1
Tekenen naar waarneming en haar plek op de kunstacademie Relevant onderdeel in het curriculum van de academies beeldende vorming?
Door Marie-Louise Wasiela Afstudeerscriptie mei 2015 Begeleid door Mirjam Nelis Fontys Hogeschool voor Beeldende Kunsten, Tilburg
2
Tekenen naar waarneming en haar plek op de kunstacademie
In welke mate is tekenen naar waarneming in het hedendaagse kunstonderwijs een relevant onderdeel in het curriculum ten behoeve van de artistieke vorming van de propedeuse studenten beeldende vorming?
Door Marie-Louise Wasiela Student Docent Beeldende Kunst en Vormgeving Lesjaar 4 Afstudeerscriptie mei 2015 Begeleid door Mirjam Nelis Fontys Hogeschool voor Beeldende Kunsten, Tilburg
3
Voorwoord Voor u ligt de scriptie ‘Tekenen naar waarneming en haar plek op de kunstacademie’, dat de relevantie van het vak probeert te achterhalen voor de hedendaagse student beeldende kunst op Nederlandse academies. Ik heb zelf op de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen les gehad en studeerde daar af in 2009. Tekenen naar de waarneming maakte daar het overgrote deel van het curriculum uit. Voor mij als student was het vak de basis van alles. Iets waar ik nooit eerder gelegenheid voor gehad om het in alle rust te bestuderen. In Nederlandse academies, zo blijkt uit dit onderzoek, is dat voor de studenten heel anders. Die relevantie van het vak was voor mij de kern van het onderzoek. Ik heb onderzocht hoe studenten hier tegenaan kijken en wat de visie van de docenten is. Deze scriptie is bedoeld voor zowel docenten als studenten aan de kunstacademie, en ook de kunstacademies zelf. Tenslotte gaat het over waarnemen en communicatie, essentiële basisvaardigheden voor elke kunstenaar, docent en academie. Ik neem u dan ook graag mee naar:
‘Tekenen naar waarneming en haar plek op de kunstacademie’ Den Bosch, 29 mei 2015
4
Inhoudsopgave Paginanummer:
Inhoud:
2
Titelpagina
3
Voorwoord
4
Inhoudsopgave
5
Inleiding
6
Onderzoeksvraag
8
Wat houd het vak ‘ Tekenen naar de waarneming’ in?
10
Kunst en nabootsing- Tekenen naar waarneming in het verleden
13
De Kunstacademie
16
De propedeuse student; de adolescent (psychologisch profiel) en hun visie op tekenen naar de waarneming.
18
Verwachting van de studenten van het vak ‘Tekenen naar Waarneming’
23
Tekenen als manier van leren kijken (waarneming)
26
Relevantie van tekenen naar de waarneming; tekenen en het brein
30
Tekenen als universele taal
33
Tekenen naar waarneming- metingen bij studenten
38
Tekenen naar waarneming op academies
41
Tekenen naar waarneming en de relevantie hiervan in de hedendaagse kunstwereld
43
Conclusie
44
Advies naar kunstacademies en docenten beeldende kunst
47
Nawoord
48
Literatuurlijst
54
Bijlage 1: Enquêtemodellen
62
Bijlage 2:Techniek in het kunstonderwijs- een definitie
5
Inleiding Met dit onderzoek wil ik ingaan op het belang van het vak ‘ tekenen naar de waarneming’ zoals dit waarneembaar is bij propedeuse studenten in het hedendaagse HBO voltijds kunstonderwijs. In welke mate maakt ‘tekenen naar de waarneming’, zoals dit aan bod komt bij bijvoorbeeld lessen modeltekenen; het onderdeel uit van het curriculum? En hebben studenten hier behoefte aan? Wat is de invloed van dit vak, op welke manier kan het studenten verreiken? In mijn onderzoek beperk ik mij tot drie Nederlandse academies, waarbij ik me richt op de propedeuse studenten, hun behoeften en ervaringen met het vak. Laten we eerst de grondwaarden verduidelijken; in de komende hoofdstukken zal ik de doelgroep (propedeuse studenten) belichten, waarna ik het begrip ‘Tekenen naar de waarneming’ zal definiëren. Vervolgens ga ik de kerndoelen in het curriculum van het hedendaagse kunstonderwijs toelichten. Hierna ga ik met mijn onderzoek in op de ervaringen van propedeusestudenten van drie verschillende kunstacademies in Nederland, te weten de Sint Joost Academie in Den Bosch, de Fontys Hogeschool voor beeldende Kunst in Tilburg en Artez in Arnhem. Middels enquêtes en interviews probeer ik tot een helder kader te komen, om dit vervolgens te verwerken tot een advies. Dit onderzoek is uitgevoerd als een desktop-en praktijkonderzoek, waarbij ik gebruik heb gemaakt van literatuuronderzoek naar de doelgroep, de curricula en kerndoelen van de betrokken academies, individuele diepte interviews met studenten en enquêtes, jonge kunstenaars (maximaal 10 jaar geleden afgestudeerd), en kunstdocenten op de betrokken academies. Daarnaast heb ik leerlingen geobserveerd terwijl zij deelnamen aan lessen ‘tekenen naar waarneming’.
6
‘In welke mate is tekenen naar de waarneming in het hedendaagse kunstonderwijs (voltijds -HBO) een relevant onderdeel in het curriculum ten behoeve van de artistieke vorming van de propedeuse studenten beeldende vorming?’ Bovenstaande vraag vormt de kern van mijn onderzoek. Zij is ontstaan op basis van mijn eigen ervaringen op de kunstacademie. Ikzelf heb bewust gekozen voor een academie (Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Antwerpen) waar veel aandacht was voor het vak tekenen naar de waarneming. Maar in Nederlands kunstonderwijs lijkt dit vak steeds minder aandacht te krijgen. Is dat erg? Ik denk het wel. In mijn onderzoek kijk ik naar de hoeveelheid uren dat aan dit vak besteed worden op de diverse academies. Is er vanuit de studenten behoefte aan meer of minder uren dan die zij krijgen? Wat denken zij dat de waarde van het vak is? En wat vinden zij hieraan belangrijk. Hoe wordt het vak vorm gegeven? Hoe wordt er naar het vak gekeken door professionals uit het werkveld? En wat is de waarde van het vak als je kijkt naar het effect op het brein? Men zegt vaak dat het Nederlandse (HBO-) kunstonderwijs sterk conceptueel is en dat hier weinig aandacht voor vakken als tekenen naar de waarneming is. Daarmee wordt bedoeld dat het accent in de opleiding ligt op het ontwikkelen van ideeën, en niet zozeer de uitvoering van dat idee naar beeld belangrijkste is, maar de achterliggende gedachten die aan een werk ten grondslag liggen. Maar het vak ‘ tekenen naar de waarneming’ is niet enkel gericht op het leren tekenen. Het gaat over leren kijken, écht kijken, en niet tekenen wat je denkt te zien. In mijn ervaring als professional zie ik dat studenten zichzelf continue corrigeren, de hersenen vullen informatie over verhoudingen bijvoorbeeld nogal nonchalant in. Als gevolg hiervan gaan studenten echt kijken naar waar iets zich bevindt, vergelijkend en metend, voordat er getekend wordt. Het gaat ook over concentratie, en het onderwerp uitdiepen. Tijdens het tekenen worden er allerlei artistieke keuzes gemaakt, bijvoorbeeld de plaats van het voorwerp op het blad, zware of lichte lijn, heftig lichtdonkercontrast of juist subtiel. Het vak is dus niet enkel tekenen, maar erachter schuilt meer. Wat voor effecten heeft het vak, op neurologisch en artistiek vak? In mijn onderzoek wil ik dit gaan bestuderen; en evalueren of het vak juist meer of minder in het curriculum moet worden opgenomen. Om gerichte resultaten te verkrijgen heb ik mijn onderzoek beperkt tot de propedeuse studenten Beeldende Kunst, op drie Nederlandse academies, AKV Sint Joost in Den Bosch, FHK in Tilburg en Artez in Arnhem.
7
“The art of drawing which is of more real importance to the human race than that of writing.. Should be taught to every child just as writing is.”
-John Ruskin (kunstenaar en kunstcriticus, 1819-1900) (Museum)
Afbeelding 1: John Ruskin, ‘The Aigiulle Blaitiere’, tekening met inkt, formaat onbekend, 1856 (web)
8
Wat houd het vak ‘ Tekenen naar de waarneming’ in? Het vak ‘ Tekenen naar de waarneming ‘ staat meestal niet onder deze naam op de lesroosters. Op ABV Sint Joost bijvoorbeeld is het onderdeel van het vak 2D. Bij tekenen naar de waarneming is de essentie dat leerlingen tekenen naar ‘ levend voorbeeld’. Het werd vroeger ook ‘tekenen naar de natuur’ genoemd. Hiermee wordt bedoeld dat het onderwerp van de tekening zich in dezelfde ruimte bevind als de student, en dat er bijvoorbeeld niet van een foto wordt nagetekend. Het kan bijvoorbeeld de vorm aannemen van het tekenen naar (naakt-) model, of het tekenen van een landschap of interieur, portret, en stillevens. Doel van de lessen kan dan bijvoorbeeld zijn; het bestuderen van de anatomie, perspectief of constructie, door het onderwerp na te tekenen. Dit gebeurt vaak klassikaal. Leerlingen staan rond een model of in kleinere groepjes rond een object of een landschap en maken individueel of soms in samenwerking een of meerdere tekeningen van hun onderwerp. Het vasthouden van een standpunt is voor de leerling belangrijk, omdat als van standpunt verandert wordt, het perspectief ook veranderd. Docenten begeleiden de leerling hierin door ze specifieke oefeningen op te geven, door leerlingen bijvoorbeeld te laten tekenen vanuit het vlak. Elementen uit het tekenen komen hierbij aan bod, zoals lijn, vlak, toon en materiaal (Broos, Filedt Kok, Hecht, et alli, 1980) vorm, kleur, contrasten, beweging, en compositie. De leerling leert niet alleen deze elementen kennen, maar leert ook kijken, niet de oppervlakkige blik, maar het bestuderende zien. De manier waarop het vak gegeven wordt verschilt per docent. Sommige docenten geven alleen een richtlijn aan en laten studenten heel vrij; voor hen staat bijvoorbeeld centraal hoe een werk tot stand komt, en minder wat het resultaat is. Soms worden er oefeningen gedaan om leerlingen anders te leren kijken, het materiaal te ontdekken of bewegingsoefeningen. Een voorbeeld van een dergelijke oefening is bijvoorbeeld het maken van toonladders, waarbij de toonnuances worden ontwikkeld. Deze oefeningen werden voor het eerst beschreven door kunstenaar Johannes Itten, die als leraar verbonden was aan het Bauhaus. (Kunstbus) De student begint dan bijvoorbeeld met een heel lichtjes opgezette lijn die herhaald wordt, maar dan iedere keer iets zwaarder aangezet. Een oefening in materiaal kan dan gaan om fijn of grofkorrelig papier, of het werken met verschillende materialen, zoals houtskool, inkt, Siberisch krijt, pen en penseel, zodat het materiaal en mogelijkheden van het materiaal wordt ontdekt. Volgens Broos, Filedt Kok, Hecht et alli. (1980) is deze ‘ nadruk op het materiaal en de mogelijkheden die daarin verscholen liggen, typerend voor het onderwijs aan het Bauhaus en stoelt dat op het oude geloof dat de materie bezield is’.
9
Bewegingsoefeningen, zoals tekenen op muziek komen ook voor. In Nederland werd dit bijvoorbeeld op deze manier gedoceerd door schilder Paul Citroen, een leerling van Johannes Itten, een oprichter van ‘ de Nieuwe Kunstschool’ (1933-1943). (Hofkamp & Uitert, 1980) Ook in het huidige onderwijs komen deze oefeningen terug, zo gebruikt kunstenaar en docent Hans Laban dit soort oefeningen op academie Sint Joost in Den Bosch. Dit komt naar voren in observaties tijdens de lessen modeltekenen. (2015) Andere docenten leggen meer nadruk op het ‘ tekenen wat je ziet’, waarbij geprobeerd wordt in de tekening het onderwerp zo waarheidsgetrouw na te bootsen. Dit wordt vaak aangeduid als ‘academisch en traditioneel’ onderwijs. Weer anderen gaat het om ‘ de natuur vertalen’, geen exacte weergave dus, maar de visie van de tekenaar hierop. Variaties vind je ook in de aanpak qua tijd en benadering van het onderwerp. Tekenen in korte tijdspannes ( 3 minuten) tot lange tijdspannes (uren), niet tekenen maar alleen het onderwerp bekijken, pas nadat het onderwerp verwijderd is ma g er getekend worden (tekenen vanuit het geheugen), tekenen met de ogen dicht, blind tekenen terwijl er naar het onderwerp gekeken wordt maar niet naar het tekenvel, tekenen met de ongeoefende hand ( niet de hand waarmee men normaliter tekent), tekenen vanuit de contour of vlak; het zijn allemaal methodes om leerlingen beter te leren kijken, vrijer te maken of snel tot de essentie in het weergeven van het onderwerp te komen. (Broos, Filedt Kok, Hecht, Schwartz, Uitert, & Veldman, 1980).
10
Kunst en nabootsing- Tekenen naar waarneming in het verleden De manier waarop tekenen, of ‘tekenen naar de waarneming’ wordt ingezet is altijd veranderlijk geweest. Daarom neem ik u mee naar het verleden van het tekenen naar de waarneming. Vanuit het verleden staat ‘ het masker’ symbool voor de kunsten en voor nabootsing. In de 14e tot en met de 16e eeuw werden de beeldende kunsten pas gezien als een aparte categorie. Daarvoor hadden schilders, beeldhouwers in feite dezelfde status als ambachtslui zoals meubelmakers. Literatuur, poëzie en muziek stonden wel apart als kunstwetenschappen. De beeldend kunstenaars hadden niet de vrijheid van nu; ze waren gebonden aan de opdrachtgever. (Kristeller, 1962) Ze maakten met andere woorden wat de opdrachtgever wenste. De periode van de 16 e tot de 18e eeuw behoorden de beeldende kunsten tot de kunstwetenschappen en waren ze gebonden aan ‘ de regels van de kunst’; deze was gebaseerd op de klassieke kunst uit de Griekse en Romeinse oudheid en de Italiaanse renaissance. Kunst moest als onderwerp Bijbelse, mythologische of vaderlandse historie hebben en een verheffende werking hebben. Die verheven boodschap kon alleen overgebracht worden door als vorm de werkelijkheid af te beelden, maar dan geïdealiseerd. (Blok, 1992) Het weergeven van de werkelijkheid als het ware, maar dan de betere versie ervan. Maar in de 18e eeuw stonden de ‘ regels van de kunst’ ter discussie en uiteindelijk werd er in de 19e eeuw mee gebroken. (Hoogeboom, 1994) Tekenen naar de waarneming wordt veel gedaan, zowel door de professional als door de leek, ter communicatie en verluchting. (Thebookoflife) De komst van de camera zorgt ervoor dat tekenen naar waarnemingen door leken minder gedaan werd. In de 18e eeuw wordt het tekenen naar waarneming voornamelijk gezien als studie, een voorbereiding op het maken van een schilderij. In de huidige kunstwereld kan een tekening ook een op zichzelf staand kunstwerk zijn. Het tekenen wordt in dit vak gezien als doel op zich, en niet zoals dat bijvoorbeeld in de 18 e eeuw gebruikelijk was als voorbeeld voor een schilderij. De manier waarop de jonge kunstenaar onderwezen wordt is ook danig veranderd, en veranderd nog steeds. Daar waar men vroeger in ‘de leer’ ging bij een meester, die vaak meerdere leerlingen had, gaan leerlingen nu naar een academie. De beeldende kunsten zelf zijn ook veranderd, met de komst van de camera zijn de kunsten uitgebreid met fotografie, film, en performance. Maar de basis van al deze beeldende vakken is nog altijd het kijken, dat wat men waarneemt. Toch staat het voortbestaan van dit vak weer ter discussie. En niet alleen het vak, maar het nut van de academie als manier om kunstenaars op te leiden. Het beroep van kunstenaar is niet beschermd, en iedereen, met of zonder diploma, kan zich zo noemen. De beslissing wat
11
kunst is of zou moeten zijn ligt niet bij de kunstacademies, maar bij musea, stichtingen en galeries, zoals Thierry de Duve het verwoordt: The technical aspect of the artistic apprenticeship is minimized in relation to the intellectual, historical, and cultural aspects conveyed trough specialized journals, catalogues, books and mediums which come from the private sector in most part,while aesthetic aspects have been taken over by museums, art centers and galleries. (Duve, 2009) Met andere woorden, de relevantie van kunst of kunstenaar wordt zelden door de academie bepaald maar door instanties daarbuiten. Toch is het aan de aankomende kunstenaar om werk op te bouwen. Het vak ‘ tekenen naar waarneming’ gaat dan ook niet alleen over het technisch tekenen, maar over essentiële basisvaardigheden waar elke kunstenaar over zou moeten kunnen beschikken.
12
“Drawing is rather like playing chess: your mind races ahead of the moves that you eventually make.” -David Hockney (schilder ,geboren in 1937) (Brainyquote)
Afbeelding 2: David Hockney, titel onbekend, inkt op papier, datum onbekend (Hockney, 2011)
13
De Kunstacademie De kunstacademie is een instituut waar voornamelijk kunstonderwijs wordt gegeven op Hboniveau, en in sommige gevallen op universiteitsniveau. Voor dit onderzoek beperk ik me tot Nederlandse kunstacademies (HBO) waar voltijd onderwijs wordt gegeven. Onder het kunstonderwijs wordt kunst, cultuur, ontwerp, media, en de creatieve industrie verstaan. Studenten van hoger kunstonderwijs staan bekend als ondernemend en gedreven, vandaar dat in de opleidingen ook ondernemerschap wordt belicht. (Hogescholen, Kunst, 2015) Studenten kunnen deelnemen aan het onderwijs na een selectieprocedure die per academie verschilt. Die selectie zorgt voor een bepaalde kwaliteit en motivatie bij de aankomende studenten, maar wordt ook aangewend om het aantal studenten bij bepaalde opleidingen te reduceren om een goede aansluiting te houden met de arbeidsmarkt. De kunstacademie doceert vaak niet alleen Beeldende Kunst maar ook toegepaste kunst zoals design, grafische vormgeving en illustratie. Per academie zijn er vaak verschillen in het curriculum. Zo legt de ene academie zich meer toe op traditioneel onderwijs, terwijl bij anderen niet het resultaat het belangrijkste is, maar het proces. Voor dit onderzoek heb ik gekeken naar drie verschillende hogescholen: - Artez in Arnhem -ABV Sint Joost in Den Bosch -FHK in Tilburg In 2002 hebben zij gezamenlijk een profiel samengesteld. Zij beperken zich tot vijf domeinen: Beeldende Kunst en Vormgeving, Film en Televisie, Muziek, Theater en Dans. (Kunstvakonderwijs, 2015). Wat de academies gemeen met elkaar hebben is een sterke oriëntatie op beroepspraktijk, een wens om vanuit de academie vakmanschap aan te leveren, en kennis en wetenschappelijke inzichten. (HBO-raad, 2015) Bij de studenten wordt onderzoekend vermogen gestimuleerd, evenals interdisciplinair denken en handelen zodat ze later beter aansluiten op het beroepsveld. Elke academie kiest voor een eigen missie en profiel, met andere nuances. Er ontstaat dus meer variëteit tussen de academies. Tegelijkertijd willen ze zowel nationaal als internationaal een duidelijk gemeenschappelijk profiel weergeven. De drie academies waar ik mijn onderzoek heb gedaan hebben allen hun eigen accentpunten. Zo ziet Artez in Arnhem ‘ kunst als zuurstof voor de samenleving’.(Artez, 2015) Daarbij willen ze kunstenaarschap bevorderen dat niet alleen ‘focust op traditionele kunst, maar op creativiteit voor de gehele samenleving.’
14
Propedeusestudenten krijgen drie dagen in de week de zgn. ‘thema-ateliers’ waar ze alle media en technieken kunnen verkennen. Het vak ‘tekenen naar de waarneming staat niet als zodanig aangeven maar is wel onderdeel van het curriculum. Gedurende een heel semester wordt het een hele dag gegeven aan studenten, in dit semester is dit dus 8 uur per week. Hierna komt het nog steeds terug in het curriculum, alleen versoepelde vorm. Bij FHK Tilburg ligt het accent niet alleen op beeldende kunst maar ook op docentschap, omdat daar wordt opgeleid tot Docent Beeldende Kunst. Zij hebben een meer uitgesproken visie over het aandeel van ‘Tekenen naar waarneming’, zo staan tekenen en schilderen als technieken uitdrukkelijk vermeld bij het programma van de propedeuse. Gemiddeld besteden zij 4 uur per week aan een vorm van tekenen naar waarneming. ABV Sint Joost profileert zich als een academie die het beeldend ontwikkelen belangrijk vind, met oog voor kritische zelfreflectie, onderzoek en zelfstandigheid. (Joost S. , 2015) Zij kiezen pas in het tweede halfjaar van de propedeuse voor een specialisatie in beeldende kunst, studenten hebben dus een gezamenlijk eerste (half- ) jaar. Op Sint Joost is er dus pas in het tweede half jaar ruimte voor ‘Tekenen naar de waarneming’, het vak heeft geen vaste plek in het rooster, maar wordt gegeven wanneer de docenten dat wenselijk vinden. Gemiddeld hebben studenten 4 uur per week les in tekenen naar waarneming. Een heel verschil met bijvoorbeeld de Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen, waar gemiddeld 4 dagen per week werd lesgegeven, ongeveer 32 uur. “These are no longer academies, with studios where just painting and sculpture are taught. Students are treated as artists already, with the school existing mainly to help them find their own way.” (Danto, 2007) Deze stelling van professor in de filosofie en kunstcriticus Arthur Danto geeft de tendens weer op kunstacademies, die de hun aandacht verleggen van het doceren van meer traditionele vaardigheden zoals tekenen naar waarneming, naar het vinden van een persoonlijke zoektocht van de student. Een vak als tekenen naar waarneming wordt niet altijd standaard meer opgenomen in het curriculum, hoewel het in de drie onderzochte academies toch altijd in meer of mindere mate terug te vinden is in het curriculum. Academies zijn er niet altijd geweest. Niet iedereen is ervan overtuigd dat de academie in de huidige vorm moet blijven bestaan. Wat is de waarde van het vak tekenen naar waarneming voor de nieuwe generatie kunstenaars?
15
“Even as a kid in drawing class, I had real ambition. I wanted to be the best of the class, but there was always some other feller who was better, so I thought, ‘It can’t be about being the best, it has to be about the drawing itself, what you do with it.’ That’s kind of stuck with me.” Damien Hirst, kunstenaar (1965) (Brainyquote)
Afbeelding 4:’ Death is irrelevant’, Damien Hirst, zwarte stift op katoen, formaat onbekend, datum onbekend. (Hirst)
16
De propedeuse student; de adolescent (psychologisch profiel) en hun visie op tekenen naar de waarneming. In dit hoofdstuk geef ik een kleine introductie op de leeftijdsfase waarin de studenten zich bevinden. Daarnaast vindt u de visie van deze studenten op het vak tekenen naar waarneming. Hiertoe heb ik een enquête gehouden onder 50 studenten van de al besproken academies, te weten Artez in Arnhem, Sint Joost in Den Bosch en de Fontys Hogeschool voor de Kunsten. De studenten in het propedeusejaar zijn gemiddeld tussen de 17 en 25 jaar oud. Daarmee vallen de leerlingen nog in de leeftijdsfase adolescentie. De adolescentie duurt van ongeveer twaalf jaar tot vijfentwintig, de puberteit en jeugd zijn onderdeel van de adolescent. Bij adolescentie ('opgroeien') gaat het om de verandering van een onvolwassen jongen of meisje in uiterlijk en gedrag naar volwassene. (Delfos, 2005) De leeftijd waarin de volwassenheid intreedt, staat niet vast, want het moment dat de jongvolwassene voor het eerst meedraait in de maatschappij wordt als het 'punt van volwassenheid' gezien. Dit gebeurd door het voldoen aan de zgn. markers; door in de eigen levensbehoeften te voorzien, de verantwoordelijkheid in partnerschap/gezin op zich te nemen en zelfstandig ideologische en levensbeschouwelijke standpunten in te nemen. Dit vindt bij ieder individu natuurlijk op een ander moment in het leven plaats. In onze westerse maatschappij ben je als 18-jarige meerderjarig, maar wordt je niet altijd als volwassene beschouwd, omdat de meeste achttienjarige nog niet als zodanig functioneren. Veel jongeren studeren dan nog, en blijven lange tijd afhankelijk. Daarom is de adolescentieperiode vrij lang, in tegenstelling tot sommige andere culturen. De voorwaarden voor de overgang van kind naar volwassene wordt aangegeven door de al eerdere genoemde markers (voor het eerst benoemd door Elkind in 1978); indicaties dat de volwassenheid is bereikt. (voorbeelden hiervan zijn de voltooiing van de opleiding, het aanvaarden van werk en het aangaan van seksueel contact) Wat bovendien meetelt is de rijping van het centrale zenuwstelsel (hersenen), deze wordt voltooid rond het vijfentwintigste levensjaar. De studenten die in het propedeusejaar zitten zijn niet meer in de eerste deel van de adolescentie (vroeger puberteit genoemd, waarin vooral lichamelijke veranderingen invloed hebben) maar in het tweede deel van de adolescentie, de jeugd. In deze periode staat de beleving van het (veranderde) lichaam op de centraal. (Delfos, 2005) De jongere gaat zich door de veranderingen steeds meer uiten als een volwassene, en de omgeving reageert hierop door eisen te stellen aan de jongere. Dit is een wisselwerking tussen adolescent en omgeving. In deze periode is de jonge adolescent in staat om brede verbanden te leggen, het lange termijn geheugen is gegroeid; kennis kan veel beter opgenomen en verwerkt worden. Waar beginnende adolescenten nog moeite hebben met abstract denken ( dus niet alleen het concrete, dat zichtbaar is, maar juist begrippen die dat niet zijn) is dit in de late
17
adolescentie meer ontwikkeld, waardoor men studenten meer kan prikkelen met een hypothese/vraagstelling dan met een uitleg. Voor jonge kunststudenten vind ik dit een belangrijke ontwikkeling omdat je als beeldend kunstenaar jezelf en de wereld om je heen continu bevraagd, en daar op moet kunnen reflecteren. Dat vermogen van abstract denken levert naar mijn mening kunststudenten op die eigenzinnig en out of the box denken, en hun eigen waarheid scheppen. Die waarheid kan heel abstract en niet- theoretisch zijn, maar voorwaarde is dat studenten die zelf scheppen in plaats van uit te gaan van standaard theorieën. In de adolescentie in het algemeen is er sprake van een intellectuele groei, en hoewel ze dus brede verbanden gaan zien en vaak goed hun argumenten voor een bepaalde stelling kunnen verwoorden, moet de nuancering in die argumenten nog groeien. School, in dit geval de academie is daarnaast voor de adolescent een belangrijke plek omdat hier vaak automatisch contact met leeftijdsgenoten plaatsvindt. In de klassen die ik begeleid zie je heel duidelijk het sociale en ondersteunende effect hiervan terug, ideeën worden besproken, waardoor ze van elkaar leren, niet alleen in lesstof maar ook in omgang. Leeftijdsgenoten zijn voor de adolescent belangrijker dan volwassenen, school is dus niet alleen belangrijk met het oog op de toekomst.
18
Verwachting van de studenten van het vak ‘Tekenen naar Waarneming’ Tussen de propedeusestudenten op de academie zit relatief veel leeftijdsverschil, de jongste studenten zijn 17 jaar, terwijl er ook studenten van 24 en ouder in de klas zitten. In de enquêtes die ik afnam op de drie verschillende academies vroeg ik naar hun mening over het vak tekenen naar waarneming. Op de volgende pagina vindt u een cirkeldiagram waarin je de verwachting van de studenten kan zien. (Studentenenquete, 2015) De verwachtingen van studenten waren vrij divers. Zo verteld Linde (23 jaar) in antwoord op de vraag wat zij verwachtte van het vak ‘tekenen naar de waarneming’: “ meer technieken leren, verhoudingen leren, variatie in materiaal leren. Ook meer traditionele teken/schilderwijzes leren.” (Studentenenquete, 2015) Zij staat hierin niet alleen, 27% van de studenten verwacht dit in deze les. Ook ‘oefening’ is een belangrijke verwachting van de les. Lotte (18 jaar) verwoordt haar verwachting zo: “ een betere tekenvaardigheid opbouwen zodat ik dat in mijn eigen werk kan toepassen”. (Studentenenquete, 2015) Voor haar is het tekenen naar waarneming een oefening waarmee ze waarden opbouwt om in haar eigen werk toe te passen. Hoewel de verwoording en achterliggende reden per student verschilt, deelt maar liefst 23% haar mening. 12 % zag het vak als middel om zichzelf als kunstenaar verder te ontplooien en verwachtte dat het uitzoeken van de identiteit die daarbij hoorde voor hem of haar het belangrijkste was. Anderen, 11%, verwachtte zijn of haar tekenvaardigheden te verbeteren. 11% verwachtte niks specifieks van het vak, alleen dat ze met tekenen in het algemeen bezig zouden zijn.
19
Wat verwachten studenten van het vak 'Tekenen naar Waarneming' ? Concentratiespanne verlengen 1% Verbeteren van tekenvaardigheden 11%
Zelfexploratie als beeldend kunstenaar 12%
Had geen specifieke verwachting 11% Techniek leren (verhoudingen leren herkennen en gebruiken, materiaal vaardig gebruiken,bewust gebruik van kleur, compostie, lijnvoering, vormherkenning, lichtwerking, ect.) 27%
Oefenen met tekenen naar waarneming met als doel een gelijkende tekening 23% Leren observeren 15%
Afbeelding 4: ‘verwachting van studenten over het vak teken naar waarneming’, ML Wasiela; grafiek, 2015 (Studentenenquete, 2015)
Dit vinden studenten belangrijk in ‘Tekenen naar waarneming’ We hebben nu kunnen zien wat de gemiddelde verwachting van de studenten van het vak is. Maar wat vinden ze nu het belangrijkste van het vak? Ook dat heb ik in de enquête gevraagd. De resultaten waren heel divers.
20
Wat vinden de studenten het belangrijkste in 'Tekenen naar waarneming? Rust voelen/krijgen 6%
Duidelijkheid 1%
Sfeer weergeven 3% Het experimenteren 3%
Oefening 6%
Techniek leren beheersen (verhouding, materiaalbeheersing , kleurgebruik, compositie vlakverdeling, lichtwerking, lijvoering) 17%
Plezier in het tekenen 3% Concentratie 1% Progressie in het tekenen 9%
Zelfexploratie als beeldend kunstenaar 16% Waarneming gebruiken als inspiratiebron in de tekening 7%
Leren observeren/waarne men/kijken 20%
Natuurgetrouw leren natekenen 8%
Afbeelding 5 ‘dit vinden studenten belangrijk in het vak teken naar waarneming’, ML Wasiela; grafiek, 2015 (Studentenenquete, 2015)
Zoals u hierboven kunt zien wordt vooral het leren waarnemen het belangrijkste gevonden, met 20% van de deelnemers. Het wordt nog belangrijker gevonden dan het leren van techniek (17%) en de zelfexploratie als beeldend kunstenaar (16%). Hiermee wordt bedoeld dat het tekenen naar waarneming een middel is om te ontdekken wat het beste bij de leerling past als beeldend kunstenaar.
21
De beleving van studenten Als het gaat over ‘tekenen naar waarneming’ ervaren studenten in beleving een concentratie (15%) en een focus op de waarneming (17 %), maar ook een fijn gevoel ( 17 %) Over het algemeen wordt het vak positief beoordeeld, studenten vinden het leerzaam (11%), ontspannend (7%) en gaan op in het tekenen (4%), zoals u in onderstaande grafiek kunt aflezen. Een 1 op de 10 studenten heeft negatieve gevoelens en ervaart een gevoel van frustratie bijvoorbeeld omdat ze het “ moeilijk vinden, met compositie en concentratie” zoals Jonne (24 jaar) het uitdrukt. Anderen, zoals Willemijn (21 jaar) vind het frustrerend omdat ze ”te weinig les heeft om echt beter te worden”. (Studentenenquete, 2015)
Hoe beleven studenten het vak 'Tekenen naar Waarneming' (ervaring, gevoel, omschrijving) Beschouwen het als een gelegenheid voor experiment 2%
Inspiratie 2%
Beschouwd het als een gelegenheid om aan 'techniek' te werken 2% Concentratie 15%
Beschouwen het als een oefening 7%
Gefocused op het waarnemen/kijken/obs erveren 17%
Ontspannend 7%
Zelfexploratie als beeldend kunstenaar 2%
Fijn gevoel 17%
Leerzaam 11%
Frustratie 10%
Verstand op 0/ opgaan in het tekenen 4% Ervaren een gemis aan het aanbieden van ' techniek' 4%
Over het algemeen krijgen leerlingen niet veel les in tekenen naar waarneming; zowel St. Joost als de Fontys heeft een gemiddelde van 4 uur tekenen naar waarneming per week, en het wordt vaak maar een á twee semesters per jaar aangeboden. Bij Artez is dit acht uur per week, gedurende één semester. Het vak neemt daarmee maar een klein gedeelte in het gehele curriculum. Een ander punt van kritiek dat in de grafiek voorkomt is dat 4% van de leerlingen het gevoel heeft dat er te weinig aandacht is voor het leren van techniek.Ik zou me kunnen voorstellen dat de beperkte lestijd voor het vak hieraan debet is. Afbeelding 6 (hierboven): ‘beleving van studenten over het vak teken naar waarneming’, ML Wasiela; grafiek, 2015 (Studentenenquete, 2015)Afbeelding 7: (volgende pagina) ‘ The Embrace, Auguste Rodin, inkt en krijt op papier, maakdatum onbekend (Rodin)
22
23
“What is drawing? Not once in describing the shape of the mass did I shift my eyes from the model. Why? Because I wanted to be sure that nothing evaded my grasp of it.. My objective is to test to what extend my hands already feel what my eyes see.”
Auguste Rodin 1840-1917 (Museum)
24
Tekenen als manier van leren kijken (waarneming) ‘ De echte reis van ontdekking bestaat niet uit het zoeken naar nieuwe landschappen maar in het hebben van nieuwe ogen’ Proust, (Jayne & Proust, 2014) Tekenen naar de waarneming heeft als eigenschap dat de tekenaar niet vluchtig kijkt naar een onderwerp, maar in feite leert kijken op een andere manier, die gaat over details, contrasten, verhoudingen en kleuren, zodat het visueel kan worden weergegeven. Het werd als eerste beschreven door de kunstcriticus en kunstenaar John Ruskin. In de 19e eeuw werd de fotocamera steeds intensiever gebruikt, een beetje zoals wij dat doen met de mobieltjes van nu. Je ziet iets moois, je maakt een foto, en je gaat weer verder, zonder eigenlijk echt goed gezien te hebben wat je aandacht in de eerste plaats ving. In de tijd van Ruskin was het heel gebruikelijk om datgene te tekenen ( ongeacht of dat bij je beroep hoorde of dat je er aanleg voor had), maar Ruskin zag dat dit door de komst van de camera verloren ging. Hieronder vind je een citaat van Ruskin waarin hij het verschil beschrijft tussen een tekenaar en een gewone toeschouwer, en het verschil in kijken. (Thebookoflife) ‘Let two persons go out for a walk; the one a good sketcher, the other having no taste of the kind. Let them go down a green lane. There will be a great difference in the scene as perceived by the two individuals. The one will see a lane and trees; he will perceive the trees to be green, though he will think nothing about it; he will see that the sun shines, and that it has a cheerful effect; and that’s all! But what will the sketcher see? His eye is accustomed to search into the cause of beauty, and penetrate the minutest parts of loveliness. He looks up, and observes how the showery and subdivided sunshine comes sprinkled down among the gleaming leaves overhead, till the air is filled with the emerald light. He will see here and there a bough emerging from the veil of leaves, he will see the jewel brightness of the emerald moss and the variegated and fantastic lichens, white and blue, purple and red, all mellowed and mingled into a single garment of beauty. Then come the cavernous trunks and the twisted roots that grasp with their snakelike coils at the steep bank, whose turfy slope is inlaid with flowers of a thousand dyes. Is not this worth seeing? Yet if you are not a sketcher you will pass along the green lane, and when you come home again, have nothing to say or to think about it, but that you went down such and such a lane.’
25
Het effect wat Ruskin beschrijft is wat we waarnemen noemen, door te tekenen naar de waarneming kijk je geconcentreerd en gedetailleerd naar het onderwerp, een andere manier van kijken dan een vluchtige blik. Tekenen naar waarneming is mensen leren kijken, het bewust registreren van wat het oog ziet, niet met de afwezige blik maar met aandacht. Door het tekenen observeren we niet alleen de schoonheid en details van het onderwerp, maar krijg je ook een groter begrip voor het onderwerp. Dit is cruciaal voor kunstenaars in opleiding, het laat zien dat ‘tekenen naar waarneming’ niet slechts het leren van tekenvaardigheid is, maat ook het leren waarnemen, een vaardigheid die nuttig is voor elke kunstenaar (in de dop).
26
“Drawing is a kind of hypnotism: one looks in such a way at the model, that he comes and takes a seat on the paper.” Pablo Picasso ( schilder, 1881-1973) (Museum)
Afbeelding 8 Pablo Picasso tekent met licht, fotowerk van Gjon Mili in 1949 (Mili & Picasso, 2009)
27
Relevantie van tekenen naar de waarneming; tekenen en het brein Wat gebeurd er in het brein dat ervoor zorgt dat studenten over het algemeen een prettige beleving van het vak hebben? In dit hoofdstuk probeer ik zo helder mogelijk inzichtelijk te maken wat er gebeurd met mensen als zij tekenen naar de waarneming. Als je tekent ben je in eerste instantie bezig met het verwerken van visuele informatie, die aangeleverd wordt via uw ogen. (Purcell, 2012) Die informatie wordt verwerkt op “twee verschillende manieren, namelijk ruimtelijk (visueel)en intellectueel „ zoals de Amerikaanse auteur en docent aan het Snow College Carl Purcell het omschrijft. Hij beschrijft dat het waarnemen van deze informatie uit vormen en ruimtes, donkere en licht patronen bestaat, terwijl de herkenning van deze vormen pas in een later stadium plaatsvindt. Het intellectuele gedeelte van je hersenen verwerkt deze informatie tot gegevens. Dit valt het beste te verduidelijken met een omschrijving hoe de hersenen ingedeeld zijn. De hersens worden onderverdeeld in een linker-en rechterhersenhelft. In de hersenen zijn allerlei verschillende gebieden gelokaliseerd die allemaal hun eigen functie hebben. Ik ga hier niet uitgebreid op in, maar richt me op de gebieden die gestimuleerd worden bij het tekenen. De linkerhersenhelft verwerkt de spraak, verwerking van gedachten, cijfers, letters en woorden verwerkt. Het bevat het rationele en analytische deel van je brein. Bij het tekenen zorgt deze helft ervoor dat: “-Je verhoudingen kunt aanbrengen met behulp van mathematische logica. -Een compositie kunt maken aan de hand van de compositieregels. -De onderdelen van het voorwerp dat je tekent kunt benoemen. -De procedures om een tekening te maken stap voor stap kan analyseren. -Herkennen van patronen, texturen” (Hoddinott, 2010) Je rechterhersenhelft ‘ is je non-verbale en intuïtieve brein, dat denkt in patronen, plaatjes, gecomponeerd uit een geheel, en begrijpt geen nummers, letters of woorden.’ (Bergland, 1985) Deze helft wordt gebruikt bij gezichtsvermogen, waarneming, intuïtie en creativiteit. Concreet zorgt deze helft voor bij het tekenen voor: “- Verhoudingen en gelijkenissen tussen vormen en ruimtes zien. -Verschillende visuele elementen combineren om zo een volledig beeld van iets te krijgen. -Instinctief composities zien. -Basis van fantasie.” (Hoddinott, 2010)
28
Bij het tekenen is er een sprake van een intensieve samenwerking van beide hersenhelften. Purcell stelt dat problemen bij het tekenen ontstaan doordat de linkerhersenhelft bepaalde aannames doet bij het tekenen. Zo zou de linkerhersenhelft de activiteit van het tekenen vermengen met de eerder opgeslagen gegevens van het object. Hierdoor tekenen mensen dat wat hun brein aangeeft, zonder dat ze deze controleren naar de waarneming. Daardoor ontstaan problemen, omdat het getekende niet datgene weergeeft wat er wordt waargenomen. (Purcell, 2012) De linkerhersenhelft concentreert zich ook op uiterlijke details die geïdentificeerd kunnen worden en negeert de andere informatie, die de structuur van vormen verklaard. Hierdoor worden sommige gegevens die worden waargenomen onbewust genegeerd. Daarnaast versimpelt de linkerhersenhelft de informatie om deze eenvoudiger op te slaan ( in computertermen wordt de informatie gecomprimeerd) waardoor er ook problemen kunnen ontstaan. De problemen die Purcell beschrijft zijn inderdaad problemen die regelmatig voorkomen. Toch gebruikt u bij tekenen naar waarneming beide breindelen. Maar wat men denkt te zien wordt vaak onbewust veranderd en geïnterpreteerd door de hersenen; wat je ziet is wat je verwacht te zien of wat je hebt besloten te zien. Daarom is leren tekenen naar de waarneming net zozeer een manier van leren kijken met het brein, en corrigeren waar nodig. (Edwards, 2008) Cruciaal is de vraag zoals de beroemde beeldhouwer Juan Muñoz hem stelde: “ What are you looking at?” (Brenson & Muñoz, 2008), waar kijkt u naar, wat ziet u? Dat er bij tekenen naar waarneming het tekenvermogen verbeterd wordt is logisch. Er zijn nog andere veranderingen in het brein als er getekend wordt. Van jonge kinderen is het bekend dat tekenen de hersenontwikkeling stimuleert, omdat ze bij het tekenproces en oog voor detail ontwikkelen, het geheugen verbetert en de fijne motoriek verder ontwikkelen. (Post, 2013) Onderzoek wijst uit dat tekenen ook een effect heeft op de hersenen van volwassenen. Tekenen heeft het vermogen om ‘effectieve interactie’ tussen delen van het brein te stimuleren. (Brooks, 2014) Er wordt dus meer en beter gecommuniceerd tussen beide hersenhelften. Om te tekenen is het nodig dat beide hersenhelften intensief communiceren, logisch dus dat die communicatie steeds beter wordt. Het maken van visuele beelden zorgt ervoor dat het de achteruitgang van sommige breinfuncties van de oudere mens ( het onderzoek bevatte proefpersonen tussen de 62 en 70 jaar oud) minder snel gaat of zelfs stopt, ongeacht of het creatieve of kunstminnende personen zijn. (Landa, 2014)
29
Tekenen heeft nog meer gevolgen voor de beoefenaar. Lederman (Lederman, 2013) noemt een aantal feiten op die tekenen tot gevolg kan hebben voor de regelmatige tekenaar: De oog-handcoordinatie verbetert. Het stimuleert de aanmaak van verbindingen tussen de hersenen, waardoor herinneringen en ervaringen levendiger, sterker worden opgeslagen en sneller worden opgeroepen. Door het tekenen wordt de rechterhersenhelft gestimuleerd, waardoor problemen sneller op een creatieve manier kunnen worden opgelost. De intuïtie (iets aanvoelen zonder erover na te denken) verbetert, je bewustzijn voor je omgeving wordt scherper, je hersenen worden alerter. Er worden positieve chemische stoffen geproduceerd zoals serotonine, endorfine, dopamines en norepinephrine. Je hersenstam wordt groter. Je geheugen kan verbeteren. Kort samengevat werken hand en oog beter samen, ben je creatiever, alerter, heb je een grotere aanmaak van hormonen die je een prettig gevoel geven en wordt je geheugen beter. In een later hoofdstuk zal ik bespreken of de studenten beeldende kunst ook veranderingen opmerkte door het tekenen naar waarneming.
30
“Drawing is still basically the same as it has been since prehistoric times. It brings together man and the world. It lives through magic.” Keith Haring (1958 –1990) (Brainyquote)
Afbeelding 9. Keith Haring, zonder titel, inkt op papier, 182.9 x 293.4 cm, 1982 (Haring)
31
Tekenen als universele taal Tekenen naar waarneming is niet alleen nuttig omdat het de hersenen stimuleert. Tekenen is een visuele vorm van communiceren, iets wat nogal eens wordt vergeten door studenten en de makers van curricula. Toch zou dit niet snel terzijde moeten worden geschoven omdat een groot deel van de communicatie tussen mensen visueel is. Voor Anita Taylor (Taylor, 2014) is het een onmisbaar instrument: “ Tekenen heeft een creatieve, expressieve en educatieve waarde; het blijft fundamenteel voor het vertalen en analyseren van de wereld.” Voor haar is tekenen dus niet louter een expressievorm, maar een gereedschap dat helpt de omgeving te analyseren en begrijpen. Het tekenen neemt bovendien vaak een centrale rol in in het werk van kunstenaars, als toetssteen en een manier voor visuele ontdekkingen. Het zorgt voor de visualisatie van ideeën, van groot belang voor alle jongkunstenaars, zelfs al willen ze niet specifiek schilder of tekenaar worden. In alle artistieke beroepen is het belangrijk om je ideeën te verwoorden. Daarnaast kun je met tekenen je visie vertalen, documenteren, en analyseren. (Taylor, 2014) Dit is natuurlijk niet alleen belangrijk voor studenten van creatieve opleidingen. (al concentreert mijn scriptie zich hierop) In de wereld van de wetenschap, technologie, wiskunde, medicijnen, sport wordt het ook ingezet, om ideeën te ontwikkelen, documenteren, ontdekken en te verduidelijken. Voor mensen in het algemeen kan het als communicatiemiddel helpen als ze op verbaal gebied zich niet voldoende kunnen uitdrukken, zoals dit soms het geval is bij kinderen. Taylor stelt dat tekenen, als visuele taal, essentieel is voor communicatie en expressie, net zo belangrijk als schrijven of spreken. Anders dan spreken of schrijven is een afbeelding niet aan taal gebonden, en je hebt er nagenoeg geen voorkennis voor nodig. Een tekening is daarmee een universele taal die iedereen begrijpt. Purcell beschrijft zijn verwondering over onze cultuur waarin tekenen weinig plaats heeft in de meeste curricula. Hij vergelijkt het met het leren van taalvaardigheden en wiskunde, omdat ondanks het feit dat maar een klein percentage wiskundige of schrijver wordt, iedereen in onze cultuur deze vaardigheden verplicht leert. Er wordt vanuit gegaan dat iedereen deze vakken kan, en moet volgen, terwijl tekenen ondanks de communicatieve waarde verwaarloosd wordt. (Purcell, 2012) Het is een stelling waar wat voor te zeggen is. Ook kunstenaar, docent en schrijver Betty Edwards ziet het tekenen niet alleen als een kunst gerelateerde vaardigheid, maar als essentiële training voor visuele manieren van denken, even belangrijk als een intellectuele manier van denken, en van vitaal belang voor het kritisch denken en probleemoplossend vermogen. (Edwards, 2008)
32
“Het harde tekenen moet aangeleerd worden. Op de meeste academies gebeurt dat niet meer en dat is helemaal verkeerd. Degas heeft de helft van het Louvre gekopieerd! En toen Ingres hem daar bezig zag, zei die: “Que des lignes, monsieur Degas, que des lignes!”.’ ‘Ik heb geleerd om een schedel, een strottenhoofd en een kaaksbeen perfect te tekenen. Je moet de anatomie kennen. Je moet leren tekenen met potlood wanneer je jong bent en zorgen dat het tekenen in je lijf zit. Als kind heb ik mezelf met mijn ogen dicht getekend. In een volgende stap kun je je kennis en vaardigheden allemaal vergeten. Maar je moet een voet kunnen tekenen voor je hem kapot kunt maken. Picasso tekende op zijn twaalfde iedereen onder tafel. Je moet als kunstenaar vertrekken waar Picasso ook vertrokken is.” Sam Dillemans ( tekenaar en schilder, 1965) (Rinckhout)
33
Afbeelding10: Sam Dillemans, titel onbekend, houtskool op papier, formaat onbekend, 1993-1996 (Dillemans)
34
Tekenen naar waarneming- metingen bij studenten In dit hoofdstuk onderzoek ik de relevantie van het vak ‘ tekenen naar de waarneming’ naar aanleiding van de enquête die ik gehouden heb bij de propedeuse studenten beeldende kunst. Nu we weten wat tekenen naar de waarneming inhoudt en watvoor effecten het heeft op het brein en de beleving van studenten is het tijd om te kijken naar de artistieke effecten van het vak op de studenten. Dit doe ik aan de hand van de volgende perimeters: Fijne motoriek, waarneming (nauwkeurig kijken/observeren), materiaalbeheersing, concentratie, herkennen van vorm en kleur en het herkennen en gebruiken van constructie, textuur, compositie, lijnvoering en lichtinval. Ik vroeg de studenten per perimeter of zij door het vak ‘teken naar waarneming’ verschil opmerkten, of zij het gevoel hadden dat er een verbetering, verslechtering, of hoegenaamd geen verschil was te merken door te participeren in het vak. Op deze en de hierop volgende pagina’s kun je de resultaten per perimeter vertegenwoordigd zien in een grafiek. Zoals te verwachten was vond er op de meeste gebieden geen achteruitgang plaats. Op alle perimeters was de ervaring van de studenten dat zij ‘ een stuk verbeterden’ in het desbetreffende gebied. Op het gebied van concentratie vond 37% dat hun concentratie verbeterde, maar 57% bemerkte geen verandering op dit gebied. (afb.11) Een klein percentage (6%) vond dat de concentratie verslechterde. Het nauwkeurig kijken en waarnemen verbeterde maarliefst bij 90% van de leerlingen, terwijl de overige 10% geen verandering bemerkte. (afb. 12)
Verandering in Concentratievermogen heel veel verbetering
een stuk verbeterd
geen verandering
verslechtering
enorm verslechterd 0%
Verandering in waarneming (nauwkeurig kijken en observeren) heel veel verbetering
stuk verbeterd
geen verandering
verslechtering
enorm verslechterd
2%
0% 0%
6%
10%
16%
35%
57% 74%
Afbeelding 11: Grafiek over de perceptie van propedeuse studenten op het gebied van concentratievermogen. (Studentenenquete, 2015)
Afbeelding 5: Grafiek over de perceptie van propedeuse studenten op het gebied van waarnemingsvermogen. (Studentenenquete, 2015)
35
Het vak ‘ tekenen naar de waarneming ‘ verhoogd dus zowel het concentratievermogen van studenten als hun waarnemingsvermogen. Deze perimeters zijn bij uitstek geschikt om ook te gebruiken bij de rest van het curriculum, en zijn niet alleen aan het tekenen verbonden. Maar hoe zit het met de parameters die meer artistiek gebonden zijn? Hieronder ziet u in een reeks grafieken of de studenten hier een verandering in zagen. Op het gebied van materiaalbeheersing zag 70 % van de studenten een verbetering, tegen 30% die geen verandering bemerkte. (afb. 13)Een enorme winst. Ook op het gebied van fijne motoriek er een verbetering; 49% vond dat deze verbeterde, ten opzichte van 51% van de studenten die geen verschil bemerkte. (afb. 14)
Verandering in materiaalbeheersing
Verandering in fijne motoriek
heel veel verbetering
stuk verbeterd
heel veel verbetering
een stuk verbeterd
geen verandering
verslechtering
geen verandering
verslechtering
enorm verslechterd
enorm verslechterd 0%
0%
0% 0% 6%
10% 30% 51%
43%
60%
Afbeelding 13: Grafiek over de perceptie van propedeuse studenten op het gebied van materiaalbeheersing. (Studentenenquete, 2015)
Verandering in herkennen en gebruik van vorm heel veel verbetering geen verandering enorme verslechtering
een stuk verbeterd verslechtering
Afbeelding 14: Grafiek over de perceptie van propedeuse studenten op het gebied van fijne motoriek. (Studentenenquete, 2015)
Verandering in herkennen en gebruik van kleur heel veel verbetering
stuk verbeterd
geen verbetering
verslechtering
enorm verslechterd 0%
0%
2%
0%
0%
2%
22%
52%
46%
76%
Afbeelding 15: Grafiek over de perceptie van propedeuse studenten over vormherkenning. (Studentenenquete, 2015)
Afbeelding 16 Grafiek over de perceptie van propedeuse studenten op het gebied van fijne motoriek. (Studentenenquete, 2015)
36
Bewust gebruik maken van lijnvoering
Bewust gebruik maken van compositie
heel veel verbeterd
stuk verbeterd
heel veel verbetering
stuk verbeterd
geen verandering
verslechtering
geen verandering
verslechtering
enorm verslechterd
enorm verslechterd
2%
0% 0%
0% 4%
12% 27% 39% 55% 61%
Afbeelding 17: Grafiek over de perceptie van propedeuse studenten op het gebied van bewuste lijnvoering. (Studentenenquete, 2015)
Bewust gebruik maken van lichtwerking heel veel verbetering
stuk verbeterd
geen verandering
verslechtering
enorm verslechterd 0% 0%
Afbeelding 18: Grafiek over de perceptie van propedeuse studenten op het gebied van bewust gebruik van compositie. (Studentenenquete, 2015)
Waardering vak ' Tekenen naar waarneming' ten opzichte van andere vakken in het curriculum Geweldig! Moet meer plek innemen mag meer aandacht krijgen neutraal minder aandacht Geen waarde
10% 34%
0% 8% 16% 56%
Afbeelding 19: Grafiek over de perceptie van propedeuse studenten op het gebied van bewust gebruik van lichtwerking. (Studentenenquete, 2015)
37% 39%
Afbeelding 20: Grafiek over de waardering van propedeuse studenten van het vak tekenen naar waarneming ten opzichte van het curriculum. (Studentenenquete, 2015)
37
In het herkennen en gebruiken van vorm bemerkte maar liefst 78% verbetering, terwijl 22 % geen verandering bemerkte. ( afb.15) In het geval van het gebruik en herkennen van kleur was dit slechts 48 % van de studenten die verbetering bemerkte. (afb. 16) Bij de overige perimeters bemerkte een meerderheid een verbetering: bewust gebruik van lijnvoering verbeterde bij 73% van de studenten (afb. 17), bewust gebruik van compositie verbeterde bij 59% (afb. 18) en bewust gebruik van lichtwerking met 66%. (afb. 19) Opvallend bij compositiegebruik is dat een klein percentage van de studenten een verslechtering ervoeren (2%, 1 leerling van de 50 ondervraagden. Voor de rest bemerkt de meerderheid van de studenten een verbetering op de meeste perimeters. In een ander hoofdstuk heb ik het al over de beleving van het vak door de studenten gehad. Ik heb echter ook gevraagd hoe de studenten het vak waardeerden ten opzichte van de rest van het curriculum. (afb. 20) Een meerderheid (55%) vond dat het vak meer aandacht moest krijgen. 37% stond hier neutraal tegenover, terwijl een minderheid ( 8%) vond dat het vak voor hen geen waarde had. De conclusie die uit deze grafieken naar voren komt is dat het vak ‘ tekenen naar waarneming’ zowel op het gebied van beleving bij studenten belangrijk is, in artistieke waarden grotendeels voor een verbetering zorgt, en dat de meerderheid graag meer aandacht voor het vak in het curriculum wil.
38
‘Lucian Freud began by drawing, and drawing remained, for over seventy years, the basis of his art.’ Curator William Feaver (Blain|Southern, 2012)
Afbeelding 21: ‘Man with Folded Hands’, Lucian Freud, conté en krijt op papier,29.5 x 45 cm, 1944 (Blain|Southern, 2012)
39
Tekenen naar waarneming op academies Maar voor het daadwerkelijke tekenen, al dan niet ‘naar de waarneming’ lijkt steeds minder tijd gereserveerd. Dit blijkt uit de enquêtes die ik heb gehouden met verschillende kunstenaars in de leeftijd van 30-40 jaar, de generatie kunstenaars voor de propedeuse studenten, kunstenaars die nu minimaal 5 jaar bezig zijn met hun eigen kunstpraktijk. Kunstenares Laura Casas Valle (40 jaar) verteld dat zij in de periode dat zij les aan haar academie volgde minimaal 16 uur per week, vaak zelfs meer, met tekenen naar waarneming bezig was. (Casas Valle, 2015) Marcel Doornduin (46 jaar) nu docent bij Artez van de huidige propedeuse studenten beaamd het verschil in het aantal uren wat de studenten nu krijgen aan tekenen naar waarneming, dat veel minder is dan de jaren 80, toen hijzelf op de academie zat, en het een groot deel van het curriculum innam. Hij ziet bij zijn studenten een duidelijke vooruitgang op alle parameters (concentratie, observeren, vormherkenning ect.) en vind dat het vak meer aandacht mag krijgen dan dat dit nu het geval is. (Doornduin, 2015) Het is een opinie die ik terug zie bij meerdere docenten aan de beeldende kunst, zo ook bij Wineke Gartz, docent beeldende vorming aan de Fontys, voor haar was het destijds als student “een rode draad in haar onderzoek”, en zij is van mening dat het een onmisbaar deel in het curriculum is, en meer aandacht moet krijgen. (Gartz, 2015) Ook zij ziet bij haar studenten een verbetering op alle perimeters. De docenten die ik interviewden, vonden het een onmisbaar onderdeel in het curriculum, en zouden graag zien dat het een groter deel van het curriculum wordt. (Overigens, net zoals de studenten, zo bleek uit de besproken enquêtes (Studentenenquete, 2015)) De gesproken docenten zouden binnen het curriculum graag meer aandacht voor hun vak willen niet zozeer omdat ze het vak zelf geven en zo dus hun functie in stand houden, maar omdat ze van mening zijn dat het vak essentieel is voor het leren waarnemen, focussen en het vertalen van een ruimtelijk beeld in de tekening. (Gartz, 2015) Vaak weten ze echter niet hoe ze het vak meer ruimte kunnen geven binnen het bestaande curriculum, dat per academie verschillend is. Kunstenares Laura Casas Valle verwoordt de waarde van het vak zo: “Ik vind het een essentiële basis voor je artistieke ontwikkeling. Het is een studie in beeld en vorm en een manier om je omgeving te (be-) grijpen. Het vergt goed kunnen kijken en brengt verdieping in de materie. Voor mij is dit de manier om een thema, een onderwerp in je werk te bestuderen. Het versterkt je techniek, je vaardigheid in tekenen en schilderen. En dit kan je alleen maar verbeteren door het veel te doen.” (Casas Valle, 2015) Illustrator Aafke de Groot (31), oud leerlinge van Sint Joost, kreeg destijds 4 uur per week naar de waarneming, maar had graag het dubbele aantal uren gehad. (de Groot, 2015)
40
“Het leren kijken, bestuderen van vormen/ verhoudingen en structuren. Gevoel in je tekeningen naar waarneming weten te leggen door de vele manier van lijnvoering die je kan toepassen. Deze leeronderdelen kunnen kunststudenten goed inzetten voor hun verdere carrière;” ( de Groot, 2015) Toch zijn er mensen in de kunstwereld die geen toekomst zien in een academie waar veel ruimte is voor dit soort ‘ ambachtelijke’ vakken. Niet iedere beeldend kunstenaar wordt immers tekenaar of schilder. Toch gaan deze mensen voorbij aan de essentie van het vak, dat niet alleen over leren teken gaat, maar over het leren vormgeven en het trainen van jonge kunstenaars in visuele communicatie. Kunst is internationaler dan ooit, waardoor het ontwikkelen van een universele (visuele) taal niet overbodig lijkt.
41
“and we had life drawing all the time. For me it was an education not in drawing the figure, but in thinking about art. It wasn’t simply a repertoire of immensely varied and suggestive forms, but also the subject itself was interesting, as I think you would have to be very weird not to be interested in the naked human being” Frank Auerbach, schilder (1931) (Wroe, 2015)
Afbeelding 22, ‘Werktekening van Primrose Hill’ Frank Auerbach, 5B potlood op printerpapier, 22,5 x 26, 7cm, 1968 (Auerbach)
42
Tekenen naar waarneming en de relevantie hiervan in de hedendaagse kunstwereld Het vak tekenen naar waarneming steekt wellicht ouderwets af naast de jongere kunstmedia, waarbij gebruik gemaakt wordt van bijvoorbeeld social media, photoshop, foto en film of misschien 3 D print, toch zijn er hedendaagse kunstenaars die intensief gebruik maken in hun werk van het medium. De bekende schilder Lucian Freud (1922 – 2011) maakte in zijn werk vaak gebruik van het werken naar waarneming, net als, om maar een paar namen te noemen, Frank Auerbach (1931), Sam Dillemans (1965), Luc Tuynmans (1958), Michael Borremans (1963), Peter Doig (1959), Jenny Saville (1970), in feite is de lijst van hedendaagse kunstenaars die het werken naar waarneming in zijn of haar werken gebruikt oneindig. “Look at Rembrandt or Ingres, drawing has changed very little, but it can go in lots of directions and is dependent on temperament and thought and the needs you have at the time. You can’t lay down rules as to how it should be done.” Frank Auerbach (Wroe, 2015) Kunstenaars gebruiken het teken naar waarneming al eeuwen, soms als middel, en soms als doel op zich. Voor sommige kunstenaars, zoals Auerbach is het werken naar waarneming vervlochten met het werk dat hij maakt. Voor veel kunstenaars is het niet het nabootsen van de werkelijkheid die ze nastreven, maar het geven van een visie erop, een sfeer of het karakter van datgene wat ze weergeven. Het vak tekenen naar waarneming geeft jonge kunstenaars meer dan alleen de kans van het reproduceren van de werkelijkheid, en het is niet zo dat deze manier van werken irrelevant is. Ik heb diverse kunstenaars benoemd, maar er zijn er velen die werken naar de waarneming. Het succes van deze kunstenaars bewijst dat er zowel vanuit de kunstenaars als in de kunstwereld behoefte is aan werk dat van de waarneming uitgaat, ook al is de uitvoering vaak zeer verschillend. Het zegt iets over de relevantie van het vak. Het tekenen naar waarneming heeft zijn relevantie wel bewezen door de vaardigheden die al eerder benoemd werden. Het is juist voor propedeuse studenten van belang omdat dit de enige gelegenheid voor hen is om dit onder begeleiding te bestuderen, zodat ze deze basisvaardigheden leren en daardoor zichzelf als kunstenaar kunnen ontwikkelen!
43
Afbeelding 23: ‘ Het zwembad’, Michael Borremans, potlood, aquarel op papier, formaat onbekend, 2001 (Borremans, 2011)
44
Conclusie: In dit onderzoek heb ik geprobeerd de relevantie van het vak tekenen naar waarneming als onderdeel in het curriculum ten behoeve van de artistieke vorming van de propedeuse studenten beeldende vorming weer te geven. Ik heb met zowel met studenten, als met docenten als met professionals uit het werkveld gesproken. Ik kan concluderen dat het vak inderdaad relevant is voor studenten. Het vak zorgt voor een verhoging van concentratie en waarneming en diverse artistieke waarden zoals fijne motoriek en vormherkenning. Daarnaast heb ik aangetoond dat het vak tekenen naar waarneming niet enkel zinvol is doordat er tekenvaardigheden worden geleerd, maar dat het leren kijken en observeren voor elke beeldende (en dus visuele) kunstenaar een belangrijke vaardigheid is. Wellicht is het vak toe aan een herdefiniëring, omdat veel studenten maar een beperkte indruk hebben van de vaardigheden die geleerd worden bij het vak. Het gaat nl. niet alleen om het verkrijgen van vaardigheid in het tekenen, maar ook over basisvaardigheden die nuttig zijn voor elke kunstenaar, ook voor degenen die zich niet willen specialiseren in tekenen. Ik noem dan bijvoorbeeld waarnemen, observeren, oog voor nuances, concentratie, het gebruik kunnen maken van een visuele (internationale) taal. Het tekenen op zich heeft nut als universele taal, die in onze in visuele wereld van groot belang is. De studenten hadden bovendien grotendeels een prettige beleving van het vak, op een enkeling na. Het wordt ervaren als een periode van concentratie, ontspanning en ook als leerzaam. Zowel de docenten als studenten vonden het vak dermate relevant dat ze het graag dominanter vertegenwoordigd zouden zien in het curriculum. Bij sommige studenten is zelfs sprake van teleurstelling omdat er te weinig aan bod komt in het vak , omdat er te weinig tijd aan besteed kan worden en er daarom niet te diep op ingegaan kan worden. Ook in de internationale kunstwereld wordt er naast gebruik van nieuwe media bij veel kunstenaars naar de waarneming gewerkt. Er is zowel vanuit de kunstenaar als uit de kunstmarkt behoefte aan. Dit geeft aan dat tekenen naar de waarneming wel degelijk relevantie heeft binnen de hedendaagse beeldende kunst en meer bepaald in het curriculum van propedeusestudenten beeldende kunst. Veel afgestudeerde kunstenaars en gevestigde kunstenaars zien het als de basis, de kern van hun werk, al is de uitvoering persoonlijk en bij elke kunstenaar verschillend. Dit lijkt een open deur, maar bij het tekenen naar waarneming hebben propedeusestudenten vaak de verwachting realistisch te leren tekenen, en niet de ontwikkeling van henzelf als kunstenaar. Terwijl een groot aantal van de studenten aangeeft dat dit juist een van de elementen is die ze leren bij tekenen naar waarneming.
45
Het is ook de enige gelegenheid voor propedeuse studenten om hier begeleid kennis mee te maken. Het vak moet daarom in veel grotere mate gegeven worden, zodat zij zich kunnen ontwikkelen. De kunstacademie is degene die de verantwoordelijkheid heeft voor de ontwikkeling voor propedeuse studenten. Studenten geven zelf aan dat ze van het vak meer leren dan hun verwachting was, maar kunnen het aanbod van het curriculum in veel mindere mate beïnvloedden. Advies naar kunstacademies en docenten beeldende kunst Zoals u hebt kunnen lezen zijn er vele voordelen aan het vak ‘ tekenen naar waarneming’. Studenten en docenten vinden, net als de professionals, dat het vak waardevol is, en dat de wijze waarop het nu op academies wordt aangeboden minimaal is. Vanuit de praktijk is er de roep om het een groter deel uit te laten maken van het curriculum. Maar hoe doe je dat? Geen enkel vak in het curriculum is minderwaardig en kan in die zin uren inleveren ten gunste van het vak. Dat suggereren tenminste de studenten. Toch zou een verdubbeling van het aantal lesuren bij het werken naar waarneming een groot verschil maken. Wellicht kunnen er keuzes gemaakt worden, bijvoorbeeld om de studenten in het propedeusejaar meerles te geven in het tekenen naar waarneming. Het vrije werk kan dan geïmplementeerd worden in deze lessen, door bijvoorbeeld het een thema te geven ‘ naar waarneming’. Zo kunnen studenten hun eigen weg vinden, terwijl ze toch profiteren van het werken naar waarneming. Een andere suggestie is om het buitenshuis te zoeken. Een model kan duur zijn, maar is niet altijd essentieel. Leerlingen kunnen om de beurt model zitten voor portret, of er kunnen natuurlijke bondgenootschappen gezocht worden buiten de school waar beide partijen beter van worden. Tekenen naar waarneming kan ook buiten de academie, in de samenleving. Portretten tekenen in het bejaardentehuis, op een concert, in een dierentuin of musea, het zijn mogelijkheden. Of je kunt het curriculum anders structureren, door studenten te laten inschrijven per dagdeel zodat zij zelf hun artistieke vorming kunnen sturen. Uiteindelijk is het de student waarvoor de academie bestaat. Mijn advies is dat docenten en academie bestuur samen op het curriculum herevalueren met de resultaten van dit onderzoek in hun achterhoofd.
46
“In spite of everything I shall rise again: I will take up my pencil, which I have forsake in my great discouragement, and I will go on with my drawing.” Vincent van Gogh (1853 – 1890) (Brainyquote)
Afbeelding 24: ‘ Huisjes met een werkende vrouw op de voorgrond’, potlood op papier, formaat onbekend, 1890 (van Gogh)
47
Nawoord: Het schrijven van deze scriptie vond ik uitdagend, voornamelijk omdat het even duurde voordat ik mijn vraagstelling helder genoeg had. Daarna was vooral het tijdig verkrijgen van interviews dat soms lastig was, een voortvloeisel uit de losse planning die ik hanteerde. In een volgend werk zou ik dit dan ook indien mogelijk anders aanpakken. Mijn dank gaat uit naar alle respondenten in mijn onderzoek, studenten, docenten en de kunstenaars die de tijd vonden om mijn vragen te beantwoorden.
48
Literatuurlijst Print: Baas, J., & Jacob, M. J. (2008). Learning mind, experience into art. Berkeley: University of California Press. Berding, J., Beugelsdijk, F., Biesta, G., van IJzendoorn, M., Levering, B., Meijer, W., et al. (1997). Pedagogiek in meervoud, wegen in het denken over opvoeding en onderwijs. Houten/Diegem: Bohn Stafleu van Loghum. Berg, v. d., Boorsma, M., & Maanen, v. H. (1994). De kwaliteit van kunst en de organisatie van het oordeel. Groningen: Passage. Bergland, R. (1985). From the fabric of mind. New York: Viking Penguin Inc;. Blain|Southern. (2012, Februari 17). Lucian Freud Drawings. Opgeroepen op Mei 20, 2015, van Blainsouthern: http://www.blainsouthern.com/exhibitions/2012/lucian-freud:-drawings Blok, C. (1992). Over de Veroordeling van Werken van Beeldende Kunst. In v. d. Berg, De kwaliteit van Kunst en de organisatie van het oordeel (p. 10). Groningen: 1994. Brenson, M. (2008). The Look of the Artist. In J. Baas, & M. J. Jacob, Learning Mind - Experience into Art (pp. 195-205). Berkley: University of California Press. Broos, C., Filedt Kok, J., Hecht, P., Schwartz, G., Uitert, v. E., & Veldman, I. (1980). Kunstonderwijs in Nederland. Haarlem: Fibula- van Dishoeck. Buckley, B., & Conomos, J. (2009). Rethinking the contemporary art school; the artist, the PhD, and the Academy. Canada: The press of the Nova Scotia College of Art and Design. Danto, A. C. (2007). The Gap Between Art and Life. In J. Baas, & M. J. Jacob, Learning Mind, experience into Art (pp. 17-28). Chicago: School of the Art Institute of Chicago. Delfos, M. F. (2005). Ontwikkeling in vogelvlucht, ontwikkeling van kinderen en adolescenten. Amsterdam: Harcourt assessment B.V. Duve, d. T. (2009). An Ethics, Putting Aestetic Transmission in Its Proper Place in the Art World. In S. H. Madoff, Art School (Propositions for the 21st Century (pp. 16-24). London: the MIT Press. Edwards, B. (2008). The New Drawing on the Right Side of the Brain. Londen: Harper Collins Publishers. Hoddinott, B. (2010). Tekenen voor dummies. Amsterdam: Pearson Education Benelux b.v. Geerlings, T., & Veen, v. d. (2002). Lesgeven en zelfstandig leren. Assen: Koninklijke van Gorcum. Hofkamp, J., & Uitert, v. E. (1980). De Nieuwe Kunstschool. In C. Broos, Kunstonderwijs in Nederland (pp. 233-300). Haarlem: Fibula-van Dishoeck.
49 Hoogeboom, A. (1994). De Tijdelijkheid van het Tijdloze. In v. d. Berg, De Kwaliteit van de Kunst en de Organistatie van het Oordeel (pp. 79-91). Groningen: Passage. Irwin, R. L., & Kindeler, A. M. (1999). Beyond the school: community and institutional partnerships in art education. Virginia: The national art education associaton. Kristeller, P. O. (1962). The Modern System of the Arts. In A. Noland, & P. Wiener, Ideas in Cultural Perspective (pp. 145-206). New Yersey. Madoff, S. H. (2009). Art School, propositions for the 21th century. Massachusetts: MIT Press. Purcell, C. (2012). Het Artistieke Brein - Tekenen en Schilderen met de Rechter Hersenhelft. Utrecht: De Fontein Trion uitgevers. Schnapp, J. T., & Shanks, M. (2009). Artereality. In S. H. Madoff, Art School (Propositions for the 21th Century) (pp. 143-157). Canada: The MIT Press.
50
Non-Print: Artez. (sd). profiel. Opgeroepen op Mei 9, 2015, van www.artez.nl: http://www.artez.nl/beeldendekunst/Fine-Art-Arnhem/Profiel/ Artez. (sd). Studieprogramma. Opgeroepen op Mei 9, 2015, van www.artez.nl: http://www.artez.nl/beeldendekunst/Fine-Art-Arnhem/Studieprogramma Artez. (sd). Toelating. Opgeroepen op Mei 9, 2015, van www.artez.nl: http://www.artez.nl/beeldendekunst/Fine-Art-Arnhem/Toelating Auerbach, F. (sd). Auerbach Working Drawing For Primrose Hill. Opgeroepen op Mei 23, 2015, van Tate.org: http://www.tate.org.uk/art/artworks/auerbach-working-drawing-for-primrose-hill-t01274 Bomeisler, B. (sd). Two ways of knowing-the theory. Opgeroepen op Mei 9, 2015, van www.drawright.com: http://www.drawright.com/theory.htm Borremans, M. (2011, November 10). Michael Borremans. Opgeroepen op Mei 23, 2015, van We Find Wildness: http://www.we-find-wildness.com/2011/11/michael-borremans/borremans-9/ Brainyquote. (sd). Drawing. Opgeroepen op Mei 18, 2015, van Brainyquote: http://brainyquote.com/quotes/keywords/drawing.html Brooks, K. (2014, Oktober 7). Study Says Making Art Is Good For Your Brain, And We Say You Should Listen. Opgeroepen op Mei 10, 2015, van Huffington Post: http://www.huffingtonpost.com/2014/07/08/how-art-changes-your-brain_n_5567050.html Dillemans, S. (sd). drawings. Opgeroepen op Mei 20, 2015, van Sam-Dillemans.com: http://www.sam-dillemans.com/drawings/draw-07.htm FHK. (sd). docent beeldende kunst en vormgeving voltijd. Opgeroepen op Mei 9, 2015, van www.fontys.nl: http://fontys.nl/Studeren/Opleidingen/Docent-Beeldende-Kunst-en-Vormgevingvoltijd.htm FHK. (sd). Toelatingseisen. Opgeroepen op Mei 9, 2015, van www.fontys.nl: http://fontys.nl/Studeren/Opleidingen/Docent-Beeldende-Kunst-en-Vormgevingvoltijd/Toelatingseisen.htm Haring, K. (sd). Artwork. Opgeroepen op Mei 20, 2015, van Haring.com: http://www.haring.com/!/art-work/385-2#.VV9SmlJOCog HBO-raad. (2015, April 1). Kwaliteit als opdracht, richtinggevend kader van de HBO raad, uit augustus 2009. Opgehaald van overlegbk: http://www.overlegbk.nl/wp-content/uploads/2012/09/2009-08Kwaliteit-als-opdracht-richtingevend-kader-HBO-raad.pdf Hirst, D. (sd). Artwork. Opgeroepen op Mei 30, 2015, van Mutualart.com: http://www.mutualart.com/Artwork/DEATH-ISIRRELEVANT/4A4807914FA96FE8#/69643A353737382C73656C65637465643A74727565
51 Hockney, D. (2011, April 16). Drawings David Hockney. Opgeroepen op Mei 18, 2015, van Spaceintext: https://spaceintext.wordpress.com/2011/04/16/drawings-david-hockney/ Hogescholen, V. (2014, januari 22). Factsheet flyer studentenaantallen 2013. Opgehaald van Vereniging hogescholen: file:///C:/Users/302174/Downloads/factsheet_flyer_studentenaantallen_2014_web%20(1).pdf Hogescholen, V. (2015, April 1). Kunst. Opgehaald van Vereniging Hogescholen: http://www.vereniginghogescholen.nl/hbo-sectoren/kunst Jayne, E. (2014, Juni 2). Creative shift-Drawing in the Workplace. Opgeroepen op Mei 10, 2015, van www.creativeshift.uk.com: http://www.creativeshift.uk.com/wp-content/uploads/2013/07/CreativeShift-Drawing-in-the-Workplace.pdf Joost, S. (2015). over AKV ST Joost. Opgeroepen op Maart 30, 2015, van St Joost: http://www.stjoost.nl/overakvstjoost Joost, S. (sd). Programma. Opgeroepen op Mei 9, 2015, van www.sintjoost.nl: http://www.stjoost.nl/opleidingen/babk/p/over-de-studie/programma Kunstbus. (sd). Johannes Itten. Opgeroepen op Mei 18, 2015, van Kunstbus: http://www.kunstbus.nl/kunst/johannes+itten.html Kunstvakonderwijs, P. (2015, April 1). Opleidingsprofiel Autonome Beeldende Kunst 2002. Opgehaald van Verenigingen Hogescholen: http://www.vereniginghogescholen.nl/images/stories/competenties/dom_autonomebeeldendekuns t.pdf Landa, R. (2014, December 3). Draw Yourself Happy: Drawing, Creativity + Your Brain. Opgeroepen op Mei 10, 2015, van www.printmag.com: www.printmag.com/featured/draw-yourself-happydrawing-creatvity-your-brain/ Lederman, J. (2013, Februari 26). Opgeroepen op Mei 10, 2015, van Ledermanstudio: http://ledermanstudio.blogspot.nl/2013/02/the-effects-of-drawing-on-your-brain.html Mili, G., & Picasso, P. (2009, Juni 22). Picasso drawing with light. Opgeroepen op Mei 28, 2015, van Todayandtomorrow: http://www.todayandtomorrow.net/2009/06/22/picasso-drawing-with-light/ Museum, V. a. (sd). What is Drawing. Opgeroepen op Mei 18, 2015, van Victoria and Albert Museum: http://www.vam.ac.uk/content/articles/w/whatisdrawing/ onbekend. (sd). waarnemend tekenen. Opgeroepen op Mei 9, 2015, van www.tekenen-leren.nl: http://www.tekenen-leren.nl/Waarnemend_tekenen.html Post, G. (2013, Juli 31). The Benefits of Drawing. Opgeroepen op Mei 10, 2015, van www.thedrawingwebsite.com: http://www.thedrawingwebsite.com/2013/07/31/the-benefits-ofdrawing-2/ richtlijnen ministerie onderwijs cultuur en wetenschap. (2012, November 8). Opgeroepen op Maart 31, 2015, van Rijksoverheid: http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-
52 publicaties/richtlijnen?keyword=kerndoelen&period-from=&periodto=&department=OCW&informationtype=richtlijnen Rinckhout, E. (sd). De Boodschap van de Verf is de Verf en niets anders, de fysieke schilderkunst van Sam Dillemans. Opgeroepen op Mei 20, 2015, van Onserfdeel.be: http://www.onserfdeel.be/frontend/files/userfiles/files/Rinckhout_Dillemans.pdf Rodin, A. (sd). The Embrace. Opgeroepen op Mei 19, 2015, van Felixinclusis: http://felixinclusis.tumblr.com/post/33292611670/auguste-rodin-the-embrace-n-d Takahasi, L. (2014, Septemer 2). Opgeroepen op Mei 18, 2015, van Jacksonart: http://www.google.de/imgres?imgurl=http%3A%2F%2Fwww.jacksonsart.com%2Fblog%2Fwpcontent%2Fuploads%2F2014%2F08%2Fhirst.jpg&imgrefurl=http%3A%2F%2Fwww.jacksonsart.com% 2Fblog%2F2014%2F09%2F02%2Fdrawing-vital-ingredient-goodart%2F&h=2155&w=2988&tbnid=UjT3CyO Taylor, A. (2014, Mei 29). Why drawing needs to be a curriculum essential. Opgeroepen op Mei 10, 2015, van www.theguardian.com: http://www.theguardian.com/culture-professionalsnetwork/culture-professionals-blog/2014/may/29/drawing-needs-to-be-curriculum-essentialeducation?CMP=share_btn_fb the theory. (sd). Opgeroepen op Mei 9, 2015, van www.drawright.com: http://www.drawright.com/theory.htm Thebookoflife. (sd). On the Importance of Drawing. Opgeroepen op Mei 10, 2015, van www.thebookoflife.org: http://www.thebookoflife.org/why-you-should-stop-taking-pictures-onyour-phone-and-learn-to-draw/ van Gogh, V. (sd). Cottages With a Woman Working in the Foreground. Opgeroepen op Mei 23, 2015, van vangoghgallery.com: http://www.vangoghgallery.com/catalog/Drawing/853/Cottages-with-aWoman-Working-in-the-Foreground.html web, V. (sd). Ruskin. Opgeroepen op Mei 18, 2015, van Victorian web: http://www.victorianweb.org/painting/ruskin/wc/15.html Wroe, N. (2015, Mei 18). Frank Auerbach, Painting is the Most Marvellous Activity Humans Have Invented. Opgeroepen op Mei 23, 2015, van news.direct2artist.com: http://news.direct2artist.com/frank-auerbach-painting-is-the-most-marvellous-activity-humanshave-invented-the-guardian/
53
Interviews Casas Valle, L. (2015, Mei 23). Enquete perceptie tekenen naar waarneming en het belang voor de kunstenaar. (M.-L. Wasiela, Interviewer) de Groot, A. (2015, Mei 23). Interview over de perceptie van het vak tekenen naar waarneming. (Wasiela, Interviewer) Doornduin, M. (2015, Mei 13). Interview docent Artez. (M.-L. Wasiela, Interviewer) Gartz, W. W. (2015, Mei 12). Interview docente Fontys Hogeschool voor de Kunsten Tilburg. (M.-L. Wasiela, Interviewer) Laban, H. (2015, Mei 11). Interview docent Sint Joost Den Bosch. (M.-L. Wasiela, Interviewer) Ponjee, C. (2015, April 5). Techniek. (M.-L. Wasiela, Interviewer) Studentenenquete, P. s. (2015, Mei 11, 12 en 13). Enquete bij Artez Arnhem, ABV St.Joost Den Bosch en ABV FHK Tilburg. (M. Wasiela, Interviewer) Thiel, S. v. (2015, April 5). wat is techniek in kunstonderwijs. (M.-L. Wasiela, Interviewer)
Afbeeldingen, foto's en illustraties Afbeelding 1: John Ruskin, ‘The Aigiulle Blaitiere’, tekening met inkt, formaat onbekend, 1856 (web) Afbeelding 2 : David Hockney, titel onbekend, inkt op papier, datum onbekend (Hockney, 2011) Afbeelding 3: Damiebn Hirst, titel onbekend, inkt op papier, datum onbekend (Hirst) Afbeelding 4: ‘verwachting van studenten over het vak teken naar waarneming’, ML Wasiela; grafiek, 2015 (Studentenenquete, 2015) Afbeelding 5 ‘dit vinden studenten belangrijk in het vak teken naar waarneming’, ML Wasiela; grafiek, 2015 (Studentenenquete, 2015) Afbeelding 6 : ‘beleving van studenten over het vak teken naar waarneming’, ML Wasiela; grafiek, 2015 (Studentenenquete, 2015) Afbeelding 7: ‘ The Embrace, Auguste Rodin, inkt en krijt op papier, maakdatum onbekend (Rodin) Afbeelding 8 Pablo Picasso tekent met licht, fotowerk van Gjon Mili in 1949 (Mili & Picasso, 2009) Afbeelding 9. Keith Haring, zonder titel, inkt op papier, 182.9 x 293.4 cm, 1982 (Haring) Afbeelding10: Sam Dillemans, titel onbekend, houtskool op papier, formaat onbekend, 1993-1996 (Dillemans) Afbeelding 11: Grafiek over de perceptie van propedeuse studenten op het gebied van concentratievermogen. (Studentenenquete, 2015) Afbeelding 6: Grafiek over de perceptie van propedeuse studenten op het gebied van waarnemingsvermogen. (Studentenenquete, 2015)
54 Afbeelding 13: Grafiek over de perceptie van propedeuse studenten op het gebied van materiaalbeheersing. (Studentenenquete, 2015) Afbeelding 14: Grafiek over de perceptie van propedeuse studenten op het gebied van fijne motoriek. (Studentenenquete, 2015) Afbeelding 15: Grafiek over de perceptie van propedeuse studenten over vormherkenning. (Studentenenquete, 2015) Afbeelding 16 Grafiek over de perceptie van propedeuse studenten op het gebied van fijne motoriek. (Studentenenquete, 2015) Afbeelding 17: Grafiek over de perceptie van propedeuse studenten op het gebied van bewuste lijnvoering. (Studentenenquete, 2015) Afbeelding 18: Grafiek over de perceptie van propedeuse studenten op het gebied van bewust gebruik van compositie. (Studentenenquete, 2015) Afbeelding 19: Grafiek over de perceptie van propedeuse studenten op het gebied van bewust gebruik van lichtwerking. (Studentenenquete, 2015) Afbeelding 20: Grafiek over de waardering van propedeuse studenten van het vak tekenen naar waarneming ten opzichte van het curriculum. (Studentenenquete, 2015) Afbeelding 21: ‘Man with Folded Hands’, Lucian Freud, conté en krijt op papier,29.5 x 45 cm, 1944 (Blain|Southern, 2012) Afbeelding 22, ‘Werktekening van Primrose Hill’ Frank Auerbach, 5B potlood op printerpapier, 22,5 x 26, 7cm, 1968 (Auerbach) Afbeelding 23: ‘ Het zwembad’, Michael Borremans, potlood, aquarel op papier, formaat onbekend, 2001 (Borremans, 2011) Afbeelding 7: ‘ Huisjes met een werkende vrouw op de voorgrond’, potlood op papier, formaat onbekend, 1890 (van Gogh)
55
Bijlage 1: Enquêtemodellen Enquete –Eerstejaars studenten kunstacademie-
Naam: Leeftijd:
Deze enquete brengt in kaart hoe studenten denken over het vak ‘tekenen naar waarneming’. Hieronder valt: modeltekenen, portret tekenen, stilleven tekenen, landschap tekenen waarbij het te tekenen onderwerp zich in dezelfde ruimte bevind en getekend wordt als de tekenaar. 1- Bij mezelf merk ik door het volgen van de les ‘ tekenen naar waarneming’ een verandering in CONCENTRATIEVERMOGEN Kruis aan: 1. heel veel verbetering 2. een stuk verbeterd 3.geen verandering 4. Een verslechtering 5. enorm verslechterd.
2 Bij mezelf merk ik door het volgen van de les ‘ tekenen naar waarneming’ een verandering hoe ik
WAARNEEM (nauwkeurig kijk/observeer) Kruis aan: 1. heel veel verbetering 2. een stuk verbeterd 3.geen verandering 4. Een verslechtering 5. enorm verslechterd.
56 3- Bij mezelf merk ik door het volgen van de les ‘ tekenen naar waarneming’ een verandering in
FIJNE MOTORIEK Kruis aan: 1. heel veel verbetering 2. een stuk verbeterd 3.geen verandering 4. Een verslechtering 5. enorm verslechterd.
4- Bij mezelf merk ik door het volgen van de les ‘ tekenen naar waarneming’ een verandering in
MATERIAALBEHEERSING Kruis aan: 1. heel veel verbetering 2. een stuk verbeterd 3.geen verandering 4. Een verslechtering 5. enorm verslechterd.
5- Bij mezelf merk ik door het volgen van de les ‘ tekenen naar waarneming’ een verandering in HERKENNEN EN GEBRUIK VAN VORM Kruis aan: 1. heel veel verbetering 2. een stuk verbeterd 3.geen verandering 4. Een verslechtering 5. enorm verslechterd.
6- Bij mezelf merk ik door het volgen van de les ‘ tekenen naar waarneming’ een verandering in HERKENNEN EN GEBRUIK VAN KLEUR Kruis aan: 1. heel veel verbetering 2. een stuk verbeterd 3.geen verandering 4. Een verslechtering 5. enorm verslechterd.
7- Bij mezelf merk ik door het volgen van de les ‘ tekenen naar waarneming’ een verandering in BEWUST GEBRUIK MAKEN VAN -LICHTWERKING Kruis aan: 1. heel veel verbetering 2. een stuk verbeterd 3.geen verandering 4. Een verslechtering 5. enorm verslechterd.
8- Bij mezelf merk ik door het volgen van de les ‘ tekenen naar waarneming’ een verandering in BEWUST GEBRUIK MAKEN VAN -LIJNVOERING Kruis aan: 1. heel veel verbetering 2. een stuk verbeterd 3.geen verandering 4. Een verslechtering 5. enorm verslechterd.
57 9- Bij mezelf merk ik door het volgen van de les ‘ tekenen naar waarneming’ een verandering in BEWUST GEBRUIK MAKEN VAN -COMPOSITIE Kruis aan: 1. heel veel verbetering 2. een stuk verbeterd 3.geen verandering 4. Een verslechtering 5. enorm verslechterd.
10-Hoe waardeert je het vak ‘ tekenen naar waarneming’ qua belangrijkheid voor jou als student beeldende kunst, ten opzichte van de rest van de vakken? Kruis aan: 1. Geweldig! Moet meer plek innemen
2. Mag meer aandacht
3.Neutraal
4. Minder
krijgen.
5. Geen waarde Liever meer tijd voor andere vakken.
11-Wat verwacht je van ‘tekenen naar waarneming’ (modeltekenen, portret tekenen, landschapstekenen, stilleven tekenen naar de natuur)? Omschrijf:
12-Hoe beleef jij ‘ tekenen naar waarneming’? Hoe ervaar je dit? Wat voel je, wat denk je? Omschrijf:
13-Wat is voor jou het belangrijkste bij ‘ tekenen naar de waarneming’? Omschrijf:
58 Dank je wel voor het invullen!
Docent- vragenlijst :
Naam: Leeftijd:
1-Hoeveel uur wordt er per week besteed aan ‘tekenen naar waarneming’ (modeltekenen, portret tekenen, landschapstekenen, stilleven tekenen naar de natuur) per klas?
2- Is dat naar uw mening veel of weinig?
3-Hoe geeft u het vak ‘tekenen naar de waarneming’ vorm? (wat komt aan bod?)
4 -Wat ziet u als de waarde van het vak tekenen naar de waarneming voor kunststudenten?
5- Is er een element wat u extra benadrukt tijdens de lessen ‘ tekenen naar de waarneming’, en wat is dat dan?
59 6- Bij mijn leerlingen merk ik over het algemeen na verloop van de lessen ‘ tekenen naar waarneming’ een verbetering in CONCENTRATIEVERMOGEN Kruis aan: 1. heel veel verbetering 2. een stuk verbeterd 3.geen verandering 4. Een verslechtering 5. enorm verslechterd.
7- Bij mijn leerlingen merk ik over het algemeen na verloop van de lessen ‘ tekenen naar waarneming’ een verbetering in WAARNEMING (nauwkeurig kijken/observeren) Kruis aan: 1. heel veel verbetering 2. een stuk verbeterd 3.geen verandering 4. Een verslechtering 5. enorm verslechterd.
8- Bij mijn leerlingen merk ik over het algemeen na verloop van de lessen ‘ tekenen naar waarneming’ een verbetering in FIJNE MOTORIEK Kruis aan: 1. heel veel verbetering 2. een stuk verbeterd 3.geen verandering 4. Een verslechtering 5. enorm verslechterd.
9- Bij mijn leerlingen merk ik over het algemeen na verloop van de lessen ‘ tekenen naar waarneming’ een verbetering in MATERIAALBEHEERSING Kruis aan: 1. heel veel verbetering 2. een stuk verbeterd 3.geen verandering 4. Een verslechtering 5. enorm verslechterd.
10- Bij mijn leerlingen merk ik over het algemeen na verloop van de lessen ‘ tekenen naar waarneming’ een verbetering in HERKENNEN VAN VORM Kruis aan: 1. heel veel verbetering 2. een stuk verbeterd 3.geen verandering 4. Een verslechtering 5. enorm verslechterd.
11- Bij mijn leerlingen merk ik over het algemeen na verloop van de lessen ‘ tekenen naar waarneming’ een verbetering in HERKENNEN VAN KLEUR Kruis aan: 1. heel veel verbetering 2. een stuk verbeterd 3.geen verandering 4. Een verslechtering 5. enorm verslechterd.
12- Bij mijn leerlingen merk ik over het algemeen na verloop van de lessen ‘ tekenen naar waarneming’ een verbetering in LIJNVOERING
60 Kruis aan: 1. heel veel verbetering 2. een stuk verbeterd 3.geen verandering 4. Een verslechtering 5. enorm verslechterd.
13- Bij mijn leerlingen merk ik over het algemeen na verloop van de lessen ‘ tekenen naar waarneming’ een verbetering in COMPOSITIE Kruis aan: 1. heel veel verbetering 2. een stuk verbeterd 3.geen verandering 4. Een verslechtering 5. enorm verslechterd.
14- Bij mijn leerlingen merk ik over het algemeen na verloop van de lessen ‘ tekenen naar waarneming’ een verbetering in LICHTINVAL Kruis aan: 1. heel veel verbetering 2. een stuk verbeterd 3.geen verandering 4. Een verslechtering 5. enorm verslechterd.
15- Bij mijn leerlingen merk ik over het algemeen na verloop van de lessen ‘ tekenen naar waarneming’ een verbetering in BEWUST GEBRUIK MAKEN VAN TEXTUUR
1. heel veel verbetering 2. een stuk verbeterd 3.geen verandering 4. Een verslechtering 5. enorm verslechterd.
16- Hoe hebt u ‘ tekenen naar waarneming’ zelf als student ervaren?
17-Hoe waardeert u het vak ‘ tekenen naar waarneming’ qua belangrijkheid voor studenten beeldende kunst, ten opzichte van de rest van het curriculum? Kruis aan: 1. Geweldig! Moet meer plek innemen
2. Mag meer aandacht krijgen.
3.Neutraal
4. Minder
5. Geen waarde Liever meer tijd voor andere vakken.
61
Dank je wel voor het invullen!
Jong-Kunstenaar over tekenen naar waarneming Naam: Leeftijd: Dit onderzoek gaat over tekenen naar waarneming en de waarde voor beeldend kunstenaars. Met dit vak bedoel ik modeltekenen, portret tekenen, landschapstekenen, stilleven, tekenen naar de natuur ect.
1- Hoe hebt u ‘ tekenen naar waarneming’ zelf als student ervaren?
2-Hoe waardeert u het vak ‘ tekenen naar waarneming’ qua belangrijkheid voor studenten beeldende kunst, ten opzichte van de rest van het curriculum? Gemiddeld krijgen propedeuse studenten maximaal 4 uur per week les in dit vak Kruis aan: 1.Is essentieel als kunstenaar 2. Mag meer aandacht Moet meer aandacht krijgen
krijgen
3.Neutraal
4. Minder belangrijk 5. Afschaffen!
62
3 -Wat ziet u als de waarde van het vak tekenen naar de waarneming voor kunststudenten?
4 Kunt u inschatten hoeveel tijd er per week werd besteed aan tekenen naar de waarneming toen u op de academie zat?
5- Was dat naar uw mening te veel of te weinig?
6- Wat is naar uw mening voor u het belangrijkste van het vak? (meerdere keuzes mogelijk) Kruis aan: 1. concentratievermogen 2. Leren kijken/waarnemen 3.Fijne motoriek 4. Materiaalbeheersing 5. Herkenning van vorm
6. Kleurherkenning
7. Lijnvoering
11 Experiment
12. Inzicht in de techniek
8 compositie
7. Watvoor rol speelt het tekenen in je werk?
9. lichtinval
10. Identiteit als kunstenaar
63 Dank je wel voor het invullen!
Bijlage 2: Techniek in het kunstonderwijs- een definitie Wat is techniek in het kunstonderwijs? Vraag het tien verschillende mensen en het antwoord zal steeds verschillen. Voor mij hangt techniek samen met de traditionele opvatting in het kunstonderwijs dat je voldoende van je vak weet (of ervaring hebt) dat je meester wordt van materiaal en onderwerp. Door veel te doen krijg je een vertrouwdheid met het materiaal en onderwerp, waardoor je het beter kan verbeelden. Dat hangt samen met je verdiepen in de materie. Zo kun je modeltekenen bijvoorbeeld meester worden door te leren over spieren en botten, anatomie, door het veel te doen, door te leren kijken, je krijgt er dan oog voor. Visuele vakken zoals modeltekenen hebben ook veel te maken met de waarneming, het 'leren kijken’. Als je een figuur gaat tekenen dan kijk je wel, maar onbewust gaan de hersens hele stukken zelf aanvullen, waardoor je niet tekent wat je ziet, maar wat je dénkt dat je ziet. Leren tekenen is ook je bewust worden van deze reflexen en aan te controleren en aanpassen waar nodig. Ook hangt het samen met het meeste uit je materiaalgebruik te halen door meerdere methodes uit te proberen. Tips/ aanwijzingen kunnen ‘handvaten’ zijn die je helpen meester te worden over je onderwerp, in dit geval modeltekenen.
64
Voor mij houd het in dat je volledig grip hebt op je beeld, je weet dat je het model in de juiste verhoudingen kan weer geven op de manier die jij wilt. Als de verhoudingen niet kloppen dan bent u zich daarvan bewust en kan het een keuze zijn om die zo te houden. Als de figuur op je blad heel klein is, bent u zich bewust wat voor invloed dat op het beeld heeft en op de kijker. Je weet van perspectief en licht en donkercontrasten en je kunt bewust op je beeld reflecteren. Dat is voor mij techniek. Tegelijkertijd heeft het ook te maken met het loslaten van wat je weet. Het kan je helpen het de figuur te bepalen naar beeld, je kunt houvast hebben aan de techniek, maar het is ook belangrijk niet alleen aan de techniek te hangen (dan wordt de methode belangrijker dan wat je verbeeld), daarom is het ook belangrijk de techniek bewust los te laten. Omdat het begrip voor mij moeilijk te vatten is heb ik anderen gevraagd om hier een aanvulling op te geven. De aanvulling hieronder komt van een collega kunstenaar (schilder/tekenaar, 31 jaar, nu ongeveer 6 jaar een eigen kunstpraktijk). Ik denk dat techniek (klassieke) ook te maken heeft met de waarneming leren begrijpen. Als je snapt wat je ziet kun je daarmee gaan spelen en manipuleren. Dan komt techniek om de hoek kijken. Dus het is eigenlijk een vertaalslag maken van jouw visuele registratie. Als je inderdaad de handvatten hebt om dit uit te voeren en begrijpt wat je ziet. Bv een ronding van de schouder door delta spier, zul je minder gaan werken naar wat je weet. Of beter gezegd in het concept. Van bv een oog neus of mond. Heb je techniek dan heb je de basis om ook dat weer los te laten. Dus om een lang verhaal kort te maken denk ik dat techniek ook samenhangt met de waarneming. (Thiel, 2015) Maar een ander definieert de techniek in in het kunstonderwijs zo: (docente beeldende kunst middelbare school, 31 jaar) Maar als het bijvoorbeeld gaat om iets specifieks als 'techniek bij modeltekenen': - dan denk ik aan materiaalgebruik (houtkool, potlood, verf, inkt, hoogdruk, ect.etc.) - stijl hantering (expressief, rationeel) - verhoudingen (anatomie) - trucjes (technische trucjes) om tot iets te komen (juiste perspectief) (of met je potlood meten, die soort dingen) (Ponjee, 2015) Samengevat denk ik dat techniek een mengeling is van vaardigheden en kennis, zowel materiaalkundig als over waarneming.