PowerPoint 2010 KATHO, Campus Tielt
Microsoft Office 2010 - Powerpoint - Interface
Het volledige word venster
Laten we beginnen bij het bovenste gedeelte:
Titelbalk
Lint/ Ribbon
Tabblad bestand
Status Bar
Snel Starten Werkbalk
Zoom slider
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Interface
Pagina 1 van 2
Knop help
Knop minimaliseren Knop verkleinen/Vergroten Knop sluiten
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Interface
Pagina 2 van 2
Microsoft Office 2010 - Powerpoint - Weergaven
We kunnen onze presentaties op verschillende manieren laten weergeven in PowerPoint. We veranderen onze weergave in het lint, tabblad Beeld, groep Presentatieweergaven en Modelweergaven.
We behandelen de belangrijkste weergaven. Normale weergave De normale weergave is de hoofdweergave voor bewerken, waarin u uw presentaties kunt schrijven en ontwerpen. De normale weergave heeft vier werkgebieden:
1. Tabblad Dia's: Dit is een goede plaats om de dia's in jouw presentatie weer te geven als miniatuurafbeeldingen terwijl je ze bewerkt. Met de miniaturen kan je eenvoudig door de presentatie navigeren en de effecten van ontwerpwijzigingen zien. Je kunt dia's hier ook eenvoudig anders ordenen, toevoegen of verwijderen. 2. Diavenster: In het gedeelte rechtsboven van het PowerPoint-venster wordt in het diavenster een grote weergave getoond van de huidige dia. Terwijl de huidige dia in deze weergave te zien is, kan je tekst toevoegen en afbeeldingen, tabellen, SmartArt-afbeeldingen, diagrammen, tekenobjecten, tekstvakken, films, geluiden, hyperlinks en animaties invoegen. 3. Notitievenster: In het notitievenster onder het diavenster kan je opmerkingen typen die bij de huidige dia horen. Later kan je de opmerkingen afdrukken en ernaar verwijzen wanneer je de presentatie geeft. Diasoorteerderweergave In de diasorteerderweergave heb je een weergave van uw dia's in miniatuurvorm. In deze weergave kunt u eenvoudig de volgorde van uw dia's sorteren en ordenen terwijl je de presentatie maakt, en ook terwijl je jouw presentatie voorbereidt voor afdrukken. Je kan in de diasorteerderweergave ook secties toevoegen en dia's sorteren in verschillende categorieën of secties.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Weergaven
Pagina 1 van 1
Microsoft Office 2010 - Powerpoint - Diavoorstelling (Basis)
Normaalgezien maak je een presentatie om die te presenteren. Dit doen we met de diavoorstelling. In deze basis bekijken we twee manieren om een diavoorstelling te starten. Je vindt ze in het lint Voorstelling, tabblad Diavoorstelling starten.
Met de knop vanaf begin, begin je de diavoorstelling vanaf de eerste dia. Je kan dit ook doen met de functieknop F5 op het toetsenbord. Met de knop Vanaf huidige dia begint de presentatie op de dia die op geselecteerd is. Je kan dit ook doen met de functieknop Shift+F5. Om in de diavoorstelling te navigeren klik je met je muis om vooruit te gaan. Je kan met behulp van de pijltjestoetsen ook vooruit en achteruit navigeren. Met het Pijltje naar boven of het Pijltje naar links kan je een stap terugkeren in je presentatie, met het Pijltje naar rechts of het Pijltje naar beneden ga je een stap vooruit. Om de presentatie af te sluiten druk je de Esc-toets in.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Diavoorstelling (basis)
Pagina 1 van 1
Microsoft Office 2010 - Powerpoint - Presentatie Openen En Sluiten
Om een presentatie te openen ga je naar het Backoffice.
In het Backoffice kies je de optie openen.
Vervolgens kies je de presentatie die je wenst te openen in het openen venster en klik je op de knop openen.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Presentatie openen en sluiten
Pagina 1 van 2
Als je in het recente verleden met de presentatie gewerkt heb kan je de presentatie misschien vinden in de lijst met recente presentaties door in het backoffice de optie Recent te kiezen.
Om een presentatie te sluiten klik je op de optie Sluiten in het Backoffice. Of klik je op de knop venster sluiten in de titelbalk.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Presentatie openen en sluiten
Pagina 2 van 2
Microsoft Office 2010 - Powerpoint - Presentaties Opslaan
Om een presentatie op te slaan onder een nieuwe naam ga je naar het backoffice met de knop Bestand in het lint en klik op Opslaan als.
Typ in het vak Bestandsnaam een naam voor de PowerPoint-presentatie en klik vervolgens op Opslaan.
Standaard worden in PowerPoint 2010 bestanden opgeslagen in de indeling voor PowerPoint-presentatiebestanden (.PPTX). Als je jouw presentatie in een andere indeling wilt opslaan, klik je in de lijst op Opslaan als en selecteer je de gewenste bestandsindeling. Hieronder zie je de instelling om op te slaan als een 2003 PowerPoint bestand. Dit is nodig als je je presentatie doorstuurt naar een Office 2003 gebruiker die de plug-in voor 2007 niet geïnstalleerd heeft. Dan kan die geen PowerPoint 2007 of 2010 bestanden openen.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Presentaties opslaan
Pagina 1 van 2
Je kan de presentatie ook als voorstelling opslaan (ppsx bestand). Daarvoor klik je in de lijst op Opslaan als en selecteer je de bestandsindeling PowerPoint voorstelling.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Presentaties opslaan
Pagina 2 van 2
Microsoft Office 2010 - Powerpoint - Pakket (Voor CD)
Als je een presentatie hebt gemaakt die moet afgespeeld worden op een andere computer, dan kan het gebeuren dat de presentatie daar niet kan afgespeeld worden om allerlei redenen. Deze kunnen bv zijn, er staat geen versie van PowerPoint 2010 ter beschikking waardoor je bv bepaalde animaties niet kan afspelen of het bestand niet kan openen (zie opslaan als). Je kan dit oplossen door je presentatie op te slaan als een pakket voor CD. Zo’n pakket bevat:
Gekoppelde of ingesloten items zoals videofilms, audio-objecten en lettertypen Eventuele andere bestanden die aan het pakket zijn toegevoegd De Microsoft PowerPoint Viewer waarmee de presentatie kan worden afgespeeld.
Ondanks de naam moet je dit pakket niet noodzakelijk op een CD opslaan, maar mag dit bv ook een stick zijn of een harde schijf Volg de onderstaande stappen om een pakket te maken waarmee je jouw diavoorstelling op een andere computer kunt presenteren. Sla de presentatie op waaraan je werkt en plaats een cd in het cd-station als je jouw presentatie niet op een USB stick of vaste schijf, maar op een cd wilt opslaan. Klik op de Microsoft Backstage-knop.
Klik op Opslaan en verzenden en Pakket inpakken voor cd.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Pakket (voor CD)
Pagina 1 van 3
Klik in het rechterdeelvenster opde knop Inpakken voor cd
Het venster inpakken voor CD wordt geopend.
De presentatie die momenteel is geopend, wordt automatisch in de lijst Te kopiëren bestanden opgenomen. De gekoppelde bestanden die je aan de presentatie hebt gekoppeld, worden automatisch opgenomen, maar deze worden niet in de lijst Te kopiëren bestanden weergegeven. Als je een nog presentatie wilt toevoegen, klik je in het dialoogvenster Inpakken voor cd op Toevoegen en selecteer je de presentatie die u wilt toevoegen en klikt u op Toevoegen. Herhaal deze stap eventueel voor andere presentaties die je wil toevoegen. Je kan eventueel andere bestanden die niet tot je presentatie behoren maar die je wel zal nodig hebben als je de presentatie geeft, zoals een rapport als pdf of Microsoft Word document. Zo heb je alles op een drager. Opmerkingen
Als je meerdere presentaties toevoegt, worden die op de CD weergegeven op een webpagina waar je naar de inhoud van de cd kunt navigeren. De presentaties worden weergegeven in de volgorde waarin de presentaties in de lijst Te kopiëren bestanden in het dialoogvenster Inpakken voor cd worden weergegeven. Als je de volgorde wilt wijzigen, selecteer je de presentatie die je wil verplaatsen en klik je op de pijlknoppen om de presentatie omhoog of omlaag in de lijst te verplaatsen.
Als je een presentatie of een bestand uit de lijst Te kopiëren bestanden wilt verwijderen, selecteer je het gewenste item en klik je op Verwijderen.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Pakket (voor CD)
Pagina 2 van 3
Klik op Opties. Het venster opties wordt geopend:
Schakel het selectievakje Gekoppelde bestanden. Bestanden die aan een presentatie kunnen worden gekoppeld, kunnen bijvoorbeeld Microsoft Office Excel-werkbladen zijn die zijn gekoppeld aan grafieken, geluidsbestanden, filmclips, enzovoort. Als je speciale (TrueType-)lettertypen gebruikt hebt die mogelijks niet op de andere computer staan, schakel je het selectievakje Ingesloten TrueTypelettertypen in. Als je wil dat andere gebruikers een wachtwoord moeten opgeven voordat zij een gekopieerde presentatie kunnen openen of bewerken, geef je onder Betere beveiliging en privacy het wachtwoord of de wachtwoorden op voor het openen en/of bewerken van de presentatie. Let op, vergeet je je wachtwoord kan je het pakket niet meer gebruiken
De opties die je invoert, gelden voor het gehele pakket. Klik op OK om het dialoogvenster Opties te sluiten. Als je je pakket op een USB stick of een vaste schijf op de computer wil opslaan, klik je op Naar map kopiëren, geef je de naam en de locatie van de map op en klik je op OK.
Als je je pakket op een cd wil zetten, klik je op Naar cd kopiëren.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Pakket (voor CD)
Pagina 3 van 3
Microsoft Office 2010 - Powerpoint - On-Line Opslaan
Als je een document opslaat in Windows Live SkyDrive, wordt jouw document op een centrale locatie opgeslagen die je van bijna overal kunt openen. Zelfs als je niet achter jouw computer zit, kun je aan jouw document werken als je verbinding hebt met het web. Als je een document in SkyDrive opslaat, kun je het document ook eenvoudig delen met anderen. Je kunt een koppeling sturen, in plaats van een bijlage. Zo houd je één exemplaar van het document. Als anderen revisies aanbrengen, doen ze dat in hetzelfde exemplaar. Je hoeft dus geen meerdere versies en kopieën van het document op elkaar af te stemmen. PowerPoint presentaties in SkyDrive stellen jou en anderen in staat om de documenten in een webbrowser te bekijken EN te bewerken, met behulp van Office Web Apps. Dit betekent dat je jouw document kunt delen met anderen zonder je zorgen te maken over welke toepassing ze hebben geïnstalleerd, omdat ze de documenten in hun browser bekijken en bewerken. Klik in het lint op het tabblad Bestand
en klik vervolgens op Opslaan en verzenden.
Klik op Naar het web opslaan.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - On-line opslaan
Pagina 1 van 2
Als je nog niet aangemeld bent, klik op Aanmelden en voer je jouw Windows Live ID (dit kan oa een hotmail adres zijn of een ander mail adres waarmee je een Windows Live ID hebt aangemaakt) en wachtwoord in en klik op OK. Als je er nog geen hebt, klik je op Aanmelden voor Windows Live SkyDrive om een nieuwe Windows Live ID te maken.
Eenmaal aangemeld zie je je mappen in Windows Live Skydrive, selecteer een map in SkyDrive en klik op Opslaan als.
Typ een naam voor uw bestand en klik op Opslaan. Het document is nu opgeslagen in SkyDrive. In de SkyDrive-site kun je anderen toestemming geven om de inhoud van jouw mappen te bekijken en te bewerken. Als je een document wilt delen, verzend je een koppeling naar de map. Voor meer informatie hierover verwijs ik je graag naar het onderdeel over Windows Live Skydrive op http://ict.kathotielt.be.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - On-line opslaan
Pagina 2 van 2
Microsoft Office 2010 - Powerpoint - Presentatie Afdrukken
Als je je presentatie wil afdrukken ge je als volgt te werk. Klik in het lint op de Microsoft Backstage-knop.
Klik in het menu op Afdrukken In het midden kan je de opties voor afdrukken instellen en rechts kan je een afdrukvoorbeeld zien met je huidige instellingen.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Presentatie afdrukken
Pagina 1 van 4
Voer onder Afdrukinstellingen in het vak Aantal het aantal exemplaren in dat je wil afdrukken.
Selecteer onder Printer de printer die je wil gebruiken.
Als je op Printereigenschappen klikt kan je eventuele printeropties aanpassen. Onder Instellingen kan je volgende instellingen aangeven voor je afdruk:
Klik op Alle dia's afdrukken als u alle dia's wilt afdrukken.
Je hebt de volgende mogelijkheden
Als je alleen de dia wilt afdrukken die op dat moment wordt weergegeven, klik je op Huidige dia. Als je kiest voor Aangepast bereik kan je de dia’s die je wil afdrukken ingeven, je geeft de dia’s op gescheiden door een komma. Wil je een reeks dia’s ingeven kan je de eerste een de laatste dia ingeven gevolgd gescheiden door een liggend streepje. Vb. 1-10,15, 20-23: betekent dat je de dia’s van 1 tot en met 10, 15 en 20 tot en met 23 wil gebruiken voor je afdruk.
Klik op de lijst Volledige pagina en kies hoeveel dia’s je op een pagina wil afdrukken en hoe die moeten gesorteerd worden.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Presentatie afdrukken
Pagina 2 van 4
Als je één dia op een volledige pagina wilt afdrukken, klik je onder Afdrukweergave op Volledige pagina.
Als je een of meer dia's per pagina als hand-out wilt afdrukken, klik je onder Hand-outs op het aantal dia's dat je per pagina wilt en kies je de volgorde (horizontaal of verticaal).
Als je een dunne rand rond de dia's wilt afdrukken, selecteer je Dia's in frame.
Als je dia's wilt afdrukken op het papier dat je voor de printer hebt geselecteerd, klikt je op Aanpassen aan papierformaat.
Als je de resolutie wilt verhogen, transparante afbeeldingen wilt combineren en zachte schaduwen wilt afdrukken, klik je op Hoge kwaliteit.
Klik op de lijst Enkelzijdig afdrukken en geef aan of je op een of op beide zijden van de pagina wil afdrukken.
Klik op de lijst Gesorteerd en geef aan of u de dia's gesorteerd of nietgesorteerd wilt afdrukken.
Klik op de lijst Kleur en klik vervolgens op een van de volgende opties: Kleur
Met deze optie drukt u in kleur af op een kleurenprinter.
Opmerkingen Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Presentatie afdrukken
Pagina 3 van 4
Als je wil voorkomen dat een gekleurde achtergrond wordt afgedrukt, kan je de volgende handelingen uitvoeren:
Dia's afdrukken in zwart-wit. Zie Grijswaarde hieronder voor meer informatie.
Gekleurde achtergronden uit de presentatie verwijderen. Klik op het tabblad Ontwerp in de groep Achtergrond op Achtergrondstijlen en selecteer vervolgens Stijl 1.
Grijswaarde Met deze optie druk je afbeeldingen af met grijstinten tussen zwart en wit. Achtergrondopvullingen worden wit afgedrukt, zodat de tekst beter leesbaar is. (Soms heeft de optie Grijswaarde hetzelfde effect als Puur zwartwit.)
Puur zwart-wit: Met deze optie worden de hand-outs afgedrukt zonder grijsopvullingen.
Als je kopteksten en voetteksten wil opnemen of wijzigen, klik je op de koppeling Koptekst en voettekst bewerken en stel je vervolgens jouw keuzen in in het dialoogvenster Koptekst en voettekst dat wordt weergegeven.
Klik op Afdrukken.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Presentatie afdrukken
Pagina 4 van 4
Microsoft Office 2010 - Powerpoint - Dia Toevoegen
De dia die automatisch wordt weergegeven zodra je PowerPoint opent, bevat twee tijdelijke aanduidingen, een met opmaak voor een titel en de andere met opmaak voor een subtitel. De plaats van de tijdelijke aanduidingen op een dia wordt een indeling genoemd. Microsoft PowerPoint 2010 biedt ook andere soorten tijdelijke aanduidingen, zoals voor foto's en SmartArt-afbeeldingen. Wanneer je een dia aan jouw presentatie toevoegt, kies je meteen een indeling voor de nieuwe dia: Klik op het tabblad Start van het lint, in de groep Dia's op de pijl naast Nieuwe dia. Je kunt ook gewoon op Nieuwe dia klikken in plaats van op de pijl ernaast, als je wilt dat de nieuwe dia dezelfde indeling krijgt als de in de groep Dia’s dia.
Er wordt een galerij weergegeven met miniaturen van de verschillende dia-indelingen die beschikbaar zijn.
De naam wijst op de inhoud waarvoor de betreffende indeling is ontworpen. Tijdelijke aanduidingen met gekleurde pictogrammen kunnen tekst bevatten, maar u kunt ook op de pictogrammen klikken om automatisch objecten in te voegen, zoals SmartArt-afbeeldingen en illustraties.
Klik op de gewenste indeling voor uw nieuwe dia. Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Dia toevoegen
Pagina 1 van 2
De nieuwe dia verschijnt nu zowel aan de linkerkant op het tabblad Dia's, gemarkeerd als de huidige dia, als aan de rechterkant in het deelvenster Dia, als de dia in het groot.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Dia toevoegen
Pagina 2 van 2
Microsoft Office 2010 - Powerpoint - Dia Verwijderen
Selecteer de dia’s die je wil verwijderen in je presentatie en druk de delete toets in op je toetsenbord. Je kan meerdere dia’s tegelijk selecteren door de Ctrl toets ingedrukt te houden terwijl je dia’s selecteert.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Dia Verwijderen
Pagina 1 van 1
Microsoft Office 2010 - Powerpoint - Volgorde Dia's Aanpassen
Je kan de volgorde van de dia’s in je presentatie aanpassen door ze te verslepen in het dia overzicht.
Heb je echter veel dia’s ga je beter naar de dia sorteerder weergave met de knoppen onderaan rechts in de statusbar of in het Tabblad Beeld van het lint.
Dan worden alle dia’s op een kleinere manier weergeven zodat je gemakkelijker overzicht houdt tijdens het sorteren.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Volgorde Dia's aanpassen
Pagina 1 van 1
Microsoft Office 2010 - Powerpoint - Dia indeling
Je kan de diaindeling kiezen bij het aanmaken van een dia. Je kan die echter ook achteraf aanpassen. Daarvoor selecteer je de dia(‘s) waavoor je de indeling wil aanpassen. Klik op de knop Indeling in de groep Dia’s van het lint Start.
En kies de indeling die je wil toepassen:
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Dia Indeling
Pagina 1 van 1
Microsoft Office 2010 - Powerpoint - Tekst Invoeren
Om tekst in te voeren op een dia, klik je in het gewenste invoervak van de gekozen layout en typ je de gewenste tekst.
Op het moment dat je tekst invoert in een invoervak wordt het invoervak aanzien als een tekstvak.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Tekst invoeren
Pagina 1 van 1
Microsoft Office 2010 - Powerpoint - Tekstvakken Toevoegen En Bewerken
Klik op het tabblad Invoegen van het lint in de groep Tekst op Tekstvak.
Klik in de presentatie en sleep het tekstvak naar de gewenste grootte. Je kunt tekst toevoegen aan een tekstvak door in het tekstvak te klikken en vervolgens tekst te typen of te plakken.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Tekstvakken toevoegen en bewerken
Pagina 1 van 1
Microsoft Office 2010 - Powerpoint - Tekstopmaken
Lettertype We kunnen het lettertype aanpassen terwijl we tekst invoeren (typen), dan wordt de tekst die we van dan af invoeren opgemaakt met het geselecteerde lettertype. Een vaak gebruikte methode is om eerst de bedoelde tekst te selecteren en vervolgens een nieuw lettertype te kiezen. We behandelen deze laatste manier. We selecteren dus eerst de tekst waarvan we het lettertype willen veranderen. In het lint Start zie je de groep Lettertype staan:
Bovenaan links in de groep zien we het lettertype, hier Times new roman. Door te klikken op het pijltje naar beneden rechts van het lettertype, komt een lijst met beschikbare lettertypes beschikbaar. Deze lijst verschilt van computer tot computer, afhankelijk van de software die er op geïnstalleerd is. Tekstgrootte We kunnen de lettergrootte aanpassen terwijl we tekst invoeren (typen), dan wordt de tekst die we van dan af invoeren opgemaakt met de geselecteerde lettergrootte. Een vaak gebruikte methode is om eerst de bedoelde tekst te selecteren en vervolgens een nieuwe lettergrootte te kiezen. We behandelen deze laatste manier. Naast het lettertype, ongeveer in het midden bovenaan zie je de lettergrootte staan: We kunnen deze lettergrootte op een aantal manieren aanpassen: 1. Door te klikken op het pijltje naar beneden rechts van de lettergrootte. Hierdoor komt een lijst van veel gebruikte lettergroottes tevoorschijn waaruit men kan kiezen:
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Tekstopmaken
Pagina 1 van 2
2. Je kan ook de gewenste lettergrootte invoeren in het tekstvak, dan moet je je niet vasthouden aan de voorgestelde lettergroottes. De mogelijk lettergroottes zijn tussen: 1 en 1638 liggen. Je kan zelfs decimale getallen gebruiken. 3. Als derde manier, kan je ook de knoppen naast het lettergroottevak gebruiken: Lettertype vergroten: Lettertype verkleinen: Als je klikt op deze knoppen wordt de lijst doorlopen met voorgestelde lettertypes die ook bij de eerste manier kreeg:
Attributen We kunnen de lettergrootte aanpassen terwijl we tekst invoeren (typen), dan wordt de tekst die we van dan af invoeren opgemaakt met de geselecteerde lettergrootte. Een vaak gebruikte methode is om eerst de bedoelde tekst te selecteren en vervolgens een nieuwe lettergrootte te kiezen. We behandelen deze laatste manier. We selecteren dus eerst de tekst waarvan we de lettergrootte willen veranderen: In de tweede lijn van de groep lettertype vinden we een aantal attributen terug. Dit zijn (behlave 1)wat men noemt toggle knoppen. Dit wil zeggen dat ze twee standen (aan en uit) hebben die elkaar afwisselen zoals een lichtschakelaar.
Vet (Ctrl + B) Cursief (Ctrl + I) Onderlijnd (Ctrl + U) Doorhalen (trekt een streep door het midden van de geselecteerde tekst)
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Tekstopmaken
Pagina 2 van 2
Microsoft Office 2010 - Powerpoint - Lijsten
Je kunt opsommingstekens of nummers gebruiken om grote hoeveelheden tekst of de opeenvolgende fasen van een proces overzichtelijk weer te geven in een Microsoft PowerPoint 2010-presentatie. Selecteer in de dia de regels tekst die u van opsommingstekens of nummers wilt voorzien in een tijdelijke tekst of tabel. Klik op het tabblad Start in de groep Alinea op Opsommingstekens
of Nummering
.
Het uiterlijk van een opsommingsteken of nummer wijzigen Als je één opsommingsteken of nummer wilt wijzigen, plaatst je de cursor op het begin van de regel die je wil wijzigen. Als je meerdere opsommingstekens of nummers wil wijzigen, selecteer je de tekst van alle opsommingstekens of nummers die je wil wijzigen. Klik in het tabblad Start in het lint in de groep Alinea op de pijl op de knop Opsommingstekens of Nummering en klik vervolgens op Opsommingstekens en nummering.
Het venster Opsommingstekens en nummering wordt geopend.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Lijsten
Pagina 1 van 2
Als je de stijl van de opsommingstekens of nummers wilt wijzigen, klik je op het tabblad Opsommingstekens of het tabblad Genummerd op de gewenste stijl.
Als je een afbeeldlng wil gebruiken als opsommingsteken, klik je op het tabblad Opsommingstekens op Afbeelding en schuif je vervolgens naar het pictogram van de afbeelding die je wil gebruiken.
Als je een teken uit de lijst met symbolen wil toevoegen aan de tabbladen Opsommingstekens of Genummerd klik je op het tabblad Opsommingstekens op Aanpassen, klik je op een symbool en klik je vervolgens op OK. Je kunt het symbool vervolgens vanuit de lijsten met stijlen toepassen op jouw dia's.
Als je de kleur van de opsommingstekens of nummers wilt wijzigen, open je het tabblad Opsommingstekens of het tabblad Genummerd, klik je op Kleur en selecteert je vervolgens een kleur.
Als je het formaat van een opsommingsteken of nummer wil wijzigen zodat het een bepaald formaat heeft in vergelijking met jouw tekst, opent u het tabblad Opsommingstekens of het tabblad Genummerd, klik je op Grootte en geef je vervolgens een percentage op.
De insprong wijzigen Als je een ingesprongen (ondergeschikte) lijst wil maken in een lijst, plaats je de cursor aan het begin van de regel die je wil laten inspringen, open je het tabblad Start en klik je in de groep Alinea op Lijstniveau verhogen .
Als je tekst wil instellen op een minder ver ingesprongen niveau in de lijst, plaats je de cursor aan het begin van de regel, open je het tabblad Start en klik je in de groep Alinea op Lijstniveau verlagen.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Lijsten
Pagina 2 van 2
Microsoft Office 2010 - Powerpoint - Dianummer Toevoegen
Je kan een dianummer toevoegen op de plaats van de cursor door in het tabblad Invoegen van het lint in de groep Tekst op de knop dianummer te klikken.
Dit is een veld, wat wil zeggen dat als je dia naar een andere plaats in je presentatie zou kopiëren of verplaatsen, het nummer aangepast wordt aan de positie van de dia in je presentatie.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Dianummer toevoegen
Pagina 1 van 1
Microsoft Office 2010 - Powerpoint - Ongedaan Maken
Om een actie ongedaan te maken, kan je gebruik maken van het toetsenbord of de muis. 1. Met de muis Klik op de knop Ongedaan maken om de laatste actie ongedaan te maken.
Herhaaldelijk op de knop drukken maakt ook vroegere acties ongedaan. 2. Met het toetsenbord De toetscombinatie om ongedaan te maken is Ctrl+Z. Naast de optie om ongedaan te maken hebben je ook een funtie om ongedane acties terug uit te voeren, of om de laatste actie te herhalen. Dit is de functie opnieuw. 1. Met de muis Klik op de knop opnieuw om de laatste actie ongedaan te maken.
Herhaaldelijk op de knop drukken herhaalt de laatste actie, of hersteld de laatste ongedaan maken. 2. Met het toetsenbord De toetscombinatie voor opnieuw is Ctrl+Y.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Ongedaan maken
Pagina 1 van 1
Microsoft Office 2010 - Powerpoint - Tabellen
Tabel maken Selecteer de dia waaraan je de tabel wil toevoegen. Klik op het tabblad Invoegen van het lint in de groep Tabellen op Tabel.
Ga in het dialoogvenster Tabel invoegen op een van de volgende manieren te werk:
Sleep de muisaanwijzer om de gewenste rijen en kolommen te selecteren en laat vervolgens de muisknop los.
Klik op Tabel invoegen en geef het gewenste aantal op in de lijsten Aantal kolommen en Aantal rijen.
Als je tekst in de tabelcellen wilt typen, klik je in de gewenste cel en typ je de tekst. Nadat je de tekst hebt opgegeven, klik je buiten de tabel. Tip: Als je een rij aan het einde van de tabel wil toevoegen, klik je in de laatste cel van de laatste rij en druk je op Tab.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Tabellen maken
Pagina 1 van 3
Alternatief, klik je in een inhoudsvak op het symbool voor tabel:
Een venster om de dimensie van de rij in te geven wordt geopend:
Geef het gewenste aantal kolommen en rijen in en klik op OK.
Aantal rijen en kolommen aanpassen: Als de cursor in een tabel staat, komen er twee tabbladen bij in het lint, de hulpmiddelen voor tabellen:
Ontwerpen Indeling
Om rijen en kolommen in te voegen of te verwijderen kijk je naar de groep rijen en kolommen:
Met deze knoppen kan je rijen en kolommen invoegen en verwijderen. Kolommen invoegen Om een kolom links van de huidige kolom (= kolom waar de cursor in staat) in te voegen:
Om een kolom rechts van de huidige kolom (= kolom waar de cursor in staat) in te voegen:
Rijen invoegen Om een rij boven de huidige rij (= rij waar de cursor in staat) in te voegen: Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Tabellen maken
Pagina 2 van 3
Om een rij onder de huidige rij (=rijwaar de cursor in staat) in te voegen:
Kolom/Rijen verwijderen Als we cellen of rijen willen verwijderen maken we gebruik van de knop verwijderen:
Om de Kolommen of Rijen waarvan een of meerdere cel geselecteerd is of de cursor in staat te verwijderen, gebruiken we de opties Kolommen verwijderen of Rijen Verwijderen.
Om de hele tabel te verwijderen kies je de optie tabel verwijderen (Het is niet nodig om de hele tabel hiervoor te selecteren. Je hoeft er enkel je cursor in te plaatsen). Als je maar een aantal cellen wil verwijderen, selecteer je eerst de cellen die je wil verwijderen, en kies je de optie Cellen verwijderen. Je krijgt het volgende dialoogvenster:
Kies wat er moet gebeuren met de cellen, links of rechts van de te verwijderen cellen. Let wel, niet aller rijen of kolommen in de tabel zullen nog evenveel cellen hebben. Cellen opsplitsen en samenvoegen Je kan met behulp van de knoppen Cellen samenvoegen en Cellen splitsen de respectievelijke acties uitvoeren op de geselecteerde cellen:
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Tabellen maken
Pagina 3 van 3
Microsoft Office 2010 - Powerpoint - Tabellen Opmaken
Tekstpositie aanpassen Om de tekstpositie aan te passen plaats je de cursor in de cel, of selecteer je de cellen die je wil aanpassen, en kiest vervolgens de gewenste uitlijningsoptie in de groep uitlijning (Lint, tabblad Indeling):
De resultaten zien er als volgt uit:
Boven naar onder
Links naar Rechts
Onder naar Boven
Je kan er ook de tekstrichting veranderen, bij het klikken op de knop Uitlijning Worden de volgende tekstrichtingen doorlopen.
Deze tekstrichting kan gecombineerd worden met de uitlijningspositie. Ook de positie van de tabel kan aangepast worden. Daarvoor plaats je je cursor in de tabel waarvan je de positie wil aanpassen, in de groep tabel (Lint, tabblad Indeling) vind je de knop Eigenschappen:
Het venster Tabeleigenschappen opent zich, hier kan je de tabelpositie aanpassen. Je kan er ook aangeven of je de tekst al dan niet rond de tabel wil laten lopen: Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Tabellen opmaken
Pagina 1 van 7
Klik op OK om te bevestigen.
Tabel opmaken De opmaak van een tabel wordt hoofdzakelijk bepaald door 3 eigenschappen
De kleuren (in Word 2010 Arcering genoemd) ; De randen; De kolombreedtes en rijhoogtes.
Naam
Nederlands
Frans
Engels
ICT
We gaan bij wijze van voorbeeld de volgende tabel opmaken:
Jansens Jan
10
9
8
7
Johnson John
7
8
9
10
Pineut Piet
5
5
5
5
Gemiddelde
7,33
7,33
7,33
7,33
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Tabellen opmaken
Pagina 2 van 7
Je kan de eerste twee eigenschappen automatisch laten genereren. In het lint, tabblad Ontwerpen (dit tabblad komt tevoorschijn als je cursor in de tabel staat). Voor de automatische opmaak zijn twee groepen van belang:
In de eerste groep, de groep Opties voor tabelstijlen geef je de structuur van je tabel weer. Hier hebben we gekozen voor een veldnaamrij (dit betekent dat er in de eerste rij van de tabel de naam van de kolom staat). We hebben ook een eerste kolom (dit betekent dat we de eerste kolom anders willen behandelen dan de andere kolommen) gekozen en een Totaalrij (hiermee zal de laatste rij in de verf gezet worden, met een andere opmaak dan de andere rijen). We kozen ook voor gestreepte rijen, zodat we opmaakprofielen krijgen waar de rijen alternerend een lichtere en een donkerder kleur krijgen, dit helpt bij het lezen. Als stijl hebben we gekozen voor Kleurrijk raste accent 5 Terwijl je met je muis over de verschillende stijlen gaat, krijg je al een voorproefje hoe je tabel er zou uitzien als je voor bijgaande opmaak kiest.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Tabellen opmaken
Pagina 3 van 7
Frans
Engels
ICT
Nederlands 10
9
8
7
Johnson John
7
8
9
10
Pineut Piet
5
5
5
5
7,33
7,33
7,33
7,33
Naam Jansens Jan
Gemiddelde
Je kan de kleuren ook volledig naar eigen wens beheren met de knop:
In de groep Stijlen voor Tabellen. Met de eerste knop stel je de geselecteerde kleur in voor de geselecteerde cellen. Met de tweede knop kan je kleur kiezen uit het kleurenpallet:
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Tabellen opmaken
Pagina 4 van 7
Wil je de lijnen aanpassen dan doe je dat met de knoppen van de groep Randen Tekenen:
Je kiest eerst de lijnsoort:
Lijndikte
penkleur
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Tabellen opmaken
Pagina 5 van 7
links in de groep Randen tekenen. Nadat je op de knop Tabel tekenen
kan je de geselecteerde lijn tekenen, door met je muis op de rasterlijnen tussen of rond de cellen te klikken. Met de gum kan je op dezelfde manier lijnen uitvegen.
Je kan ook gebruik maken van de knop randen in de groep, deze knop geeft je een menu dat aangeeft welke lijnen kunnen ingesteld worden. Dit slaat op de selectie in de tabel. De lijn die aangemaakt wordt is bepaald door de selectie in de Groep Randen tekenen.
De kolombreedte en rijhoogte tenslotte kan je aanpassen door de kolom- of rij rasterlijnen te verslepen. Om de hoogte of breedte aan te passen aan de inhoud, kan je dubbelklikken op de respectievelijk, rechtse of onderste rasterlijn. Om alle kolommen of rijen van een tabel in een keer aan te passen. Selecteer je de hele tabel eerst (door op de plus bovenaan link een tabel te klikken) en vervolgens of één kolom of rij aan te passen. Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Tabellen opmaken
Pagina 6 van 7
Je kan de breedte en hoogte van de kolommen en rijen ook aanpassen met behulp van de groep Celformaat in het tabblad Indeling van de hulpmiddelen voor tabellen:
Met behulp van de knoppen Rijen verdelen en Kolommen verdelen maken de geselecteerde rijen en kolommen gelijk in breedte en hoogte. In het middelste deel kan je specifieke celformaten opgeven voor de geselecteerde cellen, en met de knop Autoaanpassen kan je de breedte van kolommen aanpassen aan:
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Tabellen opmaken
Pagina 7 van 7
Microsoft Office 2010 - Powerpoint - Tabellen Opmaken
Ga naar het tabblad Invoegen van het lint en klik in de groep Illustraties op Grafiek.
Klik in het dialoogvenster Grafiek invoegen op de pijlen om door de grafiektypen te bladeren.
Selecteer het gewenste grafiektype en klik op OK. Excel zal zich openen met demo gegevens, vul de gegevens in die je in je grafiek wil tonen. Als je Excel sluit zal je grafiek aangepast worden.
Als je de afmetingen van het gegevensbereik van de grafiek wilt wijzigen, versleep je de rechterbenedenhoek van het bereik.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Grafiek maken
Pagina 1 van 1
Microsoft Office 2010 - Powerpoint - Grafiek Bewerken
Inhoud van een grafiek wijzigen Selecteer de grafiek waarvan je de inhoud wil wijzigen. Vervolgens worden de Hulpmiddelen voor grafieken weergegeven in het lint op de tabbladen Ontwerpen, Indeling en Opmaak. Klik op de knop Gegevens bewerken op het tabblad Ontwerpen in de groep Gegeven.
Excel wordt geopend met daarin de gegevens waar de grafiek op gebaseerd is. Pas de gegevens aan en sluit Excel om de nieuwe gegevens toe te passen.
Een titel toevoegen aan de grafiek Selecteer de grafiek die je een titel wil geven. Vervolgens worden de Hulpmiddelen voor grafieken weergegeven in het lint op de tabbladen Ontwerpen, Indeling en Opmaak. Klik op de knop Grafiektitel op het tabblad Indeling in de groep Labels.
Je krijgt een aantal plaatsingsopties, klik op de gewenste optie (Geen als je de titel wil verwijderen)
Er wordt een titel toegevoegd. Klik op de titel om je eigen tekst te typen.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Grafiek Bewerken
Pagina 1 van 2
Een vooraf gedefinieerde grafiekindeling selecteren Selecteer de grafiek waarvan je het uiterlijk wil wijzigen. Vervolgens worden de Hulpmiddelen voor grafieken weergegeven in het lint op de tabbladen Ontwerpen, Indeling en Opmaak.
Selecteer de gewenste grafiekindeling op het tabblad Ontwerpen in de groep Grafiekindeling.
Een vooraf gedefinieerde grafiekstijl selecteren Selecteer de grafiek waarvan je het uiterlijk wil wijzigen. Vervolgens worden de Hulpmiddelen voor grafieken weergegeven in het lint op de tabbladen Ontwerpen, Indeling en Opmaak.
Selecteer de gewenste grafiekstijl op het tabblad Ontwerpen in de groep Grafiekstijlen.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Grafiek Bewerken
Pagina 2 van 2
Microsoft Office 2010 - Powerpoint - Afbeelding Invoegen
Een illustratie invoegen Klik op de dia waaraan je de illustratie wil toevoegen. Klik op het tabblad Invoegen in het lint in de groep Afbeeldingen op Illustraties.
Typ in het taakvenster Illustraties in het tekstvak Zoeken naar een woord (of groep woorden) om te beschrijven wat voor type illustratie u zoekt. Je kan ook de bestandsnaam of een deel van de bestandsnaam van de illustratie typen. Als je de zoekopdracht wil verfijnen, schakel je in de lijst Resultaten moeten zijn de selectievakjes Illustraties, Foto's, Video's en Audio in om naar deze mediatypen te zoeken. Klik op Starten. Klik in de lijst met resultaten op de illustratie die je wil invoegen. In het vak “Resultaten moeten zijn:” kan je ingeven welk soort illustratie je wil invoegen. Je kan kiezen uit de volgende lijst door de gewenste objecten aan te vinken:
Vink het vakje Inhoud van Office.com opnemen om een nog uitgebreidere galerij te gebruiken die op het internet staat. Hiervoor moet je internet toegang hebben en moet je versie van Office 2010 geactiveerd en geregistreerd zijn. Als je een illustratie kiest die op het net staat, wordt die gedownload als je die invoegt.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Afbeelding invoegen
Pagina 1 van 4
Een afbeelding invoegen vanuit een bestand Klik op de plaats waar je de afbeelding wil invoegen. Klik op het tabblad Invoegen in het lint in de groep Afbeeldingen op Afbeelding.
Zoek de afbeelding die je wilt invoegen en dubbelklik hierop. Mogelijk heb je bijvoorbeeld een afbeeldingsbestand opgeslagen in Mijn documenten.
Als je meerdere afbeeldingen wil toevoegen, houdt je Ctrl ingedrukt terwijl je klikt op de afbeeldingen die je wil invoegen. Vervolgens klikt u op Invoegen.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Afbeelding invoegen
Pagina 2 van 4
De afbeelding(en) worden ingevoegd.
Als je de grootte van een afbeelding wil wijzigen, selecteer je de afbeelding die je in de dia hebt ingevoegd. Als je de afbeelding in een of meer richtingen wilt vergroten of verkleinen, sleep je een formaatgreep van of naar het middelpunt terwijl je een van de volgende handelingen uitvoert:
Als je de verhoudingen van het object wil behouden, houd je SHIFT ingedrukt terwijl je de formaatgreep sleept.
Als je de afbeelding wil draaien versleep je het groene bolletje boven de afbeelding naar links of naar rechts.
Als je de grootte van de afbeelding perfect wil instellen, kan je die instellen in het de groep Grootte van het lint Hulpmiddelen voor afbeeldingen, het tabblad Opmaak.
Opmerkingen
Door het toevoegen van afbeeldingen kan de bestandsgrootte van een presentatie aanzienlijk toenemen. Je kunt de bestandsgrootte aanpassen door de resolutie van een afbeelding te wijzigen of door te kiezen voor een bepaalde kwaliteit of compressie Klik op de afbeelding of afbeeldingen waarvoor je de resolutiewil wijzigen. Klik onder Hulpmiddelen voor afbeeldingen van het lint op het tabblad Opmaak in de groep Aanpassen op Afbeeldingen comprimeren.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Afbeelding invoegen
Pagina 3 van 4
Als je alleen de resolutie voor de geselecteerde afbeeldingen wilt wijzigen in plaats van alle afbeeldingen in het bestand, schakel je het selectievakje Alleen op deze afbeelding toepassen in.
Klik onder Doeluitvoer op de gewenste resolutie. Geef de resolutie aan waarvoor de uitvoer bedoeld is. Een presentatie wordt meestal op het scherm weergegeven.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Afbeelding invoegen
Pagina 4 van 4
Microsoft Office 2010 - Powerpoint - Afbeelding Bewerken
Een afbeelding bijsnijden Selecteer de afbeelding die je wilt bijsnijden. Klik onder Hulpmiddelen voor afbeeldingen op het tabblad Opmaak in het lint in de groep Grootte op Bijsnijden.
De handgrepen wijzigen in de handgrepen voor bijsnijden. Voer een van de volgende handelingen uit:
Als je één zijde wilt bijsnijden, sleept je de middengreep voor bijsnijden aan die zijde naar binnen.
Als je twee zijden tegelijk in dezelfde mate wil bijsnijden, houd je Ctrl ingedrukt terwijl je de middengreep voor bijsnijden aan een van beide zijden naar binnen sleept.
Druk als u klaar bent op Esc.
Een Stijl toepassen op de afbeelding Met de groep Afbeeldingstijlen op het tabblad Opmaak in het lint in de groep Grootte op Bijsnijden, kan je de afbeelding in een heel aantal stijlen in je document weergeven.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Afbeelding bewerken
Pagina 1 van 2
Met de knoppen ernaast, kan je de stijl nog verder aanpassen:
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Afbeelding bewerken
Pagina 2 van 2
Microsoft Office 2010 - Powerpoint - Achtergrond Van Foto Verwijderen
Je kan een achtergrond van een afbeelding verwijderen om het onderwerp van de afbeelding te accentueren of te benadrukken of om storende details te verwijderen.
Als de achtergrond wordt verwijderd houd je enkel de bloem over:
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Achtergrond van foto verwijderen
Pagina 1 van 3
Je kan de automatische achtergrondverwijdering gebruiken of lijnen tekenen om aan te duiden welke gedeelten van de achtergrond van de afbeelding je wil behouden en welke je wil verwijderen.
Belangrijk Als je een afbeelding comprimeert om de bestandsgrootte te wijzigen, verandert de hoeveelheid details in de bronafbeelding. Dit betekent dat de afbeelding er na de compressie anders uit kan zien dan voor de compressie. Daarom moet je de afbeelding comprimeren en het bestand opslaan voordat je de achtergrond verwijdert. Als de compressie plus de achtergrondverwijdering er niet naar wens uitzien, kan je de compressie zelfs opnieuw uitvoeren nadat je het bestand hebt opgeslagen zo lang je het programma waarin je werkt, niet hebt gesloten. Hoe ga je te werk:
Klik op de afbeelding waarvan je de achtergrond wilt verwijderen. Klik onder Hulpmiddelen voor afbeeldingen op het tabblad Opmaak in het lint in de groep Achtergrond op de knop Achtergrond verwijderen.
Klik op een van de handgrepen op de lijnen van het selectiekader en sleep vervolgens de lijn zodat deze het deel van de afbeelding bevat dat je wil behouden en het grootste deel van gebieden uitsluit die je wil verwijderen.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Achtergrond van foto verwijderen
Pagina 2 van 3
In veel gevallen kan je het gewenste resultaat zonder extra werk bereiken door te experimenteren met de positie en de grootte van de lijnen van het selectiekader. Voer eventueel een of beide van de volgende handelingen uit:
Om aan te duiden welke delen van de afbeelding je niet automatisch wilt laten verwijderen, klik je op Gebieden markeren om te behouden.
Om aan te duiden welke delen van de afbeelding je wil verwijderen naast de delen die automatisch zijn gemarkeerd, klik je op Gebieden markeren die je wil verwijderen.
Als je van gedachten verandert over een gebied dat je met een lijn hebt gemarkeerd, om het te behouden ofwel te verwijderen, klik je op Markering verwijderen en vervolgens op de lijn om deze te wijzigen.
Klik op Sluiten en wijzigingen behouden in de groep Sluiten. Klik als je de automatische achtergrondverwijdering wil annuleren op Sluiten en wijzigingen negeren in de groep Sluiten.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Achtergrond van foto verwijderen
Pagina 3 van 3
Microsoft Office 2010 - Powerpoint - Smartart
Moet jouw presentatie op een duidelijke manier een concept toelichten, zoals een proces, een cyclus, een hiërarchie of een relatie, dan kan je dynamische, visueel aantrekkelijke diagrammen maken door SmartArt-afbeeldingen te gebruiken. SmartArt is een krachtig nieuw hulpprogramma, dat beschikbaar is in Microsoft Office Word 2010, Microsoft Office, PowerPoint 2010 en Microsoft Office Outlook 2010. Je kan hiermee moeiteloos de volgende soorten diagrammen samenstellen door vooraf gedefinieerde verzamelingen geavanceerde opmaak te gebruiken:
Lijstdiagrammen. Deze diagrammen leveren een visuele representatie van lijsten van gerelateerde of onafhankelijke informatie – bijvoorbeeld een lijst van items die nodig zijn voor het voltooien van een taak, inclusief afbeeldingen van de items. Procesdiagrammen. Deze diagrammen leveren een visuele beschrijving van de geordende reeks van stappen die nodig is voor het voltooien van een taak – bijvoorbeeld de stappen die je dient te nemen voor het verwerken van een bestelling. Cyclusdiagrammen. Deze diagrammen representeren een rondlopende reeks van stappen, taken of gebeurtenissen, of de relatie van een reeks van stappen, taken of gebeurtenissen tot een centraal basiselement – bijvoorbeeld het belang van het introduceren van de basiselementen van een verhaal om een opwindend verhaal op te bouwen. Hiërarchiediagrammen. Deze diagrammen illustreren de structuur van een organisatie of een entiteit – bijvoorbeeld de structuur van de directie van een bedrijf. Relatiediagrammen. Deze diagrammen tonen convergerende, divergerende, overlappende, samenvoegende en insluitende elementen – bijvoorbeeld hoe het gebruik van soortelijke methoden voor het organiseren van jouw e-mail, jouw agenda en uw contactpersonen jouw productiviteit kan verbeteren. Matrixdiagrammen. Deze diagrammen tonen de relaties van onderdelen tot een geheel bijvoorbeeld de productgroepen in een afdeling. Piramidediagrammen. Deze diagrammen illustreren proportionele of onderling gekoppelde relaties – bijvoorbeeld hoeveel tijd idealiter aan de verschillende fasen van een project moet worden besteed.
Deze categorieën sluiten elkaar niet onderling uit, wat betekent dat sommige diagrammen in meer dan een categorie vallen. Je maakt een diagram door in de groep Illustraties van het tabblad Invoegen op de knop SmartArt te klikken.
Je kan daarna kiezen wat voor soort diagram je wil maken en het diagram in het document invoegen.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - SmartArt
Pagina 1 van 3
Je kunt rechtstreeks toevoegen onder de vorm van bullets via een luik dat links van de plaatshouder staat.
Je kan de opmaak van het SmartArt object verder opmaken met het tabblad Ontwerpen in Hulpmiddelen voor SmartArt in het lint, met de groep SmartArt Stijlen.
En het tabblad opmaak:
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - SmartArt
Pagina 2 van 3
Welk effect de tools hebben zie je in het demo filmpje.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - SmartArt
Pagina 3 van 3
Microsoft Office 2010 - Powerpoint - Video
Een video kan je invoegen met de knop Invoegen in het tabblad Invoegen van het lint, groep Media.
Zoek je video bestand en dubbelklik er op.
Met behulp van de Hulpmiddelen voor Video tabbladen Opmaak en Afspelen kan je de video opties instellen. Voor meer info over het gebruik van de onderdelen verwijzen we je naar de Demo.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Video
Pagina 1 van 2
En
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Video
Pagina 2 van 2
Microsoft Office 2010 - Powerpoint - Geluid
Een Geluidsfragment of een liedje kan je invoegen met de knop Invoegen in het tabblad Invoegen van het lint, groep Media.
Zoek je geluidsbestand bestand en dubbelklik er op.
Met behulp van de Hulpmiddelen voor Geluid tabbladen Opmaak en Afspelen kan je de video opties instellen. Voor meer info over het gebruik van de onderdelen verwijzen we je naar de Demo.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Geluid
Pagina 1 van 2
En
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Geluid
Pagina 2 van 2
Microsoft Office 2010 - Powerpoint - Een Object Draaien
Als je een object wil draaien Selecteer je het object en versleep je het groen handvat boven het object naar links of naar rechts.
Om een object te draaien onder een exacte hoek in te stellen selecteer je het object, en ga je naar het tabblad Opmaak in het lint. Ga naar de groep Grootte.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Een object draaien
Pagina 1 van 2
Vul de gewenste grootte in, of klik op het pijltje onderaan rechts in de groep om de draaihoek in te vullen in het volgende venster.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Een object draaien
Pagina 2 van 2
Microsoft Office 2010 - Powerpoint - Grootte Van Een Object Instellen
Je kan de grootte van een object wijzigen door een object te selecteren en de handvaten rond het object te verslepen.
Om de grootte van een object exact in te stellen selecteer je het object, en ga je naar het tabblad Opmaak in het lint. Ga naar de groep Grootte.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Grootte van een object instellen
Pagina 1 van 2
Vul de gewenste grootte in, of klik op het pijltje onderaan rechts in de groep om meer gedetailleerde gegevens in te vullen in het volgende venster.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Grootte van een object instellen
Pagina 2 van 2
Microsoft Office 2010 - Powerpoint - Objecten Uitlijnen En Uitlijnen
Een afbeelding, vorm, tekstvak of WordArt uitlijnen Selecteer de objecten die je wil uitlijnen. Om meerdere objecten te selecteren, klik je op het eerste object en houd je CTRL ingedrukt terwijl je op de andere objecten klikt. Voer een van de volgende handelingen uit:
Als je een afbeelding wilt uitlijnen, klik je in het lint onder Hulpmiddelen voor … op het tabblad Opmaak.
Klik in de groep Schikken op Uitlijnen en voer een van de volgende handelingen uit:
Als je de randen van de objecten links wilt uitlijnen, klik je op Links uitlijnen.
Als je de objecten verticaal door het midden van de objecten wil uitlijnen, klik je op Centreren.
Als je de randen van de objecten rechts wilt uitlijnen, klik je op Rechts uitlijnen.
Als je de bovenkant van de objecten wil uitlijnen, klik je op Boven uitlijnen.
Als je de objecten horizontaal door het midden van de objecten wil uitlijnen, klik je op Midden uitlijnen.
Als je de onderkant van de objecten wil uitlijnen, klik je op Onder uitlijnen.
Opmerkingen
Je kan één object uitlijnen op de dia door te klikken op Uitlijnen op dia.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Objecten uitlijnen en uitlijnen
Pagina 1 van 2
Als je objecten ten opzichte van elkaar uitlijnt op een rand, blijft de positie van een van de objecten ongewijzigd. Met Links uitlijnen lijn je bijvoorbeeld de linkerranden van alle geselecteerde objecten uit op de linkerrand van het object dat het verst naar links staat- dat wil zeggen dat de positie van het object dat het verst naar links staat ongewijzigd blijft en dat de andere objecten worden uitgelijnd op dat object. Als je een object uitlijnt op een SmartArt-afbeelding, wordt het object uitgelijnd op de linkerrand van de SmartArt-afbeelding en niet op de linkervorm in de SmartArt-afbeelding.
Met Midden uitlijnen lijn je objecten horizontaal door het midden van de objecten uit en met Centreren lijn je objecten verticaal door het midden van de objecten uit. Als je objecten door het midden uitlijnt ten opzichte van elkaar, worden de objecten uitgelijnd ten opzichte van een horizontale of verticale lijn die staat voor het gemiddelde van hun oorspronkelijke positie. Het is mogelijk dat alle objecten hierbij worden verplaatst.
Objecten gelijkmatig verdelen
Selecteer minimaal drie objecten die je op gelijke afstand van elkaar wil schikken. Als je meerdere objecten wil selecteren, klik je op het eerste object en houd je CTRL ingedrukt terwijl je op de andere objecten klikt.
Voer een van de volgende handelingen uit:
Als je objecten gelijkmatig wilt verdelen, klik je onder Hulpmiddelen voor … op het tabblad Opmaak.
Klik in de groep Schikken op Uitlijnen en voer een van de volgende handelingen uit:
Als je de objecten horizontaal wil centreren, klik je op Horizontaal verdelen.
Als je de objecten verticaal wilt centreren, klik je op Verticaal verdelen.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Objecten uitlijnen en uitlijnen
Pagina 2 van 2
Microsoft Office 2010 - Powerpoint - Stijlen Gebruiken
Thema’s zijn Met thema’s maak je op eenvoudige wijze presentaties die eruitzien of ze door professionele ontwerpers zijn gemaakt. De themakleuren, -lettertypen en -effecten zijn niet alleen beschikbaar in PowerPoint, maar ook in Excel, Word en Outlook, zodat je jouw presentaties, documenten, werkbladen en e-mails een coherent uiterlijk kunt geven. Hieronder zie je hetzelfde thema gebruikt in PowerPoint, Excel en Word.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Stijlen Gebruiken
Pagina 1 van 2
Je kan een stijl toepassen op de volledige presentatie door in het tabblad ontwerpen in eht lint, een thema te kiezen uit de gallerij.
Als je het thema selecteert met je linkermuistoets wordt het toegepast op alle dia’s in je presentatie. Wil je een thema maar toepassen op een of meer dia’s van je presentatie, selecteer je die dia’s (om meerdere dia’s te selecteren, klik je op de eerste dia, en selecteer je de andere dia’s terwijl je de CTRL toets ingedrukt houdt.)en klik je met je rechtermuistoets op het thema dat je wil toepassen. Je krijgt een snelmenu waar je kiest voor de optie Toepassen op geselecteerde dia’s.
Wil je enkel de kleuren, lettertypes (fonts) of effecten van een thema gebruiken, klik je op de respectievelijke knoppen naast de themagalerij en selecteer je de gewenste optie.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Stijlen Gebruiken
Pagina 2 van 2
Microsoft Office 2010 - Powerpoint - Hyperlinks
In PowerPoint is een hyperlink een koppeling van de ene dia naar de andere binnen dezelfde presentatie of een e-mailadres, een webpagina of een bestand. je kunt een hyperlink maken op basis van tekst of een object, zoals een afbeelding, een grafiek, een vorm of WordArt. Tijdens de presentatie kan je dan gewoon op de link of het object klikken om naar de locatie van hyperlink te gaan.
Een dia in dezelfde presentatie 1. Selecteer in de normale weergave de tekst die of het object dat je als hyperlink wil gebruiken. 2. Ga naar het tabblad Invoegen in het lint en klik in de groep Koppelingen op Hyperlink.
3. Klik onder Koppelen aan op Plaats in dit document.
Klik bij Selecteer een plaats in dit document op de dia die je als bestemming voor de hyperlink wil gebruiken.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Hyperlinks
Pagina 1 van 2
Een e-mailadres 1. Selecteer in de normale weergave de tekst die of het object dat je als hyperlink wilt gebruiken. 2. Ga naar het tabblad Invoegen in het linten klik in de groep Koppelingen op Hyperlink. 3. Klik onder Koppelen aan op E-mailadres. 4. Typ het gewenste e-mailadres in het vak E-mailadres of selecteer een emailadres in het vak Laatst gebruikte e-mailadressen. 5. Typ in het vak Onderwerp het onderwerp van het e-mailbericht.
Een pagina of bestand op internet 1. Selecteer in de normale weergave de tekst die of het object dat je als hyperlink wil gebruiken. 2. Ga naar het tabblad Invoegen en klik in de groep Koppelingen op Hyperlink. 3. Klik bij Koppelen aan op Bestaand bestand of webpagina. vervolgens op Surfen op het web.
en klik
4. Selecteer de pagina of het bestand waarnaar je een koppeling wil maken en selecteer vervolgens OK.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Hyperlinks
Pagina 2 van 2
Microsoft Office 2010 - Powerpoint - Acties
Om een actie in te te koppelen aan een object klik je op de knop acties in de groep Koppelingen van het tabblad Invoegen in het lint.
Het venster Acties Invoegen wordt geopend:
In dit venster kan je een hyperlink naar een dia in de presentatie toevoegen, een geluid toevoegen of een programma openen op je computer.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Acties
Pagina 1 van 1
Microsoft Office 2010 - Powerpoint - Overgangen Toevoegen
Klik in het deelvenster met de tabbladen Overzicht en Dia's op het tabblad Dia's.
Selecteer het miniatuur van de dia waaraan je een overgang wil toevoegen. Ga naar het tabblad Overgangen en klik in de groep Overgang naar deze dia op het gewenste overgangseffect voor deze dia.
Selecteer een overgang in de groep Overgang naar deze dia. In het voorbeeld is de overgang Vervagen geselecteerd. Als je meer overgangseffecten wil bekijken, klik je op de knop Meer
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Overgangen toevoegen
.
Pagina 1 van 3
Als een dia een overgang heeft krijgt die naast de dia in het overzicht een symbool.
Opmerking Als je dezelfde overgang aan alle dia's wil toewijzen in uw presentatie, Selecteer je en klik je vervolgens op het tabblad Overgangen in de groep Tijdsinstellingen op Overal toepassen.
Bij ieder overgangseffect horen een aantal opties die je links van de overgangsgallerij kan instellen met de knop Effectopties.
Bij het overgangseffect Effectopties kan je bijvoorbeeld kiezen voor de opties:
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Overgangen toevoegen
Pagina 2 van 3
Bij Wissen heb je bv volgende opties:
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Overgangen toevoegen
Pagina 3 van 3
Microsoft Office 2010 - Powerpoint - Overgangen Geluid Toevoegen
In het deelvenster dat de tabbladen Overzicht en Dia's bevat, klik je op het tabblad Dia's.
Selecteer de miniatuur van de dia waaraan je geluid wil toevoegen. Ga naar het tabblad Overgangen,
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Overgangen Geluid toevoegen
Pagina 1 van 2
Klik in de groep Tijdsinstellingen op de pijl naast Geluid en voer een van de volgende handelingen uit:
Als je een geluid uit de lijst wil toevoegen, klik je op een geluid.
Als je een geluid wil toevoegen dat niet op de lijst staat, klik u op Ander en kies je een geluidsbestand.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Overgangen Geluid toevoegen
Pagina 2 van 2
Microsoft Office 2010 - Powerpoint - Tijdsinstellingen Voor Overgangen
We hebben twee verschillende soorten tijdsinstellingen voor dia’s:
De tijdsduur van de overgang zelf. De duur dat de dia wordt weergegeven.
Als je de tijdsduur wil instellen van de overgang tussen twee dia's zelf, ga je als volgt te werk:
Ga naar het tabblad Overgangen en typ of selecteer in de groep Tijdsinstellingen in het vak Duur de gewenste snelheid.
Als je wil instellen hoe lang het duurt voordat de huidige dia overgaat in de volgende, gebruik je een van de volgende procedures:
Als je de dia wil laten overgaan wanneer je op de muis klikt, schakel je op het tabblad Overgangen in de groep Tijdsinstellingen het keuzevakje Bij muisklik in.
Als je de dia wilt laten overgaan na een bepaalde tijd, typt u op het tabblad Overgangen in de groep Tijdsinstellingen in het vakje Na het gewenste aantal seconden.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Tijdsinstellingen voor overgangen
Pagina 1 van 1
Microsoft Office 2010 - Powerpoint - Animaties Toevoegen
Overzicht van animatie-effecten voor tekst en objecten Animaties zijn het ideale hulpmiddel om belangrijke punten te benadrukken, de informatiestroom te beheersen en presentaties aantrekkelijker te maken. Je kan animatie-effecten toepassen op tekst of objecten op afzonderlijke dia's, tekst en objecten in het diamodel of tijdelijke aanduidingen in aangepaste dia-indelingen. In PowerPoint 2010 beschik je over vier verschillende soorten animatie-effecten:
Begineffecten. Met deze effecten kan je bijvoorbeeld een object geleidelijk scherper weergeven, een object vanaf een bepaalde kant de dia laten binnenvliegen of een object stuiterend in beeld laten verschijnen.
Eindeffecten. Met deze effecten kan je bijvoorbeeld een object van de dia laten vliegen, een object langzaam laten vervagen of een object met een spiraalbeweging uit de dia laten verdwijnen.
Nadrukeffecten. Met deze effecten kan je bijvoorbeeld een object verkleinen of vergroten, een object van kleur laten veranderen of een object laten draaien.
Animatiepaden. Met deze effecten kan je een object onder andere omhoog of omlaag, naar links of naar rechts, of in een stervormig of cirkelvormig patroon laten bewegen.
Je kan elk animatie-effect afzonderlijk gebruiken, maar je kan ook meerdere effecten combineren. Je kan bijvoorbeeld instellen dat een tekstregel vanaf de linkerkant binnenvliegt en steeds groter wordt, door het begineffect Binnenvliegen en het nadrukeffect Vergroten/verkleinen op de tekstregel toe te passen.
Een object van een animatie-effect voorzien Ga als volgt te werk om een animatie-effect toe te passen op een object: Selecteer het object waarop je een animatie-effect wilt toepassen. Ga naar het tabblad Animaties, klik in de groep Animatie
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Animaties toevoegen
Pagina 1 van 9
op de knop Meer
en selecteer het gewenste animatie-effect.
Opmerkingen
Als je het gewenste effect (begin, eind, nadruk, of animatie) niet ziet, klik je op Meer begineffecten, Meer eindeffecten, Meer nadrukeffecten of Meer animatiepaden.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Animaties toevoegen
Pagina 2 van 9
Begineffecten
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Animaties toevoegen
Pagina 3 van 9
Nadruk
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Animaties toevoegen
Pagina 4 van 9
Eind
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Animaties toevoegen
Pagina 5 van 9
Animatiepaden
Nadat je een animatie op een object of tekst hebt toegepast, worden elementen met animatie op de dia voorzien van een genummerd label dat niet wordt afgedrukt of weergegeven. Dit label wordt naast de tekst of het object
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Animaties toevoegen
Pagina 6 van 9
weergegeven en is alleen zichtbaar wanneer het tabblad Animaties is geselecteerd of wanneer het taakvenster Animatie zichtbaar is.
Effectopties Bij elk Animatie effect bestaan er een aantal opties die je kan instellen nadat je het effect hebt geïnstalleerd. Bij het effect Binnenvliegen heb je bv volgende effectopties:
Onderaan kan je voor een tekstobject aangeven of je het tekstobject wil opdelen per alinea. Voor het effect splitsen kan je kiezen voor de volgende opties:
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Animaties toevoegen
Pagina 7 van 9
Eén object van meerdere animatie-effecten voorzien Ga als volgt te werk om één object van meerdere animatie-effecten te voorzien: Selecteer de tekst of het object waaraan je meerdere animaties wilt toevoegen. Ga naar het tabblad Animaties en klik in de groep Geavanceerde animatie op Animatie toevoegen en selecteer de animatie die je wil toevoegen.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Animaties toevoegen
Pagina 8 van 9
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Animaties toevoegen
Pagina 9 van 9
Microsoft Office 2010 - Powerpoint - Tijdsinstellingen Voor Animaties
Tijdsinstellingen en de volgorde van animaties Een dia die animaties bevat geeft de volgorde van de animaties aan met de cijfertjes naast de objecten. Je kan de tijdsinstellingen en de volgorde aanpassen met de groep Tijdsinstellingen van het tabblad Animaties in het lint.
De opties komen beschikbaar als je een animatie hebt geselecteerd door op een nummer te klikken. We staan nog even stil bij de optie Start. Met behulp van de optie start kan je aangeven wanneer de geselecteerde animatie moet starten. Je hebt de keuze tussen volgende opties:
De opties spreken voor zich. Met de eerste optie is de presentator in controle van de start van de animatie, de volgende twee laten animaties tegelijk of na elkaar gebeuren. Je kan bijvoorbeeld de presentator de mogelijkheid geven om door een keer te klkken een hele rij animaties in gang te laten zetten. Met behulp van de optie Duur geef je aan hoe lang de animatie moet duren, zo kan je bijvoorbeeld een object sneller of trager laten bewegen. De optie Vertraging geeft een vertraging weer voor de start. In combinatie met bijvoorbeeld Start na vorige kan dit een vertraagde opeenvolging van animaties teweeg brengen. Met de knoppen Eerder verplaatsen en Later verplaatsen kan je de animatievolgorde aanpassen.
Een lijst met animaties weergeven die de dia momenteel bevat Je kan een lijst met alle animaties in de dia bekijken in het taakvenster Animatie. Het taakvenster Animatie bevat belangrijke informatie over een animatie-effect, zoals het type effect, de volgorde van meerdere effecten met betrekking tot elkaar, de naam van het object waarop het effect is toegepast en de duur van het effect. Als je het taakvenster Animatie wilt openen, ga je naar het tabblad Animaties en klik je in de groep Geavanceerde animatie op Animatiedeelvenster.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Tijdsinstellingen voor animaties
Pagina 1 van 5
Het taakvenster Animatiedeelvenster opent.
1. In het taakvenster geven nummers aan in welke volgorde de animatie-effecten worden afgespeeld. De nummers in het taakvenster komen overeen met de genummerde labels die op de dia worden weergegeven. 2. De tijdlijnen geven de duur van de effecten aan. 3. De pictogrammen geven het type animatie-effect weer. In dit voorbeeld is dat een effect van het type Eind. 4. Selecteer een item in de lijst om het menupictogram (een pijl omlaag) weer te geven en klik vervolgens op het pictogram om het menu te openen.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Tijdsinstellingen voor animaties
Pagina 2 van 5
Opmerkingen
De effecten worden in het taakvenster Animatie weergegeven in de volgorde waarin je ze toevoegt.
Je kan ook pictogrammen weergeven die aangeven wanneer de animatie-effecten worden afgespeeld in relatie tot de andere gebeurtenissen op de dia. Als je deze pictogrammen voor alle animaties wil weergeven, klik je op het menupictogram naast een animatie-effect en selecteer je Geavanceerd tijdschema verbergen.
Er zijn verschillende pictogrammen die aangeven wanneer de animatie-effecten worden afgespeeld, zoals:
Bij klik starten (muispictogram op de afbeelding): het animatie-effect begint wanneer je met de muis klikt. Met vorige starten (geen pictogram): het animatie-effect wordt tegelijk met het vorige effect in de lijst gestart (met deze instelling kan je meerdere effecten tegelijk afspelen). Na vorige starten (klokpictogram): het animatie-effect wordt direct gestart nadat het vorige effect in de lijst is afgespeeld. De opties voor effecten, de tijdsinstelling en de volgorde voor een animatie opgeven
Als je de opties voor effecten voor een animatie wil instellen, ga je naar het tabblad Animaties, klik je in de groep Animaties op de pijl rechts van Opties voor effecten en klikt je vervolgens op de gewenste optie.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Tijdsinstellingen voor animaties
Pagina 3 van 5
Je kunt de start, de duur of de vertragingstijd voor een animatie opgeven op het tabblad Animaties.
Als je wil instellen wanneer de animatie wordt gestart, klik je in de groep Tijdsinstelling op de pijl rechts van het menu Starten en selecteer je de gewenste tijdsinstelling. Als je de duur van de animatie wilt instellen, ga je naar de groep Tijdsinstelling en geef je in het vak Duur het gewenste aantal seconden op. Als je een vertraging voor de animatie wilt instellen, ga je naar de groep Tijdsinstelling en geef je in het vak Vertraging het gewenste aantal seconden op.
Als je de volgorde van een animatie in de lijst wilt wijzigen, selecteer je in het taakvenster Animatie de animatie waarvan je de volgorde wilt wijzigen. Onderaan in het taakvenster zie je twee knoppen om de animatie eerder of later te doen afspelen.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Tijdsinstellingen voor animaties
Pagina 4 van 5
Uw animatie-effect testen Nadat je een of meer animatie-effecten hebt toegevoegd, ga je als volgt te werk om te controleren of ze werken:
Ga naar het tabblad Animaties en klik in de groep Voorbeeld op Voorbeeld.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Tijdsinstellingen voor animaties
Pagina 5 van 5
Microsoft Office 2010 - Powerpoint - Animaties Voor Smartart Objecten
Animaties voor SmartArt-afbeeldingen Animaties voor smart art afbeeldingen hebben soms iets andere effecten. Je kan ze echter vergelijken met de effecten voor lijsten. Voor een voorbeeld verwijs ik je graag naar het bijhorende filmpje.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Animaties voor SmartArt objecten
Pagina 1 van 1
Microsoft Office 2010 - Powerpoint - Gesproken Tekst Opnemen Voor Of Tijdens Een Diavoorstelling
Gesproken tekst opnemen voor of tijdens een diavoorstelling 1. Wanneer je gesproken tekst opneemt, loop je door de presentatie en neemt elke dia op. U kunt het opnemen op elk gewenst moment onderbreken en hervatten. 2. Zorg, voordat je begint met het opnemen van de diavoorstelling, dat de microfoon is ingesteld en goed werkt. 3. Klik op het tabblad Diavoorstelling in de groep Instellen op Diavoorstelling opnemen.
4. Selecteer een van de volgende opties:
5. Schakel in het dialoogvenster Diavoorstelling opnemen het selectievakje Gesproken tekst en laserpointer in en schakel desgewenst het selectievakje Tijdsinstellingen voor dia's en animaties in of uit.
6. Opname starten. Als je de gesproken tekst wil pauzeren, klik je in het Opname-snelmenu op Pauze. Als je de gesproken tekst wil hervatten, klik je op Opname hervatten. 7. Je beëindigt het opnemen van de diavoorstelling door met de rechtermuisknop op een dia te klikken en vervolgens te klikken op Voorstelling beëindigen.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Gesproken tekst opnemen voor of tijdens een diavoorstelling Pagina 1 van 2
8. De opgenomen tijdsinstellingen worden automatisch opgeslagen en de diavoorstelling wordt in de weergave Diasorteerder weergegeven met de tijdsinstellingen onder elke dia.
Voorbeeld van gesproken tekst beluisteren 1. Klik in de normale weergave op de dia op het geluidspictogram
.
2. Klik op het lint onder Hulpmiddelen voor audio op het tabblad Afspelen in de groep Voorbeeld op Afspelen.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Gesproken tekst opnemen voor of tijdens een diavoorstelling Pagina 2 van 2
Microsoft Office 2010 - Powerpoint - Diavoorstelling Als Video Opnemen
Een paar tips voor het opnemen van uw presentatie als video:
Je kan in jouw video gesproken tekst en laserpointerbewegingen opnemen en timen.
Je kan de grootte van het multimediabestand en de kwaliteit van de video bepalen.
Je kan animaties en overgangen in jouw film opnemen.
Gebruikers hebben geen PowerPoint op hun computer nodig om de film te bekijken.
Als jouw presentatie een ingesloten video bevat, wordt deze correct afgespeeld zonder dat je dit moet regelen.
Afhankelijk van de grootte van jouw presentatie, kan het maken van een video veel tijd in beslag nemen. Hoe langer de presentatie duurt en hoe meer animaties, overgangen en andere media u opneemt, des te meer tijd het kost. Je kunt PowerPoint echter blijven gebruiken terwijl je wacht.
Gesproken tekst Als je gesproken tekst wilt opnemen en beluisteren, moet jouw computer beschikken over een geluidskaart, een microfoon en luidsprekers.
Uw presentatie als een video opslaan 1. Open de presentatie. 2. Als je nog wijzigingen hebt aangebracht aan je presentatie, sla ze dan op voor je verder gaat.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Diavoorstelling als video opnemen
Pagina 1 van 3
3. Ga naar het backoffice met de knop Bestand en ga naar de optie Opslaan en verzenden.
4. Klik onder Opslaan en verzenden op Video maken.
5. Als je alle opties voor videokwaliteit en -grootte wilt weergeven, klikt je onder Een video maken op de pijl-omlaag bij Computer- en HD-beeldschermen.
Kies uit de beschikbare kwaliteitsopties:
Als je een video van zeer hoge kwaliteit en een grote bestandsomvang wil maken, klik je op Computer- en HD-beeldschermen.
Als je een video met een gemiddelde bestandsgrootte en van gemiddelde kwaliteit wilt maken, klik je op Internet en dvd.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Diavoorstelling als video opnemen
Pagina 2 van 3
Als je een video met de kleinste bestandsgrootte en van lage kwaliteit wil maken, klik je op Draagbare apparaten.
6. Klik op de pijl-omlaag bij Opgenomen tijdsinstellingen en gesproken tekst niet gebruiken en ga op een van de volgende manieren te werk:
Als je geen opname en tijdsinstellingen hebt gemaakt van gesproken tekst en laserpointerbewegingen, klik je op Opgenomen tijdsinstellingen en gesproken tekst niet gebruiken.
Als je wel opnamen en tijdsinstellingen hebt gemaakt van gesproken tekst en pointerbewegingen, klikt je op Opgenomen tijdsinstellingen en gesproken tekst gebruiken.
7. Klik op Video maken.
8. Geef in het vak Bestandsnaam een bestandsnaam op voor de video, blader naar de map met dit bestand en klik op Opslaan. Op de statusbalk onder in het scherm wordt de voortgang van dit proces weergegeven. Dit proces kan lang duren, afhankelijk van de lengte van de video en de complexiteit van de presentatie. 9. Als je de zojuist gemaakte video wilt afspelen, gaat u naar de opgegeven maplocatie en dubbelklikt u op het bestand. Welke delen van een presentatie worden niet in een video opgenomen? De volgende onderdelen worden niet in een video opgenomen die je met PowerPoint maakt:
Media die zijn ingevoegd in eerdere versies van PowerPoint. Als u deze toch wilt opnemen, kunt u een upgrade uitvoeren op de media of het document.
QuickTime-media (tenzij u over een externe QuickTime code ffdShow beschikt en deze is geïnstalleerd) en u moet optimaliseren met het oog op compatibiliteit
Macro's
OLE/ActiveX-besturingselementen
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Diavoorstelling als video opnemen
Pagina 3 van 3
Microsoft Office 2010 - Powerpoint - Diavoorstelling Uitzenden
Met de functie Diavoorstelling uitzenden in Microsoft PowerPoint 2010 kan je een PowerPoint-diavoorstelling in jouw browser weergeven terwijl de presentator de diavoorstelling op afstand uitvoert. Je hebt PowerPoint niet nodig om een uitgezonden diavoorstelling weer te geven. Je hebt alleen een webbrowser nodig.
Moet ik iets doen om de diavoorstelling te kunnen bekijken? Nee, je hoeft niets te doen om de gepresenteerde diavoorstelling te bekijken. In de browser wordt altijd de dia weergegeven die de presentator ziet.
Welke beperkingen zijn er als ik een diavoorstelling wil bekijken?
Deze functie wordt ondersteund in Windows Internet Explorer, Mozilla Firefox en Safari voor Mac.
Je kan de presentator of andere geluiden niet horen via de browser. Spraak en geluid worden niet ondersteund in de viewer. Hiervoor kan je bv Skype of MSN Live Messenger gebruiken.
Inkt, aantekeningen en aanwijzers worden niet weergegeven in de browser.
Andere geopende toepassingen op het bureaublad van de presentator worden niet weergegeven in de browser.
Het bureaublad van de presentator wordt niet weergegeven, alleen de PowerPoint-diavoorstelling. Als de presentator overschakelt naar een andere toepassing of een hyperlink in de diavoorstelling opent, wordt in de viewer de laatste dia weergegeven.
In de browser kan geen video uit de uitgezonden diavoorstelling worden weergegeven.
Uw presentatie uitzenden Wil je ook je spraak meegeven leg je eerst een verbinding met Skype of MSN Live Messenger. Ga als volgt te werk om een presentatie uit te zenden: Ga naar het tabblad Diavoorstelling en klik in de groep Diavoorstelling starten op Diavoorstelling uitzenden.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Diavoorstelling uitzenden
Pagina 1 van 3
Het dialoogvenster Diavoorstelling uitzenden wordt geopend.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Diavoorstelling uitzenden
Pagina 2 van 3
Klik je op Uitzending starten. Er wordt dan een URL gemaakt voor jouw presentatie.
Er wordt een unieke URL gemaakt voor jouw diavoorstelling. Als je de URL voor uw presentatie wil verzenden naar jouw publiek, voer je een van de volgende handelingen uit:
Als je de URL voor de presentatie per e-mail wilt verzenden, klik je op In een e-mail verzenden.
Klik op Koppeling kopiëren als je de koppeling wilt kopiëren.
Wanneer het publiek de URL voor de diavoorstelling heeft ontvangen, klik je op Diavoorstelling starten om met de uitzending te beginnen. Het publiek volgt de diavoorstelling in de browser terwijl je deze presenteert in PowerPoint 2010. Zodra je klaar bent met de presentatie en de uitzending wilt beëindigen, druk je op Esc om de weergave Diavoorstelling af te sluiten en klik je op Uitzending beëindigen.
Microsoft Office 2010 - PowerPoint - Diavoorstelling uitzenden
Pagina 3 van 3