Colofon Uitgave
Provincie Noord-Holland Postbus 123 2000 MD Haarlem Tel.: (023) 514 31 43 Fax: (023) 514 40 40 Internetadres: www.noord-holland.nl E-mailadres:
[email protected] Eindredactie
Provincie Noord-Holland Directie Beleid Sector Milieu Tekst
Jowien van der Vegte, Niels Weiss, Marieke Kuipers, Marie-José Brandsma en Ina Roels Foto’s en afbeeldingen
Vereniging Natuurmonumenten, PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland, Harm Botman, provincie Noord-Holland. Grafische verzorging
Provincie Noord-Holland MediaProductie Papier
Hello matt, houtvrij MC Oplage
1.000 exemplaren Haarlem, april 2006
PROVINCIE
NOORD-HOLLAND
Wandelroute in Nationaal Park Zuid-Kennemerland Wandelen door het Aardkundig Monument het Nationaal Park Zuid-Kennemerland
2
■
P R O V I N C I E
N O O R D - H O L L A N D
INFORMATIE OVER DE ROUTE Startpunt
Startpunt van de route is parkeerplaats Parnassia: te bereiken door aan het einde van de Zeeweg naar Bloemendaal aan Zee (N200) rechtsaf te slaan. Betaald parkeren voor auto’s. Bus 81 vanuit Haarlem, 2x per uur, halte Bloemendaal strand. Lengte
De route is circa 5 km lang; 1,5 uur lopen, gemakkelijk uit te breiden. Bijzonderheden ■ ■
■ ■
Honden zijn niet toegestaan. In het gebied loopt vee (runderen en paarden). Als u de dieren tegenkomt: laat ze met rust, houd afstand, aai en voer ze niet! Er is een restaurant bij het startpunt. In het gebied zijn veel wandel- en fietspaden, ook gemarkeerde routes. Zie voor meer informatie www.npzk.nl.
Aardkundig Monument Noord-Holland heeft er inmiddels verschillende, maar wat is nu precies een Aardkundig Monument? De definitie luidt als volgt: Een aardkundig monument is een aardkundig object dat vanwege zijn bijzondere kenmerken door de provincie Noord-Holland tot monument benoemd is. Een Aardkundig Monument is dus een belangrijk, waardevol landschappelijk element dat een beschermde status heeft. De duinen van Nationaal Park Zuid-Kennemerland als Aardkundig Monument Waarom is het duingebied van Nationaal Park Zuid-Kennemerland een Aardkundig Monument? Dit duingebied is groot, zeer compleet en relatief ongerept. Er zijn een aantal plekken met actieve duinvorming, iets dat heel bijzonder is. Ook zijn er speciale duinvormen te vinden. Een prachtig voorbeeld van een paraboolduin, het soort duin waaruit het hele gebied is opgebouwd, is de Bruid van Haarlem.
Dit duin is in 2003 kaal gemaakt, waardoor de wind weer vat heeft gekregen op het zand en het duin weer in beweging is gekomen. De Bruid vertelt daarmee een belangrijk verhaal over de vorming en ontwikkeling van duinen zoals wij die aan de Nederlandse kust kennen. Daarom is de Bruid van Haarlem het symbool geworden van de aardkundige waarde van dit duingebied. Rondwandeling Deze wandeling voert u langs de Bruid van Haarlem en een aantal andere plekjes waar duinvormen en duinvorming te zien zijn. In tegenstelling tot de meeste wandelingen, waar veel aandacht is voor de planten en dieren en hun leefomgeving, richt deze wandelroute zich juist op de aardkundige processen die er plaatsvinden en plaatsvonden. Dat zijn de processen die er voor zorgen dat het landschap is zoals het nu is. Denk bijvoorbeeld aan de ondergrond (geologie), maar ook de landschapsvormen (geomorfologie). Ook worden er enkele erosieprocessen (afslijting) beschreven. Oude en Jonge Duinen Na de laatste ijstijd (vanaf ongeveer 10.000 jaar geleden) is de zeewaterspiegel gaan stijgen. Eerst vrij snel, later minder snel. Vanaf het moment dat het water in een rustig tempo steeg (vanaf ruwweg 5.000 jaar geleden) zijn er strandwallen ontstaan. Strandwallen zijn zandbanken langs de kust die het achterliggende wadachtige gebied van de Noordzee scheidden. Deze strandwallen zijn tot op de dag van vandaag in het landschap terug te vinden, zoals het eerste Aardkundig Monument van Noord-Holland; de strandwal bij Spaarnwoude, laat zien. Ook het centrum van Haarlem ligt op een strandwal. De complexen van strandwallen en de lage duinen die daarop gelegen zijn, worden de oude duinen genoemd. Ook onder de huidige, jonge duinen bevinden zich nog oude duinen. In de vroege Middeleeuwen veranderde het klimaat. Het weer werd
4
■
P R O V I N C I E
N O O R D - H O L L A N D
stormachtig, waardoor de oude duinen grotendeels door de wind werden afgevlakt. De oude duinen waren breder dan het huidige duingebied, maar door de ruige zee sloeg er veel land af en enkele dorpen verdwenen in zee. Het zand dat werd afgeslagen belandde door de overwegend zuidwestelijke (zee)stroming weer aan land. Deze grote hoeveelheid zand was zeer vatbaar voor de wind, waardoor grote stuivende duinen ontstonden, die de overgebleven oude duinen bedekten. Op enkele plaatsen werden dorpjes bedekt door een metersdikke laag zand. De duinen ‘liepen’ landinwaarts tot zij door mensen gestopt werden: beplanting hield het zand meer vast en zo werden dorpen langs de binnenduinrand gespaard. De duinen die in deze fase zijn gevormd worden de jonge duinen genoemd. Tegenwoordig is het duingebied ongeveer 5 km breed. Erosiegeul of wandelpad Onder erosie worden alle processen verstaan die er aan bijdragen dat het aardoppervlak wordt afgebroken. Bergtoppen worden afgevlakt en dalen worden opgevuld. Duinen zijn opgewaaid los zand, en hebben ook last van erosie. Zo verandert het landschap voortdurend, op grotere of kleinere schaal. Wanneer water van een duin naar beneden stroomt, zal de stroom zich concentreren op de laagste punten van de helling. Zo ontstaan er tijdelijke stroompjes, eigenlijk kleine riviertjes. Wandelpaden zijn vaak de routes met de minste weerstand. Doordat er op de paden geen begroeiing is, verzamelt het water zich hier in stromen. Deze stromen zijn verantwoordelijk voor grote slijtage aan de ondergrond. Langs het pad naar de top van de Hazenberg is goed te zien wat een invloed het stromende water heeft. Tijdens regenbuien zijn er geulen ontstaan die steeds verder uitslijten. Een geul kan zo steeds groter worden. Uiteindelijk kan zo een heel duin verdwijnen door stromend water. Op het pad waarbij u het zand van Langerak aan uw linkerkant ziet zijn interessante processen te zien. U ziet hoe het zand door de wind verplaatst wordt. De vegetatie wordt volledig overstoven door het zand. Deze dynamiek is typerend voor de duinen, en het optreden hiervan wordt tegenwoordig door natuurbeheerders als zeer positief ervaren. Stuivende duinen Het ontstaan van de jonge duinen ging gepaard met grootschalige verstuivingen. Het kale zand dat door de harde wind werd verplaatst maakte het voor de vegetatie moeilijk om houvast te vinden. Hierdoor werd het zand minder goed vastgelegd dan tegenwoordig. Grote oppervlakten bleven kaal en het zand bleef stuiven. De hoge, eerste duinenrij achter het strand met een zee- en windwerende functie bestond toen ook nog niet. De harde, zoute zeewind had vrij spel op de kale plekken in het duingebied. In het midden van de 19e eeuw marcheerden de duinen nog volop door het gebied. W A N D E L R O U T E
■
5
De nieuwe duinen begonnen op het strand, achter een pol helm of een stuk drijfhout. Steeds meer zand verzamelde zich, en de miniduintjes werden zandheuveltjes. Deze groeiden aan elkaar en over elkaar. Hieruit ontstond de voor de Nederlandse kust kenmerkende paraboolduinvorm: het duin krijgt de vorm van een halve boog, met de boog vooroplopend en de armen naar achteren. Door de hier overheersende zuidwestenwind zijn de paraboolduinen naar het noordoosten gericht. Eigenlijk is het hele gebied uit zulke duinen opgebouwd. De wind neemt het zand op aan de loefzijde van de duinrug en aan de luwe zijde valt het zand weer naar beneden. Zo verplaatst het duin zich met de overheersende windrichting mee. Parabolen groeiden deels aan elkaar en vormden rijen die steeds verder landinwaarts liepen. Een rij aan elkaar gegroeide paraboolduinen wordt een kamduin genoemd omdat de vorm aan een haarkam doet denken: een lange rug met ‘tanden’ er dwars op. Tussen de paraboolrijen ontstonden grote valleien, die soms tot op het grondwater uitstoven. In Zuid-Kennemerland moet je totaal 5 duinenrijen over om de zee te bereiken. Op kaarten van de duinen is nog steeds te zien dat de meeste duinen paraboolvormen hebben in noordoostelijke richting.
Door menselijke invloed, een milder klimaat en een voedselrijker milieu (stikstofdepositie door zure regen), zijn de duinen inmiddels volledig vastgelegd door plantengroei. De wind is de ‘motor’ die er voor zorgt dat het zand in beweging blijft en duinvorming optreedt. Op meerdere plekken in het Nationaal Park zijn verstuivingsprojecten uitgevoerd: duinen of valleien zijn van begroeiing ontdaan en ook de bovenste bodemlaag met plantenwortels is verwijderd zodat het zand opnieuw kan gaan stuiven. Zo komt er weer wat van de natuurlijke dynamiek van zand en wind 6
■
P R O V I N C I E
N O O R D - H O L L A N D
terug. Paraboolduinen kunnen lopen en valleien veranderen van vorm. Verstuiving in de valleien stopt als het grondwaterniveau bereikt wordt: nat zand stuift niet. De vochtige valleibodem vormt een goede groeiplaats voor bijzondere duinbloemen als parnassia, slanke gentiaan en orchideeën. Het paraboolduin de Bruid van Haarlem is ook gereactiveerd door de begroeiing en 20 cm bovengrond te verwijderen; het stuifproces is weer op gang gebracht. Het is een experiment; of het duin actief blijft en het zand blijft stuiven, is afwachten. Nu loopt het duin gemiddeld ongeveer 5 meter per jaar. Langs het wandelpad aan de achterkant is goed te zien dat het zand over de top wordt geblazen. Het duin zal over het wandelpad heen lopen, de achterliggende vallei in. Het Vogelmeer Langs het fietspad ligt het Vogelmeer. Dit is een meer dat rond 1952 is aangelegd. Het is gegraven voor de vogels en het gewonnen zand is verkocht. In 1956 werden er al 90 vogelsoorten geteld. Vrijwel alle grote meren in het Nationaal Park Zuid-Kennemerland zijn gegraven. Het zand werd onder andere gebruikt voor het uitbreiden van Haarlem en Amsterdam. Inmiddels is het Vogelmeer een ondiepe plas met een grote natuurwaarde. Veel planten en watervogels voelen zich hier prima thuis. Aan de zuidkant van het meer is een vogelkijkhut, waar u een mooi uitzicht heeft over het water. De Bruid van Haarlem Een duin met de naam ‘De Bruid van Haarlem’ vraagt om een romantische verklaring. De reden dat het duin zo heet heeft te maken met de begroeiing. Het duin stond in het verleden vol met het wilgenroosje. Deze plant bloeit met roze bloemen, die na de bloei een witte pluim vormen. De zee van witte pluimen vormde op de duinhelling een dikke sluier, de associatie met een bruidssluier is dan snel gemaakt. Locaal heeft het wilgenroosje ook wel de bijnaam ‘Bruid van Haarlem’. In de Tweede Wereldoorlog werd bovenop De Bruid van Haarlem door de Duitsers een loopgravenstelsel aangelegd. Sindsdien is de plantaardige sluier van De Bruid verdwenen. Daarvoor in de plaats heeft de Bruid van Haarlem sinds 2003 een sluier van stuivend witgeel duinzand. Overal invloed van de wind De wind heeft de duinen gevormd en verandert het landschap nog steeds. Maar de wind heeft ook veel invloed op de begroeiing in het Nationaal Park. Zoveel, dat je bomen en struiken als kompas zou kunnen gebruiken. De meeste bomen en struiken kunnen niet goed tegen de zoute zeewind. De wind is vaak krachtig en het zout droogt de blaadjes uit. Daardoor hebben struiken en bomen vlakbij zee vaak een apart uiterlijk: de kant waar de wind vandaan komt, ziet er afgeschoren uit. Struiken zoals de liguster klimmen aan de zeezijde van een duin omhoog, maar zullen niet over de top groeien omdat daar de wind te hard is. Bomen vind je eigenlijk alleen aan de landzijde van hoge duiW A N D E L R O U T E
■
7
nen, in de luwte. Ook van die bomen komen de toppen niet boven het beschermende duin uit. In een vallei of op een vlakte krijgen bomen door de wind vaak een hele scheve, afgeschoren vorm. De overheersende windrichting is west tot zuidwest. Zo kun je aan de hand van de vorm van de bomen je richting bepalen, ook als de zon niet schijnt. De zeereep De zeereep is de eerste rij duinen vanaf het strand. Om het achterland te beschermen tegen overstromingen heeft men vanaf de jaren ‘30 de zeereep met helm beplant. Nu is dit een rechte, aaneengesloten, dijkachtige rij duinen met helm erop. De planten houden zand vast waardoor het duin op zijn plaats blijft. De zeereep houdt echter niet alleen de zee maar ook wind tegen. De duinen erachter zijn veel minder blootgesteld aan de wind. Daardoor zijn de verstuivingprocessen in deze duinen minder heftig dan in omstandigheden waar de mens nooit ingreep. Omdat de wind wel de motor is van de verstuivingprocessen in de duinen, hindert dit eigenlijk het natuurlijke duinsysteem. Een wens van de beheerders is om in de toekomst in een groot aaneengesloten gebied in het noordwesten van het Nationaal Park achter de zeereep grootschalige natuurlijke duinactiviteit te hebben. Dit kan op gang geholpen worden door op enkele plekken in de zeereep kunstmatige gaten of stuifkuilen te maken. Bij een meer open zeereep komt er meer wind en zout het gebied in, zodat de motor krachtiger wordt. Vanuit de stuifgaten kunnen dan weer paraboolduinen vanaf het strand en de buitenste duinenrij verder het gebied in lopen, net als toen het duingebied ontstond. Dit is een begin van een grootschalig natuurlijk(er) duinlandschap met wandelende duinen achter de zeereep. Nieuwe duintjes op het strand Kijk vanaf de strandopgang naar rechts: hier is iets bijzonders te zien. Vanaf deze strandopgang tot aan IJmuiden, zijn er kleine duintjes op het strand ontstaan. Door de ligging van de pier van IJmuiden wordt 8
■
P R O V I N C I E
N O O R D - H O L L A N D
er zoveel zand aangevoerd, dat het strand steeds breder wordt. Opgedroogd zand verzamelt zich achter een pol gras of een stuk drijfhout en stuift op tot kleine duintjes. De duintjes groeien en veranderen elke dag dat het lekker waait. Hier kun je de allerjongste duintjes zien, de peuters en kleuters onder de duinen. Zo is ook de Bruid van Haarlem ooit begonnen. De jonge duintjes groeien hier tegen de vastgelegde zeereep aan en kruipen er tegenop. Bij IJmuiden is er een natte zone tussen de jonge duintjes en de zeereep: hier komt kwelwater uit de duinen op het strand. Doordat soms het zeewater daar ook nog bij komt, vormt het een heel bijzonder brakwatergebiedje, met planten als parnassia en orchideeën en dieren als de rugstreeppad.
ROUTEBESCHRIJVING Vanaf de parkeerplaats neemt u het fietspad richting Vogelmeer (blauwe route, bordjes Vogelmeer). U passeert een veerooster en klaphekje. In het duingebied loopt vee: Schotse Hooglanders (runderen), Shetlandpony’s en Koniks (Poolse paardjes). Als u ze tegenkomt: laat de dieren met rust, houd afstand en aai en voer ze niet. Wanneer u op het (verharde) fietspad loopt bevindt zich hier aan uw rechterhand de Hazenwei. In het Nationaal Park Zuid-Kennemerland zijn een aantal speelterreinen aangewezen, waar iedereen buiten wegen en paden mag lopen. In combinatie met de hoge duinen is de Hazenwei zo een waar speelparadijs! W A N D E L R O U T E
■
9
Neem het onverharde wandelpad dat links afsplitst van het verharde fietspad (witte paaltjes). Het wandelpad over Langerak volgt u ongeveer 300 m. De zandvlakte waarop u loopt nadat u van het fietspad af bent gegaan, heet Langerak. Dit is een duinvallei die eeuwen in gebruik is geweest als landbouwgrond. Tot na de Tweede Wereldoorlog zijn hier duinaardappelen geteeld, tot het grondwater niet meer bereikbaar was. De grondwaterstand daalde door drinkwaterwinning. Enkele jaren geleden is, na ruim 100 jaar, de drinkwaterwinning geheel gestopt in dit gebied. Aan het eind van de vallei ziet u een groot kaal duin. Dat is de Bruid van Haarlem. Het natuurherstelproject waarbij de Bruid van Haarlem aan het stuiven is gebracht omvatte ook Langerak. Om Langerak in een waardevolle natuurlijke staat te krijgen is de vallei volledig ontdaan van de voedselrijke bovengrond. Op deze manier is hier een milieu ontstaan waar een waardevolle, zeldzame vegetatie, die in het duin thuishoort, een kans krijgt. De pionierbegroeiing die hier te verwachten is bestaat uit bijvoorbeeld waterpunge, dwergzegge, zeegroene zegge. Als u naar het zuiden (achterom) kijkt, krijgt u een idee hoe de vallei er uit zag voor het herstelproject: hoog opgaande begroeiing van duindoorn en duinriet. Doordat Langerak vrij kaal en arm aan vegetatie is verstuift hier ook veel zand. Enkele meters onder het huidige oppervlak bevinden zich de restanten van de oude duinen. Bij een aantal jaren met heftige stormen zou dit oude oppervlak tevoorschijn kunnen komen. Maar het kan ook zijn, dat de valleibodem vrij snel begroeid raakt doordat het grondwaterniveau bereikt wordt en het voor planten makkelijker wordt om zich te vestigen. Ga rechtdoor langs de zandvlakte en dan rechtsaf de trap op. U komt een informatiebord tegen over het aardkundig monument. De duintop die u beklimt heet de Hazenberg. Hier bevindt zich een uitzichtpunt waar u uitkijkt over Langerak en de Bruid van Haarlem, en naar het oosten het Vogelmeer en een groot deel van het
10
■
P R O V I N C I E
N O O R D - H O L L A N D
Nationaal Park Zuid-Kennemerland. De Bruid van Haarlem is een zogenaamd paraboolduin en staat model voor het type duin waaruit het gebied uit is opgebouwd. (zie ook achtergrondinformatie over stuifprocessen). Op het pad dat u de Hazenberg op voert zijn een aantal interessante fysisch geografische processen zichtbaar. Onder het kopje ‘erosiegeul of wandelpad´ is daar meer over geschreven. Neem vanaf de top van de Hazenberg (als u richting Langerak kijkt) het pad aan uw rechterhand. Bij de eerste splitsing houdt u links aan. Onderaan het duin weer rechts. U komt uit op het fietspad langs het Vogelmeer. Ga linksaf het fietspad op en neem het eerste paadje weer links (groene route). U kunt nu zeggen: “Hier sta ik voor de Bruid van Haarlem, een uniek paraboolduin!” Het pad waar u nu op loopt voert u achter de Bruid langs. Links van het pad ziet u het zand van de Bruid over de duintop heen komen. Ook hier bedekt het zand de vegetatie die op het duin stond. Als het flink gewaaid heeft, kan het zand tot op het wandelpad liggen.
U bereikt een splitsing waar u 5 kanten op kunt. Neem hier het meest linkse pad, wederom de groene route. Wanneer u de steile trap afloopt, kijkt u rechts op een fossiel (niet meer actief) paraboolduin. Het pad (onderaan de trap) loopt door de vallei die voor het paraboolduin gelegen is. Het duin zelf heeft een U-vorm, die de term ‘paraboolduin’ verklaart. Links en rechts van de hoge duintop ziet u de ‘armen’ van de parabool. In de vallei groeien een paar berken op een rij. Deze bomen laten zien hoeveel invloed de wind kan hebben op planten en bomen. Als u naar het noorden (rechts) kijkt, kijkt u op een vrij kale duinhelling. Doordat die helling op het zuiden ligt, is de zon er krachtig. W A N D E L R O U T E
■
11
Er heerst eigenlijk een soort van woestijnklimaat in het klein. Daar kunnen veel planten niet tegen. Het duinviooltje en muurpeper groeien er wel, en voor zandhagedissen zijn de kleine zanderige warme plekjes heel geschikt om hun eieren te leggen. De naar het noorden gerichte helling (links) heeft een gelijkmatig klimaat, hier schijnt de zon nooit lang op. Op zo’n helling groeien veel planten, vaak struiken en helm. Een stukje verderop vindt u langs dit pad nog een interessant geomorfologisch fenomeen. Doordat het pad over een kammetje tussen twee duintopjes is aangelegd, wordt door wind- en wandelerosie de basis van beide toppen ondergraven. Hierdoor verliest het duin zijn stabiliteit en stort langzaam in. Deze aardverschuivingen zijn een 12
■
P R O V I N C I E
N O O R D - H O L L A N D
veel voorkomend geomorfologisch proces dat ook op grotere schaal overal ter wereld te vinden is. Rechtdoor en later het fietspad naar rechts op. U loopt nu in noordelijke richting. Links van u ziet u de zeereep. De zeereep beschermt het achterland tegen de invloeden van zee. Omdat het een primaire waterkerende functie heeft is het in beheer bij Hoogheemraadschap van Rijnland. Het fietspad loopt door een laaggelegen vallei, de Peperedel geheten. ‘Del’ is, net als ‘duinpan’, een oud woord voor duinvallei. Het is niet bekend wanneer deze del zijn naam heeft gekregen. Waarschijnlijk is dit aan het eind van de 19e eeuw geweest. In die tijd loonde het om na een zware storm te gaan strandjutten. Het is echter altijd verboden geweest om de voorwerpen te houden die men op het strand had gevonden. Het gebeurde daarom vaak dat jutters hun ‘oogst’ verstopten in de duinen, om het later op te halen. Een aantal plaatsen in de duinen is vernoemd naar de voorwerpen die hier tijdelijk werden opgeslagen. Zo is er bijvoorbeeld de Lattendel (hout), de Butterkop (boter) en dus hier de Peperedel (peper). Deze vallei ligt vrij laag, waardoor de bodem ’s zomers vaak vochtig blijft en er ’s winters water staat. Dit soort seizoensmeertjes zijn een natuurlijk fenomeen in de duinen. Sinds het stoppen van de waterwinning in het Nationaal Park heeft het grondwater weer een vrij natuurlijk peil. Kenmerkende planten van natte duinvalleien zijn in grote getalen teruggekomen: de Peperedel is in augustus wit van de parnassia met wat rozerood van orchideeën. Bij de kruising na de Peperedel gaat u links, richting strandslag Kattendel. Op het strand kunt u kiezen. Aangeraden wordt, de wandeling een stukje uit te breiden door naar het noorden (rechts) te lopen. Bekijk en beklim de jonge duintjes van dichtbij. De terugweg is daarna makkelijk: omdraaien en over het strand tot restaurant Parnassia lopen. Als u vanaf de strandopgang direct terug wilt, gaat u linksaf het strand op. U ziet restaurant Parnassia vanzelf liggen op de zeereep. Achter het restaurant is de parkeerplaats waar de wandeling begon. In het Nationaal Park Zuid-Kennemerland zijn veel wandelroutes uitgezet, van verschillende lengtes. Ook via de fietspaden is het gebied goed te verkennen. Elke week worden er excursies georganiseerd met diverse thema’s. Kijk voor meer informatie op www.npzk.nl
W A N D E L R O U T E
■
13
WANDELROUTE NATIONAAL
14
■
P R O V I N C I E
N O O R D - H O L L A N D
L PARK ZUID-KENNEMERLAND
W A N D E L R O U T E
■
15