Technisch Jeugdbeleid van
Aan de hand van een format van de KNVB
Technisch Jeugdbeleidsplan 2010 -‐ 2014
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 Hoofdstuk 6 Hoofdstuk 7 Hoofdstuk 8
Inleiding
Pagina 3
D.V.V. Delft
Pagina 4
Totstandkoming
Pagina 6
Doelstellingen
Pagina 8
De opleiding van de jeugd
Pagina 9
Het selecteren
Pagina 11
Jeugdkader: Werving en opleiding
Pagina 13
Jeugdkader: Taken en verantwoordelijkheden
Pagina 14
Communicatie Jeugdafdeling
Pagina 16
2 Technisch Jeugdbeleidsplan 2010 -‐ 2014
Inleiding D.V.V. Delft is een vereniging die op dit moment rond de 200 jeugdleden kent. Beginnend vanaf de mini-‐F kan een jeugdlid bij D.V.V. Delft zich tot de hoogste jeugdelftallen ‘schoppen’ en van daaruit naar de senioren doorstromen. Voor elke speler is er wat hij graag wil. Zo is het mogelijk om prestatief te voetballen, maar zal het plezier nooit uit het oog worden verloren. Plezier is namelijk de basis van het voetbalspel en dat wil D.V.V. Delft graag benadrukken. Niet alleen binnen het voetballen, maar ook rondom de voetbalsport wordt er getracht om met veel plezier activiteiten te laten plaatsvinden. Dit Technisch Jeugdbeleidsplan moet niet worden gezien als iets wat is geschreven. Nee, het is veel meer dan dat. Dit beleidsplan is een visie van D.V.V. Delft en zal de komende jaren als leidraad worden aangehouden voor de jeugdafdeling. Het jeugdbeleidsplan zal meegroeien in de wensen van het voetballen en zal daar waar nodig aangepast worden aan de situaties die ontstaan. Het plan is daarnaast een hulpmiddel om duidelijkheid te scheppen voor een ieder die binnen deze vereniging actief is. Door deze duidelijkheid zal er een structuur ontstaan waar menig seizoen op voortgebouwd kan worden. Om het jeugdbeleidsplan te laten slagen is er betrokkenheid nodig, in welke mate dan ook. Denk aan de trainers en begeleiders van de elftallen, maar ook aan de vrijwilligers die zo belangrijk zijn voor een vereniging. Het draaiende houden van een vereniging is niet alleen maar het voetbalspelletje, maar er is zoveel meer! En nu zal menigeen wellicht denken dat er toch al een jeugdbeleidsplan is, wat toch genoeg is. Niets is minder waar. D.V.V. Delft wil graag een nieuwe weg inslaan en zich onderscheiden van de andere verenigingen. D.V.V. Delft wil kwaliteit en plezier bundelen om zo een ieder binnen de vereniging aan te kunnen bieden wat het wil. Het voetbal is en blijft ‘de belangrijkste bijzaak’ en wordt door zo velen gevolgd. Met dit nieuwe jeugdbeleid is D.V.V. Delft ervan overtuigd dat het de juiste koers is ingeslagen!
3 Technisch Jeugdbeleidsplan 2010 -‐ 2014
H.1
D.V.V. Delft
Historie De gymnastiekvereniging van de Nederlandse Gist-‐ en Spiritusfabrieken, genaamd Sparta, heeft na de Eerste Wereldoorlog geen gymzaal meer. Dit betekent dat de leden gedwongen worden zich te richten op de buitensportactiviteiten. De voetbalvereniging Sparta ontstaat doordat op 19 november 2009 achttien voetballers ,die actief zijn bij de gymnastiekvereniging, een eigen voetbalvereniging oprichten. Het ‘balletje trappen’ krijgt zo een nieuwe betekenis. In de eerste jaren speelt de vereniging alleen vriendschappelijke wedstrijden, maar in 1916 besluit de vereniging zich in te schrijven bij de HVB. Onder de naam Sparta wordt de vereniging ingedeeld in de tweede klasse en promoveert het in 1920 naar de NVB. Doordat er reeds een vereniging actief is in dezelfde klasse met dezelfde naam, dient er een nieuwe naam gekozen te worden. Op 12 augustus 1920 wordt de naam gekozen die ook nu nog wordt gevoerd: D.V.V. Delft. In de historie van de vereniging verhuist de club in eerste instantie naar de Laan van Altena, alvorens het in 1951 nogmaals verhuist naar de W.H. van Leeuwenlaan. In 1972 volgt een volgende verhuizing vanwege uitbreidingsplannen van de Gistfabriek. In de nacht van 19 op 20 februari 1982 wordt het clubhuis verwoest door een brand. In 1984 neemt de D.V.V. Delft zijn intrede in de huidige locatie aan de Kerkpolderweg. Tegenwoordig De vereniging D.V.V. Delft kent verschillende takken van sport op het complex. Zo is er ruimte voor veldvoetbal voor senioren en junioren. De club kent verschillende leeftijdscategorieën en verschillende elftallen in deze categorieën. Daarbij krijgen de leden de mogelijkheid om op hun eigen niveau te acteren. Zo is er ruimte voor prestatief voetbal, alsmede voor de recreatieve voetballers. Samen met de volleybalvereniging Delta en de handbalvereniging EDH wordt er gebruik gemaakt van de Sporthal Kerkpolder die in 2001 is gerealiseerd. In deze sporthal is er ook gelegenheid tot zaalvoetbal, waarbij D.V.V. Delft enkele elftallen heeft die deelnemen in verschillende klassen. Kort samengevat biedt D.V.V. Delft de volgende producten aan: 1. Senioren veldvoetbal 2. Junioren Veldvoetbal 3. Zaalvoetbal 4. Tennis Hiermee speelt D.V.V. Delft in op de behoefte van een hoge diversiteit aan (potentiële) klanten. Er wordt getracht een nauwe samenwerking te behouden tussen de verschillende takken om tot een optimale werkomgeving te komen.
4 Technisch Jeugdbeleidsplan 2010 -‐ 2014
Missie De missie laat zich omschrijven als datgene wat de vereniging wil zijn of waar het voor wil gaan. Dat houdt in dat er wordt gekeken wat de vereniging wil zijn voor haar leden en voor andere belanghebbenden. Daarbij is de missie de basis van waaruit bijvoorbeeld de strategie wordt afgeleid. Binnen D.V.V. Delft zijn er verschillende onderdelen actief die zelfstandig opereren. Voor de jeugdafdeling is er de volgende missie opgesteld: “D.V.V. Delft wil een voetbalvereniging zijn waarin een ieder op eigen niveau en met respect voor elkaar de sportieve doelstellingen (prestatief en/of recreatief) kan halen die hij of zij zich heeft gesteld. Door middel van het faciliteren van verschillende voetbalactiviteiten en activiteiten naast het voetbal wordt een prettige voetbalcultuur nagestreefd waar prestaties en plezier hand in hand gaan”. Visie Kort gezegd geeft de visie een antwoord op de vraag ‘waar willen we naartoe?’ Door het beantwoorden van deze vraag is in één oogopslag duidelijk wat de vereniging in de toekomst graag zou willen. Daarbij komt dat de visie aansluit op de opgestelde missie. De visie voor de jeugdafdeling van D.V.V. Delft is als volgt: “Een jeugdafdeling voor iedere voetballer (prestatief/recreatief) waarbij een ieder in staat is op zijn of haar niveau te spelen en waarbij sportiviteit en plezier de boventoon voeren. Daarbij is de doelstelling om elk jaar minimaal één jeugdlid in de senioren selectie aan te laten sluiten. Om dit te bewerkstelligen dienen de eerste elftallen v an elke afdeling minimaal op eerste klasse niveau te spelen.”
5 Technisch Jeugdbeleidsplan 2010 -‐ 2014
H.2
Totstandkoming
D.V.V. Delft is actief in de voetbalbranche. Deze branche kent een groot aantal concurrenten die ‘uit dezelfde vijver vissen’, dezelfde activiteiten aanbieden en zodoende een vergelijkbare vereniging zijn. Om er dan voor te zorgen dat een vereniging kan blijven bestaan moet een vereniging onderscheidend zijn. Dit jeugdbeleidsplan dient er de komende jaren voor te zorgen dat D.V.V. Delft daadwerkelijk onderscheidend is. Door middel van het beleidsplan wil D.V.V. Delft ervoor zorgen dat de nieuwe koers die is ingezet ook daadwerkelijk een koers is waar nog jaren mee gevaren kan worden. Een koers die de vereniging er wel bij laat varen. Het jeugdbeleidsplan is niet zomaar opgesteld. Alvorens tot het Jeugdbeleidsplan over te gaan is er sprake van een analyse. Vanuit deze analyse komen specifieke punten naar voren die de basis vormen voor een onderscheidend karakter van een vereniging. Deze aanbevelingen zijn dan ook wel gebaseerd op een zogenoemde ‘Swot-‐analyse’. Deze analyse houdt in dat er wordt gekeken naar sterke en zwakke punten (altijd gebaseerd op concurrenten) en kansen en bedreigingen die het behalen van doelstellingen kunnen beïnvloeden. Voor D.V.V. Delft ziet de Swot-‐analyse er als volgt uit, met de kanttekening dat alleen de belangrijkste aspecten erin zijn verwerkt: Sterke punten Zwakke punten S1 Ligging D.V.V. Delft Z1 Ontbreken kunstgrasveld S2 Bereikbaarheid D.V.V. Delft Z2 Kwaliteit voetbalvelden S3 Een vereniging voor plezier Z3 Aantal voetbalvelden S4 Het organiseren van activiteiten Z4 Korte trainingsduur S5 Samenwerking trainers – spelersgroep Z5 Te weinig trainingsdagen S6 Samenwerking trainers – assistent-‐trainers Z6 Betrokkenheid jeugd bij vereniging S7 Samenwerking trainers – elftalbegeleiders Z7 Niveau van voetballen S8 Samenwerking trainers – jeugdvoorzitter Z8 Hoeveelheid begeleiding S9 Communicatie over wedstrijden Z9 Samenwerking elftallen binnen dezelfde afdeling S10 Beschikking over eigen sporthal Z10 Kwaliteit materiaal S11 Mogelijkheden voor techniektraining Kansen Bedreigingen K1 Stijging aantal vrouwelijke voetballers B1 Inkrimping doelgroep K2 Verbetering kunstgrasvelden B2 Toenemende concurrentie ‘overige sporten’ K3 Stijging aantal startende ondernemingen B3 Groei omliggende gemeenten (sponsoring) K4 Groeiende vraag naar individuele trainingen B4 Afnemende participatie jongeren binnen de vereniging K5 Aannemen opgestelde plannen in de B5 Bezuinigingen bij de KNVB ‘Sportnota gemeente Delft’ K6 Groei van ‘sociale netwerken’ B6 Toenemend aantal tweeverdieners K7 Toenemende vrijetijdsbesteding aan sport B7 Toenemende vergrijzing K8 Toenemende bestedingen gemeente aan sport B8 Toenemende concurrentie ‘overige 6 Technisch Jeugdbeleidsplan 2010 -‐ 2014
K9
Stijging bestedingen aan ‘sport en spel’
K10
B9
ontspanning, zoals artistiek’ Accommodaties in bezit Gemeente Delft
Verbetering kwaliteit en daling prijs televisieschermen (sponsornamen zichtbaar in de kantine) K11 Groeiende wens om ‘zichzelf te zien’ Zoals gesteld is er voorafgaand aan dit Jeugdbeleidsplan een Swot-‐analyse gemaakt. Dit is echter niet de eerste stap in het proces geweest. Het proces is gestart door het jeugdbestuur en de technische commissie. De wens ontstond om een nieuw jeugdbeleidsplan te schrijven, mede doordat het vorige beleidsplan aan veroudering onder hevig was. De technische commissie is uiteindelijk belast met het schrijven van een hernieuwd beleidsplan. Om dit plan op een juiste wijze te schrijven is er een analyse gedaan naar de interne omgeving (de vereniging zelf) om zodoende sterke en zwakke punten naar voren te brengen. Daarna is er oog voor de externe omgeving (wel de nabije omgeving van D.V.V. Delft) om zodoende de kansen en bedreigingen in kaart te brengen. Op basis van de bevindingen is er uiteindelijk een vernieuwd plan gekomen dat er de komende jaren zorg voor dient te dragen dat de doelstellingen gehaald zullen worden.
7 Technisch Jeugdbeleidsplan 2010 -‐ 2014
H.3
Doelstellingen
In dit hoofdstuk is er aandacht voor de doelstellingen van D.V.V. Delft. Deze doelstellingen zijn gericht op de jeugdafdeling en zijn gericht op de komende periode van het seizoen 2010 tot en met 2014. De doelstellingen sluiten aan bij de opgestelde missie en visie en zullen bijdragen aan het verbeteren van de jeugdopleiding. 1. Er voor elk lid voor zorgen dat er voldoende faciliteiten zijn die er toe bijdragen dat de voetbalsport bedreven kan worden 2. Er voor elk lid voor zorgen dat hij of zij op het eigen niveau wedstrijden kan spelen en kan trainen 3. Er voor elk lid voor zorgen dat er mogelijkheden zijn om de persoonlijke doelstellingen (prestatief of recreatief voetbal) te behalen 4. Gedurende elk seizoen minimaal één lid van de jeugdafdeling in het nieuwe seizoen laten doorstromen naar de seniorenselectie 5. Het opleiden van trainers en begeleiders om zodoende het niveau van de jeugdopleiding te verbeteren Deze doelstellingen staan elk jaar centraal binnen de jeugdafdeling. Om de doelstellingen te behalen zijn er meerdere gelegenheden per jaar gereserveerd om te bekijken of de doelstellingen gehaald zullen worden en wat er eventueel veranderd dient te worden. Daarnaast wil D.V.V. Delft in de komende jaren de samenwerking met verschillende opleidingen opstarten en intensiveren. Dit betekent dat er in eerste instantie gestart zal worden met het zoeken naar potentiële opdrachten en andere mogelijkheden voor verschillende opleidingen en dat er daarna steeds nieuwe opdrachten beschikbaar blijven voor studenten van een mbo, hbo en wo-‐ opleiding. De doelstellingen hiervoor luidden als volgt: 1. In het eerste jaar oriënteren op ‘problemen’ die aangepakt dienen te worden binnen de vereniging. Binnen deze ‘problemen’ wordt er gekeken naar oplossingen die door studenten ingevuld kunnen worden 2. In de daaropvolgende periode (2011-‐2014) worden er opdrachten uitgeschreven die ingevuld kunnen worden door studenten. Dit kunnen opdrachten zijn voor afstuderen, maar ook bijvoorbeeld voor keuzepunten 3. Daarbij komt dat D.V.V. Delft jaarlijks minimaal 3 studenten van de opleiding Sport en Bewegen de mogelijkheid wil bieden om zich te ontwikkelen bij D.V.V. Delft als voetbaltrainer
8 Technisch Jeugdbeleidsplan 2010 -‐ 2014
H.4
De opleiding van de jeugd
In dit hoofdstuk is er aandacht voor de opleiding van een jeugdspeler. Denk daarbij aan de uitgangspunten die D.V.V. Delft hanteert voor het leren voetballen en de speelwijzen die de vereniging nastreeft. Bij D.V.V. Delft is er voor de verschillende leeftijdscategorieën een andere kijk naar het voetbal. Zo is het bij de F-‐jeugd van belang om deze jeugd bekend te maken met de voetbalsport, terwijl er bij de A-‐jeugd meer aandacht is voor positionering en tactische aspecten. Desondanks geldt voor alle leden dat plezier bovenaan moet staan, ook bij de prestatiegerichte elftallen. In elke afdeling staat centraal dat een speler zich dient te ontwikkelen op het gebied van voetbal en dat hij of zij moet leren om op meerdere plekken te kunnen spelen. Het opleiden van spelers staat te allen tijden centraal, waarbij het teamverband een belangrijke rol speelt. Winnen of verliezen is niet het belangrijkste in de jeugd, ook niet in de prestatiegerichte elftallen. Voor de coaching heeft dit ook gevolgen. Coaching van spelers is altijd gericht op positieve benadering. Er wordt opbouwende kritiek gegeven en er zal altijd op een rustige toon gesproken worden met een jeugdlid. Een trainer of begeleider dient te allen tijden rekening te houden met het feit dat hij of zij omgaat met jeugdleden. Hiervoor zal hij of zij de manier van spreken moeten aanpassen. Speelwijze voor de jeugd Het opstellen van een vaste speelwijze door de gehele jeugdopleiding heen zorgt ervoor dat de spelers binnen een vereniging te allen tijden weten wat er van hen verwacht wordt. Door het vasthouden aan een bepaalde speelwijze (en deze door te voeren door de gehele jeugdopleiding) worden spelers getraind in het spelen op bepaalde posities. Bovendien zorgt een vaste speelwijze er ook voor dat trainers, spelers en begeleiders bekend raken met de speelwijze, waardoor D.V.V. Delft zich wellicht kan onderscheiden van een andere vereniging. Echter is het zo dat een wedstrijd op zich aanpassingen vanuit de opstelling verwacht. Het is dan ook niet zo dat een trainer geen vrijheden heeft om een opstelling naar zijn eigen inzicht in te vullen. De hieronder genoemde speelwijze is daarom een richtlijn waarbij getracht wordt om deze door de gehele vereniging door te voeren. Algemene opzet speelwijze D.V.V. Delft D.V.V. Delft pretendeert om aanvallend voetbal te spelen. Hierbij wordt er geprobeerd druk te zetten op een tegenstander, veel balbezit te verkrijgen en veelal op de helft van een tegenstander te spelen. Er is daarbij onderscheid tussen balbezit en balbezit van de tegenstander. Balbezit In balbezit wil D.V.V. Delft veelal op de helft van de tegenstander actief zijn. Hierbij spelen hoge balcirculatie en beweeglijkheid een belangrijke rol. Vanuit de opbouw wordt er getracht om het veld groot te maken, waarbij de opbouw begint bij de achterste linie. Het doel is om balbezit te behouden en uiteindelijk een kans te creëren.
9 Technisch Jeugdbeleidsplan 2010 -‐ 2014
Balbezit tegenstander Wanneer de tegenstander de bal heeft is het de bedoeling om deze zo snel mogelijk te heroveren. Dit gebeurt door het gegroepeerd druk zetten op een tegenstander en de bal zo snel mogelijk weer in de ploeg te krijgen. Hierbij dient het veld klein gemaakt te worden en dienen de spelers mee te bewegen naar de kant van de bal. Speelwijze elftallen In deze paragraaf is er aandacht voor de speelwijze van de elftallen. Dit geldt zodoende voor de jeugd die op een groot veld spelen en met 10 veldspelers en 1 keeper in het veld verschijnen. Uitgangspunt binnen de vereniging is te allen tijden 1:4:3:3 waarbij het middenveld en de aanval ‘met de punt naar voren’ staan. De uitgangspositie is zodoende als volgt:
Wanneer D.V.V. Delft in balbezit is, wordt er getracht om een centrale verdediger op het middenveld erbij te krijgen, waardoor de situatie wordt veranderd naar 1:3:4:3. Dit ziet er als volgt uit:
Bij balbezit van de tegenstander wordt het veld klein gemaakt. Als de bal aan de linkerkant van het veld is, laten de spelers aan de rechterkant van D.V.V. Delft hun man ‘los’ en bewegen mee naar de kant van de bal. Zodoende wordt het veld klein gemaakt en is er weinig ruimte voor de tegenstander om te voetballen. Het doel is daarbij om de bal zo snel mogelijk te heroveren. 10 Technisch Jeugdbeleidsplan 2010 -‐ 2014
Speelwijze ‘andere teams’ Met de speelwijze voor andere teams worden de teams bedoeld die op een half veld spelen en waarbij de teams uit 7 spelers bestaan. Deze teams staan dus met 1 keeper en 6 veldspelers op het veld. Het doel bij deze jongere jeugd is om het spelplezier te stimuleren. Desondanks zal er ook aandacht zijn voor enkele ‘tactische aspecten’. Immers, hoe vroeger men begint, des te beter zal het in de toekomst zijn. Binnen de jongste jeugd zal er zodoende alleen aandacht zijn voor posities en zal het verhaal van druk zetten, klein maken e.d. pas worden gestimuleerd wanneer de trainer, in overleg met de Technische Commissie en de Hoofd Jeugdopleidingen, hiervoor de tijd rijp acht. De speelwijze bij zeventallen zal zijn dat de keeper samen met 3 verdedigers de achterste lijn vormt. Op het middenveld speelt één speler en daarvoor spelen er 2. Hiervoor is gekozen om te trachten ‘3 linies’ te krijgen, waardoor de doorstroming naar de oudere jeugd beter zal verlopen.
11 Technisch Jeugdbeleidsplan 2010 -‐ 2014
H.5
Het selecteren
In dit hoofdstuk is er aandacht voor de verschillende selectiecriteria en het selectiebeleid van de vereniging. Het gaat niet alleen om de ‘logische stappen’ van doorselecteren zoals leeftijd, maar ook de ontwikkeling van de jeugdspelers. Het uiteindelijke doel blijft om minimaal één jeugdlid per jaar af te leveren aan de selectie van de senioren. Het selecteren is niet een proces dat begint in de voorbereiding en stopt als de eerste keuzes bekend zijn gemaakt. Het proces voor selecteren van de eerste keuze (met nadruk op eerste!)van het komende seizoen begint reeds als het seizoen is gestart. In september(start van de competitie) worden er meermaals gesprekken gevoerd tussen trainers, begeleiders en het Hoofd Jeugdopleidingen. In deze gesprekken wordt aandacht besteed aan de ontwikkeling van de spelers in de jeugdafdelingen. Deze gesprekken hebben als doel om ontwikkelingen binnen de groep te bespreken, maar ook te kijken of er eventueel veranderingen plaats moeten vinden. D.V.V. Delft wil stimuleren dat een voetballer zich blijft ontwikkelen. Het is daarom van groot belang dat er gedurende het lopende seizoen de juiste keuzes worden gemaakt. Vandaar ook dat D.V.V. Delft de volgende stappen onderneemt: 1. Vanaf de winterstop zal het voorkomen dat tweedejaars spelers vanuit een leeftijdscategorie zullen meetrainen in een leeftijdscategorie hoger 2. Vanaf de winterstop zullen er wedstrijden worden georganiseerd voor ‘de nieuwe elftallen’ 3. Een speler die in zijn eigen leeftijdscategorie tot de beteren behoort moet de mogelijkheid krijgen om een afdeling hoger mee te komen Door middel van deze opties wil D.V.V. Delft het plezier bij een jeugdlid behouden en daarbij de ontwikkeling stimuleren. Immers is het opleiden van jeugd de belangrijkste opdracht. Binnen het selectiebeleid spelen verschillende functies een belangrijke rol. Ten eerste de rol van de hoofdtrainer die het overzicht behoudt over de gehele afdeling. Daarbij wordt hij ondersteund door de begeleiding en assistent-‐trainers binnen die afdeling. Als overkoepelend orgaan staat het Hoofd Jeugdopleidingen die gesprekken aangaat met trainers en ook zoveel mogelijk wedstrijden en trainingen bezoekt om ontwikkeling van spelers te monitoren. Het Hoofd Jeugdopleidingen krijgt van de hoofdtrainers scoutingrapporten van alle spelers in de betreffende afdeling, gebaseerd op het ‘speler-‐volg-‐systeem’. Op basis van deze rapporten, de bevindingen van de overige trainers en de eigen bevindingen zal het Hoofd Jeugdopleidingen een opzet maken voor de teamindelingen van het komende seizoen.
12 Technisch Jeugdbeleidsplan 2010 -‐ 2014
H.6
Jeugdkader: opleiding en werving
Het is zeer belangrijk om kwalitatief goed jeugdkader te hebben. D.V.V. Delft erkent dat en probeert daarop te sturen. Niet alleen bij het aannemen van jeugdkader, maar ook bij het opleiden van (nieuwe) leden van het jeugdkader. Tijdens de werving en aanstelling van jeugdkader is het belangrijk om persoonlijke gesprekken te hebben om de functies te bespreken en te kijken wat de verschillende visies zijn bij de beide partijen (D.V.V. Delft en sollicitant). Hierbij is het belangrijk dat de beide visies aansluiten bij het beleidsplan van D.V.V. Delft om er zodoende voor te zorgen dat er continuïteit is binnen een vereniging. De daadwerkelijke werving gebeurt op verschillende manieren. In de meest ideale situatie worden er trainers aangesteld die affiniteit hebben met D.V.V. Delft en ook daadwerkelijk bereidt zijn om zich verder te ontwikkelen. Dit betekent dat er binnen D.V.V. Delft de mogelijkheid is om opgeleid te worden tot trainer of een andere functie. Mocht het niet mogelijk zijn om kwalitatief goed personeel te werven op bovenstaande manier wordt er gekeken naar het eigen netwerk. Denk daarbij aan de KNVB of via leden van de technische commissie of bijvoorbeeld het Hoofd Jeugdopleidingen. Mocht dit ook niet voldoende opleveren, dan worden er externe vacatures naar buiten gebracht en zullen er sollicitatiegesprekken plaats vinden. Bij alle mogelijke vormen van werving zullen er minstens twee gesprekken plaats vinden. De werving start daarom ook aan de start van de tweede seizoenshelft (begin januari). Doelstelling is om reeds eind maart het Jeugdkader voor het daaropvolgende seizoen rond te hebben. Daarnaast biedt D.V.V. Delft de mogelijkheid aan leden om zichzelf op te leiden. Dit gebeurt met het aanbieden van cursussen als scheidsrechter en als trainer. Hierdoor kunnen jeugdleden op kosten van D.V.V. Delft de cursussen behalen. Door het stimuleren van deze cursussen komen er nieuwe trainers beschikbaar en worden er ook nieuwe scheidsrechters opgeleid. Deel uitmaken van het jeugdkader kan alleen als er wordt voldaan aan de eisen die worden gesteld bij de functies. Deze functies zijn in hoofdstuk 8 nader uitgewerkt. Desondanks geldt er wel een profiel dat voor elk lid van het jeugdkader geldt, namelijk dat hij of zij zich conformeert aan het jeugdbeleidsplan en dat plezier te allen tijden bovenaan moet staan bij het voetbal. Gezamenlijk wordt er een doel nagestreefd dat er voor dient te zorgen dat D.V.V. Delft de weg omhoog inslaat.
13 Technisch Jeugdbeleidsplan 2010 -‐ 2014
H.7 Jeugdkader: Taken en verantwoordelijkheden In dit hoofdstuk is er aandacht voor de taken en verantwoordelijkheden van de verschillende functies binnen het jeugdkader. Deze omschrijvingen zijn gecommuniceerd met de betreffende personen en dienen te allen tijden nageleefd te worden. Jeugdvoorzitter De jeugdvoorzitter is de eindverantwoordelijke voor de gehele jeugdafdeling. In het hoofdbestuur zal de jeugdvoorzitter de aangewezen persoon zijn om te communiceren over de gang van zaken in de jeugd. Zijn taakomschrijving richt zich op het overzicht behouden over de gehele jeugdafdeling en daarmee de functies die daaronder vallen. Hij is af en toen aanwezig bij het overleg met trainers, technische commissie en bijvoorbeeld de Activiteiten Commissie. Dit betekent niet dat hij overal een voortrekkersrol in bekleedt, maar dat hij zich laat informeren door de betreffende groep en kan ingrijpen wanneer dit nodig is. Hij heeft gesprekken met de technische commissie over het functioneren van de vereniging en met de Hoofd Jeugdopleidingen over het functioneren van de trainers, assistent-‐trainers en elftalbegeleiders. Lid Technische Commissie De Technische Commissie is belast met het technisch functioneren van de jeugdafdeling. De Technische Commissie is verantwoordelijk voor het opstellen van het technisch beleid dat gevoerd zal worden in de jeugd. Bovendien zijn zij de eerste aangewezen personen om ‘problemen’ in kaart te brengen, mits deze betrekking hebben op het opgestelde technisch beleid. De Technische Commissie stelt een visie op voor een periode van maximaal 5 jaar. Gedurende deze periode wordt het technisch beleid geanalyseerd (eventueel met hulp van buitenaf) en desgewenst aangepast. Na deze periode wordt het jeugdbeleidsplan herschreven. Hoofd Jeugdopleidingen Het Hoofd Jeugdopleidingen is de verantwoordelijke persoon wanneer het aankomt op voetbaltechnische zaken. Dit betekent dus de verantwoordelijke man om ‘het voetballen in de gaten te houden’. Het Hoofd Jeugdopleidingen is het aanspreekpunt voor trainers, assistent-‐trainers en elftalbegeleiders. Ook problemen van ouders (met bijvoorbeeld trainers) worden afgehandeld door de Hoofd Jeugdopleidingen. Het Hoofd Jeugdopleidingen geeft daarnaast sturing aan de coördinatoren en is de eindverantwoordelijke voor het opstellen van de nieuwe selecties voor het komende seizoen. Daarbij geldt ook het aanstellen van trainers en andere functies rondom een elftal. Het Hoofd Jeugdopleidingen krijgt van de trainers de scoutingrapporten door en analyseert deze. Daarbij kijkt hij of er eventuele verschuivingen plaats dienen te vinden in de elftallen. Ook is de Hoofd Jeugdopleidingen op zaterdagen en trainingsdagen aanwezig om te controleren of het jeugdbeleidsplan daadwerkelijk terug komt bij alle afdelingen. Hoofdtrainer selectie-elftallen Een hoofdtrainer is de verantwoordelijke man voor het coachen van wedstrijden en het geven van minimaal 2 trainingen per week (eventuele uitbreiding naar 3 trainingen per week). De hoofdtrainer is verantwoordelijk voor het naleven van het jeugdbeleidsplan. De hoofdtrainer is verantwoordelijk voor alle elftallen in die bepaalde groepering. De hoofdtrainer maakt scoutingrapporten van alle spelers in de betreffende afdeling,gebaseerd op “het speler-‐volg-‐systeem” De hoofdtrainer legt verantwoordelijkheid af aan het Hoofd Jeugdopleidingen. De hoofdtrainer is verantwoordelijk voor de materialen. De hoofdtrainer mag maximaal één bijeenkomst voor trainers per seizoen missen. Een 14 Technisch Jeugdbeleidsplan 2010 -‐ 2014
hoofdtrainer heeft bij voorkeur geen familiebanden met een speler in zijn of haar afdeling. Het doel voor de hoofdtrainer is om de gestelde doelen van het jeugdbeleidsplan te behalen om zodoende de vereniging op de kaart te zetten. Bovendien houdt de trainer bij hoe de trainingsopkomst is van zijn of haar spelers en grijpt in wanneer dit te laag wordt. Trainer niet selectie-elftallen Een trainer van niet selectie-‐elftallen coacht de wedstrijden van het betreffende elftal en draagt er zorg toe bij dat er twee keer per week wordt getraind. Het doel van een trainer is om er voor te zorgen dat alle leden plezier hebben en houden in het voetballen. Daarnaast is het doel om de spelers beter te laten worden. Om ervoor te zorgen dat dit gebeurt wordt er door het Hoofd Jeugdopleiding of hoofdtrainer selectie-‐elftallen oefenstof aangeboden, zodat de trainer kwalitatief goede trainingen kan geven. De trainer, niet selectie-‐elftallen, legt verantwoordelijkheid af aan de hoofdtrainer selectie-‐elftallen. . Bovendien schakelt hij het Hoofd Jeugdopleiding in als hij merkt dat er spelers in een ander elftal behoren te spelen. Assistent-trainer De assistent-‐trainer is een verlengstuk van de trainer. De trainer draagt te allen tijden de verantwoordelijkheid voor trainingen en wedstrijden. Desondanks mag een assistent-‐trainer wel trainingen verzorgen of op zaterdag een coachende rol op zich nemen. De assistent houdt zich met name bezig met assisteren. Dat betekent aanvullend informeren bij een oefening, maar ook spelers apart nemen als deze het moeilijk hebben met een oefening. De assistent-‐trainer legt verantwoordelijkheid af aan de verantwoordelijke trainer. De assistent-‐trainer is aanwezig op de dagen dat er getraind wordt en –eventueel in overleg-‐ ook op de wedstrijddagen. Er is een verschil tussen de assistent-‐trainers. Er zijn namelijk ook trainers in opleiding die assisteren bij een groep. Met deze assistent-‐trainers worden er voorafgaand aan het seizoen afspraken gemaakt over het geven van trainingen en het coachen op wedstrijddagen. Coördinator Een coördinator van een afdeling richt zich op de bij hem of haar horende jeugdafdeling. Specifiek doel is om het jeugdbeleidsplan uit te voeren, zoals deze is omschreven voor zijn of haar afdeling. Dit betekent dat een betreffende coördinator het overzicht behoudt over het reilen en zeilen binnen een afdeling. Het is van belang dat een coördinator nauw contact houdt met de andere functies (trainers, assistenten e.d.) binnen de afdeling. Ook gaat de coördinator gesprekken aan met coördinatoren van de andere afdelingen. Hiermee wordt er door de gehele afdeling een continuïteit gewaarborgd. De coördinator bekijkt op zaterdagen zoveel mogelijk wedstrijden van zijn eigen afdeling. De coördinator is ook de eerst aangewezen persoon om, na overleg met de hoofdtrainer, (oefen)wedstrijden te regelen. Hierbij komt ook het organiserende aspect naar voren voor het regelen van velden, scheidsrechters en materiaal. Dit gaat in overleg met de wedstrijdsecretaris. Naast deze functies zijn er nog andere functies. Deze functies vervullen een belangrijke rol in het proces om de vereniging heen. Denk hierbij aan de activiteitencommissie, materiaalverzorger en de elftalbegeleiders. Deze mensen vervullen veelal een aanvullende rol die absoluut onmisbaar is binnen de vereniging. Voor alle functies is er een taakomschrijving opgesteld die ook wordt uitgereikt bij het begin van het seizoen.
15 Technisch Jeugdbeleidsplan 2010 -‐ 2014
H.8
Communicatie Jeugdafdeling
Het communiceren binnen een vereniging is een belangrijk onderdeel van het proces. Vanuit gesprekken met alle betrokken partijen binnen een vereniging komen aspecten naar voren die de beleidsuitvoering stimuleren en er zorg toe bijdragen dat de ontwikkeling van de jeugd op gang blijft en het behalen van de doelstellingen bevorderd. Onder de betrokken partijen worden alle groepen verstaan die te maken hebben met D.V.V. Delft. Dit zijn de beleidsuitvoerders (jeugdbestuur met aan het hoofd de jeugdvoorzitter), het technische kader (het hoofd jeugdopleidingen, trainers, technische commissie, coördinatoren en begeleiders), de jeugdleden (van de A-‐jeugd tot en met de Mini-‐F), vrijwilligers en ouders of begeleiders van de jeugdleden. Binnen een lopend seizoen zal D.V.V. Delft meerdere gelegenheden bieden voor groepen om hun mening te geven over de stand van zaken. Dit kunnen persoonlijke gesprekken zijn (Hoofd Jeugdopleidingen met trainers, trainer met een ouder en dergelijke) of zogenaamde groepsgesprekken waarbij een bepaalde groep wordt uitgenodigd (alle trainers of bijvoorbeeld ouders van een bepaalde leeftijdsgroep). Tijdens deze gesprekken zal er te allen tijden genotuleerd worden wat er ter tafel komt en de resultaten zullen bekend gemaakt worden aan de betrokken groepen. Het voorzien in informatie gebeurt op verschillende manieren binnen de jeugdafdeling. Ten eerste is er ‘De Kroniek’ waarin verschillende gegevens beschikbaar zijn. Ten tweede is er de internetpagina waarop alles te vinden zal zijn. Daarnaast zijn er trainers en bestuursleden die informatie verschaffen tijdens bijvoorbeeld trainingen en vergaderingen.
16 Technisch Jeugdbeleidsplan 2010 -‐ 2014