsoft Office Word 2010, Microsoft Office, PowerPoint 2010 en Microsoft Office Outlook 2010. Je kan hiermee moeiteloos de volgende soorten diagrammen samenstellen door vooraf gedefinieerde verzamelingen geavanceerde opmaak te gebruiken:
Lijstdiagrammen. Deze diagrammen leveren een visuele representatie van lijsten van gerelateerde of onafhankelijke informatie – bijvoorbeeld een lijst van items die nodig zijn voor het voltooien van een taak, inclusief afbeeldingen van de items. Procesdiagrammen. Deze diagrammen leveren een visuele beschrijving van de geordende reeks van stappen die nodig is voor het voltooien van een taak – bijvoorbeeld de stappen die je dient te nemen voor het verwerken van een bestelling. Cyclusdiagrammen. Deze diagrammen representeren een rondlopende reeks van stappen, taken of gebeurtenissen, of de relatie van een reeks van stappen, taken of gebeurtenissen tot een centraal basiselement – bijvoorbeeld het belang van het introduceren van de basiselementen van een verhaal om een opwindend verhaal op te bouwen. Hiërarchiediagrammen. Deze diagrammen illustreren de structuur van een organisatie of een entiteit – bijvoorbeeld de structuur van de directie van een bedrijf. Relatiediagrammen. Deze diagrammen tonen convergerende, divergerende, overlappende, samenvoegende en insluitende elementen – bijvoorbeeld hoe het gebruik van soortelijke methoden voor het organiseren van jouw e-mail, jouw agenda en uw contactpersonen jouw productiviteit kan verbeteren. Matrixdiagrammen. Deze diagrammen tonen de relaties van onderdelen tot een geheel bijvoorbeeld de productgroepen in een afdeling. Piramidediagrammen. Deze diagrammen illustreren proportionele of onderling gekoppelde relaties – bijvoorbeeld hoeveel tijd idealiter aan de verschillende fasen van een project moet worden besteed.
Deze categorieën sluiten elkaar niet onderling uit, wat betekent dat sommige diagrammen in meer dan een categorie vallen. Je maakt een diagram door in de groep Illustraties van het tabblad Invoegen op de knop SmartArt te klikken.
Je kan daarna kiezen wat voor soort diagram je wil maken en het diagram in het document invoegen.
Microsoft Office 2010 - Word - SmartArt.docx
Pagina 1 van 2
Je kunt rechtstreeks toevoegen onder de vorm van bullets via een luik dat links van de plaatshouder staat.
Microsoft Office 2010 - Word - SmartArt.docx
Pagina 2 van 2
Microsoft Office 2010 - Word - Tekstvak
Moet je in je document extra uitleg geven die eigenlijk buiten de inhoud van het document valt. Zoals in een artikel over de echtbreuk tussen Ignace Crombé en zijn vrouw Miriam , kan het nuttig zijn om in een tekstvak iets te zeggen over wie Ignace Crombé nu is. Het kan ook voorvallen dat je een citaat wil doen opvallen, … Word 2010 heeft heel wat voorbeeld tekstvakken die je verder kan opmaken naar eigen goeddunken. Om een tekstvak in te voegen, klik je op de knop Tekstvak in de groep tekst van het tabblad Invoegen van het Lint:
Je krijgt een overzicht van de standaard Tekstvakken die word ter beschikking stelt in de galerie tekstvak:
Microsoft Office 2010 - Word - Tekstvak.docx
Pagina 1 van 2
Wil je echter een tekstvak zonder voorgedefinieerde toeters en bellen, kan je ook nog kiezen voor de knop tekstvak maken en een tekstvak slepen in je document op de plaats waar je het wil. Als je eentekstvak geselecteerd hebt, verschijnt het contextuele tabblad Opmaak in het Lint. Hiermee kan je:
de vulkleur binnen het object; de kleur en de vorm van het tekstvak;
het schaduweffect achter het tekstvak;
het driedimensionale aspect of het perspectief van waaruit je het tekstvak bekijkt; de draaihoek of de oriëntatie van het tekstvak;
de uitlijning van het tekstvak ten opzichte van de pagina; de tekstterugloop rond het tekstvak; de volgorde van gestapelde tekstvak;
de grootte van het tekstvak.
Microsoft Office 2010 - Word - Tekstvak.docx
Pagina 2 van 2
Microsoft Office 2010 - Word - Schikken
Als je een object als een afbeelding in een document invoegt, verplaatst het alle tekst in de omgeving om ruimte voor zichzelf te maken. De wijze waarop tekst rond een object terugloopt en de relatie met overlappende objecten kan je veranderen met de knoppen in de groep Schikken van het contextuele tabblad Opmaak. Als je voor tekstterugloop een andere optie kiest dan Achter tekst of In tekstregel kunt u instellen dat de afbeelding op een van deze twee manieren gepositioneerd wordt:
Absoluut: deze optie positioneert de afbeelding op de ingestelde afstand van een marge, pagina, alinea of regel. Relatief: dit type positionering wordt bepaald door de relatie van een afbeelding met een marge of pagina.
Wanneer je een afbeelding gepositioneerd hebt, kan het invoegen van tekst de plaatsing van tekst en afbeeldingen op de pagina in de war sturen. Je kan instellen of een afbeelding op zijn positie op de pagina verankerd blijft of zich samen met de gerelateerde tekst moet verplaatsen. Je kan ook instellen of een afbeelding de tekst mag overlappen. Als afbeeldingen elkaar overlappen noemt men ze gestapeld. De stapelvolgorde (welke afbeelding bovenop ligt) wordt in eerste instantie bepaald door de volgorde waarop je de afbeeldingen heeft ingevoegd. Je kan de stapelvolgorde veranderen als je een afbeelding selecteert en klikt op de knop Naar voorgrond of de knop Naar achtergrond. Als je op het pijltje van een van deze knoppen klikt en dan Naar voren of Naar achteren kiest verschuift de afbeelding een positie in de stapelvolgorde.
Met behulp van de knoppen rechts in de groep kan je een afbeelding ook uitlijnen (Links, Recht en gecentreerd). Groeperen en Draaien of Spiegelen.
Microsoft Office 2010 - Word - Schikken.docx
Pagina 1 van 1
Microsoft Office 2010 - Word - Achtergrond verwijdreen Je kan een achtergrond van een afbeelding verwijderen om het onderwerp van de afbeelding te accentueren of te benadrukken of om storende details te verwijderen. We gaan deze afbeelding aanpassen zodat we enkel de bloem zien.
Microsoft Office 2010 - Word - Achtergrond verwijderen.docx
Pagina 1 van 3
In het lint Opmaak dat je ziet als je een afbeelding hebt geselecteerd, zie je in de groep aanpassen de knop Achtergrond verwijden.
Je kan de automatische achtergrondverwijdering gebruiken of lijnen tekenen om aan te duiden welke gedeelten van de achtergrond van de afbeelding je wil behouden en welke je wil verwijderen. Als de tabbladen Achtergrond verwijderen of Hulpmiddelen voor afbeeldingen niet worden weergegeven, controleert je of je een afbeelding hebt geselecteerd. Je moet mogelijk op de afbeelding dubbelklikken om deze te selecteren en het tabblad Opmaak te openen. Klik op een van de handgrepen op de lijnen van het selectiekader en sleep vervolgens de lijn zodat deze het deel van de afbeelding bevat dat je wil behouden en het grootste deel van gebieden uitsluit die je wil verwijderen.
Microsoft Office 2010 - Word - Achtergrond verwijderen.docx
Pagina 2 van 3
In veel gevallen kan je het gewenste resultaat zonder extra werk bereiken door te experimenteren met de positie en de grootte van de lijnen van het selectiekader. Voer eventueel een of beide van de volgende handelingen uit:
Om aan te duiden welke delen van de afbeelding je niet automatisch wilt laten verwijderen, klik je op Lijnen tekenen om gebieden te markeren die je wil behouden. Om aan te duiden welke delen van de afbeelding je wil verwijderen naast de delen die automatisch zijn gemarkeerd, klikt je op Gebieden markeren die je wil verwijderen.
Als je van gedachten verandert over een gebied dat je met een lijn hebt gemarkeerd, om het te behouden ofwel te verwijderen, klik je op Markering verwijderen en vervolgens op de lijn om deze te wijzigen. Klik tenslotte op Sluiten en wijzigingen behouden in de groep Sluiten om de wijzigingen te behouden. Wil je ze toch niet behouden, klik je op Sluiten en wijzigingen negeren in de groep Sluiten om de achtergrond verwijdering te annuleren.
Microsoft Office 2010 - Word - Achtergrond verwijderen.docx
Pagina 3 van 3
Microsoft Office 2010 - Word - Samenwerken
Het gebeurt vaak dat we met meerdere personen aan een document werken. Word biedt hiervoor een aantal tools die handig zijn in dit proces. Eenmaal een eerste voorstel is geformuleerd, wordt dit verstuurd naar een of meerdere redacteurs, die er elk hun opmerkingen op hebben en/of er wijzigingen in aanbrengen. In word kan je die opmerkingen laten bijhouden in de tekst en de wijzigingen in de tekst aanbrengen waarbij word de wijzigingen bijhoudt. Eenmaal het terug bij de eerst persoon komt, kan die de wijzigingen verwerken. Als er meerdere redacteurs zijn kunnen de wijzigingen en opmerkingen samengevoegd worden in een document voor de verwerking van de wijzigingen en opmerkingen gebeurt.
Microsoft Office 2010 - Word - Samenwerken.docx
Pagina 1 van 1
Microsoft Office - Word - Wijzigingen Bijhouden
Wanneer twee of meer mensen samen aan een document werken, zal er meestal één persoon zijn die het document maakt en er de ‘eigenaar’ van is, terwijl de anderen het document controleren en inhoud toevoegen of aanpassen om het document nauwkeuriger, logischer en beter leesbaar te maken. Redacteuren kunnen de functie Wijzigingen bijhouden van Word inschakelen, zodat er wordt bijgehouden welke wijzigingen ze in het actieve document aanbrengen, zonder dat de originele tekst verloren gaat. (Merk op dat Wijzigingen bijhouden alleen van invloed is op het actieve document en niet op overige documenten die misschien ook open zullen zijn.) Je schakelt Wijzigingen bijhouden in door in de groep Bijhouden van het tabblad Controleren op de knop Wijzigingen bijhouden te klikken.
Je kan de tekst daarna op dezelfde manier bewerken als anders. Jouw revisies worden standaard in een andere kleur weergegeven dan de originele tekst:
Invoegingen en verwijderingen worden in de aan u toegekende kleur in de tekst ingevoegd en onderstreept. Je kan verwijderingen in de weergavemodus Afdrukweergave weergeven in ballonnen, in plaats van in de tekst. Klik daartoe in de groep Bijhouden van het tabblad Controleren op Ballonnen en selecteer dan Revisies weergeven in ballonnen in de lijst.
Wijzigingen in de opmaak worden in de weergavemodus Afdrukweergave weergegeven in ballonnen in de rechtermarge. Alle wijzigingen worden in de linkermarge gemarkeerd met een verticale streep.
Door een revisie of een ballon aan te wijzen, geef je scherminfo weer die aangeeft welke redacteur een bepaalde wijziging heeft uitgevoerd en wanneer deze wijziging werd uitgevoerd. De naam van de redacteur wordt overgenomen uit de op de computer opgeslagengebruikersinformatie. Je zal de naam misschien willen veranderen als je op de computer van iemand anders werkt. Je doet dat door op de pijl onder Wijzigingen bijhouden te klikken en Gebruikersnaam wijzigen in de lijst te selecteren. Typ dan de gewenste naam en initialen in het venster Opties voor Word en klik op OK.
Microsoft Office 2010 - Word - Wijzigingen Bijhouden.docx
Pagina 1 van 1
Microsoft Office 2010 - Word - Documenten vergelijken en samenvoegen Je zal soms meer versies van hetzelfde document willen vergelijken. Mocht je bijvoorbeeld een document ter controle naar collega’s hebben gestuurd, dan zal je hun bewerkte versies met het originele document willen vergelijken. Je kan Word opdragen de documenten te vergelijken en de wijzigingen in een enkel document samen te voegen in plaats van meer open documenten visueel met elkaar te vergelijken. Alle wijzigingen zullen in het samengevoegde document geregistreerd worden als revisies, zelfs als Wijzigingen bijhouden niet was ingeschakeld toen de wijzigingen werden uitgevoerd. Je kan alle door iedereen uitgevoerde wijzigingen in dat ene document bekijken, of Je kan alleen de door een specifieke persoon uitgevoerde wijzigingen bekijken. Om documenten samen te voegen, opent u eerst het originele document. In het liniaal, tabblad Controleren, in de groep vergelijken, klik je op de knop vergelijken:
Je kiest de optie Combineren:
In het venster Documenten Combineren, selecteer je links je origineel (je zal het in de dropbox vinden, en links geef je aan waar het gereviseerde document zich bevindt). Vervolgens klik je op OK:
Microsoft Office 2010 - Word - Documenten vergelijken en samenvoegen.docx
Pagina 1 van 2
De wijzigingen zullen aangetoond worden in het eerste, originele document. Eventueel combineer je dit met nog een of meerdere documenten. Elke reviseur zal een ander kleur krijgen waarin de revisies zijn aangegeven. Met behulp van de optie markering weergeven in de groep bijhouden, kan je een of meerdere reviseurs tijdelijk verbergen en opnieuw tevoorschijn halen. Net zoals in het onderdeel wijzigingen verwerken, kan je nu de wijzigingen of accepteren of negeren.
Microsoft Office 2010 - Word - Documenten vergelijken en samenvoegen.docx
Pagina 2 van 2
Microsoft Office 2010 - Word - Opmerkingen
Je kan niet alleen in een document uitgevoerde wijzigingen bijhouden, maar ook notities of opmerkingen invoegen, suggesties maken of bewerkingen uitleggen. Je voegt een opmerking in door de tekst te selecteren waar de opmerking naar moet verwijzen, in de groep Opmerkingen van het tabblad Controleren op Nieuwe opmerking te klikken en de gewenste tekst in de ballon te typen die daarop verschijnt.
Word zal de gekoppelde tekst in het document in dezelfde kleur als de ballon aangeven in de Afdrukweergave en jouw initialen en een volgnummer aan de ballon zelf toevoegen. Je kan op de volgende manieren met opmerkingen werken:
Je geeft de naam van de redacteur en de datum en tijd waarop de opmerking werd ingevoegd weer door de van een opmerking voorziene tekst of de ballon aan te wijzen. Je kan door het document bladeren om de opmerkingen te lezen, of je kan in het geval van lange documenten op de knop Volgende of de knop Vorige in de groep Opmerkingen klikken om van ballon naar ballon te gaan.
Je bewerkt een opmerking door op de ballon te klikken en de gebruikelijke technieken voor het bewerken te gebruiken. Je verwijdert een opmerking door op de ballon te klikken en dan in de groep Opmerkingen op Verwijderen te klikken, of door op de ballon te rechtsklikken en Opmerking verwijderen te selecteren.
Je kan op een opmerking reageren door tekst aan een bestaande ballon toe te voegen. Je kan ook op de bestaande ballon klikken en dan op de knop Nieuwe opmerking klikken om een nieuwe ballon aan dezelfde tekst in het document te koppelen.
Microsoft Office 2010 - Word - Opmerkingen.docx
Pagina 1 van 2
Je kan de volledige tekst van een opmerking zien door in de groep Bijhouden van het tabblad Controleren op de knop Revisievenster te klikken, indien niet de hele tekst van de opmerking zichtbaar is in de ballon.
Het revisievenster geeft niet alleen de opmerkingen weer, maar ook alle wijzigingen in de tekst en de opmaak die u in het document hebt aangebracht. Je ziet boven in het revisievenster een samenvatting van hoeveel wijzigingen van elk type er in het document zijn aangebracht. Je sluit het revisievenster door op de knop Sluiten ervan te klikken, of door nogmaals op de knop Revisievenster te klikken. Je kan de weergave van de opmerkingenballonnen in- of uitschakelen door in de groep Bijhouden op de knop Markeringen weergeven te klikken en Opmerkingen te selecteren.
Microsoft Office 2010 - Word - Opmerkingen.docx
Pagina 2 van 2
Microsoft Office 2010 - Word - Wijzigingen Verwerken
Je kan op de volgende manieren met revisies werken met de opdrachten die beschikbaar zijn in het tabblad Controleren:
Je kan wijzigingen bijhouden zonder ze in het scherm weer te geven door ze te verbergen. Klik daartoe op de pijl Weergeven ter revisie in de groep Bijhouden van het tabblad Controleren en selecteer Uiteindelijk in de lijst.
U toont de revisies weer door op de pijl Weergeven ter revisie te klikken en Uiteindelijk weergegeven opmaak in de lijst te selecteren. Je kan er ook voor kiezen de originele versie weer te geven, met of zonder revisies. Zijn de revisies zichtbaar in het document, dan kunt u via de lijst Markeringen weergeven in de groep Bijhouden kiezen welke soorten revisies er moeten worden weergegeven – Je kan bijvoorbeeld alleen opmerkingen weergeven, of alleen invoegingen en verwijderingen. Je kan verder de door specifieke redacteuren uitgevoerde revisies weergeven of verbergen via deze lijst. Je kan vooruit of achteruit van de ene naar de andere revisiemarkering of opmerking springen door in de groep Wijzigingen op de knop Vorige of de knop Volgende te klikken.
Je kan een benadrukte wijziging in het document opnemen en naar de volgende wijziging gaan door in de groep Wijzigingen op de knop Accepteren te klikken. Door op de knop Negeren te klikken verwijdert u de wijziging, blijft de originele tekst gehandhaafd en gaat u naar de volgende wijziging. Je kan alle wijzigingen in een keer accepteren door op de pijl Accepteren te klikken en Alle wijzigingen in document accepteren in de lijst te selecteren. U weigert alle wijzigingen in een keer door op de pijl Negeren te klikken en Alle wijzigingen in document negeren in de lijst te selecteren.
Microsoft Office 2010 - Word - Wijzigingen Verwerken.docx
Pagina 1 van 1
Microsoft Office 2010 - Word - E-Mail Verzenden
Heb je een document gemaakt, dan kan je het gemakkelijk via e-mail versturen vanuit Word, zonder dat je jouw e-mailprogramma moet starten. Je gaat naar het backoffice (via de tab Bestand in het lint)..
Je hebt helemaal rechts drie mogelijkheden:
Als bijlage
Microsoft Office 2010 - Word - E-mail verzenden.docx
Pagina 1 van 2
Als Koppeling (hieroor moet je je bestand eerst opgeslagen hebben op je live skydrive account)
Als PDF
Microsoft Office 2010 - Word - E-mail verzenden.docx
Pagina 2 van 2