Techniekcoach infobrochure voor basisscholen en coaches
Jonge kinderen hebben een natuurlijke fascinatie voor wetenschap en techniek.
Leraren en schooldirecties willen kinderen blijven fascineren voor wetenschap en techniek.
Kinderen zijn van nature heel nieuwsgierig. Ze ontdekken graag hoe alles in elkaar zit. Ze hebben als het ware een aangeboren interesse voor de wondere wereld van wetenschap, techniek en technologie. Om deze fascinatie verder te stimuleren, is het belangrijk dat ze hier al van jongs af aan op een positieve manier mee in contact komen - zowel binnen als buiten de school.
De school als leerrijke omgeving is een ideaal kanaal voor deze kinderen om meer te weten te komen over wetenschap en techniek. Leraren kunnen (jonge) kinderen stimuleren om hun ontdekkende vaardigheden verder te ontplooien. Tijdens boeiende en innovatieve lesactiviteiten leren ze ook probleemoplossend en creatief denken en handelen. Logisch en kritisch denken kan via wetenschap en techniek geoefend worden. Door leerlingen reeds van jongs af aan kennis te laten maken met wetenschap en techniek/technologie en hen voldoende te informeren over de vele mogelijkheden die deze domeinen bieden, kunnen ze een positieve keuze maken in hun verdere (school)loopbaan. In het basisonderwijs wordt gewerkt rond wetenschap en techniek/technologie in het leergebied ‘wereldoriëntatie’. Vanaf schooljaar 2015-2016 wordt dit gebied opgesplitst in ‘mens en maatschappij’ enerzijds en ‘wetenschap en techniek’ anderzijds. Voor heel wat scholen betekent dit dat ze een groter accent op wetenschappen, techniek en technologie in de klas zullen leggen en zij zijn dan ook bereid om met het lerarenteam sterker te focussen op STEM (science, technology, engineering, mathematics).
Departement Onderwijs en Vorming
Directies en leraren die nog op zoek zijn naar een extra duwtje in de rug en die kwaliteitsinput van een ervaren deskundige uit een STEM-vakgebied wensen, kunnen vanaf 2014-2015 beroep doen op één van de Techniekcoaches die klaarstaan om met hen samen te werken. Het initiatief gaat uit van de school zelf en de coaches werken binnen het kader van de school. Het lerarenteam blijft dus gedurende het ganse project pedagogisch verantwoordelijk voor de onderwijsactiviteiten. De school werkt maximaal 2 schooljaren samen met dezelfde coach. Bedrijven willen de STEM-talenten van de toekomst graag als toekomstige werknemers. Bedrijven zien hier ook de meerwaarde van, want in onze snel evoluerende maatschappij heb je nood aan kennis van wetenschap en techniek/technologie. De meeste jobs vereisen nu al enkele technische basiscompetenties om te kunnen omgaan met technologische veranderingen. Daarnaast zijn er heel wat STEM-beroepen die te kampen hebben met een structureel tekort aan goed opgeleide werknemers. Het gaat dan vaak over een kwantitatieve en kwalitatieve mismatch tussen vraag en aanbod.
Het Departement Onderwijs en Vorming maakt de link tussen onderwijs en bedrijfsleven. Het Departement Onderwijs en Vorming wil meehelpen om deze mismatch te voorkomen. In september 2014 lanceerde het departement dan ook het project Techniekcoach waarbij werknemers uit STEMbedrijven/sectoren op vrijwillige basis lagere scholen ondersteunen bij het uitwerken en verankeren van een STEMbeleid op school. Het project Techniekcoaches maakt deel uit van het STEM-Actieplan 2012-2020.
Het departement neemt in dit project een initiërende en faciliterende rol: de registratie van de coaches gebeurt via
het leermiddelennetwerk KlasCement dat verbonden is aan het departement. er worden provinciale infosessies
georganiseerd waarbij scholen en coaches met elkaar kennis kunnen maken. de coaches krijgen vanuit het departe-
ment een vrijwilligersvergoeding en een vergoeding voor vervoerskosten per bijeenkomst met de school. het project wordt opgevolgd vanuit het
departement en eventueel bijgestuurd.
Departement Onderwijs en Vorming
De school werkt een STEM-beleid en STEM-visie uit.
De directies en de leraren zijn bereid om
De school erkent de noodzaak om techniek, technologie en wetenschappen meer naar de voorgrond te schuiven in het beleid en in de concrete lesactiviteiten. Hiervoor werkt het schoolteam een visie en een beleid uit dat breed gedragen wordt binnen de school.
samen met de techniekcoach een scan te maken van de huidige situatie van STEM op school: in hoeverre wordt wetenschap en techniek/technologie aangeboden in de school en onder welke vorm?
samen met de techniekcoach een traject uit te stippelen met een duidelijk doel voor ogen.
in te zetten op innovatieve didactieken met een focus op probleemoplossende en creatieve vaardigheden, kritisch en logisch denken.
leerlingen kennis te laten maken met de nieuwste technologieën.
hun lesactiviteiten rond wetenschap en techniek/technologie steeds te laten aansluiten bij de interesses van de kinderen. Hierbij houden ze rekening met de verschillende invalshoeken van jongens en meisjes.
Om dit alles uit te werken, kunnen ze beroep doen op de kwaliteitsinput van een ervaren deskundige uit het vakgebied. De directie en de leraren zijn verantwoordelijk voor de pedagogische en didactische uitwerking van het STEM-beleid op de school.
de gebruikelijke lesmethodes te combine-
ren met nieuwe inzichten die ze opdoen tijdens het traject.
Departement Onderwijs en Vorming
de ervaringen en de realisaties die ze verwerven (met de hulp van de techniekcoaches) tijdens het traject te ontsluiten via KlasCement. Op die manier stimuleren zij het uitwisselen van kennis en knowhow tussen leraren en helpen ze mee met het opbouwen van een lerend netwerk.
De techniekcoach ondersteunt het schoolteam bij het uitwerken en implementeren van het gekozen STEMbeleid. De techniekcoach begeleidt basisscholen bij het verankeren van techniek/technologie in het curriculum van het basisonderwijsaanbod en ondersteunt leerkrachten bij het geven van technieklessen. Daarnaast zet de techniekcoach zijn/haar netwerk van relevante bedrijven en organisaties in de regio in voor de basisscholen. De techniekcoach begeleidt de school door:
De techniekcoach voldoet hiervoor aan deze voorwaarden: een techniekcoach is een gepassioneerde
STEM-mentor, een werknemer (of recent gepensioneerde) uit een technische of technologische sector of uit een gelijkaardig bedrijf. een techniekcoach werkt als vrijwilliger en
is minstens 3 keer op een schooljaar beschikbaar voor een school. een techniekcoach kan goed luisteren en
de juiste vragen stellen. een techniekcoach kan directies en leer-
krachten enthousiasmeren voor techniek. samen met de directie of techniek-
coördinator en enkele leraren aan de hand van de digitale techniekscan te inventariseren wat de school al doet aan techniek, welke kennis er is en welke materialen er eventueel al zijn.
Iedere techniekcoach: heeft een technische achtergrond of
aantoonbare affiniteit met techniek. heeft affiniteit met het basisonderwijs en
het team van leerkrachten te helpen bij
het maken van een stappenplan voor techniekonderwijs. leerkrachten ideeën en goede voorbeelden
van de brede toepassingsmogelijkheden van techniek/technologie aan te bieden. leerkrachten te helpen bij het
voorbereiden van een les of een reeks lessen op het gebied van techniek/ technologie. leerkrachten te helpen contacten te
leggen met technische bedrijven en instellingen.
Departement Onderwijs en Vorming
leerkrachten. vindt het een uitdaging om kennis van de
techniek/technologie te delen met en over te dragen op leerkrachten van de basisschool. kan leerkrachten enthousiasmeren,
begeleiden, luisteren, adviseren, samenwerken en mensen stimuleren het beste uit zichzelf te halen. is flexibel ingesteld en kan omgaan met
veranderingen.
Het project verloopt concreet in 6 stappen. 1) De techniekcoach registreert zich op het leermiddelennetwerk KlasCement.
3) Het schoolteam en de techniekcoach maken samen een techniekscan.
De coach maakt een profiel aan op de site van KlasCement via de projectsite Kiezen voor STEM. Dit profiel bevat
Het eerste contact tussen de coach en het schoolteam gebeurt op de basisschool zelf. Na de kennismaking gaan de coach en het schoolteam aan de slag met de techniekscan. De bedoeling van deze scan is om samen na te gaan hoever de school staat in het aanbieden van techniek en technologie in de onderwijsactiviteiten. De scan wordt onderverdeeld in 4 thema’s:
informatie zoals contactgegevens, werkervaring, specialisatie en de regio waarbinnen de coach wil werken. Aan de hand van deze informatie maakt de school een keuze en contacteert een bepaalde coach. Het aanmaken van dit profiel verloopt in 2 stappen. Stap 1 van de registratie kan je hier starten. Stap 2 van de registratie kan je hier starten. Als je problemen hebt bij de registratie kan je terecht bij Philip Lambrechts:
[email protected] of 02 553 96 71
beleid: is er een STEM-beleid op de
school? Hoe wordt dit beleid verankerd in het curriculum, … inhoud en vormgeving: welke STEM-
inhouden komen aan bod? Welke didactische principes worden toegepast? … expertise: welke kennis hebben de
leraren en de directie van techniek en technologie? Wordt deze kennis uitgebreid via nascholingen? … faciliteiten: welke middelen heeft de
2) De school neemt contact op met een techniekcoach. Op basis van de coachprofielen op de website van het leermiddelennetwerk KlasCement kunnen scholen een keuze maken voor een bepaalde coach. Deze keuze hangt vooral af van de concrete noden en vragen van het schoolteam. De school neemt persoonlijk contact op met de coach via deze link.
Departement Onderwijs en Vorming
school om techniek en technologie aan te bieden? Kan de school samenwerken met andere partners om infrastructuur te gebruiken? … De techniekscan kan je op basis van je persoonlijke gegevens online invullen via techniekscan op Kiezen voor STEM Let op: je kan enkel een Nederlandse postcode gebruiken—vb. 1012NX (Amsterdam)
De scan wordt best gedaan door de directie, enkele leraren en de techniekcoördinator (als de school hierover beschikt). Op deze manier krijgt de school een coherent beeld van de werkelijke situatie. 4) Op basis van de scan stippelen de techniekcoach en het schoolteam samen een traject uit. Na de feedback van de STEM-scan heeft het schoolteam een duidelijk zicht op het aanbod van techniek en technologie in de school. Op basis van deze feedback kan de school duidelijke noden en vragen formuleren. De coach ondersteunt het schoolteam bij het omzetten van deze noden en vragen in een concreet traject. Hierbij heeft de school een duidelijk doel voor ogen. 5) De techniekcoach ondersteunt het schoolteam bij het uitwerken van het traject. De techniekcoach staat minstens 3 maal per schooljaar ter beschikking van de school om de uitwerking van het traject mee te ondersteunen. De manier waarop de school en de coach concreet samenwerken wordt in onderling overleg geregeld. De school werkt maximaal twee schooljaren met dezelfde coach samen.
Departement Onderwijs en Vorming
6) De techniekcoach en het schoolteam evalueren samen het afgelegde traject. Op het einde van het traject evalueren de coach en het schoolteam de afgelegde weg. De techniekscan wordt ingevuld en er wordt gekeken of het vooropgestelde doel bereikt is. Het schoolteam kan op basis van deze evaluatie beslissen of ze de verdere verankering van het STEM-beleid in de onderwijsactiviteiten zelfstandig aanpakken of dat ze ook het volgende schooljaar blijven samenwerken met de oorspronkelijke, of met een andere coach. In een eventueel vervolgtraject kunnen nieuw doelen voorop gezet worden.
Het project Techniekcoach kadert binnen de ondersteuning van leraren basisonderwijs. Coaches werken dus binnen het wettelijke kader van het Vlaamse onderwijs. Het Vlaamse leerplichtonderwijs in een notendop. 1) begrippenlijst ASO-TSO-KSO-BSO: Onderwijsvormen in
de tweede en derde graad van het secundair onderwijs. eindtermen en ontwikkelingsdoelen:
Minimaal vereiste doelstellingen voor leerlingen in erkende, gesubsidieerde en gefinancierde scholen. Deze doelstellingen worden vastgelegd door het Vlaamse Parlement. De eindtermen en ontwikkelingsdoelen worden ook het ‘kerncurriculum’ genoemd. curriculum: Het curriculum bevat de
doelstellingen en de inhoud voor het onderwijs in scholen. Elk curriculum van een erkende, gesubsidieerde of gefinancierde school omvat (behoudens uitzonderingen) minimaal de eindtermen en ontwikkelingsdoelen. vrijheid van onderwijs: Grondwettelijk
principe dat elke natuurlijke of rechtspersoon het recht toekent om een school te organiseren en aan ouders/ leerlingen het recht toekent om zelf te bepalen in welke school men zich inschrijft.
Departement Onderwijs en Vorming
schoolbestuur: Instantie die
verantwoordelijk is voor de organisatie van een of meerdere scholen. Dit kan de Vlaamse Gemeenschap zijn, maar ook steden, gemeenten, provincies en individuele organisaties, instellingen en personen kunnen optreden als schoolbestuur. Ook gekend als ‘organiserend bestuur’ of ‘inrichtende macht’. Ministerie van Onderwijs en
Vorming: Is verantwoordelijk voor beleidsondersteuning en beleidsuitvoering. Het Ministerie van Onderwijs en Vorming bestaat uit het Departement Onderwijs en Vorming en verschillende uitvoerende autonome agentschappen. pedagogische begeleidingsdienst:
De pedagogische begeleidingsdiensten staan in voor professionele ondersteuning van scholen. Ze vallen onder de verantwoordelijkheid van de verschillende koepelorganisaties. Scholen kunnen beroep doen op de pedagogische begeleidingsdiensten voor zowel onderwijskundig als schoolorganisatorisch advies. koepelorganisatie: Een representatief
orgaan waarin de schoolbesturen van een onderwijsnet worden verenigd. In het gemeenschapsonderwijs vertegenwoordigt de koepelorganisatie slechts één schoolbestuur met vele scholen. De kleine onderwijsverstrekkers beschikken niet over een koepelorganisatie. Ze worden vertegenwoordigd door een overlegstructuur.
afkortingen
uitgangspunten
AKOV
Agentschap voor Kwaliteitzorg in Onderwijs en Vorming
ASO
Algemeen Secundair Onderwijs
BSO
Beroeps Secundair Onderwijs
De grondwetsherziening van 15 juli 1988 hevelde de verantwoordelijkheden inzake onderwijs over naar de gemeenschappen, met uitzondering van de vastlegging van het begin en het einde van de leerplicht, de minimumvoorwaarden voor het verlenen van diploma's en het pensioenstelsel.
GO!
Gemeenschapsonderwijs
KSO
Kunst Secundair Onderwijs
CLB
Centrum voor Leerlingenbegeleiding
OKO
Overleg Kleine Onderwijsverstrekkers
OVSG
Onderwijssecretariaat voor Steden en Gemeenten van de Vlaamse Gemeenschap
POV
Provinciaal Onderwijs Vlaanderen
TSO
Technisch Secundair Onderwijs
VLOR
Vlaamse Onderwijsraad
VSKO
Vlaams Secretariaat van het Katholiek Onderwijs
Departement Onderwijs en Vorming
De grondwettelijke vrijheid van onderwijs geeft aan elke natuurlijke persoon of rechtspersoon het recht om scholen op te richten (de 'inrichtende machten' of, in het basisonderwijs, de 'schoolbesturen') en ze in te richten en te funderen op een confessionele of niet-confessionele levensbeschouwing of op specifieke pedagogische of onderwijskundige opvattingen. Ouders van leerplichtige leerlingen hebben bovendien het recht vrij de school voor hun kinderen te kiezen. De schoolbesturen kunnen leraren en ondersteunend, administratief en managementpersoneel selecteren, aanwerven en bevorderen in overeenstemming met de statutaire wetgeving. Om hun scholen te ondersteunen en te vertegenwoordigen hebben ze koepelorganisaties opgericht.
organisatie Inzake organisatie van het onderwijs worden in Vlaanderen drie grote 'onderwijsnetten' onderscheiden: GO!, het onderwijs van de Vlaamse
Gemeenschap wordt gefinancierd door de Vlaamse Gemeenschap en heeft als schoolbestuur de Raad GO! en de 28 scholengroepen (die bestaan uit basis- én secundaire scholen), het recruteert 14,3 % van de leerlingen kleuteronderwijs, 14,4 % lager en 16,6 % gewoon secundair onderwijs. het gesubsidieerd officieel
onderwijs wordt georganiseerd door steden en gemeenten en provincies en is gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap. Het recruteert 23,1 % van de leerlingen kleuter-, 22,6 % van de leerlingen lager- en 7,9 % gewoon secundair onderwijs. De gemeenteraad en de provincieraad treedt hierbij op als schoolbestuur. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voert de Vlaamse Gemeenschapscommissie een netoverschrijdend onderwijsbeleid dat complementair is aan dat van de Vlaamse Gemeenschap. Ze treedt ook op als schoolbestuur van enkele gesubsidieerde hoofdstedelijke Vlaamse scholen.
Departement Onderwijs en Vorming
het gesubsidieerd vrij onderwijs wordt georganiseerd door privaatrechtelijke schoolbesturen en is gesteund op een confessionele (katholieke, joodse, protestantse) of niet-confessionele levensbeschouwing of op een welbepaalde pedagogische of onderwijskundige opvatting. Het is erkend en gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, het recruteert 62,6 % van de leerlingen kleuter, 63,0 % lager en 75,5 % gewoon secundair onderwijs. Deze scholen behoren overwegend tot het katholiek onderwijs. Om als school erkend en gesubsidieerd/ gefinancierd te kunnen worden, moeten de scholen onder meer de decretaal vastgelegde onderwijsstructuur aannemen, een leerplan volgen dat de eindtermen en ontwikkelingsdoelen herkenbaar bevat, zich aan controle door de onderwijsinspectie onderwerpen, …
fasen
Lager onderwijs
Van 6 tot 12 jaar
Secundair onderwijs
Van 12 tot 18 jaar
1e graad 1e leerjaar A – 1e leerjaar B (voor leerlingen zonder getuigschrift basisonderwijs) 2e leerjaar – 2e Beroepsvoorbereidend leerjaar
Van 12 tot 14 jaar
2e graad met vier onderwijsvormen: algemeen–technisch–kunst – beroepssecundair onderwijs
Van 14 tot 16 jaar
3e graad: algemeen–technisch–kunst – beroepssecundair onderwijs (of deeltijds beroepssecundair onderwijs)
Van 16 tot 18 jaar
In België bestaat geen schoolplicht maar leerplicht voor een periode van 12 jaar. Die start vanaf het schooljaar waarin het kind 6 jaar wordt en eindigt zodra een jongere 18 jaar wordt. De voltijdse leerplicht duurt tot 16 jaar.
Departement Onderwijs en Vorming
toelatingscriteria Leerlingen worden toegelaten in het lager onderwijs vanaf 6 jaar, in het secundair onderwijs met een getuigschrift basisonderwijs. Starten vanaf 5 jaar in het lager en zonder getuigschrift in het secundair onderwijs (1e leerjaar A) is mogelijk mits instemming van de betreffende klassenraad, de ouders en het centrum voor leerlingenbegeleiding. Andere leerlingen kunnen (onder bepaalde voorwaarden) starten in het 1e leerjaar B van het secundair onderwijs. Op de leeftijd van 15 jaar kan een leerling het 3e leerjaar van het beroepsonderwijs aanvangen, ongeacht zijn voorafgaande schoolcarrière, mits gunstige beslissing van de toelatingsklassenraad. duur van de schooldag/week/jaar Het schooljaar begint op 1 september en eindigt in de praktijk op 30 juni. In het lager onderwijs volgen de leerlingen 28 of 29 lestijden van 50 minuten per week. In het secundair onderwijs zijn 28 lestijden van 50 minuten het verplichte minimum en 36 lestijden het maximum. In de praktijk volgen bijna alle leerlingen minstens 32 lestijden. De lessen zijn in basisonderwijs en secundair onderwijs gelijkmatig gespreid van maandag tot vrijdag. In het basisonderwijs is de woensdagnamiddag verplicht vrij. In het secundair onderwijs is keuze mogelijk, maar is vrijwel overal de woensdagnamiddag vrij. De lessen beginnen ten vroegste om 8u en eindigen tussen 15u en 17u. De middagpauze duurt minstens 60 min in het lager onderwijs, 50 minuten in het secundair onderwijs.
Departement Onderwijs en Vorming
klasgrootte en groepering van leerlingen Alhoewel scholen vrij kunnen beslissen over de wijze van groepering van leerlingen, gebeurt de groepering meestal per leeftijd. In het basisonderwijs is er een klasleraar, maar voor sport en levensbeschouwelijke vorming zijn er steeds aparte leerkrachten. In het secundair onderwijs zijn er vakleerkrachten.
eindtermen, ontwikkelingsdoelen en leerplannen en hun controle
Gegeven de autonomie van scholen ontwerpt het Ministerie van Onderwijs en Vorming zelf geen curriculum. Er worden wel door het autonome agentschap AKOV eindtermen en ontwikkelingsdoelen uitgewerkt die door het Vlaamse Parlement aan elke school worden opgelegd. De eindtermen en ontwikkelingsdoelen vormen de basis voor de curricula van alle scholen en worden daarom ook wel het ‘kerncurriculum’ genoemd. Eindtermen en ontwikkelingsdoelen werden opgesteld om een minimaal kwaliteitsniveau te garanderen, om het onderwijssysteem transparanter te maken en om scholen te ondersteunen in hun curriculumontwikkeling. Voor het basisonderwijs is een kerncurriculum vastgelegd dat voor het kleuteronderwijs bepaald is door ontwikkelingsdoelen in de leergebieden lichamelijke opvoeding, muzische vorming, Nederlands, wereld-oriëntatie en wiskundige initiatie. Voor het lager onderwijs zijn eindtermen bepaald in de leergebieden lichamelijke opvoeding, muzische vorming, Nederlands, Frans, wereldoriëntatie, wiskunde en de leergebiedoverschrijdende thema's ‘leren leren’, sociale vaardigheden en ICT. De eindtermen van onderwijsvorm 4 in het buitengewoon secundair onderwijs zijn dezelfde als de eindtermen van het gewoon secundair onderwijs.
Departement Onderwijs en Vorming
In de 1e graad van het secundair onderwijs is er nog geen opdeling in onderwijsvormen. In het 1e leerjaar zijn 27 uren verplicht gemeenschappelijke vakken, in het 2e leerjaar 24u. De verplichte vakken in de 1e en 2e graad (de basisvorming) zijn levenbeschouwelijke vorming, Nederlands, Frans, Engels (vanaf het 2 lj.), wiskunde, natuurwetenschappen, geschiedenis en aardrijkskunde (met in de beroepsgerichte leerjaren een keuze tussen een van beide of maatschappelijke vorming), artistieke of plastische of muzikale opvoeding (enkel in de 1e graad), lichamelijke opvoeding en techniek (enkel in de 1e graad en niet in het beroepsvoorbereidend leerjaar). In de 2e en 3e graad is er tevens een verplicht gemeenschappelijk gedeelte per onderwijsvorm. Daarnaast is er een optioneel gedeelte dat groter is in het technisch-, kunst- en beroepssecundair onderwijs dan in het algemeen vormend secundair onderwijs. Voor de A-stroom van de 1e graad en voor de 2e en 3e graad zijn er vakgebonden en vakoverschrijdende eindtermen geformuleerd voor het gemeenschappelijk gedeelte. Voor de B-stroom van de 1e graad en voor anderstalige nieuwkomers (OKAN) zijn er enkel ontwikkelingsdoelen geformuleerd. Er zijn specifieke eindtermen geformuleerd voor de opties in de studierichtingen van het ASO. Voor de specifieke gedeelten van de beroepsgerichte structuuronderdelen worden (beroeps)competentieprofielen ontwikkeld.
Scholen hebben een resultaatsverplichting ten aanzien van de eindtermen. De eindtermen moeten door leerlingen aan het einde van een bepaalde graad/ onderwijsniveau bereikt zijn. Voor de ontwikkelingsdoelen en de vak/ leergebieddoverschrijdende eind-termen geldt een inspanningsverplichting: Scholen moeten aantonen dat ze zich inspannen om de leerlingen deze doelen te laten bereiken. Er is echter geen resultaatsverbintenis ten aanzien van deze doelen. Meer informatie over eindtermen en ontwikkelingsdoelen is terug te vinden op de website van AKOV (http://www.ond.vlaanderen.be/curriculum/) De inrichtende machten hebben het autonome recht leerplannen uit te werken, een pedagogisch project uit te bouwen, pedagogische methoden te kiezen, op voorwaarde dat de wettelijke richtlijnen en democratische beginselen geëerbiedigd blijven. De curricula van de scholen moeten minimaal de eindtermen en ontwikkelingsdoelen bevatten. Scholen kunnen wel extra doelen en inhouden toevoegen. Dit kan men doen voor alle leerlingen of voor de groep van leerlingen die behoefte heeft aan extra uitdagingen. Scholen moeten hun curriculum ter goedkeuring voorleggen aan de inspectie, die nagaat of de eindtermen en ontwikkelingsdoelen door het betreffende curriculum worden bereikt.
De inspectie doet daarbij geen uitspraak over de bijkomende doelen. Deze controle moet de kwaliteit van elk curriculum garanderen. De meeste scholen nemen het curriculum over dat door hun koepelorganisatie werd uitgeschreven. Dit betekent dat bijna alle scholen werken met het curriculum van het katholiek onderwijs, het gemeenschapsonderwijs, het stedelijk en gemeentelijk onderwijs of provinciaal onderwijs. Hoewel er verschillen zijn tussen de curricula van de verschillende koepelorganisaties zorgen de eindtermen en de ontwikkelingsdoelen voor een minimale coherentie. De verschillen tussen de curricula zijn niet van die aard dat ze substantiële problemen zouden veroorzaken voor leerlingen die tussen twee leerjaren naar een school van een ander onderwijsnet overstappen.
bronnen Rob De Vries / coördinatie: Ilse Scheirlinckx – Eurydice Vlaanderen / Afdeling Strategische Beleidscoördinatie, / het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming. www.ond.vlaanderen.be/publicaties (Voor meer gedetailleerde informatie over Europese onderwijssystemen kan men EURYPEDIA raadplegen: http:// eacea.ec.europa.eu/education/eurypedia). Eurypedia bevat beschrijvingen van de onderwijssystemen en het onderwijsbeleid in de landen die deel uitmaken van het Eurydice netwerk.) Maarten Penninckx, Jan Vanhoof & Peter Van Petegem, Evaluatie in het Vlaamse onderwijs. Beleid en praktijk van leerling tot
Departement Onderwijs en Vorming
FAQ’s 1) vanwaar komt het initiatief van het project Techniekcoach? Dit initiatief kadert binnen de uitwerking van het “Actieplan voor het stimuleren van loopbanen in wiskunde, exacte wetenschappen en techniek 2012 2020” van de Vlaamse Regering kortweg het STEM-actieplan genaamd. Dit actieplan geeft naast een analyse van de tekorten aan afgestudeerden exacte wetenschappen en technici ook een kader voor een integrale aanpak van die tekorten voor de komende jaren. Hierin speelt niet alleen de overheid een rol maar ook onderwijs- en opleidingspartners, scholen, leraren, de sectorale sociale partners, bedrijven en de media zijn belangrijke spelers. De volledige tekst van het actieplan kan je hier lezen.
Het Nederlandse concept van de Techniekcoaches van TechniekTalent.nu ligt aan de basis van het Vlaamse model. TechniekTalent.nu is een samenwerkingsverband van acht technische sectoren, in opdracht van werknemersen werkgeversorganisaties. Met maar één doel: meer instroom en behoud van (jonge) mensen in de techniek. Meer info over TechniekTalent.nu vind je via http://www.techniektalent.nu/
Departement Onderwijs en Vorming
2) Kan ik coachen tijdens de werkuren? De coach en de werkgever komen samen tot een akkoord over de concrete aanpak van het project binnen hun eigen bedrijfscultuur. 3) Welke scholen kan ik als coach begeleiden? Alle Vlaamse basisscholen komen in aanmerking voor coaching. 4) Kan ik als coach zelf contact opnemen met een school? Het contact tussen school en coach verloopt in eerste instantie via het leermiddelennetwerk KlasCement. De school neemt persoonlijk contact op met een coach naar keuze. School en coach maken in onderlinge overeenstemming afspraken. KlasCement speelt hierbij een faciliterende rol en treedt niet op als bemiddelaar tussen school en coach. Daarnaast is het mogelijk om als coach zelf contact op te nemen met een bepaalde school. 5) Kan ik als coach meerdere scholen tegelijk ondersteunen? Als coach beslis je zelf over het aantal scholen dat je wil ondersteunen. Meerdere scholen tegelijk ondersteunen is dus mogelijk. Elke school kan maximaal twee schooljaren beroep doen op eenzelfde coach. 6) Kan ik de foto’s uit de brochure gebruiken? Via http://www.techniekbeeldbank.nu/home kan je gratis de rechtenvrije foto’s downloaden en gebruiken.
6) Word ik als coach opgeleid of begeleid in dit project? Vanuit het Departement Onderwijs en Vorming krijgen alle coaches volgende ondersteuning: een infobrochure met alle informatie over
het project. technische ondersteuning bij de registratie
8) Hoe gebeurt de evaluatie? Aan het einde van het schooljaar zullen de scholen een beknopt evaluatieformulier krijgen zodat het systeem indien nodig verbeterd kan worden op basis van de ervaringen van de scholen. 9) Waar kan ik terecht voor vragen ? Indien er vragen zijn, kan u terecht bij: Christel Op de beeck en Katrien De Schrijver
via het leermiddelennetwerk KlasCement. de mogelijkheid om in contact te komen
met de andere coaches zodat ervaringen, kennis en knowhow uitgewisseld kunnen worden. Op deze manier ontstaat er peer-to-peer coaching. Verschillende bedrijven bieden interne trainingen voor coaches aan. Elke coach kan binnen zijn/haar eigen bedrijf nagaan of er zulke trainingen beschikbaar zijn. 7) Is de samenwerking tussen school en coach bindend? Als een coach en een schoolteam bereid zijn om met elkaar samen te werken, ondertekenen beide partijen een engagementsverklaring waarin ze verklaren zich te houden aan enkele afspraken. Deze engagementsverklaring kan je vinden op http://www.ond.vlaanderen.be/stem/Acties/ Techniekcoaches.htm Na ondertekening door beide partijen stuurt de school een kopie hiervan door aan het departement. Mocht de samenwerking niet naar wens verlopen dan hebben beide partijen uiteraard recht om de samenwerking stop te zetten.
Departement Onderwijs en Vorming
[email protected] [email protected]
links naar KlasCement—Departement Onderwijs—Techniek Talent.nu http://www.klascement.net http://www.klascement.net/kiezenvoorstem/ http://www.ond.vlaanderen.be/stem/ http://www.ond.vlaanderen.be/stem/Acties/Techniekcoaches.htm http://www.techniektalent.nu/ http://www.techniektalent.nu/scholen/basis-onderwijs/techniekscan http://www.techniekbeeldbank.nu/home
contactgegevens
[email protected] [email protected]
links naar enkele STEM-filmpjes https://www.youtube.com/watch?v=zF78P4xf8os
- “STEM af op de toekomst”
https://www.youtube.com/watch?v=qCcnJdzHOfU - “STEM zoekt techniekcoaches” http://bit.ly/1kihmoF
Departement Onderwijs en Vorming
- “STEM-ambassadeur Frank De Winne”