Expertisenetwerk School of Education Associatie K.U.Leuven Dekenstraat 6, bus 4067 B-3000 Leuven
Taal en studie Doel en Resultaten
KATHO-RENO Departement lerarenopleiding Sint-Jozefstraat 1 8820 Torhout
Doel van het project Doel van het project ‘taal en studie’ is een tool uitwerken om jongeren met een taalachterstand te helpen bij het verwerken van schriftelijk materiaal zoals cursussen, artikels, teksten … Het is de bedoeling tutoring op te zetten tussen studenten waarbij met behulp van de tool het cursusmateriaal wordt doorgenomen en de talige ondersteuning in het materiaal wordt opgenomen. De minder taalvaardige student krijgt talige en inhoudelijke ondersteuning van de tutor. Eens de tutor afwezig is, kan de student aan de hand van de tool de steun van de tutor terug oproepen. Concrete doelstellingen: Uitwerken van een tool om de peer tutoring richting te geven en te ondersteunen bij leerlingen of studenten met een taalachterstand. Minder taalvaardige leerlingen of studenten wapenen om hun studies degelijk aan te pakken en zo doorstroom te bevorderen.
Ontwerp tool 1 Er is voor deze vorm van tutoring geen specifieke, digitale tool ontwikkeld. In het programma Adobe is een functie ingevoerd waarmee het mogelijk is talige uitleg in de vorm van opmerkingen in te voegen. Deze opmerkingen kunnen op elk moment worden opgeroepen en terug weggehaald. Een vereiste is uiteraard dat de cursussen digitaal beschikbaar zijn. Een handleiding bij deze tool werd ontwikkeld en is op p. 6 terug te vinden. Vanuit het inventariseren van verschillende remediëringsprogramma’s is gebleken dat deze aan volgende eisen moeten voldoen (Wieland e.a., 2007): motiverend zijn voor de studenten en flexibel voor de docenten. Remediëringsprogramma’s moeten voor studenten motiverend zijn omdat zij zich hiervoor vrijwillig kunnen opgeven. Het programma moet een zekere aantrekkelijkheid uitstralen want studenten hebben de keuze uit heel wat remediëringsprogramma’s. De opzet van ‘taal en studie’ is aantrekkelijk op twee vlakken: het samenleren met een tutor en een zeer eenvoudig gebruik van de software. Eerstejaarsstudenten kregen in een eerste testfase de begeleiding van derdejaarsstudenten. Dit werkte voor de eerstejaars zeer motiverend omdat zij naast de talige begeleiding ook tips kregen van de studenten uit het derde jaar. Een tweede aantrekkelijk punt is het werken met Adobe. Dit is voor de studenten eenvoudig. Na een korte demonstratie zijn zij in staat het programma volledig naar hun hand te zetten en er als het ware mee te spelen. De studenten kunnen hun leerproces zelf in handen nemen: zij bepalen wanneer ze gebruik maken van de talige hulp, ingevoerd via tekstballonnen. De talige hulp kan op elk moment worden opgeroepen of terug weggelaten. Dit geeft de student de mogelijkheid te evolueren in het beheersen van de taal en het doorgronden van de cursus. Gebaseerd op: WIELAND, A. BROUWER, N. KAPER, W. e.a. (2007). Factoren die een rol spelen bij de ontwikkeling van remediërend onderwijs. In Tijdschrift voor hoger onderwijs, jg 25 (1), p.2-p.16. 1
blz. 2/14
Naast het motiverende aspect voor de studenten is flexibiliteit voor docenten een must omdat remediëren vaak komt bovenop de dagelijkse taken van een docent. Dit programma neemt voor de docent niet veel tijd in beslag. Een cursus die digitaal is opgemaakt, kan zeer eenvoudig in een pdf-versie worden omgezet. Vanuit de inventarisatie van remediëringsprogramma’s blijkt tevens dat volgende factoren van belang zijn: de doelen, de didactische visie, de context, de toetsing en de werkvormen en begeleiding. Onderstaand worden deze factoren voor het project ‘taal en studie’ overlopen. De doelen In de eerste plaats wordt bij dit remediëringsprogramma gestreefd naar het zoveel als mogelijk wegwerken van de talige achterstand van de studenten uit het eerste jaar. Doordat een samenwerking tussen eerste- en derdejaars wordt opgezet, krijgen de eerstejaars niet enkel hulp op talig vlak. Gelijktijdig zien ze hoe de derdejaars een cursus en de bijhorende talige problemen aanpakken. Hierbij komt observationeel leren om de hoek: de eerstejaars die onbewust technieken leren om talige problemen te overwinnen. Het programma wordt zo opgezet dat studenten elkaar kunnen begeleiden. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van een bestaand programma, namelijk Adobe. Hierdoor zijn weinig investeringskosten nodig. Waar computers zijn met de officiële versie (niet gedowload) van Adobe is deze vorm van remediëren mogelijk. Het omgaan met dit programma vraagt weinig technische kennis, het is zeer toegankelijk na een korte demonstratie.
Initiatieven ter verankering van resultaten De verschillende initiatieven genomen om resultaten te verankeren zijn: - Het uitwerken van een handleiding voor het gebruik van adobe binnen het project taal en studie (zie verder) - Het informeren van collega’s binnen de verschillende departementen van de KATHO met het oog op verdere initiatieven als uitloper van dit project. Vanaf dit academiejaar wil één van de lectoren boekenhouden in het departement HANTAL naar aanleiding van het project ‘taal en studie’ deze werkwijze toepassen. Eerstejaarsstudenten die al een goede basis boekhouden hebben, zullen klasgenoten begeleiden voor wie dit vak nieuw is. De studenten die al een basis hebben in boekhouden kunnen binnen dit vak als meer taalvaardig bestempeld worden dan zij die nog geen boekhouden kregen. Het is een ruimere benadering van het concept ‘taal en studie’. Het zal hier meer concreet gaan om het jargon binnen boekhouden. De docent stelde de studenten deze werkvorm voor. Een aantal onder hen waren zeer enthousiast maar wilden dit liever op vrijwillige basis doen ipv binnen een structuur aangeboden door de lector. Naar volgend jaar toe wil de lector deze werkvorm invoeren als onderdeel van het vak. Hoe dit concreet vorm zal krijgen is nog niet bepaald. Dat wordt in het tweede semester van het huidige academiejaar meer uitgewerkt. Vorig academiejaar en ook dit academiejaar kunnen de verschillende studiebegeleidingsdiensten een beroep doen op de expertise die omtrent ‘taal en studie’ al werd uitgebouwd om begeleidingsprocessen op te zetten tussen studenten met verschillende talige niveaus.
blz. 3/14
-
De geschiedenisleerkracht uit Stella Maris te Kortrijk zal verder gaan met het taalondersteunend systeem uit taal en studie. Het huidige schooljaar wordt door de leerkracht benut om tutoringsessies in te lassen en collega’s warm te maken met ‘taal en studie’ aan de slag te gaan.
Belangrijkste realisaties Als belangrijkste realisaties kunnen volgende elementen naar voor geschoven worden: - Het enthousiasmeren van collega’s uit verschillende departementen om deze werkvorm te introduceren binnen bepaalde vakken zoals boekhouden of binnen de studiebegeleidingsdiensten. De collega’s die deze werkvorm willen gebruiken staan er zeer positief tegenover. Ze zien in dat deze werkwijze zowel de zwakkere taalstudent als de sterkere student helpen. De zwakkere student krijgt de mogelijkheid zich te bekwamen en zijn talige kennis uit te bouwen. Dit heeft als gevolg dat de cursus beter verwerkt kan worden, de leerinhouden beter beklijven en de student inzicht krijgt in de materie. De taalsterke student bekwaamt zich in de leerinhouden door het begeleiden van de taalzwakkere student. De taalsterke student krijgt meer inzicht doordat hij alles zelf moet uitleggen, voorbeelden zoekt, contexten probeert duidelijk te maken aan de andere student. - Het introduceren van deze werkvorm in een school in het secundair onderwijs waar zeer dankbaar gebruik werd gemaakt van de aangereikte handleiding en mogelijkheden tot begeleiding vanuit de projectgroep. - Het uitschrijven van een korte handleiding voor het gebruik van het programma adobe binnen de setting van taal en studie.
Belangrijkste problemen Een eerste probleem bij dit project is het antwoord op de vraag ‘wie is een taalzwakke student?’. Het gaat niet over studenten die moeilijkheden hebben met spellen of grammatica maar wel met taalbegrip. Gaat het hier over louter moeilijkheden met taalbegrip binnen een bepaald vak of moeten die studenten die over het algemeen een minder groot talig kader hebben vooral in aanmerking komen ook al doen ze het toch vrij goed binnen een bepaald vak waar ‘taal en studie’ wordt ingericht? Binnen het project werd gekozen voor studenten die ahw een talige achterstand hebben binnen een bepaald vak, zoals bijvoorbeeld boekhouden. Bepaalde studenten die het hoger onderwijs aanvatten kregen tijdens het secundair al boekhouden, anderen nog niet. Dat zorgt ervoor dat deze laatste studenten een achterstand hebben in het boekhoudig jargon en binnen dit vak als taalzwak kunnen worden beschouwd. Dit betekent dat elke student die moeilijkheden heeft met het jargon van een bepaald vak in aanmerking kan komen voor hulp via ‘taal en studie’ en niet enkel die studenten die van thuis uit taalzwakker zijn. Een tweede probleem waarop we stootten, was het gebruik van Adobe. Om het programma ten volle te kunnen benutten is een aangekochte versie van het programma nodig. Met een versie die gedownload was, konden de talige opmerkingen niet bij de digitale versie van de cursus worden gevoegd. Niet elke student of leerling uit het secundair onderwijs beschikt over een officiële versie. Dit zorgde ervoor dat voor sommige studenten of leerlingen de tutorsessie op school moesten doorgaan en niet zomaar op een plaats of tijdstip naar keuze konden doorgaan.
blz. 4/14
Verder werd door de studenten aangehaald dat het instuderen van de cursus louter vanuit een digitale versie niet evident was. Zij noteerden daarom heel wat talige en/of inhoudelijke opmerkingen vanuit de tutorsessies in hun niet-digitale syllabus.
Mogelijkheden naar de toekomst toe Het project ‘taal en studie’ kan in de toekomst een vorm van feedback zijn voor de lectoren om hun syllabi beter aan te passen aan de beginsituatie en voorkennis van de studenten die hun cursus volgen. Doordat digitaal wordt gewerkt, kunnen alle moeilijkheden aangeduid worden. Met één klik kan een lector een overzicht krijgen van moeilijkheden bij zijn cursus. Dit kan voor elke student die via ‘taal en studie’ begeleid wordt. Indien moeilijkheden bij verschillende studenten terugkeren, kan dit de lector aanwijzigen geven om de syllabus aan te passen. Het project ‘taal en studie’ kan hierdoor niet enkel studenten helpen maar ook de blik van een lector verruimen en feedback geven op de cursus.
blz. 5/14
Handleiding tool Voor het project ‘taal en studie’ werd gewerkt met digitale cursussen waar opmerkingen konden aan toegevoegd worden. Opmerking: We werkten in het programma Adobe Acrobat 6.0 Standard. In andere versies werkt het hoogstwaarschijnlijk op gelijkaardige wijze. Het systeem van opmerkingen toevoegen, gaat alleen in officieel aangekochte versies van het programma. Versies die standaard op de computer staan geïnstalleerd of gratis downloadbare versies hebben deze optie niet. A/ Een opmerking toevoegen Ga naar in de werkbalk naar revisie en opmerkingen.
blz. 6/14
Klik op het pijltje naast revisie en opmerkingen en klikken op ‘werkbalk opmerkingen’.
Klik in de verschenen werkbalk op het eerste icoontje ‘Notitie’. Plaats het ballonnetje op de juiste plaats en typ de uitleg, opmerking of iets anders in het tekstkader.
Tip: je kunt de werkbalk ‘opmerkingen’ ook verslepen naar de andere werkbalken. De werkbalk zal zich er dan automatisch tussen plaatsen. Zo staat de werkbalk niet in de weg.
blz. 7/14
Als de tekst af is, klik dan op het kruisje boven rechts aan het kader. Als je nu met je muis boven op het ballonnetje gaat staan, dan verschijnt de uitleg in een kadertje. Als je op het ballonnetje klikt, dan zie je de uitleg in hetzelfde venster waar je de uitleg hebt ingevoerd. Hier kan je de toegevoegde uitleg ook terug wijzigen.
blz. 8/14
Je kan de vorm, doorzichtigheid en kleur van het ballonnetje nog wijzigen. Klik met de rechtermuisknop op het ballonnetje en ga dan naar eigenschappen.
blz. 9/14
Er zijn nog twee andere manieren waarop je een opmerking kan toevoegen.
blz. 10/14
B/ Alle opmerkingen bekijken Er is in het programma ook een mogelijkheid om alle opmerkingen die aan een bestand zijn toegevoegd te bekijken. Je klikt in de werkbalk ‘opmerkingen’ op het laatste icoontje ‘Tonen’. In de lijst die verschijnt klik je op het eerste: ‘Lijst met opmerkingen tonen’.
blz. 11/14
Je krijgt dan volgend beeld te zien. Alle opmerkingen die je aan het bestand hebt toegevoegd kan je bekijken in een lijst. De opmerkingen staan gerangschikt volgens hun plaats in het document.
Als je in dit overzicht op één van de opmerkingen klikt, dan ga je onmiddellijk naar de plaats in het bestand waar de opmerking is toegevoegd.
blz. 12/14
Bibliografie DE SMET, M., VAN KEER, H. VALCKE, M. (2007). Peer tutoring in het hoger onderwijs. Een studie naar tutorgedrag binnen een online en face-to-face setting. In: Tijdschrift voor hoger onderwijs, jg 25 (1), p.32-45 FALKINOV, N. (2001). Theoretical frameworks for peer tutoring. London: Routledge/Farmer, Learning together. Peer tutoring in higher education. p. 84-113 GILLIES, R.M. (2004). The effects of cooperative learning on junior high school students during small group learning. University of Queensland, Brisbane, Australia, Learning and instruction, 14(2), p. 197-213. GRESNIGT, G. (1992). Communicatief leesonderwijs. Een handelingspsychologische benadering van het begrijpend lezen van zakelijke teksten in de basisschool, Delft: Universiteitsdrukkerij, 274 p. SLAVIN, E.R. (1995). Cooperative learning. Theory, research and practise. Second edition, Boston: Allyn and Bacon, 194 p. VALCKE, M. (2000). Onderwijskunde als ontwerpwetenschap. Gent: Academia Press, 402 p. VASQUEZ, V. EGAWA, K.A. HARSTE, J.C. THOMPSON, R.D. (2004). Literacy as social practic. Primary voices K-6. Illinois: National Council of Teachers of English, 144p.
WIELAND, A. BROUWER, N. KAPER, W. e.a. (2007). Factoren die een rol spelen bij de ontwikkeling van remediërend onderwijs. In: Tijdschrift voor hoger onderwijs, jg 25 (1), p.2-16.
blz. 13/14
blz. 14/14