1. Inleiding. 2. Systeemeisen. Katho Tielt campus PHO

Netquiz Pro

Katho Tielt campus PHO

1. Inleiding Netquiz Pro is net zoals JClic en Hot Potatoes een freeware programma dat je toelaat om oefeningen aan te maken. Tot voor kort was dit programma enkel Franstalig maar ondertussen is er ook een Engelstalige en Spaanstalige versie beschikbaar. In deze cursus maken we gebruik van de Engelstalige versie.

2. Systeemeisen Minimale configuratie • Mac OS X en hoger (Geheugen : 512 Mb) • Windows 2000 en hoger (Geheugen : 512 Mb) • Explorer 6,0, Firefox 1.5 of Safari 2.0 • QuickTime 6.0 • Flash 7.0 en hoger • Schermresolutie : 1024 x 768 Netquiz Pro maakt dus gebruik van Flash om de bestanden te kunnen bekijken. Je moet beschikken over Flash 7.0 of hoger. Dit programma kan je downloaden op : www.macromedia.be. Let op : bij de installatie moet je onderstaande stappen respecteren. Anders zullen bepaalde onderdelen van het programma niet werken. 6 Surf naar www.macromedia.be 6 Klik op ‘get flash player’. 6 Klik op ‘Adobe Flash Player Privacy Settings’. 6 Klik op ‘Global Security Settings Panel’. 6 Klik op ‘Always allow’.

Handleiding Netquiz Pro

60 | 2


6 Download Flash Player.

3. Downloaden Het programma kan je hier downloaden : http://www.ccdmd.qc.ca/ri/netquizpro/#tel


60 | 3


4. Starten Bij het starten van het programma krijg je volgend scherm :


60 | 4

Katho Tielt campus PHO Om een nieuw project aan te maken, doe je het volgende : •

Klik op “Create”.

Het programma vraagt nu eerst om je project een naam te geven en op te slaan. •

Kies een bestandsnaam.

•

Kies een locatie om je project op te slaan.

•

Klik ‘Opslaan’.

Je krijgt nu volgend scherm :

QUESTIONS

QUIZZES


60 | 5

Katho Tielt campus PHO Meteen kan je aan de slag. Het aanmaken van de oefeningen is vrij eenvoudig en gebeurt aan de hand van de navigatiemenu’s die je bovenaan en onderaan het scherm vindt. Bovenaan het scherm vind je het navigatiemenu ‘questions’ om vragen aan te maken: Dit menu heb je nodig om :

.

1. Vragen aan te maken : 2. Vragen te verwijderen : 3. Vragen te dupliceren : 4. Vragen af te drukken : Onderaan het scherm vind je het navigatiemenu ‘quizzes’ om de algemene instellingen van je quiz of vragenronde te beheren :

Dit menu heb je nodig om : 1. Een quiz aan te maken : 2. Een quiz te verwijderen : 3. Een quiz te dupliceren : 4. Een quiz af te drukken : 5. Een quiz om te zetten naar html (internet) :


60 | 6


5. Soorten vragen (questions) Om vragen aan te maken klik je op het + teken in het navigatiemenu ‘questions’ bovenaan de pagina.

Je krijgt een overzicht van alle soorten vragen die je met dit programma kan aanmaken. In het vervolg van deze cursus overlopen we die mogelijkheden één voor één.

5.1 Checkerboard matching Een ‘Checkerboard matching’ oefening is een combineeroefening. De leerlingen krijgen twee kolommen aangeboden en moeten de overeenkomstige items aanduiden. •

Selecteer ‘Checkerboard matching’.

Je krijgt volgend scherm :


60 | 7


Het scherm bestaat uit twee tabbladen : 1. Het tabblad ‘properties’. 2. Het ‘bijna onzichtbare’ tabblad : ‘edit’. In het tabblad ‘properties’ kan je allerlei algemene dingen van je vraag aanpassen. In het tabblad ‘edit’ kan je je vraag opstellen.

5.1.1 Het tabblad ‘properties’. In dit tabblad kan je de volgende dingen aanpassen : 1. Question title : hier vul je de titel in van je vraag. 2. Weighting : hier kan je het aantal punten ingeven dat je op deze vraag kan scoren. Bijvoorbeeld : 4 (een vraag op vier punten). 3. Comment : hier kan je extra commentaar invullen die interessant kan zijn bij deze vraag. 4. Quizzes containing this question : hier zie je een overzicht van het aantal quizzen waarin deze vraag is opgenomen. Als je nog geen quiz hebt aangemaakt staat hier : no quiz. 5. Display the answer : Je kan aanvinken of de leerling het antwoord mag zien of niet. Handleiding Netquiz Pro

60 | 8

Katho Tielt campus PHO 6. Number of squares : je kan aangeven uit hoeveel keuzemogelijkheden je vraag bestaat (kies je voor 4 dan moet de leerling 2 combinaties maken). 7. Types of items to match : hier kan je een keuze maken tussen de soorten combinaties een leerling moet maken : a. tekst-tekst; b. beeld-beeld; c. tekst-beeld. 8. Type of display of the items : je kan de keuzemogelijkheden al dan niet verbergen bij het tonen van de vraag. 9. Background color of the first item : achtergrondkleur van de eerste items. 10. Background color of the second item : achtergrondkleur van de tweede items.

5.1.2 Het tabblad ‘edit’

In dit tabblad kan je om te beginnen de volgende dingen aanpassen : 1. Statement : hier vul je je vraag in die je aan de leerling stelt. 2. First item : hier vul je item 1 in van je combineeroefening. 3. Second item : hier vul je item 2 in van je combineeroefening. 4. Mask image : wanneer een leerling de juiste combinatie heeft gevonden worden de items bedekt door een figuur (standaard staat hier een asterisk).


60 | 9

Katho Tielt campus PHO Vanzelfsprekend moeten de overeenkomstige combinaties telkens naast elkaar worden genoteerd (cel 1 uit rij A wordt gecombineerd met cel 1 uit rij B). Het programma zal automatisch de keuzes door elkaar gooien. Wil je je oefening bekijken zoals de leerling deze ziet, klik dan op de knop ‘web preview’ :

.

Je ziet het volgende resultaat :

Maakt de leerling een juiste combinatie dan ziet hij/zij dit :

Juiste combinatie


60 | 10


5.1.3 Aanwijzingen en bronnen invoegen Netquiz biedt de mogelijkheid om bij vragen extra aanwijzingen te geven of extra bronnen te raadplegen. Wil je dat de leerlingen gebruik maken van deze optie dan doe je het volgende :

6 Klik op ‘no clue’ . In het nieuwe venster kan je een titel invoegen en extra aanwijzingen. De leerling krijgt deze automatisch te zien wanneer hij de oefening oplost. 6 Klik op ‘no source’ om extra bronnen of materiaal aan te geven. Als je hier een website invult, zal de leerling helaas niet kunnen doorklikken.

5.1.4 Mediabestanden invoegen Bovenaan dit tabblad vind je vier iconen. Deze iconen komen in elke oefening. Ze maken het mogelijk dat je mediabestanden toevoegt aan je oefening. Als je bijvoorbeeld een combineeroefening met afbeeldingen wil maken dan moet je eerst je afbeeldingen in de mediabibliotheek opslaan. Dit gaat als volgt te werk :

6 Klik op het icoontje boven ‘no image’. 6 Selecteer ‘choose’. Er opent een nieuw menu. Standaard zijn drie afbeeldingen opgenomen. toevoegen.


Je kan aan deze lijst andere

60 | 11


6 Klik op het + teken. De verkenner opent. 6 Selecteer je afbeelding. 6 Klik op ‘openen’.

Het bestand wordt opgenomen in de lijst van afbeeldingen (en is altijd voor gelijk welke oefening te gebruiken). Als je afbeeldingen toevoegt, zorg je er best voor dat deze afbeeldingen altijd gecomprimeerd zijn. Anders zijn ze te ‘groot’ om in het venster te verschijnen.


60 | 12


Voor audio- en videobestanden ga je net op dezelfde manier te werk. Indien het programma een bepaald formaat niet kan lezen, krijg je onderstaande waarschuwing.

Voor het toevoegen van een tekstbestand, klik . je op het icoontje boven ‘no text’ Er opent een scherm waarin je tekst kan tikken. Je kan ook gewoon kopiëren (ctrl+C) en plakken (ctrl+V) vanuit een Worddocument.

5.1.5 Een combineeroefening met afbeeldingen Bij deze oefening heb je ook de mogelijkheid om combinaties te maken met afbeeldingen. Dit doe je als volgt : Handleiding Netquiz Pro

60 | 13

Katho Tielt campus PHO 6 Klik op het tabblad ‘properties’. 6 Selecteer onder het menu ‘types of items to match’ : image-image. 6 Klik op het tabblad ‘edit’. Je merkt dat er een icoontje in de cellen staat.

6 Klik op een icoontje.

6 Selecteer de gewenste afbeelding. 6 Klik op ‘choose’. De afbeelding verschijnt in de gekozen cel. Eenmaal de vraag volledig is aangemaakt, klik je op ‘Ok’. De vraag verschijnt in de vragenlijst. Door dubbel te klikken op de vraag kan je deze altijd aanpassen.


60 | 14



60 | 15


5.2 Multiple Choise Met dit onderdeel van het programma maak je een meerkeuzevraag. •

Klik in de bovenhoek op het + teken

•

Selecteer ‘Multiple Choice”.

Je kan nu een meerkeuzevraag aanmaken.

5.2.1 Het tabblad ‘properties’


60 | 16


In dit tabblad kan je de volgende dingen aanpassen : 1. 2. 3. 4.

5. 6. 7. 8.

Question title : geef een titel aan je oefening. Comment : geef uitleg wat de leerlingen moeten doen. Weighting : geef een weging aan deze vraag. Quizzes containing this question : hier zie je een overzicht van het aantal quizzen waarin deze vraag is opgenomen. Als je nog geen quiz hebt aangemaakt staat hier : no quiz. Display the answer : vink aan of de leerling de juiste antwoorden mag bekijken. Number of answer choices : geef aan uit hoeveel antwoordmogelijkheden een leerling kan kiezen. Types of answer choices : geef aan of de leerling moet kiezen uit tekst of afbeeldingen. Types of labels : als de leerling de oefening te zien krijgt, kunnen de keuzemogelijkheden gelabeld zijn. Elke mogelijkheid is dan voorzien van een letter (A, B, C) of nummer (1, 2, 3).


60 | 17


9. Presentation order of the answer choices : selecteer je ‘random’ dan gooit het programma de keuzemogelijkheden door elkaar. Selecteer je ‘predetermine’ dan kan je zelf een volgorde aangeven.


In dit tabblad kan je volgende dingen aanpassen : 1. Statement : stel hier je vraag. 2. Choice of answers : geef hier je keuzemogelijkheden op. 3. Answer : vink het juiste antwoord aan (je kan maar één antwoord aanvinken). 4. Feedback : geef hier eventueel feedback bij de vraag. 5. No clue : geef aan of de leerling van een hint kan gebruik maken. 6. No source : geef aan of de leerling extra hulpmiddelen kan gebruiken. Handleiding Netquiz Pro 60 | 18


Eenmaal de vraag volledig is aangemaakt, klik je op ‘Ok’. De vraag verschijnt in de vragenlijst onder de vragen die je eerder in dit project aanmaakte. Door dubbel te klikken op de vraag kan je deze altijd aanpassen.

5.3 Multiple answer Met dit onderdeel van het programma maak je een vraag waarbij meerdere antwoorden juist kunnen zijn. •


•

Selecteer ‘Multiple answer”.

Je kan nu een vraag aanmaken.



60 | 19


In dit tabblad kan je de volgende dingen aanpassen : 1. Question title : geef een titel aan je oefening. 2. Comment : geef uitleg wat de leerlingen moeten doen. 3. Weighting : geef een weging aan deze vraag. 4. Quizzes containing this question : hier zie je een overzicht van het aantal quizzen waarin deze vraag is opgenomen. Als je nog geen quiz hebt aangemaakt staat hier : no quiz. 5. Display the answer : vink aan of de leerling de juiste antwoorden mag bekijken. 6. Number of answer choices : geef aan uit hoeveel antwoorden een leerling kan kiezen. 7. Types of answer choices : geef aan of de leerling moet kiezen uit tekst of afbeeldingen om te antwoorden. 8. Types of labels : geef aan of de antwoorden moeten voorzien worden van een cijfer of letter. 9. Presentation order of the answer choices : selecteer je ‘random’ dan gooit het programma de keuzemogelijkheden door elkaar. Selecteer je ‘predetermine’ dan kan je zelf een volgorde aangeven. 10. The quiz taker must provide… : geef aan of de leerling alle correcte antwoorden moet aanduiden of als minstens één van de correcte antwoorden al voldoende is.


60 | 20



In dit tabblad kan je de volgende dingen aanpassen : 1. Statement : stel hier je vraag. 2. Choice of answers : geef hier je keuzemogelijkheden op. 3. Answer : vink de juiste antwoorden aan. 4. Feedback : geef hier eventueel feedback bij de vraag. 5. No clue : geef aan of de leerling van een hint kan gebruik maken. 6. No source : geef aan of de leerling extra hulpmiddelen kan gebruiken. Eenmaal de vraag volledig is aangemaakt, klik je op ‘Ok’. De vraag verschijnt in de vragenlijst onder de vragen die je eerder in dit project aanmaakte. Door dubbel te klikken op de vraag kan je deze altijd aanpassen.


60 | 21


5.4 Matching Met dit onderdeel van het programma maak je een vraag waarbij je items gaat combineren. Deze oefening lijkt sterk op ‘checkerboard matching’. •


•

Selecteer ‘Matching”.




60 | 22


In dit tabblad kan je de volgende dingen aanpassen : 1. Question title : geef een titel aan je oefening. 2. Comment : geef uitleg wat de leerlingen moeten doen. 3. Weighting : geef een weging aan deze vraag. 4. Quizzes containing this question : hier zie je een overzicht van het aantal quizzen waarin deze vraag is opgenomen. Als je nog geen quiz hebt aangemaakt staat hier : no quiz. 5. Display the answer : vink aan of de leerling de juiste antwoorden mag bekijken. 6. Number of answer choices : geef aan uit hoeveel antwoorden een leerling kan kiezen. 7. Types of answer choices : geef aan of de leerling moet kiezen uit tekst of afbeeldingen om te antwoorden. 8. Types of labels : geef aan of de antwoorden moeten voorzien worden van een cijfer of letter. 9. Presentation order of the answer choices : selecteer je ‘random’ dan gooit het programma de keuzemogelijkheden door elkaar. Selecteer je ‘predetermine’ dan kan je zelf een volgorde aangeven.



60 | 23


In dit tabblad kan je de volgende dingen aanpassen : 1. Statement : stel hier je vraag. 2. First item : geef hier je eerste keuzemogelijkheid op. 3. Second item : geef hier de juiste combinatie op. 4. Positive feedback : geef hier eventueel positieve feedback bij de vraag. 5. Negative feedback : geef hier eventueel negatieve feedback bij de vraag. 6. No clue : geef aan of de leerling gebruik kan maken van een hint. 7. No source : geef aan of de leerling extra hulpmiddelen kan gebruiken. Eenmaal de vraag volledig is aangemaakt, klik je op ‘Ok’. De vraag verschijnt in de vragenlijst onder de vragen die je eerder in dit project aanmaakte. Door dubbel te klikken op de vraag kan je deze altijd aanpassen.

Om het verschil duidelijk te maken tussen een oefening ‘matching’ en een oefening ‘checkerboard matching’ geven we het verschil tussen beide :


60 | 24

Katho Tielt campus PHO Een oefening ‘matching’ ziet er zo uit :

Een oefening ‘checkerboard matching’ ziet er zo uit :


60 | 25


5.5 True/False Met dit onderdeel van het programma maak je een goed/fout vraag aan. •


•

Selecteer ‘True/False”.




60 | 26


In dit tabblad kan je de volgende dingen aanpassen : 1. Question title : geef een titel aan je oefening. 2. Comment : geef uitleg wat de leerlingen moeten doen. 3. Weighting : geef een weging aan deze vraag. 4. Quizzes containing this question : hier zie je een overzicht van het aantal quizzen waarin deze vraag is opgenomen. Als je nog geen quiz hebt aangemaakt staat hier : no quiz. 5. Display the answer : vink aan of de leerling de juiste antwoorden mag bekijken. 6. Types of labels : geef aan of de antwoorden moeten voorzien worden van een cijfer of letter. 7. Presentation order of the answer choices : selecteer je ‘random’ dan gooit het programma de keuzemogelijkheden door elkaar. Selecteer je ‘predetermine’ dan kan je zelf een volgorde aangeven.



60 | 27


In dit tabblad kan je de volgende dingen aanpassen : 1. Statement : stel hier je vraag. 2. Choice of answers : geef hier de twee keuzemogelijkheden op. 3. Answer : duid het juiste antwoord aan. 4. Feedback : geef eventueel feedback bij een antwoord. 5. No clue : geef aan of de leerling gebruik mag maken van hints. 6. No source : geef aan of de leerling gebruik mag maken van bepaalde bronnen. Eenmaal de vraag volledig is aangemaakt, klik je op ‘Ok’. De vraag verschijnt in de vragenlijst onder de vragen die je eerder in dit project aanmaakte. Door dubbel te klikken op de vraag kan je deze altijd aanpassen.

5.6 Short answer Handleiding Netquiz Pro

60 | 28


Met dit onderdeel van het programma maak je vraag aan waarbij de leerling een kort antwoord moet intikken. •


•

Selecteer ‘Short answer”.




60 | 29


In dit tabblad kan je de volgende dingen aanpassen : 1. Question title : geef een titel aan je oefening. 2. Comment : geef uitleg wat de leerlingen moeten doen. 3. Weighting : geef een weging aan deze vraag. 4. Quizzes containing this question : hier zie je een overzicht van het aantal quizzen waarin deze vraag is opgenomen. Als je nog geen quiz hebt aangemaakt staat hier : no quiz. 5. Display the answer : vink aan of de leerling de juiste antwoorden mag bekijken. 6. Predicted number of incorrect answers : als je bepaalde fouten verwacht bij deze vraag kan je hier aangeven hoeveel fouten je verwacht. Je kan op deze fouten dan feedback geven.



60 | 30


In dit tabblad kan je de volgende dingen aanpassen : 1. Statement : stel hier je vraag. 2. Correct answer : geef hier het juiste antwoord op. 3. Answers not predicted : je kan hier een boodschap laten verschijnen wanneer de leerling een fout maakt die je niet verwacht. 4. Incorrect answer 1 : je kan hier opgeven welke mogelijke fout een leerling kan maken en er feedback bij geven. 5. Feedback : geef eventueel feedback bij een antwoord. 6. No clue : geef aan of de leerling gebruik mag maken van hints. 7. No source : geef aan of de leerling gebruik mag maken van bepaalde bronnen. Eenmaal de vraag volledig is aangemaakt, klik je op ‘Ok’. De vraag verschijnt in de vragenlijst onder de vragen die je eerder in dit project aanmaakte. Door dubbel te klikken op de vraag kan je deze altijd aanpassen.


60 | 31


5.7 Sequencing Met dit onderdeel van het programma maak je vraag aan waarbij de leerling items in een juiste volgorde moet sorteren. •


•

Selecteer ‘Sequencing”.




60 | 32


In dit tabblad kan je de volgende dingen aanpassen : 1. Question title : geef een titel aan je oefening. 2. Comment : geef uitleg wat de leerlingen moeten doen. 3. Weighting : geef een weging aan deze vraag. 4. Quizzes containing this question : hier zie je een overzicht van het aantal quizzen waarin deze vraag is opgenomen. Als je nog geen quiz hebt aangemaakt staat hier : no quiz. 5. Display the answer : vink aan of de leerling de juiste antwoorden mag bekijken. 6. Number of items to put in order : geef hier aan hoeveel items geordend moeten worden. 7. Types of items to put in order : geef aan of de leerling tekst of afbeeldingen moet sorteren. 8. Types of labels : geef aan welke labels (letters of cijfers) je aan de items wil toekennen. 9. Presentation order of the items to put in order : selecteer je ‘random’ dan gooit het programma de keuzemogelijkheden door elkaar. Selecteer je ‘predetermine’ dan kan je zelf een volgorde aangeven.



60 | 33


In dit tabblad kan je de volgende dingen aanpassen : 1. Statement : stel hier je vraag. 2. Items : sorteer de items in de juiste volgorde. 3. Postive feedback : geef ‘positieve’ feedback bij de juiste antwoorden. 4. Negative feedback : geef ‘negatieve’ feedback bij de fout antwoorden. 5. No clue : geef aan of de leerling gebruik mag maken van hints. 6. No source : geef aan of de leerling gebruik mag maken van bepaalde bronnen. Eenmaal de vraag volledig is aangemaakt, klik je op ‘Ok’. De vraag verschijnt in de vragenlijst onder de vragen die je eerder in dit project aanmaakte. Door dubbel te klikken op de vraag kan je deze altijd aanpassen.


60 | 34


5.8 Dictation Met dit onderdeel van Netquiz kan je een dictee aanmaken. •


•

Selecteer ‘Dictation”.




60 | 35


In dit tabblad kan je de volgende dingen aanpassen : 1. Question title : geef een titel aan je oefening. 2. Comment : geef uitleg wat de leerlingen moeten doen. 3. Weighting : geef een weging aan deze vraag. 4. Quizzes containing this question : hier zie je een overzicht van het aantal quizzen waarin deze vraag is opgenomen. Als je nog geen quiz hebt aangemaakt staat hier : no quiz. 5. Display the answer : vink aan of de leerling de juiste antwoorden mag bekijken. 6. Marks subtracted for spelling mistakes : geef hier aan hoeveel punten je per fout aanrekent. 7. When correcting, take into account : geef aan of je leestekens (punctuation) en/of hoofdletters (capital/small letters) in rekening brengt als fout.



60 | 36


In dit tabblad kan je de volgende dingen aanpassen : 1. Statement : stel hier je vraag. 2. Dictation solution : norteer hier de correcte oplossing van je dictee. 3. Postive feedback : geef ‘positieve’ feedback bij de juiste antwoorden. 4. Negative feedback : geef ‘negatieve’ feedback bij de fout antwoorden. 5. No clue : geef aan of de leerling gebruik mag maken van hints. 6. No source : geef aan of de leerling gebruik mag maken van bepaalde bronnen. Vanzelfsprekend voeg je bij dit dictee een audio of videobestand toe waarin het dictee wordt voorgelezen (zie hierboven). Eenmaal de vraag volledig is aangemaakt, klik je op ‘Ok’. De vraag verschijnt in de vragenlijst onder de vragen die je eerder in dit project aanmaakte. Door dubbel te klikken op de vraag kan je deze altijd aanpassen.


60 | 37


5.9 Fill-in-the-blank Met dit onderdeel van het programma kan je leerlingen dingen laten invullen. •


•

Selecteer ‘Fill-in-the-blank”.

Je kan nu de oefening aanmaken.



60 | 38


In dit tabblad kan je de volgende dingen aanpassen : 1. Question title : geef een titel aan je oefening. 2. Comment : geef uitleg wat de leerlingen moeten doen. 3. Weighting : geef een weging aan deze vraag. 4. Quizzes containing this question : hier zie je een overzicht van het aantal quizzen waarin deze vraag is opgenomen. Als je nog geen quiz hebt aangemaakt staat hier : no quiz. 5. Display the answer : vink aan of de leerling de juiste antwoorden mag bekijken. 6. Types of fill-in-the-blank text : geef hier aan of leerlingen gebruik kunnen maken van een keuzelijst (with a choice-of-answer menu) of niet (without a choice-of-answer menu).



60 | 39


In dit tabblad kan je de volgende dingen aanpassen : 1. Statement : stel hier je vraag. 2. Text : norteer hier je invuloefening. 3. No clue : geef aan of de leerling gebruik mag maken van hints. 4. No source : geef aan of de leerling gebruik mag maken van bepaalde bronnen. Bij een invuloefening maak je eerst de tekst of opdracht volledig aan. Vervolgens selecteer je de tekst of tekens die de leerlingen moeten invullen. Bijv. : de leerlingen maken een oefening wiskunde en moeten in het voorbeeld ‘<’ invullen. Om ‘gaten’ te maken in je tekst klik je vervolgens op het + teken (

).

Er verschijnt een nieuw menu.


60 | 40


Bij ‘correct answer’ is automatisch het woord of teken ingevuld dat de leerling moet invullen. Als je in het tabblad ‘properties’ gekozen hebt voor ‘with a choice-of-answer menu’ dan kan je hier je overige keuzemogelijkheden opgeven. ) naast 6 Klik op het + teken ( ‘choice of incorrect answers’. 6 Klik op ‘incorrect answer1’. 6 Vul je eerste keuzemogelijkheid in. 6 Klik op het + teken naast ‘choice of incorrect answers’. 6 Klik op ‘incorrect answer2’. 6 Vul je tweede keuzemogelijkheid in. 6 Eventueel kan je nog ‘feedback’ geven. 6 Klik op ‘OK’. Op de plaats van het < in de oefening staat nu een keuzelijst. Als je op deze keuzelijst klikt, kan je je keuzelijst opnieuw bewerken. Wil je een keuzelijst of oefening verwijderen dan delete je deze.

Eenmaal de oefening volledig is aangemaakt, klik je op ‘Ok’. De vraag verschijnt in de vragenlijst onder de vragen die je eerder in dit project aanmaakte. Door dubbel te klikken op de vraag kan je deze altijd aanpassen.


60 | 41


5.10 Essay Met dit onderdeel van het programma kan je leerlingen een opstel, een essay, een opinie, enz. laten schrijven. Eventueel kan je hen ook commentaar laten schrijven bij een schilderij of een videofragement. •


•

Selecteer ‘Essay”.



60 | 42



In dit tabblad kan je de volgende dingen aanpassen : 1. Question title : geef een titel aan je oefening. 2. Comment : geef uitleg wat de leerlingen moeten doen. 3. Weighting : geef een weging aan deze vraag. 4. Quizzes containing this question : hier zie je een overzicht van het aantal quizzen waarin deze vraag is opgenomen. Als je nog geen quiz hebt aangemaakt staat hier : no quiz. 5. Display the answer : vink aan of de leerling de juiste antwoorden mag bekijken.



60 | 43


In dit tabblad kan je de volgende dingen aanpassen : 1. Statement : stel hier je vraag. 2. Suggested answer : norteer hier eventueel een aantal tips die leerlingen kunnen helpen. 3. No clue : geef aan of de leerling gebruik mag maken van hints. 4. No source : geef aan of de leerling gebruik mag maken van bepaalde bronnen. Eenmaal de oefening volledig is aangemaakt, klik je op ‘Ok’. De vraag verschijnt in de vragenlijst onder de vragen die je eerder in dit project aanmaakte. Door dubbel te klikken op de vraag kan je deze altijd aanpassen.


60 | 44


5.11 Identifying parts of an image Met dit onderdeel van het programma kan je leerlingen onderdelen van een afbeeldingen laten benoemen (bijv. de belangrijkste waterlopen van Vlaanderen). •


•

Selecteer ‘identifying parts of an image”.




60 | 45


In dit tabblad kan je de volgende dingen aanpassen : 1. Question title : geef een titel aan je oefening. 2. Comment : geef uitleg wat de leerlingen moeten doen. 3. Weighting : geef een weging aan deze vraag. 4. Quizzes containing this question : hier zie je een overzicht van het aantal quizzen waarin deze vraag is opgenomen. Als je nog geen quiz hebt aangemaakt staat hier : no quiz. 5. Display the answer : vink aan of de leerling de juiste antwoorden mag bekijken. 6. Number of parts to identify : geef aan hoeveel onderdelen een leerling op je afbeelding moet benoemen. 7. Types of parts to identify : geef aan of de leerling een onderdeel met tekst moet benoemen (bijv. de organen benoemen van een menselijk lichaam). Indien je ‘image’ selecteert, zal de leerling een afbeelding op de juiste plaats moeten aanduiden (bijv. foto’s van de organen die de leerling op een lichaam moet aanduiden). Zie hieronder voor een voorbeeld. 8. Types of labels : geef aan of de antwoorden moeten voorzien worden van een cijfer of letter. 9. Contour of the parts on the Web image : geef de randkleur aan van de onderdelen die moeten aangeduid worden op de afbeelding. Zie hieronder voor een voorbeeld.


60 | 46

Katho Tielt campus PHO 10. Presentation order of the parts to identify : selecteer je ‘random’ dan gooit het programma de keuzemogelijkheden door elkaar. Selecteer je ‘predetermine’ dan kan je zelf een volgorde aangeven.

5.11.1.1 Types of parts to identify : text

Bij deze oefening moeten leerlingen de letters naar hun juiste plaats slepen. De randkleur van de keuzevakjes is hier ingesteld op ‘bleu’.

5.11.1.2 Types of parts to identify : image


60 | 47


Bij deze oefening moeten leerlingen afbeeldingen situeren op de grote afbeelding. De randkleur van de keuzemogelijkheden is hier ingesteld op ‘red’.


60 | 48



In dit tabblad kan je de volgende dingen aanpassen : 1. Statement : stel hier je vraag. 2. Parts to identify : norteer hier de onderdelen die een leerling moet benoemen. 3. A B C : sleep de letters (of cijfers) naar de juiste plaats op de afbeelding. 4. Positive feedback : geef ‘positieve’ feedback. 5. Negative feedback : geef ‘negatieve’ feedback. 6. No clue : geef aan of de leerling gebruik mag maken van hints. 7. No source : geef aan of de leerling gebruik mag maken van bepaalde bronnen. Eenmaal de oefening volledig is aangemaakt, klik je op ‘Ok’. De vraag verschijnt in de vragenlijst onder de vragen die je eerder in dit project aanmaakte. Door dubbel te klikken op de vraag kan je deze altijd aanpassen.


60 | 49


5.12 Een link of afbeelding invoegen in de tekst Netquiz pro maakt het mogelijk om ook afbeeldingen en linken in de tekst zelf in te voegen. Stel dat je de leerlingen een opiniestuk laat schrijven over … 1. Maak een ‘essay’ vraag aan. 2. Selecteer vervolgens het woord (of woorden) waaraan je een link wil koppelen. 3. Klik in de menubalk op ‘edit’. 4. Selecteer ‘Insert a Web link’. Er opent een nieuw menu. 5. Vul de URL in. 6. Klik op ‘OK’. Het gekozen woord is nu onderstreept.


60 | 50


6. Soorten vragenreeksen (Quizzes) Voor een uitleg van de knoppen bij Quizzes zie pagina 3.

Nadat je vragen hebt aangemaakt in het onderdeel ‘questions’, kan je deze vragen verwerken tot een vragenreeks of een quiz. Dit betekent dat je willekeurig vragen met elkaar kan combineren in een vragenreeks. Je kan bijv. een reeks maken met enkel de vragen 1, 3, 5, 6, en 9. Om een vragenreeks te maken ga je als volgt te werk. 6 Klik op het + teken (

)

Je krijgt volgend scherm :

Je hebt de mogelijkheid om te kiezen tussen 4 tabbladen : 1. 2. 3. 4.

Welcome page Questions Properties Display


60 | 51


We overlopen ze één voor één.

6.1 Het tabblad ‘Welcome page’

Op dit tabblad kan je de volgende dingen wijzigen : 1. Title : je geeft een titel aan je vragenreeks of quiz. 2. Author(s) : je kan invullen wie geholpen heeft om deze vragenreeks aan te maken 3. Institution : je kan aangeven tot welke school (of instituut) je behoort. 4. Date : automatisch staat hier de datum van vandaag. 5. Warning : dit laat je best staan.

6.2 Het tabblad ‘Questions’


60 | 52


In dit tabblad kan je de vragen zien die je aan je reekst hebt toegevoegd. Het toevoegen van de vragen kan je hier niet. Dit kan pas als je je quiz hebt opgeslagen.

6.3 Het tabblad ‘properties’


60 | 53


In dit tabblad kan je de vragen ordenen. Kies je voor ‘Random order’ dan gooit de computer de vragen willekeurig door elkaar. Je kan bovendien opteren om slechts een aantal vragen vrij te geven.

6.4 Het tabblad ‘Display’


60 | 54


In dit tabblad kan je de volgende dingen aanpassen : 1. Appearance : kies een vormgeving uit de lijst. 2. Floating menu : pas de termen aan die in het menu van de leerling verschijnen (je kan ze bijv. vertalen naar het Nederlands). 3. Feedback : geef feedback bij bepaalde handelingen. 4. Display of the results : pas de termen aan die op de resultatenpagina verschijnen (je kan ze bijv. vertalen naar het Nederlands). 5. Question status : pas de termen aan die op de status verschijnen (je kan ze bijv. vertalen naar het Nederlands). 6. Submission form : pas de termen aan die op het invulblad verschijnen (je kan ze bijv. vertalen naar het Nederlands). 7. Alerts : pas de termen aan die bij waarschuwingen verschijnen (je kan ze bijv. vertalen naar het Nederlands). 8. Instructions : pas de termen aan die als leidraad bij de vragen verschijnen (je kan ze bijv. vertalen naar het Nederlands). Eenmaal je klaar bent met het aanmaken van je vragenreeks kan je vragen aan je quiz toevoegen.

6.5 Vragen toevoegen aan je quiz Handleiding Netquiz Pro

60 | 55

Katho Tielt campus PHO Nadat je je quiz hebt aangemaakt, verschijnt er een map onderaan je scherm. Je merkt dat op dit moment geen vragen in deze map aanwezig zijn.

Vragen aan je quiz toevoegen, doe je als volgt : 6 Selecteer je vraag door er 1 maal op te klikken.

6 Sleep deze vraag naar de map onderaan (hou je linkermuistoets ingedrukt).

6 Je vraag is toegevoegd aan de map. 6 Je kan nu ook andere vragen naar je map slepen.

Als je terug klikt naar het tabblad ‘questions’ van je vragenreeks dan zie je dat de vragen ondertussen zijn toegevoegd : Handleiding Netquiz Pro

60 | 56


Wil je een vraag verwijderen, klik dan in de laatste kolom (delete).

7. Je vragenreeks omzetten naar html Opdat leerlingen je vragenreeks kunnen invullen, moet je deze als laatste stap omzetten naar html. 6 Selecteer je quiz (1x klikken) ). Indien sommige vragen niet correct zijn aangemaakt, 6 Klik op de w knop ( verschijnt nu een boodschap.

6 Kies een naam en een locatie voor je webbestand.


60 | 57


6 Klik op ‘Opslaan’. Het programma zet je vragenreeks om. Je krijgt de melding dat dit succesvol is gebeurd.

6 Klik op ‘OK’. Je vragenreeks is klaar om ingevuld te worden.


60 | 58


8. Inhoudstafel

1.

INLEIDING ........................................................................................................... 2

2.

SYSTEEMEISEN ................................................................................................. 2

3.

DOWNLOADEN................................................................................................... 3

4.

STARTEN ............................................................................................................ 4

5.

SOORTEN VRAGEN (QUESTIONS)................................................................... 7

5.1 Checkerboard matching.............................................................................................. 7 5.1.1 Het tabblad ‘properties’. ............................................................................................ 9 5.1.2 Het tabblad ‘edit’........................................................................................................ 9 5.1.3 Aanwijzingen en bronnen invoegen ........................................................................ 11 5.1.4 Mediabestanden invoegen ...................................................................................... 11 5.1.5 Een combineeroefening met afbeeldingen.............................................................. 13 5.2 Multiple Choise .......................................................................................................... 15 5.2.1 Het tabblad ‘properties’ ........................................................................................... 16 5.2.2 Het tabblad ‘edit’...................................................................................................... 18 5.3 Multiple answer .......................................................................................................... 19 5.3.1 Het tabblad ‘properties’ ........................................................................................... 19 5.3.2 Het tabblad ‘edit’...................................................................................................... 21 5.4 Matching ..................................................................................................................... 22 5.4.1 Het tabblad ‘properties’ ........................................................................................... 22 5.4.2 Het tabblad ‘edit’...................................................................................................... 23 5.5 True/False ................................................................................................................... 25 5.5.1 Het tabblad ‘properties’ ........................................................................................... 26 5.5.2 Het tabblad ‘edit’...................................................................................................... 27 5.6 Short answer .............................................................................................................. 28 5.6.1 Het tabblad ‘properties’ ........................................................................................... 29 5.6.2 Het tabblad ‘edit’...................................................................................................... 30 5.7 Sequencing................................................................................................................. 32 5.7.1 Het tabblad ‘properties’ ........................................................................................... 32 5.7.2 Het tabblad ‘edit’...................................................................................................... 33 5.8 Dictation...................................................................................................................... 35 5.8.1 Het tabblad ‘properties’ ........................................................................................... 35


60 | 59

Katho Tielt campus PHO 5.8.2

Het tabblad ‘edit’...................................................................................................... 36

5.9 Fill-in-the-blank .......................................................................................................... 38 5.9.1 Het tabblad ‘properties’ ........................................................................................... 38 5.9.2 Het tabblad ‘edit’...................................................................................................... 39 5.10 Essay........................................................................................................................... 42 5.10.1 Het tabblad ‘properties’ ....................................................................................... 43 5.10.2 Het tabblad ‘edit’ ................................................................................................. 43 5.11 Identifying parts of an image.................................................................................... 45 5.11.1 Het tabblad ‘properties’ ....................................................................................... 45 5.11.1.1 Types of parts to identify : text ................................................................... 47 5.11.1.2 Types of parts to identify : image ............................................................... 47 5.11.2 Het tabblad ‘edit’ ................................................................................................. 49 5.12

6.

Een link of afbeelding invoegen in de tekst............................................................ 50

SOORTEN VRAGENREEKSEN (QUIZZES)..................................................... 51

6.1

Het tabblad ‘Welcome page’ ..................................................................................... 51

6.2

Het tabblad ‘Questions’............................................................................................. 52

6.3

Het tabblad ‘properties’............................................................................................. 53

6.4

Het tabblad ‘Display’ ................................................................................................. 54

6.5

Vragen toevoegen aan je quiz .................................................................................. 55

7.

JE VRAGENREEKS OMZETTEN NAAR HTML ............................................... 57

8.

INHOUDSTAFEL ............................................................................................... 59


60 | 60

1. Inleiding. 2. Systeemeisen. Katho Tielt campus PHO

Recommend Documents